De Boomklever Maart 2011

32
- -- Tijdschrift van de Natuurstudiegroep Dijleland I J Jaargang 38 - maart 20 II 111

description

 

Transcript of De Boomklever Maart 2011

-

� --

Tijdschrift van de

Natuurstudiegroep Dijleland

I

J

Jaargang 38 - maart 20 II

111

S N � :UUR STUDIEGROEP

; IJ e Regionale werkgroep vn11 Natuurpunt Studie vzw na tLJ LJ rp Lint

tud•e

Bestuur

• Bart Creemer (voorzitter), Aarschotsesteenweg 420, 3012 Wilsele, 0496-893106

• Kri Van Scharen (penningmeester), Korbeekstraat 27,

3061 Leefdaal, 02-7672638

• Bruno Bergmans, Mgr. Van Waeyenberglaan 54 DIS bus3,

3000 Leuven, 0498-760722 • Herwig Blockx, Rue du Culot 42, 1320 Tourinnes-la-Grosse,

010-862466 • Frederik Fluyt, Rapengang 24 bus 4, 3000 Leuven, 0479-920172

• Maarten Hens, Dorpsstraat 48, 3078 Meerbeek, 0473-244752

• Joris Menten, W. De Croylaan 49/21, 3001 Heverlee, 0495-275393

• Kelle Moreau, Korenbloemlaan 5, 3052 Blanden, 0486-125877 • Hans Roosen, Abstraat 101, 3090 Overijse, 02-6879518

• André Verboven, Groeneweg 60, 3001 Heverlee, 016-238184

Werkgroep vogels

• Archivering en rapportering waarnemingen: Kelle Moreau (kelle. [email protected])

• Watervogeltellingen, Luc Hendrickx( luchendrickx2003@yahoo.

com)

• Broedvogelprojecten, akkervogels: Maarten Hens (maartenhens@ yahoo.co.uk)

• Trektellingen: Frederik Fluyt ([email protected])

Werkgroep zoogdieren

• Archivering waarnemingen: Kelle Moreau ([email protected])

• Vleermuizen: Hans Roosen ([email protected]) • Hamster : Maarten Hens ([email protected])

Werkgroep ongewervelden

• Archivering en rapportering waarnemingen: Bart Creemers ([email protected])

Werkgroep planten

• Themaverantwoordelijke: Joris Menten {[email protected])

Website: www.na tuurstudieg roepdijlela nd .be

Rondzendlijst Dijleland: Stuur een blanco e-mail naar :

[email protected]

• ' •

De Boomklever

Driemaandelijks tijdschrift van de Natuurstudiegroep Dijleland. De Boomklever brengt bijdragen over studie en beheer van de biodiver­siteit in het Dijleland en verschijnt viermaal per jaar (maart, juni, sep­

tember, december).

Redactie

Hoofdredacteur: Bruno Bergmans

leden: Herwig Blockx, Bart Cree­mers, Frederik Fluyt, Maarten Hens, Kelle Moreau en Kris van Scharen

Redactie-adres Artikels, foto's en korte bijdragen worden verwacht op het redactiese­cretariaat, p/a Bruno Bergmans e-mail: [email protected]

Het copyright van de teksten, il­lustraties en foto's blijft bij de res­pectievelijke auteurs, tekenaars en fotografen. Overname is mogelijk mits hun uitdrukkelijke toelating en bronvermelding

Abonnement Geïnteresseerden kunnen De Boomklever ontvangen door overschrijving van 10 €op reke­ningnummer 001-1552168-50 van de Natuurstudiegroep Dijleland, met opgave van naam en adres. Een steunabonnement kost 15 € of meer.

Natuurpunt vzw Natuurpunt is de grootste vereni­ging voor natuur en landschap in Vlaanderen. Ze telt 87.000 leden en beheert 17.000 hectare natuurge­bied. Lid worden van Natuurpunt vzw kan door storting van 24 € op rekeningnummer 230-0044233-21.

www.natuurpunt.be

Druk: www.Koloriet.info Oplage: 200 ex.

v.u.: B. Creemers, Aarschotsesteenweg 420

-3012 Wilsele

1 nstant succes

In de vorige septembereditie van De Boomklever brachten we u een inkijk in de instrumenten die de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) dankzij de vergroening van het Europese landbouwbeleid in handen gekregen heeft om de biodiversiteit in onze landbouwgebieden op te krikken. De afgelopen winter was de eerste winter dat er in het kader van deze beheersovereenkomsten op verschillende plekken in onze regio graanstroken bleven staan om onze akkervogels de winter door te helpen.

Ook de schaarse akkerreservaatjes in onze regio hadden vroeger in combinatie met het graan dat soms voor de Hamsters bleef staan, al heel wat succes. Maar dankzij deze beheersovereenkomsten zijn er nu meer percelen die ook meer verspreid liggen. Het is opvallend welk aanzuigeffect al deze percelen één voor één op onze akkervogels hadden. Van een instant succes gesproken.

Op een mooie heldere januaridag had ik het geluk zelf met eigen ogen te mogen delen in dit succes. Een winterse wandeling op het plateau van Leefdaal leverde vroeger veelal desolate, kale akkers op. Nu echter kon je van het ene bosje naar de andere houtkant wandelen met telkens strategisch ernaast een mooi overblijvend graanperceel. Telkens zaten tientallen Geelgorzen als kleurige kerstballen in de omringende struiken. Zelfs de aarzelende zang van de zeldzame Grauwe gors weerklonk terug op ons plateau. Bij tellingen werden ongeziene aantallen bereikt van honderden Geelgorzen en tot 15 Grauwe gorzen. Het was ook opvallend hoe ook andere vogels zoals Rietgorzen, Kepen en Vinken deze percelen wisten te vinden. Zelfs de Blauwe kiekendieven leken van het ene perceel naar het andere te kruisen op zoek naar een hapklare brok.

Het is leuk dat zulke maatregelen al van bij de start zo'n mooie resultaten opleveren en zo duidelijk aan een behoefte blijken te voldoen.

Er is echter nog een hele weg te gaan om terug een gezond evenwicht te herstellen tussen onze rechtmatige moderne landbouwbehoeften en een terug echt levend platteland. Want dat betekent terug broedende Grauwe gorzen, ronkende Zomertortels, een gezonde populatie Hamsters en wie weet wel een broedende Grauwe kiekendief en Grauwe klauwieren in gezonde houtkanten die terug zoemen van het leven.

Zo vond ik het ook jammer dat we er ondanks deze nieuwe maatregelen niet in geslaagd zijn deze winter de Ruigpootbuizerds voldoende voedsel aan te bieden zodat ze nog wat langer op het plateau konden blijven rondhangen. In zuidelijk Flevoland in Nederland zijn ze daar wel in geslaagd. In één gebied zaten daar afgelopen winter tot 3 Ruigpootbuizerden en 6 Blauwe kiekendieven samen! Het gaat dan wel om een perceel van maar liefst 54 hectare dat werd ingezaaid met verschillende granen en is geëvolueerd tot een kruiden- en faunarijke akker. Dit fantastische project werd tot stand gebracht door Staatsbosbeheer, de Nederlandse tegenhanger van ons Agentschap voor Natuur en Bos (ANB).

We zitten hier natuurlijk iets krapper met onze schaarse open ruimte, maar ik hoop toch dat er in de toekomst ook hier een voldoende fijnmazig netwerk kan ontstaan van akkernatuurmaatregelen die al dit moois terug mogelijk maken.

Bruno Bergmans Hoofdredacteur De Boomklever

De Boomklever - maart 201 1

Hazen pootje - foto: Dirk Hennebel

Rijdend met de wagen over de Leuvense veste11 werd ik steeds weer afgeleid door de weelderige vegetatie op de 111iddenberm van de Erns111e /�11elensvest. De 11ie11wsgierigheid won het van de gebrnikelijke hnnst. Zo mankte ik voor het eerst ke1111is met een terrein dat me hvee jnnr lang kon blijven boeien. Omri11gd door drukte, Inwaai en verkeer en toch het gevoel alleen te zijn, afgesloten vn11 alles. Kijken en zoeken. Natuurbeleving in de stad.

Een rijke flora

Al nel werd duidelijk dat er sprake was van een op botanisch gebied zeer waardevolle

ituatie door het voorkomen van verschillende gradiënten. V ooreerst beginnen we vanuit een banale graslandsituatie onder gazonbeheer met soorten als Witte klaver, Engels raaigras, Kruipende boterbloem, Madeliefje, Gewone brunel, Veldbeemdgras, Rood zwenkgras en Gestreepte witbol. Bij een niet bemeste situatie, en zonder gebruik van herbiciden vinden soorten

Kleine rupsklaver - foto's: Dirk Hen11ebel

2 De Boomklever - maart 201 1

als Smalle weegbree, Gewoon duizendblad, Hopklaver, V oederwikke, Gewone rolklaver, Rode klaver, Jacobskruiskruid, Zachte ooievaarsbek, Gewone hoornbloem, Gewone paardenbloem, Vertakte leeuwentand, Liggende klaver en Gewone ereprijs betrekkelijk snel hun plaats in het grasland. De gewone tredvegetatie met Straatgras, Varkensgras en Grote weegbree ontbreekt niet. Gewoon reukgras, Gewoon biggenkruid, Muizenoortje, Gewoon struisgras, Schapenzuring en Gewone veldbies indiceren een zekere schraalheid.

Grijskruid - foto: Dirk Hen11ebel

Interessante oorten van halfnatuurlijke graslanden zijn hier Groot treepzaad, Veldzuring, Margriet en Scherpe boterbloem. Goudhaver treedt plaatselijk dominant en aspectbepalend op de voorgrond. Fluitenkruid weet zich, onder dit strikt gazonregime, als populatie, amper in stand te houden en kenmerkt meer niige hooilandsituaties. Al bij al kunnen we hier preken over een matig voed elrijke grasland met plaatselijk soorten uit droge graslanden op zand (naargelang de 'aangevoerde' grondsoort?).

Soorten van mantel-zoomvegetaties als Klimopereprijs, Speenkruid, Maarts viooltje, Kraailook, Geel nagelkruid en Gewone vogelmelk ontbreken niet. Hier worden ze uitbundig vergezeld van Gewone bermzegge.

Een andere, interessante, waardevolle en ook soortenrijke vegetatie vinden we echter vooral op die plaatsen waar de grond los en rul is en geëxposeerd naar de zon. Een normale vegetatie krijgt hier geen kansen. De meeste soorten zijn klein, eenjarig en houden van een open, droge, warme, voedselarme standplaats. Muurpeper is een succulent. Door zijn vlezige kleine bladeren is er een geringe verdamping en is hij in staat om op erg droge plaatsen te leven. Hertshoornweegbree bezit heel weinig concurrentievermogen, verdraagt veel zout en kan tegen vernatting en verdroging. Op minder verstoorde plekken blijft zij klein en weet zich permanent te vestigen. Kandelaartje is een eenjarige plant die groeit op zonnige,

droge, open plaatsen op kalkhoudende grond of steenachtig substraat. Kleine rupsklaver (rode lijst) is een zeer kleine eenjarige plant en komt tegenwoordig vrijwel alleen nog aan de ku t voor. Ze taat op open, zonnige plaatsen met een open grasmat, die wordt beweid of betreden. Van nature komt ze voor in de binnenduingraslanden op kalkhoudende, zandige grond. De op het terrein voorkomende populatie Kleine rupsklaver zou wel eens de grootste binnenlandse populatie van Vlaanderen kunnen zijn. We vinden hier dus voor een groot deel oorten die van nature gebonden zijn aan standplaatsen van zeedu inen. De berm krijgt 's winter ongetwijfeld een heel deel strooizout te verwerken. Het is dan ook helemaal niet raar dat Hertshoornweegbree -die alleen door bepekeling met strooizout in het binnenland kan doordringen - door andere min of meer zouttolerante soorten vergezeld wordt. Er ontstaat een situatie waarbij de bepekeling planten uitsluit en juist kansen geeft aan andere soorten. Op soortgelijke rulle plaatsen die niet of minder aan bepekeling blootgesteld zijn vinden we andere planten. V roegeling is een zeer kleine, eenjarige plant en groeit voornamelijk op zand- en leemgrond. Grijskruid is een eenjarige zomerbloeier en is vanuit de steppengebieden van Midden-Azië als neofiet over Europa uitgezwermd en werd vaak met graan aangevoerd.

