20160701 Jaarrekening 2014 GGZ Oost Brabant.xlsx

CONCEPT

Jaarrekening 2014

Stichting GGZ Oost Brabant

01-07-2016

PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.Uitsluitend voor identificatiedoeleinden


INHOUDSOPGAVE Pagina

5.1 Geconsolideerde jaarrekening

5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2014 4

5.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2014 5

5.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 6

5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 7

5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2014 25

5.1.6 Geconsolideerde mutatieoverzicht materiële vaste activa 37

5.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten 40

5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 42

5.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2014 43

5.1.10 Enkelvoudige balans per 31 december 2014 52

5.1.11 Enkelvoudige resultatenrekening over 2014 53

5.1.12 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2014 54

5.1.13 Enkelvoudige mutatieoverzicht materiële vaste activa 63

5.1.14 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten 66

5.1.15 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 (enkelvoudig) 68

5.1.16 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2014 69

5.2 Overige gegevens

5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 75

5.2.2 Resultaatbestemming 75

5.2.3 Gebeurtenissen na balansdatum 75

5.2.4 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 75

Pagina 2 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.Uitsluitend voor identificatiedoeleinden


5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING



5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

5.1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014

(na resultaatbestemming)

Ref. 31-dec-14 31-dec-13

€ €

ACTIVA

Vaste activa

Materiële vaste activa 1 37.077.594 41.119.450Financiële vaste activa 2 2.220.522 3.165.078Totaal vaste activa 39.298.116 44.284.528

Vlottende activa

Voorraden 3 229.848 404.023Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 4 0 10.015.986Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 5 3.691.385 12.214.837Overige vorderingen 6 35.339.804 20.040.746Effecten 7 526.473 502.043Liquide middelen 8 1.033.133 1.238.152Totaal vlottende activa 40.820.643 44.415.787

Totaal activa 80.118.759 88.700.315

Ref. 31-dec-14 31-dec-13

PASSIVA € €

Eigen vermogen 9Kapitaal 45 45Collectief gefinancierd gebonden vermogen 11.509.271 19.262.703Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 5.467.117 5.201.216Totaal eigen vermogen 16.976.433 24.463.964

Voorzieningen 10 2.346.054 4.210.628

Langlopende schulden (nog voor meer 11 19.905.556 22.800.000 dan een jaar)

Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar)

Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 4 4.816.968 0Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 5 436.018 184.472Overige kortlopende schulden 12 35.637.730 37.041.251

Totaal passiva 80.118.759 88.700.315



5.1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014

Ref. 2014 2013

€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties 14 57.807.586 59.244.416

Omzet DBC's 15 60.008.000 70.602.924

Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 16 2.452.341 5.599.222

Subsidies (inclusief overige WMO-prestaties) 17 2.507.124 1.989.426

Overige bedrijfsopbrengsten 18 2.303.472 2.533.893

Som der bedrijfsopbrengsten 125.078.523 139.969.881

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 19 96.069.131 95.140.306

Afschrijvingen op financiële en materiële vaste activa 20 6.109.682 6.965.066

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 21 202.313 5.047.175

Overige bedrijfskosten 22 29.127.136 28.359.562

Som der bedrijfslasten 131.508.262 135.512.109

BEDRIJFSRESULTAAT -6.429.739 4.457.772

Financiële baten en lasten 23 -1.057.792 -1.170.561

RESULTAAT BOEKJAAR -7.487.531 3.287.211

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2014 2013

€ €

Toevoeging/(onttrekking):Reserve aanvaardbare kosten -7.135.407 3.393.076Algemene reserve niet collectief gefinancierd vrij vermogen 265.901 35.057Bestemmingsreserve Instandhoudingsinvesteringen 0 -405.214Bestemmingsreserve Meerjarenstrategie -830.792 80.792Bestemmingsreserve Projectbudgetten -433.162 183.500Bestemmingsreserve Projecten / nieuw beleid 645.929 0

-7.487.531 3.287.211



5.1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT

Ref. 2014 2013

€ € € €

Kasstroom uit operationele activiteiten

Bedrijfsresultaat -6.429.739 4.457.772

Aanpassingen voor:- afschrijvingen 20 6.109.682 6.965.066

- bijzondere waardeverminderingen 21 202.313 5.047.175

- mutaties voorzieningen 10 -1.864.574 -1.478.258

4.447.421 10.533.983

Veranderingen in vlottende middelen:

- voorraden 3 174.175 -5.319

- mutatie onderhanden werk uit hoofde van DBC's 4 14.832.954 -6.391.934

- vorderingen 6 -15.299.058 -623.790

- effecten 7 -24.430 -44.190

- vorderingen/schulden uit hoofde van

financieringstekort respectievelijk -overschot 5 8.774.998 48.679

- kortlopende schulden (excl. schulden aan banken) 12 -901.890 -1.899.486

7.556.749 -8.916.040

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 5.574.431 6.075.715

Ontvangen interest 23 53.813 67.984

Betaalde interest 23 -1.111.605 -1.238.545

-1.057.792 -1.170.561

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 4.516.639 4.905.154

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen materiële vaste activa 1 -2.623.321 -2.232.658

Desinvesteringen materiële vaste activa / financiële

vaste activa 1 1.297.287 -63.104

Mutatie deelneming 2 10.148 6.782

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -1.315.885 -2.288.980

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Aflossing langlopende schulden 11 -2.894.444 -2.894.444

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -2.894.444 -2.894.444

Mutatie geldmiddelen 306.310 -278.270

Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode.

Het verloop van de geldmiddelen is als volgt:

Stand per 1 januari -11.319.306 -11.041.036

Mutatie boekjaar 306.310 -278.270Stand per 31 december -11.012.996 -11.319.306

Liquide middelen per 31 december 1.033.133 1.238.152

Bankrekeningen per 31 december -12.046.129 -12.557.458

Totaal geldmiddelen per 31 december -11.012.996 -11.319.306



5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING

5.1.4.1 Algemeen

Groepsverhoudingen

Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Continuïteitsveronderstelling

Stichting GGZ Oost Brabant behoort tot het Stichting GGZ Oost Brabant-concern. Aan het hoofd van deze

groep staat Stichting GGZ Oost Brabant te Boekel. De jaarrekening van Stichting GGZ Oost Brabant is

opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting GGZ Oost Brabant-concern te Boekel.

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de relevante stellige

uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving,

in het bijzonder RJ 655 inzake de jaarverslaggeving door zorginstellingen en Titel 9 Boek 2 BW.

Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. De financiering vindt plaats

met eigen vermogen en met vreemd vermogen.

Het eigen vermogen van GGZ Oost Brabant bedraagt per 31 december 2014 € 16.976.433 positief.

Het vreemd vermogen is verdeeld in lang en kort, waaronder door banken in rekening-courant verstrekte

middelen en door banken verstrekte leningen. De banken hebben voorwaarden gesteld in de

financieringsovereenkomsten die GGZ Oost Brabant dient na te komen. Daarbij is de rekening-courant

financiering dagelijks opzegbaar. De latere deponering van de jaarrekening met goedkeurende verklaring is

afgestemd met de banken.

De continuïteit van de stichting hangt in hoge mate af van de bereidheid van banken deze financiering te

continueren. Deze bereidheid is met name afhankelijk van het feit in hoeverre GGZ Oost Brabant voldoet aan

de gestelde voorwaarden.

Hierdoor bestaat er een onzekerheid van materieel belang op grond waarvan gerede twijfel zou kunnen

bestaan over de continuïteit van het geheel van de werkzaamheden van GGZ Oost Brabant. Wij hebben de

cashflow over het boekjaar 2015 positief laten ontwikkelen door de volgende maatregelen:

• optimaliseren van de DBC-facturering en incasso

• beperken van de investeringen

De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook

gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de stichting.

Uit de jaarrekening 2014 zijn onder andere de volgende ratio's te herleiden:

• Solvabiliteit: 13,6%

• DSCR: 0,18

• Solvabilitiet: 21,2%

Deze ratio's geven aan dat over het verslagjaar 2014 niet voldaan wordt aan de kredietafspraken met de bank.

De concept jaarrekening 2015 is opgesteld, waarin een positief resultaat te zien is. De begroting 2016 is

eveneens vastgesteld met een rendement op het eigen vermogen van 2%. Door deze ontwikkelingen in het

resultaat (en daarmee het eigen vermogen) laten de ratio's waarden zien die in lijn zijn met de

kredietafspraken, omdat een waiver verkregen is met aangepaste ratio's voor 2014 en 2015. Hiermee blijft de

continuïteit geborgd. De organisatie stuurt expliciet om de ratio's, die als gevolg van het zelfonderzoek 2013

en 2014 onder de normen gezakt waren, weer op orde te krijgen.




Vergelijking met voorgaand jaar

Consolidatie

Verbonden rechtspersonen

De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie betrokken

rechtspersonen en vennootschappen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen

onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van derden in het

vermogen en in het resultaat van groepsmaatschappijen zijn afzonderlijk in de geconsolideerde

jaarrekening tot uitdrukking gebracht.

De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Op

basis van RJ 655 dienen de vordering en schuld uit hoofde van bekostiging apart te worden toegelicht in de

jaarrekening 2013 en is saldering niet meer mogelijk. In de jaarrekening is dit in paragraaf 5.1.5 toegelicht.

Op grond van de RJ 655 dient met ingang van de jaarrekening 2013 (jaar t) rekening te worden gehouden met

de definitieve indexering, die in het opvolgende jaar (t+1) wordt verwerkt in de tarieven, middels het

opnemen van een vordering ultimo 2013. Als gevolg van de onzekerheden voor de bepaling van de omvang van

de na-indexering van het AWBZ-budget ten aanzien van het tarief en de uiteindelijke realisatie in het

productievolume het opvolgende jaar is deze vordering in de jaarrekening op nihil gewaardeerd. Het betreft

hier in beginsel een stelselwijziging conform RJ 140, echter door de gekozen verwerkingswijze is er geen

effect op het eigen vermogen of het resultaat te vermelden.

In de geconsolideerde jaarrekening zijn tevens opgenomen de stichtingen en vennootschappen die tot de

groep behoren. Dit betreft de volgende stichtingen:

• Stichting Olim, Berlicumseweg 8 te Rosmalen;

• Stichting Indigo Brabant, Nieuwe Markt 3 te Uden.

Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap,

gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die

overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire

directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Stichting GGZ Oost Brabant en nauwe

verwanten zijn verbonden partijen.

Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale

marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en

andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de

resultaatbepaling van de Stichting GGZ Oost Brabant.

In de consolidatie worden de financiële gegevens van Stichting GGZ Oost Brabant opgenomen, samen met haar

groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of

waarover zij de centrale leiding heeft.




Kasstroomoverzicht

5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva

Activa en passiva

Gebruik van schattingen

Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.

Kasstromen uit financiële afgeleide instrumenten die worden verantwoord als reële waarde-hedges of

kasstroomhedges worden in dezelfde categorie ingedeeld als de kasstromen uit de afgedekte balansposten.

Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de

actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de

verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de

jaarrekening genummerd.

De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en

veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde

van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze

schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld.

Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in

toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.




Materiële vaste activa

Vaste activa zijn beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen met een duurzaam karakter. Dit doet zich

voor bij wijzigingen in omstandigheden die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet

terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de

boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige

nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren, of de bij verkoop te realiseren directe

opbrengstwaarde indien deze hoger is. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare

waarde (= de hoogste van enerzijds de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen en

anderzijds de directe opbrengstwaarde), worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het

verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde.

GGZ Oost Brabant beschikt over vastgoed waar zorg wordt verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge

artikel 6 van de AWBZ. Voor dit vastgoed zijn in 2011 de bekostigingsregels aangepast. Volledige nacalculatie

van kapitaallasten van goedgekeurde investeringen is vervangen door prestatiebekostiging. Hierbij geldt een

gefaseerde overgang met een overgangstermijn tot en met 2017.

GGZ Oost Brabant heeft de realiseerbare waarde van het vastgoed getoetst op basis van de contante waarde

van de toekomstige kasstromen van haar zorgvastgoed. Deze is benaderd op het niveau van de

kasstroomgenererende eenheden en vergeleken met de boekwaarde van het vastgoed en de overige met de

bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2014. Er is geen aanleiding om extra afwaardering te

plegen.

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van

cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van

materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. Voor zover subsidies

of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn

deze in mindering gebracht op de investeringen.

Belangrijke overige veronderstellingen die zijn gehanteerd bij de benadering van de contante waarde van de

kasstromen zijn:

• evenals in 2013 is de kasstroomgenererende eenheid gebaseerd op instellingsniveau;

• per pand is de gemiddelde economische levensduur inclusief restwaarden bepaald;

• genormaliseerde trendmatige kasstromen tot aan einde verwachte gebruiksduur. Bij de berekening hiervan

is rekening gehouden met de effecten van de overgangsregeling 2012-2017;

• vervangingsinvesteringen tot het niveau dat noodzakelijk worden geacht om het betreffende vastgoed

tot aan het einde levensduur in gebruik te houden;

• een disconteringsvoet van 3,42%, zijnde het gemiddelde van de externe vermogenskosten van GGZ Oost

Brabant en het gewenste rendement op het eigen vermogen (indicatie 2%).




Financiële vaste activa

De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen omvatten overige vorderingen, alsmede

gekochte leningen en obligaties die tot het einde van de looptijd zullen worden aangehouden. Deze

vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde.

Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden

uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in

ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De

nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor

deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt

uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming. Indien de waardering van een

deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Deelnemingen

waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs.

Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde;

afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening.




