Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 -...

37
Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs B. van Bruggen

Transcript of Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 -...

Page 1: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006-

drs E. Boorsma

drs F.A.P.M. Heere

Amsterdam, maart 2006

drs B. van Bruggen

Page 2: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Opdrachtgever: OOM Postbus 15 2390 AA Hazerswoude-dorp Tel.: 0172-521500 Fax: 0172-521577 [email protected] www.oom.nl 604/2006 DIJK12 Beleidsonderzoek Adelaarsweg 11 1021 BM AMSTERDAM Tel.: 020 - 6373623 Fax: 020 - 6362645 [email protected] www.dijk12.nl

Page 3: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Inleiding Voor u ligt de rapportage “Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2005. Peil-datum 1 januari 2006”. Het rapport bestaat uit drie delen:

1. Bedrijvigheid en werkgelegenheid 2. Personele bezetting 3. Arbeidsmarkt

Tevens zijn twee bijlagen opgenomen: Bijlage 1 Verantwoording en definities Bijlage 2 Achtergrondgegevens Het rapport heeft een cijfermatig karakter. De informatie is gebaseerd op gegevens van Mn Services (pensioenfonds). De rapportage maakt deel uit van de Arbeidsmarktmonitor Metaalbewerking, welke in 2004 is ontwikkeld en voor het eerst is uitgevoerd. Doel van de Arbeidsmarktmonitor is het verschaffen van basisinzichten in de arbeidsmarkt van de metaalbewerking. De mo-nitor heeft een signaleringsfunctie voor kernontwikkelingen op de arbeidsmarkt. In aanvulling op onderhavig rapport volgen in de loop van 2006 onder meer een rappor-tage met kerngegevens betreffende onderwijs en (bij)scholing (zomer 2006).

Page 4: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs
Page 5: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

I

Bedrijvigheid en werkgelegenheid Bedrijvigheid

• 11.972 bedrijven • Bedrijvigheid vrijwel ongewijzigd gebleven in de periode 2005-2006 • 77% van de bedrijven heeft 15 werknemers of minder in dienst (klei-

ne bedrijven)

Werkgelegenheid

• 139.009 werknemers • Werkgelegenheid stabiliseert in de periode 2005-2006

Bedrijvigheid: constant

De bedrijvigheid is net als vorig jaar redelijk goed op peil gebleven. Op 1 januari 2006 telt de branche bijna 12.000 bedrijven, ongeveer evenveel als op 1 januari 2005. Figuur 1 Aantal metaalbewerkingsbedrijven 1999-2006

10.803

12.262(+13,5%) 11.994

(-2,2%)11.988(-0,1%)

11.972(-0,1%)

8.000

8.500

9.000

9.500

10.000

10.500

11.000

11.500

12.000

12.500

1 januari 1999 1 januari 2003 1 januari 2004 1 januari 2005 1 januari 2006

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 5

Page 6: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Regionaal zijn er wel enige verschuivingen in bedrijvigheid. De grootste afwijkingen tussen 1 januari 2005 en 1 januari 2006 zijn Groningen, Friesland, Drenthe en Overijs-sel/Noord-Oostpolder. In Overijssel/ Noord-Oostpolder zijn er 1,2% meer bedrijven bij-gekomen, terwijl het aantal bedrijven in Groningen, Friesland, Drenthe afnam met 2%. Werkgelegenheid gestabiliseerd

Evenals de bedrijvigheid is de werkgelegenheid in de metaalbewerking in 2005 ongeveer gelijk gebleven (een hele lichte groei). Hiermee is de dalende trend van de afgelopen jaren beëindigd. Figuur 2 Aantal werknemers metaalbewerking 1999-2006

134.822

139.009(+0,2)

138.743(-1,2%)

140.379(-3,1%)

144.943(+7,5%)

100.000

105.000

110.000

115.000

120.000

125.000

130.000

135.000

140.000

145.000

150.000

1 januari 1999 1 januari 2003 1 januari 2004 1 januari 2005 1 januari 2006

Dit komt overeen met de economische barometer van de Metaalunie waaruit ook blijkt dat de werkgelegenheid het afgelopen jaar weer iets is toegenomen.1 Vorig jaar voorspelde het CPB voor 2005 dat de werkgelegenheid niet verder zou aan-trekken en eerder nog wat verder zou gaan afnemen. Deze voorspelling is dus niet uit-gekomen. De voorspellingen voor 2006 zijn wisselend, maar over het algemeen gematigd positief. Met name met betrekking tot de industrie zijn de voorspellingen wisselend.

• Zo blijkt uit Cijfers en Trends 2005/2006 van de Rabobank met betrekking tot de metaalproductenindustrie en de machine-industrie dat er in 2006 mogelijk spra-ke zal zijn van substantieel herstel.

• MKB-Nederland voorspelt voor 2006 dat de werkgelegenheid in het mkb moge-lijk licht zal groeien, maar dat er voor de industrie een verdere afname wordt voorspeld door een tegenvallende export2.