Hnze11pootje-foto: Dirk He1111ebel

De Boomklever - maart 201 1 3

Grijze za11dbijrnm1 & Grijze za/l(fbijvro11w - foto's: Dirk He1mebel

Grijskruid - ook Molenbloem genaamd - is fel achteruitgegaan maar ve tigt zich graag op zonnige, open, droge en zandige hellingen. Grote zandkool is een overblijvende plant die vanuit de Mediterrane regio ons land bereikt heeft. In het binnenland is zij min of meer gebonden aan verstoring en groeit ze vaak in de nabijheid van steden, waar het 's zomers toch vaak net enkele graden warmer is dan op het platteland. Hazenpootje is een kleine een- of tweejarige plant en is een soort van zonnige, min of meer open plaatsen op zure, kalkarme, niet stuivende zandgrond. Ook deze oorten vinden hun meest natuurlijke

tandplaats in of achter het duinengebied. Een enkele keer is ook Kleine leeuwentand present. Andere deels aspectbepalende soorten zijn onder meer Zandhoornbloem, Ruw vergeet­mij-nietje, Groene naaldaar, Kleine veldkers, Canade e fijnstraal, Kleine leeuwenklauw, Klein krui kruid en Paar e dovenetel.

Kolonies zandbijen

Opmerkelijk zijn in het voorjaar de vele honderden, zoniet duizenden, opgeworpen

4 De Boomklever - maart 201 1

schachten, loodrecht naar beneden. Beneden vertakken deze schachten zich in meerdere zijgangen waar aan het einde de verbrede broedcellen zitten. Voor hun stuifmeel zijn deze bijen afhankelijk van wilgen die zich niet meer dan 245 meter van hun nestplaats mogen bevinden.

De aanzet tot een beter beheer

In 2009 werd alles zeer snel en met korte tussenpozen gemaaid. De vegetatie kreeg amper de kans om te bloeien. Dankzij de tussenkomst van Natuurpunt Leuven bij de Groendienst van de stad werd in 2010 vooral op de steile helling veel minder frequent gemaaid. Planten kregen de kans om te bloeien en om zaad te verspreiden. We verkregen een toestand die ecologisch veel waardevoller is dan de strepen Narcissen die op de graslanden van de ring aangeplant werden. Dit leidde tot prachtige beelden zoals u aan de foto's bij dit artikel kunt zien.

Ook op andere plekken langs de vesten staan er botanisch waardevolle vegetaties.

De bloempracht va11 de Leuvense vesten: nspectbepalend Grijskruid - foto: Dirk Her111ebel

Op de Rennesvest weet een populatie Ruige weegbree en Knolboterbloem amper stand te houden. Met enkele stroken grasland onder hooilandbeheer (twee maal jaarlijks maaien) zouden niet alleen de pracht van bloeiende wilde planten onder de ogen van de Leuvenaars gebracht worden, maar zou op termijn ook gezorgd kunnen worden voor een rijk insectenleven. Er wordt gehoopt dat het succes van het minder strak maairegime op de Ruelensvest het begin kan zijn van wat een interessante opstap zou kunnen zijn naar een uitbreiding van deze maatregel naar andere gebieden van de vesten. Wuivende bloemenveldjes, fladderende vlinders en

zoemende bijen zouden immers zeker een meerwaarde kunnen betekenen voor de stad, die samen met Natuurpunt het "Charter voor biodiversiteit" ondertekende.

Referenties

- Atlas van de flora van Vlaanderen en het Brussels hoofdstedelijk gewest

- http://www.wildebijen.nl

Dirk He1111e/Jel

rl i rk.lren 11el;e/ 1 @tel e11e t. be

De Booml<lever - maart 201 1 5

lepe11pnge op de Kruidvlier - foto: Mnrc Herremnns

Zowel in 2009 nis 2010 werd in Vlaams-Brabant, in het knder van de provinciale Bijzondere Nnt1111rbeschen11ingsprojecten, steekproefsgewijs gezocht nnnr lepenpnge (Satyrium w-album). Dit leverde reeds heel wat 11ieirwe verspreidingsgegevens op. Tijdens de vliegperiode van de soort in 2011 steken we nog een tandje bij e11 wordt ee11 i /1 tensie/ verspreid i11gsonderzoek uitgevoerd. Het Dijleln nd vormt op VI.an mse schaal een belangrijke regio voor de lepenpage. Dit blijkt zowel uit historische nis recente waarnemingen. Mits de nodige medewerking vn11 vrijwilligers uit de regio zal het belang van de regio voor de soort ongetwijfeld bevestigd worden en nieuwe populnties gevo11den worden. Hopelijk drnngt ook 11 uw steentje bij!

Gedrag van de lepenpage

Doordat de lepenpage zich meestal ophoudt in de boomkruinen is de soort vaak slechts op afstand te zien. Mannetjes komen gewoonlijk vroeger uit dan wijfjes. De vlinders verblijven meestal hoog in de top van een iep waar ze zich voeden met honingdauw en worden daarom zonder gericht zoeken zelden waargenomen. Enkel 's morgens en in de vooravond worden ze af en toe op bloemen waargenomen, vooral op het einde van de vliegperiode. Als nectarplanten lijken vooral akkerdistel en bramensoorten een belangrijke plaats in te nemen. Er werd herhaaldelijk waargenomen dat de vlinder bij goed weer zonnen op de bladeren van iepen. Hjerbij richtten ze zjch met gesloten vleugels naar de zon.

6 De Boomklever - maart 201 1

De vlinders zijn sterk territoriaal en verzamelen rond bruidsbomen (kruinen van hoge Iepen of andere boomsoorten) die tevens kunnen fungeren als afzetplaats voor de eitjes. Bij het begin van het vliegseizoen (eind jlll1i-begin juli) maken de Iepen pages vooral krachtige vluchtjes rond de boomtoppen van de 'bruidsbomen'. Bij territoriale vluchten en gevechten, kringelen ze vaak met 2 of meerdere exemplaren al draaiend steeds hoger in de lucht, om met een snelle vlucht terug te keren naar de bruidsboom. Als je vlinders ziet vliegen controleer dan met verrekijker of je weldegelijk te maken hebt met lepenpage. Let op voor Eikenpage! Deze soort is vrij algemeen in hetzelfde biotoop en zit regelmatig op Iep. Iepenpage maakt over het algemeen een vrij donkere indruk, dit in tegenstelling tot de grijsblauwe tint van Eiken page.

=� �.:1.3.:•"' ".=··�-...... ·---·-- --... -·.-..----- ------------ -- --

Waar en op welke manier ga je ·best op zoek?

- Bezoek bosranden, holle wegen, hagen, enz. met aanwezigheid van iepen

- Je kan je aandacht best richten op iepen in de bosrand of iepen in holle wegen/hagen in de omgeving van bosOes).

- In een gesloten bos of holle weg wandelen heeft weinig zin omdat de vlinders aanwezig zijn in de kruinen, loop daarom langs de zonbeschenen buitenkant (zuidkant). Dikwijls is het noodzakelijk om door een nevenliggend weiland of akker te lopen.

- Controleer met het blote oog de boomkruinen. Eigen onderzoek wijst uit dat je het meeste kans hebt als je je concentreert op de kruinen in de omgeving de grootste en meest vitale iepen. Kijk aandachtig gedurende 5 minuten. Controleer ook boomtoppen van andere bomen, vooral als de iepen relatief laag zijn. Windluwe, zonbeschenen plekken zijn waarschijnlijk het meest in trek.

- Volgens de literatuur wordt er best gezocht tijdens de voormiddag en late namiddag op warme dagen eind juni en begin juli. Tijdens onderzoek in Vlaams-Brabant (2009 en 2010) bleek de soort echter ook actief op de heetste momenten van de dag bij temperaturen van +25°C. Hieruit dienen we te concluderen dat ook bij warm geïnventariseerd kan worden gedurende de ganse dag. Bij koude of winderige dagen is de soort echter opvallend minder actief.

De vrouwtjes gaan bij het afleggen van de eitjes vrij behoedzaam tewerk. Meestal landen ze na een korte dwarrelende vlucht aan het einde van een tak op een blad van een iep. Van hieruit kruipen ze stelselmatig in de richting van de stam, hierbij regelmatig potentiële eiafzetplaatsen aftastend met het achterlijf. Indien een geschikte plek gevonden wordt, kromt het vrouwtje het achterlijf en zet een eitje af.

Waarnemingen noteren en doorgeven

Er werd een gestandaardiseerd invulformulier aangemaakt waarop je tal van gegevens kan invullen over het onderzochte landschapselement en de eventueel waargenomen Iepenpages. Deze gegevens kunnen ons heel wat inzicht verschaffen over de ecologie van de soort. Het invulformulier is te downloaden op de site van de vlinderwerkgroep http://www.vlinderwerkgroep.be/andere­projecten/iepenpage/

De Iepenpage heeft naar het voorbeeld van de Sleedoompage nu ook een projectpagina op de online invoermodule www.waarnemingen. be. Gelieve al je waarnemingen in te geven op de projectpagina 'Iepenpage 2009-2011' (incl. nulwaarnemingen). Het doorgeven van de waarnemingen is enorm belangrijk om een beter beeld te krijgen van de verspreiding van de soort.Voer dus elk bezoek in op de site, op deze manier weten we welke gebieden onderzocht zijn en wat de trefkans voor de soort is.

Verspreidingskaarten Iepenpage op Vlaamse schaal: historisch voorkomen en voorlopige projectgegevens

De verspreidingskaarten van de Iepenpage worden weergegeven op Vlaamse schaal i pv enkel de regio Dijleland. Verspreidingskaarten op Vlaams niveau leren ons immers meer over de grote lijnen van de verspreiding van de soort en zetten het belang van de regio Dijleland in de verf.

De Boomklever · maart 201 1 7

-' �

Knnrt 1. Hi�to1 ische verspreidingsgegevens Iepenpage (1830-2005). (Ge�eve11s: Vli11derdatabank- Vli11derwerkvoepllNBO, Achtergro11dkaart: NGL 2007)

;:-- r: 1 /

l:f" I'"' l 1 �., � ! { l:i" ._.. . '"'"' "

y j rn ·� � .) ' .,

r-w. 1) 1 � •.:. ,�f � � � � .,;'.,JY )' ., - . -1 Y1 J -..-l -

- '-� � \' . " ,

'/ -. . � �- �T�r " -· � l -

�./. ) " r J"-".°. .. /,

"-" 1 ._...

_!/ . . . "':-. - 1 . ..AJ l'""'I \ TJ �Jt. - " ,.. ....... .r \.. ,_. . ,) "'\ ' "

r:- }' . y . " (') '--"'""'! _ , . • 'l ) ) � >':-\

. ."' f' ... I' ,. ) ' 1 / ' - ·- 1 . --I<� 1 . )\._ }'.. � ·� ·iy; . il' I"' T\., - .., 1 · .

r:ri _" ·'" - -

·� -

--$ 4

. -- . ' ,/ . 17 ... "'

-�. . 'Y.1 � "-' 1-"'"'" .. .... °\..,.'"' r?'i) J '"'"'-' ""\. · � c.. - , ��lf ...... '1 . --.L.� )-Jy' 1 � � Lf_ "l..__ � '-'v1J f] -- �

-_ __; -

Knnrt 2. Historische verspreidingsgegevens Iepenpage (nn 1990). (Gegeve11s: Vli11derdatnbn11k- Vlinderwerkgroep!INBO, Achtergrondkaart: NGI 2007)

8 De Boomklever - maart 20 1 1

'i>-J . . .

Kaart 3.

Verspreidingsgegeve11s Iepen page met 11ieuwe hokke11va11af2008 (Gegevens: Projectwanmemi11ge11 www.wnnme111i11ge11. be, Jacobs 2010, Achter�rondknart: NGI 2007)

Kaart 4.

Verspreidingsgegevens Lepe11page: een vergelijki11g vm1 de 11ieuwe met de historisc/Je hokkeJ1 (Gegevens: Vlinderdntabnnk- Vlinderwerkgroep/IN BO, Achtergrondknnrt: NGI 2007)

De Boomklever - maart 201 1 9

1

·�

Met wnt geluk vind je ze�fs parende Iepenpnges nnn de voet vnn de iep in jouw buurt -foto: Mnrc Wn/rnvens

Bij het bestuderen en vergelijken van de historische en recente verspreidingsgegevens komen we tot de volgende vaststellingen:

- Tussen 1830 en 2005 werd Iepen page over gans Vlaanderen waargenomen in26utm5-hokken en was de soort bekend uit 18 utml-hokken. Buiten heel wat waarnemingen uit Vlaams-Brabant vallen de waarnemingen op uit het zuiden van Oost-Vlaanderen, de Voerstreek en de regio van Kalmthout in de noorderkempen (zie kaart 1).

- Na 1990 werd de soort enkel waargenomen in Vlaams-Brabant. Uit slechts 9 utmS-hokken en 10 utm1-hokken kwamen waarnemingen binnen (zie kaart 2).

- Hoewel er vooral in 2011 intensief gezocht zal worden naar de oort kwamen sinds de opstart van de 2 projecten (Verkennend onderzoek

1 0 De Boomklever - maart 201 1

2008-2009 en Verspreidings- en ecologisch onderzoek 2010-2011) waarnemingen van de soort binnen uit maar liefst 31 utmS-hokken en 80 utml-hokken (zie kaart 3).

- Een vergelijking van alle historische utm hokken met de nieuwe projectgegevens leert ons dat er sinds de opstart van het project reeds 21 nieuwe utm5-hokken en 77 nieuwe utml­hokken zijn gevonden (zie kaart 4).

