ECHO - maart

7
Zo mooi!

description

Evangelisatieblad IZB

Transcript of ECHO - maart

Page 1: ECHO - maart

Zo mooi!

Page 2: ECHO - maart

Op diezelfde plek, waar het ons aan niets ontbrak strekten we onze

begerige hand uit naar een verleidelijke vrucht: we wilden boven onze

stand leven, als goden, als God zelf. We bekopen het met de dood. En de

schepping? De schepping heeft er haar zin door verloren. Al zouden we

willen, we kunnen de harmonie niet meer op eigen kracht herstellen.

De Schepper laat het er niet bij zitten. Hij heeft een nieuw begin beloofd,

een nieuwe aarde, een nieuwe hemel, zonder schaduwzijde.

Doe dit, laat dat... Er is voldoende op te diepen uit wetten en profetieën,

uit verhalen, om te laten zien hoezeer de Schepper zijn schepping aan

het hart gaat. Maar liever dan u te vermoeien met regels, laat ik de

visioenen van profeten zien, waar ze hakkelend en stamelend van hebben

verteld, zoekend naar woorden, tastend naar beelden. Gods droom, zijn

diepste verlangen. Want zeg nu zelf, als het mooiste wat je hebt gemaakt

onherstelbaar wordt beschadigd, dan zet je toch alles op alles om het

opnieuw te maken en wel zo dat aan wat voorbij gaat geen herinnering

meer bestaat? Dat is wat God gedaan heeft en nog zal doen.

Wat doen wij, zijn evenbeeld?

Zo mooi! Het begon zo mooi. Een ongerepte aarde. Te voor-

schijn geroepen uit leegte en duisternis. Een sieraad. En op

de mooiste plek op die aarde, het paradijs, liet God zijn even-

beeld wonen. Daar gaven wij, mensen, alles een naam.

E c h o �

v a n d e r e d a c t i e

>

Colofon :

Uitgave van IZB – voor zending in

Nederland en de Christelijke

Gereformeerde Kerken in Nederland

ISSN 0012-9119

Redactie en administratie:

Joh. v. Oldenbarneveltlaan 10

3818 HB Amersfoort

tel. 033-4611949

e-mail: [email protected]

Abonnementen:

Abonnementsprijs e 10,00 per jaar

bij vooruitbetaling.

Reacties:

Voor reacties op de inhoud van

dit blad kunt u zich wenden tot

de bezorger of de redactie.

Aan dit nummer werkten mee:

Martine Vonk

Foto’s pag. 4/5 Wilmar Boer | Image33

Redactie:

ds. L.C. Buijs,K. van Noppen,

J.J. Timmer, J.W. v.d. Vegte,

mw. J. de Waard

Echo 02-2011

Op een zaterdag in januari

zijn twintig vrijwilligers

aan het werk op landgoed

Coelhorst, even buiten

de bebouwde kom van

Amersfoort. Aan de

horizon raast de A1 naar

Amsterdam en iets meer

naar het oosten doemt de

stad op.

‘God heeft ook iets te maken met m’n achtertuin’

‘‘Het is mooi om je als stadsbewoners in te zetten voor een stuk land in je eigen omgeving’, zegt Embert, die de leiding heeft over het project. Het is een prachtomgeving; boerenland, met veel houtwallen. De vrijwilligers snoeien de lage begroeiing rond de bomen. ‘Daardoor creëren we ruimte voor paddenstoelen, die in een symbi-ose leven met de oude bomen. Met de paddenstoelen gaat het niet zo best in Nederland, dus zo dragen we een steentje bij aan natuurbeheer.’

Embert is een verwoed vogelaar en een gepassioneerde natuurliefheb-ber; altijd geweest. Hij groeide op in Twente. Natuur was zo ongeveer synoniem aan avontuur: je wist nooit wat je tegen zou komen, tijdens de trektochten door de veengebieden, bij het onderzoek voor de Vogel-werkgroep, het in kaart brengen van broedplekken of het tellen van

trekvogels. Zoveel jaren later kent hij nog altijd een ongebreidelde belang-stelling voor de flora en fauna. Zijn collega’s weten dat hij zomaar een snippermiddag kan opnemen om bij het Kootwijkerzand te gaan zoeken naar een zeldzaam vlindertje…

Het inzicht dat de fascinerende na-tuur iets met God te maken heeft, is pas laat doorgebroken. ‘Toen ik opgroeide stond ik met één been in de wereld van kerk, geloven, catechisa-tie, kerkelijke verenigingen, etc. Daar ging het over God. Maar als je me indertijd had gevraagd waar ik echt enthousiast over was, dan was dat de wereld waar ik met mijn andere been in stond: de natuur, het avontuur. Een jaar of 8 geleden heb ik door con-tact met een internationale christe-lijke natuurbeschermingsorganisatie geleerd die twee werelden met elkaar te verbinden.

