Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

24
Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer

Transcript of Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Page 1: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014

Flexibilisering

Johan Zwemmer

Page 2: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Arbeidsrechtelijke driehoeksverhoudingen

Uitzending

Detachering

Payrolling

2

Page 3: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Artikel 7:610 BW:

“De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.”

Dwingendrechtelijke definitie en geen schriftelijke overeenkomst vereist want (wetgever 1907): “gij kunt zooveel regels van aanvullend recht ten behoeve der arbeiders verzinnen als gij wilt; het zal u niets baten; de werkgever legt hun een contract voor, waarbij zij van hunne rechten afstand doen; wanneer zij hebben geteekend - en zij zullen altijd teekenen behalve in tijden van werkstaking - dan blijft er van al hunne rechten niets over.”

Page 4: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

4

De uitzendovereenkomst (7:690, 691, 692 BW, Bijlage B, Waadi)

Werknemer

InlenerUitzendbureau

Arbeidsovereenkomst

Opdrachtovereenkomst

Page 5: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Bijzondere regeling uitzendovereenkomst in afdeling 11 Titel 10 Boek 7 BW Art. 7:690 BW: arbeidsovereenkomst met

uitzendwerkgever Art. 7:691 BW en Bijlage B: verlicht arbeidsrechtelijk

regime Art. 7:692 BW: uitzendbureau en inlener hoofdelijk

aansprakelijk voor nakoming WML, tenzij het uitzendbureau gecertificeerd was op het moment waarop de terbeschikkingstelling aanving

In en buiten Titel 10 Boek 7 BW: beperkte gelijktijdige en opvolgende inlenersaansprakelijkheid

Waadi: bescherming arbeidsvoorwaardenpositie uitzendwerknemer

Page 6: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Inlenersaansprakelijkheid Art. 7:658 lid 4 BW: zorgplicht werkgever tegenover eigen

personeel van overeenkomstige toepassing op uitzendkrachten

In beginsel hoofdelijke aansprakelijkheid belastingen en premies inlener en uitzendbureau (Invorderingswet)

Inlener is eveneens werkgever in de zin van de WAV (tewerkstellingsvergunning)

Inlener moet zich ook als “goed werkgever” gedragen (gelijke behandelingswetgeving)

Uitzendbureau moet uitzendkracht cao-conform belonen. Inlener is hiervoor niet aansprakelijk, tenzij inlener een situatie van onderbetaling heeft uitgelokt of deze willens en wetens in stand heeft gehouden (Hof Arnhem-Leeuwarden 16 juli 2013)

6

Page 7: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi)

Hetzelfde loon en overige vergoedingen als werknemers van inlener in gelijke of vergelijkbare functies (gedurende in duur beperkte periode kan hiervan bij cao worden afgeweken)

Gelijke toegang tot bedrijfsvoorzieningen en diensten inlener (kantine, kinderopvang, vervoer etc.)

Kennisgeving uitzendwerknemer door inlener van vacatures bij inlener

Ten aanzien van de terbeschikkingstelling kan geen tegenprestatie worden verlangd van uitzendwerknemer

Belemmeringsverbod (heeft betrekking op totstandkoming arbeidsovereenkomst tussen uitzendwerknemer en inlener na afloop van de terbeschikkingstelling)

Onderkruipersverbod

Page 8: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Hof Arnhem-Leeuwarden 16 juli 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5160

Op werkgever ligt geen verplichting erop toe te zien dat de loonsom die hij aan het uitzendbureau betaalt ook daadwerkelijk aan de uitzendkracht wordt doorbetaald

De inlener kan onrechtmatig handelen tegenover de aan hem ter beschikking gestelde, onderbetaalde uitzendkrachten indien hij - bijvoorbeeld door na te laten met het uitzendbureau afspraken te maken over een bij zijn eigen cao passende beloning van die uitzendkrachten - een situatie van onderbetaling heeft uitgelokt of deze voor hem profijtelijke situatie willens en wetens in stand heeft gehouden.

8

Page 9: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Wat is detachering?

Vóór 1999 onderscheid met uitzending door langdurig karakter terbeschikkingstelling – dit onderscheid verviel bij de inwerkingtreding art. 7:690 BW

Na 1999: Zowel bij langdurige art. 7:690 BW-driehoeksverhoudingen, als bij driehoeksverhoudingen waarop art. 7:690 BW niet van toepassing is, wordt van detachering gesproken.

Page 10: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Onderscheid tussen uitzendovereenkomst en detachering: waar ligt toezicht en leiding?

Overzichtelijker zou zijn het begrip detachering te reserveren voor driehoeksverhoudingen waarbij geen sprake is van uitzending ex art. 7:690 BW omdat toezicht en leiding bij detacheerder ligt.

Van detachering zou dan sprake zijn bij de terbeschikkingstelling van hoog gekwalificeerd personeel aan opdrachtgevers die deze kennis zelf niet in huis hebben en bij de uitbesteding van specialistische werkzaamheden door de opdrachtgever (bijv. schoonmaak- of cateringwerkzaamheden).

