Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

26
Alle informatie over energie en milieu (publicaties, diensten, actualiteit, seminaries, steunmaatregelen,…) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest www.leefmilieubrussel.be Een Haalbaarheidsstudie uitvoeren voor een WKK Volgens de regels van de kunst Te volgen methodologie en hypothesen Lastenboek opgesteld door de WKK Facilitator van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Versie juli 2009 Leefmilieu Brussel – BIM – Departement promotie van de energiedoeltreffendheid Gulledelle, 100 1020 BRUSSEL Contactpersoon : François Cornille Tel : 02/563 42 00 e-mail : [email protected] Yves Lebbe - WKK Facilitator voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Tel : 0800/85775 e-mail : [email protected]

Transcript of Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Page 1: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Alle informatie over energie en milieu (publicaties, diensten, actualiteit, seminaries, steunmaatregelen,…) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

www.leefmilieubrussel.be

Een Haalbaarheidsstudie uitvoeren voor een WKK

Volgens de regels van de kunst

Te volgen methodologie en hypothesen

Lastenboek opgesteld door de WKK Facilitator van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Versie juli 2009

Leefmilieu Brussel – BIM – Departement promotie van de energiedoeltreffendheid Gulledelle, 100 1020 BRUSSEL Contactpersoon : François Cornille Tel : 02/563 42 00 e-mail : [email protected]

Yves Lebbe - WKK Facilitator voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Tel : 0800/85775 e-mail : [email protected]

Page 2: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 2

Inhoud

Inhoud.................................................................................................................... 2

Voorwoord.............................................................................................................. 3

Samenvatting van de resultaten van de haalbaarheidsstudie................................ 4

Samenvattende tabel van hypothesen van een haalbaarheidsstudie..................... 5

Methodologie voor een haalbaarheidsstudie volgens de regels van de kunst........ 6

Voorstelling van het pand ...................................................................................... 7

I. Type van het gebouw .....................................................................................7

II. Thermische installatie......................................................................................7

III. Elektrische installatie ......................................................................................7

1e Stap: Technische integratie van de WKK............................................................ 8

2e stap: Energiebehoeften correct inschatten ........................................................ 9

Jaar- en maandverbruiken .................................................................................. 9

I. Keuze van een referentiejaar ..........................................................................9

II. Warmteverbruik ...........................................................................................10

III. Elektriciteitsverbruik .....................................................................................11

De wekelijkse en dagelijkse profielen............................................................... 12

I. Metingen van het elektriciteitsverbruik...........................................................12

II. Metingen van het warmtevraag .....................................................................12

3e stap: Keuze van de beste technologie .............................................................. 14

I. Principe van een dimensionering voor het economische optimum ....................14

II. Is warmteopslag interessant?........................................................................15

III. Berekening van de rendabiliteit .....................................................................16

IV. Berekening van de groenestroomcertificaten ..................................................20

4e stap: Evaluatie van de impact van een WKK .................................................... 21

De energiebalans .............................................................................................. 21

Economische balans.......................................................................................... 22

I. Jaarlijkse netto winst op de energiefactuur ....................................................22

II. Economische rendabiliteit van de WKK...........................................................23

Ecologische balans ............................................................................................ 24

I. Primaire energiebesparing ............................................................................24

II. CO2 vermindering.........................................................................................25

Besluit .................................................................................................................. 26

Page 3: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 3

Voorwoord

Meestal produceren instellingen of industrieën hun warmte met behulp van een stookketel op basis van fossiele brandstoffen en kopen hun elektriciteit van een leverancier via het distributienet. Nochtans is het mogelijk, en soms voordeliger om een deel van zijn behoeften aan warmte en elektriciteit zelf gelijktijdig te produceren met een co-generatie eenheid of ook warmtekrachtkoppeling (WKK) genoemd.

Om na te gaan in hoeverre dit ook voor het beoogde gebouw of bedrijf het geval is, is het noodzakelijk een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren.

Er bestaat jammer genoeg geen universele regel om een WKK te dimensioneren. Men moet er op letten dat de WKK de basis van de warmtevraag van het gebouw of bedrijf dekt teneinde de WKK zoveel mogelijk op vollast te laten draaien. De pieken zullen door de bestaande (of te instaleren) ketels geleverd worden.

Het nadeel dat er geen eenvoudige dimensioneringsregel bestaat, wordt een opportuniteit in de zin dat aan het studiebureel gevraagd wordt om de “optimale”WKK te berekenen, dwz deze die de meeste voordelen biedt (economisch, energetisch, ecologisch, …). Wees dus niet verwonderd als men u verschillende vermogens aanbied: u kiest deze die u de beste lijkt.

Aangezien er belangrijke investeringen op het spel staan, is het primordiaal dat dergelijke studie volgens de regels van de kunst uitgevoerd wordt om aan de beheerder van het gebouw betrouwbare technisch-economische resultaten te geven op basis waarvan hij een gefundeerde beslissing kan nemen en kan handelen met kennis van zaken.

Het voorwerp van voorliggend lastenboek is een haalbaarheidsstudie te realiseren volgens de regels van de kunst. Dit is vooral bedoeld voor de opdrachtgever die het vervolgens overmaakt aan het studiebureau die instaat voor de haalbaarheidsstudie zelf.

Dit lastenboek bevat de « typische structuur » voor een haalbaarheidsstudie. Het stelt vervolgens een methodologie voor om het economisch optimale vermogen van de kwaliteit WKK te bepalen. Daarboven worden bepaalde conservatieve aannames aanbevolen om de rendabiliteit te bepalen met een zekere veiligheidsmarge.

Het opstellen van dit lastenboek is een van de taken van de WKK Facilitator die als algemene missie heeft de opdrachtgever te begeleiden doorheen de diverse stappen van zijn WKK project.

De WKK Facilitator is uiteraard tot uw dienst voor eventuele verdere verduidelijkingen. Hij is tevens bereid vrijblijvend de haalbaarheidsstudie die door het studiebureau werd overhandigd, te beoordelen. Het volstaat hem te contacteren: zijn coördinaten bevinden zich op de voorpagina.

Page 4: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 4

Samenvatting van de resultaten van de haalbaarheidsstudie

Bij de aanvang van het verslag is het belangrijk de resultaten van de haalbaarheidsstudie van de WKK samen te vatten, zodat de opdrachtgever op 1 bladzijde het eindresultaat kan beoordelen, op basis waarvan hij de nodige beslissingen kan nemen en kan onderhandelen met kennis van zaken. Ziehier de resultaten. De waarden zijn deze van een type voorbeeld (rusthuis). Andere resultaten kunnen indien vereist in de samenvattende tabel ingevoerd worden.

