Downloaden (PDF, 4.04MB)

19
Onafhankelijk vakblad voor lassen, lijmen en snijden Nummer 5 | mei 2015 Automatisch programmeren lasrobots Nieuwe ontwikkelingen TIG-toortsen ‘Ik wil de beste lasser worden’ In dit nummer:

Transcript of Downloaden (PDF, 4.04MB)

Page 1: Downloaden (PDF, 4.04MB)

Onafhankelijk vakblad voor lassen, lijmen en snijden Nummer 5 | mei 2015

Automatisch programmeren lasrobotsNieuwe ontwikkelingen TIG-toortsen‘Ik wil de beste lasser worden’

In dit nummer:

Page 2: Downloaden (PDF, 4.04MB)

www.vakbladlastechniek.nlUitgaveISSN 0023-8694Lastechniek wordt uitgegeven in opdracht van het Nederlands Instituutvoor Lastechniek (NIL) in samenwerking met het Belgisch Instituutvoor Lastechniek (BIL).RedactieBert de Jong, Fleur Maas, Rolf Mul, Leo Vermeulen, Bart Verstraeten,Margriet WennekesEindredactieMargriet Wennekes, Leo Vermeulen (techniek)UitgeverBert de JongAdvertentiesCon-Sell, Rolf MulT 06 12 50 90 58 - E [email protected] Barendse, Ruud van Bezooijen, Tim Blok, Leen Dezillie, Rob Helmich, Marcel Hermans, Michel van ‘t Hof, Piet van der Horst,Michael Jak, Pieter Keultjes, Marco Kraaijeveld, Maurice Mol, Ed Mulder, Johan Schelfhorst, Frank Smit, Wil van der Stap, Erik Steenkist, Gregor Tokarenko, Fred Vasquez, Adriaan Visser

Adressen Nederlands Instituut voor LastechniekPostbus 190 - 2700 AD ZoetermeerT 088 018 70 00 - E [email protected] - www.nil.nl

Belgisch Instituut voor Lastechniek vzwTechnologiepark 935 - B-9052 Zwijnaarde, BelgiëT +32 9 292 14 05 - F +32 9 292 14 01, E [email protected] - www.bil-ibs.be

OPUS communicatie-ontwerpFruitweg 24 j - 2321 GK Leiden, T 071 589 56 44 - F 071 541 41 50E [email protected]

Abonnementen Voor particulieren in Nederland € 62,50 op privé-adres, voor bedrijvenin Nederland per abonnement. Voor studenten en senioren geldt in Nederland een speciaal tarief.

Voor abonnementen in België kunt u contact opnemen met [email protected] zijn excl. btw.

Lastechniek verschijnt tien keer per jaar en wordt toegezonden aandeelnemers van het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) en hetBelgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) en andere geïnteresseerdenen belanghebbenden in de verbindingstechniek. Voor vragen overabonnementen kunt u terecht bij het NIL of het BIL voor België. Het abonnement geldt voor een geheel jaar. Opzeggingen per aan-getekend schrijven vóór 1 oktober van het lopende jaar.

Verzendadres wijzigen? Stuur dan het etiket met verbeterd adres retour.Alle advertentiecontracten worden afgesloten conform de regels voorhet Advertentiewezen gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland.

Ontwerp en lay-out OPUS communicatie-ontwerp, Leiden.

Hoewel de informatie gepubliceerd in deze uitgave zorgvuldig is uitgezocht en waar mogelijk gecontroleerd, sluiten de uitgever en de redactie uitdrukkelijk iedere aansprakelijkheid uit voor eventuele onjuistheden en/of onvolledigheid van de verstrekte gegevens.

©2015 - Overname van artikelen is slechts mogelijk na verkregen schriftelijke toestemming van de uitgever.

Colofon

Misschien kunt u het zich nog herinneren: in juni 2013 pu-bliceerden we een artikel over de bouw van de ‘Ponte Pa-lazzo’ ofwel de ‘Paleisbrug’ in Den Bosch. Op zaterdag 9mei 2015 is deze brug, vervaardigd uit cortenstaal, ondergrote belangstelling van de Bosschenaren feestelijk ge-opend. Hiermee is Den Bosch een kostbare, maar vooral bij-zondere brug rijker. De Paleisbrug is namelijk niet zomaareen fiets- en voetgangersbrug die de historische binnenstadverbindt met het moderne Paleiskwartier, maar tevens eenpark met bomen, struiken en gras. Het is na de ‘High Line’in New York de tweede parkbrug ter wereld. Verder is hetbouwwerk voorzien van een bijzondere liftconstructie voorfietsers, vloerverwarming tegen bevriezing, én wifi. De mo-gelijkheid om gebruik te maken van draadloos internet,maakt deze brug nog meer tot een verbindend element.

Internet, e-mail, wifi, social media: ook vakblad Lastechniekgaat mee met zijn tijd en volgt de snelle ontwikkelingen opdit gebied. Op onze vernieuwde website www.vakbladlas-techniek.nl vindt u niet alleen actueel nieuws, praktische in-formatie en downloadbare edities, maar ook berichten viaTwitter en Instagram. Heeft een papieren blad nog wel be-staansrecht, nu de informatie- en communicatiemogelijkhe-den via internet zo uitgebreid zijn? Wij zijn overtuigd van wel,en zien het blad als een solide basis om onze doelgroep tevoorzien van relevante informatie, verdiepende artikelen, enherkenbare verhalen van vakgenoten. Anders dan internet,waar ieder voor zich praktisch alles kan opzoeken waar zijnbelangstelling naar uitgaat, werkt een blad verbindend vooreen lezersgroep. Een papieren uitgave is bovendien mindervluchtig en nodigt uit tot bladeren en herlezen. Maar we wil-len meer bieden dan een blad. Als makers van Lastechniekstreven we ernaar om het goede van het gedrukte blad tebehouden en daarnaast de vele online mogelijkheden te be-nutten. Zoals Reint Jan Renes, lector Crossmediale Com-municatie van de Hogeschool Utrecht het onlangsverwoordde tijdens een congres: "Lezers zitten zowel onlineals offline. Dus zorg er vooral voor dat je overal bent waar jelezer is."

We wensen u veel leesplezier en nodigen u uit om ook onzewebsite regelmatig te bezoeken.

De makers van Lastechniek

Niet zomaareen brug

LASTECHNIEK VOORWOORD - mei 2015

Valk Welding verzorgde de automatisering van het

programmeer- en lasproces voor de productie van de

3D gebogen raildelen van de trapliften die ThyssenKrupp Encasa produceert.

“Met deze automatiseringsslag kunnen we enkelstuks op een rendabele

manier produceren en met een hoge kwaliteit aan de groeiende marktvraag

voldoen.”

Zorgt dat het hele lasproces optimaal verloopt

Service, training en parts dicht bij huis

Specialisten op las- en robotgebied

Complete systemen uit één hand

Smart Industry Robot Solutions

“Rendabel geautomatiseerd

in seriegrootte 1”

Valk Welding [email protected]

tel. 078 69 170 11 www.valkwelding.com

Erik Steenkamer, voormalig directeur ThyssenKrupp Encasa:

Page 3: Downloaden (PDF, 4.04MB)

Inhoud #5 mei 2015

LASTECHNIEKwordt uitgegeven door OPUS communicatie-ontwerp in opdracht van het Nederlands Instituut voor Lastechniek in samenwerking met het Belgisch Instituut voor Lastechniek

www.vakbladlastechniek.nl

04 Vanuit de verbindingswereld

10 Automatisch programmeren lasrobots:

toekomstmuziek of werkelijkheid?

14 Lagere weerstand leidt tot

hoger rendement van TIG-toortsen

Het efficiënt kunnen

produceren van kleine

seriegroottes en mass

customization vormen een

belangrijke uitdaging,

wat vraagt om een

automatische workflow

van de programmering.

In hoeverre kunnen

lasrobots al automatisch

geprogrammeerd worden? 10 18

28

Foto: AZZ WSI

Coverfoto: Raymond den Haan bij MultiMetaal in Den Helder

Foto: Rolan Robotics

Foto: Raymond den Haan

18 Geautomatiseerd oplassen van

drukvaten en boilers

22 Laskennis opgefrist

27 Willem de Welder

28 Vaktrots

30 Brancheregister

Voor de komende editie van LASTECHNIEK, een themanummer over ontwikkelingen op de Arbeidsmarkt, zijn wij op

zoek naar zzp’ers met een bijzonder verhaal én naar werkgevers die veel werken met zzp’ers.

Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek laten zien dat het aantal zzp’ers in de afgelopen tien jaar is toe-

genomen. Wij zien dit ook terug onder lassers en lastechnici. Is dit een ontwikkeling die vooral uit nood geboren is,

of biedt het flexibiliseren van de arbeidsmarkt juist nieuwe kansen? Wie zijn deze zzp’ers, welke diensten verlenen

ze, voor welke opdrachtgevers zijn ze interessant en wat zijn de voor- en nadelen van de toename van het aantal

zzp’ers? In het komende themanummer proberen we antwoord te krijgen op deze vragen.

Bent u als zzp’er werkzaam in de verbindingstechniek, of werkt u als opdrachtgever veel met zzp’ers, en wilt u uw

verhaal vertellen in LASTECHNIEK, laat het ons weten via [email protected]. Wij nemen dan zo spoedig

mogelijk contact met u op.

6

Page 4: Downloaden (PDF, 4.04MB)

4 5

LASTECHNIEK BERICHTEN - mei 2015 LASTECHNIEKmei 2015

Eenvoudige bedieningHet nieuw ontworpen 3M™ Speedglas™ zilveren front-paneel 9100 XXi moet samen worden gebruikt met het3M Speedglas lasfilter 9100Xxi, aangezien het beschiktover een extern bedieningselement voor slijpstand engeheugenfuncties van de lasfilter. Een druk op de knopvan het externe, zilveren front is voldoende om de filtervast te zetten in kleur 3 lichtstand voor slijpwerk. Doornog eens op de knop te drukken wordt de automatischdonkerkleurende functie opnieuw geactiveerd, zodat degebruiker weer kan lassen.

Individuele instellingMet de nieuwe geheugenfuncties kan de lasser snelschakelen tussen twee verschillende lasfilterinstellingen.De geheugenfuncties beschikken over een individueleinstelling voor donkerstand, omschakeling met gevoe-ligheidsinstelling en donker-lichtvertraging. Door bij-

Het merk Migatronic wordt in Nederland vertegenwoordigd door een netwerk van dealers. Sinds kort is dit net-werk uitgebreid met een nieuw dealerschap. Afgelopen maand hebben Wim de Groot (directeur van De GrootLasopleidingen) en Albert van Bakel (directeur Migatronic Nederland) elkaar de hand geschud op een vruchtbaresamenwerking.

DienstenDe Groot Lasopleidingen in Breda gaat zijn diensten uit-breiden met het leveren van Migatronic lasmachines enaccessoires, zoals lastoortsen en slijtdelen. Naast hetdealerschap gaat het bedrijf fungeren als servicepart-ner, onder andere door het leveren van originele onder-delen van machines. De Groot ziet deze nieuweactiviteiten als een mooie aanvulling op de bestaandeactiviteiten, die tot nu toe bestonden uit het aanbiedenvan opleidingen en het bemiddelen voor technisch per-soneel via een technisch uitzendbureau en een deta-cheringsbedrijf. Directeur Wim de Groot: “We kunnennu als totaalleverancier de markt voorzien van opleidin-gen, kennis, gekwalificeerd personeel en vele productenop het gebied van lasbenodigdheden. In principe willenwe een zo breed mogelijk assortiment aan productenkunnen aanbieden.”

WebwinkelDe Groot zal zich met zijn nieuwe activiteiten vooral rich-ten op bedrijven in de regio Midden- en West-Brabant,maar ook op bestaande klanten uit andere gebieden.“Onze doelgroep bestaat eigenlijk uit alle bedrijven waargelast wordt, van constructiebedrijven tot roestvast-staalverwerkende bedrijven en van autoschadebedrij-ven tot aluminium jachtenbouwers.” De nieuwe dealer

voorbeeld de knop op het externe, zilveren front langeringedrukt te houden, kan de lasser van TIG-lassen metlage stroomsterkte overgaan naar MIG-lassen met hogestroomsterkte. Het externe zilveren front kan gemakke-lijk worden geactiveerd met handschoenen aan, aan-gezien er geen kabels in de weg zitten.