Page 3: ECHO - maart

� E c h o - Z o m o o i ! E c h o �

Ik ontdekte dat de God in wie ik geloof, die ik liefheb, dezelfde is als degene die met oneindig veel liefde deze wereld heeft gemaakt. Sinds-dien is het inzicht gegroeid dat het eigenlijk onbestaanbaar is dat je een gelovige denkt te kunnen zijn zonder ook van harte zorg te dragen voor zijn schepping. Voor iedere ademhaling ben je van Hem afhankelijk.’

En toch: God was lange tijd beperkt tot het domein van de kerk, bidden, Bijbellezen. ‘Allemaal heel goed, nut-tig en nodig. Maar Hij speelde nauwe-lijks een rol in mijn beleving van de natuur, als ik buiten naar de vogels keek, als ik nadacht over de vraag hoe we omgaan met ons lichaam, ons voedsel, al dat soort alledaagse din-gen. Dat God iets te maken heeft met m’n achtertuin, om het maar eens even geprononceerd te zeggen, was echt een ontdekking voor me. We hebben nogal eens de neiging om

alles wat met God en geloof te maken heeft, te bestempelen tot ‘geestelijk leven’ . Dan spreken we over ons ‘gees-telijk leven’ en ons ‘aardse bestaan’. Terwijl de echte tegenstelling volgens mij ligt tussen geestelijk en ongees-telijk leven. Leven in verbondenheid met de aarde, in zorg voor de schep-ping, is zéér geestelijk, want dat heeft alles met God te maken. Als God deze aarde heeft gemaakt, en zag dat het goed was, ervan genoot, dan is het meest voor de hand liggend dat wij daar ook van genieten en er zorg voor dragen. Zeker als je in de Bijbel leest dat we ook nog eens een expliciete opdracht hebben gekregen om de aarde te koesteren, te bewaren en te ontwikkelen.

ZelfbeheersingAlle mooie woorden ten spijt, lopen christenen niet bepaald voorop in zorg voor de schepping. ‘Dat is ernstig. Het is een boodschap waar christenen veel te lang aan

voorbij hebben geleefd. We hebben het gewoon niet gevat. Of we wilden er niet aan. Het snijdt natuurlijk in eigen vlees. Ik houd er van om zorg voor de schepping positief te formu-leren, maar hoe je het wendt of keert: het kost moeite om je te ontworstelen aan een samenlevingspatroon dat uitgaat van ongebreidelde mogelijk-heden: verre vliegreizen, een grote auto of andere energievretende goe-deren. Het vereist zelfbeheersing om daar van af te zien. We hebben het liever over ontplooien en ontwikke-len dan over opofferen. Dat merk ik persoonlijk ook. Maar mijn ervaring is wel, dat als je eenmaal stappen zet, dat het achteraf minder moeilijk is, dan wanneer je er nog voor staat. Ga het gewoon doen. Laat je inspireren, neem stapjes en wen aan een nieuw, milieuvriendelijker levenspatroon.’

Brengt God je dichter bij de schep-ping? Of brengt de schepping je dichter bij God?

Zo wordt Jezus ook wel genoemd, een ‘eersteling van de

nieuwe schepping’

<

‘Hoezeer ik altijd een natuurliefheb-ber heb geweest, uiteindelijk zeg ik: God brengt je dichter bij de schep-ping. Jarenlang heb ik intens genoten van de natuur, zonder zo bewust de link te leggen naar God, die al dat moois geschapen heeft. Het is dus geen automatisme, zo van: begin maar eens goed om je heen te kijken in de natuur, dan kom je wel bij God uit. Door het lezen van boeken en door contact met mede-gelovigen heb ik beter zicht gekregen op de relatie tussen God en de natuur. ‘

