Klik hier om het draaiboek te downloaden (pdf-formaat, 958 kB)
Downloaden (PDF, 7.97MB)
Transcript of Downloaden (PDF, 7.97MB)
Onafhankelijk vakblad voor lassen, lijmen en snijden Nummer 4 | april 2016
Participeer in WAAM-projectNDO-technieken vergelekenOproep NILBIL lassymposium
www.vakbladlastechniek.nlUitgaveISSN 0023-8694Lastechniek wordt uitgegeven in opdracht van het Nederlands Instituutvoor Lastechniek (NIL) in samenwerking met het Belgisch Instituutvoor Lastechniek (BIL).RedactieBert de Jong, Fleur Maas, Peter Meys, Rolf Mul, Leo Vermeulen,Bart Verstraeten, Margriet WennekesEindredactieMargriet Wennekes, Leo Vermeulen (techniek)UitgeverBert de JongAdvertentiesCon-Sell, Rolf MulT 06 12 50 90 58 - E [email protected] Barendse, Ruud van Bezooijen, Tim Blok, Leen Dezillie, Rob Helmich, Marcel Hermans, Michel van ‘t Hof, Piet van der Horst,Michael Jak, Pieter Keultjes, Marco Kraaijeveld, Maurice Mol, Ed Mulder, Frank Smit, Erik Steenkist, Gregor Tokarenko, Fred Vasquez, Adriaan Visser, Olaf van der Vliet
Adressen Nederlands Instituut voor LastechniekLouis Barillelaan 80 - 2719 EK ZoetermeerT 088 018 70 00 - www.nil.nl
Belgisch Instituut voor Lastechniek vzwTechnologiepark 935 - B-9052 Zwijnaarde, BelgiëT +32 9 292 14 05 - F +32 9 292 14 01, E [email protected] - www.bil-ibs.be
OPUS communicatie-ontwerpFruitweg 24 j - 2321 GK Leiden, T 071 589 56 44 - F 071 541 41 50E [email protected]
Abonnementen Voor particulieren in Nederland € 62,50 op privé-adres, voor bedrijvenin Nederland per abonnement. Voor studenten en senioren geldt in Nederland een speciaal tarief.
Voor abonnementen in België kunt u contact opnemen met [email protected] zijn excl. btw.
Lastechniek verschijnt tien keer per jaar en wordt toegezonden aandeelnemers van het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) en hetBelgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) en andere geïnteresseerdenen belanghebbenden in de verbindingstechniek. Voor vragen overabonnementen kunt u terecht bij het NIL of het BIL voor België. Het abonnement geldt voor een geheel jaar. Opzeggingen per aan-getekend schrijven vóór 1 oktober van het lopende jaar.
Verzendadres wijzigen? Stuur dan het etiket met verbeterd adres retour.Alle advertentiecontracten worden afgesloten conform de regels voorhet Advertentiewezen gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland.
Ontwerp en lay-out OPUS communicatie-ontwerp, Leiden.
Hoewel de informatie gepubliceerd in deze uitgave zorgvuldig is uitgezocht en waar mogelijk gecontroleerd, sluiten de uitgever en de redactie uitdrukkelijk iedere aansprakelijkheid uit voor eventuele onjuistheden en/of onvolledigheid van de verstrekte gegevens.
©2016 - Overname van artikelen is slechts mogelijk na verkregen schriftelijke toestemming van de uitgever.
Colofon
Lijmen als verbindingstechniek. Voor mensen met een pas-sie voor lassen is dit een optie die meestal niet eens in over-weging wordt genomen. Lassen en lijmen lijken wereldendie niet met elkaar te verenigen zijn. Toch maken moderneontwerpers en constructeurs volop gebruik van lijmtechno-logie, al dan niet in combinatie met (punt)lassen of andereverbindingstechnieken. De automotive en de lucht- en ruim-tevaart zijn de industrieën die hierin voorop lopen, ook alshet gaat om de ontwikkeling van nieuwe materialen die nietdoor middel van lassen te verbinden zijn. Als “onafhankelijkvakblad voor lassen, lijmen en snijden” zijn we al sinds jaaren dag op zoek naar goede inhoudelijke verhalen over lij-men als verbindingstechniek. We zijn dan ook blij dat we indeze uitgave enkele docenten van hbo-opleidingen in de au-tomotive bereid hebben gevonden een inleidend artikel teschrijven over lijmverbindingen. Het is een eerste stap omde lijmtechnologie meer bekendheid te geven onder de le-zers van Lastechniek.
Gelast wordt er natuurlijk ook nog steeds. Theo Luijendijken Fred Neessen schreven een toegankelijk technisch arti-kel over lasnaadopbouw en het realiseren van goede me-chanische eigenschappen. Bij Hazo Techniek in Lelystadmochten we kijken hoe vier stalen boatlandings worden op-gebouwd die binnenkort aan twee grote werkschepen vanVBMS worden gelast. En Laskennis Opgefrist begint metdeel 26 aan een korte serie over gezond en veilig lassen,waarin naast de Arbowetgeving ook aandacht wordt be-steed aan de belangrijkste risico’s bij het lassen.
Lassen, lijmen, snijden. Achter elk van deze woorden gaateen wereld schuil die veel meer omvat dan je op het eerstegezicht zou denken. Vanaf deze uitgave zullen we bijvoor-beeld ook het aspect lasonderzoek en lasinspectie meergaan belichten. In maart hebben we een oproep gedaan aandeskundigen op het gebied van (niet-)destructief onderzoeken inspectie, om ons te voorzien van nieuws en (ideeënvoor) artikelen die ook voor de laswereld relevant zijn. Wewerden verrast door het aantal enthousiaste reacties. Indeze uitgave beginnen we met een artikel waarin radiogra-fisch onderzoek wordt vergeleken met alternatieve onder-zoekstechnieken voor het opsporen van lasfouten.
Veel leesplezier met deze gevarieerde uitgave.
De makers van Lastechniek
Lijmen en lassen
LASTECHNIEK VOORWOORD - apr i l 2016
The strong connection
Volgt uw lasrobot exact de lasnaad?
Inhoud #4 april 2016
LASTECHNIEKwordt uitgegeven door OPUS communicatie-ontwerp in opdracht van het Nederlands Instituut voor Lastechniek enin samenwerking met het Belgisch Instituut voor Lastechniek
www.vakbladlastechniek.nl
04 Vanuit de verbindingswereld
12 De invloed van de lasnaadopbouw
op de kerftaaiheid van de las
16 Terugblik TechniShow
18 Lijmverbindingen in
modern productontwerp
22 Efficiënte alternatieven voor
radiografisch onderzoek
De acceptatiecriteria
zijn gebaseerd op
de detectie van vlakke
en volumetrische
fouten, waarbij de
fouthoogte uiterst
nauwkeurig bepaald
kan worden.
22
26
34
Foto: Jennifer Muller
Foto: Robert Koelewijn
26 Veilig oversteken; bouw van 4
boatlandings door HAZO Techniek
30 Laskennis opgefrist (26)
35 Willem de Welder
36 Vaktrots
38 Brancheregister
In juni verschijnt het themanummer Robotlassen, vier jaar na onze vorige special over dit onderwerp. Net als de vo-
rige keer zijn verschillende lasrobotspecialisten aangeschoven bij de redactie om met elkaar van gedachten te wis-
selen over een goede invulling van het thema. Hoewel de ontwikkelingen in de robottechnologie razendsnel gaan,
zal de nadruk niet komen te liggen op de allerlaatste noviteiten die door een kleine groep koplopers worden toege-
past. Lasrobotdeskundigen constateren dat er nog veel behoefte bestaat aan informatie voor (staalbouw)bedrijven
die nog niet de stap naar robotisering hebben gezet, omdat de drempel daarvoor nog te hoog ligt.
In de komende special willen we daarom voor een zo breed mogelijke doelgroep de verschillende stappen in het las-
robotiseringsproces in kaart brengen. We laten zien dat ook bedrijven die nog volledig onbekend zijn met lasrobo-
tisering, op een eenvoudige manier hun productieproces kunnen verbeteren. Maar ook bedrijven die al ver zijn in het
robotiseren van hun productieproces komen aan bod. Heeft u nog suggesties of tips, laat het ons dan weten via
10
4
LASTECHNIEK BERICHTEN - apr i l 2016
5
Kennisinstelling LAC, het NIL (Nederlands Instituutvoor Lastechniek), en de Universiteit Twente zijn opzoek naar geïnteresseerde bedrijven die willen sa-menwerken aan de ontwikkeling van Wire and Arc Ad-ditive Manufacturing (WAAM). Het WAAM-proces iseen lasproces waarmee 3D-modellen met behulp vanlasrobots in diverse materiaalsoorten ‘geprint’ kunnenworden.
Aanvullende technologieOp dit moment zijn poederbedprocessen de standaardvoor het 3D-printen van metalen onderdelen. WAAM iseen aantrekkelijke en aanvullende technologie, dankzijde unieke vormvrijheden en de mogelijkheid om kleineseries en enkelstuks met hoge snelheden te produce-ren. De technologie kan een aantrekkelijk alternatief zijnvoor CNC-frezen, gieten of vonkverspanen. Waar deconventionele metaalbewerkingstechnieken hun beper-kingen hebben, biedt 3D-metaalprinten met het WAAM-proces nagenoeg onbegrensde mogelijkheden watbetreft design.
De voordelen van WAAMTen opzichte van de poederbedprocessen heeft WAAMde volgende voordelen:•
•
•
•
•
•
•
LASTECHNIEKapr i l 2016
Drie soortenWire and Arc Additive Manufacturing kan verdeeld wor-den in drie groepen, afhankelijk van de energiebron diegebruikt wordt:•
•
•
Elk type energiebron heeft zijn voor- en nadelen en dekeuze moet worden gemaakt op basis van materiaal-soort, efficiëntie, energieverbruik, gewenste oppervlak-teruwheid en mechanische eigenschappen van hetproduct.
Gerobotiseerd procesHet WAAM-proces wordt uitgevoerd met behulp van eenindustriële robot. Deze heeft een groot bereik en eenhoge repeteernauwkeurigheid, waardoor de productensteeds aan dezelfde toleranties voldoen. De productie-tijd is ten opzichte van het poederbedproces verkort,waardoor de kosten laag zijn. De voordelen bij het uit-voeren van het proces met een industriële robot zijn:•
••••
•
UitdagingenBedrijven die willen gaan starten met 3D Wire Arc Addi-tive Manufacturing staan voor een aantal uitdagingen.Om er een paar te noemen: •
•
•
•
•
•
•
OproepLAC, NIL en de Universiteit Twente zoeken partners omde benodigde bouwstenen voor het WAAM-proces teontwikkelen. Doel is om metalen producten voor veelei-sende toepassingen, met een constante kwaliteit entegen een marktconforme prijs, te kunnen produceren.Onderwerpen die binnen de samenwerking aan bodkomen, zijn afhankelijk van de vraagstellingen van dedeelnemende bedrijven. Te denken valt aan automati-sering, materiaalkennis, proceskennis, certificatie enontwerpmethoden. Deelnemende bedrijven krijgen degelegenheid om gebruik te maken van een proeftuinvoor onderzoek, ontwikkeling, demonstraties en oplei-dingen.
WAAM kan toegepast worden voor het verspanenvan (grotere) producten, waarmee direct een ge-wichtsbesparing en afvalvermindering van duregrondstoffen gerealiseerd wordt.Het te printen volume is het grootste van alle 3D-printtechnieken voor metalen. Het WAAM-proces isbovendien vele malen sneller dan alle poederbed-processen.Het toevoegmateriaal (als dat lasdraad is) is veelgoedkoper dan dat voor poederbedprocessen.Complexe producten hoeven niet meer te wordengeassembleerd uit meerdere componenten.WAAM is een vervangende technologie voor hetgieten van enkelstuks, productie van kleine series ofbouw van prototypes.Het proces genereert ‘added values‘, zoals internekoelkanalen in matrijzen.Het is een oplossing voor het produceren van moei-lijk of niet meer verkrijgbare onderdelen.
Het is nog niet bekend welke kwaliteit en materiaal-eigenschappen behaald kunnen worden.Het is nog niet mogelijk om het proces gegaran-deerd, gecertificeerd en geborgd uit te voeren.Een ontwerper moet rekening houden met speci-fieke richtlijnen en regels om de productie te latenslagen.Een onderdeel is na het WAAM-proces meestal nogniet gereed. Er is veelal een warmtebehandelingnodig om restspanningen te reduceren, draagstruc-turen moeten worden verwijderd, en de oppervlak-teruwheid is soms te hoog. In verband met deoppervlakteruwheid moet het proces veelal gecom-bineerd worden met verspaning.De warmtehuishouding tijdens productie bepaalt deuiteindelijke mechanische eigenschappen.De benodigde sensoriek en software om tot proces-beheersing en bijsturing te komen moeten nog worden doorontwikkeld.Onderzocht moet worden hoe de robot en het proces efficiënt geprogrammeerd kunnen worden.
een lasbron voor booglassen met aangevoerdedraad, zoals MIG/MAG- of TIG-lassen;een laserbron voor oplassen met een extern aange-voerde draad of voor cladden met een aangevoerdtoevoegpoeder;een elektronenbundel (EB) voor oplassen met toevoegdraad.
hoge productiesnelheden en repeteer-nauwkeurigheid;mensafhankelijke factoren zijn geminimaliseerd;veiligheid in verband met lasrook en straling;hoge inschakelduur;offline te programmeren op basis van een 3D-model;relatief goedkoop.
InteresseAls u deel wilt nemen aan dit WAAM-project vragen weu om een e-mail te sturen naar [email protected]. Ver-meld daarin uw contactgegevens en de projectdoel-stelling waarin u geïnteresseerd bent. Heeft u geenproducerend bedrijf in de metaal- of kunststofverwer-kende industrie, maar bent u wel geïnteresseerd in detechnologie, dan verzoeken wij u dit ook te melden. Bijvoldoende aanmeldingen wordt u uitgenodigd voor eeninformatiebijeenkomst, waarbij de structuur en inhoudvan de samenwerking nader worden besproken.
Partners gezocht voor deelname aan WAAM-project
6
LASTECHNIEK BERICHTEN - apr i l 2016
7
LASTECHNIEKapr i l 2016
Kant-en-klare lasrobotcellen moeten stap naar automatiseringeenvoudiger maken
Nieuwe collectie beschermendewerkkleding op de markt
Lasrobotspecialist RobWelding gaat kant-en-klare las-robotcellen verkopen. Het betreft lascellen in verschil-lende formaten, inclusief een robot van ABB. “Metdeze kant-en-klare robotcellen willen we de stap naarprocesautomatisering overzichtelijker en makkelijkermaken. Onze klanten kunnen nu haast in één oogop-slag zien of een gerobotiseerd lasproces mogelijk is.Ook omdat het kostenplaatje van zo’n complete encompacte lasrobotcel concreet is”, aldus directeurKarel van Vlastuin.
