de Hebreeën-brief (20)

43
de Hebreeën-brief (20 1 3 april 2014 Rijnsburg

description

de Hebreeën-brief (20). 3 april 2014 Rijnsburg. De vorige keer.... "Hebbende dus broeders" (10:19) volle vrijmoedigheid tot het ingaan in de heiligdommen(:19) een grote priester over het huis Gods (:21) laten wij naderen in volle verzekerdheid van geloof (22) = t.o.v. God - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of de Hebreeën-brief (20)

Page 1: de Hebreeën-brief (20)

1

de Hebreeën-brief (20)

3 april 2014Rijnsburg

Page 2: de Hebreeën-brief (20)

2

De vorige keer....

"Hebbende dus broeders" (10:19)• volle vrijmoedigheid tot het ingaan in de

heiligdommen(:19)• een grote priester over het huis Gods (:21)

laten wij naderen in volle verzekerdheid van geloof (22) = t.o.v. God

laten we vasthouden de belijdenis van de hoop (:23) = t.o.v. het volk

laten we acht geven op elkaar tot aanvuring van liefde (:24) = t.o.v. medegelovigen

Page 3: de Hebreeën-brief (20)

3

Hebreeën 1024 En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken.

Page 4: de Hebreeën-brief (20)

4

Hebreeën 1024 En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken.

lett. aanscherping van liefde

Page 5: de Hebreeën-brief (20)

5

Hebreeën 1024 En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken.

= wat gedaan wordt in liefde (agapé)

Page 6: de Hebreeën-brief (20)

6

Hebreeën 1025 Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.

lett. niet verzuimende> acht geven op elkaar en aanscherpen (:24)

Page 7: de Hebreeën-brief (20)

7

Hebreeën 1025 Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.

lett. de onderlinge bijeenkomst >

Page 8: de Hebreeën-brief (20)

8

Gr. epi-sunagogé

2x in NT: 2Thes.2:1

Page 9: de Hebreeën-brief (20)

9

Hebreeën 1025 Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.

lett. aan het lot overlatentegenover: acht geven op (:24)

Page 10: de Hebreeën-brief (20)

10

Hebreeën 1025 Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.

Page 11: de Hebreeën-brief (20)

11

Mat. 27:15Nu was de stadhouder bij elk feest gewoon een gevangene, ter keuze van de schare, los te laten.

Luc. 2:42En toen Hij twaalf jaar was geworden en zij, zoals dit bij het feest gebruikelijk was, optrokken,

Luc. 4:16En hij kwam te Nazaret, waar Hij opgevoed was, en Hij ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen.

Page 12: de Hebreeën-brief (20)

12

Luc. 22:39En Hij verliet de stad en ging, zoals Hij gewoon was, naar de Olijfberg. En ook zijn discipelen volgden Hem.

Hand. 16:21en zij verkondigen zeden, die wij als Romeinen niet mogen aanvaarden of volgen.

Hand. 17:2En Paulus ging, zoals hij gewoon was, daar binnen en behandelde drie sabbatten achtereen met hen gedeelten uit de Schriften,

Page 13: de Hebreeën-brief (20)

13

Hand. 21:21... nu heeft men hun van u verteld (Gr. katecheo = onderrichten), dat gij alle Joden onder de heidenen afval van Mozes leert, door te zeggen, dat zij hun kinderen niet behoeven te besnijden, noch naar de gebruiken te leven.

1Kor. 11:16Maar, indien het er iemand om te doen is gelijk te hebben, wij hebben zulk een gewoonte niet, en evenmin de gemeenten Gods.

Page 14: de Hebreeën-brief (20)

14

Hebreeën 1025 Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.

St.Vert. vermanen

Page 15: de Hebreeën-brief (20)

15

Hebreeën 1025 Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.

welke dag? >

Page 16: de Hebreeën-brief (20)

16

"de dag" =

• "Een vreselijk uitzicht op het oordeel en de felheid van een vuur, dat de weerspannigen zal verteren" (10:27)

• "de Here zal ZIJN VOLK oordelen" (10:30)• "nog een korte, korte tijd" (10:37)

Page 17: de Hebreeën-brief (20)

17

Hebreeën 1025 Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.

Page 18: de Hebreeën-brief (20)

18

Hebreeën 1026 Want indien wij opzettelijk zondigen, nadat wij tot erkentenis der waarheid gekomen zijn, blijft er geen offer voor de zonden meer over,

Lett. want ons vrijwillig zondigen

= met het oog op de naderende dag

Page 19: de Hebreeën-brief (20)

19

Hebreeën 1026 Want indien wij opzettelijk zondigen, nadat wij tot erkentenis der waarheid gekomen zijn, blijft er geen offer voor de zonden meer over,

= de Zoon van God met voeten treden (10:29)

Page 20: de Hebreeën-brief (20)

20

Hebreeën 1026 Want indien wij opzettelijk zondigen, nadat wij tot erkentenis der waarheid gekomen zijn, blijft er geen offer voor de zonden meer over,

Page 21: de Hebreeën-brief (20)

21

Hebreeën 1026 Want indien wij opzettelijk zondigen, nadat wij tot erkentenis der waarheid gekomen zijn, blijft er geen offer voor de zonden meer over,

HET OFFER verwierp men en de offerdienst in Jeruzalem zou verdwijnen... Welk offer blijft dan nog over?

