Downloaden (PDF, 7.12MB)

25
Onafhankelijk vakblad voor lassen, lijmen en snijden Nummer 6 | juni 2015 Arbeidsmarkt Themanummer:

Transcript of Downloaden (PDF, 7.12MB)

Page 1: Downloaden (PDF, 7.12MB)

Onafhankelijk vakblad voor lassen, lijmen en snijden Nummer 6 | juni 2015

ArbeidsmarktThemanummer:

Page 2: Downloaden (PDF, 7.12MB)

www.vakbladlastechniek.nlUitgaveISSN 0023-8694Lastechniek wordt uitgegeven in opdracht van het Nederlands Instituutvoor Lastechniek (NIL) in samenwerking met het Belgisch Instituutvoor Lastechniek (BIL).RedactieBert de Jong, Fleur Maas, Rolf Mul, Leo Vermeulen, Bart Verstraeten,Margriet WennekesEindredactieMargriet Wennekes, Leo Vermeulen (techniek)UitgeverBert de JongAdvertentiesCon-Sell, Rolf MulT 06 12 50 90 58 - E [email protected] Barendse, Ruud van Bezooijen, Tim Blok, Leen Dezillie, Rob Helmich, Marcel Hermans, Michel van ‘t Hof, Piet van der Horst,Michael Jak, Pieter Keultjes, Marco Kraaijeveld, Maurice Mol, Ed Mulder, Johan Schelfhorst, Frank Smit, Wil van der Stap, Erik Steenkist, Gregor Tokarenko, Fred Vasquez, Adriaan Visser

Adressen Nederlands Instituut voor LastechniekPostbus 190 - 2700 AD ZoetermeerT 088 018 70 00 - E [email protected] - www.nil.nl

Belgisch Instituut voor Lastechniek vzwTechnologiepark 935 - B-9052 Zwijnaarde, BelgiëT +32 9 292 14 05 - F +32 9 292 14 01, E [email protected] - www.bil-ibs.be

OPUS communicatie-ontwerpFruitweg 24 j - 2321 GK Leiden, T 071 589 56 44 - F 071 541 41 50E [email protected]

Abonnementen Voor particulieren in Nederland € 62,50 op privé-adres, voor bedrijvenin Nederland per abonnement. Voor studenten en senioren geldt in Nederland een speciaal tarief.

Voor abonnementen in België kunt u contact opnemen met [email protected] zijn excl. btw.

Lastechniek verschijnt tien keer per jaar en wordt toegezonden aandeelnemers van het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) en hetBelgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) en andere geïnteresseerdenen belanghebbenden in de verbindingstechniek. Voor vragen overabonnementen kunt u terecht bij het NIL of het BIL voor België. Het abonnement geldt voor een geheel jaar. Opzeggingen per aan-getekend schrijven vóór 1 oktober van het lopende jaar.

Verzendadres wijzigen? Stuur dan het etiket met verbeterd adres retour.Alle advertentiecontracten worden afgesloten conform de regels voorhet Advertentiewezen gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland.

Ontwerp en lay-out OPUS communicatie-ontwerp, Leiden.

Hoewel de informatie gepubliceerd in deze uitgave zorgvuldig is uitgezocht en waar mogelijk gecontroleerd, sluiten de uitgever en de redactie uitdrukkelijk iedere aansprakelijkheid uit voor eventuele onjuistheden en/of onvolledigheid van de verstrekte gegevens.

©2015 - Overname van artikelen is slechts mogelijk na verkregen schriftelijke toestemming van de uitgever.

Colofon

De Nederlandse arbeidsmarkt is steeds flexibeler geworden.Het aandeel werkenden met een flexibele arbeidsrelatie isin de afgelopen tien jaar toegenomen van 15 procent tot 22procent. Het aandeel zelfstandigen zonder personeel(zzp’ers) is in diezelfde periode toegenomen van 8 procentnaar 12 procent, en ook het aandeel werknemers met een tij-delijk contract is de laatste tien jaar snel gegroeid. Dit blijktuit pas gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voorde Statistiek.

Flexibilisering is voor veel bedrijven dé oplossing om te kun-nen voorzien in de wisselende behoefte aan personeel. Uitzendkrachten, oproepkrachten, payrollmedewerkers, per-soneel met een tijdelijk contract: om de rechtspositie van aldeze flexibele arbeidskrachten te versterken, is er de nieuweWet werk en zekerheid (Wwz), die per 1 januari van kracht isgeworden. Per 1 juli veranderen met deze wet bovendien deontslagregels. De wet, die bedoeld is om de arbeidsmarktaan te passen aan de veranderende arbeids- verhoudingen,ligt nu al onder vuur. Verschillende werkgevers zien zich bij-voorbeeld gedwongen hun tijdelijk personeel te laten ver-trekken, omdat ze deze medewerkers niet in vaste dienstkunnen of willen nemen.

In deze editie van Lastechniek proberen we een zo goedmogelijk beeld te schetsen van de dynamiek op de ar-beidsmarkt voor de metaalverwerkende industrie. Zo latenwe vier zzp’ers met uiteenlopende disciplines aan hetwoord. Zij vertellen waarom ze niet (meer) in loondienst wil-len werken, welke diensten ze aanbieden, en welke lustenen lasten het zzp-schap met zich meebrengt. Verder biedenwe feiten, cijfers en veel actueel nieuws, bijvoorbeeld overde invoering van de Wwz. Een voorbeeld van een bedrijf datdirect te maken heeft met de gevolgen van deze wet is 3PQuality Services, dat van oudsher veel werkt met flexibelearbeidskrachten. We benaderen de ontwikkelingen op dearbeidsmarkt echter ook vanuit een heel ander perspectief.Zo brachten we een bezoek aan de PI Vught, waar gedeti-neerden een lasopleiding volgen en werkzaamheden ver-richten voor omliggende bedrijven, maar ook voor anderepenitentiaire inrichtingen. Een fascinerende ervaring.

We hopen u met deze uitgave veel relevante informatie tebieden en wensen u veel leesplezier.

Redactie Lastechniek

Draaideur

LASTECHNIEK VOORWOORD - jun i 2015

‘Als klein bedrijf krijg ik bij Valk Welding alle support’

Valk Welding [email protected]. 078 69 170 11 www.valkwelding.com

Patrick Boers van BLM in Hoek van Holland

zet een Valk Welding las-/snijrobot in: “Valk

Welding verleent mij optimaal support, ook

na de opstartfase. Met mijn Panasonic lasrobot snijd en lass ik

kokerprofi elen in de helft van de tijd. Mijn klanten kunnen daar

zelf niet meer voor werken.”

Lassen en snijden met één systeem

Hoogwaardige ondersteuning in opstartfase

Service, training en parts dicht bij huis

Specialisten op las- en robotgebied

Complete systemen uit één hand

Patrick Boers van Boers Lasconstructie & Montage:

Page 3: Downloaden (PDF, 7.12MB)

Inhoud #6 juni 2015

LASTECHNIEKwordt uitgegeven door OPUS communicatie-ontwerp in opdracht van het Nederlands Instituut voor Lastechniek in samenwerking met het Belgisch Instituut voor Lastechniek

www.vakbladlastechniek.nl

04 Vanuit de verbindingswereld

12 De arbeidsmarkt voor de

metaalindustrie: feiten en cijfers

16 Zzp’er in beeld: Bart Maes

18 Lassen in de bak

22 Zzp’er in beeld: Arjan Roza

24 Krappe arbeidsmarkt voor

technische detachering

Gedetineerde B.

vertelt dat hij begon

als koffiezetter in het

metaalbedrijf, maar dat

hij daarna zijn diploma’s

MIG-MAG en TIG

op niveaus 1 en 2

behaalde. “Buiten de

gevangenis was ik

werkzaam als productie-

medewerker, maar hier in

Vught heb ik mijn passie

voor lassen ontdekt.” 18 36

40

28

Cover: Fotostudio Barendrecht, Mariska Stieber bij IHC Merwede Opleidingen

Fotostudio BarendrechtFoto: VDL Nedcar

28 Zzp’er in beeld: Mark de Weert

30 Laskennis opgefrist

35 Willem de Welder

36 Zzp’er in beeld: Jan van den Berg

38 Werven, opleiden en aan het werk

40 Vaktrots

42 Brancheregister

Nieuwe directeur NIL

Per 1 september 2015 zal Imre Németh in dienst treden als directeur van het Nederlands Instituut voor Lastechniek.

Hij volgt daarmee Henk Zandvliet op. Maarten Jongejan zal als interim-directeur de directietaken blijven vervullen

totdat Imre Németh officieel is aangesteld. Dit heeft het NIL op 9 juni meegedeeld aan de redactie van Lastechniek.

We kunnen ons voorstellen dat de lezers van Lastechniek (net als wij) benieuwd zijn naar de koers die de nieuwe

directeur gaat varen om verder te werken aan een krachtige NIL-organisatie. Daarom zullen we Imre Németh bin-

nenkort uitnodigen voor een persoonlijk interview, dat we hopen te publiceren in een van de komende edities van

Lastechniek. Wordt dus nog vervolgd.

De redactie van Lastechniek

6

Page 4: Downloaden (PDF, 7.12MB)

4 5

LASTECHNIEK BERICHTEN - jun i 2015 LASTECHNIEKjun i 2015

De positie van tijdelijke werknemers (flexwerkers) is sinds 1 januari 2015 versterkt. Dit is geregeld in de Wet werken zekerheid (Wwz). Zo wordt het verschil tussen hun positie en die van werknemers met een vast contract klei-ner. Bijvoorbeeld door sneller door te stromen naar een vaste baan. De meeste maatregelen voor flexwerkers gel-den per 1 januari 2015. Een deel gaat in op 1 juli 2015. Ook het ontslagrecht verandert vanaf 1 juli. De belangrijkste veranderingen op een rij.

Versterking rechten oproepkrachtenSommige werkgevers werken met oproepkrachten, bij-voorbeeld via een nulurencontract of een min-maxcon-tract. Roept de werkgever de oproepkracht op, maarkan het werk niet verricht worden? Of roept de werkge-ver de oproepkracht niet op terwijl er wel werk is? Danheeft de werknemer recht op loon voor de uren waar-voor hij is opgeroepen of opgeroepen had kunnen wor-den. Dit is de loondoorbetalingsverplichting. Een werk-gever kan in de arbeidsovereenkomst vastleggen dat inde eerste zes maanden geen loondoorbetalingsver-plichting geldt. Deze periode van zes maanden kan al-leen worden verlengd als dat in een cao is geregeld.Voorwaarde is dat het moet gaan om functies waarin dewerkzaamheden incidenteel van aard zijn en geen vasteomvang kennen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij piek-werkzaamheden of vervanging wegens ziekte. Geldt ereen cao die al voor 1 januari 2015 van toepassing wasen waarin een afwijkende regeling staat? Dan gaat dezemaatregel in bij het einde van de looptijd van deze caoof uiterlijk 1 juli 2016. Tot die tijd kunnen andere regelsgelden.

Versterking rechten uitzendkrachtenHet uitzendbureau en de uitzendkracht sluiten bij destart van de werkzaamheden een uitzendovereenkomst.Dit is een arbeidsovereenkomst tussen het uitzendbu-reau en de uitzendkracht. Hierin kan een uitzendbedingworden afgesproken. Dat houdt in dat de overeenkomstautomatisch eindigt als de opdrachtgever de uitzend-kracht niet langer in wil zetten. Het uitzendbeding geldtde eerste 26 gewerkte weken waarin de uitzendkrachtwerkt. Toestemming voor opzegging van UWV is voorhet uitzendbureau niet nodig. Met het uitzendbedingkan ook de uitzendkracht op elk moment besluiten testoppen met werken bij de opdrachtgever. De mogelijk-heid om deze periode van 26 weken te verlengen is in-geperkt. Sinds 1 januari 2015 kan deze periode bij caoworden verlengd tot maximaal 78 gewerkte weken. Hier-voor kon dit onbeperkt. Na de periode van het uitzend-

werk en zekerheid (Wwz)

beding wordt de ketenbepaling van toepassing. Dit be-tekent dat een uitzendkracht aanspraak kan maken opeen vast contract na:• maximaal 3 tijdelijke contracten;• tijdelijke contracten die samen 2 jaar overschrijden.

Via een cao kan het aantal van 3 contracten worden ge-steld op maximaal 6 en de periode van 2 jaar wordenverlengd tot maximaal 4 jaar. In de arbeidsovereenkomstkan het uitzendbureau vastleggen dat de loondoorbe-talingsverplichting de eerste 26 weken van de overeen-komst niet geldt. Dat houdt in dat de uitzendkracht indie periode geen loon krijgt voor de niet gewerkte uren.In een cao kan zijn geregeld dat deze periode tot maxi-maal 78 weken wordt verlengd.

Betere ontslagbescherming payrollmedewerkersPayrollmedewerkers zijn werknemers die op papier indienst zijn bij een bedrijf dat aan payrolling doet. Ze wer-ken bij een andere werkgever (de opdrachtgever). Wilde opdrachtgever, om wat voor reden dan ook, niet ver-der met de werknemer? Dan kan het payrollbedrijf dewerknemer ontslaan. Sinds 1 januari 2015 kan dit nietmeer. Er moet dan een redelijke grond zijn voor dat ont-slag. Net als bij collega’s die wel rechtstreeks in dienstzijn van de opdrachtgever. Bepalend is dan of de op-drachtgever een redelijke grond heeft om niet verder tewillen met de werknemer. Als dat niet is zo is, kan hetpayrollbedrijf de werknemer niet ontslaan.

Versterking rechten werknemers met tijdelijk contractVanaf 1 juli 2015 kan een werknemer op maximaal drieelkaar opvolgende tijdelijke contracten of maximaaltwee jaar op basis van tijdelijke contracten in dienst zijnbij een werkgever. Daarna gaat het contract tussenwerkgever en werknemer over in een vast contract. Con-tracten tellen ook mee als er tussen tijdelijke contracteneen onderbreking zit van maximaal 6 maanden.

Per 1 januari 2015 is met de Wet werk en zekerheid(Wwz) onder andere de positie van tijdelijke werkne-mers (flexwerkers) versterkt. Met de invoering van deWwz verandert vanaf 1 juli 2015 ook het ontslagrecht.

De regels over ontslag worden eenvoudiger en dui-delijker. En vanaf 1 juli bestaat de transitievergoeding.De transitievergoeding helpt werknemers die hunbaan verliezen om hun kansen op een nieuwe baante vergroten. Iedere werknemer die twee jaar of lan-ger in dienst is en ontslagen wordt of waarvan een tij-

delijk contract niet wordt verlengd, heeft recht op eentransitievergoeding. Dit geldt ook voor uitzendkrach-ten.Om werkgevers en werknemers te helpen wegwijs teworden in de nieuwe wetgeving heeft het ministerievan Sociale Zaken en Werkgelegenheid informatie opmaat gemaakt, met praktische factsheets en onlinetools. Al deze informatie en meer is te vinden op dewebsite.

www.mijnwerkenzekerheid.nl

Nieuwe Wet

Een voorbeeld: De opdrachtgever vindt dat de werknemer onvol-doende functioneert. Hij wil de payrollovereenkomstdaarom opzeggen. Als de payrollwerkgever geenander werk heeft voor deze werknemer, dan kan hijde payrollwerknemer alleen ontslaan als de werkne-mer inderdaad onvoldoende functioneert. Ook moetzijn voldaan aan de voorwaarden voor een ontslagwegens onvoldoende functioneren. De opdrachtge-ver moet de werknemer bijvoorbeeld tijdig hebbenmedegedeeld dat hij onvoldoende functioneert. Ookmoet de werknemer in de gelegenheid zijn gesteldzijn functioneren te verbeteren. Het onvoldoendefunctioneren mag niet veroorzaakt zijn doordat de fei-telijke werkgever de werknemer onvoldoende heeftgeschoold.

Deze nieuw regeling is van toepassing op arbeids-overeenkomsten met payrollmedewerkers die zijn in-gegaan op of na 1 januari 2015. Vanaf 1 juli 2015geldt deze ontslagbescherming voor alle arbeids-overeenkomsten met payrollmedewerkers.

Praktische informatie voor werkgevers en werknemers

* De informatie op deze pagina’s is afkomstig van de website www.rijksoverheid.nl

Page 5: Downloaden (PDF, 7.12MB)

6

LASTECHNIEK BERICHTEN - jun i 2015

7

LASTECHNIEKjun i 2015

in Midden-Nederland en LimburgHet project ‘De Technologieroute’ in Midden-Neder-land krijgt geld van het Regionaal Investeringsfondsmbo. Dat maakte minister Bussemaker bekend op 1juni. Ook het project ‘Tech2Create’ in Limburg heeftgroen licht gekregen van de minister. De toegekendesubsidie wordt geïnvesteerd in het verbeteren van deopleidingen in de (metaal)techniek.

