1

STICHTING FONDS COLLECTIEVE BELANGEN VOOR DE PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE

adres : Kokermolen 11, Houtencorr.adres : Postbus 331, 3990 GC Houtentelefoon : 030 6355250e-mail : info@szpluimvee.nlwebsite : www.szpluimvee.nl

JAARVERSLAG 2015

2

3

De Stichting Fonds Collectieve Belangen, in de sector beter bekend als Stichting OFP, financiert en subsidieert activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in de pluimveeverwerkende industrie. Zij infor-meert, ondersteunt, adviseert en geeft voorlich-ting over ontwikkelingen op beleidsterreinen in de sector als: arbeidsmarkt, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, medezeggenschap en ontwikkeling van werknemers door scholing en opleiding.

De activiteiten van de Stichting worden gefinan-cierd uit het Fonds Collectieve Belangen, waar-aan werkgevers en werknemers bijdragen. De premie bedroeg 0,5% van het Uniform loon. Hoewel er in 2015 door sociale partners geen overeenstemming is bereikt over een arbeids-voorwaardelijke sectorcao, is er wél overeen-stemming bereikt over een cao Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019. Deze cao is op 23 januari 2015 algemeen verbindend verklaard.

Ontwikkelingen in de markt en techniek nopen werkgevers en werknemers in zich te blijven investeren. Scholing en ontwikkeling als wapen tegen de gevolgen van die bedreigende ontwik-kelingen. Het biedt ook kansen. Het belang en de urgentie is aanwezig, maar wordt helaas nog niet altijd gezien. Het aantal collectieve of indivi-duele scholingsplannen die bij het fonds worden ingediend is helaas nog gering. De bekendheid van de mogelijkheden die het Fonds kan bie-den moet daarom worden vergroot. In 2015 is daarom besloten in 2016 onderzoek te doen naar de (toekomstige) behoefte aan scholing en ontwikkeling.

VOORWOORD

Vermeldingswaardig is de vernieuwing van de WGA-verzekering. Nieuw is de samenwerking met een externe partij die ondersteuning biedt bij begeleiding en re-integratie van werknemers die (gedeeltelijk) buiten het arbeidsproces zijn komen te staan. Een uitgebreide werkgevers-handleiding is hiertoe opgesteld. Werkgevers en werknemers treffen op de website van de Stichting hierover een uitgebreide afzonderlijke voorlichtingsbrochure aan.

Op het gebied van arbeidsomstandigheden is in het najaar een digitale Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) voor de sector beschikbaar gekomen. Het thema Geluid is prominent op de agenda gekomen en zijn er brochures beschik-baar gekomen over de thema’s Biologische Agentia en Klimaat.

Het ESF-project 2007-2013 heeft de Stichting jarenlang beziggehouden. De financiële posi-tie van het fonds stond onder druk. In samen-werkingen overleg met de andere betrokken fondsen en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben wij dit dossier eind 2015 definitief kunnen afsluiten.

Het zien terug op het verslagjaar 2015 als een jaar waar wij zaken hebben kunnen afsluiten, vernieuwing hebben gerealiseerd en stappen hebben gezet naar nieuw beleid. Het fonds heeft zijn waarde in 2015 bewezen en zal dat blijven doen voor de sector; voor werkgevers, werknemers en belangrijke samenwerkingspart-ners en stakeholders.

Emiel PeperBestuurder CNV Vakmensen en bestuurslid Stichting OFP

4

5

INHOUD

VOORWOORD 3 INHOUDSOPGAVE 5 1 DE STICHTING FONDS COLLECTIEVE BELANGEN VOOR DE PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE 7 INLEIDING 7 DOELSTELLING 7 BESTUUR 8 VERGADERINGEN 9 BENOEMENDE ORGANISATIES 9 VOORZITTER EN PLAATSVERVANGEND VOORZITTER 9 PENNINGMEESTER 9 SECRETARIS 9 SECRETARIAAT 9 2 BESTUUR ALGEMEEN CAO FONDS COLLECTIEVE BELANGEN STATUTENWIJZIGING OPHEFFING BESTUUR SOV PREMIE TOEKOMSTVISIE ESF PROJECT 2007-2013 WGA-VERZEKERING ARBOCATALOGUS BIJDRAGEN / SUBSIDIES CURSUSAANBOD SUBSIDIEBELEID

3 WERKGROEP SCHOLINGACTIVITEITEN DOELSTELLING ACTIVITEITEN SAMENSTELLING WERKGROEP SCHOLINGSACTIVITEITEN 4 FINANCIËLE AANGELEGENHEDEN 5 DE BEDRIJFSGENOTEN

6 ADRESSEN BIJLAGE 1: SUBSIDIEBELEID 2015

PAGINA

11111111111111111213151515

17171717

19

21

23

25

6

7

1 DE STICHTING FONDS COLLECTIEVE BELANGEN VOOR DE PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE

INLEIDINGn het verslagjaar werd er weer een groot aantal onderwerpen besproken binnen de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie. De activiteiten zijn in dit verslag opgenomen.

