Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de...

22
Een nieuw academisch élan Citation for published version (APA): Ackermans, S. T. M. (1983). Een nieuw academisch élan. Technische Hogeschool Eindhoven. Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1983 Document Version: Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication: • A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website. • The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review. • The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers. Link to publication General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal. If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement: www.tue.nl/taverne Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us at: [email protected] providing details and we will investigate your claim. Download date: 13. Nov. 2020

Transcript of Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de...

Page 1: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

Een nieuw academisch élan

Citation for published version (APA):Ackermans, S. T. M. (1983). Een nieuw academisch élan. Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date:Gepubliceerd: 01/01/1983

Document Version:Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can beimportant differences between the submitted version and the official published version of record. Peopleinterested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit theDOI to the publisher's website.• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and pagenumbers.Link to publication

General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, pleasefollow below link for the End User Agreement:www.tue.nl/taverne

Take down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us at:[email protected] details and we will investigate your claim.

Download date: 13. Nov. 2020

Page 2: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

t ' I !' I

·'

~

Rede 1983 84

Page 3: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

:f ',,

r i'

Rede ter gelegenheid van de opening van het academisch jaar 1983-1984

Een nieuw academisch elan

Page 4: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

Rede, uitgesproken door prof.cir. S.T.M. Ackermans, rector magnificus, bij de opening van het academisch jaar 1983/1984 van de Technische Hogeschool Eindhoven, op 5 september 1983.

Page 5: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

i

I

!;, \.

,I'

i,. \•

I' !

Dames en heren studenten, docenten en overige medewerkers van de Technische Hogeschool Eindhoven. Wij zijn bijeen voor een jaarlijks terugkerende plechtigheid: de feestelijke opening der lessen. Mede uit uw naam spreek ik erkentelijkheid uit jegens de gasten van buiten onze instelling die door hun aanwezigheid hun belangstelling voor onze TH tonen.

Dames en heren, Deze rede vormt een nogal langdurig intermezzo in de uitvoering van het dierencarnaval van Saint-Saens waarmee ons Eindhovens Studenten Muziek Gezelschap aari deze middag een feestelijk cachet verleent. Een passende titel zou daarom kunnen zijn: 'het carnaval der academici' met als deeltjes bijvoorbeeld: 'de prille eerstejaars', 'sloffende proffen', 'koffie voor het college van bestuur' of 'rector met krukken'. Een dergelijke aanpak vraagt echter een luchthartigheid die ik niet kan opbrengen nu wij alien zoveel bange vermoedens hebben omtrent de toekomst van onze hogeschool en ons eigen werk. Het is vandaag lastig de goede toon te vinden: er is weinig reden tot juichen; klagen helpt niet en dreigen of schelden verstoort het feest. De traditie wil dat de rector spreekt over het afgelopen studiejaar en over het jaar dat komt; in beide; verleden en toekomst, zoek ik lichtpunten. Mijn verhaal zal daarbij uiteraard het karakter hebben van een suite waarvan de delen elkaar snel zullen opvolgen.

Evenals Camille Saint-Saens in zijn Carnaval des Animaux heb ik een thema, een motief dat mijn suite bijeen bindt. Mijn motief is 'elan' en ik parafraseer 'een nieuw industrieel elan', de naam van het eerste rapport van de 'Adviescommissie inzake het lndustriebeleid', de bekende commissie-Wagner 1), om te komen tot de titel van mijn rede: 'een nieuw academisch elan'.

Elan is afgeleid van het Franse woord s'elancer, dat betekent zich snel, met geweld, vooruitwerpen. In een situatie waarin al jaren, en nu gebruik ik woorden uit prof.dr. P. van der Leedens laatste rectorale rede 2)

vier jaar gelede~. een pas voorwaarts en twee passen achterwaarts gemaakt zijn, kah het onverwachte dat in het begrip elan schuilt ons de hoop doen koesteren om een nieuwe uitweg te vinden, niet langer te berusten, maar vuur en enthousiasme te hervinden. Onze toestand vandaag is niet rooskleurig: teruggang, slechte vooruit­zichten en ook teleurstelling en gebrek aan vertrouwen. En toch vormen de kennis, de talenten en het idealisme van studenten en stafleden een kracht waardoor de universiteit zware stormen kan doorstaan. In deze rede, die slechts de ontboezeming is van iemand d;e nu een jaar midden in het strijdgewoel verkeerd heeft, zal ik allereerst stilstaan bij enkele ontwikkelingen uit het afgelopen jaar. Vervolgens .zal ik enige aandacht geven aan de eenheid van onderwijs en onderzoek, aan de academische vrijheid en aan de zelfstandigheid van de instellingen, drie vitale, maar bedreigde waarden. Tenslotte zal ik iets zeggen over de

3

Page 6: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

relaties van de TH en haar omgeving en over het onderwijs, de twee terreinen waar ik met een nieuw elan en nieuwe accenten een veelbelovend perspectief zie.

Het jaar 1982-1983 zal de universitaire geschiedenis ingaan als het jaar van de TVC, de taakverdeling en concentratie, waarbij de instellingen tot een structurele inkrimping gedwongen zijn. Waar ik mij de stijlvormen klagen en schelden ontzegd heb, beperk ik mij tot de vaststelling dat ondanks onvermijdelijke beoordelingsfouten de universi­teiten en hogescholen er redelijk in geslaagd zijn het heft in eigen hand te houden en de schade zoveel mogelijk te beperken. De pijn van deze operatie zal ook hier nog in hevigheid toenemen en jaren voelbaar blijven, want ook deze TH zal gevoelige amputaties moeten ondergaan.

Overigens hoeft verkleining van de omvang van het wetenschappelijk onderwijs niet onafwendbaar tot verlies van kwaliteit en academische waarden te leiden. De uitdaging van de teruggang is juist: af te slanken zonder de gezondheid te schaden; de omvang te verminderen, maar het wezenlijke onaangetast te laten, zo mogelijk zelfs nog te versterken. 'Challenges of Retrenchment' is ook de titel van een uitvoerige studie over de al enige jaren noodzakelijke inkrimpingen van Amerikaanse universiteiten 3 ). Als duidelijkste les is daaruit te leren dat een instelling, wil ze zonder wezenlijke schade tot kleinere proporties kunnen terugkeren, zich expliciet en gedetailleerd bewust moet zijn van de rol die ze de komende tijd wil of moet spelen. Deze rolbeschrijving, dit 'statement of the mission', een concreet overzicht van aanvaarde doelstellingen, taken en plichten, is onmisbaar als toetsingsgrond voor alle maatregelen. In mijn ogen is het onze eerste bestuurlijke opgave om voor de THE tot zo'n rolbeschrijving te komen. Het gemis ervan wordt niet ondervangen door de 'kernpunten lange termijn THE' die daarvoor te algemeen en te abstract zijn en evenmin door het zogenaamd expliciteren van onderwijsvisies zoals daar in het voorjaar over gepraat is. Sommige van de nieuwe accenten die straks volgen, beschouw ik als geschikt voor opname in een rolbeschrijving voor de THE.

