De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV...

88
De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend onderzoek naar de rol van technologische toepassingen voor de organisatie van de stedelijke individuele dienstverlening Rapport Simon Vander Elst Filip De Rynck Pieter Sellenslagh

Transcript of De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV...

Page 1: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend onderzoek naar de rol van technologische toepassingen voor de organisatie van de stedelijke individuele dienstverlening

Rapport

Simon Vander Elst Filip De Rynck Pieter Sellenslagh

Page 2: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,
Page 3: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ i ׀

Inhoudstafel

1. Inleiding 9

> 1.1. Doelstelling en onderzoeksopzet 9

> 1.2. Afbakening 10

2. Onderzoeksdesign 13

3. Resultaten van het verkennend onderzoek 19

> 3.1. Exploratie van het stedelijke individuele producten- en dienstenaanbod 19

> 3.2. De stedelijke individuele dienstverlening in het veranderingsvizier 22

> 3.2.1. Exploratie van het ontstaan van de veranderingen 23 > 3.2.1.1. Een nieuw discours over de individuele

dienstverlening 23 > 3.2.1.2. Interne veranderingsdrijfveren 27 > 3.2.1.3. De klant is tevreden 30 > 3.2.1.4. Invloed van bovengemeentelijke overheden 32

> 3.2.2. Stedelijke doelstellingen voor de organisatie van de individuele dienstverlening 34

> 3.2.2.1. Online individuele dienstverlening 39 > 3.2.2.2. Integratie van de stedelijke individuele

dienstverlening 40 > 3.2.2.3. Multikanaal dienstverlening 43 > 3.2.2.4. Klantvriendelijke en efficiënte ‘geïntegreerde’

processen 45

> 3.2.3. ICT als probleemoplosser 47 > 3.2.3.1. Een hardnekkige padafhankelijkheid 48 > 3.2.3.2. De padafhankelijkheid doorbreken: de midoffice als

totaaloplossing 52

> 3.3. Inventaris van gerealiseerde veranderingen 59

> 3.3.1. Vraaggestuurde individuele dienstverlening 59

> 3.3.2. Online dienstverlening 62

> 3.3.3. Integratie van de individuele dienstverlening 65

Page 4: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ ii ׀

> 3.3.3.1. Integratie van de fysieke individuele dienstverlening 65

> 3.3.3.2. Integratie van de telefonische individuele dienstverlening 69

> 3.3.3.3. Multikanaal dienstverlening 70

> 3.3.4. Klantgerichte en efficiënte processen door nieuwe technologische toepassingen 71

4. Conclusie 81

Referenties 84

Page 5: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ iii ׀

Lijst tabellen

Tabel 1: overzicht interviews ....................................................... 13 Tabel 2: operationalisering van de onderzoeksvragen .......................... 15 Tabel 3: voorbeelden van individuele producten en diensten ................. 20 Tabel 4: stedelijke doelstellingen voor de individuele dienstverlening ..... 34 Tabel 5: overzicht van stedelijke doelstellingen op basis van de interviews 38 Tabel 6: ICT als probleemoplosser .................................................. 58 Tabel 7: behoefteonderzoek in centrumsteden .................................. 60 Tabel 8: fysieke integratie ........................................................... 66 Tabel 9: de midoffice in de praktijk ............................................... 77 Tabel 10: ‘pragmatische’ ICT-oplossingen (1) .................................... 78 Tabel 11: ‘pragmatische’ ICT-oplossingen (2) .................................... 79 Tabel 12: twee dienstverleningsprocessen vergeleken ......................... 80

Page 6: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ iv ׀

Lijst figuren

Figuur 1: eilanden en spaghetti ..................................................... 48 Figuur 2: het midoffice als (ont)koppelvlak (overgenomen uit: Keller &

Roovers, 2006) .............................................................. 54 Figuur 3: functionele componenten van de midoffice (overgenomen uit:

Keller & Roovers, ibid.) ................................................... 58 Figuur 4: fysieke integratie .......................................................... 66

Page 7: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 5 ׀

Managementsamenvatting

Dit onderzoeksrapport kadert binnen het onderzoeksspoor ‘Management van

informatieprocessen in Vlaamse lokale besturen’. Het onderzoeksspoor

focust op de inzet van informatie en communicatietechnologieën (ICT) in de

centrumsteden om de individuele dienstverlening klantgerichter en

efficiënter in te richten. We willen de dynamiek van deze veranderingen

beschrijven, verklaren en evalueren. Het concept ‘individuele

dienstverlening’ verwijst naar transacties van producten en diensten tussen

enerzijds individuele burgers, ondernemers of verenigingen en anderzijds de

stedelijke overheid als leverancier van de diensten en producten.

We voerden een exploratief onderzoek in de centrumsteden als startpunt

voor het onderzoeksspoor. Met een open vizier bestudeerden we de

geplande, lopende en gerealiseerde veranderingen op het vlak van de

stedelijke individuele dienstverlening en de rol van ICT in deze

veranderingsprocessen. De verkennende onderzoeksfase besloeg een analyse

van stedelijke beleidsdocumenten en interviews met leidinggevende

stedelijke ambtenaren van de dertien Vlaamse centrumsteden.

Het verkennend onderzoek leert ons dat de steden een (ambitieuze)

veranderingsagenda ontwikkelen. Aan de basis van de veranderingen ligt

een streven naar een efficiëntere en meer klantgerichte intake,

behandeling en afhandeling van individuele dienstverleningsprocessen.

Het verkennend onderzoek wijst op verschillende dynamieken die invloed

uitoefenen op de gepercipieerde nood aan verandering. Er ontwikkelt zich

een nieuw discours over de individuele dienstverlening dat is geïnspireerd

op reorganisaties in Nederlandse steden. De aanhangers van het discours

geloven in het potentieel van technologische toepassingen om de

organisatie van de individuele dienstverlening efficiënter en klantgerichter

te reorganiseren. Er duiken nieuwe beelden en aannames op over de klant,

de stedelijke ambtenaar en de beslissingsnemers. Het discours slaat aan bij

stedelijke ambtenaren en politici die het gebrek aan interne efficiëntie en

klantgerichtheid van de individuele dienstverlening erkennen.

Externe impulsen van klanten werken positief in op het ontstaan van de

veranderingsagenda. Klanten wijzen de stedelijke overheid via meldingen,

klachten, klanttevredenheid- en behoefteonderzoek op hun voorkeuren,

Page 8: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 6 ׀

negatieve ervaringen en preferenties. Hoewel de klanttevredenheid van

burgers hoog is, streven steden naar maximale klanttevredenheid en

nuanceren stedelijke ambtenaren de hoge klanttevredenheid. Het

verwachtingsniveau van de klant wordt door stedelijke ambtenaren als te

laag beschouwd.

De analyse toont de dubbele invloed aan van hogere overheden op het

ontstaan en het verloop van de bestudeerde veranderingen. Wetgeving,

decreetgeving en interbestuurlijke e-governmentprojecten beïnvloeden

zowel direct als indirect, zowel positief als negatief (barrières) het ontstaan

en verloop van de veranderingen.

De belangrijkste doelstellingen van de centrumsteden zijn: meer online

dienstverlening of transacties, integratie van de frontoffice-entiteiten,

organisatiebrede multikanaal dienstverlening en gedigitaliseerde efficiënte

en klantgerichte dienstverleningsprocessen. De perceptie overheerst binnen

steden dat de realisatie van interne efficiëntiewinsten en een meer

klantgerichte individuele dienstverlening complementair zijn.

Midofficesystemen of aanverwante technologische concepten moeten de

steden in staat stellen om deze doelstellingen te realiseren door een betere

digitale transfer van data en procesinformatie tussen systemen, een

organisatiebreed databeheer en gedigitaliseerde workflows te faciliteren.

Ondanks de gelijkaardige doelstellingen is de geoperationaliseerde

veranderingspraktijk vanuit meerdere oogpunten heterogeen.

Het online dienstverleningsaanbod verschilt. De verschillen hebben

betrekking op de mate waarin de intake is gedigitaliseerd, het aantal

aangeboden online producten en diensten, de ingebruikname van een

persoonlijke internetpagina (PIP) en de functionaliteiten van de PIP.

De mate van integratie van de stedelijke frontoffice-entiteiten varieert en

evolueert aan verschillende snelheden. De organisatie van de fysieke

dienstverlening varieert tussen verregaande integratie (tot de introductie

van een afdeling ‘externe dienstverlening’), stapsgewijze integratie

(bijvoorbeeld: burgerzaken als samenvoeging van de diensten bevolking en

burgerlijke stand) tot het behoud van een groot aantal stedelijke diensten

met eigen loketten. De dominante tendens is een verschuiving naar fysieke

loketintegratie en –concentratie in één stadskantoor. Er is een proliferatie

Page 9: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 7 ׀

van types van fysieke frontoffice-entiteiten: stadskantoren met

loketintegratie –en concentratie, gedeconcentreerde dienstverlening,

mobiele dienstverlening en sectorgebonden loketconcentratie of -integratie

(bijvoorbeeld: woonwinkel), met of zonder samenwerking met derde

partijen (bijvoorbeeld: OCMW, huisvestingsmaatschappij enz.).

De implementatie van klantencontactcenters is beperkt tot enkele steden.

Meerdere steden hebben wel dienstoverschrijdende of organisatiebrede

telefonische meldpunten en infolijnen geïmplementeerd. In sommige steden

blijven meerdere autonome telefonische meldpunten actief en in andere

steden is er voornamelijk sprake van een dienstgebonden telefonische

dienstverlening.

Individuele dienstverleningsprocessen zijn een gewenst object van

verandering maar de mate waarin een denken in termen van processen en

procesoptimalisering is geïnstitutionaliseerd en omgezet in een operationele

veranderingspraktijk varieert tussen de steden. De organisatorische

scheidingslijnen van de entiteiten verantwoordelijk voor de intake,

behandeling en afhandeling van dienstverleningsprocessen wijzigen in

wisselende mate en op verschillende wijzen. Back- en frontoffice verkrijgen

naargelang verschillende processen, producten, diensten en steden andere

invullingen.

De stedelijke ICT-infrastructuur en -architectuur is in wisselende mate

object van verandering. Steden verwachten veel van de implementatie van

midofficesystemen of aanverwante systemen maar de effectieve

implementatie is een uitzondering. De midoffice krijgt verschillende

conceptualiseringen in de veranderingspraktijk van de steden. Het aantal

functionaliteiten van midofficesystemen varieert tussen: een ICT-platform

voor het digitaliseren van processen, een centraal databeheer en een

geoptimaliseerde transfer van kern- en procesdata tussen toepassingen. Het

ideaaltype van een organisatiebrede ICT-architectuur en -infrastructuur

wordt in meerdere steden ingeruild voor andere technologische innovaties;

bijvoorbeeld: nieuwe dienstoverschrijdende backofficetoepassingen. Het

resultaat van al deze veranderingen is ‘procesmatige heterogeniteit’:

dienstverleningsprocessen met een sterk gelijkaardige of dezelfde finaliteit

zijn technologisch en organisatorisch verschillend ingebed in verschillende

steden. Die heterogeniteit vormt het startpunt voor een volgende

empirische onderzoeksfase.

Page 10: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 8 ׀

Page 11: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 9 ׀

1. Inleiding

> 1.1. Doelstelling en onderzoeksopzet

In dit onderzoeksrapport inventariseren en analyseren we de empirische

bevindingen van een verkennend onderzoek over de veranderende

individuele dienstverlening1 in de dertien Vlaamse centrumsteden. Dit

rapport kadert binnen het onderzoeksspoor ‘Management van

informatieprocessen in Vlaamse lokale besturen’. De doelstellingen van het

onderzoeksspoor zijn drieledig. We willen door informatie en communicatie

technologieën (ICT) ondersteunde of gedreven veranderingen van de

individuele dienstverlening in centrumsteden beschrijven, verklaren en

evalueren. Aan de basis van het onderzoeksspoor ligt de vaststelling dat

stedelijke overheden streven naar een meer klantgerichte en efficiënte

individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens, Peeters &

Verhaert, 2006; Noels, 2012a).

Dit onderzoeksrapport exploreert deze veranderingen en de rol die ICT in

deze veranderingsprocessen speelt. We beantwoorden de volgende

onderzoeksvragen: hoe kenmerken veranderingen zich op het vlak van de

individuele dienstverlening binnen de Vlaamse centrumsteden? Wat is de rol

van ICT voor het reorganiseren van de stedelijke individuele

dienstverlening? Wat zijn de (eventuele) verschillen tussen de Vlaamse

centrumsteden voor dit type van verandering?

Dit verkennend onderzoek is gebaseerd op een reeks van interviews met

stedelijke ambtenaren en een documentenanalyse. De individuele

dienstverlening is een breed concept: een gedetailleerde en volledige

beschrijving van alle lopende en door ICT ondersteunde veranderingen op

het vlak van de individuele dienstverlening ontbreekt. We focussen op het

beschrijven van de hoofdlijnen van de lopende veranderingen vanuit het

perspectief van het ambtelijk (midden)management. Hoewel het

verkennend onderzoek ook een eerste set van verklarende inzichten

1 Onder het concept ‘individuele dienstverlening’ rekenen we zowel de stedelijke individuele

diensten en individuele producten. Wanneer we in het rapport spreken over ‘individuele diensten’ of ‘diensten’ of ‘producten’ bedoelen we steeds: het stedelijke individuele producten- en dienstenaanbod.

Page 12: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 10 ׀

oplevert, laten we deze inzichten, omwille van het exploratieve karakter

van onze studie, buiten beschouwing.

> 1.2. Afbakening

Drie afbakeningen leggen de contouren van het verkennend onderzoek vast.

Ten eerste focussen we op de ICT-gerelateerde veranderingen van de

individuele dienstverlening. Het concept ‘individuele dienstverlening’ lenen

we bij Hoogwout (2010). Hij maakt een onderscheid tussen collectieve en

individuele dienstverlening. Het onderscheid heeft betrekking op de mate

waarin de identiteit van de klant noodzakelijk kenbaar is voor de stad

tijdens de interactie tussen de stad en de klant. Hoogwout (ibid.) verwijst

naar een spanningsveld tussen collectieve en individuele diensten:

“Individuele diensten zijn er om het collectieve belang te beschermen

tegen het individuele belang dat daar potentieel een inbreuk probeert op

te maken.”. Hoogwout (ibid.) geeft het volgende voorbeeld: “een

vergunningstelsel [de aflevering van de vergunning als de individuele dienst]

is in het leven geroepen om het collectieve belang van bijvoorbeeld een

leefbaar milieu te beschermen tegen de schade die een individuele

ondernemer met bepaalde productiemethoden aan het milieu kan

aanrichten.”.

We hanteren een geamendeerde definitie van Hiemstra (2003): “onder

[individuele] dienstverlening vallen contacten [tussen individuen waarvan

de identiteit kenbaar is ten aanzien van de stad] waarbij de gemeente

informatie verstrekt over bijvoorbeeld openingstijden, een

subsidieregeling, de belastingaanslag, afvalinzameling of te volgen

procedures bij een vergunningaanvraag; een klacht of melding afhandelt

over bijvoorbeeld de openbare ruimte of het gemeentelijk optreden; een

transactie uitvoert zoals het verstrekken van een hulpmiddel aan

gehandicapten of het verstrekken van een uittreksel uit het

bevolkingsregister.”.

Binnen de afbakening van de individuele dienstverlening hanteren we een

tweede afbakening: de focus van de analyse lag op de aan burgers gerichte

individuele dienstverlening. Op een aantal voorbeelden na laten we de

Page 13: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 11 ׀

individuele dienstverlening ten aanzien van ondernemingen en verenigingen

buiten beschouwing.

Ten tweede beperkt onze praktijkanalyse zich tot de dertien Vlaamse

centrumsteden. Onze verwachting is dat centrumsteden de voorlopers zijn

van veranderingen op het vlak van de individuele dienstverlening. Bestaand

onderzoek toont aan dat de ‘size’ van organisaties, in termen van het

beschikken over organisatorische hulpbronnen, de innovatieve kracht en het

adoptievermogen van organisaties positief beïnvloedt (zie bijvoorbeeld:

Frambach & Schillewaert, 1999; Brudney & Selden, 1995; Holden, Norris &

Fletcher, 2003; Norris & Kraemer, 1996). Een tweede argument is het

ontbreken van onderzoek naar de ‘e-governmentpraktijken’ van Vlaamse

centrumsteden: de focus van het gevoerde ‘e-government onderzoek’ (zie

bijvoorbeeld: Boudry et al., 2009) binnen Vlaamse lokale besturen focuste

voornamelijk op de kleinere gemeenten.

Ten derde focussen we op de intra–organisatorische component van de

veranderingen. We beschouwen de interbestuurlijke component,

bijvoorbeeld: het project van de digitale bouwaanvraag, als relevant voor

de veranderingen die zich afspelen maar deze interbestuurlijke component

vormt niet onze hoofdfocus in dit onderzoeksrapport.

Page 14: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,
Page 15: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 13 ׀

2. Onderzoeksdesign

We hanteerden twee onderzoekstechnieken: een documenten- en website-

analyse en semigestructureerde interviews met stedelijke leidinggevende

ambtenaren.

Voor elke centrumstad consulteerden we relevante documenten en de

stedelijke websites. Naargelang de verschillende centrumsteden,

consulteerden we één of meerdere van de volgende documenten:

beleidsnota’s, meerjarenplannen, synthesenota’s, bestuursakkoorden, wit-

boeken, interne projectdocumenten (bijvoorbeeld: presentaties) over

lopende veranderingstrajecten, haalbaarheidsstudies enz.

Op basis van deze analyse stelden we voor elke centrumstad een vragenlijst

op. De interviews vonden plaats met leidinggevende ambtenaren. Tabel 1

bevat een overzicht van de interviews en de functies van de

geïnterviewden. In totaal vonden 15 interviews plaats waaraan 24 lokale

ambtenaren deelnamen. Het verkennend onderzoek liep vanaf maart tot en

met december 2012.

Tabel 1: overzicht interviews2

Stad Geïnterviewde

Kortrijk trajectleider dienstverlening

Antwerpen directeur Digipolis directeur stadsbedrijf districts- en loketwerking consulent bestuurskunde

Hasselt afdelingshoofd burgerzaken directeur Helix (Hasselt)

Genk afdelingshoofd ontwikkeling dienstverlening

Oostende directeur facilitair beheer stafmedewerker strategische coördinatie

Brugge ICT-diensthoofd

Mechelen secretaris adviseur-afdelingshoofd ICT

Leuven directeur data- en facilitair beheer adjunct van de directeur (Helics)

2 De citaten in de tekst waarbij geen referentie zijn opgenomen, omwille van beloofde

confidentialiteit, behoren toe aan één van de in tabel opgenomen respondenten of zijn overgenomen uit de bestudeerde documenten.

Page 16: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 14 ׀

Turnhout directeur personeel & organisatie adviseur kwaliteitszorg en organisatieontwikkeling

Roeselare departementshoofd ICT en databeheer diensthoofd ICT

Sint-Niklaas adjunct-secretaris departementshoofd ICT

Gent coördinator-expert dienst organisatieontwikkeling

Aalst administratief medewerker dienst strategische planning

bestuurssecretaris

We onderzochten de volgende clusters van onderwerpen:

de kenmerken van het huidige individuele dienstverleningsaanbod: de

dienstverleningskanalen, de afhandeling van dienstverleningsprocessen

in de backoffice enz.;

hoe de bestaande ICT-infrastructuur de intake, behandeling en

afhandeling van individuele diensten en producten faciliteert;

de mate waarin de individuele dienstverlening voorwerp van gewenste,

geplande, in uitvoering zijnde of gerealiseerde verandering is;

welke doelstellingen steden koppelen aan de veranderingstrajecten;

welke onderliggende waarden en denkbeelden deze doelstellingen

structureren;

welke rol aan ICT wordt toegekend om de veranderingsdoelstellingen te

realiseren;

hoe de voorgenoemde doelstellingen, denkbeelden en waarden tot

uiting komen in een effectief geoperationaliseerd veranderingstraject.

Tabel 2 bevat voorbeelden van hoe we deze onderwerpen hebben

geconcretiseerd in operationele vragen als leidraad voor de uitvoering van

het verkennend onderzoek.

Page 17: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 15 ׀

Tabel 2: operationalisering van de onderzoeksvragen

Kenmerken van het huidige

dienstverleningsaanbod

Documentenanalyse: is er een aparte afdeling ‘dienstverlening’ of ‘loketwerking’ in het organogram van de stad opgenomen?

Websiteanalyse: welke individuele diensten en producten biedt de stad online aan?

Interview: in welke mate is er sprake van fysieke loketconcentratie of –integratie?

De bestaande ICT-infrastructuur die de

intake, behandeling en afhandeling van

individuele diensten faciliteert

Documentenanalyse: naar welke bestaande backofficetoepassingen wordt verwezen in de documenten?

Websiteanalyse: is er een online intake van meldingen mogelijk? Is dat op basis van een open of gesloten omschrijving van meldingstypes?

Interview: beschikt de stad over toepassingen met een front- en backofficecomponent of gebeurt de transfer van gegevens tussen beiden manueel?

De mate waarin de

individuele dienstverlening voorwerp van gewenste, geplande, in uitvoering zijnde of

gerealiseerde verandering is

Documentenanalyse: zijn er verwijzingen in het meerjarenplan of de beleidsnota’s naar veranderingen op het vlak van de individuele dienstverlening?

Interview: heeft de stad in het verleden veranderingstrajecten op het vlak van de individuele dienstverlening opgezet? Staan er vandaag veranderingen gepland?

De doelstellingen die de steden aan de

veranderingstrajecten koppelen

Documentenanalyse: bevatten de documenten indicaties over de doelstellingen?

Interview: wat is de visie van de stad over de aflevering van individuele diensten in de toekomst? In welke mate is de integratie van de individuele dienstverlening een doelstelling? In welke mate gaat het om het realiseren van meer interne beheersmatige efficiëntie?