DOELSTELLINGDe stichting stelt zich ten doel het financieren en subsidiëren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen tussen werkgevers en werknemers in de pluimveeverwerkende industrie.Deze activiteiten bestaan binnen het doel van de stichting uit het bevorderen van:a. het geven van voorlichting en informatie aan alle werkgevers en werknemers in de pluim- veeverwerkende industrie over de rechts- gevolgen die voortvloeien uit de collectieve arbeidsovereenkomsten voor de pluimvee- verwerkende industrie en/of andere wettelijke voorschriften die op het terrein van de arbeidsvoorwaarden liggen;b. een eenduidige uitleg en toepassing van de bepalingen van de collectieve arbeidsover- eenkomst voor de pluimveeverwerkende industrie en het voorkomen van geschillen over de uitleg en toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de pluimvee- verwerkende industrie;c. het coördineren, voorbereiden en onder- steunen van het geformaliseerde overleg – met uitzondering van cao-overleg – tussen sociale partners ten behoeve van alle werk- gevers en werknemers in de pluimvee- verwerkende industrie;d. het uitvoeren van werkzaamheden verbonden aan het bestuurlijke, financiële en admini- stratieve beheer van de stichting;e. het verzorgen van algemene informatie en publiciteit aan werknemers, werkgevers en direct belanghebbenden aangaande

de vraag en het aanbod van arbeid, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandig- heden en de opleidingsmogelijkheden in de pluimveeverwerkende industrie;f. de uitgifte van brochures, periodieken en kennisdragers, inclusief de vervaardiging, uitgifte en verzending van de noodzakelijke hoeveelheid cao-boekjes ten behoeve van alle werknemers en werkgevers in de pluim- veeverwerkende industrie in het belang van de arbeidsverhoudingen in de pluimvee- verwerkende industrie;g. de inzet van adviseurs, die het bestuur ondersteunen bij zijn activiteiten en die tevens voorlichting en informatie met name op het gebied van scholing, vorming, arbeidsomstandigheden en arbeidsmarkt- beleid aan ondernemingen in de pluimvee- verwerkende industrie kunnen verstrekken;h. ontwikkelingen op bedrijven in de pluimvee- verwerkende industrie op het terrein van arbeidsmarkt, arbeidsvoorwaarden, arbeids- omstandigheden en opleiding van werk- nemers in het kader van hun inzetbaarheid;i. ontwikkelingen gericht op het bevorderen van de medezeggenschap, participatie, personeelsvertegenwoordigingen en onder- nemingsraden als vormen van overleg op ondernemersniveau tussen werknemers en werkgevers in de pluimveeverwerkende industrie;j. deelname van werknemers aan congressen en vakgroepbestuursvergaderingen van hun vakorganisaties;k. het opleidingsplan alsmede de opleiding van werknemers in het kader van hun inzetbaar- heid, ten behoeve van alle werknemers en werkgevers in de pluimvee-verwerkende industrie;l. het bevorderen van activiteiten inzake een evenwichtige verdeling van arbeid en zorg- taken van werknemers, waaronder kinder- opvang;

8

m. projecten of activiteiten gericht op de ver- betering van de arbeidsomstandigheden binnen de pluimveeverwerkende industrie of op de totstandkoming of verbetering van bedrijfsbeleid op dit terrein;n. het vergroten van de participatie op de arbeidsmarkt alsmede het stimuleren van een betere aansluiting van de pluimvee- verwerkende industrie op de arbeidsmarkt;o. projecten of onderzoeksactiviteiten op het gebied van opleiding van werknemers in het kader van hun inzetbaarheid, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandig- heden en de arbeidsmarkt gericht op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in de pluimveeverwerkende industrie, welke projecten of onderzoeksactiviteiten tevens gepubliceerd kunnen worden, ter bevor- dering van een goede vakbekwaamheid bij het personeel in de bedrijfstak; en;p. het beheer, het toezicht houden en het doen uitvoeren van de door het Georganiseerd Overleg met Achmea (voorheen Interpolis)

gemaakte afspraken over de WGA-verzekering als bedoeld in artikel 39 van de collectieve arbeidsovereenkomst voor werknemers werk- zaam in de pluimveeverwerkende industrie, of een regeling die geacht wordt daarvoor in de plaats te treden.

