de Moeial - November 2012

32

Click here to load reader

description

De novembereditie van het VUB-studentenmagazine, De Moeial. Meer op www.demoeial.be

Transcript of de Moeial - November 2012

Page 1: de Moeial - November 2012

België - Belgique

P.P. - P.B.

1160 Oudergem

Gemeenteplein

BC31570

Maandblad, verschijnt niet van juli tot september - Erkenningsnummer: P913267 - De Moeial, Triomflaan 35, 1160 Oudergem

Studententijdschrift van de Vrije Universiteit BrusselGratis en onbetaalbaar sinds 1983

Page 2: de Moeial - November 2012

INHOUD

Film

Page 3: de Moeial - November 2012

ezing, Godin, de wrok van Peleus' zoon Achilleus.” Het isde eerste zin van het doorHomeros in dactylische hexame-

ter geschreven heldendicht, de Ilias. Het epos over Achilles' leed tijdens deTrojaanse oorlog. Een oorlog met vrouwen als aanleiding en inzet.

Tegenwoordig ontketenen vrouwen al lang geen bloedbaden meer. Des tevaker zijn zij onderwerp van een discussie die zo nu en dan weer oplaait,maar nooit volledig luwt; die over de plaats van de vrouw in de hogereechelons van de overheid en het bedrijfsleven. Topvrouwen zijn en blijveneerder uitzondering dan regel. Die constatering indachtig werd er een zoge-naamd genderquotum opgenomen in het nieuwe decreet Studentenvoorzienin-gen: de op te richten Stuvoraad mag maar voor tweederde bestaan uit per-sonen van hetzelfde geslacht (meer hierover op p. 5).

Waar de dramatische ironie in de Ilias een veelgebruikt stijlfiguur is, blijft dewerkelijkheid er evenmin van gespaard. Immers, het quotum is nog niet goeden wel ingevoerd en nu al blijkt dat het ook zonder kan: twee vrouwen entwee mannen vormen het team van vicerectoren, het bestuur van de Studenten-raad kent eenzelfde samenstelling en verwelkomt tevens de eerste vrouwelij -ke voorzitter sinds haar oprichting. Van de vier studentendiensten die vallenonder Studentenbeleid - de Studentenraad, Studiekring Vrij Onderzoek, DeMoeial en het BSG - heeft enkel die laatste een man als voorzitter.

De Studentenraad kan dit jaar dus opgelucht ademhalen, maar aan de UGentis dat wel even anders. De Gentse studentenvertegenwoordigers zijn boosover de genderquota die in alle raden en commissies van de UGent zullengelden. Dat besloot het Vlaams Parlement in juli dit jaar. Ze spraken daaropPascal Smet aan, die, in plaats van het brandje te blussen, nog wat extra olieop het vuur gooide. Hij noemde de stuvers kleinburgerlijk wegens verzet te-gen de gendernormen, terwijl de studenten de bindende norm op hun beurt on-democratisch en niet praktisch vinden. We kennen de bezwaren: instellingenof opleidingen met voornamelijk mannen of juist een meerderheid aan vrou-wen worden veroordeeld tot een nog grotere inspanning om studentenverte-genwoordiging in orde te krijgen. De democratie, nog zo'n mooie Griekse

uitvinding, staat volgens de Gentse studentenraad (GSR) op de helling.

De Vlaamse studentenkoepel (VVS) heeft nochtans vorig academiejaar aleen brief gestuurd met daarin de oproep om een streefcijfer in te voeren inplaats van een bindend quotum. Zo'n richtlijn laat immers toe rekening tehouden met de specifieke situatie van sommige instellingen. Die brief vondevenwel geen gehoor en studentenvertegenwoordigers blijven achter de fei-ten aan en tegen muren op lopen.

Gebrek aan inspraak is overigens niet enkel een probleem in het dossier vande vrouwenquota. Ook bij de onderhandelingen over de tweejarige masterbleefhet ministerie oostindisch doofen blind voor de opmerkingen van VVS.De minister realiseert het zich misschien niet, maar dat Homeros blind was,betekent geenszins dat blindheid voor een politicus verkieslijk is. We wetenimmers allemaal dat decreten geen heldendichten zijn.

In Gent pikken ze de miskenning van de studentenstem dus niet en Smetmocht dan ook een open briefin de bus verwachten. De felle Gentse reactie iser misschien gekomen omdat men in Gent een dergelijke gang van zaken, integenstelling tot in Brussel, niet gewend is. In onze streek is de student allanger monddood en heeft hij een heuse mediastorm nodig om zelfs maareens te mogen praten met de Brusselse politici. De MIVB-abonnementenkunnen als voorbeeld dienen: pas nadat de studenten hun grieven aan de perskenbaar maakten, mochten studenten aantreden op de kabinetten. Structureeloverleg met het Gewest bestaat echter niet en de overvloed aan gemeentenlegt ook de studenteninspraak op lokaler niveau meer dan lam. Net als deOlympische Goden zijn de Brusselse ministers slechts bereikbaar na con-stante smeekbeden en offerandes, waar ze vervolgens nu eens wel en danweer niet op reageren.

Toegegeven, het kabinet van Bruno De Lille poogt inmiddels een overlegtussen studenten en Gewest op poten te zetten. Daar moest echter eerst hetMIVB-studentenabonnement voor sneuvelen. Als het structureel overleg eenfeit wordt, dan weet u dus wat het u gekost heeft.

Stéphanie Romans, hoofdredacteur

“B

Page 4: de Moeial - November 2012

Verwarring troefomtrent het organisatorschapvan de derde editie van de Week van de Ver-lichting. In eerste instantie leek “door gebrek aanmankracht” noch Studiekring Vrij Onderzoek(VO), noch het Brussels Studentengenootschap(BSG) de leiding op zich te willen nemen. Desubsidie van €20.000 van de Unie voor Vrijzinni-ge Verenigingen (UVV) dreigde dus onbenut teblijven.

Intussen lijkt het erop dat er dan toch een oplos-sing voorhanden is. Op aandringen van UVVblijft de Week van de Verlichting bestaan, zij hetin een nog nader te bepalen vorm. Zowel BSG,VO, de Oud-Studentenbond (OSB) als de Studen-tenraad zullen proberen de organisatie veilig testellen. De Studentenraad reserveert alvast eenbudget van 1000 euro in de begroting.

Studenten die in het tweede semester op Eras-mus willen, zullen pas in december uitsluitsel krij -gen over hun beurs. Voor Erasmusbeurzen inhet eerste semester hevelde de Europese Commis-sie al 99,13´% van het Erasmusbudget over naarde nationale instellingen die de beurzen per landverstrekken. Daardoor is er voor het tweedesemester een tekort van 90 miljoen.

De Europese studentenkoepel ESU, is bezorgd:“Hoe kunnen we van studenten verwachten datzij kiezen voor een buitenlandse ervaring als zijin on-zekerheid blijven over hun beurs?”, aldusESU-voorzitter Karina Ufert. Oostenrijk, Groot-Britannië, Duitsland, Finland, Nederland enZweden wil-len alvast de benodigde 6,8% nietmeer vrijmaken voor het budget van 2013. Detoekomst van veel Erasmusstudenten wordt hier-mee dus onzeker.

Het dossier aangaande de tweejarige masterblijft aanslepen, maar studenten hebben nogsteeds weinig in te brengen. De Vlaamse Vereni-ging van Studenten (VVS) is niet bepaald op-gezet met het gebrek aan inspraak. Na deafkeuring van alle aanvraagdossiers organiseerdehet kabinet van mi-nister Smet samenkomstenmet vertegenwoordigers; studenten waren hierniet welkom. VVS noemt dit een “blamage” enroept het ministerie en onderwijsinstellingen opom studenten rechtstreeks te betrekken.

Het Centrum voorAlgemeen WelzijnswerkMozaïek (CAW) is verhuisd. Vanaf nu moetenjongeren voor psychosociale hulp het centrum be-zoeken in de vroegere lokalen vanVesalius Colle-ge, te Triomflaan 32. Het CAW stelt vast dat devraag naar dergelijke hulp sterk gestegen is. Van

2009 tot 2011 kwamen er maar liefst 60% meerjongeren over de vloer. Het centrum ziet een twee-ledige verklaring voor die stijging, namelijk degrotere bekendheid van de dienst en deproblemen waar jongeren tegenwoordig meekampen. Die problemen stellen zich vooral ophet gebied van angst, depressie, stress en onzeker-heid. Volgens het CAW is dat het gevolg van eenmaatschappij waarin jongeren een steeds grotereprestatiedruk ervaren.

DeVUB-Studentenraad probeert haar achter-ban meer te betrekken bij de besluitvorming meteen zogenaamde Dropboxactie. De dropbox is infeite het e-mailadres van de Studentenraad waarstudenten hun ideeën of grieven naartoe kunnensturen. De beste, meest haalbare voorstellen zul-len daarna onderzocht en eventueel uitgevoerdworden. Een greep uit de voorstellen tot dusver:een pastabar als aanvulling op het reeds bestaan-de resto- en broodjesaanbod, slaatjes in de zomeren meer bakken voor afvalscheiding op de cam-pus.

De Studentenraad ging akkoord met de opge-stelde beschermingsmaatregelen voor studen-ten die vóór het academiejaar 2013-2014ingeschreven waren aan één van de inkantelendeopleidingen van de Erasmushogeschool Brus-sel. De overeenkomst stelt kortweg dat alle ver-worven ofgedelibereerde credits en vrijstellingenuitgereikt door de EhB onverkort overgenomenworden door de VUB in 2013. Met ingang vanafdat jaar zullen voormalige EhB-studenten wel in-tegraal onderhevig zijn aan het Onderwijs- enExamenreglement van de VUB.

De Studentenraad van Louvain-la-Neuve (As-semblé Générale des étudiants de Louvain, afge-kort AGL) heeft zich opnieuw aangesloten bij deFranstalige studentenkoepel FEF. Met eenruime meerderheid verkozen ze zo FEF bovenUnécof, die andere studentenkoepel, om hun be-langen te verdedigen op gemeenschapsniveau.

De reden waaromAGL een klein jaar geleden op-stapte, was de onvrede vanwege de inhoudelijkelijn van FEF en het politiek engagement van be-paalde bestuurders. Volgens FEF-voorzitterDavid Méndez Yépez, overigens voormalig co-voorzitter van AGL, is de hereniging te dankenaan een nieuw bestuur, vernieuwde statuten entransparantie omtrent de banden tussen FEF-be-stuurders en de politiek.

(nb, jj, sr)

ESU-voorzitter Karina Ufert

Bron: esu-online.org

Logo Week van de Verlichting

Bron: europarl.europa.eu

Androulla Vassious, Eurocommissaris Onderwijs

Page 5: de Moeial - November 2012

De Vrije Universiteit Brussel zal voor de eredocto-raten in 2013 enkel vrouwen in overwegingnemen. Het voorstel van rector Paul De Knopwordt gesteund door de Raad van Decanen en deVUB-vrouwenraad. De beslissing dateert al vanvoor de zomer. Het gaat wel enkel over de eredoc-toraten van het jaar 2013.

Rector De Knop legt uit waarom: “Het is ondermeer bedoeld als statement om in de toekomst me-er aandacht te hebben voor een evenwichtige man-vrouwverdeling bij de kandidaten. Het voorstel isop mijn initiatief gelanceerd en is ingegeven doorde vraag van de overheid om meer aandacht tehebben voor gendergelijkheid. Ook het recenteBOF-besluit (dat de verdeling regelt van de Bijzon-dere Onderzoeksfondsen voor fundamenteel on-

derzoek) gaat in die richting.” In dat BOF-besluitwordt de verdeelsleutel van de fondsen onderheviggemaakt aan nieuwe maatregelen om het gender-evenwicht in het academisch onderzoek te bevorde-ren.

De eindbeslissing om de eredoctoraten toe te ken-nen komt echter de Raad van Bestuur van de VUBtoe, die nog steeds anders kan beslissen. Over dekandidaten zelfis vooralsnog niets bekend. De eer-ste lijst met voorstellen wordt op 19 november aande Raad van Decanen voorgelegd. Daarna moetenook de VUB-Senaat (adviesorgaan bestaande uitde rector en per faculteit een (buiten)gewoon hoog-leraar) en de Raad van Bestuur hun goedkeuringgeven.

Misschien krijgt het plan in afgeslankte versie wéleen bestendig karakter: “De VUB-vrouwenraadheeft me ook gevraagd om dit voorstel een meerduurzaam karakter te geven door in de toekomstde faculteiten te verzoeken steeds zowel eenvrouw als een man als kandidaat voor te dragen”,stelt de rector. Die VUB-vrouwenraad, met profes-sor fysica Catherine De Clercq als drijvendekracht, is een informeel orgaan dat in 2010 hetlevenslicht zag. Het vrouwennetwerk bestaat uitcollega’s die alle aspecten van gendergelijkheidonder de aandacht willen brengen. “Ik steun datvoorstel en ben dan ook van plan het in de toe-komst structureel uit te werken”, besluit de rector.(rc)

Volgens het nieuwe decreet betreffende de studen-tenvoorzieningen in Vlaanderen (Stuvodecreet) datop 1 januari 2013 van kracht wordt, moeten alleuniversiteiten en hogescholen een Stuvoraad op-richten. De bevoegdheden van deze raad over-lappen die van de huidige VUB-Studentenraad.Daarom hebben de Studentenraad en de Raad vanBestuur beslist de studentenvertegenwoordigersdie nu in de Studentenraad verkozen zijn eveneensaan te duiden in de Stuvoraad. De leden van deStudenten- en Stuvoraad zullen dus dezelfde zijn.

In de praktijk komt het erop neer dat de Studenten-raad de helft van de verkozenen aanwijst als lidvan de Stuvoraad. De Raad van Bestuur neemt deandere helft voor haar rekening. Het decreet ver-plicht namelijk een paritaire samenstelling van deStuvoraad: 50% van de leden moet worden aange-duid door studenten, de resterende 50% wordt be-noemd door het instellingsbestuur.

“Deze beslissing is echter enkel van kracht in2013”, aldus vicevoorzitter Sociale Zaken JoerieLersberghe. Over de samenstelling op de langetermijn wordt nog nagedacht. Er is namelijk eenaantal moeilijkheden met een fusie van Stuvo- enStudentenraad zoals voorzien voor het jaar 2013.“Een Stuvoraad moet namelijk, buiten paritairsamengesteld, ook in genderevenwicht zijn. Maxi-maal tweederde van de leden mag behoren tothetzelfde geslacht. Laten het nu net die regels zijndie bij democratische studentenverkiezingenweleens een probleem kunnen veroorzaken. Voor2013 voldoen we aan die criteria. We zoeken nunaar een manier om een, in dit opzicht ongunstigeverkiezingsuitslag in de toekomst te kunnen opvan-gen”, vult Lersberghe aan. Een definitieve oplos-sing biedt zich echter nog niet aan.

Wat blijft er eigenlijk nog over van de Studenten-raad als de Stuvoraad het grootste deel van haar be-

voegdheden opslorpt? “De Studentenraad zou daneen orgaan worden met enkel adviesrecht”, legtstudentenraadsvoorzitter Isabelle Selleslag uit.“Dat kan ook niet anders, omdat de meeste be-voegdheden decretaal bij de Stuvoraad liggen”,verduidelijkt Lersberghe.

De Studentenraad in Gent is alvast niet blij met degendernorm in het decreet. “In Gent is dit quotumingevoerd voor alle raden en commissies”, aldusSelleslag. “Waarom dat zo is, is mij niet geheelduidelijk. Aan de VUB is dit niet het geval.” Hetprobleem stelt zich aan de VUB dus minder dring-end dan in Gent, maar ook hier is voorlopig nogonduidelijk hoe een 'ongunstige' verkiezingsuit-slag omgezet kan worden naar een democratischeen decretaal correct samengestelde Stuvoraad.(sr)

Page 6: de Moeial - November 2012

Hélène Casman is nog even professor familierecht,maar geen vicerector Studentenbeleid meer. Injuridische termen heet zoiets het verstrijken van determijn. Die levensarmoede van de vaktaal heeftmijn gespreksgenoot gelukkig niet overgenomen.Antwoorden doet ze steeds in wat zich het best laatomschrijven als gevoelstaal, met de juridischesituatie slechts als verduidelijkende puntjes op de i.

Het was niet anders op de vergadering van deStudentenraad van 5 juli 2012, de laatste die ze bij-woonde in haar hoedanigheid als vicerector. Nooitheb ik iemand gezien die zo oprecht gelukkig leektoen de agenda afgewerkt was. Niet omdat ze desluimerende ogen eindelijk kon doen ontwakendoor hen te laven aan de buitenlucht – sluimeren

hebben die ogen immers nooit gedaan – wel omdatháár plechtig moment was aangebroken. De hoor-baar geroerde woorden van haar afscheidsspeechwerden onthaald op een staande ovatie.

