Brief Aan NCG 08-06-2015

download Brief Aan NCG 08-06-2015

of 4

description

Brief van voorzitters Dialoogtafel, Jan Kamminga & Jacques Wallage, aan Nationaal Coördinator Groningen; de heer H. Alders

Transcript of Brief Aan NCG 08-06-2015

  • Van : voorzitters Dialoogtafel Aan: Nationaal Cordinator Groningen Jan Kamminga & Jacques Wallage De heer H. Alders

    Groningen, 8 juni 2015 Geachte heer Alders,

    Sinds 1 juni bent u officieel als Nationaal Cordinator Groningen (NCG) begonnen. Wij kijken uit naar de samenwerking met u in het vertrouwen dat we daar de komende maanden gezamenlijk, en met de lessen uit onze evaluatie, een werkbare formule voor vinden. Vooruitlopend daarop willen we via deze brief het urgente probleem rond de schadeafwikkeling met u delen. Wij zullen zo snel mogelijk terug komen op de andere urgente kwesties waarbij het tempo van het veiliger maken van woningen, en de ontwikkeling van de woningmarkt inclusief de mogelijkheden voor een opkoopregeling, hoog genoteerd staan. Ook zullen nadere afspraken moeten worden gemaakt over leefbaarheid, waardevermeerdering en andere onderwerpen , die tot op dit moment - ook qua uitvoering- aan de Tafel zijn toevertrouwd. De centrale opgave voor de NCG is, zo hebben wij in de stukken van de minister gelezen, het ontwerp en de aansturing van een programma Aardbevingsbestendig en kansrijk Groningen. Daarbij gaat het om maatregelen en voorzieningen voor het bouwkundig - en preventief versterken van gebouwen, het in combinatie daarmee verduurzamen van woningen en het verbeteren van de leefbaarheid en de versterking van de economie in de regio. Dit is een heel forse opgave. Maar de meest urgente opgave mist in deze opsomming: namelijk het effectief en reel oplossen van alle schade die door gaswinning is en wordt veroorzaakt! Door de minister wordt het beeld geschetst dat de schadeafhandeling door de komst van het Centrum Veilig Wonen (CVW) onder controle is en goed verloopt. Veel bewoners van het gebied herkennen zich niet in dat beeld. Kwantitatief en kwalitatief verloopt de schadeafhandeling niet dusdanig dat we dat hoofdstuk kunnen sluiten en over kunnen gaan naar een breder focus op de toekomst van het gebied. Wat is de omvang van de schadeproblematiek? De impact die het heeft op het dagelijks leven van onze inwoners is moeilijk te meten. De Dialoogtafel laat momenteel een eerste klanttevredenheidsonderzoek uitvoeren naar de schadeafhandeling door de NAM maar de resultaten daarvan zijn nog niet binnen. Tot die tijd moeten we het doen met het aantal schademeldingen, de doorlooptijden, de succesvol afgeronde cases en de vele signalen, die de Dialoogtafel van de bewoners krijgt. De NAM heeft op 2 juni 2015 een recent overzicht geleverd van de stand van zaken. Daaruit blijkt dat het totaal aantal meldingen voor de NAM (dus exclusief CVW meldingen) van week 33 in 2012 (Huizinge) tot en met week 22 in 2015 op 31.017 ligt. Het aantal meldingen waarbij nog een aanbieding moet worden gemaakt of waar nog geen akkoord is bereikt ligt op 8.550. Van die 8.550 zijn er 5.212 meldingen waar nog schaderapporten verstuurd moeten worden.

    Postadres : Postbus 610, 9700 AP Groningen Bezoekadres : Martinikerkhof 13 Groningen www.dialoogtafelgroningen.nl [email protected] [email protected] 050-7527102