Direct inzetbaar“RobWelding ontwerpt de cellen vooraf en plaatst ze inslechts een paar dagen bij de betreffende klant. De cel-len zijn ergonomisch en op een stabiel frame gemon-teerd, zodat ze direct inzetbaar zijn.” Voor scholen geldteen speciale aanbieding, omdat het volgens Van Vlas-tuin interessant is voor studenten om al tijdens hun stu-die ervaring op te doen met robots.
Geïntegreerd in ABB-softwareIn de compacte lasrobotcellen wordt een ABB-lasrobotgekoppeld aan een lasmachine van een van de gere-nommeerde West-Europese merken. De lasmachine isvolledig geïntegreerd in de ABB-software. De gebruikerkan alle lasinstellingen dus met de robotbesturing in-stellen. In de cel staat ook een R-Manipulator. Deze ma-nipulator brengt het product bij de operator, zodat delasser niet om de cel heen hoeft te lopen. Verder zit er inde compacte lasrobotcel standaard een schoonmaak-station om de lastoorts te reinigen. Ook is de gepaten-teerde Bulls Eye van ABB in de cel te vinden.
Toortskalibratiesysteem Bulls EyeMet dit systeem is het mogelijk om de positie van de las-draad aan de toorts te meten (Tool Centre Point, TCP).Als de robot een aanvaring heeft gehad, kan met behulpvan Bulls Eye gemeten worden wat de positie van delasdraad is. Mocht deze afwijken van de oorspronkelijkepositie, dan zorgt de robot dat de draad weer terugkeertnaar de correcte positie. Hierdoor is het mogelijk verderte produceren zonder handmatige ingreep. Het corrige-ren van het TCP duurt 2,5 minuut.
In het najaar van 2016 brengt het Amerikaanse fami-liebedrijf Carhartt een nieuwe collectie beschermendewerkkleding op de markt die voldoet aan Europese enISO-normen. Het betreft onder meer kleding die ge-bruikt wordt voor lassen en verwante processen. Dekleding is verkrijgbaar via Carhartt Europe BV in Am-sterdam.
Normen voor beschermende kledingDe nieuwe collectie werkkleding wordt onder de merk-naam Carhartt Protective op de markt gebracht. Dezekleding voldoet aan de volgende normen:
• EN ISO 11612:2015 Beschermende kleding tegen industriële warmterisico's
• IEC 61482-2:2009 Beschermende kleding tegen de thermische effectenvan een elektrische vlamboog
• EN ISO 11611:2015 Beschermende kleding voor gebruik bij lassen en ver-wante processen
• EN 1149-5:2008 Beschermende kleding tegen elektrostatische oplading
• EN 13034:2005+ A1:2009, type 6: Beschermende kleding tegen spatten van vloeibare che-micaliën
HistorieCarhartt Inc. werd in 1889 in Detroit (Michigan, USA) op-gericht door Hamilton Carhartt en is tot op de dag vanvandaag in handen van de familie Carhartt. De eersteproducten die Carhartt maakte, waren overalls van ka-toen. Op basis van deze traditionele kleding heeft hetbedrijf zijn aanbod verder ontwikkeld tot werkkleding dieeen aantal kenmerkende eigenschappen heeft. “Daar-bij kun je denken aan eersteklas stoffen, een robuusteuitvoering, een comfortabele pasvorm en details, zoalsdrievoudig gestikte hoofdnaden en functionele zakken.”
advertentie
2-daagse Workshop
LASVERBINDINGENHet visueel beoordelen van
Meer informatie over deze workshop vindt u op www.nil.nl
9
LASTECHNIEKapr i l 2016
Vakbeurs en congresOp de beursvloer zijn veel voorbeelden van nieuwetechnieken te vinden, zoals ‘smart’ coatings, analyse-technieken, verbindingstechnieken en simulatiesoft-ware. Verder is er veel aandacht voor oplossingen voorallerlei ‘materiaaluitdagingen’, zoals corrosie, hechting,temperatuurbestendigheid, lichtgewicht constructies,hergebruik, recyclebaarheid, slijtvastheid, wrijvings-weerstand, UV-bestendigheid en vervormbaarheid. Tijdens het congres worden lezingen gegeven over ma-teriaaltrends en toepassingsverhalen. Keynote sprekerszijn Sybrand van der Zwaag (TU Delft), Els Zijlstra (Ma-teria), Toon Roels (Materialise) en Albert Polman (FOMInstitute AMOLF).Daarnaast is er een apart Smart Coatings Congres.
Wat mag u verwachten van Materials 2016••
•••
Op 20 en 21 april is de Koningshof te Veldhoven metMaterials 2016 hét trefpunt van de Benelux op materi-aalgebied. De doelgroep omvat professionals die be-trokken zijn bij de keuze van materialen en hetontwerpen, toepassen en (na)bewerken van materia-len en producten. Deze wereld vol ontwikkelingen enuitdagingen brengt organisator Mikrocentrum voor debezoekers in beeld. Materials 2016 presenteert her-kenbare praktijkproblemen en materiaaltoepassingenen wil een brug slaan naar de wereld van innovatie enonderzoek.
Materials 2016De rol van materialenen technologieën in het succes van een product
8
LASTECHNIEK BERICHTEN - apr i l 2016
Lezingen over verbindingstechniekenenkele voorbeelden
•
•
•
•
Lezingen over corrosieenkele voorbeelden
•
•
•
Duurzaamheid van dynamisch belastbare lijmverbindingen Coudeville Pol, docent en coördinator dienstverlening,
KU Leuven - Campus Oostende - onderzoeksgroep Propolis
Metallisch Lijmen Erik Brom, Technisch Commercieel Directeur, Mat-Tech BV
Future of UV Adhesives Arnd Riekenbrauck, Senior Product Manager Business
Developement Adhesives, IST Metz GmbH
Adhesives for structural joints in offshore installationArnold Knottnerus, Directeur Makiba BV
Bas Meijer, Sr. Engineer, Heerema Marine Contractors
Nederland SE
Managing corrosion issues in a process industryenvironment Jacko Aerts, Corporate Expert Materials & Corrosion, DSM
Elektrochemische technieken in corrosieonder-zoek en -monitoring Dr. Arjan Mol, universitair hoofddocent, Technische Universi-
teit Delft
Microbial influenced corrosion (MIC), how microorganisms attack your material - an outline of general facts to real case studies Dr. Nanni Noël, Research Scientist, Endures BV
Properties • Applications • Solutions
Euro Equipment, onderdeel van Erba Plaatbewer-king, met vestigingen in Veenendaal en Rotterdam,heeft een begin gemaakt met vergaande integratievan beide vestigingen voor het snijden van enkel-stuks plaatuitslagen. Onderdeel van deze strategi-sche stap is vervanging van een bestaande CO2-laserdoor de nieuwste fiberlaser van Amada.
MateriaalgroepenDe nieuwe fiberlaser (Amada Ensis 3015 AJ) is samenmet een bestaande CO2-lasersnijmachine gekoppeldaan een centraal magazijn met 370 palletposities. Vandaaruit worden volautomatisch en volcontinu enkelstuksgesneden, waarbij alle restplaat voor hergebruik terug inhet magazijnsysteem gaat. Naast de voordelen van eenlager energieverbruik, automatische nozzle-wisseling enhogere snijsnelheden, kan de nieuwe fiberlaser ookmeerdere materialen snijden, zoals koper en messing.“We gaan meer specifieke materiaalgroepen maken,waarbij we in Rotterdam bijvoorbeeld speciale roest-vaststaalsoorten op voorraad gaan houden en onder an-dere de slijtvaste materialen in Veenendaal. Zodat weniet meer op twee locaties dezelfde speciale soorten opvoorraad hoeven te houden”, aldus eigenaar Erwin vanSoest.
Zeer korte levertijdenOm de voorraad van beide systemen optimaal te kun-nen benutten, worden de ERP-systemen van beide ves-tigingen aan elkaar gekoppeld. “De software weet nu
100 exposanten uit binnen- en buitenlandUitgebreid congresprogramma met apart SmartCoating CongresSmart Coating Paviljoen & Aluminium PaviljoenMateria Tentoonstelling - Materializing DesignGratis entree voor bezoekers
precies welke plaat waar op voorraad ligt. Een order uitVeenendaal, of een deel daarvan, wordt dan misschienhier in Rotterdam gesneden, of andersom. Met beidevestigingen hebben we een totale capaciteit van ruim1100 palletposities, van waaruit we direct plaatuitslagenkunnen snijden. Daarmee kunnen we zeer korte levertij-den realiseren”, licht van Soest toe.
Meer snijwerk vraagt om meer zetwerkIn Veenendaal is onlangs ook een 100 tons/3 meter af-kantpers geïnstalleerd, als uitbreiding op de zetafdeling.Met de nieuwe afkantpers beschikt Erba Plaatbewerkingin Veenendaal nu over vijf afkantpersen. Erwin vanSoest: “Naast het snel leveren van plaatuitslagen neemthet aantal klanten dat complete halffabricaten bij ons uit-besteedt verder toe. We merken dat bijvoorbeeld ma-chinebouwers, kleinere constructiebedrijven enfabrikanten van transportmiddelen dat steeds meergaan uitbesteden, omdat ze dat zelf niet meer zo snelen voordelig kunnen doen en zich volledig op de engi-neering en assemblage richten. Daarom heeft ook onzelasafdeling met lasrobots een facelift gekregen.”
Plaatbewerker realiseert kortere levertijden door
integratie van vestigingen
Plaatbewerker realiseert kortere levertijden door
integratie van vestigingen
Heeft u ‘m al? De NILBIL Verbindingsgids, onmisbaar naslagwerk waar gelast wordt
advertentie
VoordelenDe uitbreiding van het dienstenpakket met RopeAccess biedt volgens MME vele voordelen, metals belangrijkste: een efficiënte toegang tot werk-locaties op hoogte en moeilijk bereikbare locaties,weinig down-time gedurende de werkzaam-heden met Rope Access en minder impact opoverige operationele bedrijfsprocessen. “Boven-dien is de methode niet belastend voor het mi-lieu.”
Diensten en productportfolioMME Rope Access biedt de volgende diensten:Marine Surveys (UTM), niet-destructief onderzoek(NDO), video-inspecties (CCTV), onderhouds- enreparatiewerkzaamheden, rigging and lifting pro-jecten en projectmanagement.
GecertificeerdMME Rope Access is gecertificeerd volgens deCode of Practice van de Industrial Rope AccessTrade Association (IRATA), de wereldwijde stan-daard voor industriële touwtechnieken. “Daar-naast werken wij met toonaangevendeveiligheidsprocedures om maximale veiligheidnaar alle betrokken partijen te kunnen garande-ren.” Zo beschikt MME Rope Access over de cer-tificaten VCA** en ISO 9001-2008.
Maximale veiligheid“Rope Access technieken behoren wereldwijd totde veiligste methoden voor werkzaamheden ophoogte en moeilijk bereikbare locaties. Deze tech-nieken worden decennia lang toegepast in di-verse sectoren. Om de veiligheid naar allebetrokken partijen te garanderen, worden deRope Access werkzaamheden strikt gepland engecoördineerd.”
MME Group, gespecialiseerd in materiaalonder-zoek, materiaalbeproeving en corrosiebestrij-ding, heeft haar diensten uitgebreid met RopeAccess. Hiermee wil het bedrijf zijn klanten nogbeter van dienst zijn. “MME Rope Access com-bineert hoogwaardige inspectietechnieken metkostenbesparende en veilige werkmethoden.”
10
LASTECHNIEK BERICHTEN - apr i l 2016
MME breidt diensten uitmet Rope Access
Op 2 en 3 november 2016 organiseert het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) voor de twaalfde
maal samen met het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) een groot Nederlandstalig Lassymposium. Tijdens dit sym-
posium dat wordt gehouden in de Evenementenhal Gorinchem, zal de actuele stand van zaken rond de verbindingstech-
niek worden weergegeven. Hierbij zullen de accenten liggen op de toekomst van las- en verbindingstechnologie in relatie
met procesapparatuur, materiaaleigenschappen, onderzoek, arbeidsomstandigheden, kwaliteit, economie, opleiding en
praktische uitvoeringaspecten.
Indien u een presentatie wilt voorstellen, verzoeken wij
u een samenvatting van max. 200 woorden per e-mail
te sturen naar Linda Osenga via [email protected]. Vermeld
hierbij ook de naam en juiste titulatuur van degene die
de presentatie zal houden. Presentaties in de Engelse
taal zijn ook welkom. In principe kunt u rekenen op een
spreektijd van ca. 30 minuten, inclusief discussie. Na-
dere details hierover ontvangt u na de acceptatie van
de ingediende presentaties. De selectie van de te pre-
senteren papers wordt verricht door een commissie sa-
mengesteld uit afgevaardigden uit Nederland en België.
Als spreker bent u gedurende het lassymposium onze
gast en betaalt u geen deelnamekosten. Aansluitend aan
het symposium kunt u de NIL Verbindingsweek 2016
bezoeken.
Wilt u meer informatie over het symposium of wilt u in
het najaar het symposiumprogramma ontvangen dan
kunt u, geheel vrijblijvend, een mailtje sturen naar Linda
Osenga ([email protected]) onder vermelding van uw naam
en adres.
Uw voorstel ontvangen wij graag vóór 1 juni 2016
Wij nodigen belangstellenden uit een presentatie te verzorgen gedurende het Lassymposium 2016
Nederlands Instituut voor Lastechniek
Louis Braillelaan 80 | 2719 EK [email protected] | www.nil.nl
Technologiepark 935 | 9052 [email protected] | www.bil-ibs.be
Belgisch Instituutvoor Lastechniek
12
LASTECHNIEK LAS TECHNIEK - apr i l 2016 LASTECHNIEKapr i l 2016
13
RekristallisatieDe mechanische eigenschappen van een meerlagenlas zijn
in het algemeen beter dan die van een enkele las. Dat heeft
te maken met het uitgloeien (warmtebehandeling) van de
vorige las door de volgende.
Een las heeft een kolomvormige structuur (zie figuur 1)
met een warmte-beïnvloede zone (WBZ) in het basisma-
teriaal, waarin een grofkorrelige en een fijnkorrelige zone
zijn te onderscheiden. Het ontstaan van deze zones heeft
te maken met rekristallisatie en korrelgroei in de WBZ.