Resultaten waarden

Technisch Aardgasmotor

« Optimaal » vermogen 70 kWe en 118 kWth

Voorziene werkingsduur 4 752 uren/jaar

Volume van het buffervat 4 m3

Energetisch

Toestand « vóór » WKK (facturen 2007)

Aardgasverbruik (met 15% vermindering REG) 1 304 544 kWhp OVW aardgas/ jaar

Elektriciteitsverbruik 541 499 kWhe /jaar

Toestand « na » WKK (simulatie Cogensim)

Aardgas verbruik vd WKK 1 196 322 kWhprimaOVW / jaar

Aardgas verbruik vd ketels 423 574 kWhprim OVW / jaar

Warmteproductie vd WKK 660 728 kWhth / jaar (67.5% vd behoeften)

Elektriciteitproductie vd WKK 385 004 kWhe / jaar

Elektriciteitsverbruik van het net 240 476 kWhe / jaar

Eigenverbruik van de geproduceerde elektriciteit 301 023 kWhe / jaar (55.6% vd behoeften)

Economisch (excl. BTW)

Toestand « voor » WKK (facturen 2007) 101 874 €/jaar

Brandstoffactuur (met REG vermindering) 90 642 € excl. BTW

Elektriciteitsfactuur (en verkoop) 26 505 € / jaar (3 779 €/jaar)

Factuur voor onderhoud en verzekeringen 8 439 € / jaar

Verkoop van groenestroomcertificaten 20 215 € / an

Netto jaarlijkse winst 31 798 € / jaar

Netto Investering 111 434 €

Enkelvoudige terugverdientijd 3.5 jaar

Interne rendabiliteit (IR) 25% / jaar

Milieuparameters

Vermeden CO2 emissies 51 609 kg CO2 / jaar

Aantal groene certificaten (1 CV = 217 kg CO2) 238 GSC/jaar

Primaire energiebesparing 237 829 kWhp aardgas / jaar (16,6%)

Page 5: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 5

Samenvattende tabel van hypothesen van een haalbaarheidsstudie

Behalve de resultaten is het tevens belangrijk de randvoorwaarden van de haalbaarheidsstudie op een overzichtelijke manier voor te stellen. Over het algemeen onderscheidt men de technische, energetische, en economische randvoorwaarden.

Om zeker te spelen is het aangeraden enkele parameters voor de rekenhypotheses conservatief in te schatten. Om verschillende technologische oplossingen voor eenzelfde gebouw te vergelijken, is het belangrijk voor zover mogelijk dezelfde hypotheses voorop te stellen

Technisch

Rendement van de WKK In functie van de deellast werking

Deellast Tot 65% van het nominaal vermogen

Energetisch

Warmtebehoeften 100% van de brandstof voor warmteproductie

Seizoenrendement van verwarmingsinstallatie 75% voor de bestaande gasketel

Referentiejaar 2007 (warm jaar +24% dan een normaal jaar)

Technologie WKK op aardgas

Isolatie van het buffervat 10 cm rotswol.

Economisch

Economische levensduur 50 000 uren (+/- 8 jaar)

Investering Bedrag alles inbegrepen (motor, warmtewisselaars, aansluitingen, regeling, geluidsisolatie)

Bijkomende investering Buffervat 4 m3 alles inbegrepen (vat, isolatie, aansluiting, ventielen, pompen)

Prijzen Excl. BTW

Overinvesteringsfactor 10 % (voor onvoorzienigheden)

Premies 20%

Aardgasprijs en evolutie prijs 2007 (36.5 €/MWh OVW) & + 8%/jaar)

Elektriciteitsprijs en evolutie Prijs 2007 (100.2 €/MWh) & + 5%/jaar)

Regime dag tarief 7 tot 22 uur op werkdagen

Onderhoudskosten All in contract (olie, verzekeringen & + 2%/jaar)

Actualisatievoet + 6% : jaar

Prijs GSC 85 € gedurende 10 jaar

Ecologische parameters

CO2 Emissie coëfficiënt 217 kg CO2 / MWh voor aardgas

Page 6: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 6

Methodologie voor een haalbaarheidsstudie volgens de regels van de kunst

De haalbaarheidsstudie van een WKK voor een gebouw heeft als doel een evaluatie te maken van de technische integratie, de beste technologische oplossing en de impact van een dergelijk project.

De technische integratie bestaat er in na te gaan indien of het mogelijk is, in functie van de kenmerken van het gebouw (type warmtevraag en elektriciteit, technische en/of architecturale beperkingen en compatibel met bestaande uitrusting) de WKK te integreren in het stooklokaal en de bestaande elektrische installaties. In bepaalde gevallen zal het nodig zijn bijkomende aanpassingen door te voeren die in rekening moeten gebracht worden om de rendabiliteit te berekenen.

De beste technologische oplossing bestaat erin de grootte en technologie van de WKK zodanig te bepalen en, indien toepasselijk, de warmteopslag, in functie van de warmte- en elektriciteitsvraag in het bestudeerde gebouw en de financiële rendabiliteit maximaliseert. Daartoe zal men het gedrag simuleren van diverse WKK’s met verschillend vermogen en van verschillend type, alsook de warmteopslag om uiteindelijk de meest rendabele oplossing te kiezen. De WKK waarvan sprake is wel degelijk een kwaliteit WKK 1is, dwz dat de WKK een relatieve CO2 besparing realiseert groter of gelijk aan 5%.

De impact van een WKK bestaat erin een balans op te maken van het project zowel vanuit energetisch als ecologisch standpunt. Deze balans geeft aan de opdrachtgever berekende en betrouwbare gegevens gebaseerd op technisch-economische alsook ecologische criteria op basis waarvan hij een gefundeerde beslissing kan nemen en de onderhandelingen kan leiden met kennis van zaken.

Het is aan te raden aan de opdrachtgever om het studiebureau te verzoeken de 3 stappen van deze volledige methodologie te volgen om aldus een haalbaarheidsstudie te bekomen volgens de regels van de kunst. Het is aan het studiebureau om erop toe te zien deze methodologie aan te passen in functie van de specifieke eigenschappen van het bestudeerde gebouw.

Men moet tevens vermelden dat er ook andere methoden bestaan.

1 Enkel kwaliteit WKK’s kunnen groenestroomcertificaten ontvangen, en in aanmerking komen voor de “Energie Premies”.

Page 7: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 7

Beschrijving van het pand

In de eerste plaats is het nuttig het gebouw te beschrijven om aldus het kader van de haalbaarheidsstudie van de WKK te schetsen. Buiten de beschrijving is het belangrijk de bestaande thermische en elektrische installaties te beschrijven aangezien de WKK zowel warmte als elektriciteit zal produceren.

I. Type van het gebouw

Vooreerst moet men het type van het bestudeerde gebouw beschrijven.

