FSR Forum jaargang 13, editie 1

60
Fraud 13e Jaargang November 2010 editie #1 FSR International Research Project 2011 Kuala Lumpur en Singapore Vastgoedfraude Een fraude van ongekende grootte Commissies Wie zet de volgende stap in zijn carrière? p54 p30 p50

description

Fraud, november 2010

Transcript of FSR Forum jaargang 13, editie 1

Page 1: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Fraud

13e Jaargang November 2010 editie #1

FSR International Research Project 2011Kuala Lumpur en Singapore

VastgoedfraudeEen fraude van ongekende grootte

Commissies Wie zet de volgende stap in zijn carrière?

p54p30 p50

Page 2: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Wij begrijpen dat je voor je eigen fi nanciën ook een goede bestemming wilt.

Als startend accountant of belasting-adviseur begin je na je studentenleven aan een verantwoordelijke baan die veel van je vraagt. Bij Berk houden we reke-ning met die overgang van studeren naar werken en proberen we jouw baan zo goed mogelijk te laten aansluiten op jouw leven. Wij begrijpen als geen ander dat je naast je werk nog andere ambities hebt en dat je na een inspannende werkdag soms behoefte hebt om je op je eigen manier te ontspannen. Bij Berk gaan hard werken, verantwoordelijkheid en vrijheid

hand in hand. Net als een breed werk-terrein en de mogelijkheid van inhoudelijke verdieping via opleidingen. Spreekt de persoonlijke aanpak van Berk jou aan? Kijk dan eens op www.werkenbijberk.nl voor meer informatie en een overzicht van onze vacatures.

Maakt werk persoonlijk.www.werkenbijberk.nl

Startende accountants en belastingadviseurs

BERK-076-Imago-A4-stnd-v5.indd 1 08-10-2009 13:50:19

Page 3: FSR Forum jaargang 13, editie 1
Page 4: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

2 • Voowoord

Fraud

Voorwoord

Waarde lezer, Voor u ligt de eerste editie van alweer de dertiende jaargang van het FSR Forum. De uitdaging voor komend jaar ligt bij het verder perfectioneren van de goede weg die het FSR Forum is ingeslagen. Een mix van wetenschappelijke artikelen met verenigingsnieuws zal de lezer zowel op intellectueel als informeel gebied up to date houden. De FSR heeft als primair doel het con-tact leggen voor studenten met bedrijven en contacten uit het bedrijfsleven. Om onze leden voor te bereiden op wat zij kunnen verwachten in de wereld van de Finance, Accountancy & Controlling zullen we ook in de edities van de dertiende jaargang van het FSR Forum zorgen voor interviews met personen uit de praktijk, om zo de studenten een blik binnen de muren van één van onze partners te geven. Net als voorgaande edities zal ook het FSR Forum dat nu voor u ligt een thema dragen. In de zoektocht naar een geschikt thema wat een duidelijke band heeft met de actualiteit stuitte de FSR Forum redactie op een geschikt onderwerp. Zoals u wellicht op de kaft van het FSR Forum had gezien, zal deze editie het thema ‘fraude’ dragen. Vele mensen en instanties hebben getracht het woord fraude te beschrijven, maar zoals bij meerdere woorden komt de meest krachtige omschrijving uit de Dikke van Dale: frau·de de; v(m) -s bedrog, gepleegd door vervalsing van administratie. Fraude is een wereldwijd fenomeen van alle tijden. Een goed voorbeeld hiervan kunt u vinden in de column van de FSR Alumnivereniging. Dit is een column die in elke editie van het FSR Forum te vinden is en afwisselend geschreven zal worden door de voorzitter en de vice-voorzitter van de FSR Alumnivereniging. In de column van dit magazine wordt een fraudezaak beschreven die zich al in de 19e eeuw af heeft gespeeld. Dit is slechts een enkel voorbeeld om aan te geven dat fraude een begrip is dat ver teruggaat in de geschiedenis van de werkende mens. De redactie van het FSR Forum heeft zich in de opbouw van het magazine gehouden aan het wetenschappelijke gedeelte. Dit zult u ook in het eerste deel van het magazine vinden. Deze editie zal drie artikelen bevatten die veel van elkaar verschillen. Ze belichten stuk voor stuk een ander aspect van het brede begrip: Fraude. Het eerste artikel beschrijft de gelijkenis tussen leu-gens in de politiek en in het bedrijfsleven welke tot fraude kunnen leiden. In het tweede artikel zal fraude in de hypotheekmarkt centraal staan. Dit onderwerp is erg relevant, denk maar aan de financiële crisis die een aantal jaar geleden van start ging en begon met de malaise op de huizenmarkt in Amerika. Het derde en tevens laatste artikel belicht de fraude op een andere manier. Uit het artikel blijkt dat er, volgens de schrijvers, nog lang niet voldoende onderzoek gedaan is naar fraude en dat meer onderzoek noodzakelijk is. Een van de grootste en meest aansprekende Nederlandse fraude zaken van de afgelopen jaren is de vastgoedfraude zaak waarbij onderandere Bouwfonds en het Philips Pensioenfonds waren betrokken. Journalisten Vasco van der Boon en Gerben van der Marel hebben hier een boek over geschreven genaamd ‘de Vastgoedfraude’ en wij hebben ze bereid gevonden om in een interview hun ervaringen die zij tijdens het schrijven van vele artikelen voor het Financiële Dagblad en het boek hebben opgedaan, met ons te delen. Ook dit jaar zal dhr. Groeneveld weer de k(r)anttekening in ons blad plaatsen. Al vanaf de allereerste editie van ons FSR Forum is dit een begrip en ik ben natuurlijk erg blij dat dhr. Groeneveld

Page 5: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Voowoord • 3

deze samenwerking wilt voortzetten en dat we van zijn scherpe zinsneden in dit magazine kunnen blijven genieten. Dit keer zal dhr. Groeneveld zijn kritische blik laten schijnen op beleggingsadviezen van ABN Amro Mees Pierson.

Verder zal deze editie in het teken staan van de commissies die verantwoordelijk zullen zijn voor de verwezelijking van de FSR activiteiten. De FSR leden die er voor gekozen hebben om dit jaar actief bij de vereniging aan de slag te gaan zullen in deze editie van het FSR Forum door verschillende bestuursleden geïntroduceerd worden.

Achterin het FSR Forum zullen er, zoals u uit voorgaande edities wellicht op weet te maken, weer activiteitenverslagen en vooruitblikken komen. In deze editie zullen onder andere de International Banking Cylce en de FSR Big 4 Cycle worden besproken. Verder zullen de aanko-mende activiteiten, onder andere het International Research Project en het Multinational Diner, worden belicht. Ook zal deze editie van het FSR Forum worden aangegrepen om de Tra-ders Trophy, waarvan de deadline voor inschrijven een aantal dagen na de verschijnings datum van dit FSR Forum zal liggen, onder de aandacht te brengen.

De dertiende jaargang van het FSR Forum zal komend jaar onder het beheer zijn het dertiende bestuur van onze vereniging. In de laatste editie van afgelopen jaar hebben wij ons reeds voor-gesteld. In het samenstellen van de magazines word ik dit jaar geholpen door twee gemoti-veerde commissieleden genaamd Rishi Sripal en Rick Klootwijk. Ik wil hen dan ook bedanken voor hun inzet bij het samenstellen van deze eerste editie en zie ik de samenwerking voor de latere edities met erg veel vertrouwen tegemoet. Daarnaast wil ik mijn voorganger Karin Knegt erg bedanken voor de hulp bij het maken van deze editie.

Door het steeds meer internationale karakter van de Financiele Studievereniging Rotterdam zullen de komende edities van het FSR Forum in het Engels uitgegeven worden. Dit magazine zal na 12 jaargangen dus de laatste Nederlandstalige editie zijn.

Ik wens u veel leesplezier.

Met vriendelijke groet,

Kim de VriesHoofdredactrice FSR ForumFSR bestuur 2010-2011

×

Page 6: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

4 • Inhoudsopgave

Fraud

Inhoudsopgave

ColofonFSR FORUM is een vijfmaal per jaar verschijnende uitgave van de Financiële Studievereniging RotterdamKvK Rotterdam nr.: V 40346422BTW nr.: NL 805159125 B01ISSN-nr.: 1389-091313e jaargang, nummer 1, Oplage 1300

HoofdredactriceKim de Vries

RedactieRick KlootwijkRishi Sripal

Redactie Advies CommissieDr. M. B. J. SchautenDr. W. F. C. VerschoorDrs. R. Van der Wal RA

Met medewerking vanDrs. J. G. Groeneveld RA RVVasco van der BoonGerben van der MarelPiet EenkhoornJohan GraaflandGary Fooks Tumpal SitorusDon Scott

RedactieadresRedactie FSR FORUM, Kamer H14-06Erasmus Universiteit RotterdamPostbus 1738, 3000 DR RotterdamTel. 010-408 1830Fax. 010-408 9061E-mail [email protected]

Lying in Business: Insights from Hannah Arendt’s ‘Lying in Politics’ Piet Eenkhoorn and Johan GraaflandOne of the positive side effects of the credit crisis is that the halting of credit also made it more difficult to finance businesses that were built on deceit. The most shocking case appeared when Bernard Madoff confessed on 11 December 2008 that he made $50bn disappear, obviously the biggest case in the history of lying in business. Many were duped and faced bankruptcy, investor lawsuits and shame. p07

Fraud risk factors and auditing standards Tumpal Sitorus and Don ScottThis research note introduces a topical research issue in the area of fraud risk factors and auditing standards in relation to different forms of fraud, and models of fraudulent behaviour, and identi-fies a more scientific approach that can be used to empirically examine these issues. It also calls for the future replication of this empirical research in another environment to extend the relevance of the developed model to a broader context. This research note outlines the background to this research issue, research problems and hypotheses, justification for the research, definitions, a proposed scientifically based research methodology and recommendations. p23

Beleggingsadvies op een evenwichtsbalkK(r)anttekening drs. Joost G. Groeneveld RA RVWat nu echt te doen als je een beleggingsvraag hebt? Toch zeker eerst de eigen doelstellingen bepalen. Estate-planning is iets anders dan het opvolgen van een algemene beleggingstip. Ik neem graag aan dat deze bank dat ook heel goed weet. Dat roept de vraag op voor wie dit krantenartikel in juli is bedoeld. Was het al komkommertijd? Was het niet bedoeld te worden gelezen? Toeval natuurlijk dat ik mijn vakantie al in mei had opgenomen. p36

Page 7: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Inhoudsopgave • 5

AbonnementStudenten EUR via lidmaatschap FSR en EFR; kosten e 5,-. Overigen via abonnement op FSR FORUM, inlichtingen te verkrijgen op redactieadres; kosten e 27,50 (inclusief BTW en verzendkosten).Bank: ABN-AMRO 50.15.61.3311

BankABN-AMRO 50.15.61.331

AdreswijzigingenUitsluitend via het online-formulier op de website www.fsr.nu

Advertentie-acquisitieBart Lips

Grafische Vormgeving en drukHaveka de grafische partnerwww.haveka.nl

Fotografie en illustratieswww.istockphoto.com

Overnemen of nadrukken van artikelen uit het FSR FORUM is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie. Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd kan voor de aanwezigheid van eventuele druk(fouten) en andere onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaard(en) auteur(s), redacteur(en) en uitgever in dezen geen aansprakelijkheid.

Verenigingsnieuws AdverteerdersBDO Accountancy(www.werkenbijbdo.nl)Berk(www.werkenbijberk.nl)DNB(www.dnb.nl)Ernst & Young(www.ey.nl/carriere)Flowtraders(www.flowtraders.com)Grant Thornton(www.carrierebijgt.nl)KPMG(www.gaaan.nu)NIBC(www.careeratnibc.com)Optiver(www.optiver.com)PWC(www.werkenbijpwc.nl)

Woord van de voorzitter 38

FSR Big 4 Cycle 2010 39

International Banking Cycle 2010 39

Multinational Diner 40

Traders Trophy 2010 41

Diës / Commissie Borrel 43

Master / Minor Kick-off 44

Wissel ALV 45

FSR Oud Bestuurder Sabrina Sabiran 47

Commissies voorstellen 50

International Research Project 2011 54

FSR Alumnivereniging 55

Activiteitenoverzicht 56

BedrijfspresentatiesBedrijfspresentatie Gemeente Rotterdam 14

Bedrijfspresentatie KPMG 34

Bedrijfspresentatie Ernst & Young 48

Page 8: FSR Forum jaargang 13, editie 1

We are looking for Junior Traders. Can you look beyond the figures and perceive the bigger picture? If so, you might be the new colleague to fill our vacant workplace.

We are a dynamic team of traders, IT specialists, and professionals. Who are the best at what we do. We are peer - recognized as Europe’s leading ETF market maker, trading on- and off-screen all day to provide the prices on which Investors trade. We train our traders in-house and use custom-built technology, which means our successes are a joint effort from which everyone can profit.

Work hard and play harder. We offer a performance based incentive scheme, training opportunities, luxury lifestyle perks, and an open collegial environment. In addition, we offer the opportunity to work overseas.

For more information and in-house days at the Amsterdam headquarters contact Recruitment +31 (0)20 799 6799 or check out www.flowtraders.com.

Who we are?

Our culture?

Interested?

DO yOu nOtIce What cOnnects these numbers?

A M ST E R D A M - N E W Y O R K - S I N G A P O R E

Page 9: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

Lying in business • 7

Lying in businessInsights from Hannah Arendt's ‘Lying in Politics’

Piet Eenkhoorn and Johan Graafland

»

There is a history of examples in which company officials and

managers have made statements which they knew were cor-

responding to no reality at all. Some of those businesses were

seemingly among the biggest and best and their managers

were considered respected entrepreneurs at the time. What

Enron, WorldCom, Parmalat, Tyco International and Health-

South have in common is that they once belonged to the

premier league of multi-billion dollar companies that were

all listed on a high-profile stock exchange. But also for com-

panies that have not experienced bankruptcy, there are

indications of conscious manipulation of financial data

coined as ‘creative accounting’. Even Royal Dutch/Shell, one

of the financially conservative enterprises, admitted in 2004

that it had overstated its oil reserves by 24% and had to pay

fines totalling $151 m to US and UK regulators.

In this article we search for philosophical reasons for the

intimate relationship between lying and business beyond the

obvious reasons of personal moral laxity or institutional defi-

ciencies. In order to explore this research question, we will

be using two papers from Hannah Arendt, Lying in Politics

(Arendt, 1969) and Truth and Politics (Arendt, 1968). The

advantage of using Arendt for this purpose is that her

philosophy is significantly grounded in real-life experiences

and not the product of theoretical philosophy developed in

the absence of context. Both of her papers cover the subject

of lying in a political context and develop arguments why

politicians are tempted to lie in order to realize their political

goals. Despite the fact that serious differences exist between

politics and business, we show that similar arguments apply

to the business context that explain why businessmen are

structurally exposed to the temptation to lie.

Action and mental freedom

Hannah Arendt’s essay ‘Lying in politics’ is a response to the

Pentagon Papers about America’s role in Vietnam. The basic

issue that these papers raise is deception. According to Han-

nah Arendt truthfulness has never been counted among the

political virtues, and lies have always been regarded as justifiable

tools in political dealing (Ahrendt, 1968: 223; 1969: 4). In

this and the next four sections we want to bring forward

several arguments substantiating why Hannah Arendt thinks

that truth is not a virtue in politics and show why Arendt’s

analysis of the reasons for lying in politics is also relevant for

business.

A first argument why according to Arendt truthfulness has

never been counted among the political virtues follows from

the notion that politics is all about action. No matter what

the reasons may be, politicians have a desire to change the

world. To be able to remove oneself from today’s reality, not

accepting the world as it is, requires imagination. This

means that in order to realize our dreams something else has

to give way. Without the mental freedom to deny or affirm

existence, no action would be possible. Deliberate falsehoods

are also attempts to remove oneself from today’s reality. The

deliberate denial of truth – the ability to lie – and the capacity

to act are thus interconnected. Also the liar is a man of action

who wants to change the world and in order to achieve that,

he says what is not so. Just like politicians, businessmen have

a desire to change the world. Yesterday’s ideas lie at the core

of today’s business world because some people decided not to

stick with the world as it was. They took action and went off

to create what they could see for themselves. This is what

innovation is all about. A new product or solution is imagination

coming into action.

Successful image making

In order to be successful, the politicians must convince the

audience of their vision. According to Arendt, half of politics

is image-making and the other half the art of making peoples

believe in the imagery (Arendt, 1969: 8). They view their

audience from a public-relations perspective. In order to

convince the public, it is important to create an image that is

coherent and consistent. Here, the liar is at an advantage as

he can fashion the facts to tailor them to suit the ‘reality’ that

he sees before his eyes. He will sound more plausible and

logical as the element of unexpectedness has disappeared.

Not bothered by having to communicate unwelcome facts,

the liar has the ability to sweet talk to every audience while

adjusting his pitch to what people want to hear. He has

Page 10: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

8 • Lying in business

prepared his story for public consumption to making it credible.

Hence, truthfulness is not so much a political virtue because

it makes it harder to convince the audience and therefore to

prepare the way to change. Only if the policy of image-making

does not succeed, the politician may fall back to another

strategy to gain support, that is by using carrot and stick. As

substitutes for more violent means, lies can therefore be con-

sidered as relatively harmless tools in the arsenal of political

action.

Also with respect to image-making, there is a striking parallel

between politics and business. In the modern business envi-

ronment huge amounts of money are invested in image-

making. Madoff could do what he has done because he managed

to create an image of reliability and trustworthiness. It was

done with extreme care. How a company appears in the public

eye is of the greatest importance. More than ever, companies

represent how we should live and to which group we belong.

Something as simple as a soft drink has become an icon per-

sonifying a particular lifestyle. Those images are carefully

crafted and unwelcome facts that have the potential to distort

this manufactured image are met with hostility. Substantial

marketing and advertising budgets are deployed to maintain

an image intact because there is a lot at stake. People often

buy a dream rather than a product.

In this process, dangers because of the manipulation of facts

constantly arise. An illustrative example is the image that

Philip Morris Inc wanted to portray through its brand Marlboro.

The cowboy riding his horse was an image of freedom and

to cause deadly diseases. Seen from this perspective, the

‘good’ life as presented by Marlboro is anything but the good

life, but exactly the opposite. What is interesting is that

despite the fact that both Philip Morris and their customers

are aware of the negative effects of smoking, these facts

remain underexposed as they are hostile to the image.

Also communication on corporate social responsibility is

part of the company’s impression management. Companies

engage in corporate social reporting to affect public’s percep-

tions of the company, using it as an instrument for control-

ling public relations. As management is willing to report

good news, but reluctant to disclose bad news, social and

environmental disclosures run the risk to be to a large extent

self-laudatory. In a study of Australian companies which were

known to have breached various environmental protection

laws, research showed, for example, that the disclosure of

positive information greatly outweigh the negative disclosure.

The mean amount of negative disclosures was only 5.5

words. Only 10% of the companies made a reference to the

breach of environmental law. Interestingly, the sample of

prosecuted firms significantly disclosed more (positive) envi-

ronmental information than firms that were not prosecuted.

Firms apparently tried to deflect attention from the proven

misconduct towards their positive environmental policies. If

it is not possible to know whether a company is telling the

truth or just engages in cheap talk, stakeholders will turn

away from this information, resulting in what can be called a

‘babbling equilibrium’. In this situation, a firm can adopt the

No matter what the reasons may be, politicians have a desire to change the world

the good life. Despite the fact that for a long time they have

stopped using that image, it still is with us. A reality that has

a counter side to it, though. Instead of selling a perceived

happy lifestyle, Philip Morris sells cigarettes that were known

appearance of a CSR program, without actually taking care

to prevent wrongdoing. They attempt to change perceptions

without changing facts.

Page 11: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Lying in business • 9

Truth and opinion

A third reason for the conflict between politics and truth

according to Hannah Arendt is that politics is about debate.

Unwelcome factual truths are therefore often transformed

into opinions that can be debated. Factual truth differs from

opinion in the degree of claimed validity. Because facts are

beyond dispute, they carry an element of coercion that opinions

lack. From a political point of view, truth may therefore seen

as despotic. Unwelcome opinions can be rejected or compro-

mised upon, but unwelcome facts possess a stubbornness

that can only be removed by outright lies. Of course, facts

and opinions belong to the same realm, as facts inform opin-

ions. Opinions that differ widely may still be legitimate, but

only as long as they respect factual truth. Hence, although

politicians have a right to interpret the facts in accordance to

their own vision, they are not allowed to change the facts

themselves.

