Den Belleman 5

12
denbelleman verschijnt driemaandelijks / april 2010 - nr. 5 ronsisch onafhankelijk blad Beste lezer, De lente maakt zich op kousenvoeten meester van onzegewes- ten; getuigen zijn de prille lentebloesems, frivool zingende en gezwind rondzwadderende vogeltjes, de heerlijke warmte van de zon op uw gezicht en de nieuwe editie van Den Belleman. In deze editie kaarten wij het prangende probleem van het zure negativisme over Ronse aan. In de supermarkt, op straat of op café. Niemand ontsnapt nog aan het vervelende, ondoordachte en intussen ook wat afgezaagde gezeur over onze gemeente. We laten deze kwestie uitdiepen door een eigenzinnige gast- schrijver en de immer kritische leden van onze eigenste ‘Inquisitie’. In het verleden werd ons immers gevraagd met een nog kritischere pen te schrijven. Uit deze reacties en met de nodige reflectie gaven we Jonathan Sadaune de vrijheid om zijn betonhard ganzenveer ter hande te nemen. Uiteraard brengen we u het vervolg van de onnavolgbare ver- halen van José Plume, een vaste waarde die onze periodiek tot een hoger niveau brengt. Verder zal u merken dat onze vrijwil- lige redactie weer een kop meer telt, Joost Elet. ‘Weg met het zuur chagrijn’ is niet het gemakkelijkste thema maar we wilden het niet uit de weg gaan. Vanuit het ‘Tuupe vuir Ronse’ project, dat wij volmondig steunen is dit een belangrijk werkpunt. Laat dit een aanzet zijn tot onderkenning van deze issue onder de bevolking en een eerste stap richting de Renaixance! Zoals steeds hopen wij u te vermaken, te informeren, maar bovenal willen wij u ook over dit thema aan het denken zetten. Laat ons van deze lente samen een Ronsische lente maken! Mei de compliementen vaan Den Belleman en het ging vooruit... weg met het negatieve chagrijn. leve ronse ! Illustratie : Niels Cnudde

description

Inkijkexemplaar van Den Belleman nummer 5

Transcript of Den Belleman 5

Page 1: Den Belleman 5

denbellemanverschijnt driemaandelijks / april 2010 - nr. 5

ronsisch onafhankelijk blad

Beste lezer,

De lente maakt zich op kousenvoeten meester van onzegewes-ten; getuigen zijn de prille lentebloesems, frivool zingende en gezwind rondzwadderende vogeltjes, de heerlijke warmte van de zon op uw gezicht en de nieuwe editie van Den Belleman. In deze editie kaarten wij het prangende probleem van het zure negativisme over Ronse aan. In de supermarkt, op straat of op café. Niemand ontsnapt nog aan het vervelende, ondoordachte en intussen ook wat afgezaagde gezeur over onze gemeente. We laten deze kwestie uitdiepen door een eigenzinnige gast-schrijver en de immer kritische leden van onze eigenste ‘Inquisitie’. In het verleden werd ons immers gevraagd met een nog kritischere pen te schrijven. Uit deze reacties en met de nodige reflectie gaven we Jonathan Sadaune de vrijheid om zijn betonhard ganzenveer ter hande te nemen.Uiteraard brengen we u het vervolg van de onnavolgbare ver-halen van José Plume, een vaste waarde die onze periodiek tot een hoger niveau brengt. Verder zal u merken dat onze vrijwil-lige redactie weer een kop meer telt, Joost Elet.

‘Weg met het zuur chagrijn’ is niet het gemakkelijkste thema maar we wilden het niet uit de weg gaan. Vanuit het ‘Tuupe vuir Ronse’ project, dat wij volmondig steunen is dit een belangrijk werkpunt. Laat dit een aanzet zijn tot onderkenning van deze issue onder de bevolking en een eerste stap richting de Renaixance!

Zoals steeds hopen wij u te vermaken, te informeren, maar bovenal willen wij u ook over dit thema aan het denken zetten. Laat ons van deze lente samen een Ronsische lente maken!

Mei de compliementen vaan Den Belleman

en het ging vooruit... weg met het negatieve chagrijn. leve ronse !

Illustratie : Niels Cnudde

Page 2: Den Belleman 5

denbelleman2

positiefronse  3  elk vogeltje zingt

  4  5 redenen om een fier Ronsenaar te zijn

  5  voor eens en voor altijd

denbommel  6 -7  een blik in de achteruitkijkspiegel

deinquisitie  8  j’accuse

  9  waarom zuur chagrijn niet loont

cultuur  10   en na° goeme zingen !

eennieuwepen  11  de kracht van positief denken

Ons team

Hoofdredactie :

Yann Verhellen Voorzitter en eindredacteur

Jonathan Jouret Ondervoorzitter en eindredacteur

Medewerkers :

José Plume, Jonathan Sadaune Robin Devroe Sarah Parent & Eva Verhellen Simon Demeulemeester Joost Elet

Contactgegevens : [email protected] Gsm 0477-18 55 90 http://issuu.com/denbelleman

Den Belleman wordt gedrukt envormgegeven door Grafoman op hoogwaardig ecologisch verantwoord recyclagepapier.

zijn we niet allen één grote

?

