Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen...
Transcript of Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen...
Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen
Academiejaar 2010 - 2011
Eerste Examenperiode
Het BELANG VAN EXTRACURRICULAIRE ACTIVITEITEN
TIJDENS CV-SCREENING : EEN ONDERZOEK NAAR
PERSOONLIJKHEIDSINFERENTIES GEMAAKT DOOR
REKRUTEERDERS.
Scriptie neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de
Psychologie, Optie bedrijfspsychologie en personeelsbeleid
door
Fauve Delcour
Promotor: Prof. Dr. Filip Lievens
Begeleiding: Lic. Eveline Schollaert
Ondergetekende, Fauve Delcour
geeft toelating tot het raadplegen van de scriptie door derden.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
i
ABSTRACT
De screening van cv’s vormt doorgaans de eerste fase van een selectieprocedure.
Aangezien persoonlijkheid belangrijk is in een werkcontext zullen rekruteerders zich
vanaf deze fase reeds een impressie vormen over de persoonlijkheid van de potentieël
toekomstige werknemer. Er wordt gesuggereerd dat de rubriek extracurriculaire
activiteiten hierbij van belang is. Rekruteerders zouden op basis van het aantal en het
type extracurriculaire activiteiten afleidingen maken over de mate waarin een kandidaat
extravert en open is (Cole et al, 2009). Dit werd tot hiertoe echter nog niet onderzocht.
Deze studie zal dan ook nagaan hoe rekruteerders inferenties vormen over de mate van
extraversie en openheid van een kandidaat op basis van de extracurriculaire activiteiten
vermeld in een cv. Bovendien wordt het belang nagegaan van deze
persoonlijkheidsafleidingen. In voorgaand onderzoek werd immers vastgesteld dat
kandidaten een hogere tewerkstellingsbeoordeling krijgen naarmate ze als extraverter en
opener beoordeeld worden. Via een vragenlijstonderzoek waaraan 164 ervaren
rekruteerders deelnamen werden de hypothesen onderzocht. Iedere rekruteerder kreeg
twee cv’s aangeboden die ingezameld waren bij laatstejaarsstudenten. Ze dienden te
oordelen in welke mate de kandidaat extravert en open is en een
tewerkstellingsbeoordeling te maken. De resultaten tonen aan dat een aantal kenmerken
van de rubriek extracurriculaire activiteiten inderdaad een impact hebben op de
inferenties die rekruteerders maken over de mate waarin een kandidaat extravert en
open is. Voor extraversie - afleidingen is vooral het totaal aantal extracurriculaire
activiteiten van belang. Er zijn ook aanwijzingen dat wie lid is van een
studentenvereniging als extraverter beoordeeld wordt. Lid zijn van een jeugdbeweging
en teamsport beoefenen bleken niet significant gerelateerd te zijn aan de
extraversiepercepties. Wie meer artistieke activiteiten en reizen in zijn cv vermeldt
wordt als opener beoordeeld. Vrijwilligerswerk doen en het leren van vreemde talen
heeft geen impact op de openheidsbeoordeling. Bovendien wijzen de resultaten op het
belang van deze persoonlijkheidsafleidingen. Er werd namelijk vastgesteld dat hoe meer
men als extravert en open beoordeeld wordt, hoe hoger de tewerkstellingsbeoordeling is
die men krijgt. Deze studie heeft dan ook een aantal belangrijke theoretische en
praktische implicaties.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
ii
INHOUDSOPGAVE
ABSTRACT i
INHOUDSOPGAVE ii
VOORWOORD iv
INLEIDING 1
LITERATUURSTUDIE 3
Cv en Cv-Screening 3
Inleiding 3
Het cv: Biodata Items in Drie Rubrieken 4
De Screening van een Cv 5
Extracurriculaire Activiteiten 6
Persoonlijkheid 8
Inleiding 8
Persoonlijkheid binnen de Werkcontext 8
Persoonlijkheid en Cv-Screening 9
Het Ecologiemodel 10
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid 11
Persoonlijkheid en Tewerkstellingsbeoordeling 15
METHODE 16
Procedure 16
Cv-Verzameling 16
Cv-Screeners 16
Steekproef 17
Kandidaten 17
Cv-Screeners 17
Meetinstrumenten 17
Inzetbaarheidsbeoordeling 17
Persoonlijkheid 18
Belang van Extracurriculaire Activiteiten 19
Codering Extracurriculaire Activiteiten 19
Controlevariabelen 21
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
iii
Analyses 20
RESULTATEN 21
DISCUSSIE 26
Implicaties van deze Studie 29
Theoretisch 29
Praktisch 30
Beperkingen en Suggesties voor Toekomstig Onderzoek 30
Algemene conclusie 32
REFERENTIES 33
APPENDIX 36
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
iv
VOORWOORD
Met deze masterproef sluit ik mijn studie Bedrijfspsychologie en
Personeelsbeleid aan de Universiteit van Gent af. Dit is dan ook het uitgelezen moment
om een aantal personen te bedanken.
Graag wil ik Prof. Dr. Filip Lievens bedanken voor de mogelijkheid die ik
gekregen heb om mij te verdiepen in dit onderwerp.
Verder wil ik ook Eveline Schollaert hartelijk bedanken. Zij stond steeds klaar
met suggesties en moedigde me aan met haar enthousiasme.
Een speciaal woordje van dank gaat naar mijn ouders. Gedurende mijn volledige
studietijd stonden zij steeds klaar om mij moreel te steunen en hun vertrouwen in een
geslaagde afloop te uiten.
Tenslotte wil ik ook graag alle respondenten bedanken voor hun participatie.
Zonder hun bijdrage was deze studie onmogelijk geweest.
Wondelgem, 19/04/2011,
Fauve Delcour
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
1
INLEIDING
De meest gebruikte vismethode in de Europese unie is visserij met sleepnetten.
Men maakt hierbij vaak gebruik van netten met grotere mazen zodat de vis die de
vissers niet nodig hebben kan ontsnappen. Deze situatie vertoont parallellen met
curriculum vitae-screening (cv-screening), de eerste fase van een selectieprocedure. Het
is belangrijk voor rekruteerders om een goede schifting uit te voeren op basis van de
ontvangen cv’s. Zo kan men namelijk veel geld en tijd besparen. Bovendien zal een
goede schifting ervoor zorgen dat de niet geschikte kandidaten door de mazen van het
net glippen en men de geschikte kandidaten niet laat vallen. Wie op basis van de cv-
screening wel aan boord geraakt zal de kans krijgen om deel te nemen aan de verdere
tests en eventueel een interview of assessment center kunnen bijwonen. Een cv is dus
van uiterst belang want het kan een toegangsticket opleveren naar de volgende ronde(n)
van de selectieprocedure (Thoms, McMasters, Roberts, & Dombkowski, 1999; Cole,
Feild, & Giles, 2004).
Bij de screening van een cv zullen rekruteerders doorgaans feiten verzamelen en
conclusies vormen, onder andere over de persoonlijkheid van een kandidaat (Knouse,
1989; Cole, Rubin, Feild, & Giles, 2007). De nodige informatie hiervoor geven
sollicitanten vaak weer in drie rubrieken die men terugvindt in de meeste cv’s:
academische prestaties/opleiding, werkervaring, en extracurriculaire activiteiten
(bijvoorbeeld recreatief sporten of lid zijn van een studentenvereniging) (Brown &
Campion, 1994). Onderzoek van Nemanick en Clark (2002) doet vermoeden dat de
inhoud van de rubriek extracurriculaire activiteiten een invloed heeft op de beoordeling
van een kandidaat op basis van zijn of haar cv. Bovendien veronderstelt men dat
rekruteerders op basis van deze rubriek afleidingen maken over de persoonlijkheid van
de kandidaat (Cole et al., 2007). Er is echter nog zeer weinig onderzoek gedaan om te
achterhalen welke elementen van de rubriek extracurriculaire activiteiten de
persoonlijkheidsbeoordelingen bepalen. Deze studie zal dan ook een antwoord trachten
te bieden op de leemte in de wetenschappelijke literatuur door na te gaan hoe
rekruteerders conclusies vormen over de persoonlijkheid van een kandidaat op basis van
deze extracurriculaire activiteiten vermeld in een cv. Meer specifiek zal er gefocust
worden op de persoonlijkheidsdimensies extraversie en openheid. Bovendien zal het
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
2
belang van deze persoonlijkheidsafleidingen nagegaan worden. Onderzoek suggereert
dat deze afleidingen wel degelijk belangrijk zijn. Cole (2009) stelde immers vast dat
kandidaten met een hoge score op deze persoonlijkheidsdimensies positiever
beoordeeld worden dan kandidaten met een lage score. Er zal onderzocht worden of dit
ook in deze studie kan vastgesteld worden.
Naast deze theoretische bijdragen zal deze studie zowel voor rekruteerders als
voor sollicitanten ook een praktisch nut hebben.
Voor rekruteerders kan het interessant zijn om meer inzicht te hebben in hoe
men persoonlijkheidsafleidingen vormt op basis van de extracurriculaire activiteiten van
een sollicitant. Men is zich namelijk niet altijd bewust van welke elementen de
beoordeling van een kandidaat bepalen. Zo blijkt er een verschil te zijn tussen welke
rubriek rekruteerders zeggen belangrijk te vinden en waar ze naar kijken bij het effectief
maken van een beoordeling van de kandidaat. Men beweert het minste belang te hechten
aan de extracurriculaire activiteiten maar voor deze rubriek werd echter het sterkste
hoofdeffect gevonden wanneer men kijkt naar de beoordelingen van de kwaliteit van de
sollicitant (Cole et al., 2007). Bovendien zal deze studie hen informatie bieden over het
mogelijke belang van deze persoonlijkheidsafleidingen op hun beslissingen na het
screenen van een cv.
Sollicitanten kunnen ook gebaat zijn bij deze studie. Het kan immers nuttige tips
opleveren voor het schrijven van een cv. Bovendien zou deze studie tegengewicht
kunnen bieden aan de mogelijke opvatting van sollicitanten dat de rubriek
extracurriculaire activiteiten geen belangrijk onderdeel is van een cv.
Deze studie zal nu gekaderd worden binnen het reeds bestaande
wetenschappelijke onderzoek. Eerst zullen de cv en cv-screening besproken worden.
Daarna zal ingezoomd worden op één rubriek van een cv: de extracurriculaire
activiteiten. Vervolgens zal de link gelegd worden met persoonlijkheidsafleidingen en
het belang van deze afleidingen voor tewerkstellingsbeoordelingen. Dit zal uitmonden
in de hypothesen.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
3
LITERATUURSTUDIE
Cv en Cv-Screening
Inleiding
Een cv is zoals een visitekaartje, het is het eerste contact tussen de sollicitant en
de organisatie (Thoms et al., 1999). In dit eerste contact zal de kandidaat biografische
informatie geven aan een rekruteerder. Meer specifiek zullen sollicitanten elementen uit
hun levensgeschiedenis waarvan ze denken dat ze belangrijk zijn in een werkcontext
weergeven in hun cv (Asher, 1972; Cole, Feild, Giles, & Harris, 2009). In een cv gaat
het dus over gebeurtenissen uit het verleden van de kandidaat. Rekruteerders hebben
hier interesse in omdat deze gebeurtenissen de identiteit en het gedrag van de sollicitant
kunnen gevormd hebben (Cole et al., 2009). Bovendien stelt Owens dat het toekomstige
gedrag het best voorspeld kan worden op basis van het gedrag dat men in het verleden
gesteld heeft (Owens, zoals geciteerd in Mael, 1991).
Een cv is van uiterst belang tijdens een selectieprocedure, zowel voor
rekruteerders als voor kandidaten (Thoms et al., 1999; Cole, 2004).
Rekruteerders zullen de ontvangen cv’s gebruiken om reeds een eerste selectie
uit te voeren. Dit gebeurt tijdens de eerste fase van de selectieprocedure, de
cv-screening (Dipboye, Fontenelle, & Garner, 1984). Deze activiteit vindt plaats in
bijna alle organisaties en voor bijna alle jobtypes (Schmidt & Zimmerman, 2004). Als
een rekruteerder tijdens deze screening besluit dat de sollicitant niet beschikt over de
vereiste kennis, vaardigheden, bekwaamheden of andere kenmerken zal deze niet
doorgaan naar de duurdere selectiemetingen zoals een interview of deelname aan een
assessment center. Zo kan een organisatie veel geld en tijd besparen (Hutchinson, zoals
geciteerd in Cole, 2004).
Een cv is ook belangrijk voor de kandidaat. De sollicitant kan via zijn cv immers
een toegangsticket bekomen naar een verdere fase van de selectieprocedure (Thoms et
al., 1999).
