Den Belleman 4

12
denbelleman verschijnt driemaandelijks / januari 2010 - nr. 4 ronsisch onafhankelijk blad Illustratie : Niels Cnudde Allerbeste lezer,  Laat het ons vooreerst toe u een feestelijk eindejaar en  een voorspoedig 2010 toe te wensen. Ook voor Den Bel- leman is het in deze periode een beetje feest, want zoals  u misschien weet verjaart onze trotse periodiek voor het  eerst. Verwacht van ons echter geen toeters en bellen in  deze editie. Den Belleman zet zijn kritische traditie voort en brengt  deze keer een nummer gewijd aan ecologisme. Iets wat  te midden het (niettemin welverdiende) hedonistische  feestgewoel al wel eens wordt vergeten. Het is echter een hot thema dat we best door een kritische bril bekijken. We proberen deze materie dan ook zo professioneel mogelijk aan te pakken, maar ontdoen ons zeker niet van onze eigen mening. Daarnaast is er uiteraard ook nog plaats voor Ronsische nostalgie met het vervolg op het goed onthaalde oorlogsrelaas van José Plume en traditiegetrouw een Ronsische tekst. Verder dankt het hele Den Belleman-team de trouwe lezers, en verzamelaars van onze periodiek. We trachtten telkens, als amateurs, zo professioneel mogelijk relevante en informatieve teksten te schrijven met de nodige humor en een kritische wenk.  We willen u en uw familie zalige eindejaarsfeesten toewensen en een voorspoedig 2010 ! Van uwentwege hopen we dat u even talrijk blijft lezen en ons en Ronse blijft inspireren. We hopen u dan  ook met deze editie het nodige leesplezier te verschaffen ! Mei de compliementen vaan Den Belleman

description

Inkijkexemplaar Den Belleman 4

Transcript of Den Belleman 4

Page 1: Den Belleman 4

denbellemanverschijnt driemaandelijks / januari 2010 - nr. 4

ronsisch onafhankelijk blad

Illustratie : Niels Cnudde

Allerbeste lezer, 

Laat het ons vooreerst toe u een feestelijk eindejaar en een voorspoedig 2010 toe te wensen. Ook voor Den Bel-leman is het in deze periode een beetje feest, want zoals u misschien weet verjaart onze trotse periodiek voor het eerst. Verwacht van ons echter geen toeters en bellen in deze editie.Den Belleman zet zijn kritische traditie voort en brengt deze keer een nummer gewijd aan ecologisme. Iets wat te midden het (niettemin welverdiende) hedonistische feestgewoel al wel eens wordt vergeten.Het is echter een hot thema dat we bestdoor een kritische bril bekijken. We proberendeze materie dan ook zo professioneel mogelijkaan te pakken, maar ontdoen ons zeker nietvan onze eigen mening.Daarnaast is er uiteraard ook nog plaats voorRonsische nostalgie met het vervolg op hetgoed onthaalde oorlogsrelaas van José Plumeen traditiegetrouw een Ronsische tekst.

Verder dankt het hele Den Belleman-teamde trouwe lezers, en verzamelaars van onzeperiodiek. We trachtten telkens, als amateurs,zo professioneel mogelijk relevante eninformatieve teksten te schrijven met denodige humor en een kritische wenk. We willen u en uw familie zalige eindejaarsfeestentoewensen en een voorspoedig 2010 !Van uwentwege hopen we dat u even talrijk blijftlezen en ons en Ronse blijft inspireren. We hopen u dan ook met deze editie het nodige leesplezier te verschaffen !

Mei de compliementen vaan Den Belleman

Page 2: Den Belleman 4

denbelleman2

ecologisme  3  en toen was er nog… honger

  4  de inquisitie licht door

  5  red een ijsbeer op je eentje

  6 -7  de queeste naar een groene stad

  8  ecologisme, bij u thuis, in uw tuin

    en ver daarbuiten

  9  champeeters en keestbuumen

  10-11  een blik in de achteruitkijkspiegel

Ons team

Hoofdredactie :

Yann Verhellen  Voorzitter en eindredacteur

Jonathan Jouret  Ondervoorzitter en eindredacteur

Medewerkers :

  José Plume, Robin Devroe  Jonathan Sadaune  Sarah Parent & Eva Verhellen  Simon Demeulemeester

Contactgegevens :  [email protected]  Gsm 0477-18  55  90  http://issuu.com/denbelleman

Den Belleman wordt gedrukt envormgegeven door Grafoman op hoogwaardig ecologisch verantwoord recyclagepapier.

Den Belleman is TEGENhet asbeststort in Louise-Marieen zegt NEEN tegen het storten van vervuild rivierslib aan het Muziekbos.Ronse & Louise-Marie zijn geen vuilnisstorten !