“Ik heb dan ook een bijzondere tijd beleefd als vice-rector Studentenbeleid en raadgevend lid in de Stu-dentenraad. Ik heb van dichtbij mogen meemakenhoe studenten van hun participatierecht hebben ge-bruikgemaakt. Ze zijn daar zeer volwassen endoordacht mee omgesprongen. Daar word ik blijvan. Dat heb ik in mijn toespraak willen bena-drukken, maar er zat natuurlijk meer in. Het ver-strijken van al die termijnen, zoals volgendacademiejaar ook mijn periode als hoogleraar,stemt een beetje totmelancholie, tot heimwee. Tijd-

perken afsluiten zijn belangrijke momenten diebenadrukt moeten worden. Dan zijn woorden ophun plaats die plechtiger van aard zijn, die extrabenadrukken wat er bijzonder is aan een speciaalmoment.”

Het vicerectorschap Studentenbeleid is van recentemakelij. In 2004 was Michel Magits de eerste diede functie bekleedde. Dat was nog onder rectorBen Van Camp. Vier jaar later volgde Hélène Cas-man hem op. Het was de tweede keer dat Magitshaar voorafging; zij had hem ook al opgevolgd alsdecaan. Het leven doorwrocht door opvolging. “Ikapprecieer Michel Magits al zolang ik hem ken.Dat is grotendeels wederkerig, denk ik. Wijhebben twee heel verschillende persoonlijkheden.

ratie uit zich niet ingedragingen. Het zit nietverstopt in de kleine nu-

ance van het gesproken woord, is niet te-rug te vinden in die fijne trek van hetgelaat. Gratie heeft niets te maken met degewaarwording van onze zintuigen. Zoalshet leven is gratie een illusie; de onbereik-bare schoonheid die ons, steeds slechtsnadien, in de greep heeft gekregen. “Of opemeritaat gaan een beetje sterven is?Neen. Ik zal een bladzijde omdraaien, enhet leuke daaraan is dat er nog een blad-zijde na komt. En die is onbeschreven.”

GDe carrière van voormalig vicerectorStudentenbeleid Hélène Casman

TEKST: RUBEN CLAESENFOTOGRAFIE: MANLYCALLEWAERT

Page 7: de Moeial - November 2012

Ik schat mezelfwat uitbundiger in, zal sneller naarde mensen toestappen, terwijl Michel eerderwacht-te tot de mensen naar hem toekwamen. Ik heb veelvan hem geleerd zonder hem te willen kopiëren;dat zou immers niet gewerkt hebben. Mijn tempe-rament is heviger. Dat is het trouwens in alles watik doe.”

De herinneringen naar andere tijden borrelen van-zelf op. Ons gesprek zou voor de eerste keer detijdsgrens van één decennium overschrijden. Hetgebeurt ongevraagd, maar het is goed. Het is onzerbeide onderhuidse drang. Die van haar is sterker.“Mijn relatie tot Michel Magits is nog meer bijzon-der omdat ik hem heb leren kennen als studenttoen ik zelf assistent aan de Rechtenfaculteit was”,

lacht ze. “Hij had toen al geschiedenis gestudeerden was medewerker van professor John Gilissen,die ook geschiedenis en rechten gestudeerd had enauditeur-generaal van de Krijgsraad was. MichelMagits deed ook zijn legerdienst bij hem. Hijkwamme opzoeken in verbandmet het vak Huwe-lijksvermogensrecht. De eerste keer dat ik MichelMagits heb ontmoet, droeg hij dus een legeruni-form.”

REVOLTE

Hélène Casman is een kind van '68. Ze studeerdevan 1965 tot '70 aan de ULB en maakte de studen-tenopstand van nabij mee. Ze haalt studentenpar-ticipatie, vooral dan in de raad van bestuur, aan als

een van de belangrijke doelstellingen. “De raadvan bestuur van de ULB was voor '68 uitsluitendsamengesteld uit professoren en gecoöpteerden uitde politieke of economische wereld, of uit traditi-onele geldschieters van de universiteit. Geen tech-nisch, administratief of assisterend personeel, endus ook geen studenten.”

“De vraag naar studentenparticipatie was niet vooriedereen vanzelfsprekend. Ik herinner me eenhoogleraar die deed alsof het einde van de univer-siteit in zicht was toen de participatie eindelijk opde agenda stond. “De raad van bestuur gaat dattoch niet toestaan?”, reageerde hij radeloos. In degeest van sommige proffen moesten studentenvooral hun plaats kennen, zijnde in het leslokaal,

De carrière van voormalig vicerectorStudentenbeleid Hélène Casman

Page 8: de Moeial - November 2012

volgens het aloude ex cathedra-model. Dat allesstond niet in de weg dat de raad het voorstel aan-vaard heeft. Toen de vergadering gedaan was,kwam de bewuste hoogleraar, wit van colère, terugnaar buiten, zijn woede niet wegstekend tegenoverde euforische studenten die aan het juichen wa-ren.”

Instellingen die een deel van hun macht afstaan,Hélène Casman heeft er bewondering voor. “Zehadden ook kunnen wachten tot de storm ging lig-gen. Als het kalmeert in Parijs, zal de storm hierook wel overwaaien. Maar dat hebben ze niet ge-daan. De studenten hebben gelijk gekregen. Hetwas een vreemde situatie van studenten die op decampus kampeerden en leslokalen bezetten. Enzie, het heeft geloond. Inmiddels kent dat enthou-siasme wel een terugval: eens het verworven was,moest er niet meer voor gevochten worden. Hetblijft moeilijk om studenten te mobiliseren. Niet al-le plaatsen zijn ingenomen, maar het brengt mevreugde dat zij die het doen, het ook zo goed doen.Zolang er maar een handvol studenten van over-tuigd blijft.”

De onvrede van eind jaren '60 ging natuurlijk overveel meer dan louter studenteninspraak. Aan de po-ten van het spreekgestoelte van de professor werdgezaagd, zijn autoriteit in vraag gesteld. “Sommigeproffen verantwoordden zich voor niets. Zekwamen of ze kwamen niet, er was wel of geencursus. Studenten moesten hen maar aanvaardenzoals ze waren. Na Mei '68 zijn ze verplicht ge-weest om zichzelf in vraag te stellen, aan de wille-keur werd paal en perk gesteld. Dat is eenboodschap die veel indruk op mij heeft gemaakt.Ik denk dat ik niet één keer een auditorium ben bin-nengestapt zonder het als een privilege te beschou-wen om les te geven. Ik heb ervoor moetenwerken, het is me niet als een geschenk in deschoot geworpen. Al neemt dat niet weg dat ik mebewust moest en moet zijn van de manier waaropik mijn kennis wil overdragen en de studenten sti-muleren. Daar is niets vanzelfsprekends aan. Hetvereist een inzet van de hele persoon. Drie uur lesgeven, dat voel je, daar heb je je aan gewijd, metveel energie.”

BRIEFJE VOORDE

DIRECTEUR

“U vraagt natuurlijk iets waarmijn bescheidenheid moeilijkmee te verenigingen is”, zegtze traag en bedachtzaam wan-neer ik vraag of de visie ophaar vakgebied familierechtvernieuwend was. Begin jaren'70 was het Burgerlijk Wet-boek nog steeds god in derechtenopleiding en de ver-zameling van de verschillen-de burgerrechtelijke vakkenvormde dan ook de hoofd-moot. “Het heeft nog lang ge-duurd vooraleer vakken alsEuropees Recht of Vennoot-schapsrecht een behoorlijke plaats in het curricu-lum toebedeeld kregen. Maar goed, ik stelde vastdat de professoren van die burgerrechtelijkevakken niet met elkaar overlegden. De vakken slo-ten wel op elkaar aan, maar er was te weinig aan-dacht voor de precieze link ertussen en wat heteffect daarvan was op de burger.”

“In het bijzonder vond ik dat er te weinig verban-denwerden gelegd tussen het huwelijksvermogens-recht en het erfrecht. Die correctie wilde ik makenen ik heb er mijn doctoraat aan gewijd: wat ge-beurt er met het vermogen tijdens het huwelijk, naeen scheiding of na een erfenis? Je nestelen in eenvakgebied gebeurt door een wisselwerking: je be-gint iets beter te kennen, je wil daar nog méér vankennen en uiteindelijk voel je je goed in dat vakge-bied net omdat je er veel over weet. Nu goed, ikheb mijn proefschrift in 1976 verdedigd en het ideeerachter is in 2012 nog brandend actueel en ookaanvaard. Er wordt nog steeds over gepraat, mis-schien een aanwijzing dat het tochwel een goed on-derwerp was.”

De carrière van de professor heeft zich niet enkelop een campus afgespeeld. Ze was ook achttienjaar notaris, van 1982 tot 2000. Ze laat er geentwijfel over bestaan; de combinatie tussen het hoog-leraarschap en het notarisambt heeft haar verrijkt,

enorm. “Ik ben er zeker van dat ik een betere profben geweest omdat ik notaris was en een beterenotaris omdat ik prof was. Ik mocht van nabijmeemaken wat mijn kennis voor mensen kan be-tekenen. Die kennis werd omgezet in iets bruik-baars. Op menselijk vlak was dat schitterend om tedoen. Vaak hingen mensen hun hoop aan mij op,en dan is het geweldig om hen opgelucht en ge-rustgesteld te zien vertrekken vergeleken met debedrukte manier waarop ze waren binnenge-komen.”

“Zo herinner ik mij een koppel dat een kind alsbaby had toevertrouwd gekregen. De oor-spronkelijke ouders waren op de dool en verhuis-den erg vaak. Om de adoptie af te ronden had ikechter de handtekeningen van die mensen nodig.Het heeft erg lang geduurd eer ik hen had opge-spoord en overtuigd om in te stemmen met dieadoptie. Toen ik dan eindelijk de handtekeningenvan die mensen had, heb ik me het volgendebedacht: ik ga de adoptieve ouders straks nieuwsbrengen waar ze al twee jaar op wachten en devolgende vraag zal dan ook ongetwijfeld zijn:Wanneer kunnen we komen tekenen? Dan wil ikniet antwoorden met Volgende week, maar wil ikkunnen zeggen: dadelijk. Ik wist dat zij een winkeluitbaatten die om half zeven sloot, dus belde ikhen op om kwart over zes. En inderdaad, hun eers-

Page 9: de Moeial - November 2012

te vraag was zoals ik ingecalculeerd had. “Zodrajullie winkel dicht is”, antwoordde ik. “We sluitende winkel nu!”, klonk het dolblij aan de anderekant van de lijn.”

“Ook het kereltje was meegekomen naar mijn kan-toor en hij volgde het hele gebeuren met bijzonderveel aandacht. Toen ik hem vroeg ofhij wist waar-om hij hier was, zei hij: “Ja, ik ga nu eindelijk denaam van mijn papa dragen.” Ik zag dat hij echtbetrokken was, en toen zijn nieuwe ouders hunhandtekeningen onder de akte zetten, stelde ik hemvoor dat hij ook zijn naam onder het document zet-te. De moeder schrok zich een hoedje, ze dacht –onterecht – dat de akte niet meer geldig zou zijn.Eens het drietal gerustgesteld was, pakte de jongenvervolgens een pen beet en concentreerde zich metuitgestoken tong. bijna was hij eraan begonnen ofhij vroeg nog snel welke naam hij precies moestneerschrijven. “Schrijf je voornaam maar”, zei ik,“die verandert niet.” Toen ik hen dan naar de deurbegeleidde wilde dat ventje me nog iets vragen: ofik geen briefje voor de directeur van zijn schoolkon maken. “Wanneer ik hem morgen ga zeggendat mijn naam veranderd is, gaat hij me niet gelo-ven.” Een schitterende herinnering.”

BEVLOGEN

Tweemaal wordt in ons één uur durend gesprek hetpuntje van de stoel opgezocht. Een eerste keerwan-neer het over de genderquota gaat die in de in terichten Stuvoraad moeten worden opgenomen

(lees p.5). “Ik ben tegen quota in het algemeen.Quota zijn te gedwongen. Bovendien zouden erquota kunnen worden ingevoerd voor allerlei ande-re soorten ongelijkheden, al ligt de focus nu opgendergelijkheid en participatie. Als de gender-gelijkheid op deze manier moet worden afge-dwongen, is dat niet goed voor de instelling, nochvoor de mannelijke en vrouwelijke participatie. Ikgeloof er niet in. Ik haal in dit verband graag hetvoorbeeld aan van de genderverhouding in onzeRechtenopleiding. Veertig jaar geleden, toen ikstudente was, was tien procent van de rechten-studenten vrouw, nu zestig procent. Geen enkele ac-

tie is er ondernomen om de meisjes te overtuigenom rechten te gaan studeren. Neen, ze hebben datzélf verwezenlijkt. Dat heeft tijd gevraagd – veer-tig jaar, toch twee generaties of acht studentenge-neraties – maar de groei is toch wel aanzienlijk.Die vrouwen hebben het enkel aan zichzelf te dan-ken. Ik ben dus niet gelukkig met die maatregel, enook niet met het voornemen van de rector om deeredoctoraten voor 2013 enkel aan vrouwen toe tekennen. Zo ontstaat het risico dat een vrouw het ge-voel krijgt op een spreekgestoelte of podium testaan omdat ze vrouw is, en niet omdat ze daar deverdiensten voor heeft.”

Even ontluikt de Mitterand in professor Casman.De evolutie van het aantal vrouwelijke studenten ismooi, zo plaats ik me in de rol van quotavoor-stander, maar de wereld van hoogleraren en docto-randi blijkt toch nog steeds een mannenwereld.“So what? Met begeleidende maatregelen heb ikgeen probleem. Rekening houden met de zwanger-schap van een onderzoekster en haar termijn aan-passen, bijvoorbeeld, maar dat is natuurlijk totaaliets anders dan quota. Net als iedereen hebbenvrouwen nood aan een voorbeeld, een rolmodeldat ze voor ogen kunnen houden. Dat is des men-sen, denk ik. Zonder voorbeeld hebben meisjes ofvrouwen niemand om zich aan te spiegelen.”

Begeestering vult een tweede keer het kantoor ophet einde van het gesprek. Van een andere aardwel-iswaar; de kritische noot wordt een ode aan demoed. Op de VUB-alumnidag van 22 september

zag Hélène Casman haar kans schoon om te herin-neren aan de halsstarrige onwil van de ULB om tebuigen voor de Duitse bezetter (lees p.10). “Niet al-leen is dat een schitterend verhaal dat perfectillustreert wat VUB’er zijn voor mij betekent, ikheb er ook een persoonlijke band mee. Mijngrootvader aan moederskant was lid van de raadvan bestuur die beslist heeft om de universiteit tesluiten, in weerwil van de Duitse druk om professo-ren rechtstreeks aan te duiden.”

“Mijn grootvader was een van de personen die aan-gehouden is na de beslissing tot sluiting. Mijn

ouders waren studenten en hebben bijgevolg hunstudie moeten onderbreken. Toen de universiteit in’44 weer openging, heeft mijn vader twee verlorenjaren in één zittijd ingehaald. Meteen na deopening had het bestuur immers beslist om eenvolkomen vrije zittijd te organiseren, alle examensmochten door elkaar worden afgelegd. De ULBbesefte namelijk dat niet iedereen van universiteitveranderd was en in Leuven of in Luik was gaanstuderen, maar dat er ook heel wat studenten bijhet verzet betrokken waren ofaangehouden warenen daarom hun studies niet konden verderzetten.Tijdens de voorbereiding van die bijzondere zittijdhebben mijn ouders elkaar dan ontmoet, hetspreekt voor zich dat dit verhaal me dus bijzonderdierbaar is. Ik spiegel mij eraan. Natuurlijk moetenwe er niet op hopen dat we zulke moed kunnenopbrengen in een soortgelijke situatie vandaag,maar we moeten dat voorbeeld wel in ons dragen:opstaan en verzet tonen tegen al dat onaanvaard-baar is.”

“Bijna had ik in mijn speech ook het voorbeeldaangehaald van Jean-Jacques Amy, gynaecoloogen inmiddels professor emeritus. Toen het nogstrafbaar was, heeft hij het aangedurfd om dezwangerschap van jonge meisjes te aborteren. Wespreken dan over meisjes van 14 à 15 jaar: het zounefast voor hen geweest zijn als ze hun zwanger-schap tot het einde hadden moeten voeren. Hun li-chaam was daar niet klaar voor en hij wilde henvoor dat onheil en voor clandestiene abortus be-hoeden. Vaak heeft hij me verteld over hoe de ge-rechtelijke politie met groot machtsvertoon bijhem op kantoor was binnengevallen. Een tientalagenten eiste de dossiers van de patiënten op.“Geen sprake van”, zei Amy. “Jullie moeten hetzelfweten als jullie me willen aanhouden, maar denamen van mijn patiënten zal ik jullie niet geven,nooit!” Uren zijn ze in zijn bureau gebleven. Uit-eindelijk is hij daadwerkelijk veroordeeld geweest,waarop de procureurs-generaal unaniem aan deminister van Justitie hebben laten weten dat het opdeze manier niet verder kon. Zulke daden mogenwe nooit vergeten.”

