2003-mei-26-RAADSNOTULEN€¦ · Web viewRAAD VAN DE GEMEENTE DEVENTER VAN MAANDAG 26 MEI 2003....

VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEVENTER VAN MAANDAG 26 MEI 2003.

Voorzitter: drs. J. van Lidth de Jeude, burgemeester.Griffier: drs. A.G.M. Dashorst.Wethouders: B.J. Doornebos, G. Hiemstra, mevrouw I.R. Adema, J.J.T. Fleskes en mevrouw J.J.A.F.

Dirksen-Bloemenkamp.

Aanwezig:M.J. Ahne, O. Arslan, M.G.W. Beker, G.A.J. Berkelder, R.A. Boon, mevrouw C.M. ten Bulte-Herrebrugh, H. Gülsen, S.G.B. Hampsink, mevrouw J.F. van Harsselaar-Timmer, L.W.G. Hartong, B. Hoogendam, mevrouw M.J.G. de Jager-Stegeman, H.W.F. Jellema (vanaf 19.43 uur), J.G.A. Kokhuis, mevrouw J. Lamberts-Grotenhuis, J.A.M. Meijer, M.H. Nijboer, mevrouw E. Nijhuis, mevrouw J.C. Nijssen-van der Velde, mevrouw K.J.J. Obdeijn, J. Offringa, J. Oggel, mevrouw W.J.M. van der Ouderaa, G.H. Planque, mevrouw J.B.W. Schreur-Sprenkelink, mevrouw J.H. Soeteman-Klijn Velderman, mevrouw A. Spa, C.J. Verhaar, mevrouw M. Viveen-van den Bosch, H.J. de Vos, J.G. Wilms, M. Yazici, mevrouw M.J.L.A. Zweers.

Afwezig: mevrouw G. Brouwer-Knol, A. Emens, B. Rolloos, mevrouw B.J.Th. Westerbeek-Spin.

1. Opening en mededelingen.

De voorzitter: Dames en heren, ik open de vergadering van uw gemeenteraad.Ik wil opmerken dat de fractievoorzitters vrijdag jl. met elkaar hebben besproken dat het prettig zou zijn als wij erin zouden kunnen slagen om de vergadering van morgenavond niet nodig te laten zijn. Wij maken daarbij de aantekening dat dit niet zal meevallen, want met het Vragenhalfuurtje en de interpellatie hebben wij een vol programma. Het mag er zeker niet toe leiden dat zaken worden afgeraffeld. Graag wil ik er echter toe bijdragen dat het kan lukken. Verder heeft u dat natuurlijk vooral zelf in de hand. Op voorhand is verzocht of het mogelijk is dat de moties niet door de voorzitter worden voorgelezen, maar door een van de fractieleden van de indienende fractie. Met name de motivatie die daarvoor gold, doet mij besluiten achter dit idee te staan.

Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Brouwer en mevrouw Westerbeek en van de heren Emens en Rolloos. De heer Jellema heeft laten weten eerst later aanwezig te kunnen zijn.

1.a. Vaststelling agenda.

De voorzitter: Dit agendapunt is een noviteit. In het verleden werd dit op een andere manier gedaan.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad de agenda ongewijzigd vast te stellen.

- Vragenhalfuurtje.

De voorzitter: In het nu aan de orde zijnde Vragenhalfuurtje worden twee onderwerpen behandeld.De fractie van GroenLinks heeft op tijd, dat wil zeggen vanmorgen voor 10.00 uur, laten weten graag over de Nieuwe Markt te willen spreken. De ChristenUnie heeft ook op tijd, namelijk vanmorgen om 9.10 uur, laten weten het onderwerp over de ontsluiting van de Vijfhoek te willen behandelen.Bij het Vragenhalfuurtje geldt de spelregel dat de desbetreffende persoon zijn of haar vraag stelt en dat het college daarop antwoordt. De vragensteller kan daarop nog aanvullende vragen stellen. Desgewenst kunnen daarna anderen in de raad daarop reageren. Vervolgens is het woord opnieuw aan het college.

Mevrouw Obdeijn: Mijnheer de voorzitter. In de afgelopen week hebben wij in het Deventer Dagblad een stuk kunnen lezen over de plannen voor een zeer moderne parkeergarage onder de Nieuwe Markt. Wij waren nogal verbaasd over deze informatie. Begin vorig jaar hebben wij als raad namelijk besloten om € 100.000 uit te trekken voor het opstellen van een programma van eisen voor een parkeergarage onder de Nieuwe Markt. Daarover is toen veel discussie geweest, omdat een aantal partijen, waaronder ook mijn eigen partij, meende dat een grootschalige parkeergarage op deze plek niet gewenst is en dat de uitkomsten van het verdere onderzoek dat nog zou moeten plaatsvinden, van tevoren toch al vast zouden

staan. Een eerste onderzoek had al uitgewezen dat je op deze plek geen financieel haalbare parkeergarage kunt realiseren, omdat je rekening moet houden met de aanwezigheid en de nabijheid van de IJssel, de grondwaterstanden en de archeologische aspecten in het historische hart van de stad.

Lange tijd bleef het stil, nadat de raad had besloten om dat geld wel beschikbaar te stellen. Wij hebben daarover een aantal keren in de commissie vragen gesteld. Naar ik mij kan herinneren hebben ook andere fracties daarnaar gevraagd. Wij hoorden echter niets over het verloop van een en ander in dezen. Toevallig hoorden wij vorige week dat er een bijeenkomst was belegd voor bewoners van de Nieuwe Markt en Belvedère, waar werd gesproken over de plannen voor de Nieuwe Markt in zijn totaliteit, dus zowel over het bouwplan voor de plek waar nu de school staat, als over een parkeergarage. Ik vind het een heel goede zaak dat dit in samenspraak met bewoners en vereniging gebeurt en dat zij daar op een vroeg moment bij worden betrokken. Ik was echter nogal verbaasd dat wij als raad daarover niet zijn geïnformeerd. Waarom moeten wij in de krant lezen wat de plannen nu zijn? Waarom zijn wij nooit actief door het college geïnformeerd over de uitkomsten van de nadere studie die is gedaan? Zijn die uitkomsten niet gepresenteerd? Ik krijg namelijk het gevoel dat het college er niet zo goed uitkwam, omdat de uitkomsten toch bevestigden wat eerder al vermoed werd. Ik krijg het gevoel dat het college daarom de openheid niet heeft gezocht. Zouden wij als raad nu alsnog over de nieuwe plannen geïnformeerd kunnen worden?

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Inderdaad hebben twee informatiebijeenkomsten plaatsgevonden, waarbij wij bewoners en belangenorganisaties hebben uitgenodigd om met ons mee te denken. Niet over de plannen die voorliggen, maar om te komen tot het gezamenlijk formuleren van uitgangspunten die gaan dienen en die een functie krijgen in het programma van eisen, op grond waarvan de gemeente dit project bij een marktpartij kan aanbesteden. Dat is waar het nu om gaat: het komen tot het samenstellen van een pakket van uitgangspunten. Ik ben blij dat mevrouw Obdeijn er een goed gevoel bij heeft dat wij dit project vanaf het begin breed aanpakken in samenspraak met bewoners, ondernemers en vertegenwoordigers van belangenorganisaties.

Het gaat niet om het realiseren van een grootschalige parkeervoorziening, waarbij het er natuurlijk van afhangt wat je onder groot en klein verstaat. Het gaat echter om onze inschatting dat hier een parkeervoorziening van zo rond de 200 parkeerplaatsen gerealiseerd kan worden. Verkeerskundig kan dit ook goed worden verwerkt. Het is nu nog veel te vroeg om uit te spreken of dat gebeurt door middel van een zeer modern parkeersysteem. U bent eerder al geïnformeerd over het feit dat het technisch gezien kan. Of de raad dat wenst, gezien het investeringsvolume en het te verwachten gebruik, is natuurlijk een kwestie die moet worden afgewacht. In het programma van eisen zullen wij dus niet als harde voorwaarde opnemen dat het hierbij om een supermodern systeem moet gaan. Het gaat erom dat je een gebouwde parkeervoorziening in, aan of op dat object kunt realiseren. De doelstellingen van het project zijn u en uw fractie denk ik voldoende bekend. Ik hoop dat wij met dit proces kunnen komen tot de uitgangspunten die ik eerder noemde en dat daar zowel intern als extern een breed draagvlak voor gaat ontstaan, hetgeen natuurlijk op zich een goede basis is om te beginnen met het maken van plannen.

Mevrouw Obdeijn: Mijnheer de voorzitter. Eén antwoord hebben wij nog niet gekregen. De wethouder gaat wel in op het proces en het betrekken van bewoners, ondernemers en belanghebbenden daarbij. Die gedachte steun ik volledig; ik vind het heel goed dat dit gebeurt. Als raad hebben wij echter indertijd geld uitgetrokken voor het opstellen van een programma van eisen. Een aantal zaken dat in een eerder onderzoek was aangetoond, zou nog verder worden onderzocht. Daarover had ik op een eerder moment geïnformeerd willen worden.

Ik begrijp nu dat er sprake is van een ander plan dan het plan waarvoor wij destijds als raad dat geld uittrokken. Volgens mij ging het toen om een grote parkeergarage onder het plein. Ik begrijp nu dat het gaat om een parkeergarage die wordt geïntegreerd in het bouwplan voor de Nieuwe Markt. In mijn ogen is dat een ander verhaal. Waarom is de raad hierover niet eerder geïnformeerd?

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Toen gesproken werd over een parkeervoorziening aan de Nieuwe Markt, ging het om een plan dat betrekking had op het realiseren van een ondergrondse parkeervoorziening onder het plein. Daarvan is geconstateerd dat dit in de eerste plaats erg duur is en dat het in de tweede plaats niet heel grootschalig kan zijn in verband met de verkeersafwikkeling.

2

Nu praten wij over een geheel andere situatie. U bent daarover wel degelijk eerder geïnformeerd, als een van de activiteiten in het kader van de verdere uitwerking van het binnenstadsperspectief. Nu gaat het erom dat het autovrij maken van de Nieuwe Markt, het realiseren van een object ter plekke van de school en het maken van een parkeervoorziening, één integraal geheel is. Dat is de context waarover wij nu praten en waarmee wij nu aan het werk zijn, zoals ik u in eerste termijn duidelijk maakte. Als men daarover nog nadere informatie wenst, dan is alle informatie natuurlijk ter beschikking.

De voorzitter: Uit de spelregels blijkt dat hiermee het vragenstellen over dit onderwerp is beëindigd. Desgewenst kunt u in de commissie altijd aangeven daarop te willen terugkomen. Nu gaan wij over naar het tweede onderwerp, dat is het verzoek van de ChristenUnie om vragen te mogen stellen in verband met de ontsluiting van de Vijfhoek.

De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter. Ik heb een iets kortere inleiding. Ik hoop ook op een iets korter antwoord van het college. Enkele dagen geleden was ik op safari. Nee, niet in Afrika, maar op de Leonard Springerlaan. Wij hebben ons verbaasd en verwonderd en zijn verbijsterd over het tijdstip van de wegwerkzaamheden aldaar en de aard van de omleiding, nota bene terwijl de Holterweg is afgesloten. In geval van ernstige calamiteiten in de Vijfhoek die de inzet van hulpverleningsdiensten vereist, is de gecreëerde omleiding volgens ons onverantwoord.Wat gaat de wethouder daaraan nu en in de toekomst doen, zodat wij niet nog eens voor een dergelijke situatie komen te staan?

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Volgens de mij beschikbare informatie wordt op de Holterweg gewoon doorgereden en gaat de verkeersafwikkeling daar prima, zeker met de omleidingsroute. Bij de Vijfhoek wordt op dit moment gewerkt aan de rotonde Steinvoorde/Jeurlink/Fetlaer, de meest noordelijke rotonde van het geheel. Ten behoeve van de werkzaamheden is daar een nevenpad gemaakt met een puinbaan. Dat betekent dat de doorstroming op dit moment is gegarandeerd.

De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter. Uit het antwoord van het college begrijp ik dat zij allen beschikken over een Landrover … (hilariteit). In elk geval lijken zij te beschikken over een voertuig dat in staat is om dergelijke obstakels te nemen. Ik vind het heel jammer en ik vind het eigenlijk een beetje kinderachtig van de wethouder dat hij nu spreekt over het feit dat er een omleidingroute is op de Holterweg en dat er rustig doorgereden kan worden. Als je een omleidingsroute legt om Amsterdam, kan er ook rustig worden doorgereden. Dat vind ik geen antwoord. Ik wil graag een serieus antwoord op deze vraag, want misschien solliciteert u misschien om ’s avonds een keer in Nova te verschijnen. Als er iets gebeurt in de Vijfhoek, hetgeen helemaal niet ondenkbaar is, en hulpverleningsdiensten moeten naar de desbetreffende plek via het pad dat u zojuist heeft omschreven, dan hoop ik niet dat het de wethouder is die hulp nodig heeft.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Ik wil dit ondersteunen. Een week geleden was het nog te doen, maar afgelopen zaterdag lagen er grote regenplassen en reden wij allemaal tien kilometer per uur, schuddend heen en weer. Het is echt erbarmelijk. Het is realiteit. Wij moeten niet spreken over Landrovers; wij moeten dit niet belachelijk maken. Het is absolute onzin wat hier is gedaan.

Mevrouw Ten Bulte: Mijnheer de voorzitter. Ik verbaas mij erover dat de wethouder zegt dat de Holterweg open is. Volgens mij ligt een heel groot gedeelte van de Holterweg eruit. Er wordt hier nu wel gezegd dat je kunt rijden, maar heel vaak kun je niet rijden. Het bouwverkeer maakt gebruik van hetzelfde pad. Vorige week heb ik een half uur stilgestaan, omdat het verkeer geen kant op kon. Als een hulpdienst die route moet nemen, kan ook deze geen kant op. Misschien kan daar ’s avonds worden gereden, maar tijdens de bouwwerkzaamheden van overdag absoluut niet.

De voorzitter: Ik wijs u erop dat het Vragenhalfuurtje is bedoeld om vragenderwijs punten aan de orde te stellen. Het kan ook niet eindigen in een motie of een besluit. Ik zou daarom wel graag zien dat wij het karakter handhaven. Tot nu toe gaat dat prima. Het woord is weer aan de wethouder.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Ik begrijp uit de reacties dat de situatie toch ernstiger is dan ik heb vernomen. Ik begrijp ondertussen ook dat er vandaag weer maatregelen zijn genomen om ervoor te zorgen dat die puinbaan alsnog weer egaal wordt, waardoor de doorstroming verbetert. Ik zal opnieuw laten bekijken of er aanvullende maatregelen mogelijk zijn.

3

2. Vaststelling van de openbare notulen van de vergadering van 28 april 2003.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad de notulen van de vergadering van 28 april 2003 ongewijzigd vast te stellen.

3. Ingekomen stukken.

I Voor kennisgeving aannemen:

a. Gegevens liquiditeitspositie over het … kwartaal …b. Van de Bond Heemschut d.d. 21 april 2003;

Toezending afschrift van de inspraakreactie waarin verzocht wordt geen vrijstelling te verlenen aan een bouwplan aan het Lamme van Diesseplein (Striksteeg-Pontsteeg). (2003.08139)

c. Stichting Oud Deventer d.d. 21 april 2003;Reactie op het verzoek om vrijstelling ex art. 19 WRO voor een bouwplan aan het Lamme van Diesseplein (Striksteeg-Pontsteeg). (2003.08266)

d. Van Milieudefensie te Amsterdam d.d. 8 mei 2003;Verzoek een motie aan te nemen waarin de gemeente haar zorgen kenbaar maakt aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de consequenties van het GATS-verdrag (General Agreement on Trade in Services) voor gemeenten en provincies.

II Ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders:

a. Van de Provincie Overijssel d.d. 15 april 2003;Besluit m.b.t. het bestemmingsplan “Buitengebied 1994, 7e partiële herziening Ganzekooisweg 8". (2003.08090)

b. Van Cherry Games te Groningen d.d. 14 mei 2003;Klacht m.b.t. de handelwijze van de gemeente bij het selecteren van bedrijven voor een amusementscenter in Deventer / Family Entertainment Center. (2003.09683)

c. Bewoners tegenover R.K. Begraafplaats Ceintuurbaan d.d. 6 mei 2003;Verzoek tot aanpassing van de parkeersituatie ter verbetering van de verkeersveiligheid. (2003.09140) (de brief en antwoordbrief in afschrift zenden aan de raadscommissie RFO)

d. L.H. Wassenaar, Waterhoen 29 d.d. 7 mei 2003;Reactie m.b.t. d handelwijze van de gemeente bij het bouwproject Welle/Noordenbergstraat. (2003.09227) (de brief en antwoordbrief in afschrift zenden aan de raadscommissie RFO)

III Ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders, gehoord de raadscommissie:

IV Met een voorstel van burgemeester en wethouders plaatsen op de raadsagenda:

Va Te betrekken bij de behandeling van het raadsvoorstel "Heroverwegingen 2004 – 2007" in de raadsvergadering van 26 mei 2003:

a. Van wijkteam van wijk 1 de Hoven, bewoners en de actieve taakgroepen d.d. april 2003;Reactie op de bezuinigingsvoorstellen m.b.t. de wijkaanpak. (2003.08377)

b. Van de Historische Vereniging Dorp Diepenveen e.o. d.d. 14 april 2003;Verzoek de bezuiniging van € 50.000 op de bibliotheken in Diepenveen en Schalkhaar niet uit te voeren, maar juist het budget te verhogen, zodat er meer gebruik van deze voorzieningen gemaakt kan worden. (2003.08095)

c. Sociëteit Diepenveen Dorp d.d. 26 april 2003;Verzoek het budget van de bibliotheken in Diepenveen en Schalkhaar niet te verkleinen, maar juist te verhogen. (2003.08621)

d. Drs. J.H.M. Ham, Rijkmanstraat 13 d.d. 7 mei 2003;Verzoek de Bergkerk voor meerdere doeleinden te gebruiken dan enkel als tentoonstellingsruimte. (2003.09407)

e. Van de Recreatiegemeenschap Salland d.d. 24 april 2003;Toezending ontwerpbegroting 2004 en ontwerpjaarrekening over 2002. (2003.08613)

4

Vb T.z.t. te betrekken bij de behandeling van het raadsvoorstel "Steenbrugge":

a. Van het Initiatief "Steenbrugge", p/a Ganzekooisweg 2 d.d. 13 mei 2003;Oproep het basismodel te hanteren als stedenbouwkundig model voor Steenbrugge. (2003.09694)

VI Om advies in handen te stellen van de Planschadecommissie:

a. Van R.J. Kruithof, Avergoorsedijk 2 te Schalkhaar d.d. 22 april 2003;Verzoek om planschadevergoeding i.v.m. nadelige gevolgen bij de verkoop van het woonhuis door de aanleg van de N348. (2003.08473)

VII Plaatsen op lijst van ingekomen stukken raadscommissie RFO:

a. Van bewoners van de Michel de Klerkstraat, P. Klaarhamerstraat, het Theo Boschplein en de Baanderweg d.d. april 2003;Verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan ten behoeve van wijkvoorzieningen in de Vijfhoek.

VIII Plaatsen op lijst ingekomen stukken raadscommissie BM nadat de reactie van burgemeester en wethouders is ontvangen op aanbevelingen van de Algemene Bezwaarschriftencommissie:

a. Van de Algemene Bezwaarschriftencommissie d.d. 12 mei 2003;Aanbieding jaarverslag 2002. (2003.09471)

De voorzitter: Als ingekomen stuk meld ik nog de aanvraag tot interpellatie aangaande Go Ahead Eagles. De aanvrager krijgt eerst de gelegenheid de aanvraag toe te lichten.

De heer Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn erg benieuwd naar de reactie van het college op de vragen die wij hebben gesteld, aangezien alle reacties tot nu toe via de pers gaan. Het zou prettig zijn daarover in de raad even van gedachten te kunnen wisselen.

De voorzitter: Ik constateer dat niemand hierover verder het woord wenst te voeren. Daarom stel ik voor dat wij de interpellatie vanavond behandelen, onmiddellijk volgend op de behandeling van de agenda. Kunt u daarmee instemmen? Dit is het geval.

Wenst iemand het woord te voeren over de wijze van afdoening van de overige ingekomen stukken?

De heer Wilms: Mijnheer de voorzitter. Onder punt II.b van de lijst met ingekomen stukken van Cherry Games te Groningen, verzoek ik om een afschrift daarvan voor de commissie BM (Bestuur en Middelen).

De voorzitter: Daartegen bestaat geen bezwaar. Er zal conform worden gehandeld.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig de voorgestelde wijzen van afdoening, met inachtneming van de toezegging omtrent ingekomen stuk II.b.