Page 3: Den Belleman 5

3denbellemanpositief ronse

Jonathan Jouret

We hebben het nieuwe starterscentrum, het textielincubatiecentrum (TIO3) komt er bijna, de stadstuin dient net nog omgeploegd te worden en er kan op gebouwd worden, sommigen zeggen echter dat het een speeltuin voor rijken wordt, maar swat. Er wordt zelf over integratie gepraat. Kortom alles en iedereen is ‘goe bezig’, alles en iedereen is content. Of niet? Nee? Blijkbaar niet. En hoe komt dat meneer?

elk vogeltje zingtOmdat Ronse blijkbaar ook de thuisbasis is van een legertje azijnpissers die er een sport van maken het feest deftig te durven verstoren (het woord verkloten mocht ik niet gebruiken voor de goede zede). Komt daar nog bij dat de vrienden van de kritiek met veel graagte gevoed worden door de media. Media die het blijkbaar doodleuk vinden om op regelmatige basis (al dan niet goed doordacht) eens iets negatiefs te vertellen over onze Hermesstad; gewoon, ‘voor de leute’ zeker? Maar ik hoor het de democratische mens in u al vragen: ”Moet negatieve bericht-geving dan gestuurd of gecensureerd worden?” Nee! Absoluut niet. Maar het is toch ook niet nodig de steeds meer op sensatie gerichte publieke opinie te voeden met negatieve berichtgeving. Elk vogeltje zingt immers zoals hij gebekt is of naargelang wat men door zijn strot jaagt.

Nu ja, wat gebeurt moet gezegd of geschreven worden, maar er zijn er die er een sport van maken onze geliefde stad in het belachelijke te trekken. Het is dezelfde scène als die van Van Rompuy in Europa toen de Brit Nigel ‘I don’t want to be rude’ Farage onze ex-premier onterecht de huid vol schold. Van Rompuy reageerde niet, maar moest toch naar lucht happen. Het moment erop neemt Martin Schultz (een Duitser!) het voor onze landgenoot op door te zeggen dat als die verdomde Brit het niet naar believen heeft, hij maar beter opstapt. In Ronse is het niet anders : Quand ça ne vous plaît pas messieurs, mesdames, la porte est là ! Wij Ronsenaars met een hart voor onze stad, hoeven het niet te pikken dat chagrijnige dooddoeners de boel verzuren en het bijgevolg ook voor de rest kapot maken. Al ligt niet alle schuld bij hen alleen. Het huidige politieke klimaat van ‘er is geen vuiltje aan de lucht’ doet er ook geen goed aan. Spelletjes in achterkamers van het stadhuis over pakweg Nederlandstalige straatnaamborden, het afschaffen van de taalfaciliteiten of de bussen naar Schorisse worden gretig gesmaakt bij ‘Ronsische critici’.En helemaal ongelijk kun je ze niet geven, want consequentie is hier helemaal zoek. Geef nu zelf toe: hoe absurd is het niet dat het wél mogelijk is je adminis-tratieve papieren aan te vragen in het Frans, maar dat het vermelden van ‘Renaix’ op een bus een overtreding is van de taalwetgeving? Ook wij van Den Belleman zijn niet vies van een vergelijking ad absurdum en daarom is het bijgevolg vanaf heden ook verboden om met pakweg een Renault Espace of een Citroën Pluriel door de centrumstraten te scheuren indien men deze taalhoffelijke wet niet wil schenden. En daarmee weten we nu ook waarschijnlijk waarom de doortrekking van de spoorlijn Gent-Ronse-Tournai er niet meer zal komen.

Al zal het fiere stalen ros net zoals de echte Ronsenaar zich niet laten bedwingen door een leeuw met klauwen die Franse letters ‘afschart’ op pleintjes en bussen en bordjes en treintjes.

Page 4: Den Belleman 5

denbelleman4 positief ronse

1. Een omgeving die qua natuurlijke schoonheid in Vlaanderen haar gelijke niet kent:

Speur op een verloren moment eens met gefocuste Argusogen rustig de horizon af. De kans is groot dat je bij het beogen van de glooiing aan de kim te binnen schiet dat er een soort intrinsieke schoonheid uitstraalt van het bezichtigde landschap. Eens ontwaakt uit de diepe gelukzalige trance die werd geëvoceerd door al dit moois kan je jezelf vast nauwelijks in tomen en trek je er ongetwijfeld met volle goesting op uit. Van de Kruis-sens tot het Pays des Collines, uw ogen zullen de kost krijgen!

2. Tweetaligheid als troef:

Zonder dieper in te gaan op de kwakkel van de taalfaciliteiten (waar we ons liefst zo snel mogelijk van ontdoen) willen we toch benadrukken dat Ronse een gemeente moet blijven waar maximale taalhoffelijkheid heerst. Tweetaligheid is een troef en niet enkel naar onderwijsmogelijkheden toe. Een polyglot kan paden bewandelen die voor eenta-ligen gesloten blijven. In Ronse spreekt men Nederlands en Frans schrijlings door elkaar, en wij hopen dat hier in de toekomst geen verandering in komt!

