Den Belleman 9

12
denbelleman verschijnt driemaandelijks / september 2011 - nr. 9 ronsisch onafhankelijk blad Rellen in Londen, rebellie in Lybië, burgeroorlogen en terreur van de Hoorn van Afrika tot het Midden-Oosten… Duizend bommen en granaten ! In een wereld geteisterd door oorlog, geweld en het daaruit voortkomend menselijk leed, lijken onze beslommeringen te verdampen. Mits plaatsing binnen dit perspectief hebben deze echter wel een uitgesproken bestaansrecht ; jawel, u mag vrijelijk klagen over vechtpartijen op de Grote Markt, molestaties in donkere steegjes en inbraken. Ieder behoudt het recht zich compleet on- veilig te voelen. De vraag is echter in welke mate dit gevoel terecht is en berust op vaststaande feitelijkheden in plaats van apocriefe anekdotes ? Naar aloude gewoonte kon onze bonte bende pennenwiegende minaars van het geschreven woord zich niet bedwingen hun gedachten hieromtrent, met be- hulp ener ganzenveer en een inktpot of drie, neer te krassen. Zoals steeds wordt constructief meegedacht met de beleidsmakers, al is een kritieke noot nooit ver weg. Voor wie het allemaal een beetje teveel wordt, biedt deze Den Belleman, zoals gewoonlijk, de zeemzoete, met nostalgie doordrongen pen van José Plume aan. Bij deze wil de voltallige redactie van Den Belleman José nogmaals bedanken voor het smetteloze en historisch bijzonder waardevolle werk dat hij aflevert. Den Belleman zou niet compleet zijn zonder ‘Een blik in de achteruitkijkspiegel’. José, merci voor de driemaandelijkse portie onver- sneden leesgenot ! Mei de complimenten vaan, Den Belleman ( on )veiligheid

description

Inkijkexemplaar Den Belleman 9

Transcript of Den Belleman 9

denbellemanverschijnt driemaandelijks / september 2011 - nr. 9

ronsisch onafhankelijk blad

Rellen in Londen, rebellie in Lybië, burgeroorlogen en terreur van de Hoorn van Afrika tot het Midden-Oosten… Duizend bommen en granaten ! In een wereld geteisterd door oorlog, geweld en het daaruit voortkomend menselijk leed, lijken onze beslommeringen te verdampen. Mits plaatsing binnen dit perspectief hebben deze echter wel een uitgesproken bestaansrecht ; jawel, u mag vrijelijk klagen over vechtpartijen op de Grote Markt, molestaties in donkere steegjes en inbraken. Ieder behoudt het recht zich compleet on-veilig te voelen. De vraag is echter in welke mate dit gevoel terecht is en berust op vaststaande feitelijk heden in plaats van apocriefe anekdotes ? Naar aloude gewoonte kon onze bonte bende pennenwiegende minaars van het geschreven woord zich niet bedwingen hun gedachten hieromtrent, met be-hulp ener ganzenveer en een inktpot of drie, neer te krassen. Zoals steeds wordt constructief meegedacht met de beleids makers, al is een kritieke noot nooit ver weg. Voor wie het allemaal een beetje teveel wordt, biedt deze Den Belleman, zoals gewoonlijk, de zeemzoete, met nostalgie doordrongen pen van José Plume aan. Bij deze wil de voltallige redactie van Den Belleman José nogmaals bedanken voor het smetteloze en historisch bijzonder waardevolle werk dat hij aflevert. Den Belleman zou niet compleet zijn zonder ‘Een blik in de achteruitkijkspiegel’. José, merci voor de driemaandelijkse portie onver-sneden leesgenot !

Mei de complimenten vaan,Den Belleman

(on)veiligheid

denbelleman2

(on)veiligheid 3 situatieanalyse

4 Ronse, stad met inzicht

open brief 5 open brief(1)

den bommel 6 -7 een blik in de achteruitkijkspiegel

open brief 8 -9 open brief (2)

geschiedenis 10 de hedendaagse tijd van tegenwoordig

undercover 11 den belleman undercover

Ons team

Hoofdredactie :

Yann Verhellen Voorzitter en eindredacteur

Jonathan Jouret Ondervoorzitter en eindredacteur

Medewerkers :

José Plume, Jonathan Sadaune Sarah Parent & Eva Verhellen Simon Demeulemeester Joost Elet Jeroen Reygaet Sasian Van Den Berghe

Contactgegevens :

[email protected] Gsm 0477 18 55 90 http ://issuu.com/denbelleman

Uitgegeven door : Design & Publishing group bvba

Den Belleman wordt gedrukt envormgegeven door Grafoman op hoogwaardig ecologisch verantwoord recyclagepapier.

bron : Vrolijk Relativerende Liga ter Bestrijding van Azijnpis & Verzuring (Facebookpagina)

3denbelleman(on)veiligheid

Yann Verhellen

Lijdzaam toekijkend hoe Ronse dieper wegzinkt richting het oog van een hardnekkige geweldspiraal, wordt menig Ronsenaar gestaag richting de absolute moedeloosheid gedreven. De schijnbaar lamlendige, inefficiënte en incoherente aanpak vanwege de ordehandhaving laat te wensen over en blijft gefrustreerde burgers tegen de borst stoten. Ter rechterzijde krassen de pennen al volop aan overwinning-

speeches,maar is dit wel een goede zaak ?

situatieanalyseWe zijn allemaal volatiele kiezers, allesbehalve immuun voor de zoete belofte van een uitgesneden politieke oplossing die toezegt met kordate elegantie komaf te maken met problemen die ons persoonlijk aanbelangen. Principes moeten wijken zodra de persoonlijke integriteit in het gedrang komt, op de subtiele grens waar existentiële angsten het dwingend overnemen. Deze reflex is niet eens categoriek af te wijzen als moreel verwerpelijk. In een globa-liserende wereld waarin zekerheden oplossen, ideologieën van hun pretentie gestript zijn en er geen maat meer bestaat voor de dingen heerst een moeilijk te systematiseren chaos. De mens is op dool in een complexer wordend laby-rint dat we voor onszelf hebben uitgesponnen, en dat is beangstigend.

