DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding...

126
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-2014 DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ZIEKENFONDSEN (Level playing field met de gewone verzekeringsmaatschappijen) Masterproef van de opleiding ‘Master in de rechten’ Ingediend door Tine Depotter (studentennr. 01103151) Promotor: Prof. K. Bernauw Commissaris: Prof. J. Rogge

Transcript of DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding...

Page 1: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

Faculteit Rechtsgeleerdheid

Universiteit Gent

Academiejaar 2013-2014

DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING

BIJ ZIEKENFONDSEN

(Level playing field met de gewone verzekeringsmaatschappijen)

Masterproef van de opleiding

‘Master in de rechten’

Ingediend door

Tine Depotter

(studentennr. 01103151)

Promotor: Prof. K. Bernauw

Commissaris: Prof. J. Rogge

Page 2: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen
Page 3: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

I

VOORWOORD

Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik

heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen het verzekeringsrecht omdat deze materie

zeer concreet is en nauw aansluit bij het dagelijkse leven. Naast de algemene koepel van de

aanvullende ziekteverzekering en de juridische problematieken bespreek ik specifiek een

aantal hospitalisatieverzekeringen. De thematiek van de hospitalisatieverzekering is actueel en

een goede kennis terzake is in principe voor elke burger onontbeerlijk in de zoektocht naar

een geschikte verzekering. Veel personen zijn niet optimaal volgens hun noden verzekerd

omdat ze te weinig zicht hebben op het complexe aanbod van de verschillende

hospitalisatieverzekeringen. Er twee verschillende types aanbieders op de verzekeringsmarkt,

namelijk de ziekenfondsen en de private verzekeraars. Binnen deze twee groepen zijn er

opnieuw tal van aanbieders die elk op hun beurt verschillende soorten polissen aanbieden. Het

is niet verwonderlijk dat het zoeken naar de geschikte verzekering geen sinecure is.

Ik zou graag mijn promotor, professor Bernauw, bedanken voor de nuttige tips en het

aanbrengen van interessante onderzoeksthema’s. Het heeft mij tot nieuwe vraagstellingen en

inzichten gebracht waardoor ik de inhoud van mijn masterproef tot een hoger niveau kon

tillen. Daarnaast wil ik ook commissaris, professor Rogge, bedanken die mij meer uitleg gaf

omtrent de hospitalisatieverzekeringen en de problematiek terzake.

Page 4: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

II

INHOUDSTAFEL

VOORWOORD .......................................................................................................................... I

LIJST VAN AFKORTINGEN ................................................................................................... 1

INLEIDING ............................................................................................................................... 2

Hoofdstuk 1: Algemeen kader van de aanvullende ziekteverzekering ...................................... 3

1.1 Rol van de verzekering ............................................................................................................ 3

1.1.1 Herstelfunctie ......................................................................................................................... 3

1.1.2 Technische vooruitgang ......................................................................................................... 3

1.1.3 Preventieve rol ........................................................................................................................ 4

1.1.4 Spaarwezen en waarborgen .................................................................................................... 4

1.1.5 De beleggingen ....................................................................................................................... 4

1.2 Wezenlijke bestanddelen: risico en schade ............................................................................. 5

1.3 Indeling van de verzekeringen ................................................................................................. 6

1.3.1 Private verzekeringen versus sociale verzekeringen .............................................................. 6

1.3.2 Verzekering op premie en onderlinge verzekeringen ............................................................. 7

1.3.3 Schadeverzekeringen en persoonsverzekeringen ................................................................... 8

1.3.4 Forfaitaire en indemnitaire verzekeringen .............................................................................. 8

Hoofdstuk 2: Het Belgische gezondheidszorgsysteem .............................................................. 9

2.1 Sociale zekerheid: Algemeen .................................................................................................. 9

2.1.1 Ziekte- en invaliditeitsverzekering ......................................................................................... 9

2.1.2 De gezondheidszorg ............................................................................................................. 10

2.2 Probleem ................................................................................................................................ 12

2.3 Uitdagingen: Europese dimensie ........................................................................................... 13

2.4 Mogelijke oplossingen in de toekomst voor de financiering van de gezondheidszorg? ............. 14

2.4.1 Meer sociale bijdragen ......................................................................................................... 14

2.4.2 Alternatieve financiering ...................................................................................................... 14

2.4.3 Meer remgelden .................................................................................................................... 14

2.4.4 Uitbreiding tweede en derde pijler ....................................................................................... 15

Page 5: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

III

2.4.5 Verplichte aanvullende verzekering inzake gezondheidszorg .............................................. 16

2.4.6 Een Vlaamse sociale zekerheid? .......................................................................................... 16

2.4.6.1 Vlaamse hospitalisatieverzekering ................................................................................ 16

2.4.6.2 Doelstelling ................................................................................................................... 17

2.4.6.3 Wat wordt gedekt? ......................................................................................................... 18

2.4.6.4 Negatieve punten ........................................................................................................... 19

2.4.7 Het Nederlands systeem ....................................................................................................... 20

Hoofdstuk 3: De aanvullende ziekteverzekering ..................................................................... 22

3.1 Gezondheidsuitgaven ............................................................................................................ 22

3.2 Algemeen............................................................................................................................... 24

3.3 Verzekering ambulante kosten .............................................................................................. 25

3.4 Verzekering tandzorg ............................................................................................................ 25

3.5 Verzekering gewaarborgd inkomen ...................................................................................... 26

3.6 Aanvullende zorgverzekering ...................................................................................................... 27

3.7 De private verzekeraar ........................................................................................................... 27

3.7.1 Wettelijk kader ..................................................................................................................... 29

3.7.2 Assuralia ............................................................................................................................... 31

3.8 De ziekenfondsen .................................................................................................................. 31

3.8.1 Opdrachten van het ziekenfonds .......................................................................................... 32

3.8.2 Wettelijk kader ..................................................................................................................... 34

Hoofdstuk 4: Level playing field ............................................................................................. 36

4.1 Situatie voorafgaand aan de wetswijziging ........................................................................... 36

4.2 Aanloop naar nieuwe rechtsregels ......................................................................................... 37

4.2.1 Belgische hoven en rechtbanken .......................................................................................... 37

4.2.2 Klacht van Assuralia ............................................................................................................ 39

4.2.3 Het advies van de Europese Commissie ............................................................................... 39

4.2.4 Reactie .................................................................................................................................. 40

4.2.5 Rechtspraak Europees Hof van Justitie ................................................................................ 41

4.2.6 De wet van 26 april 2010 ..................................................................................................... 42

4.3 Welke veranderingen worden ingevoerd? ............................................................................. 42

4.3.1 Nieuwe rechtsvorm ............................................................................................................... 42

Page 6: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

IV

4.3.2 Classificatie aanvullende activiteiten van ziekenfondsen .................................................... 46

4.3.3 Premietaks 9,25 procent ....................................................................................................... 47

4.3.4 Wetgeving vandaag van toepassing op de verzekeringsactiviteit via ziekenfondsen ........... 48

4.4 Ziekenfondsen als tussenpersonen ............................................................................................. 49

4.5 De Controlediensten .............................................................................................................. 50

4.5.1 Financial Services and Markets Authority en Nationale Bank van België .......................... 50

4.5.2 De CDZ ................................................................................................................................ 52

4.6 Over de grens: Nederland, Frankrijk en Duitsland ................................................................ 53

4.7 De aanvullende ziekteverzekeringen en de Europeesrechtelijke mededingingsregels .......... 55

4.7.1 Probleemstelling bij ziekenfondsen ...................................................................................... 55

4.7.2 Het begrip “onderneming” ................................................................................................... 55

4.7.2.1 Toetsingscriteria ontwikkeld in de rechtspraak ............................................................. 56

4.7.2.2 Algemeen belang ........................................................................................................... 59

4.7.3 Mededingingsrecht: staatssteun ............................................................................................ 60

4.7.4 Private verzekeraars en mededingingsregels ........................................................................ 62

4.8 De wet van 6 april betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming ..................... 63

4.8.1 WMPC van toepassing op private verzekeraars ................................................................... 63

4.8.2 WMPC van toepassing op ziekenfondsen: evolutie ............................................................. 63

4.8.3 Nieuwe invalshoek sinds 3 oktober 2013 ............................................................................. 64

Hoofdstuk 5: De hospitalisatieverzekering .............................................................................. 66

5.1 Algemeen............................................................................................................................... 66

5.1.1 Dekking ................................................................................................................................ 66

5.1.2 De beroepsgebonden en andere dan beroepsgebonden hospitalisatieverzekeringen ............ 67

5.2 Private verzekeraars en ziekenfondsen .................................................................................. 69

5.3 Statutair versus contractueel .................................................................................................. 71

5.4 Premie .................................................................................................................................... 73

5.4.1 Premiewijziging .................................................................................................................... 76

5.6 Vergelijking verzekeringen ................................................................................................... 78

5.6.1 Aansluitingsvoorwaarden ..................................................................................................... 79

5.6.2 Wachttijd .............................................................................................................................. 80

Page 7: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

V

5.6.3 Waarborgen .......................................................................................................................... 80

5.6.4 Franchise .............................................................................................................................. 81

5.6.5 Grensbedrag.......................................................................................................................... 81

5.6.6 Uitsluitingen ......................................................................................................................... 83

5.6.7 Jaarpremie ............................................................................................................................ 83

5.6.8 Mutatie.................................................................................................................................. 85

5.7 Beste optie? ........................................................................................................................... 86

5.8 Over de grens: Nederland ...................................................................................................... 87

Bijlagen .................................................................................................................................... 89

Bijlage 1: Algemene voorwaarden CM-hospitaalplan ...................................................................... 89

Bijlage 2: Algemene voorwaarden KliniPlan .................................................................................... 92

Bijlage 3: Algemene voorwaarden HospitaalPlus 100 ...................................................................... 94

Bijlage 4: Algemene voorwaarden Hospitalia ................................................................................... 96

Bijlage 5: Algemene voorwaarden HospiPlan .................................................................................. 99

Bijlage 6: Algemene voorwaarden Hospitalisatieverzekering IS2000 (DKV)................................ 101

Bijlage 7: Algemene voorwaarden Medi-Plus Ethias...................................................................... 104

Bibliografie............................................................................................................................. 107

Wetgeving ....................................................................................................................................... 107

Rechtspraak ..................................................................................................................................... 108

Rechtsleer ........................................................................................................................................ 109

Boeken ......................................................................................................................................... 109

Bijdragen in verzamelwerken ...................................................................................................... 110

Tijdschriften ................................................................................................................................ 111

Onlinebronnen ............................................................................................................................. 112

Page 8: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

1

LIJST VAN AFKORTINGEN

BBP Bruto Binnenland Product

CBFA Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen

CDZ Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen

CM Christelijke Mutualiteit

FSMA Financial Services and Markets Authority

IMA InterMutualistisch Agentschap

NBB Nationale Bank van België

OMC Open Methode van Coördinatie

VMOB Verzekeringsmaatschappij van onderlinge bijstand

Page 9: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

2

INLEIDING

In deze masterproef ga ik specifiek in op de problematiek van de concurrentiestrijd tussen de

ziekenfondsen en de private verzekeraars bij het aanbieden van aanvullende

ziekteverzekeringen. De private verzekeraars wensen tot een level playing field te komen om

met gelijke wapens de concurrentie met de ziekenfondsen aan te gaan. Hoewel beide partijen

gelijkaardige aanvullende verzekeringsproducenten aanbieden waren ze aan verschillende

wetgeving onderworpen. Waar de ziekenfondsen voor al hun activiteiten verplicht waren aan

de Ziekenfondswet te voldoen, waren de private verzekeraars onderworpen aan een eigen

wetgeving, namelijk de Wet op de landverzekeringsovereenkomsten. Het kwam in feite neer

op een sterk concurrentievoordeel voor de ziekenfondsen. De private verzekeraars, onder de

vorm van de beroepsvereniging Assuralia, zijn tegen deze ongelijkheid opgetreden. Ik

beschrijf onder meer het volledige proces dat voorafging aan de wetswijziging die geleid heeft

tot gelijkschakeling van beide partijen bij het aanbieden van aanvullende ziekteverzekeringen.

De eerste twee hoofdstukken vormen een inleiding waarbij ik de aanvullende ziekte-

verzekering kader in het ruimere verzekeringswezen en een algemeen beeld geef van de

Belgische gezondheidszorg. In hoofdstuk drie bespreek ik de soorten aanvullende ziekte-

verzekeringen en worden de private verzekeraars en de ziekenfondsen voorgesteld. Hoofdstuk

vier behandelt vervolgens de problematiek van het level playing field waarbij onder meer de

toepassing van het mededingingsrecht en de Wet op de Marktpraktijken besproken wordt ten

aanzien van ziekenfondsen en private verzekeraars. Ik heb binnen deze hoofdstukken ook

aandacht besteed aan de Europeesrechtelijke context door middel van Rechtspraak van het

Hof van Justitie en via verwijzingen naar de gezondheidszorgsystemen die onze buurlanden

hanteren.

Daarnaast ga ik in hoofdstuk vijf dieper in op de hospitalisatieverzekeringen. Ondanks het feit

dat er verschillende aanvullende ziekteverzekeringen bestaan kies ik voor een uitgebreide

bespreking van de hospitalisatieverzekering omdat deze de meest gekende is en steeds meer

een noodzakelijke verzekering vormt om het hoofd te bieden aan de stijgende

gezondheidskosten. Ik heb een aantal verzekeringen van de landsbonden en van private

verzekeraars in kaart gebracht en getracht deze met elkaar te vergelijken. Op deze manier duid

ik een aantal verschillen aan tussen de polissen wat betreft de dekkingen, premies,

uitsluitingen, voorwaarden en dergelijk meer. Alle verzekeraars worden onderworpen aan

dezelfde regelgeving, maar dit betekent niet dat de polissen op identieke wijze worden

ingevuld. Het lijkt me interessant om in concreto de algemene voorwaarden te onderzoeken

en na te gaan wat er specifiek gedekt wordt en tegen welke voorwaarden en premie. Op deze

manier wijk ik even af van het puur theoretische luik. Ik toon aan hoe het er in de praktijk aan

toe gaat en wat de verzekerde kan verwachten van een hospitalisatieverzekering die

aangeboden wordt enerzijds door een ziekenfonds, weliswaar via een VMOB, en anderzijds

door een private verzekeraar.

“It is health that is real wealth and not pieces of gold and silver”

Mahatma Gandhi

Page 10: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

3

Hoofdstuk 1: Algemeen kader van de aanvullende ziekteverzekering

1. Vooraleer dieper in te gaan op de analyse van de aanvullende ziekteverzekeringen, en in

het bijzonder de hospitalisatieverzekering, aangeboden door ziekenfondsen en private

verzekeringsmaatschappijen, sta ik kort stil bij het concept verzekeringen. Bij wijze van

inleiding geef ik een algemeen beeld omtrent de rol, de wezenlijke bestanddelen en de

verschillende indelingen van de verzekeringen. Ik specifieer hierbij telkens welke plaats de

aanvullende ziekteverzekering inneemt in het algemeen verzekeringskader.

1.1 Rol van de verzekering

1.1.1 Herstelfunctie

2. Dagelijks kunnen personen getroffen worden door verschillende potentiële risico’s. Het

is onzeker of het risico zich al dan niet zal voordoen, maar wanneer het zich effectief

verwezenlijkt kunnen de gevolgen een serieuze impact hebben op de vermogenstoestand van

een bepaald individu. De verzekering heeft een herstelfunctie die nadelige vermogens-

gevolgen na schadegevallen opvangt. Initieel was de herstelfunctie bedoeld voor grote

schadegevallen, maar in de praktijk zien we dat de verzekeringstechniek ook wordt toegepast

bij kleine schadegevallen. Zo kan de aanvullende ziekteverzekering onder andere de

financiële last van een hospitalisatie opvangen. De vermogenstoestand van de persoon wordt

met andere woorden hersteld in haar oorspronkelijke positie voorafgaand aan het schadegeval

of de vermogensschade wordt althans zoveel mogelijk beperkt. De verplichte ziekte- en

invaliditeitsverzekering, die een tak vormt van de sociale zekerheid, bleek onvoldoende te zijn

om de herstelfunctie te verwezenlijken. Door de stijgende gezondheidskosten komen steeds

meer kosten ten laste van de patiënt waardoor aanvullende ziekteverzekeringen geen

overbodige luxe zijn1.

1.1.2 Technische vooruitgang

3. De verzekering heeft tevens een rol inzake technische vooruitgang. Het feit dat het

nadelig effect van risico’s beter wordt opgevangen heeft als gevolg dat ondernemers nieuwe

initiatieven durven te nemen. Op deze manier bevordert de verzekering vernieuwingen in de

bedrijfswereld. De technische vooruitgang is eveneens op te merken in de gezondheidszorg.

Een gevolg van de aanvullende verzekering is dat de gezondheidssector vernieuwende,

duurdere en betere technieken kan gaan ontwikkelen omdat de stijgende gezondheidskosten

opgevangen worden door de verzekeraars. Steeds meer personen sluiten een aanvullende

ziekteverzekering af en zijn bijgevolg beschermd tegen de stijgende gezondheidsuitgaven. Dit

moet echter genuanceerd worden omdat bij stijgende gezondheidskosten de verzekeraars op

hun beurt ook de premies zullen verhogen. Degenen die deze extra bescherming niet kunnen

betalen vallen uit de boot waardoor gezondheidszorg voor hen onbetaalbaar wordt in de

toekomst2.

1 M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 27.

2 M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 38.

Page 11: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

4

1.1.3 Preventieve rol

4. Het is gebleken dat de verzekering ook een preventieve rol speelt. De verzekeraar zal

het aantal schadegevallen willen beperken zodanig dat ze niet voortdurend dekking moet

verlenen. Dit gaat ze bewerkstelligen door de verzekerde een aantal verplichtingen op te

leggen ter voorkoming van schadegevallen. Deze maatregelen dragen effectief bij tot de

beperking van het aantal schadegevallen. Een voorbeeld hiervan is de door de brandpolis

opgelegde verplichting om brandblusapparaten en rookmelders te installeren.

5. In het kader van de aanvullende ziekteverzekering kan je naar mijn mening ook een

zekere preventieve rol herkennen. Verzekeraars voeren vaak een vrijstelling in. Hierdoor

komt de eerste schijf van de kosten ten laste van de verzekerde. We zien bijvoorbeeld bij de

aanvullende hospitalisatieverzekering van DKV de mogelijkheid om een vrijstelling te

bedingen3. Ook bij de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering is er een eerste schijf die

ten laste blijft van de patiënt, namelijk het remgeld. De systemen van remgelden en

vrijstellingen kunnen een bijdrage leveren in de strijd tegen overconsumptie in de

gezondheidszorg. De patiënt zal niet onnodig een arts consulteren wanneer niet alle kosten

gedekt worden via de sociale zekerheid of een private verzekering.

1.1.4 Spaarwezen en waarborgen

6. Verzekeringen dragen mogelijk bij tot het spaarwezen, maar dit kenmerk kent geen

verplicht karakter. Het gaat in het bijzonder over de levensverzekering waarbij premies

worden betaald door de verzekeringnemer, vervolgens door de verzekeraar opgespaard

worden en dan later terug uitbetaald worden aan de begunstigde. Het is uiteindelijk de

begunstigde die de gespaarde tegoeden opnieuw verkrijgt. Er is geen spaarfunctie op te

merken ten voordele van de verzekerde bij aanvullende ziekteverzekeringen. De verzekeraar

daarentegen zal wel een reserve aanleggen om de verzekerde te kunnen vergoeden wanneer

het verzekerde risico zich voordoet4.

7. Verzekeringen kunnen ook dienst doen tot het waarborgen van bepaalde verrichtingen.

Denk maar aan de terugbetaling van een hypothecaire lening die gekoppeld wordt aan een

schuldsaldoverzekering of een verzekering tot wedersamenstelling van het kapitaal. Ook dit

kenmerk is echter niet relevant bij de aanvullende ziekteverzekering5.

1.1.5 De beleggingen

8. De verzekeraars krijgen premies van de verzekeringnemers. Met deze sommen kan de

verzekeraar beleggingen doen in verwerving van onroerend goed, staatspapieren, obligaties en

aandelen van vennootschappen en dergelijke meer6. Niet enkel de private verzekeraar, maar

ook de ziekenfondsen hebben een beleggingsmogelijkheid. De wet van 6 augustus 1990

3 X, Algemene verzekeringsvoorwaarden DKV, www.dkv.be/pdfbib.ashx?lang=nl&id=11901.pdf (consultatie 6

februari 2014). 4 M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 37.

5 Ibid.

6 M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 37-40.

Page 12: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

5

betreffende de ziekenfondsen7 (hierna: de Ziekenfondswet) voorziet dat de Koning de

voorwaarden bepaalt waaronder de ziekenfondsen hun financiële middelen mogen beleggen.

De betrokken geldmiddelen van ziekenfondsen betreffen enerzijds publieke middelen en

anderzijds de gelden van de leden. De beleggingsmogelijkheden zijn strikter gereguleerd dan

bij de private verzekeraar. Er zal meestal een beperking zijn tot beleggingen in euro en met

kapitaalbescherming. Beleggingen in afgeleide financiële producten, bijvoorbeeld opties en

warrants, zijn altijd uitgesloten8.

1.2 Wezenlijke bestanddelen: risico en schade

9. Er zijn drie vereisten om van een verzekerbaar risico te kunnen spreken. Het moet gaan

om een onzekere, toekomstige en mogelijke gebeurtenis waarvan de verwezenlijking buiten

de wil van de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde valt9. Zonder risico kan er

geen geldige verzekeringsovereenkomst gesloten worden. Het schadegeval is de

verwezenlijking van het risico10

.

10. Het risico is een onzekere gebeurtenis die zich nog niet verwezenlijkt heeft. De

verzekeringnemer moet de verzekeraar bij sluiting van de overeenkomst correct inlichten over

de kenmerken van het risico. Het feit dat het om een onzekere gebeurtenis moet gaan hangt

samen met het vereiste kanselement van de verzekeringsovereenkomst. De gebeurtenis kan op

twee wijzen onzeker zijn. Enerzijds kan het zich voordoen van een gebeurtenis onzeker zijn.

Het is met andere woorden ook mogelijk dat het risico zich niet verwezenlijkt. Anderzijds kan

het tijdstip van de gebeurtenis onzeker zijn. Hierbij is het zeker dat het risico zich zal

verwezenlijken, maar is enkel het ogenblik het onzekere element. Een voorbeeld hiervan is de

levensverzekering. Het is zeker dat de verzekerde zal overlijden, maar men weet niet

wanneer11

. Bij de aanvullende ziekteverzekering kan het kanselement zowel betrekking

hebben op het al dan niet voorvallen van de verzekerde gebeurtenis als op het tijdstip waarop

het risico zich voordoet12

.

11. Wanneer een gebeurtenis afhankelijk is van een louter potestatieve voorwaarde dan is

het onmogelijk om dit risico te verzekeren. Wanneer de gebeurtenis zich louter door de wil

van de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde kan voordoen zal het risico niet

verzekerbaar zijn. Wanneer de realisatie afhankelijk is van een gewone potestatieve

voorwaarde is het risico wel verzekerbaar omdat er nog andere toevallige factoren meespelen

in het verwezenlijken van het risico13

. Uit de wet op de landverzekeringsovereenkomsten

7 Wet 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, BS 28 september

1990, 18.475. (Hierna: Ziekenfondswet). 8 CH. LANGENDRIES, “De toegevoegde waarde van de interne audit, het auditcomité en de externe audit” in J.P.

BOULANGER en D. SMETS, Publieke en non-profitsector, interne controle en deugdelijk bestuur, die Keure, 2008,

100. 9 L. SCHUERMANS, Grondslagen van het Belgisch verzekeringsrecht, Intersentia, Antwerpen-Oxford, 2008, 12-

13. 10

M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 155. 11

M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 195-196. 12

Art. 24, eerste lid Wet 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, BS 20 augustus 1992, 18.283.

(Hierna: WLVO). 13

L. SCHUERMANS, Grondslagen van het Belgisch verzekeringsrecht, Intersentia, Antwerpen-Oxford, 2008, 18.

Page 13: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

6

blijkt dat “de vrije wil” een belangrijke rol vervult, de verzekeraar is namelijk niet verplicht

dekking te geven aan de persoon die het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt14

. De

algemene voorwaarden van de verzekeringspolis bepalen meestal dat vrijwillig veroorzaakte

letsels niet gedekt worden, zodanig dat er geen discussie kan ontstaan met de verzekerde15

.

Meer bepaald kan het gaan om kosten door het oplopen van letsels bij zelfmoordpogingen en

misdaden16

.

1.3 Indeling van de verzekeringen

1.3.1 Private verzekeringen versus sociale verzekeringen

12. De burger is volledig vrij om al dan niet een private verzekering aan te gaan, dit staat in

contrast met de stelsels waar de wet een verplichting tot verzekering oplegt, denk maar aan de

verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering als tak van de sociale zekerheid. De aanvullende

ziekteverzekeringen die aangeboden worden op facultatieve basis zijn een voorbeeld van

private verzekeringen. Deze verzekeringen worden echter niet alleen door private

verzekeraars aangeboden, maar ook door ziekenfondsen17

.

13. Naast de private verzekeringen vinden we de verzekeringstechniek ook terug binnen

verschillende instellingen van de sociale zekerheid. Het is een van de eerste technieken die in

de sociale zekerheid werd toegepast. Het begrip sociale verzekeringen is enger dan het begrip

sociale zekerheid. Dit neemt echter niet weg dat er vandaag nog sporen terug te vinden zijn

van de sociale verzekeringstechniek. Men spreekt van een sociale verzekering wanneer de

verzekeringstechniek toegepast wordt op een sociaal risico. Onder sociale risico’s begrijpt de

wetgever ziektekosten, inkomensderving bij ziekte, werkloosheid, ouderdom, arbeidsongeval

of beroepsziekte, kinderlast, moederschap, invaliditeit en vroegtijdige dood18

. We kunnen

echter niet spreken van verzekeringen in werkelijke zin zoals deze aangeboden worden door

de private verzekeraars. De wetgever bekomt via bijzondere ingrepen, zoals een

verzekeringsverplichting, dat niet of moeilijk verzekerbare risico’s toch verzekerbaar

worden19

. Op deze manier ontstaat er solidariteit tussen de verschillende verzekerden.

14. De aanbieders van sociale verzekeringen gaan zich onderscheiden van private

verzekeraars doordat de afgehouden bijdragen niet evenredig zijn met de risico’s van de

verzekerden. Ook de prestaties van de sociale verzekeraar verschillen, in die zin dat ze niet

berekend zijn in functie van de bijdragen. Het zijn niet enkel de bijdragen die ervoor zorgen

14

Art. 8, eerste lid WLVO. 15

X, Voornaamste uitsluitingen,

http://www.ethias.be/nl/prd/D5PR027/Particulieren/Verzekeren/Gezin/Hospitalisatie/Detail/Uitsluitingen.htm

(consultatie 6 februari 2014). 16

X, Algemene verzekeringsvoorwaarden DKV, www.dkv.be/pdfbib.ashx?lang=nl&id=11901.pdf (consultatie

10 februari 2014). 17

W. VAN EECKHOUTTE en O. VANACHTER, Bibliotheek Sociaal Recht, Larcier, 2013,

http://pronl.larciergroup.com/resource/extra/9782804447410/Inhoud_ARBINV.pdf (consultatie 5 november

2013), 65. 18

W. VAN EECKHOUTTE, Handboek Belgische Socialezekerheidsrecht 2009, Kluwer, 2009, 3. 19

W. VAN EECKHOUTTE, Handboek Belgische Socialezekerheidsrecht 2009, Kluwer, 2009, 5.

Page 14: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

7

dat de sociale verzekeraars hun verzekeringsactiviteit kunnen uitoefenen, daarnaast is er nog

de tussenkomst van werkgevers en overheidssteun. In beginsel zijn de instanties die instaan

voor de uitvoering van de sociale verzekeringen aan een eigen wetgeving onderworpen

wegens het verschillend beleid en doel van deze organisaties20

. De ziekenfondsen zijn in het

kader van hun taak betreffende de wettelijke ziekte- en invaliditeitsverzekering onderworpen

aan een eigen wetgeving namelijk de Ziekenfondswet. Binnen deze wetgeving werd

aanvankelijk ook het aanbod van de aanvullende ziekteverzekeringen geregeld, maar hier

kwam verandering in. Deze thematiek komt verder uitgebreid aan bod in het vierde hoofdstuk.

15. Het belangrijkste onderscheidingscriterium tussen sociale en private verzekeringen is de

solidariteit. De inkomsten worden herverdeeld binnen de groep verzekerden zonder dat er een

band bestaat tussen bijdragen en uitkeringen. Er wordt gebruik gemaakt van het systeem van

repartitie en de compensatie wordt toegepast tussen verlieslatende en winstgevende stelsels21

.

Dit herverdelend effect is typerend voor de solidariteit, het is geen spaarsysteem waar je de

bijdragen kunt opsparen tot je ze zelf nodig hebt. Je bijdragen worden gebruikt om

uitkeringen van anderen te financieren. Het komt erop neer dat jongeren voor ouderen betalen,

gezonden voor zieken en werkenden voor werklozen22

. Via de sociale verzekeringstechniek

kunnen slechte risico’s verzekeringsdekking genieten zonder dat er al te hoge premies

aangerekend worden23

.

1.3.2 Verzekering op premie en onderlinge verzekeringen

16. In het algemeen wordt een verzekering op premie aangeboden door een verzekeraar met

winstoogmerk. De aanbieder van onderlinge verzekeringen heeft geen winstoogmerk en

brengt een aantal personen samen die onderworpen zijn aan eenzelfde risico, men gaat zich

gezamenlijk onder elkaar verzekeren. Elke deelnemer heeft hier de dubbele hoedanigheid van

verzekeraar en verzekeringnemer24

.

17. Ziekenfondsen zijn verenigingen zonder winstoogmerk en opereren dus bij elke

activiteit zonder winstdoel. Dit heeft tot gevolg dat we spreken over verzekeringsbijdragen en

niet over verzekeringspremies25

. In het kader van de aanvullende ziektekostenverzekeringen

valt op te merken dat ziekenfondsen ook dikwijls de term premie hanteren. Dit kan verklaard

worden doordat die ziekenfondsen in het kader van de aanvullende ziekteverzekeringen

onderworpen zijn aan de wet op de landverzekeringsovereenkomsten.

20

M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 76. 21

M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 77. 22

X, De ziekteverzekering in een notendop ,www.cm.be/binaries/Brochure-ziekteverzekering-in-een-

notendop_tcm375-102234.pdf (consultatie 5 november 2013), 9. 23

K. TERMOTE, De persoonsverzekeringen, Kluwer, 2009, 14. 24

M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 83-84. 25

B. VAN BUGGENHOUT, “Aanvullende sociale verzekeringen in België: solidariteit en subsidiariteit in de

sociale bescherming” in J. VAN LANGENDONCK, R. DILLEMANS, G. LOOSVELDT (eds.), Sociale bescherming op

nieuwe paden: liber memorialis Béatrice Van Buggenhout, Universitaire Pers Leuven, 2003, 281.

Page 15: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

8

1.3.3 Schadeverzekeringen en persoonsverzekeringen

18. Een schadeverzekering zal slechts in een prestatie voorzien indien een onzeker voorval

schade veroorzaakt aan iemands vermogen26

. Een persoonsverzekering daarentegen zal een

prestatie leveren indien een onzekere gebeurtenis zich voordoet die iemands leven, fysische

integriteit of de gezinstoestand aantast27

. De aanvullende ziekteverzekering wordt

gekwalificeerd als een persoonsverzekering28

.

1.3.4 Forfaitaire en indemnitaire verzekeringen

19. De indemnitaire verzekeringen leveren een prestatie die voldoende is om de geleden

schade of de schade waarvoor hij aansprakelijk is te vergoeden. De verzekerde kan zich dus

niet verrijken door het afsluiten van een indemnitaire verzekering. Een forfaitaire verzekering

dient tot uitkering van een vast bedrag ongeacht wat de werkelijk geleden schade is. Bij het

sluiten van de overeenkomst wordt de som vastgelegd29

. De aanvullende ziekteverzekering

kan zowel een forfaitair als een indemnitair karakter hebben. Het aanbod verschilt naargelang

de verzekeraar en de gekozen verzekeringsformule. Elke verzekeraar heeft een ruim aanbod

waarbij de premies en prestaties sterk kunnen verschillen. In de persoonsverzekeringen is er

een minder grote vrees voor opzettelijke schadegevallen wat toelaat om, indien de partijen dit

wensen, een forfaitaire vergoeding te bepalen in de verzekeringspolis. Bij levensverzekerings-

contracten is er echter geen keuzerecht voor de partijen, deze verzekering is uitsluitend

forfaitair van aard30

.

26

M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 82. 27

Art. 1, lid h, WLVO. 28

M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 547; K.TERMOTE, De persoonsverzekering, Kluwer, 2009,

1-10. 29

M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 85. 30

M. FONTAINE, Verzekeringsrecht, Larcier, 2011, 549-551.

Page 16: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

9

Hoofdstuk 2: Het Belgische gezondheidszorgsysteem

2.1 Sociale zekerheid: Algemeen

20. De Belgische sociale zekerheid is gebaseerd op solidariteit tussen verschillende

groepen. Door middel van verplichte bijdragen bestaat er solidariteit tussen werkenden en

werklozen, jongeren en ouderen, gezonden en zieken, mensen met en zonder inkomen,

gezinnen zonder kinderen en gezinnen met kinderen. Het sociale zekerheidssysteem bevat

zeven takken31

:

1. Ouderdoms- en overlevingspensioenen;

2. werkloosheid;

3. arbeidsongevallenverzekering;

4. beroepsziektenverzekering;

5. gezinsbijslag;

6. ziekte- en invaliditeitsverzekering;

7. jaarlijkse vakantie.

21. De sociale zekerheid is ook onderverdeeld in drie belangrijke stelsels, er bestaat

namelijk een gedifferentieerd systeem naar gelang je behoort tot de groep van de werknemers,

de zelfstandigen of het overheidspersoneel32

.

Ze vervult drie functies33

:

1. Bij verlies van het arbeidsinkomen (werkloosheid, pensionering, arbeids-

ongeschiktheid) ontvangt men een vervangingsinkomen;

2. Bij bepaalde “sociale lasten” (bijkomende kosten), zoals het opvoeden van kinderen of

ziektekosten, ontvangt men een aanvulling op het inkomen;

3. Als men onvrijwillig niet over een beroepsinkomen beschikt, dan ontvangt men

bijstandsuitkeringen.

2.1.1 Ziekte- en invaliditeitsverzekering

22. Het Belgisch wettelijk gezondheidszorgsysteem bevat een verplichte ziekteverzekering

die het grootste deel van de gezondheidsuitgaven voor haar rekening neemt. Ze wordt door

verschillende bronnen gefinancierd34

.

23. In eerste instantie zijn er de bijdragen van werknemers en werkgevers. Deze worden

berekend op basis van het loon. Daarnaast worden staatssubsidies aangewend om de kas aan

te vullen. Omdat voorgaande bronnen onvoldoende zijn om de volledige kosten inzake

gezondheidszorg te dekken worden er ook bijzondere ontvangsten geïnd. Hieronder verstaat

men onder meer de bijdrage op de verzekeringspremie voor de verplichte

31

X, Sociale zekerheid in het kort, www.socialsecurity.fgov.be./nl/over-de-fod/sociale-zekerheid-kort/sociale-

zekerheid-kort.htm (consultatie 5 november 2013). 32

X, De ziekteverzekering in een notendop, www.cm.be/binaries/Brochure-ziekteverzekering-in-een-

notendop_tcm375-102234.pdf (consultatie 7 november 2013), 7. 33

X, Sociale zekerheid in het kort, www.socialsecurity.fgov.be./nl/over-de-fod/sociale-zekerheid-kort/sociale-

zekerheid-kort.htm (consultatie 7 november 2013). 34

W. VAN EECKHOUTTE, Handboek Belgisch sociaal recht II. Socialezekerheidsrecht, 2013, 79-118.

Page 17: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

10

aansprakelijkheidsverzekering voor motorvoertuigen en een bijdrage ten laste van de

gepensioneerden. Als laatste element zijn er de alternatieve financieringsbronnen. Hieronder

wordt de financiering verstaan die niet de kostprijs van de arbeid verzwaart. Er wordt een

beroep gedaan op energiebelastingen, inkomsten uit accijnzen, BTW, roerende voorheffing,

personenbelasting en vennootschapsbelasting. De Europese Commissie speelt met het idee om

een CO²-taks in te voeren, wat ook een extra aanvulling zou betekenen voor de alternatieve

financieringsbronnen35

. Het feit dat de overheid zich beroept op de inkomsten van de roerende

voorheffingen kan verantwoord worden vanuit de stelling dat een loutere financiering

drukkend op arbeidsinkomens niet aanvaardbaar is. Bij sommige mensen bestaat het gehele

inkomen uit arbeidsinkomens, maar dit is niet bij elk gezin het geval. Naarmate het loon hoger

is, stijgt de waarschijnlijkheid dat er ook bepaalde kapitaalstromen aanwezig zijn. Vanuit het

oogpunt van de sociale rechtvaardigheid is het van belang om de heffingen naar werkelijke

draagkracht te verdelen, wat betekent dat het totale inkomen in acht genomen moet worden.

Een deel uit de roerende voorheffing aanwenden om de sociale zekerheid te bekostigen lijkt

alvast een adequate financieringsbron te zijn. De inkomsten vanuit de accijnzen en de CO²

taks zijn geoorloofd omdat ze in gepaste verhouding staan tot de verantwoordelijkheid die de

dragers van de financiering hebben voor de kosten van de gezondheidszorg. Een persoon die

veel alcohol of tabak nuttigt heeft meer kans op gezondheidsproblemen en nood aan medische

zorg. Het is dan ook verantwoord dat dergelijke personen via de betaling van accijnzen hun

steentje bijdragen tot de financiering van de gezondheidszorg. Wat de inkomsten uit BTW

betreft is er, althans naar mijn mening, geen directe verantwoording om deze aan te wenden

tot de financiering van de sociale zekerheid36

.

24. Naast de nationale georganiseerde stelsels werd op regionaal vlak de Vlaamse

zorgverzekering in het leven geroepen. Dit systeem voorziet in een tegemoetkoming voor

kosten van niet medische zorgen voor personen die zorgbehoevend zijn37

.

2.1.2 De gezondheidszorg

25. Het belang van de Belgische gezondheidszorg is gemakkelijk te illustreren met een

aantal cijfergegevens. Onderstaande tabel38

bevat de evolutie van de gezondheidsuitgaven in

België ten opzichte van het Bruto Binnenlands Product (hierna: BBP). Deze enorme bedragen

tonen de noodzaak van een goed beleid op vlak van de financiering en de beheersing van de

uitgaven inzake gezondheidszorgen aan. Onze gezondheidszorguitgaven overstijgen het

gemiddelde van de Europese Unie.

35

W. VAN EECKHOUTTE, Handboek Belgisch sociaal recht II. Socialezekerheidsrecht, 2013, 117. 36

J. VAN LANGENDONCK, Een rechtmatige financiering van de sociale zekerheid,

https://www.law.kuleuven.be/isr/onderzoek/onlinerapportenbijlagen/rechtmatige%20financiering%20socsec.PD

F (consultatie 10 oktober 2013), 5. 37

R. VERNIEST, De Vlaamse zorgverzekering,

www.cm.be/binaries/de%20Vlaamse%20zorgverzekering_tcm375-102198.pdf (consultatie 16 oktober 2013), 1. 38

ASSURALIA, Nationale gezondheidsuitgaven en het BBP,

www.assuralia.be/fileadmin/content/stats/03_Cijfers_per_tak/05_Gezondheid/06_Nationale_uitgaven_gezondhei

dszorg/NL/02_Uitgaven_ifv_BBP%2001.htm (consultatie 10 oktober 2013).

Page 18: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

11

bedragen in miljoenen euro 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011

BBP 276.157 291.287 303.435 318.829 335.815 346.375 340.777 356.125 369.836

Nationale gezondheidsuitgaven 27.526 29.153 30.293 30.229 31.988 34.335 36.101 37.404 38.884

in % van het BBP 10,0% 10,0% 10,0% 9,5% 9,5% 9,9% 10,6% 10,5% 10,5%

Gezondheidsuitgaven in Europa

in % van het BBP

8,9% 8,9% 9,1% 9,0% 8,9% 9,0% 10,0% 9,9% 9,7%

26. De gezondheidszorg is een sector waar iedere persoon onvermijdelijk meermaals mee in

contact komt. De bedragen uit de volgende tabel39

geven een compleet beeld van de uitgaven

van de Belgische bevolking inzake gezondheidszorg per financieringsbron. Bij het

samenstellen van de nationale gezondheidsuitgaven werden de volgende financieringsbronnen

in acht genomen:

- De overheid: “alle rechtstreekse uitgaven voor gezondheidszorg door de sociale

zekerheidsinstellingen, de federale overheid, de gewesten en gemeenschappen, en de

lokale overheden.” Dit is de voornaamste financieringsbron, ze neemt drie kwart van

de gezondheidsuitgaven voor haar rekening.

- Privaat: “de aanvullende ziektekostenverzekeringen aangeboden door ziekenfondsen

en private verzekeraars”

- Patiënt: De netto remgelden en de eigen bijdragen van de gezinnen

- Bedrijven: “de bedragen die bedrijven rechtstreeks aan gezondheidszorg besteden,

bijvoorbeeld de uitgaven aan de bedrijfsgeneeskundige dienst, uitgaven aan acties in

het kader van gezondheid en preventie en rechtstreeks ten laste genomen medische

kosten van het personeel.”

27. De tabel40

geeft een duidelijk overzicht van de nationale gezondheidszorguitgaven

volgens financieringsbron (overheid, patiënt, werkgever en privaat). Hierbij wordt nogmaals

bevestigd dat de overheid het grootste deel van de financiering op zich neemt. Niet alle kosten

kunnen door de overheid gedekt worden en dit heeft als gevolg dat het remgeld ten laste komt

van de patiënt. Met deze tabel wil ik aantonen dat de remgelden door de jaren heen blijven

stijgen en de aanvullende ziekteverzekeringen steeds noodzakelijker worden. Binnen het

privaat luik zijn het de private verzekeraars die de grootste financieringsbron zijn. De private

verzekeraars vergroten sterk hun marktaandeel41

. Volgens cijfers van 2013 uit De Tijd heeft

slechts één op drie een aanvullende hospitalisatieverzekering afgesloten bij een ziekenfonds.

39

ASSURALIA, De nationale uitgaven in de gezondheidszorg, ASSURinfo 2012,

http://www.assuralia.be/fileadmin/content/stats/03_Cijfers_per_tak/05_Gezondheid/06_Nationale_uitgaven_gez

ondheidszorg/NL/120913_NL_uitgaven2010_gezondheid.pdf (consultatie 12 oktober 2013), 9. 40

ASSURALIA, Overzicht van de nationale gezondheidsuitgaven volgens financieringsbron (overheid, patiënt,

werkgever, privaat),

http://www.assuralia.be/fileadmin/content/stats/03_Cijfers_per_tak/05_Gezondheid/06_Nationale_uitgaven_gez

ondheidszorg/NL/01_Uitgaven_per_financier%2001.htm (consultatie 25 maart 2014). 41

P. CALCOEN, Private expenditure on health in Belgium, Itinera institute analysis 2012,

www.itinerainstitute.org/sites/default/files/articles/pdf/20121804_analysis_private_expenditure_healthcare_2.pdf

(consultatie 15 februari 2014), 8.

Page 19: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

12

Dit is te verklaren door het feit dat veel werkgevers een hospitalisatiepolis opnemen in het

loonpakket. Een dergelijke polis kan enkel bij een private verzekeraar afgesloten worden42

.

Overzicht van de nationale gezondheidsuitgaven volgens financieringsbron

(overheid, patiënt, werkgever, privaat)

Bron: Assuralia

Laatst gewijzigd: 10/01/14

in miljoenen euro 2008 2009 2010 2011

Overheid 25.715,89 27.453,97 28.087,54 29.517,90

Sociale Zekerheid 21.927,63 23.421,90 24.157,26 25.448,56

Federale overheid 878,24 889,54 743,88 778,95

Gewesten en gemeenschappen

2.785,32 3.055,23 3.104,90 3.223,79

Lokale overheden 124,70 87,30 81,50 66,60

Patiënt 7.134,30 7.083,57 7.727,92 7.651,04

Out-of-pocket 5.558,85 5.423,59 6.117,46 6.023,53

Remgeld 1.852,61 1.964,19 1.936,80 1.957,16

Terugstortingen remgeld

-277,15 -304,21 -326,34 -329,65

Bedrijven 67,83 69,71 69,20 78,58

Privaat 1.417,35 1.493,82 1.519,28 1.636,74

Privé-verzekeringen 786,00 824,02 834,41 879,78

Ziekenfondsen 631,35 669,80 684,87 756,96

Totaal 34.335,38 36.101,07 37.403,95 38.884,26

2.2 Probleem

28. Het wettelijk stelsel van de sociale zekerheid ligt onder vuur omwille van de stijgende

kosten van de gezondheidszorg. De stijging is te wijten aan de vergrijzing en nieuwe

technologieën. Zieken die vroeger niet behandeld konden worden kunnen vandaag wel een

behandeling krijgen dankzij nieuwe technologieën en behandelingsmethodes. Het stelsel

wordt te duur waardoor er alternatieve systemen moeten bedacht worden om de bevolking

bescherming te bieden tegen gezondheidsrisico’s. Bijkomende maatregelen zijn geen

overbodige luxe en zelfs zeer dringend te noemen43

. De wettelijke tegemoetkomingen worden

42

P. VAN MALDEGEM, Voorkom peperdure hospitalisatie,

http://netto.tijd.be/geld_en_gezin/verzekeren/Voorkom_peperdure_hospitalisatie.9317131-

1629.art?highlight=hospitalisatie (consultatie 23 oktober 2013). 43

P. VAN HERCK, Een Vlaamse sociale zekerheid: symboolfunctie of toekomstvisie?, Itinera institute opinie

2012, www.itinerainstitute.org/sites/default/files/articles/pdf/20120712_socialezekerheid_toekomstvisie_pvh_-

_copy.pdf (consultatie 20 februari 2014).