Aan de slag!

Hoewel vooral tijdens het vliegseizoen van 2011 intensi�f gezocht zal worden naar de soort, heeft het gericht zoeken naar de soort (zowel door medewerkers van Natuurpunt Studie als vrijwilligers) reeds geleid tot tal van nieuwe verspreidingsgegevens.

De soort komt duidelijk nog ruimer voor dan voordien gedacht en toekomstige inventarisaties zullen ongetwijfeld leiden tot het vinden van nieuwe populaties. Zoeken naar de mooie en zeldzame Jepenpage is niet alleen een nuttige maar tevens leuke activiteit, ze zijn vooral te vinden in een fraai landelijk landschap en vliegen bovendien bij aangenaam en zonnig weer. Hopelijk heeft dit artikel ook u geprikkeld om op zoek te gaan naar dit juweeltje!

• 1

�·, j

• 1

,_

.. e

····· � --Kaart 5.

",.

. -

e · -

. ;�

.. .

_" " .

•• . 0

1' •. _, ......

0

0

••

0

.... r1 --,-

o• ••

_,

• •

Voor ondersteuning, vragen en de opmaak van kaartmateriaal, kan u terecht bij:

l�f /ncobs [email protected], 015129 72 73

Nat1111rp1111f Studie, Coxiestranf 11, 2800 Mecliele11

- � o I .-,

-/ -

r·-. . ..

• •

. (.

0

••

) "

• •

.• "

0

0 - "

• ••

.$

••

''al"'

••

Weergave va11 aa11/afweziglieid va11 lepenpnge op 011derzoclite Locnties i11 regio Oijlelnnd. Groene bolletjes: gezoclit en gevonrfe11. Rode bol/ et jes: gezoch f en ( 11og?) 11 iet gevonden. (Gegevens: Projectwnnme111i11gen www.wnnmen1i11gen.be, jncobs 2010, Achtergro11dknnrf: NGI 2007)

De Boomklever - maart 201 1 Il

De dag- en nachtvlinders

(Lepidoptera) van het Dijleland

Deel 1: Micropterigidae (Oermotten) tot en met Lyonetiidae

(Sneeuwmotten)

Tot de insectenorde der schubvleugeligen of Lepidoptern behoren nl/e diersoorten wnarvan het lichnam en de vleugels (sommige soorten zijn echter vleugelloos) bedekt zijn met tot schubben omgevormde hnren en ze zij11

beter bekend nis vlinders en motten of dng- en nachtvlinders.

Dagvlinders vormen een geliefd studieobject voor natuurliefhebbers en in de loop der jaren werden in de Boomklever verschillende artikels gepubliceerd betreffende deze groep. Ze maken echter een zéér beperkt deel uit van het totale aantal vlinders. Van de 2494 soorten in België waargenomen vlinders behoren slechts 121 soorten tot de dagvlinders. Alle overige soorten rangschik ik hier voor de eenvoud onder de niet-wetenschappelijke term "nachtvlinders" hoewel een flink aantal soorten ook of uitsluitende overdag vliegt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Tauvlinder Aglin tnu waarvan de mannetjes in het vroege voorjaar schichtig door de beukenbossen vliegen op zoek naar paringsrijpe vrouwtjes.

Sinds het midden van de jaren negentig ben ik meer en meer geïnteresseerd geraakt in nachtvlinders en heb ik min of meer intensief gegevens verzameld. Hoog tijd dus om eens een synthese te maken van de waargenomen soorten in ons waarnemingsgebied.

Mijn waarnemingen vormen de basis voor dit overzicht maar ze werden aangevuld met eerder gepubliceerde gegevens uit de Boomklever en met gegevens uit waarnemingen.be. Dit overzicht heeft zeker niet de pretentie een grondige inventarisatie te zijn van het werkingsgebied, daarvoor zijn de gegevens veel te fragmentarisch en werd er naar een aantal families nog niet gericht gezocht. Voor geïnteresseerden is er nog véél nuttig werk te verrichten.

12 De Boomklever - maart 201 1

Van iedere soort worden telkens de volgende gegevens weergegeven:

• De wetenschappelijke naam volgens de Catalogus van de Belgische Lepidoptera (http://webhOl.ua.ac. be/vve/Checklists/Lepidoptera/ Lepmain.h tm)

• De Nederlandse naam volgens waarnemingen.be

• De zeldzaamheid in Vlaanderen, zoals die in waarnemingen.be wordt vermeld.

Voor waargenomen soorten die als "zeldzaam" of "zeer zeldzaam" vermeld zijn worden telkens waarnemingsdetails en gegevens over de biologie verstrekt.

Legende: *=algemeen ** = vrij algemeen *** = zeldzaam **** = zeer zeldzaam

Omwille van het grote aantal soorten werd het overzicht opgesplitst in een aantal delen. In het laatste deel wordt een bondige synthese gemaakt in verband met de soortenrijkdom van het Dijleland in vergelijking met de provincie Brabant en met België. In dat laatste deel zaJ ook een beknopte literatuurlijst opgenomen worden.

Lepidoptera waargenomen in het Dijleland

Micropterigidae (Oermotten)

Micropterix en/the/In (Linnaeus, 1761)­Dotterbloemoermot - **

Eriocraniidae (Purpermotten)

Dyseriocrania s11bpurpurella (Haworth, 1828) -Eikenpurpermot - **

Eriocrnnin sernipurpurel/a (Stephens, 1835) -Variabele purpermot - **

Hepialidae (Wortelboorders)

Triodia sylvinn (Linnaeus, 1761) -

Oranje wortelboorder- *

Phymntopus hectn (Linnaeus, 1758) -Heidewortelboorder - **

Hepin/11s h11m11li (Linnaeus, 1758) -Hopwortelboorder - **

Nepticulidae (Dwergmineermotten)

Ectoedemia mbivora (Wocke, 1860) -Bramenblaasmijnmot - **

Stigmella lemniscelle (Zeiler, 1839) -Iepenbladrandmineermot - **

Stigmella 111icrotheriella (Stainton, 1854) - Slanke m i.neermot - *

Stigmella plngicolella (Stainton, 1854) -Pruimenballonmot- **

Stigmelln tiline (Frey, 1856) -Lindemineermot - **

Stig111el/n 11/mivora (Fologne, 1860) -Iepenmineermot - **

Stgmella splendidissimella (Herrich-Schäfer, 1855) - Sierlijke braammineermot - *

Heliozelidae (Zilvervlekmotten)

Antispiln treitschkielln (Fischer von Röslerstamm, 1843) -Kleine kornoeljegaatjesmaker - **

Adelidae (Langsprietmotten)

Nemophora degeerel/a (Linnaeus, 1758) -

Geelbandlangsprietmot - **

Adela c11prelln ([Denis & Schiffermüller ], 1775)­Wilgenlangsprietmot - ***

Adela violella ([Denis & Schiffermüller], 1775)­

Hertshooilangsprietmot - **

Adela ren11murella (Linnaeus, 1758) -

Smaragdlangsprietmot - *

Ne111ntopogon ndansonielln (De Villers, 1789) -Gevlekte langsprietmot - ***

Nernntopogon swn111merdnmelln (Linnaeus, 1758) - Bleke langsprietmot - **

Een exemplaar Adela cuprella werd door de auteur opgemerkt op wilgenkatjes op 9 april 2007 op de Kesselberg (Kessel-lo). De rupsjes leven eerst in wilgenkatjes en later op wilgenbladeren op de grond. Van Nematopogon ndnnsoniella werd door de auteur een exemplaar gevangen in het Hogebos (Everberg) op 1 mei 2005. E. Toorrnan ontdekte op 6 mei 2006 eveneens 2 exemplaren in Linden en T. Deroover fotografeerde de soort op 1 mei 2010 in Hoeilaart. De rupsjes leven polyfaag op verschillende struiken en bomen (eik, beuk, sleedoorn, bosbes).

Prodoxidae (Yuccamotten)

Lnmpronin fuscntelln (Tengström, 1848) -BerkengaJmot- ***

Op 1 mei 2005 werd door de auteur één exemplaar van deze soort gevangen in het Hogebos (Everberg). Zoals de Nederland e naam doet vermoeden leeft de rups in een gal op berkentwijgen.

Lyonetiidae (Sneeuwmotten)

Lyo11etin c/erkelln (Linnaeus, 1758) -Hangmatmot - **

Micropterix calthel/a, Lan11vallei Si11t-Agnthn-Rode, 17 111ei 2009 Foto: A11dré Verbove11.

De Booml<lever - maart 201 1 1 3

�----------- -..· -· .... · - - --

Incurvariidae (Witvlekmotten)

lncurvaria masculella ([Denis & Schiffermüller], 1775) - Gewone witvlekmot - **

Tischeriidae (Vlekmijnmotten)

Tischeria ekebladella (Bjerkander, 1795) -Gewone eikenvlekmot - *

Coptotriche marginea (Haworth, 1828) -

Gele bramenvlekmot - *

Tineidae (Echte motten)

Nemapogon granella (Linnaeus, 1758) -Gespikkeld kroeskopje - **

Tinea trinotella (Thunberg, 1794) -Gele pelsmot - **

Monopis laevigella ([Denis & Schiffermüller ], 1775) - Kijkgaatje - **

Monopis obviella ([Denis & Schiffermüller ], 1775) - Geel kijkgaatje - **

Psychidae (Zakdragers)

Psyche casta (Pallas, 1767) -

Gewone zakdrager - *

Taleporia tub11losa (Retzius, 1783) -Sigaarzakdrager - *

Bucculatricidae (Ooglapmotten)

Bucculatrix ulmella (Zeller, 1848) -Eikenooglapmot- **

Bucculatrix demaryella (Duponchel, 1840) -Berkenooglapmot- ***

Bucculatrix cidarella Zeller, 1839 -Elzenooglapmot- **

Op oudejaarsdag 2009 verzamelde de auteur talrijke spinselcoconnetjes van deze soort in Heverleebos (Oud Heverlee) waaruit in het voorjaar 9 vlindertjes gekweekt werden.

Gracillariidae (Mineermotten)

Caloptilia rufipenella (Hübner, 1796) - Donkere esdoomsteltmot - **

Caloptilia alchimella (Scopoli, 1763) -

Goud vleksteltmot - **

Caloptilia stigmella (Fabricius, 1781) -Wilgensteltmot- **

Caloptilia stigmella betulicola (Hering, 1927) -Bruine berkensteltmot - **

Caloptilia falconipenella (Hübner, 1813) -

Variabele elzensteltmot - ***

Gracillaria syringella (Fabricius, 1794) -

Seringensteltmot - *

1 4 De Boomklever • maart 201 1

Euspilapterix auroguttella (Stephens, 1835) -Hertshooisteltmot - **

Calybites phasianipenella (Hübner, 1813) -

Viervleksteltmot - **

Parornix devoniella (Stainton, 1850) - Gewone zebramot - **

Parornix fagivora (Frey, 1861) -Beukenzebramot - **

Phyllonorycter robiniella (Clemens, 1859) -Robiniamineermot - **

Phyllonorycter harrisella (Linneaus, 1761) - Witte eikenvouwmot - *

Phyllonorycter quercifoliella (Zeiler, 1839) -Gewone eikenvouwmot - **

Phyllonorycter platani (Staudinger, 1870) -

Plataanvouwmijnmot- *

Phyllonorycter oxyacanthae (Frey, 1856) -Meidoornvouwmot - **

Phyllonorycter sorbi (Frey 1855) -Lijsterbesvouwmot - **

Phyllonorycter blancardella (Fabricius, 1781) -Appelvouwmot- **

Phyllonorycter spinicolella (Zeller, 1846) -Sleedoornvouwmot- **

Phyllonorycter corylifoliella (Hübner, 1796) -Vruchtboomvouwmot - **

Phyllonorycter maestingella (Müller, 1764) -Beukenvouwmot- **

Phyllonorycter coryli (Nicelli, 1851) -

Hazelaarblaasmot - **

Phyllonorycter esperella (Goeze, 1783) -Haagbeukblaasmijnmot - **

Phyllonorycter strigulatella (Lienig & Zeiler, 1846) - Fraaie elzenvouwmot- **

Phyllonorycter rajella (Linnaeus, 1758) - Gewone elzenvouwmot - **

Phyllonorycter schreberella (Fabricius, 1781) -Fraaie iepenvouwmot- **

Phyllonorycter nicellii (Stainton, 1851) -Hazelaarvouwmot- **

Phyllonorycter acerifoliella (Zeiler, 1839) -Spaanseaakvou wmot - *

Phyllonorycter joannisi (Le Marchand, 1936) -Noorse-esdoomvouwmot- **

Phyllonorycter geniculella (Ragonot, 1874) -

Gewone esdoornvouwmot- **

Cameraria ohridella (Deschka & Dimic, 1986) -Paardekastanjernineermot - *

Phyllocnistis saligna (Zeller, 1839) -Wilgenslakkenspoormot - **

Phyllocnistis xenia (M. Hering, 1936)­

Printplaatmot- **

Op 17 april 2006 verschenen twee exemplaren Caloptilia Jalconipenella op licht in de tuin van de auteur (Heverlee). De paardekastanjemineermot Cameraria ohridella werd in België voor het eerst gemeld door W. De Prins die op 16 november 1999 talrijke bladmijnen vond in het park rond het museum van Centraal-Afrika in Tervuren (De Prins, W. & Puplisiene, J., 2000). 10 jaar later is de soort overal zéér algemeen.

