De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen...

29
1 De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen Dossier van Vrede vzw. Auteurs: Georges Spriet en Ludo de Brabander. Augustus 2014. Deze tekst is een geupdate samenvatting van het boek ‘Als de NAVO de passie preekt’ (EPO, 2009), geschreven door Georges Spriet en Ludo De Brabander WWW.VREDE.BE

Transcript of De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen...

Page 1: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

1

De NAVO: instrument voor de

verdediging van westerse belangen

Dossier van Vrede vzw. Auteurs: Georges Spriet en Ludo de Brabander. Augustus 2014. Deze tekst is een geupdate samenvatting van het boek ‘Als de NAVO de passie preekt’ (EPO, 2009),

geschreven door Georges Spriet en Ludo De Brabander

WWW.VREDE.BE

Page 2: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

2

Vrede vzw, Dok Noord 4E bus 003, 9000 Gent - tel: 09233.46.88 - [email protected]

INHOUDSTAFEL

p. 3. VAN DE OPRICHTING TOT AAN HET EINDE VAN DE KOUDE OORLOG p. 4. Het Marshallplan p. 5. Economische belangen en bewapening p. 7. Einde van de Koude Oorlogp. 10. DE NAVO TREEDT BUITEN HAAR GRENZEN p. 10. Existentiële crisis p. 11. Naar een mondiale NAVO p. 12. Afghanistan p. 15. Buitenlandse militaire expedities worden defensie p. 16. VERDERE MILITARISERING VAN DE NAVO p. 16. Defensiebudgetten p. 16. Nucleaire NAVO p. 18. Het NAVO-raketschild in Europap. 20. DE NAVO EN EUROPA p. 20. Europa p. 22. Nieuwe spanningen met Ruslandp. 26. BESLUITp. 28. Noten

Page 3: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

3

1. VAN DE OPRICHTING TOT AAN HET EINDE VAN DE KOUDE OORLOG

Vrede vzw, Dok Noord 4E bus 003, 9000 Gent - tel: 09233.46.88 - [email protected]

De Noord Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) is in 1949 opgericht. Voor haar aan-hangers is het de verdienste van dit militair bondgenootschap dat het een dam kon op-werpen tegen een agressief expansionistisch communistisch systeem dat Europa na Wereldoorlog II opnieuw in een oorlog dreigde te storten. Het discours over de oorlogs-dreiging vanuit Oost-Europa tijdens de Koude Oorlog werd sterk gepopulariseerd in de media. Er werd graag verwezen naar de blokkade van Berlijn, de Koreaanse oorlog, het neerslaan van de Hongaarse opstand, de Praagse lente, enzovoort. Historische uitsprak-en, zoals die van de Belgische socialist Paul-Henri Spaak met zijn bekende ‘nous avons peur’-toespraak voor de derde Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (sep-tember 1948), moesten de perceptie van een reële dreiging vanuit het communistische Oostblok onderstrepen. De oprichting van de NAVO en de bewapening was in die con-text broodnodig om de tegenstander af te schrikken en desnoods militair van antwoord te dienen.

Een diepere lezing en analyse van de feiten geeft evenwel een veel genuanceerder en zelfs ander verhaal. De oprichting van de NAVO had veel minder met de externe militaire dreiging van het Oostblok te maken, dan wel met de toenmalige ideologische, econo-mische en geopolitieke belangen van het Westen.

Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister van Buiten-landse Zaken (1953-1959) zei dat hij “geen weet had van een verantwoordelijke hoge militaire of civiele functionaris, in deze regering of elke andere regering, die gelooft dat de Sovjet-Unie nu een verovering plant via een open militaire agressie”. Ook Paul-Henri Spaak deed zijn berucht geworden uitspraak uit politiek opportunisme. Inmiddels is im-mers gebleken dat hij, noch veel van zijn collega’s, echt geloofden dat er een reële mili-taire dreiging uitging van de Sovjet-Unie. Spaak was aanvankelijk tegen de oprichting van een Atlantisch Pact omdat het de tweedeling van Europa zou bevestigen. Maar vol-gens Spaak had België een spoedig herstel nodig na WO II en daarvoor was Amerikaanse hulp, en dus een duidelijke loyaliteit ten opzichte van de VS, noodzakelijk.(1)

Page 4: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

4

1.1. Het Marshallplan

Die hulp kwam er in de vorm van het Mar-shallplan, een grootschalig programma dat de Europese economieën er weer bovenop moest helpen. Het Marshallplan kwam niet uit altruïsme tot stand, maar om de Ameri-kaanse economische en politieke doelstel-lingen te kunnen verwezenlijken. Een eerste reden moet gezocht worden in de bezorgd-heid over de toestand van de Amerikaanse economie. Na de Tweede Wereldoorlog dreigde in de VS een economische crisis als gevolg van het totale gebrek aan Europese koopkracht. De Amerikaanse viceminis-ter van Economische Zaken, Will Clayton, schreef in de lente van 1947 aan de Ameri-kaanse minister van Buitenlandse Zaken, George Marshall: “Wij hebben markten nodig, grote markten waar we kunnen ko-pen en verkopen”.(2) Dat was in het belang van de ondernemingen op het grondgebied van de VS zelf, maar ook van de VS-onderne-mingen in Duitsland die de hele oorlog door hadden geproduceerd. Om Europese mark-ten te creëren was een grootscheeps herstel-programma noodzakelijk dat de productie- en consumptiecapaciteit in West-Europa zou doen heropleven. Een tweede, daarmee ver-band houdende reden was de Amerikaanse bezorgdheid dat de Europese economische malaise de invloed van de Sovjet-Unie en de communistische partijen in de afzonderlijke Europese landen zou doen toenemen, wat een obstakel zou vormen voor de kapitalis-tische ambities van de VS.

Duitsland speelde een cruciale rol in de Amerikaanse plannen. De VS was ervan overtuigd dat een Europees herstel er maar kon komen als ook het Duits economisch bestel in het plan zou worden opgenomen. Bij de andere Europese landen leefde even-wel de vrees dat een economisch sterk Duitsland opnieuw een verlengstuk zou krij-gen in een militair machtig Duitsland. Op de

conferentie van Jalta (februari 1945) was tussen de leiders van de geallieerden (Roosevelt, Churchill en Stalin) overeenge-komen dat de grote Duitse industriële groepen van de Nazi’s, voornamelijk in het Ruhrgebied, ontmanteld zouden worden. Dat zou een behoorlijke streep door de rekening van het Amerikaans kapitaal en zijn Duitse ondernemingen betekenen. VS-president Truman (die de overleden Roosevelt was opgevolgd) deed er alles aan om dit economisch belangrijke gebied -dat in de Britse bezettingszone lag- onder controle te krijgen. Op de conferentie van Jalta was beslist om Duitsland te verdelen in vier bezettingszones: een Franse zone in het uiterste westen; een Britse zone in het noordwesten, een Amerikaanse zone in het zuiden en een Sovjet-zone in het oosten. Toen deze zones gecreëerd werden was het geenszins de bedoeling om Duitsland op te splitsen, alleen maar om administratieve zones vast te leggen. Op 1 januari 1947 kwam er een versmelting van de Britse en de Amerikaanse bezettingszones en was de eerste stap in de richting van een op-splitsing van Duitsland gezet. Tegelijkertijd werd de Sovjet-Unie een hak gezet die nu net belang had bij een eengemaakt, neu-traal en gedemilitariseerd Duitsland dat in staat zou zijn herstelbetalingen uit te keren aan Moskou. Het Ruhrgebied was daartoe van essentieel belang. Op de eenzijdige afsplitsing van West-Duitsland op 23 mei 1949, waaraan ook de Franse bezettings-zone werd toegevoegd, gevolgd door de installatie van een Duitse regering en de in-voering van een nieuwe munt in die zones, reageerde de Sovjet-Unie met een blok-kade van Berlijn. De Koude Oorlog werd in Europa een concrete realiteit.

Washington slaagde er in om het wantrou-wen in Europa voor een nieuw sterk Duits-land weg te nemen via een dubbele politiek. Ten eerste door de onderlinge

Page 5: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

5

“We zijn verbonden met alle vrije volk-eren, niet alleen door een nobel idee, maar vooral door een eenvoudige noodzaak. Een vrij volk kan zich niet langer vastklampen aan een privilege of zijn veiligheid niet langdurig verzekeren door zich op te slui-ten in economische afzondering. Ondanks onze materiële macht hebben we de mark-ten in de wereld nodig voor het surplus van onze agrarische- en industriële productie. Voor die productie hebben we ook vitale materialen en producten nodig die van ver in de wereld komen. Die fundamentele wet van interdependentie, die zo manifest is voor de handel in vredestijd, is dat nog duizend keer meer in tijden van oorlog”.(3) Achter het NAVO-schild konden de West-Europese landen met Marshallhulp hun economieën heropbouwen en moderni-seren. Het VS-kapitalisme kon zich ontwik-kelen doordat het de toegang tot, en de controle over West-Europa verwierf.

1.2. Economische belangen en be-wapening

Het Amerikaanse zakenleven zag dus brood in het opkloppen van de Sovjet-Unie als een directe dreiging. De voorzitter van het Amerikaanse bedrijf ‘General Electric Corporation’ toonde zich opgetogen over de economische resultaten die de oorlogs-situatie had opgeleverd en pleitte voor een permanente oorlogseconomie via een blijvende alliantie tussen het zakenleven en de krijgsmacht.(4) VS-president Truman en zijn regering deden hun uiterste best om een koude-oorlogssfeer te scheppen. De propaganda die meteen na de Tweede Wereldoorlog en tijdens de Koreaanse oor-log een klimaat van angst en zelfs hysterie rond het communisme creëerde, result-eerde in gigantische militaire bestellingen die de VS-economie een enorme stimulans gaven. Het resultaat was dat de Amerikaan-se regering quasi geen weerstand kreeg

Europese samenwerking te stimuleren. Zo werd het Amerikaans economisch hulp-programma voor Europa, het Marshall-plan, in de praktijk gebracht via een nieuw opgerichte multilaterale organisatie van 16 landen, de Organisatie voor Europese Eco-nomische Samenwerking (OEES).

