Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)€¦ · Web viewgrote economische groei,...
Transcript of Facultair Overlegorgaan Sociale Wetenschappen (FOSO)€¦ · Web viewgrote economische groei,...
Sociaal beleid2018-2019
01.10.2018Introductie
Wat is sociaal beleid?beleid = doelgericht en planmatig handelen, afgebakende set van doelen en de manier waarop die bereikt moeten worden sociaal beleid = beleid met sociale doelstellingen!kan statelijk en ook niet-statelijk zijn!= gericht op het welzijn van individuen, groepen, de samenleving
wat is welzijn?basisbehoeften, tewerkstelling, participatie en ontplooiing, gezondheid (individueel en collectief), consumptie, geluk, identiteit, kansen, inkomen, …
Op niveau van de nationale samenleving (overheid) = verzorgingsstaatstaat is centrale actor ten aanzien van
doelformuleringmiddelen verschaffingorganisatie van instrumenten e nuitvoeringevaluatie
MAAR andere maatschappelijke actoren spelen ook een rol!!= welfare mix/welfare pluralism
vb kerk (vroeger), vakbonden, mutualiteiten, …
a. Indirect sociaal beleid= scheppen van randvoorwaarden voor welzijnvb cohesie, gelijkheid, sociale stabiliteit, rechtvaardigheid
b. Direct sociaal beleid= directe interventievb financiële ondersteuning, zorg verlenen, huisvesting
Verschillende definities van sociaal beleid(1) generieke definities (voorgaand)(2) instrumentele definities (opsomming van beleidsterreinen/instrumenten)(3) definities naar interventie typen vb Kaufmann(4) …
= geen eenduidige algemeen aanvaarde definitie
Sociaal beleid2018-2019
Kaufmann: interventietypen= sociaal beleid is ingrijpen op sociale participatie
Sociale participatieInterventievorm
StatusJuridisch
MiddelenEconomisch
KansenEcologisch
CompetentiesPedagogisch
1.Werkt in op De bescherming van rechtsverhoudingen
De structuur van inkomensverdeling
De verdeling van toegangskansen
De sociaal-culturele competenties van personen
2. Typische maatregelen
Verlenen van rechten
Tax creditsBijdragenTransfers
Diensten: onderwijs, zorg, huisvesting, …
Vorming, consultatie, rehabilitatie, informatie, zelfhulp
3. Sociaalpolitiek beoogd hoofdobjectief
Versterking van de rechtspositie van sociaal zwakke groepen
Verhoging van het beschikbaar inkomen van groepen met een onvoldoende privé-inkomen
Verbetering van de toegangsmogelijkheden en de kwaliteit van delen van de omgeving die van belang zijn voor de levenskansen
Verhoging van de handelingsbekwaamheid van personen(NB: Capabalities approach van Amartya Sen)
4. Dragerschap Overheid (Para)stataal, soms zelf georganiseerd
Samenwerking tussen staat en intermediaire instanties
Staat, intermediaire instanties, collectieve zelfhulp
vb werkloosheid
vb roken
ontslagbescherming
rookverbod
subsidies
accijnzen
stages
helpen stoppen
opleiding
sensibiliseren
BELEIDSANALYSE
Er is een sociaal probleem….1. Beleidsprobleem: analyse, diagnose (niveau, ernst, oorzaken)2. Beleidsvoorbereiding: expliciteren van beleidsbedoelingen3. Beleidsontwerp: beleidsplanning, beleidsinstrumenten, beleidsmiddelen4. Beleidsuitvoering5. Beleidsresultaten: monitoren6. Beleidsevaluatie:
- het proces- de resultaten (bedoeld, onbedoeld) tegen de doelstellingen
Sociaal beleid2018-2019
08.10.2018Ontstaan en ontwikkeling
Historiek, functies en algemene typen van sociaal beleidontstaan einde 19e eeuw/begin 20e eeuw ervoor ook?vb Heilige Geesttafel, kerkelijke armenzorg, Brood en Spelen
Historische instituties voor sociaal welzijnFamilie(extended family)
Liefdadigheid Armenwetten Mutualiteit
Ingebed in Bloedverwantschap Religie/ideologie Nationale staat Beroepsstructuur= gilden= uit eigen belang bijdragen
Hulpwaardig als Bloedverwant met behoefte
Behoefte en morele positie
BehoefteOnbekwaamheid‘less eligibility’
Risico en bijdrage= gedeelde risico’s= verzekeringssysteem
Toedelingsregels Informeel, traditioneel ≠ geschreven
Discretionair, gunst van de gever≠ geschrevenmaar keerzijde van de medaille: vernedering, afhankelijkheid, enkel ‘hopen’, geen zekerheid
Wettelijk recht met beleidsvrijheidArmenhuistest= ook werkhuistest: geld in ruil voor werken in slechte omstandigheden dwz arm en hopeloos genoeg om in aanmerking te komen
Onderling vooraf afgesproken regels
Moderne overblijfselen
Zuid-Europa, Azië, Latijns Amerika= culturele denken over familie is anders
USA= weinig overheidsregulering
UK= door enclosures meer armen criminaliteit armenhuis dat op zich armen aan trekt race to the bottom voor minste armenzorg voor ieder dorp dezelfde voorziening= armenwetten
Duitsland
Wie valt uit de boot?
