Klik hier om deze pagina te lezen of downloaden (pdf)

1
twitter.com/WZA_Ziekenhuis www.wza.nl facebook.com/WilhelminaZiekenhuisAssen youtube.com/WilhelminaZiekenhuis WZA-publiekslezingen voorjaar 2016 In samenwerking met de medisch specialisten verzorgt het WZA elk voor- en najaar een aantal publiekslezingen. Dit voorjaar staat er twee op de agenda: Maandag 4 april, Prostaatkanker: Op deze avond gaat uroloog René Schaafsma in op de ‘Voors en tegens van een bevolkingsonderzoek prostaatkanker’. Internist-oncoloog Peter Nieboer spreekt over ‘Hormonale behandeling bij een vergevorderd stadium van prostaatkanker’. Radiotherapeut-oncoloog Bart Vanheuten komt als gastspreker van het UMCG praten over ‘Nieuwe ontwikkelingen in de radiotherapie bij prostaatkanker’. Donderdagavond 26 mei, Borstkanker: De sprekers op deze avond zijn verpleeg- kundig specialist mammacare Judith Nijhuis en internist-oncoloog dr. Peter Nieboer. Zij gaan uitgebreid in op de ziekte borstkan- ker, de verschillende behandelmethoden (operatie, chemotherapie, radiotherapie en hormoontherapie) en op nieuwe medische ontwikkelingen. Ook krijgt u uitleg over het traject dat u doorloopt in het WZA wanneer de diagnose borstkanker is gesteld. Beide lezingen zijn van 19.30 tot 21.30 uur (zaal open om 19.00 uur) en gratis toegankelijk. Vanwege de beperkte ruimte dient u zich wel vooraf aan te melden. Informatie over online aanmelden vindt u op www.wza.nl/patienten/agenda. Telefonisch aanmelden kan alleen op donderdagen via (0592) 32 59 99. FEBRUARI 2016 Val met de fiets Step over de kop Henk (45) uit Assen is onlangs erg geschrok- ken: “We fietsten met ons wielerclubje, dat gaat altijd in een stevig tempo. Door een verkeerde manoeuvre kwam mijn maat ineens ten val. We dragen gelukkig allemaal een helm, maar hij bleef toch even liggen. Eerst waren we opgelucht dat hij normaal reageerde en gewoon verder wilde fietsen. Maar hij had een zere knie, dus dat lukte niet zo goed. Tot onze verbazing bleef hij steeds vragen wat er toch met zijn knie gebeurd was. We hebben hem naar het WZA gebracht en daar bleef hij maar vragen waar zijn fiets toch gebleven was, ook al hadden we hem dat twee tellen daarvoor nog verteld. Zijn knie bleek niet gebroken en gelukkig liet de hersenscan ook geen afwijkingen zien. De dokter vertelde dat dat geheugenverlies typerend is voor een hersenschudding. Gelukkig hield hij twee uur later op met dat rare gevraag en kon hij weer gewoon alles onthouden. Maar van de valpartij, de rit naar het ziekenhuis en de hersenscan kon hij zich niets meer herinneren. Gek hè? Omdat hij weer normaal reageerde, mocht hij naar huis, maar wij waren wel blij dat alles even zorgvuldig gecheckt was. Na een week kon hij weer aan het werk; hij heeft er niets aan over gehouden!” Hennie (38) weet nog goed dat haar dochter Maaike (9) in de herfstvakantie erg witjes thuiskwam. “Haar vriendinnetje vertelde dat ze met hun step van een heuveltje af sjeesden. Opeens raakte Maaike met haar voorwiel in de berm, sloeg over de kop en kwam met haar hoofd op een stenen randje terecht. Ze was even stil blijven liggen, maar daarna waren ze lopend naar huis gegaan. Thuis wilde Maaike meteen op de bank liggen, ze klaagde over hoofdpijn en wilde slapen. Toen ze na een uur moest overgeven, heb ik de huisarts gebeld en die verwees ons naar de spoedeisende hulp. Daar was ze stiller dan anders, maar verder reageerde ze normaal. Ze had een fikse pijnlijke bult op de linkerkant van haar hoofd. Ik schrok toen ik hoorde dat op de hersenscan een schedelbreukje te zien was. Maar dat zou vanzelf weer genezen, zei de neuroloog, er was gelukkig geen hersenkneuzing. Maaike moest een nachtje op de kinderafdeling blijven en ik bleef bij haar. Ze kreeg paracetamol en werd ‘s nachts elke twee uur gewekt. Ik was blij dat ze in deskundige handen was, thuis zou ik me erg onzeker gevoeld hebben. Ze hoefde niet meer over te geven en mocht de volgende dag naar huis. Spelen kon gewoon weer, maar met gymmen en sporten moest ze zes weken wachten. Inmiddels is ze weer zo’n vrolijke wildebras als altijd.” HELP, een hersenschudding! Een scheur in het ijs, een stoeprandje, een hobbel op de skipiste… een ongeluk zit in een klein hoekje. Naar schatting 85.000 grote en kleine Nederlanders lopen jaarlijks een hersenschudding of hersen- kneuzing