BESTUURBestuursleden worden voor de duur van twee jaar benoemd. Het verslagjaar viel geheel in de dertiende zittingsperiode, die is begonnen op 28 mei 2014 en loopt tot 28 mei 2016. Aan het einde van het verslagjaar zijn de volgende bestuursleden benoemd.

Leden Plaatsvervangende leden Benoemende organisatiesA.E.M. Peper (Tolbert) vacature CNV VakmensenJ.C.H.M. Verhoeven (Dieren) vacature FNVVacature vacature CNV Vakmensen en FNV gezamenlijkJ. Heijs (Leek) Dr. P.C. Vesseur (Houten) NEPLUVIJ. Timmer (Hardenberg) vacature NEPLUVIJ.P. Visser (Surhuisterveen) vacature NEPLUVI

9

VERGADERINGENHet bestuur van de stichting kwam in 2015 drie maal bijeen.De Werkgroep scholingsactiviteiten is in het ver-slagjaar niet bijeen geweest. De activiteiten van het bestuur zijn opgenomen in hoofdstuk 3 en de samenstelling van de werk-groep in hoofdstuk 4 van dit verslag.

BENOEMENDE ORGANISATIESDoor de volgende organisaties worden de bestuursleden van de stichting benoemd:- de werkgeversorganisatie, de Vereniging van de Nederlandse Pluimvee-verwerkende industrie NEPLUVI: drie leden;- de werknemersorganisaties CNV Vakmensen en FNV: drie bestuursleden gezamenlijk.Daarbij kan voor elk bestuurslid een plaatsvervan-gend lid worden benoemd.

VOORZITTER EN PLAATSVERVANGEND VOORZITTERAan het begin van het verslagjaar was de heer J. Heijs voorzitter van het bestuur van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie. Het vicevoor-zitterschap werd vervuld door de heer J.C.H.M. Verhoeven.

Conform de statuten wisselt het voorzitter-schap en het vicevoorzitterschap jaarlijks tussen een bestuurslid van werkgeverszijde en een bestuurslid van werknemerszijde. Deze datum loopt parallel aan de datum van benoeming van het bestuur: 28 mei.Vanaf 28 mei 2015 is de heer Verhoeven voor-zitter van het bestuur van de stichting. Per gelijke datum is de heer Heijs benoemd tot vicevoorzitter.

Wat betreft het voorzitterschap van de Werkgroep scholingsactiviteiten wordt als datum van wisseling aangehouden 16 novem-ber. De heer J.C.H.M. Verhoeven vervulde tot 16 november 2015 het voorzitterschap van de werkgroep. De heer J. Timmer was vicevoorzit-ter van de werkgroep. Op 16 november 2015 is de heer Timmer voor de duur van een jaar voorzitter van de werkgroep en is de heer Verhoeven vicevoorzitter.

PENNINGMEESTERIIn het jaar 2015 vervult de heer J.P. Visser uit Surhuisterveen de functie van penningmeester van de stichting.

SECRETARISIn het jaar 2015 is de heer R. Kerkmeijer uit Driebergen secretaris van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie.

SECRETARIAATIn het verslagjaar zijn de secretariaatswerk-zaamheden van de stichting uitgevoerd op het kantoor van Sociale Zaken Pluimvee Industrie in Houten. Op het secretariaat is in 2015, naast de pen-ningmeester en de secretaris, mevrouw S. Wolf werkzaam. Zij is belast met de premie-inning van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie.

10

11

ALGEMEENIn het jaar 2015 heeft het bestuur aandacht besteed aan een aantal activiteiten, die onder-staand zijn weergegeven.

CAO FONDS COLLECTIEVE BELANGENDe cao Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie, door het bestuur in het najaar van 2014 vastgesteld, kent een looptijd van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 23 januari 2015 de bepalingen van deze cao algemeen verbindend verklaard. Het besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 28 januari 2015.

STATUTENWIJZIGINGPer 1 januari 2015 zijn de verenigingen ABVAKABO FNV, Nederlandse Bond voor de Bouw- en Houtnijverheid (FNV Bouw), FNV Bondgenoten, FNV Sport en Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) gefuseerd onder algemene titel. De statuten van de Stichting OFP zijn in het verslagjaar hierop aan-gepast

OPHEFFING BESTUUR SOVDe secretaris geeft aan dat de Stichting SOV is opgericht vanwege de ESF subsi-die voor Pluimvee, Vlees, Vleeswaren en Gemaksvoeding. Nadat de ESF periode was afgelopen, is de stichting blijven bestaan. Deze stichting is in 2015 opgeheven.

PREMIEDoor sociale partners is de premie voor de cao Fonds Collectieve Belangen voor de

Pluimveeverwerkende Industrie voor het jaar 2015 alsook voor het jaar 2016 vastgesteld op 0,5% van het Uniform loon.