De onderliggende waarden en denkbeelden die de

doelstellingen structureren

Documentenanalyse: geven de documenten indicaties over het beeld dat de stad ten aanzien van de burger hanteert? Wat is dat beeld?

Interview: wat wil de burger / klant vandaag op het vlak van de individuele dienstverlening? Welke dienstverlening prefereert de burger volgens de stad? Wat is het einddoel voor de veranderingen op het vlak van de individuele dienstverlening?

Page 18: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 16 ׀

De rol die aan ICT wordt toegekend om de

veranderingsdoelstellingen te realiseren

Documentenanalyse: bevatten de documenten verwijzingen naar de doelstellingen die de steden koppelen aan nieuwe technologische toepassingen? Welke nieuwe technologische toepassingen duiken op in de beleidsdocumenten? Wat moeten ze verwezenlijken?

Interview: in welke mate dringen ingrepen in de ICT-infrastructuur zich op om de doelstellingen op het vlak van de individuele dienstverlening te verwezenlijken? Welke nieuwe toepassingen overweegt de stad aan te kopen? Welke bijdragen moeten nieuwe technologische toepassingen leveren aan de afhandeling van processen? Aan het delen van gegevens tussen stedelijke diensten?

De manier waarop de doelstellingen,

denkbeelden en waarden tot uiting komen in een

geoperationaliseerd veranderingstraject

Documentenanalyse: bevatten de documenten indicaties over de effectieve realisaties als gevolg van veranderingstrajecten op het vlak van de individuele dienstverlening?

Websiteanalyse: hoe verloopt de online dienstverlening? Stemt de afhandeling van online dienstverlening overeen met hetgeen werd / wordt aangekondigd als veranderingsdoelstelling?

Interview: zijn de veranderingsdoelstellingen gerealiseerd? Wat impliceerde het streven naar een meer geïntegreerde dienstverlening voor de dienstverlening langs de verschillende kanalen? Hoe worden processen vandaag in de backoffice afgehandeld? Verloopt de interactie in de frontoffice anders dan in het verleden? Zijn er minder fysieke loketten? Is er een KCC? Is er een persoonlijke internetpagina?

De verwerking van de onderzoeksgegevens besloeg verschillende fasen. We

analyseerden de interviews op basis van het transcript en vulden de

transcripten aan met de relevante gegevens van de documentenanalyse en

de websiteanalyse om een zo volledig mogelijk beeld voor elke stad te

genereren. Voor een aantal steden beslisten we om nog een tweede

interview te organiseren.

Tussen de verwerking van de onderzoeksresultaten en de oplevering van dit

onderzoeksrapport, hebben we de interpretatie en de analyse van de

bevindingen via discussie en reflectie met academici en

praktijkmedewerkers verbreed. Ten eerste presenteerden we onze

bevindingen aan Nederlandse academici betrokken in het ‘e-government

onderzoeksveld’. Ten tweede namen we deel aan twee internationale

conferenties waarop we onze bevindingen hebben voorgesteld. Ten derde

organiseerden we een ‘besloten’ seminarie met stedelijke ambtenaren

waarop we onze analyse hebben voorgesteld en waar we op basis van een

Page 19: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 17 ׀

gemodereerde discussie- en reflectiesessie de analyse aan een kritische

toets onderwierpen.

Het onderzoeksrapport start met een exploratie van het stedelijke

individuele producten- en dienstenaanbod en een analyse van de

motiveringen en oorzaken die aan de basis liggen van de

veranderingsagenda. Vervolgens staan we stil bij de objecten van

‘gewenste’ verandering. Onze aandacht gaat naar de als noodzakelijke

geachte implicaties voor de stedelijke ICT-infrastructuur. Het rapport focust

vervolgens op de reële en geoperationaliseerde veranderingspraktijk. We

inventariseren de veranderingen die effectief plaatsvinden of hebben

gevonden en focussen op de verschillen tussen steden. De analyse vindt

plaats op een overschouwend niveau: vanuit een helikopterperspectief

exploreren we de veranderingen.

Aan de geïnterviewde stedelijke ambtenaren, de deelnemers van het

seminarie, de academici en andere stedelijke ambtenaren betrokken in het

verkennend onderzoek: oprecht bedankt voor uw kostbare tijd en voor de

open, constructieve houding en de boeiende visies, verhalen en praktijken

over de stedelijke dienstverlening!

Aan de lezers van dit onderzoeksrapport: de analyse is exploratief. De

geïdentificeerde veranderingen van de individuele dienstverlening worden

niet puntsgewijs besproken voor alle centrumsteden.

Page 20: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 18 ׀

Page 21: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 19 ׀

3. Resultaten van het verkennend onderzoek

> 3.1. Exploratie van het stedelijke individuele producten- en

dienstenaanbod

De individuele dienstverlening situeert zich in meerdere organisatorische

entiteiten van de stedelijke administratie. De individuele diensten en

producten met de grootste afnamevolumes situeren zich in organisatorische

entiteiten zoals de dienst bevolking en burgerlijke stand die vaak huizen

onder de paraplu van een afdeling burgerzaken. Meerdere citaten tonen dit

aan: “Met kop en schouders steekt de dienst burgerzaken er bovenuit: 60

percent van alle contacten met burgers is via burgerzaken. Dat betreft

bevolking, burgerlijke stand en vreemdelingenzaken als drie deelclusters.

Voor burgerzaken hebben we ongeveer 600.000 fysieke bezoekers.”; en: “70

percent komt bij burgerzaken dus is het belangrijk dat daar mensen kunnen

inspringen op andere producten.”.

De organisatorische entiteiten verantwoordelijk voor het ‘overige’

individuele producten- en dienstenaanbod leveren kleinere volumes af. We

vullen bovenstaand citaat verder aan: “Alles wat ruimtelijke ordening,

mobiliteit en openbaar domein betreft, leidt tot ongeveer 30.000

interacties. Het mobiliteitsbedrijf heeft 25.000 bezoekers per jaar. Dan

hebben we een zeer publieksgerichte dienst ‘wonen’ met een loket en

winkel: alle premies rond verbouwingen, alles met sociale huisvestingen en

studentenhuisvesting zit daar. Dat gaat over 25.000 bezoekers. Dan is er de

jeugddienst, de milieudienst, de seniorendienst, de dienst buurtwerk, de

dienst feestelijkheden, de integratiedienst, de dienst economie met een

ondernemingsloket en de dienst cultuur.”.

De breedte van het stedelijke individuele producten- en dienstengamma

valt op. Individuele diensten en producten duiken op in uiteenlopende

domeinen of sectoren: burgerzaken, leefomgeving (ruimtelijke ordening,

milieu, mobiliteit), vrijetijd (cultuur, sport, bibliotheek, toerisme,

seniorendienst, evenementen, feestelijkheden, jeugddienst), financiën

(belastingen), economie (dienstverlening ten aanzien van ondernemingen),

welzijn enz. Individuele diensten en producten situeren zich ook binnen

ondersteunende diensten, bijvoorbeeld: de financiële dienst.

Page 22: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 20 ׀

De individuele dienstverlening van steden heeft meerdere begunstigden of

afnemers. We identificeren drie hoofdcategorieën: burgers, ondernemingen

en verenigingen. Burgers vormen de grootste groep van afnemers. Een groot

deel van het individuele producten- en dienstenaanbod beoogt meerdere

types van afnemers. We onderscheiden ook subdoelgroepen: jongeren,

senioren, sociaal zwakkeren enz.

Verschillende types van individuele diensten en producten komen voor.

Steden leveren tientallen attesten en vergunningen af, verstrekken

verschillende subsidies en heffen meerdere belastingen. De uitkomst van

het productie- of dienstverleningsproces is vaak een stuk papier

(bijvoorbeeld: een antwoord, een document) en / of geld (uitkering,

subsidie, boete, belasting) (Hoogwout, ibid.). Meerdere individuele diensten

en producten behoren niet tot één van de vier gepreciseerde types van

diensten of producten. Tabel 3 bevat voorbeelden van individuele producten

en diensten ingedeeld volgens de verschillende types.

Tabel 3: voorbeelden van individuele producten en diensten

Type Voorbeelden

Attesten Uittreksel uit het bevolkingsregister, uittreksel van nationaliteitsakte, attest laatste wilsbeschikking, attest huwelijksvermogenstelsel, attest wegnemen / transplantatie van organen, bewijs aangifte adreswijziging, uittreksel van adoptieakte, bodemattest, volmacht voor verkiezingen, bewijs aangifte vertrek buitenland, uittreksel echtscheidingsakte, reistoelating minderjarige enz.

Vergunningen Socio-economische vergunning, terrasvergunning, verkeers-signalisatievergunning, vergunning voor een standplaats ambulante handel, vergunning voor een standplaats wekelijkse markt, vergunning voor het uitstallen van promotiestands, vergunning voor regenwaterafvoerpijp, vergunning voor bureelcontainer, vergunning voor plaatsen aankondigingsborden, vergunning voor een kraan, vergunning voor dekenijfeesten, vergunning voor het afwijken van de milieunorm, vergunning voor inname van het openbaar domein enz.

Subsidies Subsidie voor jeugdverenigingen (verschillende types; bijvoorbeeld: renteloze leningen, subsidie specifiek voor het herstel van infrastructuur), huursubsidies voor verenigingen, projectsubsidies (verschillen types; bijvoorbeeld: milieuprojecten), werkingssubsidies voor verenigingen, subsidie voor groendaken, subsidie voor verfraaiing handelspanden enz.

Belastingen Belasting tweede verblijven, belasting voor reclame in openbaar domein, belasting op het verspreiden van niet geadresseerde drukwerken, belasting privaat gebruik openbare weg, belasting op opslagplaatsen, belasting op logiesverstrekkende bedrijven, belasting op banken enz.

Page 23: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 21 ׀

Andere Parkeercheques, parkeerabonnement, nieuwsbrieven, aangifte van klachten en meldingen, uitlenen van materiaal, vervoersfaciliteiten, afwezigheidstoezicht woning, plaatsen van fietsstalling enz.

Het totale aantal individuele producten en diensten verschilt tussen steden.

Verschillende geïnterviewde ambtenaren maken melding van andere

aantallen (bijvoorbeeld: “387 producten”, “een 150 tal producten” en “423

producten”). Steden hanteren andere conventies om hun individuele

producten- en dienstenaanbod te catalogiseren. Verder onderzoek is daarom

nodig om na te gaan in welke mate het producten- en dienstenaanbod

effectief inhoudelijk verschillend is of de verschillen kunnen verklaard

worden vanuit het hanteren van andere conventies.

Het stedelijke individuele producten- en dienstenaanbod vertoont

inhoudelijke overeenkomsten. Dat blijkt uit de voorbeelden die de

stedelijke ambtenaren aanhaalden tijdens de interviews. Verschillende

steden maken bijvoorbeeld melding van het verhuur van materiaal aan

verenigingen ter ondersteuning van evenementen, inschrijvingen voor

sportkampen, ticketverkoop in stedelijke cultuurcentra, ombudsdiensten

enz. De ‘uitvoeringsopdrachten’ (opgelegd door centrale overheden;

bijvoorbeeld: het afleveren van rijbewijzen) en de ‘opdrachten van

gemengd belang’ (opgelegd door centrale overheden maar bij de concrete

invulling is er beleidsruimte; bijvoorbeeld: ruimtelijke ordening) genereren

een gedeeltelijk homogeen individuele producten- en dienstenaanbod. Het

homogene deel van de stedelijke individuele dienstverlening heeft

betrekking op de producten met de grootste afname; bijvoorbeeld: attesten

afgeleverd door de dienst burgerzaken.

Er zijn daarnaast inhoudelijke verschillen. De verschillen hebben betrekking

op de individuele diensten en producten die voortvloeien uit de ‘opdrachten

van gemengd belang’ en de ‘opdrachten van zelfbestuur’ (hier speelt de

beleidsvrijheid ten volle). De ‘opdrachten van gemengd belang’ faciliteren

zowel homogenisering als heterogenisering van het inhoudelijke producten-

en dienstenaanbod; bijvoorbeeld: een bibliotheekbeleid leidt ertoe dat alle

steden (een netwerk van) bibliotheken uitbaten waar burgers boeken

kunnen ontlenen. Daarbinnen is er ruimte voor maatwerk dat

heterogenisering in de hand werkt. De analyse wijst op een aantal factoren

die inwerken op de heterogeniteit. De prioritering van bepaalde

Page 24: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 22 ׀

doelstellingen door het stedelijke bestuur is een eerste element. Eén

centrumstad zet bijvoorbeeld sterk in op ‘kindgerichte’ collectieve en

individuele dienstverlening. Er zijn nog andere contingentiefactoren. Eén

stad heeft bijvoorbeeld een beperkte rol als individuele dienstverlener in de

culturele sector. Het individuele culturele dienstenaanbod is in deze stad

voor het overgrote deel privaat. De stad werkt weliswaar samen met deze

private sector maar veeleer vanuit de optiek van collectieve diensten-

aanbieder.

> 3.2. De stedelijke individuele dienstverlening in het

veranderingsvizier

Tijdens de gesprekken met stedelijke ambtenaren valt het quasi unanieme

streven op naar een andere en betere beheersmatige organisatie van de

stedelijke individuele dienstverlening. Met de beheersmatige organisatie

van de individuele dienstverlening bedoelen we de wijze waarop de

interactie met de burger plaatsvindt en de interne behandeling en

afhandeling van dienstverleningsprocessen. Het betreft onder meer de inzet

op meer online dienstverlening, de reductie van het aantal fysieke loketten,

de integratie van de telefonische dienstverlening, een meer procesmatige

afhandeling van diensten en producten, een betere informatie-uitwisseling

tussen stedelijke diensten enz. Het veranderingsstreven heeft niet zozeer

betrekking op de inhoud van het individuele producten- en dienstenaanbod.

Het gaat om veranderingen van de front- en backoffice waarbij de

frontoffice verwijst naar: “The interface between the organization and the

customer or user. The front office contains the part of the process that

processes customers and is the part that the customers directly

experience” (Johnston & Clark, 2001) en de backoffice kan gedefinieerd

worden als: “Back offices receive and process the information which the

user of a service enters in order to produce and deliver the desired service.

This may be done completely manually, fully automatically, or by any

combination of both.” (Millard et al., 2004).

De steden streven naar een andere wijze van diensten- en

productenlevering die het ongemak voor de burger, ondernemer of

vereniging (vanaf nu: de klant) moet reduceren. Tegelijkertijd streven

Page 25: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 23 ׀

steden naar meer output (bijvoorbeeld: het aantal geleverde diensten) met

een gelijkblijvende of gereduceerde input (bijvoorbeeld: financiële

middelen, inzet van personeel). De inzet van ICT moet bijdragen aan een

verhoogde externe klantgerichtheid en interne beheersmatige efficiëntie;

bijvoorbeeld: “Het programma heeft een dubbel doel: interne efficiëntie

en kwaliteit van de dienstverlening. Het is echt ‘fiftyfifty’: als stad zetten

we niet zoveel in op mensen en centen voor dienstverlening dus willen we

echt verschil maken waar het nodig is; op de juiste dingen, dit zit sterk in

de conceptnota en de deelprojecten.”.

> 3.2.1. Exploratie van het ontstaan van de veranderingen

In de volgende paragrafen gaan we dieper in op het ontstaan van de

veranderingen. We onderscheiden zowel interne als externe beïnvloedende

factoren.

> 3.2.1.1. Een nieuw discours over de individuele dienstverlening

Er ontwikkelt zich in de steden en in de externe omgeving van stedelijke

organisaties een nieuw discours over hoe de stedelijke individuele

dienstverlening idealiter wordt (of moet worden) ingericht. Het discours

hanteert een bepaalde perceptie van de stedelijke problemen over de

stedelijke individuele dienstverlening en de oplossingen daarvoor, met een

bijhorend vocabulaire en actierepertoire (zie: Hajer, 1989). De aanhangers

van het discours delen het idee dat de bestaande organisatie van de

individuele dienstverlening een aantal tekortkomingen vertoont (zie supra

en infra). De sectoraal georganiseerde individuele dienstverlening moet

worden ingeruild voor een organisatiebrede individuele dienstverlening,

aangestuurd vanuit een directietop die verantwoordelijk is voor het geheel.

Het discours zet zich af tegen het huidige divisiemodel dat tot ‘schotten’

tussen verticale domeinen heeft geleid die als een sta-in-de-weg voor

bestuurlijke daadkracht worden beschouwd (Wetenschappelijke Raad voor

het Regeringsbeleid, 2011). ‘Schotten’ die leiden tot ‘loketversnippering’,

administratieve overlast door een gebrek aan informatie-uitwisseling,

Page 26: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 24 ׀

gebrekkige coördinatie en daardoor beheersmatige inefficiëntie en een

aanbodsgerichte dienstverlening in de hand werken.

“We merkten dat onze organisatiestructuur voor de burger een zeer

verkokerd aanbod opleverde. We wilde die dienstverlening in een

overkoepelend kader vatten.”.

Het discours kenmerkt zich door een groot geloof in de mogelijkheden van

nieuwe technologische toepassingen die in een samenspel met structuur- en

cultuurveranderingen een meer klantgerichte en efficiëntere individuele

dienstverlening moeten faciliteren. De door Bekkers (2008) omschreven

‘mythe van de elektronische overheid’ lijkt springlevend binnen steden: “De

idee is dat we aan de vooravond van een grote transformatie van de

overheid zouden staan (Bekkers & Homburg, 2007). Het zou gaan om een

overheid die efficiënter, integraler, opener, klantvriendelijker zou

functioneren. Efficiënter, omdat de inzet van ICT zou bijdragen tot

geringere transactiekosten, terwijl ook de administratieve lasten zouden

kunnen verlaagd worden. Open en toegankelijker, omdat relevante

informatie 24 per uur en 7 dagen in de week beschikbaar is. Integraler,

omdat het mogelijk is om deze relevante kennis en informatie relatief

gemakkelijk bij elkaar te brengen in portals en virtuele loketten, alsmede

meer maatwerk zou kunnen worden geboden.”.

Het discours bevat bepaalde beelden over de klant, de uitvoerende

ambtenaar en de lokale beleidsmakers en beslissingsnemers.

Het beeld van de burger is dat van een klant die, op enkele uitzonderlijke

categorieën na, “als geëmancipeerde consument op grond van de aan hem

aangereikte informatie beter geïnformeerd zou worden over de diensten

van de overheid en het beleid dat werd ontwikkeld, zodat deze de overheid

kritischer zou volgen. Hierdoor zou hij beter kunnen bepalen of hij/zij

‘waar voor zijn/haar geld’ krijgt” (Bekkers, ibid.). Het betreft een beeld

van de klant die veelvuldig gebruik maakt van het stedelijke

dienstverleningsaanbod en die afname liefst zo snel en eenvoudig mogelijk

via het internet kan afhandelen. De denktank Midoffice en

informatiearchitectuur in lokale besturen (2010) stelt bijvoorbeeld: “Een

burger meldt zich aan op de website en wil daar niet alleen de algemene

informatie over zijn gemeente en gemeentebestuur, maar ook informatie

op zijn maat gesneden vinden. Welke boeken en DVD’s heb ik momenteel

Page 27: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 25 ׀

ontleend in de bib en wanneer moeten die binnen? Hoever staat het met de

inschrijving van mijn jongste zoon voor de handbalstage deze zomer? Is er

nieuws uit de gemeenteraad over mijn straat? Hoeveel

gemeentebelastingen heb ik de laatste jaren betaald? Kloppen de

contactgegevens (gsm-nummer, e-mailadres,…) die de gemeentelijke

diensten van mij bijhouden nog?”.

Voor de stedelijke ambtenaar domineert een beeld van een ambtenaar die

ten dienste staat van de klant en die klant zo efficiënt mogelijk wil

bedienen. De denktank Midoffice en informatiearchitectuur in lokale

besturen (2010) stelt: “Een medewerker van het gemeentebestuur wil alle

voor hem / haar bestemde vragen, meldingen, taken, … binnen krijgen in

een digitale werkomgeving. Dossiers en taken die een organisatiebrede

behandeling behoeven zijn ook organisatiebreed zichtbaar. Dit betekent

dat de medewerker niet noodzakelijk toegang moet hebben tot alle

specifieke backoffice applicaties om toch over de relevante informatie in

verband met een vergunning, een melding, een aanvraag voor

feestmateriaal,… te kunnen beschikken. De medewerker kan de

dienstverlening efficiënter uitvoeren omdat hij toegang heeft tot

gerelateerde relevante basisinformatie (bijvoorbeeld alle informatie in

verband de burger die een aanvraag indient), onafhankelijk van waar die

informatie opgeslagen is. Een PIP (Persoonlijke Internet Pagina) maar dan

toepasselijk voor de interne werking.”.

Tot slot is er het beeld van de beslissingsnemer als een voorstander van een

evidence-based georganiseerde individuele dienstverlening. De denktank

Midoffice en informatiearchitectuur in lokale besturen (2010) stelt: “Om de

vinger aan de pols te kunnen houden hebben het schepencollege en het

management team in een lokaal bestuur nood aan beleidsinformatie over

bijvoorbeeld hoeveel bedrijven deze maand hun grondgebied verlaten

hebben. Wat is de gemiddelde tijd voor het behandelen van een melding?

Maakt men in de verschillende wijken evenveel gebruik van ons aanbod

cultuur? Welke plaatsen zijn het meest kwetsbaar voor vandalisme en

sluikstorten? Hoever wonen de meeste senioren van een dienstencentrum?

Over welke vormen van dienstverlening (producten) krijgen we het meest

vragen? Een dashboard voor de beslissingsnemer laat hem toe zicht te

houden op zowel de organisatie als het grondgebied.”.

Page 28: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 26 ׀

De Nederlandse veranderingspraktijk met overheidsprogramma’s zoals

‘Gemeente heeft antwoord®’ en ‘Overheidsloket 2000’ inspireert het

discours. Ook typisch Nederlandse technologische concepten duiken in het

discours op; bijvoorbeeld: de midoffice.