Mensen die geen familie hebben
Iedereen die niet bij geloof/ideologie aansluit
Mensen die ‘niet behoeftig genoeg’ zijn
Mensen die geen deel van loon kunnen afstaan + sommige beroepen
grootschalig gefaald dus sociaal beleid/verzorgingsstaat nodig
De ‘sociale kwestie’ in de 19 e eeuw - industrialisering met vroeg-kapitalistische uitbuiting- urbanisatie met erosie familie verbanden grote massa’s armen arbeidersbewegingenRerum Novarum: Paus roept op om uitbuiting tegen te houden want arbeidersbeweging (door uitbuiting) bedreigt het katholicisme
antwoord: revolutie (socialisme) + grotere staatsinmenging=verzorgingsstaat(vb Duitsland: Bismarck realistisch politicus conflict oplossen door cohesie)= geleidelijk proces: weerstand van
rechtse politieke partijeno conservatieven: tradities behouden
Sociaal beleid2018-2019
o liberalen: individu centraal dus geen regulering werkgevers: concurrentie, belastingen kerken/christendemocratische partijen: principe van subsidiariteit hogere klassen
De verzorgingsstaat- statelijkheid vs welfare mix- modern: kapitalisme (=conditie voor ontstaan sociale kwestie en welvaart + democratie
(behoeften herkennen + stem van armen)- substantieel: brede dekking, adequate bescherming
Vier algemene functies(1) verzorgen: armenzorg
privaat publiek ( privaat? terug families)
(2) verzekeren: onderlinge verzekering van sociale risico’svan fragmentatie collectivisering/solidarisering/centralisering( decentralisering/her-individualisering vb pensioenen?)
(3) verheffen: onderwijs, cultuur vb sportclubsvan emancipatie van groepen persoonlijke zelfontplooiiing
(4) verbinden: natiestaat, opbouwwerk (=sociaal-agogischwerk) vb Bismarckvan gesloten open, multiculturele samenleving ( meer gesloten)
algemene tendens naar privatisering, minder overheidsinterventie
Sociaal beleid2018-2019
15.10.2018Algemene typen van sociaal beleid
Belangrijke perioden in de ontwikkeling van de Westerse verzorgingsstaat(1) 1880-1940: ‘take off’ en eerste uitbouw
Bismarck: 1e verzekeringswetten, NL: kinderwetten= uitbreiding van erkende sociale risico’s en behoeften (nieuwe bredere definities!!)
= begonnen met arbeidsongevallen handicap en nabestaanden werkloosheid en armoede als zodanig
= toenemende regulering van de staat
(2) 1945-1975: Gouden Eeuwo verdere uitbreiding, collectivisering, staatsregulatie van sociale rechten
= uitkeringen en diensten voor een breed scala aan risico’s en behoefteno grote economische groei, lage werkloosheid, laag beroep op sociale bescherming,
jonge bevolking, traditionele taakverdelingen mannen en vrouwen= liet sociaal beleid toe
(3) 1975-heden: hervorming, afbouw= gevolg van oliecrisis economische recessie + werkloosheid, vergrijzing, migratie, globalisering, alleenstaand ouderschap ( leeflonen vrouwen echtscheiding) afbouw: vb lagere en kortere uitkeringen, middelentoetsen: afhankelijk van inkomen, hogere drempels voor dienstenMAAR ook hervorming: vb activering van werklozen (ipv uitkering), arbeid-gezin combinatie, privatisering van diensten
Belangrijkste determinanten van ontwikkelingen in sociaal beleid (verschillende visies)- Sociaal-economisch
(1) Logic of industrialisation (Rimlinger, Wilensky)= ‘politics doesn’t matter’ elke vorm van industrialisering vereist sociaal beleidnieuwe economische en sociale organisatie nieuwe behoeften aan tegemoet komen (door sociaal beleid)
(2) Logic of capitalism (O’Connor)sociaal beleid = niet vijand vh kapitalismeMAAR een instrument voor accumulatie (meer arbeiders, gezonder en opgeleid, hoge lonen stimuleren koopkracht) en dus legitimering van het kapitalistische systeem (pacifiëren, beheersen van conflicten om communisme tegen te houden)
(3) Heropleving van structureel/economische theorieën- globalisering: voorzieningen lager kostelijk maken = onafwendbare race tot he bottom?- de-industrialisering: opkomst informatie en diensteneconomie
minder vraag naar handarbeid, meer vraag opgeleide WN overbodige skills en beroepen sociaal beleid voor veranderen skills( social investment en basic income?)
Sociaal beleid2018-2019
- Politiek(1) Power resources theory (Karpi)
- politics matter- sociaal beleid is uitkomst van sociale strijd tussen actoren met verschillende macht(sbronnen): economische, politieke macht- in industriële samenleving vooral strijd tussen links-rechts, cosmopolisten-lokalisten
(2) Rol van de middenklasse (Baldwin)- bedienden, kleine zelfstandigen etc hebben belang bij bepaalde vormen van sociaal beleid vb pensioen, onderwijs, gezondheidszorg, …
(3) Opbouw van de natiestaat (vb Holiday and Wilding: ‘East Asian Tigers’)- sociaal beleid voor sleutelgroepen in economie & administratie- ‘productivist welfare’ = sociaal beleid ten behoeve van economische groei en stabiliteit
(4) Politiek-institutioneel perspectief (Skocpol e.a.)- het politieke systeem als zodanig beïnvloedt sociaal beleid (aantal veto-points, compromissen, institutionele inertie =administratie moeilijk te bewegen owv omvang)+ pad-afhankelijkheid sociaal beleid kan niet veranderd worden als het aanvaard is
