Agri & food Special
-
Upload
specials-leeuwarder-courant-dagblad-van-het-noorden -
Category
Documents
-
view
274 -
download
3
description
Transcript of Agri & food Special
Agri & Food Special
Agri & Food Special
‘De Nederlandse agri- & foodsector floreert’Kwalitatief goede producten, innovatie en een hoge produc-tiviteit. Nederland bezet de tweede plaats op de wereld-markt voor agri- en foodpro-ducten. Volgens Cees ’t Hart, boegbeeld van de Topsector Agri&Food, een reden voor trots. “De sector zorgt voor een fors aandeel in de werk-gelegenheid en 10 procent van het bruto nationaal product.”
“De bedrijven die actief zijn
in de Nederlandse agri- en
foodsector zorgen ervoor dat
u als consument elke dag
vers en gezond voedsel op uw
bord krijgt. Boeren, tuinders,
voedingsmiddelenbedrijven,
supermarkten, speciaalza-
ken, cateraars en horeca doen
dat met veel kennis van za-
ken. Ze verbouwen, telen of
bereiden voeding van hoge
kwaliteit op een zo efficiënt
mogelijke manier, zonder het
milieu onnodig te belasten.
Gezonde en lekkere voeding
die rijk is aan waardevolle
voedingsstoffen.
De Nederlandse agri- &
foodsector floreert en is be-
langrijk voor Nederland. Ze
draagt bij aan de economie en
de werkgelegenheid. Ook hier
in Friesland. Nederland bezet
de tweede plaats op de we-
reldmarkt voor agri- en food-
producten. In het buitenland
worden we gewaardeerd om
onze kwalitatief goede pro-
ducten, innovatie en een
hoge productiviteit.
In de agri- en foodsector zijn
een paar grote ondernemin-
gen actief met vestigingen
over de hele wereld, maar het
midden- en kleinbedrijf do-
mineert. Duizenden mannen
en vrouwen, vaak voorlopers
in vernieuwingen. Ook inter-
nationaal zijn het deze mk-
b’ers die voorop lopen en met
gezond verstand en onderne-
merschap posities in het bui-
tenland veroveren. Dat is iets
om trots op te zijn.
Cees ’t Hart, Boegbeeld van de Topsector Agri&Food en CEO Royal FrieslandCampina
www.vreugdenhildairyfoods.nl
LTO NOORD FRYSLAN
Intermediair tussen boeren, burgers en overheid Tekst: Fred Ootjers
Terwijl andere sectoren zuch-ten onder de recessie, scoren de resultaten in de landbouw verrassend stabiel. Niet in de laatste plaats dankzij de enorme ontwikkelingen die met name door de zogenaamde ‘periferie’ in gang is gezet. Geart Kooistra, voorzitter van het provinciaal bestuur van LTO Noord Fryslân en zelf veehouder, over schijn-baar tegenstrijdige belangen, Haagse politiek en innovatie.
LTO Noord Fryslân behartigt de
belangen van alle bij haar aan-
gesloten leden, hoe divers die
belangen ook zijn. “Zo uiteen-
lopend als de landbouw is met
onder andere de veehouderij,
de akkerbouw en de tuinbouw,
uiteindelijk liggen de belan-
gen heel dicht bij elkaar. Een
stringentere regelgeving om
de mestproductie te beteugelen
heeft niet alleen consequen-
ties voor de veehouder, maar
ook voor de akkerbouwer die
mest en mineralen nodig heeft
om het beste rendement uit
zijn gewassen te halen. Binnen
het LTO worden al die belan-
gen verenigd en verdedigd, met
name ook naar de Haagse poli-
tiek toe. Dat laatste is bepaald
geen sinecure, omdat de prak-
tijk al te vaak laat zien dat de
politiek achter de ontwikkelin-
gen in de landbouw aanloopt.
Zeker als die ontwikkelingen in
een hogere versnelling terecht
zijn gekomen.”
ZichtbaarTer illustratie noemt Kooistra
t bedrijf HZPC in Joure dat
pootaardappelen veredelt en
wereldwijd verhandelt, zui-
velcoöperatie Friesland Cam-
pina en Hogeschool Van Hall
in Leeuwarden. “Bedrijven en
onderwijsinstellingen die dage-
lijks bezig zijn de innovatie en
groeipotentie in de landbouw
verder te ontwikkelen en zicht-
baar te maken. De aandacht
van LTO Noord richt zich uiter-
aard het meest op de primaire
bedrijven in de landbouw. De
bedrijven in het veld die zich
richten op de productie van
dierlijke en plantaardige pro-
ducten. Het is deze groep van
boeren en tuinders die zorgen
voor de stabiliteit van de pro-
ductie en die door vernieuwing
van het productieproces door
kunnen blijven groeien.”
Periferie“Groei zit echter ook in de pe-
riferie. Dat zijn alle bedrijven
die op welke wijze dan ook aan
de primaire landbouw zijn ge-
relateerd en waar innovaties
nodig blijven. Bedrijven ook die
schreeuwen om goed opgeleide
mensen. Wie nu kiest voor een
‘groene’ opleiding is welhaast
zeker van een baan. De land-
en tuinbouw is een belangrijke
steunpilaar van de nationale
economie en zet een presta-
tie van wereldformaat neer.
Een feit waar we vooral ook in
Friesland trots op kunnen zijn.
We halen het echter niet met
alleen te roepen hoe goed we
zijn. Als LTO Noord hebben we
een verantwoordelijkheid naar
onze leden. Maar om te kunnen
blijven produceren ook naar de
maatschappij toe. Strikt ge-
nomen zijn we een intermedi-
air tussen boeren, burgers en
overheid en is onze missie -in
het belang van onze leden- het
streven naar consensus tussen
al deze verschillende partijen.”
www.ltonoord.nl
Dag van LTO Noord Fryslân
Georganiseerd in samenwer-
king met Rabobank en AJF.
Vooruit boeren met
open vizier!
Woensdag 11 december 2013
Inloop vanaf 19.15 uur,
aanvang 20.00 uur. WTC
Congrescentrum Leeuwarden
GeART KOOiSTRA: 'De NeDeRLANDSe LANDbOuw zeT eeN pReSTATie vAN weReLDFORmAAT NeeR'
Agri & Food Special
biObRuG
Leidende rol in groene economieTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie
BioBrug is het matchmaking-bureau van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) dat sinds no-vember 2011 universitaire ken-nis en bedrijfsleven bij elkaar brengt. Door de deskundigheid van hoogleraren, studenten en bedrijfsleven samen te brengen worden gezamenlijk nieuwe technologieën ontwikkeld en vermarkt.
BioBrug wordt geleid door prof.
dr. Gert Jan Euverink en dr.
Janneke Krooneman. Euverink
vertelt: ‘We richten ons op bio-
based economy projecten in de
3 noordelijke provincies. Bioba-
sed wil zeggen projecten op het
gebied van groene energie en
materialen, waarbij biotechno-
logie een grote rol speelt. Aan-
gezien de aanverwante agro- en
foodsector in het Noorden sterk
vertegenwoordigd is en een
heel betrokken MKB kent, ligt
hier veel potentie. Het Noorden
speelt een leidende rol in een
groene economie, dat willen we
verder uitbouwen.’
Ondernemerschap en excellent presterenBioBrug wordt mogelijk ge-
maakt door het samenwer-
kingsverband RUG, SNN, Ra-
bobank, Bio MCN, Provincie
Groningen, de gemeente Gro-
ningen en Rijks- en Europese
financiering. Euverink vertelt:
‘Ondernemerschap en excel-
lent presteren zijn voor onder-
wijsinstellingen erg belangrijk.
We willen onze maatschappe-
lijke en ondersteunende functie
in de regio verder uitbreiden en
voor die leidende noordelijke
rol is het belangrijk dat onze
onderzoeken en kennis op de
markt terecht komen. BioBrug
vormt een laagdrempelig aan-
spreekpunt voor het bedrijfs-
leven en leidt tot meer contact.
De animo is enorm.’
Kosteloos ‘We zorgen dat het team zo
goed mogelijk aansluit bij de
wensen van het betrokken be-
drijf. De studenten komen uit
alle richtingen,variërend van
biologiestudenten, technische
bedrijfskunde tot life sciences,
maar ook rechten- of marke-
tingstudenten. De projecten
variëren van onderzoeken,
brainstormsessies, markt-
scans en innovatie-scans tot
technische haalbaarheidstudies
en hebben een looptijd van en-
kele weken tot een half jaar. Op
onze website zijn lopende pro-
jecten te vinden. Zoals onder-
zoek naar het rendabel zelf ver-
bouwen van koolzaad voor het
produceren van eigen brandstof
tot een studie naar belem-
merende regelgeving rondom
biobased economy. De samen-
werking is geheel kosteloos en
de ondernemers mogen vrijelijk
beschikken over alle resultaten.
Zo bouwen we ook aan langdu-
rige relaties voor de toekomst.’
www.biobrug.nl
CARbOhYDRATe COmpeTeNCe CeNTeR
Multidisciplinair onderzoek voor vitale kenniseconomieTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie
Het Carbohydrate Competence Center (CCC) is een toonaangeven-de publiek-private samenwerking op het gebied van koolhydratenon-derzoek. De koolhydratenverwer-kende industrie en aanverwante sectoren verzorgen maar liefst 48% van de Nederlandse export. Kennisvoorsprong, valorisatie en innovatie zijn bepalend voor de Nederlandse economie.
Prof. dr. Lubbert Dijkhuizen is
hoogleraar microbiologie aan de
Rijksuniversiteit Groningen en
wetenschappelijk directeur van
het Carbohydrate Competence
Center (CCC). Het CCC is gericht op
opbouwen van kennis en exper-
tise op het gebied van koolhy-
draten met als doel innovatie en
het verbeteren van het concur-
rentievermogen van de koolhy-
dratenverwerkende industrie.
Dijkhuizen is in 2012 verkozen tot
één van de meest ondernemende
hoogleraren van Nederland.
Grootste banenmotorDijkhuizen vertelt: ‘Het CCC
is een unieke publiek-private
samenwerking tussen de uni-
versiteiten van Groningen, Wa-
geningen en Utrecht, de drie
noordelijke provincies, SNN, het
ministerie van EZ, de Europese
Unie, gemeente Groningen en on-
geveer twintig industriële agro en
food partners. Zoals Suikerunie,
AVEBE, Cosun, FrieslandCampina
en MKB partijen. CCC creëert een
intensieve vorm van kruisbestui-
ving tussen fundamenteel onder-
zoek en marktgerichte innovatie.
De valorisatie (ten gelde maken
van kennis en techniek) leidt tot
nieuwe producten, processen en
arbeidsplaatsen. De basis van
CCC ligt in Noord-Nederland om-
dat de agrarische sector hier sterk
ontwikkeld is en het de thuisbasis
is van veel hoogwaardige indus-
trie. De koolhydraat gestuurde
agro-industriële sector is veruit
de grootste banenmotor in de
regio en verzorgt 48% van de Ne-
derlandse export.’
Koolhydraten, ook suikers ge-
noemd, leveren energie en vor-
men het belangrijkste voedings-
bestanddeel van veel dieren en
de mens. In Noord-Nederland
zijn koolhydraten omvangrijk
aanwezig door de vele cultuur-
gewassen. Denk aan koolhy-
draten zoals aardappelzetmeel,
suikerbietsuiker en melksuiker.
Koolhydraten worden niet alleen
gebruikt voor ons voedsel, maar
ook voor diverse industriële toe-
passingen. Vooral voor nieuwe en
/ of hernieuwbare grondstoffen
en materialen zoals bioplastics,
alsmede non-food toepassingen
zoals in de farmaceutische in-
dustrie. ‘Investeren in uitstekend
koolhydraatonderzoek biedt kan-
sen in opkomende sectoren zoals
gezond ouder worden (Healthy
Ageing), de farmaceutische in-
dustrie en de biobased economy
(economie gebaseerd op het zo
efficiënt mogelijk gebruik maken
van groene grondstoffen).’
Leidende rolBinnen het CCC lopen op dit mo-
ment 22 unieke marktvraagge-
stuurde onderzoeksprojecten,
waarbij ruim 100 onderzoekers
betrokken zijn en een onder-
zoeksvolume van circa € 30 mil-
joen. De projecten zijn onder
te verdelen in onderzoek naar
“koolhydraten in relatie tot voe-
ding en gezondheid” en “bioba-
sed toepassingen” van koolhy-
draten. Investeren geschiedt op
basis van gelijkheid en partijen
worden gezamenlijk eigenaar
van de onderzoeksresultaten. De
lokale, regionale en nationale
overheid draagt 50% van de on-
derzoekskosten. De verschillende
samenwerkingsinitiatieven zijn
succesvol en hebben al tot een
fors aantal patenten geleid.
‘Uit onze onderzoeken blijkt een
enorme variatie in het type mole-
culen in verschillende koolhydra-
ten en de verbindingen die deze
moleculen aangaan. Met deze
detailkennis zijn we in staat te
onderzoeken welke verbindingen
meer functioneel zijn dan ande-
re. Die kennis leidt tot innovatie
en gezondere producten. Denk
aan aardappelrassen met lang-
zamer verteerbaar zetmeel dat
minder snel wordt omgezet in het
lichaam. Maar ook meerwaarde
uit landbouwproducten halen en
verduurzaming, zoals hoogwaar-
dige uitgangsstoffen uit agrari-
sche biomassa. Nationaal is CCC
leidend op het gebied van on-
derzoek en kennis rond koolhy-
draten. Onze doelstelling is ook
wereldwijd de koppositie te be-
kleden. Investeren in multidisci-
plinair fundamenteel onderzoek
is de belangrijkste voorwaarde
voor een levensvatbare en vitale
Nederlandse kenniseconomie.’
www.cccresearch.nl
pROFeSSOR DR. LubbeRT DijKhuizeN, weTeNSChAppeLijK DiReCTeuR CARbOhYDRATe COmpeTeNCe CeNTeR (CCC)
hANzehOGeSChOOL
Ingrediënten voor excellente scholing en ondernemerschap Tekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie
De huidige trend binnen bedrij-ven en industrie is het ontwik-kelen van ingrediënten en voe-dingsproducten die bijdragen aan een gezonde voeding, en daarmee aan een levenslange gezondheid. De opleidingen van de Hanzehogeschool zijn ver-weven met onderzoek in het be-drijfsleven en samenwerkings-verbanden rond onder andere voeding en gezondheid.
Dr. Doede Binnema is Lector In-
grediënten en Gezondheid aan
de Hanzehogeschool Gronin-
gen. ‘Maatschappelijk gezien is
er steeds meer aandacht voor
de relatie tussen voeding en ge-
zondheid. Deze tendens stuurt
ook de vraag naar excellente
scholing, onderzoek en onder-
nemerschap op dit gebied. De
Hanzehogeschool maakt kennis
beschikbaar voor het bedrijfs-
leven en de industrie op het ge-
bied van voeding en gezondheid.
Wij verbeteren de afstemming
tussen opleiding en de vraag van
bedrijven en industrie, onder
andere door vraaggestuurde sa-
menwerking.’
Energie en Healthy ageing‘De speerpunten van de Han-
zehogeschool zijn ‘Energie’ en
‘Healthy Ageing’ (gezond ouder
worden). Healthy Ageing speelt
een belangrijke rol in het Noor-
den. Zo is Noord-Nederland in
juli 2013 door de Europese Com-
missie uitgeroepen tot voor-
beeldregio op het gebied van ac-
tief en gezond ouder worden. De
Hanzehogeschool doet binnen
haar thema Healthy Ageing on-
derzoek naar enerzijds Gezonde
Voeding en Voedingswaarde en
anderzijds naar Voeding en Be-
weging. In ons onderwijs komt
terug dat voeding onderdeel
is van je leefpatroon en dat de
combinatie Voeding en Bewe-
ging aandacht verdient’, aldus
Binnema.
Vergaand onderzoek en samen-werkingsverbanden‘Vanuit de richting Voeding en
Voedingswaarde kijken wij bij-
voorbeeld samen met een aantal
bedrijven, ziekenhuizen en zor-
ginstellingen naar ondervoe-
ding en obesitas (overvoeding)
en welke voedingsmiddelen
hiervoor het best ontwikkeld
kunnen worden. Ook partici-
peert de Hanzehogeschool in
een groot aantal samenwer-
kingstrajecten zoals het HAN-
NN (Healthy Ageing Network
Noord-Nederland) en Food Cir-
cle, een samenwerkingsverband
tussen bedrijven, overheid en
kennisinstellingen dat innova-
tie en onderzoek op het gebied
van voeding voor levenslange
gezondheid stimuleert. Met het
Carbohydrate Competence Cen-
ter (zie elders deze special) doen
we vergaand onderzoek naar
toepassingsmogelijkheden van
koolhydraten en ontwikkeling
van gezondere koolhydraten.
De Hanzehogeschool zorgt dat
excellent onderwijs en onderne-
merschap door samenwerking
en praktijkgerichte toepassin-
gen hand in hand gaan.’
www.hanze.nl
Agri & Food Special
ReiN (R.w.) muNNiKSmA, GeDepuTeeRDe
pROviNCie DReNThe
jOhANNeS (j.G.) KRAmeR, GeDepuTeeRDe pROviNCie FRieSLAND
heNK (h.) STAGhOuweR, GeDepuTeeRDe pROviNCie GRONiNGeN (FOTO: RieN vAN LiNThOuT)
SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLANDDIT PROJECT WORDT MEDEGEFINANCIERD DOOR HETEUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELINGEN DOOR HET MINISTERIE VAN ECONOMISCH ZAKEN
EN PROVINCIE DRENTHE, PROVINCIE GRONINGEN,PROVINCIE FRYSLAN, GEMEENTE GRONINGEN,GEMEENTE LEEUWARDEN
SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLANDDIT PROJECT WORDT MEDEGEFINANCIERD DOOR HETEUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELINGEN DOOR HET MINISTERIE VAN ECONOMISCH ZAKEN
EN PROVINCIE DRENTHE, PROVINCIE GRONINGEN,PROVINCIE FRYSLAN, GEMEENTE GRONINGEN,GEMEENTE LEEUWARDEN
RONDe TAFeL GeSpReK
Enorme kansen in samen- werking voor Noord-NederlandTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie
Noord-Nederland werkt actief aan de ambities en doelstellingen van de Europese 2020 strategie: slimme en duurzame economische groei, rekening houdend met maatschap-pelijke uitdagingen in de regio. Daarnaast is deze regio ook actief op het gebied van actief en gezond ouder worden. Een gesprek met betrokkenen vanuit overheid, on-derwijs en kennisinstellingen over de enorme kansen die dit biedt voor het Noorden -onder andere op agro en food gebied- en het belang van samenwerken.
Agro-Food ketenPeter Abbink, Allard Steenstra en Ina Warmelts: senior beleidsadvi-seurs landbouw voor respectieve-lijk de Provincie Groningen, Fries-land en Drenthe. ‘Noord-Nederland (Drenthe,
Groningen, Friesland) heeft een
eigen ontwikkelingsstrategie
ontwikkeld om de EU2020 doe-
len te halen. Wij focussen op vier
maatschappelijke uitdagingen:
goede gezondheid, gezond voed-
sel, schoon water en duurzaam
energiegebruik. Deze uitdagingen
kunnen alleen aangepakt worden
door samenwerking tussen be-
drijfsleven, kennisinstellingen,
maatschappelijke organisaties en
overheden.’
Voor de agro & foodsector, waar-
in veel van de vier uitdagingen
samen komen, is een belangrij-
ke stap gezet. In juli 2013 hebben
boeren, agro- en foodindustrie,
kennisinstellingen en overheden
de AgroAgenda Noord-Nederland
opgesteld. Abbink, Steenstra en
Warmelts: ‘Aanleiding voor de
AgroAgenda is dat de Noord-Ne-
derlandse landbouw voor grote
uitdagingen staat: een forse da-
ling van de inkomenssteun van-
uit Brussel en het wegvallen van
het melkquotum. Doel van deze
agenda is de ontwikkeling naar
een duurzame en rendabele land-
bouw te stimuleren. De AgroAgen-
da is een paraplu voor projecten
gericht op verduurzaming van de
productie op het landbouwbedrijf;
meer toegevoegde waarde in de
agro & foodketen; aandacht voor
de fysieke en maatschappelijke
omgeving (landschap, natuur,
dierenwelzijn, volksgezondheid);
infrastructuur (verkaveling en wa-
terhuishouding); samenwerking
tussen de landbouwpraktijk en het
onderwijs en onderzoek. Binnen al
deze programmalijnen is samen-
werking tussen de diverse partijen
van de AgroAgenda een must. Daar
staan wij als 3 noordelijke provin-
cies voor.’
Pietie Kloosterman, senior be-leidsmedewerker agrofood pro-vincie Fryslân ‘Als provincie ondersteunen we
samenwerking tussen bedrijven,
overheden en kennisinstituten als
MBO, HBO en WO waar mogelijk.
De grote toename van samen-
werkingsinitiatieven is prachtig
om te zien. Uiteindelijk moet dit
echter wel leiden tot meer inno-
vaties, meer werkgelegenheid en
een sterke kennisinfrastructuur,
in dit geval op het gebied van de
agrofood. Met de Dairy Campus,
de Dairy Chain Friesland en vele
andere innovatieve projecten
waarbinnen wordt samengewerkt
met andere sectoren, zijn we op de
goede weg. De noordelijke ambi-
ties sluiten prima aan op de doelen
van Europa 2020.’
Voeding voor levenslange gezond-heidNoord-Nederland is in juli 2013
door de Europese Commissie uit-
geroepen tot voorbeeldregio op het
gebied van actief en gezond ouder
worden. Food Circle stelt voeding
voor levenslange gezondheid cen-
traal. Dit samenwerkingsverband
is mede opgericht door Innexus
(netwerk Food-MKB bedrijven)
en Avebe, om de innovatie in
Noord-Nederland te stimuleren.
Food Circle helpt technische en
andere vraagstukken oplossen
voor bedrijven in de voedselin-
dustrie in samenwerking met de
hogeschool Van Hall Larenstein in
Leeuwarden, de Hanzehogeschool
in Groningen. ‘Bedrijven kunnen
met vragen over gezonde voeding
bij ons terecht, wij zoeken daar de
juiste partners bij’, aldus Saskia
van Gend, projectmanager Food
Circle bij TechnologieCentrum
Noord-Nederland.
Doede Binnema, één van de bij
Food Circle betrokken lectoren,
heeft in zijn lectoraat bij de Han-
zehogeschool een focus op in-
grediënten en gezondheid. De
opleidingen van deze school zijn
verweven met onderzoek in het
bedrijfsleven en verschillende sa-
menwerkingsverbanden, zoals het
HANNN (Healthy Ageing Network
Noord-Nederland) en het Carbo-
hydrate Competence Center (CCC,
zie elders in deze special). ‘We kij-
ken bijvoorbeeld samen met een
aantal bedrijven, ziekenhuizen en
zorginstellingen naar ondervoe-
ding en welke voedingsmiddelen
hiervoor het best ontwikkeld kun-
nen worden. Op deze manier wordt
gebruik gemaakt van alle kennis
die wij hier in de regio hebben.’
Barend Spliethoff, kwartiermaker Dairy Chain Friesland, Van Hall Larenstein‘Om optimale samenwerking te
bewerkstelligen moeten ook op-
leidingen meer in het teken van
de vraag vanuit het bedrijfsleven
staan. Veel opleidingen werken
hieraan. Mooi voorbeeld is de zui-
velsector, waar door investeringen
en uitbreidingen naar verwachting
de arbeidsmarkt tot 2020 flink
onder druk komt te staan. Het is
erg belangrijk om meer studenten
op te leiden en werkzoekenden
uit andere sectoren om te scho-
len voor deze sector. Met de op-
zet van ‘Dairy Chain Friesland’,
een samenwerking tussen Van
Hall Larenstein/NHL hogeschool/
Nordwin -en Friesland Colle-
ge, FrieslandCampina, Innexus
(netwerk Food-bedrijven Noord
Nederland), provincie Fryslân en
de gemeenten Leeuwarden en
Heerenveen, werken we aan een
doorlopende leerlijn. Ambitie is
doorontwikkelen naar een inter-
nationaal toonaangevend instituut
op het gebied van opleidingen,
trainingen en toegepast onderzoek
voor de zuivelindustrie.�
Rudolf Botma, Projectmanager Projectbureau A7Westergo‘Projectbureau A7Westergo ini-
tieert en ondersteunt projecten
op het gebied van duurzaamheid,
biobased economy en innovatie,
door mensen en organisaties sa-
men te brengen, evenementen
te organiseren en inhoudelijke
en financiële ondersteuning te
bieden. We zijn actief binnen een
groot scala van actuele projecten
in de A7Westergo regio, van aard-
warmte voor tuinbouw tot biolo-
gische teelt van streekproducten.
Mooi zijn ook de koploperprojec-
ten rond duurzaam ondernemen.
Deze zijn zo’n groot succes dat
steeds meer bedrijven en regio’s
in Friesland volgen, inmiddels zijn
er al 120 koploperbedrijven en 13
koploperprojecten. Daarbij wordt
ook buiten de provincie samenge-
werkt.‘
Eisse Luitjens, programmamana-ger Cluster Agrifood & Biobased Economy Greenlincs bij de NOM‘Het cluster Agrifood&Biobased
Economy Greenlincs, uitgevoerd
door de NOM, houdt zich bezig
met ontwikkeling en innovatie.
Het cluster is actief in het ont-
wikkelen van nieuwe agrifood
en biobased bedrijvigheid met
Noord-Nederlandse ondernemers
en ondernemingen, inclusief fi-
nanciering. Greenlincs verbindt
actief tussen verschillende on-
dernemingen en netwerken om
de kansen te vergroten. Er zijn
inderdaad al legio voorbeelden van
samenwerkingsprojecten inzake
de vier speerpunten. In Drenthe
bijvoorbeeld IJkkas waar partijen
als Tuinbouw Emmen, LTO Noord
Glaskracht, bedrijfsleven en ken-
nisinstellingen samenwerken aan
tuinbouw, sensortechnologie en
watertechniek. Ook in Drenthe:
duurzame energie voor het LOFAR
radiotelescoop project. En ‘Water-
schoon’, een duurzaam innovatief
sanitatiesysteem voor woonwijken
in het Noorden.’
Gedeputeerden landbouw Henk Staghouwer (Groningen), Johan-nes Kramer (Fryslân) en Rein Munniksma (Drenthe)‘Als provincies vinden we de
AgroAgenda Noord-Nederland
een heel belangrijk initiatief en
dat ondersteunen wij van harte.
De lichten staan op groen om in
Noord-Nederland met elkaar con-
creet stappen te maken naar een
duurzame en rendabele agro &
foodsector. Het moet nu wel ge-
beuren! Wij roepen de sector op
om met goede projectvoorstellen
te komen. Wij zullen zulke voor-
stellen ondersteunen. Zo kunnen
we met elkaar de kansen voor een
duurzame landbouw in Noord-Ne-
derland verzilveren.’
heT pROjeCT FOOD CiRCLe - FOOD FOR heALThY AGeiNG wORDT meDeGeFiNANCieRD DOOR
SAmeNweRKiNGSveRbAND NOORD-NeDeRLAND, heT euROpeeS FONDS vOOR ReGiONALe
ONTwiKKeLiNG eN DOOR heT miNiSTeRie vAN eLi, pieKeN iN De DeLTA
SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLANDDIT PROJECT WORDT MEDEGEFINANCIERD DOOR HETEUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELINGEN DOOR HET MINISTERIE VAN ECONOMISCH ZAKEN
EN PROVINCIE DRENTHE, PROVINCIE GRONINGEN,PROVINCIE FRYSLAN, GEMEENTE GRONINGEN,GEMEENTE LEEUWARDEN
vLNR: RuDOLF bOTmA, SASKiA vAN GeND, DOeDe biNNemA, bAReND SpLieThOFF, ALLARD STeeNSTRA, pieTie KLOOSTeRmAN eN peTeR AbbiNK.
Agri & Food Special
Wereldspeler in melk-meetinstrumenten
In de assemblagehal van Delta Instruments in Drachten staat een in eigen beheer ontwikkeld en vervaardigd analyseapparaat voor melk, die in staat is om binnen zes seconden uit een van een koe getrokken melkmonster vijftig verschillende stoffen te analyseren. Een staaltje van innovatie en techniek waar ze vijfendertig jaar ge-leden bij Delta Instruments zelf nog geen idee hadden dat het bedrijf zich tot dit topniveau zou ontwikkelen.
De roots van Delta Instruments
liggen in Surhuisterveen waar
een distributeur van een bedrijf
in gelijksoortige apparatuur
ruim drie decennia geleden voor
zichzelf begon. Eerst nog als
distributeur maar vanaf begin
jaren negentig werd de appa-
ratuur zelf ontwikkeld en ge-
maakt. Wopke Beukema, sales &
marketing director Delta Instru-
ments: “Die werden nog echt
met de soldeerbout gebouwd.
Later werd het bedrijf verkocht
aan een investeringsbedrijf, tot
het in 2003 werd overgenomen
door het Amerikaanse Advanced
Instruments uit Norwood. Vanaf
dat moment is het hard gegaan.
De Amerikanen stopten veel
geld in Research & Development
en in de jaren daarna hebben we
ons ontwikkeld tot een speler
van wereldformaat.”
Delta Instruments is beden-
ker en bouwer van innovatieve
meet-en analyse instrumenten
voor zuivellaboratoria. “Onze
markt bestaat ruwweg uit twee
segmenten: apparatuur voor de
controletestmarkt en instru-
menten voor de processors, de
melkfabrieken. Bij die eerste
hebben we het over grote on-
afhankelijke laboratoria die de
regulier afgenomen melkmon-
sters van elke koe analyse-
ren. Laboratoria in Nederland,
maar ook daarbuiten. Slechts
tien procent van wat we hier
in Drachten maken is bestemd
voor de Nederlandse markt; de
rest wordt geëxporteerd naar 50
landen via 47 distributeurs. Bij
de melkfabrieken is de toepas-
sing vooral gericht op de stan-
daardisatie van de producten.
Elke minieme afwijking in de
samenstelling van de melk kan,
vanwege de enorme volumes
in de zuivelindustrie, immers
grote financiële consequenties
hebben.”
De producten van Delta In-
struments worden slechts voor
een deel vervaardigd in de pro-
ductiehal aan de Kelvinlaan in
Drachten. “Tachtig procent van
de onderdelen van de appa-
ratuur laten we maken in een
straal van dertig kilometer rond
ons bedrijf, waarna het hier
wordt geassembleerd. Er zit een
enorme expertise in deze regio,
dus waarom geen gebruik ge-
maakt van die synergie in plaats
van alles zelf te willen doen?”
Delta Instruments
Kelvinlaan 3, Drachten
(0512) 58 22 22
www.deltainstruments.com
KAASmAKeRij heNRi wiLLiG
Pionier in zuivelstad HeerenveenHet duurt niet lang meer en wie dan ‘Heerenveen’ zegt, zegt ‘zui-velstad’. Op dit moment verrijst er langs de A7 een grote zuivel-fabriek en in het voorjaar van 2014 wordt niet ver daarnaast de eerste paal geslagen voor nóg een zuivelfabriek. Maar er kan er altijd maar één de eerste zijn. Dat was in 2002 Kaasmake-rij Henri Willig, die in dat jaar in datzelfde Heerenveen begon met de productie van koe-, geit- en schapenkazen.
Het begin van Kaasmakerij
Henri Willig ligt in 1974 wan-
neer de naamgever van het
bedrijf in het Noord-Hollandse
Katwoude vanuit zijn ‘Jacob’s
Hoeve’ bescheiden begint met
de verkoop van ambachtelijk
gemaakte kaas. We schrijven
krap veertig jaar later en in-
middels worden de kazen van
Henri Willig naar een goede
vijfentwintig landen geëxpor-
teerd en zijn de drie zonen van
de oprichter allemaal werk-
zaam in het bedrijf.
Groeispurt“De echte groeispurt van het
bedrijf werd gemaakt vanaf be-
gin 2000 toen we het biologi-
sche kaasmerk ‘Hooidammer’
overnamen”, vertelt algemeen
directeur Wiebe Willig. “We
hadden een productielocatie
in Katwoude, maar zochten en
vonden in Heerenveen de plek
om fors uit te breiden. In 2002
zijn we daar nieuw gaan bouwen
en een jaar later rolden de eer-
ste kazen uit de fabriek. Aan-
vankelijk gebruikten we slechts
twintig procent van de ruimte,
maar dat groeide al snel door
naar tachtig procent.”
NieuwbouwDe populariteit bij de consu-
ment van de kazen van Henri
Willig zet gestaag door, niet in
de laatste plaats dankzij het rij-
ke en gevarieerde assortiment
aan smaken. “We zijn een mid-
delgrote kaasproducent met
een productie van zo’n vijfdui-
zend ton kaas per jaar. We voe-
ren een vijftigtal verschillende
kazen, regulier en biologisch
en gemaakt van koe-, geiten-
en schapenmelk. Je vindt onze
Polderkaas bij de grote supers
als Jumbo en Albert Heijn en de
biologische Hooidammer kazen
in de betere natuurvoedings-
winkel. Daarnaast zijn onze
kazen te vinden in onze eigen
Cheese & More by Henri Willig
winkels. De groei van onze af-
zet maakt dat we op dit moment
een grote hal aan de fabriek la-
ten bouwen die vanaf voorjaar
2014 gebruikt gaat worden voor
de opleg van de kazen. En dat
begon dus allemaal met een
kaasboerderij in Katwoude...!”
Kaasmakerij Henri Willig
Venus 16-18, Heerenveen
(0513) 48 43 60
www.henriwillig.nl
FOTO: mAAiKe De jONG
iNNexuS, Nieuwe KOeRS
Innexus zoekt de breedte én de diepteTekst: Loek mulder van man en woord.
Met een nieuwe aanpak wil de netwerkorganisatie Innexus de komende jaren een steviger bij-drage leveren aan versterking van de voedingsmiddelenindustrie in Noord-Nederland.
Innexus is een verband van noor-
delijke producenten en dienst-
verlenende mkb-bedrijven in de
food die enkele jaren geleden de
handen ineen hebben geslagen.
Met elkaar zouden de onderne-
mingen meer kunnen bereiken
dan elk voor zich. In die opzet is
de netwerkorganisatie geslaagd,
zegt Paul Visschedijk, voorzitter
van Innexus en voormalig direc-
teur van CSK Food Enrichment
in Leeuwarden. De tien deelne-
mende bedrijven wisselen kennis
uit en hebben samen projecten
opgezet. Een van de meest in het
oog springende resultaten is het
programma Food Circle, waarin
Innexus een van de leidende par-
tijen is. Onder de vlag van Food
Circle is een reeks innovatie-ini-
tiatieven gestart.
Volgens Visschedijk kan de inno-
vatiekracht van Innexus echter
worden vergroot. “We zijn gestart
als samenwerkingsverband van
ingrediëntenleveranciers”, legt
hij uit. “Later zijn daar ook alge-
mene voedingsbedrijven bijge-
komen. De voedingsmiddelenin-
dustrie is echter een brede sector
en we hebben onlangs vastgesteld
dat binnen onze groep bedrijven
weinig overlap is.” Dat staat vol-
gens Visschedijk gezamenlijke
innovatieve projecten in de weg.
Versterking van de onderlinge
binding kan komen uit de bijdrage
van de verticale keten, aldus Vis-
schedijk. “We willen daarom nu
ook afnemers en de leveranciers
van kennis en apparatuur als
partners in Innexus betrekken.
Zo willen we de basis van Innexus
verbreden.”
Daarnaast blijft Innexus zich via
haar Human Capital Agenda sa-
men met mbo- en hbo-scholen
en universiteiten inzetten voor
het opleidingsniveau en vakman-
schap van personeel in de sector.
www.innexus.eu
ThemATiSChe iNNexuS bijeeNKOmST.
FRiSiAN eGG, ééN vAN De LeDeN vAN iNNexuS.
CvO eN RuG
Alle zeilen bijzetten voor samenwerkingTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie
De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) stimuleert ondernemer-schap in het hoger onderwijs, faciliteert publiek-private part-nerschappen en zoekt actief naar innovatieve ideeën in de markt. Ondernemerschap en valorisatie -het verzilveren van wetenschappelijke kennis en techniek- behoren tot de dage-lijkse gang van zaken bij de uni-versiteit.
Annemieke Galema is directeur
Research & Valorisatie (R&V) bij
de RUG. Samen met het UMCG,
de Hanzehogeschool, Rabobank
en overheden maakt de RUG
deel uit van het Consortium
voor Valorisatie en Onderne-
merschap (CVO) . ‘Met het CVO
zetten wij ons in voor een breed
scala aan activiteiten op het
gebied van ondernemerschap
en valorisatie. We realiseren
samenwerking in de regio op
de speerpunten van Noord-Ne-
derland: healthy ageing, agri/
food/biobased, water, sensoren
en energie’, aldus Galema.
Perspectieven zienDe RUG biedt een breed palet
aan onderwijs en onderzoek,
een deel hiervan is aanverwant
aan de agro en foodbusiness.
‘We hebben, als RUG/UMCG in
de samenwerking vanuit het
CVO, een brede expertise op
het gebied van agro en food. De
RUG zet ook voor agro en food
in op de maatschappelijke the-
ma’s healthy ageing, energie en
duurzame samenleving. In alle
faculteiten wordt aandacht be-
steed aan deze thema’s. Onze
doelstelling is mensen op de ar-
beidsmarkt te zetten die in deze
velden de perspectieven zien en
toegevoegde waarde bieden door
een hoog kennisniveau.’
Vooroplopen in innovatieRUG/UMCG en Hanzehogeschool
spelen via het CVO een promi-
nente rol bij veel andere sa-
menwerkingsverbanden tussen
kennisinstellingen, overheid en
marktpartijen; zoals het CCC,
HANNN, BioBrug, Life Lines en
Food Circle (zie elders deze spe-
cial voor toelichting). Alsmede
in de ontwikkeling van ZAP, een
pilot faciliteit op het Zernike
complex Groningen met pro-
cestechnologische apparatuur
en aanpalende instrumenten
om agro-grondstoffen en rest-
stromen te verwerken tot hoog-
waardige halffabricaten. ‘Alleen
door samenwerking tussen be-
drijfsleven, kennisinstellingen,
maatschappelijke organisaties
en overheden zijn we in staat de
maatschappelijke uitdagingen
voor de noordelijke speerpunten
aan te gaan. We lopen voorop in
innovatie, nieuwe producten en
processen, om de internationa-
le marktpositie van Nederland
te versterken. De RUG zet alle
zeilen bij om te komen tot noor-
delijke samenwerking. Benader-
baar zijn we ook: www.cvo.nl;
www.rug.nl/rv; www.umcg.nl;
www.hanze.nl”, aldus Galema.
Agri & Food Special
jOhANNeS KRAmeR, LANDbOuwGeDepuTeeRDe pROviNCie FRYSLâN:
‘Het gaat goed met de land-bouwsector, maar achterover leunen doen we allerminst’Landbouw is van groot belang voor de provincie Fryslân. Als beheerder van het landelijk gebied, maar ook economisch gezien. Het is de enige sector die nog groeit, de crisis goed doorstaat en daarmee zorgt voor werk. Werk in de bouw, maar bijvoorbeeld ook bij toeleve-ranciers, verwerkingsbedrijven, banken en transportbedrijven. Gedeputeerde Johannes Kramer over het provinciale beleid van Fryslân en de kansen binnen de agrarische sector.
Sterke sector“Met name de zuivel is in Frys-
lân een sterke sector”, aldus
Kramer. “Met zo’n drieduizend
moderne melkveehouderijbe-
drijven die nationaal en inter-
nationaal goed staan aange-
schreven. Dat trekt weer andere
bedrijven en instellingen aan.
Denk aan de Dairy Campus,
die zich, onder meer vanwege
het goede imago van Fryslân,
in Leeuwarden heeft gevestigd.
En de Dairy Campus trekt weer
bedrijven aan zoals CSK, die in-
grediënten levert voor de voe-
dingsmiddelenindustrie met
het accent op zuivel. Maar ook
voelen bedrijven als Cowhouse
en CRV -organisatie voor rund-
veeverbetering- zich aange-
trokken tot onze provincie. En
dat zuivelverwerkingsbedrijven
als Aware, Fonterra en Ausnu-
tria Hyproca zich in Heeren-
veen vestigen, is ook mede toe
te schrijven aan de sterke sec-
tor die we hier hebben. De ster-
ke economische positie van de
landbouw maakt echter niet dat
we nu maar tevreden achter-
over kunnen leunen”.
Dairy Chain “Zo moeten nieuwe zuivelbe-
drijven alle zeilen bijzetten om
voldoende personeel met de
juiste kwalificaties binnen te
halen. Werkgelegenheidsin-
stellingen, zuivelverwerkers en
opleidingsinstellingen, waar-
onder Nordwin en Van Hall,
hebben daartoe de handen
ineen geslagen. Dit om zowel
jonge mensen als volwassenen
zonder werk op te leiden voor
werk in de die zuivelketen. De
provincie steunt dit program-
ma, Dairy Chain genaamd, met
middelen vanuit het investe-
ringsprogramma Wurkje foar
Fryslân, de NUON-gelden.”
Verduurzaming“De provincie heeft er belang bij
dat de landbouw in Fryslân een
sterke sector blijft”, vervolgt
Kramer. “Met sterk bedoelen
we: modern en renderend. Er
moet een boterham worden
verdiend en agrariërs moeten
kunnen investeren in verduur-
zaming. Ze moeten schoon en
zuinig kunnen produceren, in
harmonie met de omgeving.
Landbouwdoelen zoals die in
de Agro Agenda Noord Neder-
land zijn geformuleerd en ook
de doelstellingen uit de Friese
landbouwagenda omvatten.”
Dierrechten“Met het oog op schoon en zui-
nig produceren staan wij af-
wijzend tegenover eventuele
plannen van het Rijk om na het
vervallen van de melkquotering
in 2015 dierrechten in te voe-
ren. Dat jaagt de boeren op kos-
ten. Wij zien liever dat ze hun
winst in verdere verduurza-
ming van hun bedrijven steken.
Bijvoorbeeld in emissiearme
stallen -met minder uitstoot
van ammoniak en broeikas-
gassen-, mestverwerking en
aankoop van extra grond. Dat
draagt meer bij aan schoon en
zuinig produceren dan dier-
rechten. Als we het hebben
over landbouw in harmonie
met de omgeving, dan denk ik
in de eerste plaats aan bescher-
ming van de weidevogels. Op
korte termijn wordt het wei-
devogelbeheer geconcentreerd
binnen zogenaamde ‘weide-
vogellandschappen’. Het zou
mooi zijn als ook buiten die be-
heersgebieden de boeren meer
rekening met de weidevogels
zouden houden. Samen met de
boeren willen we bekijken wat
daarvoor de mogelijkheden zijn
en hoe dat in de gangbare agra-
rische praktijk in te passen is.
Dit is ook wat de initiatiefgroep
‘Kening fan de Greide’ beoogt.
In het kielzog van dit project
wordt gewerkt aan het in de
markt zetten van zogenaamde
weidevogelmelk. Dit is melk
van boeren die aan weidevo-
gelbeheer doen en waarvan de
melk, tegen een kleine meer-
prijs, in de schappen van de
supermarkt moet komen. Als
de Friese consument duidelijk
kiest voor die melk, is dat een
mooie stimulans voor het wei-
devogelbeheer. Het uiteinde-
lijke doel is dat de vergoeding
van de overheid aangevuld -of
liever nog vervangen- kan wor-
den door een meerprijs uit de
markt.”
De Nije Pleats“Ik koester veel waardering
voor de agrarische sector. Voor
alle land- en tuinbouwers die
dagelijks hard werken om een
boterham te verdienen, een be-
drijf draaiende moeten houden
en enorme investeringen terug
moeten zien te verdienen. En
tegelijkertijd aan steeds hoge-
re eisen moeten voldoen op het
gebied van milieu, dierwelzijn
en landschappelijke inpassing.
Een mooi voorbeeld van een
project met betrekking tot deze
laatste uitdaging is De Nije Ple-
ats, De Nieuwe Boerderij. Dit is
een werkwijze die de provincie
Fryslân heeft laten ontwikke-
len met als doel om grote agra-
rische gebouwen beter in het
Friese landschap in te passen.”
Project SpaarwaterFryslân is niet alleen melkvee-
houderij, maar kent ook een
sterke akkerbouwsector. Die
akkerbouw levert vooral poot-
goed voor de aardappelteelt.
Kramer: “Het Friese pootgoed
gaat de hele wereld over en
voedt daarmee miljoenen men-
sen. Deze sector staat voor de
uitdaging: hoe houden we de
bodem gezond? En hoe gaan
we slim om met het zoete wa-
ter dat steeds schaarser wordt?
In dit verband juichen wij een
project als Spaarwater toe, een
initiatief van akkerbouwers en
waterschappen. Zij onderzoe-
ken hoe akkerbouwers in hun
bedrijfsvoering de toenemende
verzilting van grond- en op-
pervlaktewater tegen kunnen
gaan. Anderzijds kunnen ak-
kerbouwers er ook voor kiezen
om over te stappen op rassen
die beter tegen zout kunnen.
De provincie is daarnaast ook
heel enthousiast over het pro-
ject van Koopmansmeel en
akkerbouwers in Fryslân en
Groningen. Zij gaan bakkerijen
regionaal geteelde tarwe aan-
bieden voor brood van regiona-
le oorsprong. Koopmansmeel
onderscheidt zich hiermee op
de markt van baktarwe en het
biedt akkerbouwers de kans om
hun inkomen te verhogen.”
Glastuinbouw“En ook de glastuinbouw in
Noordwest-Fryslân is een ster-
ke economische sector. Een
kleine sector weliswaar, maar
met relatief veel werkgelegen-
heid, ook voor lager opgelei-
den. Hier ligt de uitdaging in
energiezuinige kassen en het
gebruik van duurzame energie,
zoals aardwarmte. De eerste
boring naar aardwarmte wordt
voorbereid in Sexbierum. Als
dat slaagt, is het een geweldige
opsteker voor de glastuinbouw
in de hele regio!”
Samen staan we sterk“Van belang in de gehele Frie-
se agrofoodsector is de samen-
werking. De landbouw kan niet
zonder toelevering van stallen
en machines en veel landbouw-
producten moeten verwerkt
worden voor ze de markt op
kunnen. Omgekeerd: zonder
landbouw zijn er geen stalbou-
wers en mechanisatiebedrijven
nodig en staan de grote zuivel-
verwerkers met lege handen.
Alle partijen in de agrofoodke-
ten hebben elkaar nodig. Ook
innoveren moeten ze samen
doen. Vooral met bedrijven uit
andere sectoren, zoals ener-
gie-, water- of sensortech-
nologie. We moedigen dat als
provincie aan onder het motto:
‘Samen staan we sterk’. Op het
gebied van agrofood werken
we als provincie Fryslân steeds
meer samen met Groningen en
Drenthe. Dat leverde een mooie
gezamenlijke Agro Agenda op.
Daar zetten we, met het be-
drijfsleven en de kennisinstel-
lingen in Noord Nederland,
de schouders onder. De agro-
foodsector in het noorden is
van groot belang, heeft de po-
tentie om verder te groeien en
kan op onze volledige steun re-
kenen!”
www.fryslan.nl
FOTO: SimON vAN DeR wOuDe
Agri & Food Special
Puur vanuit de oorsprongTekst: Fred Ootjers
Een stap terug zetten in de ke-ten om daarmee voorwaarts te kunnen innoveren . Koopmans Koninklijke Meelfabrieken (KKM) in Leeuwarden is onder de bezielende leiding van alge-meen directeur Dirk Lodewijk het afgelopen jaar het program-ma ‘Puur vanuit de oorsprong’ gestart om transparante, winst-gevende ketensamenwerking te realiseren.
Wie kent ze niet? De vertrouwde
producten van Koopmans? De
pakken mix voor pannenkoe-
ken, poffertjes en oliebollen.
Hele generaties zijn er mee op-
gegroeid. In het jaar 2000 is dit
consumentenmerk echter ver-
kocht: Lodewijk: “Dat is destijds
een goede strategische keuze
geweest. Sinds de oprichting in
1846 is Koopmans een fabriek
die voor de bakkerijen meel en
bloem produceerde, Het was
destijds een logische stap van
de nazaten van oprichter Uilke
Klazes Koopmans om ook con-
sumentenproducten en pro-
ducten voor diervoeding te gaan
maken. De schaalvergroting
zoals die zich eind vorige eeuw
ook in onze branche steeds ver-
der doorzette, heeft Koopmans
de bakens doen verzetten en er
zijn bewuste keuzes gemaakt.
Groeien we mee de breedte in of
kiezen we voor een verdieping?
In de race naar wie de grootste
wordt, kan er altijd maar één de
winnaar zijn. Koopmans heeft
zich als middelgroot bedrijf ge-
richt op de toekomst als busi-
ness to business leverancier van
ingrediënten aan de bakkerij
en voedingsmiddelenindus-
trie. Terug bij haar oorsprong,
maar wel op basis van moderne
bloemtechnologie.”
FamiliebedrijfKoopmans is nog steeds een
100% familiebedrijf “Dat geeft
het bedrijf een unieke positie.
We zijn daarmee sterk veran-
kerd in de regio en in de Ne-
derlandse markt en hebben in
de afgelopen 167 jaar letterlijk
een gezicht behouden. Zelf
ben ik de tweede externe di-
recteur: daarvoor hebben leden
van de familie Koopmans zon-
der onderbreking de directie
gevoerd. Vakmanschap, pas-
sie en ondernemerschap zijn
altijd al belangrijke waarden
geweest in het bedrijf. Recent
zijn deze waarden letterlijk be-
noemd en worden ze vertaald
naar producten, concepten en
klantaanpak om daarmee het
verschil te blijven maken in de
keten ‘van Akker tot Bakker’ en
consument.”
Duurzaam waardeWeten wat je eet en waar je
voedsel vandaan komt, “Een
groeiende groep consumen-
ten laat zich in het koopgedrag
leiden door de herkomst, au-
thenticiteit en de voortbren-
gingsketen van voedsel. Bin-
nen Koopmans zien we dit als
een kans waar we samen met
onze leveranciers en klanten
op inspelen. Niet voor niets is
duurzame waarde realiseren uit
graan de ambitie van de orga-
nisatie. Duurzaam betekent dat
we er over 100 jaar nog willen
zijn voor onze medewerkers, ei-
genaren en onze omgeving. Zo
zijn we eerder dit jaar als eerste
bloemproducent lid geworden
van de Stichting Veldleeuwe-
rik. De Stichting ondersteunt
middels een tien stappenplan
agrarische ondernemers om
de bedrijfsvoering te verduur-
zamen. Daarmee wordt ook de
sociale context tussen consu-
ment en producent hersteld.
Daarnaast heeft Koopmans
zich aangesloten bij het FNLI
duurzaamheidsinitiatief ‘In de
versnelling’. Met deze onder-
tekening behoort Koopmans tot
de kopgroep van 53 Nederland-
se levensmiddelen fabrikanten
die concrete stappen zet op het
gebied van duurzaamheid. Sa-
menwerking is cruciaal om de
toekomstige beschikbaarheid
van onze strategische grondstof
graan veilig te stellen.”
Samenwerking“De werkwijze van Koopmans
is gericht op waardecreatie:
onze klanten door een goede
ondersteuning helpen bete-
re producten te maken met zo
weinig mogelijk toevoegingen
en hulpstoffen. Daarmee slui-
ten we aan op de consumenten-
trend van Gezondheid, Genie-
ten en Goed geweten. Hiervoor
is een stap terug in de keten
essentieel. Wij willen maximale
waarde uit de graankorrel halen
en veel beter kunnen sturen op
kwaliteit. Graan blijft uitein-
delijk een natuurproduct waar
weersomstandigheden een be-
langrijke rol spelen. Hiervoor is
kennis nodig van rassen, her-
komst en teeltbegeleiding. Re-
den voor het bedrijf om samen
met haar projectpartners in te
zetten op de verwerking van
duurzaam verbouwd graan uit
de regio Noord- Nederland. De
eerste partij duurzame baktar-
we uit Noord Friesland vanuit
de nieuwe oogst 2013 is inmid-
dels binnen. Dit biedt klanten
prachtige mogelijkheden om
authentieke streekproducten
te maken en een gesloten keten
op te zetten.”
www.kkmgroep.nl
Met haar twee bedrijfsonderdelen Koopmans Meel BV en Laco
Crumbs BV, verwaardt Koopmans Koninklijke Meelfabrieken
BV de strategische grondstoffen tarwe en graan tot respectie-
velijk meel, bloem en mixen en tot Food Coating-oplossingen
als paneermeel, batters en coatings. Het is haar ambitie om
duurzame waarde uit granen te halen.
Het wonder van DOC KaasTekst: Fred Ootjers
De explosieve groei van de zui-velsector is niet alleen een won-der van Friesland. Ook het in het Drentse Hoogeveen gevestigde DOC Kaas heeft vanaf 2000 een spectaculaire groei laten zien, waarbij de hoeveelheid verwerk-te melk van eigen leden/melk-veehouders verdrievoudigde.
Dit jaar wordt bij DOC
(Drents-Overijsselse Coöperatie)
de magische grens van 1 miljard
kg van eigen veehouders ontvan-
gen melk bereikt. “Een resultaat
waar we trots op zijn”, glundert
algemeen directeur Jannes Oos-
terveld. “Werd er in 2000 nog
50.000 ton kaas gemaakt in de
vestiging aan de Alteveerstraat in
Hoogeveen, inmiddels zitten we
na investeringen in het moderne
Zuivelpark op een totale capaciteit
van ca 140.000 ton per jaar. We
zijn daarmee de op één na grootste
kaasproducent van Nederland.”
StrategieEerder dit jaar werd de capaciteit
van de kaaslijn op het Zuivelpark
met vijftien procent uitgebreid en
vernieuwd. “Er kan nu meer melk
van de leden worden afgenomen
en er kan tegen vrijwel gelijkblij-
vende kosten meer omzet worden
gegenereerd. Wij zijn nog een ech-
te coöperatie waarbij leden invloed
en zeggenschap hebben in onze
gekozen strategie. Ons doel is om
een zo hoog mogelijke melkprijs
en afnamegarantie voor de leden
te realiseren. Dat doen we op twee
manieren. Aan de productiekant
zijn we in staat om heel efficiënt
en dus kostenbewust kaas en wei-
producten te produceren. Aan de
verkoopkant spelen we in op zo
hoog mogelijke rendementen. Als
uitvloeisel van onze commerciële
en operationele strategie hebben
we ruim een jaar geleden het han-
delshuis Cheese Partners Holland
overgenomen, dat we -onder de
naam Dutch Original Cheese- als
tool inzetten om ons wereldwijd
op nieuwe groeimarkten te rich-
ten. Daarnaast is DOC Kaas samen
met Volac International via DV-
Nutrition actief met de productie
en afzet van producten op basis
van wei. Daarmee wordt volop in-
gespeeld op de mogelijkheden die
zich in de markt voor babyvoeding
en lifestyle producten voordoen.”
RegieTot de volledige overname van
Cheese Partners Holland was DOC
al voor 42% eigenaar van het han-
delshuis. “Met de overname heb-
ben we een belangrijke volgende
stap gezet in de keten richting
consument en verwerkingsindus-
trie. Mede door onze 50% deelna-
me in KraatsKaas hebben we nu
de regie over de hele kaasketen,
wat van belang is om de klant op
de beste wijze te bedienen. We
beschikken nu als producent over
een sterke commerciële infra-
structuur naar onze afnemers: de
grootwinkelbedrijven, de kaasver-
werkende industrie en de out of
home markt in Nederland, Europa
en in andere werelddelen.”
Gouden landenRuim zeventig procent van de
producten van DOC gaat de grens
over naar landen binnen en bui-
ten Europa. “Binnen de EU is
Duitsland onze grootste afne-
mer. We verkopen naar meer
dan veertig landen en zien in de
mondiale kaasmarkt nog grote
groeimogelijkheden. De focus ligt
de komende jaren op een aantal
key markets, die wij ‘de gouden
landen’ noemen. We hebben een
selectie gemaakt waar wij ons met
DOC op willen toespitsen. Je kunt
immers niet met de hele wereld
tegelijk bezig zijn. We richten ons
op landen en regio’s die aan drie
criteria voldoen: potentieel voor
de markt, toegang tot de markt
en het feit of we ons kunnen on-
derscheiden met ons product en
concept. We zoeken daarbij doel-
gericht naar samenwerking met
partners om zo dicht mogelijk op
de klant te zitten.”
Joint ventureDe recente aangegane samenwer-
king met het Duitse Hochwald
past wat dat betreft naadloos bin-
nen de operationele strategie om
nieuwe markten actief te zijn. “De
échte groei van een onderneming
wordt immers gerealiseerd uit de
vermarkting van je product. Met
Hochwald hebben we een part-
ner waar we kennis en kunde mee
delen. We opereren in dezelfde
sector, zijn allebei een coöperatie,
delen dezelfde cultuur en vullen
elkaar dus perfect aan.”
ProductontwikkelingDaarnaast wordt een verdere groei
van de productie gerealiseerd uit
het introduceren van nieuwe pro-
ducten. “We zijn voortdurend be-
zig met productontwikkeling en
innovatie waarbij we ons richten
op producten met een toegevoeg-
de waarde. Nieuwe producten die
aansluiten bij de vraag en ver-
wachting van de klant en waarmee
wij onze groei en het leveren van
een hoger rendement op het ver-
werken van melk voor onze leden
kunnen realiseren.”
www.dockaas.nl
Agri & Food Special
hOChwALD FOODS NeDeRLAND b.v.
Topspeler in niche productenTekst: Fred Ootjers
Doen waar je goed in bent en dat dan ook heel goed doen. Dat is in essentie de filosofie van Hochwald Foods Nederland b.v.. En dat ze het goed doen bewijst de melkverwerkende fabriek in Bolsward al bijna 120 jaar. Waar ze in hoofdzaak producten voor niche markten maken die voor 95 procent voor de export zijn bestemd. Met als belangrijkste product: gesuikerde geconden-seerde melk in blik.
Bij de bezoekersentree van de
fabriek is een historische ge-
denksteen ingemetseld met
de tekst: ‘De eerste steen werd
gelegd den 22 Augustus 1893
door Jan Maurits Hummelinck
van Vlaardingen’. “Jan Maurits
Hummelinck was afkomstig
uit Vlaardingen, waar zijn va-
der in 1882 de eerste Hollandia
condensfabriek had geopend.
Vandaar de toevoeging”, weet
directeur Leo van Sijll. “En in
tegenstelling tot de vele coö-
peratieve melkfabrieken die er
in die jaren in heel Friesland
verrezen, was Hollandia een
private onderneming. Hier in
de omgeving is de fabriek nog
altijd bekend onder die naam.
Ondanks dat ze al in 1929 is
overgenomen door Nestlé en in
2006 voor honderd procent in
eigendom kwam van het Duitse
Hochwald.”
ExportHet hoofdproduct dat in Bols-
ward werd en wordt vervaardigd
is gesuikerde gecondenseerde
melk. “Dat was het eerste lang
houdbare melkproduct en een
product dat vanaf de eerste dag
dat de fabriek in 1894 ging draai-
en bedoeld was voor de export, in
de eerste jaren vooral naar Enge-
land. Een product ook dat niet of
nauwelijks bekend is in Neder-
land. In ons land is de afstand
naar melk nooit ver geweest
en is de noodzaak voor lange-
re houdbaarheid dus minder
groot. Voor heel veel landen in
de wereld geldt dat niet en vaak
is melk daar meer een luxe pro-
duct. Waar wij als Nederlanders
het normaal vinden om voor een
flesje bronwater dubbel zoveel te
betalen als voor een liter melk,
daar heeft melk in een wereld-
deel als Afrika en landen als
India en China een veel hogere
status.”
ToepassingenHet gebruik van gesuikerde ge-
condenseerde melk hangt sterk
af van de landen waar ze naar
wordt geëxporteerd. “Ruwweg
genomen zijn er vier toepassin-
gen: in landen in Afrika wordt
ze nog steeds met water aange-
lengd en krijg je dus een drink-
bare zoete melk. Ook wordt
het daar direct geconsumeerd
als zoete melksnack, als een
soort KitKat of Mars. In lan-
den als Spanje, Italië, Frankrijk
en landen in Zuid-Oost Azië is
het melk en suiker ineen voor
gebruik in koffie en thee. In
Zuid-Amerika wordt het product
veel gebruikt om toetjes mee
te maken. En wereldwijd is het
voor de industrie maar ook voor
de particulier de basisgrondstof
voor karamel.”
Toegevoegde waardeNaast de gesuikerde geconden-
seerde melk wordt er in de fa-
briek in Bolsward gesteriliseerde
room gemaakt en verschillende
ready to drinks. In hoofdzaak
onder eigen Hochwald merken,
maar ook voor derden als Nestlé.
“Toen Nestlé zich in 2006 uit de
fabriek terug trok zag Hochwald
direct mogelijkheden, met name
waar het de export betreft. Wij
hebben ons al vanaf de oprich-
ting van de fabriek sterk gericht
op die export en het is juist daar-
mee dat we voor het interna-
tionaal gerichte Hochwald een
belangrijke toegevoegde waarde
hebben. Wereldwijd is er spra-
ke van een structurele groei in
de vraag naar zuivelproducten
en de overname door Hoch-
wald komt dan ook niet alleen
de Duitse melkveehouders c.q.
eigenaren ten goede, maar ook
de ongeveer 150 leveranciers bij
ons in Friesland. Sinds we een
volledige dochtermaatschappij
zijn van Hochwald Foods zien
we de omzet bij ons jaarlijks toe-
nemen. Het toekomstconcept
van Hochwald Foods is gericht
op ‘Toegevoegde waarde door
Internationalisering en Groei’.
Daar past Hochwald Foods Ne-
derland perfect in met onze ex-
port naar 87 landen. We leveren
sinds 2006 dan ook een wezen-
lijke bijdrage aan dat concept
voor de toekomst.”
Profit CentreHochwald Foods Nederland is
voor het moederbedrijf een zo-
genaamd ‘profit centre’ wat alles
te maken heeft met de oorsprong
van het oude Hollandia. “Wij
zijn altijd een private onderne-
ming geweest, waarbij boeren
geen eigenaar van de melkfa-
briek waren, maar zelfstandige
leveranciers. Terwijl Hochwald
in Duitsland van oudsher een
coöperatie is, waar de veehou-
ders dus de eigenaren zijn. Twee
verschillende achtergronden die
je schijnbaar niet zo maar bij
elkaar brengt. De oplossing is
gevonden in het fenomeen ‘pro-
fit centre’, wat er in de praktijk
op neerkomt dat wij ons hier in
Bolsward puur richten op het
produceren van winstgevende
producten. De winst wordt aan-
gewend om de Duitse boeren/ei-
genaren een goede melkprijs uit
te betalen. Grote hoeveelheden
melk verwerken is voor ons in
Bolsward geen doel op zich. We
verwerken gestaag de groeiende
melkplas van onze leveranciers
in winstgevende niche produc-
ten. Tegelijk moeten we onze
melkleveranciers natuurlijk wel
een melkprijs betalen, die regi-
onaal mee kan komen.”
BlikIs het product ‘gesuikerde ge-
condenseerde melk’ al nauwe-
lijks bekend bij de gemiddelde
consument en evenmin het feit
dat die in enorme hoeveelheden
in Bolsward wordt gemaakt, nog
minder is het ‘common know-
ledge’ dat de helft van het be-
drijvencomplex van Hochwald
Foods Nederland in gebruik is
als.... blikfabriek. “Ook dat is
historisch bepaald. Ons hoofd-
product is altijd in blik verpakt
geweest, al vanaf het moment
dat 120 jaar geleden de fabriek
ging draaien. De blikfabriek
heeft dan ook altijd onderdeel
uitgemaakt van de melkfabriek.
Naast verpakkingsmiddel voor
onze eigen producten, maken
we ook blikverpakking voor het
moederbedrijf in Duitsland en
produceren we in toenemende
mate lege blikken, die pas bij
onze afnemers worden afgevuld.
Een belangrijke groeimarkt in
dit verband zijn bijvoorbeeld de
poederbussen voor babyvoe-
ding. We hebben de laatste jaren
dan ook flink geïnvesteerd in de
blikverpakkingsfabriek.”
ImagoHet imago van de Nederland-
se agro-industrie en ook van
de zuivelsector behoort we-
reldwijd tot de top. Maar - net
als dat geldt voor veel andere
bedrijven in de agro-verwer-
kende industrie -, ook Hoch-
wald Foods Nederland voorziet
de komende jaren een tekort
aan goed geschoold personeel.
“Dat is een van onze grootste
uitdagingen voor de komende
tien jaar: gedegen geschoolde
mensen vinden. Waarbij tech-
niek en levensmiddelentech-
nologie gewenste opleidingen
zijn met heel goede carrière-
perspectieven. Waar we in Ne-
derland vooral mee te maken
hebben is een achterhaald
imago. Agro-industrie is niet
cool bij de jeugd. En veel vaker
nog: ook niet bij de ouders. Als
sector hebben we een missie te
vervullen in het ombuigen van
dat imago. Waarbij juist de high
tec die bij de productverwerking
steeds intensiever wordt toege-
past, de verbindende schakel
kan zijn om voor een opleiding
in de agro-industrie te kiezen.
Technics4U, Girlsday, Zuivel-
academie met collega’s in de-
zelfde branche, zijn voorbeel-
den van initiatieven voor het
interesseren van jongeren voor
de industrie en waarin Hoch-
wald participeert.”
Hochwald Foods Nederland b.v.
Harlingerstraat 65, Bolsward
0515 - 57 88 88
www.hochwald.de
Hochwald Foods GmbHHochwald Foods GmbH, gevestigd in Thalfang, noteerde in
2012 een melkverwerkingsvolume van meer dan 2,04 miljard
kg en telde rond de 5500 melkproducenten, waarbij een omzet
van 1,25 miljard euro werd geboekt. Met productielocaties in
Duitsland en Nederland beslaat Hochwald het totale spectrum
aan verse en houdbare melkproducten, die in 122 landen van
de wereld worden gedistribueerd. Het exportpercentage van de
onderneming bedroeg in 2012 circa 37 %.
Bij Hochwald Foods Nederland wordt jaarlijks ca. 110 miljoen
liter melk verwerkt en ca. 25 miljoen kilo suiker. Het bedrijf
kent 175 medewerkers in vaste dienst en behoort tot de top tien
van werkgevers in Z.W.-Friesland.
Agri & Food Special
eRiK peL, mARKeT DeveLOpmeNT mANAGeR
DeLAvAL
Lang leve de koeNederland is wereldwijd kop-loper als het gaat om automa-tisering in de melkveehouder-ijsector. Marktleider DeLaval ontwikkelt producten voor de melkveehouderij. “Of het nou om dertig, driehonderd of drie-duizend koeien gaat, wij pro-beren het leven van de melk-veehouder gemakkelijker te maken,” zegt Erik Pel, Market Development Manager bij De-Laval. “Maar het gaat verder dan alleen melken. Het gaat om het managen van de veestapel.”
DeLaval focust zich op de vee-
houderij van de toekomst met
sensortechnologie, verdere
automatisering en roboti-
sering. Erik Pel: “Een goed
voorbeeld is het mini-labo-
ratorium dat wij hebben ont-
wikkeld, de Herd Navigator.
Sensortechnologie maakt het
mogelijk om hormonen, zo-
als bijvoor-beeld progesteron,
in de melk te analyseren en
daarmee de gezondheidssta-
tus van elke melkkoe indivi-
dueel te kunnen monitoren.
Hiermee kun je zeer proactief
werken. Mocht er iets mis zijn
dan krijgt de veehouder direct
advies. Het heeft dus niet een
curatieve, maar een preventie-
ve werking.”
Volgens Pel draagt DeLaval als
bedrijf een verantwoordelijk-
heid. Niet alleen als het gaat
om voedselveiligheid, maar
ook bij de duurzaamheid van
de melkveehouderij. “We zijn
al meerdere jaren bezig om de
melkvee-houderij te helpen
bij het verduurzamen,” zegt
Pel. “We zijn onlangs gestart
met de campagne Lang leve de
koe.
Het doel van deze campagne is
om het voor de melkveehou-
der zo gemakkelijk mogelijk
en voor de koe zo aangenaam
mogelijk te maken om zo extra
lactaties te realiseren.”
InnovatiesHet aantal melkkoeien per be-
drijf groeit in Nederland. Het
aantal bedrijven neemt echter
af. Pel: “De bedrijven die over
blijven worden fors groter.
Concreet betekent dit dat er
meer koeien gemolken moeten
worden met dezelfde arbeids-
inzet. Met automati-sering,
management tools en robo-
tisering kan dit opgevangen
worden. Niet alleen de mel-
krobot, maar ook innovaties
als de mestrobot en voerrobot
kunnen voor oplos-singen
zorgen. Het aantal liters melk
per vierkante kilometer is ner-
gens zo hoog als in Nederland.
Twee-derde van de melk die
wordt geproduceerd wordt ge-
exporteerd. De sector levert zo
een substantiële bijdrage aan
de Nederlandse economie.
“Daar mogen we best trots op
zijn,” vindt Pel, die consta-
teert dat ook de burger zich
bezighoudt met de koe in de
wei. “Dat is po-sitief. De bur-
ger is gefocust op het bewei-
den van koeien. Dat vinden wij
ook, maar je moet ook reke-
ning houden met de koe zelf.
We geven de koe zelf liever de
keuze.
Met intelligente selectieme-
thoden kunnen wij de koe zelf
laten kiezen of ze naar buiten
wil gaan of niet. Wat je dan ziet
is dat de koe dan soms binnen
een uur terugkomt, of pas zes
uur later. Terwijl de opinie van
het pu-bliek is dat ze tien uur
buiten moeten staan, omdat
het zo hoort.”
DeLaval BV, Steenwijk
www.delaval.nl
KLAAS De jONG, COO A-wARe FOOD GROup hANS beRGhORST, pROjeCTDiReCTeuR FONTeRRA
De vraag naar zuivelproducten groeit. In onder meer China en Zuid Amerika groeit de econo-mie flink. Met de toename van de welvaart neemt daar ook de vraag naar zuivelproducten toe. “Zeker in in landen buiten Eu-ropa is er volop ruimte voor Ne-derlandse kaas.” Aldus Klaas de Jong COO A-ware Food Group.
Achterwaartse integratie in de
keten met een eigen kaasfabriek
is dus een logische uitbreiding
van het dienstenpakket van
A-ware Food Group. Naast rij-
pen, versnijden, verpakken, op-
slaan en transporteren van kaas
kan dit familiebedrijf vanaf eind
2014 haar eigen kaas produceren.
De Nieuw Zeelandse zuivelco-
operatie Fonterra bouwt naast
de kaasfabriek een ingrediën-
tenfabriek waar de wei, die vrij-
komt bij het kaasmaken, wordt
verwerkt tot ingrediënten voor
voeding voor baby’s, sporters
en senioren. Hans Berghorst,
projectdirecteur Fonterra. “De
consumptie van producten op
basis van wei bestanddelen als
lactose en weieiwitten neemt
een grote vlucht. In onder meer
China en Zuid Amerika groeit de
economie flink. Fonterra heeft
sterke marktposities in deze
groeimarkten. Een deel van de
producten voor deze groeimark-
ten wordt straks in Heerenveen
geproduceerd.”
Op Friese bodemA-ware Food Group en Fonterra
hebben voor Heerenveen geko-
zen wegens de 25 hectare grond,
de bereikbaarheid en de beschik-
baarheid van duurzame energie.
De energiebehoefte van de fa-
brieken is groot. Daarom wor-
den de mogelijkheden verkend
om zelf energie op te wekken via
geothermie en wellicht ook via
wind- en zonne-energie. ‘Klaas
de Jong, COO A-ware Food Group
vult aan. ‘Dit alles, in combina-
tie met de centrale ligging in een
gebied met veel melkveebedrij-
ven hebben uiteindelijk de door-
slag gegeven.’ Ook verwachten
wij dat het positieve imago van
Friesland op het gebied van zui-
vel onze nationale en internatio-
nale klanten aanspreekt’.
Exact volgens planningDe kaasfabriek heeft een capaci-
teit van ca. 100.000 ton kaas per
jaar en de ingrediëntenfabriek
van 50.000 aan wei derivaten.
‘Alles loopt strak op schema en
het processing deel van kaasfa-
briek is wind- en waterdicht en
de leveranciers zijn al gestart
met het instaleren van de proces
onderdelen van onze voorfa-
briek.’ Vertelt Klaas de Jong. Op
1 december is het hoogste punt
van de bouw van de zuivelfa-
brieken bereikt. ‘De poederto-
ren van Fonterra is dertig meter
hoog.’ vertelt Hans Berghorst.
‘De wanden voor de toren zijn
gemaakt via een glijbekisting.
De bouwvakkers hebben 24 uur
per dag, 7 dagen per week onaf-
gebroken gewerkt om zo 3 meter
per 24 uur te kunnen bouwen.’
Meer dan 500 mensen leveren
een bijdrage aan de bouw van de
fabrieken.
Leergierige collega’sIn de zuivelfabrieken komen
straks ongeveer honderd vijftig
mensen te werken. In de loop
van januari 2014 maken A-ware
Food Group en Fonterra bekend
voor welke functies zij collega’s
zoeken. Beide zuivelfabrieken
willen werken met gemotiveer-
de medewerkers die bereid zijn
om te leren. Naast ervaren me-
dewerkers zijn ook gemotiveer-
de mensen zonder opleiding in
de richting van procesoperator
of levensmiddelentechnologie
welkom. Deze mensen bieden
A-ware Food Group en Fonterra
passende opleidingen aan.
A-ware Food GroupA-ware Food Group is een
oer-Hollands familiebedrijf
gespecialiseerd in het rijpen,
versnijden, verpakken, op-
slaan en transporteren van
kaas en andere foodproducten
onder geconditioneerde om-
standigheden. Dit bedrijf is
in 2010 ontstaan door de fusie
van Anker Cheese (1962) en
Bouter Cheese (1890). A-ware
Food Group heeft de ambitie
uit te groeien tot de meest ge-
waardeerde ketenpartner in
Europa in de food- & agribusi-
ness. Daarnaast is zij in toe-
nemende mate buiten Europa
actief. Een belangrijk deel van
de melk voor de kaasfabriek
wordt geleverd door melkvee-
houders uit Noord Nederland .
www.a-warefood.com
Fonterra Europe Fonterra is een wereldspeler in zuivel; een toonaangevende leve-
rancier van zuivelingrediënten aan veel van de werelds grootste
voedingsbedrijven. Fonterra is marktleider met eigen consumen-
tenmerken in Australië en Nieuw-Zeeland, Azië en Afrika, Midden
Oosten en Latijns Amerika. Als Nieuw-Zeelandse coöperatie, in
eigendom van boeren, is het de grootste verwerker van melk in de
wereld en produceert het meer dan twee miljoen ton zuivelpro-
ducten en toegevoegde waarde ingrediënten per jaar. Met tiental-
len jaren ervaring in zuivel is Fonterra een van de grootste inves-
teerders in zuivel onderzoek en innovatie in de wereld. De 16.000
medewerkers werken wereldwijd aan een wijd spectrum van acti-
viteiten; van het adviseren van boeren over het duurzaam houden
van melkvee tot het verzekeren van de kwaliteitseisen voor onze
producten, elke dag maken we onze belofte waar aan klanten en
consumenten in meer dan 100 markten in de wereld.
www.fonterra.com
AFbeeLDiNG: beRT vAN DeR pLOeG ARChiTeCTuuR, STeDeNbOuw, ADvieS
Zuivel van Friese bodem
Agri & Food Special
mueLLeR bv
Simply the best in rvs-tanksTekst: Fred Ootjers
De roestvast stalen melkkoel-tanks van Mueller staan bij zo’n 13.000 veehouders in Nederland. En binnenkort maken ze voor een boer in de Flevopolder een liggende tank van maar liefst 36.000 liter, de tweede grootste tank ter wereld van dit type (de eerste staat overigens ook in Nederland). Prestaties van (we-reld)formaat dat begon met een verwarmings- en plaatstaalfa-briekje in Springfield USA.
Wytze Tjepkema, general ma-
nager van Mueller BV in Neder-
land is net terug uit een van de
vijftig landen waar Mueller zijn
tanks naar exporteert. “Ze heb-
ben bij Mueller de administratie
altijd goed op orde gehad en een
optelsom leert dat er vanaf 1955
–het jaar waarin de eerste melk-
koeltanks werden gefabriceerd-
er wereldwijd inmiddels ruim
72.000 zijn geleverd. In Neder-
land zijn de melkbussen vanaf
1960 geleidelijk aan vervangen
door de melkkoeltanks, die on-
der andere werden vermarkt
door de firma Meko.
Die kochten in, in Lichten-
voorde bij een fabriek waar in
licentie Mueller tanks werden
vervaardigd. Separaat hadden
ze in Wesepe een afdeling Ser-
vice en werd vanuit Assen de
verkoop gedaan. Na wat overna-
mewisselingen nam Paul Muel-
ler Company in 2008 het bedrijf
over en sindsdien produceren
we voor Mueller melkveehoude-
rijapparatuur, biertanks en een
complete serie producten voor
warmteoverdracht en proces-
apparatuur voor de industriële
markt.”
GroeimarktRecent sloot Mueller Sales in
Assen een lucratieve overeen-
komst met Oeganda voor de le-
vering van 100 melkkoeltanks.
“Afrika is een echte groeimarkt
voor ons. Parallel aan de expor-
tactiviteiten van bijvoorbeeld
FrieslandCampina, proberen we
veehouders en de zuivelwerken-
de bedrijven in die opkomende
markten te overtuigen dat een
Mueller-tank ‘simply the best
in rvs is’. De export van melk-
koeltanks maakt echter slechts
een kwart van onze omzet uit:
de overige driekwart blijft in
Nederland. De meest gang-
bare en gebruikte grootte van
een tank is tussen de 12.000 en
34.000 liter, gelijk aan wat er in
een tankauto kan. De groei van
de zuivelsector en de schaalver-
groting van de bedrijven, maakt
dat sommige boeren zelfs een
tweede tank plaatsen. Een wei-
nig efficiënte oplossing, omdat
het voor de melkrijder extra
handelingen geeft.
LogistiekAl vanaf het begin van de in-
troductie van de melkkoeltank
wordt gezocht naar methoden
om de logistiek te vereenvoudi-
gen. “Tachtig procent van melk
bestaat uit water. Waarom dat
water niet al aan de bron ge-
scheiden, op de boerderij? Tech-
nisch gezien is dat al mogelijk,
maar de uitvoering betekent een
revolutie in de melkkoelruimte,
iets waar de wet- en regelgeving
nog geen antwoord op heeft.”
EnergieneutraalBinnen de branche waarin Mu-
eller werkzaam is, is als doel
gesteld dat in 2020 op in de zui-
velketen energieneutraal wordt
gewerkt. “Centraal in het werk
van Mueller staat de jarenlan-
ge ervaring in het ontwikkelen
en produceren van een uniek
warmteoverdracht systeem,
de Temp-Plate. De warmte die
ontstaat tijdens het koelen van
de melk, wordt normaal ge-
sproken afgegeven aan de bui-
tenlucht.
Met de Mueller Fre-Heater kan
die warmte benut worden voor
het kosteloos verwarmen van
water. Water dat door middel
van doorverwarming via een
boiler benut kan worden voor
het reinigen van de melkstal en
melkkoeltank, maar ook voor
de privéwoning van de vee-
houder. En we gaan als Mueller
zelfs nog een stapje verder. Op
dit moment draaien er proe-
ven waarin we alle warmte die
vrijkomt in een veehouderij,
omzetten in bruikbare ener-
gie. Je kunt daarbij denken aan
de warmte van de koeien, de
lampen, het ingekuilde voer,
noem maar op. Warmte die nu
zó de lucht in gaat en die geen
enkel rendement oplevert. Ver-
spilling en in een tijd die om
duurzaamheid vraagt, onver-
antwoord.”
TotaaloplossingMueller is meer dan alleen
melkkoeltanks. Zo leveren ze
rvs-installaties voor de proces-
industrie, die gebruik maken
van chemische, biochemische,
mechanische en/of fysische
processen. “Complete appara-
ten waarin warmtewisselaars
zijn geïntegreerd, worden als
totaaloplossing geleverd aan
onder andere de chemische in-
dustrie. Naast integratie in de
afzonderlijke producten, kun-
nen warmtewisselaars echter
ook apart worden geleverd. Zo
worden ze onder andere toege-
past door een bedrijf in Duits-
land, die met de warmtewis-
selaars windenergie omzet in
methaangas. Windenergie kun
je namelijk niet opslaan: me-
thaangas wel.”
KelderbiertanksDe echte groeimarkt voor Mu-
eller zit momenteel in het
fabriceren en plaatsen van
biertanks. “De Nederlandse
markt is wat dat betreft rede-
lijk verzadigd, maar in Duits-
land en vooral Engeland ligt er
nog een enorme groeipotentie.
Voor Engeland hebben we een
partner gevonden die samen
met ons de Engelse horeca aan
de kelderbiertank wil krijgen.
We hebben al proefgedraaid op
verschillende festivals en de re-
sultaten zijn heel positief. Ons
doel is nu om alle fusten in het
Wembley stadion te vervan-
gen door biertanks. Als je weet
dat er tijdens een gemiddelde
match in goed anderhalf uur
80.000 liter bier wordt gedron-
ken, kun je je voorstellen wat
een werk dat geeft bij het aan-
en loskoppelen van de fusten.
Een biertank is de oplossing en
geeft de horecaondernemer ook
nog eens de vrijheid om voor
zijn eigen merk bier te kiezen,
zonder zich te hoeven verbin-
den aan één leverancier. Dat
laatste geldt voor de Engelse
horecaondernemer, maar ook
voor zijn Nederlandse collega.”
Missie“Om welk soort koeltank het
ook gaat en voor welke toe-
passing dan ook, onze missie
is eenduidig: als rvs-specialist
willen we op een duurzame en
maatschappelijk verantwoorde
manier een bijdrage leveren aan
een goede en gezonde voedsel-
voorziening op de wereldmarkt.
Dit doen we door middel van
het leveren van hoogwaardige
producten, uitstekende service
en innovatieve oplossingen
voor kwalitatief hoogwaardige,
al dan niet geconditioneerde,
opslag van vloeistoffen.”
www.paulmueller.nl
mueLLeR SiLOTANKS meT eeN TOTAALiNhOuD vAN 3 x 55.000 LiTeR bij eeN GeiTeNbeDRijF iN LimbuRG.
wYTze TjepKemA, GeNeRAL mANAGeR mueLLeR bv NeDeRLAND: “we pRObeReN veehOuDeRS eN De zuiveLweRKeNDe beDRijveN iN OpKOmeNDe
mARKTeN Te OveRTuiGeN DAT eeN mueLLeR-TANK ‘SimpLY The beST iN RvS iS’.’
zONNepANeLeN meT KOeLbAK iN eThiOpië.
Agri & Food Special
Focus op de periferieRuim negentig procent van de mbo leerlingen melkvee en ak-kerbouw aan het Groenhorst Emmeloord volgt een opleiding in het kader van bedrijfsopvol-ging.Het resterende percentage beweegt zich, naar de woorden van directeur Anne Dijk, ‘in het gebied van de periferie’. En het is juist uit die aan de agro ge-relateerde periferie dat er een grote en toenemende vraag is naar geschoolde en vakbekwa-me mensen.
Van de honderd meest concur-
rerende economische clusters
van Nederland behoort meer
dan éénderde tot sector Agro
& Food. Dat is fundamentele
kracht, die voortkomt uit spe-
cialisatie, ondernemerschap
en innovatie. Goed opgeleide
werknemers zijn essentieel
voor het ontwikkelen, invoe-
ren en vermarkten van nieuwe
producten om deze concurren-
tievoorsprong te behouden.
Anne Dijk: “Om een paar cijfers
te noemen: vijftien tot achttien
procent van ons bruto nationaal
product komt voor rekening
van Agro & Food en we staan
tweede op de wereldranglijst
van Agro & Food exporterende
landen.”
Vertekend beeldAgro & Food is echter veel meer
dan alleen de traditionele pri-
maire akkerbouw en veeteelt.
“Het werkgebied van Agro &
Food bestaat uit de primaire
productie, verwerking, toele-
verende industrie en handel in
de Agro en Food sectoren. Het
feit dat ruim negentig procent
van onze leerlingen het onder-
wijs volgt in het kader van be-
drijfsopvolging, geeft dan ook
een vertekend beeld. Juist uit
het gerelateerde bedrijfsleven
is een grote vraag naar goed
geschoold personeel. Op dit
moment hebben we op mbo en
hbo niveau in de akkerbouw een
jaarlijkse uitstroom van zo’n
tweehonderd afgestudeerde
leerlingen, terwijl er een vier-
voudige vraag is. Bij de veeteelt
zijn die cijfers achthonderd
leerlingen en is de vraag het
dubbele. En over tien jaar zelfs
een veelvoud daarvan.”
CIV (Centrum Innovatie Vakman-schap)Als uitvloeisel van het Topsec-
torenbeleid zijn landelijk een
aantal Centra voor Innovatief
Vakmanschap (CIV) ingesteld.
Zij richten zich op een betere
afstemming van de behoeften
uit het bedrijfsleven en een
meer innovatieve houding van
deelnemers en bedrijven. Het
CIV Agro & Food bestaat weer
uit acht zogenaamde Meeting
Points, regionale en sectora-
le consortia van bedrijven en
scholen, die samen zorgen voor
krachtige, uitdagende leerom-
gevingen die het beste in de
deelnemers naar voren halen.
Voor de sectoren Akkerbouw’
en ‘Melkvee’ zijn de Groen-
horst Emmeloord en Dronten
tot Meeting Points verkozen.
Meeting Points hebben een
draagvlak, een bewezen inno-
vatief vermogen en herken-
baarheid in de sector, met een
actieve participatie van bedrij-
ven.
Participatie“Het mes snijdt aan alle kan-
ten”, aldus Anne Dijk. “Werk-
gevers zorgen voor aan-
trekkelijke startbanen met
perspectieven, het onderwijs
biedt opleidingen aan met vol-
doende kwaliteit en relevante
inhoud, en de overheid ruimt
belemmerende regelgeving uit
de weg. De inbreng van het be-
drijfsleven bestaat uit kennis,
apparatuur, materialen, sa-
menwerkingsrelaties en vooral
uit de authentieke praktijksi-
tuaties die uitdagen tot actief
leren.
Bedrijven hebben om verschil-
lende redenen direct belang
bij participatie in een Meeting
Point: studenten werken met
de nieuwste machines en tech-
nologieën, ze leren de meer-
waarde daarvan te onderken-
nen en kunnen de introductie
ondersteunen. Daarnaast heeft
de ondernemer de mogelijk-
heid om studenten aan zich te
binden, vacatures sneller te
vervullen en zo te besparen op
wervingskosten. En last but not
least draagt participatie in een
Meeting Point bij aan algeme-
ne goodwill en een beter imago
van de sector.”
Open Huis Groenhorst College
Donderdag 16 januari
18.30 - 21.00 uur
Groenhorst Emmeloord
De Balkan 16, Emmeloord
(0527) 25 64 00
www.groenhorst.nl
peeT FeRweRDA (ReChTS) eN AAD vAN De buRG
Civ AGRi & FOOD
Werken aan excellent talentTekst: Fred Ootjers
De groeispurt die vooral de Friese melkveehouderij en de zuivelverwerkende industrie op dit moment doormaakt en die een voorbode is van een verdere expansie, gaat gepaard met een nijpend tekort aan vakbekwaam en geschoold personeel, voor-al op MBO niveau. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) voor de sector Agri & Food moet voor de korte en lange ter-mijn de structurele oplossing bieden voor dit probleem.
Het CIV Agri & Food is talen-
tencentrum waar bedrijven en
scholen samenwerken om een
voldoende aantal studenten en
werkenden door te laten groei-
en tot innovatieve vaklui. Ta-
lent dat openstaat voor nieuwe
ontwikkelingen, deze ontdekt
en binnen de topsector Agri &
Food in de praktijk brengt. Het
CIV richt zich met name op mbo
3- en 4-niveau en op levenlang
leren.
Topsectoren“De CIV’s zijn een direct uit-
vloeisel van het topsectoren-
beleid van de overheid, zoals
dat twee jaar geleden is geïni-
tieerd”, aldus Peet Ferwerda,
directeur Mbo Life Sciences van
Nordwin College in Leeuwar-
den. “Het topsectorenbeleid
richt zich op de sectoren die be-
langrijk zijn voor de concurren-
tiepositie van Nederland. Dat
zijn bijvoorbeeld sectoren met
een hoge kennisintensiteit en
exportoriëntatie. Het toenmali-
ge kabinet heeft negen topsec-
toren aangewezen, waaronder
Agri & Food. Agri & Food omvat
alles rond voedsel, zowel de pri-
maire productie als het bewer-
ken, verwerken, vermarkten en
de distributie ervan.”
Meeting PointsOm uitvoering te geven aan het
overheidsbeleid zijn aan de ne-
gen topsectoren een groot aan-
tal CIV’s gekoppeld, verspreid
over Nederland. “Dat zijn re-
gionale en sectorale consortia
van bedrijven en scholen. Sa-
men zorgen ze voor krachtige
en uitdagende leeromgevingen
die het beste in de deelnemers
naar voren halen. Het CIV Agri
& Food is onderverdeeld in
acht Meetingpoints. Die van de
Melkveehouderij en Zuivel zijn
gevestigd in Leeuwarden, bin-
nen Nordwin College en mbo
Life Sciences, een samenwer-
king tussen Friesland College
en Nordwin College. Let wel:
het gaat hier dus niet om een
exclusief Fries gebeuren, maar
we hebben met de Meeting-
points een voortrekkersrol voor
heel Nederland. De leermodu-
les die we hier ontwikkelen –in
nauwe samenwerking met ge-
lijksoortige opleidingsinstitu-
ten in Nederland- worden uit-
eindelijk landelijk uitgerold.”
Participatie bedrijfslevenCruciaal binnen de CIV’s is de
participatie van het bedrijfs-
leven. Aad van der Burg, di-
recteur MBO 3&4/BBL van het
Nordwin College in Leeuwarden
“De ervaring leert dat je moet
blijven investeren in de af-
stemming tussen het agrarisch
onderwijs en de beroepsprak-
tijk. Dat is gemakkelijk gezegd,
maar vraagt van zowel het on-
derwijs als de beroepspraktijk
voortdurend inspanningen. De
CIV’s -en daarmee de Meeting
Points- hebben directe lijnen
met onder de Dairy Chain en
de Dairy Campus, kennis- en
praktijkleercentra waarin het
bedrijfsleven een prominente
rol speelt.”
Excellent niveau“Waar in het verleden vooral de
opleidingsinstituten bepaalden
welke onderwijsinhouden no-
dig zijn, is de rol nu omgedraaid
en wordt ze afgestemd op de
vraag uit het bedrijfsleven. Die
vraag staat centraal en het is
aan ons als CIV om daar onder-
wijs van te maken.
De verantwoordelijkheid voor
het opleiden van vaklieden ligt
niet langer alleen bij het onder-
wijs, maar bij onderwijs, werk-
gevers en overheid gezamen-
lijk. Werkgevers zorgen voor
aantrekkelijke startbanen met
perspectieven, het onderwijs
biedt opleidingen aan met vol-
doende kwaliteit en relevante
inhoud, en de overheid ruimt
belemmerende regelgeving uit
de weg. Met als uiteindelijk doel
het leveren van vakspecialisten
op excellent niveau!”
www.civ-agri-food.nl
Agri & Food Special
Friese opleidingen vormen stevig fundament voor succesvolle melk-veehouderij en zuivelindustrieWie Nederland zegt, zegt zui-velland. De melkveehouderij en zuivelindustrie zijn samen goed voor tienduizenden banen en miljarden euro’s aan omzet. De Nederlandse zuivelsector is een van de productiefste ter wereld en bezit de kennis, technologie en natuurlijke omstandigheden om in te kunnen spelen op de groeiende wereldvraag. Met het verdwijnen van het melkquotum in 2015 zal de productie naar ver-wachting met 20 tot 30% stijgen.
De toenemende wereldvraag
naar zuivel en de verwachte
productiestijging vragen om
meer goed opgeleid personeel.
Om aan die vraag te kunnen
voldoen, is op initiatief van het
Friese bedrijfsleven het plan
Dairy Chain Friesland opge-
steld. Het plan is een samen-
werking tussen de opleidingen
van Life Sciences & Technology
Leeuwarden (Hogeschool VHL
en NHL) en Mbo Life Sciences
(Nordwin College en Friesland
College). Vanaf 1 januari 2014
spannen beide scholen zich
in om jaarlijks ten minste 200
geschoolde werknemers op te
leiden voor de melkveehou-
derij en zuivelindustrie. Naast
het bedrijfsleven participeren
de provincie Friesland, de ge-
meenten Leeuwarden en Hee-
renveen en diverse noordelijke
onderwijsinstellingen.
Andere houdingDe komst van de bedrijven
A’Ware, Fonterra en Ausnutria
naar Heerenveen en de uitbrei-
dingsplannen van Friesland-
Campina in Leeuwarden zor-
gen de komende twee jaar voor
meer dan € 500 miljoen aan
investeringen in de Friese zui-
velsector. Voor studenten biedt
dit een mooi uitzicht op een
goede baan. “Op korte termijn
zijn er bij zuivelbedrijven en
in toeleverende, verwerkende
en dienstverlenende sectoren
operators, analisten, labo-
ranten, kwaliteitsmanagers,
technologen en procestechnici
nodig”, vertelt Peet Ferwerda,
directeur Mbo Life Sciences.
“Het is van het grootste belang
dat we meer studenten oplei-
den voor de zuivelsector.”
Maar ook de primaire melk-
veehouderij, waarin de boeren
en adviseurs werken, heeft
behoefte aan meer goed op-
geleid personeel en onderne-
mers, zegt Jan van der Valk,
directeur van onder meer de
opleiding Melkveehouderij van
Hogeschool VHL. De opleiding
Melkveehouderij speelt nu al
in op de ontwikkelingen in de
zuivelsector door de studenten
meer vanuit het welzijn van de
koeien te laten denken. Met
andere woorden: ‘duurzamer’
omgaan met de koe. Van die
kennis heeft de gehele zuivel-
keten straks enorm veel pro-
fijt. “Een koe die langer leeft
en langer gezond blijft, geeft
nu eenmaal meer melk. Beter
voor iedereen dus!”
Kansen voor iedereenIn het plan Dairy Chain Fries-
land ontwikkelen onderwijs
en bedrijfsleven samen pas-
sende onderwijsprogramma’s
die aansluiten op de praktijk.
Het onderwijs stelt studen-
ten en kennis beschikbaar
aan het bedrijfsleven voor
toegepast onderzoek en in-
novaties. Het bedrijfsleven
geeft op zijn beurt studenten
de mogelijkheid om stage te
lopen.
Dairy Chain Friesland bedient
de gehele keten. “Het MBO
leidt met name mensen op
die kennis op het gebied van
producttechnologie en proces-
techniek in huis hebben. Pre-
cies waar het bedrijfseven om
vraagt”, aldus Ferwerda. De
opleiding Melkveehouderij van
Van der Valk is, als onderdeel
van de Dairy Campus, al langer
bezig is om in te spelen op de
ontwikkelingen in de melk-
veehouderij en zuivelsector.
“Dankzij Dairy Chain Fries-
land profiteert nu de complete
keten, ‘van gras tot glas’, van
de kennis en kunde binnen
Hogeschool VHL; van Melk-
veehouderij tot Voedingsmid-
delentechnologie en de Life
Sciences-opleidingen”, is de
opleidingsdirecteur overtuigd.
“Door deze integratie van
onderwijs en bedrijfsleven
kunnen wij meer toegepast
onderzoek doen en innova-
ties bewerkstelligen. Daarmee
houden we onze opleiding
interessant voor toekomsti-
ge studenten.” En dat heeft
weer een positieve invloed op
de instroom van studenten in
de opleidingen van Mbo Life
Sciences en LS&T Leeuwarden.
Het mes snijdt dus aan twee
kanten, vindt ook Ferwerda.
“Dairy Chain Friesland zorgt
ervoor dat we de benodigde
200 mensen per jaar kunnen
opleiden voor de zuivelsec-
tor.”
Ook voor mensen die momen-
teel geen werk hebben, bieden
de ontwikkelingen in de melk-
veehouderij en zuivelindustrie
kansen. Ferwerda legt uit: “Via
een verkort leertraject kunnen
zij zich laten om- of bijscholen
en zo vrijwel direct aan de slag
in de zuivelindustrie. Eenmaal
aan het werk kunnen zowel
jonge als ervaren professio-
nals hun kennis verder ver-
breden en verdiepen door het
volgen van een breed aanbod
aan deeltijdopleidingen van op
MBO en op HBO niveau. Vol-
waardige studies die opleiden
tot een erkend vakdiploma.”
Unieke samenwerkingDe samenwerking tussen Life
Sciences & Technology (LS&T)
Leeuwarden en Mbo Life Sci-
ences zorgt voor een stevig
fundament voor een succes-
volle uitvoering van Dairy
Chain Friesland. De geza-
menlijke leeromgeving is een
unicum in Nederland. Omdat
LS&T en Mbo Life Sciences ge-
bouw, docenten en apparatuur
delen, ontstaat er een uitzon-
derlijke synergie en zijn er
prima doorstroommogelijk-
heden. Bijvoorbeeld naar op-
leidingen als Voedingsmidde-
lentechnologie, Bedrijfskunde
& Agribusiness en Biotechno-
logie.
Wendy Zuidema-Haans, di-
recteur LS&T Leeuwarden, is
blij met de samenwerking die
in Dairy Chain Friesland wordt
gerealiseerd. “We delen dit
succes met de bedrijven, zij
hebben op tijd de goede vragen
gesteld. En uiteraard ook met
de overheden; de provincie
Friesland steunt het plan fi-
nancieel, dat is geweldig! Wel-
ke dairyopleiding de student
ook kiest, twee dingen kunnen
we garanderen: een baan en
collega’s die staan voor de in-
houd van hun vak.”
iNGRiD De bOeR eN hAYCO vAN DeR veeN
Agri & Food Special
NieLSeN-mASSeY vANiLLAS
‘Pure, 100% natuurlijke extracten’Tekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie
Nielsen-Massey Vanillas, met vestigingen in Leeuwarden en de Verenigde Staten, behoort we-reldwijd gezien tot de 3 grootste producenten van pure, 100% na-tuurlijke extracten op basis van koude-extractie. In Leeuwarden worden vanille-extracten gepro-duceerd voor onder andere de industrie, foodservice en retail.
Nielsen-Massey Vanillas In-
ternational B.V. in Leeuwar-
den maakt onderdeel uit van
het Amerikaanse familiebedrijf
Nielsen-Massey Vanillas, waar
sinds 1907 inmiddels de derde
generatie Nielsen aan het roer
staat. Het concern produceert
verschillende pure extracten
van vanille, chocolade, koffie,
amandel, citroen, sinaasap-
pel, sinaasappelbloesemwater
en pepermunt. Deze extracten
worden wereldwijd toegepast in
de voedingsmiddelensector.
Verfijnde geur en smaakAlgemeen directeur Bouwe de
Vries vertelt: ‘In Leeuwarden
produceren we sinds 1995 va-
nille-extracten en zijn distri-
buteur van de andere extracten
die in de Verenigde Staten vol-
gens hetzelfde productiepro-
cedé worden gemaakt. In sep-
tember 2013 zijn we verhuisd
naar de Apolloweg 8 in Leeu-
warden. Dit pand is middels een
half jaar durende verbouwing
aangepast naar onze wensen en
alle normen voor de voedings-
middelenindustrie. Tijdens een
spectaculaire opening in okto-
ber hebben we met personeel
en klanten gevierd dat onze
productieruimte is verdriedub-
beld en de kantoorruimte is
vertienvoudigd.’
In de productiehal wordt het lei-dingwater gefilterd middels een ozon installatie. Vervolgens worden door middel
van koude-extractie vele soor-
ten vanille-extracten geëx-
traheerd (onttrokken) uit peu-
len van verschillende soorten
vanilleplanten van plantages
wereldwijd. De peulen wor-
den geplukt als ze nog niet rijp
zijn, waarna ze vochtig verhit
en voorts langzaam gedroogd
worden. Door dit fermenta-
tieproces verandert de onrij-
pe, niet-aromatische vrucht
in een zwart vanillestokje met
een verfijnde geur en smaak.
De gedroogde peulen worden in
Leeuwarden versneden. Tijdens
verschillende sessies -waarbij
suikers, water en alcohol wor-
den toegevoegd- is het mogelijk
om de circa 300 verschillende
geur- en smaakcomponenten
uit de peul en de zaadjes (het
vanillemerg) te extraheren. Het
procedé koude-extractie staat
garant voor optimale kwaliteit
en smaak.
Groeimarkten foodservice en consumenten‘Wereldwijd is er meer vraag
naar vanille dan er geleverd kan
worden’, aldus de Vries. ‘Veel
producenten nemen daarom
hun toevlucht tot het maken
van synthetische vanille. Wij
gebruiken voor al onze extrac-
ten alleen puur natuurlijke
grondstoffen. Onze biologische
producten voldoen aan de Skal
en USDA/NOP eisen. De zeer di-
verse vanille-extracten worden
gebruikt in allerhande gerech-
ten van cupcake tot de verfijnde
keuken, maar ook voor medicij-
nen en parfum.’
‘Onze grootste groei zit in de
consumentenmarkt en food-
service branche. Mooie ge-
rechten maken met heerlijke
ingrediënten heeft een enorme
vlucht genomen. Ook de diver-
se kookprogramma’s op TV zijn
hier debet aan. Al onze extrac-
ten zijn verkrijgbaar in verpak-
kingen van 60 ml tot ieder ge-
wenst formaat en we leveren in
vrijwel alle landen wereldwijd.
De consument vindt op onze
website altijd een detailhandel/
delicatessenzaak in de buurt.
De vestiging Leeuwarden telt
10 medewerkers. We zijn be-
zig met het vormen van een
management team. Hiervoor
zijn we op zoek naar een Qua-
lity Control manager en een
Production Planner. Mochten
mensen geïnteresseerd zijn
in één van deze functies dan
kunnen ze de QR code scannen
voor meer informatie. Op korte
termijn zullen we in meer func-
ties uitbreiden. Tot slot staat
de bouw van een proefkeuken
gepland voor demonstraties.
De groei zit er goed in dus volle
kracht vooruit.’
www.nielsenmassey.com
Innovatief groothandel- concept voor de horecaHet was in 1998 dat vier man-nen uit de branche -Jan Veen-stra, Bert Geuze, Evert Blaauw en Koenraad Winter- de koppen bij elkaar staken voor een inno-vatief groothandelconcept voor de horeca. Het was twee jaar later -om precies te zijn op 24 januari 2000- dat VHC ActiFood een feit was.
“Belangrijkste doelstelling
was en is: een nieuw soort
groothandel te zijn voor de
ondernemer in de horeca, met
een breed assortiment en een
ongekend hoge servicegraad”,
aldus Evert Blaauw, een van
de directeuren van VHC Acti-
Food. “Vanaf dag één hebben
we gekozen om niet alleen een
leverancier, maar ook en voor-
al een partner te zijn voor de
horeca. Alles wat we doen, elke
zakelijke stap die we zetten, is
afgestemd op de behoefte van
onze klanten.”
In de afgelopen dertien jaar
maakte VHC ActiFood een
spectaculaire groei door, met
als voorlopig sluitstuk in het
voorjaar van 2013 een aan-
zienlijke uitbreiding en reno-
vatie van het bedrijfspand op
het industrieterrein Veneko-
ten in het Friese Oosterwolde.
In die jaren is VHC ActiFood
uitgegroeid tot een totaalleve-
rancier voor de meest uiteen-
lopende horecagelegenheden.
Met meer dan 20.000 artikelen
vinden cafetaria’s, kantines,
restaurants, café’s, hotels,
instellingen en sociale werk-
plaatsen altijd precies datgene
waar ze naar op zoek zijn.
Het partner willen zijn voor de
ondernemer in de horeca ver-
taalt zich onder andere in de
uitbreiding van de adviesfunc-
tie van VHC ActiFood. “Onze
specialisten zijn niet alleen een
klankbord voor ondernemers,
maar ze denken ook actief mee
waar het gaat om assortiment,
kwaliteit en voorraad. En om
nog een stapje verder te gaan:
in onze nieuwbouw kunnen
horecaondernemers kokke-
rellen in de demokeuken om
nieuwe gerechten en smaken
te proberen en worden er in
onze trainingsruimte de meest
uiteenlopende workshops en
trainingen gegeven. Kijk: en
dat bedoelen we dus met een
‘innovatief groothandelcon-
cept’.”
VHC ActiFood
Buurstede 1, Oosterwolde
(0516) 56 71 07
www.actifood.nl
CSK FOOD eNRiChmeNT
Say cheese to taste!CSK Food Enrichment in Leeu-warden. Een eigentijdse be-drijfsnaam, maar de letters ‘CSK’ gaan terug tot het jaar 1905 wanneer een achttiental Friese zuivelfabrieken de Coöperatie-ve Stremsel- en Kleurselfabriek oprichtten. Doel was om met zui-velcultures smaak aan kaas te geven, iets wat tot op de huidige dag de corebusiness van CSK is gebleven. Ruim honderd jaar geleden voor die achttien zui-velfabriekjes in Friesland: anno 2013 worden de producten van-uit Leeuwarden naar ruim dertig landen over de hele wereld ge-exporteerd.
“Men kent ons in de branche
als ‘de tastemakers’”, vertelt
Sanne Melles, algemeen direc-
teur van CSK. “Wij bepalen de
smaak van allerlei producten
die van melk worden gemaakt.
Dat is vooral kaas, maar bij-
voorbeeld ook yoghurt, kwark
en boter. Die smaak komt van
melkeigen bacteriën, het zo-
genaamde zuursel, waarvan
wij honderden varianten pro-
duceren. Van zichzelf smaakt
alle melk hetzelfde, maar het
verschil zit hem in de bacterie.
Er zijn talloze soorten bacteri-
en die melkzuur produceren en
daarbij hun eigen karakteris-
tieke smaak en aroma aan het
zuivelproduct meegeven.”
Flavour wheel“In ons laboratorium in Ede ma-
ken we voortdurend selecties van
die bacteriën, afgestemd op de
vraag van de klant. Die klant wil
bijvoorbeeld een laagvet kaas.
Probleem van dit type kaas is dat
ze vrijwel geen smaak heeft en
dat ook de textuur niet uitnodigt
tot consumptie. Met hulp van
ons ‘Flavour wheel’ -een pallet
van smaken- gaan we in nauwe
samenwerking met de klant op
zoek naar de gewenste smaak en
passen tegelijk de textuur aan.
Alles met inzet van authentieke,
hoogwaardige zuivelingrediën-
ten, puur natuurlijk en die naad-
loos aansluiten op een gezonde,
verantwoorde en duurzame ma-
nier van leven.”
NieuwbouwOm aan de toenemende we-
reldwijde vraag te voldoen is
recent bij de bestaande strem-
selfabriek aan de Pallasweg in
Leeuwarden een nieuwe zuur-
selfabriek gebouwd. “Met de
nieuwbouw zijn alle kernacti-
viteiten van CSK op één plek
samengebracht. Kaas is nog
altijd onze corebusiness, maar
er is steeds meer vraag naar
gefermenteerde producten als
yoghurt en kwark. De nieuwe
fabriek heeft een dubbele capa-
citeit ten opzichte van de oude
situatie en met uitbreidings-
mogelijkheden naar de toe-
komst.”
CSK Food Enrichment
Pallasweg 1, Leeuwarden
(058) 284 42 42
www.cskfood.com
Agri & Food Special
SmeDiNG:
AGF grootleverancier en koploper in duurzaamheidTekst: Fred Ootjers
Het begint in 1934, wanneer Rients Smeding in Wommels ‘R. Smeding’s Aardappelen-Groen-ten-Fruit’ begint. Bijna tachtig jaar later is het eenmansbedrijf-je uitgegroeid tot een professio-nele groothandelsorganisatie in aardappelen, groenten en fruit (AGF) met landelijke dekking en staan twee kleinzonen Smeding aan het hoofd van een onder-neming die inmiddels zo’n 350 werknemers telt.
Smeding Groenten Fruit is ge-
vestigd op bedrijventerrein De
Wissel in Sint Annaparochie in
een enorm distributiecentrum.
Op een willekeurige dag staan
bij de tientallen haal- en breng
docks in slagorde evenzovele
vrachtwagens met de vertrouw-
de ‘Smeding’ belettering op-
gesteld, terwijl langs de straat
vrachtwagens uit binnen- en
buitenland in colonne wachten
om geladen of gelost te wor-
den. Marco Duineveld verant-
woordelijke voor commercie bij
Smeding: “Alles bij Smeding is
gericht op snelheid. Groente en
fruit vormen immers ultra ver-
se producten met een zeer be-
perkte houdbaarheid. Eenmaal
geoogst is het zaak de produc-
ten zo snel mogelijk bij de klant
te krijgen. Vanaf het moment
dat de producten bij ons bin-
nen komen, vinden ze via een
volledig geautomatiseerd sys-
teem uiteindelijk hun weg naar
de klant. Een systeem dat ons
in staat stelt zowel volle colli’s
(dozen, kratjes) richting retail,
als gemengde colli’s richting
horeca op een efficiënte wijze
uit te leveren.”
Foodretail & Foodservice De diensten van Smeding wor-
den onderverdeeld in Foodre-
tail en Foodservice. Als Fresh
Partner van Sligro Food Group
levert Smeding wekelijks zowel
via de bezorgservice als via de
Sligro Zelfbedieningswinkels
aan 7000 horeca ondernemers.
“We hebben een groot klanten-
spectrum, zoals ziekenhuizen,
recreatieondernemingen, cate-
raars, warenhuizen, scholenge-
meenschappen, hobbykoks en
een groot scala aan restaurants.
Van sterrenzaak tot snackbar.
Klanten zijn onder andere Re-
derij Doeksen en De Walrus,
maar ook De Efteling, Dieren-
park Amersfoort, Center Parcs,
De Zwaluwhoeve en IKEA. Aan-
vullend beleveren we dagelijks
de retailformules EMTE, SPAR
en MARQT. Hoewel het klant-
portfolio groot is, is elke klant
-groot of klein- even belang-
rijk. Immers, we weten waar we
vandaan komen.”
OntzorgenSmeding koopt haar produc-
ten in binnen- en buitenland
direct van de boer om daarmee
de doorlooptijd tussen oogst en
uitlevering naar de klant zoveel
mogelijk te beperken. “We zit-
ten heel dicht op de eindklant,
maar ook op de producent”,
geeft Marco aan. “Gevolg is dat
onze rol zich geëvolueerd heeft
van traditionele groenteboer
naar adviseur. Zaak is om onze
klanten te ontzorgen en door de
seizoenen heen de juiste keuzes
te laten maken. Gelukkig begint
het besef weer langzaam door
te dringen dat groente en fruit
bij uitstek gekenmerkt wordt
door de seizoenen.
En dat de seizoenen zeer bepa-
lend zijn voor zowel de kwali-
teit als de prijs van het product.
Waarom producten van dui-
zenden kilometers ver halen,
terwijl er prachtige lokale al-
ternatieven voorhanden zijn?
Waarom in de winter in het
zomeraanbod blijven hangen,
terwijl er een enorme variatie
aan zogenaamde wintergroen-
ten bestaat? Variërend van een
keur aan bieten-, peen- en
koolsoorten. In dit verband
wellicht leuk om te vermelden
is dat onze vertrouwde Hol-
landse boerenkool in New York
helemaal hot is en als super-
food tegen navenante prijzen
wordt verkocht! Een ontnuch-
terende conclusie terwijl wij de
Amazone aan het afstropen zijn
naar het volgende superfood.
Zaak is dat we onze eigen keu-
ken opnieuw leren waarderen,
de seizoenen weer leren kennen
en ons de kennis rond bereiding
van deze traditionele groenten
weer eigen maken. Smeding
zet zich actief in om deze ken-
nis actief bij te brengen door
het organiseren van inspira-
tiesessies, het ontwikkelen van
receptkaarten en menu-engi-
neering. Ofwel: het actief on-
dersteunen bij het ontwikkelen
van de menukaart.”
Duurzamere teeltwijze“Naast onze klanten helpen
wij ook onze telers gericht te
innoveren zowel op het gebied
van product als verpakkings-
innovatie. De tijd van de zo-
genaamde ‘wasser-bombe’ als
metafoor voor de vervlakking
van onze groente en fruit van
eigen bodem ligt inmiddels ver
achter ons. De soortenrijkdom
naar smaak, vorm en kleur is
bijna onuitputtelijk. Ook inspi-
reren we onze telers om de om-
schakeling te maken naar een
duurzamer teeltwijze waarin
natuurlijke gewasbescherming
steeds meer de norm wordt.
dit assortiment is herkenbaar
onder de labels ‘Alle Dag Vers
Natuurlijk Eerlijk & Heerlijk’ en
‘Mijnboer’ en is sterk groeiend.
Ik durf gerust te stellen dat we
een echte voortrekker en kop-
loper zijn in duurzaamheid. Zo-
wel gedreven vanuit de klant-
vraag als vanuit een intrinsieke
motivatie, die verder reikt dan
het korte termijn rendement.
In dat kader binden we ons ook
steeds meer aan lokale telers
om zodoende een nog grotere
bijdrage te leveren aan de re-
gionale economie en het aan-
tal aanvoerkilometers verder-
gaand te minimaliseren.”
Kristallisatiepunt“We zijn gevestigd in een ge-
bied dat van oorsprong geken-
merkt wordt door veel groente-
en fruitteelt. Wij willen bewust
een bijdrage leveren aan een
actief herstel van deze oor-
spronkelijke basis. Als Neder-
landers zijn we geneigd om bij
eerlijke handel of duurzaam-
heid direct naar het buitenland
te kijken. Maar de uitdagingen
waarvoor we dagelijks staan in
het sentiment van de huidige
prijzenoorlogen, zijn zeker zo
groot. Met het omarmen van
onder andere Kwekerij ’t Wiid
in Wier ontwikkelen we -samen
met EMPATEC- een kristallisa-
tiepunt, waar kennisuitwisse-
ling en duurzame teelt het uit-
gangspunt vormen. Hier gaan
we op het terrein van het reeds
bestaande teeltbedrijf in de ko-
mende jaren een inspiratiekeu-
ken, trainingscentrum en land-
schapstuin met een veelheid
aan oorspronkelijke appel- en
perenrassen realiseren.”.
Groente en Fruit revolutieGroente en fruit zijn een hot
item. In de Boeken Top 10 staat
steevast een aantal boeken die
de nadruk leggen op de gezond-
heidsaspecten van groente en
fruit. Een goed voorbeeld is De
Voedselzandloper van Kris Ver-
burg. Marco: “Vijftig procent
van alle ziektes is aan voeding
gerelateerd. Meer dan een mil-
joen mensen zijn diabetes type
2 patiënt. Obesitas is zo langza-
merhand verworden tot volks-
ziekte nummer 1. Niet alleen
onder volwassenen, maar heel
nadrukkelijk ook onder kinde-
ren. De oorzaak is simpel: we
eten te veel van alles, we eten
te eenzijdig, we eten te veel
koolhydraten (suikers) en we
bewegen te weinig. Steeds meer
onderzoekers en artsen pleiten
dan ook voor een drastische
aanpassing van ons voedings-
patroon. Groente en fruit zou-
den veel meer de basis moeten
vormen van ons voedingspa-
troon, door de aanwezigheid
van onder andere vitaminen,
mineralen, fytonutriënten en
vezels. In dat kader is het dan
ook onbegrijpelijk dat groente
al decennia lang laagwaardig
wordt weggezet en zo zoetjes-
aan de status van een side dish
heeft gekregen. De tijd is rijp
dat groente en fruit een pro-
minentere positie verwerven
op het etensbord thuis, in het
restaurant, in het ziekenhuis of
onderweg. We zien het als onze
missie telers en klanten op een
inspirerende wijze te helpen
om deze omslag mogelijk te
maken. Een omslag die vanuit
het oogpunt van duurzaamheid,
gezondheid en food costs alleen
maar winnaars kent!”
www.smeding.nl
mARCO DuiNeveLD vAN SmeDiNG GROeNTeN eN FRuiT
iNSpiRATieSeSSie bij biOLOGiSChe TeLeR GeRjAN SNippe iN zeewOLDe
KweKeRij iT wiiD iN wieR
heT hOOFDKANTOOR eN DiSTRibuTieCeNTRum vAN SmeDiNG iN SiNT ANNApAROChie
Agri & Food Special
KLAAS hAANSTRA, DiReCTeuR AGRiTeAm FRYSLâN
‘Voor elk goed agrarisch onder- nemersplan hebben wij geld over’Tekst: Fred Ootjers
Ze staan als Agriteam ABN AMRO heel dicht op hun klan-ten, de agrariër en de daaraan gerelateerde agribusiness. Let-terlijk heel dichtbij: de meeste gesprekken vinden plaats op het boerenerf, aan de keukenta-fel of in de stal. Klaas Haanstra, directeur Agriteam Fryslân en zelf boerenzoon, over affiniteit, grondprijzen en een fabel.
ABN AMRO heeft verdeeld over
Nederland elf Agriteams. De
teams bestaan uit agrarisch re-
latiemanagers, die weten wat
er speelt in de agrarische sec-
tor. Hun kennis vormt de basis
voor het financiële advies, dat
volledig afgestemd wordt op
de persoonlijke situatie. Haan-
stra: “ABN AMRO heeft in 2011
gekozen voor een verdere pro-
fessionalisering van de dienst-
verlening en bundeling van
mensen en kennis.. Verdeeld
over de verschillende sectoren
-waaronder de agrarische- zijn
er teams van specialisten op-
gezet die precies weten wat er
in de betreffende sector leeft.
De medewerkers hebben vrij-
wel zonder uitzondering zelf
een agrarische achtergrond en
daarom een grote mate, haast
vanzelfsprekende affiniteit met
de doelgroep. Gekscherend noe-
men we onszelf wel ‘de boeren
binnen de bank’. Veel hebben
een hogere agrarische opleiding
gevolgd, wat ze in staat stelt
mee te denken in de bedrijfs-
strategie van de agrarische on-
dernemer.”
RisicoHaanstra benadrukt dat het
Agriteam niet op de stoel van
de agrarische ondernemer
gaat zitten. “De boer blijft on-
dernemer. Hij kan ons advies
met betrekking tot zijn finan-
ciële bedrijfsvoering ter harte
nemen, maar hij kan het ook
naast zich neer leggen. Wij
zijn niet dwingend of sturend,
maar denken mee en vooruit in
de consequenties die bijvoor-
beeld het aankopen van grond
kunnen hebben. De landbouw
toont zich crisisbestendig. Zo-
wel in de melkveehouderij als
de akkerbouw vindt schaalver-
groting plaats met een stijging
van de grondprijzen tot gevolg.
Wat te doen? Nu grond kopen
voor schaalvergroting met het
risico dat er op een later mo-
ment geen middelen beschik-
baar zijn voor uitbreiding van
de gebouwen? Belangen die
zorgvuldig tegen elkaar moeten
worden afgewogen en waar-
in wij de agrariër vanuit onze
expertise en affiniteit met het
onderwerp een gedegen advies
kunnen geven.”
BeoordelingAls directeur van het Agriteam
Fryslân heeft Haanstra de eer-
ste beslissingsbevoegdheid in
het beoordelen van een onder-
nemersplan. “Juist het gegeven
dat we als Agriteam heel dicht
bij de boerengezinnen staan,
maakt dat we goed inzicht heb-
ben in alle relevante factoren
die van belang zijn bij een mo-
gelijke financiering. We nemen
de plannen op de vertrouwde
eigen locatie van de onderne-
mer zorgvuldig door en als we
er een reële kans van slagen in
zien, geven we ter plekke een
principe-akkoord. Een princi-
pe-akkoord dat in de regel leidt
tot een definitieve beslissing
om het plan te financieren.”
VerdienmodelVan doorslaggevend belang is
het feit dat het verdienmodel
van de agrarisch ondernemer
gezond moet zijn. “Er wordt
vaak gedacht dat zekerheid
-zoals grond- de belangrijkste
factor is voor de financierbaar-
heid van bedrijven. Zo zien wij
dat niet. Een structureel gezon-
de bedrijfsvoering biedt meer
financiële garantie voor de
toekomst, dan je voortbestaan
als agrarisch ondernemer te
verbinden aan de grond. Ver-
leidelijk en vanuit het wezen
van de boer begrijpelijk, maar
de sterke schommelingen in de
grondprijzen van de afgelopen
decennia laten zien hoe relatief
die zekerheid is.”
VertrouwenEn om een hardnekkig misver-
stand uit de wereld te helpen: de
kredietkraan van de ABN AMRO
is allerminst dicht gedraaid.
“Tot in de vakbladen aan toe
verschijnen er berichten dat wij
als bank geen kredieten meer
zouden verschaffen. Een fa-
bel die een eigen leven is gaan
leiden en volkomen ongegrond
is. Als ABN AMRO en zeker als
Agriteam hebben wij alle ver-
trouwen in de toekomst van
de agrarische sector, zowel op
korte als lange termijn. Voor elk
goed agrarisch ondernemers-
plan hebben wij geld over. Zo
eenvoudig is dat. Wie een plan
heeft kan mij bellen en dan ma-
ken we direct een afspraak. Niet
bij ons op kantoor, maar bij de
ondernemer thuis.”
Nieuwsgierig? Bel Klaas Haan-
stra op (06) 10 91 62 45.
www.abnamro.nl/agrarisch
pieR bAKKeR vAN AGRi vASTGOeD:
‘We denken als agrariërs’Ze hebben hun roots in Fries-land, zijn als vastgoedmakelaar voor de agro marktleider in de provincie en ze voelen zich sterk verbonden met de doelgroep. Agri Vastgoed in Leeuwarden viert in 2014 haar vijftigjarig bestaan, een periode waarin de makelaardij uitgroeide van een enkele medewerker, tot een bu-reau waarin negen specialisten vooral de Friese agrariërs van dienst zijn in onroerend goed zaken.
Het begint in 1964 wanneer het
Friese Accountantsbureau be-
sluit een bescheiden vastgoed-
poot te openen. Pier Bakker,
directeur Agri Vastgoed: “Vanaf
de start is het een puur agrari-
sche makelaardij geweest. Het
merendeel van het werk in die
beginjaren bestond uit fiscale
transacties. Geleidelijk kwamen
daar de echte makelaarsactivi-
teiten bij en groeide het kantoor
uit tot een volwaardig vastgoed-
bedrijf. In 2006 werd AVM over-
genomen door ACCON en ging
het accountantskantoor verder
als ACCON-AVM. Een jaar later
maakte de vastgoedpoot zich los
van het moederbedrijf en waren
we vanaf dat moment als Agri
Vastgoed een geheel zelfstandi-
ge onderneming.”
VakspecialistenAgri Vastgoed houdt zich onder
andere bezig met verkoop, aan-
koop, pachtzaken, emigratie,
semigratie en onteigenings-
zaken. “Op elk gebied hebben
we vakspecialisten zitten. De
meeste van ons hebben een
agrarische achtergrond en we
staan heel dicht bij de onderne-
mer. We denken als agrariërs.”
ProfessionaliseringDe voortgaande professiona-
lisering van de agrarische be-
drijfstak vertaalt zich ook in
het steeds beter documenteren
van gegevens. “Vroeger -nog
niet eens zo heel lang geleden-
werden er zaken beklonken op
de achterkant van een siga-
rendoosje. Dat is niet meer van
deze tijd. De gemiddelde boer is
tegenwoordig meer dan gemid-
deld geschoold. Veel hebben de
hogere landbouwschool gedaan
en ze benaderen hun bedrijf
als een echte onderneming. Ze
hebben voortdurend behoefte
aan actuele en gedetailleerde
informatie, voordat ze een be-
slissing nemen. Bij elke inves-
tering praten we al gauw over
enkele tonnen, geen bedragen
die je alleen op je gevoel in je
bedrijf stopt.”
GrondprijsGemiddeld bestaat de waar-
de van een agrarisch bedrijf in
Friesland voor negentig procent
uit grond, gebouwen en pro-
ductierechten. “De agrarische
sector doet het over de hele li-
nie goed, wat maakt dat ook de
grondprijs goed is. In Friesland
zijn die prijzen per gebied ech-
ter heel verschillend. Feit is dat
goede grond schaars is. Voor
wat betreft de melkveehouderij
zie je dat de boeren zeer streek-
gebonden zijn. Van belang is
wie je buren zijn en in welke
omgeving je terecht komt. Die
factoren bepalen voor een groot
deel de prijs. Het liefst blijft de
boer zitten waar hij zit en pro-
beert hij zoveel mogelijk gron-
den te verkrijgen die aansluiten
op zijn bestaande areaal. Met
als gevolg dat de grondprijs in
die gebieden als hoog wordt
ervaren. In de akkerbouw is er
vooral vraag naar kwalitatief
zeer goede grond. Over het al-
gemeen zie je dat de agrariër bij
voorkeur ook hier in zijn eigen
en vertrouwde regio wil blijven
boeren.”
SchaalvergrotingIn 1984 werd het melkquotum
geïntroduceerd en ging van-
af dat moment een groot deel
van de investeringen van vee-
houder szitten in de aankoop
van melkquota. Er werd niet of
nauwelijks geïnvesteerd in be-
drijfsgebouwen, en stallen die
oorspronkelijk gebouwd waren
voor een afschrijfperiode van
twintig jaar, waren veertig jaar
later nog in gebruik.
“Vanaf 2008 zijn de boeren
weer gaan investeren in de
bouw van stallen, om zich nu
te concentreren op het verwer-
ven van meer grond. De schaal-
vergroting gaat onverminderd
door en behalve in de breedte
wordt er ook veel geld vrijge-
maakt voor een optimalisering
van de bedrijfsinfrastructuur.”
Ondernemend afbouwenEen ontwikkeling waarin Agri
Vastgoed als makelaar ook een
rol speelt, is het ‘ondernemend
afbouwen’. “We hebben het
dan over stakende boeren, boe-
ren die hun bedrijf beëindigen
en verkopen. In het verleden
beurde hij dan een zak met geld,
liet zich een mooi huis bouwen,
kocht een lijfrente en liet het
aan de bank om zijn restkapi-
taal te beleggen. De bankpe-
rikelen van de afgelopen jaren
hebben echter gemaakt dat een
deel van de stakende boeren
zelf hun financiële zaken ter
hand nemen en gaan investe-
ren in de agrarische sector. Ze
verkopen hun land niet, maar
verhuren het. Dat verschaft ze
een geregeld en waardevast in-
komen, ze houden grip en over-
zicht op hun vermogen en last
but not least blijven ze dicht bij
hun oude beroep van boer.”
Agri Vastgoed
Sixmastraat 4, Leeuwarden
(058) 284 91 71
www.agrivastgoed.nl
Agri & Food Special
AuSNuTRiA hYpROCA
Boomingmarkt voor babyvoedingTekst: Fred Ootjers
In de wachtruimte van de Ausnu-tria Hyproca-locatie in Leeuwar-den hangt aan de muur een schil-derij van een goede twee meter hoog bij drie meter breed. Het doek toont de beschouwer een meer dan levensgrote baby die op de rug liggend in een typisch Fries landschap zich tegoed doet aan een zuigflesje half gevuld met melk die het tussen de tenen geklemd houdt. Een vertederend beeld dat in één oogopslag laat zien waar Ausnutria Hyproca voor staat.
“Flesvoeding gebaseerd op
melkpoeder is inderdaad onze
corebusiness”, vertelt Ger-
rit Bijlsma, managing direc-
tor Lypack Leeuwarden. “Een
business die hier in Leeuwar-
den terug gaat tot het jaar
1912 wanneer de zuivelfabriek
Lijempf -Leeuwarder IJs en
Melkproducten Fabriek- wordt
opgericht. In 1938 wordt met
de ontwikkeling van melkfor-
mules voor baby- en kinder-
voeding begonnen. De fabriek
wordt later overgenomen door
Royal Wessanen en de naam
vanwege de toegenomen con-
tacten in het buitenland veran-
derd in Lyempf. Er volgt nog
een overname door Nutricia
en in 1999 koopt de Hyproca
Dairy Group de fabriek in Leeu-
warden en wordt de naam ve-
randerd in Lypack. De Hypro-
ca Dairy Group had in 1996 al
een zuivelfabriek in Ommen
overgenomen en in 2011 wordt
ze ook eigenaar van een fabriek
in Kampen. Tegenwoordig is
de productie van flesvoeding,
zowel onder eigen merknaam
als op basis van private label
en contract manufacturing, de
kernactiviteit van de fabriek-
en in Leeuwarden en Kampen
en levert de fabriek in Ommen
niet alleen onder eigen merk,
maar ook aan diverse grote in-
ternationale bedrijven hoog-
waardige zuivel-ingrediënten.
Samen met onze collega’s in
Heerenveen en Almelo vormen
wij één organisatie onder de
naam Ausnutria Hyproca”
SynergieDoor de synergie tussen de ver-
schillende bedrijfsonderdelen
garandeert Ausnutria Hyproca
een integraal beheerste pro-
ductieketen, waardoor de or-
ganisatie de kwaliteit in eigen
hand houdt. Het samenvoegen
van de verschillende bedrijfs-
culturen ging echter niet zonder
slag of stoot, wat niet ongebrui-
kelijk is in dit soort processen.
Bijlsma: “Voor je alle neuzen
in dezelfde richting hebt, ben
je inderdaad alweer een poos
onderweg. Maar daarna gaat de
synergie uit dat proces dan ook
als een vliegwiel werken. Ze-
ker wanneer je door veranderde
omstandigheden in de wereld-
markt van flesvoeding de wind
stevig in de rug krijgt.”
Chinese melkpoederschandalenEen van die -vrij plotseling-
veranderende omstandigheden
was het melkpoederschandaal
in China in 2008. Als gevolg
van de vervuiling van het melk-
poeder met melamine kregen
maar liefst driehonderdduizend
baby’s nierstenen en kwamen
er minstens zes kinderen om
het leven. “Ouders van baby’s
in China verloren in één klap
het vertrouwen in het melk-
poeder dat in eigen land werd
gemaakt en kozen massaal
voor geïmporteerde flesvoeding.
Nederland had en heeft wereld-
wijd een uitstekende reputa-
tie op het gebied van zuivel.
Consumenten hebben dan ook
veel vertrouwen in flesvoeding
van Nederlandse oorsprong.
Er volgde in China een ware
stormloop op de winkelschap-
pen naar melkpoeder uit Ned-
erland, een beweging die tot
op de dag van vandaag voortd-
uurt. Recent is er nóg weer een
schandaal in China geweest, nu
omdat importeurs sjoemelden
met de houdbaarheidsdatum
van het melkpoeder. Al met al
maakt het dat Chinese ouders
terecht zeer kritisch zijn in hun
keuze voor flesvoeding en de
afzetmarkt in China enorm is
gegroeid. Alfred Haandrikman,
manager R&D: “De schandalen
in China hebben ook geleid tot
strengere regels voor produ-
centen van babyvoeding die
naar China exporteren. Regels
die hoge eisen stellen aan de
kwaliteit van de ingrediënt-
en en productieprocessen. Wij
als bedrijf verwelkomen deze
strengere eisen en hebben be-
wezen hieraan te voldoen.”
GroeimarktenMaar ook de versoepeling van
het één-kind beleid in China
is een potentiële groeimarkt
voor de afzet van flesvoed-
ing. Froukje Dijkstra, manager
Inkoop & Logistiek: “Decenni-
alang mochten Chinese ouders
niet meer dan één kind nemen.
Onlangs is aangekondigd dat
ze in de toekomst twee kin-
deren mogen krijgen, mits één
van de ouders enig kind is. In
dat besluit liggen voor Ausnu-
tria Hyproca enorme kansen
om de Chinese ouders die geen
borstvoeding kunnen of wil-
len geven, de beste kwaliteit
flesvoeding te kunnen bieden.
Daarnaast profiteren we van de
opkomende markten als Afrika,
het Midden-Oosten, Rusland
en andere delen van Azië met
een groeiende welvarende mid-
denklasse, gekoppeld aan de
ontwikkeling dat steeds meer
vrouwen in die delen van de
wereld voor een baan kiezen.
En dan vaak voor het gemak
voor flesvoeding kiezen. Wij
als organisatie willen bijdra-
gen aan het aanbod gezonde
en nutritionele flesvoeding in
deze landen, zodat ook de oud-
ers daar die geen borstvoeding
kunnen of willen geven, een
goede keus kunnen maken voor
hun kind. Deze wereldwijde
ontwikkelingen maken dat we
vanaf het samengaan van de
verschillende fabrieken onder
de naam Ausnutria Hyproca een
explosieve groei doormaken.
Onze huidige productiecapac-
iteit is echter niet groot genoeg
om aan de stijgende vraag te
voldoen. Dit en onze focus op
kwaliteit vormt de basis voor
onze investeringen, waaronder
de bouw van de nieuwe fabriek
in Heerenveen.”
Werkgelegenheid nieuwbouwHeerenveen Die groei maakt niet alleen uit-
breiding van de productiefa-
ciliteiten noodzakelijk, maar
ook een efficiënt samenvoegen
van enkele verspreid liggen-
de afdelingen. Petra Bakker,
manager HR: “Op dit moment
worden met name de onder-
zoeks- en salesactiviteiten ver-
richt vanuit het hoofdkantoor
in Heerenveen. Met de nieu-
wbouw in Heerenveen komen
meer afdelingen en activiteiten
bij elkaar. De eerste paal voor
de fabriek gaat voorjaar 2014
in de grond en we zijn al druk
bezig met het werven van ge-
kwalificeerde medewerkers.
In eerste instantie gaat het om
tussen de honderd- en hon-
derdtwintig medewerkers. De
vraag is vooral naar operators
die overweg kunnen met de
uiterst strenge hygiëne eisen.
We hebben al diverse gesprek-
ken gehad met sollicitanten,
waaronder zij-instromers. Daar-
naast zijn we een samenwerking
aangegaan met het UWV, de ge-
meente en opleidingsinstituut
mbo Life Sciences, om mensen
die al een kortere of langere tijd
buiten het arbeidsproces val-
len, een opleidingstraject aan te
bieden met in het verschiet een
aanstelling binnen onze organ-
isatie. Het is erg leuk om te zien
hoe enthousiast deze mensen
zijn: ze staan haast te popel-
en om te mogen beginnen! De
plekken voor dit opleiding-
straject zijn helaas al ingevuld;
openstaande vacatures voor
onder andere operators zijn te
vinden op onze website.”
www.ausnutria-hyproca.nl
www.kabritaonline.nl
Geitenmelk uit de zuigflesAusnutria Hyproca steunt de groei en ontwikkeling van baby’s en kinderen wereldwijd door het bieden van nutritionele flesvoeding,
op basis van zowel koe- als geitenmelk.Voor haar geitenmelkproducten ontvangt de organisatie geitenmelk van 40 geitenhouders,
die aangesloten zijn bij haar dochtermaatschappij Holland Geiten Melk BV. Sinds januari 2013 heeft het bedrijf haar leden de toezeg-
ging gedaan de hoogste melkprijs te betalen. In de toekomst wil Ausnutria Hyproca nog meer geitenmelk gaan verwerken, nieuwe
leveranciers zijn dan ook welkom. Bijlsma: “Hoewel babyvoeding op basis van geitenmelk een relatief onbekend product is, merken
wij een wereldwijde stijging van de vraag naar dit product. Met Kabrita, ons merk voor babyvoeding op basis van geitenmelk, willen
we een leidende positie opbouwen en na succesvolle introducties in China, Rusland en het Midden-Oosten is Europa de volgende
markt die we gaan veroveren. Verouderde Europese wetgeving heeft ons jarenlang in de weg gezeten, maar vanaf augustus dit jaar is
geitenmelk officieel toegestaan in zuigelingenvoeding. Vanaf februari 2014 is Kabrita zuigelingenmelk, opvolgmelk en peutermelk
verkrijgbaar via www.kabritaonline.nl, waar men ook alles kan lezen over de voordelen van geitenmelkvoeding.”
Agri & Food Special
veRKLeY bv
Onzichtbaar en onmisbaarJe ziet nooit iets terug van hun werkzaamheden, maar ze zijn onmisbaar. Zonder hun kennis van zaken kon er geen woning of bedrijf draaien en bereik-ten gas, water en licht nimmer onze verwarming, tappunten en lichtarmaturen. Het werk van Verkley in Drachten ligt name-lijk in de grond. Onzichtbaar en onmisbaar.
Verkley levert ondergrondse
infrastructuren voor gas, wa-
ter, elektra, Kabeltelevisie,
warmtenetten en telecom. Erik
Blauw, algemeen directeur:
“Wij doen, zeg maar, het ont-
werp en aanleg van boven- en
ondergrondse infrastructuur.
Een gas- of voedingsleiding
naar en onder de fabriek leg-
gen, de waterleiding opzij leg-
gen wanneer een weg als de
N381 wordt verbreed of in op-
dracht van Vitens op 27 locaties
in Noordoost Friesland meet-
apparatuur in het waterleiding-
net plaatsen.”
Documenteren“Cruciaal bij elke opdracht is
de voorbereiding, iets waar
onze engineers heel veel tijd
en energie in steken. Het ge-
beurt namelijk maar al te vaak
dat in het verleden de onder-
grondse infrastructuur niet
goed in kaart is gebracht. Wil
bijvoorbeeld een fabriek gaan
uitbreiden, dan weet niemand
meer waar precies de buizen,
kabels en leidingen liggen. Wij
documenteren vooraf alles heel
zorgvuldig met de modernste
technieken, zodat er op een la-
ter moment geen extra kosten
gemaakt hoeven te worden.”
ZuivelindustrieTraditioneel heeft Verkley haar
opdrachtgevers vooral zitten in
de energie- en waterbedrijven,
zowel industrie als overheden.
Zo hebben ze het waterbedrijf
Vitens als vaste opdrachtgever
en zijn ze huisaannemer van di-
verse andere bedrijven. Relatief
nieuw zijn de werkzaamheden
die verricht worden voor de zui-
velindustrie. “Op dit moment
verzorgen we bijvoorbeeld de
verzwaring van de watervoe-
ding naar de nieuwe fabrieken
van A-warefood en Fonterra in
Heerenveen.”
Samenwerking“Onze inbreng en expertise is
de basis voor een optimaal on-
dergronds netwerk. Alles wat
daar omheen gebeurt, doen we
samen met partijen met wie we
al jaren samenwerken en van
wie we zeker weten dat ze de-
zelfde kwaliteit in huis hebben
als wij. De ene keer vervullen
we daarin de rol van aannemer,
de andere keer coördineren we
het project en zorgen we dat
alles van begin tot eind perfect
geregeld is.”
Verkley BV
De Giek 21, Drachten
(0512) 582 900
www.verkley.nl
Wateler ATB innoveert voor welzijn koeienAls koeien in een stal net zo goed kunnen leven als in een wei, dan moet je zorgen dat je dat voor elkaar krijgt. Met die instelling zoekt Wateler Agro Technisch Buro in Minnertsga constant naar innovaties voor een betere stalinrichting.
Een boer ziet zijn koeien graag
liggen. Alle energie van de die-
ren gaat dan naar het aanma-
ken van melk. Wil een koe lang
liggen, dan moet haar plek wel
comfortabel zijn. Daarom heeft
Wateler ATB de Ascon vrijlig-
box uitgevonden. Wanneer een
koe in deze ligbox gaat liggen,
ligt, of weer gaat staan, komt zij
nergens tegenaan. Dat is pret-
tig voor het dier. Hierdoor komt
een koe sneller in de verleiding
om te gaan liggen en voelt ze
minder snel de behoefte om
weer op te staan. De vrijligbox
is gemaakt van recyclebaar en
oersterk kunststof dat Wate-
ler speciaal laat maken bij KLP
(Lankhorst) in Sneek.
Wateler: ‘Verder zijn we mo-
menteel volop bezig met de
ontwikkeling van een makke-
lijk bedienbaar brugdek. Het
brugdek van bijvoorbeeld vijf
bij drie meter groot bestaat uit
twee delen.
Het wordt geplaatst in of op het
voerpad aan palen waaraan te-
vens het voerhek hangt. In deze
palen zit een mechanisme dat
ervoor zorgt dat de besturing
van de brug makkelijk met de
hand te bedienen is. Het brug-
dek is gemaakt van speciale
kunststof en kan het gewicht
van een trekker en/of voer-
mengwagen dragen.’
Wateler ATB ontwikkelt daar-
naast mede een methode
waarmee mest volledig wordt
verwerkt. ‘De overheid wil het
overschot aan mest in vracht-
wagens vervoeren naar fabrie-
ken. Wij willen boeren de mo-
gelijkheid geven om mest op
eigen terrein te verwerken. Via
systemen moet de mest zoda-
nig worden gescheiden dat er
alleen nog maar wat droge, niet
te verteren materialen over-
blijven. De rest kan energie
opwekken. Dus met het mest-
verwerkingsysteem dat wij
mede aan het ontwikkelen zijn,
produceert de boer een product
waarvan hij in ieder geval niet
slechter wordt.’
Het moge duidelijk zijn dat
men bij Wateler ATB niet stil-
zit. Juist door te innoveren, wil
het bedrijf zich onderscheiden
op de markt terwijl het een be-
langrijke bijdrage levert aan het
welzijn van koeien. ‘Een goede
stalinrichting en leefomgeving
kan mede het leven van een
koe één of twee jaar verlengen.
Dat is voor zowel het dier als de
boer een goed gegeven.�
mpC iNDuSTRieS
Opvallende groei in lastige markt Tekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie
MPC Industries in Gorredijk behoort tot de top 6 van groot-ste klemmen producenten in Europa, zoals slangklemmen, accuklemmen en leidingklem-men. Managing Director Kris Tirry zette enkele opvallende stappen toen de crisis intrede deed. Anno 2013 is het bedrijf daardoor nog altijd groeiende.
Op het hoofdkantoor van MPC
industries in Gorredijk werken
35 medewerkers aan klemmen.
Voor de agro- en foodsector,
industrie, automotive branche
en huishoudelijke apparaten.
Tirry vertelt: ‘Intern is onze
voertaal Engels maar we spre-
ken 17 talen. Dit maakt ons
uitermate toegankelijk voor
de klant.’ Een deel van de pro-
ductie wordt uitbesteed naar
outsource partners in verschil-
lende landen, waar de circa 150
medewerkers en kwaliteitsbe-
waking worden aangestuurd
door MPC Industries. ‘Onge-
veer 87% van onze omzet ge-
neren we met export naar ruim
25 landen in Europa. De helft
van onze producten gaat naar
groothandels, de andere helft
naar OEM bedrijven (fabrikan-
ten die de klem verwerken in
eigen producten).’
Verbindende visieOndanks de sterke terugloop
van het aantal Europese klem-
menfabrikanten, wist MPC
Industries in 2012 6,3%
omzetgroei te behalen.
Tirry verklaart dit succes
enerzijds door kwali-
teit. ‘Onze ST klemmen
zijn zo geïnnoveerd dat
ze heel licht draaien en
in plaats van de vereiste
6,5Nm minimaal 10Nm aan
trekkrachten kunnen weer-
staan. We denken na over
slimme nieuwe toepassingen
en ontwikkelen oplossingen
op maat.’ Anderzijds zit de
kracht van ons bedrijf in ver-
binding: van onze klemmen
tot onze multiculturele sa-
menstelling en multinationa-
le aanwezigheid. Toen we in
2008 net verhuisd waren naar
dit grotere pand, moesten we
door de crisis mensen ontslaan
en was er geen budget meer
voor de verbouwing. De zit-
tende medewerkers boden aan
in hun avonduren het pand ge-
reed te maken. Die warmte en
kracht heb-
ben onze richting en visie ver-
anderd. Onze boardmeeting
telt 3 vaste leden en steeds 4
willekeurige medewerkers.
Alle 7 hebben we een even gro-
te stem. Samen de richting be-
palen werkt, we genereren veel
nieuwe klanten en begeven
ons ook buiten Europa. Onze
grootste groeimarkt?
De agro- en foodsector, daar
spelen enorm veel technische
ontwikkelingen waarbij onze
kwaliteitsklemmen worden
gebruikt.’
jONGSmA eNGiNeeRiNG SOLuTiONS
Verbindende kracht in de foodindustrieTekst: Roeline Kuiper, Rotenco Communicatie
Jongsma Engineering Solutions B.V. in Oosterwolde vindt voor bedrijven in de voedingsmidde-lenindustrie innovatieve enginee-ringoplossingen. Jongsma werkt internationaal, combineert tech-nische en commerciële kennis en verbindt door zijn enorme netwerk bedrijven in de foodindustrie.
Opgegroeid in een ondernemers-
gezin -vleesgrossier D. Feenstra
en Zonen- leerde hij ondernemen
in de praktijk. Wietze Jongsma
studeerde aan “de Suvelskoalle”
in Bolsward. Daarna bekleedde
hij diverse technische en com-
merciële managementfuncties
voor bedrijven in de vrije zui-
velcoöperatie ZOH, bij Unilever,
Friesland Campina en Norsk Hy-
dro. Zijn inslag is ‘Frysk en Frij’.
In 2004 richtte hij Jongsma Engi-
neering Solutions B.V. op. Hier-
mee is Jongsma bruggenbouwer/
intermediair tussen opdrachtge-
vers en internationale klanten in
de voedingsmiddelenindustrie.
Bedrijven en oplossingen bij el-kaar brengenOpdrachtgevers van Jongsma
Engineering Solutions zijn tech-
nische bedrijven met een direc-
teur/eigenaar en sterk innova-
tief karakter. Jongsma spreekt
de klanttaal en begeleidt projec-
ten. Hij is vaste agent/adviseur
voor een toenemend aantal be-
drijven die hij vanuit zijn grote
netwerk verbindt met de food-
industrie.
Voor het Duitse ALPMA is
Jongsma agent voor innova-
tieve kaasproductie- en mem-
braansystemen. Voor JB BE-
STURINGSTECHNIEK is hij
agent inzake industriële auto-
matisering en klantspecifieke
beeldherkenningssystemen.
Voor NOVOCHEM vervult hij
een agentschap watermanage-
mentsystemen. Hij positioneert
CLAFIS Ingenieus bij de beslis-
sers in de voedingsmiddelenin-
dustrie en EKWADRAAT op het
terrein van duurzame energie
en energiemonitoring. Jongsma
is agent voor POLEM (glasve-
zelversterkte kunststofsilo’s en
tanks) en voor VERKLEY inzake
de engineering en realisatie van
ondergrondse infra.
Kostenbesparing ‘Door mijn bedrijf geïnitieerde
projecten variëren van automati-
seringsprocessen en membraan-
toepassingen binnen de zuivel-
industrie tot het ontwikkelen en
inzetten van hele specifieke Visi-
onsystemen. In de afgelopen tijd
zijn diverse projecten met inno-
vatieve zuivelbedrijven succesvol
afgerond.’
Van 2008 tot de Olympische Spe-
len in Vancouver 2010 was Jongs-
ma manager van topschaatser
Shani Davis. Sinds 2010 is hij als
co-sponsor actief in de schaats-
sport, momenteel voor het Se-
lecTEQ topdivisie marathon-
schaatsteam. ‘Zowel zakelijk
als sportief verbind ik mensen.
Sportief voor sponsoring, zake-
lijk voor slimme innovaties die
kostenbesparing, productiever-
betering en een hoger rende-
ment mogelijk maken.’
www.jongsmasolutions.com
Agri & Food Special
vAN TYTSjeRKSTeRADieL TOT heT miDDeN-OOSTeN…
Farm Service levert melksyste-men van absolute topkwaliteitFarm Service speelt al jaren een vooraanstaande rol in de moder-ne melkveehouderij. Het bedrijf dat in 1981 is opgericht, verzorgt complete melkinrichtingen voor melkveebedrijven.
,,Niets is standaard’’, zo laat ei-
genaar/directeur Tjepko Bakker
weten die samen met zijn vrouw
de onderneming runt. ,,Elk be-
drijf is anders, elk systeem is an-
ders. Er is niets gelijk, maar Farm
Service zorgt voor maatwerk,
voor een totaaloplossing. Van
het ontwerp en de bouwvoorbe-
reiding tot aan de installatie van
het melksysteem.’’
Zowel grote als kleine bedrij-
ven behoren tot de klantenkring
van Farm service. ,,We werken
voor zowel familieboerderijen
met 50 koeien als voor indus-
triële boerderijen met een paar
duizend koeien. Van Tytsjerk-
steradiel tot het Midden-Oos-
ten. Maar het uitgangspunt is
altijd hetzelfde. We willen maar
één ding: Een optimale melk-
productie en melkkwaliteit. Een
prima melksysteem waar je als
bedrijf jaren mee vooruit kunt.
Daar draait het om. En natuurlijk
speelt een goede service ook een
belangrijke rol. Dat woord is niet
voor niets in de naam van onze
onderneming opgenomen. Zo
verzorgen wij ook trainingen in
het gebruik en onderhoud van de
door ons geleverde apparatuur.’’
VentilatorenElke veehouder weet dat een
goede stalventilatie van groot
belang is. De ventilatoren van
Farm Service zijn de sleutel tot
een gezond stalmilieu. Het be-
drijf levert ze niet alleen in het
warme Midden-Oosten, maar
ook in ons koude kikkerlandje.
,,Je staat er misschien niet snel
bij stil, maar vooral in de zomer
kan de temperatuur in de stal-
len behoorlijk oplopen’’, weet
Bakker uit ervaring. ,,Soms meer
dan 25°C. Dat is een probleem
want als een koe de temperatuur
zelf mocht regelen, dan zou het
in de stal niet warmer zijn dan
4°C. Bij deze temperatuur voelt
een koe zich het lekkerst. Boven
de 22°C verminderen de koei-
en hun voedselinname en heb-
ben ze extra energie nodig om
deze overmatige hitte kwijt te
raken. Het gevolg? Hittestress,
waardoor de gebruikelijke, hoge
melkproductie vermindert. Dat
probleem kan opgelost worden
door het installeren van speciaal
hiervoor ontwikkelde ventilato-
ren. Die zorgen voor frisse lucht
rondom de dieren en voor een
gelijkmatige luchtverdeling in de
stal. Een extra voordeel is dat de
koeien minder last hebben van
vliegen.’’
Binnen en buitenlandFarm Service telt 21 man perso-
neel en is goed voor een miljoe-
nenomzet. Het hoofdkantoor is
gevestigd in Leeuwarden, daar-
naast heeft het bedrijf nog een
filiaal in Ziewent (Farm Service
Oost), een buurtschap bij Lich-
tenvoorde, en een dochteron-
derneming in de Verenigde Ara-
bische Emiraten. ,,We zijn niet
alleen in Nederland, maar ook in
het buitenland actief. In Neder-
land concentreert de handel zich
voornamelijk op Noord-Neder-
land, de kop van Noord-Holland
en de polders. Ongeveer 60 pro-
cent van de werkzaamheden vin-
den in Nederland plaats. Daar-
naast is Farm Service ook in de
Golfregio, in het Midden-Oos-
ten, een begrip. Daar leveren we
niet alleen melksystemen, maar
hebben we ook veel stallen inge-
richt. Denk aan landen als Iran,
Saoedi-Arabië, Oman, de Ver-
enigde Arabische Emiraten, Irak,
en Dubaï.’’ Een nieuwe markt is
Afrika. ,,We zijn voorzichtig aan
het pionieren in Oost-Afrika. Op
dit moment lopen er contacten
met bedrijven in Kenia. Het is
afwachten hoe zich dat verder
ontwikkelt.’’
BouMaticFarm Service is dealer van het
gerenommeerde Amerikaanse
BouMatic, de absolute top onder
de melksystemen. ,,BouMatic
heeft wereldwijd een uitsteken-
de reputatie en staat bekend om
haar innovatieve kwaliteitspro-
ducten’’, zegt Bakker. ,,Natuur-
lijk hangt er aan topkwaliteit
een prijskaartje, maar op ter-
mijn betaalt de investering zich
zeker terug. Alle verschillende
systemen van BouMatic zijn op
duurzaamheid, efficiency, vei-
ligheid en comfort ontwikkeld en
beproefd. Bovendien is de after
sales service van Farm Service/
BouMatic gefocust op de klantte-
vredenheid.”
InstallerenAlle melksystemen worden door
de eigen mensen van Farm Ser-
vice verkocht en geïnstalleerd.
,,We beschikken over een enorme
expertise. Die is bijvoorbeeld in de
Golfregio niet aanwezig. Daarom
klopt de opdrachtgever bij ons aan
de deur. Het is dus niet alleen het
Friese stamboekvee dat je overal
tegenkomt, maar ook de mensen
van Farm Service”, lacht Bakker.
,,Overigens werken we sinds kort
ook met lokale monteurs. Die zijn
werkzaam bij ons dochterbedrijf
in het Midden-Oosten. Die doen
de installatiewerkzaamheden en
de serviceopdrachten, in nauwe
samenwerking met ons bedrijf uit
Leeuwarden.”
Farm Service
Voltastraat 4, Leeuwarden
Telefoon: 058-2134300
www.farmservice.nl
Noord-Nederlandse Landbouwbeurs krijgt internationaal tintjeDe Noord-Nederlandse Land-bouwbeurs vindt pas volgend jaar december plaats. Toch is het aan te raden om 10 tot en met 13 december nu al vrij te houden. De organisatie is namelijk al volop bezig om een uiterst veel-zijdig evenement neer te zetten in WTC Expo.
De voornaamste uitdaging voor
de organisatie van een beurs, is
om telkens weer iets mooiers
neer te zetten. De Noord-Ne-
derlandse Landbouwbeurs 2014
gaat dan ook nog meer bieden
dan de vorige editie. Meer dan
ooit krijgt het internationale
aspect aandacht op de beurs.
Nederlandse agrariërs drijven
steeds meer handel met China,
Turkije en Oost-Europa. Beurs-
manager Tjettje Miedema: "Om
te laten zien met wat voor be-
drijven er wordt samengewerkt
en hoe, willen we een aantal
landenpleinen inrichten."
Nieuw is het thema Agri Food.
Hiermee wil de organisatie van
de Noord-Nederlandse Land-
bouwbeurs het landleven dich-
ter bij de consument brengen.
Bezoekers kunnen zien hoe de
producten van het land uitein-
delijk in de supermarkt belan-
den. Ze krijgen dus een educa-
tief kijkje in de keuken van de
agrariërs.
Miedema legt uit dat land-
bouwwerktuigen het grootste
onderdeel zullen vormen van
de beurs. "Bezoekers kunnen
zien wat de nieuwste machines
zijn en informatie inwinnen
bij de dealers. We hebben een
demonstratiering waar dealers
tonen wat hun werktuigen pre-
cies kunnen. Ook kunnen agra-
riërs tijdens hun bezoek aan de
beurs hun spuitlicentie verlen-
gen."
Verder is tijdens de beurs een
heel scala aan agrarische be-
drijven aanwezig, variërend van
stalinrichters tot veevoerders.
Maar ook accountants, banken
en makelaars die zich richten
op de agrarische markt zijn
present. Om maar wat te noe-
men. In feite kan een agrarisch
ondernemers (in spé) op beurs
allerlei informatie inwinnen die
voor zijn bedrijfsvoering rele-
vant zijn. En dan is er uiteraard
voldoende ruimte om te net-
werken met andere agrariërs.
De Noord-Nederlandse Land-
bouwbeurs van 2011 kon reke-
nen op ongeveer 200 exposan-
ten en ruim 22.000 bezoekers.
Voor de deelnemers heeft de
beurs onder andere als voor-
deel dat hun naamsbekendheid
toeneemt. De dagen bieden ook
ruimte om handel te drijven.
Bezoekers kunnen op hun ge-
mak rondneuzen en informa-
tie inwinnen. Miedema: ‘De
beurs richt zich met name op
Noord-Nederland. Het gros van
de bezoekers vindt het telkens
weer de moeite waard om terug
te komen.’
De Noord-Nederlandse Beurs
2014 vindt plaats op woensdag
10 en donderdag 11 december
van 10.00 tot 22.00 uur en vrij-
dag 12 en zaterdag 13 december
van 10.00 tot 18.00 uur. Bedrij-
ven die zich ook willen laten
zien op de beurs, kunnen zich
inschrijven op www.wtcland-
bouw.nl. Het is de moeite waard
om deze site in de gaten te hou-
den; in aanloop naar de beurs
zullen er regelmatig updates
worden geplaatst.
Meer informatie over de
Noord-Nederlandse Beurs is
te verkrijgen bij Tjettje Mie-
dema, tel.: 058-2941500,
[email protected] mieDemA
Agri & Food Special
Voor de koe, door de koe
Medisch biotechnoloog prof. Herman de Boer is oprichter/di-recteur van Mastivax. Mastivax ontwikkelt producten uit biest die een stevig alternatief moeten gaan bieden voor antibioticage-bruik in de veehouderij. Tot op de dag van vandaag worden antibi-otica nog steeds volop gebruikt in deze sector, niet alleen voor behandeling van ziekte, maar ook preventief.
Het product dat bij Mastivax in
ontwikkeling is bevat natuurlij-
ke en specifieke antistoffen die
gezuiverd worden uit biest van
melkkoeien. “Vandaag de dag
wordt ongeveer 80% van alle
koeien bij het droogzetten pre-
ventief ingespoten met antibio-
tica in de tepels, ter voorkoming
van mastitis, ofwel uierontste-
king. Ondanks dat echter is
mastitis de grootste ziektekos-
tenpost in de melkveehouderij.
Ook boeren willen daarom graag
alternatieve producten die liefst
nog beter werken dan antibioti-
ca. Mastivax wil een alternatief
bieden voor koeien door het
maken van een antibioticum
dat koe-eigen is: voor de koe,
door de koe. Een puur natuurlijk
product, waarmee wij de melk-
veehouderij op termijn een per-
spectief willen bieden.”
Het zuiveren van biest-anti-
stoffen is een high-tech proces
dat door Mastivax is ontwikkeld.
Ze doet dit in samenwerking
met diverse bedrijven en on-
derwijsinstituten in Noord-Ne-
derland. “Op dit moment werkt
het Mastivax-team nog op
kleinschalige wijze aan de ver-
schillende stappen in het zui-
veringsproces. Binnenkort gaan
we het proces opschalen met
een recent ontwikkeld groot-
schalig high-tech filtratieappa-
raat dat door ons is gebouwd. In
de loop van 2014 denken we met
het eerste prototype product te
komen, dat we willen testen op
Dairy Campus koeien.
De koe krijgt via het tepelkanaal
een zuiver product toegediend
dat van koeien afkomstig is. Er
is niets koe-vreemd aan, puur
natuur, duurzaam en naar we
verwachten effectief. En tegen
dit product kan per definitie
geen resistentie ontstaan”.
Mastivax werkt samen met Van
Hall Larenstein en Dairy Cam-
pus Leeuwarden, Proxcys Nieuw
Amsterdam, Westra RVS/Wa-
filin Elahuizen/Leeuwarden en
Mucosis Groningen.
www.mastivax.nl
heT DOOR mASTivix ONTwiKKeLDe mF/uF AppARAAT.
GroenLeven uniek met haar op-brengstgarantie bij zonnepanelenDat een zonnepaneel energie oplevert, is een vast gegeven. Hoeveel energie precies is vaak onduidelijk. Bij GroenLeven echter niet. Zij leveren jaarlijks een opbrengstrapport met daarin een glashelder overzicht van de opbrengsten.
GroenLeven geeft altijd een
opbrengstgarantie. Deze ga-
rantie is gekoppeld aan het
aantal uren zon gemeten in de
klant haar regio, de zogehe-
ten stralingsuren. Siderea, een
onafhankelijk energieadvies-
bureau, bepaalt het aantal te
verwachten zonuren op basis
van gegevens van het KNMI van
de afgelopen twintig jaar in de
bepaalde regio. Aan de hand
hiervan stelt het bureau een
opbrengstrapport op.
Zo is het kristalhelder wat de
opbrengsten van de zonnepa-
nelen zullen zijn. GroenLeven
is met zijn opbrengstgarantie
uniek in Nederland. GroenLe-
ven: ,,Spreek je niet met je le-
verancier af, met X aantal uren
zon krijg ik Y opbrengst, dan
kun je de werkelijke opbrengst
nooit staven aan feiten, en heb
je dus ook geen verhaal moge-
lijkheden als de opbrengst te-
gen valt”.
De zonnepanelen koopt Groen-
Leven rechtstreeks bij de fabri-
kant in China. Dit scheelt tussen-
handel dus een lagere kostprijs.
Daarnaast heeft GroenLeven één
werknemer in China die constan-
te kwaliteitscontroles uitvoert
bij de fabrikant. Op de panelen
zit 25 jaar vermogensgarantie,
maar de verwachte levensduur
is minimaal 35 jaar. Opvallend is
dat het bedrijf bij grote zonnepa-
neelsystemen kleine omvormers
gebruikt in plaats van één grote.
Hierdoor wordt het systeem in
meerdere segmenten verdeeld.
Dit heeft verschillende voorde-
len.
Als een paneel minder goed
werkt, dan haalt deze direct
het niveau van alle andere pa-
nelen omlaag. Door het sys-
teem in segmenten te verdelen,
blijft dit probleem beperkt tot
het segment waar de zwakke
schakel zit. Op deze manier is
het bovendien makkelijk om
het paneel te traceren die niet
goed functioneert en geen pro-
bleem om deze te vervangen.
Ook haalt deze manier van
werken in Nederland een veel
beter rendement. Verder start
het systeem bij straling snel-
ler op door de kortere kabels
(in Nederland heel belangrijk
met de vele bewolking, gemid-
deld meer dan twintig keer per
dag) en ook de schaduwwerking
wordt zo tot het minimum be-
perkt.
Een bijzonder zonnepanelen-
project die GroenLeven heeft
gerealiseerd, is de geluidswal
langs de A7 bij Tolbert. De ge-
luidswal is aangelegd in op-
dracht van een agrariër die een
energieneutraal bedrijf voert.
De solardijk levert besparingen
op en een deel van die bespa-
ringen wordt gedoneerd aan
een scholenproject in Tanzania.
Over dit project staat van alles
te lezen op www.projecttanza-
nia.nl.
www.groenleven.nl
Onze mensen maken het verschilMechanisatiebedrijven De Blaauw houdt zich bezig met de service en verkoop van trac-toren, landbouwwerktuigen en grondverzetmachines. De klan-tenkring van dit Friese familie-bedrijf bestaat grotendeels uit veehouders en loonwerkers, maar daarnaast ook water-schappen, gemeentes en cam-pings.
Tjerk de Blaauw is de vierde ge-
neratie binnen het bedrijf en de
beoogd opvolger van zijn vader
Johannes, die momenteel de
directie voert. Het familiebe-
drijf is inmiddels bijna hon-
derd jaar geleden begonnen als
smederij. Door de veranderin-
gen binnen de landbouw, waar
paarden werden ingeruild voor
tractoren, ontstond een geheel
nieuwe branche. De mechani-
satiebranche.
De concurrentie binnen deze
branche is groot en de strijd om
klanten is af en toe hard. Toch
heeft Tjerk de Blaauw duidelijk
voor ogen waarmee hun be-
drijf zich kan onderscheiden.
“In principe doen alle mecha-
nisatiebedrijven hetzelfde. Is
je trekker stuk en bel je onze
concurrent dan zal hij zo snel
mogelijk komen om hem te re-
pareren. Dat doen wij ook. Daar
zit het verschil niet meer. Wij
onderscheiden ons puur en al-
leen door onze mensen.”
Mechanisatiebedrijven De
Blaauw is met drie vestigin-
gen (Sneek, Hemelum en Hee-
renveen) een groot bedrijf en
ook dat maakt verschil. “Onze
klanten hebben drie steunpun-
ten waar zij terecht kunnen en
door onze spreiding kunnen
wij snel ter plaatse zijn.” Daar-
naast spelen de jarenlange er-
varing en de vertrouwensband
met de klant ook een grote rol.
“Net zoals ons bedrijf van ge-
neratie op generatie overgaat,
zien we dat bij onze klanten. En
als iets goed is, is het goed.”
Om het bedrijf wat extra onder
de aandacht te brengen, orga-
niseert Mechanisatiebedrijven
De Blaauw sinds enkele jaren
een Landbouw3Daagse bij hun
grootste vestiging in Sneek.
Deze vond plaats van 12 t/m 14
december. “Dit jaar hadden we
ook een aantal andere bedrij-
ven die binnen de agrarische
sector actief zijn uitgenodigd.
Vanwege het feit dat wij veel
dezelfde klanten hebben, zorg-
de deze nieuwe opzet voor een
grotere aantrekkingskracht.”
Relatiebeheer en verkoop ston-
den centraal tijdens deze drie-
daagse. “Daar hebben we goed
aan kunnen werken, dus we zijn
heel tevreden,” besluit Tjerk de
Blaauw.
Mechanisatiebedrijven
De Blaauw
Kamerlingh Onnesstraat 6
Sneek
Telefoon 0515 - 415235
www.deblaauw.nl
Agri & Food Special
Slim licht voor slimme boerenCitaat van een veehouder die recent 15 VetSite High Bay ar-maturen van AniLEDLight in zijn stal liet aanbrengen: ‘Iedere ver-tegenwoordiger heeft wel een mooi verhaal. Maar het verhaal van AniLEDLight klopt van be-gin tot eind.’ En dat verhaal is het verhaal van energiezuinige en betrouwbare LED-verlichting voor agrarische toepassing.
Het verhaal van Jacob Hoekstra,
eigenaar van AniLEDLight, be-
gint bij de teleurstellende er-
varingen die hij moest en moet
horen van zijn klanten over de
verlichting in hun stallen. On-
der de naam JHG Agri Totaal
realiseert Hoekstra al decen-
nialang maatwerkoplossingen
voor nieuwbouw en verbouw
van bestaande stallen. In die
stallen hangen veelal conven-
tionele lichtbronnen, zoals me-
taalhalide lampen of hogedruk
natriumlampen. “Op zich pri-
ma lampen omdat ze het ver-
langde witte licht geven, maar
het nadeel is dat ze relatief kort
mee gaan. De beste oplossing
is om die lampen te vervangen
door LED-lampen. Maar voor
veel boeren begint dan pas echt
de ellende”.
DimbaarEen ellende die ze zich, aldus
Hoekstra, vaak zelf aandoen.
“Een LED-lamp is een kost-
bare investering. Nu heb je in
de wereld van de LED lampen
twee partijen: de bonafide die
uitstekende kwaliteit leveren
en de -wat ik noem- container-
handel. Lampen die een stuk
minder kosten, maar waar de
gegarandeerde levensduur van
50.000 uur bij lange na niet
wordt gehaald.
De VetSite High Bay armatuur
die wij leveren is goed voor
60.000 branduren. Dat wil zeg-
gen dat als je hem vandaag aan-
doet en continu laat branden,
dat je hem pas na bijna zeven
jaar hoeft te vervangen. De lam-
pen zijn bovendien dimbaar, wat
nóg minder energiegebruik en
dus nóg lagere kosten betekent.
Tussendoor heb je er geen om-
kijken naar, geen dure vervan-
gingskosten en bovendien het
perfecte witte licht dat een ho-
gere melkopbrengst genereert.”
Meer melkopbrengst Uit het onderzoek ‘Het effect
van lichtkleur en lichtduur op
melkproductie en gedrag van
melkvee’ van de Universiteit
Wageningen bleek al in 2010 dat
het spectrum en de kleurtem-
peratuur van licht van invloed
zijn op het gedrag en de melk-
productie van koeien. Een ander
onderzoek, ‘Het effect van licht
op dierprestaties en gedrag van
melkvee’ door Animal Sciences
Group van diezelfde universi-
teit van Wageningen, toonde
aan dat met meer en beter licht
6 tot 15% meer melkopbrengst
mogelijk is.
TijdklokDe aansturing van de LED-ver-
lichting gebeurt door middel
van een geprogrammeerde,
astronomische tijdklok en dim-
schakeling met daarin de mo-
gelijkheid voor geïntegreerde
nachtverlichting. Ook is de kast
uit te breiden met modules om
meerdere groepen te schake-
len, bijvoorbeeld voor droge
koeien of jongvee.
Ani LED Light
De Finnen 14, Grou
(0566) 600 333
www.aniledlight.nl
ALFA ACCOuNTANTS & ADviSeuRS
Vraagbaak voor agrariërsTekst: Fred Ootjers
Alfa Accountants en Adviseurs heeft voor een belangrijk deel hun roots in de agrarische we-reld, en staan alleen daarom al dicht bij de agrarisch onderne-mer. Vanuit twee kantoren in Friesland –in Leeuwarden en Kollum- biedt Alfa voor agra-riërs én MKB een breed pallet aan diensten, zoals strategi-sche advisering, samenstellen van de jaarrekening, de finan-ciële administratie, fiscaal-ju-ridische advisering, subsidies en adviezen over salaris en personeel.
De agrarische wereld is vol-
op in beweging en continue
onderhevig aan verandering.
Waar de een denkt over be-
drijfsopvolging of bedrijfs-
beëindiging, denkt de ander
hardop na over uitbreiding.
De materie van wet- en re-
gelgeving over wat kan en
niet kan en wat mag en niet
mag, wordt steeds gecompli-
ceerder en voor de gemiddel-
de agrariër onoverzichtelijk.
Rick Hoksbergen, directeur
Agro van Alfa Fryslân: “De
tijd dat een boer zijn adminis-
tratie helemaal in zijn eentje
kon doen, is allang voorbij.
Voor de financiële adminis-
tratie, fiscale optimalisatie
en bedrijfsadvisering doen
de meeste agrarische on-
dernemers een beroep op de
deskundigheid van specia-
listen. Als Alfa volgen wij de
relevante ontwikkelingen op
de voet en kunnen we onze
klanten ontzorgen en van
de meest actuele informatie
voorzien.”
Fiscale adviseringDe fiscale regelgeving rond
bedrijven is een terrein dat de
komende tijd in snel tempo
wordt aangepast. Gekoppeld
aan het gegeven dat grote be-
drijven steeds vaker in een sa-
menwerkingsverband werken
en het feit van sterk fluctue-
rende resultaten, maakt dat
fiscale planning enorm be-
langrijk is. “Onze fiscaal-ju-
risten zitten geregeld met
onze klanten aan tafel om ze
fiscaal helemaal up-to-da-
te te houden. Echt maatwerk
dus.”
MaandrapportageMaatwerk dat zich onder
andere ook vertaalt in een
maandelijkse bedrijfsrap-
portage. “Als Alfa bieden we
deze unieke service, zodat de
ondernemer per maand pre-
cies weet hoe hij er financi-
eel voor staat. Op basis van
de maandrapportages kun-
nen wij samen met de klant
het resultaat optimaliseren.
Daarnaast is het een goede
basis voor investeringsplan-
ning en het in beeld brengen
van het verwachte rendement
en de toekomstige liquiditeit-
sontwikkeling. Informatie die
essentieel is voor een goede
onderbouwing van een finan-
cieringsaanvraag.”
KringloopWijzerNaast financiële dienstverle-
ning is bedrijfsadvisering een
andere discipline waarin Alfa
in de zeventig jaar van haar
bestaan een grote expertise
heeft gebouwd. Maatschap-
pelijk een hot item is al jaren
de bemesting van de land-
bouwgronden, in combinatie
met een strenger wordende
regelgeving. Om toch een ho-
ger rendement uit de bedrijfs-
voering te halen is recent
–ook door Alfa- een conve-
nant ondertekend om melk-
veehouders op een betere,
efficiëntere manier met hun
mineralenhuishouding om te
laten gaan. “Een belangrijke
pijler van het convenant is
de KringloopWijzer. Deze tool
toont de melkveehouder hoe
hij zijn mineralen binnen zijn
bedrijf zo optimaal mogelijk
kan benutten. Door efficiën-
ter om te gaan met mineralen,
creëert hij wellicht ruimte
voor ontwikkeling en/of uit-
breiding, daar waar de wet-
en regelgeving het nu niet
toe staat. Als Alfa vinden wij
het én in het belang van onze
klanten én uit een oogpunt
van maatschappelijke verant-
woordelijkheid dan ook be-
langrijk dat alle melkveehou-
ders met de KringloopWijzer
aan de slag gaan. Iets waarin
wij hen natuurlijk graag van
advies zijn!”
www.alfa.nl
Agri & Food Special
GezOChT
Magazijnmedewerker (M/V) Landbouwmechanisatiebedrijf D. Kuipers is gestart in 1979 en bestaat op dit moment uit twee moderne bedrijven in Greonterp en Witmarsum. Onze dagelijkse activiteiten bestaan uit de ver-koop, reparatie en service aan tractoren en landbouwmachines gericht op de veeteelt, akker-bouw en tuin & park.
De voornaamste merken die
hierbij worden vertegenwoor-
digd zijn Massey Ferguson, Fella,
Joskin, Strautmann, Grimme en
Husqvarna. Met een gedreven
verkoopteam en solide werk-
plaats kenmerkt het bedrijf zich
als uiterst gedreven en staat
klanttevredenheid hoog in het
vaandel. Door te innoveren en
mee te werken aan nieuwe pro-
ducten zijn de afgelopen jaren
meerdere prijzen gewonnen. Op
het gebied van constructie zijn
vele machines naar klantwens
aangepast of volledig nieuw ge-
bouwd. Wegens de uitbreiding
van onze activiteiten zijn wij
voor onze vestiging in Witmar-
sum op zoek naar een:
Magazijnmedewerker (M/V)
De werkzaamheden bestaan uit:
• Het inrichten en verzorgen van
het magazijn
• Het verrichten van bestellingen
voor monteurs en klanten
• Het verwerken van ontvangen
goederen
• Het verwerken van retourgoederen
• De magazijnmedewerker fun-
geert als aanspreekpunt.
Functie-eisen:
• Technische achtergrond, bij
voorkeur landbouw gericht
• Bekend met moderne compu-
tersystemen en apparatuur
• Praktisch ingesteld en klantgericht
Wij bieden:
• Prettige werksfeer binnen een
enthousiast team
• Marktconform salaris
Voor meer informatie kun je
contact opnemen met K. van der
Zee op 06 – 51 84 43 97 of stuur
je collicitatie met CV binnen 14
dagen naar:
LMB D. Kuipers B.V.
T.a.v. K. van der Zee
Arumerweg 95
8748 AC Witmarsum
Of per e-mail naar:
Ab vAKweRK TOeKOmSTbeSTeNDiG DOOR heRpOSiTiONeRiNG
Werken aan groeiRegeren is vooruitzien en voor ondernemen is dat eigenlijk niet anders. Oog hebben voor ont-wikkelingen en daar adequaat op inspelen. De nieuwe direc-tie die sinds 1 januari van dit jaar aan het roer staat is onder de noemer ‘Werken aan groei’ begonnen aan een herpositione-ring van het bedrijf met als doel de totale organisatie toekomst-bestendig te maken.
AB Vakwerk is één van de gro-
tere intermediairs in werk in de
regio en is net even anders dan
de anderen. De kracht van AB
Vakwerk zit in de mensen. Al
meer dan 50 jaar heeft AB Vak-
werk ervaring met het invullen
van tijdelijke arbeidsbehoefte
voor uitvoerend en vaktech-
nisch personeel. Hoewel de
wortels in de agrarische sector
liggen, is AB Vakwerk in vele
branches actief, onder andere
in de food, groenvoorziening,
de grond-, weg- en waterbouw,
productie, techniek, transport
& logistiek en de bouw.
Herpositionering Tijden veranderen en de herpo-
sitionering van onze totale or-
ganisatie is dan ook gebaseerd
op de vraag vanuit de markt”,
benadrukt algemeen directeur
Hylke van der Veen. De ruim
4.000 leden zijn onze belang-
rijkste stakeholders. Het geeft
hen de zekerheid dat zij bij
ziekte kunnen rekenen op ver-
vanging van hun bedrijf door
vakmensen en dat zij in drukke
tijden onze vakwerkers kunnen
inzetten.
Maar ook in de agrarische sec-
tor veranderen de tijden. “Be-
drijven in die sector hebben te
maken met schaalvergroting en
vergaande automatisering. Het
is een hele innovatieve sector
geworden met veel speciali-
saties. Door die ontwikkeling
kloppen leden nu met hele an-
dere vragen bij ons aan”, legt
van der Veen uit. “De veran-
derende markt vraagt om een
gedifferentieerde marktbena-
dering.
PrijsdifferentiatieIn het nieuwe concept gaan le-
den minder betalen voor een-
voudig boerenwerk en meer
voor specialistische werkzaam-
heden. Op die manier wordt
de dienstverlening richting de
leden flink verbeterd en kan
er sneller passend maatwerk
worden geleverd. Van der Veen:
“Het is een optimalisering van
het systeem. We kunnen ge-
richt inspelen op de vragen die
we krijgen en weten sneller
waar de behoeften liggen.
Werving & Selectie van HBO-ers en WO-ersAB Vakwerk heeft in 2011 een
nieuwe dienst opgezet; in sep-
tember van dat jaar is Werving
& Selectie van start gegaan.
Deze dienst richt zich op het
vervullen van vacatures op
HBO- en WO-niveau. De pro-
fessionele, nuchtere en prakti-
sche aanpak blijkt een succes.
Werving & Selectie van AB Vak-
werk gaat voor een optimale
bemiddeling van kwalitatief
hoogwaardig personeel, voor-
namelijk in de Agri- en Foods-
ector. Het past uitstekend in
het dienstverleningspakket. De
behoefte aan een goed Werving
& Selectiebureau – met uitge-
breide kennis van deze sectoren
en het regionale bedrijfsleven –
is groot. Dat horen de AB-me-
dewerkers al langere tijd. “Dit
maakt ons in combinatie met
de sterke vertrouwensband die
we opbouwen met klanten en
onze medewerkers tot een so-
lide partner”, aldus consultant
Tineke Jorritsma. “We leveren
vak- en maatwerk op het ge-
bied van personele diensten.”
Werving & Selectie neemt op-
drachtgevers het gehele traject
uit handen: van het opstellen
van een profiel, de voorselec-
tie inclusief psychologische
testen en assessments tot aan
het voorstellen van geschikte
kandidaten. Dit gebeurt uiter-
aard op basis van de wensen
van de opdrachtgever, waarbij
ook wordt gekeken naar de in-
pasbaarheid van kandidaten in
de bedrijfscultuur. “Wij zorgen
voor twee tevreden partijen: de
opdrachtgever en de kandida-
ten” vult haar collega Marjolein
van der Velde aan.
Over AB VakwerkAB Vakwerk is dé regiona-
le personeelsvoorziener in de
agrarische sector en aanver-
wante sectoren zoals: bouw,
grond- weg- en waterbouw,
groenvoorziening, industrie en
logistiek. Met zo’n 1.100 vaste
medewerkers in dienst en ca.
4.000 Nederlandse en EU-me-
dewerkers op uitzendbasis is
AB Vakwerk één van de grootste
werkgevers van Noord-Neder-
land. Meer informatie over AB
Vakwerk is te vinden op www.
abvakwerk.nl.
De pOeL KOeL-& vRieShuiS b.v.
Wij houden het droog en koelVoor alle soorten opslag kunnen transporteurs en levensmidde-lenproducenten terecht bij de Poel Koel- en Vrieshuis B.V. uit Surhuisterveen.
Het was 2011 toen Auke Wee-
ning het bedrijf overnam van
grondlegger Pieter de Poel. Zijn
zoon , Klaas de Poel, is eigenaar
van opslagbedrijf Klaas de Poel
in Surhuisterveen en is gespe-
cialiseerd in droge opslag van
goederen.
Auke Weening: de Poel Koel- en
Vrieshuis B.V. is een bijzon-
dere samenwerking tussen 2
bedrijven: we staan los van el-
kaar. Maar intussen werken we
onder 1 naam nauw samen. Via
het Koel- en Vrieshuis wordt dit
aangestuurd om aan alle vraag
te voldoen. Wij verkopen geen
nee.
We verzorgen opslag in ver-
schillende gecontroleerde tem-
peraturen, deze temperaturen
worden hier automatisch con-
tinu bewaakt. Wij kunnen zo
van vriezen overstappen naar
koelen of andersom. De capa-
citeit bedraagt 15000 pallets en
daarnaast beschikt het bedrijf
over 16000 vierkante meter
droogopslag.
Een zeer belangrijke service
vormt daarnaast het doua-
ne-entrepot. Bedrijven die im-
porteren of exporteren kunnen
hier hun goederen onderbren-
gen. Wanneer je goederen van
bijvoorbeeld Amerika ( via Ne-
derland ) naar China exporteert
hoef je de papierwinkel van in-
voerrechten niet te doorlopen.
Wij zijn een van de weinige be-
drijven in het noorden die deze
service bied. Goederen die het
meest opgeslagen worden zijn
met name vlees, vis, zuivel en
ijs.
Het bedrijf is aangesloten bij
Nekovri: de belangrijkste orga-
nisatie in Nederland op het ge-
bied van logistiek van tempera-
tuurgevoelige producten.
Sinds de overname heeft het
bedrijf een enorme boost ge-
kregen. Weening: Hard werken
is onontbeerlijk voor goed on-
dernemerschap, en dat doen wij
dan ook. Handen uit de mouwen
dus, dat is onze stijl. Er mag ook
best eens iets mis gaan maar
als je in problemen of moeilijk-
heden blijft denken dan kom je
nergens als ondernemer.
www.koelenvrieshuis.nl
Auke Weening
Klaas de Poel
Omzet 2012 € 84 miljoen
Vestigingen Zwaagdijk, Beverwijk, Obdam,
Middenmeer, Texel en Purmerend,
Sneek, Drachten, Dokkum, Berltsum,
Wolvega.
Diensten Uitzenden/detacheren, Payroll,
Agrarische bedrijfsverzorging, Werving
& Selectie, Personeelsadvies
Markten Agri & Food, GWW, Bouw, Groen,
Industrie, Logistiek
Vaste medewerkers +/- 1.150 Nederlandse vakkrachten
Uitzendkrachten +/- 4.000 Nederlandse en EU-
medewerkers
Hylke van der Veen
Leeftijd: 47 jaar
Loopbaan: Van der Veen
werkte onder andere bij uit-
zendorganisatie Randstad en
was daar als regiodirecteur
van Noord-Nederland onder
meer verantwoordelijk voor
de sector Food en Logistiek.
Hij is sinds 1 januari van dit
jaar algemeen directeur van
AB Vakwerk.
Agri & Food Special
Lieuwe weiDeNAAR: ‘we wORDeN LANGzAAm mAAR zeKeR OOK ‘weReLDbeROemD’ buiTeN De pROviNCieGReNS vAN FRieSLAND’
FAmiLiebeDRijF weiDeNAAR
Méér dan alleen de lekkerste Friese droge worstWie Weidenaar zegt, zegt worst en in dezelfde adem Friesland. De worsten van Weidenaar -anno 1927- hebben in drie ge-neraties familie Weidenaar de-zelfde Fries-authentieke status verworven als beerenburg, het suikerbrood en de nagelkaas. Veel minder bekend -ook bij de Friezen zelf- is het feit dat Wei-denaar naast worst ook andere vleesproducten maakt en vers vlees verkoopt aan supermark-ten.
De oorsprong van Weidenaar
ligt in Niawier, een dorpje
gelegen tussen Dokkum en
de Lauwerszee. Ate Feenstra
opent daar in 1927 een slage-
rij die later door Pake Weide-
naar en zijn echtgenote Beppe
wordt overgenomen. Ook de
zonen van Pake en Beppe doen
hun intrede in het bedrijf, dat
langzaam maar zeker een ge-
leidelijke groei doormaakt.
Er wordt niet alleen vanuit de
slagerij verkocht, maar ook in
de regio gevent. Pas in 1975
wordt het eerste personeels-
lid aangenomen en vooral de
worsten van Weidenaar -naar
geheim recept van Pake- be-
ginnen langzaam maar ze-
ker aan een triomftocht door
Friesland. In 1979 scoren de
worsten voor de eerste keer
een gouden medaille, een
prestatie die in de jaren daar-
na nog meerdere keren wordt
geëvenaard.
Derde generatie“Wat in het succesverhaal van
Weidenaar worst vaak wordt
vergeten is dat we altijd een
slagerij zijn geweest en ook ge-
bleven”, vertelt Lieuwe Weide-
naar, inmiddels de derde gene-
ratie Weidenaar die het bedrijf
runt. “En dat we in 1984 voor
het eerst ook vlees gingen leve-
ren aan supermarkten. Niet al-
leen worst, maar ook alle soor-
ten vers vlees. Braadlappen,
gehakt, biefstukken, rollades,
slavinken, rundersteaks, noem
maar op. Vandaag de dag zijn
onze producten in vrijwel alle
supermarkten in Noord-Ne-
derland verkrijgbaar, en ook in
Noord-Holland en Overijssel.”
RetailDe rundproducten van Wei-
denaar worden gemaakt van
eerste kwaliteit Nederlands
vlees en kent een grote ver-
scheidenheid aan afnemers.
“Het Nederlandse rundvlees,
van biefstuk tot en met su-
kade, leveren we bijvoorbeeld
aan de Spar-supermarkten. Als
smaakspecialist in het vervaar-
digen van regionale produc-
ten maken we onder de naam
‘Slinger’ verse worsten voor
de Achterhoek en ons beroem-
de gekruide gehakt is te koop
in de winkels van Spar, Albert
Heijn en verschillende buurt-
winkels in de noordelijke pro-
vincies. Voor de supermarken
van Poeisz maken we speciale
pompeblêd burgers en binnen-
kort gaan we ook vers vlees le-
veren aan de Hema.”
B2BNaast retailers heeft ook de
horeca de weg gevonden naar
Dokkum, waar Weidenaar in
2002 een nieuw onderkomen
bouwde voor de ambachte-
lijke productie van worst en
verwerking van vers vlees.
“Vooral de gegaarde gehakt-
ballen zijn voor de horeca in
Noord-Nederland een echte
must have”, lacht Lieuwe. “En
in business to business maken
we verder nog gehaktballen
voor de broodjes van Borge-
sius, relatiegeschenken in de
vorm van een droge worstpak-
ket in samenwerking met We-
duwe Joustra in Sneek en leve-
ren we naast de supermarkten
ook aan diverse groothandels.
We zijn zo langzaam aan dus
niet meer alleen ‘wereldbe-
roemd in Friesland’, maar
krijgen ook buiten de provincie
een zekere faam!”
www.friesedrogeworst.nl
Opfokproducten van Sloten B.V. leidende positie wereldwijdSloten B.V. te Deventer is gespe-cialiseerd in de ontwikkeling, productie en verkoop van kwa-liteitsvoeders voor jonge dieren, bekend onder de merken Spray-fo, Spraymes en Nuklospray. Het bedrijf opereert vanuit de visie ‘Life Start sets Life Performan-ce’. In meer dan 55 landen is Sloten B.V. actief. Het heeft zelfs een leidende positie in de we-reldmarkt. Kwaliteit, gekoppeld aan intensieve samenwerking met distributeurs en een effec-tieve marktbewerking, maakt dat Sloten B.V. gestaag groeit.
Technisch directeur Steffen
Rouwers kijkt er niet van op.
“Wij geloven in onze produc-
ten en worden daarbij gesteund
door ervaringen uit de praktijk.
De start bepaalt de levensont-
wikkeling. Hoogwaardige voe-
ding voor jonge dieren, denk
aan kalveren, biggen, lamme-
ren en veulens, in de eerste le-
vensmaanden, is essentieel voor
de latere productie. Dat blijkt
ook uit verschillende onderzoe-
ken.’’
“Weet je, ik vergelijk het vaak
met een topatleet, zoals een
schaatser. Die kan pas een goede
finish neerzetten wanneer z’n
start goed is geweest. Een ae-
rodynamisch pak, klapschaat-
sen… Dat is allemaal mooi,
maar de kracht schuilt in het
trainingsschema, gekoppeld
aan de juiste voeding. Vooral dat
laatste is enorm belangrijk. Dat
geldt ook voor de opfok van jon-
ge dieren. Een juist voersche-
ma, goede ondersteuning van
de veehouder en hoogwaardige
voeding in de juiste hoeveelhe-
den zorgen voor een optimale
groei. Voor een perfecte basis
die het leveren van een toppres-
tatie mogelijk maakt.”
Neem nu de kalveropfok. Die
is vanwege de sterke focus op
de koe en het melkproces vaak
een onderschoven kindje in
het melkveebedrijf. Terwijl de
toekomst van zo’n bedrijf juist
in dat jonge dier schuilt. Een
maximale en ongestoorde groei
in de eerste 2 levensmaanden
geeft de meest duurzame koei-
en. Met hogere (levens)produc-
ties.’’ Goed en gericht voeren
van kalveren kan gedurende de
eerste lactatie maar liefst 1000
liter melk extra opleveren, aldus
Rouwers. “In Nederland ligt de
groei per dag, voor spenen on-
der normale omstandigheden,
op 600 gram per dag. Door het
gebruik van Sprayfo kalvermelk,
ons bekendste product, is 800
gram groei per dag mogelijk.
Ga je dus uit van 200 gram ex-
tra groei per dag, maal 6,7 liter
(gemiddelde van alle wereldwij-
de onderzoeken) extra melkpro-
ductie, dan kom je uit op 1340
liter extra. Tel uit je winst. Ove-
rigens houden we die extra liters
zelf wat lager aan. 1340 liter is
de absolute top, we praten zelf
over 1000 liter extra melk.”
ProductieprocesSprayfo is een hoogwaardige
fokmelk, opgebouwd uit na-
tuurlijke grondstoffen. Voor de
productie ervan worden zuivel-
producten, zoals magere melk-
poeder en eiwitrijk weipoeder,
als grondstof gebruikt. Het pro-
ductieproces dat wordt toepast
is uniek en begint in de eigen fa-
briek in Sloten, Friesland. “Daar
wordt zuivel met vloeibare vet-
ten gemengd die daarna gepas-
teuriseerd en gehomogeniseerd
worden. Vervolgens wordt het
product gesproeidroogd tot
een melk-vetkern. Die bestaat
uit kleine vetbolletjes, omhuld
door melkeiwit. Deze manier
van vetverwerking zorgt voor
een maximale verteerbaarheid.
Na dit proces wordt het melk-
vetconcentraat opgeslagen in
grote silo’s en vervolgens naar
Deventer vervoerd. Daar worden
ze tot eindproducten verwerkt.
Sprayfo, Spraymes en Nuklo-
spray, in de bekende papieren
zakken. De productie vindt dus
plaats in twee fabrieken.”
Veel winst te behalenRouwers weet het zeker. Bij drie-
kwart van de melkveehouders is
met Sprayfo veel winst te beha-
len. “Volgens sommige veehou-
ders hoeft een kalf niet zoveel te
groeien in de eerste maanden.
Die groei halen ze wel in als ze
overschakelen naar ruwvoer
en krachtvoer, zo luidt de ar-
gumentatie. Onderzoek wijst
echter uit dat de uier zich vooral
in de eerste twee levensmaan-
den van het kalf ontwikkelt. De
sleutel voor een goede ontwik-
keling van kalf naar koe ligt dus
écht bij de start van het jonge
kalf. Blijft de groei in de eerste
2 maanden achter, dan kan dat
vanaf de derde maand niet meer
met extra krachtvoer gecom-
penseerd worden.”
Yoghurt voor biggenSprayfo is het bekendste pro-
duct van Sloten B.V., op de
tweede plaats komt Nuklospray.
Nuklopspray staat voor biggen-
melk als bijvoeding tot aan het
spenen en voor hoogwaardige
ingrediënten voor biggenvoe-
ders. “Zonder bijvoeren komen
biggen tekort”, weet Rouwers
uit ervaring. “Zelfs een goede
zeug met 14 goede spenen kan
niet alle biggen voldoende zo-
gen. De absolute melkproductie
is gewoon te laag. De oplossing?
Bijvoeren met het product Nu-
klospray Yoghurt, direct na de
biestperiode. Dit leidt tot een
hoger speengewicht. Nuklos-
pray Yoghurt maakt een serieus
verschil. Ook met dit product
doet Sloten B.V. van zich spre-
ken.”
Sloten B.V.
Postbus 474, Deventer
Telefoon: 0570 - 639 999
www.sloten.comSTeFFeN ROuweRS
Agri & Food Special
Buma Handel BV denkt mee met agrarisch ondernemerIn de landbouw zijn volop ont-wikkelingen gaande. Buma Handel BV springt hier op in met een breed aanbod van producten voor zowel de landbouw als voor de grond weg- en waterbouw.
Het melkschandaal in China
heeft de hele wereld weer goed
doen beseffen dat kwaliteit in
de melkveesector van groot be-
lang is. Nederland, melkveel-
and bij uitstek, kan die hoge
kwaliteit bieden. De professi-
onalisering, automatisering en
schaalvergroting bij de agrari-
sche bedrijven in Nederland is
de laatste jaren in stroomver-
snelling geraakt.
‘Ik denk dat er een enorme ont-
wikkeling op gang is gekomen.’
Aan het woord is Jan-Willem
Strampel, Directeur van Buma
Handel BV. ‘De projecten wor-
den steeds groter en complexer.
Een boer die zijn bedrijf ont-
wikkelt en/of gaat (ver)bouwen
heeft daardoor mensen nodig
die hem kunnen voorzien van
het juiste advies en de juiste
producten. Wij werken vaak
samen met agrarische loon-
werkers en voegen hun en onze
kennis samen om tot de juiste
oplossing voor de boer te ko-
men.’
Buma Handel BV bestaat ze-
ventien jaar en is in die tijd
uitgegroeid van een eenmans-
bedrijf naar nu een bedrijf waar
dertien personen werken. Zij
zijn bedrijven door heel Neder-
land van dienst. Ook het aan-
bod van Buma Handel is door
de jaren heen flink uitgebreid.
De handelsonderneming biedt
anno 2013 producten die in
agrarische sector en de grond
weg en waterbouw worden ge-
bruikt. Dat varieert van zaaiza-
den, wikkelfolie, afrasterings-
materialen tot betonproducten
en materialen voor de mest-
verwerking en opslag. Voor wat
betreft het laatste heeft Buma
Handel BV het productaanbod
de laatste jaren behoorlijk uit-
gebreid. Waren het eerder al-
leen mestbassins die werden
aangeboden, nu kan ook in de
platen- en betonsilo’s een goe-
de oplossing worden aangebo-
den .
‘We werken met vier buiten-
dienstmensen. Regelmatig
gaan wij mee met de loonwer-
ker om de boer te adviseren.
Het voordeel van een handel-
sonderneming is dat we ruimer
om ons heen kunnen kijken.
Voor de ene situatie is name-
lijk product X meer geschikt
dan product Y. We kunnen in de
meeste gevallen voor een gun-
stige prijs de meest geschikte
en kwalitatief hoogwaardige
oplossingen bieden.’
Zeg je kaas, dan zeg je EisengaEr gaat niets boven kaas. Een Nederlander eet gemiddeld 15 kilo kaas per jaar en ons land behoort tot één van de grootste kaasproducenten van Europa. Ruud Eisenga weet er alles van. Samen met zijn broer Henk runt hij Eisenga Kaas, een familiebe-drijf dat sinds 1898 bestaat.
Eisenga, gevestigd in Ooster-
wolde, is kaasgroothandel en
levert aan detaillisten, kaas-
speciaalzaken, marktkramen
en de ambulante handel. Maar
ook andere groothandels wor-
den van hun producten voor-
zien. Het bedrijf is niet alleen in
Nederland, maar ook buiten de
landsgrenzen actief. In tal van
Europese landen is Eisenga Kaas
een bekende verschijning.
,,De groothandel is onze belang-
rijkste bedrijfstak. Daarnaast
hebben we verschillende formu-
les ontwikkeld’’, vertelt Henk.
,,Voor winkels, marktkramen
en de ambulante handel. Bij dat
laatste moet je denken aan huis
aan huis service, een busje als
vervanger van de buurtsuper,
een rijdende winkel.’’
De Eisenga’s hebben jarenlan-
ge ervaring met het verkopen
van kaas. Die ervaring en kennis
van zaken wordt nu gedeeld met
ondernemers. ,,Wij helpen de
detaillisten kaas te verkopen’’,
vult Ruud aan. ,,Bediend, vers
van het mes. Daarbij nemen wij
hen alle zorg uit handen. Wij
bieden een totaalconcept. Dat
begint met een goede locatie,
kwaliteit, sportieve prijzen en
een breed assortiment waarin
onze merken goed vertegen-
woordigd zijn. Zo werken we o.a.
samen met een ambachtelijke
kaasmakerij uit Veenhuizen,
door UNESCO genomineerd als
werelderfgoed. Die maakt voor
ons echte, regionale specialitei-
ten.’’
Maar de verkoop draait natuur-
lijk niet alleen om een goede lo-
catie. Of om een goed product en
scherpe prijs. Ruud lacht. ,,Dat
klopt, daar komt meer bij kijken.
Vandaar dat we ook zorgen voor
een professionele aankleding
van de winkel of marktkraam,
een eigen, herkenbare huisstijl,
interne trainingen en promotio-
nele activiteiten. Variërend van
reclamemateriaal tot demon-
straties. Eisenga ontzorgt. Dat
alles gebeurt laagdrempelig.’’
Eisenga Kaas
Ploeggang 16, Oosterwolde
Telefoon: 0516-431672
www.eisengakaas.nl
Bosgraaf Food & Hygiënetechniek B.V.Bosgraaf Food & Hygiënetech-
niek B.V. te Joureis leveran-
cier en specialist in RVS be-
drijfsinrich-tingen voor o.a. de
voedingsmiddelenindustrie.
Hierbij moet gedacht worden
aan hygiëneslui-sen, hand-
wasbakken, garderobekasten,
rvsmeubilair en alles op het
gebied van interntransport.
Sinds maart 2013 gevestigd in
een geheel nieuw pand aan de
A7 op de Koevorde9 te Joure
waarbij een grote efficiency
slag isgemaakt. Met meer dan
20 jaar ervaring gaatBosgraaf
Food & Hygiënetechniek net
een stap-je verder als het gaat
om klant specifieke oplos-sin-
gen.
Compost-O maakt van bermgras en tuinafval gemakkelijk compostRinagro BV in Piaam biedt een interessante oplossing voor het snel en eenvoudig composteren van bermgras en tuinafval. Met Compost-O kunnen gemeenten, provincies, bedrijven en parti-culieren duurzaam, versneld en goedkoop composteren. Boven-dien is een hogere eindkwaliteit verzekerd. Rinagro BV is geno-mineerd voor de Succes Award 2013, de grootste ondernemer-sprijs van Nederland.
Kost het composteren van
bermgras door een loonbe-
drijf al gauw 10 euro per kuub,
dankzij de toepassing van de
milieuvriendelijke vloeistof
Compost-O kan dit bedrag tot
1 euro terug gebracht worden.
Geen wonder dat Rinagro groeit
als kool en niet alleen in Neder-
land actief is. Ook in Duitsland,
Denemarken, België en Luxem-
burg zijn inmiddels verkoop-
punten. Sinds kort gaat Rinagro
zelfs overzee en is Canada aan
het lijstje toegevoegd.
Aanvankelijk hield Rinze Jous-
tra, directeur/eigenaar van Ri-
nagro, zich alleen met mest-
bewerking bezig. Veehouders
lopen weg met de door hem
ontwikkelde AgriMestMix. Het
mineralenmengsel zorgt ervoor
dat de kwaliteit van drijfmest
aanzienlijk verbetert. Joustra:
,,De uiteindelijke bemesting
leidt tot een goede bodem-
vruchtbaarheid, een efficiënte-
re en betere teelt en bemesting,
minder nitraatuitspoeling,
duurzamer werken en kosten-
reductie. De agrarische sector is
er blij mee.’’
Van het een kwam het ander.
Joustra paste de ‘Agri-Mest
techniek’ toe op het composte-
ren van bermgras en tuinafval
en ontwikkelde Compost-O.
Een middel dat per liter te koop
is; ook particulieren willen hun
tuinafval gemakkelijk compos-
teren. De werkwijze is simpel.
De vloeistof, die uit minera-
len en aerobe microbacteriën
bestaat, wordt vermengd met
water en over het bermgras of
tuinafval gegoten. Na enke-
le maanden zie je al resultaat.
,,Het mooie is dat het gras niet
belucht hoeft te worden. Er zijn
geen machinale handelingen
nodig, je hebt geen rotten-
de geur, schimmelvorming of
ongedierte en geen broei. Dus
geen uitstoot van broeikas-
gassen. Het eindresultaat? Een
mineralenrijke composthoop
die voor allerlei toepassingen
geschikt is.’’
Rinagro BV
Buorren 4 Piaam
Telefoon 0515-232724
06-55564177
www.rinagro.nl
RiNze jOuSTRA, DiReCTeuR RiNAGRO bv
RuuD (LiNKS) eN heNK eiSeNGA