2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

16
uitgave van het

description

Zernike College, Groningen, Haren, Zuidlaren. Informatieblad voor ouders van leerlingen die op het Zernike College les krijgen

Transcript of 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

Page 1: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

uitgave van het

Page 2: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

Redactie: Ank Adriaansz, Truus Bakker, Gerrit Douma, Margriet Dral, Jan Hink, Ananja Wieringa en Martin Zoetman

Overige teksten: Leon Douma, Neliemarien de Goede, Harrie Hadders, Paul de Kuyper, Peter Tolsma, Henk de Vries, Peter Wageman en Florian Wolff

Ei ndredactie: Margriet Dral

Fotografie: Dennis Beek, Gerrit Douma en Ellen Lammers

Tekstredactie: Margriet Dral

I

Vormgeving: WOOR~EELD reclame ~ communicatie

lopen dag Helperbrink en Rummerinkhof 4 sportdag onderbouw Helperbrink 7 sportdag jaar I Zuidlaren JO oudercommissie atheneum plus 11 mentorspreekavond atheneum 4, 5 en 6 13 sportdag jaar 2 en 3 Zuidlaren

mentorspreekavond havo 4 en 5 20 spoltdag Rummerinkhof 21 vertrek eerste groep winterspolt 25 vertrek tweede groep winterspOlt

5 profielkeuzeavond atheneum en havo 3 6 profielkeuzeavond atheneum en havo 3 10 excursie Emmen jaar I Zuidlaren

MR-vergadering 12 mentorspreekavond Montessoristroom 17 excursie Emmen jaar I Helperbrink 18 docentenspreekavond Helperbrink,

Rummerinkhof en Zuidlaren 19 docentenspreekavond Helperbrink,

Rummerinkhof en Zuidlaren 22 open dag Hanzehogeschool 26 mentorspreekavond Atheneum plus 27 mentorspreekavond 3bb, 3kb, m4 en v4

2 docentenspreekavond atheneum plus 7 t/m IJ terugkomweek excursies ath. en havo 4 15 MR-vergadering 23 mentorspreekavond ath. 4 en 5 en havo 4 22 t/m 25 cultuurmarathon onderbouw 25 presentatieavond cultuurmaraton

21 t/m 28 februari krokusvakantie 18 t/m 21 april paasvakantie 28 april t/m 6 mei meivakantie 29 t/m 30 mei hemelvaartweekend 9 juni tweede pinksterdag

30 juni t/m 15 augustus zomervakantie

2

Page 3: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

"Atheneum iet is gewoon ook erg leuk voor meisjes"

Sinds het begin van dit te krijgen) en bevlogenheid laat hijschooljaar is er in iedereen doen wat hijZuidlaren een nieuwe wil. Het knappe hierbij stroom: atheneum iet.

Het vakkenaanbod is is dat de voertaal toch breder: vier moderne voornamelijk Frans vreemde talen vanaf blijft. De bel voor de

pauze komt veel te jaar 1, filosofie en cul­vroeg. Wat mij per­tuur. Bij een aantal

vakken kunnen de kin­ soonlijk erg goed doet deren sneller door het is dat een aantalleerlin­programma gaan zodat gen niet alleen de ze de ruimte krijgen docente maar ook de

dichter bedankt voor de om te verdiepen. De computer wordt bij dat leuke les.

En dan moet er nog met alles vaak ingezet als hulpmiddel. Bovendien worden de vakken aangebo­den via een elektronische leeromgeving (Blackboard).

De leerlingen beleven veel plezier aan deze oplei­ding. Toen ik ze dan ook vroeg wat er in elk geval in dit artikel moest komen, antwoordde een leerlinge spontaan: "Atheneum ict is gewoon ook erg leuk voor meisjes".

Hoe ziet een lesdag in atheneum ict er uit? Een bij­zondere vrijdag. Het eerste uur: wiskunde. De leerlingen mogen kie­zen of ze nu een bespreking van hoofdstuk 7 willen of maandag. Gelukkig kiezen ze wat ik verwacht had: maandag. Zo heb ik meer tijd om samen met de "verdiepers" te kijken naar wat ze tot dusverre heb­ben gedaan, terwijl de andere leerlingen aan het werk zijn. Een kwartier voor het einde van de les komt Paulien Timmerman, de docente Frans, langs om bij de klas nog een paar gedichten op te halen voor haar les van het volgende uur. Yves Gaudin, een Franse dichter/rhapsode, verzorgt dan een workshop dichten in het dramalokaal en gebmikt hierbij de gedichten van de leerlingen. De klas geniet: overal glunderende kop­

Monique Prins (docente filosofie) gebeld worden. We gaan een experiment doen: een digitale chat over filosofie. Het enige wat er nog moet gebeuren is inloggen. We gaan het komende uur veel leren over digitaal chatten. Zoals zo vaak komen de problemen uit een andere hoek dan verwacht: technisch is chatten via Blackboard heel gemakkelijk, inhoudelijk ligt het lastiger. Ik maak voor het eerst kennis met iets nieuws: digitaal orde houden. Is het dan zo'n chaos in het lokaal? Nee, het betreft een digitale chaos. Wat is er aan de hand? De leerlingen zijn erg gretig en willen direct in actie komen. Op het moment dat de docente thuis een vraag formuleel1, slaat het on­geduld al toe. Twintig seconden zijn ineens een eeu­wigheid geworden en dus blijven ze typen. Als de serieuze opmerkingen "op zijn", gaat een aantal leerlingen minder serieuze opmerkingen in de chat plaatsen en dit roept op zijn beurt reactie op. Af en toe zelfs verbaal: "Hé ... , waar slaat dit nu op?" Na een minuut of tien leg ik de les even stil en worden er duidelijke afspraken gemaakt. Op iedere stelling mag je slechts één keer als groepje reageren. Ook Monique roept op tot alleen serieuze en gefun­deerde opmerkingen. De aanpak blijkt te werken. Terwijl de klas nog een uur Duits heeft, voordat hun

welverdiend weekend aanbreekt, be­pies. Ze komen helemaal los. Zijn ze in het begin vooral erg verlegen, aan vergadering van 's middags. Een het eind staat er een aantal dichters op rapp0I1vergadering waar ik een erg het toneel die in woord en gebaar een goed gevoel aan over houd; de meeste performance leveren. Yves blijkt een leerlingen presteren prima. boeiend persoon: met zijn talenkennis (hij heeft zelfs de moeite genomen om Peter Wageman, het Nederlands enigszins onder te knie coördinator atheneum ict