Bijzondere waardeverminderingen

In 2012 zijn de tarieven voor de huisvestingscomponent voor de curatieve GGZ bekend geworden terwijl voor

de langdurige zorg meer bekend is geworden over de extramuralisering van de lichte ZZP’s. Als gevolg van

deze en overige wijzigingen in de bekostiging was ultimo 2012 sprake van indicaties die kunnen duiden op een

mogelijke duurzame waardevermindering. Als gevolg daarvan heeft Stichting GGZ Oost Brabant ultimo 2013

overeenkomstig RJ 121 opnieuw een beoordeling op bijzondere waardeverminderingen met een duurzaam

karakter uitgevoerd.

Stichting GGZ Oost Brabant heeft de realiseerbare waarde van het vastgoed getoetst op basis van de contante

waarde van de toekomstige kasstromen van haar zorgvastgoed. Deze is benaderd op het niveau van de

kasstroomgenererende eenheden, en vergeleken met de boekwaarde van het vastgoed en de overige met de

bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2014.

Vaste activa worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen als sprake is van wijzigingen in

omstandigheden waardoor de vraag ontstaat of de boekwaarde van een actief terugverdiend kan worden. De

terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief per

balansdatum te vergelijken met de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde kan bestaan uit de

contante waarde van de toekomstige netto-kasstromen die het actief naar verwachting bij voortgezet gebruik

zal genereren, of de bij verkoop naar verwachting te realiseren directe opbrengstwaarde.

Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere

waardevermindering verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde.

Stichting GGZ Oost Brabant beschikt over vastgoed waar zorg wordt verleend waarop aanspraak bestaat

ingevolge artikel 6 van de AWBZ. Voor dit vastgoed zijn in 2011 de bekostigingsregels aangepast. Volledige

nacalculatie van kapitaallasten van (voorheen) vergunningsplichtige investeringen is vervangen door

prestatiebekostiging. Hierbij geldt een gefaseerde overgang met een overgangstermijn tot en met 2017.

Stichting GGZ Oost Brabant beschikt tevens over vastgoed waar curatieve zorg wordt verleend die wordt

bekostigd door ofwel vanuit de Zorgverzekeringswet ofwel het ministerie van Veiligheid en Justitie. Met

ingang van 2013 wordt volledige nacalculatie van kapitaallasten vervangen door prestatiebekostiging. Hierbij

geldt deels een gefaseerde overgang met een overgangstermijn tot en met 2017.

Het verschil tussen de boekwaarde per 31 december 2014 en de contante waarde van de toekomstige

kasstromen laat een positief saldo zien voor alle kasstroom genererende eenheden. Vandaar dat er geen

aanpassingen gedaan zijn op de waardering van het vastgoed.




Vervreemding van vaste activa

Voorraden

Financiële instrumenten

Stichting GGZ Oost Brabant past kostprijshedge-accounting toe voor de renteswaps die ervoor zorgen dat

bepaalde variabel rentende leningen worden omgezet in vastrentende schulden.

Voorraden zijn gewaardeerd tegen historische inkoopprijzen onder aftrek van een voorziening voor

incourantheid, voor zover daartoe aanleiding bestaat.

Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.

Stichting GGZ Oost Brabant loopt renterisico over de rentedragende langlopende schulden met een variabele

rente. Met betrekking tot bepaalde variabele rente en de schulden heeft Stichting GGZ Oost Brabant een

renteswap gecontracteerd, zodat zij een vaste rente betaalt. Hierdoor wordt het termijnrisico afgedekt.

Stichting GGZ Oost Brabant past hedge-accounting toe. Op het moment van aangaan van een hedge-relatie, is

dit door de stichting gedocumenteerd. De stichting stelt middels een test periodiek de effectiviteit van de

hedge-relatie vast. Dit kan gebeuren door het vergelijken van de kritische kenmerken van het hedge-

instrument met die van de afgedekte positie, of door het vergelijken van de verandering in reële waarde van

het hedge-instrument en de afgedekte positie.

Afgeleide financiële instrumenten die worden gewaardeerd tegen kostprijs en waarop kostprijshedge-

accounting wordt toegepast.

Bij het toepassen van kostprijshedge-accounting is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de

balans en de resultaatbepaling van het hedge-instrument, afhankelijk van de afgedekte post. Dit betekent het

volgende:

Het ineffectieve deel van de waardeverandering van de renteswap wordt verantwoord in de winst-en-

verliesrekening onder de financiële baten en lasten.

In 2010 heeft GGZ Oost Brabant een lening met een variabele rente aangetrokken. Om het risico van

schommelingen in de rente af te dekken, is de keuze gemaakt om dit te doen door een derivaat in de vorm

van een renteswap af te sluiten.

• Zolang de afgedekte post in de kostprijshedge nog niet in de balans verwerkt wordt, wordt het hedge-

instrument niet geherwaardeerd.

Het ineffectieve deel van de hedgerelatie wordt direct in de winst- en verliesrekening verwerkt.

• Indien de afgedekte post tegen kostprijs in de balans wordt verwerkt, wordt ook het derivaat tegen kostprijs

gewaardeerd.




Algemeen

Kredietrisico

Renterisico en kasstroomrisico

Kredietrisico

Reële waarde

De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen,

effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.

De reële waarde van de overige in de balans verantwoorde financiële instrumenten wijkt niet materieel af van

de boekwaarde.

GGZ Oost Brabant loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste

activa, effecten en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder

schulden aan kredietinstellingen).

Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt GGZ Oost Brabant risico ten aanzien van

toekomstige kasstromen; met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt GGZ Oost Brabant

risico's over de reële waarde als gevolg van wijzigingen in de marktrente.

Met betrekking tot bepaalde vastrentende schulden (schulden aan kredietinstellingen) heeft GGZ Oost Brabant

renteswaps gecontracteerd, zodat zij vaste rente ontvangt en variabele rente betaalt.

De liquide middelen staan uit bij banken die minimaal een A-rating hebben. Banken waarmee derivaten

worden afgesloten hebben tenminste een A-rating.

De instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die

de instelling blootstellen aan kredietrisico’s en rente- en kasstroomsrisico's. Deze betreffen financiële

instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De instelling handelt niet in deze financiële derivaten en heeft

procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij

het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele

daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten.

De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren zijn grotendeels geconcentreerd bij drie grote verzekeraars.




Onderhanden werk uit hoofde van DBC's

Vorderingen

Effecten

Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's wordt gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde. Hierbij

heeft GGZ Oost Brabant een inschatting gemaakt van de verwachte opbrengstwaarde per uur behandeling,

terwijl voor verblijf de prijs per dag op basis van de productstructuur verblijf bepaald is. De productie van het

onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBC's die ultimo boekjaar

openstonden. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen zijn van zorgverzekeraars in

mindering gebracht. Verder wordt de voorziening met het oog op de nuancering van de omzet in mindering

gebracht op het saldo onderhanden werk.

Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie.

Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de

ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt

de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op

basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de winst- en verliesrekening gebracht.

Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.

Transactiekosten die zijn toe te rekenen aan effecten die na eerste verwerking worden gewaardeerd tegen

reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening worden

rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

Transactiekosten die zijn toe te rekenen aan effecten die na eerste verwerking worden gewaardeerd tegen

reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen via het eigen vermogen worden in de eerste

waardering verwerkt. Bij verkoop van de effecten aan een derde of door opname in de effectieve rente (in

geval van een rentedragend actief) worden de transactiekosten in de winst- en verliesrekening verwerkt.

Effecten opgenomen onder vlottende activa worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Deze effecten worden

aangemerkt als zijnde aangehouden voor handelsdoeleinden. Waardeveranderingen van deze effecten worden

verwerkt in de resultatenrekening.

Indien de marktwaarde van effecten niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats tegen

de verkrijgingsprijs. De niet-beursgenoteerde effecten worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere

marktwaarde.




Liquide middelen

Voorzieningen (algemeen)

Voorziening onderhoud

Voorziening jubilea

Voorziening reorganisatie

De voorziening reorganisatie betreft de kosten samenhangend met de in gang gezette reorganisatie. Er is een

plan wat tot aanpassing van de organisatie zal leiden. De berekening vindt plaats op basis van de

uitgangspunten van het doorlopend sociaal plan.

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan

twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen

onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft

de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op

gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 4% en daarnaast is

uitgegaan van een salarisstijging van 2%.

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum

bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang

op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de

bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen

worden zonodig gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk

zijn om de verplichtingen af te wikkelen.

Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als

een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij

de afwikkeling van de verplichting.

Per individuele voorziening dient een toelichting van de grondslagen voor waardering te worden opgenomen:

De voorziening groot onderhoud wordt gevormd voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van

panden, installaties, e.d., gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan. De voorziening betreft een

voorziening voor achterstallig onderhoud en is gebaseerd op nominale waarde. Richting de toekomst wordt

gewerkt met een ideaalcomplex, waarbij de voorziening groot onderhoud niet meer benodigd is.




Voorziening persoonlijk budget levensfase (toerekening aan jaren)

Voorziening garantstellingen

Deze garantstellingen hebben betrekking op huurpanden van Stichting Olim.

Schulden

Langlopende schulden

Operationele leasing

Algemeen

De post langlopende schulden bestaat uit schulden aan kredietinstellingen betreffende kredieten ter

financiering van activa. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de langlopende

schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Langlopende schulden worden bij de

eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening

houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde

boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de

geschatte looptijd van de langlopende schulden in de winst- en verliesrekening als interestlast verwerkt.

Bij de vennootschap zijn er leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de

eigendom verbonden zijn, niet bij de vennootschap ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als

operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met

ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst- en verliesrekening over de

looptijd van het contract.

Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn

toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen.

Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen

bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met

inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.

De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van

historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als

deze gerealiseerd zijn.

Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn

geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.

De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO

verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als een

beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig

uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijfkans, leeftijd en resterende

dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd.




Onzekerheden omzet verantwoording 2013 en 2014 ten gevolge van sectorontwikkelingen 2008-2014

Bij het bepalen van de DBC-omzet voor schadelastjaren 2013 en 2014 heeft Stichting GGZ Oost Brabant de

grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gevolgd zoals onderstaand opgenomen.

Met ingang van 2013 is voor de curatieve geestelijke gezondheidzorg (cGGZ) prestatiebekostiging ingevoerd op

basis van de DBC-systematiek. In de periode 2008 tot en met 2012 is reeds gebruik gemaakt van de DBC-

systematiek voor de incasso van het budget, maar vanaf 2013 zijn de DBC’s ook bepalend voor de omzet in de

jaarrekening. De systematiek kende inherente beperkingen waardoor in de periode 2008 tot en met 2012 geen

goedkeurende verklaringen bij de DBC-verantwoordingen konden worden verstrekt. Door de invoering van

prestatiebekostiging in 2013 heeft dit ook geleid tot verklaringen met beperkingen bij de jaarrekeningen 2013

van GGZ-instellingen, ook bij Stichting GGZ Oost Brabant.

Deze generieke landelijke risico’s en onduidelijkheden zijn voor een belangrijk deel geadresseerd door het

door Stichting GGZ Oost Brabant uitgevoerde zelfonderzoek (schadejaar 2013 en 2014) naar aanleiding van;

1. Het ‘Plan van aanpak verantwoording behandelingen en jaarrekeningen curatieve GGZ naar aanleiding van

de NBA audit alert 32’ van 1 december 2014 (hierna: Plan van aanpak GGZ), voor wat betreft

hoofdbehandelaarschap en verwijsregistratie;

2. De 27 controlepunten (inclusief hoofdbehandelaarschap en verwijsregistratie) zoals opgenomen in het

Controleplan ‘Onderzoek controles cGGZ 2013’ opgesteld door de Nederlandse Zorgverzekeraars voor wat

betreft de formele en materiële controles van zorgverzekeraars.

Op basis van het controleplan is een ‘controlerend’ zorgverzekeraar benoemd. Deze controlerend

zorgverzekeraar beoordeelt namens de verzekeraars de uitkomsten van het self-assessment en maakt

afspraken over de te crediteren bedragen naar aanleiding van het self-assessment. Dit levert een belangrijke

bijdrage aan de oplossing van de onduidelijkheden. Vooralsnog hebben we geen signalen ontvangen dat hieruit

aanvullende (materiële) correcties naar voren zullen komen.

Voor een ander deel zijn de generieke landelijke risico’s en onduidelijkheden nog niet opgelost. Het gaat

hierbij vooral om de registratie- en facturatiebepalingen voor de inhoud van de verzekerde zorg en

voortschrijdend inzicht rond feitelijke en terechte levering (voorheen gepast gebruik), zoals beschreven in de

'algemene inleiding onderzoek cGGZ 2013' (p4). In het hiervoor genoemde plan van aanpak is daarover verder

het volgende opgenomen: 'Om de risico’s rond de omzetbepaling die verband houden met de controles door

verzekeraars op ‘gepast gebruik’ adequaat te kunnen beheersen, zullen zorgaanbieders een voor de

accountant toetsbaar werkproces voor het toepassen van gepast gebruik inrichten. Over de contouren hiervan

zullen zorgaanbieders in het voorjaar van 2015 landelijke afspraken maken met verzekeraars.'




• betrokkenheid hoofbehandelaar

• onderbouwing feitelijke levering van zorg (E-F-G bedden en ‘Dag waar geen nacht op volgt’)

GGZ Oost Brabant heeft het zelfonderzoek inzake schadejaar 2013 zoals beschreven in het Plan van aanpak

GGZ en het Onderzoek controles cGGZ 2013 uitgevoerd en afgerond. Er is sprake van enkele issues bij de

controlepunten, die ten dele door overproductie worden gemitigeerd.

De issues met materiële impact hebben in hoofdlijnen betrekking op de twee volgende onderdelen:

Op basis van de afwikkeling van het zelfonderzoek is voor het risico 2013 een correctie gevormd, welke is

verwerkt in het Onderhanden Werk. De correctie zelfonderzoek bedraagt voor het schadelastjaar 2013 €

1.747.388.