1 Metaal&Techniek, november 2005. 2 Ondernemerspanel, MKB-Nederland, januari 2006.

6 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 7: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

• Ook de Raad voor Werk en Inkomen meldt dat er eind 2005 nog geen tekenen van herstel waren van de werkgelegenheid in de industrie en de bouw en dat het CBS voorspelt dat dit herstel de komende maanden ook nog niet zal plaatsvinden.1

• De FME-conjunctuurenquête voorspelt zelfs een verdere daling van de werkge-legenheid in de technologische industrie in 2006.2

Verder wordt er over het algemeen een verhoogde arbeidsproductiviteit verwacht: be-drijven zullen een groeiende omzet hebben, maar zullen daarvoor geen extra personeel in dienst nemen. Deze verhoogde arbeidsproductiviteit wordt als een teken gezien dat we aan het begin staan van een nieuwe periode van economische groei. Ook de geste-gen omzet van de technische uitzendbranche over de eerste tien maanden in 2005 is een teken van een aantrekkende economie.3

Stijging werkgelegenheid bij grote bedrijven, daling bij kleine bedrijven

Net als in het voorgaande jaar heeft ruim driekwart van de bedrijven in de branche 15 of minder werknemers in dienst. Bijna een kwart van de bedrijven heeft meer dan 15 werknemers in dienst; dit kwart van de bedrijven is goed voor bijna tweederde van de werkgelegenheid. Figuur 3 Verdeling werkgelegenheid en bedrijvigheid naar kleine en grote bedrijven 1

januari 2006

Bedrijvigheid 40,4% 25,2% 10,8% 23,5%

Werkgelegenheid 7,6% 15,3% 12,0% 65,1%

1 t/m 4 wns 5 t/m 10 wns 11 t/m 15 wns 16 en meer wns

In 2005 was nog sprake van een daling van de werkgelegenheid, met name bij de grote bedrijven (>15 wns). In 2006 vindt juist bij de kleine bedrijven (<16 wns) een lichte da-ling van de werkgelegenheid plaats. Bij grote bedrijven nam de werkgelegenheid daar-entegen iets toe. Bij de 15-plus-bedrijven is het aantal werknemers ten opzichte van 2005 toegenomen met 578 werknemers (+0,6%) en bij de 15-min-bedrijven werken 312 werknemers min-der (-0,6%) dan in het voorgaande jaar.

1 Raad voor Werk en Inkomen, kwartaalanalyse 3e kwartaal 2005. 2 Zie www.fme.nl. 3 Flex&Figures uitzendmarkt, ABU, december 2005.

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 7

Page 8: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Figuur 4 Werkgelegenheid bij grote en kleine bedrijven 1999-2006

48.53048.84249.13349.56843.858

90.47989.90191.24695.302

90.964

40.000

60.000

80.000

100.000

1 januari 1999 1 januari 2003 1 januari 2004 1 januari 2005 1 januari 2006

Klein bedrijf Groot bedrijf

Binnen de 15-plus-bedrijven zijn er wel enige verschillen in werkgelegenheidontwikke-ling: de stijging van de werkgelegenheid bevindt zich met name bij de bedrijven met 16-50 en 51–100 werknemers. Bij de grootste bedrijven (>100 werknemers) is er daar-entegen sprake van een werkgelegenheidsafname. Kleine bedrijven blijken dus minder fluctuaties te kennen in de werkgelegenheidsont-wikkeling dan grote bedrijven. Ten tijde van de daling van de werkgelegenheid in de voorgaande jaren bleef het werkgelegenheidsverlies bij kleine bedrijven beperkt in te-genstelling tot de grote bedrijven waar de werkgelegenheid toen redelijk sterk was af-genomen. In 2005 stabiliseert de werkgelegenheid in de metaalbewerking zich, maar is er in de kleine bedrijven net als in voorgaande jaren nog steeds sprake van een lichte afname.

8 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 9: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

II

Personele bezetting Leeftijdsopbouw • Gemiddelde leeftijd verder omhoog naar 38,6 jaar

• 12,6% is jonger dan 25 jaar • 9,9% is ouder dan 55 jaar

Ontgroening en vergrijzing • Verdere ontgroening en vergrijzing: aandeel jongeren (<25) iets afge-nomen en aandeel 55+ toegenomen

Functies en beroepen • 67% heeft een technisch uitvoerend beroep • Verdere relatieve afname omvang technische uitvoerend personeel en

(meewerkend) leidinggevenden

Vrouwen • 13% vrouwen in de metaalbewerking • Vrouwen werken hoofdzakelijk in ondersteunende functies • Aandeel vrouwen in technische functies is wederom afgenomen • Aandeel jonge vrouwen (<25) in technische functies echter stabiel

Verdere vergrijzing en ontgroening

Figuur 5 geeft de leeftijdsopbouw in de branche weer op 1 januari 2006. Het aandeel van de groep ouder dan 34 jaar is 63%. Het aandeel van de groep jonger dan 35 jaar is 37%. Figuur 5 Leeftijdsopbouw werknemers 2006

32%

25%

21%

13%

10%

< 25 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55+

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 9

Page 10: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Het aandeel jongeren (<25) is in het afgelopen jaar afgenomen. Daarmee is de dalende lijn van de afgelopen jaren – na een stabilisatie vorig jaar - weer verder voortgezet. Het aandeel ouderen (55+) in de branche is afgelopen jaar opnieuw iets toegenomen tot ongeveer 10%. In ruim tien jaar tijd is het aandeel van deze groep verdubbeld. Figuur 6 Aandeel jongeren en ouderen in de metaalbewerking 1994-2006

4,9% 5,4%

8,0%8,8% 9,2%

9,9%

16,2%15,3%

13,3% 12,7% 12,8% 12,6%

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

16%

18%

1 januari1994

1 januari1999

1 januari2003

1 januari2004

1 januari2005

1 januari2006

Ouderen (55+) Jongeren (<25)

De gemiddelde leeftijd van de werknemers in de metaalbewerking is momenteel 38,6 jaar: dit betekent dat de gemiddelde leeftijd opnieuw is toegenomen. Figuur 7 Gemiddelde leeftijd werknemers in de metaalbewerking 1994-2006

38,6 jaar

38,2 jaar

37,9 jaar

37,5 jaar

35,7 jaar

35,3 jaar

1994 1999 2003 2004 2005 2006

10 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 11: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Vergelijking van vergrijzing en ontgroening in de metaalbewerking met andere sectoren en branches levert hetzelfde beeld op als vorig jaar.

