Bart v.d. Heuvel - Hoe ontwikkel je een themapark in Nederland waarin theater de hoofdattractie is?
-
Upload
amsterdamse-hogeschool-voor-de-kunsten -
Category
Documents
-
view
215 -
download
0
description
Transcript of Bart v.d. Heuvel - Hoe ontwikkel je een themapark in Nederland waarin theater de hoofdattractie is?
BART VAN DEN HEUVEL
Auteur Bart van den Heuvel
Opleiding De Theaterschool
Opleiding Theatermaker / Techniek & Theater Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
Groep OTT T4
Interne begeleider Anke Nust
Externe begeleider
Karel Wil lemen
Datum voltooiing 30 mei 2014
14-06-2014
3
Inhoudsopgave
INLEIDING 6
1. WELKE THEMAPARKEN ZIJN EEN INSPIRATIEBRON? 10
1.1 HET LAND VAN OOIT 10 1.2 PUY DU FOU 11 1.3 EFTELING 12 1.4 HALLOWEEN FRIGHT NIGHTS 13
2. HOE ONTWIKKEL JE EEN CONCEPT EN WAT IS EEN EXPERIENCE? 16
2.1 WAT IS EEN CONCEPT? 16 2.2 WAT IS EEN EXPERIENCE? 17 2.3 HOE ONTWIKKEL JE EEN CONCEPT? 19
3. HOE ONTWIKKEL JE EEN THEMAPARK? 25
3.1 WAT IS DE PLANNING VOOR DE ONTWIKKELING? 25 3.2 WAT IS HET THEMAPARK ALS RECREATIEF PRODUCT? 26 3.3 HOE ONTWERP JE EEN MASTERPLAN? 28 3.4 WAT ZIJN DE INGREDIËNTEN VOOR EEN MOGELIJK SUCCESVOL THEMAPARK? 29
4. WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE PRAKTISCHE RANDONDERWERPEN? 32
4.1 HOE BEPAAL JE DE DOELGROEP? 32 4.2 HOE BEPAAL JE DE IDEALE LOCATIE? 32 4.3 HOE KAN THEATER WORDEN GEÏNTEGREERD EN WAT IS DE GESCHIEDENIS DAARVAN? 35
5. HOE ZIET MIJN THEMAPARK ER UIT? 38
5.1 HET SLAPENDE CONCEPT 38 5.2 HET ONTWAKENDE CONCEPT 41
14-06-2014
4
5.3 HET MASTERPLAN 42 5.4 DE INDELING VAN HET PARK MET EERSTE ONTWERP 43
SLOT 49
BRONNEN 50
GEPUBLICEERDE BRONNEN 50 ONGEPUBLICEERDE BRONNEN 51
BIJLAGEN 52
BIJLAGE 1 52 BIJLAGE 2 53 BIJLAGE 3 54 BIJLAGE 4 57 BIJLAGE 5 58 BIJLAGE 6 59 BIJLAGE 7 60 BIJLAGE 8 61 BIJLAGE 9 62 BIJLAGE 10 63 BIJLAGE 11 66 BIJLAGE 12 67 BIJLAGE 13 68 BIJLAGE 14 69 BIJLAGE 15 70 BIJLAGE 16 72 BIJLAGE 17 75 BIJLAGE 18 76 BIJLAGE 19 77 BIJLAGE 19 80
14-06-2014
6
Inleiding Bij het lezen van de titel denkt men niet meteen aan de scriptie van
een student Theatermaker / Techniek en Theater aan de
Theaterschool te Amsterdam. Toch is dit zo; in deze scriptie ga ik
de haalbaarheid onderzoeken van het opzetten van een themapark
in Nederland waarbij theater de hoofdattractie is. Maar dat niet
alleen; ook zal ik na het onderzoek een concept voor dit themapark
maken.
Door voorwerpen met eigen ogen te zien, er een verhaal over te
horen en er dan ook nog iets mee te doen, zoals voelen of ruiken,
wordt de lesstof aanschouwelijk gemaakt en het leren
gestimuleerd. Dit hoeft zich niet te beperken tot de kunstvakken of
geschiedenis; ook bij lessen in taal, maatschappijleer,
natuurwetenschappen, biologie of aardrijkskunde, kunnen museale
objecten de lesstof illustreren en leerlingen bredere verbanden
laten zien.1
Uit het citaat van deze brief van juni 2013 opgesteld door het
Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap blijkt dat zelfs
vanuit de overheid recente signalen worden gegeven waarbij men
1 Ministerie van OCW.
op zoek is naar nieuwe manieren om kinderen en jongeren iets mee
te geven. Dit sluit perfect aan op mijn droom, die ik later in deze
inleiding zal toelichten.
Al langere tijd speelt het idee van een nieuw themapark in
Nederland door mijn hoofd. Ik merk in mijn omgeving dat steeds
meer mensen behoefte hebben om een dag te ontvluchten aan de
echte wereld en zich te wanen in een fictieve omgeving. Een
moment het echte leven laten vervagen en genieten in een
ontspannen en gemoedelijke omgeving. En hoe kan je mensen
beter laten ontvluchten aan het dagelijkse leven dan met theater.
Daarom denk ik dat de combinatie van een dagattractie met
theater een gat in de markt is.
Ontvluchten aan de echte wereld betekent voor mij het vergeten
van je dagelijkse gedachten en met je hoofd totaal ergens anders
zijn. Dit kan bij mijzelf bereikt worden door naar het theater of naar
een themapark te gaan. Ik merk dat ik daar zelf behoefte aan kan
hebben. Maar ik merk ook in mijn omgeving dat anderen er
behoefte aan hebben. Zulke momenten bieden namelijk vaak
inspiratie. Maar naast inspiratie ook ontspanning. Vaak gaan deze
twee begrippen voor mij dan ook samen. De drang naar het
ontvluchten aan het dagelijkse leven heeft bij mij het idee van het
ontwikkelen van dit themapark tot stand gebracht. Dit alles vanuit
een ideologie anderen dit gevoel te bieden.
14-06-2014
7
De manier om te ontvluchten aan het dagelijkse leven is voor mij
een dagattractie. In dit geval is dat een themapark waarin men zich
een dag lang in een andere wereld begeeft. Bij een
theatervoorstelling wordt, bij het aangaan van het zaallicht aan het
eind van de voorstelling, namelijk abrupt de sfeer doorbroken. Ik
wil het gevoel dat je in een andere wereld bent langer vast houden.
Een dag moet een week lijken door de hoeveelheid dingen die je
beleeft. Een relaxt en ontspannen gevoel zal de bezoekers bij
moeten blijven als ze weer thuis op de bank zitten. Maar ook het
'wow' gevoel, de verwondering van dingen die je meegemaakt
hebt op deze dag. Een belevenis die je niet had kunnen
verwachten.
De praktische, economische en esthetische vorm van dit themapark
wil ik gaan ontwikkelen. Ik ben niet alleen geïnteresseerd in de
praktische haalbaarheid maar ook in het daadwerkelijke concept en
ontwerp ervan. Deze twee aspecten wil ik combineren met als
onderzoeksvraag:
Hoe ontwikkel je een themapark in Nederland, waarin theater de
hoofdattractie is?
De scriptie bestaat uit twee delen:
1. Het praktische aspect; een onderzoek naar de theorie achter het
ontwikkelen van themaparken en praktische randvoorwaarden.
2. Het artistieke aspect; een onderzoek naar het concept,
vormgeving, verhaallijnen, en het uiteindelijk ontwerp.
Als kind ben ik in Brabant opgegroeid met twee toonaangevende
themaparken van die tijd, het Land van Ooit te Drunen en de
Efteling te Kaatsheuvel. Het Land van Ooit is in 2007 failliet
verklaard maar is nog steeds een grote inspiratiebron voor mij. De
Efteling staat al jaren op nummer één in de ranglijst van best
bezochte dagattracties in Nederland, en geldt tot op de dag van
vandaag als grote inspiratiebron voor mij.
Als kind bezocht ik samen met mijn familie tenminste een keer per
jaar het Land van Ooit. Deze bezoeken waren voor mij de eerste
aanrakingen met theater. In dit themapark draaide het namelijk niet
om grote attracties maar om een totaal belevenis met voornamelijk
theater. Van intiem staattheater tot grote voorstellingen en van de
totale vormgeving tot de leus 'kinderen zijn de baas', alles straalde
theatraliteit uit. Ik denk dan ook dat mijn ervaringen met het Land
van Ooit er toe hebben geleid dat ik nu professioneel in het theater
werkzaam ben. De Efteling is een heel ander themapark maar wel
met als basis hetzelfde belangrijke hoofdaspect: alles draait om de
totaalbeleving. Bij de Efteling weet men de vormgeving van het
14-06-2014
8
gehele park zo te maken dat je je als publiek echt in een andere
wereld waant. Deze totaalbelevenis is naar mijn mening dan ook
een van de hoofdredenen dat de Efteling zo veel bezoekers trekt
en zo populair is. Deze totaalbelevenis die nu nog steeds veel
indruk op mij maakt is een grote inspiratiebron voor mij. Een
andere grote inspiratiebron is het Franse themapark Puy du Fou. In
dit themapark is alleen maar theater aanwezig, en dan voornamelijk
in de vorm van grote spektakelshows. Dit succesvolle themapark
toont aan dat een dagattractie met alleen maar theater in Frankrijk
mogelijk is. De Halloween Fright Nights in Walibi Holland is een van
de weinige evenementen in een Nederlands attractiepark waarin
theater zo centraal staat. Vandaar dat ook Walibi benoemd wordt in
het eerste hoofdstuk.
In het eerste hoofdstuk ga ik onderzoeken welke themaparken een
inspiratie zijn geweest en wat de geschiedenis van deze parken is.
Maar ook een theoretische beschrijving van deze parken om
achtergrondinformatie te hebben. In het tweede hoofdstuk
onderzoek ik de begrippen concept en experience. Wat betekenen
deze begrippen nou eigenlijk? En wat is het concept van mijn
themapark? Dat je een concept moet ontwikkelen voor een
themapark is duidelijk. Maar wat ook steeds vaker genoemd wordt
is het begrip experience. Steeds meer musea en themaparken
willen een experience zijn. Wat betekent dat begrip? En waarom
lijkt het zo veelvuldig gebruikt te worden? In het derde hoofdstuk
onderzoek ik de theorie achter het ontwikkelen van een themapark.
Is daar een theorie voor? En hoe zou je deze toe kunnen passen?
Vervolgens onderzoek ik in het vierde hoofdstuk de praktische
randonderwerpen die komen kijken bij het ontwikkelen van een
themapark. Zoals de doelgroep en locatie. In het vijfde hoofdstuk
ga ik dan daadwerkelijk in op mijn themapark en het idee
daarachter. Een eerste basis concept voor het park waarbij ik de
theorie toepas die is onderzocht in het eerste deel van de scriptie.
14-06-2014
9
14-06-2014
10
1. Welke themaparken zijn een inspiratiebron?
In dit eerste hoofdstuk zullen vier inspiratiebronnen en voorbeelden
van themaparken beschreven worden. Een korte beschrijving van
Het land van Ooit, Puy du Fou, De Efteling en de Halloween Fright
Nights in Walibi Holland. Dit om achtergrondinformatie te
verwerven van bestaande gerelateerde parken. Maar ook van het
enige grote theatrale evenement in een Nederlands pretpark: de
Halloween Fright Nights in Walibi Holland. Dit korte vooronderzoek
zal achtergrondinformatie bieden voor het verdere verloop van mijn
onderzoek. Want voor de helderheid is het goed om te weten wat
voor gerelateerde parken er al bestaan. En wat de achtergrond is
van deze parken.
1.1 Het Land van Ooit In 1989 opende Marc Taminiau, die daarvoor adjunct directeur bij
de Efteling was, het nieuwe themapark het Land van Ooit te
Drunen. Het eerste park in Nederland dat in plaats van attracties als
hoofdonderdeel theater als hoofdattractie heeft. Naast enkele
simpele en niet spectaculaire attracties ging het met name om de
totaalbelevenis van vooral kinderen waarbij theatraliteit centraal
stond. In 2007 werd Het Land van Ooit definitief failliet verklaard, na
in 2006 al een doorstart te hebben gemaakt. Bezoekersaantallen
bleven tegenvallen, wat vooral gewijd werd aan de negatieve
publiciteit van het nieuwe Belgische themapark Ooit Tongeren. Dit
park in België stond officieel los van het park in Drunen maar werd
door de naam natuurlijk vaak gelinkt aan Het Land van Ooit. Ooit
Tongeren werd al binnen een jaar na de opening na een onrustig
jaar failliet verklaard.
Het Land van Ooit legde de focus vooral op de belevenis voor
kinderen. De leus kinderen zijn de baas stond centraal en telde als
gouden regel in het park. Naast grote voorstellingen was er ook
vooral veel straattheater. Centraal stond een totale verhaallijn die in
alle vormen in het park werd doorgevoerd. Hierdoor had men als
bezoeker, en vooral de kinderen, echt het gevoel in een andere
wereld te zijn. De originaliteit van de verhaallijnen viel op, met als
hoofdthema reuzen, jonkheren en -vrouwen, ridders en vele
14-06-2014
11
randpersonages. Door de vele vormen van theater en theatraliteit
hoefde men zich niet te vervelen en was er vaak ook geen behoefte
aan grote attracties. Bezoekers moesten alleen niet denken dat ze
naar een attractiepark gingen maar naar een themapark. De
theatraliteit kwam terug bij de acteurs maar ook bij de vormgeving
van het gehele park. Er was duidelijk gekozen voor een stijl van
inrichting wat in alles doorgevoerd werd. Dit hielp bij de totale
geloofwaardigheid van de theatrale elementen.2
1.2 Puy du Fou Het Franse themapark Puy du Fou, dat vlak bij Nantes ligt, is een
actueel succes in tegenstelling tot het Land van Ooit. Zo kopte de
Nederlandse pretpark website www.rides.nl een artikel geschreven
door Adri van Esch op vrijdag 27 september 2013 nog Het
succesverhaal van Puy du Fou. In dit artikel wordt uitgebreid
aandacht besteed aan de geschiedenis van Puy du Fou en het
huidige opvallende succes. Puy du Fou begon in 1978 met het
opvoeren van het grootse spektakel La Cinéscénie voor een oude
kasteelruïne. Deze grote voorstelling, destijds volledig gedraaid
door vrijwilligers, was het begin van het huidige park.
2 http://mens-en-samenleving.infonu.nl/ouder-en-gezin/115254-jeugdsentiment-het-land-van-ooit-een-verdwenen-pretpark.html
In 1989 opende Puy du Fou haar deuren voor het themapark, los
van de avondvoorstelling La Cinéscénie. In het huidige park worden
vijf grote voorstellingen opgevoerd en daarnaast acht kleinere
voorstellingen. Alle voorstellingen zijn hyperrealistisch en vaak gaan
deze gepaard met grote spektakel special effects. Alle
voorstellingen worden in de buitenlucht opgevoerd in het vijf
hectare bosrijke groots opgezette park. Naast deze dagattractie
met voorstellingen wordt tot op de dag van vandaag nog het
grootse spektakel La Cinéscénie opgevoerd. Tegenwoordig staat
deze show op dezelfde plaats in een openluchttheater dat plaats
biedt aan 14.000 toeschouwers per voorstelling. Aan de show doen
1200 acteurs en dansers en 120 ruiters te paard mee. Voor dit
spektakel moeten vaak maanden van te voren al kaartjes geboekt
worden en het is vrijwel elke dag uitverkocht.
Voor het park hoeft men niet te reserveren. Naast theater en
themagebieden zijn er geen verdere attracties te vinden in het
park. Het themapark brengt de bezoekers terug in de tijd, met
voorstellingen die zich afspelen voor onder andere een
middeleeuws kasteel of op een Vikingschip. De speciale effecten
zijn ongekend: het kasteel kan draaien en bewegen en het schip
verrijst vol met acteurs vanuit het niets uit het water. Gigantische
14-06-2014
12
spektakels dus. Na Disney Land Paris is dit het best bezochte park
van Frankrijk.3
CEO van Puy du Fou, Nicolas de Vielliers, vertelt het volgende over
het themapark:
We creëren geen voorstelling omdat er een markt voor is, we
bedenken en maken een show omdat we het leuk vinden. En pas
dan zeggen we tegen onze marketingafdeling: alsjeblieft, doe er
maar wat mee. Als een show een rapportcijfer 8 krijgt, gaat ie eruit.
Dan maken we een nieuwe voorstelling. Een 8 is te weinig. Maar als
een verhaal goed is en de bezoekers waarderen de show hoog, dan
veranderen we er niks wezenlijks aan. Het verhaal van La Cinéscénie
is al 35 jaar hetzelfde. Natuurlijk, de show is groter geworden, met
lichteffecten, vuurwerk, dieren, bewegende decors en heel veel
vrijwilligers. Maar de storyline is nog dezelfde als die in 1978. Die is
nog steeds goed. Want als je het juiste verhaal vertelt, wordt
iedereen geraakt.4
3 http://www.rides.nl/nieuws/3092/het-succesverhaal-van-puy-de-fou-we-geloven-niet-in-namaak.html 4 Telefonisch interview afgenomen met Jan-Erik Alderlieste (09-11-2013).
