Foliolum Maart 2011

44
Foliolum JAARGANG XXIV EDITIE III MAART 2011 G.F.S.V. “PHARMACIAE SACRUMUNIVERSITAIR CENTRUM VOOR FARMACIE Prof. Dr. D.R.A. Uges Klinische Toxicologie Prof. dr. H. Vaarkamp De veterinaire Apotheek Drs. N. Schreuder Nucleair Apotheker Uitzonderlijke Farmacie

description

Maart editie van het foliolum

Transcript of Foliolum Maart 2011

  • FoliolumJaargang XXIV EdItIE III Maart 2011

    g.F.S.V. PharMacIaE SacruMunIVErSItaIr cEntruM Voor FarMacIE

    Prof. Dr. D.R.A. Uges

    Klinische Toxicologie

    Prof. dr. H. Vaarkamp

    De veterinaire Apotheek

    Drs. N. Schreuder

    Nucleair Apotheker

    Uitzonderlijke Farmacie

  • Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie

    Lid worden van de KNMPKwaliteit op de universiteitDe KNMP speelt een belangrijke rol bij het bewaken van de kwaliteit van het vak van apotheker, ook op jouw universiteit. Zo zetten wij ons in voor de erkenning van het specialisme openbare farmacie. Jouw opleiding wordt dus afgestemd op de wensen en eisen vanuit het veld en op de toekomst. Ook voor jou is de KNMP dus d vereniging die essentieel is bij invulling en uitvoering van het beroep van apotheker.

    Wat krijg je ervoor?Voor e 35,70 per jaar ben je kandidaatlid van de KNMP. Hieronder de voordelen van het KNMP kandidaatlidsmaatschap op een rijtje: Het Pharmaceutisch Weekblad elke week op de mat. Het onmisbare vakblad voor apothekers.

    KNMP Leden- en Apothekengids. Handige contactinformatie over alle apothekers en apotheken in Nederland Gratis nmalig het Informatorium Medicamentorum tijdens de studie. Gratis nmalig het FNA 2009 tijdens de studie. Standaarden voor Zelfzorg tegen een sterk gereduceerd tarief. Toegang tot alle informatie op www.knmp.nl Gratis toegang tot de KNMP Wetenschapsdag in het voorjaar en het KNMP Congres in het najaar.

    Word lidE-mail je gegevens naar: [email protected],o.v.v. aanvraag kandidaat-lidmaatschap.kijk op www.knmp.nl

    200570 A4 Advertentie kandidaatlidmaatschap 2010.indd 1 31-01-11 16:18

  • G.F.S.V. Pharmaciae Sacrum in samenwerking met het Universitair Centrum voor Farmacie

    aan de Rijksuniversiteit Groningen.

    FoliolumJaargang XXIV EdItIE III Maart 2011

    Copyright 2011 Redactiecommissie Foliolum Ex-libris der G.F.S.V. Pharmaciae Sacrum. Niets uit deze uit-gave mag worden vermenigvuldigd en /of openbaar gemaakt worden door middel van schrift, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de auteurs.

    En verder ...

    REDACTioNEElVoorwoordPraesespraatKiekje buutn Grunn Actueel

    FACUlTAiRPromovendiBacheloronderzoek belichtMasteronderzoek belichtStudent in het buitenland

    PHARMACiAE SACRUMAlumnusZiekenhuisfarmacieSymposiumBuitendagCulturele AvondExcursie HooghoudtABN AMRo WorkshopRanking FoliolumPuzzelpaginaBas & Sil

    RedactiecommissieThomas van der Woude

    Geert van der Werflisanne Geers

    Marrit AatenJeroen Schouten

    Merlijn van leent

    Ab-actiaatGeert van der Werf

    Westersingel 25A9718 CB Groningen

    tel: [email protected]

    DrukkerijSmeets & Hagenbeck

    oplage1250

    Foto voorpagina: Roel de locht

    45

    1820

    23262830

    33343536373839404242

    6 Klinische Toxicologie 9 VeTerinaire apoTheeK

    11 nucleair apoTheKer 15 Klinisch chemicus

  • 4Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    Beste lezer,

    Voor u ligt alweer de derde editie van het Foliolum die ik met mijn commissie heb mogen maken. Dit keer hebben we gekozen voor een thema dat zijn licht op onbekendere onderwerpen in de farmaceutische wereld werpt. Vaak gaat het over het apothekerschap en de industrie. Zij bieden welliswaar de grootste en wellicht belangrijkste toekoekomstper-spectieven voor studenten, maar farmacie is zoveel meer dan dat. Zorg is altijd belangrijk, ook op plaatsen waar we niet als eerst aan denken. En waar zorg is, is een apotheker nodig. Vandaar dat in dit nummer een aantal uitzonderlijke farmaceutische beroepen zullen worden belicht.

    Eerst is het woord aan prof. Uges die zal vertellen over klinische toxicologie, een vakgebied waar farmaceuten van oudsher deskundig in zijn maar tegenwoordig niet een voor de hand liggende carriere voor studenten farmacie. Vervolgens schrijft prof. Henk Vaarkamp over de veterinaire apotheek. Een klein vakgebied maar toch een waar farmaceuten benodigd zijn. in het artikel over het nucleair apothekerschap zal drs. Nanno Schreuder toelichten wat dit stralende beroep inhoud, en hoe je het kan worden. in het vierde en laatste artikel doen dr. De Vooght en Prof. van Solinge uit de doeken wat een klinische chemicus doet en welke opleiding je naast farmacie hier voor nodig hebt.

    Uiteraard zijn we voor de rubriek Kiekje buutn Grunn weer op pad geweest, dit maal naar het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht. Hier hebben Mees Vervelde en Debbie Janssen met ons gesproken over wat het inhoud om als apotheker bij Defensie te werken en wat je kan verwachten als je op uitzending gaat. Een zeer interessant beroep kan ik u vertellen!

    in de afgelopen maanden kende onze vereniging weer vele activiteiten. Zo heeft de Dies Natalis in december plaats-gevonden, en in dit nummer kunt u de verslagen teruglezen van dit mooie feest. Het symposium, de buitendag, en de culturele avond komen allen aan bod.

    ik wil u graag veel leesplezier wensen!

    Met vriendelijke groet, Namens de 24e redactiecommissie Ex-libris,

    Thomas van der Woudeh.t. praeses

    Ex-librisRedactiecommissie 2010-2011

    v.l.n.r. Merlijn, Thomas, Marrit, lisanne, Geert en Jeroen

  • 5Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    Geachte lezer,

    Het jaar 2011 is bewogen begonnen voor de studentenwereld. op 21 januari hadden meer dan tienduizend studenten geprotesteerd tegen de bezuinigingsplannen van kabinet Rutte-Verhagen in het Hoger onderwijs. Het is nog onzeker op welke termijn en onder welke voorwaarden de boete voor langstudeerders ingevoerd zal worden. De boete zal grote gevolgen hebben voor de universiteiten en voor het actieve studentenleven.

    Waar de student onzeker was over wat hem of haar te wachten staat, is er in januari voor apothekers een houvast gekomen voor de toekomst. De KNMP heeft het Witboek Farmacie uitgebracht. in het Witboek wordt de huidige positie van de apotheker in de gezondheidszorg en de positie van diezelfde apotheker in de toekomst beschreven. ook de middelen om dit te bereiken worden in het Witboek aangedragen. ik raad alle studenten aan om het Witboek te lezen, zodat ook zij een beeld krijgen van de plaats die zij later in zullen nemen in de gezondheidszorg.

    Dat er twijfel heerst om voor de openbare farmacie te kiezen is te merken aan de toegenomen nieuwsgierigheid naar andere vakgebieden binnen de farmacie. Waar het vroeger wellicht vanzelfsprekend was om openbaar apotheker te worden, kijken studenten tegenwoordig ook naar andere beroepsmogelijkheden. Het is nooit verkeerd om je breed te orinteren en ik vind het dan ook erg leuk dat de Redactiecommissie deze editie gewijd heeft aan Uitzonderlijke farmacie. Uiteindelijk zal iedereen een beroep vinden wat bij diegene past en met een diploma Farmacie of Farmaceu-tische Wetenschappen op zak heb je in ieder geval genoeg mogelijkheden. op maandag 7 maart zal Pharmaciae Sacrum een aantal van deze mogelijkheden aan de vijfde- en zesdejaars studenten kenbaar maken tijdens de Carriredag.

    Naast de Carriredag staan er meer leuke en leerzame activiteiten op de agenda de komende maanden, vergeet daarom niet de agenda te checken! ook wordt er in deze editie van het Foliolum aandacht geschonken aan diverse activiteiten diewe alweer achter de rug hebben. ik hoop ook de komende tijd weer veel P.S.-ers op diverse activiteiten te mogen begroeten.

    Afsluitend wens ik u allen veel leesplezier toe met wederom een mooie editie van het Foliolum!

    Met vriendelijke groet,namens het 129e bestuur der G.F.S.V. Pharmaciae Sacrum,

    Gwenny Verstappenh.t. praeses

    VerstappenPraeses der G.F.S.V. Pharmaciae Sacrum

    v.l.n.r. Evianne, Emma, Gwenny, Sjoerd en len

  • 6Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    e

    Klinische toxicologie

    Prof. dr. D.R.A. Uges

    en klinisch toxicoloog is iemand die zich bezig houdt met een deel, of alle aspecten, van humane vergif-

    tigingen en patinten die mogelijk vergiftigd zijn in een kliniek of zorginstelling. omdat een vergiftiging ook plaats kan vinden buiten het ziekenhuis kan men de klinische toxicologie in breder verband zien. Zo zal het geven van informatie over vergiftigingen aan (para-) medici in en buiten een zorginstelling (bv huisartsen) hier onder kunnen vallen. Alle gebieden die met de toxicologie te maken hebben (zoals veterinair, milieu, farmaceutisch, forensisch, industrieel) kunnen uiteindelijk wel leiden tot de vergif-tiging van een mens, die in ernstige gevallen als patint in een ziekenhuis terecht kan komen. Deze gebieden van de toxicologie worden normaliter niet berekend tot de

    klinische toxicologie. We moeten ons wel realiseren dat patinten die in een ziekenhuis komen met een moge-lijke of vermoedelijke diagnose intoxicatie helemaal niet vergiftigd hoeven te zijn. Voorbeelden hiervan zijn meningitis, overgevoeligheidsreacties, endogene ziekten of virale infecties. Deze patinten kunnen toch binnen het aandachtsgebied van de klinisch toxicoloog blijven vallen, zolang de vermoedelijke diagnose van een intoxicatie niet wordt verlaten. Bij een onopgemerkte vergiftiging, door een geraffineerde vorm van het syndroom van Mnchhausen, kan het tegenovergestelde het geval zijn.

    oorzaKen Van ToxicologieDe mogelijke oorzaken van een klinische intoxicatie zijn in te delen in 1) accidentele, 2) intentionele, 3) iatrogene (zie figuur 1) 4) andere vergiftigingen. onder de acciden-tele intoxicaties kunnen we denken aan ongelukken in huis zoals koolmonoxide door een kapotte kachel, of bij snoepende kinderen, op de werkplek, in de landbouw of industrie. Bij intentionele intoxicaties denken we aan tentamen sucide, het syndroom van Mnchhausen, kindermishandeling, homicide (moord) ,drug facillitated crimes (aanranding) en euthanasie. Dit kan liggen op het grensgebied van de klinische en de forensische (ge- rechtelijke) toxicologie. De iatrogene intoxicatie is vooral het gebied van de ziekenhuisapotheker. Dit zijn vergif- tigingen die voortkomen uit het behandelen van pa- tinten met geneesmiddelen. De oorzaak kunnen fouten zijn in de dosering door verwisseling, foute diagnose, verkeerde eenheid, verdunningsfout, foute berekening, orgaanfalen, interacties en andere oorzaken op het gebied van de patintveiligheid. Hierbij ziet men een geleidelijke overgang van therapeutic drug monitoring (bepaling van

    geneesmiddel bloedconcentratie met doseringsadvies) naar klinische vergiftigingen. De vierde categorie is een diverse groep, veroorzaakt door bijvoorbeeld verslaving, onwetendheid, experimenteren (paddenstoelen, kruiden) en zelfmedicatie. Vaak staat misbruik van alcohol en drugs hierbij centraal. Afhankelijk van de gewenning, de genomen risicos en het klinisch beeld kan dit tot het terrein van de klinisch of de forensisch toxicoloog worden gerekend.