De TechnologierouteDe metaalsector wordt geconfronteerd met belangrijkeontwikkelingen. Technologische uitdagingen volgen el-kaar steeds sneller op. Personeelsbehoeften verande-ren voortdurend, er dreigt een tekort aan vakkrachtendoor vergrijzing en er is een moeizame instroom vannieuw personeel door het tekort aan studenten met in-teresse in techniek. ROC Midden Nederland en OBM(Opleidingsbedrijf Metaal Midden Nederland) gaan methun gezamenlijke project De Technologieroute studen-ten optimaal voorbereiden op de arbeidsmarkt. De ver-nieuwde opleidingstrajecten moeten de studentenstimuleren om door te stromen naar de mbo-niveaus 3en 4 en de instroom in de techniek stimuleren. Het pro-ject ondersteunt ook het Leven Lang Leren van werk-nemers in de metaalsector van de provincie Utrecht. DeTechnologieroute richt zich op studenten, docenten,praktijkbegeleiders en werknemers van metaalbedrijven.De praktijklokalen worden verbeterd en uitgebreid,zodat studenten de benodigde ervaring kunnen opdoenin het werken met de nieuwste machines en technieken.De praktijklokalen bieden studenten de kans om kennisen vaardigheden op te doen die goed aansluiten op devraag van metaalbedrijven. De praktijklokalen biedendaarbij een inspirerende leeromgeving.

Tech2CreateEen ander project waaraan subsidie is toegekend isTech2Create. Om in te spelen op de groeiende vraagnaar vakmensen voor de Limburgse techniekbrancheontwikkelen VDL Nedcar en Stork, samen met de mbo-scholen Arcus en Leeuwenborgh een volledig nieuweopleidingsformule. Jongeren worden gericht klaarge-stoomd voor een baan in de productietechniek. De stu-denten volgen hun opleiding bij VDL Nedcar. Alletheorie- en praktijklessen vinden plaats op locatie, waar-bij docenten van het ROC de praktijklessen geven. Destudenten werken mee in productieteams en in een spe-ciale praktijkschool ontwikkelen ze specifieke vaardig-heden. Na twee jaar zwaaien de studenten af met eenvolwaardig diploma waarmee ze in elk productiebedrijfaan de slag kunnen.

Regionaal investeringsfonds mbo 2015Minister Bussemaker wil de baankansen van mbo-stu-denten vergroten door hun opleiding beter te latenaansluiten op hun toekomstige werkomgeving. Daar-voor zijn vaak flinke investeringen nodig, die zonderhulp van het regionaal bedrijfsleven en van provinciesen gemeenten niet mogelijk zijn. Bussemaker brengtmet haar Regionaal Investeringsfonds mbo 2015 dezenoodzakelijke investeringen bijeen en laat partijensamen gericht investeren in innovatief beroepsonder-wijs dat beter aansluit op ontwikkelingen in de regio.

www.rocmn.nl | www.rijksoverheid.nl

Extra geld voor opleidingen

Uw talent, ons vak! De Groot Lasopleidingen in Breda is het grootste lasopleidingscentrum van Zuid-Nederland.

____________________________________________________________

DE GROOT LASOPLEIDINGEN

T I

lasopleidingscentrum van Zuid-Nederland.De Groot Lasopleidingen in Breda is het grootste

Uw talent, ons vak!

lasopleidingscentrum van Zuid-Nederland.De Groot Lasopleidingen in Breda is het grootste

Uw talent, ons vak!

IT

LASOPLEIDINGENT DE GROO

____________________________________________________________

I

LASOPLEIDINGEN

____________________________________________________________

(metaal)techniek

De vraag naar vakmensen groeit in Limburg doorde ontwikkelingen bij VDL Nedcar in Borne

Page 6: Downloaden (PDF, 7.12MB)

Vakkennis ontbreektIn heel Europa werden in 2013 ongeveer 1,9 miljoen full-time banen bezet door lasspecialisten. Het behoud vanvakkennis op deze grote schaal wordt bedreigd doorvergrijzing en het gebrek aan instroom van jongeren. Uiteen onderzoek van EWF en DVS (Deutscher Verbandfür Schweißen und verwandte Verfahren) is gebleken dater in Europa tegenwoordig 647.000 mensen werkzaamzijn als lasser, 311.300 als lascoördinator, ontwerper, op-leider of robotprogrammeur, en 165.900 in een aan delastechniek verwant beroep.

Een sterke industriële sector is cruciaal voor een ge-zonde economie. Binnen de industrie speelt (kennisvan) de verbindingstechniek een fundamentele rol. Voorhet verstevigen van de concurrentiepositie van de Eu-ropese industrie is het daarom van groot belang om teinvesteren in opleidingen en vakbekwaamheid op dit ge-bied.

Hoge jeugdwerkloosheidHet vakgebied van de verbindingstechniek kampt meteen gebrek aan interesse van de jongere generatie. Datbrengt een groot risico met zich mee voor het herstel

Onlangs heeft de EWF (European Federation forWelding, Joining and Cutting) een whitepaper uit-gebracht over de arbeidsmarktperspectieven voorde verbindingstechniek. De belangrijkste conclusievan dit rapport: voor de concurrentiepositie van deEuropese industrie is het cruciaal om te investerenin het opleiden en kwalificeren van vakmensen.Vooral jongeren moeten zich meer bewust wordenvan de brede carrièremogelijkheden.

WhitepaperEWF

van de Europese economie. De jeugdwerkloosheid isbovendien enorm hoog, vooral in de zuidelijke landen.In 2014 telde Europa 4,983 miljoen jonge werklozen(onder de 25 jaar). Dat betekent een jeugdwerkloos-heidspercentage van 22%. De jeugdwerkloosheid is hetlaagst in Duitsland (7,7%), Nederland (9,7%) en Oos-tenrijk (10,0%). De hoogste jeugdwerkloosheid komtvoor in Spanje (53,8%), Griekenland (49,3%), Italië(43,3%) en Kroatië (41,5%).

Aantrekkelijk vakgebiedDe EWF wil dat jongeren zich meer bewust worden vande vele uitdagingen en toenemende carrièremogelijk-heden die de (metaal)industrie te bieden heeft. Om hetvakgebied aantrekkelijker te maken voor jongeren ont-plooit de EWF allerlei initiatieven, zoals het organiserenvan laswedstrijden, het verkiezen van de beste lascoör-dinator, maar ook het introduceren van nieuwe techno-logieën in de opleidingen. Voorbeelden daarvan zijn deEuropese projecten Virtweld (het inzetten van een virtu-ele lastrainer in de lasopleiding), E-Weld (online cursusvoor lascoödinatoren), en Weldiction (een online woor-denboek met lastechnische vaktermen). Verder hebbenEWF-leden een online spel ontwikkeld voor gebruik opmiddelbare scholen en universiteiten. Weldplay daagtde speler uit om een lasbedrijf te runnen en te latengroeien.De EWF wil zich met dit soort projecten blijven inzettenom de instroom van jongeren te vergroten, maar zalzeker ook aandacht blijven besteden aan de verande-rende opleidings- en kwalificatiebehoeften van be-staande professionals.

www.ewf.be | www.vakbladlastechniek.nl

Investeren in opleidingenen vakbekwaamheid

cruciaal voor Europese industrie

Regio Rotterdam wijkt afDe regionale verschillen in de groei van het aantal va-catures zijn groot. De regio’s Amsterdam, Eindhoven enBreda laten nog steeds een groei zien van vacaturesvoor hoog opgeleide technici. De groei in deze regio’sbedraagt respectievelijk 16%, 15% en 13% ten opzichtevan het eerste kwartaal van 2014. Alleen de regio Rot-terdam wijkt af. Hier daalde het aantal vacatures metmaar liefst 16% (ruim 200 vacatures) ten opzichte vanhetzelfde kwartaal een jaar geleden. Uit deze dalingblijkt volgens Ard Kistemaker, directeur Yacht Enginee-ring, hoe afhankelijk we zijn van grootschalige investe-ringen zoals de aanleg van Maasvlakte 2, het afrondenvan een dergelijk project en het terugschalen van het in-vesteringsniveau. “Dit vertaalt zich direct in de lokale ar-beidsmarkt en stelt hoge eisen aan de flexibiliteit vanprofessionals en technisch dienstverleners.”

In vergelijking met vorig jaar stijgt de vraag naarhoogopgeleide technici in het eerste kwartaal van2015 met slechts 6%. Dat is 14% minder dan in2014. Voorgaande kwartaalvergelijkingen lietencontinu dubbele groeicijfers zien. De magere groeiis het gevolg van een dip in het aantal vacatures inde regio Rotterdam. Dit blijkt uit een analyse vanYacht van de technische arbeidsmarkt over het eer-ste kwartaal van 2015.

Specialisten en engineers blijven gewildNaast regionale verschillen in de groei van het aantal va-catures zijn ook duidelijke verschillen waarneembaar inbeschikbare functies. Specialisten en engineers zijn erggewild, het aantal vacatures voor managers en project-leiders daalt. Opvallend is dat de vraag naar specialistenen engineers het sterkst groeit met respectievelijk 22%en 7% ten opzichte van het eerste kwartaal in 2014. Bin-nen de hightech industrie en technisch dienstverlenersdie zich richten op bouw en infrastructurele projecten isde behoefte aan deze profielen het grootst.

De vraag naar managers en projectleiders daalt op lan-delijk niveau binnen alle branches. Door deze daling ishet gebruikelijke carrièrepad via projectleiderschap naareen leidinggevende rol lastiger in te vullen door hoogopgeleide technici. “Carrière- en ontwikkelmogelijkhe-den voor technici liggen met name op het vinden vanuitdagingen in een andere sector”, aldus Kistemaker.“Vooral technici met een brede inzetbaarheid zoals tech-nisch bedrijfskundigen of hele specifieke kennis zoalsembedded software engineers kunnen zo hun markt-waarde vergroten.”

www.yacht.nl

Arbeidsmarkt hoogopgeleide technici: grote regionale verschillen

8

LASTECHNIEK BERICHTEN - jun i 2015

9

LASTECHNIEKjun i 2015

Foto: Kajo Bezemer

Page 7: Downloaden (PDF, 7.12MB)

10

LASTECHNIEK BERICHTEN - jun i 2015

Investeren in medewerkersAWL heeft het certificaat gekregen omdat het bedrijf zichinspant om mensen met een afstand tot de arbeids-markt op te nemen in zijn organisatie. Deze medewer-kers krijgen vervolgens een goede begeleiding op dewerkvloer. De enorme groei die AWL doormaakt draagtbovendien bij aan de vermindering van de werkeloos-heid in de regio. “Onze medewerkers zijn ons kapitaal.Daar investeren we graag in. Zowel op het gebied vantechnische kennis als persoonlijke ontwikkeling. Passieen inzet staat daarbij voorop. Als iemand een goede mo-

tivatie en werkhouding heeft, en de bereid-heid en mogelijkheden heeft om te leren,dan willen we bij onze vacatures ook creatiefzijn en een ontwikkelingstraject uitstippelen.Hiermee leggen we een goede basis vooreen langdurige samenwerking. Het geeftveel voldoening als je ziet dat iemand diemet zijn loopbaan op een dood spoor zit,weer een nieuwe ontwikkeling doormaakt entot bloei komt”, aldus Arjen Vos, ManagerPersoneel & Organisatie bij AWL.

ArbeidsbemiddelingMatch! is het arbeidsbemiddelingsteam van de SocialeDienst Veluwerand. Het doel van dit team is om zoveelmogelijk werkzoekenden in de regio te begeleiden naartijdelijk of vast werk. Match! werkt nauw samen met hetUWV Werkbedrijf, het Veluwe Portaal en de gemeentenop de Noord-Veluwe.

www.awl.nl | www.schakelnaarwerk.nl

Eind mei heeft Sociale Dienst Veluwerandaan vijftien werkgevers in Harderwijk, Er-melo, Zeewolde en Nijkerk het ‘Matchduurzaamheidscertificaat’ uitgereikt. Dezewerkgevers maken aantoonbaar ruimte inhun personeelsbestand voor mensen meteen kwetsbare positie op de arbeids-markt. AWL-Techniek is een van de be-drijven die het certificaat ontvingen.

Certificaten voor duurzaampersoneelsbeleid uitgereikt

Op 15 mei 2015 is prof. ir. J.J.W. (Hans) Nibbering op 87-ja-rige leeftijd overleden. Prof. Nibbering heeft sinds zijn af-studeren als scheepsbouwkundig ingenieur een grotebijdrage geleverd aan een verantwoorde toepassing van delastechniek in grote dunwandige staalconstructies. Daar-naast heeft hij een belangrijke rol gespeeld bij het weten-schappelijk lasonderzoek gericht op toepassing in descheepsbouw.

De grootste verdienste van prof. Nibbering was wellicht dathij op wist te treden als intermediair tussen scheepsbouwer,metaalkundige, lasspecialist, constructeur en ontwerper. Hijverloor zich niet in een eng specialisme, maar concen-treerde zich op de grote lijnen in zijn vakgebied. Zijn werkwas er steeds op gericht de fundamentele kennis en ont-wikkeling op het gebied van de lastechniek bruikbaar entoegankelijk te maken voor de ontwerper-constructeur entegelijkertijd de lasdeskundige te informeren over de kern-punten in het constructieve ontwerp. Hij is daarbij nooitbang geweest zijn bevindingen en gedachten kenbaar te

maken en waar nodig in discussie te gaan, ook wanneer zeniet in overeenstemming waren met gevestigde of gangbareopvattingen.

Prof. Nibbering was een uiterst actief lid van vele commis-sies binnen het NIL en het IIW. Als spreker, voorzitter, coör-dinator en docent heeft hij vaak zijn medewerking verleendaan symposia, lasdagen en postacademisch onderwijs.

Op 28 september 1984, tijdens de viering van het 50-jarigbestaan van het Nederlands Instituut voor Lastechniek, ont-ving prof. Nibbering de Erepenning van het NIL voor zijn uit-zonderlijke verdiensten voor het wetenschappelijk lasonder-zoek en de toepassing van de lastechniek.

Wij wensen zijn vrouw, kinderen en verdere familie veelsterkte toe bij het verwerken van dit verlies.

Bestuur, Raad van Advies en medewerkers van het Neder-lands Instituut voor Lastechniek

In memoriam Hans Nibbering

Optimaliseer Uw lasrook-afzuiging metDUALFLOWAir Liquide Welding Nederland B.V. - Rudonk 6B , 4824 AJ BREDA - Tel.: +31 76 541 00 80 - www.airliquidewelding.nlAir Liquide Welding Belgium N.V. - I.Z. West Grijpen - Grijpenlaan 5 - 3300 TIENEN - Tel.: +32 16 80 48 20 - Fax: +32 16 78 29 22 - www.airliquidewelding.be

DUALFLOW : Afzuiging metregelbaar debiet, ontworpenen gepatenteerd doorAir Liquide WeldingUit angst voor het veroorzaken vanporeusheid tijdens het lassen bij ingeslotenlasnaden verhogen de lassers vaak hetgasdebiet, of vermindert men het afzuigdebiet.In beide gevallen is de veiligheid voor delasser niet gegarandeerd.Met het door Air Liquide Welding gepatenteerde DUALFLOW systeem isde afzuiging altijd optimaal, net als hetlasresultaat, inclusief de werkstukken dieeen lager afzuigdebiet vergen. Middels eendrukknop op de handgreep van de toorts,stuurt de lasser het debiet tijdens het lassen.Deze vernieuwende technologie is bekroondmet de innovatieprijs op de beurs“Preventica 2014”.

Een belangrijke Franse fabrikant vanspoorwegmaterieel was de eerste die onshet vertrouwen gaf. De lassers beschikkenal over meer dan 190 toortsen.

KIES UW ACTIENiet te missen aanbieding op onze robuuste elektroden-

lasapparatuur*) Invertec® 135S, Invertec® 150S en de

Invertec® 170S en/of fantastische prijzen voor onze popu-

lairste MIG lasmachines**) Powertec® 365S/LF24,

Powertec® 425S/LF24 en de Powertec® 505S/LF24

Geïnteresseerd:Neem dan contact op met de Lincoln dealer bij u in de buurt

of met

Lincoln Smitweld B.V.