Page 3: Den Belleman 4

3

en toen was er nog… hongerAl  ben  ik  het  niet  met  alle  aspecten  van  het  ecologisme  eens,  toch  kan  die ideologie meer op mijn sympathie rekenen dan Bart De Wever als ideoloog. Van alle ideologieën beperkt deze haar analyse immers het minste tot een bepaalde groep mensen uit een bepaalde regio, levend in een bepaald tijdvak. En van alle ideologieën  komt  zij  het  dichts  tot  de  erkenning dat  de belangrijkste  globale problemen – de  tomeloze ellende  in de wereld en de klimaatproblematiek – tevens de belangrijkste Belgische problemen zijn. Enkel als de meerderheid van de  landen dit  inziet en naar dit  inzicht begint  te handelen kan een begin van een oplossing bereikbaar worden. Het feit dat er op dit moment nog steeds te weinig gebeurt en een oplossing zeker niet voor morgen  is, betekent niet dat alles hopeloos is en men geen rekening meer moet houden met die problemen.Vanuit die optiek zou ik de stelling van De Wever willen omdraaien. Niet zozeer de ecologisten, maar veeleer de niet-ecologisten leven alsof de wereld binnen-kort zal vergaan. En meer bepaald met een instelling zoals: ‘De planeet is toch om zeep en ik - klein-klein-individuutje -  kan er toch niets aan veranderen. Dus of ik nu veel of weinig consumeer, het maakt voor niemand iets uit, behalve voor mijzelf, en dan kies ik er toch verdomd zelf voor om te leven zoals ik wil.’Dit moreel defaitisme, welke aan de basis ligt van het ecologisch doemdenken, is het gevolg van doorgedreven individualisme en het feit dat de meeste mensen moreel onverantwoordelijk denken. Dit laatste slaat op het feit dat die mensen zich niet bekommeren om het lot van andere wezens en geen moer geven om de waarheid. Voor hen  is er  geen waarheid; het  is  ieder  zijn eigen waarheid, zolang er niet getornd wordt aan het  recht om zoveel  te mogen consumeren als je wil, het recht om zoveel te mogen uitstoten als je wil, het recht om zoveel vlees te mogen eten als je wil, het recht om zoveel kinderen te mogen krijgen als je wil; zolang ze maar een levensstijl mogen aanhouden die mede verantwoor-delijk is voor de 1 miljard structureel hongerigen vandaag. Dit is een regelrecht gratuit gedachtegoed die ons geen stap dichter brengt bij een oplossing.

De globale problematiek is zo erg dat iedere mens zijn steentje moet bijdragen. Dat kan. Het  is niet omdat  je mogelijkheden als  individu beperkt  zijn dat het oneervol is om te doen wat binnen je mogelijkheden ligt om er een andere le-venswijze op na te houden. Die levenswijze hoeft niet te impliceren dat je leven hierdoor harder wordt. Al hangt veel af van hoe de samenleving hier tegenover staat. Hoe komt het bijvoorbeeld dat het duurder is om milieuvriendelijk te leven dan om vervuilend te leven? Waarom maakt de overheid op geen enkele manier haar bevolking duidelijk dat ze teveel vlees consumeert? Waarom is niet reeds lang een humaan geboortebeperkend beleid ingevoerd? De tomeloze ellende in de wereld en de klimaatproblematiek staan in een dialectische relatie net omdat het bevolkingsaantal overal ter wereld, zeker in het westen, te hoog is. Het is wel degelijk broodnodig dat Belgen anders gaan leven. Dat zij rekenschap geven  aan  het  feit  dat  hun  levenswijze  wel  degelijk  gevolgen  heeft  voor  het leven van anderen, ook dieren. Dat mensen er bewust voor kiezen om minder uit te stoten, minder de auto te nemen, minder vlees te eten, weinig kinderen te krijgen (van geen tot één), maar ook hartelijker met anderen om te gaan, kan bijgevolg alleen maar aangemoedigd worden.

denbellemanecologisme

Jonathan Sadaune

Wanneer intelligente mensen domme dingen zeggen, is het altijd even slikken. Zeker wanneer hun uitspraken lijnrecht tegen jouw overtuigingen en wereldbeeld ingaan. In de Humo van 27 oktober neemt Bart De Wever ecologisten op de korrel. Volgens de N-VA-voorzitter stellen die dat indien mensen niet gaan leven volgens hun ideologie, de wereld zal vergaan. De Wever vraagt zich vast af waarom mensen in godsnaam anders zouden moeten gaan leven. De wereld zal heus niet vergaan. En als dat toch zo zou zijn, dan zullen we niets veranderen door alle verwarming uit te zetten en zeewier te beginnen eten, wat die verrekte ecologisten vast en zeker willen. Nee, Bart De Wever staat niet toe dat die wietrokende, te laat geboren mei ‘68’ers met dreadlocks en gehuld in vodden hem verbieden biefstuk te eten.

Page 4: Den Belleman 4

denbelleman4 de inquisitie

Yann Verhellen & Jonathan Sadaune

de inquisitie licht door

In De Standaard van dinsdag 1 november voert Michel Vandenbosch een aanklacht tegen de bureaucratie bij de moslimexecutieve, die het debat over het onverdoofd slachten van dieren op de lange baan wil schuiven. De discussie hieromtrent barstte in alle hevigheid los na het vrijgeven van beeldmateriaal van rituele slachtingen (die op wrede manier werden uitgevoerd) en bereikte ook al snel het parlement; waar men de wanpraktijken eensgezind veroordeelde. Wij willen van deze gelegenheid graag gebruik maken om een dieperliggende ethisch-maatschappelijke problematiek aan te raken, met name de onderontwikkelde morele standaard inzake dierenethiek binnen onze samenleving

