business nationaal 2 2011

16
Jan Aalberts: ‘Eén plus één moet direct drie zijn’ BUSINESS

description

deze keer ; Jan Aalberts over mondiaal ondernemen, Fenedex ziet positief perspectief, Medewerkers spelen sleutelrol bij veranderingen en Alexander Rinnooy Kan breekt lans voor stimulering kenniseconomie .

Transcript of business nationaal 2 2011

Page 1: business nationaal 2 2011

Jan Aalberts: ‘Eén plus één moet direct drie zijn’

business

Page 2: business nationaal 2 2011

‘Zaken doe je met bedrijven, niet met landen’

De wereld staat in vuur en vlam; Japan, Libië... Mondiaal ondernemer Jan Aalberts volgt als vanzelfsprekend de ontwikkelingen op de voet. ‘Vooral de ellende in Japan heeft mij geraakt. Ik was geschokt toen ik de beelden zag. Maar als er één volk is dat zo’n drama tot een goed einde kan brengen, zijn het de Japanners.’De éminence grise van het Nederlandse bedrijfsleven heeft grote bewondering voor de veerkracht en de discipline van dit Aziatische volk. Toch doet Aalberts Industries (AI) nauwelijks zaken in Japan. ‘We hebben er alleen een verkoop-kantoor. Het land biedt zeker mogelijk-heden, maar we hebben er geen adequate partner gevonden. Bovendien is het lastig om met Japanners snel tot goede afspra-ken te komen. Het is een wat gesloten gemeenschap, in tegenstelling tot bijvoor-beeld China en andere Aziatische cultu-ren.’

Weloverwogen keuzesJan Aalberts weet waarover hij praat. Vanaf de oprichting van AI in 1975 reizen hij en zijn team de wereld rond, op zoek naar bedrijven die van toegevoegde waar-de kunnen zijn. Daarbij is het vizier altijd gericht op industriële ondernemingen die aansluiten op de twee kernactiviteiten van AI: Industrial Services en Flow Control. Op dit moment telt de holding zo’n 150 bedrijven, verspreid over meer dan dertig landen. Daaronder ook Nederland, al gaat het hierbij slechts om 7% van de omzet die over 2010 1,7 miljard euro bedroeg. Vooral Duitsland, Frankrijk, Engeland en de VS zijn belangrijk. In Portugal, Grie-kenland en Ierland daarentegen doet AI nauwelijks zaken. ‘Dat zijn weloverwo-

gen keuzes, die te maken hebben met het economisch perspectief en het volume van de afzetmarkt. Tegelijkertijd hebben we daar wel degelijk gezocht, maar geen geschikte ondernemingen gevonden.’ Waarmee de 71-jarige rasentrepreneur maar wil aangeven dat hij vooral zaken doet met bedrijven, niet met landen. ‘Natuurlijk let je op de economische situ-atie van een gebied, kijk je naar werkgele-genheid, infrastructuur, politieke stabili-teit, innovatie en opleidingsniveau. Maar allesbeslissend is de vraag of de onderne-ming met wie we zaken willen doen, aan-sluit bij onze strategie.’

Decentrale structuurDie strategie is gericht op het realiseren van duurzame winstgevende groei en kenmerkt zich onder meer door flexibili-teit, vertrouwen en relatief veel eigen verantwoordelijkheid van de groepsmaat-schappijen. ‘Wat ons onderscheidt van anderen is de decentrale structuur. Wij bieden bedrijven de mogelijkheid te doen en te laten wat zij willen; vanzelfsprekend binnen onze kaders en winstverwachtin-gen.’ Daarbij hanteert AI de filosofie dat nationale bedrijven door een betere kennis van de lokale markt een hoger rendement realiseren dan een externe, internationale partij zou kunnen. ‘Weten met wie je zaken moet doen, hoe en op welke voorwaarden, is een duidelijke pre. Daar moet je als holding niet tussen komen, maar juist van profiteren.’ Zoals de AI-ondernemingen profiteren van hun zusterbedrijven door onderlinge cross-selling. ‘Het gaat erom, in hoeverre onze bedrijven voor elkaar van toegevoegde waarde zijn.’

VoorwaardenDe laatste jaren is Aalberts Industries vooral actief in Oost-Europa, waar de salariskosten relatief beperkt zijn en het consumentisme nog in de kinderschoenen staat. ‘De marktpotentie van deze landen is enorm. Maar we hebben ons er niet gevestigd vanwege de lage lonen. Net zo min als in China, hoewel je je moet realiseren dat bepaalde producten vanwege de kostprijs uitsluitend nog dáár geproduceerd kunnen worden.’ Het is vooral het vermogen om fors verder te groeien dat landen als China, Brazilië, Rusland en India aantrekkelijk maakt voor AI. ‘Toch doen we in India vooralsnog geen business. We hebben daar nog geen onderneming getraceerd die onze internationale positie versterkt én direct een bijdrage levert aan de winst per aandeel. Want dat zijn onze voor- waarden; een verliesgevend bedrijf over-nemen is dus uitgesloten, ook al is het een koopje. Eén plus één moet direct drie zijn, geen twee, laat staan anderhalf.’

Paus in PolenAI let vooral op resultaat en rendement. ‘Daarvoor moet je stappen zetten, ook in termen van acquisities. Maar de strategie om in de VS onze omzet naar 1 miljard dollar op te trekken – nu bedraagt die nog 500 miljoen dollar – heeft uitsluitend te maken met het feit dat in Amerika substantie en volume nodig zijn om je marktpositie te verbeteren. En dus om marges te doen laten groeien.’ Wat voor de VS geldt, is ook vantoepassing op andere landen. ‘Daarom oriënteren we ons vooral in gebieden waar we al actief zijn. Dus ook nog steeds

ProfiEl

Jan Aalberts over mondiaal ondernemen

TEKST MART RIENSTRA FOTOGRAFIE HANS KOKX

b u S I N E S S N A T I O N A A lI I

Page 3: business nationaal 2 2011

Het gaat weer goed met Aalberts Industries. Na een flinke dip in 2009 waren de cijfers over vorig jaar meer dan bemoedigend. Met een verdubbeling van de winst en een omzetstijging van 20% zit de mini-multinational weer stevig in het zadel en gaat ouderwets door met het plegen van internationale acquisities. ‘Waar we dat gaan doen? Eerlijk gezegd vind ik met wie we dat gaan doen interessanter.’

in Europa. Eerlijk gezegd vind ik het enthousiasme voor landen als Brazilië, India en China wat overdreven. Natuurlijk liggen daar kansen, maar die liggen er hier om de hoek ook.’Voordeel van het zakendoen in Europa is de vergelijkbare cultuur, zou je denken. ‘Nou, toen ik onlangs bij één van onze Poolse bedrijven was, werd letterlijk de rode loper uitgerold en moest ik met tientallen medewerkers op de foto. Het leek wel of de Paus een bedrijfsbezoek bracht.’

