Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises...

42
Kaat De Muynck 2 e BACH SOCIOLOGIE Introductie het beleid BELEID Een vorm van doelgericht en planmatig (i.t.t. ad hoc) handelen Een afgebakende set van doelen en de manier waarop die bereikt moeten worden SOCIAAL BELEID Beleid met sociale doelstellingen = beleid gericht op het welzijn van individuen, groepen, de samenleving SOCIAAL BELEID = Beleid met sociale doelstellingen = Beleid gericht op het welzijn van individuen en groepen ‘Welzijn’ (collectief/individueel) = - gezondheid - zekerheid - sociale participatie - identiteit - inkomen - consumptie - kansen - geluk - ontwikkeling van capabilities (A. Sen) Lichamelijk en mentaal welzijn, sociaal- economisch, sociaal-relationeel, …. SOCIAAL BELEID op niveau van de nationale samenleving (“Verzorgingsstaat”) >> Delen en maatregelen ter bestrijding van sociale problemen en ter verbetering van de levenskansen en -omstandigheden van burgers Veelal staat als centrale actor t.a.v.: - doelformulering - middelenverschaffing - organisatie van instrumenten en uitvoering - evaluatie Maar andere maatschappelijke actoren spelen mede een rol of een geheel eigen rol (welfare mix / welfare pluralism): 1

Transcript of Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises...

Page 1: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Introductie het beleidBELEID

Een vorm van doelgericht en planmatig (i.t.t. ad hoc) handelen

Een afgebakende set van doelen en de manier waarop die bereikt moeten worden

SOCIAAL BELEID

Beleid met sociale doelstellingen = beleid gericht op het welzijn van individuen, groepen, de samenleving

SOCIAAL BELEID

= Beleid met sociale doelstellingen = Beleid gericht op het welzijn van individuen en groepen

‘Welzijn’

(collectief/individueel) =

- gezondheid - zekerheid - sociale participatie - identiteit - inkomen - consumptie - kansen - geluk - ontwikkeling van capabilities (A. Sen) Lichamelijk en mentaal welzijn, sociaal-economisch, sociaal-relationeel, ….

SOCIAAL BELEID op niveau van de nationale samenleving (“Verzorgingsstaat”)

>> Delen en maatregelen ter bestrijding van sociale problemen en ter verbetering van de levenskansen en -omstandigheden van burgers

Veelal staat als centrale actor t.a.v.:

- doelformulering - middelenverschaffing - organisatie van instrumenten en uitvoering - evaluatie

Maar andere maatschappelijke actoren spelen mede een rol of een geheel eigen rol (welfare mix / welfare pluralism):

- lagere overheden, bedrijven, sociale organisaties (ngo’s), sociale gemeenschappen (buurt- en familieverbanden)

1

Page 2: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

SOCIAAL BELEID op niveau van de nationale samenleving

A. Indirect sociaal beleid = scheppen van randvoorwaarden voor welzijn: bijv. cohesie, gelijkheid, rechtvaardigheid, economische welvaart, sociale stabiliteit, etc.

B. Direct sociaal beleid = directe interventie: financiële ondersteuning, verlenen van zorg, huisvesting, etc.

SOCIAAL BELEID: Beschrijving Verschillende definities van sociaal beleid

1. Generieke definities: zie voorgaand

2. Instrumentele definities: opsomming van beleidsterreinen/instrumenten

3. Definities naar interventie typen: bv Kaufmann

Maar: geen eensluidende en algemeen geaccepteerde definitieve definitie

Kaufmann: Sociaal beleid is ingrijpen op sociale participatie, via:

BELEIDSANALYSE (cf. cursus prof. Marleen Brans)

Bij sociaal probleem:

1. Beleidsprobleem: analyse, diagnose (niveau, ernst, oorzaken)

2. Beleidsvoorbereiding: expliciteren van beleidsbedoelingen

3. Beleidsontwerp: beleidsplanning, beleidsinstrumenten, beleidsmiddelen

4. Beleidsuitvoering

5. Beleidsresultaten: monitoren

6. Beleidsevaluatie: - het proces

- de resultaten (bedoeld, onbedoeld) tegen de doelstellingen

2

Page 3: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Historiek, Functies en Algemene Typen van Sociaal Beleid

Historische instituties voor sociaal welzijn:

De ‘Sociale Kwestie’ in 19e eeuws Europa

- industrialisatie - urbanisatie- erosie uitgebreide familieverbanden

> grote massa’s armen > arbeidersbewegingen (socialisten, communisten)

=> Falen van de vier tradities

Antwoord op de Sociale Kwestie:

Ø Revolutie: bv Rusland

Ø Grotere staatsinmenging: bv Duitsland (Bismarck) > de verzorgingsstaat

Geleidelijk proces, met weerstand van

- rechtse politieke partijen (conservatieven, liberalen) - werkgevers (met uitzonderingen) - christendemocratische partijen/kerken (principe van subsidiariteit)- hogere klassen

3

Page 4: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

DE VERZORGINGSSTAAT

“De sociale institutie waarmee de overheid in moderne samenlevingen substantiële verantwoordelijkheid neemt voor het sociaal beleid”

= verantwoordelijkheid voor de bestrijding van sociale problemen en de verbetering van de levenskansen en - omstandigheden van burgers

Elementen in de definitie:

- statelijkheid: vs ‘welfare mix’ / ‘welfare society’ / ‘welfare pluralism’

- modern: + kapitalisme (historische conditie voor ontstaan van sociale kwestie en van welvaart) + democratie (kanalisering en leniging van reeks van maatschappelijke behoeften)

- substantieel: brede dekking (terreinen en bevolkingsgroepen), adequate bescherming

Vier algemene functies van de verzorgingsstaat

1.Verzorgen

- armenzorg, ouderenzorg, ziekenzorg, etc.- van particulier (gilden, familie, charitas) > overheid- van privaat > publiek (> terug naar privaat?)