1.3 Efteling De Efteling is de meest succesvolle dagattractie van Nederland en
steekt met kop en schouders boven de concurrenten uit als het
gaat om bezoekersaantallen. In 2013 ontving de Efteling 4.150.000
bezoekers en stond daarmee op nummer een in de ranglijsten van
best bezochte dagattracties van Nederland. De nummer twee van
deze lijst is het Rijksmuseum Amsterdam die 2.220.000 bezoekers
mocht ontvangen. Hieruit kan dus geconcludeerd worden dat de
Efteling de meest succesvolle dagattractie van Nederland is op dit
moment.5
De Efteling wordt door Nederlanders als het tweede meest
inspirerende merk van Nederland gezien, na IKEA dat op de eerste
plaatst staat. Inspirerende merken onderscheiden zich door hun
visie, track record, productinnovaties en producten. Dit blijkt uit de
Inspirational Image Index 2013 van Synergie en MindWorld. In 2012
stond de Efteling ook op de tweede plaats van dit onderzoek en
verloor hiermee de eerste positie aan het merk Apple.6
De Efteling is een heel ander soort park dan het Land van Ooit en
Puy du Fou. Het is niet zozeer theater dat centraal staat maar wel
de totaalbelevenis van de bezoekers. Dit uit zich voornamelijk in de
5 NBTC Top 50 dagattracties in Nederland 2013 6 http://www.synergie.nl/inspiratie/inspirerende-merken
14-06-2014
13
vormgeving van het park en de gedetailleerde wijze waarmee alle
attracties gelinkt worden aan een verhaal. Het ultieme voorbeeld
van een themagedeelte in het park is Het Lavenlaer. Dit dorp met
fantasierijke bewoners, het volk van Laaf, gaat puur om de
belevenis om als bezoeker in een andere wereld te zijn. In 1990
opende de Efteling dit themagedeelte dat ontworpen is door
toenmalig hoofdontwerper van de Efteling Ton van de Ven.7
De Efteling staat bekend om zijn vele gethematiseerde attracties.
Het gaat bij vrijwel alle attracties om de totaalbelevenis.
Thematisering wordt hierbij tot in detail uitgevoerd. Van een
complete verhaallijn tot nieuw gecomponeerde muziek en van een
perfecte spanningsopbouw tot een gedetailleerde rit.8
De Efteling won in 2012 nog de Zoover Award voor beste pretpark.
Met 448 beoordelingen op de beoordelingswebsite staat de
gemiddelde boordeling van het themapark op 8,7 punten van de
10. Door het onderzoek van Zoover weet je wat bezoekers van het
park vinden omdat zij hun mening op deze website kunnen geven.
Cijfers van drie andere Nederlandse pretparken: Walibi scoort een
7,1, Slagharen scoort een 6,7 en Duinrell scoort een 6,9. Hieruit kan
dus opgemaakt worden dan de Efteling een hoog
7 http://www.efteling.com/volkvanlaaf 8 http://www.efteling.com/attracties
tevredenheidsgehalte heeft onder de bezoekers. Uit de vele
reacties op de website van Zoover komt duidelijk naar voren dat
men de bijzondere sfeer en thematisering van de Efteling zo
waardeert.9
1.4 Halloween Fright Nights In 2013 werd in pretpark Walibi Holland voor de dertiende keer de
Halloween Fright Nights georganiseerd. Een succesvol evenement,
bij voorgaande edities moest het pretpark regelmatig de toegang
sluiten omdat er te veel mensen in het park aanwezig waren.
Daarom is het vandaag de dag alleen nog mogelijk om tickets
vooraf te kopen. De maximale capaciteit wordt nog regelmatig
gehaald waardoor deze kaarten dan ook snel uitverkocht raken.10
Maar wat zijn de Halloween Fright Nights nou eigenlijk? Dit
evenement staat volledig in het teken van Halloween. In de
weekenden van oktober verandert Walibi tussen 18:00 en 23:00 in
een horror park. Verschillende 'scare zones' in het park hebben een
bepaald thema. In deze zones jagen acteurs verkleed als horror
figuren bezoekers de stuipen op het lijf. Los van deze vorm van
straattheater zijn er ook verschillende 'haunted houses' in het park.
9 http://www.zoover.nl 10 http://www.frightnights.nl/nl/fright-nights/
14-06-2014
14
Spookhuizen in verschillende thema's waar je als bezoeker
doorheen moet lopen. Alles staat in het teken van angsten en dit
hele evenement heeft dan ook als doel de bezoekers een
angstaanjagende sfeer te bezorgen. Los van de 'haunted houses'
en 'scare zones' worden er ook nog buiten shows gegeven door
horrorfiguren, de bekendste is die van Eddy de clown.11
Al deze elementen die samen de Halloween Fright Nights vormen
zijn natuurlijk een vorm van theater. Een groot theatraal evenement
dat, kijkend naar de bezoekersaantallen, heel goed aanslaat bij het
publiek. Wel zou je de wedervraag kunnen stellen of de gebruikte
theatraliteit niet alleen gebruikt wordt voor enge schrikeffecten.
Maar het gaat ook om de totale sfeer die het park weet te creëren
in de avonden. Dat is zeker theatraal. En succesvol. Dus blijkbaar
hebben veel mensen behoefte aan deze ervaring rond Halloween.
11 http://www.frightnights.nl/nl/fright-nights/
14-06-2014
15
14-06-2014
16
2. Hoe ontwikkel je een concept en wat is een experience?
In dit hoofdstuk staat het ontwikkelen van een concept centraal.
Want wat is nu eigenlijk een concept? En hoe ontwikkel je dat? Ook
komt aan de orde wat de definitie van het begrip experience
inhoudt. Dit begrip wordt steeds meer gebruikt en komt steeds
vaker voor in de marketing campagnes van onder andere musea.
Enkele voorbeelden zijn: de Beeld en Geluid Experience in
Hilversum, Corpus Experience 'een reis door de mens' in
Oegstgeest, Museum Olympic Experience in Amsterdam, Ajax
Experience in Amsterdam, de Dino Experience in Venlo en zo is de
lijst met voorbeelden nog veel langer. Bij een experience gaat het
om de totaalbelevenis. Maar om te begrijpen wat een experience
onderscheidt van een normaal museum of themapark moet
onderzocht worden wat dit begrip inhoudt. Voordat verder
ingegaan wordt op het onderwerp 'themapark' moeten eerst deze
twee begrippen helder zijn zodat daarna de focus kan liggen op
specifiekere zaken. Het is wel belangrijk om te onderzoeken hoe je
een concept ontwikkelt omdat dit de basis zal zijn bij het opzetten
van een nieuw themapark.
2.1 Wat is een concept? Deze vraag wordt door vele mensen op een andere manier
ingevuld:
Concept: opzet, plan; ontwerp - Van Dale, 2009.
Een gedachtegoed - Rijkenberg, 2009.
De gedachte die alle activiteiten een basis geeft. Geursen 1996.
Een subjectieve tussenstap tussen droom en daad. - Nijs & Peters,
2002.
Het zichtbaar maken van je visie. - Broekman & Broekman, 2003.
Er zijn vele interpretaties van het begrip 'concept' te benoemen. In
het boek Conceptdenken van Gaby Crucq-Toffolo en Sanne Knitel
wordt de verwarring van het begrip 'concept' uitgesproken en
onderzocht. Want wat is een concept nu eigenlijk? Vaak staat een
concept voor de samenhang tussen ideeën of standpunten. Maar
als je het op die manier bekijkt is alles met samenhang een
concept, want achter vrijwel alles zit een principe, een idee: denk
aan een auto, stoelen, tafels, etc...12
Het begrip concept kan in drie fases gevangen worden. De eerste
fase is het slapende concept. In deze fase gaat het voor een
organisatie om het formuleren van een uitgebreide visie en
12 Crucq-Troffolo, Gaby & Knitel, Sanne.
14-06-2014
17
kernwaarden. Neem deze visie onder de loep en bepaal de
essentie. Het slapende concept is de essentie ofwel de kern van de
visie. Dit ontwikkel en communiceer je intern. De tweede fase is het
ontwakende concept. Om de visie zichtbaar te maken gebruikt men
een oneliner of begrip. Soms is de essentie van de visie al een
oneliner maar vaak zal deze nog moeten verder uitgewerkt worden.
Taal is hierbij een belangrijk aspect. De oneliner moet goed
verwoord worden en bij de visie passen. Je gaat de visie
concretiseren in een actieplan. Hierin staan bijvoorbeeld de
kernwaarden en doelstellingen. De derde fase is het levende
concept. Het concept komt tot leven door de essentie van je visie
door te voeren in alle conceptdragers die je inzet: je product en/of
dienst, je organisatie, je fysieke omgeving, je netwerk en je
communicatie. Kortom, in alles wat je zegt en doet. De
conceptdragers dragen het concept zodat het concept voor alle
gebruikers gaat leven. Het actieplan zorgt ervoor dat intern alle
mensen weten hoe ze de visie tot leven moeten brengen. Je visie
draag je dus door van binnen naar buiten: je begint intern bij de
organisatie en als de visie hier volledig wordt nageleefd, kun je de
visie en het concept naar buiten toe vertalen in conceptdragers.
Het levende concept dient als tastbaar bewijs van je visie.13
13 Crucq-Troffolo, Gaby & Knitel, Sanne.
Kort samengevat: het slapende concept is het waarom, de essentie
van de visie. Het ontwakende concept is het vertalen van de
essentie van de visie in een oneliner of begrip. En het levende
concept is het doorvoeren in conceptdragers.14
2.2 Wat is een experience? Anna Snel beschrijft in haar boek For the love of Experience het
begrip Experience:
Een individu krijgt een ervaring (in de zin van bepaalde effecten,
zoals emoties of belevenissen) die voortvloeien uit ervaring (in de
zin van ontmoetingen, persoonlijke observaties of contact) met een
ervaring (in de zin van gebeurtenissen, objecten of activiteiten in de
omgeving).15
Mocht dit niet duidelijk genoeg zijn geeft Ruud Mulder in zijn boek
De kunst van cultuur marketing een andere definitie van dit begrip:
Er is sprake van een belevenis wanneer consumenten zodanig
geïnvolveerd raken dat ze een blijvende indruk opdoen. Een
belevenis is memorabel en persoonlijk. De consument wordt op
een of andere wijze geraakt.16
14 Crucq-Troffolo, Gaby & Knitel, Sanne. 15 Snel, Anna. 16 Mulder, Ruurd.
14-06-2014
18
Om deze omschrijving nog helderder te maken beschrijft Ruud
Mulder in zes criteria waaraan belevenissen in meer of mindere
mate aan moeten voldoen. Deze criteria kunnen gezien worden als
belangrijke eigenschappen van experience:
Interactiviteit: de consument of het publiek kan zelf invloed
uitoefenen op het verloop van de experience.
Multimedialiteit: een goede experience is onderhoudend, maar
appelleert ook aan andere basisbehoeften.
Onderhoudend: momenten van verveling zijn misschien wel
memorabel, maar zijn daarmee geen experience. Publiek moet
uiteraard geboeid zijn tijdens de experience.
Vernieuwend: was ooit eten bij de Chinees of Japanner een
belevenis, inmiddels zijn afhaalchinees en sushi de normaalste zaak.
En eten in een decor van Hollywoodsterren wordt op den duur
minder boeiend wanneer steeds dezelfde 'steak Schwarzenegger'
op het menu staat. Wil iets een experience blijven, dan zal het zich
steeds weer moeten vernieuwen.
Appelleren aan meerdere zintuigen: bij experiences gaat het om
zowel zien als horen, maar soms ook om ruiken en proeven.
Memorabel/het navertellen waard: misschien is dit wel het
belangrijkste kenmerk van experiences. Wat de consument ziet of
beleeft maakt zoveel indruk dat het wordt onthouden en men er na
afloop onderling of met anderen over wil praten.17
Maar waarom hebben mensen nu eigenlijk behoefte aan een
experience? Deze vraag is onderzocht door Ruud Mulder en hij
beschrijft waarom in zes essentiële ontwikkelingen van onze
maatschappij. De eerste is de psychologische ontwikkeling, hierbij
staat centraal dat mensen veel willen meemaken tijdens hun leven
en ze willen kunnen terugkijken op een leven dat niet saai en
oninteressant is geweest. De tweede is de sociologische
ontwikkeling, hierbij gaat het om het feit dat mensen streven naar
een beter leven op aarde deels hebben ingeruild voor het zo nuttig
en aangenaam besteden van de tijd die iemand is gegeven. Veel
'beleven' kan hier een bijdrage aan leveren. De derde ontwikkeling
is de filosofische. Hierbij gaat het er om dat mensen tobben over
zingeving, over de vraag: hoe moet ik leven? Religies voorzien hier
steeds minder in waardoor het leiden van een prettig en
betekenisvol leven in deze wereld het hoogst haalbare lijkt.
Hierdoor voorzien experiences meer in een behoefte dan
voorheen. De vierde ontwikkeling is de economische. Door de
grote economische groei in de tweede helft van de twintigste eeuw
17 Mulder, Ruurd.
14-06-2014
19
zijn grote groepen burgers in de westerse wereld welvarend
geworden. Er is heel veel bereikbaar voor veel burgers waardoor de
consument verwend en verveeld raakt. Met unieke en exclusieve
experiences kunnen mensen nog verrast worden. De zesde
ontwikkeling is de marketingontwikkeling. Hierbij wordt het begrip
'commodization' gebruikt, wat betekent dat goederen en diensten
voor de consument inwisselbaar zijn. Experiences kunnen ervoor
zorgen dat goederen of diensten zich nog onderscheiden.18
O' Sullivan & Spangler beschreven in 1998 in hun boek Experience
marketing: Strategies for the new millenium dat er drie vormen van
organisaties zijn waarbij experience een rol speelt. De eerste vorm
is Experience infuser. Hierbij voegen bedrijven een vorm van
experience toe aan het bestaande product om zo tot meer verkoop
te komen. De twee vorm is Experience enhancer. Hierbij gebruikt
het bedrijf een experience om de levensvatbaarheid en
aantrekkelijkheid van hun diensten te verbeteren. Denk hierbij aan
ziekenhuizen, luchtvaartmaatschappijen, restaurants en
winkelcentra. De laatste vorm is Experience maker. Hierbij wordt
een volledige experience ontwikkeld en dat is dan ook het
hoofddoel. Denk hierbij aan entertainment, vrijetijdbesteding,
18 Mulder, Ruurd.
vermaak en dus ook thema parken. Deze laatste vorm is dus van
toepassing bij het creëren van een eigen concept.19
Edward Reed beschrijft in zijn boek The Necessity of Experience
een andere manier om verschillende vormen van experience te
onderscheiden. Het eerste verschil dat gemaakt wordt is primary
versus secondary experience. De primary experience is de
informatie die alle mensen ontvangen vanuit hun omgeving door te
kijken, te luisteren, te voelen, te ruiken en te proeven. Deze
informatie kan ook in andere woorden beschreven worden als de
experience die we op onze eigen interpretatie en manier beleven.
De secondary experience is de informatie die is verwerkt doordat
deze is geselecteerd, gewijzigd, verpakt en gepresenteerd
waardoor deze tweedehands of indirecte kennis bieden.20
2.3 Hoe ontwikkel je een concept? Conceptontwikkeling behelst het ontwikkelingsproces van
concepten. Het is onderdeel van innovatie: het bedenken of
uitvinden van iets nieuws wat als basis kan dienen voor nieuwe
producten of organisatieprocessen. Conceptontwikkeling gaat
hand in hand met betekenisgeving, en dat heeft betrekking op het
vervullen van emotionele behoeften. Conceptontwikkeling zou
19 O' Sullivan & Spangler. 20 Edward, Reed.
14-06-2014
20
omschreven kunnen worden als een trein die nooit stopt. De
treinreis verloopt alleen niet lineair maar kriskras door elkaar, de
stations zijn bekend maar dat geldt niet voor de route en de
logische volgorde.21
Nog voordat je kunt beginnen met het ontwikkelen van een
concept moet je weten wat het startpunt is. Dit startpunt noemt
men de aanvliegroute. Deze aanvliegroute bepaalt hoe je
conceptontwikkelingsproces eruit zal zien. Om deze aanvliegroute
te bepalen geef je antwoord op de volgende twee vragen: Start ik
vanuit vraagsturende of verkennende concept-ontwikkeling? En is
er al een hoger gelegen concept? 22
Om de eerste vraag te beantwoorden wordt er gekeken naar de
twee hoofdaanvliegroutes binnen conceptontwikkeling: de
vraagsturende conceptontwikkeling en de verkennende
conceptontwikkeling. De vraagsturende conceptontwikkeling komt
voort uit een bestaand probleem dat opgelost moet worden en
vervolgens wordt dit probleem geformuleerd als een vraag. In de
meeste gevallen zal er een vraag van derden komen. Er geldt
eigenlijk het volgende: er is een opdrachtgever, er is een probleem
of vraag en er zijn regels, kaders en randvoorwaarden aanwezig. De
21 Crucq-Troffolo, Gaby & Knitel, Sanne. 22 Crucq-Troffolo, Gaby & Knitel, Sanne.
verkennende conceptontwikkeling kent geen opdrachtgever. Het is
een onderzoekende, verkennende variant van conceptontwikkeling.