LUISTER

Grote verhalen op plechtige momenten, HélèneCasman wil dat ze verteld blijven worden. Haareigen verhaal is professioneel nog niet gedaan. Nadit academiejaar wordt ze professor emeritus,maar uitgediend is ze dan nog niet. Ze zal zich nogeven blijven inzetten voor de notariaatsopleidingen blijft nu ook nog opdrachthouder voor Juridi-sche Zaken. Hoe dan ook, het vertrek zal niet in-getogen zijn. “Het zal niet met stille trom gepaardgaan. Ik zal nadrukkelijk afscheid nemen, er moetiets blijven hangen. Erna zal ik niet ongelukkigworden, ik heb een karrenvracht aan prachtige her-inneringen en bovendien heb ik de gave van selec-tieve herinnering: ik onthoud enkel de positievedingen. Aan mij om die volgende bladzijde teschrijven.”

Page 10: de Moeial - November 2012

Herfst, 1941. De Duitse bezetter wilde zich al een hele tijdrechtstreeks en indringend inlaten met het beleid van deze universiteit – deULB werd als onafhankelijke instelling die de vrijheid van denken pro-pageert, meer dan de andere universiteiten, door de Duitsers geviseerd.

Er was zelfs een Duitse commissaris aangewezen, die, zo luidde het officieel,moest bewaken dat “de universiteit geen politieke standpunten zou innemendie een duurzame vrede in de weg zouden staan.” Vertaal: er moest voor ge-zorgd worden dat allen die enigszins anti-Duits waren, uit de universiteitwerden verbannen, en dat ook hier de Nieuwe Orde zou gaan heersen. Profes-soren die hun onderwijs niet meer konden verstrekken omdat ze gevangen ge-nomen waren, omdat ze gedeporteerd waren, omdat ze naar Engeland warengevlucht ofomdat ze overleden waren, moesten onder het wakend oog van deDuisters door de ‘juiste’ kandidatenworden vervangen. Vertaal: door professo-ren die Duitsgezind waren en het nazi-gedachtengoed zouden verspreiden.

Vermits de rector en de raad van bestuur niet geneigd waren om de Duitsersdaarin te volgen, besliste die Duitse commissaris dan maar om zelfde profes-soren aan te wijzen. Er hoefden geen vacatures meer verschijnen, hij zou degoede kandidaten wel rechtstreeks aanschrijven en er eigenhandig voor zor-gen dat ze een dossier indienden. En omdat ook dat op weerstand van de uni-versiteit stuitte, wilde de commissaris uiteindelijk zelf tot benoemingovergaan van de in zijn ogen meest geschikte kandidaten.

24 november 1941. De raad van bestuur van de universiteitkomt bijeen en overweegt hoe hiermee om te gaan. De universiteit mag deprincipes en de belangen waarvan zij de bewaker is, niet laten miskennen; zekan niet dulden dat het Duits militair gezag haar maatregelen oplegt die daar-mee in strijd zijn. Ze moet haar zending overeenkomstig haar overtuiging kun-nen verderzetten. Wordt dat onmogelijk gemaakt, dan moet het onderwijsgeschorst worden, en moeten de deuren van de universiteit worden gesloten.Deze beslissing wordt met unanimiteit genomen.

25 november 1941, 10u. Om 10 uur melden alle profes-soren in hun auditoria dat de raad van bestuur beslist heeft omwille van one-nigheid met de Duitse overheid, de cursussen om 10 uur te schorsen. “Het is10 uur, de cursussen zijn geschorst.” Een lang belsignaal luidt. Eendramatisch, emotioneel en beladen moment. De studenten applaudisseren –wat ze nog niet weten is dat heel snel nadien heel wat lessen clandestien ver-der gedoceerd zullen worden.

25 november, 10u15. De raad van bestuur had ook beslistom het militair gezag correct in te lichten over deze beslissing. Dus op diezelf-de dag gaat rector Van den Dungen de beslissing tot sluiting aan Franz Petri,de Duitse gezagsdrager, melden. De afspraak was om 10 uur, maar hij moesteen kwartier wachten voor hij onvangen zou worden. “Bel onmiddellijk uwsecretaris op, en roep deze beslissing terug!”, roept Petri woedend. “Te laat,mijnheer Petri, de studenten hebben de campus reeds verlaten.”

25 november, 17u. Op bevel van Petri komt de raad van be-stuur opnieuw bijeen. De raad handhaaft de genomen beslissing. Als de rector

dit opnieuw ter kennis komt brengen aan de Duitse gezagdrager, zegt dezehem: “U zou beter de orders opvolgen. Weet u wel wat u anders te wachtenstaat?” De rector antwoordt: “Ja, dat weet ik, ik ben erop voorbereid. Kijkt umaar.” En hij wijst naar zijn reiskoffer die hij reeds bij zich had.

1 december 1941. Briefvan het militair gezag aan alle profes-soren: ze moeten hun onderwijs hervatten, zoniet zullen er sancties volgen.Van de 299 professoren die deze briefkregen, hebben er 281 geweigerd hier-aan gevolg te geven. Slechts 18 hebben geantwoord dat ze bereid waren huncolleges te hervatten.

3 december 1941. Brief van de studentenvereniging Associ-ation générale des Etudiants de l’ULB (Algemeen HoogstudentenverbondVrije Universiteit): “Wij kunnen niet aanvaarden dat andere machten dan deacademische overheid onze professoren aanduiden. Wij zijn gelukkig datonze professoren zich standvastig en waardig hebben opgesteld en willen zehiervoor gelukwensen.” De vereniging Geen Taal Geen Vrijheid verklaartzich eveneens solidair met de academische autoriteiten. Ook dat misnoegt deDuitse autoriteit. Ze hadden gehoopt dat de studentengemeenschap zich zousplitsen in twee taalblokken. Maar ook dat is dus mislukt.

9 december en de daaropvolgende dagen.Een twintigtal professoren, onder wie de decanen van de verschillende facul-teiten en de leden van de raad van bestuur, worden thuis aangehouden en naarde citadel van Hoey overgebracht. Gedurende drie maanden worden ze er op-gesloten, maar uiteindelijk worden ze toch allemaal vrijgelaten. De rector ende voorzitter van de raad van bestuur hebben enkel huisarrest opgelegd ge-kregen.

20 november 1944, 2 jaar later. De universiteitopent opnieuw haar deuren. De academische opening vindt plaats op 20 no-vember. De cursussen worden vanaf januari 1945 hervat, en er vangt ookmeteen een examenzittijd aan zodat iedereen, in het bijzonder zij die on-dergedoken ofvan hun vrijheid beroofd waren, onmiddellijk examen kunnenafleggen.

Bronnen:LIEBRECHTHenri, L'Université de Bruxelles et la guerre, Bruxelles : Renaissancedu livre, 1944.VAUTHIER Marcel, L'Université de Bruxelles sous l'occupation allemande (1940-1944), Bruxelles : Imprimeries Cock, 1944.BARTIER John, Université libre de Bruxelles, 1834-1959, Bruxelles : Université librede Bruxelles, 1959.

de ULB ten tijdevan de bezettingNaschrift: Uittreksel uit professor Casmans speech op de alumnidag

Page 11: de Moeial - November 2012

Elke student krijgt er vroeg of laat mee te maken:examens. Al dan niet goed voorbereid gaat destudent examen afleggen op het kantoor van deprofessor of assistent. De zenuwen zijn te snijdenen na erin geslaagd te zijn een antwoord uit te bren-gen op geheel onverwachte vragen verlaat hij hetkantoor. De professor noteert iets (hoogstwaar-schijnlijk het examencijfer) op een blad. Dat bladis een document, speciaal voorzien door de facultei-ten.

Op dit document prijkt, naast de naam van het vak,het aantal studiepunten, de naam van de docent endie van de student, nog iets opmerkelijks. Er staatnamelijk tevens een vermelding van onbetaaldstudiegeld, inclusiefhet verschuldigde bedrag op telezen. Opvallend, omdat de financiële status vande student niet direct betrekking heeft op het be-haalde cijfer.

Het vakgroepsecretariaat kan niet verklaren wat

deze informatie op het resultatenblad doet. Zij ver-wijzen verder naar het decanaat, maar noch de de-caan noch het decanaat kan verklaren waaromdocent of professor moet weten of studenten hunstudiegeld wel of niet betaald hebben. Een mede-werker van het decanaat legt uit: “ Het is in princi-pe niet de bedoeling dat de docent hiermee reke-ning houdt als hij u puntenblad invult. Bij het Stu-dentenadministratiecentrum (SAC) weet men wel-licht meer.”

Het SAC ontkent echter ook maar iets te maken tehebben met het document. Het centrum mag danwel de administratie van de student opvolgen, metinterne documenten van de faculteiten houdt hetSAC zich echter niet bezig. Ze verwijzen ander-maal naar het decanaat, dat er dus – zoals reedsvastgesteld - geen weet van heeft.

Een administratief medewerker van een tweedefaculteit biedt uiteindelijk toch een verklaring: “De

vermelding van het onbetaalde studiegeld op hetpuntenblad werd indertijd ingevoerd met het oogop een artikel van het examenreglement.” Dat (in-middels afgeschafte, nvdr.) artikel stelt dat eenregelmatige inschrijving voor de examens slechtsmogelijk is indien alle nodige getuigschriften bijde inschrijving zijn gevoegd en het collegegeld be-taald werd. Zolang het inschrijfgeld niet betaaldwas, mocht een student geen examen afleggen.

De faculteiten hadden echter geen manier voor-handen om dit te controleren. Vandaar de vermel-ding op het puntenblad. Het was dan aan deprofessoren om te controleren wie betaald had enwie niet. Door vele problemen geraakte het sys-teem in ongebruik. Het is namelijk mogelijk dathet collegegeld wel al betaald is, maar nog nietverwerkt door de administratie. De vermeldingvan het onbetaalde studiegeld is hiervan dus eenoverblijfsel.

(sgm)

Naar aanleiding van het artikel Studiekring VrijOnderzoek zet UVV-subsidie VUBMUN onderdruk (De Moeial, september/oktober 2012),wenst de studiekring een en ander te verduidelij-ken omtrent die beslissing.

Studiekring Vrij Onderzoek heeft dit jaar beslo-ten om zijn rol als tussenpersoon tussen VUB-MUN en UVV stop te zetten. Als tussenpersoonzorg- de VO voor de goedkeuring van de subsi-diëring van WorldMUN. Deze beslissing is ge-nomen na overleg binnen VO en in samenspraakmet VUBMUN. De misverstanden betreffendede neutra- liteit van de selectieprocedure en detransparantie van de boekhouding zijn be-sproken.

VO heeft deze beslissing genomen na een jaren-lange moeilijke samenwerking met VUBMUN(zie ook Subsidiëring onder vrijzinnigen in DeMoeial van juni 2010) en lijdt bovendien aan eentekort aan mankracht om de rol van tussenper-soon volwaardig op zich te nemen. Dit jaarwordt VUBMUN wel nog gesubsidieerd viaVO, om hen voldoende tijd te geven om een al-ternatieve tussenpersoon of financiering te vin-den. Wij willen benadrukken dat VO eendeelname van een delegatie van de VUB aan deWorldMUN naar waarde schat, dit kan immerseen meerwaarde zijn voor de uitstraling van deVUB. De VUB heeft er dan ook baat bij ditproject zelfte ondersteunen.

STUDIEKRINGVRIJ ONDERZOEK

Lezersbrief

Resultatenbladmet examencijfers, bestemd voorhet secretariaat

Page 12: de Moeial - November 2012

De analyse van de partijprogramma's maken we alvast, maar daarmee zijnwe nog niet veel wijzer over de coalitieakkoorden of de de concrete invul-ling die aan sommige punten gegeven zal worden. Plannen blijven veelalvaag.

ELSENE

Onze campus mag dan wel Campus Etterbeek heten, toch ligt hij, net alsstation Etterbeek, in Elsene. De PS en de MR maakten hier al de dienst uiten vormen nu opnieuw een coalitie, één met nipte meerderheid weliswaar.Beide partijen leveren elk drie jaar een burgemeester. FDF versterkt op devalreep de meerderheid. We analyseren apart de programma's waarmee deMR, PS en FDF naar de kiezer trokken.

Bij de MR, goed voor vijftien zetels, vinden we weinig punten die specifiekgaan over studenten in Elsene. Opmerkelijk, want Elsene herbergt niet alleenveel VUB-studenten, ook de ULB bevindt zich op Elsens grondgebied. De

grootste partij in de gemeente lijkt zichzelfhier maar weinig van bewust. Deenige punten die mogelijk ook betrekking hebben op studenten vallen onderde titel Famille et Jeunesse. Daar somt men enkele speerpunten op metbetrekking tot cultuur en sport. De voorstellen lijken echter meer gericht opde schoolgaande jeugd dan op studerend Elsene.

De PS dan; met acht zetels in de coalitie is dit de op twee na grootste partij,na de MR en Ecolo-Groen. Als we het partijprogramma doorzoeken op hetwoord étudiant vinden we één overeenkomst. De PS in Elsene wil eenproject van socioprofessionele integratie starten die gericht is op een studen-tenresidentie. Veel toelichting staat er echter niet bij, wat ook wel enigszinseigen is aan een verkiezingsprogramma.

FDF kwam in Elsene op met een programma dat over studenten niets tezeggen had.

STÉPHANIE ROMANS

e storm rond de gemeenteraadsverkiezingen is inmiddels weer wat geluwd. In deaanloop naar de stembusgang overspoelden de media al wie het horen, zien oflezenwilde met een golfaan informatie en propaganda. Naast de afwezigheid van de Brus-selse verkiezingstrijd in de Vlaamse media, is er een ook een groep burgers die vooral

leek te schitteren door afwezigheid: de student. De Moeial nam de proefop de som en analyseerde alvastde partijprogramma's van de partijen die de coalitie zullen vormen in de drie gemeenten rond de VUB-campus Etterbeek: Elsene, Etterbeek en Oudergem. Daarbovenop wierp de redactie een blik op het pro-gramma van de winnaars in Brussel Stad.

D

Page 13: de Moeial - November 2012

ETTERBEEK

De volgende buurgemeente van de VUB is Etterbeek, waar onze alma materstudentenkoten bezit. Zonder de FDF moest de lijst van de burgemeester(MR) het met een aantal zetels minder stellen en raakte zo de absolutemeerderheid kwijt. De meerderheid in Etterbeek bestaat uit MR, PS en Ecolo-Groen.

De MR ziet in studenten blijkbaar niet echt als een prioriteit; er is dan ook re-latiefweinig over hen terug te vinden in de programmapunten op de website.Wel vinden we een visie op het hoger onderwijs terug. De nadruk wordt voor-al gelegd op toegepast wetenschappelijk en valoriseerbaar onderzoek. Datmoet er meer zijn, vindt MR-Etterbeek, en wel door onderwijs en bedrijfs-leven met elkaar te laten samenwerken, zonder de neutraliteit van het on-derwijs in gevaar te brengen. Ook legt de partij de nadruk op “la richesselinguistique – naturelle – de notre pays”; meer voordeel halen uit de Belgi-sche meertaligheid dus.

De PS heeft eveneens enkele opvallende standpunten, maar dan van andereaard dan die van de MR. De Etterbeekse socialisten zien graag een adviesge-vende jeugdraad (conseil consulatifpour la jeunesse) opgericht worden. Ookeen evenement dat de naam La nuit jeune moet gaan dragen zal zich richtenop verschillende culturele en sportieve activiteiten als het aan de PS-Etterbeekligt. Dit voorstel gaat niet specifiek over studenten maar mogelijk beschouwtde partij ook hen als deel van de jeunesse.

Wat wel rechtstreeks betrekking heeft op studenten is het creëren van studen-tenjobs via een volantariat linguistique, dat een soort taalkundig vrijwilligers-werk moet voorstellen. ULB- en VUB-studenten zouden nieuwkomers dieFrans of Nederlands wensen te leren, kunnen bijstaan in hun leerproces. Destudenten kunnen dan eventueel zelfook hun kennis van een vreemde taal bij-spijkeren. Het meest opvallende partijpunt blijft echter het opzetten van eenkotenlabel dat door de gemeente moet worden toegekend. Het kotenlabelmoet de kwaliteit en democratische prijs van studentenkoten waarborgen. BijBr(ik, de studentenservicedesk voor Nederlandstalig hogeronderwijsstuden-ten in Brussel, hebben ze al zo'n label. De PS-Etterbeek ziet zoiets blijkbaarook wel zitten in de gemeente.

Ecolo-Groen tot slot, neemt het woord 'student' niet expliciet in de mond. Eris wel plek voor jongeren met het voornemen een “echt functionerende”Jongerenadviesraad op te richten samen met de installatie van een jeugdplan.

OUDERGEM

Ook in Oudergem is de VUB grootgrondbezitter. Het studentenhuis Schoof-slaan/Triomflaan en veel andere gebouwen aan en rond de Triomflaan zijn ei-gendom van onze alma mater. In deze gemeente triomfeerden de FDF en deMR.

De FDF kijkt vooral naar het Franstalig hoger onderwijs. Twee punten in hetprogramma zijn studentengerelateerd. Allereerst stelt men de druk op de Co-cof(de Waalse tegenhanger van Vlaamse Gemeenschapscommissie) te willenopvoeren om huisvesting te voorzien voor de studenten aan de École Supéri-eure des Arts du Cirque. Ten tweede gaat de aandacht uit naar de AcadémieFranz Constant. De financiering van deze hogeschool is voor de FDF een pri-oriteit om ervoor te waken dat de school een van de beste kunstenacademiesvan Franstalig België blijft.