    Klinische toxicologie vereist inzicht in epidemiologie, klinisch beeld, normale en afwijkende lichaamsfuncties, bio-analyse, farmacokinetiek en toxicokinetiek, risico, inschatting en behandeling. Vooral creativiteit (maar ook

    humor), verbanden kunnen leggen, kennis en ervaring zijn belangrijk. Gezien de breedte van het vak, het grote aantal verschillende vergiftigingen, de steeds veranderende trends en stoffen, de analytische en kinetische aspecten, inzicht in de acute geneeskunde en de intensieve zorg, kan niemand meer de hele klinische toxicologie op het vereiste niveau overzien. Klinische intoxicaties komen niet zo veel voor om voldoende mensen genoeg kennis en ervaring op te laten bouwen. Aan de andere kant komen deze wel onverwacht in aantal, ernst en vorm voor, verdeeld over 7 dagen per week, 24 uur per dag. Het is duidelijk dat een klinisch toxicoloog daarnaast meestal een ander hoofdvak of functie heeft, zoals zieken-huisapotheker, SEH-arts, intensive care geneeskundig specialist, internist, klinisch farmacoloog of arts met erva-ring op het gebied van vergiftigingen informatie en behan-deling.

    Figuur 1: Gevolg van een iatrogene intoxicatie: Verkeerd intraveneus toedienen van geneesmiddel

    Wil je als farmaceut klinisch toxicoloog worden, dan kun je het beste eerst ziekenhuisapotheker of klinisch chemicus trachten te worden

  • Uitzonderlijke Farmacie

    7

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    opleiding Van oudsher zijn apothekers deskundigen in de toxico-logie. Volgens de Wet van Thorbecke moet iedere apotheker geschoold zijn in de toxicologie. Voor en net na de Tweede Wereldoorlog hadden alle openbare apothekers een labo-ratorium waar, in die tijd, toxicologische analyses werden uitgevoerd.

    De nadruk lag op zware metalen en koolmonoxide. Bij de verdere ontwikkeling van de ziekenhuisfarmacie werd de ziekenhuisapotheker steeds meer gezien als algemeen klinisch toxicoloog. Prof. dr. T. Huizinga van het APSAZ (nu UMCG) bepaalde al zware metalen, salicylaat, alcohol, sommige drugs en barbituraten in bloed of urine. De introductie van de dunnelaag- en gaschromatografie, de farmacokinetiek en later door ondergetekende de intro-ductie van de vloeistofchromatografie in de Nederlandse ziekenhuizen, hebben een enorme ontwikkeling op het gebied van de klinische toxicologie betekend. De internist- klinisch toxicoloog Prof. dr. A.N.P. van Heijst, Prof. dr. Jan Meulenbelt en de ziekenhuisapotheker-toxicoloog Aalt van Dijk hebben een zeer belangrijke rol gespeeld in de nationale en internationale vereniging van Poison Control Centra (Vergiftiging informatie Centra). Al meer dan 25 jaar moet iedere Nederlandse ziekenhuisapotheker in oplei-

    ding een theoretische en praktische cursus klinische toxi-cologie in de ziekenhuisapotheek van het UMC Groningen volgen onder leiding van Prof. D.R.A. Uges. in tegenstelling tot de ziekenhuisapothekers, waren slechts enkele klinisch chemici genteresseerd en actief in de klinische toxico-logie, met als bekende cordinator emeritus hoogleraar dr. Freek de Wolf in leiden.De Nederlandse Vereniging Toxicologie (NVT) is bevoegd om mensen op te leiden en te erkennen als toxicoloog onderzoeker of toegepast toxicoloog. Deze opleiding is langdurig en duur. Zo moet men, om klinisch toxicoloog te worden, 9 verplichte modules in de diverse onderdelen van de toxicologie volgen en 3 modules vrij te kiezen om toege-past toxicoloog te worden. Elke module kost ca 1500 tot 2500 en duurt telkens 2 weken. Men moet beschikken over aantoonbare brede ervaring van ten minste vier jaar naar het oordeel van de Registratiecommissie Toxicologie, op ten minste twee van de tien aandachtsgebieden van de toegepaste toxicologie, waaronder klinische toxicologie. Daarnaast moet of een promotie of een onderzoek worden afgerond met een toxicologisch onderwerp, zie: www.toxicologie.nl. in de praktijk blijkt dat de laatste decennia geen enkele ziekenhuisapotheker, klinisch chemicus of internist is opgeleid tot algemeen of toegepast toxicoloog.

    De voorkeur van de ziekenhuisapothekers en internisten gaat uit naar een erkenning als klinisch - farmacoloog. Deze laatste aantekening heeft ook een beperkte klinisch toxicologie module. Voor diverse functies zoals zitting nemen in een Medisch Ethische Toetsing Commissie, het doen van onderzoek of bij geneesmiddel trials bij pa- tinten en vrijwilligers is deze laatste aantekening vereist in tegenstelling tot die van (klinisch) toxicoloog.

    Wil je als farmaceut klinisch toxicoloog worden, dan kun je het beste eerst ziekenhuisapotheker of klinisch chemicus trachten te worden. Dan moet je ervoor zorgen dat je ziekenhuis je in staat stelt om de opleiding tot toxicoloog te laten volgen. De vraag bestaat, dat als je je hoofdzakelijk met klinische toxicologie bezig houdt in een ziekenhuis(apotheek)laboratorium en je artikelen hebt geschreven over klinisch toxicologische onderwerpen je, je geen klinisch toxicoloog mag noemen. om algemeen toxicologisch onderzoeker te worden, raad ik je aan een baan te aanvaarden in een functie waarbij de werkgever er belang bij heeft dat je de opleiding tot toxicoloog volgt en de kosten en tijd voor je vergoedt, zoals bij Shell, RiVM of in een chemische industrie in ons land.

    Figuur 2: Toxicologie is een oud vak, Socrates 399 vChr. drinkt de gif-beker leeg.

    prof. dr. d.r.a. ugesDonald R.A. Uges (Arnhem 1947); 1965 farmacie aan de R.U.Groningen; 1971 Doctoraal in de W&N (Hemo-dialyse van patinten met metaalvergiftigingen); 1973 apothekersexamen; 1973 Eerste luitenantapotheker, Militair Hospitaal Utrecht; 1976 geregistreerd zieken-huisapotheker en hoofd laboratorium toxicologie en geneesmiddelanalyse, ziekenhuisapotheek AZG;1981 bedigd als vast gerechtelijk deskundige; 1982 gepromoveerd in de W&N aan RuG (4-Aminopyridine, Clinical Pharmaceutical, Pharmacological and Toxico-logical Aspects). 1988 Aantekeningen van toxicolo-gisch onderzoeker (Eurotox 1998); 1993 geregistreerd klinisch farmacoloog, 1990 forensic examiner (DABFE). Uges doceert toxicologie en analyse (vanaf 1976 Farmacie RuG) criminalistiek aan de Juridische Facul-teit (vanaf 1988), forensische geneeskunde (vanaf 1990 AZG / UMCG). 1997 Parttime gewoon hoogleraar in de klinische en forensische toxicologie (1997); geeft regelmatig gastcolleges en lezingen in heel Nederland. Uges heeft een groot aantal peer reviewed publicaties; auteur het eerste hoofdstuk in Clarkes, isolation and identification of Drugs. Hij zit als toxicoloog farmaco-loog in de Advisory Boards; is lid van diverse nationale en internationale wetenschappelijke verenigingen, commissies en expert groepen; regional representative of The international Association of Forensic toxicology. 2003 The irving Sunshine Award in Clinical Toxicology of de international Association for Therapeutic Drug Monitoring & Clinical Toxicology. 2007 Erelid van de KNPSV.Hij is opleider van de aantekening klinisch farmaco-loog en van toxicoloog en plv opleider ziekenhuis-apotheker. in 2000 werd hij benoemd tot Ridder in de orde van oranje Nassau. Hij is getrouwd, heeft 3 kinderen en 3 kleinkinderen.

  • Investeren In een betere kwalIteIt van leven

    Where patients come firstPostbus 581, 2003 PC Haarlem telefoon: 023 - 515 31 53 Fax: 023 - 514 80 00

    voor meer informatie: www.msd.nl

    Passie voor innovatie. Omdat een nieuw medicijn

    het verschil kan maken in het leven van een

    patint. Dat is al meer dan 100 jaar de drijfveer

    van MSD. Met als resultaat een indrukwekkende

    reeks van medicijnen en vaccins.

    Ons werk is nooit af. Omdat innovatie niet stopt.

    En omdat we iedere dag werken aan programmas

    om onze medicijnen overal ter wereld bij de

    mensen te krijgen die ze nodig hebben.

    Het resultaat van jaren succesvol onderzoek:

    Baanbrekende medicijnen tegen HIV/AIDS, astma, hart- en vaatziekten en diabetes

    Het eerste vaccin tegen de belangrijkste verwekkers van baarmoederhalskanker

    Effectieve bestrijding van rivierblindheid in Afrika en Latijns-Amerika

    Toekomstige nieuwe medicijnen voor de behandeling van kanker en alzheimer

    MSD_CorpAdv_A4_'08.indd 1 11-05-2009 09:52:54

  • 9Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    a

    Investeren In een betere kwalIteIt van leven

    Where patients come firstPostbus 581, 2003 PC Haarlem telefoon: 023 - 515 31 53 Fax: 023 - 514 80 00

    voor meer informatie: www.msd.nl

    Passie voor innovatie. Omdat een nieuw medicijn

    het verschil kan maken in het leven van een

    patint. Dat is al meer dan 100 jaar de drijfveer

    van MSD. Met als resultaat een indrukwekkende

    reeks van medicijnen en vaccins.

    Ons werk is nooit af. Omdat innovatie niet stopt.

    En omdat we iedere dag werken aan programmas

    om onze medicijnen overal ter wereld bij de

    mensen te krijgen die ze nodig hebben.

    Het resultaat van jaren succesvol onderzoek:

    Baanbrekende medicijnen tegen HIV/AIDS, astma, hart- en vaatziekten en diabetes

    Het eerste vaccin tegen de belangrijkste verwekkers van baarmoederhalskanker

    Effectieve bestrijding van rivierblindheid in Afrika en Latijns-Amerika

    Toekomstige nieuwe medicijnen voor de behandeling van kanker en alzheimer

    MSD_CorpAdv_A4_'08.indd 1 11-05-2009 09:52:54

    De veterinaire apotheekEen niche voor apothekers?

    Prof. dr. Henk Vaarkamp

    pothekers waken over de geneesmiddelenvoorzie-ning van mensen. Zodra een behandelend arts of

    medisch specialist een medicatie voorstelt en de patint is akkoord, wordt meestal een recept geschreven en wordt de apotheker ingeschakeld. Een uitzondering op de regel is de enkele apotheekhoudende huisarts, die meteen zelf de geneesmiddelen verstrekt. Dit is gesneden koek voor farmaciestudenten.

    in de diergeneeskunde is de dierenarts echter altijd apotheekhoudend en bestaan geen pure veterinaire apotheken, behalve op de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Daar werken drie (vrouwelijke) apothekers, die de scepter zwaaien over de apotheek als diergeneesmiddelen distributiestation. De faculteit kent twee academische ziekenhuizen, namelijk n voor paarden en n voor gezelschapsdieren. Deze klinieken hebben net zoals in de gewone mensenziekenhuizen hun eigen specialismen en specialisten en daar worden even-eens recepten geschreven en natuurlijk dieren behandeld die opgenomen zijn. onderschat de complexiteit van deze materie niet! Waar de artsen slechts twee soorten patinten kennen (vrouw en man) worden dierenartsen geconfronteerd met tien-tallen diersoorten. in de paardenkliniek is dat trouwens niet waar, maar onder paarden zitten toch ook de meest uiteenlopende types, van vurige, gevaarlijke dekhengsten, tot stokoude miniponys. Bij de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren is het scala echt enorm. Natuurlijk zijn er veel honden en katten, maar daarnaast is er een reeks aan minder vaak voorkomende dieren die als patint aangeboden, behandeld en verpleegd worden. De zgn. exoten nemen in aantal en variatie elk jaar toe.

    in Nederland wonen 16 miljoen mensen, maar die hebben meerdere miljoenen gezelschapsdieren. Tevens bestaat een enorme voedselindustrie waarin dieren een centrale rol spelen vanwege hun producten (melk, vlees, eieren etc.). Sport- en recreatiedieren vormen ook een indrukwek-

    kend geheel en het gevolg van dit alles is dat ruim duizend dierenartsenpraktijken in Nederland bestaan. ieder dier heeft een eigen dierenarts en wachtlijsten bestaan niet, want anders dan in de geneeskunde speelt verzekering nog amper een rol. De eigenaar van het dier zoekt en vindt een bij hem passende dierenartsenpraktijk en rekent zelf direct af. ook een groot verschil: de beslisser is niet de patint, maar de eigenaar van de patint.