“In eerste instantie is men naar Maastricht gaan kijken waar ze

bezig waren met andere manieren van dienstverlening,

procesgestuurd werken.”

“In 2010 hebben we een dienstverleningsconcept uitgeschreven naar

analogie van de Nederlandse gemeenten die dat ook hebben

ontwikkeld. […] We grenzen aan Nederland en hebben goede

relaties met Tilburg. Voor ons is Rotterdam even ver als naar

Brussel.”

“Burgers verwachten een correct, volledig, kwaliteitsvol en

klantgericht antwoord. Dat heeft grote consequenties. We kunnen

niet alles over één kam scheren, we moeten naar

dienstverleningsconcepten zoals in Nederland: alle klanten-

contactencentra opvangen in de eerste lijn en alle mensen zijn

generalisten die het ganse aanbod van de stad kennen.”

Tot de aanhangers van het discours behoren stedelijke ambtenaren van

verschillende hiërarchische niveaus en stedelijke politici die kennis,

informatie en meningen uitwisselen met externe actoren: ambtenaren

werkzaam in andere steden en overheidsadministraties, kenniscentra,

consultants, ICT-dienstenaanbieders. Formele en informele overleg-

platformen beïnvloeden de overname van de ideeën en beelden van het

discours. Dat krijgt vorm in het delen van studiemateriaal over geplande

ICT–implementaties, bilaterale kennisuitwisseling, professionele overleg-

platformen enz. Ook de dominante positie van eenzelfde consultantfirma,

betrokken in de reorganisatie van de individuele dienstverlening in

meerdere steden, draagt bij tot de aanname van de beelden en

overtuigingen.

“We willen wat Leuven heeft: een stadskantoor met beneden alle

loketten. Dit is de enige visie op dienstverlening die er is.”

Page 29: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 27 ׀

“Genk is dan bij onze werkgroep een presentatie komen geven. zij

hebben dan een bepaalde consultancyfirma aangeraden.”

> 3.2.1.2. Interne veranderingsdrijfveren

Voorgenoemd discours en de beelden en overtuigingen die er in vervat

liggen, vormen de basis voor een spel van strategisch handelen binnen de

steden en dragen het potentieel van institutionele vernieuwing in zich. Het

discours werkt in op de overtuigingen van stedelijke ambtenaren. Er is de

toenemende overtuiging in de steden dat de klant of de afnemer van

individuele diensten recht heeft op een individuele dienstverlening die het

ongemak voor de klant reduceert en zijn positie en wensen als uitgangspunt

neemt voor de organisatie van de individuele dienstverlening. Deze nieuwe

overtuiging botst, op een geabstraheerd niveau, met de ‘oude’ dominante

aanbodsgerichte individuele dienstverlening (zie ook Hoogwout, ibid.: ‘het

paradigma van het beleidsuitvoeringsdenken’) die de specialisatie en de

regelgebondenheid van het individuele dienstverleningsaanbod benadrukt.

“Bij kinderopvang hechtte ik al heel veel belang aan de rol van de

ouder en de burger. Er is een verschil tussen bijvoorbeeld

kinderopvang en burgerlijke stand. Het eerste is facultatief: dat is

een softe sector met heel veel aandacht voor de ouder. De ouder

had daar een volwaardige plaats in geheel. Bij burgerzaken was de

vergeten factor de burger. De focus lag op de uitvoering van

allerhande wettelijke taken. Er was daar geen respect voor de

burger, geen visie vanuit beleid.”

“Je krijgt altijd een spanning tussen generalisten en specialisten bij

deze veranderingen. Stedenbouwkundigen zeggen: alles is complex

en alles moet bij mij passeren. Vanuit een generalistische

standpunt denk je: heel wat aanvragen zijn ook simpel, die zaken

zou je snel moeten kunnen afhandelen.”

Er is daarnaast een tweede en meer intern georiënteerde veranderings-

drijfveer: stedelijke ambtenaren beschouwen de interne beheersmatige

organisatie als onvoldoende (kosten)efficiënt. Stedelijke diensten delen te

weinig informatie (bijvoorbeeld: identificatiegegevens) met elkaar, er is een

Page 30: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 28 ׀

gebrek aan afstemming en coördinatie tussen diensten voor de afhandeling

van inkomende meldingen en klachten, processen zijn onvoldoende

performant ingericht.

“De drive is sowieso kostenbesparing: zowel naar investeringen in

de fysieke loketten, als naar ICT, als naar de inzet van mensen.”

“Bij de verhuis was er een dienst wegen en rioleringen en een

dienst verkeersveiligheid. Vroeger was dit één dienst. Er is dan een

schepen van verkeersveiligheid aangesteld want dit werd een topic

wat leidde tot een nieuwe dienst verkeersveiligheid. Die dienst is

dan beginnen groeien. Op den duur is die dienst allerlei zaken

beginnen doen. Je komt dan tot de vaststelling dat de

verkeersdienst een soort studiedienst heeft en de dienst wegen ook

en dat ze adviezen aan elkaar vragen. Dan kom je tot de conclusie

dat je dit beter tezamen zet.”

Actoren streven binnen de steden naar een reorganisatie van de individuele

dienstverlening. Vermelde katalysators van verandering zijn de intern

gevoerde kerntakendebatten of de verhuis naar een nieuw administratief

centrum.

“Er waren een aantal inspirerende voorbeelden in binnen en

buitenland, een algemene herwaardering van het belang van

dienstverlening. We zijn ook bezig met het taken- en

efficiëntiedebat voor de stad en dienstverlening zal altijd een

kerndoelstelling blijven […]. Als stad zetten we niet zoveel in op

mensen en centen voor dienstverlening dus willen we echt het

verschil maken waar het nodig is; op de juiste dingen. Dat zit sterk

in de conceptnota en de deelprojecten.”

“Neem bijvoorbeeld kanaalverschuiving, waarbij mensen transacties

meer digitaal zullen uitvoeren en minder naar het loket zullen

komen. Dat leidt niet alleen tot kostenbesparing, maar we zorgen

er ook voor dat de mensen aan het loket met de moeilijkere zaken

kunnen bezig zijn.’ ‘En het zal nodig zijn’. ‘We moeten ons

klaarmaken voor de uitdagingen die bovenlokale overheden nog

zullen vragen aan de lokale besturen. En voor de projecten die we

zelf willen uitvoeren. Dat vraagt capaciteit.” (Noels, 2012b)

Page 31: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 29 ׀

In een aantal steden hebben de veranderingen de beleidsagenda bereikt via

de ambtelijke en / of politieke top van de organisatie. Meestal betreft het

een dubbele probleemindicering: zowel de klantgerichtheid als de interne

efficiëntie worden door deze actoren als onvoldoende beoordeeld.

“Een aantal zaken worden sterk vanuit de politiek aangestuurd.

Bijvoorbeeld de hervorming van de technische dienst. De schepen

wou een veel performantere dienstverlening. Andere zaken zijn

opgenomen in het politiek akkoord.”

“De visie kwam er van onze toenmalige adjunct-secretaris. Dat was

natuurlijk in afspraak met het college van burgemeester en

schepenen.”

“In 2009 besliste het college en het managementteam om meer in

te zetten op dienstverlening. Ze hebben een aantal maanden

nagedacht en gesprekken gevoerd wat heeft geleid tot een

conceptnota. Dat is een schriftelijk document dat weergeeft wat de

visie van de stad op dienstverlening is en wat dienstverlening moet

zijn in de 21e eeuw.”

Andere geïnterviewden situeren het ontstaan van de veranderingen (meer)

bij het middenmanagement of de uitvoerende medewerkers. In een aantal

steden is dat in coproductie met de ICT-dienst of neemt de ICT-dienst het

voortouw.

“Er zijn ook projecten die bottom-up komen.”

“We nu bezig met een visieontwikkeling. Dat komt duidelijk vanuit

de werkvloer, vanuit de administratie.”

“Ik [diensthoofd ICT] ben gangmaker en zie bepaalde zaken die niet

goed lopen en ik steek het vuur aan de lont: kunnen we hier niets,

een project, aan doen.”

De analyse wijst erop dat het proces van agendavorming en de betrokken

wisselende constellatie van actoren die het nieuwe discours aanhangen,

doorwerken op de inhoud en het proces van de veranderingen. De exacte

deconstructie van deze processen is voer voor het verdere onderzoek.

Page 32: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 30 ׀

> 3.2.1.3. De klant is tevreden

In het verkennend onderzoek stonden we stil bij de mate waarin de druk van

klanten doorwerkt op het ontstaan van veranderingen op het vlak van de

individuele dienstverlening. Op het eerste zicht lijkt de externe druk van

klanten beperkt. De klanttevredenheid is immers hoog.3 Onderzoek

(Memori, 2010) in de regio Kortrijk toont bijvoorbeeld aan dat 93 percent

tevreden is over het vlotte contact aan de onthaalbalie, 94 percent

tevreden is over de doorverwijzing naar andere diensten, 91 percent van de

respondenten verwijst naar vlot telefonisch contact en 90 percent naar een

vlotte telefonische doorverwijzing. Voor wat betreft de digitale

dienstverlening merken we de volgende scores op: 95 percent is tevreden

over de aantrekkelijkheid van de websites, 94 percent over de mate waarin

de website aansluit bij de noden en behoeften, 90 percent over het

actualiteitsgehalte van de informatie, 83 percent over de vindbaarheid van

informatie op de website, 90 percent verwijst naar een digitale

dienstverlening die leidt tot een vlottere dienstverlening, 73 percent van de

respondenten vindt digitale attesten en formulieren makkelijk terug en 79

percent vindt het online aanvragen van formulieren en attesten eenvoudig.

Ondanks de hoge klanttevredenheid levert de exploratie meerdere inzichten

op over hoe externe druk van klanten alsnog doorwerkt op de

veranderingsagenda.

Ten eerste beoordelen sommige klanten sommige indicatoren minder

positief. Onderzoek (Memori, 2010) toont aan dat ongeveer 30 percent van

de bevraagde burgers ‘niet akkoord’ is met de huidige openingsuren van de

stadsdiensten van één stad. Onderzoek naar de tevredenheid van

ondernemingen over de digitale dienstverlening (zie bijvoorbeeld: Unizo,

2010) toont aan dat voor ondernemers noodzakelijke informatie ontbreekt

op de stedelijke website of dat enkel basisinformatie beschikbaar is. De

geïnterviewden maken daarnaast melding van inkomende klachten en

meldingen die wijzen op een gebrekkige afhandeling van de individuele

dienstverlening.

3 We kunnen niet met zekerheid stellen dat de klanttevredenheid in elke centrumstad even

hoog is. Niet elke centrumstad meet de klanttevredenheid (even intens).

Page 33: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 31 ׀

Ten tweede wijst de klant op zijn voorkeuren. Het onderzoek van Memori

(2009) wijst op een aantal suggesties die klanten maken ter verbetering van

de online dienstverlening; bijvoorbeeld: respondenten formuleerden een

aantal bedenkingen over de navigatiestructuur, het design, de lay-out en de

gebruiksvriendelijkheid van de stedelijke website.

Ten derde valt een streven op naar maximale klanttevredenheid: “De

klantvriendelijkheid was zeer hoog: 95 percent betekent wel dat er vijf

percent met een slecht gevoel buitengaan en meestal vier op vijf daarvan

gaan door naar het kabinet van de burgemeester, de secretaris, een

directeur of sturen soms een mail naar de burgemeester en de

schepenen.”.

Dit geheel van factoren leidt er toe dat er sprake is van externe druk van

klanten die positief inwerkt op het ontstaan van veranderingstrajecten;

bijvoorbeeld: “Er zijn ook projecten die bottom-up ontstaan. Bijvoorbeeld

het huis van de Mechelaar en de klachten die daar waren. De Bouwdienst

komt er onder druk van aannemers, projectontwikkelaars en burgers. Die

klaagden over aanvragen die niet goed werden afgehandeld.”.

Ondanks deze externe druk stellen meerdere stedelijke ambtenaren dat het

verwachtingspatroon van de klant laag is. De stedelijke overheid moet

daarom de lat hoger leggen dan de klant en de klanttevredenheid moet

genuanceerd worden. Het verkennend onderzoek wijst er daarbij op dat de

strategische veranderingsdoelstellingen slechts in beperkte mate zijn

geïnspireerd op behoefte- en preferentieonderzoek bij klanten. De klant en

zijn behoeften en preferenties (bijvoorbeeld: kanaalpreferenties) op het

vlak van de individuele dienstverlening worden zelden op een structurele en

cyclische manier bevraagd (zie infra). De overtuigingen en beelden die het

discours structureren, lijken maar deels gefundeerd te zijn op feitelijke

informatie over klantpreferenties.

“Ook de twee aparte studies, niet de steekproeven, maar grotere

bevragingen van daarvoor tonen aan dat de tevredenheid vrij hoog

is. Maar wij vonden het terecht dit te nuanceren want wat is de

verwachting bij een bezoek aan een loket. Ze verwachten misschien

al dat ze een half uur moeten wachten of er verplicht naar toe

moeten. Moest je de vraag stellen: zou je niet liever je producten

Page 34: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 32 ׀

thuis afgeleverd krijgen? Dan zou het antwoord, denk ik, anders

zijn.”

> 3.2.1.4. Invloed van bovengemeentelijke overheden

Bovengemeentelijke overheden oefenen direct en indirect invloed uit op de

stedelijke veranderingsagenda en -trajecten.

Directe invloed vloeit voort uit het feit dat de inhoud van het stedelijke

individuele diensten- en productenaanbod voor een belangrijk deel is

gedetermineerd door de ‘uitvoeringsopdrachten’ en de ‘opdrachten van

gemengd belang’. Voor deze types van opdrachten bepalen de Vlaamse en

federale hogere overheid, via (organieke) wet- en decreetgeving

(bijvoorbeeld: het gemeentedecreet) mee hoe steden hun individuele

dienstverlening organiseren en welke individuele diensten de stedelijke

overheid aflevert. Veranderingen in deze wettelijke en decretale kaders

beïnvloeden het ontstaan van veranderingstrajecten op het vlak van de

individuele dienstverlening. Een voorbeeld is het decreet ‘Lokaal Sociaal

Beleid’ dat de steden verplicht een sociaal huis te implementeren. De

hogere overheid verplicht de lokale sector van de sociale dienstverlening

werk te maken van een geïntegreerde informatievoorziening. Veranderde

centrale wetgeving en regionale decreetgeving werkt dus door op de

beheersmatige inrichting van de stedelijke individuele dienstverlening. We

merken daarbij dat sommige steden vooraf aan de inwerkingtreding van

nieuwe wettelijke kaders op eigen initiatief reeds gelijkaardige initiatieven

implementeerden. Dat is bijvoorbeeld het geval voor

klachtenbehandelingssystemen.

Bovengemeentelijke regelgeving werkt soms beperkend. Meerdere

geïnterviewden verwijzen bijvoorbeeld naar juridische belemmeringen die

de rechtsgeldigheid van digitaal ondertekende documenten in de weg

stonden: “De bedoeling is om er een soort stempel op te printen. Een soort

2D barcode waarin heel het document zit samengevat. De stad wou hier al

sneller mee aan de slag maar dat liep moeilijk omwille van diverse

wettelijke belemmeringen. De burgemeester heeft daartoe zelf het

initiatief voor een wetsvoorstel genomen dat recentelijk werd

goedgekeurd.”. Een ander citaat verwijst naar de invloed van wet- of

Page 35: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 33 ׀

decreetgeving op de mogelijkheid om bepaalde dienstverleningsprocessen

klantgerichter in te richten: “Decretaal is er dan een bepaald proces

opgelegd en wetgeving is daarbij niet altijd ondersteunend om bepaalde

processen klantgericht te gaan inrichten.”.

De invloed van bovengemeentelijke wet- en decreetgeving verloopt ook

meer indirect. Een voorbeeld is het gemeentedecreet dat Vlaamse steden

en gemeenten verplicht om een managementteammodel te implementeren,

een meerjarenplan op te stellen enz. Het gemeentedecreet werkt daardoor

in op de wijze waarop steden beheersmatig zijn georganiseerd: het schuift

een model naar voren waarin “een beperkt collectief van leidende

ambtenaren dat in onderlinge dialoog treedt en als collectief onderhandelt

met het college als politiek collectief. Het college geeft daarbij, op basis

van een beleidsvoorbereidende voorzet van het comité, de krachtlijnen van

het beleid aan en de groep van ambtenaren, onder leiding en coaching van

de gemeentesecretaris, is vervolgens geresponsabiliseerd om deze

beslissingen zo goed mogelijk uit te voeren.” (Vallet & De Rynck, 2005).

Deze verplichting leidt tot de formele implementatie van een

organisatiemodel dat een potentiële basis biedt om de individuele

dienstverlening vanuit een organisatiebreed perspectief aan te sturen.

Naast wet- en decreetgeving wijst het onderzoek op een toenemend aantal

interbestuurlijke e-governmentprojecten. Die projecten hebben meerdere

doelstellingen. De Vlaamse en de federale overheid ontwikkelen: een stelsel

van authentieke gegevensbronnen conform de strategie van de ‘eenmalige

gegevensopvraging, meervoudig hergebruik van gegevens’, projecten gericht

op het digitaliseren van interbestuurlijke dienstverleningsprocessen

(bijvoorbeeld: het project van de digitale bouwaanvraag) en centrale e-

governmentinitiatieven zoals de ‘Interbestuurlijke Diensten- en

Productencatalogus’, het ‘digitale handtekeningplatform’, authenticatie- en

identificatiemechanismen (bijvoorbeeld: de ‘Federal Authentication

Service’) enz. waarvan steden kunnen gebruik maken bij de reorganisatie

van de stedelijke individuele dienstverlening.

De indicatie van de exacte invloeden vanuit hogere overheden op het

bestudeerde type van verandering is voer voor het verdere onderzoek maar

de verkenning maakt duidelijk dat hogere overheden de aanname van

(elementen uit) het omschreven discours binnen steden positief beïnvloeden

(bijvoorbeeld: steden willen inzetten op het gebruik van authentieke

Page 36: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 34 ׀

gegevens uit de centrale authentieke bronnen) en toont tegelijkertijd aan

dat de geïnterviewde ambtenaren de positie van de hogere overheden in

deze veranderingsprocessen op een aantal punten eerder negatief

evalueren. De kritieken hebben betrekking op meerdere elementen;

bijvoorbeeld: bepaalde authentieke bronnen bevatten fouten, het stelsel

van authentieke bronnen is onvoldoende afgestemd (bijvoorbeeld: “Het

CRAB is niet echt een authentieke bron: dat zit in parallel met

rijksregister.”), er is een gebrek aan communicatie vanuit hogere

overheden, de ondersteuning komt te laat (bijvoorbeeld: “Nu zijn ze bezig

rond de productencatalogus maar dat komt rijkelijk laat. Steden hebben

hier al in geïnvesteerd.”) of is onvoldoende (bijvoorbeeld: “Er is een grote

vraag naar de Vlaamse overheid om samenwerking en de ontwikkeling van

e-governmenttoepassingen te faciliteren. Nu doet men dat onvoldoende en

moet elke gemeente zijn eigen boontjes doppen.”).

> 3.2.2. Stedelijke doelstellingen voor de organisatie van de

individuele dienstverlening

In dit deel staan we stil bij de stedelijke doelstellingen. We starten met een

min of meer willekeurige greep uit de beleidsdocumenten.

Tabel 4: stedelijke doelstellingen voor de individuele dienstverlening

MEERJAREN-PLAN 2011-

2013 STRATEGISCHE

NOTA

STAD ANTWERPEN

“De stad en het OCMW garanderen een kwaliteitsvolle, klantvriendelijke dienstverlening op maat van en dicht bij iedere burger via één geïntegreerd dienstverleningsnetwerk en in samenwerking met derden.” “Het Bedrijvenloket organiseert een intentiegerichte, geïntegreerde en multikanaal dienstverlening voor bedrijven op een professionele en klantvriendelijke manier.”

Page 37: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 35 ׀

MEERJARIG BELEIDS-

PROGRAMMA 2008-2012

STAD AALST

“Werknemers zijn onze ambassadeurs. Dankzij het project stadthuis (kwaliteitsvol dienstverleningsconcept) kan de burger aanspraak maken op een snelle, correcte en efficiënte afhandeling van zijn vragen of dossiers. Hierbij staat de kwaliteit en de efficiëntie van de dienstverlening centraal. Dit kan door ambitieus, goed opgeleid en tevreden personeel dat de toekomstvisie en de attitude van het bestuur overbrengt naar onze inwoners. Elke medewerker dient een ambassadeur van onze stad te zijn!”

“Dankzij een kwaliteitsvolle dienstverlening kan de burger aanspraak maken op een snelle, correcte en efficiënte afhandeling van zijn vragen of dossiers.”

BRUGGE-SPRAAK BELEIDS-

PROGRAMMA 2007-2012

STAD BRUGGE

“Dienstverlening wordt flexibeler en dus klantvriendelijker: de openingsuren van de diensten worden geëvalueerd en eventueel aangepast. De dienstverlening in de deelgemeenten wordt waar mogelijk verbeterd of uitgebreid. Administratie met de stad kan tegen 2012 maximaal via het internet afgehandeld worden.”

“De administratieve vereenvoudiging gaat onverminderd voort: reglementeringen, verordeningen en procedures moeten zo eenvoudig en duidelijk mogelijk zijn. Dit resulteert jaarlijks in november in een globaal dossier met maatregelen voor een eenvoudiger administratie.”

“De vlotte afhandeling van bouwdossiers blijft een prioriteit, het nieuwe beheerssysteem moet zijn vruchten afwerpen. De doorlooptijd voor aanvragen wordt verder verkort. Het onthaal van de diensten Ruimtelijke Ordening (in de Oostmeers) wordt gecentraliseerd, zowel voor consultatie als informatieverstrekking.”

BELEIDSNOTA 2012

STAD GENK

“De administratieve dienstverlening wordt op de meest efficiënte wijze georganiseerd, is gebaseerd op transparante procedures en op communicatie omtrent de wijze van afhandeling van de vragen.”