Kleine bijdrageAdoratie, verering; Jan Aalberts moet er niets van hebben. Ook tijdens dit gesprek meldt hij voortdurend dat het succes van zijn bedrijf een gezamenlijke inspanning is. En dat bescheidenheid een deugd is. ‘Nederlanders lopen niet met de borst vooruit, passen zich makkelijk aan. Wij vinden andere culturen juist interessant. Zo kan ik enorm genieten van de Ameri-kaanse drang tot performen, maar ook van het eigenwijze van de Fransen, het verstandige van de Duitsers en het chaoti-

‘Natuurlijk liggen er kansen in Brazilië, India en China, maar die liggen er hier om de hoek ook.’

sche van Latijnse landen.’ Toch weet ook Aalberts dat de wereld in de afgelopen dertig, veertig jaar een stuk kleiner is ge-worden. Culturele verschillen worden met de dag kleiner. Bovendien maken techno-logische innovaties internationaal zaken-doen transparanter en makkelijker. ‘Daar moeten juist Nederlandse bedrijven van profiteren. Wij hebben nog steeds een uit-stekende internationale naam, als creatief, ondernemend en ontwikkeld volk. Mijn bijdrage daarin? Relatief klein, of klinkt dat te bescheiden?’ �

b u S I N E S S N A T I O N A A l I I I

Page 4: business nationaal 2 2011

Dat is zeker een doorbraak en heel concreet: Hagero biedt die laagste prijs aan bij een gemiddelde tonerdekking per A4-tje van zo’n 7% kleur. Inderdaad, dat is dus een brief met een full colour logo en zwarte tekst, de meest gangbare print. Alleen, hoe meet je dat tonergebruik en hoe hou je die printer goed onder controle?

Hagero levert en onderhoudt MFP’s en printers van A-merken en beheert en controleert elk merk machine met HMS: Hagero Managed Services. HMS is een eigen ontwikkeld programma waarmee Hagero permanent en op afstand alle informatie over het gebruik en verbruik van elke printer op elke werkplek voor de volle 100% volgt. Ongeacht het merk, type of leverancier. Dat betekent het beste advies, want inzichtelijk wordt gemaakt welke printer waar nodig is, het beste (preventieve) onderhoud, dus minder storingen en, bij een door Hagero geleverde printer die beheerd wordt met HMS, ook nog eens de laagste prijs bij een flexibel contract. Want Hagero wil niet dat u zich gebonden voelt. Zoals Hans de Zeeuw zegt: ‘Die informatie van HMS is zo gedetailleerd dat wij zelfs zien hoeveel toner per afdruk en per printer wordt gebruikt. Vaak is die afdruk niet meer dan een zwarte brieftekst met in kleur het logo. Aangezien wij zelf onze printers beheren en onderhouden én zelf onze printcontracten af-sluiten, nemen wij die kennis mee in de berekening van de print-prijs. En echt, 2,5 cent per kleurenprint is voor ons haalbaar en voor onze klant een enorme besparing. Dat maken we waar zo-wel in poolcontracten als op machineniveau.’

Hagero geeft het partnerschap met haar klanten extra waarde mee: oplossingen, diepgang en ontzorgen. Documentoplossingen met printers van Konica Minolta, Ricoh, Lexmark en HP. Bou-wen en onderhouden van een betrouwbare ICT-structuur. Met

die kwaliteit en meerwaarde bouwt Hagero aan een langdurige relatie en aan besparingen! ‘Je moet realistisch blijven, zeker als het gaat om de prijs. Je klant hoeft niet te veel te betalen, je moet alleen precies weten waarvoor de klant betaalt: voor wat hij daadwerkelijk afneemt. Dat weten wij precies en daarom werken wij met flexibele contracten en gewoon de laagste prijs. Dat is het voordeel van die optimale controle over de machines.’

Dat deze filosofie aanslaat, blijkt duidelijk. De snel groeiende Hagero-organisatie opereert vanuit drie vestigingen (Baren-drecht, Lelystad, Lemelerveld) en heeft bijna 50 medewerkers. Adviseurs en specialisten elk op hun eigen terrein, ieder specia-list in hun eigen regio, mensen die weten wat in uw gebied van belang is. Meer dan de moeite waard om Hagero uit te dagen! �

Hagero durft prijsdoorbraak in printcontracten aan: 2,5 cent in kleur!

Dankzij maximale printercontrole met HMS

BEDriJfSProfiEl

Voor meer informatie: HageroZeemanstraat 792991 Xr BarendrechtT 088–9007300E [email protected] www.hagero.nl

Marjan van Berkel en Hans de Zeeuw

b u S I N E S S N A T I O N A A lIV

Page 5: business nationaal 2 2011

MAAK ‘T IN WEST-BRABANT! NV REWIN West-Brabant | Postbus 3182 | 4800 DD Breda | www.rewin.nl

West-Brabant is de ideale vestigingsplaats, van éénmanszaak tot multinational.

Uitstekend bereikbaar en gelegen tussen Rotterdam en Antwerpen. Een breed aanbod

geschikte vestigingslocaties. Wij helpen u bij het nemen van gefundeerde beslissingen.

BEL GRATIS: 0900 - 6000 600

West-Brabantlogistieke hotspot!

3200146_Alg advertentie 190x277_1.indd 1 20-07-10 10:56

Bel 0575 - 501 223of surf naar: www.deweerdtenten.nl

De ideale accommodatie

Tenten- en hallenverhuurVoor een geslaagd feest of evenement is een geschikte accommodatieessentieel. Of het nu gaat om een intiem bruiloftsfeest, een swingendmuziekevenement of een zakelijke bedrijfspresentatie: De Weerd Tentenverhuur zorgt voor de perfecte entourage.