Je gaat op zoek naar kansen. Je hebt een goed gevoel bij een
nieuw idee en dat ga je verder verkennen. Pas daarna bedenk je
voor wie het interessant zou kunnen zijn. Eigenlijk geldt er het
volgende: je bent je eigen opdrachtgever, er is geen vraag, je
creëert vanuit kansen je eigen mogelijkheden en je bepaalt je eigen
regels, kaders en randvoorwaarden.23
Hieronder is een model uitgeschreven dat de verschillende
elementen met hun output beschrijven per fase in het proces. Dit
model wordt ook wel het elementenmodel genoemd. De
elementen zijn letterlijk de onderdelen die gedaan moeten worden.
Als de uitvoering de elementen volbracht is in een van de drie fasen
komt er een bepaald resultaat uit, de output. Dit model biedt een
schematisch overzicht van wat er in welke fase gedaan moet
worden met welk resultaat als doel: 24
23 Crucq-Troffolo, Gaby & Knitel, Sanne. 24 Crucq-Troffolo, Gaby & Knitel, Sanne.
14-06-2014
21
ELEMENTEN OUTPUT
SLAPEND: - Probleemverkenning - Essentie van
- Organisatie analyse de visie
- Trendonderzoek
- Doelgroepverkenning
- Marktverkenning
- Valuefit
ONTWAKEND: - Concretisering essentie - Actieplan
van de visie - Conceptnaam
- Vertalen
LEVEND: - Implementatie - Product en/of
dienst
- Communicatie
- Organisatie
- Fysieke
omgeving
- Netwerk
Er zijn ook elementen die in alle drie de stadia terugkomen, in
zowel het slapende, het ontwakende als het levende concept. Deze
elementen gebruik je altijd en zijn dus in elke fase toepasbaar.
Deze elementen worden hieronder toegelicht. Omdat deze
namelijk altijd toegepast kunnen worden zijn deze van groot belang
voor het gehele proces. Het betreft de volgende elementen:
In- en uitzoomen. Dit begrip betreft eigenlijk toetsing. In elk
stadium kom je op momenten dat je terug moet kijken en
inzoomen om vervolgens weer uit te kunnen zoomen om door te
gaan. Door in te zoomen kun je dingen nog aanpassen om zo
bijvoorbeeld het slapende concept aan te laten blijven sluiten op
de analyse. Zo blijft dus alles op elkaar aansluiten.
Divergeren. Dit element is een denkactiviteit waarbij het gaat om
het produceren van veel, zowel mogelijke als onmogelijke
oplossingen. Tijdens het conceptontwikkelingsproces ga je
voortdurend de breedte in. Het gaat dus om kwantiteit waarbij je
naar zo veel mogelijk oplossingen zoekt. Hierdoor kan je later
kiezen en combineren.
Convergeren. De ideeën uit de divergerende fase worden verrijkt
en naar de realiteit vertaald. Dat levert dan vervolgens één of
enkele antwoorden op. Je gaat van kwantiteit naar kwaliteit.25
25 Crucq-Troffolo, Gaby & Knitel, Sanne.
14-06-2014
22
Naast deze elementen die altijd toegepast kunnen worden zijn in
het elementenmodel op de vorige pagina elementen verdeeld per
fase. Om te duiden wat het resultaat zou kunnen zijn van dit model
volgt nu een beschrijving van de output per fase. De output van het
slapende concept is er voornamelijk om invulling te geven aan de
visie. Er kan nu een grove omschrijving gemaakt worden. De visie
bouw je op uit twee delen: Wat zie ik? en Wat vind ik daarvan?. Om
hierachter te komen stel je jezelf vragen. Als je werkt vanuit
verkennende conceptontwikkeling beantwoord je de vragen vanuit
jezelf. Bij vraagsturende conceptontwikkeling doe je dit vanuit de
opdrachtgever. Wat zie ik? Hierbij kan je antwoord geven op de
volgende vragen: Wat zijn volgens jou de belangrijkste waarden?
Wat zijn de belangrijke trends in de maatschappij op consumenten
niveau? Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in de markt? Wat
vindt de doelgroep belangrijk? Wat is de belevingswereld van de
doelgroep? Wat is de value fit tussen trends, waarden, doelgroep
en de organisatie? Na het beantwoorden van deze vragen ga je
kritisch kijken naar de antwoorden. Op basis hiervan ga je en
mening vormen. Wat vind ik? Hieruit volgt de visie.26
Na het slapende concept komt het ontwakende concept. Hierbij
gaat het om het vertalen en concretiseren van de essentie van de
visie. Ten eerste moet er een conceptnaam komen. Dit is de naam
26 Crucq-Troffolo, Gaby & Knitel, Sanne.
waar de consumenten mee in aanraking komen. De kracht van deze
naam is dus essentieel. De formule voor het bedenken van een
naam is als volgt: De essentie van je visie --> vertalen = de
conceptnaam. Natuurlijk zijn er uitzonderingen op deze formule
maar je kan er vanuit gaan dat deze formule het vaakst gebruikt
wordt bij het bedenken van een conceptnaam. Ten tweede moet er
een actieplan komen. Dit plan is voor iedereen anders. Maar om je
visie te ondersteunen heb je in elk geval de kernwaarden nodig die
je specifiek hebt gemaakt bij de concretisering van je visie. Je moet
dus zelf goed bedenken hoe je dit actieplan wilt vormgeven.
Veelvoorkomend is bijvoorbeeld het nemen van de essentie van de
visie, doelstelling en kernwaarden. Vervolgens kan je de
kernwaarden dan uitdiepen en verder toelichten.27
Het laatste stadium van het proces is het levende concept. De
output van dit stadium bestaat uit vijf conceptdragers zoals te zien
is in het model. Het concept kan worden door vertaald in meerdere
producten en/of diensten die voortkomen uit de visie van het
concept. Het concept heeft invloed op de interne organisatie en
komt dus pas goed tot leven als de interne organisatie het concept
voelt en begrijpt. Zo is het leidend voor de cultuur en het gedrag
binnen een organisatie, de manier waarop een organisatie
communiceert, het aannamebeleid van personeel, interne
27 Crucq-Troffolo, Gaby & Knitel, Sanne.
14-06-2014
23
communicatie en processen. De fysieke omgeving is de uiterlijke
verschijning. Welke sfeer, uitstraling, kleuren en vormen worden er
gebruikt? Met de fysieke omgeving kun je letterlijk de wereld van je
concept vormgeven. Vaak worden de vijf zintuigen ingezet om de
wereld van je concept vorm te geven. Dit gaat ook over de huisstijl
en dus de vormtaal van alles wat met het concept te maken heeft.
Het netwerk rondom een concept bestaat uit medeproducenten
van de belevenis van een concept. Dit kunnen leveranciers,
sponsors, consumenten en bedrijven zijn. Zij voegen elk ook op hun
eigen manier waarde toe. Deze netwerkpartij moet dus matchen
met de waarden van de organisatie.28
28 Crucq-Troffolo, Gaby & Knitel, Sanne.
14-06-2014
24
14-06-2014
25
3. Hoe ontwikkel je een themapark?
In dit hoofdstuk staat de theorie voor het ontwikkelen van een
themapark centraal. Bij het beschrijven van deze theorie wordt
voornamelijk het boek The global Theme Park industry van Salvador
Anton Clavé uit 2007 belicht. In dit boek beschrijft Clavé de theorie
achter het ontwikkelen van themaparken. Er worden vragen
beantwoord als: wat is er nodig bij de oprichting van een nieuw
themapark? En, hoe ontwikkel je een nieuw themapark? Maar Clavé
haalt er ook theoretisch materiaal bij dat door anderen is
ontwikkeld. Hij haalt vrijwel alle belangrijke personen omtrent dit
onderwerp aan in zijn boek. Dit hoofdstuk draait om de
theoretische kennis over het ontwikkelen van een nieuw themapark.
3.1 Wat is de planning voor de ontwikkeling? De Themed Entertainment Association heeft in 2000 een model
gemaakt waarin de planning van het ontwerp en de constructie van
een themapark wordt beschreven. Deze planning is de start van het
hoofdstuk zodat er een kader is waarbinnen de komende theorie
valt. De planning bestaat uit vier hoofdfases en elf tussenstappen.
De vier hoofdfases zijn het projectprogramma, de ontwerpfase, de
realisatiefase en de opening. Onder de eerste fase vallen drie
tussenstappen, dat zijn project initiatie, project ontwikkeling en
masterplan en conceptontwerp. De tweede fase bevat drie
tussenstappen, dat zijn schematisch ontwerp, ontwerp ontwikkeling
en constructie/fabricatie documenten. Onder de derde fase vallen
de tussenstappen constructie/prodcutie/fabricatie en
show/attractie installatie. Bij de laatste fase behoren de
tussenstappen pre-opening, officiële opening en project voltooiing.
Binnen dit onderzoek zal de focus voornamelijk liggen op de eerste
twee hoofdfases, het projectprogramma en de ontwerp fase. En de
focus zal ook voornamelijk liggen op de tussenstappen project
initiatie, project ontwikkeling, masterplan / conceptontwerp en
schematisch ontwerp. Zie bijlage 1 voor het schema.29
29 Clavé, Salvador Anton.
14-06-2014
26
3.2 Wat is het themapark als recreatief product? Het doel van een themapark is om een unieke belevenis te bieden
aan bezoekers. De ervaring van deze belevenis is opgebouwd uit
vele elementen zoals attracties, winkels, restaurants, de service van
het personeel, de verwachting van de bezoeker en zo nog vele
andere elementen. En los hiervan spelen dan ook nog onder
andere de volgende onderdelen een rol: het weer, de drukte in het
park, de locatie van het park en de bereikbaarheid ervan. Van deze
factoren kan een samenvatting gemaakt worden van de volgende
kernelementen: 30
Het hoofdthema van het park is het punt waar alle visuele en
artistieke keuzes binnen het park starten. Het wordt gebruikt om de
structuur en organisatie in het park te ontwikkelen. Het hoofdthema
van het park is te vergelijken met het verhaal van een toneeltekst in
het theater.
In het vormgevingsconcept wordt de manier waarop het
hoofdthema geuit wordt bepaald. Dit is belangrijk om de kern van
het thema te vinden. Maar ook om te bepalen hoe het concept
over gebracht moet worden op het publiek.
30 Clavé, Salvador Anton.
Attracties zijn het focuspunt om het hoofdthema mee te
uiten. Er moeten hoofdattracties zijn maar ook sub-attracties. Denk
bij hoofdattracties aan voorstellingen en attracties en denk bij sub-
attracties aan restaurants en winkels.
De vormgeving focust op de totale thematisering van het
park en zorgt ervoor dat de atmosfeer constant gevuld is met het
hoofdthema. Dit doormiddel van decorstukken, architectuur,
landschap en het personeel. De vormgeving heeft een rol die zorgt
voor de gehele atmosfeer en belevenis.
Er zijn ook belangrijke praktische behoeften van bezoekers
zoals veiligheid, informatie, oriëntatie, honger, dorst en
persoonlijke behoeften. Deze facetten moeten altijd bevredigd
kunnen worden zodat de emotionele ervaringen van de totale
belevenis verhoogd en verlengd kunnen worden.
Voormalige ervaringen en verwachtingen van bezoekers
resulteren in huidige prikkels. In tegenstelling tot traditioneel
theater waar het publiek in de zaal zit en de performance op het
toneel is, is het in een themapark zo dat het publiek onderdeel is
van de totale omgeving en dus onderdeel is van de totale
belevenis.31
31 Scheurer, R.
14-06-2014
27
Een product is iets dat kan worden aangeboden aan een markt
voor aandacht, toe-eigening, ge- of verbruik zodat voldaan kan
worden aan een behoefte of noodzaak. Het kan fysieke objecten,
services, personen, plaatsen, organisaties en ideeën bevatten.
Vanuit een conceptueel oogpunt zou deze omschrijving
gedefinieerd kunnen worden als een recreatief product. Dit
recreatief product bevat alle service activiteiten, die materiële
goederen en immateriële diensten combineert.32
Het vaststellen van de condities van een themapark als een
recreatief product is fundamenteel vanuit het oogpunt van de
ontwikkelaars en het management. Deze condities zijn vastgesteld
vanuit de basis van het service product, gekarakteriseerd door de
volgende aspecten. Alle medewerkers van het product zijn
onderdeel van het product zelf. De bezoekers zijn betrokken bij het
productieproces. Het is continu aan het veranderen, en niet te
standaardiseren, afhankelijk van een grote hoeveelheid factoren
zoals onder andere de houding van het personeel en het weer. Het
is vergankelijk en kan nooit opgeslagen worden omdat het
geproduceerd en gebruikt wordt op een bepaald gelijk moment.
Er is geen materieel product om mee naar huis te nemen. De
32 Kotler, P.
omgeving van waaruit de service wordt geboden is onderdeel van
de service zelf.33
In bijlage 2 is te zien hoe de verdeling wordt gemaakt waarmee het
thema in een park verwerkt wordt. Er wordt onderscheid gemaakt in
drie faseringen: Core Product, Tangible Product en Augmented
Product. Oftewel, er wordt onderscheid gemaakt tussen de kern,
het tastbare en de bijzaken. Het draait allemaal om de
totaalbeleving van de bezoeker en zijn emoties. Dat is de kern waar
alles om draait. Dit wordt in een themapark tastbaar gemaakt door
middel van de facetten in de middelste cirkel. Daarin staan tastbare
invloeden zoals de veiligheid, de naam van het park, de service
kwaliteit, de andere bezoekers en de attracties. In deze facetten
wordt de ervaring van de bezoeker tastbaar beïnvloed. Alle
facetten in de buitenste cirkel staan aan de zijlijn van de andere
facetten en dragen indirect bij aan de kern. Hierin staan invloeden
zoals de parkeerplaats, openingstijden, weer, catering en services
voor gehandicapten. Dit zijn bijzaken die de kern, dus de
totaalbeleving van de bezoeker, zeker beïnvloeden maar niet zo
tastbaar en direct voelbaar zijn zoals de tastbare invloeden in de
Tangible Product cirkel. Wat duidelijk wordt gemaakt met dit
diagram is dat alles in een themapark draait om het
bewerkstellingen van de algehele atmosfeer waardoor de emoties
33 Swarbrooke, J.
14-06-2014
28
en gevoelens van het publiek beïnvloed kunnen worden. Het
themapark als recreatief product staat dus centraal. Er moet
zorgvuldig gekeken worden naar alle mogelijkheden om deze kern
zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen. En dit gebeurt
tastbaar door de facetten in de tweede cirkel en iets meer
onbewust door de facetten in de buitenste cirkel.34
3.3 Hoe ontwerp je een masterplan? Het masterplan is een basisinstrument voor de ontwikkeling,
constructie en de opstart van het themapark. Het is een
gedetailleerd plan dat het ontwerp, de uitvoering en de
ingebruikname bevat. Dit plan vormt de basis van alle stappen die
doorlopen moeten worden bij het ontwikkelen van een
themapark.35
In bijlage 3 worden alle punten van aandacht van een masterplan
benoemd in het schema van Hsu, C.T. Dit schema geeft een
gedetailleerd overzicht van de punten waar zorg voor gedragen
moet worden in het masterplan van het te ontwikkelen themapark.
Dit moet worden gedaan in verschillende actievormen en in
overeenstemming met de doelstellingen die moeten worden
vastgesteld, de cijfers die moeten worden geanalyseerd, de
34 Swarbrooke. J. 35 Clavé, Salvador Anton.
concepten die getest moeten worden en de behoeften die in kaart
gebracht moeten worden. In ieder geval moet benadrukt worden
dat de hoeveelheid bezoekers direct bepaald wordt door de
omvang van de investering, de juiste marktonderzoeken en het plan
van aanpak. Dit vormt het fundament voor de schaal van het
themapark en dus een cruciaal onderdeel van het themapark.36
In het schema zijn vier fases onder te verdelen. Namelijk:
doelstellingen vaststellen, feiten organiseren en analyseren,
concepten testen en benodigdheden vaststellen. Deze vier
onderdelen kunnen gedetailleerder uitgewerkt worden aan de
hand van vijf fases facetten. Namelijk fysiek, functioneel, sociaal,
juridisch en economisch. Onder fysiek verstaan we de locatie,
omgeving, ecologie en het landschap. Functioneel bevat de
nabijheid, services en openbare voorzieningen. Het sociale facet
bevat de perceptie, psychologie, historie en symboliek. Onder het
vierde facet, juridisch, verstaan we het vastgoedrecht, statuut en
rechtsgebieden. Het laatste facet, economisch, bevat de vastgoed
economie, afzetgebied en financiering. Deze facetten dragen dus
bij aan het uitwerken van de vier fases.