  • Wij vinden dit forse aantallen waar we niet aan voorbij kunnen gaan. We willen niet de indruk wekken dat er alleen maar slecht nieuws is. De bulk kleine, overzichtelijke schades wordt 'ruimhartig' vergoed. Daarmee worden in absolute aantallen veel schades binnen redelijke termijn afgewikkeld. Overigens betekent dat niet dat iedere afgewikkelde schade, een naar tevredenheid afgewikkelde schade is. Hoeveel mensen capituleren ergens in het proces? Geen tijd, zin of energie meer. Het echte probleem zit in de grotere schades, multi-causale schades, monumentale schades en bedrijfsschades. Vooral bij deze schades wordt het ongemak sterk gevoeld: Het is de NAM die de schade veroorzaakt maar ook de NAM die de schade beoordeelt en de NAM die de verdere (escalatie)procedures bepaalt. Dit geldt voor directe bevingsschade aan gebouwen (scheuren e.d.) maar ook voor het vaststellen van geleden bedrijfsschade, het proces van nieuwbouw/sloop, het vaststellen van de waardedaling, enz. Zolang deze verantwoordelijkheden niet effectief door u worden overgenomen blijven de bewoners van het aardbevingsgebied met deze onacceptabele situatie zitten. Een keus hebben ze daarbij niet ! Natuurlijk kan men altijd naar de rechter. En - zo benadrukt de minister keer op keer - dat heeft nog niemand gedaan. Nee. De procedures die de NAM voorschrijft duren makkelijk twee jaar. Na Huizinge is nog maar een klein aantal claimanten op het punt beland dat de NAM-procedure nergens meer in voorziet en de gang naar de rechter openstaat. Dit is voor de meeste mensen nogal een stap, maar we weten dat inmiddels de eerste rechtszaken worden voorbereid. Wat wilt, kunt en gaat u als Nationaal Cordinator doen om dit wezenlijk te veranderen? Wij zijn er namelijk van overtuigd dat interventies in het schadeherstel niet los te zien zijn van het programma Aardbevingsbestendig en kansrijk Groningen. Om meerdere redenen is dat niet mogelijk. Om te beginnen is in de praktijk de scheiding tussen schadeherstel en verstevigen moeilijk te maken. Hoewel de NAM officieel uitgaat van het beginsel schade=schade komen uit de praktijk steeds opnieuw signalen dat in de aanpak wel degelijk een onderscheid wordt gemaakt tussen schade boven en onder het maaiveld. Voor bewoners is ook de niet direct waarneembare schade aan de fundering of in de draagconstructie wel degelijk gewoon schade. Het gaat dan om scheuren die je in de kruipruimte of op een ladder wel kunt zien. De Onafhankelijke Raadsman schrijft in zijn jaarverslag 2014: Een groeiend aantal klachten gaat over het feit dat NAM vanuit het schadedossier geen schade mee wil nemen waarbij ook bouwkundige versterking nodig is, bijvoorbeeld aan de fundering. () Dit wordt in bijna alle gevallen categorisch afgewezen door NAM als onderdeel van het schadeafhandelingstraject, zelfs als herstel zonder bouwkundige versterking niet opportuun zou zijn. Schade is schade, die wil je als bewoner/huiseigenaar gerepareerd of vergoed hebben. Zij kopen niets voor de uitleg dat bepaalde schade niet wordt meegenomen in het herstel omdat reparatie zou vallen onder een andere werkstroom, namelijk bouwkundig versterken. Of dat de schade wordt opgenomen als zogenaamde niet-bevingsgerelateerde C-schade waar jezelf verantwoordelijk voor bent. Als je niet tekent krijg je helemaal niks vergoed, als je er wel voor tekent loop je het risico dat je daarmee erkend zou worden dat de C-schades eigen gebrek of achterstallig onderhoud zijn. Bovendien zijn alle bijkomende kosten die niet in het schaderapport staan voor eigen rekening. De juridische en financile consequenties daarvan kunnen bewoners niet overzien en dat maakt ze onzeker. De mogelijkheid bestaat met de NAM tot overeenstemming te komen over A en B schade, maar het verschil van mening overeind te houden over de C schade . Maar veel bewoners kunnen de juridische consequenties onvoldoende overzien en worden in de afweging daarbij niet door onafhankelijke deskundigen begeleid. Dan de tweede en misschien wel belangrijkste reden om te versterken in samenhang met schadeherstel. Dat is het terugdringen van het aantal (vrijwel altijd stressvolle) keren dat bij bewoners een aannemer over de vloer komt. Bij een strikte scheiding van werkstromen (schadeherstel en bouwkundig versterken) loopt een flink aantal bewoners het risico zelfs meer dan twee keer zon periode door te maken. Immers, niet iedereen is direct aan de beurt bij het verstevigen, maar de bevingen met schades als gevolg gaan wel gewoon door. Van het begin af aan heeft de Dialoogtafel gehamerd op de noodzaak schadeherstel, het veiliger maken en het verduurzamen als n proces te organiseren. Van zon samenhangende aanpak is nog steeds geen sprake.