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
4
Het Cv: Biodata Items in Drie Rubrieken
De inhoud van een cv kan uiteraard verschillen van kandidaat tot kandidaat. Om
onderzoek naar de screening ervan toch mogelijk te maken hebben Brown en Campion
(1994) een belangrijke bijdrage verricht. Op basis van een literatuurstudie, gesprekken
met rekruteerders en analyses van zowel sollicitatieformulieren als actuele cv’s werden
tweeëntwintig biodata items ontdekt die rekruteerders vaak tegenkomen in cv’s. Deze
identificatie van een eindige lijst van items was nuttig voor verder onderzoek rond
cv-screening. De items kunnen namelijk in de vorm van een
cv-beoordelingsformulier worden gegoten. Cole en collega’s maakten gebruik van dit
cv-beoordelingsformulier om na te gaan of rekruteerders het eens zijn over de mate
waarin items voorkomen in een cv van een sollicitant. De resultaten suggereren dat
rekruteerders betrouwbaar de mate kunnen vaststellen waarin een onderwerp al dan niet
voorkomt in een cv (Cole, Feild, & Giles, 2003).
Bovendien bleken de tweeëntwintig items die Brown en Campion (1994)
identificeerden te clusteren in drie factoren die overeen stemmen met de drie
belangrijkste onderdelen van een cv namelijk opleiding, werkervaring, en
extracurriculaire activiteiten. Het is binnen deze onderdelen dat de sollicitant informatie
gaat geven over zijn levensgeschiedenis die hij als relevant beschouwt binnen een
werkcontext (Cole et al., 2009).
Men veronderstelt dat een rekruteerder deze drie rubrieken gebruikt om een
oordeel te vormen over de geschiktheid van de kandidaat. Dit werd getest door Cole en
collega’s. Er werd gevonden dat de rubrieken academische kwalificaties en
extracurriculaire activiteiten een voorspeller zijn van de inzetsbaarheidsbeoordeling. De
resultaten suggereren echter ook dat de rubriek werkervaring geen rol speelde in de
beoordeling van een kandidaat.
Er werd ook onderzocht aan welke rubriek rekruteerders het meeste belang
hechten. Hierbij blijkt er een verschil te zijn tussen wat rekruteerders zeggen belangrijk
te vinden en waar ze naar kijken bij het effectief maken van een beoordeling van de
kwaliteit van een kandidaat. Wanneer men vroeg aan rekruteerders wat ze het
belangrijkst vonden zei men het meeste belang te hechten aan werkervaring en het
minste aan extracurriclaire activiteiten. Deze laatste rubriek bleek echter de beste
voorspeller te zijn voor de beoordeling die rekruteerders maakten. Bovendien werd een
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
5
positieve relatie vastgesteld tussen de belangrijkheidsbeoordeling van de rubriek
extracurriculaire activiteiten en de tewerkstellingsbeoordeling.
Naast het belang van de 3 rubrieken afzonderlijk onderzochten Cole en
collega’s of er een interactie was tussen de rubrieken. In overeenstemming met de
verwachting vond men dat de uiteindelijke beoordeling door een rekruteerder bepaald
wordt door het samenspel van de drie rubrieken. De slechtste beoordeling werd gegeven
aan kandidaten waarvan men vond dat ze een lage score hadden in alle rubrieken. Wie
men percipieerde als iemand met een hoge score over de hele lijn kreeg de beste
beoordeling. Tussen deze twee uitersten zijn er nog heel wat interessante posities
waarbij een persoon een lage score heeft in bepaalde rubriek(en) en een hoge score in
andere rubriek(en). De rubrieken kunnen elkaar hierbij gaan contrabalanceren. Zo kan
iemand met heel veel extracurriculaire activiteiten maar weinig werkervaring en
academische prestaties toch een goede beoordeling krijgen (Cole et al, 2007).
De Screening van een Cv
Tijdens de screening van een cv gaan rekruteerders aandacht besteden aan feiten
zoals de werkervaring, het opleidingsniveau, en de vermelde vaardigheden van de
kandidaat. Deze feiten beschouwen rekruteerders als relevant voor de job (Knouse,
1989). Echter, ook andere feiten die zelden of niet relevant zijn kunnen, vaak onbewust,
een invloed hebben bij de evaluatie van een cv. Een voorbeeld hiervan is de
demografische variabele geslacht (Dipboye, Arvey, & Terpstra, 1977; Dipboye,
Fromkin, & Wiback, 1975). Hoewel geslacht voor de meeste functies niet relevant is
stelde Cole toch vast dat het geslacht van de rekruteerder en van de sollicitant een
invloed heeft bij het evalueren van cv’s (Cole et al, 2004).
Een cv-screening is echter meer dan het verzamelen van feiten. Rekruteerders
zullen de informatie vaak ook gebruiken om inferenties te vormen (Knouse, 1989). Zo
kan men een impressie vormen over de vaardigheden, motivatie, persoonlijkheid, en
job fit van de sollicitanten tijdens een cv-screening (Cole et al., 2007). In onderzoek
werd aangetoond dat de cv - categorieën inderdaad samenhangen met andere variabelen
waarover rekruteerders inferenties maken. Zo vond men bijvoorbeeld een positief
verband tussen de informatie over de academische prestaties die weergegeven wordt in
een cv en de algemene mentale vaardigheid van een sollicitant.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
6
Dus, doorgaans gaat een rekruteerder bij het screenen van een cv feiten verzamelen en
afleidingen maken op basis van deze feiten (Cole et al., 2003).
Theorieën. Een aantal theorieën kunnen helpen om meer inzicht te krijgen in
hoe deze informatie precies gebruikt wordt om tot een eerste oordeel te komen over de
kandidaat (Cole et al., 2007). Zo stelt de attributietheorie dat informatie gebruikt wordt
om de oorzaak van gedrag te bepalen. Deze oorzaak kan intern of extern zijn (Knouse,
1989). Volgens Cole en collega’s (2007) gebruiken rekruteerders de informatie vermeld
in een cv om de oorzaak te bepalen van en conclusies te trekken over een sollicitant zijn
vaardigheden, motivatie, persoonlijkheid, en job fit. Hierbij kan de fundamentele
attributiefout optreden. Dit is de neiging om de impact van externe factoren te
onderschatten en de rol van interne factoren te overschatten (Harvey, Town, & Yarkin,
1981, p. 346).
Naast de attributietheorie kan het theoretisch concept “cognitieve schema’s”
helpen om meer inzicht te krijgen in hoe rekruteerders tot een oordeel komen (Cole et
al., 2007). Dit concept verwijst naar verzamelingen van kennis die ontstaan op basis van
eerdere ervaringen (Hodgkinson, 2003). Rolschema’s zijn een soort cognitieve
schema’s die kennis bevatten over hoe men verwacht dat iemand in een bepaalde rol
zich zal gedragen. Rekruteerders zullen tijdens de screening van een cv een sollicitant in
een bepaalde rol proberen te plaatsen. Rolschema’s kunnen dan gebruikt worden om de
persoon te evalueren en zijn toekomstig gedrag te voorspellen (Cole et al., 2007).
Extracurriculaire Activiteiten
Een cv bestaat doorgaans uit drie belangrijke onderdelen : opleiding,
werkervaring en extracurriculaire activiteiten (Brown & Campion, 1994). In deze studie
zal de rubriek extracurriculaire activiteiten onder de loep genomen worden. Tijdens het
screenen van een cv kunnen rekruteerders onder andere de volgende items tegen komen
in deze rubriek: lid van een professionele vereniging, lid van een college club, heeft een
verkozen positie, recreatief sporten, lid van een studentenvereniging, en
vrijwilligerswerk doen (Brown & Campion, 1994). Het gaat om activiteiten waaraan
men doorgaans participeert vanuit een persoonlijke interesse en waarbij een zekere
inspanning vereist is (Larson, 2000).
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
7
Onderzoek suggereert dat de inhoud van deze rubriek een invloed heeft op de
evaluatie van een sollicitant op basis van zijn cv. Sollicitanten zouden namelijk een
gunstigere beoordeling krijgen wanneer ze meer extracurriculaire activiteiten hadden
vermeld, een leidinggevende positie hadden in deze activiteiten en wanneer het om
professionele activiteiten ging (Nemanick & Clark, 2002).
Hoewel er gesuggereerd wordt dat de inhoud van de rubriek extracurriculaire
activiteiten een invloed heeft op de beoordeling van een kandidaat door de rekruteerder
kan men zich afvragen of het voor een rekruteerder wel zinvol is om aandacht te
besteden aan deze rubriek. Een antwoord hierop werd gevonden in een onderzoek van
Rubin en collega’s. Via een online vragenlijst brachten zij de extracurriculaire
activiteiten van een steekproef van studenten in kaart. Op basis hiervan kreeg iedere
persoon een index die de betrokkenheid in extracurriculaire activiteiten weergaf. De
studenten namen ook deel aan een assessment center waarin ze beoordeeld werden op
vier interpersoonlijke vaardigheidsdimensies. De resultaten suggereren dat studenten die
lid waren van een studentenvereniging een hogere score kregen op interpersoonlijke
vaardigheden in vergelijking met deze die hier geen lid van waren. Lid zijn van een
sportteam hield geen verband met interpersoonlijke vaardigheden. Wie een
leiderschapspositie innam in een campusclub werd ook beter beoordeeld in het
assessment center in vergelijking met wie hier geen belangrijke positie had. Een
leiderspositie hebben in een studentenorganisatie of een sportteam speelde geen rol. Ten
slotte werden ook andere predictoren van interpersoonlijke vaardigheden gemeten zoals
persoonlijkheid en intelligentie. Wanneer rekening werd gehouden met deze variabelen
bleek er nog steeds een positief verband te zijn tussen de extracurriculaire activiteiten
van de persoon en zijn score op de vier metingen van interpersoonlijke vaardigheden.
Hoewel de extracurriculaire activiteiten in deze studie niet nagegaan werden in de vorm
van een cv doen de resultaten vermoeden dat het zeker geen tijdsverspilling is om als
rekruteerder een blik te werpen op deze bezigheiden van een kandidaat. Dit is zeker het
geval wanneer men een selectie uitvoert voor een job die interpersoonlijke vaardigheden
vereist (Rubin, Bommer, & Baldwin, 2002).
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
8
Persoonlijkheid
Inleiding
Het Big Five model is een veelgebruikt model in een selectiecontext dat
onderzoekers toelaat de relatie tussen persoonlijkheid en werkgerelateerde uitkomsten te
bestuderen (Hogan, Hogan en Roberts, 1996). Volgens dit model bestaat
persoonlijkheid uit vijf factoren, de Big Five. Deze basisdimensies namelijk extraversie,
aangenaamheid, consciëntieusheid, neuroticisme, en openheid voor ervaring zouden
meer gedetailleerde persoonlijkheidstrekken samenvatten (McCrae & John, 1992).
Persoonlijkheid binnen de Werkcontext
Voor een organisatie kan het interessant zijn een beeld te hebben van de
persoonlijkheid van mogelijk toekomstige werknemers. Studies doen immers
vermoeden dat persoonlijkheid samenhangt met jobuitvoering en jobtevredenheid
(Barrick & Mount, 1991; Bruk-Lee, Khoury, Nixon, Goh, & Spector, 2009).
Barrick en Mount (1991) gingen in een meta- analyse na welke
persoonlijkheidsdimensies van belang zijn bij de jobuitvoering. De resultaten
suggereren dat aangenaamheid en emotionele stabiliteit geen rol speelden en wezen op
het belang van consciëntieusheid. Op basis van een persoon zijn score op deze laatste
dimensie konden alle jobuitvoeringscriteria voorspeld worden ( jobbekwaamheid,
trainingsbekwaamheid, en personeelsdata) binnen elk van de vijf beroepsgroepen die
bestudeerd werden in de meta-analyse. Openheid en extraversie zouden ook een rol
spelen, maar specifieker dan consciëntieusheid. Zo bleek een hoge score op extraversie
enkel in de beroepsgroepen verkopers en managers samen te hangen met de
jobuitvoering. Openheid zou een een rol spelen bij één jobuitvoeringscriterium namelijk
trainingsbekwaamheid.
Naast jobuitvoering vertoonde persoonlijkheid ook een verband met
jobtevredenheid. Bruk- Lee en collega’s voerden een meta- analyse uit om dit verder te
onderzoeken. Wie een hoge score had op consciëntieusheid, extraversie, en
aangenaamheid rapporteerde een hogere jobtevredenheid dan wie een lage score had.
Een hoge score op neuroticisme bleek samen te hangen met een lage jobtevredenheid
(Bruk-Lee et al., 2009).
