Individuele begeleiding van jongeren

36
Individuele begeleiding van jongeren uitgangspunten en handvatten voor de praktijk Methodiekbeschrijving

Transcript of Individuele begeleiding van jongeren

Page 1: Individuele begeleiding van jongeren

Individuele begeleiding van jongeren

uitgangspunten en handvatten voor de praktijk

Methodiekbeschrijving

Page 2: Individuele begeleiding van jongeren

Tandem Welzijn 2011 ©

OpdrachtgeverTandem Welzijnsorganisatie Nijmegen

AuteurPieter Paul Bakker. Bakker (1962) is pedagoog, adviseur, onderzoeker, ontwikkelaar en trainer op het gebied van brede school en het kinder-, tiener-, en jongerenwerk bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJI).

Met medewerking vanUrsula Prinsen (Tandem Welzijn)Bea de Ruijter (TandemWelzijn)Harald te Grotenhuis (Tandem Welzijn)Maurice Nooijen (Tandem Welzijn)Adil Jbilou (Tandem Welzijn) Dorrethe Friesen (Tandem Welzijn)Marie-Antoinette van Gisteren (Tandem Welzijn)Wout Mulders (Tandem Welzijn)Arno ten Dolle (Tandem Welzijn)

Foto’sGoedele Monnens FotografieJos Bruning Fotografie

OpmaakMattijs Vonk, Tandem Welzijn

Page 3: Individuele begeleiding van jongeren

1 Inleiding p. 3

2 Jongerenwerk van Tandem en positie van Individuele begeleiding p. 5

3 Kenmerken van de methodiek p. 103.1 Doelgroep p. 103.2 Doelstellingen p. 103.3 Uitgangspunten p. 11

4. Werkwijze p. 144.1 Contactleggen met de jongere p. 144.2 Wat is er aan de hand? p. 154.3 Doelen bepalen: waar wordt naar toe gewerkt? p. 174.4 Wat te doen? Plan van aanpak p. 194.5 Resultaten en evalueren p. 20

5. Competenties jongerenwerker p. 215.1 Algemene competenties p. 215.2 Contact leggen en houden p. 215.3 Doelgericht werken en resultaten bereiken p. 22

6. Randvoorwaarden p. 23

Praktijkvoorbeelden IB p. 25

Bijlage 1 Bronnen p. 27

Bijlage 2 Project: Over Enthousiast p. 28

Bijlage 3 Intakeformulier Individuele Begeleiding p. 30

Bijlage 4 Calamiteitenpot p. 31

Inhoudsopgave

methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

Page 4: Individuele begeleiding van jongeren

1

Page 5: Individuele begeleiding van jongeren

In de inleiding leest u de aanleiding en werkwijze die heeft geleid tot deze methodiekbeschrijving. Onze visie op het jongerenwerk en de positionering van Individuele begeleiding (IB) daarbinnen leest u in hoofdstuk 1. We besteden daarin ook aandacht aan het inhoudelijk kader. In hoofdstuk 2 beschrijven we de visie van Tandem op jongerenwerk en de positionering van Individuele begeleiding van jongeren daarbinnen.

Vervolgens komen in hoofdstuk 3 de kenmerken van de methodiek aan bod: doelstellingen, doelgroep, uitgangs-punten. Onze werkwijze beschrijven we in hoofdstuk 4. De competenties waarover jongerenwerkers moeten beschikken die Individuele Begeleiding gaan uitvoeren staan in hoofdstuk en in hoofdstuk 6 benoemen we vervolgens ook een aantal organisatorische randvoorwaarden.

Tot slot vindt u in de bijlagen de geraadpleegde bronnen en een korte typering van project Over Enthousiast als een van de vormen van IB.

Leeswijzer

2methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

Page 6: Individuele begeleiding van jongeren

Tandem levert in Nijmegen een belangrijke bijdrage aan de

positieve ontwikkeling van jongeren. Tegelijkertijd constateert

Tandem op basis van signalen van het veld, lokale politiek en

andere professionals in het netwerk (onderwijs/politie) dat een

groep jongeren dreigt af te glijden. Tandem ziet het als haar taak

om niet alleen een rol te spelen in interventies voor (groepen

van) jongeren die in de gevarenzone zitten, maar ook iets te

betekenen voor individuele jongeren die dreigen af te glijden.

Om dat te bereiken voert een zestal jongerenwerk-

ers van Tandem de methodiek Individuele Begeleiding

uit. Voor de continuïteit en overdraagbaarheid van de

methodiek voor opdrachtgevers, financiers, management

en uit-voerders, heeft Tandem aan het Nederlands Jeugd-

instituut de opdracht gegeven deze methodiek te be-

schrijven. Op deze manier kan Tandem deze succesvolle

aanpak voortzetten, de professionaliteit van de jongerenwerk-

ers versterken en uiteindelijk beter en meer jongeren bereiken.

IB kent in de praktijk twee varianten. Bij de ene staat de wijk als

vindplaats centraal. Drie jongerenwerkers voeren de methode

ruim drie jaar uit vanuit verschillende wijken waar zij werk-

zaam zijn. De andere drie jongerenwerkers voeren de methode

uit onder de noemer “Over Enthousiast”, een project speci-

fiek gericht op supporters(groepen). Het project bestaat al

10 jaar en is een samenwerking tussen de voetbalclub NEC

Nijmegen, Tandem Welzijn, gemeente Nijmegen en politie.

Als inhoudelijke input voor de beschrijving van Individuele

Begeleiding is gebruikgemaakt van de vervangingsmethode van

Inleiding Frank van Strijen (Van de Straat. De straatcultuur ont-rafeld.

SWP 2009), omdat de jongerenwerkers in mei 2010 een train-

ing volgens deze methodiek hebben gevolgd bij Van Strijen.

Werkwijze van beschrijving

Deze methodiekbeschrijving is tot stand gekomen door

gesprekken met productontwikkelaar van Tanem, Ursula

Prinsen, bestudering van documenten en groeps-

bijeenkomsten met jongerenwerkers. Daarnaast heeft Bea

de Ruijter (programmabegeleider Tandem) meegelezen.

Op basis van voorbereidende gesprekken met Prinsen en

na bestudering van documenten (zie bronnenlijst) is een

eerste concept geschreven. Vervolgens zijn er twee groeps-

gesprekken met alle jongerenwerkers gevoerd. Uit-eindeli-

jk zijn er twee aparte gesprekken gevoerd met jongeren-

werkers van Over Enthousiast en het wijkgerichte werken.

De jongerenwerkers hebben uit hun ervaring waardevolle

informatie geleverd voor deze beschrijving en kritisch

meegelezen en meegedacht. Tijdens de gesprekken en

het beschrijven is ook duidelijk geworden dat elke jong-

erenwerker zichzelf inzet als werkzame factor binnen de

methodiek. Daaruit zijn overeenkomsten en verschillen

op te maken. De verschillen in aanpak verhinderen echter

niet de gezamenlijke notie van wat IB nu precies is, wat de

doelen zijn en welke resultaten bereikt moeten worden.

3

Page 7: Individuele begeleiding van jongeren

Professionalisering

De groepsbijeenkomsten zijn zeer productief geweest voor de

totstandkoming van deze beschrijving. Er zijn veel ervaringen

en inzichten gedeeld, maar ook een aantal dilemma’s en vraag-

stukken. Deze zijn in dit stuk verwerkt. In feite is met deze

beschrijving een start gemaakt met de professionalisering van

de methodiek Individuele Begeleiding. Het behouden en onder-

houden van het goede van de IB-methodiek vraagt ook om voort-

durende aandacht: van de organisatie en de jongerenwerkers.

Deze professionaliseringsstap komt expliciet vanuit de

organisatie: om het specifieke van de werkwijze te be-

schrijven, zodat deze overdraagbaar en duurzaam is. En om de

essentiële werkzame bestanddelen naar boven te halen. De

jongerenwerkers hebben met veel energie, betrokkenheid en

vooral passie verteld over hun werk. Doordat we ons meer-

dere malen met elkaar over een aantal belangrijke onderde-

len hebben gebogen, hebben we de belangrijke elementen

van de werkwijze kunnen beschrijven. We hebben ons vooral

ge-richt op de gezamenlijke uitgangspunten en werkwijzen

én op de gewenste manier van werken vanuit de organisatie.

Daarmee leidt deze beschrijving tot een set van essentiële

richtlijnen. Hiermee kunnen jongerenwerkers van Tandem en

mogelijk van andere organisaties jongeren verder helpen in

hun persoonlijke ontwikkeling: als individuen én als individuen

binnen de groep.

Wat is Individuele Begeleiding?

Individuele Begeleiding maakt deel uit van een breder taken-

pakket van de jongerenwerker en is een doelgerichte meth-

ode om moeilijk bereikbare (multiproblem) jongeren tussen

de 14 en 25 jaar1 te bereiken en te ondersteunen bij hun

participatie in de maatschappij. De methode wordt door

Tandem uitgevoerd binnen het wijkgerichte jongeren-

werk en binnen supportersgroepen van voetbalclub NEC.

Individuele Begeleiding is een methode waarbij vanuit een

(bestaande) betekenisrelatie jongeren individueel worden

gestimuleerd tot positieve gedragsverandering en het ver-

sterken en benutten van hun (verborgen) talenten en kwali-

teiten. Hoewel het resultaat op individueel niveau de focus

krijgt, blijkt dat de risicovolle groepscultuur waarvan zij deel

uit maken vaak ook op een positieve manier beïnvloed wordt.

Over Enthousiast en Wijkgerichte context

In deze beschrijving hanteren we de term Individuele

Begeleiding (IB) als overkoepelende noemer voor een

methodiek binnen het jongerenwerk van Tandem. Voor

zowel jongerenwerkers die vanuit hun wijkgerichte positie

IB uitvoeren als van jongerenwerkers die als supporters-

begeleiders van NEC gekoppeld zijn aan het traject Over

Enthousiast.