Geachte toehoorders, De vermaledijde TVC bracht mij tot een beschouwing over de uitdaging van de teruggang. lk keer terug tot de ontwikkelingen van vorig jaar. Het stelsel van voorwaardelijke financiering strekt zijn invloed thans uit over al het universitaire onderzoek. Verleid door de Beleidsnota Universitair Onderzoek 4) zijn we in een situatie geraakt waarin de faculteiten een flink deel van hun verantwoordelijkheid voor de wetenschapsbeoefening uit handen is genomen. Uiterst kostbare voorzieningen voor aanvragen, verantwoording en beoordeling schieten op dit moment als paddestoelen uit de grond; paddestoelen waarvan nog niet vaststaat of zij giftig of eetbaar zijn; ze smaken vies, maar dat kan ook komen omdat we de juiste bereidingswijze nag niet kennen.

4

Page 7: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

,, 11

'

"'

I

I,

Docenten en studenten hebben met grate inzet aan het eerste jaar van de eerste fase volgens de wet Tweefasenstructuur gewerkt. Oat neemt de bezwaren tegen deze wettelijk afgedwongen onderwijsstruc-tuur natuurlijk niet weg; het betekent wel dat alle betrokkenen zich volledig geven om er het beste van te maken. Oat een half jaar na de start van de eerste fase reeds voornemens bekend werden tot ingrijpende wetswijzigingen, met name wat betreft de tweede fase, betekent dat de huidige studenten deelnemen aan een vlucht waarvan al gaande de wijze van landing nog onbekend is; zulk gedrag van een opperste vluchtleiding lijkt hoogst onverantwoordelijk.

De nieuwe studierichting informatica trekt zoveel belangstellenden dat de THE nu voor het eerst met een numerus fixus te maken heeft.

Bij de onderafdeling der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen kreeg een lang besproken onderwijsvernieuwing concreet gestalte. De postpropaedeutische vrije studierichting Techniek en Maatschappij zal dit cursusjaar de eerste studenten opnemen. De THE biedt hiermee een ingenieursopleiding aan die meer dan de traditionele studierichtingen de sociale zijde van de techniek tot object heeft.

Gunstig ontwikkelen zich ook de contacten met het bedrijfsleven. Het transferpunt bloeit; de bedrijvendag was een groot succes. Een samenwerking tussen onze afdeling der Bouwkunde en de Technische Physische Dienst TNO werd contractueel vastgelegd. Het aantal contacten van de THE met het buitenland, door mijn voorganger prof.ir. J. Erkelens krachtig bevorderd, groeit langzaam maar gestadig.

Een nieuwe komeet aan de bestuurlijke hemel was de concept­beleidsnotitie Beiaard, vol ingrijpende plannen o.a. om een deel van de vaste wetenschappelijke staf te vervangen door pas afgestudeerde assistenten-in-opleiding, met onze acronymenzucht al aio's genoemd. Deze aio's krijgen een aanstelling voor hoogstens vier jaar met een grate onderzoektaak naast geringe onderwijsverplichtingen en een salaris ter hoogte van een royale studiebeurs. In een artikel in de Nieuwe Rotterdamse Courant van 2 november 1982 S), geschreven omdat het die dag precies 15 jaar geleden was dat onze voormalige rector prof.cir. K. Posthumus tot regeringscommissaris benoemd werd, stelt de auteur, de bekende wiskundige prof.dr. H. Freudenthal: 'vijftien jaar lijkt trouwens in het onderwijsbeleid de normale drachtperiode'. Als we deze these als juist aannemen en opmerken dat het ministerie Beiaard ook ziet als de afsluiting van de discussies over de herstructurering van het wetenschappelijk corps, discussies waaraan onze cud-rector prof.dr.ir. A.A. Th. M. van Trier geruime tijd leiding -gegeven heeft, dan is duidelijk dat we ons moeten voorbereiden op een snelle realisering van de pla111nen uit de nota-Beiaard.

Vele symptomen verraden een ziek wetenschappelijk onderwijs. lk zou er bijvoorbeeld op kunnen wijzen hoe moeilijk het is om capabele

5

Page 8: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

onderzoekers uit de industrie voor een leerstoel te interesseren; ik beperk mij tot een griezelig geluid uit de steer van het Koninklijk lnstituut van lngenieurs. In het juni-nummer van het KIVl-maandblad, De lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek van de opleidingen in diverse landen (een onderzoek verricht bij Shell) de conclusie vermeld dat in Nederland de voorwaarden voor kwaliteit in de universitaire opleiding de laatste decennia erg zijn aangetast. Dit moet ons hevig verontrusten, zeker omdat de gevolgen van de wet Tweefasenstructuur nog niet in de beschouwing verwerkt kunnen zijn.

Het zijn zulke geluiden die het gevoel voeden dat alleen een nieuw elan ons uit de malaise kan helpen. Oat elan zal zich moeten waarmaken in een vijandig milieu, waar de universiteiten een slechte naam hebben en ongunstige oordelen over de academische wereld zeer populair zijn bij pers, publiek en parlement. Oat is slechts zeer ten dele genoemde drie te verwijten, want de universiteiten hebben zich veel te weinig om hun reputatie bekommerd. De Europese Rectoren Conferentie, waarvan oud-rector prof.dr.ir. G. Vossers thans voorzitter is, heeft zich op haar laatste studiebijeenkomst over dit probleem gebogen. Bij die gelegenheid heeft de vooraan­staande Duitse journalist Malte Buschbeck 7) de maatschappijkritische opstelling van studenten en docenten sinds de late zestiger jaren genoemd als een belangrijke grond voor de publieke afkeer van de universitaire wereld. De universiteiten zouden daarom duidelijk moeten maken dat het tot hun rol in de samenleving behoort niet alleen broedplaatsen van vernieuwing en proeftuinen van nieuwe theorieen en technologieen te zijn, maar ook haarden van kritiek. Naast de argwaan die de explosieve groei van de zogenaamde 'soft sciences' bij veel denkende mensen oproept, is een voorname oorzaak voor het nieuwe scepticisme, voor de twijfel aan de weldaden van de wetenschap, de teleurstelling die gevolgd is op eerdere, overspannen verwachtingen. De kernfysica heeft spectaculaire ontdekkingen gedaan, maar het wereldenergieprobleem niet opgelost; de inzichten in de moleculaire biologie zijn fabelachtig gegroeid, maar een universeel geneesmiddel tegen kanker is niet gevonden; de mens is op de maan geweest, maar lijdt op aarde honger; de milieuproblemen reiken tot ieders voordeur. Meer dan ooit zouden wetenschapsmensen zich moeten inzetten om een echt en breed begrip voor hun bezigheden te wekken. Popularisering in een land als Nederland, waar het gemiddelde ontwikkelingspeil van de bevolking toch hoog is, is een urgente taak die zeker zal bijdragen tot de verkleining van de afstand tussen universiteit en buitenwereld. Wei is voorzichtigheid geboden als we heilzame gevolgen van wetenschappelijk onderzoek voorspellen. Een punt waarop dit aan de technische hogescholen actueel is, is de relatie tussen technologisch onderzoek en de bloei van de economie. We mogen er terecht van overtuigd zijn dat goed innovatief onderzoek een noodzakelijke voorwaarde is voor het einde van de recessie en daarom