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
9
Persoonlijkheid en Cv-Screening
Persoonlijkheid blijkt van belang te zijn binnen een werkcontext (Barrick &
Mount, 1991; Bruk-Lee et al., 2009). Reeds van bij de cv-screening zullen rekruteerders
dan ook een impressie vormen over de persoonlijkheid van de mogelijk toekomstige
werknemers (Cole et al., 2007). Onderzoek suggereert echter dat deze impressies van
lage kwaliteit zijn. Onderzoekers verzamelden cv’s van studenten en lieten deze
studenten hun persoonlijkheid beschrijven met de NEO Five- Factor Inventory. Naast
een zelfbeoordeling werd ook aan professionele rekruteerders gevraagd om de
persoonlijkheid van de studenten te beoordelen. De rekruteerders kregen hiervoor de
cv’s en dienden aan te geven in welke mate persoonlijkheidsadjectieven die naar de Big
Five dimensies verwezen de persoonlijkheid van de student beschreef. Doordat de
persoonlijkheid door twee rekruteerders werd beoordeeld kon de
interbeoordelaarsbetrouwbaarheid berekend worden. Er werd een lage overeenstemming
tussen de rekruteerders gevonden in het beoordelen van de persoonlijkheid van een
kandidaat op basis van zijn/ haar cv. Bovendien bleek de mate van overeenstemming
afhankelijk te zijn van de Big Five dimensie waar men naar keek. De sterkste mate van
overeenkomst werd gevonden voor extraversie en de laagste voor neuroticisme.
Men ging ook de validiteit van de persoonlijkheidsinferenties na door de correlatie te
berekenen tussen de zelfbeoordeling en de beoordeling door een rekruteerder. Er werd
weinig overeenkomst gevonden met uitzondering voor extraversie (Cole et al., 2009).
Hoewel er gevonden werd dat de impressies die rekruteerders hebben over de
persoonlijkheid van een kandidaat na het screenen van een cv van lage kwaliteit zijn
blijken rekruteerders hier toch op te steunen. Men vond namelijk dat de inferenties over
de mate van consciëntieusheid, openheid voor ervaring, en extraversie van de
kandidaten de beoordeling van de rekruteerder voorspelde. Kandidaten met een hoge
score op deze persoonlijkheidsdimensies zouden positiever beoordeeld worden dan
kandidaten met een lage score (Cole et al., 2009). Dit is niet verwonderlijk.
Consciëntieusheid en extraversie zouden namelijk samenhangen met jobuitvoering.
Voor consciëntieusheid was dit het geval voor de meeste jobs, voor extraversie vooral
bij jobs met een duidelijk sociale component (Barrick & Mount, 1991). Bovendien
suggereerde een studie van Cole en collega’s (2009) dat openheid van belang is bij het
aanwerven van personen die net afgestudeerd zijn.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
10
Persoonlijkheidsinferenties van de rekruteerders zouden dus ondanks hun lage
kwaliteit toch hun beoordeling voorspellen. Dit zou echter afhankelijk zijn van het type
job waarvoor men iemand zoekt. Men onderzocht dit voor twee types uit het RIASEC
model van Holland: het conventionele en het ondernemende type (Cole, Feild, & Harris,
2004). Bij conventionele jobtypes moet de werknemer tegemoet komen aan precieze
standaarden door te werken met dingen, nummers, of machines. Boekhouden is een
voorbeeld van zo een type job. Manager is een voorbeeld van een ondernemend jobtype.
Hierbij kan de werknemer verkopen of de leiding nemen zodat anderen zich in een
bepaalde richting gaan gedragen (Holland, 1996). De resultaten suggereren dat
kandidaten waarover rekruteerders de inferentie maakten dat ze erg consciëntieus zijn
een betere tewerkstellingsbeoordeling kregen voor conventionele jobtypes dan personen
die men beschouwde als minder consciëntieus. Voor ondernemende jobtypes bleek men
extraversie belangrijk te vinden. Sollicitanten die gezien werden als heel extravert
kregen een betere tewerkstellingsbeoordeling dan deze die men percipieert als minder
extravert. De resultaten doen dus vermoeden dat jobtype een moderator is van de relatie
tussen de inferenties over de persoonlijkheid en de uiteindelijke beoordeling (Cole et
al., 2004).
Het Ecologiemodel
Het ecologiemodel biedt een verklaring voor het gebruik van een cv om
persoonlijkheid te voorspellen. Individuen hebben bepaalde kenmerken onder andere
bronnen (bekwaamheden en menselijk kapitaal) en behoeften, verlangens, en waarden.
Ze bevinden zich in een omgeving die heel wat situaties aanbiedt. Op basis van hun
behoeften en waarden zullen ze hieruit situaties gaan selecteren. Van zodra situaties
geselecteerd zijn zal men zich moeten aanpassen om het gewenste doel te bereiken.
Er gaan cycli ontstaan waarbij iemand een keuze maakt, zich aanpast, en nog
meer weloverwogen keuzes zal maken om duidelijke behoeften en waarden te
bevredigen. Op deze manier ontstaan patronen. Een aantal van deze zaken zou men
kunnen afleiden uit iemand zijn cv (Cole et al., 2009; Mael, 1991).
Dit model kan men bijvoorbeeld toepassen op studenten. Ze kunnen bepaalde
persoonlijkheidskenmerken hebben zoals extraversie en consciëntieusheid en bevinden
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
11
zich in een omgeving waarin ze kunnen kiezen uit verschillende situaties. Zo kan men
deelnemen aan sociale activiteiten of lessen bijwonen (Cole et al., 2009).
Onderzoek suggereert dat extraverte studenten eerder zullen deelnemen aan sociale
activiteiten, terwijl deze die beter presteren op de universiteit eerder consciëntieus zijn.
Men heeft immers vastgesteld dat extraverte personen zich vooral zullen voorbereiden
op een interview door te praten met vrienden, iemand uit het bedrijf of iemand die een
gelijkaardige job uitoefent in vergelijking met niet extraverte personen. Consciëntieuze
personen zouden eerder informatie over en van het bedrijf gaan lezen. Bovendien
bleken personen met een hoge score op consciëntieusheid ook een hoge GPA ( grade
point average) te hebben (Caldwell & Burger, 1998). Eens de situatie gekozen is zal
men zich volgens het ecologiemodel verder aanpassen. Ervaringen op de universiteit
zijn relevant voor de prestatie als manager. Hieruit kan afgeleid worden dat de studenten
zich tijdens deze ervaringen verder zullen ontwikkelen (Howard, 1986). Dit kan handig
zijn om kenmerken van studenten te voorspellen op basis van een cv (Cole et al., 2009).
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
Onderzoek heeft veelvuldig het belang van persoonlijkheid binnen een
werkcontext aangetoond (Barrick & Mount, 1991; Bruk-Lee et al., 2009). Bovendien
vermoedt men dat de rubriek extracurriculaire activiteiten nuttige informatie kan
bevatten die een invloed heeft op het oordeel van een rekruteerder (Nemanick & Clark,
2002; Cole et al., 2003). Hieruit vloeit de vraag hoe rekruteerders conclusies vormen
over de persoonlijkheid van een kandidaat op basis van deze extracurriculaire
activiteiten vermeld in een cv.
In deze studie zal dit nagegaan worden voor de volgende twee
persoonlijkheidsdimensies: extraversie en openheid. Barrick, Patton, en Haughland
(2000) deden onderzoek naar de accuraatheid van het oordeel van interviewers over een
sollicitant zijn persoonlijkheidstrekken. Voor extraversie, openheid, en aangenaamheid
werd overeenstemming gevonden tussen de zelfbeoordeling van de persoonlijkheid door
de geïnterviewde en de beoordeling door de interviewer. Deze mate van
overeenstemming zou volgens vele studies samenhangen met de observeerbaarheid van
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
12
een trek. Extraversie en openheid staan gekend als trekken die meer observeerbaar zijn
in een interview. Een extravert persoon bijvoorbeeld zal veel praten, actief, en
energetisch zijn wat de visualiteit versterkt. Emotionele stabiliteit daarentegen, wat
eerder een intern georiënteerde psychologische trek is, is minder observeerbaar in een
interview (Colvin & Funder, 1991; Hayes & Dunning, 1997). Cole trekt dit door naar
een cv-screeningcontext. Hij veronderstelt immers dat extraversie en openheid ook hier
gemakkelijk afleidbaar zullen zijn omdat ze zich op specifieke manieren zullen uiten in
een cv. Aangenaamheid wordt buiten beschouwing gelaten in deze studie omdat Cole
veronderstelt dat dit vermoedelijk niet tot uiting komt in de informatie die men
doorgaans terugvindt in een cv (Cole et al, 2009).
Er zal onderzocht worden op basis van welke specifieke elementen uit de rubriek
extracurriculaire activiteiten rekruteerders conclusies trekken over de mate waarin
iemand extravert en open is. Voor openheid werd dit nog niet getest. Voor extraversie
werd vastgesteld dat er een positieve correlatie is tussen de extraversie gemeten bij een
sollicitant en de factor extracurriculaire activiteiten (Cole et al., 2003). Het verband met
de gepercipieerde extraversie door de rekruteerders werd echter nog niet getoetst.
Bovendien weet men niet welke aspecten van de rubriek ertoe leiden dat men de
conclusie maakt dat een kandidaat extravert is. Cole en collega’s (2003) stelden dat
extraversie vermoedelijk de gemakkelijkst te beoordelen persoonlijkheidsdimensie is.
Hoe extravert iemand is zou afgeleid kunnen worden uit het aantal extracurriculaire
activiteiten die iemand in zijn cv vermeldt. Extraverte personen worden immers vaak
beschreven aan de hand van volgende adjectieven: actief, energiek, en enthousiast
(McCrae & John, 1992). Wie deze eigenschappen heeft zal dan ook mogelijks meer
activiteiten ondernemen in zijn vrije tijd. Dit zal getoetst worden aan de hand van
volgende hypothese:
Hypothese 1a: Hoe meer extracurriculaire activiteiten vermeld worden in een
cv, hoe hoger de perceptie van de rekruteerder op de
persoonlijkheidstrek extraversie.
Cole en collega’s (2003) veronderstelden ook dat de mate van extraversie af te leiden is
uit het type extracurriculaire activiteiten die iemand in zijn cv vermeldt. Dit sluit aan bij
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
13
de hiervoor beschreven studie van Rubin en collega’s waarin studenten hun
extracurriculaire activiteiten rapporteerden en deelnamen aan een assessment center om
hun interpersoonlijke vaardigheden te beoordelen. Studenten die lid waren van een
studentenvereniging kregen een hogere score op interpersoonlijke vaardigheden in
vergelijking met deze die hier geen lid van waren. Voor leden van een jeugdbeweging
verwachten we dezelfde resultaten. Hieruit vloeien de volgende hypothesen:
Hypothese 1b: Wie weergeeft lid te zijn van een studentenvereniging wordt als
extraverter beoordeeld in vergelijking met wie dit niet vermeldt.
Hypothese 1c: Wie weergeeft lid te zijn van een jeugdbeweging wordt als
extraverter beoordeeld in vergelijking met wie dit niet vermeldt.
In deze studie van Rubin en collega’s (2002) werden de extracurriculaire activiteiten
echter niet weergegeven in een cv maar bevraagd aan de hand van een online
vragenlijst. Ook werd er niet gekeken naar het verband met de gepercipieerde
extraversie maar naar de interpersoonlijke vaardigheden zoals gedemonstreerd in een
assessment center. Daarom zou het interessant zijn om na te gaan of deze resultaten
gerepliceerd kunnen worden voor extraversie binnen de context van
persoonlijkheidsinferenties op basis van cv-screening.
Een andere extracurriculaire activiteit die in verband werd gebracht met
extraversie is deelname aan teamsporten (Eagleton et al, 2007). Teamsporten zijn alle
sporten die niet grotendeels gebaseerd zijn op individuele inspanning maar op
gezamenlijke inspanning (Pearlman, 2009). Eagleton en collega’s (2007) stelden vast
dat deelnemers aan zulke teamsporten hoger scoorden op extraversie dan zowel
individuele sporters als non-sporters. Men kan zich de vraag stellen of rekruteerders bij
het zien van een teamsport in de rubriek extracurriculaire activiteiten ook de afleiding
zullen maken dat deze kandidaat extraverter is.