2. Verzekeren

- onderlinge verzekering van sociale risico’s- van fragmentatie > collectivisering/solidarisering- (> decentralisatie, her-individualisering?)

3. Verheffen

- onderwijs, cultuur/kunst- van emancipatie van groepen > persoonlijke zelfontplooiing (> ???)

4. Verbinden

- natiestaat, opbouwwerk - van gesloten/uni- > open/multiculturele samenleving - (> gesloten?)

4

Page 5: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Belangrijkste perioden in de ontwikkeling van de Westerse verzorgingsstaat

1. 1880 – 1940: ‘take off’ en eerste uitbouw - Uitbreiding van erkende sociale risico’s en behoeften (chronologie: arbeidsongevallen, arbeid gerelateerde ziekten, handicap, hogere leeftijd, nabestaanden, werkloosheid, armoede als zodanig) - Toenemende regulatie door de staat

2. 1945 – 1975: ‘Gouden Eeuw’ - Verdere uitbreiding, collectivisering, staatsregulatie van sociale rechten: uitkeringen en diensten voor een breed scala aan risico’s en behoeften - Grote economische groei, lage werkloosheid, laag beroep op sociale bescherming, jonge bevolking, traditionele taakverdelingen man-vrouw

3. 1975 – heden: hervorming, afbouw - Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door vergrijzing, alleenstaand ouderschap, migratie, globalisering, financiële crisis - Politiek van de schaarste (‘austerity’) (vermijden van schuld ipv claimen van eer) - Hervorming: bijv. activering, arbeid-gezin combinatie, privatisering van diensten - Afbouw: bijv. lagere en korter durende werkloosheidsuitkeringen, meer middelentoetsen, hogere drempels voor diensten

BELANGRIJKSTE DETERMINANTEN ONTWIKKELING VERZORGINGSSTAAT

1. Sociaal- economisch

2. Politiek

3. Sociaal

4. Cultureel

5

Page 6: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

SOCIAAL- ECONOMISCH

1. Logic of industrialisation (Rimlinger, Wilensky)

- functionalistisch: nieuwe economische en sociale organisatie creëren nieuwe behoeften waar de samenleving/staat aan tegemoetkomt

- sterke versie: de relatie is er altijd, ongeacht politieke ideologieën of verhoudingen: ‘politics doesn’t matter’

2. Logic of capitalism (O’Connor)

Sociaal beleid als instrument voor de accumulatie van kapitaal en als legitimering voor het kapitalistische systeem en zijn uitkomsten

- accumulatie: bv. opgeleide, gezonde werkende klasse, met koopkracht en consumptieve vraag- legitimering: beheersen van klasse-conflicten, pacificeren van de samenleving (NB: Bismarck)

3. Recentelijk heropleving van structureel/economische theorieën

- globalise ring: onafwendbare ‘race to the bottom’?- de-industrialisering: opkomst van de service/informatie economie (vraag naar sociaal beleid

door het veranderen van benodigde skills, overbodig worden van beroepen)

POLITIEK

1. Power resources theory (Korpi)

- ‘politics matter’ - sociaal beleid is uitkomst van sociale strijd tussen actoren met verschillende macht(sbronnen): economische, politieke macht

- in een industriële samenleving gaat de strijd vooral tussen arbeiders-werkgevers, links-rechts

2. De rol van de middenklasse (Baldwin)

- ook bedienden, kleine zelfstandigen, middenklasse hebben belangen bij bepaalde vormen van sociaal beleid (pensioenen, onderwijs, gezondheidszorg, ziektekostenverzekering)

3. Opbouw van de natiestaat (bv. Holiday and Wilding” ‘East Asian Tigers’)

- sociaal beleid voor sleutelgroepen in economie en administratie - ‘Productivist welfare’: sociaal beleid ten behove van economische groei en stabiliteit

4. Politiek-institutioneel perspectief (Skocpol e.a.)

- het politieke systeem als zodanig heeft ook invloed op sociaal beleid (vetopoints, compromissen, pad-afhankelijkheid, institutionele inertie)

6

Page 7: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

SOCIAAL

- individualisering - toegenomen arbeidsparticipatie vrouwen - vergrijzing- collectieve ervaringen bij bijzondere gebeurtenissen (bv WO2) - migratie / culturele diversiteit

CULTUREEL

- ideologisch: gelijkheid vs prestatie, persoonlijke vs sociale verantwoordelijkheid, (recent: de rol van het neo-liberalisme)

- religie: opvattingen over sociale organisatie (kerk-staat, sociale hiërarchie, rol van het gezin), over ‘de armen’

NB: in werkelijkheid een mix van factoren

Three Worlds of Welfare: regime typologie van Esping-Andersen: 3 ‘ideal types’ (Weberiaanse ‘ideal typen’)

7

Page 8: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Belangrijkste determinanten die het sociaal beleid in gang zetten:

1. Sociaaleconomischo Logic of industrialisationo Logic of capitalismo Recentelijk heropleving van structureel/economische theorieën

2. Politiek o Power resources theory (Korpi) o De rol van de middenklasse (Baldwin)o Opbouw van de natiestaat (bv. Holiday and Wilding” ‘East Asian Tigers’) o Politiek-institutioneel perspectief (Skocpol e.a.)