Bij hoge temperatuur, hoog in het austenietgebied, zal
naast rekristallisatie ook korrelgroei optreden en ontstaat
de grofkorrelige zone. Bij lagere tempe-
raturen, laag in het austenietgebied en in
het austeniet-ferrietgebied, treedt alleen
rekristallisatie op en ontstaat de fijnkor-
relige zone. In figuur 2 wordt dit sche-
matisch weergegeven aan de hand van de
temperatuurgradiënt in de las en het ijzer-
koolstoftoestandsdiagram. Bij nog lagere
temperaturen ten slotte, beneden de per-
liettemperatuur, kunnen allerlei uitschei-
dingen gevormd worden. De beschreven
structuren in de WBZ van een enkele las
zullen ook optreden bij meerlagenlassen.
De WBZ van de laatste las wordt dus ge-
vormd in de vorige laslaag. Afhankelijk
van de manier waarop de laslaag wordt
gevuld, de lasnaadopbouw of wijze van
vullen, en het aantal lagen, zullen be-
et aantal lagen dat nodig is om een lasnaad te vul-
len hangt af van meerdere factoren, zoals de te las-
sen plaatdikte, de lasnaadvorm, de vooropening,
het lasproces, de eisen die gesteld worden aan de kerf-
taaiheid en vooral niet te vergeten de kwaliteit van het te
lassen staal. Zo moet bij het lassen van hogesterktestaal-
soorten de warmte-inbreng beperkt blijven en zullen meer
lagen nodig zijn om eenzelfde lasnaadgeometrie te vullen
dan bij een standaard constructiestaal als S235. Het aan-
tal lagen dat toegepast moet worden voor het bereiken van
goede mechanische eigenschappen is dus afhankelijk van
een groot aantal factoren. Naast het aantal lagen speelt
ook de lasnaadopbouw een rol, in relatie tot de sterkte en
taaiheid van de las.
door Theo Luijendijk, TU Delft en Luijendijk Advisering; Fred Neessen, voorheen Lincoln Smitweld, Nijmegen
Hoeveel laslagen zijn nodig om een lasnaad te vullen? En hoe bereik je de goede mecha-
nische eigenschappen? Dit hangt af van verschillende factoren. Het doel van dit artikel is
om aandacht te vragen voor de lasnaadopbouw, omdat deze met name belangrijk is voor
de kerftaaiheid in het midden van de lasnaad.
H
De invloed van de
op de kerftaaiheid van de las
paalde eerder gelegde lassen meer dan één warmtebehan-
deling krijgen. De structuur van een meerlagenlas is dan
ook aanzienlijk complexer dan die van een enkele las. Met
andere woorden: bepaalde delen van eerder gelegde lasla-
gen zullen meerdere keren rekristalliseren. Het behoeft
geen nadere uitleg dat rekristallisatie van vorige lassen
gunstig zal zijn voor de sterkte en taaiheid van de las. Hoe
groter het deel van de las dat rekristalliseert, des te beter
zullen de mechanische eigenschappen zijn.
LasnaadopbouwIn bijna alle leerboeken van lasopleidingen wordt erop ge-
wezen dat bij een meerlagenlas de sluitlaag in het midden
van de las moet komen. Een lasnaadopbouw dus zoals
rechts in figuur 3 wordt weergegeven. Het nadeel van de
las links in figuur 3 is, afgezien van het geringere aantal
Figuur 2 Indeling van de warmte-beïnvloede zone in subzones voor koolstofstaal met 0,15% C en een ferriet-perliet uitgangsstructuur [1].
1 – grofkorrelige zone2 – fijnkorrelige zone3 – gedeeltelijk getransformeerde zone4 – getemperde zone
Figuur 1 Macro van een onderpoedergelaste verbinding in de laag-tegenlaagtechniek (foto Lincoln Electric).
lasnaadopbouw
lassen en dus de hogere warmte-inbreng, dat de WBZ van
de sluitlaag niet wordt uitgegloeid en hardingsstructuren
kunnen ontstaan op de aansluiting met het basismateri-
aal. Een lasnaadopbouw als rechts in figuur 3 wordt
daarom altijd aanbevolen en daar is niets mis mee. Echter,
het kan nog beter, en dat laat de middelste figuur zien. Om
te begrijpen waarom de middelste las gunstiger is dan de
rechter las is enige uitleg nodig.
Het lijkt logisch dat in het midden van de las de hoeveel-
heid gerekristalliseerd lasmetaal bij een meerlagenlas toe-
neemt met het aantal lagen, maar dit wordt tegen-
gesproken in de schematische voorstelling van figuur 3.
Bij een gering aantal lagen zal door de hogere warmte-in-
breng de WBZ in de lassen groter zijn dan bij een groter
aantal lagen. Vergelijk de uiterste figuren, dus links en
Figuur 3 Aantal laslagen, lasnaadopbouw en mate van rekristallisatie in het midden van de las, aangegeven in %. (figuur F. Neessen).
14
LASTECHNIEK LAS TECHNIEK - apr i l 2016
15
Literatuur1. G. den Ouden. Lastechnologie, DUM,
Tweede druk 1987.
rechts, met elkaar. De fractie gerekristalliseerd lasmetaal
in het midden van de las bedraagt voor de linker figuur
43%, tegen 30% voor de rechter figuur. Door nu de las-
opbouw iets anders uit te voeren (zie de middelste figuur),
wordt de hoeveelheid gerekristalliseerd materiaal in het
midden van de las gelijk aan 46%, en dat is zelfs groter
dan voor de rechter las.
KerftaaiheidDe hoeveelheid gerekristalliseerd materiaal heeft invloed
op de kerftaaiheid van de las, maar een grotere hoeveel-
heid gerekristalliseerd materiaal resulteert niet automa-
tisch in een grotere kerfslagwaarde. De kerfslagwaarde
van een las zal ook afhangen van de ontstane uitscheidin-
gen in de gebieden die net onder de perliettemperatuur zijn
verhit en ook van de gemiddelde korrelgrootte in de ko-
lomvormige zone en in de grof- en fijnkorrelige zones van
de WBZ. Ondanks de grotere hoeveelheid gerekristalli-
seerd lasmetaal is de verwachting dat de kerfslagwaarde in
het midden van de las voor de rechter las (figuur 3) gro-
ter zal zijn dan die voor de linker las. De kerfslagwaarde
van de middelste las zal naar verwachting weer groter zijn
dan die van de rechter las. Immers de warmte-inbreng per
laag is iets geringer dan voor de rechter las en de struc-
tuur zal daardoor iets fijner zijn. Gecombineerd met de
hogere waarde voor het gerekristalliseerde deel van het
midden van de las, zal dit tot een aanzienlijk hogere kerf-
slagwaarde leiden.
Bij een relatief grote warmte-inbreng zal, als volgens de
rechter methode van figuur 3 wordt gelast, en vooral bij
dikker plaatmateriaal, de kerftaaiheid bij -40 of -50 °C
onder de maat liggen. De kerftaaiheid komt op de over-
gangscurve taai-bros te liggen, waardoor enkele kerfslag-
waarden extreem laag kunnen zijn en buiten de eisen
vallen. Vooral bij het onderpoederlassen zal dit kunnen
optreden. Zijn de kerfslagwaarden wel in orde, dan blijkt
toch vaak dat bij temperaturen lager dan -10 °C, de
CTOD-waarden (Crack Tip Opening Displacement) ver
onder de eis van minimaal 0,25 mm komen te liggen.
SamenvattingDe opbouw van de las speelt naast de warmte-inbreng een
belangrijke rol in het verbeteren van de kerftaaiheid van
het lasmetaal. De standaard lasnaadvulling zoals voorge-
schreven in de meeste leerboeken zal niet de hoogste
waarde opleveren voor de kerftaaiheid in het midden van
de las. Door te kiezen voor dunne en brede laslagen en
door deze iets scheef in de naad te leggen, wordt een las
verkregen met een hogere rekristallisatiegraad en dus een
hogere kerftaaiheid.
Bij NEWES staat het lassen centraal
Meer uitdaging op lasgebied vind je nergens
Werken voor NEWES
NEWES ZOEKT LASSERS
Calamiteitendienst 24/7De kracht van een bedrijf bewijst zich vooral bij calamiteiten. De storings- en calamiteitendienst van NEWES is 24/7 bereikbaar via +31 74 851 55 55. Er worden onmiddellijk de juiste acties ondernomen.
ISO 9001
EILIGHEIDSHECKLISTANNEMERS
VCA
1-daagse Workshop
volgens NEN-EN-ISO 2553:2014Lasnaadaanduidingen
Meer informatie over deze workshop vindt u op www.nil.nl
advertentie
17
LASTECHNIEKapr i l 2016
16
LASTECHNIEK TECHNISHOW REV. - apr i l 2016
irecteur Chantal Baas van FPT-VIMAG, merkei-
genaar van TechniShow, is opgetogen over het re-
sultaat. Zij vertelt dat de vakbeurs in combinatie
met de multimediale aanpak via TechniShow Magazine
een nieuwe dimensie heeft gekregen. "Natuurlijk gaat het
goed met de Nederlandse maakindustrie, maar met onze
samenwerkingspartners weten we TechniShow tot een nog
hoger niveau te tillen; het concept van de TechniShow is
verder verbeterd, ook dit aspect zien we terug in de resul-
taten en in de waarderingscijfers van exposanten en be-
zoekers."
Reacties van exposantenVoor ACT Machinery, ontwerper en producent van snij-
machines, was het de eerste keer dat het bedrijf als expo-
sant op een beurs aanwezig was. Alfons Kanninga,
verkoopmedewerker, vertelt dat hij met een positief gevoel
terugkijkt op deelname aan de TechniShow. “Het was een
mooie beurs op een goede locatie. Het heeft ons zo’n der-
tig nieuwe leads opgeleverd die we nu gaan opvolgen. Ik
ga ervan uit dat we er over twee jaar weer staan. En aan
het eind van het jaar gaan we waarschijnlijk deelnemen
aan de Metavak/Verbindingsweek.” Een paar dingen zul-
D
Exposanten kijken met een positief gevoel terug op de afgelopen TechniShow. Zij spreken
van een TechniShow die de verwachtingen heeft overtroffen en beoordelen het evenement
met het rapportcijfer 7,5. “Veel concrete businessleads”, “Goede zaken gedaan”, “Veel
nieuwe interessante contacten gelegd”, zijn veelgehoorde uitspraken. Enkelen hebben
slechts een klein puntje van kritiek: de beurs zou een dag korter mogen duren.
door de redactie, bewerking van artikel door FPT-VIMAG, fotografie FPT-VIMAG
len ze anders aanpakken. “We gaan wat meer tijd steken
in de voorbereiding en eerder beginnen aan de inrichting
van de stand. We gaan een stand ontwikkelen die we voor
meerdere beurzen kunnen gebruiken.”
Martijn Hubers van Cloos Benelux laat weten dat de
beurs ten opzichte van twee jaar geleden laat zien dat de
industrie weer in een opgaande markt zit. “De Techni-
Show heeft ons veel nieuwe contacten opgeleverd met con-
crete aanvragen. Bedrijven willen weer investeren, waar
ze twee jaar geleden nog vooral kozen voor het repareren
van bestaande machines.” Vooral de donderdag was vol-
gens Hubers een goede beursdag, maar hij denkt dat de
beurs zich zou kunnen beperken tot drie dagen in plaats
van vier. “Vooral de eerste beursdag, dinsdag, trok vooral
studenten, en dat is niet het publiek waar wij ons voorna-
melijk op richten.”
Dit laatste werd bevestigd door een andere exposant, Jas-
per de Wit van EN 1090 Software. Dit jonge bedrijf heeft
zich bijna vanaf het begin van zijn ontstaan, twee jaar ge-
leden, geprofileerd op vakbeurzen als Metavak/Verbin-
dingsweek en Welding Week. “We hebben een goede
indruk van de TechniShow. Het was een goede beurs en
alles was top geregeld, maar als ik toch een puntje van kri-
tiek mag geven, dan heeft de beurs één dag te lang ge-
duurd. De dinsdag was erg slap en had voor ons
nauwelijks toegevoegde waarde.”
Bus’ Handelmij had voor het eerst een zelfstandige stand
op de TechniShow. Henk Krale, productmanager las &
snijtechniek, is erg te spreken over de belangstelling. “De
bezoekers waren echt geïnteresseerd en gericht op zoek
naar nieuwe technieken. We hebben heel veel aanloop
gehad en veel aanvragen gekregen. Vooral de derde beurs-
dag was het erg druk, ook nog tijdens de avondopenstel-
ling.”
Rolan Robotics toonde tijdens de TechniShow de com-
plete generatie 7-assige lasrobots, de synchrofeedtoorts en
de draadloze teachpendant. Directeur Hans Stam laat
weten dat deze noviteiten zo goed scoorden, dat spontaan
op de beursvloer verschillende orders zijn afgesloten voor
complete robotsystemen. “Een unicum.”
Fred Kempen van Air Liquide Welding heeft de beurs ook
als zeer positief ervaren. “Leuke contacten, veel aandacht
en veel nieuwe leads”, zo vat hij het samen. Vooral de
donderdag was goed bezocht. De kritiek dat de beurs een
dagje korter zou mogen duren deelt hij niet. De scholie-
rendag was zeker nuttig. “We hebben met onze OP-las-
opstelling veel aandacht getrokken van scholen. We gaan
voor hen binnenkort een cursus-op-maat verzorgen, ge-
combineerd met keyhole plasmalassen.”
Cijfers en feitenHet aantal bezoekers aan TechniShow 2016 is met 4,6
procent gegroeid ten opzichte van twee jaar geleden. Het
evenement trok 42.396 mensen naar de Utrechtse Jaar-
beurs. In 2014 kwamen er nog 40.431 mensen naar de
TechniShow. ESEF trok 24.947 geïnteresseerden. Dit was
2,9 procent minder ten opzichte van 2014.
Onderzoek van Jaarbeurs naar de herkomst van het be-
zoek laat zien dat bijna de helft van het bezoek verant-
woordelijk is voor het nemen van investeringsbeslissingen.
Een derde van het bezoek is lid van de directie. Bezoekers
gaven de beurs een 7,6 als waardering. 82 procent gaf aan
met name zeer tevreden te zijn over de compleetheid van
het expositieaanbod. In totaal telde TechniShow 420 ex-
posanten, 5 procent meer dan de vorige editie.
De interesse van bezoekers ging met name uit naar ver-
spanende techniek (50%), op een gedeelde tweede plaats
met ieder 23% stond niet-verspanende techniek, machi-
negereedschappen en 3D-printing, gevolgd door robotica
en productieautomatisering (22%).