Hypothese 1d: Hoe meer teamsporten kandidaten vermelden in hun cv, hoe
hoger de perceptie van de rekruteerder op de persoonlijkheidstrek
extraversie.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
14
Deze studie wil ook nagaan welke elementen uit de rubriek extracurriculaire
activiteiten de inferenties over openheid van een sollicitant bepalen. Dit is tot hiertoe
nog niet onderzocht. Wel kunnen een aantal aanknopingspunten gevonden worden in de
literatuur. In een onderzoek (Walfradt & Pretz, 2001) naar het verband tussen
creativiteit en persoonlijkheid bij studenten werd creativiteit op drie verschillende
manieren gemeten, onder andere via hobby’s. Hobby’s waarin een persoon actief creëert
zoals schilderen, tekenen, en muziek spelen worden als creatiever gezien dan hobby’s
waarin een persoon gewoon participeert bijvoorbeeld lezen, sporten, en tv kijken. Er
werd vastgesteld dat studenten die een hoge score hadden op de creativiteitsmeting
doorgaans ook hoog scoorden op openheid gemeten via een zelfrapportagevragenlijst
(Walfradt & Pretz, 2001). Als dit onderzoek vertaald wordt binnen de context van cv-
screening kan verwacht worden dat hoe meer artistieke activiteiten kandidaten
vermelden in hun cv, hoe opener ze beschouwd zullen worden. Dit sluit ook aan bij de
assumptie gemaakt door Cole en collega’s (2009) in een onderzoek rond de
betrouwbaarheid van persoonlijkheidsinferenties. Hij veronderstelt dat de mate van
openheid van een kandidaat gemakkelijk afleidbaar is uit een cv, onder andere op basis
van artistieke gevoeligheid. Deze veronderstelling zal getoetst worden in dit onderzoek.
Naar analogie met de studie van Walfradt & Pretz (2001) zal artistieke activiteiten
gedefinieerd worden als schilderen, tekenen, en muziek spelen.
Hypothese 2a: Hoe meer artistieke activiteiten sollicitanten vermelden, hoe
hoger de perceptie van de rekruteerder op de persoonlijkheidstrek
openheid.
Naast de afleidbaarheid van openheid uit de vermeldde artistieke activiteiten,
veronderstelt Cole (2009) dat rekruteerders de mate van openheid ook kunnen afleiden
uit vrijwilligerswerk, reizen over de wereld, en vreemde talen leren.
Hypothese 2b: Hoe meer vrijwilligerswerk kandidaten vermelden in hun cv, hoe
hoger de perceptie van de rekruteerder op de persoonlijkheidstrek
openheid.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
15
Hypothese 2c: Hoe meer reizen kandidaten vermelden in hun cv, hoe hoger de
perceptie van de rekruteerder op de persoonlijkheidstrek openheid.
Hypothese 2d: Hoe meer vreemde talen men leert of geleerd heeft volgens
zijn/haar cv, hoe hoger de perceptie van de rekruteerder op de
persoonlijkheidstrek openheid.
Samengevat zal in deze studie gefocust worden op hoe inferenties op basis van
de rubriek extracurriculaire activiteiten over de persoonlijkheidsdimensies extraversie
en openheid tot stand komen.
Persoonlijkheid en Tewerkstellingsbeoordeling
Via hypothesen 1 en 2 wordt bestudeerd hoe inferenties over de
persoonlijkheidstrekken extraversie en openheid op basis van de rubriek
extracurriculaire activiteiten tot stand komen. Deze studie wil echter nog een stap verder
gaan door het belang van deze inferenties te onderzoeken. Zullen sollicitanten
naarmate ze hoger beoordeeld worden op extraversie en openheid tijdens de cv-
screening meer kans hebben om in het visnet te blijven en zo door te stoten naar de
volgende selectieronde? Onderzoek van Cole (2009) suggereert in ieder geval dat hierin
een grond van waarheid schuilt. Hij stelde immers vast dat kandidaten met een hoge
score op deze persoonlijkheidsdimensies positiever beoordeeld worden dan kandidaten
met een lage score. Er zal nagegaan worden of deze resultaten ook in dit onderzoek naar
voor komen.
Hypothese 3a: Hoe hoger de rekruteerder een kandidaat percipieert op de
persoonlijkheidstrek extraversie, hoe hoger de
tewerkstellingsbeoordeling die gegeven wordt aan de kandidaat.
Hypothese 3b: Hoe hoger de rekruteerder een kandidaat percipieert op de
persoonlijkheidstrek openheid, hoe hoger de
tewerkstellingsbeoordeling die gegeven wordt aan de kandidaat.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
16
METHODE
Procedure
CV - Verzameling
Tijdens een sollicitatietraining voor laatstejaarssstudenten uit diverse
opleidingen zoals burgerlijk ingenieur, bio-ingenieur, economie, en rechten werden cv’s
verzameld aan de hand van een gestandaardiseerd formulier (zie bijlage 1). Dit
formulier bevat de elementen die doorgaans vermeld worden in een cv namelijk de
personalia, gevolgde opleidingen, werkervaring, talenkennis, technische vaardigheden,
en bijkomende informatie (onder andere interesses, hobby’s, verenigingsleven, sporten,
speelpleinwerking, en studentenclub) over de kandidaat.
Voor deze studie werden 150 van de ingezamelde cv’s gebruikt. Cv’s waar
cruciale informatie in ontbrak zoals de gevolgde opleiding werden weerhouden. Om de
privacy van de deelnemers te garanderen werden de cv’s anoniem gemaakt. Hiervoor
werden naam en contactgegevens van de kandidaat verwijderd, evenals verwijzingen
naar specifieke bedrijven in de rubriek werkervaring.
Door gebruik te maken van cv’s die allen dezelfde layout hebben kan uitgesloten
worden dat dit een effect heeft op de beoordelingen gemaakt door een rekruteerder
tijdens de screening.
CV- Screeners
In deze studie werd een beroep gedaan op werknemers die regelmatig cv’s
doornemen om de ingezamelde cv’s te screenen. De gevolgde procedure is analoog aan
deze van Cole (2009). Initieel werd een mail gestuurd naar een pool van 2380
rekruteerders om hun medewerking te vragen. Indien men interesse had in deze studie
werd men verzocht de ontvangen mail te beantwoorden. Vervolgens ontving men per
mail een link naar een online-vragenlijst (zie bijlage 2) met in bijlage de te screenen
cv’s. In totaal vulden 164 rekruteerders deze vragenlijst volledig in. Dit komt neer op
een responsrate van 6.89%. Onder de rubriek steekproef zullen de demografische
variabelen van de deelgenomen rekruteerders besproken worden.
Iedere rekruteerder kreeg random twee cv’s aangeboden waardoor de 150 cv’s
minimum door twee verschillende rekruteerders beoordeeld werden. Bovendien werden
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
17
de cv’s aangeboden in unieke paren, dit wil zeggen dat indien bijvoorbeeld rekruteerder
één de eerste en de tweede cv aangeboden kreeg, rekruteerder twee de eerste cv
aangeboden zal gekregen hebben in combinatie met een andere dan de tweede cv. Op
deze manier konden eventuele volgorde-effecten uitgesloten worden.
In de vragenlijst werd vermeld dat de cv’s echte cv’s zijn van laatstejaarsstudenten die
op de arbeidsmarkt gaan komen. Het invullen van de vragenlijst gebeurde volledig
anoniem.
Steekproef
Kandidaten
In totaal werden 150 cv’s geselecteerd uit de ingevulde formulieren.
De deelnemers waarvan het cv opgenomen werd in deze studie zijn gemiddeld 23 jaar
oud (SD =2.0) en de meerderheid is van het vrouwelijke geslacht (58%). Allen volgden
universitair onderwijs en zaten in hun laatste jaar. De studenten waren afkomstig uit
diverse opleidingen zoals burgerlijk ingenieur, bio-ingenieur, economie en rechten.
CV- Screeners
De cv-beoordelaars waren voornamelijk vrouwelijk (67%) en gemiddeld 34 jaar
oud (SD = 9.2). Gemiddeld had men 75 maanden ervaring met het screenen van cv’s
(SD= 74.1) en oefende men deze activiteit gemiddeld 8 uur per week uit (SD = 8.5). De
deelgenomen rekruteerders zijn actief in diverse organisaties. Ongeveer de helft van de
respondenten werkt in een HR-dienst van een bedrijf (51%). De overige rekruteerders
zijn tewerkgesteld in selectiekantoren (14%), interimkantoren (10%) ,
consultingbureaus (9%), overheidsdiensten (7%), of een andere werkplek (9%).
Meetinstrumenten
Inzetbaarheidsbeoordeling
Om zicht te krijgen op de algemene beoordeling gemaakt door de rekruteerder
van de kandidaat op basis van zijn/haar cv werd een inzetbaarheidsbeoordeling
gevraagd. Men diende hierbij te veronderstellen dat men het cv had ontvangen van een
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
18
pas afgestudeerde student. Deze student solliciteert voor een open positie die aansluit bij
zijn of haar studiegebied zoals vermeld in het cv. Rekruteerders beoordeelden de
inzetbaarheid van de kandidaat op basis van vier items aan de hand van een vijf-punten
Likertschaal. Deze items werden gekozen omdat ze bij voorgaande studies (e.g., Cable
& Judge, 1997) frequent gebruikt werden in onderzoek rond besluitvorming tijdens
selectieprocedures. In drie van de vier items wordt gevraagd aan de rekruteerders om de
waarschijnlijkheid in te schatten dat a) men geïnteresseerd zou zijn in het interviewen
van de kandidaat en b) men zou aanraden om de kandidaat aan te nemen. Volgende
vraag werd ook gesteld “als de kandidaat aangenomen zou worden voor de
hypothetische positie, hoe waarschijnlijk is het dat deze kandidaat zou slagen in de
job?”. Deze drie vragen dienden beantwoord te worden aan de hand van een vijf-punten
Likertschaal (1= extreem onwaarschijnlijk, 5= extreem waarschijnlijk). Ten slotte werd
aan de rekruteerders gevraagd “als u alles in overweging neemt betreffende de
kandidaat op basis van zijn cv, wat is uw globale evaluatie van hem/ haar?” (1 = zeer
negatief, 5 = zeer positief). Uit een exploratieve factoranalyse blijkt dat de vier items
laden op één factor.
Persoonlijkheid
Om de persoonlijkheidsafleidingen die rekruteerders maken op basis van een cv
na te gaan werd gebruik gemaakt van een selectie items uit de International Personality
Item Pool (IPIP). Deze vragenlijst, ontwikkeld door Goldberg, meet de vijf Big Five
facetten (extraversie, emotionele stabiliteit, aangenaamheid, openheid en
consciëntieusheid) aan de hand van 50 items, 10 items per persoonlijkheidstrek (positief
en negatief geformuleerd). Aangezien de hypothesen getoetst in deze studie betrekking
hebben op twee persoonlijkheidstrekken namelijk extraversie en openheid werden de
20 items omtrent deze trekken voorgelegd aan de rekruteerders. Met de aangeboden
informatie uit het cv in gedachte diende men op een vijf-punten Likertschaal (1 =
helemaal oneens, 5 = helemaal eens) aan te geven in welke mate de items volgens hen
de kandidaat beschrijven. “ De kandidaat maakt gemakkelijk vrienden” is een voorbeeld
van een item dat peilt naar de persoonlijkheidstrek extraversie. De openheidschaal
bevat onder andere volgende stelling:“de kandidaat heeft een rijke fantasie”. Er werd
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
19
een aanvaardbare mate van interne consistentie gevonden voor de twee schalen, de
alpha’s bedragen respectievelijk .88 en .80.
Per beoordelaar werden totaalscores berekend voor de twee Big Five facet -
beoordelingen van de kandidaat door de items gerelateerd aan een bepaalde trek op te
tellen.
Belang van Extracurriculaire Activiteiten
Om zicht te krijgen op de mate waarin rekruteerders zelf aangeven in welke
mate extracurriculaire activiteiten een rol spelen werd de volgende vraag gesteld: “ In
welke mate hebben bij deze cv’s extracurriculaire activiteiten een rol gespeeld bij het
beoordelen van de kandidaat?”. Men diende deze vraag te beantwoorden aan de hand
van een vijf-punten Likertschaal (1= zeer weinig, 5 = zeer veel). Om eenduidigheid over
de betekenis van het begrip extracurriuclaire activiteiten te garanderen werd de
volgende definitie vermeld bij de vraag : “alle activiteiten waar men aan deelneemt uit
een persoonlijke interesse en die een zeker inspanning vereisen”. Om bias te vermijden
werd dit pas volledig op het einde bevraagd.
