Agri meets Design

24
1 FARM:LAB Mesten, harken, dromen, prikken en zaaien HET EETCAFÉ LIVE Boeren, burgers en ontwerpers in debat INTERVIEWS Clemens Driessen Kees Dorst POLDERHACK De première

description

Agri meets Design biedt een platform waar boeren, designers, ambtenaren en bestuurders elkaar ontmoeten en samenwerken aan slimme oplossingen voor complexe ontwerpopgaven. Agri meets Design is een initiatief van het Ministerie van Economische Zaken, ZLTO en provincie Noord-Brabant.

Transcript of Agri meets Design

1

FARM:LAB Mesten, harken, dromen,

prikken en zaaien

HET EETcAFé LivEBoeren, burgers en

ontwerpers in debat

iNTERviEWSClemens Driessen

Kees Dorst

PoLdERHAckDe première

2

Colofon

Eenmalige uitgave

november 2013

Coverbeeld

Ester Grass Vergara

Contact

[email protected]

www.agrimeetsdesign.com

www.facebook.com/agrimeetsdesign

@Agrimeetsdesign

Hoofdredacteur

Helen Kranstauber

Eindredacteur

Felicia Alberding

Concept magazine

Food Cabinet

Redactie

Sebastiaan Aalst

Anne Bruinsma

Renée Hendrickx

Debbie Langelaan

Samuel Levie

Liz Moen

Kim Spinder

Ingrid van der Wacht

Dorien van Witteveen

Drukwerk

Drukkerij SNEP

Vormgeving

The New Studio

Logo-ontwerp

Bau+mm

Fotografie

Maartje Strijbis

Ester Grass Vergara

Elisabeth Lanz

Bart van Baardwijk

Partners

Ministerie van Economische Zaken

Provincie Noord-Brabant

ZLTO

Capital D

Agri meets design magazine

Expositie

3

FARM:LAB Mesten, harken, dromen,

prikken en zaaien

HET EETcAFé LivEBoeren, burgers en

ontwerpers in debat

iNTERviEWSClemens Driessen

Kees Dorst

PoLdERHAckDe premièreWat heeft agrarisch en creatief Nederland elkaar

te bieden? Met deze vraag begon het projectteam

Agri meets Design enkele maanden geleden aan

het realiseren van een ontmoeting én samen-

werking tussen boeren en ontwerpers. Een

spannende opgave! Maar meer dan dat ook een

opgave ingegeven door een actuele en serieuze

constatering.

Ons huidige voedselsysteem loopt tegen haar

grenzen aan. De manier waarop we ons voedsel-

systeem nu organiseren weegt steeds zwaarder

op het milieu, ons landschap en onze gezond-

heid. Ons voedselsysteem verdient een creatief

herontwerp! Maar hoe willen we dat de boerderij

van de toekomst eruit ziet? Welke nieuwe ver-

dienmodellen zijn mogelijk? Hoe zorgen we voor

een systeem waarin geen voedsel verspild wordt?

Hoe kunnen we boeren en bur-

gers weer met elkaar verbinden en

zorgen we voor waardevol gebruik

van reststromen? Allemaal ontwer-

popgaven die we de afgelopen

periode samen met boeren en

ontwerpers zijn aangegaan.

In Eindhoven ontvingen we tijdens onze

FARM:LABS en PolderHack tientallen boeren,

ontwerpers en beleidsmakers en ook maakten

duizenden voorbijgangers voor het eerst kennis

met Agri meets Design door onze showcase te

bezoeken. Agri meets Design groeide uit tot de

grote blikvanger van de Dutch Design Week 2013.

Dit smaakt naar meer!

Agri meets Design is een ware community gewor-

den en veel boeren en designers weten elkaar

inmiddels te vinden. Het eenmalige Agri meets

Design magazine dat voor je ligt bevat alle uitkom-

sten van het gezamenlijke ontwerpwerk tot nu toe.

Wat dacht je bijvoorbeeld van een Agropolis en

een app voor precisielandbouw? Ook zal het Agri

meets Design platform de komende tijd zo worden

ingericht dat we – ook buiten de Dutch Design

Week om – mooie nieuwe matches kunnen maken

tussen groene en creatieve ondernemers en jullie

op de hoogte kunnen houden van nieuwe ontwik-

kelingen. En andersom! Wij horen natuurlijk ook

graag hoe het nu gaat in de ontwerpstudio’s en

op het boerenerf! Hoe zou het bijvoorbeeld met

@KoeienRob gaan?

Namens alle partners en de projectgroep van Agri

meets Design, Provincie Brabant, Ministerie van

Economische Zaken, ZLTO en Capital D,

Veel lees- en ontwerplezier!

Volg ons via:

www.agrimeetsdesign.com

#agmd

@agrimeetsdesign

www.facebook.com/agrimeetsdesign

Hoe willen we dat de boerderij er in de toekomst uitziet?

De boerderij van de toekomst

Editorial

foto

ma

ar

tje s

tr

ijb

is

Projectgroep Agri meets Design v.l.n.r.: Marianne Aarnoudse, Sebastiaan Aalst, Alexander Beks, Mark de Jong, Kim Spinder, Helen Kranstauber, Pieter de Boer, Renée Hendrickx, Anne Bruinsma, Lizette van Dijk (niet op foto: Ingrid van der Wacht)

4

8

21

9

12

9

9

6

22

Inhoud

5

10

20

24

16

iNHoUd

op zoek naar het Agri meets design gevoel Designers over exposeren tijdens Agri meets Design

‘Als ontwerper moet je de stal in’ Een interview met filosoof Clemens Driessen

FARM:LAB Mesten, harken, dromen,prikken en zaaien Boeren en designers om de tafel 13 Crowdfunding14 Robots in de kas15 Gaming16 Slimme verpakkingen17 Boerderij van de toekomst18 Nieuwe verdienmodellen19 Farmer’s academy

Hee boer, hallo burger Boeren in debat bij het Eetcafé Live

Een nieuwe manier van denkenEen gesprek over landbouw en design met design professor Kees Dorst.

Hacken voor een slimmervoedselsysteemOver de première van PolderHack tijdens de DDW

Een hacker in je koelkastColumn van Samuel Levie

colofon

6

10

12

20

21

22

23

24

Inhoud

6

6

Showcase

op zoek naar het Agri meets design gevoel

In een decor van witte harken, scheppen en andere landbouwtools konden bezoekers kennismaken met het werk van zes uiteenlopende ontwerpers. De jonge ontwerpster Laura van Os presenteerde haar biologi­sche bestrijdingsmiddel Victoria Pesticide en Atelier NL nam ons met Farmer Portraits mee op veldwerk in de Noordoostpolder. Playing with Pigs toonde ons hoe een app het welzijn van varkens kan vergroten en Ruben van Megen wist de aandacht van het publiek te trek­ken met zijn Brabant Livestock installatie. We spraken met twee van de ontwerpers over hun ervaringen.

De showcase van Agri meets Design was een parade van bijzondere samenwerkings-projecten tussen boer en designer. Curator Helen Kranstauber stelde de expositie samen en nodigde talentvolle ontwerpers uit om hun werk te tonen en toe te lichten.

Lees meer over dit spel op pagina 10 in het interview met Clemens Driessen.v

tekst RENéE HENDRiCKx

foto

ma

ar

tje s

tr

ijb

is

7

op zoek naar het Agri meets design gevoel

Showcase

Wil je Gilboa steunen of een van zijn producten

kopen, kijk dan op foodchainproject.org

Stel je voor dat je een jaar lang bijhoudt wat je allemaal eet en drinkt. Hoe zou dat er dan uit zien? De Israëlische kunstenaar Itamar Gilboa ging deze uitdaging aan met het Food Chain Project. Rekken vol melkpakken, bananen en teentjes knoflook van porselein zijn het re-sultaat van zijn eet- en drinkgedrag. En dit is slechts het begin: Itamar zal in 2014 opnieuw met zijn mini pop-up supermarkt exposeren en eet en drinkt intussen door. Het vervolg van zijn expositie zal dus niet bestaan uit 36, maar wel 150 producten. Met het Food Chain Project wil Itamar mensen aan het denken zetten over hun consumptie-gedrag. Daarnaast wil de ontwerper de voed-selketen rond maken door een deel van de opbrengst van de verkochte porseleinen pro-ducten te doneren aan organisaties die zich inzetten voor een beter voedselsysteem. ‘Wat ik heb gegeten, verandert in kunst. En als ik dat verkoop wordt het weer voedsel.’

‘Het was goed om te zien dat het Food Chain Project werkte. Conceptueel en visueel. Ieder-een maakte foto’s en wilde de producten aan-raken. Vooral de kroket, de stroopwafel en het melkpak waren erg populair.’

