Uitvoeren Van Werken Eandis Aansluitingen

SERVERKOPIE op datum van 1-07-10

LB - 133 - F01.08

Blz 1 / 2

METHODEN EN MATERIALEN

Versie 01

01-05-2010

Bijzonder technisch lastenboek

Uitvoeren van werken Aansluitingen – Samenvattende staat

(uitgave juni 2009)

Naam Handtekening

Methoden Aannemers Christiaan Wauters

Preventieadviseur Chris Criel

Diensthoofd Methoden Aannemers Erik Dehouwer

FORMULIER CONTROLEBLAD

NIEUW DOCUMENT

X VERVANGT: LB-133-F01.08 van 25/10/2007

(DEEL)PROCESDOMEIN: Ontwikkelen van Netten E, G en OV

PROCES: Operationeel beheren

DEELPROCES:

WAT: Met dit document wordt bovenvermeld lastenboek opgenomen in Documentenbeheer, zodat alle belanghebbende afdelingen en diensten er vrij over beschikken.

HOE TE BEKOMEN: Dubbelklik op onderstaande iconen om de documenten te openen.

LB-133-F01-08juni2009defkleur.pdf

LB-133-F01-08juni2009defkleur.pdf

BEHEERD DOOR: Directie Netbeheer – Techniek Methoden Aannemers

REVISIETOELICHTING:

AUTEUR: Chris Wauters

SERVERKOPIE op datum van 1-07-10

LB - 133 - F01.08

Blz 2 / 2

METHODEN EN MATERIALEN

Versie 01

01-05-2010

Bijzonder technisch lastenboek

Uitvoeren van werken Aansluitingen – Samenvattende staat

(uitgave juni 2009)

DOELGROEPEN Alle personeelsleden - Hfdn Exploitatie Netten Controll.-Income Management Managementcomité -> TL 1e interventie Boekhouding DNB-Leverancier Alle kaderleden Nettechn. 1e interventie Boekhouding Eandis NETBEHEER -> TL Planning Studies/Projecten - Lokaal netwerkbeheer Lokale dispatcher IFRS/IAS - Netbeheer-Infrastructuur Administratie exploitatie -> SBPA Toewijzing Exploitatie Hfd Com. & Externe relaties -> Beheer Netwerkrisico’s -> TL Exploitatie Elektriciteit SBPA -> Technisch Comm. beheer 1e Exploitatieagent E Interne communicatie -> Netbeleid Elektriciteit Nettechn. Expl. E Externe communicatie -> Netbeleid Gas Nettechn. E schakelbev Public Affairs -> Netwerkbeheer Toezichter BG/OV Evenementen & Organisaties Netontwikkeling E -> TL Exploitatie Gas Woord- & Beeldcommunicatie Netontwikkeling G 1e Exploitatieagent G Campagnes,Web-& Doc.beheer Beheer netwerkplanning Nettechn. Expl. G staallas Netwerkkenis & -informatie Nettechnicus Expl. G Hfd ICT-beheer - Netbeheer - Techniek Regeltechnicus G SBPA -> SBPA - Hfdn Aansluitingen ICT - beh. Techn.&Log. Proc. -> Methoden & Materialen -> TL Aansluitingen ICT - beh. Markt/Corp. Proc. Technologie E Toezicht ICT Projecten Technologie G Nettechn. Aansluitingen ICT Applicaties Milieu Nettechn. Aansl. Staallas ICT Werkplek & Infrastructuur Methoden Aannemers Toewijzing Aansluiting ICT Governance Office Technische administratie -> TL Backoffice Aansluitingen -> Opleiding en Training Werkvoorbereiding Hfd Pers.- & Intern beheer -> Aankoop Nazorg SBPA -> Logistiek Technisch advies klanten Klantenbeheer HR -> Facilitair beheer Klantenkantoren Compensations & Benefits -> Project L/H gas - Contact Gem. & Gr. Klant Industriële relaties -> Project slimme meters - Hfd Bedrijfsvoering Personeelsadministratie -> SBPA Staffing & Loopbaanontw. NETUITBATING -> DOC Intern beheer - Hfdn Infragebieden -> Datakwaliteit & BO Operaties NEXT - SBPA’s -> Bedrijfsvoering Expl. & Nieuwb. E Bus. Proces man./kwaliteit - Hfdn Studies & Aanleg Bedrijfsv. Sterkstroom -> TL Ontwerp Netten Bedrijfsv. Zwakstroom Hfd Corporate Governance Ontwerpers Meterinfrastructuur Audit Projectbeheer Metertechniek Compliance -> TL Planning MOTS Risicobeheer Planning, Studies, Aanl. -> Bedrijfsvoering Expl. & Nieuwb. G Ombudsdienst -> TL Backof.Studies, Aanleg - BUP’s Dossieradministratie Hfd Klantenbeheer Financiën Hfd Prev. Besch. & Milieu SBPA’s Tekencel Preventieadvies & Opleidingen REG Patrimonium Preventie & Bescherm. Infras SODV -> TL Uitvoeringscoördinatie Prev. & Besch. Directies Metering Wervencoördinatie Preventieadv. & Int. processen Klantencontacten Toezicht Aanleg Beheer Toegangsregister Toezicht Overkop.,

spannings- drukwijziging Hfd Fin. & Adm. beheer Beheer Nettoegang/Leverancier

SBPA Juridisch beheer/Administratie Uitgave 20 januari 2010

Bijzonder technisch lastenboek uitvoering van werken aan aansluitingen Editie 06.2009

Het maken van nieuwe en het overkoppelen van bestaande ondergrondse aftakkingen Elektriciteit en Gas

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 1

1 AANNEMINGSVOORWAARDEN ..........................................................6

1.1 WERKEN BUITEN DE DIENSTUREN ZONDER TOEZICHT.................................................... 6 1.2 HET GEBRUIK VAN WFM/MOBILE TECHNOLOGIE .............................................................. 6 1.3 UITVOEREN VAN AANSLUITINGEN OF OVERKOPPELINGEN SAMEN MET ANDERE NUTSMAATSCHAPPIJEN (SYNERGIE) ................................................................................................ 6 1.4 CONTRACTBREUK DOOR DE AANNEMER............................................................................ 7 1.5 VEILIGHEIDSBEPALINGEN ...................................................................................................... 7 1.6 KWALIFICATIE VAN HET TEWERKGESTELDE PERSONEEL ............................................... 7 1.7 SIGNALISATIE ........................................................................................................................... 9 1.7.1 Sleufovergangen..........................................................................................................................9 1.7.2 Verkeers- en werfsignalisatie ......................................................................................................9 1.8 Belangrijke kwaliteitseisen van Eandis..................................................................................... 10 1.9 WERKEN MET ONDERAANNEMERS .................................................................................... 10 1.10 MELDING EN HERSTELLING BESCHADIGDE KABELS EN LEIDINGEN ............................ 11 1.11 MATERIALEN , ARBEIDSMIDDELEN, COLLECTIEVE EN PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN STEEDS DOOR DE AANNEMER TE LEVEREN ................................ 12 1.12 MATERIALEN DOOR DE OPDRACHTGEVER TER BESCHIKKING GESTELD................... 12 1.13 BEHANDELEN VAN MATERIALEN VOOR EN TIJDENS HET PLAATSEN........................... 14 1.13.1 Behandelen van kabelhaspels en kabels. .................................................................................14 1.13.2 Behandelen en plaatsen van gasbuizen en gasmeters.............................................................16

a. Manipulatie van gasmaterialen............................................................................................ 16 b. Maatregelen vóór het verbinden.......................................................................................... 16 c. Voorlopig afdichten van leidingen ....................................................................................... 16 d. Verbinding van de gasaftakleiding met de hoofdleiding...................................................... 17

1.14 MILIEU- EN AFVALBEPALINGEN........................................................................................... 17 1.15 VAKANTIEREGELING ............................................................................................................. 18 1.16 COÖRDINATIEDAGBOEK....................................................................................................... 19 1.17 DAGBOEK DER WERKEN ...................................................................................................... 19 1.18 PLAATSBESCHRIJVING ......................................................................................................... 19

2 TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN ....................................................... 20

2.1 ALGEMEEN.............................................................................................................................. 20 2.1.1 Elektriciteit .................................................................................................................................20 2.1.2 Gas ............................................................................................................................................20 2.2 HEFFINGEN, VERGUNNINGEN EN VOORSCHRIFTEN....................................................... 20 2.3 GRONDWERKEN..................................................................................................................... 22 2.4 HET STUTTEN VAN SLEUVEN EN PUTTEN ......................................................................... 22 2.4.1 Wanneer wordt er gestut – regels. ............................................................................................22 2.4.2 Hoe wordt er gestut. ..................................................................................................................22 2.4.3 Hoe wordt de beschoeiing aangebracht. ...................................................................................23 2.4.4 Het plaatsen van de leidingen in gestutte sleuven. ...................................................................24 2.4.5 Het vullen van gestutte sleuven en het wegnemen van de beschoeiingen...............................24 2.4.6 Maximale sleufdiepte met beschoeiing - Beschoeiingsniveaus. ...............................................24 2.4.7 Verrekening voor het stutten van sleuven. ................................................................................24 2.4.8 Het stutten van werken boorputten. ........................................................................................24 2.4.9 Het stutten van palen langs sleuven..........................................................................................25 2.4.10 Belangrijke opmerkingen bij stutten...........................................................................................25 2.5 WERKEN IN REGIE ................................................................................................................. 25

3 BESCHRIJVING DER POSTEN .......................................................... 27

Algemeen Lastenkohier 2

3.1 DEFINITIES .............................................................................................................................. 27 3.1.1 Dienstleiding of aftakleiding:......................................................................................................27 3.1.2 Nieuwe aansluitingen:................................................................................................................27 3.1.3 Overkoppelingen:.......................................................................................................................27 3.1.4 Vernieuwingen: ..........................................................................................................................27 3.1.5 Types bedekking (bestrating) ....................................................................................................28 3.2 ALGEMEEN.............................................................................................................................. 29 3.3 POSTEN AANSLUITINGEN EN OVERKOPPELINGEN ELEKTRICITEIT .............................. 33 3.3.1 Nieuwe aansluiting elektriciteit zonder muurdoorboring (bv. aansluitbocht of wachtbuis

aanwezig) ..................................................................................................................................33 3.3.2 Nieuwe aansluiting elektriciteit met muurdoorboring.................................................................33 3.3.3 Nieuwe aansluiting elektriciteit zonder meter ............................................................................34 3.3.4 Supplement aansluiting op LS-papierloodkabel ........................................................................34 3.3.5 Bijplaatsen El-meter...................................................................................................................34

a. Gelijktijdig met de nieuwe aansluiting ................................................................................. 34 b. Niet gelijktijdig met de nieuwe aansluiting........................................................................... 35

3.3.6 Plaatsen budgetmeter elektriciteit .............................................................................................35 3.3.7 Indienststelling van El-aansluitingen .........................................................................................36

a. Indienststelling van een nieuwe (reeds eerder gemaakte) El-aansluiting........................... 36 b. Indienststelling van een bijkomende(reeds eerder gemaakte) El-aansluiting op eenzelfde lokatie .......................................................................................................................................... 37

3.3.8 Overkoppelen of vernieuwen van bestaande elektriciteitsaansluitingen...................................37 a. Overkoppeling of vernieuwing A.......................................................................................... 37 b. Overkoppeling of vernieuwing B.......................................................................................... 38

3.3.9 Wegname tijdelijke aansluiting elektriciteit en plaatsen definitieve teller ..................................39 3.3.10 Vervangen van oude EL-meters door nieuwe ...........................................................................39

a. Vervangen oude EL-meter door nieuwe meter ................................................................... 39 b. Vervangen oude EL-meter door nieuwe meter + meterkast ............................................... 40

3.3.11 Het vervangen van OT’s............................................................................................................40 a. Type A: Vervangen Prom.................................................................................................... 40 b. Type B: Vervangen van OT................................................................................................. 41 c. Type C: Vervangen van OT plus bedrading........................................................................ 41 d. Type D: Vervangen van OT + plaatsen kast en relais ........................................................ 42 e. Type E: Controle teller (bij gemeenschappelijke OT).......................................................... 42

3.3.12 Slopen van aansluitingen elektriciteit ........................................................................................42 a. Slopen elektriciteitsaansluiting ............................................................................................ 42 b. Slopen van een bijkomende elektriciteitsmeter................................................................... 43

3.3.13 Wegname elektriciteitsmeter .....................................................................................................43 3.3.14 Slopen tijdelijke aansluiting elektriciteit op luchtnet...................................................................44 3.3.15 Onvoorziene werken bij aansluitingen en overkoppelingen elektriciteit ....................................44

a. Bijkomende kabelplaatsing binnenshuis - gedeelte boven de 5 meter ............................... 44 b. Plaatsen kabelgoot binnenshuis.......................................................................................... 44

3.4 SCHORSEN EN HERAANSLUITEN VAN EEN KLANTAANSLUITING ELEKTRICITEIT....... 45 3.4.1 Schorsen van een ondergrondse aansluiting elektriciteit ..........................................................45 3.4.2 Schorsen van een ondergrondse aansluiting elektriciteit op luchtnet .......................................45 3.4.3 Schorsen van een elektriciteitsaansluiting binnenshuis ............................................................45 3.4.4 Heraansluiten van een geschorste elektriciteitsaansluiting binnenshuis ..................................46 3.5 POSTEN AANSLUITINGEN EN OVERKOPPELINGEN GAS................................................. 47 3.5.1 Nieuwe huisaansluiting gas (Cu DN22 of DN28) zonder muurdoorboring met gasmeter G4 of

G6 ..............................................................................................................................................47 3.5.2 Nieuwe huisaansluiting gas (Cu DN22 of DN28) met muurdoorboring met gasmeter G4 of G647


3.5.3 Nieuwe aansluiting gas 5/4” of 2" met gasmeter G10, G16 of G25 .........................................48 a. Buitenwerk aftakking 5/4” of 2" met gasmeter G10, G16 of G25 (in de regel met muurdoorboring).......................................................................................................................... 48 b. Binnenwerk aftakking 5/4” of 2" met 1 gasmeter G10, G16 of G25................................... 48 c. Bijkomende gasmeter(s) op collector in appartementen..................................................... 49 1. Gelijktijdig met de nieuwe gasaansluiting ........................................................................... 49 2. Niet gelijktijdig met de nieuwe gasaansluiting..................................................................... 49

3.5.4 Plaatsen budgetmeter gas.........................................................................................................50 3.5.5 Minprijs voor NIET-indienststelling gasaansluiting ....................................................................50 3.5.6 Indienststelling van gasaansluitingen........................................................................................51

a. Indienststelling van een nieuwe (reeds eerder gemaakte) gasaansluiting ......................... 51 b. Indienststelling van een bijkomende (reeds eerder gemaakte) gasaansluiting op eenzelfde locatie .......................................................................................................................................... 51

3.5.7 Supplement voor gasasaansluiting op MD5..............................................................................51 a. MD5 miniklantcabine voor MD-drukregelaar....................................................................... 52 b. MD5 miniklantcabine met regelaar en gasmeter G4 of G6................................................. 52 c. MD5 miniklantcabine met regelaar en gasmeter G10, G16 of G25 .................................... 53

3.5.8 Overkoppelen of vernieuwen van bestaande gasaansluitingen................................................53 a. Type A: overkoppeling of vernieuwing zonder binnenwerk................................................. 53 b. Type B: overkoppeling of vernieuwing met binnenwerk...................................................... 54 c. Type C: overkoppeling of vernieuwing met volledige vervanging van de aftakking binnenshuis ................................................................................................................................. 54 d. Type D: overkoppeling of vernieuwing met volledige vervanging van de aftakking op gasdistributieleiding in PE, staal of PVC..................................................................................... 55 e. Type E: vernieuwing met volledige vervanging van de aftakking op bestaande gasdistributieleiding in gietijzer of asbestcement........................................................................ 55

3.5.9 Plaatsen van huisdrukregelaars ................................................................................................56 a. Type A : enkel drukregelaar ................................................................................................ 56 b. Type B : drukregelaar + saneren meteropstelling ............................................................... 57 c. Type C : drukregelaar + saneren meteropstelling + muurdoorvoering ............................... 57

3.5.10 Vervangen oude gasmeter door nieuwe gasmeter ...................................................................58 a. Type A: enkel gasmeter ...................................................................................................... 58 b. Type B: gasmeter + saneren meteropstelling ..................................................................... 58 c. Type C: gasmeter + saneren meteropstelling + muurdoorvoering...................................... 59

3.5.11 Slopen van oude gasaansluitingen............................................................................................60 a. Slopen gasaansluiting ......................................................................................................... 60 b. Slopen van een bijkomende gasmeteropstelling................................................................. 60

3.5.12 Wegname gasmeteropstelling ...................................................................................................61 3.5.13 Onvoorziene werken bij aftakkingen en overkoppelingen gas ..................................................61

a. Bijkomende leiding binnenshuis - gedeelte boven de 5 meter............................................ 61 b. Plaatsen buitenafsluiter + straatkap + muurplaatje tegelijk met nieuwe aansluiting........... 61 c. Plaatsen buitenafsluiter + straatkap + muurplaatje in bestaande aansluiting onder gas.... 62

3.6 SCHORSEN EN HERAANSLUITEN VAN EEN KLANTAANSLUITING GAS.......................... 62 3.6.1 Schorsen van een ondergrondse aansluiting gas .....................................................................62 3.6.2 Schorsen van een gasaansluiting binnenshuis .........................................................................63 3.6.3 Heraansluiten van een geschorste gasaansluiting binnenshuis ...............................................63 3.7 POSTEN AANSLUITINGEN EN OVERKOPPELINGEN ICS................................................... 63 3.7.1 Bijtrekken ICS-kabel in sleuf elektriciteit of gas.........................................................................63 3.7.2 Supplement ICS-stijgkabel tegen LS-paal.................................................................................64 3.8 POSTEN BIJKOMENDE GRONDWERKEN EN DIVERSEN................................................... 64 3.8.1 Supplement fundering onder BESTRATING per aansluiting.....................................................64 3.8.2 Bijkomend sleufwerk..................................................................................................................65

a. Bijkomend sleufwerk gedeelte boven de 2 meter ............................................................... 65


b. Bijkomend sleufwerk – Supplement fundering onder BESTRATING.................................. 66 3.8.3 Handboring ................................................................................................................................66 3.8.4 Beschermbuizen........................................................................................................................67 3.8.5 Bijkomend grondwerk ................................................................................................................67 3.8.6 Herstelling losse bestrating .......................................................................................................67 3.8.7 Herstelling bitumen of cementbeton ..........................................................................................67 3.8.8 Supplement fundering onder bestrating per m².........................................................................68 3.8.9 Zandvulling ................................................................................................................................68 3.8.10 Boordstenen of betongreppels ..................................................................................................68 3.8.11 Afvoer van gronden volgens Vlarebo X.....................................................................................70

a. Afvoer bij volledige vervanging sleufgrond.......................................................................... 71 b. Afvoer zonder vervanging sleufgrond in losse bestrating of in bitumen of cementbeton.... 71 c. Afvoer zonder vervanging sleufgrond in berm .................................................................... 71 d. Afvoer grond van putten ...................................................................................................... 71

3.8.12 Onderuitkloppen (met raket) van oude aansluitleiding ..............................................................72 3.8.13 Stutten van sleuven en putten ...................................................................................................72 3.8.14 Nutteloze verplaatsing (ongeacht de duur) ...............................................................................72 3.8.15 Verloren uren materiaalafhaling DC ..........................................................................................73 3.8.16 Maken van een LS-verbindingsmof op aansluitkabel................................................................73 3.8.17 Slopen deel aansluiting op luchtnet...........................................................................................73

a. Slopen aansluiting in BAXB of in Cu of Alu (1 draagwijdte, ijzer op gevel inbegrepen) ..... 73 b. Kabelopvoer (opstijgpunt LS of OV of ICS) wegnemen...................................................... 73

3.8.18 Bronbemaling.............................................................................................................................74 a. Bronbemaling sleuf.............................................................................................................. 74 b. Bronbemaling voor aansluiten boorputten ........................................................................ 74 c. Dagsupplement bronbemaling ............................................................................................ 74

3.8.19 Verwijderen van niet zichtbare hindernissen (massieven, ondergronds metselwerk, betonblokken, oude riolen,…)....................................................................................................75

3.8.20 Wegvoeren van ingepakte vezelcementbuizen of -platen.........................................................75 3.8.21 Werken in regie..........................................................................................................................75 3.9 GRONDWERK IN MIN VOOR AANSLUITINGEN EN OVERKOPPELINGEN ........................ 76 3.10 SLA - SERVICE LEVEL AGREEMENTS ................................................................................. 76 3.10.1 SLA – Wegsignalisatie en verkeersveiligheid niet in orde.........................................................76 3.10.2 SLA – Woningen, handelshuizen en inritten niet veilig bereikbaar ...........................................77 3.10.3 SLA – Uitvoerders niet in het bezit van geldige pasjes .............................................................77 3.10.4 SLA – (Verbergen van) onvakkundige werkuitvoering ..............................................................77 3.10.5 SLA – Laattijdige of onvolledige verstrekking van data na uitvoering werken ..........................77 3.10.6 SLA – Herstelling bestrating buiten de norm.............................................................................77 3.10.7 SLA – Gegronde klacht over klantvriendelijkheid - service .......................................................77 3.10.8 SLA – Slechte plaatsing aftakzadel of elektrolasverbinding......................................................77 3.10.9 SLA – Slechte verbindings-, eind- of aftakmof ..........................................................................78 3.10.10 SLA – Klever op PE-leiding niet aangebracht ...........................................................................78 3.10.11 SLA – Servicegarantie voor aansluitingen.................................................................................78 3.11 LIJST MET EENHEIDSPRIJZEN ............................................................................................. 78


1

1.1

AANNEMINGSVOORWAARDEN

WERKEN BUITEN DE DIENSTUREN ZONDER TOEZICHT

Buiten de diensturen van de opdrachtgever is het niet toegelaten andere dan de hierna vermelde werken uit te voeren. Deze werken worden de dag vooraf, in overleg met de opdrachtgevende dienst geregeld. Het betreft: Het maken van putten voor aansluitingen op de voorziene plaats.

Het verder dempen van putten, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de in deze putten

geplaatste onderdelen VOORHEEN:

o behoorlijk door de opdrachtgevende dienst zijn onderzocht. o met gunstig resultaat onderworpen werden aan de vereiste proeven.

Het uitvoeren van herbestratingswerken die geen bijzondere, door de opdrachtgever(s) en/of door

deze van een betrokken Bestuur, te onderzoeken fundering vereisen. Opruimingswerken en transport voor opruiming of aanvoer van materialen.

1.2 HET GEBRUIK VAN WFM/MOBILE TECHNOLOGIE

Eandis heeft in de meeste infrastructuurgebieden reeds een “WFM/Mobile” technologie ingevoerd en zal deze in de loop van de nieuwe contractuele periode eveneens in al de andere infrastructuurgebieden invoeren. Zowel het personeel van Eandis als de aannemers zullen dit systeem verplicht gebruiken om een snellere en betere samenwerking te verwezenlijken. Het systeem werkt op basis van “Mobile devices” (draagbare computers) door Eandis ter beschikking gesteld en waarmee een directe communicatie en uitwisseling van gegevens tussen opdrachtgever en opdrachtnemer mogelijk wordt. De modaliteiten van WFM/Mobile zijn opgenomen in het algemeen lastenboek “Richtlijnen Mobile/WFM voor aannemers aansluitingen Eandis” (LB-117-F01.01).

1.3 UITVOEREN VAN AANSLUITINGEN OF OVERKOPPELINGEN SAMEN MET ANDERE NUTSMAATSCHAPPIJEN (SYNERGIE)

In principe beperken de werken beschreven in dit lastenboek zich tot het maken van nieuwe en het overkoppelen van bestaande ondergrondse aftakkingen elektriciteit en gas. Het gemeenschappelijk uitvoeren van aansluitingen of overkoppelingen (Eandis + watermaatschappij + telefoonmaatschappij + andere) kan evenwel worden opgelegd door het beherend bestuur van bvb. verkavelingen, gemeente, rijkswegen, enz. Dergelijke werken kunnen dus geheel of gedeeltelijk aan de aanneming worden onttrokken. De aannemer kan hiervoor geen schadeloosstelling eisen van de opdrachtgever. De mogelijkheid bestaat evenwel dat het beherend bestuur de gemeenschappelijke werken door de aannemer van de opdrachtgever (Eandis) wenst te laten uitvoeren. Dit gebeurt aan volgende voorwaarden: De eenheidsprijzen vallen volledig binnen dit bestek, de aannemer vraagt geen supplementen aan

de andere nutsmaatschappijen.


De kostprijs per deelnemende nutsmaatschappij wordt bepaald via een vaste verdeelsleutel.

De aannemer factureert elk deelbedrag rechtstreeks aan de betreffende nutsmaatschappij.

Het is niet toegelaten om andere nutsmaatschappijen op de werf toe te laten zonder uitdrukkelijk akkoord van de opdrachtgever. Concreet betekent dit dat bij synergiewerken waarbij Eandis piloot (hoofdopdrachtgever) is, de grondwerken (sleuven en putten inclusief de aparte sleufdelen) en aanverwante gemeenschappelijke posten voor alle deelnemende nutsmaatschappijen afgerekend worden volgens de voorwaarden en eenheidsprijzen van dit lastenboek.

1.4

1.5

1.6

CONTRACTBREUK DOOR DE AANNEMER

Deze bepalingen zijn opgenomen in het algemeen lastenboek “Uitvoeren van werken” (LB-111-F01).

VEILIGHEIDSBEPALINGEN

De algemene veiligheidsbepalingen zijn opgenomen in de “Algemene veiligheidsvoorschriften voor aannemers bij het uitvoeren van werken” (LB-113-F01). Van de aannemer en zijn werknemers wordt verwacht dat er veilig wordt gewerkt op de werven van Eandis. De aannemer zorgt ervoor dat zijn werknemers de nodige opleidingen en instructies hebben gekregen en steeds worden bijgeschoold in verband met de eigen veiligheidsbepalingen opgesteld voor zijn eigen bedrijf en met de veiligheidsbepalingen van zijn opdrachtgever Eandis, zodat hij aan de geldende Belgische Wetgeving voldoet inzake veiligheid. De werknemers van de aannemer worden bij het uitvoeren van de werkzaamheden op de werven van Eandis geacht steeds alle veiligheidsinstructies toe te passen en continu aandacht te hebben voor veiligheid op het werk. Veiligheid is een onderdeel van alle werken beschreven in dit lastenboek. De aannemer houdt er bijgevolg rekening mee dat alle kosten noodzakelijk voor de realisatie van de veiligheid bij het uitvoeren van de werken deel uitmaakt van zijn offerteprijs.

KWALIFICATIE VAN HET TEWERKGESTELDE PERSONEEL

Het personeel van de aannemer dat de werkzaamheden beschreven in dit lastenboek zal uitvoeren dient in het bezit te zijn van de daarbij horende geldige pasjes Eandis. De algemene bepalingen betreffende te volgen opleidingen zijn opgenomen in het Algemeen Lastenboek “Opleiding en Training” (LB-115-F01.02). De benodigde pasjes voor elke werkzaamheid zijn te vinden in het Algemeen Lastenboek “Pasjes aannemerspersoneel” (LB-115-F02.02).

De werknemers die werken uitvoeren waarvoor het bezit van een pasje verplicht is, moeten dat pasje steeds bij zich hebben op de werven, zodat de pasjes door de opdrachtgever op de werf onmiddellijk kunnen gecontroleerd worden. De opdrachtgever zal de werf onmiddellijk stil leggen indien de pasjes niet kunnen getoond worden.

Indien binnen de periode van de waarborg op het contract aannemer – Eandis een defecte aftakmof of aftakzadel wordt vastgesteld die geplaatst werd door een werknemer van de aannemer en die in bezit is van het pasje AFE of AFG, zullen de SLA - Slechte verbindings-, eind- of aftakmof of aftakbeugel (zie punt 3.10 in dit lastenboek) en de eventuele kosten (voor interventie, herstel van de mof, wachturen, verplaatsingen en mogelijke gevolgschade) in min in rekening worden gebracht via de meetstaat en kan het pasje van de betrokken werknemer die de aftakking maakte ingetrokken worden.

Werknemers die beschikken over een PE-laspasje kleven een sticker met hun laspasnummer naast elke


PE-las. Deze stickers zijn te verkrijgen bij de externe opleidingscentra voor PE-lassen (VCL en TCZ) waar het pasje PE-lassen werd behaald of verlengd. Het niet kleven van de stickers met laspasnummer wordt beschouwd als een zware inbreuk en heeft bij vaststelling steeds een SLA (zie punt 3.10 in dit lastenboek) tot gevolg en kan zelfs leiden tot het intrekken van het laspasje.

Eandis heeft het recht alle lassen en verbindingen te laten controleren en te doen verwijderen indien de lassen volgens de controleprocedures niet voldoen aan de gestelde normen. Bij herhaling van een fout van dezelfde lasser kan de maatschappij het PE-laspasje Eandis inclusief de pasjes AFG en OAG intrekken en deze lasser weigeren op de werf of een bijkomende opleiding opleggen.

Alle onaanvaardbaar verklaarde lassen en verbindingen moeten door de aannemer op zijn kosten vervangen worden. Dit werk zal dan uitgevoerd worden door een goedbevonden lasser en alle verbindingen zullen dan nagezien worden. Alle kosten veroorzaakt door slechte lassen of verbindingen, de bijkomende controles en alle herstellingen zijn ten laste van de aannemer.

De uitvoering van al de werkzaamheden waarvoor de pasjes verplicht zijn gebeurt volgens de werkinstructies en de doefiches, die ter beschikking gesteld worden bij de opleidingen (onder de vorm van een syllabus) voor het behalen van de pasjes Eandis. Alle DOE-fiches moeten per ploeg in een map aanwezig zijn op de werf. De aannemer krijgt elektronisch toegang tot een documentbrowser op de site van Eandis (www.eandis.be) waar onder meer alle toe te passen werkinstructies en doe-fiches terug te vinden zijn. Indien er tijdens de contractuele periode door Eandis wijzigingen worden doorgevoerd aan de werkmethoden, die werden onderricht tijdens de opleidingen voor het behalen van een pasje, en Eandis organiseert hiervoor één of meerdere halve dagen bijscholing, dan zullen alle personeelsleden van aannemers in het bezit van het betreffende pasje verplicht deze bijscholing komen volgen. Van de personen die verzaken aan de bijscholing zal het pasje ingetrokken worden, waardoor deze personen de werkzaamheden verbonden aan het pasje niet meer mogen uitvoeren voor Eandis. Het behalen van een nieuw pasje achteraf is dan enkel nog mogelijk door het volgen van de volledige opleidingscyclus voor dat pasje, waarin die bijscholing dan ook definitief werd geintegreerd.

Benodigde interne pasjes:

Het bezit van de pasjes, relevant voor de te gunnen werkzaamheden moet aangetoond worden ten laatste bij de daadwerkelijke gunning van de loten:

Omschrijving Pasjes Code Pasjes Veiligheidsinstructies Grondwerken (VGW) * VGW PE- druksystemen Elektro- en Zadellassen (BECETEL – keuring)

PE

Standaardgasaftakking LD tot 8 m³/h AFG Standaardgasaftakking LD tot 40 m³/h AFG LD 40 Standaardgasaftakking MD tot 40 m³/h ** AFG MD Overkoppelen en aanpassen LD gas OAG Aansluiten budgetmeter gas BUDAG Ondergrondse aftakking op LS kunststofkabels AFE Ondergrondse aftakking op PPL-kabels AFE PPL Overkoppelen en aanpassen LS elektriciteit OAE Plaatsen budgetmeter elektriciteit BUDM

* Veiligheidsinstructies grondwerker: dit pasje dient verplicht in het bezit te zijn van elke grondwerker die in het kader van dit lastenboek door de aannemer bij Eandis wordt ingezet. Onder grondwerker wordt een werknemer verstaan die enkel gronden herbestratingswerkzaamheden uitvoert en dus niet in het bezit is van enig ander technisch Eandis-pasje opgesomd in bovenstaande tabel. Een grondwerker mag ook als helper fungeren van de werknemers in het bezit van de hierboven opgesomde technische pasjes maar hij mag in geen geval die technische werkzaamheden zelf uitvoeren.


http://www.eandis.be/

** Dit is enkel van toepassing voor de infrastructuurgebieden waar aansluitingen gas op middendrukgasleidingen worden gemaakt (in alle infra’s behalve Kempen en Antwerpen).

Bij elke beschreven post onder 3 “Beschrijving der posten” is onderaan het vereiste pasje met zijn code vermeld dat de uitvoerder van de aannemer minimum dient behaald te hebben om de werken beschreven in die post te mogen uitvoeren. Indien de uitvoerder een hoger pasje bezit dan het vermelde mag hij die werken eveneens uitvoeren. Met een hoger pasje wordt bedoeld: een pasje dat het onderaan de post vermelde pasje als vooropleiding heeft (bij voorbeeld de bezitter van het pasje AFG MD mag ook de werken van pasje AFG LD 40 en van pasje AFG uitvoeren) (zie ook het Algemeen Lastenboek LB-115-F02.02).