    Diergeneesmiddelen zijn bijna altijd een afgeleide van geneesmiddelen. Voor dat een diergeneesmiddel op de markt mag zijn moet het door de overheid (meer speciaal: het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, het CBG) goedgekeurd worden, wat in het vak geregistreerd zijn heet. Je herkent een geregistreerd diergeneesmiddel aan de term REG Nl 1234, waarbij in plaats van 1234 een ander getal kan staan. Er zijn in Nederland ruim 2.000 dierge-neesmiddelen geregistreerd, waarbij vanzelfsprekend een economische drijfveer bestaat. Middelen voor veelvoorko-mende aandoeningen bij veelvoorkomende diersoorten komen in vele soorten voor. Middelen ter bestrijding van longontsteking bij varkens bijvoorbeeld zijn er te kust en te keur. Zodra het om minder voorkomende aandoeningen en minder bekende diersoorten gaat wordt het anders. Dan is er al gauw niets meer voorhanden en moet de dieren-arts een oplossing zoeken in off label use. Er bestaat een wettelijke beslisboom ( de zgn. cascade) om in geval van MUMS (= minor use, minor species) tot een verantwoorde medicatie te komen.

    Wat geld betreft is de omzet in diergeneesmiddelen minder dan tien procent van de omzet in geneesmiddelen, en die verdeling geldt overal ter wereld. Wat verdeling van de aard van de gebruikte diergeneesmiddelen aangaat kan gesteld worden dat grofweg een kwart vaccins is, een kwart antimi-crobile middelen, een kwart antiparasitaire middelen en dat het laatste kwart de rest omvat.

    Prof. dr. Henk Vaarkamp (60) is dierenarts. Eerst heeft hij 13 jaar de praktijk uitgeoefend, daarna is hij 13 jaar lang direc-teur geweest van de dierenartsencoperatie AUV (Ad Usum Veterinarium) en sinds 2001 is hij hoogleraar Veterinaire Apotheek aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universi-teit Utrecht. Hij is o.a. lid van de Management Board van de European Medicines Agency in londen.

  • Uitzonderlijke Farmacie

    10

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    Tot enkele decennia geleden maakte de dierenarts in de praktijk zelf de medicijnen voor zijn patinten. Met de komst van kant-en-klare producten van de farmaceutische industrie is het zelf fabriceren gaandeweg minder geworden en inmiddels zelfs nagenoeg verboden. Dit raakt vooral de diergeneeskunde van voedselproducerende dieren. immers, zodra een dier behandeld is met een diergenees-middel bestaat de kans dat deze stof of de metabolieten ervan in bijvoorbeeld de melk verschijnen. Bij de eerder genoemde registratie van diergeneesmiddelen komt dus een duchtig hoofdstuk residuanalyse te pas. Voor elke farmacologisch actieve stof die in een diergeneesmiddel zit moet een zgn. maximale residulimiet (MRl) vastgesteld zijn. Alleen dan kan een medicijn met dat middel getoetst worden ten aanzien van de tijd die moet verstrijken na de laatste toediening van het middel alvorens de melk weer geschikt is voor consumptie. Deze termijn heet in de diergeneeskunde de wachttijd. Bij gezelschapsdieren-medicatie speelt deze kwestie natuurlijk geen rol, maar paarden vormen een typische tussengroep. in de Europese wetgeving geldt een paard als een dier dat geslacht mag worden. in heel wat landen (ook in Nederland) bestaan nog paardenslagers. Daarom is besloten om paarden een paspoort toe te kennen waarin vastgelegd moet worden of dat dier wel of niet geconsumeerd gaat worden. Zo niet dan is er geen zorg over de wachttijd en is een veel groter arsenaal aan diergeneesmiddelen beschikbaar om het dier te behandelen. Als het paard daarentegen wel in de consumptie terecht kan komen zijn er allerlei restricties. op zichzelf zijn er niet heel veel paardenmiddelen gere-gistreerd, maar er is een zgn. horse list met daarop wat medicijnen die na gebruik een algemene wachttijd van een half jaar opleveren. Niet dat daar nu zo heel veel gebruik van gemaakt wordt, maar toch. Wanneer een paard in de Universiteitskliniek voor Paarden in Utrecht onder narcose gebracht worden moet in het paspoort de optie van moge-lijke consumptie al doorgehaald worden.

    Gezelschapsdierenartsen zijn degenen die het vaakst een apotheker nodig hebben voor een vorm van magistrale bereiding in het kader van de cascade. Het komt nogal eens voor dat er een goede band bestaat tussen een plaat-selijke dierenartsenpraktijk en een plaatselijke apotheek. Niet dat er dan dagelijkse vraag is, maar wel maandelijks, om een idee van de frequentie te geven.

    Het is bekend dat in Nederland nogal wat resistentie tegen antibiotica bestaat. De eerste wet om resistentievorming tegen te gaan is het verminderen van blootstelling. Minder antibiotica gebruiken dus. De Nederlandse dierenartsen hadden eerder dan de artsen hun antibioticabeleid, waarin o.a. formularia opgeld doen. Desalniettemin is het antibioticumgebruik bij dieren in Nederland steeds maar toegenomen tot 2009. Dit heeft ertoe geleid dat de vorige minister van landbouw aan het bureau Berenschot de opdracht heeft gegeven om na te gaan of de ontwikke-ling van genoemde resistentie er gebaat bij zou zijn als de dierenartsen niet langer zelf gerechtigd zouden zijn om de medicijnen ook af te leveren aan de diereigenaren. Deze medicijnleveranties zijn immers een bron van inkomsten voor de dierenartsen en wie weet benvloedt dat gegeven hun voorschrijfgedrag. Na ampele overwegingen en veel onderzoek heeft Berenschot eind 2009 de minister gead-

    viseerd dat zulks de zaak niet oplossen zal. intussen werken de betrokken veehouders, dierenartsen, maar ook veevoerleveranciers, huisvestingsdeskundigen en genetici aan de oplossing, die overigens net zo min simpel is als nduidig. in de discussies die de overheid voert met de betrokken sectoren spelen apothekers ook een rol. Een prominent voorbeeld is het monitoren van geneesmid-delgebruik met behulp van dagdoseringen, wat intussen staand beleid is in de diergeneeskunde. in de enkele veterinair-farmaceutische fabrieken die in Nederland nog diergeneesmiddelen produceren zijn vaak industrieapothekers werkzaam, en zelfs een enkele zieken-huisapotheker. Het gaat beslist niet om forse aantallen, maar wel om gedreven vaklui die inderdaad een geheel eigen niche te pakken hebben.

    Hoe langer je als apotheker nadenkt over dieren en dier-geneesmiddelen des te meer word je gefrappeerd door de verschillen met mensenmedicijnen. Capsules met genees-middel voor een koeienbaarmoeder waaruit de nageboorte nog niet goed verdwenen is, zijn van een omvang die menigeen doet kokhalzen. om dezelfde koe een antipa-rasitaire bolus in te geven is een apparaat nodig met een lengte van bijna een meter, waarbij een koe nooit vrijwillig zich dat ding in de keel laat stoppen. Dat vergt fixatie van de kop door slim de tong te pakken met een handdoek, wat mogelijk is omdat de koe tussen haar voortanden en kiezen een tandeloze rand heeft waar je hand doorheen kan zonder dat die meteen verpletterd wordt. Vervolgens wordt de tong tussen de kiezen getrokken, wat lukt als je het palatum durum van de koe stimuleert met een nagel-rand: de koe doet haar muil dan open als reflex. Nu is het zaak om de pillenschieter soepel in te laten slikken en de bolus zo een meter staartwaarts in de voormagen te doen belanden. intussen probeert de koe natuurlijk om de welwillende dierenarts van zich af te smijten. Echt vrouwen-werk dus en daarom is het goed dat 87% van de studenten diergeneeskunde vrouw is. Honden kunnen ziet zweten, behalve via hun tong en een heel klein beetje via hun voetzolen. Wat betekent dat als een hond die op de ampi-cilline staat in een kleinbehuisd gezin met alle kinderen echt meeleeft? Die vaak in bed mag slapen? Medicatie van dieren heeft vreemde bijverschijnselen.Toen ik vele jaren geleden met geestdriftige apothekers werd geconfronteerd vertelden zij mij het doel van hun vak: om aan de juiste persoon het juiste middel met de juiste waarschuwingen en de juiste instructies mee tegeven. Juist, juist, juist en nog eens juist. Wat bij mensen zo goed en logisch is vergt bij dieren een grote kennis van allerlei technische details die de medicatie grondig kunnen benvloeden. Mijn opvat-ting is dus dat het vak van veterinaire apotheker niet op grote schaal zal voorkomen, maar beperkt blijft tot de echte dierenkenners die tevens een apotheek hebben in de buurt van een moderne dierenartsenpraktijk. En natuurlijk op de faculteit Diergeneeskunde waar onderwijs, onderzoek en patintenzorg op een speciale manier alle drie aan de orde komen. Een echte niche dus voor apothekers en een heel interessante, voor de liefhebber.

    Dat vergt fixatie van de kop door slim de tong te pakken met een handdoek

  • 11

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    Nucleair apotheker

    Een stralend beroep!

    drs. N. Schreuder, GE Healthcare Radiofarmaca apotheek Zwolle

    oor het doen van nucleair geneeskundige onder-zoeken en behandelingen worden radioactieve

    geneesmiddelen gebruikt. Deze zogeheten radiofarmaca kunnen worden geleverd door een radiofarmaceutische afdeling of radiofarmaca apotheek. Radiofarmacie is een vakgebied waarbij kennis van veel disciplines vereist is. Zo moet de nucleair apotheker kennis hebben op het gebied van klinische fysica, nucleaire geneeskunde, radiochemie, hematologie en stralingshygine. Deze kennis komt goed van pas bij de verschillende taken van dit relatief nieuwe vakgebied.

    inleidingAls nucleair apotheker ben ik verantwoordelijk voor de diverse aspecten van de bereiding en levering van radiofarmaca. Zelf heb ik mijn studie farmacie gevolgd in

    Groningen. ik kan me nog goed herinneren dat met name analytische vakken en het aseptisch bereiden mij erg interesseerden. Met name het praktisch bezig zijn sprak mij aan. ik volgde een korte introductie stralingshygine bij Dr. Cor Grol. Mijn bijvak in het kader van specialisatie bioanalyse en toxicologie deed ik bij de afdeling massa-spectrometrie bij Dr. Andries Bruins. Na het behalen van mijn apothekersdiploma ben ik als openbaar apotheker gaan werken. Hier was ik onder andere verantwoordelijk voor bereidingen van vier apotheken. op zoek naar een nieuwe uitdaging op het gebied van bereidingen heb ik gereageerd op een vacature voor het opstarten van radio-farmaca apotheken in Nederland. Destijds bij een Engels bedrijf genaamd Amersham Health.

    opleiding ToT nucleair apoTheKer Samen met drie collegas ben ik begonnen met het oprichten van centrale radiofarmacies in Nederland. Wereldwijd waren er al een aantal van deze specialisti-sche apotheken. Met name in de Verenigde Staten. Hier is dan ook al veel ervaring op dit vakgebied. Het was dan ook logisch dat wij met de collegas een opleiding gingen volgen in de Verenigde Staten. in de Verenigde Staten zijn er verschillende opleidingen tot nucleair apotheker. En van de bekendste wordt gegeven aan de Purdue Universi-teit in West lafayette (indiana).

    purdueDeze opleiding bestaat uit een theoretisch deel en een praktisch deel. Het theoretisch deel is zelfstudie met online lezingen. Aan bod komen onderwerpen zoals: stralingsfysica, stralingsbescherming, apparatuur, radio-farmaca, kwaliteitscontrole, stralingsbiologie en klinische vraagstukken.

