martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote...

23
Praktijkonderzoek M.F. Groenewegen van der Weijden Studentnummer: 0848477 26 april 2012 1

Transcript of martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote...

Page 1: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

M.F. Groenewegen van der Weijden

Studentnummer: 0848477

26 april 2012

1

Page 2: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

Inhoudsopgave

Voorwoord..................................................................................................................................................................................................................... 2

De aanleiding.......................................................................................................................................................................................................... 2

Het praktijkprobleem.....................................................................................................................................................................................................3

1. Wat is het praktijkprobleem?...............................................................................................................................................................................3

2. Wie heeft daarmee te kampen?..........................................................................................................................................................................3

3. Wanneer is het een probleem?...........................................................................................................................................................................4

4. Waarom is het een probleem?............................................................................................................................................................................4

5. Waar doet het probleem zich voor?....................................................................................................................................................................4

6. Hoe is het probleem ontstaan?...........................................................................................................................................................................4

De context..................................................................................................................................................................................................................... 5

Het onderzoeksdoel, de onderzoeksvorm en de onderzoeksvraag..............................................................................................................................5

Onderzoeksdoel......................................................................................................................................................................................................5

Onderzoeksvorm (en)..............................................................................................................................................................................................5

De praktijkgerichte onderzoeksvraag............................................................................................................................................................................5

De deelvragen bij het praktijkgerichte onderzoek...................................................................................................................................................5

Operationaliseren van de onderzoeksvraag.................................................................................................................................................................5

Het theoretisch kader....................................................................................................................................................................................................6

Onderzoeksaanpak.......................................................................................................................................................................................................8

Validiteit & betrouwbaarheid.........................................................................................................................................................................................9

Rapporteren & presesteren.........................................................................................................................................................................................10

Plannen....................................................................................................................................................................................................................... 11

Bibliografie.................................................................................................................................................................................................................. 11

Lijst met afkortingen....................................................................................................................................................................................................12

Bijlage 1...................................................................................................................................................................................................................... 13

Bijlage 2...................................................................................................................................................................................................................... 14

Voorwoord

De aanleiding

In de opleiding kok / zelfstandigwerkend kok (niveau 2/3), onderdeel van de Branche Horeca & Toerisme aan de Rosestraat te Rotterdam, wordt sinds 4 jaar gebruik gemaakt van de lesmethode Tendens, van de uitgeverij EDU-Actief. De lesmethode Tendens “Kok en Zelfstandig werkend kok” richt zich op twee peilers: de leerling en de praktijk. Het is opgezet als een leermiddelenarrangement, waarin zelfstandig werken en onderwijs op maat kernbegrippen zijn. Tendens Zelfstandig werkend kok is een vervolg op de methode Tendens Kok. Uit het tevredenheidsonderzoek STO1, de korte vragenlijst, gesprekken met de studenten2 over de lesmethode en de daarbij behorende leermiddelen (zie bijlage 2) blijkt, dat de studenten niet tevreden zijn. Het betreft vooral de geïntegreerde onderwijseenheden GOE (leeropdrachten) daarover bestaat ontevredenheid over: de afwisseling in opdrachten, de hoeveelheid opdrachten, de aansluiting naar andere vakken van de opleiding. Ook de docenten blijken niet tevreden te zijn over de methode en de aansluiting op de huidige opleidingsstructuur. Hiervoor moest een oplossing worden gevonden.

Tevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015 wordt er een verandering aangekondigd in de wettelijke, gesubsidieerde duur van opleiden. Dit heeft een grote impact op de wijze, waarop nu het curriculum is ingericht met de daarbij behorende lesmethode en leeractiviteiten op het gebied van tijdsduur, samenhang tussen de verschillende niveaus (2,3 en 4). Maar ook op de financiële en organisatorische kant van het onderwijs. Hiervoor is een innovatie traject gestart binnen de Branche om deze verandering vorm te geven.

1 Student tevredenheidsonderzoek 2010 / 20112 Opleiding kok & zelfstandigwerkend kok, niveau 2/3, locatie Rosestraat, branche horeca & toerisme en voeding

2

Page 3: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

Het praktijkprobleem

1. Wat is het praktijkprobleem?

A. De bij de opleiding gebruikte lesmethode van Tendens:

- Wordt door zowel studenten en docenten als onvoldoende ervaren: op het gebied van afwisseling, hoeveelheid, aansluiting bij overige vakken van de opleiding.

- Het sluit slecht aan op de gewenste onderwijsprogrammering van de opleiding.

B. Binnenkort wordt de maximale (gefinancierde) opleidingsduur ingrijpend verkort. De stapelmethode van opleidingen (niveau 2, 3, 4) van nu, resulteert daardoor in een opleidingsduur die de maximale tijd gaat overschrijven volgens de nieuwe normen uit het actieplan MBO, focus op vakmanschap 2011-2015. Hierdoor moet de opleiding opnieuw vorm gegeven worden.