UpgradeLassers die momenteel beschikken over een 3M™Speedglas™ 9100/9100 Air of 3M™ Speedglas™ 9100-QR laskap kunnen gemakkelijk upgraden en profiterenvan alle nieuwe mogelijkheden. Lassers die gebruikmaken van 3M™ Speedglas™ 9100 FX/9100 FX Air/9100MP laskappen kunnen met het 3M Speedglas 9100XXifilter profiteren van de verbeterde optische eigenschap-pen en ook van de Auto-AAN/UIT functie. Ze zullen geengebruik kunnen maken van slijpstand en geheugen-functies op basis van het externe bedieningselementaangezien de zilveren frontpanelen van deze laskappenanders zijn ontworpen.

www.3m.nl

Meer natuurlijke kleurenen contrast voor lassers

De Groot breidt diensten uit met dealerschap

De nieuwe automatisch donkerkleurende Speed-glas 9100XXi lasfilterkit van 3M biedt een reeks ver-beterde functies. Dankzij de speciaal ontworpenoptische eigenschappen van de nieuwe filter zienlassers meer details - zo kunnen ze zich beter rich-ten op lasvoorbereiding, lastechniek, precisieslijp-werk en inspectie van net uitgevoerde lassen.

Lassers kunnen hiermee ook gemakkelijker kleurenherkennen in hun werkomgeving, zoals de ge-kleurde bedieningspanelen op hun lasmachines.

gaat zijn producten aanbieden via een webwinkel dieonlangs online is gegaan. De bestaande relaties zullenvia nieuwsbrieven en promotiematerialen op de hoogteworden gesteld van het aanbod. “Naast het leveren vande apparatuur zullen we advies en producttrainingengeven, en als geautoriseerde partner leveren we ookservice en onderhoud.”

www.lasopleidingen.nl | www.migatronic.nl

Meer informatie vindt u op www.nil.nl

2-daagse Workshop

LASMETHODEKWALIFICATIESHet opstellen en behalen van

advertentie

Page 5: Downloaden (PDF, 4.04MB)

6

LASTECHNIEK BERICHTEN - mei 2015

7

LASTECHNIEKmei 2015

TIG-lassen en claddenMaterialsgroeit verder

tijdens opendagen in Nantes

Op 23 en 25 juni 2015 organiseert Polysoude opendagen bij de hoofdvestiging in Nantes (Frankrijk). Hetbedrijf zal tijdens die twee dagen de nieuwste ontwik-kelingen presenteren op het gebied van lassen encladden met behulp van het TIG-proces. De opendagen zijn gericht op professionals en beslissers uitde meest uiteenlopende sectoren, die in hun bedrijf temaken hebben met het lassen van producten.

WorkshopsIn verschillende praktische workshops zal het orbitaleen geautomatiseerde TIG-lassen en cladden onder deloep worden genomen. Deze technieken worden toe-gepast in een brede range van sectoren, zoals kern- enzonne-energiecentrales, gas- en oliewinning, luchtvaart,waterbehandeling, voedingsindustrie, farmaceutischeindustrie enzovoort.

TIG-lassen grote materiaaldiktesHet Hot-Wire TIG-proces kan worden ingezet voor hetorbitaal lassen van grotere materiaaldiktes met een re-latief grote lassnelheid. Automatisering van dit procesgarandeert een foutloze productie. Voor zeer dikke ma-terialen kan de productiviteit verder worden opgevoerddoor het verkleinen van de lasnaden en daarmee hetlasvolume. Gebruik van een automatisch bewegendelaskop met een Narrow-Gap-toorts beperkt de hoeveel-heid neer te smelten lasmetaal. Een goede lasnaad-voorbereiding kan nog meer tijd- en materiaalwinstopleveren.

Op 22 en 23 april organiseerde Mikrocentrum de derdeeditie van de Vakbeurs Materials. De bijna 1.400 be-zoekers lieten zich informeren en inspireren door eenhonderdtal exposanten uit binnen- en buitenland, hetuitgebreide congresprogramma en de Materia ten-toonstelling. “De reacties zijn positief en bieden we-derom veel perspectief voor de toekomst”, aldus Timovan Leent, manager Materials.

Stormachtige ontwikkelingen“De innovaties op het gebied van materialen, materiaal-bewerking en -karakterisering, oppervlakte- en verbin-dingstechnieken zijn stormachtig. Steeds meer geavan-ceerde materialen worden in producten toegepast endat zijn dan vaak combinaties van verschillende materi-alen met elk hun eigen kenmerken en productieproces.Uitwisseling van kennis en ervaring van materialen van-uit verschillende toepassingsgebieden is daarbij onmis-baar.”

Vakbeurs en congresprogrammaDe vakbeurs werd wederom ondersteund door een con-gresprogramma, dat ook dit jaar goed werd bezocht. Dederde editie stond in het teken van allerlei ‘materiaaluit-dagingen’, zoals corrosie, hechting, temperatuurbe-stendigheid, hergebruik, recyclebaarheid, slijtvastheid,wrijvingsweerstand, UV-bestendigheid en vervormbaar-heid. Hierdoor konden de bezoekers gericht de standsvan hun belangstelling bezoeken en lezingen bijwonen.“Het blijft uitermate zinvol om het grote publiek met debelangrijke ontwikkelingen bekend te maken. De velelezingen ondersteunen hierbij de beursvloer.”

Veel animo voor duo Materia tentoonstellingTijdens de beurs was Materia aanwezig met de duoten-toonstelling `Lightweight & Bio-based Materials`. Dezetentoonstelling stond volledig in het teken van de mate-rialen van de toekomst. Lichtgewicht geschuimde ma-terialen, 3D geprinte materialen, opblaastextiel,vernuftige cellenstructuren en dunne laminaten zijnvoorbeelden van materialen van de toekomst. En wat tedenken van duurzame biocomposieten, foammaterialenen nieuwe honingraatpanelen?De volgende Materials is op 20 & 21 april 2016.

www.materials.nl

Orbitaal TIG-lassen met hoge kwaliteit en productivi-teitAls lassen van hoge kwaliteit vereist zijn, is orbitaal TIG-lassen een goede technologie voor pijp-pijp- of pijp-flensverbindingen. Met of zonder gebruik vantoevoegmateriaal is dit een stabiel en betrouwbaar pro-ces dat kan worden toegepast op staal, roestvast staal,titanium, nikkel en aluminiumlegeringen. Het proces kangeautomatiseerd worden voor reproduceerbare lassenvan hoge kwaliteit. De apparatuur voor orbitaal lassenis geschikt voor toepassing in moeilijke omgevingen,zoals besloten ruimtes, moeilijk toegankelijke of slechtzichtbare plaatsen. Alle machines bieden de mogelijk-heid om de lasparameters continu te beheersen en teregistreren.

CladdenHet TIG-cladden is een andere toepassing van het TIG-proces. Dit proces wordt toegepast om de levensduurvan onderdelen te verlengen of voor de afwerking vannieuwe producten. Het cladden wordt ook toegepast omeen tussenlaag aan te brengen voor het verbinden vanheterogene materialen. De TIGer technologie van Poly-soude is gebaseerd op een speciaal toortsontwerp,waarmee twee TIG-bogen naast elkaar kunnen bewe-gen. Hiermee wordt niet alleen de productiviteit ver-hoogd, maar wordt ook de samenstelling en dikte vande opgelaste laag beter gecontroleerd.

Driedimensionaal TIG-lassenSommige werkstukken kunnen niet geroteerd wordenvanwege hun vorm of gewicht. Ook voor deze toepas-singen zijn machines met speciale laskoppen ontwik-keld. Hiermee kunnen werkstukken met complexevormen gemakkelijker gelast of geclad worden.

www.polysoude.com

Nieuwste ontwikkelingen

Page 6: Downloaden (PDF, 4.04MB)

8

LASTECHNIEK BERICHTEN - mei 2015

9

LASTECHNIEKmei 2015

Duurzame innovatie“Samen met onze partner Magnet-Physik uit Keulenmaken wij het elektromagnetisch-pulsvormen (EMPF)bereikbaar voor alle industrieën waar componenten aanelkaar worden verbonden”, vertelt Jeroen Rondeel, di-recteur van Pulseform. De opening van Pulseform vondplaats in het Blue Innovation Center in Venlo. “Doordathier veel technische en creatieve bedrijven bij elkaar zit-ten, delen we kennis en helpen we elkaar verder, zowelin technologie als in contact met de markt.” De openingvan Pulseform bestond uit een informatief gedeeltewaarin de technologie uitgebreid werd toegelicht doorPulseform en Magnet-Physik. Daarna werd de werkingvan de EMPF-machine gedemonstreerd op componen-ten.

MagnetiserenDe belangrijkste technologie die in een EMPF-machinewordt gebruikt is magnetiseren. De technologie mag-netiseert één of beide componenten voor een fractie vaneen seconde en krimpt de delen stevig aan elkaar.“Tests wijzen uit dat met EMPF de verbinding niet meerde zwakste schakel is en dat het onderdeel eerst breektvoordat de verbinding het begeeft. Dit is uiteraard goednieuws voor onderdelen die voor onderhoud onbereik-baar zijn en waarbij de las nu een risico vormt.”

Aluminium, koper, brons en dun staal kunnen wordengecombineerd met andere metalen, plastics, of voorafgecoate onderdelen, zolang het geleidende materiaalaan de buitenzijde van de verbinding zit of er een gelei-dende huls wordt gebruikt. “Een technisch voordeel isdat het krimpende onderdeel door zijn eigen elastischegrens gaat, waardoor een spankracht ontstaat die me-chanisch nooit kan worden gerealiseerd. Kleine tole-ranties zijn mogelijk dankzij het terugveereffect vanverschillende materialen. Dankzij de deelbare veldvor-mer kunnen componenten ook worden verbonden toteen gesloten geheel.”

Op 30 april vond de officiële opening plaats van Pul-seform, een bedrijf dat componenten verbindt meteen techniek op basis van elektromagnetisme(EMPF). Deze techniek wordt gepresenteerd als eenmilieuvriendelijk alternatief voor andere verbin-dingstechnieken, zoals lassen, solderen en lijmen.

Minder slijtdelenDankzij het nieuwe ontwerp worden er minder slijtdelenverbruikt, omdat deze langer meegaan. Het grote con-tactoppervlak zorgt voor een constante en betrouwbarestroomoverdracht en beschermt tegen slijtage. Ook bijwarmteontwikkeling behoudt de toorts zijn grote span-kracht. Deze verbeteringen maken de nieuwe toorts ef-ficiënter om mee te werken, omdat er minderwisseltijden nodig zijn.

Meer gebruiksgemakDe geometrische vorm van de toorts zorgt voor een ef-fectieve en constante gasbescherming. De prestatieszijn vergelijkbaar met het gebruik van een gaslens, maarvergeleken met conventionele ontwerpen is de XCTcompacter en duurzamer gebouwd. De toorts kan wor-den uitgerust met een langer gasmondstuk voor beteretoegankelijkheid.

De TBi XCT 400W is voorzien van een dubbele schake-laar, die geleidelijk ook ingevoerd zal worden bij de an-dere handtoortsen van TBi. Deze zogenaamde‘Precision Switch Dual’ is ontworpen in nauwe samen-werking met klanten en gebruikers, om het gebruiksge-mak van de toorts te verbeteren.

www.tbi-industries.com

TBi Industries GmbH heeft een volledig nieuwecompacte, watergekoelde TIG-toorts ontworpen. Denieuwe toortskop en het speciale koelsysteem vande TBi XCT 400W dragen bij aan een lange levens-duur. Deze eigenschap komt ook tot uiting in denaamgeving van de toorts: XCT staat voor X-tra CoolTungsten.

Nieuwe technologie voor hetverbinden van componenten

In gesprekVolgens de directeur van Pulseform is de EMPF-tech-nologie betaalbaar en betrouwbaar voor alle marktenwaarin wordt gelast, gesoldeerd en gelijmd. “Op onzemachine kunnen wij ontwikkelprojecten vormgeven. Wijvoegen onze kennis van de EMPF-technologie samenmet de applicatiekennis van de klant en komen zo totwerkbare oplossingen. Als de klant vervolgens eeneigen machine wil integreren in zijn productieproces,produceren wij de EMPF-machines. Maar nu is het eerstzaak om de technologie bekendheid te geven en telaten zien dat het echt een milieuvriendelijk alternatief isvoor conventionele verbindingsprocessen. Wij nodigendaarom geïnteresseerden zeker uit met ons in gesprekte gaan en te onderzoeken of dit proces geschikt is voorhun verbindingen.”

www.pulseform.com | www.blue-innovation-center.nl

Nieuwe TIG-toorts voor betereprestaties en betrouwbaarheid

Op 15 februari 2015 is Arie de Visser op 91-jarige leeftijdoverleden. Arie begon zijn carrière in 1948 als chemicus bijWillem Smit & co, later Lincoln Smitweld. Als jonge technicus was hij betrokken bij corrosieonderzoekaan lasverbindingen in roestvast staal. Hij heeft op uitzon-derlijke wijze bijgedragen aan onderzoek, productie en pre-sentatie van beklede elektroden. Arie werd gewaardeerd omzijn goede voorbereiding van discussies, zijn heldere be-toogtrant en zijn innemend optreden. Door zijn inzicht in deEuropese markt was Arie een gewaardeerd lid van de Eu-ropese organisatie van producenten van lasmaterialenCEFE, het huidige EWA.