--~~-- reid ik me voor op de rappol1­

3

Page 4: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

Griezelen In het Sterrenbos

Dinsdagochtend, de leerlingen van I D van vmbo crea­tief zijn druk bezig om de laatste hand te leggen aan hun visnetjes. Rianka slaat nog snel haar laatste spij­ker in haar visnetje en Robert probeert zijn visnet nog dicht te knopen. Enige paniek; Sani kan het niet meer op tijd klaar krijgen. De hele dag is de klas gespannen en in afwachting van de excursie naar het Sterrenbos. Eindelijk is het half een, iedereen verzamelt zich bij lokaal 8. Daar wachten onderwijsassistent Marcel, toa

(technisch onderwijsassistent) Jeroen en docent Peter de leerlingen al op. Met zijn allen lopen de leerlingen richting Sterrenbos. De materialen hebben ze meegenomen. Het eerste visnetje sneuvelt al onderweg. Ze zijn niet allemaal even sterk gebouwd. Helen, de techniekdocente had een vrije opdracht gegeven om zelf een visnet te ont­wikkelen. Aangekomen bij het Sterrenbos krijgen de leerlingen nog een snelle uitleg van Peter en hierna kunnen ze aan het werk. Ze moeten naar planten en dieren zoeken zowel in het water als op het land. Het is griezelen geblazen, want leerlingen pulken in geval­len boomstammen waarbij er tientallen wormen en insecten vrijkomen. Ook wordt er met de visnetjes in de vijver geschept op zoek naar diertjes en planten. Maruja gaat in haar enthousiasme iets te ver en valt met één been in het water. De leerlingen verzamelen bladeren die ze op school gaan drogen. De natuurbeleving staat bovenaan bij deze excursie. Al met al erg geslaagd. Het is de bedoeling dat we dit project in elk jaarge­tijde gaan draaien zodat we in de herfst, winter, lente en zomer metingen kunnen verrichten in de natuur. Uiteindelijk maken we van de gegevens een verslag. We proberen zoveel mogelijk variatie in het onderwijs aan te brengen. Dat betekent ook dat de leerboeken zo nu en dan worden ingewisseld voor een buiten­opdracht waarbij de leerlingen weer heel andere din­gen leren. Natuurbeleving, sociale vaardigheden, sa­menwerken staan dan centraal. Deze manier van wer­ken sluit goed aan op de leerstijl van de leerlingen die de basisberoepsstroom volgen.

Sportieve Zernikeleerlingen naar Graz

In 2003 is het Oostenrijkse Graz cultuurhoofdstad van Europa. Ter gelegenheid hiervan werd de ge­meente Groningen door de stad Graz uitgenodigd om aan de Internationale Schülerspiele deel te nemen. De spelen worden gehouden van 28 juni tot en met 2 juli 2003. Het Zernike College is als enige Groninger school enthousiast ingegaan op deze uitnodiging. Aan deze "Olympische Spelen voor scholieren" doen zo'n 1500 scholieren in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar uit de hele wereld mee. Deel­name- en verblijfskosten zijn voor rekening van de stad Graz. De gemeente Groningen betaalt de reiskosten.

De begeleiding en organisatie vanuit school is onmiddellijk opgepakt door de sectie lichamelijke opvoeding, onder de enthousiaste leiding van coördinator Fokko Bos. Onze school doet mee aan de onderdelen atletiek (diverse onderdelen, deelname van zes jongens en zes meisjes), beachvolleybal (twee jongens en twee meisjes) en tennis (twee jongens en twee meisjes). Uiteraard reizen er ook coaches mee. Vanaf begin december konden de leerlingen zich voor dit sportieve fenomeen opgeven en bij over­tekening van het aantal deelnemers zullen er zelfs trials worden gehouden, zodat we met een zo sterk mogelijk team aan de start verschijnen. Hopelijk zal een groot aantal leerlingen, natuur­lijk in overleg met hun ouders, besluiten de va­kantie nog een weekje uit te stellen, want we zijn weer vroeg "aan de beurt" dit schoo~aar.

Fokko Bos heeft hier alle vertrouwen in, want eigenlijk is dit ook al een gratis vakantie en een unieke kans om je op sportief gebied te manifes­teren.

4

Page 5: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

Montessori-onderwijs: help mij het zelfte doen

Het onderwijs aan de Montessori-stroom van het Zernike College is gebaseerd op de ideeën van Maria MontessorÎ. Dat was een Italiaanse onderwijshervormster, die leefde van 1870-1952. In de sloppenwijken van Napels ontwikkelde zij een methode voor kleuters die direct aansloeg. Zij liet de kinderen zelfdingen ontdekken en daaruit bleek dat kinderen van nature nieuwsgierig en actiefzijn en zei/op zoek gaan om deze behoeften te bevredigen. Door nauwkeurige observatie kon ze haar kinderen verder helpen als dat nodig was. Toen ze zich in 1936 in Nederland vestigde, kon ze haar ideeën toepassen in het lager en vervolgens in het voortgezet onderwijs. Er zijn inmiddels 150 basisscholen en ongeveer 18 scholen voor voortgezet Montessori-onderwijs met steeds als grondgedachte het natuurlijke groeiproces van het kind. Tijdens haar tweede bezoek aan Nederland in 1952 is ze gestorven, ze ligt begraven in Noordwijk. Ook het Zernike College heeft een Montessori-stroom. Waarom deze stroom? Wat houdt die in en waarin onderscheidt die zich van het reguliere onderwijssysteem?