2. Wie heeft daarmee te kampen?

2.1 Wie zijn er bij betrokken?

- Het Albeda College, Branche Horeca & Toerisme (locatie Rosestraat). De deelnemers aan het onderwijs (bij ons studenten genoemd), de professionals in de organisatie die onderwijs geven en maken3, de professionals in de organisatie die onderwijs aansturen4 en ondersteunen, de professionals buiten de organisatie die onderwijs ondersteunen5, gerelateerd aan de opleidingen kok, zelfstandigwerkend kok, en leidinggevende keuken. Het Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap en de onderwijsinspectie. Opdrachtgever: E. van Dam (onderwijsleider) en R. Keizerwaard (adjunct directeur)

2.3 Wat voor rol spelen de betrokkenen bij het praktijkprobleem?

- De professionals in de organisatie die onderwijs aansturen en ondersteunen, moeten het beleid bepalen op het gebied van visie & ankerpunten van het Albeda College, facilitering en bekostiging met de vernieuwde eisen uit het actieplan: focus op vakmanschap 2011-2015.

- De professionals in de organisatie die onderwijs geven en maken, voor het geven van feedback, het aangeven van wensen en eisen en voor de uitvoering van het ontwikkelings- innovatietraject.

- De professionals buiten de organisatie die onderwijs ondersteunen, geven van feedback over de positieve en negatieve kanten van lesmethode daarbij behorende leermiddelen en wensen en eisen te formuleren voor de te ontwerpen leer / werkactiviteiten.

- De studenten aan onderwijs, door het geven van feedback en informatie over de positieve en negatieve kanten van lesmethode, het uiteindelijke uitvoeren & testen van de leeractiviteiten in de daadwerkelijke ontwerpfase.

- Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap door middel van de eisen uit het actieplan mbo, focus op vakmanschap 2011-2015.

- De onderwijsinspectie. Door de kwaliteit eisen uit het toezichtkader BVE. (Onderwijs, Toezichtkader BVE, 2012).

2.4 Welke verschillen zijn er tussen de betrokkenen in de wijze waarop het praktijkprobleem ervaren wordt.

- Het Albeda College en Branche Horeca & Toerisme (locatie Rosestraat).In de onderwijsvisie van het Albeda College, samen met het brancheplan Horeca & Toerisme worden er extra eisen gesteld aan de kwaliteit van onderwijs en de wijze waarop dit wordt gegeven, onder andere de vijf ankerpunten (Albeda College, 2011).

- De professionals in de organisatie die onderwijs aansturen en ondersteunen zijn gebaat bij een goed onderwijsprogramma, dat moet leiden tot tevredenheid en goede schoolervaringen met een hoog (leer)rendement.

3 Docenten en ondersteunend personeel

4 Het CVB, Raad van Bestuur, branchedirecteur, adjunct-directeur en onderwijsleider.

5 Leermeesters / Beroepspraktijkvorming (BPV) begeleiders

3

Page 4: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

- De professionals in de organisatie die onderwijs geven en maken, willen een plan van aanpak en een goed curriculum. Dat maakt het schrijven van de leeropdrachten een stuk effectiever en professioneler.

- De professionals buiten de organisatie die onderwijs ondersteunen. Door de samenwerking voor, tijdens en in het ontwerpproces kunnen krachtige, contextrijke leeropdrachten ontstaan die het leerrendement van de student op het leerbedrijf en op school verhogen.

- De studenten de deelnemen aan het onderwijs. Door betekenisvolle, uitdagende, contextrijke, coöperatieve of collaboratieve leeractiviteiten te creëren zal de tevredenheid, de motivatie en het leerrendement van de student verhoogd kunnen worden.

- Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap. De vanuit eisen van het actieplan mbo, focus op vakmanschap 2011-2015.

- De inspectie van onderwijs Door middel van de kwaliteitseisen het toezichtkader BVE (Onderwijs, Toezichtkader BVE, 2012).

3. Wanneer is het een probleem?

- Als de toekomstige opleiding niveau 2, 3, 4 niet wordt aangepast aan de behoefte van de studenten en de eisen uit het actieplan mbo focus op vakmanschap 2011-2015 dan zal het onderwijs aan kwaliteit verliezen en kunnen er op financieel gebied tekorten optreden doordat de opleiding niet volledig wordt gefinancierd.

4. Waarom is het een probleem?

4.1 Zijn er bepaalde normen of prioriteiten waaraan nu niet voldaan wordt?.

- Het curriculum en de leeractiviteiten moeten gebaseerd worden op het kwalificatiedossier Kok, specifiek Crebo en 90760, 94950, 95420 voor de opleiding: Kok en Zelfstandigwerkend kok, Leidinggevende keuken van Kenwerk / Colo (Colo & Kenwerk, 2010).

- Het management stelt eisen aan de flexibiliteit, de financiële haalbaarheid, en de organisatorische uitvoerbaarheid van de opleiding. En wenst een hoge mate van samenwerking tussen de verschillende opleidingen en studentgroepen. (Het laatste punt vereist verder onderzoek)

- Vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gelden de eisen van het actieplan mbo, focus op vakmanschap 2011-2015.