Page 20: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

13

beperkt waardoor het uitbreiden van de aanvullende verzekeringen aan belang wint44

. Meer

dan 10 procent van het Belgisch BBP gaat naar gezondheidskosten. Het spreekt voor zich dat

dit onmogelijk vol te houden is, België zal gigantische overheidsschulden maken op het

gebied van sociale zekerheid als ze haar hoge staatssteun blijft handhaven. Ons systeem

behoort tot één van de beste systemen ter wereld, maar de financiering van de gezondheids-

zorg zal moeten hervormd worden. Het is aan de politici om dit te verwezenlijken met een

minimale impact op de toegankelijkheid tot de gezondheidszorg ten aanzien van de burger en

een minimaal verlies aan kwaliteit van het huidig systeem.

29. De voorbije jaren werd het budget met betrekking tot de gezondheidszorg reeds

gematigd. In 2013 werd 385 miljoen bespaard, deze trend zal men ongetwijfeld proberen

verder te zetten in 2014 en 2015. Het budget moet onder controle blijven, maar het mag niet

ten koste gaan van de kwaliteit of de toegang tot de zorg. De regering moet structurele

maatregelen nemen die op lange termijn zorgen voor een daling van de gezondheidsuitgaven.

Men zou bijvoorbeeld kunnen nadenken hoe de abnormale voorschrijfprofielen bij artsen

gemilderd kunnen worden45

.

30. De wettelijke sociale zekerheid is ook voor velen ontoereikend. De wettelijke

ziektekostenverzekering dekt lang niet alle belangrijke kosten. Het remgeld komt ten laste van

de patiënt, dit is in veel gevallen nog steeds een aanzienlijk deel van de kosten46

. We zien dan

ook dat aanvullende systemen in de praktijk vooral in de sectoren ziekte- en invaliditeit en

ongevallen in het beroeps- en privéleven in werking worden gesteld47

. De vraag is echter of

de aanvullende ziekteverzekeringen aangeboden en beheerd moeten worden door de overheid

of de markt volledig geprivatiseerd moet worden?

2.3 Uitdagingen: Europese dimensie

31. Op de Europese top te Lissabon kwamen de Europese staatshoofden en regeringsleiders

samen en stelden een strategisch doel op voor Europa. In de context van de Lissabonstrategie

werd de Open Methode van Coördinatie (hierna: OMC) ingevoerd voor sociale materies.

Initieel was er enkel een OMC op het domein sociale insluiting, later werd het uitgebreid met

een OMC op het vlak van pensioenen en gezondheidszorg en langetermijnzorg. Het is vooral

dit laatste punt dat hier enige relevantie heeft. Uiteindelijk werden de drie punten gebundeld

onder de gezamenlijke term “de Sociale OMC”. Hiermee willen de lidstaten van de EU

gemeenschappelijke doelstellingen waarmaken op sociaal vlak. Vervolgens werd de

Lissabonstrategie opgevolgd door de Europa 2020 strategie. Vanaf 2012 zijn de lidstaten

44

H. THIJS, “Is er vraag naar een wet op de aanvullende gezondheidszorg?” in Y. STEVENS en G. GIESELINK,

Verslagboek, employee benefits, nieuwe vormen van beloning juridisch bekeken, Kluwer, 2003. 45

X, Jaarverslag LCM 2012, http://www.cm.be/binaries/Jaarverslag-LCM-2012-CM-en-ZIV_tcm375-

130947.pdf (consultatie 12 oktober 2013) , 22. 46

M. NEIJENS, Analyse van de toenemende vergrijzing en bijgevolg de toenemende behoefte aan

gezondheidszorg, masterproef Toegepaste Economische Wetenschappen Universiteit Hasselt, 2009-10, 2. 47

K. TERMOTE, De persoonsverzekering, Kluwer, 2009, 16-17.

Page 21: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

14

verplicht jaarlijks te rapporteren aan de Europese Commissie over hun vooruitgang inzake de

nationale hervormingsprogramma’s48

.

32. Het Belgische gezondheidszorgsysteem krijgt in de Eurobarometer-enquête bij de

bevolking de hoogste tevredenheidsscore in Europa. Ook in internationale studies behaalt het

goede scores voor wat betreft de gelijkheid van de toegang tot de zorg. Toch blijft het

tegengaan van gezondheidsongelijkheden en de verbetering van de toegankelijkheid van de

gezondheidszorg een belangrijke bekommernis in België. Uit het rapport blijkt dat België

vooral streeft naar de financiële houdbaarheid, een goede kwaliteit en een brede

toegankelijkheid van haar systeem49

.

2.4 Mogelijke oplossingen in de toekomst voor de financiering van de gezondheidszorg?

2.4.1 Meer sociale bijdragen

33. De sociale bijdragen verhogen zou in ieder geval zorgen voor meer staatsinkomsten,

maar deze oplossing is niet denkbaar. Heel wat middelen zijn reeds ingeschakeld om de

verhoging van de arbeidskost te vermijden. Een verhoging van de sociale bijdragen drijft de

arbeidskost de hoogte in waardoor de tewerkstelling negatief zal beïnvloed worden en

bovendien verzwakt het de concurrentiepositie van de Belgische bedrijven. De overheid zal

andere financieringsbronnen moeten zoeken om het systeem van onze gezondheidszorg een

verder bestaan te geven50

.

2.4.2 Alternatieve financiering

34. Vandaag wordt reeds een groot deel van de financiering geleverd door BTW-

opbrengsten. Een verdere uitbouw van dergelijke financieringsbronnen is echter niet

vanzelfsprekend. Indien men de BTW-opbrengsten zou gaan verhogen betekent dit dat de

bevolking meer moet betalen voor hun producten met als gevolg dat de koopkracht zal dalen.

We kunnen concluderen dat ook dit geen ideale oplossing is51

.

2.4.3 Meer remgelden

35. De patiënt moet telkens een stuk van de ziektekosten zelf financieren. De Belgen

worden reeds genoodzaakt om ongeveer 25 procent van de kosten te dragen via remgelden.

Dit bedrag nogmaals verhogen lijkt ook geen verstandige oplossing. De gezondheidszorg is

namelijk een basisbehoefte die elke burger moet kunnen genieten. De verhoging van de

48

X, Sociale bescherming en inclusie: de rapporten, www.socialsecurity.fgov.be./nl/nieuws-publicaties/sociale-

bescherming-inclusie-rapporten/sociale-bescherming-inclusie-rapporten.htm (consultatie 12 oktober 2013). 49

X, Strategische sociale rapportering 2013,

www.socialsecurity.fgov.be./docs/nl/publicaties/socinc_rap/analysis-social-context.pdf (consultatie 13 oktober

2013). 50

J. KESENNE, De financiering van de gezondheidszorguitgaven in België,

www.itinerainstitute.org/sites/default/files/articles/pdf/20130215gezondheidszorguitgaven_jk_nl.pdf

(consultatie 9 februari 2014), 7-12. 51

Ibid.

Page 22: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

15

remgelden zou met zich meebrengen dat de gezondheidszorg voor een deel van de bevolking

onbetaalbaar zou worden52

.

2.4.4 Uitbreiding tweede en derde pijler

36. Om deze uitbreiding te kunnen begrijpen is het van belang een woordje uitleg te geven

over de pijlerstructuur in de gezondheidszorg.

37. Tot de eerste pijler behoren de verzekeringen die door de overheid of een

overheidsinstelling worden georganiseerd en gedeeltelijk of geheel worden gefinancierd. De

bijdragen die worden betaald zijn gesolidariseerd en kunnen ook gebonden zijn aan de

verworven inkomsten van de burger. De verplichte ziektekostenverzekering voor werknemers,

overheidspersoneel en zelfstandigen en de Vlaamse zorgverzekering zijn te rangschikken

onder deze eerste pijler.

De tweede pijler van de ziektekostenverzekering bevat de verzekeringen die zich buiten het

wettelijk stelsel situeren, maar wel gedeeltelijk gefinancierd worden door een gesolidariseerde

premie. Deze kunnen eventueel een financiële ondersteuning krijgen van de overheid. Ook

deze verzekeringsproducten kunnen verplicht worden voor personen van een welomschreven

groep. De aanvullende diensten en activiteiten van de ziekenfondsen en de arbeidsgebonden

ziektekostenverzekering kunnen we onderbrengen in deze categorie.

De derde pijler van de ziektekostenverzekering omvat de producten die volledig buiten het

wettelijke stelsel georganiseerd worden. Ze kunnen op individuele basis worden afgesloten.

De financiering gebeurt niet door een gesolidariseerde premie, er is immers risicoselectie.

Verschillende categorieën verzekerden zullen onder verschillende voorwaarden kunnen

toetreden tot het verzekeringscontract. Het is de verzekeraar zelf die bepaalt of en onder

welke voorwaarden een persoon kan toetreden. De facultatieve hospitalisatieverzekering

behoort tot deze derde pijler53

.

38. Dit tweede en derde pijlersysteem is reeds aanwezig in België. Het betekent dat men de

keuzemogelijkheid heeft om bovenop de verplichte ziekteverzekering een aanvullende private

ziekteverzekering te onderschrijven (beroepsgebonden of niet-beroepsgebonden). Het gevaar

bij uitbreiding van de aanvullende ziekteverzekeringen bestaat er echter in dat bepaalde

personen van de gezondheidszorg zullen uitgesloten worden. Mensen met beperkte middelen

die geen geld hebben om een extra verzekering te nemen dreigen de dupe te worden van deze

uitbreiding. Het zou kunnen ontaarden in een afbouw van de verplichte sociale bescherming

en een uitbreiding van de facultatieve bescherming waardoor gezondheidszorg voor een groot

deel van de bevolking een luxeproduct dreigt te worden. Dit is in strijd met de solidaire

gedachte van de gezondheidszorg. Het is echter wel een feit dat de aanvullende ziekte-

verzekeringen aan belang winnen. Zolang deze uitbreiding niet ten koste gaat van het sociale

52

Ibid. 53

J. BERGHMAN en E. MEERBERGEN, Aanvullende sociale voorzieningen in de tweede en derde pijler,

www.belspo.be/belspo/organisation/publ/pub_ostc/agora/ragff084r_nl.pdf (consultatie 16 oktober 2013), 2.

Page 23: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

16

zekerheidssysteem zie ik weinig problemen. De armere klassen van de bevolking kunnen in

dit laatste geval nog steeds gezondheidszorg genieten54

.

2.4.5 Verplichte aanvullende verzekering inzake gezondheidszorg

39. Een verplichte aanvullende verzekering zou kunnen aangeboden worden door

ziekenfondsen in concurrentie met de private verzekeraars. Zo werd reeds de Vlaamse zorg-

verzekering verplicht gesteld sinds 1 oktober 200155

. Het zou ook een mogelijkheid bieden

om nieuwe producten en diensten op de markt te brengen. Er kan hierbij gedacht worden aan

de problematiek inzake de verzekering van chronische zieken, psychische zorg, preventieve

gezondheidszorg en andere aspecten die op dit moment nog onvoldoende verzekerbaar zijn.

Het blijkt duidelijk dat er een grotere markt is weggelegd voor de aanvullende

ziekteverzekering56

.

2.4.6 Een Vlaamse sociale zekerheid?

2.4.6.1 Vlaamse hospitalisatieverzekering

40. Het regeerakkoord “Vlaanderen 2009-2014, een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende

tijden” wil een Vlaamse hospitalisatieverzekering invoeren. Om het in de bewoording van het

regeerakkoord te citeren: “De Vlaamse samenleving moet een solidaire samenleving zijn, ook

als de budgettaire middelen schaars zijn. Om aan de toenemende zorgvragen tegemoet te

komen, heeft de Vlaamse Regering een zorgplan met een meerjarenprogramma voor een

gerichte uitbreiding in de thuiszorg, de sector van personen met een handicap en de

jeugdzorg opgesteld. Om een krachtig en vernieuwd sociaal beleid vorm te geven zal een

basisdecreet “Vlaamse sociale bescherming” tot stand worden gebracht. De bestaande zorg-

verzekering, een systeem voor maximumfacturen in de thuiszorg, een Vlaamse hospitalisatie-

verzekering, een nieuwe regeling voor de financiële ondersteuning van kinderen en een nieuw

systeem voor de begrenzing van de kosten in de residentiële ouderenzorg zullen onderdelen

van dit basisdecreet vormen57

.”

41. De Vlaamse hospitalisatieverzekering, ook soms aangeduid met de term Vlaamse

Aanvullende Zorgverzekering, zal geen afbreuk doen aan de verplichte ziekteverzekering die

zich binnen de bevoegdheid van het federaal niveau situeert. De Vlaamse Gemeenschap

baseert zich op haar bevoegdheid inzake bijstand aan personen om de nieuwe vorm van

verzekeringen in te richten. De financiering van de hospitalisatieverzekering zou gebeuren

vanuit een dotatie uit de algemene middelen van de Vlaamse gemeenschap, aangevuld door

54

Ibid. 55

R. VERNIEST, De Vlaamse zorgverzekering,

www.cm.be/binaries/de%20Vlaamse%20zorgverzekering_tcm375-102198.pdf (consultatie 16 oktober 2013), 1. 56

J. KESENNE, De financiering van de gezondheidszorguitgaven in België,

www.itinerainstitute.org/sites/default/files/articles/pdf/20130215gezondheidszorguitgaven_jk_nl.pdf

(consultatie 9 februari 2014), 11. 57

P. DEGADT, J. PAUWELS EN A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 18

oktober 2013), 26.

Page 24: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

17

een forfaitaire bijdrage van de verzekerden58

. Personen met een sociaal profiel zullen

mogelijk genieten van een lagere premie59

.

Op vandaag is een Vlaamse sociale zekerheid nog niet gerealiseerd60

. Met een Vlaamse

hospitalisatieverzekering wil men de privatisering afwijzen en pleit men voor een vrije markt

die door de overheid gereguleerd en gecontroleerd wordt61

.

2.4.6.2 Doelstelling

42. De premies voor hospitalisatieverzekeringen worden steeds duurder, dit is te verklaren

door de stijgende ziekenhuiskosten voor patiënten met een hospitalisatieverzekering. Het

gevolg hiervan is logischerwijs een stijgende kost voor de verzekeraars die doorgerekend

wordt aan de verzekeringnemer. De verzekeraars hanteren een risicoselectie wat ervoor zorgt

dat personen met een hoog risico op een ziekenhuisopname een zeer hoge premie moeten

betalen of gewoonweg uit de boot vallen. Men kan hiertegen optreden door een verbod op te

leggen segmentering toe te passen op basis van handicap of de gezondheidstoestand. Naar

mijn mening is dit echter ook geen ideale oplossing. Door het verbod op segmentering zullen

de positieve risico’s meer gaan betalen voor hun hospitalisatieverzekering. Ze zouden in deze

hypothese een premie betalen die in feite niet in verhouding staat met hun risico. Het komt

erop neer dat ze mee betalen voor de negatieve risico’s waardoor er antiselectie ontstaat. Het

negatieve effect is dan dat de positieve risico’s zich niet meer wensen te verzekeren omwille

van het feit dat de verzekering te duur geworden is. Voor de negatieve risico’s, dit zijn dan de

personen met een handicap of een slechte gezondheidstoestand, wordt de verzekering

vervolgens nog duurder omdat de positieve risico’s afhaken. Het is een vicieuze cirkel die

naar mijn mening zeer moeilijk te doorbreken is en moet worden vermeden62

.

43. Een mogelijke oplossing voor de steeds duurder wordende hospitalisatieverzekering kan

geboden worden door de Vlaamse aanvullende zorgverzekering die de Vlaamse

hospitalisatieverzekering omvat. De regels in verband met de reeds bestaande Vlaamse zorg-

verzekering zouden dan de basis vormen. Deze laatste heeft zowel de toetssteen doorstaan van

procedures voor het Grondwettelijk Hof als voor het Europese Hof van Justitie en vormt

bijgevolg een goede basis.

58

P. DEGADT, J. PAUWELS en A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 18

oktober 2013), 26. 59

P. DEGADT, J. PAUWELS en A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 18

oktober 2013), 26-32. 60

P. DEGADT, J. PAUWELS en A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 18

oktober 2013), 27. 61

L. IDE, Minister Jo Vandeurzen: u heeft nog één jaar voor de Vlaamse hospitalisatieverzekering, 2013,

www.n-va.be/nieuws/minister-jo-vandeurzen-u-heeft-nog-een-jaar-voor-de-vlaamse-hospitalisatieverzekering

(consultatie 18 oktober 2013). 62

P. DEGADT, J. PAUWELS en A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 18

oktober 2013), 26-30.

Page 25: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

18

2.4.6.3 Wat wordt gedekt?

44. De Vlaamse Gemeenschap heeft het recht om een Vlaamse hospitalisatieverzekering in

te voeren wegens haar bevoegdheid inzake bijstand aan personen. De medische kosten komen

in aanmerking voor terugbetaling via de verplichte ziekteverzekering die op federaal niveau

georganiseerd is. Men zal dus niet kunnen tussenkomen in de medische kosten, maar enkel in

de niet-medische kosten63

.

De Vlaamse hospitalisatieverzekering dekt alle zorg tot op het niveau van

tweepersoonskamers. Enkel de kosten van de zorg worden gedekt. De luxekosten vallen

buiten de dekking van de verzekering, maar kunnen eventueel nog vrijblijvend via private

verzekeraars gedekt worden. Er blijft weldegelijk nog een markt bestaan voor de private

verzekeringen, maar de basiskosten inzake hospitalisatie wordt gedekt door de verzekering

uitgaande van de overheid. De verzekering moet vooral de meest kwetsbare doelgroepen extra

beschermen, hiermee bedoelt men de psychiatrische patiënten en patiënten met vooraf

bestaande aandoeningen. De verzekering mag de kosten van opname in het ziekenhuis niet

opdrijven en dubbele verzekering voor dezelfde kosten wordt zo veel mogelijk vermeden. Er

wordt ook gestreefd naar een verzekering die zo eenvoudig mogelijk georganiseerd is op

administratief vlak64

. Zowel ziekenfondsen als private verzekeraars zouden de Vlaamse

Aanvullende Zorgverzekering kunnen aanbieden, althans onder volledig toezicht en volgens

de normen van de Vlaamse overheid65

.

Zorgnet Vlaanderen, een werkgeversorganisatie die initiatieven verenigt uit de social profit, is

van mening dat de Vlaamse overheid moet vermijden een nieuwe klassieke

hospitalisatieverzekering aan te bieden. Ze pleit voor een verzekering die inspeelt op de

problematiek van oudere en chronische patiënten. Voor hen is het vaak niet nodig om

verzorging te genieten in een ziekenhuis, maar anderzijds kunnen ze niet thuis revalideren

omdat hun gezondheid het niet toelaat of omdat ze te slecht omringd zijn door familie of

vrienden. De Vlaamse hospitalisatieverzekering zou kunnen tussenkomen in de niet-medische

kost die gerelateerd is aan de opname in een aangepaste zorgvorm zoals een verpleeghuis of

een herstelverblijf en dus niet enkel in kosten van een effectieve hospitalisatie. Een andere

kost die de Vlaamse overheidsverzekering kan dekken is de dubbele woonkost van chronisch

of langdurige zieken. Deze personen moeten dikwijls gedurende hun langdurige opname in

het ziekenhuis woonkosten blijven betalen, denk maar aan huur. Ze moeten bijgevolg zowel

de kost van hun woning als verblijf in het ziekenhuis of verpleeghuis bekostigen. Om te

vermijden dat patiënten hierdoor in de armoede terechtkomen kan de Vlaamse overheid ook

voor deze problematiek een oplossing bieden. Het is effectief de bedoeling dat de nieuwe

63

P. DEGADT, J. PAUWELS en A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 18

oktober 2013), 27. 64

P. DEGADT, J. PAUWELS en A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 18

oktober 2013), 26-33. 65

NVA, De Vlaamse hospitalisatieverzekering,

www.nva.be/files/default/generated/dossier/de%20vlaamse%20hospitalisatieverzekering%20-

%20samenvatting%20dossier.pdf (consultatie 10 december 2013).

Page 26: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

19

Vlaamse overheidsverzekering een meerwaarde kan bieden bij deze knelpunten. Wat volgens

Zorgnet Vlaanderen absoluut moet vermeden worden is dat de verzekering een financiering

zou vormen om gezonde levensstijl, wellness en fitness te bekostigen66

.

2.4.6.4 Negatieve punten

45. De Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welszijns-, Gezondheids,- en

Gezinsbeleid (SARWGG) publiceerde op 24 juni 2010 een advies waarin ze de Vlaamse

hospitalisatieverzekering onder de loep nam. De Adviesraad betwijfelt de relevantie en

doelmatigheid van de voorliggende voorstellen. De ziekenhuisopname in een tweepersoons-

kamer werd immers al betaalbaarder gemaakt door het systeem van de maximumfactuur

binnen de verplichte ziekteverzekering en het verbod op het aanrekenen van

kamersupplementen in tweepersoonskamers. Het is bovendien niet duidelijk welke kosten de

nieuwe verzekering precies zal dekken. Bijkomend zou de Vlaamse hospitalisatieverzekering

de zorgverstrekkers ertoe aanzetten extra kosten te factureren zonder dat de patiënt die zelf

hoeft te betalen. Daarnaast zullen vooral patiënten die nergens anders een verzekering kunnen

bekomen een beroep doen op de Vlaamse hospitalisatieverzekering, wat ervoor zorgt dat de

financiering onder druk zal komen te staan. De slechte risico’s zullen zich laten verzekeren

door de overheid terwijl de positieve risico’s private verzekeringen afsluiten. Op die manier

werkt de overheid in feite mee aan de winstgevendheid van de private verzekeringssector. In

dit advies wordt het nieuwe type verzekering sterk afgeraden. Ze pleit voor strengere

wettelijke voorwaarden voor het aanbieden van hospitalisatieverzekeringen zodat meer

burgers hiertoe kunnen toetreden. Ten slotte vraagt de Adviesraad een beter beleid voor

patiënten met chronische ziekten die langdurige zorg nodig hebben67

.

46. Ook Pieter Van Herck van het Itinera Institute bekritiseert de Vlaamse

hospitalisatieverzekering. De Vlaamse maatregelen betreffen steeds niet-medische kosten. Dit

staat in contrast met de werkelijke oorzaak van de stijgende zorguitgaven die van medische

aard zijn. Bovendien is er te weinig aandacht voor de echte slachtoffers van de stijgende

zorguitgaven, met name de chronische zieken. Het ontwerp van de Vlaamse verzekering zou

voor deze groep weinig soelaas bieden68

.

47. De Christelijke Mutualiteit (hierna: CM) stelde in samenwerking met Het

InterMutualistisch Agentschap (hierna: IMA) een nota op in verband met de Vlaamse

Hospitalisatieverzekering. Er is een negatief standpunt van de CM ten aanzien van de

verzekering. De ziekenfondsen trachten misbruik te maken van de Vlaamse

Hospitalisatieverzekeringen om een hoge winstmarge te creëren die niet in het voordeel van

de verzekerden speelt. De ziekenfondsen pleiten voor een drievoudige financiering via een

66

P. DEGADT, J. PAUWELS en A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 18

oktober 2014), 30. 67

P. DEGADT, J. PAUWELS en A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 18

oktober 2014), 31-32. 68

P. VAN HERCK, Een Vlaamse sociale zekerheid: symboolfunctie of toekomstvisie?

www.itinerainstitute.org/sites/default/files/articles/pdf/20120712_socialezekerheid_toekomstvisie_pvh_-

_copy.pdf (consultatie 20 februari 2014), 3.

Page 27: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

20

premie, solidariteitsbijdrage en een toelage van de algemene middelen van de Vlaamse

overheid. Op basis van deze financiering ontstaat er, althans de CM, een grote marge tussen

wat de ziekenfondsen effectief aan inkomsten genereren en wat ze moeten uitkeren ten

gevolge van terugbetalingen. De kostendekking voor de patiënt is ook maar een fractie van de

werkelijke gedane uitgaven. De conclusie uit het onderzoek is dat “de ziekenfondsen, die

geacht worden sociaal te zijn en op te komen voor de patiënt, serieuze winst maken op de kap

van diezelfde patiënt in de Vlaamse Gemeenschap”69

.

2.4.7 Het Nederlands systeem

48. België zou een voorbeeld kunnen nemen aan het Nederlands systeem om de twist tussen

de ziekenfondsen en de private ziekteverzekeraars voorgoed ongedaan te maken. Onze

noorderburen hebben de verplichte ziekenfondsverzekering en het stelsel van particuliere

verzekering in elkaar geschoven sinds 2006. De Nederlandse basisverzekering komt in de

plaats van het ziekenfondsstelsel, de particuliere ziektekostenverzekering en de

publiekrechtelijke regelingen voor ambtenaren70

. Het nieuw stelsel voert een basisverzekering

in die voor alle Nederlandse burgers verplicht is. De burger voldoet aan de verzekeringsplicht

door het sluiten van een zorgverzekeringsovereenkomst met een zorgverzekeraar71

.

Enerzijds is er sprake van publieke waarborgen namelijk verzekeringsplicht voor de

ingezetenen, acceptatieplicht voor de verzekeraars en een systeem van verplichte

risicoverevening tussen de verzekeraars. De risicoverevening beoogt een compensatie voor

slechte risico’s. De verzekeraars die het beter doen dan het gemiddeld risicoprofiel zullen

minder middelen uit het Zorgverzekeringsfonds ontvangen dan verzekeraars met een slechter

dan gemiddeld risicoprofiel. Deze laatste verzekeraars zullen hogere bedragen moeten

uitkeren aan de verzekerden en krijgen hiervoor geldelijke steun. Anderzijds speelt ook de

marktwerking een rol, het is evenwel een gereguleerde marktwerking, dit wil zeggen dat de

private uitvoering gereguleerd wordt door de publieke overheid. Verzekeraars gaan contracten

sluiten met zorginstellingen tegen een bepaalde prijs en kwaliteit.

49. De zorgverzekeraars moeten op basis van gelijke posities met elkaar concurreren om de

gunsten van de burgers. Dit systeem zorgt ervoor dat de zorgverzekeraars efficiënter gaan

werken. Een privaat stelsel zou bijdragen tot een betere zorgverlening, de verschillende

verzekeraars treden met elkaar in concurrentie en willen allen de beste prijs-

kwaliteitverhouding aanbieden aan de verzekerde72

. De sociale zekerheid behoort niet meer

tot de klassieke eerste pijler, maar dit gaat niet gepaard met een vermindering van het

69

X, Nota inzake het standpunt van de ziekenfondsen inzake de Vlaamse hospitalisatieverzekering,

www.vlaamsegezondheidszorg.com/sites/default/files/nota_inzake_het_standpunt_van_de_ziekenfondsen_inzak

e_de_vlaamse_hospitalisatieverzekerin1.pdf (consultatie 17 oktober 2013). 70

X, Nieuw zorgstelsel 2006, www.cmhf.nl/wp-content/uploads/2012/09/Brochure-zorgstelsel.pdf (consultatie

10 maart 2014), 3. 71

X, Nieuw zorgstelsel 2006, www.cmhf.nl/wp-content/uploads/2012/09/Brochure-zorgstelsel.pdf (consultatie

10 maart 2014), 4. 72

X, Nieuw zorgstelsel internationaal vergeleken,

http://www.dnb.nl/binaries/Het%20nieuwe%20zorgstelsel%20internationaal%20vergeleken_tcm46-147204.pdf,

(consultatie 10 maart 2014), 69-79.

Page 28: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

21

beschermingsniveau. De verantwoordelijkheden komen gewoon anders te liggen73

. Het

Nederlandse systeem is uniek, in België en in de meeste andere OESO landen hebben we een

publieke basisverzekering. Zwitserland kent een gelijkaardig stelsel, maar in tegenstelling tot

Nederland mogen de ziektekostenverzekeraars geen winst nastreven74

.

73

G.J. VONK, “Drie Stellingen over het nieuwe Nederlandse zorgverzekeringsstelsel”, in X, Actualiteiten in het

Europees mededingingsrecht, TMC. Asser Press, 2006, 39-42. 74

X, Nieuw zorgstelsel internationaal vergeleken,

http://www.dnb.nl/binaries/Het%20nieuwe%20zorgstelsel%20internationaal%20vergeleken_tcm46-147204.pdf,

(consultatie 10 maart 2014), 69-79.

Page 29: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

22

Hoofdstuk 3: De aanvullende ziekteverzekering

3.1 Gezondheidsuitgaven

50. Het Itinera Instituut publiceerde in april 2012 een rapport over een onderzoek in

verband met de evolutie van gezondheidsuitgaven die niet door de Belgische overheid gedekt

worden. De private kosten met betrekking tot de gezondheidszorg zijn hoog en nemen nog

steeds toe. We zouden volgens het onderzoek minder gebruik maken van aanvullende

verzekeringsmogelijkheden dan onze buurlanden.

In 2009 bedroegen de private uitgaven 9,2 biljoen euro ten opzichte van 36,9 biljoen euro

totale gezondheidsuitgaven. Van deze 9,2 biljoen euro werd 1,8 biljoen euro opgevangen door

de aanvullende ziekteverzekeringen. Dit heeft als gevolg dat 7,4 biljoen euro werd

gespendeerd aan de zogenaamde “out of the pocket expenditure”. Dit is de totale som van de

private uitgaven min de terugbetalingen bekomen via aanvullende verzekeringen. Het is dus

met andere woorden het gedeelte van de kost dat volledig ten laste komt van de patiënt. In

procenten uitgedrukt bedragen de “out of the pocket expenditure” 20 procent van de totale

gezondheidsuitgaven in België75

.

51. In vergelijking met onze buurlanden is dit een zeer hoog cijfer. België staat in schril

contrast met Duitsland (13.1 procent), Luxemburg (11.6 procent), Frankrijk (7.3 procent) en

Nederland (5.7 procent). Het toont aan dat er nog een zeer groot deel van de gezondheids-

uitgaven ten laste komt van de burger desondanks het uitgebreide sociale zekerheidssysteem

en de vele initiatieven op vlak van aanvullende verzekeringen. De markt van de aanvullende

verzekeringen kan bij gevolg nog zeer sterk uitbreiden en inspelen op de behoeften van onze

samenleving inzake gezondheidszorg. Frankrijk kent een gelijkaardig gezondheidssysteem als

België, maar het aandeel van de aanvullende ziekteverzekering in de totale gezondheids-

uitgaven is er groter waardoor er een kleiner aandeel is aan “out of pocket expenditure”76

.

75

P. CALCOEN, Private expenditure on health in Belgium,

www.itinerainstitute.org/sites/default/files/articles/pdf/20121804_analysis_private_expenditure_healthcare_2.pdf

(consultatie 15 februari 2014), 3. 76

Ibid.

Page 30: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

23

52. Onderstaande figuur77

toont aan dat het belang van aanvullende ziekteverzekeringen

sterk is toegenomen. Er zijn twee evoluties te zien in de grafiek. Enerzijds zien we een grote

evolutie inzake het aantal verzekerden. In 1997 waren er slechts 4.5 miljoen Belgen via een

aanvullende ziekteverzekering verzekerd tegen gezondheidsrisico’s terwijl dit aantal in 2009

gestegen is tot 7.9 miljoen. Anderzijds zien we dat het aandeel van de private verzekeraars

sterk is toegenomen op de markt van de aanvullende ziekteverzekeringen. Het aantal

verzekerden bij de private verzekeraars, wat betreft aanvullende ziekteverzekeringen, is sinds

1997 sterker gestegen dan het aantal verzekerden bij de ziekenfondsen.

77

P. CALCOEN, Private expenditure on health in Belgium,

www.itinerainstitute.org/sites/default/files/articles/pdf/20121804_analysis_private_expenditure_healthcare_2.pdf

(consultatie 15 februari 2014), 8.

Page 31: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

24

3.2 Algemeen

53. De aanvullende ziekteverzekering biedt dekking bovenop het wettelijk sociale

zekerheidssysteem. Een persoon die ziek wordt geniet een uitkering en krijgt een deel van zijn

kosten terugbetaald via de wettelijke ziekte- en invaliditeitsverzekering. Voor de

schadeposten die niet of onvoldoende gedekt worden door het wettelijk verzekerings-

mechanisme kan men een aanvullende ziekteverzekering afsluiten.

54. Er zijn twee grote spelers op de markt die aanvullende ziekteverzekeringen aanbieden

namelijk de private ziekteverzekeraars enerzijds en de ziekenfondsen anderzijds. In geval je

een verzekering wenst bij een ziekenfonds zal je lid moeten worden van dit ziekenfonds om

vervolgens met de verzekeringsmaatschappij van onderlinge bijstand (hierna: VMOB) waarbij

het ziekenfonds is aangesloten een hospitalisatieverzekering aan te gaan78

. De

hospitalisatieverzekering vertegenwoordigt het grootste marktaandeel binnen de markt van de

aanvullende ziekteverzekeringen. Meer dan 8 miljoen Belgen beschikken over een

hospitalisatieverzekering. Ongeveer één op drie heeft een verzekering afgesloten bij een

ziekenfonds, 1,6 miljoen personen hebben een verzekering op individuele basis bij een private

verzekeraar. Bijna de helft van alle verzekerden hebben een hospitalisatiepolis via hun

werkgever of de werkgever van hun partner79

.

55. Wanneer men in de praktijk, de literatuur, de rechtsleer of rechtspraak de term

aanvullende ziekteverzekering aanhaalt gaat het zeer vaak over de hospitalisatieverzekering.

Dit neemt niet weg dat er nog andere vormen van aanvullende verzekeringen bestaan, ze zijn

echter minder populair dan de hospitalisatieverzekering, dit blijkt uit onderstaande figuur80

. Er

is ook nog een markt voor verzekeringen ambulante kosten, tandzorg, gewaarborgd inkomen

en zorg en uitvaart81

. Wegens de populariteit van de hospitalisatieverzekering en het feit dat

elk ziekenfonds en heel wat private verzekeraars verschillende soorten hospitalisatiepolissen

aanbieden besteed ik later een volledig hoofdstuk aan deze thematiek. De andere aanvullende

ziekteverzekeringen mogen niet ontbreken in dit werkstuk, vandaar dat ik ze in dit hoofdstuk

kort bespreek.

78

FOD ECONOMIE, hospitalisatieverzekering,

http://economie.fgov.be/nl/consument/Verzekering/Assurance_hospitalisation/#.UonJc8QVHIX (consultatie 19

oktober 2013). 79

P. VAN MALDEGEM, Voorkom peperdure hospitalisatie,

http://netto.tijd.be/geld_en_gezin/verzekeren/Voorkom_peperdure_hospitalisatie.9317131-

1629.art?highlight=hospitalisatie (consultatie 23 oktober 2013). 80

P. CALCOEN, Private expenditure on health in Belgium,

www.itinerainstitute.org/sites/default/files/articles/pdf/20121804_analysis_private_expenditure_healthcare_2.pdf

(consultatie 15 februari 2014), 8. 81

W. JANSSENS, “Samen staan we sterk”, Verz.W. mei 2011, 23.

Page 32: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

25

3.3 Verzekering ambulante kosten

56. De verzekering ambulante kosten dekt over het algemeen de kosten van behandelingen

buiten het ziekenhuis. Onder meer doktersbezoeken, raadplegingen, geneesmiddelen,

medische hulpmiddelen, kinesitherapie en fysiotherapie kunnen onder de noemer ambulante

kosten ondergebracht worden. Dit verzekeringsproduct is lange tijd moeilijk verkoopbaar

geweest door het geringe prijskaartje van de geleden schade. Als de premie niet opweegt

tegenover het voordeel dat je uit de polis kan halen is het vanzelfsprekend dat deze

verzekering weinig succes kent. Door het oplopend kostenplaatje van de gezondheidszorg, het

stijgend gebruik van geneesmiddelen en het groeiend aantal doktersbezoeken wordt het

product echter wel aantrekkelijker. Er zijn twee oorzaken die de doorbraak van de verzekering

ambulante kosten beperken. Heel wat hospitalisatieverzekeringen bieden terugbetalingen aan

van pre- en post hospitalisatie wat in se reeds een dekking van de ambulante kosten bevat.

Daarenboven worden sommige zware ziekten gelijkgesteld met een hospitalisatie en dus ook

door de hospitalisatiepolis gedekt. Een tweede element zijn de hoge administratiekosten van

de verzekering ambulante kosten82

.

3.4 Verzekering tandzorg

57. Wat tandzorg betreft is er slechts een geringe terugbetaling in het wettelijk systeem. De

vaak voorkomende mondonderzoeken en het zogenaamd verzegelen van groeven en putjes

wordt bijna volledig terugbetaald83

. Bij de duurdere behandelingen is er echter geen of zeer

geringe terugbetaling. Het gaat hierbij onder meer om orthodontie en tandimplantaten84

. Een

mooi gebit wordt in onze hedendaagse samenleving als belangrijk beschouwd en de

82

W. JANSSENS, “Samen staan we sterk”, Verz.W. mei 2011, 26. 83

CM, Tandartsen: tarieven preventieve tandzorg 2014, https://www.cm.be/diensten-en-voordelen/ziekte-en-

behandeling/terugbetalingen-behandelingen/tandartsen/preventieve-tandzorg.jsp (consultatie 10 april 2014). 84

CM, Bepaalde soorten tandzorg jagen mensen op kosten, http://www.cm.be/actueel/onderzoeken/enquete-

tandzorg/index.jsp (consultatie 10 april 2014).

Page 33: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

26

behandelingen zijn duur. Dit zijn twee motivaties om een aanvullende verzekering tandzorg te

onderschrijven. Personen die de verzekering effectief nodig hebben gaan in veel gevallen een

dergelijke polis aan, maar wanneer de patiënt denkt geen tandzorg meer nodig te hebben volgt

er meestal een opzegging van de verzekering. Dit zorgt ervoor dat veel negatieve risico’s

verzekerd worden in contrast met een klein aantal positieve risico’s. Het gevolg hiervan is een

te hoge premie voor de positieve risico’s in verhouding met hun werkelijk risico waardoor

ook zij afhaken. Dit resulteert dan opnieuw in een hogere premie voor de negatieve risico’s

waarbij de consument niet meer bereid is de hoge premie te betalen of de verzekering voor

bepaalde mensen onbetaalbaar wordt. Het is een vicieuze cirkel die niet gemakkelijk te

doorbreken is85

. De hospitalisatiepolis biedt vaak ook een dekking voor de kosten van

tandzorg, maar ook deze tussenkomst is beperkt. Wie zicht optimaal wil verzekeren tegen

kosten inzake tandzorg kan zich best bijkomend verzekeren. De Onafhankelijke

Ziekenfondsen en de Liberale mutualiteiten bieden een aanvullende verzekering tandzorg aan.

Daarnaast kan je een verzekering tandzorg afsluiten bij DKV86

. Het is opmerkelijk dat er heel

wat minder verschillende aanbieders en polisformules bestaan in vergelijking met de

hospitalisatieverzekeringen.

3.5 Verzekering gewaarborgd inkomen

58. De verzekering gewaarborgd inkomen biedt een inkomensgarantie in het geval van

arbeidsongeschiktheid. Personen die geen inkomen genieten bij een langdurige ziekte of als

gevolg van een ongeval kunnen via deze polis een leefbaar gewaarborgd inkomen genieten87

.

Zowel loontrekkenden als zelfstandigen kunnen een verzekering aangaan. De duurtijd van de

verzekering kan de pensioenleeftijd niet overschrijden, ze kan ook voor een beperkte periode

worden aangegaan. De verzekering gewaarborgd inkomen kan individueel onderschreven

worden, maar ook collectief via de werkgever. De verzekerde is verzekerd voor zijn of haar

inkomensverlies ten gevolge van arbeidsongeschiktheid. Hieruit vloeit voort dat de

verzekering niet geldt voor personen die geen beroepsinkomen genieten, een huisman of

huisvrouw kan zich bijgevolg niet verzekeren. Het wettelijk systeem zorgt reeds voor een

uitkering inzake arbeidsongeschiktheid die uitgekeerd wordt door het ziekenfonds. Deze

uitkering ligt lager dan het normaal uitgekeerde loon. De verzekering gewaarborgd inkomen

vult het bedrag uitgekeerd door het ziekenfonds aan tot het bedrag waarin de polis voorziet

via de uitkering van een rente. De verzekering baseert zich bij de berekening van de rente op

de fysiologische en/of de economische ongeschiktheid. De fysiologische ongeschiktheid

baseert zich enkel op de lichamelijke ongeschiktheid. De economische ongeschiktheid houdt

rekening met de impact op de uitoefening van het werk van de verzekerde. De economische

ongeschiktheid kan geïllustreerd worden met het volgende voorbeeld, als een muzikant een

vinger verliest weegt dat zwaarder door dan wanneer een bediende een vinger verliest, de

muzikant zal dus een hogere uitkering kunnen krijgen van de verzekeraar dan de bediende. Er

moet telkens een bepaalde grens overschreden zijn, bij een te kleine schade komt de

85

W. JANSSENS, “Samen staan we sterk”, Verz.W. mei 2011, 26. 86

X, Dentalia Plus: verzeker je glimlach, http://www.oz.be/gezondheid/verzeker-jezelf/dentalia-plus; X, Tand-

Plus, http://www.liberalemutualiteit.be/c/document_library/get_file?folderId=92786&name=DLFE-47514.pdf;

X, Tandzorg, http://www.dkv.be/nl/content/plan-tandzorg_1/?gclid=CPmLq8Oymb4CFYMIwwodansAYA. 87

Ibid.

Page 34: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

27

verzekeraar niet tussen. De grens wordt overeengekomen in de verzekeringspolis, onder de

drempel van 20 à 25 procent invaliditeit is er vaak geen enkele tussenkomst. Indien de

invaliditeitsgraad lager is dan 67 procent wordt de prestatie veelal vastgesteld in verhouding

tot de werkelijke invaliditeitsgraad. Vanaf 67 procent wordt de invaliditeit vaak geassimileerd

met 100 procent invaliditeit voor de berekening van de prestaties. Het bedrag dat nodig is om

een uitkering van het ziekenfonds aan te vullen tot het normale loon zal bepalen hoe hoog de

premie zal zijn88

. Er zijn een aantal uitsluitingsgronden voorzien, de verzekerde is niet gedekt

wanneer hij zich verzekerde op het ogenblik dat een ongeval of ziekte zich reeds heeft

voorgedaan en hem belemmert te werken. Psychiatrische aandoeningen en mentale problemen

worden door de meeste polissen uitgesloten89

. Bovendien is er vaak een plafonnering van de

jaarlijkse tussenkomst en net zoals bij de hospitalisatieverzekering geldt ook voor de

verzekering gewaarborgd inkomen soms een wachtperiode. De aanvullende verzekering

gewaarborgd inkomen zien we niet terug in het verzekeringspakket dat via de ziekenfondsen

aangeboden wordt. Het ziekenfonds verleent enkel tussenkomst voor wat de wettelijke

verzekering betreft. Indien een persoon zich aanvullend wenst te verzekeren zal hij zich

moeten richten tot een private verzekeraar.

3.6 Aanvullende zorgverzekering

59. Naast de verplichte Vlaamse zorgverzekering bestaat de mogelijkheid om een

aanvullende zorgverzekering aan te gaan. De zorgverzekering dekt de niet-medische zorg die

door een ziekte of ongeval onontbeerlijk is geworden. Het gaat hier om hulp bij eenvoudige

dagelijkse handelingen, de kosten van een verblijf in een rusthuis, thuiszorg en dergelijke

meer. DKV biedt een zorgverzekering aan waarbij een maandelijks forfaitair bedrag wordt

uitgekeerd om de kosten van niet medische zorg te vergoeden90

. Ze is de enige op de markt

die een aanvullende zorgverzekering aanbiedt.

3.7 De private verzekeraar

60. Sinds de jaren negentig zijn de activiteiten van de private verzekeraars in de

gezondheidssector zeer sterk gegroeid. De overheden bereiken hun limiet inzake financiering

van de sociale zekerheid, er moeten alternatieven bedacht worden voor het in stand houden

van de financiering van gezondheidszorg. Daarom werd de aanvullende ziekteverzekering

zeer aantrekkelijk voor de consument. De private verzekeraar neemt deel aan het economisch

verkeer in een concurrentiële markt en laat zich leiden door de beginselen van vrije

mededinging en winstoogmerk. Uit cijfers van Assuralia blijkt dat DKV de grootste speler is

88

ASSURALIA, Basisinformatie gezondheidsverzekering, de verzekering gewaarborgd inkomen,

http://www.assuralia.be/index.php?id=210&L=0&tx_ttnews%5btt_news%5d=1162 (consultatie 15 april 2014). 89

X, De verzekering gewaarborgd inkomen, http://www.wikifin.be/nl/themas/verzekeren/verzekeringen-het-

kader-van-het-werk/verzekering-gewaarborgd-inkomen (consultatie 15 april 2014); J. BEERNAER,

“Sociaalrechtelijke aspecten van de hospitalisatie- en arbeidsongeschiktheidsverzekering”, OR. 2012/8, 209-

2013. 90

X, Zorgverzekering,

http://www.dkv.be/nl/content/zorgverzekering_1/?gclid=CPu8wsCq0L0CFbLMtAodMAwAVA (consultatie 15

april 2014).