Tel.: +31(0)24.3522.911

www. lincolnelectric.nl

LIN

COLN ELECTR

IC3Year warranty

Parts &Labour

PE

RFO

R

MANCE PLUS PROTECTI

ON

**) Inclusief kabelpakket 10m - waterge-

koeld (K10347-PGM-10M)

*) Inclusief een 1kg Linc-Pack verpak-

king met Arosta® 316L voor het lassen

van roestvast staal of Limarosta® 312

voor moeilijk te lassen metalen in de

diameters 2.5x350 of 3.2x350

Page 8: Downloaden (PDF, 7.12MB)

12

FEITEN & CIJFERS - jun i 2015LASTECHNIEK

De arbeidsmarkt voorde metaalindustrie:

13

LASTECHNIEKjun i 2015

Hoe is het anno 2015 gesteld met de arbeidsmarkt voor de metaalindustrie en hoe zietde toekomst eruit? In Lastechniek van augustus 2013, het themanummer Arbeidsmarkt,lieten we zien dat het gevreesde tekort van 155.000 technici in 2016 berustte op een onzorgvuldige interpretatie van de cijfers. Nu, bijna twee jaar later, kijken we opnieuwwat de stand van zaken is en wat de verwachtingen zijn voor de toekomst.

de uitvoerende technische functies was de uitstroom gro-

ter dan de instroom (figuur 2). [1]

Ook de Metaalunie Economische Barometer over het eer-

ste kwartaal van 2015 wijst uit dat een groeiend aantal

mkb-bedrijven in de metaal meer mensen in dienst heeft:

15% heeft meer vast personeel in dienst en 18% heeft

meer flexibel personeel in dienst. Het aantal openstaande

vacatures is in deze periode onveranderd. Bij drie van de

tien deelnemers aan de Barometer staat op dit moment ge-

middeld anderhalve vacature open. De omzetgroei in het

eerste kwartaal van 2015 viel echter tegen, en was lager

dan in het laatste kwartaal van 2014. [2]

Arbeidsmarkt voor de metaal ‘ruim’ tot ‘zeer ruim’Hoewel het aantal kortdurend werkzoekenden afneemt,

blijft de arbeidsmarkt voor metaalkundige beroepen

inds 2013 is de arbeidsmarkt in Ne-

derland bezig aan een herstel. Ook de

werkgelegenheid in de metaalindus-

trie neemt geleidelijk toe, maar de groei in

het eerste kwartaal van 2015 viel een beetje

tegen ten opzichte van 2014, zo blijkt uit

verschillende economische barometers. Deze

barometers, gebaseerd op enquêtes onder be-

drijven, brengen de actuele situatie en de

ontwikkelingen van de afgelopen tijd in

beeld. Onderzoeksrapporten van bijvoor-

beeld het UWV en het Maastrichtse onder-

zoekcentrum ROA geven daarnaast ook

prognoses voor de toekomst. Dit artikel zet

de belangrijkste feiten en conclusies uit di-

verse rapporten op een rij.

Werkgelegenheid groeit geleidelijkOm te beginnen kijken we naar de nieuwste Werkgele-

genheidsbarometer, zoals opgenomen in de Arbeids-

marktmonitor van A+O Metalektro.

Na tegenvallende resultaten in 2012 en

2013, groeide vorig jaar de werkgele-

genheid in de metalektro: het aandeel

nieuw aangenomen werknemers be-

droeg in de tweede helft van 2014 in

totaal 3,6%, terwijl de uitstroom

slechts 2,7% bedroeg. Hoewel er in ja-

nuari 2015 nog steeds sprake is van

een groeiende werkgelegenheid, is dit

veel minder sterk dan in de kwartalen

daarvoor (figuur 1). De werkgelegen-

heid groeide het sterkst voor technisch

opgeleide verkopers, engineering en

ondersteunende technische functies. Bij

Sdoor de redactie

feiten en cijfers‘ruim’ tot ‘zeer ruim’ (zie tabel 1). In een zeer ruime ar-

beidsmarkt is de verhouding tussen openstaande vacatu-

res en kortdurend werkzoekenden kleiner dan 0,5. Een

ruime arbeidsmarkt betekent dat er relatief veel werklozen

zijn en werkgevers hebben ruime keuze wie ze zullen aan-

nemen. Een ruime arbeidsmarkt betekent echter niet dat er

geen krapte heerst. Er zijn aanwijzingen dat de arbeids-

markt voor concrete beroepen in de metaal krapte ver-

toont, en er dus nog steeds moeilijk vervulbare vacatures

zijn. Dan gaat het bijvoorbeeld om gespecialiseerde/ge-

certificeerde lassers, pijpfitters, monteurs en CNC-ver-

spaners.

Kijken we naar de ontwikkeling van het volume van werk-

loosheidsuitkeringen (tabel 2), dan zien we dat de werk-

loosheid tussen 2012 en 2014 fors gestegen is. Dit geldt

zowel voor de arbeidsmarkt als geheel, als voor de me-

taalindustrie. Verder blijkt uit de cijfers dat de werkloos-

heid in 2015 ten opzichte van 2014 alweer gedaald is met

4%. In de metaalindustrie is deze daling nog iets sterker,

namelijk 6%.

Goed nieuws voor werkzoekenden: het aantal vacatures

in de metaalindustrie stijgt dit jaar naar verwachting door

naar 23.000 en volgend jaar naar 26.000 (tabel 3). Hoe-

wel de werkgelegenheid niet echt stijgt (door automatise-

ring gaan ook veel banen verloren) trekt de vacaturemarkt

wel aan vanwege het toenemen van de vervangingsvraag.

De groei is in 2015 met 17% beduidend hoger dan ge-

middeld (9%). Maar het aantal vacatures ligt nog niet op

het niveau van 2008. (Bron: UWV)

Toename flexibele arbeidWerkgevers zetten in toenemende mate flexwerkers in. De

motieven om dit te doen verschillen per type flexwerker.

Uitzendkrachten worden vaak ingezet om fluctuaties in de

personeelsbehoefte op te vangen, terwijl

zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers)

worden ingehuurd voor specialistisch werk.

In de afgelopen tien jaar is het aandeel wer-

kenden met een flexibele arbeidsrelatie toe-

genomen van 15% tot 22%. Het aandeel

zzp’ers is in diezelfde periode toegenomen

van 8% naar 12%. Dit blijkt uit een rap-

port van het Centraal Bureau voor de Sta-

tistiek (CBS). [6]

Figuur 1 Werkgelegenheidsbarometer.Bron: ROA/Werkgeverspanel /Metalektro, 2009-2015

Figuur 2 In- en uitstroompercentages naar functiecategorie (exclusief inleen- en uitzendkrachten), tweede helft 2014. Bron: ROA/Werkgeverspanel Metalektro

Tabel 1 Arbeidsmarktcijfers 2013, 2014 en 2015. Bron: UWV Tabel 2 Ontwikkeling volume WW (peildatum april 2015). Bron: UWV

Page 9: Downloaden (PDF, 7.12MB)

Goede kansen op werk in krapteberoepenIn februari 2015 publiceerde het UWV de notitie ‘Welke

beroepen bieden kansen? Overzicht van krapte- en over-

schotberoepen’ [3]. In die notitie vinden we onder andere

een overzicht van krapteberoepen, zowel voor de huidige

situatie als voor de middellange termijn. Ondanks de zeer

ruime arbeidsmarkt voor de metaalindustrie is er op mid-

delbaar niveau krapte in uitvoerende technische beroepen

en technisch kader. In de sector ‘Metalelektro en metaal-

bewerking’ gaat het om de volgende beroepsgroepen:

Voor de middellange termijn (2017-2019) komen voor een

belangrijk deel dezelfde beroepsgroepen terug. Daarbij

zullen de tekorten de komende tijd alleen maar groter

worden. [3]

14

FEITEN & CIJFERS - jun i 2015LASTECHNIEK

15

LASTECHNIEKjun i 2015

Volgens een onderzoeksrapport van SEOR B.V. uit 2013

[5] lopen de berekeningen van het aantal zzp’ers sterk uit-

een. Dit heeft te maken met de gehanteerde criteria. Het

CBS definieert een zzp’er als “een persoon met als

(hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening

of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in een zelf-

standig uitgeoefend beroep en die daarbij geen personeel

in dienst heeft.” Het grootste deel van de zzp’ers biedt uit-

sluitend eigen arbeid aan als dienst. Hoewel het aantal

zzp’ers de afgelopen jaren geleidelijk is gestegen, werken

er in vergelijking met andere sectoren weinig zzp’ers in de

metaalindustrie, in totaal ongeveer 12.000 (tabel 4).

Verhouding aantal zzp’ers : aantal werknemers:

• Metaalindustrie: 1:22 • Alle sectoren gemiddeld: 1:8

De achtergronden en motieven van de zzp’ers wijzen uit

dat de overgrote meerderheid van hen uit vrije keuze

zzp’er is geworden. Slechts een paar procent geeft aan

door de voormalige werkgever min of meer te zijn ge-

dwongen om als zzp’er aan de slag te gaan en bij onge-

veer 15 procent was er – naast de wens - een zekere

noodzaak, omdat men geen baan als werknemer kon vin-

den. De meeste zzp’ers zijn niet alleen uit vrije wil zelf-

standig geworden, maar het overgrote deel verwacht ook

als zodanig te blijven werken. [5] Dit beeld klopt met de

verhalen van enkele zzp’ers die in deze uitgave van Las-

techniek uitgebreid aan het woord komen.

Perspectieven voor schoolverlatersIn het rapport De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep

tot 2018 [4] schetst het ROA een tamelijk somber beeld

als het gaat om gemiddelde perspectieven voor schoolver-

laters. Het zal schoolverlaters moeite kosten een passende

baan te vinden, maar de arbeidsmarktperspectieven tot

2018 verschillen sterk tussen opleidingsrichtingen. Voor

een aantal technische opleidingen geldt dat de toekomst-

perspectieven zelfs goed tot zeer goed zijn. De komende

jaren is vooral de vervangingsvraag van belang voor

schoolverlaters. Van alle beroepsklassen is deze vervan-

gingsvraag naar verwachting het hoogst voor de agrari-

sche, technische, industriële en transportberoepen.

Bepalend voor de arbeidsmarktpositie van schoolverlaters

is de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Er lijkt

een toenemende behoefte te zijn aan wat bredere oplei-

dingen, met meer aandacht voor generieke competenties.

Tegelijkertijd is er bij werkgevers een roep om vakkrach-

ten van goede kwaliteit, met name in de verschillende sec-

toren binnen de industrie. [4]

monteur/servicemonteurs (denk aan elektrische in-stallaties, elektrotechniek, werktuigbouw, fabrieks-installaties, machines, mechatronica, lifttechniek,lucht- en koeltechniekgespecialiseerde/gecertificeerde lassersmeet- en regeltechnicicnc-verspanerspijpfitters industriële montage(tekenaar-)werkvoorbereiders werktuigbouw, elek-trotechniektechnisch commercieel personeel (denk aan inko-pers/verkopers technische producten, medewer-kers binnendienst-buitendienst, accountmanagerstechnische producten

Voor krapteberoepen is er naar verhouding veel vraag in

relatie tot het beschikbare aanbod. Dit maakt het lastig

voor werkgevers om vacatures te vervullen. In kraptebe-

roepen liggen dus kansen op werk. Dit is van belang voor

bijvoorbeeld omscholingsprojecten in het kader van van-

werk-naar-werk of van-werkloosheid-naar-werk. Het gaat

wel om beroepen waarvoor vaak een specifieke opleiding

is vereist. Niet iedereen is zomaar geschikt of geschikt te

maken voor deze beroepen. Een goede selectie is essenti-

eel bij het investeren in scholingstrajecten, zegt het UWV.

Affiniteit met het werk en een zeker werk- en denkniveau

zijn absolute vereisten. [3]

Het UWV heeft een pagina geopend op werk.nl, die ver-

wijst naar beschikbare relevante arbeidsmarktinformatie-

bronnen over de kans op werk van beroepen en

opleidingen. Daarnaast kan er in het kader van de regeling

cofinanciering 2015 gebruik worden gemaakt van onder-

steuning op maat. [3]

Tabel 3 Ontwikkeling aantallen banen en vacatures. Bron: UWV

Tabel 4 Ontwikkeling aantal zzp’ers. Bron: UWV op basis van CBS-cijfers

Kansen in krapteberoepenVooral voor werkzoekenden en met werkloosheid be-dreigde werknemers met een enigszins vergelijkbareachtergrond zijn er waarschijnlijk goede mogelijkhe-den om direct of na een relatief korte scholing aan deslag te gaan in een krapteberoep. De beroepen opmiddelbaar niveau lenen zich waarschijnlijk het bestvoor gerichte omscholingstrajecten. Zo zijn er op ditmoment ongeveer 45.000 tot 50.000 WW’ers met eentechnische opleiding op mbo-niveau. Hieronder be-vindt zich ongetwijfeld interessant potentieel voorkorte omscholingen naar de technische kraptebe-roepen.

Meer in het algemeen zien mensen die bijvoorbeeldvanwege de crisis of bezuinigingen op zoek moetennaar ander werk waar zich de beste arbeidsmarkt-kansen voordoen. Hoewel dit niet voor iedereen eenaantrekkelijke of haalbare optie zal zijn, liggen hierwel degelijk kansen voor mensen die het verlies vaneen baan juist willen aangrijpen voor een carrière-switch. Wanneer mensen de beschikking hebbenover een ontslagvergoeding (of transitievergoeding)kunnen zij deze inzetten voor de kosten van de(om)scholing. [3]

4. De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot2018. Een uitgave van Researchcentrum voor On-derwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University,School of Business and Economics, december 2013.5. ZZP tussen werknemer en ondernemer. Een uit-gave van SEOR B.V. in opdracht van het Ministerievan Economische Zaken, 5 februari 2013.6. Dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt. Defocus op flexibilisering. Een uitgave van het CentraalBureau voor de Statistiek, 1 juni 2015.

Literatuur1. Arbeidsmarktmonitor april 2015. Een uitgave vanA+O Metalektro met medewerking van het ROA (Re-searchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt) vande Universiteit van Maastricht. Deze monitor is tedownloaden via www.ao-metalektro.nl2. Barometer Q1 2015. Een katern in Metaal & Tech-niek, gebaseerd op de Economische Barometer; hetkwartaalonderzoek onder leden van Koninklijke Me-taalunie. Dit katern is te downloaden via http://metaalunie.nl/Portals/1/Bestanden/Publicaties/Barometer/Barome-ter%20Q1%202015.pdf.3. Welke beroepen bieden kansen? Overzicht vankrapte- en overschotberoepen. Een uitgave van UWVAfdeling Arbeidsmarktinformatie en –advies, 6 april2015.

Bepalend voor de arbeidsmarktpositie

van schoolverlaters is de aansluiting

tussen onderwijs en arbeidsmarkt.

Er lijkt een toenemende behoefte te zijn

aan wat bredere opleidingen, met meer

aandacht voor generieke competenties.

Page 10: Downloaden (PDF, 7.12MB)

ImproviserenHoe komt hij als zzp’er aan zijn opdrachten? “Dat vergde

vooral in het begin veel tijd en energie”, vertelt Bart. “Ui-

teraard moet je als nieuwkomer eerst een ingang zien te

vinden in een redelijk kleine wereld van specialisten,

waarin bijna iedereen elkaar kent. Dat betekent opbellen,

contact onderhouden via e-mail, proberen een afspraak te

maken voor een persoonlijke kennismaking - en de eerste

jaren 100% beschikbaar zijn, zodat je alle kansen kunt

aangrijpen. Vervolgens natuurlijk laten zien dat je het kan,

of dat je de capaciteit hebt om je verder te ontwikkelen.

Als het goed loopt heb je op een gegeven moment een

goede werkrelatie met een handvol opdrachtgevers, en

word je steeds meer gevraagd voor opdrachten. Maar je

bent altijd bezig met weer een vervolgopdracht regelen,

zorgen dat je agenda klopt, improviseren bij annulerin-

gen, en alert zijn op nieuwe kansen.”

AvontuurHet werken als zzp’er heeft voor Bart vele voordelen die

hij graag opsomt: “Werk doen dat ik echt leuk vind, de

vrijheid om zelf te kiezen voor welke bedrijven ik wel of

niet wil werken (mits ik me dat financieel kan veroorlo-

ven), zelf verantwoordelijk zijn voor verdere training en

ontwikkeling, het avontuur (raffinaderijen, centrales,

schepen, platforms, windmolens, hijskranen, helikopters),

de onvoorspelbaarheid en het plezier als ik zie dat mijn

inspanningen vruchten afwerpen.”

De belangrijkste voordelen zijn met-

een ook de nadelen: “Je moet alles

zelf doen en regelen en je hebt geen

enkele zekerheid. Als onderaanne-

mer (subcontractor) sta je onderaan een piramide van

vaak wel drie of vier lagen; geen werk betekent geen in-

komen, dus je winst moet je op de een of andere manier

opzijzetten, voor als je ziek wordt of ooit van een 'pensi-

oen' wilt genieten. Verder moet je als zzp’er heel flexibel

zijn: de jaarlijkse controle bij de tandarts moet je door-

gaans drie keer verplaatsen omdat er een opdracht tus-

sendoor komt, en als vrienden en familie een feest hebben,

dan zit jij vaak midden op de Noordzee in een storm - 's

avonds met een plastic kerstboom in de televisieruimte.”