    Deze lezingen worden afgesloten met een examen. Alle examens dienen voldoende te worden gescoord, voordat men door kan naar het praktische deel. Voor het praktische deel reisden wij af naar West lafayette. Gedurende twee weken werd er een intensief rooster afgewerkt met lezingen afgewisseld met practica. Tijdens deze practica hebben wij zelf een groot aantal verschillende producten gemaakt. Daarnaast hebben wij diverse testen met apparatuur uitge-voerd en kwaliteitscontroles gedaan. Een apart onderdeel was het zelf maken van radioactieve capsules. Hiervoor wordt op een bijzondere manier n capsule per keer bereid, door de radioactieve inhoud in een kleine capsule met vulmiddel te spuiten. Vervolgens wordt deze kleine capsule weer op een bepaalde manier in een capsule met

    Het is vier uur in de ochtend als de eerste apothe-kersassistenten en chauffeurs bij de radiofarmaca apotheek in Zwolle aankomen. Zij starten hun dag met een sterke bak koffie en gaan daarna aan de slag met hun werkzaamheden. Als eerste wordt de stralings-apparatuur gecontroleerd met radioactieve bronnen. Vervolgens wordt de nachtkluis geopend en worden de radioactieve grondstoffen, welke s nachts zijn afgeleverd, gecontroleerd en binnengehaald. Gecon-centreerd beginnen de apothekersassistenten aan het bereiden van de eerste radioactieve geneesmiddelen. op het programma staan bereidingen voor 200 pa- tinten. om vijf uur zijn de eerste producten klaar en kan worden begonnen met de kwaliteitscontrole van deze producten. De voorlopige vrijgifte van de producten is het signaal voor de chauffeurs om de producten te verpakken in met lood afgeschermde verpakkingen. Zeven speciaal uitgeruste autos vertrekken tussen half zes en zeven uur met de radio-actieve geneesmiddelen. De eindbestemming is een van de 20 nucleaire afdelingen van ziekenhuizen in Noord Nederland.

    V

  • Uitzonderlijke Farmacie

    12

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    een grotere maat verpakt.

    Natuurlijk was er ook tijd om de andere cursisten en de cursusleiding goed te leren kennen. Van dit opgedane netwerk maak ik nog vaak gebruik wanneer ik met speciale vragen zit.

    sTagein de Verenigde Staten heb ik twee stages gelopen. Een van de stages was in de radiofarmaca apotheek in Phoenix. Hier heb ik twee weken meegekeken. Er werd hier bereid voor 700 patinten per dag. Dit is een grote radiofarmaca apotheek. Het bijzondere in de V.S. is dat het bereiden hoofdzakelijk door de nucleair apothekers zelf gedaan wordt. Er werkten dan ook acht apothekers in Phoenix. Zij draaiden zware diensten van soms wel twaalf uur. Tussen-door hielden zij vaak een hazenslaapje op een grote bank in de kantine!

    sTralingsdesKundige niVeau 3Naast de opleiding tot nucleair apotheker heb ik in Nederland de opleiding tot Stralingsdeskundige niveau 3 gevolgd. Deze heb je nodig om leiding te mogen geven aan een faciliteit waar met radioactiviteit gewerkt wordt. Deze opleiding kun je volgen in verschillende plaatsen, en wordt afgesloten met een pittig examen. ik heb deze gevolgd in Rotterdam en Delft.

    nucleaire farmacieNucleaire farmacie houdt zich bezig met de productie en distributie van radiofarmaca. Radiofarmaca zijn genees-middelen welke radioactiviteit naar een bepaald doelor-gaan brengen. Vaak worden deze radiofarmaca samenge-steld uit een koude chemische verbinding welke wordt gekoppeld met een radioactief isotoop. De chemische verbinding is essentieel om het radioactief isotoop op de juiste plek in het lichaam te krijgen. Een groot deel van de radiofarmaca wordt gebruikt voor de diagnostiek. Dit wordt mogelijk gemaakt doordat de isotopen straling uitzenden die kan worden opgevangen door specifieke apparatuur. Deze apparatuur, zoals bijvoorbeeld Single Photon Emis-sion Computed Tomografie (SPECT) en PET/CT kan de stra-ling omzetten in plaatjes.

    De plaatjes worden ook wel scintigrammen genoemd. De nucleair geneeskundige beoordeelt de scintigrammen en kan vervolgens iets zeggen over fysiologische processen of de functie van een te beoordelen orgaan. Er zijn ook een aantal radiofarmaca welke voor therapie worden gebruikt. Deze radiofarmaca zenden straling uit die weefsel kapot straalt. Het meest bekende voorbeeld zijn de radioactieve jodium capsules. Deze stralen een deel van de schildklier weg en kunnen zo bijvoorbeeld hyperthyrodie genezen.

    Een belangrijk aspect bij radiofarmaca is het radioactieve aspect. Binnen de nucleaire farmacie wordt een hoeveel-heid van een bepaald product niet uitgedrukt in milli-grammen maar in mega-becquerel (MBq). De activiteit zal in de tijd afnemen. Elke radioisotoop heeft zijn eigen

    halfwaardetijd. Het meest bekende radioisotoop is Techne-tium 99m (Tc-99m) met een halfwaarde tijd van 6 uur. Dit betekent dat na 6 uur nog maar de helft van je product over is. Dit verklaart ook dat radiofarmaca elke dag weer vers bereid moeten worden. En aangezien patinten voor de onderzoeken worden ingepland vanaf 08:00 wordt er vroeg in de ochtend gestart om de radiofarmaca te bereiden.

    TaKen Van de nucleair apoTheKerDe taken van een nucleair apotheker zijn in grote lijnen vergelijkbaar met dat van een traditionele apotheker. Er is natuurlijk de eindverantwoordelijkheid voor inkoop, bereiding, Good Manufacturing Practise (GMP), kwali-teitscontrole en distributie van geneesmiddelen. Wat dit beroep speciaal maakt, is natuurlijk dat de meeste geneesmiddelen waarmee ik te maken heb radioactief zijn. De nucleair apotheker is eindverantwoordelijk voor het bestellen en controleren van radioactief materiaal. om te bepalen hoeveel activiteit je nodig hebt, dient de nucleair apotheker kennis te hebben van de berekeningen welke horen bij het verval in de tijd van het radioisotoop. Bij de bereiding van de radioactieve geneesmiddelen wordt in veel gevallen uitgegaan van het radioactieve Tc-99m pertechnetaat. Tc-99m pertechnetaat wordt dagelijks verkregen uit Molybdeengeneratoren. Aangezien er meer-dere generatoren in de radiofarmaca apotheken aanwezig zijn, dient de nucleair apotheker verstand te hebben van de werking van generatoren en ook hier weer de vaak ingewikkelde berekeningen van verval te kennen. Je wilt immers de juiste hoeveelheid activiteit van de juiste gene-

    Vandaag is het een zenuwslopende dag voor een van de patinten voor wie de radiofarmaca apotheek het product F-18 Fluorodeoxyglucose (FDG) heeft geleverd. Patint Paul is onderwijzer en 35 jaar oud. Hij staat nog midden in het leven. Een tijd geleden is bij hem colon kanker geconstateerd. Vandaag zal hij een Positron Emmissie Tomografie / Computed Tomografie (PET/CT) scan ondergaan om de tumor in kaart te brengen en om te kijken of er uitzaaiingen zijn. Voor het onderzoek heeft Paul nuchter moeten verschijnen. Na injectie van het radiofarmacon moet Paul nog een uur wachten voordat het F-18 FDG volledig over het lichaam is verdeeld. De scan duurt 30 minuten. Een paar dagen later zal Paul de uitslag van zijn behandelend arts krijgen. De colon kanker is niet uitgezaaid en operatie is goed mogelijk. Met behulp van de verkregen beelden kan de chirurg precies zien welke vaten betrokken zijn bij de tumor en kan de tumor nauwkeurig verwijderen.

  • Uitzonderlijke Farmacie

    13

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    rator verkrijgen.

    om de medewerkers en de omgeving te beschermen dienen nucleair apothekers kennis te hebben van stra-lingshyginische aspecten. Zo wordt er in de radiofarmaca apotheek veel met loodafscherming gewerkt. Radioactieve producten worden opgeslagen in loden afschermingen en handelingen worden gedaan met loden spuitafscherming achter loodglas. Dit lood geeft een bescherming tegen de meest voorkomende straling. Daarnaast wordt er met tangen gewerkt. Dit dient om afstand te houden tot de radioactieve bron. Zowel de medewerkers als de omgeving worden continu in de gaten gehouden.

    De nucleair apotheker heeft natuurlijk ook veel kennis van de radiofarmaca en de toepassingen. Vanuit de radiofar-maca apotheek kunnen ongeveer 50 verschillende radio-farmaca geleverd worden. Veel van deze radiofarmaca zijn beschikbaar als kit. Het voor toediening gereed maken van de radiofarmaca vindt plaats in speciaal daarvoor uitgeruste veiligheidswerkkasten. Aangezien de meeste producten in spuit voor intraveneuze toediening zijn, dient dit aseptisch te gebeuren. Vandaar dat ook kennis op het gebied van microbiologie van belang is. Elk product dat wordt bereid, dient ook te worden getest voordat het kan worden vrijgegeven. Zo wordt met behulp van chromato-grafietesten de radiochemische zuiverheid van het eind-product bepaald. Hier komt een stuk van opgedane kennis op analytisch gebied goed van pas.

    Alle patintendoses in spuit worden in de bereidings-ruimten in met lood afgeschermde en verzegelde kokers verpakt. Deze loodkokers worden vervolgens in transport-koffers verpakt. De transportkoffers worden door de chauf-feurs van de apotheek afgeleverd bij de ziekenhuizen. Het transport dient te gebeuren onder speciale regelgeving voor vervoer met gevaarlijke stoffen. ook hier is de kennis van de nucleair apotheker weer van belang. Natuurlijk heb je als nucleair apotheker ook een advise-rende rol. ik geef informatie over radiofarmaca, adviseer de nucleair geneeskundige bij het kiezen van een product en assisteer bij het interpreteren van ongebruikelijke uitkom-sten van de onderzoeken. Zo bellen nucleair geneeskun-digen mij als zij een afwijkend scintigram hebben. Aange-zien er weinig literatuur op dit gebied is, dien je vaak weer terug te grijpen naar je basiskennis om met een passend antwoord te komen.

    Als nucleair apotheker kun je op verschillende werkplekken terecht komen. Zo kun je aan de slag op afdelingen in ziekenhuizen waar radiofarmaca worden klaargemaakt of bij n van de academische instituten waar onderzoek met radiofarmaca wordt gedaan. Nucleair apothekers kunnen werkzaam zijn in de industrie, waar zij vaak verantwoorde-lijk zijn voor productie of kwaliteitsaspecten van (radioac-tieve) grondstoffen voor radiofarmaca. En je kunt natuurlijk werken in n van de radiofarmaca apotheken. in Neder-land zijn er hiervan een klein aantal.