Het eten van een lekker sappig stuk gebraden vlees lijkt tegenwoordig even-veel deel uit  te maken van onze dagelijkse  routine als gaan slapen en op-staan. Het alledaags consumeren van een fijn stukje vlees  is echter niet zo onschuldig als onze andere daagse handelingen. Het  feit dat het achteloos eten van het dagelijkse lapje vlees zo diep verankerd is binnen ons cultureel normen- en waardenstelsel (sla maar eens een kookboek open) zorgt voor een enorme vraag. Om aan deze vraag tegemoet te komen zit er voor vlee-sproducenten op korte termijn maar één ding op; het op gang trekken van een gestandaardiseerd  industrieel productieproces voor het aanleveren van vlees. Dit productieproces omvat het kweken, verkopen en slachten van vee buitenom de agrarische context, die op zichzelf tegemoet kan komen aan de behoeftes van het dier maar niet langer aan de ‘noden’ van de maatschappij. We kunnen echter serieuze vraagtekens plaatsen bij de noodzakelijkheid van de omvang van onze huidige vleesconsumptie. Vlees is een luxeproduct ge-worden, al staan we daar (bij het eten van een smakelijk biefstuk) niet bij stil. Allerhande wetenschappelijke studies wijzen uit dat mensen uit de westerse wereld, en recentelijk ook steeds meer de oosterse, meer vlees consumeren dan zelfs goed voor hen is. Daarenboven staan we bij het verslinden van onze dagelijkse portie vlees ook niet stil bij hoeveel levensmiddelen er nodig zijn om die hoeveelheid voort te brengen. Studies leren ons dat voor de produc-tie van 1kg vlees het drievoud aan voedingswaren gebruikt wordt. Met deze kennis  in het  achterhoofd  stellen dat  de huidige  vleesindustrie  lokale  eco-nomieën verwoest, kan bezwaarlijk een understatement genoemd worden. Maar dat is een andere discussie. 

De essentie is dat een artificieel hoge vraag naar vleeswaren in het huidige wereldbestel aanleiding geeft  tot een  industrialisatie  van de vleesproductie waar  –  door  het  onderontwikkeld  normen-  en  waardenstelsel  inzake  die-renethiek – miljoenen dieren veroordeeld zijn tot een leven, dat niet anders dan als verschrikkelijk omschreven kan worden. Een belangrijke stap in het omvormen van die  industrie zal dan ook de ontwikkeling en  integratie zijn van die dierenethiek binnen ons maatschappelijk stelsel. Waar zeker en vast rekening mee zal moeten gehouden worden is het welzijn van de dieren die voor consumptie bestemd zijn. In de huidige situatie leven deze dieren veelal in een onnatuurlijke omgeving waaraan ze als soort niet aangepast zijn, wat aanleiding geeft tot vervreemding, stress en bijgevolg allerlei kwalen, zowel fysiek en psychisch  van aard, die ultiem  resulteren  in een  (om het op  zijn Ronsisch te omschrijven) ‘droef wezen’.Dit kan natuurlijk geenszins de bedoeling zijn. Daarom wordt het tijd dat er een omslag komt op moreel vlak, zowel beleidsmatig als aan de wortels van de  samenleving. Het begint bij ons. Als wezens met  vergevorderde  capaci-teiten op rationeel, moreel en emotioneel vlak kunnen we niet tolereren dat aanverwante wezens op dergelijke wijze door ons worden behandeld. Hard gesteld: we treffen allemaal schuld, want de industriële overproductie (en de onaanvaardbare  ellende  van  de  betrokken  dieren)  is  een  rechtstreeks  ant-woord op onze decadente overconsumptie van en vraag naar vlees.

Smakelijk.

Page 5: Den Belleman 4

5denbellemanecologisme

red een ijsbeerop je eentje

Nu de klimaattop in Kopenhagen volop aan de gang is en de groten der Aarde aan het discussiëren zijn over een nieuw klimaatakkoord die de toekomst van onze planeet zal bepalen, kunnen wij als bewuste Belg, Vlaming, Ronsenaar al eens nadenken over hoe wij ons steentje kunnen bijdragen. Ik ben geen ecologiste pur sang, maar ik vind wel dat wanneer iedereen zich meer bewust wordt van de problematiek en we letten op de kleine dingen we misschien toch enkele ijsberen en andere vreemde diersoorten (waar we nog nooit van gehoord hebben) kunnen redden.

Eva Verhellen

2010 is in zicht, de kerstverlichting verschijnt in de winkelstraten en iedereen voelt de “Gemütlichkeit” van de eindejaarsfeesten  al aankomen. Dames en heren, dit is het perfecte moment om pen en papier te nemen en uw nieuw-jaarvoornemens neer te pennen. In plaats van stoppen met roken, meer oud-jes de straat over helpen of meer sport (zaken die twee weken verder toch maar niet lijken op te schieten), zetten we dit jaar ijsberen redden vooraan op ons lijstje. 