4. Benoemingen en ontslagen.

Er zijn geen benoemingen en ontslagen aan de orde.

5. Adviezen van de Algemene Bezwaarschriftencommissie Deventer.

Er zijn geen adviezen van de Algemene Bezwaarschriftencommissie Deventer.

7. Herziening grondexploitatie Bergweide.

10. Verzoek om goedkeuring aan het besluit van de Stichting beheer CAI-gelden tot het verstrekken van een bijdrage aan de projecten "Waterjuffer" en "Molenbelt".

11. Uitkering Grootburgerrecht 2003.

5

12. Milieuverslag 2002.

13. Aangevuld bekostigingsbesluit aanleg riolering buitengebied.

14. Jaarverslag 2001 – 2002 en benoeming leden inzake bestuurscommissie van Toezicht en Advies Etty Hillesum Lyceum.

17. Verplaatsing DVV IJsselstreek en nieuwbouw opstallen AV Daventria.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig de voorstellen.

6. Vastgoedrapportage 2003.

De heer Hampsink: Mijnheer de voorzitter. Naar mijn mening betreft het hier een goed rapport, dat een helder beeld geeft van het vastgoedbedrijf. Verreweg de meeste vragen zijn in de voorbereidende bijeenkomst en in de commissie beantwoord. Desondanks maak ik duidelijk dat de PvdA, ondanks de geruststellende woorden van de wethouder, nog steeds bezorgd is over de kantorenplanning die ons inziens zeer ruim wordt ingezet.

De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter. De ChristenUnie heeft veel waardering voor de Vastgoedrapportage. Deze geeft veel informatie en het is een zeer leesbaar stuk. Het is goed dat op voorspraak van de ChristenUnie deze rapportage nu openbaar is. Wat ons zorgen baart, is de leegstand van kantoren en het ontbreken van een investeringsplanning. Bij de voorjaarsnota komen wij daarop terug.

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. De waardering die is uitgesproken door de twee woordvoerders, neem ik graag in ontvangst. Over de ontwikkeling van kantoren en de leegstand in kantoren hebben wij in de commissie uitgebreid gesproken. Op zich heb ik daaraan niets toe te voegen. Dat betekent dat het stedelijke sturingsprogramma, zoals wij dat voor bedrijventerreinen kennen, ook toegepast gaat worden op het woningbouwprogramma en ook op het kantorenprogramma. Over de inhoud daarvan kunnen wij dus binnen afzienbare termijn met elkaar in de commissie in discussie treden.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.

8. Heroverwegingen 2004 – 2007.

9. Voorjaarsnota 2003 – 2007.

De voorzitter: De agendapunten 8 en 9 worden tegelijkertijd behandeld. In het Fractievoorzitteroverleg is afgesproken dat sprekers in eerste instantie niet langer dan acht minuten zullen spreken. Deze acht minuten hoeven zij niet volledig te benutten. Deze tijd is exclusief de tijd die het voorlezen van moties vraagt.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Om maar met de deur in huis te vallen: in Nederland wordt de recessie voelbaar en de plannen van het nieuwe kabinet voorspellen weinig goeds. Wel koppelt men er fraaie termen aan, namelijk: "meedoen", "meer werk" en "minder regels". Dat lijken goede zaken, maar de invulling is absoluut niet die van de PvdA. Stuk voor stuk bekijk ik ze dan maar, om te bezien hoe wij ze kunnen toepassen in Deventer op een PvdA-manier.

Wij willen dat de maatschappij solidariteit uitstraalt naar alle deelnemers. Het is daarom goed dat het armoedebeleid door dit college bij de bezuinigingen gespaard is gebleven. Ook is het goed dat, zoals eerder was beloofd, de pot weer is aangevuld voor het komende jaar.

Meedoen betekent ook meedoen door ouderen. Daar dreigt het bij de wethouder voor het ouderenbeleid soms mis te gaan. Er zit geen inhoudelijke voortgang in de uitvoering van dit beleid. Om die reden dienen wij de volgende motie in.

Mevrouw Zweers: Mijnheer de voorzitter. De motie luidt als volgt:

Motie 1 (Ouderenbeleid)

6

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 26 mei 2003;

constaterende:

dat de ontwikkeling en uitvoering van het ouderenbeleid in Deventer in de knel komt door het steeds grotere aantal ouderen dat een beroep doet op voorzieningen en de trend dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen;

overwegende:

dat het wenselijk is de kwaliteit en de kwantiteit van de dienstverlening aan ouderen te stabiliseren, respectievelijk te verbeteren;

verzoekt het college:

op korte termijn, doch uiterlijk voor de behandeling van de begroting, met uitgewerkte voorstellen te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt derhalve deel uit van de beraadslagingen. De motie zal worden vermenigvuldigd en rondgedeeld.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Ook het beleid met betrekking tot allochtone ouderen en hun woonvoorzieningen stagneert in de uitvoering. Omdat het hier de uitvoering van een eerdere motie betreft, wensen wij hierover duidelijkheid. De motie luidde: "op korte termijn stappen te ondernemen om te komen tot een pilotproject". Graag ontvangen wij hierover een toelichting van de wethouder.

Meedoen betekent ook internationale solidariteit, dus geen korting op het beleid hiervoor. Vandaar ons volgende amendement, gezamenlijk ingediend met de fractie van GroenLinks.

De heer Hampsink: Mijnheer de voorzitter. Het amendement luidt als volgt:

Amendement 1 (Internationaal Beleid)


gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders om op product 262, te weten Internationaal Beleid, € 10.000 te bezuinigen;

overwegende:

- dat ondersteuning van burgers en instellingen in het buitenland een zinvolle bijdrage levert aan internationale solidariteit;

- dat de activiteiten, uitgevoerd onder dit beleid, een zeer breed draagvlak genieten onder de bevolking van Deventer;

- dat derhalve veel gedaan wordt met weinig middelen;- dat de voorgestelde bezuiniging een kwart is van het door de gemeente beschikbaar gestelde

budget;- dat de reserves, door de VNG beschikbaar gesteld, in omvang zullen afnemen;

stelt voor aan het college van burgemeester en wethouders:

- deze bezuiniging te schrappen;- als dekking van het tekort € 8000 ter beschikking te stellen uit het overschot van de rekening 2003,


De voorzitter: Het amendement is voldoende ondersteund en maakt derhalve deel uit van de beraadslagingen. Het amendement zal worden vermenigvuldigd en rondgedeeld.

7

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Meedoen betekent voor jongeren een eigen plek te hebben in het centrum. Vandaar dat wij ons akkoord geven voor de € 100.000 die hiervoor nodig is. De wethouder heeft duidelijk gemaakt nog in onderhandeling te zijn. Door zijn open communicatie hierover gaan wij ervan uit dat wij goed op de hoogte zullen worden gehouden. Dat geeft vertrouwen.

In buurten betekent meedoen ook een plek voor ontmoeting en voorzieningen. In Schalkhaar zal onder regie van de burgemeester het multifunctionele centrum komen, maar wie zorgt er voor de bewoners van de Rivierenwijk? Wanneer kan de buurt gebruik gaan maken van de Kameleon? Belofte maakt schuld, u begrijpt het.

Onderwijs in alle facetten is voor ons zeker in donkere tijden een prioriteit. Vandaar de nu volgende stellingen:

Wij gaan akkoord met de bezuiniging op lokaal onderwijsbeleid en op het scholingsoffensief. Dat doen wij echter alleen, omdat de betrokken wethouders hebben toegezegd dat dit niet van invloed op de uitvoering zal zijn.

Verder horen wij dat de samenwerking lastig is, maar constateren wij dat de bredeschool nu inhoudelijk goed wordt opgestart. Omdat de bezuiniging op sportondersteuning niet ten koste gaat van de bredeschool en de breedtesport, is deze voor ons acceptabel. Dit is gebaseerd op een toezegging van wethouder Dirksen. Deze toezegging zouden wij hier overigens graag bevestigd zien. Dit mede in het licht van de brief van NV DOS hierover.

Meedoen gaat ook om de mogelijkheid van ontplooiing op cultureel gebied.Wij gaan akkoord met de bezuiniging op de Culturele Raad, onder voorwaarde dat wordt gezorgd voor de amateurondersteuning. Dat is in Deventer van groot belang.

Het gebruik van de Bergkerk mag onderzocht worden. Een inhoudelijke keuze daarover volgt later.Echter, over keuzes gesproken, valt er wel iets te kiezen binnen de cultuursector en weten wij waarop wij die keuzes baseren? Wij wensen voortgang van de discussie en daarvoor is naar onze mening beleid nodig. De wethouder heeft toegezegd dat dit beleid er komt. Wij willen graag horen dat dit meer behelst dan een opsomming. Met andere woorden: dat daarin echt afwegingen gemaakt worden. Afhankelijk van het antwoord van de wethouder houden wij een amendement achter de hand.

Als wij de aanslag bezien die de landelijke overheid van plan is te plegen op onder andere de gesubsidieerde arbeid, dan is de slogan van het kabinet, "Meer werk", voor de PvdA een loze stelling. Voor ons is werkgelegenheid dan ook prioriteit nummer één in de komende periode.

Wij pleiten voor het instellen van een werkgelegenheidsfonds en voor het snel inspringen op de gevolgen van de combinatie van de 1%–kortingsregeling in relatie tot de ID-bezuiniging (bezuiniging op Instroom- en Doorstroombanen) van de landelijke overheid. Om die reden dienen wij samen met GroenLinks de twee volgende moties in.

De heer Nijboer: Mijnheer de voorzitter. De motie wordt samen met de fractie van GroenLinks ingediend en luidt als volgt:

Motie 2 (Werkgelegenheidsfonds)


overwegende:

- dat Nederland momenteel in een recessie verkeert;- dat het huidige landelijke beleid ten aanzien van ID-banen negatief uitwerkt voor de werkgelegenheid

in Deventer;- dat, gezien deze recessie, er wellicht landelijk meer arbeidsgerelateerd beleid zal worden gemaakt,

dat ook negatief voor de werkgelegenheid in Deventer kan gaan uitvallen;- dat behoud van werkgelegenheid een zeer hoge prioriteit geniet;

8

verzoekt het college van burgemeester en wethouders:

- een werkgelegenheidsfonds in te stellen voor het behoud van werkgelegenheid, in het bijzonder ten aanzien van het huidige volume ID-banen;

- dit fonds te vullen met een substantieel deel van vrijkomende incidentele gelden,


De heer Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Mede namens de fractie van GroenLinks dienen wij de volgende motie in:

Motie 3 (ID-banen/15%-regeling)


overwegende:

- dat het college van burgemeester en wethouders voornemens is drie jaar lang een 1%-korting op de door de gemeente gesubsidieerde instellingen door te voeren;

- dat in combinatie met het door de landelijke overheid gevoerde beleid ten aanzien van de ID-banen deze instellingen extra zullen worden getroffen;

verzoekt het college van burgemeester en wethouders:

aan de raad voor 1 oktober 2003 inzichtelijk te maken wat de gevolgen zijn voor deze instellingen met betrekking tot de afname van arbeidsplaatsen en in combinatie hiermee, het verminderen of wegvallen van door hen te leveren diensten, opdat de raad tijdig keuzes kan maken om in deze situatie in te kunnen grijpen of om invloed op deze situatie uit te oefenen om dit effect (deels) tegen te gaan,


De voorzitter: Deze twee moties zijn voldoende ondersteund en maken derhalve deel uit van de beraadslagingen. De moties zullen worden vermenigvuldigd en rondgedeeld.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. De ID-banen zijn binnen de gemeente natuurlijk van groot belang. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de afdeling Stadstoezicht. Complimenten voor de voortvarende wijze waarop deze tot stand is gekomen. Wij zullen heel kritisch volgen hoe de prioriteiten van bewoners ook vertaald worden naar de praktijk van alle dag. Het zichtbaar maken van handhaving betreffende kleine ergernissen met grote gevolgen is erg belangrijk, zowel voor de binnenstad als voor alle andere wijken van onze gemeente.

Als ik spreek over veiligheid, denk ik ook aan veiligheid van kwetsbare groepen mensen en de zorg voor hen. Nog deze week verscheen weer nieuwe informatie over hoe lastig het is verslaafden echt weer perspectief te bieden. Dit geldt ook voor al lang lopende projecten in andere steden. Een eerste stap daarvoor is huisvesting. Wij willen dan ook dat voor de zomervakantie een locatie wordt aangewezen en dat daarna zo snel mogelijk van start wordt gegaan met vast personeel. Vervolgens kan verder worden ontwikkeld op basis van ervaringsgegevens. Hoe denkt de wethouder over dit traject, of acht zij nachtopvang al eerder mogelijk?

Minder regels is een ander doel van dit kabinet, maar voor ons is dat geen doel op zich. Een doel is wel goede en handhaafbare regels. Echter, niet alleen regels. Laten wij hierbij ook gewoon durven spreken over werkafspraken, bijvoorbeeld binnen de gemeente.Daarbij denk ik aan het debacle Stationsplein. Wat is hier misgegaan binnen de afdeling Stads- en Dorpsbeheer (SDB) en moeten wij daarvoor nog 25 jaar zoveel geld betalen? Dat is toch niet uit te leggen door de betreffende wethouder aan de burger van Deventer die zich niet in allerlei rapporten verdiept?

Verder pratend over de sector SDB kom ik op de bezuiniging op Groenonderhoud.Vanuit het item "keuzes maken door een efficiëntere bedrijfsvoering" is dit te verdedigen voor ons; wij waarderen hier dan ook de moedige keuze van het college. Naar ons idee wordt binnen de sector SDB nog niet altijd overal efficiënt gewerkt, dus uitbesteding met hetzelfde resultaat is in dit geval reëel.

9

De andere bezuinigingen die binnen de gemeentelijke organisatie kunnen worden gehaald zijn groot van bedrag, maar naar onze inschatting over het algemeen vrij technisch van aard. Goed personeelsbeleid lijkt hierdoor dan ook niet in gevaar te hoeven komen.

De heer Meijer: Mijnheer de voorzitter. Bij interruptie, hoe lang is acht minuten naar uw opvatting?

De voorzitter: Het gaat om acht minuten, exclusief de moties.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Ik heb de tekst zelf getimed. Het gaat echt in zeven en een halve minuut.

De voorzitter: Mevrouw Nijhuis heeft volgens mij nog anderhalve minuut voor de rest van haar betoog.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Dat red ik gemakkelijk, maar ik zal de tijd zelf ook bijhouden. Ik ga nu verder met mijn eerste termijn.

Wel blijft onze zorg over externe inhuur bestaan. Hier lijkt het ons nog steeds mogelijk meer bezuiniging te halen.

De post Verhuizingen zou ingegeven kunnen zijn door meer zwaar weer en lijkt op een klein potje Onvoorzien. Hierover wil ik dan ook graag meer duidelijkheid krijgen.

Ik heb het al gesteld in de commissie BM: voor de fractie van de PvdA geldt dat ruimtelijke plannen betaald zouden kunnen worden uit de pot RSI (Reserve Stedelijke Investeringen). Met een blik op de toekomst is dit voor ons een uitgangspunt. Een mogelijke OZB-verhoging is bespreekbaar in de toekomst, maar niet nu.

Voor ons is het naar de burger toe goed uit te leggen dat je bij zwaar weer zo veel mogelijk de voorzieningen op peil houdt. Waar dat niet lukt, zal naar draagkracht bijgelegd moeten worden. De sterkste schouders de zwaarste lasten, heel gewoon. Zeg waar het om gaat in onze stad.

Financieel gezien is deze voorjaarsnota niet meer dan een tussenstap om zaken op orde te krijgen, want heel snel zullen de plannen van het kabinet hun invloed hebben. Wij verwachten niet dat die plannen voor Deventer positief zullen uitpakken.Als fractie van de PvdA hebben wij, toen wij over de bezuinigingen begonnen na te denken, voor onszelf bepaald wat onze belangrijkste criteria waren. Het gaat ons dan om sociaal-economische situaties van bewoners in deze stad in relatie tot leefbaarheid in de stad, dorpen, wijken en buurten. Dat zal ons uitgangspunt blijven, ook in de komende periode.

Mevrouw Lamberts: Mijnheer de voorzitter. De voorjaarsnota is opgesteld met de wetenschap van bestaande en komende sombere economische tijden. Duidelijk is dat er rekening is gehouden met door het Rijk opgelegde bezuinigingen. Dat er nog meer bezuinigingen aankomen, is ook duidelijk. Dat wetende, maakt dat een gemeente vroeg moet inspelen op de nieuwe situatie en niet achteraf. Als wij niet tijdig onze beleidskeuzes maken, worden wij later gedwongen noodmaatregelen te nemen. Beleid moeten wij bijsturen door duidelijke keuzes te maken en door daaraan in de communicatie veel aandacht te besteden, kunnen wij misschien begrip kweken. Een noodmaatregel, zoals de extra verhoging van de OZB om daarmee gaten te vullen, komt wat betreft het CDA niet aan de orde. Daarmee zouden wij de lasten nog eens extra bij de burger op het bordje leggen, die het ook al vanuit allerlei zaken die met recessie te maken hebben, nu al merkt.

De fractie van het CDA kan instemmen met de lijn die in de voorjaarsnota wordt neergezet. De volgende zin daaruit spreekt ons aan, en ik citeer: “Het zal zaak zijn met elkaar de ambitie en het optimisme dat toch onze stad zo kenmerkt zo veel mogelijk vast te houden. Blijven investeren, maar wel in realistisch perspectief, moet ons doel zijn.” Die zin spreekt het CDA aan. Het is jammer dat het college de ambitie, het optimisme en de potentie van de dorpen en het buitengebied niet heeft meegenomen. Daarmee doet u dit gebied, maar vooral ook de gemeente, tekort.

Denk goed na voor er beleid wordt verwoord. Wees optimistisch, maar schrijf niet meer ambitie op dan wij kunnen realiseren en betalen. Wij kunnen daarmee nog behoorlijk in een spagaat komen.

10

De burgers van onze gemeente willen graag alle voorzieningen op maat en willen ook goede service aangeboden krijgen. Dit gaat helaas vaak niet samen met efficiënt en goedkoop.De fractie van het CDA is van mening dat wij ons als raad en bestuur van deze gemeente zelfbeperkingen moeten opleggen. Wij moeten besturen op hoofdlijnen. Wij moeten niet vergaderen om het vergaderen. Wij moeten geen details willen uitvlooien. Wij moeten geen commissies en overleggen in stand houden die niet strikt noodzakelijk zijn, zodat wij als raadsleden de tijd hebben om onze achterban te ontmoeten. Laten wij elkaar daarop aanspreken. Verbeter de wereld en laten wij in Deventer bij onszelf beginnen.Bovendien leggen wij dan ook minder druk op het ambtelijk apparaat. Vragen om nota’s, onderzoeken, monitoring, enzovoort, geeft een hogere werkdruk. Als deze notities vervolgens in een lade verdwijnen, draagt dat in elk geval niet bij aan de motivatie van de medewerkers. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor het uitvoeren van het reconstructieplan. Deventer heeft flink geïnvesteerd om het plan te maken. De plattelandsmanager, een middel om tot goede uitvoering te komen, is misschien als strategische reden even naar de achtergrond gegaan. Mijn vraag aan de wethouder blijft echter wel: blijft u zich inzetten om aanstelling van de plattelandsmanager in het uitvoeringsplan te regelen?

De fractie van het CDA onderschrijft de brief van de ondernemingsraad (OR) over de heroverwegingen. Onze fractie maakt zich met de OR grote zorgen over de spankracht van het ambtelijk apparaat en met name ook over de spanning tussen beleid en uitvoering. Hierover hebben wij al herhaaldelijk opmerkingen gemaakt. Voortdurend lezen wij in de stukken over te hoge werkdruk, een hoog ziekteverzuim en extra inhuur van externe ondersteuning. De fractie van het CDA vreest dat het ingezette beleid niet voldoende zal zijn om de problemen het hoofd te bieden. Kan het college ons geruststellen?

De voorgestelde sluiting van de bibliotheek en de ontstane discussie daarover, laat een dilemma zien waarmee wij regelmatig geconfronteerd kunnen worden. Aan de ene kant staat het voorstel van het college om de voorziening op één plek aan te bieden, omdat dat goedkoper en efficiënter is. Aan de andere kant staat de burger die ons terecht zeer duidelijk maakt de mogelijkheid te willen hebben van een niet al te grote afstand een boek te kunnen halen. Dit dilemma kunnen wij zo doortrekken naar vele thema’s. Ik waarschuw voor al te hoge verwachtingen van allerlei bottom-up-processen, die uitstralen, als je duidelijk maakt wat je wenst, dat het er ook komt. Een keuze zou kunnen zijn een minder duur gebouw, maar wel twee extra fte’s. Ook kunnen wij de vrijwilligers weer meer inzetten, maar wij verwachten er veel professionaliteit van deze vrijwilligers, waardoor het op veel plekken onmogelijk is voldoende mensen die aan die eisen voldoen, beschikbaar te hebben. Zijn wij daarin niet doorgeschoten?