10

Page 11: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Bijzondere regeling voor uitzendovereenkomst heeft betrekking op arbeidsovereenkomst met uitzendbureau

De werkgever moet een allocatiefunctie vervullen op de arbeidsmarkt. Dat wil zeggen een op het uitzenden van personeel gerichte organisatie zijn die zich in die hoedanigheid bezighoudt met het bij elkaar brengen van de vraag naar en het aanbod van tijdelijke arbeid. (Kamerstukken II, 25 263 nr. 3, p. 10, 33 en nr. 6. p. 16)

Page 12: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Payrolling: VPO-arbeidsvoorwaardenregeling

“De arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte – in beginsel langdurige – opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde. De payroll-overeenkomst komt tot stand na werving van de werknemer door de derde, niet de werkgever. […..]De werkgever is niet gerechtigd de werknemer ter beschikking te stellen van andere ondernemingen dan de onderneming van de derde, anders dan in geval van re-integratie wegens arbeidsongeschiktheid of wegvallen van de opdracht bij de derde.”

12

Page 13: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

De payrollconstructie

Fase I

Personeel

Bedrijf

Aovk.

Personeel

Payroll-bedrijf

Aovk.

Fase II

Bedrijf

Personeel

contract

Detachering

Page 14: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Arbeidsovereenkomst met payrollbedrijf?

Door partijen gemaakte afwijkende contractuele afspraken kunnen gaan voor dwingende kwalificatie op grond van art. 7:610 BW wanneer deze de werkelijke bedoelingen van partijen representeren (Groen/Schoevers, HR 14 november 1997, NJ 1998, 149).

Groen/Schoevers toegepast: Stichting Thuiszorg Rotterdam/PGGM (HR 13 juli 2007, NJ 2007/449):

tussen manager en STR bestaat een arbeidsovereenkomst omdat zij van meet af aan een arbeidsovereenkomst beoogden en ook op deze wijze feitelijk uitvoering hadden gegeven aan de managementovereenkomst. De (feitelijke) relatie tussen de manager en STR wordt gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst ondanks de door STR met de management-B.V. gesloten opdrachtovereenkomst.

Van der Male/Den Hoedt (HR 10 oktober 2003, NJ 2007/446): hoewel partijen de door hen gesloten overeenkomst als arbeidsovereenkomst hadden betiteld, bestond tussen hen geen arbeidsovereenkomst omdat zij nimmer werkelijk hadden bedoeld een arbeidsovereenkomst met elkaar aan te gaan.

Page 15: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

En ABN AMRO/Malhi dan? (HR 5 april 2002, NJ 2003, 124)

Bij payrolling is niet de vraag wanneer gedurende de looptijd van de overeenkomst de opdrachtgever het payrollbedrijf als werkgever is gaan vervangen omdat (materieel) van meet af aan een arbeidsovereenkomst met de opdrachtgever wordt beoogd.

Als de wijze waarop partijen overeenkomst schriftelijk hebben ingericht van meet af aan niet correspondeert met de werkelijke bedoelingen van partijen (blijkens de wijze waarop hieraan feitelijk uitvoering is gegeven), dan hebben deze schriftelijke afspraken geen betekenis bij de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst.

15

Page 16: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

16

Problemen met kwalificatie werkgever bij payrolling

Gelijkschakeling met art. 7:690 BW? Probleem: payrollbedrijf heeft geen allocatieve functie. Zie ook art. 7:691 lid 6 BW.

Kán het personeel in dienst komen van de payrollbedrijf indien daar nimmer wordt voldaan aan de elementen van art. 7:610 BW?

Heeft het personeel niet vanaf de eerste dag een arbeidsovereenkomst met de inlener/voormalige werkgever?

Page 17: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Payrolling ‘hot’ in de lagere rechtspraak

Ktr. Leeuwarden 12 oktober 2012, JAR 2012/284 Ktr. Rotterdam 21 december 2012, JAR 2013/46 Ktr. Enschede 21 maart 2013, JAR 2013/95 Ktr. Almelo 13 mei 2013, JAR 2013/144 Rb. Den Haag 26 juni 2013, JAR 2013/193 Ktr. Amsterdam 3 september 2013, JAR 2013/252 Ktr. Almelo 11 maart 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:1214

Page 18: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Kantonrechter Enschede 21 maart 2013, JAR 2013/95

Payrolling is geen uitzending ex art. 7:690 BW omdat het payrollbedrijf geen allocatiefunctie vervult op de arbeidsmarkt. Uit de feitelijke invulling die het payrollbedrijf en de payrollwerknemer van meet af aan hadden gegeven aan de door hen gesloten overeenkomst kan niet worden geconcludeerd dat tussen hen een arbeidsovereenkomst ex art. 7:610 BW tot stand is gekomen. De payrollwerknemer werd slechts op de loonlijst van een ander dan de 'echte werkgever' geplaatst.

