De Boomklever September 2014

36
1 1 1 1 . 1 1 1 l 1 1 1 1 1 1 l 1 1 , , 1 ! 1 1 ' 1 = i Tijdschrift van de Natuurstudiegroep Dijleland , . ' Jaargang 42 - september 2014 !Il

description

 

Transcript of De Boomklever September 2014

Page 1: De Boomklever September 2014

1

1 1 1.

1 1 1 l

1 1

1 1 1 1

l � 1 1 ,,

1 ! �

1 •

1

'

1 =

i Tijdschrift van de

Natuurstudiegroep Dijleland

, .

'

Jaargang 42 - september 2014

!Il

Page 2: De Boomklever September 2014

Regionale werkgroep van atuurpunt Studie vzw natuur punt S!udlt

Bestuur

• Kris Van Scharen (voorzitter/penningmeester), Korbeekstraat 27, 3061 Leefdaal, 02-7672638

• Bruno Bergmans, Klaverstraat 44, 8000 Brugge, 0498-760722 • Bart Creemers, Aarschotsesteenweg 420, 3012 Wilsele,

0496-893106 • Kelle Moreau, Meibloempjeslaan 2, bus 3, 8400 Oostende • Pieter Moysons, Engerstraat 144, 3071 Erps-Kwerps,

0499/28.82.89 • Hans Roosen, Abstraat 101, 3090 Overijse, 02-6879518 • Roel Uyttenbroeck, Langeveld 76, 3220 Holsbeek, 0495-628863 • Gert Vanautgaerden, Tulpenlaan 7, 3052 Blanden, 0477426868 • Koen Vandenberghe, Blijde Inkomststraat 85/5, 3000 Leuven,

0485162619 • Thomas Vandenberghe, Heilige-Geeststraat 6 bus 2, 3000 Leuven,

0474/40.96.09 • André Verboven, Groeneweg 60, 3001 Heverlee, 016-238184

Werkgroep vogels

• Algemeen coördinator: Kelle Moreau ([email protected]) • Watervogeltellingen, Luc Hendrickx( luchendrickx2003@yahoo.

com) • Trektellingen: Gert Vandezande (gert.vandezande @telenet.be) • Bijzondere Broedvogels: Pieter Moysons (pieter_moysons@

hotmail.com)

Werkgroep zoogdieren

• Archivering waarnemingen: Kelle Moreau ([email protected])

• Vleermuizen: Hans Roosen ([email protected]) • Hamster: Gert Vanautgaerden ([email protected])

Werkgroep bijen

• Archivering en rapportering waarnemingen: Koen Vandenberghe ([email protected])

Werkgroep planten en webmaster

• Themaverantwoordelijke: Thomas Vandenberghe ([email protected])

Website: www.natuurstudiegroepdijleland.be

Regiopagina: dijleland.waarnemingen.be

Rondzendlijst Dijleland: ga naar http://groups.yahoo.com/neo/ groups/Dijlevallei/info, maak een Yahoo ID aan en klik op 'join group'. Bij aanmeldingsproblemen, contacteer [email protected].

t 1 r

� Gert VànautgaeMen, Roel Uyttenbroeck en Krfi Vàn �

Artikels; fótó"s en korte 11� worden verwacht op�� cretariaat, p/a Geit v�� (vanautgaerdel).I� of Roel Uyttmbi'oeck

(roel_uyttenbroeè:k@h�1

Page 3: De Boomklever September 2014

Per spoor door de Dijlevallei

·;;. Edito ; .

De zomer, een drukke periode waarin je zoveel mogelijk probeert te genieten van de warme temperaturen, de zonnige dagen, en uiteraard al het moois dat de natuur dan te bieden heeft. We zijn intussen aan het einde van dit fantastisch maar druk seizoen, en toch zijn weer heel wat liefhebbers in de pen gekropen om ons te laten lezen over hun boeiende natuurstudienieuwtjes. Net voor of net na de deadline, alles gaat goed! Even een laatste keer overlopen, hebben we alles om de Boomklever klaar te maken voor druk? Ja, teksten, foto's, .. Of toch niet? Een edito! Was het niet Roel zijn beurt? Inderdaad, alweer vergeten door de zomerdrukte. Dan maar snel een edito in elkaar flansen op de trein van het werk naar huis, iets over de Dijlevallei, maar wat? Wacht eens, die trein rijdt toch gewoon door onze prachtige vallei, wat is dan een betere gelegenheid om een edito te schrijven?

Een treinritje tussen Ottignies en Leuven is voor mij meestal het dagelijkse indommelmomentje na een vermoeiende werkdag. Maar dat is geheel onterecht! Vanuit deze stoptreintjes zie je de Dijlevallei van een heel andere kant! Eens Waver voorbij

kondigen de bossen en heuvels al wat de natuurpracht aan. Maar vanaf Pécrot kan het spektakel echt beginnen! Aan je linkerkant krijg je een paar glimpjes van de vijver van Sint-Agatha-Rode, afgewisseld door wilde stukjes wilgenbos waar vermoedelijk al jaren niemand meer is doorgeraakt. Al vaak geprobeerd om hier een overvliegende Zeearend te spotten, in de periode dat hij lang in de vallei verbleef, maar dat bleek helaas niet zo vanzelfsprekend. Aan je rechterkant rijst de heuvel van het Meerdaalwoud stilaan op, terwijl je het station van Sint-Joris-Weert binnenrijdt. Even verder arriveer je in de Doode Bemde, helemaal niet zoals je haar kent vanop de wandelpaden. Je trein wordt omsloten door een prachtige afwisseling van ruige rietvelden en lage bosjes. Wat voor toffe vogelsoorten zouden daar niet broeden? Een tussenstop in het station van Oud­Heverlee, waar je al de eerste glimpen opvangt van een vijver volgegroeid met een onvoorstelbaar lisdoddeveld. Niet die paar plantjes die je vanuit de kijk.hut kunt zien, de vijver van Oud-Heverlee Zuid is wel drie keer zo groot. Bij het vertrek uit het station krijg je prachtige overzichten over deze topvijver! Wat verder duikt de trein tussen twee hogere bermen, helaas kan je de vijver van Oud-Heverlee Noord niet zien. Een halte in Heverlee en vervolgens lijkt het spektakel dan zeker op zijn einde te zijn, we naderen Leuven. Hoewel? Niet veel later krijg je een mooi zicht op de site van de Abdij van 't Park, helaas iets te ver van de vijvers, maar het idee welke leuke soortjes allemaal te

vinden zijn achter dit monument, volstaat misschien al voor vandaag. De treinrit eindigt . langs de Tivolistraat, ook hier moeten we het met het idee stellen dat een paar zuiderse

soortjes aan het genieten zijn van de laatste zonnestralen om zich op de stenige hellingen op te warmen voor de nacht aanbreekt. Ziezo, een klassiek indommelmomentje is vervangen door een vol verwondering rondkijken naar onze prachtige vallei met als resultaat. . . toch nog een edito! Ik wens jullie veel leesplezier, en neem zeker eens de stoptrein naar Ottignies!

Roel Uyttenbroeck Redacteur

De Boomklever - september 2014 73

Page 4: De Boomklever September 2014

De mieren van

het Dijleland.

Deel 3: Lasius sp.

Naar aanleiding van het verschij­

nen van een Belgische mierenatlas

(Dekoninck et al., 2012) verschijnt

in de Boomklever een artikelreeks

over de mieren van het Dijleland.

Lommelen (20 l 4a) geeft een inlei­

ding op de reeks met een beschrij­

ving van de gebruikte methodiek

en een bespreking van de globa­

le resultaten voor het Dijleland,

Lommel en (20 l 4b) behandelt het

genus Formica en in dit derde ar­

tikel komt het genus Lasius aan

bod. Gegevens zijn afkomstig van

Brosens et al. (201 3, www.formici­

dae-atlas.be).

Het genus Lasius

Het genus Lasius behoort tot de subfamilie Formicinae of schubmieren. Deze worden gekenmerkt door een schubvormig segment tussen hun borststuk en achterlijf en de aanwezigheid van een sproeiapparaat aan hun achterlijf (Wegnez et al., 2012). In vergelijking met het genus Formica, dat tot dezelfde subfamilie behoort, zijn Lasius sp. kleiner (2,5-5 mm) en ze hebben een rond of ovaal stigma of ademopening (Wegnez et al., 2012; Boer, 2010). Ze vallen vooral op tijdens hun bruidsvlucht, als gevleugelde koninginnen en mannetjes in de late namiddag massaal uit de nesten opstijgen om te paren. Even later wandelen bevruchte koninginnen (na het afwerpen van hun vleugels) over de trottoirs op zoek naar een nestplaats.

7 4 De Boomklever - september 2014

Fig1111r 1 : De wegmier (Lasi11s 11iger) melkt ee11 ko/011ie b/ad/11ize11. Foto: Jeroen Mente11s - Vilda

Dit gebeurt op dagen dat de temperatuur relatief hoog is en meestal bij een hoge luchtvochtigheid (Boer, 2010). Ook gemeenschappelijk voor alle Lasius-soorten is dat ze luizen houden als melkvee omwille van het honingdauw dat deze produceren (Fig. 1; Boer, 2010).

Binnen het genus Lasius komen in het Dijleland 4 subgenera voor: Lasius senso stricto of de grauwe mieren, Cautolasius sp. of de weidemieren, Chtonolasius sp. of gele parasietmieren en Dendrolasius sp. of de houtmieren. Soorten van het eerste subgenus zijn bruin-zwart of tweekleurig, het laatste subgenus omvat één glanzend zwarte soort en de werksters van de andere subgenera zijn geel (Wegnez et al., 2012).

Page 5: De Boomklever September 2014

De identificatie van de soorten gebeurt voornamelijk op basis van aan- of afwezigheid van beharing en bij Chtonolasius sp. ook op basis van de vorm van de schub (Seifert, 2007; Boer, 2010; Wegnez et al., 2012).

Lasius senso stricto (grauwe mieren) De grauwe mieren planten zich voort door onafhankelijke koloniestichting en zijn monogyn (zie woordenlijst achteraan; Dekoninck et al., 2012). Volgens Wegnez et al. (2012) zijn enkele soorten soms ook polygyn. In het Dijleland komen 3 soorten voor, die allen gemakkelijk waar te nemen zijn op het terrein (Dekoninck et aJ., 2012).

Lasius brunneus (boommier) De boommier is een zeer algemene soort in België, en ze kan lokaal abundant zijn (Dekoninck et aJ., 2012). Ook in het Dijleland komt ze algemeen voor, enkel voor 3 randhokken en 1 slecht onderzocht hok zijn er nog geen waarnemingen (Fig. 2a; Lommelen, 2014a). Ze is duidelijk tweekleurig, met een bruine kop en borststuk en een zwart achterlijf (Wegnez et al., 2012). Ze komt voor in bossen, bosranden, parken, tuinen, bomenrijen en soms ook binnenshuis in houten balken. Ze maakt haar nest gewoonlijk in hout (Dekoninck et al., 2012): voornamelijk in oude notelaren, wilgen, berken en eiken, maar ook in dode bomen (Wegnez., 2012). Deze opvallende soort is gemakkelijk waar te nemen tijdens het foerageren op bomen. Ze kan grote bladluizenpopulaties onderhouden, die vaak door opvallende mierenpaden verbonden zijn met de kolonie (Dekoninck et al., 2012).

Lasius niger (wegmier) De wegmier (Fig. 1) is de meest algemene mierensoort in ons land. Het is de bruinzwarte mier die ieder terras ondergraaft, onder stenen of in bloempotten nestelt en vaak binnenshuis zwermt. In volle grond is het nest vaak een zandhoopje (Dekoninck et al., 2012; Wegnez et al., 2012).

,,, · " ,t; Insecten ,,

J ...

Ze is overal te vinden met uitzondering van dichte bossen en natte gebieden. Haar natuurlijke habitat is een dynamisch milieu met zandbodem, zoals stuifduinen (Boer, 2010), wat verklaart waarom ze zich gemakkelijk aanpast aan de dynamiek van urbane milieus. Koloniestichting gebeurt door pleometro e, en om aan voedsel te geraken, houdt de wegmier vaak bladluispopulaties (Dekoninck et al., 2012). De wegmier komt overal in het Dijleland voor. Waarnemingen ontbreken enkel in 3 randhokken die binnen de grenzen van het Dijleland niet onderzocht zijn (Fig. 2b; Lommelen, 2014a).

Lasius platythorax (humusmier) De humusmier is eveneens een algemeen verspreid voorkomende soort in België, met opvallend meer waarnemingsplaatsen in de Kempen en de Ardennen dan in andere streken (Dekoninck et al., 2012). Ze is meer hygrofiel dan de wegmier en komt voornamelijk voor in bossen, veengebieden, natte heiden en vochtige graslanden. Ze maakt haar nest vaak in vermolmd hout, in en onder vochtig mos, in pijpenstrootje en onder stenen (Dekoninck et al., 2012; Wegnez et al., 2012).Deze soort is in het Dijleland in bijna de helft van de UTM SxS

km-hokken waargenomen (10/23, Fig. 2c) en ongeveer de helft van de waarnemingen zijn bodemvalvangsten (Brosens et aJ., 2013). Van deze soort zijn er minder waarnemingen dan van de voorgaande soorten, maar het is niet duidelijk of dit een weerspiegeling of een onderschatting van de werkelijkheid is. Ze is in het Dijleland ongetwijfeld minder algemeen dan de wegmier, maar komt ze ook minder voor dan de boornmier? Of wordt haar verspreiding onderschat doordat ze minder opvallend aanwezig is dan de boommier en moeilijk te onderscheiden is van de wegmier? Ik heb nog niet gericht naar deze soort gezocht in haar typische biotoop, dus is niet uitgesloten dat de humusmier in het Dijleland algemener voorkomt dan de huidige waarnemingen doen vermoeden.