Externe opleidingen:

PE-druksystemen Elektro- en Zadellassen volgens Becetel-keuring voor het verbinden van PE-gasleidingen en het plaatsen van aftakzadels gas. De opleiding is te volgen bij de externe opleidingscentra VCL (VervolmakingsCentrum voor Lassers), Nijverheidskaai 121D 1070 Brussel, tel. 02/520.56.58 of TCZ, Ploegstraat 38A, 8380 Zeebrugge, tel. 050/55.96.28 en duurt 2 dagen. Voor elke aansluitploeg die tewerkgesteld wordt bij Eandis moet de aannemer 1 PE-lasser met geldig PE-laspaspoort in dienst hebben. Een geldig laspaspoort is enkel een pasje PE-lassen van Eandis dat de aannemer gratis kan bekomen in ruil voor een duidelijke fotocopie van het geldige laspaspoort behaald bij VCL of TCZ. Het pasje PE-lassen van Eandis heeft dezelfde geldigheidsduur als het laspaspoort van VCL of TCZ en moet dus ook telkens hernieuwd worden na de jaarlijkse lasproef bij VCL of TCZ.

Opleidingen Mobile:

Door de invoering van de “WFM/Mobile” technologie voor aansluitingswerken binnen Eandis zullen de werknemers van de aannemer die de Mobile Devices gaan gebruiken verplicht een opleiding volgen gedurende 3 dagen om de nodige administratieve deelopdrachten volgens de posten van dit lastenboek via de WFM/Mobile technologie te kunnen uitvoeren. Een handleiding voor het gebruik van deze Mobile Devices wordt bij de opleiding voorzien.

Elke werknemer in het bezit van een technisch pasje (alle hierboven in de tabel opgesomde pasjes behalve VGW) is bedienaar van een Mobile Device en moet de opleiding volgen en slagen in de testen.

1.7

1.7.1

SIGNALISATIE

Sleufovergangen

Sleufovergangen voor voetgangers of fietsers worden, waar dit nodig is, door brugliggers van voldoende lengte, breedte en stevigheid, voorzien (“Bijzonder lastenboek Sleuven en herbestrating” – GETVW2 - LB-111-F02). Een brugligger is voorzien van voldoende stevige leuningen. Multiplexplaten of andere houten planken voldoen bijgevolg niet aan deze bepalingen.

1.7.2 Verkeers- en werfsignalisatie

Hiervoor verwijzen wij naar het algemeen lastenboek “Uitvoeren van werken” (LB-111-F01) en de “Algemene veiligheidsvoorschriften voor aannemers bij het uitvoeren van werken” (LB-113-F01). De aannemer houdt er rekening mee dat elke werf conform de Belgische wetgeving dient voorzien te worden van de nodige signalisatie. Signalisatie is een onderdeel van alle werken beschreven in dit lastenboek. De aannemer houdt er bijgevolg rekening mee dat alle kosten noodzakelijk voor de signalisatie bij het uitvoeren van de werken deel uitmaakt van zijn offerteprijs.


Bijzondere bepalingen:

Bij de kruisingen van een rijweg in open sleuf, tenzij deze volgens de voorschriften door onderboring geschiedt, worden de werken eerst in één helft van de rijwegbreedte uitgevoerd en na behoorlijk herbruikbaar maken van deze helft voor het verkeer in de tweede helft. Indien deze maatregelen wegens verkeersmoeilijkheden of andere omstandigheden niet uitvoerbaar zijn, dient de aannemer, na toelatingsaanvraag aan de betrokken openbare ordedienst en in overleg met deze, een verkeersomleiding te verzekeren, met behoorlijke signalisatie.

Alle nodige verkeersborden en signalisatie is inbegrepen in de eenheidsprijzen, met uitzondering van bijkomende verkeersomleiding. In zeer uitzonderlijke omstandigheden zal, hoofdzakelijk in opdracht van de verkeerspolitie, een bijkomende verkeersomleiding dienen geplaatst te worden. Dit verkeersplan wordt aan de opdrachtgever voorgelegd. Het plaatsen van deze bijkomende signalisatie is niet voorzien in de offerteprijs. De aannemer zal hiervoor telkens dit zich voordoet een afzonderlijke offerte dienen voor te leggen. Na akkoord van de opdrachtgever zal deze kost verrekend worden via de meetstaat.

Parkeerverbod, noodzakelijk voor het uitvoeren van de werken, met inbegrip van de organisatie ervan, alle administratie en het ter beschikking stellen van de nodige verkeersboden, is ten laste van de aannemer en is inbegrepen in de eenheidsprijzen.

Verkeerslichten voor beurtelings doorlaten van het verkeer zijn steeds inbegrepen in de wettelijke signalisatie en dus inbegrepen in de eenheidsprijzen.

1.8

1.9

Belangrijke kwaliteitseisen van Eandis.

De aannemer komt bij de uitvoering van zijn werken de volgende interne servicegaranties strikt na:

o Herstellingen in losse bestrating en bitumen of cementbeton dienen te gebeuren, bij voorkeur onmiddellijk, maar uiterlijk binnen de 5 werkdagen na uitvoering van werken aan aansluitingen, tenzij de plaatselijke autoriteiten een kortere periode opleggen.

o Uitvoering van aansluitingen dienen te gebeuren binnen de 15 werkdagen nadat de klant zich

'gereed' gemeld heeft overeenkomstig de afspraken en richtlijnen geregistreerd in het dossier.

o Klachten waarbij de aannemer betrokken is, dienen, bij voorkeur onmiddelijk, maar uiterlijk binnen de 5 werkdagen na uitvoering, gecorrigeerd te worden. Deze corrigerende uitvoering wordt binnen dezelfde termijn afgemeld aan Eandis.

Voor aannemers die zich niet houden aan deze belangrijke kwaliteitseisen worden de voorziene SLA’s (zie 3.10 achteraan in dit lastenboek) in rekening gebracht op de meetstaat. Bij herhaling kan worden over gegaan tot verbreking van het contract.

WERKEN MET ONDERAANNEMERS

De aannemer zal bij de aanbesteding opgeven welke onderaannemers hij zal inzetten bij een eventueel contract en voor welke activiteiten beschreven in dit lastenboek Indien de inschrijver een beroep doet op onderaannemers binnen de hoofdopdracht gelden (naast de reeds onder de Aankondiging van Opdracht vermelde regels) de volgende regels :

o de aanbestedende overheid dient de onderaannemers te kennen bij de kandidatuurstelling o de inschrijver dient duidelijk aan te geven voor welke delen van de opdracht hij een beroep zal

doen op deze onderaannemers o de inschrijver dient ervoor te zorgen dat de gevraagde informatie voor elke onderaannemer

afzonderlijk wordt overgemaakt o de aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om onderaannemers die niet aldus

kenbaar zijn gemaakt te weigeren

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 10

Werken binnen de hoofdopdracht zijn :

o het realiseren of vernieuwen van huisaansluitingen o het overbrengen van deze aansluitingen op het distributienet. Dit gebeurt ofwel in het kader

van nieuwbouw ofwel bij renovatie van een oude of te verlaten distributieleiding o het vervangen van onderdelen van aansluitingen (meters, drukregelears,

ontvangsttoestellen,...) o het schorsen en heraansluiten van aansluitingen o het plaatsen, activeren en desactiveren van budgetmeters elektriciteit en gas

Indien de inschrijver een beroep doet op onderaannemers buiten de hoofdopdracht gelden de volgende regels :

o de aanbestedende overheid dient de onderaannemers te kennen bij de kandidatuurstelling o de onderaannemer beschikt over de erkenningsklasse conform de wettelijke vereisten in

verhouding tot de opdracht met een minimum van klasse 1 o de onderaannemer zal niet aanvaard worden wanneer hij geen minimumscore van 70 %

inzake kwaliteit behaalt of als 'nieuwe' aannemer geen kwaliteitsverslagen voorlegt van minimaal 2 externe opdrachtgevers, volledig ingevuld en voor akkoord ondertekend

o de inschrijver dient duidelijk aan te geven voor welke delen van de opdracht hij een beroep zal doen op deze onderaannemers

o de inschrijver dient ervoor te zorgen dat de gevraagde informatie voor elke onderaannemer afzonderlijk wordt overgemaakt

o de aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om onderaannemers die niet aldus kendbaar zijn gemaakt te weigeren

Werken buiten de hoofdopdracht zijn bijvoorbeeld de gronden herbestratingswerken voor aansluitputten en sleuven en voor handboringen. Indien de hoofdaannemer in de loop van een eventueel contract een nieuwe onderaannemer wenst in te zetten moet hij dit officiëel per brief aanvragen bij de Dienst Methoden Aannemers, t.a.v. de heer Erik Dehouwer, Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle, die deze aanvraag in overleg met het infrastructuurgebied waar de aannemer een onderaannemer wenst in te zetten, schriftelijk zal weigeren of goedkeuren. De nieuwe onderaannemer mag pas starten als de schriftelijke toelating in het bezit van de hoofdaannemer is. Aannemers die onderaannemers inzetten, die niet in het contract zijn vermeld of zonder schriftelijke toelating, plegen contractbreuk en vallen onder de modaliteiten van 1.4 “Contractbreuk door de aannemer”.

1.10 MELDING EN HERSTELLING BESCHADIGDE KABELS EN LEIDINGEN

Bij de uitvoering van grondwerken kan de aannemer geconfronteerd worden met beschadigde elektriciteitskabels en gasbuizen. Vaak is het onduidelijk wie verantwoordelijk is voor een beschadiging, zeker als meerdere aannemers betrokken zijn bij eenzelfde werk. Omdat het herstellen kosten met zich meebrengt, worden beschadigingen die geen stroomonderbreking of gasuitstroom veroorzaken dikwijls niet gemeld. Ingeval de aannemer bij de uitvoering van zijn werken een kabel of gasbuis beschadigt of een beschadiging vaststelt MOET hij onmiddellijk de opdrachtgever verwittigen. Beschadigingen die GEEN stroomonderbreking of gasuitstroom tot gevolg hebben zal de opdrachtge-ver steeds op eigen kosten herstellen.

Bij beschadigingen aan leidingen of kunstwerken brengt de aannemer onmiddellijk en ambtshalve de benadeelde op de hoogte van de aangerichte schade. De aannemer duldt geen enkele daad die de schade zou verbergen of de herstelling ervan bemoeilijken.

Deze beschikking is eveneens van toepassing indien de vastgestelde schade niet voortspruit uit de uitvoering van de werken waarmee de aannemer belast is, noch uit enige andere daad van zijn personeel of van zijn onderaannemers en hun personeel.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 11

1.11 MATERIALEN , ARBEIDSMIDDELEN, COLLECTIEVE EN PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN STEEDS DOOR DE AANNEMER TE LEVEREN

De materialen te leveren bij grondwerken en herbestratingen (dallen, cement, beton...) zoals beschreven in de posten worden steeds geleverd door de aannemers en zijn begrepen in de eenheidsprijzen van de desbetreffende posten, tenzij anders vermeld. Alle materialen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werken en voorgeschreven staan in de werkinstructies, zoals rolcleaner, tangit, pluisvrije doeken, poetsdoeken enz. zijn eveneens te leveren door de aannemer. De aannemer dient te beschikken over de juiste lastoestellen en over al de nodige werktuigen, meettoestellen en het nodige specifieke gereedschap voor de vakkundige uitvoering van de werken beschreven in dit bijzonder technisch lastenboek uitvoering van werken aan aansluitingen. Voor het plaatsen van elektrolasmoffen voor aansluitingen en overkoppelingen gas worden enkel nog lastoestellen toegelaten met barcode + leespen en een uitleesbaar geheugen. Nieuwe lastoestellen moeten beantwoorden aan de technische specificatie “Synergrid KVBG/2000.21.03”. Een lijst met goedgekeurde elektrolastoestellen is terug te vinden in het document “Synergrid KVBG/2000.10.07”. De aannemer zal zijn lastoestellen jaarlijks laten keuren door de fabrikant en levert een bewijs van keuring aan de opdrachtgever. Voor het schrapen van een PE-leiding dient de aannemer te beschikken over geschikte mechanische rondschrapers. De mechanische rondschrapers moeten beantwoorden aan de technische specificatie “Synergrid KVBG/2000.10.06”. Een lijst met goedgekeurde mechanische rondschrapers is terug te vinden in het document “Synergrid KVBG/2000.10.09”. Voor het verplicht afmelden van elk aansluitwerk (dus ook de werken die volledig in orde zijn) aan de back-office van het infrastructuurgebied beschikt elke ploeg van de aannemer over een GSM-toestel. Alle kosten voor het GSM-toestel zijn begrepen in de eenheidsprijzen. Het afmelden gebeurt telkens onmiddellijk na het beëindigen van elk aansluitingswerk. Bij de aanvang der werken zal de aannemer alle werktuigen, meettoestellen, lastoestellen en gereedschappen ter goedkeuring voorleggen aan de lokale opdrachtgever of zijn afgevaardigde. Alle arbeids- en beschermingsmiddelen moeten beantwoorden aan het KB d.d. 12/08/93 gewijzigd door de KB’s van 17/06/97 en 04/05/99, en aan de CE-richtlijnen.

1.12 MATERIALEN DOOR DE OPDRACHTGEVER TER BESCHIKKING GESTELD

Alle materialen die onderdelen worden van het net, zoals kabels, ophangsystemen, kasten, tellers enz. ... evenals alle kleine bevestigingsmaterialen zoals pluggen, bouten, kapbeugeltjes, klembandjes, enz. … worden door de opdrachtgever geleverd.

De aannemer is verantwoordelijk voor verlies, diefstal, brand en beschadiging van al de hem ter beschikking gestelde materialen vanaf het moment van afhaling in het DC of vanaf het ogenblik van levering op de werf of in het ophaalpunt. Verdere bepalingen zijn opgenomen in het “Algemeen lastenboek” (LB-111-F01) en in de aanvullende nota “Werkwijze i.v.m. gestolen/ verloren/ beschadigde en gefraudeerde haspels” (SC-900-W03 en SC-900-F05).

De materialen moeten op een vakkundige wijze behandeld en bewaard worden.

Alle transportkosten zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen van de posten.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 12

Voor het transport van de materialen van en naar de werf gelden volgende regels: Alle hoofdmaterialen (o.a. LS-aansluitkabel, PE-gasbuizen op rol, enz. …) worden steeds door

de aannemers afgehaald in het Distributiecentrum te Lokeren. Alle andere materialen worden via een kittingsysteem ter beschikking gesteld in de onbemande regionale ophaalpunten van de opdrachtgever of in het ophaalpunt van de aannemer. De aannemer haalt de materialen af in deze ophaalpunten (minstens 1 maal per week).

Ledige en niet volledig gebruikte kabelhaspels zijn terug af te leveren in het

Distributiecentrum te Lokeren binnen de maand volgend op de aflevering aldaar. De niet volledig gebruikte kabelhaspels levert de aannemer enkel af na overleg met de plaatselijke dienst infrastructuur en met aanduiding van de restlengte op de bobijn.

Indien de aannemer zijn lege en niet volledig gebruikte kabelhaspels 4 maanden na afhaling in het Distributiecentrum nog niet heeft terug binnen geleverd zal hij hiervoor een kost van 60,015 € per bobijn en per maand gerekend vanaf de deadline aangerekend worden. Deze prijs kan in de loop van het contract aangepast worden.

De overschotten van de andere materialen zoals PE-hulpstukken, krimpmoffen, … zijn per

project en in originele verpakking terug af te leveren via de rolcontainers in de regionale ophaalpunten of in het ophaalpunt van de aannemer, vergezeld van een retourbon, opgemaakt door de opdrachtgever van het infrastructuurgebied, waarin de aannemer is tewerkgesteld.

Voor het ophalen en terugbrengen van de hoofdmaterialen door de aannemer in het Distributiecentrum te Lokeren, Moortelstraat 15, Industrieterrein E17/3115, geldt de volgende regeling: Materialen kunnen door de aannemers afgehaald worden op werkdagen tussen 6.30 uur en 20.00

uur. De aannemer zorgt ervoor dat minimum één dag op voorhand het distributiecentrum telefonisch

op de hoogte wordt gebracht met betrekking tot een specifieke afhaling van materiaal (opgave gegevens aannemer, type en aantal vervoer, voorstel van tijdstip van afhaling). Bellen kan tussen 6.30 uur en 20.00 uur op nummer (09) 331.75.63

De magazijnier kent op dat ogenblik aan de aannemer een tijdsvenster (tijdsslot) van afhaling toe

(20 minuten in de periode tussen 6.30 uur en 20.00 uur). Dit tijdsslot moet door de aannemer gerespecteerd worden teneinde een zo vlot mogelijke afhaling van de ophaling van de materialen te kunnen bekomen.

Het niet respecteren van het tijdsslot heeft tot gevolg dat de aannemer voor het laden van de af te

halen materialen moet wachten tot het eerstvolgende nog vrije tijdsslot of het niet behandelen van de aangevraagde materiaalafhaling.

De aannemer die materialen komt afhalen moet vergezeld zijn van de door de opdrachtgever

afgeleverde opdrachtformulieren met vermelding van de materialen en reservatie (reservatiebon SAP). Zonder deze formulieren worden de materialen niet geleverd.

De aannemer is verplicht de veiligheidsregels die gelden op het terrein van het distributiecentrum

na te leven. Niet naleving zal leiden tot een verbod tot het betreden van dit terrein.

Ingeval van stockbreuk in het DC te Lokeren, bij een opdracht tot afhaling van materialen door de aannemer, heeft de aannemer recht op een extra vergoeding namelijk de aanrekening van de post 3.8.14 “Verloren uren materiaalafhaling DC” indien voldaan is aan volgende voorwaarden:

- de aannemer heeft geen enkel materiaal kunnen ophalen/afleveren in het DC te Lokeren en heeft hierdoor een verloren rit gereden, m.a.w. een lege vrachtwagen keerde terug vermits er niets kon opgehaald worden.

- de aannemer in het DC hiervoor een schriftelijk bewijs heeft gevraagd en verkregen en dit bewijs aflevert aan het infragebied dat de opdracht voor afhaling materiaal heeft gegeven.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 13

1.13

1.13.1

BEHANDELEN VAN MATERIALEN VOOR EN TIJDENS HET PLAATSEN.

Behandelen van kabelhaspels en kabels.

Het is de aannemers en transporteurs niet toegelaten om kabelhaspels en buizen in lengten gelijktijdig samen te vervoeren.

Tijdens het laden en lossen wordt de motor van het voertuig stilgelegd, eventuele passagiers blijven ten allen tijde in de cabine van het voertuig.

De kabels zullen met speciaal daartoe voorziene voertuigen of aanhangwagens met een mechanische hefinstallatie vervoerd worden.

De haspels worden steeds met de flenzen in de verticale stand gemanipuleerd, gestockeerd en geladen. Om het wegrollen van de haspels te vermijden is het verplicht te klossen onder de flenzen; ook op de vrachtwagen:

Het takelen van kabelhaspels geschiedt in principe met een juk met as door het centrale asgat. Indien dit niet mogelijk is zijn alle voorzorgen te nemen om beschadigingen te voorkomen. Het is ten strengste verboden om volle en lege haspels met een kraan met grijpers te laden of te lossen.

Het manueel of machinaal over de grond verplaatsen van de haspels zonder daartoe voorziene voertuigen of aanhangwagens moet vermeden worden. Indien dit toch noodzakelijk is mogen de haspels slechts over effen terrein en over geringe afstand gerold worden. De kabel zou kunnen

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 14

beschadigen hetzij door verplettering, hetzij door verschuiving van de windingen. Bij zijn verplaatsing is de haspel steeds te rollen in de richting waarin de kabel opgerold werd.

Het afrollen van de kabelhaspels bij het paatsen van de kabel in de sleuf dient te gebeuren in de tegenovergestelde richting waarin de kabel opgerold werd. Hierbij let men erop dat

Het aangrijpingspunt van de trekkracht op de haspel zich onderaan de haspelwagen bevindt om te vermijden dat: de combinatie kabelhaspel – haspelwagen kantelt bij het opstroppen van de afrollende kabel de toegestane trekkracht op de kabel overschreden wordt zodat beschadiging voorkomen wordt

Het is ten strengste verboden de haspels te laten vallen van het voertuig.

Elke bocht in een kabel wordt uitgevoerd volgens een cirkelboog waarbij de minimum kromtestraal moet gerespecteerd worden.

De minimumtemperatuur waarbij de kabels mogen behandeld worden, bedraagt 0°C. De opgegeven temperatuur is deze van de kabel op het ogenblik van de plaatsing.

In overleg met de aangestelde van de maatschappij worden de plaatsen aangeduid waar de kabels doorgezaagd worden. Dit is echter zoveel mogelijk te vermijden.

Elk kabeluiteinde wordt na het doorzagen onmiddellijk door de aannemer met de meeste zorg afgeschermd tegen het indringen van vocht. Dit gebeurt met krimpkousen of gelijkwaardig materiaal door de opdrachtgever ter beschikking gesteld.

De aannemer mag geen gedeeltelijk gebruikte haspels terugbrengen bij de opdrachtgever zonder vooraf de kabeluiteinden te hebben afgeschermd zoals hierboven vermeld.

Zie ook de regels voor behandeling van kabels en haspels in het algemeen lastenboek CCLB02 (SE-302-F01).

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 15

1.13.2 Behandelen en plaatsen van gasbuizen en gasmeters.

Zie ook de regels voor behandeling van gasbuizen in de documenten AG-034-W01, AG-035-W01.

a. Manipulatie van gasmaterialen

Bij het manipuleren, verplaatsen en vervoeren van gasbuizen, hulpstukken en meters gelden volgende regels:

Het is verplicht om:

steeds de nodige voorzorgen te nemen om beschadigingen te voorkomen, met inbegrip van beschadiging van de eventuele bekleding de buizen te stapelen op een vlakke ondergrond en gedurende het vervoer voldoende te steunen en te klemmen het verplaatsen van de buizen zo te organiseren dat de buis of de uiteinden niet over de grond slepen vlakke banden of riemen te gebruiken voor de verplaatsing van beklede stalen buizen, leidingen of andere beklede onderdelen de gasmeters met de hand te laden en te lossen de meters en hulpstukken in een droog lokaal onder te brengen, gevrijwaard tegen iedere mogelijke beschadiging of diefstal de meters en hulpstukken die zouden kunnen beschadigd worden te vervoeren in daartoe aangepaste voertuigen en met de nodige bescherming de meters rechtstaand te stapelen zoals aangeduid op de verpakking de uiteinden af te stoppen of afgestopt te laten bij typische uitrustingen zoals meters, regelaars, kranen, ...

Het is verboden om: gasbuizen door te zagen om ze te kunnen verplaatsen of vervoeren buizen of hulpstukken over de grond of het wegdek te rollen buizen of hulpstukken te slepen bij laden, lossen of verplaatsen buizen of leidingen op te tillen of te verplaatsen met kabels, kettingen of andere harde of kwetsende snoeren PE-buizen of beklede stalen buizen in contact te brengen met open vlam, olie of bitumineuze producten houten hefbomen te gebruiken om op de stalen buis te drukken met de eventuele beschermmantel als last- of steunpunt

b. Maatregelen vóór het verbinden

Alvorens gasbuizen te verbinden dient iedere beschadiging van de buizen gemeld te worden aan de opdrachtgever , die dan de nodige maatregelen treft.

c. Voorlopig afdichten van leidingen

Ieder leidinguiteinde dat voorlopig naast of boven de sleuf wordt achtergelaten, wordt steeds tegen het indringen van water, vuil of gelijk welke voorwerpen afgeschermd met stoppen of kappen. Speciale aandacht zal besteed worden aan deze stoppen tijdens het in de sleuf trekken van de leiding.

De stoppen of kappen zijn zo gemaakt dat zij nooit in de leiding kunnen verdwijnen en dat ze steeds gemakkelijk kunnen verwijderd worden.

De aannemer zorgt voor de aanwezigheid van het vereiste aantal stoppen of kappen, aangepast aan de diverse doormeters van de te plaatsen leidingen.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 16

Leidinguiteinden die voorlopig in de sleuf achtergelaten worden, moeten op zulke wijze afgedicht worden dat er onmogelijk water of slijk kan indringen, zelfs als de sleuf volledig onder water loopt. Hiervoor kunnen passende stoppen of kappen gebruikt worden.

De aanwezigheid van water of vuil in de leiding wordt beschouwd als een zware fout van de aannemer.

In dergelijke gevallen zal de Maatschappij de aannemer opleggen om op zijn kosten de leiding met een buizenreiniger te reinigen, totdat alle water en vuil verwijderd zijn.

d. Verbinding van de gasaftakleiding met de hoofdleiding

Indien twijfel bestaat, mag geen enkel risico genomen worden en moet beroep gedaan worden op de Maatschappij. Slechts nadat met absolute zekerheid de juiste leiding bepaald werd, mag de uitvoering van het werk starten. Muurdoorvoeringen en wachtbuizen die door de klant geplaatst zijn moeten gebruikt worden. Niet bruikbare wachtbuizen worden voorlopig afgestopt. Dit wordt schriftelijk gemeld aan de klant met kopie aan de Maatschappij. Er mag geen andere nutsleiding bij de gasaftakleiding in dezelfde wachtbuis geplaatst worden. De dienstleidingen zullen afhellen naar de hoofdleiding toe, met een helling van minstens 1 mm per meter. Speciale gevallen zijn op te lossen volgens aanduidingen van de Maatschappij. Deze gevallen moeten speciaal genoteerd worden op de situatieschets.

1.14 MILIEU- EN AFVALBEPALINGEN

Hiervoor verwijzen wij naar de “Algemene milieuvoorschriften voor aannemers bij het uitvoeren van werken” (LB-114-F01). Alle gesloopte en vervangen meters, kabels en metalen onderdelen van aansluitingen en overkoppelingen worden door de aannemer verplicht afgevoerd naar de voorziene containers van Eandis in de plaatselijke depot van het betreffende infrastructuurgebied.

Alle vervoerskosten zitten vervat in de eenheidsprijzen van de posten tenzij anders in de posten vermeld.

BIJZONDERE AANDACHTSPUNTEN I.V.M. ASBESTBEHANDELING

Mogelijk dienen er bij het maken van nieuwe en het overkoppelen van bestaande aftakkingen elektriciteit en/of gas oude leidingen in vezelcement opgebroken en verwijderd te worden, of dient de aftakking of overkoppeling te gebeuren op een bestaande vezelcementbuis. Ook bij het wegnemen of vervangen van een binneninstallatie kan de aannemer in contact komen met vezelcementplaten, namelijk wanden van sommige oudere meterkasten of meterborden. Sommige van deze leidingen en platen bevatten asbestvezels.

In zulke gevallen dient de aannemer er rekening mee te houden dat de wetgeving betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest (K.B. van 16 maart 2006) van toepassing is op de werken. De personeelsleden die werken verrichten met een risico van blootstelling aan asbestvezels moeten vooraf de in de wetgeving voorgeschreven informatie gekregen hebben en de voorgeschreven opleiding gevolgd hebben. Attesten van opleiding moeten vooraf voorgelegd worden aan de opdrachtgever.

Met uitzondering van sporadische onderhoudswerken met een geringe blootstellingsintensiteit conform artikel 41 van bovenvermeld K.B. zal de aannemer ook steeds de werven waar hij vezelcementbuizen of -platen dient te slopen melden aan “FOD Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg, Toezicht op het Welzijn op het Werk”, afgekort “Technische Inspectie” en dit uiterlijk vijftien kalenderdagen voor aanvang der werken (zie model inhoud van meldingsdocument in bijlage 1 aan dit lastenboek).

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 17

Het K.B. van 16 maart 2006 vereist een planmatige aanpak van werken met een eenduidig werkplan en aandacht voor gepaste procedures om asbestafval te verwijderen.

Het opbreken van oude vezelcementbuizen zal bij het maken van aansluitingen en overkoppelingen zeer uitzonderlijk voorkomen. Dit kan enkel indien oude verlaten vezelcementbuizen (bv; gas- of waterleiding) zodanig dicht tegen de leiding liggen waarop een aftakking moet gemaakt worden dat het plaatsen van de aftakmof of aftakbeugel onmogelijk is zonder ze te verwijderen. Voor afvoer van een beperkt aantal lengtes tot drie meter zal de aannemer gebruik maken van plaatzakken van 310*110*30cm (deze zak bestaande uit lichtere plastiek binnenzak en een buitenzak uit gecoat polylypropyleen weefsel is een magazijnartikel met Eandis SAP-nummer 17719). Voor afvoer van kleinere lengtes buis levert de aannemer zelf plastiekzakken, deze zakken bestaan uit dubelwandig plastiek en kunnen bovenaan volledig afgesloten worden. De aannemer voert de gevulde zakken op het einde van de dag af naar de asbestafvalcontainer in de plaatselijke depot van het betreffende infrastructuurgebied.

Vermits eventueel te verwijderen vezelcement-leidingen of in dienst zijnde gasleidingen in vezelcement in de grond steken en dus steeds in contact komen met doorsijpelend regenwater en eventueel grondwater is het risico van vrijkomende asbestvezeldeeltjes bij het opgraven en het uit de sleuf of put nemen van de vezelcementbuizen of bij het maken van een aftakking of vernieuwing (overkoppeling) gas beperkt. De aannemer vermijdt het onnodig stukslaan en breken van de leidingen. Indien tijdens de werkzaamheden blijkt dat de vezelcementbuizen toch droog zijn of droog komen te staan, dan zal de aannemer deze bijkomend besproeien met water om te voorkomen dat asbestvezeldeeltjes zich in de omgevingslucht verspreiden.

Bij het demonteren of vervangen van een meteropstelling elektriciteit komt het voor dat deze gemonteerd is op een meterbord in vezelcementplaat al of niet in een meterkast. Bij wegnemen van het vezelcementpaneel wordt de meteropstelling eerst losgekoppeld van de aftakkabel zodat de stroom volledig is onderbroken. Op al de bevestigingspunten van plaat en meterapparatuur wordt bevochtigd bij voorkeur met een isolerende vloeistof (bv olie) zodat bij het losschroeven van plaat en apparatuur het vrijkomen van asbestvezeldeeltjes zo goed als onbestaande is. Vervolgens wordt de vezelcementplaat of kast met vezelcementwand ingepakt in een door de aannemer te leveren bovenaan volledig afsluitbare zak in dubbelwandig plastiek. Elke geheel of gedeeltelijk gevulde asbestzak wordt nog dezelfde dag door de aannemer afgevoerd naar de asbestafvalcontainer in de plaatselijke depot van het betreffende infrastructuurgebied.

Indien het meterbord in vezelcement of de kast met wand in vezelcement behouden wordt en de nieuwe meteropstelling er terug op moet gemonteerd worden zal de aannemer gebruik maken van zelftappende schroeven om te vermijden dat er asbestvezeldeeltjes vrijkomen. Om het risico van inademing van eventueel vrijkomende asbestvezeldeeltjes uit te sluiten dienen de werknemers tijdens de uitvoering van al de in deze paragraaf 1.14 “Milieu- en afvalbepalingen” vermelde werken met asbest-risico (alle ploegleden op de werf!) een gelaatsmasker type P3 te dragen en dit zolang de materialen in asbestvezelcement bewerkt, gesloopt en/of ingepakt worden. Voor het afvoeren van ingepakte vezelcementbuizen en of -platen wordt de aannemer vergoed volgens de voorwaarden van de post 3.8.18 van dit lastenboek. Alle verpakte buisstukken en/of platen moeten op de regelementair voorgeschreven manier geëtiketteerd worden.

1.15 VAKANTIEREGELING

Alle bepalingen omtrent vakantieregeling zijn opgenomen in het “Algemeen lastenboek Uitvoeren van werken” (LB-111-F01).

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 18

1.16

1.17

1.18

COÖRDINATIEDAGBOEK

Alle bepalingen omtrent het coördinatiedagboek zijn opgenomen in de “Algemene veiligheidsvoorschriften voor aannemers bij het uitvoeren van werken” (LB-113-F01).

DAGBOEK DER WERKEN

Alle bepalingen omtrent het dagboek der werken zijn opgenomen in het “Algemeen lastenboek Uitvoeren van werken” (LB-111-F01).

PLAATSBESCHRIJVING

De aannemer maakt telkens vóór de aanvang van de werken en op eigen kosten een plaatsbeschrijving of staat van bevinding op indien:

de onroerende goederen op de plaats of in de nabijheid der werken zich in gebrekkige staat bevinden;

een openbaar bestuur of de opdrachtgever dit vraagt.

Deze staat, opgesteld in de taal van het contract, wordt door beide partijen tegensprekelijk ondertekend.

Bij verzuim van voornoemde maatregel kan de aannemer nadien geen enkel bezwaar laten gelden tegen de door de eigenaar van de onroerende goederen gestelde eisen en aanvaardt de aannemer dat deze onroerende goederen zich vóór de aanvang van de werken in goede staat bevonden.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 19

2

2.1

2.1.1

2.1.2

2.2

TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

De in dit hoofdstuk vermelde voorschriften zijn algemeen van toepassing bij de in hoofdstuk 3 “Beschrijving der posten” beschreven posten en zijn bijgevolg ook inbegrepen in de eenheidsprijzen van die posten tenzij anders vermeld. In alle posten zitten de vervoerskosten inbegrepen.

