Downloaden (PDF, 8.71MB)

27
Onafhankelijk vakblad voor lassen, lijmen en snijden Dubbelnummer 12 | 1 december 2013 OFFSHORE Thema

Transcript of Downloaden (PDF, 8.71MB)

Page 1: Downloaden (PDF, 8.71MB)

Onafhankelijk vakblad voor lassen, lijmen en snijden Dubbelnummer 12 | 1 december 2013

OFFSHOREThema

Page 2: Downloaden (PDF, 8.71MB)

VOORWOORDdecember 2013

www.vakbladlastechniek.nlUitgaveISSN 0023-8694Lastechniek wordt uitgegeven in opdracht van het Nederlands Instituutvoor Lastechniek (NIL) en het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL).RedactieKevin van Beek, Bert de Jong, Fleur Maas, Rolf Mul, Leo Vermeulen,Bart Verstraeten, Margriet Wennekes, Henk ZandvlietEindredactieMargriet Wennekes, Leo Vermeulen (techniek)UitgeverBert de Jong - T 06 53 84 69 33Advertentie-exploitatieCon-Sell, Rolf MulT 06 12 50 90 58 - E [email protected] Anschütz, Paul Barendse, Ruud van Bezooijen, Tim Blok, Marijke Damen, Leen Dezillie, Rob Helmich, Marcel Hermans, Michel van ‘t Hof, Piet van der Horst, Michael Jak, Pieter Keultjes,Marco Kraaijeveld, Maurice Mol, Ed Mulder, Johan Schelfhorst,Frank Smit, Wil van der Stap, Erik Steenkist, Gregor Tokarenko, Fred Vasquez, Adriaan Visser, Ben Weenink

AdressenNederlands Instituut voor LastechniekPostbus 190 - 2700 AD ZoetermeerT 088 400 85 60 - E [email protected] - www.nil.nl

Belgisch Instituut voor Lastechniek vzwTechnologiepark 935 - B-9052 Zwijnaarde, BelgiëT +32 9 292 14 05 - F +32 9 292 14 01, E [email protected] - www.bil-ibs.be

OPUS communicatie-ontwerpFruitweg 24 j - 2321 GK Leiden, T 071 589 56 44 - F 071 541 41 50E [email protected] - www.opus-co.nlVoor het verzenden van grote bestanden kunt u gebruik maken van:https://vakbladlastechniek.wetransfer.com

AbonnementenVoor particulieren in Nederland € 62,50 op privé-adres, voor bedrijvenin Nederland per abonnement. Voor studenten en senioren geldt inNederland een speciaal tarief.

Voor abonnementen in België kunt u contact opnemen met [email protected] zijn excl. BTW.

Lastechniek verschijnt elf keer per jaar en wordt toegezonden aandeelnemers van het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) en hetBelgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) en andere geïnteresseerdenen belanghebbenden in de verbindingstechniek. Voor vragen overabonnementen kunt u terecht bij het NIL. Het abonnement geldt vooreen geheel jaar. Opzeggingen per aangetekend schrijven vóór 1 oktober van het lopende jaar.

Verzendadres wijzigen? Stuur dan het etiket met verbeterd adres retour.Alle advertentiecontracten worden afgesloten conform de regels voorhet Advertentiewezen gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland.

Ontwerp en lay-outOPUS communicatie-ontwerp, Leiden.

Hoewel de informatie gepubliceerd in deze uitgave zorgvuldig is uitgezocht en waar mogelijk gecontroleerd, sluiten de uitgever en de redactie uitdrukkelijk iedere aansprakelijkheid uit voor eventuele onjuistheden en/of onvolledigheid van de verstrekte gegevens.

©2013 - Overname van artikelen is slechts mogelijk na verkregen schriftelijke toestemming van de uitgever.

Colofon

Volg LASTECHNIEK op twitter:

@VBLASTECHNIEK

Zonder lassers, lastechniek en lasopleidingen is er geenoffshore-industrie in Nederland! De offshoresector, verte-genwoordigd door IRO, de branchevereniging voor Ne-derlandse toeleveranciers in de upstream olie- engasindustrie, doet het momenteel bijzonder goed, met zo’n425 aangesloten bedrijven en 19.500 medewerkers. DeIRO-leden zijn in alle segmenten van de offshoresectorwerkzaam: engineering, constructie en installatie, scheeps-bouw, baggerwerkzaamheden, opsporing en ontwikkelingvan olie- en gasvelden, pijpaanleg, logistieke dienstverle-ning enzovoort.

IRO ziet het creëren en het onderhouden van een groot in-tern en extern relatienetwerk voor haar leden als een be-langrijke taak en organiseert handelsmissies, congressen,seminars, cursussen en ledenbijeenkomsten, naast deel-name aan nationale en internationale vakbeurzen. IRO on-derhoudt contacten met overheden en politieke instantiesmet als doel de Nederlandse offshore-industrie op een po-sitieve manier op de kaart te zetten.De offshore-industrie kampt echter met een groot tekortaan technische vaklieden van alle niveaus, van vmbo toten met wo. Momenteel zijn er honderden vacatures en hetis lastig om deze te vervullen. Niet alleen is er nu een te-kort; dit tekort zal naar verwachting verder toenemen doorde vergrijzing.Gelukkig zien we al een trend dat de instroom aan leerlin-gen bij alle technische opleidingen toeneemt. Dat biedt na-tuurlijk geen oplossing op korte termijn, maar het is welbelangrijk dat bedrijven actief de samenwerking met scho-len zoeken, om nu en in de toekomst met potentiële werk-nemers in contact te komen. Momenteel is het aanbod aanstageplaatsen, afstudeeropdrachten en leerbedrijven nogveel te klein om leerlingen te plaatsen en om hen interes-sante en nuttige werkervaring op te laten doen.Het mes snijdt aan twee kanten: als bedrijven actief sa-menwerken met opleidingsinstellingen in hun omgeving,kunnen leerlingen enthousiast gemaakt worden voor deoffshoresector en kunnen werknemers van deze bedrijvendoor middel van gastlessen hun praktijkervaring en kennisdoorgeven aan een nieuwe generatie. Uit eigen ervaringweet ik dat het bijzonder stimulerend is om les te geven enje ervaring te delen met de jongere generatie.

Chris WijsmanManager Employment & Education IRO

Hoe behouden we een sterke

offshore-industrie?

‘Als klein bedrijf krijg ik bij Valk Welding alle support’

Valk Welding [email protected]. 078 69 170 11 www.valkwelding.com

Patrick Boers van BLM in Hoek van Holland

zet een las-/snijrobot in van Valk Welding:

“Valk Welding heeft me optimaal begeleid

in de opstartfase. Met mijn Panasonic lasrobot snijd en las ik nu

kokerprofi elen in de helft van de tijd. Mijn klanten kunnen daar

zelf niet meer voor werken.”

Lassen en snijden met één systeem

Hoogwaardige ondersteuning in opstartfase

Service, training en parts dicht bij huis

Specialisten op las- en robotgebied

Complete systemen uit één hand

Patrick Boers van Boers Lasconstructie en Montage:

Page 3: Downloaden (PDF, 8.71MB)

Inhoud #12 | 1 december 2013

LASTECHNIEKwordt uitgegeven door OPUS communicatie-ontwerp in opdracht van het Nederlands Instituut voor Lastechniek en het Belgisch Instituut voor Lastechniek

www.vakbladlastechniek.nl

04 Vanuit de verbindingswereld

14 Lastechniek in de offshorepraktijk

18 Lassen en installeren van

offshore pijpleidingen

22 Verpakt tegen de elementen

26 Een sterk staaltje van SIF Group B.V.

30 Laskennis opgefrist 7: Plasmalassen

“Wie op een pijpenlegger

werkt is zo goed als zijn laatste las” 18 32

38

Coverfoto: HSM offshore

32 Enorme vraag naar aluminium helidecks

36 Corrosietesten voor de olie- en gasindustrie

38 Op veiligheidstraining met offshorepersoneel

42 De (onderwater)lasser van de maand

44 Willem de Welder

46 Brancheregister

FEEST[ ]Zo vlak voor de feestdagen maken we de balans op van het afgelopen jaar. Nederland is uit de recessie, meldde het

CBS in november en de verwachtingen voor 2014 zijn ‘gematigd positief’. Veel bedrijven hebben het nog moeilijk,

maar er zijn ook andere geluiden. Zestig procent van de bezoekers van Schweissen & Schneiden was positief over

de economische ontwikkelingen en het investeringsklimaat in hun land. En onlangs constateerde een bekende le-

verancier een toename in de verkoop van lasdraad in Europa. In Lastechniek hebben we afgelopen jaar veel bedrij-

ven belicht die de economische crisis goed doorstaan hebben. Daarnaast hebben we in de Arbeidsmarktspecial

laten zien dat de veelgehoorde cijfers over tekorten om nuancering vragen.

Komend jaar viert het Nederlands Instituut voor Lastechniek zijn 80-jarig bestaan. Dat betekent ook een feestelijk ju-

bileum voor vakblad Lastechniek, dat immers is opgericht door toen nog de Nederlandse Vereniging voor Lastech-

niek. Natuurlijk zullen we hier komend jaar op een gepaste manier aandacht aan besteden.

Voor nu wensen we u mooie feestdagen en alle goeds voor 2014.

De makers van Lastechniek

10

Page 4: Downloaden (PDF, 8.71MB)

KenmerkenDe Aristo Mig 4004i Pulse levert een lasstroom van 300

A en een spanning van 32 V op een werkcyclus van 100

procent voor het behalen van een hoge neersmeltsnelheid.

Bij een werkcyclus van 60 procent lopen deze cijfers op

tot 400 A en 36 V. De machine werkt met een driefasige

voeding van 380-440 V (+/- 10%)

bij 50/60 Hz, en kan worden gevoed

door een generator als er geen net-

voeding beschikbaar is. Voorgepro-

grammeerde synergielijnen stellen

de optimale lasparameters in bij las-

sen met verschillende combinaties

van materiaal, draad en bescherm-

gas. Het bedieningspaneel U6 be-

schikt over een geheugen van

maximaal tien lasplanningen, ter-

wijl de U82 er 255 kan opslaan, en

daarbij is dit paneel geschikt voor

op maat aangepaste synergielijnen.

Intelligent lassysteemEen ander kenmerk dat bijdraagt aan hoogwaardig las-

sen, zelfs in de handen van minder ervaren medewerkers,

is het intelligente lassysteem QSet, dat automatisch en

gaandeweg de lasparameters bijstelt, zodat de medewerker

alleen de aanvoerdraadsnelheid hoeft aan te passen. Bo-

vendien beperkt de LiveTig startfunctie elektronisch de

startstroom, en SuperPulse (verkrijgbaar met de U82 be-

dieningspaneel) regelt de warmtetoevoer voor variabele

overbrugging bij een spatvrije boog. Langzaam opstar-

ten, voorstroom van gas en Hot-Start functies dragen alle

LASBERICHTENdecember 2013

5

LASBERICHTEN december 2013

4

ESAB, producent op het gebied van las- en snijtechnologieën, heeft binnen de serie Aristo® lasapparatuur eennieuwe stroombron geïntroduceerd, de Aristo® Mig 4004i Pulse. Als deze stroombron wordt aangesloten op dedraadaanvoer Aristo Feed 3004 of Aristo YardFeed 2000, met toebehoren, vormen deze samen een compleetMIG/MAG-pakket. Deze producten kunnen de productiviteit en de laskwaliteit verbeteren en geld besparen dooreen lager energieverbruik.

Nieuw lichtgewicht lasapparaat van ESAB

bij tot een zachte en meer directe start met minder spatten.

TrueArcVoltage (van toepassing bij gebruik van een toorts

uit de PSF-serie) meet de werkelijke boogspanning op het

raakpunt om te controleren of de lasprestaties niet nega-

tief beïnvloed worden door de lengte van de aansluitkabel,

laskabel of de lastoortsmontage.

Lager energieverbruikDe COOL 1 koeleenheid, gebruikt in combinatie met wa-

tergekoelde toortsen, schakelt automatisch na 6,5 minuten

van inactiviteit uit om het energieverbruik te verminderen

terwijl de apparatuur op stationair draait, net als de ven-

tilatoren in de stroombron. Bovendien behaalt de vierde

generatie inversietechnologie een vermogensfactor van

0,94, wat nog meer energiebesparingen oplevert.

www.esab.nl | www.esab.be

NaslagwerkDe bundel is een handig naslagwerk voor de gebruiker.

Daarnaast is deze uitgave een nuttig hulpmiddel voor de-

genen die een opleiding of cursus op lasgebied volgen.

Zeer specialistische normen of normen die slechts door

een beperkt aantal gebruikers worden toegepast, zoals

normen voor toevoegmaterialen en lasapparatuur, zijn niet

in deze bundel opgenomen.

Op 15 november is de NEN-bundel 18:2013 gepubli-ceerd, als vervanger van de editie uit 2009. NEN-bun-del 18 bevat de belangrijkste Nederlandse, Europeseen internationale normen voor het lassen van metalen.Het zwaartepunt ligt op de normen voor kwaliteitsbor-ging, kwalificatie van lassers en goedkeuring van las-methoden. Daarnaast bevat deze bundel normen voorsolderen en aanverwante processen.

Voor in uw agenda:

4, 5 en 6 november, Evenementenhal Gorinchem

Verbindingsweek 2014

Nieuwe NEN-bundel 18 is uit

Belangrijkste wijzigingenDe belangrijkste wijzigingen ten opzichte van vorige uitgave (2009) betreffen normaanpassingen:

• NEN-EN 1011-1:2009 (nl) vervangt NEN-EN 1011-1: 2002• NEN-EN-ISO 14732:2013 (en) vervangt NEN-EN 1418:1998• ISO/FDIS 2553 vervangt NEN-ISO 2553:1994• NEN-EN-ISO 4063:2010 (en) vervangt NEN-EN-ISO 4063:2000• NEN-EN-ISO 6947:2011 (en) vervangt NEN-EN-ISO 6947:1997• NEN-EN-ISO 9606-1:2013 (en) vervangt NEN-EN 287-1:2011• NEN-EN-ISO 9692-1:2013 (en) vervangt NEN-EN-ISO 9692-1:2004• NPR-CEN-ISO/TR 15608:2013 (en) vervangt NPR-CEN-ISO/TR 15608:2005• NEN-EN-ISO 15614-1/A2:2012 (en) aanvulling A2 is nieuw

De NEN-bundel kan eenvoudig besteld worden via het NIL of het BIL.

www.nil.nl/webshop/documentatie | www.bil-ibs.be/diverse-publicaties

Alle medewerkers van het Nederlands Instituut voor Lastechniek en het Belgisch Instituutvoor Lastechniek wensen u prettige kerstdagen en een gelukkig en gezond 2014.

Wij zien ernaar uit om ons ook in 2014 met u te verbinden en danken u voor de verbinding in 2013.

Page 5: Downloaden (PDF, 8.71MB)

LASBERICHTEN december 2013

6

Tijdens de EWF-bijeenkomst van 20 en 21 november jl. is Henk Bodt IWE officieel benoemd tot nieuwe presidentvan de EWF (European Federation for Welding, Joining and Cutting). Hij wordt daarmee de opvolger van de Roe-meen Dorin Dehelean. De overdracht van de ambtsketen vond plaats in het Portugese Oeiras, in het bijzijn van devoltallige vergadering. De aanstelling geldt voor een termijn van drie jaar en begint op 1 januari 2014.

Het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) isvanaf 1 november 2013 officieel geaccrediteerd doorde Raad voor Accreditatie (RvA) voor het schema las-serskwalificatiecertificaten conform de norm ISO/IEC17024. Voor het NIL betekent de opnieuw verkregenaccreditatie een verdere uitbouw van het NIL-kwali-teitsbesef en dienstverlening naar de Nederlandsemetaalverwerkende industrie.

Henk Bodt nieuwe president EWF

KoersHenk Bodt is vanuit het NIL twintig jaar actief geweest in

de EWF en vervult ook een actieve rol binnen het IIW (In-

ternational Institute of Welding). Hij is niet de eerste Ne-

derlandse president van de EWF. Hans van den Brug,

toenmalig directeur van het NIL, ging hem voor in de pe-

riode van 1996 tot 1999.

Tijdens de verkiezingsronde liet Bodt weten welke koers

hij zou willen varen als president. Daarbij noemde hij

onder andere drie belangrijke aandachtsgebieden. Ten eer-

ste de begeleiding van alle Europese regelgeving die van-

uit allerlei commissies wordt afgevuurd op de lidstaten;

dit vereist veel ondersteuning vanuit de EWF. Ten tweede

wil de nieuwe president zich sterk maken voor een ver-

nieuwing van de opleidingsstructuur. Deze zou in de na-

bije toekomst meer aangepast moeten worden aan nieuwe

onderwijsmethodieken, zoals blended learning. Als derde

zou Bodt de koers willen verbreden van een voornamelijk

onderwijsgerichte organisatie naar een brede kennisorga-

nisatie, onder andere door nauwere betrekkingen met de

onderzoekswereld.

EWF in NederlandZoals de traditie vraagt, zal de eerstvolgende EWF-verga-

dering in het land van herkomst van de nieuwe president

gehouden worden. Dat betekent dat de EWF op 14 en 15

mei 2014 in Nederland bijeenkomt. Helaas is deze verga-

dering slechts voor leden toegankelijk.

www.ewf.be

Foto: Sander van der Torren

Door de toenemende vraag uit het Midden-Oostennaar gebogen delen start buigspecialist Kersten Eu-rope een lokale productielocatie voor het buigen vanprofielen van staal, RVS en aluminium.

Kersten Europe opent productievestiging in de Emiraten

ArchitectuurDe Arabische Golfstaten staan wereldwijd bekend om de

prachtige architectuur. Vanuit de Nederlandse productie-

vestiging in Wanssum heeft Kersten Europe een belang-

rijke bijdrage geleverd aan een aantal indrukwekkende

bouwwerken, waaronder het hoogste gebouw van de we-

reld, de Burj Khalifa (828 m) en ’s werelds meest luxueuze

hotel, de Burj al Arab.

Lokale productievestigingAl enkele jaren heeft Kersten Europe een verkoopkantoor

in Dubai. Met het opzetten van een lokale productievesti-

ging zal de marktvraag naar lokaal gebogen profielen

worden beantwoord. Handelend onder de naam Kersten

Middle East zal de nieuwe locatie zich volledig richten op

de lokale markt met het koud buigen van profielen en bui-

zen van staal, RVS en aluminium.