Overdracht van kennis was voor hem een taak die hij zorg-vuldig en met veel overtuiging uitvoerde. Dit gold zowel voorzijn lezingen als voor zijn lessen tijdens lastechnische ka-dercursussen. In de jaren tachtig had Arie zitting in ver-schillende NIL opleidingscommissies.In 1992 ontving hij de Prof. Geerlingspenning voor zijn bij-drage aan de kennisverspreiding op het gebied van de ver-bindingstechnologie.

Wij wensen zijn vrouw, kinderen en verdere familie veelsterkte toe bij het verwerken van dit verlies.

Bestuur, Raad van Advies en medewerkers van het Neder-lands Instituut voor Lastechniek

In memoriam Arie de Visser

Page 7: Downloaden (PDF, 4.04MB)

10

LASROBOTS - mei 2015LASTECHNIEK

Automatische programmering lasrobots:

11

LASTECHNIEKmei 2015

Smart Industry is een begrip waarmee overheid en industrie zich hard maken voor vergaande flexibilisering en optimalisatie van het geautomatiseerde productieproces.Het efficiënt kunnen produceren van kleine seriegroottes en mass customization vormen een belangrijke uitdaging, wat vraagt om een automatische workflow van deprogrammering.

ver mee. Een werkvoorbereider hoeft straks alleen nog de

verspaningsstrategie te kiezen, waarna de software het be-

werkingsprogramma genereert. Het ligt voor de hand om

ook voor het programmeren van lasbanen het 3D CAD-

model als uitgangspunt te nemen.

Smart Welding FactoryHet LAC (Laser Applicatie Centrum) is samen met een

aantal bedrijven het project Smart Welding Factory gestart

om samen met MKB-bedrijven in de metaal het automa-

tisch genereren van laspaden in een 3D CAD-model te

ontwikkelen. Op 28 mei vindt de aftrap plaats van dit sa-

menwerkingsproject. Waar het LAC naartoe wil, wordt

op de website als volgt verwoord: “Door verschillende

stappen in het totale productieproces te automatiseren

willen we uiteindelijk komen tot een fabriek waar op een

slimme, flexibele en efficiënte manier kan worden gepro-

duceerd. First time right, one piece flow! Automatisch of-

fline robotprogrammeren, het integreren van een

WPS-database en het loggen van lasparameters zijn daarin

de belangrijkste stappen. Juist de combinatie van een

WPS-database en het loggen van lasparameters biedt in

termen van certificering, traceability en wettelijke aan-

sprakelijkheid grote kansen.

Om aan de Nederlandse en Europese of internationale

wetgeving te voldoen moeten lassende bedrijven steeds

meer papierwerk bijhouden. Er moet volgens WPS’en

worden gelast en lasparameters moeten worden gelogd

om producten te certificeren.

De bijbehorende papierwinkel wordt volledig geautoma-

tiseerd. Dit scheelt u kilo’s papier, administratieve last en

misschien nog wel belangrijker: u voldoet eenvoudig aan

de wet- en regelgeving”, aldus de informatie op de website

www.smartweldingfactory.nl van het LAC.

n hoeverre kunnen lasrobots al automatisch gepro-

grammeerd worden? Vakblad Lastechniek legde deze

vraag voor aan een aantal lasrobotintegrators, een fa-

brikant en het LAC (Laser Applicatie Centrum), en doet

hierover verslag in een tweedelige serie. In dit eerste arti-

kel aandacht voor de visie van het LAC, lasrobotintegra-

tor RobWelding en de ontwikkelingen bij Valk Welding.

Lasautomatisering gaat verder dan de inzet van lasrobots

en offline programmering. Het lassen van enkelstuks met

inzet van lasrobots vraagt om oplossingen die de hele pro-

grammering en set-up tijd sterk kunnen verkorten. Op

verschillende niveaus wordt gewerkt aan de ontwikkeling

daarvan. Daar waar tot voor kort de efficiencyverhoging

vooral werd gezocht in het automatiseren van handmatig

werk door de inzet van robots, wordt nu gezocht naar op-

lossingen om het traject van werkvoorbereiding te ver-

korten en te vereenvoudigen. De nadruk ligt daarbij op de

ontwikkeling van softwarematige oplossingen om de data

uit 3D CAD-modellen te gebruiken om automatisch las-

paden voor de lasrobot te kunnen genereren, inclusief de

juiste lasparameters. Daarnaast speelt de inzet van laser-

sensoren die ervoor zorgen dat de lasrobot de lasnaad

exact volgt, een steeds grotere rol.

3D CAD wordt standaardDe afgelopen tien jaar is al een groot deel van de maakin-

dustrie overgestapt op 3D CAD-systemen. Ook de jongere

generatie technici is al helemaal opgeleid in 3D, en ont-

werpt, visualiseert en denkt in 3D. Dat betekent dat 3D

langzaam standaard begint te worden. Ontwerp, design

en engineering vinden in een 3D omgeving plaats, waar-

bij het driedimensionale model uitgangspunt vormt voor

de aanmaak van CAM-programma’s voor de aansturing

van productiemachines. Vooral de verspaning is daar al

Idoor Erik Steenkist

Lasautomatisering gaat verder dan

de inzet van lasrobots en offline

programmering. Het lassen van

enkelstuks met inzet van lasrobots

vraagt om oplossingen die de hele

programmering en set-up tijd

sterk kunnen verkorten.

toekomstmuziek of werkelijkheid?

Page 8: Downloaden (PDF, 4.04MB)

12

LASROBOTS - mei 2015LASTECHNIEK

Parametrisch modelLasrobotintegrator Valk Welding is één van de partijen die

zelf veel investeert in de ontwikkeling van slimme soft-

ware en intelligente sensoren om lasrobots snel en efficiënt

te kunnen programmeren. De lasrobotintegrator werkt

samen met Panasonic Welding Systems voortdurend aan

doorontwikkeling om offline programmering met hun

DTPS-software verder te optimaliseren voor flexibele pro-

ductie. Directeur Adriaan Broere: “DTPS is uitgegroeid

tot een cruciaal onderdeel van de gehele robotaansturing,

als onderdeel van een compleet ‘all-in-one’ systeem voor

arc welding. Voor klanten met een eigen productfamilie

hebben we daar ruim tien jaar geleden klantspecifieke

Custom Made Robot Software (CMRS) aan toegevoegd.

Daarmee kon de programmering van varianten binnen een

productfamilie automatisch worden gegenereerd vanuit

een parametrisch model. De operator kon volstaan met

alleen type, afmeting en aantallen in te voeren en de soft-

ware deed de rest. Fabrikanten zoals Dejo (roosters),

Leenstra (raveelijzers), Betafence (hekwerken) en Dhol-

landia (laadkleppen) werken daar nu al jaren mee.”

Oplossingen voor productfamiliesOok RobWelding heeft ervaring met het automatisch pro-

grammeren van laspaden voor de robot op basis van pa-

rametrisch programmeren voor klanten die te maken

hebben met een grote variatie binnen een productfamilie.

Karel van Vlastuin, die ABB robots inzet voor lasrobotin-

stallaties: “Wij kijken welke familie bij elkaar past en of

dat ook in de lasmal past. Lukt dat, dan gaan we met de

klant samen kijken wat de mogelijkheden zijn. Voor-

waarde voor offline programmering is wel dat de simula-

tie van de omgeving en de robot 100% met elkaar over-

een moeten komen. De ABB besturing heeft dat goed voor

elkaar met werkobjecten dergelijke. Van de lasrobotin-

stallatie vraagt dat om 100% uitlijning van de mallen, en

dat alle producten compleet in 3D getekend zijn. Tot nu

toe hebben we twee concrete projecten gerealiseerd op

basis van parametrisch programmeren voor een klant die

stalen balken last met de robot. Met behulp van parame-

trisch programmeren kunnen we het lassen van balken

van IPE240 tot HEB650 vanuit één programma automa-

tisch laten verlopen. En een klant last meerdere types

graafbakken met één programma.”

Automatic Path Generator Om de hele programmeertijd vergaand te minimaliseren,

zodat ook enkelstuks en kleine series op een rendabele ma-

nier met robots gelast kunnen worden, heeft Valk Welding

voor programmering van haar lasrobotsystemen de eigen

tool APG ontwikkeld (Automatic Path Generator). Daar-

mee is het mogelijk lasprogramma’s op basis van data uit

ERP, CAD-systemen en Excelsheets, automatisch te gene-

reren. Op basis van deze data maakt APG automatisch

programma’s voor de lasrobot die naast positionering van

de lastoorts, tevens de toortshoek en de juiste lasparame-

ters, zoals stroomsterkte, spanning, weaving parameters,

kratervulling parameters en dergelijke bevatten. Adriaan

Broere: “Bedrijven als Van Hool (truck- en bussenbouw),

en Auping (bedden) hebben daarmee het hele program-

meertraject voor de lasrobots inmiddels geautomatiseerd

en hebben daarmee een one-piece-flowproductie gereali-

seerd. Massaproductie met seriegrootte 1 op de lasrobot

is daarmee werkelijkheid geworden.”

13

LASTECHNIEKmei 2015

ABIMIG A TVoor elke opdracht het geschikte laspistool.

ABIMIG A T: de beste keuze!

■ Flexibiliteit: de optimale positie en configuratie voor elke opdracht

■ Lichtgewicht: minder belastend voor de lasser

■ Robuust: hoge mechanische sterkte en duurzame slijtonderdelen

■ Krachtig: onovertroffen verhouding gewicht-belastbaarheid

■ Kostenbesparend: forse vermindering van de stilstandtijd

T E C H N O L O G Y F O R T H E W E L D E R ’ S W O R L D .

Automatisch programmeren vanuit 3D modelAdriaan Broere: “Met de ontwikkeling van intelligente

software en sensoren is het automatisch programmeren

nu in een stroomversnelling gekomen. Onze software en-

gineers werken nu hard aan de doorontwikkeling van ons

offline programmeersysteem DTPS om aan de hand van

een 3D CAD-model automatisch lasprogramma’s te gene-

reren. Ook bij onze fabrikant Panasonic Welding Systems

houdt de R&D afdeling met tachtig man zich bezig met

technische ontwikkeling voor de komende decennia.

Steeds meer effort wordt dus in software gestopt.”

VoorwaardenTijdwinst in automatisering van het programmeertraject

levert weinig op wanneer eerst nog proeflassen gedaan

moeten worden om te zorgen dat de lasrobot de gepro-

grammeerde banen ook daadwerkelijk volgt. Voorwaarde

voor automatische programmering is dat de programma’s

een-op-een direct door de robot kunnen worden overge-

nomen en niet handmatig hoeven te worden gecorrigeerd.

Adriaan Broere: “Niet iedere robot is zomaar geschikt om

aan de hand van automatisch gegenereerde programma’s

direct de juiste lasbanen te vinden. Minimale voorwaarden

voor ‘First time right’ zijn een gekalibreerde lasrobot en

een effectief lasnaadzoeksysteem dat direct communiceert

met de robotbesturing.”

In juli verschijnt het tweede artikel over dit onderwerp,

met daarin het parametrisch programmeren en automa-

tisch ‘manloos’ programmeren van enkelstuks bij Rolan

Robotics, en de ontwikkelingen bij Cloos, Yaskawa, ABB

en Binzel.

Enkelstuks productie van graafbakken door Rob Welding. De graafbakken worden gelast met één programma. In het vervolgartikel het Smart Industry verhaal van Rolan Robotics

Page 9: Downloaden (PDF, 4.04MB)

15

LASTECHNIEKmei 2015

ooit bedacht is, nog wel voldoet aan de eisen van onze tijd.

De TIG-toorts zoals we die kennen heeft zeker zijn goede

kanten, maar ook zijn zwakheden.

