De Boomklever September 2011

44
Tijdschrift van de Natuurstudiegroep Dijleland Jaargang 39 - september 2011

description

 

Transcript of De Boomklever September 2011

Page 1: De Boomklever September 2011

Tijdschrift van de

Natuurstudiegroep Dijleland

Jaargang 39 - september 2011

Page 2: De Boomklever September 2011

r-S NATUU RSTUDIEGROEP

� i ïeland Regionale werkgroep van Natuurpunt Studie vzw nat u u r p u n t

St die

Bestuur • Bart Creemers (voorzitter), Aarschotsesteenweg 420,

3012 Wilsele, 0496-893106

• Kris Van Scharen (penningmeester), Korbeekstraat 27,

3061 Leefdaal, 02-7672638

• Bruno Bergmans, Mgr. Van Waeyenberglaan 54 DI5 bus3,

3000 Leuven, 0498-760722

• Frederik Fluyt, Rapengang 24 bus 4, 3000 Leuven, 0479-920172

• Joris Menten, W. De Croylaan 49/21, 3001 Heverlee, 0495-275393

• Kelle Moreau, Korenbloemlaan 5, 3052 Blanden, 0486-125877

• Hans Roosen, Abstraat 101, 3090 Overijse, 02-6879518

• Robby Stoks, Ch. De Beriotstraat 32, 3000 Leuven

• Roel Uyttenbroeck, Langeveld 76, 3220 Holsbeek, 0495-628863

• Gert Vanautgaerden, Tulpenlaan 7, 3052 Blanden, 0477426868

• Koen Vandenberghe, Blijde Inkomststraat 85/5, 3000 Leuven,

0485162619

• André Verboven, Groeneweg 60, 3001 Heverlee, 016-238184

Werkgroep vogels • Algemeen coördinator: Kelle Moreau ([email protected])

• Watervogeltellingen, Luc Hendrickx( luchendrickx2003@yahoo.

com) • Trektellingen: Frederik Fluyt ([email protected])

Werkgroep zoogdieren

• Archivering waarnemingen: Kelle Moreau

([email protected])

• Vleermuizen: Hans Roosen ([email protected])

• Hamster: Kris Van Scharen ([email protected])

Werkgroep ongewervelden

• Archivering en rapportering waarnemingen: Bart Creemers

([email protected])

Werkgroep planten

• Themaverantwoordelijke: Joris Menten ([email protected])

Website: www.n atuu rstudiegroepdijleland.be

Rondzendlijst Dijleland: Stuur een blanco e-mail naar:

[email protected]

• I

De Boomklever Driemaandelijks tijdschrift van de

Natuurstudiegroep Dijleland. De Boomklever brengt bijdragen over studie en beheer van de biodiver­siteit in het Dijleland en verschijnt

viermaal per jaar (maart, juni, sep­tember, december).

Redactie

Hoofdredacteur: Bruno Bergmans

leden: Bart Creemers, Frederik Fluyt, Kelle Moreau en Kris van Scharen

Redactie-adres Artikels, foto's en korte bijdragen worden verwacht op het redactiese­cretariaat, p/a Bruno Bergmans e-mail: [email protected]

Het copyright van de teksten, il­lustraties en foto's blijft bij de res­pectievelijke auteurs, tekenaars en fotografen. Overname is mogelijk mits hun uitdrukkelijke toelating en bronvermelding

Abonnement Geïnteresseerden kunnen De Boomklever ontvangen door overschrijving van 10 € op reke­ningnummer 001-1552168-50 van

de Natuurstudiegroep Dijleland, met opgave van naam en adres. Een steunabonnement kost 15 € of meer.

Natuurpunt vzw

Natuurpunt is de grootste vereni­ging voor natuur en landschap in Vlaanderen. Ze telt 87.000 leden en beheert 17 .000 hectare natuurge­bied. Lid worden van Natuurpunt vzw kan door storting van 24 € op rekeningnummer 230-0044233-21. www.natuurpunt.be

Druk: www.Koloriet.info Oplage: 200 ex.

v.u.: B. Creemers, Aarschotsesteenweg 420

- 3012 Wilsele

• ' L----

Page 3: De Boomklever September 2011

J

/(lap roos

Senne Rouffaer

Uit: Sennes Herbarium

Page 4: De Boomklever September 2011

Vurige inzet: Vuursalamanders in Meerdaalwoud en Dijlevallei (2010-2011)

Het is inmiddels weer twee jaar geleden sinds de laatste update over de Vuur­

salamanderpopulatie (Salamandra salamandra terrestris) in Meerdaal­

woud in de Boomklever (Vanautgaerden & Moreau, 2009) terwijl het archief van

de Dijlevallei sinds 2010 verwend werd met talrijke nieuwe gegevens over onze

enige landsalamander.

We brengen de lezer ter herinnering dat in 2009 gestart werd met het syste­

matisch opvolgen van de populatie Vuursalamanders in Meerdaalwoud, meer be­

paald in het deelgebied Mollendaalbos, in een vaste tijdspanne: recht in het hoog­

tepunt van de voortplantingsperiode vanaf half maart tot begin april. In 2009

werd enkel de Weertse dreef en de gekende "poel des doods" (Moreau, 2004)

bezocht samen met de paddenoverzet aan de Zoete Waters. In 2010 werd het

monitoringsgebied onder impuls van Arcadis (zie Lambrechts et al., 201 1 ), uitge­

breid met de Mommedel, de Schoonzichtdreef, de Warande en het bosreservaat

"Pruikenmakers". De belangrijkste resultaten van het Arcadis-onderzoek, die

ook in rapportvorm verschenen, worden in deze bijdrage samengevat in combi­

natie met mijn bevindingen en resultaten uit 2010 en 201 1.

58 De Boomklever - september 201 1

Page 5: De Boomklever September 2011

Voortplantingsseizoen 2010 In het onderzoek (Lambrechts et al., 2011) werd eerst een computermodel opgemaakt waarmee aan

de hand van een selectie abiotische en biotische va­

riabelen én netwerkschattingen afgetoetst kon wor­

den in hoeverre een locatie geschikt Vuursalaman­

derhabitat zou zijn. Deze locaties werden na uitfil­

tering ook op het terrein bezocht, waar zowel naar adulte exemplaren (onder dood hout etc.) als naar

larven (in poelen en karrensporen) gezocht werd. In

de Dijlevallei ging het om volgende gebieden :

1. Meerdaalwoud Zowel de bekende locaties als enkele andere moge­lijke locaties werden op drie dagen (3, 12 en 17 april

2010) in samenspraak met de boswachters afgezocht op larven. - Vallei van de Mommedel (bosreservaat): geen

waarnemingen ondanks het volgens de literatuur

geschikte biotoop van bronbeek en -poel met een dikke strooisellaag.

- Vallei van de Warande: bovenloop ten oosten en ten westen van de Naamsesteenweg {N25) : in de bronbeek zelf waren er geen waarnemingen maar in een kunstmatig aangelegde poel langs de beek, die meer vegetatie had en meer zonlicht kreeg, werden 9 larven en een dode adult gevonden. Deze zone is gelegen in het bosreservaat "de Prui­

kenmakers" en sluit aan de oostzijde aan op het stuk bos met de bekende "poel des doods" langs de Weertse Dreef. Ten westen werden geen individu­en gevonden maar de beek lag grotendeels droog.

- Weertse Dreef, "poel des doods": Het bos rond­om de 'poel des doods; waar veel waarnemingen

van bekend zijn, werd tijdens de winter 2010/2011 - voorjaar 2011 ontgonnen. De poel werd volledig open gekapt, maar er werden door de moeilijke toegang door kroonmateriaal slechts 5 larven ge­

vonden (zie verder). - Schoonzichtdreef : 11 bemonsterde plassen en

karrensporen die elk larven van Vuursalamander bevatten (65ex. in totaal zonder volledige telling,

er werd indicatief gezocht). - Godensalon : geen waarnemingen, dit bestaat eer­

der uit zurige drogere eikenbossen of monotoon naaldhout.

Deze resultaten zijn zeer belangrijk want hoewel Van

Beek {1992, fide Lambrechts et al., 2011) en Catthoor (1991) andere voortplantingsplaatsen meldden, zo-

als karrensporen en bospoelen, situeerden deze zich

allemaal langs de Weertse Dreef. Inmiddels is dus bekend dat de Vuursalamanders niet enkel afhanke­

lijk zijn van de Weertse Dreef en de "poel des doods';

hoewel deze een belangrijke voortplantingsplaats

met een hoge graad van activiteit blijft. Het rapport

bevestigt de voortplanting van de Vuursalamander

in stagnerende plassen en bospoelen zoals genoteerd

door Catthoor {1991) en Bauwens & Claus {1997),

en niet in bronbeken zoals de meeste vakliteratuur

vermeldt (bv. Stumpel & Strijbosch, 2006).

Zelf heb ik in de periode van 12 maart tot 1 april

2010 met andere vrijwilligers op dertien nach.telijke

bezoeken niet minder dan 36 effectief verdronken en

19 levende Vuursalamanders gevonden in de "poel des doods''. Drie schijndode exemplaren zijn weer

uitgezet ter hoogte van de Springputten (bornput­

ten) in het Meerdaalbos, ten westen van de Naamse­steenweg, door boswachter Luc De Keyser. Via ver­

gelijking van fotomateriaal heb ik kunnen vaststellen dat er slechts één individu {!) gemeenschappelijk was

voor de jaren 2009 en 2010. De overige waren alle­maal unieke individuen, 67 in totaal voor beide jaren.

In 2010 zijn hogere aantallen vastgesteld vergeleken met 2009 (13 exemplaren in totaal), mogelijk door

de strenge winter en vervolgens abrupt intredende lente.

De hoge sterfte was in 2010 mogelijk te wijten aan

drie belangrijke oorzaken : • de grote massa kikkerdril waar de Vuursalaman­

ders in vast raken • de steile, rechte oevers van de poel die toegang be­

moeilijken

• de grote aantallen Bruine Kikkers (Rana tempora­ria), vaak tot meer dan SOOex., die Vuursalaman­ders in amplexus nemen en zo doen verdrinken

Dit is een zeer hoge turnover van de populatie. Sa­men met de vaststelling van 67 unieke individuen aan de "poel des doods" én de ontdekking van nieu­

we voortplantingsplaatsen, zijn dit de schatters die in Lambrechts et al. {2011) gebruikt werden om de

populatiegrootte in Meerdaalwoud op enkele hon­derden individuen te schatten.

Een eigen opmerking wil ik nog maken : de vondst

van de individuen in het grootste bosreservaat "Pruikenmakers'; in de poel langs de Warande (De

De Boomklever - september 2011 59

Page 6: De Boomklever September 2011

Becker, 1999; Lambrechts et al., 2011), indiceert dat

de populatie hier misschien een belangrijke schuil­

plaats heeft, met veel dood hout en een gevarieerde

vegetatie die beschutting biedt. In dit verband zou

het zeer interessant zijn om na te gaan vanuit welke

bosdelen de Vuursalamanders naar de verschillende

voortplantingsplekken trekken.

Ook de emmers van de paddenoverzet aan de Zoe­

te Waters en Kouterbos werden in 2010 (zoals in

2009) door mij met de zaklamp gecontroleerd in

dezelfde periode. Ook werd er het bos ingegaan aan

het bosreservaat "Klein moerassen'; waar enkel met

de zaklamp werd gezocht : noch adulten noch larven

werden aangetroffen. Uit historische gegevens blijkt

wel dat de soort hier gezeten moet hebben (Bauwens

& Claus, 1997).

2. Laanvallei

In het VNR Rodebos-Laanvallei werd vaak inten­

sief fauna-onderzoek uitgevoerd, Vuursalamanders

werden er echter nooit waargenomen. Wat wel on­

derzocht werd is het Bois de Bilande in Tombeek

(Overijse) en aanpalend Waver (Wallonië). Het

ANB kocht hier recent percelen aan. Dit is een zeer

waardevol en gevarieerd bos met vele nat-droog

gradiënten. Hier werden bronbeekjes, grachten en

stilstaande wateren bemonsterd op 13 april 2010 (Lambrechts et al., 2011). Er werden echter geen

waarnemingen van Vuursalamander genoteerd hoe­

wel dit een zeer geschikt biotoop lijkt, wellicht zijn

historische redenen (hooiland?) de oorzaak.

Belangrijk is om op te merken dat 2010 een droog

voorjaar kende waardoor veel geschikte poeltjes en/

of karrensporen voortijdig uitdroogden en zo inven­

tarisatie van larven bemoeilijkten.

Het rapport maakt ook vermelding van enkele dicht­

bijgelegen Waalse vindplaatsen die voor 2010 be­

kend waren: in bossen tussen Chaumont-Gistoux

en Grez-Doiceau en in bossen rond het riviertje 'Le

Train' die uitmondt in de Dijle. Dit gebied ligt (net)

ten zuiden van Meerdaalwoud.

Voortplantingsseizoen 201 1 Tijdens het voortplantingsseizoen 2011 werden zo­

wel de Weertse Dreef, de Schoonzichtdreef (met

bosreservaat "Mommedel"), de bovenloop van de

Warande, de Kluis en omgeving (Sint- Joris-Weert)

en de Zoete Waters afgezocht. Het belangrijkste

nieuws in dit seizoen was evenwel de heraanleg van

de "poel des doods" langs de Weertse Dreef dankzij

de input van Hyla (Natuurpunt).

Vuursalamander overrompeld door paarlustige Bruine kikkers, foto: Gert Vanautgaerden

De poel des doods na de heraanleg, foto: Gert Vanautgaerden

60 De Boomklever - september 201 1

Page 7: De Boomklever September 2011

I. Heraanleg "poel des doods" en resultaten

De "poel des doods" werd in februari 2011 in drie

delen verdeeld met aarden "dammen''. Om de verlan­

ding op te heffen werd het middelste gedeelte uit­

gediept. Hier werd ook een oever sterk afgeschuind

om de toegang voor Vuursalamanders te vergemak­

kelijken. Tegelijkertijd werden er vier andere putten

gegraven om eventueel tijdelijke plassen te vormen,

wat in het droge voorjaar van 2011 helaas niet het

geval was. Een laatste punt van vernieuwing was de

"stoppenwal" van dood hout die vlakbij de poel ge­

legd werd om zo meer schuilmogelijkheden te creë­

ren. De foto toont de poel zoals men er in oostelijke

richting naar kijkt, men ziet de drie dammen en de

stoppen wal.

Samen met vrijwilligers werd de poel tussen 13 maart en 5 april 2011 zestien keer 's nachts bezocht. Er werden in het uitgediepte middelste deel van de

poel meermaals adulte vrouwtjes waargenomen die

larven afzetten met hun achtereind in het water.

Minstens twee keer werd een "zwemmend" exem­plaar gezien zoals ook in 2005 waargenomen werd

(Hyla.flits, 2005). Ook werd vastgesteld dat de Vuur­salamanders zich boven het uitgediepte deel niet ver

van de kanten begeven, waarna ze de poel relatief makkelijk weer kunnen verlaten, terwijl ze zich op

de verlandde delen vaak te ver wagen, waar ze door het moeraseffect én amplexi met Bruine Kikker kun­

nen verdrinken. Zo werd er onder andere een Vuur­salamander gevonden die in een amplexus met maar

liefst vijf(!) Bruine Kikkers zat waarbij de Vuursala­

mander al onder water geduwd werd (zie foto waar twee kikkers reeds afgevallen waren).

Er werden in 2011 in totaal 29 levende (twee op 26/02) en 4 verdronken exemplaren genoteerd. De heraanleg lijkt dus een succes in vergelijking met

2010. Toch is er een belangrijke kanttekening: 3 van de 4 verdronken exemplaren werden in de eer­ste week gevonden samen met de vele amplexi van Bruine Kikkers. De Bruine Kikkers waren deze eer­ste week zeer actief. Zij vormen nog steeds een ri­sico maar de verbeterde toegankelijkheid van de poel

doet wonderen. Er werd ook waargenomen dat vele adulten 's nachts de nieuwe stoppenwal volgden ! Zij zoeken dus effectief de beschutting hiervan op in een anders open terrein.

2. Nieuwe locaties - Warande, bovenloop ten westen van de Naam­

sesteenweg (Meerdaalbos): ook hier werden on­

der impuls van Hyla diverse poelen gegraven in

de verlandde delen, en met effect! Er werden bij

een Hyla-inventarisatie op 26 maart (mond. med.

B. Vandebosch, 2011) en ook tijdens een eigen

inventarisatie op 12 april 2011 immers telkens

larven van Vuursalamander aangetroffen. Dit is

voor zover bekend het eerste bewijs van voort­

planting ten westen van de Naamsesteenweg! Dit

kan erop duiden dat de Naamsesteenweg geen

absolute barrière vormt, en dat er (hoewel er veel

slachtoffers zullen vallen - hierover bestaan geen

gegevens) dieren zijn die succesvol oversteken ter

hoogte van de Warande en het ecoduct. Eventueel

kunnen het ook getransloceerde dieren zijn. Dit

verdient meer onderzoek. Het plotse voorplan­

tingssucces in de nieuw gegraven poelen kan ook een gebrek aan geschikte voortplantingsplaatsen

tijdens de voorbije jaren illustreren, dat nu ineens

door de nieuwe poelen opgeheven wordt. Jacobs

(2008) bereikte dezelfde conclusie in Oost-Vlaan­deren.

- Vallei van de Mommedel (bosreservaat): hier werd op 31 maart 2011 's nachts succesvol met

de zaklamp gezocht, er werden in de bronbeek 2 Vuursalamanderlarven aangetroffen! Zo blijkt dat

het zoeken met een zaklamp soms betere resulta­ten oplevert dan de overdagse inventarisatie met een netje zoals dat in 2010 gebeurde. Ook kan het aan lokale omstandigheden liggen dat er nu plots

wel larven aanwezig waren. Het is de eerste keer

dat de Vuursalamander in zijn "typisch" biotoop

aangetroffen werd in Meerdaalwoud. - Een nieuw karrenspoor in een exploitatieweg

langs de Weertse dreef telde tot 20 larven samen

met ca 10 Vinpootsalamanders (Lissotriton helve­

ticus). - De diverse plassen langs de Schoonzichtdreef

waren in dit uitzonderlijk droog voorjaar allemaal droog gevallen. In de poel in het speelbos werd net

als in 2010 niets gevonden. - De Kluis: hier werd op 16 maart 's nachts met de

zaklamp naar adulten en larven gezocht langs de

benedenloop, terwijl op 12 april overdag met een netje werd gezocht naar larven, langs zowel bo­

ven- als benedenloop. Er werden geen Vuursala­manders aangetroffen.

- Kouterbos: hier, en langs de paddenoverzet, werd

zoals in 2009 en 2010 terug 's nachts gespeurd met

De Boomklever - september 201 1 61

Page 8: De Boomklever September 2011

de zaklamp, zonder resultaat. Op 12 april werd er

kort naar larven gezocht, eveneens zonder resul­

taat.

Conclusie en toekomst De situatie ziet er in Meerdaalwoud weer rooskleu­

riger uit voor de Vuursalamander! Indien men blijft

waken over de exploitatie, en mits kleine beheers­

maatregelen, is het een duurzame situatie voor de

huidige populatie (Lambrechts et al., 2011). Of de

Vuursalamander op andere plaatsen in de Dijleval­

lei ooit zal (terug)komen is wel nog een grote vraag.

Het INBO is in 2010 gestart met het nemen van

weefselstalen van Vuursalamanders voor popula­tiegenetisch onderzoek. Deze studie kan in de toe­

komst wellicht belangrijke conclusies trekken in ver­

band met de duurzaamheid van bepaalde Vuursala­manderpopulaties in Vlaanderen, en zo indicaties voor beheer meegeven. Daarom werden in 2010 en

2011 enkele dode exemplaren van Vuursalamander uit de "poel des doods" aan het INBO bezorgd.

Maar ook voor de veld-inventariseerders blijft er in­

tussen werk aan de winkel: er moet nog gecontro­leerd worden in Meerdaalwoud ten westen van de Naamsesteenweg op locaties zoals de springputten of andere poelen en/of karrensporen in de buurt van de Warandevijver. Eventuele getransloceerde dieren (zoals in 2010) kunnen zich ook op andere plaatsen in het bos voortplanten. In 1999 (De Becker) was er ook sprake van Vuursalamanderlarven aan de zuid­rand van Mollendaalbos (Veldkant van de Renissart), het loont de moeite om daar ook eens te zoeken. Dit geldt evenzeer voor de Putten van de IJzeren Weg waar talrijke bronnen aanwezig zijn met veel dood hout; de noord- en zuidrand van het Kouterbos met de "Klein moerassen'; en de zuidrand van Heverlee­bos tegen de Vaalbeekvallei. Een doorgedreven lar­venzoektocht is in deze drie laatste gebieden wen­selijk.