Toch overweegt Bart op dit moment zeker niet om in loon-

dienst te gaan. “Het loopt prima zo, ik heb er veel plezier

in - en nog allerlei plannen voor verdere ontwikkeling. De

vrijheid en onvoorspelbaarheid sluiten naadloos aan bij

deze fase van mijn leven, dus ik ga lekker door op de in-

geslagen weg.”

n 2011 besloot Bart Maes zijn klassieke ‘kantoorbaan’

vaarwel te zeggen en als zzp’er te gaan doen waar hij

als kind van vijf jaar al het meeste van hield: fysiek

werk in de buitenlucht, met machines en schepen, en een

mooi uitzicht op zee. “Ik begon met rope access (indus-

trieel klimmen) ten behoeve van allerlei werkzaamheden

op hoogte: montage/demontage, reinigingswerkzaamhe-

den, schilderen, ramen wassen, visuele inspectie, enzo-

voorts. Daarna besloot ik mij te specialiseren in

niet-destructief onderzoek (NDO): het testen van staal-

constructies en pijpleidingen op lasfouten, materiaalmoe-

heid, overbelasting, corrosie en andere degradatie-

mechanismen. Veel lasonderzoek dus, waarbij ik werk met

diverse technieken.”

OffshoreBart werkt in heel Nederland, met zo nu en dan klussen in

Engeland, Duitsland, Frankrijk en België. Zijn opdracht-

gevers bieden rope-access-diensten (met het accent op in-

specties) voor grote operators op de Noordzee (Shell,

Total, Centrica, GDF, Wintershall, TAQA). “Momenteel

doe ik vooral offshore-werk voor bedrijven als Bluestream

Offshore en Crane Inspection Services in de Nederlandse

sector van de Noordzee. Hier staan zo'n 160 vaste plat-

forms die een rol spelen in de productie van (voorname-

lijk) gas. En dan zijn er natuurlijk nog gerelateerde

activiteiten zoals (mobiele) boorplatforms, bodemonder-

zoek, pijpenleggers, en speciale schepen met duikers en/of

onderwaterrobots voor inspectie en onderhoud.”

SpecialistBinnen het specialistische werkgebied van rope access, als

een methode om op een veilige manier op moeilijk be-

reikbare locaties te komen, heeft Bart zich vooral toege-

legd op het niet-destructief onderzoek. “Ik beschik nu over

het volledige basispakket aan technieken: ultrasoon, mag-

netisch, penetrant, visueel en wervelstroom. De daarvoor

benodigde trainingen heb ik in Engeland gedaan bij La-

vender International, waarmee je gecertificeerd wordt via

het wereldwijd erkende PCN-schema (onderdeel van het

British Institute of Non-Destructive Testing). Resultaat

van deze certificering is dat ik nu ook projecten doe voor

pure inspectie-bedrijven zoals MME en Applus RTD. En

om nog beter inzicht te krijgen in de diverse lasprocessen

en daarmee gerelateerde lasfouten (dat is vaak waar je

naar op zoek bent met NDO) volg ik momenteel een ba-

siscursus lassen bij Haprotech.”

I

17

LASTECHNIEKjun i 2015

16

LASTECHNIEK ZZP ’ER IN BEELD - jun i 2015

“De vrijheid enonvoorspelbaarheid sluiten naadloos aan

Bart Maes - Altaforma - Rope Access & NDT

bij deze fase van mijn leven”

Grote foto: Crane Inspection Services Inzet: Bluestream Offshore

Foto's: Joris Wouters - www.ropacs.com

Page 11: Downloaden (PDF, 7.12MB)

19

LASTECHNIEKjun i 2015

FaalangstIn-Made telt negen metaalbedrijven die verschillende soor-

ten metaal verwerken en zich specialiseren in onder meer

verspanen, constructie en lassen. Ook bieden alle bedrij-

ven een lasopleiding aan, meestal tot en met NIL-niveau 2.

Eén van de negen metaalbedrijven bevindt zich in de PI

Vught. Docent Arno Kanselaar leidt er de gedetineerden

op, samen met de werkmeesters Pierre Remmers en Mi-

chel Pompen. Verspreid over drie periodes behalen jaar-

lijks dertig tot vijfendertig gedetineerden hun diploma’s.

De praktijk leren ze door mee te draaien in het metaalbe-

drijf. Dankzij een goede voorselectie behaalt de overgrote

meerderheid een diploma. Maar dat gaat niet vanzelf. “De

meesten komen hier met veel bravoure binnen en zeggen,

ondanks hun onervarenheid met lassen: dat doe ik wel

even”, vertelt de docent. “Maar dat valt tegen. De theorie

blijkt heel lastig voor ze. Het overgrote deel van de groep

heeft het niveau van vmbo-basis. Maar we bieden extra

begeleiding aan wie dat nodig heeft. Zo knip ik bijvoor-

beeld lastige hoofdstukken op in de vorm van een invul-

oefening. Op die manier kunnen ze de lesstof makkelijker

opnemen. Het betekent ook dat ze – als dat nodig is – in

hun cel extra aandacht aan de lesstof moeten besteden.

Wij geven ze iets en daarvoor verwachten we iets terug.”

Veel van zijn leerlingen hebben faalangst. Kanselaar illu-

streert: “Toen we vorig jaar de examendatum iets te laat

doorgaven zagen we iedereen onrustig en nerveus wor-

den.” Maar als ze slagen is de beloning groot. “Van de di-

ploma-uitreiking maken we altijd een groot event. De

geslaagden worden dan flink in het zonnetje gezet. Dat is

heel bijzonder om mee te maken. Velen zijn het niet ge-

wend om complimenten te krijgen en weten zich dan geen

houding te geven.”

De docent praat vol overgave over zijn vak. Maar wordt

hij ook niet wat moedeloos wanneer een net opgeleide

leerling terugkeert omdat hij na zijn vrijlating toch weer in

de criminaliteit is beland? “Van alle gestraften met een de-

tentie van drie maanden of langer ziet dertig procent de PI

binnen twee jaar terug. Wij selecteren op relatief kansrijke

doelgroepen om dat verder te verlagen. Maar wat mij per-

soonlijk motiveert is om ieder individu, die op nul begint,

lasbekwaamheid te geven. Als dat lukt, ben ik trots.”

Doelstelling van het werk in de gevangenis is om de gede-

tineerden voor te bereiden op hun re-integratie in de maat-

schappij. Wie met een diploma en vakkennis de

gevangenis verlaat, verhoogt immers zijn kansen op de ar-

beidsmarkt. Maar hoeveel gedetineerden slagen op de ar-

beidsmarkt dankzij de ervaring bij In-Made? Kanselaar:

“Daar hebben we geen beeld van. Zodra ze hier de poort

uit lopen, zijn we ze kwijt.”

a’s nog eens een entree. Meteen nadat de verslag-

gever en de fotograaf de securityscan en de sluis

zijn doorgekomen krijgt de voorlichter van de ge-

vangenis een bericht op haar pieper. Er is een alarmsitua-

tie – een mogelijke gijzeling. “Waarschijnlijk loos alarm”,

schat ze kalm in. Even later blijkt dat ze gelijk heeft.

Welkom in PI Vught. Een terrein van dertig hectare met

onder meer reguliere gevangenissen, Extra Beveiligde In-

richting (EBI), terroristenafdeling, TBS-longstay, peniten-

tiair psychiatrische centra, afdelingen voor beheers-

problematische gedetineerden en een inrichting voor stel-

selmatige daders – ofwel draaideurcriminelen. Maar óók

met een bedrijvencomplex dat zich toelegt op metaalbe-

werking, houtbewerking, poedercoating, textielreiniging,

montage, het afwerken van drukwerk en besparende ar-

beidsvormen zoals schilderwerken en tuinonderhoud.

Want gevangeniswerk is tegenwoordig meer dan bezig-

heidstherapie. Sinds 2011 werken de gevangenisbedrijven

samen in de overkoepelende organisatie In-Made, dat

hiermee de detentiekosten verlaagt. Afgelopen jaar haalde

de organisatie 4,4 miljoen euro binnen, in 2013 was dat

1,2 miljoen euro. Belangrijkste opdrachtgever van de non-

profitorganisatie is de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

zelf, maar er zijn ook opdrachtgevers “van buiten”, waar-

onder het Rode Kruis en Bison.

18

LASTECHNIEK IN-MADE - jun i 2015

De Penitentiaire Inrichting (PI) in Vught staat bekend als de strengste gevangenis van Nederland. Zo’n 650 veroordeelden zitten hier hun straf uit.

Een aantal van hen probeert de bajestijd nuttig door te brengen. Onder meer door te werken in het interne metaalbedrijf.

Een kijkje op de werkvloer van gedetineerden.

Lassen in de bak

door Jaap van Sandijk, fotografie Bert de Jong

D

De ‘inmates’ in opleiding werken aan hun handvaardigheid in TIG-lassen

Page 12: Downloaden (PDF, 7.12MB)

LASTECHNIEKjun i 2015

20

LASTECHNIEK IN-MADE - jun i 2015

trole, maar je moet natuurlijk ook de gedetineer-

den zelf goed in de gaten houden. Daarvoor ont-

wikkel je extra ogen.” Hij wijst op het materiaal

om hem heen. “Kijk ‘es wat hier ligt. Allemaal po-

tentiële steekwapens. Daarmee ben ik, toen ik hier

begon, wel eens uitgedaagd. Een gedetineerde hield inti-

miderend een puntig metalen voorwerp omhoog.” Hoe

Pompen dan reageert? “Wat hier heel belangrijk is, is dui-

delijk en consequent zijn. Een laatste waarschuwing is

echt een laatste waarschuwing.” Net als docent Kanselaar

haalt de werkmeester zijn voldoening uit de persoonlijke

groei van zijn mensen. “En uit de positieve reacties van

klanten.”

De pauze is inmiddels voorbij en de hal vult zich weer met

machinaal kabaal. Draaideurcrimineel B. vertelt dat hij

begon als koffiezetter in het metaalbedrijf, maar dat hij

daarna zijn diploma’s MIG-MAG en TIG op niveaus 1 en

2 behaalde. “Buiten de gevangenis was ik werkzaam als

21

Gezamenlijke arbeidsbedrijvenIn-Made (een woordspeling op het Engelse inmate,wat onder meer staat voor gevangene) is de koepel-organisatie van de arbeidsbedrijven van het gevan-geniswezen in Nederland. De non-profit organisatiebestaat uit ongeveer 35 lokale arbeidsbedrijven in 26penitentiaire inrichtingen, drie Regionale Bedrijfsbu-reaus Arbeid (RBBA) en een klein landelijk team ophet hoofdkantoor van de Dienst Justitiële Inrichtingen.Om gedetineerden goed voor te bereiden op eenwerkend leven en om kosten te reduceren streeft In-Made een bedrijfsmatige werkwijze na. Om efficiënteren meer marktgericht te werken en om gedetineer-den met de juiste vaardigheden naar buiten te latengaan, wil In-Made in contact komen met metaalbe-drijven. De organisatie wil van de metaalwereld wetenwelke technieken en machines het best aansluiten opde praktijk van vandaag, welke vaardigheden me-taalbedrijven vragen en hoe In-Made zijn techniekenen werkwijzen kan verbeteren en combineren.

Contact opnemen kan via www.in-made.nl/contact

EnkelbandIemand die aanvankelijk succesvol re-integreerde is de 38-

jarige voormalige verwarmingsmonteur R, die in totaal al

tien detentiejaren achter de rug heeft. Hij behaalde in

Vught zijn diploma MIG-MAG niveau 2 en TIG niveau

1. Nadat hij vrij kwam ging hij aan het werk in de off-

shore. “Daar werkte ik als pijpfitter in de petrochemie.

Op booreilanden deed ik vooral voorbereidende werk-

zaamheden.” Maar het ging mis. Hij belandde toch weer

in de criminaliteit omdat zijn inkomen daalde en hij is nu

weer terug in Vught. R koos bewust voor de strenge ge-

vangenis. “Ik had ook voor een enkelband kunnen kiezen,

maar ik wilde zelf graag terug naar Vught. Hier kan ik

dingen leren, diploma’s halen. Ik ben mijn VCA aan het

updaten en wil straks ook TIG-niveau 2 halen.” Op de

werkvloer is R. betrokken bij de productie van bedden.

Vught heeft een opdracht voor de productie van 600 bed-

den voor de nieuwe PI in Zaandam. “Slijpen, afwerken en

nacontrole. Mooi werk. De sfeer is leuk en je ziet het re-

sultaat van je werk. Dit is toch heel wat leuker dan het

werken aan een lopende band.”

In de pauze toont werkmeester Michel Pompen de twee

lashallen. Nu is het rustig, maar straks zijn hier weer veer-

tien gedetineerden aan het werk. Onder het toezicht van

Pompen en zijn collega Pierre Remmers. “Dit is intensief

werk waarvoor je mentaal sterk moet zijn”, zegt hij.

“Werkinhoudelijk heb je te maken met veiligheid en con-

productiemedewerker, maar hier in Vught heb ik mijn pas-

sie voor lassen ontdekt.” B. staat achter de draaibank en

voert daarnaast kleine klusjes uit. “Als ik in een andere

gevangenis beland, vraag ik altijd of ik naar Vught mag”,

zegt hij - het klinkt bijna als een werknemer die over-

plaatsing naar een ander filiaal aanvraagt. “Hier voel ik

me namelijk niet echt gedetineerd. En ik wil graag leren.”

Hij vertelt het met bijna twinkelende ogen. En grapt dan:

“Ik zei laatst tegen de werkmeester: als jullie hier ook op-

leidingen voor niveau 3 gaan doen, wil ik best nog wat

tijd bijboeken.” Maar na een korte glimlach: “Nee, seri-

eus, ik raad dit niemand aan. Er gaat niets boven vrij-

heid.”

R. werkt aan één van de 600 bedden voor de nieuwe PI in Zaandam

“Ik zei laatst tegen de werkmeester:

als jullie hier ook opleidingen voor

niveau 3 gaan doen,

wil ik best nog wat tijd bijboeken.”

Maar na een korte glimlach:

“Nee, serieus, ik raad dit niemand aan.

Er gaat niets boven vrijheid.”

Page 13: Downloaden (PDF, 7.12MB)

23

LASTECHNIEKjun i 2015

22

LASTECHNIEK ZZP ’ER IN BEELD - jun i 2015

rjan Roza kon zijn passie voor de lastechniek niet

voldoende kwijt bij het bedrijf waarvoor hij werk-

zaam was, en besloot in 1998 om als eenmansbe-

drijf verder te gaan. De laatste jaren rekent hij de hele

wereld tot zijn werkgebied. “Ik werk in heel Europa, maar

ook in China, Canada, de Verenigde Staten en Zuid-Ame-

rika. Mijn opdrachtgevers bevinden zich in de weg- en wa-

terbouw, de standaard constructiebouw, de chemische

industrie, de offshore-industrie en de vliegtuigindustrie,

dus eigenlijk begeef ik mij zo’n beetje in alle takken van

sport.”

OnderzeeërAls onafhankelijk lastechnisch adviseur biedt Arjan las-

adviezen, certificatie van lassers, lasmethoden en kwali-

teitssystemen. Verder voert hij voor zijn klanten inspecties

uit en begeleidt hij de productie van gelaste constructies.

Als we hem vragen een voorbeeld te geven van een mooi

project waaraan hij in het verleden gewerkt heeft, hoeft

Arjan niet lang na te denken: “Een mooi project, wat bij

veel mensen tot de verbeelding zal spreken, is het maken

van het bergingsvaartuig voor het bergen van de Russi-

sche kernonderzeeër de ‘Koersk’ in 2001. Voor mij bete-

kende deze klus veel inspectiewerkzaamheden en het ad

hoc bedenken van lastechnische oplossingen, omdat we

onder grote tijdsdruk moesten werken. Daar heb ik veel

spin-off van gekregen.”

Bovenop het nieuwsDe laatste jaren heeft Arjan Roza zich gespecialiseerd in

nationale en internationale las- en productiestandaards

(normen en regelgeving). “Ik ben actief in de Nederlandse

(NEN), Europese (CEN) en internationale(ISO) norm-

commissies waarin ik Nederland vertegenwoordig. Ver-

der ben ik lid van de Amerikaanse hoofdcommissie van

A

“Doordat ik al zo lang bezigben in dit vak,heb ik een grote klantenkringopgebouwd”

de ASME IX en sinds kort ook van de subcommissie Ma-

terialen van de ASME IX. Het is mijn missie om het werk-

baar te houden voor de gebruikers van deze normen in de

industrie.” Arjan ziet ook de voordelen voor zijn werk:

“Met dit vrijwilligerswerk kan ik mijn kennis verder uit-

bouwen, omdat in deze commissies veel nieuwe technie-

ken voorbijkomen waar weer regels voor gemaakt moeten

worden. Zo zit ik bovenop het nieuws.”