De Boomklever - september 2014 7 5

Page 6: De Boomklever September 2014

Fig1111r 2 : Verspreiding vnn (n) boo111111ier, (b) weg111ier, (c) ln111111s111ier en (d) gele weidemier in liet werkingsgebied un11 SGD mei nm1we:ig/1eid per UTM 5x5 k111-'1ok in lichtgrijs (dntnbnnk FORMIDABEL, Brose11s et nl., 2013). 111 de rnnd/1okken :ijn enkel de gegevens vnn binnen liet werkingsgebied opgeno111en (zie Lo111111elen, 2014n). ln zwart de ge111ee11fe11 e11 i11 donkergrijs de bossen Ier oriëntatie

a)

b)

Legende "bos

Verspreiding

D atwezig

D aanwezig

d)

7 6 De Boomklever - september 2014

c)

Page 7: De Boomklever September 2014

Cautolasius (weidemieren) Binnen het subgenus Cautolasius komt er in het Dijleland maar 1 soort voor, namelijk Lasius fiavus. Deze zeer volkenrijke polygyne soort sticht kolonies meestal onafhankelijk, soms door pleometrose (Dekoninck et al., 2012).

Lasius flavus (gele weidemier) De gele weidemier (Fig. 3) is een zeer algemene soort in België en in het Dijleland (Fig. 2d; Dekoninck et al., 2012). Ze komt voornamelijk voor in grazige ecosystemen van nat tot droog: natte en droge graslanden, weiden en tuinen. Ze komt vaak voor in korte vegetaties en verdraagt begrazing zeer goed (Dekoninck et al., 2012; Wegnez et al., 2012). Ze bouwt kleine nestheuvels, die vaak het uitzicht hebben van met grassen en kruiden begroeide molshopen (Boer, 2010). In dit nest houden ze wortelluizen, die zich ondergronds voeden met wortels van grassen en kruiden. De mieren zelf zijn voornamelijk ondergronds actief, maar ze kunnen geobserveerd worden door nestheuvels open te maken (Dekoninck et al., 2012).

Fig1111r 3: De gele weidemier (Lnsi11s flnv11s). Foto: Jeroen Men te11s - Vildn

Chtonolasius sp. (gele parasietmieren)

Chtonolasius sp. of gele parasietmieren stichten hun kolonie door parasitisme van soorten van Lasius senso stricto en ingeval van Lasius mix­tus ook bij Cautolasius sp. (tijdelijk sociaaJpara­sitisme, zie woordenlijst achteraan; Boer, 2010). Vaak dringen meerdere wijfjes kort na elkaar een gastheernest binnen (pleometrose), wat de kans op slagen vergroot. Ongeveer 3 jaar na het binnendringen van de koningin bestaat de kolonie enkel uit werksters van de gele para­sietmier. Binnen dit subgenus komen hybriden voor, waarvan de kolonies enkel mannetjes produceren. De soorten zijn bovendien zeer gelijkend, waardoor ze moeilijk te determine­ren zijn (Boer, 2010). Net als de gele weidemier houden ze wortelluizen en leven ze onder­gronds, waardoor ze zeer moeilijk vindbaar zijn (Dekoninck et al., 2012). Hun aanwezig­heid kan opgemerkt worden als gevleugelde mannetjes of vrouwtjes terechtkomen in licht­vallen of maleisevallen (Wegnez et al., 2012).

De Boomklever - september 2014 77

Page 8: De Boomklever September 2014

- '·

Insecten · '":'. ··:

., -� -�

F ig1111r 4 : Verspreiding vnn (n) sclind 11w111ier, (b) win fer111ier en ( c) gln11ze11de '1011f 111ier i11 liet werkingsgebied vn11 NSG D 111et nnnwe:igl1eid per UTM 5x5 k111-llok in liclltgrijs (dntnbnnk FORMIDABEL, Brose11s et nl., 2013). 111 de rn11d/1okken :1j11 eukel de gegevens vnn binnen lief werkingsgebied opgenomen (zie Lol/1111elen, 2014n). In zwart de ge111eenfe11 en in donkergrijs de hossen ter oriëntatie.

a) Legende Ä •bos

Verspreiding

D afwezig

D aanwezig

b) c)

78 De Boomklever - september 2014

Page 9: De Boomklever September 2014

Lasius umbratus (schaduwmier) De schaduwmier is zeer algemeen, het is de meest algemene Chtonolasius-soort in ons land. Ze is te vinden in parken, tuinen, allerlei types graslanden, moerassen, bosranden en zelfs bossen (Dekoninck et al., 2012). Ze nest onder stenen en in volle grond, soms ook aan wortels van boomstronken en in dood hout, vaak in de schaduw (Wegnez et al., 2012; Boer, 2010). Het is een tijdelijk parasitaire soort van de wegmjer en de humusmier (Dekoninck et al., 2012).Deze soort is in het Dijleland 13 keer waargenomen, waarbij het telkens gaat over jonge koninginnen (12 ongevleugeld en 1 gevleugeld). Deze koninginnen waren wellicht vlak na hun bruidsvlucht op zoek naar een gastkolonie om binnen te dringen. 6 observaties houden verband met het bodemvalonderzoek in het Rodebos (De Bakker & Dekoninck, 2001), 4 met het bodemvalonderzoek op het ecoduct van Meerdaalwoud (Lambrechts et al., 2013) en 3 vrouwtjes zijn op verschillende percelen in Everberg waargenomen tijdens een gerichte velrunventarisatie in het kader van de Vlaamse atlas (Dekoninck et al., 2004; Brosens et al., 2013; Fig. 4a).

Lasius mixtus (wintermier) De wintermier is algemeen verspreid in België. Ze heeft een voorkeur voor eerder beschaduwde sites en is de minst thermofiele gele parasietmier. Typische biotopen zijn bosranden, allerlei graslanden en zelfs gazons (Dekoninck et al., 2012; Seifert, 2007). Wegnez et al. (2012) geeft aan dat ze ook voorkomt in verschillende thermofiele biotopen als kalkgraslanden, heiden en terrils. Ze nest vaak in hetzelfde type zandhoop als de wegmier en de gele weidemier, waarop ze parasiteert, maar ook onopvallend onder stenen en in volle zand (Wegnez et al., 2012). De bruidsvlucht vindt plaats voor de winter, maar de jonge koningin dringt pas in het gastheernest binnen na de winter, vooraleer de gastkolonie actief wordt (Dekoninck et al., 2012).

� *' Insecten

,• 'J

Aan die solitaire periode tijdens de winter heeft de soort haar naam te danken (Boer, 2012).In het Dijleland zijn 4 ongevleugelde koninginnen van de wintermier waargenomen op verschillende plaatsen: in 1969 in Erps­Kwerps (collectie Gembloux), in het Rodebos in een bodemval (De Bakker & Dekoninck, 2001), in Everberg tijdens een gerichte veldinventarisatie (Dekoninck et al., 2004) en op een terras in Leuven (eigen waarneming; Brosens et al., 2013; Fig. 4b ).

Lasius sabularum (breedschubmier) De breedschubmier is nogal zeldzaam in Vlaanderen en zeer zeldzaam in Wallonië (Dekoninck et al., 2012). Het is een soort van graslanden, maar ze komt soms ook voor in bosranden of zelfs in parken. Ze nest vaak in zandbulten of in of onder dood hout. Ze parasiteert voornamelijk nesten van de wegrnier en de humusrnier, en dringt in deze nesten binnen vlak voor of vlak na de winter, als het koud is en het nest inactief is (Dekoninck et al., 2012; Boer, 2010). Van deze soort is er één waarneming in het Dijleland, namelijk een ongevleugelde jonge koningin die na haar bruidsvlucht in het Rodebos in een bodemval gelopen is (De Bakker &

Dekoninck, 2001).

Figuur 5: De glanzende /Jout111ier (Lnsius fuliginosus) is on111iskenbnnr: een glm1zend zwarte 111ier 111et een

11it/Jolling nnn de nc/1terknnf vm1 de kop.

Foto: Jeroen Men fens - Vildn

De Boomklever - september 2014 79

Page 10: De Boomklever September 2014

. ..�'9:

Insecten . .. " � ' :.

. ...,-;.

Dendrolasius (houtmieren) Binnen het subgenus Dendrolasius komt er maar 1 soort voor, namelijk de glanzende houtmier. Deze polygyne soort sticht kolonies door parasitisme van gele parasietmieren. Waarschijnlijk parasiteert ze ook de wegmier en de boommier en sticht ze ook kolonies door pleometrose (Dekoninck et al., 2012; Wegnez et al., 2012). Deze mier is gemakkelijk herkenbaar: ze is glanzend zwart, de achterkant van de kop is uitgehold (Fig. 5) en bij bedreiging stoot ze dendrolazine uit, een ei troenzu ur-achtige stof met een typische geur (Wegnez et al., 2012; Hölldobler & Wilson, 1990). Bovendien zijn deze volkenrijke kolonies ook opvallend aanwezig met druk belopen routes tot tientallen meters van het nest (Boer, 2010).

Lasius fuliginosus (glanzende houtmier) De glanzende houtmier is een algemene soort in België en in het Dijleland, waar waarnemingen enkel ontbreken in randhokken (Fig. 4c; Dekoninck et al., 2012). Ze komt voor in allerlei vegetaties van droge heide tot natte moerassen, waar ze voorkomt in bosranden, struweel en bomenrijen (Dekoninck et al., 2012). Wegnez et al. (2012) en Boer (2010) vermelden ook allerlei bossen als habitats. Deze mier nest in holle bomen, vaak wilgen, berken of eiken, waar ze houtdeeltjes, grondpartikels en de zoete uitscheidingen van bladluizen kauwt tot een kartonnest, dat verhard wordt door een schimmel (Dekoninck et al., 2012; Boer, 2010). Ze houdt verschillende soorten vee: blad-, schors- en schildluizen (Dekoninck et al., 2012).

Conclusies

De Lasius-soorten die in het Dijleland voorkomen, zijn, met uitzondering van de breedschubmier, soorten die algemeen voorkomen in België. Deze soorten zijn in het Dijleland minstens even vaak waargenomen dan in vergelijkbare regio's in België.

80 De Boomklever - september 2014

Lasius-soorten die niet waargenomen zijn, zijn ofwel zeldzame soorten waarvan de trefkans klein is, ofwel soorten waarbij het Dijleland buiten de grenzen van het areaal ligt (Dekoninck et al., 2012). De waargenomen soorten en aantallen zijn bijgevolg volgens de verwachting, al is het niet uitgesloten dat in het Dijleland nog enkele zeldzame Lasius­soorten voorkomen waarvan waarnemingen voorlopig ontbreken.

Zeldzame soorten die mogelijk onopgemerkt gebleven zijn omwille van hun verborgen lev<:nswijze, zijn voornamelijk gele parasietmieren. Hun ondergrondse nesten kunnen in principe gevonden worden onder stenen (Wegnez et al., 2012), maar afgaande op de hierboven besproken waarnemingen van gele parasietmieren, zijn deze wellicht het gemakkelijkst waar te nemen tijdens of vlak na de bruidsvlucht. Op dat moment kunnen overal bovengronds koninginnen en mannetjes waargenomen worden, en deze sexuelen komen dan ook vaak terecht in bodemvallen, lichtvallen of malaisevallen. Nadeel is dat koninginnen ver kunnen vliegen, dus hun aanwezigheid betekent niet noodzakelijk dat er ook kolonies in de buurt zijn en dat het habitat in de omgeving geschikt is voor de soort. Vanuit ecologisch standpunt zijn waarnemingen van werksters

bijgevolg waardevoller.

Een Lasius-soort die binnen enkele jaren in het Dijleland te verwachten is, is de muurmier (Lasius emarginatus). Deze tweekleurige mier komt momenteel algemeen voor in het zuidwesten van ons land en breidt haar areaal uit naar het noorden (Dekoninck et al., 2012).

/

Voor de humusmier doet het Dijleland het qua aantal vindplaatsen redelijk goed in ve.rgelijking met de rest van de leemstreek, maar duidelijk minder goed dan de Kempen (Dekoninck et al., 2012). Mogelijk kan een zoekinspanning in typische biotopen voor deze soort nog extra waarnemingen opleveren.

Page 11: De Boomklever September 2014

Dankwoord

Mijn dank gaat naar François Vankerkhoven en Wouter Dekoninck van mierenwerkgroep Polyergus voor het ter beschikking stellen van de gegevens, Jeroen Mentens en Vildaphoto voor de mooie foto's en Roel U yttenbroeck om de kaartjes te maken.

Woordenlijst

hybride

Els Lommelen [email protected]

Een 'tussensoort' die ontstaat als twee verschillende soorten met elkaar paren.

onafhankelijke koloniestichting Een koningin sticht een kolonie door zelf de eerste generatie nakomelingen te verzorgen. Dit is in contrast met sociaalparasitisme, waar een koningin werksters van een andere soort voor haar nakomelingen laat zorgen (zie tijdelijk sociaal parasitisme).

monogyn De kolonie heeft een enkele koningin

pleometrose Meerdere koninginnen stichten samen een kolonie. Vaak wordt na de cruciale sticht­ingsfase (als er voldoende werksters aan­wezig zijn) een gevecht geleverd waarna 1 koningin overblijft.

polygyn De kolonie heeft meerdere koninginnen. Deze kan ontstaan zijn door pleometrose, of doordat jonge koninginnen na paring terugkeren naar de moederkolonie ( =

secundaire polygyny) tijdelijk sociaalparasitisme

Een koningin sticht een kolonie door in een kolonie van een andere soort (de gastsoort) binnen te dringen, de plaats van de gastkoningin in te nemen en haar broed te laten verzorgen door de gastwerksters. Een tijdje zullen werksters van beide soorten samenwerken, na enkele jaren zullen enkel werksters van de parasitaire soort overblijven. (Zie ook beschrijving bij Formica senso stricto in Lommelen, 2014b)

Literatuur

·,, Insecten . ,.

Brosens D., Vankerkhoven F., Ignace D., Wegnez P., Noé N., Heughebaert A., Bortels J. & Dekoninck W., 2013. FORMIDABEL: The Belgian ants database. ZooKeys 306: 59-70.

Boer P., 2010. Mieren van de Benelux. Sticltti11g ]e11gdbo11ds11itgeverij, 's Graveland, 183 p.