Het voortschrijdend inzicht inzake gepast gebruik (of liever: stand van wetenschap en praktijk, en de cliënt is

redelijkerwijs aangewezen op de zorg) blijft derhalve een punt van aandacht in de omzetverantwoording over

schadelastjaar 2013 en 2014. In het overleg met de controlerend verzekeraar is dit punt aan de orde geweest

en bij het plan van aanpak is afgesproken dat, ten aanzien van de controles inzake gepast gebruik, nader

overleg zal plaatsvinden tussen zorgverzekeraars en de branche. Dit overleg moet er toe leiden dat het gepast

gebruik-probleem wordt opgelost, zodanig dat regelmatig de stand van de wetenschap wordt herijkt en de

uitkomsten daarvan in principe alleen toekomstige werking hebben voor nieuw te openen DBC’s. Op dit

moment is dit nog niet geregeld.

Stichting GGZ Oost Brabant heeft naar beste weten de zorg verleend en verantwoord, maar kan niet uitsluiten

dat hieruit nog aanpassingen voortvloeien. Omdat de omvang niet is in te schatten is hiermee geen rekening

gehouden in de jaarrekening 2014.

Toelichting op de omzetverantwoording van boekjaar 2014, bestaande uit onder meer schadelastjaar

2013 en 2014

Bij de omzetverantwoording is sprake van schattingsposten ten aanzien van ondermeer de toerekening aan

boekjaren van uit de schadelastprognoses verwachte overproductie per verzekeraar per contractdeel (BGGZ

en SGGZ) en waardering van onderhanden projecten.

De Raad van Bestuur heeft de ZvW-omzet en daarbij behorende balansposten (zoals voor alle balansposten

geldt) naar beste weten bepaald en daarbij rekening gehouden met belangrijke schattingsfactoren en

bijzonderheden die landelijk een rol spelen en ook bij GGZ Oost Brabant van toepassing zijn.

Onderstaand wordt de relevantie ervan voor de jaarrekening 2014 van GGZ Oost Brabant toegelicht:

a) Zelfonderzoek schadejaar 2013




• betrokkenheid hoofbehandelaar

• onderbouwing feitelijke levering van zorg (E-F-G bedden en ‘Dag waar geen nacht op volgt’)

Op basis van de bevindingen uit het controle systeem en aanvullende inschatting van punten uit het

zelfonderzoek is voor het risico 2014 een voorziening gevormd, welke is verwerkt in het Onderhanden Werk.

Dit zijn de controlepunten die doorrollen uit het herstelplan 2013. Daarnaast is een additionele inschatting

gemaakt van nieuwe controlepunten uit het (concept)controleprotocol zelfonderzoek 2014.

GGZ Oost Brabant heeft de uitkomsten van de controles zoveel mogelijk verwerkt door de betreffende

correcties door te voeren en acht het resterende risico voor de jaarrekening van een normaal niveau. De Raad

van Bestuur verwacht geen significante correcties meer ten opzichte van de verantwoorde omzet, maar

vanwege de genoemde onzekere elementen wordt het door GGZ Oost Brabant mogelijk geacht dat de

uiteindelijke afwikkeling wel significant afwijkt van de gemaakte inschattingen.

b) Zelfonderzoek schadejaar 2014

Voor DBC’s geopend vanaf 2014 heeft GGZ Oost Brabant een uitgebreid controlesysteem om per traject de

vereisten van de verschillende contracten en DBC-regelgeving te waarborgen. Dit komt in grote lijnen overeen

met het zelfonderzoek. De bevindingen uit deze controle hebben dan ook centraal gestaan bij de inschatting

van het potentiële risico voor de omzet 2014. Controles in het zelfonderzoek die nog geen onderdeel waren

van het controlesysteem van GGZ Oost Brabant zijn apart ingeschat.

Voor het schadelastjaar 2014 wordt gebruik gemaakt van een prognosemodel waaruit mogelijke

overschrijdingen blijken op contractniveau. Dit betreft met name de kleinere contracten. Nuanceringen in de

opbrengst zijn aangebracht voor zover sprake is van een overschrijding op het deelcontract. Voor het bepalen

van de omvang van de nuanceringen worden eventuele getroffen voorzieningen in het kader van herstelplan

e.d. in mindering gebracht.

Afhankelijk van de opstelling van de individuele verzekeraars en hoe het uiteindelijke normenkader van de

zorgverzekeraars en de NZa eruit zien, schatten we binnen GGZ Oost Brabant het potentieel risico in. De

issues met significante impact hebben in hoofdlijnen betrekking op de eerder genoemde onderdelen:




GGZ Oost Brabant heeft diverse contractafspraken gemaakt met de zorgverzekeraars die van invloed kunnen

zijn op het totale schadelastplafond en de eventuele deelplafonds voor schadejaar 2014. De deelplafonds

verschillen per contract per zorgverzekeraar en zijn afhankelijk van een aantal factoren. Voor een deel kan

per balansdatum nog geen exacte inschatting gemaakt worden van de uitkomsten van deze contractafspraken.

Voor schadejaar 2014 is daarbij tevens sprake van een aantal nieuwe ontwikkelingen waaronder:

• afschaffing representatiemodel,

• diverse deelplafonds per zorgverzekeraar,

• invoering basis GGZ,

• voortijdige afsluiting jeugd DBC’s per 31-12-2014 vanwege de transitie gemeenten en

• wijzigingen in de productiemix door ambulantisering en inzet op zwaardere en intensievere vormen van

behandeling.

Voor een deel kan derhalve per balansdatum nog geen exacte inschatting gemaakt worden van de uitkomsten

van deze contractafspraken en de gevolgen daarvan voor de schadelast(deel)plafond(s). Voor de toerekening

van afspraken voor het schadejaar aan de boekjaren 2014 en 2015 is gebruik gemaakt van de historische

gegevens gecorrigeerd voor nieuwe ontwikkelingen van het schadejaar 2013 en 2014 en een prognosetool.

Met de uitkomsten van deze analyse en onze schadelastprognose is rekening gehouden bij de bepaling van de

opbrengstverantwoording 2014 in lijn met de Handreiking omzetbepaling curatieve GGz 2013 en

voortbordurend op deze Handreiking en rekening houdend met de veranderingen in regelgeving met betrekking

tot 2014. Voor zover uit de analyse op (deel-) contractniveau een verwachte overproductie blijkt, is deze pro

rata toegerekend aan het boekjaar 2014 voor het percentage dat de DBC’s (van het betreffende deelcontract)

gemiddeld gereed waren per 31 december 2014.

c) Schadelast(deel)plafond(s) kunnen wijzigen als gevolg van diverse contractafspraken.

d) De waardering van het Onderhanden werk DBC in relatie tot contractafspraken, in de registratie en

waardering.

Voor de (grondslag van de) waardering van het onderhanden werk per 31 december 2014 verwijzen wij naar de

toelichting op de post onderhanden werk en de waarderingsgrondslagen terzake. Wij attenderen op de

bijzonderheid dat een inschatting gemaakt moest worden van de vraag of sprake is van een verlieslatend

contract, waarbij ook de onzekerheden genoemd in deze toelichting een rol spelen.




e) Het bedrag dat voortvloeit uit de overgangsregeling NHC, zoals opgenomen in de omzet 2014 en waarvan

goedkeuring door de NZa van het door GGZ Oost Brabant berekende bedrag heeft plaatsgevonden.

GGZ Oost Brabant heeft de berekening van de vergoeding uit hoofde van deze regeling gemaakt in lijn met de

beleidsregels en nadere aanwijzingen terzake en gaat uit van definitieve vaststelling en verrekening van de

huidige opgenomen positie.

De wijze van berekening van deze (en dergelijke) nacalculatie-posten kent een bestendige gedragslijn. Waar

van toepassing is rekening gehouden met de effecten van overproductie.

De materiële controles tot en met schadejaar 2012 zijn voor het belangrijkste deel door de zorgverzekeraars

afgewikkeld voor 31 mei 2015 conform Plan van aanpak GGz. Stichting GGZ Oost Brabant heeft de uitkomsten

hiervan – voor zover niet reeds betaald - verwerkt in de jaarrekening onder de kortlopende schulden. Gelet op

de opbrengstverrekening 2008-2012 is tevens een vordering opgenomen in de balanspost nog in tarieven te

verrekenen financieringsverschil ter grootte van de omvang van de uitkomsten van de materiële controles over

die periode.

De Raad van Bestuur steunt op de richtlijn (BR/CU-5123) van de NZa dat de reeds door de NZa vastgestelde

ZVW-budgetten tot en met boekjaar 2012 niet meer wijzigen naar aanleiding van de hiervoor genoemde

materiële controles en dat dus de terugbetalingen vanwege de correcties voor schadelastjaar 2012, volledig

worden gecompenseerd. De betreffende nacalculatie is in mei 2015 voorgelegd aan de representerende

verzekeraars en ondertekend door instelling en representerend verzekeraar in oktober 2015 ingediend bij de

NZa.

Afsluitend

De onzekerheden bij de hiervoor genoemde factoren versterken elkaar. De in deze jaarrekening 2014

uitgewerkte en onderbouwde schattingen kunnen derhalve in de realisatie afwijken. De uiteindelijke

uitkomsten zullen blijken uit de eindafrekeningen met de zorgverzekeraars en kunnen materieel afwijken van

de in deze jaarrekening opgenomen bedragen gebaseerd op de beste schatting.

Afwikkeling schadejaren 2008 tot en met 2012




Opbrengsten

Overheidssubsidies

Personeelsbeloningen

Pensioenen

GGZ Oost Brabant heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort

bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. GGZ Oost Brabant heeft

daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening

verantwoord.

Opbrengst wordt bepaald op de reële waarde van de ontvangen tegenprestatie.

GGZ Oost Brabant heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking

komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op

het gemiddeld verdiende loon, berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij GGZ

Oost Brabant. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht

bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. GGZ Oost Brabant betaalt hiervoor premies waarvan de helft

door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks

geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het

pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand per december 2013 is de

dekkingsgraad van het pensioenfonds 109%. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste

105% te hebben. Het pensioenfonds heeft hier inmiddels aan kunnen voldoen en er is geen noodzaak voor de

aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te

voeren. GGZ Oost Brabant heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een

tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. GGZ Oost Brabant heeft

daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening

verantwoord.

Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de winst- en verliesrekening in het jaar waarin de

gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd

exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze

worden ontvangen.

Periodiek betaalbare beloningen: Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de

arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.




Rentebaten en rentelasten

5.1.4.4 Grondslagen van segmentering

5.1.4.5 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling enkelvoudige jaarrekening

Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet

van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de

verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de

effectieve rente worden meegenomen.

De grondslagen van de enkelvoudige jaarrekening zijn gelijk aan de grondslagen voor de geconsolideerde

jaarrekening.

In de jaarrekening wordt geen segmentatie van de resultatenrekening gemaakt, omdat GGZ Oost Brabant een

geïntegreerde instelling is die haar interne managementinformatie niet gesegmenteerd heeft opgesteld. De

verschillende bedrijfssegmenten leveren dezelfde dienstverlening voor verschillende financiële kaders. Een

zuivere splitsing naar bedrijfssegment is tot op heden niet mogelijk.



5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014

1. Materiële vaste activa

De specificatie is als volgt: 31-dec-14 31-dec-13

€ €

Bedrijfsgebouwen, installaties en terreinen 28.386.284 30.733.508

Machines en installaties 2.182.231 2.560.223

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 5.390.734 6.965.850

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 1.118.345 859.869

Totaal materiële vaste activa 37.077.594 41.119.450

Toelichting:

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2014 2013

€ €

Boekwaarde per 1 januari 41.119.450 50.369.433

Bij: investeringen 2.623.321 2.232.658

Af: afschrijvingen 5.154.976 5.808.233

Af: bijzondere waardeverminderingen 202.313 5.047.175

Af: desinvesteringen 1.307.887 627.233

Boekwaarde per 31 december 37.077.594 41.119.450

Aanschafwaarde 85.498.183 85.498.183

Cumulatieve bijzondere waarde verminderingen 0 0

Cumulatieve afschrijvingen 48.420.589 48.420.589

Toelichting:

Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste

activa en de WMG-gefinancierde vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6..

Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op de bedrijfseconomische waardering van de materiële vaste activa. Hiervoor wordt

verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6.3.

In toelichting 5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.

Bovenstaand overzicht is opgesteld volgens bedrijfseconomische grondslagen.

In 2014 is er één afwaardering doorgevoerd vanwege duurzame waardevermindering in vastgoedobjecten voor een bedrag van

€ 202.313.




ACTIVA

2. Financiële vaste activa


€ €

Deelneming Het Koude Water B.V. 296.236 286.088

Terug te vorderen NzA cf. beleidsregels compensatie 1.310.824 1.747.765

Terug te vorderen NzA cf. nacalculatie toekomstige jaren 613.462 1.131.225

Totaal financiële vaste activa 2.220.522 3.165.078

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:

Boekwaarde per 1 januari 2014 3.165.078

Af: afschrijving beleidsregel compensatie leegstand 292.254

Af: afschrijving beleidsregel compensatie sloop 144.687

Af: nacalculatie op bedrijfseconomisch afgewaardeerde posten 517.763

Bij: waardevermeerdering deelneming 10.148

Boekwaarde per 31 december 2013 2.220.522

Toelichting:

Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen:

Naam en rechtsvorm en

woonplaats rechtspersoon

Verschaft

kapitaal

Kapitaalbe-

lang (in %)

Eigen

vermogen Resultaat

€ €

Het Koude Water B.V. 20.000 100% 286.089 10.148

Opgericht in 1998

Deelneming Bounce B.V. 67.530 20% 75.225 -10.663

Opgericht in 2002

Belangen samen met dochtermaatschappijen:

Exploitatie

registergoederen

Rechtstreekse kapitaalbelangen >= 20%:

Conform huidige bekostingingssystematiek en toepassing beleidsregels te vorderen van Nederlandse Zorgautoriteit (NzA). Dit

bedrag wordt in het kader van de overgangsregeling NHC in de periode tot en met 2017 ontvangen.