We beginnen thuis. Hoe kan je thuis een ijsbeer redden? Enkele kleine tips om het klimaat te regelen vanuit je eigen huis: verbruik minder plastic, haal je fiets van stal, sta minder lang onder de douche, bespaar stroom op toestellen in stand-by, gebruik deodorant in roller of stick in plaats van een spuitbus, in-stalleer zonnepanelen, gebruik oplaadbare batterijen en last but not least: eet één dag per week geen vlees. Onderzoek heeft bewezen dat het kweken van vee heel erg belastend is voor onze Aarde. De dieren laten veel winden en dit schijnt nogal belastend te zijn voor moeder natuur. Wat ik persoonlijk een leuk idee vind is kleding kopen met respect voor het milieu Dit kan op veel verschillende manieren.  Je kan bijvoorbeeld naar de kringloopwinkel of de  tweedehands winkel.  Leuk aan de  tweedehands- en kringloopwinkels  is dat  je er, weliswaar na een beetje zoekwerk, soms wel unieke stukken op de kop kan tikken. Er bestaan tweedehands winkels die gespecialiseerd zijn in merkkleding. Met wat geluk koop je er een jurkje van Armani voor 5 euro, een jas van Gucci voor 20 of schoenen van Manolo Blah-nik voor een prikje. 

Voor de mensen die liever geen tweedehands kleding dragen bestaat er nog een ecologisch verantwoorde oplossing. Gekende merken zoals h&m en c&a  hebben  sinds  dit  jaar  één  of  meerdere  collecties  gemaakt  van  Bio-katoen. Naast Bio-katoen wordt er tegenwoordig ook al gebruik gemaakt van bamboe en  zeewier  om  kleding  uit  te  vervaardigen.  Ook  duurzame  jeans  is  tegen-woordig geen verrassing meer. Bekende merken zoals G-STAR, Replay, Levi’s, Wrangler, Mustang enz., maken elk (milieuvriendelijke) organische jeans.

Je kan echte duurzame kleding herkennen aan het Europees  Ecolabel.  Dit  symbool  kan  je  vinden  op kleding dat milieuvriendelijk  is  tijdens productie en gebruik. Bij de vervaardiging van de vezels waarmee de  kleding  geproduceerd  wordt,  worden  zo  weinig mogelijk stoffen gebruikt die schadelijk kunnen zijn. Merkwaardig  is dat de kans op allergische reacties bij het dragen van deze kledingstukken vermindert, het niet meer krimpt dan  traditionele producten en dat de kleuren niet sneller vervagen.

Leuke tips voor de bewuste shopaholics onder ons. 

Met ecologische groet.

Page 6: Den Belleman 4

ecologismedenbelleman6

de queeste naar een groene stad

Parmantig gelegen in een natuurlijk glooiende kuip gevormd door zachte heuvels van groen, niemand die met een zinnig argument kan ontkennen dat onze gemeente een idyllische ligging geniet. Omarmd door de natuur heeft onze stad heel wat troeven op gebied van ecologie, natuurontwikkeling en toerisme. Toch slaagt Ronse er, ondanks verwoede pogingen van haar beleidsmensen, maar niet in het imago van ‘Groene Stad’ te verwerven. Hoe is dit mogelijk ?

Yann Verhellen

Na decennialang zoeken naar een geschikt imago en bijpassend beleidsplan op maat van de stad Ronse kwamen onze spitsvondige en hoogst vindingrijke beleidsmakers uit bij de idee van een ‘Groene Stad’. Bij wijlen zou men er het stadsbestuur toch wel van verdenken over een orakel te beschikken. De idee werd warempel door een duur betaald studiebureau netjes ‘geconcretiseerd’ in een citymarketingplan,  tegenwoordig een haast niet  te versmaden docu-ment in de opbouw van een nieuw stadsimago. Op de keper beschouwd is het plan absoluut niet slecht, zelfs redelijk accuraat in het analyseren van de pijnpunten en het potentieel van onze stad. Toch zijn er een aantal opmerkin-gen bij te maken. 

Ten eerste is er het feit dat het plan wat te vaag is. De vaagheid wordt door de gewiekste en goed van de  tongriem gesneden marketeers goedgepraat door te stellen dat het plan geenszins rechtlijnig is en open staat voor nieuwe ideeën. Mooi, maar wat  is dan de zin van dergelijk plan? Bovendien wordt deze stelling in praktijk zinledig gemaakt door de houding van bepaalde po-litici die het plan kundig hanteren als een politiek wapen om vernieuwende ideeën af te schieten onder het mom ‘Het staat niet in het strategisch plan!’ U hoort het, Babel is niet veraf. Een leidraad alleen is niet genoeg, er moeten aanschouwelijkere stappen volgen. Het wordt tijd dat de pseudodemocrati-sche spelletjes op het stadshuis stoppen, en dat er decisieve beleidsstappen komen in het belang van Ronse en haar inwoners. 

Ten tweede wens ik ook enkele serieuze vraagtekens te plaatsen bij de prak-tische haalbaarheid, de  tastbare uitwerking en bepaalde componenten van het plan. Het staat allemaal mooi op papier, maar het is ten zeerste de vraag of het Ronsisch stedelijk ambtenarenkorps (onder haar huidige vorm, bezet-ting en structuur) wel de mankracht en de vereiste competenties machtig is om het plan gedegen ten uitvoer te leggen. Verder wordt aandacht besteed aan hoe Ronse de thuisstad moet worden van de ‘beach soccer’ en een Me-diterraan festival. Gegeven onze geografische ligging, ons klimaat en de vele stranden die onze streek rijk  is een uitstekend plan (voor de klerken onder ons die te pas en te onpas roze hemden dragen, en zij die hen verkozen heb-ben, deze  zin was weldegelijk  ironisch)! Gelukkig  zijn er echter ook goede hefboomprojecten opgenomen in de opzet die ondertussen al hun aanvang hebben genomen  (De Kloef, De Ververij, …),  al moeten we opmerken dat deze projecten al sinds geruime tijd op tafel lagen en de conceptie van het citymarketingplan voorafgaan. 