“Burgers, ondernemers, … die voor het vervullen van een administratieve aangelegenheid een bezoek brengen aan het stadhuis of aan elders gelokaliseerde stadsdiensten, worden op een gastvrije en sfeervolle wijze ontvangen en vinden op eenvoudige wijze hun weg naar de juiste loketten.”

“Het comfort voor de klanten en de zelfredzaamheid inzake administratieve vereenvoudiging worden verhoogd door maximaal gebruik te maken van de digitale mogelijkheden inzake dienstverlening, door waar nodig flexibiliteit in te bouwen en de dienstverlening af te stemmen op de diversiteit van de klanten.”

“De implementatie van ‘GIDS 2012’ veronderstelt belangrijke ingrepen in de organisatie- en informatiearchitectuur van de stad maar ook in de rol en de mogelijkheden van de ondersteunende diensten en hun processen.”

Page 38: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 36 ׀

BESTUURS-AKKOORD

PERIODE 2007 – 2012

STAD GENT

“Sommige Gentenaars worstelen nog met administratieve documenten en formulieren. Het moet allemaal een stuk duidelijker en eenvoudiger. Dit komt de transparantie van het beleid ten goede. Eén schepen zal daar zéér nauwgezet op toezien.”

“We willen dat de dienstverlening van de stad Gent toegankelijk is voor alle Gentenaars. Alle drempels moeten weggewerkt worden.”

“Opdat zoveel mogelijk burgers op gelijke voet, en dus zo goedkoop mogelijk, elektronisch met de verschillende administraties zouden kunnen communiceren, moeten alle elektronische documenten in open standaarden opgeslagen en gecommuniceerd worden.”

“Het stadsbestuur wil de dienstverlening in de verst afgelegen wijken van onze stad verbeteren door de invoering van een mobiel dienstencentrum waar de bewoners terecht kunnen voor alle soorten dienstverlening (identiteitskaarten, bibliotheekboeken, enz…).”

“Het stadsbestuur wil de dienstverlening bereikbaarder maken door: stapsgewijs de volledige dienstverlening van de stad toegankelijk te maken via het e-loket; volop gebruik te maken van de mogelijkheden die de elektronische identiteitskaart biedt.”

BELEIDS-VERKLARING 2007 – 2012

STAD HASSELT

“Hasselaren stellen terecht hoge eisen aan hun stadsbestuur. Klantgerichtheid en efficiënte en kwalitatieve dienstverlening moeten dan ook het uitgangspunt zijn zodat de stad haar diensten correct en binnen de afgesproken termijnen levert. Verstaanbaar taalgebruik en eenvoudige procedures dragen hiertoe bij.”

“Dienstverlening waar iedereen zijn of haar weg vindt, betekent ook dienstverlening op maat. Zo mag geen enkele Hasselaar uit de boot vallen voor wat betreft de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van de stadsadministratie.”

“Kwaliteitsvolle dienstverlening kan enkel gebeuren wanneer de stad beschikt over tevreden en gemotiveerd personeel. Hasselt voert dan ook een open personeelsbeleid, met duidelijke doelstellingen en evaluaties.”

STRATEGISCH MEERJAREN-PLAN 2007 –

2012

STAD KORTRIJK

“[…] Een belangrijke pijler in deze dienstbaarheid vormt de dienst Burgerzaken die instaat voor een correcte en kwaliteitsvolle administratieve dienstverlening voor alle burgers van onze stad, zowel bij bijzondere gebeurtenissen (geboorte, huwelijk, overlijden...) als voor administratieve burgerplichten (identiteitskaarten, rijbewijzen, verkiezingen...). Daarbij gaat bijzondere aandacht naar het onthaal van onze nieuwe inwoners.”

BELEIDSNOTA 2012

STAD LEUVEN

“Optimaliseren van de klantgerichte externe dienstverlening.”

BELEIDSNOTA 2010

ICT – BELEIDSBRIEF

STAD MECHELEN

“Het stadsbestuur staat in voor een efficiënte, correcte en klantvriendelijke dienstverlening. De professionele uitvoering van het beleid is verzekerd door een permanente aandacht voor de interne kwaliteitsprocessen en de kwaliteit van de dienstverlening.”

“ICT wordt nooit als doel op zich beschouwd, maar als middel om de organisatie beter te laten werken zodat ze haar taken beter kan vervullen. Het aanbieden van kwaliteitsvolle dienstverlening wordt via het multikanaal principe (loket, zelfloket, e-loket, website…) nagestreefd.”

Page 39: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 37 ׀

BELEIDSNOTA 2012

STAD OOSTENDE

“De klant (de burger) staat centraal. We willen dan ook een dienstverlening bieden op maat van de burger, zodat die burger via diverse kanalen de informatie of diensten krijgt die hij/zij wenst. We streven een vraaggerichte en geïntegreerde dienstverlening na. Dat betekent dat wij intern deze dienstverlening centraliseren in een drietal grote clusters: de traditionele burgerzaken, de vrijetijdsbeleidsdomeinen (Uitloket) en het beleidsdomein rond wonen/werken/buurt (Thuisloket). Het Uitloket zet specifiek in op de coördinatie van (grote en kleine) evenementen; het Thuisloket neemt ook de functie van centraal meldpunt op.”

BELEIDSNOTA 2012

STAD ROESELARE

“Er werd een onderzoeksproject opgestart om binnen de stadsorganisatie systemen te ontwikkelen die het mogelijk maken om de aanwezige kennis en informatie op een duurzame manier te beheren. De doelstellingen daarbij zijn: De dienstverlening naar de burger verbeteren door het onder controle brengen van de diverse dienstverleningsprocessen. Dit moet ervoor zorgen dat burgers enerzijds efficiënter kunnen worden bediend, anderzijds beter worden geïnformeerd (informatie op maat van de burger). […]”

TWEEDE WITBOEK

STAD SINT- NIKLAAS

“Het stadsbestuur van Sint-Niklaas stelt zijn cliënten centraal: de inwoners, de ondernemers, de verenigingen, de bezoekers… Voor hen verzekeren we een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige dienstverlening.”

ALGEMEEN BELEIDSPLAN

2008-2013 STAD

TURNHOUT

“Binnen ons organisatiebeleid staat een bedrijfsmatige aanpak in functie van een kwaliteitsvolle dienstverlening.”

“Het stadsbestuur neemt maatregelen zodat een kwaliteitsvolle dienstverlening als een rode draad loopt doorheen de beleidslijnen van de stad Turnhout en de handelingen van alle medewerkers.”

De bovenstaande citaten geven een eerste beeld van de verschillende

doelstellingen die de steden formuleren.

De citaten tonen aan dat de steden belang hechten aan de reductie van

het ongemak voor de klant bij de afname van stedelijke individuele

diensten. De klant heeft een positie verworven: de klant heeft recht op

een meer kwaliteitsvolle, transparante, doelmatige, efficiënte,

effectieve, klantgerichte, geïntegreerde, vraaggerichte, correcte,

bereikbare, eenvoudige, toegankelijke, gastvrije, sfeervolle, gelijke,

eenvoudige, snelle en duidelijke dienstverlening.

Een aantal citaten geven duidelijkheid over de doel-middel relatie:

informatie moet op een betere manier beheerd worden,

dienstverleningsprocessen moeten onder controle gebracht worden, het

aantal loketten moet gereduceerd worden tot bredere fysieke loketten,

het ‘multikanaal principe’ moet kwaliteitsvolle dienstverlening

genereren, het personeelsbeleid moet bijdragen tot een betere

Page 40: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 38 ׀

organisatie van de dienstverlening, procedures moeten vereenvoudigd

worden, de elektronische dienstverlening moet uitgebreid worden, een

andere ICT-infrastructuur is nodig en samenwerking met derden moet

verhoogd worden.

De geformuleerde doelstellingen zijn ambitieus en omvattend. Ze

omvatten meerdere organisatorische domeinen: organisatiestructuur-

kenmerken, organisatiecultuurkenmerken, personeelsbeleid en de ICT-

architectuur. Wij focussen in de onderstaande paragrafen op de

veronderstelde bijdrage die ICT moet leveren aan de realisatie van de

doelstellingen.

Op basis van de interviews hebben we de brede waaier aan doelstellingen

uitgediept. Tabel 5 vat de doelstellingen samen.

Tabel 5: overzicht van stedelijke doelstellingen op basis van de interviews

Omschrijving van het doel Frequentie van vermelding

Tijd en plaats reduceren / snellere dienstverlening voor de burger Meer online dienstverlening Complete reductie van fysieke verplaatsing voor (sommige)

producten en diensten door online dienstverlening

Unanimiteit Meerdere vermeldingen

Integratie van dienstverlening Centralisatie in organisatiebrede klantencontactcenters

Persoonlijke internetpagina met geïntegreerde intake /

statusinformatie / gepersonaliseerde informatie Fysieke loketconcentratie en –integratie

Meerdere vermeldingen Meerderheid Unanimiteit

Uniforme dienstverlening Uniforme multikanaal dienstverlening over de verschillende

kanalen heen: even snel, even correct, even klantgericht

Meerdere vermeldingen

Integratie / herinrichten van processen Procesintegratie: naast de intake, een meer klantgerichte,

geïntegreerde en efficiënte behandeling en afhandeling van dienstverleningsprocessen

Alle geïnterviewden verwijzen naar noodzakelijke ingrepen in processen

Page 41: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 39 ׀

> 3.2.2.1. Online individuele dienstverlening

De geïnterviewden bepleiten een uitbreiding van het online aanbod van

individuele diensten. Meer online dienstverlening moet leiden tot een

reductie van het aantal verplaatsingen voor de klant: de klant kan de

intake, ongeacht plaats en tijd, sneller uitvoeren. De verdere uitbouw van

het online individuele dienstenaanbod krijgt in heel wat steden prioriteit.

Meerdere geïnterviewden beschouwen het kanaal van de online

dienstverlening als het belangrijkste dienstverleningskanaal voor de

toekomst.

“Ik denk dat wij onze fysieke loketruimte in die richting zullen

moeten reorganiseren. Dat zal misschien een kleinere oppervlakte

zijn maar wel specifieker met gesprekruimten en minder het

klassieke model van vandaag en dat de courante dienstverlening,

zeker binnen zes tot tien jaar, voor 90 procent digitaal kan worden

afgehandeld.”

Steden willen de functionaliteiten van hun online diensten- en

productenaanbod uitbreiden om de interactie tussen de klant en de

stedelijke overheid maximaal te digitaliseren via digitale en slimme

formulieren waardoor het downloaden en de manuele verzending van

formulieren overbodig wordt.

“We willen dat ze op lange termijn nooit meer moeten komen naar

de stad, zoals je nu ook bijna nooit meer naar de bank moet.

Burgers zouden zelf alles moeten kunnen beheren vanop de

website.”

Een meerderheid van geïnterviewden wil op termijn een persoonlijke

internetpagina (PIP) implementeren voor de klant. Dat moet leiden tot een

verdere reductie van het ongemak dat de klant ervaart: de klant hoeft zich

eenmalig te identificeren, kan de intake van alle stedelijke online diensten

vanuit één punt initiëren, kan de status van lopende aanvragen of het

gebruik van diensten opvolgen en kan via de PIP indiceren welke informatie

hij / zij wil ontvangen.

“We willen naar een ‘mijn stad portaal’ met gepersonaliseerde

informatie op maat van het profiel van de burger die inlogt.”

Page 42: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 40 ׀

“Het einddoel is ‘mijn stad’ maar dat zit niet als doelstelling hierin

vervat want het is niet realistische tegen december 2013.”

Naast de potentiële voordelen voor de klant moet een toename van online

transacties efficiëntiewinsten opleveren. Online transactie is het

goedkoopst in vergelijking met de andere kanalen. Een stedelijke

conceptnota over individuele dienstverlening motiveert het efficiëntie-

voordeel van de digitale dienstverlening, mits aanpassing en uitbouw van

het e-loket, als: “Het digitaliseren van aanvragen en het verwerken ervan

zal in de toekomst ook minder tussenschakels vereisen. Momenteel zorgt

een digitale aanvraag via het e-loket vaak voor langere doorlooptijden en

meer handelingen dan indien de aanvraag fysiek aan het loket gebeurt. In

de toekomst moet dit een win-win situatie worden voor zowel de burger

(die zich niet meer hoeft te verplaatsen en op een vlotte manier de

dienstverlening kan nuttigen) als voor de organisatie (met een snellere en

efficiëntere administratieve verwerking).”.

> 3.2.2.2. Integratie van de stedelijke individuele dienstverlening

Steden streven naar een geïntegreerde intake van individuele diensten. Dat

moet leiden tot een transparanter dienstverleningsaanbod en een reductie

van de tijd die een klant nodig heeft om het juiste loket te vinden door de

intake van producten en diensten te concentreren en te integreren in een

gereduceerd aantal fysieke, telefonische en online (de PIP; zie supra)

intakepunten.

Voor de telefonische dienstverlening betreft het een streven naar een meer

gecentraliseerd(e) onthaal en afhandeling van inkomende informatievragen.

In meerdere steden duikt het concept ‘klantencontactcenter’ (KCC) op. Het

doel is om een organisatiebreed telefonisch intakepunt te organiseren.

Andere steden streven naar meer telefonische integratie door een reductie

van het aantal meldpunten of infopunten te ambiëren.

“De bedoeling is om de klant maximaal een keer door te verbinden.

Gedaan met rondsturen. Het klantencontactcenter moet alle

inkomende telefoons verwerken zoals een echt callcenter. Dat zou

eind dit jaar operationeel moeten zijn.”

Page 43: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 41 ׀

In heel wat steden kenmerkt de fysieke lokettenstructuur zich door een

groot aantal specialistische loketten gelokaliseerd op verschillende fysieke

locaties. Aan dat lappendeken van fysieke loketten willen alle

geïnterviewde ambtenaren paal en perk stellen.

“Nieuwe inwoners moeten nu soms op vier plaatsen in het stadhuis

zijn om zich aan te melden: burgerzaken voor de inschrijving, een

aparte dienst voor de containerkaart enz. Ook voor bedrijven was

dit het geval.”

“Loketten waren er op verschillende verdiepingen, de burger moest

zijn weg zoeken doorheen het gebouw. Dat is nog steeds een beetje

zo, eigenlijk moeten ze op één loket terecht kunnen en moeten de

medewerkers naar beneden komen om de burger te woord te staan.

Het is op basis daarvan dat het huidige voorstel wordt uitgewerkt.”

De geïnterviewden verwijzen naar loketconcentratie en –integratie als een

belangrijke doelstelling. Een vernieuwde fysieke loketteninfrastructuur met

aandacht voor een bredere clustering van diensten in een gereduceerd

aantal fysieke loketten en / of geconcentreerd in de fysieke nabijheid van

elkaar, staat in alle steden of in de hoofden van de geïnterviewde stedelijke

ambtenaren op het verlanglijstje. De geschetste basisredenering is identiek

voor steden: minder loketten en loketten die verantwoordelijk zijn voor een

groter aantal individuele diensten en producten. Het ideaaltype van één

fysieke one-stop-shop lijkt voorbijgestreefd wegens onhaalbaar. In de plaats

daarvan gaat het om een clustering van types van diensten en producten in

‘bredere’ loketten die de veelvoorkomende vraagpatronen van de klant

moeten reflecteren; bijvoorbeeld: een indeling volgens bepaalde

doelgroepen (bijvoorbeeld: een ondernemersloket) en / of volgens de graad

van complexiteit van een dienst of product (bijvoorbeeld: snelbalies waar

de intake en afhandeling van ‘simpele’ diensten en producten tijdens één

bezoek kan plaatsvinden).

“Momenteel heeft Möbius gevonden dat we op 26 verschillende

locaties zitten. Bevolking en Burgerlijke stand zitten mooi naast

elkaar maar ruimtelijke ordening en economische zaken zitten

bijvoorbeeld kilometers van elkaar. Het is nu ook al zo dat sommige

diensten die regelmatig met elkaar werken, zo dicht mogelijk bij

Page 44: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 42 ׀

elkaar zitten. Volksgezondheid en de woondienst zitten nu bij

elkaar.”

Tezamen met loketintegratie en –concentratie staan gepland: een

aantrekkelijke fysieke loketteninfrastructuur met aandacht voor

onthaalbalies, wachtruimtes, spreekruimtes, toegankelijkheid, beweg-

wijzering, een uniforme ‘lay-out’, klantbegeleidingssystemen enz. Door in

te zetten op een flexibele inrichting van de fysieke loketteninfrastructuur

willen steden zowel de interne efficiëntie als de klantgerichtheid verhogen.

Het doel is om loketten meer flexibel in te zetten naargelang de vraag /

afname voor bepaalde tijd toe- of afneemt; bijvoorbeeld: tijdens de periode

wanneer kan ingeschreven worden op de sportkampen georganiseerd door

de sportdienst van de stad.

“De meerwaarde van het bijeenbrengen van voorzieningen […] ligt

in het feit dat burgers veel makkelijker hun weg vinden naar de

verschillende aangeboden diensten. Het bijeenbrengen van diensten

zou bovendien ook moeten leiden tot een grotere efficiëntie, de

interne uitwisseling tussen de verschillende medewerkers

bevorderen, en een aanzienlijke besparing in bijvoorbeeld de totale

bouwkost van de huisvesting van de verschillende afzonderlijke

diensten.” (Perneel et al., 2010)

Ook de realisatie van een meer geïntegreerde telefonische intake van

diensten wordt door meerdere stedelijke ambtenaren in verband gebracht

met efficiëntiewinsten.

“Nu hebben we vaak de situatie dat heel wat bezoekers bij de

duurbetaalde productspecialisten terecht komen voor informatie-

aanvragen omtrent formulieren en openingsuren. Zij moeten met

andere zaken bezig zijn.”

Het integratiestreven reikt in een aantal steden verder door het voornemen

om alle organisatorische entiteiten die betrokken zijn bij de intake van

individuele diensten te concentreren in eenzelfde organisatorische entiteit;

bijvoorbeeld: een afdeling dienstverlening. De aangekondigde of reeds

gerealiseerde oprichting van een aparte frontoffice-entiteit reflecteert de

ambitie om de scheidingslijnen tussen de front- en backoffice van stedelijke

organisaties nadrukkelijker te maken. In de plaats van vele specialistische

Page 45: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 43 ׀

diensten waarvan de medewerkers zowel front- als backofficewerk

verrichten, heeft een dergelijke integratie tot doel een model te realiseren

waar generalistische frontofficemedewerkers uitsluitend de intake van

individuele diensten en producten op zich nemen terwijl de

backofficespecialisten de behandeling en afhandeling van de individuele

dienstverleningsprocessen op zich nemen. Backofficemedewerkers

interageren enkel nog met de klant op afspraak en naar aanleiding van

complexe producten en diensten; bijvoorbeeld: een milieuvergunning,

waarbij mondelinge afstemming noodzakelijk is.

“Er zitten daar twee luiken in: een luik frontoffice en een luik

backoffice. Eigenlijk is de cluster ‘externe dienstverlening’ bedoeld

om daarin alles te steken wat de interactie met de burger betreft.

Dat was het oorspronkelijke opzet. Dat moet allemaal in de dienst

loketbeheer. Dan is er backofficewerk bij burgerzaken, ook dat zit

echter hierin omdat dat logischerwijze nergens anders bij kan

volgens de deskundigen. Je hebt financiën, interne ondersteuning

wat allemaal backofficewerk is. […] Loskoppeling van front- en

backoffice is de doelstelling maar dat is een moeilijke

denkoefening. Bij burgerzaken is front- en backoffice nog één

geheel. De frontofficemedewerkers zijn daar nog gewoon om even

informeel vragen te stellen bij de backofficemedewerkers.”

> 3.2.2.3. Multikanaal dienstverlening

Het integratiestreven is verbonden met een streven naar multikanaal

dienstverlening. Het doel is om de keuzevrijheid voor de klant, in termen

van zijn preferentie voor een bepaald dienstverleningskanaal, te

waarborgen: “Een multikanaal dienstverlening speelt in op het feit dat

inwoners zeer divers zijn. Een stad moet er zijn voor alle burgers. Elke

burger heeft zijn eigen verwachtingen […]. Dit zijn de verwachtingen en

voorkeuren waar multikanaal dienstverlening handig op inspeelt. Dit

hanteert als principe dat de externe stakeholder zelf moet kunnen

beslissen op welke manier – en dus via welk kanaal – hij wil gebruik maken

van de stad.” (Perneel et al., 2010).

Page 46: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 44 ׀

Eén stad omschrijft multikanaal dienstverlening als volgt: “De burger heeft

tijdens het contact met het lokale bestuur de keuze uit verschillende op

elkaar afgestemde kanalen voor communicatie en dienstverlening. Hij

beslist zelf of hij naar het fysiek loket komt, gebruik maakt van pen en

papier, telefoneert of elektronisch communiceert en kan voor eenzelfde

product de kanalen door elkaar gebruiken.”.

Een multikanaal dienstverlening plaatst de organisatie van de individuele

dienstverlening in een organisatiebreed perspectief. Steden gaan de

uitdaging aan om, ongeacht van het kanaal, eenzelfde kwaliteit van

dienstverlening te hanteren: “Of mensen nu via de telefoon, via de website

of aan het loket een vraag stellen, we verwachten dat ze een zelfde correct

en snel antwoord krijgen” (Noels, 2012b); en: “Bovendien – en dit is het

tweede principe – moet de wijze waarop de dienstverlening verloopt

uniform zijn. Zeg maar even snel, even kwalitatief, even bereikbaar en

even correct, ongeacht het kanaal.” (Perneel et al., ibid.).