V I N I D ’ I T A L I A

Industrieweg 3 Tel.: 0416 - 69 06 01

5151RV DrunenFax: 0416 - 31 98 38

C r i v I N OVerrassende

Italiaanse wijnen

Eigen en directe import -

Voor consument, horeca en bedrijfsleven -

Wijnproeverijen -

Relatiegeschenken

w w w. c r i v i n o . c o m

Nationaal no.3-juni 2007.qxd 07-06-2007 17:41 Pagina 10

Page 6: business nationaal 2 2011

iNTErNATioNAAl oNDErNEMEN

Export blijft economie aanjagen

fenedex ziet positief perspectief

TEKST HANS HAJÉE

Bart Jan Koopman: ‘Bij alle aandacht voor landen die op dit moment hot zijn, moet Europa zeker

niet worden vergeten.’

De oorsprong van Fenedex ligt in 1954, toen tien exporterende bedrijven de handen ineensloegen om te leren van elkaars ervaringen. ‘Het delen van kennis en ervaring is nog altijd een belangrijke doelstelling,’ zegt directeur Bart Jan Koopman. Fenedex verzorgt naast opleidingen en trainingen voor de 1.300 aangesloten bedrijven ook advies en coaching en beantwoordt alle relevante vragen over internationaal ondernemen. ‘Ook via netwerken in binnen- en buiten-land is kennis toegankelijk voor deze leden. Digitaal stellen wij een aantal diensten tegen betaling aan niet-leden ter beschikking.’

VertrouwenAls belangenbehartiger treedt Fenedex op als gesprekspartner van de centrale overheid. ‘Doel is om ervoor te zorgen dat export hoog op de agenda blijft. Dat is belangrijk voor onze leden, maar ook voor de BV Nederland.’ Dat laatste bleek eens te meer in de afgelopen periode. Het recente economische herstel wordt immers vooral gedragen door export-activiteiten. Is daardoor meer oog voor de belangen en wensen van internationaal opererende bedrijven? ‘Ik merk dat de aandacht voor het onderwerp is toegeno-men, zeker bij de overheid. Het nieuwe beleid waarbij negen topsectoren centraal staan, is daar mede een bewijs van.’Behoudt de internationale handel zijn rol als economische aanjager? ‘Samen met kredietverzekeraar Atradius doen wij al dertien jaar onderzoek naar trends op het gebied van export en internationaal ondernemen. Voor de meest recente editie

b u S I N E S S N A T I O N A A lVI

Page 7: business nationaal 2 2011

zijn bijna 4.000 bedrijven aangeschreven. Ondanks het turbulente internationale klimaat blijkt een stevige dosis vertrouwen aanwezig. Bedrijven die zakendoen met het buitenland verwachten in 2011 bijna 12 procent exportgroei. 73 procent van de exporteurs denkt dit jaar te groeien. De positieve groeiverwachting is hiermee terug op het niveau van 2007, dus voor de crisis. Bedenk verder dat de overheid haar investeringen fors terugschroeft en binnenlandse sectoren als de bouw het nog altijd moeilijk hebben. Daarom verwacht ik dat export ook dit jaar de economische groei in Nederland zal dragen.’

RuggengraatIn het onderzoek van Fenedex en Atradius worden de BRIC-landen door exporteurs vaak genoemd als kansrijke gebieden. ‘Maar het valt op dat bedrijven nog altijd een prima perspectief zien op de Europese markt, ook voor de periode tot 2020. Boodschap voor de politiek is dus dat bij alle aandacht voor landen die op dit moment hot zijn, Europa zeker niet moet worden vergeten. Laat staan dat men verzandt in eurobashing. Driekwart van onze export gaat naar Europese landen en ook in de toekomst wordt hier een wezen-lijk deel van de Nederlandse boterham verdiend.’ Dat hangt deels samen met de toegankelijkheid van buitenlandse markten. ‘Multinationals weten ook in verre landen goed hun weg te vinden. Het exporterende mkb, toch de ruggengraat van onze economie, ervaart hier meer bar-rières. Die zijn er in Europa in veel minde-re mate.’

urgentieOver de eerdergenoemde keuze van de overheid om fors – in totaal voor € 1,5 miljard – te investeren in negen topsecto-ren is Koopman positief. ‘Door de verbin-ding tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen op deze gebieden verder te versterken, ontstaan tal van kansen. Zeker als het gaat om export.’ Minder optimistisch is hij als de ontwik-keling van onderwijs en innovatie ter sprake komt. ‘Nederland heeft een lange traditie van handel en ondernemerschap. Zakelijke kansen worden prima benut, maar we zijn niet altijd genegen om te investeren in vernieuwing en wetenschap-pelijk onderzoek. Toch zal onze toege-voegde waarde – en dus ons inkomen – in de toekomst vooral daar vandaan moeten komen. Als Nederland er niet in slaagt de toevoer van voldoende jonge, goed opge-leide mensen te garanderen, verliezen we de aansluiting met de concurrentie. Snelle actie is daarom geboden, maar het gevoel van urgentie is onvoldoende aanwezig. Al is het een moeilijk thema om over de bühne te brengen, Fenedex blijft aandacht vragen voor de kwaliteit van onderwijs en de noodzaak tot innovatie.’ De overheid heeft daarbij de sleutel in handen. ‘Zij hebben de middelen en de macht om het complexe veld van onderwijs en kennis-ontwikkeling te sturen. Daarbij zijn we meer gebaat bij een langjarig consistent en constructief beleid dan bij telkens wijzigende systemen en prioriteiten.’ Wel is volgens Koopman nadrukkelijk sprake van een gedeelde verantwoordelijk-heid. ‘Het bedrijfsleven moet zich pro-actief opstellen en niet wachten tot iets

aangereikt wordt door de overheid, om dan te constateren dat het niet aansluit bij hun behoefte.’