    Met de andere drie collegas in Nederland hebben wij onderling ook de meer toegespitste taken verdeeld. Zo houdt een collega zich bezig met het kwaliteitsbeleid en het kwaliteitshandboek, en is een andere collega verant-

    woordelijk voor de informatietechnologie (iT). Zelf ben ik actief betrokken bij het ontwikkelen van on-line trainingen voor de medewerkers van de radiofarmaca apotheken. Daarnaast verzorg ik in Zwolle stages voor diverse oplei-dingen, waaronder farmacie.

    nieuwe onTwiKKelingenAls nucleair apotheker ben je ook volop betrokken bij implementatie van nieuwe ontwikkelingen. Zo ben ik zelf nauw betrokken geweest bij de installatie van de eerste PET/CT scanner in Nederland. Hiervoor dienden speciale fantomen te worden gevuld met radioactieve vloeistof om de camera goed in te stellen. Tevens heb ik samen met een collega een toedieningsapparaat ontwikkeld welke de stra-lingsdosis voor de medewerkers in het ziekenhuis vermin-dert. De volgende ontwikkeling die er aan zit te komen is de PET scanner gecombineerd met Magnetic Resonance imaging (MRi). De PET kan hierbij de specifieke molecu-laire processen in beeld brengen, terwijl de MRi zorgt voor het in beeld brengen van zachte weefsels.

    in 2009 en 2010 was er in de wereld van de nu- cleaire geneeskunde een Molybdeencrisis. Molyb-deen is de grondstof welke nodig is voor het produ-ceren van Molybdeen generatoren. Dit Molybdeen wordt gemaakt in een reactor. Er zijn wereldwijd maar 5 reactoren welke medische isotopen kunnen maken. De reactoren in Petten en Chalk River in Canada zijn de twee grootste in de wereld en produceren ongeveer 70% van de wereldwijde productie. De drie overige reactoren in Belgi, Frankrijk en Zuid-Afrika produ-ceren de overige 30%. Alle reactoren zijn ruim 40 jaar oud en lopen om de haverklap technische problemen op. in 2009 en 2010 lagen de reactoren van Canada en Petten uit productie. Deze Molybdeencrisis was een grote uitdaging voor de nucleaire apothekers wereldwijd. Vaak werd er pas s nachts bekend of de productie van alle aangevraagde generatoren gelukt was. Wanneer er generatoren afgebeld werden of in sterkte omlaag werden gebracht ben ik zelf meerdere malen in de vroege ochtend naar de apotheek gegaan om te berekenen hoe wij met de bestaande activiteit toch zo veel mogelijk patinten konden leveren. Hier-door hebben wij heel efficint gebruik kunnen maken van de generatoren en hebben wij in Zwolle nagenoeg geen patinten hoeven afbellen.

  • Uitzonderlijke Farmacie

    14

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    ook zijn er diverse nieuwe producten die ik de komende jaren verwacht. Zo zit er in de pijplijn een product dat Alzheimer kan diagnosticeren. Een diagnose die op dit moment op het klinisch beeld gebeurt en eigenlijk pas met zekerheid kan worden vastgesteld door het uitvoeren van een hersenbioptie.

    Daarnaast zijn er op oncologie gebied veel nieuwe ontwik-kelingen te verwachten. Zo zijn er radiofarmaca in ontwik-keling om angiogenese in beeld te brengen. En daarnaast radiofarmaca welke snel laten zien of een tumor reageert op een behandeling. Een goede mogelijkheid voor de arts om eerder een (her)evaluatie van de therapie te maken!

    TensloTTein dit schrijven heb ik de lezer laten kennis maken met de nucleaire farmacie, een vakgebied dat continu in ontwik-keling is. Hierbij vormt de combinatie van farmacie met radioactiviteit een pittige uitdaging. Wat dit vakgebied extra leuk maakt, is dat je een bijdrage levert aan mooie plaatjes welke de arts helpen in het stellen van een juiste diagnose. Voor toekomstige apothekers biedt dit vakge-bied een stralende toekomst!

    oVer nanna schreuderNanno Schreuder studeerde Farmacie in Groningen. Na zijn opleiding tot apotheker werkte hij van 1997 tot 2002 als apotheek manager. Vanaf 2002 is hij in dienst van GE-Healthcare. in 2003 haalde hij Stralingsdeskundig-heid niveau 3 en volgde hij de specialisatie tot nucleair apotheker aan de Purdue Universiteit in West-lafayette (V.S.). in de periode 2002 tot 2004 is hij verantwoordelijk geweest voor het succesvol opzetten van de radiofarmaca apotheek Zwolle. Sinds de opening van deze apotheek in 2004 is hij manager van deze locatie waarbij hij verant-woordelijk is voor farmaceutische, stralingshyginische-

    en bedrijfsvoeringaspecten.

    Gedurende de werkdag word ik gebeld door een nucleair geneeskundige. Hij belt voor een advies. Een patint welke bekend is met tumoren heeft een botscintigrafie ondergaan. De arts kan het scintigram moeilijk verklaren. De arts vindt het raar dat er bijna geen botopname zichtbaar is maar wel een opname in de nier. ik vraag de medicatiehistorie op. De volgende cytostatica worden gebruikt: cisplatine (Platocin) en etoposide. De meest waarschijnlijke oorzaak van de opname in de nieren is in dit geval het gebruik van de combinatie van cisplatine en etoposide. Deze cyto-statica worden in relatie gebracht met het opkomen van de nieren in botscintigrammen vanwege de nefro- toxiciteit. Hierbij veroorzaken de geneesmiddelen schade aan de renale tubuli, waardoor er een verhoogde renale opname van het radiofarmacon plaatsvindt.

  • 15

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    e laatste decennia is de klinische chemie uitgegroeid tot n van de belangrijkste ondersteunende speci-

    alismen in de gezondheidszorg. Door chemische en tech-nologische ontwikkelingen, vorderingen in het fundamen-tele onderzoek en de enorme groei van de diagnostische mogelijkheden is de klinische chemie een specialisme dat onderhevig is aan een continu veranderingsproces. De di-versiteit in onderzoeksmogelijkheden heeft ertoe geleid, dat er verschillende onderdelen en aandachtsgebieden binnen de klinische chemie zijn ontstaan.

    inleidingKlinische Chemie is het vakgebied dat zich bezighoudt met medisch laboratoriumonderzoek van bloed en andere lichaamsvochten. Hield de klassieke klinische chemie zich vooral bezig met het bepalen van zouten, eiwitten en stofwisselingsproducten in lichaamsvochten, in de laatste decennia is het arsenaal aan analyses van componenten (moleculen en cellen) in diverse lichaamsvochten sterk uitgebreid. onder klinische chemie kunnen alle laboratori-umbepalingen worden verstaan die betrekking hebben op de diagnose en therapie van ziekten bij de mens. Daarbij moet gedacht worden aan:

    de hormoonhuishouding (endocrinologie) de aanmaak, verdeling en afbraak cellen in het bloed

    (hemocytometrie) de bloedstolling (hemostase en trombose) afweerreacties op lichaamseigen en lichaamsvreemde

    stoffen (immunologie) de transfusie van bloedproducten, incl. de registratie

    van complicaties als gevolg van transfusies van bloed-producten

    veel voorkomende erfelijke aandoeningen (moleculair biologische technieken)

    toxicologie farmacogenetica, waarbij wordt gekeken naar geneti-

    sche verschillen die de werking en veiligheid van een geneesmiddel kunnen voorspellen.

    waT doeT de Klinisch chemicusKlinisch chemisch onderzoek in bloed en andere lichaams-vochten gebeurt op aanvraag van de huisarts of de medisch specialist. Vanaf het moment dat het lichaamsmateriaal

    wordt afgenomen tot dat de uitslag van het onderzoek bij de arts arriveert, valt dit materiaal en de daarbij beho-

    rende resultaten onder de verantwoordelijkheid van de klinisch chemicus of arts klinische chemie. onder zijn of haar auspicin wordt het juiste materiaal op de juiste wijze afgenomen, vervoerd en geanalyseerd en vindt rapportage plaats. Hij of zij geeft leiding aan de laboratoriumorgani-satie en management speelt dan ook een belangrijke rol in de functie. Daarbij gaat het zowel om management van personeel, als van financin en bijv. logistiek. Daarnaast is de klinisch chemicus verantwoordelijk voor de kwaliteits-bewaking. in de laatste tien jaar heeft er een belangrijke verschuiving plaatsgevonden binnen het werkgebied van de klinisch chemicus. Voorheen lag de nadruk zeer sterk op de analyse zelf, en was er met recht sprake van een chemicus.

    Tegenwoordig ligt de nadruk veel sterker op de consultancy rol van de klinisch chemicus richting huisartsen en spe-cialisten. De klinisch chemicus vormt de schakel tussen het laboratorium en de arts. Als er geen klinisch chemici zouden zijn, zouden artsen veel moeilijker diagnoses kunnen stellen. De laboratoriumtechnieken die gebruikt worden eisen vaak een hoge mate van vakinhoudelijke kennis om uitslagen te vertalen naar de dagelijkse praktijk. Het is niet voor niets dat de klinisch chemicus tegenwoordig vaak laboratoriumspecialist wordt genoemd. Naast de

    directe patintenzorg houden vooral de klinisch chemici in de grotere ziekenhuizen zich bezig met wetenschappelijk onderzoek. Er zijn een beperkt aantal promotieplekken binnen dit vakgebied beschikbaar.

    Een van de kwaliteiten die je moet hebben om een goede klinisch chemicus te zijn, is kwaliteitsbesef

    Klinisch chemicus

    Mevr. dr. M.K. De Vooght en Prof. dr. W. van Solinge

    d

  • Uitzonderlijke Farmacie

    16

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    Een van de kwaliteiten die je moet hebben om een goede klinisch chemicus te zijn, is kwaliteitsbesef. Alle Neder-landse laboratoria zijn geaccrediteerd, omdat een gepro-tocolleerde werkwijze onmisbaar is bij dit werk. Verder zijn goede communicatieve eigenschappen belangrijk, vanwege veelvuldig overleg met zowel artsen, als met de eigen laboratoriummedewerkers. Vanwege de consult-functie is een proactieve houding gewenst. Daarnaast is het van belang dat je overzicht kunt houden en in staat bent om de keten van oorzaken en gevolgen goed kunnen analyseren.

    nederlandin Nederland zijn er nu ongeveer 270 geregistreerde klinisch chemici. in de grotere laboratoria werken vaak meer-dere klinisch chemici die zich in een bepaald vakgebied hebben gespecialiseerd. Binnen de specialisatie klinisch chemie zijn vier officile aandachtsgebieden erkend. Het gaat daarbij om endocrinologie, hematologie, erfelijke metabole ziekten en toxicologie. Deze specialisten dienen een aanvullende opleiding van 2 jaar te volgen om aan de opleidingseisen te voldoen. Wie geregistreerd laboratoriumspecialist klinische chemie wil worden, dient een vierjarige postacademische oplei-ding te volgen in een van de klinisch chemische laboratoria die daartoe opleidingsbevoegdheid hebben verworven. Deze opleidingsbevoegdheid wordt verleend door de Registratie Commissie van de NVKC, en wordt elke vijf jaar gevalueerd. ook stelt de Registratie Commissie de oplei-dingsvoorwaarden per individuele kandidaat vast. Meestal is een opleidingslaboratorium gevestigd in een groter ziekenhuislaboratorium.

    opleidingom in aanmerking te komen voor een opleidingsplaats dient een kandidaat te beschikken over:

    A. Een afgeronde universitaire masteropleiding in respec-tievelijk de

    1. Geneeskunde 2. Farmacie 3. Biochemie/medische biologie waarbij in de master-

    fase tenminste 60 ECTS (European Credit Transfer and Accumulation System) zijn behaald in vakken met een herkenbare biochemische, analytisch chemische, medisch biologische of moleculair biologische inhoud, zowel op praktisch als theoretisch gebied.

    B. En daar op aanvullend respectievelijk

    1. het artsdiploma 2. het apothekersdiploma 3. minimaal 2 jaar onderzoekservaring binnen het domein

    van de laboratoriumgeneeskunde; een promotie strekt zeer tot aanbeveling maar is geen vereiste.