- De inspectie van onderwijs Hanteert de kwaliteitseisen aan de opleiding door het toezichtkader BVE. (Onderwijs, Toezichtkader BVE, 2012),

- Student: De leeractiviteiten moeten aantrekkelijk, uitdagend worden gemaakt, passend binnen het beroepsgericht onderwijs en de daarachterliggende visie het sociaal constructivisme

5. Waar doet het probleem zich voor?

- Branche Horeca en Toerisme aan de Rosestraat te Rotterdam, opleiding tot kok, zelfstandigwerkend kok en leidinggevende keuken (niveau 2, 3, 4)

6. Hoe is het probleem ontstaan?

- Door het actieplan MBO: focus op vakmanschap 2011-2015 met de daarbij veranderde opleidingsduur en vorm, de ontevredenheid over de lesmethode met de daarbij behorende leermiddelen.

4

Page 5: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

De context

Het Albeda College, branche Horeca & Toerisme en voeding. Specifiek de opleidingen Kok, zelfstandigwerkend kok en Leidinggevende keuken. Het zijn beroepsgerichte (competentiegerichte) MBO opleidingen. De opleiding Kok, niveau 2 is nu mogelijk in twee vormen: Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) en Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL), niveau 3 is nu alleen in Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL). De studenten van de opleidingen Kok / Zelfstandig werkend kok en leidinggevende keuken zullen werkzaamheden verrichten in keukens van hotel/restaurants, restaurants, eetcafés, instellingen, cateringbedrijven en vergader- / congrescentra zoals beschreven in het kwalificatiedossier MBO Kok (Colo & Kenwerk, 2010). De opleiding leidinggevende niveau 4 sluit hier op aan, maar is nog in een ontwikkelingsfase, maar zal hoogst waarschijnlijk in Beroeps Begeleidende Leerweg worden aangeboden.

De aansluiting van het onderzoek binnen de school

De branche Horeca & Toerisme en voeding, is bezig met een kwaliteitsslag op onderwijs door het opzetten van een innovatie traject. Binnen deze kaders valt de ontwikkelingsslag voor niveau 2, 3, 4 kok en zelfstandigwerkend kok en leidinggevende keuken. Ook de ontwikkeling op landelijk beleidsniveau (actieplan MBO: focus op vakmanschap) vindt aansluiting bij het onderzoek.

Het onderzoeksdoel, de onderzoeksvorm en de onderzoeksvraag

Onderzoeksdoel.

- Mijn onderzoek richt zich op een aantal stappen van het instructional design proces, voor het ontwerpen van het curriculum voor de toekomstige horeca opleiding (niveau 2, 3, 4 kok, zelfstandigwerkend kok en leidinggevende keuken). Met als resultaat: een vernieuwd curriculum voor de toekomstige opleiding en een plan van aanpak. Zodat men met deze informatie (theoretisch kader, een didactisch en pedagogisch model, format en vormgevingseisen, de eisen aan facilitering ten behoeve van het ontwerp- en schrijfproces van de leeractiviteiten en de opleiding en nog overige te bepalen randvoorwaarden) De opleiding verder ontworpen kan worden (bijvoorbeeld: de bijbehorende leeractiviteiten volgens de stappen van een ontwerpproces.)

Onderzoeksvorm (en).

- Voor mijn onderzoek heb ik gekozen voor de beschrijvende onderzoeksmethode en ontwerp/ ontwikkelingsonderzoek.

De praktijkgerichte onderzoeksvraag

Onderzoekvraag: Hoe moet de verbeterde horeca opleiding worden vormgegeven?

De deelvragen bij het praktijkgerichte onderzoek.

1. Welke eisen worden er gesteld vanuit alle betrokken partijen?2. Wat zegt de literatuur over het ontwerpen van een curriculum?3. Hoe sluiten de curricula van de huidige opleidingen nu op elkaar aan?

Operationaliseren van de onderzoeksvraag

Met “de verbeterde horeca opleiding” wordt bedoeld: Een competentie (beroeps) gerichte opleiding voor: Kok6, Zelfstandigwerkend kok7, Leidinggevende keuken8 zoals omschreven in het kwalificatiedossier MBO Kok (Colo & Kenwerk, 2010), die past binnen de gestelde kaders uit actieplan MBO, focus van vakmanschap 2011-2015 en de wensen van de organisatie zoals, financiële, organisatorische haalbaarheid en uitvoerbaarheid. Binnen de onderwijsvisie en ankerpunten van het Albeda College inclusief een hoge studententevredenheid en hoge rendementen.

6 Niveau 2 Crebo 90760 Kok 7 Niveau 3 Crebo 94950 zelfstandigwerkend kok8 Niveau 4 Crebo 95420 leidinggevende keuken

5

Page 6: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

Het theoretisch kader

Ik heb mijn theoretisch kader opgebouwd vanuit mijn deelvragen zodat ik per deelvraag een eerste verkenning kon maken in de literatuur en de diverse publicaties.

Deelvraag 1 Een eerste verkenning: Welke eisen stellen de verschillende partijen aan de opleiding?

Hierbij zal ik onder andere verschillende publicatie onder de loep nemen van diverse website zoals o.a. http://www.mbo15.nl, www.onderwijsraad.nl voor de achtergrond achter het actieplan zoals: ‘Om de kwaliteit van het beroepsonderwijs’ (2012), maar ook http://www.rijksoverheid.nl voor: ‘het Actie plan MBO, focus op vakmanschap’ (2011-2015) ze. De beleidsstukken van het Albeda College met de daar bijbehorende visie, het brancheplan horeca & toerisme (2012). En http://www.KwalificatieMBO.nl voor de laatste publicaties van het kwalificatiedossier KOK.

