De Boomklever Juni 2014

40
l ! i ' 1 l 1 i 1 - 1 _ Tijdschrift van de Natuurstudiegroep Dijleland Jaargang 42 - juni 2014 l I/

description

 

Transcript of De Boomklever Juni 2014

Page 1: De Boomklever Juni 2014

l !

i '

1 l 1

i 1 1

• - 1 _.

Tijdschrift van de

Natuurstudiegroep Dijleland

·--m-=7 •

Jaargang 42 - juni 2014

l I/

Page 2: De Boomklever Juni 2014

� NATUUR STUD 1 EG ROEP

N dileland Regionale werkgroep van Natuurpunt Studie vzw natu u rpu nt

Studie

Bestuur • Kris Van Scharen (voorzitter/penningmeester), Korbeekstraat 27,

3061 Leefdaal, 02-7672638

• Bruno Bergmans, Klaverstraat 44, 8000 Brugge, 0498-760722

• Bart Creemers, Aarschotsesteenweg 420, 3012 Wilsele,

0496-893106

• Kelle Moreau, Meibloempjeslaan 2, bus 3, 8400 Oostende

• Pieter Moysons, Engerstraat 144, 3071 Erps-Kwerps,

0499 /28.82.89

• Hans Roosen, Abstraat 101, 3090 Overijse, 02-6879518

• Roel Uyttenbroeck, Langeveld 76, 3220 Holsbeek, 0495-628863

• Gert Vanautgaerden, Tulpenlaan 7, 3052 Blanden, 0477426868

• Koen Vandenberghe, Blijde lnkomststraat 85/5, 3000 Leuven,

0485162619

• Thomas Vandenberghe, Heilige-Geeststraat 6 bus 2, 3000 Leuven,

0474/40.96.09

• André Verboven, Groeneweg 60, 3001 Heverlee, 016-238184

Werkgroep vogels • Algemeen coördinator: Kelle Moreau ([email protected])

• Watervogeltellingen, Luc Hendrickx( luchendrickx2003@yahoo.

com)

• Trektellingen: Gert Vandezande (gert.vandezande @telenet.be)

• Bijzondere Broedvogels: Pieter Moysons (pieter_moysons@

hotmail.com)

Werkgroep zoogdieren • Archivering waarnemingen: Kelle Moreau

([email protected])

• Vleermuizen: Hans Roosen ([email protected])

• Hamster: Kris Van Scharen ([email protected])

Werkgroep bijen • Archivering en rapportering waarnemingen: Koen Vandenberghe

([email protected])

Werkgroep planten en webmaster • Themaverantwoordelijke: Thomas Vandenberghe

([email protected])

Website: www.natuurstudiegroepdijleland.be

Regiopagina: dijleland.waarnemingen.be

Rondzendlijst Dijleland: ga naar http://groups.yahoo.com/neo/

groups/Dijlevallei/info, maak een Yahoo ID aan en klik op

'join group'. Bij aanmeldingsproblemen, contacteer

[email protected].

1 ••

De Boomklever

Driemaandelijks tijdschrift van de

Natuurstudiegroep Dijleland. De

Boomklever brengt bijdragen over

studie en beheer van de biodiver­

siteit in het Dijleland en verschijnt

viermaal per jaar (maart, juni, sep­

tember, december).

Redactie Gert Vanautgaerden, Roel Uyttenbroeck en Kris Van Scharen

Redactieadres Artikels, foto's en korte bijdragen

worden verwacht op het redactiese­cretariaat, p/a Gert Vanautgaerden

( [email protected])

of Roel Uyttenbroeck (roel_ [email protected])

Het copyright van de teksten, il­lustraties en foto's blijft bij de res­pectievelijke auteurs, tekenaars en fotografen. Overname is mogelijk mits hun uitdrukkelijke toelating en

bronvermelding

Abonnement Geïnteresseerden kunnen

De Boomklever ontvangen door overschrijving van 10 € op reke­ningnummer 001-1552168-50 van de Natuurstudiegroep Dijleland, met opgave van naam en adres. Een steunabonnement kost 15 € of meer.

Natuurpunt vzw

Natuurpunt is de grootste vereni­ging voor natuur en landschap in Vlaanderen. Ze telt 88.000 gezinsle­

den en beheert 19.000 hectare

natuurgebied. Lid worden van Na­tuurpunt vzw kan door storting van 24 € op rekeningnummer 230-0044233-21. www.natuurpunt.be

Layout: Chantal Deschepper

Layout cover: Koloriet Druk: www.Koloriet.info Oplage: 240 ex.

v.u.: Kris Van Scharen, Korbeekstraat 27, 3061 Leefdaal

Page 3: De Boomklever Juni 2014

Editoriaal

�i-: ,; Edito .'! 'Pto: •

-"•·

Een lage zon kruipt steeds dieper en dieper weg in de indigoblauwe lucht boven de Doode Bemde terwijl de wind met vlaagjes de Grote ratelaar en enkele Margrieten losschudt. Plots vliegt er een vogeltje in het topje van een braamstruik en begint daar voorzichtig te kwetteren. Het is een mannetje Grasmus, een van de zinnebeelden van de lente. Het doet een mens herleven om te zien hoe de natuur weer groeit en bloeit.

Na een lange zachte winter en een even zacht voorjaar blijven de verrassingen in het Dijleland opduiken voor de natuurliefhebbers. Dichtbij onze regiogrenzen doken waarnemingen op van Kaasjeskruiddikkopje en in het veld lagen de aantallen van onze klassieke voorjaarsvlinders zoals Kleine vos en Citroenvlinder behoorlijk hoog. De Kraanvogeltrek was dit jaar weer spectaculair geconcentreerd en daarnaast zijn ook de zangkoren van onze vogels vroeg in het jaar gestart net zoals de nesten. Zo schijnt het bijvoorbeeld voor de Kerkuil en Steenuil een goed jaar te worden na het slechte broedseizoen 2013. Deze voorbeelden tonen weer het belang aan van onze lokale natu urstudiewerking en andere studiegroepen om deze waarnemingen te verzamelen en te verwerken voor de toekomst. Dat dit ook nationaal gebeurt, dankzij media zoals waarnemingen.be, heeft ook zijn voordelen zoals in het geval van de Roze pelikaan die een tijdje besloot rond te hangen in hetGrootbroek te Sint-Agatha-Rode en die uiteindelijk een van de ontsnapte exemplaren uit Pairi Daiza bleek te zijn. Desalniettemin was het nog steeds een indrukwekkend beest als het ineens uit de rietkraag opdook.

We bieden u in deze Boomklever dan ook een paar impressies aan van onze Big Day om te illustreren welke rijkdom onze regio aan vogeldiversiteit kan opleveren op een voorjaarsdag. Kan je er niet genoeg van krijgen ? Er is ook meer dan vogels in onze vallei zoals het mierenoverzicht en het verslag van de insecteninventarisaties op het oude Militaire domein in Meerdaalwoud bewijzen. De zomer wenkt. Trek die stoute wandelschoenen aan en ga het veld in !

Gert Vanautgaerden Redacteur

De Boomklever - juni 2014 37

Page 4: De Boomklever Juni 2014

' . . � -.·-�·,!

I nseaen : ·, . ".�·

;;;i..

De mieren van het Dijleland.

Deel 2: Formica sp.

Naar aanleiding van het verschijnen van een Belgische mierenatlas (Dekoninck

et al., 2012) en in navolging van de artikelreeks over nachtvlinders verschijnt

in de Boomklever een artikelreeks over de mieren van het Dijleland.

Lommelen (2014) geeft een inleiding op de reeks met een beschrijving van de

gebruikte methodiek en een bespreking van de globale resultaten voor het

Dijleland; in dit tweede artikel wordt het genus formica besproken. Gegevens

zijn afkomstig van Brosens et al. (2013, www.formicidae-atlas.be).

Fig1111r �:De Bmi11e baardmicr (Formica c1111irnlaria), ee11 die11aannier, Jieeft een (donker)rood borststuk en ee11 donker achter/1jf, eeu .freq11e11t voorkome11de kle11re11co111bi11atie bi1111en lief ge1111s Formica. Foto: Jeroen Men lens - Vildn

Het genus formica Het genus Formica (de bosmieren in ruime zin) behoort tot de subfamilie Formidnae of schubmieren. Ze worden gekenmerkt door een schubvormig segment tussen hun borststuk en achterlijf en de aanwezigheid van een sproeiapparaat aan hun achterlijf, waarmee ze mierenzuur kunnen spuiten als verdediging (Wegnez et al., 2012). In vergelijking met het genus Lasius, dat tot dezelfde subfamilie behoort, zijn Formica's groter ( 4-9 mm) en ze hebben een spleetvormig stigma of ademopening (Wegnez et al., 2012; Boer, 2010).

38 De Boomklever . juni 2014

De meeste Formica's hebben een rood borststuk, een donker achterlijf en een rode tot donkere kop (Fig. 1 en 4); enkele soorten zijn volledig zwart. De identificatie van de soorten gebeurt voornamelijk op basis van de ?eharing v� het lichaam; hiervoor verwijs ik n�ar Se1fert (2007). Binnen het genus Formica ko�en

.in het Dijleland 3 subgenera

voor: Serviformzca sp. of de dienaarmiere� Formica senso stricto of de 'echte' bosmieren en Raptoformica of de roofmieren.

Page 5: De Boomklever Juni 2014

Serviformica sp. (dienaarmieren of renmieren) Serviformica p. of dienaarmieren hebben een onafhankelijke kolonie tichting, d.w.z. dat koninginnen na een bruidsvlucht alleen of met enkele koninginnen samen een nieuwe kolonie stichten (pleiometro e, zie woordenlij t achteraan). De bruidsvluchten vinden plaat tussen midden juni en augu tus (Dekoninck et al., 2012). Deze oorten bouwen gewoonlijk zandnesten on der takken, stenen, mossen e.d., maar oms ook in dood hout (Boer, 2010). Deze nesten zijn veel minder opvallend dan de koepelnesten van de echte bosmieren. De mieren zelf zijn echter vrij groot (4-7 mm, Wegnez et aJ., 2012) en talrijk aanwezig in de omgeving van het nest, waardoor deze soorten toch relatief eenvoudig te vinden zijn in het veld. Serviformica' zijn de laven van andere Formica- oorten (zie verder; Boer, 2010), vandaar hun naam dienaarmieren. De naam renmieren danken ze aan de snelheid waarmee ze rondlopen. In het Dijleland komen 4

soorten voor, waarvan 1 met enkel een oude waarneming. Het aantal vindplaatsen van de andere 3 soorten is toegenomen t.o.v. het artikel dat in 2008 in de Boomklever verschenen is (Maebe et al., 2008), dit door een gerichte zoekinspanning in functie van het Belgische at]asproject (Lommelen, 2014).

Formica fusca (grauwzwarte mier) De grauwzwarte mier is in België de meest algemene Serviformica- oort (Dekoninck et al., 2012) en ze is ook algemeen in het Dijleland (Fig. 2a). In tegenstelling tot de andere roer besproken Formica-soorten is ze volledig zwart (zie Fig. 1 in Lommelen, 2014). Het is een soort die overal voorkomt, van natuurlijke biotopen tot steden en van droge zandgronden tot natte mosvegetaties (Dekoninck et al., 2012; Wegnez et al., 2012), al beschrijft Boer (2010) ze als thermofiel. Ze nest in stenige bodem, onder of in dood hout en onder mossen (Dekoninck et al., 2012). In het Dijleland vinden we ze, net als andere Serviform ica' s, vaak op zonbeschenen, droge plaatsen: open terreinen met zandgrond, zandige paden, tussen stoepstenen,... Naar verwachting komt ze verspreid over het hele Dijleland voor (Fig. 2a).

Formica cunicu la ria (bruine baardmier)

il : '·�, · lnseaen

,� ... " . ' ......... . . , .. � ... " � ·.' '

De bruine baardmier (Fig. 1) komt ver preid voor in België en i ook in het Dijleland algemeen (Fig. 2b). Ze ontbreekt enkel in de slecht onderzochte hokken en randhokken (zie Lomrnelen, 2014), dus waarscrujnlijk komt ze in realiteit in het hele Dijleland voor. Ze wordt omschreven als thermofiel tot eerder thermofiel, met een voorkeur voor duinen, droge heide, graslanden met hogere vegetatie, terril , zandterreinen en kalkgraslanden. Ze bouwt vaak grondnesten, maar nest ook vaak onder tenen of tussen stoepstenen (Dekoninck et al., 2012; Wegnez et al., 2012).

Formica rufibarbis (rode baardmier) De rode baardmier komt in België verspreid voor, maar is waarschijnlijk bedreigd en achteruitgaand (Dekoninck et al., 2012). In het Dijleland zijn er meerdere waarnemingen van deze soort (Fig. 2c), maar ze komt minder vaak voor dan de twee voorgaande soorten, net zoals in de rest van België. Ze heeft een voorkeur voor warme, droge habitat zoal droge heide en schrale graslanden en is iet thermofieler dan de bruine baardmier (Boer, 2007; Dekoninck et al., 2012; Wegnez et al., 2012). Net als de andere Serviformica-soorten nest de rode baardmier vaak onder stenen of in de grond (Wegnez et aJ., 2012). In het Dijleland vond ik minstens twee nesten tu en stoepstenen van zonbe chenen trottoir , wat aangeeft dat ze zich niet beperken tot natuurlijke milieus.