In zo’n situatie terugplooien op traditionele waarden en normen is een historisch beproefd manoeuvre. Met een reactionaire retoriek die barst van de hyperbolen (graag in het Latijn), statistische misinterpretaties en vermetel taalgebruik construeren rechtse partijen hoop op beterschap. Een terugkeer naar de goede samenleving van vroeger moet soelaas bie-den. Het simpelweg elimineren van de vermeende probleembronnen krijgt in dit proces vaak de voorkeur op grondige analyse gevolgd door be-dachtzaam vooruitstrevend handelen. Rechtse partijen schijnen dan wel een alternatief in pacht te hebben voor het veiligheidsprobleem, in wezen lossen hun proposities jammer genoeg niks op.

Daarenboven is ook de modus operandi van de rechtse partijen niet koosjer. Dat je reële issues als veiligheid vooropstelt is geenszins laakbaar. Dat stem-men worden gewonnen door middel van laag bij de grondse breedspraak die mensen bang maakt, claimen dat je het enige alternatief bent, mensen moedwillig het rad van de onfeilbare succesgarantie voor de ogen draaien en daarbij nog eens een roze hemd dragen ; daar heb ik problemen mee. Veilig-heid is vaak ook een kwestie van perceptie, het inschatten van risico’s. Deze zijn echter niet steeds reëel en bestaan bijgevolg enkel in onze verbeelding. Als je uit zuiver electoraal winstbejag de gepercipieerde kans op onheil gaat opblazen en bijgevolg bewust het onveiligheidsgevoel cultiveert, dan ben je in mijn ogen een bende ongemanierde corrupte en chronisch geconstipeerde kwezels wier sociale capaciteiten niet verder reiken dan de zelfgenoegzame contouren rondom van het eigen ego. Willen we ons werkelijk laten besturen door zulke mensen ?

We lossen de veiligheidsproblemen in Ronse heus niet op met gespierde taal, onhaalbare beloftes en chagrijn. Wat Ronse nodig heeft is visie, het erkennen van de noodzaak van een grondige studie die het aartsmoeilijke sociologische kluwen ontwart, gevolgd door het uitwerken van een écht strategisch plan (geen sjabloontekst geproduceerd door een overbetaald marketingbureau) waarbij vertegenwoordigers van bevolkingsgroepen wor-den betrokken. Het is tijd voor actie, maar we laten verbaal geschut best thuis, al geeft ondergetekende daar niet meteen de beste aanzet toe. Voor-uitstrevend beleid is het enige wat onze koers opwaarts kan doen keren en een debat hieromtrent wordt liever vandaag dan morgen gevoerd.

denbelleman4 (on)veiligheid

Het is bij wijlen een understatement te stellen dat Ronse met een veiligheids-probleem kampt. Menig Ronsenaar kan helaas anekdotes oprakelen over aanverwanten, vrienden of kennissen die lastiggevallen, agressief behandeld, uitgescholden, gemolesteerd of zelfs bijna aangerand zijn. Eén zaak staat hoe dan ook buiten kijf: als de situatie blijft zoals ze is, moet men niet verbaasd zijn dat veel talent, dat nochtans waardevolle bijdragen zou kunnen leveren tot een heropbloei van de Koningin van de Vlaamse Ardennen, wegtrekt.

Het stadsbestuur lijkt nochtans op het eerste zicht die heropbloei ter harte te nemen, getuige het citymarketingplan en de vele infrastructurele maat regelen, zoals de vernieuwing van straten, voetpaden en de Grote markt, de renovatie van handelspanden, de (helaas vaak in het slop geraakte) bouw- en woon-projecten, etc. Die beleidsdaden blijken echter eenzijdig in dienst te staan van een opwaardering van het beeld dat in de rest van Vlaanderen over onze stad bestaat. Ronse, stad met uitzicht nietwaar ?

Maar wanneer zal het stadsbestuur eens maatregelen nemen die ten gronde de situatie in Ronse verbeteren ? Wanneer zal men ten gronde problemen aanpakken waar gewone Ronsenaars, van álle culturele gemeenschappen, dagdagelijks mee geconfronteerd worden ? Wanneer zullen de beleidsmakers bijvoorbeeld de nodige visie en branie tonen om het veiligheidsprobleem op een doordachte manier te lijf te gaan ? In de blinde focus op het uitzicht ver-onachtzamen ze het inzicht dat Ronse nodig heeft.

Het is niettemin mogelijk dat het gemeentebestuur niet de middelen heeft om het veiligheidsprobleem aan te pakken. Wanneer de coalitiepartijen wer-kelijk die mening toegedaan zijn, moeten ze de eerlijkheid aan de dag leggen om dat als dusdanig aan de kiezers kenbaar te maken, liefst voor de ver-kiezingen. Dan moeten ze aan de Ronsenaars duidelijk maken dat wanneer hun partij verkozen raakt het ook de volgende legislatuur zal voorvallen dat jongeren met zeven-tegen-één zonder enige reden het ziekenhuis ingeklopt en –gestampt zullen worden en de politie de daders vermoedelijk niet zal kunnen strikken of erger, ze zal laten lopen. Ik ben benieuwd hoeveel stem-men Erik Tack dan zal halen.