3. Een gemeente met historie en karakter:

Ronse heeft een rijke geschiedenis als vervlogen industriële textielgrootmacht. In combinatie met de unieke geografische ligging en het soms wat ongelukkige politieke wedervaren kom je tot een unicum dat de slappe koord tussen taal en cultuur met vallen en opstaan tracht te bewandelen. Wij nodigen jullie uit je te verdiepen in de cultuurhistorische ontwikkeling van onze gemeente om tot een beter begrip te komen van de huidige situatie.

4. Een gemotiveerde equipe achter de schermen:

Verwijderd van blootstelling aan het naakte netvlies werken dagelijks talloze gemoti-veerde vorsers aan de wederopstanding en uitbouw van Ronse. Niet enkel vanuit het stadsbestuur, maar ook vanuit het maatschappelijke middenveld schieten voluntaristi-sche initiatieven als wellustige zwammen uit de grond. Denken we maar aan de sociale beweging met inhoudelijke ruggengraat ‘Tuupe vuir Ronse’. Deze laten het afgezaagde doemdenken voor wat het is en dragen elk op hun eigen manier bij aan wat men de ‘Renaixance’ is gaan noemen. Hun benevolentie en gracieuze minzaamheid verdient ons uiterste respect.

5. Met z’n 23.827 ten strijde:

Ronse telt 23.827 zielen, 23.827 ridders die zich allen achter de wedergeboorte van onze stad kunnen scharen. Wij maken ons geen illusies, niet al deze mensen zullen zich de moeite getroosten hun verzadigde achterwerk krampachtig uit hun luie fauteuil te lichten en de beste stuurmannen zullen immer aan wal blijven staan. Toch geloven wij in een breed maatschappelijk draagvlak voor onze boodschap en zijn we er ten volle van overtuigd dat er zich een aanzwellende groep enthousiastelingen zal ontwikkelen die schouder aan schouder zullen maken dat de Renaixance geen verre droom blijft!

Terwijl we allen nietsvermoedend worden overspoeld door een golf van negativisme over onze stad, waarin het leven lijkt verworden tot een eeuwigdurende schipbreuk, schijnen we te zijn vergeten hoe goed we het hier wel hebben. De geneugten van het bestaan als inwoner van het aanminnige Ronse gaan aan ons voorbij, dat terwijl ze er ontegenzeglijk zijn. Voor zij die niet houden van schijnbaar ongestructureerd prozaïsch gedram vatten wij de Unique Selling Propositions (ja ook wij spreken marketees) van Rothnacum even bondig voor u samen.

5 redenen om eenfier ronsenaar te zijn

Yann Verhellen

Page 5: Den Belleman 5

5denbellemanpositief ronse

voor eens en voor altijd

De taalhoffelijke stad, utopie of werkelijkheid? Wij hopen alvast dat dit werkelijkheid wordt. Het is een lange weg, de zee is diep en woest en de kapitein is onervaren. Want hoe pakken we in een middelgrote gemeente als Ronse de problemen aan waarmee vandaag verschillende Europese grootsteden mee te kampen hebben. U vindt hier geen antwoorden, noch suggesties.

Jonathan Jouret

Laten we ons verplaatsen naar het Ronse van de jaren ’60. 1963 om precies te zijn. In dat jaar wordt de taalstrijd zo goed als beëindigd door het trekken van een taalgrens. Deze ‘oplossing’ werd de kiem van allerlei nieuwe proble-men die de jaren daarop de kop zullen opsteken in de met taalfaciliteiten voorziene gemeenten. Ronse kreeg een geo – en demografisch voordeel met de wijken Breucq, Durenne en Koekamer die bij het grondgebied worden toe-gewezen. Om alles een beetje vlotter te laten verlopen (deze wijken werden voornamelijk door Franstaligen bewoond) krijgen zij, en alle anderen die er gebruik van wensen te maken, het faciliteitenvoordeel. “Tzoe no°g moer daa mankieren”, hoor ik mijn grootmoeder roepen. U begrijpt dus dat de faciliteiten er kwamen om op aanvraag documenten in het Frans te verkrijgen voor diegenen die het nodig achten; nota bene bedoeld voor een belangrijke (!) minderheidsgroep zoals vastgelegd in het betreffende KB. Een belangrijke minderheidsgroep…Weet u wat dat wil zeggen? Meer dan 30% Franstalige inwoners. En dan roepen: “Ronse is geen tweetalige stad”…