Formica clara (duinrenmier) De status van de duinrenmier in België i eerder onbekend omdat ze sterk lijkt op de bruine en rode baardmier en hier mogelijk vaak mee verward wordt (Dekoninck et al., 2012). Deze soort is in het Dijleland slecht eenmaal met zekerheid waargenomen, namelijk in 1988 in Tervuren. Net zoal de sterk verwante rode en bruine baardmier heeft deze soort een voorkeur voor zandgronden en kalkgraslanden (Dekoninck et al., 2012).

De Boomklever - juni 20 14 3 9

Page 6: De Boomklever Juni 2014

.

lnseaen ·, d. ·� . .

Fig1111r 2: Verspreiding vn11 (n) grn11wzwnrte 111ie1� (b) brui11e bnnrd111ier ell (c) rode /Jnnrdmier i11 het werki11gsgebied vn11 NSGD 111et nn11wezig1Ieid per UTM 5x5 krn-Jwk i11 lichtgrijs (dntnbm1k FORMIDABEL, Brosells et nl., 2013).

111 de rn11dhokke11 zijn e11ke/ de gegevens vnn bi1111en liet werkingsgebied opge1101ne11 (zie Lamme/en, 2014). In zwart de ge111ee11te11 en i11 donkergrijs de bosse11 ter orië11tntie.

a) Legende "bos Verspreiding

Ä D afwezig

D aanwezig

b} c}

40 De Boomklever - juni 2014

Page 7: De Boomklever Juni 2014

' 'V ·-.;. ·-·. lnseaen , ...,c\�� -

" �� '

Fig1111r 3: Verspreidi11g van (a) kale bo'mier, (b) be/warde bosmier, (c) zwartrugbosmier en (d) bloedrode roof111ie1 in liet werki11gsgebied vm1 NSGD met aanwezigheid per UTM 5x5 km-hok i11 lic/Jtgrijs e11 aanwezigheid per LITM 1 xl k111-liok met zwarte stip (databank FORMIDABEL, Brase11s et al., 2013) . In de ra1Ldliokke11 zij11 enkel de gegevens va11 bi1111e11 liet werkingsgebied opgenomen (zie Lo111111ele11, 2014). lil zwart de ge111ee11 te11 e11 i11 donkergrijs de bo se11 ter orië11 fat ie.

a) Legende

" bos

Verspreiding

D afwezig

D aanwezig UTMS-hok

e aanwezig UTM 1-hok

1' � .

b)

d)

c)

De Boomklever - juni 2014 41

Page 8: De Boomklever Juni 2014

:'�f

Insecten . ."

' .

Formica senso stricto

(echte bosmieren)

De echte bosmieren zijn voor hun kolonie tichting (in nieuw gebied) afhankelijk van Serviformica-soorten, waarop ze tijdelijk parasiteren: na de bruidsvlucht (mei

. tot

midden juni, Dekoninck et al., 2012) dnngt de jonge koningin een kolonie van een dienaarmier (Serviformica p.) binnen, doodt de oorspronkelijke koningin en begint eieren te leggen. De dienaarmier-werksters verzorgen de binnengedrongen koningin en haar broed als hun eigen koningin. Van zodra haar eerste werksters uitkomen, zullen deze en die van de dienaarmieren amenwerken in de kolonie (Hölldobler &

Wilson, 1990). Stilaan zullen de dienaarmier­werksters sterven door ouderdom, zodat de kolonie na een drietal jaren bestaat uit enkel werksters van de nieuwe koningin. Rond deze periode wordt het nest omgevormd tot het typische koepelnest, meestal bedekt met dennennaalden (Boer, 2010).

Bij de pol ygyne bosmiersoorten, du� s�orten waarbij een kolonie meerdere korung1nnen heeft, i opsplitsen van het moedernest de meest voorkomende manier om nieuwe kolonies te stichten (in de omgeving van bestaande kolonies). Koninginnen van echte bosmieren kunnen niet onafhankelijk een kolonie stichten, dus ze kunnen geen nieuwe gebieden koloniseren als er geen dienaarmieren aanwezig zijn (Dekoninck et aJ., 2012).

Bosmiernesten zijn gewoonlijk gelegen op thermofiele plaatsen, hoewel ze ook in schaduwrijke bossen voorkomen. Vaak is de situatie van het voorjaar bepalend: er moet tenminste in het voorjaar zonlicht op het nest vallen (Boer, 2010). In het Dijleland komen 3

soorten echte bosmieren voor. Deze zijn alle drie beschermd door het "soortenbesluit" uit 2009.

Fig1111r 4: De Be/marde bosmier (Fonnicn rufn) is een vn11 de koepelvonne11de bosmieren, /1erke11bnnr nn11 ee11 wei11ig behaarde kop e11 ee11 terk be/Jnard bor tst11k.

Foto: Jeroen Me11te11s - Vildn

42 De Boomklever - juni 2014

Page 9: De Boomklever Juni 2014

Formica polyctena (kale bosmier) De kale bosmier is algemeen verspreid in België, maar het blijft een kwetsbare soort (Dekoninck et al., 2012). In het Dijleland is het de meest voorkomende echte bo mjer. Deze polygyne soort die dikwijls polydoom is (zie �oordenlijst achteraan), ticht voornamelijk rueuwe kolonies door afsplitsing van de moederne t. De ne ten zijn gewoonlijk gel.egen lang bosranden, lang wegbermen of m het bo (Dekoninck et al., 2012; Wegnez et al., 2012). In het Dijleland vinden we ze voornamelijk in bossen en langs bosranden, hoofdz�elijk op plaat en waar de ondergrond be taat uit zand of zandleem (Fig. 3a).

Formica rufa (behaarde bosmier) De behaarde bosmier (Fig. 4) i algemeen verspreid in België, maar het blijft een kwetsbare soort en ze gaat vermoedelijk achteruit (Dekoninck et al., 2012). Deze soort �s overwegend monogyn (25% pol ygyn) en is dus voor haar koloniestichting afhankelijk van dienaarmierkolonies. Ze komt voor langs bosranden en wegbermen en kjest voor meer zonbeschenen plaatsen dan de kale bosmier (Dekoninck et al., 2012; Wegnez et al., 2012). In het Dijleland zijn er 6 gekende nestlocaties, voornamelijk in bosranden of houtkanten, w�ar de ondergrond overwegend zandig is (Fig. 3b). In 2008 was enkel de locatie centraal in Hevereleebos gekend (Maebe et al., 2008)

Formica pratensis (zwartrugbosmier) De zwartrugbosrnier is eveneens algemeen verspreid in België, maar blijft een kwetsbare soort (Dekoninck et al., 2012). Deze soort is mono- of polygyn en soms ook polydoom, en ze kan dus nieuwe kolonies stichten d?or afsplitsing of door parasitisme bij d1enaarnueren (Boer, 2010; Dekoninck et al., 2012). Ze komt voor in heideterreinen wegbermen, kapv lakten, bosgebieden: bosranden, randen van weiden en verlaten weiden (Dekoninck et al., 2012; Wegnez et al., 2012). Ze heeft afgeplatte nesten (Wegnez et al., 2012) en komt meer op open terreinen voor dan de andere bosrniersoorten (Boer, 2010).

..

::,

·,�' �...... lnseaen ( "l"

�=;" �

In het .Dijleland i de zwartrugbo mier op

5 locaties waargenomen (Fig. 3c), waarvan 2 locatie op enkele honderden meter van elkaar in Winksele/Veltem met elk een groot aantal nesten. In beide locatie komt het s

.c�1üterend lieveheersbeestje (Coccinel/a

magnifica) voor, een soort die profiteert van de paden van de bosmieren om bladluiskolonies te vinden (Berwaert , 2012; Maebe et al., 2008; eigen waarnemingen).

Deze 5 locaties van de zwartrugbosmier w�ren in 2008 nog niet gekend bij de nuerenwerkgroep (Maebe et al., 2008). Nochtans zijn de meeste kolonies van de ite in Veltem al tientallen jaren oud, wat af

te leiden is uit de grootte van kolonie en de nesten (zeer veel werksters en een diameter groter dan 1 m, Fig. 5). Het nestje in het Rodebos heeft daarentegen de grootte van een molshoop en waarschijnlijk wel pas na 20�8 gestic�t.

.ook in Winksele zijn er talrijke

kleme nestjes m de nabijheid van de grotere nesten (Fig. 6), dus deze zijn vermoedelijk recent ontstaan door afsplitsen van de moederkolonie. De nesten op de andere locaties zijn groter en dus vermoedelijk ouder. Het aantal extra waarnemingen sind 2008 zegt bijgevolg niks over toename of afname van de soort sinds dat moment, maar eerder over een toegenomen zoekjntensiteit (zie ook Lommelen, 2014).

Raptoformica (roofmieren) Binnen het subgenus Raptoformica komt er maar 1 soort voor, namelijk Formica sanguinen. Deze polygyne soort sticht kolonies door parasitisme bij dienaarmieren (Serviformicn sp.), onafhankelijk of door pleometrose. Vaak voer�n �erksters later rooftochten uit bij ServVorm1ca-kolonies: ze roven er poppen, die na wtkomen als werkster meehelpen in de kolonie (Dekoninck et al., 2012).

De Boomklever - juni 2014 43

Page 10: De Boomklever Juni 2014

.. . 'f• . . ....

• 11:" Insecten ·x:

' . �

Fig1111r 5: Een unn de grote koepel11e::.ten vnn de zwartmgbosmier (Formicn pmtensi::.) in Veltem in liet voorjnar, nis de werkster bcrvengronds komen 0111 op te wnn11en. Foto: Els Lom melen

Formica sanguinea (bloedrode roofmier)

De bloedrode roofmier komt verspreid in België voor, maar ze ontbreekt in het noordwesten van het land en in de leemstreek (Dekoninck et al., 2012). In het Dijleland komt ze op 2 locaties voor op open, zandige plekken in de omgeving van Meerdaalwoud (Fig. 3d). Het is dan ook een soort van droge zandgronden, droge heide, schrale graslanden, kapvlakten en open bosranden (Dekoninck et al., 2012). Ze maakt geen gestructureerd nest zoals echte bosmieren, maar een ne t uit grond en planterunateriaal, dat dikwijls rond een boomstronk of dood hout gebouwd wordt (Dekoninck et al., 2012).

Conclusies

Bosmieren komen in het Dijleland op meerdere plaatsen voor, voornamelijk in en aan de rand van bosgebieden. Nesten van echte bosmieren en de bloedrode roofmier liggen vaak aan de warme zuidrand van een bos, al vinden we nesten van de minder thermofiele kale bosmier ook vaak in bossen. Dienaarmieren stellen minder eisen aan hun habitat en nesten zelfs onder stoepstenen in

tedelijke omgeving.

In Vlaanderen ligt het zwaartepunt van de verspreiding van deze overwegend warmteminnende soorten in de zandige Kempen. In de leemstreek is het aantal waarnemingen van de echte bosmieren en de .bloedrode roofmier beperkt, en mogelijk gelinkt aan de aanwezigheid van zandige plekken. Dit lijkt althans het geval te zijn in het Dijleland.

44 De Boomklever - juni 2014

Sinds 2008 zijn er tamelijk wat nieuwe waarnemingen van bosmieren in het Dijleland (Maebe et al., 2008), voornamelijk dankzij een gerichte zoekinspanning in functie van het atlasproject (zie Lommelen, 2014). Van echte bosmieren heb ik ook een aantal kolonies gevonden na tips van natuurliefhebbers, waarvoor dank! Aan de hand van de koloniegroottes kunnen we ruw inschatten of kolonies recent gesticht zijn of jaren oud zijn, maar het zou interessant zijn om de kolonies in het Dijleland in kaart te brengen en regelmatig op te volgen. Dit biedt meteen ook mogelijkheden om de kolonies te beschermen en eventuele mierengasten te bestuderen (Maebe et al., 2008). Waarnemingen van koepelnesten zijn daarom steeds welkom.

Fig1111r 6: Een klein nest vnn de zwnrtmgbosmier (Formica pratensis) i11 ee11 grnspol i11 Wi11ksele. Bij gebrek aan nn11ldl1011t hebben de mieren o.a. stro gebruikt 0111111111 11esf te bouwen. Foto: Els Lommele11

Page 11: De Boomklever Juni 2014

Dankwoord

Mijn dank gaat naar François Vankerkhoven en Wouter Dekoninck van mierenwerkgroep Polyergus voor het ter beschikking stellen van de gegevens, Jeroen Mentens en Vildaphoto voor de mooie foto's en Roel Uyttenbroeck om de kaartjes te maken. Ook dank aan iedereen die me ooit tips gegeven heeft in verband met locaties van bosmierennesten.

Woordenlijst

monogyn

Els Lommelen [email protected]

De kolonie heeft een enkele koningin

pleometrose

Meerdere koninginnen stichten samen een kolonie. Vaak wordt na de cruciale stichtingsfase

(als er voldoende werksters aanwezig zijn) een gevecht geleverd waarna 1 koningin overblijft. polydoom

Eén kolonie heeft meerdere nesten. polygyn

De kolonie heeft meerdere koninginnen. Deze kan ontstaan zijn door pleometrose, of doordat

jonge koninginnen na paring terugkeren naar de moederkolonie (=secundaire polygyny)

Interesse in mieren?

Vlaamse mierenwerkgroep Polyergus :

zie www.formicidae.be (info over mieren, contactgegevens voor controle

van determinaties, ... )

Waalse mierenwerkgroep Fourmiswalbru : zie

www.fourmiswalbru.be (met forum waarop mierenexcursies en andere activiteiten aangekondigd worden)

·,·.:;:�. Insecten '. ' Ll�.)