ConcurrentieHoe hij aan nieuwe opdrachten komt? “Doordat ik al zo

lang bezig ben in dit vak, heb ik een grote klantenkring

opgebouwd binnen diverse disciplines van de industrie. Ik

krijg daardoor altijd ‘vanzelf’ meer dan voldoende op-

drachten. Ik heb nog nooit een advertentie hoeven zetten:

nieuwe klanten weten me te vinden via mond-tot-mond-

reclame.” Arjan ziet wel dat er steeds meer zzp’ers op de

markt komen die soortgelijke diensten aanbieden, maar

hij is niet bang voor concurrentie. “Ik zie dat mijn work-

flow niet afneemt, dus de behoefte vanuit de industrie is er

nog steeds. Bovendien komen de meeste zzp’ers terecht op

langdurige projecten en vullen ze hun dagen anders in dan

ik. Ik heb meestal een tiental kleine opdrachten gelijktijdig

lopen, ben altijd onderweg en bezoek meestal meerdere

klanten per dag. Als ik om me heen kijk, zijn er niet zoveel

zelfstandigen die hetzelfde doen, want het vereist een he-

leboel opdrachtgevers en flexibiliteit.”

ToekomstdoelenAls belangrijkste voordelen van het zzp’er zijn noemt

Arjan Roza het zelf kunnen bepalen van de technische

richting waarin hij gaat, en het zelf kunnen stellen van zijn

toekomstdoelen. Er is eigenlijk maar één belangrijk na-

deel: “Je bent nooit klaar, want er is altijd wel wat te doen:

is het niet voor een klant dan is het wel iets met de boek-

houding. Je werk moet dus wel je hobby zijn, denk ik, an-

ders hou je het niet vol.”

Arjan ziet zich op dit moment niet in vaste dienst binnen

een organisatie werken. “Nee, dat overweeg ik nu niet;

daarvoor ben ik al te lang zelfstandig bezig.”

Arjan RozaArjan Roza Lastechniek B.V.

lastechnish adviseur

Technisch Uitzendbureau

Het bemiddelingsbureau met vakinhoudelijke kennis

UitTechnisch

echt vere tBij ons kunt u onder ander

soneel aan een opdrechnisch perakkundig tv

, de partner eauzendburUitechnischAJW TTe

eau met vHet bemiddelingsbur

oor:echt v

echniek.er in de tgevachtsoneel aan een opdr

verbinden vt om het gaaals het , de partner

ennise kakinhoudelijkeau met v

an v

ennis

ABIMIG A TVoor elke opdracht het geschikte laspistool.

ABIMIG A T: de beste keuze!

■ Flexibiliteit: de optimale positie en configuratie voor elke opdracht

■ Lichtgewicht: minder belastend voor de lasser

■ Robuust: hoge mechanische sterkte en duurzame slijtonderdelen

■ Krachtig: onovertroffen verhouding gewicht-belastbaarheid

■ Kostenbesparend: forse vermindering van de stilstandtijd

T E C H N O L O G Y F O R T H E W E L D E R ’ S W O R L D .

Page 14: Downloaden (PDF, 7.12MB)

24

TALENTENJACHT - jun i 2015LASTECHNIEK

Krappe arbeidsmarkt voor technische detachering: iedereen jaagt op dezelfde talenten

25

LASTECHNIEKjun i 2015

FlexibiliseringCor de Graaf, mededirecteur van 3P Group/3P Quality

Services, is samen met operations manager Kees van Oe-

velen binnen 3P Quality Services B.V. verantwoordelijk

voor de afdeling Maintenance Site Support (MSS). “We

krijgen in toenemende mate te maken met flexibilisering

van de arbeidsmarkt. Goed personeel is schaars. Dat be-

tekent dat we het voor onze mensen zo aantrekkelijk mo-

gelijk moeten maken om voor ons te komen werken en te

blijven werken. Op dit moment hebben we ongeveer 110

mensen aan het werk bij onze opdrachtgevers; 60% op

basis van een vast contract en 40% op los-vaste basis. We

hebben contracten voor inspectie- en onderhoudswerk-

zaamheden bij grote spelers als Shell, Exxon, BP, Total,

Cofely en Saudi Aramco (vendor inspectie-afdeling).”

Kees van Oevelen: “Er is ontzettend veel werk in techni-

sche detachering. Je moet het hebben van naamsbekend-

heid en vertrouwen. Gelukkig kennen we heel weinig

verloop. Regelmatig nemen we mensen vanuit een flexi-

bel contract in vaste dienst.”

WerkhoudingHet bedrijf investeert veel in het opleiden van zijn mensen

en is een door Kenteq erkend leerbedrijf. De Graaf: “Onze

jongste medewerker is op 19-jarige leeftijd begonnen bij

ons bedrijf. Hij haalt binnenkort zijn mbo-4 diploma. Ver-

der laten we onze medewerkers laskaderopleidingen vol-

gen, zoals IWT en IWE, en inspectie-opleidingen, zoals

IKT-2 en IKT-3.” Voor het werven van nieuw personeel

mikt 3P vooral op gecertificeerde IWT’ers en IWE’ers.

“Zodra we mogelijkheden zien proberen we die mensen

n 1997 is 3P Quality Services opgericht vanuit een

kwaliteitscontroleorganisatie. Jan Bentink was een van

de oprichters: “Voorheen hield 3P zich uitsluitend

bezig met certificering van bedrijven volgens de ISO 9000.

Internationaal zegt deze certificatie, geregisseerd vanuit

3P, weinig; daarom hebben we er bewust voor gekozen

ons toe te leggen op activiteiten op secundair niveau: het

uitvoeren van inspectieactiviteiten. 3P Quality Services

voert inspectieactiviteiten uit in de breedste zin van het

woord. We werken vooral voor de olie- en gasindustrie,

maar bedienen ook steeds meer de energiemarkt.”

Kweekvijver personeel3P Quality Services vormt de basis van de 3P Group, die

verder bestaat uit 3P Project Services en sinds kort de af-

deling E & I (Electrical & Instrumentation). Naast 50

mensen in vaste dienst heeft 3P Group een flexibele schil

van 60 tot 75 mensen die op projectbasis werken voor het

bedrijf. Het hoofdkantoor zit in Bavel; daarnaast zijn er

twee vestigingen in Duitsland en België die op dezelfde

manier zijn opgezet. Jan Bentink: “We kregen van op-

drachtgevers steeds meer vragen naar andere disciplines.

Voor alle aanvullende diensten hebben we 3P Project Ser-

vices opgericht. Dieter van der Muren, operational ma-

nager van 3P Project Services, is eindverantwoordelijk

voor technische detachering: het projectmatig uitzetten

van technici in de werkvoorbereiding, het niet-destructief

onderzoek, enzovoort. “We leveren alle diensten die niet

vallen onder de afdeling Quality Services. Bovendien zijn

we een kweekvijver voor Quality Services. In vijf jaar tijd

zijn we gegroeid van 8 naar 30 mensen.”

Idoor Margriet Wennekes

binnen te halen. Veel netwerken, naamsbekendheid creë-

ren door adverteren, het bezoeken van beurzen en sym-

posia en vaak aanwezig zijn op werklocaties leveren het

meeste op. Maar mensen melden zich ook spontaan aan,

door te reageren op vacatures op onze website. Van Oe-

velen: “De mensen die zich via de site aanmelden moeten

meestal nog wel een paar jaar

ingewerkt worden om vol-

doende ervaring op te doen. De

klant vraagt namelijk om erva-

ren mensen die direct inzetbaar

zijn. Dat is onze belangrijkste

zorg.” Bentink voegt daaraan

toe: “Vroeger, toen we nog een

nieuwe partij waren op deze

markt, was het vooral zaak om

een ingang te krijgen bij de

klant. Nu we naamsbekendheid en vertrouwen hebben

opgebouwd, komen de vragen naar ons toe. Onze groot-

ste zorg is niet meer het binnenhalen van extra opdrach-

ten, maar het aantrekken en behouden van goed

personeel. We zijn van huis uit zelf inspecteurs en we zijn

heel kritisch. Kwaliteit, kennis en kunde alleen zijn niet

meer voldoende, ook de werkhouding is belangrijk.”

Cor de Graaf: “Voor 3P zijn mensen vanaf mbo-niveau 4

en hbo interessant. Vaak gaat het daarbij om lassers en

NDO’ers met een hoger werk- en denkniveau die na ver-

loop van tijd meer de inspectiekant op willen. Die kunnen

we een uitdagende job geven. Meestal zijn ze eerst paar

jaar actief in de kwaliteitszorg, waar ze leren omgaan met

iedereen jaagt op dezelfde talententechnische detachering: Krappe arbeidsmarkt voor

In de olie- en gasindustrie ligt veel werk voor lastechnici, inspecteurs en kwaliteitscontroleurs. Naast vendor inspectie van drukvaten, turbines enzovoort, gaat het om begeleiding van nieuwbouwprojecten en periodiek onderhoud. De arbeidsmarkt voorkwalitatief goed personeel is zeer krap. Dat ondervindt Jan Bentink, general managervan de 3P Group/3P Quality Services, dagelijks. “Onze grootste zorg is niet meer hetbinnenhalen van extra opdrachten, maar het aantrekken en behouden van goed personeel.”

de computer en leren rapporteren. Om meer inspectie-

vaardigheden op te doen kunnen ze een soort duaaloplei-

ding volgen, een combinatie van IWT en inspectie. De

meesten zijn 6 tot 8 jaar bezig om naast hun werk een vol-

ledige opleiding te voltooien.”

ConcurrentieIn de krappe arbeidsmarkt voor

technische detachering heeft 3P

te maken met een flink aantal

concurrenten. Binnen Quality

Services zijn dat bedrijven als

Tecona, Selektum, Star, Pro-

gressive en Randstad. Van Oe-

velen: “Onze troef is dat we

heel gespecialiseerd zijn en een

nichemarkt bedienen. Dat is de

reden dat klanten bij ons terechtkomen. We weten wat de

klant nodig heeft en spreken de taal van de klant; we zijn

allemaal techneuten.”

Naast concurrerende bedrijven zijn het ook opdrachtge-

vers die rechtstreeks personeel aantrekken. “Onze op-

drachtgevers en de meeste bedrijven hebben altijd behoefte

aan een grote flexibele schil. Voor engineering bureaus

geldt dat nog sterker: alleen de sleutelposities worden

bezet door mensen in vaste dienst. Ook contractors heb-

ben een behoorlijke flexibele schil, omdat ze te maken

hebben met een grote variatie in personeelsbehoefte. Tij-

dens onderhoudstops of bij calamiteiten, zoals bij Shell in

Moerdijk, zijn in een korte periode enorm veel mensen

nodig.”

“Onze grootste zorg is niet meer het binnenhalen van extra opdrachten, maar het aantrekken en behouden van goed personeel. We zijn van

huis uit zelf inspecteurs en we zijn heel kritisch. Kwaliteit, kennis en

kunde alleen zijn niet meer voldoende,ook de werkhouding is belangrijk.”

Page 15: Downloaden (PDF, 7.12MB)

FlexwetHet wordt voor 3P en andere detacheerders steeds moei-

lijker om het flexibel werken goed te regelen. De Graaf:

“De verwachting binnen Nederland is dat in het jaar 2020

ongeveer 30% van de arbeid door de zogenaamde flexi-

bele schil verricht wordt. De Flexwet is echter minder

flexibel geworden. Na twee jaar moet je mensen in vaste

dienst nemen en dat is niet altijd wenselijk en haalbaar,

omdat de aard van het werk vraagt om flexibiliteit. Maar

als we mensen gedurende drie maanden niet nodig heb-

ben en ook niet in vaste dienst kunnen nemen, zijn we ze

meestal voorgoed kwijt.” Bentink noemt de Flexwet een

gedrocht. “De wetgeving is tweeslachtig. Een deel van de

regering wil flexibilisering, maar anderzijds worden we

gedwongen om mensen na twee jaar in vaste dienst te

nemen. We zouden niets liever willen dan oudere en erva-

ren mensen aan de bak laten komen. In onze flexibele schil

zitten vooral mensen tussen 55 en 74, waar we heel pret-

tig mee werken. We zouden ze aan het werk willen hou-

den, maar dat werk is erg seizoensgebonden en komt met

pieken. Zodra de piek over is, willen we terug naar onze

basisbezetting. De overheid maakt dit met de nieuwe wet-

geving erg lastig tot onmogelijk. Een slechte ontwikkeling,

ook voor de toekomst.”

Toenemend aantal zzp’ersBentink herkent de trend dat steeds meer mensen hun

diensten als zzp’er aanbieden. “Zodra een opdracht wat

langer duurt, lopen zowel de zzp’er als de inhuurder en

opdrachtgever tegen de op dit moment geldende regels

aan. Het vooruitzicht is dat door voortschrijdend inzicht

van alle betrokken partijen de regels praktischer uitvoer-

baar gaan worden, maar vooralsnog is dit niet het geval.

Het inzetten van zzp’ers geeft nu nog veel praktische pro-

blemen.”

WerkplezierMaar wat maakt 3P Group vooral aantrekkelijk als werk-

gever? “Een goed salaris en goede secundaire arbeids-

voorwaarden, ruime opleidingsmogelijkheden en de kans

om je eigen kwaliteiten te verbeteren”, luidt het spontane

antwoord. Maar meteen daarna: “Het gaat toch vooral

om de uitdaging en de diepgang in het werk dat we te bie-

den hebben. Goede arbeidsvoorwaarden zijn een pre,

maar de uitdaging en het werkplezier, daar gaat het pri-

mair om.”

26

TALENTENJACHT - jun i 2015LASTECHNIEK

advertentie

In het najaar start TSH met

NIL-lasopleidingen niveau 1 t/m 4

TIG | BMBE | Autogeen | MIG/MAG

Kaderopleidingen

• Meesterlasser, IWP

• Lasspecialist, IWS

• Schakelopleiding IWT, SIWT

• International Welding Technologist, IWT

• Lascoördinator IWC B/S

• Visueel lasinspecteur level 2, vt-W2

de volgende lasopleidingenin Emmen

T 0591 66 93 99 | E info@tshvakopleidingen | www.tshvakopleidingen.nl

YOUR REPUTATION IS MINE.

Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden.

Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdves-tiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam, Terneuzen en Akersloot en eenaantal logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 17 landen vestigingen heeft.

Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken?

Neem een kijkje op onze website: WWW.VINCOTTE.NL

Bezoek onze stand op MAINTENANCE NEXT - stand 2107!

CAN YOUR REPUTATION BECOME OUR RESPONSIBILITY?

Safety, quality and environment

SPECIALIST INHEAT TREATMENT

• PREHEAT AND STRESS RELIEF

• INDUCTION AND RESISTANCE

• CERTIFIED TECHNICIANS

• RENTAL AND SALES OF EQUIPMENT

• STATIONARY AND MOBILE FURNACES

• DRY OUT AND CURING

WWW.DELTA-HEAT-SERVICES.COM [email protected] +31 (0) 187 - 49 69 40

Page 16: Downloaden (PDF, 7.12MB)

29

LASTECHNIEKjun i 2015

28

LASTECHNIEK ZZP ’ER IN BEELD - jun i 2015

“Als ik de rest van mijn

de muren van een fabriekmoet slijten, zou dat

een ramp zijn.”

werkzame leven tussen de

Amsterdam. “Mijn opdrachtgevers zijn ontzettend divers.

Dit varieert van scheepswerven en constructiebedrijven tot

opdrachtgevers in de tankbouw, railbouw, bruggenbouw

en -renovatie, de waterbouw enzovoort. Doordat ik eigen

baas ben kan ik zelf bepalen welk werk ik wel of niet ga

doen, en verder kan ik brede ervaring opdoen in uiteen-

lopende richtingen.”

e belangrijkste reden voor Mark de Weert om voor

zichzelf te beginnen als zzp’er, was dat hij meer uit-

daging wilde vinden in zijn werk. Sinds maart 2008

biedt hij zijn diensten aan als freelance lasser, met name in

de processen BMBE en MAG. Mark is hoofdzakelijk

werkzaam in de provincies Zuid-Holland, Noord-Bra-

bant, Utrecht en Gelderland, en zo nu en dan in de regio

Mark de Weert - Meesterlasser - International Welding Practitioner

BMBE en MAGHet binnenhalen van opdrachten gaat steeds gemakkelij-

ker, zo is de ervaring van Mark. “In het begin was het

soms nog lastig om aan opdrachten te komen, maar in-

middels hoef ik vrijwel nooit meer actief op zoek naar een

nieuwe opdracht. In sommige periodes word ik dagelijks

door opdrachtgevers benaderd via sms, mail of telefo-

nisch. Ik ben ook vrij actief op LinkedIn en daar heb ik in

enkele jaren een waardevol netwerk opgebouwd. Ik word

ook regelmatig voor opdrachten benaderd door andere

zzp’ers, en via mond-tot-mondreclame.”

UitdagingGevraagd naar de belangrijkste voordelen van het werken

als zzp’er noemt Mark de zelfstandigheid, en het zelf be-

palen wat hij gaat doen en wanneer. “Ik hoef wat dat be-

treft aan niemand verantwoording af te leggen. Ook vind

ik het een belangrijk voordeel dat ik zelf kan bepalen wat

voor werkzaamheden ik wel of niet ga doen. De verdien-

sten spelen voor mij niet de hoofdrol. Het gaat mij meer

om de uitdaging.”