”officieel”, voeg ik er dan graag aan toe.De noodzaak was er indertijd, een probleem werd hiermee opgelost en van-daag wordt deze kwestie ten eerste misbruikt en ten tweede geconsumeerd.Misbruikt door politici om hun o zo belangrijke ‘gelijk’ te halen (want be-langrijkere zaken hebben geen haast) en geconsumeerd door allochtone in-wijkelingen die gretig gebruik maken van het systeem (en kunnen we het ze kwalijk nemen?). U moet niet antwoorden, ik zal het doen: neen. Indien u door uw handige boekhouder een manier vindt om minder belas-tingen te betalen, dan twijfelt u ook geen moment. Indien voor sommige bevolkingsgroepen daarin een kans ligt het comfortabeler doorbrengen in een land die niet hun vaderland is dan twijfelen ook zij geen seconde. Van mij is iedereen welkom, al moeten we een halt toe roepen aan de negatieve instroom van allochtonen uit de Brusselse rand die na onze hoofdstad ook ons Ronse willen naar de verdoemenis helpen. Tegen hen, en tegen ieder-een die slechte bedoelingen heeft, moet zo snel mogelijk worden ingegrepen. Desnoods met de harde hand. En in deze sfeer ligt de taalfaciliteitenproblematiek van vandaag. Er is niets mis met het naar je hand zetten van een wet. Maar er is wel iets mis met het crimineel misbruiken ervan. Er moet dan ook zo snel mogelijk hieromtrent een oplossing gezocht worden, zowel lokaal als federaal. Maar laten we ons in deze context vooral niet verblinden door xenofobie en extreem rechts ge-dachtegoed maar laten we kennis maken met hen die we nog niet kennen.

Ik hoop dat we kunnen evolueren naar een taalhoffelijke stad en dit reeds dienen toe te passen op onze broeders die hier reeds vele jaren zijn en de-gelijk ingeburgerd zijn. En laat ons dat ook zijn tegenover mensen die het omwille van de een of andere omstandigheid in zijn of haar land niet meer zag zitten en heil zocht elders, onder onze mooie Sint-Hermestoren.

Page 6: Den Belleman 5

den bommeldenbelleman6

een blik in de achteruitkijkspiegel

In deze Belleman willen we het hebben over het eens zo populaire kaatsen, de volkssport bij uitstek die thans volledig uit ons straatbeeld is verdwenen. De herkomst van dit balspel is niet duidelijk. Sommigen verwijzen zelfs naar de Romeinen en nog anderen menen te weten dat er reeds een vorm van kaatsen bestond bij de oude Grieken en in Egypte. In ieder geval bleek het kaatsspel omstreeks de jaren 1500 druk beoefend te zijn geworden in Frankrijk. Andere bronnen verwijzen naar Spaanse krijgsgevangenen die in 1812 een balletje sloegen in Doornik. Feit is dat omstreeks deze tijd in onze contreien de eerste wedstrijden werden georganiseerd tussen ploegen uit omliggende steden en gemeenten. Uit archieven blijkt ook dat enkele dappere Belgen in 1887 de kaatssport gingen promoten in Friesland, waar tot op vandaag nog wordt gekaatst.José Plume

Bij ons bloeide de kaatssport vooral in de Denderstreek, Vlaams-Brabant - zeg maar het Pajottenland -, Henegouwen en de provincie Namen. Ploegen als Kerksken, Baasrode, Galmaarden en het nabije Thieulain spreken dan ook tot de verbeelding. Ook in Noord-Frankrijk wordt de kaatssport nog beoefend. Denken we maar aan de ploeg van Maubeuge die zich in de Belgische competitie meet met de crème de la crème in eerste afdeling.

Ook te Ronse was de kaatssport vroeger immens populair. Talrijk waren de stra-ten waar zo’n vijftig jaar geleden een club gevestigd was in één van de vele volkscafé’s die toen goed boerden. Tijdens het weekend werd soms aangetreden met drie ploegen in verschillende reeksen. Deze competitie was ei zo na een lo-kale aangelegenheid, hetgeen de contaCten tussen het Ronsisch supportersheir bevorderde.

Aangezien het verkeer in die jaren veel minder druk was dan vandaag konden de wedstrijden gewoon op straat doorgaan. De lijnen van het terrein werden voor de wedstrijd met kalk aangebracht en vooruit met de geit. Wanneer het gebeurde dat een auto opdaagde wachtte deze wel even tot na de aan de gang zijnde spel-fase om zich een weg te banen doorheen een wirwar van spelers, scheidsrechter en – niet te vergeten – de “saassezeeter”. Nadien werd het spel gewoon hervat.

Dat de kaatssport aanvankelijk een Waalse aangelegenheid was bleek duidelijk uit de terminologie die bij het spel gebezigd werd. Zo sprak men van ‘mauvaise’ wanneer de bal buiten viel en ‘au dessus’ wanneer een speler er in slaagde een punt te scoren door de bal tot in het verlengde van het terrein te meppen. Er was ook sprake van een ‘tamis’en een ‘courte’. De score werd uitgedrukt in ‘quinze, trente, quarante’ en ‘jeu’ of ‘jeu blanc’. De plaatsen die de vijf spelers van iedere ploeg innamen waren de ‘eerste cordon, tweede cordon, petit-milieu, grand-mi-lieu en grand arrière’.