The reason why politicians may find it relatively easy to dis-

credit factual truth as just another opinion is that contingent

facts are not compellingly true. They could always have been

otherwise. Facts need testimony to be remembered and

trustworthy witnesses. But eyewitnesses are notoriously

unreliable and facts recorded by documents can be suspected

as forgeries. There are many known examples in history in

which facts have been deliberately misrepresented or lied

away. Facts that are ignored or deliberately lied away or that

are otherwise transitioned out of the world may disappear

forever, because their content often defies verification. The

chances that an element of factual truth survives the deliberate

attack from powers that want to make such facts disappear

are not seriously high. Because of this contingent character,

factual truth is always very vulnerable.

Also in business unwelcome facts can be easily ignored

because business communication is often about opinions. In

the stock market, a business is valued by its future potential

of making profits, which depends on market expectations.

Companies therefore have a major interest in communicating

positive expectations in annual reports on the realization of

business plans. This kind of statements does, however, not

have the status of factual truth. To verify whether a fact is

true, we have to check its occurrence and this can only be

done with respect to the past. But such markers are absent

when talking about the future. Any statement about a future

event therefore reflects an opinion that only grows gradually

into falsity or truth because of the elapse of time. This gives

leeway for ignoring signals that contrast the expectations.

For businessmen who are in charge of realizing a future goal,

admitting failure when things go wrong is, however, never

easy. The alternative – to change the image of the future and

admit failure – may be too difficult and too costly. It is easier

to continue along the same track ignoring the signals. As

long as there is time, there is the thought of a possibility to

catch up and use the elapse of time in combination with tar-

geted action to cover up. However, once allowing deviations

between the reality actually perceived and the communicated

‘facts’, there is hardly an avenue that leads back to reality.

The problem is that lies often start small and then grow bigger.

The incentives to lie the second time will be greater once one

has started lying, because lying seldom cures the underlying

reasons that caused the failures. When the problem that

prompted the first lie reappears, the risk of having past

untruths exposed is a powerful incentive to lie again.

Obviously, it very difficult to say when lying starts if busi-

nesses communicate unrealistic opinions about the expected

performance in future. If predictions do not materialize, is it

because they have been deceptively communicated like that,

or is failure the result of unforeseen circumstances? How big

must the deviation from an original prediction be before we

can consider it a moral duty to inform stakeholders? Is it 5

percent or 10 or 50? There are no clear answers and this

provides opportunities for companies to communicate predic-

tions that they know themselves to be unrealistic.

The use of models

The fourth argument that we derive from Hannah Arendt’s

analysis does not pertain to the politicians in the first place,

but rather to those who inform politicians with political

analysis. Arendt refers to this group as the higher ranks of

the civilian services. According to Arendt, these people can

be characterized as problem-solvers with great self confi- »

Page 12: FSR Forum jaargang 13, editie 1

10 • Lying in business

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

dence who rarely doubt their ability to prevail and are ac-

customed to winning. They are different from the ordinary

image makers, in the sense that they are intelligent and in

love with abstract theory and models.

But the use of sophisticated modeling techniques in the

preparation of policy runs the danger that politicians put an

unrealistic faith in models and theory. Although models help

us understand complex aspects of reality, they may also foster

blindness for aspects that are not in the model. Politicians

tend to forget that any model that their advisors are using is

a representation of reality, and never more than that. At the

same time, insofar as politicians have the appetite for action,

their advisors will hardly have the time to wait until the

theories and hypothetical explanations are verified or denied

by facts. Instead they will be tempted to adjust facts to make

them fit their theory.

Because of too much confidence in ‘theory’ and ‘models’ of

their advisors, the risk increases that politicians lose connec-

tion with reality and that they enter into a defactualized

world. In the words of Hannah Arendt (1969: 20): ‘the

bureaucratic model had completely displaced reality: the

hard and stubborn facts, which so many intelligence analysts

were paid so much to collect, were ignored’.

Like in politics, also in the business world there is an increasing

pervasiveness of the use of theories and methodologies. In

2004, 78 of the top 100 universities in the US offered courses

on business planning, typically in the area of entrepreneur-

ship or small business management. It is obviously important

for business leaders to use methods for planning purposes.

Usually a planning department is responsible for putting

together multi-year business plans. Those plans are used by

management to pro-actively align resources in order to realize

envisaged targets. Guiding an organization into a particular

direction becomes much easier if management has a sense of

direction. However, the research on how business plans

affect profitability has yielded mixed results. Some of these

studies found a positive relationship between planning and

profitability, growth and performance. But other studies

found a negative, or lack of relationship, between business

plans and profitability.

One of the reasons for the negative impact of business plans

on performance is that planning is constraining creative

responses to environmental changes. Regularly business plans

receive a certain degree of authority that gets elevated to a

level similar to a ‘truth’. The fascination with such imaginary

goals is surprising and typically suit problem-solvers and

business-planners who are trained in translating factual content

into a language of numbers and scenario’s. However, no matter

the level of theory that is applied, every plan suffers from the

same defect, they remain what they are: plans. To a smaller or

larger degree no complex business plan ever gets fully realized,

but the desire to perform according to plan remains a strong

motivator. No doubt it is vital to have plans and ideas about

where we want to go, but we should not lose sight of the fact

that there is nothing permanent about such plans.

Again, there is an evident link with lying. Although the motive

is different, just like image making, business planning may

lead to a more or less conscious neglect of stubborn facts,

just because they do no fit the assumptions on which the

business plan is based. If a manager has puts his entire

weight behind a plan, and the assumptions turn out to be

incorrect, an easy way to safe face for those who have developed

the plan is to ignore these signals and to change ‘reality’.

Self-deception

The fifth reason why truthfulness is not a political virtue we

take from Hannah Arendt’s analysis of the question how

politicians can lie at such a grand scale. This explanation

points at the interconnectedness of deception and self decep-

tion. As discussed above, to change reality as it is, requires

imagination. A common theme in success psychology is that

to get to the desired success, one has to be able to put oneself

in the situation as if the goal had already been achieved. The

danger associated with this kind of image-making and the

consequent mass manipulation to make the audience believe

the image is that it may easily evolve to self-deception. If others

start seriously believing the truth of the image, the politician

may also become more and more convinced of his vision.

Successful politicians are thus susceptible to falling prey to

self-deception.

People often buy a dream rather than a product

Page 13: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Lying in business • 11

This self-deception helps the liar to be much more trustworthy

in the eyes of others. This may be a reason for political advi-

sors not to inform their political bosses about disturbing

facts. Because once one is convinced of certain facts, it is

much easier to convince others of these facts. One is then

acting from within the same boat as the victims and not from

a cold distant place. Self-deception is often met with more

permissiveness and tolerance than cold lying.

The importance of mental freedom, successful image making,

opinions and the use of business plans in business makes

businessmen also susceptible to self deception. In order to

arrive at the different world that a businessman can see

because of his visionary mind, he often lives and acts as if this

reason might well be that the executives in charge of acquisi-

tion policy deliberately did not inform their bosses, because

it was neither in their own interest nor in the interest of the

business doing so. Because a company is more successful in

presenting an honest image if the CEO believes his company

to be fully honest.

Conclusion

Literature has developed several explanations for lying in business

beyond the obvious and straightforward explanation of per-

sonal gain, such as the role of corporate governance, weakness

of accepted accounting principles, inappropriate executive

compensation systems, badly founded corporate strategies or

Business communication is often about opinions

»

new world already exists, deliberately deceiving his own

mind as a consequence. The step from image-making to

believing is a small one, and if the people who are creating

those images are not careful, the image becomes a perceived

reality in the minds of themselves.

Another mechanism that evokes self deception suggested by

the analysis of Arendt is that it is in the business interest to

inform top executives selectively. A example is provided by

the construction fraud in the Netherlands. In 2001 a TV

program by Zembla exposed a clearing system for construc-

tion companies that colluded in price offers for public works.

In 1992, the European Commission prohibited the practice

of pre-consulting and in 1998 the Dutch government imple-

mented this EU regulation and forbade the practice of

ex-ante consultations. But, as the TV program showed, the

practice still continued in 2001. When the fraud unfolded,

many construction companies were persecuted and fined. In

response, many CEO’s of large Dutch construction companies

complained that they had not known these practices. The

the cultural dominance of monetary success and the resulting

tendency for social norms to lose their regulatory force. This

article searches for more fundamental philosophical reasons

that may explain why lying and business are intimately related.

For this purpose, we use Hannah Arendt analysis of lying in

politics. The advantage of using Arendt for this purpose is that

she is well aware of the significance of organizational and

institutional milieu on communication. Therefore her philos-

ophy is closely linked to the type of institutional analysis that

is common in business ethics literature.

Based on two essays of Arendt on lying, we distill five reasons

for lying in politics that also apply to business: politics and

business is about action to change the world and therefore

politicians as well as businessmen need the capacity to deny

current reality; politics and business requires successful

image-making and liars have the advantage to come up with

plausible stories; political and business communication is

more often about opinions than about facts, giving leeway to

ignore uncomfortable signals; political and business decision

Page 14: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

12 • Lying in business

processes increasingly make use of plans and models, but

these techniques foster inflexibility in acknowledging the

real facts; politicians and businessmen fall easily prey to self-

deception, because one need to act as if the vision already

materializes.

By showing the relevance of her analysis of lying in politics

for business, we have been able to make clear that lying is not

specific to business and its focus on money making alone. It

makes clear that lapses in business ethics are not primarily

the result of businessmen choosing profit over what is right.

Since similar mechanisms are at work in the context of politics,

lying must result from more general characteristics of human

psychology and behavior that are stimulated and developed

both in the context of the policy making process and the

practice of business. This indicates that the reasons for lying

are not personal, but rather systemic in nature. That means

that such unethical behavior are not characteristic of a special

group of unethical people, the bad apples, but that all operating

in a similar context may be seduced to deception. Instead of

businessmen and politicians being categorically dishonest,

the reason that trustfulness is not likely to be a virtue in

politics and business is that both groups operate in a context

in which the chances to fall into the trap of lying are higher

than anywhere else. The relatively boundless freedom that

politicians and businessmen have to develop their vision

brings certain risks. If, under given circumstance, they are

not careful, chances are that they lose touch with reality.

Our analysis therefore implies that lying and deception in

business will be very persistent, as freedom to act, good

image, communication of opinions, planning and self-decep-

tion are inherent to business and the ingrained mechanisms

that lead to lying are hard to correct. Whatever the ethical

views on lying and deception are, moral outrage will not

make them go away. Moreover, because of the mental nature

of lying, legal force can hardly get to grips with the phenom-

enon of lying and deception. Laws have been, and will

continue to be, an ineffective means to increase the level of

veracity of dealings of businessmen. That means that it will

always be tempting for businessmen to make their way to

successful business by lying and deception.

This does not mean that lying and the escalation of deception

in an organization is inevitable. There are several moderators

that can halt the deception from escalating in an organiza-

tion. The first step to containing lying is to recognize this

pervasiveness, for to deny the inherent tendencies to lying is

to practice self-deception. We must be aware of the condi-

tions that easily provide a stimulus to lying and be critical of

our judgments and our motives driving our actions. By con-

fronting the tendency toward lying, we will be more likely to

reduce its prevalence and prevent its escalation.

Furthermore, lying may not lead to further acts of deception

if the organizational infrastructure makes detection probable

or raises enough suspicion to deter further lying. This depends

on the alertness and receptivity of monitoring parties, the

quality of the organization’s control systems, ethical codes, but

also on the presence of procedures that protect whistleblowers.

If all of these moderators fail to halt the escalation of decep-

tion, the increasing severity and pervasiveness of deception

can transform it into an organization level phenomenon, at

which point the only way to end it is organizational failure.

When the organization has passed the tipping point in which

more of the organization is deceptive than not, the further

escalation of deception can kill what once were promising

business organizations. As Arendt discusses, the contingent

character of facts allows boundless possibilities for lying, but

in the end this makes for self-defeat. If you have to remember

one particular falsehood, then that may be possible with

unwavering consistency. But if you have to adjust images and

stories to ever-changing circumstances, chances are that you

might get lost and confused. In the long run, manipulation

of facts can therefore only be successful through radical

destruction of the context. In Western society this is impos-

sible, because of the role of the media providing access to

material that politicians or businessmen eagerly try to hide.

This means that in the end the lies will always be discovered.

Therefore, preventing or halting deception once it has occurred

is over the long term a matter of organizational survival.

References on request.

Page 15: FSR Forum jaargang 13, editie 1

BEFORE YOU STARTED READING, YOU ALREADY KNEW THE SQUARE SIZE OF THIS AD.

2129

.7

START YOUR CAREER IN TRADING APPLY AT WWW.OPTIVER.COMWE ARE SCOUTING FOR BRILLIANT MINDS ONLY

TRADING BRILLIANTBRILLIANTBRILLIANT

KNEW THE KNEW THE KNEW

READING, YOU ALREADY

Sign up now for the Traders Trophy on November 26 at the Erasmus University Rotterdam. Contact FSR for more information.Sign up now for the Traders Trophy on November 26 at the Erasmus University Rotterdam. Contact FSR for more information.

Optiver_Traders_Trophy_FSR_2.indd 1 15-09-2010 12:42:32

Page 16: FSR Forum jaargang 13, editie 1

rotterdam.nl/werkenbij

Rotterdam is in veel

opzichten een voorloper,

een stad die durft.

Zonder durf had de

modernste haven ter

wereld niet in Rotterdam

gelegen. Zonder durf

was Rotterdam de wolken

minder dicht genaderd.

Zonder durf waren veel

debatten over groot -

ste delijke problemen niet

in Rotterdam gestart.

Rotterdam zoekt

medewerkers met

bezieling, die hun

verant woordelijkheid

nemen en ook de minder

gebaande paden durven

te betreden.

De stad die durft, geeft initiatief de ruimte.

feedback. Het traineeship helpt me m’n plek te vinden en te ontdekken

waar mijn kracht zit. Zo kom je erachter waar je in de organisatie het

beste functioneert. Ik vind dat ik in een bevoorrechte positie zit. Het

programma zorgt dat ik me bezig kan houden met dat waar ik in geloof.

Met een frisse blik, een dosis lef en idealen werken aan onze samenleving.

Ik kan het iedereen aanraden!”

“Dit traineeship is voor mij een uitgelezen kans om ervaring op te doen

en een stevige basis te leggen voor mijn carrière. In twee jaar tijd rond

je vier opdrachten af bij vier onderdelen van de gemeente. Een dag per

week krijg je training of bezoek je een gemeentelijk bedrijf. Ik zit nu bij

Audit Services Rotterdam. Deze interne dienst voert onder andere

fi nanciële controles uit en doet intern onderzoek.

De eerste drie maanden werkte ik aan de audit naar de invoering van

de gesprekscyclus binnen de gemeente. Hiervoor zijn we bij verschil-

lende diensten en deelgemeenten langsgegaan om te zien in hoeverre

en of deze gesprekscyclus al was ingevoerd. Momenteel houd ik me

bezig met de fi nanciële controle van de bestuursdienst en de dienst

Gemeente belastingen en werk ik aan de oplevering van de jaarreke-

ning van de hele gemeente. Interne accountancy, zeg maar. Een ander

onderdeel van het traineeship is, dat je samen met je collega-trainees

een zelf gekozen sociaal project organiseert. Hiervoor zijn we ons nu

aan het oriënteren bij Bureau Frontlijn. Dit bureau doet allerlei

projecten in probleemwijken en biedt onder andere hulp aan gezinnen

met jonge kinderen. Voor ons project denken we aan het organiseren

van een dagje uit voor deze gezinnen of het geven van training aan

de ouders.

Wat me zo aanspreekt aan Rotterdam is, dat het een stad is die durft,

die uitprobeert. En daardoor een echte voorloper is op vele gebieden.

Als trainee ontmoet ik heel veel mensen, bouw snel een groot netwerk

op. En ik kom overal in de organisatie. Als je ziet hoeveel mogelijkheden

je hier hebt! Zelf heb ik economie gestudeerd, maar met elke achter-

grond kun je hier boeiend werk doen.”

Wat bieden wij je? Een veelzijdig trainee programma in een

interessante stad die durft! Het traineeprogramma start jaarlijks op

1 november en 1 mei met elke keer tien trainees. In twee jaar tijd werk

je aan vier projecten bij vier verschillende diensten of deelgemeenten.

Afhankelijk van je leeftijd en opleiding ligt het aanvang salaris tussen

€ 2.300,- en € 3.000,- bruto per maand bij een 36-urige werkweek.

Durf jij? Ben je geïnteresseerd en heb je een (bijna) afgeronde

universitaire of HBO-opleiding? Stuur dan je sollicitatie met CV met

daarin je motivatie naar de Servicedesk P en O:

[email protected].

Kijk op www.rotterdam.nl/werkenbij voor meer informatie.

Ruud den Haak, 24 jaar, trainee bij de gemeente Rotterdam

“Als trainee ontmoet je heel veel mensen en bouw je snel een groot netwerk op!”

We bouwen bij de gemeente Rotterdam aan de stad

én aan de samenleving. We houden de regie goed in

handen, maar geven veel ruimte voor initiatieven. Met

13.500 medewerkers zijn we een grote werkgever in

het Rijnmondgebied. En met een paar duizend uiteenlo-

pende functies ook een veelzijdige. Samen werken wij

voor bijna 600.000 Rotterdammers aan de stad.

“Na mijn studie wilde ik graag bij een grote gemeente

aan de slag, waar ik aan uitdagende, gedurfde projecten

kan werken. In Rotterdam zijn die er, hier worden ook

nieuwe creatieve oplossingen verwelkomt. Momenteel

werk ik als adviseur bij Gemeentewerken mee aan de

ontwikkeling van een kwaliteitsfi losofi e voor de dienst.

Ik organiseer themasessies waarbij ik procesbegeleider

ben. Uit deze sessies komt een discussienotitie voor de

directie voort. Daarnaast heb ik een dag per week trai-

ning met de andere trainees. Je krijgt dan bijvoorbeeld

een bedrijfsvoeringscasus met de vraag: ‘Hoe zou jij de

gemeente inrichten?’

Dé kans om ‘out of the box’ te denken en je eigen

ideeën aan te dragen. Of je bereidt tijdens een training

adviesvaardigheden met een acteur een lastige

werksituatie voor en ontvangt tools die je daarbij helpen.

Erg waardevol!

Het traineeprogramma is superleuk. Ik heb hier de

mogelijkheid om mezelf te ontwikkelen, krijg heel veel

Tanja Oosterveld, 28 jaar, trainee bij de gemeente Rotterdam

“Het programma zorgt dat ik me bezig kan houden met dat waar ik in geloof.”

0305.55.043WT Adv_450x300_FC.indd 1 8/27/10 9:58 AM

Page 17: FSR Forum jaargang 13, editie 1

rotterdam.nl/werkenbij

Rotterdam is in veel

opzichten een voorloper,

een stad die durft.

Zonder durf had de

modernste haven ter

wereld niet in Rotterdam

gelegen. Zonder durf

was Rotterdam de wolken

minder dicht genaderd.

Zonder durf waren veel

debatten over groot -

ste delijke problemen niet

in Rotterdam gestart.

Rotterdam zoekt

medewerkers met

bezieling, die hun

verant woordelijkheid

nemen en ook de minder

gebaande paden durven

te betreden.

De stad die durft, geeft initiatief de ruimte.

feedback. Het traineeship helpt me m’n plek te vinden en te ontdekken

waar mijn kracht zit. Zo kom je erachter waar je in de organisatie het

beste functioneert. Ik vind dat ik in een bevoorrechte positie zit. Het

programma zorgt dat ik me bezig kan houden met dat waar ik in geloof.

Met een frisse blik, een dosis lef en idealen werken aan onze samenleving.

Ik kan het iedereen aanraden!”

“Dit traineeship is voor mij een uitgelezen kans om ervaring op te doen

en een stevige basis te leggen voor mijn carrière. In twee jaar tijd rond

je vier opdrachten af bij vier onderdelen van de gemeente. Een dag per

week krijg je training of bezoek je een gemeentelijk bedrijf. Ik zit nu bij

Audit Services Rotterdam. Deze interne dienst voert onder andere

fi nanciële controles uit en doet intern onderzoek.