    Voor de bachelor/master opleidingen in Groningen geldt dat de apothekersopleiding, mits met de juiste keuze-vakken, goed geschikt is om toegelaten te worden tot devervolgopleiding Klinische Chemie. Wel is er mogelijk sprake van een deficintie voor onderzoek (50 EC),

    waartoe een specifiek traject dient te worden afgelegd. Het studiepad Bachelor Farmaceutische Wetenschappen gevolgd door Master Medisch FarmaceutischeWetenschappen leidt gemakkelijk tot de ingangseisen voor de vervolgopleiding Klinische Chemie. in het hoofdvakon-derzoek dient een aantoonbare aandacht aan statistiek & epidemiologie besteed te worden. De keuzevakken in de Bachelor dienen gedeeltelijk aan analytische chemie en biochemie besteed te worden, ofschoon hiervoor ook dekeuzevakken in de Master fase (2337 EC) gebruikt zouden kunnen worden.

    Meer informatie over de opleidingseisen voor laborato-riumspecialist klinische chemie zijn te vinden op de site van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en laboratoriumgeneeskunde: http://www.nvkc.nl/

    loopbaan prof. dr. w. Van solinge:Toen ik farmacie (zo heette dat toen nog) studeerde, volgde ik het keuzevak klinische chemie. De problematiek, dyna-miek en de relatie tot ziekte, patint en ziekenhuis boeide mij zeer. ik ben toen een bijvakstudie gaan doen voor een periode van 8 maanden op het klinisch biochemisch labo-ratorium van het Rigshospitalet (Universiteitsziekenhuis) in Kopenhagen, Denemarken. Na mijn doctoraal Farmacie in 1988 ben ik naar Kopenhagen teruggegaan voor een periode van 4 jaar. ik deed wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de oncologie, waarop ik voorjaar 1993 in Utrecht promoveerde. ik had toen al een baan als klinisch chemicus in opleiding op het ziekenhuis in Amersfoort. Gedurende mijn tijd in Kopenhagen had ik uiteraard van zeer nabij het vak van deklinische chemie en hematologie leren kennen. Vooral het zeer dynamische van het vak sprak mij zeer aan. Het interpreteren van laboratoriumuit-slagen in relatie tot de patint en daarover bij ingewikkelde problematiek uitgebreid met de artsen overleggen, is en blijft zeer boeiend.

    Vooral het zeer dynamische van het vak sprak mij zeer aan

    Na mijn opleidingstijd (per definitie 4 jaar), heb ik een jaar als staflid klinisch chemicus zowel in Amersfoort als op het Universitair Medisch Centrum St Radboud in Nijmegen gewerkt. Daarna ben ik in 1998 gaan werken als staflid klinisch chemicus op het Universitair Medisch Centrum Utrecht, met als aandachtsgebieden de hematologie en de pediatrie (het Wilhelmina Kinderziekenhuis). Daar werk ik nu nog steeds, al ben ik nu Afdelingshoofd van het labo-ratorium voor Klinische Chemie en Haematologie (lKCH), hoogleraar Klinische Chemie en laboratoriumgenees-kunde (verbonden aan het Departement Farmaceutische Wetenschappen van de bta-faculteit van de UU), opleider Klinische Chemie (ik leid dus nieuwe klinisch chemici op samen met de staf) en Medisch Manager van de Divisie laboratoria en Apotheek.

    Dat betekent dat ik vrij veel tijd moet besteden manage-ment en besturen. De afdeling lKCH alleen al telt 300

  • Uitzonderlijke Farmacie

    17

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    medewerkers. ook dat is een aspect van ons vak, het leidinggeven aan een organisatie.

    De klinische chemie en hematologie is een prachtig vak. Apothekers hebben een uitstekende vooropleiding om deze medische specialisatie te kunnen gaan volgen. Wel is het van belang dat je of gepromoveerd bent, of bereid bent daar aan te gaan werken. onderzoek doen is een essentieel ononderdeel van ons vak. op die manier kun je helpen de zorg voor patinten en het begrip van ziekten weer een stap verder te brengen.

    loopbaan meVr. dr. m.K. de VooghT:De belangrijkste reden dat ik gekozen heb voor het vak van klinisch chemicus is dat ik me meer met de patint en zijn ziekte wilde bezighouden, dan met allerlei administratieve taken. ik heb twee jaar als openbaar apotheker gewerkt in een apotheek in Heerlen. Hoewel ik het een plezierige werkplek vond, miste ik de vakinhoudelijke kant van het vak sterk. Toen ik in het Pharmaceutisch Weekblad een vacature zag staan voor de combinatie klinische chemicus in opleiding en een promotietraject heb ik meteen gerea-geerd. in het UMC Utrecht heb ik eerst twee jaar onderzoek gedaan (moleculair biologisch). Vervolgens ben ik in oplei-ding gegaan tot klinisch chemicus en heb ik tegelijkertijd mijn promotieonderzoek afgemaakt.

    in 2007 ben ik aangesteld als Klinisch Chemicus bij het laboratorium Klinische Chemie en Haematologie van het UMC Utrecht. Mijn aandachtsgebieden zijn bloedtrans-fusie, point of care testen (testen die uitgevoerd worden aan het bed) en pediatrie (Wilhelmina Kinderziekenhuis).

    Specialisten weten mij goed te vinden en ik heb dan ook veelvuldig contact met ze, zowel tijdens patinten-besprekingen als ad-hoc. En dagdeel per week geef ik onderwijs aan o.a. artsen en apothekers. Daarnaast doe ik aan onderzoek op het gebied van de rode bloedcel. Als apotheker heb je een goede vooropleiding voor de oplei-

    ding tot klinisch chemicus, omdat je zowel kennis hebt van fysiologie als van chemie. Verder moet je protocollair en nauwkeurig kunnen werken en goede communicatieve eigenschappen hebben. Voor een apotheker geldt precies hetzelfde, wat dat betreft zijn er grote overeenkomsten tussen beide vakgebieden. ik houd van mijn werk. Als ik de afgelopen jaren over zou moeten doen, zou ik precies dezelfde route bewandelen.

    Als ik de afgelopen jaren over zou moeten doen, zou ik precies

    dezelfde route bewandelen

  • 18

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    p vrijdag 21 januari vertrokken Jeroen en Thomas namens het Foliolum in een drukke trein vol rellende

    studenten naar Utrecht om daar het Centraal Militair Hospi-taal (CMH) te bezoeken. We werden daar hartelijk door Debbie Janssen en Mees Vervelde, beiden apotheker in het CMH, ontvangen met een kopje koffie en een motiverend verhaal over de toekomst van de openbare apotheek

    heT cenTraal miliTair hospiTaalHet CMH is het kleinste ziekenhuis van Nederland, waar zowel dagverpleging als long-stay verpleging gedaan wordt. Zoals de naam al zegt, is het ziekenhuis alleen voor militairen. Soldaten kunnen hier naartoe voor alle behandelingen. Het CMH heeft geen SEH of iC. Er is een samenwerkingsverband met het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC) waarbij ernstig verwonde militairen op de iC van het UMC kunnen vertoeven. Alle militairen hebben een speciale zorgverzekering bij defensie. Daarom heeft het en kunnen alleen bij het CMH medicatie krijgen. Defensie heeft ook een eigen groothandel in Heerenveen en opereert onafhankelijk van de civiele farmacie.

    miliTair apoTheKer zijnMilitair apotheker in Nederland zijn komt er eigenlijk op neer dat je continue aan het voorbereiden bent om op uitzending te gaan. Niet alleen jezelf, maar als zorgverlener ook de andere militairen. Militairen moeten niet alleen arbeidsgeschikt zijn, maar militair geschikt. Dat houdt in dat je als militair aan bepaalde eisen ophet gebied van gezondheid en fitheid moet voldoen. ook als apotheker wordt elk jaar getest of je wel vaak genoeg kan opdrukken/sit-ups kan doen en de hindernisbaan snel genoeg af kan leggen. Deze eisen verschillen natuurlijk per militaire eenheid. Zo zullen de eisen voor de commandos veel strenger en zwaarder zijn dan voor geneeskundig perso-neel (w.o. de apothekers).

    Militairen moeten niet alleen arbeids-geschikt zijn, maar militair geschikt

    De zorg die je als militair apotheker in Nederland verleent is aangepast aan deze militaire geschiktheid. Bijna alle patinten zijn relatief gezonde mannen (8% van de mili-tairen is vrouw) tussen de 18 en 58 die met name behan-deld moeten worden om hun bewegingsapparaat (botten, gewrichten, spieren en rug) op militair niveau te houden. Derhalve zijn er veel specialisten (orthopeaden) op dit gebied in dienst bij defensie. ook de revalidatie is er op

    gericht om terug te komen op het militaire niveau, en niet slechts alledaagse handelingen te kunnen verrichten. omdat de patintengroep zo beperkt is (geen kinderen, geen ouderen en weinig vrouwen), werken medisch spe-cialisten vaak parttime bij het UMC. Zo kunnen ze hun beroep volledig uitoefenen.

    de miliTaire gezondheidszorg KeTenAls een militair gewond raakt tijdens een uitzending in het veld, zijn je buddies de eersten die je hulp kunnen geven. Daarnaast is er per eenheid is er een combat life saver (ClS), deze draagt meer medische spullen bij zich en kan de gewonde militair iets beter helpen. Daarboven staat de Medic, die een uitgebreider arsenaal heeft aan medisch materiaal. De medic is de laatste die op locatie de gewonde militair hulp kan verlenen. Alle medische hulp die in het veld gegeven wordt is gericht op behandeling van vleeswonden en het in leven houden van de gewonde tot hij door medisch opgeleiden behandeld kan worden. Hierbij is het ABCD protocol van groot belang: Airway, Breathing, Circulation and Disability. Daarna dient de militair vervoerd te worden naar het veldhospitaal. Dit is allemaal het eerste niveau van hulpverlening: role 1.

    Role 2 is het eerste niveau waar medisch gekwalificeerd personeel bij komt kijken. Dit is vaak een veldhospitaal waar AMVs en AMAs (Algemeen Militair Verpleegkundige/Arts) de militairen behandelen. in het veldhospitaal is ook een chirurgisch team aanwezig (chirurg, anesthesio-loog oK en iC verplegend personeel) Hier kunnen dus ook chirurgische ingegrepen gedaan worden. Dit is echter heel basaal en gericht op het redden van levens en het stabili-seren van de patint. aanwezig. indien mogelijk wordt van role 2 naar role 4 overgegaan. Dit wil zeggen dat een zwaar-gewonde militair zo snel mogelijk vervoerd wordt naar het CMH in Nederland. De krijgsmacht heeft zichzelf hierbij ten doel gesteld dat iedere zwaargewonde militair binnen 48 uur in Nederland moet zijn. Tot op heden is dit altijd gelukt.

    Mocht een militair niet door de lucht vervoerd kunnen worden door bijvoorbeeld complicaties onder invloed van drukverschil tijdens het transport (in een vliegtuigcabine heerst immers altijd een lagere luchtdruk), wordt de mili-tair behandeld in een role 3 hospitaal. Een role 3 hospitaal is een groter en vaak internationaal (er werken meerdere NAVo landen in samen)militair hospitaal waar meer capa-citeit (meer oKs meer iC bedden, een CT scanner, maar ook internisten, neurochirurgen en soms kaakchirurgen en oogartsen) is en militairen langer verzorgd kunnen worden.. in Afghanistan is deze role 3 dit in Kandahar. Een role 2 of 3 hospitaal fungeert ook als algemeen hospitaal

    o

    Kiekje buutn GrunnHet Centraal Militair Hospitaal

    Thomas van der Woude & Jeroen Schouten

  • voor alle militairen betrokken bij de missie. Hierbij kun je denken aan een ziekte (Diaree!) waarbij een militair enkele dagen opge-nomen moet worden. Tevens staan alle hospitalen vaak open voor medische zorg aan de lokale bevolking.

    uiTzendingDe taken van een apotheker tijdens een uitzending zijn heel divers. Zo dient hij uiteraard de apotheek te beheren, maar ook als groot-handel te fungeren. Alle militairen hebben een standaard medische uitrusting, de ClS en Medic een uitgebreidere. ook in bijvoorbeeld helikopters en (gepantserde) gewondentransportvoertuigen zijn medische spullen aanwezig. Al dit materieel dient door de apotheker op aanvraag tijdig vervangen te worden. Een belangrijke taak ligt dis in het bijhouden van de voorraad en deze aan te vullen. Enig inzicht is hierbij van belang. Wanneer in het regenseizoen bijvoor-beeld de landingsbaan onbegaanbaar is, dien je hier van te voren rekening mee gehouden te hebben door een ruimere voorraad in te slaan. indien de voorraad tegen de ondergrens aanloopt, kan er bij de groothandel in Heerenveen het nodige medische materieel besteld worden.