Yponomeutidae (Spinselmotten)

Set;thropia crataegella (Linneaus, 1767) -Doornspinnertje - ** Yponomeuta evonymella (Linneaus, 1758) -Vogelkersstippelmot - * Yponomeuta padella (Linneaus, 1758) -Meidoornstippelmot - **

Yponomeuta malinellus Zeiler, 1838 -Appelstippelmot- ** Yponomeuta plumbella ([Denis & Schiffermüller ], 1775)-

Grootvlekstippelmot - ** Yponomeuta sedella Treitschke, 1862 -Hemelsleutelstippelmot - **

Yponomeuta cagnagella (Hübner, 1813) -Kardinaalsmutsstippelmot - **

Yponomeuta rorrella (Hübner, 1796) -Wilgenstippelmot - **

Prays fraxinella (Bjerkander, 1784) -Essenmot- *

Argyresthia trifasciata Staudinger, 1871 -Cipresmineermotje - *

Argyresthia goedartel/a (Linneaus, 1758) -

Berken pedaalmot - ** Argyresthia retinella Zeiler, 1839 -Gevlekte pedaalmot - **

Argyresthia spinosella (Stainton, 1849) -Bloesempedaalmot - **

Argyresthia prunella (Clerck, 1759) -Kersenpedaalmot - **

Argyresthia brockeella (Hübner, 1813) -Sierlijke pedaalmot - *

Ypsolophidae (Spi tskopmotten)

Ypsolopha mucronella (Scopoli, 1763) -Smalvleugelspitskopmot - ***

Ypsolopha dentella (Fabricius, 1775) -

Bonte spitskopmot- ** Ypsolopha scabrella (Linneaus, 1761) -Gelijnde spitskopmot - **

Ypsolopha sequella (Clerck, 1759) -Panterspitskopmot - *** Ypsolopha parenthesella (Linneaus, 1761) -Witvlekspitskopmot- **

Op 6 april 1996 ving de auteur 's avonds 1 exemplaar Ypsolopha mucronella op bloeiende wilgenkatjes in de Doode Bemde (Huldenberg). De rups van deze soort leeft op Kardinaalsmuts. W. Veraghtert ving. op 14 juli 2010 één exemplaar van Ypsolopha sequella op licht in de Molenbeekvallei te Erps-Kwerps. De rups leeft voornamelijk op Spaanse aak, soms ook op andere esdoomsoorten.

Plutellidae (Springmotten)

Plutella xylostella (Linneaus, 1758) -Koolmot-*

Acrolepiidae

Acrolepiopsis assectella (Zeller, 1839) -Preimot- ** Acrolepia autumnnitella (Curtis, 1838) -Bitterzoetrnot - ***

Op 19 augustus 2010 ontdekte de auteur verscheidene bladmijnen met rupsjes op bitterzoet in het Plantsoenbos (Everberg).

Glyphipterigidae (Parelmotten)

Glyphipterix thrasonella (Scopoli, 1763) -Grote parelmot - ** Glyphipterix forsterella (Fabricius, 1781) -

Zeggeparelmot - **** Glyphipterix simpliciella (Stephens, 1834) -Kleine parelmot - *

Op 10 mei 2008 ontdekte de auteur een populatie van Glyphipterix forsterella op een open plek in het Plantsoenbos (Everberg). De rups leeft op verschillende zeggesoorten.

André Verboven [email protected]

De Boomklever - maart 201 1 1 5

." ............. "

Foto: Stephan Peten

We zijn al verwend de afgelopen winter met de Pestvogels die langzaamaan onze regio binnendruppelden. Op het ogenblik dat ik dit schrijf is het nog wachten op echt grote groepen, maar hopelijk komt die er wel nog aan. De eerste groep die zich echt mooi liet bekijken waren de Pestvogels die ha�f november de Gasthuisberg i11 Leuven voor enkele dagen als hun favoriete territorium uitkozen. Het viel me op dat er heel wat verschillen ware11 in verenkleed tussen de verschillende exemplaren. Zelf kende ik daar op dat ogenblik onvoldoende vanaf om er uitspraken over te doen, maar het internet beanhuoordt tegenwoordig al 11w vragen. Een korte zoekactie leverde een heel mooi artikel op van de British Birding Association dat alle leeftijds- en geslachtskenmerken va11 Pestvogels uiteenzet. Ik heb dit als leidraad gekozen 0111 een herwerkte versie te maken voor de Boomklever, geïllustreerd met de didactische foto's van onze eigenste Stephan Peten van een groep Pestvogels net buiten de regio in Oudergem.

Gemengde groepen

Heel wat Pestvogelgroepen bestaan uit gemengde groepen van mannetjes, vrouwtjes en ju venielen.

Adulte mannetjes Pestvogels zijn het mooiste afgetekend. Ze hebben een opvallende, brede felgele eindband aan hun staart. Bij de vrouwtjes is deze minder breed en wat fletser. Mannetjes hebben ook een grote zwarte kin- en keelvlek die naar onderen toe scherp afgelijnd is. Bij vrouwtjes eindigt deze keel vlek waziger. De armpennen van de mannetjes (die meer aan de binnenzijde van de vleugel zitten dan de handpennen) hebben aan hun toppen felrode wassen aanhangseltjes die zo typisch zijn voor Pestvogels. Het aantal van deze wassen stukjes is bij mannetjes gemiddeld groter dan bij vrouwtjes (maar er is heel wat overlap). Maar ze zijn vooral langer bij de mannetjes dan bij de vrouwtjes zodat ze een heel stuk opvallender

16 De Boomklever - maart 201 1

zijn. Bij juvenielen kunnen deze lakstaafjes zelfs geheel ontbreken. De kuif van de mannetjes is ook een stuk imposanter dan die van de vrouwtjes.

Eerstewinter Pestvogels zijn veel minder gecontrasteerd gekleurd dan adulte vogels. Als ze pas uitgevlogen zijn, hebben ze zelfs een zachte streping op hun onder- en bovendelen. Maar tegen de tijd dat ze in onze streken arriveren is deze streping volledig verdwenen. Het meest typische kenmerk om in één oogopslag adulte van juveniele vogels te onderscheiden zit hem in de handpennen ("primaries", de veren aan de buitenzijde van de vleugel). De buitenrand van de handpennen is bij eerstewinters witgeel in plaats van felgeel. Deze rand zit bij eerstewinters ook enkel aan de buitenzijde van de handpennen. Bij adulten loopt deze rand veel verder door en is die ook breder zodat de handpennen met een brede felgele sikkel zijn afgelijnd.

Ook bij juvenielen is het mogelijk om een onderscheid te maken tussen mannetjes en vrouwtjes, maar dit lijkt toch een stuk moeilijker te zijn dan bij adulten omdat alle juvenielen sowieso fletser gekleurd zijn.

Pestvogelinvasies

In de vorige eeuw moesten vogelkijkers heel wat geduld oefenen om Pestvogels in onze contreien te kunnen zien. Belangrijke invasies deden zich in het Dijleland voor in 1903, 1949,

1965, 1986 en 1996.

De laatste decade worden er echter steeds vaker Pestvogels gezien. fn heel wat jaren zijn er nu sporadische waarnemingen van enkelingen. In 2003 was er een eerste invasie. Deze werd onmiddellijke gevolgd door de grote invasie van de winter van 2004/2005 die heel wat records deed sneuvelen. Zo werd in Maleizen en het aangrenzende Waalse Terhulpen van 02-

04/04/05 zelfs een groep van 101 exemplaren gezien in een prachtige oude boomgaard. Het laatste exemplaar verliet onze regio pas op 23/04/05, ook een nieuw record.

Eerstewinter Pestvogel - foto: Stephan Peten

Dit adult vrouwtje Pestvogel toont heel mooi hnnr lakstaafjes en de gele sikkelvormige nflij11i11g va11 hnar ha11dpe11ne11. -foto: Stephn11 Pete11

Invasies kunnen, zoals ook dit jaar het geval was, al in november starten. Het gebeurt echter ook vaak dat ze pas in december of januari onze streken bereiken. In 2005 bereikte de hoofdmoot ons zelfs pa eind februari, wanneer grote groepen halt hielden op de terugweg naar de broedgebieden in Scandinavië (en vermoedelijk ook Europees Rusland).

Dit jaar was het begin oktober al duidelijk dat er in Scandinavië deze winter weinig bessen zouden zijn -het hoofdvoedsel van Pe tvogels om de winter door te komen. Vanaf midden oktober begonnen de Pestvogels dan ook Noord-Nederland binnen te druppelen en sindsdien gaat het in vlagen op en af. Een vergelijking van de aantallen die afgelopen herfstScandinavië verlaten hebben via Falsterbo (3089 ex.) met de aantallen tijden de ongeziene invasie van 2004/2005 (namelijk 22850 ex.) leert echter meteen dat we dit jaar te maken hebben met een relatief kleinere invasie. Dat is iets wat een mens tegenwoordig soms wat uit het oog zou verliezen omdat dankzij waarnemingen. be de zich verplaat ende groepen veel beter en sneller te volgen zijn.

De Boomklever - maart 201 1 1 7

Het is niet geheel duidelijk waarom we de laatste jaren vaker Pestvogels bij ons op bezoek krijgen. Er wordt vermoed dat één en ander te maken zou hebben met toenemende populaties in de broedgebieden in de taiga. Alvast van in Finland is zeker geweten dat de populatie Pestvogels daar de laatste jaren vrij sterk toegenomen is. Mogelijk zorgt de klimaatopwa1ming ervoor dat deze oort beter de winter doorkomt en misschien ook een grote broedsucces heeft. Wanneer vervolgens de draagkracht van de traditionele overwinteringsgebieden in Noord­Europa overschreden wordt, drijft de honger hen onze richting uit. Traditioneel gebeurde dit bij tekorten aan bessen in het noorden. Maar tegenwoordig zou een toegenomen populatie er dus weleens voor kunnen zorgen dat er gemakkelijker tekorten optreden en er dus meer nood is om onze contreien op te zoeken. Deze groeiende populatiedruk zou ook achter de frequentere mezeninvasies de laatste jaren zitten.

Het zou interessant zijn om de leeftijdsverdeling binnen de invasiegroepen op langere termijn met elkaar te kunnen vergelijken. Alvast uit Engeland en Schotland kwamen afgelopen herfst berichten binnen van groepen die tot 25% bestonden uit juveniele exemplaren. Dit zou wijzen op een heel hoog broedsucces het afgelopen jaar. Dat zou meteen ook een bijkomende verklaring kunnen bieden voor de huidige invasie.

Dit artikeltje hoopt jullie wat wegwijs gemaakt te hebben in hoe je Pestvogels preciezer op leeftijd en geslacht kunt brengen. Hopelijk kan dit een aanmoediging zijn om dit ook zelf in het veld toe te passen.

Het zou trouwens nog niet te laat mogen zijn om de laatste Pestvogels nog mee te pikken, want bij vorige grote invasies bleven ze vaak tot begin april hangen. Als het weer dan een beetje meezit, kan je ze terug insecten zien vangen of beginnen ze soms te eten van het stuifmeel van wilgenkatje .

Bruno Bergmans [email protected]

1 8 De Boomklever - maart 201 1

Referenties

- BirdLife International (2011) Species factshect: Bombycilla garrulus. Downloaded from http:// www.birdlife.org on 10/02/2011. http://www. bi rd 1 i fe.org/da tazone/userf i les/fi Ie/Species/ Birdsln Eu ropell/Bi E2004Sp6270.pd f

- Evans LGR. 2010. Ageing and Sexing of Bohemian Waxwings. UK 400 Club and British Birding Association. http://www. u k400cl ubonline.co.u k/Fi Ie-Store/ Ageing-and­Sexing-Bohemian-Waxwings.pdf

- Moreau K. 2005. Ongeziene aantallen Pestvogels in het Dijleland tijdens winter 2004/2005. De Boomklever 33 (2): 81-83.

- Herroelen P. 2003. Pestvogels Bombicylla garrulus in Vlaams-Brabant (periode 1828-2003). De Boomklever 31(1):9-13.

- Falsterbo Fagelstation Migration Counts. http://www.skof.se/fbo/index_e.html

Een enorme kuif, veel lakstaafjes, mooi geel afgelijnde handpennen en een brede gele staartband: een adult mannetje. Foto: Stephan Peten.