(MBO15) “Macrodoelmatigheid in het actieplan mbo: randvoorwaarde voor kwaliteit

Het belangrijkste doel van het actieplan mbo ‘Focus op vakmanschap 2011-2015’ is het bijdragen aan goed, aantrekkelijk middelbaar beroepsonderwijs waar meer jongeren voor willen kiezen. Dit omdat de maatschappij behoefte heeft aan mbo-gediplomeerden, en omdat het beroepsonderwijs voor veel jongeren een geschiktere leerloopbaan kan vormen dan het algemeen vormend onderwijs.

Om goed middelbaar beroepsonderwijs mogelijk te maken heeft het kabinet met het actieplan mbo, gegeven de beschikbare financiële kaders, keuzes gemaakt. Prioriteit ligt bij het versterken van de kwaliteit van het initieel beroepsonderwijs door: het intensiveren en verkorten van de opleidingsduur (zodat de totale opleidingsduur vmbo-mbo-hbo competitief wordt met de opleidingsduur via het algemeen vormend onderwijs), goede examens (om het civiel effect van een mbo-diploma te borgen) en professionalisering van onderwijspersoneel (vanwege de nauwe relatie tussen professionaliteit en kwaliteit van het onderwijs)”.

Veel van mijn onderzoek is gebaseerd op het sociaal constructivisme, waarop het (competentie) beroepsgericht opleiden is gebaseerd en waarnaar de visie van het Albeda College verwijst. Hiervoor ga ik o.a. gebruik maken van het boek: “De kracht van werkplekleren” van (Streumer, Lappia, Kho, Keulers, Spierings , & Veltman-van Vugt, 2010) en “Onderwijskunde als wetenschap” (Valcke, 2010) en Leren en instructie. Psychologie van de leerling en het leerproces (Boekaerts & Simons, 2010), 75 modellen van onderwijs (Coppoolse & Vroegindeweij, 2010),

Beroeps / Competentiegericht onderwijs

Het volgende stuk gebaseerd op: van Streumer, Lappia, Kho, Keulers, Spierings, Veltman-van Vugt (2010), Coppoolse & Vroegindeweij (2010) en Valcke (2010).

Competentie gericht onderwijs is een visie op beroepsontwikkeling, omdat het onderwijs het ontwikkelen van vermogens om te kunnen handelen in de beroepspraktijk centraal stelt en niet geïsoleerde kennis en vaardigheden. Bedrijven hebben behoefte aan medewerkers die niet alleen theoretisch geschoold zijn, maar ook zelfstandig kunnen functioneren in de veranderende beroepspraktijk. Medewerkers moeten beschikken over het vermogen om op een juiste manier te handelen in specifieke beroepssituaties. Dat vermogen, vaak 'competentie' genoemd, omvat kennis en vaardigheden maar ook de houding van de medewerker.

In het competentiegerichte onderwijs staat het functioneren in de beroepspraktijk centraal. De opleiding is gericht op het verwerven van:

- beroepscompetenties (voor de uitoefening van het beroep)- burgerschapscompetenties (om als burger te kunnen functioneren in de maatschappij)- leercompetenties (vermogen om in verschillende opleidingssituaties te leren).

Drie uitgangspunten van competentiegericht leren

- er is een sterke relatie met de beroepspraktijk- de persoonlijke ontwikkeling en competentiegroei van de student staat centraal (maatwerk, denk daarbij ook aan rekening houden

met verschillende leerstijlen)- er is een krachtige leeromgeving

Achter het competentiegericht onderwijs (beroepsgericht onderwijs) zit een visie op leren die het sociaal constructivisme wordt genoemd.

Simons, (1999): ”Het sociaal constructivisme berust op het inzicht dat mensen zelf betekenis verlenen aan hun omgeving en dat sociale processen hierbij een belangrijke rol spelen. Ieder mens heeft zijn eigen manier om informatie te verwerken, construeert zijn eigen kennis, waarbij hij / zij sterk wordt beïnvloed door de reacties en opvattingen in zijn sociale omgeving”.

Volgens Boekaerts (2010): “Het begrip krachtige leeromgeving is een uitwerking geworden van een constructivistisch ideaal voor leeromgevingen. Dit zijn leeromgevingen waarin lerenden uitgedaagd worden om samen met elkaar actief te leren, met een duidelijk zicht op de functionaliteit van het leren en het geleerden (toepassingsperspectief), waarin het leren wordt gesitueerd in een concrete context en waarin de authenticiteit van die context zo hoog mogelijk is. Hierdoor kunnen lerenden vooral vanuit intrinsieke motivatie leren en worden zij geacht zoveel mogelijk zelfstandig hun leren te sturen en te controleren. De opleider is hierbij meer coach en begeleider dan overdrager van informatie” 

6

Page 7: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

Voor de leeractiviteiten binnen het curriculum zal ik o.a. kijken naar de bruikbaarheid van de skilslabmethode, de ontwikkelingsniveaus van Dreyfus uit 75 onderwijsmodellen Coppoolse & Vroegindeweij (2010), de taxonomie van Bloom, Romiszowski’s, zoals o.a. omschreven in onderwijskundig ontwerpen van Valcke (2010) en 75 onderwijsmodelen (Remco Coppoolse, 2010) en de 6 breinprincipes (BCL) die gebruik wordt binnen de opleiding.