Een multikanaal dienstverlening wordt in wisselende mate gekoppeld aan de

realisatie van interne efficiëntiewinsten. Wanneer de nadruk ligt op de

realisatie van efficiëntiewinst is er sprake van een reductie van de

keuzevrijheid voor de klant. De efficiëntielogica zit vervat in het stimuleren

van de aflevering van producten en diensten op de goedkoopste manier of

via het digitale loket; bijvoorbeeld: “We willen in de toekomst vermijden

dat bepaalde dienstverlening en / of producten slechts via één kanaal

worden aangeboden. Alle dienstverlening en alle producten telkens via alle

mogelijke kanalen aanbieden is echter niet haalbaar. Er zal gestreefd

worden naar een te verantwoorden en efficiënte mix van minstens 2

kanalen (bv. beschikbaar via e-loket en telefonisch, of aan de balie en via

het e-loket,…).”. De multikanaal strategie gaat dan logischerwijze gepaard

met het voornemen om aan kanaalsturing te doen zodoende de

efficiëntiedoelstellingen te realiseren door de klant te stimuleren zijn

kanaalpreferentie in overeenstemming te brengen met de keuzes die in de

multikanaal strategie vervat liggen.

Page 47: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 45 ׀

> 3.2.2.4. Klantvriendelijke en efficiënte ‘geïntegreerde’ processen

De geïnterviewde stedelijke ambtenaren plaatsen ingrepen op het vlak van

de procesmatige afhandeling van individuele diensten en producten op de

veranderingsagenda of beschouwen dergelijke ingrepen als wenselijk.

“Je kan geen klantgerichte dienstverlening of efficiënte werking

oprichtingen zonder daarbij te kijken naar processen.”

Medewerkers moeten de dienstverleningsprocessen als referentiekader voor

hun handelen incorporeren. Een denken in termen van processen wordt

beschouwd als één van de noodzakelijke uitgangspunten om de stedelijke

individuele dienstverlening te heroriënteren. In de mate waarin proces-

inventarisaties nog niet hebben plaatsgevonden, plannen heel wat steden

hierop in te zetten.

“Voor mij is productencatalogus en procesanalyse als eerste stap

noodzakelijk.”

Het streven naar meer gecentraliseerde telefonische intakepunten en

bredere fysieke loketten maakt dat de medewerkers over een betere

product- en proceskennis moeten beschikken om een breder aantal

producten en diensten af te handelen. Medewerkers moeten ten alle tijden

toegang hebben tot een productencatalogus met bijhorende proces-

beschrijvingen.

“We zijn nu bezig met de start van een kennisbeheersysteem. We

hebben een loket dat voor de burger toegankelijk is en uitgebreid

is. Dit zijn we aan het updaten met interne en externe info en

procesbeschrijvingen. Op die manier willen we nieuwkomers

makkelijk opleiden.”

Alle Vlaamse centrumsteden koesteren ambities om hun dienst-

verleningsprocessen (verder) te vereenvoudigen. Om het ongemak voor de

klant te reduceren en de efficiëntie te verhogen, willen steden inzetten op

een snellere procesafhandeling waardoor de klant sneller een antwoord

krijgt op zijn / haar vraag en sneller beschikt over het fysieke product of de

fysieke dienst.

Page 48: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 46 ׀

“Administratieve vereenvoudiging' klinkt moeilijk, maar het is net

de bedoeling om alle administratieve contacten tussen burgers en

de stadsdiensten gemakkelijker te maken. Ze moeten zo worden

georganiseerd dat de stadsdiensten in staat zijn om hun taken zo

goed mogelijk te vervullen en de burger en de onderneming zo

weinig mogelijk inspanningen moeten leveren.”

Steden willen inzetten op het hergebruik van (identificatie)gegevens van

klanten die elders in de organisatie of in regionale en federale authentieke

bronnen of (afgeleide) databanken voorhanden zijn. Op die manier willen

steden de administratieve overlast voor de klant reduceren en de

afhandeling van processen efficiënter inrichten door het risico op fouten te

minimaliseren.

“De bedoeling moet zijn om meer en meer aan te sluiten bij het

systeem van authentieke gegevensbronnen.”

“Wij willen meer vanuit het procesmatige starten met de

onderliggende bedoeling: als we toch de processen gaan analyseren,

kunnen we ze meteen optimaliseren. Dat zou een grote invloed

moeten hebben op de efficiëntie van onze dienstverlening.”

Daarnaast wijzen geïnterviewden op de nood aan een betere stroomlijning,

monitoring en coördinatie van processen vanuit het perspectief van de

klant. Meerdere geïnterviewden maken melding van een ineffectieve

(bijvoorbeeld: de klant krijgt geen antwoord) en inefficiënte (bijvoorbeeld:

de klant krijgt meerdere antwoorden of krijgt de dienst pas na lange tijd)

dienstverleningsprocessen. Proces- en dienstenintegratie is een doelstelling:

naast de intake van een individuele dienst wordt de afhandeling en de

behandeling van dienstverleningsprocessen geïntegreerd. Dat komt tot

uiting in concrete projectmatige doelstellingen; bijvoorbeeld: een

reorganisatie van de intake, behandeling en afhandeling van het uitlenen

van materiaal ter ondersteuning van evenementen georganiseerd door

verenigingen waarbij meerdere intakeformulieren worden geïntegreerd tot

één aanvraagformulier, het uitleenmateriaal wordt gecentraliseerd bij één

verantwoordelijke dienst, verschillende waarborgsystemen worden herleid

tot één waarborgsysteem en de verschillende noodzakelijke goedkeuringen

worden gebundeld in één goedkeuring. Gestandaardiseerde,

procesgestuurde individuele dienstverlening duikt op als nieuwe

Page 49: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 47 ׀

basispremisse voor de ‘goede’ organisatie van de individuele

dienstverlening.

“Meldingen zijn niet gecentraliseerd. Hier hebben we nog werk. Er

zijn verschillende kanalen. Het was het opzet om dat centraal te

organiseren maar er is nog altijd geen centraal programma. Op een

zeker moment is dat stilgevallen door een gebrek aan tijd. Er zijn

wel meldingssystemen: via internet kunnen er meldingen ingegeven

worden en er is een meldingskaart maar die zijn zeker niet

gecentraliseerd en niet gestructureerd. De processen erachter zijn

nog manueel, er worden e-mails doorgestuurd die vaak op de

verkeerde plaats terechtkomen.”

“Procesgestuurd werken betekent bij elke melding een apart proces

want als ik een boom wil laten snoeien moet ik een heel andere

vraag beantwoorden dan wanneer ik een gat in de kelder heb of

graffiti op de muur. Dat zijn drie verschillende diensten die dat

oplossen met nog eens verschillende verantwoordelijken binnen

deze diensten.”

De mate waarin voorgenoemde doelstellingen geformuleerd zijn binnen alle

centrumsteden varieert. Voor alle centrumsteden geldt de unanieme

erkenning dat de gewenste veranderingen meer aandacht voor processen

noodzaken en dat de bijsturing van de processen in meer of mindere mate

een bijdrage moet leveren aan de reorganisatie van de stedelijke

individuele dienstverlening.

> 3.2.3. ICT als probleemoplosser

Steden percipiëren een omvattende reorganisatie van hun ICT-huishouding

als noodzakelijk en hechten veel geloof aan het probleemoplossend

vermogen van ICT. Er is ontevredenheid over het potentieel en het

functioneren van de huidige ICT-architectuur.

Page 50: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 48 ׀

> 3.2.3.1. Een hardnekkige padafhankelijkheid

De bestaande (of reeds deels vervangen) stedelijke ICT-architectuur kan

volgens meerdere geïnterviewden onmogelijk een antwoord bieden op de

doelstellingen die de steden formuleren. De inzet van ICT reflecteert tot

vandaag (of tot voor kort) de specialistische organisatorische vormgeving.

Naast een veelheid aan specialistische stedelijke diensten ontwikkelden de

steden een parallelle eilandenstructuur van autonome toepassingen met

weinig koppelingen naar andere toepassingen, hetzij backofficesystemen,

hetzij frontofficesystemen. In het beste geval is er sprake van een wirwar

van één-op-één koppelingen tussen systemen maar ook een dergelijke

‘spaghettistructuur’ wordt als problematisch beschouwd (zie infra). Figuur 1

schetst deze technologische architectuur.

Figuur 1: eilanden en spaghetti

Stedelijke ambtenaren verwijzen naar een onderbenutting van het huidige

potentieel van het internet als dienstverleningskanaal. Het aantal diensten

dat de klant online kan aanspreken is te beperkt en / of het betreft te vaak

een intake waarbij manuele interferentie noodzakelijk is. Steden streven

naar een gedigitaliseerde intake via ‘slimme’ of online formulieren waarbij

de intakegegevens digitaal worden getransfereerd naar de backoffice-

entiteiten. Dat moet de efficiëntie bij de online intake van diensten doen

toenemen: gegevens hoeven niet langer manueel te worden overgetypt in

de backofficetoepassingen.

Page 51: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 49 ׀

“Het betreft vooral formulieren in een pdf-formaat die we

afprinten en manueel naar de backoffice verzenden. Zolang de

frontoffice en backoffice niet met elkaar verbonden zijn, heeft een

e-loket weinig meerwaarde.”

“Het tweede dat je vaststelt is dat je hier dingen digitaal

binnenkreeg maar de verwerking (deels) per hand was.”

De verkokerde ICT-architectuur heeft geleid tot een proliferatie van

verschillende datastandaarden en -formaten. De verschillende toepassingen

bevatten elk een eigen dataset met (identificatie)gegevens dat relevant is

voor de afhandeling en behandeling van de specifieke

dienstverleningsprocessen waarvoor de toepassing werd aangekocht. Voor

sommige individuele diensten en producten betreft het databestanden in de

vorm van Excel of Acces bestanden. Het stedelijke databeheer is op een

dienstgebonden leest geschoeid: het ontbreekt steden aan organisatiebrede

of dienstoverschrijdende databanken. Er is sprake van beheersmatige

inefficiëntie: stedelijke diensten doen dubbel werk door gelijkaardige

datasets op verschillende plaatsen binnen de organisatie te beheren. De

inefficiëntie neemt toe omwille van een gebrek aan informatie-uitwisseling:

gegevens waarover dienst X beschikt zijn niet beschikbaar bij dienst Y. De

klant moet telkenmale dezelfde gegevens overmaken aan de stedelijke

administratie. Het gebrek aan eenduidige datastandaarden hypothekeert de

ambities om tot een geïntegreerde online intake van diensten te komen.

Wanneer verschillende systemen verschillende datastandaarden hanteren,

leidt dat tot verkokerde frontofficesystemen met verschillende

identificatie- en authenticatiesystemen. De klant moet dan inloggen op

verschillende webmodules op basis van verschillende identificatie- en

authenticatiemechanismen.

“Vroeger had je een systeem met een bibliotheekkaart om te kijken

wie wat moet betalen. Op een bepaald moment ontstaat er een

nieuwe module waarbij de klant kan inloggen met een paswoord en

boeken kan verlengen en reserveren. Ook de dienst cultuur heeft

een backofficetoepassing en een webtoepassing waarvoor de burger

opnieuw een log in en paswoord nodig heeft; een toepassing met

een eigen stuk klantdata.”

Page 52: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 50 ׀

“Men werkt allemaal met een aparte databank in verschillende

toepassingen. Dat betekent een apart blokje klantdata in elke

toepassing. Dat impliceert dat wanneer een burger zich aanmeldt

bij sport en bij jeugd, dat in feite twee verschillende klanten zijn.

Dat verhelpen impliceert koppelingen […] en een centraal

databestand. Ons lokaal bevolkingsbestand of de KBO centraal in

een contactendatabank plaatsen.”

De backofficetoepassingen zijn volgens meerdere geïnterviewden

onvoldoende ‘open’. Dat bemoeilijkt de transfer van data tussen de

verschillende front- en backofficesystemen en de backofficetoepassingen

onderling. Nochtans noodzaken de geformuleerde doelstellingen onderlinge

communicatie tussen systemen: backofficesystemen moeten in staat zijn

processtatusinformatie te communiceren naar de frontofficesystemen,

software in gebruik in een klantencontactcenter moet kunnen praten met

de personeelsdatabank zodat er een zicht is op de aanwezigheden, de

toepassing voor facturatie van de financiële dienst moet kunnen

communiceren met de backofficetoepassing van de sportmedewerkers enz.

Daarenboven biedt de huidige set van ICT-toepassingen te weinig

mogelijkheden om dienstverleningsprocessen te monitoren en

managementinformatie uit de toepassingen te destilleren; ook dat is een

veelgehoorde kritiek op het huidige potentieel van de ICT-infrastructuur.

“Vroeger hadden we 90 losse programma’s. Nu is er de noodzaak om

alles aan elkaar te koppelen of in elkaar te steken.”

“Het terugvloeien van de informatie terug naar de frontoffice is

niet geautomatiseerd. Je wint daar veel tijd mee natuurlijk. […] Je

zou daar veel tijd mee kunnen winnen. Alleen moet je nu

vaststellen dat er daar nu toch nog wel wat manuele input voor

nodig is, dat dit nog veel werkkracht vraagt.”

“Dat is natuurlijk de problematiek van de verticale toepassingen. In

de frontoffice geef je de melding door maar in de backoffice heb je

terug die verticale opdeling. De gegevens vloeien niet door”

Heel wat processen impliceren nog manueel werk. Voor andere

dienstverleningsprocessen luidt de bemerking dat procesoptimalisering in

het verleden te weinig is vooraf gegaan aan de reeds doorgevoerde

Page 53: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 51 ׀

digitalisering van processen waardoor de procesmatige afhandeling

inefficiënt verloopt.

“Vroeger waren dat allemaal gesloten dozen. Er was een systeem

voor meldingen maar je kon dat niet toewijzen. Je kon er geen

rapporten uit halen. Er was meer één veld en iedereen zette daar

in wat hij wou.”

“Vroeger werd alles manueel ingevuld. Dat waren 1300 aanvragen

per jaar per post. […] Die deden die allemaal open en, in het

slechtste geval, printen ze dat weer af. In hun eigen outlookagenda

of Excel agenda begonnen ze dan een beschikkingsrooster voor het

volgende seizoen op te maken. Als die puzzel was gelegd, na

afstemming met leidinggevenden, werden manueel, naam per

naam, via overschrijven uit het aanvraagformulier, contracten

opgemaakt, via apart afdrukken, opgestuurd per mail of manueel.

Dan was er manuele opvolging van de contracten die terug kwamen

en werd er afgevinkt: dat is in orde. En dan werden de facturen

manueel opgemaakt.”

De specifieke vraag of behoefte van de klant moet volgens meerdere

geïnterviewden het uitgangspunt zijn bij het definiëren van workflows. In

samenhang met de geschetste veranderingsagenda duikt de behoefte op aan

een radicale ommekeer van de bestaande stedelijke ICT-architectuur.

“Het concept was dat vragen van burgers niet aan mensen of

diensten mochten gekoppeld worden maar wel aan producten om

van daaruit de workflows te beschrijven.”

Digitale individuele dienstverlening is de ambitie: “het einddoel is om te

streven naar end-to-end procesgestuurde werking. Dat wil zeggen dat als in

een bepaald proces er geen interventie (beoordeling) van een ambtenaar

nodig is, die ideaal ook wordt uitgeschakeld en dat het product

automatisch geleverd wordt aan de burger zonder tussenkomst.”.

Page 54: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 52 ׀

> 3.2.3.2. De padafhankelijkheid doorbreken: de midoffice als

totaaloplossing

Stedelijke ambtenaren verwijzen naar een reeks van nieuwe technologische

toepassingen om de ICT-architectuur en infrastructuur te aligneren met de

geschetste doelstellingen op het vlak van de individuele dienstverlening.

Deze gewenste ICT-veranderingen worden door heel wat stedelijke

ambtenaren gebundeld onder de noemer van ‘de midoffice’ of aanleunende

concepten zoals een ‘broker’ of ‘service bus’.4 De nieuwe technologische

toepassingen moeten een platform bieden voor een digitale intake,

behandeling en afhandeling van processen.

Een aantal technologische toepassingen moeten een toename van het aantal

online diensten faciliteren. Steden beschouwen nieuwe online webmodules,

digitale en slimme formulieren en ondersteunende systemen zoals online

betaalsystemen, systemen voor online identificatie / authenticatie en

systemen voor de digitale handtekening als must haves.

“Er wordt achter de schermen ook hard gewerkt aan de

mogelijkheid om burgers hun formulieren digitaal te laten

ondertekenen. Die mogelijkheid zal ervoor zorgen dat op termijn

het e-loket evolueert naar een echt elektronisch loket waarbij de

contacten tussen de stad en de burger of het bedrijf maximaal

digitaal kunnen verlopen.”

“De bedoeling is om er een soort stempel op te printen; een soort

2D barcode waarin heel het document zit samengevat. Dat kan je

dan aan een bepaalde website aanbieden en inscannen en die

bevestigt dan dat dit document juist en waar is. Dat is een geldig

document met de handtekening van de betrokken ambtenaar.”

Het streven naar een digitale transfer van intakegegevens stelt steden voor

de uitdaging om hun frontofficesystemen te connecteren met de

4 De denktank Midoffice en informatiearchitectuur in lokale besturen (2010) definieert een

midoffice als: “een verzameling van kerndata en toepassingen die optreden als schakel tussen het front- en het backoffice.”. Een broker organiseert het aantal koppelingen beter maar vermindert het aantal verbindingen niet. Bij een broker moeten alle combinaties uiteindelijk allemaal wel worden geprogrammeerd. Een service bus (SB) reduceert daadwerkelijk het aantal koppelingen. (Macaw, 2013).

Page 55: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 53 ׀

verwerkende backofficetoepassingen. Dat kan door backofficetoepassingen

te voorzien van een online webmodule, -luik of een slim formulier dat in

een één-op-één relatie de intakegegevens digitaal transfereert naar de

verwerkende toepassing.

“Wat ook een mogelijkheid is, is dat bepaalde webformulieren en –

toepassingen in de bus komen maar dat er daarnaast kokers zijn

waarbij de frontend rechtstreeks aan één backend gekoppeld is en

dat we de webservice van de toepassing zelf gebruiken. Dat maakt

de koppeling tussen front- en backend eenvoudiger want de

toepassingen van bijvoorbeeld leverancier X hebben dat al. Dat

klikt gewoon in elkaar. Dat bemoeilijkt wel de implementatie van

een customer relationship management [(CRM)] systeem.”

Eén-op-één koppelingen worden als minder opportuun beschouwd. Ze

houden de eilandstructuur in stand en impliceren een wirwar van één-op-

één koppelingen. Dat bemoeilijkt bijvoorbeeld het generen van een

overzicht van interacties met individuele klanten. Het is vanuit die

redenering dat ‘midofficeachtige’ concepten (hierna: midoffice) worden

aangeduid als technologische oplossingen voor de individuele

dienstverlening. Een eerste motivatie voor de midoffice is dat de

functionaliteiten van een midoffice toelaten om backofficetoepassingen

open te breken en te koppelen aan een frontofficemodule.

“De volgende stap is nu de creatie van een midoffice [met

brokerfunctie], waarop je applicaties kunt integreren. Vroeger

hadden we 90 losse programma’s. Nu is er de noodzaak om alles aan

elkaar te koppelen of in elkaar te steken.”

De midoffice moet een efficiëntere beheersing van koppelingen tussen

verschillende toepassingen faciliteren (zie figuur 2). Naar de midoffice

wordt dan verwezen als een service bus. Een medewerker verwoordt het

voordeel van de service bus: “Je plaatst iets op de service bus en het is op

een andere plaats beschikbaar.”.

“Het idee is om te werken met webformulieren en webtoepassingen

waarbij je slechts éénmalig moet registreren met de eID. Daaronder

plaatsen we een service bus met webservices die de data vertalen

naar alle mogelijke backofficetoepassingen en die tijdens de

Page 56: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 54 ׀

aanvraag informatie uit de backofficetoepassingen ophaalt die

relevant is voor de frontoffice.”

“De front- en backend van de huidige toepassingen kunnen we

doorknippen waardoor webservices en webformulieren

samenstromen in een service bus waaraan we een CRM koppelen.

Deze service bus communiceert dan opnieuw met allerhande

backofficetoepassingen.”

“Zo krijg je dan een samenspel van allerlei kleine toepassingen

maar dan moeten wij er wel voor zorgen dat al die pakketten met

elkaar spreken. Daarvoor zetten we nu in op een zogenaamde

service bus.”

“Een service bus is een verbindingslaag, een grote stekkersdoos

waar je verschillende toepassingen op aansluit waarbij je anders

alle toepassingen één op één aan elkaar moet koppelen.”

Figuur 2: het midoffice als (ont)koppelvlak (overgenomen uit: Keller & Roovers, 2006)

frontoffice

frontoffice

frontoffice

backoffice

backoffice

backoffice

backoffice

backoffice

backoffice

frontoffice

frontoffice

frontoffice

backoffice frontoffice

backoffice

frontoffice

n frontoffices m backoffices n frontoffices m backoffices

n x m koppelingen n + m koppelingen

mid-

office

Page 57: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 55 ׀

De midoffice moet volgens meerdere geïnterviewden de functie vervullen

van een organisatiebrede databank met data (identificatiedata,

adresgegevens enz.) noodzakelijk voor de afhandeling van

dienstverleningsprocessen en het realiseren van de PIP. Het

midofficesysteem moet daarbij fungeren als een platform tussen de

stedelijke systemen en de centrale authentieke bronnen (bijvoorbeeld: KBO,

Rijksregister) die de organisatiebrede centrale databank moeten voeden.

Een nadeel van de verticale toepassingenstructuur is immers dat veel

backofficetoepassingen een eigen dataset bevatten met klantendata (zie

supra).

“Kiezen voor authentieke gegevensbronnen is moeilijk omwille van

de vele bestaande toepassingen. Als er bijvoorbeeld een authentiek

adresbestand in gebruik zou genomen worden dan moeten alle

bestaande toepassingen aangepast worden om hier mee te

communiceren.”