Bij de oudste van de vele tientallen kaatsclubs die alhier vroeger het mooie weer maakten horen ongetwijfeld pelote Avenir, “den” Bacchus, den Espérance, Hoger Op, pelote Narcisse, de Patars, de Cité en de Rode Beren. De meeste daarvan bestonden reeds voor de Tweede Wereldoorlog. Alle clubs opnoemen, waarbij echte uitschieters zoals de Califeys zou ons te ver leiden.Om dit stukje af te ronden laten we een man aan het woord die met kennis van zaken getuigenis kan afleggen omtrent het reilen en zeilen van de kaatssport in Ronse in vroegere tijden.

Albert Schiettecatte (90) leek ons daarbij the right man on the right place. Albert was immers gedurende vele jaren één van onze talentrijkste kaatsers die een reputatie had om U tegen te zeggen.

Dit beminnelijk Ronsisch kaatsicoon vertelde ons wat volgt : “Ik was acht jaar oud toen ik voor het eerst kennis maakte met de kaatssport. In de Prinskouter, waar mijn wieg stond, mocht ik de ‘saasse’ zetten. Ik kreeg daarvoor 25 centiemen van iedere speler. Wanneer ik dit de zaterdag en de zon-dag deed had ik genoeg verdiend om de cinemavoorstelling bij te wonen bij ‘de Veeten Baptiste’, de legendarische bioscoop op de J.B. Guissetplaats. Als speler debuteerde ik in de ploeg van Tiste Baak in de Zonnestraat, op de hoek van de Gasmeterstraat. Ik was 12 of 13 jaar oud. Na enige tijd kon ik aan de slag bij de Rode Beren. Dit was een sterke ploeg met de gebroeders Richard en Theo

Page 7: Den Belleman 5

den bommel 7denbelleman

Schepens en Gilbert Deloz. We speelden op de Wautersplaats, op de Stookt. Later verhuisde de ploeg naar de Ernest Solvaystraat. Op de volksrijke Stookt was de kaatssport enorm populair bij zoverre dat er op een bepaald ogenblik drie ver-schillende ploegen actief waren : De Rode Beren in de Solvaystraat, de Royal in de Hector Denisstraat en de Moderne in de Stooktstraat. In 1938 sloot ik me aan bij de ploeg van Elzele, een sterke formatie. Ik speelde meestal op de petit-milieu. Tijdens de oorlog speelde ik ook in Anseroeul. Ook Raymond Vandeputte speelde daar een tijdje. In Anseroeul heb ik een schone frank verdiend. De boeren organi-seerden er weddenschappen en daar profiteerden we ook van. Bij de Ronsische ploegen waar ik actief was kregen we gewoon een paar pintjes van de lokaalhou-ders en daarmee was de kous af. Het was dus nog echt amateurisme. In Anseroeul gebruikte ik ook eens ‘doping’. Tijdens de rust deed men mij een brouwsel drinken, bestaande uit twee eierdooiers, een serieuze scheut rhum en peper. (Albert lacht smakelijk en zegt : “Mien hoeir stond reechte. Oa daak krieg waas auver”) Wij wonnen er met 15-9 tegen een andere Waalse ploeg.

Ik speelde ook geruime tijd bij de Rell’s (een ploeg die later de Pinguins zou wor-den). Dat was een sterke formatie met Germain Fourneau (gezegd Capit), Jacques Schepens, Robert Driegelinck en Marcel Vandewalle. Marcel was ook een talent-volle voetballer bij Assa. Het is opvallend dat veel beoefenaars van de kaatssport ook voetballers waren, en niet van de minste. Zo was er Jean Vandenheede (Club Ronse en B-internalionaal), Gérard Aelvoet (Assa, Oostende, Mons), onze Rode Duivels Jacky Stockman en Pierre Carteus, Robert Onijn, Jean Debaets, doelwach-ter Leroy van Assa en vele anderen.

Er bestond lang geleden te Ronse ook een gelegenheidsploeg die samengesteld was uit de beste spelers van de stad, de selectie van Ronse genaamd en waarvan ik de eer had deel uit te maken. Regelmatig werden daarmee wedstrijden gespeeld op de Grote Markt tegen vreemde clubs. Van deze selectie maakten o.m. ook deel uit : Raphaël Cardon (gezegd Boro), Urbain Opsomer en François Six. Deze laatste uitmuntende speler maakte deel uit van De Studenten, een ploeg die in de jaren ‘30 aan de Sint-Martinuskerk speelde en waarvan hoofdzakelijk universitairen deel uitmaakten. De latere dokters Dejaegher, Emile en Jean Cuvelier waren er van de partij, evenals Etelle Lejour, die apotheker zou worden, en Albert Vanderzwalm.

Na mijn periode bij de Rell’s maakte ik deel uit van de Pelote Passerelle (de PP’s). Met Etienne Dejonghe, Robert Hooreman, Richard Vanwynen en André Degroote wonnen we twee maal het kampioenschap. In zijn studententijd speelde ook Dr. Yves Lesenne bij de PP’s. Dit was een ploeg met een grote aanhang die reeds voor de oorlog actief was met politiecommissaris Marcel Delobel, diens broer stadsse-cretaris Michel Delobel, Jean Dewattripont en Marcel Bastien.