Opmerkelijke vogelwaarnemingen de Dijlevallei en omgeving

september - november 2010

1n

Dit overzicht van opmerkelijke en interessante vogelwaarnemingen in het Dijleland beslaat voornamelijk de periode eptembcr- november 2010. De bestreken regio omvat de gemeenten Kortenberg, Herent, Bertem, Leuven, Oud­Heverlee, Huldenberg, Overijse, Tervuren en de aangrenzende gebieden. De volgende rubriek zal de periode december 2010- februari 2011 omvatten. Waarnemingen worden voor 15 maart 2011 ingevoerd op www.waamemingen. be, of via andere wegen bezorgd aan Kelle Moreau, Meibloempjeslaan 2, bus 3, 8400 Oostende, 0486/12.58.77, kelle.moreau@gmail. com.

Waarnemingen van onder meer Knobbelzwaan, Krakeend, Slobeend, Wintertaling, Tafeleend, Kuifeend, Patrijs, Dodaars, Fuut, Aalscholver, Blauwe Reiger, Wespendief, Bruine l(jekendief, Havik, Waterral, Kievit, Witgat, Watersnip, Stormmeeuw, Zilvermeeuw, Kleine Mantelmeeuw, Kerkuil, Steenuil, Bosuil, Ransuil, Ijsvogel, alle spechten, Veldleeuwerik, Graspieper, Grote Gele Kwikstaart, Kramsvogel, Koperwiek, V uurgoudhaan, Glanskop, Matkop, Kuifmees, Zwarte Mees, Roek, Ringmus, Keep, Putter, Kneu, Goudvink ('onze' ondersoort), Appelvink, Geelgors, Rietgors en alle exoten werden niet in dit verslag opgenomen maar wel verwerkt. Meerdere waarnemingen in dit overzicht dienen door het Belgisch Avifaunistisch Homologatiecomité beoordeeld te worden vooraleer ze definitief op de Dijlelandse lijst kunnen bijgeschreven worden, en worden dus onder voorbehoud gepubliceerd.

Ge biedsafkortingen WLS = Wilsele/Vijvers Bellefroid, LP = Kessel­Lo/Leopoldspark, AVP = Heverlee/Abdij van Park, ZW =Oud-Heverlee/Zoete Waters, OHN = Oud-Heverlee/N, OHZ = Oud-Heverlee/Z, Oppem = weilanden tussen Bogaardenstraat (Oud-Heverlee- Korbeek-Dijle) en NGB, NGB =

Neerijse/Grote Bron (deel Doode Bemde), NKV = Neerijse/Kliniekvijvers (deel Doode Bemde) en SAR= Sint-Agatha-Rode/ Grootbroek.

,.

� -· · d l I

Wilde zwnnn te Doode Bemde -foto: Michiel Dusselier

Wilde Zwaan Cyg1111s cyg1111s 27/11: 6 ex. ZW te Wijgmaal (L. Smet ) 28-30/11 1 ad te OHN/Ormendaal/OHZ (L. Hendrickx, P. Moysons, R. Stoks, I. Nel e.v.a.) Het gaat hier slechts om het 2'' en 3<' geval van deze soort in het Dijleland in de 21 e eeuw, na een waarneming 2 ex. te SAR op 15/12/02.

Kleine Zwaan Cygnus bewickii 8 & 12/11: 3 ex. resp. te SAR (l. Nel) en Ga tuche/ Etang Paradis (M. Walraven )

Grauwe Gans Anser nnser 13/09, 21, 22 & 27/11: resp. 2, 4, 15 & 4 e . te SAR (1. Nel, R. Stoks, J. Nysten) 01/10: 16 ex. (13 + 3) Z te Oud-Heverlee/dorp (J. Rutten) 06/10: 2 ex. tpl te Gastuche/Etang Paradis (H. Paques) 10/10 & 8/11: resp. 14 & 25 e '. ZW te Meerbeek/ pomp tation (A. Smets) 19/10: 25 ex. NO te Sint-Jori -Weert/Doode Bemde (G. Van au tgaerden) 31/10: 4 ex. 0 te Huldenberg/Spitsberg (F. Fluyt) 14/11 : l ex. te WLS/N (B. Creemers) 21/11: 7 ex. te NGB (J. Nysten)

De Boomklever - maart 20 1 1 1 9

Kolgans A11ser nlbifro11s 13/10: 2 e . invallend te SAR (I. Nel, 0.

Hendrick) 17/10: 4 e . Z te Meerbeek/pompstation (A. Smets, P. Moysons) 31/lO: 10 e . 0 te Huldenberg/Spitsberg (F. Fluyt)

Bergeend Tnriomn tndomn De grootste groep van het najaar betrof 10 ex. te NGB op 9/11 (P. Moysons).

Smient A11ns pe11elope De Smienten kwamen traag op gang in het najaar van 2010, met geen september- en slechts 4 oktober-waarnemingen. In november werd de soort vervolgens op 15 data genoteerd (versch. waarn.), maar de maximale groepsgrootte bedroeg slechts 6 ex. (op 13/11 te OHZ en op 22/11 te SAR; L. Hendrickx, I. Nel).

Pijlstaart A11ns ncu tn Pijlstaarten werden tijdens het najaar van 2010 opgemerkt te Gastuche/Etang Paradis (telkens 1v op 15 & 20/09; H. Paques, F. Van Hove), SAR (resp. 1 v, lml v, 1 ex. en 1 v op 16, 25, 26/09 &

17/10 ; R. Stoks, I. Nel, C. Carels), NGB (resp. 4 ex., 5 ex., 2v, 2v & 1 v op 16, 23, 24/10, 31/10-l /11 & 9/11; l. Nel, J. Kempeneers e.a.), LP (re p. 1 & 2 ex. op 20/10 & 29-30/11; B. Zurings, B. Verstraete) en OHZ (resp. 2 ex., 1 v en 1 v op 24/10, 11 & 14/11; J. Rutten, L. Hendrickx).

Zomertaling Anas querqueduln 11/09: 3 ex. te OHZ (J. Nysten) 16, 18, 27/09, 1 & 8-9/10: resp. 2, 1, 1, 1 & 1 ex. te SAR (R. Stoks, B. Nef, L. Hendrickx e.a.)

Topper Aythyn mnriln 27 /11: 1 v te OHZ (G. Vanautgaerden)

Kuifeend Aythya fuliguln x Topper Aythya mnriln 17/10: lm te Leefdaal/kasteelvijver (K. van Scharen)

Brilduiker Bucephaln clangula 08/11: 2 juv te SAR (J. Nel) 09, 11-12 & 14/11: 1 ad v + 2 juv te NGB (R. Uyttenbroeck, G. Vanautgaerden, P. Moysons e.a.) 13/11: l ad v + 1 juv te SAR (L. Hendrickx, I.

Nel, N. Verbiest) 18/11: 2 ex. te OHN (G. Vanautgaerden) De vogels van NGB werden daar op 13/11 (de

20 De Boomklever - maart 201 1

watervogeltelling) niet waargenomen, het is dus erg waarschijnlijk dat het minstens van 8 tot 13/11 om vogels uit hetzelfde groepje ging.

Grote Zaagbek Mergus merga11ser 17/11: 1 m te SAR (l. Nel) 18/11: 1 v achtereenvolgens te NGB & SAR (J.

Fléron, G. Vanautgaerden)

Grote Zilverreiger Casmerodius alb11s De maandmaxima in de Dijlevallei tussen Leuven en de taalgrens bedroegen tijdens de behandelde periode 6 ex. te SAR 12/09 (J. Nysten) en te NGB op 22/09 (B. De Keersmaecker), 7 ex. te NGB op 3/10 (I. Nel) en 8 ex. te ZW op 22/11 (I. Nel). De slaapplaats te ZW werd ook weer gebruikt (versch. waarn.). Ten zuiden van de taalgrens werd een hoger maximum vastgesteld, met 14 ex. op 8/10 te Gastuche/Etang Paradis (B. Nef)

Kleine Zilverreiger Egretta garzetta 21/09: 1 ex. te NGB (C. Huyghebaert)

Koereiger Bubulcus ibis 28/11: 1 ex. in het weilandencomplex Doode Bemde/NGB/Oppem (A. Vanden Bogaerde, R. Stoks, L. Hendrickx, I. Nel, P. Moysons, B. Creemers) Het ging hierbij om de 5e Koereiger voor het Dijle land, waarvan de 2e in 2010. Bevend ien was deze vogel de eerste Koereiger die het Dijleland aandeed in het najaar. De vorige ex. werden waargenomen op 1/05/98 te SAR, op 24/04/01 te OHN, op 16 & 23/07/06 te SAR & OHN en op 19/03/10 te Duisburg.

Koereiger te Ooode Bemde - foto: Luc Hendrickx.

Geoorde Fuut Podiceps nigrico/lis 1, 2 & 3/10: resp. 4 (1 nog in najaarsrui), 1 &

2 ad win te SAR (L. Hendrickx, J. Nysten, H.

Roosen) 9/10: 3 ex. te NGB (G. Rijmenans)

Purperreiger Ardea purpuren 09/10: 1 ex. te SAR (G. Rijmenans + V WG Oost­Brabant)

Kwak Nycticorax nycticorax 2010 gaat zonder concurrentie de boeken in als het beste jaar ooit om Kwak waar te nemen in het Dijle land. Op 2-5, 12 en 17 /09 werd de soort immers weer waargenomen te SAR (versch. waam.). Net zoals tijdens de zomermaanden waren er nog steeds 2 ex. aanwezig: een 1 �

jaars (gezien op 2, 5, 12 & 17/09) en een adult ex. (opgemerkt op 3-5 & 12/09). Naar alle waarschijnlijkheid gaat het hier nog steeds om dezelfde dieren als eerder op het jaar, die respectievelijk het 4e en het se ex. waren voor het Dijleland in de 21 e eeuw. Ter herinnering: het adulte ex. werd voor het eerst opgemerkt op 8/05 en het jonge ex. op 7/06.

Ooievaar Ciconin ciconin 03-04/09: min. 2 ex. overnachtten te Ottenburg/ centrum (J. Souffreau, F. Vandeputte) 04/09: 7 ex. tpl te Everberg (F. Storms) 24 & 25/09: resp. min. 15 & 30 ex. tpl te Wilsele/ dorp (J. Bogaert, M. Bracquiné) 24/09: 1 ex. over Herent (J. Vantrappen) 25/09: 35 ex.Z over Leuven (W. Desmet) 26/09: 25 ex. tpl te Leuven/Naamsepoort (Y. Vanden Bosch) 27/09: 23 ex. ZW te Meerbeek/pompstation (A. Smets) 03/10: 1 ex. ZW te Leefdaal/plateau (L. Hendrickx, A. Smets) 11/l 0: 1 ex. N te SAR (I. Nel) en later 1 ex. (dezelfde?) 0 te Leuven/centrum (R. Stoks) 18/10: 7 ex. ZW te Meerbeek/pompstation (A. Smets)

Rode Wouw Milvus milvus 03/10: 1 ex. Z te Tervuren/Park KMMA (W. Desmet), 1 ex. ZW te SAR (J. Nysten), 1 ex. Z te Terlanenveld (H. Roosen), 1 ex. Z te Oud-Heverlee/dorp (J. Rutten) (mogelijk dubbeltellingen) 05/10: 2 ex. Z te SAR (R. Stoks, L Nel, K. van Scharen) 17/10: 1 ex. ZW te Huldenberg/Spitsberg (F. Fluyt)

24/10: 1 Koe heide

ex. (G.

zw

Bleys, te

J.

Grauwe Kiekendief Circus pygargus

Bertem/ Rutten)

08/09: 1 ex. ZW te Bertem/Koeheide (G. Bleys)

Blauwe Kiekendief Circus cynne11s De eerste Blauwe Kiekendief voor het najaar van 2010 was een man naar ZW over Meerbeek/ pompstation op 6/10, en werd in dezelfde richting gevolgd door een 1 (' kj op 10/10 (A. Smets). Nadien waren er nog waarnemingen te Bertem/Koeheide (resp. 1 v, 1 m & 1v op 13/10, 7 & 12/11; G. Bleys, E. Malfait), Leefdaal/plateau (resp. 1 ex.,1 ex.,1 F kj & 1v op 16, 19/10, 2

& 14/11 ; J. Lenaert, P. Moyson , A. Smets, C.

Carels), Huldenberg/Spitsberg (telkens 1 ex. op 30 & 31/10; F. Fluyt); Huldenberg/plateau (1 ex. op 31/10. F. Fluyt), Winksele (1 ex. op 31/10; G. Bleys), Sint-Joris-Weert/Doode Bemde (1 m op 28/11; J. Kempeneers) en Korbeek-Dijle (1 v op 28/11; J. Kempeneers).

Bruine kiekendief te SAR -foto: Ingrid Nel.