Wanneer ze daarentegen wel in een oplossing geloven (en zelfs als ze dat niet doen), zullen ze de grieven van hun bevolking au sérieux moeten ne-men en bereidheid tonen om meer te investeren in veiligheid, in plaats van in citymarketingplannen die met haken en ogen aan elkaar hangen en legio bouwprojecten waarvan de bakstenen die na al die jaren gelegd zijn nog op één hand te tellen zijn. Die investeringen hoeven niet enkel te gaan naar directe veiligheidsmaatregelen ter ondersteuning van een door het Vlaams Belang gewenste nultolerantie of naar bewakingscamera’s. Zoals gezegd moet het stadsbestuur, naast uitzicht, ook kiezen voor inzicht. Daarom zou men eerst en vooral enkele sociale wetenschappers aan het werk moeten zetten om de unieke casus te bestuderen die Ronse is als ‘provinciestad met de problemen van een grootstad’. Zij zouden die problemen op we-tenschappelijke wijze in kaart kunnen brengen en aangeven welke richting men uit zou kunnen gaan om tot oplossingen te komen, of ten minste en-kele mogelijke oplossingspistes kunnen ontraden. Geef toe, het zou niet de slechtste investering zijn die het stadsbestuur al verricht heeft.

‘Ronse heeft als provinciestad de problemen van een grootstad.’ (Paul Carteus)

ronse, stad met inzicht

Jonathan Sadaune

5denbelleman

Jonathan Jouret

Geachte burgemeester,Beste Luc Dupont,

Iedere echte Ronsenaar is een ambetanterik. Per definitie. Ik dus ook. Ook, per definitie. Waar echter geen definitie op te kleven is, is dat verschrikke-lijke woord ‘onveiligheidsgevoel’. Het is zoals de pijngrens : iedereen heeft het, maar ze ligt anders voor eenieder. Het zou me trouwens niet verbazen moesten beide, onveiligheidsgevoel en pijngrens, opmerkelijke overeenkom-stigheden hebben. Een soort recht evenredigheid, of zelf een exponentieel verband. Hoe onveiliger men zich voelt, hoe sneller pijn men krijgt. Zoiets. En pijn, ja, dat rijmt op chagrijn.

Waar ik echter chagrijnig van word, is het feit dat u, samen met het voltallig Schepencollege, nu bijna 2 maanden geleden, een brief van mij overhandigd kreeg met enkele ‘probleemstellingen’ waarmee Ronse vandaag de dag blijk-baar serieus onder lijdt en daar tot op de dag van vandaag nog steeds niet op gereageerd hebt (exceptio Schepen Van Crombrugge). In die bewuste brief heb ik het over dat fameuze onveiligheidsgevoel. Zonder te chikaneren som ik enkele feiten op. Het ging om enkele gebeurtenissen welke zich de laatste maanden voordeden, en waarover onze goede vrienden van Het Nieuwsblad opnieuw met de grove borstel zijn doorgegaan. Er is blijkbaar geen stoppen aan. Slecht bloed kruipt waar het niet gaan kan blijkbaar.

De eerlijkheid gebiedt mij toe te geven dat u me aansprak en me verzekerde ‘het er eens over te hebben’. Voorts moet ik toegeven dat ik stante pede een politioneel antwoord heb gezien, wat me enigszins tevreden stelde. Desal-niettemin moet ik concluderen dat hier nu reeds opnieuw alles is stilgevallen. U moet misschien denken : ‘Ik heb er iets aan gedaan.’

Door niet te luisteren hebt u er niets aan gedaan. In Antwerpen zeggen ze daar ‘nougatbollen’ tegen, in Ronse ‘rien de knots’. Ik lijk wel verbitterd en dat bent u niet gewoon van mij. Wel ik ben niet verbitterd beste burgemeester. Ik ben boos. De politiek, nationaal en lokaal wordt blijkbaar geleid door twee soorten politici. Diegene die op tafel dansen en niets kunnen veranderen, en diegene die iets kunnen veranderen maar blijkbaar lijden aan selectieve doofheid. Het gevolg is dat niemand meer geïnteresseerd is in de praatjes die politici vertellen. Ze zijn zelfs niet meer geïnteresseerd in wat er in hun achtertuin gebeurt. In mijn achtertuin staat een neogotische kerk met een beiaard. Mijn achtertuin is uitgestrekt van het Muziekbos tot de Klijpekerk. En mij interesseert het wel. En niet enkel mij, maar met mij nog velen, die proberen iets te veranderen. En wat moeten wij dan vaststellen ? Dat mensen in een belangrijke positie het blijkbaar veel belangrijker vinden om met hun hoofd op een foto te staan voor een of andere mountainbikerit. Daar word ik boos van. Ik acht geen belang aan schouderklopjes, stevige handdrukken of valse beloftes. Ik acht wel belang aan mensen die naar mij luisteren, of ze het met mij eens zijn of niet. Ik sta open voor discussie, eigenlijk teer ik op discussie. Hegel zou het graag horen.