    De apotheker is ook verantwoordelijk voor het controleren van de logistiek binnen het oorlogsgebied. Veel geneesmiddelen moeten bijvoorbeeld onder speciale omstandigheden vervoerd en opge-slagen worden (temperatuur, luchtvochtigheid etc.). ook kunnen de plaatselijke omstandigheden van invloed zijn op de staat van het product. in Afghanistan is het bijvoorbeeld 45 C en dienen zelfs pleisters gekoeld te worden om n grote kleefzooi te voorkomen. Het is de taak van de apotheker om te beoordelen of aangeleverde medische gebruiksartikelen gebruikt gaan worden of niet. Een grote verantwoordelijkheid.

    Daarnaast is de apotheker ook verantwoordelijk voor veel genees-kundige ondersteuning: het laboratorium, de radiologie, de bloed-bank, de centrale sterilisatie en de o

    2-productie. Het beheren van

    de bloedbank en o2-productie zijn taken die de apotheker zelf dient

    uit te voeren. Hiervoor zijn speciale cursussen ontwikkeld voor mili-tair apothekers. Zo wordt bloed gescheiden in plasma, bloedcellen en plaatjes gevuld met glycerol bij -80 C aangeleverd. Dit moet ontdooid worden en het glycerol moet er uitgehaald worden. Het plasma, de bloedcellen en plaatjes moeten hierna samengevoegd worden voordat het aan een patint mag worden toegediend. Voor de andere ondersteuningseenheden zijn specialisten aanwezig die onder de verantwoordelijkheid van de apotheker vallen.

    Een uitzending duurt in principe 6 maanden

    Ten slot stelden we de vraag hoe lang een apotheker eigenlijk op uitzending is en hoe dit precies in zijn werk gaat. Aan een uitzen-ding als apotheker gaan een aantal maanden voorbereiding vooraf. Er moet bijvoorbeeld een opfriscursus gevolgd worden voor het produceren van zuurstof en het gebruiksklaar maken van bloed. De uitzending duurt in principe 6 maanden maar kan verkort worden afhankelijk van de omstandigheden. Als het bijvoorbeeld heel erg druk is zal een uitzending korter zijn om zo de stress te verlagen. Maar ook als een uitzending erg rustig is zal deze korter duren om te zorgen dat je niet te lang met legen handen staat. Het kan niet zo zijn dat wanneer je terug komt je meteen weer op uitzending gaat. Je krijgt minimaal een aantal maanden rust en tijd om je voor te bereiden. Zo is kolonel Mees Vervelde in totaal 7 keer op uitzen-ding geweest naar o.a. Bosni en Afghanistan.

  • 20

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    Actueel

    pijnsTillers Vanaf heden beperKT Te Koop Apothekers gaan consumenten helpen bij verstandig gebruik van pijnme-dicatie, dat zonder recept verkrijgbaar is. Sommige vrij verkrijgbare pijnstil-lers zullen niet meer worden verkocht bij de drogist, in de supermarkt of het benzinestation. Deze pijnstillers (NSAiDs) kunnen grote risicos hebben bij (verkeerd) gebruik zoals maagbloedingen. Gebruikers zijn slecht op de hoogte van bijwerkingen als maag-darmcomplicaties en verhoogde kans op hartfalen. Bron: http://farmaactueel.nl

    paTinT bepaalT wie in zijn epd magPatinten kunnen vanaf 1 april zelf bepalen welke zorgverleners toegang krijgen tot hun Elektronische Patintendossier. Patinten kunnen op voorhand aangeven dat wie hun gegevens mogen inzien. De toegang van het EPD gaat ook veranderen. in plaats dat dit via een landelijke portaal van de overheid gebeurt, wil de minister dat de patinten via de website van de zorgverlener in het EPD kunnen komen. De KNMP ondersteunt de patintgerichte gedachte van de minister. KNMP-woordvoerder: Apothekers zijn de aangewezen partij voor het beheer van medicatiegegevens van de patint. Bron: http://pw.nl

    medicijn zeldzame zieKTe maKKelijKer VergoedDure specialistische geneesmiddelen voor zeldzame ziekten moeten volgens minister Edith Schippers (Volksgezondheid) makkelijker worden vergoed. De minister heeft dit duidelijk gemaakt via NoS journaal, omdat het huidige vergoedingssysteem in haar ogen te rommelig is. Nu moeten patinten nog regelmatig bij hun zorgverzekeraar navragen of hun dure medicijnen (nog steeds) worden vergoed. Schippers is nu bezig met plannen die al in gang zijn gezet door haar voorganger Ab Klink, om voortaan ziekenhuizen de specialistische geneesmiddelen te laten regelen. Bron: http://volkskrant.nl

    Koffie helpT Vrouwen beTer presTeren

    Koffie blijkt vrouwen beter helpen te presteren onder druk dan mannen. Dit blijkt uit onderzoek van Dr.lindsay St. Claire van the University of Bristol. in het onderzoek moesten 64 mannen en vrouwen puzzels, geheugen- en onderhande-lingstaken maken. Ze dronken daarbij normale en cafenevrije koffie. De onder-zoekers ontdekten dat de prestaties van mannen na het drinken van koffie met cafene beduidend slechter waren dan die van vrouwen. Vermoedelijk komt dit komt doordat mannen zich agressiever gedragen in groepen. Vrouwen hebben in dezelfde situatie meer de neiging om samen te werken. Bron: www.nu.nl

  • Uitzonderlijke Farmacie

    21

    Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    gezondheidscaTasTrofe in china door roKenEen gezamenlijk rapport van Chinese en buitenlandse experts zegt dat China radi-caal anti-rook maatregelen moet nemen, wil een gezondheidscatastrofe worden afgewend. China telt meer dan 300 miljoen rokers, die meer dan een derde van alle tabak consumptie ter wereld voor hun rekening nemen. Pas in 2015 zal in Peking roken verboden zijn in alle openbare aangelegenheden. En nu al negeren Chinezen massaal niet-roken regels in restaurants. Bron: Arts en Auto

    meer beVoegdheden Voor VerpleegKundig specialisT Verpleegkundig specialisten en physician assistants mogen voortaan bepaalde taken zelfstandig uitvoeren, zoals injecties geven en geneesmiddelen voorschrijven. De ministerraad heeft ingestemd met deze taakherschikking op voor-stel van minister Schippers (VWS). Het kabinet wil hiermee bereiken dat de zorg doelmatiger wordt en dat tegelijkertijd wordt bijgedragen aan de oplossing van het personeelstekort.

    Bron: www.rijksoverheid.nl

    lichTgeVende bacTerie VerraadT gif medicijnEen bacterie met het gen van een vuurvliegje verraadt in een heel vroeg stadium of een nieuw medicijn mogelijk giftige bijwerkingen heeft. Als de bacterie zon bijwerking ontdekt, gaat hij aan het werk om de schade te herstellen en daarbij licht het vuurvliegjesgen op. Dat heeft moleculair bioloog Walter Westerik van de Wageningen Universiteit ontdekt in een onderzoek, waarop hij deze maand promoveert. De ontdekking van Westerik levert de farmaceutische industrie veel geld op, omdat nu al in een vroeg stadium kan worden vastgesteld of een nieuw medicijn kansrijk is. Tot nu toe kon dat pas na jaren van ontwikkeling, als er al heel veel geld aan het product was besteed. Bron: www.trouw.nl

    hersenscan VoorspelT VaTbaarheid Voor placebo-effecT

    Mensen die gevoelig zijn voor het placebo-effect vertonen tijdens het ervaren van pijn veel activiteit in hersengebieden die worden geassocieerd met emoties. Vermoedelijk zijn hun hersenen daardoor goed in staat om de interpretatie van een pijnsignaal te veranderen, zodat ze minder pijn gaan voelen als ze een medicijn nemen zonder werkzame stoffen. Aan de hand van de activiteit in de gevonden hersengebieden kan mogelijk worden bepaald in hoeverre de werking van een nieuw medicijn is terug te voeren op het placebo-effect. Bron: Journal of Neuroscience

    wall of fame Voor docenT Van heT jaar farmacie geopend

    op initiatief van G.F.S.V. Pharmaciae Sacrum is op 4 januari de wall of fame voor de docent van het jaar farmacie gepresenteerd. Deze is gevestigd in de hal naast de kleine kantine aan de Antonius Deusinglaan 1. De wall of fame bestaat op dit moment uit alle winnaars van verkiezing, georganiseerd door de SToF (Studenten overleg Farmacie), van de afgelopen tien jaar. Elk jaar wordt een nieuw portret van de winnaar van de docent-van-het-jaar-verkie-zing aan de wall of fame toegevoegd.

  • zorg leiderschap

    Hoogwaardige farmaceutiscHe zorg binnen een krachtig collectief

    de apotheekteams van de meer dan 320 Kring-

    apotheken in Nederland bieden de klant zorgleiderschap

    en stralen dit ook uit. dat dit werkt, is te danken aan het

    feit dat de apotheker erop kan vertrouwen dat alliance

    Healthcare achter de schermen alle ondersteuning

    biedt die nodig is om optimaal te kunnen functioneren.

    efficinte toelevering, ontwikkeling van zorgprojecten,

    ondersteuning bij lokale branding, nascholing voor het

    team en de apotheker, contact met de zorgverzekeraars

    en verbetering van het rendement zijn daarvan slechts

    enkele voorbeelden.

    Niets leidt het apotheekteam af van de klant. ongeacht

    welke Kring-apotheek hij binnenloopt, de klant weet

    overal zeker dat hij de beste zorg en informatie krijgt.

    Bezoek ons op www.alliance-healthcare.nl.

    Lee tjioe(apotheker, Kring-apotheek wilhelmina, utrecht, rechts op foto)

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    23

    Promovendi

    FWN

    Promotie: dhr. V. Saluja, 11.00 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Datum: 03 december 2010Proefschrift: Novel perspectives for influenza vaccine formulation and administration. l. lactis cell wall derived adjuvant stable dry powder vaccines and mucosal vaccine deliveryPromotor(s): prof.dr. H.W. Frijlink Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

    noVel perspecTiVes for influenza Vaccine formulaTion and adminisTraTion. l. lacTis cell wall deriVed adjuVanT sTable dry powder Vaccines and mucosal Vaccine deliVery Nieuw griepvaccin is effectiever, houdbaarder en patintvriendelijker Vinay Saluja heeft succesvolle strategien ontwikkeld om de griepvaccins te verbeteren, waardoor de bescherming tegen influenza in de toekomst verbeterd kan worden. Vaccinatie wordt gezien als de meest effectieve methode om uitbraak van influenza te beheersen. De huidige vaccins hebben echter serieuze nadelen zoals: 1) beperkte bescherming tegen de ziekte, 2) beperkte stabiliteit (n jaar houdbaarheid bij 4 C) en 3) toediening via injectie, wat veel patinten vervelend vinden. om deze problemen te overwinnen moeten nieuwe technologien worden toegepast.

    om de kwaliteit van de immuunrespons te verhogen heeft Saluja een nieuw adjuvans (GEM-deeltjes) gebruikt. ook heeft hij verschillende droogtechnieken getest om een vaccin te krijgen dat stabieler is en ook nog eens zonder naald kan worden toegediend.

    Wanneer het influenzavaccin op de standaard manier, via intramusculaire injectie, werd toegediend, in combinatie met de GEM deeltjes, resulteerde dit in een betere immuunrespons. Hierdoor kan de dosis vaccin die nodig is voor vaccinatie met minimaal een factor vijf verminderd worden.