Zeker als het allemaal wat minder moet, is het de sociale cohesie door onder andere vrijwilligerswerk, verenigingsleven, mantelzorg en het naar elkaar omzien, die maakt dat mensen zich nog prettig voelen. Daarom wil de fractie van het CDA het woordje "Stad" in de voorjaarsnota graag vervangen zien door "Gemeente". Zeker naast datgene wat in de stad gebeurt, is het zo kenmerkend voor de kleine kernen, juist als het iets minder gaat, dat door vrijwilligers de zaken gezamenlijk worden opgepakt.

Als laatste wil ik duidelijk maken dat wij blij zijn met de besluiten over de armoedebestrijding, over het geld voor de stichting voor de ondersteuning van uitgeprocedeerde asielzoekers en de opvang van dak- en thuislozen die er nu eindelijk echt gaat komen. De fractie van het CDA is van mening dat wij er als gemeente moeten zijn voor de maatschappelijk zwakken in de samenleving. Dat betekent niet dat wij iedereen bij de hand moeten nemen en de verantwoordelijkheid moeten overnemen, maar wij moeten er wel zijn als vangnet. Om dit ook tot werkelijkheid te maken, wil ik graag een amendement indienen. Dit amendement wordt mede ingediend door de fracties van de VVD, D66, de SP en de ChristenUnie, en luidt als volgt:

Amendement 2 (Ontwikkeling en realisatie eerste fase voorziening dak- en thuisloze verslaafden.)


besluit:

in de voorjaarsnota 2003, vanaf de jaarschijf 2004, structureel een bedrag op te nemen van € 100.000 ten behoeve van de uitbreiding dagopvang dak- en thuisloze verslaafden, zijnde het verschil vijf tot zeven dagen. Dekking van deze middelen kan worden gevonden door het schrappen van het voorstel nieuw beleid “Exploitatiekosten sociaal-culturele voorziening Welle/Noordenbergstraat" en dat te reserveren voor dit onderwerp (Voorjaarsnota 2003, pagina 13),


11

Toelichting:

Dit amendement stelt voor om dak- en thuisloze verslaafden zeven dagen per week dagopvang te bieden, in plaats van de door het college voorgestelde vijf dagen per week. Mensen die verslaafd zijn, zijn niet van maandag tot en met vrijdag verslaafd, maar de hele week. Door openstelling van zeven dagen per week is er sprake van meer controle, neemt het risico van overlast in het weekend sterk af en kan aan de doelgroep zeven dagen per week structuur worden geboden, hetgeen uiterst belangrijk is in hun leven. Door het pand aan de Welle/Noordenbergstraat niet aan te kopen, valt het hiervoor gereserveerde budget vrij, hetgeen als dekking kan worden ingezet.


Mevrouw Lamberts: Mijnheer de voorzitter. Nu geef ik graag het woord aan de heer Oggel, die een aantal opmerkingen van financiële aard zal maken.

De heer Oggel: Mijnheer de voorzitter. Ik heb nog een aantal opmerkingen in financiële zin, te weten:

De OZB:Uit de voorjaarsnota blijkt dat de OZB-opbrengst structureel achterblijft bij de begroting. Het gaat daarbij per jaar om flinke bedragen; ik meen om € 150.000 per jaar. Wij vinden dat geen goede situatie. Wij hebben het begroot en het zou daarom ook gehaald moeten worden. Je zou dus aan een systeem kunnen denken een flexibel omslagpercentage te gaan hanteren in een volgende taxatieronde, om de begrote opbrengst wel te halen. Overigens, ook als er te veel binnengehaald zou worden, moet je dit corrigeren in de zin van dat het wordt teruggegeven aan de burgers. Graag willen wij weten of het college een dergelijk systeem haalbaar en zinvol acht.

SDB: Wij zijn natuurlijk blij met de € 200.000 bij SDB, die de efficiency oplevert. Aan de andere kant zitten wij met SDB op een heel sober niveau. Dat zouden wij best wat willen opkrikken. Vandaar dat wij het bedrag van € 200.000 graag binnen SDB zouden willen houden, zodat daar extra werk mee kan worden gedaan. Dan moet natuurlijk op een andere manier geld worden gevonden. Wij denken nog steeds, dat door het inhuren van externe deskundigheid er geld te verdienen is. De markt is op dit ogenblik voor consultancybureaus erg slecht. Het zou best eens zo kunnen zijn dat je deze mensen voor een aantrekkelijk tarief in dienst kunt nemen, waar zij anders hoge uurdeclaraties indienen. Graag willen wij weten hoe het college over deze optie denkt, of het college dit eens wil uitzoeken en of het college daar aan ons een antwoord op kan worden gegeven.

Toetsing: In de brief van de OR staat hierover geschreven dat je van alles kunt bezuinigen en dat dit allemaal keurig kan worden ingeboekt. Papier is echter geduldig. Wij willen voortdurend getoetst zien dat de maatregelen waarover wij vanavond gaan besluiten, effect hebben. Hoe gaat het college dit doen? Daarmee kan geen jaar worden gewacht, want dan ben je veel geld kwijt. Daar moet een voortdurende vinger–aan–de–pols–politiek voor worden ontwikkeld.

Een algemene opmerking over reserves:Wij hebben de indruk dat er bij een aantal instellingen en zeker ook bij instellingen die zwaar worden gesubsidieerd door de gemeente, nogal wat reserves aanwezig zijn. Daarover wordt nooit gepraat. Wij zijn van mening dat bij een volgende bezuinigingsronde over die reserves van door de gemeente zwaar gesubsidieerde instellingen duidelijkheid moeten zijn. Gekeken moet worden of daarop iets op af te romen is.

De heer Wilms: Mijnheer de voorzitter. Een verhelderende vraag: aan welke instellingen denkt de heer Oggel?

De heer Oggel: Mijnheer de voorzitter. Onder andere aan de wijkaanpak. Met andere woorden: ik denk dus aan instellingen en vergelijkbare instituties. Het gaat erom dat iedereen begrijpt wat ik bedoel.

12

De heer Wilms: Mijnheer de voorzitter. Heeft de heer Oggel geen praktische voorbeelden van namen van instellingen waaraan hij denkt?

De heer Oggel: Mijnheer de voorzitter. Ik denk aan alle instellingen die door de gemeente zwaar worden gesubsidieerd. Vul maar in.

De heer Meijer: Mijnheer de voorzitter. Neem De Scheg bijvoorbeeld. Nee, die hebben rijk gevulde potten staan! (Hilariteit).

De voorzitter: De heer Oggel vervolgt zijn betoog. Ik wijs u erop dat de fractie van het CDA, exclusief het amendement, al een paar minuten over de tijd heen is.

De heer Oggel: Ik vervolg.De Bergkerk: Op zich hebben wij hiertegen geen principiële bezwaren, maar wij vinden het verhaal en de onderbouwing te zwak. Dat komt overeen met wat ik eerder heb gezegd, dat je eerst een hard verhaal moet hebben, voordat je een dergelijke bezuiniging kunt inboeken. Vooralsnog gaan wij daarmee nog niet akkoord.

GGD: Wij kiezen wat de bezuiniging op de GGD betreft voor de koninklijke weg, dat wil zeggen dat het college eerst een onderhandelingsresultaat in het regionaal overleg zal moeten behalen, alvorens deze bezuiniging ingeboekt kan worden.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. De fractie van de VVD vindt dat het motto “behoedzaamheid troef” uitgangspunt moet zijn van het beleid in de komende jaren. Vandaag nemen wij een besluit over de voorstellen in het kader van de heroverwegingen. De VVD is van mening dat het proces van heroverweging een goede oefening was in het kader van het dualisme. Wij realiseren ons echter dat de rol van de raad niet optimaal is benut. Wij zijn blij met de raadsbrede steun in de commissie BM voor ons voorstel om voorafgaande aan de tweede heroverwegingsoperatie een kerntakendiscussie te voeren in de raad. Graag nodigen wij onze griffier uit de raad hierbij te helpen.

In de voorstellen van het college in het kader van de heroverwegingen, kunnen wij ons vinden. Natuurlijk hebben wij begrip voor de inspraak van de 'slachtoffers', maar dit heeft ons toch niet op andere gedachten gebracht, wetende dat in de toekomst nog veel meer pijn geleden zal moeten worden in het maatschappelijke veld. Na jaren van uitbreiding en intensivering van activiteiten van allerlei instellingen, zijn wij thans genoodzaakt een pas op de plaats te maken, dan wel een stap terug te doen.

In deze eerste ronde van heroverweging wordt een aanzienlijk bedrag gevonden bij de interne organisatie. Dat is op zich zeer verdienstelijk, maar hier zal in de toekomst niet veel meer te halen zijn. Wij verwachten van het college in de eerstvolgende bestuursrapportage duidelijke verslaggeving van de resultaten van de ingeboekte inverdieneffecten. Zowel binnen het kader van de heroverweging als in de voorjaarsnota vinden wij het aspect "Werkdruk van de organisatie" terug. Dit is een klacht die al jarenlang geuit wordt vanuit de ambtelijke organisatie en waar wij als VVD via onze algemene beschouwingen regelmatig op hebben gewezen. Enerzijds ligt er een taak voor de raad en anderzijds voor het management om hier iets aan te doen. Wij vinden dat ingezet beleid voorrang moet hebben en nieuw beleid in aanzet zeer kritisch moet worden bekeken.Het is een herhaling van zetten, het helpt zo weinig. Desalniettemin vinden wij dat wij het hier nogmaals naar voren moeten brengen.

De oplossing die het college uiteindelijk heeft gekozen met betrekking tot de oorspronkelijke voorstellen inzake de bibliotheekfilialen in de dorpen Diepenveen en Schalkhaar en de baliefunctie van de locatie Schalkhaar, kan naar onze mening leiden tot een positief effect; de vorming van multifunctionele dienstencentra in de dorpen Schalkhaar en Diepenveen, moet een kwaliteitsslag betekenen. Wij wensen de voorzitter van deze raad veel wijsheid bij het realiseren van deze projecten.

De suggestie van de fractie van GroenLinks om de projectleiderspool te vergroten, teneinde externe inhuur te verminderen, spreekt ons zeer aan. Wat vindt het college hiervan? Het is bijvoorbeeld een vreemde zaak om binnen de juridische afdeling enerzijds de formatie te verminderen bij het product Verweerschriften bijstandsverlening, product 410 en anderzijds externen in te huren bij het product Juridische kwaliteitszorg en consultancy, product 310.

13

Was niet afgesproken in de commissie BM dat, met betrekking tot voorstel 6 van de heroverwegingen, de tegemoetkoming aan instellingen die sterk getroffen worden door de ID-banenoperatie, beperkt zou worden tot de sector WCO (Welzijn, Cultuur en Onderwijs)? Dit is de sector waar de instellingen ook de drie–maal–1%–operatie moeten opbrengen.

De voorjaarsnota.Ten aanzien van de voorjaarsnota willen wij de volgende opmerkingen maken.De presentatie van de diverse reserves is ver beneden de maat en voor raadsleden niet controleerbaar. Wij verwachten dat men hieraan in de volgende jaren meer zorg besteedt, zodanig, dat de mutaties in de reserves voor de raad wél controleerbaar zijn. Voor dit moment onthouden wij onze instemming aan dit onderdeel.Ten aanzien van de mutaties in de meerjarenbegroting kan de fractie van de VVD zich niet vinden in het eenmalige bedrag voor 2004 van € 82.000 voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers, post 14. Wij hebben ons ook in november 2002 daartegen gekeerd. De toen door ons daarvoor gegeven argumenten gelden voor ons nog steeds.Post 9, Armoedebestrijding. Daarin kunnen wij ons in principe vinden. Wij vragen ons echter af of de door de SOD (Stichting Ouderenwerk Deventer) gewenste bijdragen voor ouderenadviseurs c.q. het financiële bezoekproject voor ouderen hieruit niet ook betaald kan worden. Zo niet, dan kunt u van ons voorstellen verwachten ter financiering.

Nieuwe beleidsvoornemens.De VVD zal geen steun geven aan de post van € 100.000 voor de Stichting Vluchtelingenwerk, post 3. De vraag was en is wat ons betreft: hoe vaak is eenmalig? Bovendien vragen wij ons af, hoe tegen de achtergrond van de huidige ontwikkelingen op asielgebied hier toch nog meer geld voor nodig is.

Post 2, NV DOS. Wij steunen de manier om de pijn uit het verleden op de voorgestelde manier af te dekken, maar wij willen van het college harde garanties dat de eventuele toekomstige overdekte schaatshal, straks en in de verre toekomst, geen bijdrage in de bouwen exploitatiekosten van de gemeente krijgt. Het is wat ons betreft onbegrijpelijk dat de raad deze plannen weer uit de krant heeft moeten vernemen en het lijkt ons in eerste instantie onverantwoord met dit soort initiatieven juist op dit moment te komen.

Ten aanzien van post 10, Exploitatiekosten sociaal culturele voorziening Welle/Noordenbergstraat, vinden wij dat eerst nader onderzoek moet worden gedaan naar de exploitatiemogelijkheden van een dergelijke voorziening op deze locatie en verder dat onderzoeksresultaten bekend moeten zijn over eventueel andere structurele oplossingen. Wij willen het vrijgegeven budget nu structureel inzetten voor de zevendaagse opvang van dak- en thuisloze verslaafden.Bij de begrotingsbehandeling 2004 kunnen wij dan weer kijken of er structurele ruimte is voor bekostiging van een nieuwe sociaal–culturele voorziening.

De overige posten in de rubriek "Nieuwe beleidsvoornemens" hebben onze instemming.

Over de bestuursrapportage voorjaar 2003 hebben wij zijdelings al een opmerking gemaakt. Voor de rest nemen wij deze ons ter harte en overigens voor kennisgeving aan.

Verder doet het de fractie van de VVD een groot genoegen te mogen constateren dat Essent haar oude belofte nu toch nakomt ten aanzien van het retour geschikt maken van de kabel in Diepenveen. Volgens de laatste berichten kunnen de inwoners van dorp Diepenveen eind volgende maand via de kabel internetten. Wij hebben daarvoor in het verleden meermalen aandacht gevraagd, maar kreeg daarvoor weinig steun. Essent is uiteindelijk toch gezwicht voor de druk vanuit diverse kanten en komt haar toezegging uit het verleden nu toch na.

Afrondend steunen wij uw voornemen, rekening houdend met aanvullende rijksbezuinigingen, om structurele budgetten voor nieuwe beleidsvoornemens uit het collegeprogramma voorlopig niet vrij te geven. In economisch zwaar weer past ook een nadere bezinning op je uitgesproken ambities, oftewel: “behoedzaamheid troef”.

De heer Meijer: Mijnheer de voorzitter. In één moeite door doen wij de heroverwegingen en de voorjaarsnota. Wij beginnen met de heroverwegingen; noem het maar gewoon: bezuinigen. Dat moeten wij ook doen, en wel voor een bedrag van € 5 miljoen. Zo hebben wij dat eerder ook afgesproken.

14

Het aardige is, van welke politieke hoek je er ook tegenaan kijkt, welke politiek je ook voert, midden, links of rechts, dat je er altijd wel voor moet zorgen dat je financiën op orde zijn. Anders eindig je in één grote chaos. Dat wensen wij allen Deventer toch niet toe.

Als ik naar het proces rond de heroverwegingen kijk, is dat op zich goed verlopen. Als je de uitkomst bekijkt, zie je dat het wel veel …

(Mevrouw Spa neemt het voorzitterschap over.)

De heer Meijer: Ik ben hierdoor even verrast. (Hilariteit).Ik was gebleven bij de kaasschaaf en de efficiency in de heroverwegingen. Daar kwam het in hoofdzaak op neer. Er zijn weinig tot geen taken afgestoten. Echter, wij krijgen mogelijk een herkansing. Beter gezegd: wij moeten misschien nog wel door een bezuiniging heen. Als ik de laatste berichten mag geloven, loopt het daarbij in de miljarden en daarvan zullen wij ongetwijfeld de echo’s gaan merken. Ik sluit mij aan bij de VVD voor wat betreft de mening dat wij dan echt een takendiscussie moeten voeren. Wat moet wel en wat moet niet. Dat zal leiden tot echt pijnlijk snijden. Wat ik goed vind aan de heroverwegingen, is dat ongeveer de helft in de eigen organisatie gevonden is. Dat is een goed uitgangspunt; begin maar eens bij jezelf. Daarmee geef je een goed voorbeeld. Dat zal trouwens een weerbarstige materie blijken te zijn, want wij hebben de uitkomst van de vorige bezuinigingsoperatie ook nog eens bekeken en die is niet echt bemoedigend. Toch, in de andere helft, bij de gesubsidieerde instellingen, zal ook daar een stevige bezuiniging voelbaar zijn, voornamelijk bij die instellingen die door stapeling van effecten dubbel, mogelijk zelfs driedubbel getroffen worden. Om het niet helemaal uit de hand te laten lopen, hebben wij besloten rond het ouderenwerk een amendement in te dienen en dat laten wij onze nieuwe voorzitter natuurlijk even voorlezen.

De voorzitter: Het betreft hier een amendement, ingebracht door ADB en ondersteund door CDA, VVD en D66.

Amendement 3 (Stichting Ouderenwerk Deventer)

De raad in vergadering bijeen op 26 mei 2003;

gelezen de Voorjaarsnota 2003 – 2007 en gehoord de discussie in de commissie SCE en de inbreng van het bestuur van de Stichting Ouderenwerk Deventer;

overwegende:

- dat het ouderenbeleid en het werk van de Stichting Ouderenwerk Deventer hoge prioriteit heeft binnen de gemeente Deventer;

- dat het werk van de ouderenadviseurs en het financiële bezoekproject Ouderen nog niet zijn afgerond;

- dat de Nota Pluspunt midden in de fase van uitvoering is;- dat de Stichting Ouderenwerk Deventer heeft aangetoond middels haar inspraakreactie, dat er extra

budget nodig is om de taken uit te voeren;

besluit:

- aan de Stichting Ouderenwerk Deventer een bedrag van € 86.000 toe te kennen voor het verder uitvoeren van de taken voor de ouderenadviseur, extra beleidsondersteuning en het afronden van het financiële bezoekproject Ouderen;

- te verzoeken aan het college voor volgende jaren een structurele dekking voor te stellen, nadat de evaluatie van het jaarprogramma van de Nota Pluspunt heeft plaatsgevonden;

Dekking:Dekking kan uit de gereserveerde gelden in de Voorjaarsnota voor het armoedebestrijdingbeleid (in totaal € 400.000),


15

Het amendement is voldoende ondersteund en maakt derhalve deel uit van de beraadslagingen. Het amendement zal worden vermenigvuldigd en rondgedeeld.

De heer Meijer: Mevrouw de voorzitter. In Schalkhaar is de loketfunctie ter discussie komen te staan. Wij menen dat de loketfunctie kan worden gecombineerd met andere zaken. Daarin staan wij niet alleen. Op de inspraakavond hebben wij daarvan voldoende voorbeelden meegemaakt. Graag zien wij een onderzoek naar de mogelijkheden. Daarover dienen wij een motie in, die luidt als volgt:

Motie 4

De gemeenteraad van Deventer, in vergadering bijeen op maandag 26 mei 2003;

constaterende:

dat het gemeentelijk loket, locatie Schalkhaar, onvoldoende functioneert;

overwegende:

- dat de mogelijkheden van de locatie Schalkhaar niet volledig benut worden;- dat samenwerking met andere maatschappelijke of culturele instellingen mogelijk efficiencywinst

biedt;

spreekt uit:

- dat het college onderzoekt op welke wijze het loket Schalkhaar efficiënter kan worden benut;- dat het college de resultaten van dit onderzoek uiterlijk 1 december 2003 aan de raad presenteert,



De heer Meijer: Mevrouw de voorzitter. Ik kom nu bij de voorjaarsnota. Daarover is in de commissies al het nodige gezegd, soms tot in detail. Dat gaan wij hier natuurlijk niet herhalen. Het is jammer dat het het college niet is gelukt om tot een overall-investeringsplanning te komen, zoals het ons was toegezegd. Ik had het graag gezien. Wij realiseren ons ten volle, dat ambitie en beschikbare ambtelijke capaciteit in evenwicht moeten zijn, anders ontstaat een te hoge werkdruk en worden er fouten gemaakt; dat mag niet. Nu hebben wij een structureel sluitende begroting. Uiteraard weten wij het effect van toekomstige accresveranderingen niet. Zoals het ernaar uitziet, zal het tegenvallen. Vandaar dat wij vermoeden dat wij in nog een bezuinigingsronde zullen terechtkomen.