TOEKOMSTVISIE In het verslagjaar is in het bestuur van de stich-ting uitvoerig overleg gevoerd over de toekom-stige mogelijkheden om scholing te stimuleren en te ondersteunen. Dit heeft er toe geleid, dat in het jaar 2016 een inventarisatie zal worden verricht naar een gezamenlijke visie voor de toekomstige behoefte aan scholing (mogelijk-heden en noodzakelijkheden). Daarbij wordt met vele elementen rekening gehouden, onder andere de verdergaande automatisering en de daarvoor benodigde kennis en de leeftijdsop-bouw (groen/grijs) in de sector. Bij een aantal bedrijven zal door een externe organisatie uit naam van de Stichting OFP een gesprek worden gevoerd met zowel werkgevers als werknemers om een goede analyse op te stellen. Het resul-taat zal in een pilot worden uitgewerkt, waar-na het voor de branche beschikbaar zal zijn. Bedrijven die aan dit project willen deelnemen, kunnen hun belangstelling bij het secretariaat kenbaar maken.

ESF PROJECT 2007 - 2013In voorafgaande jaarverslagen is uitgebreid aandacht besteed aan het verloop en de afwik-keling van de ESF-projecten in de periode 2007-2013.Met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is het project met de fondsen afgerond met een vaststellingsovereenkomst, waarbij een eenmalige afrekening heeft plaats-gehad. Om financieel hieraan als sector te kunnen vol-doen is in 2014 met het Sociaal Fonds Horeca een geldleningsovereenkomst aangegaan voor een bedrag van 300.000 euro. In het verslagjaar

2 BESTUUR

12

is, mede door de verkoop van een woning, die als onderpand goldt, deze lening tegen het einde van 2015 volledig afbetaald.

WGA-VERZEKERINGIn 2014 hebben partijen met Interpolis een nieuwe mantelovereenkomst voor de WGA afgesloten voor de duur van 3 jaar, ingaande 1 januari 2015.Het bestuur van de Stichting OFP heeft de over-eenkomst formeel vastgesteld.

De inhoud van de nieuwe verzekering heeft ten opzichte van de voorafgaande voorziening geen wezenlijke wijzigingen ondergaan. Voor de gehele periode is de verzekeringspremie vastgesteld op 0,361% (tot het gemaximeerde SV-loon). Door een positief resultaat over de periode 2004-2008 is de heffingspremie voor 2015 vastgesteld op 0,25%. Deze premie is geheel voor rekening van werknemers en wordt door de werkgever op het loon ingehouden.

Nieuw aan de verzekering is de inschakeling van Meijers Verzuim en WIA support (hierna te noemen Meijers) voor schademeldingen en begeleiding bij re-integratie. In het verslag-jaar heeft Meijers contact opgenomen met de ondernemers om na te gaan of er op dat moment lopende schademeldingen zijn en om de dienstverlening toe te lichten. Er is door Meijers een zeer uitgebreide werkgevershand-leiding opgesteld, waarin duidelijk beschreven staat op welke momenten verzuimmeldingen doorgegeven moeten worden om voor dek-king op de polis in aanmerking te komen. Aangegeven is verder op welke manier er ondersteuning gegeven wordt bij re-integratie. Beschreven is ook in welke situaties de verzeke-ring tot uitkering komt.

Op hoofdlijnen kan hierover het volgende wor-

den gezegd:- Om dekking op de polis veilig te stellen dient de werkgever periodiek meldingen aan Meijers door te geven: * Bij 42 weken ziek (los van de melding aan UWV) * Bij 91 weken ziek * Bij ziek uit dienst of ziek binnen 28 dagen na einde dienstverband * Bij hersteld meldingen * Bij afgifte van een beschikking door het UWV- Vanaf het moment dat de werkgever een

verzuimmelding doorgeeft aan Meijers, krijgt de werkgever ondersteuning bij de re-integratie. Deze ondersteuning staat los van de dienstverlening van uw arbodienst. Meijers verzoekt werkgevers om geen medische informatie of terugkoppelingen van de arbodienst toe te sturen

- Werkgevers kunnen Meijers Verzuim & WIASupport benaderen op het moment dat er vragen zijn over een verzuimdossier.

- Meijers verzorgt de administratieve afhandelingvan schademeldingen richting Interpolis

Interpolis stelt met de bedrijven een polis op en stuurt de premienota’s toe.

De financiën ten bate van de WGA-verzekering zijn ondergebracht bij de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie.