Ook nu, in moderne tijden, nu we weten dat Vuursa­lamanders niet uit vuur geboren worden, blijven de verborgen levenswijze, grootte en felle on-Europese kleuren inspireren. Net als de vurige inzet die voor deze dieren hopelijk blijft bestaan, zowel op vlak van studie als van behoud". Ik ben blij daar samen met anderen een bijdrage aan te kunnen leveren !

62 De Boomklever - september 2011

Dankwoord Ik wil eerst en vooral mijn peter Désiré Vanautgaer­den en mijn talrijke medestudenten die meegingen

op de vele late avonden (ondanks de drukke pro­

gramma's) bedanken! Deze hulp werd erg gewaar­

deerd ! Ik wens ook Sjoerd Rommes te bedanken

voor de hulp op de dag van de larvenzoektocht. Een speciale dank gaat uit naar Hyla en voornamelijk

Bert Vandebosch voor de vlotte communicatie en

het invullen van de dagen dat ik niet kon. Daarnaast

wordt Jorg Lambrechts bedankt die mij toelating gaf

elementen uit het onderzoeksrapport van Arcadis

samen te vatten. Ook mogen de boswachters Chris

Vandenbempt en Bart Meuleman niet vergeten wor­

den die openstaan voor onderbouwde suggesties

omtrent Vuursalamanderhabitat en er ook zo goed

als mogelijk naar handelen. Tenslotte bedank ik ook

nog Kelle Moreau voor het nalezen van dit artikel.

Bronnen • Bauwens, D. & Claus K. (1996) - Amfibieën en reptie­

len in Vlaanderen. Uitgave Wielewaal vzw. • De Becker P. (1999) - De bosreservaten van Heverlee­

bos & Meerdaalwoud . Uitgave Vrienden van Heverlee­

bos en Meerdaalwoud vzw. 144pp. • Catthoor, G. (1991) - Waarnemingen van reptielen en

amfibieën in Meerdaalwoud in de periode 1985 - sep­tember 1991. Eigen uitgave.

• Hyla.flits (2005) - De 'Poel van de Dood' in het Mol­lendaalbos. Hyla.flits, 2005(2):2.

• Jacobs, 1. (2008) - Toestand van de Vuursalamander in Oost-Vlaanderen. Ecologie, verspreiding en aanzet tot soortbescherming. Eindrapport van de studie Soort­beschermingsplan voor de Vuursalamander in Oost­

Vlaanderen' Rapport Natuurpunt Studie 2008/7, Meche­len, België.

• Lambrechts, J., Stijnen, T. & Vanderheyden I. (2011). Onderzoek naar de verspreiding van en opmaak van een soortbeschermingsplan voor de Vuursalamander (Sa­lamandra salamandra L.). Arcadis Belgium iov ANB Vlaams-Brabant. 143 blz +kaartenbundel.

• Moreau, K. (1999) - Ontdek de Vuursalamander Sala­mandra salamandra en ontmoet baltsende Houtsnip­pen Scolopax rusticola. De Boomklever, 27:29-32.

• Moreau, K. (2004) - De poel des doods. De Boomklever, 32:85-86.

• Vanautgaerden, G. & Moreau, K. (2009) :.... Leucis­tische Vuursalamander in het Meerdaalse water. De Boomklever, 37:40-43

• Stumpel, T. & Strijbosch H. (2006) - Veldgids amfi­

bieën en reptielen. KNNV, Utrecht. 318 pp.

Gert Vanautgaerden [email protected]

Page 9: De Boomklever September 2011

Anthophila fabriciana, Laanvalllei Sint-Agatha-Rode, foto: André Verboven

1 n deel 1 van dit overzicht werden de meest primitieve families Micropterigidae (Oermot­

ten) tot en met Lyonetiidae (Sneeuwmotten) behandeld. Dit tweede deel omvat de families

Ethmiidae tot en met Choreutidae (Glittermotten).

De zeldzaamheid wordt zoals in Deel Il aangeduid als volgt: * Algemeen **

***

****

Vrij Algemeen

Zeldzaam

Zeer Zeldzaam

Ethmiidae

- Ethmia quadrilella (Goeze, 1783) - Kleine

zwartwitmot - **

Depressariidae

- Agonopterix angelicella (Hübner, 1813) - Moeras­

kaartmot - **

- Agonopterix arenella ([Denis & Schiffermüller],

1775) - Bleke kaartmot - **

- Agonopterix ciliella (Stainton, 1849) - Bonte kaartmot - **

- Agonopterix ocellana (Fabricius, 1775) - Rood­

vlekkaartmot - **

Agonopterix propinquella (Treitschke, 1835) -

Zwartvlekkaartmot - **

Agonopterix yeatiana (Fabricius, 1781) - Peen­

kaartmot - **

- Depressaria depressana (Fabricius, 1775) - Klein

peenplatlijfje - **

Elachistidae (Grasmineermotten)

- Elachista argentella (Bruand, 1859) - grijsgevlek­

te grasmineermot - *

- Elachista argentella (Clerck, 1759) - Witte gras­

mineermot - **

- Elachista rufocinerea (Haworth, 1828) - Rossige

grasmineermot - **

De Boomklever - september 201 1 63

Page 10: De Boomklever September 2011

Chimabachidae (Kortvleugelmotten) - Diurnea fagella ([Denis & Schiffermüller], 1775) -

Voorjaarskortvleugelmot - *

- Diurnea lipsiella ([Denis & Schiffermüller], 1775)

- Herfstkortvleugelmot - **

Diurnea fagella, Egenhovenbos Egenhoven, 5 april 2009, foto: André Verboven

Oecophoridae (Sikkelmotten)

- Batia lunaris (Haworth, 1828) - Kleine mosboor­der - **

- Borkhausenia fuscenscens (Haworth, 1828) - Dw­ergsikkelmot - •

64 De Boomklever - september 201 1

- Borkhausenia luridocomella (Herrich-Schäffer,

1856) - Geelkopdwergsikkelmot - **

- Borkhausenia minutella (Linneaus, 1758) -

Schuursikkelmot - **

- Carcina quercana (Fabricius , 1775) - Yuurmot - *

- Crassa unitella (Hübner, 1796) - Zwamboorder - *

- Dasycera oliviella (Fabricius, 1794) - Schorsvaan-

deldrager - ****

- Denisia similella (Hübner, 1796) - Citroenstam­

gastje - **

Endrosis sarcitrella (Linneaus, 1758) - Witkop­mot - *

- Harpellaforficella (Scopoli, 1763) - Bruine molm­boorder - **

- Hofmannophila pseudospretella (Stainton, 1849)

- Bruine huismot - *

- Metalampra cinnamomea (Zeiler, 1839) - Kaneel-

sikkelmot - **

- Oecophora bractella (Linneaus , 1758) - Molm­boorder ) - •

Stathmopoda pedella (Linnaeus , 1761) - Pootmot

**

Op 27 juni 2006 ving de auteur één exemplaar van Dasycera oliviella in het Onderbos (Terlanen). Dirk en Wanda Hennebel noteerden op 26 mei 2010

eveneens een exemplaar te Holsbeek. De rups leeft onder de schors van dode loof- en naaldbomen.

Coleophoridae (Kokermotten) - Coleophora albitarsella Zeiler, 1849 - Zwarte wei­

dekokermot - **

- Coleophora alcyonipennella (Koilar, 1832) - Me­taalkokermot - **

- Coleophora alnifoliae (Barasch, 1934) - Elzenko­kermot - **

- Coleophora anatipennella (Hübner, 1796) - Witte meidoornkokermot - *

- Coleophora caespittiella Zeiler, 1839 - Bieskoker­mot - **

- Coleophora currucipennella Zeiler, 1839 - Oker­vlerkkokermot - **

- Coleophora flavipennella (Duponchel , 1843) -

Donkere eikenkokermot - **

- Coleophora glaucicolella Wood, 1892 - Bleke rus­kokermot - **

Coleophora kuehnella (Goeze, 1783) - Blaasjespi­stoolkokermot - **

Coleophora laricella (Hübner, 1817) - Lariks­kokermot - *

Page 11: De Boomklever September 2011

- Coleophora lineolea (Haworth, 1828) - An­

doornkokermot - **

- Coleophora mayrella (Hübner, 1813) - Kamspiet­

kokermot - **

- Coleophora pennella ([Denis & Schiffermüller],

1775) - Haartjeskokermot - **

- Coleophora serratella (Linnaeus, 1761)

Bruingrijze kokermot - *

- Coleophora sternipennella (Zetterstedt, 1839) -

Ganzenvoetkokermot - **

- Coleophora striatipennella Tengström, 1848 -

Muurkokermot - **

- Coleophora versurella Zeiler, 1849 - Bleekge­

streepte meldekokermot - vrij aglemeen

Momphidae (Wilgenroosjesmotten)

- Mompha epilobiella ([Denis & Schiffermüller], 1775) - Gewone wilgenroosjesmot - **

- Mompha langiella (Hübner, 1796) - Zwarte hek­senkruidmot - ***

- Mompha subbistrigella (Haworth, 1828) - Baster­

dwederikpeulmot - *

Op 2 juni 2009 ontdekten Paul en Krista Nuyts­

Degreef een bladmijn van Mompha langiella in het

Meerdaalwoud. De larve mineert in de bladeren van Groot heksenkruid en verschillende soorten Baster­

dwederik (Epilobium).

Cosmopterigidae (Prachtmotten)

- Cosmopterix ziegleriella (Hübner, 1810) - Hop­prachtmot - ***

- Limnaecia phragmitella Stainton, 1851 - Lisdod­deveertje - **

Hoewel Cosmopterix ziegleriella als *** vermeld

wordt in waarnemingen.be is ze dat in onze streek beslist niet. De karakteristieke bladmijnen op Hop

(Humulus lupulus) kunnen in vrijwel het ganse Dij­leland talrijk aangetroffen worden.

Gelechiidae (Palpmotten)

- Anacampsis blattariella (Hübner, 1796) - Spik­

kelpalpmot - **

Argolamprotes micella ([Denis & Schiffermüller], 1775) - Frambozenpalpmot - *""'

Brachmia blandella (Fabricius, 1798) - Puntvleu­

gelpalpmot - **

Brachmia inornatella (Douglas, 1850) - Poeltjes­palpmot - ***

- Bryotropha domestica (Haworth, 1828) - Mo­

spalpmot - *

- Bryotropha terrella ([Denis & Schiffermüller], 1775) - Oranje mospalpmot - **

- Chionodes electella (Zeller, 1839) - Gevlekte wit­

koppalpmot - **

- Chrysoesthia drurella (Fabricius, 1775) - Glorie­

mot - **

- Gelechia senticetella (Staudinger, 1859) - Zwarte

haakpalpmot - **

- Helcystogramma rufescens {Haworth, 1828) -

Rietpalpmot - **

- Hypatima rhomboidella (Linnaeus, 1761) - Zand­

lopermot - **

- Isophryctis striatella ([Denis & Schiffermüller],

1775) - Streepbandmot - **

- Parachronistis albiceps (Zeller, 1839) - Zebramot

**

- Recurvaria leucatella (Clerck, 1769) - Gordel­

palpmot - **

- Syncopacma larseniella (Gozmány, 1957) - Band­

palpmot - **

- Teleiodes luculella {Hübner, 1813) - Maanpalp­mot - **

- Teleiodes vulgella ([Denis & Schiffermüller], 1775)

- Gammapalpmot - **

Tijdens een lichtvangst van Natuurpunt Studie op 14 juli 2010 in de Molenbeekvallei te Erps-Kwerps

(geleid door Wim Verachtert) werden niet minder

dan 35 exemplaren van Argolamprotes micella ge­

meld. De biologie van deze soort is slecht gekend, maar men neemt aan dat de rups op Framboos leeft.

Tijdens diezelfde excursie verscheen ook een exem­plaar Brachmia inornatella in de val. De rups van

deze soort leeft in de stengel van Riet.

Limacodidae (Slakrupsvlinders)

- Apoda limacodes (Hufnagel, 1766) - Slakrups - *

- Heterogenea asella ([Denis & Schiffermüller],

1775) - Kleine slakrups - ****

Heterogenea asella werd een eerste maal waargeno­men tijdens een NSG Dijleland nachtvlinderexcursie

in het Meerdaalwoud {Sint- Joris-Weert) op 27 juli 2008. Later werd de soort nog tweemaal waargeno­

men: door K.Hansen op de Kesselberg (Kessel-LO) op 20 en 25 juli 2010 en door B. Misonne op 29 juli

2010 in het Moorselbos (Tervuren). De rups leeft op

beuk en eik in oude loofbossen.

De Boomklever - september 201 1 65

Page 12: De Boomklever September 2011

Zygaenidae (Bloeddrupjes) - Zygaena .filipendulae (Linnaeus, 1758) - Sint­

jansvlinder - **

Sesiidae (Wespvlinders) - Pennisetia hylaeiformis (Laspeyres, 1801) - Fram­

bozenwespvlinder - ***

- Sesia apiformis (Clerck, 1759) - Hoornaarvlinder

**

- Synanthedon vespiformis (Linneaus, 1761) - Ei-

kenwespvlinder - ***

Joris Menten ving op 25 juli 1998 een exemplaar

Synanthedon vespiformis in het bosreservaat Prui­kenmakers (Bierbeek). De rups boort in de stam en

takken van eik. Thibault Tassignon ontdekte op 19

augustus 2010 drie exemplaren Pennisetia hylaeifor­mis in La Hulpe en 2 dagen later ving Nobby Thys

een vrouwtje van dezelfde soort in Putkapel - Kwade

Hoek. De determinaties werden bevestigd door Theo Garrevoet, de Vlaamse specialist van deze familie.

Cossidae (Houtboorders) - Cossus cossus (Linneaus, 1758) - Wilgenhoutvlin­

der - *

- Zeuzera pyrina (Linneaus, 1761) - Gestippelde houtvlinder - **

Tortricidae (Bladrollers)

- Acleris cristana ([Denis & Schiffermüller], 1775) -

Diamantborsteltje - **

- Acleris emargana (Fabricius, 1775) - Gehakkelde bladroller - **

- Acleris forsskaleana (Linnaeus, 1758) - Kleine boogbladroller - **

- Acleris hastiana (Linnaeus, 1758) - Kameleon­bladroller - **

- Acleris Laterana (Fabricius, 1794) - Variabele drie­hoeksbladroller - **

- Acleris sheperdana (Stephens, 1852) - Spire­aboogbladroller - ••

- Acleris variegana ([Denis & Schiffermüller], 1775)

- Witschouderbladroller - **

- Adoxophyes orana (Fischer von Röslerstamm, 1843) - Vruchtbladroller - **

- Aethes cnicana (Westwood, 1854) - C-smalsnuitje

- Aethes rubigana {Treitschke, 1830) - Donker c­

snuitje - ••

- Aethes smeathmanniana (Fabricius, 1781) - Kom­

mabladroller - ••

66 De Boomklever - september 201 1

- Agapeta amana (Linneaus, 1758) - Distelbladroll-

er - **

- Aleimma loeflingiana (Linnaeus, 1758) - Zonne­

sproetbladroller - *

- Ancylis achatana ([Denis & Schiffermüller], 1775)

- Dwarsstreephaakbladroller - *

- Ancylis laetana (Fabricius, 1775) - Witte haak-

bladroller - **

- Ancylis mitterbacheriana ([Denis & Schiffermül­

ler], 1775) - Oranje haakbladroller - •

- Ancylis obtusana (Haworth, 1811) - Rossige haak­bladroller - **

- Apatomis betuletana (Haworth, 1811) - Berken­

marmerbladroller - **

- Aphelia paleana (Hübner, 1793) - Gele bladroller

**

- Archips opporana (Linnaeus, 1758) - Fraaie den­

nenbladroller - *

- Archips podana (Scopoli, 1763) - Grote appel­bladroller - •

- Archips xylosteana (Linnaeus, 1758) - Gevlamde

bladroller - **

- Argyrotaenia ljungiana (Thunberg, 1797) - Bruin­

bandbladroller - *

- Bactra lanceolana {Hübner, 1799) - Gewone bies­bladroller - **

- Cacoecimorpha pronubana {Hübner, 1799) - An­jerbladroller - **

- Celypha lacunana ([Denis & Schiffermüller], 1775) - Brandnetelbladroller - •

- Celypha rufana (Scopoli, 1763) - Smallijnbladroll-er - **

- Celypha striana ([Denis & Schiffermüller], 1775)

- Paardenbloembladroller - *

Clepsis consimilana (Hübner, 1817) - Tuin­bladroller - *

Clepsis rurinana (Linnaeus, 1758) - Cirkel­bladroller - ***

Clepsis spectrana {Treitschke, 1830) - Kool­bladroller - **

Cnephasia incertana (Treitschke, 1835) - Spikkel­bladroller - *

Cnephasia stephensiana (Doubleday, 1849) -

Zomerspikkelbladroller - **

Cochylis dubitana {Hübner, 1799) - Blauwedistel­bladroller - **

Cochylis rupicola (Curtis, 1834) - Veelkleurige bladroller - ***

Cydia fagiglandana (Zeiler, 1841) - Beukenspie­gelmot - **

Page 13: De Boomklever September 2011

- Cydia pomonella (Linnaeus, 1758) - Fruitmot - *

- Cydia splendana (Hübner, 1799) - Gewone spie-

gelmot - *

- Dichelia histrionana (Fröhlich, 1828) - Splinter­

vlekbladroller - **

- Dichrorampha acuminatana (Lienig & Zeller,

1846) - Margrietwortelmot - **

- Dichrorampha agilana (Tengström, 1848) - Klei­

ne wortelmot - **

- Dichrorampha petiverella (Linnaeus, 1758) -

Kommawortelmot - **

- Dichrorampha simpliciana (Haworth, 1811) -

Bleke kommawortelmot - **

- Ditula angustiorana (Haworth, 1811) - Zomer­

bladroller - *

- Enarmonia formosana (Scopoli, 1763) - Schors­

boorder - **

- Endothenia gentianaeana (Hübner, 1799) -

Kaardebolbladroller - **

- Endothenia quadrimaculana (Haworth, 1811) -

Paardenkopbladroller - **

- Epagoge grotiana (Fabricius, 1781) - Schemer­

bladroller - **

- Epiblema foenella (Linnaeus, 1758) - Hoefijzer­

mot - **

- Epiblema scutulana ([Denis & Schiffermüller],

1775) - Distelzadelmot - **

- Epinotia bilunana (Haworth, 1811) - Witte oog­

bladroller - **

- Epinotia brunnichana (Linnaeus, 1767) - Witvle­

koogbladroller - **

- Epinotia cruciana (Linnaeus, 1761) - Fraaie oog­

bladroller - **

- Epinotia huebneriana Koçak, 1980 - ****

- Epinotia immundana (Fischer von Röslerstamm,

1843) - Elzenoogbladroller - *

- Epinotia nisella (Clerck, 1759) - Variabele oog­

bladroller - **

- Epinotia pygmaeana (Hübner, 1799) - Witvleu­

geloogbladroller - **

- Epinotia solandriana (Linnaeus, 1758) - Zade­

loogbladroller - *

- Epinotia tedella (Clerck, 1759) - Sparrenoog­

bladroller - **

- Epinotia tenerana ([Denis & Schiffermüller],

1775) - V-oogbladroller - **

- Eucosma campoliliana ([Denis & Schiffermüller],

1775) - Zwartwit knoopvlekje - **

- Eucosma cana (Haworth, 1811) - **

- Eucosma conterminana (Guenée, 1845) - Sladis­

telknoopvlekje - **

- Eulia ministrana (Linneaus, 1758) - Papegaai­

bladroller - **

- Grapholita compositella (Fabricius , 1775) - Ser­

geant-majoortje - **

- Gypsonoma aceriana (Duponchel, 1843) - Populi­

erenbladroller - **

- Gypsonoma dealbana (Frölich, 1828) - Loof­

boombladroller - **

- Gypsonoma minutana (Hübner, 1799) - Rode po­

pulierenbladroller - **

- Gypsonoma oppressana (Treitschke, 1835) -

Zwartepopulierenbladroller - **

- Gypsonoma sociana (Haworth, 1811) - Witsnuit­

populierenbladroller - **

- Hedya nubiferana (Haworth, 1811) - Gewone wit­

vlakbladroller - *

- Hedya pruniana (Hübner, 1799) - Pruimwitvlak­

bladroller - *

- Hedya salicella (Linneaus, 1758) - Pinguintje - **

- Lathronympha strigana (Fabricius, 1775) -

Hertshooibladroller - *

- Lobesia abscisana (Doubleday, 1849) - Slangenk­

ruidbladroller - **

- Lozotaeniodesformosana (Frölich, 1830) - Stipjes­

bladroller - **

- Notocelia cynosbatella (Linnaeus, 1758) - Her­

melijnbladroller - *

- Notocelia roborana ([Denis & Schiffermüller],

1775) - Scherpe hermelijnbladroller - **

- Notocelia rosaecolana (Doubleday, 1850) - Rozen­

hermelijnbladroller - **

- Notocelia trimaculana (Haworth, 1811)

Breedgehaakte hermelijnbladroller - *

- Notocelia uddmanniana (Linnaeus, 1758) - Bra­

menbladroller - **

- Pammene aurana (Fabricius, 1775) - Oranje dw­

ergbladroller - **

- Pammene fasciana (Linnaeus, 1761) - Gewone

dwergbladroller - **

- Pammene germmana (Hübner, 1799) - Haakjesd­

wergbladroller - ***

- Pandemis cerasana (Hübner, 1786) - Kerseblad­

roller - *

- Pandemis cinnamomeana (Treitschke, 1830) -

Witsnuitbladroller - **

- Pandemis corylana (Fabricius, 1794) - Hazelaar­

bladroller - *

De Boomklever - september 201 1 6 7

Page 14: De Boomklever September 2011

- Pandemis heparana ([Denis & Schiffermüller],

1775) - Leverkleurige bladroller - *

- Phallonidia manniana (Fischer von Röslerstamm,

1839) - Muntbladroller - **

- Phtheochroa inopiana (Haworth, 1811) - Dof

smalsnuitje - **

- Pseudargyrotoza conwagana (Fabricius, 1775) -

Zilvervlekbladroller - *

- Rhopobota naevana (Hübner, 1817) - Topspin­ertje - **

- Rhyacionia pinicolana (Doubleday, 1849) - Rode

dennenlotboorder - **

- Spatalistis bifasciana (Hübner, 1787) - Azuur­bladroller - **

- Spilonota laricana (von Heinemann, 1863) - Bon­te lariksbladroller - **

- Spilonota ocellana ([Denis & Schiffermüller],

1775) - Rode knopbladroller - *

- Strophedra weirana (Douglas, 1850) - Beuken­bladroller - **

- Syndemis musculana (Hübner, 1799) - Struik­bladroller - **

- Tortricodes alternella ([Denis & Schiffermüller], 1775) - Voorjaarsbladroller - *

- Tortrix viridana (Linnaeus, 1758) - Groene eiken­bladroller - •

- Zeiraphera isertana (Fabricius, 1794) - Groot­kopbladroller - **

Tijdens de NSGD inventarisatietocht in het Wijg­maalbroek (Wijgmaal) op 3 juli 2005 werd één exem­plaar Cochylis rupicola verzameld. De rups leeft le­verkruid en wolfspoot.

