2005-06-mei RAADSNOTULEN · Web viewVERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE...

107
VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEVENTER VAN MAANDAG 30 MEI 2005. Aanwezig: M.J. Ahne, O. Arslan, mevrouw G. Brouwer-Knol, mevrouw C.M. ten Bulte- Herrebrugh, mevrouw H. van Dijk-Scholten, M.W.H. Elferink, A. Emens, R.S. de Geest, J. Goejer, mevrouw E.G. Grijsen, L.W.G. Hartong, mevrouw M.J.G. de Jager-Stegeman, H.G. Jansen, W. de Jong, A.M. Koot, A.J. Krabbendam, mevrouw J. Lamberts-Grotenhuis, mevrouw G. Lutje Hulsik, mevrouw A.G.J. van den Nieuwboer, M.H. Nijboer, mevrouw K.J.J. Obdeijn, mevrouw W.J.M. van der Ouderaa, J. Oggel, mevrouw M. van Ommen, J.P.H.M. Pierey, T.R. Poppens, B. Rolloos, J.C.M. Schaap, mevrouw I. Sipman-Jansen, mevrouw A. Spa, T.W. Stegink, mevrouw G. Tomruk-Kisi, C.J. Verhaar, Y. Yabas, M. Yazici, C. Yildirim, mevrouw A. Zandstra-Keijl. Voorzitter: drs. J. van Lidth de Jeude, burgemeester Griffier: drs. A.G.M. Dashorst. Afwezig: - Aanwezige wethouders: Mevrouw I.R. Adema, G.A.J. Berkelder, B.J. Doornebos, J.J.T. Fleskes en G. Hiemstra. 1. Opening en mededelingen. De voorzitter: Dames en heren, ik open deze vergadering van uw raad. Er zijn geen berichten van verhindering. Er zijn ook geen andere mededelingen. 2. Vaststelling agenda. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stelt de raad de agenda ongewijzigd vast. 3. Vragenhalfuur. De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Vorige week hebben de raadsleden en de pers een persbericht ontvangen, waarin bekend werd gemaakt dat het college 100 bedrijven en instellingen een premie geeft omdat zij zich als eerste hebben aangesloten op het Deventer glasvezelnet. Dit persbericht bevreemdde mijn fractie. Immers, in alle plannen rondom het glasvezelnetwerk is niet over een dergelijke investering gesproken. Nog niet zo lang geleden is door het college bekend gemaakt dat het Deventer glasvezelnet Deventer € 3,5 miljoen oplevert. Na bestudering bleek dat het de bedrijven en instellingen een besparing oplevert van € 3,5 miljoen. Nu blijkt dat wij € 150.000 moeten uitgeven om zo'n besparing voor die bedrijven te realiseren. Wij hebben hierover een paar vragen:

Transcript of 2005-06-mei RAADSNOTULEN · Web viewVERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE...

VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADVAN DE GEMEENTE DEVENTER VAN MAANDAG 30 MEI 2005.

Aanwezig:M.J. Ahne, O. Arslan, mevrouw G. Brouwer-Knol, mevrouw C.M. ten Bulte-Herrebrugh, mevrouw H. van Dijk-Scholten, M.W.H. Elferink, A. Emens, R.S. de Geest, J. Goejer, mevrouw E.G. Grijsen, L.W.G. Hartong, mevrouw M.J.G. de Jager-Stegeman, H.G. Jansen, W. de Jong, A.M. Koot, A.J. Krabbendam, mevrouw J. Lamberts-Grotenhuis, mevrouw G. Lutje Hulsik, mevrouw A.G.J. van den Nieuwboer, M.H. Nijboer, mevrouw K.J.J. Obdeijn, mevrouw W.J.M. van der Ouderaa, J. Oggel, mevrouw M. van Ommen, J.P.H.M. Pierey, T.R. Poppens, B. Rolloos, J.C.M. Schaap, mevrouw I. Sipman-Jansen, mevrouw A. Spa, T.W. Stegink, mevrouw G. Tomruk-Kisi, C.J. Verhaar, Y. Yabas, M. Yazici, C. Yildirim, mevrouw A. Zandstra-Keijl.

Voorzitter: drs. J. van Lidth de Jeude, burgemeesterGriffier: drs. A.G.M. Dashorst.

Afwezig: -

Aanwezige wethouders: Mevrouw I.R. Adema, G.A.J. Berkelder, B.J. Doornebos, J.J.T. Fleskes en G. Hiemstra.

1. Opening en mededelingen.

De voorzitter: Dames en heren, ik open deze vergadering van uw raad.Er zijn geen berichten van verhindering. Er zijn ook geen andere mededelingen.

2. Vaststelling agenda.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stelt de raad de agenda ongewijzigd vast.

3. Vragenhalfuur.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Vorige week hebben de raadsleden en de pers een persbericht ontvangen, waarin bekend werd gemaakt dat het college 100 bedrijven en instellingen een premie geeft omdat zij zich als eerste hebben aangesloten op het Deventer glasvezelnet. Dit persbericht bevreemdde mijn fractie. Immers, in alle plannen rondom het glasvezelnetwerk is niet over een dergelijke investering gesproken. Nog niet zo lang geleden is door het college bekend gemaakt dat het Deventer glasvezelnet Deventer € 3,5 miljoen oplevert. Na bestudering bleek dat het de bedrijven en instellingen een besparing oplevert van € 3,5 miljoen. Nu blijkt dat wij € 150.000 moeten uitgeven om zo'n besparing voor die bedrijven te realiseren. Wij hebben hierover een paar vragen:- Waarom heeft het college besloten bedrijven en instellingen een premie te geven, terwijl de voordelen

voor diezelfde bedrijven en instellingen zo groot zijn?- Waarom heeft het college bij het bekendmaken aan de raad van de samenwerkingsplannen voor het

Deventer glasvezelnet – samenwerking Essent, KPN en voor een deel de gemeente – verzuimd die investering vanuit de gemeente te melden? Waarom is het besluit dat het college vlak voor de kerst hierover heeft genomen niet ter kennis van de raad gebracht?

- Is het een onterechte schatting dat 50% van de bedrijven en instellingen die als eerste zijn overgegaan naar een glasvezelaansluiting, die aansluiting al hadden en dat die bedrijven en instellingen grote voordelen hebben ten opzichte van de kosten die men al had voordat ze bij het Deventer glasvezelnet terecht konden?

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. In het kader van het GSB (grotestedenbeleid) is door het ministerie van Economische Zaken een tweetal bedragen toegekend aan Deventer voor de ontwikkeling van breedband en de realisatie van aansluitingen voor bedrijven en instellingen. Oorspronkelijk was het de gedachte dat de GSB-gelden zouden worden besteed aan fysieke aansluitingen, met name die van de GSB-2, maar toen wij met Essent en KPN tot een akkoord waren gekomen over het open partnership Deventer glasnetwerk, met als startdoelstelling de werving van 200 aansluitingen, en wij zelf die aansluitingen niet meer gingen realiseren, is gekeken hoe wij die doelstelling het beste zouden kunnen realiseren. Die doelstelling is door de raad geaccordeerd.

De beperking van de besteding van de GSB-2-middelen is dat deze alleen mogen worden besteed aan de aansluitkosten en niet aan projectkosten of andere zaken. Anders gaan de middelen verloren. Het college heeft daarom besloten een vraagbundelingsstimulering van € 1500 per aansluiting te geven aan 100 bedrijven. Dat moest voor 1 januari 2005 worden besloten, omdat het bedrag anders aan het ministerie moest worden terugbetaald. Dit is gemeld in de managementrapportage van eind 2004. GSB-3 gelden mogen alleen besteed worden aan de vraagbundeling van instellingen. Hierbij is de prestatienorm 100 instellingen. Dit voldoet volledig aan de doelstelling om 200 bedrijven en instellingen te voorzien van een glasvezelbreedbandaansluiting. Het ministerie van EZ heeft de afgelopen week op het breedbandseminar Deventer zeer geprezen voor dit model en het alle andere gemeenten als voorbeeld voorgehouden voor het snel realiseren van breedband. Ik denk dat wij hiermee volledig voldoen aan de doelstellingen zoals die door de raad in het grotestedenbeleid zijn geformuleerd.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. De wethouder zegt dat het gecommuniceerd is via de managementrapportage. Dat is geen rapportage aan de raad en daarmee is er dus geen rapportage richting de raad geweest over dit besluit. Dat vinden wij jammer. Wij vinden namelijk dat de raad hierover gehoord had moeten worden. Dan had de raad een uitspraak kunnen doen over de wenselijkheid van deze besteding. Wij hadden ons namelijk kunnen voorstellen dat wij akkoord zouden gaan met een dergelijke premie, maar die dan exclusief bijvoorbeeld voor MKB-bedrijven of nieuwe bedrijven willen bestemmen om aan te sluiten op het glasvezelnet, in plaats van het breed neer te leggen voor bedrijven die van € 1800 per maand naar € 235 per maand gaan en dus een dergelijke premie al met de eerste maand aansluiting terugverdienen.Wij zijn ook tevreden over hoe het in Deventer gaat met het glasvezelnet. Toch vinden wij het jammer dat de raad er niet bij betrokken is en dat het GSB-2-geld, dat voor fysieke aansluitingen bedoeld is, nu voor iets anders wordt bestemd. Ik had de wethouder destijds wel een suggestie kunnen doen. Deze suggestie komt misschien later vandaag nog op de agenda. Je had hiermee ook bedrijvenlocaties in het buitengebied prima van een glasvezelaansluiting kunnen voorzien en daarmee een dekkingsprobleem voor een amendement dat bij de voorjaarsnota wellicht ingediend wordt, kunnen regelen. Dat had de wethouder wellicht zelf ook kunnen bedenken. Immers, op het moment dat het besluit is genomen was hij al beoogd portefeuillehouder voor plattelandsbeleid.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Het was inderdaad beter geweest als hetgeen in de managementrapportage stond ook ter kennis van de raad was gebracht. Het is overigens wel uitgegeven binnen de doelstelling zoals die door de raad is geformuleerd in het GSB-programma. Het heeft volledig bijgedragen aan het succes van de snelle ontwikkeling van het glasvezeltnetwerk in Deventer. Het feit dat wij nu de 200 aansluitingen bereikt hebben, is vooral daaraan te danken. Ik benadruk dat het geld voor 1 januari 2005 moest zijn uitgegeven, omdat het anders terugbetaald moest worden. Daardoor was er niet veel ruimte voor langdurige besluitvorming.

De heer Stegink: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben een vraag over het gebruik van het gemeentehuis in Bathmen. Dit is hier al eerder aan de orde geweest.Het heeft ons verbaasd dat wij in de Nieuwe Bathmense Courant hebben moeten lezen dat er verenigingen in Bathmen zijn die geweigerd zijn om in het oude gemeentehuis te mogen vergaderen. Vindt dit vaker plaats of is het een incident en wordt dit rechtgezet?Een tweede, aansluitende vraag. Constaterende dat er in het gemeentehuis in Bathmen nog historische artikelen zijn, die voor de oude gemeente Bathmen van zeer veel waarde zijn en ook voor de verenigingen nog zeer veel waarde hebben, is de vraag of het college nog actie onderneemt om eventueel dit in een oudheidkamer uit te stallen.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Mij is niets bekend over verenigingen die geweigerd zijn. Dat zou ik moeten laten uitzoeken. In principe kan elke gemeentegerelateerde organisatie gebruik maken van het gemeentehuis. Ook kan iedereen via de receptie een afspraak maken en dan tegen betaling gebruik maken van het gemeentehuis. Eenzelfde regeling geldt ook voor dit gemeentehuis. Misschien echter kan nadere informatie over de weigering leiden tot nader onderzoek.Ik kan mij voorstellen dat de Oudheidkundige Kring in Bathmen belangstelling heeft voor de zaken van historische waarde. Ik zal daarnaar informeren en bekijken wat de mogelijkheden zijn.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Ik heb een vraag over de aandeelhoudersvergadering van Essent. Zoals u weet is deze nationaal breed voorbereid in de pers, tot aan Barend en Van Dorp toe. Mijn vraag aan het college is: heeft het college daar enig initiatief in genomen? Ondanks het feit dat onze

2

begroting er alleen over spreekt dat het beleid is om dividend te verwerven, kan het mij plezier doen als het college dat toch breder had opgevat en de maatschappelijke verantwoordelijkheid van topbestuurders en hun beloningen tot zijn verantwoordelijkheid zou rekenen. Zo ja, waartoe heeft dat dan geleid?

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Ons aandelenkapitaal is niet zo groot van omvang; wij zijn voor 0,22% eigenaar van Essent. Dat is dus een zeer beperkte en niet doorslaggevende stem. De doorslaggevende stem wordt vooral door vijf provincies uitgeoefend, waarbij twee of drie provincies altijd een meerderheid hebben. Dat neemt niet weg dat wij verbaasd waren over de hoogte van de salarissen zoals die door Essent aan de bestuurders worden betaald, de hoogte van de bonussen en de criteria voor het verstrekken van de bonussen. Dat was voor ons aanleiding om toch de aandeelhoudersvergadering te bezoeken en samen met de gemeenten en provincies als standpunt in te nemen dat wij ten aanzien van 2004 niet akkoord konden gaan met de hoogte van de bonussen op basis van die criteria. Wij vinden dat voor 2005 met een nieuw voorstel moet worden gekomen. Aldus is ook door de vergadering uitgesproken en besloten.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Bent u bereid in de toekomst dit beleidsaspect mee te nemen en dat te verwoorden in de betreffende paragraaf van de begroting?

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Het is een beetje het verhaal van de olifant en de muis die zeggen: "Wat stampen wij lekker”. Wij zijn aandeelhouder met 0,22% van de aandelen. Dat wil niet zeggen dat wij veel in te brengen hebben als de provincies samen een zeer ruime, 2/3-meerderheid hebben. Natuurlijk zijn wij bereid in de discussie het woord te voeren en als mening uit te spreken dat wij de salarissen – je spreekt dan eigelijk over het salarisniveau van bedrijfs- en bestuursvoorzitters voor overheidgerelateerde bedrijven in Nederland – te hoog vinden. Ik vind dat deze discussie niet op het hoofd van een enkele bestuurder moet worden afgewenteld. Dat is oneigenlijk gebruik van je machtsmiddelen.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben een vraag over de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State inzake Spikvoorde. Wij hebben daarover gelezen in onze plaatselijk courant. Hebt u de gevolgen van de uitspraak reeds berekend, eventueel indicatief, en kunt u ons daarvan op de hoogte stellen, zowel wat betreft de verdiencapaciteit als het woningbouwprogramma, kwalitatief en kwantitatief?

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. In zijn algemeenheid valt op te merken dat de Raad van State het plan niet op inhoud heeft afgewezen, maar vindt dat het uitwerkingsplan te ver af staat van het oorspronkelijke bestemmingsplan van 1997. Wij zullen dan ook op grond van de Wro (Wet ruimtelijke ordening) binnen een jaar een nieuw plan vaststellen voor die planonderdelen waaraan goedkeuring is onthouden. Verder valt op te merken dat de uitspraak geen consequenties heeft voor de plannen die reeds in aanbouw zijn.

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. In aansluiting op de woorden van mevrouw Adema: wij zijn nu inderdaad bezig te onderzoeken hoe dit punt precies kan worden gerepareerd. Ik heb vooralsnog geen redenen om aan te nemen dat daaruit belangrijke consequenties voortvloeien, noch naar het programma noch naar de aard van het programma en de financiën. Zodra het college dit heeft uitgewerkt zal ik de commissie informeren over de consequenties zoals de heer De Jong bedoelt.

4. Vaststelling van de notulen van de openbare vergadering van 25 april 2005.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stelt de raad de notulen van 25 april 2005 ongewijzigd vast.

5. Ingekomen stukken.

I. Voor kennisgeving aannemen:

a. Griffie, 01-04-2005: Reglement van Orde Rekenkamercommissie gemeente Deventer.b. Burgemeester en Wethouders d.d. 12-04-2005: Organisatiebesluit van de gemeente Deventer.

(2005.04623)c. Burgemeester en Wethouders d.d. 21-04-2005: Afschrift brief aan mevr. Bouma en dhr.

Warbroek inzake hun klacht over het functioneren van de Algemene Bezwaarschriftencommissie. (2005.04726)

3

d. Deloitte Accountants B.V. d.d. 15-03-2005: Inzicht in recente ontwikkelingen rond de rechtmatigheidscontrole bij gemeenten.

e. Provincie Overijssel d.d. 03-05-2005: Verdaging goedkeuring begroting 2005 Deventer. (2005.09360)

f. Provincie Overijssel d.d. 19 -04-2005: Mededeling dat op 12 mei a.s. een hoorzitting wordt gehouden m.b.t. het bestemmingsplan "Uiterwaarden 2004".

g. Provincie Overijssel d.d. 10 -05-2005: Mededeling dat op 26 mei a.s. een hoorzitting wordt gehouden m.b.t. het bestemmingsplan "Westenberg-Buiten".

h. Raad van State d.d. 26-04-2005: Toezending stukken m.b.t. het bestemmingsplan Boreelkazerneterrein/Verzoek om voorlopige voorziening. (2005.08833)

i. Raad van State d.d.19-04-2005: Uitnodiging voor een openbare zitting op 20 juni 2005 m.b.t. het bestemmingsplan "Gooikerspark". (2005.08368)

j. Raad van State d.d.09-05-2005: Toezending stukken m.b.t. het bestemmingsplan "Gooikers-park". (2005.9569)

k. Raad van State d.d. 18-04-2005: Toezending afschrift van het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak inzake het bestemmingsplan 'Kom Bathmen Supermarkt Larenseweg'/ Verzoek om voorlopige voorziening. (2005.08203)

l. Raad van State d.d. 18-05-2005: Toezending afschriften van beroepschriften m.b.t. het bestemmingsplan 'Bedrijvenpark Linderveld'. (2005.10096)

m. Raad van State d.d. 18-05-2005: Toezending afschriften van stukken m.b.t. het bestemmingsplan 'Bedrijvenpark Linderveld/Verzoek om voorlopige voorziening. (2005.10094)

n. Gemeente Zwolle d.d. 12-04-2005: Toezending motie m.b.t. de exorbitante salarisverhoging van de topmanagers van Nuon en Essent.

o. Gemeente Maastricht d.d. 15-03-2005: Afschrift van een brief aan de Tweede Kamer inzake additionele kosten dualisering.

p Inspectie Werk en Inkomen te Den Haag d.d. 18-05-2005: Toezending jaarverslag 2004 en het rapport 'ICT als verbindende schakel'. (2005.09994)

q. Inspectie Werk en Inkomen te Den Haag d.d. 13-05-2005: Toezending rapporten 'Afgesproken' en 'Intake en beoordeling bij de bijstand' (2005.09877)

II. Ter afdoening in handen van burgemeester en wethouders:

a. Milieudefensie d.d. 19-04-2005: Verzoek deel te nemen aan de activiteiten in het kader van de Week van de Vooruitgang 2005.

b. De Ambelt Onderwijs te Zwolle d.d. 28 april 2005: Verzoek om in aanmerking te komen voor een vergoeding van eerste inrichting voor onderwijsleerpakket en meubilair voor 4 VSO-LZK-groepen in aansluiting op het verzoek tot beschikbaarstelling van een accommodatie. (2005.09155)

III. In advies in handen van burgemeester en wethouders:

a. Veiligheidsregio Noord- en Oost-Nederland te Apeldoorn d.d. 27-04-2005: Aanbieding begrotingsstukken voor 2006. (2005.08849)

IV. Met een voorstel van burgemeester en wethouder plaatsen op de raadsagenda:

a. Bureau Beleidszaken Regio Stedendriehoek d.d. 02-05-2005: 8e wijziging Regeling Regio Stedendriehoek. (2005.09223)

V. Te betrekken bij de behandeling van het raadsvoorstel … in de raadsvergadering:

a. Boekel De Nerée te Amsterdam d.d. 28-04-05: Zienswijze tegen het voornemen tot instemming met een gedoogbeschikking voor de vestiging van Babyhallen gedurende een periode van maximaal twee jaar, ingaande 1 juni 2005. (2005.09066)

VI. In handen van de Algemene Bezwaarschriftencommissie:-

VII. In handen van de Planschadecommissie:

4

a. H. Oosterveld, Nieuwe Aanleg 2 te Diepenveen d.d. 29-03-05: Verzoek om planschadevergoeding i.v.m. realisering kinderdagverblijf "Kiekeboe". (2005.06729)

b. H. Wibbelink, Stationsweg 30 te Colmschate d.d. 20-04-05: Verzoek om planschade i.v.m. de bouw van Achterhoek de Colm. (2005.08426)

c. Maat & Ruigrok te Leiden namens dhr. Besselink, Enklaan 23 te Bathmen: Verzoek om planschadevergoeding i.v.m. de bepalingen van het bestemmingsplan "Bathmense Enk 1997" (2005.08616)

d. Maat & Ruigrok te Leiden namens dhr. en mw. In 't Hof, Enklaan 27 te Bathmen: Verzoek om planschadevergoeding i.v.m. de bepalingen van het bestemmingsplan "Bathmense Enk 1997" (2005.08616)

e. Maat & Ruigrok te Leiden namens dhr. Hafkamp, Enklaan 29 te Bathmen: Verzoek om planschadevergoeding i.v.m. de bepalingen van het bestemmingsplan "Bathmense Enk 1997" (2005.08616)

De heer Nijboer: Mijnheer de voorzitter. Onder punt II.a staat het verzoek tot deelname aan de Week van de Vooruitgang. Ik verzoek u de afwegingen voor de deelname aan de commissie mee te delen.

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Ik ga hiermee akkoord.

De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Onder punt I.e van de stukken die voor kennisgeving aangenomen kunnen worden, wordt genoemd de brief van de provincie Overijssel over de verdaging van de goedkeuring van de begroting 2005. Wat is de reden voor deze verdaging? De provincie heeft dit niet geheel duidelijk kunnen maken. Volgens de ambtenaar van de provincie zijn er nog wat 'majeure punten'. Bovendien zou het consequenties kunnen hebben voor de voorjaarsnota. Op 19 mei zou er een gesprek zijn geweest met de wethouder. Ik wil daarop nu een helder antwoord en niet in de commissie.

De voorzitter: U doet dus nu een voorstel van orde. Normaal spreken wij hierbij alleen over de wijze van afdoening. Dat betekent dat, als u de brief niet voor kennisgeving wilt aannemen, wij een andere wijze van afdoening kunnen vaststellen. Dat zou kunnen zijn dat de brief in de commissie behandeld wordt. Aangezien het nogal relevant lijkt erover te spreken voor de behandeling van de voorjaarsnota, kan ik mij voorstellen dat wij dit maal van de formele gang van zaken afwijken en de vragen nu te beantwoorden. Stemt de raad hiermee in?

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. De brief kan onder categorie V worden ondergracht.

De voorzitter: Inderdaad. De brief kan behandeld worden bij het voorstel over de voorjaarsnota, agendapunt 8. Stemt u daarmee in? De spreektijd wordt niet in mindering gebracht op de reeds vastgestelde spreektijd. Dan beschouwen wij uw vragen als ingelast in de bijdrage van de fractie van APB.

De heer Koot: Akkoord, als ik dan maar antwoord krijg op mijn vragen.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig de voorgestelde wijzen van afdoening, met inachtneming van de toezeggingen betreffende de punten II.a en I.e.

6. Benoemingen en ontslagen.

Er zijn geen voorstellen voor benoemingen en ontslagen.

7. Adviezen van de Algemene Bezwaarschriftencommissie Deventer.

Er zijn geen voorstellen voor adviezen over bezwaarschriften.

8. Voorjaarsnota 2005. (2005.08163)

9. Vastgoedrapportage 2005. (2005.07766)

10. Financieel kader Groot Bergweide. (2005.07767(

5

De voorzitter: De fractievoorzitters hebben op voorstel van het presidium besloten de agendapunten 8, 9 en 10 gezamenlijk te behandelen en hierbij een spreektijdregeling te hanteren. De spreektijd per fractie is vijftien minuten en 45 minuten voor het college, beide in twee termijnen.

De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Is het niet handiger om eerst mijn vragen te beantwoorden. Misschien dat daarna de voorjaarsnota niet eens meer behandeld behoeft te worden, omdat deze niet meer actueel is.

De voorzitter: In dat geval had u de vragen anders moeten stellen. Dan had u een voorstel van orde moeten doen om eerst vragen te kunnen stellen. De wethouder Financiën zal straks eerst uw vragen beantwoorden. Ook bij hem wordt dit niet van zijn spreektijd afgetrokken.

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Deze voorjaarsnota is een bijzondere. Bij de start van een nieuwe coalitie en een nieuw college wordt meteen de volle vijf jaar vooruit gekeken. Er zit dan ook niet toevallig een behoorlijke inhoudelijke overlap tussen het coalitieakkoord en de voorjaarsnota. Daarmee zijn wij erg tevreden.Helaas begint deze coalitie in een periode van financiële krapte. Dat vraagt om creativiteit van deze raad en dit college. Hoe dan ook: met minder moeten wij meer doen. Minder geld om grote nieuwe investeringen te doen en meer betrokkenheid van burgers; meer met minder. Wij zullen minder tegelijk moeten willen en meer moeten opletten wat het maatschappelijk nut van onze investeringen is. Raad en college moeten beide nadenken hoe om te gaan met heroverwegingen van keuzen en prioriteiten in het vastgoed.

De PvdA vindt dat de overheid moet zorgen dat iedereen erbij kan horen. Dat is voor ons meer dan een frase. De maatschappij verhardt. Er zijn steeds meer mensen, jong en oud, autochtoon of allochtoon, mensen met pech of mensen met beperkingen, die buiten de boot vallen.Erbij horen. Mensen ondersteunen om scholing af te maken, mensen helpen om de taal te leren, mensen onderdak en zinvol werk bieden, mensen toegang geven tot zorg die ze nodig hebben. Wie de aansluiting mist op school staat al snel los van de maatschappij. Kijk naar het VaVo (Voortgezet aanbod Jong Volwassenen). Met relatief weinig geld worden jongeren die op school de boot hebben gemist alsnog aan een diploma geholpen. Zo krijgen tientallen mensen per jaar voor een klein bedrag een aanhaking. Dat bespaart ons later veel grotere bedragen. Het Rijk wil dit concept overnemen. En nu dreigen wij het VaVo in het jaar 2005-2006 deels weg te bezuinigen. Wij vinden dat kortzichtig. De gemeenschap is een sociaal bouwwerk dat met sociale lijm bij elkaar wordt gehouden. Wij moeten zorgen voor de goede lijm die mensen bindt. Een voorziening als VaVo is eigenlijk een lijmtube.

Bij elke beslissing, bij elke investering, bij elk budget moet worden meegewogen of er meer maatschappelijk nut mee te behalen valt. Dat betekent steeds dingen van twee kanten bekijken. Een mooi voorbeeld is een woonzorgcomplex in de Driebergenbuurt. In het huurcontract zijn gedragsregels opgenomen, vrijblijvend, om met elkaar contact te onderhouden en elkaar te steunen; fysieke en sociale doelen met elkaar verbonden. Datzelfde hebben wij ook al gedaan met de centrumbus. Een voorziening in stand laten en tegelijkertijd een ander maatschappelijk doel bereiken; werkervaring voor op de arbeidsmarkt kansarme mensen. Dat is de maatschappelijke meerwaarde.Nog een voorbeeld. Een kleinschalig Deventer initiatief waar kansarmen zowel zinvol werk krijgen als kunnen meewerken in duurzaam groenbeheer. Daar snijdt het mes aan twee kanten: sociale activering en duurzaamheid. Dat soort initiatieven moeten wij koesteren. Wij hebben dat maatschappelijk verantwoord ondernemen genoemd. Wij moeten dit soort initiatieven nemen, koesteren, helpen en uitdagen.

In de sectorale organisatie van ons apparaat en in de sectorale opbouw van onze productbegroting en in de sectorale opdrachten die projectleiders krijgen, schuilt een gevaar van verenging. Als je de opdracht heb om op tijd en binnen het budget een klus te klaren, dan denk je niet zo snel aan maatschappelijke meerwaarde. Niet opzij kijken, maar rechtdoor naar je doel. Wij noemen dat ook wel SMART. Het mes snijdt scherp, maar slechts aan een kant. Meer met minder vereist messen die aan twee kanten snijden. Denk aan meer dan je eigen doel, maak je eigen doel SLIMMER. SLIMMER staat voor: meerdere doelen tegelijk bereiken, meer maatschappelijk meerwaarde, meer uit je geld halen, meer maatschappelijke samenhang. Het acroniem: S voor schaal, kleinschaligheid; L voor Lijm; I voor integraliteit, niet alleen je eigen doel, maar ook andere doelen; de dubbele M voor maatschappelijke meerwaarde; E voor efficiënt, het resultaat moet wel met zo min mogelijk geld bereikt worden; R voor resultaat. Uiteindelijk moet het allemaal lukken.

6

Een paar voorbeelden van SLIMMER. Nachtopvang voor verslaafden. Een broodnodige voorziening. Daaraan zullen wij niet tornen. Die instantie moet blijven. Maar waarom wordt hier niet SLIMMER gekeken naar mogelijkheden om bijvoorbeeld mensen op te leiden, werkervaringsplaatsen te creëren, de ruimte voor dagopvang 's avond gebruiken voor anderen of die voor nachtopvang overdag voor anderen gebruiken. Wij zoeken naar een ontmoetingsruimte voor sommige doelgroepen. Hier zijn ruimten die grotendeels ongebruikt zijn. Nog een voorbeeld van een, helaas, niet integrale benadering: geldtekort bij schoolzwemmen. Het schoolzwemmen is afgeschaft. Dan heb je weer ruimte in je budget. Maar hoe komt het dat kosten zo excessief tegenvallen? Kan het vervoer niet SLIMMER?Nog een voorbeeld: herstructurering. De problemen zitten in de herstructureringswijken ook in de sociale kant. Sociale problemen los je niet alleen op door woningen te slopen en er nieuwbouwwoningen voor in de plaats te zetten. Sloop en nieuwbouw is helaas vaak onvermijdelijk, maar het is een dure oplossing als je er een sociaal probleem mee wilt oplossen. Als je de sociale problemen aanpakt, krijg je voor hetzelfde geld wellicht een betere wijk. De PvdA gaat de wijken in om er een beter beeld van te krijgen. Een voorbeeld van hoe het niet moet. Raad en college hebben afgesproken om geen extra geld in de exploitatie van culturele organisaties te steken totdat er een gezamenlijke visie of een bedrijfsplan is. Prima, uitstekend. Samen kijken hoe je het SLIMMER kunt doen en hoe je slimmer met je geld kunt omgaan. Hoe kan het dat het college nu weer voorstelt om structureel geld in de exploitatie van culturele voorzieningen te stoppen, zonder dat het bedrijfsplan er is? Graag krijgen wij van u daarop een antwoord. Eventueel dienen wij in de tweede termijn een motie in.

Wij vinden dat wij werk moeten maken van deze slimmere manier van denken. Graag nodig ik het college uit om de andere integrale manier onderdeel te maken van het veranderingsproces van de ambtelijke organisatie. Wij vragen het college ook om bij investeringsbesluiten een slimme maatschappelijke effectenrapportage op te zetten. Deze rapportage moet ervoor zorgen dat de budgetverantwoordelijke nadenkt over mogelijkheden om het maatschappelijke nut van een besteding te verbreden, te vergroten. Maak voor elke investering een meest maatschappelijk effectief scenario.

Vanuit deze benadering, vanuit deze denkwijze vinden wij dat wij de voorjaarsnota op een paar punten moeten bijstellen. Wij zullen dat in een motie en twee amendementen tot uitdrukking brengen. Het eerste amendement gaat over schoolzwemmen. Wij zijn tegen de bezuiniging op schoolzwemmen. Er is al jaren een tekort. Is daar ooit iets aan gedaan? Is er ooit gekeken of het eenvoudiger kan, met name bij de excessieve transportkosten, is er onderhandeld over tarieven? Dat kan toch SLIMMER. Wij pleiten voor een jaar uitstel om te kijken of wij dat kunnen bereiken.De motie nachtopvang. De nachtopvang moet blijven. Maar moet het blijven zoals het nu is? Het moet SLIMMER kunnen. Wij willen het extra budget voor nachtopvang pas in overweging nemen als de toegezegde evaluatie door ons is ontvangen en besproken.Een amendement over VaVo. Nu € 100.000 bezuinigen betekent een gat in 2006 en dan moet de voorziening voor een deel worden afgebouwd. Dat vinden wij niet slim. Wij willen dat voorkomen door in 2006 eenmalig € 100.000 ruimte te genereren.

De voorzitter: Door de fracties van de PvdA, het ADB en de SP is het volgende amendement ingediend.

Amendement A1 (PvdA, ADB, SP)

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 30 mei 2005, ter behandeling van de voorjaarsnota 2005;

onderwerp: Schoolzwemmen;

gehoord de beraadslaging;

besluit:Op pagina 11 van de voorjaarsnota voor 2006 te schrappen de onderdelen: afschaffen subsidie schoolzwemmen en beëindiging vervoer schoolzwemmen.

Toelichting:Kunnen zwemmen in ons land is een basisvaardigheid, die iedereen in het leven nodig heeft. Het schoolzwemmen biedt in dertien lessen een minimale opleiding. Die basisvoorziening moet in stand blijven.

7

Nu kosten uit de hand lijken te lopen (door stijging leerlingenaantal en tarieven) is het gewenst eerst te bezien of minder kostbare alternatieven voorhanden zijn. Wij stellen daarom een jaar uitstel voor. De voorgestelde bezuiniging voor 2006 wordt geschrapt. Het gat dat hierdoor ontstaat kan ons inziens in 2006 gedekt worden door aanwending door het college van een gelijk bedrag van maximaal € 197.000 uit het rekeningresultaat 2004.

De voorzitter: Samen met de fracties van het ADB en GroenLinks heeft de fractie van de PvdA het volgende amendement ingediend.Amendement A2 (PvdA, ADB, GroenLinks)

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 30 mei 2005, ter behandeling van de voorjaarsnota 2005;

onderwerp: Voortgezet aanbod voor Jongvolwassenen;

gehoord de beraadslaging;

besluit:Op pagina 11 te schrappen voor 2006 het bij "Verlaging subsidie educatie scholingsactiviteiten" genoemde bedrag van € 100.000.

Toelichting:Wie in het onderwijs de boot mist of dreigt te missen, wordt in Deventer opgevangen in het VaVo. Daardoor lukt het hele groepen jongeren om alsnog de school af te maken en gekwalificeerd de arbeidsmarkt te betreden. Wij vinden het VaVo een uiterst rendabele investering. Voor relatief weinig geld wordt heel veel maatschappelijk kapitaal behouden in de vorm van gekwalificeerde mensen. Deventer ondersteunt al langere tijd het VaVo. Het Rijk zal dit naar verwachting in 2007 overnemen. Nu €  100.000 bezuinigen betekent dat er een gat ontstaat in 2006. Wij stellen dan ook voor de voorgestelde bezuiniging voor 2006 te schrappen. Het gat dat hierdoor ontstaat kan ons inziens gedekt worden door aanwending door het college van een gelijk bedrag van € 100.000 uit het rekeningresultaat 2004.

De voorzitter: Door de fractie van de PvdA is de volgende motie ingediend.

Motie M1 (PvdA)

De raad van de gemeente Deventer in vergadering bijeen op 30 mei 2005 te behandeling van de voorjaarsnota 2005;

onderwerp: : Nachtopvang

gehoord de beraadslaging;

overwegende:- dat de gelden voor de nachtopvang op termijn uit het WMO-budget (Wet Maatschappelijke

Ondersteuning) gefinancierd zullen gaan worden;- dat uit dat budget veel maatschappelijke zorgtaken betaald moeten gaan worden;- dat het om die reden zaak is terughoudend om te gaan om nu al al te grote claims op het WMO-budget

te laten ontstaan;- dat er in het verleden is toegezegd dat het functioneren van de nachtopvang geëvalueerd zal worden,

alvorens een besluit over structurele financiering genomen zal worden;- dat tot op heden nog geen evaluatie is ontvangen;

spreekt uit:dat het extra geld voor de nachtopvang bevroren blijft totdat de raad zich heeft uitgesproken over het functioneren van de nachtopvang tot nu toe,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: De amendementen en de motie zijn voldoende ondertekend en maken derhalve onderdeel uit van de beraadslagingen. Ze kunnen worden vermenigvuldigd en rondgedeeld.

8

De heer Verhaar: Mijnheer de voorzitter. Als tekstschrijver werk ik veel samen met vormgevers. Een van hen heeft een merkwaardige gewoonte bij het opmaken van advertenties. Als er een kopregel, een foto en een alinea tekst op een pagina moeten en die elementen passen er niet in, dan maakt hij ze steevast allemaal groter. Tegenovergesteld dus aan wat je logischerwijs zou denken. Het gevolg is dat wij fris tegen de opmaak aankijken, en gedwongen worden echt creatieve oplossingen te zoeken. Het resultaat wordt er altijd beter van. Geen compromis met krap ‘geschoenlepel’, maar een slimme vondst met nieuwe mogelijkheden.

Datzelfde gevoel heb ik bij deze voorjaarsnota. Waar vorige colleges altijd gewend waren te ‘schoenlepelen’, staan wij nu hier voor het eerst open en bloot voor heel wat grote problemen; ze zijn allemaal benoemd. En die kunnen wij niet meer een beetje indikken tot ze passen, ze vragen om creatieve, echte oplossingen.

Het meest in het oog springt natuurlijk de RSI. Die reserve heeft mijn fractie altijd een goed instrument gevonden, zeker nadat het onsterfelijke ‘in principe-amendement’ van ChristenUnie collega Henk de Vos de besteding van de reserve buiten de fysieke pijler mogelijk maakte. Hoezeer het fonds inmiddels in de problemen komt, blijkt wel uit een omgekeerde ‘in principe-boeking’ die het college nu doet, met een voeding van € 1,8 miljoen uit de reserve bovenwijkse voorzieningen. Terwijl het toch juist de winsten uit de grondexploitatie zouden zijn die de RSI vullen. Het doorkijkje op pagina 48, tot het jaar 2010, laat duizelingwekkende getallen zien. “Negatieve reserves” noemt het college die, maar als ik dat aan mijn eigen bank moest uitleggen, had ik toch echt een probleem. Het zijn gewoon tekorten, en zo gewoon zijn ze nu ook weer niet, want ze bedragen tientallen miljoenen.

De voorjaarsnota draait er niet omheen en verdoezelt niets. Daarmee verdient volgens GroenLinks het college de complimenten. Houdt u vast voor de volgende metafoor: De RSI ligt als een open zenuw in het tandvlees van de voorjaarsnota. En wij redden het niet met een kruidnagel in het gat, wij hebben de volle wortelkanaalbehandeling nodig. Saneren dus! Wat mij betreft is duidelijk dat de grenzen van de RSI in de huidige vorm nu in zicht zijn en wij zouden niet moeten schuwen om de komende maanden eens na te denken over een flink aangepaste RSI-systematiek in de toekomst. In het directe verlengde ligt het opnieuw stellen van prioriteiten in het lijstje van projecten die wij met de RSI willen betalen.

Nog zo’n voorbeeld waar een schoenlepeloplossing niet meer helpt: het mobiliteitsfonds. Een mooi idee: betaal voorzieningen die nodig zijn voor fietsen en parkeren uit de opbrengsten van de parkeerexploitatie. Maar helaas: de parkeerexploitatie is negatief, wij komen geld tekort! Misschien zouden wethouders Berkelder en Hiemstra het mobiliteitsfonds willen vullen met die fameuze negatieve reserves, of denken ze misschien dat gratis fietsenstallingen zo heten omdat ze geen geld kosten, maar zo werkt het natuurlijk niet. Omdat GroenLinks veel waarde hecht aan de activiteiten die van het fonds afhankelijk zijn, vragen wij het college per motie om bij de begroting in het najaar te schetsen hoe de parkeerexploitatie weer in de zwarte cijfers kan komen. Wij laten ons graag verrassen met een creatieve oplossing.

Dan de sociale pijler en de Wet werk en bijstand (Wwb). Wat was mijn fractie blij en trots toen wij in het collegeprogramma besloten dat van de overschotten op het Wwb het inkomensdeel alleen nog binnen die sociale pijler mocht worden besteed. Vervolgens schoten wij iets door in ons enthousiasme, want nu putten wij er wel erg rijkelijk uit. Geen punt zolang dat overschot er is, maar voor de komende jaren wordt dat nu juist onzeker. De voorjaarsnota is de plek bij uitstek om die risico’s te benoemen, maar de risicoparagraaf blijft op dit punt nogal vrijblijvend.

Over de herstructurering kunnen wij kort zijn. Wethouder Adema heeft ons tijdens de onderhandelingen met de corporaties perfect op de hoogte gehouden en wij hebben haar ons vertrouwen gegeven voor de afhandeling. Dat gold ook voor de dekkingsvoorstellen, die voor de helft hard zijn en voor de helft zacht. Wij hebben ons akkoord gegeven en zullen daaraan niet tornen. Waar wij ook niet aan tornen is de grote lof die wethouder Adema toekomt voor de wijze waarop ze de onderhandelingen heeft gevoerd.