Ik was reeds over mijn hoogtepunt heen toen ik met De Trompe het kampioen-schap van Vlaanderen won. Samen met Rood-Wit speelden we toen immers in de provinciale reeks. Bij De Trompe had ik het geluk samen te spelen met mijn zonen Jacky en Guy, tweelingbroers en getalenteerde spelers, al zeg ik het zelf. Mijn jon-gens werden met de kadetten van dezelfde club eerder vice-nationaal kampioen. Het was ook met Jacky en Guy dat ik mijn allerlaatste wedstrijd speelde als invaller te Elzele. Ik was toen 61 jaar oud.

De Ronsische speler die in de loop der jaren het meeste indruk op mij maakte was ongetwijfeld Urbain Opsomer. Dit was werkelijk het nec plus ultra. Hij kon gewoon alles. Hij speelde op alle plaatsen en had een formidabele service. Ook Boro (Rap-haël Cardon) en Ernest Bastien blonken uit bij de oude garde. Laatstgenoemde was in zijn glorietijd lid van de Patars die hun lokaal hadden in de Kruisstraat bij de ouders van de gekende musicus Etienne Verschueren. De voorzitter van de Patars was niemand minder dan de mythische Tavi Kloef.”

Albert Schiettecatte was het met ons eens om te besluiten : “Ien Roonse waa daat iet !”

Page 8: Den Belleman 5

denbelleman8 de inquisitiedenbelleman

Jonathan Sadaune

j’accuse

Zelden in mijn leven heb ik op zo korte tijd zoveel dwaasheden gelezen, als toen ik een tijd geleden de weblog van een stadsgenoot bezocht. Hij verkoopt meer haat en onzin dan zinnige mensen kunnen verdragen. En dan haalt hij het nog in zijn hoofd zichzelf ‘de Roonseniere’ te noemen, alsof hij alle Ronsenaars vertegenwoordigt. Het is beschamend.

In zijn weblog verdedigt hij een verwerpelijk wereldbeeld dat hij onterecht en zonder enige schroom een ‘christelijk humanisme’ noemt. Dat hij gelovig is, wil ik best aannemen. Nationalistisch is de blogger ook. Hij begint spontaan te zingen bij de gedachte aan ‘een kerk vol met Vlamingen’. Maar daar blijft het uiteraard niet bij, anders had ik dit stuk niet geschreven. Hij vindt klaarblij-kelijk dat de islam en bij uitbreiding alle moslims tijdelijk te gast zijn in Europa. Wie zoiets stelt, kent zijn geschiedenis niet. De Europese bewondering voor de Griekse ‘stamvaders van het humanisme’ waar hij zo hoog mee oploopt en die u allen kent (Plato, Aristoteles), was slechts mogelijk dankzij de Arabische cultuur. Als moslimdenkers als Ibn Rushd (Averroës) en Ibn Sina (Avicenna) Aristoteles links hadden laten liggen, dan zou ‘de Roonseniere’ waarschijn-lijk nooit over deze ‘stamvader’ gesproken hebben. Het grootste deel van Aristoteles’ teksten is immers in het Latijnse Westen geraakt net dankzij de vertalingen en interpretaties van Arabische denkers. Wanneer de blogger stelt dat je de ‘wortels van onze huidige westerse beschaving’ niet kunt loochenen, moet hij consequent zijn en erkennen dat de Arabische cultuur één van die wortels is. Daarmee bedoel ik niet dat er geen kritiek op de islam mag gege-ven worden, verre van. De islam kan wat mij betreft even zwaar bekritiseerd worden als het christendom, maar liefst met juiste argumenten.

Het is echter zonneklaar dat ‘de Roonseniere’ andere drijfveren heeft dan juis-te argumenten. Zijn weblog bulkt van het xenofoob gedachtegoed. Hij vraagt zich af hoe ‘Achmed, Mohammed, Abdul en Aïcha (…) moeilijke Nederlandse namen (moeten) uitspreken zonder hun allochtone tong te verstuiken’ en stelt dat de islam haar volgelingen voorschrijft om jonge, niet-islamitische meisjes ‘naar hartelust’ te ‘bepotelen’. Het toppunt van schoonheid voor ‘de Roonseniere’ is ‘samen beseffen dat je Christen en Vlaming bent’. Samen, daar horen kennelijk geen anderen bij. Luc De Medts, de man achter het pseudoniem, vindt waarschijnlijk dat het stadsbestuur het geld dat ze besteed heeft aan de fonteinen op het Rooseveltplein beter had geïnvesteerd in ‘post-zegels, om de vreemdelingen terug te sturen’, zoals het zo kras verwoord werd door één van onze stadsgenoten.Hoeft het gezegd dat het gedachtegoed van deze man allesbehalve christelijk, laat staan humanistisch is? Het is een schande dat deze rioolblogger, die er niet eens in slaagt zijn eigen levensbeschouwing een humane invulling te geven, het lef heeft om over humanisme te schrijven. Luc De Medts is geen humanist. Hij geeft enkel om blanke christelijke vruchtbare Vlamingen. Inder-daad, nog iemand die het in zijn kop heeft gestoken dat er in West-Europa te weinig mensen rondlopen. De nefaste gevolgen van de overbevolking (ook in West-Europa!) voor de planeet en voor de – in onze ogen – anonieme massa inwoners van derdewereldlanden is onloochenbaar. Dat er nu meer mensen in erbarmelijke omstandigheden leven dan er 60 jaar geleden op deze aard-bol rondliepen is een kanttekening die tot nadenken zou moeten aanzetten.