ALGEMEEN

Elektriciteit

Tenzij anders vermeld op de werktoelating, werkt het personeel van de aannemer bij aansluitingen of overkoppelingen elektriciteit om reden van technische noodzaak op LS-kabels in bedrijf omdat de aangewende technieken dit mogelijk maken. Hierbij dienen de vooropgestelde technieken, werkmethoden en beschermingsmiddelen aangewend te worden. Indien aan deze voorwaarden niet kan voldaan worden, zullen de werken spanningsloos gebeuren. Alle onderbrekingen zullen tot een strikt minimum beperkt blijven zowel in tijdsduur als in frequentie. De aannemer dient er rekening mee te houden dat deze onderbrekingen zeker niet vrij kunnen gekozen worden maar afhangen van tal van plaatselijke omstandigheden. Alle onderbrekingen en indienststellingen van het elektriciteitsnet gebeuren door de opdrachtgever. Indien er twijfel over bestaat op welke kabel er dient gewerkt te worden, dan moet de afgevaardigde van de opdrachtgever ter plaatse komen en de juiste kabel identificeren en aanduiden. Bij versterking van het laagspanningsnet moet, ten laatste op het einde van de dag, het werk steeds zover gevorderd zijn dat dit net terug in dienst kan genomen worden teneinde de levering van LS-energie aan de klanten terug te verzekeren.

Gas

De aansluitingen of overkoppelingen gas gebeuren steeds onder druk voor zover gebruik gemaakt wordt van de vooropgestelde technieken en werkmethoden, die de veilige uitvoering van deze werken waarborgen.

HEFFINGEN, VERGUNNINGEN EN VOORSCHRIFTEN

Alle mogelijke taksen en heffingen voor voertuigen, keuringen van gereedschap en apparatuur, enz. zijn begrepen in de eenheidsprijzen van de posten en kunnen geen aanleiding geven tot supplementen.

Het kan voorkomen dat de aannemer voor het uitvoeren van sommige werken tijdelijk privé-eigendom moet betreden of innemen en eventuele omheiningen tijdelijk moet wegnemen. De aannemer maakt hiervoor goede afspraken met de eigenaars en herstelt alles terug in oorspronkelijke toestand. Eventuele vergoedingen, verschuldigd aan de eigenaars voor het betreden en gebruiken van de percelen, vallen ten laste van de opdrachtgever. De opdrachtgever zal daarvoor de nodige toelatingen verzamelen. Noodzakelijke en niet te vermijden schade aan gewassen wordt door de opdrachtgever aan de aannemer terugbetaald aan de hiervoor gangbare tarieven en mits voorlegging van de nodige bewijzen van betaling.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 20

Bij het plaatsen van een bronbemaling door de aannemer wordt ervan uitgegaan dat er steeds minder dan 500 m³ water per dag wordt opgepompt. De aannemer is verplicht elke bronbemaling die hij plaatst te melden bij de technische dienst van de gemeente op wiens grondgebied hij die bemaling uitvoert.

Indien de aannemer dient te graven in de buurt van installaties van Fluxis of andere hoge druk installaties, is de aannemer verplicht dit minstens 48 uur op voorhand te melden aan respectievelijk Fluxys of aan de beherende maatschappij van de hoge druk leiding. De principiële toelatingen nodig voor de uitvoering van de werken zijn ten laste van de opdrachtgever. Alle machtigingen voor plaatsing langsheen of in kruising met de domeinen van Staat, Provincie, Gemeente, Spoorwegen, privaat-eigenaars of gelijk welke, worden door de opdrachtgever aangevraagd en bekomen. De eventuele voorafgaandelijke verwittiging van deze Openbare Besturen of van bewoners op wiens eigendommen installaties worden aangebracht, gebeurt door de aannemer. Van de voorschriften en eventuele detailplannen welke bij het toekennen van de machtigingen, vóór de aanvang van de werken door de betrokken Besturen aan de opdrachtgever overgemaakt worden, ontvangt de aannemer afschrift en/of afdruk, zoniet is hij gehouden deze hetzij aan voornoemde Besturen hetzij aan de opdrachtgever te vragen. Het verdagen of onderbreken van werken uit oorzaak van nog niet toegekende vergunningen geeft geen aanleiding tot enige schadevergoeding aan de aannemer. In dit geval is wel een termijnverlenging voor de uitvoering van de werken voorzien. De aannemer wordt verondersteld, vóór het indienen van zijn inschrijving, de nodige contacten te hebben genomen met alle betrokken Besturen, op gebied van de voorschriften verbonden aan de vergunningen tot werkuitvoering. De aannemer houdt rekening met de richtlijnen opgenomen in deze vergunningen o.a. betreffende plaatsinneming van de werf en uitvoeringstermijnen. Eventuele sancties en boetes vanwege de betrokken besturen vallen ten laste van de aannemer. Bij wijziging(en) gevraagd door Openbare Besturen of particulieren zal de aannemer eerst het akkoord van de opdrachtgever dienen te verkrijgen. Ingeval de aannemer verwaarloost gevolg te geven, binnen de hem toegestane termijn, aan de bezwaren geuit door de Openbare Besturen gelast met het toezicht van de gebruikte wegen, behoudt de opdrachtgever het recht de gevraagde werken uit te voeren voor rekening van de aannemer. De aannemer zal zich in geen geval kunnen beroepen op vergissingen en verzuimen voor zover deze door zijn technisch vakmanschap kunnen achterhaald worden en welke in de tekst van de lastenboeken of op de plans zouden kunnen voorkomen. Alle opgegeven maten en alle aanduidingen op de plans zijn slechts gegeven ten titel van oriëntatie, zonder waarborg vanwege de opdrachtgever. Er wordt dus verondersteld dat hij ter plaatse op VERKENNING is gegaan. Bij aanluitwerken voert de aannemer op openbaar domein zijn graafwerken verplicht steeds manueel uit voor sleuven tot en met 3 meter lengte (inclusief de aansluitput die in lengte als 1 meter sleuf wordt geteld). Uitzondering geldt voor het verwijderen van de toplaag over die 3 meter, die tot maximaal 50 cm diepte machinaal mag verwijderd worden. Indien de aannemer op openbaar domein langere sleuven dient te graven (4 meter of langer) of hij dient een boring uit te voeren dan is hij verplicht om de liggingsplannen van de bestaande nutsleidingen op het te graven of te boren traject aan te vragen en tijdens de uitvoering van het graafwerk of de boring deze plannen op de werf ter beschikking te hebben. Bij machinaal graafwerk of boring houdt de opdrachtgever in de timing voor uitvoering van de aansluiting of overkoppeling steeds rekening met de aanvraagtermijn voor de plannen.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 21

2.3

2.4

2.4.1

2.4.2

GRONDWERKEN

Tenzij de klant zelf de aansluitsleuf graaft, worden alle graaf- en bestratingswerken voor het maken van ondergrondse aansluitingen uitgevoerd door de aannemer.

HET STUTTEN VAN SLEUVEN EN PUTTEN

Wanneer wordt er gestut – regels.

Het stutten van sleuven is een methode van veilig werken. Wanneer een sleuf een bepaalde diepte bereikt wordt het risico op inkalven van de sleufwanden wegens te grote zijdelingse druk te groot. Hierdoor bestaat de kans op ernstige fysische letsels van blijvende aard, met mogelijk dodelijke afloop, voor de werknemers die zich in de sleuf bevinden. Het instortgevaar van sleufwanden wordt nog verhoogd door sleuven te dicht bij huisgevels of andere verticale constructies te graven. In dat geval wordt ook de stabiliteit van de fundering en tegelijk van de huisgevel of de verticale constructie aangetast waardoor de huisgevel en zelfs het hele gebouw of verticale constructie kan instorten. Indien er zich op dat ogenblik werknemers in de sleuf bevinden, is de kans op een dodelijke afloop van dergelijke gebeurtenissen zeer hoog. Enkel het vakkundig stutten van de sleufwanden kan deze gevaren voorkomen. De volgende regels worden toegepast door de aannemers:

De sleufwanden worden gestut vanaf een sleufdiepte groter dan 120 cm. De sleufwanden worden gestut indien de loodrechte afstand vanaf de sleufrand het dichtst

bij de huisgevels of verticale constructies, tot aan die huisgevels of andere verticale constructies kleiner is dan de diepte van de gegraven sleuf.

Hoe wordt er gestut.

Het stutten wordt uitgevoerd door middel van aaneensluitende houten panelen (type bekistingsplaat, minimum 1 cm dik en minimum 75 cm hoogte) tegen beide sleufwanden en versterkt met verbindingsstukken, bij voorkeur lange houten balken ter hoogte van de dwarsbalken of dwarsstaven. Tussen de panelen worden om de meter twee houten dwarsbalken of bij voorkeur twee metalen dwarsstaven, die in lengte verstelbaar zijn, aangebracht tussen de verbindingsbalken. In het verticaal vlak bevinden de 2 dwarsbalken of verstelbare dwarsstaven en dus ook de verbindings-balken zich onder mekaar respectievelijk op een diepte van 10 cm onder de sleufrand en 15 cm boven de onderrand van de houten panelen. De beschoeiing in de sleuf wordt aangehouden zolang de sleufdiepte groter is dan 120 cm of zolang de afstand naar de huisgevels kleiner is dan de sleufdiepte.

De beschoeiingsplaten steken minimum 10 cm en maximum 20 cm boven de sleufrand uit om het terug in de sleuf schuiven van de uitgegraven grond te voorkomen. De uitgegraven bodem wordt bij voorkeur minimum 60 cm van de sleufrand gestapeld.

Schema:

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 22

Om de sleuven te stutten is het de aannemer toegelaten andere meer complexe beschoeiingssystemen toe te passen zoals verloren beschoeiingspanelen, kaders, volledige metalen beschoeiingssystemen of beschoeiingskooien. Het gebruik van deze systemen is de vrije keuze van de aannemer maar geeft de aannemer evenwel geen enkel recht op enige meerprijs.

Het gebruik van damplanken bij sleufwerken wordt verboden daar deze steeds in de grond moeten geheid worden. De trillingen bij het inheien kunnen de instabiliteit van de grond en aanpalende gebouwen verhogen. De damplanken zelf kunnen schade veroorzaken aan andere nutsleidingen die zich op het sleuftraject in de grond bevinden.

2.4.3 Hoe wordt de beschoeiing aangebracht.

Op plaatsen waar de sleuven gestut worden, wordt de sleuf eerst uitgegraven tot:

een maximale diepte van 100 cm voor sleuven die dieper worden dan 120 cm een maximale diepte van 55 cm voor sleuven die dieper worden dan de afstand tot de

huisgevel en dit telkens over een maximale lengte die overeenkomt met de lengte van de beschoeiingspanelen of de lengte van de verbindingsbalken. Vervolgens wordt de volledige beschoeiing in het uitgegraven sleufdeel geplaatst. Na de plaatsing mag pas het volgende deel van de sleuf gegraven worden en beschoeid. Het deel van de sleuf onder de hoger vermelde maximale diepte van 100 of 55 cm mag telkens apart na elk beschoeid sleufdeel of volledig na de volledig beschoeide sleuflengte tot de gewenste sleufdiepte uitgegraven worden.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 23

2.4.4

2.4.5

2.4.6

2.4.7

2.4.8

Het plaatsen van de leidingen in gestutte sleuven.

De nutsleidingen die in een beschoeide sleuf geplaatst dienen te worden, worden steeds onder de volledig geplaatste beschoeiing door getrokken. De eenheidsprijzen voor het plaatsen van leidingen in beschoeide sleuven blijven dezelfde als deze voor het plaatsen in open sleuven.

Het vullen van gestutte sleuven en het wegnemen van de beschoeiingen.

Na het plaatsen van de leidingen wordt de sleuf telkens aangevuld met zuiver zand volgens lastenboek tot 10 cm boven elk leidingniveau en telkens stevig aangedamd. Op de 10 cm boven het kabelniveau worden na het aandammen de kabelafdekpannen (zie 3.2.e Leveren en plaatsen van kunststof-afdekdallen) geplaatst. Vervolgens wordt er verder aangevuld en aangedamd per laag van 20 cm zand. De onderste verbindingsbalken en dwarsbalken of –staven worden weggenomen als de aanvulling is uitgevoerd tot ongeveer 5 cm onder hun niveau. De bovenste verbindingsbalken, de bovenste dwarsbalken of –staven en de wandplaten, dus de rest van de beschoeiing, worden verwijderd als de aanvulling is uitgevoerd tot ongeveer 5 cm onder hun dwarsbalkniveau.

Maximale sleufdiepte met beschoeiing - Beschoeiingsniveaus.

Vermits zoals hiervoor beschreven de maximale diepte van een sleuf zonder beschoeiing 120 cm is, bedraagt de maximale sleufdiepte met beschoeiing 185 cm (120 cm onbeschoeid deel + 65 cm beschoeid deel en 10 cm plaat steekt boven de sleufrand uit). Dit is een sleuf met 1 beschoeiingsniveau. Vermits de dekking van de meeste nutsleidingen aangelegd door Eandis 60 of 80 cm bedragen en voor de minder voorkomende middendrukgasleidingen en waterleidingen 100 cm, zal een sleufdiepte van 185 cm of dieper slechts zeer uitzonderlijk voorkomen. Indien de sleuf toch dieper moet gegraven worden dient een tweede beschoeiingsplaat onder de eerste, m.a.w. een tweede beschoeiingsniveau aangebracht te worden, waarbij dezelfde werkwijze wordt gevolgd als bij de eerste plaat. De prijs van de beschoeiing wordt in dat geval verdubbeld door de beschoeiingslengte te vermenigvuldigen met 2. De beschoeiingsdiepte met twee niveaus bedraagt 140 cm ingeval de bovenste plaat 10 cm boven de sleufrand uitsteekt en 130 cm ingeval de bovenste plaat 20 cm boven de sleufrand uitsteekt. Voor een beschoeiing met 2 niveaus moeten uiteraard steeds 4 dwarsbalken of dwarstangen geplaatst worden onder mekaar.

Verrekening voor het stutten van sleuven.

De afrekening voor het stutten van sleuven gebeurt per meter beschoeide sleuf en per beschoeiingsniveau aan een eenheidsprijs per meter (zie 3.8.12 “Stutten van sleuven en putten). Deze prijs omvat per niveau het leveren, plaatsen en terug verwijderen van alle nodige beschoeiingsmaterialen tijdens de sleufwerken en houdt rekening met het rendementsverlies van de werf veroorzaakt door de beschoeiing.

Het stutten van werken boorputten.

Voor las- en mofputten of andere putten, die deel uitmaken van een beschoeide sleuf en dus enkel een verbreding zijn van die sleuf, worden de beschoeiingsplaten en verbindingsbalken slechts geplaatst op de twee zijden evenwijdig met de sleuf. Deze putten blijven dus per definitie sleuf en de afrekening gebeurt voor het stutten bijgevolg volledig als sleuf.

Voor de beschoeiing van individuele putten, die geen deel uitmaken van een sleuf, gelden de volgende regels:

De putwanden worden gestut vanaf een putdiepte groter dan 120 cm. De putwanden worden gestut indien de loodrechte afstand vanaf de putrand het dichtst bij

de huisgevels of verticale constructies tot aan die huisgevels of verticale constructies kleiner is dan de diepte van de gegraven put én indien de lengte van de zijde van de put het dichtst

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 24

bij de huisgevel of verticale constructie groter is dan de helft van de lengte van de huisgevel of verticale constructie.

Voor de beschoeiing van individuele putten, die geen deel uitmaken van een sleuf, geldt verder volledig dezelfde werkwijze als voor sleuven, alleen worden de beschoeiingsplaten en verbindings-balken over de ganse omtrek van de put geplaatst. Een individuele put is dus eigenlijk een dubbele sleuf, waarbij de dwarsbalken of –stangen elkaar 2 aan 2 kruisen. Voor de verrekening wordt dus eveneens de stutprijs van de sleuven toegepast maar voor een sleuflengte van de halve putomtrek. Voor putten dieper dan 185 cm wordt naargelang de diepte eveneens met een tweede, derde, … beschoeiingsniveau gewerkt. De verrekening van het stutten gebeurt in dat geval per niveau telkens voor de halve putomtrek.

2.4.9

2.4.10

2.5

Het stutten van palen langs sleuven.

Bij verticale constructies door middel van palen langsheen de sleuven en werkputten dient steeds, onafhankelijk van de diepte of de breedte van de sleuf of werkput, een stutting te worden uitgevoerd ter hoogte van deze palen en dit over een minimum lengte van 2 meter De afrekening gebeurt eveneens per meter beschoeide sleuf en per beschoeiingsniveau.

Belangrijke opmerkingen bij stutten.

a. De hoger beschreven werkwijze is richtinggevend voor stabiele grond. Indien gewerkt wordt in “geroerde” grond is het aan te raden om te stutten bij minder diepe sleuven. Het blijft in alle gevallen (stabiele of geroerde grond) de verantwoordelijkheid van de aannemer als uitvoerder van de werken om zijn werknemers in veilige omstandigheden te laten werken en indien nodig de sleuven en putten te stutten.

b. In plaats van houten bekistingsplaten mag de aannemer eveneens metalen platen of andere houten platen gebruiken die even sterk zijn als bekistingsplaten. De platen mogen ook hoger zijn dan 75 cm, het hogere gedeelte wordt dan bij voorkeur aangewend als afschermend gedeelte boven de sleufwand. Hogere platen kunnen echter nooit aanleiding geven tot verrekening van een tweede beschoeiingsniveau of enige andere meerprijs.

c. Om de druklast op de sleufranden klein te houden dient het zwaartepunt van de uitgebroken straatbedekking en/of grond steeds op éénzelfde afstand van de sleufrand te blijven als de diepte van de sleuf.

d. Een volledige beschrijving van de wijze van werken langs en in sleuven, rekening houdend met de risico’s en de te nemen maatregelen in dit verband, is opgenomen in de veiligheidsnota nr. 96 “Werken in en langs sleuven” van het N.A.V.B. (Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf – Website: www.navb.be)

WERKEN IN REGIE

Indien door uitzonderlijke omstandigheden de uitgevoerde werken aan aansluitingen niet kunnen verrekend worden aan de hand van de opgegeven eenheidsprijzen dan zullen die werken in uurloon uitgevoerd worden. Deze wijze van verrekening is echter zoveel mogelijk te vermijden en kan enkel na uitdrukkelijk akkoord van de opdrachtgever. In de regieprijzen zijn steeds de verplaatsingen (van voertuig en personeel) vanaf de vestigingsplaats van de aannemer naar het regionaal centrum van de opdrachtgever of naar de werf en terug én de verplaatsingen tussen de diverse werven tijdens de prestaties inbegrepen. Met andere woorden de regieprijzen worden gerekend vanaf de aankomst op het gewestelijk centrum of rechtstreeks op de afgesproken werf tot het beëindigen van de normale dagopdracht. De werken worden normaal uitgevoerd volgens het uurrooster van het personeel van de opdrachtgever. Indien een ganse dag in regie wordt afgerekend, worden steeds 8 uren betaald.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 25

Indien de opgedragen werken geen volledige dagtaak omvatten bij afrekening in regie worden het werkelijk aantal gepresteerde uren afgerekend met een minimum van 4 uur.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 26

3

3.1

3.1.1

3.1.2

BESCHRIJVING DER POSTEN

DEFINITIES

Dienstleiding of aftakleiding:

De dienstleiding of aftakleiding is de leiding tussen de distributieleiding of hoofdleiding en de meteropstelling.

Nieuwe aansluitingen:

Hieronder wordt verstaan: alle nieuwe aftakkingen (gas en elektriciteit te maken op ondergrondse distributieleidingen gegroepeerd per gemeente of verspreid over meerdere gemeenten van het infrastructuurgebied. Aansluitingen ondergronds op luchtnet (met stijgleiding tegen de LS-paal maar met de aansluitkabel ondergronds naar de woning) wordt beschouwd als ondergrondse aansluitingen.

3.1.3 Overkoppelingen:

Hieronder wordt steeds verstaan: de overname van een bestaande aftakking van een bestaande bovengrondse distributieleiding of een bestaande ondergrondse distributieleiding naar een nieuwe in dienst zijnde ondergrondse distributieleiding. Overkoppelingen zijn meestal gegroepeerd, dit betekent dat al de aansluitingen in een bepaalde straat in groep gelijktijdig worden overgekoppeld. Specifiek bij overkoppeling van gasaansluitingen is de nieuwe ondergrondse distributieleiding altijd een PE-buis. De bestaande ondergrondse distributieleiding kan zowel een buis zijn in PE, in staal, in gietijzer, in eterniet als in PVC.

3.1.4 Vernieuwingen:

Onder het vernieuwen van een aansluiting wordt steeds verstaan het geheel of gedeeltijk slopen van een bestaande aftakking op een bestaande distributieleiding en deze vervangen door een geheel of gedeeltelijk nieuwe aftakking op diezelfde bestaande distributieleiding. Specifiek voor vernieuwing van gasaansluitingen kan de bestaande distributieleiding zowel een buis zijn in PE, in staal, in gietijzer, in eterniet als in PVC. Bij deze laatste drie soorten moet de oude aftakbeugel volledig van de bestaande distributieleiding verwijderd worden, hierbij dient men voorzichtig te werk te gaan zodat de bestaande distributieleiding niet wordt beschadigd. Een vernieuwing van een aansluiting wordt steeds gelijk gesteld aan een overkoppeling ongeacht of deze verspreid of gegroepeerd dient uitgevoerd te worden. Bij een overkoppeling en bij vernieuwing van een aansluiting wordt de nieuwe aansluitleiding STANDAARD in de woning binnengeleid via een ondergrondse doorvoeropening in de funderingsmuur van de woning (enkel na uitdrukkelijke toelating van de lokale opdrachtgever mag van deze regel afgeweken worden). De meteropstelling bevindt zich normaal op het gelijkvloers of in de kelder. Indien de oude meteropstelling elektriciteit zich op de bovenverdieping bevindt en de klant wenst dit absoluut zo te behouden dan moet de nieuwe stijgleiding binnenshuis gemaakt worden. Het is steeds de opdrachtgever die beslist welk type overkoppeling er zal uitgevoerd worden.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 27

3.1.5 Types bedekking (bestrating)

a. Er zijn 3 types bedekkingen (bestratingen) gedefinieerd: − Berm: aarde, steenslag(*), grasperk, gazon, boomschors, sierstruik, boomwortels.

(*) steenslag omvat alle types losse verharding bestaande uit een ononderbroken speciaal aangebrachte laag zoals kiezel, grint, steenslag, enz. behalve dolomiet. De herbestrating behelst de in oorspronkelijke toestand heraanleggen van de opgebroken berm-bedekking. De aannemer moet bij sleufwerken in berm-bedekking maatregelen nemen teneinde de bedekking maximaal te recupereren door vooraf de bovenlaag te verwijderen ter hoogte van de sleuf en het plaatsen van een plastiekfolie naast de sleuf zodat de berm-bedekking niet gemengd worden met de sleufgrond. Zonodig dient de aannemer aanvullende losse verharding van hetzelfde type en dezelfde kleur aan te voeren. Het leveren van aanvullende berm-bedekking is in de eenheidsprijs van deze post begrepen.

− Losse bestrating: kasseien, betonstraatstenen, gebakken straatstenen, betontegels, tegels, grasbetontegels, dolomiet(*) De herbestrating behelst het in oorspronkelijke toestand heraanleggen van de losse bestrating met inbegrip van levering en plaatsing van mortel, voegvulling en de nodige fundering. Tenzij door de opdrachtgever anders opgelegd bedraagt de nominale dikte van de fundering onder losse bestrating steeds 10 cm. Indien de losse bestrating oorspronkelijk zonder fundering was aangelegd en het opdrachtgevend bestuur eist bij de heraanleg een fundering onder de losse bestrating dan is deze in de eenheidsprijs inbegrepen. In de standaardprijs zit altijd 10cm fundering inbegrepen. Indien zich onder de losse bestrating een 2de, 3de, … laag fundering bevindt (vanaf 10 cm) dan wordt elke bijkomende laag, per 10 cm, apart verrekend als supplement (zie 3.8.1, 3.8.2.b en 3.8.8 “Supplement fundering onder bestrating”) (*) Om als dolomiet verrekend te worden dient dolomiet als volgt hersteld te worden:

− Leveren en plaatsen van een worteldoek (in geotextiel) op de stevig aangedamde sleuf- of

putvulling. − Leveren en plaatsen van een funderingslaag in gebroken puin of steenslag met een

minimum dikte van 10 cm. De oorspronkelijke funderingslaag mag herbruikt worden maar moet aangevuld worden tot minimum 10 cm dikte.

− Leveren en plaatsen van de eigenlijke dolomietlaag type 0/15 mm ter dikte van minimum 7 cm. Het dolomiet is een gebroken kalkgesteente met een gelijkmatige lichtgeel/grijze kleur samengesteld uit minimum 40 % magnesiumcarbonaat en 60 % calciumcarbonaat gestabiliseerd met 100 kg cement per m³ mengsel en aangevuld met aanmaakwater (zie norm NBN-EN 1008).

− Egaal uitspreiden en walsen van de dolomietlaag.

Indien de geplaatste dolomiet-herstelling niet aan deze voorwaarden voldoet gebeurt de verrekening als steenslag m.a.w. als “berm”.

− Bitumen of cementbeton: cementbetonverhardingen, asfaltbeton, splitmastiekasfalt, zeer open asfalt, asfalt, siertegels(*) De herbestrating behelst het in oorspronkelijke toestand heraanleggen van het bitumen of cementbeton met inbegrip van eventuele levering en plaatsing van mortel, voegvulling en de nodige fundering.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 28

In de standaardprijs zit altijd 10cm fundering inbegrepen. Indien zich onder het bitumen of cementbeton een 2de, 3de,… laag fundering bevindt (vanaf 10cm) dan wordt deze bijkomende laag, per 10cm, apart verrekend als supplement (zie 3.8.1, 3.8.2.b en 3.8.8 “Supplement fundering onder bestrating”). Indien het bitumen of cementbeton oorspronkelijk zonder fundering was aangelegd en het opdrachtgevend bestuur eist bij de heraanleg een fundering onder het bitumen of cementbeton dan is deze in de eenheidsprijs inbegrepen. Siertegels op fundering worden steeds beschouwd als bitumen of cementbeton. Onder siertegels wordt verstaan:

− bestrating met ingewikkelde niet-rechtlijnige verbanden ( b.v in waaiervorm) − bestrating met mozaïekkasseien, zowel de speciale boogverbanden als de gewone

rechtlijnige verbanden, alsook de imitatie van mozaïekbestrating met losse betonblokjes. Om als mozaïekbestrating beschouwd te worden moet zowel de lengte als de breedte van de tegel kleiner zijn dan 10cm

− bestrating met speciale natuursteen ( b.v blauwe hardsteentegels, Italiaanse porfierplaten, e.d). Deze dure tegels moeten steeds gezaagd worden en met de grootste omzichtigheid verwijderd worden.

− de herbestrating behelst het in het oorspronkelijk verband plaatsen en vastzetten van de siertegels op een bed van gestabiliseerd zand (of funderingsbeton) van minimum 20 cm dikte.

Opgelet: indien het siertegels betreft met bijvoorbeeld ca. 30cm fundering én deze moeten aangekocht worden bij ofwel de gemeente ofwel bij een leverancier aangeduid door de gemeente, dan wordt volgende verrekeningswijze toegepast:

− sleuf in bitumen of cementbeton − 2 maal supplementaire post fundering per 10cm − levering sierbestrating volgens factuurprijs

b. Samenstelling fundering:

Het voor herbestrating geleverde gestabiliseerd zand bevat minstens 150 kg cement per m³ en het voor herbestrating geleverde funderingsbeton bevat minstens 250 kg cement per m³. Alle uitgravingen, aanvullingen en herstellingswerken moeten geschieden met materialen van dezelfde hoedanigheid als de oorspronkelijke en uitgevoerd worden volgens de voorschriften van het standaardbestek SB250 voor gemeente -, provincie - en gewestwegen.

3.2 ALGEMEEN

De eenheidsprijzen van de prijstabel omvatten al de leveringen en prestaties, welke nodig zijn tot het vakkundig beëindigen van de werken door de aannemer. We vermelden o.a. volgende punten die algemeen van toepassing kunnen zijn op elke aansluiting of overkoppeling elektriciteit of gas:

a. Transport van al de te verwerken materialen vanaf het Distributiecentrum (DC) te Lokeren, of vanaf de regionale ophaalpunten van de opdrachtgever of vanaf het ophaalpunt van de aannemer.

Het betreft hier al de materialen die deel uitmaken van de eigenlijke aansluiting: dienstleidingen, meteropstellingen en hun samenstellende delen, aftakzadels, aftakmoffen, afsluiters, straatkappen, straatpotten, beschermprofielen, enz.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 29

Al de materialen die betrekking hebben op de grondwerken, de herbestrating en haar fundering worden geleverd door de aannemer en zijn begrepen in de eenheidsprijzen.

b. Terugbrengen in voornoemd DC, regionale magazijnen of ophaalpunten of de voorziene

containers in de Infrastructuurgebieden van alle materiaaloverschotten en afgebroken aansluitingsmaterialen (recuperatie).

c. Signalisatie der werken – verkeersbelemmering. Dit impliceert alle wettelijk nodige signalisatie

inbegrepen plaatsen van eventuele tijdelijke verkeerslichten.

d. Wegbreken van weg- of voetpadverharding en hun fundering voor werkputten en sleuf: er wordt enkel onderscheid gemaakt tussen BERM, LOSSE BESTRATING en BITUMEN OF CEMENTBETON (zie 3.1 Definities 3.1.5 “Types bedekking”).

Uitvoeren van de nodige zaagsneden (ongeacht de diepte) in geval de opbraak van de bestrating dit vereist.

De fundering wordt bij losse bestrating en bitumen of cementbeton apart verrekend voor het gedeelte boven de 10 cm dikte. Deze verrekening gebeurt per laag van 10 cm dikte (zie 3.8.1, 3.8.2.b en 3.8.8).

e. Grondwerken:

− Graven van een voldoende grote werkput (+/- 1 m³) voor het uitvoeren van een aansluiting

of overkoppeling en (behoudens voor gasoverkoppelingen type A, B en C) een kleinere put tegen de huisgevel voor het maken van de muurdoorboring, het inbrengen van de aansluitleiding(en), het verbinden van de gasbuizen en/of het afdichten van de muurdoorvoeropening en achteraf terug dempen en aandammen van de putten.

− Maximum 2 meter sleuf (graven, vullen en aandammen) tussen werkput en huisgevel. De liggingsdiepte van de aansluitleidingen bedraagt minimum 60 cm en wordt zo nodig verhoogd naargelang plaatselijke omstandigheden (bv. aansluitbocht).

− Sleufwerk boven de 2 meter vanaf de grens van de werkput wordt afzonderlijk verrekend (zie 3.8.2).

− Leveren en plaatsen van kunststof-afdekdallen op 10 cm boven de aansluitleidingen in de werkputten en in de sleuf :

voor Elektriciteit en/of ICS: kunststof-afdekdallen 30 x 15 x 1 cm langs geplaatst. voor gemengde aansluitingen G + E (+ ICS) (+ W): kunststof-afdekdallen 30 x 15

x 1 cm dwars geplaatst.

De kunststof-afdekdallen zijn door de aannemer aan te kopen en af te halen (op terug te brengen Euro-palet: 540 m - 648 kg (lengte en gewicht enkel indicatief)) bij de leverancier: EKOL, Europark 1075, 3530 HOUTHALEN-HELCHTEREN, tel. 011-45 41 46. Zij worden door de leverancier aan de aannemer gefactureerd per lopende meter (in langsrichting).

Opmerking:

Wordt de dienstleiding in de nabijheid van andere ondergrondse nutsvoorzieningen of

kunstwerken aangelegd, dan moet er tussen de dichtstbijzijnde delen van de twee installaties een afstand van minimaal 10 cm op de kruisingen en 20 cm bij evenwijdige loop bestaan.

Kunnen deze minimumafstanden niet worden nageleefd, dan wordt één van de nutsleidingen dubbel omwonden met een rubbermat (te leveren door de opdrachtgever) van minimaal 5 mm dik, die vastgemaakt wordt met kleefband. In geval van kruising van twee leidingen, zal de rubbermat een minimumlengte hebben van 50 cm.

Als de aard van de produkten in de andere ondergrondse leidingen het vereist (bijvoorbeeld: stoom), dan worden de afstanden verdubbeld ofwel wordt een gepast isolatiescherm tussen de leidingen geplaatst.