Het is ons opgevallen hoeveel partijen in deze raad zich druk maken over het schoolzwemmen. In sommige commissies, ik laat in het midden welke, leek het wel of dit het opvallendste onderdeel was in de hele voorjaarsnota. Een doelbewust geplaatste bananenschil of niet, er gingen heel wat collega’s op onderuit. Geen misverstand: wat GroenLinks betreft moeten wij het schoolzwemmen blijven ondersteunen. Dit is een misplaatste bezuiniging. Wij zullen amendementen hiertoe die een mooie dekking voorstellen dan ook steunen. Maar laten wij eerlijk zijn: de echt grote gaten zijn natuurlijk de kern van deze voorjaarsnota. Zij zijn leuk weggestopt in de bijlage 4. Al die posten die meerkosten vragen,

9

maar waar vervolgens een nul of PM is ingevuld: als je daar de werkelijke bedragen aanhangt, kom je op tonnen, miljoenen? Wie zal het zeggen? Het lijkt wel of het college collectief solliciteert naar de post die is weggevallen sinds Frits van Turenhout van de radio verdween. Ik hoop dat de wethouder mijn fractie enige uitleg kan verschaffen over de bedoelingen van deze opmerkelijke oplossing.

Het is geen geheim dat woorden mij liever zijn dan getallen. Bij de inleiding van de voorjaarsnota struikelde ik al over een veelzeggende frase over de, en ik citeer, “WMO die op ons af komt”. Ik kreeg direct het beeld voor ogen van een konijn, gevangen in de koplampen. En zoals het GroenLinks betaamt, hebben wij in dit voorbeeld meer sympathie voor het konijntje dan voor de aanstormende auto. Of, meer concreet, wij staan aan de kant van Deventer en haar inwoners in de confrontatie met de harde Haagse bezuinigingsmaatregel die WMO heet. Wat moet ons konijntje doen? Wegrennen heeft geen zin. En doen wat konijntjes het liefst doen, biedt wellicht wel enige afleiding, maar geen soelaas. Bukken dan en de auto laten overrazen? Ook niet verstandig, want dan zul je altijd zien dat de auto uit het voorbeeld nu net een driewieler blijkt te zijn.

Sommige problemen zijn zo groot, dat je ze niet kunt oplossen met een kruideniersmentaliteit. Ik zal als schrijver nog eens nadenken over hoe dat konijntje er goed van af kan komen. En op dezelfde manier wil de fractie van GroenLinks graag meedenken met het college over de creatieve grote oplossingen die wij naar aanleiding van deze voorjaarsnota in de nabije toekomst moeten gaan verzinnen. Deze voorjaarsnota stemt ons niet vrolijk, daarvoor staat er te veel slecht nieuws in, maar wij worden er wel optimistisch van, omdat veel zaken zo eerlijk benoemd worden, omdat de kopregel en de foto nu zo groot zijn dat wij wel vindingrijk moeten worden. Wij zijn blij dat het college in deze fase nog geen drastische maatregelen heeft voorgesteld, want daarmee geven burgemeester en wethouders impliciet aan dat zij, op weg naar die oplossingen, bereid zijn veel ter discussie te stellen. Ik hoor graag van het college of dat een juiste interpretatie is van deze voorjaarsnota.

De voorzitter: De fractie van GroenLinks heeft de volgende motie ingediend.

Motie M2 (GroenLinks)

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 30 mei 2005, te behandeling van de voorjaarsnota 2005;

onderwerp: Mobiliteitsfonds;

gehoord de beraadslaging;

overwegende:- dat hoofdstuk 2.4 van het collegeakkoord de instelling aankondigt van een mobiliteitsfonds voor de

dekking van kosten voor parkeer- en fietsvoorzieningen;- dat dit fonds gevoed moet worden met de opbrengsten van parkeerexploitatie;- dat deze exploitatie negatief is en er nu sprake is van een negatief fonds;

draagt het college op:bij de begroting 2006 met voorstellen te komen om de parkeerexploitatie weer in de zwarte cijfers te brengen, zodat het mobiliteitsfonds en de eraan gelieerde plannen voor parkeer- en fietsvoorzieningen daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: De motie is voldoende ondertekend en maakt derhalve onderdeel uit van de beraadslagingen. De motie kan worden vermenigvuldigd en rondgedeeld.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Het CDA is tevreden dat het als collegepartij de mogelijkheid heeft gehad haar bijdrage in het college van de nieuwe gemeente te realiseren. De voorjaarsnota is hiervan de vertaling. Op deze manier is het CDA mede kok in eigen keuken. Of het een driesterrenmaaltijd wordt, moet nog worden afgewacht, want het totale ambitieniveau van het college is hoog. Er staan veel acties op de rol, waarvan de een ingrijpender is dan de ander. Zoals Gert Leers zei: "Wie aan het leven geen idee geeft, heeft ook geen idee van het leven”.

10

Ik noem twee beleidspunten die voor het CDA erg belangrijk zijn en waarvoor wij extra inspanning voorstellen: sociaal beleid, met name voor jongeren, en platteland. Helder is dat het college topprioriteit geeft aan sociaal beleid. Dit sluit aan bij de basiswaarden van het CDA. Voor het CDA moet beleid dicht bij de mensen zijn.Met betrekking tot de jongeren hebben wij twee punten waarop wij de focus leggen: de participatie, dat is het kunnen deelnemen aan de maatschappij, en het bestrijden van schadelijke invloeden. Om deel te nemen aan de maatschappij is onderwijs van enorm belang. Het CDA heeft daarom moeite met het niet financieel invullen van de zo noodzakelijk imagoverbetering van het vmbo. Het vmbo staat regelmatig ter discussie en staat landelijk hoog op de politieke agenda. Problemen als uitval en agressie worden in de pers breed uitgemeten. Het doet het beroepsonderwijs zeker geen recht en mag jongeren, daar waar zij de keuzemogelijkheid hebben, niet afremmen om in te stromen. Het is een van de meest inventieve sectoren in het onderwijs en het veld is volop in beweging. Het vmbo heeft veel in zijn mars en de docenten gaan tot het uiterste. Daardoor lukt het hen om veel te betekenen voor nietkunners, nietwillers en zelfs schoolhaters. Wij vinden het zo belangrijk dat wij voorstellen dat de gemeente samen met het vmbo hiermee concreet aan het werk gaat. Wij dienen een amendement in om hiervoor middelen beschikbaar te stellen. De kosten komen ten laste van de frictiekosten van de personele taakstelling. Wij menen dat dit kan op grond van de onderbouwing door het college dat de formatiereductie zoveel mogelijk op basis van natuurlijk verloop over het aantal jaren wordt gerealiseerd.

In het stadsdebat over het sociaal programma kwam preventie van een aantal zaken rond jongeren reeds aan de orde. Er is in onze samenleving zorg over de toenemende mate waarin op steeds jongere leeftijd overmatig drank wordt gebruikt. Jongeren zijn zich op die leeftijd vaak niet bewust van de schadelijke gevolgen en wij willen dit drankmisbruik terugdringen. Goede voorlichting is daarvoor noodzakelijk en de GGD is hier met succes in de Achterhoek een aantal projecten gestart. Wij vragen het college of het bereid is dit samen met de GGD in Deventer op te pakken en te kijken naar mogelijkheden voor een project nu de GGD daar ook ervaring in heeft. Wij overwegen in de tweede termijn hierover een amendement in te dienen.

Het plattelandsbeleid. Dit is voor onze nieuwe gemeente, en dus ook voor het CDA, een belangrijk beleids- en actieterrein. De eerste 150 dagen van het college wekken bij ons verwachtingen. Wij vertrouwen op de nodige visie, beleidsontwikkeling en daadkracht. Het CDA heeft steeds gepleit voor een aparte plattelandsmanager. U kunt zich dan ook voorstellen dat wij blij zijn dat begin deze maand de gebiedscoördinator platteland is aangesteld. Wij willen één onderwerp toevoegen: wij vragen het college gebruik te maken van de rioleringswerkzaamheden die nu voor het platteland gepland staan, om daar nu een glasvezelnetwerk aan te leggen. Glasvezel biedt de huidige bewoners en de in de toekomst vrijkomende agrarische bedrijven een interessante en duurzame ontwikkeling om sociale achteruitgang van landbouwbedrijven op te vangen. In combinatie met de werkzaamheden menen wij dat de gemeente zich hiermee aanzienlijke kosten kan besparen. De vraag is dan ook: ziet het college mogelijkheden dit met Essent of KPN op te pakken en daarmee nieuwe economische dragers op het platteland te stimuleren? Afhankelijk van het antwoord dienen wij hierover in de tweede termijn een amendement in.

Naast de genoemde beleidspunten heb ik nog twee andere aandachtsgebieden: de Bergkerk en het zwembad Bathmen. Als nieuw beleidsvoornemen staat een bedrag gereserveerd voor investeringen in de Bergkerk. Wij missen echter een achterliggende visie hoe deze faciliteit aanvullend werkt op de reeds aanwezige faciliteiten, zoals de Lebuïnuskerk. Zoals bekend staat de exploitatie van de Lebuïnuskerk al jaren onder druk en zal nog negatiever worden als twee kerken elkaar gaan beconcurreren. Wij stellen daarom voor niet te starten met de investeringen in de Bergkerk voordat de wethouder een heldere samenhang presenteert hoe hij meent deze wel exploitabel te krijgen als dat nu al moeizaam gaat. Wij dienen hiertoe een motie in.

Het zwembad Bathmen. Een tweede vraag aan het college hierover is dat onder autonome ontwikkelingen een bedrag van € 26.000 structureel staat opgenomen voor het zwembad. Bij navraag blijkt echter dat het hier niet gaat om kosten voor het zwembad, maar om kosten voor een personeelslid dat inmiddels elders werkt. Wij vinden dat de financiële administratie helder en correct moet zijn en je dus geen kosten moeten toekennen aan iets waar ze niet worden gemaakt. Is het college van plan de kosten naar de juiste kostenplaats over te hevelen?

De Vastgoedrapportage vinden wij een helder stuk, waaruit blijkt dat slagvaardigheid en uitvoering de boventoon moeten hebben. Vertraging in uitvoering leidt tot renteverlies en er moet dus vaart worden gemaakt met de uitvoering.

11

Wij hebben begin dit jaar gevraagd de plannen vooral meetbaar, SMART of wat u wilt, te formuleren. De voorjaarsnota lezende menen wij dat dit nog scherper kan. Op een aantal onderdelen is het nauwkeurig en overzichtelijk uitgewerkt, bij andere kan dit nog sterker. Wij verwachten bij de begroting 2006 hierin voortgang.

In het begin sprak ik al over het hoge ambitieniveau. Er zijn ook risico's ingebouwd. Risico's van plannen, waarvan de dekking nog niet volledig vaststaat of mogelijke tegenvallers nog niet helemaal in kaart zijn. Wij hebben hierop niet altijd zelf grip, soms is het ook afhankelijk van landelijk beleid. De komende tijd zal dus duidelijk moeten worden hoe dit gaat lopen. In goed Sallands: the proof of the pudding is in the eating.Wij willen een levendige gemeente met verantwoordelijke burgers en gemeenschappen, met een betrouwbare overheid en een Deventer dat bruist van energie. Dat vraag een bestuur dat hierop flexibel kan inspelen, randvoorwaarden kan scheppen, kan stimuleren en soms ook afremmen. Wij vinden dat deze houding in voorliggende plannen herkenbaar is en bepaalde keuzen verklaart. Wij zullen ongetwijfeld hier met z'n allen de uitvoering daarvan dan ook nauwlettend volgen.

De voorzitter: Door de fractie van het CDA is de volgende motie ingediend.

Motie M3 (CDA)

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 30 mei 2005; ter behandeling van de voorjaarsnota 2005;

onderwerp: Bergkerk;

gehoord de beraadslagingen;

overwegende:- dat in de voorjaarsnota is opgenomen een bedrag voor de Bergkerk;- dat er een eerste verkennend onderzoek heeft plaatsgevonden;- dat niet duidelijk is wat de gevolgen zijn van een andere exploitatie van de Bergkerk voor de

instandhouding van de Grote- of Lebuïnuskerk;- dat voorkomen moet worden dat er op termijn twee noodlijdende instellingen ontstaan;

draagt het college op:de gevolgen te onderzoeken van een veranderende exploitatie van de Bergkerk voor de Grote- of Lebuïnuskerk en de uitkomsten hiervan mee te delen aan de raad en niet eerder tot het doen van uitgaven over te gaan voor de Bergkerk dan nadat de raad zich een oordeel heeft kunnen vormen over de resultaten van eerdergenoemd onderzoek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: Door de fractie van het CDA is het volgende amendement ingediend.

Amendement A3 (CDA)

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 30 mei 2005, ter behandeling van de voorjaarsnota 2005;

onderwerp: imagoverbetering vmbo;

gehoord de beraadslagingen;

besluit:op pagina 10 van de voorjaarsnota bij “imagoversterking vmbo” voor 2005 een bedrag van € 100.000 op te nemen en op pagina 18 bij 4, “Vorming buffer frictie taakstelling bezuiniging personeel” het bedrag met € 100.000 te verminderen.

Toelichting:Het vmbo kampt met een slecht imago. Op pagina 10 van de voorjaarsnota wordt dit door het college onderschreven, in de zin dat het als prioriteit is opgenomen in het Sociaal Programma. Echter, het college doet geen voorstellen om middelen beschikbaar te stellen. Wij vinden imagoverbetering erg belangrijk om

12

het beroepsonderwijs te versterken en zijn van oordeel dat er dit jaar al actie moet worden ondernomen. Daarom stellen wij voor middelen beschikbaar te stellen. Het bedrag voor verbetering imago kan echter pas worden uitgegeven nadat de raad heeft ingestemd met een – door het college in samenwerking met het vmbo – opgesteld plan.Als dekking stellen wij voor een verlaging van het bedrag dat voorgesteld wordt voor “Vorming buffer frictie taakstelling bezuiniging personeel”. Naar ons oordeel kan dit bedrag worden verlaagd, omdat de noodzaak voor de omvang van het bedrag ontbreekt. Bovendien staat op pagina 3 van het collegeprogramma Deventer 2005 - 2010 dat de reductie op personeel via natuurlijk verloop is te realiseren.

De voorzitter: De motie en het amendement zijn voldoende ondertekend en maken derhalve onderdeel uit van de beraadslagingen. Ze kunnen worden vermenigvuldigd en rondgedeeld.

Mevrouw Zandstra: Mijnheer de voorzitter. Wij constateren dat burgers steeds meer aangesproken worden op hun eigen verantwoordelijkheden. De tijd van het paternalisme en de bevoogding is voorbij. Zelfredzaamheid staat centraal en burgers moeten hun keuzen maken. Overheidsinstellingen en maatschappelijke organisaties trachten zo veel mogelijk aan te sluiten bij de concrete situatie en wensen van individuele burgers. Vraagsturing, persoonsgebonden budget en keuzevrijheid zijn centrale begrippen geworden in de welzijnswereld, de gezondheidszorg en het onderwijs. Tegen deze achtergrond staat ook de rolverdeling tussen burgers, marktpartijen en de overheid ter discussie. Wat wordt precies van de overheid verwacht? Welke rol moeten maatschappelijke organisaties en marktpartijen vervullen en wat behoort tot de verantwoordelijkheid van de burgers zelf? Deze burgerschapsdiscussie is sterk gericht op rechten en plichten van de individuele burgers. Maar de samenleving is niet uitsluitend opgebouwd uit individuen. Ook overheden, bedrijven en andere organisaties maken de samenleving tot wat zij nu is. Heeft het zin om over zoiets als institutioneel burgerschap te praten? Welke rechten en plichten en welke competenties horen daarbij? Betreft het werknemers, ambtenaren die vanuit hun organisatie verantwoordelijkheden op zich nemen voor medeburgers en gemeenschapstaken of gaat het verder en gaat het bijvoorbeeld om de vraag in welke mate de totale bedrijfsfilosofie gericht is op maatschappelijke verantwoordelijkheden?

Wat heeft dit alles met de voorjaarsnota te maken? Aan de ene kant niets, maar aan de andere kant ook alles. Waar wil de gemeente staan over tien jaar? Welke doelen moeten er zijn bereikt en vooral: wat wil de gemeente ertoe bijdragen, welke inspanningen wil zij leveren en wat is de rol en taak van de lokale overheid? Welke equipage hoort daarbij? Stuk voor stuk vragen die volgens ons onvoldoende zijn beantwoord. Dit alles zou een kader kunnen scheppen voor toekomstig beleid. Ik constateer dat de raad de neiging heeft te vaak te reageren op incidenten en bezig te zijn met het blussen van branden. Schoolzwemmen en de volwasseneneducatie vind ik daarvan voorbeelden. Het college schrapt. Waarom, waaraan getoetst en volgens welke criteria? De raad vindt dat dit niet kan. Waarom toetsen wij dat als raad? Vinden wij dat de gemeente dit centraal moet regelen of meer afgestemd op de individu? Heeft de raad dit aangegeven? Is het wel een gemeentelijke taak? De voornoemde discussie over de rol en taak van de gemeente bij een terugtredende overheid zou ik in een ander verband graag eens willen aangaan.

Wat betreft de voorjaarsnota het volgende. Om met het positieve te beginnen: het college heeft veel ballen in de lucht. Zo veel, dat het begint te lijken op een circusact. Maar jongleren is nu eenmaal de kunst van het loslaten en wat dat betreft moet er nog wel geoefend worden. Bij de start van het college hebben wij gevraagd helder en transparant te zijn. Wij hebben eveneens aangegeven dat wij van een uitvoeringsgericht college concrete en heldere doelen verwachten, gekoppeld aan inspanning en SMART-geformuleerd. Wat dat betreft voldoet de voorjaarsnota hier niet aan. Verder is een aantal zaken niet structureel gedekt, met name in het sociaal programma. De nog ontbrekende structurele dekking van de nachtopvang baart ons zorgen. Ook dat hebben wij al aangegeven bij de start van het college.Wij hebben grote twijfels bij de uitvoerbaarheid van de afbouw met 50 fte via natuurlijk verloop. De negatieve reserve RSI baart ons zorgen. Bijlage 4 van de voorjaarsnota kent voor het merendeel PM-posten. Wij vinden dat een zeer ernstige zaak, want daar zit de crux.

Het is een gegeven dat er tot op heden geen dekking is gevonden voor de reconstructie van de Amstellaan. De fractie is daarover zeer teleurgesteld. Een bijdrage uit de vrijval “sanering gemeentelijke reserves/voorzieningen” kan een directe lastenverzwaring voor de burgers betekenen, zeker in het kader van bijvoorbeeld de afvalstoffenreserve. Wordt deze reserve oneigenlijk gebruikt, dan geeft die direct een forse stijging van de afvalstoffenheffing voor de inwoners van onze gemeente. Komt er geen GDU-bijdrage (Gebundelde Doeluitkering) van de provincie, dan is het ons niet helder wat de strategie van het college wordt in dezen.

13

Het besluit om de Amstellaan te reconstrueren is onder zware tijdsdruk genomen. Het benodigde bedrag is voor ons dusdanig ingrijpend dat wij vinden dat er nu in de voorjaarnota meer helderheid gegeven zou moeten worden over de financiële gevolgen. Overigens hebt u dat zelf toegezegd.

Het landschapsontwikkelingsplan. Daarvoor hebt u een bedrag van € 100.000 opgenomen. Regelingen als rood-voor-rood en rood-voor-groen en vrijkomende agrarische gebouwen kunnen wel uitgevoerd worden, maar echte uitspraken over ruimtelijke kwaliteit snijden weinig hout zonder een landschapsontwikkelingsplan. Wij vinden dan ook dat het geraamde bedrag eigenlijk te laag is voor een goede planvorming. Het college heeft veel aandacht voor plattelandsontwikkeling, stelt managers aan, maar trekt te weinig geld uit voor planvorming. Onzes inziens worden er tot nu toe ook te weinig inspanningen verricht om Europese subsidies in te zetten voor de ontwikkeling van het buitengebied. In dat kader willen wij u er nog eens aan herinneren dat wij gevraagd hebben te overwegen een herstructureringsplan op te stellen voor het landelijk gebied. In de laatste commissievergadering RFO merkt de wethouder op dat actieve grondpolitiek de gemeente in staat heeft gesteld te investeren in de stad. Binnenkort worden er woningen gebouwd in de kernen Lettele en Okkenbroek. Wij zijn er voorstander van om bij een positief resultaat dit bedrag in te zetten voor de leefbaarheid en het instandhouden van de betreffende kernen.

Over het algemeen maatschappelijk werk, in casu de subsidie aan Carinova, merken wij op dat het in het algemeen een taak is die ten tijde van de beëindiging moet worden ingebed in de structurele kosten van de organisaties. Wij zijn er geen voorstander van dat de gemeente deze subsidie zonder meer voortzet.Het gestelde met betrekking tot de structurele kostenverhoging van het zwembad in Loo achten wij onjuist. Weliswaar wordt op papier een extra subsidie toegekend van € 28.000, maar het zwembad zal deze subsidie niet ontvangen, niet in middelen maar ook niet in menskracht. Volgens ons is het niet terecht de kosten hiervan te laten drukken op de exploitatie van het zwembad vanwege het negatieve effect. Kosten moeten daar geboekt worden waar ze gemaakt worden.

Broedkamers voor kunst en cultuur. Op zichzelf hebben wij niets tegen de ondersteuning van creatieve bedrijvigheid, maar wel tegen de verkapte subsidiëring van kunstenaars. Als hiervoor geld beschikbaar wordt gesteld, dan moeten er ook eisen worden gesteld aan de output. Dus eerst een goed bedrijfsplan, waarin elk geval zicht is op resultaten die bijdragen aan de economische ontwikkeling van Deventer.

Tot slot de wijkaanpak. De reserve wijkaanpak van ruim € 150.000 vinden wij te hoog. Uit ingewonnen informatie bleek dat het grootste deel van deze reserve is gekoppeld aan nog niet uitgevoerde projecten. Een heroverweging van de uitvoeringsformule wijkaanpak lijkt ons dan ook gewenst.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. De VVD-fractie heeft als motto voor de algemene beschouwingen: Durf te kiezen. Dit is een oproep aan alle politici in Deventer om aan de burgers duidelijkheid te verschaffen en een keuze te maken uit de vele onderwerpen die spelen. Als wij als politici teveel ballen en proefballonnen in de lucht gooien, schept dit bij de burgers verwachtingen die vaak niet waargemaakt kunnen worden door een gebrek aan geld, aan menskracht of simpelweg omdat de gemeente er niet over gaat. Politiek bedrijven is niet anders dan het maken van keuzen, ook als je niet altijd iedereen blij maakt met je keuzen. Aan de andere kant geeft het maken van keuzen ook duidelijkheid en richting aan de gemeentelijke organisatie. Het is dan gemakkelijker te bepalen waarop ingezet moet worden en wat prioriteit heeft. Zeker in tijden dat de financiële ruimte beperkt is, verhoogt het maken van keuzen de daadkracht, doelmatigheid en doeltreffendheid van het bestuur. De raad moet hierin het goede voorbeeld geven. De VVD-fractie zal het initiatief nemen om een procedure voor te stellen die tot doel heeft dat de raad sneller keuzen maakt. Op deze manier draagt de raad bij aan het inhoud geven aan het motto van het collegeprogramma 2005-2010 "Sterk in uitvoering".

In het collegeprogramma wordt onder andere ingezet op het benutten van de kracht van de stad. Met voldoening hebben wij gemerkt dat daar al goede resultaten mee zijn geboekt, gezien de ontwikkelingen rond de herstructurering, Go Ahead Eagles en het reïntegratieproces via het project "Werk loont". Ook de ambities van het college over het belang van Deventer als onderwijsstad en de inzet om de samenwerking tussen de diverse partners in het onderwijsveld te versterken, verdienen onze volle steun. De VVD juicht initiatieven als de ontwikkeling van de Academia Vitae van harte toe.

Een zeer kritische toon willen wij afgeven ten aanzien van het proces rond de locatie van het nieuwe stadskantoor annex bibliotheek. Wat ons werkelijk heeft verbijsterd is dat in een jaar tijd een van de belangrijkste aannames, het benodigde aantal vierkante meters kantooroppervlakte, waar de vorig jaar door de raad genomen beslissing op was gebaseerd, drastisch is bijgesteld en dat op grond daarvan het

14

college het voorstel doet om de locatie Sluisstraat niet te gaan bebouwen. Wat zegt deze verrassing over de betrouwbaarheid van de nieuwe getallen en vooral ook: wat dit betekent voor de ontwikkelingskansen van het gebied rond de Sluisstraat? Wat betekent dit voor de haalbaarheid van de benodigde extra permanente parkeergelegenheid aan die kant van de stad? De VVD ziet deze drie punten als onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Over het financieel beeld het volgende. In de meerjarenbegroting vinden wij de financiële vertaling van het collegeprogramma, inclusief enige PM-posten. In de tussentijd is er ook nog financiële ruimte gevonden voor de uitvoering van de herstructurering en de aanpassing van de Amstellaan. Op zich creatieve oplossingen, maar niet zonder risico's. Het college legt zichzelf een grote inspanningsverplichting op door aan te sturen op het binnenhalen van € 6 miljoen aan provinciale GDU-gelden.Gezien de hoge prioriteit die de herstructurering in politiek Deventer heeft, vinden wij deze insteek verantwoord.

Zeer benieuwd zijn wij hoe het college op korte termijn de mobiliteitsreserve een positief saldo wil geven. De fractie van de VVD wil expliciet weten of het college het met ons eens is dat de in de voorjaarsnota gewenste investeringen voor onder ander fietsenstallingen niet kunnen plaatsvinden zolang deze niet volledig worden gedekt door een positieve mobiliteitsreserve. Afhankelijk van de beantwoording overwegen wij hierover een motie in te dienen. Het zal het college bekend zijn dat de VVD een tegenstander is van een verhoging van de parkeertarieven. Toezeggingen naar aanleiding van de vorige parkeertariefverhoging, onder andere een parkeerverwijssysteem, heeft het college nog steeds niet ingelost.

Voor de fractie van de VVD is nog steeds niet duidelijk welke concrete producten wij mogen verwachten voor het door de raad geaccordeerde WMO-budget. Mede na de laatst gehouden SCE-vergadering bekruipt onze fractie het gevoel dat Deventer op achterstand staat ten aanzien van de marsroute en de tijdsplanning. Gezien het grote belang en de impact van dit onderwerp op het gemeentelijke budget en de maatschappelijk gevolgen, roepen wij het college op de raad hierover voor 1 juli aanstaande concreter te informeren.

Het sociaal programma is vooral nader uitgewerkt ten aanzien van het programma Jeugd en Onderwijs. De posten klantmanagement, ouderbetrokkenheid en imagoverbetering vmbo zijn niet van budget voorzien. Wij roepen het college met klem op om prioriteit te geven aan de imagoverbetering van het vmbo. De door het college gefaciliteerde ambtelijke capaciteit moet ook een meer inhoudelijke bijdrage leveren voor dit onderwerp. Mede omdat een slecht imago van het vmbo ook veel andere problemen met zich meebrengt, waaronder een te laag aanbod van technisch geschoold personeel op de arbeidsmarkt.

Over de besteding van de voordelige uitkomsten 2005-2009 wil de VVD de volgende opmerkingen maken.1. Zeer verheugd zijn wij dat, na vele jaren, er eindelijk een structurele dekking is gevonden voor de

nachtopvang van verslaafden en daklozen. Het is duidelijk dat deze al jaren door de VVD nagestreefde voorziening in een grote behoefte voorziet.

2. Ook continuering van het Schoolhuis vindt de VVD zeer belangrijk. Deze instelling timmert wel niet aan de weg, maar het wegvallen van de voorziening zou grote maatschappelijke schade veroorzaken.

3. Dat verschillende culturele instellingen nu weer aankloppen voor extra geld stemt ons tot zorg. In het kader van het collegeprogramma 2002-2006 was extra geld uitgetrokken om de bedrijfsvoering van de culturele instellingen verder te professionaliseren, met als doel om onvoorziene tekorten te voorkomen. Voor bepaalde instellingen heeft dit kennelijk niet gewerkt. Zoals bekend, is de VVD tegenstander van het principe "U vraagt, wij draaien en de gemeente betaalt".

De VVD verzoekt de wethouder meer inzicht te geven in de penibele financiële situatie van de bibliotheek en de mogelijke financiële risico's voor de gemeente.In plaats van gaten in de begroting te dichten, pleit de VVD voor het neerwaarts bijstellen van ambities en het aantrekken van een kleinere broek.

Wij vragen ons af of door het integreren van de programma's “coördinatie platteland/reconstructie" en het opstellen van het toetsingskader rood-voor-rood besparingen te realiseren zijn binnen de aangegeven budgetten.De verkenning van de mogelijkheden om tot een meer kostendekkende exploitatie van de Bergkerk te komen met commerciële en culturele activiteiten spreekt ons zeer aan. Dat ook hier de kost voor de baat uit gaat is een pijnlijke constatering, maar tot op zekere hoogte te billijken. De VVD vindt echter dat het

15

college geen nieuwe financiële risico's mag aangaan door bijvoorbeeld bij te dragen in de exploitatie, laat staan door garant te staan voor toekomstige exploitatietekorten.

Met het college constateert ook de VVD, dat de behoefte aan geld voor investeringen in de harde infrastructuur geen gelijke tred houdt met de inkomstenontwikkeling van de vastgoedsector. Met deze constatering komen wij niet verder, maar gelukkig bestaan er ideeën om aan aanvullende inkomsten te komen, bijvoorbeeld door sturing naar meer winstgevendheid van het grondbedrijf, onderzoek naar het binnenhalen van meer subsidiegelden, alsmede cofinanciering van marktpartijen. Overigens heeft de winstgevendheid van het grondbedrijf weer alles te maken met het tijdig maken van keuzen, waardoor slagvaardiger kan worden opgetreden en ten minste onnodig renteverlies wordt voorkomen.

Ook bij de besteding van de gelden uit de RSI is de politiek gedwongen keuzen te maken. Met pijn in het hart gaat onze fractie akkoord met de mutaties op eerdere prioriteringen.In de voorgestelde procedure met betrekking tot de verdubbeling van de Siemelinksweg kunnen wij ons vinden, in de verwachting dat er op korte termijn een al of niet creatieve oplossing gevonden wordt voor het ongedekte tekort.

Ten slotte iets over de opschoning van de reserves. De VVD juicht het toe dat het college slapende reserves inzichtelijk heeft gemaakt en aangewend voor de uitvoering van beleid. Er resteert nog een aantal reserves en voorzieningen die aan een nader onderzoek zullen worden onderworpen. Vooruitlopend op dit onderzoek ligt er al een claim van € 2 miljoen ten behoeve van de herstructurering. Hiermee zijn wij akkoord gegaan. Toch verwacht de fractie van de VVD dat de totale opschoning van de nader te onderzoeken reserves en voorzieningen meer zal opleveren dan de benodigde € 2 miljoen, zeker gezien de reserve Tarieven huishoudelijk afval, die wij thans te hoog vinden tegen de achtergrond van de onlangs sterk verminderde risico's. De VVD vindt dat aanvullende vrijkomende reserves en voorzieningen boven € 2 miljoen moeten worden ingezet voor investeringen en niet voor consumptieve bestedingen. Te denken valt aan investeringen voor projecten die voortvloeien uit de herijking van de hoofdwegenstructuur.

Het college geeft de mogelijkheden aan, de raad zal de keuzes moeten maken. Dus ook hier: durf te kiezen.

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. Het motto van onze bijdrage zal zijn; "Niet lullen, maar poetsen”. Je kunt dat ook zeggen met: "Sterk in uitvoering”. "In gelul kun je niet wonen", heeft de PvdA in de komende rondgang door de wijken al naar voren gebracht. Dat sprak ons aan. "Zwemmen of verzuipen" zou ook nog kunnen. Deze voorjaarsnota heeft misschien wel last van veel geschreeuw, maar weinig wol. Toch willen wij wel positief zijn; wij geven het voordeel van de twijfel, omdat wij denken dat de voorjaarsnota wel heel open aangeeft daar waar het nog niet duidelijk is. Wij zullen het college een scherp financieel beleid laten voeren. Dat kunnen wij best wel ondersteunen. Dat er vervolgens nu nog geen dekking is bij een aantal belangrijke collegeprogrammaonderdelen stemt ons wel kritisch. Wij zullen zeer sterk kijken naar de komende begroting van 2006.

Wij verwachten dat de participatie, oftewel de burger die steeds meer in beeld moet komen, een belangrijk onderdeel zal zijn van onze komende periode in de raad. Wij denken dan ook dat er een snellere evaluatie van de wijkaanpak nodig zal zijn. Daar verzoeken wij ook om. Wij denken dat de rondgang van de PvdA in de wijken een eerste opzet kan zijn. De burgemeester heeft voorgesteld dat de raad meer de wijken in zal gaan.

Wij hebben de afgelopen tijd veel last gehad van veel langlopende projecten. Dat zullen wij ook de komende tijd nog hebben. De Vastgoedrapportage spreekt daarover. De herstructurering – de voorgaande sprekers hebben er ook al iets over gezegd – betreft 56 wijken in Nederland. Er zijn veel wensen van bewoners. Kunnen zij terugkeren of niet? Waarom wordt de herstructurering eigenlijk ingezet? Omdat de huizen slecht zijn? Nee, er moet meer worden gedifferentieerd. Dat maakt voor ons het vraagstuk moeilijk. Kunnen wij waarborgen wat mensen wordt toegezegd? Wij hebben het afgelopen najaar verschillende inloopavonden in Keizerslanden bezocht en hebben moeten constateren dat mensen niet rijker worden van nieuwe huizen. Zij zijn meer gebaat bij een 'pound in the pocket'. In Engeland doen ze dat heel goed. Ik vind dat wij heel goed en nauwkeurig moeten volgen wat de mensen echt willen, dat wij hun niet te veel beloven. Wat dat betreft was het debat tijdens de verkiezingen van afgelopen jaar ook heel helder. Participatie: en dan ook echt meebeslissen.

16

Een volgend punt: het stadskantoor. Nieuwe plannen. Is dat de manier waarop het college nieuwe plannen inbrengt? De uitgangspunten van de raad worden weggepoetst en de uitgangspunten van het college zijn plotseling leidend. Of zijn het proefballonnen? Wij zijn er nog niet gelukkig mee. De binnenstad staat vol met gebouwen. Wij hebben er niets aan om de binnenstad vol te plempen. Wel aan fatsoenlijke tuinen voor de bewoners van de binnenstad. Misschien moet het stadskantoor wel weg. Dan hebben wij een mooi plein terug. De plaats van de bibliotheek is voor ons geen halszaak. De bibliotheek kan op het Grote Kerkhof, maar hoeft daar niet. Misschien moet de bibliotheek wel naar de Houtmarkt. Ook daar ontstaat straks een mooi plein met een busbaan, als de krakers dat verder ook steunen, waarover de bus rustig kan rijden, net zo goed als de bus ook gewoon over de Brink kan rijden. Met andere woorden: doen wij er als raad nog wat mee? Ik ben benieuwd naar de discussies.Wat blijft er over van de visie Binnenstad-Zuid? Wat vage plannen over het terugbrengen van de oude haven, het afbuigen van de Wilhelminabrug. Wij hebben gesproken over het opwaarderen van het Sluiskwartier, maar wordt dat nu niet op losse schroeven gezet, doordat er nieuwe aannames zijn en doordat er nieuwe cijfers worden gebruikt? Vorig jaar omtrent deze tijd waren de geluiden heel anders.

Wij hebben nog veel meer langlopende projecten: plattelandsontwikkeling, herijking hoofdwegenstructuur, openbaar onderhoud en het sociaal programma zijn nog lang niet afgerond en vragen om forse investeringen. Nogmaals: dat laat de voorjaarsnota ook duidelijk zien. Ik had geschreven dat de collegepartijen VVD en GroenLinks wel eens een kritisch geluid zouden kunnen laten horen. Ik heb dat inderdaad goed gezien.Dat voordeel van de twijfel; wij zijn ook zo'n soort fractie. Ik weet niet of wij dat kunnen volhouden. De raad is bezig met een interne opschudding. Dualisme en alles wat er bij hoort: laptop, digitaal, Deventer markt. Is dat goed of niet? Onze fractie is er nog niet uit. Voor contacten met de burgers heeft onze partij al meer dan twintig jaar een open vizier gehad. Dat geldt voor meerdere partijen in deze raad. Onze werkwijze zal er niet veel anders door worden. Wel is het vergadercircuit wellicht beter gevuld. Wij vragen ons af of dat herkenbaar is voor de burger. Deze raad heeft zich danig vernieuwd, maar het college voert volgens ons nog een oud beleid, zeker wat betreft de communicatie over de lopende processen: niet te veel informatie, wel een beetje, en soms een overvaltactiek. Kijk naar de plannen rond het stadskantoor. En dan is iedereen weer even bezig. De raad zal meer betrokken moeten worden. Dat proces komt nu te langzaam op gang. Is de mammoettanker te verplaatsen met een peddel?

Het afslanken van het ambtelijk apparaat lijkt nu daadkrachtig te worden aangepakt. Of is het een jojodieet? Wie zegt ons of het college doet wat de raad wil? Zijn er concrete aanwijzingen? De voorjaarsnota geeft nog niet al teveel inzicht en flexwerken kost ook arbeidskrachten.

Het parkeren is een blijvend probleem. Wij komen daarover zeker nog te spreken.De Vastgoedrapportage vertoont gaten, zoals in de inleiding staat, door de impasse in een aantal lopende projecten dat ik net al genoemd heb, en met de begroting voor 2006 zal dat toch gerepareerd moeten zijn. Met andere woorden: wij hebben nog veel te veel beleidsvoornemens en geen geld. Of er worden te veel ballen in de lucht gehouden, wij hebben te veel ambitie en wij maken geen keuzen. Wij hebben een ambitieus sociaal programma, met daarin zaken als onderwijs, waarover wij veel hebben gediscussieerd. Het imago van het vmbo. Vergeet niet dat 70% van de kinderen naar het vmbo gaat. Dat is een grote groep jongeren uit de Deventer samenleving. Wij hebben daar te weinig aandacht voor. Wij hebben veel te weinig aandacht voor de aansluiting van het vmbo naar het mbo. Gelukkig zie ik dat dit college het probeert op te pakken, maar wij hebben het lang laten zitten. Net zo goed als de constant terugkerende discussie over schoolzwemmen. Vanaf 1986 probeert het college aan te voeren dat het niet meer hoeft, terwijl de raad zegt dat het wel moet. Ik heb een aantal maanden geleden nog heel trost gezegd dat schoolzwemmen nog steeds op onze begroting staat. Ik hoop dat dit ook zo is. In ben het zeer eens met de integrale benadering van de PvdA, die een aantal clusters in het sociaal programma met elkaar verbindt. Dan zal ook van belang zijn of wij de 'afbreekcultuur' die is ontstaan kunnen tegengaan en dat er een goede beleidsverantwoording ontstaat, waarbij wij het college kunnen afrekenen. Niet in de zin dat het college het slecht zou doen, maar meer dat het controleerbaar is. 2006 wordt dus erg spannend.

Mevrouw Van Ommen: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben een duo-bijdrage. Ik begin mijn bijdrage met een citaat, niet over konijntjes of mammoettankers, maar over een veerpont.

Ik breng de mensen heen, ik breng anderen weer terugMijn pont is als het ware zo ongeveer een soort van brugEn als de pont zo lang was als de breedte van de stroomDan kon hij blijven liggen, zei me laatst een econoomMaar dat zou dan weer lastig zijn voor het rivierverkeer

17

Zodoende is de pont dus kort en gaat hij heen en weer

(uit: De Veerpont, Drs. P)

Soms lijken de inspanningen van de gemeente nog het meest op het in de goede richting sturen van de burgers en zorgen dat ze zonder natte voeten de overkant halen. Maar waar een veerboot alleen heen en weer lijkt te kunnen, hebben wij gelukkig als gemeente, als college en als raad de mogelijkheid om binnen zekere kaders onze eigen koers te bepalen. Het valt niet mee om in barre Haagse tijden als gemeente een voorjaarsnota op te stellen, waarbij je op verantwoorde wijze prioriteiten stelt. Zoals het spreekwoord zegt: "Vooral wanneer het stormt, kun je je stuurmanskunsten tonen”.

De fractie van de SP kan instemmen met de meeste beleidsvoornemens zoals die in de voorjaarsnota zijn voorgesteld. Het behoeft geen uitleg dat het belangrijk is om te kunnen inspelen op ontwikkelingen met grote maatschappelijke consequenties, zoals de WMO. Voor deze en voor een aantal andere zaken geldt dat er een goede balans moet worden gezocht tussen de eigen verantwoordelijkheid van de burger en de actieve rol van de overheid, die haar verantwoordelijkheid moet nemen om burgers die niet of in mindere mate voor zichzelf kunnen zorgen, te beschermen. Geen betutteling, maar het opheffen van drempels; een actieve rol naar de burgers toe.Eigen verantwoordelijkheid in samenhang met een actieve rol van de overheid komt bij meerdere onderwerpen in deze nota terug. Experimenten om de burgers meer te betrekken bij het beheer van de openbare ruimte zijn op zich oké, maar hoe verhoudt die betrokkenheid zich met de verantwoordelijkheid van de gemeente? Waar houdt het een op en begint het ander?

