Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua...

44
1

Transcript of Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua...

Page 1: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

1

Page 2: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

2

Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen, dat ik in jouw wereldje moet passen. Erken dat we elkaar nodig hebben, dat ons bestaanswijze niet zomaar een beschadigde versie is. Stel je veronderstelling in vraag. Vertel mij hoe wij kan omgaan met jouw, om samen bruggen te slaan. Werk met mij, om mij met respect en met vertrouwen te behandelen, Een goed geïnformeerde (persoon) patiënt is immers beter in staat keuzes te maken, mee te denken in zijn eigen (ziekte) proces en zijn eigen (leven) gezondheid te bewaken. “Vertrouwen krijg je niet vanzelf, het is niet te koop, je krijgt het niet cadeau en je kunt het nergens lenen, maar je kunt het wel verdienen.” Wie een anders mening niet respecteerd is inzichzelf tekort geschoten. Mijn intuïtie is mijn kracht, maar nodigt uit tot heksenjacht. Wat ik zie, neig ik tot ontmaskering, zie jij als persoonlijke bedreiging. Vechten tegen het verleden, strijden tegen het heden., Nee Nee, wacht eens even je mag de waarheid niet zeggen, Als ik hun toon niet halen kan, dan zeg zij "Dat is jammer dan, Want toon en tempo liggen vast, dus mijn gedrag moet worden aangepast. Is zelden zegen, vaker een vloek, dat ik de zin en uitleg zoek, Als er geen tegenwicht is, kan er ook geen evenwicht zijn, en als er geen samenspraak is, kan er ook geen tegenspraak zijn!

Page 3: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

3

VOORWOORD Mijn levensverhaal beschrijf ik in twee delen. Dit is deel 1. Hierin beschrijf ik mijn eerste 21 jaar waarin de basis voor mijn verdere leven is gelegd. Het optreden van en de verwaarlozing door mijn ouders en het ingrijpen van Jeugdzorg en de Raad van Kinderbescherming hebben in deze jaren (1945-1966) hun sporen achter gelaten. Deze zijn tot vandaag nog voelbaar zijn. Helaas hebben zij dat, wat ik ten diepste nodig had: AANDACHT EN LIEFDE, mij niet kunnen geven. In tegendeel. Ik ben in mijn jeugdjaren, zowel door mijn ouders als door mijn omgeving emotioneel verwaarloosd en voel mij, tot de dag van vandaag, nog steeds niet serieus genomen. Het heeft mijn ontwikkeling “te mogen worden wie ik in wezen ben”, behoorlijk beïnvloed en vertraagd. Ik ben in middels 73 jaar. Na het overlijden van mijn moeder, 8 jaar geleden, ben ik begonnen mijn leven te gaan beschrijven. Ik wil en kan het nu vertellen, wil het ook begrijpen. Ik schrijf dit eerste deel in eerste instantie voor mijzelf. Een zus is overleden. Kinderen heb ik niet. Deel 2 schrijf ik met name voor de GGZ behandelaren en advocaten die een grote rol hebben gespeeld en nog spelen. Ook zij hebben hun sporen na gelaten. Zo heeft de plicht “diagnoses te stellen” voor de uitbetaling door de zorgverzekeraars aan de behandelaren, grote gevolgen, niet alleen voor mij. Door deze etiketten zijn/worden vele levens getekend, zo ook het mijne. Hier heb en ben ik op dit moment nog steeds over aan het strijden en procederen, wat mij zeer vermoeid. Van tijd tot tijd geeft deze strijd mij energie omdat ik weet dat ik in mijn recht sta.

Page 4: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

4

Blij ben ik met de begeleiding van een vrijwilligster van Humanitas Levensboek bij het schrijven van dit 1e deel. Ik zelf lever de teksten en foto’s aan, zij stelt mij hier vragen over en helpt mij het tot een geheel te ordenen. Ik voel mij gehoord, zonder oordeel. Hoe ik nu tegen mijn levenssituatie aankijk heb ik in het cursief geschreven. Ik hoop dat deze terugblik mij en de lezer begrip brengt voor mijn eerste 21 jaren . En als ik mij eindelijk gehoord voel door de behandelaren van GGZ en door de advocaten, ik deel 2 kan afronden. “Vertrouwen krijg je niet vanzelf, het is niet te koop, je krijgt het niet cadeau en je kunt het nergens lenen, maar je kunt het wel verdienen.” Harm maart 2019

Page 5: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

5

MIJN OUDERS

Mijn vader komt uit een gezin met vijf 2 broers en twee 3 zusters. Hij was bouwvakker. Vader was een driftig en koppig man, dat herken ik. Volgens mijn opoe lag er bijvoorbeeld eens 'n kleedje scheef en mijn vader trok het kleedje recht. Opoe trok het weer scheef waarop mijn vader zo verschrikkelijk kwaad werd, dat hij in

elkaar zakte. Hij had geen controle meer over zijn spieren. Toch was mijn vader een pientere man, al werd dit door Bureau Jeugdzorg anders bekeken. Het was mijn vader die zei: “ Er is veel met Harm te bereiken als hij de liefde, aandacht en genegenheid maar krijgt die een kind in zijn opvoeding nodig heeft. Wij kunnen hem dat niet geven.” Hierin erkende hij dat hij en mijn moeder hiertoe onvoldoende in staat waren. Toch had mijn vader veel voor zijn vrouw en kinderen over. Eens ging ik met mijn Vader achter op zijn fiets (ik met mijn benen in de fietstas) naar familie in Schoonoord. Wij moesten langs een grote sloot en ik zat iedere keer naar rechts te drukken waarop mijn Vader zei “zit toch eens stil” maar ik was bang dat hij de sloot in ging fietsen.

Mijn moeder komt uit een gezin met vijf meisjes en een zoon die in zijn jonge jaren aan belroos overleden is. Dit heeft haar erg geraakt. Is zij hierdoor verhard? Zij was een dominante vrouw die alles graag naar haar hand zette. Als het niet zo

gebeurde als zij wilde dan was zij niet makkelijk. Zij sprak dan weken niet met je. Dit gebeurde ook toen wij, de kinderen, groter werden.

Page 6: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

6

Ons gezin bestond uit twee zonen en drie dochters. Ik ben de tweede zoon en geboren op 5 april 1945.

Page 7: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

7

MIJN JEUGDJAREN THUIS Wij als kinderen werden om 5 uur al naar bed gebracht en om 7 uur

’s morgens de straat op gestuurd, omdat moeder haar huis schoon moest maken! Toen er eens een dik pak sneeuw lag ging ik naar de buren en vroeg Els: “mag ik alstublieft bij de kachel, het is zo koud.” Soms werd ik voor straf opgesloten in het kippenhok omdat ik “steeds wegliep”. Buiten zocht ik naar liefde en aandacht omdat ik

die thuis niet kreeg, daarom liep ik weg! Als kind van 3 jaar had ik een zogenaamd ‘taalgebrek’. Jeugdzorg (opvoedkundig bureau) werd ingeschakeld om mij woordjes te leren. Er werd bij ons thuis niet voorgelezen. In die tijd waren de gezinnen groot en de ouders druk. Ook kreeg ik “volgens vader” veel te strenge standjes die ik niet had verdiend. Als mijn vader dat toen al zag, ben je echt niet zo dom zoals door Jeugdzorg werd beweerd. Helaas had mijn vader vaak driftaanvallen. Ik heb dat ook vaak gehad, maar wel beheersbaar. Druk mannetje Ik geef het eerlijk toe: ik was als kind een druk (chaotisch) mannetje “net als mijn moeder”. Volgens anderen ben ik dat nog stééds, een druk mannetje met een eigen mening. Helaas wordt dat niet geaccepteerd. Bijna niemand accepteert mij zoals ik ben. Waarom, ik weet het niet. Men vond mij een nogal moeilijk persoontje want ik luisterde slecht. Wat ik miste was aandacht, warmte, bescherming en genegenheid van

s gezin

Page 8: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

8

mijn moeder. Ik wilde mijn moeder graag helpen maar dat mocht nooit van haar. Daarom slenterde ik altijd op straat en stal vaak spullen die ik aan andere kinderen gaf. Zo kreeg ik toch liefde en aandacht. Ik ben geboren onder het teken Ram met ascendant weegschaal. Van teken ‘Ram’ wordt gezegd dat zij druk en koppig zijn en veel aandacht nodig hebben. Zo nodig zoeken ze de aandacht op een andere manier. Het is zo wie zo moeilijk voor een kind zich te ontwikkelen in een omgeving waar nauwelijks aandacht, laat staan liefde, genegenheid en veiligheid, geboden wordt. Ik als Ram had des te meer liefdevolle aandacht nodig. Dit heb ik grondig gemist! Molenstraat, Assen In de Molenstraat ben ik geboren. Ik was blijkbaar niet welkom want ik werd door mijn moeder als een ‘schooiertje’ gezien. Ook mocht ik graag dansen, maar dat werd meteen afgekapt met de woorden: “stop dat, doe niet zo idioot!” Wat zij met ‘schooiertje’ en ‘idioot’ bedoeld heeft weet ik niet en kan dat nu niet meer vragen. Vijf jaar woonden wij met vijf kinderen in de Molenstraat. In mijn 2e jaar werden in het najaar mijn amandelen verwijderd. Toen de amandelen werden geknipt en er uitgehaald werden kwamen er, wat ik mij herinner en zag, allemaal maan mannetjes dansend uit mijn keel. Daarna werd ik naar een zaal gebracht waar allemaal kinderen waren en moest ik wachten totdat ik werd opgehaald. Bij thuiskomst uit het ziekenhuis werd ik thuis in de voorkamer gelegd. In deze kamer kwam nooit iemand en zo heb ik in een onbewaakt moment mijn kuitbeen verbrand tegen de kachel. Nadien werd er een ijzeren ring om de kachel gezet. Werd er maar meer op mij gelet, dan was dit vast niet gebeurd! Omdat ik als peuter regelmatig wegliep werd ik buiten aan een touw vast gebonden. Zo kon ik de stoep niet af lopen en hoefde mijn moeder geen aandacht aan mij te besteden. Ook mijn zus wilde aan een touw maar toen zij hard ging rennen viel ze en is haar onderkin open gescheurd. Vanaf dat moment ben ook ik nooit meer vastgebonden.