Codering Extracurriculaire Activiteiten
Van de 150 geselecteerde cv’s opgenomen in deze studie werden de
extracurriculaire activiteiten gecodeerd door twee personen, enerzijds de auteur van
deze masterproef en anderzijds een persoon met een masterdiploma Bedrijfspsychologie
en Personeelsbeleid (cohen’s kappa = .93). Naar voorbeeld van Cole (2009) werd het
totaal aantal extracurriculaire activiteiten en het aantal vermeld in de categorieën
artistieke activiteiten, vrijwilligerswerk, leren van vreemde talen, en reizen geteld. Naar
analogie met Rubin en collega’s (2002) werden ook de extracurriculaire activiteiten in
de rubrieken jeugdbeweging en studentenvereniging geturfd. Omdat kan verondersteld
worden dat men doorgaans slechts lid is van één studentenvereniging of jeugdbeweging
werden deze variabelen dichotoom gecodeerd. De overige (artistieke activiteiten,
vrijwilligerswerk, leren van vreemde talen, en reizen) werden continu gescoord.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
20
Controlevariabelen
Volgende variabelen in verband met de rekruteerder worden opgenomen als
controlevariabelen: het geslacht (0 = man, 1= vrouw), leeftijd (in jaren), ervaring met
het screenen van cv’s (in maanden), en het aantal uur dat men gemiddeld cv’s screent
per week.
Analyses
Hypothesen 1a en 1d stellen dat hoe meer extracurriculaire activiteiten/
teamsporten kandidaten vermelden in hun cv, hoe hoger de perceptie van de
rekruteerder op de persoonlijkheidstrek extraversie zal zijn. Dit zal onderzocht worden
aan de hand van een ANCOVA omdat er zowel continue als categorische variabelen
opgenomen zullen worden. Extraversie is de afhankelijke variabele en de
controlevariabelen, het aantal extracurriculaire activiteiten, en het aantal teamsporten
vormen de onafhankelijke variabelen.
Analoog zullen de hypothesen voor openheid (2a, 2b ,2c, en 2d) nagegaan
worden aan de hand van een ANCOVA. Hierbij zal openheid de afhankelijke variabelen
zijn en de controlevariabelen, het aantal artistieke activiteiten, vrijwilligerswerk, reizen,
en het leren van vreemde talen de onafhankelijke variabelen.
Volgens hypothesen 1b en 1c zullen kandidaten die weergeven lid te zijn van
een studentenvereniging/jeugdbeweging als extraverter beoordeeld worden in
vergelijking met wie dit niet vermeldt. Aangezien in deze hypothesen groepen
vergeleken worden zal dit onderzocht worden aan de hand van twee t- toetsen voor
onafhankelijke groepen met als testvariabele extraversie en groeperingsvariabele
studentenvereniging en jeugdbeweging.
Tenslotte zal aan de hand van twee ANCOVA analyses hypothesen 3a en 3b
onderzocht worden. Deze stellen dat hoe hoger de rekruteerder een kandidaat percipieert
op de persoonlijkheidstrek extraversie/openheid, hoe hoger de
tewerkstellingsbeoordeling zal zijn die gegeven wordt aan de kandidaat. De
tewerkstellingsbeoordeling is de afhankelijke variabele in beide analyses. De
gepercipieerde extraversie (hypothese 3a), gepercipieerde openheid (hypothese 3b), en
de controlevariabelen vormen de onafhankelijke variabelen.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
21
RESULTATEN
Tabel 2 toont de gemiddelden, standaarddeviaties, en correlaties voor de
verschillende variabelen uit dit onderzoek. De belangrijkste bevindingen worden hierbij
weergegeven. Er blijken duidelijke correlaties te zijn tussen de verschillende kenmerken
van de rubriek extracurriculaire activiteiten. Het totaal aantal extracurriculaire
activiteiten correleert met de meeste onderdelen die men kan terugvinden in de rubriek
extracurriculaire activiteiten. Verder blijkt lid zijn van een studentenvereniging negatief
te correleren met de volgende rubrieken: lid zijn van de jeugdbeweging, teamsporten
beoefenen en vrijwilligerswerk doen. Lid zijn van een jeugdbeweging correleert
positief met teamsporten beoefenen en ook de rubrieken reizen en vrijwilligerswerk
correleren positief met elkaar.
Deze kenmerken van de rubriek extracurriculaire activiteiten vertonen een aantal
duidelijke correlaties met persoonlijkheidsinferenties gemaakt door een rekruteerder.
Extraversie blijkt significant gecorreleerd te zijn met het totaal aantal extracurriculaire
activiteiten, lid zijn van een studentenvereniging, en reizen. Verder vertoont openheid
een significante correlatie met het totaal aantal extracurriuclaire activiteiten, artistieke
activiteiten, en reizen. Deze significante correlaties suggereren dat het zinvol is om
verder in te gaan op extracurriculaire activiteiten vermeld in een cv. Om een beter zicht
te krijgen op deze verbanden zullen bijkomende analyses uitgevoerd worden.
Een opvallende vaststelling is dat de twee afhankelijke variabelen in deze studie
namelijk de gepercipieerde extraversie en openheid door de rekruteerder duidelijk met
elkaar correleren.
Er zijn significante correlaties tussen de opgenomen controlevariabelen. Tevens
kan vastgesteld worden dat er een negatieve correlatie is tussen enerzijds de leeftijd van
de rekruteerder en anderzijds zowel de inzetbaarheids- als de openheidsbeoordeling.
Ook is er een negatieve correlatie tussen de inzetbaarheidsbeoordeling en de ervaring
met het screenen van cv’s die men heeft als rekruteerder. Deze correlaties tonen het
belang aan van het opnemen van deze variabelen als controlevariabelen.
Vooraleer dieper in te gaan op de vooropgestelde hypothesen wordt een
algemeen beeld gegeven van de mate waarin rekruteerders zelf aangeven dat
extracurriculaire activititeiten een rol hebben gespeeld bij de gemaakte
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
22
persoonlijkheids- en inzetbaarheidsbeoordelingen. 1.2% geeft aan hier zeer weinig en
13.4% weinig rekening mee te hebben gehouden. 11.6% rapporteert hier noch veel,
noch weinig rekening mee te houden. Een opvallende vaststelling is dat meer dan de
helft (61.6%) aangeeft veel rekening te houden met extracurriculaire activiteiten in een
cv bij het maken van een beoordeling. 12.2% rapporteert zelfs hier zeer veel rekening
mee te houden.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
23
Tabel 2: Gemiddelden, standaarddeviaties, en Pearson correlaties voor de verschillende variabelen
Ondanks het feit dat er eigenlijk geen gemiddelden, standaarddeviaties en correlaties mogen berekend worden van categorische variabelen, wordt dit hier toch gedaan
als eerste indicatie voor de interpretatie. Hiervoor werden de categorische variabelen dummygecodeerd
a.0= man, 1 = vrouw
*p < .05 **p < .01
Variabelen M SD 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Controlevariabelen
1.Geslachta .67 .47 /
2.Leeftijd 33.96 9.20 -.31** /
3.Ervaring 74.57 74.09 -.30** .69** /
4.Uren screening 8.48 8.36 .18** -.25** -.23** /
Extracurriculaire
activiteiten
5.Totaal aantal 4.48 2.40 -.04 .03 .06 .13* /
6.Studenten-
verenigingc
.16 .37 .01 .06 .00 .01 .12* /
7.Jeugdbewegingc .22 .42 .03 .01 -.10 .09 .01 -.11* /
8.Teamsporten .22 .43 .04 -.03 -.06 .06 .02 -.13* .415** /
9.Artistieke
activiteiten .22 .59 .03 -.01 -.03 .08 .23** -.105 .08 .01 /
10.Vrijwilligers-
werk .21 .50 .00 .02 .01 .09 .27** -.117* .08 -.07 -.02 /
11.Reizen .34 .34 -.04 .05 .07 .08 .45** -.09 .01 -.027 -.05 .30** /
12.Vreemde talen .38 .68 -.08 .04 .13* -.02 .39** .022 -.08 -.106 -.02 .00 .07 /
Beoordeling
13.Extraversie 3.34 .50 -.047 .01 -.04 .09 .20** .12* .09 .01 .06 .10 .12* -.03 /
14.Openheid 3.05 .45 -.025 -.25** -.12 .07 .20** -.07 -.07 -.02 .13* .06 .14** .10 .39** /
15.Inzetbaarheid 3.18 .66 .055 -.21** -.15** .04 .09 -.01 -.03 -0.08 .04 .01 .05 .13* .26** .55** /
16.Belang 3.70 .89 -.133* -.02 .00 .04 .04 .04 .03 .04 .04 -.03 .12* -.06 .24** .13* .07 /
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
24
Hypothesen 1a en 1d werden nagegaan aan de hand van een ANCOVA met
extraversie als afhankelijk variabele en de controlevariabelen, het aantal
extracurriculaire activiteiten en teamsport als onafhankelijke variabelen.
Hypothese 1a stelt dat hoe meer extracurriculaire activiteiten kandidaten
vermelden in hun cv, hoe hoger de perceptie van de rekruteerder op de
persoonlijkheidstrek extraversie. Er blijkt inderdaad een significant effect te zijn van het
totaal aantal extracurriculaire activiteiten, F(1, 311) = 11.33, p < .01 en η² = .04. Dit
effect ligt in de verwachte richting ( = .04).
Hypothese 1d formuleert dat hoe meer teamsporten kandidaten vermelden in hun
cv, hoe hoger de perceptie van de rekruteerder op de persoonlijkheidstrek extraversie.
Er werd F(1, 311) = .00, p = .97 en η² = .00 vastgesteld. Deze hypothese dient bijgevolg
te worden verworpen.
Geen van de controlevariabelen had een significant effect op de gepercipieerde
extravertie door de rekruteerder.
Volgens hypothese 1b zal wie lid is van een studentenvereniging als extraverter
beoordeeld worden in vergelijking met wie dit niet vermeldt. Dit werd nagegaan aan de
hand van een t-toets met als groeperingsvariabele studentenvereniging. Het verschil in
gepercipieerde extraversie tussen niet- leden (M = 3.32, SD = .50) en leden (M = 3.47,
SD = .07) is randsignificant t (72.21) = -2.0, p =.06 en Cohen’s d = -.41.
Hypothese 1c ten slotte postuleert dat wie weergeeft lid te zijn van een
jeugdbeweging als extraverter beoordeeld zal worden in vergelijking met wie dit niet
vermeldt. Analoog aan hypothese 1b zal ook dit getoetst worden aan de hand van een t-
toets. Als groeperingsvariabele wordt de variabele jeugdbeweging gehanteerd. Het
verschil in gepercipieerde extraversie bij niet-leden (M = 3.32, SD =.51) en leden (M =
3.42, SD =.46) is niet significant t (326) = -1.59, p = .11 en Cohen’s d = -.24.
Voor de hypothesen rond extraversie kan besloten worden dat hypothese 1a
bevestigd werd. Het totaal aantal extracurriculaire activiteiten is een significante
predictor voor de gepercipieerde extraversie door rekruteerders. Bovendien is er een
lichte indicatie dat wie lid is van een studentenvereniging als extraverter gepercipieerd
wordt. De anderen hypothesen dienen te worden verworpen. Lid zijn van een
jeugdbeweging en teamsport beoefenen zijn met andere woorden geen significante
predictoren van de gepercipieerde extraversie.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
25
Ten slotte werden de hypothesen rond openheid getoetst aan de hand van een
ANCOVA. Openheid werd opgegeven als afhankelijke variabele en de
controlevariabelen, het aantal artistieke activiteiten, vrijwilligerswerk, reizen, en het
leren van vreemde talen vormden de onafhankeljike variabelen. Hypothese 2a stelt dat
hoe meer artistieke activiteiten sollicitanten vermelden, hoe hoger de perceptie van de
rekruteerder op de persoonlijkheidstrek openheid. Er werd F(1,309) = 6.73, p <.05 en η²
= .02 vastgesteld. Artistieke activiteiten blijkt dus een significante predictor van de
gepercipieerde openheid door de rekruteerder te zijn. Bovendien ligt dit effect in de
verwachte richting ( = .12).
Hypothese 2b voorspelt dat hoe meer vrijwilligerswerk kandidaten vermelden in
hun cv, hoe hoger de perceptie van de rekruteerder op de persoonlijkheidstrek openheid
zal zijn. Deze hypothese dient te worden verworpen, F(1,309) = .16, p =.69 en η²= .00.
De derde hypothese rond openheid, hypothese 2c, stelt dat hoe meer reizen
kandidaten vermelden in hun cv, hoe hoger de perceptie van de rekruteerder op de
persoonlijkheidstrek openheid. Reizen blijkt inderdaad een significante predictor te zijn,
F(1, 309) = 6.47, p <.05 en η²= .02. Het effect ligt in de verwachte richting ( = .08).
De laatste hypothese tenslotte postuleert dat hoe meer vreemde talen men leert
of geleerd heeft volgens zijn/haar cv, hoe hoger de perceptie van de rekruteerder op de
persoonlijkheidstrek openheid zal zijn. Volgende waarden werden vastgesteld: F(1,309)
= 2.33, p =.13 en η²=.01. Deze hypothese dient bijgevolg verworpen te worden.