De nieuwe productiehal, ingericht met geavanceerde Eu-

ropese profielbuigmachines is gevestigd in Ras Al Khai-

mah, zo’n 100 km ten noorden van de metropool Dubai.

Vanaf 1 december is de productie van start gegaan. Hans

Besseling, Managing Director van de Kersten Europe

groep: “Het opstarten van Kersten Middle East past bij

de strategie om onze positie in interessante, groeiende

markten, zoals het Midden-Oosten, te versterken”.

www.kersteneurope.com www.kerstenmiddleeast.com

LASBERICHTENdecember 2013

7

Nederlands Instituut voor Lastechniek geaccrediteerd door Raad voor AccreditatieGeautoriseerdHet NIL is al vele jaren geautoriseerd door de European

Federation for Welding, Joining and Cutting (EWF) en het

International Institute of Welding (IIW) voor het certifi-

ceren van bedrijven conform de norm EN-ISO 3834 en

het afnemen van Europees en internationaal erkende exa-

mens voor de laskaderopleidingen. Daarnaast is het NIL

al vele jaren actief bij het ondersteunen en kwalificeren

van lasmethodes (LMK). De onlangs verkregen accredita-

tie past in de lijn van de ingezette verdere groei van het

NIL, dat al bijna 80 jaar actief is voor de Nederlandse las-

industrie.

Het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) is een

onafhankelijke stichting die de collectieve belangen be-

hartigt van bedrijven, instellingen en personen, die werk-

zaam zijn op het gebied van het verbinden van materialen.

Page 6: Downloaden (PDF, 8.71MB)

9

LASBERICHTENdecember 2013LASBERICHTEN december 2013

8

Lorch Schweißtechnik heeft met de Q-Data een ‘datalogger’ op de markt gebracht, waarmee lasgegevens op een-voudige wijze kunnen worden gedocumenteerd, bewerkt en geanalyseerd. Dit systeem kan helpen om de toene-mende vraag naar kwaliteitsbewaking rondom de EN 1090 op de lasvloer te vervullen. De Q-Data is geschikt vooralle digitale TIG-, MIG/MAG- en pulsboog-stroombronnen van Lorch met een LorchNet-aansluiting.

Voorgeschreven onderzoekJonathan van Beek van Vinçotte vertelt: “In eerste instan-

tie werd Vinçotte Nederland als partner gevraagd om een

lasonderzoek uit te voeren op de betreffende 6” gastran-

sportleiding. Vanwege de wanddikte van 6,3 mm is een

radiografisch (röntgen)onderzoek voor de controle op las-

naden voorgeschreven. Bij de eerste voorbereidingen van

het onderzoek bleek dat een deel van het tracé langs een

groot aantal (vakantie)woningen liep. Ook bleek de

breedte van de werkstrook zeer beperkt ten opzichte van

de ligging van deze woningen. Om de veiligheid van de

omwonenden te kunnen verzekeren, werd door Dura Ver-

meer aan Vinçotte Nederland gevraagd een extra aanvul-

lende afscherming te voorzien. Samen zijn we op het idee

gekomen om een afschermingsbeugel te ontwerpen.”

Geen lekkenDe beugel zelf bestaat uit twee halve stalen pijpstukken

verbonden door scharnieren, die met behulp van een

kraan over de las worden geplaatst. De binnenzijde is be-

kleed met lood, zodat voldoende afscherming verzekerd

is. Voor de plaatsing van de beugel werd een grote kraan

Interne meetsensorenHet systeem bestaat uit een onafhankelijk werkende

recorder voor het opslaan van de lasgegevens en

daarnaast software voor het bewerken, analyseren

en documenteren van de lasgegevens op de pc. In het

Lorch Q-data-systeem zijn geen externe meetsenso-

ren nodig; er wordt gebruik gemaakt van de interne

meetsensoren in de lasapparatuur. De recorder

wordt door middel van een LorchNet-kabel aan de

lasstroombron verbonden en het optekenen van de

lasgegevens begint direct bij de volgende las. De re-

corder, geplaatst in een robuuste stalen behuizing,

kan direct aan het lasapparaat worden gehangen,

maar kan ook naar de werkplek worden meegeno-

men.

ParametersAfhankelijk van het lasproces worden de volgende

parameters gedocumenteerd: lasstroom, lasspan-

ning, draadaanvoersnelheid en optioneel ook de gas-

doorstroomhoeveelheid. De interne opslagcapaciteit

van de recorder is voldoende groot om een maand

lang gegevens op te slaan op basis van drie ploegen-

diensten. Het overbrengen van de gegevens naar de

pc gebeurt met een usb-stick. Desgewenst kunnen de

gegevens online worden ingezien via EtherNet via

het bedrijfsnetwerk en worden overgedragen naar de

pc-software. Met de software kan elke las grafisch

worden weergegeven, bewerkt en in een Excelbe-

stand worden opgeslagen. Het berekenen van de bij-

voorbeeld de warmte-inbreng is hierdoor eenvoudig.

Diverse filters en zoekopties maken de vindbaarheid

van de verschillende lassen eenvoudig. In de recorder

kunnen handmatig of door middel van een barco-

descanner de volgende gegevens worden ingevoerd:

ordernummer, bouwdeelnummer, WPS-nummer, las-

laag, enzovoort. Met een RIFD-chip kan de lasser

zich snel aan- en afmelden.

www.lorch.eu

ingezet. Na plaatsing werd het omhulsel met twee klem-

men ‘stralingsdicht’ rondom de leiding geklemd. De el-

kaar overlappende loodplaten zorgden ervoor dat er geen

‘lekken’ van straling mogelijk waren.

“Voor de opstart van het project moesten er enkele test-

metingen uitgevoerd worden om het stralingsniveau

rondom de beugel te kunnen meten. De testen werden uit-

gevoerd door Vinçotte Nederland en werden bijgewoond

door Dura Vermeer en NGU. Na diverse testen bleek dat

de beugel aan alle verwachtingen voldeed. Het gemeten

stralingsniveau rondom de beugel bleek nihil.”

CrawlerNaast de plaatsing van de afschermingsbeugel, werd ook

gebruik gemaakt van een crawler. Bij onderzoek van las-

sen op pijpleidingen doet men meer en meer beroep op

een crawler. Een crawler is een door accu aangedreven

röntgenbuis die binnenin de leiding geplaatst wordt. De

besturing van dit toestel gebeurt langs de buitenzijde. Het

toestel kan voorwaarts en achterwaarts rijden, stoppen

onder de te onderzoeken las en de film belichten. De bui-

tenzijde van de las wordt ‘bedekt’ met een röntgenfilm.

Het werken met een crawler heeft als voordeel dat de vol-

ledige las met één enkele opname op de film geprojecteerd

wordt. “Het verschil met de normaal toegepaste techniek

ligt in de positionering van de films. Aan de ene zijde van

de las wordt de röntgenbuis gepositioneerd en aan de te-

genovergestelde zijde de film. Bij deze ‘dubbele wand-

techniek’ zijn meer opnames nodig om de volledige las te

kunnen beoordelen en neemt ook de stralingsbelasting

voor de omgeving toe. Rekening houdend met de kwali-

teit, de veiligheid, het milieu en de snelheid, geniet het ge-

bruik van een crawler dan ook de voorkeur voor dit type

onderzoek.” Door gebruik te maken van een crawler en de

plaatsing van een extra afschermingsbeugel binnen dit

project, konden de lassen onderzocht worden zonder vei-

ligheidsrisico’s voor de omgeving.

www.vincotte.com | www.duravermeer.nl

In opdracht van de Nederlandse GasUnie (NGU) heeft Dura Vermeer Ondergrondse Infra een 6” gastransportlei-ding aangelegd in Rijen, Noord-Brabant. Vinçotte Nederland ontwierp samen met DuraVermeer een afscher-mingsbeugel ter bescherming van de plaatselijke inwoners tijdens de uitvoering van een röntgenonderzoek.

Afschermingsbeugel

radiografisch onderzoek

Eenvoudig lasgegevensopslaan en analyserenvoor veilige leefomgeving tijdens

Page 7: Downloaden (PDF, 8.71MB)

11

LASBERICHTEN december 2013

10

LASBERICHTENdecember 2013

Onderwaterlassen en raillassen“Eigenlijk wil ik bij het leger”, bekent een jongen, als hij

arriveert op de RDM Campus in Rotterdam, de locatie

waar Jong NIL plaatsvindt. Hij beschouwt het bezoek aan

het evenement “in elk geval beter dan een dag school”.

Maar wat later op de dag blijkt hij enthousiaster. De de-

monstraties raillassen en onderwaterlassen hebben hem

aan het denken gezet. Zijn beeld van de lastechniek is ver-

anderd.

Het is precies het effect waar NIL-directeur Henk Zand-

vliet vooraf op hoopte. “We kiezen er heel bewust voor

om niet met de traditionele laspit aan te komen”, zegt hij.

“We tonen hier juist de toepassingen van het vak. Een dag

als deze blijft deze jongeren nog jaren bij. Als NIL laten we

daarmee ook onze verborgen educatieve rol zien.”

De activiteiten op en rond het voormalige terrein van de

Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM) waren in-

derdaad verre van saai. Spectaculaire demonstraties rail-

lassen (verzorgd door Strukton Rail), een workshop

autolassen – met het karkas van een Audi A6, beschikbaar

gesteld door Tata Steel – en een workshop Veilig omgaan

met gassen (compleet met hier en daar een knal) zorgden

voor een flinke toeloop van jongeren. Maar ook de stands

mochten zich verheugen in een goede belangstelling. Kas-

per de Feijter en Rubin Mesu, allebei vierdejaars mbo’er

werktuigbouwkunde aan het ROC Scalda in Vlissingen,

laten zich informeren bij de stand van HSM Offshore. Al-

vast op zoek naar een baan? “Nee, dat niet”, zegt Kasper.

“Maar ik vind het wel leuk om met bedrijven te spreken.

Dat geeft je toch weer een stukje inzicht.” Beide negen-

tienjarigen willen graag doorstromen naar het hbo. “Ik

zie me nu nog niet aan het werk gaan, daar ben ik te jong

voor”, zegt Rubin. “Ook al weet ik dat er werk genoeg

is.”

VakantielandenBuiten is inmiddels de demonstratie raillassen begonnen.

“Rails zijn gemaakt van niet-lasbaar staal”, vertelt Arie

Overeem, manager welding department van Strukton

Rail, aan een aantal belangstellende toehoorders.

“Daarom moeten we bij werkzaamheden aan het spoor

gebruik maken van thermietlassen. Dat gebeurt onder

hoge temperatuur en met gebruikmaking van thermiet,

een mengsel van ijzer en aluminiumpoeder.” Hij wijst op

de spoorstaven. “Moet je kijken wat er nu gebeurt.” Een

fel licht gloeit op. Overeem lacht: “Dat vinden wij zo leuk

dat we hier ons werk van hebben gemaakt.”

Een van de omstanders vraagt of de laskappen, die hier

en daar rondom de demonstratieruimte zijn neergelegd,

gratis zijn. Maar helaas voor hem is dat niet de bedoeling.

Binnen, bij de stand van Maxon Project Support, deta-

cheerder in de scheepsbouw en metaalindustrie, kan ech-

ter een laskap worden gewonnen. “Wij laten graag zien

hoe belangrijk veiligheid is’, vertelt Ronald van Ringel-

rooij, die met een collega de stand bemant. In de kaarten-

bak ligt al een flinke stapel ingevulde formulieren van

jongeren die meer informatie willen over het bedrijf. Tot

vreugde van Van Ringelrooij: “Wij kunnen leerlingen in

de beroepsbegeleidende leerweg, bbl’ers, heel goed ge-

bruiken.” Ook Jan Verkooijen, die namens TÜV Rhein-

land een workshop over niet-destructief onderzoek

verzorgt, probeert op een aantrekkelijke manier jongeren

te interesseren voor het beroep van onder meer onderzoe-

ker. “Wij werken internationaal”, zegt hij tegen een groep

jongeren, vergezeld van hun docent. Hij toont een sheet

met een landenoverzicht. “We zijn aanwezig in bijna alle

vakantielanden.”

Jong NIL 2013:

spektakelop eenunieke locatie

De ruimte van RDM Campus is zo enorm, dat het nau-

welijks opvalt dat hier ruim driehonderd jongeren uit-

zwermen. NIL-directeur Henk Zandvliet noemt de

locatiekeuze een belangrijk onderdeel van het succes. “Dit

is een unieke plek waar historie en toekomst samenko-

men. Je vindt hier het Albeda College, met de grootste las-

school van Nederland - inclusief zeventig lasboxen - ,

startende ondernemers en de geschiedenis van een beeld-

bepalende onderneming. Je hoeft je hier niet te vervelen.”

En dat deed inderdaad niemand. Na de afsluitende boot-

tocht gingen de bezoekers van hét lasevenement van het

jaar tevreden huiswaarts.

Oud NIL: een ode aan het fundamentTegelijkertijd met de derde editie van Jong NIL was er de

lancering van Oud NIL. Voor het eerst kwamen oud-be-

stuursleden, oud-examinatoren en andere oud NIL-leden

bij elkaar om te praten over oude én nieuwe tijden. Zo

luisterden de 25 deelnemers aan Oud-NIL in de voorma-

lige directiekamer van RDM naar een lezing van Evert van

der Schee, voormalig hoofd personeelszaken van RDM.

Hij ging in op de rijke historie van het bedrijf. Na afloop

ontvingen de toehoorders het boek dat Van der Schee

schreef over RDM. Net als Jong NIL is ook Oud NIL een

blijvertje, verzekert NIL-directeur Henk Zandvliet. “Het

is heel belangrijk om oud en jong aan elkaar te koppelen.

Deze groep ervaren mensen betekent veel voor het NIL.

Het is ons fundament.”

Op woensdag 20 november organiseerde het NIL voorde derde keer Jong NIL. Jongeren uit het hele land lie-ten zich verrassen, verwonderen en informeren overhet lasvak door middel van onder meer workshops,demonstraties en rondleidingen.

Foto

graf

ie: K

evin

van

Bee

k, N

IL

Page 8: Downloaden (PDF, 8.71MB)

LASBERICHTEN december 2013

12

ITW WELDING PRODUCTS

levert een uniek en volledig producten programma

uit een aantal marktleidende merken. Het assortiment

omvat lastoevoegmaterialen, lasmachines, accessoires

en inductieve verwarming apparatuur.

Miller lasapparatuur

Miller is wereldwijd de marktleider op het gebied van

lasapparatuur. Miller staat al meer dan 80 jaar garant

voor uitstekende laseigenschappen, vooruitstrevende

innovatieve lasboogprocessen en bovenal ultieme

betrouwbaarheid!

Zeer uitgebreid pakket lastoevoegmaterialen

Keuze uit de vooraanstaande merken Elga, Hobart,

McKay en Trimark biedt u de mogelijkheid het juiste

lastoevoegmateriaal te selecteren voor elke specifieke

toepassing variërend van hoogwaardige verbindings-

lassen tot reparatie en oplassen.

ITW Welding Products BV

Edisonstraat 10

NL-3261 LD Oud-Beijerland

T +31 (0)186 641 444

F +31 (0)186 640 880

www.itw-welding.com

ITW WELDING PRODUCTS

Kennis en Passie voor Lassen

FORTUNE 200ITW Welding Products BV is onderdeel van Illinois

Tool Works Inc. (ITW), met ongeveer 800 business

units. ITW maakt deel uit van de “Fortune 200-lijst”

van Amerikaanse beurs genoteerde ondernemingen.

Vakkundige technische ondersteuning staat voor u klaar

Onze diensten en producten zijn gebaseerd op

“Quality and Know-How in Welding”.

ITW Welding Products biedt u een bekwaam team

van technische adviseurs. Zij kunnen u adviseren

en begeleiden op het gebied van efficiënte proces-

en productkeuze, het ontwikkelen van lasprocedures,

training en kwalificatie van lassers.

Geïnteresseerd in onze mogelijkheden?

Onze verkooporganisatie evenals zorgvuldig geselecteerde

dealers met gedegen vakkennis staan voor u klaar voor

ondersteuning en aanschaf van lasapparatuur en

lastoevoegmaterialen.

Bel ons op: Tel. 0186 641 444.

Wij zijn u graag van dienst!

Andere aanpakDit jaar is bij de organisatie van het bekende BIL/NIL Las-

symposium gekozen voor een andere aanpak. Een be-

langrijk verschil met eerdere edities is dat er meer regie

was over de inhoud van het lezingenprogramma, doordat

er gericht sprekers waren uitgenodigd op basis van vooraf

bepaalde thema’s. Deze werkwijze maakte de samenhang

tussen lezingen groter, met een grotere garantie op pre-

sentaties die inhoudelijk relevant waren voor het betref-

fende thema. Voor technisch-commerciële presentaties

was er een aparte gelegenheid ingeruimd in het avond-

programma, tijdens het ‘walking dinner’. Daarnaast

brachten zo’n twintig exposanten hun producten en dien-

sten onder de aandacht op de minivakbeurs, die doorlo-

pend te bezoeken was.

Een ander verschil met voorgaande jaren was dat er geen

parallelle sessies van lezingen meer plaatsvonden. Zowel

de organisatie als de deelnemers noemden dit een grote

verbetering, omdat er daardoor meer aandacht was voor

de individuele lezingen, die niet verstoord werden door

mensen die wisselden tussen de sessies. Organisatorisch

had dit ook als voordeel dat het uitlopen van een lezing nu

niet direct meer een probleem opleverde.

Hangar 26 in Antwerpen, met zijn industriële sfeer en uitzicht op de haven, vormde het decor voor de negende edi-tie van het onlangs gehouden BIL/NIL Lassymposium. Een locatie die uitstekend paste bij de gelegenheid. Met eensamenhangend lezingenprogramma, 120 tot 130 symposiumdeelnemers per dag, een twintigtal exposanten dieook technisch-commerciële presentaties verzorgden en 25 deelnemers aan de allereerste ‘docentennamiddag’,kijkt de organisatie terug op een geslaagd evenement.

BIL/NIL Lassymposium 2013:geslaagd in nieuwe opzet

DocentennamiddagVoor het eerst werd een docentennamiddag georgani-

seerd, vanuit de gedachte dat er vanwege veranderde las-

technische normen andere eisen gesteld worden aan

vakmensen, waar ook in de opleidingen aandacht aan

besteed zal moeten worden. Ongeveer 25 belangstellen-

den uit Vlaanderen en Nederland woonden deze namid-

dag bij en lieten zich uitgebreid informeren over

lesmaterialen, diploma’s en certificaten.

Professor Soete prijsAan het eind van de eerste symposiumdag werd de ‘prof.