Page 35: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

28

op de markt van de aanvullende ziekteverzekeringen. In onderstaande tabel zijn de 15 spelers

opgelijst die het grootste marktaandeel vertegenwoordigen op de Belgische markt91.

61. Private verzekeraars bieden vandaag verschillende aanvullende ziekteverzekeringen

aan, maar dit werd niet zomaar zonder vraagstellingen aanvaard in het verleden. Aanvullende

ziekteverzekeringen werden gezien als een tak van de sociale zekerheid waardoor er een

overtuiging heerste dat enkel ziekenfondsen hiervoor bevoegd waren. Dankzij drie evoluties

91

ASSURALIA, Top 15 ziekte met marktaandeel,

www.assuralia.be/fileadmin/content/stats/03_Cijfers_per_tak/05_Gezondheid/02_Verzekeringsondernemingen/

NL/01_Top%2015%20ziekte-Top%2015%20maladie%2001.htm (consultatie 1 februari 2014).

Top 15 ziekte met marktaandeel

BRON Assuralia

http://www.assuralia.be

LAATST GEWIJZIGD 10/01/14

Economische groepen 2011 2012

Individuele ondernemingen 2011 2012

ERGO 32,41% 32,71%

DKV Belgium 32,41% 32,71%

AG Insurance 17,01% 17,35%

AG Insurance 17,01% 17,35%

Ethias 12,39% 12,52%

Ethias 12,39% 12,52%

AXA 12,33% 10,04%

AXA Belgium 12,33% 10,04%

Allianz 4,95% 4,87%

Allianz Belgium 4,95% 4,86%

P&V Verzekeringen 4,71% 4,78%

VIVIUM 4,25% 4,34%

KBC 4,12% 4,21%

KBC Verzekeringen 4,12% 4,21%

Argenta 3,28% 3,14%

Argenta Assuranties N.V. 3,28% 3,14%

Cigna 1,15% 2,82%

Cigna Life Ins. 1,15% 2,82%

Belfius 1,86% 1,90%

Belfius Insurance 1,74% 1,80%

Justitia 0,92% 0,98%

Justitia 0,92% 0,98%

Inter Partner Assistance 0,89% 0,89%

Inter Partner Assistance 0,89% 0,89%

Delta Lloyd 0,94% 0,88%

Delta Lloyd Life 0,94% 0,88%

Fidea 0,72% 0,69%

FIDEA 0,72% 0,69%

Mercator / Baloise 0,71% 0,68%

Mercator Verzekeringen 0,60% 0,60%

Marktaandeel top 15 98,39% 98,46%

Marktaandeel top 15 97,70% 97,82%

Page 36: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

29

is de private verzekeraar betrokken geraakt bij het aanbod van de aanvullende sociale

verzekeringen92

.

Despecialisatie : de wettelijke domeinafbakening van het onderscheiden actieterrein van

diverse diensten en dienstverstrekkers zwakt af. In het belang van het vrij functioneren van de

markt van gelijkaardige diensten worden kunstmatige marktschotten en marktverstoringen

afgebouwd93

.

Privatisering: uit bezorgdheid dat overheidsbudgetten tekort zouden schieten bij het

financieren van de welvaartstaat ontstaat er een tendens tot privatisering94

. Het financiële

evenwicht van de klassieke sociale zekerheidsstelsels ervaart druk waardoor aanvullende

verzekeringen sterk toenemen op de markt. Aanvullende regimes hebben bovendien nieuwe

ontplooiingskansen in het perspectief van de Europese verzekeringsmarkt. Private

verzekeringsmaatschappijen zien een kans om een winstgevende activiteit te ontplooien via

het aanbod van aanvullende ziekteverzekeringen95

.

Sanering van de sociale zekerheid: de visie is dat de sociale zekerheid teruggeschroefd moet

worden naar het essentiële van haar opdracht. De bescherming die het niveau van het

levensnoodzakelijke overstijgt kan verwezen worden naar de private sector. Daar wordt ze

dan gefinancierd door diegenen die het zich collectief of individueel kunnen permitteren96

.

3.7.1 Wettelijk kader

62. De private verzekeraars zijn voor al hun activiteiten onderworpen aan de wet van 25

juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst97

(hierna: WLVO). Een aantal patiënten- en

consumentenorganisaties stelden vast dat de WLVO in bepaalde gevallen de verzekerde

onvoldoende bescherming gaf, namelijk:

- Er waren in het verleden regelmatig sterke premiestijgingen;

- de verzekeraar kon de polis opzeggen nadat een verzekerde geconfronteerd werd met

ziekte;

- de gepensioneerde werknemer vond na jarenlang verzekerd te zijn via de werkgever

plots geen nieuwe hospitalisatieverzekering meer.

92

H. COUSY, “De rol van de private verzekeringen in de aanvullende verzekeringen: de regels van het spel” in J.

VAN LANGENDOCNK, D. PIETERS EN R. DILLEMANS, Liber Amicorum, Roger Dillemans deel II: sociale

zekerheidsrecht, Kluwer, 1997, 59. 93

H. COUSY, “De rol van de private verzekeringen in de aanvullende verzekeringen: de regels van het spel” in J.

VAN LANGENDONCK, D. PIETERS EN R. DILLEMANS, Liber Amicorum, Roger Dillemans deel II: sociale

zekerheidsrecht, Kluwer, 1997, 60-62. 94

H. COUSY, “De rol van de private verzekeringen in de aanvullende verzekeringen: de regels van het spel” in J.

VAN LANGENDONCK, D. PIETERS EN R. DILLEMANS, Liber Amicorum, Roger Dillemans deel II: sociale

zekerheidsrecht, Kluwer, 1997, 62-64. 95

B. VAN BUGGENHOUT, Aanvullende sociale verzekeringen,

www.law.kuleuven.be/isr/onderzoek/afgeslotenonderzoek/aanvullendesocialeverzekeringen.html (consultatie 21

oktober 2013). 96

H. COUSY, “De rol van de private verzekeringen in de aanvullende verzekeringen: de regels van het spel” in J.

VAN LANGENDONCK, D. PIETERS EN R. DILLEMANS, Liber Amicorum, Roger Dillemans deel II: sociale

zekerheidsrecht, Kluwer, 1997, 64. 97

Wet 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, BS 20 augustus 1992, 18.283.

Page 37: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

30

Om met deze problematieken komaf te maken werd op 1 juli 2007 een extra hoofdstuk met

betrekking tot ziekteverzekeringsovereenkomsten ingeschreven in de WLVO. Deze nieuwe

bepalingen worden gebundeld onder de naam “Wet Verwilghen”. De wetgever wilt hiermee

een einde maken aan de ongecontroleerde premiestijgingen en de willekeur van het beleid van

sommige verzekeringsmaatschappijen. Er wordt een betere positie tot stand gebracht voor de

verzekerde. De bescherming van de verzekeringnemers is van groot belang bij de

hospitalisatieverzekeringen wegens de belangrijke functie van deze verzekering en het grote

aantal verzekerden in België. Via deze regelgeving werd meer rechtszekerheid gegeven aan

de verzekerden98

.

63. In de regel worden verzekeringsovereenkomsten aangegaan voor de periode van één

jaar, zowel de verzekeraar als de verzekerde kunnen het contract jaarlijks beëindigen99

.

Dankzij de Wet Verwilghen geldt dat de ziekte-, invaliditeit- en zorgverzekering in principe

voor het leven worden aangegaan. Enkel de waarborg inzake arbeidsongeschiktheid mag nog

in duurtijd beperkt worden100

. Deze regels doen geen afbreuk aan het jaarlijks

opzeggingsrecht van de verzekeringnemer. De wetgever wenst met de Wet Verwilghen te

vermijden dat verzekeraars ziekte of ongeval zouden gebruiken om het contract op te zeggen

conform artikel 31 §1 WLVO101

.

Daarnaast werd de onbetwistbaarheidsregel ingeschreven in de WLVO. Initieel kan een

verzekeringsmaatschappij de polis opzeggen indien zij op grond van artikel 6 en 7 WLVO

vaststelt dat de verzekerde bij het aangaan van de verzekering gegevens verzweeg of verkeerd

meedeelde. Wanneer bij een individuele hospitalisatieverzekering echter een termijn van twee

jaar verstreken is na de inwerkingtreding van de ziekteverzekeringsovereenkomst kan de

verzekeraar zich niet meer beroepen op het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk

onjuist meedelen van gegevens door de verzekerde indien het gaat om een ziekte of

aandoening waarvan de symptomen zich op het ogenblik van het sluiten van het contract al

hadden gemanifesteerd en de ziekte of aandoening niet gediagnosticeerd werd binnen

diezelfde termijn van twee jaar. Hetzelfde geldt wanneer de ziekte of aandoening zich op het

ogenblik van het sluiten van de verzekeringsovereenkomst nog op geen enkele wijze had

gemanifesteerd102

.

98

P. DEGADT, J. PAUWELS EN A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 25

november 2013), 12. 99

Art. 30, §1 WLVO. 100

X, De contractuele privéverzekeringen,

http://pronl.larciergroup.com/resource/extra/9782804447410/Uittreksel%20prive%20verzekering%202.pdf,

(consultatie 25 november 2013), 68. 101

P. DEGADT, J. PAUWELS EN A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 25

november), 12. 102

P. DEGADT, J. PAUWELS EN A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 25

november), 12.

Page 38: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

31

64. De Wet Verwilghen biedt eveneens de mogelijkheid aan chronisch zieken en

gehandicapten om een ziekteverzekering af te sluiten. Vroeger werden deze personen ofwel

volledig uitgesloten ofwel werd een vage en uitgebreide lijst opgesteld waarin alle uitgesloten

aandoeningen werden opgenomen. Nu moeten chronisch zieken en gehandicapte personen

ook verzekerd kunnen worden voor alle andere ziektes of aandoeningen die los staan van de

chronische ziekte of handicap. Voor de bestaande ziektes en handicaps moet er een

restrictieve en limitatieve lijst worden opgesteld die de uitgesloten situaties omvat103

.

De Wet Verwilghen bevat ook belangrijke bepalingen in verband met de beroepsgebonden

verzekeringsovereenkomsten. Elke persoon die gedurende minstens de laatste twee jaar bij

een beroepsgebonden overeenkomst is aangesloten (bv hospitalisatieverzekering), heeft het

recht om deze verzekering individueel geheel of gedeeltelijk voort te zetten wanneer hij het

voordeel van de beroepsgebonden verzekering verliest104

. Hierbij denken we aan

pensionering, verandering van werk, faillissement van de werkgever. De dekking van de

voortgezette verzekeringsovereenkomst moet gelijkwaardig zijn aan die van de vroegere

overeenkomst105

.

3.7.2 Assuralia

65. Assuralia is de beroepsvereniging van de private verzekeringsondernemingen. Ze

vertegenwoordigt nagenoeg alle Belgische en buitenlandse private

verzekeringsmaatschappijen die op de Belgische markt actief zijn. Haar taken bestaan uit

representatie, coördinatie, studie en overleg, informatie en bewustmaking en tot slot het

voorzien van opleidingen. Assuralia werkte een reeks gedragsregels uit die toegepast moeten

worden door de verzekeringswereld106

.

3.8 De ziekenfondsen

66. Ziekenfondsen zijn verplicht om zich aan te sluiten bij een landsbond. De Belgische

ziekenfondsen zijn gegroepeerd in vijf landsbonden107

.

1. Landsbond der Christelijke Mutualiteiten (CM). Dit is de grootste landsbond, ze

bestaat uit 11 Vlaamse (CM), 7 Waalse (MC) en 1 tweetalig ziekenfonds.

2. Nationaal Verbond van de Socialistische Mutualiteiten (NVSM). Het is een koepel

van 13 regionale ziekenfondsen waaronder 8 gevestigd in Wallonië en 5 in Vlaanderen

en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

3. Landsbond van de Liberale Mutualiteiten (LM). België telt 10 liberale mutualiteiten.

103

X., De contractuele privéverzekeringen,

http://pronl.larciergroup.com/resource/extra/9782804447410/Uittreksel%20prive%20verzekering%202.pdf,

(consultatie 25 november 2013), 68. 104

Art. 138bis-8, §1, WLVO. 105

P. DEGADT, J. PAUWELS EN A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 25

november), 13. 106

L. CARRIJN, Bank, verzekeringen en beurs, Academia Press, 2012, 307-308. 107

S.CALLENS EN J. PEERS, Organisatie van de gezondheidszorg, Intersentia, 2008, 378.

Page 39: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

32

4. Landsbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen (MLOZ). De MLOZ groepeert 7

ziekenfondsen uit het hele land en is de derde grootste van België.

- Securex, Euromut, Onafhankelijk ziekenfonds, Partena, PartenaMut, Freie

krankenkasse, Omnimut

5. Landsbond van het Neutrale Ziekenfonds. Deze landsbond is niet federaal

georganiseerd, maar enkel op Vlaams niveau.

3.8.1 Opdrachten van het ziekenfonds

67. De Ziekenfondswet bepaalt dat de ziekenfondsen het bevorderen van het fysiek,

psychisch en sociaal welzijn als streefdoel hebben in een geest van voorzorg, onderlinge hulp

en solidariteit108

. Het is van belang dat de aangeboden diensten kaderen in het ruimer begrip

“gezondheid”. Ze oefenen hun activiteiten uit zonder winstoogmerk en kunnen geen leden

uitsluiten omwille van gezondheidsredenen109

.

68. De hoofdtaak is het deelnemen aan de uitvoering van de verplichte ziekte- en

invaliditeitsverzekering. Ziekenfondsen zijn verplicht om deze dienst op te richten. Wanneer

ze niet meer deelneemt aan de uitvoering van de verplichte verzekering tegen ziekte- en

invaliditeit, verliest ze haar hoedanigheid van ziekenfonds110

De Ziekenfondswet verplicht de ziekenfondsen eveneens financiële tussenkomst te verlenen

ten aanzien van hun leden en de personen ten laste van de leden, in de kosten voortspruitend

uit de preventie en de behandeling van ziekte en invaliditeit, daarnaast zijn er uitkeringen in

geval van arbeidsongeschiktheid of wanneer zich een toestand voordoet waarbij het fysiek,

psychisch of sociaal welzijn kan worden bevorderd111

. Ziekenfondsen worden in de

parlementaire voorbereiding in hun functie van sociaal verzekeraar bevestigd, ze kunnen

diensten organiseren op het gebied van ziekte en arbeidsongeschiktheid. Ze kunnen ook

risico’s dekken die niet of slechts gedeeltelijk door de ziekte- en invaliditeitsverzekering ten

laste worden genomen zodat de specifieke behoeften van hun leden of van bepaalde groepen

kunnen opgevangen worden. Ziekenfondsen kunnen dus telkens tussenkomen wanneer zich

een toestand voordoet waarbij het fysiek, psychisch of sociaal welzijn, bedoeld in artikel 2

van de Ziekenfondswet, kan worden bevorderd. Elke verrichting, zowel op het vlak van de

verplichte verzekering als op het vlak van de aanvullende verzekering zal dus moeten

beantwoorden aan het in dit artikel geschetste kader gevormd door de drie beginselen

voorzorg, onderlinge hulp en solidariteit112

.

Een laatste opdracht van de ziekenfondsen bestaat uit “het verlenen van hulp, voorlichting,

begeleiding en bijstand met het oog op het bevorderen van het fysiek, psychisch of sociaal

welzijn, onder meer bij het vervullen van de opdrachten vermeld onder a) en b)”113

. Blijkens

108

Art. 2, §1 Ziekenfondswet. 109

X, “Een toenemende concurrentie tussen ziekenfondsen en privé-verzekeringsmaatschappijen”, A.J.T. 1998-

99, 482. 110

S. CALLENS EN J. PEERS, Organisatie van de gezondheidszorg, Intersentia, 2008, 378. 111

Art. 3 Ziekenfondswet. 112

Art. 3 Ziekenfondswet; Arbitragehof 2 april 1992, nr. 23/92, BS 8 mei 1992, B.10.1.. 113

Art. 3 Ziekenfondswet.

Page 40: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

33

de voormelde parlementaire voorbereiding vormen deze activiteiten een noodzakelijke

aanvulling bij de verleende diensten. Het is niet toegelaten dat de ziekenfondsen activiteiten

en diensten zouden opzetten die de gezondheidszorg te buiten gaan114

.

Uit voorgaande wettelijke bepalingen kan afgeleid worden dat het aanbieden van een

aanvullende ziekteverzekering via ziekenfondsen geen enkel probleem mag vormen aangezien

dit kadert in haar algemene taak van het bevorderen van het fysiek, psychisch en sociaal

welzijn. Ook de Raad van State heeft in zijn arrest van 17 september 1999 de interpretatie

bevestigd van de artikelen 2 en 3 van de Ziekenfondswet, in die zin dat ziekenfondsen hun

activiteiten tot gezondheidsdoelstellingen moeten beperken115

.

69. Bij algemeen besluit zijn drie grote luiken te onderscheiden. Ziekenfondsen staan in

voor de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering. Anderzijds zijn er de verplichte

diensten en activiteiten, ingevoerd sedert 1 januari 2012. Ten slotte hebben ziekenfondsen ook

de mogelijkheid om hun leden facultatieve verzekeringen aan te bieden116

.

70. Wat onder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering en de aanvullende

ziekteverzekering begrepen wordt is reeds duidelijk. De verplichte diensten en activiteiten

daarentegen behoeven nog een woordje uitleg. De bijdrage voor de aanvullende diensten en

activiteiten werd vanaf 1 januari 2012 verplicht gesteld voor de leden van het ziekenfonds. Op

hetzelfde moment werd er ook een terminologische wijziging ingevoerd, waar men vroeger

sprak over aanvullende verzekeringen hanteert men nu de term aanvullende diensten en

activiteiten. Deze diensten en activiteiten vallen onder de noemer “verrichtingen”. Het is een

vorm van gesolidariseerde verzekering, de leden van het ziekenfonds zullen automatisch

aangesloten zijn bij alle verrichtingen die het ziekenfonds aanbiedt op gesolidariseerde

wijze117

. Er moet bijgevolg een verschil gemaakt worden tussen enerzijds de aanvullende

diensten en activiteiten en anderzijds de aanvullende ziekteverzekering. Deze laatste is

immers volledig facultatief voor de aangesloten leden van het ziekenfonds118

.

De financiële lasten worden verdeeld over alle leden, men wil de solidariteit bevorderen en zo

weinig mogelijk uitsluitingen creëren. Elk ziekenfonds mag het bedrag van de ziekenfonds-

bijdrage vrij bepalen, maar het moet wel hetzelfde bedrag zijn voor alle leden. Gezinstarieven

zijn dus niet meer mogelijk in tegenstelling tot de periode voor 2012. Elk ziekenfonds bepaalt

zelf voor welke diensten en verrichtingen zij een tussenkomst biedt of welke diensten ze

organiseert. De Controledienst voor de Ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen

(hierna: CDZ) moet er op toezien dat al deze verrichtingen of diensten aan de criteria voldoen

die bij wet zijn vastgesteld. Alle aangesloten leden hebben recht op dezelfde diensten. De

enige uitzondering hierop zijn terugbetalingen voor een bepaalde categorie op basis van

objectieve criteria zoals bijvoorbeeld terugbetaling van het vaccin tegen baarmoederhals-

114

Arbitragehof 2 april 1992, nr. 23/92, BS 8 mei 1992, B.10.1. 115

J.ROGGE, “Aanvullende sociale verzekeringen: op zoek naar een level playing field voor ziekenfondsen en

verzekeringsondernemingen” in Liber Amicorum Yvette Merchiers, Brugge, Die Keure, 2001, 784. 116

L. BAEKELANDT, Ziekenfondsbijdrage is nu verplicht, http://plusmagazine.knack.be/nl/011-3839-

Ziekenfondsbijdrage-is-nu-verplicht.html (consultatie 30 oktober 2013). 117

Ibid. 118

Ibid.

Page 41: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

34

kanker. Personen met een RVV- of een OMNIO- statuut kunnen wel een grotere vergoeding

krijgen119

.

Het ziekenfonds mag geen enkele persoon, die zijn ziekenfondsbijdrage heeft betaald,

uitsluiten. Uitsluitingen op basis van bijvoorbeeld leeftijd of een vooraf bestaande aandoening

zijn verboden. Ziekenfondsen mogen voor deze diensten en activiteiten ook geen medische

vragenlijst meer voorleggen. Indien de verzekerde zich aansluit bij een ander ziekenfonds,

mag deze geen nieuwe wachttijd opleggen voor de diensten en activiteiten die ze aanbiedt.

Het is de algemene vergadering van de landsbond die beslist welke diensten verplicht zijn, dit

wordt vervolgens ingeschreven in de statuten. Wanneer men niet wenst aangesloten te zijn bij

verplichte aanvullende diensten en activiteiten van een ziekenfonds kan men zich aansluiten

bij de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering120

. Ze biedt enkel de wettelijke

verplichte ziekteverzekering aan en is het enige alternatief voor personen die geen enkele

aanvullende diensten en activiteiten wensen121

.

3.8.2 Wettelijk kader

71. De ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen zijn onderworpen aan de

Ziekenfondswet voor wat betreft hun verplichte activiteiten. Inzake de facultatieve

aanvullende activiteiten worden ze onderworpen aan de WLVO met inbegrip van de Wet

Verwilghen (zie infra)122

.

Voorafgaand aan de toevoeging van de Wet Verwilghen in de WLVO werd, specifiek ten

aanzien van de ziekenfondsen, de Wet Demotte ingevoerd. De ziekenfondsen mochten hun

leden de toegang tot de hospitalisatieverzekering niet weigeren, tot de leeftijd van 65 jaar123

.

Er gold een verplichte dekking van vooraf bestaande aandoeningen, dit in tegenstelling tot de

private sector. Een uitzondering op deze regel was de mogelijkheid de tussenkomst te

beperken tot een forfaitair bedrag per dag en een mogelijke uitsluiting van de supplementen

voor een verblijf in een eenpersoonskamer. Ten slotte was het verboden een wachttijd op te

leggen ten aanzien van een nieuwe verzekeringnemer als hij voordien al was aangesloten bij

een gelijkaardige dienst124

. Sinds 26 april 2010 geldt de WLVO, die van toepassing is op de

private verzekeraar, eveneens ten aanzien van de ziekenfondsen die hospitalisatie-

verzekeringen aanbieden zodanig dat de Wet Demotte zijn toepassingsgebied verliest. Ze

worden door deze wet niet verplicht de kosten van voorafbestaande aandoeningen te

119

Ibid. 120

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS, J. STUYCK, over

grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 517-518. 121

L. BAEKELANDT, Ziekenfondsbijdrage is nu verplicht, http://plusmagazine.knack.be/nl/011-3839-

Ziekenfondsbijdrage-is-nu-verplicht.html (consultatie 30 oktober 2013). 122

P. DEGADT, J. PAUWELS EN A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 23

februari 2014), 15-17. 123

P. DEGADT, J. PAUWELS EN A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 23

februari 2014), 17. 124

Wet 11 mei 2007 tot wijziging van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de

landsbonden van ziekenfondsen, BS 31 mei 2007, 29.272.

Page 42: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

35

vergoeden. Ze mogen echter geen leden weigeren omwille van voorafbestaande

aandoeningen, maar kunnen wel in een uitsluiting voorzien bij deze kosten125

.

125

X, “Nieuwsbrief”,

http://vlaamspatientenplatform.be/uploads/documents/Microsoft_Word___nieuwsbrief201001_1.pdf (consultatie

10 november 2013), 3-4.

Page 43: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

36

Hoofdstuk 4: Level playing field

72. Zowel ziekenfondsen als private verzekeringsmaatschappijen bieden de mogelijkheid

om een aanvullende ziekteverzekering te onderschrijven. Beide partijen bieden hier een

gelijkaardige activiteit aan namelijk een dekking in aanvulling op de wettelijke terugbetaling

inzake ziektekosten126

. De vraag is hoe deze producten zich juridisch gezien ten opzichte van

elkaar verhouden. De gelijkaardige producten moeten logischerwijs aan gelijkaardige

wetgeving onderworpen zijn om van een level playing field te kunnen spreken. Dit was echter

lange tijd niet het geval, ziekenfondsen waren voor al hun activiteiten onderworpen aan een

eigen regelgeving. Hun takenpakket en de werkingsregels werden bepaald door de

Ziekenfondswet127

. Verzekeringsmaatschappijen daarentegen waren onderworpen aan de Wet

op de landverzekeringsovereenkomsten en de Wet betreffende de controle der verzekerings-

ondernemingen128

. De problematiek van de juridische gelijkschakeling tussen ziekenfondsen

en private verzekeraars heeft in het verleden voor heel wat commotie gezorgd in de

verzekeringswereld.

Na een aantal gerechtelijke procedures zijn er verschillende veranderingen doorgevoerd in het

wettelijk kader. De regelgeving voor zowel ziekenfondsen als private verzekeraars werd

gelijkgeschakeld op vlak van de aanvullende ziekteverzekeringen. De aanpassingen werden

niet van de ene dag op de andere gerealiseerd, er ging een complex proces aan vooraf. De

rechtspraak van het Europese Hof van Justitie heeft een belangrijke rol gespeeld bij het

definiëren van de taak van de ziekenfondsen en het onderzoeken van de verschilpunten in de

wetgeving die toepassing vond bij ziekenfondsen en privé-verzekeraars. De verwezenlijking

van het level playing field ging gepaard met klachten van Assuralia, adviezen van de

Commissie en tot slot een veroordeling door het Hof van Justitie. Daarnaast wordt in dit

hoofdstuk onderzocht hoe ziekenfondsen zich verhouden ten opzichte van de mededingings-

regels en de WMPC. Wegens de dualiteit van hun takenpakket ontstond een discussie in de

rechtspraak of ziekenfondsen al dan niet onderworpen waren aan de verschillende

regelgevingen terzake.

4.1 Situatie voorafgaand aan de wetswijziging

73. Elk ziekenfonds kan naast de uitvoering van de verplichte ziekte- en

invaliditeitsverzekering aanvullende facultatieve verzekeringen aanbieden. Zowel privé-

verzekeraars als ziekenfondsen gaan zich bijgevolg op hetzelfde terrein van de aanvullende

ziekteverzekering begeven. Er zijn echter een aantal verschilpunten tussen beide partijen op

126

F. CORVELEYN, “Mededinging tussen ziekenfondsen en privé-verzekeraars” in Y. STEVENS en G. GIESELINK,

Verslagboek, employee benefits, nieuwe vormen van beloning juridisch bekeken, Kluwer, 2003, 75. 127

M. VLAEMINCK, Nieuwe uitdagingen voor de ziekenfondsen, www.ibr-

ire.be/nl/vorming_events/agenda/studiedagen/Documents/2710_Workshops-1ste-sesssie-Ateliers-1re-seance-4-

Nieuwe-uitdagingen-voor-de-ziekenfondsen.pdf (consultatie 30 oktober 2013). 128

Wet 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, BS 29 juli 1975, 9.267. (Hierna:

Controlewet).

Page 44: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

37

drie verschillende vlakken die ervoor zorgen dat er een oneerlijke concurrentiestrijd is tussen

de twee aanbieders129

.

Ten eerste hebben ziekenfondsen toegang tot de gegevensbanken van de overheid terwijl

privé-verzekeraars deze databases niet ter beschikking hebben omdat ze naast hun

verzekeringsactiviteit geen wettelijke basistaken uitoefenen inzake sociale zekerheid.

Ten tweede is de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen

niet van toepassing op ziekenfondsen. Deze wet legt verplichtingen op inzake solvabiliteits-

marges en technische reserves. De vereisten van minimale reserves, waarborgfondsen en de

vorming van de personeelsleden waren veel strenger gereguleerd ten aanzien van private

aanbieders dan voor ziekenfondsen130

.

Tenslotte bestaan er op fiscaal vlak ook een aantal verschilpunten. Zo zijn de ziekenfondsen

onderworpen aan de rechtspersonenbelasting en de privé-verzekeraars aan de vennootschaps-

belasting. Eveneens op het vlak van subsidies zijn ziekenfondsen bevoordeeld omdat ze, in

tegenstelling tot de private verzekeraars, kunnen rekenen op overheidstussenkomt. Bovendien

betalen ziekenfondsen geen taksen op de verzekeringsproducten, terwijl privé-verzekeraars

een premietaks verschuldigd zijn van 9,25 procent131

.

Ziekenfondsen en privé-verzekeraars werden aan verschillende nationale en

Europeesrechtelijke regelgevingen onderworpen bij het aanbieden van aanvullende

ziekteverzekeringen132

. Deze ongelijkheden werden niet getolereerd door de

verzekeringsmaatschappijen waarna stappen ondernomen werden om de mededinging

eerlijker te laten verlopen.

4.2 Aanloop naar nieuwe rechtsregels

4.2.1 Belgische hoven en rechtbanken

74. De Belgische hoven en rechtbanken stonden initieel weigerachtig ten opzichte van het

erkennen van het discriminerend karakter van de verschillende behandeling tussen zieken-

fondsen en private verzekeringsinstellingen bij de aanbieding van aanvullende ziekte-

verzekeringen. Onderstaande rechtspraak nam aan dat ziekenfondsen en private

verzekeringsmaatschappijen een verschillend doel nastreven en het daarom gerechtvaardigd is

dat ze aan een verschillende wetgeving onderworpen worden.

129

P. DEGADT, J. PAUWELS EN A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 23

februari 2014), 12. 130

P. DEGADT, J. PAUWELS EN A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 23

februari 2014), 18. 131

F. CORVELEYN, “Mededinging tussen ziekenfondsen en privé-verzekeraars” in Y. STEVENS EN G. GIESELINK,

Verslagboek, employee benefits, nieuwe vormen van beloning juridisch bekeken, Kluwer, 2003, 76-77. 132

Y. STEVENS, L. VAN ROMPAEY, F. CRAUWELS, B. VAN BUGGENHOUT, “De positie van de aanvullende sociale

verzekeringen binnen de ééngemaakte Europese Markt: het probleem van de mededinging inzake de

ziekeverzekering” in Y. STEVENS, L. VAN ROMPAEY (eds.), Liber Amicorum Hubert Claesens verzekering

theorie en praktijk, Antwerpen, Maklu, 1998.

Page 45: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

38

75. Arresten 23/92 en 24/92 Arbitragehof van 2 april 1992

In deze uitspraken besloot het Arbitragehof dat er geen concurrentie kan bestaan tussen de

ziekenfondsen en de private verzekeringsmaatschappijen. Ook op het vlak van de

verzekeringen zouden, althans het Arbitragehof, de activiteiten van de ziekenfondsen

wezenlijk verschillen van die van de private verzekeraars. De aanvullende

verzekeringsactiviteiten hebben bij ziekenfondsen een accessoir karakter ten opzichte van de

hoofdactiviteit namelijk de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering. De activiteiten van

ziekenfondsen zouden bovendien steeds steunen op het solidariteits- en gelijkheidsbeginsel.

Het Hof oordeelt omwille van deze twee verschillen dat verschillende financiële

voorwaarden, fiscale bepalingen en controle verantwoord zijn. Het Arbitragehof had van de

gelegenheid gebruik gemaakt om de bevoegdheid van de ziekenfondsen af te bakenen. De

ziekenfondsen mogen in geen enkel geval diensten aanbieden die de gezondheidszorg te

buiten gaan133

.

76. Vonnis van 15 december 1995 door de Arbeidsrechtbank van Brussel

De Arbeidsrechtbank van Brussel sprak zich uit over de kwalificatie van de aanvullende

verzekering bij ziekenfondsen in het kader van een geschil betreffende een statutenwijziging

ten nadele van de eisende partij. Het ziekenfonds dat een vrije aanvullende verzekering

aanbiedt valt onder een sui generis stelsel, het is geen verzekeringsovereenkomst zoals

bedoeld in artikel 2 van titel X Wetboek Koophandel. In deze uitspraak wordt nogmaals het

verschillend karakter bevestigd tussen een aanvullende verzekering aangeboden door

enerzijds het ziekenfonds en anderzijds de private verzekeringsmaatschappijen134

.

77. Arrest 13 juli 2001 Arbitragehof

In deze uitspraak komt evenmin verandering in het eerder standpunt van het Arbitragehof. Het

hof is nog steeds van mening dat vanwege de specifieke kenmerken eigen aan de

ziekenfondsen, het raadzaam is voor hen in een verschillende behandeling te voorzien. Dit

standpunt is niet onevenredig in verhouding tot het door de wetgever nagestreefde doel. De

ziekenfondsen kunnen slechts activiteiten uitoefenen die met gezondheid te maken hebben, in

een geest van voorzorg, onderlinge hulp en solidariteit, zonder winstoogmerk en onder de

controle van de CDZ. Het hof stelt eveneens vast dat “de door de ziekenfondsen aangeboden

hospitalisatieverzekeringen een voor de ziekenfondsleden voorbehouden dienst vormen in

verband met hun gezondheid en die van hun gezin. Zo beantwoorden die prestaties aan de

criteria van voorzorg, onderlinge bijstand en solidariteit, vereist door de wet van 6 augustus

1990, aangezien de bijdragen niet variëren naar gelang van de gezondheidstoestand van de

133

B. VAN BUGGENHOUT, “Aanvullende sociale verzekeringen in België: solidariteit en subsidiariteit in de

sociale bescherming” in J. VAN LANGENOCNK, R. DILLEMANS, G. LOOSVELDT (eds.), Sociale bescherming op

nieuwe paden: liber memorialis Béatrice Van Buggenhout, Universitaire Pers Leuven, 2003, 242-243. 134

Arbrb.15 december 1995, RW 1995-96, 1376, noot C. MEEUSEN.

Page 46: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

39

leden of van hun gezin”135

. Ze blijven ook voor wat betreft de aanvullende

hospitalisatieverzekering onderworpen aan de Ziekenfondswet136

.

4.2.2 Klacht van Assuralia

78. Ten gevolge van een klacht in 2006 bij de Europese Commissie heeft deze op 6 mei

2008 een met redenen omkleed advies gericht tot België. Ziekenfondsen treden naar de

mening van Assuralia in concurrentie met verzekeringsondernemingen wanneer ze

aanvullende ziektekostenverzekeringen aanbieden. Ze zouden hun activiteiten dan ook

moeten uitoefenen overeenkomstig de eerste (73/239/EEG137

) en derde (92/49/EEG138

)

schaderichtlijn, net zoals de private verzekeraars. Bovendien had de klacht betrekking op de

conformiteit met het mededingingsrecht en de vrijstelling van de premietaks en de bedrijfs-

belastingen139

.

4.2.3 Het advies van de Europese Commissie

79. De Europese Commissie heeft enkele problemen vastgesteld op het vlak van

overeenstemming met de richtlijnen. De klachten omtrent conformiteit met het mededingings-

recht en de vrijstelling van de premietaks en de bedrijfsbelastingen werden niet behandeld

door de Commissie. De volgende punten werden als problematisch gezien:

1. Ziekenfondsen zijn niet erkend als verzekeringsondernemingen door de CBFA (nu:

FSMA). De ziekenfondsen hebben geen toelating bekomen van de CBFA om

verzekeringsproducten aan te bieden zoals vereist door de richtlijn “verzekeringen

niet-leven”. Toch bieden ze verzekeringsproducten aan onder de vorm van

aanvullende ziektekostenverzekeringen, wat door de Belgische wetgever wordt

toegelaten. Dit is een inbreuk op de richtlijn. In tegenstelling tot de ziekenfondsen

moeten private verzekeraars wel voorafgaand aan hun verzekeringsactiviteit toelating

verkregen hebben vanwege de CBFA140

.

2. Ziekenfondsen oefenen de verzekeringsactiviteiten niet uit onder één van de wettelijke

juridische rechtsvormen die daartoe vereist zijn. De wettelijke toegelaten

rechtsvormen in België zijn de NV, CV, CVA en Onderlinge Verzekerings-

vereniging141

.

135

Arbitragehof 13 juli 2001, RW 2001-02, (558) overw. B.13.6. 136

Arbitragehof 13 juli 2001, RW 2001-02, 558. 137

Richtl.Raad nr. 73/239/EEG Raad, 24 juli 1973 houdende coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke

bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de

levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan, Pb. L., 16 augustus 1973, 3 138

Richtl.Raad nr. 92/49/EEG, 18 juni 1992 houdende coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke

bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en

houdende wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG, Pb.L., 11 augustus 1992, 1. 139

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS en J. STUYCK,

over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 520. 140

P. DEGADT, J. PAUWELS EN A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 23

februari 2014), 18. 141

Ibid.

Page 47: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

40

3. Het principe van specialisatie wordt niet gerespecteerd doordat ziekenfondsen hun

activiteiten niet beperken tot verzekeringen. Dit principe wordt ook het specialiteits-

beginsel genoemd142

.

4. Er is geen minimumwaarborgfonds, solvabiliteitsmarge noch technische provisies

(Solvency I en II)143

.

5. Er wordt geen verplichting opgelegd om jaarlijks een activiteitenprogramma voor de

verzekeringsactiviteit voor te leggen144

.

De Commissie oordeelde dat de aanvullende verzekering niet gelijkgesteld kan worden met

een verzekering in het kader van de wettelijke sociale zekerheidsregeling. Het is mogelijk in

België om geen enkele dekking te genieten bovenop de dekking die de sociale zekerheid

voorziet. De aanvullende ziekteverzekering is bij ziekenfondsen volledig facultatief. Dit type

verzekering beantwoordt wegens het facultatieve karakter niet aan het solidariteitsbeginsel145

.

80. De eerste en de derde richtlijnen “niet-leven”, dit zijn de richtlijnen 73/239/EEG en

92/49/EEG van de Raad, zijn van toepassing op de Belgische particuliere ziekenfondsen

wanneer zij een aanvullende ziektekostenverzekering op de markt aanbieden. De Belgische

wetgeving die op de ziekenfondsen van toepassing is, de Ziekenfondswet, legt de bepalingen

van voornoemde richtlijnen niet juist en volledig ten uitvoer naar de mening van de

Commissie. De Commissie stelt de rol van de ziekenfondsen in het wettelijke ziektekosten-

stelsel niet ter discussie, evenmin betwijfelt ze de manier waarop de particuliere

ziekenfondsen zijn georganiseerd en gereguleerd inzake het aanbieden van de wettelijke

ziektekostenverzekering. Dit is een aangelegenheid die buiten het toepassingsgebied van de

geharmoniseerde EU-verzekeringswetgeving valt146

.

81. De Commissie zegt in haar advies niet dat ze ziekenfondsen wil beletten activiteiten uit

te oefenen op de markt van de aanvullende ziekteverzekeringen. De ziekenfondsen mogen

weldegelijk concurreren met de private verzekeraars inzake aanvullende ziekteverzekeringen,

maar ze spoort hierbij België aan om haar regelgeving conform te maken aan de Europese

richtlijnen omdat deze voor de polishouders en hun verzekerde familieleden betere

waarborgen bieden, onder meer in de vorm van strengere solventie-eisen147

.

4.2.4 Reactie

82. Er startten onderhandelingen tussen Assuralia en de landsbonden. Op 24 september

2008 werd een akkoord bereikt over hoe de regelgeving er in de toekomst zou moeten uitzien.

142

Ibid. 143

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS EN J. STUYCK,

over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 520. 144

Ibid. 145

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS EN J. STUYCK,

over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 521. 146

146

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS EN J.

STUYCK, over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 520-521. 147

X, Interne markt: Commissie brengt België voor Hof van Justitie in verband met wet op aanvullende

ziektekostenverzekering die door particuliere ziekenfondsen wordt aangeboden, http://europa.eu/rapid/press-

release_IP-09-1756_nl.htm (consultatie 19 november 2013).

Page 48: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

41

Het akkoord werd op 3 oktober 2008 goedgekeurd door de ministerraad en overgemaakt aan

de Europese Commissie. Het akkoord vormde de basis voor het redigeren van twee nieuwe

wetten, namelijk de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie

van de aanvullende ziekteverzekering148

en de wet van 2 juni 2010 houdende diverse

bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering149

. Daarnaast wilde

Assuralia eveneens een einde maken aan de fiscale ongelijkheden, ondanks het feit dat de

Europese Commissie dit probleempunt volledig negeert150

.

Privéverzekeraars en ziekenfondsen zijn nu onderworpen aan dezelfde regels bij het

aanbieden van aanvullende ziekteverzekeringen. Ziekenfondsen zullen moeten voldoen aan

dezelfde strikte regels inzake reserves, solvabiliteit en waarborgfondsen. De contracten zullen

een levenslange duur hebben en de premie en de waarborgen zullen alleen met de

toestemming van de individuele verzekerde gewijzigd kunnen worden. De premietaks van

9,25 procent zal ook door de ziekenfondsen betaald moeten worden, behalve indien er

voldaan is aan de voorwaarden om een vrijstelling te genieten151

.

4.2.5 Rechtspraak Europees Hof van Justitie

83. Ondanks de nieuwe goedgekeurde wetsontwerpen werd België door de Europese

Commissie voor het Europees Hof van Justitie gedaagd. De Belgische regering had de

afgesproken datum om op 1 januari 2010 een aangepaste wetgeving in werking te laten treden

niet gerespecteerd volgens de Commissie. Het beroep werd ingesteld op 25 januari 2010. Bij

arrest van 28 oktober 2010 werd België door het Hof van Justitie veroordeeld wegens onjuiste

of onvolledige omzetting van de eerste en derde richtlijnen “verzekeringen niet-leven”152

.

In haar verweer haalt de Commissie aan dat de richtlijnen 73/239/EEG en 92/49/EEG van

toepassing zijn op de Belgische ziekenfondsen die activiteiten uitoefenen op het domein van

de aanvullende ziekteverzekeringen. Deze activiteiten behoren niet tot de activiteiten op het

vlak van de sociale zekerheid en kunnen dus niet genieten van de uitzonderingen bepaald voor

deze activiteiten zoals bepaald in de richtlijn 73/739/EEG. De aanvullende ziekteverzekering

heeft geen verplicht karakter, de burger kan zelf kiezen of ze een dergelijke verzekering nuttig

acht. Er is bijgevolg geen principe van solidariteit, de ziekenfondsen oefenen een

economische activiteit uit en treden in concurrentie met de private verzekeraars met name

banken en verzekeringsinstellingen. Ook het ontbreken van een voorafgaande toestemming

vanwege de bevoegde instanties, solvabiliteitsregels en de correcte juridische vorm worden

nogmaals aangehaald in het verweer van de Commissie.

148 Wet 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering,

BS 28 mei 2010, 32.374. 149

Wet 2 juni 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering, BS

1 juli 2010, 43.805. 150

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS en J. STUYCK,

over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 521-523. 151

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS en J. STUYCK,

over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 521-523. 152

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS en J. STUYCK,

over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 523.

Page 49: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

42

84. België erkent dat de vervaldatum voor het instellen van een nieuwe regelgeving niet

werd gerespecteerd. De nodige maatregelen om de wetgeving conform te maken aan de

richtlijnen moeten nog genomen worden op het moment van de instelling van de eis door de

Commissie. Er wordt geconcludeerd dat België in gebreke is gebleven artikelen 6, 8, 15, 16

en 17 van de Richtlijn 73/239/EEG en artikelen 20 en 22 van Richtlijn 92/49/EEG om te

zetten in nationale wetgeving. Het Hof veroordeelt België in het niet nakomen van deze

verplichtingen153

.

4.2.6 De wet van 26 april 2010

85. De wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de

aanvullende ziekteverzekeringen wijzigt essentiële punten in de volgende wetgevingen154

:

- De wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van de

ziekenfondsen;

- de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen;

- de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst;

- de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekerings-

bemiddeling en de distributie van verzekeringen;

- de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de

financiële diensten;

- de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en

uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

4.3 Welke veranderingen worden ingevoerd?

4.3.1 Nieuwe rechtsvorm

86. Enkel verzekeringsondernemingen die één van de limitatief omschreven rechtsvormen

aannemen kunnen aanvullende ziekteverzekeringen aanbieden. Volgens de tekst van de wet

moeten de particuliere verzekeringsondernemingen naar Belgisch recht opgericht zijn in de

vorm van een vennootschap op aandelen, een coöperatieve vennootschap of een onderlinge

verzekeringsvereniging. In een aantal uitzonderingsgevallen wordt de vorm van

gemeenschappelijke kassen ook aanvaard155

.

87. Een nieuwe vorm is de maatschappij van onderlinge bijstand. De verzekerings-

onderneming die deze vorm aanneemt wordt dan een verzekeringsmaatschappij van

onderlinge bijstand genoemd (VMOB). De Belgische ziekenfondsen werden onder de nieuwe

wet verplicht hun verzekeringsactiviteiten ten laatste op 1 juli 2011 onder te brengen in een

VMOB. Vanaf deze datum zullen de ziekenfondsen betreffende hun verzekeringsactiviteiten

aan dezelfde wettelijke en fiscale regels onderworpen zijn als de private verzekeraars156

. Het

153

HvJ C-41/10, Commissie v. Koninkrijk België, 2010. 154

Wet 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering,

BS 28 mei 2010, 32.374. 155

Art. 9, §1 Controlewet. 156

K. BARREZEELE, “Ziekenfondsen moeten zich zo snel mogelijk aanpassen”, Verz.W. januari 2011, 51.

Page 50: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

43

is een mutualistische vereniging met rechtspersoonlijkheid en heeft een burgerlijk karakter157

.