Het ‘Amerikaanse systeem’Waar hebben we het eigenlijk over? In figuur 1 zijn twee

typen afgebeeld van het ‘Amerikaanse’ systeem, namelijk

de grote en de kleine versie.

at er zo weinig nieuwe ontwikkelingen zijn op het

gebied van TIG-toortsen, komt mede doordat de

markt voor TIG-lassen relatief klein is en de ont-

wikkeling van een nieuw concept veel geld kost. Daar

komt nog bij dat wanneer iets al zo lang meegaat, het zeer

moeilijk te verdringen valt. Alles en iedereen is op het-

zelfde basisontwerp ingesteld; het is de wereldstandaard

geworden. Je kunt je afvragen of het ontwerp zoals het

14

LASTECHNIEK TIG-TOORTSEN - mei 2015

TIG-toortsen zijn er in vele soorten en maten, maar bijna allemaal zijn ze nog gebaseerdop het oude principe dat eind jaren dertig in Amerika ontwikkeld werd. Dit artikel laatzien welke zwakheden de conventionele TIG-toorts heeft, en welke oplossingen fabri-kanten hiervoor hebben ontwikkeld.

Lagere weerstandTIG-toortsenleidt tot hoger rendement van

door Piet van der Horst

D

Voor beide typen heb je twee gasmondstukken nodig, om

te kunnen lassen met of zonder gaslens. Doorsneden van

beide typen zijn weergegeven in figuur 2.

In deze figuur is ook duidelijk de opbouw van

de toorts te zien en het aantal benodigde slijt-

delen. Het aantal onderdelen voor de grote en

kleine toortsbody is gelijk, op een uitzondering

na. Als namelijk met de grote toorts wordt ge-

last met een gaslens, dan dient een aanpas-

singsring gemonteerd te worden, of een

speciale isolatiering voor afdichting van het

grotere gasmondstuk. De toortsbody is voor-

zien van een doorlopende fijne schroefdraad

waarin de toortskap en de klemnippelhouder

worden gemonteerd. Dit is een zwak punt bij

dit type toortsen. De stroom wordt namelijk

overgedragen via deze zeer fijne schroefdraad,

en stroomoverdracht via schroefdraad is verre

van ideaal. Er zal altijd een redelijk grote overgangsweer-

stand zijn, die ervoor zorgt dat de toortsbody extra warm

wordt. Dit betekent stroomverlies en dus een lager rende-

ment van het TIG-proces. Dit probleem wordt nog groter

als de lasser verzuimt om de klemnippelhouder goed vast

te draaien. Dit leidt niet alleen tot grotere stroomverlie-

zen maar ook tot grotere onderhoudskosten.

OvergangsweerstandIn de klemnippelhouder bevindt zich de klemnippel. Deze

klemnippel wordt om de wolfraamelektrode geschoven en

houdt deze op zijn plaats. De klemnippel is aan de voor-

zijde voorzien van een klein conisch vlak. Een dergelijk

conisch vlak bevindt zich ook in de klemnippelhouder, en

door met de toortskap de klemnippel aan te drukken tegen

het conische vlak in de klemnippelhouder, zal de klem-

nippel zich om de wolfraamelektrode klemmen.

De oppervlakte van het conische vlak van de klemnippel

van het type 17/18/26 is ongeveer 18,7 mm². Bij het type

9/20 is dit slechts 7,8 mm². Bij een stroomsterkte van 100

ampère betekent dit een stroomdoorgang van ongeveer

5,3 ampère per mm² bij het type 17/18/26 en een stroom-

doorgang van bijna 13 ampère per mm² bij het type 9/20.

Dit lijkt geen problemen te hoeven geven, maar ook hier

zal een overgangsweerstand optreden. Die weerstand

zorgt ervoor, samen met de extra warmte van de klem-

nippelhouder, dat de klemnippel flink heet kan worden.

En dan is er nog een andere overgangsweerstand. Dat is

die van de klemnippel naar de wolfraamelektrode. Het

klemvlak is ook hier maar zeer beperkt, doordat er op de

klemnippel gedrukt wordt. Ter plaatse van de zaagsnede

gaat de klemnippel hierdoor iets openstaan. Het komt re-

gelmatig voor dat de klemnippel niet meer goed klemt

door de ontwikkelde warmte en dat de wolfraamelektrode

tijdens het lassen uit de toorts begint te zakken. De lasser

lost dit meestal op door de toortskap nog iets verder aan

te draaien. Als gevolg van de grotere druk op de zeer

warme klemnippel gaat deze vervormen, waardoor deze

nog slechter gaat klemmen en dus nog warmer wordt. Als

dit gebeurt zal het verbruik van slijtdelen flink toenemen,

vooral bij het lassen met wisselstroom of bij wat hogere

stroomsterkten en gelijkstroom.

Figuur 2: Doorsneden van twee typen toortsen met bijbehorende onderdelen. Het aanpassingsisolatiestuk is niet afgebeeld.

Figuur 1: TIG-toortsen volgens ‘Amerikaans’ model. De grote toorts is van het type 18, de kleine toorts is type 20.

Page 10: Downloaden (PDF, 4.04MB)

LASTECHNIEKmei 2015

16

LASTECHNIEK TIG-TOORTSEN - mei 2015

mens per meter. Laten we de prijs voor deze koperkwali-

teit op 100% stellen. Wordt gekozen voor een mindere

koperkwaliteit, met een hardheid van bijvoorbeeld 80 HV

en een geleidbaarheid van 35 siemens per meter, dan zal de

prijs van deze slijtdelen ongeveer 35 % zijn. Daarmee lijkt

men goedkoper uit te zijn, maar koper met een slechte ge-

leidbaarheid wordt veel warmer dan koper met een goede

geleidbaarheid. Als koper warm wordt neemt de hardheid,

maar ook de geleidbaarheid snel verder af. Dit betekent

dat het verbruik van slijtdelen nog groter wordt. Dat lijkt

niet zo erg, omdat de slijtdelen toch goedkoop zijn. Ech-

ter, het grote verbruik van slijtdelen brengt ook hogere

wisseltijden met zich mee en dat kost geld. Veel geld zelfs,

want niets is zo duur als arbeidstijd.

LitzeOm de stroom van de stroombron naar de toorts te krij-

gen is voor luchtgekoelde toortsen een stroomgas nodig

en voor watergekoelde toortsen een stroomwaterkabel.

Hiervoor wordt een ‘Litze’ stroomkabel gebruikt. De

‘Litze’ stroomkabel bestaat uit dunne koperdraadjes die

in elkaar geweven zijn. Belangrijk hierbij is de kwaliteit

van de koperdraadjes. Deze moeten flexibel zijn, maar

vooral ook een zeer goede geleidbaarheid hebben. Bij

luchtgekoelde toortsen zit de ‘Litze’ in de gasslang, bij de

watergekoelde toortsen in de waterslang.

De hoeveelheid ‘Litze’ hangt af van het vermogen dat de

toorts moet leveren. Bij een toorts voor 90 ampère zal re-

latief weinig ‘Litze’ nodig zijn terwijl voor een 500 ampè-

retoorts een dikke ‘Litze’ nodig is. Aangezien de stroom

om de buitenkant van de ‘Litze’ loopt, is een behoorlijke

omtrek nodig om voldoende stroom te kunnen vervoeren.

Dit betekent in dat dergelijke kabels soms vrij fors zijn uit-

gevoerd. Dit komt de soepelheid van het slangenpakket,

waar de lasser nu juist behoefte aan heeft, niet ten goede.

Nieuwe ontwikkelingenDe fabrikanten van apparatuur hebben de laatste jaren

apparaten ontwikkeld, de zogenaamde inverters, met een

zeer lage interne weerstand (cosinus phi). Bedroeg deze

cosinus phi bij de oudere apparaten 0,5 tot 0,6; nu is deze

bijna 1! Dit wil zeggen dat wat opgenomen wordt uit het

elektriciteitsnet, bijna helemaal afgegeven wordt aan de

secundaire zijde van de stroombron. De toegepaste, zeer

snel schakelende elektronica in deze apparatuur maakt dat

instellingen van bijvoorbeeld pulsvormen bij gelijkstroom

met zeer hoge frequenties en speciale sinusvormen bij wis-

selstroom mogelijk zijn. Deze instellingen kunnen het ren-

dement van het relatief trage TIG-proces aanzienlijk

verhogen. Een aanzienlijk deel van deze rendementsver-

betering gaat verloren met de toepassing van de hiervoor

SchroefdraadAls de klemnippelhouder niet goed wordt aangedraaid,

ontstaat er ruimte tussen de beide schroefdraden. De

stroom kan dan niet goed overgebracht worden en de

schroefdraden zullen daardoor extra warm worden.

Zowel de toortsbody als de klemnippelhouder zijn ver-

vaardigd uit koper. Bekend is dat wanneer koper op koper

te warm wordt, de onderdelen op elkaar gaan ‘invreten’.

Het gevolg hiervan is dat de schroefdraden zullen bescha-

digen en zowel de toortsbody als de klemnippelhouder

vervangen moeten worden.

Bij een beschadigde schroefdraad wordt nog weleens ge-

vraagd om een speciale tap om de draad opnieuw te snij-

den. Deze oplossing is niet aan te bevelen. Door het

opnieuw snijden van de draad wordt materiaal weggeno-

men; de oppervlakte van de nieuwe schroefdraad wordt

dus kleiner. Dit heeft tot gevolg dat de stroomoverdracht

minder wordt, de overgangsweerstand groter en de toorts-

body nog warmer.. Bij een beschadigde schroefdraad is het

daarom beter de toortsbody meteen te vervangen.

Kwaliteit slijtdelenHet is goed om te beseffen dat dit natuurlijk niet hoeft te

gebeuren als alles netjes is gemonteerd en wordt schoon-

gehouden. De standtijd van de slijtdelen zal dan zeer ac-

ceptabel zijn, zeker wanneer voor een goede kwaliteit

toortsen en slijtdelen gekozen wordt. Omdat er meestal

toch veel slijtdelen verbruikt worden, wordt er vaak voor

gekozen om de meest goedkope slijtdelen in te kopen. Op

den duur is men daarmee echter niet goedkoper uit. Inte-

gendeel. Een goede kwaliteit elektrolytisch koper heeft een

hardheid van 110 HV en een geleidbaarheid van ± 57 sie-

Figuur 3: Beschadigde schroefdraad in een toortsbody

Figuur 4: Opengewerkte stroomwaterkabel van type 18 (boven) en stroomgaskabel van type 17 (onder)

beschreven TIG-toortsen, zeker als daar slordig mee

wordt omgegaan. Ook een verkeerde keus van de wol-

fraamelektrode kan het rendement van het TIG-proces ne-

gatief beïnvloeden.

Leveranciers van TIG-toortsen hebben verschillende op-

lossingen ontwikkeld om de beperkingen van de stan-

daard TIG-toortsen tegen te gaan. Zo kwamen er typen

op de markt met aangepaste toortsbody’s en handgrepen

en verbeterde koeling, maar met de gebruikelijke slijtde-

len. Andere fabrikanten ontwikkelden een toorts of zelfs

een complete lijn toortsen met afwijkende slijtdelen. Voor

alle TIG-toortsen geldt echter dat een goede omgang met

de toorts en een goed onderhoud essentieel zijn voor een

besparing van kosten en een lange levensduur van de

toorts.

17

Abicor Binzel heeft een complete lijn TIG-toortsen ont-wikkeld met afwijkende slijtdelen, de ABITIG PRO lijn.Een belangrijk uitgangspunt bij deze ontwikkeling washet verminderen van het aantal slijtdelen.

VerbeteringenDe nieuwe TIG-toortsen bevatten niet alleen minder slijt-delen; ook de stroomoverdracht is beter, evenals dekoeling van de toorts. Het terugbrengen van het aantalslijtdelen is gerealiseerd door de klemnippel en de klem-nippelhouder tot een geheel te maken: de spantang.Verder is er slechts één gasmondstuk nodig bij gebruikvan een gaslens en de standaard spantang. Bij grotereTIG-toortsen en gebruik van een gaslens is er geen aan-

passingsring meer nodig. Dankzij het nieuwe ontwerphebben de slijtdelen een langere standtijd en is er min-der tijd nodig voor reparatie en onderhoud. Een prak-tisch voordeel voor de lasser is dat de wolfraam-elektrode gemakkelijk verwisseld kan worden.

StroomoverdrachtDe stroomoverdracht is verbeterd doordat deze directvan de toortsbody op de spantang plaatsvindt, en nietmeer via een schroefdraad. Het klemoppervlak is tenopzichte van de conventionele TIG-toortsen fors groter.Is het contactoppervlak voor stroomoverdracht bij hettype 9/20 slechts 7,8 mm²; bij de vergelijkbare150/260W is dit 38 mm². Bij het type 17/18/26 is het con-tactvlak voor stroomoverdracht 18,7 mm², terwijl dit op-pervlak bij de vergelijkbare nieuwe toortsen 75 mm²groot is.