Soete prijs’ uitgereikt. Dit is een aanmoedigingsprijs voor

iemand die veelbelovend werk verricht op het gebied van

de verdere ontwikkeling van lastechniek en aanverwante

technieken in België. De prijs, bestaande uit een penning,

een certificaat en een geldbedrag van 2500 euro, werd

uitgereikt aan Aude Simar. Zij is een enthousiaste en ge-

dreven jonge professor met een aanstelling aan de Uni-

versiteit van Louvain la Neuve, waar zij zich onder meer

toelegt op het onderzoek naar nieuwe materialen en ver-

bindingstechnieken. Prof. Simar ontving haar onder-

scheiding uit handen van Peter Verhaeghe,

bestuursvoorzitter en Fleur Maas, directeur van het BIL.

Page 9: Downloaden (PDF, 8.71MB)

december 2013OFFSHORE december 2013

14

OFFSHORE

15

et begint allemaal bij de inkoopafdeling: het

bedrijf gaat op zoek naar een interessante

(inter)nationale aanbesteding waar het op kan inschrijven.

Als besloten wordt een aanbieding te maken, moeten als

eerste alle relevante documenten worden opgevraagd,

zoals functionele eisen, normen en specificaties. Daarmee

begint het werk voor de lasdeskundige; de lascoördinator.

AanbiedingAls alle documenten binnen zijn, is het aan de tenderaf-

deling de documenten goed te bestuderen en waar nodig

de expertise van derden in te schakelen. Het belangrijkste

hierbij is het bestuderen van de normen en specificaties

met betrekking tot afwijkende en speciale eisen. De las-

coördinator of Responsible Welding Coordinator (RWC)

speelt in deze fase een cruciale rol, waarbij het gaat om

materiaalkeuze en toepassing, beschikbare en/of beno-

digde lasmethodes (LMK), lasserkwalificaties (LK), enzo-

voort. Als er afwijkende en speciale eisen zijn, worden

deze in kaart gebracht, zodat de tenderafdeling hier reke-

ning mee kan houden. Vervolgens wordt de balans opge-

maakt op basis van aantallen uren, hoeveelheden

materiaal (gewicht), soorten lassen (LMK/LK), transport,

onderaannemers, enzovoort.

Heel belangrijk is dat in de aanbieding alles goed is ge-

specificeerd en/of uitgesloten. Dit voorkomt onduidelijk-

heid en discussie met de opdrachtgever. Vaak wordt de

mogelijkheid tot uitsluiting over het hoofd gezien. Met uit-

sluiting wordt bijvoorbeeld bedoeld hoe te handelen ten

aanzien van zaken die essentiële afwijkingen zouden ver-

oorzaken ten opzichte van het eigen kwaliteitssysteem, of

bij tegenstrijdige eisen in normen en specificaties.

Als de opdracht gegund wordt, gaat het echte werk be-

ginnen.

EngineeringHet maken van een functioneel ontwerp en fabricagete-

keningen is afhankelijk van de opdracht: wordt een com-

pleet ontwerp aangeleverd, of geeft de opdrachtgever

alleen een ‘verlanglijstje’ waaraan het eindproduct moet

voldoen? In beide gevallen zal er een goede vertaling van

de normen/specificaties, eisen en wensen van de op-

drachtgever naar de fabricagetekening moeten komen. De

constructeur moet dus over veel speciale kennis en las-

technisch inzicht beschikken, zoals kennis van lasproces-

sen, kraancapaciteiten en hijshoogtes, normen, regels en

specificaties, kwaliteitseisen, inzicht in bouw- en lasvolg-

orde, NDO-mogelijkheden en kostprijs.

Ook in deze fase speelt de lascoördinator van de fabrikant

een grote rol. Hij kan de constructeur voorzien van rele-

vante informatie met betrekking tot het fabricageproces.

Tijdens de vertaling van de eisen naar werkmethoden en

werkspecificaties, moet goed gekeken worden naar de ma-

teriaalkeuze. Materialen zijn meestal onderverdeeld in

groepen met al dan niet begrijpelijke namen als ‘special

steel’, ‘main steel’, ‘secondary steel’ en ‘tertiary steel’. Ook

van belang zijn de eventuele NDO-categorieën voor het

bepalen van de omvang van het uit te voeren onderzoek,

zoals dat bijvoorbeeld wordt gespecificeerd in EEMUA

158 (Construction Specification for Fixed Offshore Struc-

tures in the North Sea).

Als de tekeningen gereed zijn, moet de ‘0 revisie’ goed

worden bekeken met betrekking tot bouwvolgorde, las-

baarheid, naadvormen, lasnummering, enzovoort. Ook

dit is een taak voor de lascoördinator.

Voor aanvang van de productie moet de fabrikant diverse

kwaliteitsdocumenten, zoals een risicoanalyse, een test- en

inspectieplan, een fabricageplan, een lasplan, verfplan,

enz. ter goedkeuring voorleggen aan de opdrachtgever

en/of de certificerende instantie.

de offshorepraktijkWELKE STAPPEN DOORLOOPT EEN OPDRACHT IN EEN OFFSHOREBEDRIJF, BEZIEN VANUIT DE LASTECH-

NIEK? DIT ARTIKEL LAAT ZIEN DAT GEDURENDE HET HELE PROCES, VAN AANBIEDING TOT EINDPRODUCT,

DE INBRENG VAN EEN LASDESKUNDIGE VEREIST IS. MISSCHIEN MEER DAN MEN ZICH REALISEERT.

van inschrijving tot eindproduct

door Jeroen Bodt, fotografie: HSM offshore

Als de opdracht gegund wordt, gaat het echte werk beginnen

Lastechniek in

Page 10: Downloaden (PDF, 8.71MB)

Fabricage en kwaliteitsborgingEindelijk zijn we toegekomen aan de fa-

bricage, waarbij in de praktijk datgene

wordt nagestreefd wat in al die docu-

menten is beschreven: kwaliteitsborging.

Om de kwaliteit te kunnen borgen moe-

ten tijdens het fabricageproces de nodige

controles uitgevoerd worden, zoals het

monitoren van de lasser, visuele inspec-

tie, niet-destructief onderzoek, produc-

tietesten, het maken van ‘release notes’

(berichten van vrijgave), verfinspectie en

interne/externe audits.

In de offshore is het ook gebruikelijk dat

er volledige naspeurbaarheid met betrek-

king tot materiaal wordt geboden. Dit

houdt in dat men tot aan de straalloods

direct visueel kan zien welk materiaal

waar zit. Elke positie is voorzien van het

tekeningnummer, positienummer en snij-

lijstnummer. Met deze gegevens is het

mogelijk om in het werk een willekeurige

plaat te nemen en deze te herleiden naar

het materiaalcertificaat. Het is eveneens

mogelijk om te zien waar het betreffende

materiaal nog meer verwerkt is. Ook

moet het lassen zodanig worden geadmi-

nistreerd dat zichtbaar wordt wie, wat en

wanneer gelast heeft, gekoppeld aan re-

sultaten van het niet-destructief onder-

zoek. Alle documenten gaan uiteindelijk

deel uitmaken van de ‘as-built’-documenten.

Tot slotOm te komen tot een goed eindproduct moeten er vele

stappen worden doorlopen. In dit artikel zijn de meest be-

langrijke zaken geschetst die een RWC van een offshore-

bedrijf bijna dagelijks tegenkomt. Optimaal functioneren

is alleen mogelijk wanneer de verantwoordelijke personen

gedegen zijn opgeleid, maar minstens zo belangrijk is dat

alle partijen zich bewust zijn van de deskundigheid van de

overige betrokkenen en hiernaar handelen!

december 2013OFFSHORE december 2013

16

OFFSHORE

17

LasserkwalificatiesNiet alleen de methode van het lassen moet worden ge-

kwalificeerd; het werk moet worden uitgevoerd door ge-

kwalificeerd personeel. Voor het kwalificeren van lassers

bestaan verschillende normen. De meest voorkomende in

de offshore zijn EN 287-1, EN-ISO 9606-1, AWS D1.1 en

ASME IX. Een goed bijgehouden administratief systeem

voor de lasserkwalificaties is een must. Aan de hand hier-

van kan men zien waar de lasser ingezet mag worden, op

basis van lasproces, basismateriaal, materiaaldikte, las-

positie en soort lastoevoegmateriaal. Ook de geldigheid

van een lasserkwalificatiecertificaat is van belang. Een der-

gelijk document moet dan ook op de juiste wijze perio-

diek worden verlengd, bij voorkeur op basis van

bewijslast (NDO-rapportage). De meeste normen vereisen

tenminste iedere zes maanden een bevestiging.

Materiaal bestellenAls de tekeningen klaar zijn, kan het materiaal besteld

worden aan de hand van stuklijsten.

Maar weet de inkoper dan wat hij moet bestellen? Aan

welke eisen het materiaal moet voldoen? Welke regels,

normen en specificaties van toepassing zijn? Misschien

heeft de fabrikant zelf ook nog wensen ten aanzien van

het materiaal. Denk hierbij aan het percentage koolstof,

het siliciumgehalte of bijvoorbeeld de kerftaaiheid.

Kortom, het is niet voldoende als de inkoper zegt: “doe

mij maar een plaat 20 mm dik, in de kwaliteit

S355G10+N.” Ook hier ligt een taak voor de lascoördi-

nator. Hij moet alle eisen naast elkaar leggen en de (streng-

ste) eisen verzamelen in één overzicht, de ‘Material Data

Sheet’. Als materialen moeten worden besteld met aan-

vullende wensen, moet dit dus bij de bestelling duidelijk

worden aangegeven. In de standaard materiaalcodes (EN

10025-2, EN 10210, EN 10225, enz.) wordt gebruik ge-

maakt van extra opties, die bijvoorbeeld de productana-

lyse, oppervlaktegesteldheid, vlakheid of eisen in

dikterichting nader specificeren.

LasmethodebeschrijvingenLasmethodebeschrijvingen zijn onderdeel van de kwali-

teitsdocumenten die voorafgaand aan de productie goed-

gekeurd zijn. In de offshore is het gebruikelijk dat er

projectspecifieke lasmethodebeschrijvingen gemaakt wor-

den, gebruikmakend van al gekwalificeerde lasmethode-

kwalificaties (pre-qualified). Omdat we te maken hebben

met normen en klantspecificaties, bestaat de kans dat een

pre-qualified lasmethodebeschrijving nét niet voldoet. Wat

dan? Een nieuwe kwalificatie maken, of de procedure toch

indienen?

Een nieuwe kwalificatie maken kan altijd nog, dus als we

er van overtuigd zijn dat de al bestaande procedure tech-

nisch goed is, is het de moeite waard om te vragen of er

mag worden afgeweken van de eisen. Eventueel kan met

behulp van aanvullende productieproeven alsnog aange-

toond worden dat de procedure voldoet aan de eisen. Een

dergelijke eis moet natuurlijk wel goed onderbouwd wor-

den, waarvoor – alweer – deskundigheid is vereist.

LasmethodekwalificatieIn sommige gevallen kan men niet anders dan nieuwe

kwalificaties maken, bijvoorbeeld vanwege de leeftijd van

de kwalificatie, een dikte- of diameterrange die niet past of

een afwijkend lasproces. Bij een nieuwe kwalificatie moe-

ten het kwalificatieproces en alle parameters goed geregi-

streerd worden.

Al deze informatie wordt samen de ‘lasmethodekwalifica-

tie’ genoemd en moet goed worden bewaard. De kwalifi-

catie wordt bijgewoond door een onafhankelijke partij,

zoals Bureau Veritas, NIL, DNV, Lloyds of TÜV.

1.

2.

3.

4.

5.

6.

Voorbeeld stuklijst

Drawing number 200-109 Number of Assemblies: 1 Required per assembly

Pos. No. Profile Length MaterialP-1016 PL40/400 9344 TYPE-II 1P-1017 PL40/400 9344 TYPE-II 1P-1046 PL20/917 9536 TYPE-II 1

Op elke tekening staat een verwijzing naar het type materiaal dat benodigd is voor de betreffende positienummers.

Total parts for 1 assembly 3

Maar wat is daarbij belangrijk?Begin met een pWPS; deze procedure geldt alsrichtlijn voor de lasser.Registreer de parameters tijdens het lassen (‘as-run data’). Dit kan handmatig of met handige hulp-middelen, zoals de ‘arc logger’. Aan de hand vandeze parameters kan de uiteindelijke lasmetho-debeschrijving worden gemaakt. Ook als de des-tructieve testen niet goed zijn, kan men metbehulp van de as-run-data bekijken waar heteventueel fout is gegaan.Zorg voor een goede niet-destructief onderzoek-rapportage; ook een belangrijk onderdeel van deregistratie.Materiaalcertificaten tonen aan wat er is gekwali-ficeerd en wat de eventuele range van de chemi-sche analyse is (koolstof- en siliciumgehalte,koolstofequivalent, enz.).Het certificaat van het lastoevoegmateriaal geeftnauwkeurig weer welk toevoegmateriaal in de testis toegepast en wat daarvan de eigenschappenzijn.Het labrapport geeft aan welke mechanische tes-ten op de kwalificatie zijn uitgevoerd en wat daar-van de resultaten zijn.

PersonaliaDe auteur, ing. Jeroen Bodt IWE, IWI-C is ResponsibleWelding Coordinator (RWC) bij HSM te Schiedam.

De kwalificatie wordt bijgewoond door een onafhankelijke partij.

Page 11: Downloaden (PDF, 8.71MB)

Moderne installatieschepen en -componenten vertonen nog maar weinig gelijkenis met de ‘lay barges’ uit de jaren zestig en zeventig.

Elk van deze vier methoden heeft diverse

technische (en commerciële) voor- en nade-

len en beperkingen. Pijpleidingen langer

dan 16 km en groter dan 16” worden

meestal door middel van S-lay of J-lay geïn-

stalleerd, terwijl ‘reel lay’ sterk is in het seg-

ment onder de 16”. De keuze voor een

bepaalde techniek wordt daarnaast in

sterke mate bepaald door de capaciteit en

beschikbaarheid van installatieschepen in

de markt. De installatieschepen kunnen on-

derling sterk verschillen in operationele

kosten, productiviteit, efficiëntie en fysieke

afmetingen.

Grotere waterdieptenDe complexiteit en risico’s van de installa-

tie nemen toe bij toenemende waterdiepte

(op 300 m diepte staat er immers al 300 bar

externe druk op de pijp) maar tevens - in

sterke(re) mate - bij toenemende pijpdia-

meter. Dit heeft te maken met de knikstijf-

heid en het gewicht van de streng die zich

tussen schip en zeebed bevindt.

De combinatie van grotere diameters (>

20”) en grotere waterdiepten (> 1500 m)

vormt de ultieme technische uitdaging voor

de industrie, die vooral beperkt wordt door

de capaciteit van het installatieschip. Popu-

lair gesteld, hoe groter het schip, hoe groter

de toe te passen diameter en hoe groter de

waterdiepte, maar ook hoe groter de inves-

teringen en de financiële risico’s.

december 2013PIJPLEIDINGEN december 2013

18

ijpleidingen aan land en in zee zijn er in vele

soorten en maten. Ze hebben echter allemaal

hetzelfde doel: het transporteren van een gas of vloeistof

door een pijp met een diameter die kan variëren van 5 tot

150 cm. Vele soorten gassen en vloeistoffen kunnen door

pijpen worden getransporteerd. Dit loopt uiteen van zee-

water (voor zogenaamde waterinjectie) tot meer agressieve

gassen en vloeistoffen die de toepassing van corrosievast

staal of zelfs Inconel vereisen, onder drukken tussen de 20

en 600 bar en over afstanden van 1 tot meer dan 1200

km. Offshore pijpleidingen worden tegenwoordig geïn-

stalleerd in waterdieptes tot 3000 m in de Golf Van

Mexico en voor de kust van Brazilië en West-Afrika, maar

ook nabij de poolcirkels.

De pijpleidingindustrie is doorweven met Engelstalige ter-

men en Britse eenheden (imperial units), waarbij de aan-

duiding van pijpdiameters in inches het meest in het oog

springt (1 inch is 2,54 cm). Uit respect voor de ‘pipeliners’,

de mannen en vrouwen die wereldwijd pijpleidingen bou-

wen, is het beter om niet het woord ‘buis’ te gebruiken. Ie-

mand die spreekt over ‘een buis van 60 cm’ is duidelijk

geen pipeliner.

Capaciteit installatieschepenOffshore pijpleidingen worden gemaakt uit staal of uit een

flexibele ‘slang’ die versterkt is met spiraalvormig gewik-

kelde armaturen, soms gecombineerd met elektrische of

hydraulische leidingen voor de afstandsbediening van ap-

paratuur, kleppen of procesbesturing.

De beperkingen in waterdiepte en pijpdiameter worden

voornamelijk bepaald door de capaciteit van de installa-

tieschepen. De meest moderne installatieschepen en -com-

ponenten, in veel gevallen ontworpen of gebouwd door

Nederlandse bedrijven, vertonen nog maar weinig gelij-

kenis met de ‘lay barges’ uit de jaren zestig en zeventig.

Naast de baggerindustrie heeft Nederland inmiddels we-

reldfaam verworven in de offshore installatie-industrie.

door Joost VanHeuveln

hoge productiviteit van het grootste belangDE PRODUCTIE EN AANLEG VAN OFFSHORE PIJPLEIDINGEN IS EEN DYNAMISCHE BEDRIJFSTAK. OOK

IN DE KOMENDE DECENNIA ZAL DE ZOEKTOCHT NAAR INSTALLATIEMOGELIJKHEDEN IN DIEPERE

WATEREN EEN BELANGRIJKE IMPULS BLIJVEN VOOR TECHNOLOGISCHE VOORUITGANG.

Dit is vooral te danken aan de visionaire en soms heroï-

sche innovaties. Waar vroeger de Amerikaanse giganten

McDermott, Brown & Root en Santa Fee domineerden, is

de hedendaagse wereldwijde installatie van pijpleidingen

een nogal Europese aangelegenheid geworden, met on-

dernemingen als Allseas, Heerema, Saipem, Technip en

Subsea7.

InstallatiemethodenEr worden vier verschillende methoden gebruikt om een

offshore pijpleiding te installeren: bottom-tow, S-lay, J-lay

en reel(ed)-lay. Elke methode heeft zijn eigen toepassing,

afhankelijk van de waterdiepte, de pijpdiameter en de

lengte van de pijpleiding.

Bij de bottom-tow-methode wordt een streng pijp aan

land vervaardigd en vervolgens met sleepboten naar de

plaats van bestemming gesleept en afgezonken.