Ten derde lijkt de imago-operatie een heikel knelpunt over het hoofd te zien, met name het migrantenprobleem. In het vrij lijvige document (54 pgs.) wordt op geen enkel moment een woord gerept over een van de meest diepliggen-de structurele oorzaken van het negatieve imago van onze stad. Het lijkt me nochtans vrijwel ondenkbaar dat de onderzoekers dit over het hoofd hebben gezien. Deze netelige en fundamenteel complexe problematiek moet in acht worden genomen bij eender welke beleidsmatige operatie. Deze hiaat brengt ons bij een volgende leemte. Er is misschien te weinig ge-luisterd naar de Ronsenaar. Over concrete cijfers en methodologische details beschik ik niet, maar het document overlezend kon ik me niet van de indruk 

Page 7: Den Belleman 4

ecologisme 7denbelleman

ontdoen dat een Mediterraan  festival of beach soccer geen  ideeën zijn die werden gegenereerd door de eigen bevolking; ik vraag me overigens af van welke  malloot  deze  geestelijke  miskleunen  dan  wel  voortkomen,  maar  dit geheel  terzijde. Ronse  kan nooit op geloofwaardige manier  gepositioneerd worden als groene stad naar de buitenwereld toe als de eigen inwoners niet eendrachtig  achter  de  boodschap  staan.  De  bewoners  zijn  je  belangrijkste ambassadeurs als stad en men dient zich dan ook primair op hun behoeftes focussen. Hun tevredenheid kan de stad een robuuste en noodzakelijke op-stap bieden naar een imagocampagne die zich meer toespitst op het aantrek-ken van toeristen en dagjesmensen. En hopelijk vertrekt deze campagne dan van de sterktes die inherent zijn aan onze stad (waarvan de groene omgeving de belangrijkste is), en niet van flauwe hersenspinsels die van bovenaf geïn-duceerd worden. 

Op het document zelf kunnen we verder weinig zinvolle kritieken formuleren, zonder  in eindeloos muggenziften en kommaneuken  te  vervallen. Het  city-marketingplan  is,  zoals eerder aangehaald, een degelijke  leidraad voor een geïntegreerde  imago-operatie. Maar  vooraleer  aan  citymarketing  te denken tackelt men beter eerst dieperliggende  structurele en organisatorische pro-blemen. Succesvolle imago-building vertrekt van een goed onderbouwd com-municatieplan, met duidelijke, ondubbelzinnige en  liefst ook nog meetbare doelstellingen; uitgevoerd door gekwalificeerde professionals die vertrekken vanuit een gegronde analyse van hun publiek. Toegegeven, Ronse is niet de meest gemakkelijke casus, maar vraagt net daarom om een nauwgezette aan-pak.  Het  imagoprobleem  uitsmeren  over  de  tijd  en  prevelen  dat  het  goed komt is een recept waar men dringend moet van af stappen. Het citymarke-tingplan kan als dusdanig beschouwd worden als een goede intentieverkla-ring, maar nu is het tijd voor actie !

Page 8: Den Belleman 4

Volgens economische modellen werd peak oil (oliepiek volgens King Hubert) reeds bereikt in 2006. Dit is het moment waarop olie oppompen eigenlijk niet meer rendabel is en bijgevolg de olieprijs stijgt, waarop hij nooit meer daalt. Anderen menen dat we er nog een jaar of 5 vanaf zitten. Moeten we daar blij om zijn? Uiteraard! De olielobby verliest stilaan zijn almachtige superpositie en moet plaats ruimen voor alternatieve energievormen. We kennen ze allemaal: zonnepanelen, windmolens, waterstof,…Voldoende keuzes, maar jam-mer genoeg is het grote publiek nog niet gewonnen voor deze ‘alternatieve dingen’. Het probleem is dat men niet goed weet hoe we ons deze nieuwe wereld moeten voorstellen. Doch, het is niet zo moeilijk om een steentje bij te dragen. België doet onder andere zijn best door te blijven investeren in kernenergie, een CO2-arme energieleverancier, maar niet zonder gevaren. Maar ook wij, de Belgen, de Ronsenaars, kunnen er iets aan doen. We hebben immers geen keuze, want de grondstoffen raken op en de lucht is niet meer fris. Milieubewuster omgaan met bijvoorbeeld verpakkingen, voeding en transport zijn alvast stappen in de goede richting.De wetenschap biedt op dit vlak genoeg bruikbare en dankbare alternatieven, zoals bio-afbreekbare folies, genetisch gemanipuleerde gewassen en waterstofauto’s. Deze schitte-rende innovaties zijn jammer genoeg ofwel nog te duur ofwel te controversieel. 