Doordat er niet meer op de spantang gedrukt wordt,maar deze in een conus wordt getrokken, is de over-gangsweerstand aanzienlijk lager dan bij de conventio-nele modellen. Ook het contactvlak met de wolfraam-elektrode is veel groter, waardoor ook hier de stroom-overdracht verbeterd is. De lagere overgangsweerstan-den zorgen dat er meer warmte in de boog ontstaat, metals gevolg een hoger rendement van het TIG-proces.Ook de koeling van de vloeistofgekoelde TIG-toortsenwerd aangepast. Een groter koelkanaal zorgt ervoor datde toortsbody relatief koud blijft. De spantang wordtminder zwaar belast en gaat langer mee.

Complete lijn TIG-toortsen: minder slijtdelen en langere levensduur

Page 11: Downloaden (PDF, 4.04MB)

19

LASTECHNIEKmei 2015

18

LASTECHNIEK OPLASSEN - mei 2015

Geautomatiseerdvan drukvaten

Geautomatiseerd oplassenoplassenvan drukvatenvan drukvaten en boilersen boilers

Oplassen, niet te verwarren met OP-lassen, is het aanbrengen van een metallische laag op een basismateriaal door middel van een lasproces. De opgelaste laag, metde gewenste eigenschappen, vormt een volledig metallurgische verbinding met hetbasismateriaal. AZZ WSI is gespecialiseerd in het renoveren van grote drukvaten,boilers, stoomleidingen enzovoort, door middel van geautomatiseerd oplassen.

door Margriet Wennekes, fotografie AZZ WSI

Page 12: Downloaden (PDF, 4.04MB)

voordeel van onze werkwijze is dat we er in relatief korte

tijd voor zorgen dat de installatie weer vele jaren veilig

dienst kan doen. Bovendien kunnen de werkzaamheden

in de directe omgeving gewoon doorgaan, wat bij een

complete vervanging onmogelijk zou zijn.”

De mogelijke materiaalcombinaties van basis- en oplas-

materialen zijn bijna onbeperkt. Als basismateriaal komen

bepaalde schakeringen veel voor, zoals chroomstalen,

koolstofstalen en roestvaststaalsoorten. Opgelast materi-

aal varieert van de roestvaststaalsoorten 309, 316 en 410,

tot nikkellegeringen als Monel en Inconel® (Alloy 625 en

622). “Wat we in de praktijk het meest doen, is het aan-

brengen van een corrosiebestendige laag. Dat lijkt mis-

schien eenvoudig, maar er gaat een lang voorbereidings-

traject aan vooraf. Het materiaal dat is aangetast door

corrosie moet eerst weggehaald worden. Dat doen we

door middel van slijpen of stralen, maar als we veel moe-

ten weghalen branden we het materiaal weg met kool-

stofelektroden (gouging). Dat gebeurt tot op de millimeter

nauwkeurig. Soms is het basismateriaal te dun geworden

en moet de originele wanddikte eerst hersteld worden vol-

gens de geldende codes. Daarna kunnen we pas de be-

schermende oplaslaag aanbrengen.”

VoorbereidingOp basis van een geconstateerd probleem en de omvang

ervan wordt een mogelijke oplossing bedacht. Deze wordt

onderworpen aan een zogenaamde eindige-elementena-

nalyse (Finite Element Analysis of FEA). “Wat gebeurt er

bijvoorbeeld met de wand van een toren als we de werk-

zaamheden volgens plan zouden uitvoeren? We voeden

het door onszelf ontwikkelde FEA-softwaresysteem met

onze parameters en kunnen op die manier voorspellen wat

er gebeurt. Het is verbluffend wat daar allemaal mee

kan.” Als het nodig is wordt een mock-up gemaakt, dat

wil zeggen een model op ware grootte dat de werkelijk-

heid nabootst. “Dat kan een koepel van een toren zijn,

maar ook een vlakke plaat. We kunnen de mock-up ge-

bruiken voor het kwalificeren van het lasproces, maar ook

om het voorwerk uit te proberen of om de daadwerkelijke

samenstelling van de oplassing te analyseren. Voor de

klant is dat een prettig idee. We leggen ook de meetpun-

ten en alle waarden vast voor de kwaliteitscontrole.” Na

dit voortraject wordt op locatie de werkplaats ingericht

met alle benodigde machines en materialen. Gedurende

elk project moet een team van mensen intensief samen-

werken. “Voor een harmonieuze samenwerking is het be-

langrijk dat de mensen goed bij elkaar passen. Daar letten

we dan ook op bij de samenstelling van elk team.”

Besloten ruimteHet werken onder tijdsdruk is volgens Van de

Lisdonk de grootste uitdaging bij de projec-

ten van AZZ WSI. “We werken meestal ge-

durende de onderhoudsstop van de installatie

en krijgen binnen die periode maximaal twee

of drie weken de tijd om ons werk te doen.

Alles is in het voortraject al uitgebreid bere-

kend en geanalyseerd. In het ideale geval star-

ten we een jaar van tevoren met de eerste

voorbereidingen. Maar het gebeurt ook wel

dat we op vrijdag worden gebeld en op maan-

dag moeten beginnen. Als we eenmaal gestart

zijn met het oplassen, werken we continu

door in ploegendiensten; vanwege het tijd-

schema, maar ook om de temperatuur in de

unit constant te houden, wat beter is voor het

lasproces.”

Een andere uitdaging is de vaak beperkte toe-

gankelijkheid bij het werken op locatie. “Bij

het werken in een toren moet alle apparatuur

door een mangat. Dat betekent dat we alles

ter plaatse moeten opbouwen en inrichten.

Zodra een machine dreigt stil te vallen moet

er een reservemachine klaarstaan.” Ook de

veiligheid van de medewerkers vraagt bijzon-

dere aandacht. “We werken meestal met meerdere mensen

in een besloten ruimte, waarbij hitte vrijkomt, lawaai en

soms giftige dampen. De mensen moeten dus heel goed

beschermd worden. Denk aan laskappen met ademlucht

en geïntegreerde gehoorbescherming, koelpakken, veilig-

heidsharnassen en het maken van ontruimingsplannen.”

PolenNiet alle werkzaamheden worden op locatie uitgevoerd.

Componenten die getransporteerd kunnen worden en

nieuwbouwonderdelen gaan voor oplaswerkzaamheden

naar de werkplaats. Deze bevindt zich niet in Nederland

maar in de Poolse stad Radom, waar AZZ WSI een grote

vestiging heeft. Alle lassers, voornamelijk Polen, komen

daar vandaan. “We huren geen lassers in, maar leiden

onze eigen mensen op in het opleidingsinstituut in Radom.

Nieuwe medewerkers doorlopen een leertraject van 1,5 of

2 jaar, waarbij ze ook Engels leren. Tijdens de opleiding

moeten ze een paar keer meewerken op locatie en als dat

allemaal goed gaat krijgen ze een vast contract.” In totaal

zijn er nu ongeveer honderd lassers in vaste dienst. Maar

het bedrijf staat ook open voor Nederlandse vakmensen.

“We kunnen altijd goede mensen gebruiken, op allerlei ge-

bieden. Die krijgen bij AZZ WSI volop mogelijkheden om

zich verder te ontwikkelen.”

p het Europese hoofdkantoor van AZZ WSI B.V.

in Hellevoetsluis praten we met werktuigbouw-

kundige en regional sales manager Paul van de Lis-

donk. Hij geeft enthousiast uitleg over het specialisme van

dit bedrijf. “Veel mensen denken bij oplassen aan het met

de hand herstellen van afgesleten onderdelen, zoals wals-

rollen, boorkoppen of grijpers van graafmachines. Maar

de oplastechniek die wij gebruiken is verfijnder en richt

zich op andere soorten producten, zoals grote drukvaten

en boilers. Wij zijn vooral gespecialiseerd in het uitvoeren

van grootschalige, geautomatiseerde oplasprocessen op lo-

catie. In Europa werken we vooral voor raffinaderijen, de

chemische industrie, vuilverbranding en energiecentrales.”

CorrosieDe genoemde sectoren hebben te maken met uiteenlo-

pende erosie- en corrosieprocessen. Vooral corrosie in boi-

lers en drukvaten kan voor problemen zorgen. “We

moeten bij de renovatieprojecten ook anticiperen op

nieuwe corrosieprocessen. Als gevolg van een andere her-

komst kan de samenstelling van olie of kolen veranderd

zijn. Deze wijziging van parameters betekent een ander

corrosieproces, wat dramatisch kan uitpakken voor de le-

vensduur van de betreffende unit als niet tijdig wordt in-

gegrepen. Met onze oplossing kan dat voorkomen

worden.”

Controle is het toverwoord. “Het geautomatiseerde sys-

teem biedt ons volledige controle over het oplasproces.

We hebben onze eigen machines ontwikkeld, gebaseerd

op het MIG/MAG-lasproces want op dit moment is dat

nog het meest efficiënt.” Betekent de automatisering van

het oplasproces dat de lassers overbodig zijn geworden?

“Integendeel”, zegt Van de Lisdonk en hij wijst op een

foto van een werk in uitvoering. “Bij elke machine staat

een gecertificeerde lasser die de machine instelt en het pro-

ces voortdurend in de gaten houdt. Die lasser staat daar

continu te kijken en te luisteren, en als het nodig is grijpt

hij in. En de lasser is daar natuurlijk niet alleen. Je moet

je voorstellen dat dit werk wordt uitgevoerd in een grote

toren waar meerdere machines over de diameter en hoogte

zijn opgesteld, die in elkaars bereik komen. Het is een hele

puzzel, een ingewikkeld samenspel van mensen en appa-

ratuur.”

RenovatieDe omvang van de projecten (denk aan te behandelen op-

pervlakten van 150 vierkante meter) maakt duidelijk dat

handmatig oplassen ondenkbaar zou zijn. “Bij het herstel

van een boiler of drukvat wordt de hele binnenkant voor-

zien van een volledig nieuwe laag van ongeveer 3 mm

dikte. We noemen dit dan ook geen reparatie maar reno-

vatie. Het enige alternatief is vervanging, maar het grote

O

21

LASTECHNIEKmei 2015

20

LASTECHNIEK OPLASSEN - mei 2015

Het oplassen van boilerpanelen in een vuilverbrandingsinstallatie

Page 13: Downloaden (PDF, 4.04MB)

De lasbaarheid van materialen hangt samen met de mate waarin voorzorgs-maatregelen nodig zijn om aan de betreffende materialen te kunnen lassen. De lasbaarheid van ongelegeerd en laaggelegeerd staal is besproken in aflevering 19. In deze aflevering komt de lasbaarheid van roestvaststaal-soorten aan de orde.

Laskennis opgefrist

Lasbaarheid van roestvaststaalsoorten

20

2322

LASTECHNIEK LASBAARHEID VAN ROESTVASTSTAALSOORTEN - mei 2015

InleidingRoestvast staal bezit enkele bijzondere eigenschappen die

dit materiaal extra aantrekkelijk maken voor bepaalde

toepassingen. Ten opzichte van ongelegeerd staal heeft

roestvast staal:

Het succes bij het lassen van roestvast staal is vooral af-

hankelijk van het te lassen type roestvast

staal, de keuze van de lastoevoegmaterialen,

de lasnaadvorm, en de opmenging van las-

toevoegmateriaal en basismateriaal.

Soorten roestvast staalDoor toevoeging van ten minste 12%

chroom aan staal met een laag koolstofge-

halte, wordt dit staal in bepaalde omgevin-

gen (media) roestvast. Chroom is het enige

element dat deze eigenschap bezit. Alle an-

dere toegevoegde elementen geven aan roest-

vast staal een extra eigenschap of onder-

steunen in bepaalde media een mechanische

of corrosie-eigenschap. Vanwege het grote

aantal mogelijke toevoegingen bestaat er een

groot aantal verschillende roestvaststaalsoor-

ten.

Roestvast staal is, afhankelijk van de structuur, onder te

verdelen in vier hoofdgroepen, die onderling verschillen

in corrosie- en mechanische eigenschappen:

een hogere corrosievastheid;een verhoogde temperatuur-oxidatievastheid;een hogere ductiliteit;betere mechanische eigenschappen(dit geldt voor bepaalde typen).

Ferritisch chroomstaalMartensitisch chroomstaal Austenitisch CrNi-staalFerritisch/austenitisch CrNi-staal(duplex roestvast staal)

De eerste drie groepen bestaan uit een enkelfasestructuur,

de vierde uit een tweefasenstructuur, namelijk ferriet en

austeniet. Deze groep wordt ook wel duplex roestvast

staal genoemd. Bekend is dat nikkel samen met koolstof,

mangaan en stikstof de austenietvorming bevordert, ter-

wijl chroom in combinatie met silicium, molybdeen en ni-

obium zorgt voor ferrietvorming. De structuur van de las

kan dan ook goed voorspeld worden aan de hand van de

chemische samenstelling. Het voorspellen is mogelijk met

behulp van het Schaefflerdiagram, waarin de austeniet- en

ferrietvormende elementen aangegeven zijn als nikkel- en

chroomequivalent.