De S-lay-methode houdt in dat een streng pijp aan dek

van een schip wordt geproduceerd. Vervolgens wordt deze

over de ondersteunende ‘stinger’ in een S-vorm met een

kleminrichting vastgehouden en naar het zeebed afgezon-

ken. Het S-lay-schip beweegt dan voorwaarts onder de

pijp en bouwt steeds nieuwe pijp aan het pijpleidingeind.

Bij J-lay wordt een langere streng aan wal of aan boord

geproduceerd. Deze wordt opgericht in een toren en ver-

volgens in een J-vorm en een kleminrichting naar het zee-

bed afgezonken. Het J-lay schip beweegt dan voorwaarts

en bouwt nieuwe pijplengte bovenop het pijpleidingeind in

de toren.

De vierde methode, reel-lay, houdt in dat in een haven of

jetty een pijpleiding (elastisch of plastisch) op een haspel

wordt gewikkeld en vervolgens offshore ter plaatse wordt

afgewikkeld. De pijpleiding wordt van tevoren aan wal in

strengen geprefabriceerd op een zogenaamde ‘spool base’,

waarna het reel-lay-schip de strengen ‘ophaspelt’ (als een

tuinslang op een haspel) en aan elkaar last tot de gehele

pijpleiding op de ‘reel’ zit.

Lassen en installeren van offshore pijpleidingen:

Allseas’ Solitair (S-lay)

Soorten pijpleidingen die men in een typisch offshoreveld kan aantreffen.

PIJPLEIDINGEN

19

Page 12: Downloaden (PDF, 8.71MB)

Onze Kenmerken:

Een breed spectrumaan diensten

NIL gemachtigde organisatie

LMK/LK kwalificaties

PWHT

Mechanisch onderzoek

Corrosie onderzoek

Breuk mechanica

Schade onderzoek

On-site testing

Immersion Ultrasone

TestingAdvisingAssuring

T: 0181-617 144W: www.exova.comE: [email protected]

Een breed

Een breed

aan dienstenumspectr

Een breed

aan dienstenum

Een breed

eenmerkkeOnze KKeNIL gemachtigde organisatie

LMK/LK kwalificaties

WHT

zoekMechanisch onder

P

en:NIL gemachtigde organisatie

0181-617 144

On-site testing

Immersion Ultrasone

zoek

zoek

Breuk mechanica

zoekSchade onder

Corrosie onder

Mechanisch onder

T

[email protected]:.exova.comwww:W

0181-617 144: T

uringssAngdvisiA

estingTTe

[email protected]

PIJPLEIDINGEN december 2013

2120

december 2013

Productiviteit en kwaliteitIn tegenstelling tot pijpleidingen aan land, waar de eco-

nomie soms gedreven wordt door grondverzet, terrein of

route, is voor de rechttoe rechtaan offshore pijpleidingen

een hoge productiviteit van het grootste belang. Vaak

wordt de aannemer voor een lumpsum bedrag gecontrac-

teerd, waarbij de kosten bepaald worden door de duur

van de installatie en dus door de productiviteit. En dus …

alles moet snel, sneller, snelst en meteen goed, want er is

geen tijd om het over te doen.

Kwaliteit en productie zijn geen aparte afdelingen: zonder

goede kwaliteit geen hoge productie. Op het moment dat

de streng het schip verlaat door de kleminrichting, mag

deze geen gebreken vertonen. Bij eventuele lasdefecten of

afkeur van coating moet daarom direct worden gerepa-

reerd. Een reparatie betekent een stilstand van het totale

productiebedrijf en dit kost meerdere honderdduizenden

euro’s per dag. Ook logistiek en inkoop zijn van groot be-

lang: een rolletje lasdraad tekort of een defecte line-up

clamp, en het hele productiebedrijf staat stil.

De offshore pijpleidingindustrie vereist een zeer groot ver-

antwoordelijkheidsgevoel; half voorbereid of vijf minuten

te laat aan de start komen is funest. Een harde selectie en

onderling respect onder pipeliners is dan ook een onge-

schreven wet die wereldwijd is geaccepteerd.

Lastechnieken“Wie op een pijpenlegger werkt, is zo goed als zijn laatste

las”. Hoewel handmatig lassen nog altijd wordt gebruikt

voor lasreparaties en fabricage van staalconstructies, is au-

tomatisch lassen de algemene norm geworden. Het meest

gebruikte proces is puls-MIG/MAG, terwijl voor de pre-

fabricatie van grotere lengtes (double/triple/quad joining)

de pijp ook wel met OP-lassen wordt gelast, waarbij ge-

roteerd wordt met een manipulator. Juist omdat zowel

productiviteit als het voorkomen van defecten van essen-

tieel belang zijn, bestaan er diverse systemen die voor klei-

nere of grotere diameters geschikt(er) zijn.

Bij verschillende bedrijven zijn in het diepste geheim ont-

wikkelingen gaande waarbij de mogelijkheden van andere

processen worden bestudeerd. Processen als Flashbutt,

SAF-Forge, MIAB, laserlassen, elektronenbundellassen

en laser-MIG-lassen vergen niet alleen enorme investe-

ringen in apparatuur, veiligheid en kennis, maar hebben

soms ook beperkingen. Deze beperkingen liggen op het

gebied van materiaalsamenstelling of pijpgeometrie, wat

vraagt om extra voorbereiding en investeringen.

Tot slot is een aannemer in dit zeer competitieve werk-

veld alleen bereid tot grote investeringen als daarbij ex-

clusiviteit verkregen kan worden. Zij hebben er weinig

belang bij om hun vele miljarden kostende vloot een paar

maanden eerder voor de wal te hebben.

PersonaliaJoost VanHeuveln EWE heeft ruim dertig jaar ervaringmet het installeren en lassen van pijpleidingen aanland en op zee. Sinds 2011 is hij werkzaam bij Intec-sea waar hij klanten als Woodside, Transcanada enHess ondersteunt met de installatie en het lassen vanoffshore pijpleidingen. Daarnaast geeft hij les aan deNational Pipeline Welding Inspection School in Texas.

Afmetingen Solitaire van Allseas vergeleken met de Boeing 747

J-lay lassenSingle- and dual torch lassysteem S-lay lasstation

Page 13: Downloaden (PDF, 8.71MB)

onstructies in de offshore-industrie worden

over het algemeen opgebouwd uit dikke pla-

ten en dikwandige pijpen met bijbehorende lasverbindin-

gen in alle mogelijke posities. Slechts een handvol

lasnaden kan onder de hand (PA) - al dan niet gemecha-

niseerd - worden gelast, terwijl de bulk van de verbindin-

gen in de vaak complexe constructies volledig

handmatig werk blijft. De voornaamste laspro-

cessen zijn daarom MIG/MAG-lassen met ge-

vulde draad (FCAW) voor alle laswerk in positie,

het onderpoederlassen (SAW) voor werken in

vlakke posities en ten slotte het elektrodelassen

(SMAW of MMA) voor de verbindingen met be-

perkte toegankelijkheid. De geschikte lastoe-

voegmaterialen worden steeds geselecteerd op

basis van mechanische vereisten, productiviteit en

de broodnodige lage-waterstofkarakteristiek.

Tijdens de constructie wordt nauwlettend geke-

ken naar de productiviteit en het percentage af-

keur van de lasnaden. De laspraktijkingenieur

wordt uitgedaagd om lasprocedures uit te wer-

ken die een hoge productiviteit verenigen met een vol-

doende veiligheidsmarge, en dit op materialen met een

steeds hoger wordende rekgrens. Het beheersen van de

lasomstandigheden en de lasparameters is uitermate be-

langrijk om de vaak in een later stadium optredende koud-

scheuren te vermijden.

Scheuren door waterstofWaterstofscheuren (koudscheuren) kunnen optreden wan-

neer er een bron is van diffundeerbare waterstof, een ge-

voelige microstructuur en de aanwezigheid van

restspanningen in het materiaal. Bij het uitwerken van een

lasprocedure wordt dit nogal eens over het hoofd gezien,

terwijl men zich voornamelijk laat leiden door hoge neer-

smeltsnelheden van een proces. De verhoogde productivi-

teit resulteert veelal in dikkere individuele laspassen en

meer lasnaden per uur (en dus minder verloren tijd tussen

de laspassen). Dit resulteert in een grotere diffusie-diepte,

een kortere periode om waterstof te laten ontsnappen en

dus een verhoogd risico op koudscheuren, zeker wanneer

het gaat om de typische hogerekgrensstaalsoorten die in

de offshore worden gebruikt.

CTODBovenop het verhoogde risico van waterstofscheuren is er

dikwijls nog een probleem met het behalen van de vereiste

mechanische waarden. Een typische offshoreparameter is

de CTOD-breuktaaiheid (Crack Tip Opening Displace-

ment) die een maat is voor het scheurstoppend vermogen

van een materiaal bij een bepaalde foutgrootte. De

CTOD-waarden nemen sterk af bij dikkere laspassen voor

alle conventionele lasprocessen. Veel legeringen ontwik-

kelen voldoende taaiheid in een lasrups wanneer de mi-

crostructuur van het lasmetaal wordt verfijnd tijdens

heropwarming door de bovenliggende gelaste lagen. Las-

metaal in ‘as welded’ conditie wordt geassocieerd met een

grove microstructuur, de aanwezigheid van meer korrel-

grensferriet en een lagere taaiheid voor de Mn-Si- en Mn-

Si-Ni-staalkwaliteiten. Het is dus van belang om de keuze

KWALITEITdecember 2013

door Tim Buyle

BIJ HET VERMIJDEN VAN KOUDSCHEUREN TIJDENS DE BOUW VAN OFFSHORE CONSTRUCTIES GAAT

VAAK ALLE AANDACHT NAAR DE LASPROCEDURES, DE CONTROLE VAN DE LASSERS EN DE BEHEER-

SING VAN DE OMSTANDIGHEDEN OP DE BOUWPLAATS. DAARBIJ WORDT VERGETEN DAT OOK DE

VERPAKKING VAN LASTOEVOEGMATERIALEN KAN BIJDRAGEN AAN DE ELIMINATIE VAN WATERSTOF-

SCHEUREN EN DE BEHEERSING VAN LASKOSTEN.

23

KWALITEIT december 2013

22

Koudscheuren vermijden? Elimineer het risico bij de bron

Page 14: Downloaden (PDF, 8.71MB)

32

KWALITEIT december 2013

24

Op dit moment is KROHNE Altometer voor één van haar productiesegementen op zoek naar een:

Teamleider Metaal/ Lasafdeling

Plaats binnen de organisatie:

Werkt onder leiding van de Segmentleider/ Productiemanager. Geeft leiding aan een afde

op Metaal/ Lasserrij en wordt bij afwezigheid vervangen door collega Celleider ofwel d Grondige kennis van materiaalkunde en hoog gekwalificeerde lasprocessen is in deze funceen

vereiste.

Uw belangrijkste verantwoordelijkheden:

Is eerste aanspreekpunt voor medewerkers en stuurt deze aan.

Het bewaken van levertijden, doorlooptijden en kwaliteit.

Het verdelen en coördineren van het werk op de afdeling.

Het voorkomen en signaleren van kwaliteitsproblemen en zorgdragen voor een co

opvolging.

Ziet toe dat de werkzaamheden in overeenstemming met de geldende normen en in

worden uitgevoerd en controleert steekproefsgewijs de kwaliteit.

Denkt mee/ analyseert productieprocessen ten aanzien van knelpunten/ storinge

problemen en doet voorstellen voor het oplossen ervan en voor het optimalisere

productieprocessen.

Neemt preventieve maatregelen om het productieproces te optimaliseren.

Uw kwalificaties:

Minimaal HBO/ MB O+ werk en denkniveau gelieve in combinatie met specifieke las/m

.

MLT / IWP is een pré, of bereidheid deze op korte termijn te halen.

3 tot 5 jaar ervaring in een leidinggevende rol/functie in een vergelijkbare .

Kennis van productieprocessen en ERP systemen (is een pré).

Goede communicatieve vaardigheden.

Probleemoplossend, stressbestendig en accuraat.

Voor meer informatie betreffende de functie kunt u terecht bij de heer G. Michels, Productiemanager, telefoonnummer 078-6306211.

Indien u geïnteresseerd bent in deze functie stuur uw CV en motivatie naar: Daniëlle Noteboom

Uiteraard kunt u uw gegevens ook mailen naar: [email protected]

KROHNE is een bedrijf dat zich toelegt op ontwerp, fabricage en verkoop van meFlow en Niveau, opererend in meer dan 40 landen. Wij zijn één van de voornaamsdeze industrie. KROHNE Altometer, gevestigd in Dordrecht, is onderdeel van de KROHNE gro De organisatie telt momenteel 420 medewerkers. Zij is verantwoordelijk voor deproductie van magnetische inductieve en ultrasone flowmeters.

van het aantal lasrupsen en de lasvolgorde vast te leggen,

om voldoende breuktaaiheid van de verbinding te kunnen

garanderen. De ontwikkeling van lastoevoegmaterialen

voor de offshore wordt gestuurd door de eis van ver-

hoogde productiviteit enerzijds en de praktijk van dikkere

individuele lasrupsen anderzijds, die niet altijd op de meest

optimale manier kunnen worden verdeeld in een wille-

keurige lasnaadvoorbereiding. Er bestaan intussen lasle-

geringen die ondanks grotere korrels in de structuur de

taaiheid van lasmetaal met een fijne microstructuur bena-

deren. De bekledingen en vulstoffen van die legeringen

zijn vaak hygroscopisch, al zijn er ook LMA-varianten

(Low Moisture Absorption). In elk geval blijft het de

achilleshiel van de lastoevoegmaterialen.

Hoeveelheid waterstofDe kwalificatie van materialen en lasprocedures voor kri-

tische offshoreconstructies en pijplijnen omvat een inten-

sief test- en validatieprogramma in reële productie-

omstandigheden voor de mechanische eigenschappen van

de laswerken. Daarbij wordt steeds gekeken naar de be-

heersing van waterstof. De meeste offshore bouwplaatsen

liggen namelijk in een vochtig klimaat nabij de zee. Het

spreekt dan ook vanzelf dat de fabrikant van de laselek-

troden, de gevulde draad en de OP-fluxen steevast een zo

laag mogelijk waterstofgehalte dient aan te leveren. Ultra-

lage gehaltes, typisch lager dan 3 ml per 100 g neerge-

smolten lasmetaal, komen inmiddels veel voor. Inspecteurs

zijn al blij met waarden lager dan 5 ml, maar bij waarden

van 10 ml en hoger breekt velen het angstzweet uit.

Verpakken van lastoevoegmaterialenHet bepalen van het waterstofgehalte in een fabrieksla-

boratorium is niet zo moeilijk, maar het garanderen van

een laag waterstofpotentieel tot op de werf is een andere

zaak. De fabrikanten doen dan ook naarstig onderzoek

naar de correlatie tussen vochtigheid op de bouwplaats en

de hoeveelheid diffundeerbare waterstof. Deze kennis is

van belang om geschikte aanwijzingen te geven aan de off-

shoreconstructeurs wat betreft de opslag en het gebruik

van de lastoevoegmaterialen.

Wanneer lastoevoegmaterialen kunnen worden gebruikt

zonder voorafgaande herconditionering, dan verlaagt dit

de kosten en complexiteit. Bovendien is er dan ook geen

extra risico op vergissingen tijdens het behandelen. Dank-

zij de ontwikkeling van onder meer nieuwe verpakkingen

kunnen de materialen direct na opening worden verwerkt

in productie. Worden daarnaast nog de aanwijzingen van

de fabrikant gevolgd met betrekking tot de blootstelling

aan vochtigheid en temperatuur, dan wordt het risico op

koudscheuren al bij de bron geëlimineerd.

ComposietverpakkingDe nieuwste vochtbestendige verpakkingen bestaan uit

aluminium-plastic composietfolies en bieden bescherming

tegen de meest uiteenlopende barre omgevingen. Boven-

dien wordt ter beveiliging van de inhoud een gedeeltelijk

vacuüm gecreëerd tijdens het verpakken. De lage druk in

de verpakking dient als indicator van de integriteit van de

verpakking. De fabrikant houdt minimale tijden aan tus-

sen de fabricage van de lastoevoegmaterialen en het ver-

pakken, al dan niet in een geconditioneerde ruimte.

Op deze manier worden OP-fluxen, elektroden en som-

mige gevulde draden verpakt en worden de lage water-

stofgehaltes, zoals bepaald in de productielaboratoria,

gegarandeerd tot bij de lasser op de bouwplaats.

ConclusieHet beheersen van laskosten en het verminderen van het

percentage uitval tijdens constructie wordt voor een deel

bepaald op het ogenblik dat de lastoevoegmaterialen wor-

den besteld en dus nog voordat ook maar één deel wordt

geconstrueerd. Alle aandacht gaat vaak uitsluitend naar

de mechanische vereisten en de chemische analyse van het

lasmetaal, terwijl een schijnbaar detail als verpakking van

lastoevoegmaterialen ten onrechte wordt vergeten.

Ook dat heet laspraktijk.

Voordelen composietverpakkingen• Er is geen indringing van vocht, zelfs niet tijdens

maritiem transport.• Langdurige opslag (meerdere jaren) is mogelijk

in de meest uiteenlopende omstandigheden.• Omgevingsvochtigheid of temperatuurverschillen

leveren geen risico op, zelfs in extreme klimaat-condities.

• Er is geen herconditionering nodig voor gebruik van de toevoegmaterialen.

• De verpakking levert een actieve bijdrage aan de eliminatie van koudscheuren.

• Temperatuur en vochtigheid tijdens opslag hoe-ven niet beheerst te worden.

• De verpakking maakt eenvoudige handlingmogelijk.

PersonaliaIng. Tim Buyle IWE, eigenaar van Weldone Consul-tancy Services, werkt als zelfstandig lastechnischconsultant en opleider. Daarnaast is hij werkzaam alsproductmanager en docent.

Page 15: Downloaden (PDF, 8.71MB)

volgens EN 10025, biedt een offshorekwaliteit

van gelijke sterkte een gegarandeerde lasbaar-

heid en een verbeterde reinheidsgraad. Ook

worden strengere eisen gesteld ten aanzien van

de chemische samenstelling en mogelijke on-

volkomenheden.

