Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

73
Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee

Transcript of Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Page 1: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen

Wout Ultee

Page 2: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Marx 1859

De kern van het historisch materialisme

uitgeschreven als een uitspraak

met zes clausules

Page 3: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

WELKE productiewijze een samenleving ook kent,

Page 4: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

ELKE ongelijkheid in die samenleving

Page 5: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

berust op EEN OF ANDERE vorm van dwang;

Page 6: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

deze dwang leidt tot een BEPAALDE vorm van strijd

Page 7: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en SOMS resulteert deze strijd in de afschaffing van de oude dwangmiddelen en het verdwijnen van de oude ongelijkheden

Page 8: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f en onder BEPAALDE omstandigheden tot de komst van gelijkheid.

Page 9: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Op grond van clausule 3, volgens welke ongelijkheid op dwang berust, kan men de

kern van het historisch materialisme de DWANGHYPOTHESE noemen

Page 10: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Marx 1867, ook al Engels 1845

De kern van het historisch materialisme ingevuld:

Het eerste bestanddeel van het klassieke historisch materialisme:

DE ALGEMENE WET VAN DE KAPITALISTISCHE ACCUMULATIE

Page 11: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

In samenlevingen waar niet alleen spierkracht en gereedschap productiemiddelen zijn maar tevens machines

en waar sommige personen eigenaar van machines zijn (kapitaalbezitters), terwijl andere personen moeten leven van de aanwending van hun arbeidskracht (arbeiders),

Page 12: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

dalen de arbeidslonen en stijgen de winsten van kapitaalbezitters,

Page 13: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en wel doordat kapitaalbezitters dreigen met de vervanging van arbeidskracht door machines;

Page 14: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

tegen die dwang ontstaat gewelddadig verzet

Page 15: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en als arbeiders zich van die dwang bewust worden en zich aaneensluiten, winnen ze deze gewelddadige strijd en wordt privé-eigendom van de productiemiddelen afgeschaft;

Page 16: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en als de productiemiddelen gemeenschappelijk bezitworden, ontvangen mensen voortaan consumptiegoederen naar hun behoeften.

Page 17: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Onderzoeksbevinding na Marx:

De leden van de arbeidende klasse worden niet armer

Page 18: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Bernstein 1892

De kern van het historisch materialisme opnieuw ingevuld, de oude invulling wordt herzien:

Het revisionistisch historisch materialisme en de

SCHOLINGHYPOTHESE

Page 19: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

In kapitalistische samenlevingen

zonder vrijheid van vereniging en vergadering en zonder een grondwet die aangeeft dat iedereen stemrecht voor een parlement heeft, die niet zegt dat ieders stem even zwaar weegt

en die niet zegt dat ministers aan dit parlement verantwoording zijn verschuldigd,

Page 20: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

worden de arbeiders niet absoluut, maar wel relatief armer;

Page 21: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

de arbeiders gaan er absoluut op vooruit doordat arbeid met de mechanisering van de productiewijze geschoold raakt

en kapitaalbezitters minder dwang op geschoolde dan op ongeschoolde arbeiders kunnen uitoefenen;

de arbeiders worden relatief armer doordat scholing niet geheel de dwang teniet kan doen die kapitaalbezitters uitoefenen;

Page 22: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

onder deze omstandigheden wordt de strijd tussen arbeiders en kapitaalbezitters steeds meer een strijd om de uitbreiding van politieke rechten;

die strijd is niet uitsluitend gewelddadig en heeft succes;

naarmate de verworven politieke rechten ruimer zijn, wordt de strijd tussen arbeiders en kapitaalbezitters meer syndicalistisch en parlementair van aard,

daarmee vreedzame vormen aannemend;

Page 23: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

wanneer de arbeiders zich in vakbonden en partijen aaneensluiten, krijgen ze bij stapsgewijze hervormingen allerlei sociale rechten,

Page 24: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

terwijl door de invoering van sociale rechten de inkomens van arbeiders en kapitaalbezitters ook in relatieve zin minder van elkaar gaan verschillen.