Gaandeweg deze beschrijving is gebleken dat er meer

overeenkomsten tussen Over Enthousiast en de wijk-

gerichte context zijn dan aanvankelijk gedacht. Over

Enthousiast (OE) is een specifieke opdracht van de

Nijmeegse voetbalclub NEC en de gemeente Nijmegen aan

Tandem. Over Enthousiast richt zich op jongeren en vol-

wassenen van een bredere doelgroep qua leeftijd (zelfs tot

+/- 40 jaar). Leidend principe is namelijk het supportersschap.

In bijlage 2 is een beschrijving van Over Enthousiast op-

genomen.

4methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

1) Dit is een globale leeftijdsindicatie

Page 8: Individuele begeleiding van jongeren

5

Individuele begeleiding is onderdeel van het jongeren-

werk van Tandem. We geven daarom een korte schets van

de ontwikkelingen van het jongerenwerk binnen welzijns-

organisatie Tandem en richten onze blik daarbij met name

op het individugerichte jongerenwerk. In 2009 heeft Peter

Hagenaars (Top Management Consultant) samen met Bea de

Ruijter van Tandem in opdracht van Tandem het jongerenwerk

onder de loep genomen en een nieuwe richting aangegeven.

Dit werd verwoord als ‘Jongerenwerk Nieuwe stijl (JNS)’

(zie notitie: Naar vernieuwing van het jongerenwerk in

Nijmegen, 2009).

Professionalisering van het jongerenwerk is daarbij een be-

langrijke leidraad. Tandem wil het jongerenwerk niet alleen

inzetten en positioneren bij risicovolle probleemgroepen,

maar ook met ketenpartners intensief samenwerken om van-

uit de groepscontext individuele jongeren te begeleiden.

Dat gebeurt onder de naam Individuele Begeleiding (IB).

Om uitvoering te geven aan het JNS heeft Tandem een

implementatienotitie geschreven (Implementatieplan Jongeren-

werk Nieuwe Stijl 2010-2011. Bea de Ruijter).

In deze laatste notitie staan de professionalisering van het ge-

hele jongerenwerk binnen Tandem en de functie en positie van

Individuele Begeleiding helder geformuleerd. Om

een goed beeld te schetsen van de richting die Tan-

dem wil geven aan Jongerenwerk Nieuwe Stijl en speci-

fiek aan Individugericht Jongerenwerk, geven we in het

volgend kader de belangrijkste uitgangspunten weer.

2. Positie IB1. Differentiatie bij het jongerenwerk

‘Tandem gaat voor meer differentiatie in het jongerenwerk: alle

jongerenwerkers moeten zowel preventief als responsief kun-

nen werken, maar in complexe situaties is er meer specialis-

tisch jongerenwerk nodig. De laatste tijd blijkt meer behoefte

te zijn aan die specialisten. Dat willen we erg graag uitbreiden.’

2. Signaleren en analyseren

In JNS wordt aansluiting gezocht bij de segmentatie die de kern-

partners gemeente en politie hanteren. Gemeente en politie hant-

eren de indeling hinderlijke groepen, overlastgevende groepen

en criminele groepen. Tegelijkertijd moet worden vastgesteld

dat het jongerenwerk nieuwe stijl verder gaat dan deze drie

doelgroepen, gelet op haar specifieke preventieve opdracht:

voorkómen van afglijden of erger. Preventie is daarmee miss-

chien wel de belangrijkste functie van het jongerenwerk. Dit ge-

beurt door laagdrempelig jongerenwerk beschikbaar te stellen.

a) De straatgroepenmethodiek

• Tandem werkt mee aan de totstandkoming van de

shortlist groepscriminaliteit van politie. Deze metho-

diek wordt gebruikt om hinderlijke, overlastgevende

of criminele groepen in kaart te brengen. Dit jaar ge-

beurt dat voor het eerst in het Veiligheidshuis.[….]

• In verschillende wijken is een overzicht gemaakt van

risicolocaties in de “mooi weer periode”. Daarbij heeft

Tandem het idee geopperd voor het opstellen van een

mooi weer draaiboek. Dat heeft geleid tot een aantal ex-

tra opdrachten om in deze periode voldoende aanbod te

genereren en in te kunnen spelen op mogelijke incidenten,

met daarin een bejegeningsprofiel en een escalatiemodel.

Page 9: Individuele begeleiding van jongeren

6methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

betrokken, waardoor de rol van jongeren verandert van

consument naar (mede)producent. Initiatieven van jongeren

worden actief ondersteund door het jongerenwerk, waar-

bij activiteiten niet langer vanuit de eigen professie worden

aangeboden, maar in co-creatie tot stand komen. In feite zou

je kunnen zeggen dat jongerenwerk nieuwe stijl veel meer

een vorm van participatief jongerenwerk is, waarbij het

jongerenwerk mede ingevuld wordt door de jongeren zelf.

We zijn van mening dat wanneer jongeren op welke manier

dan ook invloed hebben op hun eigen activiteiten, overlast zal

afnemen.

b) Signaleren van individuele problemen

We weten wat een enorme ellende het kan opleveren

als professionals niet van elkaars werk op de hoogte zijn.

Samen doen vraagt om afgestemd handelen en actief infor-

matie uitwisselen tussen de kernpartners. Door informa-

tie te delen en onderling afspraken te maken over vervolg-

acties wordt het pedagogische effect versterkt en wordt het

optreden van de afzonderlijke partijen vele malen effectiever.

Jongerenwerkers signaleren vaak al in een vroeg stadium

dat een jongere problemen heeft. Door het intensieve

contact wat hij heeft, kan de jongerenwerker de jongere

helpen bij het zoeken naar werk of school, of toeleiden

naar hulp. Hij kan de jongere bij de hand nemen en onder-

steunen, maar ook monitoren en een rol hebben bij nazorg.

Dit individugericht jongerenwerk is een onmisbaar element

in het voorkomen van verder afglijden, en Tandem is door

haar manier van werken de enige organisatie die een brug

kan slaan. We kunnen doordat we jongeren ook bij activitei-

ten zien, vaker en intensiever contact maken en onderhouden.

3. Buurtpedagoog

We willen in de wijk een integraal afgestemde pedagog-

ische visie nastreven. De jongerenwerker is een buurt-

pedagoog die de jongeren in de wijk kent, die hun ouders

kent, school kent en zij kennen hem. Hij heeft dan ook een

opvoedkundige taak, naast die van ouders en school. De

jongerenwerker slaat de brug tussen thuis, buurt en school.

1. Jongerenparticipatie

Bij jongerenwerk nieuwe stijl worden jongeren zelf veel meer

een jongere met jongerenwerker Harald

Page 10: Individuele begeleiding van jongeren

7

2. Talentontwikkeling

Zelfwerkzaamheid en sociale weerbaarheid van de jongeren

staan centraal bij het uitvoeren van recreatieve en educa-

tieve activiteiten, cursussen, dienstverlening, informatie, advies.

De jongerenwerker geeft individuele- en groepen jongeren

inzicht in hun situatie en spreekt hen aan op hun persoon-

lijke talenten, kwaliteiten en mogelijkheden. Via vrijetijds-

activiteiten maken jongeren zich sociale competenties eigen.

Daarnaast worden jongeren geactiveerd en ondersteund om zelf

mee te werken bij de uitvoering van de activiteit om zo door te

groeien van bezoeker via deelnemers naar (mede)organisator

van activiteiten in hun vrije tijd. Waar mogelijk wordt

maatschap-pelijke participatie gestimuleerd of positief onder-

steund.

3. Straatcultuur en Samenwerken

De jongerenwerker geeft ruimte aan jongeren door gren-

zen te stellen. Jongerenwerkers laten jongeren experi-

menteren met gedrag, maar geeft daarbij wel kaders aan.

Om dat te kunnen, moet je wel een relatie met die jongere heb-

ben, een vertrouwensband. Dat betekent dat je niet die goede

vriend bent, maar iemand die vanuit die relatie je de waarheid

durft te zeggen, je op je verantwoordelijkheden wijst en je

helpt die verantwoordelijkheid te nemen. Hij is een profession-

al, die betaald wordt om gedrag van jongeren te beïnvloeden.

Hij is duidelijk naar jongeren en naar de partners over wat ze

van hem kunnen verwachten. Hij is een betrouwbare partner

a) Straatcultuur

De jongerenwerkers zijn expert in straatcultuur. Ze kunnen

de brug slaan tussen school, thuis en buurt(straat); oftewel

tussen burgercultuur en straatcultuur. Ze leggen partners

Deze uitgangspunten zijn gerelateerd aan de 8 bakens

van Welzijn Nieuwe Stijl:

1. Gericht [zijn] op de vraag achter de vraag [niet aanbodgericht];

2. Gebaseerd [zijn] op de eigen kracht van de jeugd;

3. Direct er op af [uitnodigend en outreachend];

4. Formeel en informeel in optimale verhouding [combineren van

georganiseerde aanpak versus actieve participatie van jeugd zelf];

5. Doordachte balans van collectieve en individuele aanpakken;

6. Integraal werken;

7. Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht [werken met doel-

stellingen en geformuleerde resultaten];

8. Gebaseerd [zijn] op ruimte voor de professional [jeugdwerker

aanspreken op eigen ervaring, kennis en vaardigheden].

Zie: www.invoeringwmo.nl

uit hoe straatcultuur werkt en wat er voor nodig is om

communicatie met jongeren open en mogelijk te houden.

• Alle jongerenwerkers hebben een trainingsdag “omgaan

met straatcultuur” door Frank van Strijen van Jeugdenzo

gevolgd.

• We blijven de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied nau-

wlettend volgen en blijven hierop jongerenwerk trainen.

b) Samenwerken met partners

Jongerenwerkers werken goed samen met partners zoals

politie en gemeente. We werken aan vaste contactpersonen

bij hulpverleningsorganisaties.