18% Cr) en het type 409 (10-12% Cr). De structuur be-

staat voornamelijk uit ferriet; het materiaal is niet hard-

baar en hierdoor zijn deze legeringen goed lasbaar. Bij het

lassen met hoge warmte-inbreng kan de WBZ (warmte-

beïnvloede zone) grofkorrelig worden en hierdoor slechte

taaiheidseigenschappen krijgen.

De belangrijkste onderverdeling is globaal als volgt:

Richtlijnen voor het lassenVoor alle ferritische chroomstaalsoorten geldt: de warmte-

beïnvloede zone (WBZ) van deze staalsoorten is gevoelig

voor korrelgroei. Hoe hoger de warmte-inbreng in het ma-

teriaal tijdens het lassen, hoe sterker de korrelgroei en dus

hoe grover de korrel. Het gevolg is een brosse WBZ, wat

tot scheurvorming kan leiden.

Bij dun ferritisch chroomstaal (tot een dikte van 6 mm)

wordt in de praktijk zelden voorgewarmd bij het lassen.

Bij grotere dikten gebeurt dit wel. Afhankelijk van de

dikte, maar vooral van de spanningstoestand van de te las-

sen constructie moet worden voorgewarmd tussen 50 en

250 °C. Voorwarmen zal de korrelgrootte in de WBZ niet

verkleinen, maar het zal wel de afkoelsnelheid van de

WBZ verlagen en zorgen voor het afnemen van de in-

wendige spanningen. Ook is het belangrijk om in de dik-

kere materialen de warmte-inbreng te beperken om zo de

breedte van de WBZ te beperken. Het gebruik van een

austinitisch lastoevoegmateriaal zorgt ervoor dat de las

taaier wordt.

Bij toepassingen op hoge temperaturen, en waarbij zwavel

uit het proces vrijkomt, mag niet gelast worden met een

AISI 309L type. Het nikkel in dit type staal (12 tot 14%)

kan dan namelijk preferent worden aangetast. Voor der-

gelijke toepassingen moet worden gelast met een lastoe-

voegmateriaal met een chemische samenstellig die

ovreenkomt met het basismateriaal of met een lastoe-

voegmateriaal van het type AISI 329 (25%Cr - 4,5%Ni).

De genoemde aantasting treedt namelijk niet op als het

nikkelgehalte lager is dan 5%.

In de andere gevallen kan probleemloos gelast worden met

een AISI 309L lastoevoegmateriaal.

Het ELI (Extra Low Interstitials) chroomstaal is een bij-

zonder type dat weinig voorkomt. Indien het wordt ge-

Door het verschil in samenstelling en structuur hebben de

groepen verschillende lasbaarheidseigenschappen. Elk van

de hoofdgroepen kent weer een verdere onderverdeling.

Ferritisch chroomstaalKenmerkenFerritisch chroomstaal heeft een chroomgehalte van 11-

28%. Veel toegepaste legeringen zijn het type 430 (16-

LASTECHNIEKmei 2015

Conventioneel martensitisch chroomstaal met eenrelatief hoog koolstofgehalte, bedoeld voor toepas-singen waarbij zowel een hoge hardheid als een ze-kere corrosievastheid wordt vereist. Aan deze typenwordt meestal niet gelast.Zwak martensitisch chroomstaal. Deze soort bevat,naast relatief weinig chroom, 4-5% nikkel en weinigkoolstof. Enkele typen zijn 1.4313 (13%Cr-4%Ni) en1.4405 (16%Cr-5%Ni). Het materiaal wordt veelal ingegoten toestand verwerkt bij onder andere water-krachtcentrales. Deze typen zijn goed lasbaar, maareen gecompliceerde warmtebehandeling na het las-sen is noodzakelijk.Supermartensitisch chroomstaal. Deze staalsoort iseen ontwikkeling van de laatste tien jaar en is voor-namelijk ontwikkeld ten behoeve van de olie- en gas-winningsindustrie. Het materiaal wordt toegepast inpijpen voor transport van olie en gas vanaf de boor-put naar bijvoorbeeld de wal. Dit staal kenmerkt zichdoor een hoge rekgrens en sterkte, gekoppeld aaneen redelijke corrosievastheid. Het materiaal is eengedegen concurrent geworden voor duplex roestvaststaal, vanwege de veel lagere prijs (in verband methet geringere gehalte aan legeringselementen).

Ferritisch chroomstaal voor corrosievaste toepassin-gen.Ferritisch chroomstaal voor hittevaste toepassingen.Ferritisch chroomstaal met een zeer laag gehalte aanverontreinigingen en koolstof en met gelijktijdig eenhoog gehalte aan chroom en enige toevoeging vanmolybdeen, het zogenaamde ELI chroomstaal (ExtraLow Interstitials).

Schaefflerdiagram: p = perliet; a = austeniet; f = ferriet; m = martensiet

last, moet dat gebeuren met een lage warmte-inbreng en

met een lastoevoegmateriaal dat een sterk afwijkende che-

mische analyse vertoont, namelijk een zogenaamde su-

perausteniet (31%Ni-27%Cr-3,5%Mo) of een soortgelijk

type lastoevoegmateriaal. In de praktijk blijkt dat het duc-

tiele lasmetaal dan de krimpspanningen opvangt, waar-

door de tijdens het lassen gevormde grofkorrelige

structuur in de WBZ minder wordt belast en niet scheurt.

Het hoge chroomgehalte en de toevoeging van molybdeen

dragen bij aan de goede corrosievastheid van het materi-

aal.

Martensitisch chroomstaalKenmerkenHet meest toegepaste martensitische chroomstaal is type

410 met een chroomgehalte van 12-14% en een laag nik-

kelgehalte, maar met een hoog koolstofgehalte. Het grote

verschil in lasbaarheid met de ferritische en austenitische

soorten is dat er harde martensitische structuren ontstaan

in de WBZ en dat ze vaak niet gelast worden met mat-

ching (qua samenstelling gelijk) lastoevoegmateriaal. Mar-

tensitische chroomstalen kunnen succesvol gelast worden

als er voorzorgsmaatregelen genomen worden om scheur-

vorming in de WBZ te voorkomen, zeker bij grotere dik-

ten en verbindingen met hoge inwendige spanningen.

We onderscheiden binnen deze groep globaal de volgende

typen:

Page 14: Downloaden (PDF, 4.04MB)

24 25

LASTECHNIEK LASBAARHEID VAN ROESTVASTSTAALSOORTEN - mei 2015

Richtlijnen voor het lassenDe lasbaarheid van de drie genoemde soorten martensi-

tisch chroomstaal is verschillend.

Conventioneel martensitisch chroomstaal kenmerkt zich

door een relatief hoog koolstofgehalte. De martensitische

structuur is bros en heeft een lage rek. Door deze lage rek

kunnen de bij het lassen optredende krimpspanningen

moeilijk worden opvangen, waardoor scheuren ontstaan.

Dit type is ook gevoelig voor waterstofscheuren. Conven-

tioneel chroomstaal met een relatief 'laag' koolstofgehalte

kan met succes worden gelast, mits wordt uitgegaan van

een laag waterstofhoudend lastoevoegmateriaal met een

hoge rek (bijvoorbeeld een type AISI 309L). Afhankelijk

van de dikte, het actuele koolstofgehalte en de warmte-in-

breng moet worden voorgewarmd tussen 200 en 300 ºC.

Dikwijls moet na het lassen een warmtebehandeling wor-

den toegepast op een temperatuur van 650 tot 750 ºC. Dit

kan met succes worden uitgevoerd indien gelast is met

'matching' lastoevoegmateriaal.

Zwak martensitisch chroomstaal (13%Cr - 4%Ni) wordt

in de praktijk gelast met een lastoevoegmateriaal dat een

vergelijkbare chemische samenstelling heeft. Alleen bij

dikwandige constructies of bij constructies met een hoge

eigenspanning wordt voorgewarmd op ca. 100 ºC. De tus-

senlagentemperatuur mag hiervan niet te veel afwijken,

want het martensietstartpunt van dit staal ligt op onge-

veer 240 ºC en het zogenaamde martensiet-finishpunt

(MF) op circa 120 ºC. Om een plotselinge volledige over-

gang van austeniet naar martensiet te voorkomen, moet

elke lasrups worden afgekoeld tot een temperatuur lager

dan het MF voordat de volgende lasrups mag worden ge-

legd.

Voor het type 1.4405 (16% Cr - 5% Ni) ligt een en ander

nog wat kritischer. Bij dit materiaal mag niet worden

voorgewarmd. De verschillende lasrupsen moeten eerst

afkoelen tot een temperatuur van circa 50 ºC voordat de

volgende lasrups mag worden gelegd. Zowel het type

1.4313 (13%Cr-4%Ni) als het type 1.4405 (16%Cr-

5%Ni) moeten na het lassen worden gegloeid op een tem-

peratuur tussen 580 en 620 ºC.

Supermartensitisch chroomstaal wordt gelast met super-

duplex lastoevoegmateriaal. Het lasmetaal heeft dan een

rekgrens die nagenoeg gelijk is aan die van het supermar-

tensitisch chroomstaal. Voorwarmen en een warmtebe-

handeling na het lassen zijn niet noodzakelijk. Wel

noodzakelijk is gebruik te maken van waterstofarme las-

processen zoals TIG, MAG of van waterstofarme lastoe-

voegmaterialen bij BMBE en OP-lasprocessen.

De eerste lastoevoegmaterialen met ‘matching’ chemische

samenstellingen zijn door de diverse producenten van las-

toevoegmaterialen al ontwikkeld, maar tot nu toe wordt

nog steeds gekozen voor de toepassing van superduplex

lastoevoegmateriaal.

Austenitisch roestvast staalKenmerkenDeze hoofdgroep kent vele varianten, en leent zich

daarom voor veel mogelijke indelingen, zoals de grove in-

deling in molybdeen-vrije typen en molybdeen-houdende

typen. Een andere mogelijke indeling is een verdeling in

de conventionele austenieten (bijvoorbeeld de 300-serie)

en de superaustenieten (typen met verhoogd chroom, nik-

kel en molybdeen, en toevoegingen van stikstof).

Een karakteristieke samenstelling voor de austenitische

staalsoorten is 16-26% Cr en 8-22% Ni. Een zeer be-

kende legering is type 304 met 18% Cr en 10% Ni.

Duidelijk is dat het om een grote hoofdgroep gaat die

sterk is in corrosie-eigenschappen en die in lasbaarheid

verschillende typen omvat. Algemeen geldt dat de las-

baarheid van de austenitische roestvaststaalsoorten goed

is. Alle lasprocessen zijn toepasbaar. Omdat de structuur

niet hardbaar is door afkoeling, behouden de legeringen

na het lassen een goede taaiheid en is voorwarmen of een

warmtebehandeling na het lassen niet nodig.

Richtlijnen voor het lassenConventionele roestvaststaalsoorten, zoals de typen AISI

304L, 316L, 321, 347 en 318, kunnen probleemloos met

de bekende lasprocessen worden gelast. Het lastoevoeg-

materiaal moet, afgezien van enkele bijzondere toepassin-

gen, 3 tot 10% ferriet bevatten om het optreden van

warmscheuren te voorkomen. De lasnaadvorm moet zo-

danig zijn dat de warmte kan worden afgevoerd; een

scherpe V-naad moet dan ook worden afgeraden. Een

staand deel van 1 tot 1,5 mm is noodzakelijk vanwege de

slechte warmtegeleiding van austenitisch roestvast staal.

Door onder andere de grote uitzettingscoëfficiënt van dit

type staal moet de lasnaad een grotere openingshoek heb-

ben dan bij gelijke toepassing in koolstofstaal. Ook moet

de vooropening groter zijn en moeten meer en zwaardere

hechtlassen worden toegepast. De vooropening kan een-

voudig worden verkregen door stukjes lasdraad van de

juiste diameter in de lasnaad te hechten en deze voor het

lassen te verwijderen door middel van slijpen.

Vanwege de hoge elektrische weerstand van austenitisch

roestvast staal mag een roestvaststaalelektrode niet even

hoog in stroom worden belast als een elektrode van on-

gelegeerd staal.

De inbrandingsdiepte is bij austenitisch roestvast staal

minder groot dan bij ongelegeerd staal. Bij de roestvast-

staaltypen waarbij een laag ferrietgehalte van het las-

metaal wordt vereist (in verband met bijvoorbeeld de

magnetische eigenschappen, zoals bij mijnenvegers)

moet een lasmetaal met extra mangaantoevoeging

worden toegepast. Een voorbeeld hiervan is een type

aangeduid met 1.4455 dat 6 tot 8% Mn bevat. Dit

koppelt een zeer hoge taaiheid aan een goede corro-

sievastheid en een hoge weerstand tegen warmscheu-

ren.