36 Clavé, Salvador Anton.
14-06-2014
29
De informatie van deze facetten meegenomen bij het omschrijven
van de vier fases betekent voor de eerste fase, doelstellingen
vaststellen, dat fysiek gezien het gaat om de fysieke impact,
omgeving en locatie. Functioneel gezien gaat het om de
bouwplaats, openbare voorzieningen, services en de gebruiker.
Sociaal gezien gaat het om de impact en het effect. Juridisch en
economisch wordt in de komende beschrijving niet meer
meegenomen omdat dat voor dit onderzoek niet van toepassing is
doordat het te ver uitwijkt van het hoofdonderwerp. Bij de tweede
fase, feiten organiseren en analyseren, gaat het fysiek gezien om de
wegen, vegetatie, geologie, grond, ecologie en klimaat.
Functioneel gaat het om de voetgangers, voertuigen en parameters
uit de omgeving. Sociaal gezien gaat het om de structuur, het
gedrag, de perceptie en historie. Bij de derde fase, concepten
testen, gaat het fysiek gezien om de ecologische stabiliteit, het
microklimaat en de ecologische analyse. Functioneel gezien gaat
het om de connectiviteit en het grondgebruik. Sociaal gezien gaat
het om de lifestyle en het gedrag. Bij de laatste fase, de
benodigdheden vaststellen, gaat het om het fysiek gezien om de
bebouwbare grond en de ecologische analyse. Functioneel gezien
gaat het om de gebied vereisten, de verkeer capaciteit en de
openbare voorzieningen. Sociaal gezien gaat het om de
psychologie, sociologie en de perceptie.37
37 Hsu, C.T.
Dit is een lijst van veel begrippen die bij het masterplan horen.
Door de vier fases te doorlopen: de doelstellingen vast te stellen,
de feiten te organiseren en te analyseren, de concepten te testen
en de benodigdheden vast te stellen wordt het gehele proces van
het ontwikkelen van een themapark doorlopen. Het begrip
masterplan beschrijft dus letterlijk waar het om gaat. Dit plan bevat
vrijwel alle benodigdheden die nodig zijn bij het ontwikkelen van
een themapark. De verschillende facetten die bij de fases horen
moeten elk natuurlijk wel goed uitgediept worden om tot een
grondig gedetailleerd masterplan te komen.38
3.4 Wat zijn de ingrediënten voor een mogelijk succesvol themapark? De kracht van het succes van een themapark zit in vele facetten. In
het kort, rekening houdend met de keuzes die gemaakt kunnen
worden en de aard van themaparken als recreatief product, moeten
de volgende punten worden opgelost voor een succesformule:
- Een exacte definitie van het thema
- Een verstandige keuze van de locatie
- Rigoureuze mis-en-scene (verhoudingen van volumes en
oppervlakten)
- Een exacte definitie van de doelgroep
38 Clavé, Salvador Anton.
14-06-2014
30
- Juiste grootte
- Een juiste marketing strategie
- Een juiste organisatie structuur
- Zorgvuldig financieel management
- Personeel dat commitment heeft met het project
- Een reëel budget om het draaiend te houden en te promoten
- Een hoge service kwaliteit
- Een adequaat management voor vernieuwingen
- Goede visualisaties van de thema's, plaatsen en bezoekers
- Integratie van een ontwikkelingsstrategie in het project 39
Deze lijst lijkt wellicht in eerste instantie uit de lucht gegrepen maar
feitelijk bevat deze lijst alle aandachtspunten voor een themapark.
Met het streven naar deze punten goed voor elkaar te krijgen zou je
een succesformule in handen kunnen hebben. Natuurlijk hoort daar
een goed concept bij, dit begrip werd eerder toegelicht. Jan-Erik
Alderlieste, werkzaam bij Puy du Fou als Managing Director Puy du
Fou International, benoemt dat een aantal van deze punten zorgen
voor het succes van dat themapark. Hij heeft het voornamelijk over
de exacte definitie van het thema, de juiste locatiekeuze, exacte
definitie van de doelgroep, juiste marketing strategie en een juiste
organisatie structuur. Maar eigenlijk heeft hij in het interview alle
39 Clavé, Salvador Anton.
punten wel een keer benoemd als essentieel. Deze lijst bevat dus
de kernpunten van het ontwikkelen van een themapark.40
40 Telefonisch interview afgenomen met Jan-Erik Alderlieste (09-11-2013).
14-06-2014
31
14-06-2014
32
4. Wat zijn de belangrijkste praktische randonderwerpen?
Naast de theoretische onderbouwing voor de ontwikkeling van het
creëren van dit themapark zijn er een aantal praktische aspecten
die onderzocht moeten worden. Ten eerste de doelgroep. Aan de
hand van vijf vragen kan dit beantwoord worden. Maar ook de
locatie voor het themapark. De locatie is essentieel voor het gehele
concept, dit komt zowel in de theorie naar voren als in het interview
met Jan-Erik Alderlieste.
4.1 Hoe bepaal je de doelgroep? Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van de vijf vragen die
gesteld kunnen worden zoals beschreven wordt op de website van
Business Bootcamp:
1. Wie is je doelgroep? Dit betreft de algemene gegevens zoals
geslacht, leeftijd, burgerlijke status en inkomen.
2. Wat is hun levensstijl? Dit betreft onder andere de waarden,
persoonlijkheid, idealen en hobby’s van die doelgroep.
3. Waar zijn de klanten? De locatie is essentieel. Maar ook waar de
doelgroep zijn informatie vandaan haalt en waar ze hun tijd
doorbrengen. En waar ze heen gaan voor ontspanning en op welke
tijden.
4. Waar zoeken ze naar? Als je weet wat je doelgroep wil kan je ook
makkelijker mee veranderen.
5. Wat heb je hen te bieden? Vertaal wat je verkoopt in de
vervulling van wat je klanten willen.41
Maar ook de volgende punten zijn belangrijk zijn om te weten van
je doelgroep: de belevingswereld, drijfveren, het mediagedrag en
waarden van je doelgroep. Deze informatie heb je nodig om
aansluiting te vinden bij je doelgroep.42
4.2 Hoe bepaal je de ideale locatie? Als je kijkt naar de top 50 best bezochte
dagattracties van Nederland in 2013 zie
je een grote centrering van deze
attracties in Noord- en Zuid-Holland.
Dit zou logisch verklaard kunnen
worden omdat dit de meest
dichtbevolkte provincies van Nederland
41 http://businessbootcamp.nl 42 Crucq-Troffolo, Gaby & Knitel, Sanne.
14-06-2014
33
zijn. Maar ook blijkt uit onderzoek van het NBTC uit 2013 dat
verreweg de meeste toeristen zich in de vier grootste steden van
Nederland bevinden. Wat direct opvalt is dat er weinig echt grote
trekpleisters zijn rond de provincie Utrecht. Terwijl dit letterlijk het
midden van Nederland is en goed bereikbaar is. Als je kijkt naar de
bevolkingsopbouw in de provincie Utrecht zie je dat het een
provincie is met een hoog percentage jonge mensen en juist weinig
vergrijzing. Maar wat ook opvalt in de provincie Utrecht is dat er
veel natuur is Er zijn veel beschermde natuur gebieden waardoor je
niet makkelijk iets kan bouwen.43
Los van waar het themapark zich moet bevinden zijn er ook
theorieën over de indeling en vorm van een themapark. Elke
gebruiker van het park heeft andere benodigdheden en behoeften,
die invloed hebben op de indeling van het park. Door de
verschillende behoeften en eisen te combineren vanuit
verschillende perspectieven kan er een plan van eisen voor de
indeling van het park gemaakt worden. Het eerste perspectief is
gezien vanuit het doel van de bezoekers. Voor hen is het
ontsnappen aan de realiteit, het rondzwerven in het park en
vermaakt worden van belang. Het volgende perspectief is gezien
vanuit het doel van de manager. Het is belangrijk voor de manager
om een atmosfeer te creëren, de bezoekersstromen te managen en
43 http://www.nbtc.nl/
het managen van de attracties. Het derde perspectief is gezien
vanuit de behoeften van het gebied. Het gebied moet de
verschillende ruimten onderscheiden van elkaar, de aandacht van
de bezoekers vasthouden en de gebieden tussen de attracties
invullen. Het vierde perspectief is gezien vanuit de representatie
behoeften. Hieronder valt het voldoen aan verwachtingen, het
maken van visueel onderscheid en het induceren van emoties. Het
laatste perspectief is gezien vanuit de organisatorische behoeften.
Dit bevat het landschap creëren, de route systematiseren en het
creëren van een feestelijk gevoel. Door vanuit verschillende
perspectieven te kijken naar de benodigdheden en behoeften voor
het themapark als recreatief product krijg je een zo volledig
mogelijke omschrijving hiervan.44
44 Chazaud, P.
14-06-2014
34
Je kunt twee hoofdvormen onderscheiden voor de indeling van een
themapark, dit is gebaseerd op Rebori uit 1993:
Hub en spoke format
Bij deze indeling zijn er
verschillende
themagebieden die ieder
een aparte kern hebben.
In het midden ligt de
centrale kern van het
. themapark. De
bezoekers komen binnen via de ingang waarna vervolgens via een
main street het park bereikt wordt. Dit alles ligt aan een cirkel
waardoor je als bezoekers kunt kiezen welke afzonderlijke
gedeeltes je wilt bezoeken. Elk losse hub heeft dus zijn eigen
ingang gelegen aan de hoofdweg. 45
Loop format
Het loop format heeft
dezelfde ronde vorm als
een hub and spoke
format. Hierbij lopen de
bezoekers alleen een
vaste route waardoor ze
45 Clavé, Salvador Anton.
langs alle thema gebieden komen. Er is dus een hoofdweg die elke
bezoeker aflegt waardoor men langs elke attractie komt.46
Naast deze twee hoofdvormen voor de indeling van een themapark
zijn er natuurlijk tal van variaties te bedenken. Gebaseerd op Rebori
in 1993 zijn er bijvoorbeeld nog de volgende twee specifieke
vormen:
Double loup format
Zoals de titel al doet
vermoeden heeft dit
ontwerp twee kernen met
daarom een cirkel
waardoor er een dubbele
cirkel ontstaat die in het
midden gekoppeld is.47
Urban fabric format
Hierbij wordt alles rond
een centraal focus punt
gebouwd. Bijvoorbeeld
een groot meer. Daarbij
ligt dat het centrale punt
46 Clavé, Salvador Anton. 47 Clavé, Salvador Anton.
14-06-2014
35
vanwaar je via allerlei wegen naar de verschillende delen in het pak
kan gaan.48
Deze voorbeelden van indelingen voor een themapark zijn
natuurlijk maar een greep uit alle mogelijkheden. Maar dit zijn de
meest voorkomende bij het opzetten van een nieuw themapark.
Voor deze 'standaard' indelingen zijn wel tegenargumenten te
bedenken. Zowel Jan-Erik Alderlieste van Puy du Fou als Senior
Designer Karel Willemen van de Efteling zien juist het succes van
beide parken onder andere voortkomen door de indeling van de
parken. Beide parken liggen namelijk in een bosrijke natuurrijke
omgeving. Hierdoor voelt het alsof je door de natuur loopt in deze
parken en niet in een kunstmatig gecreëerde wereld zoals bij
Disney Land Paris. In dit laatste park is namelijk alles wat te zien is
bedacht door mensen. Bij de eerste parken niet waardoor paden
soms langer zijn dan zonder bomen nodig was geweest. Maar
blijkbaar wordt hierdoor een andere sfeer gecreëerd die voor die
parken werkt.
48 Clavé, Salvador Anton.
4.3 Hoe kan theater worden geïntegreerd en wat is de geschiedenis daarvan? Het eerste moment waarop bezoekers van een themapark niet
alleen keken naar iets maar er werkelijk onderdeel van werden was
in 1903 te Coney Island in New York City. Martin A. presenteerde
het publiek voor het eerst een andere experience in het themapark,
namelijk live couveuses met daarin menselijke baby's. Deze baby's
werden veel bezocht door bezoekers als onderdeel van het
'Amusement Spectacle' in Coney Island. Dit vormde de basis van
de freakshows die hierop volgden. Deze freakshows gaf het publiek
een nieuwe ervaring die in de boeken, bioscopen, en het dagelijkse
leven niet te ervaren was. Verschillende mensen vanuit de hele
wereld met een excentriek uiterlijk werden samengebracht binnen
de poorten van Coney Island. Deze shows waren geen vluchtige
momenten voor het publiek zoals bij gewone performances maar
brachten het publiek in een andere omgeving en wereld waardoor
ze ook ergens anders wilden zijn en door zo'n bizarre ervaring ook
zichzelf konden veranderen. Dit is het begin geweest van
entertainment in een themapark waardoor bezoekers een andere
ervaring zouden beleven dan alleen met attracties.49
49 Kasson, John F.
14-06-2014
36
Vervolgens volgde er een nieuwe golf van theatraliteit in
themaparken. Die van het ontwerp van de gebouwen en objecten
in het park. Hier werd het volgende over gezegd:
Vormgegeven bebouwing is niet enkel en alleen functioneel of
heeft alleen een bepaalde structuur, maar is een geheel event. Het
is de geïllustreerde boekcover die naar de verhalen lijdt die
binnenin wachten. Doordat de bebouwing een bepaald gevoel van
tijd, plaats en sfeer met zich meebrengt kan dit je meevoeren naar
een andere wereld.50
Er kwam steeds meer invloed van theater en theatraliteit in
themaparken. Zoals eerder beschreven in het eerste hoofdstuk, zijn
het Land van Ooit en Puy du Fou daar de bekendste voorbeelden
van, op dit moment. Bij het Land van Ooit kreeg iedere acteur bij
aanvang van het seizoen een rollenboek. In dit boek stonden alle
rollen tot in detail beschreven. Zoals ze er uit moesten zien, wat ze
moesten zeggen in welke voorstelling, wat ze moesten zeggen in
verschillende straatacts en ga zo maar door. In dit boek is te zien
welke vormen van theater er in het Land van Ooit allemaal gebruikt
werden. Dat was voornamelijk grote voorstellingen, kleine
voorstellingen, geplande straatvoorstellingen en geïmproviseerd
50 The Imagineers, Walt Disney.
straattheater. Bij Puy du Fou is het voornamelijk alleen grote
spektakelvoorstellingen en een aantal kleine voorstellingen.51
Er zijn dus vele vormen van theater die op verschillende manieren
geïntegreerd kunnen worden in een themapark. Het meest
voorkomende is een park show, met een bepaald thema dat
aansluit op het park. Dit komt in vrijwel elk themapark voor op dit
moment. Maar er zijn dus meer mogelijkheden dan de standaard
park show.
51 Rollenboek, Land van Ooit.
14-06-2014
37
14-06-2014
38
5. Hoe ziet mijn themapark er uit?
In de voorgaande hoofdstukken heb ik de theorieën feitelijk
onderzocht die nodig kunnen zijn bij het opzetten van een
themapark. Sommige delen van de theorie neem ik mee als bagage
op de achtergrond tijdens het ontwikkelen van mijn concept maar
sommige delen zal ik ook letterlijk toepassen. Ik zal dus alleen de
noodzakelijke theorie voor een eerste concept toepassen, en ook
alleen dat wat binnen mijn bereik ligt. Want ik ben mij er van
bewust dat voor de werkelijke uitwerking van mijn ideeën een team
van professionals nodig is. Ik heb wel een idee en visie, die ik in dit
hoofdstuk deel, maar de uitwerking en uitvoering hiervan kan ik niet
alleen. Wat ik wel alleen kan is het delen van mijn ideeën en visie.
Dat is dan ook wat in dit hoofdstuk centraal zal staan, een eerste
concept versie van mijn ideeën. Mijn ideeën zal ik uitwerken vanuit
de theorieën in de voorgaande hoofdstukken. Ik werk vanuit een
verkennende concept ontwikkeling zonder een hoger gelegen
concept. Het is dus een onderzoekende en verkennende concept
ontwikkeling waarbij ik op zoek ga naar kansen. Ik creëer dus vanuit
kansen mijn eigen mogelijkheden en bepaal eigen regels, kaders
en randvoorwaarden.
5.1 Het slapende concept Wat zie ik?
De basis van het plan is ontstaan doordat ik graag wil dat kinderen
en jeugd op een toegankelijke manier in aanraking kunnen komen
met theater en het vertellen van verhalen. Het laten spreken van de
fantasie en verbeelding. De drempel vind ik nu vaak te hoog.