Het schoolzwemmen vinden wij een heel belangrijk onderwerp. Niet zozeer alleen vanwege het schoolzwemmen zelf, maar ook omdat het een symbool is van inconsequentie. Wij vinden dit onverklaarbaar als wij terugdenken aan alle goede voornemens die in het verleden zijn neergeschreven in nota’s over de gezondheid van de Deventer bevolking. Schoolzwemmen is een gezonde activiteit, die er aan kan bijdragen dat kinderen na een eerste kennismaking met deze sport, hier ook verder mee door zullen gaan. En onder bijlage 4, punt 14, staat in ditzelfde stuk nog genoemd dat er een doelstelling is van het verder ontwikkelen van breedtesport en sportstimulering, met als meetbaar resultaat onder andere het wegwerken van bewegingsachterstand bij jeugdigen. Vandaar dat wij het erg inconsequent vinden dat er zo'n bezuiniging wordt voorgesteld.

Wij zijn wel blij met de richting die de nachtopvang opgaat. Er lijkt eindelijk een structurele regeling te komen. Dat vinden wij fantastisch. Wij willen geen spelbreker zijn door te vragen hoelang wij hier nu ook al weer mee bezig zijn geweest.

Over het algemeen is deze nota redelijk helder geschreven. Helaas zijn in bijlage 4 veel doelstellingen nog steeds niet erg meetbaar omschreven. Nog steeds zijn er omschrijvingen als: minder, meer, positiever. Dit verschilt overigens per programmaonderdeel. Wij zouden graag de volgende keer overal doelstellingen zo mogelijk meetbaar geformuleerd zien. Dan is het immers ook eenvoudiger om achteraf te kijken of eraan is voldaan.

Ik begon mijn betoog met een opmerking over stuurmanskunst, en ik wil er ook graag mee eindigen. Een oproep, om zo veel mogelijk onze eigen sociale koers te varen. Naar onze mening zitten wij tenslotte allemaal in hetzelfde Haagse schuitje, met de wind uit de verkeerde hoek.

Mevrouw Lutje Hulsik: Mijnheer de voorzitter. Zoals mijn partijgenote al opmerkte, moeten wij zorgen dat wij straks geen natte voeten krijgen. In de bestuurlijke overwegingen staat al beschreven dat het met deze nota scherp zeilen is. Het is een ambitieuze nota, die niet zonder risico is. Desondanks vindt de SP een complimentje op zijn plaats, aangezien u in staat bent gebleken om voor dit jaar de begroting sluitend te krijgen. Ook heeft u de hand in eigen boezem gestoken door in uw eigen financiële huishouding goed rond te kijken om te zien waar op verantwoorde wijze gesneden kon worden. In tegenstelling tot dit kabinet die de ene na de andere bezuinigingsmaatregel invoert.

De komende periode komen wij in zwaar weer terecht door de stijgende lasten en dalende inkomsten. Voor degenen die onder aan de maatschappelijke ladder staan of net een treetje daarboven, wordt het steeds moeilijker het huishoudboekje kloppend te krijgen Met name de huurliberalisatie en de invoering van de WMO zal voor menigeen betekenen dat er fiks gesnoeid moet worden. Ook de ouderen en de gehandicapten kunnen door deze maatregelen amper het hoofd boven water houden. Wat de WMO betreft maken wij ons grote zorgen om de volgende drie punten:

18

1. Nog niet duidelijk is wat er allemaal precies gaat gebeuren.2. Hoe vergaat het straks de mensen zonder sociaal netwerk?3. Wij maken ons zorgen om de grote verantwoordelijkheid van zorgvragers. Zelf kiezen betekent goed

geïnformeerd moeten worden. Er is een categorie mensen die hiertoe slecht in staat is, om wat voor redenen dan ook.

Afgemeten aan het maatschappelijk belang missen wij in deze nota werk en werkgelegenheid, terwijl het aantal werklozen is gestegen. Voor een deel valt dit toe te schrijven aan het verdwijnen van een aantal banen. De gemeente heeft hier amper invloed op. Wel heeft zij te maken met de gevolgen ervan en moet daarop beleid maken, zoals het verstrekken van uitkeringen, bemiddelen naar arbeid en reïntegratie, sociale activering en de Sallcon Groep. Door de aangescherpte wet op de WW zullen er in de toekomst meer mensen in de bijstand terechtkomen. Dit baart de SP grote zorgen. In het kader van Werk Loont verwacht de gemeente dat de uitkeringsgerechtigde uitstroomt naar de arbeidsmarkt of dat op z’n minst de afstand tot die arbeidsmarkt sterk wordt verminderd. Helaas is dit niet het geval.

Wij juichen de herstructurering erg toe. Wij vinden wel dat wij mensen voorrang moeten verlenen boven de stenen, zoals de PvdA terecht opmerkte.

Wij vinden het een goede nota, maar blijven uiteraard het college kritisch volgen of het de ingeslagen weg ook daadwerkelijk volgt. Wij hopen dat het college samen met de raad het evenwicht weten te behouden.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Ik weet niet wie er van de aanwezigen wel eens in de Apenheul komt, maar de gebeurtenissen rondom het bekend worden van de voorjaarsnota en de aandacht die het schoolzwemmen kreeg deden mij daaraan denken. Ik zag in gedachten die verzorger met een tros bananen komen en die midden in de groep gooien. Net als het college met het schoolzwemmen. En tja, wij als raad reageren met een Pavlovreactie en duiken er bovenop! Het deed mij denken aan de uitspraak over kiezen: “als je moet kiezen tussen twee kwaden, kies dan niets; als je moet kiezen tussen twee goede dingen, kies dan beide”.Ik wil de problemen rondom het schoolzwemmen zeker niet bagatelliseren. D66 hecht grote waarde aan het bewegingsonderwijs en wij vinden veiligheid een belangrijk aspect. Als dat het enige onderwerp is dat in de media wordt besproken, naast het veel te vrolijke beeld dat het college heeft neergezet over de financiële situatie, dan moeten wij ons zorgen maken.

Risico's zijn in deze voorjaarsnota onvoldoende benoemd. Er zijn nog forse tegenvallers, het parkeren en de bibliotheek, die niet verwerkt zijn. Wij hebben vorige week een presentatie mogen zien over de locatiekeuze stadskantoor en bibliotheek. Met die bekendmaking, en de uitspraken van wethouder Doornebos in de commissie BM, waar hij liet doorschemeren dat het Cultuurplein voor het college minder prioriteit heeft, staan twee belangrijke elementen uit de visie Binnenstad-Zuid op de helling. Wij vinden dat het college daarover nog wel wat heeft uit te leggen, zeker gezien de vele tijd die wij en de bevolking vorig jaar met z'n allen hebben gestoken in de discussie hierover. Helderheid over de werkelijke tekorten van de bibliotheek is daarbij van belang, maar daarnaast wil mijn fractie ook een rapportage over de kosten van de visie Binnenstad-Zuid tot op heden. Is het college bereid ons hierover te informeren?

Het college stelt € 150.000 beschikbaar voor aanpassingen aan de Bergkerk, dit om deze rendabeler te maken. Enerzijds vreemd, omdat wij per 2006 een bezuiniging inboeken van € 50.000 en nu moeten wij investeren om een nieuwe bestemming mogelijk te maken. Aan welke invulling denkt de wethouder hierbij? Zou dat niet een integrale afweging tussen culturele instellingen moeten zijn alvorens dat soort keuzes te maken? Nu wij het hebben over culturele instellingen: in hoeverre is de bijdrage aan Theater Bouwkunde toereikend voor een gezonde toekomst, zeker als wij de eventuele verplaatsing naar het cultuurplein meenemen, waarvan de wethouder zegt dat dit minder prioriteit heeft?

In de huidige voorjaarsnota zitten nogal wat openeindjes, hoewel een verkleinwoord hier eigenlijk niet op z'n plaats is. Dit geldt bijvoorbeeld bij de infrastructurele projecten. Andere tekorten in deze begroting zijn nogal knullig weggewerkt, zoals het collegeprogramma, dat nog niet in zijn geheel is verwerkt. Veel voornemens uit het collegeprogramma hebben meerkosten tot gevolg, maar daar wordt geen geld voor uitgetrokken. Overigens wordt ook niet de keuze gemaakt om zaken niet te doen. Dat is vreemd. Eigenlijk is er dus een fors tekort, dat ook met de bezuiniging op personeel niet wordt afgedekt. Die bezuiniging op personeel is het andere dekkingsprobleem in deze meerjarenbegroting. Immers, het is creatief om te zeggen dat wij in 2006 al met minder ambtenaren zullen werken, maar als je nog geen richting geeft in de discussie over datgene wat wij aan taken niet meer gaan doen, gaat dat niet lukken. Deze discussie

19

voeren bij de begroting 2006 is te laat; dan haal je de doelstelling voor 2006 in ieder geval niet en zullen wij in elk geval in 2006 veel van die frictiekosten moeten besteden.

Wij maken ons zorgen om de RSI en daarmee ook om de winstgevendheid van ontwikkelingslocaties voor wonen en ondernemen. Naar een aantal van deze exploitaties moet wat D66 betreft nog eens goed worden gekeken. Het kan toch niet zo zijn dat wij bijna verlies lijden op ontwikkelingen als Steenbrugge. Het is zaak nu echte keuzes te maken. Slechts het naar achteren schuiven van zaken als de fietstunnel en het parkeren in de binnenstad is geen oplossing. Nu er wordt afgezien van het DEC (Deventer Entertainment Center) wil mijn fractie van het college weten of het mogelijk is de bijdrage van € 4,9 miljoen, zoals die nu in de RSI staat, omlaag te brengen, zodat de gemeente in elk geval aan die ontwikkeling minder geld kwijt is. Die zouden wij dan op een andere wijze kunnen prioriteren.

Dit raakt ook aan de Vastgoedrapportage. Er moeten keuzes worden gemaakt ten aanzien van een aantal projecten dat de gemeente tegelijkertijd uitvoert. In de rapportage wordt dit ook aangegeven, maar deze keuzes worden nauwelijks of niet gemaakt. De wethouder gaf in de commissie aan dat er soms dingen moeten gebeuren, waardoor er vervolgens veranderingen min of meer van nature tot stand komen. Dat is voor ons te weinig. Wij roepen het college op nu maar eens flink te zijn, door de zure appel heen te bijten en bij de begroting voor 2006 met voorstellen te komen. Daarbij behoort ook een plan van aanpak om te komen tot een creatieve oplossing voor bijvoorbeeld het kwaliteitsniveau van de openbare ruimte. Alle aanbevelingen of kritische opmerkingen staan op pagina 15 van de Vastgoedrapportage.

Dan kijk ik nog even naar een aantal van de investeringen die wij wel doen: een accountmanager breedband. Waarom moeten wij klanten werven voor Essent en KPN? Zouden die bedrijven dat niet gewoon zelf moeten betalen? Het college gaf in een persbericht aan dat Deventer € 3,5 miljoen bespaart door het glasvezelnet. Dat verkoopt zich dan toch zelf?

Voor DevEnter Digitaal-projecten wordt € 75.000 uitgetrokken om externe financiering aan te trekken. Wij vinden dit wel heel erg ruim. Voor dat geld kun je ook gewoon een externe partij de internetcorners laten onderhouden. Gezien de financiële situatie is het wel goed om meer te kijken naar externe financiering uit Brussel, Den Haag of Zwolle. Vandaar dat wij daarover straks een motie indienen.

Nu wij het dan toch over digitale projecten hebben: mijn fractie is geschokt door de berichtgeving in de Stentor van vanmorgen over onze digitale dienstverlening. De dienstverlening op de website is nog steeds onder de maat, het reageren op e-mail is bedroevend. Ik heb de ranglijst van de bereikbaarheid per e-mail afgedrukt. Je krijgt dan een lijst van tien pagina's. Ergens halverwege pagina 10 treffen wij Deventer aan met een bereikbaarheid die bedroevend laag is en een score die bedroevend laag is. E-mails worden in Deventer pas na acht dagen beantwoord. Dat vindt mijn fractie onacceptabel. Het college moet nu echt vaart maken met de verbetering van de publieke dienstverlening, zowel via de site, via e-mail als via de telefoon. Probeert u wel eens het algemene nummer van de gemeente Deventer te bellen? De kans dat u dan iemand aan de telefoon krijgt, is op sommige dagen erg klein.

Verlaging subsidie educatie scholingsactiviteiten. Wij kunnen ons bij de motivatie van de PvdA aansluiten en vinden het amendement van de PvdA daarover sympathiek, maar hebben vraagtekens bij de dekking. Ik kom daar nog op terug.Het voorstel over het image van het vmbo kan op onze grote sympathie rekenen. Met het CDA en de VVD zijn wij van mening dat het college hiermee voortvarend aan de slag moet.

Ik heb twee vragen over het rekeningresultaat. De PvdA dekt de amendementen met het rekeningresultaat. Het college heeft hiervoor op pagina 18 al een zekere voorsortering gemaakt. Komen de prognoses van het rekeningresultaat overeen met het werkelijke rekeningresultaat? Het antwoord is van belang voordat wij daadwerkelijk uit het rekeningresultaat willen putten.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Kennelijk sprak mijn nautische metafoor u aan. U typeert uw financieel beleid nu als scherp zeilen. Ik heb begrepen dat zelfs de SP enthousiast is voor een nautische metafoor als het gaat om het college en het collegeprogramma.Ik ga echter nog even door op mijn eigen metafoor. Het college is als ‘zeven jongens en een ouwe schuit’ uit het boek van A.C.C. de Vletter uit 1941. Hoe is de conditie van het schip nu? De toezegging in het collegeprogramma was dat er een masterplan zou komen om al de acties van het collegeprogramma in op te nemen. Financieel zou een en ander in de voorjaarsnota worden ingepast. Van dat plan horen wij niks meer. Wel ligt hier de voorjaarsnota. Lang niet alle prioriteiten uit het collegeprogramma zijn daarin van geld voorzien.

20

De voorjaarsnota is dé gelegenheid om te laten zien hoe stevig het gebinte van de boot is en hoe de onderhoudstoestand van de scheepshuid is. Met zo'n schip gaat u in volle zee met allerlei risico's in verband met verandering van weer. Voor een jongensboek is een vaart met zo'n schip buitengaats erg spannend. Het avontuur loopt in dat soort boeken altijd goed af. De vraag voor een volwassen stadsbestuur is natuurlijk: "Is het verantwoord dat te doen?" De ChristenUnie meent van niet.

De financiële grondslagen van dit collegeprogramma: alles betalen met 50 fte krimp. Daar zou nu een geloofwaardig begin mee zijn gemaakt. Wij zien dat niet. Wethouder Doornebos roept dat de taakstelling is meegegeven bij de reorganisatie. Toch geeft dat mij nog niet veel vertrouwen. Enkele sectoren zijn onlangs gereorganiseerd. Daar is het op. Verder kiest de directie ervoor te reorganiseren met de fluwelen handschoen; lees het personeelsblad. Men is nog niet echt van start gegaan in verband met het uitblijven van duidelijkheid over de afschaffing van gemeentelijke FPU (Flexibele Pensioenuitkering). Dat staat met zoveel woorden in de voorjaarsnota. Het bouwen van een te klein stadskantoor kan die krimp niet afdwingen. Zo simpel zal deze krimp toch niet plaatsvinden, met een echte stoelendans: helaas voor uw afdeling zijn er maar x-werkplekken; dat betekent y-fte schrappen. Ik zie te weinig een stevige aanzet tot realisatie van deze grondslag van het collegeprogramma. Die wil ik eerst zien en dan geloven. Voor 2006 moet structureel € 0,5 miljoen zijn gevonden. Daarvan is nog geen spoor te zien. Nog een aanwijzing die mijn taxatie ondersteunt: de prioriteiten van het collegeprogramma die geen geld meekrijgen, ontvangen wel ambtelijke ondersteuning. Hoezo minder personeel, hoezo minder bezig zijn met plannen en meer met uitvoering? Dat geeft u ook aan bij uw knelpunten. Er is nog steeds geen integrale investeringsplanning. Ook geeft u aan dat de samenhang onvoldoende in beeld is, bijvoorbeeld de ruimtelijke consequenties van sociale voorzieningen. In hoeverre bent u dan 'in control'? Hebt u alles in de grip? Kennelijk zijn er te weinig mensen met overzicht. Dus ook kwalitatief hebt u de nodige problemen in de ambtelijke bezetting.

Dat brengt mij op het volgende. Er zijn verschillende prioriteiten uit collegeprogramma die geen middelen meekrijgen in deze voorjaarsnota. Daar horen ook de projecten bij uit het Stedendriehoekproces. Dat lijkt een heel strategisch proces, waarvoor je eigenlijk ruimte zou moeten hebben. Het geldt ook voor de WMO. Toegegeven: de herstructurering heeft u opgepakt en een grote stap voorwaarts gebracht. Dat is een compliment zeker waard. Ook een dossier overigens dat prioriteit had, maar waar geen geld voor was gereserveerd. Met de oplossing van dat project zijn grote offers gebracht. Die offers waren overigens niet voorzien. Welke zijn dit? Nieuwe risico's en lastenverzwaring voor de burger. Tussen haakjes: wij waren tevreden over antwoord van wethouder Hiemstra in de commissie BM over de tarieven. Wij hechten namelijk aan fiscale zuiverheid. Alleen rioolrechten betalen voor riolen en niet stiekem ook voor andere kosten in de openbare ruimte. De reserve bij de afvalstoffenheffing alleen benutten voorzover die gevoed is vanuit andere bronnen dan de tarieven voor de burger. Een ander offer van de herstructurering is dat er ook nog eens erg drastische gevolgen zijn voor de woningbouwprogrammering voor de komende tien jaar.

Verder blijkt ook in de sfeer van grote investeringen er een te groot spanningsveld te zijn tussen plannen en mogelijkheden. U stelt op pagina 31 van voorjaarsnota dat er aanzienlijke faseringsverschillen zijn tussen geraamde onttrekkingen en voedingen van de reserve. De reserve RSI dreigt daarom een flink aantal jaren negatief te staan. Niet alleen een flink aantal jaren, ook een flink bedrag. Ik stel het op prijs als wethouder Hiemstra namens het college nog eens precies aangeeft waar de grens ligt. Hoe hard moet dekking zijn om met de uitvoering van een investeringsproject te starten? Hij heeft daarover in de commissie al iets gezegd, maar ik hecht eraan dat hier nog eens helder te horen. "Het college vraagt zich af of er dan maatregelen genomen moeten worden", staat op betreffende pagina. Is dat een verschrijving? Het is immers niet "of" maar "welke". Ook daarop wil ik een heldere reactie horen van het college.

Onder het motto: En toch zal Cartago .... De optelling op pagina 30 van geprogrammeerde projecten laat zien hoe groot de investering in het Go Ahead Eagles-stadion moet zijn en dat die buitenproportioneel veel middelen vergt in die prioriteitsstelling: meer dan 10%, € 4,8 miljoen. Dan hebben wij het nog niet eens over de € 2,1 miljoen die al met de knollen de pot in is.

Op deze drie velden – het structurele, het ontbreken van geld voor prioriteiten uit het collegeprogramma en de grote onbalans in de RSI – is er te weinig balans. De keuzes moeten moet scherper. Er moet meer balans komen. Dat zal pijn doen. Dat besef ik, maar daar willen wij niet voor weg lopen. Dat zeiden wij in de vorige bestuursperiode al: je moet bezuinigen voor de volgende bestuursperiode.Bij elkaar is er geen voldoende solide basis om het ruime sop te kiezen. Hoge golven en scherp zeilen gaan niet samen. Zeker niet met deze boot.

21

Deze voorjaarsnota wordt gekenmerkt door twee oormerkingen. Eén oormerking is de RSI en de andere oormerking is het overschot Wwb en het sociaal beleid. Daar leg ik toch een ander accent dan GroenLinks. Er dreigt nu een overschot van € 4 miljoen. Als je dat allemaal structureel kwijt moet in de sociale pijler, zou je best op dat punt ook nog een probleem kunnen hebben. Voor de ChristenUnie hebben deze oormerkingen hun beste tijd gehad en zouden nu moeten worden geëvalueerd. Samen met de fractie van het ADB dienen wij daarover een motie in.

De voorzitter: Door de fracties van de ChristenUnie en ADB is de volgende motie ingediend:

Motie M4 (ChristenUnie, ADB) De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 30 mei 2005, ter behandeling van de voorjaarsnota 2005;

onderwerp: Afschaffen financiële oormerking;

gehoord de beraadslaging;

overwegende:dat het financiële beleid van de gemeente Deventer gekenmerkt wordt door twee beleidslijnen die inkomstenbronnen met een algemeen karakter oormerken voor besteding in een bepaalde richting:1. Voordelen uit grondexploitaties moeten in principe besteed worden voor ruimtelijk-fysieke projecten.2. De (herverdeel)voordelen uit de Wet werk en bijstand moeten besteed worden in de sociale pijler;

constaterende:- dat deze compartimentering belemmerend werkt voor integrale afweging;- dat gelet op de grote spanning tussen wensen en financiële mogelijkheden, het wenselijk is te zorgen

voor een zo groot mogelijke vrijheid voor het maken van afwegingen;

spreekt uit:dat het wenselijk is deze beleidslijnen te evalueren en vraagt het college nog dit jaar met een beleidsnotitie komen om dit punt met de raad te bespreken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De motie is voldoende ondertekend en maakt derhalve onderdeel uit van de beraadslagingen. De motie kan worden vermenigvuldigd en rondgedeeld.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Bij dit onderwerp bespreken wij ook het financieel kader Groot Bergweide. Het is mij niet duidelijk welke zin het heeft een financieel kader vast te stellen als er € 4 miljoen in gesneden moet worden? Wat is daarvan de betekenis?

Ik kom aan de afsluiting. Ik geef u een schot voor de boeg. Verleg uw koers enigszins naar de leizijde. Een klein windvlaagje zou uw boot doen kapseizen. Dat willen wij niet. Ik waarschuw het college met mijn seinvlag: repareer uw boot; dan hoeft u geen energie meer te verspillen aan hozen. Ik heb een motie ingediend over de afschaffing van financiële oormerking. Ik ben voornemens tegen deze voorjaarsnota te stemmen, uiteraard afhankelijk van de beantwoording van de vragen, vanwege deze financiële beleidslijn die niet voldoet.Ondanks onze inschatting van de verkeerde financiële beleidslijn, blijf ik bij de wens die ik uitsprak in uw richting: op hoop van zegen. Ook als je een verkeerd financieel beleid hebt, wil dat niet zeggen dat je geen zegen van boven kunt ontvangen of niet tot zegen kunt zijn voor de Deventer bevolking. Met die wens sluit ik mijn bijdrage af.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Een punt van orde. Ik stel voor de moties die betrekking hebben op het sociaal programma bij dat onderwerp te behandelen en niet bij de voorjaarsnota. Dat lijkt mij doelmatiger.

De voorzitter: Ik zal in de schorsing even bekijken of dat doelmatig is. Ik schors de vergadering.

Schorsing van 15.50 uur tot 16.08 uur.

22

De voorzitter: Dames en heren, ik heropen de vergadering. Het woord is aan wethouder Hiemstra.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Vanmiddag hoorden wij enerzijds een aantal positieve en opbeurende woorden en anderzijds een aantal negatieve en sombere visies. Dat loopt een beetje door elkaar heen. Bij de behandeling in de commissie BM heb ik gezegd dat ik gematigd positief ben, omdat wij een begroting hebben die ondanks allerlei problemen toch kans heeft gezien om niet alleen de ambitie vanuit ons collegeprogramma voor het grootste gedeelte ingevuld te krijgen, maar ook om een aantal andere dingen op te lossen. Onze begroting beschouw ik als min of meer OZB-proof. Daar waar je nu ziet dat een aantal gemeenten erg negatief praat over de gevolgen van de OZB-operatie die ons te wachten staat, denk ik dat onze begroting daar behoorlijk tegen kan.Andere gemeenten hoor ik praten over het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten), die een enorme aanslag doet op de financiële situatie van de gemeenten. Ook daarvan kan ik zeggen dat wij dat ondertussen hebben opgelost.Bij de Wwb lopen wij enerzijds nog steeds een klein risico dat wij daarop geld tekort komen. Anderzijds is er een grote kans dat wij daarop misschien een aantal miljoenen zouden kunnen overhouden. Ergens daar tussenin zal het zijn. Daarover zijn wij redelijk optimistisch.Over het BTW-compensatiefonds hebben wij in deze voorjaarsnota te kennen gegeven dat wij daarvoor oplossingen zien. Daarvoor hebben wij voorstellen gedaan.Voor de RSI (Reserve Stedelijke Investeringen) hebben wij veel meer ambities dan geld. Dat komt onder meer doordat wij vanuit onze actieve grondpolitiek daarin een aantal jaren enorme winsten gemaakt hebben. Op dit moment staat het een beetje onder druk, enerzijds door de economische situatie en anderzijds door de winstgevendheid van een aantal projecten. Toch is het goed dat wij opnieuw en steeds opnieuw de prioriteiten aangeven binnen die lijst van projecten. Ook nu wordt dat binnen de voorjaarsnota gedaan. Er zijn prioriteiten aangegeven en wij hebben aangekondigd dat wij het komende half jaar nog eens sterk inhoudelijk met elkaar willen discussiëren over de vraag of dit de prioriteiten zijn voor de komende periode en over de vraag of er een aantal dingen is dat wij anders zouden willen. Daarover zullen wij over een half jaar met voorstellen bij de raad komen.

In het collegeprogramma was de financiering van het sociaal programma nog niet geregeld. Dat kwam doordat het sociale programma destijds nog niet aanwezig was. Dat is er nu wel, en ook daarin zijn er voor de uitvoering daarvan in deze voorjaarsnota keuzes gemaakt. Wij hebben dus ook daarin een aantal stappen gemaakt. Een aantal van de sprekers heb ik horen zeggen dat de programmabegroting zoals die in bijlage 4 zit, nog niet SMART genoeg is. In de commissie BM heb ik aangekondigd dat wij de komende zomer gaan gebruiken om dat per sector nog eens heel goed met de sector door te nemen, aan de hand van de vraag: hoe maken wij het zo SMART mogelijk? Wij willen daar een behoorlijke voortgang in maken.Anderzijds hoor ik zeggen dat in de programmabegroting voor een aantal zaken nog geen geld is uitgetrokken. Er staan nog veel nullen in. Niet alle nullen betekenen dat daarvoor geld zou moeten worden uitgetrokken en dat dat er nog niet is. Voor het grootste gedeelte hebben wij in ons collegeprogramma geconstateerd dat van die zaken waarvan wij voorzagen dat er geld voor zou moeten worden uitgetrokken, wij dat ook hebben gedaan. Een aantal zaken is nog als PM-post genoemd. Een gedeelte daarvan, zoals het sociale programma, is daarop ingevuld. Al met al heb ik geen slecht gevoel over deze voorjaarsnota.

De heer Koot vroeg of het zorgwekkend is dat de provincie tot nu toe nog geen goedkeuring heeft gegeven aan de begroting en dat de provincie die zelfs heeft verdaagd. Volgens mij is het meer een procedu-rele kwestie. Tot nu toe hebben zij niet de gelegenheid gehad om onze begroting, die pas in februari is vastgesteld, op alle punten te beoordelen. De provincie vraagt daar wat meer tijd voor. Op 19 mei heeft een kennismakingsgesprek – zoals de provincie dat omschreef – plaatsgevonden tussen de wethouder Financiën en de gedeputeerde van de provincie. Het gaat om dezelfde wethouder Financiën, alleen nu voor de nieuwe gemeente Deventer. In dat gesprek is door de provincie een aantal zaken uit onze begroting met ons besproken. De provincie sprak haar zorg uit over een aantal punten. Dat ging onder meer over de verwachte negatieve stand van de RSI. Voor de RSI lopen de kasritmes niet helemaal gelijk. Er wordt op een bepaald moment voor een aantal projecten geld uitgetrokken, dat in de jaren daarop – over het algemeen maar een paar jaren daarna – wordt verdiend. De provincie wilde daarop een toelichting en die hebben wij gegeven. Ik heb er vertrouwen in dat wij daar uiteindelijk met de provincie uit zullen komenEen tweede punt van discussie betrof de paragraaf Onderhoud, waarin wij een ambitie ten aanzien van "basis" hebben staan in de programmabegroting. Daarbij heb ik uitgelegd dat wij ervoor hebben gekozen

23

om in elk geval het niveau “sober” te halen en dat wij tot nu toe een hoger niveau nastreven dan afgesproken. Dat is niet een tekort in de begroting, maar het geeft meer een ambitie aan.

Ik ben het met de heer Pierey eens dat wij, gezien de financiële situatie, meer met minder moeten doen en slimmer moeten omgaan met geld. Dat spreekt mij bijzonder aan. Wij zijn steeds op zoek naar hoe wij, gezien onze begroting, daar het maximale uit kunnen halen. Hoe kunnen wij het geld zo goed mogelijk inzetten en hoe kunnen wij de uitvoering zo effectief mogelijk ter hand nemen, kijkend naar onze reserves en kijkend naar het personeel?

Er is gevraagd hoe het nu zit met het rekeningresultaat. De prognose van het rekeningresultaat in de voorjaarsnota had een omvang van € 15.000. Dat bedrag hadden wij over. De uiteindelijke uitkomst is een rekeningresultaat van € 95.000. Als hier door de raad een aantal voorstellen is gedaan om extra geld uit te geven aan een aantal zaken, zou je je kunnen voorstellen dat de raad die kleine € 100.000 aan ruimte daarvoor ook gebruikt. Aan de andere kant zie ik enkele voorstellen, waarbij wordt gezegd dat die wel geput worden uit het rekeningresultaat. Volgens mij is dat iets te weinig specifiek. Het rekeningresultaat kent namelijk een aantal bestemmingsvoorstellen van het college. Het is noodzakelijk dat daar waar partijen vinden dat die invulling anders moet, zij dat concreet duidelijk maken en niet als het ware dumpen in een of ander abstract begrip "rekeningresultaat".

De heer Pierey: Mijnheer de wethouder, ik vind dat u toch een aantal dingen even mag uitleggen. De prognose van het rekeningresultaat is € 15.000. De uitkomst wordt € 95.000. Als ik kijk in de voorjaarsnota – die overigens ietwat prematuur is, omdat wij de rekening nog niet hebben – waar een prognose wordt gegeven van het rekeningresultaat van 2004, zie ik daar totaal andere bedragen.

Wethouder Hiemstra: Dan bedoel ik dat wij die € 3,3 miljoen die de prognose was, natuurlijk realiseren, dat daar een aantal bestemmingsvoorstellen staat en dat het netto geld dat overblijft € 15.000 is.

De heer Hartong: Hier staat heel duidelijk onderaan dat er € 16.000 overblijft.

De heer Pierey: Nadat alles besteed is zoals het wordt voorgesteld.

De heer Hartong: Ja.

Wethouder Hiemstra: Dat klopt. Daarvan kondig ik nu aan dat het uiteindelijke resultaat door een aantal tegenvallers en een aantal meevallers, puttingen uit reserves, wat hoger is en dat het bedrag van € 15.000 of € 16.000 opgehoogd kan worden tot € 95.000. Dat bedrag is nog niet bestemd in voorstellen van het college. Op financieel gebied heb ik de belangrijkste onderwerpen besproken. Graag wil ik nog ingaan op een aantal punten in mijn eigen portefeuille.

Er is een aantal vragen gesteld over het glasvezelnetwerk in het buitengebied. Als je dat combineert met het riool, heb je waarschijnlijk zo'n 70 kilometer riool dat wordt aangelegd. Dat zou betekenen dat je 70.000 meter maal € 3 of € 4 per meter nodig hebt. Dat is zo ongeveer € 300.000 die je nodig hebt om een loze buis neer te leggen. Dan zou je met Essent en KPN of Rentree tot overeenstemming moeten komen dat zij zo'n netwerk gaan exploiteren. Het college ziet op dit moment geen mogelijkheden om daarvoor financiële dekking te vinden. Een ton of vier aan extra kosten is natuurlijk wel veel lager dan wat er uiteindelijk, mocht je dat over een aantal jaren alsnog willen aanleggen, zou moeten worden uitgegeven. Dan praat je namelijk toch al gauw over € 20 per meter. Dan gaat het over een bedrag van zo'n € 1,5 miljoen. € 1 miljoen besparing wil nog niet zeggen dat je het bedrag van € 400.000 dat je nu nodig zou hebben, kunt vinden. Een deel van het geld zou misschien van de provincie kunnen komen, maar zelf zien wij geen dekking voor dat bedrag.

Mevrouw Zandstra en de heer Ahne hebben gevraagd of niet meer moet worden gedaan aan subsidiewerving. Dat is buitengewoon belangrijk. Morgen ligt in het college een discussienotitie voor over die subsidieverwerving. Wij vinden dat wij daarop meer inspanningen moeten verrichten. Wij komen met nadere voorstellen bij de raad om daaraan invulling te geven. Dat gaat een werkwijze opleveren.

De heer Hartong van de fractie van de VVD sprak over het combineren van de coördinatie platteland en reconstructie rood-voor-rood. Als college en raad hebben wij een hoog ambitieniveau ten aanzien van het plattelandsbeleid. Daar willen wij zeker werk van maken. Rood-voor-rood is een zaak die mijn collega, wethouder mevrouw Adema, onlangs uitvoerig heeft behandeld in de commissie. Daar willen wij ook werk

24

van maken. Als wij dat allemaal op elkaar laten wachten, komt het ernstig in de vertraging. Als het uit dezelfde middelen betaald moet worden, is het geen haalbare kaart.

De heer Hartong: Wij willen het juist gelijktijdig doen, door te integreren.

Wethouder Hiemstra: Ja, maar met behoud van dezelfde middelen. Dat betekent toch dat je andere keuzes moet maken en een aantal dingen niet en een aantal dingen wel moet doen. Daarmee verlaag je je ambities. Daar zouden wij niet voor willen kiezen. Gezegd is dat over de reserves nader onderzoek moet komen. Dat heeft het college ook voorgesteld. Daar zijn wij druk mee bezig. Zodra wij daaromtrent uitkomsten hebben, zullen wij dat met de raad bespreken, evenals de besluiten ten aanzien van de besteding. Het is belangrijk dat de raad daar uiteindelijk zeggenschap over hebt.

De heer Ahne sprak erover dat de accountmanager Breedband niet nodig was en dat DevEnter Digitaal allemaal maar niet moest. Ik ben er een beetje verbaasd over dat een partij, die …

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Bij interruptie. De wethouder kan mijn woorden verdraaien. Ik heb het zo niet gezegd. Ik heb gezegd dat de projecten van DevEnter Digitaal heel belangrijk zijn. Ik heb daaraan alleen een verbreding gegeven: misschien zouden wij iemand moeten aanstellen die niet alleen daarvoor geld gaat zoeken, maar die dat breder gaat doen. Daarover kom ik in de tweede termijn met een motie. Ik vind uw toezegging wat dat betreft wat vaag. Het is niet zo dat ik zeg dat het niet zou moeten. Voor de accountmanager Breedband heb ik heel duidelijk gezegd waarom ik denk dat het wellicht wat overdreven is dat wij daar als gemeente geld voor uit gaan trekken.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Ik ben een beetje verbaasd dat een partij die innovatie zo hoog in het vaandel heeft staan met dit soort voorstellen komt. Breedband heeft tot nu voor de gemeente Deventer en met name voor het bedrijfsleven en de instellingen veel betekend. Van het bedrijfsleven krijgen wij te horen dat zij zeer tevreden zijn dat de gemeente dit soort initiatieven neemt. Het is voor bedrijven een belangrijke vestigingsfactor; zij kiezen voor Deventer als ICT-stad. Het is voor bedrijven van groot belang dat zij beschikken over de meest hoogwaardige verbindingen die er in Nederland zijn, tegen de meest lage prijzen die er in Nederland zijn. Ook door het ministerie van EZ wordt hierover zeer positief gesproken, zoals ik ook al eerder heb gezegd. In den lande wordt hierover gesproken en andere steden nemen Deventer als voorbeeld. Wij moet er met elkaar trots op zijn wat wij daarmee bereikt hebben. Wij doen dat niet alleen met gemeentelijke middelen, maar vooral met externe investeerders, zoals Essent en KPN. Dat geldt niet alleen voor datgene wat wij daarmee aan besparingen en kwaliteitswinst voor ons bedrijfsleven bereiken, maar ook voor datgene wat wij binnenhalen aan subsidies. Ik noem de € 300.000 die het basisonderwijs heeft gekregen van het ministerie van Onderwijs. Ik noem de € 200.000 die de PABO heeft gekregen van de provincie om de nascholing bij het onderwijs vorm te geven. Ik noem de toezegging van de provincie om € 200.000 te besteden aan het ziekenhuis voor het ontwikkelen van digitale patiëntendossiers. Ik noem de € 25.000 subsidie die wij gekregen hebben voor de digitale wijkwinkel. Zo kan ik nog doorgaan. Het is buitengewoon belangrijk ….

Mevrouw Lamberts: Bij interruptie. Hier zou toch ook prachtig de plattelandsontsluiting in het lijstje passen?

De heer Nijboer: Voor externe subsidie, zult u bedoelen.

Mevrouw Lamberts: Ook.

Wethouder Hiemstra: U merkt dat ik bijna in vervoering raak, maar de burgemeester zegt dat ik een beetje op de tijd moet letten. Ik zal het verder dus kort houden.DevEnter Digitaal, DevEnter Breed en de Stichting DevEnter Digitaal zijn met elkaar programma’s waarbij wij in de afgelopen jaren zo’n € 8 à 9 miljoen hebben uitgegeven aan ICT in de samenleving. Het is belangrijk om daar een klein gedeelte van te kunnen voortzetten. De programmamanager DevEnter Digitaal werd tot nu toe voor een gedeelte betaald vanuit de Stichting DevEnter Digitaal. Als wij willen dat hij zijn werk voortzet en dat hij ook subsidies extern kan werven, is het belangrijk dat wij dat steunen. Daarom is in het collegeprogramma daarvoor € 75.000 uitgetrokken, om nieuwe projecten mogelijk te maken.

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Er is een aantal vragen gesteld en opmerkingen geplaatst over de gemeentelijke organisatie.

25

De heer Pierey heeft een pleidooi gehouden om in plaats van het SMART-gerelateerde het vooral SLIMMER te doen en de consequentie daaruit mee te nemen als een van de uitgangspunten bij de organisatieontwikkeling waarmee wij nu volop bezig zijn. Het is weliswaar een begin, maar het gaat nu echt beginnen. Dat lijkt mij een goede suggestie en wij zullen die meenemen.De creativiteit die hij noemde, is een belangrijk punt. Ik denk zeker ook aan creativiteit als het gaat om de financiering van de grote ambities die het college en de raad hebben. Misschien kunnen wij daar nog wat creatiever naar kijken dan wij nu soms denken. Van de bijdrage zou je bijna somber worden, terwijl in Deventer zó veel prachtige dingen gebeuren. Dus buiten ben ik altijd heel blij en dat wil ik graag zo laten. Wij zullen dat dus meenemen.

Een aantal woordvoerders heeft gesproken over de taakstelling met betrekking tot de personele omgang, gelijktijdig de kwaliteitsverbetering. Zij vragen zich af of zij er voldoende vertrouwen in kunnen hebben dat in 2010 wij met ongeveer 50 fte’s minder gaan werken. Het gaat in elk geval om € 2,5 miljoen. Dat moet absoluut kunnen. Als de raad daar nu nog geen vertrouwen in heeft, dan neem ik daar kennis van en ik zie het dan als een uitdaging om in de komende periode waarin wij dat gaan uitwerken, de raad ervan te overtuigen dat het college dat zeer serieus oppakt en dat de raad lopende het ontwikkelingsproces dat vertrouwen gaat krijgen. Ik ben er in elk geval vast van overtuigd dat die doelstelling uitgevoerd gaat worden. In dat verband is het wel belangrijk dat wij van de raad voldoende steun krijgen om dat te gaan doen. Je moet eerst zaaien en dan oogsten. Het is in dat geval echter wel van belang. Ik doel dan op de frictiekosten, omdat er soms eerst kosten moet worden gemaakt voordat je kunt oogsten. Ik zou in algemene zin willen opmerken, daar waar fracties denken dekking te kunnen vinden in het verlagen van de reservering voor frictiekosten, dat wij daar zeer voorzichtig mee moeten zijn. Naarmate je daaraan namelijk meer gaat morrelen, wordt ook de opgave overeenkomstig zo veel moeilijker.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Het zou natuurlijk sterker zijn als de wethouder nu inhoudelijke argumenten had waarom zij van het bedrag moeten afblijven, die ingaan op het argument dat wordt genoemd. Die argumenten zouden tevens moeten laten zien wat hij van die kosten gaat betalen.

Wethouder Doornebos: Dat kan ik nu echter nog niet, mijnheer De Jong. Dat heb ik ook in de commissie gezegd.

De heer De Jong: Het is een reservering, niet meer.