op. Hiervan belanden er zo’n 16.000 voor korte of langere tijd in het ziekenhuis; in het WZA jaarlijks ruim 300. Gelukkig ligt de tijd dat je met een hersenschudding zes weken plat moest, ver achter ons. Een hersenschudding wordt altijd veroorzaakt door een klap of stoot van buitenaf en is daarmee iets totaal anders dan hersenletsel als gevolg van een ziekte of beroerte. Bij een hersenschudding – de medische term is ‘licht traumatisch hersenlet- sel’ – worden de hersenen even letterlijk door elkaar geschud. Men verliest ook kortdurend het bewust- zijn. Vaak kan de patiënt zich van de klap zelf en de periode vlak ervoor en/of vlak erna niets meer herin- neren. Hoe ernstiger het hersenletsel is, hoe langer het bewustzijnsverlies en het geheugenverlies duren. Als er géén bewustzijnsveranderingen zijn, dan is er louter sprake van hoofdletsel met meestal minder erge klachten. Klachten Verreweg de meeste hersen- schuddingen herstellen zonder restverschijnselen. In de eerste dagen of weken hebben veel patiënten wel last van zogenoemde ‘posttraumati- sche klachten’, zoals hoofdpijn, dui- zeligheid, wazig zien, geheugen- en concentratieproblemen, moeite met aandachts- en inspanningstaken, sneller moe of slaperig, sneller geïrri- teerd, overgevoeligheid voor licht en geluid, oorsuizen of gehoorverlies. Die verschijnselen zijn normaal. In zo’n eerste periode is het verstandig om het rustig aan te doen, óók met beeldschermactiviteiten. Alcohol en aspirine worden sterk afgeraden, maar paracetamol mag juist wél: door de pijn te onderdrukken is het makkelijker om overdag zo normaal mogelijk te functioneren en ’s nachts goed te slapen. Dettie Oenema, neuroloog in het WZA, is tevreden over de duidelijkheid die de Richtlijn Opvang van patiënten met licht traumatische hersenletsel schept. “Dankzij deze richtlijn, die vijf jaar geleden door een grote groep deskundigen is opgesteld, weten alle betrokkenen beter onderscheid te maken tussen hoofdletsel en hersenletsel. Ook is het beleid voor licht traumatisch hersenletsel beter afgebakend en er is meer duidelijkheid over wat er moet gebeuren als een slachtoffer van een klap op het hoofd op de SEH komt en wanneer een hersenscan nodig is. In onze regio brengen de ambulances de patiënten met een matig en ernstig traumatisch hersenletsel meteen naar het UMCG.” Kinderen Sinds het bestaan van de nieuwe richtlijn, is het aantal mensen dat met licht traumatisch hersenletsel voor observatie in het WZA komt, toegenomen van 188 in 2010, naar 314 in 2014. Neuroloog Oenema: “Zeker bij jonge kinderen is vaak het onderscheid tussen ‘gewone slaperigheid’ en ‘sufheid als gevolg van de klap’ moeilijk te maken. Daarom sturen we sommige kinderen met een hersenschudding liever niet naar huis met een wekadvies, maar houden we hen liever een nachtje hier ter observatie.” Geen bedrust Mensen met een hersenschudding wekenlang bedrust voorschrijven, gebeurt niet meer. “Dat stamt van vóór de goede scantechniek, toen namen artsen het zekere voor het onzekere. Nu weten we dat rustig aan doen bij licht-traumatisch hersenletsel verstandig is, maar bedrust niet. Je moet de hersenen genoeg te doen geven om ze te laten herstellen.” Eén ding weet Oenema zeker: “Als er geen alcohol was, zou er veel minder traumatisch hersenletsel zijn. Heel veel valpartijen en ongelukken komen door drankmisbruik.” De neuroloog: Meer weten over de richtlijn? Kijk op www.hersenstichting.nl of www.neurologie.nl. De ernst van de klachten neemt vaak spontaan af, slechts een kleine groep patiënten blijft er langer dan zes maanden last van houden. In dat geval is een (hernieuwd) bezoek aan de huisarts of neuroloog aan te raden. Hij of zij bekijkt of nader onderzoek zinvol is. Hersenkneuzing Bij licht traumatisch hersenletsel raakt het hersenweefsel meestal niet beschadigd. Als dit wél het ge- val is, spreken we van middelzwaar of ernstig traumatisch hersenletsel ofwel een ‘hersenkneuzing’. Het bewustzijnsverlies duurt dan langer (soms zelfs meerdere dagen) en is dieper. Afhankelijk van de plaats van de hersenbeschadiging kunnen neurologische stoornissen optreden, met uiteenlopende verschijnselen. Ook een hersenkneuzing kan ge- heel genezen, maar veel patiënten houden veel langer of zelfs blijvend last van geheugen- en aandacht- stoornissen en vermoeidheid.