Jeugdtheater brengt kinderen natuurlijk wel in aanraking met
theater maar vaak is dit niet genoeg of jeugdtheater bereikt niet
genoeg mensen in verschillende lagen van de bevolking. Ik wil dat
dit themapark toegankelijk theater biedt aan kinderen waardoor zij
geënthousiasmeerd worden. De fantasie en belevingswereld van
een kind staat dus centraal. Ze enthousiast maken voor theater is
het hoogst haalbare doel van dit project. Door een dag in een
themapark te zijn moet men kunnen ontsnappen aan het dagelijkse
leven. Waar ik moeite mee heb is dat theater vaak elitair wordt
gemaakt en dat het instapniveau vaak te hoog is of lijkt voor veel
mensen. Natuurlijk moeten er verschillende vormen van theater
gemaakt worden maar op dit moment ontbreekt er vaak
toegankelijk en kwalitatief hoogwaardig theater. Wel is er genoeg
theater dat puur voor vermaak is zonder van een kwalitatief hoog
niveau te zijn. Zo wordt er in mijn ogen vaak gekeken naar wat het
publiek wil zien waardoor het niet zo snel meer verrast wordt. Als
theatermaker wil ik het publiek verassen door het iets te laten zien
wat het niet verwacaht zou kunnen hebben. En dat is precies wat er
14-06-2014
39
in mijn ogen te weinig gemaakt wordt op dit moment. Ik ben
opgegroeid in een milieu waar theater geen gebruikelijke invulling
is van vrije tijd. Dus toen ik in aanraking kwam met theater is er een
gigantische deur voor mij opengegaan. Ik denk dat dit voor meer
kinderen en jongeren zo werkt. Het bestaan van theater is vaak heel
onbekend dus ik wil met dit themapark deze deur openen.
Wat vind ik?
Ik wil dat meerdere generaties, maar ook meerdere doelgroepen,
in kunnen zien wat theater met mensen kan doen. Wat het teweeg
kan brengen. Wat het bij mij los maakt is zo waardevol voor mijzelf
dat ik dat anderen ook wil laten ervaren. Het verrijkt mijn leven en ik
hoop die beleving en verrijking ook door een breder publiek te
laten ervaren.
Doelgroep
1. Wie is je doelgroep? Het themapark moet tijdloos zijn voor
vrijwel elke generatie. De hele familie moet kunnen genieten in
het park. Maar natuurlijk ligt de focus niet op daadwerkelijk
iedereen. In eerste instantie is de doelgroep voor het algehele
park kinderen tussen 3 en 14 jaar. Want de fantasie van kinderen
is nog onbedorven, en die fantasie wil ik stimuleren te
gebruiken. Laten voelen hoe het is om fantasie te gebruiken
zodat deze deur voor langere tijd open blijft. Maar zij komen
natuurlijk niet alleen, maar met hun ouders, grootouders of
andere verwanten. Voor allen moet het park interessant zijn. Het
is noodzaak, zoals ook bij Puy du Fou gedaan is, de
voorstellingen en thema's zo te ontwikkelen dat deze voor zowel
kinderen als ouderen interessant is. Jan-Erik Alderlieste vertelde
in het telefonisch interview al dat dit een van de kernsuccessen is
van Puy du Fou. Daar hebben de makers het voor elkaar
gekregen dat zowel kinderen als ouderen de voorstellingen
interessant vinden. Dit komt doordat er kinderlijke elementen in
de voorstellingen zitten maar ook elementen die alleen door
ouderen begrepen kunnen worden. Dit maakt het voor iedereen
interessant. En daarnaast zou het park ook nog interessant
moeten kunnen zijn voor alleen ouderen. Jan-Erik Alderlieste
vertelde dat mensen in de leeftijd 65+ het heerlijk vinden om in
een natuurrijk park rond te lopen met een theatrale sfeer. Op dit
moment hebben we in Nederland te maken met een grote
groep mensen die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken ,
ontstaan door de geboortegolf na de tweede wereldoorlog. Om
mijn idealen te koppelen aan commerciële belangen, is het
wellicht interessant mezelf in de uitwerking ook op deze groep
te richten.
2. Wat is hun levensstijl? De doelgroep moet geïnteresseerd zijn in
een vermakelijk dagje uit met elkaar. En eigenlijk ook een eerste
interesse hebben in theater. Maar dat is niet noodzakelijk,
aangezien de doelgroep juist ook geënthousiasmeerd moet
14-06-2014
40
worden door dit themapark. Het begrip 'levensgenieters' zou
ook betrokken kunnen worden bij de levensstijl van de
doelgroep. Mensen die graag op pad gaan om dingen buiten
de deur te doen. In dit park wordt beroep gedaan op het
sentiment zonder de digitale wereld, dus mensen moeten zich
daar ook aan over willen geven. Dat zou een aanleiding kunnen
zijn, net zoals bij Puy du Fou, dat bezoekers sneller naar dit
themapark zou kunnen gaan. Zowel ouders als kinderen. Naast
de groter wordende groep ouderen zien we in Nederland ook
dat mensen door de crisis meer teruggaan naar de basis.
Daardoor lijkt er meer ruimte maar ook noodzaak te ontstaan
voor onthaasten. Mijn park is de ideale manier hieraan invulling
te geven. Het is een ontvluchting aan het digitale en snelle leven
van deze tijd. Ik denk dan ook dat veel mensen, nu nog,
onbewust behoefte hebben aan dit park. Want ik denk dat hoe
meer de wereld om ons heen aan het digitalerseren en
versenllen is, hoe meer we behoefte hebben aan het onvluchten
hieraan. Dit themapark zou een perfecte dagbesteding kunnen
zijn waarbij het publiek ontvlucht aan de huidige wereld.
3. Waar zijn de klanten? Gezinnen en mensen die in en rond de
locatie wonen of de afstand van huis naar deze locatie makkelijk
bereisbaar vinden. De provincie Utrecht lijkt vanwege de
centrale ligging de meest logische keus, het is makkelijk te
bereizen vanuit grote delen van het land. Ook het Amsterdamse
bos zou een geschikte locatie in Nederland kunnen zijn. De PR
moet een grote omgeving bevatten aangezien veel mensen
aangesproken moeten kunnen worden. Waarschijnlijk wordt dit
park vooral bezocht in de weekendeinden, woensdagen en
vakanties. Dit omdat kinderen en jeugd vrij moeten zijn om het
te kunnen bezoeken. Maar wat ik me ook kan voorstellen is dat
scholen hun schoolreisjes doen in dit park en dat er educatieve
excursies en workshops plaatsvinden.
4. Waar zoeken ze naar? Mensen zoeken naar een ontspannen dag
uit waarbij ze niet aan het dagelijkse leven hoeven te denken.
Kinderen moeten op kunnen gaan in de fantasiewereld van het
park. Ook voor volwassenen kan het erg ontspannend zijn een
dag je fantasie de vrij loop te laten gaan. Er moet ook een factor
van leerzaamheid aanwezig zijn in het park. Zo kan de dag ook
nog informatief worden voor kinderen, wat een extra reden is
voor ouders om met hun gezin naar het park te komen. Het
spreekt op deze manier wellicht ook scholen aan. Maar de
doelgroep zoekt voornamelijk naar een gezellige dag uit voor
het hele gezin.
14-06-2014
41
5.2 Het ontwakende concept Tijdens het telefoongesprek met Jan-Erik Alderlieste van Puy du
Fou sprong er uit dat het thema van het park tijdloos moet zijn. Dat
is de enige mogelijkheid om het park lange tijd te kunnen laten
bestaan. Trends veranderen heel snel dus moet de basis van het
park tijdloos zijn zodat over tien jaar het park nog steeds
aantrekkelijk is, ondanks dat de tijdgeest al veranderd is. Puy du
Fou doet dit doormiddel van het vertellen van de geschiedenis in
theatrale vorm. Dat blijft natuurlijk altijd interessant. En het spreekt
veel generaties aan. Wat ook werd benoemd in het gesprek is dat
mensen zich verbonden moeten voelen. Daarom wordt in Puy du
Fou voor een groot deel plaatselijke geschiedenis verteld. Hierdoor
kunnen bezoekers zich snel verbonden voelen met de verhalen die
verteld worden. Maar wat ik mis bij het vertellen van de
geschiedenis is een verbeeldingswereld die meer tot de fantasie
spreekt. Iets ontdekken dat juist nog niet bekend is en de eigen
beleving en fantasie meer aanspreekt.
Mijn idee is om Nederlandse legendes en volksverhalen centraal te
laten staan maar ik wil ook enkele verhalen uit het buitenland
gebruiken. Wat heeft er in de afgelopen eeuwen gespeeld onder
het Nederlandse volk? En waarom? Volksverhalen en legendes zijn
voor mij typerend voor wat er gaande is in het land. Ze spreken
vaak enorm tot de verbeelding, zijn tijdloos en bevatten veel
historische waarde. De verhalen zijn ook heel erg fantasierijk zonder
door te slaan in een compleet fictieve wereld. Los van dit heb ik
persoonlijk een enorme fascinatie voor volksverhalen en legendes.
Het spreekt mij heel erg aan en veel verhalen vind ik ook echt
interessant en mooi. De spanning die vaak in zo'n verhaal schuilt is
heel goed te gebruiken in theatrale vorm.
In dit park wil ik dat de bezoeker door een bosrijk dorp kan
wandelen waarin een volk leeft waarbij alle volksverhalen en
legendes nog verteld worden. Dit dorp moet absoluut niet
realistisch zijn maar juist heel erg tot de verbeelding spreken.
Verschillende locaties in dit dorp bevatten dan een onderdeel van
een legende of volksverhaal waar dan bij sommige plekken grote
spektakelvoorstellingen zijn maar bij sommige plekken ook juist
kleinschalig straattheater of alleen een verwijzing in vormgeving.
Een concrete invulling zal nog verder uitgewerkt moeten worden.
Om tot de conceptnaam te komen moet ik eerst de essentie van de
visie vaststellen. Deze essentie is voor mij: Het doorvertellen van
Nederlandse verhalen en legendes die tot de verbeelding spreken
en je uit het normale dagelijkse denkpatroon halen door beroep te
doen op je eigen fantasie. De vertaling hiervan als conceptnaam is:
ONSCH VERHAEL. Oftewel oud Hollands voor 'ons verhaal'. Het
actieplan zou dan als volgt vormgegeven kunnen worden. De
essentie van de visie zoals hierboven beschreven is, is het eerste
14-06-2014
42
onderdeel van het actieplan. Vervolgens de doelstelling: de
nummer 1 dagattractie te worden in Nederland in het genre
experience en themapark door een zo groot mogelijke afzetmarkt
te creëren en vaste bezoekers te generen. De kernwaarden zijn dan:
authenticiteit, saamhorigheid, gezelligheid, gemoedelijkheid,
inspiratie en verbeeldingskracht.
5.3 Het masterplan Voor dit eerste concept van het eigen themapark focus ik me vooral
op de eerste hoofdfase van het masterplan, doelstellingen
vaststellen. En daarnaast ook een klein beetje op de tweede
hoofdfase, feiten organiseren en analyseren. Bij doelstellingen
vaststellen is de eerste stap het fysieke. Dus de locatie en
omgeving. Het meest ideaal zou zijn om het themapark aan de
Utrechtse Heuvelrug te maken. Dit omdat de locatie heel centraal
ligt in Nederland en omdat er niet veel grote andere dagattracties
in de buurt zijn. Maar er is natuurlijk ook een reden waarom hier
nog niet veel bebouwd is en er geen andere grote dagattracties
zijn. De voornaamste reden is omdat de gehele Utrechtse
Heuvelrug beschermd natuurgebied is. Hierdoor zal het heel
moeilijk zijn om hier nog een themapark te bouwen. Vervolgens is
mijn oog gevallen op een andere plek, namelijk het Amsterdamse
Bos. Dit is een kunstmatig aangelegd bos dat in 1964 in gebruik is
genomen. Het Amsterdamse Bos is aangelegd zodat er meer groen
rond de stad zou komen. Het ligt ten zuidwesten van Amsterdam
tussen de Ringvaart bij Schiphol en Amstelveen. Het Amsterdamse
Bos is ook een beschermd gebied. Het zuidelijkste puntje van het
bos is gescheiden van het grootste deel van het bos omdat de
snelweg A9 er doorheen loopt. Dit zuidelijkste deel zou een ideale
plek zijn voor mijn themapark. Een bosrijke omgeving met een
aantal grote open velden.
Op het kaartje in bijlage 3 is met een rode lijn het gehele
Amsterdamse Bos omcirkelt en met een blauwe lijn het deel waar ik
mijn themapark idealiter zou willen bouwen. Doordat dit deel aan
de snelweg A9 ligt en tussen de snelwegen A4 en A2 is het super
makkelijk bereikbaar vanuit alle grote steden in de randstad. De
infrastructuur is dus perfect. Het is ook een dicht bevolkt gebied
dus een grote afzetmarkt voor potentiele bezoekers. Het bos trekt
nu al zo'n 4,5 miljoen bezoekers per jaar. Het bos is nu vrij
toegankelijk, dus als er een deel van in gebruik wordt genomen
door dit themapark en er dus entree betaald moet worden gaan
waarschijnlijk veel gebruikers van dit deel bos protesteren. En het is
een natuurgebied, dus bebouwing zal ook niet makkelijk zijn. Maar
met het oogpunt de natuur zo veel als mogelijk te behouden en
altijd een groot percentage van de oppervlakte van het park ook
natuur te laten blijven zouden er wellicht mogelijkheden zijn. Maar
om dit feitelijk rond te krijgen zal er veel moeten gebeuren. De
enige manier om hier achter te komen is om dit aan de gemeente
te vragen, maar die zullen niet snel serieus ingaan op dit verzoek
14-06-2014
43
voordat er een officieel grondig plan is. Dus voor nu blijven dit even
aannames. Naast het park ligt op dit moment een camping. Dat zou
in de toekomst wellicht een samenwerking kunnen zijn waardoor dit
zou kunnen aansluiten op het park. Hierin zal dus verder onderzoek
nodig zijn. Voor dit moment blijven het aannames vanuit mijn
idealen.
5.4 De indeling van het park met eerste ontwerp In bijlage 5 is een gedetailleerde afbeelding te zien van het park en
de paden die er nu al lopen. Kijkend naar de indeling van het park
zou ik me willen focussen op een hub en spoke format. Hierbij loop
je een bepaalde route door park waarop je kan kiezen een bepaald
sub themagedeelte in te gaan. Mijn idee is een grote wandelroute
die je op verschillende manieren kan lopen waarbij er de keuze is
om in sub gedeeltes van het park terecht te komen. In bijlage 5 is te
zien hoe de belangrijkste onderdelen in het park liggen. Met een
oranje lijn is de route getekend voor het hub en spoke format. Dit is
de hoofdroute, met natuurlijk veel zijroutes, die je door het gehele
park leidt. Deze hoofdroute komt langs allerlei themagebieden en
theater faciliteiten. De mogelijkheden voor locaties waar een
voorstelling zou kunnen zijn, zijn gemarkeerd met groen. Dat zijn
dus zes plekken voor grote voorstellingen, elk op een eigen locatie.
De zesde locatie is een groot open veld dus hier zou een grote
spektakel show plaats kunnen vinden. Nummer 2 ligt aan het water
wat weer andere mogelijkheden biedt. Zo heeft iedere locatie zijn
eigen kenmerken waardoor er veel verschillende soorten theater
plaats kunnen vinden.
Vanaf de parkeerplaats kom je eerst
bij de entree van het park met de
kassa's. Hier komen de bezoekers in
aanraking met de eerste sage: de
Nibelungensage. In bijlage 9 is de
samenvatting van dit verhaal te
lezen. Een aantal essentiële
voorwerpen uit deze sage zijn te
zien in de vormgeving van de
kassa's. Elke kassa is de ring uit het
verhaal en de lanen voor de kassa's worden omringd door de
speren van Hagen. De Nibelungensage is een Middeleeuws
14-06-2014
44
heldenepos dat ik alleen rond de entree van het park terug wil laten
komen. Hiermee is de eerste sfeerbeleving gecreëerd.
Vervolgens loop je via een lange laan naar de toegangspoort van
de fictieve stad. Een oude stenen poort met stadsmuren aan beide
kanten. Grote rode fluwelen gordijnen in de poort. Want dat is in
mijn ogen het meest sprekende van een theater dat iedereen
herkent. De entree naar het park en een dag vol theater kan dan
echt beginnen. Aan het begin en aan het eind van de dag staan er
wachters voor de poort om de toegangsbewijzen, verkocht als
visum, te controleren welke de bezoekers toegang geven tot de
stad. Alle bezoekers moeten voor sluitingstijd het park verlaten
hebben voordat het visum verlopen is. Anders volgen er sancties.
Bij de stadspoort roepen de wachters telkens: "Zij die Imke de
Jong ziet staan, zal voor
altijd met roem door het
leven gaan!". Deze leus slaat
terug op de sage van Imke
de Jong die mensen kon stil
laten staan, of hun kleren af
laten zakken. Hij kon uit elke
gevangenis ontsnappen.