Daartoe moet men de volgende aspecten beschouwen:

De voornaamste activiteiten waarvoor het pand gebruikt wordt alsook de bijhorende nevenactiviteiten;

De grootte (m2, aantal kamers of bedden, aantal gebouwen,…);

Gebruiksduur (seizoengebonden, continu, enken in de week, …);

De limieten van de WKK studie (gebouwen en/of gebruik van de warmte, …) ;

II. Thermische installatie

Voor de thermische installatie moet men de volgende punten beschrijven:

De aard van de huidige verwarming (klassieke verbrandingsketel, condensatieketel, elektrische verwarming, warmtepomp, productie van sanitair warmwater, …);

Het vermogen van de verwarmingsinstallatie (aantal en type verwarmingsketels, vermogens, …) alsook de temperatuursregimes;

Aard van de gebruikte brandstof (aardgas, stookolie, hout, …);

Het jaar van de installatie en seizoensrendementen (niet het verbrandingsrendement);

Soort regeling (in cascade, uitschakelen s’nachts en/of in de zomer, …);

Bijhorende uitrusting (meetapparatuur, expansievat, stadsverwarming, warmtepomp, zonnepanelen, …).

III. Elektrische installatie

Voor de elektrische installatie moet men o.a. de volgende parameters beschrijven:

Type van elektrische voeding (hoogspanning of laagspanningscabine, aantal aanvoerlijnen, aantal afvoerlijnen, ...) ;

Vermogen van de elektrische installatie (spanning, maximaal toelaatbaar vermogen,…)

Afstand van elektrisch verdeelbord of elektrische cabine tot de vermoedelijke plaats waar de WKK zal opgesteld worden;

Bijbehorende elektrische uitrusting (meetapparatuur, batterij van condensatoren, veiligheidsgroep, UPS, …).

Page 8: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 8

1e Stap: Technische integratie van de WKK

Een eerste doelstelling van een haalbaarheidsstudie is een inschatting te maken van de technische integratie van de WKK zowel vanuit thermisch als elektrisch standpunt.

Bij een bezoek aan ter plaatse moet men de volgende punten nagaan:

De beschikbare plaats om een WKK te plaatsen hetzij in de bestaande stookruimte ofwel in een bijhorend lokaal ofwel in een aparte container;

Beschikbare plaats om eventueel een buffervat te plaatsen (en bijbehorend expansievat);

Aansluiting van aardgas; of andere brandstof;

Beschikbare plaats voor eventuele opslag van brandstof (bio-brandstof,…);

Beschikbaarheid en aanlevering van de brandstof;

Hydraulische aansluiting met de collector;

Het vermogen van de elektrische installatie, deze moet voldoende zijn om het geleverde vermogen van de WKK aan te kunnen;

De afstand tussen de WKK en het elektrische verdeelbord;

De compatibiliteit tussen de WKK en:

− Het type profiel van de warmte en elektrische behoeften van het gebouw;

− Het temperatuursregime;

− De andere elementen (condensatieketel, warmtepomp, zonnecollectoren, stadsverwarming, …).

− De toegangsmogelijkheden van de WKK tot de voorziene plaats.

Al deze aandachtspunten die zowel opportuniteiten als beperkingen inhouden moeten het mogelijk maken de meerkosten te wijten aan noodzakelijke aanpassingen voor een goede integratie in te schatten, ofwel tot het besluit te komen dat het onmogelijk is de WKK te integreren in het bestudeerde gebouw. Het is uiteraard belangrijk dergelijk besluit te kennen vooraleer de haalbaarheidsstudie wordt uitgevoerd.

Page 9: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 9

2e stap: Energiebehoeften correct schatten

Om een oordeelkundige dimensionering van de WKK te kunnen maken, is het belangrijk de energiebehoeften van het gebouw goed te kennen. Het betreft hier de warmtevraag (verwarming, proceswarmte en/of sanitair warmwater) en de elektriciteitsbehoeften, aangezien de WKK toelaat beide energie vectoren te produceren.

Onder « correct schatten » moet men niet alleen verstaan de hoeveelheid warmte en elektriciteit verbruikt over een periode van een jaar, maar tevens het verbruiksprofiel voor de periode van een maand, een week en een dag.

Jaar- en maandverbruiken

De jaarlijkse energiebehoeften en hun maandelijkse variaties kunnen eventueel afgeleid worden uit de energiefacturen ofwel uit een energetische boekhouding. Daartegen zullen de wekelijkse of dagelijkse variaties in de energiebehoeften slechts af te leiden zijn uit een een betrouwbare en nauwkeurige meetcampagne.

I. Keuze van een referentiejaar

De dimensionering van een WKK is gebaseerd op het verbruik over een jaar. Het is dus van groot belang het referentiejaar te kiezen dat het meest representatief is voor de activiteit van het gebouw over de 10 eerstvolgende jaren (dwz de jaren waarin de WKK operationeel zal zijn…).

Ofwel een jaar met lager verbruik indien men verwacht dat de activiteiten kunnen afnemen, ofwel indien een programma van rationeel energieverbruik voorzien wordt.

Ofwel een jaar met hogere energiebehoeften indien men verwacht dat de activiteiten in het gebouw zullen toenemen, of bvb indien een uitbreiding voorzien wordt.

Een analyse van de energiebehoeften van de laatste jaren zou de trend (naar beneden of naar boven) kunnen voorspellen voor de eerstkomende jaren. Correctiefactoren (voor de warmte en elektriciteit) kunnen in rekening gebracht worden door het studiebureau om zo goed mogelijk de toekomstige activiteiten in te schatten.

Daarbij zal men er over waken om de thermische behoeften te « normaliseren » in functie van een jaar met een gemiddeld klimaatprofiel. Of bij wijze van een voorbeeld, indien het gekozen referentiejaar overeenkomt met een « koud » jaar zullen de warmtebehoeften overschat worden met het risico dat ook de dimensionering van de WKK overschat zal worden. Dat kan een belangrijke impact hebben op de rendabiliteit van het project.

Voor een nieuw gebouw zal men zich baseren op cijfers uit de literatuur over dit onderwerp (het energie kadaster bijvoorbeeld) of nog beter op basis van een simulatie van de behoeften aan warmte en elektriciteit van het nieuwe gebouw met de voorziene bezetting en/of activiteiten. Dit moet zowel gedaan worden voor een WKK voor ruimteverwarming (dat hoofdzakelijk van het klimaat afhangt) als voor een WKK die hoofdzakelijk warmte levert voor een industrieel proces dat onafhankelijk is van het klimaat.

Page 10: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 10

II. Warmteverbruik

In dit stadium is het van belang het brandstofverbruik in het gebouw te kennen, indien mogelijk van maand tot maand.

In het algemeen zal de energetische boekhouding of de maandelijkse facturatie zelden beantwoorden aan de kalendermaanden. Het zal dus nodig zijn de verschillende gekende verbruiken over een jaar (hetzij gemeten, hetzij op basis van facturen) om te rekenen naar een verbruik per kalendermaand.

Twee gevallen kunnen zich voordoen:

Ofwel beschikt men over maandelijkse facturen (zoals voor aardgas). In dat geval kan men een aanpassing doen voor het verbruik per kalendermaand door een evenredigheidsregel toe te passen, zodat de som van het verbruik over de 12 kalendermaanden gelijk is aan de som van alle facturen voor het referentiejaar.