Ik schrijf dit niet opdat u naar mij zou luisteren. Ik schrijf dit opdat u naar ons, de Ronsenaars, zou luisteren. Met populisme geraakt men nergens, en gelukkig heeft u die kaart niet getrokken ; nooit getrokken. Ronsenaars hebben geen nood aan gemeenteraden in zwembaden à la Bredene, daar hebben wij Sint-Hermes voor. Ronsenaars zijn vitters, praters en ambetan-teriken, die, naar mijns inziens, soms iets interessant te vertellen hebben. U schiet uw functie voorbij. Wees niet enkel een manager, wees een mens, wees een Ronsenaar. Want ik weet dat u er een bent. Ik voel het.

Met de meeste hoogachting,Jonathan Jouret

open brief (1)

Een open brief kan af en toe geen kwaad. Persoonlijk, ad hominem en zonder omwegen. En, wie is een beter persoon dan de eerste burger van

de stad om een brief naar te richten?

open brief

den bommeldenbelleman6

Behalve Etienne Verschueren gooide in de tweede helft van vorige eeuw nog een tweede Ronsese musicus hoge ogen in de muziekwereld. We hebben het over Roland Cardon, een zeer talentrijke instru-mentist, componist, dirigent en pedagoog. Over deze artistieke

hoogvlieger willen we het vandaag hebben.

José Plume

Roland Cardon werd op 15 april 1929 geboren te Ronse en overleed er op 18 augustus 2001 op 72-jarige leeftijd. Roland kreeg de eerste muzieklessen van zijn broer Denis bij wie hij notenleer en klarinet leerde. Op jonge leeftijd werd hij lid van de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia en op aanraden van de dirigent Maurice Flamant, die bij zijn leerling een buitengewone muzikale be-gaafdheid ontdekte, trok hij naar de muziekacademie van zijn geboortestad. Hij studeerde er notenleer, dwarsfluit, cello en saxofoon.

Na de Tweede Wereldoorlog ging Roland studeren aan het conservatorium te Gent waar hij de eerste prijzen dwarsfluit en kamermuziek en het hoger diploma met regeringsmedaille voor dwarsfluit behaalde. Hij volgde er ook met vrucht de cursussen transpositie, orkest en muziekgeschiedenis. Hij vol-tooide zijn studies aan het conservatorium te Luik waar hij bekroond werd met eerste prijzen voor harmonie, contrapunt en fuga.

Tijdens zijn studententijd was Roland Cardon ook bedrijvig als jazzmuzikant. Zo leidde hij te Ronse met meesterhand het gekende orkest Junior Club dat in 1952 laureaat werd van de internationale jazzwedstrijd, georganiseerd door de Hot Club van België in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel. Roland werd er bekroond als beste solist op sopraan-sax. Memories, sweet memories. In zijn geboortestad maakte hij na de stichting van de stedelijke harmonie van de brandweer in 1945 ook reeds geruime tijd als fluitist deel uit van deze muziekmaatschappij en hij vervulde er gedurende een periode de functie van adjunct-kapelmeester. In april 1954 trad Roland als fluitsolist toe tot de mu-ziekkapel van de 12de Brigade de te Aarlen onder leiding van Martial Dury. Dit was het begin van een schitterende carrière in de wereld van de militaire muziek. Drie jaar later werd de talentrijke Ronsenaar immers de taak van hoofd-onderkapelmeester bij de muziekkapel van de 4de Brigade te Luik toe-vertrouwd. Bij de muziekkapel van de Binnenlandse Strijdkrachten te Aarlen werd hij in 1963 kapelmeester en tien jaar later volgde hij Karel Frison op als kapelmeester van de muziekkapel van de rijkswacht te Brussel. Deze functie bleef hij waarnemen tot hij op 31 december 1981 met pensioen ging met de graad van kapitein-commandant. Met de muziekkapel van de rijkswacht wer-den ontelbare optredens verzorgd in binnen- en buitenland, evenals talrijke concerten voor de radio. Ook een aantal plaatopnamen getuigen van de grote klasse van dit orkest en zijn leider.

Behalve als dirigent van militaire orkesten was Roland ook zeer actief als leraar en docent aan muziekacademies en conservatoria. Van 1963 tot 1972 was hij titularis van de cursus houtblazers en samenspel aan de muziekschool te Aarlen. Van 1973 tot 1982 was hij leraar dwarsfluit aan de muziekacademie te Vilvoorde. Hij vervulde diezelfde functie aan de rijksmuziekacademie te Etterbeek van 1973 tot 1977 en van 1974 tot 1977 doceerde hij harmonie- en fanfaredirectie aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel. Van 1 januari 1982 tot 1 juli 1994 tenslotte was Roland Cardon directeur van het stedelijk conservatorium te Oostende. In diezelfde stad werd hij ook aangesteld tot artistiek directeur van de muziekuitgeverij Andel.

Roland was ook jarenlang een gerespecteerd en veelgevraagd jurylid bij o.a. de provinciale tornooien in Brabant, Oost- en West-Vlaanderen. Hij was als jurylid ook nauw betrokken bij de festivals van Izegem, Saint-Pol-sur-Mer en Epinay-sur-Seine (F).

Last but not least was Roland Cardon ook een veelzijdig componist, niet alleen van een vijfentwintigtal militaire marsen, van waar zijn bijnaam van Vlaamse

een blik in deachteruitkijkspiegel

den bommel 7denbelleman

Sousa (John Philip Sousa was de wereldberoemde Amerikaanse componist van militaire marsen als Stars and Stripes Forever, Semper Fidelis, enz… J.P.), maar ook van grotere werken voor orkest en kamermuziek.