Boomvalk Fnlco sublmteo In de Dijlevallei werden enkel te SAR juveniele Boomvalken waargenomen (1 ex. op l3, 24 & 30/09, 2 ex. op 3/10, 1 ex. op 6/10; l. Nel, 0. Hendrick, J. Nysten, R. Stoks, 0. von Werne, J. Willemyns), maar of er hier ter plaatse een geslaagd broedgeval plaatsvond is niet gekend. Te Overijse/stad werd op 21/09 ook een juveniele Boomvalk gezien (JB Scpu lchrc). De laatste waarneming vond plaats op 10/10 ( 1 e te SAR; L. Hendrick ).

De Boomklever - maart 201 1 21

Zwarte Ooievaar Ciconin nigrn 05/09: 7 ex. N te Kessel-Lo/Kesselberg (J. De Rycke), 1 ex. W te Heverlee/Zwanenberg (J. Rutten), later 1 ex. ZW te Meerbeek/ pompstation (wellicht dezelfde) (A. Smets) 10/10: 1 ex. ZW te Leefdaal/plateau, Meerbeek/ pompstation en Terlanenveld (B. Bergmans, B. Creemers, A. Smets, H. Roosen)

Roerdomp Botaurus stellaris 6, 27/09, 15/10, 11 & 13/11: telkens 1 ex. te SAR (H. Roosen, K. van Scharen, B. Nef, G. Jacobs e.a.) 12/09, 13 & 16/11: telkens 1 ex. te OHZ (J. Nysten, L. Hendrickx� I. Nel, R. Uyttenbroeck) 15/11: 1 ex. te OHN (I. Nel)

Visarend Pandion haliaetus Een adulte Visarend pleisterde op 1-4/09 onafgebroken te SAR (I. Nel, G. Ryken, J. Nysten e.a.), en werd op 8/09 opgevolgd door een pleisterende juveniele vogel (E. Zvar). Nadien werden te SAR nog de volgende waarnemingen opgetekend: telkens 1 ex. Z op 11, 13 & 18/09 (I. Nel, 0. Hendrick, F. Vandeputte), 1 ex. N op 19/09 (L. Hendrickx, I. Nel), 1 ex. W op 22/09 (J. Kieboorns), 1 ex. tpl op 26/09 (R. Stoks), 1 ex. ZW op 2/10 (J. Menten, J. Nysten), 1 ex. tpl op 3/10 (P. Goubau, J. Nysten, H. Roosen) en 1 ex. tpl op 5/10 (R. Stoks, G. Dodeur ). Buiten SAR werden Visarenden tijdens het najaar van 2010 waargenomen op de volgende Dijlelandse locaties: OHN (1 ex. tpl op 1/09; J. Lambrechts, T. Vandezande), Overijse/stad (1 ex.0 op 1/09; 1.

Nel), Meerbeek/pompstation (1 ex. ZW op 5/09; A. Smets), Neerijse/Zingende Wind (1 ex. ZW op 5/09, de vogel van Meerbeek?; H. Roosen), OHZ (resp. 1 ex. & 1 juv tpl op 5 & 11/09; L. Hendrickx, J. Nysten), NGB (1 ex. Z op 11/09; J. Nysten), Sint-Joris-Weert/Ooode Bernde (1 ex. op 19/09; J. Vantrappen), Pécrot/vijver (1 ex. Z op 27/09; J. Dandois) en NKV (1 ex. ZW op 2/10; J. Nysten). Op 3/10 tenslotte, werd een overtrekkende Visarend zowel opgemerkt te Leefdaal/plateau, Neerijse/Langerodebos, NKV en pleisterend te Loonbeek (L. Hendrickx, A. Smets, J. Kempeneers, F. T'jollyn, F. Fluyt). Of een tweede ex. over Leefdaal/plateau (L. Hendrickx) ook op deze vogel betrekking had is niet duidelijk.

Smelleken Falco columbarius 05/09, 1, 10 & 28/10: telkens 1 ex. Z over Meerbeek/pompstation (A. Smets, P. Moysons) 29/09: 1 ex. tpl te Leefdaal/plateau (J. Lenaert)

22 De Boomklever - maart 201 1

03 & 10/10: resp. 1 ex. tpl & 1 ex. ZW te Huldenberg/Spitsberg (F. Fluyt) 07/10: 1 ex. Z te Sint-Joris-Weert/Ooode Bemde (I. Nel) 22/10: 1 ex. tpl te Overijse/Terlanenveld (I. Nel) 25/10: 1 ex. over te Heverlee/Terbank (A. Van De Laer) 30/10: 1 ex. ZO te Wilsele-Putkapel (P. Moysons, R. Uyttenbroeck) 02/11: 1 ex. over te SAR (P. Smets, J. Laeremans)

Slechtvalk Falco peregrinus Tijdens september - oktober 2010 kon nog onafgebroken een Slechtvalk worden waargenomen in Leuven (versch. waam.), maar enkel op 3/09 werden er 2 ex. samen gezien (F. De Schampelaere). November leverde geen waarnemingen uit de binnenstad op. Buiten Leuven werden Slechtvalken in de besproken periode opgemerkt op de volgende locaties: SAR (1 juv tpl op 12-13/09; telkens 1 ex. tpl op 22/09, l, 3 & 24/10; 1 ad over op 2/11; versch. waam.), Wilsele/dorp (1 ex. W op 12/09; B. Creemers), Néthen/Marbaise (1 ex. Z op 18/09; F. Vandeputte), Leefdaal/plateau (resp. 1 ex. over, 1 1e kj. Z & 1 ex. tpl op 19/09, 3 & 14/10; F. Fluyt, A. Smets, K. van Scharen, H. Roosen), Meerbeek/pompstation (telkens 1 ex. ZW op 25/09 & 18/10; A. Smets), OHZ (resp. 1 juv Z & 1 ex. tpl op 1/10 & 28-29/11; J. Rutten, F. Vandeputte, W. Desmet e.a.), Wilsele-Putkapel (resp. 1 ex. Z & 1 ex. tpl op 3/10 & 8/11; L. Smets, J. De Rycke), Kessel-Lo/centraal (1 ex. tpl op 29/10; R. Uyttenbroeck), OHN (1 ex. op 20/11; J. Nysten) en Heverlee/Langestaart (1 ex. tpl op 26/11; P. Moysons).

Kraanvogel Grus grus 29/11: 4 ex. eerst N, later terugkerend, invallend en pleisterend te OHZ (tot op 30/11) (J. Kempeneers, R. Uyttenbroeck, P. Moysons, R. Stoks) 30/11: 50+ ex. ZW te Korbeek-Dijle (R. Aerts), 200 ex. over te Blanden (J. De Baere ), 60 ex. Z te SAR (G. Moons) en 70 ex. over Overijse (E. De Broyer)

Bontbekplevier Charadrius hiaticula 13/09: 1 ex. ZW te Meerbeek/pompstation (Á. Smets)

Rosse Franjepoot Phalaropus fulicarius De eerste Rosse Franjepoot voor het Dijleland zat op 31/10 te SAR (I. Nel, L. Hendrickx, K. van Scharen, A. Smets).

Goudplevier Pluvinlis apricnrin 27/09 & 10/10: resp. 16 & 2 ex. ZW over Meerbeek/pompstation (A. Smets) 16/10: 20 ex. invallend te Korbeek-Dijle (J. Rutten) 21 & 22/10: resp. 4 & 3 ex. tpl te Terlanen/ Terlanenveld (I. Nel) 2 & 7/11: resp. 3 & 1 ex. ZW te Leefdaal/plateau (A. Smets) 15 & 27/11: resp. 2 ex. ZW & 1 ex. tpl te Terlanen/ Terlanenveld (H. Roosen, F. Vandeputte)

Wulp Nllmeuius nrqllatn 22/09: 3 ex. W te Erps/Oorenveld (P. Moysons)

Rosse Grutto Limosa /apponica 15-17/09 1 juv te Tervuren/Park KMMA (C. Carels, 1. Nel, A. Smets, K. van Scharen) Het gaat hierbij om de 8c Rosse Grutto voor de Oijlevallei, slechts de tweede in het najaar en de laatste ooit. Een overzicht van de oudere waarnemingen: 2 ex. in de Dijlevallei op 29/03/64, 1 ex. te Neerijse op 9/04/65, lex te Heverlee op 7-8/09/75, 1 ex te OHN op 26/04/01, 1 ad te OHZ op 13/05/04, en 1 ex. te OHN op 10/05/07.

Tureluur Tringa totanus 18/09: 1 ex. te SAR (J. Nysten)

Groenpootruiter Tri nga 11ebu la ria 03/09: 1 ex. te Oud-Heverlee/Ormendaal (P. Moysons) 16-17, 18 & 26/09: resp. 1, 2 & 1 ex. te SAR (R. Stoks, L. Hendrickx, J. Nysten, F. Vandeputte, 1. Nel)

Oeverloper Actitis hypoleucos 03/09: 1 ex. te ZW (P. Moysons) 16/09 & 3/10: telkens 1 ex. te Tervuren/Park KMMA (A. Reygel, J. lde) 21/09: 1 ex. over Oppem (C. Huyghebaert) 22/09: 1 ex. te SAR (B. De Keersmaecker, 1. Nel), 1 ex. te Pécrot/vijver (C. Huyghebaert)

Bokje Lym11ocn1ptes mi11in111s 28/09: 1 ex. te Bertem/Koeheide (G. Bleys)

Houtsnip Scolopax rusticola 16/10: 1 ex. over Kessel-Lo/Noord (S. Goethals) 03/11: 1 ex. te Kessel-Lo/Kesselberg (T. Vandezande) 07/11:1 ex. te Meerbeek (P. Moysons) 08/11:1 VSO te Blanden (l. Nel) 21/11 :1 ex. te Vrebos (A. Smets)

Goudplevier op het plateau vn11 Ter/ae11e11 - foto: Ingrid Nel

29/11 :2 ex. te Bertem/Koeheide (G. Bleys)

Kemphaan Philomnc/111s pugnnx 30/09: 1 ex. ZW (even tpl) te Meerbeek/ pompstation (A. Smets)

Dwergmeeuw Hydrocoloeus millltflls 28/09: 5 ex. te SAR (P. Moysons, I. Nel)

V isdief Sterna hiru11do 4-6/10: l ad win te SAR (K. van Scharen, L. Petre, 1. Nel, R. Stoks, T. Y ebaert)

Zwarte Stern Chlidonins niger 1, 5-6, 7 & 8-9/09: resp. 5, 1, 4 & 1 ad win tpl te SAR (I. Nel, L. Hendrickx, T. Vandezande e.a.)

Velduil Asio Jlam111eus 17/10: 1 ex. tpl te Meerbeek/pompstation (A. Smets, P. Moysons)

Gierzwaluw Apus apus Nadat een laat ex. op 25/09 over Meerbeek/ pompstation naar ZW trok (A. Smets), pleisterden twee nog latere e . op 2/10 te SAR (L. Hendrickx).

Pestvogel Bomvycilln garrulus Joepie, het was weer zover, er zakten Pe tvogels af tot in onze streken! 28, 29 & 30-31/10: resp. 2, 1 & 3 e . te Wilsele­Putkapel/Kwade Hoek (J. De Rycke, T.

Vandezande, B. Creemers) 14/11: 5 ex. te Sint-Joris-Weert/Doode Bemde (J. Kempeneer , L. Hendrick , 1. Nel, J. Ny ten, R. Stoks) 15/11 : 3 ex. te NKV (R. Stoks)

De Boomklever - maart 201 1 23

16/11: 2 ex. te WLS/N (J. De Rycke), 5 ex. ZW te Heverleebos (K. van Scharen) 19, 20 & 21-22/11: resp. 5, 3 & 2 ex. teWinksele­Leuven/Gasthuisberg (B. Bergmans e.v.a.) 21/11: 1 e . te LP (PM De Lemos Esteves) Het i zeer waarschijnlijk dat de waarnemingen op een aantal locaties betrekking hebben op Pestvogels uit dezelfde groep (Putkapel/Kwade Hoek - WLS/N; SJW /Doode Bemde - NKV).

Boomleeuwerik L11llula arborea De eerste Boomleeuwerik voor het najaar van 2010 trok op 13/09 over Meerbeek/ pompstation (A. Smets). Daarna werden hier op 9 data tussen 22/09 en 8/11 in totaal nog 168 trekkende Boomleeuweriken geteld, met onder meer maxima van 19 ex. op 1/10, 59 ex. op 6/lO, 24 ex. op 18/10, 12 ex. op 21/10 en 24 ex. op 19/10 (A. Smets, P. Moysons, F. Fluyt). Andere waarnemingsplaatsen waren Sint­Joris-Weert/Doode Bemde (1 ex. over op 22/09; B. De Keers!Ilaecker), Erps/Dorenveld (resp. 2 & 1 ex. tpl op 23-24/09 & 10/10; P. Moysons, L. Raty), Haasrode/zandgroeve (resp. 2 ex. tpl & 5 ex. ZW op 23/09 & 3/1 O; M. Abts, D. von Werne), Oud-Heverlee/centrum (resp. 2, 1 & 1 ex. Z op 1, 18 & 24/10; J. Rutten), Bierbeek/ Mollendaalwoud (1 ex. aud op 2/10; H. Paques), Huldenberg/Spitsberg (resp. 10 ex. NO & 13 ex. ZW op 3 & 31/10; F. Fluyt), Maleizen (15 ex. tpl op 4/10; S. Peten), Ottenburg (5 ex. Z op 9/10; F. Vandeputte), Bertem/Koeheide (1 ex. ZW op 9/10; G. Bleys), Kessel-Lo/Noord (1 ex. aud over op 9/10; J. Lambrechts), Heverlee/Terbank (1 ex. over op 25/10; A. Van De Laer), Leefdaal/ plateau (resp. 11 & 6 ex. ZW op 29/10 & 2/lJ; P. Moysons, A. Smets), Wilsele-Putkapel/ Kwade Hoek (1 ex. ZW op 30/10; P. Moysons) en Korbeek-Dijle (resp. 1 ex. over & 4 ex. tpl op 9 & 17/11; P. Moysons, H. Roosen).