Ofwel bezit men een factuur in functie van het verbruik (zoals bij stookolie). In dat geval moet men energetische handtekening van het gebouw gebruiken (die zich baseert op het aantal graaddagen 15-15 bij voorbeeld) om het verbruik per kalendermaand af te leiden voor het gebouw2.

Vervolgens moet men de omrekening doen van dit jaarlijkse verbruiksprofiel van brandstof naar netto warmteverbruik.

Men moet inderdaad de netto maandelijkse behoeften aan warmte, bekomen door van het maandelijkse brandstofverbruik, het verbruik voor niet warmte gebonden behoeften (dwz dat niet door de WKK gegenereerd wordt) af te trekken (gebouw dat niet verbonden is aan de centrale verwarming, keuken, laboratorium,…). Vervolgens moet men het bekomen resultaat vermenigvuldigen met het seizoenrendement van de verwarmingsinstallatie. Dit rendement houdt rekening met de stilstandsverliezen van de ketel (warmteverlies door de wanden en de schouw). Dit mag niet verward worden met het verbrandingsrendement dat gemeten wordt bij een momentopname en bij vol vermogen van de ketel. De bedoeling is hieruit af te leiden wat de WKK werkelijk zal moeten kunnen leveren.

Ter informatie, het seizoenrendement van een moderne centrale verwarming is van de orde van 90%. Voor een gasgestookte condensatieketel kan dit rendement oplopen tot 101%. Daartegen is het rendement van een oude verwarming te situeren tussen 65% en 85%.

Een eerste analyse van het jaarprofiel van het netto warmteverbruik laat reeds toe de operationele duur van de WKK af te leiden, dwz ofwel min of meer continu over het ganse jaar, ofwel een sterk seizoensgebonden werking met een piekverbruik in de winter.

Naast het verbruiksprofiel (in kWhth), kan in dit stadium informatie over de prijs interessant zijn om te noteren. Deze informatie zal onontbeerlijk zijn voor rendabiliteitsberekening van de WKK.

2 We vermelden hier dat de software COGENsim om de WKK’s te simuleren en te dimensioneren een dergelijke behandeling van de bestaande facturen toelaat (via COGENextrapolatie.xls)

Page 11: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 11

III. Elektriciteitsverbruik

De idee is hetzelfde: een jaarprofiel te bekomen van het maandelijkse elektriciteitsverbruik voor het referentiejaar. Aangezien een onderscheid gemaakt moet worden voor het elektriciteitsverbruik tijdens de piekuren en daluren (deze opsplitsing per uur is van belang voor de dimensionering en de rendabiliteitsberekening van de WKK) zullen de diverse facturen moeten gebruikt worden en tevens aangepast moeten worden om er het verbruik per kalendermaand uit af te leiden. De aanpassing per kalendermaand kan uit de facturen afgeleid worden door een evenredigheidsregel toe te passen.

De analyse van dit profiel stelt ons in staat een eerste idee te vormen over de werkingsduur van de WKK gedurende het jaar. Naast een verbruiksprofiel (kWhe/maand) is het in dit stadium nuttig informatie over de prijs te noteren, deze informatie zal onontbeerlijk zijn voor de rendabiliteitberekening.

Page 12: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 12

De wekelijkse en dagelijkse profielen

De facturen stellen ons niet in staat om de wekelijkse of dagelijkse verbruikprofielen voor warmte en elektriciteit af te leiden. Inderdaad, de rendabiliteit van een WKK zal sterk beïnvloed worden door het tijdstip en duur van de werking: bij voorkeur zou die moeten werken gedurende piekuren van het elektriciteitstarief (dwz gedurende de weekdag) wanneer de prijs van elektriciteit duur is. Het is dus van essentieel belang om te weten of gedurende deze piekuren zowel de elektriciteit als de warmte geproduceerd door de WKK kunnen gevaloriseerd worden in het gebouw dat we bestuderen. Dit kunnen we weten door de week- en dagverbruiksprofielen.

Om die profielen op een nauwkeurige en betrouwbare manier af te leiden moet men het verbruik van warmte en elektriciteit meten bij voorkeur ¼ u per ¼ u (omdat de facturering gebeurt op basis van het elektrische piekvermogen per kwartuur).

Indien dergelijke metingen voorhanden zijn, des te beter, indien niet, moet men een meetcampagne laten uitvoeren, liefst gedurende twee weken.

I. Metingen van het elektriciteitsverbruik

Metingen van het elektriciteitsverbruik zijn eenvoudig om te bekomen: Het volstaat een impulsteller te installeren op de aansluitklemmen van de elektrische voeding van het gebouw. De opnamefrequentie is elk kwartuur, om aldus het piekvermogen per kwartuur te bekomen, wat van belang is voor de facturatie. De ideale meetperiode is 2 of zelfs 3 weken en liefst buiten de feestdagen teneinde door een gemiddelde een « type » profiel te genereren voor het wekelijkse en dagelijks verbruiken.

In sommige gevallen kan men dit profiel over een gans jaar bekomen via de distributienetwerkbeheerder (in Brussel is dit via Sibelga).

Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen het elektriciteitsverbruik in de daluren en normale uren in functie van de geldende tarieven. In feite zal de WKK bij voorkeur operationeel zijn in de normale uren om de duurste elektriciteit zelf te genereren. Tijdens de daluren blijft de rendabiliteit dikwijls interessant dankzij de groenestroomcertificaten.

Een eerste analyse van deze « types » profielen laat ons toe te zien of de WKK interessant kan zijn voor het bestudeerde gebouw. Concrete besluiten trekken kan men pas op basis van de eindresultaten.

II. Metingen van de warmtevraag

Metingen van de warmtevraag is iets complexer. Er bestaan verschillende methoden gaande van de meest simpele tot de meest complexe:

Meten van de werkingsduur van de verwarmingsketels door het plaatsen van een teller die de impulsen registreert die door de regeling naar de brander worden gestuurd of naar de voedingsklep van het aardgas;

Meten van het debiet van brandstof naar de ketels door een debietmeter te plaatsen op de voedingsleiding van de stookolie of het aardgas;

Meten van het warmwater debiet dat door de hoofdleiding stroomt alsook het temperatuursverschil tussen “heen” en “terug” van het circuit.

Page 13: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 13

Om de verwerking te vereenvoudigen volstaat het deze metingen met dezelfde frequentie uit te voeren als de elektriciteitsmetingen, DZ elk kwartuur. Om het type profielen voor warmte te bekomen is de ideale meetperiode 2 à 3 weken.

Aangezien het profiel van de warmtebehoeften in gebouwen sterk verbonden is van het klimaat, is het aan te bevelen de meetcampagne uit te voeren in de winter, of nog beter in de tussenseizoenen.

De meting van de buitentemperatuur (gemeten of genomen van een weerstation in de buurt) kan nuttig zijn maar niet absoluut noodzakelijk voor de dimensionering.