Voor offshore-installaties is veiligheid en daar-

mee de weerstand tegen brosse breuk een eer-

ste vereiste. Naarmate de dikte en rekgrens van

het staal stijgen, wordt hier in toenemende

mate aandacht aan besteed. Op grond hiervan

wordt spanningsarm gloeien (Post Weld Heat

Treatment, PWHT) voorgeschreven vanaf een

nominale dikte groter dan 50 mm. Echter, gelet

op de enorme afmetingen is deze warmtebe-

handeling zeer kostbaar, tijdrovend en prak-

tisch gezien geen optie. Sif Group B.V. heeft deze warmte-

behandeling kunnen voorkomen door aan te tonen dat de

lasverbinding, al in de gelaste toestand, voldoende weer-

stand heeft tegen brosse breuk. De test die hiervoor moet

worden uitgevoerd is de CTOD-test (Crack Tip Opening

Displacement). Het is een manier om bij ontwerptempe-

ratuur de weerstand van een lasverbinding te meten tegen

spontane of catastrofale scheurgroei. De dikte van het

CTOD-proefstuk is gelijk aan de maximaal toegepaste

dikte, waarbij het proefstuk is voorzien van een vooraf

aangebrachte vermoeiingsscheur. Maar deze - eveneens

kostbare en tijdrovende test - kan niet altijd tijdig uitge-

voerd worden voor aanvang van de fabricage. Dit is één

van de redenen waarom optie 18 van de EN 10225 dit in

het kader van de staalkwalificatie voorschrijft. De fabri-

kant mag, mits zijn lasprocedure zich binnen de grenzen

van de staalkwalificatie beweegt, deels gebruik maken van

de CTOD-resultaten van de staalleverancier (zie tabel 1).

if Group B.V. is gespecialiseerd in de fabri-

cage van zware buisvormige staalconstruc-

ties met een hoge rekgrens. Het in Roermond gevestigde

bedrijf is een belangrijke toeleverancier van piles en jacket

legs voor de offshore olie- en gasindustrie. In dit artikel

wordt het uitdagende ‘Mariner-project’ kort beschreven

en wordt nader ingegaan op de staalkeuze en bijbehorende

staalnormen. Een vervolgartikel zal ingaan op de uitvoe-

ring en lastechnische details.

Statoil Mariner Field Development ProjectHet Mariner olieveld werd ontdekt in 1981 en is het

grootste olieveld dat de laatste decennia is ontwikkeld in

het Verenigd Koninkrijk. Deze slapende reus is gelegen in

de noordelijke Noordzee op ongeveer 130 km van de

Britse kust en op 40 km ten noordwesten van de interna-

tionale grens tussen het Verenigd Koninkrijk en Noorwe-

gen. Het Mariner veld ligt in blok 9/11 op het Britse

continentaal plat. Waterdieptes variëren tussen 97 m en

112 m. De offshore-installatie van het platformjacket is

voorzien voor midden 2015. Eenmaal in bedrijf wordt de

opbrengst geschat op 76.000 vaten ruwe olie per dag. Het

jacket zelf weegt maar liefst 21.000 ton. Om gewicht te

besparen zijn staalsoorten met een hoge rekgrens toege-

past. Desondanks zijn de jacket legs zwaarder en com-

plexer dan ooit. In combinatie met de strenge

kwaliteitseisen en strikte levertijden een enorme uitdaging

voor Sif Group B.V.

StaalnormenIn de offshore industrie worden strenge eisen gesteld aan

het toegepaste basismateriaal. Deze eisen zijn vastgelegd in

EN 10225: Weldable structural steels for fixed offshore

structures. Vergeleken met een eenvoudig constructiestaal

STERK STAAL december 2013

26

ONLANGS IS SIF GROUP BV IN ROERMOND GESTART MET DE FABRICAGE VAN DE ‘JACKET LEGS’ VOOR

HET MARINER FIELD DEVELOPMENT PROJECT. OPDRACHTGEVER IS HET SPAANSE DRAGADOS OFF-

SHORE, VERANTWOORDELIJK VOOR HET EPC-CONTRACT (ENGINEERING, PROCUREMENT, CONSTRUC-

TION) MET DE NOORSE OLIEMAATSCHAPPIJ STATOIL.

door William Lafleur

Een sterk staal(tje)

Voor platforms in de Noordzee wordt daarnaast vaak ge-

bruik gemaakt van de NORSOK-standaards, die ontwik-

keld zijn door de Noorse petroleumindustrie. Deze

NORSOK-standaards zijn gebaseerd op erkende interna-

tionale standaards. Zo is de NORSOK M-120 (Material

data sheets for structural steel) gebaseerd op de eerder ge-

noemde EN 10225, met enkele belangrijke verschillen.

NORSOK M-120 eist onder meer een gegarandeerde mi-

nimale rekgrens, onafhankelijk van de toegepaste plaat-

dikte. Daarnaast specificeert NORSOK een speciaal

S500-materiaal tot een dikte van maximaal 75 mm. Dit

staaltype, dat momenteel nog niet is opgenomen in EN

10225, wordt nu voor het eerst op zeer grote schaal toe-

gepast in de zogenaamde ‘outer legs’ van het Mariner-jac-

ket tot een dikte van 100 mm!

STERK STAALdecember 2013

Tabel 1: Vereiste CTOD-tests voor plaatmateriaal, besteld volgens Annex E van EN 10225.

Tabel 2: Toegepaste staalsoorten en hun mechanische eigenschappen volgens NORSOK M-120.

Sif Group B.V. levert omvangrijke bijdrage aan Statoil Mariner Field Development Project

Staalsoort Conditie Heat input (kJ/mm) CTOD eis (-10°C) Testposities

S355 As welded & PWHT 0,7 ± 0,2

5,0 ± 0,2 1)

S420 As welded 0,7 ± 0,2

As welded & PWHT 5,0 ± 0,2 1)

S460 As welded 0,7 ± 0,2

As welded & PWHT 3,5 ± 0,2

1) Tests op 3,5 kJ/mm zijn vereist indien testresultaten niet voldoen aan de gestelde eisen.

De minimum CTOD-waarde wordt gespecificeerd door de eindgebruiker

1. Grofkorrelige HAZ2. SCHAZ / ICHAZ boundary3. Lasmetaal (optioneel)

Aanduiding Aanduiding Trekproef Kerfslagarbeid Trekproef in min. CTOD-eisvolgens volgens bij -40 °C dikterichting volgensNORSOK M-120 EN 10225 (%) NORSOK M-120

MDS-Y35 1) S420G1+M

MDS-Y30 1) S420G2+M

MDS-Y30 1) S420G2+QT

MDS-Y55 2) 3) -

MDS-Y50 2) 3) -

1) Maximum dikte volgens norm 100 mm.2) Maximum dikte volgens norm 75 mm.3) NORSOK: staalsoort S460G1/G2+M vlg. EN10225 zal gemodificeerd worden tot S500G1/G2+M.4) Testlocatie sub-surface en ½ t voor t > 40 mm.

min. 60 J av. 4)

in dwarsrichting

-

Z 35

Z35

-

Z35

ReH(MPa)

A5(%)

Rm(MPa)

420-540

>19500-600 0,25 mm / -10°C

0,25 mm / -10°C500-600

>17600-700

27

Page 16: Downloaden (PDF, 8.71MB)

noodzakelijk om een fijnkorrelige structuur over de ge-

hele dikte te kunnen garanderen die tevens vrij is van on-

volkomenheden. De hedendaagse TMCP-techniek maakt

het mogelijk dit hogerekgrensstaal te bestellen met een

laag koolstofgehalte (C), waardoor een goede lasbaarheid

wordt gerealiseerd. Een groot deel van de koolstof is hier-

bij vervangen door microlegeringselementen, om zowel

taaiheden bij lage temperatuur als treksterktes te garan-

deren. Verder is de oppervlaktekwaliteit van deze lever-

toestand verbeterd.

Tabel 3 toont de chemische samenstelling van het plaat-

materiaal dat gebruikt werd in het kader van de EN

10225 staalkwalificatie.

Op grond van de walscapaciteit en de mogelijk negatieve

effecten van koudversteviging werd de minimale rekgrens

voor plaatdikte t = 100 mm gereduceerd tot 480 MPa.

Verder werden strain-ageing-testen uitgevoerd om aan te

tonen dat het staal voldoende bestand is tegen koudver-

vormingspercentages boven 5 %.

Het S420G2+QT-staal werd geleverd in 120 mm dikte

met individuele stukgewichten tot wel 32.500 kg. Dit ma-

teriaal is uitgegoten in blokvorm en op grond van de dikte

en bijbehorende rekgrens besteld in de QT-conditie

(Quenched & Tempered). Deze levertoestand is noodza-

kelijk om de structuur en eigenschappen tot op de kern te

garanderen. Desondanks wordt ook dit plaatmateriaal ge-

karakteriseerd door een laag koolstofgehalte en een laag

koolstofequivalent met bijbehorende lasbaarheid.

Ook hier werd in overleg met de eindgebruiker de mini-

male rekgrens gereduceerd en wel tot 400 MPa. Strain-

ageing-testen werden uitgevoerd bij actuele

vervormingpercentages van 6,5 %.

STERK STAAL december 2013

28

Toegepaste staalkwaliteiten en hun mechanische eigenschappenHet S420-staal volgens NORSOK / EN10225 is een ver-

trouwde en standaard keuze geworden voor offshoretoe-

passingen in de Noordzee. De volgende stap is inmiddels

gezet met het relatief nieuwe S500-staal, gedefinieerd in

NORSOK M-120 material data sheets Y50 en Y55. Tabel

2 op pagina 27 toont de mechanische eigenschappen van

de toegepaste staalsoorten in het Mariner-project.

Staalsoorten die moeten worden toegepast in offshore-in-

stallaties mogen niet zonder meer door de fabrikanten

worden voorgeschreven. Ze worden door de ontwerper

op ontwerptekeningen of in projectspecificaties vermeld.

Desalniettemin moeten fabrikanten staal bestellen dat vol-

doet aan de ontwerpeisen en bedrijfscondities van de con-

structie, waarbij mogelijke nadelige effecten van

fabricageactiviteiten op de materiaaleigenschappen vooraf

in aanmerking moeten worden genomen. Te denken valt

hierbij aan lassen, spanningsarm gloeien en vlamrichten,

maar ook koudvervormen. Uit het oogpunt van de fabri-

kant moet het staal bij voorkeur ook geschikt zijn om een

hoge mate van productiviteit te realiseren. Om die redenen

werd Sif Group B.V. al in een vroeg stadium betrokken bij

de technische definitie van het staal.

Vooral het S500-staal, geleverd door Dillinger Hütte GTS,

is waarlijk een sterk stukje staal. Het staal werd continu-

gegoten en besteld in de levertoestand TMCP. Om dit type

staal in deze levertoestand met bijbehorende dikte te pro-

duceren zijn krachtige walsmachines vereist (de laatste

fase van vervorming vindt plaats bij een relatief lage tem-

peratuur) en worden speciale wals- en afkoelschema's toe-

gepast. Een grote diktereductie per walsgang is eveneens

C Si Mn P S Al Cu Mo Ni Cr N B Ti V Nb CE Pcm

0,06 0,30 1,67 0,011 0,001 0,033 0,33 0,17 0,53 0,05 0,005 0,0000 0,002 0,002 0,022 0,44 0,19

Pcm = C + Mn/20 + Mo/15 + Ni/60 + Cr/20 + V/10 + Cu/20 + Si/30 + 5*BCE (IIW) = C + Mn/6 + (Mo+Cr+V)/5 + (Ni+Cu)/15

C Si Mn P S Al Cu Mo Ni Cr N B Ti V Nb CE Pcm

0,074 0,276 1,44 0,008 0,001 0,038 0,032 0,161 0,459 0,053 0,0065 0,0001 0,002 0,034 0,000 0,40 0,18

Pcm = C + Mn/20 + Mo/15 + Ni/60 + Cr/20 + V/10 + Cu/20 + Si/30 + 5*BCE (IIW) = C + Mn/6 + (Mo+Cr+V)/5 + (Ni+Cu)/15

Tabel 3: Typische chemische samenstelling - S500G2+M staal t=100 mm.

Tabel 4: Typische chemische samenstelling - S420G2+QT staal t=120 mm.

In een vervolg op dit artikel zal worden stilgestaan bij de uitvoering en lastechnische details van het Mariner-project.

ER VALT NOG GENOEG TE LEREN

LASTECHNIEK VERBINDT ONS.Lastechniek/Engineering Materialen

Onderhoud & Inspectie

www.cvnt.nl

U HEEFT EEN IWT-DIPLOMA (MLT) EN WILT INSPECTIE- EN KEURINGSTECHNIEKEN LEVEL 2 (IKT2) VOLGEN?

LPI/IWE START 21 JANUARI 2014

INFORMEER!

Page 17: Downloaden (PDF, 8.71MB)

• 'Melt-in' of softplasmalassen: 15 tot 200 A In dit stroomgebied vertoont het plasmalassen veel over-

eenkomst met het TIG-lassen. Door de insnoering van de

boog, is de boog echter wel veel stijver, stabieler dan de

TIG-boog. Het plasmagasdebiet kan verhoogd worden

voor een verbeterde inbranding, maar dit houdt wel het ri-

sico in van een verontreiniging van het beschermgas, door-

dat de turbulente gasstroom de omgevingslucht aanzuigt.

Dit heeft een negatieve invloed op de uiteindelijke kwali-

teit van de las.

• Keyhole plasmalassen: boven de 100 ADoor zowel de lasstroom als de hoeveelheid plasmagas te

verhogen ontstaat er een zeer krachtige, stijve plasmaboog

die een volledige doorlassing veroorzaakt, zoals onder an-

dere ook bij het elektronenbundel- en laserlassen. Tijdens

het lassen creëert de boog in het te lassen materiaal een

klein gaatje (keyhole). Door de relatieve beweging van de

boog ten opzichte van het werkstuk zal het gesmolten ma-

teriaal naar de achterzijde van de boring stromen en daar

een las vormen. Op deze wijze is het mogelijk corrosievast

staal tot een dikte van 10 mm in één keer te lassen.

ApparatuurVoor het plasmalassen wordt in de regel een lasgelijkrich-

ter met een dalende of vallende (CC) karakteristiek ge-

bruikt. Door het unieke karakter van het proces, een

ingebouwde wolfraamelektrode, de bijzondere wijze van

het starten van de boog en het gebruik van twee gasstro-

men is bij het gebruik van een conventionele TIG-stroom-

bron een speciale plasmaregelkast noodzakelijk. Speciale

voor het plasmalassen ontwikkelde installaties zijn er ook,

waarbij alle besturingselementen in de stroombron inge-

bouwd zijn.

Plasmalassen op wisselstroom (AC) is wel mogelijk, maar

niet met de gebruikelijke sinusvormige wisselstroom. Het

herstarten van de boog na het passeren van het nulpunt le-

vert hier problemen op. Daarom zijn er speciale, voor het

TIG-boog veel diffuser is, leveren de moderne elektronisch

gestuurde TIG-stroombronnen tegenwoordig ook bij een

lage stroomsterkte een stabiele boog.

Het 'melt-in' plasmalassen is een alternatief voor het con-

ventionele TIG-lassen. Voordelen ten opzichte van het

TIG-lassen zijn de veel diepere inbranding (bij een grotere

hoeveelheid plasmagas) en veel minder last van elektro-

debeschadiging; de elektrode ligt immers teruggetrokken

in de toorts. Nadeel van deze methode is de grootte van de

plasmatoorts die het handmatig lassen moeilijker maakt.

Bij gemechaniseerd lassen moet veel aandacht besteed

worden aan het onderhoud van de toorts.

Voor het keyhole plasmalassen zijn de meest in het oog

springende voordelen de grote inbranding en de hoge las-

snelheden. Inbrandingsdiepten tot 10 mm zijn haalbaar,

hoewel dit bij het doorlassen in één laag bij voorkeur moet

worden beperkt tot maximaal 6 mm. De standaardme-

thode is dan het keyhole lassen te combineren met toe-

voegmateriaal voor een beter lasuiterlijk zonder

randinkarteling.

Voor diktes tot 15 mm wordt een V-naad met een staande

kant van 6 mm gebruikt. De eerste laag wordt bij het key-

hole lassen zonder toevoegmateriaal gelast en de tweede

volgens de 'melt-in'-methode met toevoegmateriaal.

Het keyhole plasmalassen leent zich alleen voor geme-

chaniseerde toepassingen, omdat er een nauwkeurige af-

stemming vereist is tussen de lasparameters, de

hoeveelheid plasmagas en toevoegmateriaal. Hoewel het

proces met gebruikmaking van een gepulseerde stroom

ook bij het lassen-in-positie toegepast kan worden, wordt

het toch meestal gebruikt voor het lassen met hoge snel-

heid in de onder-de hand-positie (PA) en uit-de-zij-positie

(PC). Bij het pijplassen moeten, voor het sluiten van het

gaatje aan het einde van de las, het stroomverloop en de

hoeveelheid plasmagas nauwkeurig geprogrammeerd wor-

den door middel van de ‘down-slope’-instelling.

LASKENNISdecember 2013

31

plasma-AC-lassen ontwikkelde stroombronnen met een

blokvormig verlopende wisselstroom. Door een andere

thermische belasting van de toorts - tijdens de plusfase van

de wolfraamelektrode wordt deze aanzienlijk heter dan

tijdens de minfase – moet rekening gehouden worden met

een lagere belastbaarheid van de toorts.

Bij het plasmalassen wordt voor het starten van de las-

boog gebruik gemaakt van een zogenaamde hulpboog.

Deze hulpboog wordt tussen de wolfraamelektrode en de

plasmatip gestart. Zo gauw de hulpboog voldoende dicht

bij het werkstuk gebracht wordt start de hoofd- of las-

boog. Dit systeem zorgt voor een betrouwbare startme-

thode, ook tussen twee lassen in, omdat gedurende deze

tijd de hulpboog weer aanwezig is.

ElektrodeVoor het plasmalassen wordt een met lanthaanoxide ge-

legeerde wolfraamelektrode gebruikt en een plasmatip van

koper. De vorm van de elektrodepunt is niet zo kritisch

als bij het TIG-lassen en heeft doorgaans een tophoek van

30 tot 60 graden. De boring in de plasmatip is wel kri-

tisch en moet overeenstemmen met de gebruikte las-

stroom. Een te kleine boring leidt bij een te hoge stroom

tot een hoge slijtage (erosie) of zelfs tot het wegsmelten

van de plasmatip. Een te grote boring leidt tot een insta-

biele plasmaboog.