Wethouder Doornebos: Dat klopt, mijnheer De Jong, maar het is wel belangrijk. In de commissie heb ik nadrukkelijk gezegd dat wij deze doelstelling in het collegeprogramma hebben opgenomen. Het is nu een maand of vijf, zes, na dat moment. Wij hebben de voorbereidingen getroffen om hieraan uitvoering te geven. Ik vind dat u wat overvraagt als u nu al zou verwachten dat wij een kant en klaar programma van aanpak hebben met alle onderbouwingen voor dat miljoen. Dat heb ik nu niet. Dat neemt echter niet weg dat je op grond van je boerenverstand wel weet dat je die taakstelling alleen kunt realiseren als je dat voldoende kunt faciliteren met deze middelen. Of het dan een miljoen moet zijn of € 900.000, dat weet ik nu ook niet, maar in elk geval moet u in die orde van grootte denken. Als het met minder kan, lever ik het restant natuurlijk graag bij u in.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Het argument dat wordt genoemd in de dekking van sommige amendementen is dat er een uitgangspunt staat in het collegeprogramma over dat het met een natuurlijk verloop gaat. Dat wil zeggen dat het in elk geval geen wachtgelden zijn. Als de wethouder nu een indicatie zou kunnen geven wat het dan wel voor soorten bestedingen kunnen zijn, kom je een stap verder met elkaar, anders niet.

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Ik begrijp de redenering wel, maar ik heb in de commissie al gezegd dat wij dat op dit moment nog niet hebben. Het is niet een kinderachtige opgave. Het zou natuurlijk veel te gemakkelijk zijn als je nu al na vijf maanden in staat zou zijn om precies uit te tekenen over de periode tot 2010 waar je én kleiner moet worden én beter moet worden, en dat je dat nu allemaal al precies zou kunnen onderbouwen. Dat kan ik nu niet. Daar ben ik eerlijk in. De heer De Jong moet dus van mij aannemen dat dat bedrag enigszins uit ….

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Dat vermoeden hadden wij al een beetje. Zelf hebben wij daarin ook wat onderzoek gedaan. Wij hebben bekeken hoe het dan zit. Er ligt een aantal uitgangspunten onder. Als wij die zelf niet onderbouwd kunnen krijgen en de wethouder kan dat ook niet en zegt: dat doe ik even zo. Dan kunnen wij voor een aantal voorstellen zeggen dat als wij zeker de kosten daarvan weten en wij kunnen die nu neerleggen, het misschien een goed idee is. Op het moment

26

dat de wethouder het wel helder heeft, kunnen wij alsdan nóg daarover praten, omdat het ook gespreid gaat over een groot aantal jaren.

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Uit vele bijdragen hoor ik over het financieel beleid: laten wij nu niet de sprong nog groter maken, en: moeten wij niet een beetje het huisje en het boompje bij elkaar laten? Wij moeten daar dus een beetje zekerheid onder leggen. Waar wij dat doen, krijg je de omgekeerde redenering van: het is nog niet zo hard, laten wij maar een beetje meer risico nemen. Ik zeg alleen maar: als je nu op dat punt meer risico wilt nemen dan wij op grond van wat algemene aannames kunnen doen, dan is dat de verantwoordelijkheid van de raad. Ik zeg nu alleen maar dat het mij niet verstandig lijkt. Het is beter om nu die veiliger lijn te kiezen. Als wij wat verder zijn  – en dat hoeft niet jaren verder te zijn –, en als wij dat plan van aanpak verder hebben gedetailleerd en daaruit zou blijken dat het niet € 1 miljoen moet zijn maar bijvoorbeeld € 700.000, dan heeft de raad gewoon een meevaller en kan daar dan ook invulling aan geven. Om dat nu al te doen, met zo weinig gedetailleerdheid, kan, maar dat betekent wel dat je dan meer risico neemt.

De heer Rolloos: Mijnheer de voorzitter. Ik zou hierover een opmerking willen maken. Als ervaringsdeskundige bij reorganisaties denk ik dat je kosten moet maken voor een sociaal plan of wat dan ook. Als ik dan € 1 miljoen afzet tegen 50 arbeidsplaatsen – ik kom dan op € 20.000 per arbeidsplaats – dan is dat belachelijk weinig.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Ik ben het met de heer Rolloos eens dat het belachelijk weinig is als je ….

De heer Rolloos: Mevrouw Van den Nieuwboer, waarom wilt u er dan aan tornen om het nog minder te maken?

Mevrouw Van den Nieuwboer: … als je overzicht hebt in je personeelsbestand en je weet welke maatregelen je moet treffen. Als hier echter staat dat het vooral over de komende jaren door natuurlijk verloop gaat gebeuren, denk ik dat je dat risico minder loopt.

De heer Rolloos: Ook natuurlijk verloop brengt sociale kosten met zich mee.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Ik zeg ook niet dat je die hele € 1 miljoen weggeeft. Ik zeg op een onderdeel. Ik denk, omdat wij daarin nog geen zekerheid hebben, dat je best een klein risico nemen kunt nemen voor een aantal projecten waarvan je denkt dat dat op dit moment beter is.

De heer Pierey: Het is toch een illusie om te denken dat je gewoon door natuurlijk verloop, als je 50 arbeidsplaatsen kunt krimpen, dan toevallig uitkomt bij de gewenste situatie en bij de gewenste organisatie. Dat past toch nooit bij elkaar. Daarin zul je moeten bijsturen. Je zult aan kwaliteitsverbetering moeten doen, dus hier en daar moeten wij bijslijpen. Dat kost altijd geld. Het is een illusie dat dat voor niets zou kunnen.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Daarmee ben ik het eens. Ik zou dat ook zeker niet voor € 1 miljoen doen. Zelf ben ik ook ervaringsdeskundige uit een bedrijf en heb ook zeker navraag gedaan. Daarom juist beargumenteren wij dat daar wel wat middelen op dit moment af kunnen voor andere doeleinden. Daar geven wij op dit moment prioriteit aan.

De voorzitter: Ik laat interruptie op interruptie toe op dit onderwerp, omdat het nogal een essentieel onderwerp is in de voorstellen die zijn gedaan. Het lijkt mij goed om het zo goed mogelijk boven tafel te krijgen.

Mevrouw Zandstra: Mijnheer de voorzitter. Ik wil graag nog even terug naar de oorspronkelijke vraag van de heer De Jong. De wethouder heeft daarop nog niet voldoende antwoord gegeven. Betekent dat dat er op dit moment nog geen taakstelling naar de afdeling is omtrent de periode waarbinnen zij een formatie-inkrimping moeten realiseren?

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Op dit moment zijn wij als college en ik als portefeuillehouder met de directie in discussie. Dat gaat over de uitgangspunten voor de begroting 2006. Die discussie vindt nu plaats, ook met het managementteam van de gemeente. Dit is een heel belangrijk thema.

27

Mevrouw Zandstra: Dat betekent dus dat wij bij de begroting van 2006 het plaatje voor hebben liggen hoe de taakstelling moet plaatsvinden.

Wethouder Doornebos: Een van de uitgangspunten voor de begroting 2006 zal betrekking hebben op dit onderwerp.

Mijnheer de voorzitter. Bij het onderwerp van de gemeentelijke organisatie gaat het over een aantal dossiers dat parallel loopt. Naast de organisatieontwikkeling - dus over minder en beter, en dat soort aspecten - loopt parallel een discussie over de bedrijfsvoering. Alle werkprocessen moeten daarmee natuurlijk ook parallel lopen, inclusief de gemeentelijke huisvesting, mede vanwege het concept dat wij daarbij hebben gekozen. Het zijn dus drie hoofdonderwerpen die parallel in de tijd gelijktijdig moeten oplopen.

Een aantal mensen heeft iets gezegd over de gemeentelijke huisvesting. Het is inderdaad zo dat er een jaar geleden discussie is geweest over de gemeentelijke huisvesting. Toen is op een klassieke manier de omvang van het aantal vierkante meters berekend. Met klassiek bedoel ik kort gezegd: hoeveel mensen heb je en hoeveel vierkante meter per medewerker? Dat vermenigvuldig je en je vermeerdert het met de aanvullende ruimtes. Wij kwamen toen op 20.000 m² plus 4000 m² voor de bibliotheek. Samen is dat 24.000 m². 24.000 m² is veel te veel voor deze locatie. Daarom moest er naar een zogenaamde satelliet gekeken worden. Toen dat aan de orde was, heeft het college aanvankelijk daarover een besluit genomen. Daarop heeft de raad zijn verantwoordelijkheid genomen, ook ingegeven door minderheidsstandpunten vanuit het college. Zouden wij die discussie dan niet veel breder moeten voeren, hier in de hele zone aan de IJssel? Dat heeft ertoe geleid dat er een heel goede en uitgebreide discussie heeft plaatsgevonden over de visie Binnenstad-Zuid. Daaraan hebben veel mensen deelgenomen. Daarbij ging het om allerhande locaties: het Muggeplein, de Nieuwe Markt, Grote Kerkhof en de Sluisstraat. Ook de heer Ahne heeft hierover ook een vraag gesteld. Het heeft ongeveer € 100.000 gekost; dat is in de jaarrekening 2004 verwerkt. U krijgt daarvoor dus niet een rekening achteraf. Dat is allemaal afgedekt en dat is een heel goed proces geweest.

Wij zijn nu een jaar verder. In dat jaar hebben wij veel doorgeakkerd op die gemeentelijke huisvesting. Wij hebben discussies gevoerd over de flexibele werkplekconcepten. Er is niet alleen maar gediscussieerd hier in eigen huis. Wij zijn ook met delegaties van het personeel naar allerhande bedrijven geweest, waar zij dat al een aantal jaren hebben. Wij zijn naar andere gemeenten geweest, waar ze het ook al jaren hebben. Wij hebben heel goed rondgekeken om te bekijken hoe het dan werkt. Wij hebben gesproken met mensen op de werkvloer. Wij moeten er niet alleen maar bestuurlijk naar kijken, maar ook met mensen op de werkvloer daarover praten over hoe het bevalt, wat de sterkere punten zijn, wat de zwakkere punten zijn en hoe je die kunt oplossen.Dat heeft ertoe geleid, inclusief de vermindering van personeel dat nog niet in die oppervlakte is verwerkt, dat er ruimte in zit. Tevens speelt het feit dat wij het uitgangspunt van vorig jaar van een groei van 4% natuurlijk nu niet hebben doorvertaald. Wij willen namelijk naar kleiner toe. Dat alles heeft gemaakt dat wij dus nu niet meer uit kunnen met 20.000 m² voor de gemeente alleen, maar met zo’n 14.500 m², en dan komt in beide gevallen de bibliotheek erbij. Dat volume kan stedenbouwkundig en historisch op een verantwoorde manier hier op deze locatie gemaakt worden. Daarmee leveren wij natuurlijk een belangrijke bijdrage om er ook voor te zorgen dat je financieel-technisch niet méér geld uitgeeft voor de gemeentelijke huisvesting dan nodig is. In de meerjarenbegroting zijn natuurlijk de vaste lasten voor huur, gas en licht opgenomen. Het investeringsvolume moet daar wel bij passen. Dat is nu het uitgangspunt van het college geweest. Dat heeft naar mijn stellige opvatting geen consequenties voor de ontwikkeling van de Sluisstraat. De Sluisstraat is een klein gebiedje van ongeveer 1,5 hectare, maximaal twee hectare, maar qua locatie zo dicht bij het centrum aan de IJssel een heel mooie locatie. De discussie wordt vooral bemoeilijkt door de inbreng van en de opvatting over de oude haven en het al dan niet afbuigen van de brug. Als echter in het najaar duidelijk wordt hoe de raad dat wil hebben, dan kunnen wij met die gebiedsontwikkeling verder. Dat is als projectontwikkeling gezien natuurlijk een prachtig plekje om goed te ontwikkelen. Daarin zie ik geen problemen. Datzelfde geldt voor de parkeervoorziening die daar moet komen.

Over de Vastgoedrapportage hebben de meeste sprekers zich positief uitgelaten. Dat lijkt mij eerlijk gezegd ook terecht. Ik zal de complimenten overbrengen aan de mensen die daaraan hard hebben gewerkt. Het gaat namelijk over transparantie. Wat je er ook van vindt, je kunt anders oordelen over inhoudelijke aspecten, maar volgens mij is dit een buitengewoon transparante rapportage aan de raad.

28

In aansluiting op hetgeen de heer Hiemstra daarover heeft gezegd, wil ik graag nog enkele opmerkingen maken over de RSI. De RSI is volgens mij nog steeds een uitstekend instrument. Zeker als je het instrument gebruikt waarvoor het bedoeld is. Anders gezegd: als wij gewoon de spelregels blijven hanteren die door uw raad zijn vastgesteld, is de RSI een prima instrument. Juist vanwege situaties dat de ambities en de gewenste investeringen hoger zijn dan de prognoses van de winst. Dan moet je namelijk keuzes maken. Keuzes in de zin van: dat je sommige dingen die je wel graag wilt, niet kunt uitvoeren. Althans, niet op het moment dat je het wilt. Die moet je op termijn zetten. Het zijn moeilijke keuzes, want het zijn allemaal projecten die heel belangrijk zijn. Ik noem bijvoorbeeld de Nieuwe Markt, mijnheer Ahne. Ik heb mij niet uitgesproken over het feit dat ik minder prioriteit aan de ontwikkeling van de Nieuwe Markt geef. Ik zou daar liever maandag aan beginnen dan dinsdag. Ik heb de opmerking gemaakt, dat als je het vanuit de beschikbare middelen uit de RSI kijkt, je duidelijke keuzes moet maken. In die zin is in het college de keuze gemaakt om daar waar je weet dat de ontwikkeling op de Nieuwe Markt niet kostenneutraal kan – dat is een verliesgevende ontwikkeling – , het betekent dat dat het verlies moet worden gefinancierd vanuit de RSI. Op die RSI-lijst staan veel meer wensen dan mogelijkheden. In die zin is in het college besloten de Nieuwe Markt even een lagere prioriteit te geven in relatie tot de financieringsmogelijkheden van de RSI. Niet beleidsmatig. Ik zou er het liefste direct mee beginnen.

Over het niet-doorgaan van het DEC is alleen een opmerking gemaakt.

De heer Ahne: Altijd lastig nietwaar, als moties niet ingediend worden terwijl ze wel van te voren zijn rondgestuurd. Maar misschien is uw antwoord voldoende.

Wethouder Doornebos: Dat lijkt mij wel, ja. In de RSI is een bedrag van naar ik meen ongeveer € 4 miljoen opgenomen voor de hele ontwikkelingsvisie rondom de Scheg. Dat gaat over het winkelcentrum, over het gebied langs de Holterweg en over de Oostriklaan. Voor dat hele gebied is de ontwikkelingsvisie door Kraaijvanger-Urbus gemaakt. Daar is dat getal uit de RSI voor bedoeld. Het feit dat nu de skihal, het DEC, niet doorgaat, betekent niet dat daardoor dat bedrag vrijvalt. Integendeel. Dat bedrag zou door die ontwikkeling eerder opgehoogd moeten worden dan verlaagd. Dat is één aspect waarmee wij rekening moeten houden. Wij gaan nu bekijken of wij daarvoor andere partijen kunnen vinden, maar het betekent in elk geval een vertraging in de opbrengsten die in de grondexploitatie wel zijn geprognosticeerd. Daar kan dus niets vrijvallen, omdat er al een heleboel kosten zijn gemaakt.

Over Groot Bergweide heeft de heer De Jong een vraag gesteld. Ik beantwoord die ook in het kader van de RSI. Alle deelgebieden van Bergweide hadden vanuit de exploitatie gezien een positief saldo van € 4 miljoen. Daar is aanvankelijk vanuit de RSI € 4 miljoen bij gedacht om daarmee de ontwikkeling aan de eerste havenarm mogelijk te kunnen maken. Vanwege het probleem dat de investeringswensen veel hoger zijn dan de beschikbare middelen, heeft het college besloten dat wij die € 4 miljoen vanuit de RSI voor die ontwikkeling daarvoor niet oormerken. Dat betekent dat wij de opgave voor de herontwikkeling van de strook langs de Mr. H.F. de Boerlaan moeten doen alleen met die € 4 miljoen. De € 4 miljoen uit de RSI moet dan gevonden worden uit het optimaliseren van de kosten en de opbrengsten voor die ontwikkeling. Dat is in het kort de positie.

De heer De Jong: Mijn vraag ging over de procedure. Wat heeft het dan voor zin om het financieel kader nu vast te stellen, terwijl er nog € 4 miljoen in gevonden moet worden? Het was een procedurele vraag.

Wethouder Doornebos: Ja, maar het is ook een procedureel antwoord, in die zin dat wij voor al die deelgebieden van Bergweide dat nu samengebracht hebben in één overzicht, genoemd Groot Bergweide. De financiële doelstellingen die je bij een deelgebied wilt realiseren, voorzien er nu niet in dat daar nog externe middelen, lees: RSI, in komen. Binnen het geheel van Bergweide moet die klus geklaard worden. Als daar straks een heel mooi plan zou liggen waarvan iedereen zeer enthousiast wordt en het kan niet helemaal uit, dan moeten wij bespreken hoe wij alsdan dat gat gaan dekken. Dat is niet aan de voorkant verzekerd.

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. Keuzes maken, daar gaat het allemaal om. Zeer regelmatig ook. Vandaag hoor ik u zeggen: wij moeten durven te kiezen. Het motto van de VVD-beschou-wingen luidt: wij moeten niet 30 ballen in de lucht houden. Wij moeten meer minder willen.Raadsbreed werden nut en noodzaak van de sociale visie gedeeld en voor niets gaat de zon op. Er moet dus dekking gevonden worden. VaVo en schoolzwemmen zijn volgens het college de minst slechte keuzes voor dekking. Ik zal op beide ingaan.

29

VaVo-trajecten zijn trajecten – die overigens helemaal niet goedkoop zijn – voor leerlingen waarvan voor de helft ook het reguliere onderwijs open staat. Dus gewoon via het voortgezet onderwijs. Voor deze leerlingen is VaVo een vrij luxe uitwijkmogelijkheid. Het is overigens veel havo en vwo. Daarnaast halen veel leerlingen, zoals u ook heeft kunnen zien aan de overzichten, alleen certificaten en geen diploma. Alleen een diploma levert een startkwalificatie op. Van de 115 deelnemers hebben er 33 hun diploma gehaald. Dat zijn aantallen waarbij je vraagtekens kunt stellen. Kortom: enige nuance omtrent het succes van VaVo in relatie tot de startkwalificatie en het feit dat er geen andere wegen open zouden staan om een startkwalificatie te halen, is op zijn plaats. Bovendien wordt niet voorgesteld om VaVo af te schaffen, maar om het te korten. Dat, in relatie tot de gemaakte overwegingen, is niet onverantwoord. Kortom: echt sturen op mensen die een diploma willen halen. Zoals ik uitgebreid in de commissie heb toegelicht, is het sociaal programma er vooral op gericht om ervoor te zorgen dat leerlingen een startkwalificatie halen en wel binnen het voortgezet onderwijs. De inzet moet worden geleverd aan de voorkant.Dit gezegd hebbend, wijst de fractie van de PvdA er niettemin terecht op dat het Rijk met nieuwe wet- en regelgeving gaat komen in relatie tot de positie en de bekostiging van VaVo. De prognose is dat dat per 1 januari 2006 zal plaatsvinden. Op zichzelf vind ik het wat betreft de strekking van het amendement dus niet gek om daarop nog even te wachten. Het college heeft gezien dit feit geen bezwaar tegen het amendement van de PvdA.

Bij het schoolzwemmen ligt het iets anders. Wij vinden die voorgestelde keuze verantwoord, hoewel die keuze natuurlijk niet ter harte gaat. Ook dat heb ik in de commissie al uitgelegd. Dit is echter wel een principiëler punt, want schoolzwemmen is bij uitstek primair een verantwoordelijkheid voor de ouders. Natuurlijk geldt dat ook voor taal, zoals ik ook in de commissie heb gezegd. Schoolzwemmen kun je als ouder veel eenvoudiger regelen dan bijvoorbeeld taal. Dat blijkt onder andere ook uit het feit dat 80% van de leerlingen simpelweg al kan zwemmen op het moment dat het schoolzwemmen start. Natuurlijk is bewegen belangrijk, maar dan is dit wel een heel dure bewegingsvariant. Natuurlijk ben ik wel gevoelig voor het argument zoals dat in de commissie aan de orde is gesteld, dat ouders die financieel een en ander niet aankunnen, ook niet in staat zijn die verantwoordelijkheid te dragen en dat dat een probleem is. In de commissie heb ik toegezegd nog naar dit punt te zullen kijken. Het college stelt dan ook voor het zwemmen voor de meest kwetsbare groep, kinderen van ouders met een inkomen van maximaal 120% van het minimumloon, te compenseren. Naar schatting gaat het ongeveer om € 40.000 op jaarbasis. Dekking kan plaatsvinden via het armoedebestrijdingsbeleid.

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. Gaat de wethouder de meest kwetsbare groep hanteren via schoolzwemmen? Dan krijg je dus ongelijke klassen. Of gaat de wethouder daar iets anders voor verzinnen?

Wethouder mevrouw Adema: Nee, ik wees op de eigen verantwoordelijkheid. Er zal een systeem komen, waarbij ouders zelf het zwemmen regelen, maar waarbij de financiering geregeld wordt via het armoedebestrijdingsbeleid. Het college heeft dan ook bezwaar tegen het amendement zoals het er ligt.

De heer De Jong: Mevrouw de wethouder, over hoeveel personen zou dit gaan?

Wethouder mevrouw Adema: Dat zou om ongeveer 100 leerlingen gaan. Dan denk je aan een lesprogramma dat een zwemdiploma vrijwel garandeert.

Tot slot het vmbo. Natuurlijk ben ik het eens met het CDA, de VVD, D66 en het ADB. Zij zeggen dat het vmbo en het imago van het vmbo van groot belang zijn. Het amendement van het CDA klinkt dan ook sympathiek in dit licht gezien. Imago vereist echter primair inzet van het vmbo zelf. De gemeente moet het vmbo hiertoe stimuleren en controleren. Een van de wegen is bijvoorbeeld de afspraken in het Deventer Onderwijsconvenant. Dat moet uitgevoerd worden. Ook doorstroming vmbo – mbo – hbo is daar een centraal thema. Mevrouw De Jager refereerde hier terecht aan. Dit alles hoeft niet altijd extra geld te kosten van de zijde van de gemeente. Verder is het belangrijkste punt, waarover de heer Doornebos sprak, dat de dekking ronduit problematisch is, zoals deze in dit amendement is weergegeven. Derhalve heeft het college bezwaar tegen dit amendement.

Wethouder Fleskes: Mijnheer de voorzitter. Ik kan mij beperken tot een aantal vragen en opmerkingen dat is gemaakt. Daarover kan ik vrij kort zijn.

De fractie van de VVD heeft gevraagd om in het kader van de WMO een marsroute aan te geven. Tot nu toe hebben wij wel duidelijk gemaakt welke stappen wij zouden zetten. Onder andere dat de visie met

30

betrekking tot de WMO in juli gereed zou komen en dat wij parallel daaraan ook de visie op wonen, welzijn en zorg zullen ontwikkelen.Om nu echt een goede marsroute te maken, is er meer voor nodig, behalve dan de stappen die wij tot nu toe al in de WMO-notitie hebben gezet. Wij wachten nu op de definitieve tekst die de staatssecretaris stuurt naar de Tweede Kamer. Zij heeft daarbij te kennen gegeven dat zij dat nog voor het zomerreces wilde gaan doen. Op het moment dat dat bekend is, kunnen wij in elk geval een conceptmarsroute aan de commissie laten doen toekomen.

De heer Hartong: Wethouder, verwacht u dan de raad daarover te kunnen informeren voor of na het zomerreces?

Wethouder Fleskes: Dat ligt natuurlijk aan het tempo van de staatssecretaris. Als de staatssecretaris het echter inderdaad voor het zomerreces naar de Tweede Kamer stuurt, kunnen wij een conceptmarsroute maken, want ik verwacht dat de politieke besluitvorming niet voor het zomerreces wordt afgerond. Dat is bepalend voor de definitieve stappen die je maakt, maar een concept op basis ván zou je alvast op hoofdlijnen kunnen maken.

Het drankgebruik door jongeren. De fractie van het CDA heeft daarvan heel nadrukkelijk te kennen gegeven dat haar dat zorgen baart. Het baart het college ook zorgen. Wij zien met name bij jongeren een behoorlijke toename in het buitensporig c.q. overmatig alcoholgebruik. Dat vonden wij niet alleen, maar dat vinden wij ook. Als het erom gaat dat wij het vónden: dat heeft al zijn weerslag gekregen in de kadernota Deventer Gezond 2003 – 2006. Daar is het preventiebeleid namelijk een van de speerpunten. Daarin is het project Gezonde School en Genotmiddelen in gang gezet, onder aanvoering van de GGD Gelre. Zij spelen daarin een centrale rol. Onlangs is er ook nog een onderzoek gehouden in het voortgezet onderwijs. Dat heet: EMOVO-onderzoek (Elektronische Monitor en Voorlichting). Daarin gaat het met name over drank- en drugsgebruik. Dat zullen wij zeker binnenkort in de bespreking gaan betrekken. Het college gaat binnenkort namelijk praten over een notitie over twee invalshoeken. Aan de ene kant veiligheid en aan de andere kant gezondheid. Deze lopen doorgaans parallel aan elkaar, maar wij zien juist op dit punt een heel goede verbinding. Daarom kunnen wij een meerwaarde eruit halen in de acties ten opzichte van het probleem. Bovendien houdt Tactus, een instelling voor verslavingszorg, zich juist bezig met de problematiek van overmatig alcoholgebruik door jongeren. Op scholen wordt door Tactus voorlichting gegeven, er zijn jeugdspreekuren en zij houden allerlei symposia rondom dat geheel om ook leerkrachten in de deskundigheidsbevordering te ondersteunen.

Mevrouw Lamberts: Mijnheer de voorzitter. Uit het EMOVO-onderzoek is gebleken dat het in Achterhoek zeer drastisch is en bij ons iets minder drastisch. Is dat dan ook de aanleiding om het anders te doen dan het college het heeft gedaan, om wat extra te doen als het college heeft gedaan, of borduren wij voort op hoe wij het al hadden ingezet? Dat is juist onze vraag. Gaat er naar aanleiding van dat onderzoek een antenne uit om er een tandje bij te zetten?

Wethouder Fleskes: De conclusie die u trekt is juist. Het klopt dat het in de Achterhoek veel erger is dan in Deventer.

Mevrouw Lamberts: Ietsjes erger, maar wel heel erg ja. In Deventer ook, hoor.

Wethouder Fleskes: Dat wil niet zeggen dat ik het probleem daarmee probeer weg te schuiven, maar dat zijn wel de gegevens. Wij hebben gezegd, juist met betrekking tot dat veiligheidsaspect en het gezondheidsaspect, dat als je die goed op elkaar afstemt, je daar veel meer voordeel uit zou kunnen halen naast alle activiteiten die nu al lopen. Dat zal straks een uitbreiding geven.

Mevrouw Lamberts: Maar het drastische dat in de Achterhoek speelde was reden om het anders te gaan doen, want men stond met de handen in de lucht. Is dat bij het college nu ook bekend? Het moet anders, want dit gaat dus niet goed.

Wethouder Fleskes: Ik meld dat wij in elk geval een verbetering voorstaan. Dat wij het echter heel anders moeten doen dan in het verleden, is niet de reden die ik aangeef.

De heer Hartong: Met andere woorden: het college neemt het amendement niet over?

31

Wethouder Fleskes: Dat betekent dat wij het amendement overbodig vinden. Het is nog niet ingediend, dat zal pas in tweede termijn komen, maar er werd naar gevraagd. De conclusie zou kunnen zijn dat wij het amendement overbodig vinden, als het wordt ingediend.

Over de nacht- en dagopvang is al veel gezegd. Soms zijn er bemoedigende woorden gesproken. Het is nog niet helemaal rond, zoals de meesten te kennen hebben gegeven, maar wel is de wens uitgesproken dat het rond zal komen. Er is een motie ingediend. Het college heeft, gezien de huidige tekst van de motie, geen bezwaren tegen de motie.

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Ik heb nog drie punten openstaan: culturele instellingen, parkeerbeleid en het zwembad in Loo-Bathmen.Cultuur is een drager van onze stad, sociaal en economisch. Het sociaal programma gaat daarover. Dit najaar zullen wij een cultuuruitvoeringsprogramma presenteren, met daarin aandacht voor de investeringsaspecten, functies en de exploitatie van de verschillende instellingen, cultuurplein, huisvesting, et cetera. Kortom, zoals aangekondigd: een cultuuruitvoeringsprogramma. In de afgelopen jaren heeft een professionaliseringsslag plaatsgevonden, maar het is duidelijk dat dat nog niet voldoende is geweest. Bij de bibliotheek is er een fors gat in de begroting. Daarover kan ik de raad op 14 juni de laatste informatie geven en wat mij betreft ook de definitieve informatie over oorzaken en oplossingen.

Een van de oorzaken is in elk geval dat wij in de begroting of in onze subsidievoorwaarden tot nu toe geen taakstelling hadden over een post Onvoorzien of over het opbouwen van eigen vermogen. Dat zal in de komende jaren moeten gebeuren, anders lopen wij het risico bij elke kleine overschrijding dat wij steeds hier in de raad over dit soort punten moeten praten. Dat nemen wij mee in de aanpassing van de subsidieverordening en het beleid dat wij in het cultuuruitvoeringsprogramma zullen gaan opnemen.

De fractie van de PvdA stelde een vraag over 'niks structureels'. Er zit één post structureel in de voorjaarsnota en dat is de € 25.000 voor bouwkunde. Als wij die niet zouden verstrekken, dan gaat het licht uit, om het maar zo te zeggen. Voor het overige kan dit najaar op basis van het cultuuruitvoeringsprogramma opnieuw een afweging plaatsvinden door de raad over waar wij ons geld, onze investeringen et cetera, op zullen gaan inzetten. Alle andere posten zijn eenmalig of voor meerdere jaren, maar in elk geval niet structureel.

De heer Hartong: De kerk is ook nog cultuur, dacht ik.

Wethouder Berkelder: De Bergkerk. Ik kom zo nog wel even terug op de moties.

Het parkeerbeleid. Veel fracties vragen daar aandacht voor, en terecht. Ik verwacht over enkele weken inzicht te hebben in het ontstaan van het tekort op de parkeerbegroting. Het moge duidelijk zijn dat juist op dit soort begrotingsposten dit soort tekorten niet acceptabel is. Die zullen wij moeten wegwerken, onder andere via een meer bedrijfsmatige aanpak, een integrale afweging van investeringen en tarieven. Het parkeerbeleid kan daarbij in elk geval geen sluitpost zijn van de begroting, maar zoals de VVD ook al jaren bepleit, dient dat een evenwichtige afweging te zijn. Die evenwichtige afweging moet echter op dat moment plaatsvinden en niet nu.

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. Ik hoor het woord "tarieven". Ik neem aan dat het om een tariefsverhoging gaat. Ik vind het heel jammer dat het nu niet voorligt, want wij horen dat hier eigenlijk te bespreken. Dan doen wij dat weer achteraf na het vaststellen van een deel van de voorjaarsnota. Dat vind ik jammer.

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Dat is juist, maar de raad heeft eerder de tarieven voor 2005 vastgesteld. Voor parkeren zijn die op nul gezet in de veronderstelling dat de begroting sluitend was. Die blijkt niet sluitend te zijn. Het is aan de raad om straks een besluit te nemen over hoe wij daarmee verder moeten op basis van de dan beschikbare informatie.

Voor het zwembad Loo. Ik kom daarvoor graag met de details. Voor een deel staat het technisch-administratief nu wel op de goede plek. Ik kom hierop later graag in de commissie SCE nog terug. Het komt er echter op neer dat de verwerking van de afspraken die in de begroting van Bathmen lagen naar de begroting van Deventer leidde tot een probleem rond het zwembad. Dat is voor de komende twee jaar nu op deze wijze opgelost. Hoe wij dat na die twee jaar gaan regelen, daarvoor zijn nadere voorstellen nodig.

32

Mevrouw Zandstra: Mijnheer de voorzitter. Bij onze navraag was er onduidelijkheid bij het zwembad zelf. Ik denk dat het goed is om het misverstand daarin met hen op te lossen.

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Er is met hen gesproken. Zij zijn daarmee akkoord voor de komende twee jaar. Voor daarna hebben zij gelijk: daarvoor is nog geen volledige duidelijkheid. Voor de komende twee jaar is die duidelijkheid er wel.

De heer Stegink: Mijnheer de voorzitter. De wethouder zegt nu iets wat volgens mij niet helemaal klopt. De voorzitter van de Stichting Zwembad is het absoluut niet eens met het voorstel zoals dat nu gepresenteerd is. Daarom heeft het CDA samen met ons daarover een amendement opgesteld. Ik stel toch voor dat de wethouder dit eerst ….

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Ik kom daarop graag in de commissie SCE terug. Wij hebben het geld gereserveerd waar het nu staat. Ik kan de commissie op dat moment meer informeren. Mijn informatie is dat zij akkoord zijn. Maar waar hebben wij het dan over? Welles, nietes heeft in dit verband namelijk weinig zin. Ik moet mij ambtelijk verder goed laten informeren om te kijken wie er nu waar gelijk in heeft.

De heer Stegink: Goed, maar dat wil niet zeggen dat er geen amendement komt.

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. De motie over de Bergkerk. Op zich is het een overbodige motie. Het probleem in de motie zit een beetje in de afweging die gemaakt wordt. De instellingen die wij kennen in de stad, zijn voor een deel nog echt functionerende religieuze instellingen en voor een deel zijn het religieuze gebouwen met daarin een culturele instelling. Hoe je het ook wendt of keert, als er tekorten zijn klopt iedereen uiteindelijk aan bij de gemeente. De Broederenkerk, de moskee en de Lebuïnuskerk zijn nog functionerende religieuze instellingen. Op zich krijgen zij niet direct een subsidie van de gemeente, maar als er iets fout gaat, zijn wij met zijn allen aan de bak. Wie zou het namelijk over zich willen afroepen dat wij de Lebuïnuskerk verloren laten gaan? Dan gaat om een zeer forse investeringen die in de komende jaren nodig zullen zijn. Die afweging willen wij dit najaar in datzelfde programma opnemen, omdat daarin ook aandacht zal zijn voor de gebouwen waarin al onze functies zijn ondergebracht, maar ook omdat bijvoorbeeld een kerk als de Lebuïnus een maatschappelijke rol vervult als vergaderlocatie. Ook dat soort aspecten zullen wij daarin mee moeten nemen. Om nu te zeggen dat de Bergkerk en de Lebuïnus met elkaar strijdig zijn, is niet juist. Het is namelijk veel breder. Op het moment dat wij hier een grote vergaderlocatie realiseren, vergaderen wij minder aan de overkant. Op het moment dat de Broederenkerk meer uitvoeringen krijgt van de Schouwburg dan de Lebuïnus, geeft dat problemen voor de Lebuïnus. Op het moment dat wij niets doen met de Mariakerk, die in handen is van de stichting en niet meer als religieus centrum functioneert, zitten wij ook met een probleem. Kortom: het gaat om een integrale afweging, die wij heel zorgvuldig met de raad willen gaan maken. Op dit moment is dit echter een overbodige motie, juist omdat wij het zo zorgvuldig willen gaan doen.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Maar als er dan nog een afweging gemaakt moet worden, waarom nu dan al vast geld bestemmen voor de Bergkerk?

Wethouder Berkelder: Omdat het vorige college en de vorige raad met elkaar hebben besloten dat er bezuinigd moest worden op de Bergkerk. Daarvoor zijn die plannen ontwikkeld. Om die plannen überhaupt te kunnen uitvoeren, zijn er her en der in de begroting, op tal van terreinen, bedragen opgenomen. Dat geldt ook hiervoor. De raad krijgt straks het uitvoeringsprogramma en wil de raad iets totaal anders – dat geldt bij elke post van de begroting – dan kan daarover natuurlijk straks anders worden beslist.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Het ging ons ook juist om die integrale afweging en om het bekijken hoe het nu werkt. Nu zit er een beetje een voorschot op: hoe werkt welke locatie ten opzichte van de ander met de vergaderlocatie, enzovoort. Wij vinden dat je daar toch iets breder naar moet kijken. Dat is de strekking: zorg ervoor dat voordat je geld investeert, je het beeld helder hebt en dat wij weten waarover wij het hebben.

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Bij alle investeringsprojecten geldt de passage die in de voorjaarsnota staat: elk plan wordt aan de raad voorgelegd op basis van een dekking. Op dat moment kan de raad over dat plan beslissen. Is de raad dan van mening dat bepaalde plannen voortijdig zijn, omdat er

33

geen integrale afweging kan plaatsvinden, dan heeft mevrouw Van den Nieuwboer volgens mij een terecht punt.

De mobiliteit. Door de fractie van GroenLinks is daarover een motie ingediend. Aan de ene kant kun je zien dat het aan aanmoediging is voor het college. Uiteraard zijn wij erg blij met aanmoedigingen. Wij waren dit echter al van plan en hebben in de commissie RFO duidelijk gemaakt dat wij zullen komen met voorstellen om de parkeerexploitatie uit de rode en weer in de zwarte cijfers te krijgen. In die zin is het een overbodige motie.

De heer Verhaar: Neemt u de motie nu over? Dat kan namelijk geen kwaad. Dan hebben wij het maar hard.

Wethouder Berkelder: Dat is iets van de orde. Voorzitter, misschien kunt u ….

De voorzitter: Wij hebben bedacht dat wij dit keer vanuit het college drie kwalificaties aan moties zouden verbinden. Dat zijn “bezwaar” – dan zijn wij het er niet mee eens – en “geen bezwaar”, maar wij hebben niet de kwalificatie “overnemen”. De laatste kwalificatie geeft namelijk altijd verwarring. Dan is er nog de kwalificatie “overbodig”, maar wij bedoelen daarmee dat wij het geen goede zaak zouden vinden als die wordt aangenomen. Je moet je namelijk vrijhouden van overbodige zaken. Mocht een motie dan toch gehandhaafd blijven, dan zal men er misschien inhoudelijk toch wat nader op in moeten gaan. Het college kan dan uiteindelijk ook zeggen dat de motie niet alleen overbodig is, maar dat het college komt tot bezwaar. In dit geval heeft wethouder Berkelder al gezegd dat hetgeen in de motie staat al de bedoeling is. Dan is het inderdaad niet zo zinvol ….

De heer Verhaar: Mijnheer de voorzitter. Betekent dat, dat wij bij de begroting 2006 voorstellen kunnen verwachten dat de parkeerexploitatie ‘in het zwart’ komt?

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Dan wil ik de nadruk leggen op creatieve voorstellen, want ik ken ‘voorstellen in het zwart’. Die betekenen meestal dat de parkeertarieven fors omhoog gaan. Ik zou het in dat geval interessant vinden als u de motie gewoon in stemming zou brengen.

De voorzitter: De vraag naar creativiteit is natuurlijk altijd positief.

De heer Rolloos: Mijnheer de voorzitter. Ik wil nog een vraag stellen aan de wethouder. Leest hij in de motie hetzelfde als hetgeen ik daarin lees? Hij zegt namelijk toe dat hij de parkeerexploitatie weer in de zwarte cijfers zal krijgen, maar volgens mij wordt daaraan direct gekoppeld dat je de daaraan gelieerde plannen dan pas daadwerkelijk realiseert; dus nadat die exploitatie in de zwarte cijfers is gekomen.

De heer Verhaar: Mijnheer Rolloos, waar leest u dat? Zo staat het er niet.

De heer Rolloos: Zo staat het er niet? Dan hebben wij het in elk geval goed begrepen. Dan wil ik nu nog graag even de interpretatie van de wethouder horen.

De heer Ahne: Maar, mijnheer Rolloos, heeft u daarmee principiële bezwaren? Dat is immers de methode, zoals wij bijvoorbeeld ook werken met de RSI. Dan hebben wij toch ook niet al het geld op de bank staan voordat wij starten met de projecten?

De heer Rolloos: Dat klopt. Dat is ons echter overkomen. Nu hebben wij het nog in eigen hand.

De heer Ahne: Het is u overkomen? Ik dacht dat u het een prachtige methodiek vond dat wij vooruitliepen op te verwachten opbrengsten uit bijvoorbeeld de Vijfhoek en wij daarvoor nu al investeringen kunnen doen?

De heer Rolloos: Nee, bij voorkeur niet.

De voorzitter: Heeft de wethouder behoefte zich te verdiepen in de interpretatie van het college?

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Het college wordt geacht het collegeprogramma uit te voeren. Daarin staat dat er een mobiliteitsfonds komt, waaruit voorzieningen worden betaald. Dat gaan wij met de nodige creativiteit in de komende maanden uitwerken en invullen.

34

De voorzitter: Aan mij zijn geen vragen gesteld, ….. Als ik die dan toch ga beantwoorden, is dat zonde van de tijd.

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. Ik heb de vraag gesteld of er een snellere evaluatie van de wijkaanpak zou kunnen plaatsvinden.

De voorzitter: Van de wijkaanpak in totaliteit of van de reserves van de wijkaanpak?

Mevrouw De Jager: Van de wijkaanpak in totaliteit, dit in verband met allerlei participatieontwikkelingen die plaatsvinden.

De voorzitter: Met participatieontwikkelingen zijn wij zeer actief; de participatieladder. En de manier waarop de wijkaanpak daarin een rol kan spelen, zal nadrukkelijk aan de raad worden gepresenteerd. Wij hebben echter nog onlangs een evaluatie gehad. Dus, een complete evaluatie gaat niet op korte termijn plaatsvinden.

Mevrouw Zandstra: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben ook een vraag gesteld over de wijkaanpak.

De voorzitter: U sprak heel even over de reserves wijkaanpak.