Een eerste analyse van de type profielen laat ons toe te zien of het pand de warmteproductie ten volle kan benutten gedurende de piekuren van het elektriciteitstarief.

Page 14: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 14

3e stap: Keuze van de beste technologie

Een derde doelstelling van een haalbaarheidsstudie bestaat erin de beste technologische oplossing te vinden voor het bestudeerde gebouw, dwz de grootte en de technologie die de financiële rendabiliteit van de investering in een kwaliteit WKK maximaliseert. In dit stadium kan het nuttig zijn een warmteopslag in overweging te nemen.

I. Principe van een dimensionering voor het economische optimum

De idee bestaat erin het gedrag te simuleren van WKK’s van diverse technologieën en diverse grootte (met of zonder inbegrip van warmteopslag) voor het gebouw, op basis van de verbruiksprofielen (maand-, week-, en dagprofielen) van warmte en elektriciteit die hierboven besproken werden. Vervolgens berekent men het verschil tussen de totale factuur vóór en na WKK: de deling van deze jaarlijkse besparing door de netto investeringskost levert de eenvoudige terugverdientijd (TVT) van de voorgestelde oplossing. Vervolgens moet men deze jaarlijkse winst actualiseren om een ander belangrijk rendabiliteitscriterium te bekomen: de netto huidige waarde (in het Engels gekend onder de afkorting NPV = Net Present Value). De interne rendabiliteitsfactor (in het Engels: Internal Rate of afgekort IR) is een andere manier om de NPV uit te drukken onder de vorm van een percentage.

Het zal uiteindelijk de configuratie zijn met maximum rendabiliteit op basis van de minimale terugverdientijd en maximale netto huidige waarde die zal te verkiezen zijn.

De grafiek hieronder illustreert deze redenering voor 9 verschillende vermogens van WKK op basis van aardgas (met warmteopslag) in hetzelfde voorbeeld hiervoor besproken rekening houdend met een investeringsubsidie van 20%:

− De gele lijn (driehoek) illustreert de terugverdientijd voor de 9 verschillende vermogens, met een minimum/optimum gelegen tussen de 3 en 3,5 jaar. In dit voorbeeld hebben we voor een 70 kWe gekozen met een TVT van 3,5 jaar.

− De blauwe curve (ruit) illustreert de NPV (netto huidige waarde). Vermits we in dit geval voor een 70 kWe gekozen hebben is de NPV 119 154 €.

− Tenslotte illustreert de paarse curve (vierkant) de winst door de verkoop van de groenestroomcertificaten aan een prijs van 85€. Deze curve wordt alleen ten titel van informatie gegeven.

In ons geval heeft men gekozen voor een vermogen van 70 kWe omdat dit vermogen een goed compromis is tussen de maximale NPV en de minimale TVT. Vermelden we hier dat het maximaal kwartuur vermogen van dit voorbeeld 150 kWe bedraagt.

Page 15: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 15

Optimisation des cogénérateurs par puissance

119 954

3.5

0

50 000

100 000

150 000

200 000

250 000

20 30 40 50 60 70 80 90 100kWé

EUR

0.0

0.5

1.0

1.5

2.0

2.5

3.0

3.5

4.0

4.5 Années

CertificatsVerts *

V.A.N.

Temps deretour

* Certificats verts en € sur toute la durée de vie du cogénérateur

Opmerking: Men moet hierbij vermelden dat er andere criteria kunnen opgelegd worden om een optimaal vermogen te kiezen (maximum winst op de netto jaarlijkse factuur voor elektriciteit, maximum opbrengst van de groenestroomcertificaten, maximale vermindering in uitstoot van schadelijke gassen, …). De opdrachtgever zal aan het studiebureau zijn criteria opleggen voor een optimale dimensionering van de WKK.

II. Is warmteopslag interessant?

Het opslaan van de warmte geproduceerd door een WKK kan nuttig zijn om diverse redenen.

1. Om aan de behoefte van elektriciteit te voldoen in een periode dat men de warmte niet direct kan gebruiken zoals gedurende piekuren met de duurste elektriciteitstarieven.

2. Om de temperatuurfluctuaties af te zwakken en daarmee de frequentie van de start/stop van de WKK te beperken. Daardoor kan men de draaitijd verlengen en daardoor de levensduur van de WKK vergroten.

3. Om aan een groter deel van de warmtevraag te kunnen voldoen wat toelaat een grotere WKK te installeren.

Er bestaan verschillende manieren om een warmteopslag te realiseren, hetzij met bestaande verwarmingsketels (in functie van het watervolume ervan), hetzij in een groot netwerk van leidingen (vooral bij stadsverwarmingnetten) hetzij in een onafhankelijk buffervat voor wateropslag. Bekijken we de laatste optie van dichterbij.

Optimalisatie van het vermogen van een WKK

jaren

Page 16: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 16

Het werkingsprincipe van een buffervat met warm water is als volgt:

Indien de warmtevraag lager is dan de warmteproductie van de WKK zal de temperatuur van het retourwater stijgen. Dit veroorzaakt een langzaam sluiten van de 3-weg kraan (1) wat een opwarming van de opslagbuffer veroorzaakt. Indien deze buffer een maximale temperatuur bereikt moet de WKK gestopt worden.

Indien de warmtevraag groter wordt dan het thermisch vermogen van de WKK (a fortiori wanneer die gestopt is, bvb. in de daluren) zal de kraan (2) openen waardoor warmwater uit het buffervat naar de gebruikers zal stromen.

ballon tampon = opslagbuffer

Het buffervat zal bij voorkeur in parallel geschakeld worden met de WKK zoals hierboven geschetst is. Dit zal een identieke werking toelaten wat ook de warmtebron is: de WKK of het buffervat.

Een vuistregel voor het bepalen van het volume van het buffervat is dat de warmte gestockeerd moet kunnen worden voor 1 à 2 uur werking van de WKK bij vollast.

In de nieuwe versie van COGENsim 2.06 kan men de werking van de WKK simuleren met of zonder buffervat en het optimaal volume ervan bepalen.

Toch vergt het toevoegen van een warmte opslag de aandacht voor aantal punten. Vooreerst is er een aanpassing van het expansievat vereist. De aanwezigheid van een extra volume water van bvb 4 m3 in het circuit zal een bijkomende expansie vergen van 0.30 m3. Ten tweede, vanuit een mechanisch standpunt betekend 4 m3 water een extra gewicht van 4 ton op de vloer, en tenslotte aangezien het warm water gestockeerd is op een temperatuur tussen 90 en 65°C zal een goede isolatie nodig zijn om de warmteverliezen te beperken.

III. Berekening van de rendabiliteit

Om de terugverdientijd alsook de Netto actuele waarde (NPV) van de investering te berekenen moet men een aantal hypothesen aannemen. Om zich aan de veilige te spelen is het aan te raden enkele « conservatieve » hypothesen aan te nemen zoals hieronder vermeld in schuine letters en voorafgegaan door het symbool Θ.