GassenDe gebruikelijke gassen bij het plasmalassen van austeni-

tisch corrosievast staal zijn argon voor het plasmagas en

argon of een mengsel van argon en 2 tot 5% waterstof

voor het beschermgas. Bij on- en laaggelegeerd staal en

duplex corrosievast staal moet het gebruik van waterstof

vermeden worden. Men last dan met argon als plasmagas

en argon of een argon-stikstofmengsel als beschermgas.

Helium wordt als beschermgas bij het lassen van alumi-

nium met gelijkstroom en positieve elektrode. Dit is alleen

mogelijk met speciaal hiervoor ontwikkelde toortsen.

Door de pluspoling van de elektrode wordt de belast-

baarheid van de toorts aanzienlijk minder. Door het lage

massagewicht van helium kunnen er problemen ontstaan

bij het maken van de keyhole bij het keyhole-lassen.

ToepassingenMicroplasmalassen wordt gebruikt voor het lassen van

zeer dunne plaat en dunne draden met een dikte vanaf 0,1

mm. De zeer smalle stabiele boog voorkomt het 'zoeken'

van de boog op het te lassen werkstuk, waardoor ook ver-

vorming van het werkstuk wordt vermeden. Hoewel de

Deze aflevering in de rubriek 'Laskennis opgefrist' is een bewerking van 'Job Knowledge for Welders Part 7' uitTWI Connect (TWI Ltd, Cambridge, UK), geactualiseerd in 2013. Met dank aan Fred Kempen (Air Liquide)

Vergelijking met TIGEen overeenkomst met het TIG-lassen is onder andere de

boog die brandt tussen een aangepunte wolfraamelektrode

en het werkstuk. Een essentieel verschil is echter dat de

elektrode bij het plasmalassen niet vrij toegankelijk is

maar ingebouwd in de lastoorts en dat de boog via een

kleine boring in de nozzle of plasmatip ingesnoerd naar

buiten treedt. Aan deze insnoering ontleent de plasma-

boog een aantal karakteristieke eigenschappen. Daarnaast

is er bij het plasmalassen sprake van twee gasstromen, na-

melijk het plasmagas en het beschermgas.

Drie werkgebiedenDoor het wijzigen van de lasstroom, de boring in de plas-

matip en de hoeveelheid plasmagas kunnen drie werkge-

bieden worden onderscheiden:

• Microplasmalassen: 0,1 tot 15 ABij het microplasmalassen kan, zonder dat de boog insta-

biel wordt, met zeer lage stroomsterktes gewerkt worden.

Ook bij het vergroten van de booglengte, tot wel 20 mm,

blijft de boog stabiel. Deze methode is bij uitstek geschikt

voor het lassen van zeer dun materiaal.

LASKENNIS december 2013

30

Plasmalassen

HET PLASMALASSEN VERTOONT OM EEN AANTAL REDENEN VEEL OVEREENKOMSTEN MET HET TIG-

LASSEN. IN DEZE AFLEVERING VAN LASKENNIS OPGEFRIST WORDEN NIET ALLEEN DE OVEREENKOM-

STEN EN DE VERSCHILLEN BESPROKEN, MAAR OOK DE TOEPASSINGEN VAN HET PLASMALASSEN.

Laskennis opgefrist 7

Page 18: Downloaden (PDF, 8.71MB)

ALU HELIDECKS december 2013

32

ALU HELIDECKSdecember 2013

33

door Corné Houwaard

MET STEEDS MEER WINDMOLENPARKEN OP ZEE, ZIJN HELIKOPTERPLATFORMEN BIG BOOMING. “WE

BOUWEN ER NU DERTIG PER JAAR,” VERTELT JAN CEES NOORLAND VAN BAYARDS. HET BEDRIJF UIT

NIEUW-LEKKERLAND MAAKT HELIDECKS UIT ALUMINIUM. HET SAMENVOEGEN VAN GROTE BALKEN

GEBEURT DOOR MIDDEL VAN FRICTION STIR WELDING, EEN RELATIEF NIEUW DRUKLASPROCES.

l sinds 1985 levert Bayards aluminium he-

lidecks voor de offshoresector, maar ook

voor bijvoorbeeld ziekenhuizen. “We hebben klanten over

heel de wereld,” vertelt kwaliteitsmanager Jan Cees Noor-

land. “We zitten in landen als Brazilië, Canada, Australië,

Amerika, Korea en Vietnam.” Door steeds meer wind-

molenparken op zee groeit de vraag naar helidecks fors.

“We hebben dit jaar drie platformen gemaakt voor een

windmolenpark en er staat er nog eentje op de planning.”

In de komende vier jaar worden er in Dubai maar liefst

179 bestaande helidecks van hout vervangen door alumi-

nium decks.

PannenkoekJan Cees Noorland en zijn collega, lasadviseur Kees de

Mik, zitten al ruim twintig jaar bij het bedrijf en hebben

het aluminium helideck zien ontwikkelen. Samen zijn ze

verantwoordelijk voor de lascoördinatie bij Bayards,

waarbij Noorland als IWE’er de verantwoordelijke las-

coördinator is en zijn collega de lascoördinator op de

werkvloer. “We leveren in bepaalde gevallen alleen de

‘pannenkoek’ of het platform met een aluminium onder-

constructie. Het deck wordt compleet geleverd met ver-

lichting, brandblussystemen, markering en sinds kort

eventueel ook verwarming. Een kant-en-klaar helikopter-

platform kan binnen drie weken gerealiseerd worden.”

Momenteel worden de beste mensen binnengehaald en

worden er nieuwe machines aangeschaft om aan die

enorme vraag van helidecks te kunnen voldoen. In de fa-

briek zijn onder andere een nieuw profielbewerkingscen-

trum, een gantry, een vijf-assige freesmachine en een

portateck neergezet.

PrefabKees de Mik: “Vroeger werd hier een platform compleet

gelast. Dat vonden wij als lastechnici ontzettend interes-

sant. Vervolgens werd het deck per ponton naar de des-

betreffende locatie vervoerd. Nu worden onderdelen van

een platform per container vervoerd naar de eindlocatie

en daar met boutverbindingen in elkaar gezet. Dat moet

dan wel op de millimeter nauwkeurig zijn, anders zou je

op locatie nog gaten moeten gaan boren. Maar dat risico

is gelukkig niet meer aanwezig. De huidige profielbewer-

kingsmachines zijn gewoon heel nauwkeurig.” Het mon-

teren met boutverbindingen scheelt het bedrijf enorm veel

productietijd en het transport wordt een stuk eenvoudi-

ger. Noorland: “Bij het lassen ben je altijd gebonden aan

de beschikbaarheid en de ruimte om te lassen. Een lasser

moet er toch met zijn hoofd bij kunnen en als je buiten

werkt moet je ook nog een tent opbouwen om te kunnen

lassen. Dat probleem hebben we nu niet meer.”

‘Enorme vraag naar aluminium

helidecks’

Aluminium door Bayards geconstrueerd helideck Inzetten: Friction Stir Welding en de machine operator bij Bayards

Jan Cees Noorland met op de achtergrond de machine voorFriction Stir Welding met de onmisbare FSW-tool in de hand

Page 19: Downloaden (PDF, 8.71MB)

ALU HELIDECKS december 2013

34

For every type of future offshore foundations

Sif Works

Sif Group bv | Postbus 522 | 6040 AM Roermond | T +31 475 385 777 | F +31 475 318 742 | E [email protected] | www.sif-group.com

Ø 10 meter and 1500 ton

water foundations Ø 1,5 - 3,0 meter

foundations

foundations

7-Cs

.nl

SIF3

020

LasprocessenEen helideck is opgebouwd uit aluminium extrusieprofie-

len en platen. Noorland: “Door extruderen zijn veel ver-

schillende profielvormen mogelijk. Je kunt het zo gek niet

bedenken of het profiel kan geëxtrudeerd worden. Bij

staal ben je meer gebonden aan bepaalde H-profielen.” In

een speciale geprogrammeerde machine worden de gaten

er automatisch ingefreesd. Wat er nog aan de profielen ge-

last moet worden, gebeurt in de fabriek. “De hoekstuk-

ken om de balken te koppelen worden hier gelast. Die

kunnen we niet uit een profiel maken, dus daar zit nog

wat MIG-laswerk aan”, vertelt De Mik. “De goot rond

het helideck om het regenwater in op te vangen, wordt ge-

last met het TIG-lasproces en de balken voor veiligheids-

netten worden gelast met een MIG-lasrobot.” Het

samenvoegen van de grote balken gebeurt door middel

van Friction Stir Welding (FSW).

Friction Stir WeldingIn de hal staat de FSW-machine die door een operator be-

diend wordt. “Heel simpel gezegd, je hebt een machine en

een spil”, legt Kees de Mik uit. “Aan die ronddraaiende as

zit een klein tooltje waarvan de punt geprofileerd is. Die

beweegt zich met een constante rotatiesnelheid en een con-

stante voorwaartse snelheid door de lasnaad heen. Het

materiaal wordt ongeveer vierhonderd graden en smelt

daardoor niet. Het wordt kneedbaar en als het ware door

elkaar heen geroerd. Achter de spil wordt het materiaal

weer hard.” De afstelling vereist overigens wel een grote

mate van precisie. Noorland: “Het belangrijkste is de uit-

gangspositie van het materiaal: de dikte en de rechtheid.

Materiaal dat fluctueert in hoogte is niet goed met dit pro-

ces te lassen. De toleranties van de materialen naar de le-

verancier toe zijn dus heel wat strenger als we gaan

wrijvingsroerlassen.”

Het Friction Stir Welding levert het bedrijf veel tijdwinst

op. Want waar met een vlamboog dertig tot tachtig centi-

meter per minuut gelast werd, ligt dat nu met het FSW-

proces op vijftig tot honderdvijftig centimeter per minuut.

Maar volgens De Mik zitten er nog veel meer voordelen

aan het proces: “Er is minder warmte-inbreng; daardoor

blijven de mechanische eigenschappen van het materiaal

beter dan bij andere lasprocessen. We hebben dat getest.

Als je een lasproef maakt en je doet een trekproef, dan zie

je dat de waardes hoger liggen dan bij MIG-lassen. De las-

krimp is minder en daardoor is er ook minder vervorming

van het materiaal.” Nog een voordeel van dit lasproces is

dat er geen lasrook ontstaat, of lasspatten. Er is dus geen

afzuiging nodig, of toevoegmateriaal. “Het enige wat je

ziet is een tool die beweegt met een bepaalde snelheid en

toerental. Het is heel interessant dat je op deze manier

aluminium materialen aan elkaar kunt lassen.”

LegeringenMomenteel wordt het FSW-proces alleen nog toegepast

bij het verbinden van aluminiumlegeringen. “De legerin-

gen waarmee we werken moeten sterk genoeg zijn voor

dit soort constructies. Dat is allemaal genormeerd. Er zijn

normen die voorschrijven wat de mechanische eigen-

schappen minimaal moeten zijn en hoe de chemische sa-

menstelling eruit moet zien. Hier maken we gebruik van

de 5083-legering voor plaatmateriaal en 6082 en 6005

voor extrusielegeringen,” vertelt Noorland. “We kiezen

voor 6082 en 6005 omdat daarmee profielen kunnen wor-

den geëxtrudeerd die voldoende sterkte hebben. En niet

onbelangrijk, ze zijn zeewaterbestendig en dus bestand

tegen zouten. Het aluminium heeft een oxidelaag en daar-

door goede corrosiewerende eigenschappen. Het hoeft

zelfs niet geschilderd te worden. Dat is een duidelijk voor-

deel ten opzichte van staal.”

StrengOok voor het lasproces gelden strenge eisen. Noorland:

“Daar is ook een aparte norm voor opgezet. De EN-ISO

25239-serie is volledig toegespitst op het frictielassen van

aluminium.” Het lassen gebeurt volgens goedgekeurde

WPS’en en lasprocedures. De Mik: “Afhankelijk van de

regelgeving zit er nog een bepaald percentage onderzoek

aan vast. Zo wordt er penetrant, ultrasoon en radiogra-

fisch onderzoek uitgevoerd en een honderd procent visu-

ele inspectie. Dat gebeurt allemaal nog voordat alles de

fabriek uitgaat. Verder worden er regelmatig buigproeven

en macro’s gemaakt.” Naast de lastechnische eisen heeft

Bayards ook te maken met de regelgeving binnen de off-

shore. “Er is een wereldwijde regelgeving, de CAP 437

(red. Standards for Offshore Helicopter Landing Areas)

die voorschrijft hoe een deck eruit moet zien. Die regelge-

ving is in de loop der jaren steeds strenger geworden. Het

is alleen voor de grote jongens weggelegd om daarin mee

kunnen gaan.”

MeeuwenpoepDe ontwikkelingen in de offshore maken dat tegenwoor-

dig een helideck bijna altijd inzetbaar is. Zelfs bij extreme

weersomstandigheden. “We hebben helidecks in de woes-

tijn aangelegd, maar ook in Alaska. We zijn nu bezig met

verwarming in de profielen aan te brengen, om zo het hele

deck ijsvrij te krijgen als dat nodig is.” Zo worden er te-

genwoordig steeds meer functies aan een deck toegevoegd.

De enige invloed van buitenaf waar men nog geen ant-

woord op heeft, zijn de meeuwen op zee. Noorland: “Die

meeuwenpoep vreet de verf op en dat kan na een tijdje

toch gaan corroderen. Bij een ziekenhuis kun je de

meeuwen nog weghouden, maar op zee lukt dat helaas

nog niet. Maar dat is ook zo bij een stalen helideck.”

Page 20: Downloaden (PDF, 8.71MB)

CORROSIE

36

december 2013

voor de beproevingen wordt vaak gegloeid (PWHT, Post

Weld Heat Treatment). Dit verbetert de bestendigheid

tegen HIC en brengt het materiaal in de toestand waarin

het uiteindelijk ook gebruikt gaat worden.

De beproeving bestaat uit een expositiefase gevolgd door

een microscopische evaluatie. Geschuurde en grondig ont-

vette proefstaven (drie per test) worden gedurende 96 uur

blootgesteld aan een zuurstofvrije testvloeistof, verzadigd

met 1 bar H2S. De testvloeistof bestaat uit een aange-

zuurde zoutoplossing of kunstmatig zeewater, zuurstofvrij

gemaakt door te spoelen met stikstofgas (N2). De afme-

tingen van de proefstaven zijn meestal 100 x 20 x t mm.

Na de expositiefase wordt bekeken in hoeverre de proef-

stukken ‘blistering’ vertonen (blaasvorming op het op-

pervlak als gevolg van H2-vorming). Vervolgens worden

per teststaaf drie doorsneden vervaardigd en geprepareerd

voor microscopisch onderzoek. De doorsneden worden

gescand op de aanwezigheid van scheurtjes, waarvan de

afmetingen worden bepaald. Deze gegevens worden ver-

werkt tot drie parameters: CLR (Crack Length Ratio),

CTR (Crack Thickness Ratio) en CSR (Crack Sensitivity

Ratio). De waarden van deze parameters zijn bepalend

voor goed- of afkeur.

en van de vervelende bijproducten van de

olie- en gaswinning is zwavelwaterstof (H2S).

We spreken dan van een ‘sour service’ omgeving. Naast

algemene corrosie, een vervelend, maar meestal beheers-

baar fenomeen, kan H2S aanleiding geven tot scheurvor-

mende corrosie. Een gemeenschappelijk kenmerk hiervan

is dat dit te maken heeft met de opname van waterstof in

het metaal.

In opdracht van de olie- en gasindustrie worden uitge-

breide corrosiebeproevingen uitgevoerd aan basismateri-

alen en proeflassen. Dit is van essentieel belang om de

kwaliteit en een lange levensduur van offshore-construc-

ties te kunnen garanderen. Dit artikel geeft inzicht in de

uitvoering van een aantal corrosietesten.

Trap sitesBij corrosie in een zuur milieu wordt er waterstofgas ge-

vormd uit atomaire waterstof (H). H-atomen bewegen

zich gemakkelijk door het metaalrooster. Hun bewe-

gingssnelheid is afhankelijk van de temperatuur: hoe

hoger de temperatuur, hoe sneller ze zich kunnen bewe-

gen. Wanneer ze recombineren tot H2 kunnen hoge in-

terne spanningen ontstaan, omdat het waterstofgas niet

meer in het metaalrooster past. Daardoor kunnen scheur-

tjes ontstaan. Dit fenomeen wordt HIC genoemd, Hydro-

gen Induced Cracking. Een andere benaming voor HIC is

SWC, Stepwise Cracking. De scheurtjes verlopen in de

richting van de banenstructuur van het materiaal. Dit pro-

ces speelt zich af op zogenaamde ‘trap sites': plaatsen

waar de H-atomen zich verzamelen en waar ze niet meer

zo gemakkelijk vandaan komen (langgerekte sulfideba-

nen, niet-metallische insluitsels enz.).

HIC-testOm te onderzoeken of een materiaal gevoelig is voor HIC

kan een beproeving worden uitgevoerd. Het materiaal

Variant: SOHICEen variant van HIC is SOHIC (Stress Oriented Hydrogen

Induced Cracking). Hierbij spelen mechanische spannin-

gen een rol. Op de korrelgrenzen kunnen er interkristal-

lijne waterstofscheuren ontstaan.

Bij het beproeven van een materiaal op gevoeligheid voor

SOHIC wordt een proefstaaf onder spanning geëxposeerd

in een testvloeistof. De schade die daardoor kan ontstaan

is, door de richting van de scheuren loodrecht op de plaat-

richting, veel bedreigender voor de integriteit van een in-

stallatie dan zuivere HIC-scheuren. Bij een SOHIC-test

worden twee proefstaven, voorzien van een spannings-

concentratie in de vorm van een gedefinieerde sleuf, samen

in een vierpuntsbuigopstelling onder spanning gezet. Het

geheel wordt geëxposeerd in de voorgeschreven testvloei-

stof die verzadigd is met H2S. Na expositie wordt onder-

zocht of SOHIC-scheurvorming heeft plaatsgevonden. De

mate van scheuruitbreiding vanaf de spanningsconcentra-

tie wordt als goed-/afkeurcriterium gebruikt.

Sulphide Stress CrackingBij SSC (Sulphide Stress Cracking) ontstaan scheuren

onder invloed van mechanische spanningen en een sulfi-

denbevattend milieu. De scheuren staan loodrecht op de

aangelegde trekspanningen. Door te lassen kunnen voor-

waarden worden geschapen voor het optreden van SSC.

Door krimp kunnen inwendige spanningen ontstaan en

door vorming van harde zones ontstaat lokaal materiaal

dat gevoelig is voor SSC. Bij lassen aan materiaal voor

‘sour service’-toepassingen worden dan ook eisen gesteld

aan de maximale hardheid (vaak 22 HRC).