Ten tweede door de oprichting van een mili-taire alliantie met de VS, die er in de ogen van de Europese bondgenoten garant voor moest staan dat een heropstanding van een militair dreigend Duitsland zou worden ver-hinderd. Dat deze nieuwe militaire alliantie, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), en de bijbehorende militaire opbouw ook een economische en geopolitieke functie hadden, maakt de volgende uitspraak van de Amerikaanse president Eisenhower duidelijk:

Page 6: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

6

tegen haar politiek van herbewapening. De hoge defensie-uitgaven mondden uit in grote militaire bestellingen bij de wapenin-dustrie. In 1955 was het militaire budget van de VS opgelopen tot 40 miljard dollar op een totale begroting van 62 miljard dollar. De bedrijven die voor Defensie produceerden verdienden fortuinen. Twee derde van de militaire bestellingen kwam bij slechts twaalf reusachtige vennootschappen terecht, die uitsluitend produceerden in opdracht van de regering. De opmars van de oorlogsin-dustrie ging zo ver dat de Amerikaanse president Eisenhower in zijn afscheidsrede in januari 1961 waarschuwde voor de macht van het ‘militair-industrieel complex’. Hoe-wel hij vond dat de VS verplicht was om een permanente oorlogsindustrie op poten te zetten, stelde hij: “We moeten waakzaam zijn voor de ongeoorloofde invloed, al dan niet bewust gezocht, van het militair-industrieel complex”.(5)

Op 9 mei 1955 zou Duitsland lid worden van de in 1949 opgerichte NAVO, wat het begin inluidde van de institutionalisering van de Koude Oorlog. Negen dagen later reageerde de Sovjet-Unie met de oprichting van het Warschaupact, een militair bondgenoot-schap met de Oost-Europese communis-tische staten.

Een jaar later zou de Noord-Atlantische Raad, het hoogste besluitvormingsorgaan van de NAVO, een resolutie aannemen dat een ex-pertenrapport goedkeurde waarin aanbev-elingen werden geformuleerd voor politieke, economische en culturele samenwerking onder de lidstaten. In een duidelijke verwijz-ing naar de communistische economieën sprak dat rapport over “een beleid dat onder voorwaarden van competitieve co-existen-tie, de superioriteit zal aantonen van vrije instellingen in het promoten van menselijke welvaart en economische vooruitgang”.(6) De resolutie stelde daarenboven in bedekte

termen de uitbreiding voor van de toepas-singszone van het NAVO-beleid naar de hele wereld, omdat de invloed en de be-langen van de NAVO-leden ernstig in het gedrang konden komen buiten het NAVO-territorium. De NAVO kreeg daarmee for-meel ook een economische opdracht mee, namelijk de (mondiale) ondersteuning van de vrije markt.

Op initiatief van de machtige Amerikaanse bankier David Rockefeller werd in 1973 de Trilaterale Commissie opgericht, die het heersende anti-Sovjetisme een duw in de rug zou geven en tot een hechtere samen-

Page 7: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

7

werking moest leiden tussen de VS, Europa en Japan. De leden van deze elitegroep kwamen uit de allerhoogste politieke en economische kringen van de drie continen-ten. De Commissie wilde via een triconti-nentaal kapitalisme de ideologische, poli-tieke en economische bedreiging van het communisme en de revolutionaire bewegin-gen in de derde wereld een halt toeroepen door middel van een internationalisering en uitbreiding van het kapitalisme. Dit denk-spoor kreeg helemaal de wind in de zeilen toen de Amerikaanse president en commis-sielid Jimmy Carter, Zbigniew Brzezinski in 1977 tot Nationaal Veiligheidsadviseur van de VS benoemde. De conservatieve geostra-teeg Brzezinski was in 1973 al aangezocht door Rockefeller om de Trilaterale Commis-sie te helpen oprichten. Als Veiligheidsadvi-seur werkte Brzezinski aan de normalisering van de relaties met de Volksrepubliek China, de regionale vijand van de Sovjet-Unie. Tegelijk probeerde hij de Sovjet-Unie te verzwakken door het bewapenen van de moedjahedien-strijders in Afghanistan. Zij leverden daar een strijd tegen de Sovjettro-epen die het land in december 1979 waren binnengetrokken op vraag van de Mos-kougezinde Afghaanse regering.

De VS-politiek binnen en buiten de NAVO zou grotendeels gestalte krijgen langs de lijnen die werden uitgezet door Brzezinski. Later zou hij zijn strategie uiteenzetten in zijn boek ‘The Grand Chessboard’ (zie ver-der). In Europa moest de VS-aanwezigheid geconsolideerd blijven als bruggenhoofd voor Amerikaanse geostrategische en economische belangen. Rusland moest buitenspel worden gezet, wat aardig lukte met de Amerikaanse steun voor het ver-zet in Afghanistan. Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie begin jaren 1990 maakte de weg vrij voor de ‘Great Game’, een machtsspel met als inzet de olie- en gasrijke Centraal-Aziatische regio.

1.3. Einde van de Koude Oorlog

Tijdens een historische topontmoeting tus-sen VS-president Georges Bush en Sovjetlei-der Michail Gorbatsjov in Malta op 3 de-cember 1989, verwezen beide wereldleiders de Koude Oorlog naar de annalen van de geschiedenis. In de media en de politiek won de overtuiging veld dat het einde van de Koude Oorlog ook het lot zou bezegelen van de militaire pacten. Met het uiteenval-len van het Warschaupact (midden 1991) en de Sovjet-Unie, en de hereniging van Duits-land vielen meteen ook de belangrijk-ste officiële bestaansredenen van de NAVO weg. Voor zijn ontbinding stelde het War-schaupact nog een ‘nieuw Europees vei-ligheidssysteem’ voor met leden van de voormalige rivaliserende militaire allianties als componenten. Anderen droomden in het kader van de vrede en de veiligheid van een prominentere plaats op de internatio-nale scene van de bestaande Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), waar alle lidstaten van de voorma-lige rivaliserende militaire allianties deel van uitmaakten. De OVSE was een politieke in plaats van een militaire organisatie en bovendien had ze het statuut van regionale veiligheidsorganisatie zoals omschreven in het Handvest van de Verenigde Naties. De Verenigde Staten was evenwel bezorgd dat met het afschaffen van de NAVO, ook de politiek-militaire en bijgevolg economische

Page 8: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

8

economische controle over Europa verloren zou gaan. Om dit op te vangen deed de VS verwoede pogingen om de NAVO te hervor-men door in haar schoot samenwerkings-structuren (‘partnership for peace’) met de voormalige Oostbloklanden op te zetten of gewoon door voormalige Warschaupact-landen op te nemen in de NAVO.

Hoewel de staatshoofden op de NAVO-top in Londen (juli 1990) het einde van de Koude Oorlog bevestigden, was er dus geen sprake van de ontbinding van de NAVO, wel van een hervorming. Het gevaar dat zou kunnen uitgaan van de Sovjet-Unie was nog niet helemaal geweken, zo stelde men uitdrukkelijk. Dat klonk evenwel weinig overtuigend. In Atlantische kringen ge-bruikte men daarom ook het argument dat er nieuwe dreigingen op komst waren waar de NAVO op moest voorbereid zijn: “Zodra onderdrukkende regimes zijn verwijderd, bestaat de mogelijkheid dat lang opgek-ropte politieke, economische en etnische grieven tot uitbarsting komen”, aldus de toenmalige Britse permanente vertegen-woordiger bij de NAVO, Sir Michael Alexan-der.(7) Hij sprak verder nog over dreigingen uit “het Zuiden en het Midden-Oosten”.

Hoewel het bestaan van nieuwe dreigingen als gevolg van de ontbinding van het poli-tieke systeem in Oost-Europa niet volledig uit de lucht was gegrepen, speelden ook an-dere redenen om de NAVO te behouden.

Het belang van de NAVO zou in juni 1995, enkele jaren na de val van het IJzeren Gor-dijn, geformuleerd worden in een Penta-gon-publicatie over de veiligheidsstrategie voor Europa en de NAVO. Het document droeg politieke, economische en culturele argumenten aan waarom Europa ook na de val van de Berlijnse Muur van groot be-lang bleef voor Amerika: “De VS heeft vitale belangen in een Europa dat democratisch, onverdeeld, stabiel en voorspoedig is, openstaat voor handel en investeringsmo-gelijkheden en steun geeft aan politieke, economische en militaire samenwerking met de Verenigde Staten, zowel binnen Europa als in andere belangrijke delen van de wereld.”(8) In deze veiligheidsstrategie benadrukte het Pentagon de economische voordelen voor de VS als gevolg van de samenwerking met Europa: “Die banden genereren jobs voor Amerikaanse arbei-ders, kwaliteitsgoederen voor Amerikaanse consumenten en investeringen en winsten voor Amerikaanse ondernemers”.(9) Het document verklaarde ook waarom de VS een eigen Europees veiligheidsbeleid niet helemaal ongenegen was: het reduceert niet alleen de Amerikaanse defensiekosten, maar verhoogt ook de “veiligheid van de vitale economische belangen”.

De val van de muur zorgde voor een bijko-mende dimensie bovenop de ‘oude’ geo-strategische drijfveren. De Sovjet-Unie hield officieel op te bestaan op 25 december 1991. Een belangrijk deel van Centraal- en Oost-Europa was uit de Sovjet-Russische invloedszone losgeweekt. Het terrein lag braak voor nieuwe spelers. De NAVO liet die gelegenheid niet aan zich voorbijgaan. Economische overwegingen speelden daarbij duidelijk een rol. Zo verklaarden de NAVO-ministers in Kopenhagen (juni 1991): “Met alle mogelijke middelen blijven wij de hervorming van de staten van Oost- en Centraal-Europa steunen … evenals de

Page 9: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

9

inspanningen die een moderne en competi-tieve markteconomie beogen”.(10) Op de NAVO-top in Rome (november 1991) klonk het in de verklaring over de ‘ontwikkelin-gen in de Sovjet-Unie’, nog duidelijker: “De bondgenoten zijn er ten zeerste van over-tuigd dat politieke veranderingen gepaard moeten gaan met economische vrijheid en de uitbouw van markteconomieën. Wij steunen de ontwikkeling van een econo-misch beleid dat handel en economische samenwerking tussen de [Oost-Europese] republieken promoot in het belang van de groei en de stabiliteit.”(11)

Het spreekt voor zich dat de VS een be-langrijke rol voor de NAVO zag weggelegd in het herenigde Europa. Het Atlantisch bondgenootschap bezorgde Washington immers niet alleen de noodzakelijke poot in Europa, het kon er tegelijk ook een domi-nante rol spelen. Voor de Europese landen van het bondgenootschap was de NAVO niet noodzakelijk de belangrijkste speler op het continent. Duitsland, dat zich later nochtans zou ontpoppen als de grote mo-tor achter de eerste uitbreidingsronde van de NAVO -met Polen, Hongarije en de Tsjechische Republiek- was daarin zeer op-portunistisch. Berlijn toonde zich weliswaar bekommerd over de mogelijke instabiliteit aan de oostgrens, maar minstens zo be-langrijk was zijn economisch beleid gericht op Oost-Europa dat nieuw zuurstof moest geven aan de ‘Deutsche Wirtschaft’ (de Duit-se economie). En die doelstelling kon even-goed verwezenlijkt worden via de Europese Unie. Het gevolg was dat Duitsland op twee paarden wedde en zo in wisselende coali-ties zou terechtkomen.