“De idee van een ‘mijn gemeente’ pagina impliceert een centrale

log in en paswoord of eID via een systeem met een centrale

contactendatabank met gegevens uit het bevolkingsbestand enz. De

grote stap die wij willen vooruit zetten is extra contactgegevens

toevoegen via het opvragen van gegevens zoals emailadressen en

die gegevens te linken aan de betrokken persoon in de

contactendatabank. Daarvoor is een inlog met eID handig. Op die

manier willen we zeker zijn van de persoon en zijn gegevens. Die

gegevens willen we doorsturen naar de andere backoffice-

toepassingen. Dan kom je bij een midoffice terecht om de gegevens

uit te wisselen. […] Wij willen focussen op die contactgegevens en

authenticatie om een centrale toegang tot een ‘mijn gemeente’

mogelijk te maken.”

“Bijvoorbeeld in Recreatex is dat wel het geval. Er is een kopie van

het Rijksregister maar geen rechtstreekse koppeling. Dat is niet wat

we willen. We willen naar één centrale kopie van het Rijksregister

en elke toepassing gaat daar naar toe. Onze centrale kopie van het

Rijksregister komt nu via CEVI in de bevolkingstoepassing.

Recreatex heeft die gegevens nodig maar leest daar niet

rechtstreeks uit. Ze hebben een kopie genomen, weliswaar beperkt

tot de gegevens die ze strikt nodig hebben. Die gegevens worden

Page 58: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 56 ׀

gesynchroniseerd met elkaar. Dat is niet efficiënt qua opslag. Dat is

ook niet zo efficiënt voor de werking omdat je enkel maar de

laatste versie hebt, voor zover de gegevens gesynchroniseerd zijn.

Als je rechtstreeks naar de bron gaat, zit je altijd safe. Het

Rijksregister is daar een voorbeeld van maar het geldt ook voor alle

GIS gerelateerde data, bijvoorbeeld: het CRAB.”

Meerdere geïnterviewde ambtenaren beschouwen een midofficesysteem als

noodzakelijk om dienstverleningsprocessen digitaliseren. De midoffice krijgt

dan een (gewenste) uitbreiding met een aantal (dienstoverschrijdende)

softwaretoepassingen; bijvoorbeeld: een dossiermanagementsysteem, een

systeem voor versiebeheer, een digitaal archief, een postregistratiesysteem,

een documentmanagementsysteem enz.5 Voor de processen die op basis van

deze toepassingen worden afgehandeld, ontstaat daardoor de mogelijkheid

om statusinformatie naar de frontofficesystemen te transfereren.

“De extra mogelijkheden die de pure midoffice overstijgen zijn

enerzijds de workflow engine, zodat je de workflows binnen dat

systeem kan automatiseren. Sowieso moet het zodanig open zijn

dat het met alle aparte toepassingen op een vlotte manier kan

communiceren. Ten tweede moet het alle formaten kunnen

ondersteunen in functie van het archiveren op lange termijn en dat

je automatisch metadata kan toevoegen. […]”

“De visie is goede workflows, éénmalige input, de burger die de

status van zijn dossier kan volgen, authentieke bronnen, alles

gekoppeld aan adresgegevens.”

De vermelde midofficetoepassingen zijn vooral bedoeld voor het

digitaliseren van dienstoverschrijdende dienstverleningsprocessen. Voor de

meer ‘sectorgebonden’ dienstverlening, bijvoorbeeld: een milieu-

vergunning, blijven de specialistische toepassingen een optie. Maar ook het

landschap van ‘pure’ backofficetoepassingen komt in het veranderingsvizier.

Sommige steden ambiëren een reductie van het aantal processen dat in

5 De scheidingslijnen tussen de vermelde toepassingen zijn niet absoluut (Denktank

Midoffice en informatiearchitectuur in lokale besturen, 2010). Er is ook geen eensgezindheid over het al of niet toekennen van het label ‘midoffice’ aan deze toepassingen (zie in dit verband: het verschil tussen een ‘dikke’ en ‘dunne’ midoffice: Bayens & Lankhorst, 2008).

Page 59: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 57 ׀

specialistische backofficetoepassingen wordt afgehandeld ten voordele van

de afhandeling van processen in meer organisatiebrede toepassingen die

deel uit maken van het midofficesysteem. In andere steden merken we de

ambitie op om nieuwe backofficetoepassingen te implementeren met een

aantal nieuwe functionaliteiten (bijvoorbeeld: een frontofficeluik) en die

geschikt zijn om een groter aantal dienstverleningsprocessen af te

handelen. Andere steden koppelen de softwarecomponent van de midoffice

aan de implementatie van CRM–systemen (Customer Relationship

Management). Dit type van toepassing moet de opvolging van de intake,

behandeling en afhandeling van klanteninteracties en contacten faciliteren.

“Op termijn is het de bedoeling dat de dienst cultuur,

evenementen, jeugd, welzijn enz. die allemaal ticketverkopen doen

over een systeem beschikken dat al aan de noden voldoet en praat

met ons midoffice zodat het met onze frontoffice kan praten.”

“We streven naar een digitaal dienstverleningsplatform: een goede

persoonlijke internetpagina noodzaakt dat je de klantencontacten

van de burger met de organisatie, ongeacht het kanaal, in beeld

brengt, zodanig dat de burger de stand van zaken van al zijn

dossiers kan opvolgen. Dat overstijgt enkel het digitale kanaal: dat

veronderstelt een CRM of zakenbeheerssysteem dat alle contacten,

ongeacht het kanaal, kan loggen en op kan volgen en dat gekoppeld

is aan je verschillende beheerstoepassingen in de backoffice.”

“De CRM heeft betrekking op alles wat klanten, accounts en rollen

aanbelangt waarbij we zelf zo ver gaan dat er, afhankelijk van de

rol, aparte communicatiekanalen kunnen aan gekoppeld worden.

[…] Het CRM moet het mogelijk maken om op één plaats al je

gegevens te zien en die te wijzigen voor de ganse organisatie. […]

Het CRM wordt ook gekoppeld met rijksregisterinformatie of met

het bevolkingsbestand. Als er dan iemand is verhuisd komt dat

nieuw adres er automatisch in en moet hij dat niet op tien plaatsen

gaan aangeven.”

Figuur 3 bevat een visualisering van de verschillende en wisselende

functionaliteiten die de steden aan midofficesystemen koppelen.

Page 60: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 58 ׀

Deze verschillende functionaliteiten overschouwend, merken we ambitieuze

doelstellingen op voor de stedelijke ICT-architectuur. In tabel 6 vatten we

de doelstellingen samen.

Tabel 6: ICT als probleemoplosser

Omschrijving van de doelstelling Omschrijving van de bijdrage die ICT moet leveren

Efficiëntere online dienstverlening

Klantgerichtere online dienstverlening

Het internet als medium om de online dienstverlening uit te breiden

Online betaalsystemen, een systeem voor digitale handtekening, identificatie en authenticatiemechanismen, digitale en ‘slimme’ formulieren die de manuele interferentie in processen moet reduceren

Figuur 3: functionele componenten van de midoffice

(overgenomen uit: Keller & Roovers, ibid.)

vraaggeleiding

pdc, beslisbomen

authenticatie

DigiD

en autorisatie

webintake

e-formulieren

elektronisch

betalen credit-

card, iDeal, …

personalisatie

Mijn Gemeente Gezamenlijk

Milieu

Belastingen

Sociale Zaken

Burgerzaken

gegevens-magazijn

zaken- magazijn

broker

bpm

dms wfm crm

adapter

adapter

adapter

adapter

adapter

Page 61: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 59 ׀

Efficiëntere link tussen de ICT-toepassingen / basis voor multikanaal

strategie

Een digitale transfer van de intakegegevens naar de verwerkende en afhandelende toepassingen via één-op-één koppeling / service bus moet de hoeveelheid manueel werk reduceren

Een service bus moet de routering van intakegegevens, ongeacht het frontofficesysteem, naar de backofficetoepassingen mogelijk maken

Klantgerichte dienstverlening door

eenmalige inlog voor online dienstverlening / persoonlijke

internetpagina

Een centrale klantencontactendatabank gekoppeld met backofficetoepassingen, frontofficesystemen (eventueel via service bus) en identificatiemechanismen moeten de PIP faciliteren

Transparante / klantgerichte

dienstverlening door statusinformatie te communiceren

Vanuit gedigitaliseerde processen en toepassingen moet statusinformatie gecommuniceerd worden naar de frontofficesystemen

Klantgerichte en efficiënte

dienstverlening door hergebruik van gegevens in processen

Centrale databanken met kerndata moeten zorgen voor een snellere en correctere afhandeling van gedigitaliseerde processen

Efficiënte coördinatie van (dienstoverschrijdende)

dienstverleningsprocessen

De digitalisering van processen via midofficetoepassingen moet zorgen voor een effectievere coördinatie en afhandeling van processen

Een CRM moet toelaten klantencontacten en de afhandeling van dienstverleningsprocessen op te volgen

> 3.3. Inventaris van gerealiseerde veranderingen

Het onderzoek exploreerde de veranderingen die effectief zijn doorgevoerd

in de centrumsteden. De uitvoeringspraktijk en de geoperationaliseerde

veranderingstrajecten staan centraal in de volgende paragrafen.

> 3.3.1. Vraaggestuurde individuele dienstverlening

Steden streven naar een individuele dienstverlening die aansluit bij de

behoeften en de preferenties van de klant. In het verkennende onderzoek

gingen we dieper in op de mate waarin de steden deze behoeften en

Page 62: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 60 ׀

preferenties bevragen en onderzoeken. Tabel 7 bevat een overzicht van de

monitoringsprocessen die de steden uitvoeren.

Tabel 7: behoefteonderzoek in centrumsteden

Doel Instrument Concretisering

Behoefteonderzoek

Korte online bevraging

Schriftelijke bevraging

Uitbesteedde schriftelijke enquête

Mystery shopper

Focusgroepen en interviews met klanten

Testonderzoek

Klachten- en meldingssysteem (bijvoorbeeld: rapporten van de ombudsdienst)

Monitoring van dienstverlenings-processen

Zicht krijgen op de motieven waarvoor klanten de stedelijke website bezoeken

Door burgers gewenste administratieve vereenvoudiging in kaart brengen

Klanttevredenheid meten en de behoeften van klanten in kaart brengen

Klantbehandeling aan fysieke loketten evalueren

Feedback, suggesties en reflecties van klanten (specifieke doelgroepen) omtrent het nieuw ontwikkelde dienstverleningsconcept inventariseren

Testen van de functionaliteiten en gebruiksvriendelijkheid van het e-loket

Screening van inkomende klachten en meldingen met betrekking tot de afhandeling van de individuele dienstverlening

Monitoringsgegevens als basis voor ingrepen in de fysieke frontoffice-entiteiten (bijvoorbeeld: meten van het aantal bezoekers aan een loket)

Page 63: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 61 ׀

Onderzoek naar de klanttevredenheid

Enquête van de dienst bevolking en burgerlijke stand

Stadsmonitor

Face-to-face bevragingen bij de loketbezoeker

Uitbesteedde schriftelijke enquête

Telefonische bevraging

Klachten- en meldingssysteem (bijvoorbeeld: rapporten van de ombudsdienst)

Zicht krijgen op de klanttevredenheid omtrent de aflevering van individuele diensten door deze diensten

Breed monitoringsinstrument met een aantal vragen over de individuele dienstverlening

Klanttevredenheid na loketbezoek meten

Klanttevredenheid gedetailleerd bevragen

Tevredenheid over telefonisch eerstelijnsonthaal meten

Inkomende meldingen en klachten als barometer voor de klanttevredenheid

Het onderzoek genereert een aantal lessen over deze monitoringsprocessen:

De gehanteerde technieken voor behoefteonderzoek en klant-

tevredenheidsonderzoek zijn divers en het gebruik ervan varieert tussen

de steden. De klanttevredenheid en klantenpreferenties worden door

steden in variërende mate bevraagd.

De metingen vinden vooral ad hoc plaats; bijvoorbeeld: naar aanleiding

van een veranderingsproces. Structurele cyclische bevragingen zijn

eerder uitzonderlijk; bijvoorbeeld: “In het najaar is een eerste

bevraging gepland om de reacties te inventariseren. Bij de opstart zijn

er geen algemene bevragingen gedaan. Wel zijn er een aantal

focusgroepen geweest van bepaalde categorieën (jeugd, senioren, enz.)

om input te vragen. Vanaf het najaar is het wel de bedoeling om

structureel te starten met meten.”.

In een aantal steden wordt gewezen op een gebrekkige rapportage en

aanwending van monitoringsgegevens.

Het verkennend onderzoek biedt indicaties over de mate waarin de

monitoringinstrumenten leiden tot een organisatie van de individuele

dienstverlening conform de preferenties en behoeften van de klant.

Enerzijds toont de analyse aan dat monitoring toeneemt en dat de

Page 64: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 62 ׀

monitoringsgegevens als input voor veranderingen worden aangewend;

bijvoorbeeld: “En zo hebben we bijvoorbeeld een discussie gehad over de

inplanting van een informatiepunt vrijetijd in het stadhuis. Zonder dat

onderzoek hadden we die aanpassingen niet gedaan.” (Noels, 2012b).

Anderzijds blijkt dat de door stedelijke ambtenaren gepercipieerde

preferenties; bijvoorbeeld: omtrent de kanaalkeuze van klanten, verschillen

tussen steden (zie infra; bijvoorbeeld: online dienstverlening) en dat de

inschatting van de klantpreferenties niet altijd gebaseerd is op bevragingen

van de klant maar soms relateert aan de persoonlijke opinies en

overtuigingen van stedelijke ambtenaren; bijvoorbeeld: “Het is niet zo dat

we veel meldingen krijgen over bijvoorbeeld een e-loket dat beter kan. Wij

vinden dat zelf.”.

> 3.3.2. Online dienstverlening

Steden investeren in digitale interactie en transactie. Er zijn verschillen

tussen steden met betrekking tot het type van online interactie of

transactie, het aantal online diensten en de implementatie van de PIP.

Online dienstverlening heeft verschillende gradaties: te downloaden

formulieren voor manuele verzending, online formulieren die een e-mail

genereren voor de backoffice, slimme formulieren met een digitale transfer

van gegevens naar de backofficetoepassing en interactieve formulieren

(bijvoorbeeld: automatisch ingevulde informatie op het formulier na

aanmelding met de elektronische identiteitskaart).

Het online dienstverleningsaanbod van steden bevat meerdere van deze

types en er zijn verschillen tussen steden met betrekking tot het aantal

online diensten per categorie. Een beperkt aantal steden experimenteren

met of bieden intelligente formulieren aan, heel wat steden verhogen

vandaag het aantal slimme formulieren gekoppeld aan backoffice-

toepassingen of hebben daar met succes op ingezet terwijl in andere steden

de hoofdmoot van de online diensten betrekking heeft op manuele of online

formulieren die een e-mail genereren.

“Het e-loket is ondertussen volledig in zijn tweede fase. In de

eerste fase was het vooral een verzameling van pdf-versies van de

Page 65: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 63 ׀

bestaande formulieren. Ondertussen zijn in de tweede fase al die

formulieren omgezet in interactieve formulieren.”

“Dat is gewoon een dom formulier op de website. Dat genereert

een e-mail naar de informatiedienst die dat dan verzendt naar de

betrokken diensten. Daar zit geen backoffice achter. Er staan op

onze website nog een aantal van dat soort formulieren. Dat is dan

een bijkomend kanaal zonder koppeling naar de backoffice.”

Eén stad biedt bijvoorbeeld 226 producten aan op het e-loket van de stad

waarvan er 134 via een downloadbaar formulier (pdf en / of Word

document) worden aangeboden, 78 via een online formulier (digitale intake)

worden aangeboden en 14 via een een downloadbaar en online formulier

worden aangeboden.

Het ganse aanbod van stedelijke individuele diensten is niet online

aanspreekbaar. De analyse wijst op verschillen tussen steden: één stad

digitaliseerde bijvoorbeeld de online aangifte van belastingen door

bedrijven terwijl die aangifte in andere steden uitsluitend via de fysieke

loketten of per post kan. Gelijkaardige vaststellingen maken we voor de

inschrijvingen voor sportkampen.

Een PIP is in een meerderheid van de steden niet geïmplementeerd. In de

steden waar een PIP is geïmplementeerd, zijn de functionaliteiten

verschillend: beschikbare statusinformatie van een verschillend aantal

diensten en producten, een mogelijkheid tot intake van een verschillend

aantal diensten en producten en / of het indiceren van bepaalde

preferenties of gegevens (bijvoorbeeld: de nieuwsbrieven die een burger

wenst te ontvangen). De PIP blijft in de meeste steden beperkt tot het

ambitieniveau: “De grootste innovatie op vlak van de frontoffice is de

ontwikkeling van de ‘mijn stad’.”; en: “De bedoeling is om een soort van

persoonlijke portaal pagina te maken waarop alle dossiers samengebracht

zijn die lopende zijn voor die persoon.”.

Maximale online dienstverlening blijkt niet altijd wenselijk omwille van de

aard, de complexiteit van de dienst of het product of omwille van de

kenmerken van de potentiële afnemer. Meerdere geïnterviewden verwijzen

naar de aflevering van stedenbouwkundige vergunningen of het verstrekken

van subsidies waarbij mondelinge interactie noodzakelijk is om de intake

Page 66: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 64 ׀

van de dienst te voltooien. De geïnterviewden stellen dat het voor bepaalde

doelgroepen; bijvoorbeeld: ouderen, belangrijk is om te blijven inzetten op

fysieke dienstverlening. Daarnaast blijkt het online aanbieden van

producten niet altijd mogelijk of staan barrières een gedigitaliseerde intake

(via bijvoorbeeld slimme formulieren) in de weg. Geïdentificeerde barrières

zijn zowel technologisch (bijvoorbeeld: er is geen systeem voor online

betalingen) en / of organisatorisch (bijvoorbeeld: er is interne weerstand

tegen of een gebrek aan draagvlak voor een systeem voor digitale

handtekening en / of online betaalsystemen) van aard.

“Het sociaal stuk zal altijd blijven voor nieuwkomers, mensen die

de taal niet machtig zijn enz. Die moeten volgens mij altijd in een

fysiek loket terecht kunnen. Daar moeten we voor garant staan.

Voor het andere luik, de puur herhalende zaken, zie ik geen enkel

probleem in een goed platform. Niet om ze te verplichten maar ze

er wel van bewust maken dat het handiger is dan een duur fysiek

loket.”

“Niet alle producten kunnen aangeboden worden via het e-loket;

bijvoorbeeld voor advies: dat is niet digitaliseerbaar. Daarnaast is

er iets zoals woonadvies. Dat valt zeer moeilijk te digitaliseren en

dat willen we ook niet. Daarnaast is er een groep van producten die

we niet kunnen digitaliseren omwille van aspecten zoals online

betaling, identificatie, dossier met bewijsstukken enz. Aan deze

producten werken we nu en wanneer eID werkt zullen we

bijkomende producten kunnen ontsluiten.”

“Het [de digitale handtekening] moet ook intern aanvaard worden.

Niet alle schepenen aanvaarden dit vanuit hun positie. Er is het

vermoeden van te weinig controle en de schrik voor het onbekende.

Ze hebben schrik dat zaken te geautomatiseerd worden

afgehandeld.”

De verwachting domineert dat de potentiële groep van klanten die de online

dienstverlening als meest geprefereerd kanaal aanduidt, zal toenemen.

Vanuit die verwachting ontstaat potentiële ruimte voor efficiëntiewinst. Tot

vandaag toont behoefteonderzoek echter aan dat de kanalen ‘fysieke’ en

‘telefonische dienstverlening’ (zie Memori, 2010) nog populair zijn (en voor

sommige aspecten van individuele dienstverlening het populairst zijn).

Page 67: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 65 ׀

Hoewel datzelfde onderzoek aantoont dat klanten een uitbreiding van het

online dienstverleningsaanbod bepleiten, valt de twijfel op bij enkele

stedelijke ambtenaren omtrent het potentieel van het online

dienstverleningskanaal: “De meeste mensen van onze generatie die bezig

zijn met die systemen denken dat iedereen dat leuk vindt via de website en

dat iedereen dat kent. Maar dat is volgens mij overschat.”. De analyse en

ander onderzoek leveren een aantal relevante elementen op:

Onderzoek (Pieterson & Teerling, 2008) in Nederland toont aan dat

‘gewoonte’ één van de belangrijke voorspellers is voor de toekomstige

kanaalkeuze van de klant.

Het staat niet vast dat de groep digibeten in de toekomst zal verdwijnen

(Van Deursen & Van Dijk, 2008).

Meerdere geïnterviewden wijzen op de toenemende complexiteit van

regelgeving die noodzaakt dat voor heel wat diensten, klanten in de

toekomst fysiek contact zullen prefereren; bijvoorbeeld: “Loketten

gaan de volgende jaren nog belangrijker worden, ook al is er veel

gedigitaliseerd.”.

> 3.3.3. Integratie van de individuele dienstverlening

Het onderzoek levert een beeld op van de inspanningen die de steden

leveren op het vlak van de integratie van de individuele dienstverlening. We

focussen op de integratie van de telefonische, online (zie supra) en fysieke

dienstverlening.

> 3.3.3.1. Integratie van de fysieke individuele dienstverlening

De mate van integratie van de fysieke loketten, het integratietype en de

organisatorische conceptualisering van de fysieke integratie verschilt tussen

steden. Figuur 4 geeft de dominante tendens weer. Het betreft een

verschuiving naar minder specialistische loketten die geconcentreerd zijn in

één stadskantoor of een balieruimte. Tabel 8 geeft een overzicht.