SmoesjesEn de nadelen? “Als zzp’er kun je nergens op terugvallen

als je ziek wordt. Dat heb ik een keer aan den lijve on-

dervonden. Ik heb vijf jaar lang een AOV-verzekering

gehad. Toen ik er na die vijf jaar voor het eerst een beroep

op wilde doen, kwam de verzekering met allerlei smoesjes

om onder een eventuele uitkering uit te komen. Voor een

verzekering die me bijna 700 euro per maand kostte vond

ik dit ongehoord en ik ben er dan ook per direct mee ge-

stopt. Gelukkig werkt mijn vrouw ook en hebben we wei-

nig verplichtingen.” En zo zijn er nog wel een paar

nadelen die Mark kan opnoemen, zoals het soms lang

moeten wachten op zijn geld, en de onzekerheid of hij wel

betaald krijgt. “Gelukkig heb ik dat persoonlijk nog nooit

meegemaakt.”

FabriekAl met al overweegt Mark niet om weer in loondienst te

gaan; dit leven bevalt hem prima. “Als ik de rest van mijn

werkzame leven tussen de muren van een fabriek moet slij-

ten, zou dat een ramp zijn. Ik hou van uitdagingen, en bij

een vast dienstverband zou ik die na verloop van tijd niet

meer hebben. Laat staan na een aantal jaren. Ik hoop dit

dus nog lang vol te kunnen houden!”

D

“Mijn opdrachtgevers zijn ontzettend

divers. Dit varieert van scheepswerven

en constructiebedrijven tot

opdrachtgevers in de tankbouw,

railbouw, bruggenbouw en -renovatie,

de waterbouw enzovoort.

Doordat ik eigen baas ben kan ik zelf

bepalen welk werk ik wel of niet ga

doen, en verder kan ik brede ervaring

opdoen in uiteenlopende richtingen.”

Foto: Pieter van Lierop

Page 17: Downloaden (PDF, 7.12MB)

In deze aflevering van Laskennis Opgefrist wordt de lasbaarheid van alumini-umlegeringen behandeld. De gegeven richtlijnen voor het lassen zijn gerichtop het behoud van de goede mechanische eigenschappen en corrosiebesten-digheid van deze materialen, zonder allerlei lasdefecten te introduceren.

Laskennis opgefrist

Lasbaarheid van materialen -aluminium en aluminiumlegeringen

21

3130

LASTECHNIEK LASBAARHEID VAN ALUMINIUM - jun i 2015

Soorten aluminiumlegeringenAluminium en aluminiumlegeringen worden toegepast

vanwege hun vele gunstige eigenschappen, zoals een goede

sterkte-gewichtsverhouding, een goede corrosievastheid,

grote taaiheid bij lage temperaturen en een goede las-

baarheid. Zuiver aluminium is tamelijk zacht en zwak.

Het wordt daarom meestal gelegeerd met kleine hoeveel-

heden legeringselementen, waardoor een breed assorti-

ment aan mechanische eigenschappen mogelijk wordt. De

vele aluminiumlegeringen kunnen worden ingedeeld in

acht groepen, aan de hand van de belangrijkste legerings-

elementen (tabel 1).

De standaard kneedlegeringen worden in de internatio-

nale normen aangeduid met een viercijferige code. Tabel 2

geeft een overzicht van de meest gebruikte legeringen met

hun belangrijkste toepassingsgebied.

Naast een indeling op basis van het belangrijkste lege-

ringselement kunnen de legeringen worden ingedeeld naar

de wijze waarop de mechanische eigenschappen worden

bereikt, dat wil zeggen met warmtebehandeling (thermisch

uithardend) of zonder warmtebehandeling (thermisch

niet-uithardend).

De mechanische eigenschappen van de thermisch niet-uit-

hardende aluminiumlegeringen hangen samen met de

mate van vervorming tijdens hun fabricage en/of van de

oplosbaarheid van legeringselementen in het kristalrooster

van aluminium. Deze aluminiumlegeringen vinden we

vooral in de groepen 1xxx, 3xxx en 5xxx. Door het las-

sen kan in deze legeringen het effect van de koudvervor-

ming (versteviging) verloren gaan. Dit uit zich in een

verlies aan sterkte in de warmte-beïnvloede zone (WBZ).

De hardheid en sterkte van thermisch uithardende alumi-niumlegeringen hangen af van de samenstelling en de

soort warmtebehandeling van deze legeringen. Deze be-

staat gewoonlijk uit een oplosgloeibehandeling, gevolgd

door een snelle afkoeling, waarna door uitscheidingshar-

Lastechnische indeling van aluminiumlegeringenTen behoeve van lasmethodekwalificaties zijn alumini-

umlegeringen ingedeeld in materiaalgroepen volgens

ISO/TR 15608 (tabel 4). Hierin zijn naast kneedlegeringen

ook gietlegeringen opgenomen.

ding een fijn verdeelde uitscheiding van legeringelemen-

ten of intermetallische verbindingen ontstaat in de matrix.

Door het lassen kunnen deze uitscheidingen opnieuw op-

lossen of zich herverdelen, waardoor sterkteverlies kan

optreden in de WBZ. Dit verlies aan sterkte kan eventueel

door een opnieuw uitgevoerde warmtebehandeling wor-

den opgeheven.

Bij de meeste legeringen is de sterkte in gelaste conditie

vaak lager dan die van het basismateriaal. Legeringen

kunnen in meerdere leveringstoestanden of tempers wor-

den geleverd. Het is voor het maken van sterktebereke-

ningen van belang de juiste temper te kennen.

Mechanische eigenschappen van een aantal veel gebruikte

lasbare legeringen zijn samengevat in tabel 3.

LASTECHNIEKjun i 2015

de lasbaarheid van het basismateriaal;de vereiste mechanische eigenschappen van het lasmetaal;de vereiste corrosie-eigenschappen;de nabehandeling van de constructie d.m.v. anodiseren.

LasprocessenDe meeste van de kneedlegeringen in de

1xxx-, 3xxx-, 5xxx-, 6xxx-, en sommige

7xxx- series kunnen gelast worden met het

TIG- of MIG-proces, maar ook plasma-,

laser- en elektronenbundellassen kunnen

toegepast worden. Vooral de 5xxx-legerin-

gen hebben een uitstekende lasbaarheid. De

2xxx-legeringen en sommige 7xxx-legerin-

gen (7010 en 7050) moeten in gelaste con-

structies niet worden toegepast vanwege

hun grote gevoeligheid voor het ontstaan

van warmscheuren en stollingsscheuren in

de lasverbinding.

Wrijvingsroerlassen (FSW) is zeer geschikt

voor het lassen van aluminiumlegeringen.

Het is met dit proces mogelijk om volledige

doorlassingen te maken in diverse alumini-

umlegeringen, inclusief de warmtebehan-

delde legeringen die gevoelig zijn voor

warmscheuren.

LastoevoegmaterialenDe keuze van het lastoevoegmateriaal

Tabel 1 Indeling en toepassing van aluminium en aluminiumkneedlegeringen

Geen (zuiver aluminium)KoperMangaanSiliciumMagnesiumMagnesium en siliciumZinkDiversen (o.a. Li en Fe)

Thermisch niet-uithardendThermisch uithardendThermisch niet-uithardendThermisch niet-uithardendThermisch niet-uithardendThermisch uithardendThermisch uithardendBeide soorten

Chemische industrieVliegtuigbouwWarmtewisselaarsLasdraadScheepsbouwExtrusieVliegtuigbouwVliegtuigbouw, folie

1xxx2xxx3xxx4xxx5xxx6xxx7xxx8xxx

Groep Hoofdlegeringselement Soort legering Toepassing

Tabel 3 Sterkte van aluminiumlegeringen, zowel van het basismateriaal als in gelaste conditie

H34gelastH32gelastH321gelastH321gelastT6gelastT6gelastT6gelast

-5356-5356-5183-5183-5356-5183-5183

150651308021512527016017065240115250115

230170220190305270370300205100260165290170

5052

5754

5083

5059

6063

6061

6082

Legering Leveringstoestand Lastoevoegmateriaal Rekgrens (MPa) Treksterkste (MPa)

Tabel 2 Veel toegepaste aluminiumlegeringen

Al 99,5AlCuMgPbAlCu4Mg1Al Mn1CuAl Mn1Mg1AlMn1Mg1CuAlMg1AlMg2,5AlMg3AlMg5Mn0,4AlMg4,5MnAlMg4,5Mn0,9AlMg5,5MnZnZrAlMgSi0,5AlMg0,7SiAlSiMgAlSi1,2MgAlMgSiCuAlMgSi1Al Zn4,5Mg1,5MnAl Zn4,5MgAlZn5,5MgCuAlFeSi

Warmtewisselaars, cladding, folieVerspaningskwaliteitVliegtuighuidplaatWarmtewisselaarsToepassingen in de bouwVerpakkingenPlaattoepassingenPlaattoepassingenMachinebouwVerpakkingen, automobielplaatScheepsbouw / apparatenbouwScheepsbouwScheepsbouw / apparatenbouwExtrusieExtrusie, raamprofielenExtrusie, treinprofielenAutomobielplaatExtrusie, buizenExtrusie , machinebouwLasbaar, buizen van fietsframesLasbaar, pantserplaatVliegtuigplaat, extrusieVerpakking, folie

10502007202430033004310450055052575451825083538350596060606360056016606160827005702070758011

EN-AW Aanduiding Toepassing

wordt bepaald door:

Page 18: Downloaden (PDF, 7.12MB)

32 33

LASTECHNIEK LASBAARHEID VAN ALUMINIUM - jun i 2015

Defecten en afwijkingen in lasverbindingenAluminiumlegeringen kunnen goed gelast worden, mits de

nodige voorzorgen en regels in acht worden genomen. De

meest voorkomende onvolkomenheden in verbindingslas-

sen tussen aluminiumcomponenten zijn:

• Porositeit• Bindingsfouten• Scheuren• Overige lasonvolkomenheden

PorositeitPorositeit wordt beschouwd als een verschijnsel dat on-

losmakelijk verbonden is aan het lassen van aluminium.

De belangrijkste oorzaak van porositeit is de opname van

waterstof in het gesmolten aluminium lasmetaal, dat bij

de stolling wordt ingesloten als gasbellen. Zeer kleine hoe-

veelheden waterstof zijn al voldoende om gasbelletjes te

laten ontstaan. De belangrijkste bronnen van waterstof

zijn koolwaterstoffen en vocht op het oppervlak van ba-

sismateriaal en lasdraad, en waterdamp in het bescherm-

gas, voor een deel door opname uit de omringende at-

mosfeer.

Om te voorkomen dat er waterdamp uit gasslangen en

toortsen in de boogatmosfeer terecht komt, wordt aanbe-

volen de gastoevoerlijnen tenminste gedurende een uur

vóór het lassen door te spoelen met droog beschermgas.

Het risico op porositeit kan nog verder verminderd wor-

den door gebruik van een beschermgasslangmateriaal met

een lagere vochtdoorlaatbaarheid, eventueel in combina-

tie met een bypass.

Het is belangrijk om het basismateriaal in de lasomgeving

en het lasdraadoppervlak voor het lassen goed te reinigen.

Daarvoor bestaan drie gangbare werkwijzen:

• OntvettenDompelen, sproeien of afwrijven met katoenen doeken

met organische oplosmiddelen zijn geschikte methoden

voor het verwijderen van vet, olie, vuil of losse deeltjes op

het materiaaloppervlak. Ontvetten dient vooraf te gaan

aan mechanische reiniging.

• Mechanisch reinigenBorstelen met roterende roestvaststalen borstels, schrapen

of vijlen zijn goede methoden om oxiden en verontreini-

gingen in het oppervlak te verwijderen.

• Chemisch reinigenEen oplossing van 5% natriumhydroxide (NaOH) kan

worden gebruikt als beitsbad. Hierna moet goed gespoeld

worden in een 5-10% salpeterzuuroplossing (HNO3) en

tot slot met schoon water om de reactieproducten van het

oppervlak te verwijderen.

Tijdens het lassen is het belangrijk te zorgen voor een doel-

matige gasbescherming, waarbij er geen lucht in het be-

schermgas intreedt (schone gascup, gaslens, voldoende

flow, afscherming tegen tocht enzovoorts).

BindingsfoutenDoor een slechte parameterafstelling van de lasapparatuur

en door onvoldoende inzicht en vaardigheid van de lasser

kunnen zeer gemakkelijk bindingsfouten ontstaan. Bin-

dingsfouten kunnen ook ontstaan bij het onvoldoende

borstelen van de lasnaadflanken tussen de vullagen, door-

dat de nog aanwezige oxidehuid de aanvloeiing van het

lasmetaal bemoeilijkt.

Het verhogen van de boogspanning zorgt voor meer ener-

gie en een bredere inbranding. Een andere oplossing is het

werken met beschermgasmengsels. In de regel wordt

argon als beschermgas gebruikt. Toevoeging van helium

(30-50%) aan het beschermgas zorgt voor een betere beïn-

vloeding van het inbrandingsprofiel en de ontgassing.

Doordat de boogspanning wijzigt ontstaat een ronder en

dieper inbrandingsprofiel.

Stollingsscheuren Stollingsscheuren ontstaan door een combinatie van hoge

dwarskrimpspanningen (als gevolg van de grote uitzet-

tingscoëfficiënt) en een aanzienlijke stollingskrimp (5%

hoger dan bij staal). Stollingsscheuren treden vooral op in

het hart van de lasrups, zowel tijdens de stolling als kort

daarna. Ook eindkraterscheuren behoren tot deze cate-

gorie.

De belangrijkste oorzaken van stollingsscheuren zijn:

Het gevaar van stollingsscheuren kan worden verkleind

door gebruik van toevoegmaterialen met een grote scheur-

weerstand, veelal met een van het basismateriaal afwij-

kende samenstelling (meestal lastoevoegmaterialen uit de

4xxx- of 5xxx- serie). Het nadeel hiervan is dat de las

meestal een lagere sterkte krijgt dan die van het basisma-

teriaal. Ook een warmte-nabehandeling kan dit niet ver-

beteren

Lasrupsen moeten in voldoende dikte worden gelegd,

zodat voldoende doorsnede ontstaat om de krimpspan-

ningen in de stollings- en afkoelfase te kunnen weerstaan.

Daarnaast kan de spanningsopbouw worden beperkt door

een juiste lasnaadvoorbewerking, een juiste vooropening

en een goede lasvolgorde. Eindkraterscheuren kunnen

worden vermeden door toepassing van een down-slope,

versneld uitlopen en tot het laatst lasdraad toevoeren bij

het TIG-lassen.

een verkeerde keuze van het lastoevoegmateriaal;een ongunstige lasvorm;lassen met grote krimpverhindering door stijve con-structie-elementen of door star opspangereed-schap.

LASTECHNIEKjun i 2015

Voor de niet-warmtebehandelde aluminiumlegeringen

worden meestal toevoegmaterialen gebruikt die overeen-

komen met de samenstelling van de basismaterialen. Voor

ondergelegeerde en warmtebehandelde basismaterialen

worden altijd toevoegmaterialen gebruikt die afwijken van

de samenstelling van het basismateriaal, om stollings-

scheuren te voorkomen. De keuze van toevoegmateriaal

voor de verschillende lasbare aluminiumlegeringen wordt

onder meer gespecificeerd in de norm NEN-EN 1011-4.

Ook voorlichtingspublicatie VM 83 geeft hiervoor aan-

wijzingen. De aanbevolen lastoevoegmaterialen voor de

meest gangbare aluminiumlegeringen worden in tabel 5

vermeld in samenhang met de gestelde eisen.