Page 10: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

10

2.1. Existentiële crisis

Het NAVO-verdrag zoals dat in 1949 was afgesloten, zorgde voor grote beperkingen op vlak van territoriale actieruimte. Artikel 6, dat de toepassing regelde voor de geza-menlijke reactie op een aanval tegen een NAVO-lidstaat (artikel 5), kreeg tijdens de Koude Oorlog doorgaans een restrictieve in-terpretatie zodat out-of-area-missies (missies buiten de grenzen van de NAVO-lidstaten) zo goed als uitgesloten waren. De achter-liggende bedoeling was te vermijden dat de NAVO verwikkeld zou geraken in de dekolo-nisatiestrijd van een aantal lidstaten en dat de aandacht primordiaal gevestigd bleef op Europa. Daarenboven was er nog het oor-logsverleden van NAVO-lid West-Duitsland, waardoor operaties buiten het NAVO-gebied extra gevoelig lagen. In 1983 schreef de toemalige West-Duitse minister van Defen-sie, Manfred Wörner, dat voor zijn land “de ontplooiing van troepen buiten de NAVO-re-gio onbespreekbaar was”.(12) De val van de muur en de crisis in Joegoslavië zouden daar echter verandering in brengen.

Met het verdwijnen van het Warschaupact en het uit elkaar spatten van de Sovjet-Unie veranderde de hele ‘strategische omgev-ing’. Het trans-Atlantisch bondgenootschap zag zich voor een existentieel dilemma ge-plaatst, dat meermaals plastisch is samenge-vat als ‘out of area or out of business’.(13) De NAVO gaf voor de eerste keer een antwoord

op haar existentiële crisis met een uitbrei-ding van haar bevoegdheden in een Nieuw Strategisch Concept (NSC), dat op de top-bijeenkomst in Rome van 7 en 8 november 1991 werd aangenomen.(14)

Het gebruikte argument voor de uitbrei-ding van de NAVO-bevoegdheden was de transformatie in Centraal- en Oost-Europa die leidde tot economische, sociale en politieke moeilijkheden, etnische spannin-gen en territoriale disputen met mogelijke gevolgen voor de veiligheid in de Europese NAVO-zone. Het uiteenspatten van Joego-slavië –waar bepaalde westerse landen niet geheel onschuldig aan waren- was een wel-gekomen voorbeeld om dat argument te onderstrepen, maar men keek ook verder, buiten Europa, meer bepaald naar de medi-terrane regio en het Midden-Oosten. Dit eerste Nieuw Strategisch Concept was het startsein voor de geleidelijke transformatie van het trans-Atlantisch bondgenootschap, van een collectieve defensiemacht naar een interventiemacht. De NAVO-lidstaten zouden voor zichzelf de rol opeisen om buiten de verdragszone crisissen te be-heersen als die de stabiliteit van de NAVO-zone in gevaar zouden kunnen brengen. Aan de vooravond van de Rome-top maak-te NAVO-secretaris-generaal Javier Solana duidelijk wat de centrale inzet was: “Kosovo toont zeer duidelijk aan dat het noodzake-lijk is dat de diplomatie wordt geruggen-steund door militaire macht.”(15)

2. DE NAVO TREEDT BUITEN HAAR GRENZEN

Page 11: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

11

Het principe dat de NAVO andere dan strikt defensieve taken op zich moest nemen, werd in het begin van de jaren 1990 aan-vaard en was uitvoerig in Bosnië getest. Het discussiepunt was op welke legale basis dat moest gebeuren. In januari 1994 verk-laarden de NAVO-regeringsleiders nog dat de vredeshandhaving en andere operaties zouden gebeuren “onder het gezag van de VN-Veiligheidsraad”.(16) De VS leek echter niet langer de noodzaak in te zien om te handelen met de uitdrukkelijke toestem-ming van de VN-Veiligheidsraad. In de zomer van 1993 presenteerde de Ameri-kaanse ambassade een intern memoran-dum aan haar bondgenoten op het NAVO-hoofdkwartier in Brussel. De titel luidde: ‘With the UN whenever possible, without it when necessary’. Het document kwam er enkele maanden na de desastreus af-gelopen VN-operatie in Somalië, die de VS kritisch deed kijken naar militaire operaties onder de vlag van de Verenigde Naties. De titel van het memorandum zou de basisre-denering vormen voor het tweede deel van de Kosovo-oorlog in 1999, waarbij de NAVO luchtaanvallen uitvoerde op de Federale Republiek Joegoslavië. De NAVO moest zich niet langer beperken tot militaire ac-ties onder VN-mandaat, maar moest indien nodig ook bereid zijn om zonder goed-keuring van de VN-Veiligheidsraad op te treden.(17)

Washington wilde de door de VS gewenste out-of-area-operaties niet langer afhanke-lijk maken van de instemming van Rusland of China, die net als de VS over een veto-recht beschikken in de VN-Veiligheidsraad. De Britten volgden dat standpunt. Een woordvoerster van de Britse regering stelde het in een debat in het Britse parlement als volgt: “Alle NAVO-operaties moeten een adequate basis hebben in het internatio-naal recht... dat hoeft niet altijd middels een resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties”.(18)

In de Verklaring van de NAVO-verjaardags-top in Washington (april 1999) stelden de staatshoofden cryptisch dat er “bij inter-venties respect moest worden opgebracht voor de doelen en principes van het Hand-vest van de Verenigde Naties”, in plaats van “interventies moeten doorgaan onder het gezag van de Veiligheidsraad”, zoals Frank-rijk dat liever had gezien. De betekenis hiervan was al duidelijk geworden in de jaren 1990. Zowel de NAVO als enkele van de machtigere lidstaten maakten er sinds midden de jaren 1990 een gewoonte van om buiten de VN-Veiligheidsraad om, mili-tair op te treden. Na Bosnië en Kosovo, was er de oorlog in Afghanistan (2001-2014?), die verkocht werd als een ‘verdediging’ tegen een vijandige aanval (en dus was er geen VN-mandaat nodig), en de Brits-Amerikaanse oorlog tegen Irak (2003-2011). Op de invasie van Afghanistan zou de grootste en langste militaire operatie in de geschiedenis van de NAVO volgen.

2.2. Naar een mondiale NAVO

De formele opname van niet-artikel 5-op-drachten (opdrachten buiten de NAVO-zone) op de top van Washington in 1999, was weliswaar een logische verdere stap in de geleidelijke transformatie van de NAVO tot een mondiale militaire organisatie,

Page 12: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

12

maar beperkte zich vooralsnog tot het bijdragen aan “de vrede en de stabiliteit” in de regio waar het wilde interveniëren.(19) Uit het tweede Nieuw Strategisch Concept dat vastgelegd werd op de NAVO-top in Washington viel ook nog vaag af te leiden dat de operationele zone van de NAVO van beperkte geografische omvang was, maar door dit eerder impliciet te stellen, behiel-den de NAVO-leiders de nodige ruimte voor interpretatie. Er was op dit vlak immers een behoorlijk gebrek aan consensus tussen de VS en de meeste Europese landen.

De VS zag in de NAVO een instrument om zijn mondiale strategische belangen beter te verdedigen. De Nationale Militaire Stra-tegie van de VS uit 1997 spreekt van een ‘mondiaal engagement’: “Omdat Amerika zich wereldwijd engageert, zelfs in vredes-tijd, zijn er betekenisvolle delen van onze troepen overzees gestationeerd of paraat om overzees ontplooid te worden. Daar bevinden zich heel wat van onze belangen”. De overzeese VS-troepen moesten onder meer zorgen voor “onze toegang tot belan-grijke infrastructuur”.(20) De troepen vor-men een rolmodel “voor militairen in opko-mende democratieën” en dragen bij tot de “stabiliteit, continuïteit en flexibiliteit die de VS-belangen beschermen en cruciaal zijn voor de voortschrijdende democratische en economische ontwikkeling”. De belangen waarvan sprake, vallen onder drie catego-rieën: vitale, belangrijke en humanitaire belangen. De ‘belangrijke belangen’ hebben “een invloed op ons welzijn en de kwaliteit van de wereld in dewelke we leven”. Het inzetten van onze gewapende troepen “kan lonend zijn bij het beschermen van die belangen”. Die redenering is ook terug te vinden in het standaardwerk ‘The Grand Chessboard’ van de invloedrijke voormalige Nationale Veiligheidsadviseur van de VS, Zbigniew Brzezinski. In dit werk benadrukt hij de basisdoelstelling van de VS, namelijk

de wil om de enige maar ook laatste wereldmacht te zijn. Daarbij vormt het gebied dat hij Eurazië noemt, het belan-grijkste toneel van de machtsstrijd voor de mondiale overheersing. Dit reusachtige gebied, dat zich volgens Brzezinski uitstrekt van Lissabon tot Vladivostok, woont driek-wart van de wereldbevolking en bevindt zich driekwart van de wereldwijde ener-gievoorraden.

De laatste jaren is de NAVO op de zuidelijke en oostelijke flanken van deze Euraziatische zone versterkte allianties aangegaan met Japan en Australië, essentiële partners om de Stille Zuidzee te beheersen, alsook met Israël dat nog altijd de voornaamste west-erse bondgenoot in het Midden-Oosten is.