De WGA kent een batig saldo, dat is gereser-veerd voor de terugbetaling van de premie over 2004. Door de vaststelling van de Wet WIA in november 2005 is er in 2004 premie betaald voor het WAO-hiaat, terwijl er niet langer een dekking tegenover stond. Besloten is om deze premie terug te betalen aan de rechthebbende werknemers.Van een klein gedeelte van het premiebedrag

13

konden de rechthebbende werknemers niet worden achterhaald. Voormalige werknemers in de pluimveeverwerkende industrie kunnen in verband met de geldende verjaringstermijn tot 10 november 2025 een beroep doen op terugbetaling van hun in 2004 betaalde premie onder aftrek van administratiekosten.

Op de website van de stichting is onder de nieuwsbrieven medio 2015 een uitgebreide afzonderlijke voorlichtingsbrochure voor werk-gevers en werknemers opgenomen, waarin het belang van een verzekering en het risico bij arbeidsongeschiktheid wordt aangegeven. Kortheidshalve wordt u voor meer informatie verwezen naar de website.

ARBOCATALOGUS De activiteiten van de Arbocatalogus Pluimvee zijn ondergebracht bij Sociale Zaken Pluimvee Industrie in Houten.Het bestuur van het fonds stelt jaarlijks een bij-drage beschikbaar de werkzaamheden verbon-den aan de Arbocatalogus. Er is in 2015 weer een groot aantal onderwer-pen aan de orde geweest.

- Sectorale Risico-inventarisatie en –evaluatieDe Werkgroep arbocatalogus heeft, aan-gevuld met enkele branchegenoten, in 2015 in samenwerking met Summary B.V. hard gewerkt aan de totstandkoming van de digi-tale Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). Het Georganiseerd Overleg heeft hieraan groen licht gegeven.Daarmee is in het najaar van 2015 een RI&E-instrument beschikbaar gekomen dat alle

bedrijven in de sector in de gelegenheid stelt om in eigen beheer een RI&E uit te voeren. In de RI&E-vragen zijn alle relevante wetgeving en afspraken uit de arbocatalogus verwerkt.De RI&E is aangemeld bij het Steunpunt RI&E. Voor bedrijven met minder dan 25 werkne-mers betekent dit dat zij geen gecertificeerde arbodeskundige hoeven in te schakelen om het RI&E-rapport te toetsen, als zijn deze RI&E-erkende methode gebruiken. Het steunpunt heeft zich akkoord verklaard met de digitale RI&E.

Voor het gebruik van de RI&E is een licentie nodig, die door de bedrijven kan worden opge-vraagd bij het secretariaat.Daarbij kan worden aangegeven welke persoon de eindverantwoordelijke is voor deze RI&E. Deze persoon ontvangt een toegangscode en kan met de RI&E aan de slag. Er is een handlei-ding opgesteld, die op de website onder de tab Arbocatalogus is geplaatst.

- GeluidIn de Werkgroep arbocatalogus is het thema Geluid besproken. In een eerste opzet is een aantal vragen voorgelegd aan een aan-tal bedrijven. Hieruit kwam een overzicht van werkplekken met een hoog geluid en appara-tuur die veel geluid produceren, maar daarbij werden nog geen pasklare oplossingen aange-dragen. De werkgroep heeft een extern des-kundige ingeschakeld, die in enkele representa-tieve bedrijven in de sector metingen zal gaan verrichten en adviezen zal uitbrengen.Daarna wordt het thema opgenomen in de arbocatalogus. Om budgettaire redenen zal de deskundige, de heer J. Jospehs van Acour B.V. in het voorjaar van 2016 van start gaan met zijn werkzaamheden. Naar verwachting zal het pro-ject voor de zomerperiode zijn afgerond.

14

-Voorlichtings-/communicatiematerialenNa de totstandkoming van de thema’s Biologische Agentia en Klimaat, die zijn opge-nomen in de Arbocatalogus, is in het verslagjaar gewerkt aan een tweetal posters en brochures over beide thema’s.In juni werd het materiaal over Biologische agentia uitgebracht, in oktober gevolgd door het materiaal over geluid.

Met dit informatiemateriaal kunnen zowel de werknemers als de werkgevers controleren of wordt voldaan aan de verantwoorde aan-pak van biologische agentia en klimaat in het bedrijf.Tevens kunnen nieuwe werknemers worden geïnformeerd over bewust en veilig werken met biologische agentia en over werken onder warme of koude omstandigheden.

BIoLoGIscHE AGENTIA in de pluimveeverwerkende industrie

BIOLOGISCHE AGENTIA

biologische agentia brochure.indd 1 26-05-15 10:51

WAT zIjN BIoLoGIscHE AGENTIA?

biologische agentia brochure.indd 2 26-05-15 10:51

Veel werknemers in de pluimveeverwerkende industrie werken onder

koude omstandigheden.