TechniShow Innovatie Awards 2016Aan de vooravond van de beurs werden de TechniShow
Innovatie Awards en ESEF Awards 2016 uitgereikt door
FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink, en
Fried Kaanen, voorzitter Koninklijke Metaalunie. De ro-
botbesturing Romias-MI van Romias won de platina
TechniShow Innovatie Award 2016. De gouden en zilve-
ren onderscheiding gingen respectievelijk naar Tuwi voor
de zwenkbuigmachine Schröder Powerbend en het robot-
programmeersysteem van Exner. Ook het publiek kon een
stem uitbrengen op een van de genomineerden. De pu-
bliekslieveling was de robot CR-35iA van Fanuc.
TechniShowTechniShowovertreft verwachtingen
De moderne ontwerper of constructeur denkt al lang niet meer alleen in termen van
metalen en lasverbindingen. Het toepassen van lijmverbindingen, eventueel in combinatie
met meer conventionele verbindingstechnieken, is een manier om ten volle gebruik te
maken van de mogelijkheden die moderne materialen bieden voor het verwezenlijken van
constructies die optimaal zijn ontworpen.
In dit inleidende artikel wordt een pleidooi gehouden voor lijmen als verbindingstechniek.
Aan de hand van enkele basisbegrippen en beginselen kan de bruikbaarheid van lijmen
en lijmverbindingen in innovatief productontwerp beter beoordeeld worden.
18
LIJMEN - apr i l 2016LASTECHNIEK
19
LASTECHNIEKapr i l 2016
Het hechten van de lijm aan het oppervlak wordt adhesie
genoemd. Adhesie is een eigenschap van de verbinding,
waarbij zowel de eigenschappen van de lijm als die van
het te verbinden oppervlak een rol spelen.
Bij poreuze oppervlakken berust adhesie voor een be-
langrijk deel op mechanische verankering: de lijmlaag pe-
netreert in zekere mate in de poriën van het oppervlak en
na uitharden wordt de lijmlaag verbonden met het op-
pervlak. Bij kunststoffen en veel composietmaterialen be-
rust adhesie op het oplossen van materiaal aan het
oppervlak, waarna het opgeloste materiaal met de lijm-
laag een verbinding vormt. Indien het oppervlak niet po-
reus is en ook niet oplost in de lijm, berust adhesie op
vanderwaalskrachten. Dit is het geval bij de meeste meta-
len.
Cohesie betreft de interne structuur van de lijm. Omdat
bij een lijmverbinding twee oppervlakken nooit recht-
ijmen is een verbindingstechniek waarbij twee op-
pervlakken met elkaar verbonden worden door
middel van een tussenlaag (de lijm) die hecht aan
beide te verbinden materialen. Anders dan bij het lassen
worden de te verbinden materialen niet verhit of gesmol-
ten. Hiermee is direct één van de belangrijkste voordelen
van lijmverbindingen genoemd. Doordat het bij lijmen
niet nodig is om materiaal te smelten, kunnen ook mate-
rialen met sterk uiteenlopende smelttemperaturen met el-
kaar verbonden worden. Ook kunnen materialen worden
verbonden die niet, of slechts in geringe mate, in elkaar
oplosbaar zijn (en daarom vaak* als niet-lasbaar worden
gekwalificeerd).
Deze materiaalcombinaties kunnen ook worden gemaakt
door het toepassen van mechanische verbindingstechnie-
ken, zoals boutverbindingen of klinknagels, maar die ver-
eisen vaak een penetratie van de te verbinden materialen.
Niet alleen leidt dit tot spanningsconcentraties, maar het
levert doorgaans geen continue verbindingen op. Lijm-
verbindingen bieden de mogelijkheid om de voordelen van
las- en mechanische verbindingen te combineren, zonder
de negatieve effecten van deze verbindingstechnieken.
Adhesie en cohesieEen lijm hecht twee oppervlakken aan elkaar. Hierbij zijn
twee aspecten belangrijk: het hechten van de lijm aan een
oppervlak en het hechten van de lijmmoleculen aan elkaar.
*) Bij heterogene verbindingen.
door Nick den Uijl, Niels van Groningen en Tenno Kolkman
L
Lijmverbindingenin modern productontwerp
streeks met elkaar verbonden worden, maar altijd door
middel van een tussenlaag (de lijm), is de hechting van
lijmmoleculen aan elkaar van groot belang. Door de lijm-
laag worden immers de belastingen op de constructie van
onderdeel naar onderdeel doorgegeven.
LijmsoortenEr is een groot aantal verschillende lijmsoorten beschik-
baar. Welke lijmsoort gebruikt kan worden, is afhankelijk
van de aard van de oppervlakken van de te verbinden ma-
terialen en de eisen die aan de lijmverbinding worden ge-
steld. Lijmen zijn complexe stoffen, maar doorgaans zijn
drie verschillende elementen te onderscheiden: een bind-
middel, een oplosmiddel, en vulstoffen.
Het bindmiddel is de stof die uiteindelijk de verbinding
zal moeten vormen. Doorgaans zijn bindmiddelen vaste
stoffen. Om de lijm gelijkmatig te kunnen aanbrengen en
de te verbinden oppervlakken te bevochtigen is een op-
losmiddel nodig. De meeste bindmiddelen zijn synthetisch
van aard. Oplosmiddelen kunnen zowel synthetisch als
natuurlijk zijn (zoals water). Vulstoffen worden toege-
voegd aan de lijm om de uiteindelijke kwaliteit van de
lijmverbinding te verbeteren.
De meeste lijmsoorten zijn in zekere mate vloeibaar (vloei-
stof of pasta), maar ze kunnen ook vast zijn (bijvoorbeeld
poeder of folie). Vrijwel altijd zal een lijm moeten uithar-
den om de verbinding te kunnen vormen.
Globaal kunnen lijmsoorten in twee grote groepen ver-
deeld worden. Naar gelang de wijze van uitharden on-
derscheiden we fysisch uithardende en chemisch uithar-
dende lijmsoorten.
Fysisch uithardende lijmen zijn lijmsoorten waarbij het
oplosmiddel moet uitdampen of wordt geabsorbeerd door
de te verbinden materialen. Ook smeltlijmen behoren tot
deze groep, waarbij de lijm vloeibaar wordt door verwar-
ming en weer stolt bij afkoeling.
Chemisch uithardende lijmsoorten zijn lijmen waarbij uit-
harden plaatsvindt door een chemische reactie. Bij twee-
componentenlijmen reageren de componenten tot een
nieuwe stof. Bij ééncomponentlijmen reageert de lijm met
vocht uit de omgeving of wordt er juist vocht uitgeschei-
den als gevolg van de reactie. Na de chemische reactie
vormt de lijmverbinding een polymeer. Polymeren kunnen
worden verdeeld in thermoplasten, elastomeren, en ther-
moharders. Thermoplasten worden bij verwarming week
en zijn dan ook soms geschikt voor het maken van de-
montabele lijmverbindingen. Elastomeren (rubbers) be-
houden een zekere mate van elasticiteit na uitharden,
maar worden niet volledig vloeibaar bij verwarmen. Ther-
moharders blijven vast, ook bij verwarming.
Het maken van een lijmverbindingHet produceren van een lijmverbinding bestaat uit een
aantal stappen: voorbereiden, aanbrengen, uitharden en
nabehandelen. Alle stappen zijn belangrijk, maar met
name de voorbereiding is vaak cruciaal voor de uiteinde-
lijke kwaliteit van de lijmverbinding. Omdat de adhesie
zo cruciaal is, moeten de te verbinden oppervlakken goed
schoongemaakt worden. Het is van belang dat de opper-
vlakken vet en stofvrij zijn. Bij lijmen waarbij de adhesie
gebaseerd is op vanderwaalskrachten, kan het noodzake-
lijk zijn om een actief oppervlak te creëren. Zo zal bij veel
metalen de oxidelaag worden verwijderd door middel van
schuren of beitsen.
De gekko gebruikt vanderwaalskrachten
LIJMEN - apr i l 2016LASTECHNIEK
20 21
De wijze van aanbrengen van de lijm is afhankelijk van
de verschijningsvorm van de lijm (bijvoorbeeld vloeibaar
of een folie), de aard van de te verlijmen producten en de
beschikbare productiemiddelen. Lijmen kunnen met de
hand aangebracht worden, maar voor een constante en
repeteerbare kwaliteit worden vaak geautomatiseerde sys-
temen gebruikt. Een belangrijke parameter is de dikte van
de lijmlaag. Bij lijmsoorten waarbij de cohesie gebaseerd
is op vanderwaalskrachten, is het vaak voordelig om een
zo dun mogelijke lijmlaag te gebruiken.
Het uitharden van de lijmlaag is cruciaal voor de cohesie
van de lijmlaag. Parameters bij uitharden zijn tijd, tempe-
ratuur en druk. Druk wordt verkregen door klemmen en
is belangrijk om de oppervlakken op elkaar te passen en
om de dikte van de lijmlaag te bepalen. Daarnaast is het
aanbrengen van druk belangrijk om poreusheid van de
lijmlaag (oplosmiddel, vocht) tegen te gaan. Uitharden
kan plaatsvinden in een autoclaaf* of gecombineerd wor-
den met andere productiestappen (zoals gedurende het uit-
harden van de lak bij auto’s).
Omdat lijmen chemische stoffen zijn (ook in het geval van
natuurlijke lijmsoorten) is een gedegen huishouding, met
daarbij behorende milieu-, gezondheids- en veiligheids-
maatregelen, van groot belang. Een goede afzuiging en ge-
bruik van persoonlijke beschermingsmiddelen zijn daarbij
belangrijke aspecten. Veel lijmen hebben een beperkte
houdbaarheidsdatum en moeten geconditioneerd opge-
slagen worden.
AfschuivingLijmverbindingen werken op basis van afschuiving. Het
kan daarom nodig zijn om de geometrie aan te passen om
voldoende oppervlak te verkrijgen dat op afschuiving
wordt belast**. De sterkte van een lijmverbinding, ervan
uitgaande dat deze op correcte wijze is aangebracht,
wordt primair bepaald door het verlijmde oppervlak. In
principe hoeft een lijmverbinding dan ook niet zwakker
te zijn dan een lasverbinding, waarbij een lijmverbinding
het voordeel heeft dat er geen warmte-beïnvloede zone
(WBZ) ontstaat.
Het ontbreken van een WBZ maakt lijmverbindingen bij
uitstek geschikt voor het verbinden van materialen waar
de (micro)structuur een belangrijke bijdrage levert aan de
mechanische eigenschappen. Te denken valt aan moderne
hogesterktestalen, hoogwaardige aluminiumlegeringen en
composietmaterialen. Bij een correcte keuze van de ge-
bruikte lijmsoort zijn lijmverbindingen in principe ge-
schikt voor vrijwel alle bekende constructiematerialen en
combinaties daarvan.
Voor het verbinden van keramische materialen en metalen
met sterk uiteenlopende smelttrajecten (bijvoorbeeld staal
aan aluminium) zijn lijmverbindingen bij uitstek de tech-
niek om een continue verbinding te verwezenlijken. Lijm-
verbindingen zijn ook geschikt om gebruikt te worden in
combinatie met andere verbindingstechnieken. Voor toe-
passingen in de lucht- en ruimtevaart worden lijmverbin-
dingen bijvoorbeeld gebruikt in combinatie met popnagels
en in autotechnische toepassingen worden lijmverbindin-
gen gecombineerd met puntlassen.
ConclusieLijmverbindingen bieden de ontwerper en de constructeur
mogelijkheden om een breed scala aan materialen te ge-
bruiken voor innovatieve oplossingen. Het ontbreken van
een WBZ levert een voordeel op ten opzichte van laspro-
cessen. Het toepassen van lijmverbindingen kan aanlei-
ding geven om ontwerp en productieprocessen aan te
passen, waarbij milieu- en veiligheidsaspecten belangrijke
aandachtspunten zijn.
*) Afgesloten drukvat op temperatuur.
**) Daarom wordt het lijmen gerealiseerd via een
overlapverbinding.
PersonaliaDr. ir. Nick den Uijl en ing. Tenno Kolkman zijn do-centen bij het Instituut Automotive van de Hoge-school van Arnhem en Nijmegen. Ing. Niels van Groningen is docent bij HogeschoolRotterdam Automotive.
Principe van het lijmen in een autoclaaf
Materials 2016
•
•
•
•
Properties • Applications • Solutions
Vakbeurs & CongresWoensdag 20 en donderdag 21 april 2016NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven www.materials.nl
Komt u ook?
Materials 2016
ations • Solutionsoperties • ApplicPr
Materials 2016
ations • Solutions
Materials 2016omt u ook?K
omt u ook?
in het succes van een prol van materialen & technologieën De r
enTTeMet Materia •
Uitgebreid congresprogramma incl.•
Ruim 100 exposanten uit binnen- en buitenland•
verbindingstechniek materialen,Aandacht voor:•
oductin het succes van een prol van materialen & technologieën
entoonstelling,“Materializing Design” congres Smart CoatingsUitgebreid congresprogramma incl.
Ruim 100 exposanten uit binnen- en buitenlanden en specialistische bewerkingen omvormtechnieken,verbindingstechniek
en, oppervlaktetechniek materialen,
ol van materialen & technologieën
entoonstelling,“Materializing Design” congres Smart Coatings
en en specialistische bewerkingenen, analysetechnieken,
NH Conference Centre Koensdag 20 en donderdag 21 april 2016W
s & CongrakbeurVVa
eldhovenV,oningshoff,NH Conference Centre Koensdag 20 en donderdag 21 april 2016
ess & Congr
eldhovenoensdag 20 en donderdag 21 april 2016
Gratis toegang
.material
Gratis toegang
wwww.
editiee4
.nl.materials
Veiligheid, kwaliteit en milieuvriendelijkheidMet onze inspecties, testing, certificatie en opleidingen bieden wij alle oplossingen onder één dak om u en uw omgeving veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit te garanderen en te zorgen dat uw investeringen renderen.
vincotte.nl // volg ons
YOUR REPUTATION IS MINE.
Veiligheid, kwaliteit en duurzaamheid zijn niet
altijd in eenheden te vatten. Als onafhankelijke
inspectie- en keuringsinstantie leveren wij o.a.
diensten op het gebied van NDO, drukapparatuur
keuringen, elektrotechnische keuringen en lifting.
U mag gerust zijn.
Vinçotte vinkt het voor u af.
110 BAR
GEMOEDSRUST,
ALSTUBLIEFT
apr i l 2016
22
LASTECHNIEK NDO-TECHNIEKEN - apr i l 2016
23
Aan deze doelstellingen kan worden voldaan door het las-
werk uit te voeren volgens de geldende normen, met goed-
gekeurde lasprocedures en laskwalificaties, met de juiste
apparatuur en onder goede omstandigheden. Het laswerk
wordt achteraf onderzocht met NDO.