De eerste drie maanden werkte ik aan de audit naar de invoering van

de gesprekscyclus binnen de gemeente. Hiervoor zijn we bij verschil-

lende diensten en deelgemeenten langsgegaan om te zien in hoeverre

en of deze gesprekscyclus al was ingevoerd. Momenteel houd ik me

bezig met de fi nanciële controle van de bestuursdienst en de dienst

Gemeente belastingen en werk ik aan de oplevering van de jaarreke-

ning van de hele gemeente. Interne accountancy, zeg maar. Een ander

onderdeel van het traineeship is, dat je samen met je collega-trainees

een zelf gekozen sociaal project organiseert. Hiervoor zijn we ons nu

aan het oriënteren bij Bureau Frontlijn. Dit bureau doet allerlei

projecten in probleemwijken en biedt onder andere hulp aan gezinnen

met jonge kinderen. Voor ons project denken we aan het organiseren

van een dagje uit voor deze gezinnen of het geven van training aan

de ouders.

Wat me zo aanspreekt aan Rotterdam is, dat het een stad is die durft,

die uitprobeert. En daardoor een echte voorloper is op vele gebieden.

Als trainee ontmoet ik heel veel mensen, bouw snel een groot netwerk

op. En ik kom overal in de organisatie. Als je ziet hoeveel mogelijkheden

je hier hebt! Zelf heb ik economie gestudeerd, maar met elke achter-

grond kun je hier boeiend werk doen.”

Wat bieden wij je? Een veelzijdig trainee programma in een

interessante stad die durft! Het traineeprogramma start jaarlijks op

1 november en 1 mei met elke keer tien trainees. In twee jaar tijd werk

je aan vier projecten bij vier verschillende diensten of deelgemeenten.

Afhankelijk van je leeftijd en opleiding ligt het aanvang salaris tussen

€ 2.300,- en € 3.000,- bruto per maand bij een 36-urige werkweek.

Durf jij? Ben je geïnteresseerd en heb je een (bijna) afgeronde

universitaire of HBO-opleiding? Stuur dan je sollicitatie met CV met

daarin je motivatie naar de Servicedesk P en O:

[email protected].

Kijk op www.rotterdam.nl/werkenbij voor meer informatie.

Ruud den Haak, 24 jaar, trainee bij de gemeente Rotterdam

“Als trainee ontmoet je heel veel mensen en bouw je snel een groot netwerk op!”

We bouwen bij de gemeente Rotterdam aan de stad

én aan de samenleving. We houden de regie goed in

handen, maar geven veel ruimte voor initiatieven. Met

13.500 medewerkers zijn we een grote werkgever in

het Rijnmondgebied. En met een paar duizend uiteenlo-

pende functies ook een veelzijdige. Samen werken wij

voor bijna 600.000 Rotterdammers aan de stad.

“Na mijn studie wilde ik graag bij een grote gemeente

aan de slag, waar ik aan uitdagende, gedurfde projecten

kan werken. In Rotterdam zijn die er, hier worden ook

nieuwe creatieve oplossingen verwelkomt. Momenteel

werk ik als adviseur bij Gemeentewerken mee aan de

ontwikkeling van een kwaliteitsfi losofi e voor de dienst.

Ik organiseer themasessies waarbij ik procesbegeleider

ben. Uit deze sessies komt een discussienotitie voor de

directie voort. Daarnaast heb ik een dag per week trai-

ning met de andere trainees. Je krijgt dan bijvoorbeeld

een bedrijfsvoeringscasus met de vraag: ‘Hoe zou jij de

gemeente inrichten?’

Dé kans om ‘out of the box’ te denken en je eigen

ideeën aan te dragen. Of je bereidt tijdens een training

adviesvaardigheden met een acteur een lastige

werksituatie voor en ontvangt tools die je daarbij helpen.

Erg waardevol!

Het traineeprogramma is superleuk. Ik heb hier de

mogelijkheid om mezelf te ontwikkelen, krijg heel veel

Tanja Oosterveld, 28 jaar, trainee bij de gemeente Rotterdam

“Het programma zorgt dat ik me bezig kan houden met dat waar ik in geloof.”

0305.55.043WT Adv_450x300_FC.indd 1 8/27/10 9:58 AM

Page 18: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

16 • Deviancy deamplified: Non-criming and financial fraud. The interpretation of Corporate Data, Failed Business Models and Financial Regulation

Deviancy deamplified: Non-criming and financial fraud The interpretation of Corporate Data, Failed Business Models and Financial RegulationGary Fooks

Page 19: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Deviancy deamplified: Non-criming and financial fraud. The interpretation of Corporate Data, Failed Business Models and Financial Regulation • 17

On 7 July 2001 the Financial Times reported the results of a UK Financial Services Authority (FSA) consumer survey which found that 60% of the six million households in the UK with endowment-linked mortgages had potentially been mis-sold endowment policies, having been told that their policy was guaranteed to pay off their mortgage (Jenkins, 2001; FSA, 2001b). Mortgages linked to endowments had once been a major source of the life assurance industry’s profits; having outstripped repayment mortgages as a means of home finance in 1983. The survey results followed the publication of figures earlier in the year by the Association of British Insurers which revealed that an estimated 4.4 million endowment policies (43%) would not produce sufficient funds to pay off the mortgage at the recommended projected rates of growth (Jones, 2001). In short, there was evidence of people having been misled and financially disadvantaged – two of the basic components of criminal fraud.

Systematic misrepresentation leading to considerable losses (by the financial year 2006/2007 the FSA reported that over £2.8 billion had been made out in compensation ) is a pattern that has characterised financial regulation in the UK for the past quarter of a century. Significantly, there have been very few criminal prosecutions against companies or senior individuals. A survey of police fraud departments in 2001 indicated that there had been just one major criminal inves-tigation into mis-sold endowment policies in England and Wales and no prosecutions (Fooks, 2003). One question rarely asked is whether this absence of criminalisation reflects actual rates of criminality. Using endowment linked mortgages as a case study, I try and address this question by outlining some of the key stages of non-criming in financial regulation which traces the absence of criminal prosecution back to a combination of the specific regulatory culture of UK financial regulation, the control that companies exercise over information concerning their business and mis-selling is publicly understood. Despite rapid growth in the infra-structure and administrative requirements of financial regu-lation in the UK, I argue that the system of regulation is not adequately organised to select, assimilate and ultimately generate information which can form the basis of a criminal investigation. As a result, financial service companies have exercised (and continue to exercise) considerable control over the form, content and volume of publicly available informa-tion about their business, which gives them considerable power to define how the nature, purpose and impact of their operation can and should be understood. One consequence of this is that the question of criminal liability is rarely systematically explored within UK financial regulation.

The Market for Endowment Mortgages: A Brief ChronologyAn endowment mortgage is a form of life assurance which, in a typical case, is used to pay off a mortgage loan extended to buy a house. Money is borrowed and invested in the financial markets in the expectation that the returns will outstrip the interest paid and amass sufficient funds to discharge the cap-ital value of the loan. This generally makes them financially attractive when inflation and real investment returns are high, but unattractive when inflation and real investment returns are low. High inflation ensures that the real value of the mortgage debt is eroded over the term of the endowment policy, while high real investment returns ensure that the premiums invested produce sufficient returns not only to pay off the mortgage, but also to provide the policyholder with a cash surplus. When inflation is low, on the other hand,

the real value of the mortgage debt is not eroded over time. This can cause serious problems when real investment returns are low, since, as investment growth is dependent on fluctuations in the financial markets, there is no guarantee that an endowment policy will make enough to pay off the mortgage even when regular payments are maintained.

The absence of any guarantee that an endowment policy will discharge the mortgage debt even if regular payments under the policy are maintained partly explains why repayment mortgages consistently outsold those linked to endowments until the early 1980s. However, as the table below illustrates, by the end of the decade endowments accounted for four out of every five new mortgage contracts.

Table1: Repayment Method by Type of Advance, Percentage of

Loans (All Buyers)

Repayment % Endowment % Combination or other %

1969 88 9 3

1970 88 7 5

1971 86 8 6

1972 80 12 8

1973 72 17 11

1974 73 16 11

1975 74 16 10

1976 72 18 10

1977 71 21 8

1978 67 25 8

1979 64 27 10

1980 69 23 9

1981 74 20 6

1982 73 20 7

1983 41 54 5

1984 38 61 1

1985 42 57 1

1986 28 70 2

1987 18 80 2

1988 14 83 3

1989 18 79 3

1990 20 76 4

1991 18 77 5

1992 21 68 12

1993 26 59 15

1994 30 56 14

1995 35 46 16

1996 38 32 24

1997 41 34 26

1998 43 34 25

1999 47 28 25

2000 58 21 21

first quarter 2001 63 17 20

2002 82 5 13

Table Source: Council of Mortgage Lenders and the Office for National Statistics

One obvious explanation for why increasing numbers of people came to rely on endowments to finance the purchase of their home despite the risks involved is that they were not made aware of them. The possibility that consumers were given verbal guarantees that their policy would generate sufficient funds to discharge their mortgage debt seems plausible given that endowment mortgages continued to outperform repayment mortgages in the late 1980s and early 1990s despite an increasing number of reports in the finan-cial press that they were a poor value product for many consumers.

Whether this may have also involved widespread fraud requires consideration of several other factors. Mis-selling can take a number of non-criminal forms. Moreover, some of the growth in endowment mortgages, particularly in the early 1980s, reflected the convergence of a range of eco-nomic and fiscal circumstances which, for some consumers, made endowments a valuable product. These included the provision of Life Assurance Premium Relief (LAPR), which »

Page 20: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

18 • Deviancy deamplified: Non-criming and financial fraud. The interpretation of Corporate Data, Failed Business Models and Financial Regulation

was a form of tax relief that applied to endowment mortgages but not repayment mortgages, and Mortgage Interest Relief at Source (MIRAS) which, although applying to both types of mortgages, favoured mortgages linked to endowments. Advantageous tax relief was central to realising a key selling point of endowment-linked mortgages – the offer of a lump sum over and above the amount required to pay the mortgage loan (for a relatively low premium over the term of the endowment policy). This possibility was enhanced by high long-term rates of inflation as well as high real investment returns (Institute of Actuaries, 1999; OFT, 1995).

These advantages steadily began to taper off from the mid 1980s. LAPR was abolished in 1984, whilst MIRAS was steadily reduced from 1991 (and abolished outright in April 2000). The rate of increase in share prices also fell back in the late 1980s and early 1990s. Combined with lower rates of inflation, this not only made endowments seem more expensive, but significantly reduced the likelihood of the product producing a surplus at the end of the mortgage period. The spike in unemployment in the early 1990s in the UK also brought the weaknesses of the product into sharp relief by forcing large numbers of endowment mortgage holders to surrender their policies early. Because policy holders who cashed in after a few years were consistently left with returns lower than the value of the sums invested (OFT, 1995a; PIA, 1999; Collinson, 1999; see also PIA 2000a) public perception of the value of endowment mortgages (Cowie, 1995) quickly began to sour, leading the Consumers’ Association to label endowments as “risky, inflexible and…expensive” (Consumers’ Association, 1999).

Although the change in market and economic conditions was reflected in a decline in endowment business, sales of endowment linked mortgages still increased after LAPR was abolished and held up strongly despite the emergence of a fragile consensus among regulators, financial journalists, consumer groups and some life assurance companies that endowment mortgages were not suitable for the vast majority of home buyers. As early as September 1991, the head of the Securities and Investment Board (SIB) announced that 80% of homeowners may have been sold the wrong mortgage by lenders who stood to gain from the insurance commission (Hunter, 1991a). Walker’s comments were echoed by his suc-cessor and consumer protection groups who denounced mis-leading advice being given by sales advisors (Hunter, 1991b; Whitebloom and Atkinson, 1993). These warnings were rein-forced by the decision of some major life assurance companies to reduce annual bonuses or withdraw from endowment

business entirely (see Wright, 1995; Daily Telegraph, 1995). Other companies publicly conceded that the investment growth of endowments might not be sufficient to pay off the mortgage debt linked to them (Boliver, 1993; see also Hunter and Pandya, 1993; Cowie, 1995; OFT, 1995). Although, endowment business suffered a big fall in 1995 following the introduction of new regulations forcing sales advisors to dis-close their commissions, sales of endowment mortgages held up relatively well in the late 1990s. The important question concerns why endowment mortgage sales never quite reflected the economic and fiscal fundamentals which essentially determined their underlying financial value.

The evidence strongly suggests that widespread mis-selling – in which the financial advantages of endowment mortgages were overstated, while the risks associated with them were understated – was instrumental in the growth (and lagged decline) of endowment mortgages. Other evidence indicates that this was driven by the industry’s commission structure. Endowments generated large commissions for advisers, whilst repayment mortgages did not. This created a permanent bias in favour of endowments (Consumers’ Association, 1998 and 1999; see also Hunter, 1991b; Cowie, 1995; and Hughes, 1995) and raises the possibility that misrepresentation was reckless or deliberate – consciously directed towards personal enrichment – and, therefore, that the sales techniques used breached offences under the criminal law. Further, because the dissonance between trends in endowment mortgage sales, the broader tax and economic environment and the widening appreciation of their lack of value was so obvious, this also raises the possibility that senior managers within life assurance companies understood the impact of the industry’s commission structure on sales.

Financial Regulation and as a Barrier to Fraud DiscoveryHow then should we explain the absence of criminal investi-gation and prosecution? Despite numerous investigations into endowment mis-selling undertaken by regulators and elected representatives, the available evidence suggests that the absence of crime was never established. The reasons for this are quite complex but they can be simply stated. Financial regulators in the UK - the FSA, the (now replaced) SIB and Personal Investment Authority (PIA) - are not set up culturally, organisationally or operationally to detect, select and assemble evidence of recklessness or dishonesty from the intelligence that they collate from large corporations. Because of jurisdic-tional boundaries between financial regulators and criminal

The important question concerns why endowment mortgage sales never quite reflected the economic and fiscal fundamentals which essentially determined their underlying financial value

Page 21: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Deviancy deamplified: Non-criming and financial fraud. The interpretation of Corporate Data, Failed Business Models and Financial Regulation • 19

authorities (a form of regulatory pre-emption underpinned by memoranda of understanding) and the evidential difficulties the police experience in taking the lead in building cases on the basis of consumer complaints of fraud, this effect also closes down the capacity of criminal justice agencies [such as police fraud departments and the Serious Fraud Office (SFO)] to investigate systematic patterns of mis-selling as potential crimes. In short, the absence of criminal justice intervention is essentially the outcome of an administrative process in which organisational imperatives, occupational culture and legal constraints shape and dictate decisions and possibilities in other parts of the process that may them-selves have other, independent, determinants. To this latter effect, performance indicators, which encourage police forces to prioritise easier arrests and politically justify running down fraud departments, are also important drivers of non-criming, as are the SFO’s organisational structure, the legal framework in which it operates and its historically contin-gent strategic aims (see Fooks, 2003). In short, to understand non-criming we need to focus on the interaction of organisa-tional practices, imperatives and procedures, legal constraints, professional concerns and cultural assumptions involved in and relevant to the regulation and control of mis-sold endow-ment mortgages. There is insufficient space for such a com-prehensive analysis here, but we can get a sense of some of the aspects of this process by focusing on the work of the FSA and the Financial Ombudsman Service (FOS).

Managing DissentThe FSA has primary responsibility for the regulation of endowment mortgages. By using civil compensation as a hook to channel public unease over its consequences towards the FOS and life assurance companies (and, as a result, away from the police), its response to mis-selling had the effect of stifling public awareness of the potential criminal dimension of the phenomenon and generally navigating the problem away from the police and criminal courts.

The FSA did not publicly respond to mis-selling until August 1999 – eight years after the SIB had first expressed reserva-tions about the growth of endowment mortgage sales. Both the timing of the response and the form that it took exem-plify the Authority’s interest in purging the public discourse of mis-selling of any mention of fraud. The FSA’s response, a press release and a published Factsheet, followed the publica-tion of an article in The Times which reported that two Guardian Royal Exchange directors had been arrested in con-nection with endowment mortgages. The article summarised

the contents of a Scotland Yard report which asserted that endowment mortgages had been “mis-sold on a ‘colossal’ scale” and recommended the possible prosecution of some insurance companies (Leppard et al., 1999). The story caused an immediate increase in calls to the FSA and the Metropolitan Police fraud squad from anxious consumers. By asking whether their policies were at risk because of fraud or a mixture of fraud and mis-selling,2 this represented the first time the public had begun to question industry sales techniques en masse and, importantly, make sense of their experience as a potentially criminal matter.

The FSA responded with a press release which restated the life assurance industry’s position that endowment mortgages still offered good value to existing policyholders and repre-sented the police investigation as irrelevant to the sale of domestic endowment mortgages. Specifically, the release informed consumers that “most people” with an endowment mortgage “should find that it is doing the job perfectly well” (FSA, 1999a) and, by stressing the negative effect of inflation on expected future returns implied that economic condi-tions, rather than mis-selling, were responsible for any potential disadvantage suffered by consumers. Further, the release reported that the “small number of allegations regarding mis-selling endowment contracts…relate prima-rily to endowments connected with commercial financing arrangements and not…household mortgage endowments” (FSA, 1999a). Our interviewees indicated that this was poten-tially misleading for several reasons. First, the directors of Guardian Royal Exchange who had been taken into custody had been arrested in relation to accounts missing from the company which related to domestic endowment policies. Second, the police’s decision to focus, in the first instance, on commercial endowment mortgages was a tactical one arising from chronic shortages of personnel (which meant that officers made were required to target their limited resources on the highest value cases) and, initially at least, unfamiliarity with the relevant law.3 4Cases involving domes-tic endowment mortgages had initially been excluded from the investigation to allow the police to test the amount and quality of evidence required to present a prosecution.4 Third, the key issues raised by the commercial endowment mort-gage investigation were identical to those by domestic endowment mortgage mis-selling: the sales personnel and companies were similar;3 the commission structure was the same and the legal issues were broadly alike.An accompanying factsheet made available to consumers seems to have been drafted to produce similar effects. »

Page 22: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

20 • Deviancy deamplified: Non-criming and financial fraud. The interpretation of Corporate Data, Failed Business Models and Financial Regulation

Although it claimed to set out the “options” for consumers, neither existing nor prospective consumers were offered advice on the circumstances in which a complaint was legiti-mate, the circumstances in which mis-selling might amount to a criminal offence, or the ways in which either a criminal complaint or a claim for compensation could be made. Further, even though the factsheet essentially delegated the role of securing “best advice” to consumers, by assuring the public that “[t]he regulators check[ed] firms to make sure they [were] meeting these standards” (FSA, 1999b) the FSA essen-tially reaffirmed its ultimate authority over the management of the selling process. In this way, by omitting some of the key options open to aggrieved consumers, it was, by implication, asserting its right to manage their expectations and manoeuvre them away from taking decisions which, collectively, might begin to link mis-selling with criminal liability.

The FSA’s Action Plan: “Targeted Regulatory Visits”A subsequent action plan, announced in December 1999, developed the FSA’s initial advice in three important respects - the promise of better consumer information, the extension of “targeted regulatory visits” and, for the first time, the pro-vision of clear guidance on how to complain. None, however, were designed to generate evidence of criminal suspicion and facilitate criminal investigation (FSA, 1999b). This even applied to targeted regulatory action which was designed to explore the immediate context to mis-selling and the sys-tems in place to prevent endowments from being mis-sold. As with later targeted visits in 2001, they focused on contem-porary selling practices, well after the industry had been alerted and, therefore, allowed to modify its training and sell-ing procedures (Consumers’ Association, 1998). Moreover, where visits were not “desk based” individually targeted firms were given three weeks’ advance notice of an impend-ing visit;2 ample opportunity for staffed to be coached and documentation involving potentially incriminating evidence to be doctored or lost. The fact that interviews were arranged on a top-down basis – with an emphasis on senior manage-ment and other senior employees responsible for training and compliance – is likely to have compounded this effect. Sales advisors were rarely interviewed even though they were, arguably, in the best position to give unrehearsed accounts of why erroneous advice had been given. In justify-ing the FSA’s decision to hold back from interviewing vic-tims, one FSA manager questioned how they could help, unwittingly rejecting a widely held principle of criminal investigation.2 4 These modes of inspection were inevitably reflected in the questions asked of company staff which were

aimed at achieving “an understanding of the effectiveness of systems and procedures across a range of customer groups”, rather than uncovering criminal offences.2 This approach meant that corrective action could be left to line supervision managers and, exceptionally, the enforcement division of the FSA. Col-lating material with a view to criminal investigation or referring the matter on to the police was not even a consideration.