• De omvang van vergrijzing bevindt zich in de metaalbewerking met 10% 55+ers en 31% 45+ers boven het gemiddelde binnen de mkb-sectoren. Bij sectoren die gemiddeld scoren, zoals zakelijke dienstverlening en de autobranche, bedraagt het aantal 45+ers ongeveer 25%.1

• Vergeleken met de metalektro (metaalindustrie) is de positie van de metaalbe-werking gunstiger. De metalektro heeft relatief minder jongeren en meer oude-ren. De ontgroening en vergrijzing zijn in de metalektro dus sterker dan in de metaalbewerking2.

• Vergeleken met de installatietechniek is de positie van de metaalbewerking weer ongunstiger. De installatiebranche kent relatief meer jongeren en iets minder ouderen dan de metaalbewerking. Zowel de ontgroening als de vergrijzing zijn in de installatietechniek dus wat minder sterk dan in de metaalbewerking.

Bij kleine bedrijven relatief meer jonge werknemers

Op het moment werken ongeveer 17.500 jongeren (<25 jaar) in de branche. Absoluut gezien werken jongeren vaker bij grote bedrijven dan bij kleine bedrijven. Dit is ui-teraard logisch aangezien bij de grote bedrijven 65% van de werkgelegenheid is gecon-centreerd. Figuur 8 Aantal werknemers in leeftijdsklassen naar grote en kleine bedrijven

20.895

21.609

20.470

14.019

12.682

9.506

9.142

8.999

7.981

4.706

< 25 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55+

Kleine bedrijven (t/m 15 wns)

Grote bedrijven (> 15 wns)

Als bovenstaande echter relatief wordt bezien, dan blijkt dat jongeren juist vaker bij kleine bedrijven werken (zie figuur 8). Wat betreft de vergrijzing (55+ers) is er relatief gezien nauwelijks verschil tussen grote en kleine bedrijven.

1 C. Hoogendijk, Koers-MKB, Koninklijke Vereniging MKB-Nederland, 2005. 2 Arbeidsmarktmonitor Metalektro 2004, ROA, juni 2005.

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 11

Page 12: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Figuur 9 Verdeling leeftijdscategorieën werknemers naar kleine en grote bedrijven 2006

33,0%

28,9%

26,1%

23,9%

22,6%

18,8%

16,4%

10,5%

9,7% 9,9%

< 25 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55+

Kleine bedrijven (t/m 15 wns)

Grote bedrijven (> 15 wns)

Functiestructuur

Ongeveer tweederde (67%) van alle werknemers in de metaalbewerking behoort tot het technisch uitvoerend cluster. Dit betreft met name functies in: • algemene productietechniek, machinebediening; • machinebouw, samenbouw, installatie; • constructie. Tabel 1 Functiestructuur metaalbewerking 2006

Beroepenstructuur Aantal % Relatieve groei

Directie, management1 5.906 4,3% +1,6%

Ondersteuning 24.212 17,4% +0,7%

Technisch uitvoerend 93.266 67,1% -0,2%

(Meewerkend) Leidinggevend 5.887 4,2% -2,6%

Overig 9.642 6,9% +2,4%

Onbekend 96 0,1% -

Totaal 139.009 100% +0,2%

Ten opzichte van vorig jaar is het aantal werknemers met een technisch uitvoerende functie en het aantal meewerkend leidinggevenden afgenomen. Met name de relatief grote afname van het aantal (meewerkend) leidinggevenden is opvallend (-2,6%). In alle andere clusters is het aantal werknemers juist toegenomen. Binnen alle leeftijdsklassen vormt het technisch uitvoerend personeel de grootste groep. Het aandeel technische uitvoerende functies neemt af naarmate de leeftijd toeneemt.

1 Directieleden/eigenaren van bedrijven kunnen zich aanmelden bij Mn Services voor de opbouw van pen-sioenrechten, maar hoeven dit niet te doen. Uit het aantal personen in het cluster directie/management blijkt dat slechts een deel dit doet.

12 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 13: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Daarnaast werken relatief veel jongeren (17%) in ‘overige’ functies. Dit zijn hoofdzake-lijk algemeen medewerkers, alsmede zaterdag- en vakantiehulpen. Dit aandeel is iets toegenomen. Overigens bleek uit een onderzoek van OOM onder snelle uitstromers dat er mogelijk meer technici in de branche werkzaam zijn dan op basis van de beroepengegevens van Mn Services naar voren komen1. Zo waren er in betreffend onderzoek werknemers die volgens eigen zeggen een technische functie hadden terwijl zij bij Mn Services niet als zodanig waren ingedeeld. Deze werknemers waren bij ondersteunende en overige be-roepen ingedeeld. Het gaat hier echter niet om zeer grote aantallen. Overzicht 1 Beroepen en functies met een bovengemiddeld aandeel naar leeftijd

2006

<25 jaar 55+

• Constructie(bank)werken • Algemeen productiemedewerkers • Machinebouw, samenbouw, assemblage • Overige, technische beroepen • Algemeen medewerkers, zaterdaghulpen

• Directie, management • Technisch (meewerkend) leidinggevend • Verspaning • Lassen • Financieel/administratief ondersteunend • Logistiek uitvoerend en (meewerkend) leiding-

gevend • Inkoop/verkoop (meewerkend) leidinggevend • Overige, niet-technische beroepen • Technisch adviserend • Facilitair ondersteunend

Structurele afname technisch uitvoerend personeel zet verder door

Ook dit jaar is het aantal technisch uitvoerende werknemers weer iets verder afgeno-men. De structureel dalende trend – die vorig jaar ook al werd geconstateerd - zet zich dus verder voort. De onderzoekers kunnen terugkijken tot 1999: toen was nog 71% van de werknemers werkzaam in technisch uitvoerende beroepen en vanaf 1999 is dit aandeel elk jaar iets afgenomen. Ondertussen gaat het om 2.681 minder uitvoerende technici (-2,8%) ten opzichte van 1999 (zie ook bijlage 2). Binnen het technisch cluster valt met name de afname in het beroepencluster kwali-teitscontrole/testen op: het aantal werknemers in dit cluster is met 26% afgenomen, terwijl er vorig jaar nog sprake was van een toename. In dit cluster zijn relatief veel vrouwen werkzaam. Gemiddeld is het aandeel vrouwen in technisch uitvoerende beroepen 4%, in het cluster kwaliteitscontrole/testen bedraagt dit 9% in 2006. Verder zijn het afgelopen jaar relatief meer vrouwen dan mannen uit dit cluster gestroomd.