De test op gevoeligheid voor SSC kan bestaan uit een trek-

proef: de belasting op de trekstaaf wordt aangebracht met

een dood gewicht of met een veer (proofing ring). De

proofing ring heeft als voordeel dat de opstelling relatief

eenvoudig is; nadeel is dat de belasting afneemt als het

materiaal scheurt en de trekstaaf dus iets langer wordt.

Een andere testmethode is de vierpuntsbuigproef. De

grootte van de belasting wordt bepaald door de doorbui-

ging van de staaf te meten of door rekstroken aan te bren-

gen. Nadat de trekstaaf of de vierpuntsbuigstaaf op

spanning gebracht is wordt deze in de testvloeistof ge-

plaatst, meestal een aangezuurde zoutoplossing. Nadat de

oplossing zuurstofvrij is gemaakt wordt het testgas door

de testoplossing geleid. Dit kan 1 bar H2S zijn, of een

mengsel van H2S en CO2 of N2. De expositiefase voor

SSC-testen duurt behoorlijk lang: 720 uur (30 dagen) is

gebruikelijk.

Na de expositiefase worden de staven onderzocht op

scheurvorming met behulp van visueel en magnetisch on-

derzoek. Afhankelijk van de klanteisen en de bevindingen

wordt microscopisch onderzoek uitgevoerd.

Bij het testen van lassen kunnen proefstaven worden ge-

bruikt waarbij de root van de las nog intact is, of staven

waarbij de root verwijderd is. In het laatste geval, waar-

bij de aandacht vooral uitgaat naar de bestendigheid van

het lasmetaal en de HAZ (Heat Affected Zone) tegen SSC,

wordt aanbevolen om foutvrije proefstaven te gebruiken.

Bij gebruik van proefstaven waarbij de root nog intact is,

is het aanbrengen van een goed gedefinieerde spanning

moeilijk, vanwege de onregelmatige geometrie. In deze ge-

vallen wordt het gebruik van rekstroken aan weerszijden

van de las aanbevolen. Nadat de staaf op spanning is ge-

bracht, worden deze rekstroken zorgvuldig verwijderd.

De beschreven SSC-testen zijn meestal gebaseerd op stan-

daardnormen. Specifieke klanteisen kunnen echter van

grote invloed zijn op de uitvoering van de test.

Het volledige artikel vindt u op onze website:

www.vakbladlastechniek.nl.

CORROSIEdecember 2013

37

CORROSIE KOST DE OFFSHORE-INDUSTRIE JAARLIJKS VEEL GELD. VAAK GAAT HET DAARBIJ OM

SCHADE OP MOEILIJK BEREIKBARE PLAATSEN. CORROSIEBEPROEVING OP MATERIALEN EN PROEF-

LASSEN KAN VEEL ELLENDE VOORKOMEN. DIT ARTIKEL BEPERKT ZICH TOT DIE VORMEN VAN

CORROSIE IN CONSTRUCTIESTAAL DIE MET ZWAVELWATERSTOF (H2S) TE MAKEN HEBBEN.

Corrosietestenvoor de olie- en gasindustrie

door Jan Rademaker en Geri van Krieken

Microscopische doorsnede met HIC- of SWC-scheurtjes

Blisters (blaasvorming) op HIC-staven Ingespannen vierpuntsbuigstaaf, voorzien van rekstroken

Proofing ring met (gebroken) trekstaaf

Page 21: Downloaden (PDF, 8.71MB)

bassin ziet de toeschouwer hoe ze

zich onder water - letterlijk - weten

te redden. Na het openen van de

ramen wringen ze zich naar buiten

en bewegen zich omhoog naar het

wateroppervlak. Daarna volgt nog

een lastigere oefening, waarbij de

helikopter onder water kapseist.

Oriëntatie is dan cruciaal. Maar

voor wie zijn hoofd tegen het raam

houdt, is de kans op het verliezen

van de oriëntatie minder aanwezig.

Hopelijk weet hij dan wat zijn po-

sitie is in de heli - zelfs als deze kapseist, vertelde de in-

structeur eerder. En dat hebben de cursisten goed

onthouden, zo blijkt tijdens de training.

Oefening geslaagd dus. Zelfs de Angolees zegt na afloop

dat het meeviel. “The instructor pulled me through.” Dat

laatste beschouwt instructeur Erik Zomer, die samen met

Almeida de oefening heeft geleid, als een compliment.

“Wij hebben leren omgaan met de angsten van mensen.

Ik kan zien welke cursist baat heeft bij een zachte hand,

maar ik merk ook wie ik wat steviger kan aanspreken.”

Toch voelt Zomer zich geen schoolmeester. “Mensen

komen hier omdat ze het certificaat nodig hebben voor

hun werk. Ze doen het voor zichzelf, niet voor mij.”

Laagste puntDe basis-offshoretraining bestaat uit vijf onderdelen: vei-

ligheidsbewustzijn, basisbrandbestrijding, helikoptervei-

ligheid- en ontsnapping, overleven op zee en

basis-eerstehulpverlening. Eerder deze dag werkten de cur-

sisten andere onderdelen af, waaronder basisbrandbe-

strijding en het ontsnappen uit een met rook gevulde

ruimte. Op het oefenterrein van Falck blusten ze kleine

brandjes en gleden ze door een lang net naar beneden, met

de handen tegen de oren aan.

De onderdelen in het water, tijdens de middag, vormen het

sluitstuk van deze trainingsdag. “Kijk”, zo wijst Erik

Zomer vanaf de kant naar het water, “hier zie je het over-

leven op zee.” De cursisten stappen het water in, terwijl ze

39

VEILIGHEIDdecember 2013

e Noordzeewind jaagt over het terrein van

Falck. Niet zo gek, gezien de locatie: we

zijn hier bij het in veiligheid gespecialiseerde bedrijf Falck

Safety Services, dat is gevestigd aan het uiteinde van de

Maasvlakte. Hier organiseert het bedrijf dagelijks veilig-

heidstrainingen voor offshorepersoneel.

HelikopterIn één van de klaslokalen zit een groep van tien cursisten.

Ze zijn op herhalingsoefening van de basis-offshoretrai-

ning, want de veiligheidstraining moet elke vier jaar wor-

den herhaald. Het internationale gezelschap, bestaande uit

onder andere Polen, Fransen, Denen, Nederlanders, een

Angolees en een Serviër, wordt voorbereid op één van de

spannendste onderdelen van de training: de helikopter-

onder-wateroefening. Voordat ze straks in een capsule

stappen en daarmee naar de bodem van het zwembad zak-

ken, oefenen ze onder leiding van instructeur Chris Al-

meida met de Air Pocket, een ademhalingssysteem

waarmee de gebruiker gedurende een paar minuten veilig

onder water kan ademhalen.

Ook al is het een herhalingsoefening, toch zijn er deelne-

mers die ‘m wat lijken te knijpen. Als instructeur Chris

het internationale gezelschap vraagt of er nog ‘any ques-

tions’ zijn, vraagt één van de Fransmannen: “Wil je straks

extra op me letten? Ik voel me erg ongemakkelijk als ik

door een mondstuk moet ademen.” Ook de Angolese cur-

sist geeft aan dat hij best wel wat angstig is.

OriëntatieEenmaal in het water verloopt de training prima. Be-

roepsduikers Peter Kop – die ook werkzaam is als Search

& Rescue diver – en Jolanda Bakelaar houden een extra

oogje in het zeil, naast de twee instructeurs van Falck. De

‘helikopter’ zakt in het water en zodra het water tot op

knieniveau is, pakken de cursisten hun Air Pocket, acti-

veren het systeem en beginnen normaal te ademen – keu-

rig zoals ze geleerd hebben. Door het venster van het

door Jaap van Sandijk, fotografie: Falck | Bert de Jong

38

VEILIGHEID

VOOR LASSERS DIE HET AVONTUUR OP WILLEN ZOEKEN EN EEN BOVENGEMIDDELD SALARIS AANSPREEKT,

IS WERKEN IN DE OFFSHORESECTOR AANTREKKELIJK. MAAR HET WERKEN OP AFGELEGEN PLATFORMEN

IS OOK RISICOVOL. DAAROM MOET IEDEREEN DIE OFFSHORE WERKT, BESCHIKKEN OVER EEN SPECIAAL

CERTIFICAAT. HIERVOOR MOET EEN BASIS-OFFSHORETRAINING WORDEN GEVOLGD.

december 2013

Op veiligheidstraining met offshorepersoneel

Het spannendste onderdeel van de training: de helikopter-onder-wateroefening

Page 22: Downloaden (PDF, 8.71MB)

hun handen voor hun mond en neus hou-

den. “Als je in nood het platform moet

verlaten, is het van belang dat je dat

vanaf het laagste punt van een offshore-

installatie doet”, vervolgt de instructeur.

“Maar dan zit je dus nog op ruim vijf

meter hoogte.” De groep maakt met de

benen trappelende bewegingen, waar-

door het water omhoog spat. “Dat is

voor de zichtbaarheid”, licht de instruc-

teur toe. “Dat lijkt niet veel te helpen in

dit zwembad, maar in zee met zout water

geeft dat een heel ander beeld.” Ook leren ze in colonne

te zwemmen. De groep zwemt synchroon door het bad

richting het reddingsvlot. Net zoals in een boot moet de

groep in het vlot de taken verdelen en moet onderling

goed worden samengewerkt.

RampenUiteraard hoopt niemand de training ooit in de praktijk

nodig te hebben. Maar de geschiedenis bewijst dat dit niet

valt uit te sluiten. Sterker nog, juist door rampen in het

verleden is de basis-offshoretraining verplicht gesteld voor

iedereen die offshore werkt – van lasser tot onderhouds-

monteur tot keukenhulp. In 1980 kapseisde na een zware

storm het Noorse olieplatform Alexander L. Kielland. 123

van de 212 mensen lieten daarbij het leven. In 1988 vond

een grote explosie plaats op de Piper Alpha, een groot off-

shore olieproductieplatform in de Noordzee, ter hoogte

van het Schotse Aberdeen. 167 mensen stierven. Zestig

mensen overleefden de ramp door in het water te springen

of langs touwen naar beneden te klimmen. De rampen

maakten pijnlijk duidelijk hoe riskant het is om te werken

op geïsoleerde platformen, ver verwijderd van hulpverle-

ningsorganisaties. Ondertussen heeft de offshore-sector

door middel van zelfregulering maatregelen genomen en is

de basistraining verplicht gesteld.

En dat is terecht, vindt ook Dirk Kriek, werkzaam als

technicus bij Belfor, dat is gespecialiseerd in het recondi-

tioneren van elektronica. “Wij zijn de reddingsmaat-

schappij van de elektronische apparatuur”, verduidelijkt

hij. De meeste oefeningen van de training kon hij zich nog

wel herinneren van de vorige keer. “Toch was het vandaag

waardevol”, blikt hij terug. “Je wordt weer gewezen op de

belangrijkste dingen die je moet doen in geval van nood.”

Kriek heeft, net als zijn negen medecursisten, de training

met goed gevolg afgelegd. Nadat iedereen zijn certificaat

heeft ontvangen, verlaat de groep het lokaal. Wie weet

zien ze elkaar over vier jaar weer, op de volgende herha-

lingstraining.

Maar eerst lonkt weer het offshore avontuur.

40

VEILIGHEID

When continuity and safety count!

THE ORIGINAL! Made in Holland since 1948

De Vlamboog Safety & Welding, manufacturer and trading company based in The Netherlands, is a supplier of quality welding accessories and PPE to Offshore suppliers world wide.De Vlamboog is also the manufacturer of the original Optimus, Progress, Samson and Victory electrode holders and the original Flair Gouging Torches. Quality products made in The Netherlands.

When downtime is expensive and continuity matters, only the best is good enough!

For more information: [email protected] | +31 (0)23-5675500

VLAMBOOG, MAXIMIZING CONTINUITY & SAFETY, THE PROFESSIONAL’S CHOICE | WWW.VLAMBOOG.NL

Grote aanbiederFalck Safety Services maakt onderdeel uit van hetDeense Falck A/S en is één van de grootste aanbie-ders van veiligheidstrainingen ter wereld. Het bedrijfis een internationale aanbieder op het gebied vanhulpverlening, noodhulp, gezondheidszorg en trai-ning. De onderneming is adviseur op het gebied vanfysieke veiligheid en partner voor iedere partij diewerkt aan integrale veiligheid, crisisbeheersing enrampenbestrijding.

De Basic Offshore Safety Induction & EmergencyTraining duurt drie dagen. Wie deze met goed gevolgaflegt krijgt een certificaat dat wordt erkend door NO-GEPA (de Nederlandse Olie en Gas Exploratie enProductie Associatie) en door OPITO (Offshore Pe-troleum Industry Training Organization). Daarmee kande certificaathouder in bijna de hele wereld – behalveBrazilië en Noorwegen – offshore aan het werk. FalckSafety Services heeft wereldwijd 32 trainingslocatiesen is actief in 17 landen. Per jaar nemen 280 duizendcursisten deel aan de trainingen.

Juist door rampen in hetverleden is de basis-

offshoretraining verplichtgesteld voor iedereen dieoffshore werkt - van lasser

en onderhoudsmonteurtot keukenhulp.

Page 23: Downloaden (PDF, 8.71MB)

43

AN

DU

S G

RO

UP

SE

RV

ING

TH

E I

ND

US

TR

Y

HSM Offshore BV, een zelfstandig en internationaal opererende werkmaatschappij binnen Andus Group BV, is gespecialiseerd in het ontwerpen, vervaardigen en installeren van projecten voor de offshore olie- en gasindustrie. Daarnaast is HSM specialist op het gebied van transformatorplatforms voor de offshore windenergiemarkt. De grote, aansprekende projecten worden op het eigen terrein in Schiedam vervaardigd. Vanaf deze locatie in het Rotterdamse havengebied worden projecten over water naar de plaats van bestemming gebracht. Wij zijn op zoek naar kandidaten voor de functie van:

VOORMAN LASSENkwaliteitsbewust, nauwkeurig en oplossingsgericht

In deze functie geeft u leiding aan een team van circa vijftien lassers. U bent verantwoordelijk voor een adequate planning en organisatie van de werkzaamheden. Daarnaast draagt u zorg voor de registratie van lasnummers, bepaalt de lasvolgorde en ziet u toe op kwaliteit en werktempo.

Uw profiel?De geschikte kandidaat heeft een erkende kaderopleiding als IWT of IWS of studeert hiervoor. U bent bekend met/of beheerst meerdere lasprocessen, kunt goed tekeninglezen, bent bereid in wisseldiensten te werken en bij voor-keur in het bezit van een VCA-diploma. Een flexibele instelling is gewenst.

Wat biedt HSM Offshore?• Werken bij een gerenommeerd en internationaal opererend bedrijf• Een zelfstandige, verantwoordelijke functie met doorgroeimogelijkheden• Een prettige werksfeer met korte communicatielijnen• Goede salariëring en secundaire arbeidsvoorwaarden

Geïnteresseerd?Stuur uw cv plus motivatie z.s.m. naar HSM Offshore BV, t.a.v. de directie, Postbus 212, 3100 AE Schiedam of [email protected]. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met mevr. Overvoorde, office manager, tel. 010 - 427 93 00 of kijk op www.hsm.nl.

FastMig X 450Complete oplossing voor het lassen van pijpen en platen

www.kemppi.nl

Een productieve multi-proces machine voor het lassen van pijpen en platen

Deze nieuwe generatie pijplasmachine is voorzien van het innovatieve WiseRoot+ lasproces en is bijzonder geschikt voor het lassen van grondlagen in pijpen en platen. Smeltbadondersteuning is hierbij overbodig. Met het WiseRoot+ lasproces kunnen pijpen en platen in alle lasposities worden gelast. Het pistool, dat is voorzien van een ver-wisselbare hals, geeft een nieuwe dimensie aan het lassen van grond-lagen. Met het WiseRoot+ lasproces en de pistoolhals, die speciaal geschikt is voor het lassen van grondlagen, is het zeer eenvoudig om een optimale doorlas te creëren. Neem voor meer informatie contact op met uw geautoriseerde Kemppi-dealer.

Achieving more with bending technology

www.kersteneurope.com Wanssum • Nederland

Wat leerde je eerst: duiken of lassen?“Duiken. Daar begon ik al jong mee. Vanaf dat ik twaalf,

dertien jaar oud was deed ik intensief aan sportduiken.

Het leren lassen kwam niet lang daarna, op de middelbare

school. Ik deed de richting metaal en heb toen mijn eerste

NIL-diploma’s gehaald voor het lassen met beklede elek-

troden en MIG/MAG-lassen.

Hoe kwam je op het idee om onderwaterlasser te wor-den?“Na de middelbare school wilde ik van het werken onder

water mijn beroep maken. Op die manier kon ik mijn

technische opleiding mooi combineren met mijn ervaring

als sportduiker. Ik volgde een opleiding tot beroepsduiker

bij het NDC (Nationaal Duikcentrum) in Delft en werd

geplaatst in een duikopleiding voor Defensie. Ik draaide

mee met de cursus voor militairen. Eenmaal aan het werk

bij Boskalis kreeg ik steeds meer laswerkzaamheden te

doen. Van ervaren collega’s leerde ik de praktijk van het

onderwaterlassen. Maar omdat certificatie steeds belang-

rijker wordt heb ik de opleiding tot onderwaterlasser ge-

volgd bij Divewise-tec in Antwerpen. Nu ben ik dus

gecertificeerd onderwaterlasser.”

Wat zijn je belangrijkste werkzaamheden?“Een groot deel van mijn werk bestaat uit ‘anodes lassen’.

Dat is het lassen van stalen verbindingen waarmee blok-

ken zink of andere opofferingsmetalen aan damwanden

of aan scheepsrompen worden bevestigd, zodat deze niet

worden aangetast door elektrolytische corrosie. Verder is

er veel werk aan het onderhoud en herstel van kademuren.

Ik zit veel in de Rotterdamse haven, of in Terneuzen of

Antwerpen. Maar ik werk ook aan olieplatforms.”

Wat trekt je vooral aan in je werk?“De afwisseling trekt me het meest aan. Het lijkt mis-

schien niet afwisselend om anodes te lassen, maar geen

dag is hetzelfde. Als je bezig bent met lassen aan een ka-

demuur kun je bijvoorbeeld stuiten op meer schades, die

je vervolgens weer moet inmeten, enzovoort. Verder reis ik

RUBRIEK december 2013

ook voor mijn werk, maar niet zoveel als sommige andere

duikers. Het gaat vaak om kortdurende projecten van een

week of tien dagen.”