6

Page 9: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

met kracht aandringen op bevordering van de technische wetenschap­pen, maar we moeten nooit uit het oog verliezen dat deze noodzakelijke voorwaarde voor opbloei, niet noodzakelijkerwijs ook voldoende is.

Dames en heren, De aandacht voor de huidige toestand liep uit op een beschouwing over ons publieke imago. lk zou nu willen komen aan de drie bedreigde waarden, maar vooraf wil ik als een moment van ontspanning even stilstaan bij iets dat zeker als positieve ontwikkeling mag gelden: op 9 februari jl. ging de eerste paal in de grond voor het driegebouwencom­plex voor de Technische Hogeschool, het lnstituut voor Perceptie­Onderzoek en de Nieuwe Lerarenopleiding. Niet alleen zal ons gebouwenbestand daardoor groeien met drie sobere doch functionele betongevaarten; ik zie de realisering ervan als een gunstig teken voor verdere bloei. In dit verband een anecdote uit de historie van het onderwijs in onze provincie. In Nauwelaerts' geschiedenis B) van de oude Latijnse school te Breda lezen we over een bestuurder uit de 18e eeuw: 'Na een rectoraat van twaalf jaar overleed rector Schanck, 29 october 1774, zoals curatoren aan de raadsleden meedeelden. De magistraten waren zeer tevreden geweest over het bestuur van deze rector en dat hadden ze openlijk laten blijken door verbouwingen aan het schoolhuis en door het bouwen van de nieuwe poort, ... .'. Uit de geschiedenis blijkt ook dat Schanck zijn ijver en inzet beloond had weten te krijgen met de titel van professor, die prins Willem V hem op 15 april 1773 heeft geschonken. Goedgekeurde bouwplannen zijn nag steeds tevens een bestuurlijk compliment voor degenen die ze hebben voorbereid, maar met academische titels gaan we nu anders om.

De eenheid van onderwijs en onderzoek is de eerste van een drietal waarden die we met een nieuw elan moeten beschermen. Bij elk van de beide bestanddelen, onderwijs en onderzoek, zijn krachtige neigingen tot verzelfstandiging aanwezig. In de eerste-fase-opleiding, die toch veelal op een wezenlijk ander niveau zal eindigen dan het oude doctoraal, want moeilijke vakken zijn nu eenmaal niet bij ministerieel decreet eenvoudig te maken, is de verleiding groat het onderwijs te stroomlijnen volgens vigerende didactische principes en de studenten af te leveren met een afgerond, voorgekauwd pakket kennis en weinig betrokkenheid bij onderzoek. De voorwaardelijke financiering anderzijds bevoordeelt onderzoek dat door stafleden en niet door studenten verricht wordt. Toch is de vereniging van beide taken, het opleiden van studenten door onderzoekers en in zo nauw mogelijk contact met onderzoek, het oude ideaal van Von Humboldt, een allergelukkigste combinatie gebleken. In de ruim anderhalve eeuw dat Von Humboldts ideeen konden doorwerken, hebben de wetenschappen een ongekende vlucht genomen; geen onderwijsstelsel is beter in staat gebleken jonge mensen te vormen tot zelfstandige beoefening der wetenschap of ze voor te bereiden tot het bekleden van maatschappe­lijke betrekkingen waarvoor een wetenschappelijke opleiding vereist is

7

Page 10: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

of dienstig kan zijn 9). Men kan smalend opmerken dat daar waar rectoren over de universiteit praten, Von Humboldt meestal wel vroeg of laat op de proppen komt; het is mijn stellige overtuiging dat in de samenvlechting van onderwijs en onderzoek het unieke van het universitaire onderwijs gelegen is. Verbetering van ons onderwijs is niet op de eerste plaats een zaak van didactici, maar bestaat uit versterking van het onderzoek en vergroting van de betrokkenheid van studenten bij dit onderzoek. Men zou het de 'Von-Humboldt-paradox' kunnen noemen dat men in instellingen waar van nature een continue spanning bestaat tussen onderwijs en onderzoek, om het eerste te verbeteren juist het tweede moet versterken. In de Verenigde Staten, waar grote kwaliteitsverschillen in de universiteiten bestaan, is het evident dat de betere onderzoekinstituten ook de betere afgestudeerden afleveren. De verbondenheid met onderzoek doordrenkt heel het onderwijs; de gees! is anders en dit compenseert eventuele gebreken in de didactische stroomlijning. Zoals een gevleugeld woord 10) uitdrukt: 'The difference between teaching institutions, with and without research, is that teachers at the latter believe that they are teaching the truth, whereas teachers at the former know that they are not'. Of Von Humboldt zelf: 'Es ist ferner eine Eigenthumlichkeit der hoheren wissenschaftlichen Anstalten dass sie die Wissenschaft immer als ein noch nicht ganz aufgelostes Problem behandeln und daher immer im Forschen blei-ben, .... .' 11).