Page 9: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

9

Hoewel mijn vader tegen het opvoedkundig bureau gezegd heeft “met Harm is veel te bereiken als hij de liefde, aandacht en genegenheid maar krijgt” en “hij heeft veel standjes gekregen die hij niet

had verdiend” is mijn vader - door angst? - in mijn moeders ‘wil’ meegegaan. (er is nooit naar de woorden van mijn vader geluisterd) Mijn vader heeft mij in zijn onmacht zelfs twee keer ‘bijna’ vermoord door mij te wurgen tot ik helemaal paars en blauw zag. Dit gebeurde toen ik nog maar 3 jaar was. Ik speelde met mijn zusje bij de fam. Z. en dat mocht niet, omdat wij daar weleens aan het appeltjes jatten waren. Toen ik voor de 2x bij de fam. Z. werd betrapt zei ik tegen mam: “zeg het alstublieft niet tegen pa, anders wordt hij weer zo boos.” Toch heeft zij dit wel tegen vader gezegd en werd toen voor de 2x keer bijna vermoord! Mijn moeder moest er tussen komen anders was ik er

nu niet meer geweest! (eigenlijk beter voor mij geweest) Dit ‘verklappen’ neem ik mijn moeder tot op heden nog zeer kwalijk! Eens toen het Sinterklaas was kwam zwarte piet met een zak met cadeautjes aan de deur. Mijn vader kocht voor de meisjes poppen en voor de jongens een blokkendoos met hamertje. Aangezien wij niet in huis mochten spelen lagen die cadeautjes anderdaags in de vuilnisemmer. Zij hield van schoon en daar moest al het speelgoed voor wijken. Buiten was voor ons de speelplek en binnen moest het netjes en schoon blijven. Ook mijn vader had het zeer zwaar bij mijn moeder. Toch deed hij veel voor mijn moeder, maar dit werd door haar niet gewaardeerd. Hij mocht niet met zijn werkkleding naar binnen, moest zich, zelfs in de winter toen er een dikke laag sneeuw lag, buiten uitkleden. Toen ik op mijn 18e jaar weer bij mijn moeder ging wonen moest ook ik mij buiten uitkleden.

Page 10: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

10

Ook als mijn vader uit de kast een handdoek ging pakken als zij niet thuis was, mocht dat niet. Als mijn moeder thuis kwam was het eerste wat zij zei “wie heeft er bij die kast gezeten?” Als het onweerde werden wij erg bang gemaakt en moesten de spiegels omgedraaid worden. Toen het een keer ergens insloeg vluchtten we naar de buren. Dit waren angstige momenten. Eens had mijn vader met “fietsen repareren en verkopen ” extra geld verdient. Hij wilde mijn moeder verrassen en kocht hiervan voor haar een mooie ring. Wat werd mijn moeder kwaad! Dat geld was voor het huishouden! En zo bracht zij die ring anderdaags weer terug naar de winkel. Hoe moeilijk heeft mijn vader het bij mijn moeder gehad. Dit verklaard waarschijnlijk zijn driftbuien: ook hij ontving geen liefdevolle aandacht van mijn moeder. SCHOOLJAREN KLEUTER schooljaren

Later, in mijn 4e jaar, zijn mijn broertje en ik vaak door mijn vader afgeranseld met een leren riem en een (plank) lat. Zelfs kreeg ik slaag met een gasslang. Ik werd dan daarna met mijn billen

onder de koude kraan gezet. Dagen heb ik naast de (kleuter)schoolbanken gestaan omdat ik door de pijn niet kon zitten. Voor nog meer slaag was ik immuun geworden. Ik riep dan: ” harder, harder”. Op dat moment voelde ik het niet meer. Niemand heeft hier ooit naar gevraagd of ingegrepen. Stel je voor, zo’n jongetje die zoveel slaag kreeg en 2x bijna werd vermoord en niemand greep in, wat denk je? Het enige wat Justitie later zei was dat ik naar een kindertehuis moest om een ‘zedelijke ondergang’ te voorkomen. Wat hiermee wordt bedoeld weet ik niet. Naar een kinderhuis ging ik op mijn negende.

Page 11: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

11

Toen ik op de kleuterschool in de Kanaalstraat zat was ik vaak ondeugend. Niemand lette immers op mij dus stal ik nogal eens brood uit de bakfiets een bakkerij. De bakker heeft mij nooit te pakken gekregen. Tegenover de bakkerij stond wel eens een vrachtwagen waarin wij, ik met mijn vriendje, ons verstopten. Dit gedrag lijkt op het gedrag van Ciske de Rat. Ook hem ontbrak het aan aandacht, liefde en veiligheid. Later ging ik ook op zoek naar geld. Zo pikte ik geld uit de jassen van mensen die bij de Nutsspaarbank werkten en verstopte het geld (f2,50) bij van Gend & Loos, naast het station. Ik kocht van dit geld chocolademelk en ging naar de bioscoop. Ik werd betrapt door mijn buurman die in de biosscoop werkte die zei: “hoe kom jij aan dat geld?” Hij heeft toen mijn ouders ingelicht waarop ik alles moest opbiechten. BASIS schooljaren Na de kleuterschool ging ik naar de basisschool. Dat was een hele overgang. Ik moest aap - noot - mies oplezen maar lag regelmatig op de bank te slapen. Omdat ik niet wilde leren werd ik vaak naar de directeur gestuurd. Het gevolg was dat ze mij naar de BLO hebben gestuurd.

Ik vond dat mijn intuïtie belangrijker was dan leren, want ik had vaak gelijk maar kreeg dat nooit. Op mijn 6e jaar verhuisden wij naar de Tulpenstraat en werd Jelle mijn vriend. Wij gingen woensdags naar de markt. Soms stalen wij weer een wit Drenthe brood en aten die samen op in de

vrachtwagen die bij de cafetaria in de Molenstraat stond. Maar toen werden we eens om 4 uur betrapt door de politie en moesten we mee naar het bureau. Daar werden

Station Assen

5 jaar

Page 12: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

12

we tot 10 uur ‘s avonds opgesloten en zijn daarna op de fiets door de politie naar huis gebracht. Ik hoorde later dat Jelle tot zijn 21e jaar naar een tehuis moest. Ik kwam er nog goed vanaf. Mijn vader werkte bij de stichting “Hendrik van Boeijenoord” in Assen. In de schaftkeet aten zij hun brood. Daar lagen in die tijd ook pakken portlandcement opgestapeld. En zo gebeurde het dat, toen hij zijn brood wilde pakken, er 4 zakken portlandcement op zijn rug vielen. Met spoed werd hij naar het ziekenhuis gebracht waar hij nog 2 dagen heeft geleefd. Hij lag daar gefixeerd met zandzakjes aan zijn benen, hoofd en armen. Afschuwelijk om te zien. Ik wilde hem omhelzen maar dat mocht niet, alleen een kusje kon. Ik was 9 jaar toen hij overleed. Ik mocht niet mee naar de begrafenis. Ben direct daarna door mijn moeder en tante Ennie naar het gezinsvervangend Kindertehuis Aborg in Groningen gebracht. Ik besef nu dat ik het overlijden van mijn vader nooit goed heb verwerkt omdat ik als enige direct uit huis werd geplaatst. Mijn broer en zussen hebben het met elkaar kunnen verwerken. Ik moest in het kindertehuis het zelf maar zien te verwerken en dat was onmogelijk door de vele nieuwe indrukken die ik daar en later in het pleeggezin te verwerken kreeg. ABORG Toen ik op mijn 9e jaar in gezinsvervangend tehuis Aborg in Groningen werd geplaatst dacht ik dat ik het beter zou krijgen dan thuis. Helaas, dit bleek niet het geval te zijn, in tegendeel. Ik maakte kennis met Appie. Hij werd mijn kameraad en zo gingen wij eens "dikkopjes" vangen in een vijver aan de andere kant van het hek. We waren helemaal niet van plan

Aborg Groningen

Page 13: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

13

om uit te breken of te ontsnappen of zo. Nee, we wilden alleen maar die kikkervisjes vangen. Dit bleek niet te mogen want we werden vrij snel gesnapt en kregen meteen twee weken ‘cel’ straf! Ik herinner mij dat het in die (isoleer)cel zó koud was dat ik onder de deken ging liggen. Maar dat mocht niet! De deken werd van het bed weg gehaald en ik kreeg hem pas weer terug als het slaaptijd was. Voor allerlei kleine dingetjes kreeg je eenzame opsluiting opgelegd of moest je dagen in je slaapkamer blijven waar je ook je eten kreeg. Ik zong op mijn slaapkamer ‘scheepke onder Jezus hoede’ om maar in slaap te komen. Hoewel ik met dit liedje soms in slaap viel had ook Hij, zo voelde het, lak aan mij. Ook ‘bonkte’ ik, voordat ik ging slapen, altijd met mijn hoofd. Ik kon dan goed nadenken over alles. Na het douchen werden we in onze slaapkamer geïnspecteerd. Zo werd ter controle o.a. in de liezen gekeken of die wel schoon waren. Dit vond ik normaal omdat mijn moeder dit ook bij ons deed. Wat ik erg vond was als de broeder stevig met zijn duim in de nek wreef en zei: “dit is niet schoon, ga maar weer douchen.” Van mijn slaapkamer moest ik naakt en hard lopend de hele gang door.(die wel 50 meter lang was) Al deze kinderen waren bij hun ouders weggehaald omdat hun ouders de opvoeding niet aan konden. Maar dit optreden was immers niet veel beter dan thuis. Liefde en aandacht ontbrak nog steeds, ook in dit huis! Is Jeugdzorg (en de Overheid) hier voldoende van op de hoogte? Hoe werd er in die tijd geïnspecteerd? Tijdens mijn verblijf ben ik erg ziek geweest, ik denk van die koude isoleercel, alleen weet ik niet wat voor ziekte ik heb gehad. Ik heb een aantal dagen in de grote hal achter een gordijn voor de kamer van de directeur op bed gelegen tot dat zij het niet vertrouwden. Ik ben toen overgeplaatst naar een woning waar de directeur/rechter woonde. Hier verbleef ik uiteindelijk twee weken. Vanuit hun raam keek ik op de bevroren vijver naar de schaatsers.