Wat de controlevariabelen betreft kan vastgesteld worden dat de leeftijd van de
rekruteerder een significant effect heeft op de gepercipieerde openheid, F(1,309) = 20.9,
p <.01 en η²=.06. Het gaat hierbij om een negatief effect ( = -.02).
Voor de hypothesen rond openheid kan besloten worden dat hypothesen 2a en 2c
bevestigd worden. Artistieke activiteiten en reizen zijn met andere woorden significante
predictoren voor de gepercipieerde openheid door de rekruteerder. De andere
hypothesen dienen te worden verworpen. Het doen van vrijwilligerswerk en leren van
vreemde talen zijn geen significante predictoren.
Hypothesen 3a en 3b stellen dat hoe hoger de rekruteerder een kandidaat
percipieert op de persoonlijkheidstrek extraversie/openheid, hoe hoger de
tewerkstellingsbeoordeling die gegeven wordt aan de kandidaat zal zijn. Dit werd getest
aan de hand van twee ANCOVA analyses. In de eerste analyse voor hypothese 3a is de
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
26
tewerkstellingsbeoordeling de afhankelijke variabele, de controlevariabelen en de
gepercipieerde extraversie vormen de onafhankelijke variabelen. Hypothese 3a dient te
worden aanvaard, F(1,312) = 22.44, p < .01 en η²=.06. De gepercipieerde extraversie
blijkt dus een significante predictor te zijn van de tewerkstellingsbeoordeling.
Bovendien ligt dit effect in de verwachte richting ( = .33). Van de controlevariabelen
had enkel leeftijd een significant effect op de tewerkstellingsbeoordeling, F(1,312) =
9.35, p < .01 en η²= .03. Het gaat om een negatief verband, = -.02.
De tweede ANCOVA analyse om hypothese 3b te testen heeft ook als
afhankelijke variabele de tewerkstellingsbeoordeling. De controlevariabelen en de
gepercipieerde openheid zijn de onafhankelijke variabelen. Ook deze hypothese dient te
worden aanvaard, F(1,312) = 122.32, p < .01 en η²= .28. Het effect ligt in de verwachte
richting ( = .79). Geen van de controlevariabelen heeft een significant effect op de
tewerkstellingsbeoordeling.
Er kan besloten worden dat zowel de gepercipieerde extraversie als de
gepercipieerde openheid significante predictoren zijn van de gemaakte
tewerkstellingsbeoordeling door de rekruteerder.
DISCUSSIE
De eerste fase van een selectieprocedure namelijk de cv- screening vertoont
parallellen met het vissen met een sleepnet. Rekruteerders streven er immers naar om op
basis van de ontvangen cv’s een zo goed mogelijke schifting te maken zodat de niet
geschikte kandidaten door de mazen van het net glippen en men de geschikte
kandidaten niet laat vallen. Deze studie gaat dieper in op de bijdrage van de rubriek
extracurriculaire activiteiten in deze procedure. Vorig onderzoek heeft reeds het belang
van deze rubriek aangetoond (Cole et al, 2007). Bovendien wordt gesuggereerd door
Cole (2009) dat rekruteerders hieruit de persoonlijkheidstrekken extraversie en
openheid kunnen afleiden. Dit zou gebeuren op basis van het aantal en het type
extracurriculaire activiteiten.
Niet alleen onderzoekers wijzen op het belang van de rubriek extracurriculaire
activiteiten. 73.8% van de rekruteerders bevraagd in deze studie geeft namelijk aan veel
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
27
tot zeer veel rekening te houden met de inhoud van deze rubriek bij het maken van
persoonlijkheids- en tewerkstellingsbeoordelingen.
Zowel onderzoekers als bovenstaand percentage uit dit onderzoek tonen dus aan
dat het interessant kan zijn om de rubriek extracurriculaire activiteiten verder onder de
loep te nemen. Meer specifiek heeft dit onderzoek tot doel na te gaan hoe rekruteerders
conclusies vormen over de mate van extraversie en openheid van een kandidaat op basis
van de extracurriculaire activiteiten vermeld in een cv. Dit werd tot hiertoe nog niet
onderzocht. Bovendien zal het belang van deze persoonlijkheidsafleidingen voor de
gemaakte tewerkstellingsbeoordeling nagegaan worden. Zullen sollicitanten naarmate
ze hoger beoordeeld worden op extraversie en openheid tijdens de cv-screening meer
kans hebben om in het visnet te blijven en zo door te stoten naar de volgende
selectieronde?
Een aantal kenmerken van de rubriek extracurriculaire activiteiten bleken in
deze studie inderdaad de gepercipieerde extraversie en openheid te voorspellen. Er
werd verondersteld dat inferenties over extraversie voorspeld kunnen worden door het
totaal aantal extracurriculaire activiteiten, lid zijn van een studentenvereniging, een
jeugdbeweging, en teamsport beoefenen. De resultaten tonen inderdaad aan dat hoe
meer extracurriculaire activiteiten men vermeldt in de cv, hoe meer de rekruteerder de
kandidaat zal percipiëren als een extravert persoon. Dit ondersteunt de veronderstelling
van Cole (2009) dat extraversie afgeleid wordt uit het aantal extracurriculaire
activiteiten. Bovendien is er een lichte indicatie dat wie lid is van een
studentenvereniging als extraverter wordt gepercipieerd in vergelijking met wie hier
geen lid van is. Dit resultaat ligt in lijn met vorig onderzoek van Rubin en collega’s
(2002) in assessment centers waarbij vastgesteld werd dat wie lid is van een
studentenvereniging een hogere score kreeg op interpersoonlijke vaardigheden.
Bijgevolg duiden deze resultaten op het belang van lid zijn van een studentenvereniging
als extracurriculaire activiteit in de hele selectieprocedure.
In tegenstelling tot de verwachting waren lid zijn van een jeugdbeweging en
teamsport beoefenen geen voorspellers van de gepercipieerde extraversie. Het is dus
niet zo dat een rekruteerder een kandidaat als extraverter gaat beschouwen indien deze
lid is van een jeugdbeweging of meer teamsporten vermeldt. Lid zijn van een
jeugdbeweging wordt vaak vermeld als hobby die men in het verleden uitoefende. Het
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
28
is echter mogelijk dat rekruteerders zich enkel baseren op extracurriculaire activiteiten
die in het heden worden uitgevoerd om de persoonlijkheid van een sollicitant af te
leiden. Slechts in een beperkt aantal cv’s vermelden kandidaten nu nog een actief lid
van een jeugdbeweging te zijn. Toekomstig onderzoek zou het mogelijke onderscheid
dat rekruteerders maken tussen extracurriculaire activiteiten beoefend in het verleden en
deze in het heden verder onder de loep kunnen nemen.
Wat betreft teamsporten stelden Eagleton en collega’s (2007) vast dat
deelnemers aan zulke sporten hoger scoorden op extraversie dan zowel individuele
sporters als non-sporters. Resultaten van deze studie suggereren echter dat
rekruteerders zelf deze afleiding niet maken. De bevindingen van Eagleton en collega’s
(2007) doen echter vermoeden dat rekruteerders beter toch aandacht zouden besteden
aan de teamsporten van een kandidaat vermeld in zijn cv om extraversie af te leiden.
In deze studie werd ook nagegaan of inferenties over de mate van openheid
worden gemaakt op basis van het aantal artistieke activiteiten, vrijwilligerswerk, reizen,
en geleerde vreemde talen die men vermeldt in een cv. De resultaten suggereren
inderdaad dat hoe meer artistieke activiteiten en reizen kandidaten in hun cv vermelden,
hoe hoger de perceptie van de rekruteerder op de persoonlijkheidstrek openheid zal zijn.
Dit is een bevestiging van de veronderstelling van Cole (2009) dat openheid afgeleid
wordt uit het aantal artistieke activiteiten en reizen die kandidaten vermelden in hun cv.
Tegen de verwachtingen in bleken kandidaten echter niet als opener beoordeeld
te worden indien men meer vrijwilligerswerk vermeldde. Vrijwilligerswerk is mogelijks
aan andere persoonlijkheidstrekken gelinkt. Verder onderzoek zou dit kunnen nagaan.
Het aantal vreemde talen die men leert had ook geen impact op de
gepercipieerde openheid door de rekruteerder. Dit is mogelijks te wijten aan het feit dat
er twee motieven zijn waarom iemand een vreemde taal leert. Ten eerste kan men dit
doen om zijn diploma te versterken. Zo blijkt uit de opgenomen cv’s in deze studie dat
heel wat laatstejaarsstudenten een cursus juridisch Frans of een cursus Frans op het
werk volgen. Een tweede motief waarom men een taalcursus kan volgen is vanuit een
persoonlijke interesse. Zoals reeds vermeld kan de inhoud van een cv opgesplitst
worden in 3 onderwerpen: opleiding, werkervaring en extracurriculaire activiteiten
(Brown & Campion, 1994). Mogelijks beschouwen rekruteerders het volgen van een
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
29
cursus om sterker te staan op de arbeidsmarkt als een element uit de rubriek opleiding,
eerder dan gerelateerd aan de trek openheid.
Via hypothesen 1 en 2 werd bestudeerd hoe inferenties over de
persoonlijkheidstrekken extraversie en openheid op basis van de rubriek
extracurriculaire activiteiten tot stand komen. Belangrijk in dit onderzoek was ook om
na te gaan wat het belang is van deze persoonlijkheidsafleidingen. Zullen kandidaten
naarmate ze hoger beoordeeld worden op deze persoonlijkheidstrekken meer kans
hebben op een toegangsticket naar de volgende selectieronde? Cole (2009) stelde vast
dat kandidaten met een hoge score op deze persoonlijkheidsdimensies positiever
beoordeeld worden dan kandidaten met een lage score. Ze kregen namelijk een hogere
tewerkstellingsbeoordeling door de rekruteerder. Dit werd ook vastgesteld in deze
studie wat duidt op het belang van persoonlijkheidsafleidingen in een cv-
screeningscontext.
Implicaties van deze Studie
Theoretisch
Vorig onderzoek heeft reeds het belang van de rubriek extracurriculaire
activiteiten in een cv aangetoond. Cole (2007) stelde immers vast dat deze rubriek een
belangrijke voorspeller is voor de tewerkstellingsbeoordeling die de rekruteerder
maakte. De bijdrage van de rubriek extracurriculaire activiteiten zou er in kunnen
bestaan dat rekruteerders hieruit persoonlijkheidstrekken afleiden. Meer specifiek
veronderstelt Cole (2009) dat vooral de mate van extraversie en openheid uit het aantal
en het type extracurriculaire activiteiten af te leiden is. Er is echter nog zeer weinig
onderzoek gedaan om te achterhalen welke specifieke elementen van de rubriek
extracurriculaire activiteiten de persoonlijkheidsbeoordelingen bepalen. Deze studie vult
dit hiaat aan door na te gaan welke elementen uit deze rubriek bijdragen aan de
inferenties die rekruteerders maken over de mate waarin een sollicitant als extravert en
open gepercipieerd wordt. Deze Big Five trekken worden immers beschouwd als het
gemakkelijkst om af te leiden uit een cv (Cole et al,2009).
Bovendien werd het belang van deze persoonlijkheidsafleidingen gerepliceerd.
Cole (2009) stelde immers vast dat inferenties over de mate van openheid en extraversie
van de kandidaten de tewerkstellingsbeoordeling voorspelde. Dit werd ook in deze
studie vastgesteld.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
30
Praktisch
Naast deze theoretische bijdrage heeft dit onderzoek zowel voor rekruteerders
als voor sollicitanten ook een praktisch nut. De resultaten laten rekruteerders toe om
meer inzicht te krijgen in het cv-screeningsproces. Het biedt immers informatie over
hoe men persoonlijkheidsafleidingen vormt op basis van de rubriek extracurririculaire
activiteiten. Dit is van belang omdat rekruteerders hier niet steeds zelf inzicht in hebben
(Cole et al., 2007). De resultaten kunnen hen er ook van bewust maken dat gemaakte
persoonlijkheidsafleidingen over de mate van extraversie en openheid wel degelijk
belangrijk zijn. Ze hebben immers een invloed op de uiteindelijke
tewerkstellingsbeoordeling die men maakt als rekruteerder.