1 Achtergronden en motieven snelle uitstroom Metaalbewerking 2004, DIJK12 Beleidsonderzoek (december 2005). Het betrof hier een onderzoek onder alle snelle uitstromers tot 55 jaar uit de metaalbewerking.

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 13

Page 14: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Overigens betreft het al met al relatief kleine aantallen in dit cluster. Technisch uitvoerend personeel: daling vooral onder jongeren

Met name jongeren tot 25 jaar hebben steeds minder vaak een technisch uitvoerend beroep. In 1999 had 81% van de jongeren een technisch uitvoerend beroep. Momenteel betreft dit 72%. Absoluut gezien betekent dit een afname van een kwart (4.000 werk-nemers). Figuur 10 Aandeel werknemers met technisch uitvoerend beroep naar leeftijd in 1999

en 2006

< 25 jaar 25 – 34 jaar > 35 jaar

81%

75%

72%

72%

66%

64%

1999 2006 1999 2006 1999 2006 Structurele daling meewerkend leidinggevenden

Het aantal meewerkend leidinggevenden is vanaf 2003 afgenomen. De daling is verhou-dingsgewijs sterker dan de daling van het aantal technisch uitvoerenden. Figuur 11 Afname technisch uitvoerenden en meewerkend leidinggevenden in indexcij-

fers

85

90

95

100

105

1 januari 1999 1 januari 2003 1 januari 2004 1 januari 2005 1 januari 2006

Meewerkend leidinggevenden Technisch uitvoerenden

14 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 15: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Bij mogelijke verklaringen voor de relatief grote afname van het aantal meewerkend leidinggevenden kan onder meer worden gedacht aan het volgende.

• Ten eerste kan dit een puur administratieve/registratieve oorzaak hebben: be-drijven geven de specifieke functies voor meewerkend technisch leidinggeven-den gewoon niet meer door aan het pensioenfonds MN Services.

• Een andere mogelijke oorzaak kan zijn dat de daling het gevolg is van de daling van het aantal technisch uitvoerenden. Indien er minder uitvoerenden zijn, be-hoeft dat ook minder leiding. Deels zal dit opgaan, maar de daling van de mee-werkend leidinggevenden is beduidend groter dan de daling van het aantal uitvoerenden.

• De ‘span of control’ kan zijn toegenomen. In plaats van bijvoorbeeld leiding te geven aan twee mensen, geeft de leidinggevende nu leiding aan bijvoorbeeld vier mensen.

• Verder kan het zo zijn dat bedrijven meer zelfstandig functionerende technici zijn gaan aannemen, die zodanig zelfstandig kunnen werken dat een meewer-kend leidinggevende overbodig wordt. In dat geval is de daling van meewerkend leidinggevenden een gevolg van de hogere eisen aan technici in het algemeen (zowel qua instrumentele/technische competenties als voor wat betreft de al-gemene houdings- en sociaal-normatieve aspecten).

Structurele wijzigingen binnen het technisch uitvoerend cluster

Binnen het technisch cluster is er een aantal functies dat los van de conjuncturele ont-wikkeling structureel toe- en afneemt. Dit werd vorig jaar al geconstateerd en blijkt zich dit jaar verder voort te zetten. Een structurele afname van het aantal werknemers vindt met name plaats binnen de constructie en algemene productietechniek/machinebediening. De personele omvang van functies in engineering, ICT/automatisering laten daarentegen een structurele stijging zien. Dit betreft over het algemeen functies op MBO-4 en HBO-niveau. De niveauverhoging is dus zichtbaar in de cijfers.

• Constructie • Productietechniek/machinebediening • Ambachtelijke beroepen

• Engineering • ICT/automatisering

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 15

Page 16: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Ten opzichte van vorig jaar is verspaning weggevallen bij de ‘structurele dalers’. Nadat het aantal verspaners gedurende een langere periode afnam, was er vorig jaar een (zeer) lichte stijging te zien. Vorig jaar was het nog de vraag of het hier een trendbreuk betrof. Dit jaar is het aantal verspaners opnieuw (zeer) licht toegenomen en het lijkt dus inder-daad om een trendbreuk te gaan. Bepaalde vakgebieden zijn sterker vergrijsd

Bij een aantal van de hierboven genoemde beroepsgroepen wordt de afname van het aantal werknemers (deels) veroorzaakt door vergrijzing. Bij deze beroepsgroepen beho-ren namelijk beroepen die sterker vergrijsd zijn dan andere. De volgende technische beroepen kennen een hoge gemiddelde leeftijd en zijn dus ster-ker vergrijsd:

• kwaliteitscontrole, testen; • gieten; • verspaning; • constructiewerkers automobiel; • machinebedieners; • lassers.