Page 14: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

14

Later heb ik mijn dossier in het Drents Archief mogen inzien en enkele stukken mogen hebben. Een deel beschrijft dat het allemaal uitstekend met mij ging. Aan mij is dat nooit gevraagd! Een ander ingezien deel, RdB/1275(x) is opeens verdwenen. Wat o.a. óók voor mij belangrijk was, was mijn rapport! En die is niet gevonden. Heeft Justitie het weg gemaakt. Waarom? Dit krenkt mij, kan ik moeilijk loslaten. Het was en is mijn eigendom, toch? Een keer mocht ik met verlof naar huis. Mijn moeder, broer en zussen woonden in de Molendwarsstraat. Zoals andere kinderen wel, mochten wij nog steeds niet in huis spelen. Het was daarom niet gezellig bij mijn moeder en als je thuis wel wat deed wat op spelen leek, en zij erachter kwam, kreeg je weer straf. Dit was vaak huisarrest, het was nog steeds het zelfde. Hoewel ik 11/12 jaar was moesten we allemaal nog steeds om 5 uur naar onze slaapkamer en proberen te slapen. We gingen dan stiekem uit het raam kijken en doken gauw onder de dekens als we moeder hoorden aankomen. Bevriend met Appie Mijn moeder kwam bijna nooit in Aborg bij mij op bezoek. Mijn moeder had ook geen geld om te reizen. Appie was in Aborg opgenomen omdat hij zo graag konijntjes doodmaakte schijnbaar was er iets mis met Appie. Zijn pleegmoeder bezocht hem wel van tijd tot tijd, en dan mocht ik mee omdat ik nooit bezoek kreeg. Na een maand of acht zei de directeur tegen Appie’s pleegmoeder dat Appie niet meer beter zou worden en over geplaatst zou worden naar een inrichting in Bloemendaal. “Maar u mag wel een andere jongen gaan uitzoeken," zei de directeur. Omdat Appie’s pleegmoeder mij al kende, koos ze mij uit. Ook is er overwogen dat ik bij mevrouw Vennink, werkzaam bij ‘pro-juventute Amsterdam’ in Meppel, geplaatst zou kunnen worden. Daar zij dit maar niet met haar man besprak hakte de directeur de knoop door en werd ik in Wateren geplaatst. Toen Appie in Bloemendaal was hoorde ik dat Ivonne Keuls daar een jaar in die inrichting was geweest om te zien hoe het daar toe gaat. Toen heeft Ivonne het boek geschreven van ‘de tedere crimineel’. Daarin werd vaak de naam van

Page 15: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

15

Appie genoemd maar ben nooit gewaar geworden of het die Appie is die van Aborg naar Bloemen daal is verhuisd. Ik vind dit wel jammer. Ik ben er van overtuigd dat, als ik bij mevr. Vennink geplaatst zou zijn geweest, ik beter af was, ik wel aandacht /warmte / veiligheid gekregen zou hebben. Ik zou waarschijnlijk een heel ander persoon geworden zijn. PLEEGGEZIN Mijn pleegouders woonden in Wateren, vlak bij Diever. Daar aangekomen zei haar man Piet: “kon je geen knappere jongen uit zoeken.” Dit was meteen al geen leuk welkom. (In die tijd noemde ik ze “oom Piet en tante”, wel zo gemakkelijk. Helaas heb ik geen foto meer van dit huis. In 1970 is het, met alles erin, zonder slachtoffers! verbrand.) Appie had nog steeds contact met tante en tante schreef brieven aan Appie. Op een gegeven moment schreef de directeur van Bloemendaal dat tante geen contact meer met Appie mocht hebben omdat Appie van die brieven helemaal doordraaide. Ze had teveel invloed op hem. En zo later bleek: ook op mij! In het kort wie mijn pleegouders waren. Oom Piet heeft zijn diensttijd in Indonesië doorgebracht maar wilde niet vechten. Het kwam zover dat hij naar huis werd gestuurd en bij thuiskomst alle knopen van zijn uniform heeft afgesneden. Oom Piet heeft mij afschuwelijke verhalen verteld, hoe de Nederlanders met de Indonesiërs om gingen, als beesten. Later heb ik gehoord dat mijn tante samenwerkte met een NSB-er Klaas . Door mensen te verraden kreeg zij petroleum voor haar lamp. Ook moest oom Piet in Dwingeloo tankgrachten graven, maar door Klaas heeft tante het zover gekregen dat hij dit niet hoefde.

Page 16: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

16

Na de oorlog is ook het hoofd van Tante kaal geschoren. Deze vrouw nam nu mijn opvoeding over met alle gevolgen van dien. Jeugdzorg heeft dit echtpaar blijkbaar nooit gescreend. Tante vertelde mij over haar nicht Truida die tijdens de oorlog veel bij hen kwam. Truida kreeg in 1943 verkering met een Duitse soldaat, Gustaaf genaamd. In 1944 raakte Truida in verwachting van hem waarop Gustaaf naar Frankrijk moest. Bij tante schreef Truida hem over het verloop van haar zwangerschap. Eind 1944 werd haar babymeisje ‘Mia’ geboren. Gustaaf schreef: “als we de oorlog aan het verliezen zijn, moet je vluchten naar Berlijn. Mijn ouders vangen je op.” Toen in 1945 Nederland bevrijd werd, vluchtte Truida naar Berlijn. Dit blijkt een vreselijke tocht geweest te zijn. Zij moesten regelmatig schuilen en onderduiken maar uiteindelijk is het haar toch gelukt en is zij met haar baby in Berlijn aangekomen. Later kwamen Truida en Gustaaf met Mia iedere 2 jaar naar ons toe. Als zij er waren was het heel gezellig. Na een poosje kreeg ik een fiets! Ik ging er meteen een eind op rijden maar raakte direct verdwaald. Iedereen was in rep en roer maar uiteindelijk werd ik al huilend gelukkig terug gevonden bij de melkfabriek van de 3 gemeenten: Zorgvlied, Elselo, Boijl. Het leek in het begin bij tante en Piet zo mooi en ik was mij niet bewust waarvoor zij pleegkinderen in huis namen. Later bleek dat ik daar o.a. voor arbeid was. Zo leerde ik op mijn 10e, vóórdat ik naar school ging, hoe een koe te melken. In het voorjaar, in maart, werden de koeien van stal gehaald en in de wei gebracht. Ik moest dan vòòr schooltijd de grup leeghalen en de stal schoon boenen.

Als 10 jarige melken vòòr schooltijd

Page 17: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

17

Zomers werd ik al om 5 uur gewekt en moest dan 4 km fietsen naar Oude Willem waar onze koeien weiden. Met oom Piet moest ik dan 6 koeien melken en daarna de melkbussen aan de weg van Oude Willem/Diever zetten. Daar werd de melk opgehaald. Als we dan weer om 7 uur thuis waren kreeg ik thee met beschuit en ging daarna naar school. Als in oktober de koeien weer op stal stonden, moest ik vòòr schooltijd eerst knollen plukken. En als er tijd over was de grup legen en de mest over het land strooien. Verder moest ik helpen met aardappelen en bieten rooien, rogge maaien en in schoven zetten, gras maaien en dan hooien. Het was altijd wel leuk werk maar het nadeel was dat ik nooit met mijn kameraden kon spelen!

Tante heeft mij tot mijn 14de jaar iedere week gewassen in het keukentje aan de woonkamer, en altijd moest oom Piet weer grapjes maken over mijn geslachtsdelen. (die zei altijd ‘de kut kent geen familie’.) Een doucheruimte was er niet, dus was dat keukentje de enige plek. Tante verkondigde aan Ale (een winkellier) dat ik zwaar geschapen was en dit ging door het hele Dorp. Ale was het Dagblad van het

Noorden. Nu verwonder ik mij dat ik nooit een erectie kreeg, die kreeg ik pas toen ik 15 jaar oud was op de Ambacht school. Ik was daar erg laat mee. Ook als ik remsporen in mijn broek had werden deze onder mijn neus gewreven. Tante was zo sadistisch, alles ging met fysiek geweld. Op mijn 13de jaar ging ik bij het voetbal, onze club heette toen: voetbal vereniging Zorgvlied. Toen ik 15 jaar was dronken we een pilsje na de wedstrijd.

Page 18: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

18

Elke zondag ging ik voetballen. Wij hadden op de meeste zondagen s ‘morgens visite en dat vond ik leuker want dan gingen we kaarten: 80-gen en een borrel drinken. Ik ben toen ook een poosje bij de korfbal geweest, ik vond dat leuker dan voetbal. Na mijn 16de jaar vroeg de voetbal vereniging Zorgvlied of ik weer bij hun kwam voetballen. Dit heb ik gedaan tot mijn 18de jaar. Wij hadden toen ik 12 jaar was zo’n 200 kippen. Meneer V. kwam de

eieren iedere week ophalen. Ik moest iedere maand het kippenhok schoon maken en stinken, verschrikkelijk! Soms

moest ik die palen waar de kippen op zaten met karboleum in smeren tegen het ongedierte. En 2 keer per jaar moest alle kippenstront uitgemest worden. Oom Piet had een jacht vergunning en ging dan in het najaar vaak zaterdags met andere jagers op jacht. Ik moest zaterdags vaak mee om het geschoten wild te dragen. Oom Piet had een jachthond (Loekie) dat

was geen beste jachthond. Zo brak hij een keer in in het hok met fazanten, duiven en kriel kippen en beet ze allemaal dood. Oom Piet heeft toen de hond direct verkocht. Tante (mijn pleeg moeder) ging vaak de hazen/konijnen slachten die oom Piet had geschoten, ik vond dit altijd gruwelijk. Ook had tante geen

moeite om een kip te slachten . Ik weet wel dat ik er slecht tegen kon, maar soms moest ik helpen.