Kernactiviteit

Stichting Olim heeft een 100% aandeel in Het Koude Water B.V., vandaar dat deze entiteit niet meegeconsolideerd is.




ACTIVA

3. Voorraden


€ €

Hotelfunctie 26.733 48.611

Kantoorbenodigdheden en drukwerk 58.435 137.065

Onderzoek, behandeling, verpleging en verzorging 40.571 82.617

Onderhoud terreinen, gebouwen en installaties 42.426 35.057

Hulpbedrijven 45.700 51.400

Overige voorraden: 15.983 49.273

Totaal voorraden 229.848 404.023

Toelichting:

4. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's


€ €

Onderhanden projecten DBC's / DBC-zorgproducten 22.133.034 32.447.235

Af: Voorziening onderhanden werk DBC's 6.725.880 1.400.000

Af: ontvangen voorschotten 20.321.976 21.060.837

Onderhanden werk DBC's overige financiers 97.854 29.588

Totaal onderhanden projecten -4.816.968 10.015.986

De specificatie per onderhanden project

is als volgt weer te geven: Gerealiseer-

de werk-

Stroom DBC's / DBC-zorgproducten kosten en Af: Af: Saldo per

toegereken- ontvangen 31-dec-14

de winst voorziening voorschotten

€ € € €

Zorgverzekeraars 22.133.034 6.725.880 20.321.976 -4.914.822

Totaal (onderhanden projecten) 22.133.034 6.725.880 20.321.976 -4.914.822

Toelichting:

Voor de waardering van het onderhanden werk is een voorziening gevormd van € 6.725.880. In paragraaf 5.1.4 is de waardering

van deze voorziening toegelicht.

Er is geen voorziening in aftrek op de voorraden gebracht.




5. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot

Specificatie financieringsverschil AWBZ

2013 2014 totaal

€ € €

Saldo per 1 januari -184.472 0 -184.472

Financieringsverschil boekjaar 0 162.054 162.054

Correcties voorgaande jaren 71.869 0 71.869

Betalingen/ontvangsten 117.554 0 117.554

Subtotaal mutatie boekjaar 189.423 162.054 351.477

Saldo per 31 december 4.951 162.054 167.005

Stadium van vaststelling (per erkenning): c c

a= interne berekening

b= overeenstemming met zorgverzekeraars

c= definitieve vaststelling NZa

31-dec-14 31-dec-13

€ €

Waarvan gepresenteerd als:

- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 167.005 0

- schulden uit hoofde van financieringsoverschot 0 184.472

167.005 -184.472

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 31-dec-14 31-dec-13

€ €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 57.963.273 58.702.470

Af: te vorderen via justitie 0 71.630


Totaal financieringsverschil 162.054 -184.472




Specificatie financieringsverschil DBC-financiering

t/m 2012 2013 2014 totaal

€ € € €

Saldo per 1 januari 8.926.707 3.288.130 0 12.214.837

Financieringsverschil boekjaar 0 0 -436.018 -436.018

Correcties voorgaande jaren -44.671 -129.724 0 -174.395

Overdracht kortlopende schuld 0 315.411 0 315.411

Betalingen/ontvangsten -8.831.473 0 0 -8.831.473

Subtotaal mutatie boekjaar -8.876.144 185.687 -436.018 -9.126.475

Saldo per 31 december 50.563 3.473.817 -436.018 3.088.362

Stadium van vaststelling (per erkenning): c a a




Toelichting:

31-dec-14 31-dec-13

€ €


- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 3.524.380 12.214.837

- schulden uit hoofde van financieringsoverschot 436.018 0

3.088.362 12.214.837


Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 31-dec-14

€

Kapitaalslasten ZVW 1.307.516

Afrekening NHC component in DBC's -1.743.534

Totaal financieringsverschil -436.018

Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm 31-dec-14 31-dec-13

€ €

Financieringsverschil AWBZ 167.005 -184.472

Financieringsverschil DBC-financiering 3.088.362 12.214.837

Totaal financieringsverschil 3.255.367 12.030.365

Correcties tot en met het schadelastjaar 2012 zijn via de nacalculatie gedeclareerd bij NZA.




ACTIVA

6. Overige vorderingen


€ €

Vorderingen op debiteuren 6.134.545 5.974.408

Nog te factureren omzet DBC's 26.730.681 10.886.834

Overige vorderingen: 0 1.200

Disagio lening 68.250 73.500

Personeelsleningen 128.966 78.953

Project- en andere subsidies 35.498 -33.201

Nog te ontvangen bedragen:

Nog te ontvangen bedragen 446.981 891.272

Overige overlopende activa:

Overige vorderingen en overlopende activa 1.571.738 1.952.941

Vordering O.O.J. Dekker 1.875 0

Te ontvangen ziekengelden 8.990 -1.215

Te ontvangen belastingen en premies 212.280 216.054

Totaal overige vorderingen 35.339.804 20.040.746

Toelichting:

7. Effecten


€ €

Aandelen 435.716 411.286

Obligaties 90.757 90.757

Totaal effecten 526.473 502.043

Toelichting:

De nog te factureren omzet DBC's zijn flink toegenomen, aangezien de DBC-facturen met sluitingsdatum 31 december 2014, maar

gefactureerd in 2015, verantwoord zijn op 'Nog te factureren omzet DBC's. De facturatie in 2015 is over een langere periode

gedaan dan in 2014.

De vorderingen op debiteuren bevat tevens een post voor voorziening dubieuze debiteuren voor een bedrag van € 23.357.

De gehele effectenportefeuille is per balansdatum in bezit van Stichting Olim en staan ter vrije beschikking van de stichting.

Het aan de Bank Nederlandse Gemeenten betaalde disagio is geactiveerd en valt vrij gedurende de looptijd van de lening. De

waarde van deze disagio per 31 december 2014 bedraagt € 68.250.

De personeelsleningen betreffen leningen aan medewerkers wegens het fietsproject en studiekosten.

De bestuurder O.O.J. Dekker heeft in relatie tot het WNT-maximum € 1.875 teveel ontvangen, wat in 2015 terugbetaald is.




8. Liquide middelen


€ €

Bankrekeningen 986.603 1.186.891

Kassen 46.530 51.261

Totaal liquide middelen 1.033.133 1.238.152

Toelichting:

De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting.




PASSIVA

9. Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-14 31-dec-13

€ €

Kapitaal 45 45

Collectief gefinancierd gebonden vermogen 11.509.271 19.262.703

Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 5.467.117 5.201.216

Totaal eigen vermogen 16.976.433 24.463.964

Kapitaal

Saldo per Resultaat- Overige Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014

€ € € €

Kapitaal 45 0 0 45

45 0 0 45

Collectief gefinancierd gebonden vermogenSaldo per Resultaat- Overige Saldo per


€ € € €

Reserve aanvaardbare kosten: 17.998.749 -7.135.407 0 10.863.342Bestemmingsreserves:

Meerjarenstrategie 830.792 -830.792 0 0Projectbudgetten 433.162 212.767 0 645.929

Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 19.262.703 -7.753.432 0 11.509.271

Niet-collectief gefinancierd vrij vermogenSaldo per Resultaat- Overige Saldo per


€ € € €Algemene reserves:

Algemene reserves: 5.201.216 265.901 0 5.467.117Bestemmingsreserves:Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 5.201.216 265.901 0 5.467.117

Toelichting:

De algemene reserve bestaat grotendeels uit de som van de voor- en nadelige exploitatiesaldi uit de periode van vóór 1968 (voor

het in werking treden van de AWBZ) en uit bijzondere baten in verband het niet direct in het AWBZ-dienstverleningsproces

begrepen zaken. Deze vermogenscomponent is uit de bestemming verhoogd met een interne rentevergoeding van 4,5%, wat

neerkomt op een dotatie van € 118.536 in 2014.

Het saldo van de op grond van de bekostigingssystematiek in de subsidie toegekende bedragen voor afschrijvingen en de

werkelijke afschrijvingen op instandhoudingsinvesteringen wordt jaarlijks toegevoegd of onttrokken aan de bestemmingsreserve

instandhoudingsinvesteringen. Deze bestemmingsreserve wordt nu opgenomen in reserve aanvaardbare kosten.

De bestemmingsreserves Meerjarenstrategie en Projectbudgetten zijn conform bestuurlijk besluit gedoteerd naar de gewenste

hoogte.

Daarnaast worden de exploitatiesaldi van de groepsmaatschappijen meegenomen in de algemene reserves.




10. Voorzieningen

Saldo per Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 31-dec-2014

€ € € € €

Voorziening onderhoud 1.224.538 0 451.020 0 773.518

Voorziening jubilea 443.854 168.502 148.213 0 464.143

Voorzieining reorganisatie 1.844.679 426.574 1.532.582 237.385 501.286

Voorziening levensfasebudget 695.857 0 90.450 0 605.407

Voorziening garantstellingen 1.700 0 0 0 1.700

Totaal voorzieningen 4.210.628 595.076 2.222.265 237.385 2.346.054

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:

31-dec-2014

Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 1.700

Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 2.344.354

Toelichting per categorie voorziening:Voor een nadere toelichting op de waardering van de voorzieningen wordt verwezen naar paragraaf 5.1.4. inzake

waarderingsgrondslagen.

De vrijval van de reorganisatievoorziening is veroorzaakt doordat het natuurlijk verloop hoger is geweest dan voorzien, en dat

derhalve posities intern zijn ingevuld. Naar aanleiding van de keuzes die momenteel door de politiek gemaakt zijn ten aanzien

van de extramuralisering is in 2014 opnieuw een reorganisatie benodigd. De verwachting is niet dat deze mensen herplaatst

zullen worden.




11. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)


€ €

Schulden aan banken 19.805.556 22.700.000

Overige langlopende schulden 100.000 100.000

Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) 19.905.556 22.800.000

Het verloop is als volgt weer te geven: 2014 2013

€ €

Stand per 1 januari 25.594.444 28.488.888

Bij: nieuwe leningen 0 0

Af: aflossingen 2.894.444 2.894.444

Stand per 31 december 22.700.000 25.594.444

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 2.894.444 2.894.444

Stand langlopende schulden per 31 december 19.805.556 22.700.000

Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:

Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 2.894.444 2.894.444Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 19.805.556 22.700.000Hiervan langlopend (> 5 jaar) 11.672.222 15.016.667

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden.De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.

12. Overige kortlopende schulden


€ €


Crediteuren 2.864.091 3.663.086

Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 2.894.444 2.894.444

Belastingen en sociale premies 4.333.171 3.729.796

Schulden terzake pensioenen 611.714 1.036.048

Salarissen, vakantietoeslag en -dagenverplichting 9.011.612 8.504.491

Patiëntengelden 133.617 148.290

Overige schulden 2.849.488 3.523.514

Nog te betalen kosten:

Te betalen rente leningen o/g 315.343 361.331

Te betalen wachtgeldverplichting 429.908 339.904

Te betalen jubileumkosten 148.213 153.289

Vooruitontvangen opbrengsten:

Project- en andere subsidies 0 129.600

Totaal overige kortlopende schulden 35.637.730 37.041.251




13. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen

Lease- en huurverplichtingen

Ultimo boekjaar zijn verplichtingen uit hoofde van operational leases als volgt te specificeren:

Te betalen:

Binnen één

jaar

Tussen één en

vijf jaar

Meer dan vijf

jaar

€ € €

Operationele leaseverplichtingen personenauto's 322.474 733.552 0

Operationele leaseverplichtingen multifunctionals 53.716 49.240 0

Huurverplichtingen met betrekking tot vastgoedobjecten 3.293.418 11.533.319 12.420.408

3.669.608 12.316.111 12.420.408

Gedurende het verslagjaar zijn in de resultatenrekening verwerkt:

2014

€

Operationele leaseverplichtingen personenauto's 254.447

Operationele leaseverplichtingen multifunctionals 108.560

Huurverplichtingen met betrekking tot vastgoedobjecten 3.947.904

4.310.911

Aanvullende toelichtingen:

Kredietfaciliteiten

Voor GGZ Oost-Brabant is een krediet afgesloten met de Rabobank. De kredietovereenkomst bestaat uit twee componenten: DBC

Werkkapitaalfinanciering (€ 15.500.000), kredietfaciliteit (€ 7.500.000) t.b.v. reguliere instandhouding- en

vervangsinvesteringen. Ten behoeve van de met de huisbankier afgesloten financieringsovereenkomst zijn de huidige en

toekomstige vorderingen van beroep en bedrijf, voorraden, inventaris incl. machinepark en roerend materiaal en overige

roerende activa van Stichting GGZ Oost Brabant als zekerheid afgegeven.





Obligo Stichting Waarborgfonds Zorgsector (WfZ)

De GGZ Oost-Brabant is met ingang van 17 januari 2003 onder deelnemernummer D0204 ingeschreven bij het WfZ.

Subsidies en garantstellingen

Voor subsidies en garantstellingen zijn tot en met 2014 toezeggingen gedaan voor een bedrag van € 0.

Afgeleide financiële instrumenten

GGZ Oost Brabant maakt gebruik van één renteproduct om zich in te dekken tegen renterisico's.

Verplichtingen uit hoofde van het macrobeheersinstrument

Risico onregelmatigheidstoeslag (ORT)

Naar aanleiding van de landelijke discussie ten aanzien van ORT / beschikbaarheidsdiensten tijdens vakanties, bestaat het risico

van een naverrekening over oude jaren. Ultimo 2014 is er nog geen verplichting hiertoe en derhalve is hiervoor geen verplichting

opgenomen conform de geldende richtlijnen.