Literatuur

Berwaerts K., 2012. Eerste waarneming van het Schitterend lieveheersbeestjes voor het Dijleland. De Boomklever 40: 47-48. Brosens D., Van.kerkhoven F., Ignace D., Wegnez P., Noé N., Heughebaert A., Bortels J. & Dekoninck W., 2013. FORMIDABEL: The Belgian ants database. ZooKeys 306: 59-70. Boer P., 2010. Mieren van de Benelux. Sticliti11g ]e11gdbo11ds11itgeverij, 's Grnve/a11d, 183 p.

Dekoninck W., Ignace D., Vankerkhoven F. & Wegnez P., 2012. Verspreidingsatlas van de mieren van België/ Atlas des fourmis de Belgique. B11//eti11 de la Société royale beige d'E11to1110/ogie/B11//eti11 va11 de Koninklijke Belgisc/Je Vereniging voor Ento1110/ogie, 148: 95-186. Hölldobler B. & Wilson E.O., 1990. The ants. Springer-Verlag, Ber/in Heide/berg, 732 p. Lommelen E., 2014. De mieren van het Dijleland. Deel 1: methodiek en globale resultaten. De Boomklever 42: 8-13. Maebe K., Dekoninck W. & Maelfait ).-P., 2008. Op zoek naar Formica mieren en hun myrmecofielen in het Dijleland. De Boomklever 36: 2-13. Seifert B., 2007. Die Ameisen Mittel- und Nordeuropas. L11tra Ver/ags- 1111d Vertriebgese//scliaft, Görlitz/Ta11er, 368 p. ·

"Soortenbesluit", 2009. Besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer, Belgisch Staatsblad, 13/08/2009. Wegnez P., Ignace D., Fichefet V., Hardy M., Plume T. & Timmermann M., 2012. Fourmis de Wallonie (2003 - 2011). P11b/ication de Départe111ent de /'Ét11de de Milieu Naturel et Agrico/e (SPW-OGARNE), Série "Fat111e- Flore - Habitat" n° 8, Gemb/011x, 272 p.

De Boomklever . juni 2014 45

Page 12: De Boomklever Juni 2014

.. .:.: Insecten ·: .·�

• l " • ·'·

Insecteninventarisatie voormalig

Militair domein

Inleiding Het voormalig militair domein in het noordwesten van het Meerdaalwoud is

sinds enkele jaren eigendom geworden van het Agentschap voor Natuur en

Bos (ANB). Dit gaf hen de kans om in dit deel van het bos aan heideherstel

te doen. Bij veel natuurliefhebbers zijn de verwachtingen van dit uniek

heidestukje zeer hoog. Dit was dan ook een reden voor de Natuurstudiegroep

Dijleland om al eens een kijkje te gaan nemen kort na het heideherstel,

en meer bepaald met de focus op insecten. De bedoeling is dit onderzoek

na enkele jaren nog eens te herhalen, om te kijken welke soorten zijn

toegenomen of zich nieuw hebben gevestigd in het gebied.

Studiegebied

Het studiegebied bestaat uit 3 percelen waar grote heideherstelwerken zijn uitgevoerd. De percelen bevinden zich tussen de Weertsedreef, de Meerdaalweg, de Langendaalstraat en de

ethensebaan. De percelen zijn aangeduid op een Google Earth luchtfoto in Figuur 1. Het oo telijke perceel, nummer 1, is het minst ontwikkeld met nog op veel plaatsen een zeer ijle vegetatie. Hier lijken de herstelwerken het meest recent te hebben plaatsgevonden. Het gaat om grotendeels lage vegetaties, maar op ommige plaatsen ook een ruigere begroeiing met pionierssoorten zoals distels. Het we telijke perceel, nummer 2, is al in een verder ontwikkeld stadium met veel

truikheide van zo'n 2 jaar oud. De meest we telijke strook, nummer 3, werd enkel tijden de eer te excursie bezocht en bevat nog grondophogingen als restanten van de bunker die er vroeger stonden. In deze percelen worden grazers ingezet, maar wordt ook maaibeheer uitgevoerd. Voor het onderzoek werd bij het ANB een vergunning verkregen om tijdens de lente en zomer een aantal excursies te organiseren. Het gebied i namelijk ontoegankelijk wegens de kwet baarheid.

46 De Boomklever - juni 2014

Excursies

Tijdens de lente en zomer van 2013 werden 3 excursies georganiseerd: op 25 mei, 14 juli en 18 augustus. Op de eerste excursie waren we met een 8-tal mensen, de tweede met een 5-tal en de derde met twee. Op de excursies in mei en juli waren de weersomstandigheden relatief gunstig, met voldoende activiteit van de aanwezige insectensoorten. Op de excursie in augustus waren de weersomstandigheden minder gunstig, met koude temperaturen en bewolkt weer. Tijdens de korte zonnige periode konden echter toch insecten worden gezocht en waargenomen. De percelen 1 en 2 bestaan uit een open vlakte met enkele vrijstaande bomen, en omgeven door een (niet ontwikkelde) bosrand. De focus werd gelegd op de open vlakte, maar ook de bosrand werd sporadisch bekeken. Perceel 3 werd enkel tijdens de eerste excursie bezocht, omdat hier geen heidevegetatie aanwezig was en de tijd beperkt. Voor mieren werd tijdens de tweede en derde excursie niet meer gezocht naar de reeds gevonden soorten, behalve voor Kokersteekmier.

Page 13: De Boomklever Juni 2014

Resultaten en bespreking

In totaal werden 76 soorten geleedpotigen waargenomen, waarvan 74 soorten insecten. Alle soorten staan opgelijst in Tabel 1, met de percelen waar ze werden waargenomen en tijdens welke excursie. De zeldzaamheidsklassen zijn afgeleid uit waarnemingen.be en gelden voor schaal Vlaanderen. Bepaalde soorten kunnen dus wel lokaal zeldzaam zijn, terwijl ze in bepaalde delen van Vlaanderen wel algemeen voorkomen.

Bijen en wespen waren het soortenrijkst, met 17 soorten, gevolgd door nachtvlinders met 12 soorten en kevers met 11 soorten.

Dagvlinders

10 soorten dagvlinders konden gevonden worden. Het gaat om allemaal algemene soorten, waarvan geen enkele soort sterk afhankelijk is van heideterreinen. Toch zijn Kleine vuurvlinder en Boomblauwtje soorten die typisch wel in heidegebieden en hei schrale graslanden voorkomen. De aanwezige soorten vlogen niet in grote aantallen.

.... ..... .

:; .. lnseaen ��

Overzirli t 11n 11 de I igg i11g î'n 11 de 011derzor/J te percele11

Nachtvlinders

Van de nachtvlinders werden 12 oorten op­gemerkt. Het gaat om volwassen individuen (imago's) van soorten die dagactief zijn, of overdag rusten in vegetatie en gemakkelijk opgeschrikt worden. Enkel voor de Grote wintervlinder ging het om het rup tadium en niet om een imago. Het gaat om algemene tot vrij algemene soorten. Van Sint­Janskruidblokspanner werden meerdere exemplaren waargenomen en op meerdere excursies, wat wijst op een lokale populatie. De waardplant is Sint-Janskruid, en de vlinder komt verspreid over Vlaanderen voor in tuinen, ak.kerranden, graslanden, brede bospaden en duinen. Het overdag zoeken naar nachtvlinders geeft slechts een zeer beperkt beeld van de aanwezige nachtvlindersoorten, dus aanvullende inventarisatie met lichtvallen zouden nodig zijn om een vollediger beeld te krijgen.

De Boomklever - juni 2014 4 7

Page 14: De Boomklever Juni 2014

. ' '1·

lnseaen , ·; .'" ., :.

Bijen en wespen

Voor bijen en wespen konden 17 soorten waargenomen worden. Het gaat opnieuw om algemene tot vrij algemene soorten. Zowel hol tenestelende bijen, zoals klokjesbijen en Grote wolbij, als bodemnestelende bijen zoal Roodgatje en de waargenomen behanger bijen en groefbijen, werden gezien. De Distelbehangersbij werd op de bloeiende di tel waargenomen, maar is hier niet op gespecialiseerd. Opnieuw zijn er geen

oorten gevonden die specifiek zijn voor heide of heidegebieden. Vermoedelijk geeft de oortenlijst geen volledig beeld van de aanwezig soorten, want dit vraagt een grotere en frequentere zoekinspanning. Dat blijkt ook uit de waargenomen parasitaire soorten Gewone en Sierlijke wespbij, waarvan de gastheren niet werden waargenomen.

48 De Boomklever - juni 2014

BnstnardzaJl(f/oopkever. Foto: Pn11/ Nuyts e11 Kri tn De Greef

Mieren

Negen soorten mieren werden gevonden op de drie percelen en in de tussenliggende bosstroken. Hoewel het om allemaal algemene en vrij algemene soorten gaat op V laamse schaal, zijn de Kokersteekrnier, Zwarte zaadmier en Bloedrode roofmier toch bijzondere soorten voor onze regio omdat ze beperkt zijn tot zandgronden. De soorten werden verder nog maar heel sporadisch in de regio waargenomen. Ook de andere waargenomen mierensoorten zijn typisch voor heide- en zandgronden, behalve de Bossteekrnier en de Humusmier, die telkens in de omgeving van bomen werd gevonden.

De kleine nestjes van Wegmier, die meestal de eerste soort is om een gebied te koloniseren, wijzen erop dat de terreinen nog in een zeer vroeg ontwikkelingsstadium zijn. Er zijn dus nog een aantal andere soorten te verwachten in de toekomst en de potenties lijken zeer groot (pers. med. Els Lommelen). Dit is zeker het geval voor de echte bosmieren, die nog niet werden gevonden. Door hun specifieke levenswijze hebben ze 10 tot 20 jaar nodig om nieuwe geschikte biotopen te koloniseren.

Page 15: De Boomklever Juni 2014

Kevers Van de kever werden 11 soorten gevonden, waarvan zes soorten lieveheersbeestjes. Enkel naar lieveheersbeestjes werd

pecifiek gezocht. Alle keversoorten zijn algemene tot vrij algemene soorten. Zowel Groene als Bastaardzandloopkever, die typisch zijn voor open vegetaties, waren goed vertegenwoordigd. Verder waren de soorten niet typisch voor heideterreinen. Vermelden waardig i de zeer mooi goudgroen gekleurde Gouden tor.

Sprinkhanen Acht sprinkhaansoorten werden waargeno­men, en een negende oort was een onvol­wassen Boomsprinkhaan waarbij Zuidelijke boomsprinkhaan niet met zekerheid kon uitgesloten worden. De meeste soorten zijn algemeen of vrij algemeen en kunnen in di­verse biotopen worden waargenomen. Bruine sprinkhaan en Ratelaar zoeken wel telkens de meer open korte delen van de vegetatie op en zitten du zeker op hun plaats. De beste soort was echter de zeer zeldzame Rosse sprinkhaan. Hiervan werden drie zingende mannetjes waargenomen tijdens de excursie in juli. De soort is typi ch voor ruige vege­tatie in bermen, kalkgraslanden en bosranden maar wordt ook gevonden op kaalslagen en ruderale terreinen. De soort was al bekend in het militair domein, en werd eerder ook al gevonden op het ecoduct De Warande van het Meerdaalwoud. Verder is de soort in V laan­deren enkel bekend uit Gelrode en Halen.

Zweefvliegen Van de zweefvliegen werden slechts drie soorten gevonden. Het gaat om zeer algemene en generalistische soorten die in alle mogelijke biotopen gevonden kunnen worden.

Andere Daarnaast werden nog twee soorten libellen gezien, die beide algemeen zijn en zich ver van hun voortplantingsplaatsen begeven om te jagen. De andere geleedpotigen betreffen soorten die toevallig werden waargenomen, naar deze soortengroepen werd niet specifiek gezocht.In Tabel 2 staan verder nog de waargenomen vogels, planten en zwammen, waar niet specifiek naar gezocht werd maar die wel werden genoteerd indien ze werden waargenomen.

< i.. Insecten �···. _:! ·�

Rosse prinkhnn11. Foto: Pn11/ N11yt e11 Kristn De Greef

De Boomklever - juni 2014 49

Page 16: De Boomklever Juni 2014

!!C'· lnseaen :>;...' ..