Voor het uitvoeren van het lasonderzoek stelde de eigen-
aar voor dit project als aanvullende eisen:
•
•
•
•
•
Met deze eisen in het achterhoofd werden de sterke en
zwakke kanten van radiografisch onderzoek vergeleken
met die van TOFD en PA. Daarbij maakten de onderzoe-
kers gebruik van wat er al bekend was uit eerdere studies.
Goed vakmanschapGeen enkele NDO-techniek kan 100% van de aanwezige
fouten detecteren. De normen voor NDO zijn dan ook ge-
baseerd op het meten van de geleverde laskwaliteit door
de lasser (goed vakmanschap) en niet op het bepalen van
de kans op falen van de constructie (lasintegriteit). Goed
vakmanschap geldt wereldwijd als uitgangspunt bij
nieuwbouw, en daarmee is er sprake van een geaccepteerd
risico van falen na onderzoek. De laskwaliteit wordt be-
paald met de ‘voordelen/sterktes’ van de gebruikte NDO-
techniek.
oor het uitvoeren van niet-destructief onderzoek
aan lassen heeft een NDO-specialist vaak de keuze
uit verschillende technieken. De gekozen techniek
hangt af van vele factoren, zoals materiaalsoort, materi-
aaldikte, het soort te verwachten defecten, de toeganke-
lijkheid, enzovoort. Meestal wordt de toe te passen
techniek voorgeschreven door de opdrachtgever. In de
praktijk blijken aannemers vaak de voorkeur te geven aan
radiografisch onderzoek boven alternatieve technieken als
TOFD (Time Of Flight Diffraction) en PA (Phased Array).
Het argument daarvoor is dat er met TOFD en PA meer
fouten worden gevonden, met als gevolg meer (onnodige)
afkeur. Maar wat is nu de meest efficiënte en doeltreffende
techniek?
Doel van het onderzoekJos de Visser, engineer bij Gunvor Petroleum Rotterdam
B.V., André Elling, NDT-specialist bij Stork Thermeq en
Norbert Trimborn, Advanced NDT Manager bij Mistras
Group B.V., werkten samen aan een onderzoek naar de
meest doeltreffende en efficiënte techniek om lasonder-
zoek uit te voeren. Zij kozen als voorbeeldproject het ver-
vangen van leidingen in een raffinaderij, waarbij de focus
lag op de doorlooptijd en de laskwaliteit.
De eigenaar van de installatie formuleerde de volgende
doelstellingen:
•
•
door Margriet Wennekes, naar een artikel gepubliceerd in KINT Bulletin juli 2015
Het radiografisch onderzoeken van lassen, ook wel ‘röntgenen’ genoemd, heeft als
nadeel dat er radioactieve straling wordt gebruikt. Dit vraagt niet alleen om strenge veilig-
heidsmaatregelen, maar betekent ook extra oponthoud voor andere werkzaamheden
in de directe omgeving. Maar er zijn goede alternatieven. In dit artikel wordt het radio-
grafisch onderzoek vergeleken met de ultrasone technieken TOFD en PA.
Wat is de meest doeltreffende en efficiënte techniek voor lasonderzoek?
V
Efficiënte alternatieven voor radiografisch onderzoek van lassen
LASTECHNIEK
Veilig bouwen en opereren van de installatie, met eenminimale kans op falen en een minimale belastingvoor mens en milieu.Maximale inzetbaarheid van de installatie, door destilstand voor gepland onderhoud zo kort mogelijk tehouden en ongeplande stilstand te voorkomen.
Een zo kort mogelijke doorlooptijd van het project.Meer veiligheid door minder of geen gebruik van stra-ling.Zo goed mogelijk detecteren van kritieke fouten, omde kans op falen na onderzoek te minimaliseren.Zo weinig mogelijk oponthoud voor andere werk-zaamheden.Zo weinig mogelijk onnodige reparaties.
De betrouwbaarheid van een NDO-techniek kan worden
uitgedrukt als de Probability of Detection (POD) en/of de
False Call Rate (FCR). De POD is de verhouding tussen
het aantal gevonden fouten en het werkelijke aantal fou-
ten; FCR staat voor het aantal ten onrechte afgekeurde in-
dicaties. Hoe hoger de POD, hoe beter de aanwezige
fouten ontdekt worden, en hoe betrouwbaarder de resul-
taten van het onderzoek. Hoe lager de FCR, des te minder
onnodige kosten gemaakt worden. De veelgebruikte POD
is slechts één eigenschap om NDO-technieken met elkaar
te kunnen vergelijken. Hierna worden de voordelen en be-
perkingen van achtereenvolgens TOFD, PA en radiogra-
fisch onderzoek op een rij gezet. Per techniek wordt
vervolgens iets gezegd over de acceptatiecriteria, die ge-
baseerd zijn op de voordelen/sterktes van de desbetref-
fende techniek.
TOFD (Time Of Flight Diffraction)
Voordelen• Hoge onderzoeksnelheid; meerdere lassen
(ook als ze dicht bij elkaar liggen) kunnen tegelij-kertijd onderzocht worden. Hierdoor kan de door-looptijd van het project verkort worden.
• Hoge POD van vlakke en volumetrische fouten.• Korte insteltijden.• Direct resultaat.• Goede reproduceerbaarheid.• Fouthoogtes zijn zeer nauwkeurig te bepalen.• Geen stagnatie van andere werkzaamheden.
Beperkingen• Fouten zijn moeilijker te karakteriseren.• Geen informatie over de dwarspositie
van lasfouten.• Niet geschikt voor austenitische materialen.• Niet geschikt voor kleine wanddiktes
(dunner dan 6 mm).
AcceptatiecriteriaDe acceptatiecriteria zijn gebaseerd op de detectievan vlakke en volumetrische fouten, waarbij de fout-hoogte uiterst nauwkeurig bepaald kan worden. Dezecriteria leiden tot een afkeurpercentage dat gelijk isaan dat van radiografisch onderzoek.
25
LASTECHNIEKapr i l 2016
24
NDO-TECHNIEKEN - apr i l 2016LASTECHNIEK
PA (Phased Array)
Voordelen• Hoge onderzoeksnelheid; meerdere lassen (ook
als ze dicht bij elkaar liggen) kunnen tegelijkertijdonderzocht worden. Hierdoor kan de doorlooptijd van het project verkort worden.
• Hoge POD van vlakke en volumetrische fouten.• Direct resultaat.• Goede reproduceerbaarheid.• Fouten zijn goed te karakteriseren.• Foutpositie is goed te bepalen.• Fouthoogtes zijn goed te bepalen
(maar minder nauwkeurig dan met TOFD).• Geschikt voor kleine wanddiktes (vanaf 3,2 mm).• Geschikt voor onderzoek aan enkelzijdig
toegankelijke lassen.
Beperkingen• Lange insteltijden.• Ontbreken van een ISO-acceptatienorm.• Ad hoc geformuleerde acceptatiecriteria kunnen
leiden tot ineffectieve goed- of afkeur.
AcceptatiecriteriaDe acceptatiecriteria zijn gebaseerd op lengte enhoogte, amplitude en karakterisering van fouten, ofeen combinatie hiervan.
Vergelijking techniekenIn tabel 1 worden PA, TOFD en ra-
diografisch onderzoek met elkaar
vergeleken aan de hand van de
meest voorkomende lasfouten. De
meest ernstige fout (scheur in de
wortel van de las) staat bovenaan,
de minst ernstige fout (overmatige
doorlassing) onderaan. De tabel is
tot stand gekomen over een periode
van drie jaar met medewerking van
een groot aantal NDO-deskundi-
gen. De tabel laat zien dat het af-
hangt van het type lasfout welke
techniek het meest geschikt is voor
het opsporen van die fout.
AcceptatiecriteriaDe gemeten lengte en breedte van volumetrische fou-ten, zoals slakkenbanen of poreusheid, dienenmeestal als maatstaf voor goed- of afkeur. Vlakke fou-ten en scheuren zijn niet toelaatbaar, omdat de om-vang (hoogte en lengte) niet kan worden bepaald.
Radiografisch onderzoek
Voordelen• Hoge POD van volumetrische fouten.• Geschikt voor austenitische materialen.• Geschikt voor complexe geometrieën.• Fouten zijn goed te karakteriseren.• Goede informatie over dwarspositie van lasfouten.
Beperkingen• In verband met de veiligheid kunnen lassen die
dicht bij elkaar liggen niet tegelijkertijd onderzocht worden. Hierdoor is het NDO aan het einde van eenproject vaak bepalend voor de totale doorlooptijd.
• Gebruik van straling.• Stagnatie van andere werkzaamheden in de directe
omgeving.• 100% lasonderzoek is niet mogelijk door gebrek
aan ruimte voor de stralingsbron.• Geen fouthoogtemeting mogelijk.• Slechte detectie van scheuren en vlakke fouten.• Slechte prestatie bij grote wanddiktes.
Betekenis voor de prakrtijkHet vervangen van radiografie door alternatieve NDO-
technieken kan verschillende voordelen opleveren voor de
eigenaar van een installatie. Zo kan het lasonderzoek
overdag plaatsvinden, kunnen andere werkzaamheden in
de omgeving gewoon doorgaan, en zijn de resultaten van
het onderzoek onmiddellijk beschikbaar. Dit laatste bete-
kent dat eventuele reparaties direct kunnen worden uit-
gevoerd. Hoewel TOFD en PA goede alternatieven
kunnen zijn voor radiografisch onderzoek, bestaat bij aan-
nemers nog altijd de misvatting dat het toepassen van deze
technieken leidt tot meer onnodige reparaties. Onderzoek
in het kader van de ontwikkeling van internationale nor-
men voor TOFD, een onderzoeksproject van KINT*,
heeft aangetoond dat dit niet het geval is. Het aantal
noodzakelijke reparaties bedroeg bij TOFD 4,9% van de
659 lassen; bij radiografie was dit 6,3% van de 508 on-
derzochte lassen. Wel was er in de beginfase van het pro-
ject sprake van meer afkeur bij toepassing van TOFD,
maar dit percentage nam snel af. Een verklaring voor deze
snelle afname is dat lassers nauwkeuriger en directer feed-
back kregen op hun werk, waardoor ze leerden deze fou-
ten te voorkomen. Ook nam onterechte afkeur af, doordat
de aard van de fout nauwkeuriger kon worden vastge-
steld, met minder onnodige reparaties tot gevolg.
Aanbevolen wordt om tijdens de lasserkwalificatie de-
zelfde NDO-techniek toe te passen als tijdens het project
zal worden toegepast voor het keuren van het laswerk.
Dus als het laswerk in de praktijk wordt beoordeeld op
basis van TOFD, moet deze techniek ook worden gebruikt
tijdens de lasserkwalificatie. Hiermee kan een - voor de
lasser onbegrijpelijk - hoog afkeurpercentage in de begin-
fase van een project worden voorkomen.
Uit deze tabel blijkt:TOFD presteert goed als het gaat om het detecteren vanverschillende soorten fouten. Deze techniek detecteertvooral de meest ernstige fouten beter dan radiografischonderzoek, maar de bepaling van de aard van de foutenis matig.
PA presteert uitstekend als het gaat om de detectie vande meest ernstige fouten én het bepalen van de aardvan deze fouten. Ook deze techniek detecteert vooralde ernstigste fouten beter dan radiografisch onderzoek.
Radiografisch onderzoek presteert slecht in het detec-teren van de meest ernstige fouten, maar, eenmaal ge-detecteerd, is deze techniek voor de meeste soortenlasfouten goed in het bepalen van de aard van de fou-ten.
Tabel 1 Vergelijking TOFD, PA en radiografisch onderzoek aan de hand van soorten lasfouten
ConclusieDe drie betrokken partijen bij het voorbeeldproject trek-
ken de volgende gezamenlijke conclusies:
•
•
•
•
*) KINT is de Nederlandse Vereniging voor Kwaliteits-toezicht, Inspectie en Niet-destructieve Technieken.
Toepassing van TOFD of PA leidt tot evenveel of min-der afkeur dan radiografisch onderzoek.TOFD en PA presteren beter in het detecteren vankritieke fouten, waardoor de kans op falen verkleindwordt.TOFD en PA zijn veiliger dan radiografisch onder-zoek, door het ontbreken van straling.Toepassing van TOFD en PA leidt tot een verkortingvan de doorlooptijd, een grotere flexibiliteit, minderongepland onderhoud en lagere totale kosten.
e opdracht voor het maken van de boatlandings
werd gegund aan Hazo Techniek, een middelgroot
staalconstructiebedrijf in Lelystad. Bianca Smits
(37), adjunct-directeur van Hazo Techniek, vertelt aan de
hand van de constructietekeningen wat de opdracht pre-
cies inhoudt. “Het gaat om de constructie van vier stalen
boatlandings van 8 meter lang en een gewicht van 8 ton,
met bijbehorende vessel interfaces en seafastenings. Per
schip worden twee boatlandings gebouwd, zodat het schip
aan beide kanten te bemannen is. Een boot met de crew
vaart langszij en de bemanning klimt met een ladder om-
hoog, naar een platform op het schip. Andersom kan de
bemanning via de boatlanding het schip ook weer veilig
verlaten.”
VertrouwenEen indrukwekkend en groot project, maar hoe kwam
Hazo Techniek aan deze opdracht? Bianca Smits vertelt
dat het eerste contact met de opdrachtgever werd gelegd
tijdens de Offshore Beurs in Amsterdam. “We zijn contact
blijven houden en een tijdje terug kregen we van hen voor
het eerst een opdracht voor een offshore-container met
een hijsbalk in het midden, waarbij de kraanbaan 1 meter
uit de container geschoven kan worden. Dat hebben we
naar volle tevredenheid uitgevoerd, en daarna werden we
voor dit grotere project uitgekozen.” Wat volgens de ad-
junct-directeur zeker een rol heeft gespeeld bij het verkrij-
gen van de opdracht is het feit dat Hazo Techniek zijn
certificering netjes op orde heeft. “We zijn gecertificeerd
LASTECHNIEKapr i l 2016
26
LASTECHNIEK STAALCONSTRUCTIE - apr i l 2016
Ndurance en Ndeavor zijn de namen van twee kabellegschepen van VBMS, beide 99
meter lang en 30 meter breed. De Ndeavor is onlangs omgebouwd tot kabellegschip,
maar werd eerder ingezet als stenenstorter. Zowel de Ndurance als de Ndeavor zijn multi-
functionele schepen die, naast kabelleggen, gebruikt kunnen worden voor een breed
scala aan taken, zoals ondersteuning bij offshore-constructies, bergingsprojecten en bag-
gerwerken. Om de bijna honderdkoppige bemanning veilig aan en van boord te krijgen,
worden demontabele boatlandings gebruikt. Het lassen en installeren van deze stalen
constructies brengt lastechnische uitdagingen met zich mee.