Transcript of Klik hier om deze pagina te lezen of downloaden (pdf)

Page 1: Klik hier om deze pagina te lezen of downloaden (pdf)

twitter.com/WZA_Ziekenhuiswww.wza.nl facebook.com/WilhelminaZiekenhuisAssen youtube.com/WilhelminaZiekenhuis

WZA-publiekslezingen voorjaar 2016In samenwerking met de medisch specialisten verzorgt het WZA elk voor- en najaar een aantal publiekslezingen.

Dit voorjaar staat er twee op de agenda:

• Maandag 4 april, Prostaatkanker: Op deze avond gaat uroloog René

Schaafsma in op de ‘Voors en tegens van een bevolkingsonderzoek prostaatkanker’. Internist-oncoloog Peter Nieboer spreekt over ‘Hormonale behandeling bij een vergevorderd stadium van prostaatkanker’. Radiotherapeut-oncoloog Bart Vanheuten komt als gastspreker van het UMCG praten over ‘Nieuwe ontwikkelingen in de radiotherapie bij prostaatkanker’.

• Donderdagavond 26 mei, Borstkanker: De sprekers op deze avond zijn verpleeg-

kundig specialist mammacare Judith Nijhuis en internist-oncoloog dr. Peter Nieboer. Zij gaan uitgebreid in op de ziekte borstkan-ker, de verschillende behandelmethoden (operatie, chemotherapie, radiotherapie en hormoontherapie) en op nieuwe medische ontwikkelingen. Ook krijgt u uitleg over het traject dat u doorloopt in het WZA wanneer de diagnose borstkanker is gesteld.

Beide lezingen zijn van 19.30 tot 21.30 uur (zaal open om 19.00 uur) en gratis toegankelijk.

Vanwege de beperkte ruimte dient u zich wel vooraf aan te melden.

Informatie over online aanmelden vindt u op www.wza.nl/patienten/agenda.

Telefonisch aanmelden kan alleen op donderdagen via (0592) 32 59 99.