Page 19: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

19

Op mijn 14de jaar ging ik tijdens de zomervakantie in het bos werken, ik kwam terecht bij Freek uit Doldersum. Ik moest aan palen, die bestemd waren voor draadpalen, punten slaan. Ik had dit al gauw onder de knie en kreeg 2 cent per paal. De mannen die er werkten kregen 8 cent per paal. Ik vond dit niet eerlijk want na een week haalde ik net zoveel als de volwassenen: 1000 palen per week. De uitbetaling was f20,- voor mij en f 80,- voor de mannen. Mijn prestatie werd niet beloond! Na de Zomervakantie moest ik weer naar school. Na 8 weken hadden we Herfstvakantie. Ik ging aardappelen rooien, daar verdiende ik f 12,- per week mee. Na de Herfstvakantie moest ik weer naar school en zaterdags thuis aan het werk: bieten, knollen, aardappelen rooien. En ’s morgens, vóór dat ik naar school ging, moest ik eerst knollen rooien die oom Piet later op ging halen en aan de koeien geven. Naast ons huis woonde een zuster van tante, Lieze, getrouwd met Jan. Hun dochter Anneke was getrouwd met Toon. Bij deze familie moest ik ook werken. Werd ik in dit pleeggezin aangenomen in het belang van deze pleegouders en hun familie? Ook hier werd ik om het minste of geringste, met name als ik niet deed wat zij zeiden, gestraft, geslagen of uitgedaagd. Weer was er geen aandacht voor mij als kind, werd er niet overlegd of naar mijn mening gevraagd. Was psychische- en fysieke mishandeling het antwoord in die tijd!? Ik moest veel zware arbeid doen bij deze familie waardoor ik niet met mijn kameraden kon spelen. Toch ging ik, als ik ruzie had gehad met tante, vaak naar deze familie. Dat komt ook omdat de kinderen van Anneke en Toon zo gek op mij waren. Als Anneke haar zoon Jan aan het wassen was, was hij niet te houden en kwam hij in zijn blote billen achter mij aan. Ook hun dochter Hennie kwam veel bij mij. Vooral als zij onterecht gestraft werd probeerde ik haar te troosten en te beschermen. Toch werd ik door haar vader Toon veel fysiek

Page 20: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

20

mishandeld. Hij kon vloeken als een gek. Ook Hennie werd geknoeid en Jan was zijn lievelings jongetje! Deze volwassenen hadden de oorlog mee gemaakt, wilden weer vooruit. Was er daarom geen ruimte voor liefde en aandacht? Het motto was: geen gevoelens tonen, flink zijn, gaat wel over als je 80 bent! Ik heb bij die familie gewerkt tot mijn 16e jaar. Ook hier moest ik hooien, rogge binden (zie foto) en in schoven zetten waar later een roggebult van werd gemaakt. Toon gooide mij de rogge toe en ik moest die naar zijn schoonvader Jan toe gooien. Omdat Toon dat zo snel deed en ik het snel door speelde naar Jan, kon Jan dit niet verwerken en werd hij kwaad op mij. Eens wilde hij mij met de hooivork steken. Ik vluchtte, maar Jan kwam achter mij aan tot het huis van tante. Gelukkig kwam tante er tussen. Zij zei “Jan, ben je helemaal gek geworden, gebruik je verstand”, terwijl tante die zelf ook wel eens verloor! WOEDEUITINGEN van mijn pleegouders Als ik tante niet gehoorzaamde werd ik afgeranseld. Hiervoor gebruikte

tante een stuk koetouw. of een mattenklopper, als die in de buurt was. Zo kwam ze eens boos op mijn slaapkamer met een koetouw en ranselde me af. Nadat ik het uitschreeuwde zei

ze “ach lieverd, je mag morgen mee naar Klaas”. Dit was een half broer van tante die in Wapse woonde. Op een gegeven moment schreeuwde ik “ ik hang mij op” en rende weg met het stuk touw, maar oom Piet rende achter me aan, haalde me in

rogge binden

Page 21: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

21

waardoor dat toen niet is gelukt. Daarna zat tante weer lekker te paaien. Ik meende het serieus! Ook ben ik eens afgeranseld met de pijl en boog die ik zelf had gemaakt. De peil en boog werden op mijn rug stuk geslagen! Dit deed mijn tante omdat de buurman - wat ik niet wist - aan de peil van een boog een glazen oog heeft overgehouden. Ik kreeg veel straf zonder dat ik wist wat ik werkelijk fout deed. Ook kon tante als ze kwaad was weken niet tegen mij praten, net als mijn moeder. En als tante weer wilde praten zei ik weer niets. Dan pakte ze me om de nek en zei “moet het nu zo.” Dus begon ik ook maar weer te praten. Tante kon dan goed slijmen en zei dan “och mijn liefje, ik bedoel het niet zo.” Ze gaf mij daarna altijd veel geld. Daar kocht zij de liefde mee. Eens werd ik voor straf opgesloten in een varkenshok. Na uren in het varkenshok gezeten te hebben mocht ik er uiteindelijk uit. “Hoi” zei ik tegen tante, “moet u hier eens kijken”. Terwijl zij het varkenshok binnen kwam, vluchtte ik het hok uit en sloot mijn pleegmoeder op. Eigen schuld! Maar zij schreeuwde naar Piet “Harm heeft me in het hok opgesloten, ik ben hier.” Oom Piet kwam haar toen uit het hok bevrijden. En tante vertelde dit door aan de dorpelingen. Die vonden dit afschuwelijk en zeiden: “Wat bezield die vent”. Alle afschuw ging naar mij, wat tante deed was normaal. Ik heb het altijd gedaan en dat kon je ze niet uit hun hoofd praten. Tante (pleegmoeder) vond het leuk mij, waar anderen bij waren, uit te dagen vernederen en dan werd ik zo kwaad. Ik had de volgende

strategie ontwikkeld: omdat ik een ander niet wilde slaan viel ik flauw en

voorbeeld varkenshok

Page 22: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

22

als ik bijkwam had ik het schuim op de mond en sloeg wild om mij heen. En als ik dan bij kwam op de grond, lag ik te draaien en te slaan met schuim om de mond. En dan zei mijn tante “zo moeilijk heb ik het met hem". En zo was ik wéér de kwade boosdoener waarop de dorpelingen zeiden “doe hem toch weg”. Maar dan paaide tante met me en zei ze “och, kom maar mijn jongen”, en was ik weer het lieve jongetje. Tante en ik hadden vaak ruzie en waarom? Soms probeerde ik weg te lopen en zat dan uren buiten onder die dikke boom in de kou. ’s Nachts sloop ik dan toch maar weer naar binnen. Toch was ik van tijd tot tijd radeloos en probeerde een eind aan mijn

leven te maken. Zo ik al schreef mislukte dat, omdat mijn pleegvader mij achterna kwam waardoor ik mij niet kon verhangen. Ik moest en wilde mij verzetten tegen de pesterijen, uitdagingen en vernederingen. Naarmate ik ouder en sterker werd, lukte dat beter en heb ik mijn overlevingsstrategie opgebouwd. Eens zat ik binnen voor het raam en was ik oom Piet aan het treiteren. Toen

gooide Piet een sinaasappel naar me toe. Ik bukte op tijd en de sinaasappel vloog door het raam. Wat was hij kwaad. Ik rende naar buiten naar mijn troostplek en zat weer uren onder deze grote boom. Zo hebben tante en oom Piet na een ruzie ook eens aan het jasje van mijn nieuwe pak gehangen. Zij trokken hier zo hard aan dat het in tweeën scheurde. Toen ik een keer met mijn buurjongen in het heideveld mocht spelen speelden wij met vuur. Wij hadden een potje petroleum en die staken wij in brand. Per ongeluk viel het potje om en het heideveld vloog in brand. Omdat dit bij mijn hut was pakte ik de schop en schepte steeds zand op het vuur. Wat moest ik scheppen om het vuur uit te krijgen maar het is gelukt anders was het hele heideveld in de brand gevlogen.

De grote troostboom

Page 23: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

23

Ik haalde wel katte kwaad uit maar niets erger dan andere jongens deden. Soms deed ik dit om aandacht te krijgen. Tante wist heel goed wat ik wilde maar er werd zelden naar mij geluisterd.

LOGEES Ieder jaar kwamen in de zomer kwam de familie uit Zwolle logeren De stal werd dan omgetoverd tot twee kamers met behulp van eterniet (asbest) platen. De kinderen van Hannes en Mat sliepen daar en ik mocht er dan ook slapen. Als zij twee weken bij ons logeerden had ik het af en toe erg leuk. Voor het slapen gaan vertelde Mat een bijbels verhaaltje. Tante deed dit nooit. Ik weet dat Mat erg goed voor haar kinderen was en daar kreeg ik nogal eens troost van als tante en ik weer ruzie hadden. Tante Mat had de moed tegen tante in te gaan. Zij zei wel eens tegen tante: “Je moet Harm niet zo hard behandelen”. Zij was de enige die dat durfde te zeggen maar tante deed daar niets mee. Toen ik 11 jaar was kwam een kennis van tante en oom Piet logeren. Dat was de familie uit Groningen. Hij was kunstschilder en maakte veel schilderijen voor Duitsland. Ik was verliefd op hun dochter Willie geworden, wat was dat een leuke en lieve meid. Ze was recht voor haar raap, ik mag dat wel. Ik had een hut in de grond gemaakt in een stuk heideveld dat achter ons huis lag. Daarin gingen we vader en moedertje spelen en Jan en Hennie waren onze kinderen. We hadden ons huis met gangen in de grond gemaakt, dat was leuk. Als Willie er was kon ik nooit slapen. Ik lag vaak te huilen en dan kwam Willie bij mij zitten en vroeg zij wat er aan de hand was maar ik durfde het niet te zeggen. Wel was Willie altijd kwaad op tante en zei dan tegen haar moeder “wat gaat tante gemeen met Harm om” en “waarom daagt tante Harm altijd zo uit”. Haar moeder zei dan “hou je stil en bemoei je er niet mee”. Ik vermoed dat haar moeder ook bang voor tante was want zo’n reactie van haar moeder deugd niet. Ik heb Willie altijd bewonderd hoe zij voor mij op kwam en dat