Over het restant van de schulden van de bij Stichting Wfz geborgde leningen, ad. € 17.000.000 per 31 december 2014, is GGZ

Oost-Brabant een obligo verschuldigd van 3%, ofwel € 743.000 in de vorm van een achtergestelde lening. Door deze obligo zijn

de waarborgsomdeelnemers mede-risicodragend en worden hierop aangesproken indien Stichting Wfz op haar

garantieverplichtingen wordt aangesproken en het Wfz vermogen onvoldoende kapitaalkrachtig is om hieraan te kunnen voldoen.

De renteswap heeft betrekking op de hypothecaire lening ten bedrage van € 9.500.000. De variabele rente op deze lening is met

deze renteswap omgezet in een vaste rente op basis van 2,88%. De renteswap heeft een onderliggende waarde van € 529.854

(negatief) en loopt tot 2021.

Het macrobeheersinstrument wordt door de minister van VWS ingezet om overschrijdingen van het macrokader zorg terug te

vorderen bij instellingen voor curatieve geestelijke gezondheidszorg. Het macrobeheersinstrument is uitgewerkt in de

'Aanwijzing macrobeheersmodel instellingen voor curatieve geestelijke gezondheidszorg'. Jaarlijks wordt door de Nederlandse

Zorgautoriteit ambtshalve een mbi-omzetplafond vastgesteld. Tevens wordt door de NZa jaarlijks een omzetplafond per instelling

vastgesteld, welke afhankelijk is van de realisatie van het mbi-omzetplafond van alle instellingen gezamenlijk. Deze vaststelling

vindt plaats nadat door de Minister van VWS de overschrijding van het mbi-omzetplafond uiterlijk vóór 1 december van het

opvolgend jaar is gecommuniceerd. Voor 2014 is het mbi-omzetplafond door de NZa vastgesteld op EUR 18.269 miljoen

(prijsniveau 2013). Bij het opstellen van de jaarrekening 2014 bestaat nog geen inzicht in realisatie van het mbi-omzetplafond

over 2014. Stichting GGZ Oost Brabant is niet in staat een betrouwbare inschatting te maken van de uit het

macrobeheersinstrument voortkomende verplichting en deze te kwantificeren. Als gevolg daarvan is deze verplichting niet tot

uitdrukking gebracht in de balans van de stichting per 31 december 2014.

De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter

zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn. Indien niet direct een

betrouwbare reële waarde is aan te wijzen, wordt de reële waarde benaderd door deze af te leiden uit de reële waarde van

bestanddelen of van een soortgelijk financieel instrument, of met behulp van waarderingsmodellen en waarderingstechnieken.

Hierbij wordt gebruikgemaakt van recente gelijksoortige ‘at arm’s length’-transacties, van de DCF-methode (contante waarde

van kasstromen) en/of van optiewaarderings¬modellen, rekening houdend met specifieke omstandigheden.

De waardering van afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) is afhankelijk van het feit of het onderliggende van het

derivaat beursgenoteerd is of niet. Indien het onderliggende beursgenoteerd is, dan wordt het derivaat tegen reële waarde

opgenomen. Indien het onderliggende niet-beursgenoteerd is, wordt het derivaat tegen geamortiseerde kostprijs opgenomen. De

wijze van verwerking van waardeveranderingen van het afgeleide financieel instrument is afhankelijk van of er met het

afgeleide financiële instrument hedge accounting wordt toegepast of niet.



5.1.6 GECONSOLIDEERDE MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA

5.1.6.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi

Grond Terrein- Gebouwen Semi perm. Ver- Installaties Bouwrente Onderhanden Subtotaal

voorzieningen gebouwen bouwingen Projecten vergunning

€ € € € € € € € €

Stand per 1 januari 2014

- aanschafwaarde 2.692.764 711.814 31.161.954 1.668.355 8.333.250 8.974.277 662.189 168.660 54.373.263

- cumulatieve afschrijvingen 0 527.674 16.541.494 1.551.879 4.581.049 5.361.150 262.812 0 28.826.058

Boekwaarde per 1 januari 2014 2.692.764 184.140 14.620.460 116.476 3.752.201 3.613.127 399.377 168.660 25.547.205

Stand per 1 januari 2014 na corr.ivm Nacalculatie

- aanschafwaarde 2.692.764 711.814 31.161.954 1.668.355 6.839.123 8.684.269 662.189 168.660 52.589.128



Mutaties in het boekjaar

- investeringen 0 0 0 0 35.221 0 0 55.464 90.685

- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0

- afschrijvingen 0 32.750 547.276 95.919 576.146 435.274 17.848 0 1.705.214

- desinvesteringen

aanschafwaarde 0 14.850 0 0 -14.041 -1.688 0 35.221 34.342

cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 159.100 159.100

cumulatieve afschrijvingen 0 14.571 0 0 243 6.648 0 0 21.461

per saldo 0 279 0 0 -14.284 -8.336 0 194.321 171.981

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 -33.029 -547.276 -95.919 -526.641 -426.938 -17.848 -138.857 -1.786.510

Stand per 31 december 2014

- aanschafwaarde 2.692.764 696.964 31.161.954 1.668.355 6.888.385 8.685.957 662.189 188.903 52.645.471

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 -159.100 -159.100


Boekwaarde per 31 december 2014 2.692.764 151.110 14.073.184 20.557 3.225.559 3.186.188 381.530 29.803 23.760.695

Afschrijvingspercentage 0,0% 5,0% 2,0 - 5,0% 2,0 - 75% 5,0 - 100% 5,0 - 75% 2,5 - 5,0% 0,0%




5.1.6.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi

Trekkings Instand- Onderhanden Totaal

rechten houding Projecten€ € € €

Stand per 1 januari 2014- aanschafwaarde 14.987.872 9.083.866 590.068 24.661.806- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 5.735.635 5.152.542 0 10.888.177

Boekwaarde per 1 januari 2014 9.252.237 3.931.324 590.068 13.773.629

Stand per 1 januari 2014 na correctie i.v.m. Nacalculatie

- aanschafwaarde 14.989.201 8.654.134 590.068 24.233.403

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0

- cumulatieve afschrijvingen 5.736.303 4.720.423 0 10.456.726



- investeringen 712.985 1.002.330 584.071 2.299.386

- herwaarderingen 0 0 0 0

- afschrijvingen 798.189 877.464 0 1.675.654

- desinvesteringen

aanschafwaarde -5.801 56.660 125.924 176.782

cumulatieve afschrijvingen 24.089 31.854 0 55.943

per saldo -29.890 24.806 125.924 120.840

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -55.314 100.060 458.147 502.893

Stand per 31 december 2014 Aanschafw Trekkingsrechten

- aanschafwaarde 15.707.987 9.599.804 1.048.215 26.356.006 Instandhouding


- cumulatieve afschrijvingen 6.510.404 5.566.033 0 12.076.437 Totaal

Renteform

Boekwaarde per 31 december 2014 9.197.584 4.033.771 1.048.215 14.279.570 Verschil afboeking MVA. Anders

zouden we dubbele

Afschrijvingspercentage 5,0% 10,0% 0,0% nacalculatie claimen.




5.1.6.3 Bedrijfseconomische MVA

Terreinen Gebouwen Sub.Totaal bedr. Installaties Inventaris Onderhanden Totaal

geb.en terreinen Projecten

€ € € € € €


- aanschafwaarde 5.106.830 55.396.822 60.503.652 10.568.822 19.022.933 859.869 90.955.276

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0

- cumulatieve afschrijvingen 652.702 29.117.442 29.770.144 8.008.599 12.057.083 0 49.835.826

Boekwaarde per 1 januari 2014 4.454.128 26.279.380 30.733.508 2.560.223 6.965.850 859.869 41.119.450


- investeringen 0 382.105 382.105 5.434 718.051 1.517.731 2.623.321

- Impairment / afwaarderingen 202.313 0 202.313 0 0 0 202.313

- afschrijvingen 33.012 2.376.224 2.409.236 468.339 2.277.402 0 5.154.977

- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0 0 0 0 0 0 0

- desinvesteringen

aanschafwaarde 48.637 1.806.776 1.855.412 1.249.023 3.716.722 1.259.256 8.080.413

cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0

cumulatieve afschrijvingen 48.637 1.688.996 1.737.633 1.333.935 3.700.959 0 6.772.526

per saldo 0 117.780 117.779 -84.912 15.763 1.259.256 1.307.887

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -235.325 -2.111.899 -2.347.223 -377.992 -1.575.115 258.474 -4.041.856


- aanschafwaarde 5.058.193 53.972.152 59.030.345 9.325.234 16.024.261 1.118.343 85.498.183

- cumulatieve afwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0


Boekwaarde per 31 december 2014 4.421.115 24.167.482 28.386.285 2.182.231 5.390.734 1.118.343 37.077.594

Afschrijvingspercentage 5,0% 2,5% 5,0% 20,0% 0,0%



5.1.7 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN EN GEREEDGEKOMEN PROJECTEN

5.1.7.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN (GECONSOLIDEERD)

Num-

mer

Brief-

nummer Datum Omschrijving WTZi-type t/m 2013 2014 gereed

onder-

handen

€ € € € €

P11013 HP aanpassing brandveiligheid instandhouding 1 -1 0 0

P11022 CW terreinontwikkeling instandhouding 526.147 198.214 0 724.360

P12005 Separeerruimte instandhouding 21.285 22.354 0 43.639

P12006 Milla de Kampen instandhouding 10.273 4.650 0 14.923

P13035 Voorlader vaatwasmachines instandhouding 0 49.015 0 49.015

P13201 Bunthorst A-appartementen instandhouding 458 2.684 0 3.142

P13202 Kraanmeer BG-appartementen instandhouding 396 5.317 0 5.713

P13502 Aanpassingen centrale hal Huize Padua instandhouding 0 24.439 24.439 0

P13504 Gezondheidscentrum Oss (GCO) instandhouding 18.485 55.151 0 73.636

P13505 Nieuwe Koers instandhouding 7.040 34.218 0 41.258

P13506 Reductie m2 ondersteunende diensten instandhouding 5.984 53.601 0 59.585

P14005 Kliniek HP instandhouding 0 7.110 0 7.110

P14302 Sportfaciliteiten instandhouding 0 498 0 498

P14501 Verbouwing Eikenheuvel 5-6 instandhouding 0 8.507 0 8.507

P14504 Van Veldekestraat, Oss instandhouding 0 52.371 52.371 0

P14505 Ontmanteling en sloop kliniek instandhouding 0 16.830 0 16.830

P13503 Verbouwing De Kluis instandhouding 0 58.678 58.678 0

P07011 Pandelaar vervangende nieuwbouw vergunning 0 42.807 42.807 0

P08014 Nieuwbouw 125 bedden vergunning 159.101 0 159.101 0

P13014/P14500 Nieuwbouw Vonder 85 bedden vergunning 9.561 53.647 35.221 27.986

P14502 Nieuwbouw woon- en werkvoorziening ASS De Beemdenvergunning 0 1.817 0 1.817

P11010 Verbouwing poli Boxmeer niet-WZV 39.790 9.131 48.921 0

P11023 HP terreinontwikkeling niet-WZV 1.350 0 0 1.350

P14503 De Berken, Gemert niet-WZV 0 6.114 0 6.114

P13040 Elektrowagen inventaris 60.000 32.747 92.747 0

P14503 De Berken, Gemert inventaris 0 32.863 0 32.863

Diverse (ICT-) inventaris inventaris 0 744.971 744.971 0

Totaal 859.870 1.517.732 1.259.256 1.118.346 0

Projectgegevens Investeringen Goedkeuringen

t/m 2014 Nominaal

bedrag

WTZi




5.1.7.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN (GECONSOLIDEERD)

Num-

mer

Brief-

nummer Datum Omschrijving WTZi-type Activapost WTZi WMG Overige Totaal

€ € € €

P14504 Van Veldekestraat, Oss instandhouding 52.371 0 0 52.371

P13502 Aanpassingen centrale hal Huize Padua instandhouding 24.438 0 0 24.438

P13503 Aanpassing de Kluis instandhouding 58.678 0 0 58.678

P07011 Pandelaar vervangende nieuwbouw vergunning 42.807 0 0 42.807

P08014 Nieuwbouw 125 bedden vergunning, naar exploitatie 159.101 0 0 159.101

P14500 Nieuwbouw Vonder 85 bedden vergunning 35.221 0 0 35.221

P11010 Verbouwing poli Boxmeer niet-WZV 0 0 48.921 48.921

P13040 Elektrowagen HP inventaris 0 0 92.747 92.747

Diverse (ICT-) inventaris inventaris 0 0 744.971 744.971

Totaal 372.617 0 886.639 1.259.256

Projectgegevens Investeringen



BIJLAGE

5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014

Leninggever Datum Hoofdsom

Totale

loop-

tijd

Soort lening

Werke-

lijke-

rente

Restschuld

31 december

2013

Nieuwe

leningen in

2014

Aflossing in

2014

Restschuld

31 december

2014

Restschuld

over 5 jaar

Resterende

looptijd in

jaren eind

2014

Aflos-

sings-

wijze

Aflos-sing

2014Gestelde zekerheden

€ % € € € € € €

BNG-2005/2032 27-12-05 12.000.000 27 lineair 3,67% 8.444.444 0 444.444 8.000.000 6.222.222 19 lineair 444.444 Waarborgfonds Zorgsector

ASN-2006/2016 31-03-06 10.000.000 10 lineair 3,55% 3.000.000 0 1.000.000 2.000.000 0 2 lineair 1.000.000 Waarborgfonds Zorgsector


RABO-2010/2020 28-12-10 9.500.000 10 lineair 3,98% 6.650.000 0 950.000 5.700.000 950.000 7 lineair 950.000

Totaal 25.594.444 2.894.444 22.700.000 11.672.222 2.894.444

Kortlopende aflossingsverplichtingen 2.894.444 2.894.444

Langlopende schulen per 31 december 22.700.000 19.805.556



5.1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014

BATEN

14. Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties

De specificatie is als volgt: 2014 2013

€ €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ 57.890.495 58.702.470

Wettelijk budget voorgaande jaren -82.909 541.946

Totaal 57.807.586 59.244.416

15. Omzet DBC's


€ €

Gefactureerde omzet DBC's 54.243.099 57.241.331

Mutatie onderhanden werk DBC's 3.663.923 6.385.844

Kapitaal c.f. nacalculatie ZVW 70% 1.617.018 1.886.254

NHC ZVW 30% 757.207 3.855.851

Onderhanden werk DBC herwaardering -273.247 0

Verrekenbedrag 0 1.233.644

Totaal 60.008.000 70.602.924

16. Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's)


€ €

Opbrengsten in opdracht van andere instellingen 1.157.498 4.507.489

Persoonsgebonden en -volgende budgetten 79.579 93.352

Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties 1.215.264 998.381

Totaal 2.452.341 5.599.222

Toelichting:

17. Subsidies (inclusief overige WMO-prestaties)


€ €

Rijkssubsidies van het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) 711.694 647.906

Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief 914.432 658.826

overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ)

Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies 880.998 682.694

Totaal 2.507.124 1.989.426

Zorgprestaties tussen instellingen betreffen de opbrengsten inzake het Elkerliek Ziekenhuis. Dit budget valt per 1-1-2014 binnen de

omzet DBC's.