In het studiehuis en het vervolgonderwijs blijkt dat leerlingen vaak de meeste problemen hebben met zelfstandig werken en leren en zich niet verantwoor­delijk voelen voor hun eigen leerproces. In het Montessori-onderwijs leren zij dit stap voor stap vanaf jaar I. Er wordt gewerkt met takenkaaiten, werkschema's en tempometers (gebundeld in een takenklapper) zo is er inzicht in het leerproces van de leerling en kunnen leerling, ouder en mentor ook direct zien of de leerling op schema loopt. Ruimte om in eigen tempo te kunnen werken is opgenomen in het lesrooster. Zo zijn er zes keuzelessen per week, de leerling kan tijdens deze uren zelf bepalen aan welk vak hij gaat werken. Bijvoorbeeld om een achterstand weg te werken, of om de kennis voor een vak te verdiepen. De mentor bespreekt de VOOlt­gang met de leerling en helpt bij het plannen van de toetsen en keuze-uren. Het is dan ook noodzakelijk om twee mentoren op een klas te hebben. De indruk zou kunnen ontstaan dat de leerlingen

veer hetzelfde niveau hebben of op dezelfde plaats in de stof zijn. Samenwerkend leren dus. Naast het leren van verantwoordelijkheid voor hun studie, wordt er ook veel aandacht besteed aan hun werkhouding en het sociaal functioneren in de groep. De periode van 12 tot 15 jaar is ook een sterke sociale ontwikkelingsperiode. De 'onderlinge afhankelijkheid' en het leren vertrouwen op jezelf is nieuw voor de leerling. Door ze te betrekken bij het organiseren van activiteiten, bijvoorbeeld het schoolkamp of de kerstviering, stimuleren we hen in deze ontwikkeling en begeleiden hen bij het ontdek­ken van hun mogelijkheden. De stof, het eindniveau van de kennis, de methodes en de toetsen zijn identiek of gelijkwaardig aan die van de reguliere afdelingen. Het verschil ligt in het pedagogisch-didactisch klimaat. De docent is bege­leider bij het leerproces van de leerling. Hij kijkt naar wat de leerling nodig heeft en stemt zijn aan­pak daarop af, en niet andersom. Zo mogen de leer­

altijd individueel bezig zijn. Dat is niet zo: zij wer­ lingen toetsen herkansen die ze matig, onvoldoende ken ook klassikaal en in groepjes. Wanneer zij zelf­ of slecht hebben gemaakt. Kortom: 'het kind is de Istandig werken, zitten ze in groepjes van maximaal bouwer van de mens' en wil dus begeleid worden in drie personen. Ze zoeken klasgenoten op die onge- zijn proces met als doel: 'help mij het zelf te doen'. I

5

Page 6: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

De melk van de kook De Van Schendelstraat, reeds dik een jaar het domein van de bovenbouw VMBO van het Zernike. Ondanks wat negatieve geluiden door enkele buitenstaanders vooraf verkondigd, heb­ben de meeste leerlingen het best naar de zin. Gekomen van allerlei verschillende vestigingen zijn ze inmiddels een echte, hechte groep. Niet in het minst dankzij de excursie naar Praag, een week waarin Noorderpoort en Zernike als leerlingen vertrokken en als groep terugkwamen. In een tijd van internationalisering en individualisme wordt een ouder­wetse groepsexcursie sterk onder­schat. Het is alweer een fiks aantal jaren geleden dat ik, met wat toen nog mavo 3 heette, vijf dagen op stap ging in de Ardennen. Nog steeds één van mijn mooiste excursies. Naast Bastogne, kasteel van Bouillon, de grotten van Han, Trier, Luxemburg, de slagvelden van Verdun en een dag survival was de huisvesting een hoogte­punt. Een sober bungalowpark in Virton, zes leerlingen per huisje. Nee, geen docent, het huisje was helemaal hun eigendom. Wat dus betekende dat ze er zelf verant­woordelijk voor waren, inclusief schoonhouden, opruimen enzovoort. En zelf koken. Elk huisje kreeg een x bedrag van ons, hiervan moest bij een supermarkt bood­schappen gedaan worden. Docenten bij de kassa en de kinderen bij de schappen langs, hun maal­tijd samenstellen. Best moeilijk, zoutjes en fris­drank vormden het basisvoedsel, weinig franken resteerden voor een echt voedzame maaltijd. Bij de kassa afrekenen, helaas, te weinig geld. "En ik heb het nog zo goed berekend." Een 'vette' discussie met de caissière, die net zoveel Drents bleek te verstaan als deze leerling Frans. Beiden de handen in het haar, tot met wat gebarentaal duidelijk gemaakt kon worden dat het statiegeld vergeten was. Er moest wat terug, maar wat? "Nee, cola en chips niet, eh toetjes houden we ook, zuurkool blijft, nou, dan maar geen appels." Was boodschappen doen een kunst, het koken bleek nog lastiger. Wat te denken van een huisje

waar men warme melk nodig had voor aardap­pelpuree. Fluitketel pakken, gas aansteken en melk koken. Gevolg: het aanrecht schoonmaken en de puree wat aan de droge kant. Ergens an­ders bleek de gemaakte zuurkool ook al niet lekker. "Moeten er dan nog aardappelen in? Het staat toch anders op het plaatje, kijk maar." Twee dagen later, een aantal meiden

zorgde voor het eten in ruil voor hun huishoudgeld. Natuurlijk is het in zo'n week zoe­ken naar de grenzen. 's Nachts opblijven, prima, maar om 8.00 uur wel fris in de bus voor een excursie. Al snel had vrijwel ieder­een door dat deze formule niet werkte en dus werd besloten om toch maar te slapen. Tja, en de drank. De leerlingen hun huisje, eigen baas, toch op zijn tijd een controleronde van ons. Kastjes doorzoeken en yes, een fles met verdachte inhoud. Een gespierde natuurkunde docent vroeg met zware stem om uitleg. "Water, gewoon water hoor", was het ant­woord, waarop de fles krachtig beet gepakt werd om het droge gras buiten te besproeien. Ruiken in het gras leerde echter snel dat