Opvallend is dat onder deze beroepen de meer traditionele kern van de metaalbewer-king zit, zoals verspaners en lassers. Ten opzichte van vorig jaar doen zich hier geen ver-anderingen voor. Afname van vrouwen, toename van mannen

Er werken bijna 18.000 vrouwen in de branche: dit is 13% van het personeelsbestand. Het aantal vrouwen is in vergelijking met vorig jaar licht afgenomen (-0,4%), terwijl het aantal mannen juist licht is toegenomen (+0,3%). De stabilisering/lichte groei van de werkgelegenheid komt dus uitsluitend door een toe-name van het aantal mannen. Aangezien het hier om zeer kleine aantallen gaat, is de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in de branche hetzelfde gebleven, namelijk 87% / 13%. Het CBS meldt overigens dat er anno 2005/2006 juist méér vrouwen actief zijn op de arbeidsmarkt. Dit geldt echter met name voor de sectoren gezondheidszorg, onderwijs en openbaar bestuur.1 De toename is waarschijnlijk nauwelijks aan de orde in techni-sche sectoren. Verder blijkt het volgende ten aanzien van de vrouwen in de branche.

• Vrouwen werken het meest in ondersteunende functies (71% van hen). Een vijf-de (20%) heeft een technisch uitvoerende functie.

1 Webmagazine CBS, februari 2005.

16 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 17: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

• Bijna driekwart van alle vrouwen in de branche (72%) werkt parttime. Met betrekking tot vrouwen in de techniek speelt de volgende ontwikkeling.

• Het aandeel vrouwen met een technisch uitvoerend beroep loopt vanaf 1999 gestaag terug.

• Ook ten opzichte van vorig jaar is dit aandeel verder afgenomen, van 21% naar 20%.

• Meer dan een halvering van het aandeel jonge vrouwen (<25 jaar) met een technisch uitvoerend beroep in de periode 1999-2005. Tussen 2005 en 2006 is dit aandeel echter gelijk gebleven.

Figuur 12 Aandeel vrouwen in technisch uitvoerende beroepen 1999 en 2006

Alle vrouwen Vrouwen < 25 jaar

25%

20%

6%

2% 1999 2006 1999 2006

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 17

Page 18: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

18 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 19: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

III

Arbeidsmarkt Instroom

• Gedurende 2005 zijn zo’n 17.500 werknemers ingestroomd • 37% hiervan is eerder in de branche werkzaam geweest • Het zijn met name jongeren die de branche instromen • Sinds jaren is de instroom weer (iets) groter dan uitstroom

Uitstroom

• Gedurende 2005 hebben zo’n 17.400 werknemers de branche verlaten1 • Uitstroom is ten opzichte van vorig jaar afgenomen • Relatief gezien zijn veel jongeren uitgestroomd

Snelle uitstroom

• Ruim een vijfde van de totale uitstroom heeft maximaal twee jaar in de metaalbewerking gewerkt

• Het aandeel jongeren onder hen is hoog: 40% is jonger dan 25 jaar, van hen heeft 69% een technisch uitvoerend beroep

• Snelle uitstroom is toegenomen, ondanks afname gehele uitstroom

Verwachte uitstroom pensionering

• In 2016 heeft 17,6% van de huidige bezetting de branche verlaten we-gens pensionering

• Vanaf 2008 gaat het om relatief grote groepen werknemers die met pen-sioen zullen gaan

• Vergrijzing vindt met name plaats bij directie, management en (meewer-kend) leidinggevenden

1 Het verschil tussen de instroom en de uitstroom is niet helemaal gelijk aan de eerder genoemde toename van 266 werknemers. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn wijzigingen in de regiotoewijzing sinds vorig jaar en het feit dat in figuur 2 het aantal ‘banen’ wordt weergegeven, terwijl het bij in- en uitstroom het aantal ‘werknemers’ betreft. Ook kunnen opschonings - en administratieve activiteiten van Mn Services een rol spelen.

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 19

Page 20: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Minder dynamiek op de arbeidsmarkt branche: iets minder in- en uitstroom

Tussen 1 januari 2005 en 1 januari 2006 zijn in totaal ruim 17.500 werknemers de branche ingestroomd en hebben tegelijkertijd zo’n 17.400 werknemers de branche ver-laten. Dit is – zowel absoluut als relatief - beduidend minder in- en uitstroom dan in het voorgaande jaar: er is dus minder dynamiek geweest dan in 2004. Er is meer economische groei in 2005 dan in 2004 en alhoewel op grond hiervan een toename in de dynamiek verwacht zou mogen worden, is het tegendeel dus het geval: de dynamiek is minder geworden. In dit kader is het volgende op te merken.

• De werkgelegenheid is in 2005 niet enorm gegroeid (+0,2%). Instroom van nieuwe werknemers is dus vooral het gevolg geweest van een vervangingsvraag van bedrij-ven en nauwelijks van een uitbreidingsvraag. Dit verklaart de beperkte instroom. Daarbij is het denkbaar dat bedrijven in de eerste periode van economische groei gebruik hebben gemaakt van uitzendkrachten. Dit omdat eerder al bleek dat de om-zet in de technische uitzendbranche is gestegen in de eerste tien maanden van 2005.

• In 2004 hebben met name grote bedrijven in de metaalbewerking personeel afge-stoten1. Het is aannemelijk dat dit een extra grote uitstroom in 2004 heeft veroor-zaakt en dat deze uitstroompiek - nu de economie weer aantrekt - voorbij is: de uitstroom in 2005 is dan ook ongeveer weer even groot als vóór 2004.

Tabel 2 Instroom en uitstroom werknemers 2003 - 2005

Aantal 2003 2004 2005

Instroom 13.079 19.087 17.508

Uitstroom 17.832 20.634 17.405

Netto -4.753 -1.547 +103

Voor het eerst sinds een aantal jaren is de instroom iets groter dan de uitstroom. Dit betekent dat in 2005 branchegeneriek gezien alle uitgestroomde werknemers zijn ver-vangen door nieuw personeel en dat zelfs nog wat extra werknemers zijn aangenomen. Dit is een vooruitgang ten opzichte van 2004 en 2003 waarin respectievelijk 93% en 73% van het uitgestroomde personeel werd vervangen. Dit strookt uiteraard met de eerdere constatering dat de werkgelegenheid voor het eerst sinds 2003 niet verder is gedaald, maar licht is gegroeid. Als de dynamiek in instroom en uitstroom wordt bezien, dan is die net als vorig jaar het sterkst bij:

• de groep jongeren (<25); • de ‘overige’ functies; • kleine bedrijven; • vrouwen.