Sollicitanten zijn ook gebaat bij deze studie want het levert nuttige tips voor het
schrijven van een cv. De resultaten suggereren dat het voor sollicitanten zeker de moeite
loont om extracurriculaire activiteiten te vermelden in hun cv. Rekruteerders geven
namelijk zelf aan dat ze rekening houden met deze activiteiten bij het maken van
beoordelingen. Wanneer dit nader bestudeerd wordt blijkt het totale aantal
extracurriculaire activiteiten dat men vermeldt belangrijk te zijn, dit voorspelt de
gepercipieerde extraversie door de rekruteerder. Ook bepaalde specifieke types van
activiteiten zijn zeker het vermelden waard namelijk lid zijn van een
studentenvereniging, artistieke activiteiten beoefenen, en reizen. Deze extracurriculaire
activiteiten dragen bij aan de afleidingen die rekruteerders maken over de mate waarin
een kandidaat extravert en open is. Kandidaten hebben er belang bij om als open en
extravert beoordeeld te worden omdat dit volgens de resultaten kan leiden tot een
hogere tewerkstellingsbeoordeling. Wanneer de rubriek extracurriculaire activiteiten
grondig is uitgewerkt heeft men dus mogelijks meer kans om door te stoten naar de
volgende ronde van de selectieprocedure.
Beperkingen en Suggesties voor Toekomstig Onderzoek
Deze studie heeft een aantal beperkingen. Ten eerste was de respons rate op de
initiële mail laag. Rekruteerders dienden zelf een stap te zetten door te antwoorden op
deze mail indien ze interesse hadden om deel te nemen aan dit onderzoek. Dit kan de
respons rate verlaagd hebben. Bovendien kan deze lage respons rate ook te wijten zijn
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
31
aan het feit dat er beroep werd gedaan op ervaren rekruteerders. Dit heeft echter als
voordeel dat de externe validiteit van de studie versterkt wordt. Bovendien is de respons
rate ook te vergelijken met deze gevonden in een gelijkaardige studie van Cole (2007)
waarin ook beroep werd gedaan op rekruteerders.
Een tweede beperking van deze studie is dat de generaliseerbaarheid van de
resultaten zich kan beperken tot de cv-screening voor startersposities. De cv’s
opgenomen in deze studie waren immers allen van studenten die op het punt stonden
om af te studeren. Verder onderzoek kan ook cv’s opnemen van sollicitanten die reeds
een eerste of meerdere professionele ervaringen achter de rug hebben.
Ten derde konden de deelnemende rekruteerders de cv-screeningsprocedure
mogelijks als minder realistisch ervaren. Enerzijds kan dit komen doordat er in deze
studie gebruik werd gemaakt van cv’s in de vorm van gestandaardiseerde formulieren
die ingediend werden door laatstejaarsstudenten. Deze formulieren kunnen als minder
realistisch gepercipieerd worden door rekruteerders. Vanuit wetenschappelijk standpunt
kan op deze manier echter uitgesloten worden dat de layout van een cv een impact heeft
op de persoonlijkheids- en tewerkstellingsbeoordelingen gemaakt door de rekruteerder.
Anderzijds kunnen rekruteerders ook een lager realisme ervaren doordat men algemene
tewerkstellings- en persoonlijkheidsbeoordelingen diende te maken. Er werd geen kader
aangeboden in de vorm van een vacature waarbinnen men de beoordelingen diende te
maken. Verder onderzoek kan het realisme verhogen door gebruik te maken van cv’s
die echte sollicitanten in plaats van laatstejaarsstudenten indienen wanneer ze zich
kandidaat stellen voor een specifieke vacature. Hierdoor wordt een kader gecreëerd
waarbij rekruteerders de beoordelingen kunnen maken met de informatie uit de vacature
in gedachten.
Ten vierde heeft dit onderzoek zich uitsluitend gericht op de
persoonlijkheidstrekken extraversie en openheid. Toekomstig onderzoek kan andere
persoonlijkheidstrekken bestuderen. Hierbij kan nagegaan worden hoe de rubriek
extracurriculaire activiteiten bijdraagt aan afleidingen die rekruteerders maken over
deze trekken.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
32
Algemene conclusie
Deze studie neemt het belang van de cv- rubriek extracurriculaire activiteiten
tijdens de screening onder de loep. Cole (2009) suggereerde reeds dat rekruteerders
inferenties maken over openheid en extraversie op basis van het aantal en het type
extracurriculaire activiteiten vermeld in een cv. Onze resultaten bevestigen dit
grotendeels, een aantal kenmerken van de rubriek extracurriculaire activiteiten
voorspellen inderdaad inferenties die rekruteerders maken over de mate waarin een
kandidaat extravert en open is. Voor extraversie- afleidingen is vooral het totaal aantal
extracurriculaire activiteiten van belang. Er zijn ook aanwijzingen dat wie lid is van een
studentenvereniging als extraverter beoordeeld wordt. Wie meer artistieke activiteiten
en reizen in zijn cv vermeldt wordt als opener beoordeeld.
Naast het uitklaren hoe persoonlijkheidsinferenties over extraversie en openheid
tot stand komen op basis van de rubriek extracurriculaire activiteiten wijst deze studie
verder op het belang van deze afleidingen. De resultaten tonen namelijk aan dat hoe
meer men als een extravert en open persoon beoordeeld wordt, hoe hoger de
tewerkstellingsbeoordeling is die men krijgt. Dit kan van belang zijn voor sollicitanten
omdat zij zo meer kans hebben om in het visnet te blijven en dus door te stoten naar de
volgende selectieronde.
Met deze bevindingen opent deze studie de deur naar verder onderzoek rond de
cv- rubriek extracurriculaire activiteiten. Bovendien kan het sollicitanten ertoe aanzetten
om deze rubriek grondig uit te werken bij het opstellen van een cv.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
33
REFERENTIES
Asher, J. J. (1972). The biographical item: can it be improved? Personnel Psychology,
27, 519-521.
Barrick, M.R., & Mount, M. K. (1991). The big 5 personality dimensions and job
performance: a meta-analysis. Personnel Psychology, 44, 1-26.
Barrick, M. R., Patton, G. K., & Haugland, S. N. (2000). Accuracy of interviewer
judgments of job applicant personality traits. Personnel Psychology, 53, 925-
951.
Brown, B. K., & Campion, M. A. (1994). Biodata phenomenology:
recruiters’perceptions and use of biographical information in résumé screening.
Journal of Applied Psychology, 79, 897-908.
Bruk-Lee, V., Khoury, H. A , Nixon, A. E , Goh, A., & Spector, P. E (2009).
Replicating and extending past personality / job satisfaction meta- analyses.
Human performance, 22, 156-189.
Cable, D. M., & Judge, T. A. (1997). Interviewers’ perceptions of person-organization
fit and organizational selection decisions. Journal of Applied Psychology, 82,
546–561.
Caldwell, D. F., & Burger, J. M. (1998). Personality characteristics of job applicants
and success in screening interviews. Personnel Psychology, 51, 119-136.
Cole, M. S., Feild, H. S., & Giles, W. F. (2004). Interaction of recruiter and applicant
gender in resume evaluation: a field study. Sex Roles, 51, 597-608.
Cole, M. S., Feild, H. S., & Giles, W. F. (2003). Using recruiter assessments of the
presence of resume information to predict applicant mental ability and Big Five
personality dimensions. International Journal of Selection and Assessment, 11,
78-88.
Cole, M. S., Feild, H. S., Giles, W. F., & Harris, S. G. (2004). Job type and recruiters’
inferences of applicant personality drawn from resume biodata: their
relationships with hiring. International Journal of Selection and Assessment, 12,
363-367.
Cole, M. S., Feild, H. S, Giles, W. F., & Harris S. G. (2009). Recruiters’inferences of
applicant personality based on resume screening: do paper people have
personality? Journal of Business and Psychology, 24, 5-18.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
34
Cole, M. S., Rubin, R. S., Feild, H. S., & Giles, W. F. (2007). Recruiter’s perceptions
and use of applicant résumé information: screening the recent graduate. Applied
Psychology : an International Review, 56, 319-343.
Colvin, C. R., & Funder, D. C., (1991). Predicting personality and behavior: A
boundary on the acquaintanceship effect. Joumal of Personality and Social
Psychology, 60, 884-894.
De Vries R.E., Ashton, M.C., & Lee, K. (2009). De zes belangrijkste
persoonlijkheidsdimensies en de HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst. Gedrag &
Organisatie, 2009, 3, 231-274.
Dipboye, R. L., Fontenelle, G. A., & Garner, K. (1984). Effects of previewing the
application on interview process and putcomes. Journal of Applied Psychology,
69, 118-128.
Dipboye, R. L., Arvey, R. D., & Terpstra, D. E. (1977). Sex and physical attractiveness
of raters and applicants as determinants of resume evaluations. Journal of
Applied Psychology, 62, 288-294.
Dipboye, R. L., Fromkin, H. L., & Wiback, K. (1975). Relative importance of applicant
sex, attractiveness and scholastic standing in evaluation of job applicant
resumes. Journal of Applied Psychology, 60, 39-43.
Eagleton, J.R., McKelvie, S.J., & Stuart, J. (2007). Extraversion and neuroticism in
team sport participants, individual sport participants, and nonparticipants.
Perceptual and Motor Skills, 105, 265-275.
Harvey, J. H., Town, J. P., & Yarkin, K. L. (1981). How fundamental is the
“fundamental error of attribution?” Journal of Personality and Social
Psychology, 40, 346-349.
Hayes, A. F., & Dunning, D. (1997). Construal processes and trait ambiguity:
Implications for self-peer agreement in personality judgment. Joumal of
Personality and Social Psychology, 72, 664-677.
Hodgkinson, G. P. (2003). The interface of cognitive and industrial, work and
organizational psychology. Journal of Occupational and Organizational
Psychology, 76, 1-25.
Hogan, R., Hogan, J., & Roberts, B. W. (1996). Personality measurement and
employment decisions: Questions and answers. American Psychologist, 51,
469-477
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
35
Holland, J. L. (1996). Exploring careers with a typology: what we have learned and
some new directions. American Psychologist, 51, 397-406.
Howard, A. (1986). College experiences and managerial performance. Journal of
Applied Psychology Monograph, 71, 530-552.
Knouse, S. B. (1989). The role of attribution theory in personnel employment selection:
a review of the recent literature. The Journal of General Psychology, 116, 183-
196.
Larson, R. W. (2000). Toward a psychology of positive youth development.
American Psychologist, 55, 170-183.
Mael, F. A. (1991). A conceptual rationale for the domain and attributes of biodata
items. Personnel Psychology, 44, 763-792.
McCrae, R. R., & John, O. P. (1992). An introduction to the five-factor model and its
appliactions. Journal of Personality, 60, 175-215.
Nemanick, R. C., & Clark, E. M. (2002). The differential effects of extracurricular
activities on attributions in résumé evaluation. International Journal of Selection
and Assessment, 10, 206-217.
Pearlman, A.S. (2009). A team sport. Journal of American Society of
Echocardiography, 22, 432-433.
Rubin, R. S., Bommer, W. H., & Baldwin, T. T. (2002). Using extracurricular activity
As an indicator of interpersonal skill: prudent evaluation or recruiting
malpractice? Human Resource Management, 41, 441-454.
Schmidt, F. L., & Zimmerman, R. D. (2004). A counterintuitive hypothesis about
employment interview validity and some supporting evidence. Journal of
Applied Psychology, 89, 553-561.
Thoms, P., McMasters, R., Roberts, M. R., & Dombkowski, D. A. (1999). Resume
characteristics as predictors of an invitation to interview. Journal of Business
and Psychology, 13, 339-356.
Wolfradt, U., & Pretz, J. E. (2001). Individual differences in creativity: personality,
story writing, and hobbies. European Journal of Personality, 15, 297-31
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
36
APPENDIX
Bijlage 1 : Gestandaardiseerd Cv-Formulier 37
Bijlage 2 : Vragenlijst 40
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
37
Bijlage 1
CURRICULUM VITAE (CV)
Hieronder vind je terug wat allemaal in een goed cv vermeld wordt. Vul dit CV grondig in, we hebben deze gegevens namelijk nodig om je achteraf feedback te geven over je prestaties.
PERSONALIA
Naam:
Geslacht:
Leeftijd:
Stamnummer:
Geboorteplaats:
Adres:
Telefoonnummer:
Emailadres:
Burgerlijke stand:
Nationaliteit:
Rijbewijs:
OPLEIDING
In dit onderdeel vermeld je alle behaalde diploma’s, diplomagraden, en cursussen.
Huidige studierichting:………………………………………………………………
Omcirkel wat op jou van toepassing is.