water hier vertaald kon worden met vocht dat de naam van Groningen hooghoudt. De fles (weer?) gevuld met zuiver leidingwater, de jon­gens beteuterd, maar ze hadden nu wel vers water. Op het terras, een docent dronk een flesje Duvel. "Mag ik ook wat, is dat lekker?" "Jawel hoor, ik heb nog een beetje in het flesje zitten, neem maar." Fles voor de mond, Duvel komt bij deze leerling niet op de lijst met favoriete biermerken. Verhalen te over, een prachtweek. Na vijf dagen was het vroeg vertrekken. De huisjes werden door de beheerder gecontroleerd, alles moest er voor acht uur piekfijn uitzien. Wekkers om vier uur gezet, leerlingen regelden onderling schoonmaakploegen en jawel, alle bungalows werden schoon en in orde bevonden. Een weekje samen baas in eigen huis, het kan. Po­sitief punt bij thuiskomst; moeders kookt het lekkerst van allemaal. "Ha, lekker, zuurkool."

ill/lSIl"lllil': J'imjo!cill Uith(/IJI 6

Page 7: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

"Het verletkn is voltooid verletkn tijd, je moet vooruit kijken" '" ',,· ...... _4-..-·!~_.{"..- ......... (" .. /N.,.II .10. .....,-,'­

.-. Een koude grijze zondagochtend in december. Net buiten Hooghalen, Herinneringscentrum Westerbork. Weinig verkeer, er is ijzel voorspeld. Toch af en toe een auto die daar het spoor over­steekt en even later de parkeerplaats oprijdt. Een strak, indrukwekkend en stijlvol gebouw. Binnen is het warm, er is koffie met koek en cake. We wor­den verwacht. Vandaag is de presentatie van het boekje "Kindertranen" van Nol Wallage.

Nol (1924) was de enige uit het gezin Wallage die de oorlog overleefde. Midden in de oorlog vluchtte hij op een fiets uit kamp Westerbork. Zijn vader was toen al omgebracht in Auschwitz en zijn moe­der, broer en twee zusjes waren op transport gezet naar vernietigingskamp Sobibor. In 1946 schreef hij als leerling van de gemeente­lijke HBS, het latere Zernike College, zijn opstel Kindertranen. Hij vertelt daarin het verhaal van het kleine meisje Marion dat vanuit Westerbork op transport gezet wordt. Pas na zijn dood in 1987 vond zijn vrouw Anneke het. Jarenlang bewaarde hij het opstel in een doos samen met andere oorlogsherinneringen. Aan nie­mand had hij het laten lezen. Hij sprak noch met zijn vrouw, noch met zijn kinderen ooit over de oorlog. Zijn lijfspreuk was: "Het verleden is vol­tooid verleden tijd, je moet vooruit kijken".

De presentatie van vandaag is een besloten, haast intieme aangelegenheid. Er is Hongaarse zigeuner­muziek, droevig, maar ook vitaal en meeslepend. De ernst en de lach gaan hand in hand. Vrienden en familie van mevrouw Wallage zijn uitgenodigd en een kleine delegatie van het Zernike College. Dirk Mulder, directeur van het herinnerings­centrum opent en Jan Regtien krijgt het woord. Als voorzitter van de Stichting Een Joodse Erfenis biedt hij het eerste exemplaar van de uitgave "Kindertranen" aan Anneke Wallage aan. Een "subtiel verhaal dat de essentie van de holocaust weergeeft" en dat allen die het lazen zeer ont­roerde. Vandaar ook dat dit boekje bestemd is voor een selecte groep mensen die het willen koesteren als een kleinood. In haar dankwoord veltelt mevrouw Wallage dat zij heel lang geaarzeld heeft of ze dit verhaal van haar man, dat hij zelfs niet aan zijn eigen gezin had

-laten lezen, wel in de openbaarheid mocht brengen. Maar nu weet ze zeker "ja, het is goed". Daarop overhandigt zij zowel Dirk Mulder van het herinneringscentrum als Dirk Dijkstra van het Zernike College een exemplaar van "Kindeltranen". Vanaf vandaag is het boekje te koop voor bezoekers van het Herinneringscentrum. Het Zernike College heeft 350 exemplaren gekocht om rond 4 mei dit opstel te behandelen in de lessen Nederlands. "Want," zoals rector Dirk Dijkstra opmerkte "om het heden te begrijpen moet je het verleden bestuderen." Speciaal voor deze gelegenheid hebben de leerlin­gen van de masterclass poëzie van Willem Jan van Wijk het opstel al mogen lezen. Ze waren erg onder de indruk en hebben er gedichten over gemaakt. Joost van den Berg draagt het werk van Florian Wolffvoor:

jij dapper kleine winterkoning voor jouw scenario bestaat geen filmmuziek noch een letter op papier

en wat moet de wind lieflijk langs je wangen hebben gegleden wat moet de geur van een lentedag genadeloos jouw binnenste hebben bekeerd noch een uitgesproken woord

daar waar vrede slaapt, mijn klein I·vitte winterhelïnelijn, wandel jij door dromen ongenaakbaar bela'abbel jij bergen van angst en keljjij je naam diep in het gevreesd gezicht van de vergetelheid

jij uitgeschreven componist jij held van kindertranen bezongen zij jouw lied

"Prachtig", schreef Jacques Wallage, burgemeester van Groningen en neef van Nol, die ook bij de bij­eenkomst was voor in het dichtbundeltje. Hij ver­woordde daarmee wat veel aanwezigen voelden.