2.3. Afghanistan

Geleidelijk aan ontstond er binnen de NAVO een debat rond artikel 5 waarin de oorspronkelijke centrale opdracht van het militair bondgenootschap staat geformu-leerd. Artikel 5 van het NAVO-verdrag stelt dat een gewapende aanval op één van de NAVO-leden wordt beschouwd als een aan-val op alle leden, waarbij de bondgenoten de aangevallen partij zullen bijstaan, indien nodig ook met gewapend geweld. Al gauw bleek dat interpretaties van dit principe er gemakkelijk konden toe leiden dat men de grens kon doen vervagen tussen de verde-diging van het grondgebied en militaire opdrachten buiten de zone. Dat zou blijken uit het militaire antwoord op de terroris-tische aanslagen in de VS van 11 september 2001. Hoewel de Amerikaanse aanval op Afghanistan aanvankelijk uitgevoerd werdbuiten het Atlantisch bondgenootschap om, zorgde Washington onmiddellijk voor de aanvaarding door de NAVO van de creatieve toepassing van artikel 5. Op die manier konden de VS en de bereidwillige bondgenoten een maand later een externe

Page 13: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

13

oorlog starten zonder toestemming te vragen aan de VN-Veiligheidsraad. Het VN-Handvest laat immers het gebruik van geweld toe in geval van verdediging tegen een gewapende aanval. Het deed er niet toe dat de aanslagen het werk waren van een internationale organisatie (Al Qaeda) zonder linken met de Afghaanse Taliban-regering. Op de achtergrond vormde de ontsluiting voor het Westen van natuurlijk gas uit Turk-menistan een belangrijke factor. Daarvoor was de controle over Afghanistan noodzake-lijk want een pijpleiding vanuit Turkmenistan zou het land immers doorkruisen. Het ener-gieproject zou uiteindelijk gestalte krijgen in de vorm van de TAPI pijplijn (van Turkmeni-stan, via Afghanistan en Pakistan, naar India) waarover een akkoord werd gesloten in april 2008.(21) Tot op vandaag wordt de concrete realisatie van deze TAPI-pijplijn verhinderd door de oorlogssituatie in Afghanistan.

De oorlog in Afghanistan die in 2001 werd ingezet als ‘een verdediging tegen een aan-val’ kreeg duidelijk het karakter van een langdurige bezettingsoorlog nadat het Taliban-regime ontmanteld en vervangen werd door een pro-westerse regering. Toen de NAVO in 2003 het commando over de ISAF-troepenmacht in Afghanistan op zich nam (‘International Security Assistance Force’), was er voor het eerst sprake van een echte ‘out-of-area’-operatie, ver van de Euro-Atlantische zone. Dit was een duidelijke stap in de richting van een mondiale NAVO.

De operatie in Afghanistan en de daar opge-dane ervaringen zouden bepalend zijn voor de verdere omvorming van de NAVO tot een mondiale militaire alliantie. Op de belan-grijke NAVO-top van Lissabon (Portugal) in november 2010 zou een derde Nieuw Stra-tegisch Concept (NSC) worden goedgekeurd. Op één van de voorbereidende seminaries zei NAVO-secretaris-generaal Rasmussen dat het niet langer voldoende was om “soldaten,

tanks en militair materieel op te stellen langs de [NAVO-]grenzen”. In de plaats daarvan moesten de NAVO-bondgenoten “de dreigingen aanpakken aan de wortel”.(22) Op een seminarie in datzelfde jaar in het Poolse Warschau, zei NAVO-secretaris-generaal Rasmussen: “De betekenis van territoriale defensie is aan het veranderen” en “als we het terrorisme willen bekampen dan moeten we dat doen waar het zijn oor-sprong kent. Dat is wat we doen in Afghani-stan.”(23)

Op 1 oktober 2009 sprak Rasmussen op een bijeenkomst georganiseerd door de NAVO en de Britse verzekeringsmarkt ‘Lloyd’sof London’ voor een select publiek uit de ‘veiligheids- en handelsgemeenschap’.(24) Organisator Lord Levene leidde de le-zing als volgt in: “Onze geavanceerde, geïndustrialiseerde en complexe wereld wordt aangevallen door een groot aantal dodelijke bedreigingen”. Vervolgens somde Rasmussen een hele reeks dreigingen op –van klimaatveranderingen over droogte, voedseltekort en cyberdreigingen, tot het energievraagstuk. Het gemeenschappelijk kenmerk van deze dreigingen is dat ze alle-maal niet-militair van aard zijn. De trend om een hele reeks maatschappelijke en milieu-problemen in de militaire sfeer te proble-matiseren verloopt complementair met de mondialisering van de NAVO en brengt de Verdragsorganisatie steeds nadrukkelijker op het terrein van de Verenigde Naties.

Page 14: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

14

Na 13 jaar oorlog in Afghanistan luidt het officiële discours in de meeste NAVO-landen dat de NAVO-missie er in slaagt stabiliteit te brengen. Men beweert dat de Afghaanse autoriteiten goed op weg zijn om geleidelijk aan zelf het roer in handen te nemen en in te staan voor de veiligheid van het land. Ook op vlak van mensenrechten zou de NAVO goed werk leveren. De werkelijkheid is ech-ter anders.

De balans is na 13 jaar van grootschalig mili-tair ingrijpen in het land ronduit dramatisch te noemen: onveiligheid, geweld, armoede, uitzichtloosheid en corruptie zijn alomte-genwoordig. Dat werd ook vastgesteld in een rapport van de ‘International Crisis Group’ uit 2011 getiteld ‘Aid and Conflict in Afghanistan’. Na meer dan een decen-nium van massale veiligheidsassistentie is de internationale gemeenschap er niet in geslaagd om een politiek stabiel en econo-misch leefbaar Afghanistan uit de grond te stampen. Al-Qaeda is als internationale organisatie absoluut niet gebonden aan een bepaald land, dus tegen de tijd dat de VS binnenviel, hadden de belangrijkste kopstukken al lang hun biezen gepakt. Ze installeerden ondertussen cellen in andere landen. De Taliban werd initieel vlug van de macht verdreven, maar ging vrijwel onmid-dellijk in het verweer. Vooral sinds 2005 groeide de invloed van de Taliban opnieuw aanzienlijk en dankzij de blijvende aan-wezigheid van de buitenlandse troepen kon het zich zelfs een aura van nationalistisch verzet aanmeten. Al na enkele jaren van oorlog vroeg een Spaanse generaal zich niet zozeer af of de buitenlandse troepen snel moesten vertrekken, maar vooral hoe dit kon verkocht worden om het niet als een nederlaag te laten uitschijnen. Zo’n nega-tief beeld zou immers nefast zijn voor de toekomst van de NAVO. Vandaag staan vele gebieden de facto onder controle van de Taliban of van individuele krijgsheren die

niet verbonden zijn met het centrale re-gime. De onveiligheid is groot en er zijn nog dagelijks aanslagen. De centrale regering, met president Karzai als uithangbord, is uiterst onpopulair bij de gewone bevolking. Ze wordt beschouwd als een marionetten-regime van de VS en staat bekend om haar doorgedreven corruptie. De opleiding van het Afghaanse nationale leger door Ameri-kaanse militaire instructeurs lijkt nergens heen te leiden, maar is toch de strohalm waar de buitenlandse leiders zich aan vast-klampen. Frankrijk, de VS, en meteen ook de NAVO stellen nu eind 2014 voorop als de datum voor de terugtrekking van de buitenlandse troepen uit Afghanistan. Na 13 jaar van oorlogvoering en bezetting is vol-gens VS-president Obama en de NAVO de klus geklaard. Naast de talrijke, niet getelde Afghaanse burgerslachtoffers zijn meer dan 3.500 NAVO militairen om het leven gekomen. Duizenden militairen zijn getrau-matiseerd. De westerse kruistocht heeft tot op vandaag meer dan 753,3 miljard dollar gekost.(25) Maar het debacle is nog niet voorbij. De VS wil in samenwerking met een aantal andere NAVO-lidstaten, waar-onder Duitsland, een militaire aanwezigheid behouden in Afghanistan na de officiële te-rugtrekkingsdatum. Het land is immers van geostrategisch belang voor de huidige focus van de NAVO, en dan vooral de VS, op de Euraziatische regio.

Page 15: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

15

2.4. Buitenlandse militaire expedities worden defensie

Op de NAVO-top in Lissabon (2010) werd het principe aanvaard dat er geen onderscheid meer bestaat tussen klassieke defensie-opdrachten en interventie-optredens ver buiten het NAVO-grondgebied. In het NSC uit 2010 staat het zo: “De Alliantie kan door politieke en veiligheidsontwikkelingen buiten de grenzen getroffen worden. De Al-liantie zal zich actief inzetten om de interna-tionale veiligheid te versterken, via partner-schappen met relevante landen en andere internationale organisaties”. Daarvoor moet de NAVO “robuuste, mobiele en ontploo-ibare troepen ontwikkelen en onderhouden, om zowel artikel 5-verantwoordelijkheden als de expeditionaire operaties van de Alli-antie te kunnen uitvoeren, met inbegrip van de NAVO Response Force”. M.a.w. volgens de nieuwe strategie zal elk militair optre-den binnen of buiten het NAVO-territorium, gedefinieerd worden als een optreden in het belang van de veiligheid van haar leden. Het NSC stelt ook onomwonden dat het noodzakelijk kan zijn om militair op te tre-den als de energiebevoorrading bedreigd wordt. De capaciteit moet ontwikkeld worden om “bij te dragen tot de energiev-eiligheid, inclusief de cruciale energie-infra-structuur en transitregio’s en -lijnen...”

Page 16: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

16

3. VERDERE MILITARISE-RING VAN DE NAVO3.1. Defensiebudgetten

De consequentie van de transformatie van de NAVO is dat de organisatie de beschik-king moet hebben over uiterst mobiele, goed uitgeruste legers en dat kost geld. De vorige VS-defensieminister, Robert Gates, haalde daarom al fors uit naar de onwil van de Europese bondgenoten om het Ameri-kaans voorbeeld te volgen en meer midde-len te investeren in hun militaire apparaten. De VS voorzien voor het fiscale jaar 2015 een recordbedrag van 756,4 miljard dol-lar aan militaire en defensie-gerelateerde bestedingen.(26) “De demilitarisering van Europa is van een zegen in de 20ste eeuw verworden tot een belemmering voor het bereiken van echte veiligheid en duurzame vrede in de 21e eeuw”, aldus Robert Gates.(27) In de aanloop naar de NAVO-top in Wales van september 2014 heeft NAVO-secretaris-generaal Rasmussen er voort-durend op gehamerd dat de Europese lidstaten de dalende trend van hun defen-siebudgetten moeten ombuigen.(28) Anno 2014 is de VS goed voor meer dan 70% van het totale NAVO-defensiebudget, tegeno-ver 59% in 1995. Dat heeft zowel te maken met de sterke stijging van de Amerikaanse militaire uitgaven sinds de 9/11-aanslagen in 2001, als met de dalende defensiebud-getten in Europa. Dat laatste is een gevolg van de ontspanning na de Koude Oorlog en vooral van de financieel-economische crisis van 2008. Hoewel de NAVO-bondgenoten

in 2006 hadden afgesproken om 2% van hun Bruto Binnenlands Product (BBP) te besteden aan Defensie, haalden in 2013 slechts drie landen die norm: De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Griekenland.(29)

In het NSC van 2010 engageerden de NAVO-lidstaten zich er toe om de “noodzakelijke niveaus op vlak van de-fensie-uitgaven vol te houden”. De NAVO-landen spraken toen ook af om geen beslissingen met betrekking tot wapenbe-heersing en ontwapening te nemen, zonder grondig overleg te plegen binnen de Ver-dragsorganisatie. De lidstaten verbonden zich er verder toe om een maximale ont-plooibaarheid van de troepen na te streven, alsook een uitbreiding van hun capaciteit om operaties aan te houden op het terrein. Deze engagementen betekenen de facto een uitholling van de nationale parlemen-taire soevereiniteit om zelf over deze zaken te beslissen. Men poogt zo de invloed van nationale budgettaire of politieke keuzes op de uitvoering van militaire NAVO-missies in te perken.