Van Clepsis rurinana ving de auteur tweemaal één exemplaar in zijn tuin (Heverlee) op 11 juni 2006 en op 30 augustus 2006. Erik Toorman ving dezelfde soort op vier verschillende dagen tussen 16 augus­tus 2010 en 6 september 2010 in Linden. De rups is polyfaag.

Tijdens een nachtvlinderinventarisatie op 14 juli 2010 in de Molenbeekvallei te Veltem-Beisem wer­den 4 exemplaren van Epinotia huebneriana gevan­gen door Wim Veraghtert en Natuurpunt Studie.

De soort bleek nieuw te zijn voor België. De soort heeft een groot verspreidingsgebied dat van Noord­Afrika tot Oost-Azië loopt, maar in de lage landen was ze nog nooit gezien. Nochtans leeft de rups op

68 De Boomklever - september 201 1

Gewone Braam en Framboos, die beide wijdver­

spreid zijn in België.

Verscheidene exemplaren Pammene germmana wer­

den door de auteur waargenomen op 20 juni 2005 op

het Termunckveld te Heverlee en een ander exem­

plaar werd gemeld door Roel Uyttenbroeck en Johan

Vandeplas op 22 mei 2010 in het Dunbergbroek te

Holsbeek. Over de leefgewoonte van de rups van

deze soort is weinig geweten.

Choreutidae (Glittermotten)

- Anthophila fabriciana (Linnaeus, 1767) - Brand­

netelmot - *

Page 15: De Boomklever September 2011

De fladderiep, fladderolm, steel iep of

steelolm (U/mus /aevis Pallas) is als in­

heemse loofboom bij velen onbekend. In te­

genstelling tot de andere inheemse en beter

bekende iepensoorten, de ruwe iep of ber­

golm (U/mus glabra Huds.) en de gladde iep of

veldolm (U/mus minor Mill.), blijkt de fladderiep

in de natuur nochtans zelden aangetast te

worden door de olmenziekte.

Samen met zijn natuurlijke habitat (hardhout-ooi­

bossen) verdween deze soort echter uit het land­

schap. Relictpopulaties zijn in Vlaanderen dan ook

uiterst zeldzaam geworden.

Vanuit het INBO (Instituut voor Natuur en Boson­derzoek) geniet deze zeldzaamheid, naast andere

zorgenkindjes zoals bvb. zwarte populier (Populus

nigra ) en wilde appel (Malus sylvatica ) bijzondere

aandacht. Via de aanleg van genenbanken en zaad­

boomgaarden tracht men de nog aanwezige genen­

diversiteit maximaal te bewaren.

Determinatie Kenmerkend voor de soort zijn de lang gesteelde

bloemen en vruchten. Daarentegen zijn bij zowel de

ruwe als de gladde iep de bloemen en vruchten zeer

kort gesteeld. Naast de opvallende bloeiwijze, kan

ook het blad in de richting van de juiste soort leiden.

Bij fladderiep lopen de zijnerven van het blad mooi

evenwijdig en splitsen bijna niet (in tegenstelling tot

de twee andere inheemse iepen waarbij de zijnerven

regelm.atiger splitsen). De bovenzijde van het blad is

kaal en glad, terwijl de onderzijde zacht behaard is.

Daarnaast heeft de fladderiep een zéér sterk asym­

metrische bladvoet, al dient te worden opgemerkt

dat dit ook bij de andere iepen het geval kan zijn.

Tot slot vormen de volgroeide exemplaren van deze

soort plankwortels, die zorgen voor extra stevigheid

in een van nature vochtige habitat. De soort wordt

tot maximaal 35m hoog.

Voorkomen in Vlaanderen en Europa Als soort van vochtige, voedselrijke grond hoort de

steeliep thuis langs beken en rivieren. Maar door

het indijken van grote rivieren verdween op heel wat

plaatsen de typische habitat. Wat Vlaanderen be­

treft leverde de inventaris naar autochtone bomen

De Boomklever - september 201 1 69

Page 16: De Boomklever September 2011

en struiken (in opdracht van het Agentschap voor

Natuur en Bos; sinds 2008 gebiedsdekkend aanwe­

zig voor Vlaanderen) naast de reeds gekende locaties

nog een aantal nieuwe standplaatsen op. Daarnaast

is de soort eveneens teruggevonden in relatief recent

aangeplante bossen en privé-tuinen, lanen en arbo­

reta.

Op de meeste autochtone vindplaatsen betreft het

oude knotbomen (Ruiselede, Sint-Lievens-Houtem,

Zoerselbos; Kermt, Heers) of hakhoutstoven (De

Panne, Heers, Zandhoven, Zoerselbos, Moerbeke,

Lembekebos, Heers, Brakelbos, Overijse), naast nog

een beperkt aantal locaties met opgaande en soms

oude bomen (Moerbekebos, Heers).

Niet enkel in Vlaanderen maar ook in de rest van

Europa heeft de soort te lijden gehad onder habitat­

verlies. Kleine en sterk gefragmenteerde populaties

zijn nog te vinden langsheen sommige Europese

rivieren. Ook deze populaties zijn zo sterk geredu­

ceerd dat ze dreigen verloren te gaan als gevolg van o.a. genetische factoren (inteelt, beperkte genetische

diversiteit).

70 De Boomklever - september 201 1

Voorkomen in het Dij/eland Naast een hakhoutstoof in de zuidelijke bosrand

van het Bertemboscomplex, en een aantal bomen

in de omgeving van de hertenbergstraat in Tervuren

(mond. meded. Willy Verbeke), werden er door de

auteur begin 2009 twee oude hakhoutstoven en een

solitaire boom ontdekt in de Laanvallei.

De solitaire boom legde in de zomer van 2009 echter

het loodje. Deze vertoonde symptomen van de ge­

vreesde iepenziekte (pers. mededeling). De stoven -

waarvan de grootste met een omtrek van meer dan 9

meter - bevinden zich beide op de oeverwal van de

Laan, hetgeen als een typische standplaats kan wor­

den bestempeld. Deze waarneming werd op terrein

bevestigd door het INBO en het ANB. De leeftijd

van de stoven kan voorzichtig geschat worden op 100

tot 300 jaar.

lepenziekte De olmen- of iepenziekte is een sterk besmettelijke

verwelkingsziekte. De ziekte wordt veroorzaakt door

een schimmel die overgedragen wordt door iepen­

spintkevers (Scolytus scolytus en S. multistriatus) en

die zich via de houtvaten verspreidt. Als reactie op de

infectie sluit de boom zijn eigen vaten af, waardoor

Page 17: De Boomklever September 2011

de sapstroom in de geïnfecteerde takken - en later ook de gehele boom - stilvalt. Een geïnfecteerde olm vertoont dus verwelkingsymptomen en sterft meest­al hetzelfde groeiseizoen af. Vooral gladde en ruwe iep zijn heel gevoelig voor de olmenziekte. Ook de fladderiep is er gevoelig voor, al worden er bij flad­deriepen in West-Europa slechts zelden symptomen van de ziekte waargenomen. Dit heeft te maken met het feit dat iepenspintkevers in de natuur niet aange­trokken worden tot fladderiep. In centraal en Oost­Europa daarentegen, werd de olmenziekte wel reeds waargenomen op fladderiep. De gladde iep en de ruwe iep komen daar van nature minder of niet voor, zodat de kevers die de schimmel overdragen, niet de keuze hebben tussen verschillende iepensoorten.

Zaadboomgaarden Momenteel worden er door het INBO zaadboom­gaarden aangelegd van o.a. fladderiep. Het inza­melen vaR het resterend genetisch materiaal wordt een eerste stap naar een nieuwe toekomst voor deze bedreigde soort. De boomgaarden zullen op termijn commercieel haalbare zaadoogsten toelaten. Ook van de beide stoven in de Laanvallei (Overijse) werden in het vroege voorjaar van 2010 stekken ver­zameld en naar het INBO opgestuurd. Deze werden met succes opgenomen in de genenbank zodat hun genetische informatie in de toekomst aanwezig kan blijven in de zaadoogsten uit de autochtone zaad­boomgaarden. Op die manier kan fladderiep op termijn misschien worden aangeplant als een volwaardig alternatief voor ruwe en gladde iep ... en daarmee misschien ook voor de Iepenpage (Satyrium w-album ).

Hans Roosen

[email protected]

Met dank aan Kristine Vander Mijnsbrugge (JNBO) en Erik Bartholomees (ANB) voor het aanleveren van

info, terreinbezoeken en het verzamelen van stekma­teriaal.

'ntj-' -_· tanten ,�f}.�� ··� -

Referenties: - MAES, B. , J. BASTIAENS, 0. BRINKKEMPER,

K. DEFORCE, C. RÖVEKAMP, P. VAN DEN BREMT & A. ZWAENEP OEL, 'Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen: herken­ning, verspreiding, geschiedenis en gebruik; Uit­geverij Boom, Amsterdam, 2006

- Kristine Vander Mijnsbrugge, An Vanden Broeck & Jozef Van Slycken, 'Ulmus laevis in Flanders; lnstitute for Forestry and Game Management, Gaverstraat 4, B-9500 Geraardsbergen, Belgium, 2005

De Boomklever - september 20 1 1 71

Page 18: De Boomklever September 2011

Dijlelandse biodiversiteit opgelijst (april-juni 201 1) Nieuw ingevoerde soorten voor de periode april - juni 201 1

1 n de periode april tot en met juni 201 1

werden er 3 23 nieuwe soorten toegevoegd

aan de soortenlijst op waarnemingen.be

voor het Dijleland s.s., zijnde de gemeenten

Kortenberg, Herent, Leuven, Bertem, Hever­

lee, Oud-Heverlee, Huldenberg en Overijse

en het volledige Meerdaalwoud. Slechts 20

soorten waren toevoegingen van oude waar­

nemingen voor 20 1 1.

In deze bijdrage is het onmogelijk om alle nieuw ingevoerde soorten te vermelden. In veel gevallen worden algemene soorten, exoten en niet aanvaarde waarnemingen van moeilijke groepen achterwegen gelaten. Het overzicht dat hier gegeven wordt kan niet aanzien worden als de lijst van nieuwe soorten in de regio. Waar deze status gekend is wordt dit wel meegegeven. Voor meer duiding en nuances zie (Creemers 2011). Voor eenvoud en referentie worden dezelfde prag­matische soortengroepen onderscheiden en in de­zelfde volgorde besproken als kan teruggevonden worden op waarnemingen.be (wn.be) en de regio­pagina. Ondanks de bedenkingen die er zijn bij de aanwijzing van zeldzaamheidsklassen voor sommige soortgroepen, geven we deze info wel mee tussen haakjes: bij de titel van de soortgroep als een ver­deling van de zeldzaamheidsklassen van alle nieuwe ingevoerde soorten binnen die groep en achter de vermelde soortnamen (A=Algemeen, VA= Vrij Alge­meen, Z=Zeldzaam, ZZ=Zeer zeldzaam, versie janu­ari 2011). Nb= Niet beoordeeld door administrator op het moment van schrijven (vaak door afwezig­heid van een foto) en Av= aanvaard door adminstra­tor. Wn.be = waarnemingen.be.

72 De Boomklever - september 201 1

Vogels (A 0, VA 0, Z 0, ZZ /) De eerste waarneming van Ralreiger (Ardeola ral­loides) in de regio wordt besproken in het vogel­waarnemingenoverzicht in dit nummer.

Zoogdieren (A I, VA I, Z 0, ZZ 0) Aardmuis (Microtus agrestis, VA, Nb) en Gewone bosspitsmuis (Sorex araneus, A, Nb) zijn, net als andere 'muizen; soorten die zelden levend worden gezien én gemeld. Het zijn echter algemene soor­ten waarvan resten veelvuldig in braakballen (vnl. Kerkuil) worden gevonden. Ook in het verleden in onze regio werden deze soorten voor onze regio zo bevestigd. Determinaties gebeuren voornamelijk op basis van de schedel en het gebit. De Gewone bos­spitsmuis is uitwendig moeilijk te onderscheiden van Twéekleurige Bosspitsmuis (Sorex coronatus), een zustersoort die in V laams-Brabant in vergelijk­bare dichtheden voorkomt.

Dagvlinders (A 0, VA 0, Z I, ZZ I) Kleine parelmoervlinder (Issoria lathonia, Z) 1 ex. 24/04 te Winksele (Bart Vercoutere, Av). In onze re­gio is deze soort een niet jaarlijkse dwaalgast. Zwer­vers werden in de regio eerder gezien in 2004 en 2006. In 2009 werd ook een exemplaar gezien in de buurt van Pécrot (plateau van Bossut-Gottechain).

Kleine weerschijnvlinder (Apatura ilia, ZZ). Een eerste waarneming van een mannetje te Tervu­ren/ Arboretum (05/06, Bernard & Alexandre Mi­sonne, Nb). Com. Waarnemer: "vorm clythie geluk­kig was mijn zoon ook getuige. Zo ben ik zeker dat het geen droom was!''. Een tweede waarneming van een vrouwtje te Mol­lendaalbos (22/06, Jorg Lambrechts, Av). Com. Waarnemer: "forma clytie, gevonden op bospad om­streeks 20u; ik heb haar verplaatst naar veiliger plek''.

Page 19: De Boomklever September 2011

Tot voor dit jaar werden slechts 4 waarnemingen van

deze soort genoteerd in Vlaanderen (pers. med. Dirk

Maes)! In Vlaanderen zijn naast deze, voorlopig ook ander waarnemingen gekend van Kleine weerschijn­

vlinders te Lubbeek, de Demervallei en in Noord­Limburg. Deze 'invasie' is vermoedelijk gerelateerd aan de hoge temperaturen in het voorjaar.

Kleine weerschijnvlinder in Mollendaal. Foto: forg Lambrechts

Nachtvlinders en micro's (A 16, VA 31, Z 20, ZZ 4) Meer en meer van de nachtvlinderwaarnemers be­ginnen nu ook met het op naam te brengen van de microvlinders die te herkennen zijn in het veld, nu dat ze de macrovlinders onder de knie hebben. Met als gevolg dat er naast 33 nieuwe macro's, ook 37 nieuwe soorten microvlinders werden ingevoerd in wn.be.

Van 14 soorten werden oudere waarnemingen door­gegeven. Allen afkomstig van Tervuren uit de perio­de 1996 - 2009 (Bernard & A lexandre Misonne). De bijzonderste soorten betreffen Roestige stipspan­

ner (Jdaea inquinata, ZZ, Av), Gehoekte Schim­

melspanner (Dysstroma citrata, ZZ, Nb), Vlek­

daguil (Heliothis peltigera, Z, Av), Tweekleurige

tandvlinder (Leucodonta bicoloria, Z, Av), Zwarte-

1-vlinder (Arctornis l-nigrum, ZZ, Av), Tere zomer­

vlinder (Hemistola chrysoprasaria, Z, Av), Witte

hermelijnvlinder (Cerura erminea, Z, Av).

-��-��;: . Biodivèrsiteit

, :1."-:.�' ;

De gebieden met het meeste aantal nieuw ingevoer­

de soorten zijn de gemeente Erps-Kwerps met o.a. de Molenbeekvallei (24), gemeente Overijse (20), ge­

meente Tervuren (6) en Kesselberg en omgeving (5). De voornaamste nieuw ingevoerde microvlinders die enkel waargenomen zijn in 2011 zijn:

Druivenbladroller (Lobesia botrana, Z) 1 ex. op

licht, 25/04 te Overijse (paul & krista nuyts-de greef, Av). Deze waarneming was de eerste in enkele dece­

nia voor België (pers. med P. Nuyts). De soort was voordien ook enkel gekend van Brabant. Ondanks zijn schijnbare zeldzaamheid veroorzaakt dit vlin­dertje grote problemen in de druiventeelt en wordt hij actief bestreden. Hij is van afkomst een Zuid-Eu­ropese soort die als pest wordt beschouwd in wijn­gaarden. Bij de ontdekking van deze soort in wijn­gaarden van California in 2009 werden zelfs quaran­taines ingericht om de verspreiding in te dijken. Het gaat dus om een soort die voornamelijk in de drui­

venserres in Overijse voortplant en bij warm weer, na ontsnapping, enige tijd zal kunnen overleven. Een (tijdelijke) vestiging van deze soort in warme jaren is niet uitgesloten vermits ze ook andere waardplanten kan gebruik, waaronder klimop en voorkomt in 2 tot 4 generaties.

Tweekleurige wiJgenroosjesmot (Mompha rasch­

kiella, Z) 1 ex. 30/04 te Overijse (P aul & Krista Nuyts-De Greef, Av). Een vrij zeldzame soort in Bel­gië. De soort is algemeen in Nederland langs wegen, op ruderale terreinen, open plekken in bossen, aan bosranden en op heidevelden.

Rode duifmot (Pseudoswammerdamia combinella,

VA) 1 ex. 02/05 te Bertem/Koeheide (Jan Van Uyt­vanck, Av). Zelden gezien in België. In Brabant is bij kenners de aanwezigheid enkel gekend van voor 1980. Niet vermeld op de regiolijst van Verboven (2011). Op dit moment slechts 5 locaties in België, waarvan 2 in Vlaanderen op wn.be. De larve maakt een mijn in een laag hangend blad van sleedoorn (Prunus spinosa).

Gemarmerde drievlekbladroller (Lozotaenia for­

sterana, Z) 1 ex. 28/05 te Kesselberg (Krien Hansen, Av) en tot 3 ex. in de Molenbeekvallei (Griet Nijs, Wim Veraghtert en Gerard Moors, Nb). Een zeer zeldzaam en lokale soort in België. Ook in Holsbeek werd deze soort gemeld op wn.be, net als uit slechts

De Boomklever - september 201 1 73

Page 20: De Boomklever September 2011

vijf andere locaties in Vlaanderen. Waardplanten

zijn o.a. Bosbes (Vaccinium), andoorn (Stachys),

klimop (Hedera), kamperfoelie (Lonicera), Ribes, Le­

dum, Larix, spar (Picea, Abies) en Fragaria.

Cirkelbladroller (Clepsis rurinana, Z) 1 ex. 29/05 te

Erps - Kwerps (Pieter Moysons, Av). Niet algmene

soort in België. Net buiten de regio ook waargeno­

men in Linden. Daarbuiten enkel ingevoerde waar­

nemingen van de regio Brussel, Scherpenheuvel­

Zichem en Hasselt.

Nieuw ingevoerde macrovlinders in 2011, die het meeste opvallen zijn :

Prunusspanner (Aleucis distinctata, Z) 1 ex. 22/04

te Eizer/Horenberg (Tom Deroover, Av). Een zeld­

zame soort in België, voornamelijk gekend van het

zuidelijke deel van het land, maar populaties in Bra­

bant waren eerder ook gekend. Voorlopig 4 locaties

in Vlaanderen op wn.be (allen in Vlaams-Brabant).

De vliegtijd van deze soort valt ongeveer samen met de bloeitijd van sleedoorn. Andere Prunus soorten

en meidoorn zijn ook waardplanten.