Mevrouw Zandstra: Mijnheer de voorzitter. Wij hadden het over een heroverweging van de uitvoeringsformule van de wijkaanpak in het kader van de reserve die hoog opgelopen was.

De voorzitter: Ja, u sprak over de reserves die bij de wijkteams aanwezig zijn. Ik dacht echter dat u zelf al had gezegd dat momenteel werd bekeken waaruit die reserves precies bestaan. Dat is immers in de commissie toegezegd. Grofweg gaat het voor tweederde om reeds aangegane verplichtingen. Wij zouden daarop nog dieper ingaan. Dat is toegezegd in de commissie. Volgens mij refereerde uzelf daaraan. Daarna zullen wij bekijken of er redenen zijn of de verdeelsleutel c.q. de volumina moet worden veranderd.

Mevrouw Zandstra: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben ook gevraagd naar een soort versnelling in uitvoering.

De voorzitter: Dat kan bijna niet sneller, want dat komt al zeer binnenkort.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Voor de orde. Is het u bekend dat het college niet heeft gereageerd op de door mij ingediende motie over het afschaffen van financiële oormerking?

De voorzitter: De wethouder gaat die omissie direct herstellen.

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Volgens mij is het geen omissie. Ik heb duidelijk antwoord gegeven.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Dan heeft de wethouder het niet goed begrepen. Hij is namelijk de verkeerde portefeuillehouder. Het gaat over twee financiële oormerken. In het algemeen gaat het over afschaffing van financiële oormerkingen: bijstand/sociale pijler en RSI. De vraag over de RSI is inderdaad beantwoord.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Met nadruk is er bij de instellingen van de Wwb vorig jaar door de raad aan het college meegegeven dat bestedingen uitsluitend mochten worden verricht binnen de sociale pijler, en zeker niet aan andere zaken. Om dat nu op te rekken, lijkt mij niet het goede moment en überhaupt geen goede zaak. In de stelling van de heer De Jong wordt ook een beetje vooruitgelopen dat wij de komende jaren daar miljoenen aan zullen overhouden. Laten wij dat eerst maar eens afwachten. Er vinden sinds een jaar al zoveel politieke discussies plaats en door allerlei partijen en grote steden wordt invloed uitgeoefend op de staatssecretaris om paal en perk te stellen aan diverse financiële verschillen die van voordeelgemeenten naar nadeelgemeenten gaan of andersom. Laten wij afwachten wat de resultaten van die politieke discussies in Den Haag zijn. Dan pas kunnen wij eventueel het geld dat over is, verdelen. Ik denk dat wij dat geld binnen de sociale pijler buitengewoon hard nodig hebben en ik wil dat zeker niet verruimen tot de fysieke en economische pijlers.

De voorzitter: De wethouder zegt dus nee.

35

Volgens mij heeft het college duidelijk gemaakt wat men van de verschillende moties en amendementen vindt. Ik heb vernomen dat de raad graag na de bijdrage van het college gelegenheid krijgt om in de fracties daarover van gedachten te wisselen en om te bekijken wat de fracties vanavond met de moties en amendementen willen gaan doen. Het lijkt mij daarom goed nu te schorsen en vanavond om half acht verder te gaan met de tweede instantie.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Is bekend hoeveel spreektijd wij nog over hebben?

De heer Dashorst (griffier): Mijnheer de voorzitter. De PvdA: vijf minuten. GroenLinks: ruim zeven minuten. CDA: ruim acht minuten. APB: ruim zeven minuten. VVD: kleine vijf minuten. ADB: ruim zeven minuten. SP: ruim acht minuten. D66: ruim zeven minuten. ChristenUnie: ruim vier minuten.

De voorzitter: Ik schors de vergadering.

Schorsing van 17.20 – 19.30 uur. De voorzitter: Ik heropen de vergadering.

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Wij willen de tweede termijn beginnen met een kort woord van dank aan de fractie van de VVD voor de kroketten. Wij maakten er dankbaar gebruik van. Als wij terugkijken op de eerste termijn, zien wij dat in deze raad een belangrijke mate van gelijkgestemdheid bestaat als het gaat om de situatie waarin de gemeente op dit moment verkeert. Bijna alle fracties, zo niet alle fracties, hebben duidelijk gemaakt dat deze gemeente zeer ambitieus is, bezig is met veel zaken tegelijkertijd, ‘veel ballen in de lucht heeft’, en dat het daarom verstandig is om daarin keuzes te maken en weer met beide voeten op de grond te belanden. Dat beeld sluit heel goed aan bij het leidende motto van dit college: sterk in uitvoering, minder plannen maken, meer focussen op daadwerkelijke uitvoering. Dus ik denk, ondanks de zorg die uit heel veel verhalen sprak omtrent onze financiële positie, dat de feitelijke insteek van dit college, van deze coalitie, door de hele raad breed wordt gedragen. Wat wij ook hoorden, was dat er een drietal elementen voor deze raad als heel belangrijk steeds naar voren kwam. Zowel stedelijke herstructurering, als de WMO, als de ontwikkeling van ons onderwijs werden door veel fracties genoemd als belangrijke topics. Wat wij ook breed hoorden was dat wij als gemeente deze topics niet alleen kunnen uitvoeren, maar dat wij zullen moeten samenwerken met partners, met burgers, privaat en overheid gezamenlijk, om voor de komende jaren een goede ontwikkeling voor deze gemeente mogelijk te maken. Wil je deze drie topics goed van de grond krijgen, dan is het heel belangrijk om daarbij burgerparticipatie goed vorm te geven. Wil burgerparticipatie goed werken, dan zul je goede voorlichting moeten geven.

Ik probeer van de grote lijnen zoals ik ze heb gehoord een en ander samen te vatten, met enige interpretatie, om daarin de belangrijkste beleidskaders voor de komende tijd te vatten.Geconstateerd is dat de Vastgoedrapportage een helder beeld geeft van de keuzes die nog gemaakt moeten gaan worden. In die zin is er een heel grote sprong vooruit gemaakt. Wat dat betreft, denk ik dat wij kunnen zeggen dat er een grote mate van convergentie in deze raad zit.

Dan de moties en amendementen. De amendementen die door onze fractie zijn ingebracht wil ik nog wat preciseren dan wel gedeeltelijk wijzigen, met name waar het gaat om de dekking. Het door ons ingediende amendement over het zwemonderwijs, amendement A1, betreft een incidentele uitgave van € 197.000. Wij stellen de volgende dekking voor:- € 40.000 uit armoedebestrijding, waarbij ik verwijs naar de ruimte die wethouder mevrouw Adema gaf

om tot een oplossing te komen;- € 95.000 uit het rekeningoverschot 2004 en vrij besteedbaar, zoals de portefeuillehouder voor

financiën heeft gezegd;- € 62.000 door een verlaging van het BTW-compensatiefonds 2003 van 100% risico naar 80% risico.

Dit v ,indt u ook bij de voorgestelde besteding van het geprognosticeerde rekeningoverschot 2004.

De voorzitter: Betekent dit dat u uw amendement A1 intrekt en een gewijzigd amendement indient met de door u voorgestelde dekking?

De heer Pierey: Juist.

36

De voorzitter: Praktisch gezien is het inderdaad goed dat zo te doen. Het betekent dus dat wij een gewijzigd amendement A1 krijgen. Ik laat het nummer A1 hierboven staan. Het amendement luidt nu als volgt:

Amendement A1, gewijzigd (PvdA, ADB, SP)

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 30 mei 2005, ter behandeling van de voorjaarsnota 2005;

onderwerp: Schoolzwemmen;

stelt voor:- op pagina 11 van de voorjaarsnota voor 2006 te schrappen de onderdelen: afschaffen subsidie

schoolzwemmen en beëindiging vervoer schoolzwemmen;- als dekking voor het gat dat hierdoor ontstaat, aan te wenden:

1. € 40.000 uit armoedebestrijdingsbeleid;2. € 95.000 saldo rekeningresultaat 2004;3. door op bladzijde 18, “4.: voorziening BTW voor 2003” met € 62.000 te verminderen.

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Amendement A2 gaat over het VaVo. Ook hier stellen wij een gewijzigde dekking voor:- 50% van € 100.000 ten laste van de frictiekosten zit zoals genoemd in de prognose

rekeningoverschot 2004;- 50%, € 50.000, komt ten laste van het toetsingskader rood–voor–rood. Voor dit laatste punt staat een bedrag van € 100.000. Wij weten dat door de provincie een rood–voor–rood-beleid is voorgesteld. Wij hebben zelf al gezegd niet te veel nieuw beleid te willen ontwikkelen, maar veel meer op uitvoering te willen sturen. Daarom leek het ons gepast hier meer aansluiting bij de provinciale kaders te zoeken en daardoor zelf minder uitgaven mee te nemen in het volledig zelfstandig ontwikkelen van een eigen rood–voor–rood-kader. Dat betekent 50% van de post.

Amendement A2, gewijzigd (PvdA, ADB, GroenLinks)

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 30 mei 2005, ter behandeling van de voorjaarsnota 2005;

onderwerp: Voortgezet aanbod voor Jong Volwassenen;

stelt voor:op pagina 11 te schrappen voor 2006 het bij “8.: Verlaging subsidie educatie scholingsactiviteiten” genoemde bedrag van € 100.000 en als dekking aan te wenden voor het gat dat hierdoor ontstaat:

1. door op bladzijde 15, “toetsingskader rood–voor–rood” met € 50.000 te verminderen;2. door op bladzijde 18, “4.: vorming buffer frictie taakstelling bezuiniging personeel” met € 50.000 te

verminderen.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. De wethouder heeft op ons amendement rondom de frictiekosten geantwoord. De heer Pierey heeft daaraan ook zijn eigen bijdrage geleverd, waardoor ik dacht dat hij frictiekosten erg belangrijk vindt en dat hij die reservering van € 1 miljoen wil behouden. Zo heb ik het uit zijn woorden begrepen. Kan ik uit zijn woorden opmaken dat hij nu van gedachten is veranderd?

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Van den Nieuwbouw kan zien, zoals wij het voorstellen, dat wij een hoekje van de reservering voor de frictiekosten afsnijden. Helaas is het onvermijdelijk om daarnaar te kijken. Dat is niet helemaal heilig voor ons, maar aan de andere kant proberen wij natuurlijk zo veel mogelijk van het bedrag veilig te stellen. Het is namelijk een reëel bedrag, zoals daarstraks uit de discussie naar voren is gekomen. Als je 50 formatieplaatsen gaat bezuinigen, krijg je een omzetting waarbij je dit bedrag van € 1 miljoen zeker nodig hebt.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Ik ben benieuwd wat de heer Pierey verstaat onder de definitie “hoekje”. Dan kunnen ook wij onze eigen hoeken gaan creëren. Maar goed, gaat u verder.

37

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. De fractie van de PvdA casseert nu het voorstel dat de fractie van de VVD heeft gedaan met betrekking tot integratie van het toetsingskader rood–voor–rood en reconstructie platteland. Wij hebben van de wethouder echter gehoord dat hij er juist geen zicht op had of het iets zou opleveren. Ik vind het dus een beetje een goedkope indekking.

Mevrouw Grijsen: Mijnheer de voorzitter. De fractie van APB voelt zich natuurlijk genoodzaakt nu wat te zeggen. De rood–voor–rood-regelingen vanuit de provincie zijn algemene richtlijnen. Willen wij, als gemeente Deventer, überhaupt rood–voor–rood kunnen uitvoeren, dan zullen er toetsingskaders vastgesteld moeten worden. Kiest de PvdA ervoor om die toetsingskaders los te laten, dan gaat de rood–voor–rood–regeling in Deventer dus gewoon niet door.

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Het is niet zo dat wij de toetsingskaders loslaten of overbodig vinden. Als je echter aansluiting zoekt bij het provinciale toetsingskader, zoals het is opgesteld, en je in een korte slag daarvan je eigen toetsingskaders maakt, kun je met minder inspanning en minder geld volstaan dan met het bedrag van € 100.000. Onze insteek is dus dat je met € 50.000 heel goed een eigen rood-voor–rood–beleid op poten zou kunnen zetten.

Mevrouw Grijsen: Mijnheer de voorzitter. Ik weet niet of de heer Pierey zich wat verdiept heeft in de problematiek van de landbouwontwikkelingsgebieden, de intensiveringsgebieden en de verwevingsgebieden en in alle mitsen en maren die er aan een rood–voor–rood–regeling zitten, maar dan zou ik heel gelukkig zijn als wij voor € 100.000 die toetsingskaders vastgesteld zouden kunnen krijgen.

De voorzitter: Dat was een heel heldere interruptie. Daar zal straks nog op gereageerd worden door het college.

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Wij zullen snel de andere amendementen langslopen, die in de eerste termijn zijn ingediend. Verbetering van het vmbo-imago. Wij constateren dat er door het Rijk gelukkig al heel veel wordt gedaan voor het vmbo, want dat was nodig. In de afspraken die deze coalitie op rijksniveau heeft gemaakt, is al een bedrag van € 25 miljoen extra beschikbaar gesteld voor het vmbo. Bij het recente paasakkoord – niet zijnde het paars akkoord – is daar nogmaals een bedrag bovenop gedaan teneinde het vmbo uit het slop te trekken. Wij vinden zelf dat er aandacht moet zijn voor doorgaande leerlijnen van het vmbo naar het mbo en dat er goede begeleiding moet zijn voor leerlingen die die doorstroom willen maken. Voor ons is dus heel belangrijk: doorgaande leerlijnen, doorstroming.Er is veel kritiek geweest op het vmbo. Het zou veel te theoretisch zijn en zou veel praktischer moeten worden. Ook daarin is nu een aantal stappen gezet door dit kabinet. Ja, ik moet het toch maar zeggen.

Mevrouw De Jager: Mijnheer Pierey, bent u het kabinetsbeleid aan het verdedigen? Wij hebben het hier echter over wat wij in Deventer doen. Het tandje dat het CDA erbij heeft gezet, vinden wij heel aardig.

De heer Pierey: De slag die gemaakt wordt, is in elk geval een stuk praktijkgerichter. Wij kijken binnenkort naar het onderwijs, tijdens de werkconferentie die deze raad zelf heeft georganiseerd op 10 juni. Dan staan ook doorgaande leerlijnen en doorstroming in het onderwijs opnieuw in the picture. Wij hebben de behoefte om daarop te wachten en die onderwijsconferentie, die wij met ons allen organiseren, te gebruiken om ons beeld op het onderwijs aan te scherpen. Wij kunnen ons voorstellen dat er daarna een gemeentelijke inspanning nodig is ten behoeve van het vmbo. Wij willen ons daarover echter op dit moment niet uitspreken. Wij willen wachten op de uitkomsten van die werkconferentie.

Mevrouw Lamberts: Mijnheer de voorzitter. Onze motie is er juist op gericht dat aan het Deventer vmbo, waarin een heleboel leerlingen of ouders kiezen om niet naar een school in Deventer te gaan, te gaan werken aan een stukje imagoverbetering en daaraan inhoud te geven. Het gaat niet om inhoudelijke schoolprogramma’s, ook wel, maar het gaat juist om het imago van het vmbo in Deventer. Daar willen wij op inzetten. Als wij op 10 juni gaan beslissen dat wij dat moeten, hebben wij geen geld gereserveerd. Het is breed onderschreven dat het imago van de Deventer vmbo-school er een tandje bij moet hebben. Daarvoor willen wij juist dat geld reserveren.

De heer Pierey: De elementen die u noemt, mevrouw Lamberts, zullen juist allemaal aan de orde komen tijdens de conferentie op 10 juni. Dan kunnen wij met elkaar bekijken in hoeverre er actie op lokaal niveau hier in Deventer gewenst is.

38

Mevrouw Lamberts: Ouders spreken ons aan: wat is het toch raar dat wij onze kinderen naar Holten, Olst en Twello moeten sturen, omdat hier iets aan de hand is met de school. Daarom moeten wij juist nu een stap zetten om straks dat te kunnen doen wat wij afspreken in dat debat. Wat is daarvoor dan nodig? Die sterkte moet je nu al reserveren. Dan beken je pas kleur. Om nu te zeggen dat je wilt afwachten tot volgende week vrijdag, maar dat er dan geen geld is, dan is dat toch vreselijk jammer?

De heer Pierey: Ook in uw eigen voorstel staat een dekking ten laste van het rekeningresultaat 2004. Daarover beslissen wij pas volgende maand en niet nu.

Mevrouw Lamberts: Zoals u kiest voor die € 95.000, kiezen wij dat bedrag ook. Het is exact dezelfde dekking, maar wij kunnen dat geld niet twee keer uitgeven. Ik probeer u ervan te overtuigen dat u het aan het vmbo moet uitgeven.

De heer Pierey: U zegt echter dat er dan straks geen geld zal zijn. Wij beslissen echter pas over een maand finaal over de aanwending van het rekeningoverschot.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Wij zitten hier niet voor niets bij elkaar. Wij kunnen volgens mij over een aantal dingen besluiten, lijkt mij.

De heer Pierey: Dan zitten wij waarschijnlijk de volgende keer voor niets bij elkaar als wij over het rekeningsaldo praten.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Dat lijkt ons toch wel. Daarom willen wij altijd dat de voorjaarsnota en de rekening tegelijkertijd hier ter tafel liggen, zodat wij een integrale afweging kunnen maken. Als nu wordt gezegd dat je wel van alles kunt roepen over het rekeningresultaat en de bestedingen daaruit en dat je volgende maand iets anders wilt besluiten, dan krijgt men in elk geval aan mij een lastige.

Mevrouw Lamberts: U geeft zelf bij uw amendementen € 95.000 uit vanuit het rekeningoverschot. Als u dat doet, is dat anders dan wanneer onze fractie dat wil doen?

De voorzitter: Volgens mij is voor de hele raad wel duidelijk wat het verschil van mening is. Dat zullen wij straks in de besluitvorming dan ook tot uitdrukking brengen.

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. De moties over het mobiliteitsfonds en de Bergkerk. Door de respectievelijke portefeuillehouders werd daarover gezegd dat er in die lijn voorstellen van het college zouden komen. Wij zien die voorstellen graag tegemoet. Wij hebben op dit moment dan ook een behoefte aan deze beide moties. De motie van de fractie van de ChristenUnie over de financiële oormerking. Wij zien wel goede mogelijkheden om het door ons gestelde slimmere beleid beter van de grond te krijgen met de door de indiener voorgestelde integrale benadering. De voorgestelde beleidsnotitie, waarover de motie spreekt, zien wij dan ook graag tegemoet. Wij zullen deze motie steunen.Dan onze eigen motie M1. Door het college is toegezegd dat men hiermee wilde werken. Wij trekken deze motie daarom in.

De voorzitter: Motie M1 is ingetrokken.

De heer Verhaar: Mijnheer de voorzitter. Volgens mij heeft iedereen tijdens het eten naarstig naar dekkingen zitten zoeken. Zelfs nu nog gaan er nog briefjes heen en weer om te reageren en om mee te denken met de PvdA over dekkingen. Ik heb straks behoefte aan een schorsing om te overleggen over die dekking, niet alleen met onze eigen fractie maar ook met een aantal andere fracties. Ik zal er dus nog niet op reageren .

Ik wil wijzen op datgene waarover de heer Pierey ook al sprak, namelijk de voorziening BTW voor 2003. Die kan, zoals wethouder Hiemstra in de commissie BM al heeft gezegd, inderdaad wel iets lager.Onze conclusie is dat wij kiezen voor dekking in een meer gevarieerde setting, zoals die ook werd gesuggereerd door de fractie van de PvdA. Ik wil daar straks graag op terugkomen.

Het VaVo-amendement willen wij steunen, ook al omdat de wethouder haar zegen daaraan heeft gegeven. Wie zijn wij dan nog om daaraan te twijfelen?

39

Het amendement A1 over het schoolzwemmen zorgt voor wat deining. De wethouder kwam al met een deeloplossing voor de minimuminkomens tot 120%. Dat is mooi, maar daarmee hebben wij de situatie nog niet opgelost voor gehandicapte kinderen of voor kinderen die naar speciaal onderwijs gaan. Wij hebben gedacht aan een alternatieve dekking uit de overschotten op de Wwb. Dat is de sociale pijler, dus volgens mij zou dat moeten kunnen. Maar goed, over de dekking moeten wij het straks informeel nog maar even hebben.

Aan amendement A3 over het vmbo hebben wij geen behoefte. Het bedrag dat is genoemd, is niet onderbouwd. De wethouder heeft al gezegd dat het imago vooreerst door het vmbo in Deventer zelf zou moeten worden versterkt. Dat leek mij wel aannemelijk.

Motie M2 over mobiliteit wordt nog ingetrokken. Motie M3 over de Bergkerk. De wethouder heeft een prima antwoord gegeven op de vraag waarom die motie overbodig is. Die argumentatie nemen wij graag over. Motie M4 van de fractie van de ChristenUnie gaat over het oormerken van gelden. Ik vind het een heel goed idee daarover de discussie te openen. Daartoe roept de motie in de eerste plaats op. Wat betreft de RSI, zo bleek al uit onze bijdrage in de eerste termijn, kunnen wij ons daarin heel goed vinden. Wij willen die discussie graag aangaan.Dan de Wwb-gelden die binnen de sociale pijler besteed zouden moeten worden. Wij vinden dat wel een goede systematiek. Wij vinden dat het een verworvenheid is. Dat hebben wij gedaan uit reactie op de vorige periode, waarin overschotten uit de Wwb naar de Algemene Middelen gingen, eigenlijk om tekorten te dichten. Dat wilden wij niet meer en toen hebben wij afgesproken dat het binnen de sociale pijler zou blijven. In eerste instantie wil ik daaraan graag vasthouden, maar de discussie gaan wij niet uit de weg. Wij zullen de motie steunen.

De voorzitter: Motie M2 is ingetrokken.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Zoals wij in de eerste termijn al hebben gezegd, vinden wij een opleiding voor jongeren van wezenlijk belang. Wij hebben dan ook goed geluisterd naar het antwoord van de wethouder hierover. Wat betreft de VaVo heeft zij ons beeld bevestigd, dat het weinig resultaat levert in aantallen deelnemers en in aantallen diploma’s, dus startkwalificaties, voor veel geld: 150 deelnemers en daarmee 33 diploma’s. Er bestaan reeds veel instrumenten, zoals ook al is gezegd, om juist de uitval van jongeren te beperken. Wij verwachten dan ook dat de instroom richting dat VaVo sowieso zal verminderen. Het toegekende budget van € 400.000 lijkt ons toereikend, ook gezien alle documenten die ik heb ontvangen via de mail, waarin die bedragen staan. Ik zie dus geen reden wat die € 100.000 daaraan nog zou bijdragen.

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. Die 70 mensen die het dan wellicht volgens de berekeningen niet zouden halen, kosten vele malen meer dan die € 100.000 structureel. Dus ik denk dat hetgeen mevrouw Van dan Nieuwbouw op dat punt zegt, niet helemaal klopt.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Wij menen juist in de huidige situatie, in de huidige beeldvorming van onze maatschappij, dat imagoverbetering wel nodig is. Het betreft hier juist een heel grote doelgroep, zoals mevrouw De Jager zei. Met 70% in Deventer is het een heel grote groep. Dat vinden wij erg belangrijk. Die doelgroep zetten wij af tegen de andere.De wethouder antwoordt dat het vmbo dit zelf zou moeten doen. Het staat echter niet voor niets genoemd in de plannen die wij voor ons hebben liggen, al staat er nog geen bedrag achter. Wij vinden het kennelijk in Deventer wel een issue. Zoals mevrouw Lamberts al zei, moet het gewoon gebeuren in Deventer. Wij moeten hieraan ook zelf werken. Wethouder Hiemstra sprak over een positief rekeningresultaat van € 95.000. Ook de heer Pierey sprak daarover. Het lijkt ons bij uitstek de gelegenheid om nu deze middelen voor deze imagoversterking in te zetten. Wij zullen het amendement van de fractie van de PvdA dan ook niet steunen en handhaven daarom met klem ons eigen amendement om ons als Deventer in te zetten voor deze doelgroep.

Glasvezel. De wethouder zegt in haar antwoord op vragen van D66 dat Deventer dé ICT-stad is of in elk geval de ambitie heeft om dat te zijn. Daar hoort natuurlijk bij uitstek het Deventer buitengebied bij, omdat wij dat als één geheel hebben. De wethouder sprak over ICT in de samenleving. Wij benadrukken dat dit echt een investering voor de toekomst is, zowel voor de huidige bewoners en het huidige gebruik als voor toekomstige economische

40

dragers. Dat het ons zeker een besparing van € 1 miljoen oplevert, zou door iedereen moeten worden toegejuicht. Het lijkt ons in deze zin: nu of nooit. Het ligt één keer open. Nu is het moment.

De heer Verhaar: Mevrouw Van den Nieuwboer, waarom zouden wij dat zelf gaan doen? Dan zouden wij een breedbandbedrijf hebben moeten oprichten. Dit is toch prima? Wij gaan daar kabels leggen en wie daar ooit van plan was daar ook kabels te leggen, moet dat nu doen, want nu is de grond open en nu is het voordeliger. Klaar. Waarom zouden wij daarin nog moeten bijdragen?

Mevrouw Van den Nieuwboer: Ik ben het met u eens. Dit is hét moment. Wat wij voorstellen, en misschien sluit het aan op uw vraag, met ons amendement dat wij mede namens de fractie van ADB indienen, is dat wij € 200.000 uit de eenmalige problematiek 2005-2006 te halen en daarnaast de overige € 200.000 die nodig is, zoals de wethouder zei, uit die externe financiering te putten: Reconstructie Gebiedsprogramma Salland, de provinciale overheid en ook juist die samenwerking KPN-Essent.

De heer Rolloos: U heeft het over een nog niet ingediend amendement?

Mevrouw Van den Nieuwboer: Inderdaad, dat klopt. Wij dienen nu ons amendement in rondom glasvezel. Natuurlijk moeten externe partijen meedoen. Ook de provincie gaat meedoen. Het gaat ons echter juist concreet om de buizen, waarbij wij als gemeente ondersteuning moeten leveren in de financiering. Daar is die € 200.000 van Deventer voor nodig.

De heer Verhaar: Waarom zouden wij dat moeten doen, mevrouw Van den Nieuwboer? Het is niet ons glasvezelnet, maar het glasvezelnet van KPN-Essent. Waarom doen zij dat niet zelf?

Mevrouw Van den Nieuwboer: Het gaat om het concreet aanleggen van die buizen. Dat lijkt wel een taak voor ons.

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Van den Nieuwboer stelt voor om € 200.000 te putten uit de reserve eenmalige problematiek. Begrijp ik daaruit dat het aanleggen van kabels naar deze aansluitingen een eenmalige problematiek is en dat de aansluitingen van de andere geen eenmalige problematiek is?

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Wij vinden dat je voor 2005-2006 deze middelen daar prima uit kunt halen, als investering voor de toekomst.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Nog een verduidelijkende vraag. Komt die € 200.000 dan weer terug in die reserve? Is die rendabel? Wie gaat dat dan uiteindelijk betalen?

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Zoals de wethouder al zei, zien wij in elk geval € 1 miljoen besparing. Je ziet het dus niet direct terug in het resultaat, maar op termijn komt er € 1 à € 1,5 miljoen besparing voor de gemeente terug. Dat lijkt ons zeker de moeite waard.

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Dan moet mevrouw Van den Nieuwboer mij even uitleggen hoe wij aan € 1 miljoen besparing komen te zijner tijd.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Dat heeft de wethouder gezegd in de eerste termijn. Hij zei dat het ons nu een x-aantal kilometer maal een x-aantal euro's kost. Het gaat ons echter ook een besparing van € 1,5 miljoen opleveren als wij dat opnieuw open zouden moeten leggen en zelf alsnog …..

De heer De Jong: Maar, mevrouw Van den Nieuwboer, dat is hetzelfde als wanneer ik langs een dure kledingzaak loop, ik koop geen pak, maar thuis zeg ik dat ik € 100 of hoeveel ook heb verdiend.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Nee, nee, wij leggen nu namelijk wel iets aan. U zou zich dus in principe wel aankleden, mijnheer De Jong.Wij leggen dus iets aan voor de toekomst.

De heer De Jong: In het praatje van de wethouder werd het woord "ons" gebruikt. Wie is "ons"? Is dat de gemeentelijke huishouding of is dat de hele Deventer bevolking plús de gemeentelijke huishouding? Volgens mij komt er helemaal geen geld terug. Het is dezelfde besparing die in de krant werd genoemd, de € 3,5 miljoen die Deventer minder kwijt is. Dat is dan de optelsom van alle bewoners en instellingen. Dit bedrag van € 1 miljoen is volgens mij van hetzelfde soort. U krijgt het dus gewoon niet terug.

41

De heer Emens: Mijnheer de voorzitter. Al die verhalen en de dekking doen er niet toe. De dekking vind ik nu namelijk iets minder relevant. Het gaat om de investering. Het gaat erom dat Deventer een soort voortrekkersrol heeft, omdat wij op deze manier die kabels mee kunnen laten nemen. Vervolgens kunnen later een aantal marktpartijen meedoen om daarmee de dekking terug te vinden. Dat houdt volgens mij het verhaal van mevrouw Van den Nieuwboer in.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Inderdaad. In Deventer, de stad, zorgen wij er wel voor en vinden wij het wel heel relevant.

De heer Emens: Mijnheer de voorzitter. Zo is het; daar gaat het om. Het gaat in feite om de voortrekkersrol voor de omgeving in het kader van het ICT-beleid.

Mevrouw Van Den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Waarom zou je dan in deze nieuwe gemeente daarin onderscheid maken tussen buitengebied en stad Deventer?

De heer Verhaar: Mijnheer de voorzitter. Mag ik even meedenken? Als wij het nu eens niet opvatten als: wij betalen het. Maar als: wij financieren het voor, zodat de marktpartijen het daarna kunnen betalen. Is dat een idee?

Mevrouw Van Den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Wij dragen in die zin bij door cofinanciering. Als wij het terug kunnen verdienen, doen wij dat natuurlijk. Waar het nu omgaat, is dat wij met een plan komen juist voor die marktpartijen en de provincie en dat wij zeggen: dit geheel bieden wij aan; wij zijn nu in staat daarin cofinanciering te leveren. Daardoor nemen wij juist de marktpartijen mee, zoals KPN en Essent, die ook vinden dat je geen onderscheid moet maken tussen buitengebied en stad. Die heb je hiermee tegelijk in je deal.

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Het lijkt mij een uitstekende zaak om de kabelaars die dit zouden moeten exploiteren en daarmee hun rendement moeten maken, in de gelegenheid te stellen om mee te liften met de investeringen die de gemeente doet in de riolering. Wij hebben dat wel vaker gezien, als ergens een straat opengaat dat dan de nutsbedrijven in de gelegenheid worden gesteld hun leidingen of zelfs hun mantelpijpen te leggen. Als je diezelfde redenatie hier toepast, kun je natuurlijk een uitnodiging laten uitgaan naar Essent of naar wie dan ook, om van de openliggende straat gebruik te maken om daar een pijp doorheen te leggen. Dat betekent echter niet dat wij op voorhand zelf enige investering zouden moeten doen. Dat zouden de kabelaars zelf …..

De voorzitter: Het lijkt mij goed dit debat te staken. Het is duidelijk wat mevrouw Van den Nieuwboer namens de fractie van het CDA en mede namens de fractie van ADB voorstelt, namelijk om € 400.000 mee te financieren voor deze investering; € 200.000 van de gemeente en € 200.000 van de provincie. Het is niet bedoeld als voorfinanciering. Dat staat duidelijk in het amendement:

Amendement A4 (CDA, ADB)

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 30 mei 2005, ter behandeling van de voorjaarsnota 2005;

onderwerp: Glasvezelkabel op het platteland;

stelt voor:voor de aanleg van glasvezelkabel in het buitengebied een bedrag uit te trekken van € 200.000, te dekken uit de reserve Eenmalige problematiek, jaarschijf 2005 en 2006.

Toelichting:Als CDA vinden wij dat op het platteland dezelfde voorzieningen moeten zijn als in de stad. Dit geldt onder meer ook voor het beschikbaar hebben van glasvezelkabel. Nu er gestart gaat worden met de aanleg van riolering in het buitengebied ligt er een kans om werk met werk te maken en wel door ook direct buizen voor glasvezelkabel in de grond te stoppen. Wij denken dat hier een bedrag van circa € 400.000 extra voor nodig is, bovenop de reguliere kosten bij gelijktijdige aanleg met de riolering. Als wij dit nu doen, is dat € 1 miljoen goedkoper dan wanneer het later apart moet worden aangelegd. Als wij dit nu niet doen, wordt het waarschijnlijk nooit meer gerealiseerd, omdat de kosten dan veel te hoog zullen zijn.

42

Als dekking stellen wij voor te putten uit de reserve Eenmalige problematiek € 200.000 en bij de provincie subsidie aan te vragen voor het resterende bedrag.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Wat betreft het zwembad Bathmen sluiten wij ons aan. Er blijft wat onduidelijkheid, maar wij wachten het antwoord van de wethouder tijdens de commissievergadering af. Toenemend drankgebruik jongeren. Het antwoord van de wethouder vonden wij in dezen onbevredigend. De wethouder haalt zelf aan dat er al van alles loopt. Er is een monitor geweest. Daaruit blijkt echter dat er toch in toenemende mate reden is voor zorg. Dat heeft iedereen mee kunnen krijgen vanuit de pers, die daarvan uitvoerig verslag heeft gedaan. Wij staan dus zeker een andere aanpak voor en vinden het toch goed gezien de resultaten die de GGD heeft behaald in De Achterhoek om de GGD in staat te stellen ook hier een project daarvoor te starten. Wij dienen dus nu ons amendement daartoe in.

De voorzitter: Het volgende amendement is ingediend:

Amendement A5 (CDA)

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 30 mei 2005, ter behandeling van de voorjaarsnota 2005;

onderwerp: Preventie overmatig drankgebruik jeugd;

stelt voor:op pagina 18, bij aanwending rekeningresultaat 2005, toe te voegen: 5. Budget activiteiten voor bestrijden overmatig drankgebruik bij de jeugd en op pagina 18, bij 4.: Vorming budget frictie taakstelling bezuiniging personeel het bedrag met € 100.000 te verminderen.

Toelichting:Het CDA maakt zich grote zorgen over het toenemende drankmisbruik bij steeds jongere mensen en de daaruit voortvloeiende schadelijke gevolgen voor henzelf en de omgeving. Voorgesteld wordt dan ook om middelen beschikbaar te stellen voor het ontwikkelen van een plan en uitvoering daarvan, gericht op het verminderen van overmatig drankgebruik bij jongeren. Gedacht wordt aan een bedrag van € 100.000.Als dekking stellen wij voor verlaging van het bedrag dat voorgesteld wordt voor Vorming buffer frictie taakstelling bezuiniging personeel. Naar ons oordeel kan dit bedrag worden verlaagd, omdat de noodzaak voor de omvang van het bedrag ontbreekt. Bovendien staat op pagina 3 van het collegeprogramma Deventer 2005–2010 dat de reductie op personeel via natuurlijk verloop is te realiseren.

De voorzitter: De amendementen zijn voldoende ondertekend en maken derhalve onderdeel uit van de beraadslaging. Ze kunnen worden vermenigvuldigd en rondgedeeld.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Dan wil ik graag nog op twee punten reageren. Als eerste is dat het schoolzwemmen. Wij zijn verheugd over het antwoord van de wethouder over het mogelijk maken voor diegenen die hieraan behoefte hebben. Onze fractie heeft in de commissie SCE uiteengezet dat wij vinden dat mensen in elk geval in staat gesteld moeten worden te leren zwemmen. Schoolzwemmen moet echter wel op de leest van deze tijd worden geschoeid. Dit voorstel van de wethouder kunnen wij dan ook van harte ondersteunen.

De heer Verhaar: Mijnheer de voorzitter. Geldt dat ook voor gehandicapten en kinderen op het speciaal onderwijs?

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Ik heb begrepen dat dit uit een ander potje werd gefinancierd.

Mevrouw Ten Bulte: Mijnheer de voorzitter. Schoolzwemmen is schoolzwemmen. Het punt is echter, omdat het nu klasgewijs gebeurt, dat de aangepaste lessen ook op deze groepen toegepast kunnen worden. Op het moment dat de lessen niet meer groepsgewijs worden aangeboden, kúnnen deze kinderen geen gebruik maken van het reguliere diplomazwemmen.

43

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Vooralsnog hebben wij ons gefocust op deze groep voor het voorstel schoolzwemmen zoals het voorlag. Dus alleen voor diegenen die dat op dit moment niet zelf kunnen financieren. Ik heb op dit moment niet inzichtelijk over welke groep wij dan verder zouden praten en hoeveel dat zou kosten in het aanvullend voorstel van de wethouder. Wij steunen echter in deze instantie het voorstel van de wethouder. De Bergkerk. Wij zijn blij dat er eerst een plan komt. Wij willen de motie aanhouden en straks beoordelen op zijn inhoud. Dan moeten wij er echter zeker van zijn dat tot dat moment er geen geld daadwerkelijk wordt besteed.

De voorzitter: De wethouder zal daar straks op reageren. Ik denk dat de procedure zo moet zijn dat u voor vanavond de motie intrekt en dat u de motie eventueel opnieuw indient als die alsnog relevant zou worden.

Mevrouw Zandstra: Mijnheer de voorzitter. Ik wil beginnen met het schoolzwemmen. Dat biedt nieuwe perspectieven. Daarover willen wij dus binnen onze fractie nog even overleggen. Het gaat namelijk om het principe van: geef je zwemles of is het een collectief zwemgebeuren waarmee een soort van lichamelijke opvoeding aan de orde is. Wat betreft het VaVo heeft de wethouder ons deels gerust kunnen stellen. Zij noemde echter als datum 1 januari 2006 waarop het geregeld zou worden door het Rijk, terwijl dit volgens mijn informatie vanaf 2007 aan de orde zou zijn. Daarover wil ik graag helderheid hebben. Met de dekking kunnen wij in geen geval instemmen, maar dat zal u duidelijk zijn.Wat betreft het vmbo sluiten wij ons aan bij het verhaal van de wethouder. Wij vinden dat het met name een zaak is van de scholen in Deventer zelf, omdat het toch een soort concurrentie is met scholen in de omgeving. Wij willen wat meer tijd voor de glasvezelkabel. Het werpt weer een nieuw perspectief op de zaak.Het drankmisbruik door jongeren: wij vinden dat de gemeente in dezen niet een extra taak heeft anders dan de gemeente al heeft. Bij grote evenementen ziet de gemeente er al op toe dat er geen alcoholische drank aan jongeren onder de zestien jaar wordt verkocht. Daarnaast vind ik het een verantwoordelijkheid van de ouders. Het is namelijk een kwestie van opvoeding: hoe ga je ermee om? Wij gaan mee in het voorstel voor financiële oormerking. Wij vinden dat een goed voorstel en willen daarover de discussie wel een keer aangaan.

De voorzitter: U sprak keurig in de goede volgorde volgens de nummering. Begrijp ik het goed dat de motie over de Bergkerk is ingetrokken? Nee, eerst wordt nog het antwoord van de wethouder afgewacht.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. De samenvatting van de heer Pierey gaf duidelijk aan dat het motto dat wij hebben gekozen breed wordt gedragen in de raad. Dat doet ons buitengewoon veel deugd en ik hoop dat ook het vervolgtraject door de raad wordt gesteund. Met betrekking tot velerlei voorstellen, de ambities en geld, denk ik: wij moeten het schuurtje bij het huisje houden. Het bekende verhaal. Wij kunnen wel veel ambities hebben, maar als er geen geld is, moeten wij ons niet verkrampt opstellen door allerlei trucjes te bedenken. De VVD is altijd geweest voor een solide financieel beleid. Je moet niet daar plukken waar je later problemen weer problemen krijgt.

Wij zijn de wethouders erkentelijk voor de beantwoording van de vragen. Alleen op één terrein hebben wij niet voldoende steun gekregen. Dat heeft betrekking op de mobiliteitsreserve. Daarvoor dienen wij een amendement in. Het punt is namelijk dat wij duidelijk willen vastleggen, dat er geen uitgaven worden gedaan namens de mobiliteitsreserve zolang er geen geld in die reserve zit. Wij vinden dus, dat pas als er geld zit, wij over de besteding daarvan kunnen gaan praten. Dat amendement dien ik hierbij in.

Wat betreft de bespreking van de verschillende moties en amendementen zal de heer Schaap straks amendement A1 en amendement A2 namens de VVD behandelen. Amendement A3: wij zijn tevreden met het antwoord van de wethouder, die duidelijk maakt dat het uitvoeren van het onderwijsconvenant al een hele slag in de goede richting gaat. Over de glasvezelkabel op het platteland hebben wij al een heel levendige discussie gehad zo-even. Met name het commentaar van de heer Verhaar sprak ons zeer aan. Wij hebben dus geen behoefte aan het amendement. Overmatig drankgebruik bij jongeren. Het probleem is dat de dekking ons niet aanstaat.

Mevrouw Lamberts: Mijnheer de voorzitter. Heeft de fractie van de VVD dan een beter voorstel?