3.2. Nucleaire NAVO

De NAVO begon zijn nuclearisering in de jaren 1950. Onder VS-president Eisenhower (1953-1961) koos men onomwonden voor de versterking van de nucleaire slagkracht. Investeren in de nucleaire kracht leek goed-koper en efficiënter dan het op de been houden van een grote conventionele

Page 17: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

17

troepenmacht. De technologische ontwik-kelingen waren de duwfactor om nieuwe nucleaire doctrines uit te tekenen. In de jaren 1970 en 1980 bereikte het aantal opgestelde nucleaire wapens zowel in de VS en bij de Europese bondgenoten, als bij de koudeoorlogsvijand de Sovjet-Unie, een absoluut hoogtepunt.

Hoewel in de aanloop naar de NAVO-top van Lissabon verschillende lidstaten voor-behoud aantekenden tegen de Ameri-kaanse atoomwapens op Europese bodem (die trouwens geen enkel strategisch nut meer hebben omdat hun actieradius nog afgestemd is op het voormalige Oostblok), bleef de officiële nucleaire strategie van de NAVO zo goed als ongewijzigd. Ook van de ophefmakende toespraak van Obama in Praag op 5 april 2009, waarin hij pleitte voor een wereld zonder nucleaire wapens, is niets meer terug te vinden in de uiteinde-lijke tekst van het derde Nieuw Strategisch Concept (NSC), op een algemene vrijblij-vende verbintenis om verdere ontwape-ningsinspanningen te leveren na.

In het NSC staat dat “afschrikking, geba-seerd op een aangepaste mix van nucleaire en conventionele capaciteiten, een centraal element blijft in onze algehele strategie”. Ar-tikel 17 zegt het zonder omwegen: “Zolang er nucleaire wapens bestaan, blijft de NAVO een nucleair bondgenootschap”. Over de kernwapens die de VS op het grondgebied van een aantal Europese NAVO-bondgen-oten hebben gestationeerd, staat eerder verdekt in het NSC: “De belangrijkste garan-tie voor de veiligheid van onze bondgen-oten wordt geleverd door de strategische nucleaire machten van de Alliantie, meer bepaald die van de VS en de onafhanke-lijke strategische nucleaire machten van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, die ... bijdragen tot de algehele afschrikking en de veiligheid van onze bondgenoten.”

In politieke en militaire kringen is men het erover eens dat de tactische Amerikaanse kernwapens (B-61 kernbommen) in Europa van weinig militair nut zijn, maar ze zouden nog steeds een noodzakelijk politiek onder-pand bieden voor de alliantie tussen de VS en Europa. Het NAVO-rakettenschild moet de Oost-Europese landen dan weer een al-ternatief bewijs leveren van de VS-solidariteit in de Europese defensie. Kernwapens én een rakettenschild vormen momenteel het poli-tieke cement binnen de NAVO.

De Amerikaanse kernfysicus Hans Kristensen, directeur van het ‘Nuclear Information Pro-ject’ van de ‘Federation of American Scientists’, meldde in 2012 dat de VS van plan is de huidige B-61 kernbommen te ‘moderniseren’.(30) Deze bommen liggen gestationeerd in verschillende Europese NAVO-lidstaten: Duitsland, Nederland, Italië, Turkije en België (in de militaire vliegbasis van Kleine Brogel, Limburg). Het is de be-doeling deze bommen in de komende jaren van een nieuwe staartsturing te voorzien die het mogelijk maakt om het projectiel na lancering vanuit een vliegtuig te besturen (het worden dan ‘guided missiles’). Dat zou de bommen veel preciezer maken en boven-dien de actieradius na lancering vergroten.

Page 18: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

18

Door die efficiëntere inzet zouden de bom-men ook kleinere ladingen kunnen dragen, die minder nucleaire neerslag (‘fall-out’) veroorzaken. Zo wordt de drempel voor een beslissing over een eventuele inzet van deze kernwapens verlaagd. De aanko-mende modernisering wordt uitgelegd als een routine-onderhoud, een verlenging van de gebruiksduur van de bommen, en niet als de uitbreiding van hun militaire inzet-baarheid. De modernisering zou volgens de VS zelfs kostenbesparend zijn, meer moge-lijkheden geven om het totale kernarsenaal in te perken en noodzakelijk zijn om onze ‘nucleaire veiligheid’ te blijven garanderen.

De modernisering van de kernwapens in Europa is echter niet zomaar een upgrade. Het gaat om de verbouwing van bestaande bommen tot een geheel nieuw type wapen dat nu nog niet bestaat in het kernwapen-arsenaal. Bovendien is de op stapel staande modernisering één van de duurste kern-wapenprogramma’s ooit, waarvan de volledige kostprijs nog niet bekend is. Het programma zal samengaan met een vermindering van het totaal aantal Ameri-kaanse kernwapens in de wereld, maar die vermindering was sowieso al gepland en staat hier volledig los van.

De nieuwe B-61-bom vormt op zich eenduwfactor voor de vervanging van de (oude) F-16 jachtvliegtuigen door een type dat de status ‘nuclear capable’ meekrijgt, d.w.z. een type dat in staat is om de ver-nieuwde kernwapens te dragen en af te werpen. Verschillende Europese NAVO-lid-staten, waaronder Nederland, kozen reeds voor de F-35, de zogenaamde Joint Strike Fighter geproduceerd door het Ameri-kaanse wapenbedrijf Lockheed Martin. In het voorlopige regeerakkoord van de on-derhandelende regeringscoalitie staat dat België van plan is om 40 nieuwe gevechtsv-liegtuigen aan te kopen ter vervanging

van de huidige F-16’s. Een beslissing die een schandalige impact zal hebben op de fe-derale begroting, terwijl er volop bespaard wordt op sociaal en cultureel vlak om aan de budgettaire eisen van de EU te kunnen voldoen.

3.3. Het NAVO-raketschild in Europa

Op de NAVO-top van Lissabon (november 2010) werd de beslissing genomen om een territoriaal raketschild dat Europa moet beschermen tegen inkomende raketaanval-len, op te nemen in de veiligheidsstrategie. De VS heeft rond dit punt stevig lobbywerk geleverd. In de ‘International Herald Tribune’ (15 november 2010) benadrukte de toenmalige Amerikaanse ambassadeur bij de NAVO, Ivo Daalder, het belang van de opname van het rakettenschild als NAVO-capaciteit. Volgens Daalder gaat het om een kleine extra kost van 200 miljoen dollar, te spreiden over de komende 10 jaar. De NAVO zal “de capaciteit ontwikkelen om onze bevolking en territoria te verdedigen tegen ballistische raketaanvallen als een centraal element van onze collectieve defensie, die bijdraagt tot de onzichtbare veiligheid van de Alliantie”. Hoewel er in Europa weinig animo bestond om te investeren in dit nutteloze project dat zich vooral concen-treert op Oost-Europa en het Middellandse Zeegebied, gingen alle regeringen –inclus-ief België- in Lissabon overstag. Dat de

Page 19: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

19

meerderheid van de Europese bevolking er vermoedelijk helemaal niet voor te vinden is, zoals in Tsjechië al is gebleken toen de VS er een raketafweer-radar wilde installeren, was geen beletsel. Nadat de Amerikanen in februari 2007 begonnen te onderhandelen met Polen en de Tsjechische Republiek over de installatie van NAVO-raketafweersites, werden in Tsjechië meer dan 130.000 hand-tekeningen verzameld voor de organisatie van een referendum over de komst van de militaire site. Er kwam ook felle Russische oppositie tegen het raketafweer-project van de NAVO. In september 2009 wijzigde VS-president Obama de plannen voor het Europese raketschild van zijn voorganger G.W. Bush. De onderdelen ervan die in Polen en Tsjechië geïnstalleerd zouden worden, werden geschrapt en de fundamentele doelstelling van het hele project werd aangepast. Daar waar G.W. Bush het schild zag als een onderdeel van de continen-tale verdediging van de VS, pretendeerde Obama dat de verdediging van het Eu-ropese grondgebied en het Midden-Oosten tegen raketten vanuit Iran de onmiddellijke doelstelling vormde van het project. Dit moest de Russen gerust stellen, alsook de Europese bondgenoten die hieromtrent met Moskou geen spanningen wilden creëren. Door het accent te leggen op het gebruik van reeds functionerende technologie kwam Obama tegemoet aan de kritiek dat het grootschalige raketafweersysteem tech-nisch niet haalbaar was.

Om deze grondige heroriëntering waar te maken werkte het Pentagon een ‘Phased Adaptive Approach’ voor het raketschild in Europa uit.(31) In een eerste fase –vanaf 2011– ontplooide de VS functionerende antiraketsystemen in Europa, onder meer het wapensysteem Aegis ter zee (VS basis Rota in Spanje) en sensoren zoals de ‘for-ward based’ Army Navy/Transportable Radar Surveillance System (AN/TPY-2) in Turkije.

Het Commando, Controle, Gevechtsbeheer en Communicatiesysteem van het project is operationeel vanop de luchtmachtba-sis in het Duitse Ramstein. In een tweede fase komt er een uitbreiding van het aantal Amerikaanse Aegis-schepen in Rota, en er komen Aegissystemen op het vaste-land, met name in Roemenië in 2015 en in Polen in 2018. In de derde fase worden opgewaardeerde SM-3 interceptoren (een Amerikaans-Japanse samenwerking) en een verbeterde versie van het Aegis wapensys-teem ontplooid in Polen, Roemenië, en ter zee. Hiermee kunnen meer gesofistikeerde dreigingen worden afgeweerd.