Al voelen we ons soms bedrogen, omdat het lijkt dat al onze inspanningen in het niets verdwijnen naast de zwijnerij van anderen, toch is de boodschap: blijven gaan. We zijn immers bezig aan onze wereld, aan deze van onze planeetgenoten en aan deze voor al hetgeen na ons komt. Uiteraard dient dit probleem op mondiaal vlak aangepakt te worden, toch is elke individuele inspanning even belangrijk! Indien de federale en mondiale politiek dit zouden inzien, en een nieuwe lobby (deze van de hernieuwbare energie) tegen zouden gaan voor het te laat is, dan kan deze (r)evolutie een geschiedenisstap door en voor de gewone man worden. Nog te veel gaan multinationals met aanzienlijke contracten lopen, waardoor zij de nodige vernieuwingen in de weg kunnen staan.

Hernieuwbare energie, het is een mes dat aan twee kanten snijdt, indien wij, onder andere de Ronsenaars, er niet goed op toezien wat er rondom ons gebeurt. Als zo vaak is de politiek en dan vooral de antipolitiek beter gediend met een slapende leeuw dan met een spitsige muis.In dit kader is de klimaattop in Kopehagen een goed voorbeeld. Dit prachtige initiatief heeft echter als keerzijde dat er op deze top geen enkele bindende maatregel zal worden vastgelegd. Er zullen ongetwijfeld veel mooie woorden vallen en goede ideeën uit de bus komen, al wordt het dringend tijd dat ook de wereldleiders afspraken nakomen tegenover de Ronsenaar en Den Belleman (want wij drukken ecologisch!).

denbelleman8

De term ecologie of oecologie, is een verkeerd gebruikte term voor onder andere recyclen en sorteren van papier en plastic, het zuiniger omgaan met fossiele brandstoffen…etc. Ecologie of logica van de oecus, de studie van biotopen, houdt zich bezig met onder andere biodiversiteit en biogeografie. Deze tak is dus eigenlijk gespecialiseerd in het onderzoeken hoe verschillende levensvormen met elkaar leven of al dan niet symbiotisch inwerken op elkeen.De juiste term, met dewelke we ‘ecologie’ eigenlijk willen aanduiden is ecologisme oftewel ‘groen denken’.

ecologismedenbelleman

ecologisme,bij u thuis, in uw tuin en ver daarbuiten

Jonathan Jouret

Page 9: Den Belleman 4

Tuurrie vertrekt mei scheupe en a° noer de bo°s. Ie ee vaan zie Rachel nen termo°s kaaffie meigekreigen en uuk no°g va°f boterhaamen mei piestuuft. Ie vertrek a°sinds mei goeie moed en een gevuihde moege den bo°s ien. “Na° daak ier tooch been, goe ‘k er ne kier vaan profiteiren da ‘k ne kier vaan oes Rachel ier gezoeg aafbeen”, pa°st Tuurie. Ie zet eem op een biergskie aan een tchunke vaan nen iek, en ruukt zien pa°pe o°p zie gemaak. A° mei ne kier ziet ie in de vuugte ziene gezwourene kamer-oed Steef. Gheu Ro°nnse wei daa Steef ne peinsjoeger ieste klaase ees. “Steef maannekie, waa doe ga° ier!”, roept Tuurrie. “Goe ga° ne kier stiele za°n o°nuuzeliere, ‘k oe juust een patra°ze gezien. A° een chance daak a° twie kona°nen geschouten oe o°f ’t zoe moer ne moegeren geweist za°n, gie wipgoei!”

Aachter een kla°ne diskuussie omsteiken oeze twie kameroeden een vierke, want ’s oen et ge-daacht gaad vaan die kona°nen sebiet op ’t eiten (Stansse en Rachel woeren twie goeie eiters, en anders schouter nie veile nie mier ouver vuir eure zuihve).

Moer a° mei ne kier pakter doer ne wind ien da vier en vliegt den huift vaan dienen bo°s in brande. Zeure sebiet noer de pompiers gebuihd. Twaas mei de commandant moer dienen kendeger ni veile vaan. Zeure tuus gebuihd noer nen anderen moer dienen mo°st nie bleussen want zien bien loegt oupen. En aachter den derden telefong pakte doer ienen o°p daa za° daat ie den buirgemiester waas. Ne zeikeren Ignace o°f azuu iets. Enfin, dienen gingter wui vuire zeurgen daater sebiet drei peiletongs gingen aafko°men.

A° die pompiers sebiet a°t d’Harmonie geluupen noer de kazierne. Aachter een uure woere ze doer no°g a°tuust nie en waas gheu daa bo°s a° aafgebrand. A° hoesten, a° kiermen en a° spieko°hen leuptegen Tuurrie en Steef a°t dienen bo°s. Die po°mpiers wiesten natuurla°k nie waaten doen, moer geleukig waaster doer no°g iene sleimen champeeter: José. Ien Ro°nnse gekend o°s José Kadei de Champeeter, zeune vaan Mietse Troelala en Scha°tsiese Mo°nngie. José sebiet die twie gaasten goen reeden en eure ien ziene kombie gestouken. Sebiet dermei noer de spoed o°p Huugerleucht. Natuurla°k weudegen Steef en Tuurrie doer nie noer bienen. “Ba° die no°nnen zeete kiek giene voet bienen, daa zwier ‘k”, riepteget Steef. “O°s ze teuren aan mien la°f preutsen, die dokteurkies vaan aachter de va°ven, ze goenter nie goe vaan za°n!”Oes twie ouwe stra°ders een koesten giene klieniekleucht gerieken o°f ze kreigen ter plo°tse pa°sten o°p gheu eur la°f. Zeure sebiet a°t die klienieke gescapeird. Daa moester na° juust o°m doen daa José langs de Koemeland Huugerleucht noer bouven reid mei zien voiture vaan de flieken. Ie oe daat natuurla°k gezien en die twie wieties ien zienen autow getrouken. “Ga°re za° ma° de kadeien ze maannekies. Moer na° goek a°re noer ha°s breingen ba° a°re vrouwen!”, za° José en ie gaaf planché.