Food Chain Project

Met het Food Chain Project wil Itamar Gilboa mensen aan het denken zetten over hun consumptiegedrag.

Victoria Pesticide door Laura van Os from Studio Broodnodig.

Food Chain Project: inzicht in de voedselketen

foto

ma

ar

tje s

tr

ijb

is

foto

ba

rt v

an

ba

ar

dw

ijk

8

Ontwerper Sietske Klooster was de hele week in Eindhoven te vinden. Wat voor haar begon als een week ‘leuk exposeren’ werd een week vol eyeopeners en aha-erlebnissen. Ze deed mee aan de FARM:LABS, was spreker bij Het Eetcafé en stond ook nog met haar MelkSalon in de Agri meets Design showcase. Een ontwer-per met een agrarisch hart en liefde voor het oer-Hollandse product melk.

Met de MelkSalon Live liet Sietske samen met boeren Boy Griffioen (Boerderij de Groene Griffioen), Jan Duijndam (Hoeve Biesland) en Henk den Hartog (Boerderij Harts-tocht) bezoekers melk van verschil-lende makelij proeven. Hiermee maken ze van melk drinken een er-varing vergelijkbaar met het proe-ven van wijn. Proef je het verschil in productiewijze, vegetatie, grond-soort en koeienras? Een verfijnde manier van omgaan met melk waar-door het product zijn waarde terug krijgt. Melk wordt nu teveel gezien

als een algemeen goed, altijd verkrijgbaar te-gen een zeer lage prijs. Waarderen we daarmee

De MelkSalon: melk proeven alsof het wijn is

Over Sietske Klooster

Sietske Klooster is choreografe en stu-

deerde Industrial design aan de Tech-

nische universiteit in Eindhoven. In haar

werk is altijd de combinatie tussen be-

weging en ontwerp te zien. Ze vestigde

haar werkplaats op het erf van boerderij

de Groene Griffioen in Weesp vanwege

gedeelde ambities met

de boeren.

De MelkSalon

Sietske Klooster en Boy Griffioen van Boerderij de Groene Griffioen

wel al het werk en de energie die in het product wordt gestoken?

Het teruggeven van waarde speelt niet alleen bij melkveehouders, merkte Sietske Klooster gedurende de week. Ze sprak met tomaten-kwekers en verschillende vleesveehouders die blij verrast waren met Sietskes manier van den-ken en de manier waarop zij met het product omgaat in de MelkSalon. Een pluimveehoud-ster bij Het Eetcafé besefte door het verhaal van Klooster ineens dat de manier waarop zij haar eieren aanbiedt aan klanten een vertaling is van haar eigen waardesysteem. ‘Snel, snel, snel, als ik er maar geen last van heb’, dit staat gelijk aan uniform, hoog efficiënt en een lage marge. Terwijl deze pluimveehoudster juist op-zoek is naar een nieuw waardesysteem. Dit be-gint met zorg besteden aan je product voordat je het aan anderen aanbiedt. Is hier het begin van een Eier Salon gemaakt?

Lees meer over Het Eetcafé op pagina 20’

Meer over Sietske weten?

Kijk op www.sietskeklooster.nl

Showcase

9

Over Ruigwerk

Ruigwerk is een multidisciplinair ontwerp-

bureau dat projecten in agro, food en

de buitenruimte faciliteert. Ruimtelijk ont-

werper Kamiel Vorwerk en food architect

Ernst Ruijgrok vormen het creatieve duo

achter Ruigwerk. www.ruigwerk.com

Bij een expositie draait het allereerst om de projecten die er worden getoond, maar de ruimte waarin dat gebeurt is niet minder be-langrijk. Om het juiste Agri meets Design ge-voel te creëren werd de hulp ingeroepen van ontwerpbureau Ruigwerk. Voor de showcase ontwierpen ze een ruimte waar landbouw en design elkaar letterlijk ontmoeten: een strak wit decor dat her en der wordt onderbroken door goudgele strobalen en een ‘modderig’ tractorspoor. Met aan het plafond een instal-latie van scheppen en harken.

Ruimtelijk ontwerper Kamiel Vorwerk is een van de mannen van Ruigwerk en samen met Ernst Ruijgrok verantwoordelijk voor het ont-werp. Wat was het idee achter de expositie en hoe zien zij de samenwerking tussen boeren en ontwerpers?

Voor Kamiel is het vooral belangrijk dat de ex-posanten en hun projecten goed tot hun recht komen. ‘Voor de omgeving wilden we iets ma-ken wat de chemie en samenwerking vertolkte, dat zijn de scheppen en harken samen gewor-den. Het is geen agri, het is geen design, het hangt er precies tussenin.’ Als het aan hem ligt zouden ontwerpers al in een vroeger stadium betrokken moeten worden bij het uitdenken van projecten en het maken van nieuw beleid. Hij roept opdrachtgevers dan ook op om de-signers op te nemen in het gehele traject. ‘Vaak worden ontwerpers pas betrokken als er een nieuw kleurtje op de verpakking moet, terwijl er op creatief gebied veel meer kan worden bijgedragen.’

Wat is het Agri meets Design gevoel?

Showcase

Een ruimte waar landbouw en design elkaar letterlijk ontmoeten: een strak wit decor dat her en der wordt onderbroken door goudgele strobalen.

Taste Station

In het Taste Station van ZLTO konden bezoekers van de DDW2013 op verhaal komen bij de boer. Het Taste Station heeft al diverse designprijzen in de wacht gesleept.

foto

ma

ar

tje s

tr

ijb

is

foto

ma

ar

tje s

tr

ijb

is

foto

ma

ar

tje s

tr

ijb

is

10

tEKSt SEBASTIAAN AALST

Wat ontdekte je tijdens de kennismaking

met de boerenpraktijk?

‘Veel stedelingen denken dat boerenbedrijven uitsluitend op efficiënte gerichte productiefa-ciliteiten zijn. Dit is niet juist. Tegenwoordig verhouden de boeren zich op een manier tot hun dieren en land die niet alleen maar functi-oneel is. Natuurlijk staan boeren niet de halve dag met hun dieren te knuffelen, maar het omgekeerde, dat zij geen enkele band meer met hen hebben is zelden waar. Veel boeren wonen op het bedrijf. De scheidslijn tussen werk en privé is daardoor klein. Ze willen ook het liefst een bedrijf runnen waar hun kinderen graag komen en waar ze de liefde voor hun vak op hen over kunnen dragen.’

Je bent niet bepaald de enige die zich op-

nieuw is gaan interesseren voor de manier

waarop ons voedsel wordt geproduceerd.

Hoe verklaar jij dat?

‘Het is moeilijk om daar één verklaring voor te geven, maar in het algemeen zou je kunnen zeggen dat we de manier waarop we voedsel produceren lange tijd voor lief hebben geno-men. Zoals we het gehele buitengebied voor lief hebben genomen. De focus, ook in de creatieve industrie, ging lange tijd uit naar stedelijke ontwikkeling en bijbehorende vraagstukken. Allerlei crisissen zoals de manier waarop de

ontstond er een grotere betrokkenheid bij de toekomst van de veehouderij, ook van mensen die nog nooit een stap in een boerenbedrijf gezet hadden.’

Zit de rol van designers dan in het blootleg-

gen van deze onderlinge waarden?

‘Ja, en nee. Je kunt als ontwerper een ontwerp gebruiken om een discussie op gang te bren-gen. Maar, wat mij betreft moet je daar niet stoppen. Het gesprek of de discussie moet geen einddoel zijn, als iets dat dan verder maar in de media of door beleidsmakers zou moeten opgepakt. In de doorontwikkeling van een ont-werp, in de precieze vormgeving en finetuning, daarachter gaan vaak de meest interessante vragen schuil. Net zo goed als je een voorlopig ontwerp kunt gebruiken om discussie op gang te brengen, moet je de discussie gebruiken om tot een definitief –of volgend- ontwerp te komen. Daarom ben ik er van overtuigd dat je dicht bij de praktijk moet blijven. Je moet als ontwerper de stal in. En als het even kan ook nog een filosoof meenemen.’

Interview – Clemens Driessen

Als filosoof raakte Clemens Driessen gefascineerd door de boeren praktijk. Hoe kunnen boeren complexe ethische en politieke vraagstukken als milieu, dieren­welzijn, landschapsbeheer en voedselkwaliteit allemaal integreren op één bedrijf? Hij volgde een cursus melk­veehouden, deed veldonderzoek en zag van dichtbij dat het beeld dat stedelingen van boeren hebben niet juist is.

gekkenkoeienziekte en de vogelgriep werden aangepakt, hebben daar verandering in ge-bracht. Ik denk dat deze ertoe bijgedragen hebben dat we ons voedselsysteem opnieuw zijn gaan problematiseren. We zijn er letterlijk opnieuw naar gaan kijken. Maar dat is iets dat ook door ontwerpen kan gebeuren.’ aan een nieuwe manier van kijken naar het

boerenbedrijf en alle dilemma’s met betrek-

king tot dierenwelzijn, milieu, voedselveilig-

heid en productiviteit die daarbij horen?