Bij nieuwe aansluitingen wordt het sleufwerk op privaat terrein meestal door de klant

uitgevoerd of heeft deze laatste reeds wachtbuizen voorzien. Bij afwezigheid van beide

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 30

wordt het sleufwerk uitgevoerd door de aannemer en is dit overwegend sleufwerk vanaf meer dan twee meter.

f. Afvoer van overtollige weggebroken bestratingsmaterialen, grondoverschotten, verpakkings- en alle ander afval volgens 1.14 “Milieu- en afvalbepalingen”, de vervoerskosten zijn ten laste van de aannemer.

g. Plaatsen nieuwe dienstleidingen buitenshuis, ongeacht de lengte, (in sleuven en wachtbuizen, in

stijgleiding op LS-betonpaal) en binnenshuis (tegen de wanden en achter kabelgoten). Binnenshuis worden de dienstleidingen op voldoende afstand van de muur geplaatst (minimum 2 cm) om het schilderen en onderhoud mogelijk te maken. De aannemer zorgt ervoor dat bij het plaatsen van de dienstleidingen geen krachten op de meter worden overgebracht.

Volgende types dienstleidingen kunnen voorkomen:

Elektriciteit : LS-kabel 4 x 10 of 4 x 16 of 4 x 25 of 4 x 50 mm² Cu type EVVB of EXVB.

Gas : Muurdoorvoer Cu ø 28 mm of RVS 5/4” of 2”

Gasbuis PE Ø 32 mm Gasbuis PE Ø 40 mm Gasbuis PE Ø 63 mm Stalen gasbuis 5/4” en 2” Cu-buis Ø 28 mm

h. Definitieve herbestrating in oorspronkelijke toestand van weg- of voetpadverharding en hun fundering voor werkputten en sleuf volgens de voorwaarden van SB250. De levering van de nodige nieuwe materialen hiervoor (asfalt, beton, dallen, stabilisé, enz.) is ten laste van de aannemer. Het terugplaatsen van de fundering wordt bij losse bestrating en bij bitumen of cementbeton apart verrekend voor het gedeelte boven de 10 cm dikte. De verrekening gebeurt per laag van 10 cm dikte (zie 3.8.1, 3.8.2.b en 3.8.8).

i. De muurdoorboring door de funderingsmuur van de woning (ingeval er geen aansluitbocht

aanwezig is) : voor aansluitingen en overkoppelingen elektriciteit met een steenboor met een minimum doormeter van 32 mm; voor aansluitingen en overkoppelingen koper 28 mm gas met een steenboor van minimum 80 mm; voor aansluitingen 5/4” of 2" gas met een steenboor van minimum 100 mm. Indien boren niet kan dient het doorvoergat uitgekapt te worden.

j. Afdichten (water- en gasdicht) van de opening in de funderingsmuur nadat de dienstleiding

reeds is geplaatst:

De muurdoorvoeropeningen worden gedicht en de eventuele opening tussen doorgangkoker en dienstleiding met de door de opdrachtgever(s) geleverde materialen en volgens de installatie-instructies van de dichtingskit. Ingeval van aansluitbocht wordt de vloerdoorvoeropening (opening tussen aansluitleidingen en binnenkant aansluitbocht binnen in de woning) afgedicht met een door de opdrachtgever geleverde dichtingskit voor aansluitbocht. Deze manier van afdichten is dezelfde voor elektriciteit en gas.

k. Alle noodzakelijke muur- en vloerdoorboringen binnenshuis en het zorgvuldig terug afdichten

van deze openingen.

l. Alle administratieve formaliteiten:

− Verwittigen cliënteel − Alle werken direct afmelden aan de back-office van het infrastructuurgebied (dus ook

degene die volledig in orde zijn). Hiervoor moet elke ploeg van de aannemer beschikken over een GSM-toestel.

− Volledig invullen van de volgende formulieren van Eandis (voor overkoppelingen en vernieuwingen volledig op papier, voor nieuwe aansluitingen zitten de 3 eerste hieronder

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 31

vermelde formulieren verwerkt in de invulschermen van Mobile, de andere blijven in te vullen op papier):

o De werkbon (hoe in te vullen zie WA-500-D01 – Werken aan aansluitingen – Laag

vermogen – Hoe vul ik een werkfiche in). o Bestelbon kleine technische klantenwerken elektriciteit en aardgas (WA-040-F02). o Risicobeoordelingsdocument voor aansluitingsdossier klantenwerken (PB-125-F03). o Werkopdracht grondwerken (WA–400-F01). o Risicobeoordelingsdocument overkoppeling vernieuwing gasaansluiting (PB-125-

F15). o Risicobeoordelingsdocument overkoppeling vernieuwing elektriciteitsaansluiting

(PB-125-F16). o Verslag van de tussenkomst aan de gasmeetinstallatie (AG-531-F01) o Verslag proeven op een gasinstallatie (G-031-F01) o Meetstaat aansluitingen (WA-500-F03) o Alle formulieren vermeld in de DOE-fiches o Eventuele nieuwe formulieren in de loop van het contract, deze worden dan net

zoals de andere formulieren bezorgd via de werkopdracht.

− Aanbrengen en invullen meterindexenvignet (WA-500-F01). − Aanbrengen van het EAN-nummer op de elektriciteits- en/of gasmeter bij nieuwe

aansluitingen (en bij bestaande waar dit nog niet is gebeurd) door middel van het door Eandis aan elke aannemersploeg ter beschikking gestelde dymo-toestel.

− Indien de klant niet thuis is invullen van het afwezigheidsformulier (WA-042-F01) en in de brievenbus van de klant steken.

− Binnen brengen van alle bovenstaande op papier ingevulde formulieren (of een copie) bij de back-office van het infrastructuurgebied ten laatste 1 dag na het uitvoeren van de werkopdracht.

m. Voor aansluitingen of overkoppelingen gas, bij plaatsen van drukregelaars en vervangen gasmeters, het (her)indienststellen van de dienstleiding bij de klant :

1. De weerstandsproef 2. Dichtheidscontrole van de dienstleiding 3. Aanboren van de distributieleiding 4. Ontluchten van de aftakking en werking meter + huisdrukregelaar op debiet 5. Controle van de huisdrukregelaar (geregelde druk én sluitdruk) 6. Dichtheidscontrole op de gasmeterverbindingen 7. Testen meter op klein debiet 8. Gas ter beschikking stellen van de klant - uitvoeren van de dichtheidsproef op de

installatie van de klant 9. Verzegelen en plaatsen van de volle voeg. 10. Ontluchten van de binneninstallatie van de klant en terug in dienst stellen van zijn

gastoestellen (dit geldt niet voor industriële gastoestellen en toestellen met een ingewikkelde electronische sturing waarvoor de klant zich dient te richten tot zijn gasinstallateur, de aannemer beperkt zich ook enkel tot de toestellen die bij aanvang van het werk in dienst waren). Ontluchten en in dienst stellen dient enkel te gebeuren bij overkoppelingen en vernieuwingen gas, het plaatsen van huisdrukregelaars en het vervangen van een oude gasteller door een nieuwe.

n. Voor aansluitingen en overkoppelingen Elektriciteit, bij vervangen van elektriciteitsmeters en OT’s:

1. Spanning onderbreken bij werken aan de meterinstallatie 2. Isolatiemeting en continuïteitsmeting aftakkabel 3. Eventueel plaatsen van aansluiten meetmodule 4. Plaatsen en aansluiten van kWh-meter, OT en aansluitautomaat bij nieuwe aansluitingen.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 32

5. Verzegelen van de meetinstallatie 6. Eventueel bijplaatsen en aansluiten van een kWh-meter voor uitsluitend nachttarief 7. Eventueel vervangen van de verbindingskabel (tussen meterkast en hoofdverdeelbord

van de klant) 8. Maken van aftakmof op alle soorten kabels of opvoer op paal De opvoer van de LS-aansluitkabel op paal gebeurt als volgt:

De kabel tegen de LS-paal leiden. De onderste 2,5 m voorzien van een beschermbuis of beschermkap (U-profiel),

om de 50 cm vastgemaakt aan de paal met inox klemband. De beschermbuis of -kap tot op kleine diepte (30 cm minimum) onder het maaiveld plaatsen. Het bovenste gedeelte van de kabel tweemaal vastmaken aan de paal met inox klemband. Beschermbuis of -kap worden geleverd door de opdrachtgever.

De kabel op lengte snijden en ontmantelen. Afwerken van de hals van de kabel met krimpvormstuk en vastmaken met inox

klemband. Aansluiten van de stijgkabel op het LS-net (indien hiervoor een hoogtewerker

vereist is, is deze inbegrepen in de eenheidsprijs).

9. Terug onder spanning brengen van de meetinstallatie 10. Controle van de spanning en draaiveld 11. Aanloopcontrole kWh-meter 12. Herindienststelling van de binneninstallatie bij overkoppelingen en werken aan de

meetinstallatie. De uitvoering van al deze punten (elektriciteit, gas) gebeurt volgens de werkinstructies en de doefiches, die ter beschikking gesteld worden bij de opleidingen voor het behalen van de pasjes Eandis.

Alle DOE-fiches moeten per ploeg in een map aanwezig zijn op de werf. De aannemer krijgt elektronisch toegang tot een documentbrowser op de site van Eandis (www.eandis.be) waar onder meer alle toe te passen werkinstructies en doe-fiches terug te vinden zijn.

3.3

3.3.1

3.3.2

POSTEN AANSLUITINGEN EN OVERKOPPELINGEN ELEKTRICITEIT

Nieuwe aansluiting elektriciteit zonder muurdoorboring (bv. aansluitbocht of wachtbuis aanwezig)

Het maken van de volledig nieuwe aansluiting zonder muurdoorboring op bovengrondse of ondergrondse LS-distributiekabel omvat volgende leveringen en prestaties: alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2 van dit bijzonder lastenboek (3.2.a

t.e.m. h + j, k, l en n). In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor de nieuwe aansluiting zonder muurdoorboring en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen)

SAP-nrs: 3001782 t.e.m. 3001784 Vereiste pasje: AFE, of indien aansluiting op papierloodkabel AFE PPL

Nieuwe aansluiting elektriciteit met muurdoorboring

Het maken van de volledig nieuwe aansluiting met muurdoorboring op bovengrondse of ondergrondse LS-distributiekabel omvat volgende leveringen en prestaties:

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 33


alle leveringen en prestaties vermeld onder 3.3.1 van dit bijzonder technisch lastenboek met toevoeging van de muurdoorboring (3.2.i) door de funderingsmuur van de woning.

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor de nieuwe aansluiting met muurdoorboring en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).


3.3.3 Nieuwe aansluiting elektriciteit zonder meter

Het maken van de volledig nieuwe aansluiting zonder het plaatsen van een elektriciteitsmeter op bovengrondse of ondergrondse LS-distributiekabel omvat volgende leveringen en prestaties: alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2 van dit bijzonder lastenboek (3.2.a

t.e.m. h, l en n) met uitzondering van het plaatsen van een elektriciteitsmeter. Er zijn eenheidsprijzen voorzien voor de nieuwe aansluiting zonder meter en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, voetpadbestrating en rijwegbestrating (3 eenheidsprijzen).


Belangrijke opmerkingen: - Een nieuwe LS-aansluiting ondergronds op luchtnet (met stijgleiding op LS-betonpaal) wordt steeds

afgerekend als een nieuwe aansluiting in berm. - De post 3.3.3 “Nieuwe aansluiting elektriciteit zonder meter” wordt eveneens verrekend voor het

uitvoeren van een ondergrondse heraansluiting elektriciteit buitenshuis bij een voorheen geschorste klant.

3.3.4

3.3.5

Supplement aansluiting op LS-papierloodkabel

Indien een nieuwe aansluiting electriciteit beschreven in 3.3.1, 3.3.2 en 3.3.3 van dit bijzonder technisch lastenboek op LS-PPL-kabel i.p.v. LS-kunststofkabel gemaakt moet worden, heeft de aannemer recht op dit bijkomend supplement. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per aansluiting.

SAP-nr: 3003139 Vereiste pasje: AFE PPL

Bijplaatsen El-meter

a. Gelijktijdig met de nieuwe aansluiting

Eventueel dient bij sommige nieuwe aansluitingen of bij overkoppelingen (bv. in een appartementsgebouw) gelijktijdig een bijkomende (tweede, derde, …) elektriciteitsmeter geplaatst te worden. De aannemer voert dan de volgende werkzaamheden uit:

Plaatsen van een nieuwe meterkast met meter en aansluitautomaat en eventueeel OT (de

onderdelen worden als losse elementen geleverd door de opdrachtgever(s) en worden door de aannemer gemonteerd in de meterkast). De kast wordt tegen de muur bevestigd door middel van kunststofpluggen en schroeven.

Plaatsen en aankoppelen van een verbindingskabel (4 x 10 mm²) tussen de nieuwe elektriciteitsmeter en aftakrail van de eerste elektriciteitsmeter.

Aansluiten van de verbindingskabel naar het hoofdverdeelbord van de klant. Hierbij dient speciaal gelet te worden op de juiste verbinding van nulgeleider en fasegeleiders en het juiste draaiveld van de meter van de klant te respecteren (te meten).

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 34

Alle toepasbare administratieve formaliteiten zoals vermeld onder 3.2.l.

Een meter mag enkel bijgeplaatst worden mits voorafgaand akkoord van onze plaatselijke diensten. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per meterkast met meter, er wordt geen onderscheid gemaakt tussen een enkel- of dubbeltarief meter.

SAP-nr: 3003570 Vereiste pasje: AFE

b. Niet gelijktijdig met de nieuwe aansluiting

Idem als 3.3.5.a maar de nieuwe El-meter wordt bijgeplaatst in een bestaande aansluiting (bv. in een appartementsgebouw) die reeds op een andere dag werd uitgevoerd.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per meterkast met meter, er wordt geen onderscheid gemaakt tussen een enkel- of dubbeltarief meter. Deze post kan per locatie (per appartementsgebouw) per dag slechts éénmaal aangerekend worden. Indien op de bestaande aansluiting meerdere meterkasten met meter op dezelfde dag moeten bijgeplaatst worden, wordt vanaf de tweede bijgeplaatste meterkast met meter terug afgerekend met post 3.3.5.a.


3.3.6 Plaatsen budgetmeter elektriciteit

Het vervangen van een standaard elektriciteitsmeter door een budgetmeter ongeacht het type omvat volgende leveringen en prestaties: Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, k, l en n van dit bijzonder

lastenboek. Eventuele signalisatie der werken – verkeersbelemmering. Dit impliceert alle wettelijk nodige

signalisatie (kan slechts uitzonderlijk voorkomen daar de werken normaal volledig binnenshuis worden uitgevoerd).

Loskoppelen van de aftakkabel en de verbindingskabel naar het hoofdverdeelbord van de klant.

Wegnemen van de oude elektriciteitsmeter en eventuele meterkast, eventuele aansluitautomaat

en eventuele OT. In appartementsgebouwen waar de EL-meters in batterij naast mekaar geplaatst zijn kan het

voorkomen dat er onvoldoende plaats is om de nieuwe budgetmeter op dezelfde plaats te monteren als de oorspronkelijke meter. In dat geval laat de aannemer de oude meterkast staan en verlengt hij de aansluitkabel vanuit de oude meterkast tot op de plaats waar de nieuwe meterkast met budgetmeter wordt geplaatst. Eventueel vervangen van het deksel van de oude meterkast door een platter deksel (geleverd door Eandis). Indien dit plaatsgebrek voor de nieuwe budgetmeter op de plaats van de oorspronkelijke EL-meter zich voordoet in een ééngezinswoning dan vervangt de aannemer de oude meterkast door een aftakkast (geleverd door Eandis artikelnummer 9916) en verlengt hij de aansluitkabel vanuit de nieuwe aftakkast tot op de plaats waar de nieuwe meterkast met budgetmeter wordt geplaatst.

Plaatsen van een nieuwe meterkast met budgetmeter en kaartlezer, aansluitautomaat en

eventuele OT (de meterkasten worden volledig voorgemonteerd geleverd door de opdrachtgever in de regionale ophaalpunten van de de opdrachtgever of in het ophaalpunt van de aannemer via het kittingsysteem). De kast wordt tegen de muur bevestigd door middel van kunststofpluggen en schroeven.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 35

Terug aansluiten van de aftakkabel en de verbindingskabel naar het hoofdverdeelbord van de klant. Hierbij dient speciaal gelet te worden op de juiste verbinding van nulgeleider en fasegeleiders en het juiste draaiveld van de meter van de klant te respecteren (spanning en draaiveld te meten).

Eventueel vervangen van de verbindingskabel (tussen meterkast en hoofdverdeelbord van de

klant). De verbindingskabel worden steeds tegen de muur bevestigd met kunststofpluggen en beugels en roestvrije schroeven om de 30 centimeter. De pluggen worden in de muur geboord.

Verzegelen van de nieuwe meetinstallatie en eventuele aftakdoos of bestaande oude meterkast

indien de budgetmeter niet op de plaats van de oorspronkelijke EL-meter kon geplaatst worden. Afregelen, testen en in dienst stellen van de budgetmeter volgens de werkinstructies en de doe-

fiches, die ter beschikking gesteld worden bij de opleiding “Plaatsen budgetmeters Elektriciteit”. Bij het plaatsen van budgetmeters ter vervanging van de normale standaardmeter kan het

voorkomen dat de toegang tot de woning wordt bemoeilijkt of dat de meter zelf in moeilijke omstandigheden moet geplaatst worden. Met de verliestijden die hierdoor kunnen optreden ten opzichte van de ideale taakuitvoering is in de eenheidsprijs van deze post rekening gehouden. De aannemer kan hiervoor dus geen aanspraak maken op enig supplement of regie-uren. Het kan ook voorkomern dat de klant ondanks de door Eandis gemaakte afspraak niet thuis is en de geplande plaatsing budgetmeter niet kan doorgaan, in dit geval meldt de aannemer dit onmiddellijk aan de back-office van het infrastructuurgebied en vult de nodige afwezigheidsformulieren in. Indien de aannemer de budgetmeter niet kan plaatsen wordt de aannemer vergoed met de post 3.8.13 “Nutteloze Verplaatsing”.

Afleveren van de weggenomen bestaande EL-meter en weggenomen bestaande meterkast, alle

gesloopte materialen en eventuele overschot onderdelen van de nieuwe meterkast als recuperatie in de Eandis-containers in het ophaalpunt van het infrastructuurgebied of van de aannemer.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per meterkast met meter, er wordt geen onderscheid gemaakt tussen een enkel- of dubbeltarief meter.

SAP-nr: 3003222 Vereiste pasjes: OAE én BUDM

3.3.7 Indienststelling van El-aansluitingen

a. Indienststelling van een nieuwe (reeds eerder gemaakte) El-aansluiting

Deze post kan enkel afgerekend worden indien de indienststelling uitgevoerd wordt onafhankelijk van de uitvoering van de El-aansluiting (m.a.w. op een andere dag). De indienststelling van de El-aansluiting omvat volgende leveringen en prestaties:

Controle van de spanning en draaiveld Aanloopcontrole kWh-meter. De eventuele verbinding van de binneninstallatie van de klant met de uitgang van de

meteropstelling (indien niet uitgevoerd door de installateur van de binneninstallatie). Verzegelen van de meetinstallatie.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien voor een onafhankelijke indienststelling van een nieuwe El-aansluiting.


LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 36

b. Indienststelling van een bijkomende(reeds eerder gemaakte) El-aansluiting op eenzelfde

lokatie

Deze post kan enkel afgerekend worden indien meerdere indienststellingen tegelijk uitgevoerd moeten worden in een zelfde appartementsgebouw onafhankelijk van de uitvoering van de EL-aansluitingen zelf (m.a.w. op een andere dag) in datzelfde appartementsgebouw. De indienststelling omvat dezelfde leveringen en prestaties als beschreven in 3.3.7.a. Deze post wordt verrekend vanaf de tweede gelijktijdige (d.i. op dezelfde dag) indienststelling in een zelfde appartementsgebouw, de eerste gelijktijdige indienststelling in hetzelfde appartementsgebouw wordt verrekend volgens 3.3.7.a. Deze post kan uitzonderlijk verrekend worden i.p.v. 3.3.7.a indien de onafhankelijke indienststelling gebeurt samen met de onafhankelijke indienststelling van de gasaansluiting op dezelfde locatie. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per bijkomende onafhankelijke indienststelling van een nieuwe El-aansluiting in een zelfde appartementsgebouw.


3.3.8 Overkoppelen of vernieuwen van bestaande elektriciteitsaansluitingen

Er zijn 3 soorten bestaande aansluitingen: Type 1: Bovengrondse aansluiting op luchtnet. Type 2: Ondergrondse aansluiting op luchtnet. De aftakkabel is tegen de paal bevestigd en is vanaf de voet van de paal tot in de

woning ondergronds geplaatst. Type 3: Ondergrondse aansluiting op ondergronds net (bestaande ondergrondse kabel). De over te koppelen aansluitingen zijn overwegend van het type 1. Type 2 komt regelmatig voor. Het overkoppelen van type 3 aansluitingen is eerder zeldzaam. Bij de 3 typen bestaat het overkoppelen uit het afkoppelen van de aansluiting van het bestaande net (luchtnet of ondergrondse kabel) en het terug aansluiten op een nieuwe ondergrondse kabel. De meteropstelling wordt daarbij normaal behouden. Voor de prijsbepaling worden de overkoppelingen opgedeeld in "Overkoppeling A" en "Overkoppeling B". Het lokaliseren van de bestaande aansluitkabel is steeds ten laste van de aannemer.

a. Overkoppeling of vernieuwing A

Dit is het overkoppelen van aansluitingen type 1, type 2 en type 3 waar een volledig nieuwe aftakkabel wordt geplaatst. Overkoppeling A komt zelden voor bij aansluitingen type 2. De overkoppeling omvat volgende leveringen en prestaties:

Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2 van dit bijzonder lastenboek

(3.2.a t.e.m. l en n). Specifiek ingeval aansluiting type 1:

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 37

Afkoppelen buiten van de bestaande bovengrondse aftakkabel in het aftakkastje of op de muurisolatoren op de huisgevel van de woning en vanaf daar volledig verwijderen van de aftakkabel, eventuele beschermijzers en bevestigingsmateriaal tot op de elektriciteitsmeter.

Specifiek ingeval aansluiting type 2:

Afkoppelen op de paal van de bestaande aansluiting en verwijderen van de aftakkabel binnenshuis.


Afkoppelen, aan de aftakmof op de bestaande ondergrondse LS-kabel, van de bestaande ondergrondse aftakkabel: ontmantelen en ader per ader doorknippen en isoleren. Dit afkoppelen en plaatsen stopmof gebeurt op een installatie onder spanning. Het isoleren gebeurt door middel van vier aderisolatiekrimpdopjes en grotere krimpdop.

Indien voor dit afkoppelen een bijkomende put nodig is (bv. aan overkant straat) dan wordt het grondwerk en de herbestrating hiervoor supplementair verrekend volgens de posten bijkomend grondwerk per m³ (3.8.5) en herstelling BESTRATING per m² (3.8.6 of 3.8.7).

Plaatsen nieuwe aftakkabel buitenshuis (ongeacht de lengte) en binnenshuis. Indien niet aanwezig plaatsen van een aansluitdoos of aansluitscheider voor de meter. Controle draaiveld voor en na. Bij wijziging van de spanning in de binneninstallatie van de klant, meten van de

isolatieweerstand van de binneninstallatie (minimum 500.000 Ohm).

Indien bij overkoppeling van een aansluiting type 1 de klant absoluut zijn meteropstelling op de bovenverdieping van zijn woning wenst te behouden dan wordt de nieuwe aftakkabel in principe binnenshuis tot op deze plaats aangelegd. In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor de overkoppeling of vernieuwing A en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).

SAP-nrs: 3001791 t.e.m. 3001793 Vereiste pasje: OAE

b. Overkoppeling of vernieuwing B

Overkoppelen van aansluitingen type 2 en type 3 waarbij de bestaande aftakkabel geheel of gedeeltelijk wordt hergebruikt. Deze kabel wordt opgegraven en doorgesneden zodanig dat zonder bijkomende verbindingsmof de aftakkabel loodrecht op de distributiekabel wordt aangesloten. Het gedeelte kant woning wordt behouden en aangesloten op de nieuwe ondergrondse kabel.

De overkoppeling omvat volgende leveringen en prestaties: Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2 van dit bijzonder lastenboek

(3.2.a t.e.m. f, h, l en n). Specifiek ingeval aansluiting type 2:

Afkoppelen op de paal van de bestaande aansluiting. Specifiek ingeval aansluiting type 3:

Afkoppelen, aan de aftakmof op de bestaande ondergrondse LS-kabel, van de bestaande ondergrondse aftakkabel: ontmantelen aftakkabel en ader per ader doorknippen en isoleren. Dit afkoppelen en plaatsen stopmof gebeurt op een installatie onder spanning. Het isoleren gebeurt door middel van vier aderisolatiekrimpdopjes en grotere krimpdop.


Snijden buiten van de bestaande ondergrondse aftakkabel:

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 38

− ter hoogte van de nieuwe ondergrondse distributiekabel voor aansluiting type 3. − ter hoogte van de woning voor aansluiting type 2. De behouden lengte kant woning

moet toelaten om aan te sluiten op de nieuwe ondergrondse hoofdkabel. Indien niet aanwezig plaatsen van een aansluitdoos of aansluitscheider voor de meter. Controle draaiveld voor en na. Bij wijziging van de spanning in de binneninstallatie van de klant, meten van de

isolatieweerstand van de binneninstallatie (minimum 500.000 Ohm)

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor de overkoppeling of vernieuwing B en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).


3.3.9

3.3.10

Wegname tijdelijke aansluiting elektriciteit en plaatsen definitieve teller

Indien een tijdelijke aansluiting reeds ondergronds met de definitieve aftakkabel werd gerealiseerd en deze moet omgebouwd worden naar een definitieve ondergrondse aansluiting dan voert de aannemer volgende werkzaamheden uit: Loskoppelen van de reeds geplaatste ondergrondse aftakkabel van de voorlopige werfkast van de

netgebruiker (opgelet deze staat onder spanning). Wegnemen van de voorlopige werfkast met elektriciteitsmeter en automaat. Plaatsen van een nieuwe kWh-meter, eventueel een OT en aansluitautomaat in de aansluitkast

van de klant. Terug aansluiten van de aftakkabel en de verbindingskabel naar het hoofdverdeelbord van de

klant. Hierbij dient speciaal gelet te worden op de juiste verbinding van nulgeleider en fasegeleiders en het juiste draaiveld van de meter van de klant te respecteren (te meten).

Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, c, g, k, l en n van dit bijzonder lastenboek voor zover deze nog niet zijn opgesomd in deze postomschrijving

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien voor wegname tijdelijke aansluiting en plaatsen definitieve teller.


Vervangen van oude EL-meters door nieuwe

a. Vervangen oude EL-meter door nieuwe meter

Eventueel dient bij de overkoppeling van de elektriciteitsaansluiting de oude elektriciteitsmeter vervangen te worden door een nieuwe. De aannemer voert dan in supplement de volgende werkzaamheden uit:

Loskoppelen van de aftakkabel en de verbindingskabel naar het hoofdverdeelbord van de

klant Wegnemen van de oude elektriciteitsmeter, eventuele aansluitautomaat en eventuele OT. Plaatsen van een nieuwe meter, eventuele aansluitautomaat en eventuele OT. Terug aansluiten van de aftakkabel en de verbindingskabel naar het hoofdverdeelbord van

de klant. Hierbij dient speciaal gelet te worden op de juiste verbinding van nulgeleider en fasegeleiders en het juiste draaiveld van de meter van de klant te respecteren (te meten).


Een meter mag enkel vervangen worden mits voorafgaand akkoord van onze plaatselijke diensten.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 39

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per meter, er wordt geen onderscheid gemaakt tussen een enkel- of dubbel tariefmeter.

SAP-nr: 3001799 Vereiste pasje: OAE

b. Vervangen oude EL-meter door nieuwe meter + meterkast

Eventueel dient bij de overkoppeling van de elektriciteitsaansluiting de oude elektriciteitsmeter vervangen te worden door een nieuwe + een meterkast. De aannemer voert dan in supplement de volgende werkzaamheden uit:


klant Wegnemen van de oude elektriciteitsmeter, eventuele aansluitautomaat en eventuele OT. Plaatsen van een nieuwe meterkast met meter en aansluitautomaat en eventuele OT (de

onderdelen worden als losse elementen geleverd door de opdrachtgever en worden door de aannemer gemonteerd in de meterkast). De kast wordt tegen de muur bevestigd door middel van kunststofpluggen en schroeven.

Terug aansluiten van de aftakkabel en de verbindingskabel naar het hoofdverdeelbord van de klant. Hierbij dient speciaal gelet te worden op de juiste verbinding van nulgeleider en fasegeleiders en het juiste draaiveld van de meter van de klant te respecteren (te meten).





Belangrijke opmerking : Binnen Eandis worden, volgens wettelijk geldend reglement (metrologie), een belangrijk aantal oude elektriciteitsmeters vervangen door nieuwe meters. De mogelijkheid bestaat dat deze gegroepeerd zullen vervangen worden en dat dit werk eventueel wordt opgedragen aan de aannemer voor aansluitingen en overkoppelingen elektriciteit van het infrastructuurgebied. Indien dit werk aan de aannemer wordt opgedragen verbindt hij zich ertoe deze meters te vervangen aan de eenheidsprijs voor "Vervangen oude EL-meter door nieuwe meter" of "Vervangen oude EL-meter door nieuwe meter + meterkast". Het eventueel slopen van de bestaande en plaatsen van een nieuwe verbindingskabel tussen meterkast en het hoofdverdeelbord van de klant is in deze eenheidsprijs begrepen.

3.3.11 Het vervangen van OT’s

Bij het maken van een nieuwe aansluiting, of het plaatsen of vervangen van een elektriciteitsmeter zoals vermeld in de diverse posten van dit lastenboek is steeds het eventueel plaatsen van een OT inbegrepen. Dit betekent dat de posten “Vervangen van OT’s” beschreven onder 3.3.11 enkel kunnen verrekend worden indien zij als aparte en enige werkopdracht bij een klant dienen uitgevoerd te worden.

a. Type A: Vervangen Prom

Het vervangen van de prom in de bestaande OT (type RO5 ENERMET of type RCR131 L&G) in een bestaande huisaansluiting omvat volgende leveringen en prestaties:

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 40

alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2 van dit bijzonder lastenboek (3.2.a, b, l en n).

• Demonteren van de bestaande prom uit de bestaande OT • Inpluggen van de nieuwe prom in de bestaande OT • Controleren van de werking van de OT

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per stuk.


b. Type B: Vervangen van OT

Het vervangen van de bestaande OT door een nieuwe OT type RO5 ENERMET of type RCR131 L&G in een bestaande meterkast van de huisaansluiting omvat volgende leveringen en prestaties:

alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2 van dit bijzonder lastenboek

(3.2.a, b, l en n). • Losschroeven van de bestaande OT uit de meteropstelling in de bestaande meterkast. • Plaatsen van de nieuwe OT in kunststofkastje in de bestaande meterkast: alle onderdelen

worden door de opdrachtgever geleverd als losse elementen en worden door de aannemer gemonteerd in de meterkast.

• Plaatsen en aankoppelen van een verbindingskabel tussen de nieuwe OT en de aftakrail van de elektriciteitsmeter.

• Controleren van de werking van de OT

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per stuk. SAP-nr: 3003627

Vereiste pasje: AFE

c. Type C: Vervangen van OT plus bedrading

Het vervangen van de bestaande OT door een nieuwe OT type RO5 ENERMET in apart kastje op meterbord of op muur met aanpassing van de volledige bedrading omvat volgende leveringen en prestaties:

• alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2 van dit bijzonder lastenboek

(3.2.a, b, l en n). • Loskoppelen van de aftakkabel en de verbindingskabel naar het hoofdverdeelbord van de

klant. • Losschroeven van de bestaande OT en eventueel aansluitautomaat + elektriciteitsmeter op

het bestaande meterbord of op de muur in de bestaande meteropstelling van de huisaansluiting en wegname van de oorspronkelijke bedrading.

• Eventueel plaatsen van een nieuwe aansluitautomaat en nieuwe elektriciteitsmeter. • Plaatsen van een kunststofkastje op het bestaande meterbord of op de muur. Het kastje wordt

bevestigd door middel van kunststofpluggen en schroeven. • Monteren van de nieuwe OT in het nieuwe kunststofkastje (de onderdelen worden door de

opdrachtgever geleverd als losse elementen en worden door de aannemer gemonteerd in het kunststofkastje).

• Plaatsen en aankoppelen van een volledig nieuwe bedrading tussen de elementen van de meteropstelling.

• Terug aansluiten van de aftakkabel en de verbindingskabel naar het hoofdverdeelbord van de klant.