Ik hoop dat Luc De Medts met de schotschriften die hij op zijn weblog plaatst weinigen inspireert. Niet alleen zijn ze het lezen niet waard door hun ge-brek aan nuance en omdat ze vol staan met misselijkmakende opmerkingen. Ze zijn bovendien beledigend voor heel wat mensen die het goed menen en niets met criminaliteit te maken hebben. Wat ‘de Roonseniere’ schrijft is Ronse onwaardig.

Page 9: Den Belleman 5

de inquisitie 9denbelleman

waarom zuur chagrijn niet loont

Heden ten dage worden zelfs de meest incidentele en banale gesprekken omtrent onze gemeente beheerst door een soort vastgeroest en intussen, laat ons toegeven, ook nogal afgezaagd chagrijn. Onhebbelijk is vaak ook de ontluisterende ondertoon van deze conversaties en de manier waarop deze worden gevoerd. Dit negativisme is uiteraard niet uit de lucht komen vallen maar het gevolg van de structurele institutionele miskleun die gaandeweg op poten is gezet door onze beleidsmakers. Al mogen we niet alle schuld afwentelen op deze bestuurslui, ook wij treffen schuld.

Ons zelf van alle schuld vrijwaren zou nonsens zijn. Westerse denkers hebben nogal de neiging om het negatieve gelijk te stellen aan het haalbare, en het positieve eerder af te doen als onrealistisch. Het negativisme als denkfout, we ontsnappen er niet aan. Enkele anekdotische illustraties misschien? ‘wat gaat die nu weer forceren?’, een geliefkoosde slagzin om welwillende onderne-mende protagonisten mee te lijf te gaan. Als diens initiatief voet aan wal krijgt, gooien we er een ‘dat zal ook zijn tijd duren’ tegenaan, en in geval van succes krijgt de ondernemende partij een afgunstige ‘dikkenek’ toegejouwd. Heeft u zichzelf nog niet kunnen betrappen op dergelijke arglistige manoeuvres en kan u zich moeiteloos verheffen boven dit gedachteloze doemdenken, lees dan zeker verder.

Ons denken ontwikkelt zich niet in een vacuüm. Wij zijn angstige slampam-pers en als denkende wezens aangewezen op onszelf en onze soms ietwat bedroevend onderontwikkelde biologische constitutie, ons angstige brein. Het is in onze duistere bovenkamer dat de negatieven tot ontwikkeling komen. En zonder er bij stil te staan spookt het negativisme rond in onze gedachten, overmant het onze kwetsbare ratio en voedt het zich aan onze immanente angst. Wij hebben als mens het unieke talent tot negativisme. Maar laat dit geenszins aanleiding geven tot wanhoop. Wij zijn immers ook gezegend met de mogelijkheid ons te verzetten tegen onze natuur en zelf te bepalen welk pad we bewandelen. Om het met Nietzsche te zeggen: ‘Battle not with mon-sters, lest ye become a monster, and if you gaze into the abyss, the abyss gazes into you.’

Het is tijd om ons boven dit negativisme te stellen, ons erover te zetten. Ui-teraard verloopt niet alles in onze idyllische gemeente op welgeoliede wiel-tjes, maar je krijgt in deze individualistische tijden niets meer voor niks. Velen spuien schroomloos hun gal over de gang van zaken, sommigen denken zelf oplossingen in pacht te hebben, anderen zijn onverschillig. Allen zijn we bang; bang voor een open dialoog; bang om samen actie te ondernemen; bang voor wat we niet kennen; en nog het meest van al bang van wat anderen zeggen. Sartre wist het al, ‘l’enfer c’est l’autre’. Dit beseffen is een eerste stap, ophou-den jezelf in de rol van eeuwige angsthaas te wentelen de volgende, samen werken aan een betere toekomst de juiste.

Vergis u niet, Ronse is niet dood, noch verloren (laat deze publicatie en de tomeloze en belangeloze inzet van velen die achter de schermen hun ver-domde best doen daar het bewijs van zijn). We willen allemaal een beter en leefbaarder Ronse, voor ons en voor de generaties na ons. Maar het wordt tijd dat we de handen in elkaar slaan en samen hard timmeren aan de weg naar een multiculturele groene en taalhoffelijke stad. Begraaf het chagrijn, rouw niet en richt je blik op de toekomst.