Met de volgende zaken uit de voorjaarsnota zijn wij het niet eens.- Mutaties meerjarenbegroting; leerlingenvervoer zou eerst eens moeten worden uitgezocht. - Noodopvang van uitgeprocedeerde asielzoekers voor € 82.000.

Het middengebied: graag zien wij dat hier een claim wordt ingediend. Welk effect heeft de parlementaire enquête bouwfraude hierop?

Nieuwe beleidsvoornemens:- Eenmalig € 100.000 voor Vluchtelingenwerk.- Het bedrag van € 100.000 voor de Welle/Noordenbergstraat zien wij graag toegevoegd aan de post

ID-banen. Daar is het naar mijn mening hard nodig. Het verdwijnen van de ID-banen levert overigens problemen op voor zowel de individuele ID-ers en de instellingen waar zij werken, als voor de leefbaarheid van de gemeente.

Voorts hebben wij twijfels rond de volgende zaken:- De inrichting van de Waag. Wij hadden graag eerste een museumplan willen zien. Gelukkig heeft

wethouder Fleskes toegezegd vóór 1 oktober 2003 een discussie hierover in de commissie te voeren. Daaraan houden wij hem graag. Wellicht is de Waag wel beter bruikbaar voor andere zaken.

16

- Het KISSS-budget. Naar dit budget gaan steeds substantiële hoeveelheden geld. Als ik aan het einde van de paragraaf lees: “Verwacht wordt dat dit een stevige kwaliteitsimpuls aan de sectoren zal geven”, klinkt dat niet erg overtuigend.

- Sectoren hebben per saldo geen nadelige eenmalige, incidentele of structurele uitkomsten. Wethouder Hiemstra was wel zo reëel te erkennen dat hier de factor toeval een stevige rol kan hebben gespeeld. Wij hebben het proces nog steeds niet echt in de hand. Wij denken dat de regie van de afdeling Financiën helderder en strakker zal moeten worden.

De reserve Eenmalige Problematiek:De toelichting heeft de zaak verhelderd, alsmede de bijgevoegde excelsheet. Een dergelijke toelichting zien wij ook graag voor de andere reserves. Dan is het tenminste te volgen.

Toekomstige besparingen zijn zeer vermoedelijk nodig, zoals ik al zei. Wij dienen een motie in om een besparing te bereiken. Dat gaat over waterzijdig regelen. Deze motie luidt als volgt:

Motie 5 (waterzijdig regelen)


constaterende:

dat elke besparing wenselijk is;

overwegende:

- dat de mogelijkheden van het waterzijdig inregelen van centrale verwarmingsinstallaties onvolledig benut worden;

- dat publicaties aangeven dat besparingen van 10 tot 20% op het gasverbruik reëel haalbaar zijn (zie bijlage "Waterzijdig inregelen: een Groninger herontdekking!");

spreekt uit:

- dat het college onderzoekt of en zo ja op welke wijze het waterzijdig inregelen van cv-installaties benut kan worden;

- dat het college de resultaten van dit onderzoek uiterlijk 1 december 2003 aan de raad presenteert,


(De heer Van Lidth de Jeude heeft inmiddels het voorzitterschap weer overgenomen.)


De heer Meijer: Mijnheer de voorzitter. Het is onze fractie, bijvoorbeeld bij de discussie over Go Ahead Eagles, wederom duidelijk geworden dat de gemeente zeer veel activiteiten en instellingen ondersteunt met subsidies. Wel hebben wij moeten constateren dat de gemiddelde burger daarvan duidelijk minder op de hoogte is. Wij laten daar zeker een mogelijkheid tot positieve pr liggen. Daarom dient de fractie van ADB ook daarover een motie in, welke luidt:

Motie 6


constaterende:

- dat de gemeente vaak aanzienlijke subsidies verstrekt aan allerlei maatschappelijke organisaties;- dat de burgers vaak nauwelijks weten welke maatschappelijke organisaties door de gemeente met

subsidies ondersteund worden;- dat de burgers ook vaak nauwelijks weten dat deze subsidies hun toegangsprijzen tot activiteiten van

deze maatschappelijke organisaties aanzienlijk reduceren;

17

- dat dezelfde burgers vaak wel de gemeentelijke tarieven en belastingen (OZB) als hoog ervaren;

overwegende:

- dat de gemeentelijke bijdrage aan allerlei maatschappelijke organisaties niet of nauwelijks zichtbaar is;

- dat de burger vaak niet ervaart dat de gemeentelijke tarieven en belastingen leiden tot soms substantiële tariefsverlagingen bij maatschappelijke organisaties;

- dat de gemeente daardoor een kans op positieve beeldvorming en promotie door haar ondersteuning laat lopen;

spreekt uit:

dat maatschappelijke organisaties met een subsidiepercentage hoger dan 20% van hun uitgaven voortaan op hun toegangsbewijs het subsidiepercentage duidelijk als volgt dienen te vermelden:

Prijs zonder subsidie € -----,--Subsidie (als percentage en als bedrag) € -----,--

-------------Uw toegangsprijs € -----,--

spreekt tevens uit:

dat de gemeente jaarlijks in de Belastingkrant een duidelijk overzicht van de maatschappelijke organisaties met een subsidiepercentage hoger dan 20% van hun uitgaven opneemt met vermelding van hun subsidiepercentage,



De heer Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Alle collegepartijen hebben in de commissie, en in iets minder scherpe bewoordingen hier ook, het college verweten dat het te weinig keuzes maakt. Het gaat om veel kaasschaaf en te weinig keuzes. Echter, geachte collegepartijen, in een zo breed samengesteld college is het erg lastig keuzes maken. Kies je namelijk voor een wat progressievere koers of kies je voor een wat behoudender koers? Bij al die keuzes moet je ook kiezen voor maatregelen. Wij zijn uiteraard erg benieuwd hoe het in het debat van de volgende ronde, op verzoek van de heer Hartong, eruit zal gaan zien in deze raad. Welke meerderheden zullen dan in deze raad aanwezig zijn?

De fractie van GroenLinks kiest in deze bijdrage voor de volgende vier onderwerpen, te weten:

1. behoud van de werkgelegenheid voor mensen met ID-banen. De voorzitter van de fractie van de PvdA hoeft de motie niet meer voor te lezen;

2. de dagen nachtopvang;3. beheer en onderhoud en daarmee de leefbaarheid in de wijken;4. voor GroenLinks is de OZB niet heilig.Bij elk van de vier genoemde punten zal door ons een motie of amendement worden ingediend, dan wel is al een motie of amendement ingediend.

ID-banen:Vorige week hebben de ID-medewerkers van Sallcon te horen gekregen dat de gemeente hen drie toekomstperspectieven biedt, uit naam van het kabinet:- voor een kleine groep ID-ers is er perspectief op een vaste baan;- voor een grote groep verandert er de eerste vier jaar niets, maar de werkgever komt op termijn in de

financiële problemen, omdat de gemeente minder subsidie verstrekt;- voor een groep zal zelfs ontslag volgen per 1 januari aanstaande.

Het nieuwe kabinet heeft gekozen voor een asociaal beleid, zegt de CNV. Wel, een rasechte CDA-er zou ik niet durven tegen te spreken.

18

Sallcon roept in haar brief de ID-medewerkers op samen met de politiek naar creatieve oplossingen te zoeken. En hoewel ik vind dat je een dergelijk appèl niet mag doen op deze meest kwetsbare groep op de arbeidsmarkt, willen wij graag meewerken aan die creatieve oplossingen. Daarover wij de reeds voorgelezen motie 2 over het werkgelegenheidsfonds ingediend. Om een dergelijk fonds te kunnen vullen, moeten keuzes gemaakt worden om geld in dat fonds te stoppen. De voorjaarsnota geeft niet echt blijk van het passen op de kleintjes, zodat wij dit fonds ook daadwerkelijk kunnen gaan vullen.Wij zijn bereid om de bezuinigingen te helpen realiseren. Dan denk ik echter ook dat de andere partijen bereid zouden moeten zijn – dit is door meerderen al uitgesproken – om extra geld voor ID-banen beschikbaar te krijgen.

De kortingen op het ID-beleid hebben niet alleen ernstige gevolgen voor de ID-medewerker. Veel organisaties zijn op dit moment volledig afhankelijk ván hun ID-medewerkers. Wij weten dat dit geen goede zaak is, omdat de regeling daarvoor niet was bedoeld, maar het is wel een feit. Het Goed, het Milieucentrum en sportverenigingen komen in grote financiële problemen als zij geen ID-medewerkers meer hebben. De directeuren van de culturele instellingen hebben al alarm geslagen. Deze organisaties worden gepakt door de voorgestelde korting van 1% en dubbel gepakt vanwege de korting op de ID-banen.

De fractie van GroenLinks heeft moeite met de voorgestelde kortingen, bijvoorbeeld op cultuur. Daarmee willen wij niet zozeer de totale hoogte van die bezuinigingen ter discussie stellen, zoals wij ook al in de commissie hebben bepleit. Wij willen echter wel de keuzes die gemaakt worden ter discussie stellen. De keuzes die gemaakt worden, zijn niet gebaseerd op een cultuurnota of beleidskeuzes. De kaasschaaf pakt in dit geval wel erg ongericht uit. Ook wij zouden best mee willen discussiëren over het al of niet gebruiken voor het huidige doeleinde van de Bergkerk, ook wij zouden mee willen discussiëren over een korting bij culturele instellingen als de Kunstuitleen. Wij vragen het college daarom het volgende en graag ontvangen wij concretere antwoorden dan in de commissie. Is het college bereid nu alleen de hoogte van de korting vast te stellen voor de hele sector Cultuurbeleid en af te zien van de concrete invulling van de totale korting die nu op tafel ligt, zodat wij daarover in het najaar in deze raad, op basis van een Cultuurnota, verder kunnen discussiëren? In die Cultuurnota kan dan een integrale afweging plaatsvinden over de ID-banen en de 1%-korting. Daarover is reeds een motie ingediend.

Dag- en nachtopvang:In of na de pauze komen wij naar ik hoop allen bij elkaar, om alsnog een bredere meerderheid te krijgen voor een motie, zoals deze door het CDA is ingediend. Als ik buiten en in onze fractie kijk, haalt de motie het niet. Ik doe een klemmend beroep op de fractie van de PvdA en op mijn eigen fractie om met de andere indieners om de tafel te gaan zitten, zodat bekeken kan worden of wij een alternatieve dekking kunnen vinden voor op zijn minst die € 100.000. Daarmee kunnen wij een verlenging krijgen naar zeven dagen en zo mogelijk een reservering voor de nachtopvang.

Voorlopig dienen wij ons eigen amendement in, zodat dit onderdeel kan uitmaken van de beraadslagingen. Dit amendement luidt als volgt:

Amendement 4 (Reserveringen)

De raad van de gemeente Deventer, bijeen op 26 mei 2003;

gelezen de voorjaarsnota;

constaterende:

- dat het college van b. en w. wel voorstelt om voor € 2.183.000 aan eenmalige uitgaven te doen;- dat in de reserve Bovenwijkse Voorzieningen vanaf 2005 nog € 920.000 beschikbaar is;- dat er nog € 100.000 gereserveerd wordt voor een pr-medewerker;- dat er vrije beleidsruimte is ter hoogte van € 350.000;

tevens constaterende:

- dat het college van b. en w. geld heeft gereserveerd voor de vijfdaagse dagopvang;- dat het college van b. en w. geen voorstel doet om geld te reserveren voor de zevendaagse

dagopvang en niet voor de nachtopvang;

19

- dat de raad vrijwel unaniem bij motie bij de voorjaarsnota 2002 ook om een nachtopvang vroeg;

besluit:

- in de voorjaarsnota 2003, vanaf de jaarschijf 2004, structureel een bedrag op te nemen van € 100.000 ten behoeve van de uitbreiding dagopvang dak- en thuisloze verslaafden, zijnde het verschil tussen vijf en zeven dagen;

- € 200.000 te reserveren voor de nachtopvang,


Toelichting:De dekking van deze middelen kan in eerste instantie plaatsvinden ten laste van de gereserveerde middelen Nieuw Beleid. Uiteraard kan het college van b. en w. in juni een andere dekking voorstellen en bij de volgende bezuinigingsronde kan de raad zich over het geheel opnieuw uitspreken. Dan hoeven geen beleidskeuzes gemaakt te worden tegen een jongerencentrum.


De heer Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Ik zal nu verder ingaan op de dagen nachtopvang. B. en w. weigeren tot op de dag van vandaag de raadsbrede motie uit te voeren. Daar heeft het college immers geen geld voor gereserveerd. In veel gemeenteraden zou een dergelijke, breed gesteunde motie die niet door b. en w. wordt uitgevoerd, leiden tot problemen voor de wethouder. Ik denk echter dat het politieke oordeel over de verantwoordelijke wethouder te vroeg komt. In juni volgt nog een debat en wie weet ligt dan wel een integraal voorstel voor. Of wij nu met de nieuwe wethouder wel zo’n opvang krijgen, is maar de vraag. Immers, het gehele college weigert de motie van de raad uit te voeren. Wethouder Dirksen kan dus op onze steun rekenen bij haar strijd voor de dagen nachtopvang. Voor het zojuist ingediende amendement 4 hopen wij na de pauze toch een bredere meerderheid te kunnen krijgen. Anders vrees ik dat het door het CDA en andere fracties ingediende amendement geen meerderheid zal krijgen.

Leefbaarheid in de wijken:Dit college wil de geschiedenis ingaan als het college dat de meeste villa’s ooit gepland heeft. Echter, elke uitbreidingswijk erbij betekent kilometers riool, gras, fietspad en weg erbij. Dat, terwijl wij de openbare ruimte die wij hebben, nu al niet kunnen onderhouden.Vorig jaar hebben wij de collegepartijen geprezen voor de keuze om € 1.5 miljoen te investeren in onderhoud en beheer. Vervolgens keurden wij als raad een nota goed – nota bene vorige maand –, waarin het college zélf voorstelt om minimaal een sober onderhoudsniveau in de stad te realiseren. De wethouder zei vervolgens, op aandringen van de eigen VVD, alles in het werk te stellen om naar een basisonderhoudsniveau toe te werken. Voor dat mooie beleid is dan € 1.5 miljoen structureel nodig. Eenmalig is er dan nog eens zo’n € 12 miljoen nodig om de achterstand in te lopen. Een maand later staat alles weer ter discussie, omdat het college geen keuzes kan maken. Zelfs de € 800.000 die nog uitgegeven moet worden, staat nog ter discussie. Wat ons het meest stoort, is dat in de voorjaarsnota vanuit de heroverwegingen ook nog eens wordt voorgesteld om voor € 200.000 de kaasschaaf, met een op zich terechte keuze voor efficiency, ook bij SDB toe te passen.

Voor ons is het meer bezigheidstherapie op deze manier. De ene maand stellen wij vast dat wij extra willen investeren in SDB en de volgende maand herroepen wij dat weer. Wij dienen een amendement in, om die korting van € 200.000 op SDB – die geen korting is maar een efficiencyoperatie – terug te sluizen naar SDB. Wij willen dit betalen, zoals eerder al is gezegd door andere sprekers, door € 400.000 te korten op de inhuur en € 200.000 extra uit te trekken voor extra eigen personeel. Daarmee zal de raad tevens tegemoetkomen aan de wens van de OR om personele omvang van de gemeente, van het eigen apparaat, te verbreden. Dit amendement dienen wij in, samen met D66 en het luidt als volgt:

Amendement 5 (Heroverwegingsrapport 2004 – 2007)


20

gelezen de nota Heroverwegingsrapport 2004 – 2007;

constaterende:

- het voornemen uit het collegeakkoord om fors te investeren in beheer en onderhoud van de openbare ruimte;

- het besluit van de raad van april 2003 om fors te investeren in het 'sobere scenario' voor onderhoud en beheer;

- dat er een efficiencyvoordeel gehaald kan worden van € 200.000 bij SDB;

besluit ten eerste:

niet in te stemmen met het voorstel om € 200.000 te korten op het budget van SDB, maar dit bedrag van € 200.000 te herinvesteren in SDB ten bate van de realisatie van het 'sobere scenario’;

constaterende:

- dat de inhuur derden onverminderd het bezuinigingsvoorstel van het college van b. en w. nog erg hoog is;

- dat de werkdruk in de organisatie erg hoog blijft;- dat de huidige situatie op de arbeidsmarkt ruimte biedt;- dat de personeelskosten van vast personeel lager zijn dan van ingehuurd personeel;

besluit ten tweede:

om het personeelsbudget met € 200.000 per jaar uit te breiden onder gelijktijdige vermindering van het budget voor inhuur derden met € 400.000 per jaar;

besluit ten derde:

om het saldo van € 200.000 van het eerste en tweede besluit als bezuiniging in te boeken in het kader van de heroverwegingen;

en gehoord de oproep van de OR;

spreekt de raad de wens uit dat het college van b. en w. de formatie bij voorrang moet uitbreiden in die sectoren waar de werkdruk het hoogst is,



De heer Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Ten slotte de OZB:Er moet gekozen worden. De tijd van schaven is voorbij. CDA en VVD hebben in het kabinet Balkenende 1 afgesproken dat er € 0.9 miljard op Gemeentefonds en Provinciefonds moet worden gekort. Het kabinet Balkenende 2 voegt daaraan nog eens € 0.6 miljard toe. Voor Deventer komt dat volgend jaar neer op een extra bezuiniging van € 6 miljoen tot € 8 miljoen, exclusief de tegenvallende effecten van de economische ontwikkeling. Kortom, ik vreesde eerst voor een bezuiniging van € 10 miljoen; nu vrees ik dat het uiteindelijk veel meer zal worden wat wij zullen moeten bezuinigen. Mede daarom stemt onze fractie op hoofdlijnen in met de voorgestelde bezuinigingen, ook al zal ons feitelijk stemgedrag straks afhangen van uw antwoorden en van onze amendementen.

Een korting waarmee wij moeite hebben, is de symbolische korting op de internationale samenwerking. Daarover hebben wij samen met de PvdA een motie ingediend.

Ook ten aanzien van het leerlingenvervoer zouden wij graag de gevraagde nadere informatie van het college horen, alvorens daarmee te kunnen instemmen.

Hoewel onze fractie dus kan instemmen met de hoofdlijnen van de bezuinigingsvoorstellen, hebben wij moeite met het financieel beleid van wethouder Hiemstra. De wethouder staat reserveringen toe op tal

21

van onderwerpen waarvoor geen plannen zijn ingediend bij de raad of zelfs maar bij het college, terwijl hij geacht wordt op de kleintjes te passen. Dat is nu eenmaal de rol van de wethouder Financiën.De wethouder doet niets om de lasten van de minima in Deventer te verzachten, terwijl hij bijvoorbeeld de rioolbelasting zou kunnen verlagen en de OZB gelijktijdig verhogen. Daarmee zou het nadeel van de verhoging van OZB, zoals mevrouw Lamberts al duidelijk maakte, kunnen worden gecompenseerd voor de minima. Het verhogen van de OZB is voor de wethouder helemaal taboe.

Met name dat laatste punt is opmerkelijk. Door de uitbreiding van Deventer neemt het aantal onroerende zaken in deze stad fors toe, waardoor ook de kosten fors toenemen. Deze kosten zouden mooi kunnen worden afgedekt door een verhoging van de OZB. Maar goed, dat is op dit moment een stap te ver; volgend jaar komen wij daarop ongetwijfeld terug, gezien de opening die her en der door collegepartijen is geboden.

Mijn laatste punt betreft de uitwerking van de tegenvallende inkomsten van de OZB in dit jaar, zoals ook al gemeld door de fracties van het CDA en de VVD.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Dat is exclusief de VVD. Wij hebben daarop niet gewezen.

De heer Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Pardon, dit moet zijn de fractie van het CDA.Wij constateren dat er jaarlijkse schommelingen zijn in de inkomsten en in de uitgaven voor wat betreft de inning van de OZB. Dit leidt tot voortdurende bijstellingen die ten laste komen van de Algemene Middelen. Net als bij tegenvallende uitgaven zijn wij van mening dat die extra lasten moeten worden opgevangen binnen de begrotingspost OZB. In het Haags jargon heet dat: de zalmnorm. Dat betekent dat wij niet akkoord gaan met de dekking van deze …

De heer Hartong: Niet helemaal, toch?