3. Sociaal 4. Cultureel

SOCIAAL ECONOMISCH

1. Logic of industrialisation (Rimlinger, Wilensky)Ontstaan na WOII

WO zal sowieso leiden tot sociale verzekering, onafhankelijk wie bestuurd

Komt verandering, “de arbeider” was ontstaan die zijn arbeid verkocht , industrialisatie van agrarische cultuur

= NIET terugvallen op de familie, ontstonden nieuwe noden

Antwoord = ‘nieuwe’ vorm van sociaal beleid

Maw functionalistisch: nieuwe economische en sociale organisatie creëren nieuwe behoeften waar de samenleving/staat aan tegemoetkomt

Industrialisatie gaat gepaard met ontwikkeling van nieuw sociaal beleid => relatie is er altijd, ongeacht politieke ideologieën of verhoudingen: ‘politics doesn’t matter’

2. Logic of capitalism (O’Connor) Kapitalistisch systeem is gebaad met een sociaal beleid

Sociaal beleid als instrument voor de accumulatie van kapitaal en als legitimering voor het kapitalistische systeem en zijn uitkomsten

- accumulatie: bv. opgeleide, gezonde werkende klasse, met koopkracht en consumptieve vraag- legitimering: beheersen van klasse-conflicten, pacificeren van de samenleving (NB: Bismarck)

Kapitalisme niet gebaad met sociale conflicten zoals staking ect

Wanneer er een plotse sterke daling is van werkloosheid ZONDER sociaal beleid = economie verslecht => minder koopkracht, productie, werk,..

vicieuze cirkel Landen met een sterk sociaal beleid & sterke sociale verzorging voelen het minst van de economische crisis

8

Page 9: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

3. Recentelijk heropleving van structureel/economische theorieën- Globalisering: onafwendbare ‘race to the bottom’? = proces dat we niet konden tegenhouden

o De open en directe markt zorgt voor een stijging van concurrentie

- De-industrialisering: opkomst van de service/informatie economie vraag naar sociaal beleid door het veranderen van benodigde skills, overbodig worden van beroepen Ontstaan van nieuwe tegenstelling; burgers en hun skills

niet meer typische arbeider vs kapitalistTegenstellingen worden zichtbaar, skills worden uitgedrukt adv opleidingsniveau

Sociaal beleid moet niet wachten tot mensen hulp nodig hebben maar preventief werkenInvesteren in opleidingen, onderwijs,..

SOCIAL INVESTMENT IN SKILLS

POLITIEK:

1. Power resources theory (Korpi) - ‘politics matter’ - sociaal beleid is uitkomst van sociale strijd tussen actoren met verschillende

macht(bronnen): economische, politieke macht vakbonden staan zeek sterk

- in een industriële samenleving gaat de strijd vooral tussen arbeiders-werkgevers, links-rechts

2. De rol van de middenklasse (Baldwin)Ook bedienden, kleine zelfstandigen, middenklasse hebben belangen bij bepaalde vormen van sociaal beleid (pensioenen, onderwijs, gezondheidszorg, ziektekostenverzekering)

Niet alleen de arbeiders maar ook de middenklasse zijn gebaad met een sociaal beleid!

Via stemgedrag invloed uitoefenen op de politiek

3. Opbouw van de natiestaat (bv. Holiday and Wilding” ‘East Asian Tigers’) Sociaal beleid voor sleutelgroepen in economie en administratie

‘Productivist welfare’: Middelklasse verdwijnt, kans om aan de ‘top’ te komen bij goede ontwikkeling is groter = Sociaal beleid ten behove van economische groei en stabiliteit

Probleem: kloof wordt groter & middenklasse als buffer verdwijnt stilaan

9

Page 10: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

4. Politiek-institutioneel perspectief (Skocpol e.a.)Het politieke systeem als zodanig heeft ook invloed op sociaal beleid = Niet enkel de inhoud maar ook de structuur is van belang!

Vb Veel vetopoints ( fed, deelstatelijk, gemeentelijk,..) vs weinig vetopointsLand met veel compromissen binnen politiek vs land met weinig pad-afhankelijkheid, institutionele inertie,..

Eens bepaald systeem aanwezig is => moeilijk te veranderen! Eens een gewoonte, moeilijk voorstellen dat het anders kan/zou zijn

SOCIAAL

= factoren die zich in de SL afspelen, kunnen structurele gevolgen zijn Vb steeds meer mensen alleen wonen,..