De Bakker D. & Dekoninck W., 2001. Ongewervelden in het Rodebos: een opmerkelijke spinnen- (Ara11ene) en mierenfauna (Hyme11optera: Formicidne). Jaarboek Brako11n 2001: 39-51.

Dekoninck W., Ignace D., Vankerkhoven F. & Wegnez P., 2012. Verspreidingsatlas van de mieren van België/ Atlas des fourmis de Belgique. 811/leti11 de In Société royale beige d 'E11tomologie/B11/leti11 vn11 de Ko11i11klijke Belgisclte Vere11igi11g voor E11tomologie, 148: 95-186.

Dekoninck W., Vankerkhoven F. & Maelfait J.-P., 2004. Verspreidingsatlas en voorlopige Rode Lijst van de mieren van Vlaanderen. Rnpport vn11 /tet 1Hstit11ut voor Nnt1111rbeltoud 2003.07, Bmssel, 191 p.

Hölldobler B. & Wilson E.O., 1990. The ants. Spri11ger­Verlng, Berli11 Heide/berg, 732 p.

Lambrechts J., Boers K., Keulemans G., Jacobs M., Moens L., Renders M. & Willems W., 2013. Monitoring ecoduct 'De Warande' over de N25 in het Meerdaalwoud (Bierbeek). Resultaten van het zevende jaar na aanleg (T7: 2012) en vergelijking met de T3 en Tl. Rapport Nnt1111rpu11t Studie 2013/4, Mecltele11, 91 p.

Lommelen E., 2014a. De mieren van het Dijleland. Deel 1: methodiek en globale resultaten. De Boomklever 42: 8-13.

Lommelen E., 2014b. De mieren van het Dijleland. Deel 2: Formica sp. De Boomklever 42: 38-45.

Seifert B., 2007. Die Ameisen Mittel- und Nordeuropas. Lutra Verlngs- uud Vertriebgesellscltaft, Görlitz/Tnuer, 368 p.

Wegnez P., Ignace D., Fichefet V., Hardy M., P lume T. & Timmermann M., 2012. Fourmis de Wallonie (2003 - 2011). P11blicntio11 de Dépnrteme11t de l'Étude de Milieu Naturel et Agricole (SPW-DGARNE), Série "Fn1111e -F/ore - Habitat" 11° 8, Gembloux, 272 p.

Interesse in mieren? Vlaamse mierenwerkgroep Polyergus :

zie www.formicidae.be (info over mieren, contactgegevens voor controle van determinaties, ... )

Waalse mierenwerkgroep Fourmiswalbru zie www.fourmiswalbru.be (met forum waarop mierenexcursies en andere activiteiten aangekondigd worden)

De Boomklever - september 2014 81

Page 12: De Boomklever September 2014

. f Vogels _<.;·� .:[ . " ,• 'i;'

TREKTELLEN ••• de magie van roepjes

en silhouetten.

Geduldige trektellers op liet plateau vm1 Leefdaal. Foto: André Verbove11

6u45 ••• een zaterdagmorgen in oktober.

Plots wordt de nachtelijke stilte verstoord door een luid tuti - tuti

- tuti - tuti - •.. .

Verdomd ••• daar heb je dat ellendig opstaan-naar-het-werk­melodietje weer ••• is mijn eerste reactie. Al vlug realiseer ik mij dat mijn eerste meeting vandaag er eentje is met mijn gevederde vrienden. Ik spring mijn bed uit. Blijkbaar iets te enthousiast want vrouwlief draait zich om met een diepe, alleszeggende zucht ••• welke idioot haalt het in zijn hoofd om in een weekend zó vroeg op te staan? Na een kattenwasje, een vluchtig ontbijt en een kop koffie, stap ik tot achteraan in de tuin, gelukzalig denkend aan alles wat komen gaat. Een goed halfuur vóór zonsopgang staat de telescoop opgesteld, zijn verrekijker en fototoestel. in aanslag terwijl de eerste groepen vinken over de Kesselberg passeren. Het is begonnen ••• luisteren, zoeken, determineren ••• tellen maar.

82 De Boomklever - september 2014

Page 13: De Boomklever September 2014

:� Vogels ·t,:

De vogeltrek is één van de indrukwekkendste natuurverschijnselen op aarde. Het is

bijna onvoorstelbaar te vatten dat deze kleine wezens van soms maar een paar gram twee keer per jaar in korte tijd duizenden kilometers afleggen en telkens weer op exact

dezelfde plaats neerstrijken in hun broed- of overwinteringsgebied.

Een paar cijfers (N en W-Europese vogels)

Soort Massa (g) Winterverblijf Reis - enkel (km)

Ooievaar 2300 - 4400 tropisch Afrika 2000 -10500

Visarend 1200 -2000 midden / zuidelijk Afrika 4000 -10000

Kanoet 95 -215 Z / ZW-kust Zuid-Afrika 2500 -16000

Zwarte Stern 55 - 85 W-Afrika 3000 -10500

Koekoek 90 -135 0-Afrika (ten Z van Evenaar) 4500 -12000

Gierzwaluw 40-45 zuidelijk Afrika 3000 -12000

Gele kwikstaart 17 -28 midden Afrika 1000- 8000

Kleine Karekiet 11 -25 tropisch Afrika 1500 - 6000

Grauwe Klauwier 25-35 zuidelijk Afrika 4000 - 11000

Grauwe Vliegenvanger 15 -28 Westelijk tropisch Afrika 3500 -13000

Verwondering en bewondering . . . het houdt de mens al eeuwen bezig. De meest bizarre theorieën werden voorgesteld om deze golfbeweging te verklaren. Zo zouden vogels naar de maan vliegen, de winter doorbrengen in de modder van vijvers en meren of zelfs veranderen in andere soorten, een koekoek die plots een sperwer werd. We weten ondertussen beter.

De zon komt piepen aan de horizon. Ochtendstond heeft goud in de mond ... het is zeker niet gestolen. Uit de sprookjesachtige lucht weerklinken roepjes die mij terug tot de orde van de dag brengen. Uitgesmeerd over de ganse horizon verschijnen veelbelovend honderden silhouetten, zich haastend richting het zuidwesten.

(8ro11: At/n:; un11 ril' z1ogcltrck)

Terwijl heel de buurt nog verzonken is in een diepe slaap voltrekt zich een waar schouwspel boven hun hoofden ... Jgnoti nu/la cupido. Groepen van 15 tot 50 vinken overvliegen continu de te/post. Het klingelend tsididi-roepje van ee11 heggenmus weerklinkt, terwijl een groepje van 4 witte kwikstaarten in golfvlucht voorbijtrekt. Zeer hoog uit het noorden komen aalscholvers in een V-formatie aanzetten. Ik krijg de tijd niet om ze te tellen ... kipp- kipp kipp ... kipp-kipp­kipp ". kruisbekken ". schiet het door mijn hoofd. Grote kruisbekken ? Of toch niet ? Waar zijn ze ? Hoeveel ? Een compacte groep van 16 stuks vliegt voorlangs de te/post in zuidelijke richting . Waar zitten die aalscholvers ondertussen ? Daar onder een enkele wolk ... 36 in totaal. Vele graspiepers en kneus, een gaai, de eerste boerenzwaluwen en huiszwaluwen voor vandaag, drie groepjes veldleeuweriken, vier sijsjes, 2 zwarte mezen en een mannetje goudvink passeren de revue. In de verte pik ik de eerste roofvogel op.

De Boomklever - september 2014 83

Page 14: De Boomklever September 2014

Vogels , . : :�..,,·: . . . · .. �" �

Het trektellen is één van de

onderzoekstechnieken dje ons inzicht heeft

bijgebracht in de processen die schuilgaan

achter dit wonderbaarlijke fenomeen. Bij

het trektellen worden systematisch alle

(zichtbaar) voorbij trekkende vogels op een

vast punt geteld en genoteerd. Sinds 2003 kunnen tellers hun resultaten online invoeren

op de website trektellen.nl . Zo kunnen de

resultaten vergeleken worden met andere

telposten. De site heeft de voorbije tien jaar

een grote populariteit opgebouwd onder

de tellers (vooral in België en Nederland)

met honderdduizenden geregistreerde

teluren en tellingen. Via een hele reeks

tools kunnen deze waarnemingen in een

breder perspectief geplaatst worden en

leveren ze ook belangrijke informatie op.

Een voorbeeld hiervan is het effect van de

klimaatsverandering op de vogeltrek. Door

de opwarmjng is de voorjaarstrek van allerlei

soorten de afgelopen tientallen jaren steeds

vroeger komen te liggen en in tegenstelling

tot wat men zou kunnen denken ook gevolgd

door een vroeger vertrek.

Als de eerste sperwer passeert, ontwaakt de buurt.

Zoonlief komt nog even helpen vooraleer naar een

zoveelste voetbalwedstrijd te vertrekken. Tijdens

dat halfuurtje passeren 3 groepen kruisbekken.

In totaal 37, luidkeels roepend. De vinkenstroom

blijft maar komen. De teller staat ondertussen

op bijna 900 stuks. Groepen van honderden

houtduiven glijden spectaculair 11oorbij. Plots

weerklinkt het 'duudlui- duudlui' vlak boven

de te/post. Boomleeuweriken! Vanwaar komen

die? We hadden toch pas alles afgescand? Een

groepje van 7 pal boven ons hoofd. In de verte lijk

ik het trekgeluidje van ... neen. Ik ben niet zeker. Hopelijk kunnen we hem/haar nog oppikken. De

spanning stijgt. Met twee naarstig luisterend en

zoekend. Iets later aan de linkerkant van de te/post,

enkel een silhouetje met de juiste jizz en een paar

keer het bevestigende roep je ... bingo ... Europese

kanarie.

84 De Boomklever - september 2014

Trektellen ... de magie van roepjes en silhouetten.

Tussen het geluid van een volgende groep

kruisbekken door weerklinkt 'tuuut-tuuut'. Geen

vogel deze keer, maar de auto van de buren klaar

om richting voetbal te vertrekken.

Zoals altijd een verscheurende keuze. "Hou mij

op de hoogte" klinkt het nog snel. Vooraleer de

achterlinie van OHL goed en wel vertrokken is,

valt mijn mond open van verbazing. Door de

groepjes graspiepers en vh:zken heen, merk ik hoog

een zwaluw op ... een gierzwaluw zich gehaast

voortbewegend alsof hij nog net de laatste trein

moet halen. Van een understatement gesproken. In

mijn ooghoek merk ik dreigende wolken opkomend

vanuit het WZW. Het zal toch niet waar zijn.

Meer dan 50 % van de in België waargenomen

vogels zijn trekvogels. Elk voor- en najaar

trekken naar schatting vijftig miljoen vogels

'zichtbaar ' over Nederland en België. Niet alle

vogels doen dit op een direct waarneembare

manjer. Een groot deel waaronder de

meeste insecteneters trekt door tijdens de

nachtperiode.

Een ander deel doet dit (soort- en

weersgebonden) op hoogtes buiten het

bereik van verrekjjker en telescoop, in de

'blauwe hel' op hoogtes van vijfhonderd tot

een paar duizend meter. Volgens schattingen

zou dit betekenen dat jaarlijks honderd tot

honderdvijftig miljoen vogels door de Lage

Landen trekken.

De snelle en hoge voorjaarstrek is vooral

langs de kust te beleven. Bij ZO-wind worden

de vogels langs de kust van NW-Frankrijk en

België 'gestuwd' en in een steeds smallere

baan richting Breskens geleid. Hier steekt

het merendeel de Westerschelde over. De

tel posten zoals 'de fonteintjes' (tussen Blankenberge en Zeebrugge) en 'Breskens'

(Zeeland - Nederland) zijn om die reden wel gekend en kunnen duizenden vogels op een

paar uur opleveren. In het najaar verloopt de

trek trager en meer verspreid over het hele

land en kan je ook in het binnenland vooral in de maand oktober van dit spektakel genieten.

Page 15: De Boomklever September 2014

Wanneer deze Boomklever in je bus valt zijn al een aantal soorten trekvogels gepasseerd. De spectaculairste stroom moet evenwel dan nog op gang komen.

Gestuwde voorjaa rstrek 21-4-14 Fonteintjes

11977

958,16

Totaal aantal getelde vogels In Belglê : 19285

Najaa rstrek 20-10-13 Fontein ·es

7218

1493,38

otaal aantal getelde vogels In Belglê : 601632

Anderstad Tienen Kr. Maathelde

IO � �o l'D,.... -DJ c. DJ

1018 975 1446 tD -< DJ

c8 � �6T (/) -

c: c:

id tD 101,80 148,10 127,59 3

ëi: Q. tD a: Cl>

Anderstad Tienen Kr. Maatheide

IO � tD 0 ,.... ,.... �DJ Q. QI

18496 42916 24958 l'D -< QI 0 QI IO :J �6T (/) -

c: c: .., IO Cl>

2312 4023,38 3119,75 3 Q. c. l'D Q. l'D

De Boomklever - september 2014 85

Page 16: De Boomklever September 2014

1-

Gaaien trek is zelcfzna111111aar passeert ook af en toe langs de trektelposten. Foto: André Verboven

Even op de buienradar kijken. Mijn vrees wordt bewaarheid. Er komt regen aan ... puuuuuut. Net voor het naderend front verschijnen een reeks witte stippen laag boven de bomen. Elf grote zilverreigers passeren net onder de boomgrens (ik kan ze bijna aaien) inbeukend tegen de ondertussen aanspannende wind. Een buizerd flapt solitair voorbij. Heel wat vinken, graspiepers, kwikstaarten en nog maar eens 4

groepen kruisbekken (24 ex. in totaal) schuiven nog net voor de eerste regendruppels voorbij. Half elf en gedaan met de pret ... op een aantal groepjes vinken na beweegt er nog maar weinig. Hopelijk duurt dit niet te lang. Pas in de latere namiddag begint alles uit te klaren en lijkt er nog wel wat te bewegen ... toch nog maar even gaan tellen. Nu met twee. Voor alles opnieuw goed en wel opgesteld staat horen we al veldleeuweriken en graspiepers passeren en vliegen groepjes vinken weer rakelings over. Net begonnen en daar zijn de eerste kruisbekken weeral. Dit lijkt echt wel op een invasie. Groepjes kieviten flappen voorbij. In één groep vliegt nog een steltje mee ... een goudplevier.