Oude refl exZiet de Fenedex-directeur nog meer be-dreigingen voor ons internationale concur-rentieperspectief? ‘De zwakke financiële positie van een aantal Europese landen en de effecten daarvan op de euro blijven een punt van zorg. We moeten voorkomen dat gezonde landen meegezogen worden in deze onzekerheid; dat kan leiden tot stil-stand of zelfs achteruitgang.’ Een andere zorg is het protectionisme dat als een oude reflex de kop op steekt in tijden van crisis. ‘Sommige landen kiezen ervoor hun eco-nomie af te schermen door drempels op te werpen voor importgoederen. Een slechte zaak voor Nederland met onze internatio-nale oriëntatie en open economie.’Alles afwegende benadrukt Koopman ech-ter het positieve perspectief. ‘In de waan van de dag lijken bedreigingen soms de overhand te krijgen. Maar ondanks de ge-beurtenissen in Japan en de situatie in het Midden-Oosten ben ik optimistisch ge-stemd. Hierin word ik gesterkt door de goede resultaten van exporterende bedrij-ven en de groeimogelijkheden die zij in overgrote meerderheid zien.’ �

Ondanks zorgen rond de fi nancieel zwakke eurolanden, Japan en het Midden-Oosten ziet Fenedex-directeur bart Jan Koop-man vooral gunstige vooruitzichten voor internationaal opere-rende bedrijven. ‘Ik verwacht dat export ook dit jaar de motor blijft van de economische groei.’

AANSCHERPINGAls het gaat om handelsbevorde-ring heeft de overheid vooral een faciliterende opgave, vindt Koop-man. ‘Bij de advisering van indivi-duele bedrijven is de afgelopen jaren een wat grijs gebied ont-staan. Een aanscherping van rol en taken van de betrokken partij-en is aangebracht.’ Voor de Kamer van Koophandel en Agentschap NL is deze herdefi ni-ering in volle gang. ‘Op korte termijn wordt duidelijk hoe de nieuwe vorm van deze organisa-ties eruit gaat zien. Deels is dit proces ingegeven door bezuini-gingen. Maar dat alleen zou een slechte drijfveer zijn. Ik hoop dat ook echt sprake is van een nieuw beleid.’

b u S I N E S S N A T I O N A A l VII

Page 8: business nationaal 2 2011

CASE

Rotterdamse ijsmeester wil China veroveren

Nog even en dan prijkt het logo van de IJssalon op een winkelpui in Beijing. Sa-men met een lokale ondernemer opent Alting een fi liaal in de Chinese metro-pool. Een opmerkelijke stap. ‘Mijn leven hangt van toevalligheden aan elkaar. Ook in dit geval. Twee voormalige Chinese studenten aan de Erasmus Universiteit vatten het plan op om ijssalons te openen in hun geboorteland. Zij kenden mij uit hun periode in Rotterdam en zochten contact.’Een aantal gesprekken volgde en Alting verdiepte zich in de ins en outs van het zakendoen met China. ‘Het gaat er heel anders aan toe dan hier. Een ja is lang niet altijd ook echt een ja, omdat het in de Chinese cultuur onbeleefd is om afwij-zend te reageren. Ook juridisch zijn er nogal wat haken en ogen.’ Alting besloot om vooralsnog niet zelf te investeren. Een van de voormalige studenten neemt het fi nanciële risico.

Open voor suggestiesVoor Alting’s Chinese avontuur is een goede ijsmachine onmisbaar. ‘Het impor-teren van apparatuur is door de hoge kos-ten en het onderhoud geen optie. Daarom zijn we bezig met het selecteren van een Chinese ijsmachine. Om aan onze eisen te voldoen, is een aantal aanpassingen no-dig. In de gesprekken hierover merk je dat fabrikanten open staan voor sugges-ties. In tegenstelling tot Italië, waar ze de wijsheid in pacht denken te hebben bij

Robin Alting maakt al bijna twintig jaar ijs. En dat doet hij goed, want de banketbakkerszoon won liefst twee keer de Gouden IJsspatel, de prijs voor het beste ijs van Nederland. Met zijn IJssalon is Alting wereldberoemd in Rotterdam. binnenkort ook in China?

het bereiden van ijs.’ De Rotterdamse ijs-meester vertrekt binnenkort weer naar China om de inrichting van de ijskeuken en de salon voor te bereiden. ‘Op dit mo-ment ben ik vooral bezig om de levering van grondstoffen te regelen. Niet alles wat we nodig hebben, is ter plaatse ver-krijgbaar.’

Geen groene theeHelemaal onontgonnen terrein als het gaat om ijs is China niet. ‘Häagen-Dazs is er een paar jaar geleden neergestreken, maar hun ijs is erg prijzig en alleen op exclusieve locaties verkrijgbaar. De ge-wone Chinees komt er niet. Verder is er Coldstone, een keten die fabrieksijs ver-

koopt. We zijn ervan overtuigd dat ruimte is voor ons concept; het verkopen van ambachtelijk bereid kwaliteitsijs.’ Daarbij speelt Alting niet in op de Chinese smaak. ‘We maken geen groene thee-ijs. Als je in Nederland een Chinees restau-rant binnengaat, bestel je ook geen ge-haktbal. We serveren echte Hollandse smaken zoals stroopwafel en appeltaart.’De IJssalon begint voorzichtig in China, met één vestiging. ‘Ook Ben & Jerry’s is klein begonnen,’ lacht Alting. ‘Niet dat ik ons daarmee wil vergelijken, maar er is wel degelijk de ambitie om te groeien. Slaat het concept aan dan zijn er plannen om binnen vijf jaar tien ijssalons te ope-nen.’ �

Rotterdams ijs binnenkort wereldberoemd in China?

TEKST CEES lOuWERS

b u S I N E S S N A T I O N A A lVIII

Page 9: business nationaal 2 2011

Nederland stapt over op het nieuwe pinnen.Uw klanten gaan betalen met de chip opde betaalpas. Is uw zaak er al klaar voor?Loop geen omzet mis, betaal niet te veel

en kies voor een breedbandverbinding. Onderneem nu actie. Check uw betaal-automaat, bankcontract en verbinding op www.hetnieuwepinnen.nl

Stap nu over op het nieuwe pinnen

Voorkom gepiep aan de kassa.