Vandaar dat de wachters
nog steeds op zoek naar
hem zijn.
De laan vervolgt zich en komt bij de centrale hub aan. Het
hoofdplein van het fictieve dorp. Aan dit hoofdplein ligt het
stadhuis van het dorp, wat ik voor me zie als een combinatie van
het Hundertwasserhaus in Wenen en het nieuwbouw Inntel hotel in
Zaandam. Dit gebouw is met nummer 1 aangegeven in bijlage 5.
Deze zijn te zien in bijlage 6 en 7. Maar dan authentieker oud
Hollands. Een soort van oud Hollandse flat in Hundertwasser stijl,
maar dan vierkant rondom zodat het centraal op het plein kan
staan. Dit is het stadhuis van de stad. Op de voorgevel van het
stadhuis zijn zeven stenen hoofden te zien. Deze komen voort uit
de sage Het huis met de hoofden uit Amsterdam. In bijlage 8 is dit
huis aan de Keizersgracht in Amsterdam te zien. Deze stijl zal dan
ook verwerkt worden in combinatie met de inspiraties van bijlage 6
14-06-2014
45
en 7. In bijlage 10 is een samenvatting van dit verhaal te lezen. Voor
het stadhuis staat een grote trap met bordes. Op dit Bordes
spreekt de burgemeester van het dorp aan het eind van de dag de
dankgroet uit aan alle bezoekers. Een laatste gedicht zal
voorgedragen worden door hem, dat elke dag nieuw geschreven
wordt. Een actueel gedicht dat de afsluiting van de dag vormt.
In het gebouw is een voorstelling te zien gebaseerd op de sage Het
huis met de hoofden. Naast de voorstelling waarbij het publiek
letterlijk in de keuken gaat en daar de sage te zien krijgt, is er ook
een walk-through. Deze walk-through is een route door het gebouw
die altijd open is, waarbij je als bezoekers door het huis kan dwalen.
De mogelijkheid om te kunnen lopen door het gebouw als publiek
en zelf alle kamers te ontdekken met attributen uit de sage is een
ware experience. In deze experience kan er in iedere kamer op een
knop gedrukt worden waarna er een stuk van de sage verteld
wordt. Door in alle kamers te komen kom je dus achter het gehele
verhaal. Deze sage wordt dus in twee vormen uiteengezet. De
vertelling van het verhaal doordat je door het huis loopt. En de
voorstelling waarbij de spannende scene in de keuken centraal
staat.
Op weg van nummer 1 op de route naar nummer 2 komt men een
schelpenhuis tegen. In dit schelpenhuis zit een viskraam waar
kibbeling en vis friet te koop is naast drinken. Dit schelpenhuis
verwijst naar de sage waarin de burgemeester een weddenschap
verloor met zijn slaaf. De inspiratie voor dit schelpenhuisje is te zien
in bijlage 11. Op de viskraam hangen de volgende borden:
De Panhuyzens ha ek in
skelpehûs meitsje litten. Dat
gong om in weddenskip. Hja
hienen in slaef. As dy binnen in
bipaelde tiid dat skelpehûs
meitsje koe, dan soed er de
frijheit ha. Dat hat dy slaaf opret
en hy hat syn frijheit krigen. Dat
skelpehûs is noch altyd to
bisichtigjen.
De rijke burgemeester
Panhuyzen had een
weddenschap met zijn slaaf. Als
deze binnen een bepaalde tijd
een schelpenhuis kon maken,
zou hij vrij zijn. Het lukte de slaaf,
en hij was vrij. Het schelpenhuis
is nog altijd te bezichtigen.
De locatie aangegeven met nummer 2 ligt aan het water. Op deze
plek zal een dansvoorstelling te zien zijn naar de sage uit Benschop,
Lopik en Polsbroek. De sage vertelt het verhaal van gedaanten in
het wit die langs en over het water liepen, dansten en muziek
maakten. Deze tot de verbeelding sprekende sage zal uitgewerkt
kunnen worden tot een moderne dansvoorstelling waarbij dit
uitgebeeld zou kunnen worden door dansers op, in en voor het
water. In bijlage 12 is een foto te zien van dansende Derwisjen in
Turkije. Deze traditionele dans, waarbij de dansers voornamelijk
rondjes draaien, wordt gedanst in witte gewaden. Dit kostuum en
14-06-2014
46
deze vorm van beweging vormt een inspiratiebron voor de
voorstelling rond deze sage.
Bij de derde locatie is een voorstelling rond De legende van het
Solse gat. Het verhaal is te lezen in bijlage 13 en een foto van de
locatie is te zien in bijlage 14. Dit wordt een grote spektakel
voorstelling in een arena opstelling. De tribune is rondom de plas
die nagemaakt wordt op de locatie in het Amsterdamse Bos. Uit
deze plas kan het complete klooster herrijzen waarna het verhaal
zowel beeldend als met tekst wordt verteld. Het publiek krijgt een
opgesloten gevoel doordat ze rondom het toneel zitten. Het is een
spannende voorstelling waarbij aan het eind het klooster weer
verdwijnt in de plas.
Op de vierde locatie wordt een moestuin gemaakt. In deze
moestuin is een doorlopende activiteit. Hier kan namelijk van verse
kruiden eigen thee gemaakt worden. En daarnaast is hier meerdere
keren per dag een verhaal vertelling in de open lucht. Deze
verhaalvertelling is de Russische legende van De stijgbeugel van
Nikola. Mensen kunnen hier op krukjes en kussens in de tuin zitten
luisteren naar deze verhaalvertelling. Tevens lopen er begeleiders
rond in kostuum om te helpen bij het maken van je eigen thee met
verse kruiden die je zelf uit de moestuin moet plukken. De legende
van De stijgbeugel van Nikola is te lezen in bijlage 15.
Op weg naar de vijfde locatie staat een grote boerderij: De Woeste
Hoeve, naar de gelijknamige sage. In bijlage 16 is het verhaal te
lezen en in bijlage 17 is de boerderij te zien. In mijn park zal er een
restaurant in dit gebouw komen waar iedere tafel een eigen
barbecue heeft. Buiten zijn ook grote tafels met in het midden
barbecues. Dit alles naar het verschijnsel van Gluënde Gerrit uit de
sage.
Op de vijfde locatie is een aantal keer per dag een quiz. Deze quiz
is voor jong en oud en wordt gepresenteerd door Vaar-Köbke de
tovenaar, naar de gelijknamige sage. In deze quiz wordt de
interactie opgezocht met het publiek en worden er winnaars
beloond in verschillende leeftijdscategorieën. Met fragmenten,
muziek, verhalen en moppen wordt in deze quiz de kennis van het
publiek over legendes en sages getest. Legendes en sages die in
het park te vinden zijn komen terug maar ook andere. Op deze
manier is er een interactief element in het park dat ook nog eens
educatief is. De prijzen zijn objecten uit sages die je mee naar huis
mag nemen. De quiz wordt verhult in een theatrale jas waardoor
het ook interessant is om naar te blijven kijken.
14-06-2014
47
Op de zesde locatie is de grootste voorstelling van het park naar de
sage van De boze geest van hoge Duvel. Het publiek bevindt zich
op een grote draaitribune in de open lucht zoals deze ook al
bestaat in een klein Tsjechisch dropje zoals te zien in bijlage 18. Het
verhaal van de sage is te lezen in bijlage 19pdf. Ik heb er voor
gekozen om op het grote open veld een grote draaitribune neer te
zetten zodat de locatie optimaal gebruikt kan worden. Zeker voor
de vertelling van deze sage kan het spectaculair zijn wanneer we als
publiek mee draaien met de acteurs. Zo volgen we letterlijk het
verhaal als een volgspot. Deze voorstelling wordt groots gespeeld
met echte paarden en honden als weerwolven. De achtervolging
wordt groots opgezet waarin de tribune blijft meedraaien maar ook
in tegengesteld richting zal draaien. Hierdoor wordt het publiek
gedesoriënteerd. Met filmische muziek en beelden is deze
voorstelling de laatste van de dag in het park, waarna het publiek
via het stadhuis en centrale dorpsplein het park kan verlaten.
Los van de benoemde locaties zal de inrichting van het gehele park
gericht zijn op beleving van de sages, op een dusdanige manier dat
alleen een wandeling door het park al als een prettige beleving
wordt ervaren. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan wandelpaden door
een moeras met bijbehorende geluiden in de vorm van een
soundscape en wandelpaden door dichtbegroeid bos met
bijbehorende muziek. Er is in elk geval veel natuur waardoor de
beleving van een dag in het park al heel onthaastend is. In deze
natuurlijke omgeving zijn ook een aantal plekken met
speeltoestellen, drinktentjes en zitgelegenheden. Maar ook een
aantal huisjes en winkeltjes die in een echt dorp ook zouden
kunnen staan. Dit alles straalt oud Hollands uit. Zoals de bebouwing
in het Zuiderzeemuseum zoals te zien in bijlage 20. Maar dan
bevinden alle huisjes zich in het bos. Dit alles om het genot van de
bezoekers zo groot mogelijk te laten zijn.
Natuurlijk moet er ook nog goed gekeken worden naar de
infrastructuur van het park. Om zo veel mogelijk bezoekers aan te
kunnen zullen voorstellingen meerdere keren op een dag gespeeld
moeten worden zodat er een roulatie in zit qua publiek. Maar ook
de horeca voorzieningen en plekken waar mensen kunnen zitten en
rusten moeten voldoende aanwezig zijn.
14-06-2014
48
14-06-2014
49
Slot
Op de hoofdvraag van dit onderzoek: Hoe ontwikkel je een
themapark in Nederland, waarin theater de hoofdattractie is, is niet
direct een compleet antwoord te geven. Mijn onderzoek heeft
hoofdlijnen opgeleverd waarin een themapark ontwikkeld kan
worden en tevens welke mogelijkheden er zijn voor het ontwikkelen
van een themapark waarin theater de hoofdattractie is. In dat
opzicht is mijn doel bereikt. Een verzameling van theorieën over het
ontwikkelen van een concept en vervolgens een themapark. Het
heeft voor mij veel nieuwe theorie opgeleverd welke mijn idealen
ondersteunen. De theorie heeft zeker gefungeerd als een kapstok
waar ik mijn eigen ideeën aan op kan hangen. Zowel de specifieke
theorie voor themaparken van Clavé als de standaard concept
theorieën.
Door de theorie toe te passen ben ik er nog meer overtuigd van
geworden dat dit themapark echt een gat in de markt kan zijn.
Door je visie te benoemen en daar de doelgroep aan te linken
vormt er zicht een duidelijkere richting waar ik heen wil met het
themapark. Waar ik mij niet bewust van was voordat ik begon aan
dit onderzoek is dat er dus daadwerkelijk theorieën ontwikkeld zijn
over het ontwikkelen van een themapark. Het zijn er niet veel maar
er zijn wel degelijk mensen mee bezig geweest. Maar ook de
duiding van de begrippen concept en experience vind ik erg
interessant. Een uitleg onder andere hiervan, heeft meer kennis
gebracht om mijn idealen breder uit te kunnen denken en meer
diepgang te kunnen geven. De duiding van deze begrippen en
uitleg over de invulling daarvan kan ik dan ook zeker meenemen in
mijn huidige werk in het theater.
De droom om dit park ooit echt te realiseren is een stap dichterbij
gekomen met dit onderzoek. Het vergt heel veel tijd. Daar ben ik
me van bewust. Het gaat om meer dan alleen een goed idee
hebben. En dat is terecht. Om dit idee te kunnen verwezenlijken is
verder onderzoek nodig. En daarbij heb ik dan een team van
mensen nodig die binnen hun discipline daar ook echt verstand van
hebben. De wereld van themaparken wil ik niet loslaten na dit
onderzoek. Theater en themaparken kunnen in mijn ogen gelinkt
worden aan elkaar. Bij beide draait het om theatraliteit alleen is de
invulling hiervan in een theater voorstelling anders dan in een
themapark. En dat heeft voornamelijk te maken met de
spanningsboog van het publiek en de vorm waarin theatraliteit
overgebracht wordt. De grens tussen theater en themaparken zou
ik meer willen laten overlappen, ook buiten het idee van mijn eigen
themapark om. Omdat ik er van overtuigd ben dat theatraliteit de
essentie is van een themapark. En die stelling is in dit onderzoek
altijd overeind gebleven.
14-06-2014
50
Bronnen
Gepubliceerde bronnen
Chazaud, P. 'Le parc à theme, production touristique hors sol.'
Cahier Espaces. 1998, pagina's 88 - 96.
Clavé, Salvador Anton. The global theme park industry.
Wallingford: CABI, 2007.
Crucq-Troffolo, Gaby en Knitel, Sanne. Conceptdenken.
Amsterdam: BIS Publishers, 2013.
Esch, Adri van. Het succesverhaal van Puy de Fou: 'We geloven niet
in namaak'. www.rides.nl. Publicatie: 27-09-2013. Bekeken: 08-10-
2013. <http://www.rides.nl/nieuws/3092/het-succesverhaal-van-puy-
de-fou-we-geloven-niet-in-namaak.html>
Hsu, C. T. Master Planning for successful theme park development.
Singapore: niet gepubliceert, 1997. Asia Pacific Theme Parks and
Attractions 97' Conferentie, bijgewoond door Clavé, Salvador
Anton.
Kasson, John F. Amusing the Million; Coney Island at the Turn of the Century. New York: Farrar, Straus and Giroux, 1978.
Kotler, P. Marketing Management: Analysis, Planning,
Implementation and Control. Englewood Cliffs: Prentice Hall, 1994.
Mapa. Jeugdsentiment: het land van Ooit, een verdwenen
pretpark. www.infonu.nl. Publicatie: 24-05-2013. Bekeken: 08-10-
2013. <http://mens-en-samenleving.infonu.nl/ouder-en-
gezin/115254-jeugdsentiment-het-land-van-ooit-een-verdwenen-
pretpark.html#bronnen_en_referenties>
Ministerie van OCW. Museumbrief. Ministerie van OCW, 2013.
Mulder, Ruurd. De kunst van cultuurmarketing. Bussum: Couthino,
2013.
Neta, Nisandeh. Je doelgroep bepalen. www.businessbootcamp.nl
Bekeken: 25-09-2013. <http://businessbootcamp.nl/vraag/je-
doelgroep-bepalen?cid=6989>
NBTC. Kerncijfers Toerisme en Recreatie 2013. www.nbtc.nl.
Publicatie: 10-04-2014. Bekeken: 10-04-2014. < http://www.nbtc.nl/
nl/homepage/cijfersentrends/algemene-cijfers-toerisme.htm>
14-06-2014
51
NBTC. Top 50 dagattracties in Nederland 2013. www.nbtc.nl.
Publicatie: 10-04-2014. Bekeken: 10-04-2014. <http://www.nbtc.nl/
nl/homepage/artikel/efteling-blijft-meest-bezochte-
dagattractie.htm>
O'Sullivan, Ellen en Spangler, Kathy. Experience marketing:
Strategies for the new Millenium. Stage College: Venture
Publishing, 1998.
Reed, Edward. The Necessity of Experience. New Haven: Yale
University Press, 1996.
Scheurer, R. 'Theme park tourist destinations: creating an
experience setting in traditional tourist destinations with staging
strategies of theme parks.'The Tourism and Leisure Industry,
Shaping the Future. (K. Weiermair en C. Mathies) Hawordt
Hospitality Press, 2004.
Scott, A. Lukas. Theme Park. London: Reaktion Books, 2008.
Snel, Anna. For the love of Experience. Amsterdam: Faculty of
Economics and Business, 2011.
Swarbrooke, J. The Development and Managment of Visitor
Attractions. Oxford: Butterworth-Heinemann, 2002.
Synergie. De inspirerende 40 2013. www.synergie.nl. Publicatie:
2013. Bekeken: 08-11-2013. <http://www.synergie.nl/inspiratie/
inspirerende-merken/>
The Imagineers. Walt Disney Imagineering. Glendale: Disney
Publishing Inc, 2010.
Ongepubliceerde bronnen
Er is een telefonisch interview afgenomen met Jan-Erik Alderlieste,
Managing Director bij Puy du Fou International. Amsterdam, 09-11-
2013.
Bijlagen
Bijlage 1 De Themed Entertainment Association, 2000.
I. Het projectprogramma 1. Project initiatie
2. Project ontwikkeling
3. Master plan en concept ontwerp
II. De ontwerp fase 4. Schematisch ontwerp
5. Ontwerp ontwikkeling
6. Constructie/fabricatie documenten
III. De realisatie fase 7. Constructie/productie/fabricatie
8. Show en attractie installatie
IV. Opening 9. Pre-opening
10. Officiële opening
11. Project voltooiing
14-06-2014
53
Bijlage 2 Swarbrooke, 2002. Theme parks as a recreational product.
14-06-2014
54
Bijlage 3 Hsu, C.T. Points for consideration in a master plan for the development of a theme park. 1997.