Tabel 4 Indeling aluminiumlegeringen volgens ISO/TR 15608

22.122.222.322.4

23.123.2

24.124.2

Puur aluminium met ≤ 1% onzuiverhedenNiet-warmtebehandelde legeringenAluminium-mangaanlegeringenAluminium-magnesiumlegeringen met Mg ≤ 1,5%Aluminium-magnesiumlegeringen met 1,5% < Mg ≤ 3,5%Aluminium-magnesiumlegeringen met Mg > 3,5%Warmtebehandelde legeringenAluminium-magnesium-siliciumlegeringenAluminium-zink-magnesiumlegeringenAluminium-siliciumlegeringen met ≤ 1% CuAluminium-siliciumlegeringen met ≤ 1% Cu en 5% < Si ≤ 15%Aluminium-siliciumlegeringen met ≤ 1% Cu; 5% < Si ≤ 15% en 0,1% < Mg ≤ 0,80%Aluminium-silicium-koperlegeringen met 5% < Si ≤ 14%; 1,0% < Cu ≤ 5,0% en Mg ≤ 0,8%Aluminium-koperlegeringen met 2% < Cu ≤ 6%

Groep 21 tot en met 23 zijn kneedlegeringen, groep 24 tot en met 26 zijn gietlegeringen

2122

23

24

2526

Groep Subgroep Type aluminiumlegering

Tabel 5 Meest gebruikte lastoevoegmaterialen

Al99,0 AlCu6Mn AlMn1 AlSi5 AlSi12 AlMg2,7Mn AlMg3 AlMg5Cr AlMg4,5Mn0,7 AlMg5Mn

1050 2219 3003

5454 5754 5xxx 5083 5456

1xxx

6xxx 6xxx

5,6 en7xxx 5,6 en7xxx 5,6 en7xxx

Chemische industrieRuimtevaartWarmtewisselaarsExtrusieprofielenExtrusieprofielenChemische industrieHoge temperatuurApparatenbouwScheepsbouwApparatenbouw

1100 2319 3103 4043 4047 5554 5754 5356 5183 5556

Al Chemischesamenstelling

Ontwikkeld voor Ook voor het lassen van

Toepassing

Bovenkant van een aan de smeltlijn gescheurde las

Page 19: Downloaden (PDF, 7.12MB)

Onze arbeidsmarkt is aan het krimpen. De ketel- en ap-paratenbouw is bijna volledig uit Nederland verdwenenen de scheepsbouw heeft het heel moeilijk. IHC gaatmeer dan 500 mensen ontslaan en heeft voor meer dan1100 mensen over een jaar nauwelijks werk. Je zalmaar de leeftijd van 50 gepasseerd zijn en op zoekmoeten naar een andere baan. Dat zal niet meevallen,want je bent gewoon te duur geworden. Als u hetnieuws op de tv regelmatig volgt, dan weet u dat u ookhelderziende kunt worden en het UWV de cursuskostenbetaalt. Het moet niet gekker worden. Het CentraalPlanbureau (CPB) weet wel een oplossing voor ouderewerklozen: een kortere WW-uitkering en ouderen kun-nen zo weer aan de slag. Was het maar zo simpel, enik ben bang dat het niet gaat werken. Meer flexwerkersen minder vaste banen voor het leven, zal het wel wor-den.

Onze werkgelegenheid staat onder druk door de lage-lonenlanden en de oplossing voor ons is automatise-ring denk ik. De nieuwste ontwikkeling is een cobot. Jau leest het goed, cobot en geen robot. Een cobot is eencollaborative, zeg maar samenwerkende, robot. Eenrobot die tussen en met mensen samenwerkt. Gewel-dig is dat, want ik ben op zoek naar een robot die mijnlastang kan aanreiken en ook mijn veters kan strikken.De cobot is gemakkelijk verplaatsbaar en leert gemak-kelijk nieuwe taken en wordt daar ingezet waar een klusvoor hem is. De cobot kunnen we het vuile werk latenopknappen zodat onze productiviteit omhoog gaat.

Productiviteit, het toverwoord van onze liberale ar-beidsmarkt. Heeft u ook de serie “De volmaakte mens”op de tv gevolgd? Dan weet u dat er een Nederlandsbedrijf is dat zijn werknemers van een polsbandje voor-ziet. Dat polsbandje registreert vitale functies zoals hart-slag en bloeddruk. Als je in het weekend iets te veel inde kroeg hebt gehangen, dan hoef je dat niet aan jebaas te vertellen, want het bandje registreert dit feilloos.Het bandje houdt ook je werkzaamheden en dus je pro-ductiviteit bij. Zo kan je baas zien of je wel hard genoegwerkt en even hard als je collega’s. Gaan we die kantuit? Ik hoop het niet, maar maak me wel zorgen. Dan iser nog een ontwikkeling die we in de gaten moetenhouden. De stad Amsterdam krijgt als eerste wereld-stad een geprinte voetgangersbrug met een lengte vanminimaal 8 meter. De 3D-technologie staat voor nietsmeer. Het kost nog een paar centen, maar deze tech-niek zal in hoog tempo goedkoper worden. Geen ge-laste brug meer, maar een geprinte, wie had dat ooitkunnen voorspellen? Ironisch is dat de voetgangers-brug geprint gaat worden in de oude NSDM-werf in Am-sterdam-Noord. Daar waar ooit volop werd gelast,wordt nu geprint. Ons vakgebied is aan het veranderenen wij zullen ons moeten aanpassen.

Mijn arbeidsmarkt

Lastechniek #7/8

Voor redactionele bijdragen en advertenties kunt u ons bellen071 589 56 44 of mailen naar [email protected]

verschijnt in juli

35

LASTECHNIEKjun i 2015 COLUMN

34

LASTECHNIEK LASBAARHEID VAN ALUMINIUM - jun i 2015

SmeltscheurenSmeltscheuren treden vooral op in de warmte-beïnvloede

zone, als rondom de korrels tijdens het opwarm- of af-

koeltraject vloeibare films ontstaan vanuit laagsmeltende

aluminiumverbindingen op de korrelgrenzen. Hierdoor

gaat de samenhang van het materiaal ter plaatse deels ver-

loren en worden onder invloed van de krimpspanningen

de korrels uit elkaar getrokken. De warmtebehandelde of

veredelbare legeringen uit de 6xxx-, 7xxx- en 8xxx-serie

zijn vooral erg gevoelig voor dit type scheurvorming. Het

gevaar voor deze scheurvorming kan worden verkleind

door toepassing van lastoevoegmateriaal met een lager

smelttraject dan dat van het basismateriaal; zo worden om

die reden 6xxx-legeringen gelast met 4xxx-lastoevoegma-

terialen. Deze 4xxx-lastoevoegmaterialen mogen niet wor-

den toegepast in de hoog Mg-houdende basismaterialen

(zoals 5083) vanwege de vorming van magnesiumsiliciden

op de smeltlijn die de taaiheid sterk vermindert.

Overige onvolkomenhedenAndere onvolkomenheden kunnen zijn: onvoldoende

doorlassing, randinkarteling en onvoldoende of overma-

tige naadvulling. Het grote warmtegeleidingsvermogen

van aluminium en het daardoor snelstollende smeltbad in

combinatie met eventueel hardnekkig aanwezige oxide-

resten maken aluminiumlegeringen bijzonder gevoelig

voor voornoemde afwijkingen in de lasdoorsnede.

Normen en technische richtlijnenIn de Technische Richtlijnen ISO/TR 20172 t/m 20174

worden voor Europese, Amerikaanse en Japanse materia-

len voor lasconstructies groepsindelingen gegeven. Deze

richtlijnen verwijzen per opgenomen materiaal naar de

van toepassing zijnde groep volgens de hiervoor beschre-

ven ISO/TR 15608.

Deze aflevering in de rubriek 'Laskennis opgefrist' iseen bewerking van 'Job Knowledge for Welders Part21’ uit TWI Connect (TWI Ltd, Cambridge, UK), geac-tualiseerd in 2015. Met dank aan Michel Voorhout enHenk Schipper.

NPR-CEN-ISO/TR 15608:Lassen - Leidraad voor een groepsindeling van metalen

NPR-CEN-ISO/TR 20172:Lassen - Groepsindelingen van metalenEuropese materialen

NPR-CEN-ISO/TR 20173:Lassen - Groepsindelingen voor materialenAmerikaanse materialen

ISO/TR 20174:Lassen - Groepsindelingen voor materialenJapanse materialen

NEN-EN 1011-4:Lassen - Aanbevelingen voor het lassen van metalenDeel 4: Booglassen van aluminium en aluminium-legeringen

NEN-EN-ISO 9606-2:Het kwalificeren van lassers - SmeltlassenDeel 2: Aluminium en aluminiumlegeringen

NEN-EN-ISO 15614-2:Beschrijven en goedkeuren van lasmethodes voor metalen - LasmethodebeproevingDeel 2: Booglassen van aluminium en zijn legeringen

Uitgebreidere informatie is opgenomen in het voorlich-

tingsblad voor de metaalindustrie VM 83: Lassen van alu-

minium en aluminiumlegeringen, te downloaden via de

webshop op www.nil.nl.

advertentie

Nieuw: de EXTRACTOR lastoorts De enige lastoorts die meer dan 90% van de lasrook, direct bij de bron afzuigt

• reduceert de concentratie van de lasrook tot < 1 mg/m3/dag

• nooit meer giftige lasdampen inademen

• ontwikkeld in samenwerking met TNO

• ergonomisch ontwerp

• geschikt voor MIG-MAG lasproces

www.translas.nl • 030-604 73 73

Werk gezonder met geïntegreerde lasrookafzuiging

Page 20: Downloaden (PDF, 7.12MB)

37

LASTECHNIEKjun i 2015

“Kan ik een as niet hydraulisch trekken, dan kan ik `m direct uitlansen”

een lichtmast, lieren, en zo`n 4.000 kg

gereedschap op mijn materiaalwagen.

En wanneer er een kraan in storing

staat, heb ik nog een ladderwagen in

de hal staan. Dat komt in de industrie

best van pas. Een ander moet er drie

keer voor rijden, of moet ‘nee’ verko-

pen. Sommige klanten willen mij bij bijzonder werk ge-

woon stand-by hebben, alleen al voor de spullen!”

Grote klantenkringInmiddels werkt Jan alweer 15 jaar voor zichzelf, en hij

heeft in die tijd een behoorlijke klantenkring opgebouwd.

“Aan opdrachten heb ik eigenlijk geen gebrek. Op het

werk vragen mensen weleens om een kaartje, of ik deel

een flyer uit, als dat mijn klant niet in de weg staat. Ad-

verteren doe ik eigenlijk alleen via de Telefoongids, ook

digitaal. En als mensen op internet gaan zoeken, komen ze

vaak ook op mijn website terecht.”

VrijheidHet grootste voordeel van het zelfstandig ondernemer-

schap is voor Jan duidelijk: “Nou, de vrijheid natuurlijk.

Zelf beslissen met welke spullen je werkt, en goed werk af-

leveren, dat is toch fantastisch! En ja, de inkomsten tellen

voor mij ook mee.”

Op de schopAls we vragen naar de nadelen van het zelfstandig onder-

nemerschap, steekt Jan zijn kritiek op het Nederlandse re-

geringsbeleid niet onder stoelen of banken. “Op één staat

bij mij de regelgeving van onze wispelturige overheid. Nu

de groep zelfstandigen blijft groeien, gaat de regering al-

lerlei zaken voor mij regelen. Daar zit ik niet op te wach-

ten! We worden geregeerd door zevenentwintigjarige

afgestudeerden. En die moeten dan weten wat voor ons

het beste is... Met alles waar Den Haag zich mee bemoeit,

stijgen mijn kosten alleen maar. Als voorbeeld noem ik die

situatie rond de ‘forensentaks’. Het intrekken van die

maatregel werd gecompenseerd door de assurantiebelas-

ting te verdubbelen. Dit kost veel mensen een bak geld.

Maar diegenen die zich voor risico`s niet verzekeren, én

dus goedkoper kunnen werken, kost het niets. De over-

heid zou beter moeten nadenken voordat ze regels invoert,

en niet steeds van richting moeten veranderen. Eigenlijk

moet alles op de schop, maar dat zie ik niet gebeuren.”

Verder merkt Jan op dat alle administratieve rompslomp

fors is toegenomen. “Zat ik tien jaar terug zo’n drie uur

per week achter de computer, nu is dat wel vier maal zo-

veel. Een kopie van het een of ander, een certificaatje

halen, en een berg e-mail te beantwoorden. Vroeger deed

iedereen zijn werk en was daar goed in. Nu moet iedereen

zich indekken, en moet alles schriftelijk verantwoord wor-

den. Een telefoontje telt niet. Nee, stuur maar een mail-

tje.”

Leeg busjeOndanks de genoemde nadelen van het ondernemerschap

peinst Jan van den Berg er niet over om weer in loondienst

te gaan. Ook niet als zich een goede gelegenheid zou voor-

doen. “Nee zéker niet!”, zegt hij stellig. “Ik zou heel snel

depressief worden, denk ik. Word je door je baas naar een

klus gestuurd, met je lege busje… Ik moet er niet aan den-

ken!”

36

LASTECHNIEK ZZP ’ER IN BEELD - jun i 2015

Arjan RozaArjan Roza Lastechniek B.V.

lastechnish adviseur

Zwaar spulJan werkt met zijn mobiel lasbedrijf vooral in de havens en

de kraanbouw. “Het zware spul, zeg maar. Lassen, vijze-

len, snijden en lansen is dagelijkse kost.” Hij werkt daar-

naast ook weleens in de bouw, voor aanpassingen aan

staalconstructies. Zijn werk zoekt hij dicht bij huis, vooral

in de Randstad. “Ik heb geen slaapcabine, wél een gezin.

Dus ik ben `s avonds het liefst thuis en probeer lange rit-

ten zoveel mogelijk te vermijden. Maar voor vaste klanten

of bijzondere klussen rij ik wel verder hoor: Enschede,

Kloosterburen, Geleen, Kampen enzovoort.”

MaterieelAls eenmansbedrijf onderscheidt Jan zich van andere zelf-

standigen door het uitgebreide assortiment aan materieel

waarover hij beschikt. “Kan ik een as niet hydraulisch

trekken, dan kan ik `m direct uitlansen. Maar ik heb ook

hydraulische momentsleutels, een kraantje, een aggregaat,

oordat Jan van den Berg zijn eenmanszaak begon,

werkte hij zes jaar bij een kraanverhuurbedrijf,

waar hij naar eigen zeggen een hoop geleerd en ge-

zien heeft. Hij maakte er regelmatig en met plezier werk-

weken van 70 uur en meer, tot hij rond zijn 23e dacht:

“dat kan ik als eigen baas ook”. Van het geld dat hij had

opgespaard uit de overuren kocht hij zijn eerste vracht-

wagen “en een berg gereedschap”. Daarmee begon hij zijn

diensten aan te bieden op de markt.

V

Jan van den Berg - Mobiel lasbedrijf Jan van den Berg

Page 21: Downloaden (PDF, 7.12MB)

Hoe het werkt“Wij beginnen altijd met een uitgebreide inventarisatie en

het maken van een profielschets. Waar is het bedrijf naar

op zoek? Aan welke specifieke werknemerskwaliteiten is

er behoefte? Wil men gespecialiseerde of juist allround-

lassers? Met die informatie gaan wij aan de slag”, legt

Brand uit. Na het verzorgen van het complete wervings-

traject worden geschikte kandidaten op maat opgeleid

voor het bedrijfsleven. “De betreffende bedrijven hoeven

niet mee te betalen aan de opleidingskosten. Het enige wat

een bedrijf moet kunnen bieden, is dat de kandidaat-werk-

nemer - na een inwerkperiode van twee tot drie maanden

– er ook een half jaar gedetacheerd kan worden. In deze

periode van in totaal zo’n acht à negen maanden zijn zes

evaluatiemomenten ingebouwd. Daarna kan het bedrijf

besluiten of de kandidaat capabel genoeg is om daadwer-

LASTECHNIEKjun i 2015

nderhalf jaar geleden begon Haprotech uit Velsen-

Noord een samenwerking met de gemeente Velsen.

In het kader van Actieplan Jeugdwerkloosheid kre-

gen jongeren zonder baan de kans op een leerwerktraject

met baangarantie. Wisten zij de aangeboden lasopleiding

met goed gevolg af te leggen? Dan zorgde Haprotech dat

zij bij een technisch bedrijf aan de slag konden gaan. “Het

idee werkt in de praktijk uitstekend. Het afgelopen jaar

hebben we op deze manier al tientallen mensen duurzaam

naar werk begeleid”, vertelt Raymond Brand, Manager

Opleidingen en Consultancy. Uit dit concept is Haprotech

Technisch Uitzendbureau ontstaan.

Mensen uit WW en WWBHet onlangs opgerichte uitzendbureau biedt werkzoeken-

den een hoogwaardige lasopleiding mét baangarantie.

“Deze mensen worden in contact gebracht met bedrijven

die staan te springen om goed gekwalificeerde lassers. Het

mes snijdt zo aan twee kanten: werkzoekenden krijgen een

nieuw toekomstperspectief en het bedrijfsleven krijgt

prima opgeleide en gemotiveerde arbeidskrachten aange-

leverd. Maar met dit concept helpen we niet alleen werk-

zoekenden en bedrijven; we helpen ook gemeenten,

doordat we werklozen uit de WW en WWB halen. Zo

dragen we bij aan het oplossen van een maatschappelijk

probleem”, aldus Raymond Brand.

Diverse gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam en

het UWV hebben zich inmiddels aangesloten bij het suc-

cesvolle concept. “Ook werkzoekenden en bedrijven zijn

enthousiast. Welke werkzoekende wil immers niet een

baan met toekomstperspectief. En welk bedrijf wil niet een

prima opgeleide kracht, die hem in het wervings- en op-

leidingstraject geen tijd en geld kost?”

Door de economische crisis zijn er momenteel vele honderdduizenden mensen opzoek naar een baan. Niettemin kampt de technische bedrijfstak met een tekort aangoed gekwalificeerde en gecertificeerde lassers. Haprotech in Velsen-Noord, dat sinds1990 lasopleidingen verzorgt, wil deze scheve verhoudingen tussen vraag en aanbodaanpakken en heeft daarvoor een succesvol concept ontwikkeld.