Strandleeuwerik Eremophila alpestris De eerste Strandleeuwerik voor het Dijleland (of toch minstens sinds 1975) trok op 26/10 naar ZW over Meerbeek/pompstation (A. Smets).

Duinpieper A nthus cnmpestris 05/09: 1 ex. aud te Korbeek-Dijle (F. Fluyt) 09/09: 2 ex. tpl te Heverlee/Zwanenberg (G. Bleys)

Boompieper Anthus trivia/is

Deze soort liet zich voor de eerste keer opmerken op 5/09, met waarnemingen van 27 ex. ZW te Meerbeek/pompstation (A. Smets),

24 De Boomklever - maart 201 1

2 ex. aud te Korbeek-Dijle (F. Fluyt), 1 ex. over Sint-Agatha-Rode/Onderbos (S. Peten) en 1 ex. Z te Heverlee/Terbank (H. Roosen). Van 6/09 tot 9/10 werden vervolgens nog op 16 data en 11 locaties Boompiepers gezien (versch. waarn.) in de regio Leuven. De maximumtelling van 52 ex. vond op 22/09 plaats te Meerbeek/pompstation (A. Smets).

Roodkeelpieper Anthus cervinus l & 10/10: telkens 1 ex. ZW te Meerbeek/ pompstation (A. Smets, P. Moysons)

Huiszwaluw Oelichon 11rbicum 18/10: 2 late ex. ZW over Everberg (JM Lomrnaert)

Waterpieper Anthus spinoletta De eerste Waterpieper voor het najaar van 2010 zat op 3/10 te OHZ (L. Hendrickx). Nadien werden nog 42 waarnemingen ontvangen (versch. waam.), het hoogste aantal werd op 15/11 geteld op de slaapplaats te Sint-Joris­Weert/Doode Bemde en bedroeg 64 ex. (R. Stoks).

Wnterpieper te OHZ -foto: Luc Hendrickx.

Roodborsttapuit Saxicola rubicola Roodborsttapuiten werden in het najaar van 2010 waargenomen te Kwerps/Zuurbeekvallei (4 ex. incl. min. 1 juv op 4/09; R. Ghijsen), Haasrode/zandgroeve (1 1e w in op 19/09; D. von Werne), Haasrode/Meerdaalwoud (lm op 24/09; A. Paquet), SAR (resp. 1 ex. & lm op 26/09 & 4/10; J. Nysten, 1. Nel, A. Smets), Korbeek-Dijle/plateau (resp. 1 & 2 ex. op 2 & 9/10; J. Nysten), Leefdaal/plateau (1 ex. op 8/10; 1. Nel, P. Moysons), Meerbeek/pompstation (resp. 1 ml v & 1 v op 10 & 17/10; A. Smets, P. Moysons), OHZ (lm op 21/11; F. Fluyt, 1. Nel) en OHN (lm op 28/11; F. Vandeputte).

Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus 06/10: 1 ex. te Haasrode/Stenenkruis - Industrie (D. von Weme)

Paapje Saxicola rubetra Er werden tijdens de besproken periode nog Paapjes waargenomen te SAR/Vette Weide (resp. 3 & 2 ex. op 3/09 & 3/10; P. Moysons, B. Creemers), Kwerps/Zuurbeekvallei (1 ex. op 4/09; R. Ghijsen), Korbeek-Dijle/plateau (resp. 1, 4, 1, 4 & 3 ex. op 4, 5, 11, 12/09 & 2/10; J. Nysten), Meerbeek/ pompstation (resp. 2, 5 & 2 ex. op 5, 7 & 25/09; A. Smets), Bertem/Koeheide (resp. 1, 2 & 1 ex. op 6, 25 & 28/09; G. Bleys), Heverlee/Zwanenberg (4 ex. op 8/09; G. Bleys), Heverlee{Ierbank (1 ex. op 9/09; H. Roosen), Leefdaal/plateau (resp. 9 & 1 ex. op 11 & 26/09; M. O'Briain, J. Nysten) en Erps/ Dorenveld (4 ex. op 24/00; P. Moysons).

Tapuit Oena11the oennnthe Tapuiten waren er op de volgende locaties: Winksele (4 ex. op 1/09; R. Ghijsen), Oud­Heverlee/ Ormendaal (J ex. op 3/09; P. Moysons), SAR/Vette Weide (resp. 2, 2 & 1 ex. op 3, 5/09 & 3/10; P. Moysons, I. Nel, B. Creemers), Erps/Doren veld (resp. 16, 2, 3, 3 & 3 ex. op 4, 5, 8, 10 & 24/09; P. Moysons, L. Raty), Korbeek-Dijle/plateau (resp. 3, 1, 1, 2, 2 & 1 ex. op 4, 12, 18, 25/09, 2 & 9/10; J. Nysten), Wilsele/ dorp (1 ex. op 4/09; G. Rijmenans), Heverlee/ Terbank (2 ex. op 5/09; H. Roosen), Meerbeek/ pompstation (resp. 3 ex. tpl, 1 ex. tpl, 1 ex. ZW & 1 ex. ZW op 5, 7, 22 & 27/09; A. Smets), Eizer/ Horenberg (1 ex. op 5/09; H. Roosen), Overijse/ Terlanenveld (telkens 1 ex. op 5 & 12/09; H. Roosen), Veltem-Beisem/dorp (2 ex. op 5/09; R. Ghijsen), Heverlee/Zwanenberg (4, 2, 6 &

1 ex. op 6, 8, 9 & 27/09; G. Bleys), Leefdaal/ plateau (resp. 6, 40 & 1 ex. op 11, 29/09 & 3/10; M. O'Briain, J. Lenaert, A. Smets), Vrebos (1 ex. op 12/09; M. O'Briain), Haasrode/zandgroeve (resp. 1 & 9 ex. op 19 & 23/09; D. von Werne, M. Abts), Huldenberg/Ijsevallei (1 ex. op 22/09; J.

Kiebooms), Erps-Kwerps/ dorp (1 ex. op 23/09; P. Moysons), Haasrode/industrie (1 ex. op 23/09; D. von Weme), Neerijse/ Tersaert (3 ex. op 26/09; C. Carels) en Heverlee/Oost (3 ex. op 29/09; ]. Kempeneers).

Beflijster Turdus torquatus 22 & 25/09: resp. 1 & 3 ex. ZW te Meerbeek/ pompstation (A. Smets) 29/09: 1 ex. aud over Leefdaal/plateau (J.

Lenaert)

30/09: 1 ex. aud te OHZ (J. Rutten) 02/11: 1 ex. aud te Haasrode/zandgroeve (D. von Werne)

08/11: 1 ad m te Leefdaal/plateau (K. van Scharen)

Cetti's Zanger Cettia ceffi Na twee opeenvolgende strenge winters is het uitkijken of broedseizoen 2010 voldoende jongen produceerde om terug voor een uitbreiding te zorgen. Voorlopig blijft de situatie echter eerder status quo. Tijdens september - november 2010 werden te SAR immers 3 zangposten aangetroffen, in de Doode Bemde 1, en te OHZ 2 (versch. waarn.). Dit zijn identiek de.lelfde aantallen als tijdens voorjaar en zomer 2010. Enkel te OHN werd er terug een tweede zangpost aangetroffen (versch. waarn.), ten opzichte van een enkel zingend ex. tot en met augustus. Op 22/09 werden hier zelfs 3 ex. gehoord (J. Lambrechts).

Siberische Tjiftjaf Phylloscop11s collybita tristis 26/11: 1 ex. te Ma leizen (S. Peten), een primeur voor het Dijleland!

Pallas' Boszanger Phylloscopus proreg11!11s 16/11 : 1 ex. aud te Heverlee/Vaalbeekstraat (J. Rutten) Hoewel Pallas' Boszanger een extreme zeldzaamheid is in de on omringende streken vertegenwoordigt deze vogel reeds minstens het vijfde e '. voor regio Leuven. Natuurlijk moet een soort van dit kaliber wel eerst aanvaard worden door het Belgisch Avifaunistisch Homologatiecomité vooraleer dit officieel zo is, en of dat met een auditieve waarneming zal Jukken is op zijn minst onzeker. Een veldwaarneming op 17/12/92 te Tervuren/Park KMMA doorstond deze test wel. De overige drie aanvaarde gevallen betroffen ringwaarnemingen te Korbeek-Lo op 26/10/04, 30/10/04 en 16/10/06. Een waarschijnlijk ex. op 5/11/2006 te OH/dorp bleef onbeve tigd.

Bonte Vliegenvanger Ficerf 11/n hypoleucn 03 & 07/09: telkens 1 ex. te Ke sel-Lo/ Leopoldspark (B. Verstraete) 05/09: 1 ex. ZW te Meerbe k/pom pstation (A.

Smets)

Grauwe Gors Emberizn cnln11drn 06/10: 3 ex. te Korbeek-Dijle/pléiteau (G. Ryken) 09/10: 1 e . te Bierbeek/Mollendaal plateau (J.

Ny ten)

De Boomklever - maart 201 1 25

Grauwe Vliegenvanger M uscicnpn strintn 15/09: 1 ex. te LP (B. Verstraete) 04/10: 1 ex. te SAR (A. Smet , I. Nel)

Baardman Pn11urns binm1iws l 6/11: min. 2 e . te OHZ (R. Uyttenbroeck, P. Moysons, 1. Nel)

Buidelrnees Remiz pend11/i11us 2, 3 & 4/10: resp. 2, 1 & 5 ex. te SAR (J. Menten, H. Roosen, A. Smets, K. van Scharen, L. Petre)

Witkopstaartmees Aegithnlos cnudntus cnudatus Het najaar van 2010 was het eerste waarin er echte Witkopstaartmezen konden worden waargenomen in het Oijleland, kaderend in

een grotere invasie in de Lage Landen. Bij ons werden de volgende vogels gezien: 3 ex. te Bertembo op 7/11 (G. Bleys), 1 ex. te OHZ op 20/11 (f. de Thier) en 1 ex. te LeefdaalNoervallei op 26/11 (K. van Scharen). Ter vergelijking: witkoppige Staartmezen A. caudatus e11ropaeus werden in dezelfde periode opgemerkt te Kwerps/Molenbeekvallei, Erps-Kwerps/dorp, Tervuren/park KMMA, SAR & OHZ (versch. waam.).

Noordse Goudvink Pyrrhula pyrrlwla ssp. Op 31/10 vloog minstens 1 ex. (enkel aud waargenomen) van het "teutertype" ZO over Huldenberg/ Spitsberg (F. Fluyt).

Kruisbek Loxin curvirostrn De Kruisbekken-influx die reeds in jLmi 2010 merkbaar was zette zich tijdens de herfstmaanden verder en nam sterk in omvang toe tot het hoogtepunt in oktober. Bij de overvliegende groepen kon geen overwegende trekrichting worden vastgesteld. Het presenteren van een volledig overzicht behoort niet tot de mogelijkheden van deze rubriek, daarom geven we per maand slechts enkele statistiekjes weer (onder de waarnemingen meerdere dubbelwaarnemingen; versch. waam.). September: 20 waarnemingen (7 betreffende pleisteraars), grootste groep: 18 ex. N te Bertem/ Koeheide op 11/09 (G. Bleys) Oktober: 87 waarnemingen (min. 58 betreffende pleisteraars), grootste groep: 41 ex. tpl te SAR (R. Stoks, I. Nel; G. Dodeur) November: 46 waarnemingen (min. 26 betreffende pleisteraars), grootste groep: 21 ex. te SAR/De Hoek op 8/11 (T. Nel) 17/10, 2 & 20/11: resp. 1 ex. Z, 4 ex. W & 1 ex.