7

Page 8: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

gra

a

a

8

Page 9: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

Véel bedrijvigheid aan de ltán Schendeistraat

Aan de Van Schendeistraat zijn nu de leerlingen van jaar 3 en 4 van de beroepsgerichte afdelin­gen van het vmbo gehuisvest. Ook de leerlingen van de theoretische leelweg jaar 4 volgen daar hun lessen en volgend jaar komen daar de leer­lingen van jaar 3 bij. Hier kunnen zij zich voor­bereiden op het middelbaar beroepsonderwijs of, als zij de theoretische leerweg volgen, op het havo. Dankzij de samenwerking met het Noorderpoortcollege kunnen zij daar niet alleen grafimedia doen, maar ook handel en verkoop, handel en administratie, horeca toerisme en voeding en transport en logistiek. Binnen het vmbo zijn er vier leerwegen: de theoretische, de gemengde, de kaderberoepsgerichte en de basisberoepsgerichte. Een leerweg is de route die de leerling volgt na de basisvorming (jaar 1 en 2) naar het middelbaar beroepsonderwijs of het havo. Zo kan hij de leerstijl kiezen die het best bij hem past. Een leerling die vooral prak­tisch en beroepsgericht bezig wil zijn, kan dan voor de beroepsgerichte leelweg kiezen, telwijl iemand die juist goed gedijt bij een afwisseling tussen theorie en praktijk beter de gemengde leerweg kan volgen. De verschillende afdelingen aan de Van Schendeistraat bootsen het bedrijfsleven zoveel mogelijk na. Er is dan ook veel te zien, te bele­ven en soms ook te miken. Een foto-impressie.

1

9

Page 10: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

Master Vaag. Onder jongeren, inclusief mijzelf, is dit korte woordje ongekend populair om dingen aan te ge­ven die ze niet begrijpen of die in hun ogen niet duidelijk zijn. Toen ik me zo in de loop van de vierde klas (serieus) ging verdiepen in een vervolg­opleiding vond ik studeren en de universiteit maar iets vaags. Het leek me een vorm van leren waarbij veel nieuwe en moeilijke woorden een rol zouden spelen. Propedeuse, colleges volgen en doctorandus zijn een paar van die vage benamingen die bij een studie zouden komen kijken. Al snel blijkt echter dat deze terminologie best meevalt. Duidelijk vind ik studeren alleen nog steeds niet. Als je net door hebt dat de propedeuse het eerste jaar van je studie inhoudt en dat docto­randus de titel is die je krijgt als je de studie met succes hebt afgesloten, zorgt de regering voor nieuwe verwarring. Den Haag heeft namelijk vorig

jaar besloten om over te gaan op een Bachelor­Master (BaMa) structuur voor het hoger onderwijs. Na drie jaar studeren kan je je bachelordiploma halen en er voor kiezen om nog één of twee jaar verder te studeren om ook de mastergraad te beha­len. Per september 2002 zijn de meeste opleidingen overgegaan op de BaMa; andere studies (waaronder die van de Letterenfaculteit aan de RuG) volgen in september 2003. Belangrijkste voordeel van deze structuur zou de betere aansluiting op buitenlandse opleidingen (die ook de BaMa structuur gebruiken) zijn. Duidelijkheid schept het nieuwe systeem ech­ter niet. Het studieprogramma van enkele opleidin­gen staat nog niet vast en uit onderzoek blijkt dat de studenten slecht geïnformeerd zijn over de in­voering van de BaMa structuur. Ook ik weet nog niet wat me de komende jaren te wachten staat. Voorlopig is het onduidelijk. Onder­tussen heb ik echter wel een ander voordeel van de BaMa ontdekt. Het is immers toch een stuk cooler om je na vijf jaar studie, in plaats van het vage doctorandus, master te kunnen noemen.

Leren 'In de Zuidlaarder bol'

Koekjes bakken onder de Engelse les en daarbij aandacht besteden aan hoe recepten in het Engels zijn geschreven. Bij beeldende vorming bezig zijn met kerstversiering en bij nask leren hoe je een recept omrekent van t1vee naar acht ofmeer perso­nen. Samen een zelfgekookt dinertje opeten en daarna nog praten bij geschiedenis over de tegenstelling overvloed en gebrek aan eten. Wordt dit gedaan op het Zernike College in Zuid­laren?

Jazeker, en wel op de dit cursusjaar gestarte stroom vmbo-bb-creatief, tijdens de eerste thema-doe-week. De bedoeling is dat de leerlingen leren vanuit het bezig zijn met een centraal thema. De inhouden van alle lessen worden zoveel moge­lijk gekozen vanuit dit thema. Als eerste thema heeft het team vmbo-creatief gekozen voor het "eten" en de week heeft als toepasselijke titel mee­gehegen: "In de Zuidlaarder bol".

Waarom organiseren we een week als deze? Uiter­aard niet alleen om de leerlingen een extra prettige week te bezorgen. Hoewel ook zeker niet onbe­langrijk. Het organiseren van een dergelijke week is ontstaan vanuit een aantal onderwijskundige ideeën: het leggen van verbanden tussen vakken, het direct toepassen van theorie in de praktijk en het bevorderen van samenwerking en een goede sfeer in de groep.

In december hadden we dus de eerste thema-doe­week. De tweede week is in maart en die hijgt een meer technische invulling. In dit thema zullen za­ken aan de orde komen als reparatie van fietsen, aspecten van de handel in fietsen en aanvelwante zaken. De werktitel is al wel bekend namelijk "Keldertje van eldertje", genoemd naar de vroe­gere fietsenzaak van onze kantinebeheerder de heer Helder.

10\

Page 11: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

Blackboard 24/7

e ." ril ~ bi"i!'!'HI~ 1·, i! ...'E

h@ it .• 1. 1 ~

.:g.;jij.~ *,.; dHM f!' J5!.""w,,B,,+

,f .M

w+ w: ~

"i.,M!~

--==-.J.-,,---:!.:! J

Wat zou het mooi zijn als leerlingen de technische mogelijkheid zouden hebben de school 24 uur per dag, zeven dagen per week te bereiken. Met Blackbaard hebben we in ieder geval het gereedschap om die droom te verwezenlijken. Blackbaard is een elektronische leeromgeving, een omgeving die de school via de computer in tijd en plaats vergroot. Ook nadat de school haar deuren gesloten heeft, is de elektronische leeromgeving voor leerlingen, ouders en docenten bereikbaar. De voordelen voor studie en organisatie zijn groot; het maakt het leren tijd- en plaatsonaJhankelijk.