Ze streeft geen winstoogmerk na en het mandaat van de bestuurders is onbezoldigd158

. Het

oogmerk van solidariteit is prioritair en slechts de leden die aangesloten zijn bij het verbonden

ziekenfonds kunnen zich bij de VMOB aansluiten. Indien een persoon zich aansluit bij een

ander ziekenfonds houdt dit in dat hij zijn aanvullende ziekteverzekering bij een andere

VMOB zal moeten aangaan159

. Bij de private verzekeraars daarentegen is er een volledige

vrijheid, elk individu kan zich wenden tot een verzekeraar om een polis te onderschrijven.

Hier gelden geen regels inzake lidmaatschap.

VMOB’s werden specifiek ingevoerd om ziekenfondsen conform de nieuwe wetgeving te

laten deelnemen aan de activiteit van de aanvullende ziekteverzekeringen160

. Ziekenfondsen

kunnen zich samen organiseren of groeperen in een nieuwe op te richten entiteit onder de

vorm van een maatschappij van onderlinge bijstand. Het is de algemene vergadering van het

ziekenfonds die hiertoe zal moeten beslissen161

. Verzekeringen aangeboden door

ziekenfondsen kunnen vandaag enkel worden verschaft via een afzonderlijke rechtspersoon.

De reden hiervoor is om te voldoen aan het specialiteitsbeginsel162

.

De maatschappijen van onderlinge bijstand vallen onder toepassing van de Controlewet van

1975 en moeten voorafgaandelijk toelating bekomen van de CDZ wat betreft hun aanbieding

inzake verzekeringsproducten van tak 2 en tak 18. Tak 2 bestaat uit ziekteverzekerings-

producten en laat zowel forfaitaire uitkeringen als schadeloosstellingen toe163

. Tak 18 bevat

de hulpverlening aan in moeilijkheden verkerende personen die op reis zijn, zich buiten hun

woonplaats of vaste verblijfplaats bevinden of in andere omstandigheden, het bevat geen

rechtsbijstand. VMOB’s kunnen noch verrichtingen noch andere diensten, die geen

verzekeringen uitmaken, aanbieden. Dergelijke diensten moeten beschouwd worden als

diensten van algemeen belang en moeten aangeboden worden door de ziekenfondsen164

. De

tussenpersonen van de VMOB die de verzekeringsproducten aanbieden en aan verzekerings-

bemiddeling doen, mogen geen activiteiten van verzekeringsbemiddeling uitvoeren ten

voordele van andere verzekeringen dan deze aangeboden door de VMOB. Individuele

contracten die verschillen van verzekerde tot verzekerde zijn niet mogelijk. De

verzekeringsvoordelen en voorwaarden worden in de statuten opgenomen, wanneer personen

zich aansluiten bij een ziekenfonds en via de VMOB een aanvullende ziekteverzekering

afsluiten zullen de statuten automatisch van toepassing zijn op de relatie tussen de VMOB en

157

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS en J. STUYCK,

over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 523. 158

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS en J. STUYCK,

over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 527. 159

FOD ECONOMIE, Hospitalisatieverzekering,

http://economie.fgov.be/nl/consument/Verzekering/Assurance_hospitalisation/#.UonJc8QVHIX (consultatie 29

oktober 2013). 160

Art. 9 Controlewet. 161

Art. 43bis Ziekenfondswet. 162

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS en J. STUYCK,

over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 524. 163

L. LOWET, “Dertien nieuwe verzekeraars”, Verz.W., november 2012, 50. 164

X, Indeling van de risico’s per groep van activiteit en per tak,

www.fsma.be/Site/Repository/takvz/taknonvie/tak_li.aspx#nietleven (consultatie 23 november 2013).

Page 51: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

44

de verzekerde. Bij de VMOB geldt dus het principe van statutaire relatie met de verzekeraar

terwijl er met de private verzekeraar een contractuele relatie is. Deze stelling moet echter

genuanceerd worden. Waar voorafgaand aan de wetswijziging de dekking en bijdragen van de

aanvullende ziekteverzekering bij ziekenfondsen gewijzigd konden worden door de beslissing

van de algemene vergadering op goedkeuring van de CDZ zal dit nu niet meer het geval zijn.

De beslissingen zijn niet meer rechtstreeks tegenstelbaar aan de leden. De leden zullen met de

wijzigingen moeten instemmen, zoniet hebben ze de mogelijkheid de verzekerings-

overeenkomst op te zeggen165

.

88. Er werden een aantal eisen gesteld door de CDZ in verband met de benaming van de

VMOB’s. Er mag geen benaming gebruikt worden die bij de consument verwarring zou

kunnen scheppen, ze mag niet verkeerdelijk het idee hebben dat het een ziekenfonds betreft.

De verzekeringsmaatschappijen van onderlinge bijstand zijn immers afzonderlijke entiteiten

losgekoppeld van de ziekenfondsen. Bovendien mag er geen verwarring ontstaan met de

benaming van een vzw of verzekeringsonderneming die onder de controle staat van de

FSMA166

.

89. In de context van de nieuwe wetgeving werd de beroepsvereniging Mutassur opgericht.

Mutassur overkoepelt de 12 mutualistische verzekeringsondernemingen die in België actief

zijn en vertegenwoordigt ook regionale ziekenfondsen in hun hoedanigheid van

verzekeringsagent. Kenmerkend voor de mutualistische verzekeringsondernemingen is dat ze

enkel hun eigen leden mogen verzekeren, bovendien mogen ze enkel verzekeringen aanbieden

die tot takken 2 en 18 behoren. Vandaag bieden de mutualistische verzekerings-

ondernemingen bijna uitsluitend hospitalisatieverzekeringen aan167

. De meeste ziekenfondsen

richtten bij de wetswijziging een VMOB op om de aanvullende ziekteverzekeringen te

kunnen aanbieden. Een uitzondering is de Onderlinge Ziekenkas die zich op 1 januari 2012

omvormde tot een onderlinge verzekeringsonderneming genaamd PRECURA. Hierdoor

voldoet ze eveneens aan de wettelijke vereisten voor het aanbieden van verzekeringen. Ze valt

nu volledig onder de regelgeving van de private verzekeraars, de verzekeringsvoorwaarden

worden voortaan geregeld door een overeenkomst in plaats van door de statuten168

.

90. Ondanks juridische gelijkschakeling van beide aanbieders en de creatie van een level

playing field blijven er nog een aantal verschillen bestaan. Samengevat zijn er vier

verschilpunten betreffende de werking tussen de ziekenfondsen, onder de vorm van VMOB’s,

en private verzekeraars die aanvullende ziekteverzekeringen aanbieden. Het eerste verschil is

dat VMOB’s solidariteit nastreven terwijl private verzekeraars een winstoogmerk beogen. Een

tweede punt betreft het uitoefenen van toezicht. De VMOB wordt gecontroleerd door de CDZ

165

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS, J. STUYCK, over

grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 528. 166

J.ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS en J.

STUYCK, over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, 525. 167

X, Jaarverslag LCM 2012, www.cm.be/binaries/Jaarverslag-LCM-2012-CM-en-ZIV_tcm375-130947.pdf,

(consultatie 12 oktober 2013), 25. 168

X, De onderlinge ziekenkas: sociaal verslag 2011,

http://prevoca.be/sites/default/files/sociaal%20verslag%202011.pdf (consultatie 23 november 2013).

Page 52: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

45

terwijl de private verzekeraars onder het toeziend oog opereren van de Nationale Bank van

België en de FSMA. Een derde verschil zien we in het feit dat VMOB’s slechts een beperkt

publiek kunnen aantrekken, namelijk de leden van het verbonden ziekenfonds, terwijl de

private verzekeraar zich kan richten op de volledige markt. Als laatste punt is het verschil

inzake aanbod aan te merken. Waar de private verzekeraars alle bestaande

verzekeringsproducten mogen aanbieden is de VMOB beperkt tot verzekeringsproducten uit

tak 2 en tak 18169

.

91. De concurrentiestrijd tussen ziekenfondsen en privéverzekeraars blijft bestaan. We

zouden ons de vraag kunnen stellen of samenwerking op het vlak van aanvullende

ziekteverzekeringen een oplossing kan bieden ten aanzien van de concurrentiestrijd. Deze

vraag moet negatief beantwoord worden in het licht van artikel 43ter van de Ziekenfondswet.

“Elk akkoord met een landsbond of een ziekenfonds dat tot voorwerp heeft de promotie,

distributie of verkoop van een verzekeringsproduct, zoals bepaald in de wet van 25 juni 1992

op de landverzekeringsovereenkomst, alsook van een bankproduct, zoals bepaald in de wet

van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, is verboden,

ook indien deze producten speciaal werden ontworpen voor of voorbehouden zijn aan leden

van een ziekenfonds of een landsbond”170

.

In Duitsland daarentegen kunnen de ziekenfondsen wel samenwerken met private

ziekteverzekeraars. De ziekenfondsen kunnen via samenwerkingsakkoorden hun leden aan

voordelige tarieven extra diensten aanbieden die anders niet via het wettelijk systeem

beschikbaar zouden zijn171

.

92. Oplijsting van de VMOB’s met de corresponderende tussenpersonen172

:

Erkende VMOB’S Erkende Verzekeringstussenpersonen

Verzekeringen CM-Vlaanderen Christelijke Mutualiteiten

MC Assure Mutualités chrétienne

HospiPlus Vlaams en Neutraal Ziekenfonds

Neutra Mutualité Neutre

Sociale hospitalisatieverzekeringen (SOHO) De Socialistische Mutualiteiten

Société mutualiste d’assurances du Brabant/

verzekeringsmaatschappij van onderlinge

De Socialistische Mutualiteiten

169

L.LOWET, “Dertien nieuwe verzekeraars”, Verz.W. november 2012, 50. 170

Art. 43ter Ziekenfondswet. 171

X, Private Zusatzversicherung über die gesetzliche Kasse abschliessen,

http://www.krankenkassen.de/gesetzliche-krankenkassen/leistungen-gesetzliche-krankenkassen/zusaetzliche-

leistungsangebote/gesetzliche-krankenkassen-private-zusatzversicherung/ (consultatie 23 april 2014). 172

X, Lijst der maatschappijen voor onderlinge bijstand die verzekeringsproducten mogen aanbieden; X, Lijst

der erkende verzekeringstussenpersonen, www.ocm-cdz.be/hoofdframe-n.htm (consultatie 29 maart 2014).

Page 53: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

46

bijstand van Brabant

Hospimut Solidaris De Socialistische Mutualiteiten (Wallonië)

Hospitaal plus De Liberale mutualiteiten

OZ verzekeringen De Onafhankelijke ziekenfondsen

Securex De Onafhankelijke Ziekenfondsen

Hospitalia De Onafhankelijke Ziekenfondsen

Société Mutualiste d'Assurances-M.M.H" Is geen mutualistische organisatie, ze is niet

aangesloten bij een landsbond en neemt dus

niet deel aan de verplichte ziekte- en

invaliditeitsverzekering173

.

4.3.2 Classificatie aanvullende activiteiten van ziekenfondsen

93. De eerste groep zijn de verrichtingen, de wetgever begrijpt hieronder diensten met

verplichte aansluiting en verzekeringskarakter. De verrichtingen kunnen aangeboden worden

door zowel de ziekenfondsen, de landsbonden als de MOB’s. Deze verrichtingen kunnen de

ziekenfondsen blijven uitoefenen onder de aangepaste Ziekenfondswet, er is geen

gelijkschakeling met de activiteiten van de private verzekeraars174

. De ratio hiervan is dat de

verrichtingen een verplicht karakter hebben en dus niet in concurrentie treden met de

aanvullende ziekteverzekeringen van de private verzekeraars die op facultatieve basis worden

aangeboden. Het verplicht karakter is noodzakelijk om de solidariteit te verwezenlijken. Een

aantal praktische voorbeelden zijn ziekenvervoer en vaccinatie. Er worden dwingende criteria

opgelegd waaraan verrichtingen moeten voldoen175

:

- Er geldt een verplichte aansluiting, dit wil zeggen dat enkel de leden van het

ziekenfonds genieten van de verrichtingen;

- er is geen winstoogmerk;

173

S. TROUPIN en K. VERHOEST, Participatieve evaluatie van de governance in de tak ziekte- en

invaliditeitsverzekering, K.U. Leuven, 2008-09,

https://lirias.kuleuven.be/bitstream/123456789/257779/1/02.+Participatieve+analyse+van+de+governance+in+d

e+tak+ziekte-+en+invaliditeitsverzekering.pdf (consultatie 29 maart 2014), 5. 174

P. DEGADT, J. PAUWELS en A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 2 maart

2014), 19. 175

M. VLAEMINCK, Nieuwe uitdagingen voor ziekenfondsen, www.ibr-

ire.be/nl/vorming_events/agenda/studiedagen/Documents/2710_Workshops-1ste-sesssie-Ateliers-1re-seance-4-

Nieuwe-uitdagingen-voor-de-ziekenfondsen.pdf (consultatie 10 november 2013).

Page 54: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

47

- alle leden betalen een identieke bijdrage. Differentiëring is enkel mogelijk op basis

van de zwakkere sociale positie van bepaalde categorieën personen176

;

- niemand mag uitgesloten worden (bv wegens gezondheidstoestand of leeftijd);

- iedereen krijgt identieke waarborgen;

- het financieel beheer gebeurt via repartitie (geen kapitalisering). De prestaties worden

toegekend volgens de beschikbare middelen en het beheer ervan geschiedt volgens de

normaal redelijke zorgvuldigheidsnorm;

- de algemene vergadering beschikt over soevereiniteit wat de aanpassingen van de

toekenningsvoorwaarden betreft.

94. De tweede groep zijn de verzekeringen zoals bedoeld in de WLVO. De

hospitalisatieverzekering wordt ondergebracht in deze groep. De verzekeringsactiviteiten

zullen uitsluitend aangeboden worden door de VMOB’s. De volgende kenmerken zijn

typerend voor de verzekeringsactiviteit177

:

- Tak 2 en Tak 18 verzekeringsproducten;

- er is een facultatieve aansluiting;

- de verzekeringsactiviteiten zijn enkel toegankelijk voor de leden van de ziekenfondsen

die aangesloten zijn bij de VMOB;

- onderworpen aan de prudentiële verplichtingen inzake solvabiliteitsratio’s (Solvency I

en II).

95. De derde en laatste groep zijn de diensten die noch verrichtingen noch verzekeringen

uitmaken. Het zijn activiteiten zonder verzekeringskenmerken. Dit kunnen activiteiten zijn

van socio-culturele aard. Het zijn diensten aangeboden door de ziekenfondsen, de

landsbonden of de MOB’s. Deze laatste is geen verzekeraar in tegenstelling tot de VMOB.

Kenmerkend voor deze categorie is178

.

- Het recht op tegemoetkoming is niet gebonden aan het zich voordoen van een

onzekere, toekomstige gebeurtenis;

- de toekenning van de prestatie gebeurt volgens de beschikbare middelen;

- financieel beheer gebeurt via repartitie.

4.3.3 Premietaks 9,25 procent

96. De aanvullende ziekteverzekeringen van ziekenfondsen worden net zoals de private

ziektekostenverzekeringen onderworpen aan de premietaks van 9,25 procent. Verzekeraars in

het algemeen, dus zowel private verzekeraars als ziekenfondsen, kunnen aan de taks

ontsnappen als zij een verzekering aanbieden die een hoog niveau van bescherming biedt. Dit

176

KB 2 maart 2011 tot uitvoering van artikel 67, tweede tot vierde lid, van de wet van 26 april 2010 houdende

diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering, BS 25 maart 2011, 20.628. 177

M. VLAEMINCK, Nieuwe uitdagingen voor ziekenfondsen, www.ibr-

ire.be/nl/vorming_events/agenda/studiedagen/Documents/2710_Workshops-1ste-sesssie-Ateliers-1re-seance-4-

Nieuwe-uitdagingen-voor-de-ziekenfondsen.pdf (consultatie 10 november 2013). 178

M., VLAEMINCK, Nieuwe uitdagingen voor ziekenfondsen, http://www.ibr-

ire.be/nl/vorming_events/agenda/studiedagen/Documents/2710_Workshops-1ste-sesssie-Ateliers-1re-seance-4-

Nieuwe-uitdagingen-voor-de-ziekenfondsen.pdf (consultatie 10 november 2013).

Page 55: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

48

betekent onder meer dat de verzekering toegankelijk is tot de leeftijd van ten minste 65 jaar.

De verzekering moet eveneens de kosten dekken die gemaakt worden inzake de zorgen van

een vooraf bestaande ziekte, aandoening of toestand. De enige uitzondering die toegelaten is,

is de uitsluiting of beperking van supplementen bij het verblijf in een eenpersoonskamer179

.

De ziektekostenverzekering mag geen aanleiding geven tot een verhoging van de premie,

beperkingen van de garanties, noch tot een verminderde schadeloosstelling door de

voorafgaande toestand. Een laatste voorwaarde stelt dat er geen wachtperiode mag voorzien

worden van meer dan 12 maanden180

. De ratio van deze premievrijstelling is het aanmoedigen

van de solidariteit met personen met een voorafbestaande ziekte of aandoening181

.

In de praktijk komt het erop neer dat de premietaks inzake aanvullende ziekteverzekeringen

niet verschuldigd zal zijn omdat de meeste verzekeraars zich schikken naar deze

voorwaarden182

.

4.3.4 Wetgeving vandaag van toepassing op de verzekeringsactiviteit via ziekenfondsen

- De wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen;

- de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van

ziekenfondsen. De lijst van de artikelen die toepasselijk zijn op de VMOB’s is

opgenomen in artikel 70, §9 van de Ziekenfondswet183

;

- de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomsten is van toepassing op

de maatschappijen van onderlinge bijstand voor zover er niet wordt van afgeweken

door bijzondere wetten184

;

- de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en

herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen;

- de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de

aanvullende ziekteverzekering.

Ondanks de inspanningen van de Belgische wetgever om de wetgeving conform te maken aan

de Europese richtlijnen werd door Assuralia een beroep ingediend tot gedeeltelijke

vernietiging van de wet van 26 april 2010. Volgens Assuralia wordt ‘het collectief belang van

de verzekeringsondernemingen, leden van de verzoekende partij, rechtstreeks en ongunstig

179

Wet 18 april 2010 tot invoering van een vrijstelling van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen ten

voordele van de ziektekostenverzekeringen die een hoog niveau van bescherming aanbieden, BS 11 juni 2010. 180

F. HEIRBAUT en M. MOHR, “Recente wijzigingen aan de verzekeringstaksen”, T.Verz n°377 2011, 475. 181

X, Hospitalisatieverzekeringen van mutualiteiten 2013: dekking voorafbestaande aandoening of ziekte,

http://vlaamspatientenplatform.be/_plugin/ckfinder/userfiles/files/Hospitalisatieverzekeringen%20van%20mutua

liteiten%202013(1).pdf (consultatie 1 april 2014), 1. 182

P. DEGADT, J. PAUWELS en A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 3 maart

2014), 19. 183

J. ROGGE, “De mutualistische verzekeraar” in over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Antwerpen,

Intersentia, 2011, 529. 184

Art. 2, §1 en 3 WLVO.

Page 56: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

49

geraakt door de bestreden bepalingen, die de concurrentiepositie van de

verzekeringsondernemingen raken’185

.

97. Verrichtingen zijn verzekeringsproducten volgens Assuralia en moeten aangeboden

worden onder de voorwaarden zoals bepaald in de eerste richtlijn 73/239/EEG. Ze vreesde dat

bepaalde ziekenfondsen hun productvoorwaarden zouden aanpassen om te beantwoorden aan

de definitie van “verrichtingen” waardoor ze geen VMOB zouden moeten oprichten. Eind

november 2010 diende Assuralia een klacht in bij het Grondwettelijk Hof om bepaalde

wetsartikelen met betrekking tot de verrichtingen te doen vernietigen186

. Het Hof oordeelde

dat Assuralia het niet aannemelijk maakte dat de bestreden bepaling onevenwichtige gevolgen

zou veroorzaken. Het blijkt niet dat er oneerlijke concurrentie zou ontstaan tussen de

VMOB’s en de private verzekeraars187

.

Voorts is Assuralia van mening dat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden zijn.

Het Hof verwerpt het beroep. In de woorden van het Hof: “De artikelen 10 en 11 van de

Grondwet zijn niet geschonden door het enkele feit dat de wetgever de Koning machtigt om

vast te stellen welke bepalingen van de wet landverzekeringsovereenkomst niet van toepassing

zijn op de maatschappijen van onderlinge bijstand die een verzekeringsactiviteit mogen

uitoefenen en om te preciseren op welke wijze sommige bepalingen van die wet ten aanzien

van de maatschappijen van onderlinge bijstand die een verzekeringsactiviteit mogen

uitoefenen dienen te worden toegepast. De Koning dient bepalingen van openbare orde of van

dwingend recht van diverse wetten zoals de wet landverzekeringsovereenkomst, de

Ziekenfondswet en de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der

verzekeringsondernemingen ten aanzien van de toepassing ervan met elkaar te verzoenen en

in ieder geval rekening te houden met de bijzondere kenmerken van de maatschappijen van

onderlinge bijstand die een verzekeringsactiviteit mogen uitoefenen”188

.

De verschillen in het regelgevend kader en in de wijze waarop de mutualistische entiteiten en

de verzekeringsondernemingen hun activiteiten ontplooien, evenals de controle, zijn

verantwoord op grond van de wezenlijke verschillen in de doelstellingen en organisatie van

beide partijen. De Belgische wetgever heeft het aanbieden van verzekeringen door middel van

de VMOB’s strikt omkaderd conform de Europese richtlijnen. De ziekenfondsen mogen de

als verrichting bedoelde diensten enkel aanbieden aan hun eigen leden mits inachtneming van

de voorwaarden bepaald in de wet van 26 april 2010. De leden worden op geen enkele manier

belet om aanvullende overeenkomsten aan te gaan met een private verzekeraar van hun keuze 189

.

4.4 Ziekenfondsen als tussenpersonen

98. De ziekenfondsen treden op als verzekeringstussenpersoon om de verzekeringen van de

VMOB’s aan hun leden aan te bieden. Dit heeft tot gevolg dat ziekenfondsen in hun taak van

185

GwH 24 november 2011, nr.180/2011, overw. A.1.1. 186

K. BARREZEELE, “Ziekenfondsen moeten zich zo snel mogelijk aanpassen”, Verz.W. november 2011, 52. 187

GwH 24 november 2011, nr. 180/2011. 188

GwH 24 november 2011, nr.180/2011. 189

GwH 24 november 2011, nr.180/2011.

Page 57: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

50

verzekeringstussenpersoon de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en

herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen190

moeten naleven191

.

Vooraleer een ziekenfonds activiteiten van verzekeringsbemiddeling mag uitoefenen moet ze

ingeschreven zijn in het register van de CDZ192

. Een ziekenfonds die zonder inschrijving toch

aan verzekeringsbemiddeling doet stelt zich bloot aan geldboetes, bovendien kunnen er

vorderingen tot staking ingesteld worden op grond van artikel 95 van de Wet Marktprakijken.

De ziekenfondsen die de inschrijvingsplicht miskennen schenden immers de belangen van

andere concurrenten die wel de moeite gedaan hebben om aan de wettelijke

inschrijvingsplicht te voldoen193

.

99. De verzekeringstussenpersonen, waaronder de ziekenfondsen ressorteren, moeten

onderscheiden worden van klantenaanbrengers. Het verschil tussen beide is van belang omdat

enkel de verzekeringstussenpersonen onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 27

maart 1995. Klantenaanbrengers zijn personen die in het kader van een andere

beroepswerkzaamheid potentiële klanten doorverwijzen naar of aanbrengen bij

verzekeringsondernemingen of tussenpersonen. Deze definitie werd verduidelijkt in een

mededeling van de CBFA van 20 februari 2009. Het zijn personen die zich beperken tot het

doorgeven van de identiteit van potentiële klanten aan verzekeringstussenpersonen of

verzekeringsondernemingen of die de klanten doorverwijzen. Men mag eveneens zonder als

tussenpersoon gekwalificeerd te worden niet gepersonaliseerde informatie verstrekken aan de

potentiële klant, het gaat om informatie die door de verzekeringsonderneming of

tussenpersoon is overhandigd. De klantaanbrenger kan een eenmalige vergoeding krijgen per

klant die hij aanbrengt en effectief een verzekeringsovereenkomst sluit. De

klantenaanbrengers worden niet betrokken bij de uitvoering van de

verzekeringsovereenkomsten. Indien aan deze voorwaarden voldaan is hoeft de

klantenaanbrenger zich niet in het register van de CDZ of FSMA in te schrijven194

.

4.5 De Controlediensten

4.5.1 Financial Services and Markets Authority en Nationale Bank van België

100. Na de kredietcrisis in 2008 heeft de Belgische wetgever de regels inzake het financiële

toezicht grondig herzien. De regering besloot, rekening houdend met de internationale

190

Wet 27 maart 1995 betreffende verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van

verzekeringen, BS 14 juni 1995, 17.029. 191

Art 68, 1° wet 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende

ziekteverzekering, BS 28 mei 2010. 192

Art. 5, §3 wet 27 maart 1995 betreffende verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van

verzekeringen, BS 14 juni 1995, 17.029. 193 D. DHAENENS, “Interactie verzekeringen- Wet Handelspraktijken” in E. BREWAEYS, A. COLPAERT, H.

COUSY; H. CLAASENS, R. DE JONGHE, D. DHAENENS. en J. VAN MOLLE, J., (eds.), Verzekeringenrecht,

Antwerpen, Maklu, 1998, 160- 161. 194

J.P. DERVAIS, Mededeling CBFA 20 februari 2009,

www.fsma.be/~/media/Files/circvthvz/NL/vt/hvz/cbfa_2009_10.ashx (consultatie 20 maart 2014).

Page 58: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

51

ontwikkelingen, het Twin Peaks model in te voeren via de wet van 2 juli 2010195

. “Een

verzekeringsonderneming naar Belgisch recht die haar activiteiten in België wenst uit te

oefenen en een verzekeringsonderneming die ressorteert onder het recht van een staat die

geen lid is van de EER en die in België een verzekeringsactiviteit wenst uit te oefenen via een

bijkantoor moeten, vooraleer die aan te vatten, een toelating verkrijgen van de Nationale

Bank van België (hierna: NBB)”. De Financial Services and Markets Authority (hierna:

FSMA) is bevoegd om als toezichthouder op te treden voor het onrechtmatig aanbieden van

verzekeringsovereenkomsten196

.

Het Twin Peaks model is een bipolair toezichtsmodel waarbij zowel NBB als de FSMA een

rol vervullen. Het prudentieel toezicht wordt uitgeoefend door de NBB terwijl het toezicht op

de gedragsregels en de financiële markten toevertrouwd wordt aan de FSMA. Het nieuwe

toezichtsmodel is in werking getreden op 1 april 2011197

. De prudentiële regels waarvan de

toepassing gecontroleerd wordt door de NBB worden gedefinieerd als “specifiek gericht op

het waarborgen van de soliditeit van de financiële instelling door vereisten op te leggen op

het vlak onder meer van de solvabiliteit, de liquiditeit en de rendabiliteit van deze

instellingen”198

.

De FSMA heeft een uitgebreider takenpakket onder haar bevoegdheid. Ze is verantwoordelijk

voor het markttoezicht, gedragstoezicht, productietoezicht, financiële opleiding van de

spaarders en de beleggers, de pensioenfondsen, het toezicht op bank- en

verzekeringstussenpersonen, beheersvennootschappen van instellingen voor collectieve

belegging, de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, de

wisselkantoren, de ondernemingen voor verstrekking van hypothecaire kredieten en het

consumentenkrediet199

. Meer concreet, in het licht van haar taak ten aanzien van

verzekeringsmaatschappijen, oefent de FSMA toezicht uit op de individuele clausules,

overeenkomsten en verplichte vermeldingen op verzekeringsdocumenten. Deze moeten in

overeenstemming zijn met de wettelijke bepalingen200

.

Het toezicht op de VMOB’s vormt een uitzondering op de bevoegdheid van de NBB. Deze

vallen immers onder de bevoegdheid van de CDZ201

.

Het Twin Peaks model is ondertussen reeds uitgebreid met het zogenaamde Twin Peaks II

model. Het gevolg van de hervorming zijn striktere regels en een uitbreiding van de

bevoegdheid van de FSMA. De MiFID-regels zijn van toepassing op de verzekeraars. Ze

195

Wet 2 juli 2010 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector

en de financiële diensten en van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de

Nationale Bank van België, en houdende diverse bepalingen, BS 28 september 2010, 59.140. 196

X, “Toezicht op financiële sector”, NjW 2011, 254. 197

T., INCALZA, “Toezicht op de financiële sector volgens het bipolaire Twin Peaks-model: ander en beter?”,

TRV afl. 3, 2012, 173-175. 198

T. INCALZA, “Toezicht op de financiële sector volgens het bipolaire Twin Peaks-model: ander en beter?”, TRV

afl. 3, 2012, 175. 199

T. INCALZA, “Toezicht op de financiële sector volgens het bipolaire Twin Peaks-model: ander en beter?”,

TRV afl. 3, 2012, 179-181. 200

X, “Toezicht op financiële sector”, NjW 2011, 254. 201

Art. 36/2, lid 2 Organieke wet NBB.

Page 59: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

52

moeten zich op een loyale, billijke en professionele wijze inzetten voor de belangen van de

klanten en hen duidelijke en niet-misleidende informatie verstrekken202

.

4.5.2 De CDZ

101. De Controledienst voor de Ziekenfondsen is het orgaan dat bevoegd is inzake het

prudentieel toezicht van de ziekenfondsen. Ze is niet enkel bevoegd voor externe controle,

het is ook een belangrijk orgaan bij het verlenen van advies betreffende nieuwe rechtsregels.

Ze heeft onder meer zeggenschap in het vastleggen van de boekhoudkundige vereisten

waaraan ziekenfondsen moeten voldoen, de aanleg van reservefondsen, de

beleggingsmogelijkheden, de samenwerkingsakkoorden met derden en de modaliteiten van de

interne controle.

De wetgever voorzag in de Ziekenfondswet een controle op financieel en boekhoudkundig

vlak en dit zowel in het kader van de verplichte verzekering als bij de vrije aanvullende

verzekeringen. Vooraleer de Ziekenfondswet in werking trad bepaalde elke landsbond

afzonderlijk hoe de interne controle ingevuld werd. Vandaag gaat de organisatie van de

controle uit van een overkoepelend orgaan, namelijk de CDZ. Ze legt de basisprincipes vast

waaraan de interne controle moet voldoen. De ziekenfondsen zijn in het kader van de interne

controle verplicht een of meer bedrijfsrevisoren aan te stellen die door de algemene

vergadering worden gekozen uit een door de CDZ opgestelde lijst van erkende

bedrijfsrevisoren.

De externe controle wordt door de CDZ zelf uitgevoerd. Het kan zowel gaan om a priori als a

posteriori controles. De a priori controle bestaat vooral uit de controle van statutaire

wijzigingen en de controle van de jaarrekeninggegevens. De CDZ moet voorafgaand aan

statutenwijzigingen haar goedkeuring geven. Wanneer een door een landsbond of door een

ziekenfonds ingerichte dienst niet meer aan de wettelijke en reglementaire bepalingen

beantwoordt of wanneer de waarborgen voor een goede uitvoering ervan niet meer aanwezig

zijn, kan de CDZ beslissen de erkenning van voormelde dienst in te trekken, wat de

ontbinding van die dienst tot gevolg heeft203

.

De controles a posteriori kunnen plaatsvinden op de zetel van de CDZ ofwel ter plaatse bij de

ziekenfondsen of landsbonden van ziekenfondsen. Er wordt nagegaan of de wettelijke en

reglementaire bepalingen worden nageleefd inzake de waarderingsregels, reservefondsen en

toegelaten beleggingsmogelijkheden. Enerzijds zijn er controles die jaarlijks bij elke entiteit

worden doorgevoerd, anderzijds voert de CDZ ook individuele controles uit met betrekking

tot een bepaald probleem of specifieke klacht bij een entiteit204

.

Vooraleer een VMOB haar activiteiten kan uitoefenen moet ze erkend worden door de CDZ.

Dit in tegenstelling tot de private verzekeringsondernemingen die goedkeuring moeten krijgen

202

X, “Protection des utilisateurs de services financiers (Twin Peaks)”, T.verz. 2013/4, 521-523. 203

Art. 26, §2 Ziekenfondswet. 204

CH. LANGENDRIES, “De toegevoegde waarde van de interne audit, het auditcomité en de externe audit” in J.P.

BOULANGER en D. SMETS, Publieke en non-profitsector, interne controle en deugdelijk bestuur, die Keure, 2008,

100-107.

Page 60: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

53

van de NBB205

. De erkende verzekeraars worden opgenomen in respectievelijk een lijst van

de CDZ en de FSMA. Daarnaast zijn de ziekenfondsen, die de rol van

verzekeringstussenpersoon vervullen, verplicht om zich te laten inschrijven in een register van

de CDZ. Hetzelfde geldt voor de tussenpersonen van de private verzekeringsmaatschappijen,

de lijst waarop men zich moet registreren is echter die van de FSMA206

.

4.6 Over de grens: Nederland, Frankrijk en Duitsland

102. In het oud sociale zekerheidsstelsel in Nederland, dat dateert van voor 1 januari 2006,

was er een onderscheid tussen ziekenfondsen en particuliere verzekeringen. Werknemers

onder de loongrens waren verplicht verzekerd te zijn bij een ziekenfonds. De werknemers met

een loon boven de loongrens konden kiezen voor een particuliere ziektekostenverzekering.

Dit aantal was gering, het kwam neer op ongeveer één derde van de werknemers per bedrijf.

Omdat weinig werknemers een inkomen genoten boven de ziekenfondsgrens waren er weinig

bedrijven die een collectieve ziektekostenverzekering afsloten bij een particuliere verzekeraar.

Het verschil tussen ziekenfondsen en particuliere verzekeringen bestaat nu echter niet meer.

Er geldt een verplichte verzekering voor iedere burger, namelijk de basisverzekering, die bij

gelijk welke private verzekeraar kan afgesloten worden207

. Daarnaast kan men een

aanvullende ziektekostenverzekering aangaan bij een private verzekeraar.

Het concept “ziekenfonds” kent men niet meer in Nederland. Er zijn enkel private

zorgverzekeraars die allen onderworpen zijn aan de Zorgverzekeringswet, er gelden gelijke

voorwaarden voor alle verzekeraars in het kader van hun activiteit inzake de verplichte

basisverzekering. De Belgische problematiek in verband met de dualiteit tussen

ziekenfondsen en private verzekeraars in het kader van aanvullende ziekteverzekeringen kent

men bijgevolg niet in Nederland.

103. In Frankrijk kent men eveneens een systeem van aanvullende ziekteverzekeringen. Het

kan gaan om de situatie waarbij de verplichte ziekteverzekering onvoldoende dekking biedt

en men zich bijkomend wenst te verzekeren. Het gaat hierbij specifiek om goederen en

diensten die door de sociale zekerheid worden verzekerd, maar waarvan de uitkering

onvoldoende blijkt te zijn. Daarnaast biedt men ook aanvullende verzekeringen aan voor

zaken die niet begrepen zijn in de sociale zekerheid, maar die overeenstemmen met de vraag

van de bevolking208

. Er zijn drie verschillende instellingen die aanvullende

ziekteverzekeringen aanbieden. Er zijn de “mutuelles” onderworpen aan “le Code de la

Mutualité”, dit zijn rechtspersonen opgericht naar privaat recht zonder winstdoeleinden209

.

Daarnaast zijn er de verzekeringsmaatschappijen onderworpen aan “le Code des Assurances”.

Ten slotte kan de Franse burger een beroep doen op “les institutions de prévoyance”

205

Art. 3, §1 Controlewet. 206

K. TERMOTE, “Verzekeringsbemiddeling door ziekenfondsen: ook inschrijving in register vereist”, Balans n°

644, 2011, 8. 207

L.M. GOOSKENS, Zorgmanagement afstudeerscriptie: collectieve contracten, bulkverkoop of maatwerk?,

afstudeerscriptie Erasmus Universiteit Rotterdam, 2008, 36. 208

J.M. ANDRE en P. TURQUET, “L’assurance maladie complémentaire en France: état des lieux et perspectives”,

RDSS 2011, 210. 209

V. NICOLAS, “Société et mutuelle d’assurance”, juni 2010, art. 1.

Page 61: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

54

onderworpen aan le Code de la Sécurité Sociale. Ondanks de verschillende regelgevingen van

toepassing op de drie instellingen die aanvullende ziekteverzekeringen aanbieden is er geen

gelijkaardig conflict omtrent het level playing field op te merken in Frankrijk. Hieruit valt af

te leiden dat de concurrentiestrijd tussen de verschillende actoren gelijkaardig verloopt

doordat de regelgeving geen grote onevenwichtigheden bevat in tegenstelling tot de grote

discussies in België. België is in dit opzicht uniek, er is geen gelijkaardige discussie wat

betreft de concurrentiestrijd tussen ziekenfondsen en private verzekeraars.

104. Duitsland kent eveneens een systeem van wettelijke- en private ziekteverzekeringen, het

kent echter een verschillende invulling in vergelijking met het Belgische systeem.

Zelfstandigen, bedienden en arbeiders zijn in beginsel onderworpen aan het wettelijke

systeem (gezetsliche Krankenversicherung). Deze verzekering wordt gefinancierd door

premies van de werkgevers en werknemers, indien nodig worden ze aangevuld met

belastinginkomsten. De uitvoering van de wettelijke ziekteverzekering is in handen van de

ziekenfondsen, de zogenaamde “Krankenkassen”210

. Burgers die een bepaald jaarlijks bruto

inkomen overschrijden kunnen het wettelijk systeem de rug toekeren en zich volledig privaat

laten verzekeren (private Krankenversicherung). Hierbij wordt de wettelijke verzekering

ingewisseld voor een private verzekering211

. Voor het jaar 2014 komt de grens neer op een

bruto jaarinkomen van 53.550 euro212

. De burger die niet aan deze grens voldoet kan

weldegelijk een aanvullende private ziekteverzekering onderschrijven, maar zal zich niet

kunnen onttrekken aan het wettelijk systeem213

. De bijdragen worden door de private

verzekeraar niet berekend op basis van het bruto inkomen, maar op basis van de leeftijd van

de verzekerde. De private verzekeraar biedt drie soorten verzekeringen aan, namelijk een

volledige dekking, een gedeeltelijke en een aanvullende dekking. Met de aanvullende

verzekering kan de verzekerde bijvoorbeeld risico’s van ziekte in het buitenland dekken214

. Er

valt op te merken dat dat het Duitse systeem eveneens werkt met ziekenfondsen. In

tegenstelling tot België bieden de ziekenfondsen geen eigen aanvullende ziekteverzekeringen

aan waardoor ze niet rechtstreeks in concurrentie treden met de private ziekteverzekeraars. De

ziekenfondsen kunnen wel aanvullende ziekteverzekeringen aanbieden, maar dit gebeurt via

een samenwerkingsakkoord met de private ziekteverzekeraar. Deze laatste stelt haar diensten

ter beschikking van het ziekenfonds, waardoor deze een uitgebreider verzekeringspakket kan

aanbieden dan hetgeen onder de wettelijke verzekering valt. Waar in België een heuse

210

EUROPESE COMMISSIE, Uw socialezekerheidsrechten in Duitsland,

http://ec.europa.eu/employment_social/empl_portal/SSRinEU/Your%20social%20security%20rights%20in%20

Germany_nl.pdf (consultatie 23 april 2014), 5. 211

X, Sociale zekerheidsstelsel in Duitsland, http://dusseldorf.nlconsulaat.org/u-en-duitsland/wonen-in-

duitsland/wonen-in-duitsland/minbuza%3Ashare/sociale-zekerheidsstelsel-in-duitsland.html (consultatie 23 april

2014). 212

X, Versicherungspflichtgrenze und Voraussetzungen zur PKV, http://www.1a.net/versicherung/private-

krankenversicherung/versicherungspflichtgrenze (consultatie 23 april 2014). 213

X, Wer kann sich privat versichern?, http://www.aspect-

online.de/versicherungen/krankenversicherungen/private-krankenversicherung/wer-kann-sich-privat-versichern/

(consultatie 23 april 2014). 214

X, Welche Unterschiede bei Krankenkassen gibt es?,

http://www.bild.de/infos/krankenversicherung/krankenkassen/krankenkassen-9363130.bild.html (consultatie 23

april 2014).

Page 62: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

55

concurrentiestrijd heerst tussen ziekenfondsen en private verzekeraars gaan beide partijen in

Duitsland hun krachten bundelen en halen ze beiden voordeel uit de samenwerking215

.

4.7 De aanvullende ziekteverzekeringen en de Europeesrechtelijke mededingingsregels

4.7.1 Probleemstelling bij ziekenfondsen

105. Het mededingingsrecht is erop gericht de vrije concurrentie te bewaren, te versterken en

indien nodig te herstellen. De Belgische regelgeving is afgestemd op het Europees

mededingingsrecht. De gevolgen van een inbreuk op de mededingingsregels zijn mogelijk

hoge geldboetes opgelegd door de mededingingsautoriteiten, nietigheid van bepaalde

contractclausules uitgesproken door de nationale rechtbank, schadeclaims van het slachtoffer

en administratieve en strafrechtelijke sancties. Daarnaast zijn er ook minder tastbare gevolgen

zoals reputatieschade voor het bedrijf en de behandelingskosten van de inbreukprocedure216

.

De mededinging op de markt kan worden aangetast door het sluiten van bepaalde

overeenkomsten, misbruiken van een machtspositie, het aangaan van bepaalde concentraties

en het krijgen van staatssteun217

.

Er werd in de rechtspraak vaak geclaimd dat ook ziekenfondsen de mededingingsregels

moeten respecteren. In het kader van de mededingingsregels is het mogelijk dat de toegang

van de ziekenfondsen tot de gegevens uit de databanken en de overheidssteun worden

gekwalificeerd als overheidssubsidies die een marktbeperkende werking hebben. Het is artikel

107, lid 1 VWEU dat een verbod instelt op staatssteun aan ondernemingen218

. Voorafgaand

moet de vraag gesteld worden of de mededingingsregels toegepast kunnen worden op de

activiteiten van ziekenfondsen. Pas na het antwoord op deze vraag kan dieper ingegaan

worden op het aspect of de geldelijke steun gekwalificeerd kan worden als verboden

staatssteun. Indien de regels niet van toepassing zijn kan er vanzelfsprekend ook geen inbreuk

zijn. De discussie omtrent de toepassing van mededingingsregels op de ziekenfondsen vormt

een interessante discussie in de rechtspraak.

4.7.2 Het begrip “onderneming”

106. Om te bepalen of een eenheid onder het communautaire mededingingsrecht valt moet

onderzocht worden of ze gekwalificeerd kan worden als onderneming219

. We moeten

bijgevolg eerst nagaan of een ziekenfonds kan worden gekwalificeerd als een onderneming in

de Europeesrechtelijke betekenis van het begrip aangezien de mededingingsregels enkel

gelden ten aanzien van ondernemingen. Dit is geen gemakkelijke kwestie, men verwijst

geregeld naar het begrip, maar het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft

215

X, Private Zusatzversicherung über die gesetzliche Kasse abschliessen,

http://www.krankenkassen.de/gesetzliche-krankenkassen/leistungen-gesetzliche-krankenkassen/zusaetzliche-

leistungsangebote/gesetzliche-krankenkassen-private-zusatzversicherung/. 216

G. PAUWELS, Mededingingsrecht in de verzekeringsector: voornaamste actuele aandachtspunten, T. Verz

2011, 128-130. 217

S. CALLENS en D. FORNACIARI, Mededinging en gezondheidszorg, in X, Recht in beweging, Maklu, 2009,

47. 218

S. CALLENS, Gezondheidszorg in een notendop, die Keure, 2011, 20. 219

Concl. M. POIARES MADURO bij HvJ 10 november 2005, www.curia.eu, 6300.

Page 63: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

56

nergens het begrip gedefinieerd. Het is uiteindelijk de rechtspraak, meer bepaald het Hof van

Justitie, die een invulling aan het begrip gegeven heeft.

Een onderneming in de Europeesrechtelijke betekenis is per definitie “elk zelfstandig

rechtssubject, dat een economische activiteit uitoefent, en dit op duurzame wijze ongeacht

haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd220

”. De status die

nationaalrechtelijk werd toegekend aan een entiteit is irrelevant221

.

Een belangrijke notie in de definitie is het begrip “economische activiteit”. Een economische

activiteit is elke activiteit die bestaat uit het aanbieden van diensten op een bepaalde markt en

die minstens in beginsel kan worden aangeboden door een particuliere instantie die

winstoogmerk nastreeft. Bij toepassing van deze definitie kunnen praktisch alle activiteiten

onder de werkingssfeer van het mededingingsrecht vallen. Bijna alle activiteiten kunnen

namelijk worden uitgeoefend door particuliere instanties, om deze reden heeft het Hof het

begrip nader uitgewerkt en gekoppeld aan de deelname aan een bepaalde markt222

. Het is niet

relevant of het rechtssubject over rechtspersoonlijkheid beschikt en of ze al dan niet een

statutair economisch doel heeft. Het Hof van Justitie heeft ook beslist dat de aanwezigheid

van een winstoogmerk geen belang heeft. In haar ogen is het nastreven van een economisch

doel het beslissende element om een onderneming te kwalificeren223

.