Vereiste pasje: AFE

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 41

d. Type D: Vervangen van OT + plaatsen kast en relais

Het vervangen van de bestaande OT door een nieuwe OT type RCR131 L&G + contactor in apart kastje op meterbord of op muur met aanpassing van de volledige bedrading omvat volgende leveringen en prestaties:


(3.2.a, b, l en n). • Loskoppelen van de aftakkabel en de verbindingskabel naar het hoofdverdeelbord vande

klant. • Volledig vewijderen van de bestaande meteropstelling van de klant. • Plaatsen van een volledig nieuwe meterkast. • Eventueel plaatsen van een nieuwe aansluitautomaat en elektriciteitsmeter of terugplaatsen

van de bestaande in de nieuwe meterkast. • Plaatsen van een kunststofkastje op het nieuwe meterbord of op de muur. Het kunststofkastje

en de nieuwe meterkast worden bevestigd door middel van kunststofpluggen en schroeven. • Monteren van de nieuwe OT en contactor in het nieuwe kunststofkastje (alle onderdelen

worden door de opdrachtgever geleverd als losse elementen en worden door de aannemer gemonteerd in het kunststofkastje).


• Terug aansluiten van de aftakkabel en de verbindingskabel naar het hoofdverdeelbord vande klant.



Vereiste pasje: AFE

e. Type E: Controle teller (bij gemeenschappelijke OT)

In appartementsgebouwen komt het soms voor dat 1 enkel OT een ganse batterij tellers schakelt. In dat geval moet er slechts 1 OT vervangen worden volgens één van de posten Type A t.e.m. Type D. Voor de eerste teller is in die post de uitvoering van de administratieve formaliteiten inbegrepen. Voor elke overige teller dienen de administratieve formaliteiten eveneens uitgevoerd te worden.

De controle van een teller omvat volgende leveringen en prestaties:

• Alle toepasbare administratieve formaliteiten zoals vermeld onder 3.2.l van dit bijzonder

lastenboek

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per stuk. SAP-nrs: 3003634

Vereiste pasje: AFE

3.3.12 Slopen van aansluitingen elektriciteit

a. Slopen elektriciteitsaansluiting

Bij het slopen van een bestaande elektriciteitsaansluiting voert de aannemer de volgende werkzaamheden uit:

Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a tot en met f, h en l van dit

bijzonder lastenboek

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 42

Specifiek ingeval aansluiting ondergronds op ondergronds net: afkoppelen, aan de aftakmof op de bestaande ondergrondse LS-kabel, van de bestaande ondergrondse aftakkabel: denuderen aftakkabel en ader per ader doorknippen en isoleren. Dit afkoppelen en plaatsen stopmof gebeurt op een installatie onder spanning. Het isoleren gebeurt door middel van vier aderisolatiekrimpdopjes en een grotere krimpdop.

Specifiek ingeval ondergrondse aansluiting op luchtnet: afkoppelen op de paal van de bestaande aftakkabel op het luchtnet, wegnemen van de aftakklemmen, isoleren van de geleiders van het luchtnet en slopen van de stijgleiding tot minimum 60 cm onder het maaiveld.

Slopen van de meteropstelling en aansluitkabel tot buiten de muurdoorvoer, uitbreken van de muurdoorvoer en dichten van de muurdoorgang. Indien hiervoor aan de huisgevel een kleine put dient gemaakt te worden dan is dat inclusief opbreken en herstellen bestrating begrepen in de eenheidsprijs.

Het lokaliseren van de bestaande aansluitkabel door de aannemer is steeds inbegrepen in de eenheidsprijs.

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor het slopen van een elektriciteitsaftakking en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen). Opmerking: Deze post wordt ook toegepast indien een tijdelijke ondergrondse aansluiting

dient gesloopt te worden. SAP-nrs 3003573 t.e.m. 3003575

Vereiste pasje: OAE

b. Slopen van een bijkomende elektriciteitsmeter

Het slopen van een bijkomende elektriciteitsmeter kan zich enkel voordoen in appartementsgebouwen tegelijk met het slopen van de aansluiting zelf en dit vanaf de 2de meter. Alle elektriciteitsmeters in het appartementsgebouw worden gesloopt. De aannemer voert dan de volgende werkzaamheden uit per meteropstelling:

Loskoppelen en wegnemen van de aftakkabel en de verbindingskabel naar het

hoofdverdeelbord van de klant Wegnemen van de elektriciteitsmeter en eventuele aansluitautomaat, OT en meterkast. Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, c en l van dit bijzonder

lastenboek voor zover deze nog niet zijn opgesomd in deze postomschrijving

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per meterkast met meter (vanaf de 2de meter), er wordt geen onderscheid gemaakt tussen een enkel- of dubbeltarief meter.

SAP-nr 3003576 Vereiste pasje: OAE

3.3.13 Wegname elektriciteitsmeter

Idem als 3.3.12.b maar de El-meter wordt weggenomen in een bestaande aansluiting in een appartementsgebouw waarbij minstens 1 meter van de aansluiting in dienst blijft. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per meterkast met meter, er wordt geen onderscheid gemaakt tussen een enkel- of dubbeltarief meter. Deze post kan per locatie (per appartementsgebouw) per dag slechts éénmaal aangerekend worden. Indien op de bestaande aansluiting meerdere meterkasten met meter op dezelfde dag moeten weggenomen worden, wordt vanaf de tweede weggenomen meterkast met meter afgerekend met post 3.3.12.b.

SAP-nr 3002467 Vereiste pasje: AFE

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 43

3.3.14

3.3.15

Slopen tijdelijke aansluiting elektriciteit op luchtnet

Het slopen van een tijdelijke aansluiting elektriciteit op luchtnet gebeurt steeds op een LS-paal en omvat de volgende werkzaamheden: Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, c en l van dit bijzonder

lastenboek Afkoppelen op de LS-paal van de bestaande aftakkabel op het luchtnet en in de werfkast tegen de

paal. Slopen van de stijgleiding (aftakkabel) tegen de LS-paal tussen luchtnet en werfkast. Wegnemen van de werfkast van de LS-paal ingeval deze eigendom van de opdrachtgever is.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien voor het slopen van een tijdelijke aansluiting elektriciteit op luchtnet.


Onvoorziene werken bij aansluitingen en overkoppelingen elektriciteit

a. Bijkomende kabelplaatsing binnenshuis - gedeelte boven de 5 meter

Het plaatsen van de aftakkabel binnenshuis (dit is vanaf binnenkant muurdoorboring) en het plaatsen van een verbindingskabel tussen de meterkast en het hoofdverdeelbord van de klant is in de eenheidsprijs van de aansluiting of overkoppeling begrepen voor zover de som van beide de 5 meter niet overschrijdt. M.a.w. het gedeelte binnenshuis boven de 5 meter wordt supplementair betaald. Deze regel geldt eveneens bij het vervangen van EL-meters en het plaatsen van budgetmeters. De aftakkabel en de verbindingskabel worden steeds tegen de muur bevestigd met kunststofpluggen en beugels en roestvrije schroeven om de 30 centimeter. De pluggen worden in de muur geboord. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per lopende meter.


b. Plaatsen kabelgoot binnenshuis

Indien de maatschappij beslist dat de aftakkabel en de verbindingskabel in een kabelgoot geplaatst worden, dan wordt deze door de aannemer tegen de muur bevestigd met kunststofpluggen en roestvrije schroeven om de 50 centimeter. De pluggen worden in de muur geboord. De kabel wordt in de kabelgoot geplaatst. In het geval van een kabelgoot wordt er uiteraard geen bijkomende kabelplaatsing binnenshuis betaald. De kabelgoten worden door de aannemer geleverd. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per lopende meter (leveren en plaatsen goot + trekken kabel in goot).


LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 44

3.4

3.4.1

3.4.2

3.4.3

SCHORSEN EN HERAANSLUITEN VAN EEN KLANTAANSLUITING ELEKTRICITEIT

Schorsen van een ondergrondse aansluiting elektriciteit

Dit is het ondergronds afkoppelen van de aansluitkabel van de ondergrondse LS-distributiekabel. De schorsing omvat volgende leveringen en prestaties: Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a t.e.m. d van dit bijzonder

lastenboek. Graven van een voldoende grote werkput (+/- 1 m³) voor het vrijmaken van de distributiekabel,

aftakmof en aftakkabel en het uitvoeren van de schorsing van de aansluiting en achteraf terug dempen en aandammen van de put.

Afkoppelen van de bestaande ondergrondse aftakkabel op ongeveer 50 cm van de aftakmof op de bestaande ondergrondse LS-distributiekabel,: ontmantelen en ader per ader doorknippen en isoleren. Dit afkoppelen en plaatsen stopmof gebeurt op een installatie onder spanning. Het isole-ren gebeurt door middel van vier aderisolatiekrimpdopjes en een grotere krimpdop en dit zowel aan de kant aftakmof onder spanning als aan de kant woning niet meer onder spanning.

Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.f, h en l van dit bijzonder lastenboek. In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor het schorsen van een ondergrondse aansluiting elektriciteit en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).

SAP-nrs 3003835 t.e.m. 3003837 Vereiste pasje: OAE

Schorsen van een ondergrondse aansluiting elektriciteit op luchtnet

Dit is het bovengronds afkoppelen van de aansluitkabel van het LS-luchtnet (kopernet of bundelkabel). De schorsing omvat volgende leveringen en prestaties: Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2 a t.e.m. c van dit bijzonder

lastenboek. Afkoppelen van de aftakkabel van de aftakklemmen van het luchtnet. Isoleren van de aftakkabeluiteinden door middel van vier aderisolatiekrimpdopjes en een grotere

krimpdop. Vastmaken van het vrije aftakkabeluiteinde met de stopmof aan de LS-paal door middel van inox

klemband. Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.l van dit bijzonder lastenboek.

In de prijstabel is een eenheidsprijzen voorzien per stuk voor het schorsen van een ondergrondse aansluiting elektriciteit op luchtnet.


Schorsen van een elektriciteitsaansluiting binnenshuis

Dit is het onderbreken van de aansluiting binnen bij de klant vóór of achter de elektriciteitsmeter. De schorsing omvat volgende leveringen en prestaties: Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b en l van dit bijzonder lastenboek. Indien de meteropstelling met SMV (smeltveiligheden) is beveiligd: de SMV uittrekken zodat de

klantinstallatie spanningsloos wordt vanaf de meter. Indien de meteropstelling voorzien is van een aansluitscheider: deze onderbrekingsschakelaar

uitschakelen zodat de klantinstallatie spanningsloos wordt vanaf de meter.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 45

Indien geen aansluitscheider aanwezig is: de verbindingskabel tussen meter en verdeelbord klant in de meter loskoppelen op de uitgangsklemmen van de meter:

− Voor 1 x 230 V worden de beide draden losgekoppeld. − Voor 3 x 230 V worden de 3 fasedraden (L1 - L2 - L3) losgekoppeld. Om later correct

aansluiten mogelijk te maken worden de fasedraden gemerkt met L1 - L2 - L3. − Voor 3N400 V worden de 3 fasedraden (L1 - L2 - L3) losgekoppeld en wordt de nul

eveneens losgekoppeld. Om later correct aansluiten mogelijk te maken worden de fasedraden gemerkt met L1 - L2 - L3 en wordt de nul gemerkt met N.

De losgekoppelde draden worden op één van de volgende manieren afgeïsoleerd:

− in loskoppel volgorde in een klemmenstrook 16 mm² aansluiten (SAP 4707) − afisoleren met rode isolatie doppen (SAP 4675 of 1077) − afisoleren met krimpdoppen (SAP 5650) en deze vastkleven met isolatietape

Indien de meteropstelling is uitgevoerd met een budgetmeter: deactiveren van de budgetmeter

m.a.w. schorsen met de elektronische kaart.

In de prijstabel is een eenheidsprijzen voorzien per stuk. SAP-nr: 3003839

Vereiste pasje: OAE

3.4.4 Heraansluiten van een geschorste elektriciteitsaansluiting binnenshuis

Dit is het herstellen van de door schorsing onderbroken aansluiting binnen bij de klant vóór of achter de elektriciteitsmeter. De herstelling omvat volgende leveringen en prestaties:

Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2 a, b en l van dit bijzonder lastenboek. Indien de meteropstelling met SMV (smeltveiligheden) is beveiligd: terug SMV in de

smeltveiligheidhouder steken zodat de klantinstallatie terug stroom krijgt. Indien de meteropstelling voorzien is van een aansluitscheider: deze onderbrekingsschakelaar

inschakelen zodat de klantinstallatie terug stroom krijgt. Indien geen aansluitscheider aanwezig is: de verbindingskabel tussen meter en verdeelbord klant

in de meter aankoppelen op de uitgangsklemmen van de meter:

− Wegnemen van klemmenstrook, isolatiedopjes en/of krimpdoppen van de losgekoppelde draden.

− Voor 1 x 230 V worden de beide draden terug aangekoppeld. − Voor 3 x 230 V worden de 3 fasedraden (L1 - L2 - L3) terug aangekoppeld. − Voor 3N400 V worden de 3 fasedraden (L1 - L2 - L3) en de nulleider (N) terug

aangekoppeld. Indien de meteropstelling is uitgevoerd met een budgetmeter: activeren van de budgetmeter m.a.w.

terug in dienst stellen met de elektronische kaart. In de prijstabel is een eenheidsprijzen voorzien per stuk.


Belangrijke opmerking: Indien de aannemer wordt opgedragen een voorheen buitenshuis ondergronds geschorste aansluiting elektriciteit opnieuw aan te sluiten dan wordt dit verrekend met de post 3.3.3 “Nieuwe aansluiting elektriciteit zonder meter”.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 46

3.5

3.5.1

3.5.2

POSTEN AANSLUITINGEN EN OVERKOPPELINGEN GAS

Nieuwe huisaansluiting gas (Cu DN22 of DN28) zonder muurdoorboring met gasmeter G4 of G6

(bv. aansluitbocht of wachtbuis aanwezig) Het maken van de volledig nieuwe aftakking volgens de procedure Eandis m.b.t. de “standaard lagedrukaftakking” zonder muurdoorboring op ondergrondse LD-distributieleiding omvat volgende leveringen en prestaties: Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2 van dit bijzonder lastenboek (3.2.a

t.e.m. h, j, k, l en m). Plaatsen nieuwe dienstleiding PE32 buitenshuis (ongeacht de lengte) en koperen muurdoorvoer

binnenshuis. Plaatsen van het aftakzadel op de distributieleiding en verbinden met de dienstleiding PE32 via

elektrolashulpstukken. Plaatsen van een afsluitelement. Het eventueel verlengen van de aftakking via anti-fraude koppelingen en naakt koperen buis. Plaatsen van de volledige meteropstelling voor G4 of G6. Verbinden van de binneninstallatie van de klant met de uitgang van de meteropstelling. Plaatsen van een aanduidingsplaatje “G” zichtbaar op de buitenmuur boven de aansluitleiding.

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor de nieuwe aftakking zonder muurdoorboring en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).

SAP-nrs 3001804 t.e.m. 3001806 Vereiste pasjes: PE en AFG

Nieuwe huisaansluiting gas (Cu DN22 of DN28) met muurdoorboring met gasmeter G4 of G6

Het maken van de volledig nieuwe aftakking met muurdoorboring op ondergrondse LD-distributieleiding omvat volgende leveringen en prestaties: Alle leveringen en prestaties vermeld onder 3.5.1 van dit bijzonder lastenboek met toevoeging van

de muurdoorboring (3.2.i) door de funderingsmuur van de woning. Plaatsen van een flexibele mantelbuis DN65 vanaf de muurdoorvoeropening tot boven de

afgewerkte vloeropening (ook in kruipruimten of schuine muurdoorboring). In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor de nieuwe aftakking met muurdoorboring en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).


Belangrijke opmerking: Afhankelijk van de lengte van de aftakking en het te leveren debiet én voor nieuwe aansluitingen in appartementsgebouwen met 2 tot 9 meters kan de nieuwe dienstleiding in PE40 aangelegd worden en gebeurt de muurdoorvoer in RVS 5/4”. Tussen PE40 en de muurdoorvoer 5/4” wordt een overgangsstuk PE-Staal geplaatst en onmiddellijk na de muurdoorgang een isolatiesok 5/4”. De andere leveringen en prestaties zijn dezelfde als beschreven onder 3.5.1 en 3.5.2. De bijkomende meters worden steeds geplaatst in collectorvorm en worden afgerekend volgens 3.5.3.c. De aansluiting zelf (de eerste teller steeds inbegrepen) wordt afgerekend volgens 3.5.1 of 3.5.2.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 47

3.5.3 Nieuwe aansluiting gas 5/4” of 2" met gasmeter G10, G16 of G25

Deze aftakkingen betreffen kleine appartementsgebouwen en klanten met een hoger verbruik dan het normale huishoudelijke en worden uitgevoerd volgens de procedure Eandis m.b.t. de “standaard lagedrukaftakking tot 40m³/h”. Het buitengedeelte van de aansluiting gebeurt in PE DN40 of DN 63, het binnenwerk in staal 5/4” of 2". In het buitengedeelte wordt steeds een buitenafsluiter geplaatst, dit staat niet vermeld in de postomschrijving (3.5.3.a) en wordt apart afgerekend via post 3.5.13.b. In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien per onderdeel van de aftakking 5/4” of 2” zoals beschreven in de volgende paragrafen:

a. Buitenwerk aftakking 5/4” of 2" met gasmeter G10, G16 of G25 (in de regel met muurdoorboring)

Het uitvoeren van het buitenwerk voor een nieuwe aftakking 5/4” of 2" met gasmeter G10, G16 of G25 op een lagedruk distributieleiding omvat volgende leveringen en prestaties:


(3.2.a t.e.m. f, h, i, j en l). Plaatsen nieuwe dienstleiding PE40 of PE63 buitenshuis (ongeacht de lengte) en staal

diameter 5/4” of 2" binnenshuis en plaatsen van een overgangsstuk PE-Staal tussen beide juist voor de muurdoorgang + RVS 5/4” of 2” muurdoorvoer.

Plaatsen van een aftakzadel of een T-stuk op de LD-distributieleiding en verbinden met de dienstleiding PE40 of PE63 via elektrolashulpstukken.

Plaatsen van een isolatiesok 5/4” of 2” binnenshuis onmiddellijk na de muurdoorgang. Plaatsen van een aanduidingsplaatje “G” zichtbaar op de buitenmuur boven de

aansluitleiding.

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor het buitenwerk van de aftakking 5/4” of 2” met gasmeter G10, G16 of G25 voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).

SAP-nrs 3001813 t.e.m. 3001815 Vereiste pasjes: PE en AFG LD 40

b. Binnenwerk aftakking 5/4” of 2" met 1 gasmeter G10, G16 of G25

Het uitvoeren van het binnenwerk voor een nieuwe aftakking 5/4” of 2" met 1 gasmeter G10, G16 of G25 omvat volgende leveringen en prestaties:

Monteren en plaatsen van een prefab-meteropstellingset (G10, G16 - G25) inclusief leiding

binnenshuis en aansluiten op de dienstleiding. Aanwerken van de uitgang van de prefab-set aan de installatie van de klant met buizen en

hulpstukken 2". Alle noodzakelijke muur- en vloerdoorboringen binnenshuis en zorgvuldig terug afdichten

van deze openingen. In dienst stellen van de nieuwe gasaftakking 5/4” of 2" op dezelfde manier zoals

beschreven onder III.2.m van dit bijzonder lastenboek.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien voor het binnenwerk aftakking 5/4” of 2" gas met 1 gasmeter G10, G16 of G25.

SAP-nr 3001816 Vereiste pasjes: PE en AFG LD 40

Belangrijke opmerking: De afrekening van een gasaansluiting gebeurt volgens 3.5.3.a + 3.5.3.b indien:

- de aftakleiding is 2” (PE63) ongeacht het type tellers - of de aftakleiding is 5/4” (PE40) én de teller is een G10, G16 of G25

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 48

Belangrijke opmerking voor alle LD-gasaansluitingen: Het komt voor dat de LD-gasaansluiting wordt uitgevoerd met drukregelaar en gasmeter in een meterkast buiten. In dat geval wordt er geen gasmeteropstelling gemaakt binnen in de woning van de klant. De plaatsing van de meterkast met drukregelaar en gasmeter gebeurt op dezelfde manier zoals beschreven in de posten 3.5.7.b “MD-gasaansluiting met teller G4 of G6” en 3.5.7.c “MD-gasaansluiting met teller G10, G16 of G25”. Daar het plaatsen van de meterkast en plaatsen van een gasmeteropstelling ongeveer dezelfde werkhoeveelheid inhoud gebeurt de afreking van een LD-aansluiting met meterkast aan dezelfde prijzen als de klassieke LD-gasaansluiting met binnenopstelling bij de klant.

c. Bijkomende gasmeter(s) op collector in appartementen

1. Gelijktijdig met de nieuwe gasaansluiting

Het bijplaatsen van een bijkomende meteropstelling vanaf de 2de meter in appartementsgebouwen gelijktijdig met de nieuwe gasaansluiting omvat de volgende leveringen en prestaties:

Monteren en plaatsen van een collector in staal 5/4” voor gasmeters G4 of G6. Alle noodzakelijke muur- en vloerdoorboringen binnenshuis en zorgvuldig terug afdichten

van deze openingen. Aan de uitgang van de collector wordt een volledige meteropstelling geplaatst met

éénpijpsgasmeter G4 of G6. In dienst stellen van de nieuwe gasaftakking op collector zoals beschreven onder 3.2.m van

dit bijzonder lastenboek. De muren waarop de gasmeters in appartementsgebouwen worden geplaatst, zullen

voldoende stevig zijn. De verdeelbuizen worden waterpas geplaatst.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per gasmeter die gelijktijdig bijgeplaatst moet worden op collector vanaf de 2de gasmeter.


2. Niet gelijktijdig met de nieuwe gasaansluiting

Idem als 3.5.3.c.1 maar de nieuwe gasmeteropstelling wordt bijgeplaatst in een bestaande aansluiting (bv. in een appartementsgebouw) die reeds op een andere dag werd uitgevoerd. De aannemer verbindt de nieuwe gasmeteropstelling met de binneninstallatie van de klant.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per gasmeter die niet gelijktijdig met de gasaansluiting moet worden bijgeplaatst. Deze post kan per locatie (per appartementsgebouw) per dag slechts éénmaal aangerekend worden. Indien op de bestaande aansluiting meerdere gasmeters op dezelfde dag moeten bijgeplaatst worden, wordt vanaf de tweede bijgeplaatste gasmeter terug afgerekend met post 3.5.3.c.1.


Belangrijke opmerking:

De post 3.5.3.c.2 veronderstelt dat de bestaande gasaansluiting is uitgevoerd met een buitenafsluiter. Indien dit niet het geval is kan de gastoevoer enkel afgesloten worden via het aftakzadel op de hoofdleiding. Dit vereist het graven van een put op die plaats. De uitvoering van post 3.5.3.c.2 wordt dan volledig vervangen door de post 3.5.8.c “Overkoppeling of vernieuwing type C”.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 49

3.5.4

3.5.5

Plaatsen budgetmeter gas

Het vervangen van een standaard gasmeter G4 of G6 door een budgetmeter gas kan uitgevoerd worden volgens drie types (A, B of C) van werkuitvoering en omvat volgende leveringen en prestaties: Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, j, k, l en m van dit bijzonder



Vervangen van de bestaande gasmeter door de budgetmeter gas naar gelang het type uit te

voeren werk zoals beschreven in de posten vervangen oude gasmeter door nieuwe gasmeter 3.5.10.a “Type A: enkel gasmeter”, 3.5.10.b “Type B: gasmeter + saneren meteropstelling” of 3.5.10.c “Type C: gasmeter + saneren meteropstelling + muurdoorvoering” Ingeval van Type C wordt voor de afrekening verondersteld dat de bestaande gasaansluiting is uitgevoerd met een buitenafsluiter. Indien dit niet het geval is kan de gastoevoer enkel afgesloten worden via het aftakzadel op de hoofdleiding. Dit vereist het graven van een put op die plaats. De uitvoering van de post Plaatsen budgetmeter wordt dan verrekend volgens de post 3.5.8.c “Overkoppeling of vernieuwing type C”.

Afregelen, testen en in dienst stellen van de budgetmeter gas volgens de werkinstructies en de

doe-fiches, die ter beschikking gesteld worden bij de opleiding “Plaatsen budgetmeters gas”. Bij het plaatsen van budgetmeters gas ter vervanging van de normale standaardmeter gas G4 of

G6 kan het voorkomen dat de toegang tot de woning wordt bemoeilijkt of dat de meter zelf in moeilijke omstandigheden moet geplaatst worden. Met de verliestijden die hierdoor kunnen optreden ten opzichte van de ideale taakuitvoering is in de eenheidsprijs van deze post rekening gehouden. De aannemer kan hiervoor dus geen aanspraak maken op enig supplement of regie-uren. Het kan ook voorkomern dat de klant ondanks de door Eandis gemaakte afspraak niet thuis is en de geplande plaatsing budgetmeter niet kan doorgaan, in dit geval meldt de aannemer dit onmiddellijk aan de back-office van het infrastructuurgebied en vult de nodige afwezigheidsformulieren in. Indien de aannemer de budgetmeter niet kan plaatsen wordt de aannemer vergoed met de post 3.8.13 “Nutteloze Verplaatsing”.

Afleveren van de weggenomen bestaande gasmeter en alle gesloopte materialen en eventuele

overschot onderdelen als recuperatie in de Eandis-containers in het ophaalpunt van het infrastructuurgebied of van de aannemer.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per Type.

SAP-nr 3003875 t.e.m. 3003877 Vereiste pasjes: PE én OAG én BUDAG

Minprijs voor NIET-indienststelling gasaansluiting

Indien de gasaansluiting wordt uitgevoerd bij een klant waar de binneninstallatie door de installateur van de klant nog niet werd voltooid of waar de binneninstallatie van de klant nog niet mag aangekoppeld worden aan de meteropstelling, voert de aannemer volgende prestaties die inbegrepen zijn in de normale prijs van de gasaansluiting NIET uit: De verbinding van de binneninstallatie van de klant met de uitgang van de meteropstelling. De dichtheidsproef op de binneninstallatie van de klant.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 50

In de prijstabel is een eenheidsprijs in MIN voorzien voor het NIET-indienststellen van een gasaansluiting. In appartementsgebouwen kan deze post enkel afgetrokken worden voor de 1ste teller.

SAP-nr 3003137 Vereiste pasjes: PE en AFG

3.5.6 Indienststelling van gasaansluitingen

a. Indienststelling van een nieuwe (reeds eerder gemaakte) gasaansluiting

Deze post kan enkel afgerekend worden indien de indienststelling uitgevoerd wordt onafhankelijk van de uitvoering van de gasaansluiting (m.a.w. op een andere dag). De indienststelling van de gasaansluiting omvat volgende leveringen en prestaties:

De dichtheidsproef op de binneninstallatie van de klant.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien voor een onafhankelijke indienststelling van een nieuwe gasaansluiting


b. Indienststelling van een bijkomende (reeds eerder gemaakte) gasaansluiting op eenzelfde locatie

Deze post kan enkel afgerekend worden indien meerdere indienststellingen tegelijk uitgevoerd moeten worden in eenzelfde appartementsgebouw onafhankelijk van de uitvoering van de gasaansluitingen zelf (m.a.w. op een andere dag) in datzelfde appartementsgebouw. De indienststelling omvat dezelfde leveringen en prestaties als beschreven in 3.5.6.a. Deze post wordt verrekend vanaf de tweede gelijktijdige indienststelling (d.i. op dezelfde dag) in een zelfde appartementsgebouw, de eerste gelijktijdige indienststelling in hetzelfde appartementsgebouw wordt verrekend volgens 3.5.6.a. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per bijkomende onafhankelijke indienststelling van een nieuwe gasaansluiting in een zelfde appartementsgebouw.


3.5.7 Supplement voor gasasaansluiting op MD5

Volgens procedure Eandis “Standaardgasaftakking MDB tot 40m³/h. Een gasaansluiting op een middendrukgasnet PE of Staal 5 bar gebeurt op dezelfde manier als de standaardgasaftakking lage druk op een PE-net of Staalleiding lage druk. De aannemer voert dus eigenlijk dezelfde werkzaamheden uit voor een middendrukaftakking als voor een lage druk aftakking zoals beschreven in de paragrafen 3.5.1 tot en met 3.5.3.a van dit lastenboek. Er zijn echter 4 verschillen:

1. Het aanboren via de aftakbeugel (PE) of lassok (staal) gebeurt op middendruk MD5 zodat deze aansluiting enkel mag uitgevoerd worden door personeel van de aannemer in het bezit van het pasje: MD-gasaftakkingen + sok- en buislassen indien staal. De aannemer beschikt voor het aanboren over het speciale aanboortoestel voor MD-gasleidingen.

2. In supplement op de standaardgasaftakking plaatst de aannemer in de aansluitleiding een MD5 miniklantcabine.

3. Bij een MD5-gasaftakking wordt steeds een buitenafsluiter geplaatst. (deze staat niet in de postbeschrijving vermeld en wordt steeds afgerekend volgens post 3.5.13.b.)

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 51

4. In min wordt er geen meteropstelling binnenshuis geplaatst (dit enkel bij plaatsing van een miniklantcabine met drukregelaar én gasmeter,) en wordt er ook geen muurdoorboring uitgevoerd (voor de afrekening kiest men dus steeds een uitvoering zonder muurdoorboring (zie 3.5.1 voor tellers G4/G6), voor aansluitingen met een teller G10, G16 of G25 wordt met de muurdoorboring in min rekening gehouden in het supplement zelf (par 3.5.7.c))

Bij de afrekening van een aansluiting op MD5-net krijgt de aannemer dus een standaardgasaftakking betaald plus één van de 3 supplementen MD5 miniklantcabine (naargelang het gebruikte type 3.5.7.a, 3.5.7.b of 3.5.7.c).

a. MD5 miniklantcabine voor MD-drukregelaar

Deze post wordt verrekend als supplement op een standaardaftakking lage druk gas indien die aftakking dient te gebeuren op een middendrukgasnet 5 bar en waarbij in de miniklantcabine enkel een drukregelaar wordt geplaatst. In supplement op de standaardaftakking voert de aannemer de volgende prestaties uit:

Plaatsen van de miniklantcabine (afmetingen 270 x 710 x 200 mm) ter hoogte van de rooilijn

of tegen de gevel van de woning: - Opbreken eventuele bestrating met fundering op de plaats waar de voetpadkast

moet geplaatst worden en graven van een werkput - Plaatsen van de miniklantcabine met PVC-pootjes in de werkput op een diepte van

ongeveer 25 cm gemeten vanaf de funderingsplaat tot het maaiveld. Aansluiten van de ingang van de miniklantcabine aan de MD-aftakleiding d.m.v.

elektrolashulpstukken op een diepte van minimaal 60 cm onder het maaiveld. Aansluiten van de uitgang van de miniklantcabine aan de LD-aftakleiding d.m.v.

elektrolashulpstukken op een diepte van minimaal 60 cm onder het maaiveld. Uitvoeren van de dichtheidsproef op zowel de MD- als de LD-aftakleiding. Monteren van een tweetrapsdrukregelaar in de miniklantcabine tussen MD- en LD-

aftakleiding. Terug vullen van de werkput en aanwerken en herstellen van de eventuele bestrating met

fundering in oorspronkelijke toestand rondom de miniklantcabine. Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, c, l en m van dit bijzonder


In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per miniklantcabine. SAP-nr 3002468

Vereiste pasjes: PE en AFG MD

b. MD5 miniklantcabine met regelaar en gasmeter G4 of G6

Deze post wordt verrekend als supplement op een standaardaftakking gas indien die aftakking dient te gebeuren op een middendrukgasnet 5 bar en waarbij in de miniklantcabine met voorgemonteerde drukregelaar een gasmeter G4 of G6 wordt geplaatst. In supplement op de standaardaftakking voert de aannemer de volgende prestaties uit:

Plaatsen van de miniklantcabine (afmetingen 540 x 1120 x 240 mm) ter hoogte van de

rooilijn of tegen de gevel van de woning: - Opbreken eventuele bestrating met fundering op de plaats waar de voetpadkast



elektrolashulpstukken op een diepte van minimaal 60 cm onder het maaiveld. Aansluiten van de uitgang van de miniklantcabine aan de binneninstallatie van de klant. Uitvoeren van de dichtheidsproef en mechanische weerstandsproef op de aftakking. Monteren van een eenpijpsgasmeter aan het gasmeteraansluitstuk in de miniklantcabine.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 52

Terug vullen van de werkput en aanwerken en herstellen van de eventuele bestrating met fundering in oorspronkelijke toestand rondom de miniklantcabine.

Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, c, l en m van dit bijzonder lastenboek voor zover deze nog niet zijn opgesomd in deze postomschrijving

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per miniklantcabine.