Werk van de componist is onder meer :

- Serenade (voor strijkers)- Capriccio in Blue- Arlequino (ouverture)- Blue, sweet and swing (voor klarinettenkoor)

- Childrens Symphony- Claribel (voor klarinettenkoor)- Concertino (voor piano en harmonieorkest)

- Cricket First- Dear Harry- De Engelbewaarders- Fantasia en Rondo (voor klarinettenkoor)

- Goede Nacht, Tot Weerziens (gemengd koor & harmonieorkest)

- Intrada- Le Grand Manège

- Lovers Prayer (voor altsaxofoon en harmonieorkest)

- Mozart, Weber & Co (voor klarinettenkoor)

- Pasticcio- Rondo Fantastico- Three Inventions (voor klarinettenkoor)- Andante & Allegro Moderato (voor gitaarensemble)

- B & J (duo voor trompet en klarinet)- Close-Up (voor slagwerkensemble)- Four Miniatures (voor saxofoon solo)- Introduction & Dance (voor basklarinet en piano)

- Invertings (voor klarinet solo)- Melopée & Dans (voor fluit en piano)- Siciliana (voor altsaxofoon en piano)- Three Shorty’s (voor koperkwintet)

Evenals Etienne Verschueren is Roland Cardon spijts zijn status steeds een volks figuur gebleven voor wie vriendschap geen ijdel woord was. Toen hij ons in de zomer van 2001 na een korte ziekte ontviel was de verslagenheid bij zijn talrijke vrienden en bewonderaars dan ook groot. Gelukkig blijft er zijn muziek die ons ten eeuwigen dage zal blijven herinneren aan een groot kunstenaar,een integere persoonlijkheid, die steeds een sterke band heeft behouden met zijn geboortestad en op wie menig Ronsenaar fier is en blijft.

Omdat Etienne Verschueren en Roland Cardon, twee kunstenaars met internati-onale faam, niet alleen geboren en getogen Ronsenaars waren maar bovendien oud-leerlingen van onze muziekacademie, suggereerden wij aan het stadsbe-stuur om beider namen blijvend te linken aan de op stapel staande nieuwe cultuurtempel die ook de thuishaven zal zijn van onze muziekacademie. Dit zou bvb. kunnendoor te voorzien in een ‘auditorium Roland Cardon’ en een ‘auditorium Etienne Verschueren’. Ik ben er van over-tuigd dat vele kunstminnaars in binnen- en buitenland ons deze muzikale grootheden benijden en dat het voorgestelde initiatief in brede kringen zal op prijs gesteld worden. Tenslotte dient nog te wor-den opgemerkt dat Etienne en Roland vrienden waren en het is ons bekend dat ze mekaars talent en carrière bewonderden. Het zou fijn zijn mochten de volgende generaties Ronsenaars daar concreet en blijvend aan herinnerd worden.

Ondergetekende was dan ook een gelukkig man toen hij onlangs mocht vernemen dat bovenvermelde suggestie niet alleen gunstig werd onthaald door het stadsbestuur, maar dat men ook speelde met de gedachte om beide musici te gedenken met een straatnaam. Of hoe een kleine stad de kunst verstaat om zijn grote zonen te eren.

denbelleman8 open briefdenbelleman

open brief (2)

Meneer de burgemeester,

We hebben elkaar al een paar keer ontmoet. U was dan burgemeester, ik groepsleider van de Scouts van Ronse. U bent me niet tegengevallen, toen. Uw toespraak op de tentoonstelling voor onze 90-jarige verjaardag was enthousiast en bevlogen. Een oud-

scout aan het woord, dat doet altijd plezier.

Op een andere gelegenheid was dat wel anders. U was toen ook burgemees-ter, toeval kan het niet zijn, ik nog steeds groepsleider. Maar dat had niets te maken met onze ontmoeting. Ik was er als student Journalistiek en interview-de u. Over Ronse. U was welbespraakt, beleefd en had tijd voor mij. U wist waar u het over had. Maar toch is van dat twee uur durende gesprek maar één zin echt blijven hangen : ‘We willen er toch geen politiestaat van maken ?’ Die ‘er’, dat sloeg op Ronse.

Ik weet nog dat ik er de artikelkop van gemaakt heb : ‘We willen er toch geen po-litiestaat van maken ?’ Dat pakt, weet u. Want in Ronse, meneer de burgemeester, zouden de mensen, duvels als de Ronsenaars zijn, wel eens ‘jawel’ durven zeggen. Ik heb het dan niet over die kleine dertig procent die ooit op Erik Tack en de zijnen, nu ja, vooral op Erik Tack, gestemd hebben. De mensen die maar wat graag overal meer uniformen, blauw of andere kleur, zouden zien. Graag met matrak, menot-ten en pepperspray erbij. Want zo zijn sommige mensen nu eenmaal.

Niet ik, meneer de burgemeester, en ook de meeste van mijn vrienden niet. Ook die van mijn broer of ouders niet. Want wij zijn zoals dat heet progressieve, ver-draagzame mensen. Ik geloof in vrede, vlinders en madeliefjes. Had ik het voor het zeggen, Obelix werd premier, bijgestaan door vicepremier Guust Flater. En de Smurfen bevolkten zijn kabinet. Dat is het blauw dat ik van uit het diepst van mijn hart op straat wil zien.