De MR in Oudergem neemt op haar website hetzelfde standpunt in als de MRin Etterbeek. Valoriseren is dus ook in Oudergem het devies.

BRUSSEL-STAD

Brussel-Stad verdient van alle gemeenten misschien nog wel de meeste aan-dacht. Niet vanwege de nabijheid tot de VUB-campus maar des te meer om-wille van het 3 Mei-charter Brussel 2.0 – A new deal for Brussels, waardestijds ook politici waaronder Freddy Thielemans en Pascal Smet hun hand-tekening onder hebben gezet. De intentieverklaring van 3 mei bevat nogalwat engagementen zoals: structureel overleg tussen de stad en studenten,kwaliteitsvolle en betaalbare huisvesting, ook voor pas afgestudeerden envoordelig openbaar vervoer.

In Brussel-Stad zwaaien de PS en MR/Open Vld de komende zes jaar descepter. Freddy Thielemans zal tevens opnieuw de burgemeesterssjerp dra-gen. Gezien hij het charter in 2011 ondertekende, zou een klein woordje overstudenten in het programma van zijn PS niet misstaan. Bij nadere bestuderingblijkt niets echter minder waar. Over het charter of studenten wordt met geenwoord gerept.

Bij de MR/Open Vld hebben ze wel het één en het ander te melden overstudentenaangelegenheden. Bij het OCMW komt er als het aan de liberalenligt een dienst Studenten om jongeren een betere oriëntatie op de arbeids-markt te bieden. Ook op huisvestingsvlak heeft de partij een visie waarstudenten bij betrokken zijn. Zij stellen de creatie van een sociaal immobilië-nagentschap voor dat zich zou richten op de huisvesting van senioren enjongeren, en dan vooral studentenkoten.

Bron:4nieuws.be

Burgemeester van Brussel-Stad, Freddy Thielemans

Page 14: de Moeial - November 2012

Als kind van een huisschilder en behanger bracht Gerlo zijn schooljaren doorin het staatsonderwijs (het huidige gemeenschapsonderwijs), waar zijn Oost-Vlaamse onderwijzeres hem aanspoorde om verder te studeren. Dit bleekgeen eenvoudige opdracht tijdens de crisisjaren van het interbellum. Tochwist Gerlo afte studeren als classicus aan de Rijksuniversiteit Gent en studeer-de hij aan de Sorbonne. In Gent kreeg hij les van de linkse flamingantAugustVermeylen. De impact van Vermeylens flamingantisme op Gerlo heeft zichduidelijk gemanifesteerd in zijn denkbeeld.

COMMUNIST

Rond deze periode sloot Gerlo zich aan bij de Belgische Werklieden Partij(BWP, de voorloper van sp.a). Van het ideaal vanDe nieuwe orde van voorzit-ter Hendrik de Man kreeg Gerlo het echter spaans benauwd. Daarom koosGerlo net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog de kant van hetcommunistisch getinte Onafhankelijkheidsfront.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog wilde Gerlo eigenlijk Slavistiek studerenom zijn literaire helden, zoals Dovostjevski en Tolstoï, te kunnen lezen in hunmoedertaal. De nazibezetting maakte dit onmogelijk. Ondertussen was Gerlo

actief geworden in het verzet. Hij hield zich voornamelijk bezig met ver-spreiden van sluikpers. Hij omschrijft deze periode als “een zeer zenuwslo-pend bestaan, tijdens hetwelk ik, vooral dan het laatste jaar, ondergedokenleefde.”

Na de oorlog trad Gerlo aan als hoofdredacteur van de communistisch bladenDe Rode Vaan en later Front. Hier kwam hij in contact met de schrijverLouis-Paul Boon en er ontwikkelt zich een vriendschap tussen beiden. Wan-neer Front in slechte papieren komt te zitten, verlaat Gerlo het blad. Later zalGerlo zeggen dat zijn “ruggengraat te weinig buigzaam was”, maar de finan-ciële situatie vanFront speelde ook een belangrijke rol in zijn vertrek.

PARTIJLOOS, MAAREENACADEMISCHE DOORSTART

In de jaren ‘50 keert hij dan het communisme de rug toe, omdat de houdingvan het Sovjetleger tijdens de Hongaarse Opstand in 1956 onmogelijk te ver-dedigen viel. Hij is toen ook veel actiever geworden in de wereld van het on-derwijs. Hij doceerde inmiddels zowel aan de Rijksuniversiteit Gent als aande unitaire en tweetalige VUB/ULB. Buiten zijn geliefde vakgebied van deLetteren, legde hij zich ook toe op opvoedkunde (tegenwoordig de leraren-

Van communist tot conservatiefflamingant

Aloïs GerloEerste VUB-rector

Page 15: de Moeial - November 2012

opleiding). Oudstudenten omschrijven hem als “veeleisend, maar zeer de-gelijk en bekwaam.”

Bij de vernederlandsing van de leergangen in de jaren ‘60, de periode waarinde VUB en de ULB besluiten om elk hun eigen weg gaan, komt Gerlo aanhet roer te staan van de nieuwbakken universiteit. Als rector beleeft hij woeli-ge tijden. Studenten, bedienden en arbeiders eisen meer inspraak. Ze willenniet langer dat de universiteit enkel in handen is van hoogleraren en docenten.Na aanhoudende druk, die resulteert in een patstelling, komt het zover dat Ger-lo dreigt om ontslag te nemen als rector. Uiteindelijk wordt er een compromisuitgewerkt, de Sociale Raad (SOR) wordt geboren. Finaal gezien is de huidi-ge Studentenraad van de VUB een erfenis van de eisen van toen.

VLAAMSER, FLAMINGANTER

Zelfs voor Gerlo rector wordt, zet hij zich al in voor “de expansie van hetVlaams hoger onderwijs.” In 1964 richt hij de Vereniging vanVlaamse Profes-soren op. Hij verdiept zich ook in het leven van de 16de-eeuwse Marnix vanSintAldegonde. Gerlo klaagde regelmatig dat de jeugdMarnix niet meer ken-de. Dat ergerde hem vooral omdat hij van mening was dat deze Brusselsegeus mee aan de basis lag van het ‘vrijzinnig’ humanisme en dat zijn naam-bekendheid niet louter mocht worden ontleend aan het feit dat hij tekst-schrijver van het Nederlands volkslied, hetWilhelmus, was.

Gerlo’s flamingantisme komt meer en meer tot uiting en begint soms watconservatievere trekken te vertonen. Het komt dan ook hard aan wanneer deVlaamse socialisten breken met het Vermeylenfonds in 1979. ProfessorRudolfDe Smet, een goede kennis van Gerlo, schrijft neer dat het een diepewonde sloeg. De breuk is zeker volledig wanneer Gerlo zich uitlaat over deplaatsing van (nieuwe) kruisraketten in België. De oudrector ziet in zijn voor-heen zo gekoesterde ideologie nu het grootste gevaar op aarde. In een vrijetribune van De Standaard haalt hij fel uit naar de SP en de Volksunie vanwe-ge hun protest tegen de raketten.

In zijn boek Noch hoveling, noch gunsteling ging de classicus nog een stapjeverder. Hij schrijft: “Ik verdedig ook de 'christelijke' waarden. Ik denk niet datzulks een schande is. Ik vind het veeleer eerlijk.” De voorstanders van Gerlokaderen dit graag in een ruime historische context, anderen namen er aanstootaan. De kritiek, dat waarden - zowel intrensiek als instrumenteel - binnen eenseculiere maatschappij in de 20ste eeuw niet meer onder de noemer christelijk

vallen, maar een modern kader hebben, zorgde voor een verder uiteendrijvingtussen de progressieve hoek en Gerlo.

Het ging van kwaad naar erger. In 1993 liet hij inTrends optekenen dat hetmulticulturalisme haaks stond op de verworvenheden van de Vlaamse Bewe-ging. Het hek was nu helemaal van de dam. Het is zelfs zover gekomen hetVlaams Blok (de voorloper van het Vlaams Belang) Gerlo als denkgenoottrachtte te recupereren.

Gerlo maakte in zijn leven vele omzwervingen om uiteindelijk daar teeindigen waar zijn leven ooit begon. Gerlo maakte in zijn leven veleomzwervingen om uiteindelijk daar te eindigen waar zijn leven ooit begon. In

zijn geboortedorp Baasrode ruilde hij in 1998 het eindige voor het eeuwige.Hij werd 83 jaar oud.

Auguste Vermeylen

Bron: dbnl.org

Page 16: de Moeial - November 2012

DIE OKTOBERDAG IN BARCELONA

BARCELONA - Plaça Universtat, 11 oktober2012. Voor het eeuwenoude gebouw van de Uni-versidad de Barcelona verzamelen enkele duizen-den studenten zich, bewapend met vlaggen,spandoeken en stemmen zo luid als alleen zuidersemensen die kunnen hebben. Vooraleer de betogingvan start gaat, voorgegaan door een karrenvrachtoproerpolitie, worden de deuren van de universiteitvergrendeld met ketens, naar analogie met de weg-blokkades die ook de toegang tot de campus vande Universitat Autonoma de Barcelona (UAB) diedag verhinderen.

Een peloton studenten trok door de straten van deCatalaanse hoofdstad, met aan het voortouw enke-le diehards die en passant enkele banken in brandsteken, de beurs van Barcelona bekogelen met eie-ren, Europese vlaggen proberen te verbranden enwanneer dit niet lukt er dan maar een paar literbenzine naar gooien.

Acties waar in realiteit amper van wordt opge-keken – zo is het maar al te courant dat het op decampus van de UAB onmogelijk is geld afte halenomdat alle automaten nog in as smeulen. Eindigendeed de protestmars voor het gebouw van de

Reeks: studentenbewegingen anno 2012BARCELONAOp campussen over de hele wereld lijkt het alsof de tijd vijftig jaar lang heeft

stilgestaan. Net zoals in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw hangen

overal spandoeken met politieke boodschappen, zijn vloeren bezaaid met

pamfletten en volgt de ene rally de andere op. In deze reeks schijnt De Moeial

zijn licht op deze universiteiten, steden en landen, waar de studenten ook buiten

het stemhokje hun stem laten horen. We zullen een antwoord trachten

formuleren op een vraag die maar al te vaak op de lippen brandt: is de strijd

niet al gestreden? Deze maand richt De Moeial zijn pijlen op Catalonië.

Van onze correspondent

Page 17: de Moeial - November 2012

Convergència i Unió, de leidende politieke partij inCatalonië die ervan wordt beschuldigd niet genoeggeld uit te trekken voor onderwijs en beurzen. Hierontstonden enkele kleine vuurtjes, werden een paaronverschillige agenten bekogeld met verfen vielener heel wat kwade woorden vooraleer de groepopenbrak en besloot dat het tijd was om naar huiste gaan. Een betoging zoals er al vele waren en zul-len komen.

De betoging van 11 oktober is lang niet de eerstedie de Barcelonese kasseien hebben gekend en al-lesbehalve de meest brutale. Integendeel, het ge-brek aan incidenten op deze dag was markant.Daags nadien kwamen al tienduizend hispanofie-len de straat op ter verdediging van de Spaanse een-heid, net zoals er op 11 september anderhalfmiljoen Catalanen diezelfde straten bezetten methet oog op Catalaanse onafhankelijkheid. Zeggendat tapasvreters als deze nu eenmaal betogen als fa-voriet tijdverdrijf hebben zou echter een kaakslagen onwaarheid zijn; motieven zijn er bij de vleet.Maar wat prikkelt de Catalaanse studenten thansom van zich te laten horen?

“WIJ ZIJN STUDENTEN, GEEN CLIËNTEN”

Enkele maanden voor de start van dit academiejaarkondigde minister van onderwijs José IgnacioWert een verandering aan die niet ongemerkt voor-bij zou gaan. Catalaanse studenten zijn verplichtom vanaf dit jaar 67% meer te betalen aan regi-stratiekosten, wat zich, afhankelijk van destudierichting vertaalt naar een stijging van 600 tot950 euro per jaar. Ter illustratie: filologiestudentenbetalen nu 1500 euro per jaar, ingenieursstudenten2140 euro en dokters in spe moeten 2360 euro neer-leggen. AJEC, het syndicaat der studenten, heeftverklaard dat deze stijging een directe aanval is opde middenklasse en is, net zoals nagenoeg allestudentenverenigingen, radicaal gekant tegen dezebeslissing.

Slechts enkele maanden later is de verandering alvoelbaar. Hoewel de UAB heeft verklaard een soci-aal fonds op te richten om de minder gegoedestudenten te hulp te schieten is het aantal in-schrijvingen met 10% naar beneden gedoken, eendirect gevolg van het beleid van de Partido Popu-lar. Niet alleen wordt er geprotesteerd tegen de ver-

hoging van kosten, maar ook, en vooral, tegen deprecaire omstandigheden waarin steeds meerstudenten les moeten volgen. “De klassen zijnoverbevolkt en het personeel onderbemand”, zegtXavi, een student fysica. “Dit is een direct gevolgvan de besparingen.” Zo tellen praktijklessen in derichting geneeskunde tot 40 studenten, een fe-nomeen dat de leeromgeving allesbehalve kanbevorderen.

Het probleem overtreft facultaire grenzen. Eenbetoger die liever anoniem wenst te blijven getuigt:“Met de verhoging van de inschrijvingskosten is ergeen verhoging van de kwaliteit gekomen, inte-gendeel. Lokalen zijn te klein, groepen te groot enprofessoren te schaars.” Ondertussen ziet het ernaar uit dat Wert niet wilt wijken; bespaard zal erworden, desnoods ook op de toekomst van devolgende generatie.

STEUN UIT ONVERWACHTE HOEK

Hoewel hun toekomst er zwart uitziet, zijn de Cata-laanse studenten niet van plan op te geven. Protes-ten als deze werden in het verleden wel vakerweggehoond en deelnemers afgeschilderd als jon-ge, onwetende idealisten, maar een veranderinglijkt op til te staan. Wanneer één week later, op 18oktober, de lagere en middelbare scholen op hun

beurt staakten, werden de betogers bijgestaan doorouders en leerkrachten. Dit element draagt bij totde geloofwaardigheid van de protesten en kan eendecisieve invloed hebben op de loop der zaken.Het is de volgende generatie die zal boeten voor defouten van de huidige, maar dat is een schuld diede huidige generatie niet kan en wil dragen.

Dat de studenten hun laatste tour de force nog niethebben uitgehaald staat buiten kijf. Op 14 novem-ber zal er een algemene internationale stakingplaatsvinden, waar volgens een poll op HuffingtonPost 93% van de lezers achter staat. De Catalaansestudenten, alsook studenten in de rest van Spanjeworden dan wel in houdgreep genomen door Ma-drid, maar gooien de handdoek nog lang niet in dering.

Nota: de studentenprotesten in Catalonië staanvolledig los van Catalaanse onafhankelijkheidsbe-weging. SEPC, het syndicaat voor Catalaanse stu-denten, strijdt eveneens voor dit doel, maar gelooftniet dat onafhankelijkheid meteen zal leiden toteen beter onderwijsbeleid.

Bronnen: El Pais, La Vanguardia, Huffington Posten Al Jazeera English.

PAOLAVERHAERT

Page 18: de Moeial - November 2012

an het begin van dit academiejaar heeft deVUB weer maar eens haar ziel (u weet wel, “Hetdenken mag zich niet onderwerpen...”) aan de dui-vel verkocht. De lugubere transactie werd dit maalzonder schroom als een ware show tijdens de aca-demische opening opgevoerd. Het thema van het“gevarieerde enmulticulturele” programmawas in-novatie en entrepreneurship, terwijl de massa’szoet werden gehouden met Jasper Steverlinck enfrieten. De ster van dienst was Karel Van Eetvelt,topman van de belangenorganisatie van de kleineen middelgrote ondernemingen Unizo.

Als een heuse superster werd hij als de verrassingvan de avond op het podium geroepen. Na eenbeetje onschuldig geflirt met presentatrice SaartjeVandendriessche, werd het samenwerkingscontracttussen onze universiteit en de belangenorganisatieplechtig ondertekend.

Volgens Van Eetvelt zal de samenwerking “niet ab-stract, maar in tegendeel zeer concreet zijn.” Hetdoel van het afgesloten contract werd als snelduidelijk. Van Eetvelt plaatste de “ivoren toren”van het fundamenteel onderzoek en het kennis-gerichte onderwijs recht tegenover het “modernebouwwerk” van de aan de markt aangepaste oplei-ding en het innovatieve onderzoek. Er werd natuur-lijk snel bij gezegd dat het fundamenteelwetenschappelijk onderzoek zeker niet mag ver-dwijnen. Lege woorden, aangezien de vermarktingvan de hogeronderwijsinstellingen in realiteit on-derzoekdat niet onmiddellijk een praktische toepas-sing kent, wel degelijk in de weg staat.

De rol die de universiteit voor de markt kan spelenis dubbel. Enerzijds moet de onderwijsinstellingzorgen voor technologische innovaties, anderzijdsmoet ze haar studenten vertrouwd maken met denieuwste technologie. Zo wil men de student alseen prêt-à-porter-werknemer laten afstuderen. Devermarkting van het onderwijs kan dus samen-gevat worden als socialisering van de kosten enprivatisering van de winsten. De kostenworden im-mers door de gemeenschap gedragen in de vormvan belastingen en bespaard door de bedrijven,doordat de lasten reeds door de samenleving gedra-gen worden: de liberale droom.