Leeractiviteiten

Met leeractiviteiten wordt bedoeld, opdrachten die als activerende (leer)instrumenten binnen (competentie) beroepsgerichte opleiding plaats vinden. De opdrachten moeten aan zetten tot leren. Uitdagend en activerend zijn. Nauw verbonden aan de praktijk, betekenis vol en contextrijk. Bij de opdrachten wordt er niet allen gekeken naar domein specifieke kennis en vaardigheden of competenties, maar ook naar de hogere orde denk/leer vaardigheden. De opdrachten moeten elementen bevatten collaboratieve en/of coöperatief onderwijs. e.a.

Ten slotte heb ik vanuit het sociaal constructivisme en de wens voor meer samenwerking tijdens de leeractiviteiten, tussen de verschillende opleidingen ook een eerste verkenning gemaakt naar het samenwerkend leren met daarbij de verschillende tussen coöperatief en collaboratief leren. Hiervoor heb ik gebruik gemaakt van het boek: “Samenwerkend leren:” Ebbens & Ettekoven, (2009) en “Onderwijskundig ontwerpen” van Valcke (2010). Deze eerste verkenning heb ik in een schema weergegeven.

“Samenwerkend leren refereert naar het didactisch-organisatorisch gebruik van kleine groepen, waarin leerlingen samenwerken om hun eigen en elkaars leerproces te bevorderen.” Samenwerkend leren (Ebbens & Ettekoven, 2009).

Coöperatief leren Collaboratief leren

Taak wordt vooraf opgedeeld in subtaken, die groepsleden onafhankelijk van elkaar volbrengen.

Groepsleden kunnen wel bemerkingen geven en de informatie uit de subtaken verspreiden of elkaar helpen.

- meer directief vanuit leerkracht- (competitie)- voorgeschreven structuren- focus op product- beheersing van fundamentele kennis

Twee of meer leerlingen werken interactief en synchroon samen aan een taak.

Belangrijk is het discussieaspect: cognitieve vooruitgang wordt vooral verkregen door de uitwisselingen tussen lerende.

- filosofie, geen techniek- consensus i.p.v. competitie- respect voor mogelijkheden en bijdragen van elk groepslid- focus op proces / sociaal-constructivistisch product: waar komen

leerlingen uit?

Tools die gebruikt kunnen woorden zijn:

- JIGSAW: Jigsaw is een specifieke vorm van groepswerk waarbij studenten inwisselende deelgroepen zitten en de eigen expertise, verworven in de eerste deelgroep, inbrengen in de tweede deelgroep.

- PAL: een verzamelterm voor allerlei strategieën die beogen het leerproces tefaciliteren via de actieve en interactieve tussenkomst van andere lerende die geen professionele leerkrachten zijn bijvoorbeeld: peertutoren, peer coaching

- CSCL: Computer-supported collaborative learning

Deelvraag 2 Een eerste verkenning: Wat zegt de literatuur over het ontwerpen van een curriculum?

Mijn onderzoek richt zich op het systematisch ontwerpen van een curriculum. Hiervoor is mijn eerste verkenning geweest in de boeken: Onderwijskundig ontwerpen (Valcke, 2010), 75 modellen van onderwijs Coppoolse & Vroegindeweij, (2010), “The systematic design of instruction” van Dick, Carey, & Carey, (2009). Publicatie van SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling: ‘Leerplan in ontwikkeling’ (2009) en de website van het SLO.

Modellen die beschikbaar zijn:

1. Het system Approach model, Van Dick en Carry beschrijft in negen stappen, hoe de ontwerper kan komen tot en instructie voor het aansturen van leren. Voor het ontwerpproces

2. 4C/ID Model van Merriënboer, ontwerpmethodiek voor onderwijsprogramma’s waarbij integrale beroepstaken worden aangeleerd met aandacht voor de componenten van deze taken.

3. Curriculaire spinnenweb (Van den Akker, 2003)

7

Page 8: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

8

Page 9: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

Deelvraag 3 Een eerste verkenning: 3. Hoe sluiten de curricula van de huidige opleidingen nu op elkaar aan?

Het analyseren van de verschillende curricula zal ik waarschijnlijk doen met het curriculair Spinnenweb J.J.H. Van den Akker (2003). Ik zal gebruik maken van de tools van: http://cursuscurriculumontwerp.slo.nl/toolkit/.

De kern van een leerplan betreft doorgaans de doelen en inhouden van het leren. Veranderingen in die kern veronderstellen meestal ook wijzigingen in andere leerplanonderdelen. Een verhelderende manier om een en ander in samenhang te visualiseren is het zogenaamde curriculaire spinnenweb (Van den Akker, 2003).