Binnen de overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties zijn de opbrengsten van de ZRA-productie en productie Justitie verantwoord.




18. Overige bedrijfsopbrengsten


€ €

Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed):

Doorberekende salariskosten 429.517 421.934

Overige opbrengsten, huur en doorberekende kosten 1.362.107 1.471.826

Boekresultaat vaste activa 511.848 640.133

Totaal 2.303.472 2.533.893

Toelichting:

LASTEN

19. Personeelskosten


€ €

Lonen en salarissen 71.212.408 71.289.245

Sociale lasten 10.338.761 9.402.596

Pensioenpremies 6.325.871 6.607.864

Andere personeelskosten:

Diverse overige personeelskosten 3.636.418 3.559.945

Subtotaal 91.513.458 90.859.650

Personeel niet in loondienst 4.555.673 4.280.656

Totaal personeelskosten 96.069.131 95.140.306

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment:

Algemene en administratieve functies 260 254

Hotelfuncties 104 115

Patiënt- cq. Bewonersgebonden kosten 1.079 1.090

Leerling personeel 38 39

Terrein- en gebouwgebonden functies 23 23Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.504 1.521

Toelichting:

De mutaties op de reorganisatievoorziening zijn verwerkt in 'Lonen en salarissen' in 2014 voor een bedrag van € -1.106.008.

Het boekresultaat vaste activa bevat het verkoopresultaat van met name de panden: Goudenregenstraat 1, Maliskampsestraat 1c en

Montgomerylaan 6.

Er zijn geen personeelsleden werkzaam buiten Nederland.




LASTEN

20. Afschrijvingen op financiële en materiële vaste activa


€ €

Nacalculeerbare afschrijvingen:

- materiële vaste activa 3.380.868 3.307.325

Overige afschrijvingen:


- financiële vaste activa 436.941 505.555

- toekomstige nacalculeerbare afschrijvingen 517.763 651.782

Totaal afschrijvingen 6.109.682 6.965.066

Toelichting:

De toekomstige nacalculeerbare afschrijvingen zijn het gevolg van afwaarderingen per 31-12-2012, omdat het oude investeringen

betreft die bedrijfseconomisch gezien niet levensduur verlengend zijn ad. € 1.783.006, maar wel via de nacalculatie opbrengsten

genereren.




LASTEN

Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2014

€

Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 6.109.682

waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 3.380.868

In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten:

- WTZi-vergunningplichtige vaste activa 1.705.214

- WTZi-meldingsplichtige vaste activa 1.675.654

Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 3.380.868

Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa 79.001.477

Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 40.802.113

Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 40.802.113

21. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa


€ €

Bijzondere waardeverminderingen van:

- materiële vaste activa 202.313 5.047.175

Totaal 202.313 5.047.175

Toelichting:

22. Overige bedrijfskosten


€ €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 7.169.029 7.756.647

Algemene kosten 9.851.155 8.926.689

Patiënt- en bewonersgebonden kosten 2.822.775 3.001.055

Onderhoud en energiekosten:

- Onderhoud 3.392.916 3.052.731

- Energiekosten gas 948.369 1.072.187

- Energiekosten electra 930.114 1.043.782

- Energie transport en overig 61.942 56.533

Subtotaal 5.333.341 5.225.233

Huur en leasing 4.048.315 3.539.307

Baten en lasten hulpbedrijven -97.479 -89.369

Totaal overige bedrijfskosten 29.127.136 28.359.562

Toelichting:

In 2014 is een afwaarding op grond doorgevoerd.

De stijging in de onderhoudskosten wordt veroorzaakt doordat posten van onderhanden projecten alsnog in de exploitatie zijn

genomen en niet geïnvesteerd.




23. Financiële baten en lasten


€ €

Rentebaten 10.014 13.603

Resultaat deelnemingen 10.148 0

Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten 14.662 36.109

Dividend effecten 18.989 18.272

Subtotaal financiële baten 53.813 67.984

Rentelasten -1.111.605 -1.231.763

Resultaat deelnemingen 0 -6.782

Subtotaal financiële lasten -1.111.605 -1.238.545

Totaal financiële baten en lasten -1.057.792 -1.170.561

24. Honoraria onafhankelijke accountant 2014 2013

€ €

De honoraria van de onafhankelijke accountant over 2014 zijn als volgt:

1 Controle van de jaarrekening 82.552 74.100

2 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 31.944 39.234

3 Fiscale advisering 63.657 50.467

4 Niet-controlediensten 11.507 36.060

Totaal honoraria onafhankelijke accountant 189.661 199.861

Toelichting:

25. Transacties met verbonden partijen

Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.

De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 26.

Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun

bestuurders en leidinggevende functionarissen.

Bovenstaand overzicht is opgesteld op basis van de reeds ontvangen en verwerkte facturen. Voor de controle van de jaarrekening

worden wel nog facturen verwacht. Deze kosten zijn reeds gereserveerd in de resultatenrekening.




26. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)

2014 2013

€ €

417.914 367.187

75.740 75.020

Toelichting:

27. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)

Totaal bezoldigingen, met inbegrip van de pensioenlasten en andere uitkeringen voor de

directeur/bestuurderTotaal bezoldigingen, met inbegrip van de pensioenlasten en andere uitkeringen voor de

gezamenlijke toezichthouders

Door het Ministerie van VWS is aangegeven dat voor de toelichting inzake bezoldiging bestuurders en toezichthouders met ingang

van de jaarrekening 2014 volstaan kan worden met de toelichting inzake de WNT. GGZ Oost Brabant heeft ervoor gekozen

gebruik te maken van deze verwijzing. Op grond van BW 2 Titel 9 bestaat nog wel een verplichting om gegevens inzake de

bezoldiging bestuurders en toezichthouders (op totaalniveau) op te nemen op basis van artikel 383 lid 1 BW2. In de bovenstaande

tabel zijn de vereiste gegevens uit hoofde van dit artikel opgenomen. Voor de verdere toelichting inzake de bezoldiging van

individuele bestuurders en toezichthouders wordt verwezen naar toelichting 26 in deze jaarrekening. N.B. Vanwege verschillen

in de bezoldigingsbegrippen volgens BW 2 Titel 9 en de WNT kan het totaal van de bezoldiging in deze toelichting niet worden

aangesloten op het totaal in toelichting 27.

Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze

verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op GGZ Oost Brabant van toepassing zijnde regelgeving: Het WNT-

maximum voor de zorg, totaalscore 7 waardoor toepassing in klasse G.

Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor GGZ Oost Brabant is € 188.660, conform maximum klasse G. Het weergegeven

toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de

duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte.

Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van de Raad van Toezicht; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en voor

de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum.

Pagina 48




Bezoldiging topfunctionarissen

Leidinggevende topfunctionarissen

2014 2013 2014 2013

€ € € €

Bestuurder OOJ

Dekker

Bestuurder OOJ

Dekker

Bestuurder FMH

Pijls

Bestuurder FMH

Pijls

Functie(s)Directeur/

bestuurder

Directeur/

bestuurder

Directeur/

bestuurder

Directeur/

bestuurder

Duur dienstverband in 2014 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/3 - 31/12

Omvang dienstverband (in fte) 1 1 1 1

Gewezen topfunctionaris? nee nee nee nee

(Fictieve) dienstbetrekking? ja ja ja ja

Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden

werkzaam?nvt nvt nvt nvt

Bezoldiging

Beloning 187.340 187.340 162.000 118.925

Belastbare onkostenvergoedingen 13.017 8.990 160 160

Beloningen betaalbaar op termijn 21.513 21.521 15.981 10.479

Totaal bezoldiging 221.870 217.851 178.141 129.564

Toepasselijk WNT-maximum 188.660 228.599 188.660 228.599

Motivering indien overschrijding: zieovergangs-

recht

Toelichting:

F.M.H. Pijls heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met GGZ Oost Brabant, ten tijde van benoeming lid RvB

en is een functiebenoeming van 5 jaar aangegaan.

Inclusief de fiscale bijtelling is er sprake van een overschrijding voor de bestuurders, echter er is sprake van het overgangsrecht

waarbij beide bestuurders wel onder het WNT-maximum van 2013 blijven. Het salaris van de heer O.O.J. Dekker zal in lijn met

de bepalingen zoals opgenomen in de overgangsregeling worden afgebouwd naar het van toepassing zijnde maximum van de

WNT.

Lease-auto O.O.J. Dekker: in 2014 is een totaalbedrag van € 6.729,16 als fiscale bijtelling in de salarisverwerking meegenomen.

Lease-auto F.M.H. Pijls: in 2014 is een totaalbedrag van € 11.173,68 als fiscale bijtelling in de salarisverwerking meegenomen.

Pagina 49




Toezichthoudende topfunctionarissen

2014 2013 2014 2013

€ € € €

RvT lid W

Corsten

RvT lid W

Corsten

RvT lid J

Rozendaal

RvT lid J

Rozendaal

Functie(s) Voorzitter RvT Voorzitter RvTLid RvT/vice

voorzitter

Lid RvT/vice

voorzitter

Duur dienstverband 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12

Bezoldiging

Beloning 12.000 12.000 10.000 10.000

Belastbare onkostenvergoedingen 289 0 0 0

Beloningen betaalbaar op termijn



Motivering indien overschrijding: n.v.t.

RvT lid C.

Doomernik

RvT lid C.

Doomernik

RvT lid W. van

Ewijk

RvT lid W. van

Ewijk

Functie(s) Lid RvT Lid RvT Lid RvT Lid RvT


Bezoldiging

Beloning 8.000 8.000 8.000 8.000






Pagina 50




Toezichthoudende topfunctionarissen

RvT lid M.

Kaufmann

RvT lid M.

KaufmannRvT lid J Blox RvT lid J Blox

Functie(s) Lid RvT Lid RvT Lid RvT Lid RvT


Bezoldiging

Beloning 3.333 8.000 8.000 8.000






RvT lid AJ van

de Ven

RvT lid AJ van

de Ven

RvT lid BAM

ElbersRvT lid D

Functie(s) Lid RvT Lid RvT Lid RvT nvt

Duur dienstverband 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/7 - 31/12 nvt

Bezoldiging

Beloning 8.000 8.000 4.000 0

Belastbare onkostenvergoedingen 317 0 48


Totaal bezoldiging 8.317 8.000 4.048 0

Toepasselijk WNT-maximum 9.433 11.430 4.717 0


Toelichting:

In 2014 hebben geen uitkeringen plaatsgevonden aan uit dienst getreden topfunctionarissen.

Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2014 een bezoldiging boven het

toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT

heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2014 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald

die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.

Bij één toezichthouder is er sprake van een overschrijding. Aangezien er sprake is van het overgangsrecht valt deze

toezichthouder wel onder het WNT-maximum van 2013.