The FSA’s Action Plan: Consumer Information, Consumer Complaints and the FOSBy directing consumer thinking away from the possibility of criminal investigation the guidance on (and processing of) consumer complaints by the FSA and FOS represents another important component of non-criming. Consumer complaints potentially offer a rich seam of criminal intelli-gence. If properly recorded, collated and interpreted, they can supply important information about how mis-selling is clustered and, therefore, which individuals should be inter-viewed and what questions they should be asked.5 The number of complaints made by consumers over endowment mortgages has been significant; the FSA reporting over 2 million such complaints by the financial year 2006/2007.1 Many consumers claimed that the terms of their endowment mortgage had been fundamentally misrepresented to them, but few suggested that either their sales advisor or endowment provider had acted criminally. This is partly because the FSA’s guidance on how to complain centres on compensation and does not inform prospective complainants of the alternative of criminal investigation (which does not obviate compensation), nor the circumstances in which a criminal offence may have been committed (see, for example, FSA, 2001a). Consequently, consumers are not encouraged to understand mis-selling as a crime. This effect is compounded by the FSA’s practice of directing consumers to complain to firms first and then, if dissatisfied, to the FOS.6 Based on the assumption that the “main priority” of dissatisfied consumers is compensation (FSA, 1997: 9) this policy gives firms considerable control over how complaints are processed and recorded and, therefore, reinforces the monopoly of information that firms exercise over their operation.

Recording procedures laid down by the FSA also mitigate against complaints being used as a resource of criminal intel-ligence. First, criminal violation is not listed as a category of complaint. Second, and just as importantly, the one category relating to sales advice is so broadly defined as to provide no immediate indication of the basis of the complaint (see FSA, 2001c: Annex A at 16). Consequently, complaints cannot be

Page 23: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Deviancy deamplified: Non-criming and financial fraud. The interpretation of Corporate Data, Failed Business Models and Financial Regulation • 21

grouped to form patterns of poor advice and misrepresenta-tion which is necessary to target criminal investigations and set the boundaries of credible answers to questions asked in interview. The effect is reinforced by the FOS’s “Endowment Mortgage Questionnaire” which, as well as being used by the Ombudsman to resolve complaints, is made available to the life assurance industry as a guide to assist them with their complaints procedures. None of the 30 questions contained in the questionnaire refers to the possibility of criminal liability (FOS, 2001) and the FOS’s requirement of documen-tary evidence of misrepresentation (and that each case be considered on its own facts) tends to promote the resolution of cases on the basis that insufficient account was taken of the consumer’s attitude to risk, rather than explicit misrep-resentation. The result is that the opportunity to reconstruct a picture of the volume and form of misrepresentation is lost removing a vital tool of any attempt to uncover whether endowment mortgages were actively misrepresented to consumers.

ConclusionIn summary, UK financial regulation seems to systematically divert consumers from making criminal complaints and generally stifles the emergence of information about the commission of possible criminal offences. Significantly, both victims of mis-selling and sales advisers are almost completely dis regarded as a potential source of criminal intelligence.

Although non-criming is typically deeply embedded within organisational procedures, working practices and profes-sional ideologies, it ultimately rests on an underlying assumption of the legitimacy of the industry which, signifi-cantly, quickly manifests itself in opposition and bureau-cratic obstruction when consumers challenge how they are being managed.7 In the ordinary course of events, obstruc-tion is likely to be an oblique effect of emphasis, as opposed to an intended outcome. Nevertheless, there is also limited evidence to suggest that the FSA, its forerunner the SIB, and the forerunner to the present FOS have refused, without any clear justification, to refer cases to the police when specifi-cally requested to do so.4 Moreover, according to one victim of mis-selling, officials from the Treasury (which has overall political responsibility for financial regulation) have also attempted to dissuade police officers from accepting cases for investigation. The PIA is also alleged to have lobbied for the police to discontinue the lone investigation in endowment mortgage fraud. Significantly, the available evidence sug-gests that neither the Treasury nor the PIA had undertaken

sufficient inquiries to allow themselves to conclude with confidence that the criminal law had not been breached.7

These actions highlight the close relationship between UK financial regulators and the industry and raise important questions about how we should begin to understand the more routine aspects of non-criming. Financial regulators in the UK have a statutory duty to maintain confidence in the UK’s financial markets. By opening up industry dishonesty to public examination, criminal prosecution can undermine investor confidence. One important question for further research concerns the extent to which regulatory practice reflects these concerns and the extent to which criminal prosecution can produce greater long term confidence by deterring future malpractice. More generally, the data presented above raise some fascinating epistemological questions con-cerning what is capable of being known about financial crime and some politically important questions about the relation-ship between corporations’ informational advantage over financial regulators and the broader public interest.

Commercial fraud is seldom self-evident. Evidence of fraudu-lent behaviour usually comes in the form of commercial docu-ments, bank accounts and, in the case of prosecutions against senior company officers, the testimony of more junior employ-ees – information over which companies, and, therefore, com-pany officers, exercise almost complete control. Commercial control of commercial information, of course, is not total. But access to that information only tends to open up when there is a change in control or ownership of a company (when the company merges, is taken over, or goes into liquidation or administration, for example) or as a consequence of regulation. If regulation is not structured towards producing information that can form the basis of a fraud allegation, the commercial monopoly over the production of information necessary to detect fraud is left largely unaffected.

References on request.

Notes1 http://www.fsa.gov.uk/Pages/consumerinformation/product_news/mortgages/mortgage_en-

dowments/statistics/index.shtml, accessed 20.09.10.

2 Interview with FSA manager, 17.08.01.

3 Interview with victim, 8.10.01.

4 Interview with police officers from the Metropolitan Police fraud squad, 2.09.01.

5 Complaints data, for example, can indicate that the risks involved in endowment policies were

systematically misrepresented.

6 This is a requirement under the Financial Services Ombudsman Scheme.

7 Interview with head of ad hoc action group, 14.10.01.

If regulation is not structured towards producing information that can form the basis of a fraud allegation

Page 24: FSR Forum jaargang 13, editie 1

<On the ambition to excel>

We view ambition as a quality to be cherished. Because we see it as a force that fuels initiatives. The best form of ambition combines the will to be independent with the willingness to take on responsibility. That’s what we call the ambition to excel. If you think you, too, have that kind of ambition, we would like to hear from you. For our Analyst Program, NIBC is looking for university graduates who share our ambition to excel. Personal and professional development are the key-elements of the Program: in-company training in co-operation with the Amsterdam Institute of Finance; working side-by-side with professionals at all levels and in every financial discipline as part of learning on the job. We employ top talent from diverse university backgrounds, ranging from economics and business administration, to law and technology. If you have just graduated, with above-average grades, and think you belong to that exceptional class of top talent, apply today. Joining NIBC’s Analyst Program might be the most important career decision you ever make!

Want to know more? Surf to www.careeratnibc.com.

T H E H A G U E • L O N D O N • B R U S S E L S • F R A N K F U R T • N E W Y O R K • S I N G A P O R E • W W W . N I B C . C O M

Interested? Please contact us: NIBC Human Resources, Frouke Röben, [email protected]. For further information see www.careeratnibc.com. NIBC is a Dutch specialised bank that offers advisory, financing and investing in the Benelux and Germany. We believe ambition, teamwork, and professionalism are important assets in everything we do.

Page 25: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

Fraud risk factors and auditing standards • 23

Fraud risk factors and auditing standards

Tumpal Sitorus and Don Scott

»

Accounting fraud and many other forms of fraud and corruption are occurring around the globe. Alternative strategies that are based on sound research-based findings from different situations are needed if there is to be a systematic reduction in the occurrence of these forms of fraud.

1.0 Background to the research1.1 Fraud definition and classification“Fraud can encompass any (white collar) crime (intentionally committed) for gain which uses deception …, but all decep-tions … aren’t fraud …. (because) there must be damage ….“ (Wells, 1997, p. 4). Fraud, including white collar crime (Sutherland, 1941), does not only relate to accounting fraud (fraudulent statement) and misappropriation of assets (Inter-national Standards on Auditing [ISA] 240), but also to corrupt practices, comprised of conflict of interest (purchase schemes and other types), bribery (including kickbacks and other types), illegal gratuities, and economic extortion. For details see Wells (1997, 2005, 2007) and Fraud Examiners Manual (2003).

1.2 Need for the researchThere are four reasons for conducting fraud risk manage-ment research. Firstly, the research outputs will be able to be used by the accounting profession and auditing organisa-tions, to improve their appreciation of some fraud risk factor alternatives, auditing standards, auditing planning and auditing programs (Graham and Bedard, 2003; Mock and Turner, 2005; Dye, 2007; Seow, 2009). Moreover, research that has been undertaken in the appropriate environment (Michael and Adler, 1971) will be better placed to convince the authorities to take the research recommendations into account.Secondly, fraud and corrupt practices are costly (Louis, 1995; Aguilar et al., 2000; Richardson, 2005; Olken, 2007). Many individuals and firms across the globe have been involved in corrupt practices (World Bank, 2010). Steane and Cockerell (2005), Brown (2006), and Zhou (2006) have called for a need for institutional changes aimed at eliminating

fraud. Therefore, the idea of institutional change should also be put into context.Integrated fraud risk models that are assessed in different environments, may also identify different aspects of the problem that should also be taken into account in setting up a consid-eration of global fraud risk factors and auditing standards (ISA 240). The best fitting model and its assessment of the impact of a range of factors, can be used as a source of infor-mation that can be applied by authorities, and the auditing self-regulator, when developing a strategic direction aimed at promoting institutional change.Thirdly, in the literature, there is a lack of studies of fraud risk factors that use information that has been derived from respondents who are senior people in the audit and justice institutions and departments and their assisting auditors, police interrogators and prosecutors. Welch et al. (1996) and Holmes et al. (2002) used a sample drawn from members of the Certified Fraud Examiners (ACFE) some of whom would be expected to be from audit and justice institutions. However, ACFE is only one of the institutions containing fraud experts and the sample did not therefore repre-sent the opinions that could have been derived from other justice institution areas, such as police interrogators and prosecutors. Therefore, this research note proposes the use of fraud experts who are part of the broad area of auditors consisting of auditor supervisors, auditor managers or partners, auditor leaders of their institutions or departments, fraud auditors, fraud experts, (forensic) accountants, investigating auditors, government auditors, external (independent) auditors, and internal auditors. In many countries, when the justice officers have referred a large number of fraud and corruption cases to the courts and to arbitration, such data may be also available.

Page 26: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

24 • Fraud risk factors and auditing standards

The message from recent major fraud scandals Recent major fraud scandals, such as those involving companies such as Lehman Brothers, Enron, WorldCom, Kmart, Tyco, Merrill Lynch, Qwest, Xerox, ASEA-Brown Boveri, Swiss Air, Global Crossing, Adelphia, Xerox, Merck, HIH and public accounting firms like Arthur Andersen, have shown that an auditing self-regulator should be aware of the need to con-stantly work at redeveloping, and where necessary, reforming even the best auditing practices. This aspect has also been identified both by a number of writers such as, for example, Jones (2002), George (2002), Katsoris (2002), David (2003), Useem (2003), Doost (2003, 2004), and George (2007) and by the standard setters from the International Federation of Accountants (IFAC) (2009) and Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB) (2010).

2.0 Research objective and research questions2.1 Research objectiveCorporate scandals have become damaging phenomena. Consequently, a (research) investigation in the area of fraud prevention, deterrence, and detection is warranted and the following broad research objective has been identified:To investigate how fraudsters can perpetrate and cover-up fraudulent acts and what factors directly or indirectly affect the commission of fraud. This section, firstly, lists two research questions that may also suit in different environments. Secondly, an investigatory process may be utilised using structural equations modelling (SEM) software to examine the goodness of fit of a final model after the examination of the three models. The results from the examination of the set of research questions can be used to develop the three models and the badness of fit of the models may give direction for the development of a better model.

2.2 Research questionsIn this research note, the authors recommend focussing on the following two research questions that can be used to broaden fraud risk factors and used to develop a reflective model of fraud symptoms.

2.2.1 Research question 1The first research question is as follows.Are the examples of (Cressey) fraud risk factors (pressure, opportunity, and rationalisation) provided by the auditing standard setters (from IFAC [2009]) of value to the independ-ent auditor?

Fourthly, in the literature there has been a lack of the use of more robust scientific research methodologies in order to investigate all forms of fraud. The integrated fraud risk factors that are identified for the proposed research were derived from multiple disciplinary theories and from practical problems of law enforcement and lend themselves to high level statistical analysis.

1.3 Fraud risk factors International (fraud) auditing standards (ISA 240) that have been adopted by the accounting profession in many countries have been influenced by the findings and conclusions of Cressey (1950) who undertook his research fieldwork in an American context between April 1949 and September 1949 by interviewing American trust violators. Cressey’s work was carried out more than 50 years ago and Wells (2007) has opined that these days Cressey’s model may not meet all conditions. On the other hand, in an Indonesian context, using structural equations models, Sitorus and Scott (2008) found that fraud risk factors not only arise from the Cressey factors (pressure, opportunity, and rationalisation) but also from the factors of collusion, justice avoidance, and organisational orientation. Moreover, the relationships could be complex and interrelated, and should be, therefore, be studied using a more scientific research methodology that can permit the simultaneous examination of multiple relationships amongst the factors and their indicators or measures.

Proposing alternative fraud risk factors Loft et al. (2006) have suggested that the accounting profession and audit organisations should also take into account any substantial current academic accounting and auditing research. In order to provide such an input, the authors conducted a comprehensive investigation to identify the drivers of all forms of fraud (for a similar approach see a study by Krambia-Kapardis, 1999, 2001, 2002).The need to explore possible alternative fraud risk factors was also identified in the writings of Michael and Adler (1971). They said that individuals might need to be classified according to contextual factors. In other words, the findings of Cressey might have been different if he were to have investigated non-American participants in the Netherlands’ environment. Another factor that should also be taken into account is the variations in the environment that can take place over time. Hence, there is a necessity to carry out 21st century research in order to accommodate the conditions that are encoun-tered in the modern world.

Page 27: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Fraud risk factors and auditing standards • 25

»

there is a necessity to carry out 21st century research in order to accommodate the conditions that are encountered in the modern world

2.2.2 Research question 2 The second research question is as follows.Are there other significant fraud risk factors that may occur in other contexts (non-American environment)?By using a significant model identified from a set of broader fraud risk factors, the questions can also be used to address a more robust prescription for managing fraud symptoms derived from a review of a broader range of literature, and the results of the preliminary and final stages of structural modelling procedures in a specific data environment.

3.0 Three hypothesised modelsThe following two initial theoretical models (see the figure) were developed from the literature.

The hypothesised models

(a) Scenario 1, the first hypothesised model

(b) Scenario 2, the second hypothesised model

(c) The post-hoc model Source: Sitorus and Scott (2008)

For an explanation of the codes in the figure, see the table.

The explanation of codes in the figure

Fraud Risk Factors Fraud Risk Indicators

Rationalisation (F2) “No body will get hurt” (v21); “It is for a good purpose” (v23); “I am not really stealing” (v28); or “The company can afford it (v29)”.

Opportunity (F1) Lack of an audit (v45), physical controls (v49), and transaction authorisations (v47), or poor accounting records (v48).

Collusion (F3) Motivated offenders can also collude with individuals such as commissioners (v59) or parent companies (v62), subsidiary companies (v61), or affiliated companies (v63).

Organisational Orientation (Organisation) (F5)

Lack in use of technologies of fraud prevention (v73), no reward for good work results (v80), poor conflict resolution (v77), or lack of open internal communications (v78).

Justice avoidance (Justice)(F6)

An attempt is made to intimidate (v101) or to bribe the court or justice institutions (v102); the defendant leaves the jurisdiction before the trial starts or during the course of the trial (v105).

Commission of fraud (Commission)(F4)

Commission involves individuals such as directors (v88) or parent companies (v92), shareholders (v90), or subsidiary companies (v91).

Source: Sitorus and Scott (2008)

As can be seen in (b) scenario 2 of the figure, rationalisation was not suggested as being a precursor to fraud being perpetrated; however, a fraudster, as can be seen in (a) scenario 1 of the figure, may also use his/her rationalisation for a fraudulent act (Cressey, 1950, 1973).Because of the poor fit of the two models and because the path between rationalisation and the fraud commission was insignificant (Sitorus & Scott, 2008), a post-hoc model (also shown in

Page 28: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

26 • Fraud risk factors and auditing standards

“… one who gambles will not necessarily violate a position ..., but a person who gambles (an indirect effect) might construe a financial problem arising from gambling as non-shareable problem (a direct effect) ….

comprehensive methodologies for structural equation modelling … (p. 167)” was developed by Joreskog as can be read in his 1973 paper, and software such as LISREL became available in 1989. Since that time a number of programs for conducting structural equations modelling (SEM), have been developed with the most popular probably being LISREL, AMOS, EQS and M+. SEM (or latent variable modeling) is a combination of con-firmatory factor analysis and regression analysis. It tests an hypothesised set of relationships between latent variables (factors). The method is a very powerful way of examining a host of inter-related effects and was chosen because it can provide researchers with an ability simultaneously to evaluate the measurement of the various constructs and their inter-relationships. Using SEM, the interrelated multiple equations that form the third hypothesised complex model in the figure can be examined. For more information on the process of structural equations modelling (SEM), see Hair et al. (2006).Additionally, a common limitation on the use of SEM is the size of the sample required in order to validate a proposed model, when using different groups of data. That is why in this research note, we also call for a collaborative study in different contexts that can yield a sufficiently large dataset to allow for a comparative analysis from another environment.

3.2 Instrument development The ethics aspect An ethics aspect may be required to be taken into account in several countries and therefore researchers may need to use an anonymous questionnaire with voluntary participants.

Environmental factors In this research note, we call for future research fieldwork, especially from a collaborative study that will add data from another context. This will allow for differences that might be a result of different nationalities to be evaluated.

Control of the translation of the questionnaire and covering documentation Independent experts may be used to vet a translation of a set of theoretical fraud risk questionnaire documents from English to another language and to ensure that the variables/questions can be uniformly and globally interpreted.

4.0 ConclusionThis research note outlines research that could be conducted in another environment. The note has introduced the research

the figure) has been identified from the exploration of the second scenario. Cause-effect details of the models can be found in Sitorus & Scott (2008). The figure therefore shows the post-hoc model that could be re-examined in another environment both for its context and possibly for broader contexts relating to a range of countries around the world.As can be seen in the figure, the modified model derived from the responses from Indonesian respondents was more com-plex than the two initial models because of the additional introduced paths linking the factors and their indicators. The first two models were based on the studies of Cressey’s trust violation model in an American environment (the Illinois State Penitentiary at Joliet) and of Krambia-Kapardis’s fraud detection model based on fraud major cases from an Austral-ian (Victorian) police institution. Thus, a potential structural equations model developed for another context, can also be used to identify any variations in fraudulent behaviour. Additionally, using different respondents from different envi-ronments will provide an opportunity for other researchers to re-examine either the personal behaviour construct or other potential significant constructs that might need to be varied for different environments.

3.1 Scientific research methodologiesIn search of a more appropriate scientific research methodologyWhen examining organisational fraud, researchers have used a variety of techniques, both qualitative and quantitative (Sitorus & Scott, 2009). There have been ongoing calls for more robust statistical methodologies to be used to examine fraud risk factors (e.g., Michael and Adler, 1971). Firstly, Cressey (1973) opined that: “… one who gambles will not necessarily violate a position ..., but a person who gambles (an indirect effect) might construe a financial problem arising from gambling as non-shareable problem (a direct effect) ….’ (p.146). The identification of potential direct and indirect effects is effectively a call for the use of a more advanced multivariate statistical methodology such as structural equations modelling (SEM) which can examine all direct, indirect, and total effects.Secondly, Steane and Cockerell (2005) developed a fraud risk model using a case study approach. At a similar time, Zahra et al. (2005) “… were surprised by the limited and unsystematic empirical research on this complex topic and the various var-iables …” (p. 822). The need to examine the complex issues is also a call for the use of structural equations modelling.

Structural equations modelling (SEM)According to Rabe-Hesketh et al. (2004), “… the advent of

Page 29: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Fraud risk factors and auditing standards • 27

objective, research questions and models based on the findings of Sitorus and Scott (2008) in an Indonesian context, that could be further examined in other countries. The note has also identified a more robust scientific research methodology suited to this type of research that can be used to examine the multiple potential relationships amongst fraud risk factors and their measures. The justification for the research, key definitions and classifications, and coverage of the ethical aspects, have been provided, to identify the reasons for conducting studies of fraud risk factors and auditing standards using structural modelling procedures in different contexts.The research note has proposed the use of both qualitative and quantitative research method-ologies prior to using structural equations modelling (SEM) in order to conduct the final aspects of the research and to evaluate the drivers of fraudulent activity. The results from this analysis will be of assistance to the authorities and auditing standard setters from around the world, many of whom have been facing the issue of identifying all forms of fraud and corrupt practices and of reforming auditing practices.The research note is intended as a plea to other fraud and auditing researchers either to develop

and/or to test their own fraudulent behavioural models. Or, to base their model(s) on that of Sitorus and Scott (2008) as a replication study to evaluate the model in a different cultural and national context, and to move the research forward towards the development of a global model.