De wetenschappelijkheid van ons onderwijs bestaat juist uit het onderzoek waaraan ervaren onderzoekers en studenten gezamenlijk werken; ons eerste doel is de wetenschappelijke habitus en pas daarna komt een zeker kennispakket. Voor de TH's betekent onderzoek in deze context ook de toepassing en het dienstverlenend onderzoek, ook het vernieuwend ontwerpen. Onderzoek bloeit door frisse ideeen; onderwijs vernieuwt zich voortdu­rend door de verbondenheid met de grenzen van de kennis. Onderzoek heeft als eerste functie leerzaam te zijn voor studenten, want van al onze bijdragen aan de samenleving zijn de opgeleide ingenieurs en doctores verreweg de belangrijkste. Met alle nodige korrels zout wil ik dit illustreren door het volgende sommetje. De THE levert per jaar zeg 500 ingenieurs af; deze zijn wetenschappelijk opgeleid en toegerust om fundamenteel of toegepast onderzoek te doen of innoverend te ontwerpen. Verreweg de meesten gaan dat ook doen, zij het vaak niet gedurende hun hele arbeidende leven; velen maken in de loop van hun carriere een overstap van het grensverleggende werk naar bijvoorbeeld management. Maar als ze gemiddeld 15 jaar, zo tot hun 38e of 40e jaar in een wetenschappelijke functie actief blijven, betekent dit dat de onderwijsoutput van een jaar THE leidt tot 15 maal 500 is zeven en een half duizend mensjaar vernieuwend werk. Het eigen onderzoek van de staf is van de orde van grootte van 350 mensjaar per jaar, van een andere orde van grootte dus. Daarom is leerzaamheid de belangrijkste eis waaraan onderzoek moet voldoen, maar een andere gewichtige eis, eveneens onmisbaar voor de

8

Page 11: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

verwerkelijking van Von Humboldts ideaal, is dat het onderzoek zeer capabele onderzoekers als opleiders naar de universiteit moet lokken. Ook deze eis is dus onderwijsgebonden.

Een tweede essentiele, maar bedreigde waarde is die der academische vrijheid. Opvallend is dat, hoewel nergens precies gedefinieerd, dit begrip tot voor kort bijna overal in de Westerse wereld op dezelfde manier beleefd werd. In het Ontwerp van Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs 1981 12) - u weet wel die wet die steeds naar het volgende kabinet werd doorgeschoven - komt voor het eerst, en dat is veelzeggend, als artikel voor: 'Aan de instellingen van wetenschappelijk onderwijs wordt de aca<:lemische vrijheid in acht genomen'. De Memorie van Toelichting verklaart waarom geen definitie gegeven kan worden, maar ze relateert de academische vrijheid aan het algemene democrati­sche grondrecht van vrije meningsvorming en -uiting. De academische vrijheid wordt daardoor slechts een recht van individuen. Dit echter is maar een van minstens drie kanten. Liever ga ik daarom te rade bij een uiterst belangwekkend boek over de sociale verantwoordelijkheden van de moderne universiteit, het vorig jaar verschenen 'Beyond the Ivory Tower', geschreven door de president van Harvard University, Derek Bok 13 ). Op de vraag hoe van de unieke combinatie van onderwijs en onderzoek, van opleiding en ontdekking, het voortbestaan zeker gesteld kan worden, antwoordt Bok dat naast de gewone zaken als bibliotheek en laboratoria twee factoren van speciaal belang zijn. 'The first of these is the ability to recruit the ablest and most creative people that can be attracted into academic life. The second critical element is an environment of freedom in which professors can do their work without constraints or external direction. Highly intelligent, imaginative people tend to resist orders from above and do not do their best work under such conditions.' Aldus de leider van een van de belangrijkste universiteiten v_an beide zijden van de Atlantische Oceaan. Bedenken we wel dat met 'professors' in een Amerikaanse tekst heel onze weten­schappelijke staf bedoeld is. Behalve het element uit de Memorie van Toelichting van de WW0'81 dat spreekt over de rechten van staf en studenten en hun beperkingen, bevat de academische vrijheid ook een verwijzing naar de aard van het universitaire werk dat zonder deze vrijheid niet floreren kan. Bok: 'For these reasons, academic freedom is not merely a reflection of society's commitment to free speech; it is a safeguard, essential to the aims of the university ... .' Een derde kant van de academische vrijheid is de zijde van de instelling. Deze moet inderdaad vrij zijn de beste mensen te employeren die aangetrokken kunnen worden, ongeacht bijvoorbeeld hun politieke overtuiging, nationaliteit, sekse of godsdienst. Ze moet ook reele mogelijkheden­hebben om naar goede mensen te dingen. Academische vrijheid voor de instelling betekent ook dat de universiteit niet gecompromitteerd kan worden door uitlatingen van haar stafleden. Voor de instelling is academische vrijheid verwant met zelfstandigheid, waarover dadelijk. ledereen die geen vreemdeling is in Academia, ziet aantastingen van het 'environment of freedom' alom.

9

Page 12: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

Dit is een feestelijke bijeenkomst, ik volsta daarom met slechts twee voorbeelden. De voorwaardelijke financiering is een gevaar omdat ze de vrijheid om niet te publiceren illusoir maakt. 'Pauca sed matura', 'Weinig maar voldragen', was de lijfspreuk van Carl Friedrich Gauss, waarschijn­lijk de belangrijkste wiskundige aller tijden 14). Gauss gebruikte zijn recht om alleen datgene wereldkundig te maken wat werkelijk naar zijn eigen hoge maatstaven goed was; wie zich door een voorwaardelijk financieringscontract gebonden heeft, moet wel met zijn resultaten naar buiten, ook al vallen ze tegen. Als ongunstig neveneffect van deze publikatiedwang wordt ook nog de informatiecrisis vergroot. Een van mijn buitenlandse collegae stelde onlangs het volgende probleem: de wetenschappelijke kennis verdubbelt ongeveer elke 40 jaar en het aantal publikaties elke 10; ra ra hoe kan dat? leer belangrijk voor de steer van vrijheid is ook dat studieprogramma's niet overladen, taakstellingen van stafleden niet overspannen zijn. De ontdekker van de dubbele spiraal in DNA, James Watson,- heeft in verband met zijn ontdekking gezegd 'It is necessary to be slightly underemployed if you are to do something significant' 1s). Niet veel studenten en stafleden zullen het creativiteitstimulerende gevoel hebben net iets te weinig verplichtingen te hebben.

Konden bedreigingen van de eenheid van onderwijs en onderzoek en van de academische vrijheid vanaf de universitaire werkvloer bestreden worden, de derde bedreigde waarde, de zelfstandigheid, is een zaak tussen overheid en instelling. Het is op dit punt dat de rolopvatting van de overheid thans zeer bedenkelijke trekken vertoont. De dertien Nederlandse rectores magnifici hebben daarover vandaag een openbare verklaring het licht doen zien 16). Daarin stellen we allereerst de noodzaak tot bezuiniging en aanpassing van het stelsel van onderwijs­voorzieningen te aanvaarden. Dergelijke aanpassingen vragen creativi­teit en inzet en, nu citeer ik: 'Daarbij is een juiste rolverdeling tussen overheid en instellingen van wetenschappelijk onderwijs van essentieel belang: de overheid dient, zonder zich in details te begeven, globaal maar duidelijk de algemene doelen en kaders te stellen en deze toetsend te bewaken; het wetenschappelijk onderwijs moet zich op basis van zijn deskundigheid zetten tot het ontwerpen en uitvoeren van specifieke plannen. Hoewel het wetenschappelijk onderwijs in het recente verleden heeft laten zien dat het op weg is om de omschreven rol naar behoren te vervullen, valt bij de overheid weinig of niets waar te nemen van een neiging om zich ten aanzien van de inrichting van onderwijs en onderzoek terughoudend op te stellen. In plaats van een tendens tot deregulering treedt een steeds dieper ingrijpende regelzucht aan de dag.' De verklaring noemt een aantal uitingen van deze regelzucht en gaat in op de schade die hierdoor aan het wetenschappe­lijk onderwijs wordt aangericht, om uit te monden in een beroep op de overheid om haar rolopvatting opnieuw kritisch te bekijken. Niet alleen de aard, ook de veelheid van de overheidsbemoeiingen is hoogst bedenkelijk. Uit een artikel uit Universiteit en Hogeschool citeer ik: 'In de besturingsleer kent men de hypothese dat een systeem