86 De Boomklever - september 2014

Aan de horizon verschijnen drie grotere, slanke vogels ". roofvogels ! Met de perfecte belichting worden al vlug de gele kapjes opgemerkt. Drie bruine kiekendieven samen in één beeld, trekken majestueus over de te/post. Ondertussen zijn de spreeuwen ook op de vleugels gegaan. Tijdens het laatste uur passeren er nog honderden. Achteraan een groep spreeuwen vliegen een paar andere lijsterachtige vogels, ook donker gekleurd. Het lijken wel beflijsters ... toch maar bij het overvliegen een paar vluchtfoto's gemaakt en jawel . . . drie beflijsters. Het was me weer zo'n dag vol vogelgeluk. Voldaan en reikhalzend uitkijkend naar wat morgen brengen zal, kondigt het aflopende 'tsieh' van een koperwiek het begin van de nachttrek aan.

Page 17: De Boomklever September 2014

Belangrijkste doortrekperlode van najaarstrekkers

Ganzen

Aalscholver

Blauwe reiger

Grote zilverreiger

Ooievaar

Visarend

Rode Wouw

Bruine kiekendief

Blauwe kiekendief

Buizerd

Sperwer

Smelleken

Wespendief

Boomvalk

Kraanvogel

Goudplevier

Morlnelplevler

Kievit

Andere steltlopers

Houtduif

Gierzwaluw

Draaihals

Veldleeuwerik

Booml11uwerlk

Oeverzwaluw

Huiszwaluw

Boerenzwaluw

Duinpieper

Grote pieper

Graspieper

Boompieper

Roodkeelpleper

Witte kwikstaart

Gele kwikstaart

Heggenmus

Zanglijster

Koperwiek

Kramsvogel

Beflijster

Grote Lijster

Spreeuw

Kauw

Roek

Zwarte mees

Vink

Vink

K11p

Kneu

Putter

Groenling

Appelvlnk

Goudvink

Europese Kanarie

Sijs

Rietgors

Sneeuwgors

Ijsgors

Geelgors

2 helft uil

1m helft 2 helft 1.u helft se t.

2 helft se t.

1119 helft oktober

(Bron: frektelle11.11/)

De Boomklever - september 2014 87

Page 18: De Boomklever September 2014

!.-

- �.� Vogels

· · ·: {� . � - �-:.

Dat het nu gaat om spannende soorten

(krenten) of massale trek.bewegingen,

trektellen levert heel wat wetenschappelijke

informatie op en is daarenboven spannend en

uitdagend. Geduld wordt vaak beloond met

spectaculaire momenten wanneer op korte

tijd zoveel vogels voorbij razen dat je niet

weet waar eerst kijken. Om die overmacht aan

Te/post Meerbeek (pompstatio11)

Voor een leek lijkt het verwonderlijk en onbegonnen werk om al die silhouetjes en roepjes in zo'n hoog tempo te determineren. Toch is het iets wat je echt kan leren. Het is vaak dat groepen overtrekkende vogels worden gevonden enkel en alleen omdat ze roepen. Elke soort heeft zijn eigen, meestal kort contactroepje. Op basis van die roepjes

88 De Boomklever - september 2014

trekkers op naam en aantal te brengen, ben je

best met meerdere tellers. Hoe meer zielen ...

hoe meer ogen en oren ... hoe meer vreugd.

In V laanderen zijn er zo'n 30 trektelposten

regelmatig actief waaronder drie in onze

Dijlevallei : op de Bredeweg (Leefdaal

plateau), aan het pompstation in Meerbeek en

op de Kesselberg in Leuven (privétuin).

Te/post Kesselberg

Te/post Leefdaal

worden de meeste soorten op naam gebracht. Het begint dus met het beheersen van die roepjes. Dat kan je door enerzijds langs te gaan op een telpost waar de ervaren rotten je met alle plezier zullen inwijden en anderzijds kan je ze thuis ook al inoefenen via een aantal digitale hulpmiddelen. Oefening baart kunst.

Page 19: De Boomklever September 2014

Ho11td11ive11 op trek zij11 meennnnls i11

grote groepe11 te vi11de11.

Foto: A11dré Verbove11

Wil je deze vogeltrek ook eens ervaren onder

begeleiding van een aantal 'kenners' en

mogelijk besmet raken met het trektelvirus

dan kan je langskomen op de trektel posten

in Meerbeek en Leefdaal tijdens de weekends van eind september tot midden november.

Uitgelezen kansen zijn de EuroBirdwatch-dag

die dit jaar doorgaat op zaterdag 4 oktober en

de simultaantrektelling van Natuurpunt op

zondag 19 oktober.

Voor meer info kan Je mailen naar

ondergetekende.

Tot op één van de tel posten . .. !

Gert Vandezande

Coördinatie Trektellingen Dijleland

gert. [email protected]

Na wat zoekwerk kan je op het net de typische roepjes van overtrekkende vogel wel terugvinden. De meest gebruikte en gekende website i http://www.xeno-canto.org/ ?language=nl . Xeno-canto is een project waarbij vrijwilligers vogelzang en andere vogelgeluiden registreren, eventueel van extra info voorzien en uploaden naar bovenstaande, vrij te gebruiken website. De belangrijkste roepjes (45-tal - met varianten) heb ik samengebracht in een tool die je kan gebruiken om ze al spelender wijs onder de knie te krijgen of om ze in aanloop naar de trek terug even op te frissen. Geïnteresseerden kunnen een mailtje sturen naar [email protected] .

Referenties Jonathan Elphick (2008), Atlas van de vogeltrek. Uitgeverij Tirion, Baarn. 176 p. www.sovon.nl www.trektellen.nl www.birdlife.org www.google.be/maps

Birdlife

luroBirdwatch14

In 33 landen in Europa en Centraal Azië, van Armenië tot Oezbekistan, nodigen de nationale partners van BirdLife International de mensen uit om naar vogels te kijken. Voor België zijn dat Natuurpunt en Natagora. Op zaterdag 4 oktober bemannen enthousiaste vrijwilligers een 50-tal trektelposten verspreid over het land. Al de gegevens over de overvliegende trekvogels worden verzameld door Natuurpunt en doorgegeven aan de Slowaakse BirdLife-partner die de Europese aantallen bundelt.

In 2013 werden bij EuroBirdwatch doorheen gans Europa meer dan 2500 evenementen georganiseerd, goed voor 64.000 deelnemers en ruim 6 miljoen vogels.

De Boomklever · september 2014 89

Page 20: De Boomklever September 2014

Vogels r �-

Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving, maart - mei 2014

Dit overzicht van opmerkelijke en interessante vogelwaarnemingen in het Dijleland beslaat voornamelijk de periode maart - mei 2014. De bestreken regio omvat de gemeenten Kortenberg, Herent, Bertem, Leuven, Oud-Heverlee, Huldenberg, Overijse, Tervuren en de aangrenzende gebieden. De volgende rubriek zal de periode juni - augustus 2014 omvatten. Waarnemingen worden voor 5 september 2014 ingevoerd op www.waarnemingen. be, of bezorgd aan Kelle Moreau, Meibloempjeslaan 2, bus 3, 8400 Oostende, 0486/ l 2.58. 77, [email protected].

Waarnemingen van soorten die niet in dit verslag werden opgenomen (incl. alle exoten), maar wel werden ingevoerd in www.waarnemingen.be kunnen daar geraadpleegd worden. Waarnemingen die als onzeker werden gelabeld of waar niet tot exacte soortdeterminatie kon worden overgegaan, werden voor dit overzicht niet weerhouden. In vele soortteksten wordt verwezen naar het aantal waarnemingen, waarbij waarnemingen worden gedefinieerd als 'records' in de database. Omwille van de variatie in invoergedrag van verschillende waarnemers moet men wel oppassen met het interpreteren en vergelijken van deze cijfers. Zo zijn twee zangposten van eenzelfde soort die afzonderlijk op kaart worden aangeduid dus twee waarnemingen, terwijl het in dit geval slechts om één waarneming gaat indien ze als een gebiedstotaal van 2 zangposten worden ingevoerd.

Woudaapje te SAR. Foto: Luc He11drickx

90 De Boomklever - september 2014

Bosrietzm1ger laat zijn liedje lrore11 te SAR. Foto: Karel Va11 Ro111paey

Een tweede voorbeeld heeft betrekking op trek­

tellingen: een ingevoerd dagtotaal is slechts één

waarneming, terwijl bij afzonderlijk invoeren van

verschillende trekkers van dezelfde soort meerd­

ere records in de database ontstaan. Ook wanneer

meerdere waarnemers dezelfde vogel invoeren

(zowel op dezelfde dag als op verschillende da­

gen) gaat het dus om meerdere waarnemingen.

Page 21: De Boomklever September 2014

In het fenologisch overzicht werden voor elke

soort de twee eerste waamemingsdata op

verschillende plaatsen opgenomen (tenzij het bij

de eerste waarneming om (een) doortrekker(s)

ging). Bovendien werden hiervoor ook

enkel waarnemingen uit het Dijleland sensu

stricto (dus niet uit aangrenzende gebieden)

geselecteerd. Meerdere waarnemingen

dienen door het Belgisch Avifaunistisch

Homologatiecomité (BAHC) beoordeeld

te worden vooraleer ze definitief op de

Dijlelandse lijst kunnen bijgeschreven

worden, en worden dus onder voorbehoud gepu bi i ceerd.

Ge biedsafkortingen

WLS =Wilsele/Vijvers Bellefroid,

LP= Kessel-Lo/Leopoldspark,

AVP= Heverlee/ Abdij van Park,

ZW =Oud-Heverlee/ Zoete Waters,

OHN = Oud-Heverlee/N,

OHZ =Oud-Heverlee/ Z,

Oppem = weilanden tussen Bogaardenstraat

(Oud-Heverlee - Korbeek-Dijle) en NGB,

NGB =Neerijse/Grote Bron (deel Doode Bemde),

NKV=Neerijse/Kliniekvijvers (deel Doode Bemde),

SAR= Sint-Agatha-Rode/ Grootbroek en Tervuren/

KMMA = Koninklijk Museum voor Midden-Afrika.

Kwartel Coturnix coturnix 18, 22 & 31/05 resp. 2, 2 en 1 zp te Erps/ Doren veld

(M. Mergaerts, A. Smets, P. Moysons) 23/05 1 zp te Bertem/Koeheide (G. Bleys),

1 zp te Herent (D. Walton)

24 & 28/05 1 zp te Kwerps/Zuurbeekvallei (M. Depauw)

24 / 05 1 zp te Tervuren/ Park KMMA (A. Boeckx)

28/05 1 ex. roepend over Heverlee/Terbank (H. Roosen)

��--------lo- �---w ...... __ !Il"! __ r .... �. -� + •

%.<, · Vogels �.t;:� . '

Grauwe Gans Anser anser Aantal waarnemingen: 59 (maart 14 - april

37 - mei 8), alle pleisteraars in de Dijlevallei

ten Z van Leuven. Mogelijke trekkers wer­

den enkel gemeld op 26/04 (2 ex. NO over

Meerdaalwoud; R. Stoks) en 28/04 (1 ex. NO

te Leefdaal/ plateau (B. Forget). We beperken

ons voor deze soort verder tot het vermelden

van een geslaagd broedgeval te OHZ. Vanaf

31/03 werden hier 6 pulli waargenomen, en

tot op 6 / 05 verbleef het intacte gezin op deze

locatie (P. Moysons).

Bergeend Tadorna tadorna Aantal waarnemingen: 245 (veel dubbeltellin­

gen). Maandverdeling+ maandmaxima: Maart: 84 waarnemingen, max. 15 ex. te SAR

op 6/03 (S. & K. De Backer)

April: 108 waarnemingen, max. 4 ex. te SAR

en OHZ op diverse data (versch. waarn.)

Mei: 53 waarnemingen, max. 6 ex. te SAR op 10/05 (R. Gysbertsen)

Broedbewijs kon tijdens deze drie maanden

nog nergens worden verkregen.

Smient Anas penelope Tijdens de periode 1/03 - 1/04 werden 47

waarnemingen van Smienten doorgegeven uit de Dijlevallei ten zuiden van Leuven. 37

daarvan (79%) waren afkomstig van OHZ.

De aantallen (maximale concentraties) daal­den van 43 ex. in de eerste decade van maart

over 19 ex. in de tweede decade tot 9 ex. in de derde. Bij de laatste waarneming op 1/04 ging het om 2 mannetjes te OHZ (1. Nel).

Grote Zaagbek Mergus merganser 8, 9 & 10/03 1 ad v resp. te SAR, NGB en terug te SAR QM P enne, L. Hendrickx, J. Nysten e.v.a.)

Geoorde Fuut Podiceps nigricollis 11/05 2 ad zom te NGB (L. Hendrickx, I. Nel)

De Boomklever - september 2014 9 1

Page 22: De Boomklever September 2014

j j

j

h

Pijlstaart Anas acuta Aantal waarnemingen: 56 (maart 38 - april

18), met sterke nadruk op SAR (87,5% van de

waarnemingen). Maximum 19 ex. op 17 /03 te

SAR (I. Nel). In april slechts maximum 4 ex. op

1/04 te SAR (S. & K. De Backer). Buiten SAR

waren er enkel de volgende gevallen: resp. 2m

& lm te OHZ op 1 & 2/03 Q. Nysten, D. von Werne e.a.), lm te LP op 2/03 (B. Verstraete)

en telkens lmlv te NGB op 5 en 13/04 (L.