- individualisering- toegenomen arbeidsparticipatie vrouwen- vergrijzing- collectieve ervaringen bij bijzondere gebeurtenissen (bv WO2)- migratie / culturele diversiteit

CULTUREEL

- ideologisch: gelijkheid vs prestatie, persoonlijke vs sociale verantwoordelijkheid,- (recent: de rol van het neo-liberalisme)- religie: opvattingen over sociale organisatie (kerk-staat, sociale hiërarchie, rol- van het gezin), over ‘de armen’

in werkelijkheid is de ontwikkeling van het sociaal beleid een mix van pol, socio, eco cult,.. factoren

10

Page 11: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Kritieken:

Zie bijgevoegd schema

11

Page 12: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

De algemene dimensies van sociaal beleid: wie, wat, hoe + financiering

1. WIE? = perspectieven- Tagetting van doelgroepen ( Sociaal beleidsperspectief)

= mikken op concreet doel- Algemene principes van verdelende rechtvaardigheid (Sociaal filosofisch perspectief)- Populaire deservingness criteria (Sociaal cultureel perspectief)

TAGETTING VAN DOELGROEPEN

Universalisme <-> Selectivisme

Universele sociale rechten voor ‘alle’ burgers van een categorie: bv kinderlast, studie, gezondheid, ouderdom, arbeid-zorg, handicap

! wil niet zeggen dat het altijd aan iedereen wordt aangeboden!vb geen kinderen = geen kinderbijslag,.. Enkel aan degene die het nodig hebben

Selectieve sociale rechten enkel voor ‘behoeftige’ burgers

Binnen bepaalde categorie mensen die onvoldoende middelen hebben om zelf vb een dienst te kunnen kopen behoeftig is vooral: onvoldoende eigen inkomen: ‘means-test’ = ‘armoede test’

dwz: behoefte vaak getoetst aan inkomen

12

Page 13: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

ALGEMENE PRINCIPES VAN VERDELENDE RECHTVAARDIGHEID

- Gelijkheid (equality) - Verdienste (merit/desert/equity)- Behoefte (need)

Filosofische afleiding (Rawls, 1971):

‘behind the veil of ignorance’: men kiest vooral gelijkheid, aangevuld met verdienste, en bescherming van een behoefte minimum

Rational choice verdelingsexperimenten (Potters, 2010):

Idem als Rawls

Public opinion surveys (Reeskens en Van Oorschot, 2012):

Gelijkheid bij korte termijn, onvoorzienbare risico’s (werkloosheid), verdienste bij lange termijn, voorzienbare risico’s (pensioenen) Cf: Principes x Welfare regime types Esping-Andersen

POPULAIRE DESERVINGNESS CRITERIA (van Oorschot, 2006)

- controle/schuld/persoonlijke verantwoordelijkheid - behoefte - identiteit- houding - wederkerigheid- afhankelijke derde- -…..

13

Page 14: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

2. WAT? - Regelgeving (‘the regulatory welfare state’) - Geld (in cash) - Diensten/goederen (in kind)

= werkloze geen geld geven maar wel job aanbieden die wordt georganiseerd

- Soort tussenvorm: vouchers= werkloze een soort bon geven => deze geeft de subsidies wanneer hij de werkloze aan het werk zet Werkloze kan opzoek gaan naar werk en kijken welke WG interesse heeft om hem aan te nemen

GELD

- belastingkortingen (tax credits) = minder betalen, aftrekken voor mensen die het moeilijker hebben, vaak bij pensioenen/premies

- subsidies= geldbedragen afhankelijk van de overheid, niet voor ALLE kosten te dekken maar voor specifieke uitgaven. NIET afhankelijk van het inkomen!

- toeslagen = extra bedragen die mensen in specifieke toestanden krijgenGezin, leeftijd, gezondheid, zorg voor anderen,..

- inkomensuitkeringen:flat-rate, loongerelateerd, means-tested

14

Page 15: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Loon- gerelateerd:

Vb werkloosheidsuitkering: = bepaald op aantal % van voormalig loon (in principe) Hoe hoger het loon, hoe hoger uitkering

Bepaald plafond!!!

Flat- rate:

Vb kinderbijslag = Hoe hoog inkomen is niet van belang, voor iedereen dezelfde uitkering voor elk kind

Inkomensafhankelijk:

Pas een uitkering wanneer er GEEN inkomen meer is moment van een stuk inkomen = afgehouden van uitkering

! kijken hier naar ALLES: vermogen, rente, ondersteuning,..

Uitkering pas verkrijgbaar wanneer je vb auto hebt verkocht,..

vooral focus op armen

15

Page 16: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

DIENSTEN

Manieren van organiseren van diensten:

- Bieden we de dienst/zorg zelf aan? - Geven we de cliënt het geld ervoor? - Kopen we het in bij externe aanbieders?

Waar halen we de diensten?

- eerste lijn = gewone hulpverlener - tweede lijn = specialist- derde lijn = super specialist, topinstituut

(‘nulde’ lijn: mantelzorg, zelfhulp, voorlichting):

toenemende specialisatie en kosten, van binnen naar buiten gelokaliseerd

residentieel/intramuraal Semi-residentieel/transmuraal ambulant

= instituut waar je verblijft = Zorg komt naar je toe

VOUCHERS

= Cheques, zorgbonnen, zorgcredits, ‘rugzakjes’ …

- Keuzevrijheid (keuzeplicht?) voor ontvanger gekoppeld aan controle voor gever- Stimuleren van ‘marktmechanisme

3. HOE ? a. Het organiseren van sociaal beleid

VOORBEELD OUDERENZORG: College prof. A. Declercq

Hier: - Enkele hoofdkwesties - New Public Management (NPM) in reactie op ‘bureaucratische organisatie

16

Page 17: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Kernproblemen van zorgaanbod

- Fragmentering van het aanbod (locatie, coördinatie, specialisatie) vs meervoudige zorgbehoevend van cliënt (‘the whole person’)

- Discontinuïteit in het zorgproces: = van kastje naar de muur, slechte opvolging van diensten, herhaalde info-verzameling