In de eerste plaats ondervinden studenten nadeelvan deze vermarkting van het hoger onderwijstijdens hun opleiding. Kennis die irrelevant is voor

de arbeidsmarkt gaat verloren.Denk maar aan ver-schillende eeuwenoude talen die slechts door eenhandvol mensen nog gekend zijn. Ten tweede gaatdit discours ook samen met een nadruk op markt-gerichte opleidingen, ten nadele van de onpro-ductieve opleidingen. Zo duikt met de regelmaatvan de klok het idee op om opleidingen zoals ge-schiedenis, filosofie, of agogiek duurder te maken,om meer mensen naar de economisch verantwoor-de richtingen te lokken. Voor zover dat nog niet hetgeval is, resulteert dit in een duidelijke beperkingvan de vrijheid van de student om zelf een studie-keuze te maken.

Niet enkel de student, maar ook professorenworden op directe manier hard getroffen. In januarivan dit jaar namAnnick Stevens (professor aan deuniversiteit van Luik) ontslag omdat de universiteithaar niet de omgeving biedt om haar baan goed uitte oefenen. Haar fundamentele doelstellingen zijnnamelijk drieledig: allereerst is er het bieden vanonderwijs om de geaccumuleerde kennis over tedragen, ten tweede het uitvoeren van onderzoekom deze kennis te verdiepen en niet ten minste demaatschappelijke taak van de wetenschapper omvia een kritische blik oplossingen voor heersendeproblemen te vinden. Stevens kreeg veel steun vanverontwaardigde collega's die met dezelfde pro-blemen kampen.

Het codewoord voor de problemen die weten-schappers ondervinden, is nauw verwant aan hetmarktdiscours, namelijk productiviteit. Onderzoe-kers worden voortdurend opgejaagd om deadlineste halen, om voldoende artikels te publiceren (deproductiviteit van een wetenschapper wordt aan dehand van het aantal publicaties gemeten).Wetenschappelijk onderzoek dat geen onmiddel-lijke toepassing heeft, verkrijgt moeilijk fondsenenzovoort.

De vermarkting van het onderwijs is in alle opzich-ten problematisch. Toch zet de VUB deze politiekvoort. Zo verklaarde rector De Knop daags na hetafsluiten van het contract met Unizo in BrusselDeze Week dat de VUB nóg commerciëler moet(BDW, 25/9).

e algemene vermarkting van het hoger on-derwijs is inderdaad al sinds de jaren '70 ingezet,en enige beterschap zit er niet aan te komen. Maardeze vermarkting ontkennen door koppig elke

samenwerking met andere spelers op deze marktaf te wijzen, zal de situatie ook niet verbeteren.Enkel een resolute ommekeer in de manier waaropwe met ons hoger onderwijs omgaan, kan een ech-te verandering betekenen. Wat er in het onderwijsgebeurt is immers slechts één uiting van eenbreder maatschappelijk verhaal. De organisatievan ons onderwijs is onlosmakelijk verbonden metde organisatie van onze samenleving. Wat echt eenverschil kan maken, is wanneer alle instellingenvoor hoger onderwijs zich verenigen en ingaan te-gen de heersende marktideologie. Wanneer éénenkele onderwijsinstelling zou ingaan tegen eengeliberaliseerde markt, dan zet deze onderwijsin-stelling zichzelfbuiten spel.

De samenwerking met Unizo ofhet Career Centerpast in dat plaatje. Een instelling als de VUB kanop deze manier creatief omspringen met de spel-regels van de markt. Door het Career Center kande universiteit haar (kritische!) alumni helpen omeen rol te spelen op de arbeidsmarkt. Nu kan zijhetzelfde doen met haar kritische én onderne-mingsgezinde studenten.

Bovendien is deze samenwerking ook niet per de-finitie een aanslag op het vrij onderzoek of vrijdenken in het algemeen. Denken hoort inderdaadvrij te zijn, maar het is niet omdat de privé zich erniet in mengt, dat het vrij is. Neem bijvoorbeeld deorganisatie van de financiering van onderzoek.Vandaag zijn onderzoekers vooral afhankelijk vanfinanciering door derden en beurzen om voldoen-de financiële middelen te vergaren voor mogelijkonderzoek. Bijgevolg kan een universiteit enkelhet onderzoek doen waar de commissies van deoverheid en derden die de beurzen uitdelen ingeïnteresseerd zijn. Door meer bronnen aan tespreken dan enkel de overheid, zoals privégeld,kan de scope van het onderzoek verbreed worden.Zo kan een onderzoeker met een goed idee mis-schien toch zijn onderzoek doen, want de overheidis er dan misschien niet in geïnteresseerd, maareen privébedrijf wel. Men wordt minder af-hankelijk, het onderzoek wordt dus vrijer. Het iscontradictorisch, maar meer privéinitiatitief leidt indeze omstandigheden, waar de markt ons do-mineert, tot vrijer onderzoek!

Als enige speler in de markt is het dus zinloos omin te gaan tegen de marktlogica. Wil een instellingecht een verschil betekenen, dan is er nood aan eengeleidelijke hervorming van het systeem of eenrevolutie. Koppig niet meespelen, helpt niemandvooruit.

Vermarkting van de VUB?NEE

A

D

KYLEMICHIELS, VUB-STUDENT

JALIESBETVANGYSEGEM, OUD-STUDENTEVUB

Page 19: de Moeial - November 2012

Brussel blijft vandaag vaak verfoeid, gevreesd en toch fascinerend. Eenhoofdstad voor een land dat er liever niets van wil weten. De VRT maakte dittijdens de gemeenteraadsverkiezingen pijnlijk duidelijk met een wit vlak opeen kaart waar Ivan Devadder enkel met onbegrip naar kon staren. Brusselfigureerde op zijn best als multiculturele achtergrond, waarbij de werkelijkepolitieke krachtverhoudingen amper interessant waren. Toch blijft Brussel degordiaanse knoop van de Belgische politiek. De Wever mag dan wel Ant-werpen veroverd hebben, over Brussel zwijgt zijn partij zedig.

In vele Vlaamse partijprogramma's lijkt de hoofdstad dan ook eerder hetBrus-sel van de pendelaar dan het Brussel van de Brusselaar. In 1981 schreefAn-dré Monteyne al over de pendelaars die elke dag Brussel doorkruisten: “...dependelaars die (…) dagelijks per trein, auto of bus de kantoren van hetcentrum komen vullen en ze in de late namiddag weer in dicht drommen ont-vluchten (…) Hun invloed op het stadsleven is uiterst gering en zij beperktzich hooguit tot het gebruik van een vluchtige koffie in een vijandig stations-buffet van een stad waarmede zij zich niet identificeren en waarvan zij slechtsde gore stationsbuurten of de aluminium- en glasblokken langs de stedelijkeuitvalswegen kennen.”

Zo'n dertig jaar later is aan die situatie nog weinig veranderd. Men leze er deopiniestukken over de hoofdstad maar eens over na. De populaire verbeel-ding wordt voornamelijk gevoed door een beeld van Brussel dat de laatste der-tig jaar – in tegenstelling tot de stad – weinig verandering heeft gekend.Brussel als Nederlands-onvriendelijke, verkrotte stad. De stad is echter allang niet meer wat ze dertig jaar geleden was, alleen moet de rest van het landdaar misschien nog aan wennen. Op dat vlak hebben de VUB en haar studen-ten een verantwoordelijkheid. Als Vlaams eiland in de Brusselse zee, zijn hetnet zij die Brussel op een andere manier kunnen leren kennen, en dus ook ver-tegenwoordigen. Al moeten de studenten dan misschien wat vaker de voetendurven natmaken. De campus wordt vaak omschreven als een studentikoos ei-land, een Vlaams gehucht in een multiculturele grootstad, en er zit een grond

van waarheid in die omschrijving. Het valt vaak voor dat de vrijzinnigestudenten van de Vrije Universiteit zich vestigen in een heilige driehoek dieafgelijnd wordt tussen het kot, de universiteit en de strook cafés in de directenabijheid van de campus. Nu de mobiliteit ingeperkt wordt en het caféaanbodverschraalt, is het hoog tijd dat de student zelf actief kiest voor de stad. Menverwijt graag de ander een gebrek aan integratie, maar gaat zelf wel eensvoorbij aan de eigen gebrekkige integratie. De Nederlandstalige toerist re-geert.

Brussel is en blijft een stad van contrasten en meervoudigheid. Net daaromblijkt ze zo moeilijk te vatten en voor velen ook moeilijk om van te houden.Het lelijke en de schoonheid worstelen om een beeld te vormen van de stad.Net op dit moment is het echter een stad om te verkennen. De Nederlands-talige gemeenschap van Brussel weet zich vaak in eigen getto's op te sluiten,en een eigen sociaal netwerk op te bouwen waarbinnen men zich wentelt inde rol van buitenstaander. Dit beeld herhaalt zich voor vele van de Brusselsegemeenschappen, en de nood om verschillende gemeenschappen te bindenblijft bestaan. Brussel is zo van niemand en van iedereen. Het is een stad vanmigranten, van vernieuwing, van vaak de meest archaïsche overblijfselen vaneen België dat niet meer bestaat en tegelijkertijd de plaats waar de toekomsthet duidelijkste zichtbaar is. Het zou dan ook spijtig zijn, als degenen die hetmeest uit Brussel kunnen halen, blind blijven voor haar mogelijkheden.

NATHANIËLBOVIN

In de inleiding van het onvolprezen stripalbum New YorkMiAmor van Tardi, Leg-rand en Grange staat een nostalgische liefdesverklaring aan het New York van dejaren '70 en '80. New YorkMiAmor is een collectie van de vroege kortverhalen vandeze auteurs over het verpletterende NewYork waarin ze als jonge auteurs terecht-kwamen. De armoede en de paranoia die de Amerikaanse samenleving typeerden,een grauw, dystopisch NewYork. Het NewYork waarin fascistoïde flikken hun wegdoor de Dirty Harry-saga knalden. Het NewYork van Travis Bickle. Het NewYorkdat de blankeAmerikaanse middenklasse angst aan-joeg. Toch, zo schrijft Legrandin zijn inleidende bemerkingen, was New York ook een stad waar men verliefd opkon worden: “dit album roept het oude New York op, waarvan wij hielden toen ande-

ren de Big Apple verfoeiden ofvreesden, dat meer dan ooit fascineert. New York mi

amor.” Dit sentiment zou niet misstaan om de relatie van de Belg met zijn hoofd-stad, Brussel, te omschrijven. Miskend en onbemind, en toch een stad waarvoormen kan vallen als men zich erin verliest.

Page 20: de Moeial - November 2012

De laatste jaren zijn we collectiefmeer en meer een pseudovolwassen variantgaan gebruiken van wat linguïsten omschrijven als tienerturbotaal. Hoe ab-surder het klonk, hoe meer deining het kreeg in het medialandschap. Zolangje je maar kan verbergen achter een autoriteitsargument. Zo was het een ge-schenk uit de hemel, toen de topman van investeringsmaatschappij Acker-mans & van Haaren, Luc Bertrand, in volle gas van wal stak over deverschrikkelijke situatie van de ondernemers in België.

De voorname bedrijfsleider liet optekenen in de financiële krantDe Tijd: “Wijbetalen al veel belastingen, maar voor deze regering is het nooit genoeg. Menstraft de mensen die werken en men zal ook de mensen straffen die sparen.”Het staat de man natuurlijk vrij om te zeggen wat hij wilt, en als hij zich ge-pest voelt door een regering van liberalen, socialisten en christendemocratendan mag hij dat. Het bleef daar echter niet bij. Voor Bertrand was het hekvolledig van de dam. “Onze bevolking wordt gegijzeld door sommige crisis-maatregelen van de regering.” En als klap op de vuurpijl onderstreepte hij nogeens: “Dat is geen socialisme, dat is marxisme!” In slechts een paar zinnenveranderde een persoonlijk betoog van een zakenman in een arm staaltjefacebookscheldproza.

De gebalde taal, die we normaal associëren met nieuwszenders aan de anderekant van de plas, heeft nu definitiefde grens overgestoken. De zin voor nuan-ce verdwijnt langzaam achter de horizon, want wist de journalist in kwestie

ons nog iets te vertellen over hoe Bertrands ondernemingsmaatschappij indeze barre tijden nog een recordwinst wist te vestigen in de bankenwereld?Ofmisschien hem toch maar eens confronteren met feiten en cijfers? Van eenfinancieel journalist verwacht je toch dat hij het verschil kent tussen marxis-me en deze regering. Anders schrijf je een publireportage in de plaats van eeninterview.

Er is een heel eenvoudige reden waarom het net zo interessant is om de na-druk te leggen op Bertrands uitbarsting. Zoals tranen in een realityreeksvloeibaar goud zijn voor een televisiemaker, zo is een al te krasse uitspraakvan een belangrijke ondernemer de jackpot voor een hoofdredacteur. Wantwat maakt nieuws verkoopbaar? U raadde het waarschijnlijk al: ongenuan-ceerd conflict. Helaas gaat dat gepaard met alle gevolgen van dien.

STALINISTISCHE ONDERDRUKKING

Een schreeuwend artikel lokt reacties uit op het internet en wees er zeker van:dat zal gedeeld worden en dus bezoekers generen. Om het te zeggen metbusiness-Engels dat op elke kranteninternetredactie van tel is: content far-ming, oftewel boertje spelen met inhoud, staat centraal. Overigens begrijp hetbegrip inhoud maar zeer ruim, want te veel inhoud kan serieus in de wegstaan van journalistiek. Informeren en nuance zijn daar niet het doel van jour-

Deel dit maar niet op FacebookOf misschien toch wel

“M

Page 21: de Moeial - November 2012

nalistiek, omdat views, shares en hits deze rol hebben overgenomen.

In deze optiek is het logisch dat Bertrands verhaal maar één duidelijk narratiefheeft en er weinig andere perspectieven aan bod komen. Het is de oprechte enopgedrongen luiheid van de journalist. Diepgang is niet enkel onsexy, maarvooral traag en onverkoopbaar. Tegen de tijd dat je een degelijk interviewhebt afgenomen, met de nodige research daaraan voorafgaand, heeft een ande-re krant (oeps kranten) al viermalloten gevonden die maar al te graag modieu-ze krachttermen als “Ayn Randesque beleid” en “Stalinistische onder-drukking” roepen.

CICERO'S VAN DE COMMENTAARSECTIE

Het levert niet alleen beunhazenjournalistiek op, maar ook de uitholling vanhet maatschappelijk debat. Het is een publiek geheim dat de Cicero's van de

commentaarsecties op krantenwebsites liever wat gas te veel geven dan na telezen wat nu feitelijk geschreven werd. Laten we ook duidelijk zijn, je leestniet alleen veel onzin op de website van Het Laatste Nieuws ofHet Nieuws-blad, maar even goed op die van De Standaard ofDe Morgen. Het is natuur-lijk het recht van de lezer om te reageren op wat hij wil en hoe hij wil, maarals de cafépraat van de commentaarsectie over de toog het artikel inkruipt,dan kruimelt elke journalistieke meerwaarde af.

Het maakt dan niet meer uit wat je zegt, maar hoe luid en absurd je iets zegt.Goed, misschien ziet onze topman Bertrand ook maar weinig verkoopwaardein een genuanceerde journalistiek en is hij blij met een zeer onzinnige eneendimensionale visie. In dat geval is het oppassen geblazen want dan isdiepgang en nuance binnen de journalistiek ook ineens marxistisch, maar alswe naar de burgervader van de stad van Brabo en Antigoon luisteren, horenwe al dergelijke geluiden.

1978: UitgeverMarshall Field vertelt het personeel van The Chicago Daily News dat de krant wordt opgedoekt.

Page 22: de Moeial - November 2012

n hartje Barcelona bevindt zich LuchadorRecords, een vinylwinkel die al eens bandszoals Dirty Beaches in een achterkamerlaat optreden en de thuisbasis is van Mu-

jeres, Barcelona's meest beloftevolle band. Een-maal binnen het pand en bevoorraad met genoegbier babbelen de jongens van Mujeres erop losover wie ze waren en willen zijn, en over platen dieeen vaste stek hebben veroverd in hun kast.