Behaalde graden
1e zittijd 2
e zittijd
1e jaar V O GO GSO V O GO GSO
2e jaar V O GO GSO V O GO GSO
3e jaar V O GO GSO V O GO GSO
4e jaar V O GO GSO V O GO GSO
5e jaar V O GO GSO V O GO GSO
V= Voldoening, O = Onderscheiding, GO = Grote Onderscheiding, GSO = Grootste
Onderscheiding
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
38
- Gevolgde opleidingen:
-
ERVARING
In dit onderdeel vermeld je je werkervaring, naam van vorige werkgevers en beknopte beschrijving van je jobinhoud. Als starter kan je eventuele stage-ervaring, vakantiejobs of vrijwilligerswerk vermelden
-
-
-
TALENKENNIS
Hier kan je de volgende schaal hanteren: moedertaal - vlot - noties
Vul het cijfer in dat op jou het meest van toepassing is: Moedertaal (3) - vlot (2) - noties
(1).
Spreken Begrijpen Schrijven
Nederlands
Frans
Engels
Duits
Andere:
-
TECHNISCHE VAARDIGHEDEN
Hier kan je technische vaardigheden, zoals bijvoorbeeld software-kennis (Word, Excel, Powerpoint,…) weergeven
-
-
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
39
BIJKOMENDE INFORMATIE
Hier kan je interesses, hobby’s, verenigingsleven, sporten, speelpleinwerking, studentenclub opsommen. Werkgevers hechten aan bepaalde ervaringen, zoals bijvoorbeeld monitor, veel belang.
-
-
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
40
Bijlage 2
Masterproef cv -screening
In bijlage van de mail vond u 2 cv’s. Dit zijn echte cv’s van laatstejaarsstudenten die op
de arbeidsmarkt gaan komen. Om hun privacy te garanderen werden persoonlijke
gegevens verwijderd of onleesbaar gemaakt. In de naam van het document staat de
nummer van het cv, het geslacht en de leeftijd van de kandidaat weergegeven.
Gelieve één van deze cv’s te openen en aandachtig te lezen ( 2 pagina’s).
Noteer hier het nummer van het cv dat u geopend hebt :
Veronderstel dat u deze cv ontvangen hebt van een pas afgestudeerde student die
solliciteert voor een open positie die aansluit bij zijn of haar studiegebied zoals vermeld
in het cv.
Met de gekregen informatie in gedachte zouden we graag uw algemene beoordeling van
de kandidaat nagaan aan de hand van een 5-puntenschaal.
Kies het cijfer 1 : Als het voor u extreem onwaarschijnlijk is.
Kies het cijfer 2 : Als het voor u eerder onwaarschijnlijk is.
Kies het cijfer 3 : Als het voor u noch waarschijnlijk, noch onwaarschijnlijk is.
Kies het cijfer 4 : Als het voor u eerder waarschijnlijk is.
Kies het cijfer 5 : Als het voor u extreem waarschijnlijk is.
1. Hoe waarschijnlijk is het dat u geïnteresseerd zou zijn in het interviewen van
deze kandidaat?
2. Hoe waarschijnlijk is het dat u zou aanraden om de kandidaat aan te nemen?
3. Als de kandidaat aangenomen zou worden voor de hypothetische positie, hoe
waarschijnlijk is het dat deze kandidaat zal slagen in de job?
Voor de volgende vraag hebben de cijfers deze betekenis :
Kies het cijfer 1: Als uw globale evaluatie van de kandidaat zeer negatief is.
Kies het cijfer 2 : Als uw globale evaluatie van de kandidaat eerder negatief is.
Kies het cijfer 3: Als uw globale evaluatie van de kandidaat neutraal is.
Kies het cijfer 4: Als uw globale evaluatie van de kandidaat eerder positief is.
Kies het cijfer 5 : Als uw globale evaluatie van de kandidaat zeer positief is.
4. Als u alles in overweging neemt betreffende de kandidaat op basis van zijn cv,
wat is uw globale evaluatie van hem /haar?
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
41
Met de volgende vragen zouden we graag nog wat meer inzicht krijgen in uw oordeel
over de kandidaat. Gelieve aan te geven in welke mate de items de kandidaat
beschrijven. Het kan nuttig zijn om het cv hiervoor nog eens te herlezen.
Beantwoord de volgende vragen door het juiste cijfer aan te duiden:
Kies het cijfer 1 Als voor u de uitspraak over de kandidaat helemaal niet
waar is.
Of als u het helemaal oneens bent met de uitspraak over
de kandidaat.
Kies het cijfer 2 Als voor u de uitspraak over de kandidaat meestal niet
waar is.
Of als u het oneens bent met de uitspraak over de
kandidaat.
Kies het cijfer 3 Als voor u de uitspraak over de kandidaat noch waar,
noch onwaar is.
Of als je het noch eens, noch oneens bent met de
uitspraak over de kandidaat.
Kies het cijfer 4 Als voor jou de uitspraak over de kandidaat meestal waar
is.
Of als je het eens bent met de uitspraak over de kandidaat.
Kies het cijfer 5 Als voor jou de uitspraak over de kandidaat helemaal
waar is.
Of als je het helemaal eens bent met de uitspraak over de
kandidaat.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
42
Helemaal Helemaal
oneens eens
1. De kandidaat maakt gemakkelijk vrienden. 1 2 3 4 5
2. De kandidaat heeft een rijke woordenschat. 1 2 3 4 5
3. De kandidaat voelt zich op zijn gemak in het gezelschap
van andere mensen. 1 2 3 4 5
4. De kandidaat heeft een rijke fantasie. 1 2 3 4 5
5. De kandidaat start vaak conversaties. 1 2 3 4 5
6. De kandidaat heeft geweldige ideeën. 1 2 3 4 5
7. De kandidaat weet mensen te boeien. 1 2 3 4 5
8. De kandidaat is snel in het begrijpen van zaken. 1 2 3 4 5
9. De kandidaat vindt het niet erg om in het middelpunt van
de belangstelling te staan. 1 2 3 4 5
10. De kandidaat gebruikt moeilijke woorden. 1 2 3 4 5
11. De kandidaat praat niet zoveel. 1 2 3 4 5
12. De kandidaat besteedt tijd aan het nadenken over zaken. 1 2 3 4 5
13. De kandidaat houdt zich vaak op de achtergrond. 1 2 3 4 5
14. De kandidaat bruist van de ideeën. 1 2 3 4 5
15. De kandidaat heeft meestal weinig te zeggen. 1 2 3 4 5
16. De kandidaat heeft het moeilijk om abstracte ideeën te
begrijpen. 1 2 3 4 5
17. De kandidaat trekt niet graag de aandacht naar zichzelf. 1 2 3 4 5
18. De kandidaat is niet geïnteresseerd in abstracte ideeën. 1 2 3 4 5
19. De kandidaat is stil in het bijzijn van vreemden. 1 2 3 4 5
20. De kandidaat heeft niet veel verbeelding. 1 2 3 4 5
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
43
Gelieve nu het laatste cv te openen en aandachtig te lezen
Noteer hier het nummer van het cv dat u geopend hebt :
Veronderstel dat u deze cv ontvangen hebt van een pas afgestudeerde student die
solliciteert voor een open positie die aansluit bij zijn of haar studiegebied zoals vermeld
in de cv.
Met de gekregen informatie in gedachte zouden we graag uw algemene beoordeling van
de kandidaat nagaan aan de hand van een 5-puntenschaal.
Kies het cijfer 1 : Als het voor u extreem onwaarschijnlijk is.
Kies het cijfer 2 : Als het voor u eerder onwaarschijnlijk is.
Kies het cijfer 3 : Als het voor u noch waarschijnlijk, noch onwaarschijnlijk is.
Kies het cijfer 4 : Als het voor u eerder waarschijnlijk is.
Kies het cijfer 5 : Als het voor u extreem waarschijnlijk is.
1. Hoe waarschijnlijk is het dat u geïnteresseerd zou zijn in het interviewen van
deze kandidaat?
2. Hoe waarschijnlijk is het dat u zou aanraden om de kandidaat aan te nemen?
3. Als de kandidaat aangenomen zou worden voor de hypothetische positie, hoe
waarschijnlijk is het dat deze kandidaat zal slagen in de job?
Voor de volgende vraag hebben de cijfers deze betekenis :
Kies het cijfer 1: Als uw globale evaluatie van de kandidaat zeer negatief is.
Kies het cijfer 2 : Als uw globale evaluatie van de kandidaat eerder negatief is.
Kies het cijfer 3: Als uw globale evaluatie van de kandidaat neutraal is.
Kies het cijfer 4: Als uw globale evaluatie van de kandidaat eerder positief is.
Kies het cijfer 5 : Als uw globale evaluatie van de kandidaat zeer positief is.
4. Als u alles in overweging neemt betreffende de kandidaat op basis van zijn cv,
wat is uw globale evaluatie van hem /haar?
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
44
Met de volgende vragen zouden we graag nog wat meer inzicht krijgen in uw oordeel
over de kandidaat. Gelieve aan te geven in welke mate de items de kandidaat
beschrijven. Het kan nuttig zijn om het cv hiervoor nog eens te herlezen.
Beantwoord de volgende vragen door het juiste cijfer aan te duiden:
Kies het cijfer 1 Als voor u de uitspraak over de kandidaat helemaal niet
waar is.
Of als u het helemaal oneens bent met de uitspraak over
de kandidaat.
Kies het cijfer 2 Als voor u de uitspraak over de kandidaat meestal niet
waar is.
Of als u het oneens bent met de uitspraak over de
kandidaat.
Kies het cijfer 3 Als voor u de uitspraak over de kandidaat noch waar,
noch onwaar is.
Of als je het noch eens, noch oneens bent met de
uitspraak over de kandidaat.
Kies het cijfer 4 Als voor jou de uitspraak over de kandidaat meestal waar
is.
Of als je het eens bent met de uitspraak over de kandidaat.
Kies het cijfer 5 Als voor jou de uitspraak over de kandidaat helemaal
waar is.
Of als je het helemaal eens bent met de uitspraak over de
kandidaat.
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
45
Helemaal Helemaal
oneens eens
1. De kandidaat maakt gemakkelijk vrienden. 1 2 3 4 5
2. De kandidaat heeft een rijke woordenschat. 1 2 3 4 5
3. De kandidaat voelt zich op zijn gemak in het gezelschap
van andere mensen. 1 2 3 4 5
4. De kandidaat heeft een rijke fantasie. 1 2 3 4 5
5. De kandidaat start vaak conversaties. 1 2 3 4 5
6. De kandidaat heeft geweldige ideeën. 1 2 3 4 5
7. De kandidaat weet mensen te boeien. 1 2 3 4 5
8. De kandidaat is snel in het begrijpen van zaken. 1 2 3 4 5
9. De kandidaat vindt het niet erg om in het middelpunt van
de belangstelling te staan. 1 2 3 4 5
10. De kandidaat gebruikt moeilijke woorden. 1 2 3 4 5
11. De kandidaat praat niet zoveel. 1 2 3 4 5
12. De kandidaat besteedt tijd aan het nadenken over zaken. 1 2 3 4 5
13. De kandidaat houdt zich vaak op de achtergrond. 1 2 3 4 5
14. De kandidaat bruist van de ideeën. 1 2 3 4 5
15. De kandidaat heeft meestal weinig te zeggen. 1 2 3 4 5
16. De kandidaat heeft het moeilijk om abstracte ideeën te
begrijpen. 1 2 3 4 5
17. De kandidaat trekt niet graag de aandacht naar zichzelf. 1 2 3 4 5
18. De kandidaat is niet geïnteresseerd in abstracte ideeën. 1 2 3 4 5
19. De kandidaat is stil in het bijzijn van vreemden. 1 2 3 4 5
20. De kandidaat heeft niet veel verbeelding. 1 2 3 4 5
Extracurriculaire Activiteiten en Persoonlijkheid
46
In welke mate hebben bij deze 2 cv’s de extracurriculaire activiteiten een rol gespeeld
bij het beoordelen van de kandidaat? ( dit zijn alle activiteiten waar men aan deelneemt
uit persoonlijke interesse en die een zekere inspanning vereisen)
Kies het cijfer 1 : Als het voor u zeer weinig is.
Kies het cijfer 2 : Als het voor u weinig is.
Kies het cijfer 3 : Als het voor u noch veel, noch weinig is.
Kies het cijfer 4 : Als het voor u veel is.
Kies het cijfer 5 : Als het voor u zeer veel is.
Tenslotte kort nog 5 vragen over u voor de volledigheid van het onderzoek :
1. Bent u een man of een vrouw?
2. Hoe oud bent u?
3.Hoeveel maanden ervaring hebt u met het screenen van cv’s?
4. In welke type organisatie of dienst werkt u? ( interim, HR dienst,..)
5. Hoeveel uur per week screent u gemiddeld cv’s?
Heel erg bedankt voor uw medewerking! Stuur mij gerust een mail als u graag de
resultaten van deze studie verkrijgt.