Maar toch, meneer de burgemeester, wilde ook ik toen antwoorden met ‘jawel’ – dus vóór geüniformeerd blauw. Ik had er zelfs willen aan toevoegen : ‘En maak er een beetje mee voort, ook ! Dan kan ik vanavond nog eens op mijn gemak uitgaan!’ Want dat doe ik al een tijdje niet meer, meneer de burgemeester, in uw stad uitgaan. Niet dat er niet genoeg te doen is, neen. Dat valt wel mee. Maar ’t is de veiligheid, meneer. Toen ik met de rest van mijn jaar onze ‘100 dagen’ vierde, was ik al om 1u thuis. Niet omdat ik te dronken was of omdat het feestje mij niet aanstond. Neen, omdat ik mijzelf een gevangenisstraf wou besparen. U moet weten dat op die fuif in het Jeugdhuis – voelt u hem komen ? – een stuk crapuul het nodig vond een vriendin van mij te duwen. Hard te duwen. Een meisje hard te duwen. Eerder op de avond had dat klootzakje met zijn vrienden nog al rottig-heid uitgehaald. Ze waren door de ramen naar binnen gekomen, want betalen is voor sukkels.

Ik heb mijn trots, meneer de burgemeester, en dat hebben mijn vrienden ook. En we waren 18, of moesten dat worden. Meer spieren dan verstand, dus. In een nor-male situatie krijgt een zak die een meisje duwt de wind van voren. En als ik heel eerlijk mag zijn, en even de sociaal-darwinist in mij loslaat : een ram op zijn kop zou ook op zijn plaats zijn. Want dat doe je niet, meisjes duwen, zo hard dat ze struikelen. Maar ik durfde dat stuk crapuul geen ram verkopen, of de wind van vo-ren geven. Want dan belandde ik sowieso op Hogerlucht. Met minder tanden dan ervoor, maar wel wat kneuzingen rijker. Of, erger, ik zou die nietsnut een oog uit-slaan. Dan belandde ik ook op de spoedafdeling, onder dezelfde condities, maar kon ik ook nog eens de rest van zijn luizenleven betalen. Dan kon ie zowel langs de kassa van de werkloosheidsuitkeringen passeren, als langs de spaarpot die ik bij mijn verzekeraar had aangelegd. Ik heb iets te verliezen, ziet u, hij had dat niet.

Springen we enkele jaren vooruit. Dan studeer ik al een tijdje in Gent. Ik ging zel-den tot nooit uit in Ronse, die tijd. Want ik werd gek van die agressieve sfeer die er hangt. Ik werd er gek van te moeten buigen voor crapuul dat in hordes door de stad trekt. Nietsnutten, broekventjes die 15 kilo minder wegen dan ik. Van die gastjes die ik als scoutsleider per drie in het water smeet, bij een of ander spel. Maar niet zo bij deze jongens. Deze jongens roepen naar je vriendin dat ze een hoer is. Ze slaan je vrienden in elkaar voor een sigaret die ze niet krijgen. En dat werd ik snel kotsbeu, meneer de burgemeester. Want ik ben nogal gehecht aan mijn neus, moet u weten. En mijn oogkassen houd ik ook liever heel.

Simon Demeulemeester

open brief 9denbelleman

Als de studies hun einde naderen, vraagt een mens zich al eens af waar hij zich zal vestigen. Terugkeren naar Ronse, vroegen mijn vriendin en ik ons af ? Nooit van ons leven, meneer de burgemeester. Ook al ziet de Grote Markt er beter uit dan vroeger, ons schrijft u de komende jaren niet in uw bevolkingsregister in. Wij heb-ben geen zin om gepakt te worden door die bende klootzakken die het gemunt hebben op mensen met een iPhone. Kent u dat verhaal, trouwens ? Ik weet niet welke verhalen het van de straat tot in uw bureau halen ?

Het gaat dat er een bende op pad is die in cafés mensen met een iPhone viseren, die mensen bij het buitengaan volgen en hun iPhone stelen. Klinkt erg, maar niet vreselijk. Maar de anekdote is nog niet ten einde. Een van hun slachtoffers kreeg het onzalige idee achter die bende aan te gaan : om wat van hem is, terug te krijgen. Toen hij het drietal gevolgd was van op de Markt, door de Peperstraat, tot op de Rooseveltplaats, bleek de bende plots 15 man sterk te zijn. Stel je voor. En plots werd hij bewusteloos geslagen. En gestampt, en nog eens geslagen. U weet hoe dat gaat, sommige mensen, van dat type dat niets te verliezen heeft, hebben zichzelf moeilijk in de hand. Maar echt vreselijk moet het nog worden. Die jongen was gevolgd door een vriend. Maar die werd niet in elkaar geslagen. Een zucht van opluchting ? Hou die maar in. Hem werd vriendelijk verzocht rustig terug te gaan, dan zou hem niets gebeuren. Waarop hij achter de hoek moest gaan staan luis-teren hoe zijn vriend (die dan al bewusteloos was, weet u nog) verder de stront uit zijn lijf gestampt werd. Excuseert u mij die uitdrukking, maar ik ken er geen betere. Mij lijkt dit tafereel uit het Bosnië uit de jaren ’90 geplukt. Of uit de middeleeuwen. Net als de anekdote van de vriendin van mijn vriendin die net aan een groeps-verkrachting ontsnapte. Of nog : de Belegering van de Clubman. Heeft u daar al van gehoord ? Dat is geen geschiedenisverhaal uit het Groot-Brittannië van twee eeuwen terug. Neen, dat is een uit de hand gelopen gevecht waarbij een troep op hol geslagen crapuuls (ze noemden zichzelf de NSGR – de National Street Gang Ronse – u zal me wel een cynische grijns vergeven terwijl ik het neerschrijf) de ramen van café de Clubman bestookte met tafeltjes, stoelen en vuistslagen. En dat allemaal om de cafégangers hetzelfde traitement te geven als die ruiten.