Page 24: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

24

zij dat als kind van 12 jaar al zag. Haar broer Chris was een beetje afwezig, die zat meer te tekenen, dat kon hij geweldig. Ook kon hij goed gitaar spelen. En toen kwam ene Stjerk bij ons logeren. Zijn lichaam was behoorlijk verbrand, hij had een teil met kokend water over zich heen gehad. Ik was 12 en hij 16/17 jaar en hij moest bij mij slapen. Steeds ging hij “met zijn verbrande penis” mij van achteren naaien en drukte hij maar steeds door. Hij kreeg hem er niet in totdat ik nattigheid van achteren voelde. Sjterk heeft dit een paar maal geprobeerd en is na een week weer terug gegaan naar zijn ouders in Nijega. Hij moest daar weer op het land werken. Na zijn 22e jaar is hij naar Amerika geëmigreerd en heb ik nooit meer iets van hem vernomen Ik werd pas rijp toen ik 15 jaar was en op de Ambachtsschool zat. Toen ik tegen de bank drukte omdat ik jeuk kreeg, begreep ik pas wat Stjerk toen van plan was. MIJN REACTIES OP ONRECHT tijdens mijn schooljaren Na Aborg heb ik op mijn 9e jaar een paar maanden in de eerste klas

gezeten. Daarna werd ik voorwaardelijk in de tweede klas gezet. Ik had regelmatig ruzie met de juffrouw en moest vaak in de hoek staan. Ook moest ik een keer nablijven maar dat deed ik niet en vluchtte naar huis. Tante zag me aan komen en zei tegen Piet: “er

is iets mis want de juffrouw komt achter Harm aan.” Toen de juffrouw bij tante was zei ze: “Harm moet nablijven en dat wil hij niet”. Ik werd door tante terug gestuurd naar school. De juffrouw kwam achter mij aan en reed me met haar fiets steeds op mijn hielen totdat ik kwaad werd, me omdraaide en het voorwiel pakte en in de lucht gooide. Ze viel van de fiets en reed me daarna voorbij. Toen ik op school aankwam werd ik opgesloten in het turfhok en juffrouw ging naar huis. Ik zat daar in het turfhok toen het plots begon te onweren en bliksemen. Het werd verschrikkelijk weer.

Page 25: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

25

Toen tante om 7 uur thuis kwam van het melken was ik niet thuis. Ze ging op haar fiets naar school en vroeg aan de meester, die naast de school woonde,: “waar is Harm?” “Och Rika, die zit nog in het turfhok!” Toen zei mijn tante: ”wat ben jij voor een kerel, moet het eens inslaan dan had je nooit aan Harm gedacht. Haal hem onmiddellijk uit het hok” en moest ik mijn excuus aan bieden. Tot 3 maal toe weigerde ik dat en werd tot 3 maal toe weer terug in het hok gestopt. Hij was immers de meester en niet de Juf! Onder druk van tante besloot ik maar excuus aan te bieden en zijn toen samen naar huis gegaan. Roken Toen ik 11 jaar was zei tante (Oom Piet rookte zware shag, Carrier) ”als jij niet over de longen rookt krijg je elke week een pakje sigaretten”. Ik durfde niet goed en zei “dan moet jij dit eerst voor doen” en dat deed tante. Ik heb het toen ook gedaan en heb dat geweten. Ik kon geen lucht meer krijgen en stikte zowat. Verschrikkelijk was dit maar ik kreeg wel elke week een pakje sigaretten. Zo ben ik aan het roken geraakt. Ook hierover heeft de voogdij (Jeugdzorg en Raad van de Kinderbescherming) nooit iets gezegd (of iets van geweten?). Ik ben door de Raad van de Kinderbescherming in bescherming genomen door mij in een pleeggezin te plaatsen maar men sprak nooit met mìj! Op mijn 11de jaar kwam ik in de 4de klas terecht bij een meester die erg doof was. Wij gingen wel eens geluiden maken met de hand voor de mond, hij hoorde dit toch niet. Totdat eens zijn vrouw in de gang stond en de geluiden hoorde. Zij kwam de klas in en zei tegen haar man “Harm maakt de geluiden”. De meester trok mij toen uit de bank en ik moest het turfhok in. Daar heb ik lang gezeten en uit verveling stapelde ik allemaal turf op voor de deur. Toen eindelijk de meester kwam kijken moest hij eerst de turf achter de deur verwijderen. Dit maakte hem zo kwaad dat hij me bijna dood sloeg met een honkbal knuppel. Ik kon die slag op tijd ontwijken, anders had hij me werkelijk dood geslagen.

Page 26: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

26

Op mijn 12e jaar ging ik naar de 5de klas en kregen we een nieuwe meester. Dit was een gezellige meester die een grapje maakte als je wat deed wat niet mocht. Dan zei hij : “zal ik je even bij je dondertje grijpen?” Op een gegeven moment zat ik op school te roken toen de meester eraan kwam. Snel stopte ik mijn sigaret binnen in de hand en

dacht ‘ga nou weg’ want ik brandde mijn hand bijna. Op tijd ging de meester weg en trapte ik de sigaret uit. In die zomer in juni moesten we op schoolvakantie naar een jeugdherberg in Emmen. Ik wilde niet mee maar de meester zei tegen mijn tante dat Harm wel mee moest, “want dan kan hij de kleintjes steunen met fietsen”. Maar tante zei “Harm ga nu maar mee dan mag je tijdens de vakantie roken, dat heb ik met de meester overlegd”. Dus ben ik maar mee gegaan en mocht ik wel 3 sigaretten per dag roken. Na de schoolvakantie zei de meester “als ik stop met roken stop jij dan ook met roken?” Ik zei “ja, dan stop ik ook”. Toch vertrouwde ik de meester niet en na een week niet gerookt te hebben besloot ik hem te schaduwen. Dit heb ik gedaan. Ik ben op een avond naar zijn huis gegaan, ging achterom door de keuken naar de woonkamer. En zie, daar zat meester te roken! “Betrapt” zei ik. De meester schrok, dus mocht ik door roken. Vanaf toen begon ik volwassen helemaal te wantrouwen! In die tijd haalde ik nogal eens kattenkwaad uit. Ach, zoals jongens van die leeftijd wel meer doen... "Harm, jij durf het vást niet!" zeiden ze dan. Nou, Harm durfde alles wel! Zoals een paar flinke trappen tegen zo'n houten lantarenpaal geven en de lamp brandde niet meer en Zorgvlied zat in het donker. De lampen gingen dan even heel fel branden en daarna stuk. Ook gingen wij (ik en de fam. W.) palen door de ruiten van een houten bungalow gooien. Die schotten stonden tegen een boom aan. Deze bungalows, die nog in elkaar gezet

Katoliek kerkhof

Page 27: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

27

moesten worden, waren van R de Jong. Ik moest voor de schade werken: boompjes planten op het perceel van R de Jong. Dit deed ik elke zaterdag. En de fam. W. had er lak aan. Zij gingen niet voor de schade, die ook zij veroorzaakt hadden, werken. Hoe oneerlijk kan het zijn. Er staat nu wel in Zorgvlied, achter de katholieke begraafplaats (waar nu bungalows staan), één hectare bos die ik heb geplant! Op mijn 13e jaar ging ik over naar de 6de klas. We kregen eens per week van een pastoor bijbelles. Ik had daar niets mee en moest nablijven omdat ik niet zat te luisteren. Hij werd toen zo kwaad dat hij mijn hele pullover verscheurde. Om 12 uur ging de school uit en toen ik thuis kwam zei tante: “wat is er met je pullover gebeurd?” Ik zei “dat heeft de pastoor gedaan”. Alzo greep ook de pastoor naar fysiek geweld. Later in die tijd zei de meester: “iedereen die achterom kijkt mag je een stomp geven. Ik had mijn buurmeisje Iekje voor mij zitten en heb haar 3x gewaarschuwd dat zij voor zich moest kijken. Toen zij voor de vierde keer achterom keek gaf ik haar een wat te harde stomp waardoor ze het uitgilde. Dit was echt de bedoeling niet, ik vond het echt rottig voor haar, het was immers mijn buurmeisje. De meester zei hierop met een ruwe toon: “Harm, op de gang”. Ik liep wat langzaam naar de gang, de meester liep naar mij toe en zei dat ik wat sneller moest lopen. Ik brulde los en zei “nog een stap dichterbij en ik ram je voor het bord in elkaar”. Hij zei “Harm, ga maar weer zitten”, dus ben ik weer gaan zitten. Hoe krom is dit? Dit is geen opvoeding.