Yann Verhellen

Page 10: Den Belleman 5

cultuurdenbelleman10

en na° goeme zingen !

Ter illustratie hoe onze stad bezongen wordt in talrijke mooie liedjes, kan u hieronder twee van de vele teksten vinden. Deze zijn geschreven door Stef Vancaeneghem, waar tevens onze dank naar uitgaat voor het gebruik ervan.

Steef, merci, moer kgoe der moer twie beizigen!

De titel van de eerste tekst behoeft geen verdere uitleg:“Oh Roonse mien schuune staad” o°p ’t eerekie vaan Petit Papa Noël

De tweede tekst is een ludiek liedje met als titel “Hiete Paane”. Indien u wenst mee te zingen legt u best de instrumentele versie van “Aline (et j’ai crié)” op.

Jonathan Jouret

Page 11: Den Belleman 5

een nieuwe pen11denbelleman

de kracht van positief denken

Misschien heeft u al gehoord van het boek ‘The Secret’ van Rhonda Byrne. Voornamelijk wordt daarin de kracht van het positieve denken beschreven. Beknopt samengevat komt het erop neer dat uw dagelijkse gedachten aan de basis liggen van uw wereld- en zelfbeeld. Zij die voortdurend sakkeren, zuchten, zagen en klagen of blazen en blaffen hebben een slechte invloed op zichzelf en hun onmiddellijke omgeving. Dat is de kracht van het negatieve denken. Deze is even destructief als de kracht van het positieve denken constructief is.

Joost Elet

Het is dus hoog tijd om al onze negatieve gedachten over onze geliefde stad om te keren. Bent u het ook niet moe om met de – vaak dikke – nek van een Oudenaardist aangekeken te worden als u uw afkomst vermeldt? Ik evenzeer!

Volgens Rhonda Byrne dragen we allemaal de verantwoordelijkheid over het oordeel van de buitenwacht over onze prachtige stad. Vermeld dus uw af-komst niet langer binnensmonds, maar schreeuw het van onze in uitstekende staat verkerende daken: “Ik ben van Ronse en ik ben er trots op!” Alleen al door de overtuigende wijze waarop u de geprezen naam van onze gelief-koosde heimat uitspreekt, zal men overtuigd zijn van de pracht van uw stad. Als dit een stap te ver is voor u, herhaal deze mantra dan 112 keer luidop. 112 miljard lichtjaren is namelijk de exacte afstand tussen Ronse en de ster Xibix die volgens onlangs ontdekte bronnen al door de Oude Ronsenaren (naar schatting 12432 jaar voor Christus) aanbeden werd voor zijn heilzame invloed op onze glorierijke stad.

Het glas moet halfvol, daar gaat het om. Zeg dus nooit meer dat Ronse een hoge werkloosheidsgraad heeft. Zeg dat de mensen in Ronse tenminste nog de tijd nemen om van het leven te genieten. Zeg nooit meer dat er teveel Walen in Ronse zitten en dat ze geen Nederlands willen leren - wat trouwens een achterhaald cliché is. Zeg dat beiden elkaar stimuleren om linguïstieke vooruitgang te boeken door uit hoffelijkheid te weigeren om de taal van de andere te praten zodat hij of zij vooruitgang moge boeken in de voor hem vreemde taal omdat dit voordeel oplevert op de arbeidsmarkt voor de andere. Na enige oefening bekt het even lekker.

En ja, er wonen hier veel ‘vreemden’ of ‘zwartjes’ die eerder bruin zijn. Dat getuigt net van een hoge graad van tolerantie vanwege onze inwoners. Wat op zijn beurt wijst op het moeiteloos overstijgen van de kleine, verwrongen geesten van de Oudenaardisten die bevangen in hun vooroordelen nooit de meerwaarde van andere culturen zullen kunnen vatten. Die Oudenaardisten: één pot nat.

Om af te ronden mogen wij nooit verloochenen dat Ronse de koningin is van de Vlaamse Ardennen. De Fabiola en de Paola van de omgeving.

Ps: Beste Ronda, gelieve via de redactie contact met mij op te nemen in ver-band met de financiele vereffening vanwege de promotie van uw boek. Dit levert u mogelijks 25000 extra verkochte exemplaren op.

Den Belleman dankt zijn gastschrijvers en wil hiermee nogmaals be-wijzen dat  onze  redactie  openstaat  voor  elke  pen.  Wacht  dus  niet langer en scherp dat potlood of dat ganzenveer (al is het gebruik van een toetsenbord ook niet verboden) en contacteer ons. Bent u geshockt van een van onze teksten,  vindt u dat u het beter kan of wil u gewoon iets kwijt, aarzel dan niet! Wij heten u graag van harte welkom en staan u heel graag te woord.

Page 12: Den Belleman 5

G R A T I S M A A N D B L A D

e

DEN BELLEMAN ONLINE

http://issuu.com/denbelleman

sterk in grafisch designalle familie- en handelsdrukwerk

Sint-Martensstraat 10, 9600 Ronse - 055-600630

http://issuu.com/randeevoe