Page 11: Individuele begeleiding van jongeren

8methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

Positie van IB binnen vangnetwerk jongeren CJG/ZAT,

Veiligheidshuis en wijkteam van de gemeente

In Nijmegen functioneerde tot voor kort de zorg-

structuur BOOG. Dat is opgeheven en er bestaat nu

een vangnetwerk waarbij CJG, ZAT (zorgadviesteams),

Veiligheidshuis en het jongerenwerk een belangrijke rol

spelen. Deze structuur bepaalt dat er in elke wijk een

aanspreekpunt per wijk is, een knooppunt genoemd. Dat is een

CJG-coördinator of een jongerenwerker. Het knooppunt ver-

zamelt signalen van zorgleerlingen of andere jongeren waar-

voor extra zorg nodig is en legt dat voor aan de ketenpartners.

Er zijn categorieën gedefinieerd voor zorgbehoeften van jong-

eren en netwerken die verantwoordelijk zijn om de zorg te

leveren en of te regelen (ZAT, CJG, Veiligheidshuis, Joppen-

overleg). De structuur is in ontwikkeling en de huidige struct-

uur staat beschreven in de memo CJG voor 12 plus in relatie

tot onderwijs, en een memo aan de jongerenwerkers. Het is

belangrijk dat alle jongerenwerkers uiteindelijk de structuur

en procedure kennen, zodra deze is uitontwikkeld. Zij kunnen

deze dan toepassen binnen trajecten van Individuele Begelei-

ding.

Inhoudelijk kader:

Brug tussen straatcultuur en burgercultuur

Een belangrijke methodische basis voor Individuele Begeleiding

is de aanpak van Frank van Strijen (Van de straat, de straat-

cultuur van jongeren ontrafeld, SWP, 2009). In deze publi-

c-atie toont Van Strijen aan dat individuele begeleiding sterk

samenhangt met het veranderen van en grip krijgen op groeps-

processen van jongeren. Van Strijen constateert dat de meeste

jongeren deel uitmaken van een straatcultuur, een subcultuur

overstijgende jongerencultuur, die letterlijk op straat is ontstaan.

Deze straatcultuur is, niet gebonden is aan sociale milieus,

maar wordt omarmd door jongeren uit alle geledingen van

de maatschappij. Straatcultuur is niet het zelfde als sub-

cultuur, waarbij een thema of muziekkeuze bindend is, en

welke sterker verbonden is met sociaal milieu. Als tegen-

hanger van de straatcultuur benoemt Van Strijen de burger-

cultuur, niet te verwarren overigens met burgerlijkheid. Van

Strijen definieert dat als: de hoofdstroom van de maatschap-

pij. Die zich confirmeert aan gezag, respect heeft voor

de medemens en ervan overtuigd is dat het gezag en

instanties het beste voor hebben met de burgers.

Er zit een spanning tussen de straatcultuur, waarmee de

jongeren zich identificeren, en de burgercultuur.

Jongeren hebben het gevoel dat zij niet begrepen, en

sterker nog, niet gewenst worden door de burger-

cultuur. Individuele Begeleiding is er onder andere op ge-

richt om deze kloof te overbruggen. De vervangings-

methode is daarbij een belangrijk uitgangspunt.

Page 12: Individuele begeleiding van jongeren

9

Page 13: Individuele begeleiding van jongeren

10methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

3. Kenmerken methodiek

We beschrijven hier de volgende kenmerken van de methodiek:

• Doelgroep

• Doelstellingen

• Uitgangspunten

3.1 Doelgroep

IB richt zich op jongeren (jongens en meiden) met een of

meer van de volgende kenmerken zoals hieronder beschreven:

• Leeftijd van 14-25 jaar uit het werkgebied van de jong-

erenwerker. Dat impliceert al dat de jongerenwerker

deze jongere in beeld heeft en weet in welke groep(en)

deze jongere zich beweegt. Het maakt niet uit van welke

culturele achtergrond een jongere komt;

• Jongeren met langdurige, complexe en meervoudige

problematiek. Vaak zijn zij al eerder in aanraking geweest

met hulpverlening, leerplicht of politie. Meestal zijn deze

contacten niet vruchtbaar afgesloten vanwege mis-

communicatie. Jongeren voelen zich vaak niet op hun

gemak in min of meer formele hulpverleningstrajecten en

omgevingen;

• Psychiatrische, psychische problematiek of verstandelijke

vermogens zijn geen contra-indicatie voor deelname aan

IB. Ook middelengebruik is geen reden het contact niet

aan te gaan.

• De jongeren komen op verschillende manieren binnen

een IB-traject:

Vrijwillig:

» door zelf contact te leggen en met een hulpvraag te

komen;

» vanuit een hulpverleningstraject of door een

netwerkpartner (onderwijs) doorverwezen

worden;

Verplicht:

» via een doorverwijzing (bijvoorbeeld een straf-

maatregel of een –dreigend- stadionverbod)

3.2 Doelstellingen

Er zijn voor IB doelen op verschillende niveaus te benoemen.

De doelstellingen op individueel niveau worden per begelei-

dingstraject specifiek en concreet gemaakt en hebben een

streefdatum. De andere doelen hebben betrekking op het

geheel aan trajecten van Individuele Begeleiding. Deze doel-

en (en de tijd waarbinnen deze bereikt moeten worden)

moeten op organisatieniveau met de opdrachtgever en

ketenpartners bepaald en geëvalueerd worden.

Doelen op niveau van individuele jongeren:

• De eigenwaarde versterken en inzicht geven in (conse-

quenties van) eigen gedrag;

• Jongeren helpen om zelf weer vertrouwen in de

toekomst en hun ontwikkeling te krijgen door hen te

helpen oplossingen te vinden voor praktische hulp-

vragen (op sociaal gebied, bij werk, scholing en oplei-

ding en met officiële instanties);

• Jongeren sociale en praktische vaardigheden aanreiken

en deze in praktijk laten brengen om hun kansen in

de maatschappij te vergroten: binnen de eigen sociale

kring (vrienden en familie en op het gebied van school,

opleiding en werk;

• Jongeren hun eigen talenten en kwaliteiten leren

ontdekken (wat kan ik goed, wat wil ik graag);

• Jongeren eigen keuzes leren maken;

Page 14: Individuele begeleiding van jongeren

• Jongeren leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun

eigen gedrag (thuis, op straat, in de peer-group, op school/

werk);

• Jongeren stimuleren en ondersteunen om een betekenis-

volle bijdrage aan de maatschappij te leveren.

Doelen op niveau van de groep (doelstellingen voor begeleiders)

• Grip en invloed krijgen op groepsgedrag door een doorgaand

contact te houden met de groep, jongeren te bereiken en

te steunen met individuele hulp- en ondersteuningsvragen;

• Door individuele contacten en ondersteuning van jongeren

het groepsgedrag op een positieve wijze beïnvloeden.

Strategische doelen (voor begeleiders en organisatie)

• Het beeld van de jongeren bij keten- en samenwerking-

spartners positief beïnvloeden. Laten zien dat de jongeren

ook graag wat willen bereiken en bereikbaar en aanspreek-

baar zijn en dat een groep uit apart te benaderen indivi-

duen bestaat.

Maatschappelijke doelen (voor organisatie)

• Voorkomen en bestrijden van groepsoverlast;

• Voor Over Enthousiast geldt: het voorkomen van stadion-

verboden en het voorkomen van probleemgedrag (overlast,

agressieve sfeer of persoonlijke problematiek bij supporters).

(Uit voetbalvandalisme voorkomen- Een voorzet voor veilig voet-

bal, april 2010).

3.3 Uitgangspunten

De volgende uitgangspunten gelden voor Individuele Begelei-

ding komen terug in de werkwijze van een jongerenwerker.

11

Betekenisrelatie

De begeleiding van de jongeren bestaat op basis van een

betekenisrelatie tussen de jongerenwerker/supportersbe-

geleider en de betreffende jongere. De betekenisrelatie gaat

uit van een doelgerichte begeleiding gericht op het realiseren

van praktische en concrete resultaten zoals scholing, oplei-

ding, schuldsanering en versterken van het sociaal netwerk.

Op basis van de betekenisrelatie ontstaat vertrouwen en

dat versterkt de betekenisrelatie. Jongeren die in een IB-

traject zitten, hebben meestal al een verleden in de hulp-

verlening en weinig vertrouwen in begeleiding. Het is daarom

belangrijk de tijd te nemen om eerst het vertrouwen op te

bouwen en van daaruit aan de betekenisrelatie te werken

Jongeren als co-producent bij doelgericht werken

Een van de uitgangspunten van JNS is dat jong-eren geen

consument, maar co-producent zijn. Dat betekent voor IB-

jongerenwerkers dat zij:

• Actieve en coöperatieve houding van jongere stimuleren.

De jongere moet gemotiveerd zijn of worden om zelf bij

te dragen aan doelen en dat concreet laten zien in acties

en afspraken;

• Samen met de jongere toekomstperspectief en doelen

benoemen;

• Samen met de jongere de verantwoordelijkheid en

rollen benoemen voor de jongere zelf en de begeleider.

Uiteraard passend bij de fase in het traject, de situatie

van de jongere op dat moment en de mogelijkheden

van de jongere.

Individuele begeleiding: op basis van groepsgericht werken

De betekenisrelatie krijgt vorm doordat een jongerenwerk-

Page 15: Individuele begeleiding van jongeren

12methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

er de tijd neemt om een band met de jongeren in de wijk of

het stadion op te bouwen. IB is ook is het meest effectief als

het structureel binnen het totaalpakket van het jongerenwerk

wordt uitgevoerd. Het is een erkenning van het feit dat het bij

jongerenwerk niet alleen gaat om groepsgerichte activiteiten.