5.0 Recommendation This research note introduced a new fraud risk management model. The use of more cases including multi-group models has been recommended for structural modelling procedures (e.g., Mulaik, 2008) and therefore additional research fieldwork that uses larger sample sizes, is suggested.The author also recommends that other researchers around the globe should re-evaluate the fraud risk factors used by the accounting profession or audit organisations and should use different contexts to explore the additional fraud risk factors identified and examined in this note.

References on request.

Corporate scandals have become damaging phenomena

Page 30: FSR Forum jaargang 13, editie 1
Page 31: FSR Forum jaargang 13, editie 1
Page 32: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

30 • Interview met journalisten Vasco van der Boon en Gerben van der Marel, auteurs van het boek De vastgoedfraude (25 augustus)

Interview met journalisten Vasco van der Boon en Gerben van der Marel, auteurs van het boek De vastgoedfraude (25 augustus)Kim de Vries, Rick Klootwijk en Rishi Sripal

Page 33: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Interview met journalisten Vasco van der Boon en Gerben van der Marel, auteurs van het boek De vastgoedfraude (25 augustus) • 31

Op 13 november 2007 doen zeshonderd rechercheurs en dertig officieren van justitie op ruim vijftig adressen in Nederland invallen. Een strafrechtelijk onderzoek legt een wijdvertakt fraude netwerk aan de top van het Nederlandse bedrijfsleven bloot. De verdachte project-ontwikkelaars, pensioenfondsdirecteuren en vastgoedhandelaren konden jarenlang, met hulp van accountants, bankiers en notarissen, ongestoord tientallen miljoenen bij hun bedrijven weg sluizen, zo is de verdenking. Het voormalige Bouwfonds en Philips Pensioenfonds claimen een kwart miljard euro schade te lijden. In het najaar van 2009 begon het monsterproces. Sinds de spectaculaire inval van justitie in 2007 volgen de journalisten Vasco van der Boon en Gerben van der Marel voor Het Financieele Dagblad de ontwikkelingen in de zaak rond de grootste bedrijfsinbraak in Nederland ooit. De vastgoedfraude beschrijft voor het eerst de duistere kant van de Nederlandse vastgoedwereld, met zijn ons-kent-ons-cultuur, het gunnen van het grote geld en slapende toezichthouders.

Allereerst, waarom hebben jullie dit boek geschreven?We zijn er steeds meer achter gekomen dat de top van het bedrijfsleven zich niet altijd zo netjes gedraagt. Harde fraude zaken staan steeds hoger op de agenda bij het Openbaar Ministerie maar ook bij de toezichthouders die zich ermee bezig houden. De vastgoedwereld is een wereld die niet transparant is en waar heel onduidelijke prijsvorming plaatsvindt. Het is moeilijk te controleren wat de precieze waarde van een gebouw is. Wie ver-dient op welk moment welke prijs? Wat is de toegevoegde waarde? Hoe kan je controleren waar deze prijs op is gebaseerd? We wisten dat het een blinde vlek was en dat er veel partijen het slachtoffer waren. Het broeide al een tijd, ook vanuit de criminele wereld. Veel figuren uit de onderwereld zien een goede mogelijkheid om zwart geld te investeren in vastgoed. In het vast-goed zien we de boven wereld en de onderwereld samenkomen.

Maar waarom hebben jullie besloten om het in boekvorm uit te brengen?Iedere dagbladjournalist is eigenlijk een gemankeerde romancier, maar hun schrijftalent is niet voldoende om een boek te schrijven. Daarom kom je bij een krant terrecht, want je hebt precies genoeg talent in je om een klein stukje in de krant te kunnen vullen. Iedere dagbladjournalist zit stiekem te azen op een mogelijkheid om met dat beperkte talent toch een keer een boek te verwezenlijken.

Wat vinden jullie ervan dat jullie dit boek al hebben uitgegeven voordat de officiële berechting heeft plaatsgevonden? Met name het feit dat de verdachten kunnen aangeven dat ze door publicatie van dit boek publiekelijk al gestraft zijn. Beïnvloeden jullie de rechtsgang op deze manier?Er is een juridische en een journalistieke werkelijkheid. Deze twee hoeven niet één op één gelijk te zijn. De verdachten kunnen vrij gesproken worden door bijvoorbeeld een vormfout of omdat justitie bij het verzamelen van mogelijk bewijsmateriaal een steek heeft laten vallen. Dat doet aan het boek niets af. Er is nog niemand geweest die op de inhoud van het boek echt iets heeft af kunnen dingen. Dus het boek staat en de feiten die we beschrijven, zijn zo gebeurd. Of de rechter daarover dan lijfstraffen, levenslang of weten wij veel wat voor vonnissen zal vellen is niet aan ons. Voor financiers, banken en dergelijke is het een heel belangrijk boek waarin ze zien hoe vuil het spel soms wordt gespeeld Die kunnen hun eigen conclusies trekken.

Zullen de verdachten gestraft worden?Als de feiten juridisch bewezen worden verklaard, en dan in het bijzonder bij Jan van V., de hoofdverdachte en voormalig Bouwfondsdirecteur, dan zullen deze bestraft kunnen worden. Andere verdachten zoals de pensioenfondsdirecteuren hebben in hun functie enorm misbruik gemaakt van de pensioengelden van alle Philips medewerkers en dat zal zwaar wegen. Ze hadden een positie waarbij ze vertrouwen genoten van de gehele onderneming. Dit is iets wat ook zwaar mee zal wegen voor de rechter.Het was graaien en zelfverrijking zonder te denken aan de slachtoffers. »

Vasco van der Boon en Gerben van der Marel

Het broeide al een tijd, ook vanuit de criminele wereld

Page 34: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

32 • Interview met journalisten Vasco van der Boon en Gerben van der Marel, auteurs van het boek De vastgoedfraude (25 augustus)

De vastgoedwereld is nog steeds een machowereld van koningen in een eigen koninkrijk waar ze in hun eentje deals van tientallen miljoenen euro’s sluiten

Had de fraude van het Bouwfonds die u in het boek beschrijft, voorkomen kunnen worden door bepaalde maatregelen?Er zijn hele simpele maatregelen mogelijk, die in de rest van de financiële industrie al gemeengoed zijn. Bijvoorbeeld het feit dat in de rest van de financiële wereld het vier-ogen prin-cipe al heel normaal is. Grote deals en contracten worden dan niet door één persoon afgesloten maar altijd samen met een gelijkgerechtigde collega. Maar de vastgoedwereld is nog steeds een beetje een machowereld van koningen in een eigen koninkrijk waar ze in hun eentje deals van tientallen miljoenen euro’s sluiten. Of invoering van het vier-ogen-principe de fraude verkomen had kunnen worden? Vast niet. Als je echt wilt frauderen kan het altijd maar de risico’s om tegen de lamp te lopen zouden zo wel hoger zijn.

Nog een ander voorbeeld van een mogelijke maatregel is de transparantie van de markt; weten met wie je zaken doet. Wij begrijpen er niks van dat mensen in het vastgoed hele hoge commissies betalen aan bedrijfjes waarvan ze niet weten wie er achter zit. Vooral grote bedrijven, financiers, projectont-wikkelaars, woningcoöperaties hebben hun lesje nu wel geleerd. Intransparantie vergroot ook het risico voor fraude.Hierdoor kan je bijvoorbeeld aanbrengfees regelen. Als het een transparante markt geweest zou zijn, was het een stuk lastiger om bijvoorbeeld een paar miljoen weg te sluizen. Zouden er meer controles van bijvoorbeeld DNB en AFM moeten komen op fraudegevoelige functies? Moeten de bedrijven de frauderisico’s zelf in de hand houden of is hier een rol weggelegd voor de overheid?Makelaars zijn sinds kort verplicht om melding te maken van ongebruikelijke transacties, maar het afgelopen jaar is er slechts één makelaar geweest die daar gebruik van heeft gemaakt. Terwijl het, zoals gezegd, wettelijk verplicht is om dit te melden. Dit zou veel vaker moeten gebeuren, want de makelaars komen op dit moment gewoon hun plicht niet na. In algemene zin is het antwoord op fraude niet altijd meer toezicht en oplossingen van de overheid. Natuurlijk is over-heidsingrijpen wel nodig maar je kan niet verwachten dat de AFM alle fraudes indamt. Er is echter ook veel werk te doen voor de bedrijven. Op de Erasmus Universiteit leren wij dat mensen voornamelijk gedreven worden door ‘self-inte-rest’. Is het hierom überhaupt wel denkbaar dat er ooit een samenleving kan zijn zonder fraude?

Page 35: FSR Forum jaargang 13, editie 1

De vastgoedfraude (2009)

Interview met journalisten Vasco van der Boon en Gerben van der Marel, auteurs van het boek De vastgoedfraude (25 augustus) • 33

Aangezien er altijd mogelijkheden zullen blijven bestaan om oneerlijk aan geld te komen.Een fraudevrije wereld is natuurlijk onzin. Iedereen op de wereld rijk, en een eeuwige vrede en dat soort idealen zijn natuurlijk waanzinnig. Maar het is wel heel erg cynisch en darwinistisch om te denken dat iedereen uitsluitend en alleen door het nastreven van zijn eigen belangen leeft en aan het werk is. Dit is ook niet waar. Kijk om je heen, je vader en moeder hebben je ook eten gegeven zonder dat ze daar direct zelf beter van worden. Het is een heel beperkt mens-beeld dat iedereen alleen werkt om zijn eigen belang te maxi-meren.

Moeten er meer regels komen of moet er anders gedacht worden in de vastgoedwereld? Hierbij kan worden gedacht aan meer transparantie en bij-voorbeeld registratie bij de Kamer van Koophandel.Het is een mix van een heleboel nieuwe regels, meer transpa-rantie, maar ook een mentaliteitsverandering. Bedrijven geven bijvoorbeeld trainingen hoe je met druk om gaat van bijvoorbeeld een bovengeschikte. Daarnaast calculeren mensen de risico’s in. Wat voor straf zal er op de daden staan? Zulk soort mensen zul je altijd hebben, die altijd meer macht willen hebben en meer geld. Dat zit in de mens. Naast de gedragsverandering moeten er ook controles uitgevoerd worden. Accountants moeten goed hun werk doen en mis-schien moet er meer informatie gegeven worden aan de Kamer van Koophandel. Wil iemand bijvoorbeeld niet zeggen wie er achter het bedrijf zit, dan doe je daar geen zaken mee. Zo simpel kan dat zijn, want die zijn blijkbaar niet te vertrouwen.

De vastgoedsector is gevoelig voor fraude, omdat de markt niet goed werkt en er geen markt-conforme prijzen zijn. Zijn er vergelijkbare sectoren die fraude gevoelig zijn?De vastgoedwereld is een blijver. We staan nog aan het begin van de schoonmaakactie. Er zullen denk ik nog meer affaires uit voortvloeien. De echte crash is nog niet zichtbaar, maar de prijzen gaan als een gek naar beneden. Mensen kijken nu wat ze daadwerkelijk gekocht hebben en voor welke prijs. Ze zetten forensische accountants aan het werk. Door het napluizen van de transacties zullen nog veel fouten naar boven komen.

Alleen al om de waardering en de prijsvorming transparant te krijgen, moet er nog heel veel gebeuren. De parlementaire werkgroep verwevenheid boven- en onderwereld heeft nu bepleit dat de beëdigd taxateur weer terugkomt met een

bijbehorend tuchtrecht. Het was er vroeger wel, maar dat moet dus weer terug komen. Ook dan ben je er nog niet. Er kan dan geshopt worden bij verschillende taxateurs tot je de waarde hebt die je zelf wilt. Dus dat ‘shoppen’ moet ook weer gedekt worden. Taxateurs moeten bij een waardebepaling bij-voorbeeld kijken of die al eerder door een andere taxateur is gewaardeerd, maar dan nog heb je het niet helemaal. Zo zie je bijvoorbeeld bij het Symphony-complex dat precies zo’n gebouw kan worden neergezet in een weiland bij Gro-ningen, maar dan staat het niet middenin de Zuid-As. Dat maakt het een uniek object, zonder vergelijkbare gebouwen die een referentie voor de prijs kunnen zijn. Daardoor wordt het wat de gek ervoor betaalt. Je mag knollen voor de prijzen van citroenen verkopen, zolang je maar niet zegt dat het citroenen zijn. Fraudes komen overal voor, alleen het is aan-trekkelijk in de vastgoedwereld, omdat het over miljoenen-transfers gaat.

Is de rechtzaak in het boek het topje van de ijsberg?Die vraag wordt veel gesteld. Dat is echter nog niet te zeggen. Wij hebben nu twee zaken aan het licht gebracht. Als je dan kijkt wie er allemaal betrokken bij zijn. Dan kun je niet zeggen dat het voor de hele vastgoedwereld geldt. Maar als je de lijst bekijkt, van architect tot bouwer, dan kan het geen toeval zijn. In de hele bedrijfskolom zitten kennelijk zwakke schakels, die allemaal steekpenningen hebben ontvangen. Of je ook kan zeggen dat dit in de breedte gebeurt, weten wij niet. Daarvoor hebben wij te weinig bedrijven onderzocht.Er zit wel een hele ijsberg onder, maar de vraag is, hoe groot is deze? Daar moet nog heel veel onderzoek aan gewijd worden, om alles aan het licht te brengen. Veel mensen zullen daar-naast blij zijn dat ze nu niet in dit boek genoemd zijn. Hadden jullie het succes van dit boek verwacht en gaan jullie nog door?Er zijn tachtigduizend boeken verspreidt. De rechtszaak komt eraan, dus dan zal er weer een nieuwe piek komen. Het is maatschappelijk een heel relevant boek, maar we hadden dit succes nooit verwacht. De uitgeverij had in eerste instan-tie een verkoopaantal van tienduizend boeken begroot. We gaan zeker door met dit onderwerp voor de krant, een nieuw boek is een andere vraag. Er zijn gewoon veel gebreken in de vastgoedwereld. We willen dingen zichtbaar maken die nu nog onzichtbaar zijn. Als je als journalist dingen opschrijft die bekend gemaakt worden, dan ben je een rapporteur. Maar als je dingen boven haalt die eigenlijk in de doofpot moeten blijven, dan ben je een echte journalist.

Page 36: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

34 • KPMG

Je kunt als bedrijf nog zoveel willen, je krijgt pas iets voor elkaar met goede mensen

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: wij willen nogal wat! Nummer één blijven op gebieden waarop we het al zijn en nummer één worden waar we het nog niet zijn. Dat bereik je alleen door het talent dat je in huis hebt te koesteren. En door daarnaast voortdurend op zoek te gaan naar mensen met dezelfde passie. Mensen die ambitieus en betrokken zijn en het beste uit zichzelf willen halen door heel goed samen te werken.

Als je de markt waarin wij opereren zou vergelijken met de eredivisie, dan is accountancy binnen KPMG zoiets als voetballen voor een topclub. KPMG behoort tot de meest prestigieuze accountants –en advieskantoren wereldwijd.

KPMG AuditBij KPMG Audit start je als trainee en volg je naast je werk een opleiding tot registeraccoun-tant. Omdat je werkt in wisselende teams, voor meerdere klanten en op verschillende locaties (in binnen- en buitenland) en geen bedrijf en geen jaarrekening hetzelfde is, is het een heel dynamisch vak. Dat je continu blijft leren en alle ruimte krijgt om jezelf te blijven ontwikkelen, maakt het alleen maar extra aantrekkelijk. Naarmate je meer kennis en ervaring hebt, krijg je steeds een andere rol binnen het controleteam, met meer verantwoordelijkheden en bevoegd-heden.

KPMG AdvisoryOnder de noemer Advisory levert KPMG adviesdiensten aan alle soorten organisaties op diverse terreinen, zoals business performance, restructuring, IT, valuations en advies bij fusies of over-

names. We werken voor grote (inter)nationale ondernemingen en voor not-for-profitorganisaties, maar net zo goed voor (semi)overheidsinstellingen. En dat doen we niet zonder succes. Onze passie en ambitie, gecombineerd met kennis van zaken en sterke teams, zorgen voor eersteklas adviezen. Die ook zo worden gewaardeerd door onze opdrachtgevers. Zodat Advisory een onmisbare pijler is van de KPMG-organisatie.

Meer informatie?Voor meer informatie kun je kijken op www.gaaan.nu. Of je neemt contact op met het KPMG Recruitment Centre via [email protected] of op 020 - 65 67 162.

Nummer één blijven op gebieden waarop we het al zijn en nummer één worden waar we het nog niet zijn

KPMG

Page 37: FSR Forum jaargang 13, editie 1

KPMG • 35

Mijn naam is Geert van Roon, ik ben 26 jaar en ben werkzaam als Associate bij KPMG Corporate Finance.

Ik heb Financiële Economie gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In het collegejaar 2005-2006 heb ik in het bestuur gezeten van de Financiële Studievereniging Rotterdam (FSR), waar ik de functie bekleedde als secretaris en vice-voorzitter . Tijdens mijn bestuursjaar ben ik in con-tact gekomen met vele bedrijven, waaronder ook KPMG. Sinds januari 2009 ben ik werkzaam bij KPMG Corporate Finance op de afdeling M&A. Wat wij doen is het begeleiden van fusies en overnames in het mid-market segment.

Hoe ben je gekomen op de keuze voor KPMG?In het laatste jaar van mijn studie heb ik eigenlijk eerst bepaald wat ik precies wilde gaan doen. De studie Financiële Economie zorgt voor een hele brede basis, waarmee je op de arbeidsmarkt werkelijk alle kanten op kunt. Dat klinkt heel leuk, maar als je niet weet wat je wilt, dan kan zo’n breed georiënteerde studie juist heel lastig zijn. Daarom heb stage gelopen bij een van onze concurrenten, waar ik meeliep op de afdeling Corporate Finance. Daar kwam ik er achter dat ik de afdeling M&A erg leuk vond en heb toen besloten mij na mijn studie verder te richten op werkgevers binnen M&A.

Als je naar Nederland kijkt, maar ook op Europees en wereld-wijd niveau, is KPMG al zes jaar op rij dé marktleider qua aantal succesvolle transacties. Daarnaast is onze afdeling wereldwijd actief in 79 landen, wat laat zien dat KPMG echt een organisatie is met een groot internationaal netwerk. Hierdoor is ook de mogelijkheid om internationale werk-ervaring op te doen zeker aanwezig. Hoe was je start bij KPMG?Ik ben begin januari 2009 begonnen bij KPMG. Wat ik mij nog goed kan herinneren is dat alles heel goed geregeld was. Mijn werkplek was gereserveerd, er lag een laptop en telefoon klaar en zelfs mijn business cards lagen al op mij te wachten. De eerste dag verliep heel vloeiend en was strak georgani-seerd. Alles gaat in een razend tempo; binnen een week zat ik al op twee opdrachten en zat ik al met een klant aan tafel om de verkoopstrategie van zijn bedrijf te bespreken. Wat ik ook erg leuk en leerzaam vond, was de Induction Course die twee maanden na mijn aanstelling werd gehouden. Deze drie weekse cursus werd in Londen gehouden en was bedoeld voor alle nieuwe werknemers van KPMG Corporate Finance wereldwijd. De eerste paar dagen kwam de stof van de univer-siteit in een rap tempo aan bod en daarna gingen we per week

steeds meer de diepte in qua stof op het gebied van waarderingen, financieringen, enz. Behalve dat deze cursus heel erg leer-zaam was, was het ook erg leuk om op deze manier in contact te komen met mijn internationale collega’s en te werken aan mijn eigen netwerk binnen KPMG.

Wat waren je verwachtingen van KPMG en voldeed KPMG aan je verwachtingen?Zelf had ik ingecalculeerd dat ik veel verantwoordelijkheid zou krijgen. In de praktijk blijkt dat (gelukkig) ook te klop-pen en krijg je soms zelfs meer verantwoordelijkheden dan verwacht. Tevens had ik mij voorgesteld dat het binnen deze grote organisatie mogelijk zou moeten zijn me verder breed te ontwikkelen en snel door te groeien. Ook dit is waar gebleken, want KPMG biedt hiervoor genoeg ruimte & budget en stimuleert ambiteuze mensen. Kortom, KPMG voldeed op beide gebieden aan mijn verwachtingen.