. "·

Tabel 1: Waargenomen ongewervelden met de Perceel/

percelen (zie Figuur 1) en maand van waarneming maand

Soortnaam Wetenschappelijke naam Zeldzaamheid

Dagvlinders Koevinkje Aphantopus hyperantus. algemeen Boomblauwtje Celastrina argiolus algemeen Citroenvlinder Gonepteryx rharnni algemeen Kleine vuurvlinder Lycaena phlaeas algemeen Bruin zandoogje Maniola jurtina algemeen Bont zandoogje Pararge aegeria algemeen Klein geaderdwitje Pieris napi algemeen Kleinkoolwitje Pieris rapae algemeen Icarusblau wtje Polyommatus icarus algemeen Distelvlinder Vanessa cardui algemeen

Nachtvlinders Distel bladroller Agapeta hamana vrij algemeen Sint-janskruidblokspanner Aplocera efformata vrij algemeen Gamma-uil Autographa gamma algemeen Klaverspanner Chiasmia clathrata algemeen Bleke grasmot Crambus perlella algemeen Grote wintervlinder Erannis defoliaria algemeen Spaansgroene zomervlinder Jodis putata vrij algemeen Dwerghuismoeder Panemeria tenebrata algemeen Varenspanner Petrophora chlorosata vrij algemeen Gewone zak.drager Psyche casta algemeen Vedermot sp. Pterophoridae sp. Muntvlindertje Pyrausta aurata algemeen

Pyrausta sp. Sint-jansvlinder Zygaena filipendulae algemeen

1 2 3 (/) (/)

;:::) ;:::) f- f-(/) (/)

;:::) ;:::)

üi ::::3 c.J üi ::::3 c.J üi ;:::) ;:::) :E

;:::) < :E ;:::)

< :E --. --.

x x x

2 2

1

x x x 2

1

x x x

1

x x x x x x x x

x 1

2

1

1

x x

x x x

Si11t-fa11skniidblokspa1111er. Foto: Paul Nuyts en Krista De Greef

50 De Boomklever - juni 2014

Page 17: De Boomklever Juni 2014

Tabel 1: (vervolg)

Soortnaam Wetenschappelijke naam

Bijen en wespen Rood gatje Andrena haemorrhoa Grote wolbij Anthidium manicatum Honingbij Apis mellifera Steenhommel Bombus lapidariu Akker hommel Bombus pascuorum Weidehomrnel Bombu pratorum Aard/ Veld hommel Bombu terrestris / 1 ucorum Kleine Klokjesbij Chelo toma campanularum Grote Klokjesbij Chelostoma rapunculi graafwesp sp. Crabonidae Gewone geurgroefbij Lasioglo sum calceatum Matte bandgroefbij Lasioglossum leucozoni urn Distelbehangersbij Megachile ligniseca Gewone behangersbij Megachile versicolor Gewone wespbij Nomada flava Sierlijke wespbij Nomada panzeri Bijen wolf Philanthus triangulum Spinnendoder onbekend Pompilidae Gewone Wesp Vespula vulgaris

Mieren Grauwzwarte mier Formica fusca Bloedrode roofmier Formica sanguinea Wegmier Lasius niger Humusmier Lasius platythorax Bossteekmier Myrmica ruginodis Zandsteekmier Myrmica sabuleti Moerassteekmier Myrmica scabrinodis Kokersteekmier Myrmica schencki Zwarte zaadrnier Tetramorium caespitum

Kevers Tienstippelig lieveheersbeestje Adalia decempunctata Gouden Tor Cetonia aurata Groot Populierenhaantje Chrysomela populi Groene Zandloopkever Cicindela campestris Bastaardzandloopkever Cicindela hybrida Vijfstippelig Lieveheersbeestje Coccinella quinquepunctata Zevenstippelig Lieveheersbeestje Coccinella septempunctata Meeldauwlieveheersbeestje Halyzia sedecimguttata Haarsprietloopkever Loricera pilicornis Veertienslippelig Lieveheersbeestje Propylea quatuordecimpunctata Citroenlieveheersbeestje Psyllobora vigintiduopunctata

Perceel/ maand 1

ü3 :ï Zeldzaamheid :J

� -.

algemeen 1 algemeen algemeen algemeen 1 x

algemeen 1 x

algemeen algemeen x

vrij algemeen algemeen - 4 algemeen algemeen vrij algemeen vrij algemeen algemeen algemeen vrij algemeen -

x

algemeen

vrij algemeen x

vrij algemeen x

algemeen x

vrij algemeen algemeen x

algemeen algemeen algemeen x

vrij algemeen

algemeen vrij algemeen vrij algemeen 1 vrij algemeen 1 x

vrij algemeen x

vrij algemeen algemeen 1 1 vrij algemeen algemeen vrij algemeen algemeen

··�-.

·��� -� . . Insecten ':-f -· .

2 3 VJ VJ :::i :::i r-VJ

r-VJ

:::::;, :::i 0 ü3 :ï 0 ü3 :J :::i < � -. < �

1

1

x x x

x x

x 3 x

1

x x

x

x

1

2

1

x 1

1

1

1

1

x

x

x

x

x

x

x

x

1

x x

x 1

1

x

1

1

1

x

De Boomklever - juni 2014 5 1

Page 18: De Boomklever Juni 2014

-.�� -' 1: lnseaen , _,:., ·: .·

Tabel 1: (vervolg)

Soortnaam

Sprinklwnen Ratelaar Bruine Sprinkhaan Kra ser Zuidelijk Spitskopje Ros e Sprinkhaan Boom prinkhaan sp. Zeggendoorntje Gewoon Doorntje Grote Groene Sabelsprinkhaan

Zweefvliegen Snorzweefv lieg Blinde bij Grote langlijf Langlijfje onbekend

Andere Grote keizerlibel Bessen wants

Schapen teek Gewone Kameleonspin Gewone oeverlibel Schorpioen v 1 i eg

Wetenschappelijke naam

Chorthippus biguttulus Chorthippus brunneus Chorthippus parallelus Conocephalus discolor Gomphocerippus rufus Meconema sp. Tetrix subulata Tetrix undulata Tettigonia viridissima

Episyrphus balteatus Eristalis tenax Sphaerophoria scripta Sphaerophoria spec.

Anax imperator Dol ycoris baccarum Himacerus mirmicoides Ixodes ricinus Misumena vatia Orthetrum cancellatum Panorpa sp.

Perceel/ maand

Zeldzaamheid

algemeen vrij algemeen vrij algemeen algemeen zeer zeldzaam

algemeen vrij algemeen algemeen

algemeen algemeen algemeen

algemeen vrij algemeen algemeen vrij algemeen vrij algemeen algemeen

üi ::E

1

1 Vl

:::> f-Vl

:::>

:J 0

:::> :::> -.. <

x x x x x x x x 3

1

1

x x x x

x

x

üi ::E

1

1

1

1

1

2 3 Vl

:::> f-Vl

:::>

:J 0 üi :::> :::> -.. < ::E

x x x x x x

x

x

x x

x

1

x

De zeldzaamheidsklasse werd afgeleid uit waarnemingen.be en geldt voor schaal V laanderen. Getallen zijn exacte aantallen, kruisjes staan voor aanwezigheid wanneer het aantal niet geteld is.

Tabel 2: soortenlijst van de waargenomen vogels,.planten en zwammen

Soortnaam Vogels Boompieper Buizerd Zwarte Kraai Grote Bonte Specht Zwarte Specht Vink Kool mee Tjiftjaf Fiti Glanskop Goudvink Boomklever Tuibfluiter Grote lij ter

Anthus trivialis Buteo buteo Corvus corone Dendrocopos major Dryocopus martius Fringilla coelebs Parus major Phylloscopus collybita Phylloscopus trochilus Poecile palustris Pyrrhula pyrrhula Si tta europaea Sylvia borin Turdus viscivorus

S 2 De Boomklever - juni 2014

Page 19: De Boomklever Juni 2014

-

Planten

Fioringras Rood guichelheil Bijvoet Ruwe berk Vlinderstruik Struikhei Rapunzelklokje Grasklokje Knoopkruid Echt duizendguldenkruid Akkerdistel Kale jonker Speerdistel Canadese fijnstraal Brem Vingerhoedskruid Bosaardbei Kaal breuk.kruid Gewoon biggenkruid Jakobskruiskruid s.l. Pitrus Echte kamille Grote teunisbloem Wilde marjolein Wilde wingerd (alle soorten) Grove den Grote weegbree Zandhaarmos Tormentil Vijfvingerkruid Gewone brunel Amerikaanse vogelkers Adelaarsvaren Heelblaadjes Wouw Grote ratelaar Schapenzuring Knopig helmkruid Bezemkruiskruid Avondkoekoeksbloem Wilde lijsterbes Valse salie Hazen pootje Liggende klaver Witte klaver Koningskaars Ijzerhard Mannetj eserepri j s Tijmereprijs Vogelwikke Ringel wikke

Zwammen

Geschubde inktzwam

Agrostis stolonifera Anagallis arvensis subsp. arvensis Artemisia vulgaris Betula pendula Buddleja davidii CaJluna vulgaris Campanula rapunculus Campanula rotundifolia Centaurea jacea s.l. Centaurium erythraea Cir ium arvense Cirsium palustre Cirsium vulgare Conyza canadensis Cytisus scopari us Digitalis purpurea Fragaria vesca Herniaria glabra Hypochaeris radicata Jacobaea vulgaris Juncus effusus Matricaria chamomilla Oenothera glazioviana Origanum vulgare Parthenocissus spec. Pinus sylvestris Plantago major subsp. major Polytrichum juniperinum Potentilla erecta Potentilla reptans Prunella vulgaris Prunus serotina Pteridium aquilinum Pulicaria d ysenterica Reseda luteola Rhinanthus angustifolius Rumex acetosella Scrophularia nodosa Senecio inaequidens Silene latifolia subsp. alba Sorbus aucuparia Teucri urn scorodonia Trifolium arvense Trifolium campestre Trifolium dubium Trifoli urn repens Verbascum thapsus Verbena officinalis Veronica officinalis Veronica serpyllifolia Vicia cracca Vicia hirsuta

Coprinus comatus

'i� .... · Insecten ')," �� ·-'r

De Boomklever - juni 2014 53

Page 20: De Boomklever Juni 2014

'·� ' .

. ", lnseaen ·-- ·

. ·�.��

Besluit

Tijdens de drie excursies werden grotendeels algemene en vrij algemene soorten waargenomen, waarvan het grootste deel niet

pecifiek gebonden is aan heidegebieden. Bij de mieren ging het wel om soorten typisch voor zand- en heidegebieden, maar ook daar wijst de oorten amenstelling erop dat de terreinen nog in een vroeg ontwikkelingsstadium zijn. De meest merkwaardige soorten waren Koker teekmier, Zwarte zaadmier, Bloedrode roofmier en Rosse sprinkhaan. We kunnen besluiten dat de terreinen van het militair domein door de heideherstelwerken hoge potenties hebben, maar nog in een te jong stadium zijn om al een groot aantal heidegebonden insectensoorten aan te trek.ken. Afwachten wat een vergelijking na enkele jaren zal geven.

Dankwoord Graag wil ik Paul Nuyts en Krista De Greef bedanken voor het zorgvuldig noteren, fotograferen en determineren tijdens de inventarisaties, Els Lommelen voor het enthousiast en grondig zoeken naar mieren en de ecologische input achteraf, Bart Creemers voor het determineren en zoeken tijdens de inventarisaties, en alle andere mensen die mee kwamen helpen op de excursies. Ook dank aan het ANB voor het vlot verlenen van een vergunning om het terrein te mogen betreden.

Roel Uyttenbroeck roei_ uytten [email protected]

54 De Boomklever - juni 2014

Referenties

Dekoninck, W., lgnace, D., Vankerkhoven, F. & Wegnez, P, 2012. Verspreidingsatlas van de mieren van België/Atlas des fourmis de Belgique. Bulletin de la Société royale beige d'Entomologie/ Bulletin van de Koninklijke Belgische Vereniging voor Entomologie 148: 95-186. Zie ook www. formicidae-atlas.be

Maes, D., Vanreusel, W. & Van Dyck, H. (2013). Dagvlinders in Vlaanderen: nieuwe kennis voor betere actie. Uitgeverij Lannoo, Tielt. 542 p.

Peeters, TM.J., Niewenhuijsen, H., Smit, J., Van Der Meer, F., Raemakers, 1., Heitmans, W.R.B., Van Achterberg, K., Kwak, M., Loonstra, A.]., De Rond, ]., Roos, M. & Reemer, M. (2012). De Nederlandse bijen. Natura/is Biodiversity Center, European lnvertebrate Survey, Nederland. 544 p.

Waring, P & Townsend, M. (2007). Nachtvlinders. Tirion, Baarn. 415 p.

www.saltabel.org Website van de Vlaamse sprinkhanenwerkgroep Sa/tabel van Natuurpunt.

Sierlijke wespbij. Foto: Pnul Nf.lyts en Kristn De Grelf

Page 21: De Boomklever Juni 2014

Big Day:

woordje van de organisator

Hoezo BIG DAY? WADISDA??

-;."/ " .. �· . ·· · >" ·.. Vogels

." � .: . . � �·� . .

Voor de vijfde keer op rij organiseerde de Natuurstudiegroep Dijleland (NSGDijleland) op zaterdag 3 mei een "wedstrijd" met als doel: in 24u tijd, per team, zoveel mogelijk vogelsoorten horen en/ of zien, en dit binnen het normale werkingsgebied van de NSGDijleland

·

Winnaar is eenvoudig wie het meeste soorten kan noteren. Het (gezamelijke) record van alle teams samen stond op 117 soorten (in 2012), maar 2011 en 2013 scoren nauwelijks minder met 115 soorten. Een nieuw record van 120 soorten moest in 2014 haalbaar zijn!

Een ploeg of team bestaat uit twee (2) deelnemers. Is het nodig "specialist" te zijn? Zeker niet: vanaf dit jaar maakten we plaats voor "beginners": aan elk team van 2 ervaren vogelaars kon één (1) "aspirant"-vogelaar toegevoegd worden. Eén voorwaarde: nog niet eerder meegedaan hebben aan Big Day.

En hoe ging het verder op 3 mei? Niet minder dan 7(zeven) teams boden zich aan: 3 teams per auto, 1 team met combinatie auto/ fiets, 2 teams per fiets en zelfs éen team dat het te voet wou proberen! De meeste teams startten vroeg in de ochtend maar enkele teams maakten ten volle gebruik van de beschikbare 24u en vatten de wedstrijd effectief om middernacht aan. Met zoveel teams was er even de vrees dat ze mekaar voor de voeten zouden lopen, maar uit de meegedeelde routes bleek al wel dat dit zou meevallen. Op klassieke."kruispunten" zoals de toren van St.Agatha-Rode en de plateaus na, ging elk team zijn eigen weg. Via de Yahoo-lijst werd de achterban thuis om de 2 uur op de hoogte gehouden van de vorderingen van de teams. En dat vorderde inderdaad want rond de middag hadden enkele teams al verbazend hoge scores (80 en meer soorten!). 3 mei 2014 was echter geen "trekdag" en heel wat soorten die er normaal hadden kunnen zijn, ontbraken die dag op het appel zoals o.a Grote Zilverreiger, Visarend, Zwarte Stern, Zomertortel. . .. Maar desondanks bleven onze deelnemers onverminderd zoeken en niet zolang voor het opnieuw middernacht werd kwamen de tams in de viavia binnen met hun streeplijstjes. De 24uur zaten er op! Voor de goede orde volgt hierna de uitslag: De fietsende nieuwkomers Roekies halen, na een wat trage start nog 57 soorten Bruno en Roos, deden het te voet en behaalden een formidabele 80 soorten De Vroege vogels, André en Jonathan moesten het helaas zonder Pieter D., als aspirant stellen: blijkbaar was het toch té vroeg ... maar ze haalden desondanks toch een mooie Sde plaats met 86 soorten! Kelle vertelde achteraf dat het niet zijn dagje was, maar ondanks het mislopen van Matkop, Patrijs en andere Zwarte Roodstaarten, had zijn ploeg - de Drie Dieven - toch maar de enige Wielewaal van de dag en behaalde zij een 4de plaats met 91 soorten!