Door de structurele inzet van individuele begeleiding, lukt het

beter om contacten met (individuen uit) groepen op te bou-

wen in tegenstelling tot traditionele hulpverleningstrajecten,

waarbij de contacten meestal formeel en in een meer klinische

omgeving tot stand komen.

Werken binnen de sociale context

Omdat het welslagen van Individuele Begeleiding samen-

hangt met de kennis van de jongeren(groepen), de wijk,

professionele netwerken (ketenpartners), kan IB pas goed

uitgevoerd worden als een jongerenwerker al een bepaal-

de basis van contact en bekendheid heeft binnen de wijk.

Individuele begeleiding behoort binnen de opdracht van de

jongerenwerkers.

Door de aanwezigheid in de wijk heeft de jongerenwerker

een goed beeld van de (problematiek en hulpvragen van)

jongeren en kan natuurlijker inspelen op hulpvragen, maar

ook eenvoudiger in contact komen met de jongeren die ge-

baat zijn bij Individuele begeleiding. Combinatie leggen met

andere (groeps)activiteiten van het jongerenwerk, zoals de

participatiegroepen (waarbij jongeren en bewoners ver-

antwoordelijkheid nemen voor sfeer en omgang in de wijk).

Door het opbouwen van een goed netwerk binnen de so-

ciale context kan de jongerenwerker het sociale netwerk van

de jongere ook betrekken bij het oplossen van de hulpvraag.

Doorverwijzen: intercollegiaal of binnen netwerk

De relatie met de jongere is professioneel en functioneel. Er

moet sprake zijn van vertrouwen tussen de jongere en de

jongerenwerker. De jongeren(werker) moet dat inschatten.

Redenen om de betreffende jongere door te verwijzen kun-

nen van inhoudelijke (soort problematiek) of van persoon-

lijke aard zijn.

De aard van de problematiek en hulpvraag kan reden zijn

om de jongere door te verwijzen naar een collega of een

andere instantie, omdat de begeleider inschat dat een an-

der de problematiek beter op kan pakken. Als de aard van

de problematiek te dicht bij de persoonlijke belevingswereld

van de begeleider komt, kan dat een reden zijn om de be-

geleiding door een collega te laten overnemen. De begelei-

der beslist dat (al dan niet na raadpleging van een collega).

Tandem heeft een aantal criteria opgesteld voor doorver-

wijzing naar bijvoorbeeld het ZAT van Primair Onderwijs,

Voortgezet Onderwijs of ROC, de CJG-coördinator, het

Veiligheidshuis, het Wijkteam, en voor melding in de Verwijs-

index.

Page 16: Individuele begeleiding van jongeren

13

Page 17: Individuele begeleiding van jongeren

14methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

Kenmerk van een methodiek is de systematische aanpak en

de herkenbare stappen die elkaar opvolgen in het begelei-

dingsproces. In onderstaand kader zie je eerst een over-

zicht van de stappen die je gaat zetten:

4.1 Contactleggen met de jongere

• Hoe komt het contact tot stand?

• In beeld krijgen: vrijwillig of verplicht

• Begeleiding aan de orde stellen: aanleiding en

motivatie

• Motivatie jongere: verleiden of directe strategie

4.2 Wat is er aan de hand?

• Welke gegevens?

• Hulpverleningstraject en contactpersonen.

• Bronnen

• Dossier: het vastleggen van gegevens.

• Overweging gegevensverzameling en dossier

vorming:

• Beslismoment

4.3 Doelen bepalen: Waar wordt naar toe gewerkt?

4.4 Wat te doen? Plan van aanpak

4.5 Resultaten en evalueren

• Beschrijven van resultaten.

• Wanneer laat je los, hoe verwijs je door?

4. Werkwijze 4.1 Contactleggen met de jongere

Hoe komt het contact tot stand? Het contact met een jon-

gere komt op verschillende manieren tot stand. Eerst moet de

jongere in beeld zijn en vervolgens legt de begeleider contact.

In beeld krijgen: vrijwillig of verplicht

Een jongerenwerker heeft al contact met de groepen uit

de wijk of de supportersgroepen en weet welke jongere in

aanmerking komt voor individuele begeleiding. Als de be-

geleiding succesvol is, en andere jongeren dat ook merken,

komen ze vaak zelf naar de begeleider toe met een vraag.

Het contact kan ook tot stand komen via een persoon uit

het persoonlijke netwerk van de jongere: vrienden broers,

ouders, buren.

Ook collega’s van de eigen organisatie (jongerenwerkers, op-

bouwwerkers, supporterbegeleiders), van andere (hulpver-

lenings)organisaties, school, politie (wijkagent) kunnen de

begeleider attenderen op een jongere voor de begeleiding.

Soms is er een verplicht kader van waaruit jongeren deel-

nemen. Als er sprake is van een justitiële maatregel of de

kans daarop, kan de politie, een HALT-medewerker of ie-

mand van het veiligheidshuis contact opnemen om een

jongere aan te melden. Een (dreigend) stadionverbod kan

aanleiding zijn om een jongere aan te melden bij Over

Enthousiast, bijvoorbeeld door de commissie stadion-

verboden.

Ook medewerkers van ketenpartners zoals school, jeugdzorg,

maatschappelijk werk kunnen aangeven dat het belangrijk is

voor een jongere dat hij of zij individuele begeleiding krijgt.

Page 18: Individuele begeleiding van jongeren

15

Begeleiding aan de orde stellen: aanleiding en motivatie

Afhankelijk van de aanleiding en de motivatie van de jon-

gere, bepaalt de jongerenwerker de strategie om con-

tact te leggen. Als een jongere zelf initiatief neemt en een

duidelijke hulpvraag heeft, is de motivatie groot en kun-

nen concrete doelen en afspraken sneller gemaakt worden.

Als het initiatief van de jongerenwerker komt die overtuigd is

van de noodzaak tot individuele begeleiding, of als er sprake is

van een verplicht karakter van de begeleiding, is er meer tijd

nodig om een band op te bouwen van waaruit het doel van

de begeleiding benoemd kan worden. Het kan een jongere af-

schrikken als er opeens over een ‘begeleidingstraject’

gesproken wordt.

Deze woorden hoeven niet per se gebruikt te worden, maar

het is wel belangrijk dat de jongerenwerk helder en transparant

is over de aard en bedoeling van het contact. Het is belangrijk

de aanleiding te noemen en de mogelijkheid om gezamenlijk

ergens aan te werken.

Motivatie Jongere: verleiden of directe strategie

Sommigen jongeren geven aan dat zij niet ondersteund wil-

len worden. Hoewel de eigen motivatie van een jongere van

essentieel belang is voor het welslagen van een traject, kan

een jongerenwerker dan juist naar mogelijkheden zoeken

om de jongere te bereiken. Het feit dat een jongere aangeeft

geen hulp te willen, wil nog niet altijd zeggen dat er geen hulp

nodig is, of dat hij of zij dat echt niet wil. Het kan ook een af-

leiding van de jongere zijn uit onwetendheid, stoerheid,

schaamte of uit angst. Het komt er dan op aan de juiste snaar

te vinden waarop de jongere aan te spreken en te bereiken is.

Belangrijke overwegingen zijn:

• Het moment waarop concreet benoemd wordt dat de

jongerenwerker hulp en steun wil bieden en waarop

het probleem/problemen benoemd wordt. De strategie

om de jongere zelf te laten verwoorden waarmee hij/

zij geholpen wil worden. Het is belangrijk dat de jon-

gerenwerker hierin ook ondersteunend is en concrete

voorbeelden en situaties kan benoemen om de jongere

daarbij te helpen.

• De timing en plek (juist wel of niet in de groep) is

onderdeel van de strategie.

4.2 Wat is er aan de hand?

Afhankelijk van de kennis die de jongerenwerker heeft van

de jongere en het aanlooptraject, bestaat al een idee van de

achtergrond en situatie van de jongere. Soms uit eerste hand,

aangevuld met informatie van derden (zeker bij een door-

verwijzing, in verplicht of vrijwilliger verband).

Om de strategie van de begeleiding beter te kunnen bepalen

(hoe te werk te gaan en wie daar bij nodig) is het belangrijk

feiten te verzamelen en om vermoedens, ideeën of gegevens

te checken. Zo wordt duidelijker wat er aan de hand is en

kan beter gestuurd worden op het te bereiken resultaat.

Gaandeweg het traject worden gegevens aangevuld en ge-

checkt. Niet alles hoeft in één keer.

Welke gegevens?

Het formuleren van de eigen indruk en ideeën kan het uit-

gangspunt vormen. Het is belangrijk om helder en transpar-

ant te zijn naar de jongere als gegevens verzameld worden.

Page 19: Individuele begeleiding van jongeren

16methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

Ook het benoemen van het doel waarvoor is belangrijk

(namelijk dat de steun aan de jongere dan beter gegeven kan

worden). Daarbij vraagt de jongerenwerker ook om openheid

van de jongere zelf. Het wordt dan meer een gezamenlijk tra-

ject van de jongere met de begeleider.

In ieder geval zijn er wat persoonlijke gegevens nodig van de

jongere:

• Persoonlijke gegevens (NAW)

• Leeftijd

• Adres

• Gsm-nummer

• Achtergrond/opleiding/werkgever

• Relatie/Familierelaties/Vrienden

• Woonomstandigheid

• Aanleiding voor begeleiding

• Motivatie van de jonger

• Financiële situatie / Schulden

• Strafblad

• Gedrag: Internaliserend (depressie bv.) / exter-

naliserend (agressie/criminaliteit bv.)

• Middelengebruik, gezondheid en medicijngebruik

Hulpverleningstraject (instanties) en contactpersonen.

Met welke andere instanties heeft de jongere al contact?

En met welke contactpersonen? Door hiervan een over-

zicht te hebben is in te schatten of de jongere shopgedrag

(of draaideurgedrag) vertoont binnen de hulpverlening.