Page 68: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 66 ׀

Figuur 4: fysieke integratie

Tabel 8: fysieke integratie

Radicaal Incrementeel Gepland / beperkte integratie

Centralisatie van fysieke dienstverlening Nieuwe baliepleinen / stadskantoren met loketconcentratie en loketintegratie

Thematische winkelconcentratie in fysieke nabijheid

2

4 1

5

‘Brede’ loketten op verschillende locaties

Stadskantoor met beperkt aantal ‘brede’ loketten

Vele specialistische loketten op verschillende locaties

Stadskantoor met specialistische fysieke

loketten

Verspreid

Geconcentreerd

Integratie

Specialisatie

Page 69: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 67 ׀

Deconcentratie van fysieke loketten (niet bevraagd in alle steden: illustratief)

1 stad met gedeconcentreerd netwerk van stadskantoren en districtshuizen

Vaststellingen:

keuze voor behoud van gedeconcentreerde dienstverlening naast centraal stadskantoor

reductie van gedeconcentreerde dienstverlening

meer mobiele dienstverlening

‘Specialistische integratie’ (sectorgebonden) met / zonder samenwerking met derden (bijvoorbeeld: een woonwinkel)

Meerdere voorbeelden

Twee steden hebben hun fysieke loketten naar aanleiding van een verhuis

radicaal geïntegreerd en geconcentreerd in één stadsgebouw. In vier andere

steden stellen we een meer incrementele integratie en concentratie vast

die bijvoorbeeld start met de integratie van de dienst bevolking en

burgerlijke stand in een dienst burgerzaken. In vijf steden blijft de

integratiebeweging beperkt of gepland; bijvoorbeeld: “Ik ken het aantal

niet van buiten. Er zijn een veertigtal diensten over veertig of vijftig

locaties en in de meeste gebouwen is er wel een loketfunctie. Bij een

aantal wat minder; bijvoorbeeld bij de dienst onderhoud gebouwen wat

niet echt naar de burger gericht is.”.

Twee steden hebben een deel van de fysieke loketten geïntegreerd op

meerdere fysieke locaties. In een stad betreft het loketconcentratie in de

fysieke nabijheid van elkaar volgens een ‘winkelconcept’. In de andere stad

is er sprake van loketintegratie in meerdere stadskantoren en

districtshuizen die eenzelfde pakket van individuele diensten en producten

aanbieden.

De concentratie en integratie van loketten in één stadskantoor laat sommige

loketten / producten buiten beschouwing: cultuurproducten worden

bijvoorbeeld in de ‘cultuurhuizen’ aangeboden waarbij al dan niet opnieuw

sprake is van integratie. Een complete inventaris van deze diversiteit aan

integratie is niet voorhanden.

De clustering van individuele diensten in ‘bredere’ loketten is heterogeen:

één stad clusterde de producten in een snelbalie, een onthaalbalie en

Page 70: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 68 ׀

themaloketten ‘identiteit en rijbewijzen’, ‘geboorte, huwelijk en

overlijden’, ‘niet-Belgen’, ‘bouwen, wonen en ondernemen’. Een andere

stad definieerde zeven clusters van producten voor het ganse ‘frontoffice’

van de stad: ‘leven en welzijn’, ‘wonen en ruimtelijke ordening’,

‘ondernemen en werken’, ‘vrije tijd’, ‘leefomgeving’, ‘onderwijs en

opvoeding’. In sommige steden verschilt de indeling van producten in

bepaalde clusters naargelang het kanaal van de dienstverlening.

In de steden met radicale of incrementele vormen van fysieke integratie

gebeurt integratie vanuit de veronderstelde vraagpatronen van de klant en

door de implementatie van nieuwe fysieke lokettypes: snelloketten,

onthaalbalies, themabalies, overlegloketten enz. Individuele diensten of

bepaalde interacties en transacties als onderdeel van een

dienstverleningsproces verschuiven tussen organisatorische entiteiten;

bijvoorbeeld: de betaling van een dienst of product waarvoor een financiële

dienst vroeger een fysiek loket beheerde, wordt nu afgehandeld door een

snelbalie. In sommige steden gaat dat gepaard met de introductie van

service level agreements. In een beperkt aantal steden is er organisatie-

integratie: alle organisatorische entiteiten met een fysiek loket zijn

(formeel) ondergebracht in één organisatie-entiteit ‘externe

dienstverlening’; aangevuld met een afdeling verantwoordelijk voor de

organisatie van deze loketten. Deze entiteiten genereren een meer

organisatiebrede scheiding tussen front- en backofficediensten. Soms

betreft het de integratie van de front- en backoffice van twee diensten in

één dienst (bijvoorbeeld: de dienst bevolking en burgerzaken).

Het verkennend onderzoek levert in een beperkt aantal steden indicaties op

over de gedeconcentreerde dienstverlening. We treffen steden aan waar de

permanente gedeconcentreerde dienstverlening deels werd gereduceerd

‘ten voordele van’ mobiele dienstencentra. In andere steden blijft de

‘permanente’ gedeconcentreerde dienstverlening volledig / deels behouden

en zijn er plannen om het gedeconcentreerde netwerk van fysieke loketten

te reorganiseren (bijvoorbeeld: een uniform aanbod in elk

gedeconcentreerd dienstverleningscentra).

Naast loketconcentratie en –integratie in een stadskantoor wijst de analyse

ook op sectorgebonden specialistische integratie met (bijvoorbeeld: lokaal

sociaal huis met medewerkers van de stad, het OCMW, de

huisvestingsmaatschappij enz.) of zonder (bijvoorbeeld: woonwinkel met

Page 71: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 69 ׀

uitsluitend personeel van de stad) samenwerking met derden. Een radicale

tendens richting het fysiek aanbieden van producten van de stedelijke

overheid tezamen met andere (hogere) overheden vindt niet plaats.

> 3.3.3.2. Integratie van de telefonische individuele dienstverlening

De telefonische individuele dienstverlening is object van integratie in

meerdere steden. Verschillen tussen steden hebben betrekking op de mate

van integratie.

Elke centrumstad heeft een algemeen telefoonnummer waarlangs de klant

de stadsadministratie kan contacteren maar dat betekent niet dat

rechtstreekse telefonische contacten naar specifieke stedelijke diensten

niet voorkomen of dat er een centrale (en gedigitaliseerde) dispatching is

van alle telefonisch binnenkomende informatieaanvragen, meldingen enz.

Het concept van een klantencontactcenter maakt in zijn ideaaltypische

omschrijving opgang in een beperkt aantal steden maar de stand van

implementatie is wisselend. We merken dat ze niet als eerstelijnsonthaal

fungeren voor alle stedelijke diensten. Dat wordt op dit moment gradueel

uitgebouwd. De implementatie is een stapsgewijs proces: “Met het

klantencontactcenter starten we modulair: met een aantal diensten. We

starten met de diensten van de collega’s die in de werkgroep zitten:

burgerlijke stand, sport, ruimtelijke ordening en economische zaken. Die

zijn nu bezig met de fiches op te maken en het is de bedoeling naar het

jaareinde met deze vier diensten te starten.”.

Tussen de uitersten van dienstgebonden telefonische dienstverlening en

organisatiebrede klantencontactcenters vinden we tussenvormen van

geïntegreerde telefonische dienstverlening: organisatiebrede meldpunten

(maar niet noodzakelijk voor alle types van meldingen), infolijnen (maar

niet noodzakelijk met een intake in de eerste lijn van een maximaal aantal

diensten) of verschillende meldpunten (die het individuele dienstenniveau

overschrijden).

Page 72: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 70 ׀

> 3.3.3.3. Multikanaal dienstverlening

Het concept multikanaal dienstverlening geeft uiting aan een streven naar

een organisatiebrede aangestuurde individuele dienstverlening waarbij de

klant de intake voor eenzelfde dienst of product langs alle of een selectie

van stedelijke kanalen6 kan uitvoeren en daarbij kan rekenen op een

uniforme afhandeling van de individuele dienstverlening. De toenemende

aandacht voor het concept structureert de veranderingstrajecten in een

beperkt aantal steden. De realisatie van multikanaal dienstverlening

conform het geschetste ideaaltype (zie supra) is in geen enkele stad

bereikt: dat zou impliceren dat de intake van alle stedelijke diensten en

producten langs alle kanalen kan worden afgehandeld.

In de praktijk van Vlaamse centrumsteden duiken de eerste operationele

conceptualiseringen van het principe op. Vlaamse steden beschouwen de

multikanaal dienstverlening als een middel om efficiëntiewinsten te

behalen. Dat gaat gepaard met denkoefeningen omtrent welke producten en

diensten in de toekomst zullen worden aangeboden langs welke kanalen. De

toewijzing van bepaalde producten en diensten aan kanalen is afhankelijk

van de complexiteit van het dienstverleningsproces; bijvoorbeeld:

‘Bandproducten’: er is geen medewerker nodig; de dienst of het product

kan zonder interferentie van een medewerker worden afgehandeld. Het

geprefereerde kanaal voor de stad is het online kanaal; dat is het

goedkoopst.

‘Specialistische producten met lage complexiteit’: interactie kan nodig

zijn maar de afhandeling is eenvoudig. Het geprefereerde kanaal voor

de stad is het online kanaal maar er is de verwachting dat een aantal

klantgroepen het product of de dienst via andere kanalen zullen

aanvragen.

‘Specialistische producten met grote complexiteit’: fysieke interactie is

noodzakelijk. Het geprefereerde kanaal voor de klant en de stad wordt

verwacht de fysieke frontoffice-entiteiten te zijn. Het product of de

dienst is te complex om volledig op basis van digitale interactie en

6 Een aantal nieuwe kanalen duiken daarbij op: virtuele loketten, smart phone toepassingen,

het opvolgen van meldingen via Twitter enz. Deze nieuwe kanalen laten we in de exploratieve analyse buiten beschouwing.

Page 73: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 71 ׀

transactie af te handelen. Ruimte voor fysieke interactie is noodzakelijk

om het product of de dienst effectief af te handelen.

Om de vooropgestelde efficiëntiewinsten te realiseren, duiken pogingen op

om klanten te sturen in hun kanaalkeuze; bijvoorbeeld: “Ons telefonisch

contactpunt doet ook een stukje kanaalsturing; bijvoorbeeld:

doorverwijzen naar het e-loket enz.”.

> 3.3.4. Klantgerichte en efficiënte processen door nieuwe

technologische toepassingen

De veranderingen blijven niet beperkt tot de hierboven geschetste

wijzigingen aan de intake van individuele diensten en producten. Ook het

achterliggende proces of de beheersmatige behandeling van

dienstverleningsprocessen komen in het veranderingsvizier. In deze

paragraaf gaan we dieper in op hoe ICT-veranderingen en de reorganisatie

van stedelijke dienstverleningsprocessen in de praktijk op elkaar inwerken.

De aandacht voor processen blijkt uit het feit dat de veranderingen gepaard

gaan met procesinventarisaties of -beschrijvingen. Alle steden hebben

ingezet op (gedeeltelijke) procesinventarisaties of inventariseren

momenteel hun dienstverleningsprocessen. De geïnterviewde ambtenaren

beschouwen een inventaris als noodzakelijk voor een reorganisatie van de

individuele dienstverlening. In sommige steden is de inventaris nog niet

voltooid.

“We hebben een productengids waarin 150 processen zijn

beschreven.”

“We hebben zwaar ingezet op de beschrijving van processen.”

“Processen beschrijven was een onderdeel van het traject. We

hebben altijd gefocust op frontofficeprocessen. Niet alle processen

zijn beschreven. Verre van. Die met de focus op de frontoffice

wel.”

Een eerste motivering om processen te inventariseren, vloeit voort uit de

ambitie om de klanten beter te informeren over het stedelijke diensten- en

Page 74: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 72 ׀

productenaanbod en de achterliggende procedures en processen. Samen

met de toenemende integratie van fysieke loketten en de implementatie

van nieuwe frontoffice-entiteiten (bijvoorbeeld: een onthaalbalie, een

klantencontactcenter of infolijn) neemt het belang van interne

kennissystemen toe. Medewerkers van deze entiteiten moeten

organisatiebrede informatievragen kunnen afhandelen. De analyse levert

een aantal voorbeelden op: één stad implementeerde een

kennisbeheersysteem met een intern luik (uitgebreide info over het

procesverloop van een product) voor de frontofficemedewerkers en een

extern luik (info voor de burger beschikbaar via de stedelijke website). Eén

stad implementeert een intern kennisbeheerssysteem met

procesbeschrijvingen dat personeelsleden wegwijs moet maken in het

productenbestand van de stad. Eén stad implementeerde een nieuw

kennismanagementsysteem (KMS) voor het ganse stedelijke loketten-

netwerk. Het KMS moet een uniforme ondersteuning van ambtenaren

mogelijk maken via gedetailleerde beschrijvingen van producten en een

uniforme en een correcte dienstverlening mogelijk maken. Het KMS is

onderdeel van de intranettoepassing en bevat naast het technologische

systeem een geheel aan afspraken, toegekende rolverantwoordelijkheden

enz. die het kennisbeheerssysteem up-to-date moeten houden (voor een

uitgebreide beschrijving van de casus; zie: De Potter, 2007).

Uit de analyse blijkt dat de steden hun dienstverleningsprocessen in

wisselende mate inhoudelijk heroriënteren. Een eerste aspect is de

doorwerking van nieuwe frontoffice-entiteiten, concepten zoals de PIP en

een meer geïntegreerde telefonische, fysieke en online intake op de

definiëring van dienstverleningsprocessen. De evoluties in de stedelijke

frontoffices zorgen ervoor dat de intake van processen steeds meer langs

meerdere / andere kanalen verloopt en dat andere organisatorische

entiteiten (bijvoorbeeld: een klantencontactcenter of een snelbalie)

betrokken zijn bij die intake (zie supra).

“We hebben de frontofficeprocessen moeten veranderen zodat alles

vanuit één centrale lokettenreeks zou kunnen verricht worden.”

“We hebben heel wat producten en processen. In 2004 zijn er heel

wat naar het onthaal gegaan. De visvergunning zat bijvoorbeeld bij

Page 75: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 73 ׀

financiën. Dat is nu naar het onthaal. Het betreft meestal kleine

producten zoals GFT-bandjes en het cash betalen van belastingen.”

“Dan gaan we het proces bekijken en zien of er stukken kunnen

geknipt worden en we bepaalde stappen naar voren kunnen

schuiven zodat je veel snellere dienstverlening hebt.”

“We wilden korte processen direct aan een snelbalie afhandelen.

Zijn we daar in geslaagd? Een stukje, enkel voor de producten van

de diensten bevolking en burgerzaken worden de korte processen nu

aan de snelbalie afgehandeld.”

De mate waarin verschuivingen of procesmatige wijzigingen optreden aan de

intakezijde verschilt tussen steden en hangt samen met

(structuur)veranderingen in de frontoffice. In sommige steden komen

dergelijke wijzigingen zelden voor en is er sprake van ‘uitzonderlijke

voorbeelden’; bijvoorbeeld: in één stad kunnen klanten een ‘getuigschrift

van inenting tegen polio’ en het 'attest voor inenting tegen

kinderverlamming' sinds kort opvragen (het attest wordt afgeleverd bij de

aangifte van de geboorte) en indienen bij de dienst burgerlijke stand die de

intake en verantwoordelijkheid van dit product en proces overneemt van de

dienst volksgezondheid.

In andere steden vinden meer omvattende en radicale veranderings-

programma’s plaats waarbij de intake van een omvattend deel van het

individuele producten- en dienstenaanbod en de procesmatige afhandeling

van dat aanbod object van verandering is. Meer radicale ingrepen zijn er

bijvoorbeeld in de steden waar de organisatie van de fysieke loketten

grondig werd bijgestuurd door verregaande integratie en concentratie;

bijvoorbeeld: “Per product heeft men niet enkel een beschrijving gemaakt

maar ook een overzicht van de klanteninteracties. Voor een product,

bijvoorbeeld subsidies, kunnen er meerdere interacties zijn. Bij elke

interactie werd beschreven wat de moeilijkheidsgraad is, welke verbinding

er is met bestaande backofficetoepassingen, de kencijfers over het gebruik

enz. In totaal hebben we 2000 productinteracties. Op basis van die lijst met

producten en interacties zijn we dan gezamenlijk aan de slag gegaan om de

producten in logische clusters bij elkaar te brengen in een aantal thema’s

vanuit het perspectief van de klant. Daaruit zijn 7 clusters gedefinieerd.”.

Page 76: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 74 ׀

Ingrepen in de processen reiken verder dan de intakezijde. De

geïnterviewden verwijzen naar wenselijke of in uitvoering zijnde

aanpassingen aan de backofficezijde van processen gericht op de reductie

van administratieve lasten en het verhogen van de interne efficiëntiewinst

door procesvereenvoudigingen, standaardisatie, het hergebruik van data en

authentieke gegevens uit centrale authentieke bronnen.

“De beschrijving heeft inzichten opgeleverd: we hadden

bijvoorbeeld zeven begraafplaatsen en op elke begraafplaats was er

een andere procedure.”

“Dat [vereenvoudigen] moet de insteek zijn van alles. Een

voorbeeld binnen ons bedrijf: de herwerking van het

retributiereglement waarbij bijvoorbeeld alle belastingen onder de

vijf euro werden afgeschaft omdat de administratieve opvolging

veel duurder was dan de effectieve inkomsten. De visie is om bij

een project van digitalisering en optimalisering, elke stap in vraag

te stellen. Dat is dan projectmatig. Daarnaast hoop en wil ik dat

onze kwaliteitscoördinatoren dat permanent doen. Zeker voor die

producten met een groot volume.”

Administratieve vereenvoudiging is een doelstelling van elke centrumstad

maar de mate waarin dat resulteert in effectieve procesvereenvoudigingen

verschilt tussen de steden. In een aantal steden verwijzen de

geïnterviewden naar een gebrekkige aandacht voor procesoptimalisaties;

bijvoorbeeld: “Het ganse procesdenken vraagt sturing om processen uit te

tekenen. Het is soms een andere manier van denken als je een manier van

werken gewoon bent. Het is moeilijker om er kritisch tegenaan te kijken.

Er zijn wel mensen die zonder problemen over flows spreken maar dat is

een kleine minderheid. Dat staat hier nog in de kinderschoenen.”. Een

andere geïnterviewde verwijst naar de sterke controlegerichtheid van zijn

organisatie. Dat zorgt voor lange afhandelingstijden.

In andere steden is het streven naar procesvereenvoudigingen al meer

verankerd in de organisatie; bijvoorbeeld: “Ik vind het een belangrijk issue

dat de kwaliteitscoördinator om de maand binnenkomende vragen kan

bestuderen en procesmatig voorstellen kan formuleren. Die werking is in

elk bedrijf wat verankerd. Het is van belang snel te reageren en het de

vraag te analyseren: wat ligt er aan de basis en wat kunnen we er aan

Page 77: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 75 ׀

veranderen?”; en: “Wanneer diensten nu software aanvragen kijken we

vandaag eerst naar de processen in kwestie om die te gaan

vereenvoudigingen of herschikken.”.

In meerdere steden treffen we omvattende veranderingsprojecten aan die

gericht zijn op een efficiënter databeheer. De interviews maken duidelijk

dat de realisatie van meer gegevensuitwisseling en hergebruik van gegevens

een uitdaging is voor de steden; bijvoorbeeld: “Dit project gaat over hoe we

alle aanwezige data van de stad kunnen koppelen. En dat staat nog in zijn

kinderschoenen. Dat wordt een ongelofelijke uitdaging om daarmee te

starten. Ze focussen nu op persoonsinformatie, verenigingsinformatie,

ondernemingen enz. Met andere woorden alle databanken die alle diensten

afzonderlijk hebben. Dat is stap één maar daar stopt het niet mee: je hebt

ook alle data die gebonden zijn aan het openbare domein die we kunnen

koppelen aan GIS. In sommige andere toepassingen zitten dan weer andere

GIS-lagen.”.

Meerdere geïnterviewden wijzen erop dat er op het vlak van stedelijke

databeheer nog heel wat efficiëntiewinsten te boeken zijn. Eén stad

beschikt bijvoorbeeld over een toepassing die een gecentraliseerd

databeheer mogelijk maakt maar in de praktijk blijft het beheer van data

een dienstgebonden aangelegenheid: “Wij hebben gekozen voor de

toepassing X van onze softwareleverancier. Maar we stellen vast dat als we

nu een mailing zouden moeten uitsturen en je vraagt dat aan sport, cultuur

of de jeugddienst, dat je dan nog drie verschillende lijsten zal krijgen.”.

Eén centrumstad beschikt over een centrale database met adressen,

ondernemingsgegevens enz. die is verbonden met twee authentieke

bronnen: het Rijksregister en de Kruispuntbank van Ondernemingen. De

databank blijft up-to-date door periodieke dumps van gewijzigde data uit

de authentieke bron en biedt het voordeel dat de uitwisseling van de data

met andere toepassingen mogelijk is omdat het merendeel van de stedelijke

toepassingen door eenzelfde leverancier zijn ontwikkeld. Desondanks

gebruiken niet alle medewerkers deze centrale databank en treedt er

vervuiling van de data op.

Op het vlak van personengegevens beschikken centrumsteden over lokale

bevolkingsbestanden. Dat bestand fungeert niet noodzakelijk als een

centraal databestand voor persoonsgegevens. In een aantal centrumsteden

Page 78: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 76 ׀

blijven de kerndata van het bevolkingsbestand onder de exclusieve

autonomie van de dienst bevolking. Een medewerker meldt: “Voor het

ontsluiten van onze eigen bevolkingsgegevens lopen wij nog steeds aan

tegen een veto van onze bevolkingsdienst. Dat soort van reflexen vertraagt

de boel.”. In andere centrumsteden hebben diensten wel een toegang tot

de data uit het lokale bevolkingsbestand: “Persoonsgegevens worden heel

veel in de andere diensten gebruikt. We hebben dat allemaal goed opgelost

door het gebruik te loggen. Dat is compleet in orde en we zijn op dat vlak

één van de weinige steden.”.

De stedelijke ambities op het vlak van de individuele dienstverlening

impliceren dat de vraag, melding of klacht van de klant het uitganspunt

wordt bij de technologische en organisatorische herinrichting van de

individuele dienstverlening. In combinatie met de ambities om multikanaal

dienstverlening te implementeren, de transparantie van dienstverlenings-

processen te verhogen (via het communiceren van statusinformatie) dringt

standaardisatie van de dienstverleningsprocessen zich op. Efficiënte(re) en

klantgerichte(re) dienstverleningsprocessen zijn verondersteld te staan of

vallen met gedigitaliseerde en gestandaardiseerde processen of workflows.