Website ,o;.~'. Lesmateriaal Blackboard is bereikbaar via het internet. ~ _,"_... __ Alle soorten bestanden kunnen binnen Via een inlognaam en wachtwoord hebben ii ..._.~~ ..,' .. Blackboard geplaatst worden. Van Word­leerlingen toegang tot de lessen waarvoor == I.' bestanden tot en met filmpjes. Veel mate­I1

zij staan ingeschreven. Nadat de leerling .~, ;:.~., .' . riaal maken de docenten zelf. heeft ingelogd kiest hij voor het gewenste . ". -_._ ''--- Naast het vervaardigen van materiaal is

vak. Daarna heeft hij toegang tot alle materialen, het mogelijk om andere websites via Blackboard opdrachten, werkschema's en alle andere zaken die door te linken. Zo kun je bijvoorbeeld binnen de de docent voor zijn leerlingen heeft 'klaargezet'. leeromgeving van biologie worden doorgelinkt

naar een enorme databank met microscopische Onderdelen plaatjes. Leerlingen worden op deze manier gericht Blackboard kent per course drie groepen van onder­ gestuurd. delen (zie afbeelding). Ook simulaties zijn te plaatsen. Er kan extra oefen­De eerste drie knoppen hebben te maken met de materiaal beschikbaar gesteld worden en er is een organisatie van het leren, de knoppen 'course toetsafdeling om te meten of de leerlingen al klaar documents' en 'assignments' met de leerstof zelf, zijn voor een eindtoets. De mogelijkheden worden en de andere knoppen zijn communicatie­ vaak alleen beperkt door het voorstellingsvermo­onderdelen. gen van de gebruikers. Via deze knoppen kunnen leerlingen hun opdrach­ Ook zit er in elke course een 'virtual classroom' , ten uitvoeren, materialen inleveren, met elkaar en een van het internet afgeschermde chatomgeving, de docent chatten of onderling materialen waar de leerlingen onderling maar ook met uitwisselen. :......~ ....~.~;;;;;;~. de docent na schooltijd kunnen overleg­~ ... :~~:~~.~Een bijzonder onderdeel van Blackboard :_:.~~l. CfiJOhn : gen. ~p dde avond vdoor een toet~ geblruikenis de dropbox, een elektronisch postvakje. sommIge ocenten eze omgeVll1g a s :.Zowel leerlingen als docenten hebben de .. digitaal vragenuurtje. beschikking over zo'n postvakje waar het n·:i.~~~è'J~~Ff,u,~>~l"'!ï. ..ÏIII__, ",II"B1. Het ontwikkelen en samenstellen van

lesmateriaal kan worden bewaard om het j:;:.;:?~,:"",::::.;.:.:"'-'--"-"" J digitaal lesmateriaal is een uiterst tijdro­thuis te kunnen afmaken. Het inleveren vend karwei. Uitgevers volgen deze ont­van het werkstuk in het postvakje van de docent is wikkeling op de voet en zullen in de toekomst hun daarna een kwestie van een druk op de knop. materialen daaraan aanpassen. Wanneer uitgevers Werkschema's, toetsafspraken, mededelingen en kant en klaar materiaal kunnen bieden om de leer­toetsuitslagen kunnen via Blackboard aan leerlin­ omgevingen te vullen zal er echt sprake zijn van gen worden medegedeeld. een goed geoutilleerde omgeving waar leerlingen Op Blackboard kan de docent verschillende soorten op maat leren. Tot die tijd doen we het met enthou­lesmateriaal voor de leerlingen klaar zetten. De siaste docenten die veel tijd en energie besteden docent kan remediërend materiaal aanbieden, aan een ontwikkeling die zij in het belang van de verdiepingsmateriaal of materiaal gericht op ver­ leerling achten. schillende leerstijlen. De leerlingen kiezen daar zelf uit; het maakt ze voor een deel verantwoordelijk Henk de Vries, coördinator laptopklas voor hun eigen leerproces en zorgt ervoor dat de docent een veel meer begeleidende, stimulerende

/

functie krijgt. Mocht u vragen hebben dan kunt u mij via [email protected] bereiken. Blackboard van de school is - indien u beschikt over een geldige inlognaam en wachtwoord - bereikbaar via: III

/

elo l';vo.rug.nl (zonder www). I I

Page 12: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

'Daar vraagje me wat' conciërgeBouke Sluiter

Hoe benje conciërge geworden? Mijn overbuurman was conciërge op de basis­school en die kreeg op een kwade dag een hartin­farct en overleed nog diezelfde dag. Ik kreeg toen het beheer over de sleutels van het gebouwen het gymlokaal. Na een poosje vroeg de burgemeester mij of ik de volledige baan wilde overnemen. Ik werkte toen in de bouwen kon op school meer ver­dienen, dus ik maakte de overstap. En op I mei 1977 ben ik op dit gebouw gekomen, toen nog de mavo van Zuidlaren.

Wat is er in de loop van de jaren veranderd? Vroeger werkte hier alleen nog een schoonmaker als OOP'er (onderwijsondersteunend personeel), verder had ik het rijk voor mij alleen. Ik stencilde, zette koffie, verkocht cola en soep en liep met mijn map door school om te kijken of alle leerlingen aanwezig waren. u zijn we hier met zeven OOP'ers en er is vaak aanloop van andere gebou­wen. Eerlijk gezegd bevalt me dat wel. Ik doe nu voornamelijk nog administratieve werk­zaamheden (boeken, buitenschoolse activi­teiten, enzovoort).

De school wordt in een dorp voor meer doeleinden gebruikt. Wat gebeurt er nog meer? De meest uiteenlopende cursussen worden hier georganiseerd. Op donderdag dansen hier de plattelandsvrouwen, een keer per jaar houdt de brandweer een wedstrijd, er zijn wedstrijden jeugdschaken en verschil­lende buurtverenigingen houden hier hun vergaderingen. Ook zijn er computerlessen voor leraren van het basisondelwijs.