Uit deze definitie valt a contrario af te leiden dat rechtssubjecten die geen economische

activiteit uitoefenen niet moeten voldoen aan de bepalingen uit het communautair

mededingingsrecht. Het Hof heeft twee soorten activiteiten uitgesloten van het begrip

onderneming omdat ze niet economisch zijn van aard, namelijk activiteiten die de uitoefening

inhouden van overheidsprerogatieven en activiteiten met een zuiver sociaal doel224

. Het niet-

economisch karakter van bepaalde taken van algemeen belang wordt erkend, dit is het geval

bij de handhaving en de verbetering van de veiligheid van de luchtvaart en de bescherming

van het milieu. Het is echter minder gemakkelijk om te bepalen of activiteiten die te maken

hebben met het functioneren van een nationaal stelsel van sociale zekerheid ook als niet-

economisch gekwalificeerd kunnen worden. Het is de rechtspraak die geval per geval zal

onderzoeken of het solidariteitsbeginsel de toepasselijkheid van de communautaire

mededingingsregels uitsluit225

.

4.7.2.1 Toetsingscriteria ontwikkeld in de rechtspraak

107. De rechtspraak ontwikkelde een aantal toetsingscriteria om te kunnen bepalen wanneer

een activiteit als economische activiteit bestempeld kan worden.

220

Concl. M. POIARES MADURO bij HvJ 10 november 2005, www.curia.eu, 6300. 221

Concl. F.G. JACOBS bij HvJ 22 mei 2003, www.curia.eu, 2503. 222

Concl. M. POIARES MADURO bij HvJ 10 november 2005, www.curia.eu, 6301. 223

Y. STEVENS, L. VAN ROMPAEY, F. CRAUWELS en B. VAN BUGGENHOUT , “De positie van de aanvullende

sociale verzekeringen binnen de ééngemaakte Europese Markt: het probleem van de mededinging inzake de

ziekeverzekering” in Y. STEVENS, L. VAN ROMPAEY (eds.), Liber Amicorum Hubert Claesens verzekering

theorie en praktijk, Antwerpen, Maklu, 1998. 224

Concl. Y. BOT bij HvJ 4 juli 2013, www.curia.eu, nr 28. 225

Concl. M. POIARES MADURO bij HvJ 10 november 2005, www.curia.eu, 6302.

Page 64: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

57

Een eerste criterium is het gebruik van een vergelijking. Dit criterium werd gebruikt in de

zaken Poucet en Pistre. Het Hof analyseerde of de activiteiten van een overheidsorgaan

vergelijkbaar waren met de verzekeringsactiviteiten van particuliere ondernemingen. Men

kwam tot de conclusie dat er geen vergelijkbare situatie was en dat de betrokken entiteit niet

als onderneming gekwalificeerd kon worden226

. Het arrest Ambulanz Glöckner maakte

eveneens gebruik van het vergelijkingscriterium. In dit arrest werden medische

hulpverleningsorganisaties die diensten verlenen op de markt voor vervoer van spoedgevallen

en ziekenvervoer beschouwd als ondernemingen omdat deze activiteiten niet altijd

noodzakelijk door dergelijke organisaties of door overheidsinstanties verricht worden, maar

ook door particuliere ondernemingen227

.

108. Een tweede criterium is dat van de deelname aan een markt of de uitoefening van een

activiteit in het kader van een markt. Het criterium wordt ook bevestigd in de arresten

Ambulanz Glöckner en Pavlov e.a228

. Het feit dat de activiteit in theorie mogelijk kan

uitgeoefend worden door particuliere ondernemers is niet van belang, het enige wat telt is het

feit dat de activiteit effectief wordt uitgeoefend in marktomstandigheden. De

marktomstandigheden worden gekenmerkt door een handelswijze die gericht is op de vorming

van kapitaal, dit in tegenstelling tot het solidariteitsbeginsel229

.

In het kader van de gezondheidszorg behoren gehele deelterreinen exclusief toe aan de

activiteiten van de staat. Het mededingingsrecht is hierop enkel van toepassing voor zover de

solidariteit niet overheerst. Als er met andere woorden voldoende solidariteit is worden de

communautaire mededingingsregels uitgeschakeld. Het is bijgevolg van belang om de graad

van solidariteit van een activiteit te kunnen meten. Het Hof baseert zich op een reeks

aanwijzingen.

Volgende kenmerken zijn typerend voor solidariteit230

:

- Herverdelend effect tussen de hoogste en laagste inkomens

- Geen verband tussen de hoogte van de bijdragen en de verkregen uitkeringen

- De hoogte van de uitkering wordt van overheidswege vastgelegd

- Verplichting om iedereen in het stelsel op te nemen

Volgende kenmerken zijn atypisch voor solidariteit231

:

- De instelling of vennootschap bepaalt zelf de hoogte van de premie en belegt deze

premies volgens een kapitalisatiesysteem

226

HvJ C-159/91, Poucet v. Assurances générales de France en Caisse mutuelle régionale du languedoc-

Roussillon, 1993; HvJ C-160/91, Pistre v. Caisse autonome nationale de compensation de l’assurance vieillesse

des artisans, 1993. 227

HvJ C-475/99, Firma Ambulanz Glökner v. Landkreis Südwestpfalz, 2001. 228

HvJ C-180/98, P. Pavlov e.a. v. Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten, 2000. 229

Concl. M. POIARES MADURO bij HvJ 10 november 2005, www.curia.eu, 6300-6304. 230

F. CORVELEYN, “Mededinging tussen ziekenfondsen en privé-verzekeraars” in Y. STEVENS en G. GIESELINK,

Verslagboek, employee benefits, nieuwe vormen van beloning juridisch bekeken, Kluwer, 2003, 78. 231

F. CORVELEYN, “Mededinging tussen ziekenfondsen en privé-verzekeraars” in Y. STEVENS en G. GIESELINK,

Verslagboek, employee benefits, nieuwe vormen van beloning juridisch bekeken, Kluwer, 2003, 79.

Page 65: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

58

- De uitkering is afhankelijk van de resultaten van de instelling of vennootschap

- De aard van de activiteit speelt een grote rol

- De solidariteit is slechts een bijkomend aspect

In de verzekeringssector wordt, volgens het Hof van Justitie, aan de hand van drie elementen

de graad van solidariteit bepaald: het verplicht karakter van de deelneming, het verband van

de te betalen bijdragen met het risico van de verzekerde ofwel met zijn inkomsten en de

verhouding tussen de geleverde prestaties en de betaalde bijdragen232

.

In de reeds aangehaalde zaken Poucet en Pistre moest het Hof oordelen over de vraag of een

verplichte aansluiting bij een stelsel van sociale zekerheid verenigbaar was met het

mededingingsrecht. Het Hof besluit dat het begrip onderneming geen organen omvat die

belast zijn met het beheer van socialezekerheidsstelsels. Deze stelsels hebben een sociaal

doel, zijn gebaseerd op het solidariteitsbeginsel en hebben geen enkel winstoogmerk. De

betaalde uitkeringen zijn wettelijke uitkeringen die niet afhangen van het bedrag van de

premies. Het Hof concludeert met andere woorden dat de ziekenfondsen in het kader van hun

activiteit inzake de wettelijke ziekte- en invaliditeitsverzekering een taak van sociale aard

vervullen en geen ondernemingen zijn. De sociale zekerheid is dus geen economische

activiteit. Het gevolg is dat de Europeesrechtelijke mededingingsregels niet toepasselijk zijn

en de staatssteun niet verboden kan worden233

.

109. Het arrest FFSA e.a. handelde over een monopolie betreffende het beheer van een

stelsel van ouderdomsverzekering door een coöperatieve verzekeraar. Het ging in casu over

aanvullende en facultatieve stelsels. Het stelsel werkte volgens het kapitalisatiebeginsel en de

uitkeringen hingen af van de bijdragen die de rechthebbenden betaald hadden. Er was sprake

van concurrentie met levensverzekeringsmaatschappijen, hoewel er echter ook

solidariteitsaspecten aanwezig waren, kwalificeerde het Hof het stelsel als onderneming234

.

110. In de Nederlandse zaak Albany werd een bedrijfspensioenfonds onderworpen aan een

onderzoek waarna het als onderneming gekwalificeerd werd. De facultatieve deelneming aan

het fonds, het kapitalisatiebeginsel en de evenredigheid van de hoogte van de uitkeringen aan

de betaalde premies waren doorslaggevend in de kwalificatie235

. Ondanks het feit dat er een

sociaal doel was en geen winstoogmerk werd de entiteit toch als een onderneming

beschouwd236

.

111. In het arrest AOK Bundesverband werd aangehaald dat ziekenfondsen naast hun taak

binnen het gebied van de sociale zekerheid, die een zuiver sociale functie omvat, ook

232

Concl. M. POIARES MADURO bij HvJ 10 november 2005, www.curia.eu, 6308. 233

D. FORNACIARI, De wisselwerking tussen het mededingingsrecht en het recht op kwaliteitsvolle zorg van

de patiënt, die Keure, 2011, 122. 234

Ger.EU T-106/95, FFSA e.a. v. Commissie, 1997. 235

HvJ C-67/96, Albany International BV v. Stichting Bedrijfspensioen textielindustrie, 1999. 236

Concl. M. POIARES MADURO bij HvJ 10 november 2005, www.curia.eu, 6303-6304.

Page 66: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

59

handelingen kunnen verrichten die geen sociaal doel hebben, maar van economische aard zijn.

Ze worden dan weldegelijk gekwalificeerd als ondernemingen237

.

112. De zogenaamde Belgische “CM-zaak” mag niet ontbreken in deze materie238

. In casu

betrof het orthodontische behandelingen waarbij een extra financiële tegemoetkoming

bekomen kon worden bovenop het bedrag dat patiënten ontvingen via de verplichte ziekte- en

invaliditeitsverzekering. De tegemoetkoming lag hoger wanneer de tandarts over bepaalde

specifieke bekwaamheden beschikte. Een tandarts die niet over deze bekwaamheden

beschikte meende dat dergelijke handelingen onder het verbod vielen van

mededingingsbeperkende afspraken. De Raad voor de Mededinging oordeelde dat de CM bij

het aanbieden van een vrije en aanvullende verzekering, in casu inzake orthodontie, op

duurzame wijze een economisch doel nastreefde. De CM moet dus als onderneming

gekwalificeerd worden239

. Eerder had de Raad geoordeeld in de zaak BBUSO t. LCM en alle

regionale ziekenfondsen, dat een raamakkoord waarin richttarieven voor orthodontisten

werden vastgelegd door een ziekenfonds een verboden horizontale prijsafspraak was. Op 25

januari 2005 oordeelde het Hof van Beroep te Brussel echter dat CM Antwerpen niet als een

onderneming kon worden beschouwd wanneer ze een bijkomende financiële tussenkomst

aanbood aan haar leden. Het was een tegemoetkoming die werd toegekend bovenop de

bedragen van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering. Dit arrest toont in ieder geval

de complexiteit aan van de materie, elk geval moet apart onderzocht worden door de rechter.

De soevereiniteit van de rechter kan leiden tot verschillende visies en uitspraken240

.

113. In voorgaande rechtspraak zien we reeds een trend in verband met de aanvullende

ziekteverzekering van ziekenfondsen. Het aanbieden van aanvullende ziekteverzekeringen

situeert zich buiten het gebied van de sociale zekerheid. Het overtreft het zuiver sociaal doel

en zal gekwalificeerd worden als economisch van aard. Voor wat betreft de aanvullende

verzekeringen zullen ziekenfondsen bijgevolg als onderneming worden aanzien in de

Europeesrechtelijke betekenis van het woord. Ook de Europese Commissie is van oordeel dat

ziekenfondsen in het kader van de aanvullende ziekteverzekeringen een economische

activiteit uitoefenen241

.

4.7.2.2 Algemeen belang

114. De kwalificatie van ziekenfondsen als ondernemingen bij het aanbieden van

aanvullende verzekeringen moet echter genuanceerd worden. Indien blijkt dat ziekenfondsen

voldoen aan het Europeesrechtelijk ondernemingsbegrip kunnen ze alsnog ontsnappen aan de

Europese mededingingsregels wanneer ze een taak van algemeen economisch belang

vervullen. Een marktbeperkende werking kan in dat geval aanvaard worden omdat de

toepassing van de mededingingsregels de uitoefening van de taak van algemeen economisch

237

Concl. Y. BOT bij HvJ 4 juli 2013, www.curia.eu, nr. 29. 238

Brussel (9de

K. bis) 25 januari 2005, TBM 1996, 54. 239

D. FORNACIARI, De wisselwerking tussen het mededingingsrecht en het recht op kwaliteitsvolle zorg van de

patiënt, die Keure, 2011, 123-124. 240

Brussel (9de

K. bis) 25 januari 2005, TBM 1996, 54. 241

HvJ C-41/10, Commissie v. Koninkrijk België, 2010.

Page 67: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

60

belang zou verhinderen. Een bepaalde activiteit zal dus niet haar economisch karakter

verliezen wegens haar doelstelling van sociaal of algemeen belang, maar het kan wel

handelingen rechtvaardigen die anders in strijd zouden zijn met het Europees

mededingingsrecht242

. In deze context kunnen prijsafspraken, staatssteun en concentraties die

normaliter verboden zijn, toch toegelaten worden243

.

Ter verduidelijking kan het voorgaande als volgt worden samengevat. Om te bepalen of een

ziekenfonds kan worden gevat onder het Europeesrechtelijk mededingingsrecht moet

nagegaan worden of ze een onderneming is in de Europeesrechtelijke betekenis van het

woord. De meerderheidsstrekking antwoordt bevestigend indien het gaat om het aanbieden

van aanvullende ziekteverzekeringen. Daarna moet nagegaan worden of het ziekenfonds al

dan niet belast is met een taak van algemeen economisch belang. Indien dit het geval blijkt te

zijn dan is een uitzondering op de toepassing van de Europeesrechtelijke mededingingsregels

mogelijk.244

. Waar de regeling inzake ziekenfondsen vroeger helemaal verschillend was van

de regeling voor de private verzekeraars zorgt, in deze materie, de rechtspraak voor een

gelijkschakeling van beide partijen. Stap voor stap wordt een level playing field gecreëerd ten

aanzien van de ziekenfondsen en private verzekeraars zodanig dat ze met gelijke middelen de

concurrentiestrijd kunnen aangaan.

4.7.3 Mededingingsrecht: staatssteun

115. Niet alle vormen van steunmaatregelen zijn echter verboden staatssteun. Het Hof van

Justitie heeft in de zaak Altmark de voorwaarden bepaald waaronder compensatie voor een

openbare dienst niet als staatssteun gekwalificeerd kan worden245

. Door het feit dat het geen

staatssteun betreft kan het dus ook niet verboden worden door de Europese

mededingingsregels. De begunstigde onderneming moet daadwerkelijk belast zijn met de

uitvoering van taken behorend tot de openbare dienst en deze verplichtingen moeten duidelijk

omschreven zijn. De wijze waarop de compensatie wordt berekend moet vooraf op objectieve

en transparante wijze worden vastgesteld. Daarenboven mag de compensatie niet hoger zijn

dan nodig is om de kosten van de uitvoering van de openbare dienst geheel of gedeeltelijk te

dekken246

.

116. Het systeem van financiële verantwoordelijkheid in de verplichte verzekering omvat een

middelenverdeling gebaseerd op het gezondheidsrisico van de verzekerde populatie per

verzekeringsinstelling. Landsbonden met leden waarvan de gezondheidsrisico’s hoger liggen

zullen dus meer uitgaven hebben en meer middelen ontvangen van de overheid. Dit is geen

verboden staatssteun aangezien ziekenfondsen, wanneer ze optreden in het kader van de

242

Concl. F.G. JACOBS bij HvJ 22 mei 2003, www.curia.eu, 2503. 243

S. CALLENS en D. FORNACIARI, “Mededinging en gezondheidszorg”, in X, Recht in beweging, Maklu, 2009,

290-300. 244

F. CORVELEYN, “Mededinging tussen ziekenfondsen en privé-verzekeraars” in Y. STEVENS en G. GIESELINK,

Verslagboek, employee benefits, nieuwe vormen van beloning juridisch bekeken, Kluwer, 2003, 75. 245

HvJ C-280/00, Altmark Trans GmbH, Regierungspräsidium Magdeburg v. Nahverkehrsgesellschaft Altmark

GmbH, 2003. 246

S.CALLENS en J. PEERS, Organisatie van de gezondheidszorg, Intersentia, 2008, 656-657.

Page 68: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

61

verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, geen ondernemingen uitmaken in de zin van de

mededingingsregels. Deze steun zal niet aan de regels inzake staatssteun worden getoetst247

.

117. Het verhaal is anders bij de aanvullende verzekeringen. Lange tijd waren de Europese

verzekeringsrichtlijnen niet van toepassing op de wetgeving inzake ziekenfondsen, dit in

tegenstelling tot de verzekeringswetgeving. Ziekenfondsen werden vrijgesteld van de

verzekeringstaks die 9,25 procent bedroeg. Deze vrijstelling was een duidelijk financieel

voordeel voor de ziekenfondsen en werd met staatsmiddelen gefinancierd. De staatssteun had

een selectief karakter en had invloed op de handel tussen lidstaten en vervalsing van de

concurrentie. De vrijstelling inzake de aanvullende ziekteverzekering aangeboden door

ziekenfondsen vormde een duidelijk voorbeeld van verboden staatssteun. Nu is deze

problematiek niet meer relevant dankzij de gelijkschakeling van de aanvullende

ziekteverzekeringen aangeboden door ziekenfondsen enerzijds en private verzekeraars

anderzijds248

.

118. Frankrijk kent een belangrijke uitspraak daterend uit 2005 die handelt over de

staatssteun die de zogenaamde “mutuelles” ontvangen bij het aanbieden van aanvullende

ziekteverzekering. De Europese Commissie oordeelde op 20 juli 2005 dat de staatssteun ten

voordele van de mutualiteiten niet te rijmen valt met de evolutie van de gemeenschappelijke

Europese markt. Ondanks het feit dat de Franse mutualiteiten niet erkend zijn als een instantie

die een verzekeringsactiviteit uitoefenen noch een lucratief doel hebben worden ze toch als

onderneming beschouwd en zijn ze aan de Europese mededingingsregels onderworpen. Ze

worden als onderneming aangemerkt omdat ze actief zijn op de markt van de aanvullende

ziekteverzekeringen en in concurrentie treden met andere verzekeringsmaatschappijen. De

Commissie legde Frankrijk een termijn op om zich aan te passen en de praktijk van verboden

staatssteun ongedaan te maken249

.

119. Nederland voerde een hervorming door in het ziektekostenverzekeringsstelsel, de markt

voor ziekenfondsverzekering en de markt voor particuliere ziektekostenverzekering werd

samengevoegd tot één enkele zorgverzekeringsmarkt. Om dit systeem te doen slagen wilden

de Nederlandse autoriteiten twee maatregelen invoeren. Een eerste maatregel is het

risicovereveningssysteem dat aan de zorgverzekeraars betalingen uitkeert die onder meer hun

verschillende risicoprofielen moeten neutraliseren. Een tweede eenmalige maatregel stond toe

dat ziekenfondsen hun wettelijke reserves behouden na transformatie tot gewone particuliere

verzekeraars, op voorwaarde dat ze gedurende een periode van tien jaar na de

inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet geen winsten zouden uitkeren. Het doel

hiervan was om de reserves beschikbaar te houden voor het doel waarvoor ze werden

gevormd, namelijk de uitoefening van de publieke verzekeringen. De Commissie oordeelde

dat de maatregelen als staatssteun gekwalificeerd werden omdat ze bekostigd waren met

247

D. FORNACIARI, De wisselwerking tussen het mededingingsrecht en het recht op kwaliteitsvolle zorg, Leuven,

2011, 259. 248

D. FORNACIARI, De wisselwerking tussen het mededingingsrecht en het recht op kwaliteitsvolle zorg, Leuven,

2011, 259-260. 249

F. MULLER, “Les mutuelles dans la tourmente de la concurrence”, RDSS 2006, 828.

Page 69: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

62

staatsmiddelen. Ze kenden een selectief voordeel toe aan bepaalde ondernemingen en

verstoorden de mededinging. Vervolgens controleerde de Commissie of aan de Altmark-

voorwaarden was voldaan. Het risicovereveningssysteem bleek niet aan de voorwaarden te

voldoen. Desalniettemin werd de staatssteun niet als verboden aanzien omdat ze noodzakelijk

was voor het beheer van de dienst van algemeen economisch belang en omdat de staatssteun

de ontwikkeling van het handelsverkeer niet negatief beïnvloedde. De tweede maatregel was

ook niet verenigbaar met de Altmark-voorwaarden, het behoud van de financiële reserves was

echter wel toegelaten wegens de evenredigheid met het doel om een soepele toetreding tot de

nieuwe markt te garanderen250

.

4.7.4 Private verzekeraars en mededingingsregels

120. De voorgaande discussie aangaande het begrip onderneming stelt zich niet bij de private

verzekeraars. In beginsel moeten de private verzekeraars de mededingingsregels respecteren

bij het uitoefenen van hun verzekeringsactiviteit. Net zoals bij de ziekenfondsen kan ook bij

de private verzekeraars het algemeen belang spelen waardoor bepaalde praktijken toch door

de vingers worden gezien. Een gebruikelijke praktijk is namelijk de prijsafspraken in de

gezondheidszorg. Door de overeenkomsten- en akkoordencommissies worden

overeenkomsten onderhandeld. In deze commissie zetelen een aantal vertegenwoordigers van

de betrokken verzekeringsinstellingen en van de representatieve organisaties van de beroepen

of inrichtingen, diensten of instellingen. Het komt erop neer dat enerzijds de artsen en

tandartsen en anderzijds de verzekeringsinstellingen samenkomen in de akkoordencommissie.

De akkoorden stellen de honoraria vast die ten opzichte van de rechthebbenden van de

verzekering worden toegepast door de geneesheren en tandheelkundigen die worden geacht

tot de akkoorden toegetreden te zijn. Collectieve onderhandelingen tussen zorgaanbieders en

zorgverzekeraars zijn dus toegelaten voor zover dat de individuele zorgaanbieders vrij zijn om

in te stemmen met de overeenkomst251

.

Zowel op nationaal als Europees vlak is er onzekerheid over de invulling van de activiteiten

van algemeen belang. De taken van algemeen belang zijn niet gedetailleerd beschreven

waardoor twijfel ontstaat in verschillende gevallen omtrent de toepassing van de

mededingingsregels. In Nederland heeft deze problematiek aanleiding gegeven tot initiatieven

van de overheid. De “Handreiking Diensten van Algemeen Belang en Staatssteun” is een

initiatief dat wil bijdragen tot het juist toepassen van de staatssteunregels op diensten van

algemeen belang. De dienst geeft aan op welke manier een instelling een dienst van algemeen

belang kan uitoefenen en daardoor geoorloofde staatssteun kan ontvangen. Dit kan een goed

voorbeeld vormen voor België om zich te wapenen tegen de sancties bij toepassing van het

Europees recht. Op deze manier kan men zorginstellingen op duidelijke wijze belasten met

taken van algemeen belang waardoor ze vrijgesteld worden van de toepassing van de

250

D. FORNACIARI, De wisselwerking tussen het mededingingsrecht en het recht op kwaliteitsvolle zorg, Leuven,

2011, 246-247. 251

S. CALLENS en D. FORNACIARI, “Mededinging en gezondheidszorg”, in X, Recht in beweging, Maklu, 2009,

293.

Page 70: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

63

mededingingsregels en dit om kwaliteitsvolle zorg te garanderen ten opzichte van de

patiënt252

.

4.8 De wet van 6 april betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming

4.8.1 WMPC van toepassing op private verzekeraars

121. Artikelen 2 en 3 WMPC bepalen dat we onder handelsdaden elke onderneming van

agentschappen, zakenkantoren, inrichtingen voor veilingen, van openbare schouwspelen en

van verzekeringen met premiën kunnen verstaan. De verzekeringsactiviteit valt volgens dit

artikel dus onder de WMPC.

122. De WMPC regelt het statuut van de actoren in de verzekeringssector, de wijze waarop

ze hun producten kunnen promoten en de inhoud van de contractvoorwaarden. Onder de

actoren in de verzekeringssector worden de verzekeraar, makelaars en een beperkte groep van

verzekeringsagenten begrepen253

. Het verzekeringscontract is het toetredingscontract bij

uitstek. Het wordt gekenmerkt door de economische ongelijkheid tussen de verzekeraar en de

kandidaat-verzekeringnemer. De verzekeraar heeft de grootste macht in het bepalen van de

contractvoorwaarden, dit kan nadeel berokkenen aan de verzekeringnemer. Dergelijke risico’s

op misbruik moeten vermeden worden via beschermingsmechanismen. Naast de WLVO, de

Controlewet en de Wet betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de

distributie van verzekeringen draagt ook de WMPC haar steentje bij tot de bescherming van

de consument in het verzekeringswezen254

. Meer bepaald gaat het om de

informatieverplichtingen voorafgaand aan het sluiten van de verzekeringsovereenkomst,

regels inzake prijsaanduiding, onrechtmatige bedingen, overeenkomsten op afstand en buiten

de onderneming en regels inzake gezamenlijk aanbod255

.

4.8.2 WMPC van toepassing op ziekenfondsen: evolutie

123. De vraag werd eerder reeds gesteld of ziekenfondsen die vrije en aanvullende

verzekeringen aanbieden onderworpen zijn aan de Wet Handelspraktijken (nu WMPC). Het

Grondwettelijk Hof oordeelde in 2001 dat er geen discriminatie is wanneer ziekenfondsen van

het toepassingsgebied worden uitgesloten. Het Hof was de mening toegedaan dat

ziekenfondsen door het aanbieden van een hospitalisatieverzekering een oplossing willen

bieden aan de toenemende behoefte inzake gezondheidszorg, waaraan de bijdrage voor de

verplicht ziekte- en invaliditeitsverzekering niet meer kon voldoen. De aanvullende

hospitalisatieverzekering is een aanvulling op de sociale zekerheid. Dergelijke verzekeringen

zijn enkel voorbehouden aan de leden van het ziekenfonds en houden verband met de

gezondheid van de leden en die van hun gezin en past dus perfect bij hun wettelijke

252

D. FORNACIARI, De wisselwerking tussen het mededingingsrecht en het recht op kwaliteitsvolle zorg, Leuven,

2011, 238-239. 253

H. KEULERS, A. MOTTET HAUGAARD, A. CATTEAU, C. DEKONINCK, L. DIERCKX en O. SANTANONIO,

Verzekeringen en marktpraktijken, Kluwer, 2011, 17. 254

H. KEULERS, A. MOTTET HAUGAARD, A. CATTEAU, C. DEKONINCK, L. DIERCKX en O. SANTANONIO,

Verzekeringen en marktpraktijken, Kluwer, 2011, 59-75. 255

Ibid.

Page 71: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

64

bevoegdheid zoals ingeschreven in de Ziekenfondswet256

. Het aanbieden van een

hospitalisatieverzekering wordt niet beschouwd als een daad van koophandel waardoor

ziekenfondsen niet onderworpen zijn aan de Wet Handelspraktijken. Dit voor zover elk

winstoogmerk is uitgesloten, het aanbod beperkt wordt tot de aangeslotenen, de verzekeringen

betrekking hebben op de gezondheid van deze aangeslotenen en van hun gezin, en

beantwoorden aan de criteria van voorzorg, onderlinge bijstand en solidariteit. Deze

ongelijkheid tussen ziekenfondsen en private verzekeraars die bij het aanbieden van

hospitalisatieverzekeringen wel onder de wet ressorteren is volgens het Grondwettelijk hof

geen schending van het gelijkheidsbeginsel257

.

124. Het hof van beroep te Brussel heeft in het arrest van 23 mei 2003 erkend dat de

ziekenfondsen, wanneer zij hospitalisatieverzekeringen aanbieden, verkopers zijn in de zin

van de wet van 14 juli 1991 op de handelsprakijken en onderworpen zijn aan de bepalingen

van deze wet. Hoewel de nieuwe wet van 6 april 2010 niet meer van toepassing is op de

verkopers, maar op de ondernemingen, omvat zij, aldus de memorie van toelichting, de

ziekenfondsen wat betreft hun activiteiten die niet de loutere uitvoering zijn van wettelijke of

reglementaire bepalingen. Dit is enkel wanneer ze facultatieve aanvullende

ziektekostenverzekeringen aanbieden, maar niet voor hun verplichte aanvullende

verzekeringen die onder de categorie der “verrichtingen en diensten andere dan verrichtingen

en verzekeringen” vallen258

.

4.8.3 Nieuwe invalshoek sinds 3 oktober 2013

125. In het verleden werd aangenomen dat de WMPC enkel van toepassing was op de

overheden wanneer ze als onderneming gekwalificeerd worden. Recente rechtspraak van het

Hof van Justitie gooit dit principe om.

De definitie van het begrip onderneming vindt aansluiting bij het begrip in het Belgische en

Europese mededingingsrecht. De interpretatie van dit begrip en toepassing ervan op

ziekenfondsen werd reeds uitvoerig besproken in het voorgaande punt omtrent de

mededinging. In een arrest van 3 oktober 2013 oordeelde het Hof van Justitie dat de definitie

potentieel niet ruim genoeg is en dat ze breder zal moeten geïnterpreteerd worden. De zaak

handelde over een ziekenfonds (BKK) dat een publiekrechtelijke instelling is onder het Duitse

wettelijke stelsel van de sociale zekerheid. Het ziekenfonds had misleidende informatie

verspreid onder haar leden. Het Bundesgerichtshof vroeg zich af of de regels van de Richtlijn

oneerlijke handelspraktijken van toepassing zijn op het ziekenfonds. Er moet dus onderzocht

worden of er sprake is van een economische activiteit, aangezien dit een vereist is om een

entiteit te kwalificeren als onderneming259

.

256

Grondwettelijk Hof 13 juli 2001, arrest nr. 102/2001. 257

S.CALLENS en J. PEERS, Organisatie van de gezondheidszorg, Intersentia, 2008, 379-380. 258

J.STUYCK, “De nieuwe wet marktpraktijken en verzekeringen” in C. VAN SCHOUBROECK, W. DEVROE, K.

GEENS, J. STUYCK, Over grenzen Liber amicorum Herman Cousy, Intersentia, 2011, 1103-1104. 259

HvJ C-59/12, BKK Mobil Oil Körperschaft des öffentlichen Rechts v. Zentrale zur Bekämpfung unlauteren

Wettbewerbs eV, 2013.

Page 72: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

65

De begrippen “handelaar” en “onderneming” blijken door elkaar gebruikt te worden in de

richtlijn. Een handelaar is “een natuurlijke persoon of rechtspersoon die handelspraktijken

verricht die onder deze richtlijn vallen en die betrekking hebben op zijn bedrijfs- of

beroepsactiviteit, alsook degene die in naam van of voor rekenschap van hem optreedt”260

.

Het Hof interpreteert deze definitie zeer ruim. De richtlijn zou van toepassing zijn van zodra

een natuurlijk persoon of rechtspersoon “een activiteit tegen betaling uitoefent, waarbij

instellingen met een taak van algemeen belang of met een publiekrechtelijke vorm niet

worden uitgesloten”. Het is van belang om de consument maximaal te beschermen tegen

oneerlijke praktijken van de handelaar, ze bevindt zich immers in een zwakkere positie.

De conclusie luidt dat dat BKK moet worden beschouwd als een handelaar in de zin van de

Richtlijn. Dit is noodzakelijk om de volle werking van de Richtlijn oneerlijke

handelspraktijken te verzekeren overeenkomstig de vereiste van een hoog niveau van

consumentenbescherming.

Het arrest heeft tot gevolg dat ook de Belgische ziekenfondsen voor hun hoofdtaak inzake de

verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering onder het toepassingsgebied van de Richtlijn

oneerlijke handelspraktijken zullen ressorteren. Voorafgaand aan het arrest werd door de

rechtspraak geoordeeld dat ze enkel een onderneming waren voor het uitoefenen van de

aanvullende verzekeringen261

.

Het komt erop neer dat er geen verschil meer bestaat tussen de ziekenfondsen en private

verzekeraars wat hun onderwerping betreft aan de WMPC. Beiden zullen deze wetgeving

moeten naleven op straffe van sancties.

260

Art. 2 Richtl.Raad nr. 2005/29/EG, 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen

jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen

97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr.

2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Pb.L. 11 juni 2005, 22. (hierna: Richtlijn oneerlijke

handelspraktijken). 261

X, Ziekenfondsen onderworpen aan Richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Geldt dit ook voor traditionele

overheden?,

www.stibbe.be/assets/publications/newsletters/nieuwsflash%20administratief%20recht_2013.03.htm (consultatie

15 februari 2014).

Page 73: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

66

Hoofdstuk 5: De hospitalisatieverzekering

5.1 Algemeen

126. De hospitalisatieverzekering is een aanvulling op de verplichte diensten en activiteiten

aangeboden door de ziekenfondsen en het systeem van de sociale zekerheid. De kosten bij een

ziekenhuisopname blijven oplopen waardoor de hospitalisatieverzekering aan populariteit

wint262

. De verzekeringspolis verschilt van verzekeraar tot verzekeraar, zowel qua premie als

qua polisinhoud.

5.1.1 Dekking

127. De kosten die verbonden zijn aan een overnachting of dagopname in het ziekenhuis

worden gedekt door de hospitalisatieverzekering. Het kan zowel gaan om een hospitalisatie

wegens ziekte, ongeval als bevalling. De bedoelde kosten moeten medisch gezien

noodzakelijk zijn en in directe relatie staan met de hospitalisatie vooraleer de verzekeraar

dekking zal verlenen. Doktersrekeningen, kosten voor medische verzorging, kamerprijs,

uitgaven geneesmiddelen, medisch materiaal, prothesen, transportkosten per ziekenwagen of

helikopter, kosten voor logement van een ouder in geval van opname van een kind, kunnen

gedekt worden zowel in België alsook in het buitenland. De verzekeraar berekent zijn

prestatie aan de hand van de bekendgemaakte prijzen door het ziekenhuis en de goedgekeurde

honoraria door de Medische Raad 263

.

128. De hospitalisatiepolis voorziet ook meestal in een dekking van de ambulante kosten, dit

zijn over het algemeen de kosten vanaf één maand voor tot drie maanden na de hospitalisatie.

Deze termijnen kunnen licht verschillen naargelang de gekozen verzekeraar. De kosten voor

thuisverpleging na verblijf in het ziekenhuis of de kosten voor opvang van de kinderen

kunnen mogelijk ook behoren tot de prestatieplicht van de verzekeraars. Daarnaast worden de

kosten voor behandeling van ernstige ziekten vaak gedekt. De contractvoorwaarden bepalen

in dit geval wat onder ernstige ziekten verstaan moet worden264

.

129. Het voordeel in België is dat men, ongeacht of er een hospitalisatieverzekering

afgesloten werd, vrij de keuze heeft in welk ziekenhuis men behandeld wil worden. Sommige

ziekenhuizen en verzekeraars sluiten onderlinge akkoorden af waardoor de verzekerden

kunnen genieten van een derdebetalersysteem, maar dit doet geen afbreuk aan het keuzerecht

van de patiënt. Het biedt echter wel een voordeel omdat het ziekenhuis direct de kosten kan

verhalen op de verzekeraar. De verzekerde hoeft in dit laatste geval geen enkele betaling te

verrichten ten belope van het verzekerde bedrag. Wanneer er geen derdebetalersregeling is

262

J. VAN MOLLE, “Is de eenpersoonskamer weldra alleen weggelegd voor wie het kan betalen?”, Verz.W. april

2010, 34. 263

J.C DUMONT, L’assurance maladie privée, Anthemis s.a., 2012, 147-148. 264

Ibid.

Page 74: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

67

moet de verzekerde eerst de volledige factuur aan het ziekenhuis betalen en kan hij nadien de

som terugvorderen van de verzekeraar265

.

In beginsel dekt de hospitalisatieverzekering degene die het contract afsloot. De

verzekeringnemer is in dit geval meteen ook de verzekerde. De dekking kan ook uitgebreid

worden tot andere gezinsleden, denk maar aan de partner, kinderen ten laste en kinderen van

de partner266

.

Uit een tevredenheidsenquête van Test-Aankoop die dateert uit 2011 blijkt dat de verzekerde

niet goed op de hoogte is van de dekking die ze kan krijgen. Meer dan 40 procent van de

deelnemers aan het onderzoek verklaarden dat ze verrast waren door het feit dat bepaalde

kosten niet gedekt werden door hun hospitalisatieverzekering. Dit is een hoog cijfer, maar is

wel te nuanceren, in ruim 75 procent van de gevallen ging het over een kost lager dan 200

euro die uiteindelijk ten laste valt van de verzekeringnemer. Desalniettemin is het van belang

dat de verzekeraar voldoende informatie verstrekt aan de verzekerde omtrent zijn rechten267

.

5.1.2 De beroepsgebonden en andere dan beroepsgebonden hospitalisatieverzekeringen

130. De Wet Verwilghen maakte aanvankelijk een onderscheid tussen individuele en

collectieve verzekeringen. De begripsafbakening tussen beide begrippen bleek in de loop der

jaren te vaag omschreven. Er zijn immers individuele polissen die in het raam van een

beroepsrelatie tot stand komen en dus niet collectief zijn, waarbij het recht op een individuele

verderzetting niet zou gelden volgens de voornoemde wet, bijvoorbeeld individuele

toezegging inzake medische kosten of invaliditeit. Anderzijds bestaan er ook collectieve

contracten die buiten de beroepsrelatie tot stand komen bijvoorbeeld een collectieve

ziekteverzekering die door een vereniging wordt afgesloten ten behoeve van haar leden die

niet beroepshalve met de instelling verbonden zijn of een collectieve ziekteverzekering die

een bankier aan zijn kredietnemers aanbiedt voor het geval zij door ziekte hun krediet niet

meer kunnen terugbetalen. De Wet Verwilghen bis van 17 juni 2009 paste de terminologie

aan door een nieuw onderscheid in te voeren. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen

beroepsgebonden en andere dan beroepsgebonden ziekteverzekeringen268

.

131. Onder een beroepsgebonden polis wordt verstaan, de ziekteverzekeringsovereenkomst

die gesloten is door één of meerdere verzekeringnemers ten behoeve van één of meerdere

personen die op het moment van de aansluiting bij de verzekering beroepsmatig met de

verzekeringnemer(s) verbonden zijn269

. Zowel werkgevers in de openbare sector als in de

privésector bieden hun werknemers een hospitalisatieverzekering aan. Er zijn belangrijke

verschillen wat betreft de type dekkingen die aangeboden worden. Werkgevers in de privé

265

X, De hospitalisatieverzekering, www.wikifin.be/nl/themas/verzekeren/de-ziekte-en-

ongevallenverzekering/hospitalisatieverzekering (consultatie 10 februari 2014). 266

Ibid. 267

X, Verzekerden vrij tevreden over hospitalisatieverzekering, vooral over de polissen van drie ziekenfondsen,

www.test-aankoop.be/geld/nc/persbericht/verzekerden-vrij-tevreden-over-hospitalisatieverzekering-vooral-over-

de-polissen-van-drie-ziekenfondsen (consultatie 18 februari 2014). 268

K. TERMOTE, “Hospitalisatieverzekering: bepaling uit reparatiewet vernietigd”, Balans 15 juni 2011, 3-4. 269

Art. 138bis-1, §2 WLVO.

Page 75: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

68

sector bieden hun werknemers doorgaans een bredere dekking aan terwijl de openbare sector

vaker een dekking voorstelt die lager ligt, namelijk drie maal de dekking van het RIZIV. Het

eigen risico kan daardoor voor de werknemer in de openbare sector oplopen tot 350 euro,

terwijl het in de privésector beperkt is tot een gemiddelde van 125 euro, althans volgens

cijfergegevens uit 2012270

.

132. Bij het veranderen van werkgever of wanneer de verzekerde op pensioen gaat zal de

beroepsgebonden hospitalisatiepolis vervallen en zal hij moeten overschakelen naar een niet

beroepsgebonden polis indien hij verzekerd wil blijven. De Wet Verwilghen speelt op deze

problematiek in door te bepalen dat elke persoon die gedurende minstens de laatste twee jaar

bij een beroepsgebonden hospitalisatieverzekering is aangesloten, het recht heeft om deze

verzekering individueel geheel of gedeeltelijk voort te zetten wanneer hij het voordeel van de

beroepsgebonden verzekering verliest271

. De voormalige verzekerde zal niet geweigerd

worden omwille van zijn leeftijd of verslechtering van gezondheid. De persoon zal recht

hebben op een nieuwe polis zonder medische vragenlijst noch wachttermijn en met gelijke

waarborgen zoals de collectieve polis. Dit lijkt positief, maar het probleem zit hem in de

premie. Deze mag immers afgestemd worden op de leeftijd waarop de verzekerde de

voortzetting vraagt en de gezondheidstoestand op het moment dat de verzekerde opgenomen

wordt in de beroepsgebonden verzekering. Voor personen met een slechte

gezondheidstoestand of personen met een gevorderde leeftijd kunnen deze polissen zeer duur

uitvallen. De verzekerde is niet verplicht om bij dezelfde verzekeraar een polis te

ondertekenen, hij kan zich perfect richten tot verzekeringsmaatschappijen van andere private

verzekeraars of ziekenfondsen om de polis te zoeken die het best past bij zijn behoeftes272

.

133. Er zijn een aantal systemen die specifiek op deze problematiek inspelen en de overgang

vlot laten verlopen door het financieel risico op te vangen. Enerzijds is er een initiatief

voorzien in de wet, het stelt dat de werkgever de verzekerde moet inlichten over de

mogelijkheid om tijdens zijn aansluiting bij de beroepsgebonden ziekteverzekering

bijkomende premies te betalen, nadat de werkgever hiervan zelf op de hoogte werd gesteld

door de verzekeraar. Door de jaarlijkse ononderbroken betaling creëert de verzekerde het

recht om de individuele voortzetting te doen aan een tarief dat overeenstemt met de leeftijd

waarop hij begonnen is met de bijkomende premiebetaling273

. De wet legt dus de verzekeraar

niet op om de voorfinanciering te voorzien, maar indien hij het voorziet moet hij het

communiceren aan de werkgever waarna deze op zijn beurt de verzekerde moet inlichten over

de mogelijkheid.

134. Anderzijds zijn er initiatieven ontstaan losstaand van de Wet Verwilghen. Als

voorbeeld neem ik de verzekeringsformule hospitalia continuïteit die aangeboden wordt door

270

X, “Ziekte en invaliditeit bedreigen de financiële gezondheid”, Verz.W. 2012, 27. 271

P. DEGADT, J. PAUWELS en A. BRACKE, hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 15

maart 2014), 13. 272

Art. 138bis-9 WLVO. 273

Art. 138bis-9 WLVO.

Page 76: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

69

de VMOB van de Onafhankelijk Ziekenfondsen. Hospitalia continuïteit biedt tegen een

relatief lage premie een polis aan die de verzekerde de zekerheid biedt een gemakkelijke

overgang te kunnen maken van een beroepsgebonden naar een niet beroepsgebonden polis.

De verzekerde kan op deze manier aansluiten bij de formule Hospitalia of Hospitalia Plus,

zonder medische vragenlijst, zonder wachttijd en zonder hogere bijdragen te moeten betalen

omwille van aansluiting op latere leeftijd. Bovendien krijgt de verzekerde een bijkomend

bedrag uitgekeerd van maximaal 50 euro per dag ziekenhuisverblijf in België en het

buitenland indien de collectieve hospitalisatiepolis niet volledig in de kosten tegemoetkomt274

.

Dit is de zogenaamde wachtpolis die door verschillende verzekeraars wordt aangeboden,

zowel door private verzekeraars als door VMOB’s. De wachtpolis laat de verzekerde toe om

bij verlies van de beroepsgebonden hospitalisatieverzekering te blijven genieten van een

betaalbare hospitalisatieverzekering. De premie zal berekend worden op basis van de leeftijd

van de verzekerde op datum van aansluiting bij de wachtpolis en niet op basis van de leeftijd

op datum van de omzetting van de wachtpolis. Doordat je een soort voorfinanciering doet

kunnen deze reserves aangesproken worden om de individuele verzekering te bekostigen

waardoor de verzekeraar in staat is een lagere premie aan te rekenen. De wachtpolis hoeft

geen recht op uitkering te waarborgen, het is pas wanneer de wachtpolis omgezet wordt naar

een volwaardige hospitalisatieverzekering dat er recht is op prestatie van de verzekeraar. De

hospitalisatieverzekering kan terug omgezet worden naar een wachtpolis. Dit kan zich

voordoen indien de individueel verzekerde voor een werkgever gaat werken die hem een

beroepsgebonden hospitalisatieverzekering aanbiedt275

.

Een ander systeem vinden we bijvoorbeeld terug bij de private verzekeraar KBC, hier gaat het

om een spaarformule via een tak 21-spaarverzekering, KBC hospitalisatieplan, om de

premiesprong van een beroepsgebonden hospitalisatieverzekering naar een individuele

hospitalisatieverzekering op te vangen. Via deze spaarformule zorgt de verzekerde ervoor dat

de hospitalisatieverzekering ook betaalbaar blijft op lange termijn. Met de spaarreserves kan

de verzekerde dan de premies betalen van de individuele hospitalisatieverzekering. In

tegenstelling tot Hospitalia continuïteit is dit geen verzekering, maar een spaarformule die een

minimumopbrengst verhoogt met een variabele, niet gegarandeerde winstdeling. Aan de hand

van deze twee voorbeelden is het duidelijk dat verzekeraars inspelen op de populariteit van de

hospitalisatieverzekering en producten ontwikkelen om de verzekeringen betaalbaar te

houden, ook indien de verzekerde ouder wordt276

.