SBEB_Adv_215x285_BusinessNationaal_B.indd 1 21-02-11 18:33

Page 10: business nationaal 2 2011

TrENDS

Slimmer werken met nieuwe concepten

Medewerkers spelen sleutelrol bij veranderingen

TEKST WIllIAM TEN bRINK

Voor Van Hattum en Blankevoort (VHB) stond vanaf het begin één ding als een paal boven water: wie betere en effi ciën-tere manieren van werken onderzoekt, kan dat niet zonder zijn medewerkers. ‘Want Het Nieuwe Werken is natuurlijk meer dan wat thuiswerkplekken of fl exi-bele werkplekken op kantoor,’ stelt Erwin Hakkenes. Bij VHB ging het om wezen-lijk nieuwe organisatiestructuren, om an-dere verantwoordelijkheden en nieuwe rollen voor medewerkers en om een totaal andere workfl ow door de hele organisatie. ‘Een enorme cultuurverandering, die je alleen met succes kunt afronden als je in-tens stuurt op interne communicatie en alle medewerkers actief betrekt bij de veranderingen. Het grootste gevaar is dat je mensen vergeet. Want de belangrijkste veranderingen moeten juist uit de mede-werkers zelf komen.’

ActeursDe grootste uitdaging zat hem volgens Hakkennes dan ook in het overtuigen van mensen. ‘Dat hebben we gedaan vanaf de prille eerste voornemens in 2008 tot en met de afronding van de vernieuwing in oktober vorig jaar. De gewenste verande-ringen in houding en gedrag krijg je nu eenmaal niet op een achternamiddag voor elkaar.’ VHB heeft de medewerkers gedu-rende het hele traject intensief en actief betrokken en continue geïnformeerd. Een project van ‘Laten landen, laten werken’, inclusief proefzitten op nieuw meubilair, ontbijtsessies in een showroom om te er-varen wat het betekent om in een open kantooromgeving te werken en hilarische oefeningen met acteurs om te ontdekken wat in zo’n nieuwe setting – vooral in het

begin – allemaal mis kan gaan. Het goed en veelvuldig informeren en het continu betrekken van medewerkers bleek een van de belangrijkste kritische succesfac-toren.

SchoolvoorbeeldVan Hattum en Blankevoort is een inter-nationaal actief bouwbedrijf, onderdeel van VolkerWessels. De onderneming ont-werpt en bouwt grote infrastructurele werken als bruggen en tunnels. En het is juist deze markt die volgens Hakkennes de laatste jaren steeds nadrukkelijker vraagt om een totaal andere, veel meer centrale benadering van opdracht en uit-voering. ‘Niet het beste vanuit de tech-niek, maar het beste vanuit de markt. Het zijn niet langer bruggen of tunnels als op zichzelf staande projecten, maar kunst-werken die vanuit een centraal ontwerp deel uitmaken van een samenhangend to-taalproject. Waarin bijvoorbeeld ook de aanleg van wegen en het aanbrengen van verkeersinstallaties worden uitgevoerd. Dat vraagt voor ons type onderneming om een integrale aanpak, multidiscipli-nair ook en waar nodig dus met hulp van externe knowhow. En telkens weer vanuit de cruciale vraag: hoe gaan we dit speci-fi eke project met elkaar aanvliegen?’Die werkwijze bracht grote aanpassingen in de organisatie met zich mee, die wel móesten leiden tot een geheel nieuwe ma-nier van werken. Nu dat met succes is af-gerond, mag VHB wat Het Nieuwe Wer-ken betreft gerust een schoolvoorbeeld in de bouw worden genoemd.Verschillende expertise van binnen en buiten de onderneming werken voortaan multidisciplinair samen in projecten.

Hakkennes: ‘Elke verdieping heeft een eigen bestemming als onderdeel in de gewenste workfl ow ten behoeve van die projecten, waarbij experts en project-medewerkers in wisselende samenstel-lingen bij elkaar kunnen zitten. Dat heeft geleid tot betere kennisdeling in projec-ten, dus tot betere plannen, een betere planning en een betere uitvoering.’

Koffi eautomaatDe centrale vraag voor VHB was: hoe zet je de gewenste noodzakelijke kennisde-ling om in een kantoorconcept? ‘De beste ideeën ontstaan vaak bij de koffi eauto-maat,’ zegt Mark Sleijser van Proven Workspace, een onafhankelijk adviesbu-reau voor nieuwe manieren van werken dat VHB adviseerde over en ondersteunde bij de overschakeling naar slimmer wer-ken. Drukte in de koffi ehoek zegt volgens Sleijser weinig over de kwaliteit van de koffi e, maar wel alles over de waarde van spontane ontmoetingen. ‘Ontmoetingen van mensen moet je daarom stimuleren en faciliteren waar je maar kunt, want die leveren kennisdeling op.’Dat is ook de basisgedachte waarmee Proven Workspace in opdracht van VHB keek naar innovatieve kantoor- en werk-plekconcepten, nieuwe werkprocessen en de noodzakelijke ondersteuning vanuit HRM, ICT en facilitair management. ‘Een fysieke omgeving die maakt dat je eerder mensen ziet, levert meer op dan al-leen een fraaie transparante uitstraling. Het verandert ook je houding en gedrag tegenover collega’s, de manier waarop je elkaar aanspreekt, om advies vraagt, ken-nis deelt en verrijkt en samenwerkt.’Sleijser benadrukt dat alle ruimtes in het

b u S I N E S S N A T I O N A A lX

Page 11: business nationaal 2 2011

kantoor van VHB zijn ingericht om sa-menwerking en creativiteit te stimuleren. ‘Van betrouwbare ICT-faciliteiten tot de-signmeubelen en van fraai fotowerk aan de muur tot extra grote tafels voor bouwteke-ningen. Maar ook alle andere ruimtes van het kantoor nodigen uit tot ontmoeting en overleg.’ Het leidde tot een behoorlijke cultuuromslag. ‘Maar wel één waarin de medewerkers zelf mede de hand hadden. Juist door die enorme betrokkenheid was ook de acceptatie groter. En dat is bij dit soort ingrijpende projecten een cruciale succesfactor.’ �

Wie het vernieuwde kantoor van bouwbedrijf Van Hattum en blankevoort in Woerden binnenstapt, krijgt nu niet direct het gevoel dat hij in een schoolvoorbeeld van Het Nieuwe Werken is beland. ‘Maar goed ook,’ vindt Erwin Hakkennes, manager Communicatie & PR. ‘Want tastbare aspecten als techniek, inrichting en fl explekken zijn maar een klein deel van het verhaal. Onze nieuwe werk-omgeving is meer dan een kantoor- en werkplekconcept. Het is een samen met de medewerkers ontwikkelde omgeving die op alle niveaus uitnodigt tot overleg en ontmoeting en die samenwer-king stimuleert. Daardoor is Het Nieuwe Werken ook Het Slimme Werken.’