Voel je je sinds die ontdekking, meer mens of meer gelovige? ‘Het klinkt aanmatigend, maar ik voel me een completer gelovige. Je ontdekt ook welke delen van ons le-

ven niet bepaald in overeenstemming zijn met Gods bedoeling. We leven in een geschonden wereld, er gaapt een kloof tussen God en mij. Die moet overbrugd worden. Juist door de omgang met de schepping word ik teruggeworpen op God, en op Jezus, die de kloof overbrugt. Ook na zoveel jaar bezig zijn met dit thema, denk ik niet: nu ben ik er. Het blijft zoeken, maar bezig zijn met mijn relatie tot God en tot de schepping blijft onge-looflijk inspirerend.’

ToekomstDe zorg voor de schepping raakt ook de christelijke toekomstverwachting, zegt Embert. ‘Wat is je perspectief, als gelovige? Zijn we op weg naar de hemel? Of ligt onze toekomst op een

nieuwe aarde? Ik denk het laatste. De aarde wordt eens, aan het eind der tij-den, niet vernietigd, maar vernieuwd. Dat is voor mij veel aantrekkelijker perspectief, dan ‘de hemel’, ergens hierboven. Deze bossen, rivieren en bergen, zoals we die nu kennen, deze aarde zal door God worden vernieuwd. Dat is meer dan zomaar een hersenspinsel, waarvan we hopen dat die ooit wordt gerealiseerd. Dat Jezus uit de dood is opgestaan, met een nieuw, vernieuwd, aards lichaam, daar put ik hoop uit. Hij is een eerste teken van de nieuwe schepping van God, die eens zal aanbreken. Sinds ik dit heb ontdekt, is mijn toekomstver-wachting veel concreter geworden, veel meer verbonden met de werke-lijkheid om mij heen.’

A Rocha

Embert Messelink is initiatiefnemer en de gangmaker van de Nederlandse tak van A Rocha, een internationale christelijke natuurbeschermingsorganisatie www.arocha.nl.A Rocha Nederland levert een praktische bijdrage aan natuurbehoud via lokale initiatieven: Gelderse Poort, Utrechtse Heuvelrug, Groene Hart, Amersfoort, Zwolle en Zeeland. De organisatie verzorgt lezingen, workshops, publicaties, excursies en cursussen en ondersteunt natuurbeschermingsprojecten van partners in het buitenland met vrijwilligers en subsidies.

Laat je inspireren, neem stapjes en wen aan een nieuw,

milieuvriendelijker levenspatroon

Page 4: ECHO - maart

<� E c h o - Z o m o o i ! E c h o �

Wat zonde!Wij mochten al dat moois beheren, er voor zorgen. Maar het ging mis, grondig mis. In plaats van liefdevol beheren, beheersen we de levende en levenloze natuur meedogenloos. En nu, nu keert de schepping zich tegen ons. Waarom? Omdat ieder mens vooral eerst aan zichzelf denkt, ten koste van de ander, ten koste van de schepping. Sinds we de aarde zijn gaan exploiteren zijn er heel wat planten en dieren uitgestorven. Bekende voorbeelden zijn de dodo en de Tasmaanse buidelwolf. In Europa hebben we de oeros uitgeroeid. Beren, wolven en lynxen zijn zo zeldzaam geworden dat ze met alle mogelijke middelen worden beschermd. Door de stijgende prijzen van grondstof-fen ontdekken we dat de voorraden daarvan niet onuitputtelijk zijn. Andere continenten hebben last van onze ontembare honger naar meer. We hebben de zeeën leeggevist voor

de kusten van Afrika. Moeten we raar opkijken als de verarmde bevolking zich waagt aan piraterij?

Als de Schepper zo met zijn schepping begaan is, waarom doet Hij er dan niets aan?

Ik weet niet of we dat wel moeten willen. We hebben onze verantwoor-delijkheid. Zouden we echt willen dat God ingrijpt? In de Bijbel staat de geschiedenis van Noach, die met zijn familie en van elke diersoort een paartje een zondvloed overleefde die de hele aarde bedekte met water. Je ziet de ark – want dat was het schip waarin hij met mensen en dieren overleefde- nu vaak als kinderspeel-goed. Ondertussen is het een ernstig verhaal. God houdt grote schoonmaak omdat de mensen op aarde elkaar groot onrecht aandeden. Met Noach en zijn familie, en de dieren in het schip, maakte Hij een nieuw begin.