Eikenoogspanner ( Cyclophora porata, Z) 1 ex.

30/04 te Tervuren/Moorsel (Bernard & Alexandre

Misonne, Av). Com. waarnemer: "Eerste vangst.

Misschien tot hiertoe over het hoofd gezien o.w.v.

gelijkenis met sommige punctaria. " Een zeldzame

soort in heel België, behalve in het westen. In Vlaan­

deren gaat het om een tiental gebieden op wn.be.

Metaalvlinder (Adscita stati­

ces, A, Av) respectievelijk 2ex

en lex (29/05) op twee afzon­derlijke locaties te Wijgmaal­

broek (Bart Creemers, Frederik

Fluyt en Thomas Vandenberg­

he). Dit bloeddrupje (verwant

met o.a Sint-Jansvlinder) met

groene metaalglans is dagac­

tief en heeft als waardplanten

Veldzuring en Schapenzuring.

Ze is niet zo algemeen in het

zuiden van België en veel zeld­

zamer in Vlaanderen. De soort komt verspreid voor in het

Metaalvlinder. zandig gedeelte van het oos-Foto: Jan Waumans ten van Vlaanderen (Kempen,

74 De Boomklever - september 2011

Noord-Hageland), hoewel uitzonderingen niet lijken

uitgesloten (cf. Braakakker met bufferstrook te Bou­

tersem). Omdat de soort nog niet eens gekend was

uit onze regio (pers. Med. A . Yerboven), zijn meer­

dere vondsten die wijzen op een vestiging van een

populatie bijzonder. De locaties in Wijgmaal vormen

op dit moment de ZW-grens van het verspreidings­

gebied in Vlaanderen (dichtstbijgelegen vindplaat­

sen zijn Vorsdonkbos en Haacht-Schorisgat).

Schijnnonvlinder (Panthea coenobita, Z) 1 ex.

25/06 te Overijse (Paul & Krista Nuyts-De Greef,

Av). Een zeer zeldzame en lokale soort in België,

voornamelijk gekend van drie zuidelijke provincies.

In Vlaanderen ook recent gezien in Maaseik, Neer­

pelt, Lommel en Laakdal. Waardplanten zijn spar,

den en lork.

Gepluimde snuituil (Polypogon plumigeralis, Z)

lex. 26/06 in de omgeving van de Kesselberg (Tim

caers, Av). Com. Wim Veraghtert: "Eerste waar­

neming ten oosten van de as Antwerpen-Brussel!

Nieuw voor Vlaams-Braban,t!''. Deze Zuid-Europese

soort werd in België voor het eerst waargenomen

in 2000. Ondertussen heel wat waarnemingen in

West- en Oost-vlaanderen. De rups leeft o.a. van

roos(Rosa), brem (Cytisus) en klimop (Hedera helix).

Phegeavlinder (Amata phegea, Z) 1 ex 27 /06 te

Silsombos (Johan Denonville, Av). Deze dagactieve

beervlinder is een lokale en zeldzame soort in België,

vooral gekend van kleine populaties in de Kempen.

De dichtstbijgelegen locatie ligt in Testelt (Scher­

penheuvel-Zichem). Voorkomend in bloemrijke

graslanden, bosranden en -paden en open plekken

in droge dennenbossen en oude steengroeven. Het

is uitkijken of deze soort in onze streek ook aan een

opmars maakt bezig is zoals andere beervlinders

(Spaanse vlag en Bonte beer), of dat het bij dit enig

exemplaar (zwerver?) blijft.

Eikenweeskind ( Catocala promissa, ZZ) 1 ex. 30/06

te Tervuren - Arboretum (Bernard & Alexandre

Misonne, Nb). Nog tijdens het schrijven werden

een 2e en een 3e waarneming voor onze streek geno­

teerd te Erps-Kwerps Dorp (01/07, Ewoud l'amiral,

Nb) en Overijse (03/07, paul & krista nuyts-de greef, Av). Aanvullende waarnemingen in de loop van de

zomer zijn zeker nog mogelijk vermits eind juni

nog maar het begin is van de vliegtijd (tot septem­

ber). Deze soort kwam recent enkel lokaal voor in

Page 21: De Boomklever September 2011

Eikenweeskind. Foto: Paul Nuyts

het zuiden van het land. De eerste vondst in Vlaan­

deren dateert nog maar van 2010 (Antwerpen). De

waarnemingen van Overijse en Tervuren bevinden

zich, net als 2 vondsten bij Halle, dus ook in de buurt

van de boscomplexen ten zuiden van Brussel. Zo­

als de naam doet vermoeden is het Eikenweeskind

aangewezen op oude eikenbossen. Dit lijkt het begin

van een opmars zoals reeds eerder beschreven voor

andere liefhebbers van eiken zoals het Karmozijn­

rood weeskind (C. Sponsa) en de Middelste Bonte

specht (Dendrocopus medius).

Libellen (A 0, VA 0, Z I, ZZ, 0) Beekoeverlibel ( Orthetrum coerulescens, Z) 1 m

12/06 in de omgeving van Erps-Kwerps/Silsombos

(Bruno Nef, Nb). Een verwachte nieuwe soort voor

het Dijleland s.s. vermits de soort een vaste popu­

latie heeft in het nabijgelegen Torfbroek (Kampen­

hout). Buiten de Kempen wordt deze soort amper gezien. Buiten het Torfbroek en omgeving zijn er

waarnemingen ingevoerd in Oos-Vlaanderen (Vlier­zele) en ook eenmaal in het Walenbos. Komt voor

voornamelijk voor aan kleine, langzaam stromende

kwel beken.

Sprinkhanen en krekels ( A 0, VA I, Z I, ZZ 0) Veenmol ( Gryllotalpa gryllotalpa, Z) 2 roepend

18/04 te Neerijse/Tersaert (Iwan Lewylle, Nb) en

lex. gevonden in een regenput op 04/06 te Erps­

Kwerps (Pieter Moysons, Av). Veenmol kan voor de

hobby tuinder een ware plaag zijn, vooral op zandige

grond. Maar dat is tegenwoordig nog maar op weinig plaatsen zo. Voor onze regio gaan zo'n verhalen terug

naar de jaren '60 en '70. De meest recente meldingen

komen uit Leuven (buurt Redingenhof) rond 2002

(maar sindsdien verdwenen) en een waarneming in

2005 te Kortenberg (Elzenbroekstraat) en net buiten

het Dijleland s.s. in Bierbeek (langs Bevekomstraat).

Blauwvleugelsprinkhaan ( Oedipoda caerules­

cens, VA). In deze periode werd een oude, gekende

waarneming ingevoerd van een exemplaar in 2004

op de Philipssite (Heverlee), dicht bij de spoorweg

(Louis-Philippe Arnhem, Av). De soort werd eerder

ook waargenomen aan het rangeerstation net ten

noorden van Leuven en, tot voor kort het meest re­

cent, langs de spoorweg ter hoogte van OHZ (2007).

Tijdens dit schrijven werd blauwvleugelsprinkhanen

ook gevonden aan de rand van het militair domein

in Heverlee (03/07, Bart Creemers, Nb) en langs

de Meerdaalboslaan te Kessel-Jo (11/07 Jorg Lam­

brechts, Nb), in de buurt van, u raadt het nooit...

de spoorweg. In Vlaanderen komt de blauwvleugel­

sprinkhaan op veel plaatsen voor aan de kust en in de

Limburgse Kempen, elders is het een zeldzaamheid.

Bijen, wespen en mieren (A 9, VA 11,Z 4,ZZ 0) Zeldzamere, nieuw ingevoerde soorten met aan­

vaarde waarnemingen zijn:

Abia lonicerae (Z) 1 ex. 24/04 te Meerdaalwoud/

Pruikenmakers (Joris Menten, John Vandeput e.a.).

Een knotsprietbladwesp (Cimbicidae)

Geelbuikknoopwesp ( Cerceris quadricincta , Z) lex. 15/06 te Kortenberg/Vrebos (Axel Smets)

Een uitvoerige lijst van wilde bijen en wespen zal

later in een specifieke bijdrage worden opgenomen.

Vliegen en Muggen (A 15, VA 23, Z 5, ZZ 4) Het grootste deel (37 soorten) van de nieuwe dip­

tera zijn van de hand van Joris Menten, met o.a.

vondsten, sommige echt nieuw voor de regio, van

Zwartsprietwimperzweefvlieg (Dasysyrphus pin­

astri, VA), Onderbroken-bandzweefvlieg (Syrphus

nitidifrons, ZZ), Zwarte Myolepta (Myolepta vara,

ZZ), Wimpercitroenzweefvlieg (Xanthogramma

laetum, ZZ), Roodpuntbladloper (Chalcosyrphus

piger, Z) en Metalimnobia quadrimaculata (een

steltmug, Limoniidae, Z). Een bijdrage over de deze

ontdekkingen in het Meerdaalwoud wordt voor­

bereid.

De Boomklever - september 2011 75

Page 22: De Boomklever September 2011

1 1 1

! 1

t

Nieuw ingevoerde soorten die (ook) gezien werden

door andere waarnemers en die bevestigd werden,

waren de algemene langpootmuggen (Tipuloidea)

Gele Kamlangpootmug (Ctenophora ornata), Tip­

ula fascipennis, Tipula oleracea, Tipula varipennis

en volgende zweefvliegen (Syrphidae): Bloedrode

Bladloper (Brachypalpoides lentus, VA), Grote Fop­

wesp (Chrysotoxum cautum, VA), Moeraszweefv­

lieg (Tropidia scita, VA), Pocota (Pocota personata,

ZZ). De eerste drie zweefvliegen zijn geen zeldzaam­

heden en reeds eerder gekend (pers. med. J. Menten).

Pocata is echter een zeer bijzondere, verborgen lev­

ende zweefvlieg en nieuw voor het Dijleland. Meer

achtergrond over deze laatste zal verwerkt worden in

de bijdrage over Meerdaalwoud.

Kevers (A I 0, VA 54, Z /, ZZ I) Het aantal nieuw ingevoerde keverssoorten ( 66 taxa

van 22 families) is voorlopig te groot en de literatuur is te versnipperd om de meest interessante waarne­

mingen te filteren. In de meeste gevallen gaat het hier

nog om algemene soorten. De meeste waarnemingen

worden/kunnen ook niet beoordeeld worden. Voor

sommige waarnemingen wordt er door de waarne­

mer zelfs toegelicht dat het ook een andere soort kan

zijn, ondanks dat de waarneming als zeker werd in­

gevoerd. Nieuwe soorten waarvan waarnemingen wel al aanvaard werden, zijn de algemene Mierenboktor

(Anaglyptus mysticus), Phytoecia cylindrica en Slak­

kenvreter (Drilus flavescens). De eerste twee behoren

tot de boktorren (Cerambyccidae) en werden al eerder gevonden in regio (Menten 2009). Vier soorten bok­

torren afkomstig uit het Meerdaalwoud, zijn wel nieu­

we soorten voor het Dijleland en zullen later bespro­

ken worden door de waarnemer in en aparte bijdrage.

Wantsen en cicaden (A 9, VA 3, Z 0, ZZ 0) Aanvaarde waarnemingen van nieuw ingevoerde

soorten waren er van Gestreepte Eikenblindwants

(Rhabdomiris striatellus, VA), Grypocoris sexgutta­tus (A) en Deraeocoris flavilinea (VA). Alle drie be­

horen ze tot de blindwantsen (Miridae).

Insecten (overig) (A I, VA 2, Z 0, ZZ 0) Er werden enkel waarnemingen ingevoerd van Mys­tacides longicornis (A, Av, schietmot-Trichoptera)

Panorpa germanica (VA, Av, schorpioenvlieg-Panor­

pidae) en Raphidia maculicollis (VA, Nb, kameel­halsvliegen- Raphidioptera).

16 De Boomklever - september 2011

Geleedpotig en (overig) ( A 2, VA 2, Z I, ZZ 0) Grote Kaardespin (Amaurobius ferox, VA) 1 ex

27 /04 in bunker te Herent (Koen Berwaerts, Av)

Zwartrugrenspin (Philodromus dis par, A) 1 m 04/05

binnenshuis te Kessel-la (Joris Souffreau, Av). Com.

Koen van Keer: "is in België met geen enkele andere

te verwarren''.

Waarnemingen van de pissenbed Oproller (Lekane­

sphaera rugicauda, VA) en de mijten Aceria macro­

tricha (Z) en Okkernootviltmijt (Aceria erinea, A)

werden niet beoordeeld.

Paddenstoelen (A /,VA l,Z l,ZZ /) Narcisamaniet (Amanita gemmata, VA) 1 ex. 05/06 te Meerdaalwoud (Geert Bleys, Av). Vrij zeldzaam in

de regio Leuven. Was eerder al gekend van hetzelfde

gebied.

Waarnemingen van Zwart-witte Bokaalkluifzwam

(Helvella leucomelaena, Z), Kroonroest (Puccinia coronate, A) en Hazelaarschorsbreker (Vuilleminia

coryli, ZZ maar in de regio Leuven vrij zeldzaam)

moeten nog bevestigd worden.

Vissen (A 2, VA 0, Z 0, ZZ 0) Van deze slecht geïnventariseerde groep werden er

voor het eerst waarnemingen ingevoerd van de alge­

mene Riviergrondel (Gobio gobio, A, Nb) en de even­

eens algemene exoot Blauwband (Pseudorasbora parva, A, Nb)

Mossen en Korstmossen (A 2, VA 0, Z I, ZZO) De eerste ingevoerde waarnemingen van Pluim­

staartmos (Rhytidiadelphus triquetrus, Z), Witkop­

schorsmos (Hypogymnia tubulosa, A), Blauwgrijs

Steenschildmos (Parmelia saxatilis, A) werden niet

beoordeeld.

Planten (A 11, VA 19, Z 36, ZZ 8) In totaal werden er 74 nieuwe plantensoorten inge­voerd in deze periode. Waarnemingen van slechts 42

soorten van de 70 nieuw ingevoerde soorten voor

2011 zijn (waarschijnlijk) geen aangeplante, ver­

wilderd, tuin- of stinzenplanten of worden door de voornaamste literatuur niet vermeld als uitheems

voor België. Hoewel het mogelijk is dat sommigen

Page 23: De Boomklever September 2011

van deze laatse groep hun natuurlijke standplaatsen

misschien niet in de regio hebben is deze selectie

nog steeds meer ristrictief dan in het geval we de lijst

van inheemse planten op wm.be volgen (60 op de 70

soorten worden als inheems beschouwd).

De meeste nieuw ingevoerde soorten werden gevon­

den in de stadsomgeving van Leuven (17 soorten).

Langs de spoorwegbermen werden soorten gevon­

den als Zwenkdravik, Fijne kervel, Paardenbloem­

streepzaad, Veldkruidkers, Stijf vergeet-mij-nietje

en Knopherik. In de bermen langs de ring vond

men Hokjespeul, Dichte bermzegge, Ruig viooltje

en ook Fijne kervel, en Paardenbloemstreepzaad. El­

ders in Leuven waren er meldingen van Bergdravik,

Groene bermzegge, Rankende helmbloem, Gewoon

langbaardgras, Uitstaande vetmuur en Glad vinger­

gras. Andere gebieden waar ook veel nieuwe soorten

werden doorgegeven zijn de omgeving van Egenho­

venbos (Oeverzegge, Rietorchis, Klavervreter, Heg­

genvogelmuur, Zachte naaldvaren, Puntkroos, Kale

vrouwenmantel), Meerdaalwoud en de Vaalbeekval­

lei (Heelkruid, Witte veldbies, Stekelbrem, Kleine

pimpernel, Oeverzegge, Heksenmelk en Geschubde

mannetjesvaren) en de Molenbeekvallei met Sil­

sombos (Rosse vossenstaart, Gekroesd fonteinkruid,

Puntkroos, Kleine ratelaar, Grote trosdravik). Voor

sommige van de hier vemelde soorten is bevestiging

wel nog nodig.

Knopherik (Raphanus raphanistrum, ZA, Av, Wil­

sele-Dorp) is een zeer algemene soort die nu pas

voor het eerst werd ingevoerd, wellicht omdat floris­

ten weinig aandacht hebben voor gele kruisbloemi­

gen. Dat deze soort nu pas voor het eerst wordt door­

gegeven is dus een waarnemingseffect , hoewel de

soort wel zeldzamer is in onze regio dan op Vlaamse

schaal volgens de Verspreidingstlas van de planten in

het Dijleland (1975-2002). Andere nieuw ingevoerde

soorten die duidelijk zeldzamer zijn in het Dijleland

dan in de rest van Vlaanderen zijn o.a Fijne kervel,

Oeverzegge, Addertong, Gekroesd fonteinkruid, Ge­

woon sterrenkroos en Puntkroos.

Volgende waarnemingen zijn soorten die niet opge­

nomen zijn in regionale verspreidingsatlas:

Bergdravik (Bromopsis erecta, syn. Bromus erec­

tus, Z) 1 ex. 23/04 te Leuven op een oude muur van

zandsteen (Erik Molenaar, Av). Dit is een soort van

voedselarme graslanden op zonnige locaties op kalk­

rijke bodems en kalkrotsen. Ze is vrij algemeen tot

algemeen in het zuidelijke deel van het land, maar in

Vlaanderen kan de soort enkel nog geregeld gevon­

den worden in het zuiden van Haspengouw, elders is

ze bijzonder zeldzaam, zoals in oude duingraslanden,

op forten in de omgeving van Antwerpen en spoor­

wegbermen. In het Brusselse zijn waarnemingen ge­

kend van 1939-1971.

Dichte bermzegge (Carex muricata, Z) 1 ex. 16/06

te E. Leuven/Ruelensvest (Kasper Van Acker, Av). Dit

is een zoomplant die aanwezig kan zijn op grazige

plaatsen op zwak zure en matig voedselrijke gron­

den. In Vlaanderen wordt ze zowel gevonden in weg­

bermen, bosranden als van iets verwilderde plaatsen

in parken en tuinen. Volgens de Vlaamse planten­

atlas (Van Landuyt et al. 2006) uiterst zeldzaam in

Vlaanderen, met de dichtsbij gelegen vindplaatsen

liggend bij Diest.

Rietorchis (Dactylorhiza praetermissa, Z) 50 bloei­

ende ex. 30/04 te Egenhoven Bos (Johan Robben,

Av). Werd vroeger, en door sommige auteurs nog

steeds, aanzien als een ondersoort van Brede Orchis

(D. majalis). Hierdoor en ook alsgevolg van zijn grote

heterogeniteit, werden in het verleden waarnemin­

gen vaak als Brede orchis op naam gebracht. Het

aantal vindplaatsen wordt mogelijk nog steeds licht

onderschat. De Rietorchis is te beschouwen als een

van de meest ruderale soorten onder de inheemse orchideeën en kan plaatselijk massaal voorkomen.

Ze houdt van plaatsen met wat verstoring en kolo­

niesatiepotentieel, bij voorkeur op kalkhouden of

klakrijke bodem.

Duinvogelmuur (Stellaria pallida, VA) 10 vrucht­

dragende ex. 23/04 te Leuven (Erik Molenaar, Av).

Soort van droge, zandige, stikstofrijke plaatsen.

Komt voornamelijk voor in ondergroei van duin­bossen en -struwelen. In het binnenland is Duinvo­

gelmuur zeldzaam, maar neemt hij toe. Hij is daar

vooral te vinden langs wegen (bermen en ondergroei van aanplantingen). Zowel in de Duinen als in het binnenland wordt de soort vaak vergezeld van Fijne

kervel (ook nieuw ingevoerde soort 2011), die vooral toeneemt door het gebruik van strooizout (dus ook het geval voor Duinvogelmuur?).

Eveneens niet opgenomen in de regionale atlas zijn

De Boomklever - september 201 1 77

Page 24: De Boomklever September 2011

het moeilijk te onderscheiden Hongaars haviks­

kruid (Anthriscus caucalis, Z, Nb, Everberg, K.

Van Acker), Kleine pimpernel (Sanguisorba minor

subsp. Minor, Z, Nb, J. Menten), ) en Zomerbitter­

ling (Blackstonia perfoliata, Z , Nb, klaverblad E314-

E40, K. Van Acker). Nieuwe soorten die bovendien

op de Rode lijst staan zijn de bedreigde Geschubde

mannetjesvaren (Dryopteris affinis, ZZ, Nb , rand

Meerdaalwoud, K. Van Acker) en Geelhartje (Linum

catharticum, Z, Nb, klaverblad E314-E40, K. Van

Acker) en het achteruitgaande Stekelbrem ( Genista

anglica, VA, Nb, Meerdaalwoud, J. Menten). Zomer­

bitterling en Geelhartje zijn twee soorten die eerder al werden opgemerkt op dezelfde vindplaats tijdens

inventarisaties in 2005 en 2006 (Hens 2006). Stekel­

brem en Kleine pimpernel werden vermoedelijk in­gevoerd van elders via aangevoerde grond.