Er is verschillende keren 's nachts alarm geweest in het gebouw. Heb je toen wel eens leuke, spannende dingen meege­maakt? Jazeker, op een nacht hebben ze onze soep­pan leeggegoten in een plastic zak en mee­genomen, evenals een radio. De daders zijn een paar dagen later gepakt. De radio werd teruggevonden, de soep hadden ze opgege­ten. Ik heb ook een keer een inbreker ge­

\ pakt en overgedragen aan de politie. Hij had zich verstopt achter de bar, terwijl de

\ koffie stond te pruttelen. Dat was wel grap­pig. En heb ik nog een tweetal keren de

achtervolging ingezet op de fiets, maar helaas ben ik ze kwijtgeraakt bij de Brillevijver.

Hoelang mogen we op het Zernike nog van jouw werkzaamheden genieten? Ik had al mogen stoppen, maar ik vind het nog veel te gezellig om te werken. Als mijn gezond­heid het toelaat wil ik tot mijn 65-ste doorgaan. Ik heb een dag vrij in de week en op dinsdagmiddag neem ik overuren op, zodat ik op het moment drie en een halve dag per week werk.

Tot slot nog een vraag: wat ga je doen alsje stopt met I·verken? Sinds een aantal jaren kegelen mijn vrouwen ik. Daar gaat vrij veel tijd inzitten. We kegelen wed­strijden en het komt nogal eens voor dat we een eind moeten reizen. Reuze gezellig. Verder verbouw ik veel groente in de moestuin rondom huis en in de kas, dus ik hoef me zeker niet te vervelen.

12

Page 13: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

Focus, overzicht en energie

In de vorige Zernike Zaken heeft ti een artikel over het vak drama kunnen lezen. Maar hoe gaat het in de klas toe? We woonden een dramales blj van Charlotte Post op de Rummerinkhof Een ver­slag.

"Toneelspelen is niets anders dan doen alsof je er zelf in ge­looft" is een uitspraak van een van de grote namen in de Neder­landse toneelwereld, Ton Lutz.

Dat klinkt simpel, misschien is het dat ook. We bezoeken de eerste dramales in het nieuwe trimester van klas 1E. Om geconcentreerd te raken begint de klas met een opwarming: de leerlingen staan in een kring en onder het noe­men van een naam wordt een tennisbal aangegooid en elders door de aangesprokene gevan­gen. Hierbij worden drie wezenlijke begrippen, die als een rode draad door de les lopen, aange­leerd en toegepast: focus (kijk naar degene naar wie je gooit), overzicht (houd ook de anderen

in de gaten), energie (reactie van de vanger). Vervolgens legt Charlotte de spelregels uit: je bent stil tijdens het spelen, je helpt elkaar, je le­vert opbouwende kritiek (iets kan beter maar niets is fout) en je mag lachen als het grappig is. Al discussiërend komen we op het waarom van drama: zaken als het aanleren van sociale vaardig­heid, het presenteren voor pu­bliek, het tonen van emoties en samenwerken worden besproken. Er wordt een stukje geïmprovi­seerd en we doen aan associatie; de kring rond en vragen: "Waar denkje aan bij ..?" Zo gaan we

van 'muur' tot 'koekenpan' en 'voetbal'. Langzamerhand komen we toe aan spel en dat gebeurt non-ver­baal, door een tableau vivant. Een leerling beeldt een emotie of handeling uit, een ander reageert met een tegengestelde handeling, waardoor een verhaal ontstaat. De spelers dienen daarbij te let­ten op fysiek en mimiek, een goede ruimteverdeling en het spelen op niveaus (staand, zit­

'I tot 20'. Een leerling zegt 1, zonder af te spreken en niet tegelijk met een ander zegt een willekeurige andere leerling 2 en zo door tot 20. De eerste keer komen we niet verder dan 3 ... We eindigen met een evaluatie van de eerste les. CharJotte vraagt naar de opgedane erva­ringen en het verwachtingspa­troon van haar leerlingen. De meesten gingen er van uit dat ze direct zouden spelen. Maar voordat we als Ton Lutz kun­nen doen alsof is het toch raad­zaam nog een aantal lessen van CharJotte te volgen.

/

tend, liggend). Dit alles naar het publiek toe gericht. Het begrip toneelbeeld wordt daarbij herhaaldelijk genoemd: "Wat ziet het publiek?" Ten slotte worden in de kring alvast wat opwarmoefeningen voor de volgende lessen geoe­fend: eerst wordt er onder de nodige hilariteit 'gewoesjt' om met elkaar energie te krijgen (vraag uw kind er thuis eens naar en doe het!) en we spelen

13

Page 14: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

Werken naast school

Er zij'n heel wat leerlingen die buiten schooltijd werken. Uitstekend. De vraag is: waar ligt de prioriteit? En ook: waarom werken ze eigenlij'k? Twee van hen vroegen we naar hun motieven en ervaringen.

Maaike Blauw (5 havo) begon in mei 2002 te werken als caissière bij Albert Heijn. De reden was de overstap van vwo naar havo, waardoor een aantal onderdelen zoals praktische opdrachten, Culturele en Kunstzinnige Vorming 1, literatuur en maatschappijleer afgerond bleken te zijn en ze meer tijd tot haar beschikking had. Ook de ver­diensten waren welkom. Door te gaan werken is er een aantal nieuwe as­pecten aan haar leven toegevoegd. Zo is ze zich bewuster geworden van de (loopbaan)keuzes die mensen kunnen maken. Ze kijkt bijvoorbeeld met een heel andere blik naar haar docenten. "Die zit­ten al hun hele leven op school! Best vreemd om je dat te realiseren." Ook geeft het werken haar de gewaarwording dat ze deel uitmaakt van de maatschappij. Wat ze doet, doet er toe, ze is een nuttig deel van een groter geheel. Maaike weet school en werk heel goed te combi­neren: het school- en werkrooster stemt ze zoda­nig op elkaar af dat ze voldoende ruimte heeft tussen de laatste les en de aanvang van haar werk.