Hendrickx, H. Roosen; laatste datum betreft de laatste waarneming van het voorjaar)

Zomertaling Anas querquedula Eerste waarneming: lml v te SAR op 16/03

Q. Nysten, L. Hendrickx, 1. Nel, JM Penne) Aantal waarnemingen: 153 (maart 50, april 63, mei 40; veel dubbeltellingen)

Gebieden: SAR (45% van de wa-arnemingen), OHZ (33%), OHN (9%), NKV (8%), Kwerps/vijvers (4%), NGB (< 1%) en Pécrot/vijver (< 1%)

Grootste concentratie: 4rn2v op 12/ 04 te SAR (L. Hendrickx, J. Nysten, I. Nel)

',I ,1

92 De Boomklever - september 2014

1-

Rn:e peliknn11 te SAR. Foto: f 11grirf Nel

Witoogeend Aythya nyroca Het mannetje Witoogeend dat zich sinds 10/02 regelmatig liet opmerken te SAR, werd daar opnieuw opgemerkt op 12, 21, 23, 25, 28-30/ 03, 2-3, 19, 27/04, 1, 3, 10, 13, 15, 19-22, 24 & 30/05 (versch. waarn.). Tussendoor werd hij op 12 en 21/04 ook waargenomen te OHZ Q. Nysten, J. Rutten, F. Vanwezer e.a.).

Topper Aythya marila 02, 03, 08 & 12/ 03 1 ad v te NGB (2/ 03) en later (2-12/03) te OHN (R. Polfliet, L. Hendrickx, G. Vanautgaerden e.a.) 01/04 1 ad m te SAR (H. de Wavrin)

Roze Pelikaan Pelecanus onocrotalus De Roze Pelikaan (of één van de twee?) die eind februari in enkele Dijlelandse gemeenten werd waargenomen, en naar alle waarschijnlijkheid afkomstig was uit het Henegouwse Pairi Daiza, verbleef ook in maart nog in de regio. Op 10, 11, 12, 17 en 19 / 03 werd hij opgemerkt te SAR (I. Nel, S. & K. De Backer, D. von Werne e.a.), op 12/03 tevens te SAR/ Laanvallei (E. Kimman) en in de Doode Bemde (A. De Bruyn, F. Dens), en op 16/03 te Pécrot/Grand Pré Q. Buys).

Page 23: De Boomklever September 2014

Roerdomp Botaurus stellaris 03/03 1 ex. te NKV (M. Batsleer) 15-16, 19, 22, 24, 26, 30-31/03 & 1/04

1 ex. te OHZ (R. Gysbertsen, F. Vanwezer, L. Hendrickx e.a.)

29-30/03, 5 & 9/04 1 ex. te SAR (L. Hendrickx, J. Nysten, JM Penne e.a.)

04/05 1 ex. aud te OHZ (F. Vanwezer, F. Vandeputte)

Woudaap Ixobrychus minutus Vanaf 23/ 05 werd een Woudaapvrouwtje waargenomen te SAR, en vanaf 25/05 was daar ook een mannetje aanwezig (I. Nel, F. Vanwezer, L. �endrickx e.v.a.).

Grote Zilverreiger Casmerodius albus Aantal waarnemingen: 217 (maart 106, april 89, mei 22; veel dubbeltellingen). De maandmaxima van pleisterende vogels betroffen 4 ex. op 16/03 te OHN (G. Vandezande), 5 ex. op 13-14/04 te OHZ (I. Nel, D. von Werne) en telkens 3 ex. op 1/05 te SAR (R. Gysbertsen) en op 22/05 te OHN (D. von Werne). Tot op 4/ 05 was de soort hierbij continu aanwezig in de regio, nadien waren er enkel waarnemingen op 14, 21-23, 25, 27 en 31/05. De belangrijkste gebieden (> 10% van de waarnemingen) waren OHZ (35%), SAR (18%) en OHN (9%). Bij de overtrekkende Grote Zilverreigers werden twee keer grotere groepen waargenomen, beide over Korbeek­Dijle/ plateau: 7 ex. NO op 3/04 (A. Smets) en 6 ex. NO op 21/04 (G. Vandezande, R. Stoks).

Purperreiger Ardea purpurea 12, 16/04 & 3/05 1 ex. te OHZ

(R. Gysbertsen, I. Nel, J. Rutten) 05/05 1 ex. NO over het plateau Sterrebeek

- Moorsel (A. Smets)

Rode Wouw Milvus milvus 30/03 1 ex.0 te Kessel-Lo/Kesselberg

(K. Hansen), 1 ex. over Heverlee/Langestaart Q. Bogaert)

03/04 1 ex. te Wilsele/Dorp (E. Schollen) 16/04 1 ex. over Erps-Kwerps/Dorp

(F. Henin) 20/04 1 ex. boven Bierbeek/

Mollendaalwoud (G. Vanautgaerden) 28/04 1 ex. NO te Bertem/Koeheide (G. Bleys)

. ·";, ' .L Vogels 1-

. � . J , '!!...:. • '

Ooievaar Ciconia ciconia Een overzicht van alle waarnemingen (met dubbeltellingen): 02/03 3 ex. 0 over de Doode Bemde

(S. Janssens) 07 / 03 6 ex. op de verlichtingspalen langs

de E40 te Heverlee (B. Forget, W.Smitz, C. Degraeve), 21 ex. NO te Kortenberg/Dorp (S. & K. De Backer)

08/03 2 ex. NO over de Doode Bemde (L. Hendrickx), 3 ex. NO te Kwerps/ Zuurbeekvallei (M. Depauw), 3 ex. te Pécrot/ Néthen (R. Ghijsen), 20 ex. NW te Leuven/ centrum (NSGD Dijleland)

10/03 1 ex. NO te OHZ (I. Nel) 14/03 8 ex. te Heverlee/Langestaart­

Terbank (C. Herr, H. Roosen, D. Van den heuvel), 5 ex. te OHN (G. Chapelle)

15 / 03 10 ex. op de verlichtingspalen lang de E40 te Bertem (I. Hermans),

1 ex. N te Haasrode/ Industrie (E. Duys),

6 ex. N te OHN (P. Moysons, I. Nel, L. Hendrickx), 1 ex. tpl te OHZ (R. Gysbertsen)

18 / 03 1 ex. N te Heverlee/ Oost (M. De Beenhouwer), 32 ex. N te LP (B. Verstraete)

19/03 3 ex. N te SAR (1. Nel, S. Debrus) 30/03 2 ex. te Oppem (G. Vandezande),

1 ex. te OHZ (F. Vanwezer),

31/03 07/04 11/04

1 ex. N te Florival/Veeweide (R. Ghijsen) en SAR OM Penne, I. Nel, L. Hendrickx e.a.), 1 ex. in de Doode Bemde

(E. Toorman, J. Bogaert) 1 ex. in de Doode Bemde (M. Nollet) 1 ex. N te OHZ (I. Nel) 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/ plateau (B. Forget), 1 ex. te Oppem (S. & K. De Backer)

16/04 4 ex. N te Erps-Kwerps/ dorp (F. Henin)

17 /04 2 ex. over OHZ OM Penne) 19/04 1 ex. NW te Heverlee/Terbank

(B. Bergmans) 20/04 1 ex. N te SAR (R. Gysbertsen) 09/05 1 ex. te Kwerps/vijvers O. Rutten)

De Boomklever - september 2014 93

Page 24: De Boomklever September 2014

1

' 1 1 1

1

1

1 1 1-

Zwarte Wouw Milvus migrans Tus en 1/04 en 21/05 werd 27 keer een Zwarte Wouw waargenomen in regio Leuven. Het plateau van LeefdaaJ /Korbeek-Dijle was goed voor 14 van deze waarnemingen (1/04 - 20/05; versch. waam.), de andere locaties waren SAR (3, 6 / 04 & 21/05; I. Nel, N. Terorde, E. Etienne), Plateau Sterrebeek-Moorsel (6 & 21/04 (2 ex. N op 21/04); 0. Hendrick, A. Smets), OHN (10/04; D. de Chassart), OHZ (17 / 04; R. Polfliet), Neerijse/ Zingende Wind (4/05; JM Lommaert), Meerbeek (6/05; M. Depauw), Pécrot (17 /05; F. Van Hove), Heverlee/Zwanenberg (19/05; G. Bleys) en Herent (20/05; J. Kiebooms).

Bruine Kiekendief Circus aeruginosus Met 73 waarnemingen kende de Bruine Kiekendief een eerder bescheiden voorjaar 2014 in het Dijleland (dit zou een aantal jaren geleden zeer absurd geklonken hebben). Deze waren aJs volgt verdeeld over de drie behandelde maanden: maart 17 - april 38 - mei 18, en bij 11 ervan werd vermeld dat het om doortrekkers ging. Hoewel 45% van de waarnemingen van de directe omgeving van OHZ kwam, waar de soort in 2011-2013 territoriaal gedrag vertoonde (met zeker een nest in 2012, maar zonder broedsucces), werden er hier in 2014 geen broedindicerende waarnemingen opgetekend. Bijna aJle overige waarnemingen waren ook afkomstig van de vaJleien en plateaus ten zuiden en westen van Leuven. Ten noorden van Leuven was er enkel de waarneming van een adult mannetje op 27 /04 te Wijgmaal/Wijgmaalbroek (T. Vandenberghe).

Blauwe Kiekendief Circus cyaneus Maart 2014 was nog goed voor 33 waarnemingen van Blauwe Kiekendieven in het Dijleland. Deze werden bijna allemaaJ genoteerd op de plateaus van Korbeek-Dijle, LeefdaaJ en Erps-Kwerps, met uitzondering van een mannetje naar 0 over de Kesselberg op 8/03 (G. Vandezande), een ex. over SAR op 16/03 (M. Derycke), een vrouwtje te OHN op 16/03 (G. Vandezande) en een vrouwtje te OHZ op 20, 22-23 en 30/03 OM Penne, F.

Vanwezer, J. Menu e.a.).ln april-mei werden nog de volgende Blauwe Kiekendieven gemeld: lv te OHN op 2/04 (G. Vandezande), re p. 2 ex. NO, 1 v tpl, 1 v tpl, lm NO,

94 De Boomklever - september 2014

1 v tpl & lm tpl op 3, 5-7, 10, 11, 25/04 & 15/05 op het plateau Leefdaal - Korbeek-Dijle (A. Smets, D. von Werne, L. Hendrickx e.a.), 1 v te OHZ op 12/04 (R. Gysbertsen), 1 v te Erps/ Dorenveld op 17 / 04; R. Hijsen) en 1 v te SAR op 3 / 05 (R. Gysbertsen).

Grauwe Kiekendief Circus pygargus 21/04 1 ad v NO te LeefdaaJ /plateau

(G. Vandezande, R. Stoks) 25 / 04 1 2e kj m tpl te LeefdaaJ /plateau

(1. Nel, G. Buys) 29 / 04 1 ad m tpl te LeefdaaJ /plateau

(P. Moysons)

Visarend Pandion haliaetus Een vroege Visarend vloog reeds op 14/03 over SAR OF Noulard). Nadien volgden er tussen 30 / 03 en 26 / 05 maar liefst 78 waarnemingen in regio Leuven, en zoaJs steeds was het omwille van heen-en­weer vliegende pleisteraars onmogelijk te achterhaJen hoeveel verschillende exemplaren er bij de waarnemingen betrokken waren. De belangrijkste gebieden voor de soort waren SAR (59% vd waarnemingen) en OH/ N &Z (24%). Verder werden Visarenden opgemerkt te Korbeek-Dijle/ plateau (telkens 1 ex. NO op 3 & 7 / 04; A. Smets, G. Vandezande), LeefdaaJ /plateau (1 ex. N op 7 / 04 + 1 ex. NO op 18/05; R. Gysbertsen, 1. Nel, JM Lommaert), Pécrot/vijver (1 ex. N op 10/04; F. Van Hove), Leuven/ centrum (1 ex. NO op 15/04; H. Roosen), NKV (1 ex. op 18/04; E. Kimman), Plateau Sterrebeek - Moorsel (2 ex. NO op 21/04; A. Smets) en Heverlee/ Langestaart (1 ex. NO op 14/05; B. Willaert).

Smelleken Falco columbarius 03/04 2 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau

(A. Smets) 10/04 1 ex. N te SAR (P. Floré) 20/04 1 ex. NO te Leefdaal/plateau

(K. Moreau), 1 ex. NO over het plateau Sterrebeek - Moorsel (A. Smets)

Page 25: De Boomklever September 2014

Dodaars te Korte11berg. Foto: Elfriede Ie Docte (11nuw.artscnpe.be) Slechtvalk Falco peregrinus Aantal waarnemingen: 48 (maart 21 - april 11 - mei 16). Elf waarnemingen waren afkomstig uit het centrum van Leuven, waar het lokale koppel voor het vierde jaar op rij aan het broeden was, de overige gevallen werden alle genoteerd in de valleien en op de plateaus ten zuiden en westen van Leuven.