- Ontoegankelijkheidlocatie, taalgebruik, gebrekkige voorlichting, bureaucratie

- Niet-aanspreekbaarheidCliënten hebben geen verweer, kunnen niet in beroep, beroepsmogelijkheden ontoegankelijk

Nieuwe trends in organisatie van zorgaanbod

- Case management- Cliëntparticipatie - Inschakelen informele/vrijwillige sector - Privatisering (van non-profit naar for-profit)- New Public Management

Bureaucratische organisatie versus New Public Management

Bureaucratische georganiseerde zorg

- gecentraliseerd - gespecialiseerd/ gefragmenteerd aanbod- gerichtheid op gestandaardiseerde procedures in plaats van op juiste uitkomsten (middel -

doelverschuiving)- voorkomen van fouten belangrijker dan bereiken doelen

= macht aan de professionals:

- professionals bepalen en ontwikkelen het aanbod > groeiende kosten - klant-onvriendelijk

New Public Management

- voorkeur voor meerdere, kleine zelfstandige eenheden:verantwoordelijkheid op de werkvloer, niet op het hoofdkantoor

- macht aan de managers / budgeaeerders- gerichtheid op efficiënte inzet van middelen (vast budget met bewaking) en effectiviteit

(gekwantificeerde doelstellingen, meetbare output)- voorkeur voor marktwerking en competitie - meer aandacht voor vraag van klanten

17

Page 18: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Probleem NPM :

- managers hebben geen verstand van de diensten die geleverd worden, willen dingen die volgens professionals niet goed zijn of niet kunnen

- medewerkers zijn veel Gjd kwijt aan administratie van werkzaamheden- halen van gekwantificeerde doelstellingen verdringt belang van klanten- niet alle effecten van diensten zijn te kwantificeren

professionals voelen zich miskend in hun deskundigheid

b. Financieren van het beleid

Financieringsbronnen

- Belastingen- Verzekeringen (commercieel/privaat, niet-commercieel/ collectief/publiek)- Gebruikersbijdragen (bv. remgeld)- Familiale onderhoudsplicht (kinderen voor ouders, ouders voor kinderen) - Religieuze organisaties - Particulier initiatief/charitas

Verzekeren: private en sociale verzekering

Logica van de private verzekering

Equivalentie tussen risicokans - premie – schade uitkering

- Risicokans < 1 - Onafhankelijke risicokansen- Voorkomen van ‘adverse selection’ (informatie over individuele risicokansen) - Bestrijden van moreel risico (moral hazard) (remgeld, wachtdagen)

Problemen van de private verzekering (markt falen)

- Niet verzekeren van afhankelijke risico’s (bv werkloosheid)- Weigeren van ‘slechte’ risico’s - Hoge premies voor ‘slechte’ risico’s- Hoge eigen bijdragen

Met als gevolg

- sommigen uitgesloten van verzekering - verzekering voor anderen te duur

= Oplossing: sociale verzekering

18

Page 19: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Logica van de sociale verzekering (repareren van markt falen)

Geen strikte equivalentie tussen risico-premie-uitkering –

- Acceptatieplicht- Poolen van goede en slechte risico’s: doorsneepremie- Inkomensafhankelijke premie - Afwezigheid premieplicht - Uitkering heeft beperkte of geen relatie met betaalde premie- Geen of beperkt remgeld/wachtdagen

Met als gevolg

- herverdeling (solidariteit: horizontaal, verticaal)- verplichtstelling - collectiviteit

Uitdagingen voor de sociale verzekering

- moreel risico (moral hazard) (remgeld, wachtdagen, controle)- sociale risico’s en behoeften dreigen te polariseren: ‘squeezing of the middle class’- neo-liberale ideologie: van collectieve naar persoonlijke verantwoordelijkheid- impliciete herverdelingen worden meer ter discussie gesteld (bv van jong naar oud)

Van de andere kant

- reciprociteitsprincipe sterke legitimeringsgrond voor herverdeling

19

Page 20: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

De implementatie van het sociaal beleid BELEID > UITVOERING > UITKOMSTEN

Centrale focus de uitkomsten van beleid kunnen afwijken van wat oorspronkelijk bedoeld en gewenst wordt - bedoelde uitkomsten worden niet of te weinig gerealiseerd- onbedoelde uitkomsten worden wel gerealiseerd

1. Onbedoelde gevolgen- Functionele ontwrichting- Exploitatie- Doelverschuiving- Classificatie- Provocatie- Over- commitment- Geruststellingsbeleid

2. Street-level bureaucracy theorie3. Niet-gebruik

Onbedoelde gevolgen

Engbersen, 2010, Fatale remedies:

Enkele voorbeelden van ideeën uit de welzijnsliteratuur

- zorg/hulp maakt afhankelijk (daarom ‘eigen kracht’, activeringsmaatregelen)- formele zorg/hulp leidt tot erosie van informele zorg/hulp- werkloosheidsuitkeringen bevorderen werkloosheid

20

Page 21: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

- hoe succesvoller de verzorgingsstaat, hoe minder ze gesteund wordt door de middenklasse / hoe meer migranten ze aantrekt

- hoe meer mensen een hogere opleiding volgen, hoe minder effec3ef dat wordt voor hun tewerkstellingskansen

- hoe meer medische zorg wordt aangeboden, hoe meer vraag er naar medische zorg komt

- hoe langer het moederschapsverlof hoe minder werkgevers geneigd zijn vrouwen aan te nemen

- - …..