FEBRUARI 2016

Val met de fi ets Step over de kopHenk (45) uit Assen is onlangs erg geschrok-ken: “We fi etsten met ons wielerclubje, dat gaat altijd in een stevig tempo. Door een verkeerde manoeuvre kwam mijn maat ineens ten val. We dragen gelukkig allemaal een helm, maar hij bleef toch even liggen. Eerst waren we opgelucht dat hij normaal reageerde en gewoon verder wilde fi etsen. Maar hij had een zere knie, dus dat lukte niet zo goed. Tot onze verbazing bleef hij steeds vragen wat er toch met zijn knie gebeurd was. We hebben hem naar het WZA gebracht en daar bleef hij maar vragen waar zijn fi ets toch gebleven was, ook al hadden we hem dat twee tellen daarvoor nog verteld. Zijn knie bleek niet gebroken en gelukkig liet de hersenscan ook geen afwijkingen zien. De dokter vertelde dat dat geheugenverlies typerend is voor een hersenschudding. Gelukkig hield hij twee uur later op met dat rare gevraag en kon hij weer gewoon alles onthouden. Maar van de valpartij, de rit naar het ziekenhuis en de hersenscan kon hij zich niets meer herinneren. Gek hè? Omdat hij weer normaal reageerde, mocht hij naar huis, maar wij waren wel blij dat alles even zorgvuldig gecheckt was. Na een week kon hij weer aan het werk; hij heeft er niets aan over gehouden!”

Hennie (38) weet nog goed dat haar dochter Maaike (9) in de herfstvakantie erg witjes thuiskwam. “Haar vriendinnetje vertelde dat ze met hun step van een heuveltje af sjeesden. Opeens raakte Maaike met haar voorwiel in de berm, sloeg over de kop en kwam met haar hoofd op een stenen randje terecht. Ze was even stil blijven liggen, maar daarna waren ze lopend naar huis gegaan. Thuis wilde Maaike meteen op de bank liggen, ze klaagde over hoofdpijn en wilde slapen. Toen ze na een uur moest overgeven, heb ik de huisarts gebeld en die verwees ons naar de spoedeisende hulp. Daar was ze stiller dan anders, maar verder reageerde ze normaal. Ze had een fi kse pijnlijke bult op de linkerkant van haar hoofd. Ik schrok toen ik hoorde dat op de hersenscan een schedelbreukje te zien was. Maar dat zou vanzelf weer genezen, zei de neuroloog, er was gelukkig geen hersenkneuzing. Maaike moest een nachtje op de kinderafdeling blijven en ik bleef bij haar. Ze kreeg paracetamol en werd ‘s nachts elke twee uur gewekt. Ik was blij dat ze in deskundige handen was, thuis zou ik me erg onzeker gevoeld hebben. Ze hoefde niet meer over te geven en mocht de volgende dag naar huis. Spelen kon gewoon weer, maar met gymmen en sporten moest ze zes weken wachten. Inmiddels is ze weer zo’n vrolijke wildebras als altijd.”

HELP, een hersenschudding!Een scheur in het ijs, een stoeprandje, een hobbel op de skipiste… een ongeluk zit in een klein hoekje. Naar schatting 85.000 grote en kleine Nederlanders lopen jaarlijks een hersenschudding of hersen-kneuzing op. Hiervan belanden er zo’n 16.000 voor korte of langere tijd in het ziekenhuis; in het WZA jaarlijks ruim 300. Gelukkig ligt de tijd dat je met een hersenschudding zes weken plat moest, ver achter ons.

Een hersenschudding wordt altijd veroorzaakt door een klap of stoot van buitenaf en is daarmee iets totaal anders dan hersenletsel als gevolg van een ziekte of beroerte. Bij een hersenschudding – de medische term is ‘licht traumatisch hersenlet-sel’ – worden de hersenen even letterlijk door elkaar geschud. Men verliest ook kortdurend het bewust-zijn. Vaak kan de patiënt zich van de klap zelf en de periode vlak ervoor en/of vlak erna niets meer herin-neren. Hoe ernstiger het hersenletsel is, hoe langer het bewustzijnsverlies en het geheugenverlies duren. Als er géén bewustzijnsveranderingen zijn, dan is er louter sprake van hoofdletsel met meestal minder erge klachten.