Pagina 51



5.1.10 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014

(na resultaatbestemming)

Ref. 31-dec-14 31-dec-13

€ €

ACTIVA

Vaste activa

Materiële vaste activa 1 35.896.286 39.902.405

Financiële vaste activa 2 1.924.286 2.878.990

Totaal vaste activa 37.820.572 42.781.395

Vlottende activa

Voorraden 3 228.348 402.523

Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 4 0 10.015.986

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 5 3.691.385 12.214.837

Overige vorderingen 6 36.058.511 20.160.974

Liquide middelen 7 62.582 364.228

Totaal vlottende activa 40.040.826 43.158.548

Totaal activa 77.861.398 85.939.943

Ref. 31-dec-14 31-dec-13

PASSIVA € €

Eigen vermogen 8

Kapitaal 45 45

Collectief gefinancierd gebonden vermogen 11.501.838 19.255.270Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 2.752.663 2.634.127


Voorzieningen 9 2.344.354 4.208.928

Langlopende schulden (nog voor meer 10 19.805.556 22.700.000

dan een jaar)

Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar)

Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 4 4.816.968 0

Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 5 436.018 184.472

Overige kortlopende schulden 11 36.203.956 36.957.101

Totaal passiva 77.861.398 85.939.943



5.1.11 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2014

Ref. 2014 2013

€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties 13 57.807.586 59.244.416

Omzet DBC's 14 60.008.000 70.602.924

Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / 15 2.316.910 5.458.904

DBC-zorgproducten)

Subsidies (inclusief overige WMO-prestaties) 16 2.533.838 2.051.649

Overige bedrijfsopbrengsten 17 2.353.794 2.428.428

Som der bedrijfsopbrengsten 125.020.128 139.786.321

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 18 95.508.357 94.887.064

Afschrijvingen op financiële en materiële vaste activa 19 6.073.943 6.926.187

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 20 202.313 5.047.175

Overige bedrijfskosten 21 29.767.737 28.339.708

Som der bedrijfslasten 131.552.350 135.200.134

BEDRIJFSRESULTAAT -6.532.222 4.586.187

Financiële baten en lasten 22 -1.102.674 -1.220.602

RESULTAAT BOEKJAAR -7.634.896 3.365.585

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2014 2013

€ €

Toevoeging/(onttrekking):Reserve aanvaardbare kosten -7.135.407 3.393.076Algemene reserve niet collectief gefinancierd vrij vermogen 118.536 113.431Bestemmingsreserve Instandhoudingsinvesteringen 0 -405.214Bestemmingsreserve Meerjarenstrategie -830.792 80.792Bestemmingsreserve Projectbudgetten -433.162 183.500Bestemmingsreserve Projecten / nieuw beleid 645.929 0

-7.634.896 3.365.585Pagina 53 PricewaterhouseCoopers

Accountants N.V.Uitsluitend voor identificatiedoeleinden


5.1.12 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014

ACTIVA

1. Materiële vaste activa


€ €

Bedrijfsgebouwen en terreinen 27.204.978 29.516.463

Machines en installaties 2.182.231 2.560.223

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 5.390.734 6.965.850

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 1.118.343 859.869

Totaal materiële vaste activa 35.896.286 39.902.405

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2014 2013

€ €

Boekwaarde per 1 januari 39.902.405 48.991.257

Bij: investeringen 2.623.321 2.232.658

Af: afschrijvingen 5.119.239 5.769.354

Af: bijzondere waardeverminderingen 202.313 5.047.175

Af: desinvesteringen 1.307.887 504.981

Boekwaarde per 31 december 35.896.286 39.902.405

Aanschafwaarde 82.829.572 88.286.665

Cumulatieve bijzondere waarde verminderingen 202.313 5.047.175

Cumulatieve afschrijvingen 46.730.972 48.384.260

2. Financiële vaste activa


€ €

Terug te vorderen NZa cf. beleidsregels compensatie 1.310.824 1.747.765

Terug te vorderen NZa cf. nacalculatie op bedrijfseconomisch afgewaardeerde activa 613.462 1.131.225

Totaal financiële vaste activa 1.924.286 2.878.990

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:

Boekwaarde per 1 januari 2014 2.878.990

Af: Afschrijving beleidsregel compensatie leegstand 292.254

Af: Afschrijving beleidsregel compensatie sloop 144.687

Af: nacalculatie op bedrijfseconomisch afgewaardeerde activa 517.763

Boekwaarde per 31 december 2014 1.924.286




ACTIVA

3. Voorraden


€

Hotelfunctie 26.733 48.611

Kantoorbenodigdheden en drukwerk 58.435 137.065

Onderzoek, behandeling, verpleging en verzorging 40.571 82.617

Onderhoud terreinen, gebouwen en installaties 42.426 35.057

Hulpbedrijven 45.700 51.400

Overige voorraden 14.483 47.773

Totaal voorraden 228.348 402.523

4. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's


€

Onderhanden projecten DBC's / DBC-zorgproducten 22.133.034 32.447.235

Af: Voorziening onderhanden werk DBC's 6.725.880 1.400.000


Onderhanden werk DBC's overige financiers 97.854 29.588

Totaal onderhanden projecten -4.816.968 10.015.986

De specificatie per onderhanden project

is als volgt weer te geven: Gerealiseer-

de werk-

Stroom DBC's / DBC-zorgproducten kosten en Af: Af: Saldo per

toegereken- ontvangen 31-dec-2014

de winst voorziening voorschotten

€ € € €

Zorgverzekeraars 22.133.034 6.725.880 20.321.976 -4.914.822

Totaal (onderhanden projecten) 22.133.034 6.725.880 20.321.976 -4.914.822




ACTIVA


Specificatie financieringsverschil AWBZ

2013 2014 totaal

€ € €

Saldo per 1 januari -184.472 0 -184.472

Financieringsverschil boekjaar 162.054 162.054

Correcties voorgaande jaren 71.869 0 71.869

Betalingen/ontvangsten 117.554 0 117.554

Subtotaal mutatie boekjaar 189.423 162.054 351.477

Saldo per 31 december 4.951 162.054 167.005

Stadium van vaststelling (per erkenning): c c


b= overeenstemming met zorgkantoor


31-dec-14 31-dec-13

€ €


- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 167.005 0

- schulden uit hoofde van financieringsoverschot 0 184.472

167.005 -184.472

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 31-dec-14 31-dec-13

€ €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 57.963.273 58.702.470

Af: te vorderen via justitie 0 71.630


Totaal financieringsverschil 162.054 -184.472




ACTIVA


Specificatie financieringsverschil DBC-financiering

t/m 2012 2013 2014 totaal

€ € € €

Saldo per 1 januari 8.926.707 3.288.130 0 12.214.837

Financieringsverschil boekjaar 0 0 -436.018 -436.018

Correcties voorgaande jaren -44.671 -129.724 0 -174.395

Overdracht kortlopende schulden 0 0 0 0

Betalingen/ontvangsten -8.831.473 315.411 0 -8.516.062

Subtotaal mutatie boekjaar -8.876.144 185.687 -436.018 -9.126.475

Saldo per 31 december 50.563 3.473.817 -436.018 3.088.362

Stadium van vaststelling (per erkenning): c a a





31-dec-14 31-dec-13

€ €


- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 3.524.380 12.214.837

- schulden uit hoofde van financieringsoverschot 436.018 0

3.088.362 12.214.837

Saldo per 1 januari

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 31-dec-14

€

Kapitaalslasten ZVW 1.307.516

Afrekening NHC component in DBC's -1.743.534

Totaal financieringsverschil -436.018

Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm 31-dec-14 31-dec-13

€ €

Financieringsverschil AWBZ 167.005 -184.472

Financieringsverschil DBC-financiering 3.088.362 12.214.837

Totaal financieringsverschil 3.255.367 12.030.365




6. Overige vorderingen


€ €

Vorderingen op debiteuren 6.115.352 5.946.467

Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten 26.602.325 10.886.834

Disagio lening 68.250 73.500

Personeelsleningen 128.966 78.953

Project- en andere subsidies 35.498 -33.201

Nog te ontvangen bedragen 446.981 891.272

Overige vorderingen en overlopende activa 2.437.994 2.102.310

Vordering O.O.J. Dekker 1.875 0

Te ontvangen ziekengelden 8.990 -1.215

Te ontvangen belastingen en sociale premies 212.280 216.054

Totaal overige vorderingen 36.058.511 20.160.974

7. Liquide middelen


€ €

Bankrekeningen 16.052 312.967

Kassen 46.530 51.261

Totaal liquide middelen 62.582 364.228




PASSIVA

8. Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-14 31-dec-13

€ €

Kapitaal 45 45

Collectief gefinancierd gebonden vermogen 11.501.838 19.255.270

Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 2.752.663 2.634.127


Kapitaal



€ € € €

Kapitaal 45 0 0 45

45 0 0 45

Collectief gefinancierd gebonden vermogen



€ € € €Reserve aanvaardbare kosten 17.991.316 -7.135.407 0 10.855.909Bestemmingsreserves:

Meerjarenstrategie 830.792 -830.792 0 0Projectbudgetten 433.162 -433.162 0 0Projecten / nieuw beleid 0 645.929 0 645.929

Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 19.255.270 -7.753.432 0 11.501.838

Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen



€ € € €Algemene reserves:

Algemene reserves 2.634.127 118.536 0 2.752.663Bestemmingsreserves:Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 2.634.127 118.536 0 2.752.663

Toelichting:

Het saldo van de op grond van de bekostigingssystematiek in de subsidie toegekende bedragen voor afschrijvingen en de werkelijke

afschrijvingen op instandhoudingsinvesteringen wordt jaarlijks toegevoegd of onttrokken aan de bestemmingsreserve

instandhoudingsinvesteringen.

De algemene reserve bestaat grotendeels uit de som van de voor- en nadelige exploitatiesaldi uit de periode van vóór 1968 (voor het in

werking treden van de AWBZ) en uit bijzondere baten in verband het niet direct in het AWBZ-dienstverleningsproces begrepen zaken. Deze

vermogenscomponent is uit de bestemming verhoogd met een interne rentevergoeding van 4,5%, wat neerkomt op een dotatie van €

118.536 in 2014.

De bestemmingsreserves Meerjarenstrategie en Projectbudgetten zijn conform bestuur besluit gedoteerd naar de gewenste hoogte.

Bestemmingsreserve instandhoudingsinvesteringen




PASSIVA

Specificatie aansluiting geconsolideerd - enkelvoudig vermogen 31 december 2014

en resultaat over 2014

De specificatie is als volgt :

Eigen

vermogen Resultaat

€ €

Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat: 14.254.546 -7.634.896

Stichting Olim 2.737.060 -19.809

Stichting Indigo Brabant -666.633 -378.806

Eliminatieposten 0 -105.480

Overige correcties 651.460 651.460

Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat 16.976.433 -7.487.531

Toelichting:

In het resultaat zitten meerdere eliminatieposten: subsidie, huur panden, inzet personeel.

9. Voorzieningen

Saldo per Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 31-dec-2014

€ € € € €

Voorziening onderhoud 1.224.538 0 451.020 0 773.518

Voorziening jubilea 443.854 168.502 148.213 0 464.143

Voorziening reorganisatie 1.844.679 426.574 1.532.582 237.385 501.286

Voorziening levensfasebudget 695.857 0 90.450 0 605.407

Totaal voorzieningen 4.208.928 595.076 2.222.265 237.385 2.344.354

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:

31-dec-2014

Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 1.274.804

Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 1.069.550

Overige correcties hebben betrekking op consolidatiecorrecties in verband met het gelijk trekken van de waarderingsgrondslagen.




PASSIVA

10. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)


€ €


Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) 19.805.556 22.700.000

Het verloop is als volgt weer te geven: 2014 2013

€ €

Stand per 1 januari 25.594.446 28.488.890

Af: aflossingen 2.894.446 2.894.444

Stand per 31 december 22.700.000 25.594.446

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 2.894.444 2.894.446

Stand langlopende schulden per 31 december 19.805.556 22.700.000

Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:

Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 2.894.444 2.894.444Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 19.805.556 22.700.000Hiervan langlopend (> 5 jaar) 11.672.222 13.122.222

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden.

De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.




PASSIVA

11. Overige kortlopende schulden


€ €


Crediteuren 2.882.361 3.699.729

Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 2.894.444 2.894.444

Belastingen en sociale premies 4.288.778 3.711.471

Schulden terzake pensioenen 611.714 1.036.048

Salarissen, vakantietoeslag en -dagenverplichting 8.999.033 8.497.285

Patiëntengelden 133.617 148.290

Overige schulden 3.454.416 3.428.252

Nog te betalen kosten:

Te betalen rente leningen o/g 315.343 361.331

Nog te betalen wachtgeldverplichting 429.908 339.904

Te betalen jubileumkosten 148.213 153.289

Vooruitontvangen opbrengsten:

Project- en andere subsidies 0 129.600

Totaal overige kortlopende schulden 36.203.956 36.957.101


Lease- en huurverplichtingen

Ultimo boekjaar zijn verplichtingen uit hoofde van operational leases als volgt te specificeren:

Te betalen:

Binnen één

jaar

Tussen één

en vijf jaar

Meer dan vijf

jaar

€ € €

Operationele leaseverplichtingen personenauto's 322.474 733.552 0

Operationele leaseverplichtingen multifunctionals 53.716 49.240 0

Huurverplichtingen met betrekking tot vastgoedobjecten 3.293.418 11.533.319 12.420.408

3.669.608 12.316.111 12.420.408

Gedurende het verslagjaar zijn in de resultatenrekening verwerkt:

2014

€

Operationele leaseverplichtingen personenauto's 254.447

Operationele leaseverplichtingen multifunctionals 108.560

Huurverplichtingen met betrekking tot vastgoedobjecten 3.947.904

4.310.911



5.1.13 ENKELVOUDIG MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA

5.1.13.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi

Grond Terrein- Gebouwen Semi perm. Ver- Installaties Bouwrente Onderhanden Subtotaal

voorzieningen gebouwen bouwingen Projecten vergunning

€ € € € € € € € €


- aanschafwaarde 2.692.764 711.814 31.161.954 1.668.355 8.333.250 8.974.277 662.189 168.660 54.373.263



Stand per 1 januari 2014 na correctie i.v.m. Nacalculatie

- aanschafwaarde 2.692.764 711.814 31.161.954 1.668.355 6.839.123 8.684.269 662.189 168.660 52.589.128




- investeringen 0 0 0 0 35.221 0 0 55.464 90.685

- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0

- afschrijvingen 0 32.750 547.276 95.919 576.146 435.274 17.848 0 1.705.214

- desinvesteringen

aanschafwaarde 0 14.850 0 0 -14.041 -1.688 0 35.221 34.342

cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 159.100 159.100

cumulatieve afschrijvingen 0 14.571 0 0 243 6.648 0 0 21.461

per saldo 0 279 0 0 -14.284 -8.336 0 194.321 171.981

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 -33.029 -547.276 -95.919 -526.641 -426.938 -17.848 -138.857 -1.786.510


- aanschafwaarde 2.692.764 696.964 31.161.954 1.668.355 6.888.385 8.685.957 662.189 188.903 52.645.471

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 -159.100 -159.100


Boekwaarde per 31 december 2014 2.692.764 151.110 14.073.184 20.557 3.225.559 3.186.188 381.530 29.803 23.760.695

Afschrijvingspercentage 0,0% 5,0% 2,0 - 5,0% 2,0 - 75% 5,0 - 100% 5,0 - 75% 2,5 - 5,0% 0,0%




5.1.13.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi

Trekkings Instand- Onderhanden Totaal

rechten houding Projecten€ € € €

Stand per 1 januari 2014- aanschafwaarde 14.987.872 9.083.866 590.068 24.661.806- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 5.735.635 5.152.542 0 10.888.177


Stand per 1 januari 2014 na corr.ivm Nacalculatie

- aanschafwaarde 14.989.201 8.654.134 590.068 24.233.403


- cumulatieve afschrijvingen 5.736.303 4.720.423 0 10.456.726



- investeringen 712.985 1.002.330 584.071 2.299.386

- herwaarderingen 0 0 0 0

- afschrijvingen 798.189 877.464 0 1.675.654

- desinvesteringen

aanschafwaarde -5.801 56.660 125.924 176.782

cumulatieve afschrijvingen 24.089 31.854 0 55.943

per saldo -29.890 24.806 125.924 120.840

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -55.314 100.060 458.147 502.893

Stand per 31 december 2014 Aanschafw Trekkingsrechten

- aanschafwaarde 15.707.987 9.599.804 1.048.215 26.356.006 Instandhouding


- cumulatieve afschrijvingen 6.510.404 5.566.033 0 12.076.437 Totaal

Renteform

Boekwaarde per 31 december 2014 9.197.584 4.033.771 1.048.215 14.279.570 Verschil afboeking MVA. Anders

zouden we dubbele

Afschrijvingspercentage 5,0% 10,0% 0,0% nacalculatie claimen.