‘Een interessant voorbeeld is het ontwerp van de varkensflat vijftien jaar geleden. In zekere zin was het een triomf van de wetenschap die erin geslaagd was om een stal te ontwerpen die in alle opzichten beter was. Dat wil zeggen: efficiënter, duurzamer, met minder transport en dito stress voor dieren. Toch ontstond er een storm aan kritiek. Op dat moment werd duidelijk dat er andere waarden in het spel waren, zowel voor boeren als burgers. Waarden waarvan wij ons tot op dat moment minder bewust waren, zoals persoonlijke betrokken-heid van de boer bij het bedrijf en waarden als ambachtelijkheid, zorg en grondgebondenheid. Het was een uniek moment, waarop ook boe-ren een nieuw verhaal moesten ontwikkelen om hun rol te verdedigen. Je zou kunnen zeg-gen dat het ontwerp ons dwong om ons tot het boerenbedrijf te verhouden. Iets wat de meeste mensen niet of nauwelijks meer doen. Opeens

‘Als ontwerper moet je de stal in’

11

‘Als ontwerper moet je de stal in’

tijdens Agri meets Design hebben we kennis gemaakt met ont-

werpen die minder voor de hand liggend zijn dan een melkrobot.

Zo presenteerde jij zelf onder andere Playing with Pigs, een spel

dat de interactie tussen mens en dier stimuleert. Wat is de toe-

gevoegde waarde daarvan?

‘Eigenlijk is de game een uitvergroting van een Europese richt-lijn die stelt dat varkens op een of andere manier afleiding moeten kunnen vinden om staartbijten en andere vormen van agressie tegen te gaan. Je kunt het dus zien als een oplossing voor dat probleem. Tegelijkertijd benadrukt het spel eigen-schappen van het dier, zoals zijn speelsheid, intelligentie en lerend vermogen die weer andere vragen oproepen over de manier waarop mens en dier zich verhouden. De impact hier-van, ook op consumenten, onderzoeken we door een game te ontwikkelen waarmee de varkens met mensen kunnen gamen.’

Designers worden niet altijd overal met open armen ontvan-

gen. Zo behaalde de biggenbodywarmer een televisiepri-

meur als een van de ergernissen van tafelgast Jan Mulder

tijdens De Wereld Draait Door.

‘Klopt. Sommige ontwerpen worden als pervers gezien. Die reactie heb ik ook wel eens gekregen op Playing with Pigs. Dat lijkt jammer, maar laat tegelijkertijd wel iets belangrijks zien. Een ontwerp leidt niet automatisch tot een ander gesprek of een nieuwe blik. Als je kijkt naar de redenering achter de biggen-bodywarmer gaat het erom dat het kan helpen voorkomen dat biggen aan onderkoeling overlijden. Tegelijkertijd is het daar-mee ook een symptoom van het steeds groter aantal biggen per worp, die een zeug niet meer allemaal zelf kan verzorgen. Het is de uitdaging voor de designer om het ontwerp zo te ontwikkelen en presenteren dat het een uitnodiging is voor een gesprek over waarden.’ We hebben het nu gehad over de ontwerper, maar wat is de

rol van de boer in zo’n ontwerpproces?

‘Boeren beschikken over allerlei kennis over het gedrag van hun dieren. Ze hebben sterke ideeën bij wat fijn en goed is voor een dier en wat niet. En uiteraard hebben zij ook opvattingen over wat het betekent om een goede boer te zijn. Tegelijkertijd kun-nen die kennis en opvattingen ook veranderen met de komst van nieuwe systemen. Juist door de kennis van boeren te gebruiken kun je in gesprek gaan over de betekenis van nieuwe ontwerpen en innovaties, en kun je waarde toevoegen voor zowel dier, boer als maatschappij.’ tegelijkertijd lijkt de rol van de boer niet altijd meer even

vanzelfsprekend. Als we de ontwikkeling van kweekvlees als

voorbeeld nemen, dan zien we dat er geen boer meer aan te

pas komt. In hoeverre worden zij buitenspel gezet als gevolg

van nieuwe ontwerpen en technologische innovaties?

‘Het is een spanning die aanwezig is in het hele denken over de boerderij van de toekomst. Het is een vraag die moeilijk te beantwoorden is. Het kan nog alle kanten op. Daarom is het zo spannend om hier gezamenlijk aan te ontwerpen.’

‘De ontwikkeling van melk-robots is denk ik een mooi voor-beeld. Het leek een hele kleine stap, niet veel meer dan een slimme technologische toepas-sing. Althans, van een afstandje. Vanuit de praktijk zag je dat het een enorme impact had op de bedrijfsvoering van de boer, die bijvoorbeeld niet meer zo vroeg op hoefde om de koeien te mel-ken. Van de koeien werd ineens gevraagd om zich als individu te gedragen, in plaats van met de kudde mee te gaan. Koeien ble-

ken zich helemaal niet zo graag te willen laten melken als de eerste ontwikkelaars hadden

gedacht. De onvoorspelbaarheid in het gedrag van de koeien vroeg weer om aanpassingen in het ontwerp: een voerbeloning voor de koe die zich op het juiste moment bij de robot meldt.’

Melkrobot in negentiende-eeuws landschap, Clemens Driessen. Nieuwe technologie kan een mooie aanleiding zijn om over verschuivende morele en esthetische normen na te denken

Over Clemens Driessen

Clemens Driessen werkt als filosoof aan

Wageningen University. Hij onderzoekt

de manieren waarop morele oordelen

en technologische ontwikkeling elkaar

wederzijds beïnvloeden in de veehou-

derij. Daarbij combineert hij filosofische

analyse met veldwerk en ontwerpend

onderzoek. Zo was hij betrokken bij een

groep melkveehouders en technologen

die aan een mobiele melkrobot werk-

ten, en ontwikkelt hij samen met ontwer-

pers van de Hogeschool van de Kunsten

Utrecht de computer game ‘Pig Chase’

(www.playingwithpigs.nl) waarin varkens

met hun toekomstige consumen-

ten kunnen spelen.

Kun je een voorbeeld noe-

men waarom het belang rijk

is om als ontwerper zo dicht

op de praktijk te zitten?

Clemens Driessen nam deel aan de FARM:LABS

Robots in de kas en Gaming.

Expositie

12

Mesten, harken, dromen, prikken en zaaien

samen kennis inbrengen, ideeën ontwikkelen en ontwerpen – dat is wat co­design is. en dat is precies wat er gebeurde tijdens de FARM:LABs. Zeven interactieve sessies waarbij boeren en designers samen met beleidsmakers en mensen uit de industrie om de ontwerptafel zaten. Aan de hand van thema’s als technologie, kennis en educatie, relatie stad­platteland en beleid en innovatie, werd gezocht naar nieuwe ontwerpen voor ons voedselsysteem.

FARM:LABs

sAMeNsteLLINg FELiCiA ALBERDiNGVeRsLAgeN DEBBiE LANGELAAN DORiEN vAN WittEvEEN ANNE BRuiNSMA

13

De wereld van crowd-

funding kent in de landbouw

al succes volle voorbeel-

den zoals Buitengewone

Varkens, De Stoerderij en

Vallei vis. Aan de hand van

deze voorbeelden kregen

de deel nemers van crowd-

fund expert Gijsbert Koren

de spelregels uitgelegd. De

sleutel tot crowdfunding blijkt

de interactie en de wederkerigheid met je doelgroep. En het inzicht

dat het opbouwen en onderhouden van je eigen community vraagt

om toewijding en een doordachte strategie.

Naar deze FARM:LAB waren opvallend veel ideeën en al concrete

projecten ‘meegenomen’. Van een Noordzee boerderij die bezig is

met zeewierteelt tot een nieuwe

varkenshouderij waar varkens

buiten lopen en voer van dichtbij

krijgen. En van een biologische

boerderij op basis van principes

uit de circulaire economie tot het

CO2 neutraal produceren van

kaas. Aan crowdfund ideeën in de

landbouw dus geen gebrek.

tips en tricks

Begin klein, zowel qua bedrag als

campagne. Ga dus niet meteen

je hele netwerk mobiliseren via

social media en nieuwsbrieven,

maar volg de ‘spark-vlam-vuur-

methode’: schakel allereerst intimi

in, zij zorgen voor ongeveer vijftien

procent van het doelbedrag. Ver-

volgens maak je gebruik van je netwerk

om tot vijftig procent van het bedrag te komen. Dan

pas mobiliseer je de crowd voor de volledige financiering.