44

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Nee, wij vinden dat er al heel veel gebeurt op dit terrein. Wij hebben gehoord dat de wethouder in contact is met de GGD over allerlei plannen. Dat geeft ons voldoende het gevoel dat er iets aan gebeurt.Motie M3 is heel interessant. Wij zijn benieuwd naar de uitslag van het nader commentaar door de wethouder. In onze fractie is de stemverhouding twee/twee.Wat motie M4 betreft zal de heer De Jong niet anders verwachten dan dat wij uitspreken dat wij uit principe tegen zijn.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Toch vind ik dat raar. De VVD was destijds in elk geval tegen de tweede oormerking. Ik vind dat zelfs de VVD onder ogen moet zien dat deze voorjaarsnota enkele dekkingen laat zien, die als men vrij was geweest, toch wellicht anders waren geweest. Ik denk dat de VVD uit principe al tegen een van de oormerkingen is ….

De heer Hartong: Mijnheer De Jong, ik weet niet waar u op doelt.

De heer De Jong: Als u kijkt naar het voorstel schoolzwemmen, dan is dat gesneuveld omdat er binnen die pijler geprioriteerd moest worden.

De heer Hartong: Ja, dat vinden wij dan ook terecht.

De heer De Jong: Als u teruggaat naar uw stellingname over de oormerking van die Wwb-gelden aan de sociale pijler, dan blijkt dat u daartegen was.

De heer Hartong: Nee, daar hebben wij toen mee ingestemd.

De heer De Jong: Het is heel begrijpelijk dat u daartegen bent.

De heer Hartong: Nee, helemaal niet. Wij zijn daarvoor geweest.

De heer De Jong: Dat geloof ik niet.

De heer Hartong: Dan moet u de notulen maar nalezen.

De heer De Jong: Volgens mij: heel onliberaal.

De heer Hartong: Tja, wat is christelijk?De heer Schaap vervolgt.

De heer Schaap: Mijnheer de voorzitter. Over amendement A1, het schoolzwemmen. Onze fractie kan zich vinden in het schrappen van schoolzwemmen uit het sociaal programma. Wij zijn van mening dat zwemvaardigheid behoort tot de verantwoordelijkheid van de zelfredzame burger. Wij beschouwen het als een onderdeel van de opvoeding door de ouders. Veel ouders denken daar ook zo over. Dat blijkt wel als het onderwerp schoolzwemmen aan de orde is, want dan heeft meer dan 85% van de kinderen al een of meerdere diploma's.

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. Daarom moeten wij het als gemeente voor de overige 15% financieren. Dat is een taak van de gemeente.

De heer Schaap: Mijnheer de voorzitter. Ik was nog niet helemaal gereed. Ik zal duidelijk maken hoe wij dat gaan doen.Mevrouw De Jager, onze fractie is van mening dat het in situaties waarin de ouders niet die verantwoordelijkheid kunnen nemen, om welke reden dan ook, er op de een of andere manier een compensatie moet zijn. Ik pleit dus niet voor een gereduceerd schoolzwemplan, maar ik pleit voor een vorm van compensatie van de kosten of een deel daarvan. De wijze waarop dat zou moeten gebeuren, sluit aan bij de suggesties die de wethouder daartoe al heeft aangedragen.

Amendement A2 gaat over de educatie van scholingsactiviteiten, VaVo. Dat krijgt niet de schoonheidsprijs; de nota bevatte geen toelichting en met het ROC is niet echt vooroverleg gevoerd. Hoe het ook zij, de WEB, de wet die de beroepseducatie regelt – een wet uit 1986 –, regelt ook de volwasseneneducatie. Wij moeten daarvan vaststellen dat de deelnemersleeftijd ten minste op achttien jaar ligt. Wat zien wij nu? Het zijn meestal zestien- of zeventienjarigen die aan dit onderwijs deelnemen,

45

om dan alsnog een startkwalificatie te halen. Dat is ook in Deventer het geval. Een beetje anticiperend op de ophanden zijnde wijziging van deze wet en het toch oneigenlijk gebruik van deze vorm van educatie, heeft het college voorgesteld hierop te bezuinigen. Het college doet dat naar onze smaak zeer weloverwogen door aan de voorkant van het opleidingstraject extra te investeren in vroeg- en voortijdige school schooleducatie om zodoende aan de achterkant reparaties te kunnen voorkomen. Dat is een aanpak die ons wel aanspreekt. Wij kunnen ons daarom wel vinden in de keuzes die zijn gemaakt. Wat betreft de financiering pleiten wij ervoor deze te bewerkstelligen uit het rekeningoverschot.

De voorzitter: Ik moet u nog melden dat het amendement dat de heer Hartong heeft ingediend, het nummer A6 krijgt. Het amendement luidt als volgt:

Amendement A6 (VVD)

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 30 mei 2005, ter behandeling van de voorjaarsnota 2005;

gezien het voorstel nr. 2005.08163, de voorjaarsnota 2005;

besluit:op pagina 6 van de voorjaarsnota 2005 de tekst in paragraaf 2.2 onder punt 7, 8 en 9 (fietsenstalling Keizerslanden, fietsenstalling Zandpoort en Deventer busje) te laten vervallen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Toelichting:In het collegeprogramma is besloten tot de instelling van een mobiliteitsreserve, die gevoed wordt uit de parkeerexploitatie. Deze reserve kan worden gebruikt voor investeringen in de infrastructuur van auto- en fietsparkeren. Gezien de financiële uitkomsten van het betaald parkeren is de verwachting dat er in 2005 geen voeding van de mobiliteitsreserve kan plaatsvinden, zodat er geen sprake zal zijn van vorming van een positieve reserve. Het is ook niet zeker of er na 2005 sprake zal zijn van een positieve stand van deze reserve. Daarom achten wij het verrichten van (structurele) uitgaven ten laste van deze reserve onverantwoord en daarom ongewenst. Voorstellen voor realisering van deze gewenste voorzieningen kunnen opnieuw worden ingediend bij een positieve stand van de mobiliteitsreserve.

De voorzitter: Het amendement is voldoende ondertekend en maakt derhalve onderdeel uit van de beraadslagingen. Het amendement kan worden vermenigvuldigd en rondgedeeld.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Bij de toelichting vind ik vooral de laatste zin belangrijk: "voorstellen voor realisering van deze gewenste voorzieningen kunnen opnieuw worden ingediend bij een positieve stand van de mobiliteitsreserve".

De heer Verhaar: Mijnheer de voorzitter. Is de heer Hartong het met mij eens, dat in het collegeprogramma helemaal niets staat over de positieve of negatieve stand van die reserve?

De heer Hartong: Maar, mijnheer Verhaar, ‘geen geld, geen Zwitsers’.

De heer Verhaar: Toch staat het nergens.

De heer Pierey: Mijnheer Hartong, zou u diezelfde benadering voor alle reserves willen toepassen? Dus: nooit onder nul; nooit kunnen uitgeven.

De heer Verhaar: Voor de RSI bijvoorbeeld.

De heer Hartong: Wij weten dat wij daar op termijn inderdaad problemen krijgen.

De heer Pierey: Ik vroeg u: vindt u principieel dat dit nooit, nergens gebeurt?

46

De heer Hartong: Het gaat hier om een situatie, waarin wij een start maken met de mobiliteitsreserve. Daar zijn wij als coalitiegenoot inderdaad voor. Echter, te beginnen met een lege kas en er dan al geld uit te halen, vinden wij niet kunnen.

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. Als ik de tekst goed bekijk, zie ik dat het college met een voorstel zal komen. Er wordt een structureel bedrag vastgesteld en het college kan daarover beschikken wanneer men over die mobiliteitsreserve kan beschikken. Dus als je die niet hebt, kun je die niet dekken en heb je een dekkingsprobleem. Dat kan het college toch ook zelf bedenken?

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. De geluiden die ik heb beluisterd, zijn anders. Ook bij een nadere toelichting.

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. In mijn bijdrage van de eerste termijn heb ik tot mijn schande vergeten het ambtelijk apparaat te bedanken voor de uitgebreide stukken die wij hier op tafel hebben liggen en voor de ondersteuning die wij als fractie hebben mogen ontvangen. Dus bij dezen onze dank daarvoor.Ik wil ook het college bedanken voor de uitgebreide beantwoording. Wij verwachten nog leuke discussies. Ik had nog een beetje het gevoel dat de fractie van GroenLinks alles wel voor zoete koek zou slikken en dat de fractie van de PvdA de koek anders zou gaan verdelen. Ik denk echter toch, en dat ben ik eens met de heer Pierey, dat het college de waarschuwing heeft gehoord. Wellicht dat wij dus allen nog het kruit droog houden totdat de begroting van 2006 er is. Ik heb het idee dat de provincie dat ook doet. Er wachten ons dus nog spannende tijden.

Het amendement over het schoolzwemmen hebben wij mede-ingediend. Ik vind het verbazingwekkend dat er landelijk, maar ook hier, allerlei programma's of projecten worden bedacht om er maar voor te zorgen dat de jeugd beweegt. Wij gooien nu het kind letterlijk met het badwater weg – of met het Borgelerbadwater of met het Schegwater – en dat vind ik eigenlijk schandalig. Ik heb er geen andere woorden voor. Ik vind het zo kortzichtig. Wij hebben al een hele discussie in de commissie gehad over 'sociaal betaalt sociaal'. Ik vind dat de heer De Jong dan ook een uitstekende motie heeft ingediend, die wij mede hebben ondertekend, om een veel betere integrale afweging te krijgen. 'Sociaal' heeft het namelijk al behoorlijk krap, zeker vergeleken met de vele middelen die in de fysieke en economische pijler gaan. Ons pleidooi zou dus zijn om het amendement warm te ondersteunen, zodat wij straks niet nog eens moeten verzinnen hoe wij al die kinderen weer aan het bewegen krijgen. Dat kost ons echt veel meer geld dan hier staat. Amendement A2, het VaVo-verhaal. Naar mijn idee klopt hier de redenering niet helemaal. Ik vind het amendement uitstekend zoals het is voorgesteld. Ik denk toch dat hier ook een beetje met cijfers wordt gegooid, zeker als het Rijk in 2007 – en niet in 2006 – het zal overnemen. Ik denk dat wij hier voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. In de Deventer praktijk zie ik in elk geval letterlijk dat Deventer jongvolwassenen een goede plek vinden. Daar gaat het ons toch om? Om die mensen in een traject te zetten, kost veel en veel meer geld. Bovendien, als wij dit als gemeente ondersteunen, zouden wij partners kunnen verleiden om dat van hen te verwachten.Hetzelfde geldt voor de imagoverbetering van het vmbo. Ik vind zeker dat wij als gemeente daarin een taak hebben. Mevrouw Van den Nieuwboer hield daarover een goed verhaal. Daar wil ik het bij laten.Wat betreft het glasvezelnet op het platteland vind ik dat je juist hier de kans hebt om het platteland erbij te betrekken. Dus, nu doen; nu is het moment. Preventie overmatig drankgebruik. Ook hier hield mevrouw Van den Nieuwboer een goed verhaal. Dat ondersteunen wij.Het VVD-amendement heb ik nog niet genoemd. Dat ondersteunen wij wel.

Mevrouw Van Ommen: Mijnheer de voorzitter. Ik zal de voorstellen een voor een langslopen. Wat betreft het eerste voorstel over het schoolzwemmen is onze redenatie niet veranderd door het verhaal van de wethouder. Wij blijven dit amendement ondersteunen.VaVo: wij vinden het erg belangrijk dat mensen nog een soort tweede kans krijgen om alsnog een startkwalificatie te halen. Ook dat amendement zullen wij ondersteunen.Imagoverbetering vmbo: wij hebben hier sterk over getwijfeld. Niet, omdat wij het niet sympathiek zouden vinden om te werken aan een imagoverbetering. Die is gewoon hard nodig. Onze eerste prioriteit zou echter liggen bij het verbeteren van de kwaliteit van het vmbo. Dat wordt natuurlijk een enorm project, dat niet een, twee, drie is gerealiseerd. Wij denken wel dat imagoversterking aanvullend kan bijdragen om die kwaliteitsverbetering tot stand te brengen. Dus uiteindelijk zullen wij dit amendement toch steunen.

47

Glasvezelkabel op het platteland. Wij vinden dat de bedrijven die die dienst nu ook verrichten, dat zelf maar moeten doen. Dat amendement zullen wij niet ondersteunen.Preventie van overmatig drankgebruik door de jeugd. Dit spreekt ons erg aan. Er is veel problematiek op dat gebied. Ik zou bijna zeggen dat je er niet genoeg geld in kunt steken, want de ellende die het oplevert als je dat niet doet, is nog veel groter. Wij zullen dit amendement ondersteunen.Dan het voorstel voor de Bergkerk: wij zullen dat niet ondersteunen.De motie van de fractie van de ChristenUnie ondersteunen wij wel. Wij vinden inderdaad dat je zo veel mogelijk vrijheid moet hebben om goede afwegingen te maken en geld in te zetten daar waar het echt nodig is.Het laatste voorstel, dat van de fractie van de VVD, zullen wij niet ondersteunen.

Mijn fractiegenoot wil nog graag een vraag stellen.

Mevrouw Lutje Hulsik: Mijnheer de voorzitter. Wethouder Hiemstra sprak in de eerste termijn over enkele miljoenen overschot in de Wwb. Ik vraag mij af of de wethouder kan toveren? Dan mag hij dat ook wel in mijn portemonnee toveren. Ik geloof echter niet in sprookjes, want in de voorjaarsnota staat zwart op wit, op pagina 19, dat het Rijk een korting van 6,5% op het inkomensdeel van de Wwb gaat toepassen. Die korting wordt in september 2005 definitief vastgesteld. Dat resulteert voor onze gemeente Deventer in een negatief saldo van € 875.000 in 2009. Nu heb ik gelezen in het VNG-krantje dat vijftien gemeenten, waaronder Maastricht, Hengelo, Nijmegen en Enschede, van plan zijn in Den Haag duidelijk te maken dat het objectieve verdeelmodel op grond van de budgetten voor de Wwb niet deugd. Het brengt onverantwoorde risico's voor de financiën van de gemeenten met zich mee en gaat uit van een omgekeerde vorm van het solidariteitsprincipe. Mijn vraag is of het college bereid is eraan te werken om een vuist te maken en met die andere gemeenten mee te gaan naar Den Haag.

De voorzitter: Dat lijkt mij niet verstandig …..

Mevrouw Lamberts: Mijnheer de voorzitter. Niet zo verstandig? Misschien zijn wij wel een voordeelgemeente en misschien moet je dan juist niét gaan.

De voorzitter: Maar goed, het college zal daar straks op antwoorden.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Ik zal eerst een korte reactie geve op de bijdrage van de heer Hiemstra en de woorden die hij mijn fractie in de mond probeert te leggen over breedband, glasvezel, DevEnter Digitaal, accountmanagers, enzovoort. D66 was en is voorstander van een goed glasvezelnet in Deventer. D66 is voorstander van een initiërende rol van de gemeente in zo'n traject. Ik kom er bij het betreffende amendement nog op terug. D66 is van mening dat het college zeer succesvol is geweest zonder accountmanager breedband. De wethouder noemde de financiële stromen die onze kant opkwamen zonder die accountmanager. Onze fractie verbaasde zich erover dat wij daar dan nog een accountmanager voor nodig hebben. Denk aan de honderdduizenden euro's voor het ziekenhuis, et cetera.D66 vindt het werven van klanten en het onderhouden van relaties – dat doet een accountmanager immers – taken van de private partners. Wij snappen dat een voorstel om dit te schrappen niet op steun bij de collegepartijen kan rekenen, omdat dit in het collegeprogramma staat. Wethouder Hiemstra heeft ons daaraan nog eens herinnerd in de commissie BM. Ik wil eenieder echter wel voorhouden dat zo'n standpunt geen vijf jaar stand kan houden, want als wij de problemen bij het VaVo of bij het schoolzwemmen hadden geweten toen de collegeonderhandelingen startten, had het college wel gezorgd dat dát in het collegeprogramma had gestaan en dan hadden wij de discussie nu niet gehad. Dus op een gegeven moment moet je ook dit soort afwegingen durven maken, ook al ben je coalitiepartij.De wethouder is trots op het Deventer glasvezelnetwerk en trots zijn op een baby is goed. Als ouder moet je echter je kind ook een keer los kunnen laten.

De voorzitter: Dan is het kind echter meestal wat ouder dan in de baby-fase.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Als een project eenmaal loopt, moet je je aandacht op die initiërende rol elders …. Denk aan de konijntjes van de heer Verhaar. Over de heer Verhaar gesproken, ….

De heer Krabbendam: Mijnheer de voorzitter. Als een project loopt, kun je ook kijken naar het initiëren van nieuwe projecten.

48

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Daar ga ik zo op in.Over de heer Verhaar gesproken. Het is heel aardig te horen dat de fractievoorzitter van GroenLinks beter is in woorden en dat het college die richt op de daden. Dat kan de komende periode nog leuk worden.

Het schoolzwemmen. Wij hadden een toezegging van de wethouder. Wij moeten zeggen dat wij met pijn in het hart met die toezegging - € 40.000 te besteden uit het armoedebeleid - voor onszelf die keuze konden maken. Nu komen er partijen die andere dekkingsvoorstellen. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Verhaar; wij willen ook zo meteen in een schorsing nog even kijken naar die dekking, omdat wij met pijn in het hart afscheid zouden nemen van het schoolzwemmen. Ik zeg nog wel, opdat het college dat wellicht in zijn tweede termijn nog mee kan nemen, dat mochten wij akkoord gaan met het voorstel dat de wethouder heeft gedaan daarin, je dan twee dingen nog zou moeten regelen. Eerst zou vanuit de scholen het volgende actief onder de aandacht gebracht moeten worden: de mogelijkheden die de gemeente biedt om ondersteuning te verlenen aan die groepen die het zwemlesgedeelte niet kunnen betalen. Het tweede punt zou moeten zijn, dat ik de toezegging van het college wil krijgen dat wij deze bezuiniging niet via de omweg van de NV DOS hier terug krijgen in deze raad. Dat is de dreiging die door de NV DOS in de commissie SCE heel duidelijk werd neergelegd. Dan kunnen wij beter nu zorgen dat wij het in een keer goed regelen dan dat wij via een omweg volgend jaar dit bedrag alsnog op ons bordje krijgen.

Wij steunen de motie van de ChristenUnie. De ChristenUnie sprak het een en ander uit over de voorjaarsnota waarin ik mij redelijk goed kan vinden. Hoewel, wij zijn niet zo van 'boeken op de verboden lijst plaatsen'. Wij krijgen een beetje het idee dat die fractie dat met de voorjaarsnota zou willen; het zou niet goed zijn voor de kinderziel. Nu, wij vinden altijd dat het de verantwoordelijkheid is van de ouders. De uitspraak die gedaan werd over de Go Ahead Eagles vind ik interessant. Als wij maar lang genoeg wachten, is de RSI zo laag dat het percentage dat Go Ahead Eagles in de RSI uitmaakt vanzelf hoger wordt. Inderdaad. Toen wij over dat bedrag besloten, was het misschien nog maar 2%. Inmiddels daalt echter de RSI en het bedrag van Go Ahead Eagles blijft gelijk. Ik snap dat de heer De Jong daarmee een probleem heeft, maar als hij nog twee jaar wacht is het percentage nog hoger.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. De heer Ahne vergeet het effect dat steeds een gedeelte daarvan weer in de exploitatie terechtkomt. Dus het bedrag daalt ook om andere redenen. Dan zie je dat het inderdaad heel onverstandig was.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. De heer De Jong weet dat ook wij het daarmee niet eens waren. Dus daar hoef ik verder niet op in te gaan.

Dan het glasvezelnetwerk en de uitbreiding naar het platteland. Uitgebreid hebben wij in de raad de discussie gevoerd, toen de heer Hiemstra met de eerste plannen kwam over het glasvezelnetwerk, om dat zelf te gaan uitvoeren. Daarmee hebben wij KPN en Essent onder druk gezet en uiteindelijk besloten die partijen om daarin te gaan deelnemen. Wij waren dus destijds als raad heel breed bereid om zelf een initiërende rol te nemen in het aanleggen van een glasvezelnetwerk in de gemeente Deventer. Nu hebben wij de mogelijkheid om mee te gaan met het aanleggen van een riool. Dat gebeurt snel en niet altijd kun je die private partners zo snel tot een beslissing dwingen. Het lijkt onze fractie goed daarin nu initieel deel te nemen. Ik zou wel als raad willen uitspreken om het te zien als een soort voorfinanciering, dat de vulling het liefst door Essent en KPN gebeurt en dat zij uiteindelijk de financiering tot zich nemen. Maar, ik vind het principieel ook wel een taak voor de gemeente, om iets wat private partners niet zullen doen vanwege de kosten, om daarin haar rol te nemen. Als wij dan toe willen naar een vitaal platteland, waar wij nieuwe economische dragers willen hebben, dan is dit wel een trekker.

De heer Nijboer: Mijnheer de voorzitter. Wat vindt de heer Ahne van de dekking van die glasvezel? Hij heeft moeite met de dekking voor het schoolzwemmen en als het uit de eenmalige problematiek wordt geput zegt hij zomaar even gemakkelijk …..

De heer Ahne: Mijnheer Nijboer, uw fractievoorzitter zei daar iets heel aardigs over. Hij vroeg zich af of dit eenmalige problematiek was. Als hij bekijkt wat de doelstelling van die reserve is, dan past dit daar prima in. Het is dus een eenmalige uitgave. Als u kijkt hoe het college de reserve voor eenmalige problematiek op dit moment gebruikt als structureel dekkingsmiddel door van het ene jaar geld over te hevelen via die reserve, dan denk ik niet dat u een oppositiepartij kunt verwijten dat de reserve voor de eenmalige problematiek op een verkeerde manier gebruikt wordt. Dat heb ik in de commissie BM duidelijk gemaakt. Ik vind dat het college dat op dit moment ook op een verkeerde manier doet. Het college pompt namelijk geld van het ene jaar naar het andere jaar via die reserve. Dat is ook geen zuivere redenering.

49

De heer Nijboer: Mijnheer Ahne, dan zou u dat als dekking voor alle niet-structurele amendementen die wij hier hebben een goed idee vinden. Dat is immers het gemakkelijkste dekkingsvoorstel dat je je kunt voorstellen. Volgens mij regelen wij in de amendementen weinig zaken structureel. Dan zegt u echter dat u de voorziening voor eenmalige problematiek wel een leuk dekkingsmiddel vindt. Een soort graaipotje voor de raad voor niet-structurele uitgaven.

De heer Ahne: Nee, ik heb wel andere dekkingsvoorstellen gedaan, maar u wilt daarmee niet akkoord gaan. U wilt niet tornen aan de accountmanager breedband, omdat dit in het collegeprogramma is opgenomen. U durft geen afweging te maken tussen een accountmanager breedband en het schoolzwemmen.

De heer Nijboer: Onder het mom van 'het college maakt ook gebruik van de reserve voor eenmalige problematiek' maakt u dan helemaal geen afweging meer.

De heer Ahne: Nee, u verwijt mij dat ik door het amendement te steunen, een verkeerd gebruik zou maken van de reserve voor eenmalige problematiek, terwijl het hier gaat om een eenmalige uitgave waarvoor die reserve is bedoeld. Het enige wat ik duidelijk maak, is dat het college zelf die reserve al 'misbruikt' door dat als structureel dekkingsmiddel te gebruiken. Die reserve is niet bedoeld om nu al voor 2008 vast te leggen dat je dan een eenmalige probleem hebt, dat je dan maar even gaat dekken. Dat is nu wel gebeurd.

Wij hebben in de eerste termijn een motie aangekondigd over DevEnter Digitaal en een verbreding daarvan. Wethouder Doornebos heeft al gezegd dat in de pijplijn zit dat wij naar een bredere kennis binnen het ambtelijk apparaat toe willen ten behoeve van het naar Deventer krijgen van subsidies. Dat lijkt onze fractie een goed punt. De motie is inmiddels rondgedeeld. Wij willen daarmee bereiken dat met de gelden die nu worden uitgetrokken om externe financiering aan te trekken voor DevEnter Digitaal, de doelstelling van de betreffende medewerker wordt verbreed in een soort subsidiemakelaar. Die subsidiemakelaar moet dan verder kijken dan alleen naar dit project, maar moet DevEnter Digitaal daarin meenemen en moet ook andere mogelijke subsidiebronnen uit Den Haag, Zwolle en Brussel voor ons aanboren.

De heer Krabbendam: Mijnheer de voorzitter. Is dit nu het nieuwe project dat D66 voor ogen heeft betreffende het digitale beleid van een accountmanager? Dit is namelijk een heel andere invulling ….

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Dit gaat niet over de accountmanager. Dus ik weet niet waarover de heer Krabbendam het heeft.

De heer Krabbendam: Mijnheer de voorzitter. De heer Ahne had het over nieuwe ideeën voor een digitaal beleid, omdat de oude projecten in zijn ogen rond zijn.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Als de heer Krabbendam had geluisterd, had hij gehoord dat ik zojuist het amendement van de fracties van het CDA en ADB heb gesteund om breedband aan te leggen op het platteland. Volgens mij is dat dus een nieuwe initiërende rol die wij als gemeente zouden kunnen oppakken en waarmee wij economische dragers op het platteland zouden kunnen stimuleren. Ik weet niet of de heer Krabbendam nog meer wil, maar daarover kunnen wij een keer uitgebreid discussiëren in de commissie BM. Ik vind dat altijd een leuk onderwerp om over te praten.

De voorzitter: Ik wil in algemene zin de raad verzoeken de tijd wat in de gaten te houden.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Dan het onderwerp drankmisbruik. Wij hebben op dit moment voldoende aan het antwoord van de wethouder. Wel lijkt het ons zaak in de contacten die het college heeft met de GGD om ook ervaringen van elders mee te nemen. Dat zou wat ons betreft een afweging moeten zijn, die binnen het lokaal gezondheidsbeleid en het programma gezondheidsbeleid plaatsvindt. Wij willen de wethouder dan ook oproepen om vooral goed te kijken naar succesvolle projecten elders. Het VaVo. Wij zijn er niet van overtuigd dat wij daar zo gemakkelijk van af zouden kunnen. Wij vinden het heel belangrijk en willen graag met anderen even kijken naar een dekking daarvoor.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. In algemene zin vallen mij twee zaken op bij de behandeling van deze voorjaarsnota. Dat is als eerste de grote duidelijkheid in de stukken, ook over de knelpunten.

50

Dank daarvoor aan het college. Ook is er een grote beperking in het aantal moties, hoewel er in de tweede termijn toch nog enkele werden ingediend. Volgens mij is dat een goede trend. Wat betreft de stukken, mis ik de openbaarheid van de Vastgoedrapportage, of althans een deel daarvan. Een aantal jaren geleden heb ik daarvoor al gepleit en toen ging het de goede kant op. Nu is het weer een stuk minder geworden. Wat mij betreft is er volgend jaar meer openbaarheid van een groter deel van de Vastgoedrapportage.

De reactie van het college op mijn verhaal. Ik vond het commentaar van wethouder Hiemstra op de oormerking ronduit zwak. Hij heeft maar één argument genoemd, namelijk dat het nog maar zo kort geleden was vastgesteld. Ik vind dat hij wel wat meer inhoudelijk daarop in had mogen gaan. Ik mis nog een antwoord van de wethouder, namelijk een uitleg over de hardheid. Er is door verschillende kanten gezegd dat wij al wat gaan uitgeven zonder dat wij daarvoor een harde dekking hebben. Daar zijn hardheidsgraden van belang. De wethouder, als hoeder van die beleidslijn, heb ik gevraagd dat nog een keer scherp te stellen. Dus, die uitnodiging blijft wat mij betreft staan. Mijn dank voor de steun van verschillende fracties voor onze motie over de oormerking.

Ik zal de overige amendementen moties langsgaan, hoewel ik daarbij met een groot probleem zit. Ik heb mij door wethouder Doornebos ervan laten overtuigen dat ik niet aan die frictiekosten moet zitten. Dan kan ik van dat € 1 miljoen niets ….. Dat past helemaal bij mijn lijn. Ik heb zorgen over die 50 fte en dan moet ik dus niet aan die frictiekosten zitten. Dan heb ik maar € 95.000 over en die kan ik ergens besteden. Er zijn een heleboel sympathieke amendementen. Ik noem het schoolzwemmen, de imagoverbetering vmbo, VaVo, preventie drankmisbruik. Ik kan dan van deze vier voorstellen er helaas maar één honoreren, omdat ik maar € 95.000 heb. Dan spelen er twee argumenten een rol, volgens mij. Ik zou genoegen kunnen nemen met de oplossing voor het schoolzwemmen, zoals die door het college is aangeboden, hoewel ik dan niet zeker weet hoe het met de groep gehandicapten zit. Een argument dat ik in de wandelgangen ook heb gehoord, is dat als je nu afbouwt je die voorziening definitief kwijt bent. Wij vinden het schoolzwemmen erg belangrijk, hoewel wij daarvoor niet zo veel structureel geld over zouden hebben. Om het echter één jaar vooruit te schuiven en te bekijken hoe je dat slimmer kunt aanpakken, spreekt ons wel aan. Dat is een argument. Het andere argument is dat je heel opportunistisch zou kunnen kijken naar welke van de amendementen het gaat halen en dan lijkt dit amendement wel een goede 'kandidaat' te zijn. Als ik het verkeerd zie, mag men mij daarop attenderen natuurlijk.

De heer Rolloos: Mijnheer de voorzitter. Ik wil de heer De Jong een vraag stellen. Hij zegt €  95.000 te hebben. Ik heb uit het amendement begrepen dat het schoolzwemmen € 197.000 kost.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Ik bedoelde daarin het onderdeel "rekeningoverschot". Die € 40.000 is er gewoon, omdat dit bedrag anders ook betaald zou zijn. En van het bedrag van €  62.000 heb ik begrepen dat er een akkoord is van de wethouder; dat was aanvaardbaar.

Dus met pijn in het hart wijs ik een aantal amendementen af. In de commissie SCE wil ik graag nog eens doorpraten over preventie drankgebruik, zeg ik tegen de fractie van het CDA. Wat mij betreft had die aanloop wel eerder genomen kunnen worden in de commissie SCE bij de behandeling van het sociaal programma. Dat even terzijde.De glasvezelkabel. Ik nog een vraag, die misschien door het college beantwoord kan worden. Wat is de kans dat dit bedrag terugkomt? Als de kans dat dit bedrag terugkomt groot is, dan wil ik het risico graag nemen en heb ik het er voor over. Natuurlijk is er dan een risico dat het een keer fout kan lopen en dat de dekking uit deze pot definitief is. Dat risico wil ik dan wel nemen. Dus eerst graag een antwoord van het college op mijn vraag.

Amendement A6 spreekt mij aan. Daarmee gaat onze fractie akkoord. Motie M3. Ik wacht nog even de beantwoording af. Dan hoef ik er misschien niets meer over te zeggen.Ik begrijp de importantie van motie M5 niet. Ik wil er wel mee instemmen, maar om te zeggen of het het waard is om daarover een motie aan te nemen, willen wij eerst de beantwoording van het college afwachten.

De voorzitter: De motie van de fractie van D66 krijgt als nummer M5. Deze motie gaat over het verkrijgen van subsidie voor DevEnter Digitaal en of die subsidie aangewend kan worden voor een brede subsidiemakelaar, en luidt als volgt:

Motie M5 (D66)

51

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op 30 mei 2005, ter behandeling van de voorjaarsnota 2005;

onderwerp: DevEnter Digitaal;

gehoord de beraadslagingen;

overwegende:- dat externe financiering voor de gemeente Deventer van steeds groter belang wordt;- dat er € 75.000 wordt uitgetrokken voor het aantrekken van externe financiering voor DevEnter Digitaal;- dat voortzetting van een aantal van die activiteiten van groot belang is, maar wellicht de hoogte van de

investering niet rechtvaardigt;- dat het goed zou zijn voor Deventer om meer subsidie-expertise in huis te halen, die beschikbaar is

voor meerdere projecten;

verzoekt het college een brede uitleg te hanteren voor het begrip DevEnter Digitaal en deze middelen aan te wenden voor een subsidiemakelaar, waar ook andere projecten dan DevEnter Digitaal gebruik van kunnen maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter: De motie is voldoende ondertekend en maakt derhalve onderdeel uit van de beraadslagingen. De motie is inmiddels rondgedeeld.

Dan verzoek ik u praktisch om te gaan met de schorsing. Diverse zaken moet te combineren zijn, hoewel ik niets onder druk wil zetten. Van het college heeft u nog een reactie te goed op de gewijzigde amendementen. Het college trekt zich daartoe even terug, maar ik stel u voor 'stand by' te blijven.

De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Ik heb nog wel even uw hulp nodig. Onder al het verbale geweld en de honderdduizenden euro's die over tafel vliegen, ben ik de draad een beetje kwijt. Wat is het juiste moment om nog even te reageren op de beantwoording van wethouder Hiemstra van de vraag over de begroting 2005?

De voorzitter: Dat moment is geweest.

De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. De wethouder heeft gereageerd en ik mag daar verder niet meer op ingaan?

De voorzitter: Jawel, dat had u kunnen doen in de tweede instantie van de raad. Zo zijn de spelregels en zo zijn de spelregels ook geweest in het verleden in Bathmen.

De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Ik zal ze eens nakijken.

De voorzitter: Op wat in eerste instantie is aangeven, wordt door het college geantwoord. In tweede instantie kan de raad daarop terugkomen.

De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. U heeft mij de gelegenheid gegeven om een vraag te stellen. Die werd aan dit onderwerp gekoppeld. Dus het loopt allemaal een beetje door elkaar.

De voorzitter: Formeel kunt u nog reageren in deze tweede instantie.

De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Heel goed. Ik wil graag nog een korte reactie geven op de beantwoording van wethouder Hiemstra. Ik ben overigens blij dat ik nu een antwoord krijg en niet over drie weken in de commissievergadering. Dat is al winst. Ik vind namelijk ook dat een wethouder zijn portefeuille moet beheersen, dus wat dat betreft: top; klasse. Ik ben echter niet gerust met zijn antwoord. Ik vind dat hij dat een beetje bagatelliseert. Ik kan mij namelijk nauwelijks voorstellen dat je bij de provincie op het matje wordt geroepen om even kennis te maken en om even gezellig een gesprekje te hebben. Ik heb ook van de provincie vernomen dat de reactie van de provincie wel eens gevolgen zou

52

kunnen hebben voor deze voorjaarsnota. Ik wacht dus de brief van de provincie af, die ook naar deze raad gestuurd wordt. Ik ben daar echter niet gerust op. Ik wil dat toch gezegd hebben.

De voorzitter: Daar heeft u terecht de tweede instantie voor gebruikt.

Wij hebben dus in totaal zes amendementen en drie moties in bespreking. Amendement A1 gaat over het zwemonderwijs. Straks wordt rondgedeeld hoe het nieuwe amendement voor wat betreft de dekking eruit ziet. Amendement A2 gaat over de VaVo. Ook hier geldt dat de nieuwe tekst wat de dekking betreft wordt rondgedeeld. Amendement A3 gaat over het imago van het vmbo en een dekking van € 100.000 uit de frictiekosten.Amendement A4 gaat over € 400.000 breedbandinvestering, waarvan € 200.000 vanuit de gemeente wordt gedekt uit de eenmalige problematiek 2005/2006.Amendement A5 gaat over € 100.000 bestrijding drankgebruik bij de jeugd, te dekken uit frictiekosten bezuiniging personeel.Amendement A6 schrapt drie bestedingen van het nieuwe collegeprogramma op bladzijde 6, namelijk fietsenstalling Keizerslanden, fietsenstalling Zandpoort en het Deventer busje. Dat wordt gekoppeld aan een positieve stand van de mobiliteitsreserve.Op motie M3 over de Bergkerk komt nog een antwoord van de wethouder. Dan wordt bepaald of de motie gehandhaafd wordt.Motie M4 gaat over de oormerking. Motie M5 gaat over het verbreden van subsidie, zoals het ik die zo-even heb voorgelezen.

Nogmaals, het college trekt zich terug. Ik verzoek u 'stand-by' te blijven. Ik schors de vergadering.

Schorsing van 20.49 – 21.16 uur.

De voorzitter: Ik heropen de vergadering.Het woord is aan de wethouder Financiën.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Het college heeft overlegd over de amendementen en merkt daarbij op bijzonder te hechten aan een solide financieel beleid, haalbare voorstellen en een sluitende meerjarenbegroting. Dat betekent dat het college begrijpt dat de raad die € 95.000 uit het rekeningoverschot wil inzetten. Waar echter bij het voorstel inzake schoolzwemmen wordt gesproken over € 62.000, te halen uit het BTW-risico – dat door de accountant als reëel wordt aangemerkt – moet daarvoor volgens de accountant een voorziening gevormd worden. Gelet op dat accountantsadvies wijst het college die dekking ten laste van die BTW-post af. Er was een misverstand over de nulwerking van het BTW-compensatiefonds, maar de BTW daarvan is iets anders dan de BTW die hier wordt voorgesteld. Het college wil dat het BTW-compensatiefonds naar nul gaat om de tekorten die daarin zijn, weg te werken.

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Ik hoor nu een belangrijk nieuw feit. Het college zegt die BTW niet als dekkingsmiddel te willen inzetten. Dat is toch wel iets belangrijks dat te overwegen is. Zouden wij voor een korte ruggespraak een korte schorsing kunnen krijgen?

De voorzitter: Ik stel voor dat de wethouder financiën duidelijk maakt welke eventuele dekking het college wel verantwoord vindt en welke niet. Daarna zal er discussie nodig zijn over wat dan wel verantwoord wordt geacht en hoe die middelen dan ingezet dienen te worden. Daarvoor wil ik dan gelegenheid voor schorsing bieden. Dat zal echter niet lang duren; het is vrij duidelijk wat het college daarvan vindt.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Het tweede punt betreft de dekking vanuit rood-voor-rood–toetsingskaders. Dat raadt het college ten sterkste af. Volgens het college is het niet mogelijk om voor € 50.000 tot fatsoenlijke toetsingskaders te komen. Er zijn brede toetsingskaders: rood-voor-rood, rood-voor-groen, erfwonen, estates. Dat zullen wij snel moeten doen, willen wij werk maken van het platteland en daaraan inhoud geven; daarop zitten immers zeer veel mensen op het platteland te wachten. Het college wijst het voorgestelde dus met klem af.Er zijn enkele voorstellen gedaan voor bestedingen ten laste van de post voor frictiekosten. Het college kan zich voorstellen dat daaruit € 50.000 wordt gehaald en zelfs € 100.000, maar het vindt dat wij niet veel verder moeten gaan dan deze bedragen. Ook dat vindt het college geen solide beleid; dat is immers de kosten verschuiven naar de toekomst en ook die kosten komen dan weer vanzelf bij ons terug

53

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Als men een vinger geeft, geeft men een hand, dat weten wij toch?

Wethouder Hiemstra: Ik verwoord nu precies wat hierover in het college is besproken.Ik ga nu eerst nog even in op amendement A4, waarover nog enig misverstand bestaat. Wat de aanleg van een glasvezelnetwerk betreft, ben ik ervan overtuigd dat over vijf jaar de stad Deventer en misschien over zes, zeven jaar ook de dorpen in de gemeente breedbandaansluitingen naar de woningen zullen krijgen. Voor het buitengebied zal dat echter niet opgaan, denk ik. Als er wordt gesteld dat men ook in het buitengebied die aansluitingen moet hebben, zal dat commercieel gezien niet lukken, omdat dit erg onrendabel is. Dat is immers ook het geval bij de kabel-tv. Als men dat zou willen, moet dat, gesubsidieerd door de overheid, ontwikkeld worden als een soort nutsvoorziening. Dat gaat dus altijd geld kosten. Op dit moment ziet het college geen solide dekking voor dat probleem.

De heer Verhaar: Mijnheer de voorzitter. Kan de wethouder dit nog even herhalen?

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Het college heeft geen mogelijkheden om die € 200.000, die daarvoor minstens nodig zou zijn, ergens vandaan te halen.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Wat vindt de wethouder dan van die € 200.000 die wel is aangegeven?

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. De reserve inzake eenmalige problematiek is volgens het college daar niet voor bedoeld.

De heer Krabbendam: Mijnheer de voorzitter. Ziet de wethouder geen mogelijkheden om externe partijen te mobiliseren teneinde bijna gratis in een reeds ontgonnen gebied, waar de graafmachines al doorheen zijn gegaan, buizen te leggen? Dat is een eenmalige kans. Wij hebben daar accountmanager breedband voor. Die kan dat toch regelen? Ik kan mij niet voorstellen dat de wethouder dat niet voor elkaar kan krijgen.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Het gaat vooral om de dekking van de onrendabele top die daar ontstaat. Als die kosten niet op een commerciële basis gedekt kunnen worden, vervalt daarmee de commerciële haalbaarheid van zo’n plan. Vooral commerciële partijen in het land vinden vaak dat de overheid zich daarmee niet moet bemoeien en dat het allemaal wel voor elkaar zal komen. Dat geldt echter zeker niet voor rurale gebieden waar dergelijke voorzieningen wel nooit zullen komen.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Het is toch zo dat die kosten voor die maatschappijen nu bijzonder veel lager zijn? Kan daardoor de drempel niet zodanig verlaagd worden dat ook die onrendabele aanleg haalbaar is?