Vanwege voedselveiligheidseisen is temperatuur in de meeste ruimtes

laag (verwerking en opslag), of zeer laag (diepvries). Ook wordt met koude

materialen gewerkt. En in de aanvoer en aanhang kan het ‘s zomers warm

zijn. Maar het gaat niet alleen om de temperatuur.

Het betreft ook luchtvochtigheid en tocht.

Klimaat in het bedrijf

Arbocatalogus Pluimvee

WERK BEWUSTWERK VEILIG

KLIMAAT in de pluimveeverwerkende industrie

KLIMAAT

lees alles over klimaat op de werkplek in de arbocatalogus op www.szpluimvee.nl

klimaat poster a3.indd 1 14-07-15 11:20

Veel werknemers in de pluimveeverwerkende industrie werken onder

koude omstandigheden.

Vanwege voedselveiligheidseisen is temperatuur in de meeste ruimtes

laag (verwerking en opslag), of zeer laag (diepvries). Ook wordt met koude

materialen gewerkt. En in de aanvoer en aanhang kan het ‘s zomers warm

zijn. Maar het gaat niet alleen om de temperatuur.

Het betreft ook luchtvochtigheid en tocht.

Klimaat in het bedrijf

Arbocatalogus Pluimvee

15

BIJDRAGEN / SUBSIDIESVolgens de voorschriften dienen organisa-ties, als zij een bijdrage uit de fondsmid-delen willen ontvangen, vooraf een be-groting bij het fonds in te dienen. Door het fonds wordt vervolgens het besluit van het bestuur gemeld met de voorwaarden waaronder een bijdrage wordt verleend.

Bij de definitieve afrekening moet een accountantsverklaring worden bij-gevoegd waaruit blijkt dat de gelden bin-nen de doelstelling van de stichting zijn aangewend. Bedrijven die een bijdrage willen aanvragen voor scholingsactivitei-ten, moeten dit eveneens vooraf melden, maar hoeven geen accountantsverklaring te overleggen.

In dit kader is een drietal ingediende subsi-dieaanvragen voor 2015 door het bestuur van de Stichting Fonds Collectieve Belan-gen voor de Pluimveeverwerkende Indus-trie gehonoreerd. Conform de afspraken in het bestuur is een deel van de premie bestemd voor de werkgevers- en werkne-mersorganisaties die in de pluimveever-werkende industrie activiteiten verrichten.

CURSUSAANBODIn de periode dat er een bijdrage vanuit het fonds werd verleend aan opleidingen, was er een zogenoemde etalage. Een bro-chure met opleidingsmogelijkheden. Deze brochure is niet langer onderhouden. Het bestuur vindt het van belang dat er een overzicht van het cursusaanbod cen-traal beschikbaar is. Mochten bedrijven of werknemers zich willen verdiepen of wil-len oriënteren op de mogelijkheden van scholing in de branche, dan kan een over-zicht een hulpmiddel zijn. Door het secretariaat is een overzicht

opgesteld van opleidingsmogelijkheden voor medewerkers in de pluimveever-werkende industrie. Het is geen totaalbes-tand, maar veel voorkomende opleidingen worden genoemd. Mochten bedrijven of opleidingscentra aanvullingen hebben, dan kunnen zij dit zowel telefonisch als per e-mail kenbaar maken. Het overzicht is gepubliceerd op de website van de sticht-ing.

SUBSIDIEBELEID Het bestuur van de stichting heeft besloten om het subsidiebeleid van 2015 voor het jaar 2016 ongewijzigd voort te zetten. In hoofdlijnen richt dit beleid zich op het vol-gende. Voor zowel individuele opleidin-gen van werknemers als voor een aantal MBO-opleidingen en cursussen Nederlands wordt een bijdrage verleend. Onder het subsidiebeleid is mede begre-pen het toekennen van een diplomatoe-slag van 115 euro voor een behaald diplo-ma. Deze toeslag wordt door de stichting rechtstreeks betaald aan de deelnemer.

16

17

DOELSTELLING

De doelstelling van de Werkgroep scholingsactiviteiten is om de scholingsac-tiviteiten voor de werkgevers en werkne-mers in de pluimveeverwerkende indus-trie te initiëren, te organiseren en aan te sturen, om hiermee de taken van het bestuur te ontlasten. Het bestuur blijft eindverantwoordelijk voor de activiteiten van de werkgroep.

ACTIVITEITENDe werkgroep is in het verslagjaar niet bijeen geweest.

SAMENSTELLING WERKGROEP SCHOLINGSACTIVITEITENDe Werkgroep scholingsactiviteiten is aan het einde van het verslagjaar als volgt samengesteld: mevrouw M.C.J. Onderdijk, J.P. Ruig en J. Timmer (NEPLUVI), A.E.M. Peper (CNV Vakmensen), J.C.H.M. Verhoeven (FNV) en R. Kerkmeijer (secre-taris).