Op de fiets ging ik naar het open lucht zwembad in Diever. Wij gingen er zomers altijd heen met de school en kregen daar onze zwemles. Toen ik er eens alleen heen ging vond ik daar een portemonnee en nam deze mee. Maar, toen ik op de fiets naar huis ging pakte opeens een man me

in de kraag. Het bleek een politieagent te zijn. Hij vroeg niet wat ik met

zwembad Diever

Page 28: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

28

de portemonnee wilde doen, neen ik moest direct mee naar het politiebureau in Assen en werd daar in een cel opgesloten. Waarvoor dit moest begreep ik niet. Wel kan ik me nog herinneren dat oom Piet daarvoor naar Assen moest, verder weet ik het niet. Ik merkte als kind wel op: “waarom moeten ze mij altijd hebben?” Hoewel ik niets verkeerds deed dan andere jongens werd ik toch gezien als een barbaar. Zo had Gijs de Bijbel in de kerk vernield en werd daar niet op aangekeken. Zo werden ook de jongens W (ik heb voor mijn daden gewerkt!), die ruiten van de bungalows van R. de Jong vernielden, er niet op aangekeken. Alleen ik word er op aangekeken, zeer merkwaardig. Ook als we gingen zwemmen waren er altijd vervelende jongens die mij moesten hebben en mij aan mijn voeten door het water sleepten. Ik kreeg het dan soms zo benauwd dat ik dacht te stikken omdat ik zoveel water binnen kreeg. Verder was het een leuk zwembad in die tijd. Ik merk nu dat ik aan al dat treiteren gewend ben geraakt. AMBACHTSCHOOL Ik ging op mijn 15e voor het eerst naar de Ambachtschool. Tante en oom Piet hadden een brommer, die ik wel eens stiekem pakte als zij weg waren naar Zwolle en ging daarmee naar school. Ik pakte de brommer wel vaker als zij weg waren maar op een gegeven moment hadden zij een ketting om de wielen gedaan. Ze hadden gemerkt dat ik er stiekem op reed. Ook pakte ik de brommer met Roelof en gingen we samen in het weiland rondjes rijden. Op een keer regende het heel hard en Roelof moest nog brood aan huis brengen. Toen hij weg ging zei tante: “Roelof moet je de brommer niet mee hebben?” Hij schrok, wist niet dat tante het wist dat wij op de brommer hadden gereden. Op een ochtend had ik geen zin om naar de Ambacht school te gaan. Toen is m'n pleegmoeder op de fiets naar de lagere school gereden - ze hadden zelf geen telefoon - om daar dhr. Steenbergen, de directeur van de technische school, op te bellen. Ze zei: “Harm wil niet van bed af

Page 29: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

29

komen. Hij komt vandaag niet op school.” “Wacht maar even”, zei de directeur. “Ik kom wel naar u toe: dan haal ik hem wel even van bed af!” Even later kwam hij aanzetten, in z'n vierkante Lada en ging meteen naar boven om mij uit bed te krijgen. Nou, hij was heel wat vlotter de trap weer af dan dat hij er opgekomen was! Ik trapte hem zo weer naar beneden toe. In mijn kamer had die vent niks te zoeken. Hij krabbelde overeind en zei tegen m'n pleegmoeder dat hij me niet van bed had kunnen krijgen. Daarna vertrok hij weer in z’n Lada. De volgende morgen ging ik weer gewoon naar school. Ik zei vriendelijk "Goedemorgen!” tegen de directeur, maar hij groette niet terug, begrijp je dat nou? Wel heeft hij zich schuldig gemaakt door in mijn slaapkamer te komen. Hij had niets in mijn slaapkamer te zoeken, hij had kunnen roepen. Zo zie je dat iedereen alles deed wat mijn tante vroeg. Iedereen was bang voor haar! Voor mij was de lol op die Technische school er nu goed af. Ik heb

daar het timmer vak geleerd en verliet na 1,5 jaar de school. Ik ging naar houthandel firma Welles, in Appelscha. (deze bestaat nog) Ik wilde in 't bos werken, en dat beviel me wel. Doordat ik met “aardappelen rooien” geld had verdiend kon ik een brommer kopen bij fietsenzaak Rolde in Diever. En zo ging ik met mijn eigen brommer naar het werk bij Firma Welles in Appelscha.

Achter dit Gemeentehuis in Oosterwolde stond de Ambachtschool

Firma Welles

Page 30: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

30

KATTEKWAAD? Op mijn 16de jaar ging ik naar het Café de Harmonie in Zorgvlied. We gingen daar van tijd tot tijd ook wel eens appeltjes jatten. Op een

zaterdagavond zat ik in de kroeg met Dries. Hij trakteerde mij op een pilsje, want ik kreeg nooit zakgeld. Jan en nog een andere jongen zouden bij Gerrit appeltjes jatten. Gerrit’s appelboom stond vlak naast het café. Op een gegeven moment stond Gerrit aan de deur van het café. Hij liet me bij zich komen. Ik stond nog niet buiten of hij had me al zo ongeveer

tegen de grond geslagen. Toen liep hij weg, zonder een woord te zeggen. Ik werd zo verschrikkelijk kwaad, dat ik achter hem aan ging en op z'n rug sprong. Ik begon te vechten en te slaan als een wilde. De bril vloog hem van de kop af. Toen kwamen zijn vader en moeder erbij en trokken mij weer van Gerrit’s rug af. Van alle kanten gescheld en geschreeuw. Zo liepen we naar Gerrit’s huis toe. Gerrit was daar eerder dan ik. Hij raapte een paal van een meter of vier van de grond en zwaaide die in het rond. De paal raakte mij ergens in de maagstreek. Ik kreeg zo'n klap dat ik werd weggeslingerd, tegen de auto van Rudolf aan en raakte toen bewusteloos. Ze droegen me het café in. Daar kwam ik na verloop van tijd weer tot mijzelf. 't Bleek dat Jan appeltjes had gejat, maar Gerrit dacht dat ik dat had gedaan. En zo kreeg ik wéér de schuld voor dingen die ik niet had gedaan! Laat in de nacht fietste ik weer naar huis, zo kwaad als 't ging. Thuisgekomen vertelde ik het hele verhaal aan mijn pleegmoeder en zei

Café de Harmonie

naast dit huis lagen de palen

Page 31: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

31

dat ik Gerrit wilde gaan aanklagen wegens mishandeling. Maar tante wilde daar niets van weten omdat het haar familie was. Zij zei “Nee, je doet geen aangifte! Ga eerst maar slapen.” De volgende dag fietste ik 10 km naar Diever om aangifte te doen. Maar de politie wilde geen proces verbaal opmaken dus ging ik onverrichte zaak terug. Ik stond machteloos. Wat was er gebeurd: mijn pleegmoeder had de politie op het postkantoor in Zorgvlied gebeld om te zeggen dat ze mijn aangifte niet in behandeling moesten nemen. Die “familie van tante” hadden een winkel waarin ook kleren werden verkocht. Maar vanaf dat moment wilde ik geen kleren uit deze winkel meer. Na een tijdje moest ik toch kleren van hen nemen, want tante kreeg deze vergoed van de voogdijraad. Deze gebeurtenissen zijn volgens mij nooit bij de voogdijraad neergelegd. Wat ik raar vond is dat de Politie “zoals mij werd verteld” voogd over mij waren. Eerst was dit een politieagent uit Assen, toen ik in Wateren woonde een agent uit Wateren, later een agent uit Diever. Tijdens een verkeerscontrole in Dieverbrug is hij aangereden en helaas overleden. Daarna werd het een agent uit Zorgvlied en toen die was overleden werd hij vervangen door een agent, ook uit Zorgvlied. Je zou denken dat ik een levensgevaarlijke crimineel was. Wel, ik was “als kind” niet anders als elk ander kind! Dit alles gaf een onbehaaglijk en angstig gevoel. Op oudejaarsavond, ik was 17 jaar Een groepje jongens, vrienden van me, haalden op oudejaarsavond via het kelderraampje van een Bakkerij in Zorgvlied bier uit de kelder. Later vertelden ze mijn pleegmoeder dat ik 't had gedaan. Toen zei mijn pleegmoeder: “Dat kan niet, want Harm was in Assen”. Maar zij geloofden mijn tante nu niet en zeiden tegen haar: “dat lieg je allemaal”. Mijn pleegmoeder sprak immers altijd kwaad over mij tegen de mensen in Zorgvlied (om zelf als geweldig gezien te worden?) Daarom kon ik in Zorgvlied nooit iets goeds doen. Op een gegeven moment moest oom Piet een paar dagen naar Zwolle en tante eiste dat ik bij haar ging slapen. Daar begon ze met mij te friemelen. Ik zei dat ze moest ophouden maar dat deed ze niet. Een dag

Page 32: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

32

later deed ze het weer en toen zei ik dat als ze niet ophield, ik aangifte zou gaan doen. Zij zei: “ als je dat doet zal ik zorgen dat jij in een cel terecht komt waar je nooit weer uitkomt.” Ik wist dat zij die macht had want iedereen, maar dan ook íedereen, was bang voor haar. Terug naar moeder Anneke en Toon, waar ik altijd naar toe ging, buren en familie van mijn tante, gaven me de raad om maar terug te gaan naar mijn eigen moeder in Assen. Dat wilden ze altijd al want ze waren bang dat ik er met de erfenis van tante vandoor zou gaan. ”Ik wilde die erfenis niet eens”. Toon bracht me op de brommer naar de bus in Appelscha. Van daar reed er een bus naar Assen. Hoewel de voogdijraad er eerst nog een tijdje over na moest denken werd er als nog besloten dat ik voorlopig bij mijn moeder mocht blijven. Ik was toen 18 jaar en nog praatte de “voogdijraad” nooit met mij maar altijd met de moeder/pleegmoeder. Toen ik bij mijn moeder was werkte ik bij houthandel Wellis in Appelscha. Als ik thuis kwam moest ik me buiten uit kleden en werden mijn kleren in de schuur gedaan. ‘s Morgens kon ik weer mijn ‘koude kleren’ aantrekken. Ik werkte bij Nedelands verpakking industrie NVI, daar was ik snijder in cellofaan chips zakken. Ik kocht van mijn verdiende geld toen een motor BMW met zijspan. Toen ik daarmee op een binnen weggetje reed raakte ik in de sloot. Een trekker heeft de motor er toen uit getrokken. Op het fabrieksterrein heb ik 3 dagen, zonder te slapen, aan de reparatie van de motor gewerkt en ben toen na de 3de dag op mijn werk achter de machine in slaap gevallen. Toen ze me wakker maakten ben ik in het stookhok verder gaan slapen daar hebben ze mij tegen de ochtend met een fles op mijn hoofd wakker gemaakt. Ik moest toen bij de baas komen en werd voor 3 dagen geschorst. Later ging ik bij meubel industrie RIA werken als meubel maker. Daar moest ik plakken schuren en fineren. Onze voorman was een nare kerel. Hij vond een arbeider “een zielige jongen” en drukte brandende sigaretten peuken in zijn nek uit. Wat was ik kwaad en wat vond ik dat vuil. Daar vandaan ben ik timmerman geworden bij Rotteveel & Dood waar ik het timmeren heb geleerd. Vandaar ben ik

Page 33: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

33

bij van Echteren uit Enschede terecht gekomen en heb 3 flatgebouwen gebouwd. De metselploeg kwam uit Oosterwolde. “De Jong” had een Volkswagen bus en daarin dronken we eerst even een Berenburger voor dat we aan het werk gingen. Daarna ben ik bij Kortleven terecht gekomen waar we in Lukiesland aan de Gereformeerde kerk aan het bouwen toen zij mij nat gooide en ik ben toen naar huis gegaan en zo heb ik daar ontslag gekregen. Daarna ben ik aan werk gekomen bij Ebinga uit Enschede in Haren. (ik weet niet meer waarom ik ontslag kreeg of genomen heb). Na een jaar kreeg ik dikke ruzie met mijn moeder. 't Ging over een draagbaar radiootje, dat ik ergens voor een tientje op de kop had getikt. Ik wilde wat gaan prutsen aan dat ding. Maar m'n moeder wilde die rotzooi niet in huis en zei: “ik haal mijn oom Roelf er wel bij. Hij was voogd over de andere kinderen, maar niet over mij. Ik ben naar bed gegaan en toen Roelf kwam en hij naar mijn slaapkamer liep heb ik hem de huid vol gescholden en is hij razend snel weer naar beneden gevlucht. Hij had niets op mijn kamer te zoeken. Hij trok partij voor mijn moeder en ik moest die radio weggooien.