De typen 321 en 347 kunnen worden gelast met een

AISI 304L type of, indien voorgeschreven, met een

AISI 347 lastoevoegmateriaal, hoewel dit laatste type

warmscheuren kan veroorzaken. Qua sterkte is een

AISI 304L altijd superieur aan de basismaterialen van

de typen 321 en 347, ook bij hogere temperatuur. Al-

leen bij toepassingen waar kruip een rol speelt en in

een enkel corrosief milieu geniet een AISI 347 de voor-

keur.

De superaustenieten hebben ten opzichte van de con-

ventionele austenieten alleen een hoger legeringsni-

veau. Door het verhoogde Cr- en Mo-gehalte moet

ook het Ni-gehalte drastisch worden verhoogd. De

chemische samenstellingen die hierdoor worden ver-

kregen maken deze soorten bij het lassen gevoelig

voor warmscheuren. Schoon werken, lassen met een

lage warmte-inbreng (max. 1,5 kJ/mm) en een zorgvuldige

keuze van het lastoevoegmateriaal (laag gehalte aan ver-

ontreinigingen als S en P; en toevoegingen zoals Mn) zijn

noodzakelijke voorwaarden om een goede las te verkrij-

gen. Het lassen van superaustenieten is dan ook werk voor

gespecialiseerde bedrijven.

Duplex roestvast staalKenmerkenDuplex roestvast staal bestaat uit een tweefasenstructuur

met bijna gelijke hoeveelheden austeniet en ferriet. De che-

mische samenstelling ligt gemiddeld tussen de 22-26% Cr,

4-7% Ni en 0-3% Mo met een kleine hoeveelheid stikstof

(0,1-0,3%) voor de stabilisatie van de austeniet.

Deze hoofdgroep is onder te verdelen in drie subgroepen:

Molybdeenvrij duplex staal (24% Cr - 4% Ni - 0,2 % N).Conventioneel duplex staal, bekend onder Werkstoff-nummer 1.4462 (22% Cr - 5% Ni - 3% Mo - 0,15% N).Superduplex staal (een duplex met verhoogd Cr, Moen N-gehalte). Ook het nikkelgehalte is hierbij ver-hoogd tot 6 à 7 %. Deze staalsoorten kenmerken zichdoor een hoge rekgrens en een hoge weerstandtegen putvormige - en spanningscorrosie in vergelij-king tot conventioneel austenitisch roestvast staal.

LASTECHNIEKmei 2015

Page 15: Downloaden (PDF, 4.04MB)

Sinds twee jaar ben ik opa en dat is een geweldige er-varing. Een kleinzoon, die alles wat opa doet geweldigvindt. Zo’n bewonderaar is goed voor je ego en klein-zoon vaart er wel bij. Ik ga nog niet zo ver als mijn vroe-gere collega, die onmiddellijk na de geboorte van zijnkleinzoon een elektrische trein en toebehoren kocht ener al vast mee ging oefenen om kleinzoon goed te kun-nen instrueren. Voor wie kocht hij eigenlijk de trein, hebik me wel eens afgevraagd. Goed, dat gedrag is mis-schien een uitzondering, maar wat kun je als lasser nuspecifiek voor je kleinzoon doen? Zelf een step of eenfietsje in elkaar lassen heeft geen zin, want op Markt-plaats worden ze voor een habbekrats aangeboden.Nee het moet iets groters worden. Een skelter komtmeer in aanmerking. Wat heb je dan nodig? Metaalkopen is geen optie, op je werk verdwijnt er genoegstaal naar de schroothoop, wat je nog goed kunt ge-bruiken. Trappers en 12,5-duims wieltjes zijn wel ergenste krijgen en kettingwieltjes voor en achter en een ket-ting kun je bij de fietsenmaker kopen. Zo moet mijn col-lega gedacht hebben toen zijn kleinzoon vier jaar werd.Ruim voor tijd ging hij in zijn vrije tijd aan de slag. Of hijeen vast plan had en een constructie op papier hadstaan, weet ik niet, maar elke week groeide de con-structie iets en kreeg meer en meer de vorm van eenechte skelter. Een uniek ontwerp en ook onverslijtbaar.

Een volwassene van over de 100 kg zou er echt nietdoorheen zakken. De skelter moest wel een leuk kleur-tje krijgen en dat was nog niet zo eenvoudig. Internetbiedt dan uitkomst, daarvan kun je de kleurencombi-naties van skelterleveranciers gewoon overnemen.Daarna inpakken en in de schuur afdekken opdat klein-zoon niet vroegtijdig zijn cadeau zou ontdekken. Opzijn verjaardag de skelter met enige moeite weer te-voorschijn gehaald, want de skelter bleek toch wel eenbeetje zwaar te zijn. Kleinzoon van vier wilde er gelijkmee gaan karren, maar dat ging niet goed. Hij kreeghet ding gewoon niet van zijn plek, hij was dus nog nietsterk genoeg. Een duwtje helpt dan, maar eenmaal inbeweging was de skelter nauwelijks te stoppen. Iets teveel massa dus. Gelukkig had mijn collega ook aan eenhandrem gedacht en werd de schutting in de tuin maareen beetje ontzet. Een unieke skelter, dat wel, en klein-zoon groeide er vanzelf in. Ga ik nu ook zo’n skelterbouwen? Het lijkt me een leuke klus, maar ik ga tocheerst maar eens op internet zoeken naar een leukexemplaar. Wie weet.

Lasser en kleinkinderen

Lastechniek #6

Voor redactionele bijdragen en advertenties kunt u ons bellen071 589 56 44 of mailen naar [email protected]

verschijnt in juni

Themanummer Arbeidsmarkt

27

LASTECHNIEKmei 2015 COLUMN

26

LASTECHNIEK LASBAARHEID VAN ROESTVASTSTAALSOORTEN - mei 2015

De lasbaarheid van de duplex staalsoorten is goed, mits

voldaan wordt aan een aantal belangrijke voorwaarden.

Richtlijnen voor het lassenZowel het molybdeenvrije duplex staal (1.4362) als het

molybdeenhoudende type 1.4462 worden gelast met een

4462-lastoevoegmateriaal. Het lastoevoegmateriaal moet

een hoger nikkelgehalte hebben 7 - 9%) en toevoegingen

van stikstof (0,12 tot 0,18%). Indien hieraan wordt vol-

daan kan er weinig misgaan. Een te lage warmte-inbreng

(< 0,5 kJ/mm) moet worden vermeden, net als een te hoge

tussenlagentemperatuur. Deze mag maximaal 250 ºC be-

dragen. Voorwarmen is niet noodzakelijk en wordt slechts

toegepast als de constructie een hoge eigen spanning bezit,

bijvoorbeeld als gevolg van grote dikten of een gecompli-

ceerde vormgeving. Spanningsarm gloeien wordt niet toe-

gepast.

Superduplex staal kenmerkt zich door een hoger lege-

ringsniveau. Dit maakt het staal gevoeliger voor het uit-

scheiden van ongewenste fasen bij het lassen. Deze fasen

Deze aflevering in de rubriek 'Laskennis opgefrist' is een bewerking van 'Job Knowledge for Welders Part 20’ uitTWI Connect (TWI Ltd, Cambridge, UK), geactualiseerd in 2015. Met dank aan Bart Verstraeten, BIL.

Tabel Groepsindeling voor de roestvaststaalsoorten volgens ISO/TR 15608:2013

7.17.27.3

8.18.28.3

10.110.210.3

Ferritische, martensitische of precipitatie-hardende roestvast-staalsoorten met C ≤ 0,35% en 10,5% ≤ Cr ≤ 30%Ferritisch roestvast staalMartensitisch roestvast staalPrecipitatie-hardend roestvast staalAustenitisch roestvast staal, Ni ≤ 35 %Austenitisch roestvast staal, Cr ≤ 19%Austenitisch roestvast staal, Cr > 19%Mangaanhoudend austenitisch roestvast staal, 4% < Mn ≤ 12%Austenitisch-ferritisch roestvast staal (duplex)Austenitisch-ferritisch roestvast staal, Cr ≤ 24%Austenitisch-ferritisch roestvast staal, Cr > 24%Austenitisch-ferritisch roestvast staal, Ni ≤ 2 %

7

8

10

Groep Subgroep Type roestvast staal

verminderen de corrosieweerstand en de taaiheid van het

materiaal. Om dit tegen te gaan zijn verschillende voor-

zorgsmaatregelen nodig. Het lastoevoegmateriaal voor dit

staal is overgelegeerd met nikkel en soms ook met stik-

stof. Indien mogelijk moet de laatste laag aan de corro-

siezijde worden aangebracht, omdat de ongewenste

fase-uitscheidingen optreden door de laswarmte van vol-

gende lagen. Als de laatste laag niet aan de corrosiezijde

kan worden gelegd, moet de grondlaag zwaar worden

aangebracht en worden gevolgd door enkele dunne lagen.

Deze zogenaamde ‘cold-pass-techniek’ voorkomt dat in

de grondlaag en de warmte-beïnvloede zone de onge-

wenste corrosiegevoelige fasen worden uitgescheiden.

Normen en technische richtlijnenDe Technische Richtlijnen ISO/TR 20172 t/m 20174

geven een groepsindeling voor Europese, Amerikaanse en

Japanse materialen. Deze richtlijnen verwijzen per mate-

riaal naar de van toepassing zijnde groep volgens de

ISO/TR 15608.

NEN-EN 1011-3:Lassen - Aanbevelingen voor het lassen van metalen - Deel 3: Booglassen van corrosievaste staalsoortenNPR-CEN-ISO/TR 15608:Lassen - Leidraad voor een groepsindeling van metalenNPR-CEN-ISO/TR 20172:Lassen - Groepsindelingen van metalen - Europese materialenNPR-CEN-ISO/TR 20173:Lassen - Groepsindelingen voor materialen - Amerikaanse materialenISO/TR 20174:Lassen - Groepsindelingen voor materialen - Japanse materialen

Page 16: Downloaden (PDF, 4.04MB)

examen voor elektrodelassen niveau 3 heeft hij net achter

de rug. De uitslag wacht Abrahamsen vol vertrouwen af.

“Mijn werkstuk zag er strak uit.”

Zijn liefde voor het lassen komt voort uit zijn fascinatie

voor het hele lasproces. Het begon allemaal bij de oplei-

ding Metaaltechniek op het mbo. “Frezen en draaien, daar

had ik niks mee”, blikt Abrahamsen terug. “Maar lassen

2928

LASTECHNIEKmei 2015VAKTROTS - mei 2015LASTECHNIEK

ij houdt zich keurig aan de regels, con-

stateert Operation Manager Menno

Bijl van het in Den Helder gevestigde

Multimetaal als hij Billy Abrahamsen tever-

geefs probeert te bellen. “Ik denk namelijk dat

hij zijn telefoon niet bij zich heeft.” Billy is aan

het werk op de werf van de Koninklijke Ma-

rine. Er was een misverstand over de intervie-

wafspraak met Lastechniek, maar even later

meldt hij zich op het kantoor van Multimetaal,

niet ver van de marinewerf. Zijn telefoon heeft

hij inmiddels uit zijn kluisje gevist.

Koninklijke MarineAbrahamsen is – via zijn werkgever Multime-

taal – nu zo’n acht weken actief op de werf van

de Koninklijke Marine. Bij de onderzeedienst

werkt hij mee aan het groot onderhoud van de

onderzeeërs Dolfijn en Zeeleeuw. “Ik doe het

laswerk aan de huidplaten”, vertelt hij. “Waar

ik op de werkplaats van Multimetaal vooral

aan MAG-lassen doe, ben ik bij de Marine aan

het elektrodelassen. Dat bevalt supergoed. Het

is weer een nieuwe uitdaging.”

De uitbesteding is onderdeel van de strategie

van Multimetaal, dat zijn werknemers zich zo

breed mogelijk wil laten ontwikkelen. En dat

past precies in het ambitieuze straatje van

Abrahamsen. “Ik wil allroundlasser worden en

me in alle gebieden specialiseren. Zoveel mo-

gelijk ervaring opdoen om de beste lasser te

kunnen worden. Mijn doel is om in de toe-

komst offshore te kunnen werken. Vrienden

van mij doen dat ook. Waarom me dat zo aan-

trekt? Het lijkt mij een groot avontuur.”