Crowdfunding vraagt om een open werkwijze, waarin je op basis

van een idee (een droom), je doelgroep betrekt om je project uit

te werken. Aarzel dus niet te lang: ga het gesprek aan, vraag rond,

krijg feedback. Niet alleen wordt je idee er beter van, je hebt ook

al de eerste stappen in het bouwen van je community gezet.

cRoWdFARM:LAB

De FARM:LAB methode ontsproot uit de geesten

van een team designers verbonden aan Capital D.

Vanuit ervaringen en experimenten met het

Europese PROUD-project

(People Researchers and

Organisations Using Design

for co-creation and inno-

vation), werd een methode

ontwikkeld die toepasbaar is

op boeren en designers. Een

van de bedenkers, Lotte van

Wulfften Palthe, legt tijdens

haar deelname aan FARM:LAB Slimme verpak-

kingen uit hoe de methode werkt.

Niet alleen maar praten en schrijven

‘Het is best een uitdaging om in drie uur een ontwerpproces te doorlopen met mensen die je niet kent. Daarom hebben we de focus vooral op de kennis making gelegd en start elke ses-sie met een kaartspel met vragen als: Waar heb je een hekel aan? Waar ben je bang voor? Waar lig je ’s nachts wakker van? Hiermee kom je sneller door de façade van mensen heen. Uiteindelijk is de basis voor een professionele samenwerking elkaar écht goed kennen. Ook belangrijk als partijen die elkaar niet kennen gaan samenwerken, is dat ze een middel hebben om mee te communiceren. Als je alleen gesproken en geschreven taal gebruikt, ontstaat er al snel discussie over definities en woord-gebruik. Als derde medium hebben wij daarom een soort blokkendoos met boerderij dieren, zak-jes geld en beren op de weg bedacht. Na de kennismaking is het tijd om te ‘dromen’ en schrijft iedereen voor zichzelf op hoe zijn of haar ideale wereld eruit ziet. Al deze ideeën worden vervolgens weer bij elkaar gebracht om gezamenlijk tot één uitgewerkt plan te komen. Het viel me in de sessie Slimme Verpak-kingen op hoe weinig er eigenlijk over verpak-kingen werd gepraat maar het veel meer over de bigger picture en verhalen achter dingen ging. Want het is natuurlijk waar: als je iets wil verpakken gaat het vooral over het verhaal achter het product. Veel groepen hebben zich gefocussed op dat verhaal. Als ontwerper ben ik daar blij mee, want bezig zijn met de essentie vind ik het belangrijkst.’

Elke sessie start met vragen als: Waar lig je ’s

nachts wakker van?

Crowdfunding is een nieuwe manier van

financieren waarbij de crowd, het publiek, wordt

gevraagd te investeren in een nieuw bedrijf of

project. In ruil voor dit geld krijgt de investeerder

bijvoorbeeld het eerste product van dit bedrijf, een

persoonlijk kunstwerk of etentje – iets dat binnen

het initiatief past. Als het de initiatiefnemers lukt

om voor een plan genoeg financiers te verzamelen

binnen de gestelde deadline, kan de boer of on-

dernemer aan de slag.

Sander Kerkhoffs, varkenshouder:

‘Interessant aan crowd funding is dat je meteen kunt peilen of er vraag is naar jouw product. Door middel van een investering laten ze meteen zien dat ze je vlees willen.’

FUNdiNg

Boer voor één dag

Sjaak Hoogendoorn van Boerderij

Achter vennen heeft met hulp van Agri

meets Design de eerste stappen kun-

nen zetten in het crowdfunden van zijn

project boerderijeducatie Amsterdam,

waarbij kinderen boer voor één dag

zijn. Basisschoolkinderen uit de groe-

pen 5, 6, 7 en 8 werken een dag mee

op een boerderij zodat ze het verband

tussen het boerenwerk en het dagelijk-

se eten op hun bord gaan begrijpen.

boerderijeducatie-amsterdam.nl

foto r

en

é van d

er h

uls

t

foto m

aa

rtje s

tr

ijbis

Het Capital D - Co-design team bestaat uit Cindy van den Bremen, Florian de Visser, Yoni Lefèvre en Lotte van Wulfften Palthe. Zij ontwikkelden samen met facilitator Stans van Dongen en projectmanager Ingrid van der Wacht deze unieke FARM:LAB methode

14

FARM:LAB

Toch kan de robotisering op het boerenbedrijf

slimmer, vindt Mark de Jong van ZLTO. Tijdens een

werkbezoek aan een orchideeënkas, ontdekte hij

dat een kweker niet zomaar robots wil. Zijn be-

langrijkste wens is een optimaal proces. Hij wil

een goede afweging maken van wat de mens het

beste kan en wat beter aan een robot kan worden

overgelaten. Bij het verbeteren van dat proces

kunnen ontwerpers een belangrijke rol spelen.

Robots tegen vervreemding

Filosoof Clemens Driessen, verbonden aan

Wageningen University, denkt dat robots, die toch

vaak geassocieerd worden met vervreemding en

Thijs Ewalts, designer

‘Boeren en designers zijn erg vergelijkbaar in hun ondernemerschap. Ieder op een eigen manier op

zoek naar nieuwe ideeën en producten.’

ontmenselijking, uiteindelijk juist

kunnen bijdragen aan het herstel

van een natuurlijke situatie. De

mobiele melkrobot die op de WUR

is bedacht, komt naar de koeien in

de wei toe. De koe merkt zelf wan-

neer het tijd is om de robot in te

stappen om zich te laten melken en krijgt daarvoor

een beloning. De stap van melkmachine naar ro-

bot was klein, net als het mobiel maken van de ro-

bot. En toch verandert zo’n relatief kleine wijziging

de hele bedrijfsvoering.

Volgens Geert Hermans van ZLTO is het kweken

van slechts één groente- of fruitsoort in de toe-

komst niet meer voldoende. Het nieuwe boerenerf

levert allerhande boerendiensten: behalve voedsel

ook water, energie, biodiversiteit, gezondheid, be-

weging, een interessant landschap, arbeid en nog

veel meer. Op de boerderij van de toekomst vindt

zowel social als smart farming plaats. Het eerste

gaat over de ‘zachte waarden’ als de omgeving en

de verhouding tot de samenleving, het tweede over

nieuwe technologieën als precisie-landbouw, bio-

economie en nieuwe ketens.

Vergezichten van werkgroepen

Met deze verhalen als inspiratiebron, gingen de

groepen aan de slag. Een van de dromen werd

de ‘kip-en-boer heaven’. Compleet met bomen,

badderplaats, daglicht en natuurgeluiden in de

overdekte kippenstal. Met een kip-en-ei detectie-

systeem kan de boer ook de eieren te vinden die

kippen niet op daartoe bestemde plek leggen.

Een andere groep was duidelijk geïnspireerd

geraakt door de bewegende planten en kwam

met het idee om Daadkrachtige Planten te ontwik-

kelen. Deze geven met behulp van sensoren aan

wat ze op dat moment nodig hebben aan water,

licht, voedingsstoffen en of er bijvoorbeeld ziek-

tekiemen actief zijn. Dit zorgt voor meer contact

tussen mens en natuur. En wanneer de sensoren

rechtstreeks verbonden zijn met de kas, kan deze

automatisch in de behoeften van de plant voorzien.

Planten uitgerust met sensoren en wieltjes die zelf op

jacht gaan naar licht en beweging. Het klinkt futuristisch,

toch bestaat het. Sterker nog: de slimme planten van

ontwerper thijs Ewalts bewogen tijdens het FARM:LAB als

huisdieren door de ruimte. Robots zijn in veel tuinderskas-

sen en veestallen al volledig ingeburgerd. Omdat er min-

der menselijke arbeidskracht nodig is en robots preciezer

kunnen werken, vergroten ze de opbrengst.

RoBoTS iN dE kASfoto b

ar

t van b

aa

rd

wijk

foto b

ar

t van b

aa

rd

wijk

15

Pluk en play

Dit spel speelt in op gezinnen waar-

in iedereen op zaterdag wat anders

wil doen en tegelijkertijd hun vrije

dag samen door willen brengen. De

een wil sporten, de ander gamen,

weer een ander wil naar buiten en

boodschappen doen. Pluk en Play

geeft het antwoord: we gaan naar

de boer, want daar kun je je eten

kopen, je kunt er bewegen en je

kunt er spellen spelen. Het idee is

namelijk dat je zelf je eten bij el-

kaar scharrelt op een boerderij. Je

helpt op het land en in de stal en

bent meteen gezond bezig

in de buitenlucht.

gAMiNgFARM:LAB

Rebecca van Schepen,

student dier- en veehouderij:

‘Designers denken wat meer out of the box en dat is echt een toevoeging. Als bedrijven designers eerder betrekken bij hun plannen kunnen daar mooie dingen uitkomen.’

