de Hebreeën-brief (24)

65
de Hebreeën-brief (24 1 5 juni 2014 Rijnsburg

description

de Hebreeën-brief (24). 5 juni 2014 Rijnsburg. Terugblik Hebreeën 11:1 Geloof nu is A. een aanname van wat men verwacht en B. een overtuiging van zaken die men niet ziet . A. :8-22 Geloof ziet voorwaarts ("verwachtend de stad") > Abraham (4x) , Sara, Izaak, Jakob en Jozef - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of de Hebreeën-brief (24)

Page 1: de Hebreeën-brief  (24)

1

de Hebreeën-brief (24)

5 juni 2014Rijnsburg

Page 2: de Hebreeën-brief  (24)

2

Terugblik

Hebreeën 11:1

Geloof nu is A. een aanname van wat men verwacht enB. een overtuiging van zaken die men niet ziet.

A. :8-22Geloof ziet voorwaarts ("verwachtend de stad")> Abraham (4x), Sara, Izaak, Jakob en Jozef

B. :23-31Geloof ziet opwaarts ("ziende de Onzienlijke")> Mozes (4x), Jozua, Rachab

Page 3: de Hebreeën-brief  (24)

3

Hebreeën 1122 Door het geloof heeft Jozef aan het einde van zijn leven gewaagd van de uittocht der kinderen Israels en voorschriften gegeven over zijn gebeente.

= overlijdende

Page 4: de Hebreeën-brief  (24)

4

Hebreeën 1122 Door het geloof heeft Jozef aan het einde van zijn leven gewaagd van de uittocht der kinderen Israels en voorschriften gegeven over zijn gebeente.

Page 5: de Hebreeën-brief  (24)

5

24 En Jozef zeide tot zijn broeders: Ik ga sterven (lett. ik sterf); God zal zeker naar u omzien en u UIT DIT LAND VOEREN naar het land, dat Hij Abraham, Isaak en Jakob onder ede beloofd heeft.

Genesis 50

Page 6: de Hebreeën-brief  (24)

6

Hebreeën 1122 Door het geloof heeft Jozef aan het einde van zijn leven gewaagd van de uittocht der kinderen Israels en voorschriften gegeven over zijn gebeente.

Genesis 50 >>

Page 7: de Hebreeën-brief  (24)

7

25 En Jozef deed de zonen van Israel zweren: God zal zeker naar u omzien; dan zult gij mijn gebeente van hier meevoeren. 26 En Jozef stierf, honderd en tien jaar oud, en men balsemde hem, en hij werd in een kist gelegd, in Egypte.

Genesis 50ARON > elders 'ark'

Page 8: de Hebreeën-brief  (24)

8

19 En Mozes nam het gebeente van Jozef mee, omdat deze de zonen van Israel plechtig had doen zweren: God zal zeker naar u omzien, dan zult gij mijn gebeente vanhier met u meevoeren.

Exodus 13

Page 9: de Hebreeën-brief  (24)

9

Hebreeën 1123 Door het geloof is Mozes na zijn geboorte drie maanden door zijn ouders verborgen gehouden, omdat zij zagen, dat hij een schoon kind was, en zij hebben het bevel des konings niet gevreesd. lett. vaders

Page 10: de Hebreeën-brief  (24)

10

Hebreeën 1123 Door het geloof is Mozes na zijn geboorte drie maanden door zijn ouders verborgen gehouden, omdat zij zagen, dat hij een schoon kind was, en zij hebben het bevel des konings niet gevreesd.

Hand.7:20 (Stefanus):"mooi voor God"

Page 11: de Hebreeën-brief  (24)

11

20 Te dien tijde werd Mozes geboren en hij was SCHOON VOOR GOD; drie maanden werd hij opgevoed in zijns vaders huis.

Handelingen 7

Page 12: de Hebreeën-brief  (24)

12

Hebreeën 1123 Door het geloof is Mozes na zijn geboorte drie maanden door zijn ouders verborgen gehouden, omdat zij zagen, dat hij een schoon kind was, en zij hebben het bevel des konings niet gevreesd.

Page 13: de Hebreeën-brief  (24)

13

Hebreeën 1124 Door het geloof heeft Mozes, volwassen geworden, geweigerd door te gaan voor een zoon van Farao's dochter,

lett. groot wordend

> ook groot qua positie

Page 14: de Hebreeën-brief  (24)

14

Hebreeën 1124 Door het geloof heeft Mozes, volwassen geworden, geweigerd door te gaan voor een zoon van Farao's dochter,

Page 15: de Hebreeën-brief  (24)

15

21 En toen hij te vondeling was gelegd, nam de dochter van Farao hem aan en liet hem als haar eigen zoon opvoeden. 22 En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren en was machtig in zijn woorden en werken.