Ook ben ik des-tijd gekeurd voor militaire dienst. Toen ze me vroegen of ik wel militair wou worden zei ik “tuurlijk, want dan schiet ik alle diknekken hun kop er af. Ik merkte hoe levensgevaarlijk volwassen mensen in wezen zijn. (het dwingen en dwang opleggen tegen de natuurlijke gerechtigheid. Ik had er genoeg van.) Ik heb inmiddels vernomen dat

mensen de kromme tegenstrijdige regelgeving belangrijker vinden dan eerlijkheid/ gerechtigheid. Wie het hardst liegt en een mooie theater show speelt krijgt een “valse” gerechtigheid! Ik heb vele baantjes gehad en heb het werk altijd goed gedaan in belang de baas, maar de baas accepteert mijn werkwijze niet en ben ik vaak ontslagen of genomen. Mijn eerlijke karakter zat mij in de weg, ik wilde alles zelf uitmaken, had immers

Page 34: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

34

nooit geleerd samen te werken. Ik weet wel dat mijn eerlijkheid altijd duur werd afgestraft, maar dat deerde me niet. Eerlijkheid duurt het langst. Ik doe niets verkeerds maar ze willen me wat opleggen waar ik niet achter sta, er was altijd dwang bij! In de kost Bij de familie T was plek voor mij. Meneer werkte bij van Gend & Loos naast het station en zijn vrouw had pleegkinderen. Daar ben ik een poos geweest maar ook hier kwam heibel omdat ik niet wilde wat zij wilden. Zo moest ik me volgens meneer zogenaamd “laten naaien door een witte Kees hond”. Ik zei laat je zelf naaien door een witte kees hond. Vandaar ben ik bij mijn eigen tante in de kost gekomen en ging ik met Freek naar Haren toe te werken. Ik gaf mijn loon aan haar af, zij zou die naar de bank toe brengen omdat ik dit nooit kon doen en ik overdag werken moest. Na een tijd wilde ik geld maar toen bleek dat zij het geld niet op mijn rekening had gestort. Ik was ontzettend kwaad. Mijn tante, een zuster van mijn vader, kwam mij te hulp, maar ik kreeg (de f700.-) niet terug. Op mijn 21 jaar werd ik ontslagen van jeugdzorg, wat ik als afscheid kreeg was een miezerige Nederlands woorden boek, terwijl zij nooit naar mij hebben omgekeken. Op mijn 22e is oom Piet overleden

Station Assen

Page 35: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

35

Op mijn 38e jaar is tante overleden. Tot die tijd heb ik mij door haar onderdrukt gevoeld en kon er ook niet zonder om te overleven.

BAANTJES Als eerste werkte ik bij Welles houthandel in Appelscha maar dat mocht ik van mijn moeder niet meer, dat was te vuil werk. Ik kreeg toen een baantje in de meubelmaker fabriek De Ria in Assen. Daarna kwam ik terecht bij de Nederlands Engels verpakking fabriek waar de cellofaan zakjes Smidts werden gemaakt. Ik kocht een motor: BMW met zijspan maar dit was van korte duur. Ik reed er mee de sloot in en toen was hij stuk. Drie dagen ben ik met de motor bezig geweest zonder te slapen. Het gevolg was dat ik de 3e dag op mijn werk in de fabriek in slaap viel en ben toen 3 dagen geschorst. Hierop heb ik ontslag genomen en ben bij het aannemers bedrijf Rotteveel en Dood terecht gekomen. Daar kon ik beginnen als ik zorgde voor een hamer, bijtel en een zaag en werd mijn eerste bouwproject Bouwkas aan de vaart. Ook hier ben ik weer ontslagen en kon ik ben bij Van Egteren Enschede terecht. Ik heb daar 3 flats aan de Langedijk helpen bouwen,

Page 36: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

36

daarna ben ik gaan werken bij Kortleven aan de Gereformeerde Kerk Lukisland. Ook dat was voor korte duur. Met Freek (ik was daar in de kost) ging ik werken in Haren bij aannemersbedrijf Ebenga uit Enschede. Daarna kwam ik te werken op de Wilco conservenfabriek. Dat baantje was natuurlijk heel plezierig, zolang het duurde. Maar dat was niet zo lang, want ik kreeg op staande voet ontslag toen ik 's morgens een keer te laat kwam. Ik had me keurig bij de chef gemeld. Toen kwam de werkbaas langs en die zag me lopen. Hij zei "Bos, kom hier,” alsof ik een hond ben. Ik werd meteen al op die toon kwaad, want ze moeten me niet op die manier aanspreken. Maar ik beheerste me nog, en deed net of ik hem niet hoorde, nogmaals zij hij, "Bos, kom hier! Je bent te laat!" grauwde hij. Ik zei: “dat weet ik wel, ik heb dat al gemeld”. Maar daar wilde hij niets van weten. "Nou moet jij je even heel rustig houden, anders krijg je nu meteen een fles bonen voor je kop" en ik gooide de fles bonen met opzet langs hem heen die tegen de machine kapot knalde. Dat had ik kennelijk niet mogen doen, dus moest ik op zijn kantoor komen en kreeg ik op staande voet ontslag.

Ik zag dat het verkeerd met me ging. Ik zat veel in de kroeg en dronk erg veel, reed onverantwoordelijk in mijn auto, ik heb toen maar besloten op de fiets naar mijn pleegmoeder terug te gaan ter bescherming van me zelf (zo gek was ik nog niet en verslaving heb ik

nooit gehad) om maar niet verslaafd te raken en geen crimineel te worden. Ik heb vele baantjes gehad en ben vaak ontslagen. Mijn eerlijke karakter zat mij in de weg en ik wilde alles zelf uitmaken. Mijn eerlijkheid werd vaak afgestraft maar dat deerde me niet. Eerlijkheid duurt het langst. Mijn eerlijkheid kwam voor volwassenen ongeloofwaardig over, vandaar ik als een Bar’barus hicégo suin’intel’legor ul’li wordt gezien! Er was nooit iemand die vroeg wat betekent dit eigenlijk? (hier ben ik de barbaar die door niemand word begrepen)

Page 37: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

37

Wat doet zo’n trauma met je brein? (Dit moet een hulpverlener/psycholoog/psychiater weten, opdat zij hun patiënten niet langer in de kou laten staan!!!) “Het is schokkend wat we bij getraumatiseerden in de hersenscanner zien. Hun frontale kwab zit te suffen, wat betekent dat ze moeilijk in het (dit is Beileroord) hier-en-nu kunnen leven. Ook slaapt het gedeelte dat filtert wat relevant is en wat niet. Ondertussen gaat het breindeel dat waarschuwt voor gevaar als een gek tekeer. “Die hersenveranderingen hoeven niet direct na het trauma te beginnen. Stel dat je vader je mishandelt, maar je denkt: Ik ga sterk zijn. Maak mijn school af en vecht me door het verdriet heen. Jaren later zegt een collega dat je nogal giftig uit de hoek kunt komen. Dat herinnert je ineens aan je vader, aan wie je al lang niet hebt gedacht. “De herinnering komt terug en je hebt er die nacht een nachtmerrie over. De dag erna wordt je voor iets kleins in het verkeer aan de kant gezet door twee agenten en je schrikt ineens van hun autoriteit. Waardoor je opnieuw angstdromen krijgt. Langzaam maar zeker wordt de wereld om je heen steeds vijandiger in jouw ogen. Al die tijd ervaar je het ook al in het lichaam. Dat lichaam blijft hangen in die oorspronkelijke nare ervaring. Die gevoelens van angst en machteloosheid uiten zich in pijn in de borst, verkrampte spieren en een snelle ademhaling. Verandert er niets in het brein, zolang mensen hun angst en verdriet weten weg te drukken? “Ja, toch wel. Maar al die tijd ervaar je het ook in het lichaam. Dat lichaam blijft hangen in die oorspronkelijke nare ervaring. Die gevoelens van angst en machteloosheid uiten zich in pijn in de borst, verkrampte spieren en een snelle ademhaling.