18

Page 19: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Rechtbank Den Haag 26 juni 2013, JAR 2013/193

De payrollconstructie geeft geen zelfstandige en inhoudelijke juridische betekenis aan het werkgeverschap van het payrollbedrijf; de opdrachtgever, in dit geval Agentschap NL, blijft de feitelijke werkgever in de zin van art. 7:610 BW.

Wanneer de opdrachtgever de payrollopdracht van de bij hem werkzame werknemers heraanbesteedt verandert er niets aan de rechtspositie van de werknemer. Zijn arbeidsovereenkomst gaat niet van rechtswege over naar het andere payrollbedrijf op grond van art. 7:663 BW.

19

Page 20: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Hoe nu verder met payrolling? Payrolling is niet verboden of onrechtmatig, maar als hiermee niet

wordt bereikt dat het payrollbedrijf kwalificeert als de juridische werkgever, is het in de meeste gevallen niet meer aantrekkelijk.

Dus: Arbeidsovereenkomst met payrollbedrijf aannemen omdat payrolling

inmiddels maatschappelijk geaccepteerd is? Echter…. payrolling is geen alternatief voor uitzending of een nieuwe

vorm van arbeid, maar dient als alternatief voor de ‘gewone’ arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer.

Het succes van payrolling kan ook zo worden verklaard dat het arbeidsrecht door werkgevers als dermate belemmerend wordt ervaren dat de markt nu zelf naar oplossingen zoekt omdat overheid en sociale partners het laten afweten.

Naar mijn mening moet de payrollsector zichzelf daarom opnieuw uitvinden en zelfstandige en inhoudelijke juridische betekenis gaan geven aan het werkgeverschap van het payrollbedrijf.

20

Page 21: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Huidige vorm van payrolling is geen zelfstandige vorm van dienstverlening maar een symptoom

Met de op dit moment gebruikelijke vorm van payrolling beoogt de werkgever de aan het werkgeverschap verbonden juridische en administratieve verplichtingen uit handen te geven aan een payrollbedrijf en fungeert het payrollbedrijf dus eigenlijk als een contactueel verlengstuk van de opdrachtgever. Als steeds meer werkgevers het juridische werkgeverschap uitbesteden, ondanks de extra kosten en het risico op gerechtelijke procedures en sociale onrust, dan moet worden nagedacht over het arbeidsrecht zelf, of het huidige pakket van regels en voorschriften nog wel te dragen is voor ondernemers. Het creëren van een wettelijke basis voor payrolling als instrument voor het uitbesteden – lees omzeilen – van de verplichtingen die de wet nu aan het werkgeverschap verbindt, zou dan geen oplossing maar de wereld op zijn kop zijn.

2121

Page 22: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Payrollsector moet zichzelf opnieuw uitvinden en zelfstandige en inhoudelijke betekenis gaan geven aan het werkgeverschap van het payrollbedrijf

Wil payrolling toekomst hebben, dan moet het werkgeverschap van het payrollbedrijf in ieder geval meer zijn dan een 'papieren' constructie. Dat betekent dat payrolling een vorm van dienstverlening zou moeten zijn waarbij de focus niet uitsluitend ligt op het door de ondernemer uit handen geven van de aan het werkgeverschap verbonden juridische en administratieve verplichtingen. Dat zou het geval zijn wanneer payrollbedrijven knowhow ontwikkelen op gebieden als scholing, reïntegratie en herplaatsing van werknemers. Dat laatste bijvoorbeeld in de vorm van arbeidspools. Zulke taken zijn vaak te hoog gegrepen voor de kleinere werkgever.

2222

Page 23: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Afspraak Sociaal Akkoord 11 april 2013:

“Sociale partners zijn van mening dat er rond het uitbesteden van werk (door middel van ‘contracting’) en het uitbesteden of doorbesteden van het werkgeverschap (door middel van payrollconstructies, maar ook doorlening) zich in toenemende mate vraagstukken voordoen die dringend om een oplossing vragen. […] Voorkomen moet worden dat deze constructies vooral worden benut voor ontduiking of ontwijking van al dan niet bij cao geregelde rechtspositionele regelingen en arbeidsvoorwaarden.”

maatregel 54: “Sociale partners zullen nader bezien hoe oneigenlijk gebruik van “driehoeksrelaties” (uitzendarbeid, payrolling, contracting) kan worden tegengegaan. In dat kader worden de bijzondere ontslagregels bij payrolling geschrapt en wordt transparantie voor de werknemer, over de aard van zijn arbeidsrelatie, van belang.”

2323

Page 24: Bijeenkomst van de Vereniging Ambtenaar & Recht 8 april 2014 Flexibilisering Johan Zwemmer.

Plan van aanpak schijnconstructies (brief Minister SZW aan

Tweede Kamer van 26 november 2013)

Aanpassing Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) (brief stas Fin

aan Tweede Kamer 22 mei 2013)

Voorlichting aan zelfstandige over het rechtsvermoeden van

het bestaan van een arbeidsovereenkomst

Werkgroep StAr buigt zich over oneigenlijk gebruik van

“driehoeksrelaties” (uitzendarbeid, payrolling, contracting)

2424