De Moeial: Mujeres is een Catalaanse groep inbeweging. Om jullie tweede album, Soft Gems,te promoten zullen jullie door heel Europa rei-zen. Ook in België zullen jullie halt houden enmaar liefst vier keer op de bühne staan. Dit zalde eerste keer zijn dat jullie een grotere tourdoen op het vasteland, nietwaar?Pol Rodellar (bas/zang): “Klopt, dit is de eerstekeer dat de data elkaar zo snel opvolgen en dat wevoet zullen zetten in zoveel verschillende landen –zo gaan we naar Duitsland, Frankrijk en eindigenwe in België. Voordien hadden we al in het buiten-land opgetreden, maar gewoonlijk reisden we open af. We kregen steeds meer zin om samen desnelweg op te gaan in een klein busje.”Yago Alcover (gitaar/zang): “Het zien van ver-schillende landen tijdens deze tour was vooral zeerbelangrijk voor ons. We hadden er evengoed voorkunnen kiezen om in pakweg Engelandverschillen-de steden te bezoeken, maar deze keer is het an-ders. Gedurende twintig dagen zullen we vijflanden bezoeken. We hebben er zin in.”Hoe bereiden jullie je voor op zulke vermoeien-de weken?Alcover: “Veel doen we eigenlijk niet. We probe-ren wel een beetje geld te sparen.”Martín Gutierrez (drum): “De voornaamste lo-gistieke problemen die we aantreffen hebben te ma-ken met speeldata en pasta. Pasta zal onzevoornaamste voedselbron zijn.”

Rodellar: “Je moet weten dat we maar armemuzikanten zijn.” (lacht)Alcover: “Het is niet zo dat we dit eerder hebbengedaan, dus we hebben geen flauw benul van watons te wachten staat. Het element van verrassing isgroot. We zullen eindelijk zien wat het leven alsnomade inhoudt.”Rodellar: “Hombre, in de Verenigde Statenhebben we toch enkele opeenvolgende optredensgespeeld? Na SXSW (een vooraanstaand muziek-festival in Texas, nvdr.) hebben we geprofiteerdvan de locatie om ook in naburige steden op tetreden.”Yago: “Ja, klopt, maarwe bleven in de VS en de af-standen legden we vooral afmet het vliegtuig. Be-nieuwd wat dat gaat geven in een busje.”Jullie hebben dus ook andere uithoeken van dewereld, zoals de Verenigde Staten, verkend. Hoewas de ervaring voor jullie om als Spaanse

groep op SWSX te mogen spelen?Alcover: “We hebben al twee keer op het festivalmogen optreden. De eerste keer was uiteraardoverweldigend voor een groep als de onze. Hetheeft ons zeker niet koud gelaten, dan spreek ikvooral over de eerste keer. De band is in grotemate door die eerste keer beïnvloed. Eindelijkkwamen we in contact met de Amerikaanse gara-ge scene die ons altijd zo heeft aangetrokken. Omin Texas te geraken waren we de eerste keer af-hankelijk van een culturele subsidie die moeilijk teverkrijgen was zonder eerste plaat. De tweede keerging alles veel gemakkelijker op vlak van promo-tie omdat we dat eerste album al hadden dat als vi-sitekaartje kon fungeren. SXSW is een heelspeciaal festival, we zijn enorm blij dat we er deelvan hebben mogen uitmaken.”Gutierrez: “Bovendien hebben we het grote gelukdat we volgend jaar opnieuw op bezoekmogen .”

Catalaanse band Mujeres verovert dewereld: "We zullen eindelijk zien wathet leven als nomade inhoudt"

PAOLAVERHAERT

I

Bron: Victor Garrido Yago Alcover

Page 23: de Moeial - November 2012

Zijn er jullie hierin nog andere Spaanse bands voorgegaan?Gutierrez: “Dat vroeg ikme onlangs zelfook afen ik denk datMujeres de af-gelopen jaren de enige Spaanse groep was die uitgenodigd werd. Kort gele-den werd ons verteld dat het zeer ongewoon is dat een band tot tweemaal toeop het festival mag spelen, laat staan een Spaanse band. Wat niet wilt zeggendat we enorm succesvolle muzikanten zijn, we blijven een beetje armoezaai-ers.” (lachen)Alcover: “Het wilt evenmin zeggen dat we een heel unieke Spaanse groepzijn, ik denk dat onze sound heel herkenbaar is. Ik geloofdat er zoals ons noganderen zijn.”Mujeres heeft iets met de VS. Naast het land al enkele keren bezocht tehebben, is jullie sound vergelijkbaar met die vanAmerikaanse bands zo-als The Black Lips, Ty Segall en Thee Oh Sees. Tot slot heeft Josh Bonati,woonachtig te Brooklyn en verantwoordelijk voor het geluid van onderandere Health, de productie van Soft Gems voor zijn rekening genomen.Vanwaar de verbroedering met Uncle Sam?Rodellar: “Het is natuurlijk allemaal begonnen bij de muziek. Veel van diegroepen, onder andere diegene die jij hebt vernoemd, hebben een zeer herken-bare stijl die onze aandacht trok en ons heeft beïnvloed.”Gutierrez: “Naast de muziek appreciëren we ook hun manier van doen en deenergie die er hangt op evenementen zoals SXSW.”Alcover: “In Amerika doet men de dingen zoals het zou moeten. De ticketsen het bier zijn goedkoop en men feest tot de volgende dag aanbreekt. Bonatibelichaamt op een manier die hele sfeer.”Rodellar: “Het stond vast dat we een producer wilden die deel uitmaakte vande hele scene. Ons oog viel dus al snel op Josh Bonati.”Bij jullie uittrede uit Barcelona zullen jullie een nieuw album onder dearm hebben. Zien jullie Soft Gems als een vervolg op het debuut of

mogen we ons aan iets volledig nieuws verwachten?Rodellar: “We kunnen hierbij verwijzen naar wat we vertelden over Suicide(zie vervolg op pagina 24). Aanvankelijk speelden we pure rock-'n'-roll in dattypische stramien. Gaandeweg vonden we meer vrijheid om te improviseren,nummers langer te maken en nieuwe riffs uit te proberen. Soft Gems is een in-tuïtievere plaat. Het belangrijkste verschil ligt erin dat deze veel gevarieerderen toegankelijker is.”Alcover: “En het verschil op vlak van geluid is natuurlijk ook enorm. Wewilden ons deze keer meester maken van de muziek. De eerste keer dat weeen opnamestudio binnenwandelden wisten we absoluut niet wat we moestendoen. Voor Soft Gems pakten we het anders aan; we besloten om een afge-legen huis afte huren, waardoor we onze tijd konden nemen.”Een manier van opnemen waar jullie wel vaker gebruik van zullen ma-ken in de toekomst?Gutierrez: “Daar kan je op rekenen.”Benieuwd waar deze groeicurve jullie zal afzetten. Gracias, Mujeres!

Even later zien we een man op een bankje voor Luchador Records zitten envraagt hem wat hij ons weet te vertellen over Mujeres. “Mujeres heeft mijnlief ingepikt”, zucht hij, waarna hij bekent dat hij het hen niet eens kwalijkneemt. “Je zou immers voor minder.” U weze bij deze gewaarschuwd: Muje-res is een band om verliefd op te worden.

Mujeres speelt op 15 december op Glimpsfest (Gent).Meer informatie vindt u op www.facebook.com/mujerestheband

Page 24: de Moeial - November 2012

Mujeres' favoriete albums1. Suicide – Suicide (1977)Martín Gutierrez (drum): “Suicide is een groep die heel wat voor ons heeft betekend. Deze plaatherinnert ons aan de periode waarin we besloten om samen te komen als Mujeres en niet langer gewoonals vrienden. Het was ook toen dat we, door ons wat terug te trekken, meer hebben durven improviserenmet muziek. Onze nummers werden langer en repetitiever, maar ook meer gestructureerd. DankzijSuicide is Yago's (Yago Alcover, de zanger van Mujeres, nvdr.) manier van zingen ook sterk veranderd;op een manier is die psychedelischer geworden en dichter bij de stijl van Suicide gaan aanleunen.”

2. SicAlps – U.S. EZ (2008)Yago Alcover (gitaar/zang): “Sic Alps is een Californische band en naar onze mening vatU.S. EZmooidat typische geluid samen dat tegenwoordig vaak te vinden is aan de Amerikaanse Westkust. In demuziek die er daar wordt gemaakt hoor je vaak verwijzingen naar het verleden en naar de muziek vanvroeger, maar toch heeft ze een moderne toets dankzij modderige en lo-figeluiden. Sic Alps is een helespeciale groep, ondanks het feit dat ze vrij teruggetrokken en niet erg bekend zijn. Ik denk dat wat onsvooral aantrekt in deze plaat de composities van elk nummer zijn. Ze zijn niet prototypisch, wat vanU.S.EZ een plaat maakt die gemakkelijk kan aansluiten bij de new garagebeweging.”

3. Medication – Judgement Day (2011)Pol Rodellar (bas/zang): “Zoals Judgement Day zijn er eigenlijk veel platen, maar we hebben dezegekozen omwille van de wijze waarop het werd opgenomen en geproduceerd. Op een manier heeftMedication ons beïnvloed tijdens de opnames van Soft Gems, ons tweede album. Vanafhet moment datwe muziek begonnen te maken en zijn beginnen optreden hebben we vanzelfsprekend veel nieuwemuziek leren kennen en meer geleerd over het proces van een album maken. Dit uit zich – hoop ik – oponze nieuwe plaat.”

4. White Fence – Is Growing Faith (2011)Alcover: “White Fence, het project van Tim Presley uit Brooklyn die het concept psychedelica duidelijkgoed heeft begrepen en veel samenwerkt met andere artiesten in die branche. Is Growing Faith heeft eenenorm mooie esthetiek en heeft die niet te danken aan een lo-figeluid maar aan het gebruik vanauthentieke opnamemethodes, waardoor het geluid heel vol klinkt. Deze plaat vat heel goed samen wathet belang voor het geluid is van een goed en gedetailleerd opnameproces.”

5. Nerve City – Sleepwalker (2010)Rodellar: “Zes bommen van liedjes. Ondanks alle veranderingen die we hebben doorstaan met onzetweede plaat blijft onze voorkeur voor nummers met een simpele en goede melodie bestaan. Destructuur van een popnummer zal altijd aanslaan. We hebben zeker nieuwe elementen meegebracht inSoft Gems, maar zijn onze voorliefde voor popnummers niet verloren.”Guttierez: “De essentie van pop blijft aanwezig in onze muziek, maar is niet de overheersende toon.”

Page 25: de Moeial - November 2012

tudenten in Brussel zijn het gewend omdubbel zo hard genaaid te worden door be-leid, dat is waarlijk niets nieuws onder de

zon. De bevoegdheidstang waarin ze zich bevin-den is allang gekend, maar de schaamteloze maske-rade waarmee nu geschermd wordt om henopnieuw een verdubbeling van de prijs van basis-mobiliteit (van 102 naar 204 euro, nvdr.) te doenslikken, moet een nieuw ijkpunt zijn in de geschie-denis van een regio die eigenlijk geen studentenverdient.

De kiem van het probleem is drieledig. Allereerstis er niet één, maar zijn er twee studentenpopula-ties die onderwijs genieten in de hoofdstedelijkeomgeving: een Vlaamse en een Franstalige.Beiden zijn afhankelijk van twee verschillendegemeenschappen die wel een coherent beleid kun-nen uittekenen voor zover de grenzen duidelijk af-gebakend zijn, maar op tilt slaan als het overstudenten in Brussel gaat. Studentenaangelegenhe-den verworden dan plots tot gewestelijke mobili-teitskwesties ... of worden een zaak voor deVlaamse Brusselminister (nota bene: vandaag ís deBrusselminister de onderwijsminister) ... of waar-om niet voor de Brusselse minister van Huisves-ting? In ieder geval zorgt Vlaanderen er altijd welvoor dat de studenten in de kou blijven staan. Voorhet aloude er-is-geen-geld-argument is elk afschui-ven van verantwoordelijkheid goed.

Ten tweede is er het gebrek aan ‘werkelijke’ subsi-diariteit: op lokaal niveau is er geen enkeleburgemeester of schepen die tijdens zijn mandaatzelfs nog maar meer dan vijfminuten heeft nage-dacht over wat studenten eigenlijk zou bezig-houden, laat staan wat hun zorgen zijn.

De emulgator die van deze vettige substantie eenafschuwelijke saus maakt, is de hoge densiteit vanhogeronderwijsinstellingen van tweeërlei slag ophet grondgebied van die gemeenten. Dit alles zorgter grosso modo voor dat “iedereen wel bevoegd is,maar niemand verantwoordelijk.” Het gevaarlijkeaan die uitdrukking is dat ze is uitgevonden en nogsteeds gebruikt wordt door diezelfde politici, diezich verkneukelen in het zakdoekleggen in real li-fe. De studenten zijn die zakdoek.

Als Brusselse studenten een lijstje zouden op-stellen met links de aantrekkingspolen van Brusselals studentenstad en rechts de afknappers, dan durf

ik nu al te voorspellen dat zij tot de slotsom komendat ze naar Brussel gekomen zijn ondanks het be-leid van gemeenten, gemeenschappen en gewest.

De argumenten waarmee de tariefverdubbelingverdedigd wordt, zijn van een walgelijke aard, ookal stond de afschaffing van het voordeeltarief in desterren geschreven: de middelen ervoor werden inde loop der jaren samengeteld met andere postenen vervolgens bleef er minder geld in globo overdan voor elk van de compartimenten apart. De mo-biliteitsactie is daar de dupe van. Pascal Smet,minister van Onderwijs en Brussel, kondigde datzelfs bijna letterlijk aan op de persvoorstelling vanBr(ik in juni 2011 , toen hij openlijk de opportuni-teit van die mobiliteitsactie in vraag stelde. Deklemtoon van Br(ik moest van bij het begin ophuisvesting en stadspromotie liggen. Waarom? Vande drie oorspronkelijke speerpunten was mobiliteithet gemakkelijkst in de schoenen van het gewest teschuiven. Afschaffing met voorbedachten rade.

Vervolgens laat Vlaanderen Br(ik de kastanjes uithet vuur halen. Argumenteren dat de MIVB-abon-nementen voor studenten een bevoegdheid zijnvoor het Brusselse gewest, daarbij nog eens het lefhebben om dat voor te stellen als een aha-erlebnisen dat terwijl de actie al sinds 2004 bestaat, isweinig geloofwaardig. Het gewest heeft inderdaadde bevoegdheid om te wegen op de tarieven diedoor de MIVB gehanteerd worden, maar Br(ik enVlaanderen konden nooit ofte nimmer verwachthebben dat het gewest die actie zonder boe of bazelf zou implementeren. Er zijn immers ook deFranstalige studenten die dan in rekening moetengenomen worden. De actie zou het gewest maarliefst vijfkeer zoveel kosten.

Ook van de Vlaamse Gemeenschapscommissiekregen de studenten nul op het rekest. De fondsendie de VGC van het Gewest kreeg, werden dood-leuk voor kinderopvang en scholenbouw gere-serveerd. “De VGC heeft immers andere (sic)prioriteiten”, liet Guy Vanhengel optekenen. DeFranstalige gemeenschapscommissie Cocof be-steedde zijn fondsen dan weer wel aan studenten-mobiliteit, met als gevolg dat de Franstaligestudenten gewoon 102 euro betalen. Een ode aande ironie, want toen de abonnementsprijs in 2011meer dan verdubbelde (van 45 naar 102 euro),werd de studenten gezegd dat het tarief “gespie-geld moest worden aan dat van de Franstaligen.”

Weze u zo vriendelijk onze gezamenlijke middel-vinger in ontvangst te nemen.

Die andere beweegreden, namelijk dat de cultureleopzet (studenten Brussel laten ontdekken) en deuitwerking (voorzien in basismobiliteit) te ver uitelkaar liggen, is zowaar nog ondeugdelijker. Teneerste heeft Quartier Latin, de voorganger vanBr(ik, zélf de enquêtes afgenomen die dit ver-moeden zouden bevestigen. Ten tweede: wat is degrens tussen basismobiliteit en cultuur als bij-voorbeeld een geschiedenisstudent van de VUBvoor zijn paper naar de Albertina-bibiotheek trekt?Heeft ‘basismobiliteit’ op zich geen cultureledimensie? Br(ik moet beseffen dat het dit verhaalonmogelijk aan de studenten kan verkopen, zonderop hun ongenoegen te stuiten.

En het gewest zelf? Dat liet bij monde van Ver-voersminister Grouwels (CD&V) en Mobiliteits-staatssecretaris De Lille (Groen) verstaan dat het erniet aan denkt om het huidige tarief van 204 eurote verlagen. Die eerste deed haar bijnaam van DasMädchen alle eer aan toen ze in juni de vraag vande studenten met bijzonder verontwaardigde blikafwees. Geen grijn begrip voor Br(ik, maar ookniet voor de studenten. Dat onhandige tv-optredenprobeerde ze waarschijnlijk goed te maken dooreen delegatie van studentenvertegenwoordigers uitte nodigen op haar kabinet, maar ze deed definitiefde deur dicht door het zelfs niet te willen hebbenover de mobiliteitskwestie. Tot grote ergernis vanenkele aanwezige studentenvertegenwoordigers,die niet hadden verwacht dat ze het veeleer zoudenhebben over het gebrek aan een fuifzaal in Brus-sel-Stad. Ook bij De Lille dwongen de verte-genwoordigers wat later een gesprek af … maarde Staatssecretaris zelfwas niet aanwezig.