Foto’sAbrahamsen kwam bij Multimetaal terecht via

zijn mbo-stage. Bij Tetrix Techniekopleidingen

behaalde hij vervolgens zijn niveau 2 MAG- en

elektrodelassen en binnen Multimetaal sleepte

hij verschillende certificaten in de wacht, waar-

onder die voor pijplassen H-L045 (6G). Zijn

Allroundlasser wil hij worden. En ook nog eens de beste. De 21-jarige Billy Abrahamsen uit Den Helder weet precies wat hij wil. Veel leren en dan de offshore in. “Ik wil me overal in specialiseren.”

‘Ik wil de bestelasser worden’

door Jaap van Sandijk, fotografie Raymond den Haan

H pakte mij meteen. Je begint met niets – twee platen – en je

eindigt met iets blijvends. Dat vind ik spectaculair. Toen ik

met het lassen kennismaakte ging mijn hart er meteen

sneller van kloppen.” En dat is nu, in zijn vierde jaar bij

Multimetaal, nog steeds niet anders. “Ik krijg een kick van

het uiterlijk van een mooie las. Eén van mijn leukste klus-

sen tot nu toe was het werk aan een bordes, bestemd voor

een olieplatform. V-naden en X-naden lassen. Als uit het

ultrasoon onderzoek dan blijkt dat je werk honderd pro-

cent in orde is, geeft ook dat weer een kick.” Van een

mooie las maakt Abrahamsen vaak een foto. Die stuurt

hij dan vol trots naar zijn vader, die werkt bij dienstverle-

ner One Peterson, dat onder meer platforms bevoorraadt.

Halve maantjesSamen met Operation Manager Menno Bijl loopt Abra-

hamsen de werkvloer van Multimetaal op. Daar was hij,

sinds zijn uitzending naar de marinewerf, een tijdje niet

meer geweest. Hij wijst op een buis. “Kijk eens wat een

mooie las: allemaal kleine halve maantjes”, wijst hij. “Hoe

strakker, hoe mooier.” Maar een strakke las blijft men-

senwerk, dat beseft de Heldenaar ook maar al te goed.

Hoe houdt hij zichzelf scherp? “Door te leren van je fou-

ten. Voor mij betekent dat: rust nemen en goed kijken

naar je materiaal. Ik loop het risico dat ik door mijn en-

thousiasme te snel wil beginnen. Daarom is het voor mij

belangrijk dat ik, voordat ik aan het werk ga, mijn ma-

chine controleer, de naden goed schoonmaak en de posi-

tie van de toorts goed instel. Het product waaraan je

werkt moet gewoon goed zijn.” Maar dat is niet de enige

motivatie van Abrahamsen. “Als je je werk niet goed doet,

moet het opnieuw.” Lachend: “En ik hou niet van dubbel

werk.”

Page 17: Downloaden (PDF, 4.04MB)

Lincoln Smitweld B.V.Lincoln Electric Europa B.V. Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

ADVIES en CONSULTANCY AFZUIGINSTALLATIES ENLUCHTBEHANDELING

GEAUTOMATISEERD SNIJDEN

LASAPPARATUUR ENANDERE TOEBEHOREN

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

AIB-Vinçotte Nederland B.V.Takkebijsters 8 - 4817 BL BredaPostbus 6869 - 4802 HW BredaT 076 571 22 88 - F 076 587 47 60E [email protected]

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

Zekeringstraat 33 - 1014 BV AmsterdamT +31 (0)20 556 35 55E [email protected] 18 - 4824 GN BredaT +31 (0)76 5424 300E [email protected]

Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda,Hengelo, Rotterdam, Veendam.

Nederman Nederland BVWiekenweg 33 - 3815 KL AmersfoortPostbus 2646 - 3800 GD AmersfoortT 033 298 81 22 - F 033 201 12 10E [email protected]

KEURINGEN

HoofdkantoorDukdalf 11 - 9206 BE DrachtenPostbus 505 - 9200 AM DrachtenT 0512 52 40 08E [email protected]

Kwaliteitsmanagement |Lasconsultancy | Inspectie

Drachten | Zutphen | Rotterdam

Lincoln Smitweld B.V.Lincoln Electric Europa B.V. Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

Lincoln Smitweld B.V.Lincoln Electric Europa B.V. Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

LASTOEVOEGMATERIALEN MANIPULATOREN ENMECHANISATIE

MECHANISATIE EN AUTOMATISERING

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Dumeta import / export B.V.Marconistraat 26 - 7575 AR OldenzaalT 0541 53 33 69 - F 0541 53 33 71E [email protected]

Zekeringstraat 33 - 1014 BV AmsterdamT +31 (0)20 556 35 55E [email protected] 18 - 4824 GN BredaT +31 (0)76 5424 300E [email protected]

Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda,Hengelo, Rotterdam, Veendam.

Lorch Lastechniek B.V.Postbus 5 - 2200 AA NoordwijkT 071 362 56 27 - F 071 362 38 85E [email protected]

Magnatech International B.V.De Amer 24 - 8253 RC DrontenT 0321 38 66 77 - F 0321 31 41 65E [email protected]

LASKWALIFICATIES/CERTIFICERING

30 31

Materiaal Metingen Testgroep B.V.MME GroupRietdekkerstraat 16 - RidderkerkPostbus 4222 - 2980 GE RidderkerkT 0180 48 28 28 - F 0180 46 22 40E [email protected]

Zekeringstraat 33 - 1014 BV AmsterdamT +31 (0)20 556 35 55E [email protected] 18 - 4824 GN BredaT +31 (0)76 5424 300E [email protected]

Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda,Hengelo, Rotterdam, Veendam.

NDO/DO ONDERZOEK ONDERHOUD EN NIEUWBOUWINSPECTIE

3P Project Services B.V.Nijverheidsweg 4 - 4854 MT BavelT 0161 43 85 00 - F 0161 43 85 01E [email protected]

Totaalproject in inspectie, lastechnischeondersteuning en projectmanagement

HoofdkantoorDukdalf 11 - 9206 BE DrachtenPostbus 505 - 9200 AM DrachtenT 0512 52 40 08E [email protected]

Kwaliteitsmanagement |Lasconsultancy | Inspectie

Drachten | Zutphen | Rotterdam De Groot Lasopleidingen B.V.Weidehek 24 - 4824 AS BredaT 076 541 07 20 - F 076 542 72 95E [email protected]

Lastechnische opleidingen, adviseringen certificering.

LASTECHNIEK BRANCHEREGISTER - mei 2015 LASTECHNIEKmei 2015

Page 18: Downloaden (PDF, 4.04MB)

HELP VAKCOLLEGA’S IN AFRIKA!

O

AKVHELP

odneeteM

INS’OLLEGACAK

kiurbegwufoeitano

!AAFRIKIN

tplehpahcsdeeregtk

niicinhcet-agellocut

a kirfAn

edeogneeG.keinhcetetraantehhcsdeerGe

emasfeGedihk

obetpotsmokeoteazpahcsdeereGdereG

nenelohcsehcsinhce!tkrewpa

sdeerGederGetemntt

poneetemnewuonipahcsdeeregtlemamenrednoednetrats

unaagnilluvnipahcskfjiijdbf’ll

naabneenegnidielsrevnepotidtpank,nsgnilekkiwtnonisrem

ekjiijleppahcstaamwuddditk

e dnint peehcs. nednal

korteb -dl

nediehnek

kueohkjKiij

ereg.www

wutemnemasnuets

:poneplehtnuk

av/ln.pahcsdeeregde

kavfjiijrdebfos’’sagellocw

namka

edrededninetonegk

. dlerew

ROBOTS EN ROBOTISERING

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

VOORBEWERKINGSAPPARATUURVOOR PIJP EN PLAAT

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

ORBITAAL EN APPARATUUROPLEIDINGEN EN CURSUSSEN

De Groot Lasopleidingen B.V.Weidehek 24 - 4824 AS BredaT 076 541 07 20 - F 076 542 72 95E [email protected]

Lastechnische opleidingen, adviseringen certificering.

Hogeschool Utrecht, Centrum voor Natuur & Techniek en ROC Midden NederlandNIL erkende opleidingen voor alle niveau’s en processen. • International Welding Engineer (IWE/ LPI)

• International Welding Technologist (IWT/ MLT)

• Verkorte combinaties van IWT met Inspectie en

keuring mogelijk.

• Lastechnisch construeren, Workshop lasnormen,

Lasopleidingen MIG/MAG, BMBE, TIG, Autogeen,

Laskwalificalties/ certificeringen, SMLT

Ook cursussen op gebied van Materia-len, Procestechnologie, Onderhoud &Inspectie, Engineering, Bedrijfskunde(hbo, post-hbo en masterniveau).

Meer informatie CvNT Lenneke KokT 088 481 88 88E [email protected]

Meer informatie ROC Joost ZijderveldT 030 754 69 03E [email protected]

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Magnatech International B.V.De Amer 24 - 8253 RC DrontenT 0321 38 66 77 - F 0321 31 41 65E [email protected]

Rolan Robotics B.V.De Corantijn 6 - 1689 AP ZwaagPostbus 135 - 1620 AC HoornT 0229 24 84 84 - F 0229 27 27 07E [email protected]

WEERSTANDLASSEN

Laskar Puntlastechniek B.V.Avelingen West 26 - 4202 MS GorinchemPostbus 3604 - 4200 EB GorinchemT +31 (0)183 61 88 88F +31 (0)183 66 61 01E [email protected]

Puntlas- en ProjectielasmachinesRolnaadlas- en Stuiklasmachines

Puntlaselektroden | ComponentenStiftlasmachines en bouten

Automatisering en mechaniseringTraining, onderhoud en Verhuur

PUNTLASSEN

Laskar Puntlastechniek B.V.Avelingen West 26 - 4202 MS GorinchemPostbus 3604 - 4200 EB GorinchemT +31 (0)183 61 88 88F +31 (0)183 66 61 01E [email protected]

Puntlas- en ProjectielasmachinesRolnaadlas- en Stuiklasmachines

Puntlaselektroden | ComponentenStiftlasmachines en bouten

Automatisering en mechaniseringTraining, onderhoud en Verhuur

STIFTLASSEN

Laskar Puntlastechniek B.V.Avelingen West 26 - 4202 MS GorinchemPostbus 3604 - 4200 EB GorinchemT +31 (0)183 61 88 88F +31 (0)183 66 61 01E [email protected]

Puntlas- en ProjectielasmachinesRolnaadlas- en Stuiklasmachines

Puntlaselektroden | ComponentenStiftlasmachines en bouten

Automatisering en mechaniseringTraining, onderhoud en Verhuur

32

LASTECHNIEK BRANCHEREGISTER - mei 2015

WARMTEBEHANDELING

Delta Heat Services B.V.Scheelhoekweg 2 - 3251 LZ StellendamPostbus 52 - 3250 AB StellendamT 0187 49 69 40 - F 0187 49 68 40E [email protected]

• Elektrisch voorwarmen en gloeien• Inductie verwarmen• Stationaire gloeiovens• Mobiele gloeiovens• Uitdrogen beton / coatings• Verhuur / verkoop• Advisering

Page 19: Downloaden (PDF, 4.04MB)

ER VALT NOG GENOEG TE LEREN

LASTECHNIEK VERBINDT ONS.Lastechniek/Engineering• Laspraktijk Ingenieur (LPI) /

International Welding Engineer (IWE)- Bereidt voor op NIL-examen- Hoog slagingspercentage- Jarenlange ervaring met LPI/IWE- Face to face onderwijs- Ondersteund door digitale leeromgeving

• Middelbare Lastechniek (MLT) / International Welding Technologist (IWT)• Workshop Lasnormen• Procestechnologie

*Voor MLT’ers bestaat de mogelijkheid (met vrijstellingen) deel te nemen aan IKT2.

Materialen• Introductie Metaalkunde• Introductie Corrosiebeheersing• Corrosie en Corrosiebeheersing• Hogere Gieterijtechniek• Expert Class Gieterijtechnologie• Post-HBO metaalkunde

Onderhoud & Inspectie• Post-MBO Onderhoudstechniek• Post-HBO Onderhoudstechnologie• Post-HBO Onderhoud en Management• Inspectie- en Keuringstechnieken

(IKT2 * en IKT3)• NDO Vakspecialist Level 3

Voor alle cursussen en opleidingen geldt: naast individuele deelname behoort maatwerk voor meerdere medewerkers ook tot de mogelijkheden.

Meer weten? Bel 088 481 88 88, of kijk op www.cvnt.nl

• U HEEFT EEN LPI- OF IKT3 DIPLOMA EN WILT EEN COMBINATIE VAN BEIDEN?• U HEEFT EEN MLT-DIPLOMA EN WILT IKT2 VOLGEN?

INFORMEER NAAR DE MOGELIJKE VRIJSTELLINGEN!

MLT/IWT START 7 SEPTEMBER 2015