1 Zie pagina 7 van Arbeidsmarkt Metaalbewerking. Cijfers en trends 2004. DIJK12 Beleidsonderzoek, 2005.

20 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 21: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Het is opvallend dat de in- en uitstroom bij kleine bedrijven relatief het grootst is, ter-wijl de werkgelegenheid hier juist dalend is. Instromers steeds ouder

In 2005 zijn ongeveer 17.500 werknemers ingestroomd: dit is bijna 13% van het totale aantal werknemers. Van hen is 86% man en 14% vrouw. De instroom was zowel absoluut als relatief gezien kleiner dan in 2004, maar groter dan in 2003. Tabel 3 Totale instroom metaalbewerking 2003 - 2005

2003 2004 2005

Aantal instromers 13.079 19.087 17.508

Totale werkgelegenheid 1/1/2004 140.379 - -

Totale werkgelegenheid 1/1/2005 - 138.743 -

Totale werkgelegenheid 1/1/2006 - - 139.009

% op totale werknemersbestand 9,3% 13,8% 12,6%

In absolute zin zijn het net als in 2004 en 2003 met name jongeren die de branche in-stromen: 60% is jonger dan 35 jaar en 33% jonger dan 25 jaar. Het aandeel jongere instromers <35 jaar is sinds 2003 echter wel kleiner geworden en de gemiddelde leeftijd steeds hoger. De instromers zijn dus gemiddeld wat ouder dan twee jaar geleden. Figuur 13 Leeftijdsopbouw instromers in 2003 en 2005

36% 33%

28%

27%

24%

22%

12%

10%

5%

3%

< 25 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55+

2003

2005 Een mogelijke verklaring hiervoor is dat bedrijven proberen het verlies aan vakmanschap en ervaring als gevolg van (toekomstige) vergrijzing te compenseren door juist meer er-varen en dus oudere mensen aan te trekken. Ook in de Bedrijvenmonitor Metaalbewer-king 2005 werd bevestigd dat bedrijven veelal ervaren krachten werven.

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 21

Page 22: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Mogelijk zegt bovenstaande daarnaast iets over de vijver waaruit bedrijven vissen voor het verkrijgen van personeel. De werving van ouderen geeft namelijk tevens een indica-tie van het gebrek aan kwalitatief goede jongeren op de arbeidsmarkt. Zo heeft 37% van de instromers al eerder in de branche gewerkt en is dus een ‘ervaren’ kracht te noemen. Dit is iets minder dan in 2004 (39%). De hogere gemiddelde leeftijd van de instromers wordt echter maar deels verklaard door het aantrekken van meer ervaren krachten. De ervaren instromer zelf is namelijk ook gemiddeld ouder dan de ervaren instromer van twee jaar geleden (zie figuur 13). Het lijkt er dus op dat bedrijven steeds oudere ervaren krachten aannemen. Deze oudere instroom draagt mede bij aan de verdere ontgroening en vergrijzing in de branche. Figuur 14 Gemiddelde leeftijd instromers 2003-2005

30,130,6 30,7

33,434,1

34,9

31,031,9 32,2

27282930313233343536

2003 2004 2005

nieuwe instromers ervaren instromers Alle instromers

Aangaande de instromers die eerder in de branche hebben gewerkt, blijkt verder het volgende.

• Deze instromers hebben vaker een technisch uitvoerende functie dan de ‘nieuwe’ instromers, die meer in de ondersteunde functies werkzaam zijn.

• Meer specifiek zijn er relatief veel ‘ervaren’ instromers in de beroepen: (meewer-kend) leidinggevende (56%), verspaning (51%), constructie (52%) en storing en onderhoud (41%).

• Het blijkt dat naarmate metaalbewerkingsbedrijven kleiner zijn, meer werkne-mers met branche-ervaring zijn ingestroomd. Kleinere bedrijven vragen dus rela-tief vaker ervaren en dus oudere krachten dan grotere bedrijven.

Uitstroom gedaald

Gedurende 2005 hebben ruim 17.000 werknemers (13%) de branche verlaten. De uit-stroom was zowel in absolute en in relatieve zin beduidend lager dan in 2004 en onge-veer gelijk aan die in 2003.

22 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 23: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Van de uitstromers is 86% man en 15% vrouw. De uitstroom van vrouwen is net als in het voorgaande jaar in verhouding iets groter dan die van mannen. Tabel 4 Totale uitstroom metaalbewerking 2003 - 2005

2003 2004 2005

Aantal uitstromers 17.832 20.634 17.405

Totale werkgelegenheid op 1 januari 144.993 140.379 138.743

% op totale werknemersbestand 12,3% 14,7% 12,5%

Net als vorig jaar is - vergeleken met de gemiddelde leeftijdsopbouw - het aandeel 55+ers en het aandeel jongeren (<25 jaar) onder de uitstromers relatief hoog. Het aan-deel jongere uitstromers is zelfs iets groter geworden (21% in 2005). Het aandeel uitstromers in de leeftijd tussen 35-54 jaar is juist relatief laag. Deze groep is dus wederom wat honkvaster. Figuur 15 Leeftijdsopbouw uitstromers in 2005

27%

25%

22%

13%

12%

< 25 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55+ Verder blijkt ten aanzien van de uitstroom het volgende.

• De verdeling van uitstromers over de verschillende functiegroepen is onveran-derd.