De nieuwe werkomgeving van VHB: tastbare aspecten als techniek, inrichting en fl explekken zijn maar een klein deel van het verhaal.

MEER WETENDe Universiteit Utrecht doet onderzoek naar de invloed van Het Nieuwe Werken op medewerkers van bedrijven en organisaties. Onderzoekster Judith van Delft wil meer weten over eventuele veranderingen in de be-trokkenheid van mensen bij de organisatie, hun persoonlijke beleving en de invloed van Het Nieuwe Werken op prestaties. Een vragenlijst is on-line aangeboden aan medewerkers van geselecteerde organisaties, maar ook werknemers van andere bedrijven kunnen meedoen. Het on-derzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Proven Workspace. De resultaten zijn begin juni beschikbaar.

b u S I N E S S N A T I O N A A l XI

Page 12: business nationaal 2 2011

THEMA

Top vijf-positie verdwijnt uit het zicht

Alexander rinnooy Kan breekt lans voor stimulering kenniseconomie

De 61-jarige Alexander Rinnooy Kan is alweer vijf jaar verbonden aan de SER. In deze positie adviseert hij kabinet en parlement over sociaal-economische onderwerpen, en heeft een goed overzicht van de kansen en bedreigingen voor de Nederlandse economie. Hoe staan we ervoor? ‘Het gaat niet slecht, bepaald niet. Binnen Europa doet Nederland het econo-misch relatief goed, hoewel we in absolute zin nog wel een crisis te verwerken heb-ben. Maar we horen bij de topeconomieën van Europa, dat zie je ook aan de waarde-ring op de internationale kapitaalmarkt. Verder staat Nederland in allerlei ranglijs-ten nog steeds hoog genoteerd. Zo bekle-den we op de concurrentie-index de acht-ste plaats. We staan dus zeker niet aan de rand van de afgrond.’

WelvarendVolgens Rinnooy Kan heeft Nederland de mondiale kredietcrisis goed doorstaan. ‘Onze economie is fl exibeler gebleken dan menigeen aanvankelijk dacht. Daarnaast is met bijvoorbeeld de WW-deeltijduitkering een instrument gecreëerd dat ondernemin-gen in staat stelde de crisis te doorstaan, zonder dat hoog opgeleide medewerkers tijdelijk ontslagen moesten worden. Tegelijkertijd is de buffer van onze econo-mie – zzp’ers en Europeanen van elders – maximaal benut om de offi ciële werkloos-heid in de hand te houden.’ Dat Nederland hierin voortreffelijk is geslaagd, bewijzen de meest recente cijfers. Waar het Europe-se gemiddelde op 10,5% ligt, kent ons land een offi cieel werkloosheidspercenta-ge van slechts 4%. Toch draagt ook Neder-land een forse schuldenlast met zich mee. ‘Zeker, deze is groter dan ooit, maar niet

TEKST MART RIENSTRA FOTOGRAFIE CHRISTIAAN KROuWElS

‘Als het gaat om onderwijs, onderzoek en innovatief ondernemerschap staan meerdere indicatoren op rood.’

b u S I N E S S N A T I O N A A lXII

Page 13: business nationaal 2 2011

groter dan wij als welvarend land aankun-nen. Daarom wordt nu dusdanig gebudget-teerd dat deze last de komende jaren be-hoorlijk zal teruglopen.’

OntoereikendToch is bezuinigen niet het absolute toverwoord, vindt D66’er Rinnooy Kan. Conform het standpunt van zijn partij zet hij tevens in op stimulering van de kennis-economie. ‘Een diepte-investering in ken-nis zou op termijn de meest rendabele keuze zijn. Wat dat betreft vind ik hetjammer dat dit kabinet daar anders over denkt. Het bedrag dat de overheid nu aan innovatie besteedt, is volstrekt ontoerei-kend. Het gaat er niet voor zorgen dat haar eigen doelstelling om tot 2020 elk jaar twaalf miljard in de kenniseconomie te investeren, gerealiseerd wordt.’Met als gevolg dat Nederland de ambitie om tot de top vijf van de wereld te behoren als duurzame, toonaangevende kenniseco-nomie voorlopig in de ijskast kan zetten. En dat betreurt Rinnooy Kan. ‘Als ik kijk naar onze ontwikkeling op het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatief onder-nemerschap, zie ik meerdere indicatoren nu op rood staan. Oftewel; op deze deelge-bieden gaan we onze verwachtingen niet inlossen.’ Dat is deels terug te voeren op de politieke keuzes. Maar niet alleen Den Haag laat steken vallen, ook de investeringen vanuit de publiek-private sector in kennis vallen tegen. Zo besteden Nederlandse onderne-mingen gemiddeld weinig aan onderzoek. Voor een verklaring zoekt Rinnooy Kan het primair in de samenstelling van ons bedrijfsleven. ‘Wij hebben een grote dien-stensector; deze is in de regel minder ken-

nisintensief. Verder valt op dat de meeste investeringen in R&D met name door grote multinationals worden gepleegd, vaak buiten onze landsgrenzen. Voor zover (middel)grote ondernemingen zich in ons land op dit gebied profi leren, zijn dat uitzonderingen. Denk aan Danone, dat in 2007 Numico overnam en bewust haar onderzoeksplant in Nederland verder uit-breidt.’