Bij het werken vanuit de wijk en vanuit informeel contact

met de jongere(n) dat zich ook voornamelijk op straat of

in een jongerencentrum afspeelt, kan een officiële intake

kunstmatig en bedreigend overkomen en het contact op

een negatieve wijze beïnvloeden. Het kan de jongere(n)

ook afschrikken. Intake of gegevensverzameling is dan ook

niet per se een formeel en geïsoleerd moment, maar kan

bestaan uit verschillende momenten. Het is wel belangrijk

dat de jongerenwerker volgend op de contacten belangrijke

zaken noteert, zodat er later op teruggegrepen kan worden.

Bronnen

Welke bronnen kunnen er gebruikt worden? Het kunnen

bestaande en nieuwe bronnen zijn. In eerste instantie maakt

de jongerenwerker gebruik van de informatie die hij/zij zelf

al werkende in de wijk en met de groep en individuen heeft

verzameld.

De jongere zelf is natuurlijk de belangrijkste bron. Verder

zijn de volgende bronnen belangrijk:

• Het sociale netwerk van de jongere (afhankelijk

van de leeftijd en gezinssituatie): ouders en vrienden;

• Collega jongerenwerker/opbouwwerker;

• Leerkracht en intern begeleider van school (ZAT-

team van de schoolschool, leerplichtambtenaar;

• Politie/wijkagent, jeugdreclassering;

• Ketenpartners/veiligheidshuis/jeugdhulpverlening.

• VIR (verwijsindex)

Page 20: Individuele begeleiding van jongeren

17

Dossier3 Het vastleggen van gegevens

Om greep te houden op alle informatie die gaandeweg de be-

geleiding verzameld wordt, is het belangrijk de gegevens daad-

werkelijk te noteren. In gevallen waarbij sprake is van ernstige

problematiek, zal een jongere aangemeld moeten worden in de

verwijsindex risicojongeren (zie protocol gebruik verwijsindex).

Voordat informatie vastgelegd wordt en gedeeld met anderen

moet duidelijk zijn:

• of het privacygevoelige informatie is;

• of het feiten of indrukken zijn;

• de Gedragslijn voor het uitwisselen van klantgegevens

van Tandem gevolgd is.

Overweging bij gegevens verzameling en dossiervorming:

Als een jongerenwerker op voorhand veel weet en vastlegt,

krijgt deze een goed beeld van de situatie, en weet beter

waaraan te werken. Door niet alles te vragen en vast te leg-

gen echter, is hij minder bevooroordeeld. Het feit dat niet alles

gevraagd en vastgelegd wordt kan in sommige gevallen ver-

trouwen wekken bij de jongere. In een beginfase van een con-

tact kan het goed zijn om blanco te beginnen.

Maar om doelgericht te werken aan een aantal ontwikkelings-

doelen van een jongere, zijn goede informatie en gegevens

nodig. Dit is een dilemma dat met collega’s en leidinggevende

afgekaart moet zijn. Trajecten moeten overdraagbaar zijn en

vandaar: dossiervorming.

Trajectoverzicht specifiek voor Over Enthousiast

Over Enthousiast legt een dossier aan met daarin in ieder geval:

• De toeleiding en aanleiding van deelname;

• NAWgegevens (naam, adres, postcode, mobiel nr.,

Woonplaats);

• Relevante contactpersonen;

• Hulpvraag/afspraken/advies;

• Officiële brieven en rekeningen (in geval van bij-

voorbeeld schuldsanering of budgetteren).

Beslismoment

Als de situatie van de jongere goed in beeld is, bestaat er een

idee waaraan gewerkt gaat worden en of dat enigszins haal-

baar en realistisch is. Bij twijfel aan de haalbaarheid van het

traject, is het goed om een collega, een leidinggevende of een

contactpersoon van een andere organisatie te raadplegen.

Bij twijfel aan de motivatie bij de jongere, moet dat bij de

jongere gecheckt worden.

Als het gevoel bestaat bij de jongerenwerker dat belang-

rijke informatie ontbreekt, dan moet deze daar achter-

aan gaan, en/of bespreken met een collega/leidinggevende.

De jongerenwerker moet in ieder geval de criteria van de

VIR langslopen en kan vervolgens signaleren in de VIR om

te checken of de jongere al bekend is bij andere instanties..

4.3 Doelen bepalen: Waar wordt naar toe gewerkt?

De kern van de werkwijze van IB is om samen met de jongere

te bepalen waaraan te werken. In de meeste gevallen (bij een

vrijwillige begeleiding) zal een jongere een heel concreet en

tastbare prioriteit benoemen: werken aan de financiële huis-

houding, een probleem met een officiële instantie oplossen.

Na verloop van tijd kunnen daar ook gedragsmatige doelen

bijkomen (vanuit de jongere zelf, maar een jongerenwerker kan 3) Dossier is alles wat je opschrijft en bewaart, digitaal/schriftelijk.

Page 21: Individuele begeleiding van jongeren

18methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

dat zelf ook opperen als hij/zij merkt dat dat versterkend werkt

om het praktische probleem eerder en/of blijvend op te lossen).

Als er sprake is van een doorverwijzing door de com-

missie stadionverboden (bij Over Enthousiast) of bij een

(dreigende) justitiële maatregel, zal het specifieke doel mede

door de doorverwijzer aangegeven worden, en wordt dat dan

ook met de jongere zo bespreken. Vervolgens kunnen er ook

doelen aan toegevoegd worden (praktische en/of gedrags-

matige).

Als er doelen zijn geformuleerd op groepsniveau, bijvoorbeeld

doordat de politie of gemeente aangeeft dat een bepaalde groep

jongeren goed in het zicht moet blijven, dan kan daar een indiv-

idueel begeleidingstraject uit voortkomen. Om het uiteindelijke

resultaat (en dat wat de jongerenwerker daarvoor gedaan heeft)

aan de opdrachtgever te verantwoorden, is het ook belangrijk

dat deze doelen hiervoor genoteerd zijn. Ook de resultaten

op groepsniveau moeten dan concreet beschreven worden.

Het is dus van belang om aan te geven in de verantwoord-

ing aan de opdrachtgever dat er een relatie bestaat tussen

de individuele begeleiding en de resultaten op groepsniveau.

Deze opdracht zal waarschijnlijk eerder bij je pet als ambulant

jongerenwerker passen, maar omdat de individuele trajecten

zo verweven zijn met je andere groepsgerichte trajecten, is

het belangrijk om dit in beeld te houden voor jezelf, en te

kunnen verantwoorden aan je opdrachtgever/ketenpartner.

Kortom, het is belangrijk dat:

• doelen en de resultaten zo concreet mogelijk be

schreven worden;

• (dus niet; ‘Jos moet werken aan gedrags-verandering’,

maar ‘Jos wil leren om niet eerst te vloeken als hem

iets dwars zit, maar te vertellen wát hem dwars

zit’). Formuleer doelen in positieve zin, dus in

termen van gewenst gedrag, niet in termen van

ongewenst gedrag;

• ook (in eerste instantie) praktische en snel reali-

seerbare doelen te benoemen, dat motiveert;

• een termijn vast te stellen samen met de jongere

waarop resultaat geboekt moet worden;

• wanneer er een externe opdrachtgever betrokken

is, afspreken op welk resultaat en op welke inspan-

ningen verantwoording afgelegd moet worden;

• doelstellingen met netwerkpartners te commu-

niceren en af te stemmen welke rollen wie speelt

in het realiseren ervan (dat is ook belangrijk voor

de verantwoording naar elkaar en naar de op

drachtgever en eigen organisatie);

• duidelijk af te spreken op welk niveau doelen be-

reikt moeten worden (individueel en/of groeps-

niveau.

Page 22: Individuele begeleiding van jongeren

19

4.4 Wat te doen? Plan van aanpak

Als doelen op praktisch niveau zijn gesteld, moeten er met de

jongere samen een aantal stappen besproken worden en af-

spraken gemaakt worden. Wat wordt er verwacht van de jong-

ere zelf en wat van de jongerenwerker en anderen. Wat kan de

jongere zelf al en wat moet hij/zij nog leren? Het klinkt voor

de handliggend, maar het is juist belangrijk om deze stappen

in de begeleiding bewust te zetten en vast te leggen. Dat

kan heel kort en bondig. Als het om gedragsverandering

gaat, kan het helpen om de publicatie van Van Strijen (Van de

straat, H. 4.3, p.113 en verder ) erbij te pakken om te zien

welke stappen gezet kunnen worden.

Van Strijen benoemt 4 fases in wat hij de vervangingsmeth-

ode noemt. Dat gaat in feite over het vervangen van negatief

ervaren gedrag door positief gewenst gedrag. Er zijn globaal

gesproken 4 fases:

1. Contactleggen (zie 4.1)

2. Ontdekken van positief alternatief gedrag;

3. Implementatie van nieuw gedrag;

4. Uitdoven van oud gedrag.

Hieronder staan ook een aantal belangrijke zaken die kun-

nen helpen bij de begeleiding:

• Klaar staan voor de jongere ook op momenten

buiten 9-17 uur;

• Met de jongere mee gaan naar afspraken met

school/instanties;

• In samenwerking met partners rollen verdelen: wie

stelt de eisen streng en strikt en spreekt de jon

gere daarop aan en wie speelt de begripvolle

ondersteuner?

• Ervoor zorgen dat de jongerenwerker niet in een

afhankelijke positie komt van de leider van de

groep;

• De jongerenwerker heeft een voorbeeldfunctie: in

gedrag naar externen, in gedrag naar individu en

groep. Ook een voorbeeldfunctie als het gaat

Page 23: Individuele begeleiding van jongeren

20methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

om nieuw gedrag: laten zien hoe de leider van de

groep aangesproken kan worden, of hoe het woord

te nemen bij officiële instanties. Afspraken nakomen,

doen wat je zegt (betrouwbaarheid) en zeggen wat je

doet (duidelijkheid);

• Er zit een spanning tussen het opkomen voor het be-

lang van de jongere en de relatie met een netwerk

partner.

4.5 Resultaten en evalueren

Wanneer is het traject geslaagd? Om de resultaten van de

ontwikkeling van een jongere te benoemen, is het belangrijk

om vanuit concreet geformuleerde doelen te werken. Als het

om praktische zaken gaat, bijvoorbeeld het oplossen van een

financiele schuld, dan kun je dat formuleren als: ‘oplossen van

schulden’ en dan zou het resultaat kunnen zijn: ‘De jongere

heeft geen schulden meer’.

Het is belangrijker voor de persoonlijke ontwikkeling van de

jongere dat je ook op dat niveau doelen geformuleerd hebt.

Dus bijvoorbeeld: X kan zijn inkomsten en uitgaven budget-

teren. Of bv: X kan eigen keuzes maken in zijn/haar uitgavenpa-

troon. Het is belangrijk dat je de resultaten ook met de jongere

bespreekt en dat de jongere expliciet beloond wordt voor dat

wat er bereikt is.

Beschrijven van resultaten.

Een evaluatie is een terugblik op een actie vanuit vooraf

gestelde doelen. Door de bereikte resultaten en de geleverde

inspanningen van de jongerenwerker te beschrijven, kan het

resultaat en de aanpak van de jongerenwerker op waarde ge-

schat worden. De vraag is: wat heeft de individuele begeleiding

opgeleverd en staat dat in relatie tot de doelen?

Doordat alle jongerenwerkers hun begeleidingstrajecten

beschrijven (doelen, aanpak en resultaten) kan vervolgens op

organisatieniveau geëvalueerd worden.

Wanneer laat je los, doorverwijzen hoe doe je dat?

Als de vastgestelde doelen bereikt zijn, en de jongerenwerker

heeft dat gecheckt bij de jongere, netwerkpartners en indien

aan de orde de opdrachtgever, dan kan de ondersteuning

afgerond worden. Het is daarom belangrijk om de afronding

tijdig aan te kondigen en te bespreken of de jongere be-

hoefte heeft aan een vervolgcontact met bijvoorbeeld een

instantie voor arbeidstoeleiding of wat er dan ook aan de

orde is. Het is voor de eigen organisatie ook belangrijk om

te weten of een traject, al dan niet succesvol, is afgerond.

Daarom moet een afronding of beëindiging van een traject

ook altijd worden geregistreerd. Het is ook belangrijk om

doorverwijzingen te registreren op organisatieniveau. Op

deze manier wordt duidelijk dat Individuele Begeleiding een

opstap kan betekenen naar andere manieren van specifieke

hulpverlening en begeleiding. Zo wordt ook duidelijk dat

IB een belangrijke schakel is in de keten van begeleiding en

hulpverlening.

Page 24: Individuele begeleiding van jongeren

21

5. Competenties

Wat moet een jongerenwerker per se in huis hebben om de IB

te kunnen doen? Hiervoor hebben we een aantal uitgangspunt-

en en stappen benoemd. Hieronder staan de competenties be-

noemd als algemene competenties en competenties die in een

bepaalde fase van het contact erg belangrijk zijn. De competen-

ties staan geordend naar kennis, houding en vaardigheden.

5.1 Algemene competenties

Kennis

• Kennis hebben van de wijk: sociale kaart, kenmerken

en eigenschappen van de populatie, straatcultuur,

groepsvorming. Dit is noodzakelijk omdat dit de con-

text is van waaruit de begeleiding wordt uitgevoerd;

• Inzicht hebben in sociale en professionele netwerken.

Houding

• Een rolmodel zijn: afspraken maken en nakomen, en

dat ook van de jongere verwachten. Doen wat je zegt

en zeggen wat je doet;

Vaardigheden

• Creatief en flexibel zijn: inventieve manieren inzetten

om de jongere en vervolgens de doelen te bereiken

en resultaat te behalen;

• Doorzettingsvermogen en vasthoudendheid: niet te

snel opgeven, maar kleine successen zien en benoe-

men. Niet te snel (maar wel tijdig) doorverwijzen

waardoor vertrouwen geschaad wordt en je de jon

gere (weer)verliest. Kastje-naar-de-muurtraject

voorkomen;

• De jongeren kunnen stimuleren tot een actieve houd-

ing in het aanpakken van zijn/haar problemen;

• Directief en sturend zijn. De leiding kunnen en

durven nemen in het begeleidingstraject en weer-

standen bij jongere en netwerken kunnen in-

schatten;

• Confronteren en spiegelen: de jongere inzicht kun-

nen bieden in eigen gedrag en de consequenties

daarvan. Je als voorbeeld opstellen en je kwetsbaar

durven opstellen;

• Netwerkpartners kunnen motiveren en inzetten.

Een doelgerichte strategie kunnen ontwikkelen met

deze partners, waarover de jongerenwerker de

regie voert en af kan stemmen wie welke rol op zich

neemt: wie is de boeman (wie stelt de grens en

geeft de sanctie, en op welk moment), wie is de ver

trouwenspersoon, (wie geeft de aai over de bol);

• Eigen (persoonlijke en professionele) onmacht en

grenzen in de begeleiding aan kunnen en durven

geven;

• Als begeleider professionele afstand kunnen houden

tot jongere en een brug kunnen slaan naar burger-

cultuur;

• Werken met je persoonlijkheid en emoties. Vooral

houding, (non)verbale communicatie op tijden en

plekken waar de jongere zich ophoudt maakt IB

tot een specifieke methode. Dus geen 9-5 men-

taliteit hebben.Het gaat hier niet alleen om een

natuurlijke houding, maar ook om de vaardigheid

om een bepaalde functionele houding bewust aan

te meten en doelbewust in te zetten als onderdeel

van de aanpak.

5.2 Contact leggen en houden

Houding

Page 25: Individuele begeleiding van jongeren

22methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

• Inleven in de straatcultuur én in de positie van de

jongere daarbinnen.

Vaardigheden

• Snel en concreet inspelen op hulpvraag van jongere:

werken zonder wachtlijst;

• Goede relatie met individu binnen een groep op kun-

nen bouwen. Dat kan de relatie van de begeleider bin-

nen de groep versterken;

• De vraag achter de vraag durven stellen (jongeren

geven misschien niet altijd even direct aan wat het

probleem is);

• Bij doorverwijzing en bij verplicht kader de intrinsieke

motivatie van de jongeren kunnen aanspreken. Jong-

eren zien mogelijk in eerste instantie elke hulp als

bedreigend en als een afwijzing van hun persoon. Het

is de kunst om er achter te komen waar de jongere

aan wil en kan werken. Dat betekent dus tijd hebben

en nemen om betekenis te geven aan de begeleiding

en een vertrouwensband op te bouwen;

• Bij jongeren tot 16 jaar in ieder geval de ouders

betrekken bij en informeren over de begeleiding.

Bij jongeren ouder dan 16 jaar moet gemotiveerd af-

gewogen worden of en op welke manier ouders be

trokken worden bij het traject.

5.3 Doelgericht werken en resultaten bereiken

Kennis

• Weten hoe je SMART-doelstellingen kunt for-

muleren

• Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijd-

gebonden.

Houding

• Geduld hebben, kleine en grote successen zien en

benoemen (beschrijven en vastleggen en relateren aan

eerder gestelde doelen).

Vaardigheden

• Doelen realistisch, haalbaar en concreet be-

noemen (SMART);

• Doel- en resultaatgericht werken;

• Om kunnen gaan met de spanning tussen inleven,

begrip tonen en grenzen stellen;

• Systeemgericht kunnen denken en handelen. Het

eigen sociale netwerk van de jongere in beeld kun-

nen krijgen, hen infomeren en betrekken bij be-

geleiding op een adequate manier;

• Een doelgerichte begeleiding kunnen beëindigen na

behaald resultaat.

jongerenwerker Hicham met een jongere

Page 26: Individuele begeleiding van jongeren

23

6. Randvoorwaarden

Collegiale overleggen/Intervisie

IB kan pas uitgevoerd worden als een jongerenwerker een

verbinding heeft opgebouwd met de groep jongeren en de

context. IB wordt door jongerenwerkers als autonome profes-

sionals uitgevoerd, in relatie tot externe partners, maar minder

in relatie tot collega’s als het gaat om structurele uitwisseling

en intervisie.

Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat overdraagbaarheid,

duurzaamheid en overeenkomsten in werkwijze en uitgangs-

punten belangrijk zijn. Daarom is het raadzaam dat de jong-

erenwerkers die IB in hun pakket hebben regelmatig met elkaar

intercollegiaal overleg hebben om een aantal zaken met elkaar

te bespreken, elkaar voor te leggen en met elkaar af te stem-

men. Het bevordert ook de overdraagbaarheid in geval van

langdurige afwezigheid van een van de collega’s.

Ook is coaching van een senior vruchtbaar gebleken in de

persoonlijke en professionele ontwikkeling van een jonger-

enwerker. Een aantal jongerenwerkers is in feite ook intern

opgeleid. Dat legitimeert een structureel intercollegiaal over-

leg, groepsgewijs en bilateraal.

Diversiteit en variëteit in caseload

Om als persoon en professional het werk met ener-

gie en perspectief te kunnen doen is het belangrijk dat

gekeken wordt naar de omvang en samenstelling van de

caseload. Deze moet niet alleen maar langdurige zware/

complexe trajecten bevatten. Er moet een gewogen afwis-

seling bestaan met wat lichtere, kortere en kansrijke tra-

jecten. Om motivatie en balans in werk goed te houden.

Positionering en facilitering van Individuele begeleiding

binnen huidige takenpakket

Moet dat voor alle jongerenwerkers gelijk zijn? Zijn er richt-

lijnen voor tijdsinvestering per traject? En voor aantal traject-

en dat begeleider binnen aanstelling kan en mag uitvoeren?

Format voor dossiervorming / verantwoording

Het gaat hierbij om een door de organisatie vastgesteld

sjabloon dat iedere jongerenwerker gebruikt.

Richtlijnen voor dossiervorming/verantwoording

Het gaat hierbij om een toelichting op het gebruik van het

dossier. Hoe moet ik het invullen, hoe moet ik het bijhouden

en waar kan ik het veilig opslaan (digitaal) en bewaren

(archief).

Ureninzet per begeleidingstraject

Gemiddeld zal een IB traject uitgevoerd kunnen worden in

2-5 uur per week per jongere.

Calamiteitenpot

Jongeren in het IB-traject die noodzakelijke kosten hebben

die ze niet kunnen betalen, kunnen in natura worden onder-

steund, zodat het traject niet stagneert. In bijlage 4 staan de

criteria voor gebruik van deze calamiteitenpot.

Beschikbaarheid financiële middelen

Binnen Tandem welzijn bestaat een specifiek geldpotje

waaruit geput kan worden tijdens de begeleiding, indien

noodzakelijk. Er wordt in principe geen contant geld be-

schikbaar gesteld aan de jongere. De jongerenwerker kan

Page 27: Individuele begeleiding van jongeren

24methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

dit potje gebruiken om voor de jongere bijvoorbeeld (een deel

van) een opleiding te betalen, pasfoto’s te laten maken voor een

id-bewijs zodat een jongere kan solliciteren, of het betalen van

een cursus, etc.

Individuele begeleiding en groepswerk /ambulant werk

Omdat het welslagen van Individuele begeleiding samenhangt

met de kennis van de jongeren(groepen), de wijk, professionele

netwerken (ketenpartners), kan IB pas goed uitgevoerd worden

als een jongerenwerker al een bepaalde basis van contact en

bekendheid heeft binnen de wijk.

Individuele begeleiding heeft een plaats binnen de bredere op-

dracht van de jongerenwerkers. Door de aanwezigheid in de

wijk heeft de jongerenwerker een goed beeld van de (problem-

atiek en hulpvragen van) jongeren en kan natuurlijker inspelen

op hulpvragen, maar ook eenvoudiger in contact komen met

de jongeren die gebaat zijn bij Individuele begeleiding.

Combinatie leggen met andere (groeps)activiteiten van het jong-

erenwerk, zoals bijvoorbeeld de participatiegroepen (waar-

bij jongeren en bewoners verantwoordelijkheid nemen voor

sfeer en omgang in de wijk). Door het opbouwen van een goed

netwerk binnen de sociale context kan de jongerenwerker het

sociale netwerk van de jongere ook betrekken bij het oplossen

van de hulpvraag.

Page 28: Individuele begeleiding van jongeren

25

Praktijkvoorbeelden IB

Karim (21 jaar)

Ik ken Karim al vanaf zijn 15e. Hij trekt al vanaf zijn 13e op in een

straatgroepje en blowt veel. Op zijn 15e is hij schuldig bevonden aan

een zedendelict en sindsdien gaat het hard achteruit: veel blowen,

inbreken, agressief gedrag en op straat hangen. Bemiddeling naar

school en werk heeft niets utigehaald. Karim maakt van de dag een

nacht en thuis is er geen structuur. Vader heeft een drugsprobleem

en moeder zondert zich af door zich te richten op de dochters en

het jongste broertje. Door zijn gedrag loopt Karim tegen heel veel

bekeuringen op: rijden zonder rijbewijs, ongelukken maken met on-

verzekerde voertuigen, rijden zonder bromfietshelm, etc.

Ook zijn zorgeverzekering betaalt hij niet. Afspraken komt hij niet

na, hulpverleners van diverse instanties vinden hem niet gemo-

tiveerd. Uiteindelijk staat hij ten einde raad bij de jongerenontmoet-

ingsplaats (JOP) met een tas met daarin zijn boekhouding. In deze

tas zit minimaal € 20.000,- aan schulden. Eenmaal op bezoek thuis

komt er veel meer aan het licht, ook vader legt zijn administratie op

tafel en het hele gezin blijkt zwaar in de problemen te zitten. Tussen

vader en zoon komt het zelfs tot een handgemeen. Een multiprob-

lem gezin dus, daarom zoek ik contact met het wijkteam om samen

tot een aanpak te komen.

Een aantal telefoontjes naar schuldeisers brengt voorlopig wat rust

in het gezin en moeder schenkt een kopje thee in. Ik ben binnen.

Hieronder volgen enkele praktijkvoorbeelden van IB-inzet,

verteld door jongerenwerkers van Tandem. De namen van de

jongeren zijn om privacyredenen veranderd.

Youssef (21 jaar)

Youssef is een jongen van 21 jaar die thuis woont. Hij stottert

en is volgens zijn moeder erg opvliegend. Hij zit nu net op een

nieuwe opleiding: beveiliging aan de ROC. Ik kom met moeder

aan de praat tijdens de rechtszitting van haar neef in Arnhem,

ook een jongere die ik begeleid. Tijdens mijn bezoek aan het ge-

zin valt mij op dat moeder en zoon absoluut niet met elkaar

overweg kunnen. In haar bezorgdheid is moeder erg nadrukkelijk

aanwezig en wordt ze snel boos.

Haar Nederlandse man kijkt het allemaal wat gelaten aan en

probeert de kemphanen af en toe wat te kalmeren. Youssef

moet een bewijs van goed gedrag gaan aanvragen, maar moeder

maakt zich zorgen of dat wel lukt, aangezien hij met justitie in

aanraking is geweest. Daarnaast heeft hij wat schulden gemaakt:

boetes voor dronkenschap op straat, rijden door rood licht en

snelheidsovertredingen. Bij elkaar staat er nog zo’n € 1.500,- aan

boetes open.

Op een gegeven moment escaleert de situatie en slaat moeder

Youssef met een asbak. Ik neem Youssef apart en praat met hem

op zijn kamer. Ik leg hem uit dat moeder het op zich goed be-

doelt, maar zelf ook opgefokt reageert, waardoor het een ave-

rechts effect op Youssef heeft. Youssef komt tot bedaren en zegt:

“precies man, jij bent relaxt en ziet wat er gebeurt”.

Even later hervatten we het gesprek en Youssef vertelt over school

en hoe het gaat in de klas. Moeder en haar man zeggen: “dit is

de eerste keer dat je wat vertelt over hoe het op school gaat, dat

vinden wij fijn om te horen”. De volgende dag ben ik ‘s ochtends

bij Youssef thuis. Bij de politie heb ik geïnformeerd, het valt al met

al wel mee met de justitiezaken, in ieder geval niets waardoor hij

het bewijs van goed gedrag niet kan verkrijgen.

Page 29: Individuele begeleiding van jongeren

26methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

Vervolg Youssef (21)

Youssef is blij en samen vullen we het aanvraagformulier in. De

maandag erop smsen we met elkaar: de school heeft het formulier

verder ingevuld en de aanvraag is gedaan. Youssef belt me ‘s avonds

op: “mijn moeder is een stuk relaxter nou, wanneer heb je tijd om

me te helpen met die schulden? Als ik thuis wil blijven wonen, moet

ik daar vanaf, anders blijf ik die problemen houden hier”.

Met moeder spreek ik af dat ze probeert niet gelijk boos te worden.

Met Youssef heb ik nu wekelijks contact. Ik kom hem tegen in de

stad en hij geeft me een ‘boks’: “ik zie je vrijdag man!”. Yep.

Kevin

Kevin heeft een leerprobleem, maar Kevin is ook een talent als het

aankomt op het maken van muziek. Ik heb Kevin ontmoet in de

jongerenbus, een grote omgebouwde Amerikaanse bus waarmee ik

samen met chauffeur Veronica door de wijk rijdt. Hulpverlenende in-

stanties uiten hun zorgen over Kevin en het gezin, Kevin is moeilijk op

school en reageert soms agressief. In de bus is hij goed aanspreek-

baar, wel een druktemaker, maar als hij het te bont maakt, zegt hij

met een grote glimlach tegen me: “je bent toch mijn mattie”.

Aan één stuk door rapt hij zijn teksten die gaan over verdriet, meisjes

en zijn moeder. Ik vertel hem over mijn contacten met de geluids-

studio van Dizzy. “Dat zou dope zijn, ik moet mijn shit spitten, weet-

je? “. Vertaling: dat is te gek, want ik wil graag mijn raps opnemen.

Het ging mis op school. ruzie met de leerkracht. Met de schooldirect-

eur, de reclassering en de leerplichtambtenaar, Kevin en zijn moeder

zitten we rond de tafel. Kevin staart naar de grond en kijkt boos:

“Jullie vinden mij dom, ik hoor alleen maar wat ik niet kan. Je zet

me voor schut, omdat ik de woorden in het Engels niet weet of niet

goed kan rekenen”. Maar Kevin, zeg ik, inderdaad heb jij moeite met

bepaalde vakken, maar jij kunt heel veel dingen wel goed.

Jij kunt muziek maken en teksten schrijven als de beste. Zo goed

dat ik je geholpen heb om je liedjes op te nemen in een studio,

dat zouden we niet doen als we je dom vinden.

Maar je moet wel naar je leraar luisteren en je hier aan de regels

houden. Ik kan toch niet tegen mijn baas zeggen dat ik je studio

betaal, terwijl jij er op school een zooitje van maakt? Kevin knikt.

“We gaan het weer proberen” besluit de directeur.

Ik kom de studio binnen en Kevin zit in de grote producers’ stoel.