• In absolute aantallen is de grootste groep uitstromers uiteraard technisch uit-voerend. Net als vorig jaar is echter: - de uitstroom binnen de ‘overige’ functies hoger dan gemiddeld; - de uitstroom binnen de groep ‘technisch uitvoerend’ lager dan gemiddeld.

• Bij de kleine metaalbewerkingsbedrijven zijn relatief meer werknemers uitge-stroomd dan bij de grote bedrijven in de branche.

• De uitstroom is naar verhouding het grootst is geweest in de regio’s Zee-land/West-Brabant en Rijnstreek/Haaglanden (in beide regio’s 14% van alle werknemers). De uitstroom was relatief het kleinst in Overijssel/Noordoostpolder (10%).

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 23

Page 24: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

24 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Meer snelle uitstromers binnen de uitstroom

Speciale aandacht is gegeven aan uitstroom van werknemers die vrij kort (maximaal 2 jaar) in de metaalbewerking hebben gewerkt. In dit rapport wordt dit aangeduid als ‘snelle uitstroom’. Van de totale uitstroom in 2005 heeft 22% (ruim 3.500 werknemers) maximaal twee jaar in de branche gewerkt. In 2004 was het aandeel snelle uitstromers nog 19% van de totale uitstroom. Ten opzichte van vorig jaar is de snelle uitstroom - absoluut gezien - kleiner dan in 2004, maar relatief gezien groter dan vorig jaar: een groter gedeelte van de uitstromers is binnen twee jaar uit de branche weggegaan. Figuur 16 Leeftijdsopbouw snelle uitstromers binnen twee jaar en totale uitstroom

2005

39,7%

27,3%27,9%

25,4%

21,8%

19,1%

13,3%

12,2%

9,4%

3,8%

< 25 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55+

Totale uitstroom

Snelle uitstroom

Ten aanzien van de snelle uitstroom dit jaar blijkt verder het volgende.

• Er zijn 1.484 jongeren (<25 jaar) snel uitgestroomd. Hiermee is de snelle uit-stroom onder jongeren ten opzichte van 2004 iets afgenomen van 40,3% naar 39,7%. Uitgaande van het uitstroomonderzoek mag echter worden aangenomen dat het percentage jongere technici (<25 jaar) dat ook nog vrijwillig is uitge-stroomd (dus niet ontslagen) ongeveer 20% zal zijn.

• Verder lijkt er een stijgende trend te zijn in het aandeel snel uitgestroomde technisch uitvoerenden: dit aandeel is sinds 2003 elk jaar iets toegenomen van 60,3% naar 62,2% in 2005 (2.323 werknemers). Voor het afgelopen jaar geldt dat deze toename niet wordt veroorzaakt door meer snelle uitstroom van jonge-re technici (<25 jaar), aangezien hun aandeel juist is afgenomen.

Page 25: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Figuur 17 Functiegroepen van snelle uitstromers in 2003, 2004 en 2005

62,2%

61,2%

60,3%

21,5%

20,2% 20,8%

14,1%

12,2%

11,1%

4,0% 3,0% 3,1%

2,3% 2,0% 1,9%

Directie, management

Ondersteunend Technisch uitvoerend

(Meewerkend) leidinggevende

Overig

2003

2004

2005

Andere (mogelijke) trends zijn afnemende snelle uitstroom van meewerkend leidingge-venden en de functiegroep ‘overig’ en toenemende snelle uitstroom van direc-tie/management. Volgend jaar zal moeten worden bezien of dit inderdaad trends be-treft. Vrijwilligheid snelle uitstroom

Enige tijd bestond in de branche de gedachte dat snelle uitstroom met name jonge technici betrof die vrijwillig de branche verlieten en dat men dus investeerde in een groep die onvoldoende rendeerde. Uit het eerder genoemde onderzoek onder snelle uit-stromers kwam echter naar voren dat de groep snelle uitstromers gedifferentieerd is te noemen.

• Niet alle snelle uitstromers zijn vrijwillig weggegaan: de helft is ontslagen en is dus niet vrijwillig weggegaan.

• Een vijfde van alle snelle uitstromers betrof vrijwillig vertrokken jongere technici (<25 jaar). Ongeveer 80% van de snelle uitstroom behoorde dus niet tot deze groep: het zijn dus niet altijd de jongere technici die vrijwillig zijn weggegaan.

• Verder was er een groep snelle uitstromers (ongeveer 10% van alle snelle uit-stromers) die ook beoogd hadden tijdelijk in de branche te werken, zoals stagiai-res, vakantiekrachten, e.d.

Mogelijke achtergronden van relatieve toename snelle uitstroom

Van alle werknemers die zijn uitgestroomd is in vergelijking met vorig jaar dus een gro-ter gedeelte snel (dus binnen twee jaar) uitgestroomd. De vraag is nu waardoor dit is veroorzaakt. Allereerst is het waarschijnlijk dat het niveau van de snelle uitstroom nog relatief hoog ligt door de onzekere economie. Bedrijven houden daardoor de flexibiliteit in de perso-neelsbezetting (nog) vast. Uit uitstroomonderzoek in 2005 onder snelle uitstromers

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 25

Page 26: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

bleek dat van de helft van deze snelle uitstromers het contract niet was verlengd c.q. was ontslagen.

Verder is de groep snelle uitstromers relatief gestegen ten opzichte van vorig jaar. Mo-gelijke verklaringen hiervoor zijn:

1. De relatief lage kwaliteit van de instroom is weer oorzaak van snelle uitstroom. Uit de bedrijvenmonitor van mei 2005 komt een beeld naar voren van bedrijven die naarstig zoeken naar met name gekwalificeerde technici, maar die niet kun-nen vinden. Vacatures stonden redelijk lang open c.q. werden niet vervuld. Bo-vendien: de meeste nieuw aangenomen technici moesten meteen worden bijge-schoold en 15% van de ondervraagde bedrijven gaf aan technici te hebben aan-genomen, die niet voldeden aan het functieprofiel. Indien dan na een tijdje ‘sleutelen’ blijkt dat mensen uiteindelijk toch niet voldoen, stromen zij weer uit.