buitenlands talentNaast investeren in kennis moet Nederland ook munt slaan uit haar goede positie als internationale handelspartner. ‘We hebben met de Rotterdamse haven, maar ook met Schiphol, onze infrastructuur en vooral met onze open mindset een aantal cruciale pluspunten in vergelijking tot andere landen. Tegelijkertijd maak ik mij juist in dit verband zorgen over integratie, en dan vooral over hoe wij omgaan met de instroom van buitenlands talent. Onze huidige politieke cultuur stimuleert dit allesbehalve, terwijl Nederland van oudsher juist een land is waar mensen van buiten onze landsgrenzen een positieve bijdrage leveren aan creatief en kennisin-tensief ondernemerschap. In weerwil van wat anderen beweren, staan we nu opnieuw aan de vooravond van zo’n trend. Ruim 40% van onze Turkse en Marok-kaanse jongeren stroomt op dit moment door naar hbo en wo. Die gaan straks een geweldige toekomst tegemoet; een toekomst die ook voor ons land veel perspectief biedt. Zij verdienen daarom deze kans. Want geef je hen de indruk dat ze hier niet welkom zijn, dan vertrekken ze en gaat veel kennis voor Nederland verloren.’

levenslang lerenDe woorden van Rinnooy Kan klinken goed door. De immer gedistingeerde bestuurder beschikt over het talent om op een rustige toon toch nadrukkelijk zijn punt te maken. Ook als het gaat om de zorg voor en over oudere werknemers. ‘We worden ouder, dus werken langer door. Maar hoe halen we het maximale uit deze groep? Als we hen langs de meetlat leggen van prestatiegerichte dertigers en veertigers is de uitslag voorspelbaar. Bete-kent dit dat de oudere werknemer nutte-loos is? Nee, integendeel. Zijn of haar er-varing, wijsheid en inzicht is juist een pre, mits je als bedrijf deze kwaliteiten wilt en kunt benutten. Daartoe moet een organisa-tie in staat zijn om te veranderen. Slaagt zij daarin, dan levert dat een fl inke concur-rentievoorsprong op.’ Ook werknemers moeten zich aanpassen. ‘Van hen wordt meer dan ooit gevraagd mee te gaan met deze tijd, zich blijvend te ontwikkelen, ook op hoge leeftijd. De samenleving van de 21e eeuw is er één geworden van levens-lang leren. Heerlijk toch?’ Deze opmer-king zegt alles over de 60-plusser, die voor zijn persoonlijke toekomst geen concrete plannen heeft. ‘Ik voel mij bij de SER als een vis in het water en prijs mij gelukkig dat ik vanuit deze positie een relevante bij-drage kan leveren voor het verbeteren van onze sociaal-economische samenleving. En zolang ook ik mij blijf ontwikkelen, hoop ik dit nog jaren te mogen doen.’ �

‘In vergelijking met andere landen staat Nederland er allesbehalve slecht voor.’ uit de mond van Alexander Rinnooy Kan klinkt het waarachtig. Natuurlijk wordt onze economie volgens de SER-voorzitter op diverse punten bedreigd, maar er is ook veel perspectief. ‘Investeren in kennis is de meest rendabele keuze, zeker op termijn.’

b u S I N E S S N A T I O N A A l XIII

Page 14: business nationaal 2 2011

WOl – DE ESSENTIE VAN NIEuW lEIDERSCHAPCassandra Vugts en Joop Weesie

De vraag welk type leider organisaties succes-vol door de snel veranderende omgeving kan loodsen, lijkt meer dan ooit legitiem. Om in-zicht te geven in het nieuwe leiderschap kozen Vugts en Weesie voor een managementfabel. In de hoofdrol een kudde schapen, die met de verkoop van wol zorgen voor hun levensonder-houd. Door een crisis stagneert de productie.

De kudde wordt ge-splitst en twee leiders nemen hun verant-woordelijkheid. Het ene ‘leiderschaap’ – jawel – volgt de be-kende weg, de andere aanvoerder durft zich buiten de gebaande paden te begeven en staat open voor nieu-we, innovatieve op-lossingen. Het laatst-genoemde dier is een

lichtend voorbeeld. Het blijkt een geloofwaar-dige leider met een open mind, die zorgt voor transparantie en een effectieve organisatie.

144 pag. ISBN 978-90-430-2202-6, Pearson Education. € 19,95.

ECHTE lEIDERS IN ECHTE ORGANISATIESRick Willemsen

Authenticiteit en leiderschap: een gouden combina-tie, die echter al-lesbehalve van-zelfsprekend is. Rick Willemsen is gefascineerd door het thema authenticiteit. Hij kwam tot het in-

zicht dat hij jarenlang uiteenlopende rollen had gespeeld maar zelden of nooit echt zichzelf was. Veel managers en onderne-mers zullen zich hierin herkennen. Maar hoe authentiek kan, mag en moet je zijn? Voor het antwoord op deze vraag sprak Willemsen met leiders bij grote organisa-ties. Een van de conclusies: het vinden van authenticiteit is een eeuwigdurende zoek-tocht. Maar die queeste levert veel op. Door je authentiek op te stellen, kun je veranderingen en energievreters de baas.

184 pag. ISBN 978-90-559-4766-9, Scriptum. € 24,95.

AlTIJD ONlINESoren Gordhamer

Het is nauwelijks voor te stellen, maar er was een tijd zonder email, blackberry, iPad en twitter. De voordelen van deze instant communicatiemiddelen zijn evident, maar er is ook een schaduwzijde. Momenten zonder digitale prikkels, zakelijk of sociaal, zijn zeldzaam. We worden continu getrig-gerd om te reageren; dit zorgt voor afl ei-ding en onze concentratie wordt verstoord. Online communicatie leidt regelmatig tot dwangmatige handelingen en meer stress – alsof er daarvan niet genoeg was. Met Al-tijd online wil Soren Gordhamer helpen de regie in handen te houden en de juiste ba-lans te vinden in de digitale wereld. Daarbij legt hij regelmatig verbanden tussen li-chaam en geest. Het is zaak om niet stress-vol, maar ontspannen en creatief om te

gaan met techno-logie. Want al-leen als dat lukt, kunnen we de potentie ervan ten volle benut-ten.

255 pag. ISBN 978-90-491-0648-5,Spectrum. € 19,99.