3 WERKGROEP SCHOLINGSACTIVITEITEN

18

19

4 FINANCIËLE AANGELEGENHEDEN

In de maand mei 2015 is door het bestuur in de jaarrekening over 2014 vastgesteld. De beknopte financiële gegevens zien er als volgt uit.

Financieel overzicht (in euro) Bedrag baten en lasten 2014 InkomstenOntvangen premies 147.079Ontvangen premies conform cao-afspraken 588.314Eenmalige premie 98.279Mutatie voorzienig oninbare premies -926Vergoeding secretariaat OFP 44.800Rente ABN AMRO 5.132Vergoeding secretariaat SVUPI 10.950

Totaal inkomsten 893.628UitgavenVoorlichting en informatie rechtsgevolgen cao 64.005Uitleg en toepassing bepalingen cao 24.131Overleg sociale partners (m.u.v. cao-overleg) 151.572Bestuurlijke, financiële en administratieve beheer 539.804Informatie en publiciteit aan belanghebbenden 95.942Brochures, periodieken en kennisdragers 8.029Inzet van adviseurs op gebied van scholing, vorming en arbeid 21.243Ontwikkelingen op bedrijven in het kader van hun inzetbaarheid 1.315Bevorderen medezeggenschap, participatie en OR 3.643Deelname werknemers aan congres/vakgroepvergaderingen 33.596Opleidingsplan en opleidingen werknemers 2.610Verbetering arbeidsomstandigheden en bedrijfsbeleid 26.487Vergroten participatie op arbeidsmarkt 36Projecten of onderzoekactiviteiten op opleidingsgebied 1.087

Totaal uitgaven 973.986

Saldo inkomsten en uitgaven -80.358 (nadelig)

Eigen vermogenHet eigen vermogen bedroeg aan het begin van het verslagjaar -384.264 euro.

20

21

5 DE BEDRIJFSGENOTEN

De stichting richt haar activiteiten op onder-nemers en werknemers in de slachterijen en pluimveeverwerkende bedrijven, die vallen onder de werkingssfeer van de cao voor de pluimveeverwerkende industrie.

Aan het einde van het jaar 2015 kent de sector in de onderscheidenlijke categorieën 24 slacht-locaties, waarin 2.012 personeelsleden werk-zaam zijn en 90 pluimveeverwerkende bedrij-ven met 2.991 personeelsleden.Daarnaast zijn er 6 bedrijven bekend, die actief zijn in de uitzendbranche en onder de wer-kingssfeer vallen. Hierbij zijn in totaal 264 werk-nemers betrokken.

Een aantal bedrijven valt niet onder de wer-kingssfeer van het Fonds Collectieve belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie. Dit zijn ondernemingen die slechts van de totale productie voor een gering percentage pluim-veevlees verwerken. Bedrijven die onder de werkingssfeer van de CAO voor werknemers werkzaam in de pluimveeverwerkende industrie vallen, hebben als hoofdactiviteit het slachten of bewerken van pluimveevlees. Zij dragen de reguliere heffing voor het fonds af.

22

23

6 ADRESSEN

Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende IndustrieAdres: Kokermolen 11, 3994 DG HoutenTelefoon: 030 6355250Website: www.szpluimvee.nl Contactpersoon: Ronald Kerkmeijer, secretaris

Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie NEPLUVIAdres: Kokermolen 11, 3994 DG HoutenTelefoon: 030 6355252Website: www.nepluvi.nlContactpersoon: Peter Vesseur,algemeen secretaris

FNVAdres: Gotlandstraat 2a, 7418 AZ DeventerTelefoon: 0900 9690 (lokaal tarief)Website: www.fnvbondgenoten.nlContactpersoon: Jan Verhoeven, bestuurder

CNV VakmensenAdres: Tiberdreef 4, 3561 GG UtrechtTelefoon: 030 7511007Website: www.cnvvakmensen.nlContactpersoon: Emiel Peper, bestuurder

24

25

BIJLAGE 1

SUBSIDIEBELEID 2015 STICHTING FONDS COLLECTIEVE BELANGEN VOOR DE PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE

Aan de volgende opleidingsmogelijkheden wordt door de Stichting OFP in 2015 een bijdrage verleend.1. Cheque voor individuele opleidingen van werknemers2. MBO opleidingen niveau 1 en 23. MBO opleidingen levensmiddelentechnologie niveau 3 en 4 4. Nederlands

Ad 1In 2015 worden 25 cheques van maximaal 1000 euro per cheque beschikbaar gesteld voor opleiding van individuele werknemers. Opleidingen komen in aanmerking mits de werknemer dit niet via het bedrijf kan volgen en er sprake is van een brede arbeidsmarkt-gerichte opleiding. Daaronder is mede begrepen een loopbaanadvies.