Wel reeds gekend uit de streek, maar ook vermel­

dingswaardige meldingen zijn de kwetsbare Kleine

Ratelaar (Rhinanthus minor, Z, Nb, Silsombos/ Erps-Kwerps, J. Denonville en Plantenwerkgroep

Oost-Brabant), de achteruitgaande Eenjarige Hard­

bloem (Scleranthus annuus subsp. annuus, VA, Nb, omgeving Tersaert/Neerijse, K. Van Acker), de zeer

zeldzame Kale vrouwmantel (Alchemilla glabra, Z, Nb, Egenhovenbos) en de uiterst zeldzame Zachte

naaJdvaren (Polystichum setiferum, ZZ , Nb, Egen­

hovenbos, K. Van Acker en J. Robben). Deze laatste

plant werd reeds ontdekt op de vindplaats in 2009 (com. Wn.be, K. Van Acker).

78 De Boomklever - september 201 1

Referenties - Creemers, B. 2011. Dijlelandse biodiveristiteit op­

gelijst januari-maart 2011. 39 (1): 40 - 45.

De Knijf, G" Anselin, A., Goffart, P" Marc, T. Eds.

2006, De Libellen (Odonata) van België: versprei­

ding - evolutie - habitats, Libellenwergkroep

Gomphus i.s.m. Instituut voor Natuur- en Boson­

derzoek, Brussel, pp. 368

Lambinon, J" De Langhe, J.-E" Delvosalle, L, Du­

vigneaud, J. 1998. Flora van België, het Groother­

tegdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aan­

grenzende gebieden (Pteridofyten en Spermatofy­

ten). Nationale plantentuin van België, Meise. Pp.

1091

- Menten J. 2009. Boktorren van het Dijleland. De

Boomklever 37 (3): 72-77.

- Steeman, R" Langendries, R" Monnens, R, Bue­

lens, G., De Pauw, S., Walleyn, R. eds. 2006 Pad­

denstoelen in de regio Leuven 1981-2004. Natuur­

punt Studie, Mechelen pp. 431.

- Stuckens, J. & Vercoutere, B., eds. Verspreidingsat­las van de planten in het Dijleland 1975-2002, Een

uitgave van Vrienden van Heverleebos en Meer­

daalwoud vzw, Natuurstudiegroep dijleland en Flo.

Wer. Leuven, pp 341. - Van Landuyt, W., Hoste, W" Vanhecke, L., Van

den Bremt, L., Vercruysse, W" and De Beer, D.,

eds. 2006. Atlas van de flora van V laanderen en het Brussels Gewest. Instituut voor natuur- en boson­

derzoek/Nationale plantentuin van België , Brus­

sel, pp 686-687. - Verboven A. 2011. De dag- en nachtvlinders (Lepi­

doptera) van het Dijleland Deel 1: Mycropterigidae

(Oermotten) tot en met Lyonetiidae (Sneeuwmot­ten). De Boomklever 39 (1): 12-15.

- Verkem, S" De Maeseneer, ]., Vandendriessche, B.,

Verbeylen, G. & Yskout, S. Zoogdieren in Vlaan­deren. Ecologie en verspreiding van 198 7 tot 2002.

Natuurpunt Studie en JNM-Zoogdierenwerkgroep,

Mechelen en Gent, België. Pp. 452

- en.wikipedia.org/wiki/Lobesia_botrana - Natuurberichten.be

- www.microlepidoptera.nl - www.phegea.org

- www.vlinderwerkgroep.be/ vlinders/ nachtvlinders - www.waarnemingen.be

Bart Creemers hart. [email protected]

Page 25: De Boomklever September 2011

Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving december 201 0 - mei 201 1

Dit overzicht van opmerkelijke en inte­

ressante vogelwaarnemingen in het

Dijleland beslaat voornamelijk de periode

december 2010 - mei 20 1 1. De bestreken

regio omvat de gemeenten Kortenberg, He­

rent, Bertem, Leuven, Oud-Heverlee, Hul­

denberg, Overijse, Tervuren en de aangren­

zende gebieden. De volgende rubriek zal

de periode juni - augustus 201 1 omvatten.

Waarnemingen worden voor S september

201 1 ingevoerd op www.waarnemingen.be,

of via andere wegen bezorgd aan Kelle Mo­

reau, Meibloempjeslaan 2, bus 3, 8400 Oost­

ende, 0486/ I 2.58. 77, kelle.moreau@gmail.

com.

Waarnemingen van onder meer Knobbelzwaan,

Bergeend, Krakeend, Slobeend, Pijlstaart, Winter­

taling, Tafeleend, Kuifeend, Patrijs, Dodaars, Fuut,

Blauwe Reiger, Havik, Waterral, Kievit, Witgat, Wa­

tersnip, Stormmeeuw, Zilvermeeuw, Kleine Mantel­

meeuw, Kerkuil, Steenuil, Bosuil, Ransuil, Ijsvogel,

alle spechten, Veldleeuwerik, Graspieper, Grote Gele

Kwikstaart, Kramsvogel, Koperwiek, Vuurgoudhaan,

Glanskop, Matkop, Kuifmees, Zwarte Mees, Roek,

Ringmus, Keep, Putter, Sijs, Kneu, Kruisbek, Goud­

vink, Appelvink, Geelgors, Rietgors en alle exoten

werden niet in dit verslag opgenomen maar wel ver­

werkt. Meldingen van een aantal onzekere fonologi­

sche extremen, enkele overvliegende Pontische en

Geelpootmeeuwen, twee onzekere Klapeksters, een

Kleine Klapekster, een mogelijke Aziatische Rood­

borsttapuit, een grote groep Witkopstaartmezen en

een onzekere Noordse Kauw werden niet weerhou­

den. Meerdere waarnemingen in dit overzicht die­

nen door het Belgisch Avifaunistisch Homologatie-

comité beoordeeld te worden vooraleer ze definitief

op de Dijlelandse lijst kunnen bijgeschreven worden,

en worden dus onder voorbehoud gepubliceerd.

Gebiedsafkortingen

WLS = Wilsele/Vijvers Bellefroid, LP = Kessel-Lo/

Leopoldspark, AVP = Heverlee/ Abdij van Park,

ZW = Oud-Heverlee/Zoete Waters, OHN = Oud­

Heverlee/N, OHZ = Oud-Heverlee/Z, Oppem =

weilanden tussen Bogaardenstraat (Oud-Heverlee

- Korbeek-Dijle) en NGB, NGB = Neerijse/Grote

Bron (deel Doode Bemde), NKV = Neerijse/Kliniek­

vijvers (deel Doode Bemde) en SAR = Sint-Agatha­

Rode/ Grootbroek.

Jonge Bosuil. Foto: Marc Walravens

Wilde Zwaan Cygnus cygnus

De adulte Wilde Zwaan die reeds sinds 28/11 in het

weilandencomplex tussen Oud-Heverlee,

Korbeek-Dijle en NGB pleisterde, bleef hier tot op

De Boomklever - september 201 1 79

Page 26: De Boomklever September 2011

9/01 aanwezig en maakte in die tijd geregeld uitstappen naar NGB en NKV (versch. waarn.). Na op 9 en 15-16/01 weer te zijn waargenomen te NKV (A. Mallentjer, B. Nef, L. Hendrickx) dook de vogel op te SAR waar hij van 22/01 tot 21/02 werd waargenomen op de vijver en in de Vette Weide (versch. waarn.). Dit betreft slechts het derde geval van Wilde Zwaan voor het Dijleland in de 21 e eeuw, het vierde betrof 2 ex. NO te SAR/Reebeemd op 26/12 (F. Vandeputte).

Kleine Zwaan Cygnus bewickii

27/12 22 ex. te Wilsele-Putkapel (T. Vandezande) 18/02 1 ad te SAR (I. Nel, G. Vanautgaerden, P. Moysons) 23-28/02 & 3/03 1 ad te Oppem & OHZ (L. Hen­drickx, R. Uyttenbroeck, P. Moysons e.v.a.)

Grauwe Gans Anser anser

We vermelden enkel het resultaat van een geslaagd broedgeval in de buurt van OHN: 2 ad met 1 jong op 26/04 en 15/05 (R. Stoks, P. Moysons).

Kolgans Anser albifrons

20/12 76 ex. ZW te AVP (A. Smets) 25/12 7 ex. Z + 70 ex. NO te Wilsele-Putkapel (L. Smets, J. De Rycke), 31 ex. N te Leefdaal/plateau (J. Nysten) 18/02 3 ex. NW te Kessel-Lo/N (L. Smets) 07 /03 6 ex. te OHN (T. Vandezande)

Toendrarietgans Anser serrirostris

27 /12 16 ex. W te Leefdaal/plateau (D. von Wer-ne) 28/12 17 ex. W te Herent (L. Smets) 02/01 1 ex. W te Korbeek-Dijle/plateau (F. F luyt, J. Nysten, L. Hendrickx), later hier nog 9 ex. over die nadien te NGB invallen en nog later terug te Kor­beek-Dijle/plateau pleisteren (versch. waarn.) 03-04 & 05/01 resp. 16 & 11 ex. heen en weer vliegend te Korbeek-Dijle - Leefdaal/plateau (W. Desmet, l. Nel, L. Hendrickx e.a.) 08/01 10 ex. te Oppem (P. Moysons) 09-11, 13 & 16-17/01 10 ex. te Pécrot/ Grand Pré & SAR/Vette Weide (I. Nel, L. Hendrickx, J. Nys­ten) 10/01 12 ex. NO te Leefdaal/plateau (1. Nel) 05-06/02 5 ex. te Pécrot/Grand Pré (F. Van Hove, B. Nef, l. Nel, B. Creemers)

80 De Boomklever - september 201 1

Rotgans Branta bernicla

Het 7e en se geval van Rotgans voor het Dijleland be­troffen 3 en 13 ex. die op resp. 20 en 25/ 12 naar ZW vlogen over Wijgmaalbroek (L. Smets). Het gaat hierbij om de eerste decemberwaarnemingen (huidige maandverdeling: februari 1 - maart 3 - mei 1 - november 1 - december 2).

Smient Anas penelope

We beperken ons tot de maandmaxima: 7 ex. te LP op 20/12 (P. Moysons, R. Uyttenbroeck, W. Desmet), 8 ex. op 21/01 te SAR (H. Paques), 16 ex. op 20/02 te OHN (C. Carels) en op 23/02 te OHZ (L. Hendrickx), 18 ex. op 7 & 12-13/03 te OHZ (T.

Vandezande, 1. Nel, J. Rutten, L. Hendrickx) en 6 ex. te OHZ op 10/04 (L. Hendrickx). In mei waren er nog waarnemingen van een mannetje op 5-10, 14 &

17 /05 te SAR (versch. waarn.), en een late melding van een ex. op 22/05 te AVP (M. Mussche).

Zomertaling Anas querquedula

De eerste twee Dijlelandse Zomertalingen voor 2011 waren een mannetje te Oppem op 19/03 (R. Stoks) en een vrouwtje te SAR op 21/03 (L. Petre). Nadien werd de soort vooral waargenomen in de Doode Bemde (lml v op 2, 10, 25/04, 2, 8 & 10/05; 2m op 12/05; lm op 17, 21 & 27 /05; 2m op 28/05; versch. waarn.) en te SAR (2ml v op 18-19/04; lm op 2/05; 2m op 3/05; lm op 14, 16, 22-23, 25 & 30/05; versch. waarn.). De enige andere waar­nemingen betroffen mannetjes te Gastuche/ Etang Paradis op 22/04 (F. Van Hove) en te OHZ op 7/05 (J. Nysten).

Krooneend Netta rufina

30/12-1/01 & 7/02 resp. lm & 2mlv te NGB (S. Mi­chiels, L. Hendrickx, R. Stoks e.a.)

Witoogeend Aythya nyroca

Een naar alle waarschijnlijkheid zuiver mannetje Witoogeend verbleef van 20/03 tot 9/05 in de Dijlevallei ten Z van Leuven, en werd achtereenvol­gens waargenomen te OHZ op 20-23/03 (R. Stoks, A. Smets, P. Moyso.ns, S. Peten), te Pécrot/vijver van\ 27/03 tot 2/04 (H. Paques, J. Coulee e.a.), terug te OHZ op 3-4/04 (J. Nysten, 1. Nel, T. Vandezande), terug te Pécrot/vijver op 10, 17 & 22/04 (M. Walravens, J. Dandois), te SAR op 22/04 (R. Stoks) en te Gastuche/Etang Paradis op 6 & 9/05 (H. Paques, F. Van Hove).

Page 27: De Boomklever September 2011

Witoogeend x Tafeleend Aythya nyroca x A.ferina

28/01 & 12/02 lm te Leefdaal/Kasteelvijver (K.

Van Scharen)

27 /03 1 ex. te Pécrot/vijver {H. Paques, L. Hen-

drickx, 1. Nel)

Witoogeend x Kuifeend Aythya nyroca x A. fuli­

gula

30/01-27 /02 lm te SAR (J. Menten, 1. Nel, L.

Hendrickx, T. Vandezande e.v.a.)

Topper Aythya marila

02/01 2 1 e win m te NGB (P. Moysons, J. De Ryc-

ke)

03/02 1 ex. te Tervuren/Park KMMA (A. Reygel)

Brilduiker Bucephala clangula

30/12 & 8/01 1 ad m te NGB (S. Michiels, P.

Moysons, L. Hendrickx, J. Menten e.a.)

09/01 1 ad m te OHZ {L. Raty)

09 & 25/01 1 ad v te Tervuren/Park KMMA

(L. Raty, A. Smets)

Nonnetje Mergellus albellus

18/12-08/01 1 v te LP (F. Vandeputte, B. Ver-

straete e.v.a.)

19/01 waarnemingen op 25 data tss 19/01 &

6/03, met max. lm3v op 27 /02 (versch. waarn.)

22/01 lm te OHN {L. Hendrickx)

5, 7 & 19/02 resp. lm, 1 v & lm te NGB (S. Be-

nisch, 1. Nel, H. Paques)

12/02 1 v te WLS/N (B. Creemers)

25/02 2 ex. te OHZ (E. Zvar)

Grote Zaagbek Mergus merganser De strenge winter 2010/2011 bracht eindelijk nog

eens behoorlijke aantallen Grote Zaagbekken naar onze streken. Na twee enkelingen in november

bracht december 2m3v naar NGB op 26/12 (R.

Polfliet), maar vooral vanaf januari doken de boter­

buiken overal op. Een overzicht : LP {resp. lm,

2ml v, lm, 3m3v, 3m4v, 3 ex., 7 ex., 5 ex., lml v & 1 v op 1-2, 3, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 15/01 & 2-3/02 {J.

Menten e.v.a.), Pécrot/vijver (resp. 7, 2 & 1 v op 8, 15

& 16/01; F. Van Hove, J. De Cock, B. Nef ), NGB

(telkens lv op 8/01 & 23/03; F. Van Hove, J. Menten

e.a.), OHN (resp. 3mlv & lv op 8 & 16/01; F.

Van Hove e.a.), SAR (resp. lm over + 2v tpl, 2v tpl &

lmlv tpl op 15/01, 22-23/02 & 5/03; L.

Hendrickx, 1. Nel, R. Polfliet e.a.), Overijse/Meer van

Genval (resp. 3v, lm4v, 4v, 1 v & 3 ex. op 16-27,

29, 30/01, 31/01-6/02 & 8/02; G. Delforge, J. Tay­

mans e.v.a.), Wilsele/N {3 ex. op 2/02; E. Godts),

Gastuche {2v op 22/02; F. Van Hove).

Kwartel Coturnix coturnix

De eerste Kwartel voor 2011 werd reeds op 18/04 ge­

hoord te Erps-Kwerps/dorp (P. Moysons).

Nadien volgden waarnemingen te Erps-Kwerps/Do­

renveld (resp. 1, 1 & 2 zp op 26/04, 6 & 20/05; A.

Smets, P. Moysons, L. Raty), Korbeek-Dijle/plateau

{resp. 1 ex. & 4-5 zp op 30/04 & 28/05; J. Nysten,

D. von Werne), Bertem/Koeheide (telkens 1 zp op

14, 17, 26 & 31/05; G. Bleys), Winksele (1 zp op

14/05; F. Vandekeybus), Erps-Kwerps/dorp (1 zp op

22/05; D. Walton) en Plateau Sterrebeek-

Moorsel (14 zp op 29/05; vwg NW-Brabant).

Geoorde Fuut Podiceps nigricollis

22/03 1 ad zom te OHZ (J. Rutten, D. von Werne,

1. Nel, F. Vandeputte)

25-26/03 1 ad win te SAR (P. Moysons, 1. Nel e.v.a.)

24/04 & 2/05 resp. 3 & 2 ad zom te SAR (M.

Walravens, F. Van Hove, L. Hendrickx, 1. Nel)

Aalscholver Phalacrocorax carbo sinensis

Voor het tweede jaar op rij broedden er succesvol

Aalscholvers in het Park van Tervuren (versch.

waarn.). Net zoals in 2010 ging het om 3-4 broed­

gevallen.

Purperreiger Ardea purpurea

19/04 1 ex. te SAR (J. Denonville)

20 & 22/04 telkens 1 ex. N te Korbeek-Dijle

{L. Hendrickx, R. Stoks)

03/05 1 ad te OHZ (J. Rutten)

Grote Zilverreiger Casmerodius albus De maandmaxima illustreren een vrij constant aan­

tal Grote Zilverreigers in de Dijlevallei : 5 ex. op

13/12 te ZW (1. Nel), 4 ex. op 16 & 29/01 te SAR (H.

Roosen, J. Nysten), 5 ex. op 6 & 27/02 te SAR (J.

Pelckmans, 1. Nel), 4 ex. op 26/03 te OHZ (J. Rutten)

en op 27 /03 te SAR (A. Smets, 1. Nel, J. Nysten, L.

Hendrickx), 5 ex. op 3, 26 & 30/04 te SAR (J. Nysten,

1. Nel, F. Van Hove, A. Smets) en 6 ex. op 4-5/05 te SAR (1. Nel, L. Hendrickx). Een piekQe) in pleiste­

rende doortrekkers was er enkel op 22/04, toen

kortstondig 9 ex. te SAR zaten (D. Capart). Buiten de Dijlevallei werden Grote Zilverreigers

De Boomklever - september 20 1 1 81

Page 28: De Boomklever September 2011

waargenomen te Overijse (telkens 1 ex. op 1 , 9/12,

4-5, 7 /01, 6°, 18/02 & 9/04; 1. Nel, P. Moysons),

Korbeek-Dijle/plateau (resp. 1 ex. tpl, 1 ex. Z & 4 ex.

NO op 3/1 2, 2/01 & 27 /03; F. Fluyt, J.

Kempeneers, A. Smets), WLS/N (1 ex. ZW op 9/12;

L. Smets), Terlanenveld (telkens 1 ex. op 12/12 &

14/01 ; 1. Nel, S. Peten), Leefdaal/plateau (2 ex. N op

14/12; M. Dusselier, 1. Nel), LP (1 ex. NO op

21/12; T. Vandezande), Leuven/centrum (1 ex. Z op

21/12; E. Debbaut), Wijgmaal/Vaart (1 ex. ZO op

28/1 2; L. Smets), Overijse/ljsbroeken (1-2 ex. op 29

data tss 1 1 /01 & 21 /04; 1. Nel e.v.a.), Neerijse/

Zingende Wind (1 ex. over op 15/01 ; D. Capart),

Erps-Kwerps/Silsombos (1 ex. op 22/01; E. L'Amiral),

Leefdaal/kasteelpark (1 ex. op 30/01 ; l. Nel), Malei­

zen (1 ex. op 19/02; B. Nef), Kessel-Lo/centraal (1 ex.N op 28/02; J. Cuppens), Kwerps/Zuurbeekvallei

(1 ex. over op 3/03; P. Moysons), Kessel-Lo/N (1

ex. op 5/03; A. De Block), Loonbeek/Margijsbos (1

ex. op 1 2/03; F. Fluyt), Erp-Kwerps/dorp (1 ex. op

24/04; C. P levoets), Kwerps/vijvers (resp. 1, 2, 1 & 1 ex. op 25-26, 27, 28/04 & 2-3/05; R. Ghijsen, F.

Fluyt, J. Rutten e.a.) en AVP (2 ex. op 22/05; M. Mus­sche).

Kleine Zilverreiger Egretta garzetta

11 -1 2/05 1 ad zom te OHN, op 1 2/05 in namiddag te SAR (F. Van Hove, l. Nel)

Ralreiger Ardeola ralloides

Dé verrassing van voorjaar 201 1 was ongetwijfeld de

adulte Ralreiger in zomerkleed die zich op 8/05

liet ontdekken te AVP (W. Goussey e.a.). Tot plezier van velen bleef de vogel nog tot op 10/05 ter

plaatse, hij werd in die periode maar liefst 98 keer

ingegeven op dijleland.waarnemingen.be. Het betreft hier een nieuwe soort voor het Dijleland!