Wat is het moeilijkste van het onderwaterlassen?“Het zijn de invloeden om je heen die het werk soms

moeilijk maken, zoals zware stromingen, koud water of

slecht zicht. Ook kan de omgeving zwaar zijn aange-

groeid, en moet je eerst met de hogedrukspuit aan de slag,

of zelfs gritstralen om een schoon werkoppervlak te krij-

gen. Het duiken zelf is alleen maar een manier om bij je

werk te komen, en daar moet je zo ervaren in zijn dat je

automatisch doet wat nodig is. Je moet je helemaal kun-

nen concentreren op je werk.”

Tot op welke leeftijd kun je dit werk doen?“Eigenlijk zo lang je fit genoeg bent. Als beroepsduiker

moet je elk jaar een medische keuring ondergaan. Dat is

een uitvoerige keuring waarbij er bijvoorbeeld hartfilm-

pjes worden gemaakt in rust en terwijl je fietst. Om de vijf

jaar worden er ook longfoto’s gemaakt. Zolang je medisch

goedgekeurd bent mag je werken als duiker, maar als ik

kijk naar mijn collega’s dan is de oudste net onder de vijf-

tig.”

Als een lasser nu denkt: dat wil ook. Wat kan hij danhet beste doen?“Allereerst een opleiding volgen tot beroepsduiker. Bij het

NDC kun je daarover alle informatie krijgen. Ik kon des-

tijds nog in Delft terecht, maar nu moet je ervoor naar

Noorwegen. Het Nederlandse examen wordt wel nog af-

genomen door het NDC. Na je duikopleiding is het be-

langrijk om zoveel mogelijk duikervaring op te doen. Je

moet je helemaal op je gemak voelen onder water, want

het duiken zelf is voor een onderwaterlasser slechts bij-

zaak. Het gaat erom dat je geconcentreerd en strak kunt

lassen, ook al is het dan onder bijzondere omstandighe-

den. Tot slot is het belangrijk om je onderwaterlascertifi-

caat te halen. Daarmee toon je aan dat je laswerk kunt

maken dat voldoet aan de strengste eisen.”

Naam: Jeroen Reynart - Leeftijd: 31 jaarFunctie: Duiker/onderwaterlasser en duikploegleider/supervisor bij BoskalisOffshore Subsea Services, onderdeel van Royal Boskalis Westminster N.V.

door Margriet Wennekes,

42

onderwatervan de MaandDe Lasser

Page 24: Downloaden (PDF, 8.71MB)

Dit nummer van Lastechniek is gewijd aan de off-shoretechniek. Offshore-activiteiten hebben meestalbetrekking op de winning van olie en gas. Het gaat omactiviteiten die plaatsvinden op enige afstand van dekust. Tot de offshore-activiteiten behoort ook in toene-mende mate windenergie. Veel windmolens zijn in zeegeplaatst en het aantal windmolens zal daar de ko-mende tijd alleen maar toenemen. Het ontwerpen,bouwen, plaatsen en onderhouden van kunstwerkenkan gerekend worden tot de offshoretechniek.

De offshoretechniek is een niet onbelangrijke activiteitvoor de Nederlandse laswereld. Offshore-installatiesworden ook wel kunstwerken genoemd. Ik vind dateen schitterend woord. Het geeft aan dat het geen na-tuurlijke zaak is, maar door mensen gebouwde instal-laties. Het zijn kunstwerken in meerdere opzichten. Inplaats van offshore mag ik graag het woord buiten-gaats gebruiken. Nog fraaier vind ik de term aflandigals tegenstelling van inlandig. De Engelse term off-shore is zo ingeburgerd dat deze niet meer weg tedenken is, ook al vind ik buitengaats een veel mooierwoord. Nu zult u zeggen bij het gebruik van Engelsetermen dat de pot de ketel verwijt dat hij zwart ziet,want onderteken ik de column niet met Willem de Wel-der? Ik kan er niets aan doen dat ik nu eenmaal Willemheet en dan ligt Willem de Welder voor de hand. Als ikLeo had geheten, dan had ik de column ondertekendmet Leo de Lasser.

De offshore is van belang voor de laswereld en het isgoed daar eens speciale aandacht aan te besteden.Zelf heb ik weinig met deze industriële tak te maken.Mijn enige offshore-activiteit is, u raadt het al, buiten-gaats vissen. Dat doe ik een paar keer per jaar enneem de vangst mee naar huis. Mijn hele familie wordtal zenuwachtig als ze horen dat ik weer zo nodig dezee op moet. Dat wordt weer dagen, zo niet weken, viseten en het diepvriesvak van de koelkast stinkt nogmaandenlang naar vis.

Genoeg over mijn buitengaatse activiteiten. We gaaneerst Kerstmis vieren. Als het aan de katholieke bis-schoppen ligt dan zingen we geen Stille Nacht meeren ook niet De herdertjes lagen bij nachte. Blijkbaarmoet Kerstmis evenals Sinterklaas om zeep wordengeholpen. Rare jongens, die bisschoppen, zou Obelixzeggen.

Het jaar 2013 was een vreemd jaar. Dat komt vast doorhet getal 13. De economische recessie duurde voorten wereldwijd hadden we de ene ramp na de andere.Nee ik ben blij dat het jaar erop zit en begin weer metgoede moed aan het nieuwe jaar.

Buitengaats

Lastechniek #2

Voor redactionele bijdragen en advertenties kunt u ons bellen071 589 56 44 of e-mailen: [email protected]

verschijnt begin februari

T: F: E:

www.wtt-lasopleidingen.nl

Investeer in je toekomst met een lasopleiding bij WTT:

RUBRIEK december 2013

44

Page 25: Downloaden (PDF, 8.71MB)

Henkel Benelux Adhesive TechnologiesT +32 (0)2 421 25 59F +32 (0)2 421 25 99E [email protected]

Henkel is wereldmarktleider op het vlakvan oplossingen voor lijmen, afdichtenen oppervlaktebehandeling.

46

BRANCHESdecember 2013

47

InterlasTheemsweg 4 - 3197 KM RotterdamT 0181 29 57 50 - F 0181 21 81 24E [email protected]

Lincoln Electric Smitweld B.V.Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

Lincoln Electric Smitweld B.V.Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

ADVIES en CONSULTANCY

AFZUIGINSTALLATIES enLUCHTBEHANDELING

AUTOMATISCHE LASHELMEN

GEAUTOMATISEERD SNIJDEN

INDUSTRIËLE GASSEN

LASACCESSOIRES

LASAPPARATUUR ENANDERE TOEBEHOREN

ADK TechniekStaalindustrieweg 15Postbus 60 - 2950 AB AlblasserdamT 078 750 38 20 - F 078 750 38 21E [email protected]

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Valk Welding B.V.Staalindustrieweg 15Postbus 60 - 2950 AB AlblasserdamT 078 691 70 11 - F 078 691 95 15E [email protected]

Linde Gas Benelux B.V.Havenstraat 1 - 3115 HC SchiedamPostbus 78 - 3100 AB SchiedamT 010 246 14 70 - F 010 246 15 06E [email protected]

Linde Gas Benelux B.V.Havenstraat 1 - 3115 HC SchiedamPostbus 78 - 3100 AB SchiedamT 010 246 14 70 - F 010 246 15 06E [email protected]

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

AIB-Vinçotte Nederland B.V.Takkebijsters 8 - 4817 BL BredaPostbus 6869 - 4802 HW BredaT 076 571 22 88 - F 076 587 47 60E [email protected]

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

Zekeringstraat 33 - 1014 BV AmsterdamT +31 (0)20 556 35 55E [email protected] 18 - 4824 GN BredaT +31 (0)76 5424 300E [email protected]

Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda,Hengelo, Rotterdam, Veendam.

Exova B.V.Hofweg 5 - 3208 LE SpijkenisseT 0181 61 71 44E [email protected]. Nemostraat 12 - 7821 AC EmmenT 0591 61 85 55E [email protected]

CHEMISCHE METAAL-OPPERVLAKTEBEHANDELING

Henkel Benelux Adhesive TechnologiesT +32 (0)2 421 25 59F +32 (0)2 421 25 99E [email protected]

Henkel is wereldmarktleider op het vlakvan oplossingen voor lijmen, afdichtenen oppervlaktebehandeling.

Vecom Metal Treatment B.V.Mozartlaan 3 - 3144 NA MaassluisT 010 593 02 99 - F 010 593 02 23E [email protected]

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

Lincoln Electric Smitweld B.V.Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

Nederman/Lebon & GimbrairVoltaweg 32 - 3752 LP BunschotenPostbus 225 - 3750 GE BunschotenT 033 298 81 22 - F 033 298 80 24E [email protected]

ATTC B.V.Fornheselaan 2443734 GE Den DolderT 030 225 95 00 - F 030 225 95 01E [email protected]

Slijtdelen voor snijprocessen: plasma,autogeen, laser.Slijtdelen voor lasprocessen: MIG, TIG,OP. Las- en snijtoortsen

KEURINGEN

De Vlamboog B.V.Wijkermeerstraat - 2131 HB HoofddorpPostbus 298 - 2130 AG HoofddorpT 023 567 55 00 - F 023 563 74 91E [email protected]

WTT LasopleidingenTheemsweg 4 - 3197 KM RotterdamT 0181 29 57 50 - F 0181 21 81 24E [email protected]

HoofdkantoorDukdalf 11 - 9206 BE DrachtenPostbus 505 - 9200 AM DrachtenT 0512 52 40 08E [email protected]

Kwaliteitsmanagement |Lasconsultancy | Inspectie

Drachten | Zutphen | Rotterdam

BRANCHES december 2013

Lincoln Electric Smitweld B.V.Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

Lincoln Electric Smitweld B.V.Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

LASTOORTSEN

Valk Welding B.V.Staalindustrieweg 15Postbus 60 - 2950 AB AlblasserdamT 078 691 70 11 - F 078 691 95 15E [email protected]

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

ADK TechniekStaalindustrieweg 15Postbus 60 - 2950 AB AlblasserdamT 078 750 38 20 - F 078 750 38 21E [email protected]

ADK TechniekStaalindustrieweg 15Postbus 60 - 2950 AB AlblasserdamT 078 750 38 20 - F 078 750 38 21E [email protected]

LAS- EN SNIJTOORTSEN

LASTOEVOEGMATERIALEN

MANIPULATOREN ENMECHANISATIE

MECHANISATIE EN AUTOMATISERING

Valk Welding B.V.Staalindustrieweg 15Postbus 60 - 2950 AB AlblasserdamT 078 691 70 11 - F 078 691 95 15E [email protected]

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Dumeta import / export B.V.Marconistraat 26 - 7575 AR OldenzaalT 0541 53 33 69 - F 0541 53 33 71E [email protected]

ATTC B.V.Fornheselaan 2443734 GE Den DolderT 030 225 95 00 - F 030 225 95 01E [email protected]

Slijtdelen voor snijprocessen: plasma,autogeen, laser.Slijtdelen voor lasprocessen: MIG, TIG,OP. Las- en snijtoortsen

ATTC B.V.Fornheselaan 2443734 GE Den DolderT 030 225 95 00 - F 030 225 95 01E [email protected]

Slijtdelen voor snijprocessen: plasma,autogeen en laser.Slijtdelen voor lasprocessen: MIG, TIGen OP. Las- en snijtoortsen

Zekeringstraat 33 - 1014 BV AmsterdamT +31 (0)20 556 35 55E [email protected] 18 - 4824 GN BredaT +31 (0)76 5424 300E [email protected]

Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda,Hengelo, Rotterdam, Veendam.

Exova B.V.Hofweg 5 - 3208 LE SpijkenisseT 0181 61 71 44E [email protected]. Nemostraat 12 - 7821 AC EmmenT 0591 61 85 55E [email protected]

Henkel Benelux Adhesive TechnologiesT +32 (0)2 421 25 59F +32 (0)2 421 25 99E [email protected]

Henkel is wereldmarktleider op het vlakvan oplossingen voor lijmen, afdichtenen oppervlaktebehandeling.

LIJMEN

Lorch Lastechniek B.V.Postbus 5 - 2200 AA NoordwijkT 071 362 56 27 - F 071 362 38 85E [email protected]

Magnatech International B.V.De Amer 24 - 8253 RC DrontenT 0321 38 66 77 - F 0321 31 41 65E [email protected]

LASKWALIFICATIES/CERTIFICERING

Valk Welding B.V.Staalindustrieweg 15Postbus 60 - 2950 AB AlblasserdamT 078 691 70 11 - F 078 691 95 15E [email protected]

InterlasTheemsweg 4 - 3197 KM RotterdamT 0181 29 57 50 - F 0181 21 81 24E [email protected]

InterlasTheemsweg 4 - 3197 KM RotterdamT 0181 29 57 50 - F 0181 21 81 24E [email protected]

WTT LasopleidingenTheemsweg 4 - 3197 KM RotterdamT 0181 29 57 50 - F 0181 21 81 24E [email protected]

Page 26: Downloaden (PDF, 8.71MB)

Proven Welding Solutionsfor HYSS ApplicationsVoor meer informatie vraag het uw OERLIKON leverancier:Air Liquide Welding België SA Tel: +32 (0)16 80 48 20Air Liquide Welding Nederland BV Tel: + 31 (0)76 541 00 80www.oerlikon-welding.com

Een complete rangelastoevoegmaterialen.Het aantal toepassingen instaalsoorten met eenhogere treksterkte neemtsterk toe, met name in deoff-shore, pipe-lay,kranenbouw, scheepsbouwen infrastructuur.Lastoevoegmaterialen vanOERLIKON, onder te verdelenin beklede elektrode, gevuldeen massieve MAG-draden enOP draad poedercombinaties, zijn speciaalontwikkeld om aan de hogeeisen te voldoen.Voor OERLIKON kiezenverzekert u van een optimaalpresterend product,vervaardigd in Europesefabrieken, met eenondersteuning en expertisevan een internationaalnetwerk.

48

ROBOTS EN ROBOTISERING

SNIJDEN

ATTC B.V.Fornheselaan 2443734 GE Den DolderT 030 225 95 00 - F 030 225 95 01E [email protected]

Slijtdelen voor snijprocessen: plasma,autogeen en laser.Slijtdelen voor lasprocessen: MIG, TIGen OP. Las- en snijtoortsen

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

VOORBEWERKINGSAPPARATUURVOOR PIJP EN PLAAT

WARMTEBEHANDELING

Delta Heat Services B.V.Scheelhoekweg 2 - 3251 LZ StellendamPostbus 52 - 3250 AB StellendamT 0187 49 69 40 - F 0187 49 68 40E [email protected]

• Elektrisch voorwarmen en gloeien• Inductie verwarmen• Stationaire gloeiovens• Mobiele gloeiovens• Uitdrogen beton / coatings• Verhuur / verkoop• Advisering

PLASMASNIJDEN

ATTC B.V.Fornheselaan 2443734 GE Den DolderT 030 225 95 00 - F 030 225 95 01E [email protected]

Slijtdelen voor snijprocessen: plasma,autogeen en laser.Slijtdelen voor lasprocessen: MIG, TIGen OP. Las- en snijtoortsen

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

ORBITAAL EN APPARATUUR

OPLEIDINGEN EN CURSUSSEN

De Groot Lasopleidingen B.V.Weidehek 24 - 4824 AS BredaT 076 541 07 20 - F 076 542 72 95E [email protected]

Lastechnische opleidingen, adviseringen certificering.

Hogeschool Utrecht, Centrum voor Natuur & Techniek en ROC Midden NederlandNIL erkende opleidingen voor alle niveau’s en processen. • International Welding Engineer (IWE/ LPI)

• International Welding Technologist (IWT/ MLT)

• Verkorte combinaties van IWT met Inspectie en

keuring mogelijk.

• Lastechnisch construeren, Workshop lasnormen,

Lasopleidingen MIG/MAG, BMBE, TIG, Autogeen,

Laskwalificalties/ certificeringen, SMLT

Ook cursussen op gebied van Materia-len, Procestechnologie, Onderhoud &Inspectie, Engineering, Bedrijfskunde(hbo, post-hbo en masterniveau).

Meer informatie CvNT Lenneke KokT 088 481 88 88E [email protected]

Meer informatie ROC Joost ZijderveldT 030 754 69 03E [email protected]

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Exova B.V.Hofweg 5 - 3208 LE SpijkenisseT 0181 61 71 44E [email protected]. Nemostraat 12 - 7821 AC EmmenT 0591 61 85 55E [email protected]

ONDERZOEK

ONDERHOUD & NIEUWBOUWINSPECTIE

3P Project Services B.V.Nijverheidsweg 4 - 4854 MT BavelT 0161 43 85 00 - F 0161 43 85 01E [email protected]

Totaalproject in inspectie en lastechnischeondersteuning en projectmanagement

Magnatech International B.V.De Amer 24 - 8253 RC DrontenT 0321 38 66 77 - F 0321 31 41 65E [email protected]

Valk Welding B.V.Staalindustrieweg 15, Postbus 60 - 2950 AB AlblasserdamT 078 691 70 11 - F 078 691 95 15E [email protected]

Materiaal Metingen Testgroep B.V.MME GroupRietdekkerstraat 16 - RidderkerkPostbus 4222 - 2980 GE RidderkerkT 0180 48 28 28 - F 0180 46 22 40E [email protected]

Zekeringstraat 33 - 1014 BV AmsterdamT +31 (0)20 556 35 55E [email protected] 18 - 4824 GN BredaT +31 (0)76 5424 300E [email protected]

Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda,Hengelo, Rotterdam, Veendam.

Exova B.V.Hofweg 5 - 3208 LE SpijkenisseT 0181 61 71 44E [email protected]. Nemostraat 12 - 7821 AC EmmenT 0591 61 85 55E [email protected]

NDO/DO ONDERZOEK

Lincoln Electric Smitweld B.V.Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

Lincoln Electric Smitweld B.V.Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

Rolan Robotics B.V.De Corantijn 6 - 1689 AP ZwaagPostbus 135 - 1620 AC HoornT 0229 24 84 84 - F 0229 27 27 07E [email protected]

WTT LasopleidingenTheemsweg 4 - 3197 KM RotterdamT 0181 29 57 50 - F 0181 21 81 24E [email protected]

Hoofdkantoor Dukdalf 11 - 9206 BE Drachten Postbus 505 - 9200 AM Drachten T 0512 52 40 08E [email protected]

Kwaliteitsmanagement |Lasconsultancy | Inspectie

Drachten | Zutphen | Rotterdam

BRANCHES december 2013

Page 27: Downloaden (PDF, 8.71MB)