En dan de ontknoping van de top drie, om 18u nog netjes op één lijn met 93-94 soorten, hebben o.a. een avondbezoek aan Oud-Heverlee de afscheiding en de overwinning gebracht, o.a. met inderdaad een Dwergmeeuw. De V linderende Wespendieven, les Kneu Crevée en de Braamsluipers halen allemaal de kaap van 100 soorten: de eerstgenoemden worden nummer 3 met 101 soorten, de gecreveerde fietsploeg haalde de tweede plaats met 102 soorten. En dus is de winnaar voor 2014 met 106 soorten(een nieuw team-record!) de Braamsluipers, met Jos Rutten, Stefaan Horemans en Ingrid Nel (kapit.), die voor een jaar de wissel-uil in ontvangst mocht nemen.

De Boomklever - juni 2014 5 5

Page 22: De Boomklever Juni 2014

Vogels , .· - «4 ;,'l,l'

Er was nog een resultaat nl. dat van de gemeenschappelijke lijst of anders gezegd hoeveel vogel

kunnen er maximaal op 24 uur gezien worden in het Dijleland. En al hebben we wellicht nog

niet de laatste teen omgedraaid, het record dat sinds 2012 op 117 werd gebracht is niet meer.

\ eli waar werd dit jaar de 120 soorten (nog) niet bereikt maar 118 soorten is ook een erg fraai resultaat en een nieuw record met tal van leuke soorten!

Nu er eindelijk een groter aantal deelnemers is, is er ook de gelegenheid om wat nader in te gaan op de verzamelde gegevens. Zo kan men de vraag stellen: welke en hoeveel oorten door hoeveel teams genoteerd werden? Om hier een antwoord te kunnen geven werd eer t nagegaan hoeveel

oorten respectievelijk door één, twee of drie, vier of vijf en zes of zeven teams werden genoteerd. 67 oorten werden door alle, of op één na alle teams waargenomen. Hieronder waren er maar liefst 44 zangvogelsoorten (35 kleinere en 9 grote), 13 watervogels, 5 steltlopers, 2 meeuwen­en roofvogelsoorten en 1 soort uilen en reigers. De reeks soorten genoteerd door 4 of 5 teams bestaat uit 28 soorten waaronder 20 zangvogels en ook 4 roofvogelsoorten: Slecht-en Boomvalk, Sperwer en Rode Wouw. Met de categorie van de door 2 of 3 teams genoteerde soorten vinden we de mindere algemene terug: Patrijs, Rouwkwikstaart, Scholekster, enz. Tenslotte de reeks met "unieke" waarnemingen d.w.z. slechts door 1 team waargenomen. Merkwaardig is dat maar liefst 5 van de 7 teams in deze prijs delen. De 'Vlinderende Wespendieven' hadden 2 dergelijke oorten: Blauwe Kiekendief en Graspieper. En ook de 'Drie Dieven' hadden 2 dergelijke soorten: Wielewaal en Zilvermeeuw. De 'Flierefluiters' en de 'Kneu Crevée' hadden elk 1 soort, respectievelijk: Gekraagde Roodstaart en Witoogeend. Het gros van de 11 soorten uit deze categorie vinden we in alle logica bij de eindwinnaars, de 'Braamsluipers' nl.: Bruine Kiekendief, Dwergmeeuw, Kleine Bonte Specht, Purperreiger en Tureluur.

Aan iedereen die aan het welslagen heeft bijgedragen: van harte dank! Coördinatie: Kris van Scharen

56 De Boomklever - juni 2014

Page 23: De Boomklever Juni 2014

..

J..-�,.-r Vogels •'

Big Day:

Impressie van een aspirant

Een impressie van een "aspirant", du iemand die in opleiding is. Iemand die het vak niet kent, noch de leraar. Volledig onbeslagen u ook weer niet. Ik ken op zicht wel een mus uit een mees en auditief weet ik wel een koekoek uit een tjiftjaf te onder cheiden. Maar visueel een glan kop uit een matkop halen, dat is toch van een andere orde. Maar ook hier zal oefening kunst baren. Maar ik wil onmiddellijk stellen dat de Big Day-opleiding een enorme verrijking geworden i : waar ik vroeger het gezang van een aantal vogels goed kon onderscheiden kan ik er nu ook een naam op plakken: bijvoorbeeld: zwartkop, braam luiper, tuinfluiter enz. Dat geeft een zekere voldoening en je kunt er al eens mee uitpakken Ondertussen heb ik zonder hulp al een rode zwartstaart, of was het een zwarte roodstaart gespot.

Wat me ook opviel was de gebetenheid en de onvermoeibaarheid van de verschillende team . (blijkbaar waren enkelen werkelijk 24 uren op de been) Duidelijk doorwinterde fanatici , en dit i niet pejoratief bedoeld. Niet aJleen een Big Day maar bijna de Longest Day. En nu komt een beetje kritiek naar boven: ik zou er twee halve dagen van gemaakt hebben. In ploegendienst: de vroegen en de laten. Big Half Day of Half Big Day bekt natuurlijk niet zo goed. En nu ik toch bezig ben: waar ik niet zo goed over ingelicht was, was het feit dat het aspect competitie nogal doorwoog en dat er daardoor vele verplaatsingen nodig waren om toch maar zoveel mogelijk. .. hmm.Maar ach, wie ben ik om kritiek te spuien. Ik heb er van genoten en veel bijgeleerd en tot de conclusie gekomen dat ik doof aan het worden ben en ziende blind ben. Een geweldig initiatief, en chapeau voor de bezieler( ).

Karel Larnont Aspirant bij de Drie Dieven

De Boomklever - juni 2014 5 7

Page 24: De Boomklever Juni 2014

- - - - - - --- - -·--

Vogels �:� ' " ,,

Big Day: Impressie van een outsider

Een paar weken, of is het ondertussen maanden, geleden la ik in een vorige Boomklever een heel klein kadertje:" Big day op 3 mei; plaats voor een beginnende vogelaar". Nu had ik in het verleden al van deze illustere dag gehoord en zat al een tijd te spelen met 't idee eens mee te doen. Helaa val ik onder de noemer sporadisch vogelkijker, en is het tot op heden gebleven bij een paar weekeindjes Zeeland of een excursie naar bijvoorbeeld de Doode Bemde. M.a.w. ik achtte mijn kennis niet voldoende om ook maar iets te betekenen op een dergelijk evenement. Dit jaar zag ik mijn kans echter schoon en na vriendelijk vragen bij Roel en Pieter was al snel beklonken dat ik als derde man kon aansluiten bij het fietsteam.

Oplucliting bij ee11 Paapje. Foto: T110mns Rel1er

Een week of twee op voorhand werd de tijd gevonden om eens samen te komen en de planning van de dag te bespreken. Hier werd me al snel duidelijk dat ik het allemaal toch een beetje onder chat had. Wat in mijn gedachte een vrij "à la minute" gegeven moest worden, bleek eigenlijk een minutieus gepland en voorbereid iet te zijn. Roel en Pieter waren ook al geruime tijd aan het scouten voor de la tigere oorten. Dit kon de pret echter allemaal niet drukken, en met een gezonde hoeveelheid enthousia me werd besloten om op vrijdag om 23.45u af te spreken aan de Tervu ursepoort.

58 De Boomklever - juni 2014

Perfect op tijd kwamen Pieter en Roel aan op de afspraak en kon de eerste locatie aangedaan worden. Terbank . moest een Nachtegaal opleveren, om daarna eider zo snel mogelijk de verschillende uilen af te vinken. Klokslag middernacht waren we ter plekke en kon de zoektocht beginnen. Jammer genoeg voor ons liet, zelfs na wat tapen, de Nachtegaal niet van zich horen. Er werd dan maar besloten 't de komende avond nog een keer te proberen.

Van Terbank leidde onze fiet tocht on over Leefdaal plateau; waar een Ransuil al van zich liet horen. Na een eind verder fietsen, wat tapen voor Steenuil, en een dik half uur staan wachten op de Kerkuil stond de teller op drie. Gezien het al na één uur was, werd besloten onder de wol te kruipen; om de komende dag de tocht verder te zetten.

Vrij goed uitgerust, haalde de wekker on omstreeks kwart voor vijf uit dromenland. De koers werd ingezet op Oud-Heverlee om daar al zoveel mogelijk "ochtendsoorten" en "steltjes" te vinden. Het kleine bospad bergaf zou een wederkerend thema worden mocht later blijken. Aan de natte weide achter de vijvers kwamen we de eerste andere teams tegen en konden we zien dat de sfeer er ook bij hen al goed inzat. Ontbijt in de kijkut van OHZ leverde echter niet veel speciaals op; hoewel dat ook aan de sterkte van de koffie kan gelegen hebben. De tocht werd verder gezet via Heverleebos naar Blanden en Vaalbeek, waar de volgende soorten zich lieten opmerken. Nu moet ik toegeven dat het merendeel me hiervan ontgaan is, gezien ik auditief ongeveer even veel soorten kan herkennen als een zeekoe. Ringmussen bleven echter onvindbaar; zelfs na lange tijd zoeken.

Het plateau werd als volgende aangedaan, waar vruchteloos gezocht werd naar Paapjes, Patrijzen en "Robotappen". Na anderhalf uur geen kat gezien te hebben, werd de beslissing genomen toch maar door te rijden naar SAR en aansluitend NGB mee te pikken. Uur van de dag zeker?

Page 25: De Boomklever Juni 2014

Het plateau werd al volgende aangedaan, waar vruchteloo gezocht werd naar Paapje , Patrijzen en "Robotappen". Na anderhalf uur geen kat gezien te hebben, werd de beslissing genomen toch maar door te rijden naar SAR en aansluitend NGB mee te pikken. Uur van de dag zeker?

Op SAR konden we vrij snel de Witoogeend vinden; waarvan we vermoeddeen dat, na melding per sm , iedereen ze wel zou vinden. Wederom werd de richting OHN ingezet en onderweg werd traditiegetrouw een extra stop ingelast aan de weiden. Grauwe gans en Zomer -en Wintertaling mochten bij op het lijstje komen. Meerdaalwoud werd ook nog bezocht; al kan ik me niet meer herinneren of dit nu voor of na SAR was.

Ondertussen waren we de 18.00u reeds ruim gepasseerd; en begon ik toch de tekenen van vermoeidheid te tonen. We waren reeds een dikke 90 km onderweg; en de zadelpijn begon deftig op te komen. Uiteraard werd dit allemaal verholpen met een friet-stop en een ontmoeting met een dertigtal jonge wit-blauw koeien die onze uitrusting van dichtbij wilden bekijken. Na een verdere korte stop aan OHN was het plan om 't plateau toch nog een kans te geven. Tot nu toe had het ons niet al te veel opgebracht; maar gelukkig kwam daar verandering in. Het verlossende paapje had duidelijk zijn effect op Roel.

."" . y"" • ---

�:\-' Vogels ,�.. .

Gezien ook nog Bo uil ontbrak op on lij tje, en een aantal optimstische avond oorten mogelijk moesten zijn, werd de Weertse dreef aangedaan om de rand van Meerdaalwoud af te checken. Ook Houtsnip moest daar wel lukken. Tegen dat ook deze oorten afgevinkt konden worden, begon de dag op z'n einde te lopen; en werd be loten nog een laatste keer te proberen voor de Nachtegaal. Het mocht echter niet zijn; en om kwart voor 12 parkeerden we onze fiets in Heverlee aan de ViaVia. Grofweg 140km en 20 uur na het begin wa het afgelopen.

Voor mij maakte de uitslag op dat moment het ver chil niet meer echt; we hadden la tige momenten gehad op de middag, en échte "speciallekes" zaten er ook niet bij. Winnen zou toch leuk geweest zijn. Uiteindelijk eindigden we op een, wat mij betreft,respectabele 2e plaat ; hoewel ik te moe wa nog veel van de ceremonie te merken. In ieder geval hartelijk bedankt aan Roel en Pieter om toch een derde wiel mee te sleuren op zo'n dag, ik heb er van genoten!

Thomas Reher

Kneu Crevée

-" r • • .r 1

..;;....,l-lrc:a.---. _

Zn11gvogels zoeken in H1:1verleebos. Foto: Tl1omns Re/Jer

De Boomklever - juni 2014 59

Page 26: De Boomklever Juni 2014

Vogels

Big Day: de mooiste wandeling

van het land

Alle begon 's morgens vroeg in ons appartement in Leuven. Ongelooflijk hoe rond een uur of vijf een onzichtbare hand precies het startschot geeft en alle Merels oorverdovend beginnen te zingen. Verrassend ook hoe je op zo'n dag nog nieuwe zaken ontdekt in eigen tuin, zoals dat Goudhaantje dat keer op keer zijn liedje prevelde.