Welke tips kan je tenslotte geven voor accountancy / finance studenten?Mijn eerste advies zou zijn, ga niet voor je 24ste werken! Tevens heb ik tijdens mijn bestuursjaar gezien hoe belang-rijk CV-building is. Probeer daarom je studie als basis te zien – omdat er jaarlijks honderden studenten van de universiteit afkomen met hun Economie diploma – en ontwikkel je tijdens je studie zo breed mogelijk. Dat kan CV technisch eigenlijk op 3 manieren; door een jaar naar het buitenland te gaan (studeren/werken/reizen); door stage te lopen bij een bedrijf; en door een jaar in een bestuur of grote commissie zitting te nemen (bij voorkeur natuurlijk de FSR!!). Op deze manier haal je meer uit je studententijd en onderscheid je jezelf ten opzichte van je studiegenoten!

Zie je studie als basis voor je CV en probeer je tijdens je studie zo breed mogelijk te ontwikkelen!

KPMG Corporate Finance is actief in 79 landen, wat de mogelijkheid om internationale werk ervaring op te doen erg groot maakt!

Page 38: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

36 • Beleggingsadvies op een evenwichtsbalk

De zomer is voorbij. In het bedrijfsleven is de zomer een periode die als komkommertijd te boek staat. Er gebeurt dan niets. Als je dat letterlijk neemt, kun je de krant van juli opnemen en die is dan volgens de definitie van komkommertijd min of meer gelijk aan de krant van gisteren.

Als we nu de krant opnemen ergens in juli, lees ik dat ABN Amro Mees Pierson (AAMP) een daling van de euro verwacht. Op dat moment (7 juli 2010) gaat de bank uit van een euro-koers van $ 1,26 (de stand van de dag daarvoor). Het grafiekje dat ze tekent, gaat tamelijk steil en in rechte lijn naar beneden: $ 1,15 aan het einde van het jaar, en medio 2011 $ 1,05. Dat is een hellingspercentage van 16%. In wielertermen spreek je dan toch onderhand wel van een muur. Zo wordt in 6 jaar de euro weggevaagd. Of komt er een nog niet door ABN AMRO genoemde tegenkracht op gang? Hoe dan ook: nu komt het leuke van terugkijken. De koers van vandaag 20 september 2010 is $ 1,309, in plaats van, volgens de wegglijdende AAMP-verwachting, $ 1,20.

De kapitaalmarktrente zal in Amerika sneller oplopen dan in de eurozone, en dat trekt het geld richting de dollar waar-door de koers van de dollar wordt opgestuwd, zegt AAMP. Dat ziet er plausibel uit. Het lukte Icesave ook om met een iets hogere rente een hoop geld naar zich toe te halen. Dus dat zou Amerika ook moeten kunnen lukken. Griekenland doet het net zo. En Ierland betaalt inmiddels 6,5%. Dus het wordt mode.

Toch zou je haast zeggen dat zo’n hogere rente een nood-greep is om aan geld te komen. En zodra je dat bedenkt, ligt een koersstijging minder voor de hand. Of zouden beleggers niets hebben geleerd van Icesave? En heeft Amerika daar niets van geleerd? Bovendien is hogere rente alleen maar uit-stel van executie wanneer je niet genoeg verdient om die

rente te kunnen betalen. Een gevaarlijk piramidespel. De eenvoudigste oplossing als je geld nodig hebt, is om het bij te drukken. Een staat kan dat doen. En Amerika doet het. En dan gaat de dollarkoers in principe omlaag. Zoals het hoort. Loopt de dollarkoers daardoor nu een beetje terug?

Nou ja, dan heeft de bank zich misschien vergist. Of ze krijgt alsnog gelijk. Dat is het mooie van een verwachting op ter-mijn: zo’n verwachting heeft tijdswaarde; het kan alsnog gebeuren. Bovendien is een verwachting geen voorspelling. Daar omheen zit een portie risico, en het kan best zijn dat de huidige $ 1,30 binnen die breedte zit. Maar laten we nu voor de (on)aardigheid eens aannemen dat die ene door AAMP genoemde oorzaak van de hogere kapitaalrente zich niet – of pas veel later - voordoet. Dan blijft ook de eurokoers in stand. En onze import wordt niet duurder, tenzij daarginds wat inflatie ontstaat, maar dat verwacht AAMP niet. Bovendien is er in dat geval nog tijd genoeg om daar tegenover de dollar weer wat verder te zien zakken.

Inmiddels heeft de bank de stijgende dollarkoers verwacht en gepubliceerd. En zij heeft haar cliënten geadviseerd. En “onze cliënten volgen onze adviezen doorgaans redelijk op”. Heerlijk natuurlijk als de bank het ‘goed’ ziet, maar vervelend als het een andere kant op gaat. En hoe luidde het advies van de bank bij deze verwachte rentestijging? Natuurlijk zo min mogelijk in vastrentende waarden (obligaties) beleggen. Maar, zegt de bank, je moet wel je betalingen kunnen doen, dus van je beleggingsportefeuille moet je toch een “relatief klein aandeel voor obligaties of spaardeposito’s reserveren”. En niet te vergeten: “Je moet altijd een stuk veiligheid inbouwen voor als het anders loopt dan verwacht”.

Het beleggingsrecept gaat verder: de exporterende onder-nemingen zijn beter af dan de importerende bedrijven. Dat zal een vermogende particulier zich zelfs zonder advies kunnen voorstellen. Maar om welke bedrijven gaat het dan concreet? AAMP noemt een heel rijtje. Het gaat om bedrijven als DSM, Philips, Sanovi-aventis, Daimler en Siemens. Ook BASF, Schneider Electric en L’Oréal worden met name

genoemd. Het zijn “bedrijven die profiteren van de groeiende middenklasse in opkomende landen”. Dat is wel weer heel iets anders dan die duurdere dollar. Dus ook een groeiende middenklasse. Gelukkig maar: ik vroeg me al af of Philips nu wel zo’n exporteur is. Dat is de moeilijkheid met die multina-

Drs. Joost G. Groeneveld RA RV is directeur van Wingman Business Valuators B.V. te Breda en voorzitter van de Stichting WBO (register van business valuators). Hij was hoofddocent aan de Economische Faculteit van de Erasmus Universiteit te Rotterdam.

Beleggingsadvies op een evenwichtsbalk

K(r)anttekening | Drs. Joost Groeneveld RA RV

Heeft Amerika er dan niets van geleerd, dat een hogere rente alleen maar uitstel van executie is

Page 39: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Beleggingsadvies op een evenwichtsbalk • 37

tionals: ze zitten overal, ze produceren overal en ze vertrekken overal. Die heerlijke eenvoud van vroeger – met Philips als een grote werkgever in Nederland, waar de spulletjes voor de rest van de wereld werden gemaakt, bestaat niet meer.

Je moet nu niet in ‘commodities’ beleggen, zegt AAMP. Nee, die herken ik niet in het boven-staande rijtje. Electro, auto, chemie, gezondheid en schoonheid. Het gaat dus voor een groot deel om hebbedingetjes. Logisch, bij de veronderstelde groeiende welvaart. Uit het lijstje kun je het scenario van de bank teruglezen: toenemende koopkracht bij velen. Eigenlijk is dat wel een mooi scenario. Maar de basis er onder – zoals die is gepubliceerd - lijkt me wat smal. Hogere rente, sterkere dollar, geen inflatie. Tegenhanger: grote tekorten, toenemende armoede, geld-ontwaarding, afnemende reële koopkracht bij grote groepen en rijkdom bij een kleine groep. Wat dat laatste betreft: de landen waarvan de bank herstel verwacht, Azië en Latijns Amerika; China en Brazilië, zijn nu niet precies de landen waar de inkomens- en vermogensspreiding de boventoon voeren.

Wat nu echt te doen als je een beleggingsvraag hebt? Toch zeker eerst de eigen doelstellingen bepalen. Estate-planning is iets anders dan het opvolgen van een algemene beleggingstip. Ik neem graag aan dat deze bank dat ook heel goed weet. Dat roept de vraag op voor wie dit kranten-artikel in juli is bedoeld. Was het al komkommertijd? Was het niet bedoeld te worden gelezen? Toeval natuurlijk dat ik mijn vakantie al in mei had opgenomen.

En nu zijn er al weer ruim twee maanden voorbij. Het lijkt een andere kant op te gaan. Maar daar gaat het mij niet om. Waar het wel om gaat? De grondslag voor het advies overtuigt me niet: smal als een evenwichtsbalk. Nu zal AAMP niet al zijn hartsgeheimen op beleggingsgebied in de krant zetten. We moeten er op vertrouwen dat de bank zich voor haar adviespraktijk van een bredere basis voorziet.

Het wordt mode om de rente omhoog te stuwen om geld aan te trekken

Page 40: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

38 • Verenigingsnieuws

Woord van de voorzitter

Luc Gerretsen

Geachte leden,

Voor u ligt het eerste FSR Forum onder leiding van het XIIIe bestuur. Als voorzitter ben ik trots dat ik dit jaar eindverantwoordelijk ben voor de Financiële Studievereniging Rotterdam. Het is mij een genoegen om u middels het Forum op de hoogte te houden van de laatste ont-wikkelingen binnen de FSR. Ik zou graag Kim de Vries complimenteren met de deze eerste editie van het FSR Forum, waarvan zij komend jaar hoofdredacteur is. Ik zie uit naar de vol-gende vier edities, waarvoor zij met de redactiecommissie al veelbelovende plannen heeft.

Op de eerste plaats wil ik het XIIe bestuur bedanken voor hun goede begeleiding de afgelopen zomermaanden. Dankzij hen hadden wij een erg voorspoedige overdracht en na de officiële wissel ALV vonden wij dan ook snel onze plek. Een bestuur is echter niets zonder commissie leden. Wij zijn daarom direct in juli van start gegaan met het werven van nieuwe enthousiaste actieven. Er bleek erg veel animo te zijn om ‘iets’ bij de FSR te mogen organiseren en de commissies waren snel gevuld.

Het collegejaar werd officieel afgetrapt met de Master Kick Off dag. Dit is het eerste moment waarop veel nieuwe masterstudenten kennis kunnen maken met de FSR. De Master Kick Off dag heeft zich reeds vele jaren bewezen als succesvolle activiteit. Dit jaar hebben wij naast de Master ook een Minor variant neergezet. Er zijn twee Minor Kick Off dagen geweest; voor de minoren Ondernemen en Belasting en Behavioral Finance. Op deze manier hebben de Bachelor 3 studenten direct met de start van het nieuwe collegejaar al kennis gemaakt met de FSR. Deze dagen zijn voor ons een uitgelezen moment om aan hen alle activiteiten voor te leggen en ze op de hoogte te brengen van de mogelijkheden binnen de FSR.

Snel op de agenda in het jaar stonden twee grote activiteiten voor zowel de finance als accounting studenten. De finance studenten komen goed aan hun trekken met de International Banking Cycle. Dit evenement is een perfecte kans voor studenten om hun eerste stappen te zetten naar een baan bij een prestigieuze Investment Bank. Waar er vorig jaar 8 banken meededen is dit jaar IBC weer gevuld tot 10 banken. Onder studenten is er erg veel animo voor één van de plekken in de zeer competitieve workshops, ook dit jaar werden de inschrijvingen van het voorgaande jaar verbroken. Gelijktijdig met de IBC is er de Big 4 cycle voor accounting studenten. Deze cycle laat studenten op een formele en informele manier kennis maken met de 4 grote accoun-tancy kantoren.

De FSR beperkt zich niet tot Nederland. Dit jaar zal het International Research Project de tro-pische bestemmingen Maleisië en Singapore aandoen. Hier zullen 10 finance en 10 accounting studenten, onder toeziend oog van docenten, onderzoek doen op het gebied van ‘Diversiteit’. Alvorens vertrek zullen er in Nederland de nodige masterclasses en inhousedagen worden bijgewoond zodat zij goed voorbereid vertrekken. De European Finance Tour vertrekt dit jaar naar Parijs onder het thema ‘Face à la crise’. In Parijs gaan 20 Finance studenten bekijken wat de crisis heeft veroorzaakt en hoe hier lering uit getrokken kan worden.

Dit jaar zullen er ook wederom een aantal landelijke activiteiten worden georganiseerd. Dit doet de FSR in samenwerking met haar partners uit de Financiële Associatie Nederland (FAN) waarin Amsterdam, Tilburg, Maastricht en Groningen zitten. Met hen samen worden de Multi-national Battle, Traders Trophy en National Investment Competition neergezet.

Momenteel zijn we druk bezig met bedenken van nieuwe activiteiten. Wij hopen er dit jaar minimaal twee te kunnen toevoegen aan het al uitgebreide portfolio van activiteiten. Sommige activiteiten zitten inmiddels in de laatste fase en hebben nog verdere uitwerking nodig. In het volgde FSR Forum hoop ik u meer te kunnen vertellen.

Het zal u misschien opvallen dat dit FSR Forum een verza-meling is tussen stukken in de Engelse en Nederlandse taal. Door de steeds verdergaande internationalisering van de uni-versiteit en daarmee ons ledenbestand zal het volgende FSR Forum een nieuw tintje krijgen. Vanaf de volgende editie zullen we bijna geheel overgaan op het Engels waarbij som-mige stukken in het Nederlands zullen blijven. Daarnaast zullen er nieuwe rubrieken worden toegevoegd.

De FSR onderzoekt ieder jaar hoe ze haar leden nog beter kan bedienen of waar behoefte aan is. Dit jaar hebben we bij in samenwerking met dhr. Smit voor het vak Advanced Corporate Finance Strategy alle collegeslides gebundeld. Dit werd door studenten zeer goed ontvangen en zal in de toe-komst navolging vinden.

Afsluitend wil ik u nogmaals uitnodigen deel te nemen aan onze activiteiten, zowel als partner en als deelnemer. Ik hoop dat we weer een mooi collegejaar tegemoet gaan waarbij de FSR studenten en bedrijven dichter bij elkaar kan brengen. Het XIIIe bestuur zal er alles aan doen om haar mogelijk-heden te benutten. Ik hoop u te mogen begroeten op een van onze reizen, battles, cycles, inhousedagen, masterclasses of borrels.

Page 41: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Verenigingsnieuws • 39

FSR Big 4 Cycle 2010

International Banking Cylce 2010

De laatste jaren zien we de grootste vier accountantskantoren wereldwijd, oftewel de Big 4, steeds vaker in de top 10 staan van de beste werkgevers. Naast het feit dat zij goede arbeids-omstandigheden aanbieden, staan deze bedrijven bekend om de goede onderlinge sfeer die heerst tussen de werknemers. En dit hebben wij absoluut gemerkt tijdens de Big 4 Cycle in oktober en november 2010! Met een grote groep enthousiaste accountancystudenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam hebben wij de afgelopen twee maanden de inhousedagen van KPMG, Deloitte, PwC en Ernst & Young bezocht. De dagen werden afgetrapt met een lekkere lunch in de chique zalen van de accountantskantoren, waarna er inhoudelijk aan de slag kon worden gegaan door de studenten. Door middel van cases, die varieerden van uitdagende vraagstukken die op kantoor werden behandeld tot bezoeken aan werkelijk bestaande klanten, kregen de studenten de kans om hun the-oretische kennis, opgedaan vanuit de universiteit, nu ook eens in de praktijk toe te kunnen passen. Na het harde werken, onder het motto ‘Work hard, play harder’, was er door elk kantoor een mooi afsluitend programma bedacht om de stu-denten ook op een informele manier kennis te laten maken met de medewerkers. En dit is zeker gelukt tijdens de diners op mooie externe locaties in Rotterdam.

Tijdens de inhousedagen zijn de vele vooroordelen over het beroep van de accountant, zoals het alleen maar bezig zijn met cijfertjes, saai & eentoning werk en een typisch mannenberoep, met de grond aan gelijk gemaakt. Tijdens de inhousedagen hebben de studenten ervaren dat zij niet alleen goed moeten zijn met cijfertjes, maar het communicatief sterk zijn ook zeker een pré is in de wereld van de accountant. Daarnaast zul jij in verdere stages van jouw carriere bij de Big 4 niet alleen accountant zijn, maar ben jij tegelijkertijd ook een manager van een grote groep ambiteuze werknemers. Vele aspecten van diverse beroepen zijn dus terug te vinden in het accountantsberoep!

Maar waar het uiteindelijk om gaat voor de studenten, is de klik die zij zullen hebben met één of meerdere accountants-kantoren. Het inhoudelijke aspect van het beroep is namelijk bij alle vier de kantoren redelijk hetzelfde, maar de sfeer die er hangt is van essentieel belang en meestal ook de doorslag-gevende factor bij de keuze voor de uiteindelijke werkgever. Met de organisatie van de FSR Big 4 Cycle hebben wij getracht de studenten een duwtje in de, bij hun passende, richting te geven. Na alle reacties blijkt dat dit goed gelukt is en kunnen wij als accountancycommissie met trots terug kijken op een geslaagde Big 4 Cycle!

Met vriendelijke groet,Ellis Heijboer, Ard Boonstoppel en Sinja Mol

Van 30 september tot en met 10 november stond dit jaar de International Banking Cycle (IBC) op het programma als eerste evenement van de FSR. Ook dit jaar is de IBC een enorm succes geweest. 10 banken deden mee aan dit presti-gieuze Investment Banking evenement, de enige in Neder-land! In samenwerking met Financiële Studievereniging Amsterdam (FSA) heeft de IBC commissie zijn uiterste best gedaan om weer een geweldig evenement neer te zetten. Dit jaar bestond de commissie uit Joost Alberts, Mustaba Davoodi, Jordy Streng en Bas Lips, onder leiding van Luc Gerretsen.

De deelnemende banken waren Deutsche Bank, J. P. Morgan, Credit Suisse, Morgan Stanley, Nomura, Lazard, Barclays Capital, Bank of America Merrill Lynch, Royal Bank of Scotland en ING. Een grote hoeveelheid enthousiaste stu-denten had zich ingeschreven. Dit stelde ons als commissie in staat om honderden studenten kennis te laten maken met de wereld van Investment Banking . Van zowel de deelnemende studenten als de banken hebben wij veel positieve reacties gekregen. De studenten waren vooral te spreken over de uit-dagende workshops en de interessante presentaties van de banken met afsluitende borrels in de Faculty Club. De beste studenten van de workshops werden geselecteerd om tijdens de tweede dag aan een interviewronde mee te doen en sommige studenten hebben via deze weg een stageplek of een nieuwe baan weten te bemachtigen. De uitgebreide promotie-campagne heeft dit jaar tot weer meer inschrijvingen geleid dan vorig jaar en het bijzondere van dit evenement is dat de studenten van vele verschillende universiteiten komen, zowel van Nederlandse als buitenlandse. De IBC commissie heeft dit jaar veel energie gestoken in de promotiecampagne; van flyers tot billboards en van muismatten tot draaiborden. De posters en het promotiefilmpje ontbraken niet en natuurlijk prijkten de banners in diverse gebouwen; Rotterdamse stu-denten kunnen het niet gemist hebben. Vele Nederlandse universiteiten en studieverenigingen hebben met ons samen-gewerkt om maximale bekendheid te genereren.

De IBC commissie kijkt terug op een aantal geslaagde maanden waarin hard gewerkt is om het evenement weer een hoogwaardig aanzien te geven. Met trots kijken de vijf heren terug op de samenwerking met veel partijen gedurende deze periode met een prachtig verlopen evenement als beloning.

De IBC Commissie 2010,

Luc Gerretsen, Joost Alberts,Mustaba Davoodi, Bas Lips en Jordy Streng

Activiteitenverslagen

Page 42: FSR Forum jaargang 13, editie 1

MULTINATIONALDINER

1 DECEMBER 2010

Ben jij een derde- of vierdejaars student economie of bedrijfskunde? Wil je werken in een internationale ambiance? Kom dan naar het FSR Multinational diner op 1 december 2010. Tijdens dit driegangendiner kom je erachter hoe het is om bij een internationaal toonaangevend bedrijf te werken. Bij elke gang schuif je een tafel op, zodat je in één avond meerdere bedrijven spreekt. Na afloop is het mogelijk om in een gezellige sfeer te borrelen.

Inschrijven kan door je CV te mailen naar [email protected]. Selectie gebeurt door de bedrijven op basis van je CV. De deadline om je in te schrijven is 24 november 2010. Aan het Multinational diner zijn geen kosten verbonden. Kijk voor meer informatie op www.fsr.nu.