Authenticiteit en leiderschap: een gouden combina-tie, die echter al-lesbehalve van-zelfsprekend is. Rick Willemsen is gefascineerd door het thema authenticiteit. Hij kwam tot het in-

De kudde wordt ge-splitst en twee leiders nemen hun verant-woordelijkheid. Het ene ‘leiderschaap’ – jawel – volgt de be-kende weg, de andere aanvoerder durft zich buiten de gebaande paden te begeven en staat open voor nieu-we, innovatieve op-lossingen. Het laatst-genoemde dier is een

gaan met techno-logie. Want al-leen als dat lukt, kunnen we de potentie ervan ten volle benut-ten.

l i T E r A T U U r

PASSIEVITAlITEITLorraine Vesterink

Lorraine Vesterink ziet passie als krachtigste drijfveer om doelen te bereiken, zakelijk en privé. Hoe meer passie, hoe vitaler je wordt. En hoe vitaler je bent, des te beter lukt het om vanuit je passie te werken. Vitaliteit is een voorwaarde om te focussen op passie en dit leidt tot meer ondernemerschap bij de dagelijkse werkzaamheden, constateert Veste-rink. Zij noemt deze wisselwerking passievitaliteit. Het gelijknamige boek bevat tien vuistregels om die vaardigheid te ontwikkelen en te versterken. De vuistregels zijn gedestilleerd uit interviews met evenzoveel professionals, die hun inzichten over succesvol ondernemerschap delen met Vesterink en de lezers. Onder hen Arko van Brakel (Euronet, Nieuwe Helden), Alex-oprichter René Frijters en Hans Gelauff, voormalig ceo van Bruna.

153 pag. ISBN 978-90-813-6122-4, Younique Creations. € 24,90.

b u S I N E S S N A T I O N A A lXIV

Page 15: business nationaal 2 2011

Het aantal winkels, horecagelegenheden en benzinepompen waar klanten met het nieuwe pinnen betalen – met de chip op de betaalpas in plaats van de magneetstrip – groeit snel. Miriam Osten van de Stichting bevorderen Efficiënt betalen prijst het tempo waarin ondernemers omschakelen, maar wijst wel op de vereiste verbinding. ‘Wij adviseren ondernemers af te zien van het zogenaamde inbellen. Kies liever breedband, dat is sneller en goedkoper. En opzien tegen het omzetten is echt niet nodig.’

De aangewezen snellere en goedkopere verbinding voor het nieuwe pinnen is een breedbandverbinding. Naast de voordelen kent overstappen echter ook een nadeel: de omschakeling zelf. Veel ondernemers zien daar tegenop en zijn bang voor het uit-vallen van pinbetalingen. Volgens Osten is die vrees ongegrond: ‘Er is voldoende ervaring bij breedbandinstallateurs om de om-schakeling vlot te laten verlopen.’

Transactie van paar tellenDAVO Groep (dealer van Peugeot en Citroën in de regio Haag-landen en Rijnmond) en Wittebrug Autogroep (dealer van Audi, VW en Seat in de regio Haaglanden) zijn onlangs overgestapt op breedband. Rick Heemskerk, systeembeheerder: ‘Onze bank wees ons erop dat het tijd was om de betaalautomaten geschikt te maken voor het nieuwe pinnen. Deels kon worden volstaan met een upgrade van de software, een aantal automaten hebben we moeten vervangen. Helaas kregen we na de upgrade klachten van enkele vestigingen. De transactietijd voor een pinbetaling duurde via inbellen te lang, soms tot wel 40 seconden. Voor ons is dat niet acceptabel; reden dus om er iets aan te doen. Gelukkig waren alle betaalautomaten al geschikt voor breedband, een breedbandinstallateur heeft voor de omzetting gezorgd. We wa-ren maar een kwartiertje uit de lucht. Direct na het overstappen is het verschil te merken. De transactietijd bedraagt nog maar enkele seconden.’

Honderden euro’s besparenBreedband biedt meer mogelijkheden, zoals het integreren van bellen, internet, faxen en het alarmsysteem. Heemskerk: ‘Inmid-dels zijn we nog een stap verder gegaan en hebben het breed-bandabonnement uitgebreid naar een pin- en surfabonnement. Voordeel is dat we onze klanten nu ook Wifi kunnen aanbieden.’Osten: ‘Pinnen met breedband is ook goedkoper, omdat het starttarief en de gesprekskosten vervallen. Dat kan een jaarlijkse besparing opleveren van honderden euro’s.’ Zij adviseert onder-nemers hun wensen op het gebied van service en deskundigheid vooraf te bepalen. ‘Weeg bij de keuze af hoeveel service u wilt hebben en hoe belangrijk snelle hulp bij storingen is. De goed-koopste aanbieder van een internetverbinding zal minder garan-tie geven dan een wat duurdere met een extra servicecontract.’�

breedband beter dan inbellen

Het nieuwe pinnen verspreidt zich over Nederland

BEDriJfSProfiEl

GEEN ZORGENOp www.hetnieuwepinnen.nl staat een overzicht van breedbandinstallateurs die zich richten op relatief eenvoudige omzettingen (alleen pinnen) en die ook complexere omzettingen kunnen uitvoeren vanuit een analyse van de totale infrastructuur.

Rick Heemskerk: ‘Direct na het overstappen is het verschil te merken.’

Foto

: Hes

ter D

ijkst

ra

b u S I N E S S N A T I O N A A l XV

Page 16: business nationaal 2 2011

Altijd de zAAk bij de hAndWerkBox werkt met je mee. Want WerkBox van Ricoh is speciaal ontwikkeld

voor ondernemers die meer willen met minder tijd. Met WerkBox kunt u

werken waar en wanneer u wilt, heeft u altijd de juiste documenten bij de

hand en zorgt zo voor meer efficiency in uw bedrijf. Dat levert u tijd en dus

winst op, zonder investeringskosten en al vanaf 35 euro per maand. Dus

maak uw hele zaak mobiel met WerkBox en ga meteen naar www.ricoh.nl/

werkbox of bel met het Ricoh Document Center bij u in de buurt. Kijk voor

alle adressen op www.ricoh-documentcenter.nl of bel 073 - 645 26 60.

Ricoh Document Centers

Ricoh_Ad_WerkBox_215x285_RDC.indd 1 08-04-11 14:01