Roerdomp Botaurus stellaris

Zeven waarnemingen in de periode december 201 0

- maart 2011 : op 1 3/12 1 ex. te SAR (R. Strubbe), op 25/1 2 1 ex. te OHN (K. Van Overtveld), op 30/1 2

1 ex. te SAR/ Vette Weide (R. Stoks), op 29/01 en

13/02 telkens 1 ex. te OHZ (L. Hendrickx), op 20/02 1 ex. te SAR (H. Paques) en op 6/03 2 ex. te OHZ (J. Menten, J. Nysten).

Ooievaar Ciconia ciconia

Een overzicht van alle waarnemingen (dubbeltellin­

gen mogelijk): op 12/02 1 ex. NO te

82 De Boomklever - september 201 1

Overijse/Ketelhuis (I. Nel)+ 1 ex. NO te Winksele (F.

Vandekeybus), op 19/02 1 ex. 0 te Haasrode/

industrie (J. Verroken), op 23/02 1 ex. N te Neerijse/

Zingende Wind (K. Van Scharen) + 1 ex. 0 te LP

(B. Verstraete), op 28/02 1 ex. over Everberg (A. Van

De Laer), op 6/03 1 ex. N te NGB (J. Nysten), op

9/03 1 5 ex. pleisterend te Neerijse/Ganzeman (I.

Nel), op 1 5/03 1 ex. N te Terlanenveld (I. Nel), op

16/03 2 ex. pleisterend te Doode Bemde/Groot Riet­

veld (R. Stoks), op 20/03 1 ex. N te Neerijse/

Ganzeman (A. Smets), op 24/03 2 ex. NO te Wijg­

maal (L. Smets), op 26/03 1 ex. over Sint-Joris-Weert

(R. Stoks) + 3 ex. over SAR (J. Menten), op 28/03 1

ex. NO te OHN (R. Polfliet), op 4/04 1 ex. Z te

Leuven/centrum (F. Van de Meutter, R. Stoks) + 3

ex. NO te Kessel-Lo/Kesselberg (T. Yandezande), op

10/04 1 ex. 0 te Herent/Kastanjebos (R. Ghijsen) + 1

ex. over LP (B. Verstraete) + 4 ex. NO te

Heverlee/ Arenberg (H. Roosen), op 20/04 1 ex.

pleisterend te Erps-Kwerps (M. Vandervelpen, P.

Moysons), op 21/04 1 ex. over Winksele (P. Moy­

sons), op 23/04 2 ex. over Erps-Kwerps (M. L'Amiral)

+ 6 ex. N te Bertem (R. Stoks, P. Standaert), op 25/04

1 ex. N te Winksele (F. Vandekeybus), op 26/04

4 ex. pleisterend te Herent (S. Raymaekers), op 1 /05 1 ex. pleisterend te Korbeek-Dijle/plateau (F.

Fluyt) + 2 ex. over Herent (K. Thonissen) en op 2/05

1 ex. W te Heverlee/Arenberg (G. Catthoor, T.

Yandezande) + 10 ex. over Oud-Heverlee (G. Ma­

thijs).

Lepelaar Platalea leucorodia

1 9-22/05 1 ad zom te SAR (I. Nel, R. Stoks, P. Moy­sons, P. Michel e.v.a.)

Rode Wouw Milvus milvus

Er waren opvallend veel decemberwaarnemingen van Rode Wouw in 2010:

04/1 2 1 ex. ZW te Veltem-Beisem/Kastanjebos (B. Laukens)

06/1 2 2 ex. Z te Leuven (D. Van den Heuvel) en

ZW te Overijse/Ketelhuis (I. Nel)

08/1 2 1 ex. te Kessel-Lo/centraal (I. Spelmans) + 1 ex. Z te Wijgmaal (E. Zvar, L. Smets)

20/12 1 ex. W te Leuven/centrum (R. Stoks) De volgende twee kwamen er in februari aan, eentje op 1 6/02 te Leefdaal/plateau (C. Carels) en

eentje op 21 /02 te Loonbeek/Ganspoel (N. Rycke­boer). Een overzicht van de maart- en aprilwaarnemingen: op 8/03 1 ex. N te Leuven/een-

Page 29: De Boomklever September 2011

trum (J. Lambrechts), op 13/03 1 ex. te Leefdaal/

plateau (R. Stoks), op 16/03 1 ex. in de Doode Bemde

(K&L), op 19/03 1 ex. NO te Blanden (G. Bleys)

+ 1 ex. N over de Doode Bemde (A. Smets), op 24/03

1 ex. N te Korbeek-Dijle (A. Smets), op 25/03 1

ex. Zover de Doode Bemde (P. Moysons, G. Vanau­

tgaerden), op 26/03 1 ex. N te OHZ (J. Rutten), op

27 /03 1 ex. NO te SAR/Vette Weide (M. Derycke),

op 2/04 1 ex. over Blanden (S. Goethals) + 1 ex. W

te SAR (L. Hendrickx, 1. Nel)+ 1 ex. NO te Korbeek­

Dijle (J. Nysten), op 17 /04 1 ex. NO te Korbeek­

Dijle (J. Nysten, A. Smets), op 18/04 1 ex. NO te SAR

(H. Van Bosstraeten), op 19/04 min. 2 ex.

Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets, P. Moysons, F.

Vandeputte), op 21/04 1 ex. N te Erps/Dorenveld (L.

Raty), op 24/04 1 ex. te Korbeek-Dijle (L. Hendrickx,

1. Nel, F. Fluyt) + 1 ex. N te SAR (1. Nel, ]. Nysten,

R. Stoks, L. Hendrickx) en op 26/04 1 ex. te Winksele

(P. Floré). Mei bracht nog twee waarnemingen: 1 ex. op 6/05 te Kwerps/vijver (T. Vandenberghe) en

1 ex. N op 15/05 te OHZ (L. Smets).

Zwarte Wouw Milvus migrans

De eerste Zwarte Wouw voor 2011 vloog op 19/03

over Wilsele-P utkapel (S. Goethals). In april-mei

werden de volgende waarnemingen opgetekend

(dubbelwaarnemingen mogelijk): op 2/04 1 ex. te

Korbeek-Dijle/plateau (]. Nysten, F. Fluyt), op 17-

18/04 1 ex. tpl te SAR (1. Nel, L. Hendrickx, H. Van den Broeck), op 19/04 1 ex. achtereenvolgens N te

SAR(]. Rutten) en Korbeek-Dijle (P. Moysons), 0

te Sint-Joris-Weert (R. Stoks) en Z te SAR (1. Nel, R.

Stoks), op 20/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle (A.

Smets, L. Hendrickx), 1 ex. tpl te Erps/Dorenveld (P. Moysons) + 1 ex. 0 te Leefdaal/Duivendelle (F.

Vandeputte), op 21/04 1 ex. 0 te Korbeek-Dijle (A.

Smets), op 24/04 1 ex. ZW te Bertem/Koeheide

(G. Bleys) +telkens 1 ex. 0, NO, Zen tpl te Korbeek­

Dijle - Leefdaal/plateau (versch. waarn.), op 25/05 1 ex. NO te SAR (L. Hendrickx, ]. Nysten, 1.

Nel), op 26/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle (F. Van

Hove), op 30/04 1 ex. NO te Neerijse/Ganzeman (K.

Van Scharen)+ 2 ex. O/NO te SAR (H. Roosen, ].

Nysten), op 1/05 2 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (L.

Hendrickx, F. Fluyt) + 2 ex. NO te SAR (L.

Hendrickx, J. Nysten) + 2 ex. N te Kessel-Lo/centraal (J. Kempeneers), op 7 /05 1 ex. NO te Korbeek-

Dijle (A. Smets), op 8/05 1 ex. achtereenvolgens te

Korbeek-Dijle/plateau, Sint-Joris-Weert/Doode

Bemde, SAR en N over Korbeek-Dijle (L. Hendrickx,

L. P etre, M. Walravens, A. Smets e.a.) + 1 ex. over

Ottenburg (F. Vandeputte) en op 21/05 1 ex. te OHZ

(M. Walravens).

Blauwe Kiekendief Circus cyaneus

We vermelden enkel de meiwaarnemingen: resp. 1

v-type en lm te Leefdaal/plateau op 1 en 7 /05 (F.

Fluyt, R. Stoks).

Grauwe Kiekendief Circus pygargus

Grauwe Kiekendieven warden tijdens het voorjaar

van 2011 enkel opgemerkt te Korbeek-Dijle/

P lateau, met in april respectievelijk lm, 1 v, lm & 1 v

N/NO op 19, 20, 24 & 30/04; A. Smets, L.

Hendrickx, F. Fluyt, J. Nysten, B. Creemers e.a.), ge­

volgd door nog 1 v te Bertem/Koeheide op 23/05

(G. Bleys).

Ruigpootbuizerd Buteo lagopus

De winter 2010/2011 was eindelijk nog eens een

'goede' winter voor Ruigpootbuizerd in de Lage

Landen, het was erg lang geleden dat onze vogelkij­

kende gemeenschap dit nog eens mocht

meemaken. Een jagend ex. op 14/12 te Korbeek-Dij­

le/plateau (H. Roosen) en een adult over

Wijgmaal op 24/12 (L. Smets) waren nog enkel voor

de ontdekkers weggelegd, maar vanaf 1/01

kregen alle vogelkijkers de kans om de veldkenmer­

ken van Ruigpootbuizerd in eigen regio onder de

knie te krijgen. Op die dag werd in het plateaucom­

plex Korbeek-Dijle - Leefdaal immers terug een

exemplaar in 1 • winterkleed ontdekt (T. Vandezan­

de), dat minstens tot op 15/01 aanwezig bleef

(versch. waarn.). Op 12, 13 en 15/01 werden hier bo­

vendien twee ex. waargenomen (H. Roosen, 1.

Nel, K. Van Scharen). Op 28/01 tenslotte werd nog

een ex. gezien te Leefdaal/Kasteelpark (K. Van Scharen).

Visarend Pandion haliaetus 25/03 1 ex. tpl te SAR (J. Menten, T. Vandezande)

26/03 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau(]. Nys-

ten) 10, 16, 17 & 19/04 resp. 1 ex. W, 2 ex. N, 1 ex. tpl & 1 ex. tpl te SAR (1. Nel, S. Feys, G. Ryken, ]. Rutten e.a.) 21, 23-24 & 30/04 resp. 1 ex. NO, 1 ex. tpl & 1 ex. NO te OHZ (1. Nel, D. von Werne, F. Vandeputte e.a.)

23/04 1 ex. over Tervuren/P ark KMMA (G.

Fluyt)

De Boomklever - september 201 1 83

Page 30: De Boomklever September 2011

30/04-01 & 17 /05 1 ex. tpl te SAR (S. Benisch, P. Goubau, J. Buys, S. De Saegher, J. Fléron) 01/05 1 ex. te NGB, dan W over Korbeek-Dijle/ plateau (F. F luyt)

Smelleken Falco columbarius 10/12 & 22/01 telkens 1 ex. tpl te Leefdaal/pla-teau (K. Van Scharen, J. Nysten) 29/01 lv tpl te Korbeek-Dijle/plateau (S&K), lv tpl te SAR (P. Goubau) 22/02 1 ex. NO te Terlanen/Terlanenveld (F. Van-deputte) 27/02 & 19/03 resp. lm tpl & 2 ex. N te Kor-beek-Dijle/plateau (J. Nysten, A. Smets) 26/03 1 ex. te AVP (P. Van Dauwe) 27 /03 lm NO te Winksele (G. Bleys) 17, 19 & 24/04 resp. 3m NO, 1 ex. NO & 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets, J. Nysten, P. Moysons, F. Fluyt)

Slechtvalk Falco peregrinus Laten we meteen beginnen met het belangrijkste nieuws! Datgene waar we al jaren op wachtten gebeurde dan eindelijk in 2011: een koppel Slecht­valken broedde succesvol vier jongen uit in de nestkast op de Sint-P ieterskliniek! Op 18/05 werden de jongen geringd en werd het grote nieuws bekend gemaakt, wat met de nodige media-aandacht gepaard ging. Buiten Leuven vonden waarnemingen plaats te Leef­daal/plateau (telkens 1 ex. op 2, 18/12, 4, 14, 21, 30/01 & 16/02; versch. waarn.), SAR (telkens 1 ex. op 12/12, 8/01, 22/02 & 20/03; 1. Nel, L. Hendrickx, R. P olfliet, T. Vandezande), Overijse/ Ketelhuis (1 ex. op 18/12; I. Nel), Heverlee/Terbank (1 ex. op 29/12; F. Van Den Houte), OHZ (resp. 2 ex., 1 v & 1 ex. op 30/12, 2 & 9/01; F. Fluyt, J. Rutten, J. Nysten), Korbeek-Dijle/pateau (resp. 1 ex., 1 ex. over, 1 ex. Z, 1 ex. & 1 ex. op 5/01, 5/03, 21, 30/04 & 8/05; versch. waarn.), OHN (telkens 1 ex. op 9 & 26/01; J. De Rycke, J. Menten, J. Lambrechts), Erps-Kwerps/dorp (1 ex. NW op 26/02; P. Moysons), Erps/Dorenveld (resp. 1 ex. ZW & 1 ex. NO op 5/03 & 6/05; P. Moysons), Kessel-Lo/Kesselberg (1 ex. NW op 9/03; T. Yandezande), P lateau Sterrebeek - Moorsel (1 ex. NO op 28/03; A. Smets), Wijgmaal (telkens 1 ex. over op 10/04 & 21/05; L. Smets) en Heverlee/O (1 ex. op 20/04; D. Mi­chiels).

84 De Boomklever - september 201 1

Kraanvogel Grus grus Zoals we van Kraanvogels gewoon zijn eindige de najaarspiek van 29-30/11 even abrupt als hij begonnen was, met enkel nog één auditieve waarne­ming (enkele 10-tallen ex.) op 1/12 om Ou50 over Overijse/centrum (I. Nel). De periode januari­februari leverde de volgende waarnemingen op: enkele ex. ZW te Overijse/centrum op 1/01 (I. Nel), 7 ex. NO te Leuven/centrum op 17 /02 (J. Lenaert, E. Debbaut) en 4 ex. N te Bertem/Koeheide op 22/02 (E. Malfait). Vanaf maart kwam de voorjaarstrek dan goed op gang: op 2/03 4 ad NO te Terlanenveld (H. Roosen), op 7 /03 2 + 3 + 8 ex. N te Ormendaal/OHZ/Doode Bemde (A. Smets, E. Bruyninckx, G. Vanautgaerden, R. Claes) en 55 + 6 ex. N te Loonbeek/Ganspoel (N. Ryckeboer), op 8/03 4 ex. N te Heverlee/Langestaart (R. Strubbe, G. Vanautgaerden), 7 ex. 0 + 71 ex. NO te SAR (I. Nel), 45 ex. N te Kessel-Lo/Centraal (F. Fluyt), 46 ex. N te Meerbeek (A. Smets), 48 ex. N te Heverlee/O (A. Smets), 120 ex. NO te Haasrode/industrie (B. Mulkens) en 150 ex. NO te Maleizen (S. P eten), op 9/03 3 ex. NO te Sint-Joris-Weert (1. Nel), op 20/03 1 ex. NO te Huldenberg/Spitsberg (F. Fluyt), op 25/03 3 ex. NO te Oppem/OHZ (F. Fluyt, 1. Nel) en 8 ex. NO te Korbeek-Dijle (F. Fluyt) die later landen te Heverlee/Langestaart (H. Verboven), op 4/04 1 ex. NW te SAR (F. De Vos), op 10/04 3 ex. achtereen­volgens N te SAR, Heverlee/Terbank en Wijgmaal (P. Dauwe, l. Nel, A. Verboven, L. Smets e.a.), op 24/04 1 ex. tpl te OHZ (M. Walravens) en later 1 ex. NO te Kessel-Lo/centraal (W. Claes) en op 26/04 3 ex. N te SAR (E. Le Docte).

Scholekster Haematopus ostralegus 13/03 1 ex. Z te NK V (J. Kempeneers) 7, 21, 30/04 & 16/05 resp. 2, 2, 1 & 1 ex. te Haasrode/industrie (J. Nysten, D. von Werne e.a.) 24/04 1 ex. N te Ottenburg (F. Vandeputte) 14/05 2 ex. te Winksele (K. Van Breedam)

Kluut Recurvirostra avosetta

25/02, 21 & 29/05 resp. 2, 1 & 2 ex. te SAR (J. Nys­ten, F. Vandeputte, J. Buys, B. Nef e.v.a.)

Bontbekplevier Charadrius hiaticula

19/05 1- ex. te Heverlee/Langestaart (M. De Beenhouwer) 25/05 3 ex. N te SAR (J. Rutten)

Page 31: De Boomklever September 2011

Grutto. Foto: Luc Hendrickx

Kleine Plevier Charadrius dubius

De eerste Kleine P levier voor 201 1 verscheen in het

Dijleland op 1 9/03 te OHZ (L. Hendrickx). Hier

kon de soort tot op 7 /05 bijna onafgebroken worden

waargenomen (versch. waarn.), met maxima

van 8 ex. op 27 /03 en 6 ex. op 6/04 (L. Hendrickx, }.

Menten e.a.). Andere waarnemingsplaatsen

waren Heverlee/Langestaart ( 45 waarnemingen van

1 -5 ex. tss 2 1 /03 & 29/05; versch. waarn.) en

Heverlee/Terbank (resp. 2, l, 2 & 1 ex. - telkens balt­

send - op 3, 6, 1 3 & 1 7 /04; H. Roosen).

Goudplevier Pluvialis apricaria

1 6/01 telkens 1 ex. over Leefdaal en Korbeek-

Dijle/P lateau (B. Nef, }. Nysten)

26/02 1 7 ex. NW te SAR(}. Nysten, 1. Nel)

28/03 1 ex. over OHZ (1. Nel)

08, 1 2, 1 9 & 27 /03 resp. 2 1 ex. NO, 1 6 ex. N, 2 ex. N & 70 ex. NO te Korbeek-Dijle (P. Moysons, 1. Nel, A. Smets)

1 3/03

20/03

Fluyt)

1 ex. te Erps/Dorenveld (P. Moysons)

2 ex. NO te Huldenberg/Spitsberg (F.

Wulp Numenius arquata

23/02, 1 9/03 & 2/04 resp. 1 , 2 & 2 ex. te

Erps/Dorenveld (A. Smets, P. Moysons, F. Wyns)

0 1 /04 1 ex. Z te Haasrode/zandgroeve (W. Gous-

sey)

02/04

06/04

1 9/04

1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (J. Nysten)

2 ex. 0 te OHZ (E. Bruyninckx)

1 ex. N te SAR (R. Stoks)

Regenwulp Numenius phaeopus 27/03 2 ex. NW te Korbeek-Dijle (A. Smets)

26/04 min. 1 ex. aud N te OHZ (J. Rutten)

Grutto Limosa limosa

20/03 1 ex. te OHZ (1. Nel, R. Stoks, J. Nysten, L.

Hendrickx)

24-27/03 1 ad zom te NKV (P. Moyons, G. Vanau­

tgaerden, 1. Nel e.v.a.)

Zwarte Ruiter Tringa erythropus

22-23/04 & 4/05 resp. 2 ad en 1 ex. te OHZ (D. von

Werne, L. Hendrickx, A. Smets)

02-03/05 1 ad zom te SAR (L. Hendrickx, 1. Nel, E.

Zvar e.v.a.)

De Boomklever - september 201 1 85

Page 32: De Boomklever September 2011

Tureluur Tringa totanus Op 26/03 vloog de eerste Tureluur voor 2011 over

SAR (R. Stoks, H. Roosen, L. Hendrickx, 1. Nel).

Hierop volgden waarnemingen te OHZ (1 ex. op

17 /04; J. Kempeneers), Heverlee/Langestaart (resp.

1, l, 2 & 1 ex. op 26/04, 10-11, 19 & 24/05; J. Kempe­

neers, P. Moysons, E. Toorman e.a.) en SAR

(resp. 4, l, 1 & 1 ex. op 4, 7, 24-25 & 27-30/05; 1. Nel,

D. von Werne, J. Kempeneers, R. Stoks e.a.).

Groenpootruiter Tringa nebularia

De eerste Groenpootruiter voor 2011 zat op 16/04

te OHZ (J. Nysten). Vervolgens werden hier tot op

5/05 bijna onafgebroken 1 - 5 ex. waargenomen

(versch. waarn.). Andere waarnemingsplaatsen

waren SAR (resp. l, 2, 1 & 2 ex. op 30/04, 2, 5 &

21/05; H. Roosen, J. Nysten e.v.a.), Heverlee/

Langestaart (resp. 4, 3, 1 & 1 ex. op 22, 26/04, 4 &

9-11/05; P. Moysons, J. Kempeneers, E. Toorman)

En Korbeek-Dijle/plateau (1 ex. N op 30/04; K. Mo­

reau).

Bosruiter Tringa glareola

Op 20, 21-22, 23, 24, 25, 28/04, 30/04-3/05 & 5/05

zaten resp. 1, 2, 3, l, 12, l, 3 & 2 ex. te OHZ

(versch. waarn.). Vanop het pateau van Korbeek­

Dijle kon worden gezien hoe de groep van 12 ex. op

25/04 eerst inviel te NGB (A. Smets).