De heer Berkelder: … dat wij niet akkoord gaan met de dekking van deze tegenvallers ten laste van de Algemene Middelen. Om die reden stellen wij een amendement voor om de OZB-tarieven iets aan te passen, zodat de begrote inkomsten ook werkelijk gerealiseerd worden. Dit ter geruststelling van de fractie van de VVD: het geldt uiteraard ook als er meer geld binnenkomt dan begroot. In dat geval moet een correctie plaatsvinden en de tarieven kunnen in het jaar daarop dan neerwaarts worden bijgesteld. Aldus realiseren wij elk jaar de begrote OZB-inkomsten en hoeven wij in deze moeilijke tijden niet steeds weer naar dekking te gaan zoeken.

Dit amendement dienen wij in samen met de fractie van D66. Het amendement luidt als volgt:

Amendement 6 (OZB)


gelezen de voorjaarsnota en de daarin geconstateerde tegenvallende inkomsten en extra te maken eenmalige kosten op de OZB;

overwegende:

- dat er jaarlijkse schommelingen zijn in de inkomsten (en uitgaven ten bate van de inning) voor de OZB, die voortdurende bijstellingen ten laste van de algemene middelen vragen;

- dat de gemeente geconfronteerd wordt met een verslechterende financieel economische situatie en daarmee mogelijke negatieve effecten op de begroting;

- dat een sluitende begroting gewenst is en het plannen van de uitgaven gebaat is bij een stabiel inkomstenpatroon;

besluit:

- OZB-tarieven jaarlijks aan te passen aan de gerealiseerde inkomsten (en uitgaven ten bate van de inning) OZB, zodanig dat bij een tekort op de inkomsten of extra uitgaven voor inning het tarief OZB naar boven wordt aangepast, en bij meer inkomsten dan begroot het OZB-tarief neerwaarts wordt bijgesteld;

22

- de meerjarenbegroting 2004 – 2007 ongewijzigd te laten voor wat betreft de geprognosticeerde inkomsten en uitgaven OZB door voor de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007 (e.v.) de OZB-tarieven te verhogen gelijk aan de bij de voorjaarsnota geprognosticeerde tekorten, waarbij de eenmalige tekorten over meerdere jaren worden gedekt,

en gaat over de orde van de dag.


De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Bezuinigen is keuzes maken.Vandaag bespreken wij de voorjaarsnota; het meerjarenbeleid dat is opgesteld tegen een sombere achtergrond. In een periode waarin het economisch gezien minder goed gaat, zul je als overheid scherpe keuzes moeten maken, ofwel dienen wij ons meer dan ooit de vraag te stellen of al hetgeen wij als overheid doen of ondersteunen, wel behoort tot de kerntaken van de overheid.Bij de nota Heroverwegingen zijn nog niet al te veel scherpe keuzes gemaakt. Het grootste gedeelte van de bezuinigingen wordt nu nog gevonden binnen de eigen organisatie. Deels is dat terecht: de pijn dient te worden verdeeld en je moet dan ook bereid zijn te kijken naar je eigen organisatie. Aan de andere kant heerst bij mijn fractie wel de zorg voor onze medewerkers. De OR schreef hierover reeds in zijn brief en wij willen die zorg nogmaals benadrukken. Wij steunen het verzoek van de OR om duidelijke sturing en begeleiding tijdens deze operatie en horen graag de visie van het college hierover.

De fractie van D66 heeft bij eerdere bijeenkomsten over de heroverwegingen uitgesproken het streven naar een bezuiniging van € 5 miljoen te delen. Bij de overige uitgangspunten, bijvoorbeeld over het onverkort uitvoeren van het collegeprogramma, hebben wij kanttekeningen geplaatst. Zo kan het wat ons betreft niet zo zijn dat goed oud beleid wordt geschrapt voor nieuw beleid dat niet beter is. Daarnaast zal ook voor het nieuwe beleid moeten gelden dat het een duidelijke meerwaarde moet hebben, die opweegt tegen de bezuinigingen elders.

Bibliotheken:Bij de keuzes die het college heeft gemaakt, zijn uiteindelijk de bibliotheken en de balie Burgerzaken gespaard. Deze uitkomst verheugt ons. Vanuit de dorpen is reeds duidelijk gemaakt dat gestreefd wordt naar samenwerking; wij steunen dat streven. In het proces om te komen tot die samenwerking en/of samenvoeging van voorzieningen, dient met name uitgegaan te worden van het zelforganiserend vermogen van de dorpen. Wel vinden wij dat de gemeente een belangrijke taak heeft in de regie. Daartoe dienen wij de volgende motie in, die luidt als volgt:

Motie 7 (Voorzieningen Diepenveen en Schalkhaar)


constaterende:

dat het heroverwegingsvoorstel sluiting bibliotheken en balie Burgerzaken Schalkhaar een positieve drang naar samenwerking bij de betrokken partijen teweeg heeft gebracht;

overwegende:

dat optimaal gebruik gemaakt dient te worden van het zelforganiserend vermogen dat binnen de dorpen aanwezig is;

voorts overwegende:

dat door het college reeds is aangegeven dat er een projectgroep in het leven gesteld wordt om te kijken naar het voorzieningenniveau;


1. de regie te nemen en op korte termijn de gesprekken hierover te initiëren met de bevolking van Schalkhaar en Diepenveen, alsmede met de diverse instellingen;

23

2. in de uitwerking van plannen de bevolking en instellingen zoveel mogelijk hun eigen verantwoordelijkheid te laten nemen,



De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Het Milieucentrum:Met een van de posten uit de heroverwegingen, het Milieucentrum, hebben wij wat moeite. Het gaat hier om een organisatie die voor een groot gedeelte op vrijwilligers draait en daarmee een belangrijke taak vervult op het gebied van milieueducatie. Met het Milieucentrum zijn prestatieafspraken gemaakt voor de komende jaren. In die afspraken is een forse ambitie neergelegd, waaraan het Milieucentrum zich heeft gecommitteerd. Wij hebben dan ook niet zoveel moeite met het aantrekken van externe partijen en de daarbij behorende financiering, maar vinden dat wij het Milieucentrum daarmee niet moeten belasten. Hiertoe dienen wij de volgende motie in, samen met GroenLinks:

Motie 8 (Milieucentrum)


constaterende:

dat in het heroverwegingsvoorstel voorgesteld wordt een besparing te realiseren van € 25.000 op de subsidie voor het Milieucentrum, door een meer rendabel gebruik van gebouwen en terreinen, bijvoorbeeld door andere partijen bij het gebruik ervan te betrekken;

overwegende:

dat aan de besparing de voorwaarde is gekoppeld, dat externe financiering gezocht moet worden;


in het zoeken naar bronnen van externe financiering de regie te nemen en de besparing alleen te effectueren, indien deze externe financiering daadwerkelijk wordt gevonden,



De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Voor een deel staat het ook in het heroverwegingsvoorstel, dat de externe financiering wordt gekoppeld aan het al dan niet laten doorgaan van de heroverwegingen. Ik zou echter graag willen dat het college in dezen enige regie toont, omdat je een organisatie met vrij weinig mensen en toch al een fors takenpakket daarmee beter niet kunt lastigvallen.

Risicoparagraaf:De fractie van D66 is van mening dat risico’s altijd op een heldere en transparante wijze in de begroting vermeld dienen te worden. De wethouder Financiën heeft dat bij de behandeling van de begroting in november zelf ook gezegd. Het valt ons op dat wij bij tijd en wijle toch geconfronteerd worden met tegenvallers die niet als risico waren voorzien. In sommige gevallen was het terecht en kon het risico niet worden voorzien. In andere, neem de tekorten bij de NV DOS, hadden zaken gewoon gemeld moeten worden. Dat aan een risico niet altijd een bedrag gekoppeld kan worden, is terecht, zeker wanneer er nog onderhandelingen plaatsvinden om de kosten te beperken. Dan is het zelfs verstandig het bedrag niet op te nemen.Een risico dat wij in de huidige voorjaarsnota niet benoemd zien, is het risico dat voortvloeit uit de zogenaamde Heads of Agreement. Enkele dagen geleden kreeg ik hierover nog een bericht uit een van de andere deelnemende gemeenten. Door de arbitragezaak tussen STIVAM en Essent staat ook de

24

Heads of Agreement op de helling, wat kan betekenen dat alsnog € 50 extra per geconstateerde ton afval betaald moet worden. Een fors risico zo lijkt mij. Graag zou ik weten waarom dit niet is benoemd.

Onderhoud Groen:Dan de bezuiniging op de sector Stads- en Dorpsbeheer: deze gaat ons echt boven de pet. Tot enkele weken geleden hebben alle politieke partijen hoge prioriteit gegeven aan het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Met de forse investeringen die wij reeds doen, halen wij nog steeds niet het gewenste minimumniveau, en nu kan het goedkoper! Op zich is dat vreemd, omdat enkele weken geleden nog werd gemeld dat de bedragen gekoppeld aan het niveau realistisch waren, terwijl nu blijkt dat er al € 200.000 af kan voor hetzelfde niveau. Onze fractie heeft daartoe samen met GroenLinks reeds een amendement ingediend. Positief aan dit amendement vinden wij ook de wijze waarop de dekking wordt gevonden. De projectleiderspool heeft zijn waarde inmiddels bewezen. Wij denken dat er op andere terreinen ook gebruik gemaakt kan worden van medewerkers in algemene dienst, een soort interne consultants, waardoor er op externe inhuur verder kan worden bespaard.

Opvang verslaafden:De opvang van dakloze verslaafden heeft de afgelopen maanden de gemoederen danig bezig gehouden. D66 wil blijven streven naar de mogelijkheid van 24-uurs opvang. Voor een eerste stap van opvang voor vijf dagen is nu budget beschikbaar. Ik ben het eens met degenen die zeggen dat verslaafden zich niet echt aan kantoortijden en de gangbare werkweek houden. Uitbreiding naar zeven dagen dagopvang op korte termijn heeft dan ook onze voorkeur. Dekking hiervan zou wat mij betreft moeten komen uit de ruimte die er nog is voor nieuwe beleidsvoornemens. Misschien dat dit een handreiking is richting GroenLinks, die ook moeite heeft met de dekking. Van de wethouder zou ik graag horen of de stap van vijf naar zeven dagen problemen zou opleveren in de uitvoering.

Ouderenwerk:D66 vindt het van belang dat de ouderenadviseurs kunnen doorgaan met hun succesvolle werkzaamheden en dat deze kunnen worden uitgebreid. Gebleken is dat tijdelijke uitbreiding noodzakelijk is. De fractie van D66 ondersteunt het verzoek van de SOD en daarmee het daartoe ingediende amendement. Aan het college vragen wij wat de reden is van het feit dat het college zelf niet aan dit verzoek heeft voldaan. Immers, armoedebestrijding onder ouderen had vorig jaar toch ook nog grote prioriteit bij het college?

Leerlingenvervoer:Vanuit de groep van ouders van leerlingen die gebruik maken van het leerlingenvervoer bereiken ons verontrustende berichten over de aangekondigde bezuinigingen. Onze fractie kan zich de bezorgdheid voorstellen en is dan ook ongelukkig dat reeds nu een besluit genomen wordt over de te realiseren besparing, zonder dat concrete beleidsvoornemens bekend zijn.

Aan de wethouder vraag ik: is het de intentie van het college om de begeleiding van leerlingen die geen gebruik kunnen maken van het reguliere onderwijs in stand te houden? De gemeente heeft de keuze gemaakt voor collectief vervoer. Daarmee gaat wat ons betreft een groot deel van de verantwoordelijkheid voor begeleiding over naar de gemeente. Anders had je die keuze niet moeten maken en gewoon moeten betalen op declaratiebasis. Wanneer ouders zelf voor de begeleiding moeten zorgen, wordt een combinatie tussen arbeid en zorg wel een heel lastige. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat de wethouder dat wil.

NV DOS:In een tijd van heroverwegingen staat later deze avond nog een voorstel op de agenda, waarbij de NV DOS een extra subsidie tegemoet kan zien. Daarmee heb ik problemen, temeer omdat van veel andere instellingen solidariteit met de bezuinigingen wordt gevraagd door jaarlijks met 1% te korten. De NV DOS heeft haar zaakjes al jaren niet op orde. Meer en meer activiteiten worden verschoven en het is maar de vraag of het geld dat vanavond ter besluitvorming voorligt, voldoende zal zijn. In diezelfde tijd worden door de NV DOS wel allerlei nieuwe investeringen gepland; een overdekt Borgelerbad – waarbij wij financieel gezien nog steeds vraagtekens plaatsen – en nu weer een nieuwe ijshal. Ik vind dat nogal wat voor een organisatie die haar exploitatie al jaren niet op orde heeft.

Breedband Internet:Diepenveen krijgt internet via de kabel. Ook de fractie van de VVD sprak hierover. Daarmee is in elk geval een wens van ons gerealiseerd. Wij waren blijkbaar een van de weinigen die de VVD daarin wel hebben gesteund. Overigens moeten wij nu niet doen alsof wij er al zijn. De beide dorpen hebben nu wel

25

kabelinternet en daarmee breedband, maar hoe staat het met het overige buitengebied? Dat de kabel daar geen oplossing is, mag duidelijk zijn. De Taakgroep Dorpen Digitaal is echter op enthousiaste wijze bezig de behoefte te onderzoeken en te kijken naar draadloze varianten. Voor dit behoefteonderzoek is ondersteuning van Onderzoek en Statistiek aanwezig, maar een kleine financiële bijdrage is noodzakelijk. Ik vraag de portefeuillehouder om bij DevEnter Breed te benadrukken dat Deventer Breedband meer is dan het gebied waar glasvezel kan worden aangelegd. Waar eigen initiatief getoond wordt, vind ik dat hier een beetje steun wel op zijn plaats is.

De heer Planque: Mijnheer de voorzitter. Mijn partijgenoot en ik zullen beiden een deel van de algemene beschouwingen omtrent de heroverwegingen en de voorjaarsnota voor onze rekening nemen. Op de eerste bladzijde van de voorjaarsnota staat het al. "Opgesteld tegen de achtergrond van bezuinigingen en een somber politiek klimaat".

Nog nooit hebben wij zo’n summiere en beknopte voorjaarsnota meegemaakt. Aan de ene kant juichen wij dat toe, zeker als wij zien dat onze verzoeken van de afgelopen jaren zijn overgenomen. De bestuursrapportage maakt nu integraal deel uit van de voorjaarsnota. Geen grote pakken papier meer en geen dure mappen, maar gewoon een normale nota.Aan de andere kant is de nota zó summier, dat wij bijna geen punten kunnen vinden waartegen wij bezwaar kunnen maken. Dat gaat ons toch een beetje aan het hart. (Hilariteit).Wij hebben ze wel gevonden, hoor.

Nog steeds worden grote en dure projecten gepland, welke in de ogen van de SP niet noodzakelijk zijn. Te denken valt onder andere aan de rotonde Emmaplein, de herinrichting Kazernestraat en de ontwikkeling van het Linderveld.Als wij de plannen van het nieuwe kabinet goed volgen, staan ons ronduit asociale plannen te wachten op het gebied van WAO en WW, terwijl de werkgelegenheid en het sociale vangnet op de tocht staan. Hierdoor wordt het voor mensen met lage inkomens flink afzien. Daarvan vinden wij in de voorjaarsnota onvoldoende terug; dat missen wij. Wij vragen ons af: wordt hiermee in de toekomst wel rekening gehouden?

Dit brengt mij bij de heroverwegingen, welke zijn meegenomen in de voorjaarsnota.Met gemengde gevoelens heeft de fractie van de SP kennis genomen van de heroverwegingsvoorstellen. De sociale en culturele sectoren krijgen de grootste klap te verwerken.Deze heroverwegingen moeten ook ruimte voor nieuwe investeringen en nieuw beleid bieden, zo wordt gezegd. Volgens ons is er onvoldoende gekeken of in dat nieuwe beleid niet gesnoeid kan worden. Wel zijn wij blij te constateren dat ons verzoek om de zwakkeren in de samenleving te ontzien in de eerste fase voor een groot deel is overgenomen en dat daar, waar dat niet mogelijk was, de sterkste schouders de zwaarste lasten te dragen hebben gekregen.

Een punt van zorg voor onze fractie is het doorwerken van de ID-maatregelen. Positief vinden wij het plan om het surplus van de drie-maal-1%–kortingsregeling aan te wenden ter compensatie aan gevallen waarbij echt wordt gesproken van additioneel werk.

Wat de fractie van de SP echter ook zorgen baart in de voorjaarsnota, is de besparing die men voor een belangrijk deel hoopt te verkrijgen door efficiencyverbetering. Wat gaat er gebeuren als de efficiencyoperatie onvoldoende resultaat heeft of de bezuinigingen nog hoger oplopen, hetgeen zeer reëel is? In de tussentijd gaan de grote uitgaven wel gewoon door. Die moeten eigenlijk in de ijskast, totdat helder is hoeveel resultaat de operatie heeft, ook gezien de arbeidsdruk bij de ambtenaren, ziekteverzuim, al dan niet gedwongen ontslag, enzovoort.

Terug naar de voorjaarsnota. Voor ons is het huishoudboekje van de gemeente al niet altijd even duidelijk, laat staan voor de burger in de stad.Aan de ene kant moet er € 5 miljoen worden bezuinigd. Nu nog, eigenlijk tegen beter weten in, met de kaasschaafmethode en straks met een serie impopulaire maatregelen die de lagere inkomens het hardst zullen treffen.Aan de andere kant gaat de gemeente vrolijk verder met het pompen van geld in de Leeuwenbrug, De Scheg, het nieuwe stadion en in Go Ahead Eagles. Er worden volop nieuwe, geldverslindende plannen gemaakt, zoals ook al eerder door onze fractie in deze beschouwing duidelijk gemaakt. Nieuwe plannen om de stad, en daarmee het college, een mooi aanzien te geven.Laten wij nu niet zeggen dat dit allemaal wel meevalt. Kijk naar wat is gebeurd met het Stationsplein.

26

Ik kom aan het einde van mijn deel van onze bijdrage. Ik daag de wethouder Financiën uit om eens geheel in het gedachtegoed van Elzinga, de burgers in een interview op de kaveltelevisie en in de Stadskrant, uitleg van zaken te geven, want de SP kan dit niet.

Mijn fractiegenoot, de heer Kokhuis, zal met uw welnemen enkele punten aanvullen betreffende de beleidsterreinen van de commissies RFO (Ruimtelijke-Fysieke Ontwikkeling) en SCE (Sociaal, Cultureel en Educatief Beleid) en zal tot een afsluiting van onze bijdrage komen.

De heer Kokhuis: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn voor efficiënt vergaderen, dus kort. Twee minuten is echter wel heel kort, naar ik nu heb berekend. Ik leg u drie punten voor.

De SP verdedigt al jaren het standpunt dat verslaafdenzorg optimale aandacht behoeft, ook al gezien de complexiteit van de problematiek binnen die doelgroep. De Volkskrant van zaterdag jl. berichtte daarover.Er verschijnen nu andere, en niet onbelangrijk: goedkopere, mogelijkheden om de door meerdere partijen geëiste 24-uurs opvang, zeven dagen en zeven nachten per week, te realiseren. Mogelijk gebeurt dit op de locatie Polstraat 8 en eventueel Polstraat 10 in de toekomst.Het is verheugend om te zin dat in dit geval geen duur rapport nodig is om dat te constateren. Zeer betrokken burgers hebben zelf de gegevens tot in detail op schrift gesteld en geconcludeerd dat een andere locatie, de Grote Poot in dit geval, geen optie is.

Mijn volgende punt betreft een onderwerp uit de commissies RFO en SCE.Het mislukken van het project SOD-consulent – de consultatie vindt ‘klassikaal’ plaats – en de ontwikkelingen rond Walhalla en Burgerweeshuis, zijn belangrijke kritiekpunten met de voorjaarsnota in handen. Graag wil ik echter ook aandacht vragen voor kostenbesparingen bij bijvoorbeeld speelterreinen. In de commissie werd gesproken over het terugbrengen van het aantal locaties. Wij waren en blijven daar tegen. De oplossing is het aantal ‘informele’ speelplaatsen uit te breiden. Deze kosten nauwelijks iets en zijn pedagogisch gezien van veel groter belang dan de speelplekken zoals deze op de gemeenteburelen zijn uitgetekend. Als voorbeeld mag dienen het in wijk 5, in elk geval door de bewoners als hoogst interessante oplossing geachte idee de door de bouwactiviteiten ontstane bergen zand die nu al behoorlijk groen en bespeelbaar zijn, te laten liggen.