Een ander rendabiliteitscriterium is de interne rendabiliteitsgraad (In het Engels IRR of Internal Rate of Return), deze zal in het kort uitgelegd worden.

Page 17: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 17

a) Terugverdientijd

De terugverdientijd (uitgedrukt in jaar) is de verhouding van de jaarlijkse netto winst (€/jaar) en de netto investering (€). Dit rendabiliteitscriterium houdt dus geen rekening met de toekomstige evolutie van de energieprijzen, de inflatie of de discontovoet van het geld.

De jaarlijkse netto winst wordt berekend aan de hand van het verschil tussen de facturen vóór en na de installatie van de WKK.

De factuur vóór installatie van de WKK omvat de volgende uitgaven:

1. Aankoopfactuur van elektriciteit;

2. Aankoopfactuur van brandstof voor de stookketels;

Deze facturen zijn die van het verbruik in het referentiejaar. Het is dus aan te raden eventueel een (kleine) correctiefactor toe te passen op de facturen van het verleden om aldus een bedrag te bekomen voor de facturen « nu » die beter de realiteit benaderen.

De factuur na de installatie van de WKK bevat de volgende posten:

1. Aankoopfactuur van bijkomende elektriciteit van een leverancier;

2. Aankoopfactuur van de brandstof voor de stookketels en de WKK;

3. De onderhoudskosten en verzekering voor de WKK.

Θ : Hier moet men voorzien dat de WKK zal stilliggen op het slechtste moment (hetzij gedurende piekuren) wat een negatieve impact zal hebben op de prijs van aangekochte elektriciteit.

Daarbij moet men de jaarlijkse winsten toevoegen van:

De verkoop van de opgewekte elektriciteit die intern niet verbruikt wordt;

De opbrengst van groenestroomcertificaten

De netto investering voor een WKK wordt berekend op basis van de bruto investering verminderd met de steunmaatregelen (premies, subsidies, en/of fiscale voordelen) waar de opdrachtgever recht op heeft, alsook bepaalde vermeden investeringskosten (bvb in bepaalde gevallen, de investering van een hulpaggregaat).

Het globale bedrag van de investering van een WKK omvat:

De basisprijs van de motor en de generator;

De kost voor parallel werking met het net, met inbegrip van de noodzakelijke elektrische beveiliging en de aansluiting aan het laagspanningsbord;

Een container met geluidsdemping;

De warmtewisselaars en de aansluiting op de collector;

Externe elektrische apparatuur voor de verbinding met het onderstation van het gebouw (leidingen, schakelaars, …);

In sommige gevallen: bouwkundige werken;

Vergoeding voor studie en installatie;

Page 18: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 18

Alle andere toebehoren die noodzakelijk zijn voor de goede integratie en werking van de WKK in de thermische en elektrische installatie van het gebouw.

Θ : Voor alle zekerheid is het aan te raden een toeslag van 5 à 10% van de totale som te voorzien voor eventuele onvoorziene uitgaven.

Om het type en bedrag van de diverse subsidies en andere financiële stimulansen te kennen volstaat het de webpagina: www.leefmilieubrussel.be te raadplegen.

Men komt overeen dat alle bedragen hier vermeld zonder BTW zijn.

b) Berekening van de actuele netto waarde (NPV)

De actuele netto waarde van de winsten gerealiseerd tijdens de uitbating van de WKK is het verschil tussen de inkomsten (dwz winsten op de elektriciteitsfactuur, verkoop van groene certificaten,…) en de uitgaven (dwz netto investering, brandstofkosten, onderhoud, …).

Daarbij worden deze« toekomstige » financiële kasstromen verdisconteerd naar « actuele » Euro’s. Het is inderdaad belangrijk de « toekomstige » winsten te vergelijken met een investering van « vandaag ». Dit noemt men tevens actualiseren. Bij voorbeeld, de actuele waarde van een winst van 10 000 € beschikbaar over 5 jaar aan een discontovoet van 4% bedraagt 8 219 €. Of in andere woorden, om 10 000 € te bekomen over 5 jaar, volstaat het om vandaag een bedrag van 8219 € in een bankinstelling uit te zetten aan een interestvoet van 4%.

Daarboven houdt de NPV rekening met de evolutie van de prijzen van de diverse componenten die de financiële kasstromen uitmaken, dwz de inflatie op de onderhoudskosten en met evolutie van de energieprijzen.

De formule die de NPV berekend is de volgende:

NPV = – INV + Σ VA (winst) – Σ VA (uitgaven)

met VA (winst) = Σ t = 1 à n (( )

( )t

t

i1

j1winst

+

+× )

Waarin: NPV = De netto actuele waarde (Net Present Value)

INV = Netto initiële investering

VA = Actuele waarde van een veranderlijke (inkomsten of uitgaven)

t = duur (jaren)

n = Economische levensduur van een investering

i = Discontovoet of actualiseringgraad

j = Evolutie van de prijs van een variabele (inkomsten of uitgaven)

Page 19: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 19

Θ : Het is belangrijk realistische hypotheses aan te nemen om een over- of onderschatting van de financiële rendabiliteit of NPV te vermijden:

1. De technische levensduur van een WKK tot aan de vervanging van de complete installatie is ongeveer 100 000 uren. Bij een werkingsduur van 6000 uren/jaar komt dit overeen met een levensduur van 16 jaar. Nochtans is het om voorzichtigheidsredenen aan te raden een economische levensduur van slechts 50 000 uren te voorzien (of 8 jaar in dit voorbeeld) wat overeenkomt met een grote onderhoudsbeurt van de motor (vervanging van de cilinders, zuigers, krukas, turbo,..). In de praktijk verandert de tijd voor het groot onderhoud van leverancier tot leverancier (tussen 36 000 uren à 60 000 uren).

2. De (jaarlijkse) actualisatiegraad laat ons toe een toekomstige winst (of inkomen) te verdisconteren naar Euro’s vandaag, wat overeenkomt met de interestvoet die door de banken gehanteerd wordt. Omdat men meestal het geld zal lenen om te investeren in een WKK, is het aan te raden de actualisatiegraad te nemen die overeenkomt met de interestvoet op leningen. In de privé sector zal men een nog grotere actualisatiegraad gebruiken om rekening te houden met het investeringsrisico. De gewenste actualisatiegraad zal door de opdrachtgever aan het studiebureau meegedeeld worden.

3. Een inflatiegraad voor onderhoudskosten van ongeveer 2% is realistisch.

4. Hoe meer de prijzen van de brandstof stijgen, des te sterker zal de rendabiliteit van het WKK project dalen aangezien de brandstoffactuur na installatie van de WKK zal stijgen met dalende winsten als gevolg. Voor aardgas is het aanbevolen een stijging van ongeveer 6% te hanteren (2008-2009).