Werven, opleidenen aan het werk

A

ACTIEPLAN JEUGDWERKLOOSHEID - jun i 2015LASTECHNIEK

door de redactie

kelijk in dienst te nemen. Als dat nodig is verzorgt Ha-

protech eventueel ook extra of tussentijdse scholing.”

Metaalverwerkende bedrijvenHaprotech Technisch Uitzendbureau richt zich op de me-

taalverwerkende bedrijven. Brand: “Tata Steel, bijvoor-

beeld, kan zeker van ons concept profiteren. Maar ook de

scheepsbouw, offshore-gerelateerde bedrijven, construc-

tie- en montagebedrijven en apparatenbouwers kunnen

ons inschakelen. Net als ondernemingen die in eerste in-

stantie geen metaal verwerken, maar wél een grote tech-

nische afdeling hebben; bijvoorbeeld op Schiphol of in de

procesindustrie. We richten ons vooral op de provincies

Noord-Holland, Zuid-Holland en Flevoland, met de focus

op de Metropoolregio Amsterdam.”

ArbeidspotentieelBrand kan diverse voorbeelden noemen van

het inzetten en doorontwikkelen van onbenut

arbeidspotentieel binnen de Nederlandse ar-

beidsmarkt. “Een mooi voorbeeld uit de

praktijk? In samenwerking met één van de ge-

meenten kregen wij via Vluchtelingenwerk

een getalenteerde lasser aangeboden. De per-

soon in kwestie had jarenlang in zijn land van

herkomst als hoogwaardig lasser in de off-

shore gewerkt. Na zijn inburgering kon hij

helaas niet meteen aan het werk. Zijn be-

haalde kwalificaties waren hier in Nederland

niet geldig. Na een intensief leer-werktraject is

hij nu al een aantal maanden aan het werk als

lasser/fitter in de hoogwaardige industrie.”

BaangarantieOmdat Haprotech Technisch Uitzendbureau

veel geld in de kandidaat-werknemers inves-

teert, verwacht het van de werkzoekenden

een positieve houding en een grote motivatie.

“Wij willen mensen helpen die kwaliteit heb-

ben, maar net dat kleine stukje aansluiting

missen op de arbeidsmarkt, en die niet de fi-

nanciën hebben om zelf een opleidingstraject

te bekostigen”, vertelt Brand. “Maar zijn

werkzoekenden gemotiveerd en hebben ze af-

finiteit met de metaalbranche? Dan investe-

ren we graag in hen en bieden wij - bij

gebleken kwaliteiten - een baangarantie.”

Foto’s: Heidi Borgart, beeld OPUS

Geschikte kandidaten kunnen na een gedegen lasopleiding echt aan het werk.Op de foto krijgt Mikael Andersson instructiesvan lasdocent Peter Boon.

3938

Page 22: Downloaden (PDF, 7.12MB)

SamenwerkenDrie jaar geleden nam Schaper een belangrijke beslissing.

De lasser van IHC Merwede werd laspraktijkdocent van

IHC Merwede Opleidingen. Hij leidt de leerlingen op tot

Basislassers MBO/BBL 2. Hierin halen zij in het eerste jaar

de NIL-vakdiploma’s BMBE 2 en MAG 3. In hetzelfde

jaar halen ze ook een aantal certificaten. “Ik vind het leuk

om aan jongeren les te geven en ze te helpen op mijn eigen

vakgebied”, verklaart hij zijn overstap. “Natuurlijk kan

het werken met jongeren ook best lastig zijn. Daarom leg

4140

LASTECHNIEKjun i 2015VAKTROTS - jun i 2015LASTECHNIEK

oen Schaper nog lasser was had hij een andere band

met zijn werk als nu. “Je reed de poort uit, klaar.

Dat was het. Maar dat is nu anders. Als docent heb

je een verantwoordelijkheidsgevoel voor je leerlingen en

dat neem je met je mee. Dag en nacht. Ik geef les aan jonge

mensen die van het vmbo komen. Die komen onzeker bin-

nen. Door de reputatie van het vmbo hebben ze het ge-

voel dat er op hen wordt neergekeken. Ze vertellen mij

over hun problemen, zowel op school als thuis. Dat laat je

niet los.”

Heel soms, als Hans Schaper langs een schip loopt, mijmert hij: goh, wat was dat ei-genlijk lekker werken. Meters maken en jezelf blijven verbeteren. Toch heeft de lassergeen seconde spijt van zijn keuze voor het lastechnisch onderwijs. “Ik ben er vooraltrots op dat deze jongens dankzij deze opleiding hun eigen brood kunnen verdienen.”

door Jaap van Sandijk, fotografie Mariska Stieber

T

ik de nadruk op samenwerken. Ik ben duidelijk in mijn

verwachtingen van de leerlingen. Jullie komen hier om te

leren lassen, zeg ik dan. En het is mijn taak om jullie daar

bij te helpen. Dan moeten we het samen naar ons zin heb-

ben.”

Ondertussen zit Schaper zelf ook weer in de schoolban-

ken. Hij volgt de hbo Lerarenopleiding Techniek en zit in

de laatste fase van zijn propedeuse. “Dat was geen ver-

plichting, maar een bewuste keuze van me. Ik vind dat je

als docent niet alleen vaktechnische kennis moet hebben,

maar dat je ook kundig moet zijn op het gebied van on-

derwijskunde en opvoedingsleer.”

TalentSchaper belandde in de lastechniek door zijn vader. “Hij

was allround timmerman en in de zomervakanties was ik

het manusje-van-alles bij het bouwbedrijf waarvoor hij

werkte. Sjouwen, metselen, timmeren. Dat soort werk. Zo

ontdekte ik dat ik dat technische werk wel in de genen

had. Maar mijn vader kreeg slijtage aan zijn rug en last

van stoflongen. Hij zei: jongen, ga jij maar in de metaal,

da’s veel beter.”

Op het vmbo ontstond zijn liefde voor het lassen. “Ik was

altijd gauw afgeleid en ontdekte dat de kap mij rust en

focus gaf. Daarnaast vond ik het ook spannend. Als je last

doe je toch iets waarvoor je moet oppassen. Dat aspect

speelde ook wel mee.” Schaper bleek een talent. Zijn do-

cent had dat door en stimuleerde hem. “We hadden één

TIG-apparaat op school waar ik als enige leerling op

mocht. Dan voel je dat je beter bent dan de rest. En daar-

door vind je het ook leuk.”

Bijzondere docentNa zijn beroepsopleiding ging Schaper aan de slag bij een

constructiebedrijf en behaalde hij verschillende praktijk-

diploma’s op de avondschool. Na vijf jaar lasser te zijn ge-

weest bij IHC Merwede werd hij docent lastechniek. En

best een bijzondere: zo mogen leerlingen hem bijvoorbeeld

altijd bellen, ook in zijn vrije tijd. En dat wordt gewaar-

deerd. Zo krijgt Schaper van veel geslaagde kandidaten

naast complimenten ook cadeautjes. Waar hij zelf het

meest trots op is? “Ik vind het prachtig om te zien hoe ik

jongens die vroeger nooit wilden leren, heb kunnen infec-

teren met het lasvirus. Zodat ze daarmee hun eigen brood

kunnen verdienen.” Hij lacht: “Ik hoorde laatst ouders

heel verbaasd zeggen dat hun zoon zelfs een leerboek mee-

nam op vakantie. Ze wisten niet wat ze zagen.”

Prachtig om deze jongenste infecteren met het lasvirus

Docent Hans Schaper

Page 23: Downloaden (PDF, 7.12MB)

Lincoln Smitweld B.V.Lincoln Electric Europa B.V. Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

ADVIES en CONSULTANCY AFZUIGINSTALLATIES ENLUCHTBEHANDELING

GEAUTOMATISEERD SNIJDEN

LASAPPARATUUR ENANDERE TOEBEHOREN

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

AIB-Vinçotte Nederland B.V.Takkebijsters 8 - 4817 BL BredaPostbus 6869 - 4802 HW BredaT 076 571 22 88 - F 076 587 47 60E [email protected]

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

Zekeringstraat 33 - 1014 BV AmsterdamT +31 (0)20 556 35 55E [email protected] 18 - 4824 GN BredaT +31 (0)76 5424 300E [email protected]

Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda,Hengelo, Rotterdam, Veendam.

Nederman Nederland BVWiekenweg 33 - 3815 KL AmersfoortPostbus 2646 - 3800 GD AmersfoortT 033 298 81 22 - F 033 201 12 10E [email protected]

KEURINGEN

HoofdkantoorDukdalf 11 - 9206 BE DrachtenPostbus 505 - 9200 AM DrachtenT 0512 52 40 08E [email protected]

Kwaliteitsmanagement |Lasconsultancy | Inspectie

Drachten | Zutphen | Rotterdam

Lincoln Smitweld B.V.Lincoln Electric Europa B.V. Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

Lincoln Smitweld B.V.Lincoln Electric Europa B.V. Nieuwe Dukenburgseweg 206534 AD NijmegenPostbus 253 - 6500 AG NijmegenT 024 352 29 11 - F 024 352 22 02E [email protected]

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Air Liquide Welding Nederland B.V.Rudonk 6b - 4824 AJ BredaPostbus 6902 - 4802 HX BredaT 076 541 00 80 - F 076 541 58 96E [email protected]

LASTOEVOEGMATERIALEN MANIPULATOREN ENMECHANISATIE

MECHANISATIE EN AUTOMATISERING

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Dumeta import / export B.V.Marconistraat 26 - 7575 AR OldenzaalT 0541 53 33 69 - F 0541 53 33 71E [email protected]

Zekeringstraat 33 - 1014 BV AmsterdamT +31 (0)20 556 35 55E [email protected] 18 - 4824 GN BredaT +31 (0)76 5424 300E [email protected]

Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda,Hengelo, Rotterdam, Veendam.

Lorch Lastechniek B.V.Postbus 5 - 2200 AA NoordwijkT 071 362 56 27 - F 071 362 38 85E [email protected]

Magnatech International B.V.De Amer 24 - 8253 RC DrontenT 0321 38 66 77 - F 0321 31 41 65E [email protected]

LASKWALIFICATIES/CERTIFICERING

42 43

Materiaal Metingen Testgroep B.V.MME GroupRietdekkerstraat 16 - RidderkerkPostbus 4222 - 2980 GE RidderkerkT 0180 48 28 28 - F 0180 46 22 40E [email protected]

Zekeringstraat 33 - 1014 BV AmsterdamT +31 (0)20 556 35 55E [email protected] 18 - 4824 GN BredaT +31 (0)76 5424 300E [email protected]

Locaties Benelux: Amsterdam, Antwerpen, Beek, Breda,Hengelo, Rotterdam, Veendam.

NDO/DO ONDERZOEK ONDERHOUD EN NIEUWBOUWINSPECTIE

3P Project Services B.V.Nijverheidsweg 4 - 4854 MT BavelT 0161 43 85 00 - F 0161 43 85 01E [email protected]

Totaalproject in inspectie, lastechnischeondersteuning en projectmanagement

HoofdkantoorDukdalf 11 - 9206 BE DrachtenPostbus 505 - 9200 AM DrachtenT 0512 52 40 08E [email protected]

Kwaliteitsmanagement |Lasconsultancy | Inspectie

Drachten | Zutphen | Rotterdam De Groot Lasopleidingen B.V.Weidehek 24 - 4824 AS BredaT 076 541 07 20 - F 076 542 72 95E [email protected]

Lastechnische opleidingen, adviseringen certificering.

LASTECHNIEK BRANCHEREGISTER - jun i 2015 LASTECHNIEKjun i 2015

Page 24: Downloaden (PDF, 7.12MB)

De NILBIL Verbindingsgids is een uniek naslagwerk voor professionals in de verbindingstechniek. Technische informatietabellen en tekeningen vormen een belangrijk onderdeel van de gids.

Deze zorgvuldig geselecteerde informatie is bedoeld als een leidraad bij het interpreteren van normen, procedures en specificaties. Verder bevat de gids informatie over de belangrijkste overkoepelende organisaties,

een overzicht van erkende opleidingsinstellingen en het stroomschema van las- en laskaderopleidingen.

De NILBIL Verbindingsgids is een uitgave van vakblad Lastechniek, in samenwerking met het NIL en het BIL. De gids is uitgevoerd als een handzaam en robuust boekje, bedoeld voor intensief gebruik op de werkvloer.

Voor € 30, - excl. 6% btw en verzendkosten kunt u in het bezit komen van dit praktische naslagwerk.

Bestellen is eenvoudig. Ga naar www.vakbladlastechniek.nl en klik op de cover van de Verbindingsgids.

ROBOTS EN ROBOTISERING

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

VOORBEWERKINGSAPPARATUURVOOR PIJP EN PLAAT

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

ORBITAAL EN APPARATUUROPLEIDINGEN EN CURSUSSEN

De Groot Lasopleidingen B.V.Weidehek 24 - 4824 AS BredaT 076 541 07 20 - F 076 542 72 95E [email protected]

Lastechnische opleidingen, adviseringen certificering.

Hogeschool Utrecht, Centrum voor Natuur & Techniek en ROC Midden NederlandNIL erkende opleidingen voor alle niveau’s en processen. • International Welding Engineer (IWE/ LPI)

• International Welding Technologist (IWT/ MLT)

• Verkorte combinaties van IWT met Inspectie en

keuring mogelijk.

• Lastechnisch construeren, Workshop lasnormen,

Lasopleidingen MIG/MAG, BMBE, TIG, Autogeen,

Laskwalificalties/ certificeringen, SMLT

Ook cursussen op gebied van Materia-len, Procestechnologie, Onderhoud &Inspectie, Engineering, Bedrijfskunde(hbo, post-hbo en masterniveau).

Meer informatie CvNT Lenneke KokT 088 481 88 88E [email protected]

Meer informatie ROC Joost ZijderveldT 030 754 69 03E [email protected]

Lashuis HaprotechRooswijkweg 2001951 MD Velsen-NoordT 0251 26 29 00 - F 0251 26 29 09E [email protected]

Totaalpakket in lastechniek,opleidingen, training en consultancy

Magnatech International B.V.De Amer 24 - 8253 RC DrontenT 0321 38 66 77 - F 0321 31 41 65E [email protected]

Rolan Robotics B.V.De Corantijn 6 - 1689 AP ZwaagPostbus 135 - 1620 AC HoornT 0229 24 84 84 - F 0229 27 27 07E [email protected]

WEERSTANDLASSEN

Laskar Puntlastechniek B.V.Avelingen West 26 - 4202 MS GorinchemPostbus 3604 - 4200 EB GorinchemT +31 (0)183 61 88 88F +31 (0)183 66 61 01E [email protected]

Puntlas- en ProjectielasmachinesRolnaadlas- en Stuiklasmachines

Puntlaselektroden | ComponentenStiftlasmachines en bouten

Automatisering en mechaniseringTraining, onderhoud en Verhuur

PUNTLASSEN

Laskar Puntlastechniek B.V.Avelingen West 26 - 4202 MS GorinchemPostbus 3604 - 4200 EB GorinchemT +31 (0)183 61 88 88F +31 (0)183 66 61 01E [email protected]

Puntlas- en ProjectielasmachinesRolnaadlas- en Stuiklasmachines

Puntlaselektroden | ComponentenStiftlasmachines en bouten

Automatisering en mechaniseringTraining, onderhoud en Verhuur

STIFTLASSEN

Laskar Puntlastechniek B.V.Avelingen West 26 - 4202 MS GorinchemPostbus 3604 - 4200 EB GorinchemT +31 (0)183 61 88 88F +31 (0)183 66 61 01E [email protected]

Puntlas- en ProjectielasmachinesRolnaadlas- en Stuiklasmachines

Puntlaselektroden | ComponentenStiftlasmachines en bouten

Automatisering en mechaniseringTraining, onderhoud en Verhuur

44

LASTECHNIEK BRANCHEREGISTER - jun i 2015

WARMTEBEHANDELING

Delta Heat Services B.V.Scheelhoekweg 2 - 3251 LZ StellendamPostbus 52 - 3250 AB StellendamT 0187 49 69 40 - F 0187 49 68 40E [email protected]

• Elektrisch voorwarmen en gloeien• Inductie verwarmen• Stationaire gloeiovens• Mobiele gloeiovens• Uitdrogen beton / coatings• Verhuur / verkoop• Advisering

Page 25: Downloaden (PDF, 7.12MB)

3P Quality Services B.V. bemiddelt vanuit een projectma-tige aanpak en/of vanuit een vaste bemiddeling binnen devakgebieden Engineering, Construction management,Shutdown management en Project management.

3P Quality Services biedt kansen en mogelijkheden ookvoor 50 plussers en starters op de arbeidsmarkt. 3P Qua-lity Services is gecertificeerd volgens ISO 9001/VCA. Eenkwaliteitsgarantie gaat echter niet alleen om systemen enstandaarden, maar vooral om mensen. Daarom investerenwij voortdurend in onze professionals door middel van op-leidingen en coaching.