  • Tot slot, om constructief samen met de inwoners en maatschappelijke organisaties van het gebied aan een nieuwe toekomst te kunnen bouwen is vertrouwen nodig. Vertrouwen n positieve energie. In plaats daarvan overheerst nu wantrouwen en moedeloosheid of frustratie door de jarenlange strijd met de NAM over de schades in al zijn facetten. Ook de Onafhankelijke Raadsman concludeert in zijn rapport dat NAM medewerkers weliswaar hard hebben gewerkt maar dat toch moet worden geconstateerd dat de onvrede en het wantrouwen tegenover NAM in het afgelopen jaar niet zijn afgenomen, maar eerder zijn toegenomen. Ook de directeur van het CVW heeft gesignaleerd dat de mate waarin zijn medewerkers geconfronteerd worden met felle emoties, soms bijna neigend naar agressie, aan het toenemen is. Onze boodschap is dat het succes van het programma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen in hoge mate afhankelijk is van wat duizenden schademelders en hun omgeving daadwerkelijk aan verandering in het schadeproces gaan zien en merken. Alleen door grondig in te grijpen in het proces van schade herstel ontstaat een basis voor een met herstel en verduurzaming samenhangend proces van versteviging. Zonder ingrepen in het schadeherstel wordt dat straks verstevigen op drijfzand. Veranderingen teweeg brengen kan alleen wanneer u ook daadwerkelijk de beoogde doorzettingsmacht heeft om zaken op redelijk korte termijn te forceren. Te lang is er al gestudeerd, overlegd, en gerekend. Frustraties, boosheid en verdriet lopen op. Het is tijd voor concrete acties en daarom zullen wij zo duidelijk mogelijk zijn in de interventies die wij aan u, de Nationaal Cordinator, voorstellen. Om te beginnen vragen wij uw aandacht voor de grondhouding bij de afhandeling van schade. De schadeafhandeling wordt momenteel breed ervaren als een permanente onderhandeling tussen schadeveroorzaker en gedupeerden. Bewoners voelen het vaak zo dat de NAM gedupeerde particulieren en organisaties met een wantrouwende grondhouding tegemoet treedt en er voortdurend rekening mee houdt dat men onrechtmatige claims neerlegt. Een fair uitgangspunt zou zijn er van uit te gaan dat gedupeerden ongewild en buiten hun macht geconfronteerd worden met directe en indirecte schade en dat deze ruimhartig vergoed moet worden. Ook hier geldt: om vertrouwen te winnen moet je vertrouwen geven. Naast dit basis principe stellen wij voor dat de Nationaal Cordinator Groningen: 1. Het tot zijn taak en mede verantwoordelijkheid rekent om te zorgen dat de NAM de resterende dossiers binnen een half jaar tot een oplossing te brengt. Ook waar sprake is van multi causale schades of anderszins complexe schades. Met andere woorden: voor het eind van dit jaar moet er voor alle schademeldingen die bij de NAM zijn gedaan (dus alle schademeldingen tot 31/12/14) minimaal een plan van aanpak klaar zijn, geaccordeerd en gereed voor uitvoering. De NAM heeft toegezegd dit binnen deze termijn te kunnen en zullen doen. 2. Het tot zijn taak en verantwoordelijkheid rekent om, binnen datzelfde half jaar, alle benodigde regelingen tot stand te brengen die nodig zijn voor een adequate schadeafhandeling. Wanneer overheden en NAM niet in staat zijn binnen deze termijn (voor 1/1/16) een redelijke regeling voor o.a. achterstallig onderhoud, eigen gebrek, zettingsschade, koop/sloop/nieuwbouw en waardedaling te implementeren dan ligt het financile risico bij overheden en NAM. Het kan niet zo zijn dat bewoners door het ontbreken van die regelingen nog langer moeten wachten of grote financile risicos moeten gaan lopen. 3. Ervoor zorgt dat bij alle schades die meer zijn dan lichte scheuren in het pleisterwerk, een integrale aanpak wordt aangeboden (de drieslag). Schadeherstel, bouwkundig versterken en verduurzamen. Laat dit cordineren door zaakbegeleiders die bewoners in het traject zo veel als redelijkerwijs mogelijk is gaan ontzorgen. Waar nodig procedures 'overnemen' namens en in belang van de claimant. 4. Een nieuwe procedure vast stelt die gehanteerd kan worden in geval er geschillen in de schadeafhandeling/c.q. de integrale aanpak (drieslag) ontstaan. De procedures voor contra-expertise moeten versneld, versimpeld en onafhankelijk worden. Hoewel de NAM officieel de afweging om van de contra-expertise gebruik te maken bij de claimant legt en hen daarbij niets in de weg wil leggen ervaren veel bewoners dat anders. Ze voelen druk om van second opinions af te zien en in elk geval zijn de procedures niet klantvriendelijk, om het voorzichtig uit te drukken. 5. Het CVW als zijn uitvoeringsdienst -de uitvoerende tak van de overheidsdienst- in zijn geheel gaat overnemen van de NAM. Als Tafel hebben wij vorig jaar hard gestreden voor een onafhankelijke uitvoeringsorganisatie. Maar er kwam een uitvoeringsorganisatie op afstand, en onder aansturing van de NAM. Dat werken van het CVW binnen door de NAM bepaalde kaders blijft grote vragen oproepen:

  • principieel, praktisch en ook als het om de beeldvorming gaat. Het CVW hoort in onze ogen de uitvoeringsdienst van de Nationaal Cordinator te worden. Alleen dan kan het de publieke taak en functie die we allemaal van het centrum verwachten zuiver uitvoeren. Zolang het CVW contractueel verbonden blijft aan de NAM worden de voordelen van een professionele zelfstandige uitvoeringsorganisatie onvoldoende gencasseerd. Bovendien zullen bewoners doen en laten van het CVW altijd bezien vanuit de kaderstellende verantwoordelijkheid die de NAM voor het CVW heeft. Dat is onwenselijk. Naar ons oordeel behoort de Nationaal Cordinator na overleg met de samenleving de kaders en het beleid te bepalen en is hij verantwoordelijk voor de uitvoering. Beleid en uitvoering kunnen, zeker hier, alleen door een intensieve wisselwerking en eenduidige aansturing effectief en efficint zijn. Dat vraagt een andere plaatsbepaling van het CVW. 6. Het CVW moet, in welke positie dan ook, in ieder geval in staat gesteld worden versneld het aan Tafel afgesproken Programma van Eisen voor schadeherstel in te voeren. Dat betekent het snel invoeren van gesegmenteerde protocollen (boerderijen, monumenten, bedrijfspanden, complexe schades) door te ontwikkelen naar maatwerkprotocollen (de 'individuele proceskaarten'). Meer ruimte voor begeleiding en ontzorgen van bewoners en de mogelijkheid voor het invoeren van een standaard oplevermoment. Dit zijn Zes concrete punten en n basis principe, nl de noodzakelijke bejegening van bewoners. En allemaal, zo zal u ongetwijfeld door velen verzekerd worden, grenzen ze aan het onmogelijke. Maar de ervaring van de Dialoogtafel van het afgelopen jaar leert dat voor het herstel van vertrouwen deze punten randvoorwaardelijk zijn. De doorzettingsmacht en de bevoegdheden van u als Nationaal Cordinator kunnen een beslissende rol spelen door juist bij de wortel van het probleem te beginnen. De omkering van de bewijslast is mogelijk een behulpzame stap, maar is op zichzelf niet voldoende en de daarvoor noodzakelijk wettelijk basis is niet op korte termijn beschikbaar. Wij beseffen dat ook u als Nationaal Cordinator, met welke doorzettingsmacht of bevoegdheden dan ook, deze opgave niet alleen tot een goed einde kan brengen. De overheden hebben hun akkoord gesloten, de maatschappelijke organisaties aan Tafel hebben hun medewerking toegezegd om u in staat te stellen bovengenoemde punten en alle andere benodigde interventies te kunnen doen. Een kennismaking van u met de Dialoogtafel staat inmiddels gepland voor 15 juni. Wij zijn verheugd dat dit zo snel zal plaatsvinden en stellen voor dat moment ook te benutten om te spreken over onze voorstellen in deze brief en onze eerste afspraken te maken. Wij kijken uit naar dat gesprek! Tot slot, het is niet gelukt om met de NAM overeenstemming over deze brief te bereiken. Omdat het daarmee geen brief kan worden van de volledige Dialoogtafel is besloten dat de voorzitters van de Dialoogtafel voor de inhoud de verantwoordelijkheid nemen. Met vriendelijke groet, Jan Kamminga Jacques Wallage