5. De evolutie van de elektriciteitsprijzen zouden als gevolg van de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt in principe moeten dalen in de komende jaren. Nochtans is dat in de praktijk niet het geval: men constateert in werkelijkheid een verhoging van de elektriciteitstarieven. Voor de evolutie van de elektriciteitsprijzen zal men dus ook een stijging voorzien van 5,87% (2008-2009).

c) De Interne Rendabiliteitsgraad: IRR (= Internal Rate of Return)

Een ander economisch criterium, zij het minder courant gebruikt, is de Interne Rendabiliteitsgraad of beter bekend onder de Engelse term IRR (Internal Rate of Return) van een investering. Het is in feite die actualisatiegraad die leidt tot een NPV = 0. Het interessante van dit criterium is dat het de investeerder van de WKK in staat stelt te weten wat de opbrengst is van zijn geïnvesteerd kapitaal in vergelijking met andere investeringen. Indien de IRR groter is dan de kapitaalskost (interest op kapitaal of op een lening) dan is het project rendabel.

Page 20: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 20

IV. Berekening van de groenestroomcertificaten

Voor de berekening van het aantal groenestroomcertificaten zal de lezer alle informatie vinden op de webpagina’s van BRUGEL op het adres: www.brugel.be en van Leefmilieu Brussel: www.leefmilieubrussel.be

Op de site van Leefmilieu Brussel vindt men een hoofdstuk toegewijd aan warmtekrachtkoppeling met daarin een rekenblad in EXCEL formaat « Berekening van het aantal groenestroomcertificaten van uw WKK installatie » die gratis gedownload kan worden om aldus nauwkeurig het aantal groene stroomcertificaten te berekenen.

De prijs van een groenestroomcertificaat is bepalend voor de rendabiliteit van een WKK project. Men moet echter enkele voorzorgen nemen.

Θ : Aangezien de prijs evolueert in functie van enerzijds de boete en anderzijds door de vraag en het aanbod van de certificaten (marktmechanisme), is het aan te raden voor de verkoopprijs een zekere spreiding te nemen in de rendabiliteitberekening. Typisch kan men een prijs nemen van ongeveer 80 à 90% van de boete. De boete kan door de Brusselse regering aangepast worden. Informatie vindt men op de site van BRUGEL: www.brugel.be

Page 21: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 21

4e stap: Evaluatie van de impact van een WKK

Na een optimalisatie van het vermogen, gebaseerd op economische overwegingen kan men de beste technologische oplossing voorstellen (vermogen, type technologie, warmteopslag) is men in staat de impact ervan te evalueren, dwz een balans opstellen van de energetische, economische en ecologische gevolgen van de WKK. In sommige gevallen kan het nuttig zijn de balans voor verschillende oplossingen op te maken om een beter gevoel te krijgen van de invloed van diverse parameters.

Andere positieve beschouwingen – op technisch of op sociaal vlak of voor het imago - kunnen altijd vermeld worden in het verslag op verzoek van de opdrachtgever.

De energiebalans

De WKK laat toe een deel van de warmtebehoeften van het gebouw te leveren, wat vroeger door bestaande stookketels was verzekerd en tevens in een deel van de elektriciteitsbehoeften wat voorheen door een elektriciteitsleverancier via het net werd geleverd. In dit stadium is het belangrijk om te weten wat de verbruikte en geproduceerde hoeveelheden zijn “voor” en “na” de installatie van de WKK, zowel voor elektriciteit als voor warmte zoals geïllustreerd in de tabel hieronder (voor het gekozen voorbeeld):

Energiebalans

Situatie "voor" WKK (facturen 2007)

Aardgas verbruik 1 304 544 kWhprim OVW / jaar (met 15% REG)

Netto warmtevraag 978 408 kWhth / jaar (rendement van 75%)

Elektriciteitsverbruik 541 499 kWhe / jaar (piek van160 kWe)

Situatie "na" WKK (simulatie)

Aardgas verbruik van de ketels 423 574 kWhprim OVW / jaar

Aardgas verbruik van de WKK 1 196 322 kWhprim OVW / jaar

Meerverbruik aan aardgas door de WKK 315 351 kWhprim OVW / jaar

Warmteproductie door de WKK 660 728 kWhth / jaar (67.5% van de vraag)

Elektriciteitproductie door de WKK 385 004 kWhe / jaar

Eigenverbruik van de elektriciteit 301 023 kWhe / jaar (55.6% van de vraag)

Saldo aan te kopen elektriciteit 240 476 kWhe / jaar

Verkoop van overschot aan elektriciteit 83 981 kWhe / jaar (21.8% van de productie)

Page 22: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 22

Economische balans

I. Jaarlijkse netto winst op de energiefactuur

Een niet onbelangrijk voordeel van een WKK is een vermindering, die soms zeer belangrijk kan zijn, van de jaarlijkse energiefactuur.

Om deze vermindering te schatten of de jaarlijkse netto winst te berekenen kan men het verschil maken van de diverse facturen “voor” en “na” de installatie van de WKK.

Typisch zal het gebouw « voor » de installatie van de WKK een factuur betalen voor brandstof en elektriciteit, zoals hieronder geïllustreerd:

Situatie "voor" WKK

Brandstof factuur 47 616 € / jaar

Elektriciteitsfactuur 54 258 € / jaar

TOTAAL 101 874 € / jaar

Na installatie van de WKK zal de factuur voor brandstof verhogen (extra verbruik voor de productie van elektriciteit), maar de elektriciteitsfactuur zal verminderen. Echter verschijnt nu ook een factuur voor het onderhoud en verzekering van de WKK.

Daarbij moet men nu rekening houden met de winsten die ontstaan uit de verkoop van surplus elektriciteit aan een leverancier alsook uit de verkoop van groenestroomcertificaten.

De jaarlijkse winst wordt verkregen door de facturen te vergelijken « voor » en « na » installatie van de WKK.

Voor het gekozen voorbeeld:

Situatie "na" WKK

Brandstof factuur 59 126 € / jar

Elektriciteitsfactuur 26 505 € / jaar

Onderhoud en verzekering 8 439 € / jaar

Verkoop surplus elektriciteit 3 779 € / jaar

Verkoop groenestroomcertificaten (85 €) 20 215 € / an

TOTAAL 70 076 €/an

Jaarlijkse nettowinst 31 798 € / an

Page 23: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 23

II. Economische rendabiliteit van de WKK

Eerst en vooral moet men het bedrag van de investering “All Inn” kennen: de verschillende onderdelen (motor, generator, warmtewisselaars, akoestische behuizing, regeling, buffervat), levering, bouwkundige werken, montage, aansluiting, inbedrijfstelling, en tevens een forfait van 7% voor de studiekosten (opstellen van het lastenboek en werfopvolging) en 7% voor de aansluitingskosten op het distributienet. Om rekening te houden met onvoorziene kosten zal men een overinvesteringsfactor toepassen van 10% op het totaal bedrag.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ondersteunt kwaliteit WKK enerzijds door de groenestroomcertificaten en anderzijds door de “Energiepremies”. Deze premies kennen een subsidie toe van 50% voor een haalbaarheidsstudie en 20 tot 25% op het investeringsbedrag. In het kader van deze studie hebben we rekening gehouden met een steun van 20% van de investering.