SBeloftes als excuusvoor ledigheid

TEKST: RUBEN CLAESENFOTOGRAFIE: MANLYCALLEWAERT

Page 26: de Moeial - November 2012

Amper vijf jaar na de oprichting ging het Nobelcomité voor de Vrede voor heteerst de mist in met de uitreiking van de vredesprijs aan Theodore Roosevelt.De president van de Verenigde Staten werd gehuldigd omwille van zijnbemiddelingsrol in de Russisch-Japanse Oorlog, al was diens interventie er ineerste instantie op gericht om te voorkomen dat Rusland en Japan eenbedreiging zou vormen voor deAnglo-Amerikaanse handelsbelangen inAzië.Finaal resultaat van Roosevelts bemoeienis was niets minder dan eenaanzienlijke uitbreiding van de Amerikaanse invloedssfeer en eenversteviging van de positie van de V.S. als wereldmacht, passend in diensimperiale strategie van interventionisme. Roosevelt was tevens de man diemet zijn Great White Fleet, een vloot van zestien oorlogsschepen, de wereldrondvoer om Amerika’s militaire werelddominantie ten toon te spreiden aande “ongeciviliseerde volkeren” van de wereld. Ook in eigen land werdRoosevelt maar weinig geassocieerd met verzoening en mensenrechten. Zodeed hij ooit de uitspraak: "I don't go so far as to think that the only goodIndians are dead Indians, but I believe nine out of ten are, and I shouldn't liketo inquire too closely into the case ofthe tenth."

In 1909 ontving voormalig Belgisch premier Auguste Beernaert devredesonderscheiding. Een staatsman die internationaal gerespecteerd werdomwille van zijn strijd voor internationale mensenrechten en tegen slavernij.Althans zo stelt de traditionele geschiedschrijving. Minder bekend isparadoxaal genoeg Beernaerts decisieve rol in de eigenlijke acquisitie enontwikkeling van Kongo-Vrijstaat. Toen Leopold II geconfronteerd werd metde Belgische Grondwet die hem verhinderde soeverein te worden van zowelBelgië als zijn privékolonie, riep hij de hulp in van zijn trouwe eerste minister.Op slinkse wijze wist deze de Kamers te bespelen en een parlementairegoedkeuring te verkrijgen voor het koningschap van Leopold II over Congo.Beernaert voorkwam ook het failliet van de Vrijstaat door het parlement telaten instemmen met een persoonlijke lening aan de vorst ter waarde van 150miljoen Belgische Frank. Als kers op de taart gaf Beernaert in maart 1886bevel aan luitenant-generaal Alfred Van der Smissen om met behulp van22.000 reservisten een luddistische staking in de Borinage met genadelozerepressie neer te slaan. Resultaat: 24 doden en 18 gewonden.

Ook Amerikaans president Woodrow Wilson kreeg in 1919 een Nobelprijsvoor de Vrede voor zijn cruciale rol in de stichting van de Volkenbond. Dewereldleider die pleitte voor bestuursvormen gedomineerd door mannen met“verhoogde idealen” om “stabiliteit en rechtvaardigheid” te bewaren enwiens naam vereeuwigd werd door een concept dat tot op de dag van vandaagelke interventie van de Verenigde Staten in de wereldpolitiek vergoelijkt: hetWilsoniaans idealisme, de facto een imperiale strategie ter verspreiding vande vrije markt en ter beveiliging van de wereldwijde toegang tot grondstoffen.

Een axioma gestoeld op het principe van zelfbeschikking, zolang “devoorrang gegeven wordt aan onze (Amerikaanse, nvdr.) belangen. Dochaltruïstisch als we zijn, moeten andere naties erop toezien dat ze afstandhouden en ons niet trachten te verhinderen”, dixit Wilson als rechtvaardigingvoor zijn invallen in de Filippijnen, Haïti en de Dominicaanse Republiek dieelk dezer landen opzadelden met reactionaire marionettendictaturen. HetLatijns-Amerikaanse verzet tegen deze politiek viel simpelweg te verklaren“because they are naughty children who are exercising all the privileges andrights of grown-ups and require a stiff hand, an authoritive hand.” Dehedendaagse oorlogsretoriek van de V.S. verhuld in het brengen van“verhoogde idealen” als ‘democratie’ en ‘vrijheid’ vormt het rechtstreeksenalatenschap van de apostel van de zelfbeschikkingWoodrowWilson.

De Nobelprijs voor de Vrede aan Henry Kissinger in 1973 wordt vaak gezienals hét kantelpunt in de geloofwaardigheid van het Nobelcomité. Formeelwerd de prijs hem toegekend voor zijn rol in de Vredesakkoorden van Parijs

die een einde stelden aan de Amerikaanse oorlogsmisdaden in Vietnam. Ookdestijds lokte de huldiging van Kissingers inspanningen al grote controverseuit. Kissinger domineerde tussen 1969 en 1977 het buitenlands beleid van deV.S., onder andere als National Security Advisor en Secretary of State onderpresident Richard Nixon. Onder Kissingers wandaden bevindt zich dienssleutelrol in het uittekenen van de bommencampagne in Cambodja amperdrie jaar voor zijn Nobelprijs. Het offensief was gericht tegen de Viet Congmaar had naar schatting zo’n 40.000 burgerslachtoffers tot gevolg. Zonderenige gêne zette Kissinger na de in ontvangstname van diens vredeslaureaatde ijskoude Realpolitik verder. Andere wapenfeiten zijn onder andere zijnonvoorwaardelijke steun aan de reactionaire militaire dictaturen van Pinochetin Chili en Videla in Argentinië. Zijn naam blijf opduiken in talrijkeonderzoekscommissies aangaande de executies van Latijns-Amerikaansedissidenten. Tot op de dag van vandaag blijft Kissinger een grote invloeduitoefenen op de buitenlandse politiek van de V.S. Zo trad hij onder meer opals adviseur van George W. Bush ten tijde van de invasie in Irak van 2003.Zijn enige bezwaar tegen de operatie was louter van strategische aard: ten

Nobele barbarijJORENJANSSENS

De Europese Unie bracht ons niet enkel vrij verkeer vanpersonen en goederen, goedkopere telefonieprijzen en eeneengemaakte markt en munt, maar ook “verbroedering tussennaties” die elkaar sinds mensenheugenis bekampten in het doorerfoorlogen verscheurde Europa. “De Unie draagt al langer danzes decennia bij aan de bevordering van de vrede en verzoening,democratie en mensenrechten in Europa”, aldus het comité datde Nobelprijs voor de Vrede uitreikte aan de Europese Unie.“Een late aprilgrap” volgens de Britse eurosceptische pers.Het is nochtans niet de eerste maal dat de vredesprijs wordtuitgereikt aan personen ofinstellingen met een ambigu verleden.De dieptepunten uit 111 jaarNobelsatire.

Page 27: de Moeial - November 2012

opzichte van de publieke opinie werd te veel nadruk gelegd op de vermeendemassavernietigingswapens van SaddamHoessein.

De bekroning van Yasser Arafat, Yitzhak Rabin en Shimon Peres in 1994voor hun aandeel in de Oslo-akkoorden, was nog zo’n omstreden moment inde geschiedenis van de Nobelprijs. De erfenis van Arafat vormt, integenstelling tot voorgaande figuren, allerminst een eenduidig vraagstuk.Vrijheidsstrijder of terrorist, in elk geval geen politicus die spontaanassociaties oproept met concepten als verzoening of verbroedering tussennaties’. Dezelfde bedenkingen kunnen gemaakt worden ten opzichte vanbeide Israëlische politici met wie Arafat de prijs deelde. Barack Obama is nogzo’n politicus wiens bijdragen tot de wereldvrede gecontesteerd zijn. Hijontving de Nobelprijs in 2009 omwille van diens “uitzonderlijkeinspanningen om de internationale diplomatie en samenwerking tussenvolkeren te versterken”. Voor velen was Obama’s beslissing, slechts tweemaanden na de uitreiking, om 30.000 bijkomende manschappen naarAfghanistan te zenden dan ook een bittere pil, alsook de Amerikaanseinmenging in Libië. De internationale pers zag hierin een Nobelprijs voor hetscheppen van hoop, voor het potentieel van de toekomst, eerder dan eenbekroning voor het geleverde werk. “In essence an award for not beingGeorge Bush”, zoals The Guardian het verwoordde.

Dit jaar werd de Nobelprijs voor de Vrede uitgereikt aan de Europese Unievoor haar meer dan zes decennia lange bijdrage “aan de bevordering van devrede en verzoening, democratie en mensenrechten in Europa.” Het Europeseproject werd destijds wel degelijk op poten gezet vanuit een anti-oorlogsovertuiging: nie wieder Krieg, plus jamais la guerre; al prijkte dieslogan reeds na Wereldoorlog I op talrijke monumenten en manifesten.Beweren dat deze vredesgedachte in Europa al meer dan zestig jaar in depraktijk wordt omgezet is echter simpelweg een ontkenning van dehistorische realiteit. De Kroatische en Bosnische Oorlogen eindigden pas in1995 en in datzelfde jaar kreeg de Europese Unie in haar achtertuin nog af te

rekenen met de genocide van Srebrenica. Amper dertien jaar geleden werdennog NAVO-bombardementen uitgevoerd op het Europese continent. Dewonden in de Balkan zijn tot op de dag van vandaag nog verre van geheelden Cyprus blijft een hopeloos verdeelde en onverzoenbare natie. En zelfs deEuropese kern is sinds 1945 niet vrij van onderlinge oorlogsvoering. Pas in2007 werd een formeel einde gesteld aan de 38 jaar lange Britse bezettingvan Noord-Ierland.

Onder de Europese vlag van de Common Security and Defense Policy isEuropa sinds 2002 een steeds actievere militaire rol beginnen spelen. Onderdie noemer zijn we momenteel verwikkeld in vijftien internationaleconflicten. Meer dan eens werd de Europese Unie met haar rug tegen demuur gezet in de door de V.S. gedomineerde VN- en NAVO-alliantie. In2010 stonden nog steeds twee Europese lidstaten in de top vier van landenmet de grootste militaire uitgaven ter wereld. Frankrijk en Groot-Brittanniëspendeerden respectievelijk 44 en 39 miljard euro aan oorlogsvoering enspelen soms een verre van vreedzame rol in de wereld. De Europese Unieheeft in zijn geheel een militair budget van 194 miljard euro, na de V.S. degrootste oorlogseconomie ter wereld. Met een militaire mankracht van 5miljoen bekleedt de Europese Unie de tweede plaats in de rangschikking vangrootste troepenmachten ter wereld, met land- en luchtmachten vanproportionele sterkte.

Naast de inhoud roept ook de timing van de eredecoratie vragen op. Waaromnu? Net nu de Europese Unie meer verdeeld is dan ooit tevoren en dehoofdsteden van onze Zuid-Europese landen met de regelmaat van de klok invuur en vlam worden gezet door haar wanhopige en berooide burgers? Netnu een democratisch deficit heerst in Italië met de installatie van eentechnocratisch zakenkabinet, waarmee ook de Grieken tot voor kortgeconfronteerd werden. Net nu de Europese instellingen inAthene en Madridmeer dan ooit tevoren gezien worden als instrumenten van onderdrukking enfinanciële oorlogsvoering tegen een weerloos volk. In de hoofden van velenGrieken en Spanjaarden is er ongetwijfeld weinig vreedzaams aan dedramatische Weimar-taferelen van haat en armoede rondom hen. Opverschillende ogenblikken kon de EU met wat meer recht en rede aanspraakmaken op de Nobelprijs. Bij de vreedzame hereniging van Oost- en West-Europa, bijvoorbeeld.

De EU werd in feite beloont voor haar vreedzaam verleden op een momentdat de onvrede nog nooit zo groot was. Het lijkt er dan ook op dat, net zoalsbij Obama in 2009, de Nobel werd toegekend uit hoop. De hoop dat “we inhet achterhoofd moeten houden wat we hebben verwezenlijkt op dit continenten dat we niet terugvallen in desintegratie”. Het alternatief zijn“verschrikkelijke oorlogen” en een “terugkeer naar extremisme en natio-nalisme”, aldus het comité. Het continent beleeft vandaag een existentiëlecrisis. De interne solidariteit, nog zo’n hoeksteen van het Europese project,wordt steeds vaker in vraag gesteld terwijl men meer dan ooit tevorenterugplooit op de eigen nationale belangen. Van een gezamenlijk project lijktsteeds minder sprake. Het is niet het moment om onszelfblind op de borst tekloppen om een Nobelprijs die van meet af aan bezoedeld was. Wat ze bijvoorkeur wel doet, is het zenden van een krachtig signaal aan Europeseleiders. Een Nobelprijs die waarschuwt dat de problemen van armoede,sociale afbraak en polarisatie gelijkaardig zijn aan deze van de voorvadersvan de Europese Unie.

Page 28: de Moeial - November 2012

erschillende oliebedrijven hebben hun ooglaten vallen op de Noordpool. Niet onbe-grijpelijk, want in totaal ligt ongeveer der-

tien procent van de totale oliereserve en dertigprocent van de wereldaardgasreserve onder hetNoordpoolijs.

Het grootste aardgasbedrijf ter wereld, het Russi-sche Gazprom, is reeds gestart met het investerenin olie- en gasontginning in de Noordpool. Het wiler tegen 2013 als eerste op commerciële schaal olieontginnen. Ook Shell investeerde de afgelopenzeven jaar 4,5 miljard dollar in plannen voor de arc-tica. Shell boort in de Beaufort- en de ChukchizeeinAlaska, rond Groenland, Canada en Noorwegen,en werkt met Gazprom samen om de Salymveldenin Siberië te ontginnen. Zowel Shell als Gazprommoesten evenwel hun activiteiten voor 2012staken.

Gazprom investeerde bovendien, in samenwerkingmet Statoil en Total, miljarden euro’s in de Shtok-man-gasvelden. In augustus werd dit project in deBarentszzee echter afgeblazen vanwege de hogekosten, een dalende Europese vraag naar Russischgas en de goedkopere concurrentie vanuit de V.S..Daarnaast moest Gazprom ook de activiteiten ophet boorplatform Prirazlomnoye stilleggen wegensveiligheidsproblemen. Dat project wordt pas in dezomer van 2013 hervat. Shell moest in Alaska na

een dag proefboren hetwerk tijdelijk stilleggen om-dat er een ijsschots richting het boorplatform dreef.Later werden de boorplannen in Alaska definitiefafgeblazen omdat de koepel, die ze bij ongelukkenover de boorput zouden schuiven, beschadigd raak-te tijdens onderzoeken.

Naar olie ofgas boren op de Noordpool is niet zon-der risico. Volgens Greenpeace is er twintig pro-cent kans op een olielek tijdens de volledigeontginning van een concessieblok (afgebakendgeo-grafisch gebied voor ontginning, nvdr.) in de Arcti-sche gebieden. Bovendien zijn de traditioneleopruimtechnieken niet aangepast aan de bijzonderlage temperaturen. Als het niet lukt een lek tijdenshet boorseizoen te repareren, duurt het twee jaaralvorens men kan starten met het lek te dichten. Deolieramp in de Golf van Mexico zou erbijverbleken. Niet alle bedrijven lopen trouwens evenwarm om naar olie en/ofgas te boren in de Noord-pool. Zo liet de bestuursvoorzitter van Total, Chris-tophe de Margerie, zich in de Financial Timesnegatief uit over olieontginning in het poolgebiedomdat dit voor te hoge milieurisico’s zou zorgen.

Daarnaast zit er ook een ironisch kantje aan dezeolie- en gasontginningsoperaties. Door de opwar-ming van de aarde smelt het noordpoolijs enkomen nieuwe visgronden, scheepsroutes en olie-en gasvelden vrij. Tegen 2015 zou er in de zomer

zelfs geen ijs meer op de Noordpool te bespeurenzijn. De aanwezigheid van het poolijs is echter on-ontbeerlijk om de opwarming van de aarde in tedammen. Het ijs reflecteert immers het zonlicht,terwijl de zee de zonnewarmte in zich opneemt.Doordat er minder ijs is, wordt er meer warmteopgenomen en stijgt de globale temperatuur, endoor die stijging smelt het Noordpoolijs nog snel-ler. Onze energieconsumptie is een andere belang-rijke oorzaak van dit broeikaseffect. Door deontginning van die nieuwe gas- en olievelden, zalde opwarming van het klimaat zich met anderewoorden in een nog sneller tempo voortzetten.

Een verbod op het ontginnen van olie en gas in deNoordpool zit er echter nog niet aan te komen. Zobezit de Russische regering vijftig procent van deaandelen van Gazprom en staat deze achter de ont-ginningsplannen in de Noordpool. De EU, op haarbeurt, verwierp in oktober een exploitatieverbodvan gas en olie inArctica.