SAP-nr 3002469 Vereiste pasjes: PE en AFG MD

c. MD5 miniklantcabine met regelaar en gasmeter G10, G16 of G25

Deze post wordt verrekend als supplement op een standaardaftakking gas indien die aftakking dient te gebeuren op een middendrukgasnet 5 bar en waarbij in de miniklantcabine met voorgemonteerde drukregelaar een gasmeter G10, G16 of G25 wordt geplaatst. In supplement op de standaardaftakking voert de aannemer de volgende prestaties uit:



moet geplaatst worden en graven van een werkput - Plaatsen van de miniklantcabine met funderingsplaat en sokkel in de werkput op

een diepte van ongeveer 70 cm gemeten vanaf de funderingsplaat tot het maaiveld. Aansluiten van de ingang van de miniklantcabine aan de MD-aftakleiding d.m.v.

elektrolashulpstukken op een diepte van minimaal 60 cm onder het maaiveld. Aansluiten van de uitgang van de miniklantcabine aan de binneninstallatie van de klant. Uitvoeren van de dichtheidsproef en mechanische weerstandsproef op de aftakking. Monteren van een éénpijpsgasmeter aan het gasmeteraansluitstuk in de miniklantcabine. Terug vullen van de werkput en aanwerken en herstellen van de eventuele bestrating met





3.5.8 Overkoppelen of vernieuwen van bestaande gasaansluitingen

a. Type A: overkoppeling of vernieuwing zonder binnenwerk

Bij deze overkoppeling of vernieuwing van een bestaande gasaftakking gebeurt er binnenshuis geen enkele aanpassing aan de aftakking. De overkoppeling of vernieuwing type A omvat de volgende leveringen en prestaties:


(3.2.a t.e.m. f, h, l en m). Lassen van het aftakzadel op de nieuwe PE-distributieleiding (altijd in geval van

overkoppeling en meestal ingeval van vernieuwing van de aansluiting) of plaatsen van de aftakbeugel voor leiding in gietijzer of eterniet of PVC (regelmatig in geval van vernieuwing van de aansluiting).

De gasstroom afsluiten via het oude aftakzadel op de bestaande oude hoofdleiding: op PE-hoofdleiding indraaien van de ponsnippel, op hoofdleiding in andere grondstof plaatsen van een conische stop.

Snijden van de bestaande dienstleiding en afdichten van het stroomopwaartse gedeelte (deel kant bestaande oude hoofdleiding) op ongeveer 10 cm afstand van de oude hoofdleiding: ingeval dienstleiding in staal een trekvaste eindkap plaatsen, ingeval dienstleiding in PE een elektrolaseindkap plaatsen.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 53

Voor de dubbele procedure van het afsluiten van de gasstroom zal eventueel de werkput moeten vergroot worden.

Indien voor deze procedure een tweede lasput noodzakelijk is (b.v. oude hoofdleiding aan andere kant straat) dan wordt deze supplementair verrekend via bijkomend grondwerk per m³ (post 3.8.5) en herstelling BESTRATING per m² (punt 3.8.6 of 3.8.7).

Aanpassen en aansluiten van het behouden deel van de aftakking op het nieuwe aftakzadel via elektrolashulpstukken eventueel in combinatie met een overgangsstuk PE/Staal .

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor de overkoppeling of vernieuwing type A en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).

SAP-nrs: 3001819 t.e.m. 3001821 Vereiste pasjes: PE en OAG


De post 3.5.8.a “Overkoppeling of vernieuwing van bestaande gasaansluiting, Type A” wordt eveneens verrekend voor het uitvoeren van een ondergrondse heraansluiting gas buitenshuis bij een voorheen geschorste klant.

b. Type B: overkoppeling of vernieuwing met binnenwerk

Bij deze overkoppeling of vernieuwing van een bestaande gasaftakking gebeurt er ook binnenshuis een kleine aanpassing aan de meteropstelling: plaatsen van een isolatiesok of -voeg en/of een drukregelaar. De overkoppeling of vernieuwing type B omvat de volgende leveringen en prestaties:

De leveringen en prestaties vermeld bij overkoppeling of vernieuwing type A. Plaatsen van een isolatiesok of -voeg in de aftakking binnenshuis onmiddellijk na de

muurdoorgang of de gasmeterkraan en/of tussenschroeven van een drukregelaar juist boven de eenpijpsgasmeter via de gasmeterschroefdraad van de eenpijpsgasmeter.

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor de overkoppeling of vernieuwing type B en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).


c. Type C: overkoppeling of vernieuwing met volledige vervanging van de aftakking

binnenshuis

Bij deze overkoppeling of vernieuwing van een bestaande gasaftakking wordt ook de meteropstelling binnenshuis volledig vervangen. De overkoppeling of vernieuwing type C omvat de volgende leveringen en prestaties:

De werken vermeld bij overkoppeling of vernieuwing type A. Slopen van de bestaande meteropstelling binnenshuis vanaf de bestaande isolatiesok of -

voeg, of juist voorbij de muurdoorgang. Plaatsen van een nieuwe isolatiesok of -voeg binnenshuis onmiddellijk na de

muurdoorgang. Plaatsen van een volledige nieuwe meteropstelling binnenshuis. Terug verbinden van de binneninstallatie van de klant met de uitgang van de

meteropstelling.

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor de overkoppeling of vernieuwing type C en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).


LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 54

d. Type D: overkoppeling of vernieuwing met volledige vervanging van de aftakking op gasdistributieleiding in PE, staal of PVC

Bij een overkoppeling type D bestaat de nieuwe gasdistributieleiding altijd uit PE, de bestaande gasdistributieleiding kan zowel in PE, staal, gietijzer, eterniet als PVC zijn. Bij de vernieuwing type D is de gasdistributieleiding altijd een gasbuis in PE, staal of PVC. Bij deze overkoppeling of vernieuwing van een bestaande gasaftakking wordt de oude aftakking volledig gesloopt en vervangen door een volledig nieuwe aftakking. De overkoppeling of verniewing type D omvat de volgende leveringen en prestaties:


3.2.a t.e.m. m). Lassen van het aftakzadel op de nieuwe PE-distributieleiding. De gasstroom afsluiten via het oude aftakzadel op de bestaande oude hoofdleiding: op PE-

hoofdleiding indraaien van de ponsnippel, op hoofdleiding in ander grondstof plaatsen van een conische stop.

Snijden van de bestaande dienstleiding en afdichten van het stroomopwaartse deel (kant bestaande oude hoofdleiding) op ongeveer 10 cm afstand van de oude hoofdleiding: ingeval dienstleiding in staal een trekvaste eindkap plaatsen, ingeval dienstleiding in PE een elektrolaseindkap plaatsen.

Voor de dubbele procedure van het afsluiten van de gasstroom zal eventueel de werkput moeten vergroot worden. Indien voor deze procedure een tweede lasput noodzakelijk is (b.v. oude hoofdleiding aan andere kant straat) dan wordt deze supplementair verrekend via bijkomend grondwerk per m³ (post 3.8.5) en herstelling BESTRATING per m² (punt 3.8.6 of 3.8.7). Volledig slopen van de bestaande aftakking (buitenshuis en binnenshuis) en

meteropstelling. Plaatsen nieuwe aftakking PE32 buitenshuis (ongeacht de lengte) en koperen

muurdoorvoer DN22 of DN28 binnenshuis, of respectievelijk PE40 of PE63 + overgang PE-Staal en RVS 5/4” of 2” + isolatiesok 5/4” of 2”.

Plaatsen en verbinden van het aftakzadel op de distributieleiding met de dienstleiding PE32 of PE40 of PE63 via elektrolashulpstukken.

Verbinden van de koperen muurdoorvoer of overgang PE-Staal met de dienstleiding respectievelijk PE32 of PE40 of PE63 via elektrolashulpstukken.

Plaatsen van een afsluitelement na de muurdoorvoer. Het eventueel verlengen van de aftakking via anti-fraude koppelingen en naakte koperen

buis. Plaatsen van de volledige meteropstelling binnenshuis. Verbinden van de binneninstallatie van de klant met de uitgang van de meteropstelling. Plaatsen van een aanduidingsplaatje “G” zichtbaar op de buitenmuur boven de

aansluitleiding.

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor de overkoppeling of vernieuwing type D en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).


e. Type E: vernieuwing met volledige vervanging van de aftakking op bestaande gasdistributieleiding in gietijzer of asbestcement.

Bij een vernieuwing type E bestaat de bestaande gasdistributieleiding altijd uit gietijzer of asbestcement.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 55

Bij deze vernieuwing van een bestaande gasaftakking wordt de oude aftakking volledig gesloopt en vervangen door een volledig nieuwe aftakking. De vernieuwing type E omvat de volgende leveringen en prestaties:


(3.2.a t.e.m. m). Snijden van de bestaande dienstleiding en afdichten van het stroomopwaartse deel (kant

bestaande oude hoofdleiding) op ongeveer 10 cm afstand van de bestaande hoofdleiding d.m.v. een conische stop.

Volledig wegnemen van de oude aftakbeugel. Plaatsen van de nieuwe aftakbeugel op de bestaande gasdistributieleiding in gietijzer of

eterniet. Volledig slopen van de bestaande aftakking (buitenshuis en binnenshuis) en


muurdoorvoer DN22 of DN28 binnenshuis, of respectievelijk PE40 of PE63+ overgang PE-Staal en RVS 5/4” of 2”+ isolatiesok 5/4” of 2”.


Verbinden van de koperen muurdoorvoer of overgang PE-Staal met de dienstleiding respectievelijk PE32 of PE40 of PE 63 via elektrolashulpstukken.



aansluitleiding.

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor de vernieuwing type E en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).


3.5.9 Plaatsen van huisdrukregelaars

Het plaatsen van drukregelaars voor overgang van LD20 of LD25 naar LD100 wordt steeds gegroepeerd per straat en per gemeente uitgevoerd. Bij het plaatsen van de drukregelaar wordt de nieuwe standaardaansluiting zo goed mogelijk benaderd, eventuele aanpassingswerken hiervoor kunnen zich opdringen en zijn steeds inbegrepen in de eenheidsprijzen van onderstaande posten. Al naargelang de staat van de aftakking kunnen zich 3 types voordoen:

a. Type A : enkel drukregelaar

Bij dit type is de bestaande gasmeter éénpijps en verkeert de ganse aftakking en meteropstelling in goede staat zodat er enkel een drukregelaar moet bijgeplaatst worden. De aannemer voert hierbij de volgende werkzaamheden uit:

Alle leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b en l van dit bijzonder lastenboek. Sluiten van de meterkraan Tussenschroeven van een huisdrukregelaar juist boven de éénpijpsgasmeter via de

gasmeterschroefdraad van de eenpijpsgasmeter. Opnieuw in dienst stellen van de gasaansluiting zoals beschreven onder 3.2.m van dit

bijzonder lastenboek.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien voor het plaatsen van een huisdrukregelaar type A. SAP-nr 3001831

Vereiste pasjes: PE en OAG

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 56

b. Type B : drukregelaar + saneren meteropstelling

Bij dit type is de bestaande gasmeter meestal niet éénpijps en/of verkeert de meteropstelling in verouderde staat zodat er dient overgegaan te worden tot het vervangen van de ganse meteropstelling binnenshuis. De aannemer voert hierbij de volgende werkzaamheden uit: Alle leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b en l van dit bijzonder lastenboek. Afsluiten van de gastoevoer via de bestaande afsluiter binnenshuis. Slopen van de bestaande meteropstelling tot aan de bestaande afsluiter. Plaatsen van een isolatiesok binnenshuis onmiddellijk na de bestaande afsluiter. Plaatsen van een volledig nieuwe meteropstelling met huisdrukregelaar. Verbinden van de binneninstallatie van de klant met de uitgang van de meteropstelling. Opnieuw in dienst stellen van de gasaftakking zoals beschreven onder 3.2.m van dit


In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien voor het plaatsen van een huisdrukregelaar type B. SAP-nr: 3001832



Indien de bestaande afsluiter binnenshuis mee moet vervangen worden gebeurt de uitvoering en de afrekening via type C (3.5.9.c).

c. Type C : drukregelaar + saneren meteropstelling + muurdoorvoering

Bij dit type is de bestaande gasmeter meestal niet éénpijps en/of verkeert de meteropstelling in verouderde staat zodat er dient overgegaan te worden tot het vervangen van de ganse meteropstelling binnenshuis en de muurdoorvoering. De aannemer voert hierbij de volgende werkzaamheden uit:

Afsluiten van de gastoevoer van de aansluiting:

− Indien aansluiting met buitenafsluiter: deze buitenafsluiter dichtdraaien. − Indien aansluiting zonder buitenafsluiter: ingeval dienstleiding in PE de gasstroom via

ponsnippel in het aftakzadel onderbreken, ingeval dienstleiding in staal na het snijden van de dienstleiding een trekvaste eindkap plaatsen.

Alle leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, j, k en l van dit bijzonder lastenboek. Snijden van de bestaande dienstleiding buiten de woning zo dicht mogelijk bij de bestaande

muurdoorvoer. Het graven en terug vullen van de hiervoor noodzakelijke werkput en eventueel opbreken en herstellen van de bestrating aan de huisgevel is steeds inbegrepen in de eenheidsprijs.

Slopen van de bestaande meteropstelling tot aan het onderbroken gedeelte buitenshuis. Plaatsen van een koperen muurdoorvoer DN22 of DN28 of RVS 5/4” of 2”. Plaatsen van een afsluitelement. Het eventueel verlengen van de aftakking via anti-fraude koppelingen en naakt koperen

buis of staal 5/4” of 2”. Plaatsen van de volledige nieuwe meteropstelling met huisdrukregelaar. Verbinden van het bestaande gedeelte aftakking buiten de woning met de muurdoorvoer

d.m.v. elektrolashulpstukken en een eventueel overgangsstuk PE/Staal. Verbinden van de binneninstallatie van de klant met de uitgang van de meteropstelling. Opnieuw in dienst stellen van de gasaftakking zoals beschreven onder 3.2.m van dit


In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien voor het plaatsen van een huisdrukregelaar type C. SAP-nr: 3001833


LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 57

Belangrijke opmerkingen: - Bij het “Plaatsen van een volledige (nieuwe) meteropstelling” gas zoals vermeld in de diverse posten

in dit lastenboek is steeds het eventueel plaatsen van de drukregelaar inbegrepen. Dit betekent dat de posten beschreven onder 3.5.9 enkel kunnen aangerekend worden indien zij als aparte en enige werkopdracht bij een klant dienen uitgevoerd te worden.

- De post 3.5.9.c veronderstelt voor de afrekening dat de bestaande gasaansluiting is uitgevoerd met een buitenafsluiter. Indien dit niet het geval is kan de gastoevoer enkel afgesloten worden via het aftakzadel op de hoofdleiding. Dit vereist het graven van een put op die plaats. De uitvoering van post 3.5.9.c wordt dan verrekend door de post 3.5.8.c “Overkoppeling of vernieuwing type C”.

3.5.10 Vervangen oude gasmeter door nieuwe gasmeter

Bij het vervangen van een oude gasmeter door een nieuwe wordt de nieuwe standaardaansluiting zo goed mogelijk benaderd, eventuele aanpassingswerken hiervoor kunnen zich opdringen en zijn steeds inbegrepen in de eenheidsprijzen van onderstaande posten. Er kunnen zich drie types voordoen:

a. Type A: enkel gasmeter

Bij dit type is de bestaande gasmeter één- of tweepijps en verkeert de ganse aansluiting en meteropstelling in goede staat zodat enkel de gasmeter moet vervangen worden. De opdrachtgever zal steeds trachten de vervanging van deze gasmeters te groeperen bij nieuwe aftakkingen of overkoppelingen. De aannemer voert hierbij de volgende werkzaamheden uit:

Alle leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, k en l van dit bijzonder lastenboek. Sluiten van de meterkraan Uitschroeven van de oude gasmeter en inschroeven op dezelfde plaats van een nieuwe

gasmeter + eventueel nodige aanpassingen Opnieuw in dienst stellen van de gasaftakking zoals beschreven onder 3.2.m van dit


In de prijstabel is een eenheidsprijs type A voorzien per stuk voor het vervangen van een oude gasmeter door een nieuwe G4 of G6 en een eenheidsprijs type A per stuk voor het vervangen van een oude gasmeter door een nieuwe G10, G16 of G25.

SAP-nr: 3001834 en 3002471 Vereiste pasjes indien gasmeter G4 of G6: PE en OAG

Vereiste pasjes indien gasmeter G10, G16 of G25: PE én AFG LD 40 én OAG

b. Type B: gasmeter + saneren meteropstelling

Bij dit type is de bestaande gasmeter meestal niet éénpijps en verkeert de meteropstelling in verouderde staat zodat er dient overgegaan te worden tot het vervangen van de ganse meteropstelling binnenshuis. De aannemer voert hierbij de volgende werkzaamheden uit:

Alle leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, k en l van dit bijzonder lastenboek. Afsluiten van de gastoevoer. Slopen van de bestaande meteropstelling tot aan de bestaande afsluiter binnenshuis. Plaatsen van een isolatiesok binnenshuis onmiddellijk na de bestaande afsluiter (indien niet

aanwezig). Plaatsen van een volledig nieuwe meteropstelling. Verbinden van de binneninstallatie van de klant met de uitgang van de meteropstelling. Opnieuw in dienst stellen van de gasaftakking zoals beschreven onder punt 3.2.m van dit


LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 58

In de prijstabel is een eenheidsprijs type B voorzien per stuk voor het vervangen van een oude gasmeter door een nieuwe G4 of G6 en een eenheidsprijs type B per stuk voor het vervangen van een oude gasmeter door een nieuwe G10, G16 of G25.





c. Type C: gasmeter + saneren meteropstelling + muurdoorvoering

Bij dit type is de bestaande gasmeter meestal niet éénpijps en verkeert de meteropstelling in verouderde staat zodat er dient overgegaan te worden tot het vervangen van de ganse meteropstelling binnenshuis en de muurdoorvoering. De aannemer voert hierbij de volgende werkzaamheden uit:






Slopen van de bestaande meteropstelling tot aan het onderbroken gedeelte buitenshuis. Plaatsen van een koperen muurdoorvoer DN22 of DN28 of RVS 5/4” of 2”. Plaatsen van een afsluitelement. Het eventueel verlengen van de aftakking via anti-fraude koppelingen en naakt koperen buis

of staal 5/4” of 2”. Plaatsen van de volledige nieuwe meteropstelling. Verbinden van het bestaande gedeelte aftakking buiten de woning met de muurdoorvoer

d.m.v. elektrolashulpstukken en een eventueel overgangsstuk PE/Staal Verbinden van de binneninstallatie van de klant met de uitgang van de meteropstelling. Opnieuw in dienst stellen van de gasaftakking zoals beschreven onder punt 3.2.m van dit


In de prijstabel is een eenheidsprijs type C voorzien per stuk voor het vervangen van een oude gasmeter door een nieuwe G4 of G6 en een eenheidsprijs type C per stuk voor het vervangen van een oude gasmeter door een nieuwe G10, G16 of G25.



Belangrijke opmerkingen:

- Binnen Eandis worden, volgens wettelijk geldend reglement (metrologie), een belangrijk aantal oude gasmeters vervangen door nieuwe meters. De mogelijkheid bestaat dat deze gegroepeerd zullen vervangen worden en dat dit werk eventueel wordt opgedragen aan de aannemer voor aansluitingen en overkoppelingen gas van het infrastructuurgebied. Indien dit werk aan de aannemer wordt opgedragen verbindt hij zich ertoe deze meters te vervangen aan de eenheidsprijzen voor "Vervangen oude gasmeter door nieuwe gasmeter".

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 59

- De post 3.5.10.c veronderstelt voor de afrekening dat de bestaande gasaansluiting is uitgevoerd met een buitenafsluiter. Indien dit niet het geval is kan de gastoevoer enkel afgesloten worden via het aftakzadel op de hoofdleiding. Dit vereist het graven van een put op die plaats. De uitvoering van post 3.5.10.c wordt dan verrekend volgens de post 3.5.8.c Overkoppeling of vernieuwing type C.

3.5.11 Slopen van oude gasaansluitingen

a. Slopen gasaansluiting

Het kan voorkomen dat een bestaande gasaftakking dient gesloopt te worden. De aannemer voert de volgende werkzaamheden uit:

Uitvoeren van de nodige grondwerken. Opbreken en herplaatsen van de bestrating met haar fundering. De gasstroom afsluiten via het oude aftakzadel op de bestaande oude hoofdleiding: op PE-


Snijden van de bestaande dienstleiding en stop gasdicht schroeven in aftakzadel of distributieleiding ; ingeval dienstleiding in PE eindkap plaatsen via elektrolasmof.

Slopen van de meteropstelling, uitbreken van de muurdoorvoer en dichten van de muurdoorgang. Afstoppen van de bestaande aftakleiding. Indien hiervoor aan de huisgevel een kleine put dient gemaakt te worden dan is dat inclusief opbreken en herstellen bestrating begrepen in de eenheidsprijs.

Indien de hoofdleiding in gietijzer, eterniet of PVC is uitgevoerd, dient de oude aftakbeugel weggenomen en vervangen te worden door een nieuwe.

Het lokaliseren van de bestaande aansluitleiding door de aannemer is steeds inbegrepen in de eenheidsprijs.

Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, c, en l van dit bijzonder lastenboek voor zover deze nog niet zijn opgesomd in deze postomschrijving

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor het slopen van een oude gasaftakking en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).

SAP-nrs 3003582 t.e.m. 3003584 Vereiste pasjes: PE en OAG

b. Slopen van een bijkomende gasmeteropstelling

Het slopen van een bijkomende gasmeteropstelling kan zich enkel voordoen in appartementsgebouwen tegelijk met het slopen van de aansluiting zelf en wordt verrekend vanaf de 2de meteropstelling. Alle meteropstellingen worden gesloopt. De aannemer voert de volgende werkzaamheden uit per meteropstelling:

Loskoppelen van de meteropstelling van de binneninstallatie van de klant. Volledig wegnemen van de meteropstelling. Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, c en l van dit bijzonder

lastenboek.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per bijkomende gesloopte gasmeteropstelling vanaf de 2de meteropstelling.

SAP-nr 3003585 Vereiste pasjes: PE en OAG

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 60

3.5.12 Wegname gasmeteropstelling

Het wegnemen van een gasmeteropstelling kan zich enkel voordoen in een bestaande gasaansluiting in een appartementsgebouw waarbij minstens 1 gasmeteropstelling van de gasaftakking in dienst blijft. De uitvoering gebeurt als enige opdracht in het apartementsgebouw. De aannemer voert de volgende werkzaamheden uit: Afsluiten van de gastoevoer. Loskoppelen van de meteropstelling van de binneninstallatie van de klant. Volledig wegnemen van de meteropstelling. Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, c en l van dit bijzonder

lastenboek. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per weg genomen gasmeteropstelling. Deze post kan per locatie (per appartementsgebouw) per dag slechts éénmaal aangerekend worden. Indien op de bestaande aansluiting meerdere gasmeteropstellingen op dezelfde dag moeten weggenomen worden, wordt vanaf de tweede weggenomen gasmeteropstelling afgerekend met post 3.5.11.b


Belangrijke opmerking: De post 3.5.12 veronderstelt dat de bestaande gasaansluiting is uitgevoerd met een buitenafsluiter. Indien dit niet het geval is kan de gastoevoer enkel afgesloten worden via het aftakzadel op de hoofdleiding. Dit vereist het graven van een put op die plaats. De uitvoering van post 3.5.12 wordt dan volledig vervangen door de post 3.5.8.c Overkoppeling of vernieuwing type C.

3.5.13 Onvoorziene werken bij aftakkingen en overkoppelingen gas

a. Bijkomende leiding binnenshuis - gedeelte boven de 5 meter

Het plaatsen van de stalen dienstleiding 5/4" of 2" of Cu Ø 28 binnenshuis (dit is vanaf binnenkant muurdoorboring) en het plaatsen van een verbindingsbuis 5/4" of 2" tussen de gasmeter en de binneninstallatie van de klant is in de eenheidsprijs van de aansluiting of overkoppeling begrepen voor zover de som van beide de 5 meter niet overschrijdt. M.a.w. het gedeelte boven de 5 meter binnenshuis wordt supplementair betaald. De stalen gasbuis 5/4" of 2" of Cu Ø 28 wordt tegen de muur bevestigd door middel van kunststofpluggen, stokschroeven en geïsoleerde beugels, 2 beugels om de 3 meter + 2 per richtingsverandering. De pluggen worden in de muur geboord. De aannemer tapt zelf de nodige gasdraad 5/4" of 2" en/of plaatst anti-fraudekoppelingen voor de nodige verbindingen. De buizen 5/4" en 2" en de beugels en toebehoren worden geleverd door de opdrachtgever In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per lopende meter.


b. Plaatsen buitenafsluiter + straatkap + muurplaatje tegelijk met nieuwe aansluiting

Deze post kan enkel als onvoorzien werk voorkomen bij de gewone huisaansluitingen met tellers G4 of G6 en bij overkoppelingen en vernieuwingen type D en E. Deze post wordt steeds uitgevoerd en in supplement verrekend bij aansluitingen op MD5-gasleidingen (zie 3.5.7) en bij de aansluitingen met teller G10, G16 of G25. De aannemer voert de volgende leveringen en prestaties uit:

Plaatsen PE buitenafsluiter in de aftakking PE via 2 elektrolasmoffen.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 61

Plaatsen van een straatkap boven de buitenafsluiter, de straatkap wordt in de herbestrating ingewerkt zodat ze gelijk ligt met de bestrating en met een minimum afstand van 10 cm tussen de bedieningskop van de kraan en het deksel van de straatkap.

Plaatsen van een muurplaatje goed zichtbaar en zo dicht mogelijk bij de buitenafsluiter. Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.m van dit bijzonder lastenboek.



c. Plaatsen buitenafsluiter + straatkap + muurplaatje in bestaande aansluiting onder gas

Deze post kan enkel verrekend worden indien de buitenafsluiter geplaatst wordt in een bestaande gasaansluiting die in dienst is. De aannemer voert de volgende leveringen en prestaties uit: Alle leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a tot en met f, h, en l van dit bijzonder

lastenboek. Afsluiten van de gastoevoer. Snijden van de bestaande dienstleiding buiten de woning en afdichten van het

stroomopwaartse deel (kant bestaande hoofdleiding); ingeval dienstleiding in staal een trekvaste eindkap plaatsen, ingeval dienstleiding in PE de gasstroom via ponsnippel in het aftakzadel onderbreken.

Plaatsen PE buitenafsluiter in de aftakking PE via 2 elektrolasmoffen. Plaatsen van een straatkap boven de buitenafsluiter, de straatkap wordt in de herbestrating

ingewerkt zodat ze gelijk ligt met de bestrating en met een minimum afstand van 10 cm tussen de bedieningskop van de kraan en het deksel van de straatkap.


In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per stuk en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).

SAP-nrs: 3003587 t.e.m. 3003589. Vereiste pasjes: PE én AFG LD 40 én OAG

3.6

3.6.1

SCHORSEN EN HERAANSLUITEN VAN EEN KLANTAANSLUITING GAS

Schorsen van een ondergrondse aansluiting gas

Dit is het ondergronds afkoppelen van de aansluitleiding van de ondergrondse LD-distributieleiding. De schorsing omvat volgende leveringen en prestaties: Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a t.e.m. d van dit bijzonder

lastenboek. Graven van een voldoende grote werkput (+/- 1 m³) voor het vrijmaken van de

distributiegasleiding, aftakbeugel en aftakleiding en het uitvoeren van de schorsing van de aansluiting en achteraf terug dempen en aandammen van de put.


Snijden van de bestaande dienstleiding en afdichten van het stroomopwaarts gedeelte (deel kant bestaande oude hoofdleiding) op ongeveer 10 cm afstand van de oude hoofdleiding: ingeval dienstleiding in staal een trekvaste eindkap plaatsen, ingeval dienstleiding in PE een elektrolaseindkap plaatsen. Afdichten van de dienstleiding kant woning op dezelfde wijze.

Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.f, h en l van dit bijzonder lastenboek.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 62

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien voor het schorsen van een ondergrondse aansluiting gas en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).

SAP-nr: 3003840 t.e.m. 3003842 Vereiste pasjes: PE en OAG

3.6.2

3.6.3

Schorsen van een gasaansluiting binnenshuis

Dit is het onderbreken van de aansluiting binnen bij de klant vóór de gasmeter. De schorsing omvat volgende leveringen en prestaties:

Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder III.2.a, b en l van dit bijzonder lastenboek. Sluiten van de gasafsluiter vóór de gasmeter zodat de gasstroom onderbroken is. Plaatsen van

een blokkeerpen op de gasafsluiter en verzegelen van de gasafsluiter. Losschroeven van de gasmeter, plaatsen van een volle voeg in het koppelstuk van de gasmeter

en terug vastschroeven van de gasmeter. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per stuk.

SAP-nr: 3003843 Vereiste pasjes: PE en OAG

Heraansluiten van een geschorste gasaansluiting binnenshuis

Dit is het herstellen van de door schorsing onderbroken aansluiting binnen bij de klant vóór de gasmeter. De herstelling omvat volgende leveringen en prestaties: Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b en l van dit bijzonder lastenboek. Losschroeven van de gasmeter, wegnemen van de volle voeg in het koppelstuk van de gasmeter

en terug vastschroeven van de gasmeter. Wegnemen van de verzegeling en de blokkeerpen op de gasafsluiter vóór de gasmeter. Openen

van de gasafsluiter en ontluchten van de binneninstallatie van de klant + herindienststellen toestellen klant.



Belangrijke opmerking: Indien de aannemer wordt opgedragen een voorheen buitenshuis ondergronds geschorste aansluiting gas opnieuw aan te sluiten dan wordt dit verrekend met de post 3.5.8.a “Overkoppeling of vernieuwing van bestaande gasaansluiting Type A”.

3.7

3.7.1

POSTEN AANSLUITINGEN EN OVERKOPPELINGEN ICS

Bijtrekken ICS-kabel in sleuf elektriciteit of gas

Het kan gebeuren dat de aannemer bij het maken van een nieuwe of het overkoppelen van een bestaande gas en/of elektriciteitsaansluiting een ICS-kabel moet bijplaatsen in de sleuf voor dienstleiding gas en/of elektriciteit. De definitieve aansluiting of overkoppeling ICS wordt dan verder uitgevoerd door personeel Eandis. De aannemer voert hierbij de volgende prestaties uit:

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 63

Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder 3.2.a, b, c en l van dit bijzonder lastenboek.

Oprollen van enkele meters kabel (lengte nodig tot aan de tap) en boven de grond plaatsen aan het begin van de sleuf zo dicht mogelijk bij de tap.

In de sleuf plaatsen van de ICS-aftakkabel naast de dienstleiding elektriciteit en/of gas en onder de kunststof-afdekdallen van de dienstleiding elektriciteit en/of gas.

Binnensteken van de ICS-kabel door dezelfde doorgang in de funderingsmuur als voor de dienstleiding gas of elektriciteit of door de bestaande doorgang in buiten- en binnenmuur boven de grond.

Oprollen van enkele meters kabel binnenshuis (lengte nodig tot aan stopcontact). In de prijstabel is een forfaitaire prijs voorzien voor het bijtrekken van ICS-kabel in de sleuf voor dienstleiding elektriciteit en/of gas ongeacht de lengte van de ICS-kabel.

SAP-nr 3001846 Vereiste pasje: VGW

3.7.2

3.8

3.8.1

Supplement ICS-stijgkabel tegen LS-paal

Deze post kan zich enkel voordoen bij een ondergrondse LS-aansluiting op luchtnet als supplement bij de posten 3.3.1 en 3.3.2. Indien de ICS-kabel die bijgeplaatst wordt in de sleuf van de aansluitleiding elektriciteit moet gekoppeld worden aan de tap van het ICS-net die zich in het ICS-luchtnet of op de paal bevindt waaraan het LS- en ICS-luchtnet is opgehangen, dan moet de ICS-kabel bijgeplaatst worden in de stijgleiding van de LS-aansluitkabel tegen de LS-paal. De aannemer voert daarbij de volgende supplementaire werkzaamheden uit: De kabel tegen de LS-paal leiden. De onderste 2,5 m bijplaatsen in de beschermbuis of beschermkap (U-profiel) van de , LS-

aansluitkabel en tot op kleine diepte (30 cm minimum) onder het maaiveld plaatsen. Het bovenste gedeelte van de ICS-kabel tweemaal vastmaken aan de paal met inox klemband (samen met de LS-kabel).

Het overig deel van de ICS-aansluitkabel oprollen (lengte nodig tot aan de tap). Indien de tap op de paal is gemonteerd, de opgerolde kabel in een lus rond de tap hangen. Indien de tap zich in het ICS-luchtnet zelf bevindt, de opgerolde kabel in een lus bevestigen aan de ICS-distributiekabel, aan het ophangpunt van de ICS-distributiekabel of aan de tap zelf.

In de prijstabel is een forfaitaire prijs per stijgleiding ICS voorzien voor het supplement ICS-stijgkabel tegen LS-paal tegelijk met LS-aansluitkabel.


POSTEN BIJKOMENDE GRONDWERKEN EN DIVERSEN

Alle posten die voorkomen onder de rubriek "bijkomende grondwerken en diversen" zijn geldig voor aparte sleuven en putten E, G, of ICS en voor de gemeenschappelijke sleuven en putten voor alle mogelijke combinaties van E, G en ICS samen. In elke prijstabel (E, G of ICS) zijn voor de overeenkomende posten dezelfde eenheidsprijzen van toepassing. Al deze posten zijn gemerkt met een sterretje en worden uitgevoerd conform de voorwaarden van SB250. De werken vermeld onder 3.8.3 t.e.m. 3.8.9 mogen slechts uitgevoerd worden mits voorafgaand akkoord van de verantwoordelijke van de opdrachtgever.

Supplement fundering onder BESTRATING per aansluiting

Per aansluiting, overkoppeling of vernieuwing is het wegbreken, afvoeren en leveren en nieuw plaatsen van fundering onder LOSSE BESTRATING en BITUMEN OF CEMENTBETON inbegrepen

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 64

in de eenheidsprijzen voor de eerste laag van 10 cm dikte. Indien de funderingslaag onder Losse Bestrating en Bitumen of Cementbeton dikker is dan 10 cm dan worden de volgende lagen per dikte van 10 cm supplementair bij verrekend. Indien dit dus noodzakelijk is wordt het forfaitair verrekend per aansluiting of overkoppeling (de fundering op de plaats van de werkput en de sleuf van maximum 2 m lengte). Het leveren en nieuw plaatsen omvat een laag in stabilisé of mager beton van 10 cm dikte. De fundering wordt teruggeplaatst in haar oorspronkelijke dikte (dikten onder de 10 cm worden op 10 cm gebracht). In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per supplementaire laag van 10 cm per aansluiting voor fundering onder BESTRATING.


3.8.2 Bijkomend sleufwerk

Per aansluiting, overkopeling of vernieuwing wordt bijkomend sleufwerk verrekend vanaf de derde meter (gedeelte boven de 2 meter die reeds inbegrepen zijn in de aansluiting, overkoppeling of vernieuwing). Volgende combinaties zijn mogelijk: sleuf voor afzonderlijke aansluitleiding E, G of ICS sleuf voor combinaties aansluitleidingen E + ICS, E + G, G + ICS, E + G + ICS

In de sleuf in losse bestrating of in bitumen of cementbeton is steeds het opbreken, afvoeren en het leveren en nieuw terugplaatsen van de fundering inbegrepen in de eenheidsprijzen voor de eerste laag van 10 cm dikte. De fundering wordt teruggeplaatst in haar oorspronkelijke dikte (dikten onder de 10 cm worden op 10 cm gebracht) (3.8.2.a). Eventuele supplementaire fundering voor de sleuf onder LOSSE BESTRATING en BITUMEN OF CEMENTBETON (vanaf de tweede laag van 10 cm) wordt afzonderlijk als supplement verrekend (3.8.2.b).

a. Bijkomend sleufwerk gedeelte boven de 2 meter

Er is slechts één sleuftype dat geldt zowel voor de verschillende afzonderlijke aansluitleidingen als voor de combinaties van aansluitleidingen in de sleuf. Het sleufwerk omvat volgende leveringen en prestaties:

Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder punt 3.2 van dit bijzonder

lastenboek (3.2.a t.e.m. h). Het maken van een zaagsnede (ongeacht de diepte) in geval van bestrating in bitumen of

cementbeton. Het opbreken van de bedekking (bestrating) en de onderliggende fundering (zowel voor

losse bestrating als bitumen of cementbeton!). Graven van een sleuf volgens de opgelegde minimumdiepte van 60 cm leidingdekking, zo

nodig te verhogen in functie van plaatselijke omstandigheden (bv. aansluitbocht). Alle noodzakelijke werken die nodig zijn om de toegang tot de aangelanden te vrijwaren. Indien noodzakelijk plaatsen van een mantelbuis. Plaatsen van de dienstleidingen in de sleuf en/of koker (E, G en/of ICS). Transport, leveren en plaatsen van kunststof-afdekdallen op ongeveer 10 cm boven de

dienstleidingen zoals beschreven in 3.2.e. Terug vullen en aandammen van de sleuf. De definitieve herbestrating in oorspronkelijke toestand met levering van de nodige

vervangmaterialen voor de bij de uitbraak niet herbruikbare bestratingselementen en levering en plaatsing van een nieuwe fundering zoals beschreven onder 3.1.5 Types bedekking (bestrating).

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 65

Het afvoeren van alle niet herbruikbare uitbraakmaterialen en overtollige grond, verpakkings- en alle ander afval volgens de voorwaarden beschreven in 1.14 Milieu en afvalbepalingen van dit lastenboek.

Het verwijderen van eventuele hindernissen in de sleuf (massieven, ondergrondse metsel- en betonwerken, dichte leisteen, vaste rots, … enz.) indien de omvang van de afzonderlijke stukken telkens kleiner is dan 0,5 m³ (zie ook 3.8.17 “Verwijderen van niet zichtbare hindernissen”).

Het sleufwerk en opbraak en herstel van de bestrating gebeurt steds conform de voorwaarden van het SB250.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per lopende meter sleuf en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).

SAP-nrs 3001878 t.e.m. 3001880 Vereiste pasje: VGW

b. Bijkomend sleufwerk – Supplement fundering onder BESTRATING

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per lopende meter voor wegbreken, afvoeren en leveren en nieuw plaatsen van fundering in gestabiliseerd zand of mager beton ter dikte van 10 cm onder BESTRATING. Dit supplement wordt enkel verrekend vanaf de tweede laag fundering van 10 cm onder losse bestrating en onder bitumen of cementbeton.

SAP nr 3001881 Vereiste pasje: VGW

3.8.3 Handboring

Indien normaal sleufwerk voor het plaatsen van de aftakkabel of dienstleiding niet mogelijk is, of indien het gezien de plaatselijke omstandigheden de meest efficiënte manier van werken is, kan mits voorafgaand akkoord van onze plaatselijke diensten van het betrokken infrastructuurgebied overgegaan worden of kan opdracht gegeven worden tot een handboring, dit houdt in: Alle toepasbare leveringen en prestaties vermeld onder punt 3.2 van dit bijzonder lastenboek

(3.2.a t.e.m. f). opbreken van eventuele bestrating voor boor- en aankomstput, met inbegrip van de volledige

fundering. graven van boor- en aankomstput. het uitvoeren van de handboring (minimum diameter 75 mm, maximum doormeter 125 mm). eventueel plaatsen beschermbuis, om holten onder bitumen of cementbeton en losse bestrating

(en dus verzakkingen) te voorkomen moet de Ø van de mantelbuis aangepast zijn aan de Ø van het boorgat.

plaatsen van de dienstleidingen in beschermbuis of boorgat (E, G, W en/of ICS). elastisch afdichten van de mantelbuis-uiteinden. terug vullen en aandammen van de boor- en aankomstput. definitieve herbestrating van boor- en aankomstput, met inbegrip van de volledige fundering.

Voor de afrekening van de boringen komt alleen de lengte van de geboorde opening in aanmerking. Alle nodige materialen voor het boren worden geleverd door de aannemer. De doormeter van de boring wordt bepaald door onze plaatselijke diensten van het betrokken Infrastructuurgebied (minimum Ø 75 mm, maximum Ø 125). De mantelbuis wordt geleverd door de aannemer en apart aangerekend volgens 3.8.4. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per lopende meter uitgevoerde boring ongeacht de diameter van de boring. Deze post is ook van toepassing in geval een onderboring onder een woning noodzakelijk is voor de plaatsing van een dienstleiding.


LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 66

3.8.4

3.8.5

3.8.6

3.8.7

Beschermbuizen

Leveren van bescherm- of mantelbuizen in PVC in de gemaakte sleuf of in de handboring (minimum diameter 75 mm, maximum diameter 125). De geleverde PVC-buizen moeten voldoen aan de norm NBN EN 1401 SN4. De doormeter van de bescherm- of mantelbuizen wordt bepaald door onze plaatselijke diensten van het betrokken Infrastructuurgebied. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per lopende meter mantel- of beschermbuis ongeacht de diameter van de buis.


Bijkomend grondwerk

Indien er buiten de normale grondwerken (aansluitputten en sleuf) zoals vermeld in de beschrijving van de nieuwe of het overkoppelen of vernieuwen van de bestaande aansluitingen toch bijkomende grondwerk dient te gebeuren, dan wordt dit uitgevoerd aan een eenheidsprijs per kubieke meter voor het graven, terug vullen en aandammen. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per kubieke meter.


Herstelling losse bestrating

Indien er buiten de normale bestratingswerken (boven aansluitputten en sleuf) zoals vermeld in de beschrijving van de nieuwe of het overkoppelen of vernieuwen van de bestaande aansluitingen toch bijkomend bestratingswerk in losse bestrating dient te gebeuren, dan wordt dit uitgevoerd aan een eenheidsprijs per vierkante meter voor het opbreken en definitief herstellen in oorspronkelijke toestand van de losse bestrating. In deze prijs is steeds inbegrepen: Het uitbreken van de bedekking in losse bestrating en de onderliggende fundering. Het maken van de zaagsneden (ongeacht de diepte) in geval de uitbraak van de losse bestrating

dit vereist. Het afvoeren van alle niet herbruikbare uitbraakmaterialen naar een erkende TOP/GRC volgens

de voorwaarden van 1.14 “Milieu en afvalbepalingen” van dit lastenboek. De definitieve herstelling van de bedekking in losse bestrating met inbegrip van de levering van de

nodige vervangmaterialen voor de niet herbruikbare bestratingselementen. Leveren en plaatsen van een nieuwe funderingslaag van 10 cm (een eventuele tweede laag van

10 cm fundering wordt verrekend volgens post 3.8.8). Deze werken gebeuren steeds conform de voorwaarden van SB250.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per vierkante meter.


Herstelling bitumen of cementbeton

Indien er buiten de normale bestratingswerken (boven aansluitputten en sleuf) zoals vermeld in de beschrijving van de nieuwe of het overkoppelen of vernieuwen van de bestaande aansluiting toch bijkomend bestratingswerk in bitumen of cementbeton dient te gebeuren, dan wordt dit uitgevoerd aan een eenheidsprijs per vierkante meter voor het opbreken en definitief herstellen in oorspronkelijke

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 67

toestand van de bestrating in bitumen of cementbeton. en haar fundering. In deze prijs is steeds inbegrepen: Het maken van de zaagsneden (ongeacht de diepte) in geval de uitbraak van de bestrating in

bitumen of cementbeton dit vereist. Het uitbreken van de bedekking in bitumen of cementbeton en de onderliggende fundering. Het afvoeren van alle niet herbruikbare uitbraakmaterialen naar een erkende TOP/GRC volgens

de voorwaarden van 1.14 “Milieu en afvalbepalingen” van dit lastenboek. De definitieve herstelling van de bedekking in bitumen of cementbeton met inbegrip van de

levering van de nodige vervangmaterialen voor de niet herbruikbare bestratingselementen. Leveren en plaatsen van een nieuwe funderingslaag van 10 cm (een eventuele tweede, derde en

volgende laag van 10 cm fundering wordt verrekend volgens post 3.8.8). Deze werken gebeuren steeds conform de voorwaarden van SB250.



3.8.8

3.8.9

3.8.10

Supplement fundering onder bestrating per m²

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per vierkante meter voor wegbreken, afvoeren en leveren en nieuw plaatsen van fundering in gestabiliseerd zand of mager beton ter dikte van 10 cm onder BESTRATING per m². Dit supplement wordt enkel verrekend vanaf de tweede laag fundering van 10 cm onder losse bestrating en onder bitumen of cementbeton.


Zandvulling

Het vullen van de aansluitput en de aansluitsleuf met aanvulzand omvat volgende leveringen en prestaties: Het opladen en wegvoeren van de niet voor wederaanvulling herbruikbare grond, volgens de

voorwaarden van 1.14 “Milieu en afvalbepalingen” Het leveren van aanvullingszand volgens III.6 van het standaardbestek SB250. Het verwerken van het aanvullingszand is in de posten aansluitingen, overkoppelingen,

vernieuwingen, sleufwerk of bijkomend grondwerk inbegrepen. Deze post wordt enkel aanvaard indien de vervanging van de uitgegraven grond door aanvullingszand wordt opgelegd door de opdrachtgever. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per kubieke meter.


Boordstenen of betongreppels

Er zijn posten voorzien voor het uitbreken, het terugplaatsen, het uitbreken en terugplaatsen.

Volgende factoren zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen voor het uitbreken:

Het uitbreken van de boordstenen (indicatieve afmeting 100 x 30 x 20 cm) en/of betongreppels. Het uitbreken van de fundering onder de boordstenen en/of betongreppel. Het afvoeren van de uitgebroken en niet herbruikbare elementen naar een erkende TOP/GRC

volgens de voorwaarden beschreven in 1.13 “Milieu- en afvalbepalingen”. Deze werken gebeuren steeds conform de voorwaarden van SB250.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 68

Volgende factoren zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen terugplaatsen:

De levering van de materialen en de herplaatsing van de nieuwe fundering in haar oorspronkelijke toestand.

Het terugplaatsen van de boordstenen en/of betongreppels. Het leveren van vervangmaterialen voor de niet herbruikbare elementen. Deze werken gebeuren steeds conform de voorwaarden van SB250.

Belangrijk:

Aanrekening van deze posten wordt niet aanvaard voor boordstenen en/of betongreppels die te herplaatsen zijn door de nalatigheid van de aannemer.

Deze post wordt enkel aanvaard indien uitbreken en terugplaatsen van boordstenen en/of betongreppels wordt opgelegd door de opdrachtgever.

Asfaltboordstenen (indicatieve afmeting 100 x 20 x 5) vallen niet onder deze post maar zijn steeds inbegrepen in de “sleuf in bitumen”.

In de prijstabel zijn eenheidsprijzen voorzien per meter voor uitbreken, voor terugplaatsen en voor uitbreken + terugplaatsen.


Ingeval een sleuf of put gegraven wordt (gedeeltelijk) onder greppel en/of boordsteen worden voor de afrekening volgende mogelijkheden gehanteerd:

MOGELIJKHEID 1:

Verrekening op de meetstaat:

− Sleuf of put in berm − supplement uitbraak / terugplaatsen greppel en / of boordsteen

MOGELIJKHEID 2:

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 69


− sleuf of put in losse verharding resp. berm − supplement uitbraak / terugplaatsen greppel en / of boordsteen − indien losse verharding evt. suppl fundering > 10 cm

MOGELIJKHEID 3:


− sleuf of put in bitumen of cementbeton − evt. suppl fundering > 10cm − geen supplement uitbraak / terugplaatsen greppel en / of boordsteen

MOGELIJKHEID 4:



3.8.11 Afvoer van gronden volgens Vlarebo X

De posten voorzien voor het afvoeren van grond, worden niet afgerekend aan de aannemer. Deze posten hebben tot doel een registratie uit te voeren van putten en sleufstroken waar grond afgevoerd werd. Op die manier heeft de aannemer zekerheid omtrent de afvoer van grond indien naderhand discussie ontstaat over al dan niet afvoer en de mogelijks afgevoerde hoeveelheid. Het afvoeren van grond moet dus aangeduid worden op de meetstaat! De volledige werkwijze omtrent grondverzet en afvoer van grond staat beschreven in de “Algemene milieuvoorschriften voor aannemers bij het uitvoeren van werken” (LB-114-F01), zie 1.14 “Milieu- en afvalbepalingen”.

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 70

a. Afvoer bij volledige vervanging sleufgrond

Afleveren van alle niet herbruikbare uitgebroken bestratingselementen en alle uitgegraven grond van de sleuf volgens de voorwaarden van 1.14 “Milieu en afvalbepalingen” van dit lastenboek. Deze post wordt verrekend indien de volledige inhoud van de sleuf wordt afgevoerd en vervangen door nieuwe grond. Deze post is dezelfde voor de 3 bestratingstypes. Alle vervoerskosten zijn ten laste van de aannemer. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per meter sleuf ongeacht het type bestrating.


b. Afvoer zonder vervanging sleufgrond in losse bestrating of in bitumen of cementbeton

Afleveren van alle niet herbruikbare uitgebroken bestratingselementen en het uitgegraven grondoverschot dat niet kan teruggeplaatst worden in de sleuf, volgens de voorwaarden van 1.14 “Milieu en afvalbepalingen” van dit lastenboek. Deze post wordt verrekend indien de oorspronkelijke grond van de sleuf wordt teruggeplaatst. In dat geval kan enkel het sleufvolume van de leidingen die geplaatst werden en van de eventuele opgebroken bestrating en de fundering onder de bestrating afgevoerd worden. Deze post is dezelfde voor losse bestrating en bestrating in bitumen of cementbeton en kan ook enkel afgerekend worden indien de sleuf in losse bestrating of bitumen of cementbeton werd gegraven. Alle vervoerskosten zijn ten laste van de aannemer. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per meter sleuf in losse bestrating of bitumen of cementbeton.


c. Afvoer zonder vervanging sleufgrond in berm

Afleveren van het uitgegraven grondoverschot dat niet kan teruggeplaatst worden in de sleuf, volgens de voorwaarden van 1.14 “Milieu en afvalbepalingen” van dit lastenboek. Deze post wordt verrekend indien de oorspronkelijke grond van de sleuf in berm wordt teruggeplaatst. In dat geval kan enkel het sleufvolume van de leidingen die geplaatst werden afgevoerd worden. Deze post kan enkel afgerekend worden indien de sleuf in berm werd gegraven. Alle vervoerskosten zijn ten laste van de aannemer. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per meter sleuf in berm.


d. Afvoer grond van putten

Deze post is enkel van toepassing op putten gegraven per m³ en kan enkel afgerekend worden indien de grond en/of de bestrating + fundering van deze putten geheel of gedeeltelijk worden weggevoerd naar de TOP/GRC. Het afgevoerde volume kan hier exact opgemeten worden in functie van lengte x breedte x diepte. Het afvoeren gebeurt volgens de voorwaarden van 1.14 “Milieu en afvalbepalingen” van dit lastenboek. Alle vervoerskosten zijn ten laste van de aannemer. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per kubieke meter.


LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 71

3.8.12

3.8.13

3.8.14

Onderuitkloppen (met raket) van oude aansluitleiding

Deze post kan zich enkel voordoen bij overkoppeling of vernieuwing van een bestaande gasaansluiting met een oude stalen aansluitleiding. De aannemer voert hierbij de volgende werkzaamheden uit: Plaatsen van de boorkop (raket) van een perslucht-boorinstallatie voor de te verwijderen metalen

aansluitleiding in de aansluitput of putje voor de muurdoorvoer na eerst de oude aansluitleiding te hebben doorgezaagd.

Horizontaal wegkloppen van de metalen aansluitleiding uit de grond met de boorkop zodat nadien in het ontstane (boor)gat de nieuwe PE-aansluitleiding kan geschoven worden op de plaats van de oude metalen aansluitleiding.

Plaatsen van de nieuwe aansluitleiding en eventuele PVC-mantelbuis in het ontstane (boor)gat. Deze post is ook van toepassing indien de uitvoering binnenshuis gebeurt bij de klant en de stalen binnenleiding onder huisvloeren doorloopt en op deze manier kan vervangen worden. Onder woningen mag enkel een stalen aansluitleiding teruggeplaatst worden en deze moet onder de woning bovendien in een PVC-beschermbuis geplaatst worden. De PVC-mantelbuis wordt geleverd door de aannemer en afgerekend volgens post 3.8.4. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per meter uitgeklopte leiding.


Stutten van sleuven en putten

Het stutten van sleuven en putten omvat de leveringen en prestaties zoals beschreven in 2.4 van dit lastenboek. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per meter gestutte sleuf en dit per niveau. Voor een put die geheel gestut wordt is de te verrekenen equivalente sleuflengte gelijk aan de halve omtrek van de put.


Nutteloze verplaatsing (ongeacht de duur)

Indien de aannemer bij aankomst op de werkplek waar een aansluiting dient uitgevoerd te worden vaststelt dat de aansluiting niet kan uitgevoerd worden omwille van een grondige reden, zoals de klant is ondanks de afspraak gemaakt door Eandis niet thuis en de werkplek is bijgevolg niet

toegankelijk (indien de aannemer de afspraak zelf maakte is deze reden niet geldig) tijdelijke moeilijk te verplaatsen obstakels verhinderen de uitvoering van het werk gevaarlijke toestand (te beschrijven door ploeg aannemer in de verantwoording)

dan kan deze post aangerekend worden als forfaitaire compenstie voor het tijds- en rendementsverlies wegens het niet kunnen uitvoeren van een gepland werk. Deze post mag evenwel enkel verrekend worden mits: akkoord van de toezichter of de back-office klantenwerken (eventueel telefonisch) een formulier met melding van vastgestelde toestand achter te laten bij de klant

(afwezigheidsformulier QA-409.3-F01) het opmaken van een verantwoording met volledig gedetailleerde reden het invullen van de bestelbon KW-854-F

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 72

In de prijstabel is een forfaitaire eenheidsprijs voorzien per nutteloze verplaatsing per ploeg van 2 man met voertuig. Indien het werk wordt uitgevoerd door een éénmansploeg met voertuig dan wordt een halve vergoeding verrekend.

SAP-nr 3003597 Vereiste pasje: kan zich bij alle pasjes voordoen

3.8.15

3.8.16

3.8.17

Verloren uren materiaalafhaling DC

Deze post wordt verrekend indien de aannemer een opdracht kreeg tot afhaling van materialen in het DC en er geen materiaalbelevering kon plaatsvinden in het DC te Lokeren ten gevolge van stockbreuk voor die materialen.. De voorwaarden waaraan moet voldaan worden om deze post vergoed te krijgen, zijn opgenomen in 1.12 “Materialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld”. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per verloren rit.


Maken van een LS-verbindingsmof op aansluitkabel.

De aannemer voert de volgende werkzaamheden uit: Het maken van de verbindingsmof op LS-aansluitkabel voor secties t.e.m. 50 mm² in

krimpverbindingsmaterialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld: ontmantelen kabeluiteinden en geleiders, buiten- en geleiderkrimpkousen overschuiven, doorverbinders plaatsen en persen, geleiderkrimpkousen en buitenkrimpkous (mof) afkrimpen.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per per verbindingsmof.


Slopen deel aansluiting op luchtnet

a. Slopen aansluiting in BAXB of in Cu of Alu (1 draagwijdte, ijzer op gevel inbegrepen)

De aannemer voert de volgende werkzaamheden uit:

Wegnemen van BXB-kabel Cu 6 mm2 of 10 mm2 of BAXB-kabel Alu 16 mm2 of 25 mm2 of blanke Cu- of Alu-geleiders (maximum 4 per aansluiting) ongeacht de diameter van de geleiders, van de palen of steunijzers of van de huisgevel met inbegrip van de ophangsystemen.

Oprollen van de kabel en afvoeren van alle afval en materialen volgens de bepalingen van 1.14 “Milieu en afvalbepalingen”.

Wegname van alle in de huisgevel bevestigde dwarsijzer(s), steunijzer(s), isolator(en) en abonnements- of muurkastje.

Opvullen van de gaten in de gevel.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per draagwijdte, dit is het aansluitnet tussen LS-paal en gevel + gevel inbegrepen of het aansluitnet tussen 2 LS-palen.


b. Kabelopvoer (opstijgpunt LS of OV of ICS) wegnemen


LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 73

Loskoppelen van de kabelopvoer van het LS- of OV- of ICS-luchtnet. Wegnemen van de kabelopvoer en beschermbuis of beschermijzer (U-profiel) van de LS-

paal.

In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per stuk. SAP-nr 3001573

Vereiste pasje: AFE

3.8.18 Bronbemaling

a. Bronbemaling sleuf

Ingeval het grondwaterpeil niet toelaat de aanleg van de aansluitleidingen te realiseren kan bronbemaling worden opgelegd. Dit omvat de volgende werkzaamheden:

Het transport, de opstelling en het wegnemen van de pompinstallatie. Plaatsing, aansluiting en het wegnemen van de filterelementen, uitbraak en herstel

bestrating inbegrepen. Het verbruik, toezicht en andere kosten die kunnen voortvloeien uit de werking van de

installatie. De eenheidsprijs is opgegeven per meter bemaalde sleuf voor een ononderbroken opstelling van 7 werkdagen.


b. Bronbemaling voor aansluiten boorputten

Ingeval van noodzaak kan bronbemaling worden opgelegd voor aansluiten/of boorputten. Dit omvat de volgende werkzaamheden:

Het transport, opstelling en het wegnemen van de pompinstallatie. Plaatsing, aansluiting en het wegnemen van de filterelementen, uitbraak en herstel


installatie.

Opmerking :

Deze post mag toegepast worden per put. Ingeval de bemaling van verschillende aansluiten/of boorputten kan gebeuren met één

pompinstallatie mag deze post slechts éénmaal worden toegepast. Ingeval de bemaling van aansluitput en de sleuf tussen aansluitput en woning kan gebeuren

met één pompinstallatie wordt enkel deze post verrekend.

De eenheidsprijs is opgegeven per stuk voor een ononderbroken opstelling van 7 werkdagen.


c. Dagsupplement bronbemaling

Indien de installatie voor bronbemaling zowel van putten als van sleuven langer dient te blijven draaien dan 7 kalenderdagen wordt dit vanaf de 8ste kalenderdag verrekend met een supplementaire prijs per pompinstallatie en per kalenderdag. In deze eenheidsprijs is inbegrepen:

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 74

Het verbruik, toezicht en andere kosten die kunnen voortvloeien uit de werking van de installatie.

Droogzuiging De dieselpomp


3.8.19

3.8.20

3.8.21

Verwijderen van niet zichtbare hindernissen (massieven, ondergronds metselwerk, betonblokken, oude riolen,…)

Voor het maken van sleuven en /of putten waarbij rotsgesteente, metselwerk, oude funderingen van gebouwen of betonblokken dienen verwijderd te worden kan deze post als een meerprijs verrrekend worden en omvat:

wegbreken van de hindernis met geschikt materieel en gereedschap. opruimen en wegvoeren van het puin volgens de voorwaarden beschreven in 1.14 “Milieu- en

afvalbepalingen”. leveren en aanbrengen van zand op de plaats van de weggebroken hindernis

Het opruimen van deze hindernissen komt voor verrekening als meerprijs in aanmerking vanaf een volume groter dan 0,5 m³ per afzonderlijk geval. Elke te verwijderen hindernis die telkens per afzonderlijk stuk kleiner is dan 0,5 m³ maakt deel uit van de normale eenheidsprijs per m sleuf (zie ook 3.8.2.a “Bijkomend sleufwerk gedeelte boven de 2 meter”) of per m³ voor putten (3.8.5 “Bijkomend grondwerk”). In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per kubieke meter.


Wegvoeren van ingepakte vezelcementbuizen of -platen

Deze post wordt verrekend indien de aannemer bij het werken aan aansluitingen of overkoppelingen asbesthoudend afval dient in te pakken en af te voeren. Dit omvat de volgende werkzaamheden: Opbreken of wegnemen en inpakken in een dubbelwandige sluitbare plastiekzak van één of

meerdere stukken vezelcementbuis of meterborden (al of niet in meterkast) in vezelcement. Afvoeren van 1 of meer gesloten plastiekzakken met stukken vezelcementbuis en of -platen naar

de afvalcontainer in de plaatselijke depot van het betreffende infrastructuurgebied volgens de voorwaarden beschreven in 1.14 “Milieu- en afvalbepalingen”, specifiek de bepalingen omtrent asbestbehandeling.

Per dag en per ploeg kan slechts 1 transport volgens deze post betaald worden. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per transport.


Werken in regie

Indien door uitzonderlijke omstandigheden de werkzaamheden voor het maken van nieuwe of het overkoppelen van bestaande aansluitingen niet kunnen verrekend worden aan de hand van opgegeven eenheidsprijzen, dan zullen de werken in regie afgerekend worden. Deze wijze is slechts toegestaan mits uitdrukkelijke opdracht. Deze werkwijze van verrekening is dan ook zeer uitzonderlijk en zal zoveel mogelijk vermeden worden. In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per uur.


LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 75

3.9

3.10

GRONDWERK IN MIN VOOR AANSLUITINGEN EN OVERKOPPELINGEN

Indien de aansluitingen, overkoppelingen of vernieuwingen Elektriciteit en Gas tegelijkertijd in dezelfde aansluitput worden uitgevoerd, dan dient er uiteraard slechts éénmaal gronden sleufwerk uitgevoerd te worden voor de 2 disciplines samen. In dit geval worden steeds 2 (E + G) aansluitingen of overkoppelingen of vernieuwingen verrekend volgens de in dit lastenboek beschreven posten waarin telkens het gronden sleufwerk zijn inbegrepen. Vermits dit gronden sleufwerk dan 1 (ingeval van 2 aansluitingen of overkoppelingen in dezelfde put) maal te veel wordt betaald zal hiervoor 1 maal eenzelfde minprijs verrekend worden t.o.v. de eenheidsprijzen van de volledige aansluitingen of overkoppelingen (E en G). Deze minprijs is dezelfde ongeacht de discipline van aansluiting (E of G). Dezelfde minprijs is van toepassing voor elke nieuwe aansluiting (E of G) en elke overkoppeling of vernieuwing (E of G) indien zij onder gelijkaardige omstandigheden samen met het plaatsen van een hoofdleiding (E en/of G) worden uitgevoerd. In dit geval dient er aanzienlijk minder grondwerk te gebeuren omdat de aannemer van de hoofdleidingen reeds de sleuf van de hoofdleiding en de sleuf voor de aansluitleidingen graaft. De aannemer voor de aansluitingen of overkoppelingen dient eventueel iets te verbreden voor de werkput. Vullen en herbestraten gebeurt terug door de aannemer van de hoofdleiding. De aannemer van de aansluitingen en de overkoppelingen gaat er in deze gevallen mee akkoord in coördinatie te werken met de aannemer van de hoofdleidingen. In de prijstabellen is een eenheidsprijs voorzien, die in de hoger vermelde gevallen in mindering zal verrekend worden op de prijzen van de nieuwe aansluitingen of de overkoppelingen elektriciteit en gas en dit telkens voor de 3 soorten bodembedekking: berm, losse bestrating en bitumen of cementbeton (3 eenheidsprijzen).


SLA - SERVICE LEVEL AGREEMENTS

De uitvoering van de werken door de aannemersploegen moet gebeuren in optimale kwalitatieve en veilige omstandigheden. Dit komt het imago van de opdrachtgever en de aannemer ten goede. De opdrachtgever behoudt zich het recht toe om bij vaststelling van inbreuken op kwaliteit en veiligheid door zijn afgevaardigde op de werf de betrokken ploeg(en) onmiddellijk een SLA op te leggen en deze te verrekenen op de opmeetstaat van het betreffende werk. Iedere vaststelling wordt door de afgevaardigde van de opdrachtgever onmiddellijk gemeld aan de ploegbaas, nauwkeurig gedetailleerd opgetekend in het dagboek der werken en verrekend in de opmeetstaat. Aannemers die met hun ploegen frequent SLA-inbreuken plegen zullen bij volgende aanbestedingen hiervoor concurrentienadeel ondervinden of hun deelname geweigerd zien. Naast het verrekenen van SLA’s heeft de opdrachtgever ook het recht een kwaliteitsbeoordeling op te maken indien inbreuken vastgesteld worden. De opdrachtgever voorziet volgende SLA’s met een waarde per vaststelling zoals is vastgelegd in de tabel met eenheidsprijzen:

3.10.1 SLA – Wegsignalisatie en verkeersveiligheid niet in orde

De werf is onvoldoende gesignaleerd en/of vertoont ernstige inbreuken op de verkeersveiligheid voor voetgangers, fietsers en/of voertuigen.

SAP-nr 3002478

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 76

3.10.2

3.10.3

3.10.4

3.10.5

3.10.6

3.10.7

3.10.8

SLA – Woningen, handelshuizen en inritten niet veilig bereikbaar

Op de werf zijn onvoldoende maatregelen genomen om bewoners of klanten op een veilige manier tijdens de werken toegang te verschaffen tot hun woning of handelshuizen of instellingen van openbaar nut of deze op een veilige manier te kunnen verlaten.

SAP-nr 3002479

SLA – Uitvoerders niet in het bezit van geldige pasjes

De werknemer van de aannemer die het gespecialiseerde werk uitvoert waarvoor hij de nodige opleiding dient gevolgd te hebben beschikt niet over een geldig pasje dat aantoont dat hij deze competentie bezit.

SAP-nr 3002480

SLA – (Verbergen van) onvakkundige werkuitvoering

De afgevaardigde van de opdrachtgever stelt zaken vast die niet uitgevoerd zijn volgens de regels van de kunst, volgens de regels opgelegd door de opdrachtgever of die op termijn gevaarssituaties kunnen veroorzaken. Deze zaken werden eventueel door de ploegleden verborgen gehouden voor de opdrachtgever.

SAP-nr 3002482

SLA – Laattijdige of onvolledige verstrekking van data na uitvoering werken

De afgevaardigde van de opdrachtgever stelt vast dat de via de posten van dit lastenboek opgelegde data of de met de opdrachtgever afgesproken data (administratieve gegevens en formulieren door de aannemer in te vullen) laattijdig of onvolledig worden bezorgd aan de opdrachtgever.

SAP-nr 3003566

SLA – Herstelling bestrating buiten de norm

De afgevaardigde van de opdrachtgever stelt vast dat de via de posten van dit lastenboek opgelegde herstellingen van bestrating (losse bestrating en bitumen of cementbeton) niet tijdig of niet vakkundig, dit is niet volgens de voorschriften van het beherend bestuur (gemeente, Vlaamse Gemeenschap, … ) zijn uitgevoerd. Vb. slecht herstelde putten, het vergeten van herstellingen, niet herstellen binnen de afgesproken termijn, …

SAP-nr 3003567

SLA – Gegronde klacht over klantvriendelijkheid - service

De opdrachtgever ervaart dat er tijdens of na de uitvoering van de werken door de aannemer gegronde klachten worden geuit door omwonenden of klanten in verband met de van de aannemer te verwachten klantvriendelijkheid en service tijdens de werkuitvoering.

SAP-nr 3003568

SLA – Slechte plaatsing aftakzadel of elektrolasverbinding

De afgevaardigde van de opdrachtgever stelt vast dat de aannemer bij de realisatie van een aansluiting of overkoppeling gas een gevaarlijke toestand creëerde bij de plaatsing van het aftakzadel (vaststelling geldig tot 5 jaar na uitvoering).

SAP-nr 3003594

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 77

3.10.9

3.10.10

3.10.11

3.11

SLA – Slechte verbindings-, eind- of aftakmof

De afgevaardigde van de opdrachtgever stelt vast dat de aannemer bij de realisatie van een aansluiting of overkoppeling elektriciteit een gevaarlijke toestand creëerde bij de plaatsing van de mof (vaststelling geldig tot 5 jaar na uitvoering).

SAP-nr 3003595

SLA – Klever op PE-leiding niet aangebracht

De opdrachtgever stelt vast dat de aannemer bij het uitvoeren van een PE-lasverbinding zijn kleefnummer niet aanbrengt op de PE-gasleiding. Deze SLA geldt per vaststelling. (zie 1.6 “Kwalificatie van het tewerkgestelde personeel”).

SAP-nr 3003632

SLA – Servicegarantie voor aansluitingen

De opdrachtgever stelt vast dat door fout of nalatigheid van de aannemer of zijn ploeg de geplande aansluiting niet wordt uitgevoerd op het afgesproken uur en dag of dat de ploeg niet komt opdagen voor de uitvoering van de geplande aansluiting als dit wetmatig niet is toegelaten, m.a.w. de aannemer of de ploeg garandeert zijn contractuele service niet.

SAP-nr 3002477

LIJST MET EENHEIDSPRIJZEN

De lijst met eenheidsprijzen voor uitvoering van de in dit lastenboek beschreven werken is in bijlage aan dit lastenboek toegevoegd. De eenheidsprijzen die in bold (vet) zijn gedrukt worden steeds afgerekend aan de prijs van de lijst (coëfficiënt 1), al de andere prijzen worden bij de afrekening vermenigvuldigd met de door de aannemer aangeboden offertecoëfficiënt.

* ****

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 78

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 79

Bijlage 1 Melding van. sloop-en verwijderingswerken van asbest en asbesthoudend materiaal [Art. 28 K.B. 16 maart 2006] Inhoud van het meldingsdocument. 1° de ligging van de bouwplaats; 2° de gebruikte of gehanteerde soorten en hoeveelheden asbest of de beschrijving van het asbest waaraan de werknemers kunnen worden blootgesteld; 3° de verrichte werkzaamheden en toegepaste procédés; 4° het aantal betrokken werknemers; 5° de begindatum van de werken, alsmede de duur ervan; 6° de maatregelen die zijn genomen om de blootstelling van de werknemers aan asbest te beperken. Modaliteiten: Wie meldt? De werkgever die werkzaamheden uitvoert waarbij werknemers tijdens hun werk worden blootgesteld aan asbest Termijn van de melding? Voor sloop-en verwijderingswerken van asbest en asbesthoudend materiaal uiterlijk vijftien kalenderdagen voor de geplande aanvang van de werkzaamheden gedaan. Aan wie wordt gemeld? 1. Aan de met het toezicht belaste ambtenaar van het ambtsgebied waar de werken worden uitge-voerd t.t.z. de inspectie ANTWERPEN Theater Building Italiëlei 124 - bus 77 2000 ANTWERPEN Tel.: 03 232 79 05 Fax: 03 226 02 53 E-mail: [email protected] Ambtsgebied: Provincie Antwerpen.

BRUSSEL Ernest Blerotstraat 1 1070 BRUSSEL Tel.: 02 233 45 46 Fax: 02 233 45 23 E-mail: [email protected] Ambtsgebied: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

LIMBURG TT 14 Sint-Jozefsstraat 10.10 3500 HASSELT Tel.: 011 35 08 60 Fax: 011 35 08 78 E-mail: [email protected] Ambtsgebied: Provincie Limburg

OOST-VLAANDEREN Administratief Centrum "Ter Plaeten" Sint-Lievenslaan 33 B 9000 GENT Tel.: 09 268 63 30 Fax: 09 268 63 20 E-mail: [email protected] Ambtsgebied: Provincie Oost-Vlaanderen.

WEST-VLAANDEREN Breidelstraat 3 8000 BRUGGE Tel.: 050 44 20 20 Fax: 050 44 20 29

VLAAMS-BRABANT Philipssite 3A, bus 8 3001 LEUVEN Tel.: 016 31 88 30 Fax: 016 31 88 44

LB-133-F01.08 – uitgave juni 2009 80

E-mail: [email protected] Ambtsgebied: Provincie West-Vlaanderen.

E-mail: [email protected] Ambtsgebied: Provincie Vlaams-Brabant.

HENEGOUWEN-WEST Rue du Chapitre 1 7000 MONS Tel.: 065 35 39 19 Fax: 065 31 39 92 E-mail: [email protected] Ambtsgebied: de bestuurlijke arrondissementen Aat, Bergen, Moeskroen en Doornik en de gemeente Lessen 2. aan zijn preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. 3. een kopie van deze melding aan het comité en naar de betrokken werknemers 4. eveneens een kopie naar de werkgever van de onderneming die bedrijvig is op de plaats waar de werken zullen worden uitgevoerd die op zijn beurt de preventieadviseurs (arbeidsgeneesheer + veiligheid) en het comité moet verwittigen. Opmerking: 1. werken kunnen ook onderworpen zijn aan meldingsplicht conform de bepalingen van artikel 45 van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen 2.Telkens wanneer een verandering in de arbeidsomstandigheden kan leiden tot een aanzienlijke toename van de blootstelling aan asbest, moet een nieuwe melding gedaan worden.

Bijzonder technisch lastenboek uitvoering van werken aan aansluitingen Editie 06.2009

Het maken van nieuwe en het overkoppelen van bestaande ondergrondse aftakkingen Elektriciteit en Gas


1 AANNEMINGSVOORWAARDEN ..........................................................6

1.1 WERKEN BUITEN DE DIENSTUREN ZONDER TOEZICHT.................................................... 6 1.2 HET GEBRUIK VAN WFM/MOBILE TECHNOLOGIE .............................................................. 6 1.3 UITVOEREN VAN AANSLUITINGEN OF OVERKOPPELINGEN SAMEN MET ANDERE NUTSMAATSCHAPPIJEN (SYNERGIE) ................................................................................................ 6 1.4 CONTRACTBREUK DOOR DE AANNEMER............................................................................ 7 1.5 VEILIGHEIDSBEPALINGEN ...................................................................................................... 7 1.6 KWALIFICATIE VAN HET TEWERKGESTELDE PERSONEEL ............................................... 7 1.7 SIGNALISATIE ........................................................................................................................... 9 1.7.1 Sleufovergangen..........................................................................................................................9 1.7.2 Verkeers- en werfsignalisatie ......................................................................................................9 1.8 Belangrijke kwaliteitseisen van Eandis..................................................................................... 10 1.9 WERKEN MET ONDERAANNEMERS .................................................................................... 10 1.10 MELDING EN HERSTELLING BESCHADIGDE KABELS EN LEIDINGEN ............................ 11 1.11 MATERIALEN , ARBEIDSMIDDELEN, COLLECTIEVE EN PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN STEEDS DOOR DE AANNEMER TE LEVEREN ................................ 12 1.12 MATERIALEN DOOR DE OPDRACHTGEVER TER BESCHIKKING GESTELD................... 12 1.13 BEHANDELEN VAN MATERIALEN VOOR EN TIJDENS HET PLAATSEN........................... 14 1.13.1 Behandelen van kabelhaspels en kabels. .................................................................................14 1.13.2 Behandelen en plaatsen van gasbuizen en gasmeters.............................................................16

a. Manipulatie van gasmaterialen............................................................................................ 16 b. Maatregelen vóór het verbinden.......................................................................................... 16 c. Voorlopig afdichten van leidingen ....................................................................................... 16 d. Verbinding van de gasaftakleiding met de hoofdleiding...................................................... 17

1.14 MILIEU- EN AFVALBEPALINGEN........................................................................................... 17 1.15 VAKANTIEREGELING ............................................................................................................. 18 1.16 COÖRDINATIEDAGBOEK....................................................................................................... 19 1.17 DAGBOEK DER WERKEN ...................................................................................................... 19 1.18 PLAATSBESCHRIJVING ......................................................................................................... 19

2 TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN ....................................................... 20

2.1 ALGEMEEN.............................................................................................................................. 20 2.1.1 Elektriciteit .................................................................................................................................20 2.1.2 Gas ............................................................................................................................................20 2.2 HEFFINGEN, VERGUNNINGEN EN VOORSCHRIFTEN....................................................... 20 2.3 GRONDWERKEN..................................................................................................................... 22 2.4 HET STUTTEN VAN SLEUVEN EN PUTTEN ......................................................................... 22 2.4.1 Wanneer wordt er gestut – regels. ............................................................................................22 2.4.2 Hoe wordt er gestut. ..................................................................................................................22 2.4.3 Hoe wordt de beschoeiing aangebracht. ...................................................................................23 2.4.4 Het plaatsen van de leidingen in gestutte sleuven. ...................................................................24 2.4.5 Het vullen van gestutte sleuven en het wegnemen van de beschoeiingen...............................24 2.4.6 Maximale sleufdiepte met beschoeiing - Beschoeiingsniveaus. ...............................................24 2.4.7 Verrekening voor het stutten van sleuven. ................................................................................24 2.4.8 Het stutten van werken boorputten. ........................................................................................24 2.4.9 Het stutten van palen langs sleuven..........................................................................................25 2.4.10 Belangrijke opmerkingen bij stutten...........................................................................................25 2.5 WERKEN IN REGIE ................................................................................................................. 25

3 BESCHRIJVING DER POSTEN .......................................................... 27

Algemeen Lastenkohier 2

3.1 DEFINITIES .............................................................................................................................. 27 3.1.1 Dienstleiding of aftakleiding:......................................................................................................27 3.1.2 Nieuwe aansluitingen:................................................................................................................27 3.1.3 Overkoppelingen:.......................................................................................................................27 3.1.4 Vernieuwingen: ..........................................................................................................................27 3.1.5 Types bedekking (bestrating) ....................................................................................................28 3.2 ALGEMEEN.............................................................................................................................. 29 3.3 POSTEN AANSLUITINGEN EN OVERKOPPELINGEN ELEKTRICITEIT .............................. 33 3.3.1 Nieuwe aansluiting elektriciteit zonder muurdoorboring (bv. aansluitbocht of wachtbuis

aanwezig) ..................................................................................................................................33 3.3.2 Nieuwe aansluiting elektriciteit met muurdoorboring.................................................................33 3.3.3 Nieuwe aansluiting elektriciteit zonder meter ............................................................................34 3.3.4 Supplement aansluiting op LS-papierloodkabel ........................................................................34 3.3.5 Bijplaatsen El-meter...................................................................................................................34

a. Gelijktijdig met de nieuwe aansluiting ................................................................................. 34 b. Niet gelijktijdig met de nieuwe aansluiting........................................................................... 35

3.3.6 Plaatsen budgetmeter elektriciteit .............................................................................................35 3.3.7 Indienststelling van El-aansluitingen .........................................................................................36

a. Indienststelling van een nieuwe (reeds eerder gemaakte) El-aansluiting........................... 36 b. Indienststelling van een bijkomende(reeds eerder gemaakte) El-aansluiting op eenzelfde lokatie .......................................................................................................................................... 37

3.3.8 Overkoppelen of vernieuwen van bestaande elektriciteitsaansluitingen...................................37 a. Overkoppeling of vernieuwing A.......................................................................................... 37 b. Overkoppeling of vernieuwing B.......................................................................................... 38

3.3.9 Wegname tijdelijke aansluiting elektriciteit en plaatsen definitieve teller ..................................39 3.3.10 Vervangen van oude EL-meters door nieuwe ...........................................................................39

a. Vervangen oude EL-meter door nieuwe meter ................................................................... 39 b. Vervangen oude EL-meter door nieuwe meter + meterkast ............................................... 40

3.3.11 Het vervangen van OT’s............................................................................................................40 a. Type A: Vervangen Prom.................................................................................................... 40 b. Type B: Vervangen van OT................................................................................................. 41 c. Type C: Vervangen van OT plus bedrading........................................................................ 41 d. Type D: Vervangen van OT + plaatsen kast en relais ........................................................ 42 e. Type E: Controle teller (bij gemeenschappelijke OT).......................................................... 42

3.3.12 Slopen van aansluitingen elektriciteit ........................................................................................42 a. Slopen elektriciteitsaansluiting ............................................................................................ 42 b. Slopen van een bijkomende elektriciteitsmeter................................................................... 43

3.3.13 Wegname elektriciteitsmeter .....................................................................................................43 3.3.14 Slopen tijdelijke aansluiting elektriciteit op luchtnet...................................................................44 3.3.15 Onvoorziene werken bij aansluitingen en overkoppelingen elektriciteit ....................................44

a. Bijkomende kabelplaatsing binnenshuis - gedeelte boven de 5 meter ............................... 44 b. Plaatsen kabelgoot binnenshuis.......................................................................................... 44

3.4 SCHORSEN EN HERAANSLUITEN VAN EEN KLANTAANSLUITING ELEKTRICITEIT....... 45 3.4.1 Schorsen van een ondergrondse aansluiting elektriciteit ..........................................................45 3.4.2 Schorsen van een ondergrondse aansluiting elektriciteit op luchtnet .......................................45 3.4.3 Schorsen van een elektriciteitsaansluiting binnenshuis ............................................................45 3.4.4 Heraansluiten van een geschorste elektriciteitsaansluiting binnenshuis ..................................46 3.5 POSTEN AANSLUITINGEN EN OVERKOPPELINGEN GAS................................................. 47 3.5.1 Nieuwe huisaansluiting gas (Cu DN22 of DN28) zonder muurdoorboring met gasmeter G4 of

G6 ..............................................................................................................................................47 3.5.2 Nieuwe huisaansluiting gas (Cu DN22 of DN28) met muurdoorboring met gasmeter G4 of G647


3.5.3 Nieuwe aansluiting gas 5/4” of 2" met gasmeter G10, G16 of G25 .........................................48 a. Buitenwerk aftakking 5/4” of 2" met gasmeter G10, G16 of G25 (in de regel met muurdoorboring).......................................................................................................................... 48 b. Binnenwerk aftakking 5/4” of 2" met 1 gasmeter G10, G16 of G25................................... 48 c. Bijkomende gasmeter(s) op collector in appartementen..................................................... 49 1. Gelijktijdig met de nieuwe gasaansluiting ........................................................................... 49 2. Niet gelijktijdig met de nieuwe gasaansluiting..................................................................... 49

3.5.4 Plaatsen budgetmeter gas.........................................................................................................50 3.5.5 Minprijs voor NIET-indienststelling gasaansluiting ....................................................................50 3.5.6 Indienststelling van gasaansluitingen........................................................................................51

a. Indienststelling van een nieuwe (reeds eerder gemaakte) gasaansluiting ......................... 51 b. Indienststelling van een bijkomende (reeds eerder gemaakte) gasaansluiting op eenzelfde locatie .......................................................................................................................................... 51

3.5.7 Supplement voor gasasaansluiting op MD5..............................................................................51 a. MD5 miniklantcabine voor MD-drukregelaar....................................................................... 52 b. MD5 miniklantcabine met regelaar en gasmeter G4 of G6................................................. 52 c. MD5 miniklantcabine met regelaar en gasmeter G10, G16 of G25 .................................... 53

3.5.8 Overkoppelen of vernieuwen van bestaande gasaansluitingen................................................53 a. Type A: overkoppeling of vernieuwing zonder binnenwerk................................................. 53 b. Type B: overkoppeling of vernieuwing met binnenwerk...................................................... 54 c. Type C: overkoppeling of vernieuwing met volledige vervanging van de aftakking binnenshuis ................................................................................................................................. 54 d. Type D: overkoppeling of vernieuwing met volledige vervanging van de aftakking op gasdistributieleiding in PE, staal of PVC..................................................................................... 55 e. Type E: vernieuwing met volledige vervanging van de aftakking op bestaande gasdistributieleiding in gietijzer of asbestcement........................................................................ 55

3.5.9 Plaatsen van huisdrukregelaars ................................................................................................56 a. Type A : enkel drukregelaar ................................................................................................ 56 b. Type B : drukregelaar + saneren meteropstelling ............................................................... 57 c. Type C : drukregelaar + saneren meteropstelling + muurdoorvoering ............................... 57

3.5.10 Vervangen oude gasmeter door nieuwe gasmeter ...................................................................58 a. Type A: enkel gasmeter ...................................................................................................... 58 b. Type B: gasmeter + saneren meteropstelling ..................................................................... 58 c. Type C: gasmeter + saneren meteropstelling + muurdoorvoering...................................... 59

3.5.11 Slopen van oude gasaansluitingen............................................................................................60 a. Slopen gasaansluiting ......................................................................................................... 60 b. Slopen van een bijkomende gasmeteropstelling................................................................. 60

3.5.12 Wegname gasmeteropstelling ...................................................................................................61 3.5.13 Onvoorziene werken bij aftakkingen en overkoppelingen gas ..................................................61

a. Bijkomende leiding binnenshuis - gedeelte boven de 5 meter............................................ 61 b. Plaatsen buitenafsluiter + straatkap + muurplaatje tegelijk met nieuwe aansluiting........... 61 c. Plaatsen buitenafsluiter + straatkap + muurplaatje in bestaande aansluiting onder gas.... 62

3.6 SCHORSEN EN HERAANSLUITEN VAN EEN KLANTAANSLUITING GAS.......................... 62 3.6.1 Schorsen van een ondergrondse aansluiting gas .....................................................................62 3.6.2 Schorsen van een gasaansluiting binnenshuis .........................................................................63 3.6.3 Heraansluiten van een geschorste gasaansluiting binnenshuis ...............................................63 3.7 POSTEN AANSLUITINGEN EN OVERKOPPELINGEN ICS................................................... 63 3.7.1 Bijtrekken ICS-kabel in sleuf elektriciteit of gas.........................................................................63 3.7.2 Supplement ICS-stijgkabel tegen LS-paal.................................................................................64 3.8 POSTEN BIJKOMENDE GRONDWERKEN EN DIVERSEN................................................... 64 3.8.1 Supplement fundering onder BESTRATING per aansluiting.....................................................64 3.8.2 Bijkomend sleufwerk..................................................................................................................65

a. Bijkomend sleufwerk gedeelte boven de 2 meter ............................................................... 65


b. Bijkomend sleufwerk – Supplement fundering onder BESTRATING.................................. 66 3.8.3 Handboring ................................................................................................................................66 3.8.4 Beschermbuizen........................................................................................................................67 3.8.5 Bijkomend grondwerk ................................................................................................................67 3.8.6 Herstelling losse bestrating .......................................................................................................67 3.8.7 Herstelling bitumen of cementbeton ..........................................................................................67 3.8.8 Supplement fundering onder bestrating per m².........................................................................68 3.8.9 Zandvulling ................................................................................................................................68 3.8.10 Boordstenen of betongreppels ..................................................................................................68 3.8.11 Afvoer van gronden volgens Vlarebo X.....................................................................................70

a. Afvoer bij volledige vervanging sleufgrond.......................................................................... 71 b. Afvoer zonder vervanging sleufgrond in losse bestrating of in bitumen of cementbeton.... 71 c. Afvoer zonder vervanging sleufgrond in berm .................................................................... 71 d. Afvoer grond van putten ...................................................................................................... 71

3.8.12 Onderuitkloppen (met raket) van oude aansluitleiding ..............................................................72 3.8.13 Stutten van sleuven en putten ...................................................................................................72 3.8.14 Nutteloze verplaatsing (ongeacht de duur) ...............................................................................72 3.8.15 Verloren uren materiaalafhaling DC ..........................................................................................73 3.8.16 Maken van een LS-verbindingsmof op aansluitkabel................................................................73 3.8.17 Slopen deel aansluiting op luchtnet...........................................................................................73

a. Slopen aansluiting in BAXB of in Cu of Alu (1 draagwijdte, ijzer op gevel inbegrepen) ..... 73 b. Kabelopvoer (opstijgpunt LS of OV of ICS) wegnemen...................................................... 73

3.8.18 Bronbemaling.............................................................................................................................74 a. Bronbemaling sleuf.............................................................................................................. 74 b. Bronbemaling voor aansluiten boorputten ........................................................................ 74 c. Dagsupplement bronbemaling ............................................................................................ 74

3.8.19 Verwijderen van niet zichtbare hindernissen (massieven, ondergronds metselwerk, betonblokken, oude riolen,…)....................................................................................................75

3.8.20 Wegvoeren van ingepakte vezelcementbuizen of -platen.........................................................75 3.8.21 Werken in regie..........................................................................................................................75 3.9 GRONDWERK IN MIN VOOR AANSLUITINGEN EN OVERKOPPELINGEN ........................ 76 3.10 SLA - SERVICE LEVEL AGREEMENTS ................................................................................. 76 3.10.1 SLA – Wegsignalisatie en verkeersveiligheid niet in orde.........................................................76 3.10.2 SLA – Woningen, handelshuizen en inritten niet veilig bereikbaar ...........................................77 3.10.3 SLA – Uitvoerders niet in het bezit van geldige pasjes .............................................................77 3.10.4 SLA – (Verbergen van) onvakkundige werkuitvoering ..............................................................77 3.10.5 SLA – Laattijdige of onvolledige verstrekking van data na uitvoering werken ..........................77 3.10.6 SLA – Herstelling bestrating buiten de norm.............................................................................77 3.10.7 SLA – Gegronde klacht over klantvriendelijkheid - service .......................................................77 3.10.8 SLA – Slechte plaatsing aftakzadel of elektrolasverbinding......................................................77 3.10.9 SLA – Slechte verbindings-, eind- of aftakmof ..........................................................................78 3.10.10 SLA – Klever op PE-leiding niet aangebracht ...........................................................................78 3.10.11 SLA – Servicegarantie voor aansluitingen.................................................................................78 3.11 LIJST MET EENHEIDSPRIJZEN ............................................................................................. 78


1

1.1

AANNEMINGSVOORWAARDEN

WERKEN BUITEN DE DIENSTUREN ZONDER TOEZICHT

Buiten de diensturen van de opdrachtgever is het niet toegelaten andere dan de hierna vermelde werken uit te voeren. Deze werken worden de dag vooraf, in overleg met de opdrachtgevende dienst geregeld. Het betreft: Het maken van putten voor aansluitingen op de voorziene plaats.

Het verder dempen van putten, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de in deze putten

geplaatste onderdelen VOORHEEN:

o behoorlijk door de opdrachtgevende dienst zijn onderzocht. o met gunstig resultaat onderworpen werden aan de vereiste proeven.

Het uitvoeren van herbestratingswerken die geen bijzondere, door de opdrachtgever(s) en/of door

deze van een betrokken Bestuur, te onderzoeken fundering vereisen. Opruimingswerken en transport voor opruiming of aanvoer van materialen.

1.2 HET GEBRUIK VAN WFM/MOBILE TECHNOLOGIE

Eandis heeft in de meeste infrastructuurgebieden reeds een “WFM/Mobile” technologie ingevoerd en zal deze in de loop van de nieuwe contractuele periode eveneens in al de andere infrastructuurgebieden invoeren. Zowel het personeel van Eandis als de aannemers zullen dit systeem verplicht gebruiken om een snellere en betere samenwerking te verwezenlijken. Het systeem werkt op basis van “Mobile devices” (draagbare computers) door Eandis ter beschikking gesteld en waarmee een directe communicatie en uitwisseling van gegevens tussen opdrachtgever en opdrachtnemer mogelijk wordt. De modaliteiten van WFM/Mobile zijn opgenomen in het algemeen lastenboek “Richtlijnen Mobile/WFM voor aannemers aansluitingen Eandis” (LB-117-F01.01).

1.3 UITVOEREN VAN AANSLUITINGEN OF OVERKOPPELINGEN SAMEN MET ANDERE NUTSMAATSCHAPPIJEN (SYNERGIE)

In principe beperken de werken beschreven in dit lastenboek zich tot het maken van nieuwe en het overkoppelen van bestaande ondergrondse aftakkingen elektriciteit en gas. Het gemeenschappelijk uitvoeren van aansluitingen of overkoppelingen (Eandis + watermaatschappij + telefoonmaatschappij + andere) kan evenwel worden opgelegd door het beherend bestuur van bvb. verkavelingen, gemeente, rijkswegen, enz. Dergelijke werken kunnen dus geheel of gedeeltelijk aan de aanneming worden onttrokken. De aannemer kan hiervoor geen schadeloosstelling eisen van de opdrachtgever. De mogelijkheid bestaat evenwel dat het beherend bestuur de gemeenschappelijke werken door de aannemer van de opdrachtgever (Eandis) wenst te laten uitvoeren. Dit gebeurt aan volgende voorwaarden: De eenheidsprijzen vallen volledig binnen dit bestek, de aannemer vraagt geen supplementen aan

de andere nutsmaatschappijen.


De kostprijs per deelnemende nutsmaatschappij wordt bepaald via een vaste verdeelsleutel.

De aannemer factureert elk deelbedrag rechtstreeks aan de betreffende nutsmaatschappij.

Het is niet toegelaten om andere nutsmaatschappijen op de werf toe te laten zonder uitdrukkelijk akkoord van de opdrachtgever. Concreet betekent dit dat bij synergiewerken waarbij Eandis piloot (hoofdopdrachtgever) is, de grondwerken (sleuven en putten inclusief de aparte sleufdelen) en aanverwante gemeenschappelijke posten voor alle deelnemende nutsmaatschappijen afgerekend worden volgens de voorwaarden en eenheidsprijzen van dit lastenboek.

1.4

1.5

1.6

CONTRACTBREUK DOOR DE AANNEMER

Deze bepalingen zijn opgenomen in het algemeen lastenboek “Uitvoeren van werken” (LB-111-F01).

VEILIGHEIDSBEPALINGEN

De algemene veiligheidsbepalingen zijn opgenomen in de “Algemene veiligheidsvoorschriften voor aannemers bij het uitvoeren van werken” (LB-113-F01). Van de aannemer en zijn werknemers wordt verwacht dat er veilig wordt gewerkt op de werven van Eandis. De aannemer zorgt ervoor dat zijn werknemers de nodige opleidingen en instructies hebben gekregen en steeds worden bijgeschoold in verband met de eigen veiligheidsbepalingen opgesteld voor zijn eigen bedrijf en met de veiligheidsbepalingen van zijn opdrachtgever Eandis, zodat hij aan de geldende Belgische Wetgeving voldoet inzake veiligheid. De werknemers van de aannemer worden bij het uitvoeren van de werkzaamheden op de werven van Eandis geacht steeds alle veiligheidsinstructies toe te passen en continu aandacht te hebben voor veiligheid op het werk. Veiligheid is een onderdeel van alle werken beschreven in dit lastenboek. De aannemer houdt er bijgevolg rekening mee dat alle kosten noodzakelijk voor de realisatie van de veiligheid bij het uitvoeren van de werken deel uitmaakt van zijn offerteprijs.

KWALIFICATIE VAN HET TEWERKGESTELDE PERSONEEL

Het personeel van de aannemer dat de werkzaamheden beschreven in dit lastenboek zal uitvoeren dient in het bezit te zijn van de daarbij horende geldige pasjes Eandis. De algemene bepalingen betreffende te volgen opleidingen zijn opgenomen in het Algemeen Lastenboek “Opleiding en Training” (LB-115-F01.02). De benodigde pasjes voor elke werkzaamheid zijn te vinden in het Algemeen Lastenboek “Pasjes aannemerspersoneel” (LB-115-F02.02).

De werknemers die werken uitvoeren waarvoor het bezit van een pasje verplicht is, moeten dat pasje steeds bij zich hebben op de werven, zodat de pasjes door de opdrachtgever op de werf onmiddellijk kunnen gecontroleerd worden. De opdrachtgever zal de werf onmiddellijk stil leggen indien de pasjes niet kunnen getoond worden.

Indien binnen de periode van de waarborg op het contract aannemer – Eandis een defecte aftakmof of aftakzadel wordt vastgesteld die geplaatst werd door een werknemer van de aannemer en die in bezit is van het pasje AFE of AFG, zullen de SLA - Slechte verbindings-, eind- of aftakmof of aftakbeugel (zie punt 3.10 in dit lastenboek) en de eventuele kosten (voor interventie, herstel van de mof, wachturen, verplaatsingen en mogelijke gevolgschade) in min in rekening worden gebracht via de meetstaat en kan het pasje van de betrokken werknemer die de aftakking maakte ingetrokken worden.

Werknemers die beschikken over een PE-laspasje kleven een sticker met hun laspasnummer naast elke


PE-las. Deze stickers zijn te verkrijgen bij de externe opleidingscentra voor PE-lassen (VCL en TCZ) waar het pasje PE-lassen werd behaald of verlengd. Het niet kleven van de stickers met laspasnummer wordt beschouwd als een zware inbreuk en heeft bij vaststelling steeds een SLA (zie punt 3.10 in dit lastenboek) tot gevolg en kan zelfs leiden tot het intrekken van het laspasje.

Eandis heeft het recht alle lassen en verbindingen te laten controleren en te doen verwijderen indien de lassen volgens de controleprocedures niet voldoen aan de gestelde normen. Bij herhaling van een fout van dezelfde lasser kan de maatschappij het PE-laspasje Eandis inclusief de pasjes AFG en OAG intrekken en deze lasser weigeren op de werf of een bijkomende opleiding opleggen.

Alle onaanvaardbaar verklaarde lassen en verbindingen moeten door de aannemer op zijn kosten vervangen worden. Dit werk zal dan uitgevoerd worden door een goedbevonden lasser en alle verbindingen zullen dan nagezien worden. Alle kosten veroorzaakt door slechte lassen of verbindingen, de bijkomende controles en alle herstellingen zijn ten laste van de aannemer.

De uitvoering van al de werkzaamheden waarvoor de pasjes verplicht zijn gebeurt volgens de werkinstructies en de doefiches, die ter beschikking gesteld worden bij de opleidingen (onder de vorm van een syllabus) voor het behalen van de pasjes Eandis. Alle DOE-fiches moeten per ploeg in een map aanwezig zijn op de werf. De aannemer krijgt elektronisch toegang tot een documentbrowser op de site van Eandis (www.eandis.be) waar onder meer alle toe te passen werkinstructies en doe-fiches terug te vinden zijn. Indien er tijdens de contractuele periode door Eandis wijzigingen worden doorgevoerd aan de werkmethoden, die werden onderricht tijdens de opleidingen voor het behalen van een pasje, en Eandis organiseert hiervoor één of meerdere halve dagen bijscholing, dan zullen alle personeelsleden van aannemers in het bezit van het betreffende pasje verplicht deze bijscholing komen volgen. Van de personen die verzaken aan de bijscholing zal het pasje ingetrokken worden, waardoor deze personen de werkzaamheden verbonden aan het pasje niet meer mogen uitvoeren voor Eandis. Het behalen van een nieuw pasje achteraf is dan enkel nog mogelijk door het volgen van de volledige opleidingscyclus voor dat pasje, waarin die bijscholing dan ook definitief werd geintegreerd.

Benodigde interne pasjes:

Het bezit van de pasjes, relevant voor de te gunnen werkzaamheden moet aangetoond worden ten laatste bij de daadwerkelijke gunning van de loten:

Omschrijving Pasjes Code Pasjes Veiligheidsinstructies Grondwerken (VGW) * VGW PE- druksystemen Elektro- en Zadellassen (BECETEL – keuring)

PE

Standaardgasaftakking LD tot 8 m³/h AFG Standaardgasaftakking LD tot 40 m³/h AFG LD 40 Standaardgasaftakking MD tot 40 m³/h ** AFG MD Overkoppelen en aanpassen LD gas OAG Aansluiten budgetmeter gas BUDAG Ondergrondse aftakking op LS kunststofkabels AFE Ondergrondse aftakking op PPL-kabels AFE PPL Overkoppelen en aanpassen LS elektriciteit OAE Plaatsen budgetmeter elektriciteit BUDM

* Veiligheidsinstructies grondwerker: dit pasje dient verplicht in het bezit te zijn van elke grondwerker die in het kader van dit lastenboek door de aannemer bij Eandis wordt ingezet. Onder grondwerker wordt een werknemer verstaan die enkel gronden herbestratingswerkzaamheden uitvoert en dus niet in het bezit is van enig ander technisch Eandis-pasje opgesomd in bovenstaande tabel. Een grondwerker mag ook als helper fungeren van de werknemers in het bezit van de hierboven opgesomde technische pasjes maar hij mag in geen geval die technische werkzaamheden zelf uitvoeren.