Oeverloper Actitis hypoleucos

Reeds op 1/04 werd de eerste Dijlelandse Oeverloper voor 2011 waargenomen aan de vijver van

Pécrot (T. Maniquet). Vanaf 10/04 trok de soort dan

goed door, met waarnemingen te LP (resp. 1, 2,

1, 3, 12 & 1 ex. op 10, 23/04, l, 4, 5 & 11/05; B. Ver­

straete, J. Rutten), Heverlee/Langestaart

(waarnemingen op 15 data tss. 22/04 en 20/05 -

versch. waarn.; max. 12 ex. op 5/05 - E. Toorman),

ZW (resp. 2, 1, 9 & 2 op 19, 28/04, 6 & 14/05; J.

Denonville, J. Jansen, J. Kempeneers, R. Stoks e.a.),

NGB (telkens 1 ex. op 23, 30/04 & 8/05; P. Moysons,

B. Creemers, J. Kempeneers, L. Petre), AV P

(waarnemingen op 7 data tss. 23/04 en 12/05 -

versch. waarn.; max. 4 ex. op 11/05 - A.

Hollebeke), SAR (waarnemingen op 12 data tss.

24/04 & 29/05 - versch. waarn.; max. 4 ex. op 24/05 - l. Nel), Leuven/centrum (1 ex. aud op 26/04; W.

Desmet), Tervuren/Park KMMA (resp. l, l, 2 & 3

ex. op 26/04, 4, 6 & 7 /05; N. Ryckeboer, A. Reygel

e.a.), Haasrode/industrie (1 ex. op 30/04; R.

86 De Boomklever - september 201 1

Putter. Foto: Hervé Paques

Uyttenbroeck), OH/Ormendaal (1 ex. op 2/05; L.

Hendrickx), Gastuche/Etang Paradis (1 ex. op 4/05;

H. Paques), NKV (resp. 2 & 1 ex. op 6 & 9/05; J. Nys­

ten, S. Van Looveren), OHN (3 ex. op 12/05; 1.

Nel), OHZ (resp. 1, 3 & 1 ex. op 4, 5 & 16/05; J. Kem­

peneers, R. Stoks, L. Hendrickx e.a.), Oppem (1 ex.

op 13/05; L. Hendrickx), Wilsele-Putkapel (1 ex. op

13/05; J. Verroken), Doode Bemde/Groot Rietveld

(1 ex. op 20/05; P. Moysons), Neerijse/ljsevallei (1 ex.

op 21/05; F. F luyt) en Kwerps/vijvers (1 ex. op

22/05; P. Moysons).

Bokje Lymnocryptes minimus

23/03 & 4/04 1 ex. te OHN (S. Peten)

24/03 1 ex. te Oppem (R. Stoks)

Houtsnip Scolopax rusticola

De winter veroorzaakte een opmerkelijke piek in de­

cemberwaarnemingen van Houtsnippen in het Dij­

leland: tot 3 ex. te Heverlee/Terbank op 2-31/12 (H.

Roosen), 1 ex. te LP op 10/12 (S. Goethals), 3 ex. te

Overijse/stad op 18/12 (F. Kramer), 1 ex. te Terlanen/

Terlanenveld op 19/12 (H. Roosen), 1 ex. te Kessel­

Lo/N op 22/12 (T. Vandezande) en 1 ex. te Meerbeek

op 24/12 (P. Moysons). Januari leverde enkel een ex.

op te Tombeek/Laanvallei op 29/01 (H. Roosen). Van-

Page 33: De Boomklever September 2011

af februari waren dan de gebruikelijke baltsplaatsen

weer bezet (versch. waarn.), al betreft Wilsele-Putka­

pel, met telkens balts op 9, 16 & 19/04 (R. Uytten­

broeck) een nieuwe locatie voor het archief.

Kemphaan Philomachus pugnax

24-27 /03 & 23/04 resp. 1 ex. & lm te OHZ (R.

Stoks, F. Fluyt, D. von Werne, P. Moysons e.a.)

27 /03 & 3/05 resp. 6 ex. N & 1 ad m zom N te

SAR (1. Nel, J. Nysten, R. Stoks, J. Kempeneers e.a.)

Dwergmeeuw Hydrocoloeus minutus

03/04 8 ad zom + 1 1 e zom te SAR (1. Nel, J. Kem-

peneers, J. Nysten, R. Stoks, L. Hendrickx)

Pontische Meeuw Larus cachinnans

27 /01 & 5/02 resp. 1 ad & 1 4e kj te Overijse/

Meer van Genval (L. Petre, G. Delforge)

Visdief Sterna hirundo

Tussen 24/04 en 16/05 werden op 15 data 2 Visdie­

ven waargenomen te SAR (versch. waarn.). Op

30/05 zat hier 1 ex. (L. Petre, C. Deschepper). De enige waarnemingen op andere plaatsen betroffen

2 ex. te OHN op 24/04 (J. De Rycke) en 2 ex. te NGB

op 7/05 (J. Nysten).

Zwarte Stern Chlidonias niger

22, 24, 25, 28, 30/04 & 4-6/05 resp. 1 ad, tot

16 ex., 5 ex., 1 ad, tot 34 ex. {!) & 1 ad te SAR (versch.

waarn.) 25, 30/04 & 14/05 resp. 5 ex., 4 ex. & 8 ad zom te

NGB (versch. waarn.)

20/05 1 ad te LP (E. Toorman)

Zomertortel Streptopelia turtur

25/04 1 zp te OHN (R. Uyttenbroeck, P. Moy-sons)

26/04 1 zp te SAR (G. Vanautgaerden, 1. Nel)

07105 1 zp + 5 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets)

14 & 23/05 resp. 2 & 1 ex. te OHZ (W. Des-met, J. Rutten)

Velduil Asio flammeus 05/12 1 ex. ZW te Bertem/dorp (E. Malfait, S. Van der Auwera)

Draaihals Jynx torquilla

21/04 1 ex. te OHZ (R. Stoks, J. Kempeneers, P.

" . " �

'1.t.�. ':" ���·l:��ogels

Moysons)

22/04 1 slachtoffer van kat te Heverlee/Oost

(NSG Dijleland)

Boomleeuwerik Lullula arborea

04/12 2 ex. ZW te Everberg/Vrebos (A. Smets)

01/03 1 ex. Z te Heverleebos (J. Rutten)

03 & 07 /03 resp. 1 ex. N & 6 ex. tpl te Hever-

lee/Zwanen berg (G. Bleys)

20/03 1 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (A.

Smets), 1 ex. NO te Huldenberg/Spitsberg (F. Fluyt)

Noordse Kwikstaart Motacilla thunbergi

30/04 2m te Heverlee/Langestaart (J. Kempe-

neers, B. Creemers)

01/05 min. enkele ex. NO te Korbeek-Dijle/pla-

teau (F. Fluyt)

02/05 lm te Maleizen (S. Peten)

07/05 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (J. Nysten)

Rouwkwikstaart Motacilla yarrellii

04/01 1 ad win te Wilsele/dorp (1. Nel)

27 /03 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (K. Lam-beets)

Rouwkwikstaart x Witte Kwikstaart Motacilla

yarrellii x M. alba

27 /04 1 ex. te OHZ (D. von Werne)

Duinpieper Anthus campestris

21/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle (A. Smets)

Waterpieper Anthus spinoletta

De grootste concentratie Waterpiepers van winter/

voorjaar 2010-2011 betrof 48 ex. te OHZ op

27 /03 (L. Hendrickx). De laatste 4 ex. van het voor­

jaar verbleven hier op 6/04 (versch. waarn.).

Pestvogel Bombycilla garrulus

Er waren nog steeds Pestvogels in de streek: 2 & 14/12 resp. 2 & 1 ex. te Leuven/cen-

trum (J. Almeida)

17-23/12 1 ad v te AVP (E. Zvar e.v.a.) 21/12 1 ex. te Kessel-Lo/Z (K. Geukens) 01/01 7 ex. te Loonbeek/Ganspoel (N. Rycke-

boer) 25, 28/01-3/02& 9/02 2 1 e win te Winksele (F. Vandekeybus e.v.a.) 20/03 1 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets)

De Boomklever - september 2011 87

Page 34: De Boomklever September 2011

Nachtegaal Luscinia megarhynchos Na een eerste waarneming van een zingende Nach­tegaal op 14/04 te Winksele (R. Ghijsen) was er in de behandelde periode eindelijk nog eens een lang­durig bezette zangpost in de Dijlevallei, van 19 /04 tot en met 23/05 kon immers een ex. gehoord wor­den te OHZ (J. Rutten e.v.a.). De enige andere Nachtegalen zongen op 20/05 te Erps-Kwerps/Sil­sombos (3 zp; T. Neirynck) en op 27 /05 te Heverlee/Langestaart (B. Willaert).

Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus

09/04 lm te OHN (T. Vandezande) 19 & 30/04 1 zp te Blanden (J. Rutten, P. Moysons, R. Uyttenbroeck) 20/04 1 v te Bierbeek/Builoog (D. von Werne) 09/05 lm te Haasrode/zandgroeve (D. von Wer-ne) 10/05 1 zp te Winksele (M. De Beenhouwer) 29-31/05 1 zp te Leuven/centrum (F. Fluyt; zit er al langer)

Zwarte Roodstaart Phoenicurus ochruros Winterwaarnemingen waren er op 4/01 te Kessel­Lo/centraal (lm; K. Aerts) en op 21/02 te Heverlee/ W (R. Uyttenbroeck).

Paapje Saxicola rubetra Een vroeg Paapje werd reeds op 2/04 gemeld te Erps/ Dorenveld (F. Wyns). Nadien werd de soort opgemerkt op de volgende plaatsen: Haasrode/zand­groe.ve (resp. l, 3, 1, l, 5, 2 & 1 ex. op 11, 22, 29, 30/04, l, 8 & 12/05; D. von Werne, G. Vanautgaerden e.a.), Heverlee/0 (telkens lm op 22/04 &

2/05; J. Kempeneers), Oud-Heverlee/Ormendaal (lm op 22/04; D. von Werne), Plateau Sterrebeek -Moorsel (1 ex. op 22/04; A. Smets), Korbeek-Dijle/ plateau (resp. l, 1, 1, 1, 7, 2 & 1 ex. op 23, 25-26, 30/04, 1, 2, 4, 7-8/05; R. Stoks, J. Nysten, F. Van Hove, A. Smets), Leefdaal/plateau (resp. 2 & 4 ex. op 23 & 30/04; l. Nel, J. Nysten e.a.), OHZ (resp. 2, 4 & 6 ex. op 26/04, 1 & 2/05; G. Vanautgaerden, R. Stoks, R. Polfliet e.a.), Oppem (1 ex. op 30/04; J. Kempeneers, P. Moysons, K. Moreau, R. Uyttenbroeck), Erps/Dorenveld (lm op 1/05; L. Raty), Winksele (1 ex. op 1/05; G. Bleys), Gastuche/ Grands Prés (1 v op 2/05; H. Paques), SAR/Vette Weide (1 ex. op 7/05; J. Nysten) en Leefdaal/ Duivendelle (1 ex. op 9/05; M. O' Briain).

88 De Boomklever - september 201 1

Tapuit Oenanthe oenanthe De eerste Tapuiten voor 2011 waren meteen 8 ex. te Erps/Dorenveld op 2/04 (F. Wyns). Nadien werd de soort op 28 data van 6/04 tot 15/05 genoteerd op 18 Dijlelandse locaties (versch. waarn.). Het grootste aantal betrof 16 ex. op 1/05 te Leefdaal/pla­teau (J. Nysten).

Beflijster Turdus torquatus Met een totaal van 21 meldingen was het een goed voorjaar om Beflijsters waar te nemen in het Dijleland. De eerste twee ex. vlogen op 28/03 over het plateau Sterrebeek - Moorsel (A. Smets), waar vervolgens nog Beflijsters werden gezien op 29/03, 18/04 (telkens lml v; A. Smets) en 19/04 (lm; F. Vandeputte). Andere waarnemingsplaatsen waren Bierbeek/Mollendaal Plateau (1 ex. op 29/03; J. Kempeneers), Korbeek-Dijle/plateau (resp. lml v, 1 ex. 0, 1 ex. N, lm2v, lml v N & 1 ex. op 2, 3, 6, 17, 21 & 22/04; J. Nysten, F. Fluyt, A. Smets, L. Hendrickx, R. Stoks), Leuven/centrum (1 v kort pleisterend op 7 /04; R. Stoks), Winksele (1 ex. op 8/04; P. Moysons), Neerijse/Doode Bemde (lm op 10/04; P. Hendrickx, G. Delforge), Terlanen/Terla­nenveld (2 ex. op 20/04; R. Ghijsen), Bertem/Koeheide (3 ex. op 21/04; G. Bleys) en Leef­daal/plateau (1 ex. op 25/04; F. Fluyt, A. Smets, L. Hendrickx).

Cetti's Zanger Cettia cetti

Alweer een strenge winter, en alweer hebben onze Cetti's Zangers er niet al te veel last van gehad, in tegenstelling tot de situatie in sommige andere re­gio's. Tijdens het voorjaar 2011 werden immers nog steeds drie territoria geteld te OHN, 2 te OHZ en 2 te SAR (versch. waarn.). In de Doode Bemde waren er waarnemingen op 2 locaties, waaronder minstens één territorium (J. Kempeneers, J. Menten). Dit maakt dat de Dijlelandse populatie anno 2011 op minstens 8 paren geschat kan worden.

Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus Op 4/04 werden de eerste Rietzangers voor 2011 ge­hoord, en het waren er meteen twee te OHN (T. Vandezande). Hier werd nadien enkel nog op 6/04 een ex. gemeld. Vanaf 5/04 zong er ook een ex. te OHZ (T. Vandezande e.a.), en dat bleef zo tot min­stens op 24/05 (versch. waarn.). Ook te SAR was minstens één territorium gevestigd, met waarne-

Page 35: De Boomklever September 2011

mingen tss 10/04 en 22/05 (versch. waarn.) en een

maximum van 3 zp op 14/04 (1. Nel). Zowel te OHZ

als te SAR viel op dat er nagenoeg geen

waarnemingen uit de eerste twee decaden van mei

zijn ... de stilte tijdens het broeden en dus goed

nieuws? Andere waarnemingsplaatsen waren A V P

(telkens 1 zp op 13/04 & 11-11/05; ]. Nysten, ].

Denonville, A. Hollebeke, F. Rampelbergh) en NKV

(1 ex. op 19/04; G. Vanautgaerden).

Spotvogel Hippolais icterina

Alle waarnemingen: 1 zp op het plateau Sterrebeek -

Moorsel op 9, 11 & 29/05 (O. Hendrick, A.

Smets, VWG NW-Brabant), 1 zp te Leefdaal/Dui­

vendelle op 12/05 (H. Roosen), 2 zp te Erps/

Dorenveld op 22/05 (P. Moysons) en 1 zp te Wilsele­

Putkapel op 30/05 (W. Desmet).

Zwartkop Sylvia atricapilla

Er was een winterwaarneming van een mannetje op

een voederplaats te Winksele op 9/01 (P.

Luyten).

Braamsluiper Sylvia curruca

De eerste Braamsluiper voor het voorjaar van 2011

zong op 21/04 te Haasrode/industrieterrein (D.

von Werne), waar hij nog tot op het einde van de

besproken periode aanwezig bleef (versch. waarn.).

Andere waarnemingsplaatsen waren: Bertem/Koe­

heide (1 zp op 22, 24/04 & 28/05; G. Bleys, T.

Vandenberghe), Plateau Sterrebeek - Moorsel (1 zp op 24/04; R. De Boom), Bierbeek (1 zp op 30/04-

1/05 & 8/04; D. von Werne), Wilsele-Putkapel/dorp

(1 zp op 4/05; E. Meert), Kwerps/Zuurbeekvallei

(1 zp op 7 & 22/05; R. Ghijsen, P. Moysons), Kessel­

Lo/N {1 zp op 9/05; R. Uyttenbroeck), AVP (1 zp op 9-10/05; ]. Menten, W. Vanwesemael) en Kessel­

Lo/centraal (1 zp op 12/05; E. Toorman).

Fluiter Phylloscopus sibilatrix

20/04 1 zp te Tervuren/Kapucijnenbos (R. Ghij-sen) 22/04

Smets) 1 zp te Plateau Sterrebeek - Moorsel (A.

30/04 1 zp te Oud-Heverlee/Ormendaal (P. Moy-sons, R. Uyttenbroeck) 07 /05 1 zp te Bertem/Bertembos (F. Geenen) 08/05 4 zp te Haasrode-Bierbeek/Mollendaal-

woud (M. Walravens, G. Bleys, R. Stoks), 1 zp te He­

verleebos (F. Vandeputte)

20/05 1 zp te Tervuren/ Arboretum (R. De Boom)

Tjiftjaf Phylloscopus collybita

De winterwaarnemingen: telkens 1 ex. te LP op 9,

25/12 & 3/01 (B. Verstraete, K. Hansen, B. Zurings),

1 ex. te Tervuren/Park KMMA op 11/12 (F. Hollan­

der) en 1 ex. te Heverlee/ Arenberg op 16/02 (T.

Meekers).

Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata

5 & 10/05 resp. 1 ex. & 2 ex. te Heverleebos

(]. Kempeneers, R. Stoks)

8, 11 & 13/05 telkens 1 ex. te Bierbeek/Mol­

lendaalwoud (M. Walravens, P. Moysons, D. von

Werne)

10, 11 & 17 /05 resp. 2 koppels, 2 ex. & 1 ex. te

Haasrode/Mollendaalwoud (R. Stoks, ]. Kempe­

neers, D. von Werne)

21/05 1 ad te LP (N. Ryckeboer), 1 ex. te Tervu­

ren/Zoniënwoud (A. Seynaeve), 1 zp te Bertem/Ber­

tembos (W. Claes)

Bonte Vliegenvanger Ficedula hypoleuca

15/05 lm te Vaalbeek (J. Denonville)

Baardmannetje Panurus biarmicus

6, 8 & 13/12 1 ex. te OHZ (R. Uyt-

tenbroeck, ]. Lambrechts) 21/01, 20-25/02 & 5-20/03 resp. 1 ex., lm & lm te

SAR (R. Uyttenbroeck, L. Hendrickx e.v.a.)

Baardmannetje in SAR. Foto: Ingrid Nel

De Boomklever - september 201 1 89

Page 36: De Boomklever September 2011

Middelste bonte specht Foto: Stephan Peten

90 De Boomklever - september 201 1

Page 37: De Boomklever September 2011

Buidelmees Remiz pendulinus

23/03 1 ex. te OHN (S. Peten)

Witkopstaartmees Aegithalos caudatus caudatus

De invasie van Witkopstaartmezen, die sinds no­

vember 2010 merkbaar was in de Lage Landen en

ook de eerste Dijlelandse waarnemingen met zich

mee bracht, leidde in de besproken periode nog

tot de volgende gevallen: telkens 1 ex. te Leuven/

centrum op 14 en 21/12 (R. Stoks), telkens 1 ex. te

Tervuren/Park KMMA op 27/12, 31/01 en 1-2/02

(C. Carels, C. Deschepper), 2 ex. te Leefdaal/

Korbeekstraat op 29/12 (K. Van Scharen), 1 ex. te

OHZ op 31/12 (J. Rutten), 1 ex. te Heverlee/O op

5/01 (P. Moysons), 1 ex. te Heverlee/Langestaart op

24/01 (F. Baert) en 1 ex. te Overijse/stad op

26/02 {l. Nel). Ter vergelijking: witkoppige staartme­

zen A. c. europaeus werden tijdens dezelfde

periode opgemerkt te Néthen, Oppem, OHZ, He­

verlee/ Arenberg en Erps-Kwerps (versch. waarn.).

Russische Kauw Corvus monedula soemmerringii Exemplaren met kenmerken van deze ondersoort

werden waargenomen op 26/12 te Egenhoven en

op 11/03 te Heverlee/Terbank (J. Lenaert).

Wielewaal Oriolus oriolus

De enige waarneming (!) van het voorjaar betrof een

zingend mannetje op 14/05 te Bertem/

Bertembos (F. Geenen).

Europese Kanarie Serinus serinus 07 /03 1 ex. te Heverlee/Langestaart (B. Willaert)

Kleine Barmsijs Carduelis cabaret

Kleine Barmsijzen werden tijdens de winter 2010-

2011 op de volgende plaatsen waargenomen: Sint­Joris-Weert (2 ex. op 2/12; R. Stoks), SAR (2 ex. op

25/12; R. Stoks), OHZ {9 waarnemingen van 9/01-

16/03 - versch. waarn.; maximum 15 ex. op 19/02 -

F. Vandeputte; 1 zingend ex. op 16/03 - J.

Rutten), OHN {4 ex. op 16/01; D. von Werne), Hul­denberg/Spitsberg (resp. 3 & 1 ex. op 20 & 27 /03; F.