D
door Margriet Wennekes, fotografie Robert Koelewijn
volgens ISO 9001, ISO 3834 en EN 1090. Hoewel de EN
1090 niet geldt voor de offshore, heeft onze opdrachtge-
ver in het voortraject aangegeven dat dat de doorslag gaf
om voor ons te kiezen. Het gaf onze klant het vertrouwen
dat we dit project aankonden. Dat vertrouwen werd ver-
sterkt door de referenties die we konden geven van andere
opdrachtgevers. Zo hebben we voor Van Oord vier nieuw-
bouwcontainers geleverd, voor het opspuiten van zand in
Koeweit. Dat was een nog iets groter project dan dit. We
hebben ook gewerkt voor Allseas, Heerema en IHC, die
allemaal hun eigen strenge eisen hebben.”
LasonderzoekAnderhalve maand geleden is begonnen met de bouw van
de eerste twee boatlandings. “Het primaire materiaal
waaruit de hele constructie wordt vervaardigd is S355; al-
leen voor niet-dragende delen, zoals relingen, wordt S235
gebruikt. Alle materialen zijn gecertificeerd. Voor de trap-
27
Staalconstructiebedrijf in Lelystad bouwt vier boatlandings
Veilig oversteken
“Hoewel de EN 1090 niet geldt voor de
offshore, heeft onze opdrachtgever in
het voortraject aangegeven dat dat de
doorslag gaf om voor ons te kiezen.
Het gaf onze klant het vertrouwen dat
we dit project aankonden.”
LASTECHNIEK STAALCONSTRUCTIE - apr i l 2016
28
pen en het bordes wordt een CE-verklaring gevraagd vol-
gens EN 1090.” De gehele constructie wordt handmatig
gelast met het MIG/MAG-proces met een massieve draad
(ø 1 en 1,2 mm). “Vijftig procent van alle lassen wordt
niet-destructief onderzocht. Als daarbij afwijkingen wor-
den geconstateerd, wordt de betreffende las weggeslepen,
waarna opnieuw wordt gelast en geïnspecteerd. Zijn de
lassen in orde, dan wordt het betreffende onderdeel verder
afgewerkt door het aanbrengen van vier lagen coating.
Daarna gaat de constructie op transport naar de kade
waar de schepen zijn aangemeerd. Het vastlassen van de
seafasteners en vessel interfaces aan de schepen gebeurt
door VBMS zelf.”
UitdagingenHet werk brengt op lastechnisch gebied verschillende uit-
dagingen met zich mee, vertelt Bianca Smits. “Elke boat-
landing heeft strenge maatprotocollen. Tussentijds doen
we allerlei maatcontroles en er is veel overleg met de las-
sers. De grootste uitdaging is misschien wel het tegengaan
van vervorming en het bereiken van een goede maatvast-
heid.” Ze wijst op de tekening: “Deze schuine buizen krij-
gen we in verstek gezaagd aangeleverd. Ze moeten op een
speciale manier gelast worden om de vervorming mini-
maal te houden. We gebruiken zoveel mogelijk lasmallen,
maar niet alles kan daarmee worden opgevangen. Behalve
verspringend lassen hebben we ervoor gekozen om hier”
- Bianca wijst weer op de tekening - “een extra schoor aan
te brengen, zodat we zeker weten dat de maat goed blijft.”
Zo zijn er meer aanpassingen gedaan in het ontwerp dat
door het tekenbureau namens de klant was aangeleverd.
“We hebben aan boord van de Ndurance een overleg
gehad, samen met onze opdrachtgever, de superintendants
van de schepen, de afdeling inkoop en de mannen van het
tekenbureau. Samen hebben we de constructie kritisch be-
keken: waar lopen we tegenaan, wat zouden we moeten
aanpassen? Onze grootste zorg was: hoe zorg je voor een
goede bevestiging van de boatlanding aan het schip? De
scheepshuid is ca. 10 mm dik, dus het komt heel nauw-
keurig en je moet schokken door de golfslag kunnen op-
vangen.” Een ander voorbeeld van een aanpassing is het
aanbrengen van een rubberen blok in de basis van de sea-
fastening. “Dat rubberen blok was niet voorzien op de te-
kening, maar het zorgt ervoor dat de constructie niet gaat
klapperen en steviger in de seafastening staat.”
“De boatlandings die we nu bouwen lijken
straks aan het schip misschien slechts
postzegeltjes, maar het zijn wel
postzegeltjes met onze stempel erop!”
korte cursus doen van twee maanden, om te zien of het
echt wat voor hen is. Bevalt het, dan mogen ze in septem-
ber starten met een volledige opleiding.”
Al met al is Bianca Smits trots op het bedrijf waarover ze
samen met technisch directeur Fred Zoer de dagelijkse lei-
ding heeft. “Ik vind het leuk dat klanten komen met de
vraag: kun je dit maken, en zo ja, wat kost het? Als we de
opdracht dan krijgen, en ik zie hoe de gevraagde con-
structie ontstaat in de fabriek, van losse onderdelen tot
een groot geheel, denk ik: wow, dat is mooi geworden.
Dan ben ik trots op het resultaat en op ons team van vak-
mensen. De boatlandings die we nu bouwen lijken straks
aan het schip misschien slechts postzegeltjes, maar het zijn
wel postzegeltjes met onze stempel erop!”
Demontabele trapInmiddels heeft de opdrachtgever de eerste, nog niet afge-
werkte, boatlanding getest om te zien of alles goed past.
Die eerste boatlanding is nu weer terug bij Hazo Techniek.
“Onze klant heeft gevraagd om de trap en het bordes als-
nog demontabel te maken, omdat dit het transport van de
gehele constructie eenvoudiger maakt. Dat zijn we nu aan
het aanpassen.” Volgens Bianca Smits is het niet uitzon-
derlijk dat een constructie op verschillende fronten moet
worden aangepast. “In het werk kom je altijd wel dingen
tegen, zoals veranderingen in lashoogtes. Van ons als goed
lasbedrijf wordt verwacht dat we meedenken met de klant
en oplossingen aandragen. Dat is onze taak.”
Gecertificeerde lassersOm het werk goed te kunnen uitvoeren beschikt Hazo
Techniek over een team van gecertificeerde lassers. Deze
lassers worden regelmatig door Lloyd’s beoordeeld en ook
worden er lasproeven uitgevoerd. “We werken daarnaast
met een uitzendbureau waar we al vijftien jaar zaken mee
doen. Zij weten wat wij nodig hebben en zij leveren de
juiste mensen. Dat gaat heel goed.” De laatste anderhalf
jaar is het bedrijf gestaag aan het groeien. “We proberen
nu de beste uitzendkrachten in vaste dienst te krijgen,
omdat we ze niet kwijt willen. Daarnaast besteden we veel
aandacht aan het opleiden van onze mensen. Naast een
BBL’er hebben we een medewerker die de opleiding visu-
eel lasinspecteur gaat doen, en twee jongens willen graag
een lascoördinatoropleiding volgen. We laten hen eerst een
29
LASTECHNIEKapr i l 2016
31
LASTECHNIEKapr i l 2016
Drie niveausDe Arbowetgeving is ingedeeld in drie niveaus: de Arbo-
wet, het Arbobesluit en de Arboregeling. De Arbowet ver-
plicht werkgevers en werknemers samen te werken in het
behartigen van de zorg voor de veiligheid, de gezondheid
en het welzijn binnen het bedrijf. De Arbowet is een ka-
derwet. Dat betekent dat er geen concrete regels in staan.
Die zijn verder uitgewerkt in het Arbobesluit en de Arbo-
regeling. In het Arbobesluit staan de regels waar zowel
werkgever als werknemer zich aan moeten houden om ar-
beidsrisico's tegen te gaan. Deze regels zijn verplicht. De
Arboregeling is een verdere uitwerking van het Arbobe-
sluit. Het gaat hierbij om concrete voorschriften.
Verplichtingen werkgeversIn de Arbowetgeving zijn verplichtingen opgenomen waar
werkgevers zich aan moet houden:
•
•
•
Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken tot het bereiken van depensioengerechtigde leeftijd. Om daarvoor te zorgen is er de Arbeidsomstan-dighedenwet (Arbowet). Hierin staan de algemene bepalingen die ervoor moeten zorgen dat het werk zo veilig en gezond mogelijk wordt uitgevoerd.
Laskennis opgefrist
Het voorkomen van ongevallen bij het lassen
26
30
LASTECHNIEK GEZOND EN VEIL IG LASSEN - apr i l 2016
Het ontwikkelen en uitvoeren van arbeidsomstandig-hedenbeleid. De arbeid die in het bedrijf verrichtwordt, mag geen nadelige gevolgen hebben voor deveiligheid en gezondheid van de werknemers.Zo veel mogelijk gevaren voor de gezondheid vanwerknemers bij de bron aanpakken. Indien de geva-ren niet bij de bron kunnen worden voorkomen of be-perkt, hebben collectieve beschermingsmaatregelenvoorrang boven individuele. Een voorbeeld hiervan isdat een lasproces dat veel lasrook produceert, indienmogelijk wordt vervangen door een ander lasproces,met minder uitstoot van lasrook. Slechts indien rede-lijkerwijs niet kan worden gevergd dat collectieve be-schermingsmaatregelen worden getroffen die zijngericht op individuele bescherming, moet de werk-gever doelmatige en passende persoonlijke be-schermingsmiddelen aan de werknemer ter beschik-king stellen.De inrichting van de arbeidsplaatsen, de werkmetho-den, gebruikte arbeidsmiddelen en arbeidsinhoud zoveel als mogelijk aanpassen aan de persoonlijke ei-genschappen van de werknemers.
•
•
•
•
•
•
•
Verplichtingen werknemersOok werknemers moeten zich aan een aantal regels hou-
den. De belangrijkste verplichtingen van werknemers zijn:
•
•
•
•
•
•
ArbocatalogusWerkgevers en werknemers hebben de afgelopen jaren
door de Arbowet meer mogelijkheden gekregen om zelf
invulling te geven aan de wijze waarop ze in de eigen sec-
tor aan de wetgeving voldoen. Dit heeft als voordeel dat
binnen de onderneming een arbobeleid gevoerd kan wor-
den dat rekening houdt met specifieke kenmerken van de
sector; een metaalbedrijf verschilt nu eenmaal van een zie-
kenhuis. In de arbocatalogus leggen bedrijven vast hoe het
best voldaan kan worden aan de doelvoorschriften. In de
metaalbranche wordt de arbocatalogus gemaakt door
twee werkgevers- en drie werknemersorganisaties. Zij
opereren onder de naam “5xbeter, ijzersterk voor veilig
werk”. De arbocatalogus voor de metaal is te vinden op
de site www.5xbeter.nl.
VCA-certificaatDe VCA is de Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist
Aannemers. Deze checklist is ontwikkeld om bedrijven die
diensten verlenen aan de (petro)chemische industrie te
toetsen en te certificeren op hun veiligheidsbeheerssys-
teem. Het VCA-certificaat is een hulpmiddel om systemen
op te zetten om onderdelen van de verplichtingen binnen
de Arbowetgeving in te vullen. Ook andere branches
maken gebruik van het VCA-systeem, zoals de offshore,
de baggerindustrie en de spoorwegen.
Aanpak van risico’s bij het lassenHierna worden de belangrijkste risico’s beschreven die bij
het lassen voorkomen. In de komende edities van de ru-
briek Laskennis Opgefrist gaan we nader in op de speci-
fieke risico’s bij het toepassen van autogene en elektrische
processen en komen meer specialistische onderwerpen
zoals het beheersen van lasrook aan de orde.
LasrookKan de ontwikkeling van lasrook helemaal worden voor-
komen? Zo niet, dan moet de vrijkomende rook bij de
bron worden aangepakt, wellicht ook door middel van
ruimtelijke ventilatie. Als alle andere maatregelen (bron-
afzuiging, ventilatie) voor onvoldoende bescherming zor-
gen, moet adembescherming worden toegepast. In het
algemeen wordt adembescherming alleen gebruikt als een
tijdelijke maatregel, maar er zijn omstandigheden waar,
naast ventilatie, persoonlijke beschermingsmiddelen nood-
zakelijk zijn.
BoogstralingDe elektrische boog kan drie soorten straling opwekken
die schadelijke gevolgen kan hebben:
• ultraviolette straling: huidaandoeningen en lasogen;
• (fel) zichtbaar licht: verminderd gezichtsvermogen;
• infrarode straling: huid- en oogaandoeningen.
Gelaat en ogen kunnen tegen boogstraling beschermd
worden met een lashelm, voorzien van lasglas met het
juiste beschermende filter. Verder wordt het lichaam van
de lasser beschermd door het dragen van geschikte kle-
ding. Personen in de omgeving van de lasboog worden be-
schermd door middel van niet-reflecterende lasgordijnen
of schermen.
Arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op een juistewijze gebruiken.Op arbeidsmiddelen aangebrachte beveiligingen nietveranderen en niet weghalen en deze beveiligingenop de juiste wijze gebruiken.Door de werkgever beschikbaar gestelde persoon-lijke beschermingsmiddelen op een juiste manier ge-bruiken en op de daarvoor bestemde plaatsopbergen.Meewerken aan de voor werknemers georganiseerdeinstructie (’onderricht’).De werkgever inlichten over opgemerkte gevarenvoor de veiligheid en gezondheid in het bedrijf.De werkgever en andere deskundige personen (pre-ventiemedewerker, bhv'er, arbodienstverlener) indiennodig bijstaan bij de uitvoering van hun verplichtin-gen.
Zo veel als mogelijk voorkomen en beperken van mo-notone en tempogebonden arbeid.Het opstellen en uitvoeren van een risico- inventari-satie en -evaluatie (RI&E) en een Plan van Aanpak.Het voorkomen en beperken van zware ongevallenwaarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn.Het geven van voorlichting en onderricht aan dewerknemers. De voorlichting en het onderricht kun-nen betrekking hebben op het gebruik van arbeids-middelen of persoonlijke beschermingsmiddelen.Het melden en registreren van arbeidsongevallen enberoepsziekten.Het voorkomen van gevaar voor derden in verbandmet de arbeid die door de werknemers wordt verricht.Werknemers in de gelegenheid stellen om periodiekeen arbeidsgezondheidskundig onderzoek te onder-gaan.
Zou hij wel een laskap dragen?
ElektriciteitHet lassen met gelijkstroom is in het algemeen veilig
omdat hierbij meestal geen hogere spanningen dan 100 V
worden gebruikt. De open spanning van gelijkstroomtoe-
stellen ligt bij het elektrode- en TIG-lassen gemiddeld tus-
sen 45 en 95 V met een rimpel van maximaal 1,5%.