Onbedoelde gevolgen: mechanismen

- Functionele ontwrichting: Interventie A leidt tot erosie van sociale netwerken (nieuwbouwflats die oude buurten vervangen, leefloon dat arbeidsinschakeling zou belemmeren / het gezinssysteem zou ondermijnen, genereuze pensioenen die het ‘contract tussen de generaties’ op het spel zetten)

- Exploitatie:Interventie A biedt mogelijkheid tot misbruik, oneigenlijk gebruik (uitkeringsfraude, ziekmelden door werknemers, belastingdienst die data van verkeerscontroles gebruikt)

- Doelverschuiving: Doel van interventie A verandert (dossiers wegwerken / targets halen / organisa3e uitbreiden ipv burgers helpen)

- Classificatie: Interventie A classificeert burgers in bv ‘wel/geen’ recht op basis van regels(negatieve labelling, burgers gaan zich gedragen naar de classificatie regels

- Provocatie: Interventie A roept verzet op (positieve discriminatie, culturele diversiteit in scholen, identificatieplicht, verplichte inenting)

- Over-commitment: Interventie A beoogt / belooft teveel, onrealistische doelstelling (verbeteren arbeidsdeelname door meer scholing)

- Geruststellingsbeleid: Interventie A heeft vooral symbolische waarde, maar leidt tot teleurstelling (wijkverbeteringsprogramma’s, werkervaringsplaatsen)

21

Page 22: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Street- level bureaucracy theorie

Introductie:

Ideale uitvoering is:

- efficiënt - effectief - ‘eerlijk’: gelijke behandeling van gelijke gevallen (impartial; procedural justice)

Maar de werkelijkheid kan afwijken van dit idee, m.n. in het geval van street-level burocracies

Onderwerpen

- wat zijn street-level burocracies/burocrats?- wat is kenmerkend voor hun werksituatie?- welke strategieën hanteren zij? - wat zijn mogelijke gevolgen?

Street-level bureaucrats:

Contact ambtenaar / frontlijn ambtenaar / caseworker: veelvuldig in direct contact met cliënten/burgers

Vb leerkrachten, politie, maatschappelijk werkers, gezondheidswerkers, rechters, ….

= hebben vaak een grote mate van discretionariteit (beslissingsvrijheid) in de uitvoering van hun taken+ relatief autonome positie ten opzichte van leiding

-> hun handelen heeft een belangrijke en directe impact op het leven van cliënten/burgers

Maw: bezitten dus een grote macht (zowel ‘naar boven’ als ‘naar beneden’: zij ‘maken’ het beleid in de praktijk)

!! werken vaak onder problematische omstandigheden => heeft gevolgen

22

Page 23: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Werksituatie

- Tegenstrijdigheden en druk- Beperkte werkingsmiddelen - Grote‘case-load’

> botst met professionele ethiek (bv. cliëntgerichtheid)

- Helpen vs controleren/disciplineren

> botsende werkdoelen

- Emotioneel zware arbeid- Cliënten niet altijd vrijwillig - Cliënten vaak met multi-problematiek (vs institutionele fragmentering)- Doelbereiking moeilijk te meten, maar wel targets/afreken-criteria

> mentale druk

Strategieën van street-level bureaucrats Voor het omgaan met tegenstrijdigheden en druk

1. vraag/aanbod aanpassen- vraag: toegang reguleren: materiele en immateriële (tijd, informatie)

kosten/barrières voor cliënten- aanbod: ongelijke behandeling (afromen/’creaming’, voorkeurscliënten) - cyclus van mediocriteit (goed werk afleveren leidt tot meer werk, leidt tot

overbelas3ng, leidt tot neerwaartse aanpassing)

2. beroepsopvatting aanpassen - hulpverleners ambitie opgeven- toeleggen op beperkt aantal taken/doelen- standaardiseren van uitvoeringsprak3jk (‘protocollen’) - externe attributen van verantwoordelijkheid/falen

3. cliëntbeeld aanpassen a. - categoriseren van ‘hulpwaardige’ en ‘niet-hulpwaardige’ cliënten

(deservingness criteria: schuld, behoefte, wederkerigheid, iden3teit) b. blaming the victim c. triage selectie:

hopeloze gevallen, gevallen die uitstel kunnen dulden, directe noodgevallend. selectie op houding: berustende, eisenden, coöperatieven

Algemene gevolgen van de onbedoelde routines:

- goal displacement- ongelijke behandeling van cliëntgroepen- mistargeting: over- en underuse - onduidelijke doeltreffendheid- weerstand tegen verandering

23

Page 24: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Niet- gebruik

= wanneer mensen die recht hebben op een uitkering of voorziening hier geen gebruik van maken

= vorm van mistargeting

Tegenovergestelde van over-gebruik = wanneer mensen onterecht gebruik maken van uitkeringen of voorzieningen

vb fraude, onjuiste aanvragen ect

MISTARGETING: DOELGROEPEN

1. Potentiele behoeftigen2. Bedoelde doelgroep3. Feitelijke doelgroep zoals geformuleerd in het beleid 4. Groep van rechthebbenden 5. Groep van gebruikers

NB: rol van discretionariteit in 3 en 4!