Deze evolutie lijkt wel bijzonder sterk re-kening te houden met een vijand die over hoogtechnologische raketten beschikt, waardoor de verantwoording voor dit pro-gramma vanuit veronderstelde Iraanse (of Noord-Koreaanse) dreigingen, nog weinig geloofwaardigheid heeft. Het wordt alsmaar duidelijker dat het raketschild-pro-gramma gericht is tegen Rusland.

Page 20: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

20

4. DE NAVO EN EUROPA4.1. Europa

Het vroegere debat over hoe trans-Atlan-tisch of hoe EU-gericht de legers in Europa zouden moeten zijn, lijkt vandaag definitief naar de achtergrond verschoven. De afgelo-pen jaren groeide de consensus in Europese politieke kringen dat de versterking van een Europees Gemeenschappelijk Veiligheids-en Defensiebeleid (GVDB) ook de NAVO ten goede komt. NAVO-secretaris-generaal Rasmussen stelde in november 2009: “Ik zie de ontwikkeling van een Europees Veilig-heids- en Defensiebeleid niet in concurren-tie met de NAVO, maar complementair aan de NAVO”. Het Europese Verdrag van Lissa-bon (artikel 42 lid 2), dat van kracht ging in 2009, legitimeerde de NAVO als een belang-rijke instelling op het vlak van de gemeen-schappelijke defensie in Europa. In een aan het Verdrag gehecht protocol heet het dat “een meer nadrukkelijke rol van de Unie op het gebied van veiligheid en defensie, de vitaliteit van een hernieuwd Atlantisch bondgenootschap ten goede zal komen”. EU-landen die traditioneel een neutrale koers varen en geen lid zijn van de NAVO, worden via het Verdrag van Lissabon toch aan het trans-Atlantisch bondgenootschap en dus aan het Amerikaans buitenlands beleid gekoppeld.

In het derde Nieuw Strategisch Concept van de NAVO uit 2010 wordt het belang van de band tussen de EU en NAVO verder benadrukt en wordt het partnerschap tus-sen beide zelfs versterkt met de verbetering van de praktische samenwerking tijdens crisisoperaties, de verbreding van het we-

derzijds overleg en meer samenwerking in het ontwikkelen van militaire capaciteiten. “De EU is een unieke en noodzakelijke part-ner voor de NAVO” aldus het NSC. “De NAVO erkent het belang van een sterkere en meer capabele Europese defensie.”

De laatste jaren lijkt de zenuwachtigheid in het Pentagon toe te nemen over het beperkt enthousiasme in Europa om de militaire budgetten te laten aanzwellen. Als afscheidnemend VS-minister van Defensie hield Robert Gates midden 2011 een plei-dooi voor meer militaire uitgaven bij de Europese NAVO-lidstaten. Anders vergroot het gevaar dat de Amerikanen niet langer bereid zullen blijven veel geld uit te geven voor de defensie van anderen, dreigde Gates. Hij herhaalde ook zijn bezorgdheid over een gelaagde alliantie, d.w.z. een deel dat zich specialiseert in de ‘zachte’ oorlogs-voering, met name het humanitaire aspect, de vredeshandhaving en de vredesonder-handelingen, tegenover anderen die de ‘harde’ gevechtsmissies op zich nemen. Een opdeling tussen diegenen die de lasten dragen en diegenen die van de voordelen van het NAVO-lidmaatschap genieten maar niet in de risico’s en kosten willen delen, is volgens Gates “geen hypothese, maar is waar we vandaag aan toe zijn. Dit is onaan-vaardbaar.”

Het tweede punt in het afscheidspleidooi van Gates betrof de NAVO-operatie in Libië in 2011. “Een gebrek aan wil en middelen, draagt het risico in zich dat de NAVO niet langer een geïntegreerde, effectieve en voortgezette militaire campagne in de lucht

Page 21: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

21

en ter zee kan realiseren”. Hij verwees daarbij naar de consensus-beslissing bin-nen de NAVO over de wenselijkheid van een militaire operatie in Libië, maar stelde vast dat minder dan de helft van de NAVO-lidstaten deel uitmaakte van de missie en dat minder dan een derde effectief partici-peerde aan de luchtaanvallen. “Voor velen is dat niet omdat ze niet willen maar omdat ze niet kunnen. Ze hebben er gewoonweg de militaire middelen niet voor”. Hij wees erop dat bepaalde taken maar gerealiseerd konden worden dankzij een extra inspan-ning van de VS. “Het machtigste bondge-nootschap van de geschiedenis is nog maar 11 weken bezig aan een operatie tegen een zwak bewapende tegenstander in een dun bevolkt land. Toch beginnen verschillende bondgenoten een tekort te hebben aan munitie, en opnieuw moet de VS bijsprin-gen.”

De militaire campagne tegen Libië toont duidelijk dat landen met energierijkdom-men de bijzondere aandacht wegdragen van de NAVO. Daarin vinden Europa en de VS een gemeenschappelijk belang. In naam van de bescherming van de burgerbevol-king begon de NAVO aan een maanden-lange campagne van bombardementen op Libische steden en plaatsen waar Qadhafi-getrouwen zich ophielden.

De Libië-operatie speelde zich af tegen een achtergrond van bredere belangen. Europese en Amerikaanse ondernemingen hebben de voorbije decennia uitermate wel gevaren bij de roof van Afrikaanse grond-stoffen. China wil nu ook een graantje meepikken en komt vanuit westers stand-punt bekeken roet in het eten gooien. De oude Europese koloniale landen zien zich daarom verplicht om een nieuwe dimensie te geven aan hun samenwerking met Wash-ington, een samenwerking om hun belan-gen op het Afrikaanse continent veilig te

stellen. Er moet krachtig getoond worden dat China en andere imperiale preten-denten op privé-jachtterrein komen. Dat is de ook de bestaansreden van Africom, het verenigd militair commando van het Penta-gon voor het Afrikaans continent, en van de huidige structurele band tussen het militair commando van het Pentagon in Europa (Eucom) en de NAVO.

De politieke en morele verantwoording voor een interventie in Libië -waarbij de Libische leider Qadhafi beschuldigd werd van aanvallen tegen zijn burgerbevolking- kwam in de allereerste plaats uit Parijs en Londen. Wat de concrete militaire inzet be-treft, nam de NAVO de leiding en de coördi-natie over van Frankrijk en Groot-Brittannië. Onder het officiële voorwendsel van de bescherming van de burgerbevolking (met een VN-resolutie gebaseerd op het ‘Respon-sibility to Protect’-principe) wilde men ei-genlijk een regimewissel bewerkstelligen. In de Libische oorlog van 2011 vielen 30.000 à 50.000 doden, kwam het tot georganiseerd racistisch geweld tegen zwarte Libiërs en Afrikaanse inwijkelingen en maakten de door het Westen gesteunde opstandelin-gen zich in Sirte schuldig aan grootscha-lige executies van politieke tegenstanders. Vandaag, drie jaar na de NAVO-interventie in Libië, is van een veilige en stabiele om-geving allerminst sprake, integendeel. De

Page 22: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

22

brede waaier aan gewapende milities, die door de NAVO beschouwd werden als één oppositiekracht en volop gesteund werden, weigeren bijvoorbeeld te ontwapenen. Ze creëren totale chaos in het land en vech-ten onderling voortdurend veldslagen uit met als enige doel het veiligstellen van hun politieke en economisch macht in de vele lokale machtscentra. De burgerbevolking heeft het zwaar te verduren, maar het ‘Re-sponsibility to Protect’-principe (de ve-rantwoordelijkheid om te beschermen) lijkt voor het post-Qadhafi Libië niet langer door te wegen in de westerse hoofdsteden, weze het de VS, Canada of de Europese Unie. Alle aandacht is ondertussen verschoven naar andere brandhaarden en de Libische be-volking is verplicht om te leven in een insta-biele situatie die mede gecreëerd werd door de militaire interventie van de NAVO.

4.2. Nieuwe spanningen met Rusland

De Trans-Atlantische as probeert zich mo-menteel te versterken via een nieuwe brede economische overeenkomst tussen de EU en de Verenigde Staten, het ‘Transatlantic Trade and Investment Partnership’ (TTIP). De onderhandelingen voor dit vrijhan-delsakkoord tussen de EU en de VS zitten ondertussen in een finale fase. Je zou het TTIP enerzijds kunnen zien als een hardnek-kige poging om via verdiepte onderlinge afspraken de dominantie in de maatschap-pij van de economie over de politiek, verder te garanderen. Anderzijds moet het TTIP er mede voor zorgen dat de mondiale positie van de ‘oude’ westerse wereld niet teveel in het gedrang komt. Sommige waarnemers hebben via een nieuwe benadering van het ‘International Comparison Program’ van de Wereldbank vastgesteld dat China in het jaar 2014 al de grootste economie van de wereld is geworden. Het blijft een correcte vaststelling dat de VS zijn ‘natuurlijk’ gezag in de wereld aan het verliezen is, maar dat het de enige mondiale supermacht blijft qua militaire slagkracht. Hoe (on)bruikbaar die militaire macht is mag duidelijk geïllus-treerd worden door de snelle militaire om-verwerping van lokale ongewenste regimes (in Afghanistan, Irak, Libië) die daarna ech-ter niet leidt tot een verbeterde natie-uit-bouw, betere levensomstandigheden voor de lokale bevolking of versterkte bondge-nootschappen tussen de verschillende nieuwe lokale leiders en het Westen.