Wie nu rondkijkt zal moeten consta-teren dat die herstart niet het gewens-te resultaat heeft gehad. We gaan niet beter met elkaar om, we gaan ook niet beter met de schepping om. Ik hoef u er toch niet aan te herinneren? Tsjernobyl, de Exxon Valdez, de Deep Water Horizon in de golf van Mexico? De smeltende poolkappen, de opruk-kende woestijnen? Ach, ik stop ermee.

Einde?Is het dan nu ‘einde verhaal’? Nee! De Schepper laat zijn schepping, laat zijn mensen niet aan hun lot over. ‘Onderweg’ heeft hij ons geprobeerd duidelijk te maken hoe we in harmo-nie met elkaar en met de schepping zouden kunnen leven. We hebben daar onvoldoende gehoor aan ge-geven. Maar hij heeft meer gedaan: hij heeft een nieuwe hemel en een nieuwe aarde ontsloten. Ze komen ons tegemoet. Onvoorstelbaar! Johannes, gevangene op Patmos,

krijgt het te zien in visioenen. Dit is wat hij zag:

“Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was hel-der als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam. In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing. Er zal niets meer zijn waarop nog een vloek rust.”

Dat is wat God voor ogen heeft en waar Hij ons in wil laten delen. En eeuwen eerder stamelde Jesaja, een profeet over wat hij te zien kreeg:

“De woestijn zal zich verheugen, de dorre vlakte vrolijk zijn, de wildernis zal jubelen en bloeien, als een lelie welig bloeien, jubelen en juichen van vreugde.

Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer, kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg.”

Waarom staan deze verhalen in de Bijbel? Om degene die het leest te inspireren tot een ommekeer, tot een verandering. Want ieder die dit leest en beseft hoe het er nu aan toe gaat zal inzien dat het toch echt anders moet. Je mag me een dromer noemen, maar ik ben niet de enige.

De schrijver van het eerste boek in de Bijbel, Genesis –het betekent ‘het begin’ of ‘geboorte’-heeft een moedige poging gedaan om op het ritme van de dagen het onmogelijke te beschrijven, van een onmetelijke kosmos tot het nietigste insect. Planten en dieren, in zee, op aarde, in de lucht. Hij heeft op alles gelet. En vooral beschreven met hoeveel liefde het gemaakt is. Dag in dag uit heeft de Schepper er aan gewerkt. En als kroon op het werk uit rode aarde zijn evenbeeld gemaakt: de mens. We lijken op God, we dragen zijn beeld. En we dragen zorg voor die prachtige schepping. Aan ons de taak, aan ons de eer!

In het begin…Het was zo mooi begonnen. Helemaal goed!

Page 5: ECHO - maart

� E c h o - Z o m o o i ! E c h o �

<

God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was (Genesis 1: 31)

De boodschap van het scheppings-verhaal is duidelijk: God heeft alles geschapen. Alles op deze wereld heeft Hij gemaakt.Wat ook heel duidelijk in dat eerste hoofdstuk staat, is dat God ook van zijn schepping genoot. Het staat er zeven keer. Hij heeft er na elke scheppingsdag de tijd voor genomen.Het lijkt wel of Hij de schepping steeds mooier vond. En over het moment dat God klaar was met zijn scheppingswerk, lezen we: “God keek naar alles wat hij gemaakt had en zag dat het zeer goed was.”

Elke werkdag genieten van de schepping.Dat lijkt voor mensen onmogelijk. We hebben er gewoon geen tijd voor. We hebben het allemaal te druk. Van de natuur genieten doen de meesten in het weekend. Anderen komen er pas aan toe als het vakantie is. Sommigen doen het pas na hun pensioen!

God genoot elke dag. Dus niet alleen toen Hij de planten en de dieren had geschapen. Maar ook na het scheppen van licht en duisternis. Na alles! In het bijzonder na het scheppen van de mens.Wij hebben het gevoel dat je pas geniet als je in een stil bos loopt en geniet van de prachtige geuren en kleuren. Of als je op vakantie gaat naar de bergen. Of het strand bij de zee.