Page 22: de Hebreeën-brief (20)

22

Hebreeën 1027 maar een vreselijk uitzicht op het oordeel en de felheid van een vuur, dat de wederspannigen zal verteren.

Page 23: de Hebreeën-brief (20)

23

Hebreeën 1027 maar een vreselijk uitzicht op het oordeel en de felheid van een vuur, dat de wederspannigen zal verteren.

niet 'de hel' maar de verwoesting van Jeruzalem in 70 AD.

Page 24: de Hebreeën-brief (20)

24

Hebreeën 1028 Indien iemand de wet van Mozes terzijde heeft gesteld, wordt hij zonder mededogen gedood op het getuigenis van twee of drie personen.

Page 25: de Hebreeën-brief (20)

25

Page 26: de Hebreeën-brief (20)

26

Hebreeën 1028 Indien iemand de wet van Mozes terzijde heeft gesteld, wordt hij zonder mededogen gedood op het getuigenis van twee of drie personen.

Page 27: de Hebreeën-brief (20)

27

Hebreeën 1029 Hoeveel zwaarder straf, meent gij, zal hij verdienen, die de Zoon van God met voeten heeft getreden, het bloed des verbonds, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht en de Geest der genade gesmaad heeft?

Page 28: de Hebreeën-brief (20)

28

Hebreeën 1029 Hoeveel zwaarder straf, meent gij, zal hij verdienen, die de Zoon van God met voeten heeft -getreden, het bloed des verbonds, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht en de Geest der genade gesmaad heeft?

6:6 de Zoon van God opnieuw kruisigenvolk deed het ooit in onwetend, de naam-belijder bewust

Page 29: de Hebreeën-brief (20)

29

Hebreeën 1029 Hoeveel zwaarder straf, meent gij, zal hij verdienen, die de Zoon van God met voeten heeft getreden, het bloed des verbonds, waardoor hij geheiligd was, onrein -geacht en de Geest der genade gesmaad heeft?

Page 30: de Hebreeën-brief (20)

30

Hebreeën 1029 Hoeveel zwaarder straf, meent gij, zal hij verdienen, die de Zoon van God met voeten heeft getreden, het bloed des verbonds, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht en de Geest der genade -gesmaad heeft?

Page 31: de Hebreeën-brief (20)

31

Hebreeën 1030 Want wij weten, wie gezegd heeft:

Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden!

En wederom: De Here zal zijn volk oordelen.

Page 32: de Hebreeën-brief (20)

32

Hebreeën 1030 Want wij weten, wie gezegd heeft:

Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden!

En wederom: De Here zal zijn volk oordelen.

Deuteronomium 32:35

= herstellen van recht> 'kam' = opstaan

Page 33: de Hebreeën-brief (20)

33

Hebreeën 1030 Want wij weten, wie gezegd heeft:

Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden!

En wederom: De Here zal zijn volk oordelen.

Deuteronomium 32:36Hebr: rechtdoen

Page 34: de Hebreeën-brief (20)

34

Hebreeën 1031 Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God!

maar...

2Samuël 24:14Toen zeide David tot Gad: Het is mij zeer bang te moede; laat ons toch vallen in de hand des HEREN, want zijn barmhartigheid is groot; maar laat mij niet vallen in de hand der mensen.

Page 35: de Hebreeën-brief (20)

35

Hebreeën 1032 Herinnert u de dagen van weleer, toen gij, na verlicht te zijn, zo menigmaal lijden doorworsteld hebt,

"naar de tijd gerekend leraars behoorde te zijn"; 5:12

Page 36: de Hebreeën-brief (20)

36

Hebreeën 1032 Herinnert u de dagen van weleer, toen gij, na verlicht te zijn, zo menigmaal lijden doorworsteld hebt,

Page 37: de Hebreeën-brief (20)

37

Hebreeën 1033 hetzij zelf een schouwspel van smaad en verdrukking, hetzij deelnemende aan het lot van hen, die in zulk een toestand verkeerden.

Page 38: de Hebreeën-brief (20)

38

Hebreeën 1033 hetzij zelf een schouwspel van smaad en verdrukking, hetzij deelnemende aan het lot van hen, die in zulk een toestand verkeerden.

Page 39: de Hebreeën-brief (20)

39

Hand. 22:19

En ik (=Paulus) zeide: Here, zij weten zelf, dat ik het was, die hen, die in U geloofden, liet gevangen zetten en in de synagogen geselen...

Page 40: de Hebreeën-brief (20)

40

Hebreeën 1034 Want gij hebt met de gevangenen mede geleden en de roof van uw bezit blijmoedig aanvaard, want gij wist, dat gijzelf een beter en blijvend bezit hebt.

Page 41: de Hebreeën-brief (20)

41

Hebreeën 1034 Want gij hebt met de gevangenen mede geleden en de roof van uw bezit blijmoedig aanvaard, want gij wist, dat gijzelf een beter en blijvend bezit hebt.

Sinaïticus en Vaticanus:

Page 42: de Hebreeën-brief (20)

42

Hebreeën 1034 Want gij hebt met de gevangenen mede geleden en de roof van uw bezit blijmoedig aanvaard, want gij wist, dat gijzelf een beter en blijvend bezit hebt.

Page 43: de Hebreeën-brief (20)

43

Hebreeën 1034 Want gij hebt met de gevangenen mede geleden en de roof van uw bezit blijmoedig aanvaard, want gij wist, dat gijzelf een beter en blijvend bezit hebt.