10

Page 13: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

onbestuurbaar wordt indien de tijd die verloopt tussen twee opvol­gende, onvoorziene exogene schokken korter is dan de tijd welke het systeem nodig heeft voor het herstel van de gevolgen van die schok. Zo dit al van toepassing is, werkt het kabinet krachtig mee aan de onbestuurbaarheid van de WO-instellingen.' Dit is geschreven in het relatief rustige jaar 1977-1978 toen de auteur, dr. R.J. in 't Veld, nog niet onze directeur-generaal was 17).

Geacht gehoor, Tot zover de huidige toestand en de gevaren die daarin schuilen. Als ik spreek over een nieuw elan in de relatie van de THE met de buitenwereld en in ons onderwijs bedoel ik een nieuwe kijk op die gebieden, nieuwe activiteiten en zo bevredigender werk voor onszelf, maar ook beter dienstbetoon aan Nederland, aan de industrie en aan de jonge mensen die hun loopbaan beginnen met studiejaren in Eindho­ven. Versterking van de banden van de TH en haar omgeving past in een ontwikkeling waarbij de Nederlandse onderwijsstructuur steeds meer op de Amerikaanse gaat lijken. De meest wezenlijke bijdrage van de Amerikanen aan de ontwikkeling van de universiteit is dat ze de muren rond de campus geslecht hebben en een groot aantal nieuwe bezigheden aan de universitaire kerntaken hebben toegevoegd, kortom dat ze de ivoren toren echt verlaten hebben. Bok koos de titel voor zijn boek 'Beyond the Ivory Tower' dan ook met gerechtvaardigde trots. Van vier aspecten wil ik versterking in relatie met de buitenwereld bepleiten: toegepast onderzoek, onderwijs, de culturele functie van de TH, en last but certainly not least het op weg helpen van jonge ondernemers. Een zeer beperkende keuze van de onderzoekthema's is voor onze hogeschool onvermijdelijk; profilering heet dat tegenwoordig. De groei van de kennis volgt interne wetmatigheden; de kwaliteit en de mogelijkheden studenten bij het onderzoek te betrekken moeten gegarandeerd zijn en juist voor onderzoek is de mode al vaak een slechte wegwijzer gebleken. Toch zijn voor een TH thema's voortko­mende uit een externe vraagstelling van zo groot nut, dat er met grote inzet naar gezocht moet worden. Daarom is een aanzienlijke verzwaring van de transferfunctie gewenst; ook de wetenschapswinkels kunnen hierbij een nuttige rol spelen.

De popularisering van wetenschap zou zeer gediend zijn met een Eindhovense versie van de Amerikaanse University Extension, een uitgebouwd stelsel van cursussen, in avonden en weekeinden open voor iedereen, cursussen voor ge"interesseerde leken, of voor gespeciali­seerde amateurs, en ook postacademisch onderwijs in onze wettelijke betekenis. Het wel genoemde idee voor Eindhovense Saturday Morning Physics zou hierin passen, evenals allerlei activiteiten voor scholieren. Een vakantiecursus van een week in een op school onbekend vak als werktuigbouwkunde, waar onder leiding een klein werkstukje gemaakt wordt, tegen een cursusprijs die concurreert met een week zeilschool,

11

Page 14: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

kan een zeer gunstige invloed hebben op de studiekeuze. Voor de realisering van University-Extension-plannen is samenwerking met andere instituten van tertiair onderwijs nuttig en nodig. Waar ik op onderwijsgebied voor pleit, is een vergrote inzet om onze kennis naar buiten te brengen; daartoe staan ons ook vele andere wegen open: deeltijdstudies, samenwerking met de Open Universiteit en alles wat nog als tweede-fase-opleiding kans van slagen heeft. Een interessante mogelijkheid blijft een extramurale ontwerpersopleiding: jonge afgestudeerden in een bedrijf met begeleiding vanuit de TH. Misschien zouden we naar Engels voorbeeld, de ingenieurstitel moeten verbinden aan het voltooien van een dergelijke opleiding en niet meer aan het doctoraal examen eerste fase. We kunnen ook proberen om samen met andere organisaties onderwijs op te zetten; op de statistische dag hier in Eindhoven heb ik gepleit voor een samenwer­king met de Nederlandse Vereniging voor Statistiek, maar het is niet moeilijk andere voorbeelden te geven.

De TH herbergt een aanzienlijk aantal zeer begaafde 18-25 jarigen. In mijn ogen volgt daaruit de verplichting voor de hogeschool om een stimulerend en open centrum van culturele en algemeen maatschappe­lijke activiteiten te zijn. De technische studie mag de ontplooiing van ander talent niet remmen. De Nederlandse samenleving vertrouwt een deel van de besten van haar jeugd aan ons toe; wij dienen het klimaat te scheppen van waaruit de jonge mensen hun bijdrage aan het culturele leven van ons land, waartoe ze op grond van hun talenten verplicht zijn, ook kunnen leveren. Daarom moet Studium Generale sterk zijn; daarom zijn we blij met het Eindhovens Studenten Muziek Gezelschap; daarom ook was het uitkomen van de langspeelplaat van de Tuna Ciudad de Luz een belangrijke gebeurtenis die niet de aandacht heeft gekregen die ze verdiende 18). Als de TH een levende en open bakermat is van artistieke en sociale activiteiten in de Eindhovense gemeenschap, komt dat bovendien het beeld van de techniek ten goede.