5.2 Private verzekeraars en ziekenfondsen

135. De meeste hospitalisatieverzekeringen worden afgesloten bij private verzekeraars. Door

een gebrek aan rentabiliteit hebben velen zich echter uit de markt teruggetrokken. De

274

X, Hospitalia continuïteit algemene info op 1 januari 2014,

www.hospitalia.be/c/document_library/get_file?uuid=3b5a000f-fb60-460c-8a5c-dc59d233f6a9&groupId=10122

(consultatie 30 maart 2014). 275

X, Wat is een wachtpolis?, www.vanbreda-riskandbenefits.be/nl/wachtpolis/wat-is-een-wachtpolis

(consultatie 5 maart 2014). 276

X, KBC-Hospitalisatieplan, nu sparen voor een betaalbare hospitalisatieverzekering later (consultatie 30

maart 2014).

https://multimediafiles.kbcgroup.eu/ng/published/KBC/PDF/Productfiche_hospitalisatieplan_N.pdf.

Page 77: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

70

verzekeraars hebben de verplichting om ieder jaar rendabel te zijn en te voldoen aan de

solvabiliteitsmarge, wat echter niet evident is gezien de tendens van de stijgende kosten.

Verzekeraars mogen evenwel de prijs van de polis aanpassen aan de index der

consumptieprijzen die aangepast wordt aan de algemene stijgingstendens van de markt. Deze

aanpassingen zijn niet altijd voldoende indien ook de administratieve beheerskosten en

commissielonen stijgen of indien de verzekeraar geconfronteerd wordt met uiterst lage

rentenvoeten inzake haar belegging van de ouderdomsreserves277

.

136. Ieder ziekenfonds voert zijn eigen beleid, dit heeft tot gevolg dat het bedrag van de

bijdrage, de dekkingen en de inhoud van de verzekeringen zullen verschillen naar gelang de

keuze van het ziekenfonds278

.

De hospitalisatieverzekeringen werden vroeger dikwijls aangeboden onder de noemer

aanvullende diensten. De aanvullende diensten waren wettelijk niet verplicht, ze werden

echter wel soms verplicht gemaakt door de ziekenfondsen. De verzekeringen die aangeboden

worden door ziekenfondsen heeft men uit het pakket van de aanvullende diensten gelicht en

worden afzonderlijk beheerd door een VMOB. De aanvullende diensten en activiteiten, die nu

wel wettelijk verplicht zijn omvatten dus niet meer de hospitalisatieverzekering. Leden

kunnen op vrijwillige basis een hospitalisatieverzekering onderschrijven279

. De Franstalige

Christelijke Ziekenfondsen vormen de enige uitzondering, sinds 2000 bestaat daar een

zogenaamde “hospi solidaire” (solidaire hospitalisatieverzekering). Dat is een eenvoudige

hospitalisatieverzekering die in de prijs van de aanvullende diensten is inbegrepen waardoor

ze voor de leden van dit ziekenfonds dus wel verplicht is280

.

137. Bij het aanbieden van de hospitalisatieverzekering kunnen de ziekenfondsen de

voorwaarden van het lidmaatschap bepalen. Ze voerden op dit vlak in het verleden steeds een

differentiatiebeleid, met name leeftijdsbeperkingen, bij het aanbieden van

hospitalisatieverzekeringen. Ziekenfondsen weigerden systematisch nieuwe leden ouder dan

65 jaar, die een hospitalisatieverzekering wensten281

.

Vanaf 1 januari 2014 kunnen personen ouder dan 65 jaar een hospitalisatieverzekering

afsluiten bij de Christelijke Mutualiteit. Vroeger konden 65 plussers voor een dergelijke

verzekering enkel terecht op de private markt van verzekeraars. De CM verklaart dat ze wil

werken volgens het principe van gelijke behandeling en laat leeftijdsgrens vallen. De 65

plussers die zicht nu wensen aan te sluiten zullen echter wel een hogere premie betalen282

. Na

277

W. JANSSENS, “Gecompliceerd gaat ook”, Verz.W. april 2010, 44. 278

FOD ECONOMIE, Hospitalisatieverzekering,

http://economie.fgov.be/nl/consument/Verzekering/Assurance_hospitalisation/#.UonJc8QVHIX (consultatie 29

maart 2014). 279

X, Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, http://www.ocm-

cdz.be/hoofdframe-n.htm. 280

S. RENARD, Alles wat u altijd al wilde weten over de hospitalisatieverzekering,

http://netto.tijd.be/geld_en_gezin/verzekeren/Alles_wat_u_altijd_al_wilde_weten_over_de_hospitalisatieverzeke

ring.9367620-1629.art?highlight=hospitalisatie. 281

C. VAN SCHOUBROECK en H. COUSY, Discriminatie in verzekering, Maklu-uitgevers, 2007, 166. 282

A. SELSCHOTTER, Hospitalisatieverzekering CM ook voor 65-plussers, www.spaargids.be/sparen/algemeen-

nieuws-over-verzekeren/hospitalisatieverzekering-cm-ook-voor-65-plussers.html.

Page 78: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

71

navraag bij de Vlaamse Neutrale Ziekenfondsen en de Socialistische Mutualiteiten blijkt dat

ook zij de leeftijdsgrens hebben afgeschaft op respectievelijk 1 april 2014 en 1 mei 2014.

5.3 Statutair versus contractueel

138. De relatie tussen de private verzekeraar en de verzekeringnemer wordt gekenmerkt door

een contractuele band. De polisvoorwaarden worden vastgelegd in een overeenkomst tussen

beide partijen. In principe geldt hier de onderhandelingsvrijheid, al is die in de praktijk

beperkt. Verzekeringsovereenkomsten zijn over het algemeen toetredingscontracten waar

weinig ruimte is voor onderhandeling van de contractvoorwaarden. De

verzekeringsvoorwaarden van de verzekerden voor de verschillende diensten die

georganiseerd worden door de VMOB’s worden niet op contractuele wijze bepaald. Het zijn

de statuten die de relatie met de verzekeringnemer bepalen.

In het kader van de hospitalisatieverzekering worden afzonderlijke statuten opgesteld die de

verzekeringsvoorwaarden bepalen. De statuten worden goedgekeurd door de Algemene

Vergadering en de Raad van Bestuur van het ziekenfonds en daarenboven door de CDZ.

Wanneer de verzekeringnemer een hospitalisatieverzekering aangaat zal ze gebonden zijn

door de algemene voorwaarden zoals bepaald in de statuten. In beginsel kunnen de statuten en

dus de verzekeringsvoorwaarden wijzigen zonder zeggenschap van de verzekeringnemer

omdat het de algemene vergadering is die goedkeuring verleent omtrent de voorwaarden283

.

Dit is althans zo voor de statutaire bepalingen inzake de verplichte ziekte- en

invaliditeitsverzekering.

Rechtspraak uit 1995 van de arbeidsrechtbank te Brussel bevestigde de mogelijkheid tot

eenzijdige statutenwijziging in hoofde van het ziekenfonds betreffende een aanvullende

verzekering. Als argumentatie werd de verschillende doelstelling tussen een ziekenfonds en

private verzekeringsmaatschappij aangehaald. De verhouding tussen het lid en het

ziekenfonds wordt geregeld door de statuten en de statutenwijzigingen. De algemene

vergadering beslist over de statutenwijziging die zal gelden voor alle leden, ook deze die de

aanvullende verzekeringen regelen284

. Vandaag kan dit standpunt niet meer gevolgd worden.

Er werd door de rechtspraak van het Hof van Justitie een discriminatie vastgesteld in de

verschillende behandeling tussen private verzekeraars en de ziekenfondsen bij het aanbieden

van gelijkaardige aanvullende ziekteverzekeringen. Het heeft tot gevolg dat de ziekenfondsen

voor wat betreft de aanvullende ziekteverzekeringen onderworpen zijn aan de WLVO. Indien

het ziekenfonds haar algemene voorwaarden, zoals bepaald in de statuten, wil wijzigen zal ze

moeten voldoen aan de vereisten zoals bepaald in de wet. Het artikel 138bis-4, §1 WLVO

stelt grenzen aan de wijziging van het tarief en de voorwaarden van de overeenkomst.

Ҥ 1. Behoudens wederzijds akkoord van de partijen en op uitsluitend verzoek van de

hoofdverzekerde alsmede in de in §§ 2, 3 en 4 vermelde gevallen, kan de verzekeraar de

technische grondslagen van de premie en de dekkingsvoorwaarden, na het sluiten van een

283

X, Statuten hospitalia 1 januari 2014, http://www.hospitalia.be/c/document_library/get_file?uuid=d1f24303-

e14c-4287-b291-413d464a3911&groupId=10122 (consultatie 29 maart 2014). 284

Arbrb.15 december 1995, RW 1995-96, 1376, noot C. MEEUSEN.

Page 79: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

72

ziekteverzekeringsovereenkomst niet meer wijzigen. De wijziging van de technische

grondslagen van de premie en/of dekkingsvoorwaarden bij wederzijds akkoord van de

partijen, zoals bepaald bij het eerste lid, kan enkel in het belang van de verzekerden

gebeuren.

§ 2. De premie, de vrijstelling en de prestatie mogen worden aangepast op de jaarlijkse

premievervaldag, op grond van het indexcijfer der consumptieprijzen.

§ 3. De premie, of de vrijstelling en de prestaties mogen worden aangepast op de jaarlijkse

premievervaldag, op grond van een of verschillende specifieke indexcijfers aan de kosten van

de diensten die gedekt worden door de private ziekteverzekeringsovereenkomsten, indien en

voor zover de evolutie van dat of deze het indexcijfer der consumptieprijzen overschrijdt

§4. De toepassing van dit artikel laat artikel 21octies van de wet van 9 juli 1975 betreffende

de controle der verzekeringsondernemingen onverlet.”

139. De private verzekeraars en de VMOB’s mogen in beginsel de contractvoorwaarden

slechts wijzigen mits wederzijds akkoord. Bovendien moet het in het belang van de

verzekerden gebeuren. Er zijn een aantal uitzonderingen waarbij eenzijdige wijzigingen wel

toegelaten zijn, namelijk de aanpassing aan de index der consumptieprijzen en andere indexen

voor zover de werkelijke kost sterker stijgt dan deze voorzien in de eerste index. Bovendien

wordt verwezen naar artikel 21octies van de Controlewet. Dit artikel bepaalt dat de NBB kan

eisen dat een onderneming maatregelen neemt om een tarief in evenwicht te brengen indien ze

vaststelt dat de toepassing van het bestaande tarief verlieslatend is. Bovendien kan de NBB op

verzoek van een onderneming en op advies van de FSMA een onderneming de toestemming

geven om haar tarief aan te passen. Belangrijk is dat er een termijn moet worden verleend aan

de verzekeringnemer, om hem toe te laten het contract op te zeggen of om het stilzwijgend te

vernieuwen met volle kennis van zaken285

. Voorafgaand aan de onderwerping van

ziekenfondsen aan de WLVO was het mogelijk voor ziekenfondsen, in het kader van de

aanvullende ziekteverzekeringen, om hun statuten betreffende de hospitalisatieverzekering

eenzijdig te wijzigen of zelfs in te trekken. De verzekerde kon bijgevolg in de situatie

terechtkomen waarbij de hospitalisatieverzekering geschrapt werd uit het verzekeringspakket

van de VMOB. Vandaag biedt de hospitalisatieverzekering van de VMOB dezelfde zekerheid

als de hospitalisatieverzekering bij een private verzekeraar. De VMOB’s hebben hun

algemene voorwaarden aangepast en verwijzen hierin naar de WLVO.

In de statuten van Hospitalia, de hospitalisatieverzekering van de Onafhankelijke

Ziekenfondsen, wordt het volgende ingeschreven: “De verzekeringsvoorwaarden van de

verzekerden voor de verschillende diensten die georganiseerd worden door de

Verzekeringsmaatschappij van Onderlinge Bijstand kunnen en mogen enkel gewijzigd worden

overeenkomstig de wetteksten die van toepassing zijn op de ziekteverzekeringen in de zin van

tak 2 van de bijlage 1 van het Koninklijk Besluit van 22 februari 1991, alsook op de diensten

die bedoeld zijn om een bijkomende dekking aan te bieden voor de risico's die deel uitmaken

285

H. KEULERS, A. MOTTET HAUGAARD, A. CATTEAU, C. DEKONINCK, L. DIERCKX en O. SANTANONIO,

Verzekeringen en marktpraktijken, Kluwer, 2011, 95.

Page 80: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

73

van de hulpverlening, beoogd in tak 18 van bijlage 1 van bovenvermeld Koninklijk

Besluit”286

.

In de statuten van de overige landsbonden vinden we gelijkaardige voorwaarden terug. Ook

bij hen wordt bij de premie- en voorwaardenwijziging verwezen naar de WLVO.

5.4 Premie

140. Om een premie te bepalen die een juiste weerspiegeling geeft van het risico gebruiken

verzekeraars de segmenteringstechniek. Segmentering betekent het op elkaar afstemmen van

het premieniveau en het verzekerd risico. De verzekeraar bepaalt een premie voor de

verschillende homogene risicogroepen. Het komt erop neer dat individuen met een

gelijkaardige kans op een bepaald risico verzekerd worden tegen gelijkaardige voorwaarden

en premie. Het resulteert in een kanssolidariteit waarbij de geluksvogels, bij wie het risico

zich niet voordoet, betalen voor de pechvogels. Met toepassing van deze verzekeringstechniek

blijft het moeilijk voor sommige personen, wegens hoge premies of uitsluiting van dekking

van bepaalde kosten, om een verzekering af te sluiten.

Zowel bij verzekeringsondernemingen als bij ziekenfondsen is er een differentiatiebeleid bij

het aanbieden van aanvullende ziektekostenverzekeringen. Het differentiatiebeleid is niet

noodzakelijk verboden. “Het verbod van discriminatie sluit niet categorisch uit dat een

verzekeraar op basis van een indeling in risicogroepen ongelijke gevallen ongelijk

behandelt”’287

. Het is echter absoluut verboden om een onderscheid te maken op grond van

eigenschappen of kenmerken die niet relevant zijn voor de ziektekostenverzekering. Zo zijn

hogere premies voor oudere personen verantwoord, maar zijn verschillende premies voor

mannen en vrouwen niet meer toegelaten.

Het geslacht speelde in het verleden een determinerende rol bij het bepalen van de premie. De

premie was dikwijls hoger voor vrouwen jonger dan 45 jaar omdat zij een hoge kans hebben

op hospitalisatie wegens bevalling288

. Sinds de inwerkingtreding van de wet van 21 december

2007, de zogenaamde genderwet, wordt het gebruik van sekse als een factor bij de berekening

van premies en uitkeringen in het kader van verzekeringsdiensten en aanverwante financiële

diensten verboden. De wet vloeit voort uit de Europese richtlijn 2004/13/EC inzake de gelijke

behandeling van mannen en vrouwen. Kosten die verband houden met zwangerschap en

moederschap mogen vanaf 21 december 2007 in geen geval nog tot verschillen in

verzekeringspremies- en prestaties leiden289

. Er was een uitzondering voorzien inzake de

levensverzekering, er kon een proportioneel onderscheid gemaakt worden op grond van het

geslacht voor de bepaling van de verzekeringspremie en prestaties als het geslacht een

bepalende factor was bij de beoordeling van het risico op basis van relevante en nauwkeurige

actuariële en statistische gegevens. Deze praktijk is door het Grondwettelijk Hof reeds

286

X, Statuten hospitalia 1 januari 2014, http://www.hospitalia.be/c/document_library/get_file?uuid=d1f24303-

e14c-4287-b291-413d464a3911&groupId=10122, (consultatie 29 maart 2014), 32. 287

J.H. WANSINK, Acceptatie en naselectie bij verzekering, Zwolle, W.E.J. Tjeenk Willink, 1990, 41 p. 288

C. DEVOET, Les assurances de personnes, Anthemis s.a., 2006, 185. 289

H. COUSY, “Recente ontwikkelingen: socialisatie van het risico in private verzekeringen” in X, Recht in

Beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 568.

Page 81: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

74

ongrondwettig bevonden waardoor een onderscheid tussen mannen en vrouwen inzake

premies en prestaties over het algemeen verboden is290

.

141. Indien een differentiatiebeleid wordt toegepast is het vereist dat er een legitiem doel is,

het wordt beoordeeld in het kader van het algemeen belang. Van de ziekenfondsen mag

worden verwacht dat ze handelt ten behoeve van het algemeen belang, maar dit geldt niet op

dezelfde wijze voor de private verzekeringsondernemingen aangezien zij opereren met een

winstoogmerk. Dit winstoogmerk is zelfs wettelijk voorgeschreven door het

controlereglement. Er kan dus aangenomen worden dat differentiëring en het weigeren van

onverzekerbare risico’s een legitiem doel kunnen dienen. Als deze redenering doorgetrokken

wordt dan kan je in principe stellen dat ziekenfondsen geen differentiëring mogen toepassen

en iedereen een verzekering moeten aanbieden. Dit is echter niet het geval, ondanks het feit

dat ziekenfondsen geen winstoogmerk nastreven kan niet verwacht worden dat ze haar

financiële positie in gevaar brengt. Het onderscheid dat gemaakt wordt moet gestoeld zijn op

basis van objectieve criteria, er mogen absoluut geen willekeurige elementen gebruikt worden

om de risicogroepen samen te stellen. De criteria worden opgesomd door de

Antidiscriminatiewet. Differentiatie op basis van gezondheidstoestand en leeftijd vormen

geen discriminatie. De verzekeraars moeten aantonen dat de criteria relevant zijn ten aanzien

van het te bereiken doel. Bovendien moeten de onderscheidende maatregelen evenredig zijn

met het beoogde doel291

. Ook de ziekenfondsen zullen bij het aanbieden van de aanvullende

ziekteverzekering een systeem van segmentering toepassen. Dit in tegenstelling tot de

subsidiërende solidariteit die ze hanteert in het kader van de verplichte ziekte- en

invaliditeitsverzekering292

.

Zowel bij de ziekenfondsen als bij private verzekeraars spelen gelijkaardige factoren mee in

het bepalen van het premie- en bijdragebedrag. Ten eerste speelt de leeftijd een belangrijke

rol. Hoe ouder je bent op het moment dat je de verzekering afsluit, hoe meer je zal betalen.

Dit is een gevolg van de risicoselectie. De meeste schadegevallen komen immers voor in de

laatste drie levensjaren van de verzekerde. Een gedeelte van de premie wordt door de

verzekeraar opgespaard als buffer tegen latere schade, in verzekeringstermen wordt dit de

ouderdomsreserve of vergrijzingsreserve genoemd. Contracten die reeds op jonge leeftijd

werden gesloten hebben logischerwijze meer reserves opgebouwd dan contracten die op latere

leeftijd afgesloten werden. De polissen voor oudere personen zijn bijgevolg duurder om het

gebrek aan opgebouwde reserve te compenseren293

.

290

GwH 30 juni 2011, nr. 116/2011. 291

F. GOYENS, “Segmentering in de aanvullende ziektekostenverzekering”, in J. ROGGE (ed.), Les paramètres de

sélection des risques à l’aube du XXIème siècle, De Verz, 2004, 157-170. 292

De Tijd, Verzekerden discrimineren betekent niet noodzakelijk hen benadelen,

http://www.tijd.be/algemeen/algemeen/Verzekerden_discrimineren_betekent_niet_noodzakelijk_hen_benadelen.

5393814-

534.art?highlight=verzekerden%20discrimineren%20betekent%20niet%20noodzakelijk%20hen%20benadelen,

(consultatie 18 februari). 293

W. JANSSENS, “Gecompliceerd gaat ook”, Verz.W. april 2010, 40.

Page 82: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

75

142. Om een goede inschatting van het risico te kunnen maken zal de verzekeraar medische

informatie verzamelen bij het sluiten van een hospitalisatieovereenkomst. Hij kan een beroep

doen op de medische verklaringen die hem worden overhandigd door de kandidaat

verzekerde. Daarnaast kan hij een vragenlijst voorleggen met het oog op het verkrijgen van

medische informatie. Het verzamelen van de medische informatie gebeurt volgens de normen

van artikel 95 WLVO294

. Op grond van dit artikel kan de door de verzekerde gekozen arts,

wanneer de verzekerde hem hierom verzoekt, geneeskundige verklaringen afleveren die voor

het sluiten of het uitvoeren van de overeenkomst nodig zijn. Deze verklaringen mogen

uitsluitend aan de adviserende arts van de verzekeraar worden bezorgd. De verzekeraar kan

niet rechtstreeks deze verklaringen aan de behandelende artsen van de verzekerde opvragen

na diens overlijden, ook al tekende de verzekerde bij leven een verklaring dat de verzekeraar

hem kan verzoeken bij zijn geneesheer de nodige geneeskundige verklaringen op te vragen en

deze te bezorgen aan de adviserende arts van de verzekeraar295

.

143. Vervolgens is de verleende dekking een belangrijke indicator voor het bepalen van de

premie. Indien de verzekeraar tussenkomt in kosten verbonden aan een ziekenhuisopname in

een eenpersoonskamer, dan zal deze verzekeringspremie hoger liggen dan de premie voor

tussenkomst in de kosten bij verblijf in een tweepersoonskamer. Ook de bedongen vrijstelling

speelt een rol in het bepalen van het premiebedrag. Hoe kleiner de vrijstelling hoe hoger de

premie zal zijn. Er kan gewerkt worden met een jaarlijkse franchise, een franchise per opname

of een franchise per medische interventie. Bovendien betalen sommige verzekeraars alle

gedekte kosten boven de franchise terug, terwijl andere werken met een forfaitaire

terugbetaling per opnamedag. In dit voorbeeld hangt de hoogte van de dekking af van de wil

van de verzekeringnemer, hij kan volledig autonoom beslissen welke dekking aan zijn

behoeften voldoet296

. Een opvallende beperking is dat steeds meer polissen stellen dat ze

alleen kosten vergoeden op voorwaarde dat ze onder het toepassingsgebied van de verplichte

ziekteverzekering vallen. Als er dan nieuwe technieken of materialen worden gebruikt door de

behandelende arts waarvoor nog geen tussenkomst van de verplichte ziekteverzekering is

voorzien kan de kost hoog oplopen voor de patiënt. Patiënten denken verzekerd te zijn door

hun hospitalisatieverzekering terwijl dit in werkelijkheid niet zo blijkt te zijn. Het is dus

belangrijk dat ziekenfondsen en private verzekeraars voldoende informatie ter beschikking

stellen van de verzekerde over de dekkingsvoorwaarden297

. Daarnaast worden bepaalde

risico’s contractueel uitgesloten. Dit is meestal het geval voor medische kosten ten gevolge

van pogingen tot zelfmoord, opzettelijke daden, oorlog, natuurrampen, actieve deelname aan

gewelddaden, grove schuld, druggebruik, misbruik van geneesmiddelen en overdadig

drankgebruik.

294

S. DEFLOOR, “Het afleveren van een medische verklaring in private verzekeringen Artikel 95 van de wet op

de landverzekeringsovereenkomst doorgelicht”, T.Verz. 2011, 21. 295

G. JOCQUE, “Verzekeringsrecht kroniek 2009-2011”, NjW 21 september 2011, 483. 296

P. VAN MALDEGEM, Voorkom peperdure hospitalisatie,

http://netto.tijd.be/geld_en_gezin/verzekeren/Voorkom_peperdure_hospitalisatie.9317131-

1629.art?highlight=hospitalisatie (consultatie 10 maart 2014). 297

X, Verzekerden vrij tevreden over hospitalisatieverzekering, vooral over de polissen van drie ziekenfondsen,

www.test-aankoop.be/geld/nc/persbericht/verzekerden-vrij-tevreden-over-hospitalisatieverzekering-vooral-over-

de-polissen-van-drie-ziekenfondsen (consultatie 18 februari 2014).

Page 83: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

76

144. Ten laatste kan ook de woonplaats van belang zijn. Een Brusselaar zal bijvoorbeeld

meer betalen voor zijn verzekering bij DKV dan iemand van het Vlaams of Waals Gewest. De

oorzaak hiervan is dat de tarieven bij Brusselse ziekenhuizen hoger liggen. De maandpremie

verschilt ook sterk naargelang de maatschappij en de gezinssituatie. Een

hospitalisatieverzekering bij een privémaatschappij is duurder dan bij een ziekenfonds en een

verzekering voor het ganse gezin is uiteraard duurder dan voor één enkele persoon298

.

Er kan geconcludeerd worden dat men de premie van een hospitalisatieverzekering kan

drukken door een hoge franchise te bedingen, zo jong mogelijk een hospitalisatieverzekering

te nemen en de dekking te beperken tot de opname in een tweepersoonskamer299

.

5.4.1 Premiewijziging

145. Een premiewijziging was mogelijk via de medische index zoals bepaald in het

Koninklijk Besluit van 1 februari 2010. Het KB tot invoering van de medische index werd

echter door de Raad van State grotendeels vernietigd op vraag van Assuralia300

. De medische

index werd berekend op basis van de voorziene waarborg en de leeftijdsklasse zonder

rekening te houden met de opgebouwde vergrijzingsreserves. Assuralia is van mening dat

eveneens rekening moet worden gehouden met de herwaardering van de vergrijzingsreserves

bij het bepalen van de kosten. De Raad van State heeft uiteindelijk het KB gedeeltelijk

vernietigd omwille van gebrek aan afdoende motivering. Uit het KB blijk niet waarom er bij

de indexberekening geen rekening gehouden wordt met de vergrijzingsreserves ondanks de

aanbevelingen dit wel te doen301

. Een vernietiging door de Raad van State heeft in principe tot

gevolg dat de vernietigde bepalingen geacht worden nooit te hebben bestaan, er geldt met

andere woorden normaliter een retroactieve nietigverklaring. Op vraag van Assuralia heeft de

Raad van State de gevolgen van het KB voor het verleden gehandhaafd302

. Het KB bleef zelfs

in werking tot 29 december 2012, daarna werd ze definitief vernietigd. Verzekeraars baseren

zich nu op het indexcijfer der consumptieprijzen om hun premies, vrijstellingen en prestaties

op de jaarlijkse vervaldag aan te passen. Daarnaast kunnen er ook aanpassingen gebeuren op

basis van specifieke indexcijfers die jaarlijks worden berekend door de FOD Economie en

door deze dienst worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, en dit voor zover de evolutie

van één of meerdere van deze indexcijfers deze van het indexcijfer der consumptieprijzen

overschrijdt.

298

X, Verzekerden vrij tevreden over hospitalisatieverzekering, vooral over de polissen van drie ziekenfondsen,

www.test-aankoop.be/geld/nc/persbericht/verzekerden-vrij-tevreden-over-hospitalisatieverzekering-vooral-over-

de-polissen-van-drie-ziekenfondsen (consultatie 18 februari 2014). 299

P. DEGADT, J. PAUWELS en A. BRACKE, Hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuwste.pdf (consultatie 19

maart 2014). 300

RvS 29 december 2011, nr. 217.085. 301

V. VAN GHELDER, KB Medische Index vernietigd, www.vanbreda-

riskandbenefits.be/sites/default/files/medische%20index_2012_NL(1).pdf (consultatie 18 maart 2014). 302

F. EGGERMONT, “Enkele beschouwingen inzake de toepassing van art. 14ter RvS-wet”(noot onder RvS 7e

kamer 29 december 2011), RW 2012-13, 257.

Page 84: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

77

146. Het kernartikel betreffende de premiewijziging inzake ziekteverzekerings-

overeenkomsten is artikel 138 bis-4 WLVO.

De wettelijke bepaling komt erop neer dat enkel de eenzijdige verhogingen op basis van het

indexcijfer der consumptieprijzen toegelaten zijn. Eerst moet de index der consumptieprijzen

toegepast worden. Is deze ontoereikend om de kostenstijging te dekken dan kunnen de

premies of bijdragen aangepast worden aan specifieke indexcijfers gekoppeld aan de kosten

van de diensten die gedekt worden door de private ziekteverzekeringsovereenkomsten303

. We

zien ook in de praktijk dat de verzekeraars een dergelijke bepaling inschrijven in hun

algemene voorwaarden. Het bleek echter dat niet elke verzekeraar zich hield aan deze

bepaling.

De buitensporige tariefverhogingen van de hospitalisatieverzekeringen staan volgens Test-

Aankoop in contrast met de voorgaande bepaling uit de Wet Verwilghen die geïntegreerd is in

de WLVO. In de praktijk blijkt dat verzekeraars het dikwijls moeilijk hebben met het naleven

van de wettelijke beperkingen.

147. Dit kan geïllustreerd worden met de uitspraak van de rechtbank van koophandel te

Brussel van 7 maart 2005. DKV werd veroordeeld omdat ze de hospitalisatiepolis van oudere

klanten fors verhoogde. De voorzitter oordeelde dat er discriminatie was op grond van

leeftijd. DKV meldde de consument dat er een verhoging van de premie zou doorgevoerd

worden, gedifferentieerd op basis van de leeftijd van de verzekerden. Voor de 0 tot 19 jarigen

zou geen premieverhoging plaatsvinden. Voor de 20 tot 39 jarigen werd voorzien in een

verhoging van acht procent. Bij de leeftijdscategorie 40 tot 59 jarigen en de 60 plussers zou er

een verhoging van respectievelijk 16 en 24 procent doorgevoerd worden. De verzekerden

konden het hoger percentage slechts weigeren mits ze een verhoging van de franchise

aanvaardden. Het argument van DKV luidde dat de hospitalisatiekosten stijgen wanneer de

verzekerden ouder worden. Dit was volgens Test-Aankoop in strijd met de

antidiscriminatiewet van 25 februari 2003, van kracht sinds maart 2003. De voorzitter

beaamde dat een jongere die een verzekeringspolis onderschrijft een lagere premie moet

betalen dan een persoon die zich slechts op latere leeftijd verzekert. Een dergelijk onderscheid

is objectief en redelijkerwijze gerechtvaardigd. DKV kan daarentegen niet unilateraal

beslissen om een verhoging toe te passen van de verzekeringspremies ten aanzien van oudere

verzekerden zonder diezelfde voorwaarden toe te passen op de jonge verzekerden. Het

onderscheid is in casu niet objectief noch redelijkerwijze verantwoord304

.

148. Het bleef echter niet bij deze zaak. Eind 2009 had DKV een premieverhoging

aangekondigd met betrekking tot de hospitalisatiedekking in een eenpersoonskamer. Ze had

hieromtrent de toestemming van de CBFA gevraagd, maar kreeg een negatief advies. Bij de

Raad van State werd het beroep tegen het negatief advies afgewezen. Desondanks voerde

303

X, Verzekerden vrij tevreden over hospitalisatieverzekering, vooral over de polissen van drie ziekenfondsen,

www.test-aankoop.be/geld/nc/persbericht/verzekerden-vrij-tevreden-over-hospitalisatieverzekering-vooral-over-

de-polissen-van-drie-ziekenfondsen (consultatie 18 februari 2014). 304

E. MATTHYS, J. AUBERTIN, “Verzekeraar mag premieverhogingen niet differentiëren naar leeftijd”,

Juristenkrant 2005, afl. 110, 5 .

Page 85: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

78

DKV de verhoging door ten belope van 7,84 procent. DKV werd vervolgens op vraag van

Test-Aankoop veroordeeld, maar ging in beroep. Ze argumenteerde dat de wettelijke

beperkingen inzake premieverhogingen in strijd zijn met de Europese principes van

tariefvrijheid en van vrije toegang tot de verzekeringsmarkt.

Er werd een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie. In een arrest van 7 maart 2013

oordeelde het Hof dat er grenzen gesteld mogen worden aan de premies die de verzekeraars

aanrekenen. De Belgische wetgever mag een technisch kader afbakenen waarbinnen

verzekeraars hun premies moeten berekenen, aldus het Hof. Uit het arrest blijkt dat de

Belgische beperkingsmaatregelen gepast zijn om de consument te beschermen tegen

onverwachte premieverhogingen. Het betekent dat de verzekeraar, in het kader van de niet-

beroepsgebonden ziektekostenverzekeringen, de premie, de vrijstelling en de prestatie op de

jaarlijkse premievervaldag mag aanpassen op grond van de index der consumptieprijzen of

andere index gekoppeld aan de diensten die gedekt worden door de private

ziekteverzekeringsovereenkomst305

. Deze uitspraak is een goede zaak want indien het Hof

beslist zou hebben dat de beperkingen niet conform de Europese regelgeving zijn zou dit

zware gevolgen hebben voor de Belgische consument. Het zou ertoe leiden dat naarmate de

verzekerden ouder worden de premie fors zou stijgen en dit volgens de willekeur van de

verzekeraar306

. De gelimiteerde premieverhogingen gelden in het algemeen voor aanvullende

ziektekostenverzekeringen. De regulering is bijgevolg ook van toepassing op ziekenfondsen

wanneer ze aanvullende hospitalisatieverzekeringen aanbieden. We zien bij wijze van

voorbeeld dat het Onafhankelijk Ziekenfonds en de Christelijke Mutualiteit in hun

hospitalisatievoorwaarden verwijzen naar de index der consumptieprijzen en subsidiair naar

andere indexcijfers die gelden voor private ziekteverzekeringsovereenkomsten om de

verzekeringsbijdragen te kunnen verhogen307

. De verzekeringnemer heeft zowel bij een

VMOB als bij een private verzekeraar het recht om bij de eenzijdige aanpassing van de

premie het contract op te zeggen.

5.6 Vergelijking verzekeringen

149. Onderstaande vergelijking is gebaseerd op de algemene voorwaarden van enkele

hospitalisatieverzekeringen die aangeboden worden door de VMOB’s en de private

verzekeraars308

. De relevante bepalingen van de algemene voorwaarden zijn terug te vinden in

305

HvJ C-577/11, DKV Belgium NV V. Test-Aankoop VZW, T.Verz 2013, 315. 306

X, Hospitalisatieverzekeringen: tariefvrijheid is niet absoluut, www.test-

aankoop.be/gezondheid/hospitalisatie/nieuws/hospitalisatieverzekeringen-tariefvrijheid-niet-absoluut

(consultatie 26 maart 2014). 307

X, Algemene voorwaarden Hospitalia 2014,

www.oz.be/~/media/oz/pdf/brochures/oz501_hospitalia_algemenevoorwaarden_14.ashx (consultatie 26 maart

2014); X, Algemene voorwaarden CM-Hospitaalplan 2014, www.cm.be/binaries/Polis-CM-

Hospitaalplan_tcm375-115578.pdf (consultatie 26 maart 2014). 308

X, Algemene verzekeringsvoorwaarden IS2000, www.dkv.be/nl/content/hospitalisatie_1/ (consultatie 30

maart 2014); X, HospiPlan algemene voorwaarden, www.vnz.be/diensten/hospitalisatieverzekering/hospiplan-

plus-2013/public (consultatie 30 maart 2014); X, Algemene voorwaarden Hospitalia, 2014,

www.oz.be/~/media/oz/pdf/brochures/oz501_hospitalia_algemenevoorwaarden_14.ashx (consultatie 30 maart

2014); X, Polisvoorwaarden Hospitaal-Plus 2014, www.liberalemutualiteit.be/407/advantages/hospitalisation/-

/ml/10188/I7uS/199803/extra_hospitaal_plus (consultatie 30 maart 2014); X, Algemene voorwaarden KliniPlan

2014, www.bondmoyson.be/SiteCollectionDocuments/Formulieren/300/AlgemeneVoorwaarden-KliniPlan.pdf;

Page 86: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

79

de bijlage. De algemene voorwaarden van de landsbonden worden onder elkaar en tegenover

de polisvoorwaarden van DKV en Ethias afgewogen. Ik beperk mij tot de niet-

beroepsgebonden hospitalisatieverzekeringen, de beroepsgebonden polissen worden buiten

beschouwing gelaten.

150. Overzicht van de polissen:

CM-hospitaalplan: voor leden van de Christelijke Mutualiteit

KliniPlan: voor leden van een Socialistische Mutualiteit

HospitaalPlus 100: voor leden van een Liberale Mutualiteit

Hospitalia: voor leden van een Onafhankelijk Ziekenfonds

HospiPlan: voor leden van een Neutraal Ziekenfonds

IS2000/ bijkomend CliniBudget: private verzekeraar DKV

Medi-Plus: private verzekeraar Ethias

5.6.1 Aansluitingsvoorwaarden

151. De aansluitingsvoorwaarden die de VMOB’s hanteren zijn over het algemeen

gelijklopend. Een aansluiting bij een ziekenfonds dat behoort tot de aangesloten landsbond is

noodzakelijk. Personen die geen lid zijn van een dergelijk ziekenfonds zullen geen

hospitalisatieverzekering kunnen afsluiten bij de VMOB. Daarnaast moet er een medische

vragenlijst worden ingevuld. Er wordt gepolst naar voorgaande hospitalisaties en of de

verzekerde in het verleden bepaalde ziektes had of op het moment van het invullen van de

vragenlijst bepaalde ziektes heeft. Indien de persoon in kwestie opzettelijk gegevens verzwijgt

of onjuist meedeelt heeft dit de nietigheid van de verzekeringsovereenkomst tot gevolg met de

verzekeraar309

. Nadat een private verzekeringsonderneming over voldoende gegevens van de

kandidaat-verzekerde beschikt dan kan de onderneming tot verschillende besluiten komen.

Indien er geen verhoogd gezondheidsrisico is vastgesteld dan dient gewoon de basispremie

betaald te worden. Het is echter mogelijk dat de kandidaat-verzekerde een verhoogd

gezondheidsrisico heeft. De verzekeraar kan in dit geval besluiten om een bijpremie aan te

rekenen. Bij een bestaande ziekte of aandoening kunnen schadegevallen met betrekking tot

het bestaande risico definitief of gedurende een bepaalde periode worden uitgesloten in het

verzekeringscontract. In het ergste geval kan de verzekeraar besluiten dat het

gezondheidsrisico te groot is en wordt de verzekeringsaanvraag geweigerd. Indien een

verzekeringsonderneming een bijpremie aanrekent, een aansluiting weigert of bijzondere

voorwaarden in het verzekeringscontract opneemt dan moet zij dit verschil in behandeling

objectief en redelijk kunnen motiveren310

.

X, Algemene voorwaarden CM-Hospitaalplan 2014, www.cm.be/binaries/Polis-CM-Hospitaalplan_tcm375-

115578.pdf (consultatie 30 maart 2014); X, Algemene voorwaarden Medi-Comfort,

http://www.ethias.be/upload/pdf/nl/particuliers/Algemene%20Voorwaarden/AV%20-

%20SA/av_medicomfort_nl.pdf (consultatie 30 maart 2014), 9. 309

Art. 6 WLVO. 310

X, Standpunt over gezondheidsgegevens in het kader van verzekeringen, http://vlaamspatientenplatform.be/_plugin/ckfinder/userfiles/files/20132506%20Standpunt%20over%20gezondheidsgegevens%20in%20het%20kader%20van%20verzekeringen.pdf (consultatie 5 mei 2014), 26.

Page 87: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

80

Inzake de leeftijdsgrens is er ook een verschil in beleid te merken. De

hospitalisatieverzekering van de Christelijke Mutualiteiten bevat geen leeftijdsgrens meer.

Alle andere verzekeringen hanteren een leeftijdsgrens van 65 of 66 jaar. Na deze leeftijd kan

een persoon geen hospitalisatieverzekering meer krijgen tenzij ze voorafgaand een

gelijkaardige verzekering hadden bij een andere mutualiteit of private verzekeraar en na hun

65ste of 66ste verjaardag beslissen te muteren van verzekeraar. Bij contactopname met de

Socialistische Mutualiteit en de Vlaamse Neutrale Ziekenfondsen bleek dat ook zij de

leeftijdsgrens afschaffen.

In vergelijking met de hospitalisatieverzekeringen van DKV en Ethias zijn er een aantal

verschillen. Hier geldt uiteraard geen verplichte aansluiting tot een bepaald ziekenfonds

aangezien het een private verzekeringsmaatschappij is waarbij iedereen kan toetreden. Dit

laatste moet echter genuanceerd worden omdat enkel personen met een woonplaats en

gebruikelijke verblijfplaats in België aanvaard worden. Bovendien geldt een leeftijdsgrens

van 69 jaar, althans bij de verzekering aangeboden door DKV. Wie ouder is dan 69 jaar en

voor het eerst een hospitalisatieverzekering wilt kan niet bij DKV terecht. Ethias daarentegen

hanteert geen leeftijdsgrens.

5.6.2 Wachttijd

152. Typerend voor de hospitalisatieverzekeringen van de VMOB’s zijn de wachttijden te

rekenen vanaf de aansluitingsdatum. De wachttermijn is in de regel drie maanden en bij de

Onafhankelijke Ziekenfondsen zelfs zes maanden. Er zijn wel een aantal uitzonderingen

voorzien waarbij de wachttijd vervalt namelijk ongeval, acute infectieziekten, bij overstap

vanuit een gelijkaardige mutualistische verzekering en bij overgang persoon ten laste naar

verzekeringnemer of omgekeerd. Bij DKV zien we geen wachttermijn behalve in het geval

van tandbehandelingen. De verzekerde kan direct dekking genieten bij deze private

verzekeraar. Waar er bij de VMOB’s telkens in een wachttermijn voorzien wordt geldt dit niet

in de private sector. Er zijn polissen met en zonder wachttermijn. Bij Medi-Plus Ethias is er

wel een wachttermijn opgenomen van drie maanden die eveneens vervalt bij ongevallen en

een aantal limitatief opgesomde acute infectieziekten.

5.6.3 Waarborgen

153. De hospitalisatieverzekeringen omvatten een dekking voor hospitalisatiekosten, kosten

bij ernstige ziekte en pre- en posthospitalisatie. De waarborg hospitalisatie wordt bij de

verschillende VMOB’s gelijkaardig ingevuld. In hoofdorde worden wettelijke forfaits en

remgelden, verblijfskosten, erelonen, prothesen en orthopedische toestellen, implantaten en

geneesmiddelen gedekt. Dit vormt geen verplichte dekking, maar bij het onderzoeken van de

verschillende algemene voorwaarden is te zien dat de VMOB’s allen deze kosten dekken.

Daarnaast zijn heel wat andere kosten ten laste van de verzekerde gedekt. Deze verschillen

naargelang de gekozen verzekeraar. Velen bieden dekkingen voor honorariumsupplementen,

ziekenvervoer, verblijfskosten van een ouder bij een minderjarig kind, verblijfskosten donor,

kosten verbonden aan borstverkleiningen en ingrepen ten gevolge van zwaarlijvigheid,

kamersupplementen, tandheelkundige verzorging, tandprothesen en therapeutische prothesen.

Page 88: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

81

De inhoud van de hospitalisatieverzekering wordt door de verzekeraar naar eigen believen

ingevuld via de algemene voorwaarden. DKV biedt een onbeperkte terugbetaling aanvullend

op de wettelijke ziekteverzekering van de hospitalisatiekosten zelfs indien de factuurpost niet

door de wettelijke ziekteverzekering gedekt wordt. Enkel wanneer geen enkele rubriek van de

hospitalisatiefactuur door de wettelijke ziekteverzekering gedekt wordt zal DKV de dekking

verminderen tot 50 procent van het factuurbedrag. De hospitalisatieverzekering van Ethias

sluit qua dekkingen aan bij de verzekeringen van de VMOB’s.

154. Daarnaast zijn er verschillende dekkingen inzake pre- en post hospitalisatie. Deze

dekkingspost vinden we bij elke VMOB terug. Het komt er in het algemeen op neer dat de

kosten van de ambulante zorgen voorafgaand en volgend op de hospitalisatie gedekt worden

op voorwaarde dat er een tegemoetkoming kan worden uitgekeerd in de module hospitalisatie

en dat de kosten verband houden met de hospitalisatie. Voorbeelden hiervan zijn dekkingen

inzake kosten van farmaceutische producten, raadplegingen en bezoeken van algemeen

geneeskundigen, herstelverblijf en remgelden. DKV kent eveneens een uitgebreide dekking

toe bij voor- en na-hospitalisatie. De dekkingsperiode is dezelfde als de VMOB’s, maar de

uitkering is veel groter. Medi-Plus van Ethias kent eveneens een dekking in de kosten van

pre- en posthospitalisatie, ze worden meegerekend in de bedragen bij hospitalisatie. Eens het

maximum van de hospitalisatiedekking is bereikt is er geen extra budget voorzien voor

ambulante kosten.

155. Een laatste post zijn de dekkingen inzake zware ziekten. Behoudens HospiPlan bieden

alle verzekeringen van de VMOB’s die ik analyseerde een dekking bij ernstige ziekten. De

gedekte ernstige ziekten zijn telkens limitatief opgesomd in de algemene voorwaarden.

Globaal gezien worden er tussen de 20 en 30 ziektes gedekt. HospiPlan is een uitzondering

omdat de verzekerde een extra verzekering moet aangaan indien hij ook de gevolgen van een

ernstige ziekte wil gedekt zien. Het is niet standaard voorzien in het pakket HospiPlan. Ook

DKV en Ethias voorzien een dekking voor kosten bij zware ziekten.

5.6.4 Franchise

156. De franchise bij de VMOB’s is reeds bepaald in de hospitalisatieformule die je kiest.

Indien je een andere franchise wilt zal je een andere verzekeringsformule van de VMOB

moeten kiezen. Bij de basisverzekeringen wordt telkens een franchise ingevoerd bij de

dekking in een eenpersoonskamer. Naar gelang de verzekering kan de vrijstelling meerdere

keren per verzekeringsjaar worden toegepast per hospitalisatie. Het voordeel van de private

verzekering bij DKV is dat je de vrijstelling zelf kan bepalen. Je kan hier opteren voor een

volledige dekking zonder vrijstelling ofwel een vrijstelling van 125, 250, 375 of 500 euro. Bij

Ethias kan er gekozen worden voor een vrijstelling van 125 euro of 250 euro, naar gelang de

keuze van het kamertype.