Ne kier ta°s buideget José aan de beele. Rachel dei oupen, en Stannse stond uuk in’t deurgat. José ging noer bienen, Tuurrie en Steef va°ghdegen. “Za° ga° nie bescho°md, azuu bienen ko°men mei a° va°le bo°tten, kei vees geka°st!”, beuro°hdeget Stannse. “Noer ba°ten ga° stiekske champeeter, ge stinkt noer den do°mp en a°we neuze ees zuu ruud o°f een tomaate!”“Mo°r…mo°r…”, aako°deget José no°g. Moer de deure weird a° ziere toegesmeiten.

En azuu, beeste leizers eest no°g ne kier beweizen daa vrouwen niets nie keenen vaan cham-peeterszoeken en keestbuumen.

Tuupe Vuir Ronse !Met dank aan “ ’t Ronssies in guiren en kluiren” door M. Bouchez. 1998

’t Ees oest weire keestdaag en tuus kuupen Rachel en Tuurrie nen eechte keestbuum. Rachel moe daat nie weiten azuu ienen vaan plastiek. Enfin ja°, kuupen ees veile geza°d. Tuurrie goe a°tuust nen buum a°tdoen ien nen bo°s. Gela°k vroeger; “Want ge moet tooch gien dreiduust frank geiven vuir azuu een o°nuuzo°dera°e. En aachter niefjoer, eestie tooch noer de….”

ronsisch 9denbelleman

champeeters en keestbuumen

Jonathan Jouret

Page 10: Den Belleman 4

historiek

een blik in de achteruitkijkspiegel

denbelleman10

Menig lezer zal zich uit gesprekken met oudere mensen de uitdrukking “voor de oorlog” of een enkele keer “voor den anderen oorlog”herinneren.Dit is wel het bewijs dat de periodes waarin beide wereldoorlogen zich afspeelden op deze generaties een diepe en blijvende indruk gemaakt hebben. Persoonlijk heb ik geen herinneringen aan de periode die de tweede wereldbrand voorafging maar van de oorlog zelf staan nog duidelijke beelden voor de geest van het knaapje dat ik toen was.

Ook  werd  door  ‘Winterhulp’,  een  soort  liefdadigheidsorganisatie,  bij  wijlen bepaalde levensmiddelen, zoals soep of haring, uitgereikt aan de bevolking. Deze bedeling geschiedde in een gebouw gelegen in de Collegestraat (na de oorlog omgedoopt tot Generaal De Gaullestraat). In lange rijen wachtten de hongerige Ronsenaars op een paar scheppen soep of enkele rauwe haringen, in de volksmond ‘slaaphangers’ of ‘kliermoekers’ genoemd. Dit surrealistische beeld bleef mij op het netvlies gebrand.   Ook de verwarming van de woningen was in de winter vaak een probleem. Bij gebrek aan steenkool stookten de mensen ‘schlamm’. De huidige popu-laire brandstoffen als stookolie en aardgas werden toen immers nog niet aan-gewend. Deze ‘schlamm’ was een residu van steenkool, een soort kolenstof dat diende te worden bevochtigd met water alvorens in de kachel te worden geschept. Behalve een beetje warmte produceerde  ‘schlamm’ vooral rook en stank.Spijts al deze miserie slaagden de meeste mensen er soms nog in een feestje te bouwen naar aanleiding van één of ander volksfeest zoals bvb. Drie Konin-gen of Zotte Maandag. Ook kerst- en oudejaarsavond waren jaarlijkse klassie-kers, al moet gezegd dat het budget dat aan dergelijke feestjes werd besteed eerder aan de magere kant was. Er was toen geen sprake van champagne of feestmenu’s à 125 € maar meestal bleef dit beperkt tot een wafelbak of tot het bereiden van een lekker gebraad met bijhorende groenten en een borrel als toetje. Toch was gezelligheid troef op deze familiefeestjes en in mijn kinder-ogen leken het wel festijnen. Deze uren van stil geluk en innige verbondenheid stelden echter niets voor naast de ontploffing van feestvreugde die zich meester maakte van de Ronse-naars bij de bevrijding van onze stad. Gedurende dagen werd feest gevierd op een nooit geziene wijze. In schier ieder café werd er gedanst dat het een lust was op de tonen van een klein orkestje of een accordeon en de jarenlange frustraties,  honger,  vrees  en  leed werden  samen met het  nodige  gerstenat weggespoeld. De dag van de bevrijding door het Britse leger was historisch. De meeste huizen waren bevlagd met de Belgische driekleur ten teken van overwinning en duizenden mensen bevonden zich op straat, jong en oud, rijk en arm, verenigd in een golf van vreugde, opluchting en hoop.Luttele uren eerder was in de Abeelstraat nochtans nog een negenjarig jonge-tje door terugtrekkende Duitsers neergekogeld omdat hij een kokarde