Een grote dienst aan de Nederlandse nijverheid en een krachtige steun aan onze eigen studenten zouden voortvloeien uit een geslaagde opzet voor een TH-ondersteuning van jonge starters. De creatie van nieuwe, hoogwaardige werkgelegenheid en het tot toepassing brengen van nieuwe technologieen worden zo beide bevorderd. De buitengewoon geslaagde jonge startersdag op 29 april jl. heeft aangetoond dat de tijd voor een dergelijke opzet rijp is. De voorzitter van de Bestuurscommis­sie Contacten Bedrijfsleven, collega Sikkel, schreef hierover ondermeer: 'In zijn algemeenheid kan gezegd worden dater binnen de TH­gemeenschap een uitermate groot animo is voor het starten van een eigen onderneming .... Hier staat de THE voor een uitdaging.' Zo'n idee zet mensen aan het denken. Enkele dagen na Sikkels brief kwam het hoofd van onze Bouwtechnische Dienst met een plan voor bouwkun­dige faciliteiten om een centrum voor jonge starters op onze terreinen te huisvesten. Een nieuw elan moet bewerken dat zo'n plan met voortvarendheid wordt uitgewerkt.

12

Page 15: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

Openheid naar de buitenwereld moet onze TH kenmerken; oak wij bevinden ons niet in een lvoren Toren. We gebruiken die uitdrukking zo vaak dat het misschien aardig is ons de herkomst ervan bewust te zijn. In de oude tijd was lvoren Toren een erenaam; in de ongunstige zin van zich afsluitend van zijn omgeving is ze pas goed 150 jaar oud. Ze stamt van Sainte Beuve die van de dichter Alfred de Vigny betreurde dat hij zich, om zijn inspiratie zuiver te houden, vroegtijdig van de wereld afsloot: 'et Vigny plus secret, comme en sa tour d'ivoire, avant midi rentrait' 19). lk keer snel terug naar mijn apropos.

Veel van het voorafgaande lag al in de onderwijssfeer. lk wil besluiten met iets dat een werkelijke verbetering zou kunnen zijn van de eerste­fase-doctoraalopleiding. Een ongunstig aspect van onze opleidingen. wordt gevormd door de lage zogenaamde numerieke rendementen, de grate aantallen afvallers. Verlies van kwaliteit, imitatie van de HTS, vermindering van wetenschappelijkheid, dat wil zeggen minder onder­zoek in het curriculum om zo meer studenten te hebben, is een verloochening van onze taak, is gezien de Wet Wederzijdse Doorstro­ming zinloos, en bovenal voor de toekomst van ons land heilloos. Studenten moeten naar Eindhoven komen omdat de opleiding hier goed is en niet omdat de eisen laag zijn. We zouden ons veel actiever en anders gericht met voorlichting moeten bezighouden, en daarbij aspirant-studenten goede instrumenten voor zelfselectie aanreiken. Voorlichting is onze enige mogelijkheid om de instroom te be"invloeden. Het propaedeutisch examen zou naast orienterend en verwijzend werkelijk selecterend moeten zijn, zodat de doctorale studie selectievrij kan zijn. Een hoogwaardige, met wetenschap doordrenkte doctoraalop­leiding zonder tussentijdse selectiedrempels zou een uniek Eindhovens aanbod op de onderwijsmarkt zijn. Onderwijskundigen spreken dan van een expeditiemodel. Wie hier zijn propaedeutisch examen haalt, wordt uitgekozen aan de expeditie deel te nemen; hij verplicht zich van te voren tot een omschreven inspanning, maar de expeditieleiding aanvaardt de taak alle deelnemers naar het einddoel te brengen zolang dit maar enigszins uitvoerbaar is. Wie onderweg overlijdt, is natuurlijk verloren, maar wie slechts zijn enkel breekt heeft de prettige zekerheid verder meegeholpen te warden. Op deze manier wordt het rendement van de doctorale fase bijna 100%, terwijl het wegvallen van de noodzaak tot selectie mogelijkheden biedt het programma voor een groat deel met stages en opdrachten te vullen en zo de onderzoekcomponent en dus de kwaliteit te verhogen. Het toetsen van studenten is overigens vanouds een moeilijke opgave geweest. In de middeleeuwse universitei­ten waar zakken eigenlijk onmogelijk was - expeditiemodel reeds toen -bestonden vele wonderlijke vormen. Orn anecdotisch te eindigen: uit de geschiedenis van mijn vak, de wiskunde, is daar het een en ander van bekend 20). Kandidaten voor de titel van magister moesten in 1389 in Wenen een uiteenzetting geven over onderwerpen uit de eerste vijf boeken van Euclides; ze krege11 echter hun graad onafhankelijk van de kwaliteit van hun optreden.

13

Page 16: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

Een grote vondst was het gebruik in Parijs sinds 1452 waar magister-kandidaten met de Allerhoogste als getuige een eed moesten afleggen dat ze lessen over de eerste zes boeken van Euclides hadden bijgewoond.

Dames en heren, De laatste anecdote zou de reactie kunnen oproepen dat er niets nieuws onder de zon is. Uitwerking van de zojuist vermelde suggesties kan misschien bressen slaan in de wand van tegenspoed; ze vraagt wel een nieuw academisch elan.

Voor ik het nieuwe academische jaar voor geopend verklaar, sta ik met u nog even stil bij een aantal feiten uit het vorige.

Op 1 oktober 1982 werd mr. P. Notermans als voorzitter van de hogeschoolraad opgevolgd door ir. H. Roumen. De verkiezingen voor een nieuwe HA in het voorjaar 1983 waren de eerste waarbij een lijstenstelsel is gebruikt. Twee nieuwe buiten-universitaire leden zijn benoemd: mevr. A.W. Groenewegen-Peelen en drs. A.N. de Bruijn.

Dr. W.A. Verreck werd herkozen als lid van het college van bestuur dat daardoor onveranderd bleef.

In het college van decanen traden twee wijzigingen op: prof.ir. F.J. Kylstra werd op 1 februari 1983 als decaan van de afdeling der Elektrotechniek opgevolgd door prof.dr. F.N. Hooge. De decaan van de afdeling der Werktuigbouwkunde prof.dr. P:C. Veenstra trad at per 1 september en werd opgevolgd door prof.ir. J.G. Balkestein 21).

Conrectoren zijn thans prof.dr. H.M. Gijsman en prof.dr. M.J.M. Daniels.

Benoemingen van gewone hoogleraren vonden in het afgelopen jaar niet plaats. Wei werd een viertal nieuwe buitengewone hoogleraren benoemd: dr. A. Huson bij de afdeling der Werktuigbouwkunde in de functionele anatomie; ir. J. Claus bij de afdeling der Bedrijfskunde in de energie-analyse; ir. G.D. Khoe bij de afdeling der Elektrotechniek in de glasvezeltechnologie en de ge·integreerde optica en dr.ir. G. Scherpbier bij de afdeling der Bouwkunde in het constructief ontwerpen.