5.6.5 Grensbedrag

157. De hospitalisatieverzekeringen van de ziekenfondsen bieden over het algemeen dekking

op het vlak van hospitalisatie, pre- en posthospitalisatie en ernstige ziekte. Opvallend is dat

Page 89: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

82

het CM-hospitaalplan een zeer uitgebreide dekking biedt op elke post. CM-hospitaalplan

vermeldt echter uitdrukkelijk dat enkel kosten vergoed worden waarvoor recht is op een

tegemoetkoming vanwege de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en

uitkeringen behalve indien anders bepaald. Dit betekent dat de meerkost bij deze

schadeposten gedekt zal worden tot het bepaalde maximum zoals te lezen is in de algemene

voorwaarden. De kosten die niet gedekt worden door de verplichte verzekering vallen ten

laste van de verzekerde. De andere verzekeringspolissen vermelden een gelijkaardig principe

bij de afzonderlijke bedingen. Ofwel gaat men strikte maximumbedragen opleggen, zoals

KliniPlan doet, ofwel gaat men zoals bij HospiPlan een grens invoeren tot 100% boven de

bedragen van de wettelijke tegemoetkoming. Dit komt erop neer dat een schadepost die niet

vergoed wordt door de wettelijke verzekering ook niet vergoed zal worden via de aanvullende

hospitalisatieverzekering.

Het is opvallend dat de VMOB’s dikwijls per schadepost maximumgrenzen gaan invoeren.

Dit maakt het vergelijken van de verschillende polissen een complexe materie. Deze

complexiteit zien we niet bij DKV. De algemene voorwaarden zijn duidelijk en zonder al te

veel grenzen per schadepost. Het komt erop neer dat DKV een zeer ruime dekking biedt aan

de verzekerde via de polis IS2000. Het is niet gelimiteerd tot de terugbetaling van de kosten

bovenop de wettelijke ziekteverzekering. Ook schadeposten die niet door de wettelijke

ziekteverzekering gedekt worden zal DKV dekken, men spreekt telkens over integrale

vergoeding tenzij anders aangeduid. In het geval dat geen enkele rubriek op de

hospitalisatiefactuur gedekt wordt door de wettelijke ziekteverzekering wordt de tussenkomst

herleid naar 50%. Het gaat hier om de meest uitgebreide dekking van DKV. Daarnaast zijn er

bij deze verzekeraar ook goedkopere polissen die een minder uitgebreide dekking bieden aan

een lagere premie. De polis van Ethias biedt een dekking aan die meer aansluit bij de dekking

die door de VMOB’s worden verleend. Ethias betaalt eveneens de verzorgingskosten terug,

voor zover deze aanleiding geven tot een wettelijke tegemoetkoming en verstrekt werden

tijdens het verblijf in het ziekenhuis.

158. Bij de hospitalisatieverzekeringen van de VMOB’s is er telkens een algemeen

grensbedrag bepaald. De terugbetaling zal dit niveau niet overstijgen. De grensbedragen zijn

meestal opgesplitst naar gelang de schadepost. Inzake hospitalisatie varieert het grensbedrag

tussen de 15 000 en 16 000 euro per kalenderjaar. Bij pre- en posthospitalisatie zien we een

andere aanpak, de grensbedragen zijn bepaald per schadepost, per hospitalisatie ofwel per

jaar. Voor ernstige ziekten varieert het maximumbedrag tussen de 5000 en 7000 euro per

kalenderjaar. Bij de VMOB’s van de neutrale en onafhankelijke ziekenfondsen is er per

schadepost een maximumbedrag plus een globaal grensbedrag per jaar. Bij Ethias is er geen

opdeling volgens schadepost, de grensbedragen hangen af van het feit of de verzekerde

verzorgd wordt in een twee- of eenpersoonskamer. Er is een maximumdekking van 25 000

euro bij opname in een tweepersoonskamer en een maximum forfaitair bedrag van 40 euro per

verpleegdag in een eenpersoonskamer.

Page 90: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

83

5.6.6 Uitsluitingen

159. Er zijn onder andere de traditionele verzekeringsuitsluitingen namelijk opzet, poging tot

zelfmoord, oorlog en oproer indien de verzekerde persoon hier actief heeft aan deelgenomen.

Daarnaast zijn er een aantal uitsluitingen specifiek voor de hospitalisatieverzekering. Er is

geen dekking bij intoxicatie of toxicomanie, vaccinatie, sterilisatie, contraceptie, medische

begeleide voortplanting, esthetische ingreep, psychische stoornissen waarvan de oorzaak en

de symptomen niet medisch objectiveerbaar zijn of de behandeling niet vereist is vanuit puur

medisch standpunt, verblijf in een kuuroord of herstellingsoord, psychotherapeutische en

psychosomatische behandelingen. De lijst van uitsluitingen bij ziekenfondsen is meestal

uitgebreider, men sluit nog andere zaken uit bijvoorbeeld kosten voor tandprothesen en

tandimplantaten, behandelingen en geneesmiddelen waarvan het nut niet wetenschappelijk

bewezen is, preventieve opsporingsonderzoeken en kosten die voortvloeien uit de beoefening

van eender welke sport als beroepsactiviteit. Dit zien we bij CM-hospitaalplan en KliniPlan.

De uitsluitingen bij Hospitalia, HospiPlus en HospitaalPlus zijn gelijkaardig als die bij DKV.

Er is met andere woorden geen gelijklopende lijn terug te vinden in de verschillen tussen

DKV en de VMOB’s wat de uitsluitingen betreft. Een hogere premie bij DKV kan dus niet

verantwoord worden aan de hand van het argument dat er minder uitsluitingen zijn.

160. De meeste private verzekeraars sluiten, in tegenstelling tot ziekenfondsen, de kosten van

voorafbestaande ziekten of aandoeningen uit in de hospitalisatiepolissen, althans voor een

beperkte periode. Wanneer het schadegeval, naar gelang de verzekering, zich voordoet na een

aantal jaar zal er wel dekking zijn. De hospitalisatieverzekeringen van de VMOB’s bieden

reeds een beperkte dekking vanaf de afloop van de wachttermijn.

5.6.7 Jaarpremie

Leeftijd CM-

hospitaalplan

Kliniplan HospitaalPlus

100

Hospitalia HospiPlan DKV

CliniBudget

DKV

IS2000

€ 125

franchise

Ethias

Medi-

Plus

20 €45 €45,96 €52,32 €58,44 €39,60 €83,16 €247,56 €107,26

30 €103,04 €114,48 €117 €125,04 €135,12 €105,36 €315,00 €237,42

40 €103,04 €114,48 €117 €125,04 €135,12 €127,2 €407,88 €313,09

50 €118,08 €114,48 €141,72 €151,20 €166,08 €165,36 €531,12 €395,48

60 €202,68 €217,32 €141,72 €333,12 €166,08 €229,68 €791,76 €530,82

70plus €300,72 €320,88 €365,16 €333,12 €257,52 €937,56 Aansluiting

niet mogelijk €618,17

161. Ik heb voor deze hospitalisatieverzekeringen gekozen omdat ze vergelijkbare dekkingen

en vergoedingen bevatten. Per VMOB kan je ook nog kiezen voor verzekeringen ter uitkering

van forfaitaire dagbedragen, eventueel ter aanvulling van de basishospitalisatieverzekering.

De VMOB’s bieden echter ook uitgebreidere dekkingen tegen een hogere premie indien men

bijvoorbeeld kiest voor een KliniPlan Plus of een HospitaalPlus 200. De verzekeringnemer is

vrij om te beslissen welk plan het best bij zijn behoeften past, de VMOB biedt verschillende

types aan met verschillende premieniveaus. Daarnaast staan er twee types verzekeringen uit

het DKV aanbod in de tabel namelijk IS2000 en CliniBudget. Als men bij deze verzekeraar

Page 91: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

84

een verzekering zoekt die, zoals bij de VMOB’s, zowel een dekking verleent voor

hospitalisatie, voor- en na-hospitalisatie als voor zware ziektes is men genoodzaakt een zeer

hoog tarief te betalen.

162. De verzekering IS2000 is zeer duur, maar biedt dan ook nagenoeg een integrale dekking

in tegenstelling tot de VMOB’s die gelimiteerde dekkingen verlenen. Indien men geen extra

tussenkomst wenst in de kosten van de voor- en na-hospitalisatie kan men zich bij DKV

goedkoper verzekeren, er is dan geen integrale dekking. Clinibudget is de goedkoopste

verzekering van DKV, maar is nog opmerkelijk duurder dan die van de VMOB’s. Voor de

posten hospitalisatie en zware ziekte biedt het wel een uitgebreidere dekking, er is

bijvoorbeeld ook een dekking voor posten die niet door de wettelijke ziekteverzekering

gedekt worden. De uitgebreidere dekkingen resulteren in een hogere premie. De vraag is of de

hogere premie de meerwaarde van de dekking kan rechtvaardigen. Naar mijn mening is de

hogere meerprijs niet evenredig met de uitgebreidere dekking. Bij CliniBudget is er geen

tussenkomst bij voor- en na-hospitalisatie, wat bij de VMOB’s wel voorzien is. De

verzekeringnemer moet voor zichzelf uitmaken of de hogere uitkering door de private

verzekeraar opweegt tegen de voordelige verzekeringsproducten van de VMOB’s die op

meerdere posten dekking verlenen, weliswaar met een lager plafond.

163. De hospitalisatieverzekeringen van de ziekenfondsen zijn goedkoop in vergelijking met

deze van DKV. Bovenstaande tabel geeft een vergelijking van de verschillende premies naar

gelang de leeftijd. Voor personen die zich op oudere leeftijd willen aansluiten geldt een

hogere premie. Bij DKV IS2000 zijn de premies in de tabel berekend met een vrijstelling van

125 euro. Indien je bij DKV op 20-jarige leeftijd een hospitalisatiepolis onderschrijft zullen

de bijdragen of premies niet verhogen op basis van de leeftijd. De prijs kan in dat geval enkel

stijgen door middel van aanpassing aan de index der consumptieprijzen of een specifiek

indexcijfer door de FOD economie bepaald. Dit is een groot voordeel voor de jonge

verzekeringnemer die een verzekering aangaat bij DKV in tegenstelling tot een verzekering

bij de ziekenfondsen waar de verzekerde per nieuwe bereikte leeftijdscategorie zijn

verschuldigde premie zal zien stijgen. Een premie bij DKV lijkt initieel veel duurder te zijn,

maar blijft wel gelijk behoudens indexering terwijl de premies bij de ziekenfondsen

telkenmale stijgen wanneer een nieuwe leeftijdsgrens bereikt wordt. Het is naar mijn mening

aan te raden om op jonge leeftijd een verzekering te nemen bij een private

verzekeringsmaatschappij die haar premie niet optrekt aan de hand van de leeftijd. In deze

hypothese betaal je in de beginjaren veel voor je hospitalisatieverzekering, maar op termijn

wordt dit gecompenseerd omdat de premie gelijk blijft, maar het risico op hospitalisatie wel

stijgt. Als je pas op oudere leeftijd toetreedt tot een hospitalisatieverzekering zal het

voordeliger zijn om je aan te sluiten bij een hospitalisatieverzekering van een VMOB

aangezien de premies bij eerste aansluiting in de private sector snel oplopen. Het systeem dat

de ziekenfondsen toepassen is dit van de risicopremie. Naarmate de verzekerde ouder wordt

vergroot het risico op hospitalisatie en stijgt de premie. Het tegengestelde systeem is de

genivelleerde premie die door de meeste privéverzekeraars gebruikt wordt. De premie blijft in

dit geval gelijk behoudens de indexering. De premie is voor een jong persoon te hoog volgens

het werkelijk risico op hospitalisatie. Dit laat de verzekeraar toe om een reserve aan te leggen

Page 92: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

85

voor later. Het nadeel van dit laatste systeem is dat bij de overstap naar een andere

verzekeraar de opgebouwde reserve niet kan meegenomen worden door de verzekerde. Bij de

nieuwe verzekeraar zal de verzekerde de premie moeten betalen die correspondeert met de

leeftijdscategorie op het moment van sluiting van het contract. De genivelleerde premie is dus

pas interessant voor de verzekerde als deze zich wil engageren om bij dezelfde verzekeraar te

blijven311

.

5.6.8 Mutatie

164. De verzekerde kan op gelijk welk moment veranderen van ziekenfonds. Verandering

van VMOB is noodzakelijk indien het vereiste lidmaatschap bij het aangesloten ziekenfonds

niet meer aanwezig is. De aansluiting en dus ook de hospitalisatieverzekering neemt een einde

op de laatste dag van de maand voorafgaand aan deze van de mutatie. Er is in dit geval dus

geen bijzondere opzeggingstermijn nodig, het loutere feit van de mutatie brengt het einde mee

van de hospitalisatieverzekering. De betaalde premie wordt ten belope van het resterend

aantal maanden van het kalenderjaar terugbetaald aan de verzekerde. Indien de verzekerde wil

overschakelen naar een private hospitalisatieverzekeraar, maar wel zijn lidmaatschap bij het

ziekenfonds behoudt inzake de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, dan zal hij de

verzekering bij de VMOB moeten opzeggen met de inachtneming van de opzegtermijnen

zoals bepaald in de algemene voorwaarden. De opzegtermijn bedraagt één tot drie maand

afhankelijk van de algemene voorwaarden312

.

De overschakeling naar een andere verzekering is anders bij private

verzekeringsmaatschappijen, indien de verzekerde een andere hospitalisatieverzekering

aangaat zal de eerste verzekering niet zomaar een einde nemen. Een nieuwe verzekering

brengt een toestand met zich mee waarbij de verzekerde dubbel verzekerd is voor hetzelfde

risico. De verzekerde zal zijn hospitalisatieverzekering moeten opzeggen met inachtneming

van de nodige opzeggingstermijnen zoals bepaald in de algemene voorwaarden van de

verzekeraar313

.

Voordelig is dat de wachttijd vervalt voor personen die aangesloten waren bij een

gelijkaardige dienst van een mutualistische entiteit of privéverzekering. De termijn van

aansluiting bij een dergelijke verzekering moet wel de wachttijd bij de mutualistische of

private entiteit overschrijden. Indien dit niet het geval is wordt de termijn van aansluiting in

mindering gebracht van de wachttijd314

. Het systeem dat de ziekenfondsen toepassen is ook

311

X, “Hospitalisatieverzekering vrijwel onmisbaar”, Testaankoop november/december 2012, 11. 312

X, Algemene verzekeringsvoorwaarden IS2000, www.dkv.be/nl/content/hospitalisatie_1/ (consultatie 30

maart 2014); X, HospiPlan algemene voorwaarden, www.vnz.be/diensten/hospitalisatieverzekering/hospiplan-

plus-2013/public (consultatie 30 maart 2014); X, Algemene voorwaarden Hospitalia, 2014,

www.oz.be/~/media/oz/pdf/brochures/oz501_hospitalia_algemenevoorwaarden_14.ashx (consultatie 30 maart

2014); X, Polisvoorwaarden Hospitaal-Plus 2014, www.liberalemutualiteit.be/407/advantages/hospitalisation/-

/ml/10188/I7uS/199803/extra_hospitaal_plus (consultatie 30 maart 2014); X, Algemene voorwaarden KliniPlan

2014, www.bondmoyson.be/SiteCollectionDocuments/Formulieren/300/AlgemeneVoorwaarden-KliniPlan.pdf

(consultatie 30 maart 2014); X, Algemene voorwaarden CM-Hospitaalplan 2014, www.cm.be/binaries/Polis-

CM-Hospitaalplan_tcm375-115578.pdf (consultatie 30 maart 2014). 313

Art. 29 en 30 WLVO. 314

X, Algemene verzekeringsvoorwaarden IS2000, www.dkv.be/nl/content/hospitalisatie_1/ (consultatie 30

maart 2014); X, HospiPlan algemene voorwaarden, www.vnz.be/diensten/hospitalisatieverzekering/hospiplan-

Page 93: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

86

terug te vinden bij de private verzekeringsmaatschappijen, zo bepalen de algemene

voorwaarden van Ethias Medi-Comfort het volgende “De wachttermijn wordt afgeschaft voor

de personen die reeds een gelijkaardige verzekeringsdekking genoten op basis van een vorig

contract, voor zover er drie maanden verstreken zijn sedert de aansluiting bij de vorige

verzekering en er geen onderbreking van dekking tussen de twee contracten is”315

.

De verzekerde zal bij de nieuwe verzekeraar de premie betalen die correspondeert met de

leeftijdscategorie waarin hij zich bevindt. De eventuele opgebouwde reserves bij vorige

verzekeraars kunnen niet overgedragen worden. Dit geldt zowel bij private verzekeraars als

verzekeringen via het ziekenfonds. Overstappen naar een andere hospitalisatieverzekering op

oudere leeftijd is bijgevolg niet aan te raden vanwege de zware premielast ten aanzien van de

verzekerde.

5.7 Beste optie?

165. Het is moeilijk te zeggen welke polis het best is, zowel de polissen van VMOB’s als

polissen van de private verzekeraars hebben hun voor- en nadelen. Veel hangt af van de

specifieke situatie waarin de verzekerde zich bevindt, denk maar aan de leeftijd en de

gezondheidstoestand van de verzekerde. Het voordeel bij ziekenfondsen is dat er geen leden

mogen geweigerd worden en elk lid een hospitalisatieverzekering kan bekomen via de

VMOB. Bovendien is er een tendens tot afschaffing van de leeftijdsgrens zodat men zich op

elke leeftijd nog kan verzekeren tegen het hospitalisatierisico. De uitgebreide dekkingen die

de VMOB’s aanbieden tegen een behoorlijke prijs zijn eveneens een sterk punt. Er moet wel

rekening gehouden worden met het feit dat de premie stijgt naar gelang de leeftijd van de

verzekerde verhoogt. Op dit punt bieden de meeste private verzekeringsmaatschappijen een

pluspunt. Door te werken met een genivelleerde premie blijft de premie quasi gelijk

gedurende de volledige looptijd van de verzekeringsovereenkomst. Er is geen aanpassing

gekoppeld aan de leeftijd van de verzekerde. De premiestijgingen vallen dus behoorlijk mee

bij dergelijke verzekeraars. Voor oudere personen die zich voor het eerst verzekeren kan de

premie echter wel hoog oplopen, deze personen kunnen naar mijn mening beter via het

ziekenfonds een hospitalisatieverzekering nemen om de kosten te beperken. Jonge personen

die zich aansluiten bij een private verzekeraar kunnen op termijn wel voordeel opstrijken, zij

betalen op termijn betrekkelijk weinig voor een zeer goede dekking. Dit is echter ook dubieus

omdat ze gedurende de eerste jaren heel erg veel betalen in vergelijking met de personen

aangesloten bij een VMOB, zo bouwt de private verzekeraar een reserve op die latere kosten

zal dekken. Personen met een verhoogd gezondheidsrisico of een voorafbestaande ziekte of

toestand kunnen beter aansluiten bij een hospitalisatieverzekering van een VMOB. Bij de

plus-2013/public (consultatie 30 maart 2014); X, Algemene voorwaarden Hospitalia, 2014,

www.oz.be/~/media/oz/pdf/brochures/oz501_hospitalia_algemenevoorwaarden_14.ashx (consultatie 30 maart

2014); X, Polisvoorwaarden Hospitaal-Plus 2014, www.liberalemutualiteit.be/407/advantages/hospitalisation/-

/ml/10188/I7uS/199803/extra_hospitaal_plus (consultatie 30 maart 2014); X, Algemene voorwaarden KliniPlan

2014, www.bondmoyson.be/SiteCollectionDocuments/Formulieren/300/AlgemeneVoorwaarden-KliniPlan.pdf;

X, Algemene voorwaarden CM-Hospitaalplan 2014, www.cm.be/binaries/Polis-CM-Hospitaalplan_tcm375-

115578.pdf (consultatie 30 maart 2014). 315

X, Algemene voorwaarden Medi-Comfort,

http://www.ethias.be/upload/pdf/nl/particuliers/Algemene%20Voorwaarden/AV%20-

%20SA/av_medicomfort_nl.pdf (consultatie 30 maart 2014), 9.

Page 94: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

87

private verzekeraars lopen ze het risico geweigerd te worden of een bijpremie te moeten

betalen. Kortom, de verzekeringen van de private verzekeraars zijn veel duurder, maar bieden

een uitgebreidere dekking dan de VMOB’s. Of de meerkost van de premie in verhouding staat

tot de hogere dekking vind ik zeer twijfelachtig.

5.8 Over de grens: Nederland

166. In Nederland kan de burger eveneens kiezen voor een aanvullende zorgverzekering

bovenop het wettelijk stelsel. Merkwaardig genoeg bieden de verzekeraars de, in België zeer

populaire, hospitalisatieverzekering niet aan. In Nederland beperkt het aanbod zich tot

aanvullende verzekeringen in tal van versplinterde domeinen namelijk: tandartskosten,

fysiotherapie, zorg in het buitenland, zwangerschap en geboorte, brillen en lenzen,

hoortoestellen en mantelzorgers. Alle ziektekostenverzekeraars die de verplichte

basisverzekering aanbieden bieden ook aanvullende zorgverzekeringen aan. Consumenten

mogen zelf kiezen bij welke zorgverzekeraar ze een verzekering afsluiten. Het is mogelijk om

de basisverzekering en de aanvullende zorgverzekering bij verschillende zorgverzekeraars af

te sluiten. De verzekeraars mogen in dit geval echter extra voorwaarden opleggen aan de

verzekerde zoals het verhogen van de premie of extra acceptatie eisen316

. Net zoals in België

moet de Nederlandse burger die zich bijkomend wenst te verzekeren een medische vragenlijst

invullen. De Nederlandse verzekeraar kan op basis van de vragenlijst een potentiële

verzekeringnemer weigeren aan de hand van de medische acceptatieprocedure. Er zijn ook

verzekeraars die geen dergelijke procedure toepassen waardoor geen enkele persoon tegen

zijn wil onverzekerd moet blijven. In tegenstelling tot de basisverzekering, die een tak is van

de sociale zekerheid, mag de verzekeraar bij het aanbieden van een aanvullende verzekering

klanten selecteren op leeftijd en gezondheid317

. Verschillende risico’s mogen bijgevolg aan

verschillende premies verzekerd worden. De Belgische ziekenfondsen kunnen de toegang tot

een hospitalisatieverzekering niet weigeren ten aanzien van personen die voldoen aan de

wettelijke en reglementaire voorwaarden om lid te zijn van de entiteit, behalve indien de

betrokken persoon op het ogenblik van zijn aansluiting tenminste 65 jaar is en voorafgaand

geen andere gelijkaardige verzekering had bij een ander ziekenfonds318

. De private

verzekeraars kunnen personen wel weigeren, mits inachtneming van de discriminatiewet319

.

316

X, Aanvullend zorgverzekering 2014, www.consumentenbond.nl/zorgverzekering/extra/aanvullende-

zorgverzekering/ (consultatie 26 april 2014). 317

J.M.D BOOT, Organisatie van de gezondheidszorg, Koninklijke Van Gorcum BV, 2010, 142-143. 318

Art. 2, §1 bis Ziekenfondswet. 319

Wet 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, BS 30 mei 2007, 29.016.

Page 95: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

88

Besluit

Dankzij de wet van 26 april 2010 is de wetgever erin geslaagd een level playing field te

creëren tussen de ziekenfondsen en de private verzekeraars. Door de twee partijen aan gelijke

spelregels te onderwerpen kan het concurrentiespel in complete eerlijkheid gespeeld worden.

Dit in tegenstelling tot de situatie voorafgaand aan de wetswijziging waar de ziekenfondsen

sterk bevoordeeld waren. Ondertussen hebben de ziekenfondsen zich volledig aangepast aan

de nieuwe normen. Het zou fout zijn te oordelen dat er een complete gelijkschakeling is

tussen de twee partijen want er blijven immers nog een aantal markante verschillen bestaan.

VMOB’s streven solidariteit na terwijl de private verzekeraars opereren onder een

winstoogmerk, dit merkt de verzekerde aan de hoogte van de premies en de striktere

toetredingsvereisten qua gezondheid bij de private verzekeraars. Beide partijen moeten gelijke

wetgevingen respecteren, maar de controle hierop gebeurt door verschillende instanties. De

ziekenfondsen worden gecontroleerd door de CDZ en de private verzekeraars zijn

onderworpen aan het toezicht van de FSMA en de NBB. Daarnaast kunnen VMOB’s slechts

een beperkt publiek aantrekken, namelijk de leden van het verbonden ziekenfonds. De private

verzekeraar kan zich richten tot de volledige markt. Deze laatste mogen alle bestaande

verzekeringsproducten aanbieden terwijl de VMOB beperkt is tot verzekeringsproducten uit

tak 2 en tak 18. Deze verschillen zijn beperkt en hebben geen concurrentieverstorend effect.

De concurrentiestrijd bij het aanbod van aanvullende ziekteverzekeringen kan bijgevolg in

alle eerlijkheid verlopen.

De private verzekeraars lijken tevreden te zijn met de wetswijziging van 2010. Waar de

beroepsvereniging Assuralia voorafgaand aan de wetswijziging sterk haar argumenten te

kennen gaf in klachten en rechtszaken blijkt de storm geluwd te zijn na het ingrijpen van de

wetgever. De wetgever heeft aan de eisen van Assuralia voldaan aangezien na 2010 geen

klachten meer voorkwamen inzake de concurrentiestrijd. Beide partijen houden zich strikt aan

de regelgeving onder het waakzame oog van de controle-instanties. Dankzij de gezonde

concurrentiestrijd heeft de consument een ruime keuze aan aanvullende ziekteverzekeringen,

ze bestaan in verschillende vormen en formaten tegen zeer uiteenlopende tarieven. Om

concurrentieel te blijven moeten de verzekeraars de tarieven marktconform houden waardoor

de verzekerde een eerlijke prijs betaalt voor zijn verzekering.

Page 96: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

89

Bijlagen

Bijlage 1: Algemene voorwaarden CM-hospitaalplan

Hospitalisatieverzekering voor leden van de Christelijke Mutualiteit320

.

Aansluiting - Iedere natuurlijke persoon die recht heeft op de verplichte

verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

- Aangesloten bij een CM-ziekenfonds

- Bijdragebetaling

- Medische vragenlijst

- Geen leeftijdsgrens

Wachttijd Drie maanden te rekenen vanaf de aansluitingsdatum, maar is niet van

toepassing voor:

- Hospitalisatie ten gevolge van een ongeval

- Hospitalisaties ten gevolge van acute infectieziekten: bof,

buiktyfus, cholera, difterie, dysenterie, encefalitis, febris

recurrens, hersenvliesontsteking, kinderverlamming,

kinkhoest, malaria, mazelen, miltvuur, paratyfus, pokken, rode

hond, roodvonk, tetanus, tyfus, vlektyfus en waterpokken.

De wachttijd wordt verminderd met de periode van ononderbroken

voorafgaande aansluiting:

- bij overstap vanuit een gelijkaardige mutualistische of

commerciële verzekering;

- bij overgang van persoon ten laste naar verzekeringnemer of

omgekeerd.

Een hospitalisatie die aanvangt tijdens de wachttijd en die eventueel

voortduurt na de wachttijd, is niet gewaarborgd.

Waarborgen Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, vergoedt het CM-Hospitaalplan

enkel kosten waarvoor recht is op een tegemoetkoming vanwege de

verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

1. Waarborg hospitalisatie

- Wettelijke forfaits en remgelden

- Verblijfskosten

- Honorariumsupplementen

- Honoraria buiten de verplichte ziekteverzekering: max.

100 euro per hospitalisatie

- Prothesen en orthopedische toestellen

- Implantaten en parafarmaceutische producten

320

X, Algemene voorwaarden CM-Hospitaalplan 2014, www.cm.be/binaries/Polis-CM-Hospitaalplan_tcm375-

115578.pdf (consultatie 30 maart 2014).

Page 97: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

90

- Geneesmiddelen

- Terugbetaalbaar synthesemateriaal: max. 250 euro per

hospitalisatie

- gipsmateriaal

2. Waarborg pre- en posthospitalisatie

- in de periode van één maand vóór het begin en drie

maanden na het einde van de gewaarborgde

hospitalisatie.

- Remgelden voor geneeskundige verzorging en

behandeling

- Honorariumsupplementen

- Prothesen en orthopedische toestellen

- Terugbetaling geneesmiddelen, implantaten,

synthesemateriaal, gipsmateriaal, stoma- en

incontinentiemateriaal

- Herstelverblijf: dagtarief wordt voor de helft

terugbetaald tot max. 30 dagen per kalenderjaar in de

door de MOB erkende hersteldiensten.

3. Waarborg ambulante kosten en ernstige ziekten

kwaadaardige tumoren (bv. kanker), hersentumoren, kwaadaardige

bloedziekten (bv. leukemie, ziekte van Hodgkin), neuromusculaire

aandoeningen (bv. multiple sclerose (MS) en amyotrofe

lateraalsclerose (ALS), ziekte van Parkinson, meningitis, aids,

levercirrose als gevolg van hepatitis, diabetes type I,

nieraandoeningen met noodzaak tot nierdialyse, mucoviscidose,

systeemsclerodermie met orgaanaantasting, ziekte van Crohn en

Colitis Ulcerosa.

- Remgelden voor geneeskundige verzorging en

behandeling

- Honorariumsupplementen

- Prothesen en orthopedische toestellen

- Terugbetaalbare geneesmiddelen, implantaten,

synthesemateriaal, gipsmateriaal, stoma- en

incontinentiemateriaal

- Huur van medisch noodzakelijke hulpmiddelen.

4. Bijzondere waarborgen

- Tweede medisch advies

- Rooming-in: bv. verblijf partner in de ziekenhuiskamer

max. 18,60 euro per dag

Page 98: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

91

- Verblijfskosten donoren

- Vruchtbaarheidsbehandelingen: max. 1000 euro

- Thuisbevalling

- Opname psychiatrisch ziekenhuis

- Borstverkleiningen: max. 500 euro

- Tandzorg en verwijderen van wijsheidstanden

- Buitenlandse opnames: max. 500 euro

Franchise Geen algemene franchise. Er wordt enkel een franchise van 175 euro

toegepast op de tegemoetkoming voor honorariumsupplementen bij

verblijf op een eenpersoonskamer. Deze franchise is toepasbaar per

hospitalisatie met een maximum van 350 euro per kalenderjaar.

Grensbedrag Beperkt tot 16 000 euro per kalenderjaar en per verzekerde

- De waarborg hospitalisatie

- De waarborg pre- en posthospitalisatie

- De bijzondere waarborgen

De tegemoetkoming in het kader van de waarborg ambulante kosten

en ernstige ziekten bedraagt maximum 7.000 euro per kalenderjaar en

per verzekerde.

Premie Jaarpremie 2014 (in euro) per aangeslotene

Bij aansluiting vóór de 60ste verjaardag

Tot en met 24 jaar € 45,00

Van 25 tot en met 49 jaar €104,04

Van 50 tot en met 59 jaar €118,08

Van 60 tot en met 69 jaar €202,68

Vanaf 70 jaar €300,72

Bij aansluiting na de 60ste verjaardag

Van 60 tot en met 69 jaar €263,52

Vanaf 70 jaar €360,96

Bij aansluiting na de 66ste verjaardag

66 tot en met 69 jaar €303,96

Vanaf 70 jaar €451,08

In het kalenderjaar van aansluiting is de premie afhankelijk

van de leeftijd op de datum van aansluiting. Nadien is de

premie afhankelijk van de leeftijd op 31 december van het

kalenderjaar voorafgaand aan de premieperiode.

Page 99: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

92

Bijlage 2: Algemene voorwaarden KliniPlan

Hospitalisatieverzekering voor leden van een Socialistische Mutualiteit321

.

Aansluiting - jonger zijn dan 66 jaar

- als gerechtigde of persoon ten laste ingeschreven zijn bij een

socialistische mutualiteit

- een verzekeringsvoorstel en medische vragenlijst invullen en

ondertekenen

- Leeftijdsgrens wordt afgeschaft op 1 mei 2014

De gerechtigden en personen ten laste die ouder zijn dan 66 jaar

kunnen nog aanvaard worden als verzekerde op voorwaarde dat zij tot

op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van, of de toetreding

tot, het verzekeringscontract een gelijkaardige verzekering hadden.

Wachttijd - wachttijd van 3 maanden

De wachttijd is niet van toepassing voor hospitalisaties ten gevolge

van volgende besmettelijke ziekten die de verzekerde hebben

getroffen na de inwerkingtreding van, of de toetreding tot, het

verzekeringscontract:

- bof, febris recurrens, poliomyelitis, buiktyfus, kinkhoest,

rodehond, cerebrospinale meningitis, mazelen, roodvonk,

cholera miltvuur, tetanus, difterie, moeraskoorts, tyfus,

dysenterie, paratyfus, vlektyfus, encefalitis, pokken,

waterpokken

Waarborgen 1. Waarborg hospitalisatie

- Remgelden

- Kamersupplementen: max. 51,83 euro per dag

- Ereloonsupplementen: volgens de wettelijke tarieven

- Geneesmiddelen, implantaten en synthesemateriaal, indien ze

geen tegemoetkoming krijgen via de verplichte verzekering

worden ze vergoed tot max. van 1295,85 euro.

- Gipsmateriaal

- Ziekenvervoer: max. 259,17 euro

- Verblijf van een ouder in dezelfde kamer als min 18-jarige:

max. 19,28 euro per dag

- Kosten prothese of orthopedisch toestel

- Verblijfskosten donor

- Borstverkleining: max. 777,51 euro

- Kosten verbonden aan ingrepen ten gevolge van

321

X, Algemene voorwaarden KliniPlan 2014,

www.bondmoyson.be/SiteCollectionDocuments/Formulieren/300/AlgemeneVoorwaarden-KliniPlan.pdf

(consultatie 30 maart 2014).

Page 100: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

93

zwaarlijvigheid: max. 777,51

2. Pre- en post hospitalisatie

- Forfaitaire tegemoetkoming ambulante zorgen voorafgaand en

volgend op de hospitalisatie. Op voorwaarde dat er een

tegemoetkoming kan worden uitgekeerd voor de module

hospitalisatie en de verzekerde geen recht heeft op een

tegemoetkoming voorzien in de module ernstige ziekte: max.

311 euro per hospitalisatie.

3. Ernstige ziekte

aids, leukemie, roodvonk, amyotrofe laterale sclerose, mazelen,

sarcoïdose, brucellose, miltvuur, tetanus, buiktyfus, mucoviscidose,

tuberculose, cerebrospinale meningitis, multiple sclerose, tyfus,

cholera, nieraandoening met tyfus- en paratyfuskoorts, diabetes,

noodzaak tot nierdialyse, ziekte van Crohn, difterie, pokken, ziekte,

van Hodgkin, encefalitis, poliomyelitis, ziekte van Kahler, hepatitis,

rodehond, ziekte van Parkinson, kanker.

- Remgelden

- Ereloonsupplementen zoals bepaald in de GVU-wet

- Geneesmiddelen

- Prothesen of orthopedische toestellen zoals bepaald in

de GVU wet

- Huur medisch-technische hulpmiddelen

- Max. € 6.479,27 per jaar per verzekerde

Franchise Hospitalisatie eenpersoonskamer met franchise van 187,65 euro. De

franchise wordt maximaal twee maal per jaar toegepast.

Grensbedrag Hospitalisatie: max. 15.550,25 euro per verzekeringsjaar

Pre- en posthospitalisatie: max. 311 euro per hospitalisatie

Ernstige ziekte: max. 6.479,27 euro per verzekeringsjaar

Premie Jaarpremie 2014

0-25 jaar € 45,96

25-59 jaar € 114,48

60-70 jaar € 217,32

70+ jaar € 320,88

Personen die bij aansluiting 60 jaar of ouder zijn, betalen:

60-70 jaar € 260,88

70+ jaar € 384,96

Telkens wanneer een nieuwe leeftijdsgrens bereikt wordt zal de

premie stijgen.

Page 101: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

94

Bijlage 3: Algemene voorwaarden HospitaalPlus 100

Hospitalisatieverzekering van een Liberale Mutualiteit322

Aansluiting - Jonger dan 66 jaar

- als titularis of als persoon ten laste ingeschreven is bij een

liberale mutualiteit

- medische vragenlijst heeft ingevuld

- Er is geen leeftijdsgrens bij aansluiting voor wie, door mutatie

of gewone aansluiting, lid wordt van een liberaal ziekenfonds

en tegelijkertijd ook toetreedt tot Hospitaal-Plus indien de

persoon aangesloten was bij een gelijkaardige

hospitalisatiedienst

Wachttijd De algemene wachttermijn (dit is de periode na aansluiting gedurende

welke er geen dekking is) bedraagt 3 maanden. Er is geen wachttijd

bij ongevallen en bepaalde besmettelijke ziekten. Wie aansluit en

overkomt van een soortgelijke kostendekkende

hospitalisatieverzekering of –dienst waar de wachttijd werd vervuld,

dient geen nieuwe wachttijd meer te doorlopen (er mag geen

onderbreking zijn tussen beide aansluitingen).

Waarborgen 1. Hospitalisatie

- Verblijfkosten, toeslagen voor één- of tweepersoonskamer

- Erelonen beperkt tot de wettelijke RIZIV terugbetaling

- Kosten van aangepast vervoer: max. 255 euro per kalenderjaar

- Tandheelkundige verzorging, tandprothesen en therapeutische

prothesen, uitgesloten zuiver esthetisch karakter

- Heelkundige ingrepen tijdens daghospitalisatie

- Farmaceutische producten voor zover wettelijke tussenkomst

voorzien is

2. Voor- en na-hospitalisatie

De ambulante medische kosten (= buiten een opname), per

kalenderjaar beperkt tot 575 euro die gedurende één maand voor en

drie maanden na de opname rechtstreeks met die opname verband

houden, op voorwaarde dat ook de opname zelf door Hospitaal-Plus

ten laste werd genomen.

3. Ernstige ziekte

kanker, leukemie, tuberculose, multiple sclerose, ziekte van

Parkinson, difteritis, kinderverlamming, meningitis-cerebrospinalis,

pokken, tyfus, encefalitis, miltvuur, tetanus, cholera, ziekte van

Hodgkin, aids, virushepatitis, roodvonk, suikerziekte,

322

X, Polisvoorwaarden Hospitaal-Plus 2014, www.liberalemutualiteit.be/407/advantages/hospitalisation/-

/ml/10188/I7uS/199803/extra_hospitaal_plus (consultatie 30 maart 2014).

Page 102: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

95

nieraandoeningen waarvoor dialyse noodzakelijk is, ziekte van Crohn,

mucoviscidose en colitis ulcerosa (RCUH).

Bovenop de kosten gedekt door de hospitalisatie:

- Speciale behandelingen, analyses en onderzoeken waarvoor

wettelijke tussenkomst voorzien is

- Huur materiaal

- Farmaceutische producten waarvoor wettelijke tussenkomst

voorzien is

- Ziekenvervoer: max. 127,50 euro per kalenderjaar

4. Bijkomende dekking

- Implantaten en geneesmiddelen waarvoor geen terugbetaling

is door het Riziv. Andere worden vergoed tot 75% met een

gezamenlijk max. van 1500 euro per opname

- Thuisbevalling: forfaitair vergoed aan 250 euro

- Kraamzorg: 20 euro per dag tot max. 7 dagen na vertrek uit

ziekenhuis of in geval van thuisbevalling vanaf de dag na de

bevalling.

- Rooming in: max. 20 euro per dag

Franchise Eenpersoonskamer: 150 euro franchise, met een max. van 300 euro

per kalenderjaar.

Grensbedrag Hospitalisatie: max. 15.000 euro per kalenderjaar. Plus max. 1.500

per zwangerschap.

Ernstige ziekte: max. 5.000 euro per kalenderjaar

Premie Jaarpremie 2014:

0-19 jaar € 29,76

20-24 jaar € 52,32

25-29 jaar € 78,48

30-49 jaar € 117,00

50-64 jaar € 141,72

65-69 jaar € 250.44

70 en ouder € 365,16

Aansluiting na de 60ste

verjaardag, vanaf 01.01.2007

60-64 jaar € 216,72

65-69 jaar € 325,32

70 en ouder € 440,04

Eens aangesloten verhoogt de leeftijdsgebonden premie pas op 1

januari volgend bijvoorbeeld op de 20ste, 25ste, 30ste, 50ste, 65ste en

70ste verjaardag.

Page 103: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

96

Bijlage 4: Algemene voorwaarden Hospitalia

Hospitalisatieverzekering voor leden van een Onafhankelijk Ziekenfonds323

.

Aansluiting - Aangesloten bij een Onafhankelijk Ziekenfonds

- Leeftijdsgrens voor de aansluiting is vastgesteld

op 65 jaar behalve in geval van mutatie in de verplichte

verzekering voor de personen die vooraf aangesloten

waren en in orde waren met hun bijdragen bij een

gelijkaardige hospitalisatiedienst van een andere

Belgische mutualistische entiteit

- Medische vragenlijst invullen

Wachttijd Vooraleer men kan genieten van de tegemoetkomingen

van de VMOB, dient men een wachttijd van 6 maanden te vervullen.

Deze wachttijd begint te lopen op de aansluitingsdatum.

- Afwijking van de wachttijd bij ongeval

- Afwijking van de wachttijd bij een gelijkaardige

hospitalisatieverzekering indien men tot de datum

Van aansluiting bij de VMOB sinds 6 maanden

gedekt was

Waarborgen 1. Hospitalisatie

- Ziekenhuisopname in de erkende diensten. De algemene

voorwaarden bevat een lijst.

- daghospitalisatie

- Hospitalisatie in het buitenland: max. 360 euro per dag.

Daghospitalisatie wordt niet gedekt in het buitenland.

- Tegemoetkoming in kamersupplementen

- Verblijf van ouder bij gehospitaliseerd kind jonger dan 19 jaar

- Farmaceutische en parafarmaceutische producten al dan niet

terugbetaald door de verplichte verzekering

- Persoonlijke aandelen

- Honorariumsupplementen ten hoogste 300% van het

overeenkomstentarief

- Prothesen, implantaten, niet-implanteerbare medische

hulpmiddelen en andere leveringen

- Diverse kosten: max. 12 euro per hospitalisatiedag

- Niet terugbetaalbare honoraria in de verplichte verzekering

worden terugbetaald: max. 1000 euro per hospitalisatiegeval

- Terugbetaling van 7 euro per dag ten gunste van de

verzekerden die verbleven in een opvangtehuis van een

ziekenhuis of in een verzorgingshotel.

323

X, Algemene voorwaarden Hospitalia, 2014,

www.oz.be/~/media/oz/pdf/brochures/oz501_hospitalia_algemenevoorwaarden_14.ashx (consultatie 30 maart

2014).

Page 104: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

97

- Kraamzorg na ziekenhuisopname: 20 euro per dag, max. 7

dagen na vertrek uit ziekenhuis. In geval van thuisbevalling

éénmalig forfait van 500 euro, met inbegrip van de verzorging

voor en na de bevalling

- Dringend vervoer (dienst 100/112): max. 250 euro per

kalenderjaar

- Terugbetaling wettelijke voorschotten aan het ziekenhuis

gestort

2. Pre- en post hospitalisatie

- Geen termijn bepaald, kosten moeten in rechtstreeks verband

staan met de hospitalisatie

- Vergoedbare farmaceutische producten

- Remgelden en de wettelijke honorariumsupplementen

- Raadplegingen en bezoeken van algemeen geneeskundigen

- Medisch technische handelingen, medische beeldvorming,

radio- en radiumtherapie, nucleaire geneeskunde, inwendige

geneeskunde, dermato-venereologie, de fysiotherapie, de

klinische biologie, urgentietoeslag, anatomopathologie,

vroedvrouwen, kinesitherapie, verpleegkundige zorgen,

logopedie, radio-isotopen, hartrevalidatie

- Tegemoetkoming in nazorgverblijven: max. 15 euro per dag

3. Waarborg zware ziektes

kanker, leukemie, ziekte van Parkinson, ziekte van Hodgkin,

ziekte van Alzheimer, aids, tuberculose, multiple sclerose,

amyotrofische laterale sclerose, cerebrospinale meningitis,

poliomyelitis, progressieve spierdystrofie, encephalitis, tetanus,

mucoviscidosis, ziekte van Crohn, brucellose, levercirrose

ingevolge hepatitis, sclerodermie met aantasting van de organen,

diabetes type I, rectocolitis ulcerosa, ziekte van Pompe, malaria,

typhus exanthematicus, typhoïde en paratyphoïde aandoeningen,

difterie, cholera, miltvuur

- Kosten buiten ziekenhuisverblijf: max. 7000 euro per jaar

- De raadplegingen en bezoeken van algemeen geneeskundigen

en specialisten, de technisch medische handelingen, de

medische beeldvorming, de radio- en radiumtherapie, de

nucleaire geneeskunde, de inwendige geneeskunde, de

dermato-venereologie, de fysiotherapie, de klinische biologie,

de urgentietoeslag, de bandagisterie, de orthopedie, de optiek,

de akoestiek, de anatomopathologie, de genetiek, de speciale

verstrekkingen, de kinesitherapie, de verpleegkundige zorgen,

Page 105: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

98

de logopedie, de radio-isotopen en de hartrevalidatie worden

terugbetaald naar rata van de remgelden en van de wettelijke

honorariumsupplementen, beperkt tot 100% van het

overeenkomstentarief.