De kern en de negen draden van het spinnenweb verwijzen naar tien onderdelen van het curriculum die elk een vraag over het (plannen van) leren door leerlingen betreffen. In het spinnenweb fungeert het onderdeel ‘visie’ als centrale, verbindende schakel; de overige onderdelen (leerplanaspecten) zijn verbonden met die visie. Idealiter zijn ze ook met elkaar verbonden, zodat er sprake is van consistentie en samenhang. De metafoor van het spinnenweb onderstreept het kwetsbare karakter van een curriculum. Spinnenwebben zijn weliswaar enigszins flexibel maar dreigen toch te scheuren als er te hard en eenzijdig aan bepaalde draden getrokken wordt zonder dat de andere draden meebewegen.

Onderzoeksaanpak

Schematisch overzicht van de onderzoeksactiviteiten. (verzamelen, analyseren, concluderen)

Deelvraag 1 Welke eisen worden er gesteld vanuit alle betrokken partijen?

Onderzoeksactiviteit

Wie / Wat Verzamelen van dataHoe

Wijze van analyseren concluderen data

Organisatie:Managementdocenten

Bevragen: d.m.v. Interview en/ of vragenlijst

Analysemethode 11 Horizontaal vergelijken(evalueren aan de hand van vooraf opgestelde criteria)

Opstellen overzicht van eisen

Studenten: Bevragen: d.m.v. Interview en/ of vragenlijst

Analysemethode 11 Horizontaal vergelijken(evalueren aan de hand van vooraf opgestelde criteria)

Opstellen overzicht van eisen

Literatuur: Bestuderen van verschillende beleidstukken

Analysemethode 9: de data analyseren aan de hand van categorieën.

Supra Macro Micro Meso Micro Nano

Opstellen overzicht van eisen

Deelvraag 2 Wat zegt de literatuur over het ontwerpen van een curriculum?

Onderzoeksactiviteit

Wie / Wat Verzamelen van data Wijze van analyseren data

Wijze van concluderen data

De literatuur over het ontwerpen van een curriculum

Bestuderen Analysemethode 10: de analyseresultaten vangestructureerde data laten illustreren met behulp van concrete voorbeelden.

Overzicht maken van verschillende ontwerpmodellen: de essentie van het model en de visie op leren, en de daarbij behorende keuze weergeven

9

Page 10: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

Deelvraag 3 Hoe sluiten de curricula van de huidige opleidingen nu op elkaar aan?

Onderzoeksactiviteit

Wie / Wat Verzamelen van data Wijze van analyseren data

Wijze van concluderen data

Analyseren van de huidige curricula

Analyseren / bestuderen Analyseren via Curriculair spinnenweb.Analysemethode 10: de analyseresultaten vangestructureerde data laten illustreren met behulp van concrete voorbeelden.

Schematisch overzicht van verschillen en overeenkomsten en verbeterpunten.

Validiteit & betrouwbaarheid

Triangulatie: Door een mix te maken van de verschillende triangulatievormen bij de verschillende deelvragen:

1. Bron triangulatie: bij deelvraag 1, 2, 32. Methodische Triangulatie: Verschillende methode te gebruiken bij het verzamelen van data

deelvraag 13. Onderzoektriangulatie: bij deelvraag 1, door middel van collega’s in te zetten bij de data

verzameling

Communicatie: bij de verschillende onderzoeksactiviteiten zal ik verschillende actoren betrekken om draagvlak en betrokkenheid te creëren, feedback te krijgen tijdens het onderzoeksproces. De eerste lijn van communicatie zijn:

- Managementteam: bestaande uit: adjunct-directeur, Onderwijsleider en beleidsmedewerker- Direct betrokken collega’s van het team KOK en Gastheer/vrouw.- Direct betrokken studenten van de verschillende opleidingsniveau’s.

Transparantie: het onderzoeksproces, inclusief alle onderzoeksstappen, interventies, reflecties en overdenkingen, documenteren in een logboek en deze publiceren op het interne portaal of blog.

Inzicht in het praktijkprobleem: Door een duidelijk en zeer complete probleemanalyse vanuit de verschillende betrokken partijen en de methode (5w en 1xH) zoals omschreven in mijn onderzoeksopzet.

Inzicht in de organisatie: in het ontwerp proces zal de context nog verder worden uitgewerkt buiten de eerste aanzet om in deze onderzoeksopzet om dat veel van de kaders nog niet duidelijk zijn.

Inzicht in verschillende perspectieven: door bewust te zijn van mijn eigen rol binnen dit onderzoek, inclusief mijn eigen gedachten, ideeën, veronderstellingen, ervaringen, visie op onderwijs en eigen belangen.

10

Page 11: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

Rapporteren & presesteren

Wijze van Reportage

Mijn strategiebepaling: Omdat dit onderzoek de basis vormt voor het verder ontwikkelen van de verbeterde horeca opleiding is het noodzakelijk, dat ik draagvlak creëer bij de verschillende actoren. Door ze mee te nemen in het onderzoeksproces en ze ook te betrekken bij dit proces probeer ik draagvlak te bereiken. De strategie die ik kies zal zijn de acht veranderingsstappen van Kotter(1995), zie bijlage 1. Door bijvoorbeeld al vanaf deelvraag 1 urgentie besef te creëren (op basis van hun eigen input) hoop ik dat de resultaten van het onderzoek breed gedragen zullen worden. Door tussen te rapportages te schrijven en feedback te vragen neem ik hen mee in het proces.