In het strategisch denken van de ploeg rond president Obama blijft een zeer belan-grijke plaats weggelegd voor het vergroten van de westerse invloed in Oost-Europa en Centraal-Azië, om Eurazië te controleren, maar ook om de grote economisch concur-rent China vanuit Centraal-Azië onder druk te kunnen zetten. Rusland blijft alleen al door zijn geografische ligging een hinder-

Page 23: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

23

paal voor de vlotte verwezenlijking van deze strategie. Het verzwakken van de Rus-sische positie wordt nu al jaren nagestreefd via pogingen om de ontsluiting van de olie- en gasrijkdommen in de Centraal-Aziatische republieken niet via Russisch grondgebied te laten verlopen. Vandaar het belang van de Bakoe-Tblisi-Ceyhan-pijpleiding (BTC) bijvoorbeeld, die ruwe aardolie transpor-teert van de Kaspische Zee naar de Middel-landse Zee, via Georgië. Vandaar de (Ameri-kaanse) pogingen via de NAVO om het strategisch belangrijke Georgië en Oekraïne op te nemen in haar structuren. Vandaar ook het belang van het openbreken van de historische as Kiev-Moskou. De Europese Unie voorzag eveneens in dit kader in een belangrijke vrijhandelsovereenkomst met Oekraïne, die het land -dat de laatste jaren geregeld in ruzie lag met de Russische gasmaatschappij- verder open zou stellen voor westerse investeerders. Het Associa-tieverdrag tussen de EU en Oekraïne zou bekrachtigd worden eind november 2013, maar dat ging uiteindelijk niet door. De Oekraïense beslissing om het verdrag niet te ondertekenen, luidde het begin in van de protesten tegen de regering in Kiev.

De Amerikaanse en Europese pogingen om de economische en politieke banden met Oekraïne aan te halen, komen neer op een politiek geklungel van de bovenste plank. Er was vooreerst de discrepantie tussen de Amerikaanse en de Europese aanpak. Washington werkte al geruime tijd met een steunpakket van 5 miljard dollar voor de westersgezinde Oekraïense oppositie en doorkruiste daarmee de op Duitse leest geschoeide diplomatieke benadering van de Unie, die een Associatieakkoord wilde bereiken met de zittende Oekraïense presi-dent, Janoekovitsj. Duitsland probeerde Moskou ook niet te erg voor het hoofd sto-ten. De Unie-onderhandelaars verbonden het vooropgestelde Associatieakkoord aan

bepaalde politieke voorwaarden. Zo zetten ze bijzonder zwaar in op de vrijlating van de voor corruptie veroordeelde voormalige premier Julia Timosjenko, en hadden ze vervolgens zo goed als geen geld veil voor economische steun aan het land.

Tegelijkertijd wilde Moskou Oekraïne koste wat kost mee opnemen in de pas opgerichte Euraziatische Unie (samen met Wit-Rusland en Kazachstan, en recent ook Armenië). Hierbij hanteerde de Russische president Poetin een politiek van de stok en de wortel, waarvoor president Janoekovitsj uiteindelijk zwichtte. Hij wees het EU-han-delsakkoord in november 2013 af, in ruil voor 15 miljard dollar steun vanuit Moskou. De Oekraïense oppositie nam de straten van de hoofdstad Kiev in, wat gekend geraakte als de Euro-Maidan-revolte. De EU hielp vervolgens een akkoord tot stand te bren-gen tussen de politieke oppositiepartijen en de president, dat echter verworpen werd door extreemrechtse militanten die verschil-lende overheidsgebouwen bestormden. Met de vlucht van president Janoekovitsj in februari 2014 was de eerste grote stap qua regimewissel gezet. Washington noch Brussel zagen er vervolgens graten in om de nieuwe overgangsregering met open-lijk fascistische ministers te erkennen en te steunen. Rusland speelde actief in op de verdeeldheid in Oekraïne en annexeerde de Krim, een gebied waarvan de meerderheid van de bevolking zich wilde afscheuren van Oekraïne.

Page 24: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

24

Er wonen weliswaar veel Russischtaligen op de Krim, maar het schiereiland huisvest ook de enige Russische militaire haven die heel het jaar rond ijsvrij is. Dat Rusland niet te lang wachtte om de Krim aan te hechten hoeft dus niet te verbazen.

Intussen werden er eind mei 2014 ver-kiezingen gehouden in Oekraïne. Eén van ‘s lands bekendste oligarchen werd verkozen tot president. Het Associatieverdrag met de EU werd door de kersverse president Petro Porosjenko getekend op 27 juni 2014. De onrust en de dodelijke confrontaties in Oost-Oekraïne tussen pro-Russische rebel-len en het leger van de centrale regering in Kiev blijven ondertussen aanhouden. Er vielen in totaal al meer dan 1500 dodelijke slachtoffers.

De NAVO speelde in het Oekraïne-dossier een actieve rol in de opbouw van de op-positiekrachten tegenover Moskou. Er werden direct maatregelen genomen om de militaire aanwezigheid in de Zwarte Zee en in de NAVO-buurlanden van Oekraïne op te voeren als tegenzet tegen de Russische militaire ‘opbouw’ op het eigen grondge-bied aan de grens met Oekraïne. Het trans-Atlantisch bondgenootschap heeft zeker sterk bijgedragen tot de ombuiging van de diplomatische Duits-Europese lijn ten op-zichte van Oekraïne (inmenging in de poli-tiek via onderhandelingen met de zittende president, zonder de Russische belangen volledig te negeren) naar de agressievere Amerikaanse lijn gericht op regimeveran-dering. De NAVO heeft hard gewerkt om het Russische vijandbeeld aan te scherpen en een hernieuwde koude-oorlogssfeer op te wekken. “Rusland is bereid om het Westen aan te vallen”, luidt het. Dit gaat volledig voorbij aan de werkelijkheid. Ten eerste is de Russische president Poetin niet suïcidaal (de Russische militaire slagkracht beslaat net geen 10% van die van de NAVO).

Ten tweede wordt de agressieve rol die de NAVO zelf gespeeld heeft bij de verzuring van de relaties met Rusland, totaal gene-geerd. Toen de NAVO-leiders in 2008 de deur op een kier zetten voor het NAVO-lidmaatschap van de voormalige Sovjet-republieken Georgië en Oekraïne, waren ze zich maar al te bewust van de manier waarop dit zou overkomen bij Rusland. Het was niet Moskou dat dreigde met een uit-breiding richting Europa, maar het westers militair bondgenootschap dat zich verder trachtte uit te strekken in oostelijke rich-ting, tot aan de grens van Rusland. Al in 1994 schreef de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Warren Christopher dat een snelle oostwaartse NAVO-uitbreiding een ‘neo-imperialistisch’ Rusland tot een ‘selffulfilling prophecy’ zou maken.(32) Moskou reageerde ook voorspelbaar fu-rieus toen de NAVO in 2010 besliste om een raketschild uit te bouwen in Europa omdat dit de nucleaire balans uit evenwicht zou brengen, wat in de ogen van Rusland het risico op een kernwapenoorlog vergroot.

Momenteel wordt de hele Oekraïne-crisis met beide handen aangegrepen om de Europese NAVO-lidstaten verder te overtui-gen van het belang van het trans-Atlantisch bondgenootschap. In een opiniestuk in de ‘Wall Street Journal’ (17/08/2014) benadruk-ten NAVO-secretaris-generaal Rasmussen

Page 25: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

25

en militair NAVO-leider Breedlove, de Rus-sische dreiging om te kunnen pleiten voor een verbetering van de snelle reactieca-paciteit van de NAVO, een verhoogde aan-wezigheid van NAVO-troepen in Oost-Eu-ropa en, niet te vergeten, het terugdraaien van de dalende trend van de defensiebud-getten. President Obama heeft inmiddels het ‘European Reassurance Initiative’ gelan-ceerd met een nieuwe budgetlijn van 1 mil-jard dollar voor bewapening in functie van de bescherming van Oost-Europa. Rasmus-sen herhaalt in elke toespraak in de aanloop naar de NAVO-top in Wales (september 2014), dat de Europese NAVO-lidstaten hun defensiebudgetten substantieel moeten verhogen in ruil voor de Amerikaanse in-spanningen in Europa.(33)

Opvallend is de ommezwaai die de Duitse buitenlandse politiek aan het maken is. Duitsland wil met de Bundeswehr een meer actieve en leidende rol spelen onder de Europese lidstaten binnen de trans-Atlan-tische alliantie. Dat werd op de in januari 2014 gehouden veiligheidsconferentie in München met luid tromgeroffel verkondigd door Bondspresident Gauck, minister van Defensie von der Leyen, en minister van Buitenlandse Zaken Steinmeier.(34)

Generaal Philip Breedlove, de Amerikaanse militaire leider van de NAVO, liet zich intus-sen zeer lovend uit over het optreden en de bereidwilligheid van de regering Merkel bij de NAVO-operaties in Kosovo en Afghani-stan. Volgens Breedlove zal de Bundeswehr een belangrijk onderdeel uitmaken van de NAVO-grondtroepen bij toekomstige mili-taire operaties.

Page 26: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

26

5. BESLUITDe NAVO heeft zich gedurende heel haar bestaan proberen legitimeren met tal van argumenten. Tijdens de Koude Oorlog lag het accent op de militaire dreiging van het communisme uit Centraal- en Oost-Europa. Toen het Warschaupact verdween moesten nieuwe argumenten worden bovengehaald. Eerst werden die gevonden in de gevolgen van de instabiliteit in de ex-communistische staten voor onze veiligheid. Toen deze staten geleidelijk aan lid werden van de NAVO en/of de EU, zou de NAVO zich op vrij korte tijd heruitvinden als humanitaire interventiemacht. Na de aanslagen van 11 september 2001 kwam plots het belang van de strijd tegen het terrorisme en het gevaar van schurken-staten bovendrijven.

Dat de NAVO weinig van doen heeft met de “verdediging van de waarden democratie, mensenrechten, vrijheid en rechtstaat” –dixit NAVO-secretaris-generaal Javier Solana naar aanleiding van de 50ste verjaardag van het bondgenootschap– maar alles met de verdediging van economische en daaraan verbonden geostrategische belangen, bewijst de geschiedenis van de NAVO. Verschillende NAVO-landen waren bovendien zelf allesbe-halve een toonbeeld van de waarden die ze beweren te verdedigen. Denken we maar aan Portugal onder Salazar, het kolonelsregime in Griekenland, de opeenvolgende militaire staatsgrepen in Turkije of de wreedheden begaan door de koloniale NAVO-lidstaten. Na de Koude Oorlog is de NAVO zich blijven manifesteren als een militair schild voor de econ-omische belangen van haar lidstaten. Op zeldzame momenten wordt dat wel eens toege-geven door de NAVO-protagonisten zelf. Het volgende citaat van de vorige NAVO-secre-taris-generaal, Jaap de Hoop Scheffer, is duidelijk genoeg: “Deze eeuw zal voor een groot deel draaien rond energie. Energie is een thema waarrond de NAVO een proces opstartte om de toegevoegde waarde ervan te definiëren. Je hebt me eerder al horen spreken over de bescherming van de gevoelige energie-infrastructuur. De NAVO draagt zeker niet de eerste verantwoordelijkheid rond energieveiligheid. De NAVO is geen economische or-ganisatie, maar [de energieveiligheid] is beslist als een toegevoegde waarde te definiëren. En je kan er zeker van zijn dat energieveiligheid ook op de agenda van de top in Boekarest zal staan” (uit een toespraak van de Hoop Scheffer op de jaarlijkse NAVO-nieuwjaarsrecep-tie voor de pers, Brussel, 10 januari 2008).

De NAVO-operatie in Libië lijkt ook een begin in te houden van een nieuwe militaire strat-egie. We kregen op 5 januari 2014 een verhelderende redevoering van president Obama in dit verband: “De Verenigde Staten is een wereldmacht en ons leger zal nooit met slechts één ding bezig zijn. Het zal verantwoordelijk zijn voor een reeks van opdrachten en activ-iteiten verspreid over de wereld, die variëren in omvang, duur en strategische prioriteit. Dit wil zeggen dat de hoofdaandacht gaat naar flexibele en aanpasbare troepen die snel en effectief kunnen reageren op een waaier van omstandigheden en potentiële tegen-strevers. Ik zeg het nogmaals: dit is de wereld waarin we leven. Naast deze troepen zal de

Page 27: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

27

VS er de nadruk opleggen dat onze partners en bondgenoten hun capaciteit verbeteren om de verdediging van hun eigen grondgebied, hun eigen belangen op zich te nemen, door beter gebruik te maken van diplomatie, ontwikkeling en veiligheidsassistentie”. De Amerikaanse minister van Defensie, Leon Panetta, verduidelijkte de nieuwe strategie van zijn president verder door uit te leggen dat die gericht zal zijn op het inzetten van de luchtmacht en het onrechtstreeks voeren van oorlogen via gemachtigde vazalstaten, zo-dat er zo weinig mogelijk eigen troepen moeten ontplooid worden. Hoewel conservatief Amerika op de aankondiging van 5 januari reageerde alsof dit het einde betekende van de VS als een wereldmacht, staan de uitlatingen van Obama geenszins het behoud van de VS-hegemonie of het voeren van nieuwe oorlogen in de weg. “Met het verschuiven van de omvang en de samenstelling van onze grondtroepen, en van onze lucht- en zeemacht, moeten we in staat blijven om een succesvolle confrontatie aan te gaan met gelijk welke agressor en hem te verslaan. We moeten hiermee ook kunnen reageren op de verand-erende wijze van oorlogsvoering. Onze herziening van de strategie moet de capaciteit vrijwaren om verschillende conflicten op het zelfde moment aan te kunnen gaan.”

De NAVO-top in Wales van begin september 2014 komt op het juiste moment: de Oekraïne-crisis heeft de militaire trans-Atlantische alliantie de kans geboden om zichzelf terug op de voorgrond te plaatsen. “Een van de aspecten die we zullen ontwikkelen is de pre-positionering van materiaal en voorraden. We herbekijken de verdedigingsplan-nen, de akkoorden over het delen van inlichtingen, en de crisis response. Er komen meer militaire oefeningen op meer plaatsen, die over meer onderdelen van defensie gaan dan ooit te voren: van tanks in Polen, over cyberdefensie in Estland, naar gezamenlijke opera-ties in Spanje en Italië. Er komen nieuwe ‘expeditietroepen’ onder leiding van het Verenigd Koninkrijk, maar ook multinationale korpsen in de Poolse stad Szczecin. Dit alles om snel-ler te kunnen inspelen op uitdagingen in de regio, ook onverwachte”, aldus uittredend secretaris-generaal Rasmussen.

De NAVO als onderaannemer voor de strategische plannen van Washington. Het is nooit anders geweest.

Page 28: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

28

Noten

(1) Coolsaet, R., België en zijn buitenlandse politiek 1830 – 2000. Uitgeverij van Halewijck, Leuven, 2001

(2) Zinn, H., Geschiedenis van het Amerikaanse volk. EPO, Berchem, 2007, p. 504

(3) Julien, C., L’empire Américain. Editions Bernard Grasset, Paris, 1968, p. 218

(4) Zinn, H., Geschiedenis van het Amerikaanse volk. EPO, Berchem, 2007, p.519 - 520

(5) Sloan S., NATO, the EU and the Atlantic Community, Rowan & Littlefield Publishers, Lanham, 2003, p. 29 - 35

(6) NATO, Report of the Committee of Three on Non-Military Cooperation in NATO approved by the North Atlantic Council, 13 december 1956

(7) Alexander, M., De rol van de NAVO in een veranderde wereld. In: NAVO Kroniek, nr. 2, april 1990

(8) Department of Defence. Office of International Security Affairs, United States Security Strategy for Europe and Nato, Washington DC, 1995, p. 3

(9) Department of Defence. Office of International Security Affairs, United States Security Strategy for Europe and Nato, Washington DC, 1995, p. 4

(10) NATO, Partnership with the Countries of Central and Eastern Europe, Statement issued by the North Atlantic Council Meeting in Ministerial Session in Copenhagen, 6-7 juni 1991, punt 6

(11) NATO, Developments in the Sovjet Union. Statement issued by the Heads of State and Government participating in the meeting of the North Atlantic Council, Rome 8 november 1991, punt 4

(12) Geciteerd in Yost David S. NATO transformed. The Alliance’s New Roles in International Security, United States Institute of Peace, Washington DC, 1998, p. 189

(13) Achcar, G., La nouvelle guerre froide. Le monde après le Kosovo, Presses Universitaires de France, Paris, 1999, pag. 67

(14) NATO, The Alliance’s New Strategic Concept, Rome, 7-8 november 1991

(15) The Guardian, 22 april 1999

(16) NATO, Declaration of the Heads of State and Government, Brussel, 11 januari 1994, punt 7

(17) Portela, C., Humanitarian Intervention, NATO and the International Law. Can the institution of Hu-manitarian Intervention Justify unauthorised Action?, Berlin Information Center for Transatlantic Security, Berlin, 2000, p. ii

(18) Geciteerd in Butler, Nicola, ‘NATO in 1999: A Concept in Search of a Strategy’. in Disarmament Diplo-macy, nr 35, maart 1999

(19) NATO, The Alliance’s Strategic Concept, NAC-S(99)65. Washington DC, 23 – 24 april 1999, punt 29, 31, 41, 43, 47, 49, 53, 54 en 61

(20) halikashvili, John M., Shape, Respond, Prepare Now. A Military Strategy for a New Era. National Mili-tary Strategy, 1997

Page 29: De NAVO: instrument voor de verdediging van westerse belangen · mische en geopolitieke belangen van het Westen. Niemand minder dan hardliner John Foster Dulles, de Amerikaanse minister

29

(21) Foster, J., Afghanistan, The TAPI Pipeline, and Energy Politics. In: Journal of Energy Security, 23 maart 2010 (zie: http://www.ensec.org)

(22) Persbericht AFP, 4 maart 2010

(23) Speech by NATO Secretary General Anders Fogh Rasmussen at NATO’s New Strategic Concept - Global, Transatlantic and Regional Challenges and Tasks Ahead – Warschau, Polen, 12 maart 2010 (http://www.nato.int/cps/en/natolive/opinions_62143.htm)

(24) Rozoff, R., Thousand Deadly Threats: Third Millennium NATO, Western Businesses Collude On New Global Doctrine, 2 oktober 2009 (http://rickrozoff.wordpress.com/2009/10/02/thousand-deadly-threats-third-millennium-nato-western-businesses-collude-on-new-global-doctrine/ )

(25) National Priorities Project, Counter Notes and Sources. More About the Cost of War, 10 maart 2014 (zie: Countershttps://www.nationalpriorities.org/cost-of/notes-sources/)

(26) Amadeo, K., U.S. Military Budget. How Much the U.S. Spends on Defense Will Surprise You, 5 april 2014 (zie: http://useconomy.about.com/od/usfederalbudget/p/military_budget.htm)

(27) Gates Robert M., NATO Strategic Concept Seminar. Remarks as Delivered by Secretary of Defense Robert M. Gates, National Defense University, Washington, D.C., 23 februari 2010 (http://www.defense.gov/speeches/speech.aspx?speechid=1423)

(28) Croft, A., NATO chief hopes for summit pledge to raise defense spending, Reuters, Brussel, 10 juni 2014 (http://www.reuters.com/article/2014/06/10/us-ukraine-crisis-nato-idUSKBN0EL1S420140610)

(29) The Secretary General’s Annual Report 2013, Brussel, NATO Public Diplomacy Division, 2014 (zie: http://www.nato.int/nato_static/assets/pdf/stock_publications/20140123_SG_AnnualReport_2013_en.pdf)

(30) Kristensen, H.M. Non-Strategic Nuclear Weapons, Federation ofAmerican Scientists, Special Report No 3, mei 2012 (zie: http://fas.org/_docs/Non_Strategic_Nuclear_Weapons.pdf )

(31) Arms Control Association, The European Phased Adaptive Approach at a Glance, mei 2013 (zie: https://www.armscontrol.org/factsheets/Phasedadaptiveapproach)

(32) Masters, J., The North Atlantic Treaty Organization (NATO), 5 augustus 2014 (zie: http://www.cfr.org/nato/north-atlantic-treaty-organization-nato/p28287)

(33) Rosen, J., NATO head: Europeans must spend more on defense, McClatchy Washington Bureau, 8 juli 2014 (zie: http://www.mcclatchydc.com/2014/07/08/232579/nato-head-europeans-must-pay-more.html)

(34) Gauck, J., Germany’s role in the world: Reflections on responsibility, norms and alliances, Munich Security Conference , 31 januari 2014 (Volledige toespraak via: http://www.bundespraesident.de/SharedDocs/Downloads/DE/Reden/2014/01/140131-Muenchner-Sicherheitskonferenz-Englisch.pdf?__blob=publicationFile); von Der Leyen, U., Speech on the Occasion of the 50th Munich Security Confer-ence, januari 2014 (Volledige toespraak via: https://www.securityconference.de/fileadmin/MSC_/2014/Reden/2014-01-31-Speech-MinDef_von_der_Leyen-MuSeCo.pdf); Steinmeier, F.W., Anlässlich der 50. Münchner Sicherheitskonferenz, 1 februari 2014 (volledige toespraak op: http://www.auswaertiges-amt.de/DE/Infoservice/Presse/Reden/2014/140201-BM_M%C3%BCSiKo.html)