De Winkel is een Boerderij

De boerderij is geen winkel en de win-

kel is geen boerderij, en dat is volgens

de bedenkers het probleem. Op het

moment dat je in de supermarkt je ham-

lapje kiest, is het vlees anoniem. De

herkomst is ondergeschikt waardoor de

keuze gemakkelijk op goedkoop valt. De

Winkel is een Boerderij is een winkel-

concept waarbij je niet alles voorverpakt

in de schappen vindt, maar waarbij je ook

je eigen wortels uit de grond kunt trekken.

In de supermarkt

verzamel je ele-

menten – zoals

d i e re n p l a a t j e s

met QR-code –

waarmee je on-

line een spel kunt

spelen. Dat online

spel brengt je

vervolgens naar

de boerderij waar

je een deel van je

boodschappen

kunt halen.

Je hoeft maar een bal in een stal te gooien of bewegend licht

te projecteren en varkens reageren meteen. Met dit idee heb-

ben game designers verbonden aan de HKU en Wageningen

University ‘Pig Chase’ ontwikkeld, een spel waarbij mens en

varken samen een bal van licht

besturen. Mensen spelen thuis

of vanuit de koffiebar op hun iPad

en het varken met zijn snuit op

een touch screen in de stal. Op

playingwithpigs.nl kun je zien hoe

het werkt.

Games kunnen ons op een nieuwe

manier laten kijken naar het boeren-

bedrijf en de verbinding tussen con-

sument en producent. Ook zouden

ze wel eens een bijdrage kunnen

leveren aan een toekomstbestendig

productie systeem, waarin zowel mens als dier in hun be-

hoeften worden voorzien. Volgens filosoof Clemens Dries-

sen van Wageningen University en Marijke Nooijen van

varkenshuis Vair in Erp is spelen niet zomaar een frivole

bezigheid, maar een wezenlijk onderdeel van onze cultuur.

Dieren spelen net zo graag als mensen, ze worden er blijer

van en er wordt zelfs verondersteld dat blije dieren lekkerder

vlees leveren.

De fantasierijke ontwerpsessie

resulteerde in vier educatieve

boerderijspellen:

Same Level

Bij dit spel wordt de digitale wereld naar

de boerderij gebracht en andersom. Het

spel is gericht op de keten: dier, boer, win-

kel en consument.

Door verschillende

rollen aan te nemen

krijg je spelen derwijs

zicht op de gevol-

gen van gemaakte

keuzes. Consumen-

ten kunnen boer

spelen, winkelier of

groothandelaar en

vice versa. Spelen-

derwijs krijgen ze

gevoel voor elkaars

positie en ervaren

ze wat het betekent

om bijvoorbeeld

voor duurzaamheid

of kleinschalig te

kiezen.

Boerencircus zoekt school

Tijdens een jaarlijkse boerenweek kun-

nen basisschoolleerlingen zowel online

als fysiek kennismaken met het boeren-

bedrijf. Door online keuzes te maken die

daarna in het echt worden uitgevoerd,

leren ze welke gevolgen hun keuzes kun-

nen hebben voor de boer, de dieren,

de kwaliteit en de prijs van hun voed-

sel. Naast online games onderhouden

klassen hun eigen moestuin en doen

ze wedstrijden met andere scholen wie

bijvoorbeeld de grootste pompoen of

de langste wortels heeft. De week sluit

af met een mobiele boerderij die aan

school komt en een boer

die in de klas komt

ver te l len .

foto b

ar

t van b

aa

rd

wijk

16

SLiMME

Puur Plaza

Puur Plaza is een concept dat meteen groot denkt.

Op minimaal vijf hectare zou een agri-trekpleister

van jewelste moeten verrijzen. In het middelpunt

komt een markt met daaromheen akkerbouw- en

veeteeltbedrijven. Je kunt er je verse boodschappen

doen maar ook je kinderen alles laten zien over de

herkomst van eten. Ze kunnen het zelf gaan pluk-

ken en rapen. Een soort IKEA voor vers voedsel: een

dagje uit voor het hele gezin.

Consument aansprakelijkheid

Als je consumenten kennis aanreikt en laat ervaren

hoe voedsel tot stand komt, worden ze vanzelf be-

wuster. En dus zou op verpakkingen meer informatie

moeten staan die begrijpelijk is en gaat over zaken

die de consument echt wil weten. Zoals hoe het

product het beste bewaard moet worden. En of er

ook nog mogelijkheden zijn voor bereiding en of

consumptie na houdbaarheidsdatum. Het afval zou

terug moeten naar de fabriek en via biogas gebruikt

moeten worden om nieuwe producten te maken.

Boerderijdoos

Een doos is niet zomaar een doos. In de supermarkt

kan het een display zijn, op weg naar huis is het een

tas en voor kinderen is het speelgoed. Je kunt zo’n

doos personaliseren: zo zou de doos ook informatie

kunnen dragen over welke producten in de koelkast

op zijn en aangeven welke producten je, op basis

van je gezondheidssituatie, eigenlijk beter niet zou

moeten kopen.

Douwe Korting, journalist en werkzaam bij ZLTO :

‘Hoe vergroot je de interesse in boeren en maak je consumenten ervan bewust dat er een mens zit

achter het voedsel dat ze eten? Zet informatie over de boer achter op kassabon. Een beetje hetzelfde

verzamel-idee als voetbalplaatjes maar dan gelinkt aan verse producten als bieten en sla.’

FARM:LAB

Wat zien consumenten het liefst: een wortel in vacuüm getrokken plastic of

een bos wortelen met loof en een touwtje erom? En waarom vinden we dat

touwtje misschien het sympathiekst maar kopen we toch die in het plastic?

Een slimme verpakking is niet alleen technisch vernuftig, maar ook onderdeel

van het verhaal van een product. Een slimme verpakking kan van de veelal

merkloze agrarische producten de authenticiteit benadrukken. Een mooie

uitdaging dus voor designers, die samen met de aanwezige boeren, beleid-

smakers en experts tot de volgende ideeën kwamen:

vERPAkkiNgEN

foto

ma

ar

tje s

tr

ijb

is

foto e

lisa

be

th la

nz

17

BoERdERij vAN dE ToEkoMST

De Youth Food Movement (YFM) houdt zich met

dit soort vragen bezig. ‘In de stad overheerst het

beeld van grootschalige landbouw waar van alles

mis mee is. In veel gevallen klopt dat, maar de

werkelijkheid is minder zwart wit,’ aldus directeur

Joris Lohman. ‘Jonge boeren zijn op zoek naar ver-

nieuwing en experimenteren met allerlei tussen-

vormen van bijvoorbeeld biologisch dynamische

landbouw en grootschalige productie.’ De YFM wil

samen met boeren, burgers, chef-koks, ontwer-

pers en beleidsmakers een doorbraak realiseren

in een beter, schoner en eerlijker voedselsysteem.

kapte kinderboerderij

zijn, maar een plek voor

kennisoverdracht met

workshops, lezingen en

seminars, waar niet al-

leen burgers maar ook

professionals elkaar kun-

nen ontmoeten.

Agropolis

Een ander nieuw boerderijconcept is Agropolis,

een dorpsconcept dat productie en consumptie

met elkaar verbindt. De productie en de con-

sumptie van landbouwproducten staat er centraal,

letterlijk in de kern van de gemeenschap. Mensen

eten niet alleen van de boer, maar ook bij de boer.

De mensen wonen rondom de boerderij en de

productiegrond bevindt zich weer in de ring daar-

buiten, met een soort groene vingers die door het

woongebied heen waaieren. Precies het tegen-

overgestelde van de afgelopen decennia waar

wonen en consumeren grotendeels afgescheiden

zijn geraakt van de gebieden waar ons voedsel

wordt geproduceerd. Geen knuffelboerderijen dus,

maar efficiënte systemen waarbij voedsel gepro-

duceerd wordt in de kern van de woongebieden.

Een dergelijk systeem maakt supermarkten uitein-

delijk overbodig.

Bas van Raay, ontwerper

‘Ik had verwacht dat boeren afstandelijker zouden zijn en minder flexibel. Maar ze staan juist heel erg open voor ideeën. De veranderingen die wij voelen in de stad, voelen zij net zo hard op het platteland.’

FARM:LAB Bevindt de boerderij van de toekomst zich nog steeds op het

platteland, of is het een plek midden in de stad waar burgers

komen om te eten, te leren en zelf hun voedsel te telen? Hoe

dicht je de steeds groter wordende kloof tussen burgers en

boeren? En hoe worden mensen zich weer bewust van de

waarde van voedsel?