Vertrekkende hoogleraren 22) zijn er vele: collega Koumans van de afdeling der Werktuigbouwkunde werd benoemd als lid van de raad van bestuur van de Centrale Organisatie TNO en daarom werd zijn gewoon hoogleraarschap omgezet in een buitengewoon. De gewone hooglera­ren Lunbeck (Wiskunde en lnformatica), Steenland, De Vries (beiden Technische Natuurkunde) en Veenstra (Werktuigbouwkunde) beeindig­den hun loopbaan.

14

Page 17: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

Ook de buitengewone hoogleraren Harms (Bouwkunde), De Jong (Werktuigbouwkunde), Veenstra (Bouwkunde) en Van Rees (Bedrijfs­kunde), alsmede de bijzondere hoogleraar Fischer (Technische Natuur­kunde en Elektrotechniek) verlieten de TH.

Met eerbied gedenken we hen die ons door de dood ontvielen: de personeelsleden H. Munnecom van de afdeling der Technische Natuurkunde en A. van Hulten van de afdeling der Werktuigbouwkunde en de studenten P.H.A. Kuijpers (student in de scheikundige technolo­gie) en R.C. Bruggeman (student in de werktuigbouwkunde).

Wetenschappelijke onderscheidingen 23) werden verleend aan de collegae Dijkstra (Wiskunde en lnformatica), Kreijger (Bouwkunde), Schalkwijk (Elektrotechniek), Schlosser (Werktuigbouwkunde) en aan de emeritus-hoogleraar Hamaker (Wiskunde). Prof.dr. P.C. Veenstra werd benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw.

lk beperk mij zeer in de evenementen. Slechts vermeld ik dat een zestal gewone hoogleraren een afscheidscollege hield; slechts een intreerede stond hiertegenover 24). Op 18 maart vond de 500e promotie aan onze instelling plaats; ir. L.A.M. van Dongen was toen de jonge doctor.

De Holstlezing van het afgelopen jaar werd gehouden door dr. M. Uenohara (Nippon Electric Cy) 25); de diesrede door collega Van Lint 26). Zeer succesvol waren de open dagen chemie 27) en natuurkunde 2B).

Een groot aantal instanties binnen onze TH vierden hun 25-jarig bestaan. Onder deze was op de eerste plaats het lnstituut voor Perceptieonderzoek 29); voorts de Personeelsvereniging en verschillende studenten- en studieverenigingen 30).

Orn dit heel summiere journaal te besluiten met een voorbeeld van succes door onze studenten behaald: aan Joost Horsten werd door de Stuurgroep voor de Brede Maatschappelijke Discussie over de Energie­problematiek een subsidie van f 10.000,00 toegekend voor zijn onder­zoek naar de energiehuishouding van een lichtwaterreactor.

Dames en heren, Met de wens dat een nieuw elan over de THE vaardig wordt, verklaar ik het academisch jaar 1983-1984 voor geopend, en ik treed terug met dezelfde zin die de eerste rector van de TH, prof.dr. H.B. Dorgelo, eens bij een soortgelijke gelegenheid gebruikte: lk heb gezegd; v66r ons ligt nu weer het doen 31).

15

Page 18: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

Llteratuurlijst e.d.

1. Een nieuw industrieel elan. Rapport van de adviescommissie inzake het industriebeleid. Juni 1981.

2. Rede 1979-1980, uitgesproken door prof.cir. P. van der Leeden op 3 september 1979. Voorlichtingsdienst THE, 1979.

3. James R. Mingle et al. Challenges of Retrenchment. Jossey-Bass Publishers, San Francisco etc., 1981. XXll, 394 p.

4. Beleidsnota Universitair Onderzoek. Tweede Kamer, zitting 1979-1980, 15825 nrs. 1-2. Staatsuitgeverij, 's-Gravenhage.

5. Hans Freudenthal. De Erfenis van Posthumus. Nieuwe Rotterdamse Courant­Algemeen Handelsblad, 2 november 1982.

6. Joost van Kasteren en Ria Hooghiemstra. lndustrieel Onderzoek in Nederland. De lngenieur; Jaargang 95 nr 6, juni 1983, biz. 18-24, KIVI-Missel.

7. Malte Buschbeck. The university as seen from the outside. Verschijnt in CRE-information.

8. Dr. M.A. Nauwelaerts. De oude latijnse school van Breda. Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant. 's-Hertogenbosch 1945, biz. 124-125.

9. cf. Edward Schils. Bicentennial Address. On the Spirit and Form of Our Intellectual Institutions. Bull. of the American Acad. of Arts and Sciences. XXXV, nb. 7.p-25, 1982.

10. Geciteerd in: Carl F. Wandel. The relationship between teaching and research; an introduction to the university point of view. CRE-informaHon no.61,p 10-23. CRE Geneve, 1983.

11. cf. Laetitia Boehm. Wilhelm von Humboldt (1767-1835) and the university: idea and implementation. CRE-information no.62, p 89-105. CRE Geneve, 1983.

12. Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs 1981, Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16802 nrs. 1-4. Staatsuitgeverij, 's-Gravenhage.

13. Derek Bok. Beyond the Ivory Tower, Social Responsabilities of the Modern University. Harvard University Press, Cambridge (Mas.s.) etc., 1982. 318 p.

14. E.T. Bell. Men of Mathematics. Simon and Schuster. New York. Ch XIV.

15. Geciteerd in: ref. 13, p. 146.

16. Verklaring van de Rectores Magnifici der Nederlandse Universiteiten en Hogescholen, 5 september 1983.

17. Prof.cir. R.J. in 't Veld.' Nationale Planning Wetenschappelijk Onderwijs. Universiteit en Hogeschool, jaargang 24 nr.5, 1977-1978, blz.309.

18. Pasa Tiempo. Langspeelplaat uitgebracht door Tuna Ciudad de Luz, april 1983.

19. Grand Larousse, 1973.

20. W.W. Rouse Ball. A short account of the history of mathematics. Mc Millan, London 1983, p.185-186.

16

Page 19: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

21. Het college van decanen bestaat per 1 september 1983 uit: prof.dr. S.T.M. Ackermans, rector magnificus, voorzitter; prof.dr. P.A.J.M. Steenkamp, onderafdeling der Wijsbegeerte en

prof.dr. M.J.M. Daniels, prof.dr. W. van der Meiden, prof.dr. H.M. Gijsman, prof.ir. J.G. Balkestein, prof.dr. F.N. Hooge, prof.ir. M. Tels, prof. D. Slebos arch. HBO, Mej. S. Faas