Page 25: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Luxemburg 1913

De kern van het historisch materialisme opnieuw ingevuld maar zo dat de oude invulling zo veel mogelijk overeind blijft:

Het orthodoxe historisch materialisme en de

KOLONIALISMEHYPOTHESE

Page 26: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

Als kapitalistische samenlevingen koloniën hebben en aldus het moederland van een imperium zijn,

Page 27: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

dan stijgen in de moederlanden de lonen van arbeiders in absolute, maar niet in relatieve zin,

terwijl de lonen van arbeiders in de koloniën in absolute zin dalen;

Page 28: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en wel doordat kapitaalbezitters meer dwang uitoefenen over de arbeiders in hun koloniale ondernemingen,

en met de daar gemaakte winsten de arbeiders in de moederlanden afkopen;

Page 29: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

het zoeken van moederlanden naar koloniën leidt tot oorlogen tussen de imperia,

Page 30: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en deze oorlogen leiden tot de ondergang van het kapitalisme.

Page 31: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Onderzoeksbevinding na Luxemburg:

De koloniën worden zelfstandig

Page 32: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Wallerstein 1973

De kern van het historisch materialisme weer anders ingevuld:

Het orthodoxe historisch materialisme en de

WERELDSYSTEEMTHEORIE

Page 33: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

In sommige kapitalistische landen bevinden zich de hoofdzetels van ondernemingen (het centrum van de kapitalistische wereldeconomie), in andere (de periferie) staan alleen nevenvestigingen,

waarbij veelal in de nevenvestigingen grondstoffen worden gewonnen of verbouwd en in de hoofdzetels daaruit eindproducten worden vervaardigd;

Page 34: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

in het centrum stijgen de lonen absoluut en relatief, terwijl ze in de periferie relatief en absoluut dalen,

Page 35: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en wel doordat ondernemingen met de hoofdzetel in het centrum en nevenvestigingen in de periferie (multinationals) meer dwang uitoefenen over arbeiders in de periferie dan over arbeiders in het centrum;

Page 36: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

hierdoor komen in de periferie gewelddadige bewegingen op tegen regeringen die multinationals niet aan banden leggen.

Page 37: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Klein 2001

De kern van het historisch materialisme nog anders ingevuld, omdat de wereldsysteemtheorie uitging van vrijhandel in grondstoffen (geen invoerrechten in rijke landen daarop)

en van belemmeringen bij de handel in eindproducten (rijke landen heffen invoerrechten op eindproducten als ze uit arme landen komen)

Het orthodoxe historisch materialisme en de

MONDIALISERINGHYPOTHESE

Page 38: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

In een wereld met vrijhandel in grondstoffen en eindproducten waarin wereldwijd in- en verkopende ondernemingen uit hoge-lonenlanden zich steeds meer toeleggen op merkgoederen,

Page 39: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

stijgt in hoge-lonenlanden de werkloosheid onder academici,

dalen er in absolute zin de lonen voor ongeschoolde arbeid in de industrie en

blijven in lage-lonenlanden deze lonen even laag als ze waren en de arbeidsomstandigheden even erbarmelijk,

Page 40: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en wel omdat mondiale ondernemingen arbeid in hoge-lonenlanden vervangen door arbeid in lage-loonlanden

en onderaannemers in lage-loonlanden tegen elkaar uitspelen;

Page 41: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

tegen deze dwang wordt tijdens bijeenkomsten van de wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere internationale organen betoogd door studenten uit hoge-lonenlanden,

Page 42: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en hoe meer deze studenten via het internet te weten komen van de leden van vakbonden in de landen met lage lonen over het optreden aldaar van onderaannemers

en hoe meer deze studenten die kennis onderling uitwisselen,

Page 43: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f des te sneller wordt de aardbol een wereld zonder kinderarbeid

waarin de productie voldoet aan veiligheidseisen en

werknemers minstens het wettelijk minimumloon ontvangen en tevens

een wereld zonder logo's.

Page 44: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.
Page 45: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Marx 1867

Het tweede bestanddeel

van de klassieke invulling van de kern van het historisch materialisme:

DE DALINGHYPOTHESE

Page 46: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

In kapitalistische samenlevingen

Page 47: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

raakt de alsmaar groeiende hoeveelheid kapitaal bij steeds minder kapitaalbezitters geconcentreerd,

Page 48: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en wel doordat grote eigenaren de kleine eigenaren door prijsafbraak uit de markt drijven.