Vervallen boerderij wordt

hippe belevingslocatie

Varkenshouder Henk Roefs kwam naar het FARM:LAB om input te krij-

gen op de vraag hoe je een vervallen boerderij kunt omtoveren tot een

hippe belevingslocatie, waar mensen leren over het boerenbedrijf. De

uitkomst is het creëren van een duurzame band tussen mens en boer-

derij. Die creëer je bijvoorbeeld met leuke, spannende spellen waardoor

kinderen steeds opnieuw terug willen keren naar de boer(derij). Met

een ‘koeiencam’ of ‘boercam’, zodat je kunt zien wat de boer door

de dag heen zoal doet. Of wat dacht je van een artist-in-residence, of

beter gezegd: een artist-in-hooiberg? Andere ideeën: een melding krij-

gen op je mobieltje als je

favoriete varken bigge-

tjes heeft of samen met

varkens truffels zoeken

als jaarlijks evenement.

Dit alles moet geen ver-

foto

eli

sa

be

th

la

nz

18

NiEUWE vERdiENModELLEN

Bart gaat binnenkort nog eens kijken hoe het met de ideeën staat.

Ook nieuwsgierig? Neem contact op met Bart via twitter @BDoorn

Bart Doorneweert

(mede organisator van dit FARM:LAB)

‘Inspirerend hoe open Rob Denissen stond voor

nieuwe combinaties. Dit is echt uniek, heel

leuk. Ik hoop dat hij snel een idee heeft over wat zijn

eerste stap gaat zijn.’

FARM:LAB

Financiering is een belangrijke randvoorwaarde om van idee

tot implementatie te komen. Het thema nieuwe verdien-

modellen vormde dan ook een rode draad door de week van

Agri meets Design. Ondernemers willen meestal niet weten

wát ze moeten doen, maar hóe ze een probleem moeten

benaderen. De business innovation approach van het LEI

biedt daar handige handvatten voor.

1

Rob Denissen zoekt als melkvee-

houder naar mogelijkheden om een

circulaire economie op zijn boerderij

te realiseren door lokaal verbindin-

gen aan te gaan en zo een commu-

nity van bedrijvigheid te realiseren.

3

De Natuurhoeve uit Benschop ging

op zoek naar mogelijkheden van het

beleven van natuurwaarden als ex-

tra selling point van hun product en

kwam uit op een yoghurtbar waar

je zelf ambachtelijke yoghurt kunt

samen stellen en tappen.

2

Duurzaam visser Rems Cramer wil het

imago van de visserij verbeteren door

echte verhalen over vis te vertellen. Een

scholletje met een unieke smaak van-

wege de slakjes die het eet voor de

Deense kust, wie wil dat nu niet een keer

proeven?

In een snelkookpan werden aan de hand van drie

cases, drie nieuwe verdienmodellen ontwikkeld:

Winnaar Rob Denissen: verbreding van het melkveebedrijf

De prototypes werden tijdens een Dragon’s Den gepitched aan een

vakkundige jury, bestaande uit: Martijn Paulen (directeur Capital D),

Coos Cardol (ZLTO), Corine Fleuren (Minitree), Roel Schutten (5–ster-

ren regio), Cees Hoogendoorn (Syntens) en Kim Knijf (Provincie Bra-

bant). Rob Denissen, ‘koeienrob’, werd met zijn idee ‘Zij aan zij op de

Boerderij’ verkozen tot winnaar.

Het inkomen is dalend in het melkveebedrijf. Rob Denissen wil

niet uitbreiden naar 200 koeien, maar wel een inkomen. ‘Ik heb op

mijn boerderij veel te bieden qua ruimte en grondstoffen, denk aan

de ruimte, stal, koeien, melk, mest en het klimaat. Ik wil graag een

community van bedrijvigheid op mijn bedrijf. Bijvoorbeeld mensen

die nieuwe producten maken van mijn melk, champignons kweken

op mijn terrein of iets met energieproductie gaan doen. Ze kunnen

eventueel zelfs meefinancieren of mede-eigenaar worden. Ik wil een

circulaire economie in bedrijf op onze boerderij door verbinding aan

te gaan. Deze producten kunnen we vervolgens weer afzetten in het

lokale bedrijfsleven.’

Rob Denissen, ‘koeienrob’, werd met zijn idee ‘Zij aan zij op de Boerderij’ verkozen tot winnaar.

foto

ma

ar

tje s

tr

ijb

is

foto

ma

ar

tje s

tr

ijb

is

19

De veranderingen die zo broodnodig zijn in de

agrarische sector zullen uiteindelijk van de

jeugd moeten komen. De vraag is alleen: zijn

de huidige opleidingen daar voldoende voor

toegerust, en is het eigenlijk wel een zaak van

het agrarisch onderwijs alleen?

Wat HAS-lector Evert-Jan Ulrich betreft gaat het

er vooral om dat de agrarische sector zich meer

openstelt voor de ideeën van jongeren. En dat be-

gint bij het onderwijs. Bij groene opleidingen kun-

nen de ramen wel wat verder open,

vindt hij, daar zitten veel studenten

gevangen in programma’s. Ulrich

prees daarom ook de HAS-studente

die een dag spijbelde om naar Eind-

hoven te komen voor onder meer

Agri meets Design. In haar reguliere

programma was niets opgenomen

over deze bijeenkomsten, terwijl

studenten juist een rol van beteke-

nis moeten spelen bij innovaties in

de sector. Ook vindt Ulrich het be-

langrijk dat niet alleen jongeren die

zelf boer willen worden, nadenken

over de agrarische sector. Juist jon-

geren die met andere ogen kijken,

kunnen oplossingen aandragen die

oude patronen doorbreken. Hij ver-

wacht op dit gebied veel van jonge

ontwerpers en ziet de designbrigades die zich

over het platteland uitzwermen al voor zich.

Een student van lector David Hamers van de De-

sign Academy Eindhoven, legde in de buurt van

Rotterdam paden aan over boerenakkers die wis-

selen met de seizoenen. Iedereen kan dan eens

op het land kijken en de boer heeft er geen last

van. Een dergelijk project maakt het boerenbedrijf

en het landschap toegankelijk.

Broedplaats als brug naar verandering

Tijdens de creatieve sessies in deelgroepen ver-

rees op een van de canvassen een broedplaats

voor het agrarisch onderwijs. Hier wordt agro

bedreven op een aantrekkelijke manier. Jonge-

ren komen er naartoe en denken: yes, zo wil ik

boer worden. De vernieuwing die ze daar zien

zullen leerlingen en docenten inspireren. Op

deze manier werkt de broedplaats als een brug

naar verandering.

FARMER’SAcAdEMy

FARM:LAB

Joszi Smeets, programma coördinator YFM Academie

‘Er is behoefte aan een gebundelde plek waar wordt gekeken naar de toekomst van ons voedselsysteem, met veel ruimte voor

ideeën en innovatie. Een nieuwe manier van voedsel onderwijs waar expertise uit

verschillende hoeken samenkomt.’

Spiritueel Agri Design

Spiritueel Agri Design is zowel fysiek als geestelijk.

Het is een spannende combinatie van die twee,

waarin studenten de waarde van het platteland er-

varen. Ze krijgen er onderwijs en gaan tegelijk back

to the roots. Zo gaan ze in een dagritme werken

waarin de elementen centraal staan; deze bepalen

de tijdstippen van opstaan en slapen. Ook het

gezamenlijk en individueel werken volgt het eigen

ritme van de studenten. Oogsten is bijvoorbeeld

een gezamenlijke activiteit.

Wonderland stelt vrije ruimte centraal

Het hart van de Wonderland canvas is een vrije

ruimte. Die van de student, welteverstaan. Hierin

kan hij zijn passie en creativiteit ontwikkelen en

gaan uitleven. Vanuit de vrije ruimte heeft de stu-

dent beschikking over een Wall of Wonder, waarin

enorm veel kennis opgeslagen zit. Deze muur is

heel breed maar kent ook talrijke doorgangen naar

de buitenwereld, waar de student praktijkkennis

kan opdoen.

De FARM:LABS zijn mede mogelijk

gemaakt door PROUD-IntERREg IVB

foto

ma

ar

tje s

tr

ijb

isfoto

ma

ar

tje s

tr

ijb

is

20

Het Eetcafé live

Een stal of kas kan in plaats van afgesloten zijn van de omgeving, ook transparant en open zijn, met respect voor het landschap. Voor Robert Nijkamp was het een eye-opener dat wanneer je naar het natuurlijke gedrag van kippen kijkt, veel dingen in de stal overbodig zijn. Als in-novatieve boer is hij betrokken bij Windstreek, een nieuw stalconcept voor het duurzaam houden van pluimvee. Met haar MelkSalon zoekt Sietske Klooster naar een nieuw waarde-systeem voor een oer-Hollands product als melk. Zijn ontwerpers de sleutel naar nieuwe waardesystemen? Over deze, en andere vragen werd door de aanwezige boeren, burgers en ontwerpers lang en uitgebreid gesproken.

Lees op pagina 8 meer over de MelkSalon van Sietkse Klooster

tekst FELiCiA ALBERDiNG

Inge van Schie-Rameijer – boerin :

‘De melk van ons bedrijf gaat naar Fries-

landCampina. Zodra de melk de boerde-

rij verlaat, weten wij niet precies waar het

terechtkomt. In de supermarkt is melk

goedkoper dan water en veel mensen

drinken het liefst cola. Over dat soort

dingen verwonder ik me. Net als over

de keerzijde van de efficiëntieslag: die

heeft ertoe geleid dat we nu soms te-

gen innovatie zijn. Op avonden als deze

kijk je door verschillende ogen naar eten

en gaat iedereen met stof tot nadenken

naar huis. Ik zou graag willen dat nog

meer mensen gaan nadenken over waar

ons eten vandaan komt. Ook zou ik graag

lokale producten in de winkel zien tegen

een eerlijke prijs. Ontwerpers kunnen

ons helpen om buiten de gebaande

paden te gaan om dat soort

dromen te verwezen-

lijken.’

Het Eetcafé is een initiatief van de Youth Food

Movement (YFM) en het Nederlands Agrarisch

Jongeren Kontakt (NAJK). YFM en NAJK werken

in het project samen met Netwerk Platteland

en worden ondersteund door het Ministerie van

Economische Zaken.

www.heteetcafe.eu

Het Eetcafé is een hangout voor boer en burger, online én

offline. Op heteetcafe.eu bloggen boeren en burgers over

de problematiek rondom eten, landbouw en beleid. Voedsel-

vraagstukken zijn niet eenzijdig, maar het debat over voedsel

is vaak gepolariseerd. tijd om elkaar ook weer in het echt te

ontmoeten. Daarom toert Het Eetcafé door het land met live

bijeenkomsten waar boeren en burgers met elkaar om de

tafel gaan.

Hee boer, hallo burger

Bij Het Eetcafé live: Agri meets Design schoven voor het eerst ook designers aan, zowel in het expertpanel als in de zaal. Bepaalt wat we eten hoe ons landschap eruit ziet? Volgens ontwerper Ester van de Wiel leidt kiezen voor een meer lokaal systeem van voedselproductie ertoe dat we in dat productielandschap moeten recreëren. Het landschap om ons heen wordt dan productie- en recreatiegebied.

foto m

aa

rtje s

tr

ijbis

foto m

aa

rtje s

tr

ijbis

Jan Belon - burger en ontwerper:

‘Heel veel mensen willen lokaal en

bio logisch eten maar hebben door-

deweeks geen tijd om zo bewust in te

kopen. Boeren willen wel rechtstreeks

aan consumenten leveren, maar weten

niet precies hoe. Je kunt niet van boe-

ren verwachten dat ze constant bezig

zijn met het contact met burgers. Mis-

schien zijn ontwerpers wel de schakel

tussen boer en burger. Daarom heb ik

online platform locafora.nl opgericht,

waar lokaal geoogst voedsel kan worden

aan geboden. Burger en boer worden

weer verbonden door het product,

precies zoals het eigen-

lijk moet zijn.’

YFM Brabant en BAJK gingen met Lekkere Trek op de tractor door heel Eindhoven om met boeren en burgers in gesprek te gaan over ons eten.

21

Interview - Kees Dorst

We leven in een spannende tijd. Enerzijds hebben we te maken met een econo-

mische crisis en allerlei verloren generaties, anderzijds worden we gedwongen

oude patronen te doorbreken en creëert dat enorm veel mogelijkheden. Ook in de

landbouw lopen we tegen grenzen aan en is een veranderingsslag nodig. Welke

rol kunnen ontwerpers hierbij spelen? Een gesprek over landbouw en design met

design professor Kees Dorst.

Een nieuwe manier van denken

denkt ongeveer zo: wat is de vraag? Dan gaan we daar eerst eens even goed omheen lopen. Zo beschouwd realiseer je je al snel dat schaal-vergroting slechts één manier is om kwaliteit, betrouwbaarheid en efficiëntie te bereiken. Dat kan ook anders, en ook andere kwaliteiten van voedsel hebben waarde.’

Hoe zet je deze manier van probleem-

benadering om in iets concreets?

‘Het sluiten van dorpswinkels bijvoorbeeld le-vert veel weerstand op. Mensen vinden dat ze een publieke ruimte kwijt raken, terwijl het probleem juist is dat niemand meer in die winkels komt. Vroeger hadden kleine dorpen helemaal geen winkels, toen was de reizende markt eens per week de ontmoetingsplek. Hee, denken ontwerpers dan, misschien moeten we daar weer iets mee. Een ander voorbeeld: in Melbourne is drink-water schaars, dit komt uit de bergen waar het nauwelijks regent. Terwijl het in de stad zelf juist veel en vaak regent. Dus is er een

systeem bedacht om water in de stad te ver-zamelen en hangt onder elke nieuw geplante boom een bio-filtratie unit. Door sensors wordt de kwaliteit van het water direct beoordeeld om te zien waarvoor het gebruikt kan worden. Door dit soort informatienetwerken kun je nu kleinschalige infrastructuren bouwen, dicht bij de mensen.

Kunnen designers een brug slaan tussen

grootschalige en intensieve landbouw en

de maatschappij?

‘Je moet uitkijken dat je niet in een discus-sie van het een of het ander terechtkomt. Als je grootschalig gelijk stelt aan kwaliteit en vindt dat kwaliteit alleen centraal bewaakt kan worden, kom je niet ver. Vroeger had je een zekere schaal nodig om kwaliteit te kunnen ga-randeren. Door de komst van internet kunnen we dingen met informatie aan elkaar koppelen en veel kleinere netwerkjes maken. Wat we dus moeten doen, is dingen op een andere manier met elkaar verbinden.’

Welke uitkomst van de FARM:LABS is het

meest blijven hangen?

‘Ik vind het Agropolis idee heel goed. Dan denk ik direct aan de lege haventerreinen in Rotter dam die ze willen volbouwen met huizen en bedrijven. Maar dat gaat op korte termijn niet gebeuren. Dus waarom niet zo’n plek gebruiken om landbouw de stad in te brengen? Het idee dat iets tijdelijk is maakt mensen flexibel, ineens is van alles mogelijk. Eigenlijk gaat het constant om het doorbreken van oude denkpatronen. En als je een paar voorbeeld-projecten kunt neerzetten die laten zien dat het echt anders kan, haken mensen vanzelf aan.’

Waar komt de urgentie vandaan om ontwer-

pers samen te laten werken met boeren?

‘Landbouw is de afgelopen jaren grootschalig en efficiënt geworden. Een zware industrie die zich heeft afgesloten van de samenleving, ver weg van de belevingswereld van de stedeling. Ontwerpers kunnen deze geestelijke en fysieke afstand verkleinen door nieuwe verbindingen te leggen. Dat is niet eens zo moeilijk: uit-eindelijk gaat het hier om de getemde natuur-lijke processen die ons voeden. En voedsel is iets intiems, je neemt het elke dag tot je. Als je landbouw reframed als een middel in deze zin, komt het ineens weer veel dichterbij.’

Hoe benadert een ontwerpersbrein

agri-vraagstukken?

‘Veel ontwerpers zijn niet zozeer geïnteresseerd in het oplossen van een probleem. Liever zoo-men ze uit, kijken ze naar de context waaruit een probleem is ontstaan en gaan dan op zoek naar nieuwe probleembenaderingen. Dit noe-men we Frame creation. Een goede ontwerper

tekst FELiCiA ALBERDiNG

Over Kees Dorst

Kees Dorst is een van de belangrijkste

denkers op het gebied van design op dit

moment. Als professor verbonden aan

de University of Technology in Sydney en

Technische Universiteit Eindhoven, houdt

hij zich bezig met de vraag hoe design

thinking kan bijdragen aan het oplossen

van hedendaagse problemen, zoals ook

vraagstukken rondom voedsel. Onder-

zoek naar de manier waarop designers

te werk gaan, resulteerde in meer dan

vijf boeken, waaronder Understanding

Design: 175 reflections on being a designer

(2006) en Design Expertise (2009). Dorst

werkte eerder als product ontwerper

bij verschillende ontwerp-

bureaus.

22

Precisielandbouw-app wint PolderHack

De prijs voor de beste PolderHack werd gewonnen door de Kaveliers. Zij bouwden een precisielandbouw-app met data van aardappel-boer Jacob van den Borne met een aantal slimme hacks. Het visualiseren van data in combinatie met buienradar bijvoorbeeld, zodat de boer precies weet waar het de komende uren gaat regenen. Zo weet hij welke kavel hij kan besproeien. Deze hack bespaart de boer zo’n duizend euro per maand. Daarnaast bedachten ze een hack om met data van sensoren op het land inzichtelijk te maken waar de goede en zwakke plekken zit-ten op de kavels. Zo kan de boer leren waarom het op bepaalde plekken heel goed gaat of juist niet. Uiteindelijk kan de aardappelboer zijn productiecapaciteit hiermee met vijftig procent verhogen. De jury roemde de directe toepas-baarheid van deze hack in de precisielandbouw die voor boeren van grote waarde is.

Iedereen is een PolderHacker

Het motto van de hackathon ‘Iedereen is een PolderHacker’ is uitgekomen. De hackathon zorgde voor unieke cross-overs tussen hele di-verse werelden, waarbij werd samengewerkt aan een slimmer voedselsysteem. De Polder-Hack is de start van een krachtige beweging met veel nieuwe initiatieven en samenwer-kingsverbanden. Diverse teams zijn inmiddels al bezig om hun project en prototype een stap verder te brengen. Een krachtige beweging is in gang gezet. Op naar de volgende mijlpaal.

De ICT whizzkids bij de PolderHack hadden het niet op de telefoon van Angela Merkel of onze bankrekeningen voorzien, maar op de data uit de landbouw. De landbouw sector beschikt over een schat aan informatie, bij-voorbeeld over meststromen en verspilling. Met deze cijfers wordt nu maar nauwelijks iets gedaan. Terwijl je, door verschillende data in een systeem aan elkaar te koppelen, processen kunt optimaliseren. Met de Agri meets Design Polder Hack is tijdens een 32 uur durende hacka thon een begin gemaakt van het ont-ginnen van dit onbewerkte data landschap. Tijdens deze marathon gingen hackers (code-krakers) en programmeurs, samen met designers, boeren en ambtenaren op zoek naar uitdagingen in de agri-sector. Denk hierbij aan verduurzaming van de sector, slimmer produ-ceren of het probleem van voedselverspilling.

Samen met ontwerpers en data-experts van onder meer Dienst Regelingen, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Van Den Borne Aardappelen en het LEI (Landbouw Economisch Instituut) werden fraaie apps en systemen gebouwd die deze gegevens optimaal tot hun recht doen komen. En na 32 uur dag en nacht gewerkt te hebben, pitchten de teams de eerste prototypes aan de vakjury bestaande uit onder andere Roald Lapperre van het minis-terie van Economische Zaken en Krijn Poppe van het LEI.

PolderHack De première van de PolderHack was met recht één van de hoogtepunten van de Dutch Design Week. Boeren en hackers sloegen voor het eerst de handen ineen en gingen samen met designers en ambtenaren aan de slag tijdens deze hacka­thon. twee dagen lang streden ze zij aan zij om met open data, informatiebronnen en kennis ons voedsel systeem slimmer en beter te maken.

Hackenvoor een slimmer en beter voedselsysteem

Jurylid Roald Lapperre,

Directeur Europees Landbouwbeleid

en Voedselzekerheid Ministerie van

Economische Zaken:

‘In een voortdurend groeiende netwerk-

omgeving en tech-savvy wereld, stelt

open data steeds meer mensen in staat

om informatie te gebruiken en in te zet-

ten - ook voor maatschappelijke doelen.

De landbouw kan hier van profiteren,

maar open data komt niet tot waarde

zonder de mensen die het toepassen

en er mee werken. Alleen door actieve

en structurele betrokkenheid van verschil-

lende vak gebieden kunnen we ervoor

zorgen dat de potentie van open data ook

echt verzilverd wordt. De PolderHack mag

daarom niet blijven bij een bijzondere

kennismaking tussen boeren, ambtena-

ren en hackers op de High Tech Campus

in Eindhoven. Daarvoor hebben deze

verschillende werelden elkaar te veel te

bieden. Mijn wens is dat deze verschillen-

de werelden samen verder gaan als stra-

tegische partners, waarbij we de krachten

bundelen om tot slimme oplossingen te

komen voor de grote innovatieopgaven

waar ons voedselsysteem mee te

maken heeft.’

tekst KiM SPiNDER

23

COLuMN SAMuEL LEviEin je

Alle #PolderHack winnaars op een rij

Beste gebruik Open Data

WAt grOEit HiEr:

Wanneer je door de polder fietst of wan-delt kun je via een app zien wat er gebeurt in de stallen, kassen en op de percelen. Je krijgt informatie over dieren en gewassen met achtergronden en recepten.

grootste oogst prijs

PEstilEAks:

Een applicatie waarbij de boer snel kan zien welk gewasbestrijdingsmiddel hij mag gebruiken. Veel boeren zitten op be-tere ontsluiting van deze data te wachten.

Beste Combine prijs

FOOD BACk:

Deze app pakt voedselverspilling aan door in te spelen op het gedrag van de consument. De gebruiker doorloopt hierbij een aantal stappen zoals de houdbaar-heidscheck, oma’s tip en een restjes-recept.

Beste Hack voor

Planeet en Welzijn

VEggigAmEs:

De app ‘Ik word Kok’ stimu-leert kinderen in een spel om groenten en fruit te eten en gaat uit van het principe jong geleerd is oud gedaan.

‘eén van de belangrijkste

dingen die als oorzaak

wordt gezien, is dat er nog

altijd te weinig harde data is

over verspilling’

Toen ik werd gevraagd of ik een pitch wilde houden voor boeren en hackers dacht ik: met boeren heb ik altijd waanzinnige gesprekken, maar wat moet ik met hackers? In mijn ogen waren dat computernerds die er hun werk van maken om persoonlijke data te stelen, of liever nog: je bankrekening te skimmen. Een verkeerd beeld, weet ik nu. Gelukkig maar dat mijn nieuwsgierigheid het won van mijn scepsis. Met een gezonde dosis zenuwen stapte ik een aantal weken later de Eindhovense High Tech Campus binnen voor de allereerste Nederlandse Polder-Hack. Ongemakkelijk knoopte ik een gesprek aan met de eerste de beste wiens uiterlijk me deed vermoeden dat hij weleens een hacker kon zijn. Hij vertelde dat hij en zijn collega’s van het goede soort hacker zijn. Ik had niets te vrezen. Dit soort hackers zetten hun kennis van

data in om te helpen bij het forceren van een doorbraak in com-plexe maatschappelijke vraagstukken. Het was me inmiddels helemaal duidelijk waarom ik was gevraagd om hier een presentatie te geven over het mega com-plexe en urgente vraagstuk voedselverspilling. Eén derde van het door ons geproduceerde voedsel belandt niet in de magen van mensen. Voedsel verdwijnt in de vuilnisbak terwijl we voor de productie ervan schaarse hulpbronnen gebruiken. En elders in de wereld sterven dagelijks mensen door voedseltekorten. Iedereen is het met elkaar eens dat voedselverspilling ethisch niet oké is. Toch twijfel ik of er voldoende bereidheid is om dit probleem aan te pakken. Ik wil niet zeggen dat er niks gebeurt. Maatschappelijke organisaties voeren campagne, designers ontwikkelen nieuwe koelkasten en in Wageningen doet men onderzoek. Toch lijkt een werkelijke doorbraak niet op handen. Eén van de belangrijkste dingen die als oorzaak wordt gezien, is dat er nog altijd te weinig harde data is over verspilling. En dat is precies waar hackers ons bij kunnen gaan helpen. Zij kunnen data slim koppelen. Zo droom ik weleens van een slimme koelkast. Stel je voor: je loopt de supermarkt binnen, checkt in met je mobiele telefoon die via een app gekoppeld is aan je koelkast en tegelijkertijd aan de aanbiedingen in de betreffende super. De app constateert dat de melk in je koelkast een dag over datum, maar nog prima te gebruiken is. Oh, en er ligt twee ons gehakt in de koelkast dat morgen de TGT-datum bereikt, dat moet dus eerst op. De app loopt de user generated recepten na en pliep pliep pliep, de app heeft een recept gevonden: lasagne bolognese voor twee personen. Je hebt nog wat groenten in de groentelade. Je hoeft dus alleen lasagne vellen die in de aanbieding zijn en tomaten in blik te kopen. Tien minuten later sta je buiten. Laat die vriende-lijke hackers nog maar een aantal PolderHacks houden, dan is deze droom snel realiteit.

koelkast

Een hacker

Beste app-e-tizer

EEt jE BEtEr:

Hoe kun je gezond eten stimuleren middels een bood-schappenlijstje op maat?

De beste zaailing

BOrD zOEkt BOEr:

Deze app zorgt voor een transparant verhaal bij een maaltijd in een restaurant.

foto

ma

ar

tje s

tr

ijb

is

24

Agri meets Design en het Agri meets

Design magazine is mede mogelijk

gemaakt door het Ministerie van

Economische Zaken, ZLTO, Capital D

en de Provincie Noord-Brabant