Kraanvogel Grus grus . De doortocht van Kraanvogels was m

het voorjaar van 2014 weer opvallend geconcentreerd op twee dagen. Een overzicht, met dubbeltellingen: 08/03 110 ex. NO te Néthen Q. Buys, B. Augustijns), 60 ex. over Haasrode/Zandgroeve (M. Engelbeen), 140 ex. NO te Winksele (R. & S. Ghijsen, C. Van den Haute), 115 ex. N te Heverlee/ west (P. Goubau), 50 ex. NO te Huldenberg/Kasteelpark (K. Batsleer), 100 ex. NO te Neerijse/ Zingende Wind (B. van Wieringen), 211 ex. NO te SAR QM Penne, L. Hendrickx, F. Vandeputte e.a.), 25 ex. NO te Kessel-Lo/noord Q. Eyckmans), 190 ex. NO te Leefdaal/ plateau (B. Forget, D. von Werne, K. van Scharen), 40 ex. N te Leuven/ centrum (G. Ryken), 50 ex. over Overijse/Maleizen (M. Fajgenblat) en 100 ex. 0 te Wilsele-Putkapel/ dorp (B. Derveaux)

Naien volgden nog de volgende gevallen: 09/03 50 ex. NO te Winksele Q. Menu), 17 ex. NO te Huldenberg/ Kasteelpark (K. Batsleer), 180 ex. NO te Loonbeek/ Ganspoel (A. De Greve), 107 ex. over de Docde Bemde (D. Capart, M. Henry, L. Kestemont), 112 ex. NO te SAR (G. Vandezande, J. Nysten, JM Penne e.a.), 279 ex. NO te Leefdaal/ plateau Q. Kiebooms, G. Vandezande), 104 ex. NO te Oud-Heverlee/ dorp Q. Rutten), 67 ex. NO te OHZ Q. Nysten) en 450 ex. NO te Wilsele/ dorp (W. Claes) 12/ 03 50 ex. N te SAR QF Noulard) 15/ 03 10 ex. over Leuven/ centrum

(E. Sente) 01/04 17 ex. te Heverlee/ oost (F. Pretman) 20/04 1 ex. N te Sint-Joris-Weert en nadien

tpl te OHN (R. Stoks)

Porseleinhoen Porzana porzana 20/04 1 ad te OHZ (K. Moreau) 03/05 1 ad aud in de Doode Bemde

(K. Moreau)

Scholekster Haematopus ostralegus 03 / 03-31/05 19 waarnemingen (8 x 1 ex.,11 x 2 ex.) te Haasrode/Industrie (D. von Werne, I. Nel, R. Polfliet e.a.) 12/ 05 1 ex. over SAR (R. Gysbertsen) 16/05 1 ex. te Tervuren/Park KMMA

(A. Reygel)

De Boomklever - september 2014 9 S

Page 26: De Boomklever September 2014

Vogels . :."�

. ""'

Kluut Recurvirostra avosetta

18/03 12 ex. te SAR (1. Nel) 24/03 1 ex. N te OHZ Q. Rutten) 30-31/031 ex. eerst te NGB

(30/03; G. Bleys, D. von Werne), nadien te OHZ (30-31/03; JM Penne, 1. Nel, L. Hendrickx e.a.)

13/04 12 ex. te SAR (R. Gysbertsen) 14/04 1 ex. te SAR (D. von Werne)

Kleine Plevier Charadrius dubius

Eer te waarneming: 1 ex. te OHZ op 20/03 (I. Nel, JM Penne, S. & K. De Backer) Aantal waarnemingen: 84 (maart 12, april 44,

mei 28; veel dubbeltellingen). Gebieden: OHN (43% vd waarnemingen -max. 5 ex. op 23/04; R. Stoks), OHZ (25%, 1-2 ex.), Heverlee/Langestaart (18% - max. 4 ex. op 31/03; E. Toorman, P. Moysons), Haasrode/Industrie (resp. 2 & 1 ex. op 16/04 & 3/05; D. von Werne, J. Rutten, 1. Nel, P. Moysons) en Korbeek-Dijle/ plateau (resp. 2, 2 & 1 ex. op 2, 10-11 & 30/05; P. Standaert, R. Stoks, L. Van Hellemont).

Goudplevier Pluvialis apricaria

2, 8, 9 & 17 /03 resp. 1 ex. aud, 1 ex. aud, 1 ex. ZW & 1 ex. N te Leefdaal/ plateau (L. Hendrickx, D. von Werne, J. Nysten, P. Standaert)

Bonte Strandloper Calidris alpina

15 & 31/03 1 ex. te Heverlee/ Langestaart (L. Hendrickx, E. Toorman, P. Moysons)

19/03 & 11-12/04 1 ex. te OHZ (1. Nel, D. von Weme, J. Nysten e.a.)

22-23/04 1 ad zom te OHN (I. Nel, R. Stoks)

Regenwulp Numenius phaeopus

13/04 3 ex. NO (1+2) te Korbeek-Dijle/ plateau (A. Smets)

15/04 1 ex. NW te SAR (S. & K. De Backer)

Wulp Numenius arquata

09/03 65 ex. (53/12) NO te SAR Q. Nysten, 1. Nel, L. Hendrickx)

18/04 & 2/05 1 ex. te OHZ OM Penne, 1. Nel, D. von Werne)

96 De Boomklever - september 2014

Grutto Limosa limosa

20-21/03, 18-19 / 04 & 4/ 05 telkens 1 ad zom te OHZ (I. Nel, JM Penne, F. Vandeputte e.v.a.)

Tureluur Tringa totanus

De eerste 7 Tureluurs voor 2014 zaten op 18/03 te OHZ (I. Nel). Deze locatie bleef nadien tijdens het hele voorjaar de beste plek voor deze soort in het Dijleland, met waarnemingen op 18 data tussen 18/03 en 15/05 en maximaal 8 ex. op 19/03 en 9/05 (1. Nel, R. Stoks). Andere waarnemingsplaatsen waren OHN (waarnemingen op 13 data tss 12/04 & 17 /05 - maximum 7 ex. op 18/04; R. Stoks), SAR (resp. 8, 1 & 9 ex. op 14/04, 3 & 13/05; 1. Nel, R. Ghijsen, R. Gysbertsen), Neerijse/ Tersaert (1 ex. op 19 / 04; J. N ysten) en Kwerps/vijvers (1 ex. op 12/05; P. Moysons).

Zwarte Ruiter Tringa erythropus

13/04 2 ex. te SAR (H. Dineur) 13, 14, 15-16, 18, 22/04 & 1/05 resp. 3, 1, 4, 2,

1 & 2 ex. te OHZ (R. Ghijsen, R. Stoks, D. von Weme e.v.a.)

22 & 27 /04 resp. 2 & 1 ex. te OHN (1. Nel, R. Ghijsen, J. Nysten)

Groenpootruiter Tringa nebularia

Eerste waarneming: 1 ex. te OHZ op 7 / 04 (R. Stoks). Laatste waarnemingen: 2 ex. te OHN + 1 ex. te OHZ op 17 /05 (L. Hendrickx, G. Vandezande). Aantal waarnemingen: 117 (april 62, mei 55; veel dubbeltellingen). Gebieden: OHZ (69 waarneminngen tss 7 /04 & 17 /05 -max. 10 ex. op 14/04; A. Smets), SAR (resp. 2 ex. tpl, 2 ex. N & 1 ex. N op 14, 20/04 & 10/05 (R. Gysbertsen, 1. Nel, K. Moreau e.a.), OHN (41 waarnemingen tss 16/04 & 17 /05 - max. 16 ex. op 19/04; R. Stoks, 1. Nel), Neerijse/ Tersaert (1 ex. op 19/04;}. Nysten) en Kwerps/ vijvers (1 ex. op 9/05; M. Depauw).

Bosruiter Tringa glareola

Bosruiters werden tijdens het voorjaar van 2014 enkel te OH waargenomen: OHZ resp. 2, 3, 1, 3, 2 & 1 ex. op 17, 21, 23/04,

1, 5 & 20 / 05 (R. Polfliet, J. Rutten, R. Stoks e.a.)

OHN resp. 1, 2, 1, 6, 9, 2 & 1 ex. op 22, 23/04, 2, 3, 4, 16 & 22-23/ 05 (1. Nel, R. Stoks, JM Penne e.a.)

Page 27: De Boomklever September 2014

Witgat Tringa ochropus Er werden voor de periode maart - mei 2014 in totaal 151 waarnemingen van Witgatjes ontvangen uit de waterrijke gebieden die onze streek rijk is. De maandverdeling toont een opvallende piek in april, en het normale lage aantal meiwaarnemingen: maart 33 -april 108 - mei 10. De maximumconcentratie betrof 17 ex. te OHZ op 12/04 (R. Stoks). In mei ging het nog om 1-2 ex. te OHZ op 3-4, 7 en 9-10/05 Q. Rutten, 1. Nel, F. Vandeputte e.a.) en 1 ex. te Heverlee/Langestaart op 10/05 (D. Michiels). Op 30 en 31/05 zaten vervolgens terug Witgatjes te OHZ (resp. 1 & 2 ex.; L. Hendrickx), waarvan verondersteld wordt dat het reeds om vroege terugtrekkers gaat.

Oeverloper Actitis hypoleucos Eerste waarneming: 1 ex. te Haasrode/ Industrie op 18/04 (D. von Werne). Aantal waarnemingen: 100 (april 20, mei 80; veel dubbeltellingen). Gebieden: OHN (28 waarnemingen van 1-6 ex. tss 19/04 & 22/05; R. Stoks, JM Penne, ]. Rutten e.a.), OHZ (23 waarnemingen van 1-3 ex. tss 21/04 &

23/05; E. Toorman, R. Gysbertsen, JM Penne e.a.), SAR (13 waarnemingen van 1-3 ex. tss 21/04 & 17 /05; JM Penne, E. Toorman, I. Nel e.a.), LP (11 waarnemingen van 2-6 ex. tss 23/04 & 19/05; B. Verstraete,]. Lambrechts, S. Goethals), Tervuren/ Park KMMA (6 waarnemingen van 1-15 ex. tss 23/04 &

19 / 05; A. Reygel, B. Forget, P. Standaert e.a.), AVP (resp. 1, 1 & 2 ex. op 24/04, 1 & 2/05; D. von Werne, ]. Menu), Kwerps/vijvers (12 waarnemingen van 1-2 ex. tss 1 & 23/05; M. Depauw, R. Ghijsen, P. Moysons e.a.), Doode Bemde (1 ex. op 5-6/05; D. Dekeukeleire e.a.) en ZW (3 ex. op 10/05; K. Moreau). De grootste concentratie betrof 15 ex. op 5/05 te Tervuren/ Park KMMA (B. Forget).

Kemphaan Philomachus pugnax 20, 21, 22-25, 27-28/03 & 18/04

resp. 3, 2, 3, 3 & 1 ex. te OHZ (I. Nel, G. Vandezande, JM Penne e.v.a.)

22/03 1 ex. te Heverlee/Langestaart (L. Hendrickx)

13/04 9 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets)

18 & 19/04 resp. 3 & 7 ex. te OHN (R. Stoks)

· S. -;, Vogels �.;-.�

Bokje Lymnocryptes minimus 31/03 1 ex. te Neerijse/Doode Bemde

(M. Nollet)

Watersnip Gallinago gallinago Aantal waarnemingen: 80 (maart 27 - april 38 - mei 15). Grootste concentraties: 15 ex. op 16/03 te OHZ O. Nysten), 12 ex. op 19/03 te SAR (1. Nel), 10 ex. op 24/ 04 te OHN (R. Stoks). Laatste waarneming: 1 ex. te OHN op 15/05 O. Vandeput).

Dwergmeeuw Hydrocoloeus minutus 03/05 12e kj te SAR O. Rutten, I. Nel, L. Hendrickx)

Zwartkopmeeuw

Ichthyaetus melanocephalus 16/03 1 ad zom te NGB Q. Nysten) Het 33e geval (38e ex.) van Zwartkopmeeuw voor het Dijleland.

Pontische Meeuw Larus cachinnans 01/03 1 le win te OHZ (R. Gysbertsen) 02/ 03 1 3e win te ZW (R. Polfliet)

Grote Mantelmeeuw Larus marinus 13/03 1 ex. NO te Haasrode/industrie

(B. Mulkens) 15/03 1 imm te Kwerps/vijvers

(P. Moysons) Het gaat hier om de 18e en 19e Grote Mantelmeeuwen voor het Dijleland.

Zwarte Stem Chlidonias niger 13/04, 01 & 21 /05 resp. 1 ex. N, 1 ex. N & 3 ex. te SAR (1. Nel, R. Gysbertsen, P. Standaert e.a.) 02 & 08/05 resp. 5 & 4 ex. te Tervuren/ Park

KMMA (C. Willis, B. Forget) 18/05 13 ad zom te LP (S. Goethals)

Visdief Sterna hirundo 13, 22/04 & 27 /05 1 ex. te SAR (1. Nel, JM Penne, ]. Nysten e.a.) 25 & 29-31/05 resp. 1 & 2 ex. te OHZ/ Oppem (R. Gysbertsen, F. Vanwezer, L. Hendrickx e.a.)

Zomertortel Streptopelia turtur 23/05 2 ex. over Haasrode/Konijnenhoek

(R. Vermylen) 30/05 1 zp te Wilsele/ dorp (P. Smets)

De Boomklever - september 2014 97

Page 28: De Boomklever September 2014

Vogels .':·· �(f

Oehoe Bubo bubo Een Oehoe die op 23 / 04 werd gehoord in de Laanvallei (Rodebos) te Sint-Agatha-Rode kan het ex. geweest zijn dat in de Onderbosstraat in een volière verblijft.

Velduil Asio flammeus 13/ 04 1 ex. te Leefdaal/ plateau O. Buys)

Middelste Bonte Specht Dendrocopos medius Waarnemingen buiten de broedgebieden in Meerdaalwoud-Mollendaal, Rodebos en Zoniënwoud: 02/ 03 2 ex. te Kortenberg/ Merode

(M. Depauw) 10/05 1 ex. op voerderplaats te Winksele

(T. Savoye)

Boomleeuwerik Lullula arborea 07 / 03 2 ex. N te Overijse/Terlanenveld

(H. Roosen)

Engelse Kwikstaart Motacilla flava flavissima 26-27 /04, 2 & 4/05 1 ad m te Leefdaal/ plateau 0. Nysten, R. Stoks, R. Polfliet e.a.) 12&21-22/05 1 ad m te Erps/Dorenveld (A. Smets, P. Moysons)

98 De Boomklever - september 2014

Noordse Kwikstaart Motacilla fiava thunbergi 20/05 4 ex. te Erps/Dorenveld (A. Smets)

Rouwkwikstaart Motacilla alba yarrellii 19/03, 18, 23, 25/04 & 3/05 resp. 1 ex. (19/03)

& 1 v, (alle andere data) te OHZ (1. Nel, JM Penne, R. Stoks e.a.)