Tot slot, en dat mag hier gezegd worden: de gemeente kan slechts opereren binnen kaders die in Den Haag worden vastgesteld. Wij verwachten dat dit 'Hemelvaartskabinet' zijn naam eer aan zal doen. (Hilariteit).

De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter. U begrijpt dat ik met dat laatste niet kan instemmen. (Hilariteit).Voor ons liggen de bezuinigingsvoorstellen en de voorjaarsnota met geïntegreerde bestuursrapportage. Dit zijn documenten van het college die voor een deel interactief tot stand zijn gekomen. Bij de start van dit college hebben wij duidelijk gemaakt dat de financiële paragraaf van het collegeprogramma niet aangaf hoe de heroverwegingen werden ingevuld, maar wel waaraan die werden werd besteed. Nu, wat dat betreft zijn wij wat opgeschoten. Wij weten nu dat er nog steeds geen duidelijke keuzes worden gemaakt, maar dat de kaasschaaf, of liever gezegd: de schaafmachine, er overheen is gegaan. Dit soort ombuigingen met een handmatige kaasschaaf kost namelijk misschien alleen maar meer geld door de tijd die ermee is gemoeid.

Over het algemeen hebben wij niet zo veel opmerkingen. Wij willen ons beperken tot een aantal punten waarover wij de nodige zorgen hebben. Dat is voor het college helder en wij doen recht aan onze opvatting om het bestuur te beoordelen op hoofdlijnen.

Allereerst de ruimtelijke ontwikkeling, toch een van de hoofdtaken van de gemeente.In samenhang bezien vinden wij dat die ontwikkeling te veel is gericht op het economische gewin en de groei van de stad en te weinig rekening houdt met landschappelijke en cultuurhistorische waarde. Dat heeft wat ons betreft veel meer – zo niet alles – te maken met het ambitieniveau van dit college dan met de zo geroemde dynamische stad. Al eerder sprak ik over dat evenwicht dat volgens ons zoek is. Als je bijvoorbeeld het plaatje in gedachten neemt dat dit college voor ogen heeft van hoe de gemeente Deventer er over vijftien jaar bij ligt, dan moeten wij vaststellen dat dit niet het plaatje is waarvan wij een warm gevoel krijgen:a. een industrieterrein met mogelijke asfaltcentrales op het Linderveld. Ik hoor mompelen dat een

asfaltcentrale categorie 3 betreft;b. een villawijk Eikendal in Diepenveen, waar de appartementen vanaf de dijk naar Olst zichtbaar zijn;

27

c. een stedelijke agglomeratie op Steenbrugge die diep penetreert in het landgoederenlandschap. Ik hoop niet dat het CDA dat bedoelt met investeren in de groene ruimte;

d. mogelijk een aanleg van een nieuwe oeververbinding aan de noordzijde van Deventer, die het omliggende landschap nog meer zal belasten.

Het zal leiden tot een verdere verparking van het zo geroemde Sallandse coulisselandschap, dat velen in en buiten deze gemeente zo waardevol vinden. Maar ja, hoe heette het ene model in Steenbrugge ook al weer? O ja, parkwonen; een model met daarin de voorziene bouw van 2400 woningen.

Daartegenover staat dan in schril contrast dat wethouder Doornebos uitroept niet anders te kunnen dan te wachten op een projectontwikkelaar als het gaat om het opknappen van een centrale plek in de stad, zoals de voormalige Opelgarage aan de Hoge Hondstraat. Een plek die er momenteel bij ligt als een van de straten van Bagdad. (Hilariteit).Kunnen wij daarom niet wat meer aandacht schenken aan onze binnenstedelijke probleemlocaties? De ChristenUnie zal zich op dit punt blijven inzetten voor behoud van de genoemde waarden die in haar ogen op meer steun mogen rekenen dan de ambitie van dit college.

Wat wij missen bij de stukken is een investeringsplan. In de voorjaarsnota staat enkel een lijstje van zaken waarin wordt geïnvesteerd. U zult het echter toch met mij eens zijn, dat dit de naam “plan” niet kan wegdragen, al was het alleen maar omdat in het rijtje ook de Go Ahead Eagles als investeringsproject is opgenomen. Wij kunnen ons lucratievere investeringen voorstellen. Ze staan overigens wel onder hoofdstuk 7.2 in het rechter rijtje. Als voetbalkenner weet u wat dat betekent.

De financiën:Vorig jaar sprak ik uit dat een solide financieel beleid nog moet blijken. Het nieuwe beleid was wel benoemd, maar er waren geen afspraken gemaakt over heroverwegingen. Nu, die zijn er nu wel. Althans, er zijn bezuinigingsvoorstellen die staan in de nota die die naam draagt. Echter, zo hebben wij gelezen, is er ook één – en niet de minste – die daar niet in staat, maar die stiekem is weggemoffeld in de voorjaarsnota. Dan doel ik op de taakstellende bezuinigingspost van het leerlingenvervoer. Een te realiseren maatregel die maar liefst het bedrag van € 232.000 moet opbrengen. Ten eerste heeft het ons verbaasd waarom deze maatregel niet expliciet is genoemd in de bezuinigingsnota, zodat daarover in een eerder stadium kon worden gesproken.Ten tweede vroegen wij ons af waarnaar de ideeën van dit college uitgaan, wanneer dit bedrag moet worden ingevuld. Wat zijn de pijnlijke ingrepen, zoals vermeld?Ten derde verbaast het ons dat volgens onze informatie over deze ingrijpende maatregel met geen woord wordt gerept tijdens het overleg dat met de betreffende schoolbesturen van het speciaal onderwijs wordt gevoerd bij de totstandkoming van de eerdergenoemde nota.

Ik kan mij niet anders voorstellen dan dat ook de ouderenbijdrage aan het leerlingenvervoer fors zal stijgen. Eigenlijk moet ik zeggen: wederom fors zal stijgen. Vorig jaar mochten veel ouders dat namelijk ook al eens ervaren bij de vaststelling van de huidige verordening. Wat mogen wij nu weer verwachten?Ouders die hun kinderen speciaal onderwijs moeten laten volgen, hebben geen keuze. Om nu daarop te gaan bezuinigen, vinden wij wel heel erg triest. Al eerder zijn wij door ouders geïnformeerd over de voorgenomen maatregelen op het gebied van de begeleiding van deze groep gehandicapte kinderen. Wij hopen dat de gesprekken daarover positief verlopen. Het kan en mag echter niet zo zijn, dat bij het invullen van deze maatregel de zwakste schouders de zwaarste lasten gaan dragen.Het niveau van een beschaving is af te meten aan de wijze waarmee die samenleving omgaat met de zwaksten in hun midden. Die groep mag niet de dupe worden van de te realiseren maatregelen en veelal pijnlijke ingrepen die hen in het vooruitzicht worden gesteld.Misschien is het echter ook goed om nog eens duidelijk te maken waarom leerlingen van speciaal en bijzonder onderwijs mogen rekenen op een tegemoetkoming in de kosten van vervoer. Steeds vaker hoor ik namelijk de opvatting als zou het vervoer van leerlingen naar het bijzonder onderwijs een presentje zijn van de overheid aan ouders die hun kinderen naar een of andere school buiten Deventer willen laten gaan vanwege het bijzondere karakter van die school.

De vrijheid van onderwijs is vastgelegd in onze Grondwet. De schoolstrijd is in 1917 beslecht. Dat houdt in dat er tussen openbaar en bijzonder onderwijs of speciaal onderwijs in dit land geen verschil van behandeling is, ook niet in materiële zin. Dat betekent dat een school, of die nu van bijzondere aard is, een Montessorischool, een christelijke, een vrije of een Islamitische school, op dezelfde wijze door de overheid wordt behandeld als een openbare school. Omdat de overheid echter volumevoorwaarden heeft aangebracht bij het oprichten van een school, is de overheid ook gehouden mee te dragen in de kosten van vervoer naar een school van hun keuze, indien die school niet in de eigen woonplaats aanwezig is.

28

De vrijheid van onderwijs geeft ouders de mogelijkheid hun levensbeschouwelijke overtuiging tot uitdrukking te brengen. Op deze manier zijn ouders in staat invulling te geven aan de verantwoordelijkheid die zij hebben voor het onderwijs aan hun kinderen. Dat is een grondwettelijk recht. Want, laten wij wel wezen, als die volumevoorwaarden niet aanwezig waren, kon eenieder in deze gemeente die aan de overige stichtingseisen voldeed, een school oprichten. Wie zou dan gehouden zijn tot het verstrekken van huisvesting voor een dergelijke school? Juist, de gemeente. De kosten zouden dan vele malen hoger zijn dan nu wordt uitgegeven voor leerlingenvervoer.

Er zijn bewindslieden – onder D66 was er zelfs een die vond dat het bestaan van de vrijheid van onderwijs van bijzondere scholen integratie van minderheden maar in de weg stond – die die vrijheid van onderwijs maar een onnatuurlijke zaak vinden en artikel 23 van de Grondwet liever vandaag dan morgen zien geschrapt. Ik hoop niet dat dergelijke lieden ook deel uitmaken van dit college. Het is goed om te bedenken dat ook de morgen te beëdigen nieuwe ministersploeg heeft afgesproken: handen af van artikel 23 van de Grondwet. Sterker nog: zij hebben op voorspraak van D66 € 700 miljoen extra voor onderwijs in het regeerakkoord gestopt. “Het kan verkeren”, zei mijnheer Ahne.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Ik ben blij dat de heer De Vos ook nog een compliment maakt.

De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter. Verder is het goed om nog even duidelijk te stellen wat het verband is met de vrijheid van onderwijs en de kosten van het leerlingenvervoer. Wanneer de kosten namelijk zodanig hoog worden voor ouders, dat men niet meer de vrijheid voelt om een kind op deze of gene school onderwijs te laten genieten, omdat men het financieel niet meer kan opbrengen, dan raakt dat een van de grondrechten van ons land, namelijk de vrijheid van onderwijs. Graag wil ik hierover een reactie van de wethouder, maar ook graag een uitspraak van deze raad. Vandaar dat ik nu het volgende amendement indien.

De voorzitter: De fractie van de ChristenUnie heeft het volgende amendement ingediend, luidende:

Amendement 7 (Leerlingenvervoer)


gelet op de in de Voorjaarsnota 2003 onder hoofdstuk 2 genoemde taakstelling op leerlingenvervoer, zijnde € 232.000 structureel;

overwegende:

- dat het beleidsterrein Leerlingenvervoer medio 2002 uitgebreid is besproken met raad en belanghebbenden;

- dat het voorzieningenpakket toen is doorgelicht met het oog op mogelijke besparingen;- dat de verantwoordelijke wethouder (verslag commissievergadering 26 november 2002) heeft

gesteld naar aanleiding van vragen van raadslid Verhaar, dat verlaging van de kwaliteit betreffende het leerlingenvervoer absoluut niet aan de orde is;

- dat de tegenvaller aan de inkomstenkant, namelijk de GAK-bijdrage, op dat moment reeds bekend was;

constateert:

- dat een van de grootste heroverwegingen via een impliciete wijze wordt gepresenteerd, namelijk als onderdeel van het hoofdstuk Financiële positie;

- dat de taakstelling circa 30% bedraagt van het totale budget voor leerlingenvervoer;

besluit:

1. de passage op pagina 10 te wijzigen door het schrappen van de zin: “te realiseren maatregelen ter beperking lasten leerlingenvervoer 232.000” en het saldo daaronder dienovereenkomstig aan te passen, alsmede de daaropvolgende alinea;

2. het college te verzoeken bij de begroting 2004 met vervangende dekkingsvoorstellen te komen ter grootte van de bedoelde taakstelling op leerlingenvervoer,


29


De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter. Bij het beoordelen van dit amendement zou ik u allen nog een suggestie willen meegeven, te weten:Ouders die hun kinderen op een bijzondere of speciale school laten gaan, waarvan sommigen al hoge financiële lasten hebben, zitten er echt niet op te wachten dat hun kind met een taxi of met het openbaar vervoer buiten de eigen gemeente wordt weggebracht en veelal een hele dag van huis is. Ook zij zien hun kind liever op een school om de hoek van de straat. Dat is hen echter vanuit verschillende vertrekpunten niet gegeven. Het heeft dus niets te maken met een voorkeurspositie.Nog het volgende ter illustratie:Vorig jaar is een peiling gehouden door het Historisch Nieuwsblad onder zittende kamerleden over de beste en slechtste premier van de twintigste eeuw. Daar kwam uit dat – jawel, mijnheer Hartong – de liberaal Cort van der Linden, premier van 1913 tot 1918, als nummer 1 uit de bus kwam. Het aardige van deze Cort van der Linden was nu juist dat hij in de uiterst woelige tijden van de eerste wereldoorlog, politiek heikele kwesties, zoals de onderwijskwestie, tot een goed einde wist te brengen. Welbewust streefde hij ernaar om politieke tegenstellingen te verzoenen. Pikant detail is dat alle stemmen die werden uitgebracht op Cort van der Linden afkomstig waren van paarse kamerleden.Ik wacht de reactie over dit onderwerp van het college af.

Resumerend: onze zorgen betreffen voornamelijk de ruimtelijke ontwikkeling. Op het leerlingenvervoer na vinden wij de voorjaarsnota en de bezuinigingsnota wel acceptabel. De heroverwegingen die voornamelijk zijn gericht op efficiency met inkooptaakstelling en vermindering van externen, zal overigens niet gemakkelijk zijn.

Tot slot hebben wij ook nog wel een paar pluimen voor dit college. Alhoewel: niet veel, maar er is natuurlijk ook minder pluimvee. (Hilariteit).

Bij de bezuinigingen wordt een aantal beleidsterreinen ontzien, zoals:- het armoedebestrijdingbeleid;- de veiligheid, lees: het stadstoezicht;- en de overige, ik zal ze niet allemaal noemen, u kent ze, wij vinden die terecht.

Wij geven het college ook een pluim voor de wijze waarop het college het bezoek van Hare Majesteit aan de gemeente Deventer heeft georganiseerd en daaraan samen met anderen invulling heeft gegeven. Chapeau.In het bijzonder een woord van waardering voor de wijze waarop onze voorzitter zich van zijn natte taak heeft gekweten, zonder te smelten. Hij mag blijven.

De voorzitter: Dank u zeer. Het is niet toegestaan in de raad om tekenen van afkeuring of bijval te laten blijken …. Ik vraag de fracties om, daar waar het misschien nuttig kan zijn om moties en amendementen in de pauze binnen de fracties te bespreken, dit zoveel mogelijk te doen. Zo kunnen wij straks schorsingen voorkomen. Het college zal dit ook doen.De vergadering is geschorst.

Schorsing van 21.33 uur tot 22.01 uur.

De voorzitter: Ik heropen de vergadering. Het is de fracties niet helemaal gelukt om binnen de acht minuten te blijven, zoals zij zich hadden voorgenomen. Er zijn twee fracties die het wel volledig is gelukt in precies acht minuten: de VVD en de SP. De overige fracties hebben, inclusief de moties en amendementen, de hierna vermelde tijd nodig gehad. D66 heeft tien minuten gebruikt, PvdA dertien minuten, CDA veertien minuten, ADB twaalf minuten, GroenLinks zeventien minuten en de ChristenUnie veertien minuten. Wij moeten ervan uitgaan dat wij de vergadering vanavond niet meer afronden, ook als wij beseffen dat er nog een interpellatie aan de orde is en andere agendapunten. Ik heb dus wel begrip voor pogingen om kort en concreet te vergaderen en daarmee de dinsdagavond te voorkomen, maar wij moeten geen onderwerpen gaan afraffelen. Ook de collegeleden zullen wel proberen om zo concreet en kort mogelijk te antwoorden, maar zij willen u toch complete antwoorden geven. Dit zal inhouden dat wij waarschijnlijk na de beantwoording van het college de vergadering zullen schorsen tot morgenavond.

30

Ik geef het woord aan de wethouder Financiën, de heer Hiemstra.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Een aantal fracties heeft opmerkingen gemaakt over met name de OZB. De PvdA vindt het goed dat op dit moment niet is gekozen voor de verhoging van de OZB. Het CDA vindt dat de OZB niet moet worden gebruikt om gaten te vullen. De heer Oggel heeft gevraagd of het college niet in was voor het structureel aanpassen van de OZB op het moment dat de opbrengsten tegenvallen. Op zich klinkt dat sympathiek, omdat je dan de bedoeling beter volgt. Als je echter kijkt waardoor het wordt veroorzaakt, is dat een veelheid van factoren die zoiets beïnvloedt; niet alleen de hertaxatie, maar ook kwijtschelding, de waarde van nieuwe woningen en hoeveel woningen er worden gebouwd. Je kunt dit niet snel even via systeemvernieuwing regelen. Ik denk dat wij daarnaar verder onderzoek moeten doen of dit mogelijk is. Je hebt ook te maken met de grote component of het wel uit te voeren is. Zijn er geen enorme administratieve lasten en creëer je voor de burgers geen onzekerheid? Op dit moment zou ik dit daarom niet willen overnemen. De heer Hartong wijst ook de OZB af. Ik vind het opmerkelijk dat GroenLinks pleit voor een verhoging van de OZB en zegt daarbij dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Ik kan mij echter niet voorstellen dat de laagstbetaalden verhoging van de OZB op prijs zullen stellen.

De heer Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Ik heb de korting daarbij direct vermeld, zoals ik al eerder heb gedaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om een verlaging van de rioolbelasting en de afvalstoffenheffing. Daarvan heeft de heer Hiemstra zelf gezegd dat dit een positief inkomenseffect zal hebben voor de lagere inkomens.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Daarbij heb ik ook gezegd dat het afschaffen van de afvalstoffenheffing ook de mogelijkheid van Diftar …

De heer Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Ik heb het niet over een afschaffing van de afvalstoffenheffing. Ik heb het over een verschuiving van lasten, over brede schouders en smalle schouders.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Je kunt niet het een hebben en ook het ander. Je zult moeten kiezen. Als je de ervaringen van de afgelopen jaren bekijkt, hebben de eerdere colleges een heel terughoudend financieel beleid gevoerd, waarbij de OZB-stijgingen minder zijn dan elders in het land. Daarmee zakken wij op de ranglijst van OZB-gemeenten naar een voor een middelgrote stad heel redelijke plaats.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Overigens denk ik dat GroenLinks, de milieupartij, staat voor de term: de vervuiler betaalt.

De heer Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Daar zijn wij erg voor, als iedereen in dat verband een motie of amendement wil steunen om Diftar variërend te heffen. Op die manier kunnen wij daarin samen een deal sluiten.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Ik denk dat wij daarover allen veel hebben nagedacht. Ik geef deze repliek echter in een ander verband. De heer Berkelder wil via de OZB vermindering van afvalstoffenheffing krijgen voor minderdraagkrachtigen.

De heer Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Het maakt niet uit hoe vaak ik naar het toilet ga, ik betaal evenveel rioolbelasting. Dat heeft niets te maken met …

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Ja, maar ik spreek over afvalstoffenheffing. Dat is iets ander de rioolbelasting.

De voorzitter: Ik stel voor dat de wethouder nu zijn antwoord vervolgt.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Lamberts sprak onder andere over het feit dat in de verschillende nota’s toch nog te veel werd gesproken over "de stad" en dat dit in een aantal gevallen moet zijn: "de gemeente". Dat ben ik met haar eens. Het is niet altijd zo, grotestedenbeleid bijvoorbeeld gaat over de stad. Echter, in zijn algemeenheid proberen wij dit zo zorgvuldig mogelijk te doen.

De heren Oggel en Hartong spraken over de effecten van de maatregelen en de rapportage daarover. Daarmee zou niet een jaar moeten worden gewacht. De eerstvolgende bestuursrapportage van voorjaar

31

2004 is een mooie gelegenheid om daarin de eerste effecten van de maatregelen in beeld te brengen. Wij zullen natuurlijk elk jaar bij de rekening uitgebreid terugkomen over hoe het staat met de verschillende bezuinigingen die wij ons hebben voorgenomen en hoe het staat met de realisatie daarvan.

Nieuw beleid kritisch bekijken. Ik hoor toch weer een aantal fracties zeggen dat afstand moet worden genomen van de kaasschaafmethode en van de manier waarop tot nu toe bezuinigingen zijn doorgevoerd, waarbij pijnlijke keuzes worden vermeden. Een aantal fracties heeft ook positieve dingen gezegd.In zijn algemeenheid hoor ik niet dat mensen een lijstje opnoemen met specifieke beleidsterreinen waarbij het minder zou kunnen. Ik zie de kerntakendiscussie, waarover onder anderen de heer Hartong sprak, tegemoet.