Het was zalig ontbijten met de opkomende zon boven Leuven en tegen dat Kris een eerste keer belde, hadden we van thuis uit al vlot 10

oorten gehaald.

Maar er wa nog een lange tocht voor de boeg. Hoog tijd dus om van de frisse meimorgen te gaan genieten. Via de mooie Leuvense Kruidtuin (mét Groenling) trokken we naar het pittoreske Grote begijnhof. Onderweg

chold de Zwarte rood taart ons uit onder het waakzaam oog van het koppeltje Slechtvalken op Sint-Pieter .

60 De Boomklever - juni 2014

Tegen dat we de ring overstaken hadden we onze eerste 20 soorten gezien. Nog niet slecht voor een van onze centrumsteden.

Eens langs de Dijle in het Arenbergpark verdween het stadse gevoel meteen en geleidelijk veranderde ook de soortensamenstelling. In het prachtige park weerklonk de diepe bas van de Holenduif. Het kasteel lag erbij alsof de hertog zelf ons zo zou komen begroeten om ons een lift te paard aan te bieden voor de Big Day. Aan de oude molen zong de Grote gele kwikstaart.

Hier zagen we ook ons enig koppeltje Witte kwikstaart en mama en papa Waterhoen die druk in de weer waren met hun schattige kroost. Het verdient een pluim dat de vochtige graslanden in het park op sommige plekken wat langer mogen blijven staan. De Pinksterbloemen liepen wel op hun laatste benen, maar een lenteboeketje van Knolsteenbreek valt ook niet te versmaden.

Page 27: De Boomklever Juni 2014

Vogels

Sfeerfoto 11it liet linrf vn11 de Doode Bemde. Foto: Bruno Berg111n11s Hup, de Celestijnenlaan over en verder de De weideplas aan Oud-Heverlee Zuid leverde vallei in. Aan de zandvang lag er geen slik. tegen de verwachtingen in geen nieuwe Maar we kregen er wel onze eerste Grasmus soorten op. Maar zeg nu zei f, kunnen we klagen mooi in beeld. Ook Tuinfluiter (die massaal met een prachtig mannetje Citroenvlinder, leek aangekomen te zijn) en Putter waren van ons eerste Lentelandkaartje van het voorjaar de partij. Boven het Egenhovenbos baltste een

en weides die roze kleurden van de Echte Buizerd.

Eens voorbij de E40 konden we echt beginnen aan de verovering van het groene hart van de Dijlevallei. Met medewerking van de Bevers ligt er nu een mooie zompige weideplas aan Oud-Heverlee Noord, de enige plek waar we op de Big Day van wat steltlopertrek konden proeven: Bosrui ters, Groenpootrui ters, Kleine plevieren, Kieviten en een Oeverloper. Op de plas van Oud-Heverlee Noord zelf zorgde een baltsend koppeltje Futen voor een mooi hoogtepunt.

Oud-Heverlee Zuid lag er weer prachtig bij. De Boomvalk kwam jagen vlak voor de hut en er zwom ook een mannetje Zomertaling.

koekoeksbloemen? Om nog maar te zwijgen van de schitterende meidoornhagen ...

Eens de Bogaardenstraat over betraden we stilaan het heilige der heiligen, de Doode Bemde. Toen enkele jaren geleden een vriend

van ons daar zo onder de indruk wa van het rivierlandschap dat hij het vergeleek met de ongerepte rivierdalen in Oo t-Polen, moeten

we daar bij elk bezoek aan terugdenken. En we kunnen dit gevoel alleen maar beamen.

De Boomklever - juni 2014 61

Page 28: De Boomklever Juni 2014

"'

Vogels .::· _.,

Het is uniek hoe in Korbeek-Dijle de zwartbonte koeien nog gewoon aan de Dijle kunnen komen drinken. Nu ze onder het beheer van de Doode Bemde vallen worden de bloemrijke graslanden hier ook elk jaar mooier. Boven de vijver van Neerijse Grote Bron vlogen heel wat zwaluwen waaronder ook Oeverzwaluwen en er zwom de enige Bergeend van de Big Day.

Lang de slingerende Dijle vervolgden we onze weg naar de Kliniekvijvers. Aan het rietveld zong de Rietgors en hadden we ook onze enige Staartmees van de dag. Een kijkhut die misschien wat miskend is, maar op onze wandelingen steevast een hoogtepunt, is De Roerdomp. Het ondiepe kliniekvijvertje daar ontwikkelt zich al enkele jaren bijzonder mooi met een heel rijke onderwatervegetatie. Keer op keer leidt dit tot hoog kwalitatieve waarnemingen. Dit keer was de leukste verrassing een onafscheidelijk koppeltje Zomertaling. Een agressieve Meerkoet had het echter niet zo op hen begrepen, met als gevolg dat ze van tussen de Lisdoddes tot vlak voor de kijkhut gejaagd werden. Ook de Ij vogel was zoals gebruikelijk van de partij. Prachtig hoe hij met zijn metaalblauwe rug zat te pronken op een lisdoddesigaar.

De tijd vorderde snel, veel te snel. Gelukkig hadden we nog net genoeg tijd om een ommetje door Meerdaalwoud te maken. Via de Reigerstraat klommen we omhoog uit de vallei. In de gemengde bosstukjes die we eerst doorkruisten vonden we in een gemengd groepje mezen onze enige Kuifmees, maar de Zwarte mees bleek onvindbaar. De open plekken in het voormalige militair domein lagen er prachtig bij met grote grazers tussen uitbundig geel bloeiende bremstruiken.

De specialiteiten van het gebied lieten zich een na een horen: het klaterende watervaJletje van de Fitis, de zomerse zang van de Boompieper én ook de Grote lijster. We vervolgden onze weg langs het Denteneerpad. Sinds het bos hier haJfopen gekapt is, is dit een van de mooi te en meest veelbelovende plekken van Meerdaalwoud geworden.

62 De Boomklever - juni 2014

En heel snel was het al prijs in één van de machtige losstaande eiken. Jawel, daar zat voorwaar een mannetje Gekraagde roodstaart te zingen. En wat meer wa , een vrouwtje -met kwikkend staartje- wou niet van zijn zijde wijken. Wat een heerlijke ontdekking én een prachtige beloning voor het gevoerde beheer.

Via de Paddenpoel trokken we vervolgens naar het laatste hoogtepunt van de dag, het Grootbroek in Sint-Agatha-Rode. Op weg naar de kijktoren hoorden we een Bosrietzanger zingen. Vanuit de toren liet een koppeltje Blauwborst zich heel mooi zien. Ze waren ijverig voedsel aan het zoeken voor hun kroost. Er was geen trek, dus de Visarend konden we op onze buik schrijven. En waar de Grote zilverreigers op de Big Day naartoe waren, is een my sterie. In onze laatste extra time zijn we nog vlug op en af gewandeld naar de schuilhut. Onderweg was een Matkop druk bezig met het vangen van rupsjes. We werden tenslotte uitgeleide gedaan door de bubbelende roep van het vrouwtje van de Koekoek.

We hadden jammer genoeg niet meer de tijd en de fut om langs het plateau terug te keren, maar het is onze ambitie om dit ooit wel te doen. Wie weet wat voor heerlijke verrassingen dat nog kan opleveren?

Moe, maar voldaan namen we in Sint-Joris­Weert de trein terug naar huis, langsheen al die mooie gebieden. Met de trein is het verrassend hoe snel je dan weer in hartje Leuven staat. De betovering was verbroken.

Bruno & Rose Bergmans

De Flierefluiters

Page 29: De Boomklever Juni 2014

7 ":

-.�J�· �·�:: Vogels . �: ..

Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving, december 20 1 3 - februari 20 14

Dit overzicht van opmerkelijke en interessante vogelwaarnemingen in het Dijleland beslaat voornamelijk de periode december 2013 - februari 2014. De bestreken regio omvat de gemeenten Kortenberg, Herent, Bertem, Leuven, Oud-Heverlee, Huldenberg, Overijse, Tervuren en de aangrenzende gebieden. De volgende rubriek zal de periode maart - mei 2014 omvatten. Waarnemingen worden voor 5 juni 2014 ingevoerd op www.waarnemingen.be, of bezorgd aan Kelle Moreau, Meibloempjeslaan 2, bus 3, 8400 Oostende, 0486/ l 2.58. 77, [email protected].

Waarnemingen van soorten die niet in dit verslag werden opgenomen (incl. alle exoten), maar wel werden ingevoerd in www.waarnemingen.be kunnen daar geraadpleegd worden. Waarnemingen die als onzeker werden gelabeld of waar niet tot exacte soortdeterminatie kon worden overgegaan, werden voor dit overzicht niet weerhouden. Meerdere waarnemingen dienen door het Belgisch Avifaunistisch Homologatiecomité (BAHC) beoordeeld te worden vooraleer ze definitief op de Dijlelandse lijst kunnen bijgeschreven worden, en worden dus onder voorbehoud gepubliceerd.

Gebiedsafkortingen

WLS =Wilsele/Vijvers Bellefroid,

LP = Kessel-Lo/ Leopoldspark,

AVP= Heverlee/ Abdij van Park,

ZW = Oud-Heverlee/Zoete Waters,

OHN = Oud-Heverlee/N,

OHZ = Oud-Heverlee/Z,

Oppem = weilanden tussen Bogaardenstraat

(Oud-Heverlee - Korbeek-Dijle) en NGB,

NGB =Neerijse/Grote Bron (deel Doode Bemde),

NKY=Neerijse/ Kliniekvijvers (deel Doode Bemde),

SAR= Sint-Agatha-Rode/ Grootbroek en Tervuren/

KMMA =Koninklijk Museum voor Midden-Afrika.

Grauwe Gans Anser anser Er werden tijdens de winter 2013-2014 50 waarnemingen van Grauwe Ganzen ontvangen uit regio Leuven. Doorgaans ging het om kleine groepjes die zich in de Dijlevallei heen en weer bewogen (ongetwijfeld zitten hier veel verwilderde ex. tussen), en het maximum betrof 18 ex. te OHZ op 2/12 Q. Rutten). Enkel op 10/01 deed een grotere groep onze regio aan, met 63 ex. te SAR (P. Moysons, I. Nel, D. von Werne).

Toendrarietgans Anser serrirostris 25/01 27 ex. NO te Leefdaal/plateau Q. Nysten)

Kolgans Anser albifrons 01/12 30 ex. over Erps/Dorenveld (F. Wyn , R. De Boom)30/01 200 ex. ZO te LP Q. Lambrechts)

De Boomklever - juni 2014 63

Page 30: De Boomklever Juni 2014

....

-

� .._. "

� ....

.... .... � � ..... ... .... -

" - ... � � " -- � " ... .... � ,.,,.. ...... ...... .... ..... ..,. ....

...... ....

.,, --.

.l. .... ..... ..... ... ,.. ... .... .... ,... ,.., ....

.... ...... .... �

� ,,.. ... " � ,,_ .... ... ... - .... �

s .,.

...... ......

-

� ... ..... ... ....

à � ....

� ...

......... � � ... ....

� ...

...,.. . � 1'19' ,,.

" .... ....

,,.,.

� ...,

,jlll!

,.. ,...

--.,,,,,. � .JP

....

-�

...

��--" •

� .... ... ....

,..,

" 4* .... -

� _.. -

�� �

Grootsclialige Kepe11v/11c/1t ric/1fi11g Zonië11woud. Foto: Steplin11 Peten

Bergeend Tadorna tadorna

Bergeenden werden tijdens de maanden december 2013 - februari 2014 122 keer ingevoerd op www.dijleland.waarnerningen. be. In 104 van deze gevallen (85%) kwamen de waarnemingen van SAR, en ze waren mooi ge preid over de periode. De maandmaxima groeiden van 13 ex. in december (9 & 28/12; 1. Nel) tot 40 ex. in januari (22/01; M. Nollet), om dan weer af te nemen tot 26 ex. in februari (1/02; 1. Nel). Vanaf 18/02 verbleven nog maximaal 6 ex. te SAR.

64 De Boomklever - juni 2014

Buiten SAR werden Bergeenden aangetroffen te NGB (resp. 2, 1, 10 & 1 ex. op 11/12, 11, 12 & 30/01; G. Vandezande, L. Hendrickx, P. Moysons), Heverlee/Langestaart (resp. l, 3 & 1 ex. op 14/12, 25 & 30/01; J. Menu, P. Moysons), OHN (resp. 1 & 3 ex. op 11/01 & 4/02; L. Hendrickx, I. Nel), F lorival/Z (2 ex. op 21/01; F. Dominé), Kwerps/ Zuurbeekvallei (2 ex. op 26/ 01; P. Moysons), Leefdaal/Kasteelpark (resp. 1 & 4 ex. op 4 &

16/02; K. van Scharen) en AVP (resp. 2, 1, 1 &

3 ex. op 9, 16, 19 & 23-24/02; R. Gysbertsen).

Middelste znngbek te Zoete Wnters. Foto: Axel Smets

Page 31: De Boomklever Juni 2014

Smient Anas penelope De Smient was deze keer goed voor 106 winterwaarnemingen in het Dijleland. De voorkeur van de soort ging ditmaal uit naar OHZ, dat 58 % van de waarnemingen leverde. Het was ook hier dat de grootste concentraties werden genoteerd, met bijvoorbeeld 47 ex. op 2/12, 42 ex. op 18/01 en 51 ex. op 26/01 Q. Rutten, 1. Nel, K. van Scharen).