01/05 1 ex. te Blanden (R. U yttenbroeck) 04/05 1 ex. te OHN (F. Vandeputte)

Duinpieper Anthus campestris 21/04 1 ex. NO over het plateau Sterrebeek

- Moorsel (A. Smets)

Ooievaar overvliege11d te SAR. Foto: Ingrid Nel

Page 29: De Boomklever September 2014

Graspieper Anthus pratensis

Dat het met de Graspieper als broedvogel in regio Leuven niet goed gaat wisten we reeds, en ook de waarnemingen uit het voorjaar van 2014 bevestigen dit (68 waarnemingen tussen 1/03 en 28/04). Hoewel de datumgrenzen voor deze soort reeds op 1 april aanvangen, gaat men er in april en de eerste helft van mei veiligheidshalve beter van uit dat het om overwinteraars en/ of doortrekkers gaat. Tenzij er broedindicerend gedrag wordt waargenomen natuurlijk, maar dat was in 2014 bij geen enkele observatie het geval ... Dat er in de tweede helft van april nog doortrek van Graspiepers is werd geïllustreerd door 21 waarnemingen van overtrekkende groepjes en individuen, met als maximumtelling 558 ex. NO over Korbeek-Dijle/ plateau op 21/04 (G. Vandezande). Na het verdwijnen van de laatste trekkers werden er geen Graspiepers meer waargenomen ...

Boompieper Anthus trivialis

Eerste waarneming: 1 ex. NO te Korbeek­Dijle /plateau op 6/04 (A. Smets). Aantal waarnemingen: 43 (april 25, mei 18). Maar liefst 17 hiervan hadden betrekking op zingende exemplaren te Meerdaalwoud/Militair Domein (7 /04 - 10/05 - max. 5 zp op 2/05; J. Rutten). Verder werden Boompiepers gehoord op andere plekken in Meerdaalwoud (resp. 1, 1 &

2 zp op 23, 26/04 & 17 /05; G. Bleys, R. Stoks), in Mollendaalwoud (1 zp op 19 & 23 / 04; S. & K. De Backer, D. von Werne) en in het Zoniënwoud (Tervuren, 1 zp op 19 / 05; B. Pasau, V. Daems). Een overzicht van de waarnemingen op de resterende locaties: plateau Leefdaal- Korbeek­Dijle (resp. 2 ex. NO, 1 ex. N, 6 ex. NO + 1 ex. tpl, 1 ex. NO, 1 ex. tpl, 1 ex. NW, 1 ex. NO & 1 ex. NW op 7, 15, 21, 22, 23, 24, 28/04 & 2/05; G. Vandezande, R. Stoks, L. Van Hellemont e.a.), OHZ (1 ex. op 21/04; D. von Werne), plateau Sterrebeek - Moorsel (resp. 6 ex. NO, 2 ex. NO & 1 ex. NO op 21, 23 & 26/04; A. Smets, 0. Hendrick), Bierbeek/ plateau Mollendaal (1 ex. op 23/04 & 5/05; D. von Werne) en OHN (1 ex. N op 3/05; J. Rutten).

Waterpieper Anthus spinoletta

De laatste Waterpieper van de winter 2013/2014 zat op 8/04 te Pécrot/vijver (F. Van Hove). De besproken periode was nog goed voor 58 waarnemingen, en de grootste concentratie betrof 55 ex. te SAR op 15 / 03 (1. Nel, L. Hendrickx).

.. ,

;1.".� , Vogels :;_. !. y ;, .

Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata

16, 20 & 29 / 05 resp. 2 ex., J zp & 1 ex. in Mollendaalwoud (S. De Backer, D. von Werne, F. De Vo )

17 /05 6 zp + 2v in Meerdaalwoud (R. Stoks)

Beflijster Turdus torquatus

02, 10 & 21/04 resp. lm tpl, 2ml v tpl & 5 ex. N op het plateau Sterrebeek - Moor el

(0. Hendrick, A. Smets) 03, 10, 13, 15, 19 & 20/04 resp. 3 ex. NO, 3ml v NO, 5 ex. tpl + 1 ex. NO, 1 v tpl, 2v tpl &

lm tpl op het plateau Leefdaal - Korbeek-Dijle (A. Smets, 0. Hendrick, G. Vandezande e.a.) 05/04 1 ex. te Winksele (F. Vandekeybus) 19 & 20/04 resp. 4m4v & lv te Overijse/

Terlanenveld (H. Roosen, l. Nel) 21/04 1 ex. te OHZ (E. Van Hoorebeke)

Nachtegaal Luscinia megarhynchos 30 / 03 1 zp te Tervuren/ Zoniënwoud

(V. Daems, B. Pasau) 18, 25 & 29/04 1 zp te Heverlee/Terbank

29/04 03/05 16/05

(H. Roosen, I. Nel) 1 zp te SAR Q. Lecomte) 1 zp te Florival/ zuid (J. Rutten, 1. Nel) 1 zp te Wilsele-Putkapel/ dorp (E. Meert)

Gekraagde Roodstaart Phoenicun1s phoenicur11s 03/05 lmlv in Meerdaalwoud

(B. & R. Bergmans) 11/05 1 ad m te Sint-Joris-Weert (R. Stoks) 17-18/051 zp te Bierbeek/Mollendaalwoud

(M. Walravens, G. Bleys) 23-24/051 ad v te Kwerps/vijvers

(A. Smets, F. Vandeputte, R. Ghijsen) 25/05 1 ad m te Overijse/ centrum

(E. De Broyer) 31/05 1 ad v te Kwerps/Zuurbeekvallei

(M. Depauw)

Paapje Saxicola rubetra

Op 21 /04 werd het eerste Paapje van 2014 aangetroffen op het plateau te Korbeek-Dijle Q. Nysten), en ook op 26 en 27-28/04 waren hier resp. 3 en 1 ex. aanwezig Q. Nysten, D. von Werne, R. Stoks e.a.). Andere locaties waren het plateau Sterrebeek- Moorsel (resp. 5 & 1 ex. op 23/04 & 19/05; J. De Cock. 0. Hendrick), Leefdaal/ plateau (resp. 1, 1, 2 & 1 ex. op 26-28/04, 3, 4 & 5/05;]. Nysten, R. Stoks, K. Moreau e.a.), Kwerps/ Zuurbeekvallei (1 ex. op 27 /04; M. Depauw) en Leefdaal/ Duivendelle (1 ex. op 20/05; A. Smets)

De Boomklever - september 2014 99

Page 30: De Boomklever September 2014

Vogels ,:

Roodborsttapuit Saxicola rubicola Roodborsttapuiten werden tijdens het voorjaar van 2014 waargenomen op het plateau Leefdaal -Korbeek-Dijle (waarnemingen op 9 data tss 13/03 & 25/05-max. lm2v op 25/05; R. Ghijsen), te Heverlee/ Zwanenberg (1 v op 10/03; G. Bleys), Heverlee/ Langestaart (lml v op 14/ 03; G. Sienap), Haasrode/Industrie (waarnemingen op 17 data vanaf 18/03; D. von Weme e.a. -max. 4 ex. waaronder 1 juv op 3/05; J. Rutten, K. Moreau e.a.), Pécrot/vijver (lm op 23/04; S. Durviaux) en Tervuren/ centrum (lm op 6/05; A. Reygel).

Buidelmees Remiz pendulinus 08 & 09/04 resp. lm & 2 ex. te SAR (I. Nel, J. Vandeput, D. von Werne, J. Buys)

Een 111n1111etje Rietgors te SAR. Foto: Robert Gysbertse11

Spotvogel Hippolais icterina De eerste Spotvogel voor 2014 zong op 27 / 04 te Vossem OM Lommaert). De waarnemingen in mei maakten duidelijk dat het een relatief goed Spotvogeljaar werd. De soort werd opgemerkt te Heverlee/ Lang es taart (1 zp op 6 / 05; N. Ryckeboer), Leefdaal/ plateau (tot 3 zp op 8 data tussen 13 & 30/05; P. Standaert, D. von Weme, P. Moysons e.a.), Neerijse/ Ganzeman (1 zp op 15/05; 1. Nel), Erps/ Dorenveld (resp. 2, 1, 4 & 1 zp. op 15, 17-18, 22 & 31/05; P. Moysons, R. P olfliet, R. De Boom e.a.), P lateau Sterrebeek- Moorsel (resp. 1 & 2 zp op 19 & 25/05; 0. & M. Hendrick), AVP (4 ex. op 19 / 05; R. Aerts),

1 00 De Boomklever . september 2014

Cetti's zm1ger te OHZ. Foto: Tom Vn11dezn11de

Leuven/ centrum (1 zp op 21/05; J. Menu), Leefdaal/Duivendelle (1 zp op 22/05; A. Smets), Bertem/ dorp (1 zp op 25/ 05; G. Bleys), Meerbeek (2 ex. op 25/05; G. Bleys), Herent (1 zp op 26 / 05; P. Standaert) en Winksele (1 zp op 31/05; F. Vandekeybus)

Cetti's Zanger Cettia cetti In tegenstelling tot de trend in bepaalde andere regio's, blijft de Cetti's Zanger het zeer goed doen in het Dijleland. Tijdens het broedseizoen van 2014 konden maar liefst 19 à 22 territoria afgebakend worden, meteen het hoogste aantal dat ooit in de streek werd genoteerd (ter vergelijking : 16 in 2013, 13 in 2012, 8 in 2011, 6-7 in 2010). Deze territoria waren als volgt verdeeld over de verschillende valleigebieden: 5 te OHZ, 4-5 te OHN, 2 te OH/ Ormendaal, 1 in de Doode Bemde, 1 te Oppem, 3-4 te SAR en 3-4 te Pécrot /vijver.

Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus De eerste Rietzangers voor 2014 zongen op 4/04 te Pécrot/vijver Q. Dandois) en op 8/04 te SAR (1. Nel). Op deze laatste locatie was vanaf 10/04 ook een tweede zangpost aanwezig (P. Floré),.

Page 31: De Boomklever September 2014

en beide vogels werden nadien nog tot op 3/05 waargenomen (versch. waam.). Op 21/05 liet er dan nog eens eentje van zich horen (E. Etienne). Andere locaties waren Pécrot/vijver (1 zp op 12, 19, 27 /04 & 16/05; F. Van Hove, S. Durviaux), OHN (1 zp op 12, 16/04 & 3/05; L. Hendrickx, P. Moysons, J.

Nel), AV P (1 zp op 16/04; D. von Weme) en OHZ (1 zp op 23-24/ 04; R. Gysbertsen, J. Nel)

Braamsluiper Sylvia curruca Op 18/04 doken de eerste Braamsluipers voor 2014 op in regio Leuven, en het waren er meteen drie: 1 zp te Bertem/Koeheide (G. Bleys), 1 zp te Winksele (R. Ghijsen) en 1 zp te Haasrode/Industrie (D. von Weme). Nadien werden er waarnemingen doorgegeven van Overijse/Terlanenveld (resp. 1 zp & 2 ex. op 19 & 20/04; H. Roosen, 1. Nel), OHZ (1 zp op 20/04 & 4/05; K. Moreau, F. Vandeputte), Bertem/Koeheide (1 zp op 21/04; G. Bleys), P lateau Sterrebeek - Moorsel (1 zp op 21/04; A. Smets), Haasrode/Industrie (1 zp op 25/04, 2-3, 9 & 29/05; J. Nysten, D. von Werne, K. Moreau e.a.), Neerijse/Tersaert (1 zp op 26 / 04; L. Van Hellemont), Blanden (2 zp op 3/05; P. Moysons), Oud-Heverlee/N (1 zp op 3/05; J. Rutten, 1. Nel), Heverlee/Terbank (1 zp op 3-4/05; G. Bleys, A. Verboven), Neerijse/ Zingende Wind (1 zp op 4/ 05; JM Lommaert), Erps/Dorenveld (1 zp op 5/05; P. Moysons), Winksele (1 zp op 22/05; R. Ghijsen) en Haasrode/ dorp (1 zp op 30/05; K. Moreau).

Fluiter Phylloscopus sibilatrix Na het zeer goede Fluiterjaar 2013 kwam er terug een mager jaar, met tijdens het voorjaar van 2014 enkel waarnemingen van een ex. op 25/04 in Meerdaalwoud (P. Van de Kerckhove) en op 27 /04 in Heverleebos Q. Lambrechts).

Wielewaal Oriolus oriolus 03/05 lm te OHZ (K. Moreau,

J. Kempeneers, K. Lamont) 04, 11, 17-18 & 24/05 resp. lm, lm, 1 ex. en

2 ex. te Wijgmaal/ Wijgmaal broek (W. Claes, E. Sente, E. Meert e.a.)

12/ 05 1 zp te NKV (E. Kimman) 13/05 1 zp te Bierbeek/Meerdaalwoud

(R. Vermylen) 24/ 05 1 zp te SAR (F. Binard) 25/05 1 zp te Sint-Joris-Weert/Doode

Bemde (R. Ghijsen)

Baardman Panurus biarmicus

13/ 03 3 ex. te Pécrot/ vijver (S. Lemaire)

Tapuit Oenanthe oenanthe Reeds op 29/03 zat de eerste Tapuit voor 2014 op het plateau van Leefdaal Q. Nysten). Vanaf 15/04 tot op het einde van de periode volgden 48 waarnemingen, verspreid over de regio. Het maximum betrof 16 ex. te Erps/ Dorenveld op 12/05 (A. Smets).

Ringmus Passer montanus Een overzicht van alle waarnemingen (merk op dat er geen april- en slechts 2 mei­waarnemingen waren): 01, 06, 09, 14, 16, 28, 30/03 & 03/05 resp. 1, 6, 1, 1, 1, 2, 2 & 2 ex. te Leefdaal/ plateau

( F. Vanwezer, E. Van Hoorebeke, G. Vanautgaerden e.a.)