F luyt) en OH/dorp (1 zingend m op 9/04; J. Rutten).

Grote Barmsijs Carduelis flammea 31/12 & 16/01 resp. 12 & 3 ex. te OHN (J. Nys-

ten, L. Hendrickx, D. von Werne)

18/03 2 ex. te Wijgmaal (L. Smets)

barmsijs sp. Carduelis cabaret!flammea

';. �·: f.j . ..:. .

�'Vogels -...... .:� �

15, 31/12, 19/01, 14/02, 4 & 12/03 1-2 ex. te

OHZ (J. Lambrechts, J. Rutten, J. Menten)

27 /12, 9/01, 2, 18, 26/02, 2-3/03 resp. 1, 2, 11,

1, 1 & 1 ex. te OH/dorp (J. Rutten)

28/12 & 12/03 telkens 1 ex. over Huldenberg/

Spitsberg (F. Fluyt)

09/01 1 ex. ZW te Winksele (F. Geenen)

16/01, 9/02 resp. 28 & 1 ex. te OHN (D. von

Werne, J. Lambrechts)

29/01 1 ex. te SAR/Rodebos (J. Menten)

30/01 30 ex. te Overijse/Meer van Genval (S. Pe-

ten)

06/02 8 ex. te Bierbeek/Mollendaalwoud (G. Cat-

thoor)

08/02 6 ex. te AVP (G. Catthoor)

12/02 1 ex. te Haasrode+ 1 ex. te Meerdaalwoud/

Heide (J. Menten)

13/02 5 ex. te SAR (J. Menten)

02/03 1 ex. NO te Terlanenveld (H. Roosen)

12/03 1 ex. W te Bertem/Koeheide (G. Bleys)

Noordse Goudvink Pyrrhula pyrrhula pyrrhula Op 28, 30/12, 1 & 3/01 verbleven resp. 1 v, lml v, 1

ex. & 1 ex. te SAR (R. Stoks, J. Nysten, J. Menten).

Minstens op 28 & 30/12 kon worden vastgesteld dat het om de intussen gekende teutertypes ging. Twee andere waarnemingen van Noordse Goudvin­

ken werden opgetekend te OHZ (1 ex. op 31/12; R.

Stoks) en in Rodebos (1 v op 30/01; J . Menten).

Grauwe Gors Emberiza calandra 5/12-7/02 waarnemingen tot 15 ex. op 22 data te

Leefdaal/plateau (versch. waarn.) 24/12, 1, 9/01 & 19/03 resp. 11, 3, 1 & 1 ex. te Kor­

beek-Dijle/plateau (R. Stoks, J. Nysten, L. Raty)

25-26/12 2 ex. te Kessel-Lo/N (T. Vandezande) 01/01 1 ex. te Haasrode/zandgroeve (D. von Werne)

14/03 1 ex. over te Gastuche/Grands Prés (H. Paques)

14 & 19/03 telkens 1 ex. te Leefdaal/plateau (D. von

Werne, J. Nysten)

20/04 1 zp te Erps/Dorenveld (P. Moysons)

De Boomklever - september 20 1 1 91

Page 38: De Boomklever September 2011

Fenologie

Soort ' Eerste data ; #+locatie

Wespendief 25/04 1 N Doode Bemde

Pernis apivorus 29/04 1 NO Kessel-Lo/N

Bruine Kiekendief 10/02 1 Leefdaal

Circus aeruginosus 13/02 lOHZ

Boomvalk 10/04 1 NO Korbeek-Dijle

Falco subbuteo 12/04 1 NO Moorsel/plat.

Koekoek 08/04 1 Doode Bemde

Cuculus canorus 09/04 !SAR

Gierzwaluw 19/04 2 Leuven

Apus apus 21/04 5 Heverlee/Oost

Oeverzwaluw 20/03 !SAR

Riparia riparia 23/03 50HZ

Boerenzwaluw 16/03 2SAR

Hirundo rustica 18/03 2 LP, 4 SAR/Hoek

Huiszwaluw 21/03 !SAR

Delichon urbicum 28/03 1 AV P,1 OHZ

Gele Kwikstaart 27/03 1 OHZ, 1 Ijsebroeken, 1 Dorenveld

Motacilla flava 02/04

Boompieper 27/03

Anthus trivialis 28/03

Blauwborst 30/03

Luscinia svecica 01/04

Zwarte Roodstaart 12/03

Phoenicurus ochruros 15/03

Roodborsttapuit 09/03

Saxicola rubicola 12/03

Sprinkhaanzanger 06/04

Locustella naevia 07/04

Kleine Karekiet 09/04

Acrocephalus scirpaceus 10/04

Bos rietzanger 30/04

Acrocephalus palustris 01/05

Tuinfluiter 09/04

Sylvia borin 15/04

Zwartkop 25/03

Sylvia atricapilla 26/03

Grasmus 08/04

Sylvia communis 09/04

1jiftjaf 02/03

Phylloscopus collybita 09/03

Fitis 23/03

Phylloscopus trochilus 25/03

92 De Boomklever - september 2010

14 Dorenveld

1 NO Korbeek-Dijle

1 NO Moorsel

lOHZ

!SAR

1 Winksele

1 Leuven

1 Korbeek-Dijle

!SAR

lOHN

! NKV

lOHZ

!SAR

1 NKV,1SAR,1 OHN

! AVP

1 Heverlee/ Arenberg

1 NKV, 1 Overijse/stad

1 SJ-Weert, 1 Leuven

5 locaties

1 Langestaart, 1 NKV

1 Korbeek-Dijle

1 Kessel-Lo/Kesselberg

1 Leuven/centrum

1 zp te Overijse

1 zp te OHZ

1 Waarnemers

J. Kempeneers

S. Goethals

H. Roosen

J. Menten

A. Smets

A. Smets

G. Bleys

l. Nel

LP Arnhem

K. Gielen

T. Vandezande

S. P eten

NSG Dijleland

B. Verstraete, A. Smets

l. Nel

W. Goussey, R. P olfliet

verschillende waarn.

F. Wyns

A. Smets

A. Smets

P. Moysons

J. Nysten

J. Van trappen

P. Moysons

H. Roosen

1. Nel

T. Vandezande

R. Stoks

L. Hendrickx.

1. Nel

verschillende waarn.

W. Goussey

B. Willaert

M. Walravens, l. Nel

R. Stoks, J. Lambrechts

Versch. waarn.

R. Uyttenbroeck, J Kempeneers

T. Vandezande

T. Vandezande

F. Van de Meutter

1. Nel

P. Moysons

Page 39: De Boomklever September 2011

Blauwborst. Foto: Eric Malfait

Samenstelling Kelle Moreau, [email protected]

Medewerkers en correspondenten Michaël Abts, Kamiel Aerts, Raf Aerts, Lars Akkermans, J. Almeida , Louis-Philippe Arnhem, Tim Audenaert, Frederik Baert,

Jan Baert, Stijn Baeten, Rutger Barendse, Mathieu Bauduin, Peter Bellen, Hugo Bender, Sébastien Benisch, Bruno Bergmans,

Koen Berwaerts, Geert Bleys, Pierre Blocloc, Pierre-Yves Bodart, Stephen Boddington, Alain Boeckx, Johan Bogaert, Wannes

Bogers, Luc Boon, Stijn Borny, Frank Boulanger, Kurt Boux, A. Braem, Bernard Brochier, Lucien Brochier, Jonathan Brutin,

Evert Bruyninckx, Vincent Bulteau, Juul Buys, Tim Caers, Erik Callebaut, Linde Camps, Dany Capart, Charles Carels, Guido

Catthoor, Rik Claes, Warre Claes, Yann Coatanéa, Peter Collaerts, Stijn Cooleman, Patricia Cornet-Poussart, Jean Coulee,

Bart Creemers, Jos Cuppens, Jonas Daems, Véronique Daems, Willy Daems, Jean Dandois, Paul Dauwe, Johan De Baere,

Edward Debbaut, Matthias De Beenhouwer, Andreas De Black, Benoit De Boeck, René De Boom, Lut De Broeck, Erik De Broyer, Steven De Bruycker, J. De Cock, Nicolas De Crom, Krista De Greef, Rik De Jaegher, Pierre Manuel De Lemos Esteves,

Gilles Delforge, Johan De Meirsman, Tom Deroover, Bart De Rudder, Johan De Rycke, Marc Derycke, Steven De Saeger,

Frans De Schampelaere, Stefaan D'Espallier, Lieve De Vis, Frederik De Vos, Gerrit De Vos, Kris De Wit, B. Demarsin, Johan

De Boomklever - september 2010 93

Page 40: De Boomklever September 2011

Denonville, Wout De Rouck, Chantal Deschepper, Louis Desmet, Wouter Desmet, Pierre Devillers, Joost Dewyspelaere,

Pieterjan D'Hont, Steven D'Hont, Sven D'Huyvetter, Catherine Dickburt, Gwenn Dodeur, Daan Drukker, Annelies Dupont,

Michiel Dusselier, Nicolas Dutoit, Joris Elst, Mathias Engelbeen, J. Eyletten, Paul Falkenback, Ronan Felix, Simon Feys, Jacky

Fléron, Patrick Floré, Frederik Fluyt, Gerda Fluyt, Marc Fosséprez, Frans Geenen, Hilde Geeraerts, Stefan Gerris, Kathleen

Geukens, Raf Ghijsen, Sander Ghijsen, Karin Gielen, JP Gillain, Nicole Goetghebeur, Sven Goethals, Edward Godts, Patrick

Goubau, Niels Goulem, Werner Goussey, Christophe Gruwier, Karl Hammarlund, Krien Hansen, Olivier Hendrick, Maxime

Hendrick, Luc Hendrickx, Peter Hendrickx, Jo Hendriks, Roel Hendriks, Dirk & Walda Hennebel, Philippe Hermand, S.

Hermans, Marc Herremans, Marc Hofman, Peter Hofman, Franck Hollander, Anthony Hollebeke, Sylvian Hotton, Michel

Houssa, Ronny Huybrechts, Jacques lde, Philippe Jacob, Gauthier Jacobs, Willem Jans, Johannes Jansen, Guy Janssens, Stefan

Janssens, Jochen Kempeneers, E. Kerssens, Steven Keteleer, Gerda Keulemans, Jean Kiebooms, Fried Kramer, Johan Laere­

mans, Kevin Lambeets, Jorg Lambrechts, Ewout L'Amiral, Merlijn L'Amiral, Brecht Laukens, Raphael Lebrun, Elfriede Le

Docte, David Leemans, Stijn Leestmans, Vincent Legrand, Karel Lemmens, Jan Lenaert, JK Leroy, Iwan Lewylle, Jean-Marie

Lommaert, Ken Lossy, Michel Louette, Patrick Luyten, Eddy Macquoy, Yvan Mahaux, Eric Malfait, Ann Mallentjer, Thierry

Maniquet, Greet Mathijs, Tine Meekers, Etienne Meert, Roger Meganck, Luc Menschaert, Joris Menten, Patrick Michel,

Dimitry Michiels, Stéphane Michiels, Erik Molenaar, Kelle Moreau, Pieter Moysons, Bart Mulkens, Marit Mussche, Bruno

Nef, Laurentz Nef, Tony Neirinck, Ingrid Nel, Michael Nicolai, Hans Nietvelt, Griet Nijs, Marc Nollet, Bastiaan Notebaert,

Paul Nuyts, Rik Nuyts, Johan Nysten, Micheal O 'Briain, C. Olivier, Hervé Paques, Christian Paquet, Bernard Pasau, Geert

Pauwels, Kris Peeters, Jan Pelckmans, Annabel Pennings, Stephan Peten, Ludovic Petre, Carlos Plevoets, Renaat Polfliet, Jo­

nas Portier, Yvon Princen, Fre Rampelbergh, Laurent Raty, Stijn Raymaekers, Thomas Reher, Paivi Reijonen, Steven Renders,

Alain Reygel, G. Rijmenans, Johan Robben, Hans Roosen, Jean-Sébastien Rousseau-Piot, Jos Rutten, Niels Ryckeboer, Geert

Ryken, Wim Sauwens, Maarten Schurmans, Benoît Segaert, Koen Selleslagh, GuiUaume Senterre, JB Sepulchre, Adriaan

Seynaeve, JF Simonart, Dan Slootmaekers, Axel Smets, Ludo Smets, Philippe Smets, Lars Smout, Jan Soors, Joris Souffreau,

lngemar Spelmans, Peter Standaert, Christof Stessens, Gerrit Stockx, Robby Stoks, Reinhardt Strubbe, Stefaan Sys, Julien

Taymans, Koen Thibau, Koen Thijs, Koen Thonissen, Filiep T 'Jollyn, Erik Toorman, Roel Uyttenbroeck, Kasper Van Acker,

Gert Vanautgaerden, Herman Van Bosstraeten, Kristof Van Breedam, Filip Vandekeybus, André Van De Laer, Harry Van De

Laer, Frank Van de Meutter, Thomas Vandenberghe, Yves Vanden Bosch, Gert Vanden Broeck, Hans van den Broeck, Chris

Van den Haute, Dieter Van den Heuvel, Frank Van Den Houte, Maarten Vanderhallen, Maarten Vandervelpen, David Van

den Schoor, Guido Van den Wyngaert, John Vandeput, Lisbeth Vandeput, Michaël Vandeput, Filip Vandeputte, Stefaan Van

der Auwera, Chris Vanderperre, Stefan Vandevenne, Hilde Vandevoorde, Gert Vandezande, Tom Vandezande, Benny Van

Dyck, Wim Van Gils, Wouter Van Gompel, Johan Vanhees, Gerda Van Hoovels, Frits van Hout, Fabrice Van Hove, Kathleen

Vanhuyse, Sien Van Looveren, Philippe Vanmeerbeeck, Marc Van Meeuwen, Gertjan van Noord, Mattias Van Opstal, Koen

Van Overtveld, Paul Van Sanden, Kris van Scharen, Johanna Van Tonder, Joost Vantrappen, Mathijs Vantrappen, Willy Van­

wesemael, Wim Veraghtert, Dirk Verbeelen, Andre Verboven, Hans Verboven, Erwin Vereecken, Emmanuel Verhegghen,

Wim Verheyden, Lies Verlinden, Glenn Vermeersch, Robin Vermeylen, Jan Verroken, Patrick Versonnen, Bart Verstraete, Dirk von Werne, Christian Voogd, Kris Vos, Marc Walravens, Denzil Walton, Martine Wauters, Siel Wellens, Judy Wickens,

Bernd Willaert, Wim Willems, Courtenay Willis, Sander Wouters, Philippe Wyckaert, Koen Wyers, Francis Wyns, T. Yse­

baert, Bert Zurings en Ernesto Zvar.

94 De Boomklever - september 201 1

Page 41: De Boomklever September 2011

�H�·�· ; ctiviteiten

3:�··

Activiteiten

Alle activiteiten van de Natuurstudiegroep Dijleland en eventuele wijzigingen zullen ook

aangekondigd worden via de Dijlevallei-maillijst (http://groups.yahoo.com/group/Dijle­

vallei/).

Zondag 2 oktober 2011

Simultaantrektelling

Dé kans op het spectaculaire vogeltrekgebeuren met eigen ogen te observeren.

Afspraak: trektelpost Bredeweg te Leefdaal: http://www.natuurstudiegroepdijleland.be/trek.htm

Leiding: Frederik Fluyt ([email protected], 0479920172)

Los van de beide simultaantellingen zal deze tel post ook de meeste andere weekends van september tot half no­vember bemand worden. Kort na zonsopgang is de beste tijd tot het einde van de voormiddag, maar bij goede roofvogeltrek wordt er ook 's namiddags doorgeteld. Soms zullen ook de telposten aan het Pompstation van Meerbeek en aan het Sanatorium van Tombeek bemand worden. Alle resultaten verschijnen op trektellen.nl

Zaterdag 15 oktober 2011

Watervogel telling

Een voormiddagexcursie langs de belangrijkste watervogelgebieden in de Dijlevallei om de overwinterende watervogels in kaart te brengen.

Afspraak: 8u30, station van Oud-Heverlee Leiding: Luc Hendrickx ([email protected], 0477192835)

Zondag 23 oktober 2011

Simultaantrektelling

Dé kans op het spectaculaire vogeltrekgebeuren met eigen ogen te observeren.

Afspraak: trektelpost Bredeweg te Leefdaal: Leiding: Frederik Fluyt ([email protected], 0479920172)

Zaterdag 12 november 2011

Watervogel telling

Een voormiddagexcursie langs de belangrijkste watervogelgebieden in de Dijlevallei om de overwinterende watervogels in kaart te brengen.

Afspraak: 8u30, station van Oud-Heverlee Leiding: Luc Hendrickx ([email protected], 0477192835)

De Boomklever - september 2011 95

Page 42: De Boomklever September 2011

Zondag 4 december 2011

Monitoring Sleedoornpage

Een namiddagexcursie op zoek naar eitjes van de Sleedoornpage op de Koeheide om de populatiedynamiek van

deze soort op lange termijn op te volgen.

Afspraak: 14u, aan het einde van de Bremstraat in Heverlee

Leiding: Bart Creemers ([email protected], 0496893106)

Zaterdag I 7 december 2 0 I I

Watervogel telling

Een voormiddagexcursie langs de belangrijkste watervogelgebieden in de Dijlevallei om de overwinterende

watervogels in kaart te brengen.

Afspraak: 8u30, station van Oud-Heverlee Leiding: Luc Hendrickx ([email protected], 0477192835)

Wasplatenexcursies

Zoektochten naar deze kleurige graslandpaddenstoelen zullen aangekondigd worden via de Dijlevallei-mail­lijst: http://groups.yahoo.com/group/Dijlevallei/.

96 De Boomklever - september 201 1

Page 43: De Boomklever September 2011

Deze actueelrubriek op de keerzijde van de achterflap is ondertussen zowat traditie geworden ... Het was bij aan­vang de bedoeling om één bijzonder "natuur-event" uit het voorbije trimester even in herinnering te brengen. Maar er zijn zo van die periodes dat in de Dijleregio alles tegelijkertijd schijnt te gebeuren en dan is het erg moei­lijk kiezen wat nu die extra aandacht verdient!

Zou ik kiezen voor vogels dan weet ik niet of ik het reigerfestival met permanent enkele Grote zilverreigers, tot 8 ex. Kleine zilverreiger, 1 tot mogelijk 3 Kwakken en behoorlijke aantallen Blauwe reiger, dan wel de nieuwe juli­waarneming van Reuzenstern of nog de waarneming van 5 "aai bare" Krombekstrandlopers op het Terlanenveld, als uitschieter zou kiezen.

Dan maar naar de ongewervelden ... maar ook hier een overvloed van zeldzamere beestjes. Of wat dacht u van: Keizersmantel, Grote Vos, Kleine ljsvogelvlinder, Grote weerschijnvlinder en zelfs een Phegea-vlinder, er kwam

gewoon geen einde aan en terloops werd ook nog een Bronlibel gespot. En zo komt het dat ik uiteindelijk opteerde voor de "Grote Beverhapening" ! Het is met name echt niet alledaags om gedurende 3 dagen , van 19 tot 21 juli, meerdere tientallen vrijwilligers ergens in de vallei met enthousiasme te zien postvatten om gedurende enkele koude en natte uren de al-dan-niet aanwezigheid van Bevers te noteren. Dit gebeurde in het kader van een doctoraal onderzoek door Kristijn Swinnen (Univ.Antw) naar de Europese be­ver in Vlaanderen. Opvallend was toch het aantal waarnemingen. Exacte cijfers volgen later wel, maar de meeste deelnemers zagen wel één en soms meerdere dieren. Ook werden er erg fraaie foto's gemaakt en sommigen gingen

hierbij toch wel erg ver! Of wat dacht u van het volgende tafereel: de fotograaf, foto-apparaat in de hand, in buiklig op de Dijle-oever met het hoofd naar het water, waarbij zijn partner hem bij de enkels houdt om te verhinderen dat hij in 't water schuift ... ! En op de andere oever een Bever die zich wellicht afvroeg wat voor vreemde wezens er die avond opdoken ...

Kris van Scharen

De Boomklever - september 201 1

Page 44: De Boomklever September 2011

Inhoud Cl! J - •

EDITORIAAL Klaproos

AMFIBIEEN

Vurige inzet : Vuursalamanders in Meerdaa/woud

en Dij/eva/lei (20 I0-2011)

LEPIDOPTERA

De dag- en nachtvlinders (Lepidoptera) van het Dijle/and

Deel Il: Ethmiidae tot en met de Choreutidae

57

58

(Glittermotten) 63

PLANTEN

Fladderiep in het Dijle/and

BIODIVERSITEIT

Dijlelandse biodiversiteit opgelijst

(april-juni 2011)

VOGELS

Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dij/eva/lei

en omgeving, december 20 I 0 - mei 20 I I

ACTIVITEITEN

coverfoto: Bronlibel in Meerdaalwoud

foto: Johan De Rycke

! Il

69

72

79

95