Niet gebruik kan verschillende vormen aannemen:

- Volledig >< Partieel - Permanent >< Tijdelijk- Primair >< Secundair

Probleem bij niet gebruik is dat de beleidsuitvoering geen doel treft of niet rechtvaardig is

Oorzaken van niet gebruik kunnen ontstaan op 3 niveaus

Kenmerken van de regelgeving Kenmerken van de uitvoering Kenmerken van de burger/ cliënt

24

Page 25: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

1. Kenmerken van de regelgeving- Grote regeldichtheid - Vage begrippen - Gericht op gestigmatiseerde groepen - Gericht op scala van behoeften - Aanvullend karakter - Instabiel recht - Aanvraaginitiatief bij burger

Vooral aanwezigheid ‘middelentoets’ is problematisch

2. Kenmerken van de uitvoering - Een behandeling die door cliënten als vernederend wordt ervaren - Het vermengd zijn van hulp- en controlefuncties - Het door uitvoerders onjuist interpreteren van regelgeving- Het door uitvoerders onjuist uitvoeren van regelgeving- Gebrekkige communicatie met cliënten in het algemeen en het geven van onvoldoende

voorlichting, informatie en advies aan cliënten in het bijzonder - Hanteren van ingewikkelde formulieren - Niet verwijzen naar andere regelingen dan die welke men zelf uitvoert

3. Kenmerken van de burger/ cliënt- tekortschietende kennis - Verkeerde perceptie van recht hebben - Afwijzende houding t.o.v. uitkeringsafhankelijkheid - Angst voor stigmatisering - T klein bedrag / te hoge kosten - Eerdere negatieve ervaringen met bureaucratie

Enkele vb’s van niet- gebruik

A) Regelingen met een laag niet gebruik (10-15%)Nationale volksverzekeringen, zoals pensioen (oude dag, weduwen/wezen), kindertoelage - welbekende regelingen - geen inkomenstoets - bedragen die voor het levensonderhoud van mensen van groot belang zijn - aanvraaginitiatief door uitvoering

B) Regelingen met relatief matig niet gebruik (15%-30%)Huursubsidie/toeslag, algemene bijstand - middelentoets - substantieel bedrag- maandelijks wederkerend- aanvragen actief gesteund door verhuurders/gemeenten

25

Page 26: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

C) Regelingen met een hoog niet gebruik (meer dan 30% waarbij een niet-gebruik van 50% of meer eerder regel is dan uitzondering)

Inkomens getoetste regelingen die voor mensen met lage inkomens voorzien in aanvullende tegemoetkomingen: bijv. bijzondere bijstand, kwijtschelding van gemeentelijke heffingen, gemeentelijke armoede-regelingen - middelentoets - instabiel/eenmalig recht- aanvraagini3a3ef bij cliënten- relatief kleine bedragen

26

Page 27: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Uitdagingen voor sociaal beleid en sociaal werk

3 fasen in de beleidsontwikkeling:

1. Eind 19e eeuw tot WOII:

Formatieve periode; ontwikkeling van de gezondheidszorg, eerste arbeidswetgevingen,..

2. WOII- eind ’70:Gouden eeuw van de verzorgingsstaat; kwam een einde aan door de economische crisis

3. Eind ’70 tot nu:Afbouw, hervorming en uitbreiding op deelgebieden van de verzorgingsstaat

Hedendaagse problematische aspecten

- Economisch- Sociaal- Ideologisch- Politiek

Economische uitdagingen

= “Het te duur worden van de gezondheidszorg”

- Oplopende uitgaven Pensioenkosten, zorgkosten en werkloosheid in combinatie met het leven in tijd van permanente schaarste

- Budgettaire tekorten van de overheid, overheidsschulden- Europese norm

Overheidsschulden mag maximum 3% van het BBP bedragen - Globalisering en economische concurrentie

Niet meer bevoordelen van eigen industrie, kijken op globaal niveau

Economische houdbaarheid?

Voorstellen om te bezuinigen op de budgetten + sprake van race to the bottom tussen landen

= elk land afzonderlijk zo laag mogelijke arbeidskosten, hierop besparen wil zeggen dat mensen minder worden belast MAAR = minder sociale bescherming!

Fenomeen dat ook gebeurt binnen bedrijven nl onder de vorm van zo laag mogelijke bedrijfsbelastingen Dividentbelasting; rente op aandelen, bedrijven zoeken landen op waar deze zeer laag is = middel voor economische concurrentie

27

Page 28: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Vraag is natuurlijk of het sociaalbeleid enkel kosten met zich meebrengt?

- Verzorgingsstaat dat investeert in oa onderwijs zorgt ervoor dat ze mee kunnen draaien in de hoogontwikkelde economie

- Preventieve maatregelingen van het sociaal beleid hebben op lange termijn invloed,Vb lage ziekenkost = mensen sneller naar dokter wat ervoor zorgt dat ze sneller worden geholpen en dus uiteindelijk langer kunnen werken

- Tewerkstelling stimuleren/ voorzien zorgt ervoor dat de staat zelf een creator is voor werkgelegenheid

- …

Deze visie op sociaal beleid ziet alle staten die wel belang hechten aan een goed ontwikkeld beleid als verliezers, ontwikkeling van een land zou (op termijn) negatief uitdraaien

Zien omgekeerde in praktijk! Wanneer arme landen het economisch beter krijgen zien we dat er ook een betere ontwikkeling komt inzake het sociaal beleid

= stijgende ambities van de middenklassen

Sociale uitdagingen

1. Individualisering op 2 niveaus; - Structurele individualisering

In kleinere familieverbanden leven, bestaan nog amper grote gezinnen/ 3geneartie huishoudens, aantal gemiddelde kinderen daalt,..