Pijlstaart Anas acuta De Pijlstaart kende een eerder matige winter 2013/2014 . Allereerst waren er geen december­waarnemingen, januari en februari kunnen als volgt worden samengevat: resp . 3 ex., lm & lmlv op 4/01, 26/01-2/02 & 21/02 (J. De Rycke, 1. Nel, J. Nysten e.a.) en lm te OHZ op 4/02 (1. Nel).

Witoogeend Aythya nyroca 10-12, 22, 31/01, 8-9, 15-16 & 22/02 1 ad m te SAR (P. Moysons, D . von Werne, 1. Nel e.v.a.)

Topper Aythya marila 18/01 1 le win v te OHZ (1. Nel,

R. Gysbertsen, K. Moreau) 16-17 /02 1 ad v te SAR (1. Nel, L. Hendrickx,

JM Penne e.a. )23/02 1 ex. te OHN (Y. Verstraeten)

Brilduiker Bucephala clangula 02/12 1 1e win v te SAR (P. Moysons) 08-11/12 1 ad v te SAR (R. Gailly, LM Pigneur,

18/12 16/02

C. Legrand e.a.) 2 ad (m,v) te SAR (J. Vandeput) 1 ad m te SAR (versch. waarn.)

Nonnetje Mergellus albellus 14/12 & 1/01 telkens lv te LP (G. Vandezande, R. Gysbertsen, J. Nysten e.a .)

Grote Zaagbek Mergus merganser 24/12 lmlv te OHN (L. Hendrickx),

lv te SAR (R. Gysbertsen) 27 /12 lmlv te Pécrot/vijver (F. Van Hove) 29/12 lmlv te SAR (1. Nel) 13/01 lm te SAR (1. Nel) 17/01 2 ex. te SAR (J. Nysten) 23/02 lm te Doode Bemde/Zuid (J. Bossens) 25/02 lm te NGB (R. Polfliet)

',

; .: ."

··> : Vogels " �

.; ,.

Middelste Zaagbek Mergus serrator 01-03/12 lv te ZW (F. Vanwezer, L. Hendrickx, 1. Nel e.a.)Het gaat hier slechts om de tweede waarneming van een Middelste Zaagbek in het Dijleland sinds de eeuwwisseling. Het vorige geval betrof een vrouwtje op 19/12/12 te Tervuren/Park KMMA.

Geoorde Fuut Podiceps nigricollis 23/02 1 ad win te SAR Q. Menu, D. von Werne, J. Nysten, 1. Nel)

Roze Pelikaan Pelecanus onocrotalus Bij wijze van uitzondering nemen we deze exoot op in dit overzicht. 23/02 om 12u 1 ex. te Overijse/

Meer van Genval, dan N (O. Devroede), om 13u50 1 ex. cirkelend boven Kwerps/ vijvers, dan N (M. Hens), om 16u 1 ex. rondvliegend te Tervuren/ Park KMMA (M. Van Dionant)

24/02 om lOu 1 ex. over Overij e/Maleizen (G. De Borger)Naar alle waarschijnlijkheid betreft het hier één (of twee?) van de drie Roze Pelikanen die begin februari uit het Henegouwse dierenpark Pairi Daiza ontsnapten, en tijden de daaropvolgende weken op diverse locaties in België en het Nederlandse grensgebied werden waargenomen.

Roerdomp Botaurus stellaris 18/01, 15 & 23/02 telkens 1 ex. te OHZ (R. Gysbertsen, J. Nysten)

Kleine Zilverreiger Egretta garzetta 16/ 12 1 ex. te SAR (E. Etienne)

Ooievaar Cicon ia ciconia 23/02 1 ex. N te SAR/ centrum (E. Van Hoorebeke)24/02 1 ex. over Heverlee/ Arenberg (K. De Cupere)

Bruine Kiekendief Circus aeruginosus 17 / 02 1 v te OHZ (F. Vanwezer) en 1 ater over SAR (P. Standaert, P. Moysons)

De Boomklever - juni 2014 65

Page 32: De Boomklever Juni 2014

Blauwe Kiekendief Circus aeruginosus Er werden voor de besproken periode 103 waarnemingen van Blauwe Kiekendieven verzameld, evenwichtig gespreid over de drie maanden (december 32, januari 37, februari 34). In tien gevallen werden er 2 ex. gemeld, slaapplaatsen werden nergens opgemerkt. Het merendeel van de waarnemingen kwam van het plateaucomplex van Leefdaal en Korbeek-Dijle (76% van het totaal). De overige werden opgetekend te Erps/ Dorenveld (12 waarn.), Mollendaal/ plateau (6 waarn.), Heverlee/ Zwanenberg (2 waarn.), Haasrode/ zandgroeve, Neerijse/ Ganzeman, SAR, Doode Bemde en P lateau Sterrebeek -

Moor el (elk 1 waarn.).

Smelleken Falco columbarius

01/12 1 ex. over SAR (E. Etienne)

08/01 lv te Haasrode/zandgroeve (M. Abts)

66 De Boomklever - juni 2014

Blauwe kiekendief te Leefdaal platea11. Foto: Fred Va11wezer

Slechtvalk Falco peregrinus Er lieten zich tijdens de periode december 2013 - februari 2014 62 waarnemingen van Slechtvalken optekenen in regio Dijleland. Vier keer waren er meerdere ex. in het spel: 2 ex. te Leuven/ centrum op 23/ 12 (R. Uyttenbroeck), 2 ex. te Korbeek-Dijle/ plateau op 25/01 O. Nysten), 3 ex. te Sterrebeek -Moorsel/plateau op 12/02 (A. Smets) en 2 ex.

te Leuven/ centrum op 18/ 02 (P. Collaerts).

Kraanvogel Grus grus

Elk voor- en najaar hopen we op oostelijke luchtstromingen op de dagen dat de Kraanvogels ons land passeren, en 24 / 02 was weer zo'n dag waarop deze gunstige combinatie de majestueuze vogels ons 1 uchtruim deed doorklieven. Het totaal aantal waargenomen vogels kunnen we omwille van de grote kans op dubbeltellingen niet reconstrueren, dus geven we enkel een overzicht per locatie:

Page 33: De Boomklever Juni 2014

Overijse/ Maleizen Overij e/ Ketelhuis Overijse/ centrum Plateau Moorsel

0. Hendrick)

72 ex. N (S. Peten) 295 ex. N (I. Nel) 6 ex. N (1. Nel) 236 ex. NO (A. Smet ,

SAR 294 ex. N (E. Van Hoorebeke, S. De Backer, J. Peeters e.a.)

Sint-Joris-Weert 146 ex. NO (M. De Block) Korbeek-Dijle86 ex. NO Q. De Cock)Bertem/ Koeheide 50 ex. NO (G. Bleys)Heverlee/ Langestaart20 ex. NO Q. Menu) Heverlee/Terbank 2 ex. NO (G. Ryken) Meerdaalwoud/MD 10 ex. NO (G. Grootaers) Bierbeek/ Builoog41 ex. NO

(D. von Werne) Kessel-Lo/ centrum 6 ex. NO (H. Roosen) Kessel-Lo/ Kesselberg 17 ex. NO

(G. Vandezande) LP auditief over Q. Lambrechts)Leuven/ centrum

119 ex. NO (R. Stoks, P. Smets, G. Ryken, M. Abts)

Wilsele-Pu tkapel 3 ex. NO Q. De Rycke)

Wulp Numenius arquata 25/01 min. 1 ex. aud over Heverlee/ centrum

(K. Moreau)

Overvlieg<'11de Krnmwogel in Bierbeek. Foto: Tanja Maes

Boomklever i11 de Lna11vallei. Foto: Stephan PPte11

GoudpievierPluvialis apricaria 04/ 12 1 ex. te Leefdaal/ plateau (P. Standaert) 18/12 8 ex. ZW te Leefdaal/plateau (R. Stok ) 26/12 1 ex. aud te Leefdaal/ plateau (H. Roosen) 27/12 3 ex. Z te Mollendaal /plateau (H. Roo en)

Witgat Tringa ochropus Alle waarnemingen: 02, 22/ 12 & 4/ 01 telkens 1 ex. te NGB (P. Moysons, B. Forget, L. Hendrickx) 02/ 12 1 ex. te ZW (P. Moysons) 19 / 01 1 ex. te Heverlee/ Langestaart (R. Ghij en) 28/01 1 ex. over Heverleebos (P. Moy on ) 30/01 1 ex. te NKV (A. Hollebeke) 02/02 1 ex. te Oppem OM Penne)

De Boomklever - juni 2014 6 7

Page 34: De Boomklever Juni 2014

-- - . - -- - -. -. ;· '

Vogels ·_.i: •

Watersnip Gallinago gallinago Tijdens de drie behandelde maanden slechts 22 waarnemingen op de volgende locaties: SAR (re p. 20, 7, 1, 2 & 30 ex. op 4, 11, 13, 26/01 & 17 /02; E. Etienne, J. Nysten, P. Moysons e.a.), Pécrot/ vijver (telkens 1 ex. op 8/ 12 & 23/02; B. Collet, F. Van Hove), Heverlee/ Langestaart (resp. 3 & 9 ex. op 17 /12 & 3/01; E. Toorman, P. Moysons), AVP (resp. 2, 8, 2, 1, 2, 3 & 5 ex. op 17 /01, 3, 9, 15, 16, 17 & 19/02; R. Gy bertsen, P. Moysons, W. Goussey, D. von Werne), Oppem (1 ex. op 30/01; P. Moysons) en OHZ (telkens 1 ex. op 24 & 28/ 02; S. De Backer, L. Hendrickx e.a.).

Geelpoohneeuw Larus michahellis 26/02 1 ad te OHZ Q. Rutten)De 20" Geelpootmeeuw voor het Dijleland in de 21 e

eeuw. Wordt 2014 even goed voor deze soort als 2013 (5 gevallen)?

Pontische Meeuw Larus cachinnans Op de vijvers te Kwerps werden tussen 18/01 en 15/02 op 9 data P ontische Meeuwen waargenomen (R. & S. Ghijsen, P. Moysons, D. von Weme, R. P olfliet). Het ging om max 4 ex. (2 ad + 2 1 e win) op 27 / 01 (R. P olfliet). Verder waren er nog waarnemingen van 1 ad win te Leefdaal/Kasteelpark op 4/02 (K. van Scharen) en 1 ex. te ZW op 22/ 02 (M. Abts).

68 De Boomklever - juni 2014

Middelste Bonte Specht Dendrocopos medius Er waren twee waarnemingen buiten Mollendaal / Meerdaalwoud en Tervuren/ Zoniënwoud:18/01 1 ex. te ZW /Kouterbos (K. Moreau)27 /01 1 ex. te OHZ O. Rutten).

Boomleeuwerik Lullula arborea 04/01 1 ex. over SAR/Vette Weide (F. Yandeputte)24/02 4 ex. NO te plateau Sterrebeek-Moorsel (0. Hendrick).

Waterpieper Antlws spinoletta Waterpiepers werden tijdens de voorbije winter bijna uitsluitend in het zuidelijke deel van de Dijlevallei waargenomen, met voornamelijk waarnemingen in de weilanden en op de akkertjes rond SAR. De grootste aantallen werden hier ook waargenomen, met bv. 60 ex. op 19/01 en 55 ex. op 23/03 (1. Nel).

Klapekster Lanius excubitor 06/12 1 ex. te Wijgmaal/Wijgmaalbroek (L. Smets)

Roodborsttapuit Saxicola rubicola 09/12 lv te Haasrode/industrie (D. von Werne)29/12 1 ex. te Erps/Dorenveld (P. La Haye)26/02 lm te plateau Sterrebeek­Moorsel (A. Smets)28/02 1 v te Haasrode/ industrie (D. von Werne)

Page 35: De Boomklever Juni 2014

Cetti's Zanger Cettia cetti Van de winter 2013-2014 hadden de Dijleland e Cetb' Zangers niet te vrezen. Uit de ontvangen waarnemingen kan worden afgeleid dat de soort minstens stand hield te OHN, OHZ, SAR en Pécrot. Een nieuwe locatie betrof Heverlee/Langestaart, waar op 18/01 een ex. werd opgemerkt (R. Gysbert en).

Zwartkop Sylvia atricapilla 13-15, 25/12 & 13/02 lm te Kessel-Lo/

Kesselberg (K. Han en) 05/ 01 1 ex. te Heverlee/ Arenberg (K. C.)

Tjiftjaf Phylloscopus collybita Wintergevallen: vijf decemberwaarnemingen, twee in januari en één in de eerste decade van februari. Dertien waarnemingen tussen 22 en 28/ 02 luidden de lente in.

Keep Fringilla montifringilla De winter 2013-2014 was een zeer goede Kepenwinter! Voor regio Dijleland werd de soort in deze periode maar liefst 251 keer geregistreerd in www.waarnemingen.be, en tot half januari werden groepsgroottes van 300 tot 500 ex. meermaals gehaald in onze bosgebieden. Nadien ging het 'slechts' om groepen tot 150 ex. Voor een ongezien spektakel moest je echter op 7/12 te SAR staan. Tussen 16u en 16u30 passeerden er daar immers maar liefst een geschatte 80.000 Kepen (L. Hendrickx, 1. Nel)!! De vogels vlogen wellicht van de MeerdaaJse beukennootjes naar westelijker gelegen slaapplaatsen. Ter illustratie van deze theorie werd op 8/12 bijvoorbeeld een foeragerende groep van minstens 1000 ex. waargenomen te Haasrode/MeerdaaJwoud (K. Van Acker). De volgende dagen was het schouwspel te SAR al sterk geminderd in omvang: ca 13.380 ex. op 8/12, 11.755 ex. op 9/12 en 9.047 ex. op 17 /12 (1. Nel, E. Etienne, L. Hendrickx). Een andere extreme concentratie betrof ca 2.500 ex. naar Z over Moorsel op 5/01 (A. Smets).