Facetten
Fysiek Functioneel Sociaal Juridisch Economisch
Locatie
Omgeving
Ecologie
Landschap
Oppervlakten
Nabijheid
Openbare
voorzieningen
Services
Verzamel
bekken
Circulatie
Perceptie
Psycho-
logisch
Historisch
Symbolisch
Vastgoed-
recht
Statuut
Zonering
Rechts-
gebieden
Vastgoed
economie
Afzetgebied
Financiering
Doelstell ing-
en:
vaststellen
Fysiek
Fysieke impact
Omgeving
Locatie
Bouwplaats
Openbare
voorzieningen
Services
Nabijheid
Gebruiker
Effecten
Impact
Eigendoms-
recht
Politieke
verengingen
Zonering
limieten
Politieke
Winst
Vermogen
Markt
grenzen
Huur
Verkoop
14-06-2014
55
strategieën
Financiering
Budget
Impact
Feiten:
organiseren en
analyseren
Wegen
Hellingen
Uitzichten
Vegetatie
Geologie
Grond
Klimaat
Ecologie
Omgeving
parameters
Voetgangers
Verzamel
bekken
Statistieken
Voertuigen
Statistieken
Sociale
structuur
Gedrag
Perceptie
Historisch
Onderzoek-
en
Codes
Zonering
Notariële
akte
Overgangs-
boden
Rechtsmacht
Investering
Belastingen
Kosten land
Huur / Verkoop
Transport
Economie
Financiering
Nutsbedrijven
Concepten:
testen
Ecologische
stabiliteit
Microklimaat
Ecologische
analyse
Connectiviteit
Verzamel
bekken
Grondgebruik
Lifestyle
Gedrag
Coöperaties
Hoogbouw
Lucht
rechten
Advocatie
Economisch
rendement
Exploitatie
Gebruik
Kosten
gevoeligheid
14-06-2014
56
Erfpacht
Joint venture
Domeinen
Absorptie ratio
Benodigd-
heden:
vaststellen
Bebouwbare
grond
Beperkingen
Ecologische
analyse
Gebied
vereisten
Verkeer
capaciteit
Parkeren
Verzamel
bekken
Openbare
voorzieningen
Capaciteit
Toegang
Sociologisch
Psycho-
logisch
Perceptueel
Afzetmarkt
analyse
Populatie
projectie
Economische
impact
Verkeer
projectie
Geld stromen
14-06-2014
57
Bijlage 4 Locatie park en omgeving.
14-06-2014
58
Bijlage 5 Locatie park met de route van het hub en spoke format.
14-06-2014
59
Bijlage 6 Hundertwasser haus in Wenen.
14-06-2014
60
Bijlage 7 Inntel hotel in Zaandam.
14-06-2014
61
Bijlage 8 Het Huis met de Hoofden, Keizersgracht 123, Amsterdam.
14-06-2014
62
Bijlage 9 Het heldenepos verhaalt hoe Siegfried, der helt ûz Niderlant, naar het hof van Bourgonden in Worms gaat om naar de hand te dingen van de
mooie Kriemhilde. Zij is de zus van de drie broers die over Bourgonden regeren. Van de drie koningen is Gunther de primus inter pares.
Gunther wil aan het verzoek van Siegfried voldoen, op voorwaarde dat deze hem helpt om de vrouw te verwerven op wie Gunther zelf zijn
zinnen heeft gezet, namelijk de sterke Brunhilde, koningin van IJsland: zij trouwt alleen met de man die haar in drie spelen kan overwinnen.
Gunther slaagt daarin, maar alleen omdat Siegfried als zijn stand-in optreedt. Aansluitend vindt de dubbele bruiloft plaats: Gunther trouwt met
Brunhilde en Siegfried met Kriemhilde. Het bedrog tijdens de bruidwerving leidt er na een aantal verwikkelingen – die zeer smakelijk worden
verteld – uiteindelijk toe dat Hagen, de belangrijkste vazal aan het hof, op instigatie van Brunhilde en met medeweten van Gunther en zijn
broers een moordaanslag op Siegfried beraamt. Tijdens een jachtpartij doodt Hagen Siegfried door hem een speer in de rug te steken.
Kriemhilde is ontroostbaar en zint op wraak. Later hertrouwt zij met Etzel, de koning van de Hunnen. Na een aantal jaren nodigt ze haar broers
en Hagen uit voor een feest aan het hof van Etzel. Het blijkt een hinderlaag te zijn: in Etzels burcht openen de vertrouwelingen van Kriemhilde
de aanval op de Bourgonden (die nu ook Nibelungen worden genoemd). Gunther, zijn broers en Hagen gaan met alle Bourgonden in een
bloedige strijd ten onder. Ook Kriemhilde sterft. Dâ hât daz maere ein ende. diz ist der Nibelunge nôt, zegt de laatste strofe: ‘Hier is het
verhaal ten einde. Zo gingen de Nibelungen ten onder’.
<http://www.vanvredendaal.nl/nibelungenlied/samenvatting.html>
14-06-2014
63
Bijlage 10 Het Huis met de Hoofden
Er was eens een rijke heer die op de Keizersgracht te Amsterdam woonde. Eens op een avond ging hij met zijn familie uit en liet de zorg voor
het huis aan zijn bedienden over. De knecht was toevallig afwezig en de twee dienstmeisjes, die thuis waren, besloten voor alle zekerheid alles
secuur te sluiten.
Na het avondmaal klaar gezet te hebben, ontdekte de keukenmeid Anna, dat het vleesmes niet al te scherp was. Daarom ging zij naar de
keuken om het op de slijpplank aan te zetten. Daar vernamen de meisjes duidelijk het geluid van mannenstemmen, dat uit de kelder opsteeg.
Het tweede meisje bedacht zich niet lang, maar ijlde het huis uit. Anna evenwel bleef en hoorde hoe de dieven met elkaar overlegden, hoe het
beste het huis in te dringen. Daar ontdekten zij een luik, dat toegang gaf tot de keuken: men zou één voor één door dat luik in de keuken
klimmen. Degene die volgde zou roepen: "Ben je er?" Hoorde hij 'ja', dan moest hij zijn geluk beproeven, totdat zij allen, zeven in getal, er
waren: dan zou de roof- en plundertocht beginnen.
Anna stond doodsbleek, maar vastberaden bij het luik met het grote scherpe vleesmes in de hand geklemd. Toen de eerste rover zijn hoofd
door het luik stak, sloeg zij hem het hoofd af en trok vervolgens zijn lichaam door het luik, legde het snel terzijde en toen nu een zware stem
vroeg: "Ben je er?" antwoordde zij dof en zwaar: "Ja." Hierop volgde nummer twee en zo verder. Nummer zeven evenwel vond iets niet in de
haak en ging dus aan de haal.
Niet lang daarna kwam de familie thuis. Vol ontzetting vernamen zij van de komst van de rovers en hoorden met bewondering het heldhaftige
gedrag van Anna. De heer gaf Anna tot beloning een prachtige diamanten ring en liet de hoofden in steen nabeitelen en aan het huis
bevestigen, opdat een ieder die het huis voorbij zou gaan, het heldhaftige gedrag van het meisje indachtig zou zijn.
14-06-2014
64
Anna leefde nu gelukkig, geëerd en geacht door de familie, tot er een nieuwe knecht in huis kwam. De knecht, Piet geheten, was er vooral op
uit bij Anna in de gunst te komen. Dit gelukte hem dan ook zo goed, dat hij aanzoek bij haar deed en het jawoord ontving. Daarop stelde hij
haar voor eens een dagje vrijaf te vragen opdat hij haar met zijn oude lui in kennis kon brengen. Anna stemde toe. De toestemming der familie
werd gevraagd en er werd besloten dat het paar een week vrijaf zou krijgen. Zij vertrokken dus.
Anna was nu met haar vrijer in een sjees gezeten. Nadat zij buiten de stad enige uren gereden hadden, vroeg Anna voortdurend: "Zijn wij er
nog niet?" Een angstig voorgevoel maakte zich van haar meester. Het antwoord luidde: "Nog niet, nog niet!" Eindelijk klonk het: "Verlang je
zo naar je dood?" Daar Anna hem in de grootste verbazing aanstaarde, vervolgde hij: "Je hebt mijn broers vermoord en nu zul je er ook aan
moeten geloven."
Zij begreep nu dadelijk, dat hij die ene rover was, die ontkomen was: daar ze gehoord had, dat er van te voren sprake was geweest van zeven
en er slechts zes door het luik gekomen waren. Zij reden bliksemsnel. Eindelijk zagen zij een groot huis: dat was het rovershol en hier woonden
zijn ouders. Zij hielden een herberg en de arme reizigers, die voorbij kwamen, of er overnachtten, werden, wanneer zij geld of veel goed bij
zich hadden, lafhartig vermoord.
Anna werd van de wagen getild en overgeleverd aan Piets vader en moeder, die haar dadelijk stevig vastbonden en naar een kamer brachten.
Hier had zij ruimschoots de tijd na te denken. Haar tegenwoordigheid van geest had haar echter geen ogenblik verlaten, en zij had, terwijl zij
gebonden was, gezorgd dat de koorden haar niet al te stijf zaten. Zij had haar diamanten ring nooit aan Piet laten zien, en de steen die dag
naar binnen gedraaid, zodat die aan zijn opmerkzaamheid ontsnapt was.
Terwijl zij daar nu zat te overleggen hoe te ontvluchten, hoorde zij hen beraadslagen of zij die avond, dan wel de volgende morgen vermoord
zou worden. Haar Piet was er voor om haar diezelfde avond te vermoorden, daar hij haar vastberaden karakter en moed kende. Vader en
moeder waren echter voor de volgende avond en zo ook de overige rovers, daar er die avond nog verschillende karweitjes op te knappen
waren.
14-06-2014
65
Het gegil van de slachtoffers dat tot Anna doordrong, versterkte haar in haar voornemen al het mogelijke te beproeven om te ontvluchten. Zij
slaagde er in om de koorden met de diamant stuk te snijden en daar zij een venster ontdekt had, die boven een sloot uitkwam, werkte zij zich
door die opening, knoopte de koorden aan elkaar en liet zich naar beneden zakken.
Eenmaal in vrijheid liep zij door totdat zij aan een boerderij kwam. Dat was juist een boer, die wel eens kaas en boter aan de familie leverde en
nu smeekte zij hem haar te verbergen en zo spoedig mogelijk naar Amsterdam te brengen. De boer, die juist een kolossale hooiwagen had
klaar gemaakt en er de volgende dag mee naar Amsterdam ging, besloot Anna hierin te verbergen. Zij verzocht hem haar vlak vooraan een
plaats te geven in het breedst van de wagen achter zijn rug en zij ging zitten op haar tenen, zodat zij met de grote hooivork niet te treffen was.
De volgende morgen vroeg gingen zij op weg. Wat Anna gevreesd had, gebeurde. Nadat zij op de grote weg gekomen waren, kwamen
enige, als boeren verklede rovers te voorschijn en eisten dat de boer stil zou houden en het hooi afladen. De boer weigerde dat, maar stond
toe dat zij met de grote hooivork driemaal in het hooi staken; wanneer hij werkelijk iemand verborg, zouden zij bloed aan de punten moeten
zien, en dan zou hij afladen. Het voorstel van de boer dreef hun vermoeden op de vlucht. Toch staken zij driemaal met kracht in de volgeladen
wagen, maar aan geen enkel puntje bespeurden zij bloed. Zij lieten de boer dus gaan, die doorreed en tegen de avond in Amsterdam
aankwam. Anna werd spoedig verlost en kwam terug bij de familie, die haar hoogst verbaasd ontving en liefderijk verpleegde. In het begin kon
zij, door de angst die zij uitgestaan had, niet spreken, doch weldra verhaalde zij alles. Men besloot omzichtig te werk te gaan. De politie werd
gewaarschuwd en men wachtte de dingen af, die komen zouden.
Toen de week om was, kwam de knecht heel kalmpjes terug en vertelde dat Anna ziek was geworden en daarom nog wat bij zijn ouders zou
blijven. Men deed alsof met hem geloofde en bracht hem naar boven. Plotseling stond Anna voor hem. Hij schrok wel, maar hield zich vrij
goed, ook toen hij gevangen werd genomen en weggevoerd. Het roversnest werd op de aanwijzingen van Anna gevonden en uitgeroeid en
Anna woonde verder rustig bij de familie.
J.R.W. Sinninghe en A. Storm Van Leeuwen. Hollandsch Sagenboek, Legenden en sagen uit Noord- en Zuid-Holland. 's Gravenhage, 1943.
14-06-2014
66
Bijlage 11 Schelpenhuisje in Thyboron, Denemarken.
14-06-2014
67
Bijlage 12 Dansende Derwisjen.
14-06-2014
68
Bijlage 13 De legende van het Solse Gat
Midden op de Veluwe - in het bos tussen Putten, Garderen en Drie - ligt het Solse gat, een grote kuil tussen de heuvels. Daar stond eens een
machtig klooster met veel torens. Het werd omgeven door een gracht en een brede, statige laan leidde naar de poort. Maar het was een boos
klooster; de overste en alle monniken hadden hun ziel aan de duivel verkocht. Ze leidden een leven van overdaad en weelde. Midden in de
nacht werd de zwarte mis gelezen waar alle heksen en spoken uit de omgeving aan deelnamen. Men dronk wijn uit emmers en de hele nacht
werden er overvloedige maaltijden opgediend. De duivel zorgde ervoor dat de voorraad nooit opraakte en hij mengde zelf de wijn. Er werd
gedanst, gezongen en gevloekt tot in de vroege morgen. Velen hadden 's nachts binnen het klooster vreemde en angstaanjagende geluiden
gehoord en iedereen wist dat de hele nacht de vensters van alle zalen hel verlicht waren. Dat heeft geduurd, tot in een stormachtige
kerstnacht, nu al eeuwen geleden. De dorpelingen bleven tijdens die storm angstig in hun huizen en hoorden midden in de nacht plotseling
één hevige donderslag. De volgende ochtend kwam een jongetje het dorp binnenrennen en vertelde dat het klooster in het bos geheel was
verdwenen en er op die plaats een ijzingwekkend diepe kuil ontstaan was. De bomen er omheen lagen ontworteld ter aarde. Alle bewoners
wilden het wonder zien. Men vond nog een met klinkertjes geplaveid straatje en de brede, statige laan; dat was alles wat van het klooster
restte. De aarde had zich geopend en zich weer gesloten. Sinds die tijd komt er om middernacht uit de diepte van het Solse gat een vreemd
geluid. De klokken van het verzonken klooster beginnen onregelmatig en schor te luiden, alsof ze allen gebarsten zijn; eerst zacht, maar steeds
harder en angstiger. Dan komen uit het duister van de brede laan de geesten van de monniken. Al klagend wandelen ze in een lange sombere
rij: langzaam en gebogen gaan ze rondom het gat, waaruit een blauwe gloed opstijgt. Dan zweven ze allen rusteloos uiteen, om opnieuw uit
de schaduw van de laan in een lange rij langzaam naar voren te treden. Dit gaat door tot aan het daglicht, dan vluchten ze plotseling
jammerend weg in het diepste duister van de sombere kuil. Zodra de zon schijnt, is het alsof er niets is voorgevallen. Alles is er rustig en men
zou er haast aan twijfelen, dat even tevoren de schimmen verdwenen zijn in het water midden in de kuil van het Solse gat.
Gust. van de Wall Perné. Veluwsche sagen. Amsterdam: Scheltens & Giltay, 1921.
14-06-2014
69
Bijlage 14 Het Holse gat.
14-06-2014
70
Bijlage 15 De sti jgbeugel van Nikola
Er leefde, er was eens een boertje; hij heette Morgoén. Morgoén sloofde zich af, werkte tot hij er bij neerviel, pakte van alles aan, maar niets
lukte hem, alles liep verkeerd af. Eens was Morgoén bezig zijn moestuin te bewerken, die vlak aan de straatweg lag; op de weg reed Nikola de
Genadige. "God helpe u, boer!" - "Dank u wel, Sint Nikola! Waar gaat ge, de Gode Welgevallige, naar toe?" - "Ik ga naar de Verlosser." -
"Barmhartige Nikola, wilt ge zo goed zijn de Verlosser te vragen, of er iets in de wereld is, dat mij geluk zou kunnen brengen?" - "Goed, ik zal
het vragen." - "Zult ge het heus niet vergeten?" - "Nee, ik vergeet het niet, wees gerust." Het boertje keek aandachtig en zag: de stijgbeugels
aan het zadel van Nikola waren van goud. "Genadige Nikola, wilt ge zo goed zijn een stijgbeugel af te binden en hem hier te laten? Als ge bij
de Verlosser weer op uw paard zult gaan zitten, zult ge bemerken, dat er een stijgbeugel ontbreekt en dan zult ge aan ons gesprek denken."
De Barmhartige stemde er in toe, maakte een stijgbeugel los, gaf hem aan het boertje - en met één stijgbeugel reed hij naar de Verlosser.