- Sociaalo individualisering: geen extended familyo arbeidsparticipatie vrouweno vergrijzingo collectieve ervaringen bij bijzondere gebeurtenissen vb WOIIo migratie
- Cultureelo ideologisch: gelijkheid vs vrijheid, gelijkheid vs prestatie, persoonlijk vs sociale
oorzaken en verantwoordelijkheden vb. Amerika vrijheidsideologieo religie: opvattingen over sociale organisatie (Kerk-staat, rol vh gezin), over de ‘armen’
(christendom: heilige status vs protestantisme: ‘luiaards’)
3 ideaaltypen sociaal beleid: Three Worlds of Welare, typologie Esping-Anderson Type/dimensie Liberaal Corporatistisch/
conservatiefUniverseel
De-commodificatie(vb uitkering)
Laag Midden: arbeiders Hoog: iedereen, alle burgers
Stratificatie Dualisme Beroeps- en status hiërarchieën vb mutualiteiten
Gelijkheid
In welfare mix nadruk op …
Markt Samenlevingsgroepen vb vakbonden
Staat
Doelgroep De armen De kostwinner (M): fam door man beschermd
Alle burgers van een categorie
Herverdelings-principe
Behoefte Bijdrage Burgerschap
Soort uitkering Middeltoets: leefloon Sociale verzekering Universele, categorale uitkering
Administratie Rijksoverheid / lokale overheid
Rijksoverheid en sociale partners
Lokale overheid
Voorbeelden USA, Canada, Australië Germany, Belgium, France, Austria
Sweden, Norway, Denmark
Kritiek
Sociaal beleid2018-2019
(1) willekeurigheid van de drie principes(2) arbitrariness in construction de-commodification index (repetition leads to different
country scores)de-commodificatie = mate waarin kapitalistische sml de welvaart van de burgers onafhankelijk gemaakt wordt van hun positie op de markt in het algemeen en op de arbeidsmarkt in het bijzonder: de mogelijkheid om een behoorlijke welvaartstand aan te houden onafhankelijk van de deelname aan het marktgebeuren = onafhankelijkheid van de markt en het gezin; mate waarin arbeid niet als een commodity beschouwd w
(3) gebaseerd op omgang met uitkeringen terwijl sociaal beleid niet enkel uitkeringen is(4) verouderd (’80) veel veranderd, crises gehad, …(5) veel landen (zuidelijk) niet genoemd, weinig ‘pure’ vormen(6) moeilijk te analyseren/meten adhv typologie(7) limited explanatory power for differences in: welfare outcomes, in variation and reform at
program level, in welfare opinions, in differences in degree and quality of social provision
Sociaal beleid2018-2019
22.10.2018Algemene dimensies van sociaal beleid
wie, wat, hoe, financiering?voor praktische toepassingen en trends in BE zie tekst Lammertyn
WIE?(1) Targeting van doelgroepen (sociaal beleidsperspectief)
Universalisme Selectivisme
Universele sociale rechten voor alle mensen binnen een categorie (vb kinderlast, studie, gezondheid, ouderdom)
PROLage uitvoeringskosten = weinig moeten controlerenBrede preventieve werking (social investment)Breed sociaal draagvlak = iedereen kan profiteren
CONTRAEconomisch inefficiënt = duur/verkwisting‘Ondermijnt verantwoordelijkheid’ (=ideologie)
Alle mensen binnen categorie die …= BEHOEFTIG? inkomenstest, meanstest= dus vooral onvoldoende eigen inkomen
PROEconomisch efficiënt = zuinig/maatwerk‘bevordert verantwoordelijkheid’
CONTRAStigmatiserendNiet-gebruikRelatief hoge uitvoeringskostenKwaliteitsprobleem = programma’s voor armen lage kwaliteit zodat hogere klasse niet gebruiken + niemand pleit voor kwaliteit want armen politiek zwakkerBeperkt maatschappelijk draagvlakArmoedeval mogelijk = uitkeringen meer dan loon
doelgroepen/categorieën naar gezondheid, leeftijd, gezinstype, inkomenen ‘oud’ en ‘nieuw’
‘oud’= risico’s die horen bij arbeid in industriële samenlevingInkomensverlies grootste zorgBasis ontstaan verzorgingsstaatGoed georganiseerde arbeidersklasse
‘nieuw’= risico’s die horen bij (niet-)arbeid in een flexibele diensten-/kenniseconomieNiet enkel mannelijk; eenoudergezin, lage opleiding, jong, allochtonenEmployability grootste zorg: arbeid-zorg combinatie: training/ActiveringBasis hervorming verzorgingsstaatSlecht georganiseerd precariaat = gefragmenteerd
geldt vooral in inkomen beleidzorgbehoevenden verzorgd door vrouwen en familie nu zorgtehuizen
(2) Algemene principes van verdelende rechten (sociaal-filosofisch perspectief) gelijkheid, equality – universeelverdienste, merit, desert, equity – corporatistischbehoefte, need – liberaal (zie Esping-Andersen voor drie principes)
Sociaal beleid2018-2019
wat het beste?o Filosofische afleiding, Rawls 1971= ‘behind the veil of ignorance’experimenten waarbij collega’s elkaars lot ofzo moeten bepalen idk men kiest vooral gelijkheid, maar ook een beetje behoefte (=vooral bescherming)
o Rational Choice Verdelingsexperimenten, Potters 2010mensen krijgen geld en moeten verdelen zelfde uitkomst
o Public opinion surveys, Reeskens en Van Oorschot, 2012= onvoorzienbaar risico op korte termijn gelijkheidrisico op lange termijn verdienste
(3) Populaire deservingnesscriteria (sociaal-cultureel perspectief) (prof vraagt wanneer we geld geven aan bedelaar)behoefte, attitude, identiteit, controle, prestatie, schuld, afhankelijke derde, wederkerigheid deservingness scores:
Elderly Sick/disabled Unemployed Immigrants
Need ++ ++ +/-(is het wel echt?)
+(economisch vs politiek)
Responsibility ++ ++ +/-(lui)
+/-
Identity ++ + + -
Attitude ++ +/- +/-(lui)
+/-
Reciprocity ++ + +/-(afhankelijk)
-(1e-3e generatie?)
gelijkheid wordt meer gekozen, maar er moet ruimte zijn voor verdienste en behoefte
Sociaal beleid2018-2019
29.10.2018
WAT?in cash = soevereiniteit/keuzevrijheid/waardigheid ontvanger, lagere uitvoeringskosten, meer maatwerk, flexibelervs in kind = standaardisatie van aanbod, effectiever (meer controle op bestemming), hogere uitvoeringskosten, minder maatwerk, bureaucratischer
(1) Regelgeving (‘the regulatory welfare state’)
(2) Geld (in cash)o inkomensuitkeringen
loon-gerelateerd (vloeren en plafonds)flat-rate = vastbedraginkomensafhankelijk = meanstest
o belastingkortingen (tax credits)o subsidies
vb werkgevers stimuleren om iets te doendeel van kosten, al of niet inkomensafhankelijk
o toeslagen op..vb gezin, leeftijd, gezondheid, zorg
(3) Diensten/goederen manier van organiseren van diensten:1. zelf aanbieden?2. cliënt geld geven? (vb ziekenkas)3. inkopen bij externe aanbieders?
Waar- eerste lijn (huisarts), tweede lijn (specialist), derde lijn (opname), nulde lijn (mantelzorg, zelfhulp, voorlichting = vermaatschappelijking van de zorg): toenemende specialisatie en kosten, van binnen naar buiten gelocaliseerd- residentieel/intramuraal … semi-residentieel/transmuraal … ambulant
(4) Soort tussenvorm: vouchers= cheques, zorgbonnen, zorgcredits, persoonsgebonden budget, ‘rugzakjes’,…- keuzevrijheid(-plicht?) voor ontvanger gekoppeld aan controle voor gever- stimuleren van marktmechanisme
HOE?het organiseren van sociaal beleidvb ouderenzorg, college prof. Declercq
nog steeds traditioneel bureaucratisch model professionals aan de macht meer geïnteresseerd in vooruitgang
Kernproblemen van het zorgaanbod(1) fragmentering van hele aanbod = subspecialisme
ipv meervoudige zorgbehoefte = ‘whole person’(2) discontinuïteit in het zorgproces: slechte opvolging, paraplu, herhaalde info-verzameling
Sociaal beleid2018-2019
(3) ontoegankelijkheid: locatie, taalgebruik (professioneel), gebrekkige voorlichting (jargon,werken op te snelle manier), bureaucratie
(4) niet-aanspreekbaarheid: cliënten geen verweer, kunnen niet in beroep
Nieuwe trends in organisatieo case management (=uitgaan van persoon/case)o cliëntparticipatie (=bestuur mede geadviserd door cliëntenraad)o inschakelen informele/vrijwillige sector (welfare mix)o privatisering (van non-profit naar for-profit)o New Public Management
= voorkeur voor kleinere eenheden verantwoordelijkheid op de werkvloer, niet ophoofdkantoormacht aan managers/budgetteerdersgerichtheid op efficiënte inzet v middelen (vast budget) en effectiviteit (meetbare output)voorkeur marktwerking en competitiemeer aandacht voor vraag van klantenvsBureaucratisch georganiseerde zorggecentraliseerd; gespecialiseerd/gefragmenteerd aanbod; gerichtheid op gestandaardiseerde procedures ipv juiste uitkomsten (middel-doelverschuiving); voorkomen van fouten belangrijker dan doelen; macht aan de professionals: bepalen en ontwikkelen het aanbod groeiende kosten = klant-onvriendelijk
PROBLEMEN:- managers hebben geen kennis van het vak/de diensten- medewerkers verliezen tijd aan administratie van werkzaamheden- halen van doelen/budgetten > belang van klanten- niet alle effecten van diensten vallen te kwantificeren/berekenen: professionals voelen zich miskend in deskundigheid
FINANCIERING?- belastingen = algemener, kan voor veel worden ingezet- verzekeringen (commercieel/privaat, collectief/publiek) bv pensioensfonds- gebruikersbijdragen vb remgeld- familiale onderhoudsplicht- religieuze organisaties- particulier initiatief/charitas= meestal mengeling = mixed economy of welfare
verzekerenprivate verzekeringen
o logicaequivalentie tussen risicokans – betaalde premie (=ifv) – schadeuitkeringals schade meer zal kosten zal premie hoger zijn
= enkel kans voor mensen met lage risicokans+ enkel onafhankelijke risicokansen = iets wat geen invloed heeft op anderen vb natuurramp‘adverse selection’ voorkomen door informatie = risicokansen over verzekerde persoon te zoeken = (verzekeraar kiest cliënt ipv omgekeerd)moral hazard (=risicovol gedrag omdat verzekerd) voorkomen: remgeld en wachtdagen
Sociaal beleid2018-2019
o problemen (marktfalen)geen afhankelijke risico’sweigeren van ‘slechte’ risico’s, of hoge premies vragenhoge eigen bijdrage veel mensen uitgesloten van verzekering door risicokans (bv job) of geen geldoplossing = sociale verzekering
sociale verzekeringen
o logica= repareren van marktfalenacceptatieplichtpoolen van goede en slechte risico’s: doorsneepremieinkomensafhankelijke premieafwezigheid premieplicht: bepaalde groepenuitkering heeft beperkte of geen relatie met betaalde premiegeen of beperkt remgeld/werkdagen herverdeling horizontaal (=tss beroepen met hoger en lager risico), verticaal (=inkomensafhankelijk) = solidariteit verplichtstelling collectiviteit
o uitdagingenmoreel risicosociale risico’s en behoeften polarisering hoge klasse niet bijdragenneoliberale ideologie: van collectieve naar persoonlijke verantwoordelijkheidimpliciete herverdeling wordt meer ter discussie gesteld bv jong en oud (pensioenen)
van de andere kantreciprociteitsprincipe sterke legitimeringsgrond voor herverdeling ondanks uitdagingen
Sociaal beleid2018-2019
05.11.2018De implementatie van sociaal beleid
Beleid > uitvoering > uitkomstenuitkomsten kunnen afwijken van wat oorspronkelijk bedoeld en gewenst wordtbedoelde uitkomsten worden niet of te weinig gerealiseerdonbedoelde uitkomsten worden wel gerealiseerd
(1) Onbedoelde gevolgen (Engbessen, 2010, fatale remedies)
BedoeldInterventie A (–) probleem A
OnbedoeldInterventie (+) probleem A = PERVERS EFFECTInterventie (+) probleem B = ONGEWENST BIJ-EFFECTInterventie (–) probleem B = GEWENST BIJ-EFFECTvb slide 6 ppt 6
Mechanismen1. functionele ontwrichting
= erosie van sociale netwerken2. exploitatie
= misbruik / oneigenlijk gebruikdoor gebruikers en WG,uitvoerders
3. doelverschuiving (zie street level burocracy)= doel verdandertvb VDAB doel is dossiers afwerken ipv activeren werklozen
4. classificatie= burgers worden in ‘wel/geen recht’ categorieën opgedeeld burgers handelen naar die regels
zodat toch in aanmerking komenOF negatieve labelling voorkomen = niet-gebruik
5. provocatie= roept verzet opvb positieve discriminatie
6. over-commitment= te veel, onrealistische doelstelling
7. geruststellingsbeleid= vooral symbolische waarde, maar leidt tot teleurstelling
(2) Street-level bureaucracy theorie ideale uitvoering = efficiënt, effectief, eerlijk/onpartijdig
Street-level burocrats= contact ambtenaar/frontlijn ambtenaar/caseworker= werkers die veelvuldig direct in contact met burger komen- vaak discretionariteit in uitvoering taken- relatief autonome positie tov leiding- hun handelingen hebben direct invloed op cliënten/burgers
Sociaal beleid2018-2019
= grote macht: zij maken beleid praktijk MAAR werken in problematische omstandighedenWerksituatie=tegenstrijdigheden en druk- beperkte middelen- grote ‘case-load’
botst met professionele ethiek
- helpen vs controleren/disciplineren botsende werkdoelen
- emotionele zware arbeid- cliënten niet altijd vrijwillig meewerken- cliënt vaak multiproblematiek (maar institutionele fragmentering)- doelbereiking moeilijk te meten, maar wel targets/afreken-criteria (vb x aantal pv’s
uitgegeven als agent wat zegt dat over hoe goed job wordt beoefend?) mentale druk
Strategieën van street-level burocrats1. vraag/aanbod aanpassen
o toegang reguleren: materiele en immateriele barrières voor bepaalde cliënteno voorkeurscliënten, ‘creamen’/afromen, ongelijke behandelingo cyclus van medicriteit (werk goed doen meer werk krijgen overbelasting
minder werk op zich nemen, minder goed doen)2. beroepsopvatting aanpassen
o hulpverleners geven ambitie opo toeleggen op beperkt aantal taken/doeleno protocollen: standaardiseren ipv discretionariteito externe attrivutie van verantwoordelijkheid/falen
3. cliëntbeeld aanpasseno categoriseren van hulpwaardig en niet-hulpwaardige cliënten = deservingnesso blaming the victimo triage selectie: hopeloze gevallen, gevallen die uitstel kunnen dulden, directe
noodgevalleno selectie op houding: berustenden, eisenden, cooperatieven
≠onpartijdig
Algemene gevolgen van onbedoelde routines- ongelijke behandeling van cliëntgroepen- mistargeting: over- en underuse- onduidelijke doeltreffendheid (rapporteren naar hogerop)- WN ontwikkelen weerstand tegen verandering- goal displacement
Sociaal beleid2018-2019
12.11.2018Gastcolleges: niet-gebruik en databronnen
(3) Niet-gebruik Het verschijnsel dat mensen die recht hebben op uitkering of voorziening daar geen gebruik van maken= vorm van mistargeting
1. Potentiele behoeftigen2. Bedoelde doelgroep3. Feitelijke doelgroep zoals geformuleerd in het beleid4. Groep van rechthebbenden5. Groep van gebruikers
andere vorm = over-gebruik = onterecht gebruik
Soorten non-take-up- volledig, partieel
geen uitkering of slechts gedeelte uitkering- permanent, tijdelijk
niet gebruiken over gehele periode van gerechtigdheid of beperkte periode- primair, secundair
geen aanvraag OF aanvraagprocedure maar geen uitkering, wel rechthebbend
Probleem- beleidsuitvoering treft geen doel- beleidsuitvoering is onrechtvaardig
Oorzaken op 3 niveaus=interageren
1. kenmerken van de regelgeving- grote regeldichtheid- vage begrippen
= complexe regelgeving- gericht op gestigmatiseerde groepen- gericht op scala van behoeften- aanvullend karakter- instabiel recht- aanvraaginitiatief bij gerechtigden- middelentoets:
administratieve complexiteit: maken van fouten stigmatisatie: armoede testen
2. kenmerken van de uitvoering- een behandeling die door cliënten als vernederend wordt ervaren- vermengdheid van hulp- en controlefuncties- onjuiste interpretatie van regelgeving- onjuiste uitvoering van regelgeving- gebrekkige communicatie met cliënten: onvoldoende voorlichting, informatie en advies- ingewikkelde formulieren- niet verwijzen naar andere regelingen dan die welke men zelf uitvoert
Sociaal beleid2018-2019
3. kenmerken van de burger/cliënt- tekortschietende kennis- verkeerde perceptie van recht hebben- afwijzende houding tov uitkeringsafhankelijkheid- angst voor stigmatisering- te klein bedrag / te hoge kosten- eerdere negatieve ervaringen met bureaucratie
niet-gebruik meestal niet gevolg van cliënt: regelgeving en uitvoering doorslaggevender
meer aandacht voor fraude dan niet-gebruik in België vb media, politiek, onderzoekminder studies naar niet-gebruik:
financiering maatschappelijke relevante thema’spublieke opvatting vd bevolkingbestrijding fraude w meer aangemoedigd door overheidniet-gebruik onderzoeken is heel moeilijk: indentificatieprobleem
Voorbeelden uit sociale zekerheid1. Regelingen met laag niet-gebruik in de orde van grootte van 10%-15% of minder=Nationale volksverzekeringen, zoals pensioen, kindertoelage:welbekende regelingengeen inkomenstoetsbedragen die voor het levensonderhhoud van mensen van groot belang zijnaanvraaginitiatief door uitvoering
2. Regelingen met relatief matig niet-gebruik in de orde van grootte van 15%-30%=huursubsidie/toeslag, algemene bijstand:middelentoetssubstantieel bedragmaandelijks wederkerendaanvragen actief gesteund door verhuurders/gemeenten
3. Regelingen met relatief veel niet-gebruik, van meer dan 30%, waarbij een niet-gebruik van 50% of meer eerder regel is dan een uitzondering
=inkomensgetoetste regelingen die voor mensen met lage inkomens voorzien in aanvullende tegemoetkomingen vb bijzondere bijstand, gemeentelijke armoederegelingen:middelentoetsinstabiel/eenmalig rechtaanvraaginitiatief bij cliëntenrelatief kleine bedragen
Sociaal beleid2018-2019
GASTCOLLEGE: monitoring en sociale indicatoren- wat betekenen cijfers?
van waar komen ze?geldigheid: meet ik wat ik bedoel te meten? systematische foutenbetrouwbaarheid: consistentie van de metingen toevalsfouten
- sociale indicatoren= op basis van systematische waarnemingen statistieken berekenen die een uitdrukking geven van de structuur of de verandering in fenomenen die verband houden met beleidsrelevante vraagstukken = probleem identificeren
monitoren =/= evalueren beleid-> indicator is onderdeel van monitoren van beleid= op een systematische wijze aan de hand van periodieke metingen of registraties tendenzen in de samenleving en uitvoering van beleid opvolgen= indicatie succes of falen van beleidMAAR indicator =/= beleid: kinderarmoede stijgt betekent niet dat beleid faalt
Types- noden & kenmerken van doelgroep
aantal langdurig werklozen- input of middelen
aantal sociaal werkers in ocmw’s- output
aantal jongeren die begeleiding hebben gekregenaantal plaatsen in kinderopvang
- effecten/outcomekwaliteit van leven van begeleide jongerenwerkgelegenheidsgraad van moeders
- objectief: feiten los van persoonlijke evaluatie vb opleiding- subjectief: op basis van persoonlijke mening vb vertrouwen in politiek
Rol van indicatoren in onderzoeken= indicatoren wijzen op evoluties, trends
Sociaal beleid2018-2019
19.11.2018Hedendaagse uitdagingen voor het sociaal beleid
3 fasen van sociaal beleidsontwikkelingen
(1) eind 19e eeuw-WOII: formatieve periode (economische groei)(2) WOII-1970: Gouden eeuw (oliecrisis)(3) 1970-heden: afbouw, hervorming, uitbreiding op deelgebieden
problematische aspecten nu- economisch o oplopende kosten: pensioenen, zorg, werkloosheid (hogere inactiviteitsgraad)o budgettaire tekortoverheid (schulden)o EU-norm: overheidstekort max 3% van BBPo globalisering en economische concurrentieo automatisering/robotisering
economische houdbaarheid? bezuinigingen/kortingen op budgetten …race tot he bottom tss landen
doel: arbeidskosten lag houden fiscaliteit: minder belasting krijgen, nergens belasting betalen
enkel kostenpost? kan ook opbrengenondernemersschap stimulerenconsumptiekrachtminder burnouts
productivistische benadering van sociaal beleid = vanuit dienen van economie, niet zorg
- sociaal o individualisering: zorg vermaatschappelijkt
structureel: kleinere gezinsverbanden cultureel: meer respect voor individuen
o man-vrouw verhouding: arbeid-zorg combinatieo vergrijzing en lage vruchtbaarheidscijferso ‘nieuwe’ sociale risico’s: laagopgeleid, minderheid, alleenstaande ouder, flexibel werko groeiende ongelijkheid: inkomen, werk: degradatie middenklasse tot ‘afhankelijk’o sociaal-culturele diversiteit: welfare magnetism? sociale rechten voor migranten?
sociale houdbaarheid?
- ideologisch o neo-liberalisme: vrije markt (privatisering) en individuele verantwoordelijkheid (‘vals
bewustzijn’ van de middenklasse?)o erosie van waarden: arbeidsmoraal, solidariteit? onderlinge zorgplicht?o us vs them: wie is ‘us’, wie is ‘them’?
culturele houdbaarheid?
- politiek o power resources: tanende macht van de factor arbeid? vd middenklasse?o tanene macht nationale regering?o rol van Europa: vrij verkeer: inter-Europese solidariteit/herverdeling?
politieke houdbaarheid?