in de nationale driekleur in het knoopsgat droeg. Kan het nog schrijnender ? De herinnering aan Eric Zonneman, een schoolkameraadje, is na bijna 65 jaar amper vervaagd.In de namiddag van deze memorabele 3de september 1944 stond ik samen met mijn ouders  in de Peperstraat gedurende uren de niet aflatende sliert legervoertuigen te bewonderen die de stad bereikten, komende van Doornik, op weg naar de hoofdstad. Duizenden tanks, vrachtwagens, artilleriegeschut, jeeps en motorfietsen defileerden aan ons voorbij. De breed lachende militai-ren zwaaiden uitgelaten en maakten het V-teken met wijs- en middenvinger. 

Page 11: Den Belleman 4

historiek 11denbelleman

Vele  voertuigen  waren  versierd  met  bloemen  en  op  sommige  ervan  hadden  zelfs jonge meisjes plaats genomen ten teken van dankbaarheid en hulde aan de bevrij-ders. Het monotone gebrom van de motoren werd overstemd door het gejubel van de zich op de stoepen verdringende Ronsenaars, gehuld in een doordringende walm van benzine.Uit de massa weerklonk plots “It’s a long way to Tipperary, it’s a long way to go.” Bij het horen van dit populaire Engelse soldatenlied zal menige voorbijrijdende Tommy wellicht hebben gedacht : “It is, indeed. Wanneer zal ik eindelijk thuis bij mijn gelief-den zijn ?”De oorlog zou evenwel nog acht maanden duren en nog duizenden slachtoffers ma-ken. Nog was de oorlogsmoloch niet verzadigd en misschien vielen er nog militairen die Ronse bevrijdden ten prooi aan het oorlogsgeweld. Wie zal het zeggen ?   Na de bevrijding bleef een detachement Britse militairen stand by te Ronse. Ver-moedelijk was dit een soort achterhoede die zo goed en zo kwaad mogelijk werd ingekwartierd, o.m. in Sancta Maria, waar een veldhospitaal was ingericht. Voor de kin-deren waren de soldaten gul met chocolade en de eerder ongekende chewing gum. Ook Engelse sigaretten vonden alras hun weg naar gretige Ronsese rokers. Merken als ‘Senior Service’, ‘Graven A’, ‘Gold Flake’ en ‘Player’’s waren immens populair. De leden van het Britse bezettingsleger hadden ook heel wat succes bij het schone geslacht. In sommige gevallen resulteerden deze relaties zelfs in een huwelijk, later al dan niet gevolgd door een echtscheiding.Na de bevrijding volgde de  tijd  van de vergelding. Gekende collaborateurs werden overgeleverd aan de volkswoede. Hun huizen werden geplunderd en de inboedel er-van vernield. Sommigen werden geslagen, bespuwd en stoetsgewijze opgejaagd door het stadscentrum, terwijl de menigte haar scheldwoorden niet spaarde. 

Vrouwen van wie geweten was dat zij aangepapt hadden met de Duitsers werden in het publiek kaalgeschoren en beschimpt. Dit waren zeker geen hoogstaande of moe-dige daden vanwege bepaalde delen van de bevolking, maar de mensen waren na vier jaar ellende nu éénmaal uit op wraak.Tientallen  kerels die onder de oorlog meeheulden met de vijand werden opgesloten in de gevangenis  in afwachting van hun proces, voor sommigen gevolgd door hun terechtstelling.    Een laatste dramatische gebeurtenis waarnaar ik wil verwijzen is de terugkeer uit de concentratiekampen van sommige politieke gevangenen die het er in deze hel van af brachten. Het waren fysiek en mentaal gebroken mensen. Graatmager en gekleed in  hun  gestreept  gevangenisplunje  liepen  ze  er  wezenloos  bij.  Blijkbaar  drong  het moeilijk tot hen door zij het hoogste goed van de mens, de vrijheid, herwonnen had-den. Vele vrienden hadden ze verloren in kampen zoals Buchenwald, Dachau, Dora, Bergen-Belsen, Neuengamme en andere, ten prooi aan ziekte, ondervoeding, marte-ling en moord. De meeste van de bevrijde politieke gevangenen vertoefden in slechte gezondheid en waren totaal uitgeput. Hun was dan ook geen lang leven beschoren. Andere, jongere slachtoffers van het nazisme, haalden het en konden een min of meer normaal  leven opbouwen, weliswaar  geconfronteerd met gruwelijke herinneringen en in de wetenschap dat zij de hel hadden getrotseerd.

José Plume

Page 12: Den Belleman 4

JolyLounge / Café

Yves WielemanZuidstraat 59600 RonseTel. 0476-527  886

G R A T I S M A A N D B L A D

e

DEN BELLEMAN ONLINE

http://issuu.com/denbelleman

sterk in grafisch designdigitaal drukwerk aan scherpe prijzen

Sint-Martensstraat 10, 9600 Ronse - 055-600630