Wanneer met wisselstroom wordt gelast levert de las-
transformator gewoonlijk een open spanning van 65 tot
80 V, die nodig is om de boog te ontsteken.
Alle onder spanning staande delen van de lastransforma-
tor, ook die van de laszijde (secundaire zijde) moeten
deugdelijk tegen aanraking beschermd zijn. De las- en
werkstukkabels moeten goed geïsoleerd zijn en in deug-
delijke staat verkeren. Het is ook belangrijk om kleding en
vooral lashandschoenen goed droog te houden!
BrandAan het werken met gassen zijn risico`s verbonden. Bo-
vendien kunnen de vlam en de boog bij het lassen en snij-
den brandgevaar opleveren. Bij het bestrijden van brand
moet het geschikte blusmiddel worden gebruikt. Klasse C
branden, zoals bijvoorbeeld bij brandbare gassen als ace-
tyleen, kunnen het best worden gedoofd door de gastoe-
voer af te sluiten. Water en schuimblussers mogen niet
worden gebruikt in de nabijheid van onder spanning
staande elektrische apparatuur.
Voorzorgsmaatregelen:•
•
•
•
33
LASTECHNIEKapr i l 2016
Deze aflevering in de rubriek 'Laskennis opgefrist' is een bewerking van 'Job Knowledge for Welders Part 26' uitTWI Connect. Tekstgedeelten over de Arbowet zijn overgenomen van www.arboportaal.nl. Meer informatie:www.wetten.overheid.nl, www.vca.nl, www.5xbeter.nl.
•
•
32
LASTECHNIEK GEZOND EN VEIL IG LASSEN - apr i l 2016
ExplosieEr is explosiegevaar bij het lassen aan een tank of vat
waarin een explosieve of brandbare stof was opgeslagen;
er kunnen explosieve materialen zijn achtergebleven in
naden, geklonken delen of onder de walshuid.
Voor het lassen aan dergelijke tanks moet het volgende
worden gedaan:
•
•
Lassen in besloten ruimtenIn besloten ruimten kan er een concentratieverhoging ont-
staan van giftige dampen of gassen. Bij het lassen met be-
schermgassen is er kans op verstikkingsgevaar door
zuurstoftekort. Een daarvoor gekwalificeerde medewer-
ker moet het risico beoordelen, de te nemen stappen be-
palen die vereist zijn om het werk veilig uit te kunnen
voeren en de maatregelen voorschrijven die moeten wor-
den genomen gedurende het lassen zelf.
Veiligheidsmaatregelen: •
•
•
•
•
•
•
LawaaiAls algemene richtlijn geldt dat als een gesprek in een
ruimte moeilijk te verstaan is, het aannemelijk is dat het
geluidsniveau onaanvaardbaar hoog is.
In Nederland zijn de volgende wettelijke regelingen vast-
gelegd omtrent de gehoorbescherming:
•
•
Verwijder brandbare materialen uit de omgeving vande lasplek.Dek achtergebleven brandbare materialen af metbrandwerend materiaal.Kijk voor het lassen of de geschikte blusmiddelenvoorhanden zijn.Controleer na het lassen de omgeving van de laspleknog gedurende een uur.
Zorg voor voldoende ventilatie en maak indien nodiggebruik van onafhankelijke persoonlijke adembe-schermingsmiddelen. Dit zijn beschermingsmiddelenwaarbij de leeflucht van buiten de besloten ruimtekomt.Controleer of een gebruikte tank geen resten meerbevat van brandbare, giftige of explosieve materialen. Neem geen gascilinders mee in de besloten ruimte.Controleer de apparatuur op gaslekkage.Zorg dat er getraind personeel aanwezig is om ingeval van nood in te kunnen grijpen.Controleer herhaaldelijk of degene die het werk uit-voert gered kan worden als er zich een calamiteitmocht voordoen.Sluit bij het einde van de perioden waarin wordt ge-werkt alle gastoevoerkranen en verwijder de slangenen apparatuur.
Bij een geluidsniveau van méér dan 80 dB(A) per dagmoeten werknemers kunnen beschikken over (indivi-duele aangemeten) gehoorbeschermers.Bij lawaai boven de 85 dB(A) moeten werknemersverplicht gehoorbeschermers dragen. De plaatsen
waar het geluidsniveau boven de 85 dB(A) komt moe-ten duidelijk herkenbaar gemaakt worden voor werk-nemers.De dagelijkse blootstelling mag nooit hoger zijn dan87 dB(A), inclusief de dempende werking van een in-dividuele gehoorbeschermer. Komt het lawaainiveautoch boven deze grens, dan moeten ogenblikkelijkmaatregelen getroffen worden om het lawaainiveaute verminderen.Werknemers die blootgesteld worden aan lawaai krij-gen de mogelijkheid om een audiometrisch onder-zoek (gehoortest) te ondergaan. Dit onderzoek kaneventuele (vroegtijdige) gehoorschade meten.
Verwijder het explosieve materiaal door uitstomen ofuitkoken.Als het explosieve materiaal niet helemaal kan wor-den verwijderd, vul dan het vat met water, een inertgas of laat er stoom door stromen.
Bovenhands werken in een kleine werkruimte
Lassers hebben normaal gesproken gehoorbeschermings-
middelen nodig. Het slijpen met een handslijpmachine bij-
voorbeeld kan geluid produceren met een niveau van 108
dB(A). Als het geluid van de apparatuur of bewerking niet
kan worden vermeden, kan een van de volgende alterna-
tieven worden toegepast:
•
•
•
TrillingenHandgereedschap dat buitensporige trillingen veroorzaakt
kan aandoeningen aan de handen veroorzaken ('witte vin-
gers'). Daarom moet het gebruik van apparatuur met
overmatige trillingen zoveel mogelijk worden beperkt. Het
warm houden van de handen wordt aanbevolen en een te
sterke grip om het gereedschap wordt ten zeerste afgera-
den.
WerkhoudingEen slechte werkhouding kan leiden tot lichamelijke
klachten. Werkhoudingen waarin het bewegingsapparaat
langdurend statisch wordt belast leidt tot snelle ver-
moeidheid en pijn en kramp in de spieren. Statische werk-
houdingen waar de lasser veel mee heeft te maken zijn:
• lang achtereen staan of zitten;
• voorovergebogen staan of zitten;
• zijwaarts geleund staan of zitten;
• liggend en knielend werken;
• gebukt staan;
• met de armen boven het hoofd werken;
• de armen niet af kunnen steunen;
• werken met opgetrokken schouders.
Het is belangrijk om het lassen vanuit een moeilijke posi-
tie zoveel mogelijk te voorkomen. Dit kan door de juiste
werkvolgorde te kiezen. Goede arbeidsomstandigheden
beginnen in dit geval al op het tekenbord. Het ontwerp
moet zodanig zijn dat moeilijke lasposities worden ver-
meden. Het is dan ook belangrijk dat ervaren lassers door
de constructeur worden geraadpleegd over de werkvolg-
orde van het laswerk. Het gebruik van lasmanipulatoren
kan helpen om vanuit een goede werkhouding, zoveel mo-
gelijk onder de hand te lassen.
Isoleer de geluidsbron zo goed mogelijk door hetaanbrengen van geluiddempend materiaal of ge-luidsisolerende omkastingen.Laat de operator zich beschermen door het dragenvan geschikte gehoorbescherming.Beperk waar mogelijk impulsgeluiden met een niveauboven 140 dB(A).
Deze maand is het veertig jaar geleden dat de genialeprogrammeur Steve Wozniak (en niet Steve Jobs) zijneerste computer in elkaar soldeerde. Het was de eerstecomputer die je aan een toetsenbord en een beeld-scherm kon koppelen. Het was ook de eerste compu-ter met een grafische interface en muis. Een computerdie je niet meer met allerlei codes moest besturen,zoals de grote computers op kantoren. Wozniak wasgeniaal, maar had niet de vooruitziende blik en hetmarktgevoel van Steve Jobs. Als antwoord op de naeen jaar verschenen Apple II, kwam IBM met de IBM-pcdie het begin inluidde van het Windows-tijdperk.
Zelf ben ik een van de eerste Mac-gebruikers en ikreken mezelf tot de Mac-fanatici. Ik ben Macintosh ookaltijd trouw gebleven. Mijn columns schrijf ik al meerdan twintig jaar op een Mac, meestal op mijn desktop,maar vaak ook op mijn laptop. Grappig is dat de vorigeeindredacteur van Lastechniek mijn columns altijd ver-werkte op een Windows-pc en die aanbood aan devormgever, die weer gebruik maakte van een Mac. Vaakheb ik in de tijd dat bestandsuitwisseling tussen eenMac en een pc nog wel eens problemen gaf, aange-drongen op een Mac voor de eindredactie. Vergeefs,en de enige reden die ik kan bedenken is het prijsver-schil tussen een Mac en een pc. Een Mac staat echtergarant voor een optimaal design en hoge kwaliteit. Mijnmeer dan 15 jaar oude Macbook doet het nog steedsen ik maak er nog regelmatig gebruik van voor hetscannen van foto’s.
In tegenstelling tot de pc was in de beginjaren van depersonal computer de Mac simpel te bedienen en hijzag er zo veel beter uit. Het inbouwen van de compu-ter achter het beeldscherm bij de Mac was weer eengeniale vondst. Geen apart kastje meer onder de tafelof het bureau en een scherm op het bureaublad, maareen compact geheel dat je gemakkelijk kon verplaat-sen.
Het traditionele beeld van de pc - een besturingssys-teem, benodigde software en dataopslag, is met dekomst van de Cloud weer totaal veranderd. Alle soft-ware en dataopslag is verhuisd van de lokale pc’s naarservers op afstand. Daarmee zijn ook de verschillen tus-sen een pc en een Mac vervaagd. Helaas, want ik her-inner me nog de opmerking van een Mac-gebruiker:“Een Mac voor de goden en een pc voor de gewoneman.” Toen ik een van mijn lasmaatjes, een fanatiek pc-gebruiker, hiermee plaagde, kostte het hem drie dagenom een reactie te bedenken. Hij had “bewonderingvoor mensen die ondanks alles in een bepaald productblijven geloven”. Geen sterke reactie en ik moet nogsteeds glimlachen over het feit dat ik hem even schaak-mat had gezet.
Mijn Mac
35
LASTECHNIEKapr i l 2016 COLUMN
De NILBIL Verbindingsgids is een uniek naslagwerk voor professionals in de verbindingstechniek. Technische informatietabellen en tekeningen vormen een belangrijk onderdeel van de gids.
Deze zorgvuldig geselecteerde informatie is bedoeld als een leidraad bij het interpreteren van normen, procedures en specificaties. Verder bevat de gids informatie over de belangrijkste overkoepelende organisaties,
een overzicht van erkende opleidingsinstellingen en het stroomschema van las- en laskaderopleidingen.
De NILBIL Verbindingsgids is een uitgave van vakblad Lastechniek, in samenwerking met het NIL en het BIL. De gids is uitgevoerd als een handzaam en robuust boekje, bedoeld voor intensief gebruik op de werkvloer.
Voor € 30, - excl. 6% btw en verzendkosten kunt u in het bezit komen van dit praktische naslagwerk.
Bestellen is eenvoudig. Ga naar www.vakbladlastechniek.nl en klik op de cover van de Verbindingsgids.
Lastechniek #6
Voor redactionele bijdragen en advertenties kunt u ons bellen071 589 56 44 of mailen naar [email protected]
verschijnt in juni en wordt een themanummer over mechanisering,
automatisering en robotisering
Lastechniek #5 verschijnt in mei
LASTECHNIEKapr i l 2016
37
l honderden meters voor aankomst bij
lasconstructie- en montagebedrijf
BLM in Hoek van Holland maakt de
bezoeker onbewust kennis met het werk van
Jan Fransen. “Heb je onderweg die grote zee-
meeuw op een meerpaal gezien?”, vraagt de
35-jarige lasser, terwijl hij koffie schenkt in
de kantine. “Heb ik samen met mijn baas Pa-
trick Boers gemaakt, in opdracht van de ge-
meente. In totaal zijn in Hoek van Holland
acht van deze vogels geplaatst.” Hij toont
een miniatuuruitvoering van de Hoekse
Vogel, een in rvs uitgevoerd kunstwerk van
1,3 bij 1,5 meter. Ook twee van de in totaal
acht metalen strandstoelen van elk twee
meter hoog, die op verschillende plekken in de
kustplaats zijn te vinden, zijn gemaakt door Fran-
sen en zijn baas. “Elke keer als ik voorbij rijd, krijg
ik een trots gevoel. Dan denk ik: dat ziet er toch
maar netjes uit.”
KasverwarmingFransen werkt nu zes jaar als zzp’er bij BLM, dat
vooral landbouwbedrijven tot de klantenkring mag
rekenen. Hij doet veel constructiewerk. Want al-
leen meters maken met lassen vindt hij niks. “Dan
zou ik m’n ei niet kwijt kunnen. Juist de afwisseling
– het zagen, boren, meten, hechten, samenstellen
en controleren – maakt het werk leuk. Ik wil graag
iets creëren, van begin tot eind.” Voordat hij aan de
slag ging bij BLM was Fransen veel in het buiten-
land. Van Oostenrijk en Frankrijk tot Australië.
“Na een aantal jaren in loondienst bij een kasver-
warmingsbedrijf, waar ik monteur was, ging ik in
2001 aan de slag als zzp’er.
Mijn specialisme is het lassen van kasverwarmin-
gen. Omdat kasverwarmingslassers dun gezaaid
zijn, kon ik in veel landen terecht. Zo belandde ik
ook in Australië. Ik werkte daar altijd in perioden
van zes weken, maar ik ben er ook een keer ge-
weest voor een klusje van drie dagen.”
MensenkennisIn zijn ‘buitenlandse jaren’ (van 2001 tot 2010) ge-
noot Fransen van de saamhorigheid onder Neder-
landse collega’s en deed hij veel mensenkennis en
werkervaring op. Zo gaf hij leiding aan onder meer
Bulgaren, Albanezen en Macedoniërs. En leerde
daar veel van. “Een Albanees moet je bijvoorbeeld
nooit een compliment geven, want dan voelt hij
zich verheven boven zijn collega’s en gaat hij ze
commanderen.” Op de werkvloer van BLM – waar Fran-
sen zo’n 75 procent van zijn totale zzp-tijd actief is – pro-
fiteert hij nog steeds van zijn ervaringen in het buitenland.
“In een land als Griekenland heb ik goed geleerd hoe je
moet improviseren – de materialen daar zijn vaak schaars
en van slechte kwaliteit. Zo leer je hoe je op creatieve ma-
nier je project afmaakt. Hier gebruik ik die creativiteit
vooral om het werk te verbeteren.”
Negenjarig jochieFransen legde zijn eerste las al als jochie van negen jaar.