Page 49: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.
Page 50: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Marx 1867

Het derde bestanddeel van het

klassieke historisch materialisme:

DE GEEN-STIJGING HYPOTHESE

Page 51: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

In kapitalistische samenlevingen

Page 52: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

zijn alle bewoners, wat de vrijheid van arbeid en het recht op privé-eigendom betreft, voor de wet gelijk;

in feite echter is het voor arbeiders zo goed als onmogelijk een eigen bedrijf te beginnen en daarmee eigendom te verwerven,

Page 53: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en wel doordat gevestigde ondernemers nieuwelingen uit de markt drukken.

Page 54: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Onderzoeksbevinding rond 1900 (en nu nog):

Hoe kan dat, in de Verenigde Staten is de accumulatie van kapitaal het verst,

Maar de steun voor socialistische partijen is er het laagst?

IS ER IN DAT LAND

MINDER DALING EN/OF MEER STIJGING?

Page 55: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Sombart 1906

Het derde bestanddeel van het klassieke historisch materialisme verbeterd:

Het revisionistisch historisch materialisme en

DE STIJGINGHYPOTHESE

Page 56: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

In kapitalistische samenlevingen

die geen feodaal verleden hebben gekend en

waar onontgonnen grond bestaat die nog niet in particuliere handen is,

Page 57: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

beginnen meer arbeiders een eigen bedrijf,

waardoor ze sociaal stijgen;

Page 58: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

ze doen dat omdat de dwang die kapitaalbezitters in landen met vrije grond over arbeiders kunnen uitoefenen zwakker is;

Page 59: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en naarmate de sociale stijging in die samenlevingen omvangrijker is,

komt er minder strijd voor tussen arbeiders en kapitaalbezitters en

neemt die strijd ook vreedzamer vormen aan.

Page 60: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Onderzoeksbevindingen na Sombart:

Er zijn in de Verenigde Staten wel protestpartijen

en in dat land mogen zwarten niet stemmen en worden ze op velerlei gebied gediscrimineerd

Page 61: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Wiley 1967

Het revisionisme van Sombart teruggedraaid:

Het orthodoxe historisch materialisme en

DE BOERENHYPOTHESE EN DE EX-SLAVENHYPOTHESE

Page 62: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

In kapitalistische samenlevingen waar steeds meer grond ontgonnen raakt,

Page 63: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

worden de schulden van nieuwe boeren zwaarder,

terwijl de rentebedragen die schuldeisers ontvangen toenemen,

Page 64: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en wel doordat de boeren voor investeringen in hun bedrijf tegen voor hen steeds ongunstiger voorwaarden leningen aangaan;

Page 65: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

dit leidt ertoe dat boeren op partijen stemmen die een lage rente en hoge graanprijzen voorstaan.

Page 66: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

In kapitalistische samenlevingen die slavernij hebben gekend

Page 67: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

verbetert de levensstandaard van voormalige slaven en van hun nakomelingen maar weinig,

Page 68: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

en wel doordat de oude slavenhouders door één lijn te trekken deze mensen van het genot van goederen en diensten blijven uitsluiten;

Page 69: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

a

b

c

d

e

f

dit leidt ertoe dat de nakomelingen van slaven deelnemen aan sit-ins, boycots, betogingen en marsen,

en dat rassenrellen en -onlusten uitbreken.

Page 70: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.
Page 71: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Onderzoeksbevinding na Sombart eind 20e eeuw:

De Nederlandse arbeidersbeweging bleef

in de twintigste eeuw erg zwak.

WAAROM?

Page 72: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Heerma van Voss 2002:

Het derde bestanddeel van het klassieke historisch materialisme verbeterd:

Het revisionistisch historisch materialisme en

DE LEVENSSTANDAARDHYPOTHESE, DE VROUWENHYPOTHESE EN DE KLEININDUSTRIEHYPOTHESE

Page 73: Historisch-materialistische antwoorden op ongelijkheidvragen Wout Ultee.

Sociologiestudenten uit Nijmegen op excursie in Berlijn 2005