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Zonder een deugdelijk onderzoek hieromtrent is daar nu geen antwoord op te geven.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Als daarvoor deugdelijk onderzoek gedaan moet worden, zal dat toch op z’n minst overwogen moeten worden. De wethouder heeft gezegd dat het ongeveer €  1,4 miljoen zal kosten als bedrijven dat zouden aanleggen zonder gebruik te maken van de werkzaamheden die de gemeenten nu voor de aanleg van de riolering laat verrichten. Van dat bedrag gaat dan € 1 miljoen af. Als er dan ook nog door de gemeente een voorfinanciering of desnoods een cofinanciering van € 200.000 plaatsvindt, zou de gemeente met die marktpartijen toch een mogelijkheid moeten vinden om die 700 potentiële aansluitingen, waar het volgens mij om gaat, te realiseren. Het gaat dan ook niet om zo heel veel meer kosten per aansluiting. Wellicht zou dan nog gewerkt kunnen worden met een bijdrage per huishouden. Daar zou dat onderzoek zich op moeten richten. Dat zou toch op z’n minst gedaan moeten worden. Er moet immers van een goed moment gebruikgemaakt worden om iets in dat buitengebied te realiseren.

De heer Nijboer: Mijnheer de voorzitter. Ik hoorde de wethouder Financiën zeggen dat deze reserve hiervoor niet bedoeld is.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Dit is duidelijk een eenmalige actie. De betiteling “reserve eenmalige problematieken” is niet juist. Dat is niet overeenkomstig de omschrijving die bij deze reserve

54

hoort. Die is voor eenmalige problematieken, maar ook voor gevallen die eenmalig om een financiering vragen. Vandaag gaan wij hier elkaar toch geen vliegen afvangen op de financiering? Dan kunnen wij deze raadsvergadering morgenavond nog voortzetten en dan zijn wij ook dan nog tot elf uur hiermee bezig.

De voorzitter: De wethouder Financiën vervolgt nu zijn betoog.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Uit de positieve discussie tussen de heer De Jong en anderen over de oormerking, begrijpt het college, mits de betrokken motie door de raad wordt aangenomen, dat wordt bedoeld dat de scheiding tussen de fysieke pijler en de sociale pijler in ieder geval onderwerp van discussie moet zijn. Dit moet gebeuren voordat er verder geconcludeerd kan worden of die scheiding al dan niet moet blijven bestaan. Het college wacht het oordeel van de raad hierover af.

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. In de motie staat dat er dit jaar een beleidsnotitie zal moeten komen. Als de raad die motie steunt, zal het college dan ook, naar ik hoop, met die notitie komen?

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Als de raad die motie aanneemt, doet het college datgene wat de raad daarin vraagt.

Mevrouw Lutje Hulsik heeft enige vragen gesteld over de Wwb. Het is inderdaad zo dat de gemeente Deventer voordeelgemeente is. Dat betekent dat in een objectief verdeelmodel wij er als gemeente op vooruitgaan. Nu wordt daarover al heel lang gepraat en er worden allerlei nieuwe modellen ontwikkeld. De zogeheten nadeelgemeenten vinden natuurlijk dat het allemaal niet goed is berekend en dat het allemaal anders moet. Daarover wordt nog steeds gesproken en gerekend. Intussen is het echter wel zo dat de gemeente Deventer in al die modellen, voordeelgemeente is. Die 6,5% korting hebben wij ondertussen al verwerkt op pagina 19 van de voorjaarsnota. Zonder rekening te houden met dat nieuwe verdeelmodel is de uitkomst daarvan weliswaar negatief. Wij verwachten echter dat dit nieuwe verdeelmodel ons opnieuw voordeelgemeente zal laten zijn. Het gaat er dan nog om of de afronding naar 5% of 10% zal gaan. Wij weten dus nog niet in hoeverre dit uiteindelijk tot een positief resultaat zal leiden. Daarom wacht het college dit eerst af, maar sluit zich echter beslist niet aan bij de gemeenten die in Den Haag protesteren omdat zij nadeelgemeente zijn.

Mevrouw Lutje Hulsik: Mijnheer de voorzitter. Ik heb het inmiddels begrepen van de wethouder. Ik dank hem voor zijn toelichting.

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. De heer Ahne heeft enige positieve woorden gewijd aan de initiërende en zeer succesrijke rol die wij in Deventer vervullen voor breedband. Dat doet mij veel genoegen natuurlijk. De taak van de accountmanager is echter niet gericht op verdere werving. Wij zijn namelijk bij het afsluiten van het project zo ver dat wij voldaan hebben aan wat wij in de contracten met Essent en KPN zijn overeengekomen. De accountmanager gaat nu veel meer over het contractbeheer, over het beheer van de brandweerkazerne als diensten-marktplaats en over het sluiten van contracten met Essent en KPN over de nieuwe bedrijventerreinen. Het woord “accountmanager” is wellicht niet helemaal goed, gelet op de taakinvulling van de functionaris zoals wij die nu moeten zien.

“De baby loslaten”, zoals is gezegd, is misschien juist ook de bedoeling. Namelijk dat wij de ‘baby’, zijnde het succesrijke Deventer glasvezelnetwerk dat is ontstaan, nu gewoon loslaten en verder door de markt laten ontwikkelen. Dienstenleveranciers doen dit nu al, omdat zij nieuwe diensten aanbieden die met behulp van het glasvezelnetwerk tot geldelijk voordeel van de betrokken bedrijven kunnen leiden en anderzijds doen ook KPN en Essent dat.Dat laat echter onverlet dat er in de ontwikkeling van nieuwe diensten – op het gebied van zorg, onderwijs, enzovoort – nog volop mogelijkheden zijn om die ten gunste van de Deventer samenleving verder te ontwikkelen. Daarmee zullen wij wel bezig blijven en dat zal gedaan worden door de degene die DevEnter Digitaal gaat doen. Dat is niet een nieuwe medewerker die van buitenaf wordt aangetrokken voor de uitoefening van dit soort taken, maar voor een gedeelte is dat de invulling van de taak van de programmamanager publieke dienstverlening die dat tot nu toe deed, waarbij dat betaald werd door de stichting DevEnter Digitaal. Dat vervalt dus en voor dat bedrag zoeken wij dus een dekking, zodat hij die taak op dezelfde wijze kan blijven uitoefenen.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Wat betekent dat voor het oordeel van het college over die laatste motie?

55

Wethouder Hiemstra: Mijnheer de voorzitter. Ik heb al eerder kenbaar gemaakt dat ik die motie, waarin vooral wordt ingegaan op subsidieverwerving, buitengewoon sympathiek vind. Wij moeten dat als gemeente immers bijzonder serieus aanpakken. Dat kan echter niet gekoppeld worden aan de digitale dienstverlening in Deventer. Daarom raadt het college die motie ten sterkste af.

De voorzitter: Dan is het woord aan wethouder Berkelder.

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Wat motie M3 over de Bergkerk en Lebuïnuskerk betreft, ben ik het weliswaar eens met gedachte die achter die motie zit, maar niet met de vergelijking alleen tussen de Bergkerk en Lebuïnuskerk, zoals ik al eerder heb gezegd. Dan moeten ook de Broederenkerk en allerlei culturele instellingen, de Mariakerk, enzovoort, daarbij betrokken worden. Dat gaan wij in het najaar doen. Het college is het eens met het signaal dat er van die motie uitgaat. Bovendien ligt er al zoveel materiaal dat wij dat in het najaar ook makkelijk kunnen realiseren.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Houdt dat in dat het college niet tot het doen van investeringen overgaat voordat de onderlinge afweging is gemaakt?

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Zoals ik in eerste termijn al heb gezegd en zoals het in het sociale programma staat, krijgt de raad dit najaar een uitvoeringsprogramma inzake cultuur. Daarin staan alle afwegingen, investeringen, exploitaties, enzovoort.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Dus vóór die tijd gaat het college niet investeren?

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Nee, wij gaan geen kerk verbouwen.Amendement A6 vindt het college overbodig. Het is niet erg creatief en creativiteit is immers nodig. In het collegeprogramma staan de onderwerpen fietsenstallingen in Keizerslanden en Zandpoort en het Deventer busje. In dat programma staat ook dat er een mobiliteitsfonds moet komen. Met een leeg fonds kunnen immers geen investeringen gedaan worden en met een fonds dat niet bestaat, lukt dat helemaal niet. Het college is het absoluut niet eens met de strekking van het amendement om die fietsenstallingen en dat busje en passant te schrappen bij de eerste gelegenheid waarbij wij over mobiliteit praten. Het is niet nodig om dan gelijk een groot deel van het fietsprogramma te schrappen. De dekking zullen wij op een andere manier moeten vinden, bijvoorbeeld via de post “eenmalige problematieken” of via andere posten.

De voorzitter: Er is gevraagd om schorsing. Wij zullen proberen om hier kwart voor tien weer terug te zijn. De vergadering is geschorst.

Schorsing van 21.35 uur – 21.47 uur.

De voorzitter: Ik heropen de vergadering.

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben naar aanleiding van het standpunt van het college met een aantal mensen beraad gehouden om te bekijken of wij toch nog een oplossing te kunnen vinden om niet in een dreigende impasse te geraken, opdat met consensus dan wel met een zo breed mogelijke overeenstemming besluitvorming zou kunnen plaatsvinden. Dat heeft ertoe geleid dat wij onze amendementen over het schoolzwemmen en VaVo aanpassen, althans wat de dekking ervan betreft. Ik begrijp tevens dat dit wat verwarrend is omdat wij de tekst al eerder hebben aangepast. Wij stellen voor het voorstel voor het schoolzwemmen zó aan te passen om het schoolzwemmen voor 2005 en 2006 te continueren. Dat betekent dat wij dekking moeten vinden tot aan de zomervakantie 2006. Wij moeten dus niet nu al noodzakelijkerwijze dekking fourneren voor het hele kalenderjaar 2006. Daarbij tekenen wij aan dat dit onmiddellijk de last legt op college en raad om ervoor te zorgen dat wij in dit jaar zullen bekijken of het schoolzwemmen slimmer en goedkoper kan worden uitgevoerd. Daarover willen wij afspraken maken met het college opdat daarin ook de nodige energie wordt gestoken. Zo zijn er bijvoorbeeld in het begin van dit najaar conferenties met de onderwijsinstellingen. Dat zou een goed moment zijn om serieus te beginnen, samen met de scholen, te bekijken in hoeverre wij in het daaropvolgende schooljaar slimmer met schoolzwemmen zouden kunnen omgaan. Dat houdt in dat als dit slechts tot het begin van de zomer van 2006 wordt gecontinueerd, daarvoor een financiële inspanning geleverd moet worden van ongeveer de helft van het tekort ten bedrage van € 197.000. Ons voorstel is dat voor de helft te dekken uit post 20 inzake armoedebestrijding; dat is de helft van de post die reeds door wethouder Adema is genoemd. Voorts zou dan € 80.000 ten laste gebracht kunnen worden van het rekeningoverschot en meer specifiek ten laste van de daarin genoemde frictiekosten.

56

Voor amendement A2 inzake VaVo stellen wij voor alleen de dekking anders te bekijken en daarbij ervan uit te gaan dat € 90.000 van de benodigde € 100.000, om het VaVo één jaar te continueren, wordt gevonden in het rekeningoverschot 2005. Dat is bijna hetzelfde bedrag dat wethouder Hiemstra daarnet heeft genoemd als het te verwachten rekeningoverschot en het vrij besteedbare bedrag, plus € 10.000 aanvullend ten laste van de eerdergenoemde post frictiekosten. Tezamen is dat ook € 100.000.

De voorzitter: Dan is er bij ons verwarring. Voor amendement A1 wordt € 20.000 ten laste van “armoedebestrijding” gebracht. Ten laste waarvan komen die resterende € 80.000?

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Die komen ten laste van frictiekosten. Bij amendement A2 is het € 90.000 ten laste van het rekeningoverschot en € 10.000 ten laste van frictiekosten. Resumerend: voor beiden amendementen: € 80.000 + € 10.000 = € 90.000 ten laste van frictiekosten, € 90.000 ten laste van het rekeningoverschot en € 20.000 ten laste van armoedebestrijding.

De voorzitter: Heeft iedereen dit kunnen volgen? Zijn de amendementen A1 en A2 voor eenieder nu duidelijk? Dan kunnen wij overgaan tot de besluitvorming.

Ik stel amendement A1 aan de orde inzake het zwemonderwijs.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Een stemverklaring. De fractie van de VVD vindt dit een voorbeeld van het niet-nakomen van wat wij als fractie hebben gezegd bij onze algemene beschouwingen: het maken van keuzes. De VVD zal dit voorstel daarom niet steunen.

Mevrouw Zandstra: Mijnheer de voorzitter. Wij steunen dit voorstel wel, maar wij realiseren ons heel goed dat dit maar een tijdelijke oplossing is. Voor die tijd moeten wij er nog eens heel goed over praten wie er nu eigenlijk schoolzwemmen krijgen. Nu heeft dit alleen betrekking op de Deventer scholen. Bij gelijkschakeling van het onderwijs zouden ook de scholen in de dorpen meegeteld moeten worden. Er wordt dan een andersoortige discussie opgeworpen, daar wil ik nu voor waken.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Wij sluiten aan bij de argumentatie van de VVD.

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. Ik wil graag dat ook de zwembaden betrokken worden bij het overleg, dus niet alleen het onderwijs.

De raad aanvaardt hierna amendement A1 bij handopsteken. Tegen het amendement hebben gestemd de fracties van het CDA en de VVD.

De voorzitter: Amendement A2 gaat om een bezuiniging van € 100.000 op het VaVo teniet te doen door als dekking € 90.000 ten laste van rekeningoverschot 2004 en € 10.000 ten laste van frictiekosten te brengen. Er is geen behoefte aan het afleggen van een stemverklaring, zie ik.

De raad aanvaardt amendement A2 bij handopsteken. Tegen het amendement hebben gestemd de fracties van het CDA, D66 en de ChristenUnie.

De voorzitter: Amendement A3 betreft het imago van het vmbo. Het gaat daarbij om een dekking van € 100.000 uit de frictiekosten. Er is geen behoefte aan stemverklaring, zie ik.

De raad verwerpt amendement A3 bij handopsteken. Voor het amendement hebben gestemd de fracties van de SP, ADB, D66 en het CDA.

De voorzitter: Amendement A4 gaat over € 400.000 voor breedband, waarvan € 200.000 ten laste van de post voor eenmalige problematiek.

De heer Verhaar: Mijnheer de voorzitter. Wij zouden dit voorstel graag steunen en wij waren dat ook van plan totdat wethouder Hiemstra dit amendement ontraadde omdat daarvoor geen dekking is te vinden. Wij vinden het voorstel sympathiek, maar wij volgen de redenatie van de wethouder en wij stemmen tegen.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Bij zo’n redenatie kan ik mij ook wel aansluiten.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Wij sluiten ons daar ook bij aan.

57

De raad verwerpt amendement A4 bij handopsteken. Voor het amendement hebben gestemd de fracties van het CDA, ADB, APB en D66.

De voorzitter: Amendement A5 gaat om € 100.000 ter beschikking te stellen ter bestrijding van drankmisbruik bij de jeugd. Dat bedrag zou gedekt moeten uit de frictiekosten.

De heer de Jong: Mijnheer de voorzitter. De fractie van de ChristenUnie heeft daarnet van de wethouder gehoord dat er van frictiekosten wel € 100.000 af kan. Dan komt dit voorstel in aanmerking om te steunen.

De raad verwerpt amendement A5 bij handopsteken. Voor het amendement hebben gestemd de fracties van het CDA, ADB, de ChristenUnie en de SP.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Na de duidelijke verwoording door wethouder Berkelder trekken wij amendement A6 in.

De voorzitter: Amendement A6 is niet meer aan de orde.Wij gaan nu over tot de stemming over de voorliggende voorstellen. Wenst iemand over agendapunt 8, de voorjaarsnota 2005, een stemverklaring af te leggen?

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben duidelijk verwoord wat onze overwegingen zijn om tegen dit voorstel te stemmen. De argumentatie van het college heeft daarin geen verandering kunnen brengen.

Mevrouw Van Ommen: Mijnheer de voorzitter. De fractie van de SP is in grote lijnen akkoord met dit voorstel. Wij zullen dus daarmee instemmen met uitzondering van de punten over Go Ahead Eagles en de breedbandmanager.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. De fractie van D66 zal voor de voorjaarsnota 2005 stemmen, echter met daarbij de opmerking dat de fractie zich grote zorgen maakt over de dekking van voorstellen die ten laste komen van personeelsposten. Voorts maakt de fractie zich grote zorgen over niet-ingevulde posten uit het collegeprogramma. Wij willen het college de tijd geven tot de begroting 2006 om die zaken wel scherp te krijgen. Wij zien dat als een waarschuwing aangaande de begroting 2006.

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Ahne.

Mevrouw Zandstra: Mijnheer de voorzitter. Wij sluiten ons ook aan bij de woorden van de heer Ahne. Voor ons is dat echter reden om tegen de voorjaarsnota 2005 te stemmen.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel met de aantekening dat de fracties van APB en de ChristenUnie geacht worden tegengestemd te hebben en met de aantekening dat de fractie van de SP geacht wordt gestemd te hebben tegen de onderdelen betreffende de Go Ahead Eagles en de breedbandmanager.

De voorzitter: Aan de orde is de besluitvorming over agendapunt 9, de Vastgoedrapportage.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.

De voorzitter: Aan de orde is de besluitvorming over agendapunt 10, Financieel kader Groot Bergweide.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.

De voorzitter: Handhaven de indieners motie M3 over de Bergkerk? Nee? Motie M3 is ingetrokken.

Handhaven de indieners motie M4 over de oormerking? Ja. Er is geen behoefte aan een stemverklaring, zo zie ik.

De raad aanvaardt hierna motie M4 bij handopsteken. Tegen de motie hebben gestemd de fracties van de VVD en het CDA.

De voorzitter: Aan de orde is motie M5. Is er behoefte aan stemverklaring?

58

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Wij trekken motie M5 in. Aangezien de partijen links van ons zeer veel waarde hechten aan de dreigende woorden van de heer Hiemstra, hebben wij het idee dat de motie niet gesteund wordt. Wij vertrouwen erop dat het college met zijn gemelde uitwerking in elk geval voldoende invulling geeft aan het doel waarvoor wij deze motie hebben ingediend.

11. Motie Runshoppingcentrum. Verslag aan de raad. (2005.08197)

De heer Pierey: Mijnheer de voorzitter. Gezien het late uur zal ik het heel kort houden. De vraag is of wij instemmen met het verslag naar aanleiding van de motie die vorig jaar door de raad is aangenomen. Dat kunnen wij. Wij hebben hierover in de commissie RFO uitgebreid met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Daar heb ik verder niets aan toe te voegen. Er is alleen nog de brief die wij van Morres hebben ontvangen. Dat mag wel aanleiding zijn om met dat bedrijf te spreken. Ik ben ook benieuwd of daarmee al contacten zijn geweest. Gelet op de signalen van Morres over de versterking van het Runshoppingcenter en de eerdere afspraken dat er naar het Runshoppingcenter gekeken zal worden om er toch enkele elementen aan toe te voegen die het attractiever maken binnen het bestaande PDV/GDV- beleid (perifere detailhandel/grootschalige detailhandel) doen mij het college vragen in elk geval ook aandacht te schenken aan de nu wat vergeten maar toen wel toegezegde versterking van het Runshoppingcenter.

Mevrouw Obdeijn: Mijnheer de voorzitter. De raad en ook de ondernemers van de Snippeling hebben in spanning uitgezien naar de reactie van het college op de motie die de meerderheid van de raad vorig jaar september heeft aangenomen. Die motie was bedoeld om een oplossing te vinden voor de onzekerheid van ondernemers die nu in strijd met het bestemmingsplan op het Runshoppingcenter zitten. Bijna maandelijks was er wel iemand in deze raad die het college vroeg hoever het stond met de uitvoering van de motie, een motie die niet de steun van mijn fractie had. Wij waren en zijn nog steeds van mening dat het gewenst is het hele bestemmingsplan Kloosterlanden-Hanzepark te herzien. In de commissie RFO heb ik toegelicht waarom wij dat vinden. Sommigen schrokken daarvan, omdat het college nu toch een oplossing aanreikt voor BCC, de Harense Smid en Riesewijk. Het college reikt inderdaad een oplossing aan voor deze drie ondernemers. Wij hebben met buitengewoon veel belangstelling van het collegevoorstel kennis genomen. Wij deden dat echter met twee vragen in ons achterhoofd. De eerste vraag is of wij vinden dat het college daarmee aan de opdracht in de motie heeft voldaan. Ten tweede vragen wij of dit wel de beste oplossing is voor de Snippeling en voor Deventer. Het antwoord op de eerste vraag is ja. Het college biedt een oplossing voor deze drie ondernemers die hun meer zekerheid geeft. Mijn fractie is blij dat deze ondernemers nu in ieder geval duidelijkheid krijgen. Daar heeft mijn fractie ook steeds om gevraagd. Daarmee heeft het college aan de vraag van de raad voldaan; let wel: een vraag die niet de onze was. Het college heeft ook gehandeld overeenkomstig de afspraken in het collegeakkoord. Dan de tweede vraag. Is het collegevoorstel gericht op een duurzame oplossing? Wij denken van niet. Het college zet zelf ook een vraagteken bij de juridische houdbaarheid van de postzegelherziening die het voorstelt. Wij denken dat de beste oplossing ligt in een totale herziening van het bestemmingsplan voor de Snippeling. Zo’n herziening moet wat ons betreft meer zijn dan alleen een nieuwe datum op het plan. Wij willen een discussie in de raad over het detailhandelsbeleid in Deventer. Over actuele ontwikkelingen rond grootschalige en perifere detailhandel. Een discussie met ondernemers, brancheorganisaties en met deskundigen die ons kunnen adviseren over dit onderwerp.In het collegeprogramma wordt op pagina 3 bij punt 4 aangekondigd dat er een adviesorgaan komt dat ons kan adviseren over alle ontwikkelingen in de detailhandel. Hoe staat het daarmee? Kan het college ons toezeggen dat dit adviesorgaan er op korte termijn komt? Wij zien graag uiterlijk in september daarvoor een voorstel tegemoet. Zonodig zullen wij daarvoor in tweede termijn een motie indienen.

De heer Poppens: Mijnheer de voorzitter. Zoals al in de commissie RFO van 9 mei jongstleden is gezegd, is ook de VVD niet gelukkig met de ontstane situatie. De fractie vindt echter wel dat de door het college voorgestelde aanpak de beste oplossing biedt om dit dossier te sluiten binnen de eerder door de raad gestelde kaders van een Structuurvisie Detailhandel. Tegelijkertijd vindt de VVD dat veel van de in de afgelopen weken gebruikte argumenten in brieven, rapporten, opiniërende artikelen in de media – hoe sympathiek en plausibel soms ook – niets met het voorliggende onderwerp te maken hebben. Namelijk: uitvoering door het college van een motie van de raad van 20 september 2004. Onze fractie voelt overigens wel mee met de opmerking van de Morresgroep in een brief van 25 mei 2005, dat een juridische loopgravenoorlog ten koste gaat van versterking van de concurrentiepositie van Deventer. De fractie van de VVD roept dan ook college, projectontwikkelaars en ondernemers op hun aandacht niet meer te richten op elkaar en op het verleden, maar die gezamenlijk te richten op de concurrentie en op de toekomst.

59

De heer Stegink: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Obdeijn heeft veel zaken verwoord die wij ook in de commissie hebben ondersteund. Dat doen wij ook nu weer. De PvdA merkte op dat er nog gesprekken zullen volgen. Ik heb vernomen dat de heer Pierey daar ook zelf bij betrokken zal zijn. Er zullen nog gesprekken volgen met Morres en misschien ook met andere ondernemers. Ons voorstel is deze zaak realistisch te bekijken. Misschien moeten wij hierover vanavond nog geen besluit nemen. Dan stellen wij dat dan nog maar eens uit. Er liggen immers mogelijkheden. Bepaalde partijen willen dat niet, maar onze fractie wil dat wel. Als er echt zo’n conflictsituatie ontstaat die nu zelfs ook door de VVD wordt gesuggereerd met de opmerking dat deze zaak prioriteit heeft, waarom wachten wij als raad dan niet nog één maand en wachten wij de uitkomst van de nog te voeren gesprekken eerst af? Dan zijn er misschien mogelijkheden om nader tot elkaar te komen. Dat is het voorstel van onze fractie, anders zullen wij tegen deze motie stemmen.

De heer Jansen: Mijnheer de voorzitter. Ondanks het gevorderde tijdstip vinden wij dat dit belangrijke onderwerp qua behandelingstijd recht gedaan moet worden. De fractie van het CDA is dus niet van plan dit af te raffelen. Vooraf stellen wij dat het college de tekst van de motie inderdaad heeft gevolgd en die goeddeels heeft uitgevoerd. De keuze van de uiteindelijk voorgestelde oplossing is wellicht toch wel wat arbitrair. Het college stelt zelf dat de wijze van legalisering in beginsel geen geloofwaardig te bewandelen weg is. Omdat de tijd niet stilstaat, en omdat dit verslag aan de raad al enige weken oud is, vragen wij of het college ondertussen nog meer informatie heeft gekregen. Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog de brieven die van Boekel De Nerée zijn gekomen en van Morres; Morres die uitnodigt tot gesprek. Op die uitnodiging, zo stelt mijn fractie voor, zullen wij als raad toch graag in moeten gaan.Waar het college een enkele keer in zijn verslag het onderscheid maakt tussen ambtelijke toestemming en collegegoedkeuring, is een andere vraag wat het verschil daartussen is. Wat betekent dat voor de burger in andere gevallen? Hoe zit het met de procuratie en de mandatering? Voor de rechtszekerheid van burgers is een duidelijke uitspraak gewenst.Nog een vraag is of Riesewijk inderdaad instemt met de postzegelconstructie. Dat blijkt namelijk niet duidelijk uit het verslag.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Aansluitend bij de opmerkingen van de heer Pierey vindt mijn fractie dat versterking voor het Runshoppingcenter een goede zaak zou zijn. De oproep van Morres is dan ook gehoord. Ik denk dat die oproep ook voortkomt uit de toch nog negatieve aandacht die er in de afgelopen anderhalf jaar is ontstaan rond het Runshoppingcenter. Door alle discussies hebben wij nu niet een echt fijn gevoel bij dat Runshopingcenter en evenmin bij het ondernemen op dat terrein. Ik kan mij dat voorstellen. Ik denk dat het aan het college is te bekijken wat de mogelijkheden binnen het huidige beleid zijn om daaraan nieuwe impulsen te geven om in ieder geval die handreiking te doen dat wij daar weer streven naar versterking. De huidige oplossing die het college nu kiest, is suboptimaal. Dat is niet meer dan logisch. Daar hebben wij als raad immers zelf voor gekozen door op 20 september 2004 een motie aan te nemen, waarin gesteld wordt: college, wij willen niet dat u gaat handhaven. Dat zou optimaal zijn; als je een beleid hebt moet je dat handhaven. Wij zouden als raad echter willen dat het college een uitzondering maakt voor een aantal ondernemers. In dit geval de Harense Smid, BCC en Riesewijk. Dat dit, kijkend naar een proces dat niet optimaal is, een suboptimale oplossing oplevert, mag voor ons logisch lijken. Voldoet die oplossing dan echter wel aan de opdracht die de raad aan het college heeft meegegeven? Het antwoord daarop is ja.

De heer De Jong. Mijnheer de voorzitter. Volgens de ChristenUnie is deze motie correct uitgevoerd. Overigens vinden wij niet dat het college overtuigend heeft aangetoond dat de gedoogoptie te prefereren was. Het college noemt geen enkel argument waarom er bijzondere omstandigheden aan de orde zouden zijn. Des te meer zijn wij het eens met de keuze die het college maakt. Die doet recht aan de motie en die gaat ook niet verder dan wat er in de motie wordt gevraagd. Wij begrijpen dat belanghebbenden hebben geprobeerd zo lang er nog geen besluit lag onze opvattingen te beïnvloeden met argumenten en ook met sentimenten. Voor een deel zijn wij als raad daar zelf debet aan, omdat wij dat proces zo lang hebben laten voortduren. Volgens mij is het nu, ook in het belang van een goed vestigingsklimaat, dat wij als overheid duidelijkheid verschaffen, dat wij consistent zijn, voorzover dat mogelijk is gegeven de suboptimale uitgangspunten. Dat levert nu dan ook een suboptimale oplossing op. Het is echter van belang dat de knoop nu wordt doorgehakt.In de argumenten hoor ik heel vaak dat wij de Boreel weer bij onze overwegingen zouden moeten betrekken. Dat zou echter leiden tot een aanpassing van het beleid dat de gemeente heeft vastgesteld in de Structuurvisie Detailhandel. Daar zijn wij niet aan toe. Wij moeten dus nu eerst deze oplossing implementeren.

60

De heer Emens: Mijnheer de voorzitter. Het verhaal over het Runshoppingcenter is nu al anderhalf jaar gaande. Eenieder heeft in feite een beetje gelijk. Ik moet de wethouder toegeven dat ik vorige keer in de commissie heb gezegd dat wij op dat punt niet op één lijn zaten. In het verslag aan de raad heeft hij echter gelijk dat hier in feite een oplossing voorligt naar aanleiding van de motie. Ik ben het echter niet met hem eens over de manier waarop hij die nu toepast bij de voorgestelde realisering. Zo lang de Boreelkazerne een probleem blijft, zal de wethouder dat zeker niet toegeven. Wij zijn altijd tegen meer geld uitgeven geweest dan nodig is. Wij gaan nu drie postzegelplannetjes maken. Dat is dan drie keer 39 eurocent aan postzegels, terwijl ik heb begrepen dat het college en de raad in het verleden hebben besloten dat er grootschalige bestemmingsplannen gemaakt zouden worden. Ik had dan ook, evenals mevrouw Obdeijn, verwacht dat wij het bestemmingsplan Kloosterlanden nu zouden moeten herzien. Dan krijgen wij uiteraard de discussie wat er dan gevestigd moet worden. Die discussie moeten wij dan maar met z’n allen aangaan. De fractie van de PvdA vraagt een nieuwe discussie en Morres vraagt over de werkgelegenheid een nieuwe discussie. Het college heeft in feite voldaan aan wat de raad bij motie heeft gevraagd. Aangezien er echter een postzegelpolitiek wordt gevoerd, zijn wij tegen dit voorstel.

Mevrouw Lutje Hulsink: Mijnheer de voorzitter. Alle argumenten en voorgestelde oplossingen gehoord hebbende, vindt de SP dat er een compleet nieuw bestemmingsplan moet komen voor alle ondernemers om hen allemaal tegelijk recht te doen.

De voorzitter: Als er geen andere sprekers vanuit de raad zijn, is nu het woord aan wethouder Adema.

Wethouder mevrouw Adema: Naar aanleiding van een opmerking van de fractie van de PvdA omtrent Morres bevestig ik dat hier vanavond geen discussie aan de orde is over een detailhandelsbeleid in de gemeente Deventer. Wat Morres zelf betreft, kan ik melden dat er ondertussen contact is geweest met Morres en dat er tevens een afspraak is gemaakt om met dat bedrijf naar aanleiding van hun brief te gaan praten. Dat wil overigens wat het college betreft niet zeggen dat wat nu aan de orde is uitstel behoeft. Bij deze motie gaat het immers om de beoordeling van de raad of die zich kan vinden in het voorstel van het college. Of dat voor de bedrijven daar goed is geregeld, is de portee van de motie. Dan gaat het om BCC, de Harense Smid, Riesewijk en Babyhallen. De raad weet wat het college daaromtrent heeft voorgesteld.

Ik ga nog op drie punten in die ook door sprekers zijn aangehaald. Waarom is er geen algehele herziening van het bestemmingsplan? Hoe staat het met de rechtszekerheid ook in relatie met wat het CDA onder andere zei? Is er draagvlak bij de ondernemers? Het voorliggende bestemmingsplan is conform de Structuurvisie Detailhandel. Deze nota is van 2004, dus zeer actueel. Bovendien is die nota bevestigd door de raad, omdat de raad heeft besloten het voorbereidingsbesluit dat is gevraagd te weigeren. Daarmee is ook duidelijk gemaakt dat de raad nog steeds vindt dat het bestemmingsplan in dit opzicht actueel is. Dit gezegd hebbende, leidt een bestemmingsplanherziening er volgens mij evenmin toe dat het beleid meteen wordt aangepast. Als wij het hebben over rechtszekerheid is het bovendien een belangrijk argument dat een totale herziening van het bestemmingsplan veel tijdrovender is dan wat er nu wordt voorgesteld en laat het de onzekerheid veel langer voortduren.

De heer Emens: Mijnheer de voorzitter. De wethouder maakt gewoon drie postzegelplannetjes, waarop inspraak mogelijk is en waarop allerlei reacties kunnen komen. Vergt dat minder inspanning dan het opstellen van een nieuw bestemmingsplan?

Wethouder mevrouw Adema. Mijnheer de voorzitter. Dat is juist, aangezien de drie postzegelplannetjes zich beperken tot de casus waar wij vanavond over spreken. Het is bekend dat het college probeert een aantal bestaande bestemmingsplannen samen te voegen. Dan zijn er veel meer discussies die in het grondgebied kunnen plaatsvinden. Nu kan men alleen bezwaar maken tegen één feit. Als er echter sprake is van een totale herziening van een bestemmingsplan kan men tegen veel meer onderwerpen bezwaar aantekenen.Over de discussie aangaande het adviesorgaan laat ik graag straks wethouder Doornebos reageren, omdat dat zijn portefeuille betreft.Wat de rechtszekerheid betreft, vindt het college dat die op een fatsoenlijke manier is geregeld, zoals nu wordt voorgesteld. Ook de bedrijfszekerheid is net zo gewaarborgd als bij andere bedrijven.Het CDA heeft gevraagd wat de opvatting is van Riesewijk. Zoals de raad in het verslag heeft kunnen lezen, heeft Riesewijk gezegd legalisering erg belangrijk te vinden. Het door het college voorgestelde betreft een vorm van legalisering.De heer De Jong heeft gezegd dat het gedogen niet fatsoenlijk is onderbouwd. Het college stelt dat gedogen een goede oplossing is, omdat, zoals het college stelt, hier ook wordt geconstateerd dat de nota

61

Detailhandel nog steeds vigerend is. Dus in die relatie zou gedogen principieel juist zijn. Aan de andere kant heeft het college zich tevens gerealiseerd wat de opdracht van de raad is. Daarom heeft het college het voorstel gedaan dat nu aan de orde is.Het CDA heeft ook gevraagd naar het verschil tussen ambtelijk en bestuurlijk handelen. Het is zo dat een college een artikel 19-procedure kan voeren en dat een raad over bestemmingsplannen gaat. Het is echter niet zo dat men ambtelijk een dusdanige toezegging kan doen dat, ambtelijk gezien, via een eenvoudige toezegging een bestemmingsplan gewijzigd kan worden door een artikel 19-procedure te voeren. In die zin moeten derden weten wie uiteindelijk in dezen de bevoegde organen zijn. Om die reden is dat zo in de tekst opgenomen. Dat neemt echter niet weg dat ambtelijke toezeggingen niet echt gewenst zijn als daarmee suggesties worden gewekt die bestuurlijk niet gedekt zijn. Het college heeft dat voldoende duidelijk gemaakt in de voorliggende tekst.

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Over het adviesorgaan waaraan mevouw Obdeijn refereert, heb ik onlangs al gesproken met de commissie HAD (Handel, Ambachten, Diensten), ons huidige adviesorgaan, waarmee wij afstemming moeten hebben. In de gesprekken die wij in de afgelopen tijd hebben gehad met partijen in het kader van de uitvoering van deze motie, heb ik in elk geval toegezegd dat wij na de vakantieperiode gesprekken zullen voeren met elkaar en met enkele partijen over het rapport van Ecorys. Dat moet eerst gebeuren. Als wij dan met de commissie HAD tot voldoende afstemming kunnen komen, zal dat moeten leiden tot een voorstel over dat adviesorgaan. Kortom, ik zal de raad nu niet toezeggen dat dit in september al het geval zal zijn. Dat lijkt mij veel te snel. Het moet immers toch met de nodige zorgvuldigheid en met afstemming met alle belanghebbende partijen geschieden.

De voorzitter: Het woord is in tweede instantie aan de raad.

De heer Stegink: Mijnheer de voorzitter. De wethouder zegt in antwoord op vragen van het CDA dat de firma Riesewijk akkoord is met die postzegelconstructie. Mocht nu echter blijken dat die firma alsnog bezwaar zal aantekenen, kunnen wij dan constateren dat de wethouder daarbij een fout heeft gemaakt? Of dat er dan sprake zou zijn van miscommunicatie? Wij hebben namelijk andere informatie.

De heer Emens: Mijnheer de voorzitter. Hier staat heel duidelijk "draagvlak". Kan het zijn dat Riesewijk meent dat zijn vestiging reeds in overeenstemming is met het bestemmingsplan? Hij stelt gewoon dat hij er al volgens het bestemmingsplan zit. Voor hem hoeft er dus niets te veranderen. Daaruit kan geconstateerd worden dat Riesewijk een bestemmingsplanwijziging niet nodig vindt.

De heer Stegink: Mijnheer de voorzitter. Ik hoor het straks wel van de wethouder hoe zij dat ziet. Als blijkt dat Riesewijk wel een bezwaarschrift indient en niet met het voorstel akkoord gaat, zullen wij de wethouder daar opnieuw op aanspreken. De vraag is voorts of de wethouder dan 39 eurocent bij zich heeft. Ik voorzie dan namelijk dat er een nieuwe postzegelconstructie volgt. Is de volgende postzegel dan de firma Morres? Hoe moeten wij dat zien?

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. Dat zijn onzinnige uitspraken van de heer Stegink. Waarom zou Morres opeens een wijziging van het bestemmingsplan willen? Dat bedrijf zit daar toch conform het bestemmingsplan? Dat is toch gewoon een PDV-vestiging?

De heer Stegink: Mijnheer de voorzitter. Zij willen ook in Deventer nieuwe ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden. Zij vragen om een gesprek en zij hebben een brief gestuurd waarin staat dat zij eventueel uit Deventer weg zullen gaan. Zij zullen niet voor niets een gesprek met de gemeente willen hebben.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. In die brief staat dat Morres niet gelukkig is met die ontwikkelingen, maar daarin staat niet dat Morres weg wil uit Deventer.

De heer Stegink: Mijnheer de voorzitter. Dat zal blijken. Ik vraag alleen of de wethouder dan nog 39 eurocent bij zich heeft om met Morres te onderhandelen.

Mevrouw Obdeijn: Mijnheer de voorzitter. Ik ben nog niet helemaal tevreden met de toezegging van wethouder Doornebos. Ik begrijp wel dat hij uiteraard in overleg met de bestaande adviescommissie hierover wil praten. Toch wil ik graag van hem horen of hij zo snel als mogelijk met voorstellen voor dat adviesorgaan komt zoals dat in het collegeakkoord is afgesproken. Ook word ik graag in de commissie op de hoogte gehouden over de voortgang van de gesprekken hierover.

62

Voorts worstelt onze fractie nogal met dit voorstel. Aan de ene kant constateren wij dat het college een oplossing aanreikt die de raad wilde en die ook door de collegepartijen is afgesproken. Aan de andere kant komt het voorstel niet tegemoet aan de wens van mijn fractie en die ook bij enkele andere fracties leeft, om een duurzame oplossing te bieden voor de Snippeling en ook voor Deventer. Het grootste deel van mijn fractie zal daarom voor dit collegevoorstel stemmen, ook al vinden wij dit geen goede oplossing.Voor twee leden van onze fractie wegen de inhoudelijke bezwaren tegen de postzegeloplossing zo zwaar dat zij tegen dit voorstel zullen stemmen .

De heer Emens: Mijnheer de voorzitter. Ik heb altijd begrepen dat de fractie van mevrouw Obdeijn zeer snel nadenkt en dat zij in feite voor het Runshoppingcenter was. Sinds zij deelnemer is aan het college verandert daar natuurlijk wel wat aan. Een aantal mensen is nu plotseling niet voor. Dat is niet te volgen.

De voorzitter: Voor een volgende keer raad ik u aan, mevrouw Obdeijn, zo’n opmerking in uw stemverklaring te zeggen. Dan kan de heer Emens u namelijk niet interrumperen.

De heer Jansen: Mijnheer de voorzitter. Soms achtervolgen je in een nieuw leven in deze nieuwe gemeente Deventer de schaduwen van de oude gemeente Deventer. Daar zitten wij als CDA-fractie mee en ook de raad in zijn totaliteit. Maar ook de mensen op de Snippeling zitten ermee.Ofschoon de fractie van het CDA haar twijfel houdt over een goede verdere afloop, wil zij niet zo ver gaan om dit voorgestelde vervolg op dit moment af te wijzen. Dit vervolg baart de fractie echter wel wat zorgen. Die betreffen de tijd die ermee gemoeid is en de kosten, maar ook de verdere ontwikkeling. Allereerst is de rechtspositie van de drie ondernemers in kwestie van belang. Daar ging de motie uiteindelijk over. Maar dat ging ook over de toekomstperspectieven van de drie hoofditems die bij velen voortdurend in het achterhoofd of soms ook duidelijk op de lippen meespelen: de Snippeling, de Boreel en de binnenstad. In al die processen is deze stap voor de drie ondernemers belangrijk. Voor dé Deventer-ondernemers, voor deze gemeente en voor de burgers, is er heel wat meer nodig om die drie genoemde gebieden zodanig te faciliteren dat zij zullen gaan floreren. Dat is een oproep aan het college.