Zijn vader was tuinder in Naaldwijk waar regelmatig kas-
verwarmingslassers over de vloer kwamen. “Mijn vader
laste zelf ook dingen in elkaar of repareerde weleens een
lek. Daar ging ik hem steeds meer bij helpen. Zo rolde ik
als vanzelf de lts binnen en had ik daarna, op mijn vijf-
tiende, mijn eerste baan.”
Naast zijn constructiewerk bij BLM is Fransen ook elke
zaterdag - en tijdens rustige perioden - op pad als service-
en onderhoudsmonteur voor met name tuinbouwbedrij-
ven. “Dat vind ik gewoon leuk. Ik onderhoud vooral ver-
warmings- en koelingsinstallaties.” En om zijn passie
helemaal compleet te maken: in zijn resterende vrije tijd is
de lasser uit Berkel en Rodenrijs een verwoed verzamelaar
en restaurateur van oldtimers. In zijn eigen werkplaats van
450 vierkante meter staan momenteel tien klassiekers,
waaronder zes Armstrong Siddeley’s. “Auto’s met een
schitterende vorm. Het plaatwerk in deze auto’s is prach-
tig en het is voor mij altijd een grote uitdaging om het ma-
teriaal in deze auto’s zo strak mogelijk te lassen. Dat is
voor mij echt ontspanning.”
In september wordt Fransen vader. Of het een jongen of
meisje wordt weet hij nog niet. Wat wel zeker is: voorlo-
pig zal hij geen lange perioden in het buitenland werken.
Maar daar kan hij niet mee zitten. “De ervaringen waren
fantastisch. Dat kan niemand me nog afnemen.”
A
VAKTROTS - apr i l 2016LASTECHNIEK
36
door Jaap van Sandijk, fotografie Jennifer Muller, Hoek van Holland
Wie met lasser Jan Fransen praat over zijn werk, praat over zijn leven. Zes dagen per
week is hij gepassioneerd bezig met zijn vak. En daarin gaat hij verder dan alleen lassen.
Want ook een leven zonder zagen, boren, meten, hechten en samenstellen is voor hem
ondenkbaar. “Anders kan ik m’n ei niet kwijt.”
’Geen metersmaken, maariets creëren’
Lincoln Smitweld BVLincoln Electric Europa BVNieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]
Lincoln Smitweld BVLincoln Electric Europa BVNieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]
Lincoln Smitweld BVLincoln Electric Europa BVNieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]
Perk LastechniekVredeweg 14-161505 HH ZaandamPostbus 355 - 1500 EJ ZaandamT 075 653 37 49E [email protected]
ADVIES en CONSULTANCY AFZUIGINSTALLATIES ENLUCHTBEHANDELING
GEAUTOMATISEERD SNIJDEN
LASAPPARATUUR ENANDERE TOEBEHOREN
Air Liquide Welding Nederland BVRudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]
AIB-Vinçotte Nederland BVTakkebijsters 8 - 4817 BL BredaPostbus 6869 - 4802 HW BredaT 076 571 22 88 - F 076 587 47 60E [email protected]
AIB-Vinçotte Nederland BVTakkebijsters 8 - 4817 BL BredaPostbus 6869 - 4802 HW BredaT 076 571 22 88 - F 076 587 47 60E [email protected]
Air Liquide Welding Nederland BVRudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]
Air Liquide Welding Nederland BVRudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]
Air Liquide Welding Nederland BVRudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]
Zekeringstraat 331014 BV AmsterdamT +31 (0)20 556 35 55E [email protected]
Voorerf 18 - 4824 GN BredaT +31 (0)76 5424 300E [email protected]
Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek,Breda, Hengelo, Rotterdam, Veendam.
Zekeringstraat 331014 BV AmsterdamT +31 (0)20 556 35 55E [email protected]
Voorerf 18 - 4824 GN BredaT +31 (0)76 5424 300E [email protected]
Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek,Breda, Hengelo, Rotterdam, Veendam.
Zekeringstraat 331014 BV AmsterdamT +31 (0)20 556 35 55E [email protected]
Voorerf 18 - 4824 GN BredaT +31 (0)76 5424 300E [email protected]
Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek,Breda, Hengelo, Rotterdam, Veendam.
Nederman Nederland BVWiekenweg 333815 KL AmersfoortPostbus 26463800 GD AmersfoortT 033 298 81 22 - F 033 201 12 10E [email protected]
KEURINGEN
HoofdkantoorDukdalf 11 - 9206 BE DrachtenPostbus 505 - 9200 AM DrachtenT 0512 52 40 08E [email protected]
Kwaliteitsmanagement |Lasconsultancy | Inspectie
Drachten | Zutphen | Rotterdam
HoofdkantoorDukdalf 11 - 9206 BE DrachtenPostbus 505 - 9200 AM DrachtenT 0512 52 40 08E [email protected]
Kwaliteitsmanagement |Lasconsultancy | Inspectie
Drachten | Zutphen | Rotterdam
LASTOEVOEGMATERIALEN MANIPULATOREN ENMECHANISATIE
MECHANISATIE EN AUTOMATISERING
Dumeta import / export BVMarconistraat 267575 AR OldenzaalT 0541 53 33 69 - F 0541 53 33 71E [email protected]
MACKNIGHTSMollerusweg 1062031 BZ HaarlemT +31 (0)6 34 55 22 22E [email protected]
Lorch Lastechniek BVPostbus 5 - 2200 AA NoordwijkT 071 362 56 27 - F 071 362 38 85E [email protected]
LASACCESSOIRES ENGEREEDSCHAPPEN
LASKWALIFICATIES/CERTIFICERING
38 39
Materiaal Metingen Testgroep BVMME GroupRietdekkerstraat 16 - RidderkerkPostbus 42222980 GE RidderkerkT 0180 48 28 28 - F 0180 46 22 40E [email protected]
NDO/DO ONDERZOEK ONDERHOUD EN NIEUWBOUWINSPECTIE
3P Project Services BVNijverheidsweg 4 - 4854 MT BavelT 0161 43 85 00 - F 0161 43 85 01E [email protected]
Totaalproject in inspectie, lastechnische ondersteuning en projectmanagement
De Groot LastechniekWeidehek 24 - 4824 AS BredaT 076 541 07 20 - F 076 542 72 95E [email protected]
Lastechnische opleidingen, advisering, certificering, uitzenden(las)technisch personeel en verkoop lasapparatuur, lastoevoeg-materiaal en lasbenodigdheden
De Groot LastechniekWeidehek 24 - 4824 AS BredaT 076 541 07 20 - F 076 542 72 95E [email protected]
Lastechnische opleidingen, advisering, certificering, uitzenden(las)technisch personeel en verkoop lasapparatuur, lastoevoeg-materiaal en lasbenodigdheden
De Groot LastechniekWeidehek 24 - 4824 AS BredaT 076 541 07 20 - F 076 542 72 95E [email protected]
Lastechnische opleidingen, advisering, certificering, uitzenden(las)technisch personeel en verkoop lasapparatuur, lastoevoeg-materiaal en lasbenodigdheden
LASTECHNIEK BRANCHEREGISTER - apr i l 2016 LASTECHNIEKapr i l 2016
ROBOTS EN ROBOTISERINGOPLEIDINGEN EN CURSUSSEN
Hogeschool Utrecht, Centrum voor Natuur & Technieken ROC Midden NederlandNIL erkende opleidingen voor alle niveau’s en processen.
• International Welding Engineer (IWE/ LPI)• International Welding Technologist (IWT/ MLT) • Verkorte combinaties van IWT met Inspectie en
keuring mogelijk.• Lastechnisch construeren, Workshop lasnormen,
Lasopleidingen MIG/MAG, BMBE, TIG, Autogeen, Laskwalificalties/ certificeringen, SMLT
Ook cursussen op gebied van Materialen, Procestechnologie, Onderhoud & Inspectie, Engineering, Bedrijfskunde (hbo,post-hbo en masterniveau).
Meer informatie CvNT Lenneke KokT 088 481 88 88E [email protected]
Meer informatie ROC Joost ZijderveldT 030 754 69 03E [email protected]
Rolan Robotics BVDe Corantijn 6 - 1689 AP ZwaagPostbus 135 - 1620 AC HoornT 0229 24 84 84 - F 0229 27 27 07E [email protected]
WEERSTANDLASSEN
WORKWEAR
PUNTLASSEN
Laskar Puntlastechniek BVAvelingen West 264202 MS GorinchemPostbus 36044200 EB GorinchemT +31 (0)183 61 88 88F +31 (0)183 66 61 01E [email protected]
Puntlas- en ProjectielasmachinesRolnaadlas- en Stuiklasmachines
Puntlaselektroden | ComponentenStiftlasmachines en bouten
Automatisering en mechaniseringTraining, onderhoud en Verhuur
Laskar Puntlastechniek BVAvelingen West 264202 MS GorinchemPostbus 36044200 EB GorinchemT +31 (0)183 61 88 88F +31 (0)183 66 61 01E [email protected]
Puntlas- en ProjectielasmachinesRolnaadlas- en Stuiklasmachines
Puntlaselektroden | ComponentenStiftlasmachines en bouten
Automatisering en mechaniseringTraining, onderhoud en Verhuur
STIFTLASSEN
40
LASTECHNIEK BRANCHEREGISTER - apr i l 2016
WARMTEBEHANDELING
Delta Heat Services BVScheelhoekweg 23251 LZ StellendamPostbus 52 - 3250 AB StellendamT 0187 49 69 40 - F 0187 49 68 40E [email protected]
• Elektrisch voorwarmenen gloeien
• Inductie verwarmen• Stationaire gloeiovens• Mobiele gloeiovens• Uitdrogen beton / coatings• Verhuur / verkoop• Advisering
Carharrt BV, EMEACruquiusweg 111 - N1019 AG AmsterdamT +31 20 715 02 10F +31 20 715 02 22E [email protected]
Perk LastechniekVredeweg 14-161505 HH ZaandamPostbus 355 - 1500 EJ ZaandamT 075 653 37 48E [email protected]
MACKNIGHTSMollerusweg 1062031 BZ HaarlemT +31 (0)6 34 55 22 22E [email protected]
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
De Groot LastechniekWeidehek 24 - 4824 AS BredaT 076 541 07 20 - F 076 542 72 95E [email protected]
Lastechnische opleidingen, advisering, certificering, uitzenden(las)technisch personeel en verkoop lasapparatuur, lastoevoeg-materiaal en lasbenodigdheden
Laskar Puntlastechniek BVAvelingen West 264202 MS GorinchemPostbus 36044200 EB GorinchemT +31 (0)183 61 88 88F +31 (0)183 66 61 01E [email protected]
Puntlas- en ProjectielasmachinesRolnaadlas- en Stuiklasmachines
Puntlaselektroden | ComponentenStiftlasmachines en bouten
Automatisering en mechaniseringTraining, onderhoud en Verhuur
Air Liquide Welding Belgium N.V.I.Z. West Grijpen - Grijpenlaan 5 - 3300 TIENEN - Tel.: +32 16 80 48 20 - Fax: +32 16 78 29 22 - www.airliquidewelding.beAir Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6B, 4824 AJ BREDA - Tel.: +31 76 541 00 80 - www.airliquidewelding.nl
OPTITOME 2 is een machine ontworpen voorhet gebruik met de nieuwe NERTAJET HPiplasma installatie, voor het bereiken van eenzeer hoge snede kwaliteit. Grote zorg is besteed aan de geleiding en de aandrijftechniek en garandeert eennauwkeurige en soepele beweging die compatibel zijn met het High Precision snijden. De compacte constructie biedt veel stabiliteit en zorgt voor eenvoudige en snellemontage. Duidelijk geschikt voor industriële plasma snij toepassingen tot 300 A.
Uitgerust met HPC DIGITAL PROCESS, het numerieke besturingssysteem vanAir Liquide Welding machines. HPC DIGITAL PROCESS controleert volledig desnijmachine van bewegingen tot snijproces. Zijn eenvoud en gebruiksvriendelijkheidmaken het een unieke machine dat wordt herkend in de markt van plasma snijden.
Verschillende opties (buizen snijden, rechte lijn beveling, laser positionering, autogeentoorts...) zijn beschikbaar om de veelzijdigheid van de installatie te bevorderen.
Geïnteresseerd ? Neem contact op met ons.www.airliquidewelding.be / www.airliquidewelding.nl
High Precision and High Productivityfor plasma cutting
HELP VAKCOLLEGA’S IN AFRIKA!
O
VHELP
eetMeih
INS’OLLEGACAKVVA
gwufoeitanodnekifAii
!AAFRIKIN
csdeeregtkiurbegkd
ellocutplehpahcb
-age
inhcetdielpotlemazinhcte
lingslanden. G
sfeGe
ogneeakirfAniicnaabneenegnid,nipahcsdeeregt
nenelohcsehcseedschap werlingslanden. G
derGetemnema
potsmokeotedeo.keinhcetednin
nepotidtpank,nrednoednterats
kt!ereedschap w
vnipahcsdeerGe
etemnewuobetphcsdeereGdereG
ntehtpeehcsrevkiwtnonisremen
amwunaagnilluv
n eep ahr aan
ekk -
taa
sfeGeppahcs
debfo
ohkjKi
.www
derGetemnemahnekkortebekjilep
ninetonegkavfjir
oneplehtnukueo
hcsdeeregdereg
vnipahcsdeerGemasnuetsnedieh. dlerewedrededn
:po
namkav/ln.pah
amwunaagnilluvellocwutemnem
.
taa -s’’sag
Krachtig, robuust en flexibel: ABIMIG® WT.
Hoog performantevloeistofgekoelde pistolen met snel wisselbare hals
McCorapproved
■ Slechts 3 types met capaciteit van 350 tot 600A
■ Onovertroffen verhouding capaciteit /grootte
■ Snel wisselbare en positioneerbare zwanenhals
■ Groot aantal zwanenhalzen met aangepaste geometrie
T E C H N O L O G Y F O R T H E W E L D E R ’ S W O R L D .
In de metaalindustrie gaat vaak veel tijd verloren met het positione-
ren van grote werkstukken. Dat kost tijd. Kostbare tijd, waarin uw
productieproces stagneert. Zonder de juiste hulpmiddelen kan dit
bovendien leiden tot onveilige situaties in uw bedrijf.
Met het rotatiesysteem van Giromatic® kunnen zware werkstukken
en ladingen in de meest uiteenlopende vormen eenvoudig, snel en
veilig worden geroteerd.
De voordelen van Giromatic®:
• Verkrijgbaar in verschillende uitvoeringen• Geschikt voor zware ladingen (1.000 tot meer dan 30.000 kg)• Ook voor onregelmatig gevormde werkstukken• Voor metaalbewerking, spoorbouw, ketelbouw, enzovoort.