Sociaal beleid2018-2019
26.11.2018Gastcollege: Organisatie van de zorg
Sociologie van sociaal beleid: organisatie van zorg
oude vragen- gecentraliseerd of gedecentraliseerd?- generiek of gespecialiseerd?- veel coördinatie of apart?- enkel professionals of ook vrijwilligers?- publiek, privé (profit, non-profit)
oude problemen- zorg te gefragmenteerd- discontinuïteit door weinig overzicht: evoluties niet in kaart gebracht- niet aanspreekbaar- ontoegankelijk: letterlijk (niet te begrijpen, te wetenschappelijk) en ook wachtlijstenvaak multiproblematiek
hulpverleners komen over de vloer maar weten niet van elkaarvaak verhaal opnieuw vertellen, niet meer willennog steeds hiaten
hoge wachtlijsten van handicapsmaar overschatten in woonzorgcentra?
actuele antwoorden- geïntegreerde zorg: meer coördinatieo grote schotten tussen thuiszorg, residentiële zorg en ziekenhuiszorgo ook tussen sectoren, zelfs wanneer gelijkaardige zorg wordt gegeven (ouderen,
handicap, langdurige psychische problemen)o probleem voor kwaliteit van zorg = organisaties willen blijven bestaan en blijven groeien
= willen touwtjes niet afgeveno niet efficiënt en niet kosten-effectief
beter voor cliënten MAAR kostelijk, veel hervorming zorgorganisaties niet blij WANT willen concurrentie en groot blijven
- participatie, empowerment, persoonsvolgende budgetten = vraaggerichto ipv organisaties financieren, budget geven aan persoon zelfo macht verschuift
positief:o meer keuze, controle en minder afhankelijko recht op zorg realisereno betere weg naar meer inclusie
negatief:o meer verantwoordelijkheid verwacht:
bezorgdheid voor personen die niet over kracht/capaciteit/netwerk beschikken om eigen budget te beheren en zorg te organiseren schuld
o presentietheorie: hulpverleners gewoon aanwezig, hulpvraag moet van cliënt komen
Sociaal beleid2018-2019
- commercialisering en vermarktingo heikel debato vermarkting meer commerciële spelers, kan leiden tot verbetering maar ook
mindering: altijd kwaliteitscontrole nodig door overheido medicalisering en farmaceutiseringo is geen gewone markt: consument niet altijd volledig geïnformeerd, niet altijs
onderhandelingsmacht of vrije keuze
- vermaatschappelijking van de zorg= het streven om mensen met …….. een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen
1. extramuralisatie: behoud/herstel zelfstandige leefsituatie2. decentralisatie: van verantwoordelijkheden voor zorgverlening naar lokale overheid3. decategoralisatie: historisch gegroeide onderscheid in typen zorg opheffen en
komen tot gezamenlijk aanbod waarvan iedereen gebruik kan makenvan collectieve naar individuele beschermingen = ‘zorg op maat’ maar ook ‘eigen verantwoordlijkheid’stigma: aanwezig zijn is nog geen deel uitmaken van vermaatschappelijking moet tot inclusie leiden, die zinnig is voor persoon zelf en sml
- informele zorg: mantelzorg en vrijwilligerswerko eerst zelfzorg, dan mantelzorg, pas daarna professionele/formele zorgo mantelzorg: hulpbehoevend individu geholpen door verwant, buur, vriendo demografische veranderingen
individualisering groeiend aantal alleenwonend gezinsverdunning
o veranderingen aan aanbodzijde verhoging pensioensleeftijd verandering op de arbeidsmarkt veranderende bereidheid tot zorgen veranderende familierelaties, family of choice
o de kost van mantelzorg motieven van beleid: het is goedkoper maar mantelzorgers stoppen met werken/werken minder, bijkomende uitgaven
bv vervoerskosten en gezondheidskosten voor zorgerso rol van de professional?
moet complexiteit kunnen analyseren relationeel werk mensenrechtenperspectief
Besluitgroot gevaar in vermengen van nieuwe antwoorden op actuele maatschappelijke vragen met besparencomplexe veranderingen vragen complexe processen, tijd en middelenzorglandschap in volle beweging: onzeker waar het terecht komt
Sociaal beleid2018-2019
03.12.3018Actuele trends in sociaal beleid
Feitelijke beleidstrends in sociale rechtenheel erg gebaseerd op neoliberale ideologieAFBOUW- uitkeringen/diensten: minder toegang (voorwaarden aanscherpen), bedragen lager,
korter van duur
- toenamen means-testing
- uitsluiting van jongeren: sociale rechten van jongeren w ingeperkt onder het motto ‘eigen verantwoordelijkheid’ aanleren <-> ouderen die al ‘lang’ hebben gewerkt en niet meer aan te leren, vroeger ook wachtuitkering na secundair onderwijs, nu niet meer
vb van afbouw: brugpensioen, toegang: leeftijd verhoogd
eigenlijk beperking van rechten
HERVORMING
= andere manier van organiseren (=/= afbouw)
- activering: verzamelterm die aangeeft dat overheid tegenprestatie verwacht van burgers in ruil voor dienst of uitkering vb werkloosheid: bereidheid job zoekenfeit dat ze meedoen en meewerken aan sml is belangrijker dan uitkering krijgenniet zomaar verzorgd worden door staat, ook verantwoordelijkheid tonenzelfs activering voor mensen met een handicap
- privatisering/de-centralisatie vb arbeidsbureaus centralisatieprivatisatie
- vermaatschappelijking: persoonlijke/familiale verantwoordelijkheiddebat rond vermaatschappelijking zorg: sml zelf (verenigingen, familie, vrienden) speelt rol: romantische idee dat mensen liever verzorgd worden door gekende mensen (onderzoek: ouderen vallen kinderen liever niet lastig)
UITBREIDING
= andere terreinen dan na WOII
- arbeid/zorg combinatieals gevolg van arbeidsparticipatie van vrouwenals combinatie niet lukt, vrij grote categorie WN uitsluiten van arbeidsmarktdus beleid die combinatie regelt zoals kinderopvang