In de tabel hieronder worden de verschillende posten beschreven van ons voorbeeld. Bepaalde posten zoals de bouwkundige werken werden nogal hoog geschat.

Posten Bedrag [€ excl. BTW]

WKK module (ln een container geleverd) 90 485

Installatie, aansluiting en in bedrijfstelling (10 %) 9 048

Bouwkundige werken (betonvloer – bevestigingen : 10 %) 9 048

Buffervat (4 m3) 5 381

Studiekosten (forfait van 7 %) 6 334

Aansluiting aan het distriebutienet (forfait van 7%) 6 334

TOTAAL 126 630

Overinvesteringsfactor 10 %

TOTAAL "all inn" 139 292

Energie premie (20%) 27 858

TOTAAL netto "all inn" 111 434

Zoals eerder vermeld wordt de rendabiliteit van een WKK project uitgedrukt aan de hand van 2 criteria: De enkelvoudige terugverdientijd en de Netto actuele waarde (NPV). Andere criteria kunnen gebruikt worden zoals de IRR (Interne rendabiliteitsgraad) of de geactualiseerde terugverdientijd. Die bijkomende parameters kunnen in het rapport opgenomen worden op verzoek van de opdrachtgever maar zullen hier niet verder behandeld worden.

Page 24: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 24

Ecologische balans

I. Primaire energiebesparing

De gecombineerde productie van warmte en elektriciteit door middel van een WKK kan een besparing aan primaire energie betekenen t.o.v de beste technologieën voor afzonderlijke productie van de zelfde hoeveelheden warmte en elektriciteit. De vermindering van het verbruik van primaire energie is vandaag van kapitaal belang.

Inderdaad, in tegenstelling tot wat de globalisatie van de markten zou laten vermoeden, een overvloed aan energiebronnen is slechts schijn en de bevoorrading ervan is niet gegarandeerd. Daarboven zijn de fossiele reserves niet onuitputtelijk. Aan het ritme van het huidige verbruik zullen de gekende reserves aan aardgas volledig opgebruikt zijn binnen 60 jaar, en aardolie binnen 40 jaar… Daarbij is het gebruik van de fossiele brandstoffen ongelijkmatig verdeeld in de wereld ten nadele van de ontwikkelingslanden.

In ons voorbeeld zal de WKK een extra verbruik van aardgas meebrengen van 315 352 kWh. Maar door dit extra verbruik zal een interne elektriciteitsproductie van 385 004 kWhe opgewekt worden, wat een elektrisch rendement van 122% betekend ! Dus veel beter dan de beste elektriciteitsproductie door middel van een STEG3 centrale met een rendement van 55%.

In ons voorbeeld zal de WKK 1 196 322 kWh aardgas verbruiken voor de productie van 385 004 kWhe en 660 728 kWhth, indien de zelfde hoeveelheden warmte en elektriciteit zouden worden geproduceerd in de referentie installaties, hadden deze respectievelijk 700 007 kWh en 734 142 kWh zijnde 1 434 149 kWh verbruikt hebben. Door gebruik te maken van WKK bespaart men in ons voorbeeld dus elk jaar 237 829 kWh aardgas !

Het betreft inderdaad een globaal positieve energiebalans, en niet direct merkbaar door de uitbater van het gebouw, die integendeel zijn aardgas factuur ziet stijgen. Maar met de keuze van een moderne technologie zoals de WKK zal de uitbater actief deelnemen aan deze dynamiek voor primaire energie besparing. Het is precies om deze reden dat het Brussels hoofdstedelijk gewest, deze technologie verder wenst te ontwikkelen.

3 De referentie is een STEG (SToom En Gas) centrale met een rendement van 55%

Page 25: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 25

II. CO2 vermindering

Het gas dat tegenwoordig alle aandacht trekt is het koolstofdioxide (CO2). Dit zogenaamde broeikasgas heeft geen « directe » impact op de gezondheid maar speelt een sleutelrol in het versterken van het broeikaseffect op aarde.

Dit broeikaseffect op aarde is enerzijds onontbeerlijk. Moesten er geen broeikasgassen in de atmosfeer aanwezig zijn, en daardoor de warmte-uitstraling van de aarde (verwarmd via instraling van de zon) belemmeren, dan zou de gemiddelde temperatuur op aarde zomaar min 18°C bedragen !

Anderzijds, door de voortdurende ontwikkeling van de menselijke activiteiten op aarde, worden er massale hoeveelheden broeikasgassen in de atmosfeer uitgestoot, die er de samenstelling van de atmosfeer wijzigen en er het natuurlijke broeikaseffect versterken. Het is deze onnatuurlijke versterking die, volgens recente waarnemingen, aan de oorsprong ligt van de klimaatswijzigingen zoals overstromingen, droogtes, tornado’s, verhoging van de zeewaterspiegel, uitbreiding van infecties, bezoedeling van de reserves aan drinkbaar water, enz.

Het is dus noodzakelijk alles in het werk te stellen om de uitstoot van de 6 broeikasgassen te verminderen, waarvan CO2 82% uitmaakt van alle broeikasgassen. Die CO2 is voornamelijk (85%) afkomstig van de verbranding van fossiele brandstoffen (aardolie, kolen, aardgas). Daarom is dit gas het doelwit geworden van alle pogingen om de emissies te beperken, vooral ten gevolge van het KYOTO protocol, geratificeerd door België in 1997.

Een investering in een WKK eenheid, laat de opdrachtgever toe zijn CO2 emissies in een belangrijke mate te verminderen, en aldus mee te werken aan het objectief dat België heeft gesteld om de uitstoot te reduceren.

In het gekozen voorbeeld zal de WKK de jaarlijkse uitstoot van CO2 met 51 609 kg verminderen t.o.v. de referenties.

Page 26: Een haalbaarheidsstudie voor een warmtekrachtoppeling uitvoeren ...

Lastenboek om een haalbaarheidsstudie voor een WKK uit te voeren volgens de “Regels van de kunst” - Versie juli 2009 p. 26

Besluit

De haalbaarheidsstudie wordt afgesloten met de presentatie van correcte en betrouwbare resultaten die gebaseerd zijn op « conservatieve » hypothesen.

Het is in dit stadium dat het studiebureau een WKK vermogen en type technologie voorstelt met eventueel een warmteopslag voor het bestudeerd gebouw, gebaseerd op één of meerdere selectiecriteria door de opdrachtgever zelf gekozen (minimum terugverdientijd, maximum NPV, maximum jaarlijkse winst, maximale vermindering van CO2 uitstoot,…).

Enkele becijferde resultaten uit de studie kunnen hier vermeld worden om de conclusies te bevestigen.