Alle steden kondigen daarom veranderingen op het vlak van de ICT-

architectuur aan. Een blik op de effectieve veranderingspraktijk levert

meerdere lessen op.

Ten eerste verkrijgen de aangekondigde technologische oplossingen zoals de

midoffice en aanverwante concepten (zie supra) verschillende operationele

conceptualiseringen in de praktijk en varieert de scope en de

functionaliteiten van deze ICT-oplossingen. Tabel 9 illustreert dit aan de

hand van twee conceptualiseringen van de midoffice.

Page 79: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 77 ׀

Tabel 9: de midoffice in de praktijk7

Stad X: to be – in fase van functionele analyse Stad Y: as is - geïmplementeerd

Datatransferfunctie

Service bus voor “data-gedreven transfer” / “datamatching” van authentieke bronnen naar het CRM

authenticatie- en identificatie-mechanisme als “glijmiddel” tussen het CRM en de website: een éénmalige log in mogelijk maken

Datatransferfunctie

De midoffice tussen de front- en backoffice: koppelingen van bestaande backofficetoepassingen aan het midofficesysteem

Statusinformatie naar de PIP, klantbegeleidingssysteem (fysieke loketten) en klantencontactcenter

Centrale contactendatabank

Het CRM als centrale contactendatabank

Logging van processen via het CRM

Kerndata: zonder verdere verrijking

Centrale adressendatabank

Centrale adressendatabank als onderdeel van het midofficesysteem

Koppelingen met authentieke bronnen

Digitale workflows

Geen set van toepassingen voor de digitalisering van processen

Backofficetoepassingen blijven de basis voor de afhandeling van de individuele dienstverlening

Digitale workflows

Digitalisering van processen: workflows via dossiermanagementsysteem, documentenmanagementsysteem, versiebeheer, digitaal archief,…

Implementatie van nieuwe backofficetoepassingen met een ‘open’ karakter

Ten

Ten tweede toont de analyse aan dat de aangekondigde of wenselijk

geachte implementatie van organisatiebrede midofficesystemen in een

meerderheid van de steden nog niet is gestart.

“Ook een broker die de frontoffice linkt met de backoffice hebben

we nodig. Nu is de broker nog per applicatie.”

“Ik weet niet of de markt al klaar is voor een service bus voor het

koppelen van toepassingen. Ik zie het nog niet direct gebeuren.”

“De volgende stap is nu de creatie van een midoffice, waarop je

applicaties kunt integreren.”

7 Voor meer info over het onderscheid tussen de ‘dikke’ en ‘dunne’ midoffice zijn de

(vergelijkende) analyses van Keller & Roovers (2006) en het werk van Roovers, Kuiper & Keller (2007) één van de weinige bijdragen die verheldering brengen in de conceptuele onduidelijkheid over de midoffice en aanverwante systemen (zie ook Bayens & Lankhorst, ibid.).

‘dunne midoffice’ voor een aantal

diensten ‘Dikke’ organisatiebrede midoffice

Page 80: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 78 ׀

“Wij willen het proces van werken met authentieke bronnen in de

stad van de grond krijgen en volgen de centrale ontwikkelingen wel

op maar we hebben geen toepassingen die daar gegevens gaan

ophalen.”

Ten derde duiken er in een meerderheid van de steden minder omvattende

ICT-realisaties op dan wat het aangekondigde ideaaltype van een

midofficesysteem doet vermoeden. De scope is minder breed dan

organisatiebrede midofficesystemen en is beperkt tot een aantal

dienstverleningsprocessen. Tabel 10 en 11 bevatten voorbeelden.

Tabel 10: ‘pragmatische’ ICT-oplossingen (1)

Case

Een nieuwe backofficetoepassing voor de procesmatige intake, afhandeling en behandeling van ‘inschrijvingen voor sportkampen’

Situatie X Grotendeels manueel proces

Proces (ruwe schets):

1300 inkomende aanvragen per jaar

Inscannen van de poststukken en opslag op een server

Verspreiding van de gescande aanvragen naar de verwerkende eenheden

Uitprint bij de verwerkende eenheden van de individuele aanvragen

Opmaak van een beschikkingsrooster in de outlookagenda van de medewerkers

Opmaak van contracten: naam per naam en manueel via het overschrijven van gegevens uit het aanvraagformulier

Uitprint van de contracten

Manuele opvolging van de terugkerende contracten

Trekken van een lijst met de kinderen die ingeschreven zijn voor de sportkampen

Op basis van deze lijst werden de gegevens manueel overgetypt in het boekhoudsysteem voor het generen van de facturen

Situatie Y Naar een gedeeltelijke digitalisering van het proces

Online aanvraag is nu mogelijk: tijdens de aanvraag wordt nagegaan of de voorgestelde inschrijving mogelijk is, er is een één-op-één koppeling tussen de frontoffice- en backofficeluik van de toepassing

Wanneer de aanvraag is goedgekeurd, genereert de backofficetoepassing een contract dat manueel wordt verzonden

Het contract komt ondertekend terug: dat wordt aangegeven in de toepassing die vervolgens automatisch een factuur genereert, de debiteurentoepassing is gekoppeld met de nieuwe backoffice-toepassing

De medewerkers van de sportdienst kunnen daardoor de betaling van de factuur controleren en opvolgen (vroeger financiële dienst)

Page 81: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 79 ׀

Tabel 11: ‘pragmatische’ ICT-oplossingen (2)

Case

Een nieuwe procesmatige afhandeling voor het uitlenen van materiaal ter ondersteuning van evenementen

Situatie X Evenementenmateriaal is verspreid bij meerdere diensten

Elke dienst hanteert een eigen reglement en waarborgsysteem

Er is geen coördinatie bij de afhandeling of intake: de klant doet verschillende aanvragen en haalt materiaal af bij de verschillende diensten met verschillende openingsuren

Politiediensten worden (indien nodig) via e-mail op de hoogte gebracht

Manuele opgave van gegevens in het facturatiesysteem

Situatie Y Het evenementenmateriaal is geconcentreerd bij één verantwoordelijke dienst

Eén waarborgsysteem werd ingevoerd

Eén reglement werd ingevoerd

De aanvraag verloopt via één online formulier dat een e-mail genereert waarvan de gegevens in de verwerkende backofficetoepassing worden overgetypt

Er is een koppeling met de toepassing van de financiële dienst die een factuur genereert

De politie ontvangt, wanneer nodig, een automatisch gegeneerde melding

Ten vierde is het doorbreken van de geschetste padafhankelijkheid niet

vanzelfsprekend. Het onderzoek wijst op organisatorische factoren

(bijvoorbeeld: een gebrek aan expertise en capaciteit, een gebrek aan

budget, weerstand), technologische factoren (bijvoorbeeld: ICT-

toepassingen kunnen onmogelijk ‘opengebroken’ worden) en

omgevingsfactoren (bijvoorbeeld: de markt voorziet niet in de gewenste

toepassingen) die inwerken op de realisatie van de stedelijke doelstellingen.

Op deze verklaringen gaan we in de volgende empirische onderzoeksfase

dieper in.

De veranderingspraktijk op het vlak van de stedelijke ICT-huishouding is

minder eenduidig radicaal en meer heterogeen dan de aangekondigde

doelstellingen doen vermoeden. Tabel 9 bevat twee voorbeelden van hoe de

heterogene ICT-veranderingspraktijk finaal tot een andere inrichting van

dienstverleningsprocessen leidt.

Page 82: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 80 ׀

Tabel 12: twee dienstverleningsprocessen vergeleken

Proces: aflevering van het attest ‘samenstelling van het gezin’

Stad X De aanvraag kan via een fysiek loket, een e-loket (via module), een e-mail of een fax

Online: identificatie met eID of op basis van een token is mogelijk evenals het manueel invoeren van gegevens

Na de online aanvraag volgt de verzending per post (enkele dagen)

Statusinformatie is beschikbaar binnen de webmodule

Stad Y De aanvraag kan via een fysiek loket, een e-loket en een e-formulier (met eID)

Een aanvraag via het e-formulier impliceert de verzending van het attest per post

Een aanvraag via het e-loket maakt een onmiddellijke ontvangst van het attest via e-mail dankzij een digitale stempel mogelijk

Statusinformatie is overbodig in het geval van een aanvraag via het e-loket

Proces: ‘meldingen’

Stad X Digitalisering via midoffice- systeem

Definiëring van verschillende meldingstypes (bijvoorbeeld: rattenbestrijding) conform het principe van ‘procesgestuurd’ werken

De intake kan online via een e-fomulier of telefonisch via het klantencontactcenter

Indien online: de klant kan zijn identificatiegegevens aangeven via eID of manueel intypen

De achterliggende procesflow is compleet gedigitaliseerd in een midofficesysteem: statusinformatie opvolgen via de PIP of via e-mail is mogelijk, extrageren van informatie uit processen (managementinfo) is mogelijk

De midoffice als ‘dikke midoffice’ (zie supra)

Stad Y Deels manuele / deels gedigitaliseerde afhandeling

Er is een online meldingskaart met een ‘open’ veld: de klant geeft een eigen beschrijving van de melding

Alle gegevens moeten manueel ingetypt worden door de klant: aanmelden met eID is niet mogelijk

De melding genereert een e-mail als basis voor de afhandeling: er is geen gedigitaliseerde workflow; e-mails worden doorgestuurd en komen vaak verkeerd terecht

Stad Z Deels manuele / deels gedigitaliseerde afhandeling

De intake van meldingen gebeurt online via een meldingsformulier met een aantal open en gesloten velden

Identificatiegegevens moeten manueel ingetypt worden

Voor de meldingstypes die gepreciseerd zijn, is het achterliggende proces gedigitaliseerd: er is automatische toewijzing, medewerkers accepteren, behandelen, voeren uit en handelen af

In het proces zijn terugkoppelingsmomenten naar de klant gedefinieerd: dat kan via een voorgeprogrammeerde brief, e-mail of telefonisch

Een melding die deeladviezen noodzaakt, vereist manuele afstemming tussen diensten: deze processtappen zijn niet gedigitaliseerd en verlopen via e-mail

Page 83: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 81 ׀

4. Conclusie

In dit onderzoeksrapport exploreerden we veranderingen op het vlak van de

beheersmatige organisatie van de individuele dienstverlening in de dertien

Vlaamse centrumsteden. Het verkennend onderzoek leert ons dat de steden

een (ambitieuze) veranderingsagenda ontwikkelen of hebben ontwikkeld.

Twee metadoelstellingen liggen aan de basis van de veranderingen: het

streven naar een (1) efficiëntere en (2) meer klantgerichte georganiseerde

intake, behandeling en afhandeling van individuele producten en diensten.

Het onderzoek wijst op verschillende dynamieken die invloed uitoefenen op

de gepercipieerde nood aan verandering. Er ontwikkelt zich een nieuw

discours over de organisatie van de individuele dienstverlening dat is

geïnspireerd op reorganisaties in Nederlandse steden. De aanhangers van

het discours geloven in het potentieel van technologische toepassingen om

de organisatie van de individuele dienstverlening efficiënter en

klantgerichter te reorganiseren. Er duiken nieuwe beelden en aannames op

over de klant, de stedelijke ambtenaar en de beslissingsnemers. Het

discours slaat aan bij stedelijke ambtenaren en politici die het gebrek aan

interne inefficiëntie en klantgerichtheid van de individuele dienstverlening

erkennen.

Externe impulsen van klanten werken in op het ontstaan van de

veranderingsagenda en de veranderingstrajecten. Klanten wijzen de

stedelijke overheid via meldingen, klachten, klanttevredenheid- en

behoefteonderzoek op hun voorkeuren, negatieve ervaringen en

preferenties. Hoewel de klanttevredenheid van burgers hoog is, streven

steden naar maximale klanttevredenheid en nuanceren stedelijke

ambtenaren de hoge klanttevredenheid. Het verwachtingsniveau van de

klant wordt door stedelijke ambtenaren als te laag beschouwd.

De analyse toont de dubbele invloed aan van hogere overheden op het

ontstaan en het verloop van de bestudeerde veranderingen. Wetgeving,

decreetgeving en interbestuurlijke e-governmentprojecten beïnvloeden

zowel direct als indirect, zowel positief als negatief (barrières) het ontstaan

en verloop van de veranderingen.

Page 84: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 82 ׀

De perceptie overheerst binnen steden dat de realisatie van interne

efficiëntiewinsten en een meer klantgerichte individuele dienstverlening

complementair zijn. De belangrijkste doelstellingen zijn: meer online

dienstverlening of transacties, integratie van de frontoffice-entiteiten,

organisatiebrede multikanaal dienstverlening en efficiënte en klantgerichte

gedigitaliseerde dienstverleningsprocessen. Midofficesystemen of

aanverwante technologische concepten moeten de steden in staat stellen

om deze doelstellingen te realiseren door een betere digitale transfer van

data en procesinformatie tussen systemen, een organisatiebreed databeheer

en gedigitaliseerde workflows te faciliteren.

Ondanks de gelijkaardige doelstellingen is de geoperationaliseerde

veranderingspraktijk vanuit meerdere oogpunten heterogeen.

Het online dienstverleningsaanbod verschilt. De verschillen hebben

betrekking op de mate waarin de intake is gedigitaliseerd, het aantal

aangeboden online producten en diensten, de ingebruikname van een PIP en

de functionaliteiten van de PIP.

De mate van integratie van de stedelijke frontoffice-entiteiten varieert en

evolueert aan verschillende snelheden. De organisatie van de fysieke

dienstverlening varieert tussen verregaande integratie (tot de introductie

van een afdeling ‘externe dienstverlening’), stapsgewijze integratie

(bijvoorbeeld: burgerzaken als samenvoeging van de diensten bevolking en

burgerlijke stand) tot het behoud van een groot aantal stedelijke diensten

met eigen loketten. De dominante tendens is een verschuiving naar fysieke

loketintegratie en –concentratie in één stadskantoor. Er is een proliferatie

van types van fysieke frontoffice-entiteiten: stadskantoren met

loketintegratie –en concentratie, gedeconcentreerde dienstverlening,

mobiele dienstverlening en sectorgebonden loketconcentratie of -integratie

(bijvoorbeeld: woonwinkel) met of zonder samenwerking met derde partijen

(bijvoorbeeld: OCMW, huisvestingsmaatschappij enz.).

De implementatie van klantencontactcenters is beperkt tot enkele steden.

Meerdere steden hebben wel dienstoverschrijdende of organisatiebrede

telefonische meldpunten en infolijnen geïmplementeerd. In sommige steden

blijven meerdere autonome telefonische meldpunten actief en in andere

steden is er voornamelijk sprake van een dienstgebonden telefonische

dienstverlening.

Page 85: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 83 ׀

Individuele dienstverleningsprocessen zijn een ‘gewenst’ object van

verandering maar de mate waarin een denken in termen van processen en

procesoptimalisering is geïnstitutionaliseerd en omgezet in een operationele

veranderingspraktijk varieert tussen de steden. De organisatorische

scheidingslijnen van de entiteiten verantwoordelijk voor de intake,

behandeling en afhandeling van dienstverleningsprocessen wijzigen in

wisselende mate en op verschillende wijzen. Back- en frontoffice verkrijgen

naargelang verschillende processen, producten, diensten en steden andere

invullingen.

De stedelijke ICT-infrastructuur en -architectuur is in wisselende mate

object van verandering. Steden verwachten veel van de implementatie van

midofficesystemen of aanverwante systemen maar de effectieve

implementatie is een uitzondering. De midoffice krijgt verschillende

conceptualiseringen in de veranderingspraktijk van de steden. Het aantal

functionaliteiten van midofficesystemen varieert tussen: een ICT-platform

voor het digitaliseren van processen, een centraal databeheer en een

geoptimaliseerde transfer van kern- en procesdata tussen toepassingen. Het

ideaaltype van een organisatiebrede ICT-architectuur en -infrastructuur

wordt in meerdere steden ingeruild voor andere technologische innovaties;

bijvoorbeeld: nieuwe dienstoverschrijdende backofficetoepassingen. Het

resultaat van al deze veranderingen is ‘procesmatige heterogeniteit’:

dienstverleningsprocessen met een sterk gelijkaardige of dezelfde finaliteit

zijn technologisch en organisatorisch verschillend ingebed in verschillende

steden. Die heterogeniteit vormt het startpunt voor een volgende

empirische onderzoeksfase.

Page 86: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,
Page 87: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 85 ׀

Referenties

Bayens, G. & Lankhorst, M. (2008). De Midoffice ontrafeld. Via Nova Architectura, juni 2008. Retrieved from:

http://www.via-nova-architectura.org/artikelen/tijdschrift/de-midoffice-ontrafeld.html.

Bekkers, V.J.J.M. (2008). De elektronische overheid is dood? Lang leve de elektronische overheid! Een

terugblik en perspectief. Essay presented at University College Ghent, Rotterdam: Erasmus Universiteit.

Boudry, E., De Rynck, F., Janssens, S. & Rotthier, S. (2009). E-government: nieuwe kans of nieuw probleem.

Brugge: Die Keure.

Brudney, J. & Selden S. (1995). The adoption of Innovation by Smaller Local governments: The case of

Computer Technology. American Review of Public Administration, 25, 1.

De Potter, A. (2007). KMA, het kennismanagementsysteem van de stad Antwerpen. In: Janssens, L., Peeters,

N. & Verhaert, R. (2006). Handboek dienstverlening: over het kastje en de muur. Uitgeverij Politeia: Brussel.

Denktank Midoffice en informatiearchitectuur in lokale besturen (2010). Kerndata. Informatie aan het werk

in uw bestuur. Lokeren: V-ICT-OR vzw.

Frambach, R.T. & Schillewaert, N. (1999). Organizational Innovation Adoption: A Multi-Level Framework of

Determinants and Opportunities for Future Research. ISBM Report 29.

Hajer, M.A., (1989). Discourscoalities in politiek en beleid: De interpretatie van bestuurlijke heroriëntering in de Amsterdamse gemeentepolitiek, Beleidswetenschap, 3. Hiemstra, J. (2003). Presterende gemeenten. Hoe gemeenten beter kunnen presteren. Kluwer: Alphen aan

den Rijn.

Holden, S. H., Norris, F. & Fletcher, P. D. (2003). Electronic Government at the Local Level: Progress to Date

and Future Issues. Public Performance and Management Review, 26, 3.

Hoogwout, M. (2010). De rationaliteit van de klantgerichte overheid. Een onderzoek naar de spanningen die de invoering van het klantdenken bij gemeenten veroorzaakt en de manier waarop gemeenten daarmee

omgaan. Nieuwegein: Uitgeverij Réunion.

Janssens, L., Peeters, N., & Verhaert, R. (2006). Handboek dienstverlening: over het kastje en de muur.

Uitgeverij Politeia: Brussel.

Johnston, R. & Clark, G. (2001). Service Operations Management. Prentice-Hall, Harlow, UK.

Keller, W.J. & Roovers, M. (2006). Elektronische dienstverlening: tussen front- en backoffice. Informatie,

juni 2006.

Macaw (2013). De complexiteit van een BizTalk omgeving. Retrieved from:

http://www.macaw.nl/projecten/de-complexiteit-van-een-biztalk-omgeving.

Memori (2010). Digitale dienstverlening – regio Kortrijk. Onderzoek naar de (digitale) dienstverlening van

Kortrijk, Harelbeke, Waregem, Wevelgem en Zwevegem door Memori, i.s.m. Leiedal. Syntheserapport.

Mechelen: Onderzoekscentrum KHMechelen.

Memori (2009). Digitale Stad Mechelen, tussen vandaag en morgen. Syntheserapport. Mechelen:

Onderzoekscentrum KHMechelen.

Millard, J., Iversen, J.S., Kubicek, H., Westholm, H. & Cimander, R. (2004). Reorganisation of government

back offices for better electronic public services, Final report to the European Commission, Danish

Technological Institute & Institut für Informationsmanagement. University of Bremen, Volume 1.

Page 88: De stad als individuele dienstenaanbieder Een verkennend ...steunpuntbov.be/rapport/SBOV Rapport_Vanderelst_de... · individuele dienstverlening door de inzet van ICT (zie: Janssens,

׀ 86 ׀

Noels, B. (2012a). Toekomsten voor dienstverlening. Inspiratie voor het vormgeven en organiseren van

dienstverlening in lokale besturen. Uitgeverij Politeia: Brussel.

Noels, B. (2012b). Dienstverlening is een sterk politiek thema. Interview met Wim Dries en Rudi Van Gurp.

Lokaal (trefdageditie). Brussel: de VVSG.

Norris, D. F. & Kraemer K. L. (1996). Mainframe and PC Computing in American Myths and Realities in Public

Organizations. Public Administration Review, 56, 6.

Perneel, K. Foré, J. & Bauwens, S. (2010). Een efficiënte en effectieve overheid. De loketten van de stad

Leuven: anders en efficiënter. Vlaams Tijdschrift voor Overheidsmanagement, 2010, 1.

Pieterson, W. & Teerling, M. (2008). Kanaalkeuze. Klanten kiezen kanalen. Twente: Telematica Instituut.

Roovers, M., Kuiper, F.J. & Keller, W.J. (2007). Het midoffice – Elektronische dienstverlening tussen

frontoffice en backoffice. Den Haag: Uitgeverij Academic Service.

Unizo (2010). Hoe ondernemersvriendelijk zijn de Vlaamse gemeentelijke websites? Onderzoek naar de

kwaliteit van de gemeentelijke digitale website. Onderzoeksrapport. Brussel: Unizo-vorming vzw.

Vallet, N. & De Rynck, P. (2005). Leren van en over stadsorganisaties. Rapport over de bestuurskundige en

beleidsmatige context voor het werken met een stadsmonitor. Gent: Hogeschool Gent.

Van Deursen, A.J.A.M. & Van Dijk, J.A.G.M. (2008). Digitale vaardigheden van Nederlandse burgers. Een

prestatiemeting van operationele, formele, informatie en strategische vaardigheden bij het gebruik van

overheidswebsites. Enschede: Universiteit Twente.

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2011). De iOverheid. Amsterdam: Amsterdam University

Press.