Tussentijdse rapportage: Doel: Informeren, dialogiseren, formering

Na elke deelvraag zal ik de opbrengsten naar buiten brengen. Dit gebeurt op verschillende manieren. Zodat ik om de validiteit van mijn onderzoek te garanderen om tussen producten te laten voorzien van feedback door de verschillende betrokkenen.

- Deelvraag 1: Overzicht van eisen op verschillende niveaus. - Deelvraag 2: Doormiddel van een korte samenvatting waarin ik doormiddel

korte omschrijvingen de gevonden informatie weergeef en de keuze / visie die daaruit is ontstaan.

- Deelvraag 3 Doormiddel van een schematisch overzicht van de gevonden informatie, met daarbij aangegeven waar er verbetering zal moeten plaats vinden.

Presenteren: Ik zal de opbrengsten op regelmatige basis toelichten tijdens de teamvergaderingen. De feedback kan ik weer verwerken in de verdere onderzoekcyclus.

Rapporteren en presenteren van de opbrengsten:

De doelgroep waaraan het eindproduct moet worden gepresenteerd zijn in eerste instantie:

- De professionals in de organisatie, die onderwijs aansturen en ondersteunen, - De professionals in de organisatie, die onderwijs geven en maken- De professionals buiten de organisatie, die onderwijs ondersteunen

Het eindproduct zal bestaan uit: Een plan van aanpak, met daarin het Curriculum op macro-en meso niveau ter ondersteuning voor de volgende stappen van het ontwerpproces.

- Theoretische onderbouwing - Een didactisch en pedagogisch model.- Vastgestelde format en vormgevingseisen - Vastgestelde kaders ten behoeve aan facilitering voor het ontwerp- en schrijfproces van de

opleiding en de leeractiviteiten- Overige beschreven randvoorwaarden

Buiten het eindproduct om, zal ik onderzoekartikel aanleveren die via onze interne afdeling communicatie verspreid zal worden via de nieuwsbrieven binnen het Albeda College. Eerder heb ik aangegeven (zie validiteit ) dat ik een logboek/ blog zal bijhouden. Deze zal als een verslaglegging dienen van het verloop van het onderzoek.

11

Page 12: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

Plannen

Een globale eerste planning van de verschillende onderzoeksactiviteiten.

Fase /Onderzoek activiteit

Deelvraag Data Hoe Wat / wie

Oriënteren September 2011 t/m maart 2011

Richten September 2011 t/m 16 maart 2012

Inleveren van onderzoeksopzet

OntwerpenOnderzoeksopzet

16 maart t/m juni 2012 Vaststellen van de definitieve dataverzameling methode

Vragen opstellenControle lijst opstellen aan de hand van theorie over ontwerpen

1 Verzamelen Deelvraag 1 Feb / maart 2011 / 2012 Bevragen & Bestuderen Organisatie, docenten en literatuur en publicaties

Deelvraag 2 maart 2012 / september 2012

Bestuderen Literatuur en publicaties

Deelvraag 3 maart 2012 / april 2012 Bestuderen & analyseren

Curricula

2. Analyseren en concluderen Deelvraag 1 Tweede helft 2012 Tussentijdse reportageTeamoverleg

Zie rapporteren en presenteren

Deelvraag 2 Tweede helft 2012 Tussentijdse reportageTeamoverleg

Zie rapporteren en presenteren

Deelvraag 3 Tweede helft 2012 Tussentijdse reportageTeamoverleg

Zie rapporteren en presenteren

3 Rapporteren en presenteren Derde / vierde helft 2012 Presenteren Plan van aan pak voor vervolg stappen (zie rapporteren en presenteren)

Bibliografie

Boeken

Boekaerts, M., & Simons, P. (2010). Leren en instructie. Psychologie van de leerling en het leerproces. Assen: Koninklijke Van Gorcum.

Colo, & Kenwerk. (2010, 12 15). Landelijke Kwalificaties MBO KOK(Cohort 2011 - 2012). Zoetemeer, Nederland: Colo / Kenwerk.

Coppoolse , R., & Vroegindeweij, D. (2010). 75 Modellen van het onderwijs (1e ed.). Houten, Groningen, Nederland: Noordhoff uitgevers.

Dick, W., Carey, L., & Carey, J. (2009). The systematic Design of Instruction (7e ed.). Londom: Pearson Education Ltd.

Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2009). Samenwerkend leren (2e ed.). Houten, Groningen, Nederland: Noordhoff Uitgevers Groningen.

Hoogeveen, P., & Winkels, J. (2011). Het didactische werkvormenboek (10e ed.). Van Gorcum.Streumer, J., Lappia, J., Kho, M., Keulers, O., Spierings , F., & Veltman-van Vugt, F. (2010). De kracht

van werkplekleren. (J. Streumer, Red.) Den Haag, nederland: Boom Lemma uitgevers.Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Gent: Academia Press.Crone, A. E. (2008). Het puberende brein (1 ed.). Amsterdam, Nederland: prometheus.