Enfin, u begrijpt waar ik naartoe wil, meneer de burgemeester. Het thema van ons nummer is ‘veiligheid’. En dat is er niet in Ronse. Laat staan een veiligheidsgevoel.Let wel, meneer de burgemeester, ik heb al vaak de lof gezongen van uw bestuur. Niet van mijn gewoonte, mijn beroep verbiedt me politici te adoreren. Maar eer-lijk is eerlijk : jullie doen jullie best. En de eerlijkheid gebiedt mij ook de diepere oorzaken van de hierboven geschetste problemen te benoemen : een compleet mislukt migratiebeleid, lak aan degelijk onderwijs dat aan de noden van 20e en de 21e is aangepast. Een manifest politiek onbegrip van wat er op straat gebeurt, waar het misloopt en hoe de generaties van die van uw kinderen en later in een wereld vol twijfel en onzekerheid opgroeien. Mochten we de politici samen met de door hun non-beleid gecreëerde groep jongeren-die-niets-te-verliezen-hebben in de cel gooien, onze minister van Justitie mocht zelf mee gevangenissen gaan metselen. Ik steek het dus niet allemaal op u, meneer de burgemeester, zo’n slecht karakter heb ik niet. Maar laat mij toe u een vraag te stellen, Den Belleman zal graag uw antwoord publiceren : Wat kan u dan wel doen aan die walgelijke geweldcultuur ? Kan u van Ronse, al was het maar een beetje en voor even, een politiestaat van maken ?

Want neem het van mij aan : meer politie dan de drie patrouilles van 2 man in het weekend zoals u zei tijdens het interview, zou de Ronsenaar niet tegen de borst stuiten. En de Ronsische politie zelf ook niet, denk ik. Met meer mankracht zouden ze zo bang niet moeten zijn. Ze zouden zich niet belachelijk hoeven te laten maken. Wat hen minder gefrustreerd maakt (compleet te begrijpen : wie krijgt nu graag een klets van een 16-jarige ?) en dus competenter. U zou er, met andere woorden, veel Ronsenaars blij mee maken. Inclusief uw politiekorps. Het zijn kiezingen in 2012, hé meneer de burgemeester. Kzegge dat en kzegge niet…

geschiedenisdenbelleman10

Voor ik op een zeldzame zomerse namiddag in augustus aan dit artikeltje begin, neem ik vlug even de actualiteit van de dag door. ‘Verdachte heeft moord op Charlotte Antoniewicz bekend’, kopt de website van De Morgen op dit moment. ‘Dodelijke woningbrand Seneffe is drievoudige moord’, lezen we dan weer op kop bij het Het Nieuwsblad, terreurdreigingen

alom bij Het Laatste Nieuws. Zucht.

Jeroen Reygaert

de hedendaagse tijd van tegenwoordig‘Het is me wat tegenwoordig’, denkt niet enkel Jan Modaal bij zijn dagelijkse blik op het nieuws. Maar hoe correct is die bijna ‘exclusieve tegenwoordig-heid’ in ons onveiligheidsdenken ? Niet, als je het mij vraagt.

Laten we het simpel houden. We keren terug naar de middeleeuwen. Het tijdperk van de ridders en de hoofse liefde. De goede ‘oude en veilige’ tijden waarin ridders zwaar bewapend rondreden door donkere bossen, altijd in voor een vechtpartijtje ; de tijden waar er meer struikrovers dan struiken te vinden waren langs de gemiddelde landweg, ver weg van enige bewakings-camera. Voldoende stof voor een knoert van een onveiligheidsgevoel, toch ?

Maar we hoeven niet eens zover terug in de tijd. In de annalen van de Geschiedkundige Kring edities 2005 en 2006 lezen we in een artikel van me-dehistorica Elke De Venter over het Ronse ten tijde van de Boerenkrijg - de laatste jaren van de achttiende eeuw tijdens de Franse bezetting van onze streken - een en ander over de toenmalige veiligheid in de stad. Er was in die periode een enorme toename van het aantal diefstallen, overvallen en plunderingen. De rijkswachters die probeerden op de treden, werden zelfs in koelen bloede vermoord. Belangrijk is het besluit hierbij : ‘niet het patriot-tisme jegens de Fransen was de grootste drijfveer voor deze rellen, maar wel de lamentabele economische en sociale toestand waarin een groot deel van de bevolking op dat moment leefde’. Opnieuw – de onderliggende drijfveren laten we in ons veiligheidsdenken gemakkelijkheidhalve en zoals het hoort links liggen – stof genoeg voor een torenhoog onveiligheidsgevoel, niet ?

Ik zou zo nog een tijdje kunnen doorgaan. Denk maar aan de arbeidersbelui-ken die in de negentiende eeuw speciaal ontworpen werden om de misdaad welig te laten tieren, ‘no-go zones’ voor de toenmalige politie, met pogingen ze af te sluiten van de rest van de beschaafde stad. De tientallen kermissen op het platteland die in regelrechte knokpartijen eindigden omdat jongelui van het buurdorp te veel interesse in de lokale schones toonden of het zinloze hooliganisme op het einde van de vorige eeuw.