Page 43: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

Verenigingsnieuws • 41

VooruitblikTraders Trophy 2010

After an exciting event in november 2009 the Traders Trophy is organized again at Friday the 26th of November 2010. During this event you can take the opportunity to experience a complete trading day at the stock exchange within one hour. But that is not all, you will participate in a competition to become the best ‘student trader’ of The Netherlands. Your performance is evaluated on your profitability, market awareness, market making (client service) and risk management. It is a great challenge and the feeling real traders experience every day is created within this hour.

The Traders Trophy is a competition for students in trading financial instruments and is organized in more than 12 countries reaching from Singapore to New York and from Sweden to South Africa.The Traders Trophy is organized by Optiver and Oxyor and everyone who wants to know more about trading in practice should subscribe and register for a certain session. At the 26th of November the first session will start at 09.30, the second one at 12.00 and the last one at 14.30 and will be held in the J-building. In every session 40 students will compete, and the two best traders per session will go to the final at NYSE Euronext at Beursplein 5 in Amsterdam on Thursday the 2nd of December. During the final you will compete against all the winners of Amsterdam, Groningen, Tilburg, Maastricht and Delft and the winner of this final competition will win two tickets to Australia!

The Traders Trophy is open for all students. So visit the web-site www.traderstrophy.com and make sure to subscribe for this amazing event before the 19th of November. During your subscription you can register for your preferred session, further information will be corresponded then as soon as possible.

This experience guarantees tension, sensation and nice prizes. Be part of it and see you on the 26th of November!

Page 44: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Accountancy - Belastingen - Advies

Wat belangrijk is, laat je niet los.

Ik wil ruimte om te groeien. Waar zet ik de volgende stap?

Waar je ook bent, belangrijke beslissingen zijn nooit ver weg. In je rol als accountant en bij het bepalen van je volgende carrièrestap. Bij Grant Thornton begrijpen we dat je voortdurend bezig bent met je groei. Sterker nog, wij zijn er zelf ook mee bezig. Onder andere door jouw ambities alle ruimte te geven en door je talent te versterken met een goed doortimmerde opleidingsaanpak. Meer over ons op onze website.

www.carrierebijGT.nl

Grant Thornton bij jou in de buurt:Alphen aan den Rijn - Amsterdam - Boskoop - Gouda - Leiden - Rijswijk - Rotterdam - Woerden

Page 45: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Verenigingsnieuws • 43

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

ActiviteitenverslagenCommissieborrel

Op een regenachtige woensdag eind september was de tijd rijp om te zorgen dat alle actieve FSR leden elkaar beter zouden leren kennen. De beste manier om hiervoor te zorgen is door middel van een informele borrel waar iedereen wordt voorgesteld. Elk bestuurslid kreeg ruim de tijd om zijn of haar commissie te introduceren aan alle andere aanwezige actieve leden. De borrel in café van Zanten liep gezellig door en naarmate de avond vorderde werd het steeds duidelijker dat er interactie tussen de leden van verschillende commissies ontstond. Uiteindelijk kon er geconcludeerd worden dat er dit jaar een gezellige groep actieve leden geselecteerd is. Het dertiende bestuur van de FSR heeft er dan ook alle vertrouwen in dat de groep naarmate het jaar vordert en de activiteiten dichterbij komen, hechter zal worden.

Woensdag 6 oktober was het dan zover, de FSR bestond alweer 12 jaar. Dit konden wij natuurlijk niet zomaar voorbij laten gaan, dus dit werd op 8 oktober uitgebreid gevierd met een borrel in café De Stoep. Vanuit het hele land waren leden, commissies en andere besturen naar De Stoep geko-men om deze dag met ons te vieren. Marco van Vliet (XIe bestuur) had de grote eer om op deze avond de pedel te zijn. Onder zijn leiding konden de andere besturen hun felicitaties uit-brengen en natuurlijk prachtige cadeau’s aanbieden. Wij zijn dit jaar natuurlijk weer erg blij met al het moois wat we gekregen hebben, van zeer nuttige dingen in deze tijden van crisis (Het Zakgeldspel) tot de optimale manier om een beetje soepel te blijven naast al het harde werk (Twister). We willen iedereen, en Marco van Vliet in het bijzonder zeer bedanken voor deze gezellige avond, op naar de 13e verjaardag!

Diësborrel

Page 46: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

44 • Verenigingsnieuws

ActiviteitenverslagenMaster / Minor Kick Off

Beste lezer,

Op dinsdag 7 september stond, als eerste college na de zomervakantie, de Master Kick Off dag voor het collegejaar 2010-2011 op het programma. Er werd veel van de derde editie van dit evenement verwacht, na de successen van afge-lopen jaren waren de verwachtingen voor dit bestuur wederom hooggespannen.

De middag begon met algemene informatie over het colle-gejaar voor de master studenten accounting & finance. De docenten van het komende studiejaar stelden zich kort voor en de studieplanning werd doorgenomen. Op deze manier kregen de studenten een beeld van wat ze kunnen verwach-ten dit jaar.

Nadat de studieplanning was doorgenomen, kwam de FSR aan bod. In een presentatie werden de verscheidene activiteiten van de FSR bekend gemaakt. Dit gaf de studenten stof om na te denken over welke activiteiten ze zouden willen bijwonen. Na een video stond er een luxe High Tea voor de studenten klaar in de Faculty Club.

Deze uitgebreide lunch was de ideale mogelijkheid voor de studenten om kennis met elkaar en uiteraard ook met de FSR te maken. Daarnaast konden de studenten hun vragen stellen aan de hoogleraren, die tevens aanwezig waren. De Faculty Club was net zoals de voorgaande jaren een geslaagde locatie, de studenten konden met een hapje en een drankje genieten van de skyline van Rotterdam die vanuit de Faculty Club erg indrukwekkend is. Daarnaast speelde Carlo Banning op zijn saxofoon om de sfeer compleet te maken.

Al met al was de Master Kick Off een geslaagde dag en kunnen we er tevreden op terug kijken. Er is een groot aantal leden bijgekomen en grote evenementen als de Big 4 Cycle en de International Banking Cycle hebben veel interesse gewekt bij de studenten.

We hopen er volgend jaar weer een enorm succes van te maken. Daarnaast zien we de nieuwe leden graag terug tijdens een van onze activiteiten gedurende het gehele acade-mische jaar.

Beste lezer,

Dinsdag 7 en vrijdag 10 september was het zover, de aller-eerste Minor Kick Off dagen ooit gingen van start, bedoeld om derdejaars accountancy en finance studenten kennis te laten maken met de FSR. Tijdens de colleges werd er aan-dacht besteed aan de mogelijkheden die de FSR biedt, daar-naast werd er een greep gedaan uit de vele activiteiten die de FSR portfolio rijk is.

Op dinsdag konden alle studenten die dit jaar de minor Ondernemen en Belastingen volgen na het late middag college door naar de borrel die georganiseerd was in ‘De Etage’. De studenten konden hier kennis maken met het FSR bestuur en alle activiteiten die er de komende tijd op het programma staan zoals de FSR Big 4 Cycle die op het punt stond te beginnen.

Vrijdag was het de beurt aan de Finance studenten na het college van de minor Behavioral Finance. In de C-hal konden de studenten kennis maken met elkaar en de FSR onder het genot van een drankje, heerlijke donuts en brownies. De borrel werd druk bezocht en ook hier werden de activiteiten van de komende tijd gepromoot.

Page 47: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Verenigingsnieuws • 45

ActiviteitenverslagenWissel ALV

Donderdag 2 september was voor het, toen nog beoogd, XIIIe bestuur der Financiële Studievereniging Rotterdam een grote dag. Na 3 zomermaanden ploeteren op een lege universiteit was het moment daar dat we daadwerkelijk geïnstalleerd zouden gaan worden. Voor de ALV werd er traditioneel gedineerd met het de Raad van Commissarissen en de Kas Commissie. Om stipt 20.00 viel de openingshamerslag waarna vele leden en oud bestuurderen het zittende bestuur bestookten met kritische, minder kritische en enkele domme vragen. Nadat de uren verstreken verminderde de concentratie van menigeen en moest er van stemverheffing gebruik worden gemaakt. Rond half 12, het moment van de waarheid voor het aantredende bestuur, was de aandacht weer volledig terug. Wij als nieuw bestuur hadden de gelegen-heid om onszelf aan de ALV te presenteren en illustere vragen te beantwoorden. Het XIIe werd hierna in sneltreinvaart gedechargeerd en bedankt voor bewezen diensten. Slechts Peter James stond nog met de hamer in zijn hand en had zijn das al wat losser gemaakt. Hij sprak de alom bekende woorden: “Indien er geen bezwaren zijn tegen de installatie van Luc Gerretsen als voorzitter van de FSR instal-leer ik hem bij de volgende hamerslag”, Klap! De kop was eraf, waarop de bestuursleden Eefke van der Meer, Kim de Vries, Bart Lips, Ellis Heijboer en Sandhya Poeran eveneens werden geïnstalleerd. Er volgde direct een schorsing om iedereen in de gelegenheid te stellen dit ambitieuze bestuur te felici-teren. Eenmaal aangekomen bij de beleidsrede werd deze abrupt onderbroken door de verjaardag van oud bestuurder Willemijn Hooimeijer. Na het afronden van nog enkele formaliteiten was de ALV een feit. Het XIIIe bestuur was eindelijk geïnstalleerd en krijgt de kans ‘het waar te maken’. De avond werd in stijl afgesloten in de Riva.

Een woord van dank voor het XIIe bestuur is op zijn plaats. Zij hebben ons gebracht waar wij nu zijn. Wij hopen iedereen dit jaar veelvuldig te mogen begroeten op al onze activiteiten en borrels.

Het XIIIe Bestuur

Page 48: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Werken aan vertrouwen.

Wil jij alseconoom meewerken aan herstel van vertrouwen?

De huidige crisis heeft ons geleerd hoe essentieel een stabiel finan­cieel stelsel is voor onze economie. En helaas is die stabiliteit niet vanzelfsprekend. De complexiteit van het financiële systeem vereist scherpe risicoanalyse, vertaald naar slagvaardig beleid, op nationaal en internationaal niveau.

In die uitdagende omgeving kun jij als startende of ervaren econoom een (volgende) carrièrestap maken. Meebouwen aan een stabiele toekomst van de Nederlandse en internationale financiële sector, en daarmee aan herstel van vertrouwen.

Werken bij DNB betekent werken aan maatschappelijk zeer relevante zaken. Daarnaast krijg je volop mogelijkheden om je­

zelf te blijven ontwikkelen, zowel binnen je vakgebied als op het persoonlijk vlak.

Wij jij meewerken aan vertrouwen? Ga dan naar onze web­site www.werkenbijdnb.nl en reageer op één van onze vacatures voor economen.

| Analytisch econoom met overtuigingskracht (vacaturenummers 4219 & 4263)

| Econoom met statistische affiniteit (vacaturenummer 4239)| Econoom/econometrist voor modelbouw (vacaturenummer 4245)

-00158_210x297_Economen_OF.indd 1 13-07-2010 16:07:08

Page 49: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Verenigingsnieuws • 47

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

Naam:Sabrina SabiranLeeftijd:36Woonplaats:LeidenWerkzaam bij:Bank Nederlandse GemeentenHuidige functie:Business AnalistWelk FSR Bestuur:2e bestuurWelke bestuursfunctie: HoofdredacteurStudie: Financial EconomicsJaar van afstuderen: 2000In welke auto rijd je: n.v.t.; Ov-jaarkaartWat drink je op vrijdag avond: ProseccoLevensmotto: Our greatest glory is not in never falling, but in getting up every time we do.

FSR Oud-bestuurder

Waar heb je gewerkt?Zoals ik eerder zei kwam ik tijdens de bedrijvendag met Reuters in contact, dat is mijn eerste baan geworden. Ik ben daarna bij Dexia Asset Management gaan werken, bij de afdeling Institutional Sales. Ik heb ook nog bij de TMF Group gewerkt als internal/business controller. Wat zijn je werkzaamheden nu?Ik werk nu bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Ik ben ver-antwoordelijk voor de inrichting en beheer van risico-management product software. Het is een hele mond vol, maar het is heel leuk werk.

Bij wat voor onderneming werk je (de werksfeer, borrels & activiteiten)?Het is een zeer professioneel bedrijf. Het is de nummer drie van de veiligste banken wereldwijd. De sfeer is open en inspi-rerend. Daarnaast wordt er veel tijd en moeite gestoken in coaching, professionele en persoonlijke ontwikkeling. Op beide gebieden is het gewoon een heel fijn bedrijf waar je je zeker thuis voelt.

Wat is je mooiste moment in je FSR tijd?Ik denk de Frankfurt Banking tour. Het was heel gezellig met de groep die meeging. De treinreis heen was al helemaal een gekte. Overdag waren er workshops die zeer leerzaam waren en ’s avonds en ’s nachts zijn we compleet uit ons dak gegaan in het nachtleven van Duitsland en hebben we veel lol gehad. De Rotterdamse bedrijvendagen zijn voor mij ook onvergete-lijk, omdat ik tijdens dit evenement voor het eerst in contact kwam met mijn eerste werkgever Reuters. De uitnodiging van sponsor Ernst & Young om met de recruiters het CHIO te mogen meemaken was waanzinnig.

Wat is je/jullie beste bestuursprestatie? Eigenlijk was alles een goede bestuursprestatie. Het was een heel leuk jaar met veel evenementen, waarbij wij onze hele planning hebben gehaald. De Corporate Finance Competition en het Accountancy Diner waren bijvoorbeeld heel geslaagd. Voor mijzelf was de grootste en beste prestatie toch wel het FSR Forum. Ik was in dat bestuursjaar de hoofdredacteur van het FSR Forum. Ik moest met het bestuur een nieuw gezicht geven aan het Forum, maar dus ook aan de FSR. De redactieleden hebben toen hard gewerkt om het FSR Forum in een nieuw jasje te steken.

Heb je nog een ander mooi verhaal? Welke?Ik denk dat het kennismakingsweekend in Scheveningen wel een mooi verhaal is. We zaten daar dus ter kennismaking met het nieuwe bestuur van de FSR. Uiteraard was het oude bestuur ook aanwezig om het stokje aan ons door te geven. We zaten in een leuk vakantiehuisje aan het strand. Onder toeziend oog van het oud bestuur hebben wij aan teambuil-ding gewerkt, de strategie, planning en missie geschreven voor onze belangrijke klus. Na dit weekend stonden alle neuzen in dezelfde richting waardoor het een succesvolle samenwerking werd. Wat heb je aan je FSR tijd gehad?Als eerste een geweldige en onvergetelijke tijd. Mijn mede bestuursgenoten waren super, maar ook de actieve leden in de commissies en de leden op de borrels, de activiteiten en de workshops waren super om kennis mee te maken. Je komt met bedrijven in contact en je houdt er een heel netwerk aan over. Eigenlijk is het al een stap geweest richting het leven na het studeren, maar daarnaast kon je nog lekker onbezonnen student zijn. Je maakt een geweldige tijd door als student, maar zodra je afgestudeerd bent, heb je er ook wat aan. Helaas, zie ik de FSR-leden niet zo vaak meer, maar voor de oud-bestuurderdag maken we altijd tijd vrij.

Sabrina Sabiran

Page 50: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Mijn eerste kennismaking met Ernst & Young was gedurende de inhousedag van de FSR Big-4 Cycle. Binnen Ernst & Young voelde ik mij het meest op mijn gemak, daarom besloot ik mijn scriptie bij de accountancy afdeling te gaan schrijven. Tijdens deze stage ben ik in aanraking gekomen met andere afdelingen, waaronder Transaction Advisory Services (TAS) waar ik nu werkzaam ben. Ook ben ik mee geweest met de Business Course, in deze paar dagen heb ik het bedrijf heel goed leren kennen. Mijn tip voor studenten is om zeker je ogen niet

te sluiten voor andere kantoren, het is verstandig overal even te gaan kijken. Ook is het handig om een scriptie stage te lopen, want je leert een bedrijf pas echt kennen als je er een tijdje over de vloer komt. Daarnaast is het erg belangrijk om je sociaal te ontwikkelen door middel van het organiseren van of meedoen aan activiteiten van de studievereniging. Als laatste tip wil ik meegeven om je op te geven voor de Business Course, op deze manier leer je in een paar dagen Ernst & Young en zijn werknemers erg goed kennen. - Wesley

Tijdens mijn bestuursjaar bij de Financiële Studievereniging Rotterdam (FSR) heb ik veel bedrijven en verschillende sectoren leren kennen. Het werd mij al snel duidelijk dat ik de advieskant op wilde, omdat ik het leuk vind om advies te geven en voor klanten te werken, waardoor een interne functie binnen een grote multinational of kleiner bedrijf al af viel. Ernst & Young sprong er binnen de advieswereld voor mij uit, omdat het bedrijf in de eerste plaats

in een internationale omgeving opereert, overal ter wereld kantoren heeft en in mijn werk heb ik hier ook mee te maken. Dit leek mij heel erg leuk. Daarnaast is Ernst & Young een grote organisatie met een goede naam, betrouwbaar, waardoor je bij mooie klanten terecht komt. Daarnaast werken er ontzettend leuke mensen en de sfeer op de kantoren sprak mij erg aan, dat was voor mij erg belangrijk in de keuze die ik maakte. - Marie-Claire

Ernst & Young als toekomstige werkgever?

Ernst & Young onderscheidt zich vanandere bedrijven door de cultuur die er heerst. De mensen die er werken vind ik belangrijk, omdat zij de sfeer binnen een bedrijf bepalen. De teamgeest die Ernst & Young uitstraalde, het respect die teamleden naar elkaar hadden en de band die de werknemers daardoor creëerden hebben mij voor dit bedrijf laten kiezen. Van deze keuze heb ik nooit spijt gehad. De mensen die hier werken zijn mensen die

het belangrijk vinden om hard te werken en hun werk goed te doen, maar daarnaast ook sociaal geïnteresseerd zijn en van een borrel houden. Het is niet andersom; er moet hard gewerkt worden in goed teamverband en persoonlijke ontwikkeling staat voorop, maar daarnaast is er ook zeker tijd voor een biertje en om leuke dingen te doen. Als ik een Ernst & Young medewerker in twee woorden moet omschrijven zijn het gedreven en teamspelers. - Sander

Sander MomFunctie: Manager Audit Afdeling: Ernst & Young Accountants

Wesley van der LindenFunctie: Consultant Afdeling: Ernst & Young Transaction Advisory Services

Marie-Claire AertsFunctie: AdvisorAfdeling: Ernst & Young Finance Advisorys

Ben je bijna klaar met je studie? Oriënteer je je op een toekomstige baan? Kom dan vooral eens langs bij Ernst & Young. Tijdens een meeloopdag of een borrellezing kun je de sfeer proeven en een praatje maken met medewerkers van diverse afdelingen. Ernst & Young biedt ook de mogelijkheid om mee te doen aan een Inhousedag, of binnen het bedrijf je scriptie te schrijven. Zo kun je op een ontspannen manier te weten komen of Ernst & Young bij je past!

Meer weten? Kijk voor meer informatie op www.ey.nl/carriere of bel naar Stefanie Wigny (06-21252893).

2058609160 Advertorial FSR 420x297_v3.indd 1-2 28-09-10 12:44

Page 51: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Mijn eerste kennismaking met Ernst & Young was gedurende de inhousedag van de FSR Big-4 Cycle. Binnen Ernst & Young voelde ik mij het meest op mijn gemak, daarom besloot ik mijn scriptie bij de accountancy afdeling te gaan schrijven. Tijdens deze stage ben ik in aanraking gekomen met andere afdelingen, waaronder Transaction Advisory Services (TAS) waar ik nu werkzaam ben. Ook ben ik mee geweest met de Business Course, in deze paar dagen heb ik het bedrijf heel goed leren kennen. Mijn tip voor studenten is om zeker je ogen niet

te sluiten voor andere kantoren, het is verstandig overal even te gaan kijken. Ook is het handig om een scriptie stage te lopen, want je leert een bedrijf pas echt kennen als je er een tijdje over de vloer komt. Daarnaast is het erg belangrijk om je sociaal te ontwikkelen door middel van het organiseren van of meedoen aan activiteiten van de studievereniging. Als laatste tip wil ik meegeven om je op te geven voor de Business Course, op deze manier leer je in een paar dagen Ernst & Young en zijn werknemers erg goed kennen. - Wesley

Tijdens mijn bestuursjaar bij de Financiële Studievereniging Rotterdam (FSR) heb ik veel bedrijven en verschillende sectoren leren kennen. Het werd mij al snel duidelijk dat ik de advieskant op wilde, omdat ik het leuk vind om advies te geven en voor klanten te werken, waardoor een interne functie binnen een grote multinational of kleiner bedrijf al af viel. Ernst & Young sprong er binnen de advieswereld voor mij uit, omdat het bedrijf in de eerste plaats

in een internationale omgeving opereert, overal ter wereld kantoren heeft en in mijn werk heb ik hier ook mee te maken. Dit leek mij heel erg leuk. Daarnaast is Ernst & Young een grote organisatie met een goede naam, betrouwbaar, waardoor je bij mooie klanten terecht komt. Daarnaast werken er ontzettend leuke mensen en de sfeer op de kantoren sprak mij erg aan, dat was voor mij erg belangrijk in de keuze die ik maakte. - Marie-Claire

Ernst & Young als toekomstige werkgever?