    Verder toonde Saluja aan dat de immuunrespons veel beter was wanneer het vaccin, gecombineerd met de GEM-deeltjes, via de neus werd toegediend. ook ontwikkelde hij - door middel van sproeidrogen en sproeivriesdrogen - een vaccinpoeder dat stabiel (drie jaar houdbaarheid bij 20 C) en geschikt is voor pulmonale toediening (door de longen via inhalatie). Pulmonale vaccinatie met de poeders zorgde voor een betere immuunrespons dan wanneer het vaccin intramusculair werd genjecteerd. Bovendien ontwikkelde Saluja een gevriesdroogd poeder van het vogelgriepvaccin dat gedurende een jaar bij 20 C stabiel was.

    Vinay Saluja (india, 1982) studeerde medical and pharmaceutical sciences aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij zijn promotieonderzoek deed bij de afdeling Pharmaceutical technology and biopharmacy, waar hij als postdoc blijft aangesteld.

    Promotie: mw. S.S. Roscioni, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Datum: 17 december 2010Proefschrift: Epac as a novel regulator of airway smooth muscle phenotype and function. Potential implications in asthma and CoPDPromotor(s): prof.dr. M. Schmidt, prof.dr. H. Meurs Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

    epac as a noVel regulaTor of airway smooTh muscle phenoType and funcTion. poTenTial implicaTions in asThma and copd Activatie van eiwit Epac mogelijk heilzaam bij CoPD Sara Roscioni beschrijft in haar proefschrift de rol van de cAMP effector Epac (exchange protein directly activated by cAMP) bij (patho)fysiologische processen in de luchtwegen.

    zorg leiderschap

    Hoogwaardige farmaceutiscHe zorg binnen een krachtig collectief

    de apotheekteams van de meer dan 320 Kring-

    apotheken in Nederland bieden de klant zorgleiderschap

    en stralen dit ook uit. dat dit werkt, is te danken aan het

    feit dat de apotheker erop kan vertrouwen dat alliance

    Healthcare achter de schermen alle ondersteuning

    biedt die nodig is om optimaal te kunnen functioneren.

    efficinte toelevering, ontwikkeling van zorgprojecten,

    ondersteuning bij lokale branding, nascholing voor het

    team en de apotheker, contact met de zorgverzekeraars

    en verbetering van het rendement zijn daarvan slechts

    enkele voorbeelden.

    Niets leidt het apotheekteam af van de klant. ongeacht

    welke Kring-apotheek hij binnenloopt, de klant weet

    overal zeker dat hij de beste zorg en informatie krijgt.

    Bezoek ons op www.alliance-healthcare.nl.

    Lee tjioe(apotheker, Kring-apotheek wilhelmina, utrecht, rechts op foto)

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    Facultair

    24

    Astma en CoPD zijn chronisch obstructieve longziekten, die gekarakteriseerd worden door luchtwegvernauwing, waarbij ontsteking, hyperreactiviteit en remodelling van de luchtwegen een belangrijke rol spelen. Veelvuldig therapeutisch toegepaste b 2 -agonisten induceren een effectieve bronchusverwijding door relaxatie van de luchtweg-gladde spier, gemedieerd door verhoging van cyclisch AMP (cAMP) en activatie van downstream effectoren. De ontstekingsremmende effectiviteit van b 2 -agonisten - en daarmee hun effectiviteit op het ontstaan van hyperreactiviteit en remodelling - wordt echter gelimiteerd door b 2 -receptordesensitisatie (ongevoeligheid) genduceerd door de b 2 -agonist. Daarom is het van belang de drug ability van cAMP effectoren op een postreceptorniveau te bestuderen.

    Roscioni toonde aan dat directe Epac activatie, via benvloeding van specifieke intracellulaire signaalroutes, leidt tot relaxatie van de gladde spieren in de luchtwegen, remming van ontstekingsreacties genduceerd door sigarettenrook (een van de belangrijkste risicofactoren van CoPD), en remming van gladdespierverdikking veroorzaakt door ontstekingsme-diatoren. Epac activatie zou dus van therapeutisch nut kunnen zijn voor de behandeling van luchtwegvernauwing bij astma en CoPD. Heel opmerkelijk bleek in longweefsel van CoPD-patinten, mogelijk als gevolg van sigarettenrook, de expressie van Epac afgenomen, hetgeen bij zou kunnen dragen aan de pathofysiologie van deze ziekte. De resultaten die Roscioni beschrijft in haar proefschrift suggereren dat Epac een centrale rol speelt in de regulatie van de luchtwegfunctie en een interessant nieuw target vormt voor de behandeling van astma en CoPD.

    Sara Roscioni (itali, 1980) studeerde farmacie aan de universiteit van Milaan. Haar promotieonderzoek deed zij aan de Rijksuniversiteit Groningen, bij de afdeling Molecular Pharmacology of the University Centre for Pharmacy in het kader van de Groningen Graduate School for Behavioral and Cognitive Neurosciences (BCN) and the Groningen Research institute for Asthma and CoPD (GRiAC). Haar onderzoek werd gefincierd met een beurs van het Ubbo Emmius Fonds van de RUG.

    Promotie: mw. A.T.i. Rosenling, 11.00 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen Datum: 20 december 2010Proefschrift: Proteomic screening of cerebrospinal fluid: candidate proteomic biomarkers for sample stability and experi-mental autoimmune encephalomyelitisPromotor(s): prof.dr. R.P.H. Bischof Faculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

    proTeomic screening of cerebrospinal fluid: candidaTe proTeomic biomarKers for sample sTabiliTy and experimenTal auToimmune encephalomyeliTis

    Biomarkers MS in hersenvocht Therese Rosenling zocht in haar promotie-onderzoek naar biomarkers voor de neurologische aandoening multiple scle-rose (MS). Ze keek of hersenvocht eiwitten bevat die voor dat doel geschikt zijn.

    MS is een ziekte die het centrale zenuwstelsel aantast. Diagnose ervan is lastig, de oorzaak onbekend en behandeling verandert alleen het ziektebeeld; genezing is niet mogelijk. om terugvalsnelheid en ernst van de ziekte terug te dringen is het van belang om in een vroeg stadium de ziekte op te sporen. De ontdekking van specifieke en betrouwbare molecu-laire biomarkers is hiervoor van groot belang.

    Het onderzoek werd gedaan bij ratten met experimental autoimmune encephalomyelitis (EAE). Dit is een diermodel dat bepaalde aspecten van MS nabootst. Hoewel diermodellen nooit een exacte kopie van complexe menselijke ziektes zijn, bieden ze een meer gecontroleerd ziekteverloop met minder biologische variatie. Biomarkers zijn daardoor gemak-kelijker op te sporen.

    Bij het zoeken naar biomarkers is het belangrijk om de gevolgen te minimaliseren van de bewerkingen die het hersen-vocht tijdens de analyse in het laboratorium moet ondergaan. Dit proefschrift omvat studies naar de effecten van opslag-temperatuur en het aantal vries-dooi cycli op het proteoom/metaboloom profiel van hersenvocht, met als doelstelling het vaststellen van de limieten van geschikte behandeling voor biomarker studies.

    in de onderzoeken bleek een aantal eiwitten/peptiden en metabolieten door de behandeling te zijn aangetast, daarnaast werden verscheidene proteomische kandidaat-biomarkers gekoppeld aan EAE ontdekt.

    Therese Rosenling (Zweden, 1980) studeerde moleculaire biologie aan de universiteit van Uppsala. Het onderzoek werd gedaan bij de vakgroep analytische chemie en werd gefinancierd door Ti Pharma.

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    25

    e meeste gemaakte fouten in het medicatieproces zijn voorschrijffouten. Deze ontstaan met name bij

    het vaststellen van de dosering, met als gevolg een over- of onderdosering wat mogelijk kan leiden tot schade aan de patint. Het maken van de voorschrijffouten wordt onder andere benvloed door het gebrek aan kennis over de medicatie, de dosering daarvan et cetera. Dit moet zoveel mogelijk worden voorkomen.Tot voorkort vonden in ziekenhuizen voorschrijvingen van medicatie voornamelijk plaats op papier. Steeds meer ziekenhuizen stappen over op het gebruik van elektroni-sche voorschrijf systemen om hiermee het aantal voor-schrijvingsfouten te reduceren. Dit systeem automatiseert het medicatie voorschrijvings proces. Aan vele elektroni-sche voorschrijf systemen is een clinical decision support system (CDS system) gekoppeld. Dit systeem werkt als assistent en geeft een signaal, wanneer een toediening niet plaats mag vinden. Bijvoorbeeld wanneer een patint voor het voorgeschreven geneesmiddel allergies is of er geneesmiddelinteractie plaatsvindt.Voor de literatuurstudie waren tien studies geanalyseerd. Deze studies, waarin de invloed van het EVS op de pa- tintveiligheid was onderzocht, hadden een gelimiteerde generaliseerbaarheid door de grote variatie in de fout detectie methoden, definitie van een fout en de resultaten. Desondanks bleek uit de studies dat het EVS zorgde voor een verbeterde patintveiligheid door het verminderen van het aantal voorschrijf- en medicatiefouten en het verbe-teren van de voorschrijftijd. Daarnaast ontstaan er door implementatie van EVS nieuwe fouten. Hierbij kan worden gedacht aan doseringsfouten, verkeerde medicatie of formulering.

    Het bachelorproject sluit aan bij een bestaand promotie-onderzoek van Willem van der Veen (ziekenhuisapotheker Emmen/Hardenberg). in dit promotieonderzoek zal de huidige praktijksituatie in ziekenhuizen worden onder-zocht door middel van een enqute. in de enqute komen vragen aan bod wat betreft de implementatie van EVS en de veiligheidscultuur in het ziekenhuis. Deze enqute zal gestuurd worden naar de alle ziekenhuisapothekers met betrekking tot iCT.Het doel van ons onderzoek is het houden van een pilot voor het in kaart brengen van veiligheidsmetingen rondom het implementeren van EVS. De enqute is omgezet naar een interview en deze wordt afgenomen bij zes zieken-huisapothekers. in het interview komen vragen over de veiligheidscultuur, het EVS en de tevredenheid van het personeel aan de orde. Aan de hand van de interviews wordt de enqute geoptimaliseerd, voordat deze verstuurd zal worden. Het bachelorproject wordt uitgevoerd bij de de vakgroep Farmacotherapie en Farmaceutische Patintenzorg, onder begeleiding van Katja Taxis in samenwerking met Willem van der Veen. Anders dan bij andere bachelorprojecten is dit project erg gericht op de praktijk, wat het erg leuk maakt. Door bij verschillende ziekenhuisapotheken langs te gaan voor de interviews, wordt kennis gemaakt met de huidige praktijk van voorschrijven en daarnaast wordt ook een beeld verkregen over wat een baan als ziekenhuisapo-theker inhoudt.

    Bacheloronderzoek BelichtElektronisch voorschrijfsysteem

    Fleur Kos & lisette Hoekstra

    d

  • Foliolum Jaargang XXiV Ed iii

    26

    n september 2010 ben ik begonnen aan mijn masterpro-ject bij de vakgroep Farmaceutische Analyse. Anderhalf

    jaar eerder had ik ook al mijn bachelorproject bij deze groep gelopen en dat was zo goed bevallen dat ik graag terug wilde komen. Zo wilde het dat ik vorig jaar ergens in de lente om de tafel ging met professor Verpoorte en wij de mogelijkheden besproken. Bij de afdeling Farmaceutische Analyse wordt (bijna) uitsluitend gewerkt met en aan de lab-on-a-chip tech-nologie. in de begindagen behelsde dit voornamelijk het miniaturiseren en automatiseren van standaardana-lyses om te komen tot een zogenaamd miniaturised total analysis system, ofwel TAS. Nu, ongeveer twintig jaar na de geboorte van de techniek, of eerder het principe, is het veld veel breder en doen ook levenswetenschappers, natuurkundigen en vaklieden uit nog meer disciplines mee.