Meerdere fracties hebben nogmaals gesproken over de bibliotheek en de balie van Schalkhaar en over de multifunctionele invulling die wij daaraan gaan geven. De wijkwethouder en de wethouder Publieke Dienstverlening zullen daarin het voortouw nemen. Naar mijn mening zijn de twee daarover ingediende moties overbodig, omdat de aanvullende nota, waaraan de conclusies van de onderzoeken zijn verbonden, daarover volgens mij voldoende duidelijk is.

De heer Hartong sprak ook over de tegemoetkoming van de instellingen van de drie-maal–1%–operatie. De opbrengsten van vooral de WCO-instellingen zouden ten goede moeten komen van de WCO. Ik ben het ermee eens, dat het in principe zou moeten blijven binnen dezelfde sector als waar de bezuinigingen gerealiseerd gaan worden. Ik stel voor dat wij dat op die manier gaan invullen. Overigens is het natuurlijk zo dat ook bij RMW (Ruimte, Milieu en Wonen) en bij E & V (Economie en Vastgoed) nog een aantal gesubsidieerde instellingen bestaat. Ik stel tevens voor dat wij dat dan naar rato over die sectoren verdelen.

Over de reserves werden door de fractie van de VVD hard woorden gesproken; men kon niet akkoord gaan. Misschien dat de eerste memo die ik aan de commissie heb doen toekomen onvoldoende duidelijk was of nieuwe vragen opriep. De tweede ging er met name heel diep op in hoe de reserves, met name de reserve Eenmalige Problematiek, zijn gemuteerd. In zijn algemeenheid denk ik dat de voorjaarsnota niet een weergave is van hoe de reserves in het voorgaande jaar zijn gemuteerd. Dat hoort meer bij de rekening thuis. De voorjaarsnota geeft de stand per 1 januari aan, zoals ook in het betreffende hoofdstuk te zien is, en vervolgens de voorgenomen uitgaven van dit jaar en volgende jaren.

Ten aanzien van de schaatshal praat ik nu even als aandeelhouder en vertegenwoordiger van NV DOS. Door een aantal partijen wordt gezegd dat de NV DOS de zaakjes niet op orde heeft, financiële tekorten heeft, enzovoort. Daarover heb ik een iets andere mening. Als je kijkt naar wat de NV DOS in de afgelopen jaren heeft gepresteerd, heeft zij het een zestal jaren zonder loon- en prijscompensatie moeten doen. Dat betekent dat je elk jaar een substantieel bedrag van zo’n 3 à 4% moet inverdienen. Als je dit allemaal bij elkaar optelt, praat je al snel over een kwart van de begroting die zij in de afgelopen jaren hebben inverdiend. Dan praat je in zijn totaliteit, samen met de B-activiteiten, waarop zij ook een bezuiniging van ƒ 1 miljoen hebben gerealiseerd, over een bezuiniging die zij in de afgelopen jaren hebben gerealiseerd in de orde van grootte van € 1 miljoen. Dat is heel substantieel en een buitengewoon goede prestatie. Daarnaast heeft NV DOS ook weer nieuwe investeringen gedaan. Ik noem het Borgelerbad, dat voor redelijk weinig geld wordt gerealiseerd. De heer Hartong ergert zich eraan, dat hij uit de krant de plannen van de schaatshal moet vernemen. Dit zijn echter plannen die zijn gepresenteerd door de KNSB (Koninklijke Nederlandse Schaats Bond) en De Scheg samen en niet door de gemeente. Voorzover wij uit de plannen van De Scheg hebben begrepen, zou dat in principe kostenneutraal moeten kunnen. Als dit zo zou zijn, zou dit naar mijn mening een fantastische aanvulling van de sportfaciliteiten in Deventer zijn, zonder dat dit aanzienlijk meer geld kost.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Het gaat er mij om dat de wethouder meteen de positie duidelijk maakt. Geld erbij voor NV DOS: nu niet en straks niet. Dat is mijn enige boodschap.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Nee, in zijn algemeenheid zou ik eerst de voorstellen willen afwachten. Tot nu toe wordt gezegd dat het kostenneutraal zou kunnen worden gerealiseerd. Ik hoor het graag.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Dat is mij te neutraal, daarmee kun je alle kanten op. Als je heel duidelijk bent dat het nu niet en straks ook niet kan, ben je klaar.

32

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Dat is de opvatting van de heer Hartong, maar het zal mijn opvatting niet zijn.

Over het onderwerp van de kabel in Diepenveen hebben zowel de fracties van de VVD als D66 gesproken. Ik ben blij dat de inspanningen van de stichting CAI-media en het contract dat zij daarover hebben gesloten met Essent ertoe hebben geleid dat dit jaar in Diepenveen het kabelnet is gerealiseerd, een tweeweggeschiktheid. Wij zijn bezig met verdere plannen en bekijken daarbij ook of er eventueel mogelijkheden zijn om in het buitengebied iets dergelijks te realiseren. Dat zal zoals bekend, moeizaam zijn vanwege de bevolkingsdichtheid daar.

De heer Meijer sprak onder andere over de takendiscussie die pijnlijke keuze met zich zal meebrengen. Dat ben ik helemaal met hem eens. Ook met het feit dat de huidige bezuinigingsvoorstellen nog verder moeten worden geoperationaliseerd. Er moet een invoeringstraject of een uitvoeringstraject aan worden verbonden, waarbij ook heel precies de verschillende bijdragen van sectoren en programma’s zullen moeten worden gevolgd en uitgezet.

Het is jammer dat meerdere mensen zeggen dat er op dit moment geen overall–investeringsplanning is. Ik denk dat dit ook heeft te maken met de enorme werkdruk van ambtenaren en de hoeveelheid aan projecten, ook bij de afdeling Financiën. Deze omstandigheden maken het onmogelijk al die zaken tegelijkertijd te realiseren.Gesproken is over het vermelden van de subsidiehoogte van de verschillende organisaties in de Belastingkrant. Als je kijkt naar de bezuinigingen waarbij wij de drie-maal–1%–operatie in beeld hebben gebracht, dan zie je dat de verschillende organisaties die van ons subsidies ontvangen, zelfs met heel kleine letters, nog drie vellen A4 omvatte. Daarom denk ik dat het geen uitvoerbaar voorstel is, hoewel ik het wel sympathiek vind om duidelijk te laten merken dat daar waar wij subsidiëren, dit de maatschappij ten goede komt.

De heer Berkelder noemde de OZB, waarover ik ook al heb gesproken. Verder wil hij een greep doen in de kas van iets wat wij in de toekomst nog moeten verdienen, namelijk de reserve Bovenwijkse Voorzieningen. In 2005 wil hij daar € 900.000 uithalen. Op dit moment is het te vroeg om daar geld uit te halen. Daarvoor hebben wij voor zowel 2003 als 2004 voorstellen gedaan. Ik denk dat er eerst meer zekerheid moet bestaan over de werkelijke realisatie van de reserve Bovenwijkse Voorzieningen 2005, voordat je daarvan geld mag gaan uitgeven.

Door meerdere partijen is gesproken over de bezuinigingen die ons nog te wachten staan als gevolg van dit kabinetsbeleid; de noodzaak om als gevolg van de economische ontwikkelingen te moeten bezuinigen. De meicirculaire zal waarschijnlijk pas half juni verschijnen. Deze circulaire zal meer duidelijkheid geven over wat de bezuinigingen voor ons betekenen. Zoals eerder gezegd schatten wij dat in op een bedrag tussen de € 3 miljoen en de € 7 miljoen.Eind juni zal dit ambtelijk misschien de eerste cijfers opleveren. Daarover zullen wij de septembercirculaire moeten afwachten. Halverwege oktober hebben wij dan meer duidelijkheid over wat precies de opgave is die ons te wachten staat.

De heer Ahne sprak ook over de Heads of Agreement. Dat is een proces dat al heel lang loopt. Met name de NMa (Nederlandse Mededingingsautoriteit) heeft oorspronkelijk een uitspraak gedaan, waarin zij zeiden dat zij niet bevoegd waren om de Heads of Agreement te beoordelen. Het heeft eerst lang geduurd voordat zij die uitspraken konden doen. Ik begrijp dat er nu opnieuw over wordt gesproken en dat verwacht wordt dat de NMa hierover opnieuw een uitspraak zal doen. Dat zal inderdaad opnieuw een risico voor ons inhouden. Wat dat betreft ben ik het met de heer Ahne eens. Echter, risico’s horen eigenlijk thuis in de begroting en horen daar te worden vermeld. Ik stel voor dat wij ons verder laten informeren en bekijken wat het gevolg is van de uitspraken van de NMa. Wij zullen dit dan melden.

Ik vind het jammer dat de heer Planque geen punten meer kan vinden, waar hij tegen zou kunnen zijn. De heer Planque stelde voor dat ik in het Elzinga-tijdperk maar een interview zou moeten geven voor DTV en de Stadskrant om al de bezuinigingen uit te leggen. Ik wil dit graag doen als ik daartoe wordt uitgenodigd door DTV of de Stadskrant. Zoals bekend, is de pers onafhankelijk en kun je daarop zelf geen invloed uitoefenen. Elke vrijdag houden wij zelf een persconferentie.

De heer Wilms: Mijnheer de voorzitter. Ik wil het wel doorgeven aan de redactie. (Hilariteit).

33

De heer Ahne: Johan, je bent mij net even voor. Prima.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. De heer Kokhuis sprak over het 'Hemelvaartskabinet'. Ik ben blij dat hij denkt dat dit kabinet hemelbestormend is en flinke maatregelen neemt. Ik heb er hoge verwachtingen van dat de problemen van Nederland voortvarend worden aangepakt.

De heer Ahne: U kunt het in elk geval enthousiaster verdedigen dan dat ik dat kan. (Hilariteit).

Interruptie: Jullie mogen toch ook alleen maar meedoen? (Hilariteit).

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. De wethouder kijkt wel naar beneden. Volgens mij schaamt hij zich hier een klein beetje voor.

Wethouder Hiemstra: Nee hoor, ik kan u recht in de ogen kijken. (Hilariteit).Mijnheer de voorzitter. Ik vind de toon waarop de heer De Vos meent de ruimtelijke ontwikkeling van Deventer te moeten beschrijven, tegen het demagogische aanligt. Als je kijkt naar hetgeen wij hebben verwoord over onze stadsvisie, spreek je over een vitale stad in evenwicht. Ik mag toch ook refereren aan iets anders dat hier in Deventer opgeld doet: alleen een sterke stad kan een sociale stad zijn. Ik denk dat de ambitie om een sociaal en economisch sterke stad en een dynamische stad te zijn ons kenmerkt. Daarom ben ik vol vertrouwen over de goede koers die wij varen, ook op ruimtelijk gebied.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. In elk geval stijgt het bevolkingsaantal in het buitengebied, waardoor kabelinternet daar straks misschien ook mogelijk is.

Wethouder Hiemstra: Als dat zou kunnen.

De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter. Ik word wel een beetje moe van al die verhalen dat alles moet gebeuren om het sociale bouwwerk in stand te houden. Daar wordt zo langzamerhand alles onder geschoven. Alle argumenten hebben alleen dáárop betrekking. Dat kan toch niet meer worden volgehouden?

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Het lijkt mij juist een fantastisch principe.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Die leerlingen moeten namelijk ook weer vervoerd worden namelijk ….

De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter. Er moet eens duidelijk worden gemaakt waar het heen gaat, maar kom niet altijd met het algemene verhaal aan.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Ik denk dat de economische ontwikkelingen ervoor zorgen dat wij enerzijds meer geld van het Rijk krijgen. Anderzijds verdienen wij ook zelf geld met onze ruimtelijke ontwikkelingen. Dit geeft mogelijkheden om in de stad te investeren. Dat is belangrijk.

De heer De Vos: Ik ben heel blij dat de wethouder zegt: “ín de stad te investeren”. Hij investeert namelijk alleen maar aan de ránd van de stad. Ik heb het voorbeeld gegeven. Er zijn zoveel plekken ín de stad waarin geïnvesteerd kan worden. Laat hij daar eens mee beginnen.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Daarmee doet de heer De Vos ons geen recht. Ik denk dat met name dit college en ook het vorige college sterk hebben ingezet op zowel inbreiding als uitbreiding. Die inbreiding is duidelijk een goede opgave die wij vol enthousiasme hebben aangepakt. Daar waar het kan, doen wij dat ook. Ik mag refereren aan bijvoorbeeld het Havenkwartier. Financieel is dat een buitengewoon moeilijk project, maar als het lukt, heb je een geweldige inbreiding gerealiseerd. Zo zijn er veel plaatsen in de stad waar wij aan inbreiding doen. Volgens mij is het goed en een mooie ontwikkeling voor Deventer.

Mevrouw Nijhuis: Bij interruptie, de heer De Vos kan toch ook voor het jongerencentrum ín de stad stemmen? Dat is een heel sociale doelstelling. Er zijn een heleboel dingen die wij in Deventer doen. De heer De Vos zegt het natuurlijk tegen de wethouder, maar er zijn een heleboel dingen die sociaal zijn en die geïnvesteerd worden ín de stad, bijvoorbeeld in het onderwijs.

De heer De Vos: U zult mij niet serieus horen ageren tegen sociale onderwerpen., mevrouw Nijhuis.

34

De voorzitter: De standpunten zijn duidelijk en de heer Hiemstra kan verdergaan met zijn betoog.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Volgens mij heb ik datgene wat ik wilde zeggen, afgerond, inclusief de op mijn portefeuille betrekking hebbende moties en amendementen.

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. De inleidingen die zijn gehouden ten aanzien van mijn portefeuille beperken zich tot Personeel en Organisatie. Dat is natuurlijk wel een van de belangrijkste onderdelen. Uiteindelijk moeten het personeel en de organisatie namelijk al onze ambities waarmaken.

De aandacht die door verschillende sprekers is gevraagd, ondersteun ik in algemene zin en op hoofdlijnen. Ook in de commissie BM hebben wij daarover al gesproken, onder meer naar aanleiding van de brief van de OR. In de commissie had ik daarvan al gezegd dat ik de opvatting en de hoofdlijn die de OR kiest, deel. Dat betekent dat, als wij kijken naar de huidige periode en de heroverwegingen c.q. bezuinigingen die voor de deur staan, gezien in relatie tot ons hoge ambitieniveau dat volgens mij zo moet blijven en de grote werkdruk in aanmerking nemende, dit maakt dat er een complexe opgave is. Naar het personeel toe moeten wij natuurlijk uitermate zorgvuldig omgaan met dit geheel van aspecten. Dat is ook de inzet van het college en dat betekent dat het college ook via de directie zal zorgen dat het op een zorgvuldige manier gebeurt.

In de heroverweging is nu een bedrag ingeboekt om de externe inhuur te beperken. Een aantal sprekers heeft erop gewezen, dat wij tot nu toe goede ervaringen hebben opgedaan met de projectleiderspool. Dat geeft in elk geval aandrang om die lijn voort te zetten en tegelijkertijd de externe inhuur te beperken. Ik zou het onverstandig vinden om daarop, vooruitlopend op het realiseren van de taakstelling die nu in de heroverweging zit, nu al extra voorschotjes te nemen in de redenering van: dat kan nog wel een aantal tandjes hoger. Als wij erin slagen op een relatief eenvoudig manier deze taakstelling te realiseren, dan is er niets wat in de weg staat om dat bedrag al werkenderwijs op een hoger niveau ingevuld te krijgen. Daarop ben ik niet tegen, maar het moet natuurlijk blijken of wij dat kunnen realiseren, ook in relatie tot de uitvoering van alle doelstellingen die de raad heeft vastgesteld. Dat betekent niet altijd dat je op alle niveaus en op alle momenten diezelfde capaciteit en kwaliteit die je inhuurt, kunt putten uit die projectleiderspool. Die denkrichting ondersteun ik van harte. In het rapport hebben wij ook aangegeven kritisch te zullen zijn, kritischer dan tot nu toe, met betrekking tot de externe inhuur. Laten wij nu deze taakstelling realiseren en als dat gemakkelijk gaat, kunnen wij natuurlijk een tandje bij zetten. Dat zou volgens mij de redenering moeten zijn.

Werkdruk heeft verschillende aspecten. Soms kunnen mensen last ondervinden van werkdruk, omdat zij te veel activiteiten moeten verrichten in een te beperkte tijd. Soms krijg je echter ook een gevoel van werkdruk als je merkt dat je niet snel genoeg kunt opschieten, vanwege allerlei bureaucratische omstandigheden en ongelooflijk veel overleg. Je hebt dan het gevoel heel hard te werken en weinig op te schieten. Dat betekent dat wij daar een opgave hebben liggen om binnen de organisatie doelmatiger werken.

Dit is een aantal algemene opmerkingen in reactie op wat op dit onderdeel is ingebracht. Samenvattend: ik deel de aandacht die is uitgesproken, door ieder op zijn eigen manier. De grote lijn daarin onderschrijf ik. Ik zal mijn best doen om in overleg met de directie te zorgen dat het niet bij mooie woorden blijft, maar dat wij ook in de praktijk daarmee op een goede en zorgvuldige manier omgaan.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Gaat de wethouder niet reageren op onze motie over het werkgelegenheidsfonds? Die is duidelijk breder bedoeld dan alleen voor wat betreft de ID-banen. Wij hebben het niet voor niets gesplitst. Het is voor ons gevoel een economische motie.

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Ik wil daarop graag reageren. Alle initiatieven die van de raad komen om de werkgelegenheid in Deventer te bevorderen, spreken mij natuurlijk buitengewoon aan. Het lijkt mij zeer goed om dat te doen. Wij moeten alleen wel goed nadenken welke mogelijkheden de lokale overheid heeft om dat ook feitelijk te doen. Het is nu nog te vroeg om daar alle ins en outs van te kunnen weergeven. Ik vind de inzet prima en werk er graag aan mee om erover na te denken hoe wij dit handen en voeten kunnen geven.Wat mij betreft krijgt u alle steun voor voorstellen die maken dat wij de werkgelegenheid in Deventer in de komende tijd extra impulsen kunnen geven, nu het economisch moeilijker gaat.

Mevrouw Lamberts: Mijnheer de voorzitter. Zegt de wethouder nu dat hij de motie overneemt?

35

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Dat blijkt overduidelijk uit mijn woorden.

De heer Meijer: Mijnheer de voorzitter. Ik heb een opmerking gemaakt over het feit dat wij heftig beginnen te twijfelen aan het KISSS-project. Daarop hoor ik de wethouder niet ingaan. Het klinkt weinig ambitieus; een kwaliteitsimpuls die wordt verwacht … . Er gaat veel geld in om en wij hebben niet altijd de indruk dat dit helemaal op de plek terechtkomt, waar het zou moeten komen.

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Ik ben niet specifiek op KISSS ingegaan. Voor een deel kan ik mij voorstellen dat daarover twijfels bestaan. Desalniettemin denk ik dat het buitengewoon belangrijk is dat wij alle instrumenten nodig hebben die in KISSS staan beschreven, om te komen tot een betere organisatie. Wat mij betreft zou daaraan één aspect moeten worden toegevoegd, c.q. een dominantere plek moeten krijgen, en dat is het cultuuraspect. Ik heb daarover ook al in de commissie gesproken. Wij kunnen veel onderdelen betreffende de kwaliteit van de organisatie benoemen in de zin van timemanagement of vult u maar in. Volgens mij is de cultuur in de organisatie, dan wel de cultuur binnen de sectoren, het allerbelangrijkste.Voor mij hoeft die cultuur niet gemeentebreed dezelfde te zijn. In het werkoverleg met het nieuwe hoofd van de afdeling Personeel en Organisatie heb ik dat ook aangezet. Ik hoop dat ik daarover binnen een afzienbare termijn, ook in de commissie BM, met u in discussie kan gaan. Behandeld kan dan worden wat onder cultuur wordt verstaan, hoe de cultuur is en of je vindt dat deze ook anders zou kunnen zijn.

De heer Meijer: Mijnheer de voorzitter. Over de motie van het werkgelegenheidsfonds heb ik de volgende vraag. Hoe kijkt de wethouder tegen de financiering aan?

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Ik ben ervan uitgegaan dat deze motie vooral op het terrein van collega Fleskes ligt.

Wethouder Fleskes: Mijnheer de voorzitter. Dat klopt inderdaad. (Hilariteit).

De heer Meijer: Mijnheer de voorzitter. Dan neem ik aan dat de vraag nog even blijft staan.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. De motie is al overgenomen.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Terwijl hij niet wist waarover het ging … .(Hilariteit.)

De voorzitter: Aan het einde van de bespreking van vanavond nemen wij wat betreft de amendementen en moties door hoe het college daarop adviseert. Als wij naar huis gaan, zal dit iedereen volledig duidelijk zijn.