Basistrend: herschikking welfare mix= van staat terug meer naar markt en individu/familie (al ongeveer 25 jaar)
verantwoordelijkheid voor productie sociaal welzijn meer herverdeeld en uiteindelijk bij individu
Sociaal beleid2018-2019
locaties van verantwoordelijkheid
meer verdeeld onder andere actorenuiteindelijk terecht bij individu zelf, dat is ingebed in familie en gezin, MAAR groeiend aantal alleenstaanden dus problematisch meer individueel
individu ook ingebed in arbeidsmarkt en maatschappelijke organisaties = kunnen deel verantwoordelijkheid voor individuen op zich nemen
verdeling van verantwoordelijkheid ligt tussen overheid en individu
historische ontwikkeling:vanaf 1900 (veel individuele verantwoordelijkheid) stijgende lijn richting meer overheidsverantwoordelijkheidsterke trend naar overheidsverantwoordelijkheid na WOIIna oliecrisis omslag in trend en na economische crisis 2008 verschuiving naar individu sterker
Historische argumenten VOOR overheidsverantwoordelijkheid1. sociaal beleid als politiek project van de opkomende natie-staat: pacificatie van de
klassestrijd= afzwakken van maatschappelijke tegenstellingen (vb gele hesjes) door sociaal beleid, cf Bismarck die arbeiders meer rechten gaf zodat ze minder reden hadden om in opstand te komen en communisme de kop op te drukkenkan ook cultureel: verzorgingsstaat gaat verheffen, gelijke kansen, empowerment
2. economische regulering-human capital beter benut door onderwijs, gezondheidszorg-consumptie: koopkracht stimuleren, geld geven om te consumeren (in landen met lage uitkeringen verliezen werklozen koopkracht, krijgen andere consumptiepatronen)-werkgelegenheid stimuleren
3. morele principes van solidariteit en rechtvaardigheid aan de basis van verzorgingsstaat:-socialisme (sociale leer van gelijkheid)-christelijke sociale leer (sociale leer wederzijdse verantwoordelijkheid: bovengeschikten morele verantwoordelijkheid over onder hen geplaatsten, rerum novarum = communisme tegengaan door sociale verantwoordelijkheid te tonen)-humanitair liberalisme (sociale leer van de vrijheid: het welzijn van mensen wordt gecorrumpeerd door religieuze bureaucratische machten, mensen moet vrij gemaakt van onderdrukkers en dan vrij ontwikkelen) in hoeverre nog relevant?
4. voorkomen van maatschappelijke effecten van armoede en ongelijkheid: misdaad, ziektensociaal beleid gebruiken om negatieve uitwassen in de sml te bestrijden
Sociaal beleid2018-2019
Argumenten TEGEN overheidsverantwoordelijkheid= overheerst huidige debat
1. politiek-ideologisch: neo-liberalismeideologie van de vrije markt, iedereen vrij laten en dan komt het vanzelf goed
2. economischzo veel ontwikkeld dat te duur geworden iste veel mensen met te veel sociale rechtenverzorgingsstaat creëert werkloosheid: kosten vallen op de productie waardoor producten te duur wordensociale voorzieningen en uitkeringen moeten betaald worden, worden bekostigd door belastingen geheven op productie en lonenhoe meer belastingen we moeten betalen, hoe duurder de producten worden, hoe moeilijker te verkopen (globalisering), minder produceren dus meer werkloosheid
3. onbedoelde sociale effecten=erosie van het arbeidsethos (niet meer willen werken)=erosie van onderlinge hulp=ontstaan van een permanent afhankelijke onderklasse (overgegeven aan kinderen)=aantrekkingskracht op migranten
per argument empirische vragen bij stellen
deze argumenten winnen kracht in huidige situatie van economische onzekerheid, migratie, individualisering
+ nieuw idee van (post)moderne burger(vooral Scandinavië, NL, UK)= niet meer beklagenswaardige arbeider- beschikt over voldoende bronnen (opleiding, inkomen, werk) (genoeg mogelijkheden)- is geïndividualiseerd, dus vrij om te handelen- wil keuzevrijheid en autonomie- wil einde aan ouderwets paternalisme van de overheid
Nieuwe relatie tussen overheid en burger is zich aan het ontwikkelen1. out there on your own ?
Botte ‘laissez-faire’ deregulering, privatisering, vermarkting, afbouw van sociale uitkeringen en diensten? nee
2. Trendgeen laissez-faire, maar gereguleerde persoonlijke verantwoordelijkheid
de overheid formuleert doelen (socio-economisch, sociaal-cultureel) de uitvoering ervan laat ze over aan de markt (bedrijven), maatschappelijke
organisaties, families/individuen dezen worden door overheidsmaatregelen voorzien van prikkels en straffen en de overheid controleert of ieder doet wat hij verondersteld wordt te doen
vb persoonsvolgende budgetten (vroeger mensen met beperking in instelling)1. overheid formuleert doelen: mensen zouden meer geïntegreerd moeten zijn in sml2. uitvoering overgelaten aan maatschappelijke organisaties, familie, individuen3. die worden voorzien van prikkels en straffen: we geven personen met beperking een
pgb: autonomie om zelf te kiezen waar te besteden: vraag-aanbod
Sociaal beleid2018-2019
4. controle overheid: onderzoek naar bv ‘hoe besteden mensen hun pgb’
complementariteit of subsidiariteit tussen formele en informele zorg?meer informeel (mantelzorg)
Tot sloteigen verantwoordelijkheid betekent niet minder overheidsregulering en bemoeienis
meer burger betekent niet minder staat
keuzevrijheid, minder paternalisme, minder bureaucratie MAAR sociale ongelijkehid, gebrek aan sociale sturing (bedrijven te vrij)
Sociaal beleid2018-2019
EXAMENzes-zeven open vragen met beperkte antwoordruimtecollegestof: getoonde slides, notitie’s, teksten in readerzeker vragen die testen of je de reader gelezen hebtgeen detailvragen, wel belangrijkste argumenten en hoofdlijnen van artikels
10/20 werkstuk