- Culturele individualisering Stijgend belang van individu met eigen waarden dat moet worden gerespecteerdBelang van gelijkwaardigheid tussen verschillende individu’s. Emancipatie van de vrouw; zelf economisch bestaan

2. Verandering in de man vrouw verhouding Vrouw zorgt + arbeid => nieuwe risico’s Traditionele typische risico’s van de mannelijke arbeider vervallen; vroeger angst om ziek te worden, job te verliezen ectNu meer flexibel werk, probleem situeert zich eerder binnen de rechten van de arbeider

3. Vergrijzingsproces dat aan de gang is samen met de lage fertility rates

Nieuwe sociale risico’s:

- Laag opgeleide minderheid alleenstaande en het flexibel werk - Groeiende ongelijkheid tussen werk & inkomen

Technologische vooruitgang; robots die arbeid verrichten met gevolg wegvallen van middenklassen arbeiders?

Probleem = hoe sociale zekerheid dan financieren, zijn minder werkende/arbeid waar belast op kan worden

- Sociaal culturele diversiteitsprobleem; Welfare magnetism = trekken naar welvaartstaten

Belangrijk in de discussie = de vraag naar de houdbaarheid van het sociale systeem

28

Page 29: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Ideologische uitdagingen

- Neo-liberalisme:

Vrije markt (privatisering) en individuele verantwoordelijkheid (‘vals bewustzijn’ van de middenklasse?)

- erosie van waarden: arbeidsmoraal, solidariteit? onderlinge zorgplicht?

Culturele houdbaarheid?

Politieke uitdagingen

- Power resources: tanende macht van de factor arbeid? van de middenklasse?

- Tanende macht nationale regeringen?

- Rol van Europa: vrij verkeer: inter-Europese solidariteit/herverdeling?

Politieke houdbaarheid?

29

Page 30: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Trends in het sociaal beleid

AFBOUW

- Uitkeringen/Diensten: minder toegang, bedragen lager, korter van duur

- Toename means-testing

- Uitsluiting van jongeren

HERVORMING

- Activering

- Privatisering/de-centralisatie

- Vermaatschappelijking: Persoonlijke/familiale verantwoordelijkheid

UITBREIDING

- Arbeid-zorg combinatie

Basistrend: Herschikking welfare mix - van staat terug naar markt en individu/familie

30

Page 31: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Historische argumenten VOOR overheidsverantwoordelijkheid:

1. Politiek project van de opkomende natie-staat:Pacificatie van de klassenstrijd

2. Economische regulering:Human capital, consumptie, werkgelegenheid

3. Morele principes van solidariteit en rechtvaardigheid: Socialisme, christelijke sociale leer, humanitair liberalisme

4. Voorkómen van maatschappelijke effecten van armoede en ongelijkheid: misdaad, ziekten

Argumenten TEGEN overheidsverantwoordelijkheid

1. Politiek-ideologisch: neo-liberalisme (ideologie van de vrije markt)

2. Economisch: te duur, creëert werkloosheid (globalisering)

3. Onbedoelde sociale effecten:Erosie van het arbeidsethos en van onderlinge hulp, ontstaan van een permanentafhankelijke onderklasse, aantrekkingskracht op migranten

= Deze argumenten winnen aan kracht in de huidige situatie van economische onzekerheid, migratie, individualisering

PLUS Nieuw idee van de (post)moderne burger (vooral in: Scandinavie, NL, UK,...)

- Beschikt over voldoende bronnen (opleiding, inkomen, werk)

- Is geïndividualiseerd, dus vrij om te handelen

- Wil keuzevrijheid en autonomie

- Wil een einde aan ouderwets paternalisme van de overheid

Een nieuwe relatie tussen overheid en burger is zich aan het ontwikkelen

Maar hoe zou die er uit moeten zien?

1. ‘Out there on your own’? Botte ‘laissez-faire’ deregulering, privatisering, vermarkting, afbouw van sociale uitkeringen en diensten?

2. Trend Geen ‘laissez-faire’, maar ‘gereguleerde persoonlijke verantwoordelijkheid’

31

Page 32: Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)  · Web view- Ingezet door oliecrises 1970-1980, wereldwijde economische recessie, exponentiele groei werkloosheid, gevolgd door

Kaat De Muynck 2e BACH SOCIOLOGIE

Gereguleerde Persoonlijke Verantwoordelijkheid

De overheid formuleert doelen (sociaal-economisch, sociaal-cultureel)

= De uitvoering ervan laat ze over aan de markt (bedrijven), maatschappelijke organisaties, families/individuen

Dezen worden door overheidsmaatregelen voorzien van prikkels en straffen (‘carrots and sticks’)

En de overheid controleert of ieder doet wat hij verondersteld wordt te doen

Toepassing op het persoonsgebonden budget:

De overheid formuleert doelen, bv integratie van personen met een handicap (PmH)

= De uitvoering ervan laat ze over aan maatschappelijke organisaties, families/individuen

Dezen worden door overheidsmaatregelen voorzien van prikkels en straffen (‘carrots and sticks’) : markt van vraag en aanbod tussen individuen en organisaties

En de overheid controleert of ieder doet wat hij verondersteld wordt te doen

Vermaatschappelijking van de zorg= nieuwe verhouding formele en informele zorg!

!Eigen verantwoordelijkheid betekent niet minder overheidsregulering en – bemoeienis

!Meer burger betekent niet minder staat

32