Nikola de Gode Welgevallige kwam bij de Verlosser, hij besprak er, wat hij te bespreken had en maakte aanstalten om te vertrekken - doch hij
dacht niet aan de afspraak met Morgoén. Toen hij zijn paard zou bestijgen, herinnerde hij zich zijn belofte en zei: "Allerreinste Verlosser, de
Waarachtige! Het boertje Morgoén heeft mij verzocht U naar zijn geluk te vragen. Hij is zo ongelukkig; is er iets in de wereld, dat hem geluk
zou kunnen brengen?" - "Zeker, ook voor hem is er iets, dat hem geluk zou kunnen brengen, zijn geluk is stelen en zweren."
Morgoén werkte op zijn moestuin en wachtte op Nikola: Nikola de Gode Welgevallige zou hem vertellen, waarin zijn geluk zat! Er is veel tijd
voorbijgegaan. Het boertje was doodop, maar hij bleef wachten. Doch daar zag hij Nikola de Gode Welgevallige rijden. Nikola reed naar de
boer. "Genadige Nikola, hebt ge naar mijn geluk gevraagd?" - "Wel zeker! Er is ook voor u geluk in de wereld." - "Waarin steekt mijn geluk?"
- "Uw geluk is: stelen en zweren. Geef me nu mijn stijgbeugel terug." Maar Morgoén bleef staan, als had hij niets gehoord, als was hij doof
geworden. "Ik zeg u, geef mij mijn stijgbeugel terug!" - "Wat voor stijgbeugel? Ik kan er een eed op doen: ik weet niets van een stijgbeugel
af!" En zo moest Nikola met één stijgbeugel verder rijden. Hij reed door het Russische land, hij leerde de nood en ellende der mensen
kennen; de Barmhartige was steeds bereid snel te helpen, waar hulp nodig was.
14-06-2014
71
Intussen heeft het boertje de gouden stijgbeugel aan een paal vastgemaakt - de stijgbeugel schitterde en scheen, als de zon! De boer ging
met zijn werk voort. Op de weg reed uit Sint Petersburg een rijke heer met een driespan, de belletjes aan de paarden rinkelden vrolijk. Reeds
op grote afstand zag hij de gouden stijgbeugel en reed naar de boer. Bij de paal hield hij zijn paarden in. "Waar hebt ge de stijgbeugel
gestolen, boer?" - "Maar u vergist u, uw edele, ik kan er een eed op doen, het is mijn eigen stijgbeugel." - "Dat lieg je, ik zal je voor het
gerecht brengen." Maar Morgoén bleef op zijn stuk staan, hij zwoer bij alles wat heilig is: "Ik ben bereid ook voor de rechtbank alles onder ede
te verklaren; de stijgbeugel is van mij."
De heer haalde de stijgbeugel van de paal, beval de boer op de bok naast de koetsier plaats te nemen en zij reden naar de rechtbank.
Onderweg bekeek de heer het boertje. "Wat ziet ge er vreselijk uit," zei de heer, "ge hebt geen kleren aan, maar alleen vodden! Ik schaam mij
iemand in zulke vodden voor de rechter te brengen. Weet je wat, hier heb je mijn overjas, trek hem aan." Daarna bedacht de heer, dat het niet
genoeg was. Hij haalde uit zijn koffer een hoed en een paar schoenen en gaf ze aan Morgoén. Deze trok alles aan en zag er piekfijn uit;
niemand zou hem nu herkennen.
Morgoén zag er als een heer uit, toen zij voor de rechtbank kwamen De heer, die hem meegebracht had, getuigde tegen hem en zei, dat de
boer de gouden stijgbeugel moest hebben gestolen, dat het niet anders kon. "Ik kan een eed afleggen, dat de stijgbeugel van mij is!" hield
het boertje voet bij stuk. En iedereen geloofde hem. Toen keek Morgoén naar de heer en zei: "Nu zult ge nog wellicht gaan beweren, dat de
jas, die ik aan heb, ook niet van mij is?" - "Dat is toch zo, het is mijn jas." - "En dat het driespan ook van u is?" - "Maar natuurlijk is het driespan
van mij!" - "En ik kan een eed afleggen, dat zowel de jas als het driespan mijn eigendom zijn!" En iedereen in de zaal geloofde hem.
Ook de rechters geloofden hem en wezen het boertje toe: én de gouden stijgbeugel én het driespan van de heer. Van af die tijd werd de boer
steeds rijker - hij had zijn geluk gevonden! En hij dacht nooit meer aan zijn treurig lot van voorheen.
A. Rezimov. Nikola de Barmhartige, Russische Nicolaaslegenden. Zeist: Uitgeverij Vrij Geestesleven, 1986.
14-06-2014
72
Bijlage 16 De Woeste Hoeve
De Woeste Hoeve stond midden in de eindeloze onherbergzaamheid tussen Apeldoorn en Arnhem. Het was een belangrijke pleisterplaats
voor reizigers.
Moeder Eva bewoonde het grote huis met haar twee zonen en een meid. Jan, haar oudste zoon, was een flinke schrandere kerel, maar haar
tweede zoon Gerrit was wat achterlijk en niet zo vlug van begrip. Ze waren beiden - zonder het van elkaar te weten - verliefd op de meid, een
jonge vrolijke dame van net twintig.
De jongste van de beide broers had op een avond, toen ze samen op de deel waren, zijn liefde bekend aan het knappe meisje. Hij deed het
op een zo'n onbeholpen wijze, dat ze hem had uitgelachen en stoeiend in het hooi had laten vallen. Spoedig daarna moest hij het aanzien, dat
zijn oudere broer meer geluk had in de liefde dan hij. Hij werd schuwer en stiller dan hij al was en er begon een kwaadaardige jaloersheid in
hem te groeien tegen het meisje en tegen zijn broer, die in alles zo veel meer bevoorrecht was.
Moeder Eva stierf na een korte maar hevige ziekte, en een jaar later ging haar oudste zoon Jan trouwen met de meid.
Tante Tonia was al dagen te voren op de Woeste Hoeve gekomen om de bruid te helpen bij al de toebereidselen. Er moesten broden en
koeken en krentenmik gebakken worden voor de gasten en dat kon niemand beter dan tante Tonia. Op de ochtend van de feestdag zei ze
tegen haar jongste neef: "Gerrit, je moest eens wat dennentakken en klimop halen en de stoelen van het bruidspaar groen maken. En dan
strooi je daarna eens netjes met wit zand op de vloer: 'Leve Bruid en Bruidegom'."
Maar Gerrit had wat gemompeld, was naar buiten gegaan en niet teruggekeerd. Toen had tante Tonia zelf een mes genomen, was op haar
oude benen naar buiten gestrompeld, had dennentakken gehaald en klimop en hulst, die vol rode bessen was. Ze had de twee stoelen al
14-06-2014
73
groen, toen Dirk en Marie uit Loenen kwamen om te helpen versieren. Die hingen slingers om de deurpost en staken de vlag uit, en Marie
greep met haar vlugge handen in de bak met schuurzand, liet het zand dan met een fijn straaltje op de vloer lopen en schreef in grote sierlijke
krullen: 'Leve Bruid en Bruidegom'.
Al vroeg in de morgen kwamen de familieleden en vrienden uit Loenen, Beekbergen, Eerbeek en Hoenderlo naar de Woeste Hoeve gereden
om de bruiloft mee te vieren. Er kwam al meer en meer drukte op het erf van wagens, die rolden over de hard bevroren grond, en paarden die
stampten en snoven. Vrolijke stemmen klonken op in de heldere wintermorgen. Toen het bruidspaar in de versierde kamer binnenkwam, stond
de tafel al vol geschenken. In het grote oude vertrek knetterde het haardvuur en er werd gelachen en gestoeid rondom de zware tafel. Steeds
kwamen er nieuwe bruiloftsgasten aan. Het erf stond vol tilbury's en Utrechtse wagentjes en in de stal was bijna geen plaats genoeg voor de
paarden.
Tegen de avond was het wat beginnen te waaien en de lucht betrok hoe langer hoe meer. Dikke sneeuwwolken stapelden zich over elkaar.
Toen de laatste gasten vertrokken, joeg de sneeuw in kleine scherpe naaldjes naar binnen en een half uur later gilde de sneeuwstorm
langgerekte tonen om het oude eenzame huis. Spoedig lag de gehele Woeste Hoeve in duisternis en waren de bewoners naar bed gegaan.
De fijne jachtsneeuw kwam onder de deur en door de raamkieren naar binnen stuiven.
Gerrit, de jongste broeder, was met zijn kleren nog aan in bed gaan liggen, maar korte tijd daarna sloop hij zachtjes naar de haard, rakelde het
ingerekende vuur onder de as uit, deed dat in een test* en ging er mee naar de deel. Daar wierp hij de test met de gehele inhoud in het hooi,
schoof voorzichtig en zonder geluid de grendel van de kleine deur en verdween in de koude voortjagende sneeuwstorm van de gure
winternacht.
Het hooi had snel vlam gevat en het vuur greep al spoedig in het rieten dak. Door de staldeur die was blijven openstaan, joeg een koude tocht
naar binnen die in een oogwenk de hele hoeve in lichte laaie zette. De vlammen sloegen rode gaten in het rieten dak en kronkelden op in de
zwarte lucht, waar ze gegrepen werden door de storm. De dikke binten kraakten en knapten als spaanders op een vuurhaard. Rode
rookwolken builden tegen de rossig verlichte lucht op, woest loeiden de vlammen in de bulderende stormnacht, en een dwarrelende wolk van
14-06-2014
74
vonken stoof in een wervelwind ver over de besneeuwde heide. De vlammen floten en knetterden en grepen alles in hun kromme klauwen. De
Woeste Hoeve was verloren.
Toen de andere dag in de grauwe morgen de dampende paarden van de diligence stil hielden bij de tot de grond afgebrande boerenplaats,
droeg men de twee verkoolde lichamen van de jonggehuwden weg uit de smeulende en rookende puinhoop.
Gerrit was gevlucht naar de 'Onzalige Bossen', waar hij zich een tijdlang ophield, maar ten slotte werd hij door gebrek genoodzaakt zichzelf bij
het gerecht aan te geven en hij stierf in de gevangenis.
Sinds die tijd zien de mensen af en toe in de buurt van de Woeste Hoeve een vlammend vuur over de heide dwalen wel zo groot als een
brandende strobos en sommigen herkennen duidelijk een gloeiende man met een vuurkist in zijn hand. Men noemt het verschijnsel Gluënde
Gerrit (Gloeiende Gerrit).
Gust. van de Wall Perné . Veluwsche sagen, tweede bundel. Amsterdam: Scheltens & Giltay, 1921.
14-06-2014
75
Bijlage 17 De Woeste Hoeve.
14-06-2014
76
Bijlage 18 Revolving theatre Cesky Krumlov, Tsjechië.
14-06-2014
77
Bijlage 19 De boze geest van Hoge Duvel
Er was eens een boer uit Nunspeet die in Wiesel hakhout kwam halen. Maar toen hij de wagen had volgeladen en huiswaarts wilde keren, kon
zijn paard niet voort en merkte hij dat het dier ziek was geworden. Zo kwam het dat hij zijn paard in Wiesel liet en een veearts ging halen, na
eerst aan een daar wonende boer verzocht te hebben de wagen met hout voor hem naar Nunspeet te rijden. Deze boer zond zijn knecht met
zijn paard. De knecht spande een zwart paard voor de wagen en reed naar Nunspeet. In de nacht keerde de knecht op het losse paard weer
huiswaarts. Een enkele ster stond te pinken tussen wat zacht zwevende tere nachtwolken. Het was stil overal. De dorpjes en buurten welke hij
door reed, lagen al te slapen tegen de heuvelhellingen. Het ketsen van de hoeven sloeg de stilte stuk en in het bos schreeuwde de bosuil:
"Krie-oe, 'k krieg oe." Dat hoorde de boerenknecht wel, maar hij was een onverschillige jongen en hij schreeuwde terug, zodat de slapende
echo's er van wakker schrokken.
Diep in de nacht kwam hij eindelijk bij 'Hoge Duvel'. Hij herinnerde zich de verhalen die hij gehoord had over de boze geest Ossaert die daar
woonde en een plaag was voor heel de omtrek, totdat de heilige monnik - die aan het Uddelermeer woonde - met een ijzeren kruis de
kwelduivel teruggedrongen had op 'Hoge Duvel' en waar hij 99 jaar moest blijven. De boer bij wie de knecht diende had de boze Ossaert wel
in de struiken horen snurken en ook wel een blauw licht op 'Hoge Duvel' gezien. En de buurman had er eens honend geroepen:
"Griepke, griepke grauw
a'j' me griepen wilt, griep me dan gauw."
Toen was er een groot zwart monster met vreselijke zwaarte boven op hem gesprongen. Hij had de klauwen in zijn rug gevoeld en dacht te
zullen sterven. Hij had gelopen met de moed der wanhoop totdat het monster ineens losliet, omdat het niet verder dan 'Hoge Duvel' kon
komen.
De knecht geloofde van al die verhalen 'helemaal geen zak' en had er om gelachen. Nu hij de berg opreed wilde hij toch wel eens zien, wat er
14-06-2014
78
van al die onzin waar was. Gebeurde er iets, dan was het nog niet erg. Als hij aan de andere kant de voet van de berg bereikt had, zou de
kwelgeest hem toch moeten loslaten. En boven op de berg gekomen riep hij uit alle macht:
"Griepke, griepke grauw
a'j' me hebben wilt, griep me dan gauw."
Er sloeg een vlam uit de weg omhoog en een dreunende klap volgde. Het paard steigerde hoog, zodat de jongen - als hij een minder goed
ruiter was geweest - er af gevallen zou zijn. Tegelijkertijd zag de knecht achter zich een groot zwart gevaarte op hem afkomen, dat met vurige
klauwen naar hem greep. Hij zette het paard in draf en met de oren in de nek stormde het met zijn berijder de berg af. De boze Ossaert bleef
achter.
Wel was de ruiter wat geschrokken; maar zich bij de eik aan de voet van de berg veilig achtend, nu het monster hem niet verder volgen kon,
keerde hij zich op het paard om en lachte de kwelduivel honend uit. Daar stootte de geest een woedend gebrul uit dat ver in het rond
weerklonk en uit het bos dat ter weerszijden van de weg gelegen is en 'De Roode Heggen' genoemd wordt, sprongen een aantal weerwolven
met groen lichtende ogen te voorschijn. Nu was het lachen uit en de roekeloze knecht werd door een grote angst bevangen.
Het schichtige paard stormde als een wervelwind over de weg. De kop vooruit gestrekt, de neusvleugels trillend van angst. De galop van zijn
neerbeukende hoeven sloeg de kluiten en keien uit de grond. Het werd een duivelse rit op leven en dood. In duizelingwekkende vaart sleurde
het paard zijn berijder langs takken en struiken en de man zette het tot nog grotere spoed aan, tegelijk doodsangsten uitstaande, dat de
krachten van het vermoeide dier uitgeput zouden zijn vóór het einde van de weg.
De weerwolven huilden als een dolle verschrikking vlak achter hen aan; maar het paard won eindelijk iets op de achtervervolgers, die een
vreselijk gehuil aanhieven en de vervolging sneller en sneller voortzetten. Nu scheen het paard uitgeput te zullen neerstorten. Telkens
struikelde het, maar schoot dan weer vooruit. In de verte zag de ruiter de veilige hoeve al, maar de weerwolven wonnen. Hij hoorde hun gehuil
steeds dichterbij komen en voor het laatst zette hij zijn trouwe paard tot uiterste spoed aan. Het dier wankelde, struikelde weer; de ruiter hield
het nog op. De takken striemden de jongen in het gelaat. In een razende vaart reden ze het erf op en met de laatste en uiterste
krachtsinspanning, droeg het kloeke dier zijn berijder tot op de deel. Het was net op tijd.
14-06-2014
79
Toen de knecht de grote deeldeuren snel dichtsloeg en er de boom voorschoof, waren de spookwolven op geen twee vadem meer van hem
af. Hij hoorde hen buiten janken. Het trillende paard zag met verwilderde ogen rond of het zijn eigen stal niet herkende en het was zo nat
bezweet, dat het wel leek of het uit het water kwam. De knecht klopte het arme dier vriendelijk en dankbaar op de hals, verzorgde het goed en
ging toen naar bed.
Maar de volgende morgen vond de boer zijn zwarte paard dood op het stro liggen. 's Nachts, toen iedereen sliep, had - ondanks dat er een
paardenkop boven op de stal stond - de nachtmerrie toch nog binnen weten te komen, om zich te wreken op het onschuldige dier. De boer
ontstak in hevige woede toen zijn knecht hem het verhaal van de nachtelijke rit deed en hij zond hem om zijn roekeloosheid op staande voet
weg.
Gust. van de Wall Perné . Veluwsche sagen. Amsterdam: Scheltens & Giltay, 1921.
14-06-2014
80
Bijlage 20 Zuiderzeemuseum.