Ad 2MBO opleidingen niveau 1 en 2 komen voor subsidie van 50% van de cursuskosten in aanmerking, met uitzondering van opleidingen die worden gevolgd in het kader van een leer-/werkovereenkomst en de werkgever daarbij gebruik maakt van de instroomschaal.

Ad 3MBO opleidingen levensmiddelentechnologie niveau 3 en 4 komen ook in aanmerking voor een bijdrage van 50% in de cursuskosten, omdat deze een brede kennis bij de werk-nemers oplevert.

Ad 4In het kader van een goede communicatie of van de taalontwikkeling bij analfabeten wordt een bijdrage van 50% van de cursuskosten beschikbaar gesteld voor Nederlandse taalcursussen.

Voor de subsidieverlening wordt een aantal criteria en een procedure vastgesteld, die is bijgevoegd.

26

27

SUBSIDIEVOORWAARDEN

1. In aanmerking komende opleidingen

a. Individuele aanvragen van werknemersWerknemers met een arbeidsovereenkomst in de pluimveeverwerkende industrie kunnen in aanmerking komen voor een opleidingscheque ter waarde van 1.000 euro voor opleidingen, die al dan niet sectorgericht zijn op de pluim-veeverwerkende industrie. Voor een bijdrage komen in aanmerking opleidingen waarmee de werknemer zichzelf verder ontwikkelt en arbeidsmarkt gericht zijn en de werkgever voor deze opleiding geen gebruik maakt van een subsidie vanuit het fonds. Onder de opleiding kan ook zijn begrepen een loopbaanadvies. De cheque kent een maximum waarde en er zal niet meer worden vergoed dan de daadwerke-lijke kosten van de opleiding.Voor het jaar 2015 worden er 25 cheques beschikbaar gesteld.

b. Aanvragen van werkgeversWerkgevers kunnen in aanmerking komen voor een subsidie van 50% van de daadwerkelijke kosten van een opleiding voor werknemers van een van de volgende opleidingen:- MBO opleidingen niveau 1 en niveau 2; Hiervan worden uitgezonderd de opleidingen die worden gevolgd in het kader van een leer-/werkovereenkomst en waarbij gebruik wordt gemaakt van de instroomschaal.- MBO opleidingen levensmiddelentechnologie niveau 3 en 4 - Cursussen Nederlands.Voor alle opleidingen geldt, dat deze worden gevolgd bij een gecertificeerd en erkend oplei-dingsinstituut.

Er is voor aanvragen van werkgevers voor het jaar 2015 maximaal 75.000 euro aan subsidie beschikbaar gesteld.

2. AanmeldingElke opleiding wordt voor aanvang gemeld aan het secretariaat van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimvee-verwerkende Industrie. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het Aanmeldingsformulier. Er is een aanmeldingsformu-lier voor werkgevers en een aanmeldingsformulier voor individuele werknemers. Door de stichting wordt de ontvangst bevestigd met de vermelding van het subsidiebedrag waarop aanspraak kan worden gemaakt. Door budgettering van het bestuur van de stichting kan het voorkomen dat bij grote belangstelling het maximale subsidiebedrag in enig jaar zou worden overschreden. Hiervoor geldt als volgorde de datum van ontvangst van het aanmeldingsformulier bij het secretariaat van de stichting.De omvang van de ter beschikking gestelde subsidie wordt door het bestuur vastgesteld.

3. Indienen subsidieaanvraagZo spoedig mogelijk na afloop van de cursus, maar uiterlijk binnen drie maanden, wordt een Aanvraagformulier subsidie ingediend, waarbij de volgende bescheiden worden toegevoegd: de rekening van het opleidingsinstituut, een diploma of certificaat dan wel ander document waaruit blijkt dat de opleiding is gevolgd en afgerond.

4. BetalingNa ontvangst van alle documenten als genoemd in punt 3 zal de stichting overgaan tot betaling van het subsidiebedrag. Er kan geen sprake zijn van uitkering van een hoger bedrag dan bij de aanmelding door de stichting is bevestigd.Voor aanvragen van individuele werknemers zal de bijdrage van de opleidingscheque vooraf worden betaald. Hiervoor zal de werknemer een factuur van de opleiding en een bewijs van inschrijving bij het aanmeldingsformulier moe-ten meesturen.

28

5. DiplomatoeslagWerknemers ontvangen van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie een toeslag van 115 euro voor een behaald diploma van die opleiding, waaraan door de stichting een subsi-die wordt verleend.