Ernst & Young onderscheidt zich vanandere bedrijven door de cultuur die er heerst. De mensen die er werken vind ik belangrijk, omdat zij de sfeer binnen een bedrijf bepalen. De teamgeest die Ernst & Young uitstraalde, het respect die teamleden naar elkaar hadden en de band die de werknemers daardoor creëerden hebben mij voor dit bedrijf laten kiezen. Van deze keuze heb ik nooit spijt gehad. De mensen die hier werken zijn mensen die

het belangrijk vinden om hard te werken en hun werk goed te doen, maar daarnaast ook sociaal geïnteresseerd zijn en van een borrel houden. Het is niet andersom; er moet hard gewerkt worden in goed teamverband en persoonlijke ontwikkeling staat voorop, maar daarnaast is er ook zeker tijd voor een biertje en om leuke dingen te doen. Als ik een Ernst & Young medewerker in twee woorden moet omschrijven zijn het gedreven en teamspelers. - Sander

Sander MomFunctie: Manager Audit Afdeling: Ernst & Young Accountants

Wesley van der LindenFunctie: Consultant Afdeling: Ernst & Young Transaction Advisory Services

Marie-Claire AertsFunctie: AdvisorAfdeling: Ernst & Young Finance Advisorys

Ben je bijna klaar met je studie? Oriënteer je je op een toekomstige baan? Kom dan vooral eens langs bij Ernst & Young. Tijdens een meeloopdag of een borrellezing kun je de sfeer proeven en een praatje maken met medewerkers van diverse afdelingen. Ernst & Young biedt ook de mogelijkheid om mee te doen aan een Inhousedag, of binnen het bedrijf je scriptie te schrijven. Zo kun je op een ontspannen manier te weten komen of Ernst & Young bij je past!

Meer weten? Kijk voor meer informatie op www.ey.nl/carriere of bel naar Stefanie Wigny (06-21252893).

2058609160 Advertorial FSR 420x297_v3.indd 1-2 28-09-10 12:44

Page 52: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

50 • Verenigingsnieuws

Commissies voorstellen

Accountancy commissie

Alleen maar met cijfertjes bezig, saai & eentoning werk en een typisch mannenberoep. Dit zijn slechts enkele vooroordelen over het beroep van de accountant, waarvan het tegendeel zeker is bewezen tijdens de Big 4 Cycle. Tijdens deze Cycle hebben zowel bachelor-3 als masterstudenten met interesse in accountancy ervaren hoe uitdagend de werkzaamheden van de accountant zijn. Tevens hebben de studenten tijdens de inhousedagen bij KPMG, Deloitte, PwC en Ernst & Young een goed beeld kunnen krijgen van de onderlinge verschillen tussen deze vier kantoren. Dit is gebeurd doordat de stu-denten aan inhoudelijke cases hebben gewerkt, maar ook doordat alle vier de inhousedagen zijn afgesloten met een informele borrel en diner, waar de studenten allemaal erg enthousiast over waren! Op deze manier is het gelukt om een brug tussen theorie en praktijk te slaan en wij kijken dan ook met veel plezier en trots terug op deze Big 4 Cycle.

Daarnaast zullen wij in januari een nieuw evenement gaan organiseren, namelijk de accountantskantorendag. Voorheen was dit het accountantskantorendiner, maar dit is nu uitge-breid naar een hele dag zodat de studenten de middelgrote accountantskantoren nog beter kunnen leren kennen!

CFCcommissie

Wil jij de strijd aangaan, je kennis vergroten, je academische skills toepassen en in contact komen met een vijftal potentiële werkgevers?

Ook dit jaar zal de Corporate Finance Competition, hét corporate finance evenement van Nederland, worden georga-niseerd. Gedurende deze 3-daagse business course zullen de deelnemers in teamverband de strijd aangaan met de andere teams door een aantal uitdagende corporate finance gerelateerde cases uit te voeren.

In een zeer luxueuze 5-sterren hotel zullen jullie van maandag 30 mei tot en met woensdag 1 juni de strijd met elkaar aangaan. Naast het uitvoeren van de cases is er ruim de gelegenheid om op informele wijze met de bedrijven in contact te komen.

Dus wil jij op formele en informele wijze in contact komen met een vijftal potentiële werkgevers en je corporate finance kennis vergroten houd dan de promotie in de gaten.

Wij van de CFC commissie hebben er zin in en kijken er naar uit jullie te mogen verwelkomen.

Don’t miss it!

V.l.n.r. Sinja Mol, Ellis Heijboer, Ard Boonstoppel V.l.n.r. Wessel Ploegmakers, Sandhya Poeran, Olaf ten Duis Niet op de foto Lizzy Veldt

Page 53: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Verenigingsnieuws • 51

European Finance Tour 2011

Na Madrid, Zurich, Wenen en Istanbul gaat de FSR met de European Finance Tour dit jaar naar de hoofdstad van Frankrijk: Parijs. De stad die met ‘La Défense’ het grootste financiele centrum van Europa binnen haar stadsgrensen heeft. Het is een energieke stad waarin vreselijk veel te doen is. De Euro-pean Finance Tour zorgt dat studenten in de aanloop naar de tour een aantal inhousedagen volgen bij prachtige onder-nemingen in Nederland, waarna er naar de Europese top-locatie wordt gereisd om vervolgens een aantal dagen te genieten van formele en informele activiteiten. De commissie staat voor een grote uitdaging om zowel een informatief formeel programma als een gezellig informeel programma neer te zetten. De reis is van 4 tot en met 8 april, maar de commissie is tijdens het drukken van het FSR Forum al hard aan het werk om de nodige zaken tijdig te regelen.

Net als voorgaande jaren zal de EFT een onvergetelijke ervaring worden voor alle deelnemers.

FAN commissie

Dit jaar is er voor het eerst een FAN commissie opgericht. De Financiële Associatie Nederland, waar de FSR samen met vier andere verenigingen uit Nederland lid van is, organiseert elk jaar gezamenlijk een drietal evenementen.

Tijdens de Traders Trophy kun je op 26 november in een uur ervaren hoe een werkdag van een trader eruit ziet. Als winnaar van de voorronde neem je het op tegen de winnaars uit de andere steden in de finale in Beursplein 5 in Amsterdam. Elk jaar zijn er weer mooie prijzen te behalen, dit jaar zal de winnaar van de landelijke hoofdfinale twee tickets naar Aus-tralië winnen.

Ook de Multinational Battle, waar het uitwerken van cases in teamverband centraal staat, heeft in elke stad afzonderlijk voorrondes. Tijdens de driedaagse finale op een luxe externe locatie zul je in teamverband problemen voor multinationals oplossen.

Het derde evenement, de National Investment Competition, is een zeer groot evenement waar vorig jaar 800 studenten elk 100.000 euro fictief speelgeld kregen om te strijden voor de titel van “beste student beleger van Nederland”.

Wij als FAN commissie kijken er naar uit om deze drie mooie evenementen te organiseren en hopen jullie te mogen verwelkomen op deze drie evenementen!

V.l.n.r. Auke Weekenborg, Sandhya Poeran, Rianne Huizinga, Bart Lips V.l.n.r. Daan Stolk, Luc Gerretsen, Roald Schennink

»

Page 54: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

52 • Verenigingsnieuws

Commissies voorstellen

Finance Commissie

De Financial Business Cycle is al jaren een begrip, daarom zijn wij verheugd dit weer te mogen organiseren voor jullie. De Investment Banking Masterclass, welke vorig jaar voor het eerst georganiseerd is, was een groot succes en zal dit jaar ook de verantwoordelijkheid van de Finance commissie zijn.

Tijdens de Financial Business Cycle worden inhousedagen gepland bij multinationals, banken en handelshuizen. Tijdens deze dagen krijgen studenten de mogelijkheid om achter de schermen te kijken en zo de bedrijfscultuur optimaal te kunnen ervaren.

De Investment Banking Masterclass wordt georganiseerd in samenwerking met een Investment Bank. Tijdens dit meerdaagse intensieve event op gebied van Corporate Valuation en Financial Modeling, zal de student ervaren hoe het is om bij een Investment Bank te werken.

Als commissie kijken we er naar uit deze evenementen gedurende het jaar te organiseren en daarom hopen wij jullie tijdens deze evenementen te mogen ontvangen en jullie zo op een intensieve en leerzame manier kennis te laten maken met de Finance wereld.

International Banking Cycle

Slechts eenmaal per jaar strijken de grote Investment Banks uit London neer in Nederland om te recruiten. Dit doen zij tijdens de International Banking Cycle die de FSR in samenwerking met de Amsterdamse evenknie (FSA) organiseert. Vorig jaar kwamen nog 8 banken, maar wij zijn verheugd te vermelden dat de cycle dit jaar weer goed gevuld met het maximale aantal van 10 banken. De krediet crisis is op het gebied van recruitment dus volledig voorbij.

Een belangrijk onderdeel van de IBC zijn de workshops voor een kleine groep geselecteerde studenten. Daarentegen zijn de presentaties met afsluitende borrel open voor alle studenten met interesse in een bank. Tijdens deze borrels is er een ruime mogelijkheid tot vragen stellen aan recruiters of bankiers. Voor de mensen die zich in de kijker hebben gespeeld tijdens de workshops bestaat er de kans om uitgeno-digd te worden voor een interview. De IBC kan dus gezien worden als eerste selectieronde in het gehele recruitment-proces bij een Investment Bank.

De IBC is een grote activiteit en wordt daarom door 5 per-sonen neergezet. Deze commissie heeft de afgelopen zomer al veel werk verzet om straks weer honderden studenten kennis te laten maken met de uitdagende wereld van de Investment Banks.

V.l.n.r. Sharon Foesenek, Roy Perlot, Sandhya Poeran V.l.n.r. Joost Alberts, Jordy Streng, Luc Gerretsen, Mustaba Davoodi, Bas Lips

Page 55: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Verenigingsnieuws • 53

IRP 2011

Ieder jaar biedt de Financiële Studieverenging Rotterdam een waanzinnig International Research Project aan, speciaal voor finance en accountancy studenten. Dit jaar worden er twee bestemmingen bezocht: Kuala Lumpur & Singapore! Beide bestemmingen worden gekenmerkt door hun grote diversiteit in alle mogelijke aspecten: variërend van tropische jungles midden in het stadscentrum tot aan torenhoge wolkenkrabbers die de indrukwekkende skylines bepalen. Tevens zijn beide steden belangrijke economische verbindingen tussen Azië en de rest van de wereld, wat resulteert in één grote smeltkroes van culturen. Het thema van het onderzoeksproject luidt daarom ‘Diversity’.

Vanaf januari zal het onderzoekstraject onder begeleiding van de docenten finance en accountancy van start gaan. Voordat we onze reis richting Azië beginnen zullen we in Nederland ver-schillende topbedrijven bezoeken en inspirerende gastcolleges volgen om vervolgens zelf de diversiteit van Kuala Lumpur & Singapore te ontdekken van 1 tot en met 15 mei 2011. Naast het werken aan het onderzoek zal er voldoende tijd zijn om andere aspecten van deze booming wereldsteden te ontdekken. Zo staan Kuala Lumpur & Singapore bekent om de mooie stran-den, het heerlijke eten en het bruisende nachtleven.

Wij, als IRP-commissie, zijn al druk bezig met alle voorbe-reidingen en gaan er een mooi onderzoeksproject van maken!

Redactie commissie

Dit jaar zal er een redactiecommissie van start gaan. Wij zullen samen dit wetenschappelijke tijdschrift, het FSR Forum, met een oplage van 1450 stuks gaan vormgeven. Er zullen naast deze editie dit jaar nog vier bladen uitgegeven worden, elk met een eigen thema. In de volgende editie zal het thema credit markets centraal staan, de derde editie is gekoppeld aan het International Research Project van de FSR dat dit jaar geweid is aan het thema Diversity. De daarop-volgende editie zal het thema new markets hebben. En we zullen afsluiten met het thema valuation. In elk blad staan altijd een aantal wetenschappelijke artikelen die gekoppeld zijn aan het thema, daarnaast schrijft ons erelid Drs. Groene-veld altijd een interessante column; de K(r)anttekening. En het blad bevat natuurlijk het verenigingsnieuws, achter in het blad staan vooruitblikken op en verslagen van mooie activiteiten die de FSR-portefeuille rijk is. Naast al deze onderdelen bevat het FSR Forum ook interviews met personen uit de praktijk, oud-bestuurders, bedrijfspresentaties en nog veel meer. Kortom een interessant en leuk blad.

V.l.n.r. Niels van de Loo, Anastasia v.d. Wees, Nick van Westerop, Ellis Heijboer, Mattis Ooms

V.l.n.r. Rick Klootwijk, Kim de Vries, Rishi Sripal

Page 56: FSR Forum jaargang 13, editie 1

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

54 • Verenigingsnieuws

VooruitblikInternational ResearchProject 2011

Momenteel zijn wij als IRP-commissie druk bezig met de voorbereidingen van het International Research Project 2011. Het belooft een mooi project te worden en wij zijn er al helemaal enthousiast over geworden. Om ons enthousiasme met jullie te delen, zullen wij hieronder kort wat informatie geven.

Ieder jaar biedt de Financiële Studieverenging Rotterdam het prestigeuze International Research Project aan, speciaal voor finance en accountancy studenten. Afgelopen jaren zijn steden zoals Seoul, Rio de Janeiro, Boston en Mumbai bezocht. Dit jaar worden er twee indrukwekkende bestem-mingen bezocht tijdens het onderzoeksproject: Kuala Lumpur & Singapore! Beide bestemmingen worden geken-merkt door hun grote diversiteit in alle mogelijke aspecten: variërend van tropische jungles midden in het stadscentrum tot aan torenhoge wolkenkrabbers die de indrukwekkende skylines bepalen. Tevens zijn beide steden belangrijke econo-mische verbindingen tussen Azië en de rest van de wereld, dat resulteert in één grote smeltkroes van culturen. Het thema van het onderzoeksproject luidt daarom ‘Diversity’.

Vanaf januari zal het onderzoekstraject onder begeleiding van de docenten finance en accountancy van start gaan.

Voordat we onze reis richting Azië beginnen zullen we in Nederland verschillende topbedrijven bezoeken en inspire-rende gastcolleges volgen om vervolgens zelf de diversiteit van Kuala Lumpur & Singapore te ontdekken van 1 tot en met 15 mei 2011. De studenten hebben de mogelijkheid om zelf een onderwerp voor hun onderzoek te kiezen. Het onder-zoek kan gebruikt worden voor de bachelor- of masterthesis, maar kan ook worden ingebracht als keuzevak wat 4 ECTS zal opleveren.

Naast het werken aan het onderzoek zal er voldoende tijd zijn om andere aspecten van deze booming wereldsteden te ontdekken. Zo staan Kuala Lumpur & Singapore bekent om de mooie stranden, het heerlijke eten en het bruisende nachtleven. Ben jij hierna nog niet uitgekeken, dan bieden wij jou ook nog de mogelijkheid aan om door te reizen!

Ben jij de ambitieuze student die onze groep komt versterken? Wil jij er even helemaal tussenuit en tegelijkertijd jouw net-werk uitbreiden? Het International Research Project biedt jou de unieke kans om jouw onderzoek niet vanuit de UB te doen, maar aan de andere kant van de wereld! Onderscheid jezelf en schrijf je nu snel in!

InschrijvenJe kunt je inschrijven door z.s.m. een e-mail te sturen naar [email protected] met daarin je CV en een korte motivatiebrief. Voor eventuele vragen ben je van harte welkom op onze kamer H14-06. Bovendien kun je ons bellen op het telefoon-nummer 010-408 18 30 of mailen naar [email protected].

Grijp je kans en ontdek zelf de diversiteit van deze booming wereldsteden: Kuala Lumpur & Singapore!

InternatIonal research

Project

Kijk voor meer informatie op:

Kuala lumpur & singapore

MeI 2011

Page 57: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Verenigingsnieuws • 55

FSR AlumniverenigingDe goede fraudes moeten nog ontdekt worden…

Waarde lezer,

Toen ik werd gevraagd deze column te schrijven voor het FSR Forum met het thema Fraude, had ik net het boek “Vastgoedfraude” gelezen en was ik net het slachtoffer geworden van een slimme skimmer. In deze roerige economische tijden, waarin een Mediterrane overheid onjuiste verslaggeving niet schuwt, lijkt dit precies het goede thema te zijn.

Maar fraude is niet iets van de laatste jaren. De Rotterdamse hoogwaardigheidsbekleder Lode-wijk Pincoffs, die betrokken was bij de oprichting van de ‘Holland-Amerika Lijn’ en de ontwik-keling van de Entrepothaven, wist de cijfers van zijn ‘Afrikaansche Handelsvereeniging’ voor meerdere jaren te flatteren, totdat het uiteindelijk in 1879 failliet ging. Pincoffs wist echter te ontkomen en sleet zijn dagen in een sigarenwinkel in New York, maar de aandeelhouders bleven achter met een miljoenenschuld. De impact hiervan is waarschijnlijk te vergelijken met grote recente fraude zaken, zoals Enron en Madoffs.

Dit Nederlandse voorbeeld van fraude is opvallend om meerdere redenen. In 1883 werd in Rotterdam het ‘Bureel van Boekhouding Confidentia’ opgericht, dat later zou samengaan tot het huidige Ernst & Young. Deze onderneming markeerde het begin van het accountants-beroep in Nederland. Het beroep kan er zeker niet voor zorgen dat fraude iets uit de geschiedenis is, maar heeft wel meer zekerheid gegeven dat de cijfers de waarheid weergeven. Gezien de sociale impact van fraude, blijft het belangrijk fraude te blijven onderzoeken zodat fraude kan worden voorkomen dan wel ontdekt. Helaas is onderzoek naar fraude moeilijk om verschillende redenen. Eén daarvan is dat goede fraudes nog niet ontdekt zijn. Hoe gaan we deze fraudes begrijpen? Maar iedere fraude komt op een gegeven moment uit. Ik hoop dat de artikelen in dit FSR Forum een goede start zijn om dit te versnellen.

Arjan LatourVoorzitterFSR Alumnivereniging

Page 58: FSR Forum jaargang 13, editie 1

56 • Verenigingsnieuws

fsrforum • jaargang 13 • editie #1

FSR Activiteitenoverzicht 2010-2011

Activiteiten 2010-2011

November

Traders TrophyCan you handle the pressure?

December

Multinational DinerGet to know the leading Dutch multinationals.

January

Accountancy Firms DayCreate your own goodwill!

February

Financial Business CycleExplore the financial opportunities.

March

Young Financials DinerGet to know interesting financial companies.

Multinational BattleFive multinationals, five battling cities, are you part of it?

April

European Finance TourParis, face à la crise.

National Investment CompetitionInvest and be a winner!

Activiteiten 2010-2011

May

Bachelor Accountancy DayWill you choose accountancy?

Investment Banking MasterclassLearn to valuate, like an investment banker.

Corporate Finance CompetitionFive star event: hotel, companies and participants!

International Research projectKuala Lumpur & Singapore, diverse yourself.

Page 59: FSR Forum jaargang 13, editie 1

www.werkenbijpwc.nl

Of weet jij een beter moment om in actie te komen?

4222-82 PwC Adv. RC Actie A4.indd 1 9/20/10 5:17:01 PM

Page 60: FSR Forum jaargang 13, editie 1

Weten wat je kan,begint met weten waar je naartoe wilt.

Inge TjeerdsmaSenior Staff Audit

Een succesvolle carrièrestart is meer dan een goede cijferlijst. Het begint met karakter en inzicht in jezelf. Ontdekken wie je bent, weten waar je naartoe wilt groeien én hoe je dat voor elkaar krijgt staat altijd aan de basis. Ernst & Young coacht jou actief op weg naar jouw succes. We bieden je volop kansen in de wereld van assurance, tax, transaction en advisory. Ontdek ze op ey.nl/carriere

E&Y_210x297mm_potentials.indd 1 23-09-10 14:49