Boekwaarde Trekkingsrechten

Instandhouding

Sluit aan met rente formPagina 64 PricewaterhouseCoopers

Accountants N.V.Uitsluitend voor identificatiedoeleinden



5.1.13.3 Bedrijfseconomische MVA

Terreinen Gebouwen Sub.Totaal bedr. Installaties Inventaris Onderhanden Totaal

geb.en terreinen Projecten

€ € € € € €


- aanschafwaarde 5.055.893 52.808.514 57.864.407 10.568.822 18.993.567 859.869 88.286.665


Boekwaarde per 1 januari 2014 4.406.580 25.109.883 29.516.463 2.560.223 6.965.850 859.869 39.902.405


- investeringen 0 382.105 382.105 5.434 718.051 1.517.731 2.623.321

- Impairment / afwaarderingen 202.313 0 202.313 0 0 0 202.313

- afschrijvingen 32.512 2.340.986 2.373.498 468.339 2.277.402 0 5.119.239

- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0 0 0 0 0 0 0

- terugname geheel afgeschreven activa

▫ aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0

▫ cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0

▫ cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0

- desinvesteringen

aanschafwaarde 48.637 1.806.776 1.855.412 1.249.023 3.716.722 1.259.256 8.080.413

cumulatieve afschrijvingen 48.637 1.688.996 1.737.633 1.333.935 3.700.959 0 6.772.526

per saldo 0 117.780 117.779 -84.912 15.763 0 1.259.256 1.307.887

Mutaties in boekwaarde (per saldo) -234.825 -2.076.661 -2.311.485 -377.992 -1.575.115 0 258.474 -4.006.118


- aanschafwaarde 5.007.256 51.383.844 56.391.100 9.325.234 15.994.895 0 1.118.343 82.829.572

- cumulatieve afwaarderingen 202.313 0 202.313 0 0 0 0 202.313

- cumulatieve afschrijvingen 633.189 28.350.621 28.983.809 7.143.003 10.604.161 0 0 46.730.972

Boekwaarde per 31 december 2014 4.171.754 23.033.223 27.204.978 2.182.231 5.390.734 0 1.118.343 35.896.287

Afschrijvingspercentage 5,0% 2,5% 5,0% 20,0% 0,0%




5.1.14.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN (ENKELVOUDIG)

Num-

mer

Brief-

nummer Datum Omschrijving WTZi-type t/m 2013 2014 gereed

onder-

handen

€ € € € €

P11013 HP aanpassing brandveiligheid instandhouding 1 -1 0 0

P11022 CW terreinontwikkeling instandhouding 526.147 198.214 0 724.360

P12005 Separeerruimte instandhouding 21.285 22.354 0 43.639

P12006 Milla de Kampen instandhouding 10.273 4.650 0 14.923

P13035 Voorlader vaatwasmachines instandhouding 0 49.015 0 49.015

P13201 Bunthorst A-appartementen instandhouding 458 2.684 0 3.142

P13202 Kraanmeer BG-appartementen instandhouding 396 5.317 0 5.713

P13502 Aanpassingen centrale hal Huize Padua instandhouding 0 24.439 24.439 0

P13504 Gezondheidscentrum Oss (GCO) instandhouding 18.485 55.151 0 73.636

P13505 Nieuwe Koers instandhouding 7.040 34.218 0 41.258

P13506 Reductie m2 ondersteunende diensten instandhouding 5.984 53.601 0 59.585

P14005 Kliniek HP instandhouding 0 7.110 0 7.110

P14302 Sportfaciliteiten instandhouding 0 498 0 498

P14501 Verbouwing Eikenheuvel 5-6 instandhouding 0 8.507 0 8.507

P14504 Van Veldekestraat, Oss instandhouding 0 52.371 52.371 0

P14505 Ontmanteling en sloop kliniek instandhouding 0 16.830 0 16.830

P13503 Verbouwing De Kluis instandhouding 0 58.678 58.678 0

P07011 Pandelaar vervangende nieuwbouw vergunning 0 42.807 42.807 0

P08014 Nieuwbouw 125 bedden vergunning 159.101 0 159.101 0

P13014/P14500 Nieuwbouw Vonder 85 bedden vergunning 9.561 53.647 35.221 27.986

P14502 Nieuwbouw woon- en werkvoorziening ASS De Beemden vergunning 0 1.817 0 1.817

P11010 Verbouwing poli Boxmeer niet-WZV 39.790 9.131 48.921 0

P11023 HP terreinontwikkeling niet-WZV 1.350 0 0 1.350

P14503 De Berken, Gemert niet-WZV 0 6.114 0 6.114

P13040 Elektrowagen inventaris 60.000 32.747 92.747 0

P14503 De Berken, Gemert inventaris 0 32.863 0 32.863

Diverse (ICT-) inventaris inventaris 0 744.971 744.971 0

Totaal 859.870 1.517.732 1.259.256 1.118.346 0

Projectgegevens Investeringen Goedkeuringen

t/m 2014 Nominaal

bedrag

WTZi




5.1.14.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN (ENKELVOUDIG)

Num-

mer

Brief-

nummer Datum Omschrijving WTZi-type Activapost WTZi WMG Overige Totaal

€ € € €

P14505 Van Veldekestraat, Oss instandhouding 52.371 0 0 52.371

P13502 Aanpassingen centrale hal Huize Padua instandhouding 24.438 0 0 24.438

P13503 Aanpassing de Kluis instandhouding 58.678 0 0 58.678

P07011 Pandelaar vervangende nieuwbouw vergunning 42.807 0 0 42.807

P08014 Nieuwbouw 125bedden vergunning, naar exploitatie 159.101 0 0 159.101

P14500 Nieuwbouw Vonder 85 bedden vergunning 35.221 0 0 35.221

P11010 Verbouwing poli Boxmeer niet-WZV 0 0 48.921 48.921

P13040 Elektrowagen HP inventaris 0 0 92.747 92.747

Diverse (ICT-) inventaris inventaris 0 0 744.971 744.971

Totaal 372.617 0 886.639 1.259.256

Projectgegevens Investeringen



BIJLAGE

5.1.15 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 (enkelvoudig)

Leninggever Datum Hoofdsom

Totale

loop-

tijd

Soort lening

Werke-

lijke-

rente

Restschuld

31 december

2013

Nieuwe

leningen in

2014

Aflossing in

2014

Restschuld

31 december

2014

Restschuld

over 5 jaar

Resterende

looptijd in

jaren eind

2014

Aflos-

sings-

wijze

Aflos-sing

2014Gestelde zekerheden

€ % € € € € € €


ASN-2006/2016 31-03-2006 10.000.000 10 lineair 3,55% 3.000.000 0 1.000.000 2.000.000 0 2 lineair 1.000.000 Waarborgfonds Zorgsector


RABO-2010/2020 28-12-2010 9.500.000 10 lineair 3,98% 6.650.000 0 950.000 5.700.000 950.000 7 lineair 950.000

Totaal 25.594.444 2.894.444 22.700.000 11.672.222 2.894.444

Kortlopende aflossingsverplichtingen 2.894.444 2.894.444

Langlopende schulen per 31 december 22.700.000 19.805.556



5.1.16 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2014

BATEN

13. Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties


€ €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ 57.890.495 58.702.470

Wettelijk budget voorgaande jaren -82.909 541.946

Totaal 57.807.586 59.244.416

14. Omzet DBC's


€ €

Gefactureerde omzet DBC's 54.243.099 57.241.331Mutatie onderhanden werk DBC's 3.663.923 6.385.844Kapitaal c.f. nacalculatie ZvW 70% 1.617.018 1.886.254NHC ZVW 30% 757.207 0Nacalculatie Doorloop DBC's (partje B) 0 3.855.851Verrekenbedrag 0 1.233.644Onderhanden werk DBC herwaardering -273.247 0

Totaal 60.008.000 70.602.924

15. Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten)


€ €

Opbrengsten in opdracht van andere instellingen 1.157.498 4.507.489Persoonsgebonden en -volgende budgetten 79.579 93.352

Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties 1.079.833 858.063

Totaal 2.316.910 5.458.904

16. Subsidies (inclusief overige Wmo-prestaties)


€ €

Rijkssubsidies van het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) 711.694 647.906

Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief 627.812 658.826

overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ)

Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies 1.194.332 744.917

Totaal 2.533.838 2.051.649




BATEN

17. Overige bedrijfsopbrengsten


€ €

Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed):

Doorberekende salariskosten 597.943 662.967

Overige opbrengsten, huur en doorberekende kosten 1.244.003 1.154.076

Boekresultaat vaste activa 511.848 611.385

Totaal 2.353.794 2.428.428




LASTEN

18. Personeelskosten


€ €

Lonen en salarissen 70.848.639 71.135.723

Sociale lasten 10.284.297 9.382.321

Pensioenpremies 6.293.517 6.593.943Andere personeelskosten 3.618.769 3.558.277Subtotaal 91.045.222 90.670.264Personeel niet in loondienst 4.463.135 4.216.800Totaal personeelskosten 95.508.357 94.887.064

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Algemene en administratieve functies 259 254Hotelfuncties 103 115Patiënt- c.q. bewonergebonden functies 1.075 1.090Leerling personeel 38 39Terrein- en gebouwgebonden functies 23 23Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 1.498 1.521

19. Afschrijvingen op financiële en materiële vaste activa


€ €

Nacalculeerbare afschrijvingen:


Overige afschrijvingen:


- financiële vaste activa 954.704 1.157.337

Totaal afschrijvingen 6.073.943 6.926.187

Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2014

€

Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 6.073.943

waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 3.380.868

In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten:

- WTZi-vergunningplichtige vaste activa 1.705.214

- WTZi-meldingsplichtige vaste activa 1.675.654

Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 3.380.868

Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa 79.001.477

Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 40.802.113

Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 40.802.113




LASTEN

20. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa


€ €

Bijzondere waardeverminderingen van:

- materiële vaste activa 202.313 5.047.175

0 0

Totaal 202.313 5.047.175

21. Overige bedrijfskosten


€ €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 7.159.688 7.749.343

Algemene kosten 10.388.750 8.830.476

Patiënt- en bewonersgebonden kosten 2.822.205 3.001.055

Onderhoud en energiekosten:

- Onderhoud 3.392.878 3.041.461

- Energiekosten gas 948.369 1.072.187

- Energiekosten elektra 930.114 1.043.782

- Energie transport en overig 61.942 56.533

Subtotaal 5.333.303 5.213.963

Huur en leasing 4.161.270 3.634.239

Baten en lasten hulpbedrijven -97.479 -89.368

Totaal overige bedrijfskosten 29.767.737 28.339.708

22. Financiële baten en lasten


€ €

Rentebaten 3.825 5.249

Subtotaal financiële baten 3.825 5.249

Rentelasten -1.106.499 -1.225.851

Subtotaal financiële lasten -1.106.499 -1.225.851

Totaal financiële baten en lasten -1.102.674 -1.220.602



Ondertekening door bestuurders en toezichthouders

Raad van Bestuur

W.G. W.G.

O.O.J. Dekker F.H.M. Pijls

Raad van Toezicht

W.G. W.G.

W. Corsten J.R. Rozendaal

W.G. W.G.

J.T.H.M. Blox C.A.H.A. Doomernik

W.G. W.G.

T. van de Ven-de Jong W.M. van Ewijk

W.G. W.G.

M.J. Kauffman B.A.M. Elbers



5.2 OVERIGE GEGEVENS



5.2 OVERIGE GEGEVENS

5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening

De raad van bestuur van Stichting GGZ Oost Brabant heeft de jaarrekening 2014 vastgesteld in de

vergadering van 5 juli 2016.

5.2.2 Resultaatbestemming

Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 5.1.2.

5.2.3 Gebeurtenissen na balansdatum

Geen relevante zaken te melden.

5.2.4 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.


Controleverklaring van de

onafhankelijke accountant


20160701 Jaarrekening 2014 GGZ Oost Brabant.xlsx

Documents

Transcript of 20160701 Jaarrekening 2014 GGZ Oost Brabant.xlsx