- De allopatische farmaceutische producten, magistrale

bereidingen en pruiken (haarprotheses) op medisch

voorschrift worden terugbetaald naar rata van de prijs die de

patiënt in werkelijkheid betaald heeft, indien tegemoetkoming

van de verplichte ziekteverzekering.

- De huur van medisch materiaal wordt terugbetaald, na een

mogelijke tegemoetkoming van de aanvullende diensten van

de ziekenfondsen.

Franchise Geen franchise bepaald

Grensbedrag Beperkt tot 12.500 euro per verzekerde per kalenderjaar

Premie Jaarbijdrage 2014

Aansluiting voor de leeftijd van 46 jaar

-18 jaar € 45,12

18-24 jaar € 58,44

24-49 jaar € 125,04

50-59 jaar € 151,20

60+ € 333,12

Aansluiting tussen 46 en 49 jaar

46-49 jaar €131,16

50-59 jaar €162,00

60+ € 349,68

Aansluiting tussen 50 en 54 jaar

50-59 jaar € 231,24

60+ € 499,80

Aansluiting vanaf 60 jaar of ouder

60+ € 566,28

De bedragen zijn veranderlijk in functie van de leeftijd

Page 106: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

99

Bijlage 5: Algemene voorwaarden HospiPlan

Hospitalisatieverzekering voor leden van een Neutraal Ziekenfonds324

.

Aansluiting - Persoon moet aangesloten zijn bij een Neutraal Ziekenfonds

- Invulling medische vragenlijst

- weigering van aansluiting is alleen mogelijk vanaf

het moment dat de persoon 66 jaar geworden is. Vanaf 1 april

2014 wordt de leeftijdsgrens geschrapt

Wachttijd De algemene wachttijd voor ziekte & zwangerschap is

drie maanden. Voor “medische-geassisteerde fertilisatietechnieken”

is de wachttijd twaalf maanden.

Deze wachttijd vervalt echter:

a. bij ongevallen;

b. bij alle acute, levensbedreigende infectieziekten die niet door

eenvoudige en algemeen erkende vaccinaties kunnen vermeden

worden (of optreden vóór de normale vaccinatietijd);

c. voor pasgeborenen

Waarborgen 1. Hospitalisatie

- Verblijfkosten eenpersoonskamer, beperkt tot 50 euro per

opnamedag.

- Remgelden, persoonlijke aandelen en forfaitaire bedragen die

wettelijk ten laste zijn van de rechthebbende

- Farmaceutische producten

- Erelonen en ereloonsupplementen, beperkt tot 100% boven de

bedragen van de wettelijke tegemoetkomingen

- de kosten voor endoscopisch- en viscerosynthesemateriaal,

- bepaalde implantaten, therapeutische prothesen en

orthopedische apparaten, voor zover deze geplaatst worden

tijdens de ziekenhuisopname en in rechtstreeks verband staan

met de chirurgische ingreep, beperkt tot € 2.500 per

kalenderjaar;

- medisch noodzakelijke tandextracties uitgevoerd in

een ziekenhuis onder verdoving

- daghospitalisatie op voorwaarde dat er een ligdag werd

aangerekend

- de verblijfskosten (rooming-in) van een ouder in

de kamer van het kind jonger dan 12 jaar of van

de begeleider van een gehandicapt of afhankelijk

persoon; met een max. van € 15 per dag en beperkt

tot 14 dagen per kalenderjaar;

324

X, HospiPlan algemene voorwaarden, www.vnz.be/diensten/hospitalisatieverzekering/hospiplan-plus-

2013/public (consultatie 30 maart 2014).

Page 107: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

100

- éénmalige tussenkomst van max. € 500 voor de

kosten van de medisch-geassisteerde fertilisatie;

- eenmalige tussenkomst voor de kosten van borstreducties

en obesitasbehandeling en de gevolgen

ervan, tot max. € 1.000 op voorwaarde dat deze

behandelingen door de verplichte ziekteverzekering

ten laste worden genomen. Het maximumbedrag

geldt voor de beide behandelingen samen.

- De kosten verbonden aan het donorschap, beperkt

tot € 500 per kalenderjaar;

- Thuisbevalling: max. 500 euro per bevalling. Erelonen en

ereloonsupplementen: max 200 euro per bevalling

- Opname in het buitenland beperkt tot 100 euro per opnamedag

en max. 10 dagen per kalenderjaar te rekenen vanaf de dag

van de opname

2. Pre- en post hospitalisatie

- medische kosten en geneesmiddelen voorgeschreven door de

behandelend arts voor en na ziekenhuisopname: 10 euro per

opnamedag en max. 200 euro per kalenderjaar

- zorgverblijf max. 7,50 euro per dag en max. 28 dagen per

kalenderjaar

- plastische en reparatieve heelkunde opgesomd in een

gelimiteerde lijst

- sporten en vrijetijdsactiviteiten die algemeen als weinig

gevaarlijk worden beschouwd en die geen betaalde activiteit

zijn

Franchise Per kalenderjaar éénmalige vrijstelling van 125 euro bij opname in

een eenpersoonskamer.

Grensbedrag 15.000 euro per kalenderjaar per verzekerde

Premie Jaarbijdrage 2014

-25 jaar € 39,60

26-49 jaar € 135,12

50-64 jaar € 166,08

65+ € 257,52

Personen die aansluiten vanaf 50 jaar betalen meteen het tarief van 65

jaar namelijk 257,52 euro indien ze niet reeds over een gelijkaardige

kostendekkende hospitalisatieverzekering beschikten.

De bijdragen worden afhankelijk gesteld van de leeftijdscategorie.

Page 108: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

101

Bijlage 6: Algemene voorwaarden Hospitalisatieverzekering IS2000 (DKV)

Hospitalisatieverzekering bij een private verzekeraar325

.

Aansluiting - t.e.m. 69 jaar

- hun woonplaats en hun vaste en gebruikelijke verblijfplaats

in België hebben

- onderworpen zijn aan de vigerende sociale wetgeving en

ervan genieten;

- aanvaard zijn op basis van medische en

verzekeringstechnische criteria.

Wachttijd voor de kosten m.b.t. tandbehandelingen, inclusief tandprothesen,

tandmateriaal, kronen, bruggen en implantaten: wachttijd van 12

maanden

Waarborgen 1. Hospitalisatie

- Onbeperkte terugbetaling aanvullend op de wettelijke

ziekteverzekering van de hospitalisatiekosten. Nuancering:

indien de wettelijke ziekteverzekering op geen enkele

rubriek van de hospitalisatiefactuur tussenkomt wordt de

terugbetaling herleid met 50%

- Ook indien een factuurpost niet door de wettelijke

ziekteverzekering gedekt wordt zal DKV het bedrag

integraal vergoeden

- Rooming-in: verblijfkosten ouder van een opgenomen kind,

100% terugbetaling

- Ambulancediensten bij opname en ontslag uit het ziekenhuis

- Helitransport van plaats van het ongeval naar het ziekenhuis

2. Voor- en na-hospitalisatie

- Terugbetaling van de medische kosten 30 dagen voor en 90

dagen na de hospitalisatie

- Tegen 100% per prestatie, na tussenkomst van de wettelijke

ziekteverzekering: medische en paramedische prestaties

- Tegen 80% per prestatie en na tussenkomst van de wettelijke

ziekteverzekering: allopathische en homeopathische

geneesmiddelen, verbanden en medisch materiaal (geen

tandmateriaal)

- Indien de wettelijke ziektekostenverzekering niet tussenkomt

wordt de terugbetaling herleid met 50%

3. Zware ziekte

- 27 zware ziekten: kanker, leukemie, ziekte van Parkinson,

325

X, Algemene verzekeringsvoorwaarden IS2000, www.dkv.be/nl/content/hospitalisatie_1/ (consultatie 30

maart).

Page 109: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

102

Hodgkin, Pompe, Crohn, Alzheimer, aids, diabetes,

tuberculose, multiple sclerose, amyotrofische laterale

sclerose, cerebro-spinale meningitis, poliomyelitis,

progressieve spierdystrofie, encephalitis, tetanus, virale

hepatitis, malaria, vlektyfus, tyfus, paratyfus, difterie,

cholera, miltvuur, mucoviscidose, nierdialyse

- Terugbetaling van de medische kosten van 27 zware ziekten

zonder een ziekenhuisopname

- Tegen 100% per prestatie, na tussenkomst van de wettelijke

ziekteverzekering: medische en paramedische prestaties.

- Tegen 80% per prestatie en na tussenkomst van de wettelijke

ziekteverzekering: allopathische en homeopathische

geneesmiddelen, verbanden en medisch materiaal (geen

tandmateriaal)

- Indien de wettelijke ziektekostenverzekering niet tussenkomt

wordt de terugbetaling herleid met 50%

- De vrijstelling die contractueel bedongen werd geldt niet

voor de dekking zware ziekte

Franchise De verzekerde kan vrij opteren voor een franchise. De jaarlijkse

franchise kan 0, 125, 250, 375 of 500 euro bedragen.

Grensbedrag Initieel integrale vergoeding tenzij anders aangeduid.

Premie De premie is afhankelijk van 3 factoren

1. Franchise

2. Leeftijd

3. De verzekeringstarieven in Brussel zijn duurder

Page 110: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

103

Onderstaande tabel geeft de maandpremies weer voor een verzekerde met woonplaats buiten

Brussel:

Page 111: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

104

Bijlage 7: Algemene voorwaarden Medi-Plus Ethias326

Aansluiting - woonplaats en vaste en gebruikelijke verblijfplaats in België

- medische vragenlijst invullen

- geen leeftijdsgrens

Wachttijd De algemene wachttermijn bedraagt drie maanden

Deze wachttermijn vervalt evenwel:

1. bij ongevallen;

2. bij volgende acute besmettelijke ziekten: rodehond, mazelen,

waterpokken, roodvonk, difterie, kinkhoest, bof, poliomyelitis,

hersen- en/of ruggenmergvliesontsteking, bloeddiarree, tyfus,

paratyfus, vlektyfus,

cholera, pokken, malaria, terugkomende koorts, encefalitis, miltvuur

en tetanus;

3. in geval van huwelijk voor de echtgeno(o)t(e) en bij geboorte voor

de pasgeborene van een persoon die reeds verzekerd was, voor zover

de aansluiting plaats heeft binnen de maand volgend op de

gebeurtenis;

4. voor de personen die reeds een gelijkaardige verzekeringsdekking

genoten op basis van een vorig contract, voor zover er drie maanden

verstreken zijn sedert de aansluiting bij de vorige verzekering en er

geen onderbreking van dekking tussen de twee contracten is.

Waarborgen 1. Hospitalisatie

Bij ziekenhuisopname, wegens een ziekte, een ongeval, een

zwangerschap of een bevalling, betaalt Ethias de verzorgingskosten

terug, voor zover deze aanleiding geven tot een wettelijke

tegemoetkoming en verstrekt werden tijdens het verblijf in het

ziekenhuis:

a) de verblijfskosten;

b) de honoraria van geneesheer, de kosten voor onderzoek en

behandeling evenals de kosten voor geneesmiddelen;

c) de kosten van aangepast vervoer, verantwoord door dringende

medische redenen;

d) de kosten voor tandheelkundige verzorging, tandprothesen en

therapeutische prothesen alsmede orthopedische apparaten, voor

zover deze geplaatst worden tijdens de ziekenhuisopname, in

rechtstreeks verband staan met de chirurgische ingreep en bovendien

het voorwerp uitmaken van een wettelijke tegemoetkoming. Er wordt

uitdrukkelijk bepaald dat zo de prothesen een zuiver esthetisch

karakter hebben er geen terugbetaling zal gebeuren

326

X, Algemene voorwaarden Medi-Plus Ethias,

http://www.ethias.be/upload/pdf/nl/particuliers/Algemene%20Voorwaarden/AV%20-

%20SA/av_mediplus_nl.pdf (consultatie 10 april 2014).

Page 112: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

105

2. pre- en posthospitalisatie

- de medische kosten die rechtstreeks verband houden met de

ziekenhuisopname en die gemaakt worden gedurende dertig

dagen vóór en negentig dagen na de beëindiging van de

opname worden terugbetaald

- Thuisbevalling en poliklinische bevalling

- de schade veroorzaakt door een daad van terrorisme, zoals

gedefinieerd en geregeld door de wet van 1 april 2007 (BS 15

mei 2007).

3. Ernstige ziekte

kanker, leukemie, tuberculose, multiple sclerose, ziekte van

Parkinson, difteritis, kinderverlamming, meningitis-cerebrospinalis,

pokken, miltvuur, tyfus, encefalitis, tetanus, cholera, ziekte van

Hodgkin, aids, virushepatitis, roodvonk, suikerziekte, ziekte van

Alzheimer, progressieve spierdystrofie, nieraandoeningen waarvoor

dialyse noodzakelijk is, ziekte van Crohn, malaria, ziekte van Pompe,

ziekte van Creutzfeld-Jacob, amyotrofische laterale sclerose en

mucoviscidose.

Bovendien wordt de verzekering uitgebreid tot

de buiten het ziekenhuis gemaakte verzorgingskosten die aanleiding

geven tot een wettelijke tegemoetkoming en die in rechtstreeks

verband staan met de ziekte.

a) de kosten met betrekking tot speciale behandelingen, analyses en

onderzoeken genoodzaakt door de ziekte;

b) de kosten voor het huren van allerlei materieel;

c) de farmaceutische producten;

d) alle andere kosten waarmee Ethias vooraf heeft ingestemd.

Franchise Per verzekerde en per kalenderjaar wordt een vrijstelling toegepast

van 125,00 euro bij ziekenhuisopname in een gemeenschappelijke

kamer of een tweepersoonskamer en van 250,00 euro bij een opname

in een eenpersoonskamer

Grensbedrag - tot 25 000,00 euro bij ziekenhuisopname in een

gemeenschappelijke kamer of een tweepersoonskamer

- 40,00 euro per verpleegdag en per verzekerde, voor

het geheel van de door deze verzekering gewaarborgde

prestaties bij ziekenhuisopname in een particuliere kamer

- een tussenkomst tot 1.250,00 euro voorzien voor de

vervoerskosten.

Page 113: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

106

Premietabel Medi-Plus

Page 114: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

107

Bibliografie

Wetgeving

- Richtl.Raad nr. 73/239/EEG Raad, 24 juli 1973 houdende coördinatie van de

wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe

verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de

uitoefening daarvan, Pb. L., 16 augustus 1973, 3

- Richtl.Raad nr. 92/49/EEG, 18 juni 1992 houdende coördinatie van de wettelijke en

bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met

uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en houdende wijziging van de

Richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG, Pb.L., 11 augustus 1992, 1.

- Richtl.Raad nr. 2005/29/EG, 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken

van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van

Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG

van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van

het Europees Parlement en de Raad, Pb.L. 11 juni 2005, 22.

- Wet 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, BS 29 juli

1975, 9.267.

- Wet 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van

ziekenfondsen, BS 28 september 1990, 18.475.

- Wet 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, BS 20 augustus 1992, 18.283.

- Wet 27 maart 1995 betreffende verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de

distributie van verzekeringen, BS 14 juni 1995, 17.029.

- Wet 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank

van België, BS 28 maart 1998, 9377 .

- Wet 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, BS 30 mei

2007, 29.016.

- Wet 11 mei 2007 tot wijziging van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de

ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, BS 31 mei 2007, 29.272.

- Wet 20 juli 2007 tot wijziging, wat de private ziekteverzekeringsovereenkomsten

betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, BS 10

augustus 2007, 47.120.

-

- Wet 18 april 2010 tot invoering van een vrijstelling van de jaarlijkse taks op de

verzekeringsverrichtingen ten voordele van de ziektekostenverzekeringen die een

hoog niveau van bescherming aanbieden, BS 11 juni 2010.

Page 115: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

108

- Wet 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de

aanvullende ziekteverzekering, BS 28 mei 2010, 32.374.

- Wet 2 juni 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de

aanvullende ziekteverzekering, BS 1 juli 2010, 43.805.

- Wet 2 juli 2010 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht

op de financiële sector en de financiële diensten en van de wet van 22 februari 1998

tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, en

houdende diverse bepalingen, BS 28 september 2010, 59.140.

- KB 2 maart 2011 tot uitvoering van artikel 67, tweede tot vierde lid, van de wet van 26

april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende

ziekteverzekering, BS 25 maart 2011, 20.628.

Rechtspraak

- HvJ C-159/91, Poucet v. Assurances générales de France en Caisse mutuelle

régionale du languedoc-Roussillon, 1993.

- HvJ C-160/91, Pistre v. Caisse autonome nationale de compensation de l’assurance

vieillesse des artisans, 1993.

- HvJ C-67/96, Albany International BV v. Stichting Bedrijfspensioen textielindustrie,

1999.

- HvJ C-180/98, P. Pavlov e.a. v. Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten, 2000.

- HvJ C-475/99, Firma Ambulanz Glökner v. Landkreis Südwestpfalz, 2001.

- HvJ C-280/00, Altmark Trans GmbH, Regierungspräsidium Magdeburg v.

Nahverkehrsgesellschaft Altmark GmbH, 2003.

- HvJ C-41/10, Commissie v. Koninkrijk België, 2010.

- HvJ C-577/11, DKV Belgium NV V. Test-Aankoop VZW, 2013.

- HvJ C-59/12, BKK Mobil Oil Körperschaft des öffentlichen Rechts v. Zentrale zur

Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs eV, 2013.

- Concl. F.G. JACOBS bij HvJ 22 mei 2003, www.curia.eu.

- Concl. M. POIARES MADURO bij HvJ 10 november 2005, www.curia.eu.

- Concl. Y. BOT bij HvJ 4 juli 2013, www.curia.eu.

Page 116: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

109

- Ger.EU T-106/95, FFSA e.a. v. Commissie, 1997.

- Arbitragehof 2 april 1992, nr. 23/92, BS 8 mei 1992.

- GwH 30 juni 2011, nr. 116/2011.

- GwH 13 juli 2001, arrest nr. 102/2001.

- GwH 24 november 2011, nr. 180/2011.

- RvS 29 december 2011, nr. 217.085.

- Brussel (9de K. bis) 25 januari 2005, TBM 1996, 54.

- Arbrb.15 december 1995, RW 1995-96, 1376, noot C. MEEUSEN.

Rechtsleer

Boeken

- ANDRE-DUMONT, J.C., L’assurance maladie privée, Anthemis 2012, 293 p.

- BOOT, J.M.D., Organisatie van de gezondheidszorg, Koninklijke Van Gorcum BV,

2010, 269 p.

- CALLENS, S., Gezondheidszorg in een notendop, Brugge, Die Keure, 2011, XII +

175p.

- CALLENS, S., PEERS, J., CIERKENS, K., FORNACIARI, D., GOOSENS, M., HUYBRECHTS,

V., MARTENS, L., VAN DER MAUTEN, F. en VERMOTE, A., Organisatie van de

gezondheidszorg, Antwerpen, Intersentia, 2008, XXIV + 677 p.

- CARRIJN, L., Bank, verzekeringen en beurs, Gent, Academia Press, 2012, 415 p.

- CLAASENS, H., DE JONGHE, R., DHAENENS. D. en VAN MOLLE, J., (eds.),

Verzekeringenrecht, Antwerpen, Maklu, 1998, 184 p.

- FONTAINE, M., Verzekeringsrecht, Gent, Larcier, 2011, 698 p.

- FORNACIARI, D., De wisselwerking tussen het mededingingsrecht en het recht op

kwaliteitsvolle zorg van de patiënt, Brugge, Die Keure, 2011, XXIII + 315 p.

- GOOSKENS, L.M., Zorgmanagement afstudeerscriptie: collectieve contracten,

bulkverkoop of maatwerk, afstudeerscriptie zorgmanagement Universiteit Rotterdam,

2008, 113 p.

Page 117: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

110

- KEULERS, H., MOTTET HAUGAARD, A., CATTEAU, A., DEKONINCK, C., DIERCKX en L.,

SANTANONIO, O., Verzekeringen en marktpraktijken, Mechelen, Kluwer, 2011, 166 p

- NEIJENS, M., Analyse van de toenemende vergrijzing en bijgevolg de toenemende

behoefte aan gezondheiszorg, masterproef Toegepaste Economische Wetenschappen

Universiteit Hasselt, 2009-10, 142 p.

- TERMOTE, K., De persoonsverzekeringen, Mechelen, Kluwer, 2009, 59 p.

- SCHUERMANS, L., Grondslagen van het Belgisch verzekeringsrecht, Antwerpen,

Intersentia, 2008, XXXVII + 852 p.

- VAN EECKHOUTTE, W., Handboek Belgische Socialezekerheidsrecht 2009, Kluwer,

2009, XXXIV + 506 p.

- VAN EECKHOUTTE, W., Handboek Belgisch sociaal recht II. Socialezekerheidsrecht,

Kluwer, 2009, 461 p.

- VAN SCHOUBROECK, C. en COUSY, H., Discriminatie in verzekering, Antwerpen,

Maklu-uitgevers, 2007, 294 p.

Bijdragen in verzamelwerken

- CALLENS S. en FORNACIARI, D., “Mededinging en gezondheidszorg” in X, Recht in

beweging, Maklu, 2009, 181-300.

- CORVELEYN, F., “Mededinging tussen ziekenfondsen en privé-verzekeraars” in Y.

STEVENS en G. GIESELINK, Verslagboek, employee benefits, nieuwe vormen van

beloning juridisch bekeken, Kluwer, 2003, 75-83.

- COUSY, H., “De rol van de private verzekeringen in de aanvullende verzekeringen: de

regels van het spel” in J. VAN LANGENDONCK, D. PIETERS en R. DILLEMANS,

Liber Amicorum, Roger Dillemans deel II: sociale zekerheidsrecht, Antwerpen, Story-

Scientia, 1997, 55-74.

- COUSY, H.,“Recente ontwikkelingen: socialisatie van het risico in private

verzekeringen” in X, Recht in Beweging, Antwerpen, Maklu, 2008, 549-571.

- DHAENENS, D., “Interactie verzekeringen - Wet Handelspraktijken” in E. BREWAEYS,

A. COLPAERT en H. COUSY, Verzekeringenrecht, Antwerpen, Maklu, 1998, 141-162.

- LANGENDRIES, C., “De toegevoegde waarde van de interne audit, het auditcomité en

de externe audit. De buitenste cirkel van de controleperimeters in de

ziekenfondssector: de externe audit door het toezichtorgaan, met name de

controledienst voor de ziekenfondsen” in J.P. BOULANGER en D. SMETS, Publieke

en non-profitsector, interne controle en deugdelijk bestuur: een efficiënter bestuur en

meer betrouwbare financiële stromen, die Keure, 2008, 93-107.

Page 118: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

111

- ROGGE, J., “Aanvullende sociale verzekeringen: op zoek naar een level playing field

voor ziekenfondsen en verzekeringsondernemingen” in X, Liber Amicorum Yvette

Merchiers, Brugge, Die Keure, 2001, 781-803.

- STEVENS, Y., VAN ROMPAEY, L., CRAUWELS, F. en VAN BUGGENHOUT, B., “De positie

van de aanvullende sociale verzekeringen binnen de ééngemaakte Europese Markt: het

probleem van de mededinging inzake de ziekeverzekering” in Y. STEVENS, L. VAN

ROMPAEY (eds.), Liber Amicorum Hubert Claasens verzekering theorie en praktijk,

Antwerpen, Maklu, 1998, 337-356.

- STUYCK, J., “De nieuwe wet marktpraktijken en verzekeringen” in C.

VANSCHOUBROECK, W. DEVROE, K. GEENS, J. STUYCK, Over grenzen Liber

amicorum Herman Cousy, Intersentia, 2011, 1101-1112.

- THIJS, H., “Is er vraag naar een wet op de aanvullende gezondheidszorg?” in Y.

STEVENS en G. GIESELINK, Verslagboek, employee benefits, nieuwe vormen van

beloning juridisch bekeken, Mechelen, Kluwer, 2003, 83-90.

- VAN BUGGENHOUT, B., “Aanvullende sociale verzekeringen in België: solidariteit en

subsidiariteit in de sociale bescherming” in J. VAN LANGENDONCK, R.

DILLEMANS, G. LOOSVELDT (eds.), Sociale bescherming op nieuwe paden: liber

memorialis Béatrice Van Buggenhout, Universitaire Pers Leuven, 2003, 242-243.

- VONK, G.J., “Drie Stellingen over het nieuwe Nederlandse zorgverzekeringsstelsel” in

X, Actualiteiten in het Europees mededingingsrecht, TMC. Asser Press, 2006, 39-42.

Tijdschriften

- ANDRE, J.M. en TURQUET, P., “L’assurance maladie complémentaire en France: état

des lieux et perspectives”, RDSS 2011, 210-224.

- BARREZEELE, K., “Ziekenfondsen moeten zich zo snel mogelijk aanpassen”, Verz.W.

januari 2011, 51-58.

- BEERNAERT, J., “Sociaalrechtelijke aspecten van de hospitalisatie- en

arbeidsongeschiktheidsverzekering”, OR. 2012/8, 209-224.

- DEFLOOR, S., “Het afleveren van een medische verklaring in private verzekeringen

Artikel 95 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst doorgelicht”, T.Verz.

2011, 21-34.

- EGGERMONT, F., “Enkele beschouwingen inzake de toepassing van art. 14ter RvS-

wet”(noot onder RvS 7e kamer 29 december 2011), RW 2012-13, 254-257.

- GOYENS, F., “Segmentering in de aanvullende ziektekostenverzekering”, T. Verz.

2004, 157-170.

- HEIRBAUT, F. en MOHR, M., “Recente wijzigingen aan de verzekeringstaksen”, T.Verz

2011, 475-477.

Page 119: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

112

- INCALZA, T., “Toezicht op de financiële sector volgens het bipolaire Twin Peaks-

model: ander en beter?”, TRV afl. 3, 2012, 173-185.

- JANSSENS, W., “Gecompliceerd gaat ook”, Verz.W. april 2010, 40-44.

- JANSSENS, W., “Samen staan we sterk”, Verz.W. mei 2011, 23-36.

- JOCQUE, G., “Verzekeringsrecht kroniek 2009-2011”, NjW 21 september 2011, 478-

488.

- LOWET, L., “Dertien nieuwe verzekeraars”, Verz.W., november 2012, 46-50.

- MATTHYS, E. en AUBERTIN, J., “Verzekeraar mag premieverhogingen niet

differentiëren naar leeftijd”, Juristenkrant 2005, 5 .

- MULLER, F., “Les mutuelles dans la tourmente de la concurrence”, RDSS 2006, 828-

843.

- PAUWELS, G., “Mededingingsrecht in de verzekeringsector: voornaamste actuele

aandachtspunten”, T. Verz 2011, 128-145.

- TERMOTE, K., “Hospitalisatieverzekering: bepaling uit reparatiewet vernietigd”,

Balans 15 juni 2011, 3-4.

- TERMOTE, K., “Verzekeringsbemiddeling door ziekenfondsen: ook inschrijving in

register vereist”, Balans 2011, 8.

- VAN MOLLE, J., “Is de eenpersoonskamer weldra alleen weggelegd voor wie het kan

betalen?”, Verz.W. april 2010, 34-39.

- X, “Een toenemende concurrentie tussen ziekenfondsen en privé-

verzekeringsmaatschappijen”, A.J.T. 1998-99, 481-486.

- X, “Hospitalisatieverzekering vrijwel onmisbaar”, Testaankoop november/december

2012, 8-13.

- X, “Protection des utilisateurs de services financiers (Twin Peaks)”, T.verz. 2013/4,

521-525.

- X, “Toezicht op financiële sector”, NjW 2011, 254-256.

Onlinebronnen

- ASSURALIA, Basisinformatie gezondheidsverzekering, de verzekering gewaarborgd

inkomen,

http://www.assuralia.be/index.php?id=210&L=0&tx_ttnews%5btt_news%5d=1162

(consultatie 15 april 2014).

Page 120: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

113

- ASSURALIA, De nationale uitgaven in de gezondheidszorg,

http://www.assuralia.be/fileadmin/content/stats/03_Cijfers_per_tak/05_Gezondheid/06

_Nationale_uitgaven_gezondheidszorg/NL/120913_NL_uitgaven2010_gezondheid.pd

f (consultatie 12 oktober 2013).

- ASSURALIA, Nationale gezondheidsuitgaven en het BBP,

www.assuralia.be/fileadmin/content/stats/03_Cijfers_per_tak/05_Gezondheid/06_Nati

onale_uitgaven_gezondheidszorg/NL/02_Uitgaven_ifv_BBP%2001.htm (consultatie

10 oktober 2013).

- ASSURALIA, Overzicht van de nationale gezondheidsuitgaven volgens

financieringsbron (overheid, patiënt, werkgever, privaat),

http://www.assuralia.be/fileadmin/content/stats/03_Cijfers_per_tak/05_Gezondheid/06

_Nationale_uitgaven_gezondheidszorg/NL/01_Uitgaven_per_financier%2001.htm

(consultatie 25 maart 2014).

- ASSURALIA, Top 15 ziekte met marktaandeel,

www.assuralia.be/fileadmin/content/stats/03_Cijfers_per_tak/05_Gezondheid/02_Ver

zekeringsondernemingen/NL/01_Top%2015%20ziekte-

Top%2015%20maladie%2001.htm (consultatie 1 februari 2014).

- BAEKELANDT, L., Ziekenfondsbijdrage is nu verplicht, Plusmagazine 2012,

http://plusmagazine.knack.be/nl/011-3839-Ziekenfondsbijdrage-is-nu-verplicht.html

(consultatie 30 oktober 2014).

- BERGHMAN, J. en MEERBERGEN, E., Aanvullende sociale voorzieningen in de tweede

en derde pijler,

www.belspo.be/belspo/organisation/publ/pub_ostc/agora/ragff084r_nl.pdf (consultatie

16 oktober 2013).

- CALCOEN, P., Private expenditure on health in Belgium, Itinera institute analysis

2012,

www.itinerainstitute.org/sites/default/files/articles/pdf/20121804_analysis_private_ex

penditure_healthcare_2.pdf (consultatie 15 februari 2014).

- CM, Bepaalde soorten tandzorg jagen mensen op kosten,

http://www.cm.be/actueel/onderzoeken/enquete-tandzorg/index.jsp (consultatie 10

april 2014).

- CM, Tandartsen: tarieven preventieve tandzorg 2014, https://www.cm.be/diensten-en-

voordelen/ziekte-en-behandeling/terugbetalingen-

behandelingen/tandartsen/preventieve-tandzorg.jsp (consultatie 10 april 2014).

- DEGADT, P., PAUWELS, J. en BRACKE, A., Hospitalisatieverzekeringen doorgelicht,

www.zorgnetvlaanderen.be/Documents/2011%20hospitalisatieverzekering%20nieuws

te.pdf (consultatie 19 maart 2014).

Page 121: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

114

- DERVAIS, J.P., Mededeling CBFA 20 februari 2009,

www.fsma.be/~/media/Files/circvthvz/NL/vt/hvz/cbfa_2009_10.ashx (consultatie 20

maart 2014).

- DE TIJD, Verzekerden discrimineren betekent niet noodzakelijk hen benadelen,

http://www.tijd.be/algemeen/algemeen/Verzekerden_discrimineren_betekent_niet_no

odzakelijk_hen_benadelen.5393814-

534.art?highlight=verzekerden%20discrimineren%20betekent%20niet%20noodzakelij

k%20hen%20benadelen (consultatie 20 maart 2014).

- EUROPESE COMMISSIE, Uw socialezekerheidsrechten in Duitsland,

http://ec.europa.eu/employment_social/empl_portal/SSRinEU/Your%20social%20sec

urity%20rights%20in%20Germany_nl.pdf (consultatie 23 april 2014).

- FOD ECONOMIE, Hospitalisatieverzekering,

http://economie.fgov.be/nl/consument/Verzekering/Assurance_hospitalisation/#.UonJc

8QVHIX (consultatie 29 maart 2014).

- IDE, L., Minister Jo Vandeurzen: u heeft nog één jaar voor de Vlaamse

hospitalisatieverzekering, www.n-va.be/nieuws/minister-jo-vandeurzen-u-heeft-nog-

een-jaar-voor-de-vlaamse-hospitalisatieverzekering (consultatie 18 oktober 2013).

- KESENNE, J., De financiering van de gezondheidszorguitgaven in België,

www.itinerainstitute.org/sites/default/files/articles/pdf/20130215gezondheidszorguitga

ven_jk_nl.pdf (consultatie 9 februari 2014).

- NVA, De Vlaamse hospitalisatieverzekering,

www.nva.be/files/default/generated/dossier/de%20vlaamse%20hospitalisatieverzekeri

ng%20-%20samenvatting%20dossier.pdf (consultatie 10 december 2013).

- RENARD, S., Alles wat u altijd al wilde weten over de hospitalisatieverzekering,

http://netto.tijd.be/geld_en_gezin/verzekeren/Alles_wat_u_altijd_al_wilde_weten_ove

r_de_hospitalisatieverzekering.9367620-1629.art?highlight=hospitalisatie (consultatie

25 oktober 2014)

- SELSCHOTTER, A., Hospitalisatieverzekering CM ook voor 65-plussers,

www.spaargids.be/sparen/algemeen-nieuws-over-

verzekeren/hospitalisatieverzekering-cm-ook-voor-65-plussers.html (consultatie 15

februari 2014).

- TROUPIN, S., en VERHOEST, K., Participatieve evaluatie van de governance in de tak

ziekte- en invaliditeitsverzekering,

https://lirias.kuleuven.be/bitstream/123456789/257779/1/02.+Participatieve+analyse+

van+de+governance+in+de+tak+ziekte-+en+invaliditeitsverzekering.pdf (consultatie

29 maart 2014).

Page 122: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

115

- VAN BUGGENHOUT, B., Aanvullende sociale verzekeringen,

www.law.kuleuven.be/isr/onderzoek/afgeslotenonderzoek/aanvullendesocialeverzeker

ingen.html (consultatie 21 oktober 2013).

- VAN EECKHOUTTE en W., VANACHTER, O., Bibliotheek Sociaal Recht, Larcier, 2013,

http://pronl.larciergroup.com/resource/extra/9782804447410/Inhoud_ARBINV.pdf

(consultatie 5 november 2013).

- VAN GHELDER, V., KB Medische Index vernietigd, www.vanbreda-

riskandbenefits.be/sites/default/files/medische%20index_2012_NL(1).pdf (consultatie

18 maart 2014).

- VAN HERCK, P., Een Vlaamse sociale zekerheid: symboolfunctie of toekomstvisie?,

Itinera institue opinie 2012,

www.itinerainstitute.org/sites/default/files/articles/pdf/20120712_socialezekerheid_to

ekomstvisie_pvh_-_copy.pdf (consultatie 20 februari 2014).

- VAN LANGENDONCK, J., Een rechtmatige financiering van de sociale zekerheid,

https://www.law.kuleuven.be/isr/onderzoek/onlinerapportenbijlagen/rechtmatige%20fi

nanciering%20socsec.PDF (consultatie 10 oktober 2013).

- VAN MALDEGEM, P., Voorkom peperdure hospitalisatie,

http://netto.tijd.be/geld_en_gezin/verzekeren/Voorkom_peperdure_hospitalisatie.9317

131-1629.art?highlight=hospitalisatie, (consultatie 10 maart 2014).

- VERNIEST, R., De Vlaamse zorgverzekering,

www.cm.be/binaries/de%20Vlaamse%20zorgverzekering_tcm375-102198.pdf

(consultatie 16 oktober 2013).

- VLAEMINCK, M., Nieuwe uitdagingen voor de ziekenfondsen, www.ibr-

ire.be/nl/vorming_events/agenda/studiedagen/Documents/2710_Workshops-1ste-

sesssie-Ateliers-1re-seance-4-Nieuwe-uitdagingen-voor-de-ziekenfondsen.pdf

(consultatie 30 november 2013).

- X, Aanvullend zorgverzekering 2014,

www.consumentenbond.nl/zorgverzekering/extra/aanvullende-zorgverzekering/

(consultatie 26 april 2014).

- X, Algemene verzekeringsvoorwaarden DKV,

www.dkv.be/pdfbib.ashx?lang=nl&id=11901.pdf (consultatie 30 maart 2014).

- X, Algemene voorwaarden CM-Hospitaalplan 2014, www.cm.be/binaries/Polis-CM-

Hospitaalplan_tcm375-115578.pdf (consultatie 30 maart 2014).

Page 123: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

116

- X, Algemene voorwaarden Hospitalia, 2014,

www.oz.be/~/media/oz/pdf/brochures/oz501_hospitalia_algemenevoorwaarden_14.as

hx (consultatie 30 maart 2014).

- X, Algemene voorwaarden KliniPlan 2014,

www.bondmoyson.be/SiteCollectionDocuments/Formulieren/300/AlgemeneVoorwaar

den-KliniPlan.pdf (consultatie 30 maart 2014).

- X, Algemene voorwaarden Medi-Comfort,

http://www.ethias.be/upload/pdf/nl/particuliers/Algemene%20Voorwaarden/AV%20-

%20SA/av_medicomfort_nl.pdf (consultatie 10 april 2014).

- X, Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen,

http://www.ocm-cdz.be/hoofdframe-n.htm (consultatie 1 april 2014).

- X, De hospitalisatieverzekering, www.wikifin.be/nl/themas/verzekeren/de-ziekte-en-

ongevallenverzekering/hospitalisatieverzekering (consultatie 10 februari 2014).

- X, De contractuele privéverzekeringen,

http://pronl.larciergroup.com/resource/extra/9782804447410/Uittreksel%20prive%20v

erzekering%202.pdf (consultatie 25 november 2013).

- X, De onderlinge ziekenkas: sociaal verslag 2011,

http://prevoca.be/sites/default/files/sociaal%20verslag%202011.pdf (consultatie 23

november 2013).

- X, De verzekering gewaarborgd inkomen,

http://www.wikifin.be/nl/themas/verzekeren/verzekeringen-het-kader-van-het-

werk/verzekering-gewaarborgd-inkomen (consultatie 15 april 2014).

- X, De ziekteverzekering in een notendop ,www.cm.be/binaries/Brochure-

ziekteverzekering-in-een-notendop_tcm375-102234.pdf (consultatie 5 november

2013).

- X, HospiPlan algemene voorwaarden,

www.vnz.be/diensten/hospitalisatieverzekering/hospiplan-plus-2013/public

(consultatie 30 maart 2014).

- X, Hospitalia continuïteit algemene info op 1 januari 2014,

www.hospitalia.be/c/document_library/get_file?uuid=3b5a000f-fb60-460c-8a5c-

dc59d233f6a9&groupId=10122 (consultatie 30 maart 2014).

- X, Hospitalisatieverzekeringen: tariefvrijheid is niet absoluut, www.test-

aankoop.be/gezondheid/hospitalisatie/nieuws/hospitalisatieverzekeringen-

tariefvrijheid-niet-absoluut (consultatie 26 maart 2014).

Page 124: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

117

- X, Hospitalisatieverzekeringen van mutualiteiten 2013: dekking voorafbestaande

aandoening of ziekte,

http://vlaamspatientenplatform.be/_plugin/ckfinder/userfiles/files/Hospitalisatieverzek

eringen%20van%20mutualiteiten%202013(1).pdf (consultatie 1 april 2014).

- X, Indeling van de risico’s per groep van activiteit en per tak,

www.fsma.be/Site/Repository/takvz/taknonvie/tak_li.aspx#nietleven (consultatie 23

november 2013).

- X, Interne markt: Commissie brengt België voor Hof van Justitie in verband met wet

op aanvullende ziektekostenverzekering die door particuliere ziekenfondsen wordt

aangeboden, http://europa.eu/rapid/press-release_IP-09-1756_nl.htm (consultatie 19

november 2013).

- X, Jaarverslag LCM 2012, http://www.cm.be/binaries/Jaarverslag-LCM-2012-CM-

en-ZIV_tcm375-130947.pdf (consultatie 12 oktober 2013).

- X, KBC-Hospitalisatieplan, nu sparen voor een betaalbare hospitalisatieverzekering

later,

https://multimediafiles.kbcgroup.eu/ng/published/KBC/PDF/Productfiche_hospitalisat

ieplan_N.pdf (consultatie 30 maart 2014).

- X, Lijst der erkende verzekeringstussenpersonen, www.ocm-cdz.be/hoofdframe-n.htm

(consultatie 29 maart 2014).

- X, Lijst der maatschappijen voor onderlinge bijstand die verzekeringsproducten

mogen aanbieden, www.ocm-cdz.be/hoofdframe-n.htm (consultatie 29 maart 2014).

- X, Nota inzake het standpunt van de ziekenfondsen inzake de Vlaamse

hospitalisatieverzekering,

www.vlaamsegezondheidszorg.com/sites/default/files/nota_inzake_het_standpunt_van

_de_ziekenfondsen_inzake_de_vlaamse_hospitalisatieverzekerin1.pdf (consultatie 17

oktober 2013).

- X, Nieuwsbrief, Vlaams patiëntenplatform 2010,

http://vlaamspatientenplatform.be/uploads/documents/Microsoft_Word___nieuwsbrief

201001_1.pdf (consultatie 10 november 2014).

- X, Nieuw zorgstelsel internationaal vergeleken,

http://www.dnb.nl/binaries/Het%20nieuwe%20zorgstelsel%20internationaal%20verge

leken_tcm46-147204.pdf (consultatie 10 maart 2014).

- X, Nieuw zorgstelsel 2006, www.cmhf.nl/wp-content/uploads/2012/09/Brochure-

zorgstelsel.pdf (consultatie 10 maart 2014).

Page 125: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

118

- X, Praktische gids voor Belgen die zich in Frankrijk vestigen,

www.diplomatie.be/parisnl/media/parisnl/GidsBelgenFr_N.pdf (consultatie 21 april

2014).

- X, Private Zusatzversicherung über die gesetzliche Kasse abschliessen,

http://www.krankenkassen.de/gesetzliche-krankenkassen/leistungen-gesetzliche-

krankenkassen/zusaetzliche-leistungsangebote/gesetzliche-krankenkassen-private-

zusatzversicherung/ (consultatie 23 april 2014).

- X, Polisvoorwaarden Hospitaal-Plus 2014,

www.liberalemutualiteit.be/407/advantages/hospitalisation/-

/ml/10188/I7uS/199803/extra_hospitaal_plus (consultatie 30 maart 2014).

- X, Sociale zekerheidsstelsel in Duitsland, http://dusseldorf.nlconsulaat.org/u-en-

duitsland/wonen-in-duitsland/wonen-in-duitsland/minbuza%3Ashare/sociale-

zekerheidsstelsel-in-duitsland.html (consultatie 23 april 2014).

- X, Sociale bescherming en inclusie: de rapporten,

www.socialsecurity.fgov.be./nl/nieuws-publicaties/sociale-bescherming-inclusie-

rapporten/sociale-bescherming-inclusie-rapporten.htm (consultatie 12 oktober 2013).

- X, Sociale zekerheid in het kort, www.socialsecurity.fgov.be (consultatie 7 november

2013).

- X, Standpunt over gezondheidsgegevens in het kader van verzekeringen,

http://vlaamspatientenplatform.be/_plugin/ckfinder/userfiles/files/20132506%20Stand

punt%20over%20gezondheidsgegevens%20in%20het%20kader%20van%20verzekeri

ngen.pdf (consultatie 5 mei 2014).

- X, Statuten hospitalia 1 januari 2014,

http://www.hospitalia.be/c/document_library/get_file?uuid=d1f24303-e14c-4287-

b291-413d464a3911&groupId=10122 (consultatie 30 maart 2014).

- X, Strategische sociale rapportering 2013,

www.socialsecurity.fgov.be./docs/nl/publicaties/socinc_rap/analysis-social-

context.pdf (consultatie 13 oktober 2013).

- X, Verzekerden vrij tevreden over hospitalisatieverzekering, vooral over de polissen

van drie ziekenfondsen, Testaankoop 2011, www.test-

aankoop.be/geld/nc/persbericht/verzekerden-vrij-tevreden-over-

hospitalisatieverzekering-vooral-over-de-polissen-van-drie-ziekenfondsen (consultatie

18 februari 2014).

Page 126: DE AANVULLENDE ZIEKTEVERZEKERING BIJ ......Deze masterproef is het sluitstuk van mijn opleiding rechten aan de Universiteit te Gent. Ik heb bewust gekozen voor een onderwerp binnen

119

- X, Voornaamste uitsluitingen,

http://www.ethias.be/nl/prd/D5PR027/Particulieren/Verzekeren/Gezin/Hospitalisatie/

Detail/Uitsluitingen.htm (consultatie 6 februari 2014).

- X, Versicherungspflichtgrenze und Voraussetzungen zur PKV,

http://www.1a.net/versicherung/private-

krankenversicherung/versicherungspflichtgrenze (consultatie 23 april 2014).

- X, Wat is een wachtpolis?, www.vanbreda-riskandbenefits.be/nl/wachtpolis/wat-is-

een-wachtpolis (consultatie 5 maart 2014).

- X, Welche Unterschiede bei Krankenkassen gibt es?,

http://www.bild.de/infos/krankenversicherung/krankenkassen/krankenkassen-

9363130.bild.html (consultatie 23 april 2014).

- X, Wer kann sich privat versichern?, http://www.aspect-

online.de/versicherungen/krankenversicherungen/private-krankenversicherung/wer-

kann-sich-privat-versichern/ (consultatie 23 april 2014).

- X, Ziekenfondsen onderworpen aan Richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Geldt dit

ook voor traditionele overheden?,

www.stibbe.be/assets/publications/newsletters/nieuwsflash%20administratief%20rech

t_2013.03.htm (consultatie 15 februari 2014).