“Hee Mattie, ja man, gaat goed, maar ik ben nu even bezig met

me shit, ik heb een tekst over mijm moeder weet je, hoe ze voor

me zorgt en zo, weet je”. Als ik de deur uitloop, hoor ik: “hey Mat-

tie, ik had trouwens een 7 voor Nederlands en een 8 voor me

wiskunde”.

de Tandem-jongerenbus

Page 30: Individuele begeleiding van jongeren

Bijlage 1: bronnen

Tandem-bronnen

• Tandem Welzijnsorganisatie Nijmegen. Het jaar 2009 in facetten. Jaarverslag;

• Naar vernieuwing van het Jongerenwerk in Nijmegen, versie 1.0, 07-10-2009. Drs P. Hagenaars;

• Implementatieplan Jongerenwerk Nieuwe Stijl 2010-2011. Tandem, Bea de Ruijter, juni 2010;

• Gedragslijn voor het uitwisselen van klantgegevens. Concept 28 mei 2010;

• Memo centrum voor jeugd en gezin 12 plus in relatie tot het onderwijs (notitie tandem, 6-7-2010);

• De signalering en doorleiding voor 12-18 jarigen na beëindiging van de BOOG-netwerken. Memorandum, 10 mei 2010;

• Brief aan Jongerenwerkers Tandem over inrichten vangnetsysteem 0-23 jarigen, 12 juli 2010;

• Project Over Enthousiast (Nijmegen/NEC). Paragraaf uit: Voetbalvandalisme voorkomen - Een voorzet voor veilig

voetbal (april 2010).Competentieprofiel jongerenwerk Tandem, Tandem, Projectgroep Competentieontwikkeling

Jongerenwerk, maart 2008-januari 2009

• Competentieprofiel Jongerenwerker, Movisie 2008

Overige bronnen

• Van de straat. De straatcultuur van jongeren ontrafeld. F. van Strijen (SWP, 2009).

• Voetbalvandalisme voorkomen, een voorzet voor veilig voetbal. Een instrument voor het uitvoeren van sociaal

preventief beleid bij voetbalvandalisme. (CCV, 2010).

27

Page 31: Individuele begeleiding van jongeren

Bijlage 2: Over enthousiast

Doel

Het doel van het SPB bij NEC is dat voetballiefhebbers in

Nijmegen onbezorgd naar het betaalde voetbal van NEC

kunnen en dat repressief ingrijpen zo veel mogelijk wordt

voorkomen. Centraal in het project Over Enthousiast staat de

verbinding van risicosupporters met NEC, zodat ongewenst

gedrag wordt voorkomen. Vanuit een betekenisrelatie met

de supporters wordt gewerkt aan sfeerverbetering, gedrags-

verandering, een constructieve houding en het vermijden van

agressie.

De doelstelling is concreet gemaakt in een aantal kengetallen:

• Stadionverboden: op jaarbasis zullen 50 supporters

in een traject na stadionverboden begeleid worden (per

1 februari 2010 heeft NEC 17 stadionverboden). De re-

cidive dient minder dan 10% te zijn. Daarnaast worden

circa 10-20 personen in een voortraject begeleid.

• Directe preventie: het project benadert actief 30

risicosupporters per jaar die over de schreef dreigen te

gaan. Dit moet stadionverboden en grotere problematiek

(overlast, agressieve sfeer of persoonlijke problematiek)

voorkomen.

• Bereik van het project: het directe actieve bereik van

het project is 650 verschillende (risico)supporters per

jaar, voornamelijk tijdens en rond wedstrijden van NEC.

Er is wekelijks contact met 60 supporters over support-

28methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

ers en wedstrijd gerelateerde zaken.

• Doorverwijzing: het project wijst per jaar 20 supp-

orters door naar hulpverleningsorganisaties.

Doelgroep

De doelgroepen zijn heterogeen: NEC-supporters met

opvallend of risicovol gedrag, maar zonder duidelijke ge-

meenschappelijke sociale achtergrondkenmerken. Voor-

namelijk autochtonen. NEC onderscheidt twee doelgroepen:

1. Jeugd: personen onder de 23 jaar. Er vallen randgroep-

jongeren onder, maar ook scholieren en studenten.

2. Oudere groep: personen vanaf 23 jaar en ouder.

Omschrijving

In het Goffertpark zit een multifunctioneel sportcentrum

(de Eendracht), waarin een aantal sociale, educatieve en

sportieve instellingen gevestigd is. In de Eendracht zitten

het ROC, Over Enthousiast (het sociaal preventief support-

ersproject), NEC amateurs, de supportersvereniging, het

Sportmedisch Centrum en de Stichting Zevenheuvelenloop.

Deze instellingen werken met elkaar samen, onder andere

op het gebied van de aanpak van (risico)jongeren. Hoofd-

doelstelling van de Eendracht is dat (risico)jongeren worden

geholpen met hun (gedrags)problemen. De positieve uit-

straling van NEC wordt daarbij ingezet. Voor het project

Over Enthousiast zijn 2 supporterscoördinatoren werk-

zaam, waarvan 1 vrouw, die beiden werkzaam zijn bij Tandem

Welzijn.

Page 32: Individuele begeleiding van jongeren

29

• De supporterscoördinator legt en onderhoudt (in-

dividuele) contacten met NEC-supporters die door

het voetbal in problemen zijn gekomen of die door

de binding met de voetbalclub hun individuele proble-

men samen met Over Enthousiast aan willen pakken.

Indien nodig en waar mogelijk worden supporters via

trajecten begeleid richting hulpverlening, werk,

scholing, enzovoort. Daarom onderhoudt de support-

erscoördinator contact met relevante hulpverlenings-

organisaties.

• Ook worden de supporters door Over Enthousiast

preventief aangesproken op hun gedrag en gecor-

rigeerd. Ten slotte wordt gestimuleerd dat supporters

op een positieve manier bijdragen aan de voetbalclub

en het stadion. Een voorbeeld hiervan is het organis-

eren en ondersteunen van sfeeracties.

• Door haar contacten met de supporters beschikt de

supporterscoördinator over relevante informatie

voor de wedstrijdorganisatie.

• Daarnaast spreekt ze supporters aan op hun gedrag

rond wedstrijden. Ten slotte heeft de supporterscoör-

dinator de rol van intermediair tussen supporters en

erzijds en NEC, politie, justitie en gemeente ander-

zijds.

Capaciteit

45 uur per week.

Betrokken partijen

Gemeente, politie, het OM, NEC en Tandem Welzijn.

Resultaat

• Er is beter zicht op groepsstructuur, groepsproces-

sen en actuele ontwikkelingen.

• Supporters met ‘risicogedrag’ zijn bekend.

• Er zijn minder en minder heftige incidenten.

• Het 'wij tegen de rest' gevoel is verminderd.

• Er is de afgelopen tien jaar voorkomen dat nieuwe

aanwas zich aansluit bij de doelgroep.

• Onrust in de groep is sneller duidelijk en mak-

kelijker te corrigeren.

• Het project heeft door de opgebouwde betekenis

relatie een aantal aanspreekpunten in de groep.

• Door de individuele benadering is negatief groeps-

gedrag doorbroken en behoren groepsescalaties tot

het verleden.

• Supporters hebben steeds meer zicht op hun

(groeps)gedrag en de consequenties hiervan.

• De supporter weet Over Enthousiast gemakkelijk

te bereiken.

Page 33: Individuele begeleiding van jongeren

30methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

Intakeformulier Individuele Begeleiding

Dossiernummer:

Naam Jongere:

Adresgegevens:

Leefgebieden:

Woonsituatie:

Onderwijs en/of werk:

Vrije tijd:

Relaties/vrienden:

Gezondheid/uiterlijk:

Problemen en klachten:

Oorzaken van problemen en klachten:

Beleving van de situatie:

Gevolgen voor het dagelijks functioneren:

Probleemhantering:

Hulpverleningsverleden:

Compenserende omstandigheden:

Sociale steun:

Doelstellingen en behoeften:

Verwachtingen van IB:

Bijlage 3: Intakeformulier IB

Het formulier is te downloaden op TandemNet.

Page 34: Individuele begeleiding van jongeren

31

Bijlage 4: Calamiteitenpot

Doelstelling

De bedoeling van calamiteitenpot is dat jongeren die nood-

zakelijke kosten moeten maken en deze kosten op dat moment

niet kunnen maken, ondersteund worden, zodat het uitgezette

traject niet stagneert. De jongere wordt ‘in natura’ onder-

steund. De intentie is dat de gemaakte kosten (indien mogelijk)

terugbetaald worden door de jongere.

Inhoud

Voor de calamiteitenpot is geld gereserveerd.

Procedure

1) Aanvragen geld

Er een voorschot aangevraagd worden bij de financiële admi-

nistratie. De manager of de programmabegeleider tekent voor

akkoord.

2) Verantwoording gelden

Via een declaratiestaat onder vermelding van calamiteitenpot

moet periodiek verantwoording afgelegd worden over de ge-

bruikte gelden. Hierin staat hoeveel er is uitgegeven en hoeveel

geld er nog in de pot zit.

3) Waarvoor te gebruiken?

Kleine bedragen kunnen in onderling overleg worden in-

gezet. Wanneer het om grotere bedragen gaat, wordt de

project-ontwikkelaar bij dit overleg betrokken. Hierdoor

zal gaande weg het jaar ook een lijst ontstaan waarvoor de

calamiteitenpot kan worden aangesproken en steeds verder

worden uitgebreid.

4) Jongere

De jongere krijgt geen geld in handen, maar ‘in natura’.

Met de jongere wordt afgesproken hoe hij/zij de gemaakte

kosten gaat terugbetalen en binnen welke termijn. Deze

afspraken worden schriftelijk vastgelegd en door beide

partijen ondertekend.

Voorbeelden

• Boodschappen, (niet structureel)

• Aanvraag ID-bewijs, pasfoto’s

Page 35: Individuele begeleiding van jongeren

32methodiekbeschrijving individuele begeleiding jongeren

Page 36: Individuele begeleiding van jongeren