02/03 1 ex. te Erps/Dorenveld (F. Wyns, R. De Boom)

05 & 30/03 resp. 1 & 3 ex. te Bierbeek/ Mollendaal plateau (D. von Weme, G. Vanautgaerden)

06/03 6 ex. te Neerijse/Zingende Wind (K. Van Acker)

02/05 1 ex. te Vaalbeek/ centrum Q. Rutten)

Europese Kanarie Serinus serinus 16/03 1 zp te Sint-Joris-Weert (S. & K. De Backer) 30-31/031 ex. N over het plateau Sterrebeek

- Moorsel (A. Smets, 0. Hendrick) 16/04 1 ex. NO te Heverlee/Terbank

(H. Roosen)

Kleine Barmsijs Acanthis cabaret 01/03 15 ex. te SAR (D. Gailly)

barmsijs sp. Acanthis cabaret/flammea 04/03 1 ex. over Haasrode/Industrie

(D. von Werne) 07 / 03 1 ex. N te Overijse/Terlanenveld

(H. Roosen)

Grauwe Gors Emberiza calandra 11, 13 & 16/03 resp. 3, 2 & 2 ex. te Leefdaal/plateau (H. Roosen, I. Nel, J. Nysten)

Ortolaan Emberiza hortulana Een pleisterende Ortolaan die op 17 / 05 op een kapvlakte in Meerdaalwoud werd aange­troffen, en dan verder naar N vloog, zat daar op een wel heel onverwachte plek (R. Stoks).

De Boomklever - september 2014 1 0 1

Page 32: De Boomklever September 2014

Vogels · ·,:;'.

' ,

Soort Eerste data

Wespendief 03/05

Pernis apivorus 05/05

Boomvalk 14/04

Fa/co subbuteo 17/04

Koekoek 09/04

Cuculus canorus 12/04

Gierzwaluw 16/04

Apus apus 17/04

Oeverzwaluw 21/03

Riparia riparia 22/03

Boerenzwaluw 09/03

Hirundo rustica 21/03

Huiszwaluw 07/04

Delichon urbicum 08/04

Gele Kwikstaart 03/04

Motacilla flava 05/04

Blauwborst 14/03

Luscinia svecica 15/03

Zwarte Roodstaart 10/03

Phoenicurus ochruros 13/03

Sprinkhaanzanger 12/04

Locustella naevia 16/04

Kleine Karekiet 15/04

Acrocephnlus scirpnce11s 20/04

Bosrietzanger 29/04

Acroceplrnl11s pnlustris 03/05

Tuinfluiter 06/04

Sylvia borin 07 /04

Zwartkop 04/03

Sylvia atricapilla 09/03

Grasmus 06/04

Sylvia communis 13/04

T jiftjaf 22/02

Phylloscop11s collybitn 24/02

Fitis 30/03

Phylloscop11s trochil11s 31/03

1 02 De Boomklever - september 2014

Aantal+ Locatie Waarnemers

2 ex. NO te Leefdaal JM Lommaert

1 ex. te NKV J. Jourquin

1 ex. te OHZ R. Stoks

1 ex. te Bertem/Koeheide G. Bleys

1 ex. te SAR/Vette Weide P. Standaert

1 ex. te Sint-Joris-Weert/Doode Bemde 0. Deprez

1 ex. NO te Moorsel/ plateau A. Smets

5 ex. te OHZ H. Roosen

1 ex. over OHZ D. von Werne

1 ex. over OH/Ormendaal R. U yttenbroeck

1 ex. N te Leefdaal/ plateau H. Roosen

1 ex. over OHZ D. von Werne

1 ex. te Heverlee/ Oost K.V.

87 ex. N + 12 ex. tpl te SAR, R. G ysbertsen,

2 ex. te Tervuren/P ark KMMA 0. Hendrick e.a.

2 ex. NO te Korbeek-Dijle A. Smets

1 ex. over Bierbeek/ zandgroeve M. Abts

1 zp te OHZ J. Rutten

1 zp te SAR 1. Nel

3 ex. te Moorsel/ plateau 0. Hendrick

1 zp te Bertem, 1 zp te Leuven G. Bleys, R. Gysbertsen

1 zp te SAR, 1 zp te OHZ JM Penne, R. Gysbertsen

1 zp in de Doode Bemde J. Meulemans, A.G.

1 zp te SAR A. Smets

2zp te OHZ K. Moreau

1 zp te Mollendaal, 1 zp te SAR M.Abts, . Ryckeboer e.a.

1 zp te OHN J. Menu

2 zp te Moorsel/ plateau R. De Boom

1 zp te Wilsele/ dorp P. Standaert

1 zp te Wilsele/ dorp W. Claes

1 zp te NGB J. Nysten

1 zp te Veltem-Beisem R. Ghijsen, W. Claes

1 zp te Leefdaal, 1 zp te SAR j. Nysten, R. Stoks, H. Dineur

1 zp te SAR K. Aerts

1 zp te Kessel-Lo/ Kesselberg G. Vandezande

1 zp te Neerijse/Doode Bemde E. Toorman

1 zp te Bertem/Koeheide G. Bleys

Samenstelling Kelle Moreau, [email protected]

Page 33: De Boomklever September 2014

'I':' � ' '�.: · Mededelingen

v . '

Met de stroom mee

Het kon niet uitblijven, in het huidige informatietijdperk volstaat enkel een website niet meer in de factoren die alles bepalen: snelheid en het "delen" van berichten op de sociale media. Sind kort is de Natuurstudiegroep Dijleland dan ook op Facebook te vinden op http://www.facebook. com/ natuurstudiegroepDijleland.

Deze entree in de sociale media zorgt ervoor dat onze activiteiten breder en beter bekend kunnen gemaakt worden en zorgt voor een nieuwe dynamiek in onze berichtgeving naast de beproefde Yahoo mailinglijst en onze Boomklever waar nog steeds dieper ingegaan zal worden op de natuur in de Dijlevallei. Het grote voordeel is dat deze facebookpagina vrij te bezichtigen is voor iedereen, vrij door iedereen gedeeld kan worden en zo onze vereniging meer naam kan krijgen bij de natuurliefhebbers in de regio en daarbuiten. Uiteraard blijven onze andere contactmiddelen beschikbaar zodat we steeds de vele vrijwillige inventarisaties en monitoringsactiviteiten kunnen bundelen en rapporteren.

Wij kozen voor Facebook omdat onze berichtgeving vaak ruim is en we hier een goed platform vinden voor het schrijven van teksten, het delen van fotoalbums en snelle updates. Op de facebookpagina kunnen door leden vrij foto's van excursies en activiteiten gepost worden net als determinatieproblemen, vragen en voorstellen. De data en last-minute wijzigingen van bepaalde activiteiten -denk maar aan trektellingen of insectenexcursies die sterk weersafhankelijk zijn- kunnen hier snel doorgegeven worden. De pagina heeft zijn nut reeds bewezen afgelopen zomer om diverse activiteiten en nieuwsberichten - denk maar aan oproepen uit te kijken naar Oostelijke vossen- te delen.

Breng de pagina zeker eens een bezoekje en vergeet niet te "sharen' en te "liken" !

PEOPU >

55 llkes

a Status {aJ Photo I Video [ii" Event. Mllestone +

What have you been up to?

Gert Vanautgaerden redacteur

De 11 ie11we pngi11n zit 011dert11sse11 nl over de 50 1 ikes en we /Jopen dnt liet een extrn, flexibel plntfor111 znl von11e11 e11 blijven voor 11nt1111rst11die11ie11ws e11 -nctiviteite11 in de regio.

De Boomklever - september 2014 103

Page 34: De Boomklever September 2014

,_

Activiteiten : : ' _lor,.·_

Activiteiten

Alle activiteiten van de Natuurstudiegroep Dijleland en eventuele wij­

zigingen zullen ook aangekondigd worden via de Dijlevallei-maillijst (http://groups.yahoo.com/group/Dijlevallei/) en de NSGD facebookpagi­

na (http:/ /www.facebook.com/natuurstudiegroepDijleland)

Zaterdag 4 oktober 20 14 Eurobirdwatch

simultaantrektelling

Zoals ieder jaar doet de NSGD weer mee met

de twee simultaantrektellingen in oktober. De

exacte locaties zullen meegedeeld worden op

de mailinglijst en de facebookpagina.

Leiding: Gert Vandezande (gert. v andezande@

telenet.be, 0496 / 6 9 52 99)

Zondag 19 oktober 20 14 Simultaantrektelling

Zoals ieder jaar doet de NSGD weer mee met

de twee simultaantrektellingen in oktober. De .

exacte locaties zullen meegedeeld worden op

de mailinglijst en de facebookpagina.

Leiding: Gert Vandezande (gert. vandezande@

telenet.be, 0496 / 6 9 52 99)

Trektellingen Ook in het najaar zullen er trektellingen georganiseerd worden afhankelijk van de weers- en trekomstandigheden. Deze zullen vooraf aangekondigd worden op onze mailinglijst en facebookpagina. Geïnteresseerden laten best de dag vooraf weten of ze aanwezig willen zijn zodat het voor de organisatie eenvoudig te regelen valt.

Zaterdag 3 1 januari

Jaarvergadering NSGD Algemene vergadering open voor onze leden. Het programma wordt in de volgende Boomklever meegedeeld.

1 04 De Boomklever - september 2014

Midmaandelijkse

watervogeltell in gen Ook dit jaar werkt de NSGD mee aan de landelijke watervogeltellingen. Deze zullen doorgaan op de weekenden van 18/19 oktober, 15/16 november en het weekend van 13/14 december 2014. Een voormiddagexcursie wordt telkens georganiseerd om in de belangrijkste watervogelgebieden in de Dijlevallei de overwinterende watervogels op te tekenen. Afspraakplaats en tijdstip worden gecommuniceerd via de Yahoo-mailinglijst en de facebookpagina. Meer info: Luc Hendrickx ([email protected], 0477/19 28 35)

Zaterdag 20 december

Zeeland-excursie met

NSGD NSGD pikt de draad weer op van excursies buiten de Dijlevallei: we trekken naar Zeeland waar we de verrekijkers zullen wenden naar de diverse vogelfauna in deze streek. Deze excursie zal met eigen vervoer gebeuren. Geïnteresseerden dienen zich vooraf aan te melden bij Gert Vanautgaerden (gegevens hieronder). Carpoolen is mogelijk mits tijdige verwittiging.

Afspreektijd: 7.30, voorziene terugkeer te Leuven om 18.30 Afspreekplaats: parking Bodart, Veilingweg Leuven 7.30 Contact: Gert Vanautgaerden ([email protected], 0477 42 68 68)

Page 35: De Boomklever September 2014

ACTUEEL

De Rode Wouw Milvus milvus

broedt in het Dijleland in 2014!

1 april 2014.

Aan het natuurre ervaatje langs de Delle in Leefdaal

(Vlaams-Brabant) staat fotograaf Eric samen met enkele

collega's op uitkijk. En ze zijn enthousiast want het blijkt

een fijne dag met veel roofvogeltrek te worden: die ochtend

hadden ze al Blauwe Kiekendief en Zwarte Wouw. Dan zien

we nog een grotere roofvogel naderen: nog een Zwarte Wouw? De vogel nadert

in een soepele vlucht en volgt hierbij de contouren van het golvende landschap. zo

typisch voor deze streek. Dan blijkt: het i een Rode Wouw! Wat een topdag .. ! Rode

Wouwen worden op trek wel vaker gezien. maar blijven toch vrij zeldzaam. Deze ogel

gedroeg zich wel vreemd: échte trekkers vliegen meestal rechtdoor, maar deze vogel loog

!'C! -:�" ·�···�·' ·{�·· "'' � . .

- . , �.i--.. " .

laag en ru tig over de akkers in een grote boog alsof hij het terrein inspecteerde. Samen met

Ingrid Nel reed ik hogerop naar de Bredeweg en ja hoor ook daar kwam hij langs en vloog nu

verder in zuidelijke richting. alsof hij terugkeerde naar o erwinteringsgronden.

In de daaropvolgende dagen en weken werden één later twee vogels wel vaker gezien wat de

verwachtingen rond een mogelijk broedgeval deden toenemen. Hoe onwaarschijnlijk ook want

in deze eeuw én de voorgaande werd er geen spoor van een mogelijk broedgeval in het Dijleland

gevonden. Noch Herroelen. Wortelaers. Halftants, Dupond. Verheyen, enz". ' ijzen op een mo­

gelijk broedgeval. We moeten hiervoor wellicht terug naar de I 9de eeU\ of nog roeger. Maar

ook in de rest van Vlaanderen is dit een erg zeldzaam gegeven: het laatste geslaagde broedgeval

(Ursel, Oost-Vlaanderen) dateert ook al van 1998.

De vogels werden van nabij gevolgd en al vlug werd de voorkeur voor een bepaald bo en daar

bepaalde bomen duidelijk. Het bos ligt op privé terrein en na contact met de eigenaar was die

bereid een kleine NSGD-delegatie te vergezellen naar het bos. Daar werd het nest. dankzij de

voorafgaande observaties, vrij vlug gevonden. Gelukkig stak een gevorkte staart over de rand van

het nest. . . Even een bewijsfoto(in digiscopie en vanop veilige afstand) en wegwezen. In de daar­

opvolgende weken werd de nestplaats nog enkele malen in alle discretie bezocht en dat Ie erde

het bewijs van een geslaagd broedgeval met 2 pulli, eerst in dons later flink in de pluimen! Ten­

slotte zouden de vogels in het eerste weekend van augustus uitvliegen en deze werden nog enkele

weken in de buurt waargenomen. Zo werden ze nog gehoord in de buurt van de nest boom op 12

augustus en nog later werd een juveniele vogel gezien die aan een doodgereden egel peuzelde.

De exacte locatie van het nest werd en zal worden geheimgehouden om de kansen op een verder

broeden in de volgende jaren veilig te stellen. Een uitgebreider bijdrage over dit uitzonderlijk

broedgeval volgt in een volgende editie.

Kris an charen

Foto: Rode Wom © lngird Nel

Page 36: De Boomklever September 2014

Inhoud

EDITORIAAL

ONGEWERVELDEN

De mieren van het Dijle/and: Deel 3.

Els Lamme/en

VOGELS

Trektellen - de magie van roepjes en silhouetten

Gert Vandezande

Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dij/eva/lei

en omgeving, maart - mei 2014

Kel/e Moreau

MEDEDELINGEN

Met de stroom mee

ACTIVITEITEN

ACTUEEL

De Rode Wouw Mi/vus milvus

broedt in het Dijle/and in 20 I 4!

Coverfoto: Sfeerbeeld van een trektelochtend ©Geert Bleys

73

74

82

90

103

104