Jelske Peterson uit 6 vwo werkt al iets langer, bijna anderhalf jaar. Haar reden om te werken was vooral een financiële. Naast oppassen, wat ze niet echt als werk be­schouwt, werkt ze in een broodjeshuis in Gronin­gen. Ze vindt het daar erg prettig. Er hangt een goede sfeer, de samenwerking is goed: " ... het is gezellig om daar te zijn". Medewerker zijn binnen een bedrijf betekent voor haar saamhorigheid, een 'wij'-gevoel. Met haar zus is ze overgebleven van een groep van 15 men­sen en draagt ze een aardige verantwoordelijkheid op haar schouders. In zekere zin voegt het iets toe aan haar gevoel van eigenwaarde. Haar werk is goed te combineren met school. Net als Maaike werkt ze alleen op donderdag en zater­dag. Wel is het een uitdaging voor haar om goed te plannen; essentieel in een eindexamenjaar.

Werken naast school kan dus heel goed gaan. Juist het tweede-faseonderwijs geeft hier ruimte voor. Voorwaarde is wel dat de leerlingen goed gebruik maken van de (studie)mogelijkheden die de school biedt en dat ze de planning goed in de gaten houden.

Vier dagen kunst, cultuur en sport Ook dit jaar is er weer een Cultuurmarathon. Van dinsdag 22 april tot en met vrijdag 25 apri l. We bieden deze vier dagen al onze 1400 onderbouwleerlingen ruim 120 workshops en activi­teiten aan. Leerlingen maken zo kennis met verschillende vormen van kunst en cultuur. Dans, theater, film, grime maar ook een be­zoek aan het Gasuniegebouw, een dagje Amsterdam of een paar dagen Schiermonnikoog. Ook op sportgebied is er veel te beleven: mountainbiken, pitch & putt, mini-survival, klimmen,

enzovoort. Binnenkort krijgt uw kind het culturele keuze­boekje. In het boekje zit een brief waarin staat hoe de op­gave voor de workshops werkt. We zijn ontzettend blij dat we naast een aantal professionele workshopleiders ook een groot aantal docenten en ouders be­reid hebben gevonden een of meer workshops te verzorgen. Het sluitstuk van de week is de presentatieavond, dit keer op de Rummerinkhof. U bent daar­bij van harte uitgenodigd. Noteer alvast 25 april in uw agenda.

14

Page 15: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003

~.._-............­

Wij" van de ZEBB-Commissie vonden het nodig om de len en ook niet voor ongelukken met personen. Het ouders van de leerlingen op het Zernike, en dan met is hetzelfde als gewoon naar de kroeg gaan, maar name de ouders van de bovenbouwleerlingen, voor te dan met mensen van school. Als u uw zoon of doch­lichten over het ZEBB. ter toestemming geeft om naar zo'n feest te gaan,

draagt u de verantwoordelijkheid als ouder. Natuurlijk

15

Een ZEBB-feest (Zernike BovenBouw) is een feest dat wordt georganiseerd door een groepje leerlingen dat zelf in de bovenbouw van het Zernike College zit. Als commissie huren wij een zaal af, in bijvoorbeeld 'Huize Maas' of 'de Troubadour'. Ook organiseren wij de security op een feest (als dit niet bij het afhuren van de zaal inbegrepen zit), regelen een DJ en apparatuur, zorgen voor reclame voor het feest en drukken en verkopen de kaartjes. Wij organiseren het dus, meer niet. Op het moment zitten de volgende leerlingen in deze commissie: Carlien Hadderingh (5 atheneum), Eva Wieselmann (6 atheneum), Jorrit-Jan van der Veen (4 havo), Leon Douwma (5 havo), Leon van der Wijk (5 havo) en Tom Voorneveld (5 havo).

Een ZEBB-feest is een besloten feest dat alleen maar bedoeld is voor de bovenbouwleerlingen van het Zernike College. Wel mogen de leerlingen een introducé meenemen, mits zij het kaartje voor hun introducé van tevoren kopen. Natuurlijk komen er ook geregeld ongenode gasten op het feest, maar zolang deze mensen geen onrust stoken, vormen zij geen ernstig probleem.

Nu eventjes een belangrijk punt: de verantwoorde­lijkheid. De school en de commissie zijn niet aan­sprakelijk voor het verlies of beschadiging van spul­

... willen wij het feest zo leuk en gezellig mogelijk maken, en daarbij speelt vei­ligheid een grote rol. Gelukkig gebeurt er bijna nooit wat en is het nog nooit uit de hand gelopen.

Het volgende ZEBB-Feest staat gepland voor vrijdag 24 januari. Het feest begint

om 21.00 uur en eindigt om 03.00 uur en het wordt gehouden in 'Huize Maas' aan de Vismarkt in Gronin­gen. Dit wordt een speciaal feest, want voor het vak CKV gaan er heel wat mensen optreden met een band of ze gaan breakdancen. Wij hebben een paar regels bedacht om de veiligheid en het soepel verlopen van het feest meer te kunnen garanderen.

1) Alle Zernikeleerlingen die naar het feest gaan moeten legitimatie en hun Zernike Collegepas meenemen.

2) De leerlingen die gaan optreden worden ge­acht om 21.00 uur aanwezig te zijn.

3) Er mag een introducé meegenomen worden, maar dan moet het kaartje van tevoren ge­kocht worden voor die persoon.

Ik hoop u als ouder zo voldoende te hebben geïnfor­meerd over de activiteiten van de ZEBB-Commissie en de ZEBB-Feesten. De volgende keer zal ik ook ze­ker weer schrijven voor dit blad om u goed op de hoogte te houden.

Leon Douwma, havo 5

Page 16: 2003-0101 -2- Zernike College jaar 05 2002-2003