De aanleidingen voor een torenhoog onveiligheidsgevoel zijn van alle tijden. Het enige wat de laatste jaren enorm veranderd is, is de enorme aandacht voor het gegeven ‘misdaad’. Waar Louis De Lentdecker in de jaren 1970 en 1980 als enige in Vlaanderen de natie mocht vertellen hoe misdadig sommige individuen zijn, zijn we ‘tegenwoordig’ al op de hoogte van de meeste misdrij-ven nog voor ze gepleegd zijn. Geen geldsom die verdwijnt, geen vechtpartij, geen gestolen fiets of je leest er alles over in de krant. Zeker over onze eigen heimat hoef je ‘tegenwoordig’ geen akkefietje meer te missen : de tweede grootste krant van het land bezorgde ons een vaste misdaadjournalist wiens alziend oog niets ontgaat. Ik ben voor de man zijn stressbestendigheid blij dat hij hier niet ten tijde van de Boerenkrijg hoefde te schrijven…

wapens ten tijde van de Boerenkrijgbron : University Lucerne

undercover 11denbelleman

Om in Ronse in staat te zijn rond te dwalen met een zeker veiligheidsgevoel, zijn bepaalde tactieken vereist. Wij onderzochten welke methode de beste garantie op succes bood. Met gevaar voor eigen leven waagden wij ons in de vroege uurtjes in niet nader genoemde wijken, alwaar volgens ervaringsdeskundigen het gevaar op gevaarhet grootst is.

Hierbij publiceren wij de resultaten.

Tactiek 1Van de veronderstelling uitgaand dat een man de beste indruk maakt door op de meest fatsoenlijk mogelijke manier gekleed te gaan, toog onze reporter zich in pak en das. Om dit personage enigszins kracht en geloofwaardigheid bij te brengen, nam hij ook zijn laptop mee. Op deze manier verhoopte hij een indruk van geslaagdheid over te brengen teneinde respect af te dwingen bij de hang-jongeren.

Resultaat : In het kader van de volksgezondheid in het algemeen raden wij deze tactiek ten strengste af. Onze reporter zag zich genoodzaakt een creditnota in te dienen bij Den Belleman voor een laptop ter waarde van 599 euro. Wegens een nijpend geldgebrek, kenmerkend voor het perssegment van de kwaliteitskranten zien we ons genoodzaakt bij deze verstek te laten gaan. Welwillende giften van goede zielen, die de lezers van Den Belleman ongetwijfeld zijn, mogen recht-streeks op het rekeningsnummer van het AZ Glorieux gestort worden met de mededeling ‘Op te lappen laptop’.

Tactiek 2Onder het motto ‘if you can’t beat them, join them’ dachten wij vervolgens een tactiek ter beschikking te hebben waar onze reporter iets minder gevaar voor lijf en leden zou lopen. Getogen in een strakke trainingsbroek, lange witte voetbal-kousen eroverheen, een knap marcelleke en gouden ketting waren wij ervan overtuigd dat onze reporter zonder moeite zou ‘inblenden’.

Resultaat : Jammerlijk ging onze reporter iets te enthousiast op in zijn rol en viel hij op het gebied van breakdance door de mand. Wel slaagde hij erin een geheel nieuwe dimensie aan het woord ‘breakdance’ toe te voegen. De gouden ketting die onze reporter ter gelegenheid uit het juwelenkistje van zijn moeder had ge-leend, bleek na afloop van de feiten helaas zoek. Eerlijke vinders mogen zich mel-den aan de redactie van Den Belleman. Op voorwaarde van discretie ten aanzien van de moeder in kwestie, die van het verlies nog niet op de hoogte is gesteld en er naar het schijnt niet van gediend zou zijn moest ze het weten, wordt een gratis tienjarig abonnement op Den Belleman uitgereikt aan de eerlijke vinder.

Tactiek 3Omdat men in groep altijd sterker is, een theorie die de hangjongeren zelf ook consequent aanhangen, zonden wij een klein peloton reporters op pad. Aange-zien we onze twee potigste reporters al kwijt waren, namen we aan dat dit het veiligst zou zijn voor iedereen. Met de staart enigszins tussen de benen trokken onze onverschrokken helden op pad.

Resultaat : Hier kunnen we alvast meegeven dat paniek een slechte leidraad is. Toen één van de hangjongeren om een vuurtje te vroeg, stoven onze reporters uiteen als kippen zonder kop. Nodeloos te zeggen dat dit werkte als een rode lap op een stier. De aanvankelijke getalsterkte werd aldus teniet gedaan. Aangezien onze reporters zich ondertussen onledig houden met veldonderzoek in het AZ Glorieux, moesten we ons sociologisch onderzoek op dit punt staken.

Conclusie : Indien uiterst zeldzame situaties u tegen beter weten in toch nopen zich op zekere uren in bepaalde buurten te begeven, pakt u het best als volgt aan. Vertrek in omvangrijke groep (dresscode: street) waarbij elk groepslid de handen van de anderen vasthoudt, zodat niemand er van onder kan muizen. Laat uw laptop of iPhone thuis, onthoudt u zich van breakdance en stel indien gevraagd altijd een vuurtje ter beschikking zonder de handen van uw lotgenoten te lossen.

PS : Onze speciale dank gaat uit naar de faculteit ‘Journalistiek’ van de UGent voor het ter beschikking stellen van de ten allen tijde zeer gemotiveerde stagiairs. Zij hebben veel ervaring opgedaan in het veld en verzekerden ons bovendien dat zij enorm gemotiveerd zijn om volgend jaar hun stage in eerste zit te doen.

den belleman undercover

Joost Elet

G R A T I S M A A N D B L A D

e

DEN BELLEMAN ONLINE

http ://issuu.com/denbelleman

sterk in grafisch designalle familie- en handelsdrukwerk

Sint-Martensstraat 10, 9600 Ronse - 055 600 630

www.randeevoe.behttp ://issuu.com/randeevoe