Page 38: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

38

“Sommigen kunnen daardoor extra slecht met dagelijkse stress omgaan. Bij anderen gebeurt het tegenovergestelde: zij sluiten zich af, laten het niet meer binnenkomen. Genieten van mooi weer, je kinderen of muziek zit er dan niet meer in. “Met een lichaam in constante staat van alertheid krijgt zelfs je immuunsysteem een klap. Door alle ziekten waar je zo meer kans op hebt ga je zelfs gemiddeld tien jaar eerder dood. Zo’n beetje alle slachtoffers van kindermisbruik die ik heb bijgestaan hebben even in het ziekenhuis gelegen met onverklaarde klachten. Ademhalingsproblemen, of darmklachten bijvoorbeeld.” CCHR wil: Wij zouden graag steun bieden aan de vele slachtoffers die psychiatrie maakt, gemaakt heeft en willen ook in de toekomst zorgen dat psychiatrie niet langer de macht heeft om mensen te beliegen, te bedriegen noch te beïnvloeden. Er is nooit een wetenschappelijk verband aangetoond tussen deze symptomen en afwijkingen of ziekten aan de hersenen. Het DSM pakt simpelweg een aantal gedragskenmerken bij elkaar en plakt er het etiket geestelijke stoornis op. Afgeschilderd als diagnostische hulpmiddel. DSM 4 (Diagnostic Statistic Manual of Mental Disorders) is een gecommissioneerd boek waar onvoldoende of weinig wetenschappelijk bewijs aan vooraf gegaan is, het boek is frauduleus en enorm minachtend tegenover het individu, met oog op winstbejag voor de pharmaceutische industrie. Hetzelfde gaat op voor ICD-10. Toch worden de volgende beweringen misbruikt om iemand te stigmatiseren met een label of diagnose. TERUGBLIK op deze eerste 21 jaren van mijn leven Toch heb ik, ondanks alle onrechtvaardigheden, mijlpalen in mijn leven bereikt:

Page 39: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

39

* door mijn 1,5 jaar op de Ambachtsschool heb ik het vak timmeren geleerd; *in de praktijk leerde ik bij De Kruif alles over metselen, stukadoren en elektriciteit. Ik was beslist niet dom en hield van aanpakken. * Ik heb bungalows gebouwd voor Concordia (die er nog staan!) * kon 2200 stenen metselen (vuil werk genoemd) en 1000 (schoonwerk: buitenmuren) metselen op één dag! * voor de gemeente architect in Ruinerwold heb ik een huis gemetseld; *voor Roelof Hut een complete woning gebouwd; * ik heb veel werkzaamheden op de Camping in Koekange bij Meppel verricht waar ik erg van genoot en voor werd gewaard. Met mijn handen werken gaf mij veel voldoening. Toen ik klein was wilde ik Treinmachinist op een Sikki worden en toen ik 12 jaar was: metselaar. Ik vraag mij af in hoeverre mijn prille jeugdjaren de basis hebben gelegd voor mijn heftige reacties op oneerlijkheid. Ik word gedreven word door een sterk ontwikkeld gevoel voor rechtvaardigheid, wil anderen graag helpen en voor hen, die in moeilijkheden zitten, opkomen. Daarover in deel 2 meer. Omdat ik in mijn jeugdjaren herhaaldelijk de schuld van misstanden kreeg heeft mijn zelfvertrouwen zich moeizaam kunnen ontwikkelen. Ik heb door de behandelaren van GGZ het etiket: “een zwak fundament” opgeplakt gekregen. Zij laten het daarbij maar ik niet. Ik blijf hen attenderen op mijn doorzettingsvermogen. Tot op de dag van vandaag! Nog steeds roep ik om gehoord te worden, vraag ik de instanties om excuus voor wat mij is aangedaan. Als deze strijd gestreden is zal ik mijn verhaal in Deel 2 opschrijven. NAWOORD Ik heb altijd gedacht dat er iets grondig mis was met mij omdat mij dat is aan gepraat. Ik dacht dat de wereld beter af was zonder mij. Deze gedachte heeft mijn leven diepgaand getekend. En daaruit trok ik dan weer de conclusie dat de wereld

Page 40: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

40

van de volwassen, zij die het voor het zeggen hebben, het grondig mis hebben met de opvoeding en veiligheid in deze samenleving. Er dus niets mis is met mij! Terug kijkend vanuit dit standpunt was niet ik fout, maar zijn het de autoriteiten (Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming en hun behandelaren) die de zwakkeren in de samenleving geen veiligheid bieden. Ik ben meerdere keren opgenomen geweest, (daarover in deel 2 ) en er steeds weer bovenop geklommen. Zo is dat doorgegaan tot mijn 60e jaar. Nu merk ik dat deze strijd zijn tol eist, mijn lichamelijke klachten hieraan toe te schrijven zijn. Ik hoop deel 2 zo te beschrijven dat de lezer er van leert. Harm Bos. Assen Maart 2019 MIJN GEDICHTEN Niemand weet hoe eenzaam ik me soms voel. Niemand weet wat ik met die pijn bedoel.. Niemand weet hoe ik mij tegen de boze buiten wereld verzet Niemand kent mijn worstelingen die mij hebben gered Soms, zijn er enkele mensen om me heen en dan ineens weer héél alleen! De pijn is gewoon niet te beschrijven "een gevoel van wrok, gemis en spijt..." Dat je door je handicap in de steek gelaten bent. Niet meer kunnen genieten van de dingen in het leven. Ik wil zo graag, maar kan het me niet meer geven. Waarom moet het allemaal zo ingewikkeld zijn? Bestaat er nog iets anders dan verdriet en pijn?

Page 41: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

41

De ene dag zo klein, de andere dag weer groot. Ik leef, maar van binnen ben ik dood. Ik voel me alleen en alles lijkt zo kil, Weet niet eens meer wat ik eigenlijk wil.

Eenzaam en alleen, alleen op de wereld. (Over mezelf)

Wat is er met mij mis? Wat doe ik verkeerd?

‘Wat maakt me anders dan de rest? Waarom word ik daardoor uitgestoten

alsof ik niet tot dit soort wezens behoor? Ben ik net zo vreselijk als de anderen denken??

wel dat ik altijd voor iedereen klaar sta voor hun wensen. Stilaan begon ik te geloven, dat ik niet op deze planeet hoor te wezen.

Stilaan begon ik te geloven dat ik niet op deze planeet thuis hoor

ik voelde me meer dan ooit anders dan de rest. Ik voelde me een indringer en merkte

dat ik steeds onzekerder en depressiever werd door alle leugens, bedrog, misleiding van de elite.

En ik dacht meer na, waarom ik op deze wereld ben gekomen

vol met spoetniks raketten atomen doch merk ik dat het niet aan mij lig

Ik moet leven zoals de samenleving dat wil opgelegd door de corrupte criminele Elite.

Men wordt gehypnotiseerd gehersenspoeld gemanipuleerd zodat je niet meer anders kan/wil denken zoals de elite dit eist

Euthanasie mag men niet plegen je bent overgeleverd aan de Elite met alle ellende en als je de waarheid aan het licht wil brengen,

word je als een idioot bestempeld!. ‘Mensen willen bedrogen worden de waarheid is te pijnlijk,

men loop als schaapjes achter de elite aan

Page 42: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

42

en de leugens die door journalistiek word rondverspreid word door de samenleving klakkeloos aangenomen

We hebben een regering gekozen die onze belangen moet behartigd en niet voor hun eigen belang handelt..

Mijn intuïtie is mijn kracht, maar nodigt uit tot heksenjacht. Wat ik zie neigt ik tot ontmaskering, zie jij als persoonlijke bedreiging. En niemand mocht het weten, zelf moest ik het maar vergeten. Nooit heb ik het kunnen vergeten, is op momenten niet eens mee te leven. Ik was zo klein en kwetsbaar op die leeftijd van vier, Er was niemand die op de gedachte kwam: wat gebeurd hier. Vergeten het kind te beschermen, dat was vroeger niet anders, werd door de politie opgepakt en s ’avonds laat op de fiets naar huis gebracht. Vechten tegen het verleden, strijden tegen het heden, Trachten de ellende te aanvaarden. Gebeurtenissen uit het verleden te klaren. Wat er is gebeurd kan ik niet stoppen. Waar ik als kind/volwassene niet tegen op kan knokken. Vechten tegen het verleden, strijden tegen het heden. Nee Nee, wacht eens even, je mag de waarheid niet zeggen. Want hoe radeloos ik me ook voel, van woede uiten wordt men bang. Als ik hun toon niet spreken kan, dan zeggen zij "dat is jammer dan. Zij willen mijn gedrag aanpassen, maar vergeten dat zíj mij zo hebben gevormd.

Page 43: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

43

Harm Bos Dit stukje “voor proefje” al in de volgende 2de deel; Onterecht heeft justitie (zoals vroeger) zonder onderzoek mij als (gevaarlijke) crimineel bestempeld, ik heb 2006 een strafblad gekregen wegens “valse aangifte uit wraak” stalken. Ik heb nog nooit een strafblad gehad of criminele activiteiten uitgevoerd nu heb ik in 2006 een strafblad gekregen, omdat mijn vrouw tijdens de scheiding uit wraak aangifte heeft gedaan wegens stalken, wel dat ik probeerde alles op een vredige manier op te lossen. Ik was zoals zo velen ondeugend geweest! Zeker was ik niet ondeugend, ik wou een vredige oplossing met mijn ex-echtgenoot om advocaat kosten te besparen, weer is er niet naar mij geluisteren en heeft ons dit ieder €140,000.- gekost dit had bespaard kunnen blijven en had ik “waar ik recht op had” €30,000.- gevraagd, dit kan Gerrie maatschappelijk werker bevestigen. Dit is bewust door advocaten bewerkstelligd voor eigen gewin. De advocaten Renon/Rietberg lachen zich rot (dit hebben we binnen) en denken wat een (stel idioten) idioot is Hennie, zij hebben Hennie “in hun eigen belang” onjuist geïnformeerd en mij er bij in betrekken en mijn ex is er ingestonken! Pijn Waarom zijn er zoveel vragen. Waarom is er zoveel pijn? Waarom zijn er zoveel dingen die niet te begrijpen zijn? Knuffel Een knuffel is zo fijn een knuffel voelt zo goed een knuffel omdat het mag niet omdat het moet. Een knuffel geeft je warmte van twee armen om je heen even met z’n tweetjes even niet alleen. Een knuffel hoeft niets te kosten ja een minuutje van je tijd

Page 44: Bar’barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li€™barus hic’ego suin’gua non’intel’legor ul’li Als je mij wil helpen, probeer mij dan niet te veranderen,

44

een knuffel geeft nieuwe kracht om weer door te gaan in deze strijd.