,,:_,· ��:�:

"< �- . Vogels . 91: ...... ..... :· � ·' . .

Kleine Barmsijs Acanthis cabaret 07 & 18/12 resp. 7 & 2 ex. te OH/Dorp

O. Rutten) 08/ 12 12 ex. te Pécrot/ vijver (R. Gailly,

LM P igneur, C. Legrand )09/12 & 30/01 resp.2 & 1 ex. te NGB

(P. Standaert, P. Moysons) 15/12 4 ex. te Sint-Joris-Weert/Doode Bemde

O. Menu) 18&28/12 resp.1 &12 ex. inMollendaalwoud

(M. Abts, R. Stoks) 18/ 01 2 ex. te OHN (K. Moreau) 04 & 14/02 telkens 2 ex. te OHZ Q. Rutten) 20/ 02 2 ex. te Vaalbeek Q. Rutten)

barmsijs sp. Acanthis cabaret/fia111111en 11/12 1 ex. te NKV (G. Fluyt) 02/ 01 1 ex. te LP (D. von Werne) 05/01 2 ex. te NKV (G. Bleys)

Kruisbek Loxia curvirostra De Kruisbekkeninvasie die zich tijdens het najaar van 2014 inzette kende nog een vervolg tijdens de wintermaanden (aantal waarnemingen per maand: december 57, januari 35, februari 14), maar extreme groepen waren niet in het spel.

Grote Kruisbek Loxia pyhjopsittac11s Het najaar van 2013 bracht niet alleen veel Kruisbekken naar NW-Europa, ook mooie aantallen Grote Kruisbekken mengden zich in het invasiegeweld. Hoewel de meesten hun zuidwaartse beweging reeds ten noorden van België hadden gestopt waren er toch ook vogel die België bereikten, en gerichte zoektochten leverden ook in Mollendaalwoud enkele kanshebbers op (grondgebied Haasrode en Bierbeek). Tussen 18 en 31/12 werden hier immers minstens 10 keer kruisbekken met uiterlijke en/ of vocale kenmerken van Grote Kruisbek waargenomen (M. Abts, R. Stoks, D. von Werne e.a.)! Omwille van de moeilijke determinatie van deze soort wensen we echter extra voorzichtig te zijn, en moedigen we waarnemers aan om een verslag in te dienen bij het BAHC. Momenteel blijft de regionale teller dus nog even op één geval staan (2v te Heverlee op 18/ 10/ 86).

De Boomklever - juni 2014 69

Page 36: De Boomklever Juni 2014

Grauwe Gors Emberiza calandra 17 /12, 17-19, 25/.01, 2, 21 & 23/02

max. 4 ex. te Leefdaal/ plateau (H. Roosen, J. Nysten, P. Moysons e.a.)

05/02 1 ex. te Huldenberg/plateau (H. Roosen)

23 / 02 2 ex. te Leefdaal / Dui v end ell e (R. De Boom)

Sneeuwgors Plectrophenax nivalia 16/02 1 ex. te Leefdaal/plateau O. Nysten) Het 8c geval van Sneeuwgors voor het Dijleland, en het laatste voorjaarsgeval. Een overzicht van de eerdere gevallen: 1 ex. te Leefdaal op 31/10 / 55, 1 ex. (geschoten) te Haasrode op 15/ 11/57, 1 ex. (gevangen) te Heverlee op 5/11/61, 1 ex. (gevangen) te Egenhoven op 19/11/62, 1 ex. te Wavre/ Bilande (flirtend met de regiogrens) van half dec '03 tot 2 / 01/04, 1 1 c win v te Leefdaal/ plateau van 30/01 tot 1/02/04 en 1 ex. 'ZW te Leefdaal/ plateau op 7/11/10.

10 De Boomklever - juni 2014

Grote kmisbek in Meerdn11lwo11d Foto: Axel Smets

S11ee11wgors op Leefdnnl plnten11. Foto: f ohn11 Nysten

Samenstelling

Kelle Moreau, kelle.morea [email protected]

Page 37: De Boomklever Juni 2014

Spring 111eevoor proper

water

.f, •. � �" "!�.;; .; Mededelingen �� .... ": .

• !',ol .

Europa streeft ernaar dat tegen 2015 alle Europese waterlopen

ecologisch gezond zijn. Om te voorkomen dat onze politici die

naderende deadline vergeten, springen in heel Europa duizenden

mensen in rivieren, beken en vijvers. Ze doen dat allemaal op

precies hetzelfde moment, op zondag 13 juli om 15u.

Toon dat jij ook geeft om proper en levend water en spring mee, samen met Natuurpunt,

GoodPlanet Belgium en Bond Beter Leefmilieu.

Big Jun1p in Heverlee

Spring jij mee voor een gezonde Dijle? Ook in Leuven is het water hier en daar nog

steeds vervuild en hebben de rivierkades eerder een hart voor architectuur dan voor

natuur. Bevers laten zich af en toe al zien, maar we hebben nog een lange weg te

gaan. Laten we samen een positief signaal geven voor levende waterlopen, voor

onszelf, maar ook voor de bever!

14u Welkom 14u Info standen van VHM & KU Leuven

15u jump! 15u30 Geleide wandeling met gids VHM

LOCATIE: Celestijnenlaan in Heverlee, ter hoogte van de Dijlebrug {Langestaart) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

INFO: www.facebook.com/doodebemde · · · · · · · · . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . " . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

ORGANISATIE: Natuurpunt Leuven, VHM, KULeuven, GoodPlanet

In Vlaanderen wordt de Bigjump gecoördineerd

door Natuurpunt, GoodPlanet Belglum en

Bond Beter Leefmilieu.

•• . '

•• ••• :_( , ' _..j :naiüurpuht::

'.-' . " .". ·-.· -. " n f l C. I U M

; Aquafin

��lampiris $ JNM.BE

Kr'\THOLIE:KE UNNEAS1 1Eli

LEUVEN ~ lfRIE.NDE.N \.'AN HEVERlEESOS � , MEEROAAtWOUO VM'

De Boomklever - juni 2014 7 1

c CJ ö 0 "° "° QJ 3 � '"" .0 c "' a. 0 "'

'C

a. 0 .., CJ

z

c CJ

ë:i .s:: '-' QJ

::;;: 0 0 00 N

� g Vl CJ x 0 u c QJ "" QJ 3 c "'

!';l "'

� .s:: u

Page 38: De Boomklever Juni 2014

-. �� ; . �'

. Activiteiten :;� .· ;..,

Activiteiten

Alle activiteiten van de Natuurstudiegroep Dijleland en eventuele

wijzigingen zullen ook aangekondigd worden via de Dijlevallei-maillijst (http://groups.yahoo.com/ group/Dijlevallei/).

Zondag 13 juli Big Jump Heverlee Natuurpunt Leuven organiseert zoals ieder jaar een lokale Big Jump binnen het kader van het nationale gebeuren en ook dit jaar zal er weer in Heverlee in de Dijle gesprongen worden ! Naast het spetteren en het spatteren in een van de natuurrijkste rivieren van V laanderen worden er ook verschillende activiteiten voorzien zoals bijvoorbeeld een afvissing door biologen van de KU Leuven zodat iedereen kan kennis maken met wat er precies in de Dijle zwemt en drijft. Ook de N atuurstudiegroep Dijleland zal aanwezig zijn met een standje. Afspraak: lSu aan de brug op de Celestijnenlaan, Heverlee Meer informatie: op de flyer in dit nummer.

Zondag 13 juli 2014

Zoektocht Grote

weerschijnvlinder Natuurpunt Kortenberg gaat op zoek naar de zeldzame Grote weerschijnvlinder. Afspraak: 13.30u aan de ingang van sporthal Colomba, Wijngaardstraat 1, Kortenberg Leiding: Pieter Moysons ([email protected] of 0499 28 82 8 9) centrum Leuven september, Jens laat datum begin volgende week weten

Woensdag 30 juli 2014

Hamsterwandeling Plateau

Leefdaal In samenwerking met Natuurpunt Bertem laat de Natuurstudiegroep een geïnteresseerd publiek kennismaken met het plateau van Leefdaal en het verhaal van de wilde hamsters. Afspraak: 19.30u kruispunt Blokkenstraat en Delle in Bertem/Korbeek-Dijle Leiding: Gert Vanautgaerden ( vanautgaerden. [email protected] of 0477 42 68 68 (sms))

72 De Boomklever - juni 2014

Zaterdag 13 september 2014

Op zoek naar de Klimopbij in

Leuven

In 2011 werd de bijzondere Klimopbij in Leuven centrum aangetroffen. Ook in de daaropvolgende jaren werd de soort op nieuwe locaties met Klimop aangetroffen. De Klimopbij is de laatstvliegende wilde bij van ons land. Op 13 september proberen we zoveel mogelijk geschikte locaties te onderzoeken op de aanwezigheid ervan. Afspraak: lOuOO aan hoofdingang station Leuven voetgangerstunnel (kant centrum), einde voorzien om 17u00 Meebrengen: fiets, verrekijker, lunch, excursiemateriaal Leiding: Jens D'Haeseleer (jens.dhaeseleer@ natuurpunt.be) en Roel Uyttenbroeck (0495 62 88 63)

Trektellingen Ook in het vroege najaar zullen er trektellingen georganiseerd worden. Deze zullen vooraf aangekondigd worden op onze mailinglijst.

Page 39: De Boomklever Juni 2014

Niet meer zo ACTUEEL

p 27 april ll.' erd het boek "Kleine zangvogels" van de hand an Pierre Halftants( 1899-1992):

in de Nederlandse vertaling én de originele Franstalige versie officieel voorgesteld aan het pu­

bliek. Bijgaand fragment uit het voorwoord van Luk Vervoort schets prima de evolutie in vogel-.

vlinder- en plantensoorten die deze begaafde waarnemer gedurende zijn vogelaars-leven heeft

moeten vasstellen.

·'In zijn notitie - zeventig jaar vogelwaarnemingen - vinden we naast soortenlijstjes ook aantal­

len en korte beschouwingen. De reek waarnemingen van vogel tart zoal de waarnemingen

an de planten en de vlinder nog in de zeer rijke beginjaren an de t\ intigste eem ( 1925) maar

loopt door tot in de 'sterk erarmde ·jaren tachtig .

De in entarisatie van drie soortengroepen -vogels. vlinders en planten- laat een aantal overeen­

komsten zien. Wanneer we tijdens het noteren van de planten uit het herbarium vroegen naar de

oorzaken van die achteruitgang, wist Pierre te vertellen dat de teloorgang zich op heel verassend

korte tijd voltrokken had. Voor de meeste planten en vlinders gebeurde dit tussen ongeveer 1955

tot 1960. Dit is ook het beeld dat uit de vogelbeschrijvingen te voor chijn komt. Door de langere

leeftijd van vogels. in vergelijking met linders. is het mogelijk dat die nog een langere tijd kun­

nen ' aargenomen worden zelfs al is hun broedhabitat intussen totaal ongeschikt ge' orden. Ze

blijven, gedurende hun leven. koppig terugkeren naar hun vertrouwde leefgebied zonder dat

voldoende nakomelingen de sterfte van de ouderen compenseren. Na enige tijd i het dan defini­

tief afgelopen. Dit lijkt het geval geweest te zijn voor soorten als Draaihals. Hop. Grote karekiet.

Grauwe klauwier, Gekraagde roodstaart, Paapje, Tapuit en Ortolaan ... ··

"Naast de drastische omslag in het landbouwlandschap, de watervervuiling. de verstedelijking -

golf die gepaard ging door enorme versnippering met nieuwe autowegen ... is hier wellicht het

- op nog kortere termijn - moordende effect gedocumenteerd an de aan het zeer giftige DDT

gelinkte bestrijdingsmiddelen. Al de vogels al niet rechtstreek uit de lucht vielen. dan werden

oudervogels onvruchtbaar of stierven de gevoeligere jonge vogel in het nest na inname van

besmet voedsel. Nog begin jaren zeventig vond Pierre Halftants jongen en oudervogel dood in

het nest. DDT werd definitief verboden in België in 1976 maar veel ogel oorten en hun oed el

(vooral grote insecten) waren al lang uitgeroeid.''

Luc Vervoort is een van de pioniers en drijvende krachten van atuurpunt Oost-Brabant. thans

medewerker binnen het team v/h Europees 'Life project Hageland·

"Kleine Zangvogels" door Pierre Halftants, in een Nederlandse vertaling van Kris van

Scharen en Marcel Jonckers, 15€, te bestellen bij Gerda van Hoovels, Dunberg 64, 3210

Lubbeek

Page 40: De Boomklever Juni 2014

Inhoud . -- .

EDITORIAAL

ONGE.WE.RVE.LDE.N

De mieren van het Dij/eland: Deel 2.

Els Lamme/en

ONGE.WE.RVE.LDE.N

Insecteninventarisatie voormalig Militair domein

Roel Uyttenbroeck

VOGELS

Big Day - een woordje van de organisator

Kris van Scharen

Big Day - impressie van een aspirant

Karel Lamont

Big Day - impressie van een outsider

Thomas Reher

Big Day - de mooiste wandeling van het land

Bruno & Rose Bergmans

VOGELS

Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dij/eva/lei

en omgeving, december 2013 - februari 2014

Kelle Moreau

ME.DE.DELINGEN

ACT/VITE.ITE.N

Coverfoto: Sfeerbeeld van de insectenexcursies in Meerdaalwoud ©Gert Vanautgaerden

Lil

37

38

46

55

57

58

60

63

71

72