Het smelten van het Noorpoolijs stelt ons ten slottevoor een territoriaal probleem: welk land heeftrecht op welke delen van de Noordpool? Sommigedelen van de Noordpool behoren tot een ExclusieEconomische Zone (EEZ) van één van de Arcti-sche landen (Rusland, Noorwegen, Canada, deVerenigde Staten en Denemarken). Een EEZ iseen gebied dat zich tot 370 kilometer van de kust-lijn van een staat uitstrekt. In die regio hebben lan-den de exclusieve exploitatierechten, en het rechtop wetenschappelijk onderzoek en visserij. Dehuidige boorplannen van onder andere Gazpromen Shell bevinden zich in de Exclusieve Economi-sche Zones van de Arctische staten. Een groot deelvan de Noordpool behoort echter tot de internatio-nale wateren, waar iedereen het recht heeft om vande natuurlijke rijkdommen te profiteren en geenland een ander de toegang mag ontzeggen. Datzou in de toekomst voor verscheidene conflictenkunnen zorgen, iedereen maakt immers wettigaanspraak op de rijkdommen van deze regio. Voorhet continent Antarctica werd dit probleem reedsin 1959 verholpen door het Antarctisch Verdrag.Deze bindende overeenkomst maakt de Zuidpoolpolitiek neutraal, verbiedt militaire activiteiten,zorgt voor vrijheid van wetenschappelijk on-derzoek en beschermt haar fauna en flora. Bo-vendien is het sinds dit verdrag verboden om deAntarctische mineralen en andere delfstoffen teexploiteren. De toekomst zal uitwijzen ofzo’n ver-drag ook voor de Noordpool mogelijk blijkt.

SILKE GOUBIN

V

Page 29: de Moeial - November 2012

eze docufilm behelst exact dat waar de term docufilmvoor staat: een mengeling van een teder liefdesverhaal ende persoonlijke zoektocht naar creativiteit en verlichting,die zich manifesteert als een kritische reportage over decontroverse die heerst rond de gemeenschap van TM. TMstaat voor Trancendental Meditation, een meditatie-

techniek verspreid door Maharishi Mahesh, de guru die al bekend raakte doorzijn invloedrijke ontmoetingen met The Beatles en Donovan.

De film start met de Duitse student-regisseur, schrijver en reporter vandienst,David Sieveking, die, geïnspireerd door zijn idool David Lynch donke-re films wil maken. Eén groot probleem: Sieveking mist de nodige duisternis.Hij besluit daarom een creatieve workshop van David Lynch bij te wonen. Algauw haalt die de zogezegd wetenschappelijk onderbouwde meditatievormaan voor het verkrijgen van persoonlijk succes. Na een persoonlijk interviewmet Lynch wordt Sieveking aangemoedigd om de techniek te toetsen aan depraktijk. In het begin loopt alles goed, zo ontvangt hij financiering voor zijnfilmproject en ervaart hij een creatieve impuls. Bij het overlijden van Maha-rishi besluit David diens begrafenis bij te wonen en de TM-gemeenschap be-ter te leren kennen. Hij wordt vriendelijk ontvangen, krijgt verschillendeinterviews en een rondleiding. Hij mag zelfs filmopnames maken bij een inter-ne bestuursraad.

Maar daar gaat het mis: vrijwel onmiddellijk ontstaat een machtsstrijd tussenenkele van de Raja’s, de bestuursvoorzitters van de TM-gemeenschap. Erheerst onenigheid over de opvolging van Maharishi. Plotsklaps moet Davidstoppen met filmen en wordt hem gevraagd de final cut van zijn film te censu-reren. Kritische vragen dringen zich aan David op. Verschillende geruchtensteken de kop op waardoor de guru zijn status dreigt te verliezen. Ook andereeigenaardigheden doen vragen oprijzen. Zo werd de hoofdstad van de wereld-vrede, opgericht door Maharishi en gesponsord met miljoenen, omheind metprikkeldraad en zwaar bewaakt. In plaats van 10.000 yogis bevat de stadslechts enkele eenzame zielen. Filmen is er uit den boze. Wie had gedacht datwereldvrede zo beschermd moest worden tegen de buitenwereld? En wat tedenken van die Yogic Flying-techniek die wordt onderwezen in speciale TM-scholen? David zet zijn zoektocht naar antwoorden verder en gaat op gesprekbij enkele TM-dropouts die de gemeenschap de rug toegekeerd hebben.

Ook David Lynch krijgt lucht van Sievekings té kritische benadering en dis-tantieert zich van de documentaire. Erger zelfs, de David Lynch Foundationdreigt met een rechtszaak als de film niet eerst langs hen passeert voor revisie.

Moeilijke tijden voor onze documentairemaker nu ook zijn idool zich tegenhem keert. Toch volhardt hij in zijn project en weigert hij zich onder druk te

laten censureren. Het eindresultaat is een mooie documentaire met prachtigebeelden en een heel persoonlijke toets. Het maken van de documentaire namuiteindelijk vijf jaar van zijn leven in beslag, wat een indringende blik op-levert in de veranderingen in Davids persoonlijke leven. De aanvankelijk ent-housiaste David van in het begin vervalt in frustratie en teleurstelling naar heteinde toe. Ondanks alles ondergaat hij zijn kwellingen met opgeheven hoofd.Een meeslepend verhaal dat je naar het einde toe toch wat op je honger laatzitten. Wat was het resultaat van de rechtszaakdreigementen? Een beetje op-zoekwerk leert ons dat een rechtszaak nooit plaats vond, waarschijnlijk omdatdat de documentaire enkel publiciteit zou opleveren.

Conclusie: het loont zeker de moeite om deze documentaire te bekijken.David Sieveking brengt de documentaire op een prachtige manier die zijntalent exposeert. Benieuwd of zijn volgende projecten ook zo’n persoonlijketoets zullen hebben.

OLIVIERDIELEMAN

FILM: David Lynch en meditatie

David wants to fly

D

Page 30: de Moeial - November 2012

Salman Rushdiedinsdag 13 november, 8pmBozarRavensteinstraat 23, 1000 BxlPaf: €10/14Rushdie en zijn Duivelsverzen hoeven geen intro-ductie, hier komt Rushdie zijn boek Joseph Antonvoorstellen, waarin hij schrijft over zijn ge-dwongen clandestien leven en jaren van isolement.Zijn alias haalde hij van Joseph Conrad en AntonTsjechov, twee schrijvers die hem als voorbeelddienden. Annelies Beck verzorgt het interview

Proza voor Constant Permeke – Nocturnedinsdag 20 november, 8pmBozarRavensteinstraat 23, 1000 BxlPaf: €8Bozar nodigde vijf buitenlandse schrijvers uit omzich te laten inspireren door een schilderij van Con-stant Permeke. Vier schrijvers dragen die avondhun werk voor tijdens een literaire nocturne. Hier-voor blijven de deuren van de tentoonstelling uit-zonderlijk open. Na de voorstelling heb je nog detijd om de rest van de expo te bezichtigen.

Lethal Inc.vrijdag 16 november en zaterdag 17 november,8:30pmKVS, Arduinkaai 7-9, 1000 BxlPaf: €12/16Steigeisen neemt u mee in de zoektocht naar steedswetenschappelijkere en steeds humanere execu-tiemethodes. Van de galg, via de elektrische stoelen de gaskamer, naar het dodelijke injectieapparaaten terug, opent Lethal Inc. de deuren naar eenschimmige bedrijfstak waarin het grotesk ab-normale verheven is tot normaliteit en routine.

LITERATUUR THEATER

ERWINAERTS LOPEZ

The Reverb Conspiracy NightWoensdag 14 november, 8pmMadame MoustacheBrandhoutkaai 5-7, 1000 BxlPaf: €8The Reverberation Appreciation Society enFuzz Club Records hebben The Reverb Conspi-racy uitgegeven. Om dit te vieren gaan ze metSingapore Sling/Wall of Death/The LucidDream op Europees tournee, hierbij doen ze,gelukkig voor ons, ook Brussel aan. Kruis dezedatum alvast met vuurrode stift aan!

Two Gallants – To Kill a Kingdinsdag 27 november, 7:30pmBotaniqueKoningsstraat 236, 1210 Sint-Joost-ten-NodePaf: €14/17/20Al opgroeiend in San Francisco vielenAdamenTy-son voor bluesmuziek. Met enkel een gitaar en eendrumstel veroveren ze nu de hele wereld. Het reper-toire van Two Gallants bevat gekke folk en garage-rock vol energie. Na meerdere buitengewoneoptredens in de Botanique, keert het duo terug metThe Bloom AndThe Blight, dat in oktober uitkomt.

Autumn Fallsmaandag 26 november t.e.m. zondag 2 decemberconcertzalen BxlDerde editie van het indoorfestival te Brussel en deaffiche ziet er wederom zeer aanlokkelijk uit. Al-leen wil ik wel weten wie in godsnaam Joe Gideon& The Shark en Ty Segall / White Fence op vrij-dag 30 november organiseert, met een afstand van4km tussen beide concerten! Andere aanraderszijn: Lower Dens 28 november, The Soft Moon 29november, Diiv en BRNS 1 december.

CONCERT

Pink Screens8 november t.e.m. 17 novemberCinema NovaArenbergstraat 3, 1000 BxlTien dagen van verkenning van seksuele identiteitin al haar facetten, kleuren en gelaagdheden. Tiendagen lang onuitgegeven films en avant-premières,met dit jaar twee Belgisch getinte vertoningen: eenserie kortfilms en de slotfilmHors les murs. Op 16november is er ook een avond in de Bozar, metfilms van Fred Halsted.

Dissidences6 december en 12 december, 8pm/10pm en7pm/9pmCinema Nova, Arenbergstraat 3, 1000 BxlPaf: per film €3,5/5, per avond €5/6Twee avonden gewijd aan de revolutionairearbeidersstrijd in de jaren '30.

De eerste avond gaat over de mijnwerkersstakingin de Borinage in 1932, het communistische en-gagement in België en het ontstaan van de socialedocumentaire. De tweede avond stelt de terugkeervan de harde syndicale acties centraal.

Festival CinémaMéditerrannéén de Bruxellesvrijdag 9 t.e.m. zaterdag 17 novemberBotaniqueKoningsstraat 236, 1210 Sint-Joost-ten-NodeHet twaalfde Festival Cinéma Méditerranéen deBruxelles zal plaatsvinden in de Botanique van 9tot 17 november. Het is de afspraak om de besteactuele bioscoopproducties uit het MiddellandseZeegebied te ontdekken in een feestelijke enwarme sfeer. Bijna 70 films worden voorgesteld inde drie projectiezalen van het festival (Orangerie,Rotonde en Salle de Cinéma).

FILM

CONCERT

Il Gardellinovrijdag 9 november, 12:30amPaleis van Karel van LotharingenMuseumplein 1, 1000 BxlPaf: €5Voor de studenten die hun dagen slijten in de KBR,is er die vrijdagmiddag de mogelijkheid tot men-tale ontspanning. In plaats van het wachten tot deijverige KBR werknemers je aanvragen behande-len, kan je gaan luisteren naar werken van o.a.Mozart. Toch wat anders dan door het raam starenwegens het wegvallen van het draadloos netwerk.

Die Zauberflötemaandag 19 november, 7pmBozarRavensteinstraat 23, 1000 BxlPaf: cat.IV€20 – cat.I€74De prijskaart is niet meteen van de gunstigste,maar het gaat hier volgens de Bozar wel om eentopbezetting van muziekanten en één van de mooi-ste opera's. De Toverfluit van Mozart wordt om5:30pm die ook nog gratis ingeleid, men moet zichdan wel inschrijven.

l'Opéra russedinsdag 20 november, 12:30amMuziekinstrumentenmuseum,Hofberg 2, 1000 BxlPaf: gratisVoor diegene die hun middag even willen opvul-len, met muziek en een prachtdécor, is het aange-raden om die dag naar het Muziek-instrumentenmuseum te gaan. Studenten van hetConser-vatoire Royale de Bruxelles brengen eenode aan de Russische opera. Daarna kan men vooreen prijs van €4 het museum bezoeken. Waaromtwijfelt u eigenlijk nog? Hóp Hóp!

CONCERTO

Page 31: de Moeial - November 2012

Iedere editie belicht De Moeial een uitspraak van de Raad voor Beslis-singen inzake Studievoortgangsbetwistingen. De Raad is eenrechtscollege waar studenten een beroep kunnen instellen tegen eenstudievoortgangsbeslissing van hun hogeronderwijsinstelling, zoals bij-voorbeeld de evaluatie van een stage of een examen. De student moeteerst wel alle interne beroepsmogelijkheden uitgeput hebben; meteennaar de Raad stappen zonder eerst de studievoortgangsbeslissing aande instelling zelf aan te vechten, is niet mogelijk. Is een student het nieteens met het intern beroep, dan pas kan hij naar de Raad stappen. Te-gen een beslissing van de Raad is enkel beroep mogelijk bij de Raadvan State.

Een studente die haar derde bachelorjaar Geschiedenis volledig aflegde aaneen Noord-Amerikaanse universiteit schrok zich een hoedje toen ze, een-maal terug in België, de omzettingstabel vernam die haar faculteit hanteert.In haar eerste twee bachelorjaren had ze aan haar Vlaamse instelling een ge-middelde van 70,22% behaald, op haar uitwisselingsjaar boekte ze een resul-taat van 73%. Groot was haar verbazing dan ook toen haar ter ore kwam datze haar bachelordiploma had behaald met een eindpercentage van 69,80%.

Haar moederuniversiteit had, zoals gebruikelijk, een omzettingstabel ge-bruikt die het gemiddelde van haar derde bacherlorjaar verminderde tot69,375%, ook al bekleedt haar alma mater een lagere plek op de universi-teitsranking Times Higher Education dan haar gastuniversiteit. De omzet-ting is niet gebeurd via de ECTS-grading scale (een raamwerk van deEuropese commissie dat grades, de standaard voor heel watAngelsaksischequoteringen, omzet in percentages, nvdr.), maar op basis van een vergelij -king van de gemiddelde resultaten van de studenten op uitwisseling met zijdie de opleiding aan de Vlaamse universiteit volgen. Die omzetting wildede studente aan de kaak stellen. Na intern beroep verscheen haar zaak op 17augustus voor de Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslis-singen.

De studente was er van op de hoogte dat de resultaten aan haar gastuniversi-teit zouden worden omgezet, maar de omzettingstabel zelf zag ze pas een

eerste keer op 13 juli 2012, de dag van de uitspraak van het intern beroep.De Vlaamse instelling stelde dat de studente op de derde infosessie vooruitwisselingsstudenten de kans had om vragen te stellen over de omzetting.Bovendien hing de tabel op in het lokaal van de faculteitsverantwoordelijkevoor de uitwisselingen; digitaal waren de exacte cijfers niet meer te vinden,vermits er in het verleden studenten waren die met de geprinte tabel in dehand aan hun docenten in het buitenland punten extra gingen vragen,gezien “de tabel bewees dat er punten werden afgetrokken (sic).”

Verder beriep de studente zich op de discrepantie tussen de omzettings-tabellen van de faculteit Letteren en die van Economie en Bedrijfsweten-schappen. Op de website van die laatste faculteit is de tabel wel te vinden.Volgens deze berekening zou haar gemiddelde voor het derde bachelorjaarniet 69,375% bedragen, maar wel 74,375%. Dat verschil van 5% vond destudente onrechtvaardig, te meer omdat ze enkele vakken had gevolgd metstudenten van die faculteit. Voor haar was de grootte van de onderscheidingdan ook niet de hoofdzaak, maar wel net die 70%-grens, gezien die doorheel wat universiteiten gebruikt wordt als ondergrens om studenten toe telaten.

De Raad kon niet ingaan op de inhoudelijke toepassing van de omzettings-tabel – de Raad kan immers “niet in de plaats van de instelling treden”, zo-als dat zo mooi heet, maar gaat enkel na of de instelling de regels gevolgdheeft bij het nemen van de studievoortgangsbeslissing – maar had tochbezwaar tegen de gang van zaken. Volgens de Raad kon het niet door debeugel dat de omzetting een louter rekenkundige bewerking was: “Dit ont-heft de examencommissie niet van haar taak om in een individueel gevaleen gemotiveerde uitspraak te doen over de punten die aan de studentworden toegekend.” De Raad vernietigde dan ook de uitspraak van de be-roepscommissie, die op 13 juli had geoordeeld dat het beroep van destudente ongegrond was. De commissie van de instelling moet aldus eennieuwe beslissing nemen mét motivering die verder gaat dan enkel het ver-melden van de mathematische bewerking van de omzetting. (rc)

Adres: Triomflaan 35, 1160 BrusselMail: [email protected]: www.demoeial.be+ facebook, twitter, issuuHoofdredacteur: Stéphanie RomansAdjunct-redacteur: Joren JanssensSecretaris: AlvaroAvelarRedactieleden: Nathaniël Bovin, Ruben Claesen,Olivier Dieleman, Sarah Fellahi, Sandro Gonzàlez-

Maseda, Sarah Hamdi, Kenneth Pontzeele, Piet Van deVelde, Paola VerhaertRedactiemedewerkers: ErwinAerts Lopez, ManlyCallewaert, Thomas Devliegere, Silke Goubin, QuintenJoris, Ken PieraertsFotografie: Manly CallewaertIllustratie: Quinten JorisEreleden: M. Magits, Jean-Paul Sartre, JimVanLeemput, S. Carmiggelt, Stig GeukensEindredactie: Nathaniël Bovin, Thomas Devliegere,Ruben Claesen, Joren Janssens, Quinten Joris, Stéphanie

RomansJaarabonnement: 30 euroStuur uw aanvraag en adresgegevens [email protected]: 2000 exemplarenFormaat: 236 mm x 300 mmVerantwoordelijke uitgever: Ruben Claesen, deMoeial, Triomflaan 35, 1160 Oudergem

Page 32: de Moeial - November 2012