22. Vertrokken hoogleraren: gewone hoogleraren ir. W.A. Koumans

dr. R.J. Lunbeck dr. M.J. Steenland dr. D.A. de Vries dr. P.C. Veenstra

buitengewone hoogleraren dipl. ing. H. Harms dr. D. de Jong

ir. J. Veenstra dr. J. van Rees

bijzondere hoogleraren dr. D. Fischer

Maatschappijwetenschappen; afdeling der Bedrijfskunde; onderafdeling der Wiskunde en lnformatica; afdeling der Technische Natuurkunde; afdeling der Werktuigbouwkunde; afdeling der Elektrotechniek; afdeling der Scheikundige Technologie; afdeling der Bouwkunde; secretaris.

w

WSK/1 N N w

B w

B BOK

N/E

vervoerstechniek (werd benoemd als lid van de raad van bestuur van de Centrale OrganisatieTNO); inmiddels benoemd tot buitengewoon hoogleraar wiskunde algemene natuurkunde algemene natuurkunde mechanische technologie en we rk plaatstech n iek

volkshuisvesting werktuigbouwkunde, i.h.b. de fijnmechanische techniek stedebouwkundige planologie bedrijfskunde, i.h.b. marketing

verlichtingskunde, vanwege EHF

23. Wetenschappelijke onderscheidingen: prof.dr. E.W. Dijkstra (Wiskunde en lnformatica)

prof.dr. H.C. Hamaker (emeritus Wiskunde)

prof.ir. P. Kreijger (Bouwkunde)

prof.dr.ir. J.P.M. Schalkwijk (Elektrotechniek)

prof.dr.ir. W.M.J. Schlosser (Werktuigbouwkunde)

17

ontving de Computer Pioneer Award van het Institute of Electrical and Electronical Engineers (IEEE); ontving de dr. W. Edward Deming Medal 1982 van de American Society for Quality Control 'for excellence in the application of statistics in industry world-wide'; werd erelid van de Reunion International des Laboratoires d'Essais sur les Materiaux et les Constructions (RILEM); Fellow van het Institute of Electrical and Electronical Engineers (IEEE), als onderscheiding voor zijn bijdragen aan de ontwikkeling van eenvoudige en effectieve coderingsschema's voor data en commu nicatiesystemen; Korrespondierender Mitglied der Verein Deutscher lngenieure (VDI), waarmee 'waardering wordt uitgedrukt voor de bijzondere technische en wetenschappelijke prestaties van prof.Schlosser op zijn vakgebied'.

Page 20: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

24. Afscheidscolleges: 1982.09.03 dr. G.D. Rieck (Scheikundige Technologie); 1982.10.15 dr.J.J.M. Bakker (Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen); 1982.10.29 dr. H. Groendijk (Elektrotechniek); 1982.11.19 ir. W. Huisman (Bouwkunde); 1983.01.07 dr. C.E. Mulders (Elektrotechniek); 1983.01.28 dr. D.A. de Vries (Technische Natuurkunde).

lntreerede: 1983.02.04 dr. J. Wijngaard (Bedrijfskunde).

25. Holst-lezing: door dr. M. Uenohara (Nippon Electric Company) Titel: Japanese Social System for Technology Development; its merit and demerit. Datum: woensdag 1982.12.08

Seminar t.g.v. Holst-lezing op 1982.12.09: Onderwerp: de opleiding van ingenieurs en topvaklieden als factor in de industriele ontwikkeling.

Sprekers: prof.dr.ir. G. Vossers: prof.ir. H.P. Stal:

dr. M. Uenohara:

ir. D.A. Pijselman:

ingenieursopleidingen in West-Europa; rot van topvaklieden in de industrie en hun opleiding; commentaar, door vergelijking met de Japanse situatie; commentaar op de wisselwerking ingenieur/topvakman, vergelijking tussen Nederland en Japan.

Forumdiscussie waar, behalve de sprekers, aan deelnamen: ir. A.H.C. Deleye - president-directeur VOLVO-CAR; ir. J. van Gijn - voorzitter van de Raad van de hoofdgroep Opleiding van het Koninklijk lnstituut van lngenieurs.

26. Dies natalis Op 22 april 1982, met een diesrede door prof.dr. J.H. van Lint, getiteld 'Cryptografie'.

27. Open Dag Chemie Op 1982.10.09 nam de afdeling der Scheikundige Technologie voor de tweede maal dee! aan de landelijk georganiseerde Open Dag Chemie. Ruim 1500 belangstellenden bezochten de afdeling der Scheikundige Technolo­gie, waar drie rondleidingen waren uitgezet, resp. door de CT-FT-hal langs (semi)technische opstellingen; door T-laag, waar mogelijkheden voor geavan­ceerde analysetechnieken werden getoond; door T-laag, voor demonstratie van practicums voor eerstejaars. Daarnaast konden familieleden van studenten en andere belangstellenden zich laten voorlichten over het studieprogramma.

28. Open Dag Natuurkunde Op 30 april 1983, Koninginnedag, opende de afdeling der Technische Natuurkunde haar poorten voor de burgerij uit Eindhoven en omgeving. In de gebouwen van de afdeling der Technische Natuurkunde werd een 40-tal toepassingen van de natuurkunde getoond, zowel op het gebied van onderwijs als van onderzoek.

18

Page 21: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

De Open Dag trok meer dan 2000 belangstellenden, waaronder veel middelbare scholieren.

29. /PO 25 jaar In september 1982 herdacht het lnstituut voor Perceptie Onderzoek zijn 25-jarig bestaan met toespraken door: prof.dr. H. Bouma, directeur IPO; prof.dr. H.B.G. Casimir, voorzitter van de Wetenschappelijke Raad IPO; dr. R.J. in 't Veld, directeur-generaal voor hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Verder was er voor de vele genodigden open huis, waar veel projecten van het lnstituut werden gedemonstreerd.

30. Studenten- en studieverenigingen die hun 25-jarig bestaan vierden: Een jaar na het vijfde lustrum van de THE vierden een aantal studenten- en studieverenigingen hun 25-jarig bestaan: HAJRAA, op 11 en 12-9 met o.a. een internationaal volleybaltoernooi;

ESC, in de periode 28-9 tot 3-10, SSRE, in oktober Demos Simon Stevin (Werktuigbouwkunde) THOR (Elektrotechniek) Jan Pieter Minckelers (Scheikundige Technologie)

31. Technische Hogeschool Eindhoven 1956-1961. Uitgegeven door de senaat van de THE op 23 juni 1961, biz. 119.

19

Page 22: Een nieuw academisch élan - PureDe lngenieur 6), staat een interview met de onderzoekleiders van de vier grote Nederlandse multinationals. Daarin wordt uit een vergelijkend onderzoek

Produktie: Voorlichtingsdienst en Secretariaat college van decanen TH Eindhoven. Vormgeving en druk: groep Reproduktie en Fotografie TH Eindhoven.

20