Handelingen 7

Page 16: de Hebreeën-brief  (24)

16

Hebreeën 1125 maar hij heeft liever met het volk Gods kwaad verdragen, dan tijdelijk van de zonde te genieten;

niet: zijn volk!

Page 17: de Hebreeën-brief  (24)

17

Hebreeën 1125 maar hij heeft liever met het volk Gods kwaad verdragen, dan tijdelijk van de zonde te genieten;

> zijn hoge positie aan het hof

Page 18: de Hebreeën-brief  (24)

18

Hebreeën 1126 en hij heeft de smaad van Christus groter rijkdom geacht dan de schatten van Egypte, want hij hield de blik gericht op de vergelding.

Page 19: de Hebreeën-brief  (24)

19

Hebreeën 1126 en hij heeft de smaad van Christus groter rijkdom geacht dan de schatten van Egypte, want hij hield de blik gericht op de vergelding.

lett. keek weg van

Page 20: de Hebreeën-brief  (24)

20

Hebreeën 1127 Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, zonder de toorn des konings te duchten. Want hij bleef standvastig, als ziende de Onzienlijke.

Page 21: de Hebreeën-brief  (24)

21

Hebreeën 1127 Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, zonder de toorn des konings te duchten. Want hij bleef standvastig, als ziende de Onzienlijke.

veertig jaren...

Page 22: de Hebreeën-brief  (24)

22

Hebreeën 1128 Door het geloof heeft hij het Pascha gehouden en het bloed doen aanbrengen, opdat de verderver hun eerstgeborenen niet zou aanraken.

Page 23: de Hebreeën-brief  (24)

23

7 Vervolgens zal men van het bloed nemen en dit strijken aan de beide deurposten en de bovendorpel, aan die huizen, waarin men het eet.

Exodus 12

Page 24: de Hebreeën-brief  (24)

24

Hebreeën 1128 Door het geloof heeft hij het Pascha gehouden en het bloed doen aanbrengen, opdat de verderver hun eerstgeborenen niet zou aanraken.

vergl. Hebr.12:23"ekklesia van eerstgeborenen"

Page 25: de Hebreeën-brief  (24)

25

Hebreeën 1129 Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over droog land, terwijl de Egyptenaars, toen zij het ook beproefden, verzwolgen werden.

Page 26: de Hebreeën-brief  (24)

26

Hebreeën 1129 Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over droog land, terwijl de Egyptenaars, toen zij het ook beproefden, verzwolgen werden.

Page 27: de Hebreeën-brief  (24)

27

Hebreeën 1130 Door het geloof zijn de muren van Jericho neergestort, nadat het volk er zeven dagen lang omheen getrokken was.

Page 28: de Hebreeën-brief  (24)

28

Hebreeën 1130 Door het geloof zijn de muren van Jericho neergestort, nadat het volk er zeven dagen lang omheen getrokken was.

zevende dag: zeven keerzeven priesters, zeven ramshorens

Page 29: de Hebreeën-brief  (24)

29

Hebreeën 1131 Door het geloof is Rachab, de hoer, niet met de ongehoorzamen omgekomen, daar zij de verspieders met vrede had opgenomen.

naar de mens: landsverraad

Page 30: de Hebreeën-brief  (24)

30

Hebreeën 1131 Door het geloof is Rachab, de hoer, niet met de ongehoorzamen omgekomen, daar zij de verspieders met vrede had opgenomen.

Page 31: de Hebreeën-brief  (24)

31

Hebreeën 1132 En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten,

Page 32: de Hebreeën-brief  (24)

32

Hebreeën 1132 En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten,

vier richters... voordat Israël een Koninkrijk was

Page 33: de Hebreeën-brief  (24)

33

Hebreeën 1132 En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten,

Richt.6:1-8:35

Page 34: de Hebreeën-brief  (24)

34

Hebreeën 1132 En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten,

en DeborahRicht.4 & 5

Page 35: de Hebreeën-brief  (24)

35

Hebreeën 1132 En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten,

Richt.13-16

Page 36: de Hebreeën-brief  (24)

36

Hebreeën 1132 En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten,

Richt. 11 en 12

Page 37: de Hebreeën-brief  (24)