God genoot van alles. Elke dag.Wij mensen hebben het allemaal druk. Maar wie heeft geen tijd om ’s morgens als hij opstaat te genieten van het licht van de dag die weer is gekomen? Van de eerste mensen die hij al kort daarna weer ontmoet. Je man, je vrouw, je kinderen, de mensen op het werk. De hond, die je

kwispelend tegemoet komt. En de kat, die aait langs je benen…Maar ook: van donkere dagen als het plenst van de regen. Van harde winden en donkere wolken die de lucht bedekken. Van een storm die nadert…God genoot van alles. Waarom wij eigenlijk niet?

Ds. Arie van der Veer, uit: Met liefde gemaaktUitgeverij Van Wijnen, Franeker

Scheppen en genieten God genoot van alles. Waarom wij eigenlijk niet?

Page 6: ECHO - maart

1 0 E c h o - Z o m o o i ! E c h o 1 1

P e r s o o n l i j k

<

We zijn vervreemd van God Zelf, omdat we Zijn natuur niet meer kennen

Uit onderzoek blijkt dat mensen vervreemd raken van de natuur. In opvoeding en onderwijs is weinig

ruimte om naar buiten te gaan en bovendien ontbreekt vaak speelnatuur in de directe woonomgeving.

Binnen zijn 30 kanalen televisie en computerspelletjes. Natuur heeft een steeds kleinere plaats in ons dagelijk-se leven. We rijden over de snelweg naar ons werk en eten halen we in de supermarkt. Voor veel mensen is natuur niet meer dan een decor waarin je af en toe gaat wandelen. Echter, de mens is zelf een natuurlijk wezen. We hebben schone lucht en vruchtbare aarde nodig om te kunnen leven. Als boerendochter ben ik me bewust dat je als mens wel voorwaarden kunt scheppen voor voedselproductie, maar de groei niet kunt geven. Openstaan voor de pro-cessen in de natuur roept dan ook een bescheidenheid op over de plek van de mens in deze wereld. Niet alles is te koop en niet alles is maakbaar.

Vervreemding van de natuur leidt ook tot vervreemding van God. In het westerse christendom is, onder invloed van het Griekse denken, lang een eenzijdige nadruk gelegd op de relatie tussen God en de mens. Echter, in Johannes 3:16 staat dat God deze wereld, ‘kosmos’, liefheeft. Mensen én dieren én planten, de hele schepping. Wanneer wij denken dat God alleen betrokken is op levens van mensen, denken we veel te klein van God en te groot over onszelf. Dat kan uiteindelijk leiden tot uitbuiting van de natuur voor ons eigen gewin en het loslaten van onze afhankelijkheid van God.

Het joodse denken leert wat anders. De mens is gemaakt van aarde, van humus. De naam Adam betekent ook

‘rode aarde’. Het Engelse woord voor nederigheid, humility, heeft de-zelfde basis als het woord humus. Als mensen minder groot van zichzelf gaan denken en beseffen dat God deze hele aarde heeft gemaakt, dan wordt ons ego wat kleiner en komt er meer ruimte voor God, de schepper van deze aarde. Dan kunnen we ons verwonderen over Gods grote schep-pingskracht.

Martine Vonk is eigenaar van VONK - passie voor duurzaamheid. Ze werkt o.a. als adviseur bij de EO, begeleidt een praktijkkring over duurzame voedselstrategie voor gemeenten en is eindredacteur van het boek Duur-zaamheid bij het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie

Page 7: ECHO - maart

Deze Echo is u aangeboden door :

Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen,een nieuwe aarde ontstondom het geheim des levens te beseffen,niet meer in zee gegrond.Ik zag een stad verblindend naderkomen,een middelpunt van feest,Jeruzalem, zoals het in Gods dromenvan ouds moet zijn geweest.

Jeruzalem is als een bruid getredenvoor God in wit en gouden in haar held’re ogen staat een vrededoor niemand ooit aanschouwd.

Een stem roept in het rond: nu gaat beginnen,de koninklijke tijd,de koning zal de koningin beminnendie Hem is toegewijd.

De Koning die zijn troon heeft in den hoge,houdt bij de mensen hofen alle tranen zal Hij van hun ogenafwissen tot zijn lof.Er zal geen rouw, er zal geen dood meer wezen,nergens verdriet meer zijn,de eerste dingen werden uitgewezen,voorbij ging alle pijn.

Willem Barnard (1920-2010)