KlachtenVerreweg de meeste hersen-schuddingen herstellen zonder restverschijnselen. In de eerste dagen of weken hebben veel patiënten wel last van zogenoemde ‘posttraumati-sche klachten’, zoals hoofdpijn, dui-zeligheid, wazig zien, geheugen- en concentratieproblemen, moeite met aandachts- en inspanningstaken, sneller moe of slaperig, sneller geïrri-teerd, overgevoeligheid voor licht en geluid, oorsuizen of gehoorverlies. Die verschijnselen zijn normaal. In zo’n eerste periode is het verstandig om het rustig aan te doen, óók met beeldschermactiviteiten. Alcohol en aspirine worden sterk afgeraden, maar paracetamol mag juist wél: door de pijn te onderdrukken is het makkelijker om overdag zo normaal mogelijk te functioneren en ’s nachts goed te slapen.

Dettie Oenema, neuroloog in het WZA, is tevreden over de duidelijkheid die de Richtlijn Opvang van patiënten met licht traumatische hersenletsel schept. “Dankzij deze richtlijn, die vijf jaar geleden door een grote groep deskundigen is opgesteld, weten alle betrokkenen beter onderscheid te maken tussen hoofdletsel en hersenletsel. Ook is het beleid voor licht traumatisch hersenletsel beter afgebakend en er is meer duidelijkheid over wat er moet gebeuren als een slachtoffer van een klap op het hoofd op de SEH komt en wanneer een hersenscan nodig is. In onze regio brengen de ambulances de patiënten met een matig en ernstig traumatisch hersenletsel meteen naar het UMCG.”

KinderenSinds het bestaan van de nieuwe richtlijn, is het aantal mensen dat met licht traumatisch hersenletsel voor observatie in het WZA komt, toegenomen van 188 in 2010, naar 314 in 2014. Neuroloog Oenema: “Zeker

bij jonge kinderen is vaak het onderscheid tussen ‘gewone slaperigheid’ en ‘sufheid als gevolg van de klap’ moeilijk te maken. Daarom sturen we sommige kinderen met een hersenschudding liever niet naar huis met een wekadvies, maar houden we hen liever een nachtje hier ter observatie.”

Geen bedrustMensen met een hersenschudding wekenlang bedrust voorschrijven, gebeurt niet meer. “Dat stamt van vóór de goede scantechniek, toen namen artsen het zekere voor het onzekere. Nu weten we dat rustig aan doen bij licht-traumatisch hersenletsel verstandig is, maar bedrust niet. Je moet de hersenen genoeg te doen geven om ze te laten herstellen.”

Eén ding weet Oenema zeker: “Als er geen alcohol was, zou er veel minder traumatisch hersenletsel zijn. Heel veel valpartijen en ongelukken komen door drankmisbruik.”

De neuroloog:

Meer weten over de richtlijn? Kijk op www.hersenstichting.nl of www.neurologie.nl.

De ernst van de klachten neemt vaak spontaan af, slechts een kleine groep patiënten blijft er langer dan zes maanden last van houden. In dat geval is een (hernieuwd) bezoek aan de huisarts of neuroloog aan te raden. Hij of zij bekijkt of nader onderzoek zinvol is.

HersenkneuzingBij licht traumatisch hersenletsel raakt het hersenweefsel meestal niet beschadigd. Als dit wél het ge-val is, spreken we van middelzwaar of ernstig traumatisch hersenletsel

ofwel een ‘hersenkneuzing’. Het bewustzijnsverlies duurt dan langer (soms zelfs meerdere dagen) en is dieper. Afhankelijk van de plaats van de hersenbeschadiging kunnen neurologische stoornissen optreden,

met uiteenlopende verschijnselen. Ook een hersenkneuzing kan ge-heel genezen, maar veel patiënten houden veel langer of zelfs blijvend last van geheugen- en aandacht-stoornissen en vermoeidheid.

HELP, een hersenschudding!

met uiteenlopende verschijnselen.