12

Page 13: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

Publicaties & websites

Albeda College. (2011). Albeda in perspectief. Jaarverslag 2010. Rotterdam: Albeda College.van Bijsterveld-Vliegenthart, M. (2011, 2 16). Actieplan mbo 'Focus op Vakmanschap 2011-2015’.Abbenhuis, R., Klein Tank, M., van Lanschot, V., van Mossel, G., Nieveen , N., Oosterloo, A., et al.

(2008, december). Curriculair leiderschap. Over curriculaire samenhang, samenwerking en leiderschap in het onderwijs. SLO Nationaal expertisecentrum en leerplanontwikkeling.

Colo, & Kenwerk. (2010, 12 15). Landelijke Kwalificaties MBO KOK(Cohort 2011 - 2012). Zoetemeer, Nederland: Colo / Kenwerk.

Het talentenlab. (sd). Opgeroepen op 2 29, 2012, van Bloom's Taxonomy: http://www.hettalentenlab.nl/page17.php

Loopbaan & Burgerschap. (sd). Opgeroepen op 3 21, 2012, van Kwalificatiesmbo.nl: http://www.kwalificatiesmbo.nl/leren-loopbaan-en-burgerschap.html

Website van beroepsonderwijs en bedrijfsleven. (sd). Opgeroepen op 4 8, 2012, van Kwalificaties MBO: http://prod.pub.kwalificatiesmbo.nl/DossierDetails.aspx

Onderwijs inspectie. (2012). Toezichtkader bve. Opgeroepen op Oktober 9, 2011, van http://www.onderwijsinspectie.nl/binaries/content/assets/Actueel_publicaties/2011/Toezichtkader+bve+2012.pdf

BCL, i. (sd). Opgeroepen op oktober 1, 2010, van http://www.bclinstituut.nl/zesbreinprincipes.html: http://www.bclinstituut.nl/centraalleren.html

Studiehandleiding 90760 KOK. (2012-2013). Opgeroepen op 3 21, 2012, van https://teams.albeda.nl/sites/H-T-Opleidingssite-BPV-Horeca/Studiehandleiding/Koksopleidingen/Locatie%20Rosestraat/Studiehandleiding%2090760%20Kok%20BOL%20RSS%202011-2013.pdf&AuthResend1908BC2350124b5095AB75012FA405BA

Lijst met afkortingen

BPV BeroepspraktijkvormingBSP Binnenschoolse praktijkvormingBBL Beroeps Begeleidende Leerweg

STO Student tevredenheidsonderzoekMBO Middelbaar beroepsonderwijs

13

Page 14: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

Bijlage 1

De veranderingsfase van Kotter (1995)

Voor het vormgeven van het plan van aanpak zal ik gebruik veranderingsfase van Kotter(1995)

Veranderstap Hoe is het nu Waar wil je naar toe Welke betekenisvolle actie ga je inzetten.

Urgentiebesef

Leidende Coalitie

Visie en strategie ontwikkelen

Visie en strategie communiceren

Draagvlak creëren

Korte termijn successen genereren

Verbetering consoliderend

Verankeren in de cultuur

14

Page 15: martinferdinandgroenewegenvanderweijden.files.wordpress.com… · Web viewTevens staat er een grote verandering voor de deur. In het actieplan mbo: focus op vakmanschap 2011-2015

Praktijkonderzoek

Bijlage 2

Tendens Kok Tendens Kok faciliteert de driehoek tussen de school, het leerbedrijf en de leerling met kwalitatief goed en samenhangend materiaal. Met Tendens Kok bent u volledig toegerust voor competentiegericht opleiden en leren. In het kortTendens Kok richt zich op twee pijlers: de leerling én de praktijk staan centraal. Het is een compleet leermiddelenarrangement waarin zelfstandig werken en onderwijs op maat kernbegrippen zijn.Tendens Kok bestaat uit een compleet pakket met toetsen, docentenhandleidingen en ondersteuning voor de leermeesters.

Voor de leerlingDe leerling heeft naast de opdrachten beschikking over de website www.onzekeuken.nl met onder andere films, bronnen, formulieren en interactieve opdrachten. Voor de docentAntwoordmodellen, toetsen voor het programma WinToets 4.0. De toetsvragen zijn uitgesplitst per GOE. Met behulp van een inlogcode is het docentenmateriaal beschikbaar voor docenten die gebruikmaken van de methode Tendens Kok.

Tendenslesmethode bestaat uit de volgende leermiddelen:

Resiba’sFullcolour naslagwerk bestaande uit twee handzame boeken, Resiba deel 1,2 en 3 plus een trefwoordenlijst.

Folio materiaalDe werkmaterialen van de leerlingen bestaan uit verschillende werkboeken. In het werkmateriaal wordt uitgegaan van de volgende bedrijfsformules en parties:  

- ABV-module - Oriëntatiemodule - GOE 1-13.

Binnen een bedrijfsformule zijn de beroepsspecifieke situaties (BSS) uitgewerkt in zogenaamde geïntegreerde onderwijseenheden (GOE’s).  Onze keuken.nlDe leerling heeft naast de opdrachten beschikking over de website www.onzekeuken.nl met onder andere films, bronnen, formulieren en interactieve opdrachten.

15