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. Het klopt dat de heer Riesewijk heeft gesteld dat hij volgens hem daar legaal zit. Ik kan de raad echter verzekeren dat zijn rechtspositie daar nu niet goed is. Wij proberen die rechtspositie wel goed te regelen met het voorstel dat nu aan de orde is. Als de heer Riesewijk uiteindelijk vindt dat hij daartegen bezwaar moet aantekenen, ja, dan spijt mij dat wel. De opdracht van de raad is echter dat wij als college dat zo goed mogelijk moeten regelen. Op dit moment klopt het gewoon niet.Als ik kijk naar de opmerkingen over het postzegelplan in relatie tot Morres, denk dat de heer Ahne de vraag uitstekend heeft beantwoord. Zo zou ik dat ook hebben gezegd.

De voorzitter: Heeft de raad behoefte aan het geven van een stemverklaring?

Mevrouw Obdeijn: Mijnheer de voorzitter. Ik vind dat wij ons als raad niet serieus nemen als wij een Structuurvisie Detailhandel vaststellen waarin wij vastleggen dat het Runshoppingcenter versterkt moet worden en dat wij daarvoor een bestemmingsplanwijziging nodig hebben om ondersteunende diensten en horeca mogelijk te maken en om de detailhandel te versterken, en vervolgens niet het hele bestemmingsplan willen wijzigen. Daarom zal ik tegen dit voorstel stemmen.

Mevrouw Ten Bulte: Mijnheer de voorzitter. Van huis uit heb ik twee dingen meegekregen in verband met goed ondernemerschap: vertrouwen in je eigen product en dat angst een heel slechte raadgever is. Vertrouwen in je eigen product maakt dat anderen ook vertrouwen schenken, niet alleen in je product maar ook in jezelf. Dit voorstel is op angst gebaseerd, gelijk onze gehele besluitvorming. Dat is een angst die ik niet kan en niet wil delen. Ik heb vertrouwen in de kracht van onze eigen binnenstad. Ik heb vertrouwen in het Runshoppingcenter, maar ook in onze burgers die hiervan gebruik maken. Ik wil en kan niet instemmen vanuit angst. Ik stem dus ook tegen vanuit vertrouwen.

De raad besluit hierna bij handopsteken overeenkomstig het voorstel. Tegen het voorstel hebben gestemd de fracties van ADB, de SP en APB en twee leden van de fractie van GroenLinks.

12. Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenplan 2005-2006. (2005.04284)

13. Aanvraag voorbereidingskrediet vervangende nieuwbouw Panta Rhei en sporthal Zandweerd. (2005.07381)

63

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig de voorstellen.

14. Sociaal Programma 2005 – 2009. (2005.06653)

De heer Yildirim: Mijnheer de voorzitter. Eerst een aantal aandachtspunten vanuit het sociaal programma. In de commissie hebben wij daarover kort gesproken. Het eerste punt betreft ouderbetrokkenheid en bredeschool.Wij vinden dat de ouderbetrokkenheid een integraal onderdeel van het schoolplan moet zijn. In die hoedanigheid moet het ook aangepakt worden. Het moet niet een onderdeel of een convenant via de bredeschool zijn, waar ouders erop worden aangesproken. Wij denken dat het op die manier betrekken van ouders bij het onderwijsgebeuren niet effectief zal zijn, zeker op het punt waar het om moeilijk bereikbare ouders gaat. Ouders moeten primair betrokken worden bij het onderwijsgebeuren. De school zelf is daarvoor dan de uitstekende plek. Het is dan handiger om binnen het primair onderwijsgebeuren daaraan een plek te geven en het daar structureel aan te pakken.

Het tweede punt betreft de jongeren die het praktijkonderwijs volgen. Vanavond hebben wij het in kader van de voorjaarsnota over allerlei vormen van onderwijs gehad, maar niet over het praktijkonderwijs. In Deventer staat een school voor praktijkonderwijs. Daarop zitten een paar honderd leerlingen. Praktijkonderwijs leidt leerlingen niet primair op voor een startkwalificatie, maar leidt hen op voor de arbeidsmarkt, zoals bekend. Het is gangbaar dat het praktijkonderwijs zelf die jongeren aansluiting laat vinden op de arbeidsmarkt. In economisch moeilijke tijden gaat dat niet zo gemakkelijk. Via stagewerkplekken is het tegenwoordig heel moeilijk om voor die jongeren op de arbeidsmarkt een plek te vinden. In al die inspanningen in het kader van de onderwijsketen, het behalen van een startkwalificatie van 0 tot 23-jarigen, enzovoort, komen die jongeren ook niet voor, omdat de jongeren die uit het praktijkonderwijs komen niet worden opgeleid voor het behalen van een startkwalificatie. In die zin vind ik dat die groep onze extra aandacht en zorg verdient en nodig heeft. Daarom vraag ik aan de betreffende wethouder daaraan extra aandacht te besteden. In het sociaal programma is daarover niets te lezen.

Het derde punt. In het sociaal programma wordt heel vaak gesproken over het vmbo, het imago van het vmbo en dat soort zaken, terwijl uit gegevens blijkt dat in het afgelopen jaar bijvoorbeeld één leerling het vmbo voortijdig heeft verlaten. Uit gegevens die in mijn bezit zijn, blijkt dat in de bovenbouw van de vmbo 300 leerlingen op zorg- en speciale begeleidingstrajecten zitten en op die manier dus de eindstreep halen en met een diploma de school verlaten. Vervolgens missen zij in het mbo, vooral in het onderste segment, dus niveau 1 en 2, die zorg en die begeleiding. Daardoor zijn zij potentiële voortijdige schoolverlaters. Daarom vragen wij extra aandacht voor die categorie leerlingen.

Het sociaal programma is een concrete vertaling van de Stadsvisie en de nota over de sociale structuur. Het is een vertaling daarvan naar concrete programma’s en projecten. Er worden ambities geformuleerd om problemen in de stad aan te pakken. Er worden programma’s en projecten voorgesteld die erop gericht zijn problemen op te lossen. Die oplossingen worden zichtbaar gemaakt met meetbare resultaten en effecten. Die werkwijze spreekt ons zeer aan. Het is concreet, het is meetbaar en het is voor ons gemakkelijk gemaakt om straks te controleren, bij te sturen en te monitoren. Ik wil daarom graag een compliment maken aan de betreffende portefeuillehouders.

De heer Verhaar: Mijnheer de voorzitter. De fractie van GroenLinks kan zich goed vinden in de ambities die door het sociaal programma worden uitgezet. Graag wil ik bij drie hoofdpunten even kort iets opmerken.

Het programma Jeugd en Onderwijs. De gewenste effecten en de te behalen doelstellingen zijn daar wel erg duidelijk gedefinieerd. In zoveel detail zelfs, dat ik als raadslid vermoed dat ik hier boven mijn macht grijp. Aanpak van schoolverzuim, begeleiding van zorgleerlingen en achterstandsgroepen is zozeer deskundig terrein, dat ik mij niet bekwaam genoeg voel hierover echt evenwichtig te oordelen. Mij bekruipt echter wel het gevoel of dit niet heel veel beleid is. Met andere woorden: zijn wij niet erg kwetsbaar, omdat je al bij voorbaat kunt veronderstellen dat wij een aantal van die doelstellingen in elk geval niet gaan halen. Hoe dan ook, wij committeren ons graag aan de ambities in dit programma en wij zien uit naar de volgende rapportages die verslag doen van het werk in uitvoering.

Het programma Economisch en creatief potentieel. Dat is natuurlijk een onderdeel naar mijn hart. De zaken die Deventer zó herkenbaar maken en een aantrekkelijke culturele stad – én dorp natuurlijk,

64

mijnheer Stegink – om in te leven, krijgen een flinke impuls. Het is goed dat wij integraal gaan kijken naar de activiteiten, de accommodaties en de nieuwe mogelijkheden voor de culturele instellingen: naar de Nieuwe Markt, de bibliotheek en het museum. Er liggen geweldige uitdagingen voor creatieve bedrijvigheid, de broedplaatsen in het Havenkwartier. In mijn vakantie heb ik er Richard Florida nog eens op nagelezen. Met deze plannen investeren wij echt in de kwaliteit van Deventer.

Het programma Zorgvragers. De gemeente stelt zich hier nadrukkelijk op als regisseur en verbinder tussen partijen. Wij hebben echter ook een zorgplicht en de bijbehorende verantwoordelijkheden. De WMO raakt nadrukkelijk aan dit programma. Wij willen niet vooruitlopen op de discussie die daarover nog moet worden gevoerd. Met de vaststelling van dit sociaal programma maken wij dan ook een voorbehoud bij de zaken die wij pas bij de WMO echt zullen afspreken. Daarbij wil de fractie van GroenLinks wel vast enkele kanttekeningen maken. Haagse bezuinigingen schuiven verantwoordelijkheid naar de gemeente. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat, met een met 20% gekort budget, een zuivere, sociale uitvoering van de WMO tot stand komt en dat er zorg beschikbaar is voor iedereen die het nodig heeft. Dit sociaal programma schetst daarvoor de ambitieuze visie, waarvan ik hoop dat die realistisch zal blijken te zijn.

Mevrouw Van den Nieuwboer: Mijnheer de voorzitter. Het is duidelijk dat dit een belangrijk speerpunt is in het beleid van de gemeente. De fractie van het CDA onderschrijft de uitgangspunten hierbij dan ook van harte. Het ligt erg dicht bij het CDA-beleid. Wij benadrukken nogmaals dat het moet gaan om uitvoering dicht bij mensen.

De samenwerking en afhankelijkheden van anderen – burgers, maatschappelijke en uitvoerende instellingen – zijn essentieel. Het is dan ook goed om te zien dat deze bij de voorbereidingen, zoals het stadsdebat dat hierover is gehouden, zijn betrokken. Deze lijn moeten wij volhouden.

Ik neem ook even een voorschot op de WMO. Ik vind het namelijk een erg belangrijk punt dat op ons af gaat komen. Een van de belangrijkste ontwikkelingen voor de komende periode vinden wij de invoering van deze wet. Als je spreekt over meer werk maken van minder regels, dan heb je het over de WMO. Hier komt het namelijk aan op de uitvoering. De gemeente krijgt de mogelijkheid om maatwerk te leveren. Het vraagt de nodige regierol door de gemeente, inzet en samenwerking van zorgaanbieders en – voor ons het meest belangrijk – een ingrijpende wijziging voor cliënten en daarmee ook een vrijwillige of professionele achterban. Wij blijven erop attenderen dat de vraag van de cliënt voor ons voorop staat. Wij zien tevens de belangrijke rol van mantelzorgers, maatschappelijke organisaties en kerken. De gemeente moet goed oog hebben voor deze ondersteuners en hen daarin faciliteren.

Inbreng van cliëntenparticipatie door de lokale belangenorganisatie als middel om zonodig tussentijdse bijsturing van beleid te bewerkstelligen, is een voorwaarde. Ook al wordt de invoering van huishoudelijke hulp een half jaar verzet, toch betekent dit niet dat wij onverminderd voort kunnen gaan met de voorbereiding voor de WMO. Wij zijn dan ook blij dat het college de projectmanager heeft aangesteld, zodat wij in Deventer in volle vaart verder kunnen.

Om het sociaal beleid voor elkaar te krijgen, zijn multifunctionele accommodaties noodzakelijke voorzieningen. Wij vinden dat je hiermee sociaal beleid raakt in relatie tot stad, dorp en platteland. Je moet een brede focus hebben over de hele gemeente, met daarin aandacht voor de verschillen. Wij denken daarbij aan de sterk toenemende behoefte van mensen om zolang mogelijk thuis te willen blijven wonen en faciliteiten in de buurt te hebben.

Het overige heb ik reeds in de commissie kenbaar gemaakt en ook heb ik daar op vragen voldoende antwoord gekregen.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Een punt van orde. Tot hoe laat denkt u door te gaan?

De voorzitter: Ik hoop dat wij de agenda nog kunnen afwerken.

De heer Hartong: Zit daar een tijdslimiet aan of is het ongelimiteerd?

De voorzitter: Wij moeten geen punten gaan afraffelen, maar ik hoop dat wij het redden voor 23.15 uur.

65

Mevrouw Sipman: Mijnheer de voorzitter. Ik zal een poging doen om kort te vertellen wat wij hieraan toevoegen. Ik vind het echter belangrijk toch nog een korte opmerking te mogen maken.Dit sociaal programma is opgesteld nadat er uitgebreid gelegenheid is gegeven aan velen om mee te praten. Mijn fractie gaat er dan ook van uit dat hier een voorstel ligt dat mag rekenen op een breed draagvlak. Dat is fijn, maar daarmee ligt er wel een programma waarvoor wij nog de nodige inspanning zullen moeten verrichten om het gefinancierd te krijgen. Wij zullen creatief op zoek moeten naar potjes geld om onze ambities waar te kunnen maken. Daarmee geldt ons inziens ook voor dit programma – en dat hebben wij vanavond al voor meerdere programma’s gehoord – dat wij niet alle ballen tegelijk in de lucht moeten willen houden. Wij moeten bijtijds bijsturen als blijkt dat wij niet al onze wensen tegelijkertijd kunnen realiseren. Het gaat met name om het financiële aspect, waarover wij ons toch nog wel wat zorgen maken. Wij vinden dat er in elk geval moet kunnen worden bijgestuurd als blijkt dat niet alle wensen realiseerbaar zijn. Met die kanttekening bij dit plan kan de fractie van D66 akkoord gaan met het voorstel.

De WMO. Inmiddels wordt op landelijk niveau hard gewerkt aan de invoering van de WMO. De uitdaging is voor ons gelegen in het feit dat wij waar mogelijk verbinding moeten maken tussen het sociaal programma en de nieuwe wet.

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. Door vorige sprekers is al veel gezegd van wat ik had willen zeggen. Ik wil alleen nog twee zaken toevoegen.De financiële kaders zijn nu volgens ons gesteld door het aannemen van de voorjaarsnota. Het wordt uitgewerkt in een duidelijk en helder sociaal programma, waarbij met name de versterking van de onderwijskundige lijn erg belangrijk is voor onze fractie. Dat hebben wij in de commissie ook benadrukt. Ik vind het nog te vroeg om nu al iets te gaan zeggen over de WMO. Volgens mij komen wij daarover nog voldoende te spreken.

Tot slot heb ik nog een vraag aan de wethouder. In het kader van de multifunctionele accommodaties en het gehele accommodatiegebruik is ons een nota beloofd, althans een overzicht. Dat past binnen het realiseren van dit sociaal programma. Wanneer is de wethouder van plan hiermee te komen?

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. In hoofdlijnen gaan wij akkoord met dit sociaal programma, al is het zo dat er in het hoofdstuk over het culturele programma Economisch en creatief potentieel volgens mij nogal wat ballen zijn die daar in de lucht gehouden worden, zonder extra prioriteiten in termen van geld. Dat heb ik echter al bij het andere agendapunt gezegd en dit is volgens mij een illustratie daarvan.

Het volgende punt willen wij nog noemen. In de commissie hebben wij gezegd dat deze nota, voorzover het betreft het programma Zorgvragers, een sterk WMO-gehalte heeft. Wij hebben dat aangetoond aan de hand van een aantal punten waarbij hier uitdrukkelijk iets geregeld wordt en dat daarna in het kader van de WMO weer ter discussie stond. De wethouder vond dat wij daarover een beetje flauw deden. Hij heeft toegezegd dat dat natuurlijk weer aan de orde is op het moment dat wij over de WMO spreken. Ik heb er behoefte aan dat hier nog een keer gezegd te hebben. Dus het voorbehoud dat de fractie van GroenLinks op dat punt maakt, maak ik ook heel nadrukkelijk. Er staan namelijk heel specifieke dingen in als het gaat om de voorzieningen bij 6.3. Het gaat er dan over welk groepsgericht aanbod de gemeente ondersteunt. Er wordt een heel limitatief lijstje gemaakt. Ook wordt heel nadrukkelijk gesuggereerd dat wij met het consortium of platform in zee gaan. Op het punt van het vrijwilligersbeleid staat geen lijn genoemd van het activeren van meer aanbod. Op die punten wil de fractie van de ChristenUnie nadrukkelijk terug kunnen komen als wij over de WMO spreken. Misschien is het niet nodig om nog een uitdrukkelijke toezegging te hebben, maar dat voorbehoud willen wij hier in elk geval formuleren.

Mevrouw Van Ommen: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn het eens met de prioriteiten zoals die zijn gesteld in dit stuk. Het is bekend dat wij zorgen hebben over hoe de WMO in de praktijk gaat uitpakken. In dat verband hebben wij wel waardering voor de aandacht voor vrijwilligerswerk en mantelzorg, zoals dit in de nota verwoord staat. Wij hopen echter dat er nog extra prikkels zullen komen om het voor mensen aantrekkelijk te maken om zich aan dit soort werk te gaan wijden. Het is namelijk zeer belangrijk dat in de toekomst mensen elkaar zo veel mogelijk kunnen opvangen, met alle ellende die er boven ons hoofd hangt.

Verder staat er het een en ander in het stuk over overlast van jongeren. Wij hopen dat in de toekomst duidelijk een link zal worden gelegd naar de jeugdzorg en naar allerlei flankerend beleid rond de jeugdzorg, om ervoor te zorgen dat de invoering van de wet en de uitvoering daarvan goed zullen verlopen.

66

Wethouder mevrouw Adema: Mijnheer de voorzitter. Ten eerste deel ik de opmerkingen en de zorg die zijn geuit, onder andere door de fractie van D66, maar ook in relatie tot hetgeen de fractie van GroenLinks zei, over het feit dat wij in het programma Jeugd kwetsbaar zijn en dat de financiën een zorg zijn. Het is ook niet voor niets dat in 2007 een evaluatie wordt aangekondigd, waarin wordt bekeken of het allemaal op deze manier kan. Dat neemt niet weg dat ik wel vind dat het voldoende is om een fatsoenlijke start te maken met het geheel.

Op de vraag van de fractie van de PvdA heb ik volgens mij al antwoord gegeven in de commissie. Aanvullend valt nog op te merken dat zaken als jongerenpraktijkonderwijs en een doorlopende leerlijn zeer belangrijke punten zijn als je kijkt naar het Deventer Onderwijsconvenant. De fractie van de SP sprak over de link naar de jeugdzorg. Het ligt natuurlijk zeer voor de hand om die link inderdaad te leggen in de zin zoals zij dat heeft verwoord.

Wethouder Fleskes: Mijnheer de voorzitter. In algemene zin kan ik in elk geval de waardering, die uitgesproken is naar de drie wethouders, in dank aanvaarden, ook namens mijn collega’s.Met betrekking tot de opmerking over de zorgvragers hebben wij in de commissie inderdaad goed gediscussieerd. Dat ging toen over de vraag welke relatie dat met de WMO had, omdat iedereen dat een hoog gehalte vond hebben. Dat kan ook bijna niet anders. Als je straks mogelijk negen prestatievelden moet gaan invoeren, kunnen daar heel goed verbanden in zitten. De toezegging die ik heb gedaan, omdat straks de discussie sec over de WMO gaat, betekent ook dat die uitgangspunten daarin meegenomen zouden kunnen worden.

De fractie van ADB maakte een opmerking over het accommodatieplan. Dat is wel degelijk een heel belangrijk fundament om de drie inhoudelijke thema’s straks voldoende handen en voeten te kunnen geven. Wij zijn voornemens om in september, zoals wij dat graag willen, met een discussienota te komen als eerste stap naar een definitieve nota.

De voorzitter: Ik constateer dat er geen behoefte is aan een tweede instantie, dan wel aan een stemverklaring.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.

15. Plan van aanpak herijken nota hoofdwegenstructuur. (2005.07485)

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Wij begrijpen de afbakening van deze herijking niet. Met name niet omdat de veronderstelling over de oostelijke ontsluiting van de A1, in combinatie met het aantakken daaraan van Kloosterlanden, volgens ons uiteindelijk nogal bepalend is voor de benodigde capaciteit van het Hanzetracé. Hoe kun je die los van elkaar behandelen? Als wij daarop een bevredigend antwoord krijgen, kunnen wij daarmee instemmen. Vooralsnog stemmen wij echter nog niet in.

De heer Ahne: Mijnheer de voorzitter. De wethouder heeft in de commissie toegezegd dat er gestreefd zou worden naar een meer structurele aanpak van de geluidsoverlast en dat het hierin meegenomen zou worden. Ik neem aan dat hij die toezegging gestand doet. In dat geval kan mijn fractie instemmen met dit stuk.

De heer Jansen: Mijnheer de voorzitter. Wij kunnen instemmen met het plan van aanpak, maar wel met de kanttekening die wij in de commissievergadering al gemaakt hebben en die ik vanavond ook hier in dit gezelschap wil maken. Die kanttekening is dat het bijzonder jammer is dat wij binnen deze organisatie met zoveel medewerkers geen kans zien om een plan van aanpak vorm te geven met voornamelijk eigen personeel. Wanneer ik een budget zie van € 200.000 en daarvan is 75% voor externe inhuur, dan vind ik dat jammer. Is dat nu een kwestie van kwaliteit of kwantiteit? Hoe dan ook, het ontneemt deze organisatie van de gemeente de kans om kennis te verwerven door hiermee bezig te zijn.

Voor de rest zullen wij inhoudelijk graag meedoen met de discussie over het plan, wanneer dat verder ontwikkeld wordt.

67

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. In de commissie heb ik ook al gezegd dat dat laatste ook mij spijt. Het is echter nu eenmaal zo.

De afbakening. Wat wij nu gaan bediscussiëren, is met name het westelijk deel binnen de ring. Het is in de commissie al gezegd dat de radialen daarbij betrokken worden. Die discussie staat echter niet op zich. Daarnaast is er gewoon heel veel materiaal beschikbaar voor het oostelijk deel van de stad. De uitkomsten van beschikbaar materiaal en de discussie leiden pas tot de eindconclusie over wat wij waar gaan doen. De fracties in de raad zijn vrij om in hun inbreng deze week te benadrukken wat voor hen een belangrijke input zou zijn voor de definitieve keuze. In die zin is het een afbakening, maar wel een afbakening met open grenzen.

De toezegging aan de fractie van D66 heb ik in de commissie ook gedaan.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.

16. Oprichting van en deelneming in het Deventer Groenbedrijf BV. (2005.00860)

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Het lijkt een heel goed voorstel en het levert structureel ook flink wat geld op. Daarom zou je er voor moeten zijn. Toch vraagt de fractie van de ChristenUnie zich af wat de prikkel tot doelmatigheid is op langere termijn als er geen concurrentie is. Het is namelijk toch de bedoeling om het hele pakket aan groenonderhoud aan dit bedrijf te geven. Dat roept gelijk de vraag op of dat wel mag vanwege Europese aanbesteding. Hoe zit dat?

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Dit mag vanwege de Europese aanbestedingsregels, want het blijft bij ons eigen bedrijf. Dat is goed gecheckt. Voor dat deel zijn er geen problemen. Het is kortgesloten met de Belastingdienst of wij wat dat betreft niet in de problemen zouden komen.

Het punt van de marktwerking blijft wel een permanent punt van aandacht. Op het moment dat je start met de organisatie – het enthousiasme is op dit moment erg groot – zul je merken dat het daadwerkelijke resultaat positief zal zijn. Je moet de marktwerking echter voortdurend minimaal op de loer hebben liggen. In de komende jaren zullen wij dat met elkaar een permanent punt van aandacht moeten laten zijn. Op dit moment is het een verantwoorde ontwikkeling door via benchmarking en alle kengetallen die wij hebben, ervoor te zorgen dat wij in de buurt van die markt blijven.

Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Ik zou nog een opmerking willen maken vanuit de rol van P & O over dit voorstel. In het voorstel staat namelijk dat de commissie voor Georganiseerd Overleg (GO) heeft ingestemd met dit voorstel. Dat was ook de bedoeling en de planning, maar gezien de ontwikkelingen op landelijk niveau over de CAO is het overleg dat in mei was gepland door de vakbonden en de personeelsorganisatie, afgezegd. Vóór 9 juni wil men ook niet opnieuw overleg voeren. Men heeft echter wel te kennen gegeven dat men zich zal aansluiten bij het standpunt van onze ondernemingsraad. Onze ondernemingsraad heeft voorlopig ingestemd. Ik zou dus willen adviseren, als de raad van plan was om in te stemmen met het voorliggende voorstel, dit te doen met de aantekening erbij dat het akkoord van GO nog zal volgen.

De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Wat is een voorlopige instemming waard? "Het GO heeft voorlopig ingestemd", zegt de wethouder. Wethouder Doornebos: Mijnheer de voorzitter. Het woord "voorlopig" vervalt op het moment dat aan de voorwaarde is voldaan. Dat is instemming van GO. Dan is "voorlopig" doorgestreept.

De heer Koot: Dus wij kunnen nog alle kanten op?

Wethouder Doornebos: Nee, wij kunnen maar één kant op. Ik zei al dat GO eerder te kennen heeft gegeven zich te zullen aansluiten bij het standpunt van onze ondernemingsraad. Die heeft volledig ingestemd. Dan ligt het in de rede om te veronderstellen dat dan ook aan die voorwaarde wordt voldaan. Het lijkt mij echter wel correct het hier te melden.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel, met inachtneming van de gemaakte kanttekening.

68

17. Verordening compensatie IBA’s Deventer. (2005.07144)

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.

18. Milieuverslag 2004 / Milieubeleidsprogramma 2005. (2005.04487)

Mevrouw Obdeijn: Mijnheer de voorzitter. In het milieubeleidsplan staat dat wij de luchtkwaliteit willen monitoren. Dat is des te belangrijker nu blijkt dat die luchtkwaliteit steeds vaker een struikelblok vormt voor ruimtelijke ontwikkelingen als gevolg van de Europese regels. Wij hebben daar vorige maand ook al over gesproken bij de plannen voor het bedrijvenpark A1. Het is in de eerste plaats zaak dat er landelijk een goede vertaling komt van die Europese regels. Er zullen ook op landelijk niveau veel maatregelen genomen moeten worden om de luchtkwaliteit te verbeteren. Wij denken echter dat het daarnaast ook mogelijk is om lokaal een aantal dingen te doen die bijdragen aan een betere luchtkwaliteit. Wij zouden daarom graag een motie willen indienen, samen met de fractie van D66. Ook de fractie van ADB heeft te kennen gegeven de motie mede te willen indienen, hoewel het logo van die fractie niet op de motie is afgedrukt.De motie is erop gericht een lokaal actieplan tot stand te brengen en enerzijds en anderzijds in de richting van het Rijk duidelijk te maken dat de staatssecretaris zijn verantwoordelijkheid moet nemen.

De voorzitter: Door mevrouw Obdeijn is, mede ondersteund door de fracties van D66 en ADB, de volgende motie ingediend:

Motie M6 (GroenLinks, D66, ADB)

De raad van de gemeente Deventer, in vergadering bijeen op maandag 30 mei 2005;

gehoord de beraadslagingen:

overwegende:- dat de luchtkwaliteit in Deventer zorgen baart;- dat een slechte luchtkwaliteit negatieve effecten heeft op de gezondheid van mensen;- dat de overschrijding van grenswaarden van de luchtkwaliteit kan leiden tot vertraging of stopzetten

van ruimtelijke ontwikkelingen;- dat in aanvulling op landelijke regels en beleid een lokaal milieu- en mobiliteitsbeleid kan bijdragen aan

verbetering van de luchtkwaliteit;

constaterende:- dat diverse beleidsvoorstellen die de luchtkwaliteit ten goede komen in de voorjaarsnota niet (volledig)

gefinancierd kunnen worden;- dat een gemeentelijk plan van aanpak voor verbetering van de luchtkwaliteit ontbreekt;

van mening zijnde:dat diverse hiermee samenhangende projecten financiële steun verdienen, zoals Zevenster fietsnota, dynamisch verkeerverwijssysteem, regiorail Stedendriehoek, centrumbus, fietstunnel, Rivierenwijk, et cetera;

verzoekt het college:1. bij de begroting 2006 te komen met een actieplan Verbetering Luchtkwaliteit;2. bij de begrotingsbehandeling substantieel middelen vrij te maken om een aantal beleidsvoornemens

ook zo spoedig mogelijk in uitvoering te nemen;3. bij de nationale overheid aan te dringen op financiële ondersteuning voor zo veel mogelijk projecten die

de luchtkwaliteit verbeteren;

en gaat over tot de orde van de dag.

De motie is voldoende ondertekend en maakt derhalve onderdeel uit van de beraadslagingen. De motie wordt vermenigvuldigd en rondgedeeld.

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Het is een heel sympathieke motie, maar komt deze niet te laat? Had deze motie niet bij de voorjaarsnota aan de orde moeten zijn? Als je zou zeggen dat je de

69

beleidsprioriteiten voor het komende jaar, voor 2007, wilt aanpassen, dan zou ik mij daarbij nog iets kunnen voorstellen. Echter, om nu te zeggen, nadat wij net de voorjaarsnota hebben vastgesteld, dat er substantieel middelen moeten worden vrijgemaakt om andere prioriteiten te honoreren dan die in het collegeprogramma zijn vastgesteld, lijkt mij niet helemaal consistent. Als de indieners van die “2006” “2007” zouden willen maken, willen wij de motie steunen.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben vanavond met zijn allen voorgesteld dat wij niet te veel ballen in de lucht moeten laten hangen. Ik vind dit nu een voorbeeld van zo’n bal die weer in de lucht wordt geschoten.

De heer Goejer: Mijnheer de voorzitter. De aanpak van luchtkwaliteit is op zich een sympathiek voorstel. Vanavond hebben wij al uitgebreid gesproken over de financiële ruimte die er in deze gemeente is. Als wij nu al weer geld gaan vastleggen of dat willen gaan doen voor de zaken die wij in het najaar moeten bespreken, lijkt mij dat wat voorbarig.

Het is wat mij betreft sympathiek om te zeggen dat er iets in de vorm van een actieplan Verbetering Luchtkwaliteit moet komen, maar probeer dat dan zo veel mogelijk te koppelen aan alle zaken die je toch al doet in het ruimtelijk gebied. Dus, integraal onderdeel maken van het huidige beleid en daar ook je middelen vinden.

Mevrouw Obdeijn: Dat is ook precies wat wij beogen met deze motie.

De heer Goejer: En dan dus niet punt 2 meenemen over het substantieel middelen vrijmaken, omdat je daarmee de suggestie wekt dat je daar apart budget voor vrij wilt maken dat je ergens anders vandaan moet gaan halen. Als je het integraal kunt meenemen in het beleid dat je toch al uitvoert, heb ik er niet zoveel problemen mee.

Mevrouw De Jager: Maar daarom is het ook een motie en geen amendement.

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Een van de afwegingen die de Raad van State maakt bij het beoordelen van plannen van gemeenten, zoals het plan dat wij gaan indienen over het bedrijventerrein A1, is wat de gemeenten eraan gedaan hebben om zelf een bijdrage te leveren aan de verkleining van de problematiek fijnstof. In meerdere gemeenten speelt deze discussie op dit moment. De gemeente Eindhoven heeft een beleid van eenzelfde strekking geaccordeerd. Met de opmerking van de fractie van de PvdA, dat wij een integrale benadering moeten kiezen en dat wij moeten uitkijken dat wij nu en passant een aantal nieuwe zaken op onze lange lijst zetten, heb ik geen bezwaar tegen deze motie, als punt 2 van het verzoek geschrapt zou kunnen worden.

Mevrouw Obdeijn: Mijnheer de voorzitter. Ik kijk even naar de andere indieners. Wat mij betreft kan punt 2 geschrapt worden, want het was ook de bedoeling dat wij met name voor die dingen die wij toch al willen gaan doen maar waarvoor wij nu nog geen financiering hebben kunnen vinden, gaan zoeken naar financiering en een integrale aanpak kiezen.

De voorzitter: Goed, als de andere indieners daar ook geen bezwaar tegen hebben, dan blijven over de punten 1 en 3 en zullen wij het punt 3 hernummeren; dat wordt nu punt 2.

De heer Poppens: Mijnheer de voorzitter. In dit geval steunen ook wij de motie met deze twee nummers.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.

De raad aanvaardt motie M6. Tegen de motie heeft gestemd de fractie van APB.

19. Kredietaanvraag restauratie Bolwerksmolen en uitbreiding met educatieve ruimte. (2005.07505)

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.

20. Instelling Deventer Dichter.Initiatiefvoorstel van de fracties van GroenLinks en D66.

70

De heer Verhaar: Mijnheer de voorzitter. Wij weten niet half hoe bijzonder het is. Wij hebben het heel vaak over het initiatief aan de raad. Wij hebben het er vaak over dat wij onze eigen agenda moeten bepalen en dat wij ons niet moeten laten regeren door het college. Dit is het eerste initiatiefvoorstel uit onze eigen raad.

Deventer is een boekenstad. Dat roepen wij altijd. Wij hebben de grootste boekenmarkt. Wij hebben antiquariaten waar de liefhebber van boeken eindeloos kan snuffelen. Ik ben vaste klant. Wij hebben bijvoorbeeld prachtige festivals en, niet in het minst, Het Tuinfeest. Wat is dan een mooiere profilering als boekenstad om markante momenten in de stad luister bij te zetten met een gedicht? Daarom willen de fracties van GroenLinks en D66 een Deventer Dichter instellen, zoals in het voorstel al is verwoord. Ik ga de argumenten niet allemaal herhalen; u heeft ze kunnen lezen. Gezien de tijd houden wij het kort, maar ik wil nog wel iets zeggen over de dekking. Volgend jaar moet dat structureel zijn. Ik ga ervan uit dat de wethouder daar wel een interessante oplossing voor bedenkt. Voor dit jaar kunt u constateren dat  – o, poëtisch toeval – er nog een klein bedrag rest in het rekeningresultaat.Ik beveel u dit voorstel van harte aan.

De heer Nijboer: Mijnheer de voorzitter. Het is natuurlijk ontzettend verleidelijk om zo laat op de avond er nog even een gedicht door te gooien en hiermee in het openbaar te solliciteren voor deze functie. Ook ik ken mijn kwaliteiten; ik wil u dat dus niet aandoen. In elk geval vraagt een dergelijk voorstel wat ons betreft juist geen discipline en dus vrijheid. Mijn fractie heeft over dit voorstel gepraat, maar zal in vrijheid over dit voorstel stemmen. Ik feliciteer de fracties van GroenLinks en D66 met het eerste initiatiefvoorstel in deze periode, wat in elk geval een inspirerende opzet is.

De heer Hartong: Mijnheer de voorzitter. De felicitaties zijn op z’n plaats. De fractie van de VVD wil echter toch een paar kritische kanttekeningen plaatsen. In de eerste plaats vinden wij het wel erg pretentieus om deze Deventer Dichter zichzelf al te laten uitnodigen voor Het Tuinfeest. Wij weten nog niet eens wat de kwaliteit is van die dichter en deze wordt dan gelijktijdig op dat zeer prominente tuinfeest uitgenodigd. Misschien slaat hij wel een modderfiguur.

Het culturele klimaat is natuurlijk heel belangrijk in deze stad. Onze tweede opmerking die wij willen plaatsen, is dat wij het wel een erg goedkoop voorstel vinden. Weer een voorstel dat ten koste van en op kosten van de gemeenschap moet plaatsvinden. Wij kunnen eventueel akkoord gaan met de instelling van een Deventer Dichter, als dat buiten de last van de gemeente komt. Wij hebben als fractie besloten dat wij per raadslid van onze fractie daar € 100 voor over hebben.

De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Ik wil niemand feliciteren, maar ik wil eerder de Deventer inwoners condoleren. Ik vind dit namelijk een slecht voorstel. Ik vind dat wij niet moeten meedoen aan de hype van stadsdichters, zoals deze er op dit ogenblik is in dit land. Wij hebben de hele avond ….

De heer Verhaar: Als ik geweten had dat u dat ging zeggen, hadden wij hem inderdaad "stadsdichter" genoemd, in plaats van "Deventer Dichter".

De heer Koot: Wij hebben het de hele middag en de hele avond gehad over bezuinigingen. Wethouder Hiemstra zei over de begroting dat wij zeilen op scherp. Dat is ook de reden waarom de provincie de begroting nog niet heeft goedgekeurd. Wij spreken over bezuinigingen. In Deventer is een grote groep inwoners – en groter dan wij denken – die het financieel heel moeilijk heeft. Dan komen wij hier vanavond met zo’n decadent voorstel. Ik vind het zelfs een elitair voorstel. Het is namelijk maar voor een handjevol burgers bedoeld. Ik gun iedereen zijn hobby’s, maar betaal ze dan zelf of regel het buiten de gemeentebegroting om. Ik ben hier echt principieel op tegen.

Mevrouw Van Ommen: Mijnheer de voorzitter. Deventer, schone IJssel en boekenstad, wat vreemd dat u nog geen dichter had. Het wordt vast beter dan dit gepruts, neem ik aan. En op die voorwaarde kunnen wij dan ook akkoord gaan.

De voorzitter: Wij zullen dit niet als een sollicitatie beschouwen, hoewel ik het wel fraai vond klinken. (Hilariteit)

Mevrouw De Jager: Mijnheer de voorzitter. Een Deventer Dichter is blijkbaar nog geen plattelandsdichter. Bij ons was de afweging ook niet lichter. Ik kan niet rijmen, maar wij hebben wel moeten afwegen: een van ons is tegen.

71

De voorzitter: Ook dat was een fraaie poging. (Hilariteit)

De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Onze fractie stemt uit één stuk, dat zult u begrijpen. Mijn bijdrage rijmt niet, maar misschien dicht ‘ie wel. Moge het opus van onze stadsdichter tot eer strekken van Deventer. Moge de bekendheid van zijn verzen de eeuwen trotseren. Moge hij faam verwerven ver buiten de grenzen van de provincie. Kortom: laat hij in de voetsporen gaan van Revius, die zijn Overijsselse zangen en gedichten dichtte.

Mevrouw Zandstra: Mijnheer de voorzitter. De heer Koot heeft voor zichzelf gesproken, hoor. (Hilariteit) Daarmee wil ik aangeven dat wij ook in volle vrijheid stemmen, dat eenieder zonder last of ruggespraak hiervoor of hiertegen kan stemmen. Mevrouw Sipman: Mijnheer de voorzitter. Het zal u misschien niet verbazen dat wij dit een heel goed voorstel vinden.

De voorzitter: Ik had van tevoren bedacht dat ik als voorzitter toch ook een rijmende duit in het zakje zou moeten doen, maar gezien de ver voortgeschreden tijd wil ik mij beperken tot het kortste gedicht dat ik ken. U moet wel goed opletten. Herfst. (Hilariteit)

De heer Verhaar: Mijnheer de voorzitter. Er waren twee grootheden en zij deden een wedstrijdje om het kortste gedicht. De ene daagde uit en zei: “Ik tik”. En de ander gaf hem een dreun en zei: “Nu u”. (Hilariteit). Maar dat terzijde.

De voorzitter: Mijn gedicht was korter.

De heer Verhaar: Ik wil een paar dingen zeggen ter verdediging. Waarom wij nu naar het rekeningresultaat en dus naar publieke middelen hebben gegrepen, is omdat het op korte termijn niet mogelijk was om zo snel externe financiering te krijgen. Er zijn bronnen – en wij hebben ons daarin goed verdiept – voor externe financiering. Deze zijn ook kansrijk, maar als raadsleden hebben wij daar geen toegang toe. Dat is dus bij uitstek iets voor volgend jaar.

In reactie op de woorden van de VVD wil ik zeggen dat het een Deventer Dichter moet zijn. Een dichter van en voor heel Deventer en niet een elitair speeltje voor deze raad. Ik ben echter best bereid om de € 4000 die hier staat bij te stellen tot € 3600 en die € 400 vast mee te nemen.

De heer Hartong: Dat is een heel aardige zet, begrijp ik. Ik heb duidelijk gezegd dat het buiten bezwaar van de stadskas moet. Dat betekent dat wij graag € 400 willen inzetten als de rest van de raad dan € 3300 inzet.

De heer Ahne: Dient u een amendement in, mijnheer Hartong?

De heer Hartong: Ik deel u ons standpunt mede.

De voorzitter: Ik zou wel van de initiatiefnemers even willen weten hoe zij zich voorstellen dat het verder gaat. Zij hebben wel iets geschreven over een commissie. Hoe stellen zij zich voor dat het organisatorisch verder getrokken wordt? Biedt u als initiatiefnemers dat aan?

De heer Verhaar: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben wat voorwerk gedaan en hebben een aantal mensen gepolst. Wij hebben een aardige voorzitter op het oog. Volgens mij moet dat lukken. Ik denk dat wij daarover buiten de raad om heel duidelijk een afspraak kunnen maken.

Wethouder Berkelder: Mijnheer de voorzitter. Het is een mooi initiatief en dichten kan ik ook al niet. De raad weet waar het over gaat.

De raad besluit hierna bij handopsteken overeenkomstig het initiatiefvoorstel, met de aantekening dat de fractie van de VVD, de heer Emens van de fractie van ADB, mevrouw Van Dijk en mevrouw Brouwer van de fractie van de PvdA en de heren Elferink en Koot van de fractie van APB geacht worden te hebben tegengestemd.

- Sluiting.

72

De voorzitter: Niets meer aan de orde zijnde, sluit ik de vergadering.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Deventer van 4 juli 2005.

de griffier, de voorzitter,

drs. A.G.M. Dashorst drs. J. van Lidth de Jeude

73