37

Hebreeën 1132 En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten,

de eerst verworpen koning

Page 38: de Hebreeën-brief  (24)

38

Hebreeën 1132 En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten,

de laatste richter en eerste profeet (Hand.13:20)

Page 39: de Hebreeën-brief  (24)

39

Hebreeën 1132 En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten,

Page 40: de Hebreeën-brief  (24)

40

Hebreeën 1133 die door het geloof koninkrijken onderworpen, gerechtigheid geoefend, de vervulling der belofte verkregen hebben, muilen van leeuwen dichtgesnoerd,

Page 41: de Hebreeën-brief  (24)

41

Hebreeën 1133 die door het geloof koninkrijken onderworpen, gerechtigheid geoefend, de vervulling der belofte verkregen hebben, muilen van leeuwen dichtgesnoerd,

Page 42: de Hebreeën-brief  (24)

42

Hebreeën 1133 die door het geloof koninkrijken onderworpen, gerechtigheid geoefend, de vervulling der belofte verkregen hebben, muilen van leeuwen dichtgesnoerd,

Page 43: de Hebreeën-brief  (24)

43

Hebreeën 1133 die door het geloof koninkrijken onderworpen, gerechtigheid geoefend, de vervulling der belofte verkregen hebben, muilen van leeuwen dichtgesnoerd,

Page 44: de Hebreeën-brief  (24)

44

Hebreeën 1134 de kracht van het vuur gedoofd hebben. Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen.

Page 45: de Hebreeën-brief  (24)

45

Hebreeën 1134 de kracht van het vuur gedoofd hebben. Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen.

Page 46: de Hebreeën-brief  (24)

46

Hebreeën 1134 de kracht van het vuur gedoofd hebben. Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen.

Page 47: de Hebreeën-brief  (24)

47

Hebreeën 1134 de kracht van het vuur gedoofd hebben. Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen.

Page 48: de Hebreeën-brief  (24)

48

Hebreeën 1134 de kracht van het vuur gedoofd hebben. Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen.

Page 49: de Hebreeën-brief  (24)

49

Hebreeën 1135 Vrouwen hebben haar doden uit de opstanding terugontvangen, anderen hebben zich laten folteren en van geen bevrijding willen weten, opdat zij aan een betere opstanding deel mochten hebben.

Page 50: de Hebreeën-brief  (24)

50

Hebreeën 1135 Vrouwen hebben haar doden uit de opstanding terugontvangen, anderen hebben zich laten folteren en van geen bevrijding willen weten, opdat zij aan een betere opstanding deel mochten hebben.

Page 51: de Hebreeën-brief  (24)

51

Hebreeën 1135 Vrouwen hebben haar doden uit de opstanding terugontvangen, anderen hebben zich laten folteren en van geen bevrijding willen weten, opdat zij aan een betere opstanding deel mochten hebben.

Page 52: de Hebreeën-brief  (24)

52

Hebreeën 1136 Anderen weder hebben hoon en geselslagen verduurd, daarenboven nog boeien en gevangenschap.

Page 53: de Hebreeën-brief  (24)

53

Hebreeën 1136 Anderen weder hebben hoon en geselslagen verduurd, daarenboven nog boeien en gevangenschap.

Page 54: de Hebreeën-brief  (24)

54

Hebreeën 1137 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling

Page 55: de Hebreeën-brief  (24)

55

Hebreeën 1137 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling

Page 56: de Hebreeën-brief  (24)

56

Hebreeën 1137 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling

Page 57: de Hebreeën-brief  (24)

57

Hebreeën 1137 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling

Page 58: de Hebreeën-brief  (24)

58

Hebreeën 1137 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling

Page 59: de Hebreeën-brief  (24)

59

Hebreeën 1137 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling

Page 60: de Hebreeën-brief  (24)

60

Hebreeën 1138 (de wereld was hunner niet waardig) zij hebben rondgedoold door woestijnen, en gebergten, in spelonken en de holen der aarde.

Page 61: de Hebreeën-brief  (24)

61

Hebreeën 1138 (de wereld was hunner niet waardig) zij hebben rondgedoold door woestijnen, en gebergten, in spelonken en de holen der aarde.

Page 62: de Hebreeën-brief  (24)

62

Hebreeën 1139 Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen,

Page 63: de Hebreeën-brief  (24)

63

Hebreeën 1139 Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen,

Page 64: de Hebreeën-brief  (24)

64

Hebreeën 1140 daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen.

Page 65: de Hebreeën-brief  (24)

65

Hebreeën 1140 daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen.