4. Spelvormen en werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

10
Krachtige leeromgeving Spelvormen

Transcript of 4. Spelvormen en werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

Page 1: 4. Spelvormen en werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

Krachtige leeromgeving

Spelvormen

Page 2: 4. Spelvormen en werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

OverzichtAanbiedende werkvormen

Vragen stellen

Gespreksvormen

Samenwerkingsvormen

Individualiserende werkvormen

• Ganzenbord• Kruiswoordraadsel• Kwartet• Raadspelen• Taboe• Bingospel• Digitale games

Spelvormen

Werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

Page 3: 4. Spelvormen en werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

SpelvormenGanzenbord• Leerinhoud inoefenen• Kennisvragen, discussievragen of toepassingsvragen

Kruiswoordpuzzel• Voorkennis activeren, herhaling, evaluatie lessenreeks• Varianten: cryptogrammen, rebussen, raadsels,

woordzoekers

Kwartet• Verwerken kennis (feiten, begrippen en classificaties) en

leggen van relaties• Taal stimuleren

Page 4: 4. Spelvormen en werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

SpelvormenRaadspelen• Kennis herhalen, opfrissen leerstof, toetsen inzicht• Quiz en varianten: De slimste mens, Pappenheimers,

Blokken, Who wants to be a millionnaire?, …

Taboe• Kennis en inzichtdoelen• Leerling beschrijft begrippen, de andere leerlingen raden.

Bingospel• Leerlingen noteren zelf cijfers. Leerkracht trekt een cijfer.

Als dat op het blad van de leerling staat, krijgt hij/zij een vraag of doe-opdracht.

• Voorbeeldvraag: Bereken zo snel mogelijk de oppervlakte van deze rechthoek.

Page 5: 4. Spelvormen en werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

SpelvormenDigitale games• Positieve invloed op leerlingen, actieve spelers,

onmiddellijke feedback• Verwerven cognitieve vaardigheden, feitenkennis,

ruimtelijk inzicht, probleemoplossend denken, omgaan met ICT, sociale vaardigheden, bewustmaking gevoelige maatschappelijke thema’s, …

• Inleidende oefening, variatie in werkvormen, toepassing, extra oefening

• Voorwaarde: Leraar speelt ondersteunende rol voor, tijdens en na het spelen van het spel.

Om welk soort game gaat het? Wat is het doel en wat heeft het te bieden? Past het binnen wat je wilt aanleren? Via welk kanaal is het beschikbaar?Test het spel altijd zelf uit! Past het bij de leeftijd van je leerlingen? Is het taalgebruik aangepast? Hoe zit het met feedback? Kost het spelen veel tijd?

Page 6: 4. Spelvormen en werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

Spelvormen

• Een spel maken neemt tijd in beslag.• Kijk goed naar wat er al op de markt is!• Goede motivering en nabespreking van

het spel is noodzakelijk.• Wijs leerlingen er op dat ze aan de

verplichtingen moeten voldoen (competitie kan te groot worden waardoor aan de inhoud wordt voorbijgegaan).

• Leerlingen kunnen zelf ook het spel ontwikkelen.

Page 7: 4. Spelvormen en werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

OverzichtAanbiedende werkvormen

Vragen stellen

Gespreksvormen

Samenwerkingsvormen

Individualiserende werkvormen

Spelvormen

• Activerende opening, voorkennis inventariseren• Herhaling, doelstellingen controleren

Werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

Page 8: 4. Spelvormen en werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

Activerende opening, voorkennis inventariseren

• Activerende, motiverende opening• Nieuwsfeit, cartoon, citaat, metafoor, muziek, …

Inleiding onderwerp

• Voorkennis activeren• Het onderwerp aansnijden – brainstormen - ideeën groeperen• Wenselijk: max 12 lln, anders splitsen in kleinere groepen

Brainstorm

• Mening vormen over een onderwerp: via een vraag of stelling inzichten, standpunten en meningen met elkaar uitwisselen

• Vb: Flappen in het lokaal hangen

Aanvul-oefening

Page 9: 4. Spelvormen en werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

Activerende opening, voorkennis inventariseren

• Creatieve presentatie om te peilen naar de aanwezige voorkennis.

• Opdracht geven – groepjes maken – collage uitwerken – rondlopen om collage te bekijken/bespreken – nabespreking oefening.

Collage

• Aanwezige voorkennis achterhalen en aanvullen/bijsturen• Kenmerken zoekenMetaplan

Selecteer enkele woorden die te maken hebben met het centrale thema van de lessen. Schrijf de belangrijkste associaties op een flap die je niet aan de lln. laat zien. Verdeel lln. in groepjes en laat ze om beurt 1 minuut woorden roepen als associatie op jouw woord. Tel nadien hoeveel woorden overeenkomen met jouw associaties en geef punten.

Page 10: 4. Spelvormen en werkvormen in functie van lesbegin en leseinde

Herhaling, doelstellingen controleren

• Veel leerwinstIn eigen woorden

navertellen

• De leerlingen geven een antwoord op volgende vragen (binnen één minuut tijd): Wat is het belangrijkste dat ik tijdens deze les tot nu toe heb geleerd? Wat heb ik gemist? Wat vond ik moeilijk?

Eénminuut-werkstuk

• Leerlingen vragen laten formuleren als toets bij de les Vragen willekeurig verspreiden Leerlingen lossen vragen op Nabespreking (moeilijk/makkelijk?)

Elkaar overhoren

• 4 flappen: Wat heb je vandaag gedaan? Wat heb je vandaag geleerd? Wat ga je zeker nog kunnen gebruiken? Waar kun je niets mee?

• Iedere leerling krijgt 4 post-its

Vier vragen