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Nijhuis van de fractie van de PvdA vroeg naar de pilot "Wonen voor allochtone ouderen". Mevrouw Dirksen zal daarop in haar beantwoording nader ingaan. Ik kan u echter wel alvast berichten dat er een pilot in ontwikkeling is in de Driebergenbuurt.

Mevrouw Nijhuis sprak ook over het Stationsplein. Daarover kunnen wij kort zijn: natuurlijk delen wij de opvatting dat het een onplezierige kwestie is. Ik wil echter wel benadrukken dat de oorzaak niet altijd is te voorkomen. Over de redenen waarom een overschrijding plaatsvond kan ik een aantal dingen noemen: tussentijdse wijziging in de plannen, fietsenkelders van de NS, het urinoir en een aantal andere zaken dat hier al ruimschoots bekend is. Voor het overige stel ik voor dat wij daarover nader met elkaar spreken in de commissie RFO. U heeft allen namelijk deze week het rapport van Deloitte & Touche ontvangen en dit staat geagendeerd bij de commissie RFO.

Voorts plaatste mevrouw Nijhuis de opmerking, zoals dit ook in de commissie is gebeurd, waarom wij nog 25 jaar dat geld moeten meenemen. Is dit wel noodzakelijk, want het is buitengewoon onplezierig. Ik wil u er echter wel op wijzen dat de overschrijdingen van het oorspronkelijke budget die hebben plaatsgevonden wel een onderdeel zijn van het geheel. Het is gebruikelijk dat dit soort projecten in een langere tijd worden afgeschreven dan wanneer het om een eenmalig iets gaat. Op zich is de op dit moment gekozen manier van afschrijving niet onverantwoord. Dat neemt niet weg dat als je veel geld zou hebben, het misschien ideaal gezien anders zou zijn.

36

Mevrouw Lamberts sprak over de reconstructie en over het feit dat Deventer zich sterk heeft ingezet voor de reconstructie, om duidelijk te maken wat onze opvattingen daarin zijn. Dat hebben wij gedaan en ik ga ervan uit dat mevrouw Lamberts de mening deelt dat het belangrijk is, juist omdat de toekomst van het platteland ook voor ons, als gemeente Deventer, van groot belang is. Vervolgens vraagt mevrouw Lamberts zich af of ik mij blijf inzetten voor een plattelandsmanager. Dat kan ik volmondig beantwoorden in die zin, dat u op de hoogte bent van het feit dat met name van de zijde van de heer Starkenburg het plan van een S(team)-team is gelanceerd. Dat is iets wat ik ook een goede gedachte zou vinden. Ik heb ook al aan de streekcommissie gevraagd of het idee van een plattelandsmanager, zoals wij dat in Deventer voorstaan, wellicht niet een goed idee zou zijn om in dat brede kader onder te brengen. In dat opzicht kan ik uw vraag bevestigend beantwoorden.

Mevrouw Schreur: Mijnheer de voorzitter. De wethouder plaatst hier een opmerking, waarbij slechts een beperkt aantal mensen zich iets kan voorstellen. Ik hoop dat zij dit binnenkort in de commissie aan de orde zal stellen, zodat iedereen daarin kan deelnemen.

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. Voorzover ik weet, krijgt iedereen de nieuwsbrieven toegestuurd. Daarin staat het allemaal vermeld. Deze nieuwsbrief wordt niet toevallig aan de commissie RFO toegestuurd. Dit is een manier om eenieder goed op de hoogte te houden. Als er echter de behoefte bestaat daarover in de commissie nader geïnformeerd te worden, ben ik daartoe natuurlijk bereid.

Vervolgens werd gesproken over de efficiency bij SDB en de € 200.000 die extra bij SDB wordt gelaten. De heer Doornebos is hierop zojuist ingegaan. Een en ander zou bijvoorbeeld gefinancierd kunnen worden door zelf deskundigheid in dienst te nemen en minder in te huren. Er werd gevraagd, door naar ik meen de fractie van het CDA, of wij bereid zouden zijn om hier nader naar te kijken. Volgens mij hoef ik aan de opmerkingen van de heer Doornebos weinig meer toe te voegen. De denkrichting wordt ondersteund. In die zin is in mijn beleving positief geantwoord op het verzoek, zoals door de heer Oggel naar voren is gebracht.

Ik ga nu over op het amendement van de fracties van D66 en GroenLinks terzake dezelfde kwestie. In de opvatting van het college is het uitgangspunt zoals dat door GroenLinks en D66 is verwoord, niet de juiste. De tekst van het amendement suggereert wel dat er gekort gaat worden op SDB, in die zin dat het ten koste van het onderhoud zou gaan. Het is nu juist de bedoeling dat door uitbesteding inverdieneffecten ontstaan, waardoor hetzelfde werk met hetzelfde niveau voor minder geld kan worden uitgevoerd. De ambitie van het college op grond van het collegeakkoord, is de raad genoegzaam bekend en staat absoluut niet ter discussie. Juist vanwege deze ambitie is SDB een sector waarop geen nadere bezuinigingen worden voorgesteld die ten koste gaan van de output.

De heer Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Het amendement zegt helemaal niet dat er gekort wordt op SDB. Er staat alleen dat uw voorstel om € 200.000 van de efficiencymaatregel in te boeken als bezuiniging, niet akkoord is.

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. De heer Berkelder spreekt over een tekort op het budget van SDB.

De heer Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Dat is het gevolg van het voorstel van mevrouw Adema.Dit voorstel gaat ervan uit dat de efficiencymaatregel, waarbij de wethouder winst denkt te boeken, vervolgens weer geherinvesteerd kan worden. Bij die te boeken winst kun je zo je twijfels hebben, maar wij gaan er wel van uit, omdat de wethouder hierover op de hoogte is.

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. Ik begrijp de opmerking van de heer Berkelder wel. Juist vanwege het feit dat wij het ook belangrijk vinden dat er goed geïnvesteerd wordt in dit geheel, zit er niet een echte bezuiniging in, in die zin dat er uiteindelijk minder geld beschikbaar is voor de uitvoering. Overeind blijft dat er dezelfde middelen blijven voor de uitvoering. Daar gaat het naar mijn idee om.

De heer Ahne: Dat is knap als u € 200.000 gaat korten.

Wethouder mevrouw Adema: Nee, ik maak duidelijk dat wij de opvatting …

De heer Ahne: U zegt dat er voor de uitvoering evenveel geld beschikbaar is. Toch boeken wij een bedrag van € 200.000 in heroverwegingen.

37

Wethouder mevrouw Adema: Nee. U begrijpt volgens mij heel goed wat ik zeg. Ik maak duidelijk dat op het moment dat wij dit voorstel honoreren, het niet zo is dat dit ten koste zal gaan van de kwaliteit van het onderhoud.

Mevrouw Nijhuis: Dat begrijp ik. Daarom zegt u namelijk dat u het uitbesteedt en dat het hetzelfde resultaat moet opleveren. U investeert er toch wel minder geld in? Heb ik dat goed begrepen?

Wethouder mevrouw Adema: Uiteindelijk wel, ja.

Mevrouw Nijhuis: Akkoord.

Wethouder mevrouw Adema: Misschien heb ik het niet helemaal goed gezegd. Het gaat erom dat het resultaat gelijk moet blijven. In die zin gaat het dus niet ten koste van de output.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Hoe rijmt mevrouw Adema dit met de opmerkingen van vorige maand, dat dit budget met deze uitkomst reëel was? Nu, een maand later, zegt zij dat dezelfde uitkomst kan worden bereikt met € 200.000 minder.

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer Ahne, ik heb vorige maand gerefereerd aan het feit dat dit eraan zat te komen. U heeft er toen zelf naar gevraagd. Er is toen ook gesproken over het feit dat er misschien effecten kunnen worden bereikt op dit gebied. Dat neemt niet weg dat het niveau reëel is gerelateerd. U stelde toen de vraag anders. Het niveau is toen gerelateerd aan het feit dat naar de Deventer situatie is gekeken. U vroeg zich toen af of het wel om een Deventer situatie ging of dat het op algemene cijfers was gebaseerd. Daarop heb ik op dat moment antwoord gegeven.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Schreur vroeg toen aan de wethouder of zij haar uiterste best zou doen om als er extra middelen zouden zijn, die te gaan investeren in de openbare ruimte. Zij geeft nu natuurlijk namens het college dit antwoord, maar zij heeft toen toegezegd dat zij haar uiterste best zou doen, aangezien wij allemaal van een sober niveau naar een basisniveau toe willen.

Wethouder mevrouw Adema: Dat is ook zo.

De heer Ahne: Zij heeft nu de kans om het gereserveerde budget van € 700.000 naar € 900.000 te verhogen en dat is nog lang geen € 1.500.000. Als inhoudelijk wethouder kan zij nu zeggen dat het een fantastisch voorstel is, maar namens het college en de wethouder Financiën heb ik er wat moeite mee. (Hilariteit).

De voorzitter: Hierop hoeft u niet meer te antwoorden, mevrouw Adema; dat heeft de heer Berkelder al gedaan.

Wethouder mevrouw Adema: Inderdaad. Ten aanzien van de dekking het volgende. Hoewel wij het eens zijn met het beginsel, meer zelf en minder inleen, en dat dit een richting is die wij ondersteunen, is € 200.000 extra formatie weliswaar sympathiek, maar om de dekking dan ineens op € 400.000 structureel te zetten is in mijn beleving een slag in de lucht. Ik hoef denk ik niet veel meer toe te voegen aan de woorden die de heer Doornebos daarover heeft gesproken. In die zin zou ik dit amendement willen ontraden.

De fractie van ADB heeft gevraagd naar het indienen van de claim ten aanzien van het middengebied in relatie tot de parlementaire enquête. Wij hebben een brief gekregen van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) met het verzoek of wij daaraan eventueel willen meedoen. Dat is iets dat op dit moment door het college wordt bekeken. Als je daaraan meedoet, moet je daarvoor een goede reden hebben en moet je ook enige kijk hebben op de haalbaarheid van een en ander. Op dit moment hebben wij het ambtelijk weggezet om te bekijken in hoeverre wij daarop positief zouden kunnen antwoorden. Ik zal u hierover op een ander moment moeten berichten. omdat het nog in het college moet worden besproken. Ik ben zeker bereid hierover op een ander tijdstip informatie te verstrekken.

De heer Meijer: Mijnheer de voorzitter! Heeft de wethouder al enig zicht op dat tijdstip?

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. Dat kan voorzover ik het nu kan bezien, in de volgende commissievergadering wel plaatsvinden.

38

De heer Meijer: Prachtig.

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. Ten aanzien van het waterzijdig inregelen – en wie weet niet wat het betekent? – kan ik het volgende zeggen. In het milieuprogramma staat een nader onderzoek aangekondigd over de klimaatscan. Dit houdt in dat de kansen en bedreigingen voor het gemeentelijk klimaat en het energiebeleid op een rij worden gezet. Het onderzoek naar waterzijdig inregelen zou naar mijn opvatting kunnen worden meegenomen in de klimaatscan. In het milieuprogramma staat dat in 2004 op basis van de uitkomsten van die klimaatscan wordt nagegaan hoe de gemeente met behulp van partners, bijvoorbeeld leveranciers en energieproducenten, een aantal punten uit het klimaatbeleid op een vooruitstrevende manier kan uitwerken. Dat is iets waar dit ook ondergebracht zou kunnen worden. Het kan echter niet zo zijn dat, hoewel ik het een sympathiek voorstel vind, elk nieuw idee dat in het land wordt bedacht even ambtelijk kan worden neergezet. U weet ook dat de taakstelling voor milieu, ook bij de heroverwegingen, moet worden teruggedrongen. Wij moeten wel oppassen dat wij geen onmogelijke vraagstukken bij de organisatie gaan neerleggen. Nu wil echter juist het toeval, dat de klimaatscan wordt gemaakt. Daarom is het verantwoord om het op deze manier mee te nemen. Dat neemt niet weg dat ik niet kan toezeggen dat de zaak eind 2003 geregeld kan zijn. Ik zou dat bij de afspraken rond de klimaatscan willen betrekken. In die zin zou ik materieel gezien positief op de motie kunnen reageren, maar qua termijn kan ik niet akkoord gaan.

De heer Meijer: Mijnheer de voorzitter. Daarmee kunnen wij leven.

Mevrouw Lamberts: Mijnheer de voorzitter. Als dit zo is, dat hetgeen voorgesteld wordt zoveel geld oplevert, snap ik niet dat de markt daarop niet inspringt. Een onderzoek is wat mij betreft totaal niet nodig.

De heer Meijer: Mijnheer de voorzitter. De markt heeft er al lang op ingesprongen.

Mevrouw Lamberts: Mijnheer de voorzitter. Dan is een onderzoek niet nodig. Als het qua financiën kan, dan zal het wel gebeuren.

De heer Meijer: Mijnheer de voorzitter. Bekeken kan worden of je het lokaal kunt toepassen hier in de gemeente. Daarvoor is het bedoeld. De techniek bestaat al …

Mevrouw Lamberts: Mijnheer de voorzitter. Ik schat de werkgevers in onze gemeente wel zo goed in, dat zij daar dan toch mee kunnen komen.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Ik begrijp dat loodgieters dit al weten sinds de centrale verwarming is uitgevonden. In de jaren zeventig en tachtig is het voortdurend in de publiciteit geweest in Nederland. Ik denk dan dat wij moeten bekijken wie dit ook kan doen. Het lijkt mij dat je daar dan geen uitgebreid onderzoek over gaat opstarten. Dit kan toch niet de bedoeling zijn?

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. Maar ik zeg toch ook dat ik het meeneem bij de klimaatscan? In die zin is het punt volgens mij gemaakt.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Precies, het lijkt mij een heel goed idee.

De heer Wilms: Mijnheer de voorzitter. Het enthousiasme van de wethouder is treffend. Wij zijn blij met de toezegging en de datum kan worden doorgehaald. Het wordt meegenomen in het milieuonderzoek.

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. D66 sprak over het Milieucentrum. Vanuit de afdeling Milieu zal het initiatief genomen worden tot een startnotitie, om te kijken wat de kansen en de mogelijkheden zijn op het terrein van het Milieucentrum en het belang daarvan in verband met de exploitatie van het Milieucentrum. Op basis daarvan zal moeten worden bekeken op welke manier dit onderwerp verder moet worden opgepakt. Dat neemt overigens niet weg dat ik nu op voorhand al duidelijk wil maken dat ik van mening ben dat er geen regierol voor de gemeente is weggelegd in de zin zoals u dat stelt ten aanzien van het binnenhalen van de financiering. Naar mijn idee staat dit haaks op de lijn zoals wij nu afspraken maken met het Milieucentrum. Daarnaast is het op dit moment nog te vroeg om aan te geven dat de besparing koste wat kost gekoppeld moet worden aan externe financiering. Er staat immers: "bijvoorbeeld door andere partijen". Wellicht zijn ook andere mogelijkheden denkbaar om besparingen te

39

bewerkstelligen. Kortom: ik kan mij voorstellen dat op dit moment nog niet tot de conclusie wordt overgegaan, zoals deze in de motie is verwoord.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Ik dacht ook dat het verwoord was in overleg tussen gemeente en het Milieucentrum.

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. Met de startnotitie geef ik aan dat wij daarin wel een rol hebben. De rol echter, zoals mijnheer Ahne die verwoord, zie ik niet op die manier. Ik vind namelijk ook dat het Milieucentrum zelf daar verantwoordelijkheid in heeft. Daarbij sluit ik aan bij de woorden die de heer Hartong zojuist sprak.

De SP sprak over kostenbesparingen op speelterreinen en deed de suggestie de informele speelplaatsen uit te breiden. Volgens mij hebben wij daarover in de commissie al met elkaar van gedachten gewisseld en toen kwam de PvdA met die suggestie en ook de SP. Ik meen toen een toezegging te hebben gedaan dat het belangrijk is om goed te kijken of die informele speelplekken inderdaad niet uitgebreid zouden kunnen worden. Dit moet echter wel op een evenwichtige manier gebeuren. Het is namelijk niet zo dat elke formele speelplek die je wegneemt automatisch kan leiden tot een goede informele speelplek. Dit moet in samenhang met de buurt worden bekeken. Het is ook niet zo dat daar in die zin een kostenbesparing op te behalen is, maar dat wij vooralsnog met de commissie hebben vastgesteld, dat het vooral belangrijk is dat de toestellen compleet en veilig zijn en dat je meer naar een budgettair neutrale oplossing zou moeten kijken. Een belangrijk deel van de bewoners lijkt dat met de commissie eens te zijn. In dat opzicht zijn wij het niet oneens met de visie op informele speelplekken.

Tot slot reageer ik op de fractie van de ChristenUnie over het onderwerp van ruimtelijke ontwikkelingen. De heer Hiemstra heeft daar in zekere zin al een stuk gras voor de voeten weggemaaid. Ten aanzien van de ruimtelijke visies zeg ik tegen de heer De Vos, zonder te veel in discussieherhalingen te vervallen, dat wij als gemeente een belangrijke opgave hebben qua wonen en werken en dat wij ervoor moeten zorgen dat inwoners van onze gemeente op een goede manier kunnen wonen en werken. Maximaal inbreiden is ook investeren in de stad, evenals goed herstructureren. Dat neemt echter niet weg dat er nog een goede, absolute noodzakelijkheid is om uit te breiden. Bouwen voor de behoefte is naar mijn mening de inzet van het structuurplan. Dat moet op een verantwoorde manier plaatsvinden. In zijn bijdrage maakt de heer De Vos duidelijk dat hij daar anders naar kijkt, in die zin dat zijn kwalificatie voor de ruimtelijke plannen anders is. Ik kan mij geenszins vinden in zijn opvatting. Dat zal hem niet verbazen. Ik vind namelijk dat hij stelt dat het college vanuit een negatieve zin haar ruimtelijke invulling kiest. Dat zie ik totaal anders. Ik vind dat het college uitgaat van een positieve ambitie, waarbij ook rekening wordt gehouden met allerlei belangrijke andere waarden. Ik denk dat wij op de goede weg zijn.

De heer De Vos: Mijnheer de voorzitter. Ik heb alleen willen schetsen de aandacht die de gemeente heeft voor de buitenring en de aandacht die er voor de stad is. Dat er minder aandacht voor de stad is, heeft het Vragenhalfuurtje al bewezen.

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. Volgens mij gaat er ook veel tijd en energie in de herstructurering zitten. Dat vind ik volledig terecht. Volgens mij is het niet zo dat er minder aandacht is voor dergelijke binnenstedelijke plannen ten opzichte van plannen buiten de stad. Die opvatting deel ik dus niet.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Mag ik even interrumperen, zonder negatief te doen over de bijdrage van welke wethouder dan ook? Wij hebben geconstateerd dat deze wethouder 35 minuten aan het woord is geweest. Dat is inclusief allerlei interrupties en leuke gesprekjes. Dat is prima, maar wij hadden de afspraak gemaakt dat ook wethouders zouden proberen zich aan de tijd van acht minuten te houden.

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. Misschien kunnen er minder moties en amendementen in mijn richting komen.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Ik bedoel dat je soms dingen ook heel snel kunt zeggen. Ik geef de wethouders mee om ook te proberen …

De voorzitter: Ik heb het geklokt. Dit heeft precies twintig minuten geduurd.

Mevrouw Nijhuis: Mijnheer de voorzitter. Volgens mij niet. Uw horloge loopt dan anders dan die van ons.

40

De voorzitter: Ik heb de tijd exact opgenomen. Wethouder Adema sprak van 22.35 uur tot 22.55 uur. Verder heb ik het idee dat mevrouw Adema een poging heeft gedaan om concreet te antwoorden, maar dat er ook de nodige interrupties plaatsvinden. Ik stel voor dat de heer Fleskes nu plaatsneemt achter de tafel.

Wethouder Fleskes: Mijnheer de voorzitter. Ik heb een tegenvoorstel. Als ik de zaal rondkijk, lijkt het mij goed om nu te schorsen.

De voorzitter: Vindt dit voorstel sympathie in de zaal? Ik constateer dat er geen tegenstanders zijn van dit voorstel. De vergadering is geschorst tot morgenavond.

Schorsing om 22.55 uur tot dinsdag 27 mei 2003 om 19.34 uur.

41

2003-mei-26-RAADSNOTULEN€¦ · Web viewRAAD VAN DE GEMEENTE DEVENTER VAN MAANDAG 26 MEI 2003....

Documents

Transcript of 2003-mei-26-RAADSNOTULEN€¦ · Web viewRAAD VAN DE GEMEENTE DEVENTER VAN MAANDAG 26 MEI 2003....