26 De Boomklever - maart 201 1

tpl te Leefdaal/plateau (J. Lenaert, A. Smets, C. Carels)

ljsgors Cnlcnri11s lapponicus 2 & 7/11: telkens 1 ex. ZW te Leefdaal/plateau (2e ex. even ingevallen) (A. Smets)

Sneeuwgors Plectrophennx nivnlis 07/11: 1 ex. ZW te Leefdaal/plateau (ook invallend maar niet teruggevonden) (A. Smets)

Deze Sneeuwgors was de zevende voor de brede Leuvense regio en de vierde in november. De vroegere waarnemingen: 1 ex. te Leefdaal op 31/10/55, 1 ex. geschoten te Haasrode op

15/11/57, 1 ex. gevangen te Heverlee op 5/11/61, lm gevangen te Egenhoven op 19/11/62, 1 ex.

van 2e helft december 2003 tot min. 02/01 te Wavre Nord/Petite Bilande en 1 ad win te Leefdaal/plateau van 30/01/04 tot 01/02./04.

Europese Kanarie Serin11s serinus 09/11: 1 ex. te Korbeek-Dijle (P. Moysons)

Kruisbek te SAR - foto: Ingrid Nel

Kleine Barmsijs Card11elis cnbnret 18, 24/10 & 20/11: resp. 5 ex. W, 1 ex. 0 & 1 ex. NNO te Oud-Heverlee/dorp (J. Rutten) 1/11: 18 ex. tpl te OHZ (A. Smets) 2 & 7/11: 1 ex. ZW & 2 ex. 0 te Leefdaal/plateau (A. Smets)

Barmsijs sp. Carduelis cnbnretlfln111men 16, 17/10 & 21/11: resp. 1 ex., 1 ex. N & 1 ex. te Oud-Heverlee/dorp (J. Rutten, F. Fluyt) 27/10: 7 ex. te OHN (J. Lambrechts) 07/11: 7 ex. over te Kessel-Lo/centraal (R. Uyttenbroeck) 08/11: 11 ex. ZW te Meerbeek/pompstation (A. Smets), 2 ex. over te Heverlee/ Langestaart (P. Moysons, R. Uyttenbroeck) 09/11: 1 ex. over te SAR (D. von Werne) Deze waarnemingen hadden waarschijnlijk grotendeels (uitsluitend?) betrekking op Kleine Barmsijzen.

Samenstelling Kelle Moreau, [email protected]

Medewerkers en correspondenten Michaël Abts, Raf Aerts, Carl-Eric Anspach, Louis-Philippe Arnhem, Tim Audenaert, Peter Bellen, Hugo Bender, Bruno Bergmans, Koen Berwaerts, Geert Bleys, Johan Bogaert, Luc Boon, Frank Boulanger, Marc Bracquiné, A. Braem, Evert Bruyninckx, Vincent Bulteau, Tim Caers, Dany Capart, Charles Carels, Guido Catthoor, Yann Coatanéa, Chris Coeckelbergh, Peter Collaerts, Stijn Cooleman, Patricia Cornet-Poussart, Bart Creemers, Jos Cu ppens, Geert Daems, Jean Dandois, Paul Dauwe, Paul Dawagne, Johan De Baere, Benoit De Boeck, Lut De Broeck, Erik De Broyer, Bnmo De Fraine, Hugues De Gernier, Krista De Greef, Bart De Keersmaecker, Pierre Manuel De Lemos Esteves, Marc De Paemelaere, Bart De Rudder, Johan De Rycke, Frans De Scham pelaere, Thomas de Thier, Frederik De V os, Luc De Wit, B. Demarsin, Johan Denonville, Antoine Derouaux, Gauthier Deschamps, Chantal Deschepper, Louis Desmet, Wouter Desmet, Gwenn Dodeur, Freddy Donckels, Dennis Douchy, Michiel Dusselier, Jacky Fléron, Frederik Fluyt, Frans Geenen, Stefan Gerris, Kathleen Geukens, Raf Ghijsen, Sven Goethals, Patrick Goubau, Werner Goussey, Griet Grootaers, Krien Hansen, Olivier Hendrick, Luc Hendrickx, Cécile Herr, Claire Huyghebaert, Jacques Ide, Gauthier Jacobs, Jochen Kempeneers, Jean Kiebooms, Johan Laeremans,

jorg Lambrechts, David Leemans, Jan Lenaert, Iwan Lewylle, Jean-Marie Lommaert, Ken Lossy, Michel Louette, Eddy Macquoy, Eddie Maes, F. Maes, Eric Malfait, Thierry Maniquet, Pierre Mannaert, Etienne Meert, Jori Menten, Patrick Michel, Gerome Moons, Kelle Moreau, Pieter Moysons, Alex & Lau rence Naets, Bruno Nef, Ingrid Nel, Griet Nij , Paul Nuyts, Johan Nysten, Micheal O'Briain, Thierry Ory, Hervé Paques, Alain Paquet, Bernard Pasau, Stephan Peten, Ludovic Petre, Nicolas Pierrard, Renaat Polfliet, Guido Quaghebeur, Fre Rampelbergh, Laurent Raty, Alain Reygel, Katrien Reynders, Carine Richerzhagen, G. Rijmenans, Johan Robben, Hans Roo en, Jos Rutten, Niels Ryckeboer, Geert Ryken, Karina Samyn, Jacques Schwers, Benoît Segacrt, JB Sepulchre, Adriaan Seynaeve, JF Simonart, Axel Smets, Ludo Smets, Philippe Smet , Lars Smout, Joris Souffreau, Ingemar Spelmans, Peter Standaert, Robby Stoks, Frédéric Storms, Reinhardt Strubbe, Stefaan Sys, Julien Taymans, Koen Thijs, Filiep T'Jollyn, Erik Toorman, Roel Uyttenbroeck, André Van De Laer, Wim Van den Bossche, Benny Van Dyck, Fabrice Van Hove, Siegfried Van Ingelgem, Kris van Scharen, Gert Vanautgaerden, Filip Vandekeybus, Arne Vanden Bogaerde, Yves Vanden Bosch, Thomas Vandenberghe, Filip Vandeputte, Chris Vanderperre, Hilde Vandevoorde, Tom Vandezande, Hilaire Vanherwegen, Joost Vantrappen, Mathijs Vantrappen, Norbert Verbiest, Jos Vemooij, Jan Verroken, Bart Verstraete, von Weme Dirk, Marc Walraven , Denzil Walton, Judy Wickens, Jean Willemyns, Maarten Wouters, Francis Wyns, T. Ysebaert, Cathy Zanté, Bert Zurings en Ernesto Zvar.

Hnlsbn11dpnrkiet te AVP -foto: Werner Go11ssey

De Boomklever - maart 201 1 2 7

Activiteiten

Alle activiteiten van de Natuurstudiegroep Dijleland en eventuele wijzigingen zullen ook aangekon­digd worden via de Dijlevallei-maillijst (http://groups.yahoo.com/group/Dijlevallei/).

Zaterdag 26 maart Amfibieënexcursie in het Meerdaalwoud Onder leiding van Hyla, de amfibieën- en reptielenwerkgroep van Natuurpunt, wordt er vandaag geïnventariseerd naar salamanders ter voorbereiding van beschermingsplannen.

Afspraak: Parking CC De Borre te Bierbeek om 14u Leiding: Mark Lehouck ([email protected], 016 444936)

Zondag 10 april Bijenexcursie in het Rodebos Onder stimulans van de nieuwe Bijenwerkgroep van Natuurpunt plannen we dit jaar meerdere excur­sies op zoek naar wilde bijen in het Dijleland. Voorkennis is niet vereist. Afspraak: Parking Rodebos om 14u Leiding: Bart Creemers ([email protected], 0496893106) en Joris Menten [email protected], 0495275393)

Zondag 24 april Bijenexcursie in de zandgroeves van Nethen en het Meerdaalwoud Afspraak: Parking aan boshuis Het Spoor/La Trace aan de zuidrand van het Meerdaalwoud om 14u Leiding: Bart Creemers ([email protected], 0496893106) en Joris Menten [email protected], 0495275393)

Zaterdag 30 april Dijlelandse Big Day Vorig jaar hebben we voor het eerst terug aangeknoopt bij de leuke traditie van de Dijlelandse Big Day. De bedoeling is om tussen Ou en 24u zoveel mogelijk verschillende soorten vogels te zien/te horen binnen de grenzen van het Dijleland. Om een ecologische Big Day aan te moedigen, krijgen alle fietsende deelnemers een bonus: zij mogen alle waargenomen exoten ook meetellen in hun eindtotaal. Vooraf inschrijven is verplicht en kan tot uiterlijk vrijdag 29 april om 18uur - bij de gelegenheidscoör­dinator, Kris van Scharen (kris.van.scharen@ telenet.be). Ook deelnemers van buiten de regio zijn uiteraard welkom ! Dit is misschien een gelegenheid om het Dijleland eens "anders" te leren kennen? Een gedetailleerd reglement staat op onze website.

Zondag 29 mei Libellenexcursie in het Wijgmaalbroek In het Wijgmaalbroek werden het afgelopen jaar meerdere nieuwe poelen aangelegd. Dit zou weleens tot leuke ontdekkingen van bijzondere pionierssoorten kunnen leiden. Afspraak: Dorpsplein van Wijgmaal om 14u Leiding: Bart Creemers ([email protected], 0496893106)

Zaterdag 4 juni Libellenexcursie in Pécrot

We bezoeken het Etang de Pécrot en gaan vervolgens naar de "mare Hoslet'', en ook naar het bronge­bied van de Petite Marbaise. Afspraak: Parking aan de vijver van Pécrot om 14u Leiding: Bart Creemers ([email protected], 0496893106) en Catherine Dickburt (catherinedick­[email protected], 0495/30 19 60).

28 De Boomklever - maart 20 1 1

Ac eel

1 te winter R11igpootb111zerd te Leefdaal Foto: Step/Jan Peten

Van ruige gasten

11 november 1971, Vijver Grote Bron (alias Langerode vijver), in mijn waarnemingenboekje taat genoteerd: een zonnige dag, een groepje I leine zwanen, enkele duikeenden, een tiental wintertalingen en terloops ook een Ruig­pootbuizerd ... lkwas me toen duidelijk nog niet bewust van de zeldzaamheid van deze soort en kon niet vermoe­den dat ik veertig jaar zou moeten wachten op een nieuwe waarneming in de regio . . . •

2 januari 2011, grote drukte op het koude, besneeuwde plateau van Leefdaal met neeuwploeterende vogelaars, tal van telescopen en camera's, en in de hoofdrol een juveniel wijfje Ruigpootbuizerd, een van de vele die deze winter opdoken en vaak langdurig pleisterden zowat overal in Vlaanderen. Reeds op 14 december 2010 zag Hans Roo en op diezelfde plaats een exemplaar dat echter daarna niet werd teruggevonden. De blijkbaar voorlopig laat te waar­neming mocht ikzelf voor mijn rekening nemen op 28 januari 2011. Ik was al een tijdje bezig met het bekijken van een hybride Tafeleend X Witoogeend op de gedeeltelijk leeggelopen en bevroren kasteelvijver te Leefdaal, toen "iets" mijn aandacht deed verplaatsen naar de andere kant van de vijver. Een middelgrote roofvogel zat op het bevroren modderig deel van de vijver iets op te peuzelen. Even de telescoop in die richting en meteen herkende ik een Ruigpootbuizerd die ongestoord verder zijn prooi, een vogel( duif?), in stukjes trok. Zonder de vogel ook maar in het minst te verstoren loop in langs de Slagbergweg tot ik ter hoogte van de vogel ben. Hij zit nu op minder dan lOOmeter van mij en in de telescoop is het alsof hij bijna vlak voor mijn voeten zit ! En "uiteraard" heb ik geen fotocamera meegenomen ... Het hadden de foto's van het jaar kunnen zijn. Een fietser aan de overkant doet de vo­gel opvliegen maar na een toertje rond de vijver valt hij vlak voor mij op dezelfde plaats terug in en peuzelt rustig verder ... Straf! Uiteindelijk heeft hij genoeg en vliegt hij naar de hogere bomen in het kasteelpark en verdwijnt uit het zicht. .. Opnieuw voor veertig jaar ??

Kris van Scharen

• Er waren nog wel enkele regiowaameminge11 :februari 1985 (SAR), december 1996 (OH ),oktober 2008 {Haas­rode), november 2008(Brussel) en 13 december 20 10 (Wavre)

De Boomklever - maart 2011

Inhoud . -- .

EDITORIAAL Instant succes

FLORA Een soortenrijke vegetatie aan de Ruelensvest te Leuven

'

Dirk Hennebel 2

INSECTEN Zoeken naar lepenpage in het Dijle/and: tips en voorlopige verspreidingsgegevens llf Jacobs 6

De dag- en nachtvlinders (Lepidoptera) van het Dij/eland Deel 1: Micropterigidae (Oermotten) tot en met Lyonetiidae (Sneeuwmotten) André Verboven 12

VOGELS Lee�ijds- en geslachtsbepaling bij Pestvogels Bruno Bergmans I 6

Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dij/eva/lei en omgeving: september - november 20 I 0

Kel/e Moreau 19

ACTIVITEITEN Activiteitenkalender

Coverfoto: Mannetje Pijlstaart in het Leopoldspark te Kessel-Lo.

Foto: Jan Waumans.

I 111

28

J