2. Het omgaan met en het vasthouden van (kwalitatief goede) jongeren lijkt steeds lastiger te worden. Hoewel jonge technici over het algemeen (zeer) tevreden zijn over begeleiding en sfeer bij bedrijven, stromen ze toch te vaak vrijwillig weer snel uit. Dat heeft dan vooral te maken met salaris en functie-inhoud (niet leuk, saai, weinig uitdaging). Ze verlaten dan overigens vaak niet alleen het metaal-bewerkingsbedrijf, maar ook een beroep in de techniek (zie bijlage 2 voor een overzicht van vertrekredenen).

3. Nu de economie en de arbeidsmarkt weer wat aantrekken, doen zich natuurlijk ook elders meer mogelijkheden voor. Mensen die recentelijk zijn ingestroomd in de metaalbewerking en het toch niet geheel bevalt, krijgen nu meer mogelijkhe-den hun kans te grijpen.

Druk als gevolg van pensioneringsgolf verder toegenomen

Een belangrijk aspect voor de toekomstige arbeidsmarkt betreft de pensioneringsgolf. De komende jaren zal de generatie van na 1945 - de babyboomers - met pensioen gaan. Dit betreft grotere aantallen dan in het verleden het geval was. Bedrijven zullen dus in de nabije toekomst met deze uitstroom worden geconfronteerd. Nagegaan is over welke omvang het gaat voor de komende tien jaar, alsook welke groepen het betreft. Uit-gangspunt hierbij is een gemiddelde pensioensgerechtigde leeftijd van 61 jaar. Over tien jaar zal 17,6% van de huidige werknemers de branche uitstromen door pensi-onering.

26 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 27: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Tabel 5 Verwachte uitstroom als gevolg van pensionering t/m 2016

Leeftijd Jaar dat men uitstroomt (gemiddeld)

Aantal % op totaal aantal werknemers Cumulatief

>60 jaar 2006 1564 1,2% 1,2%

60 jaar 2007 808 0,6% 1,8%

59 jaar 2008 2199 1,6% 3,4%

58 jaar 2009 2179 1,6% 5,0%

57 jaar 2010 2294 1,7% 6,7%

56 jaar 2011 2361 1,7% 8,4%

55 jaar 2012 2300 1,7% 10,1%

54 jaar 2013 2289 1,6% 11,7%

53 jaar 2014 2591 1,9% 13,6%

52 jaar 2015 2625 1,9% 15,5%

51 jaar 2016 2863 2,1% 17,6%

De pensioendruk neemt met de jaren steeds verder toe. In 2003 was de verwachte uit-stroom door pensionering nog rond de 15%, nu is dat 17,6%. Met name vanaf 2008 zullen grotere aantallen werknemers met pensioen gaan. Figuur 18 Verwachte uitstroom door pensionering over 10 jaar 2003-2006

15,1%

16,1%16,5%

17,6%

14,0%

14,5%

15,0%

15,5%

16,0%

16,5%

17,0%

17,5%

18,0%

2003 2004 2005 2006

Verwacht aandeel uitstroom door pensionering over 10 jaar

Uit de Bedrijvenmonitor Metaalbewerking 2005 blijkt dat bedrijven de pensionerings-golf redelijk in beeld lijken te hebben. Als bedrijven in de komende 5 jaar hiermee te maken krijgen, denken ze zich dit ook bewust te zijn. Overigens blijkt dat slechts een derde van de bedrijven die met de pensioneringsgolf te maken krijgt dit als een (groot) probleem beschouwt. Tweederde ziet het dus niet als een probleem, meestal omdat zij de opvolging van de vertrekkende werknemers al heb-ben geregeld.

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 27

Page 28: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

In het volgende overzicht wordt weergegeven in welke beroepen en functies bedrijven bovengemiddeld en benedengemiddeld te maken krijgen met de pensioneringsgolf. Overzicht 2 Benedengemiddeld en bovengemiddeld aandeel verwachte uitstroom

door pensionering binnen beroepen t/m 2015 (gemiddeld = 17,6%, met een bandbreedte van 2%)

Benedengemiddeld Bovengemiddeld Gemiddeld

• Automatisering/ICT (5,3%) • Storing & onderhoudsmonteurs

auto’s/motoren (5,4%) • Montage vliegtuigbouw, auto en

rijwielen (9,7%) • Tekenen (10,2%) • Ontwerpen (10,4%) • Commercieel (10,7%) • Automobiel (11,1%) • Machinebouw, samenbouw, in-

stallatie (12,0%) • Storing & onderhoudsmonteurs

WTB + EI (12,4%) • Werkvoorbereiding, calculatie

(12,5%) • Administratief verzorgend (12,9%) • Machinebedieners, operators

(12,9%) • Algemeen medewerker, zaterdag-

hulp/vakantiekracht (13,0%) • (13,4%) Installatie• Algemeen productiemedewerkers

(13,5%)

• Technisch adviserend (35,5%) • Algemene directie (33,4%) • Technisch meewerkend leiding-

gevend (31,0%) • Facilitair ondersteunend

(30,5%) • Inkoop/verkoop meewerkend

leidinggevend (27,3%) • Overige beroepen niet-

technisch (26,5%) • Overig management (25,4%) • Logistiek meewerkend leiding-

gevend (24,9%) • Technisch manage-

ment/bedrijfsleiding (23,4%) • Gieten, modelmaken (22,8%) • Financieel, administratief

(22,7%)

• Lassen (17,5%) • Logistiek uitvoerend (17,8%) • Verspaning (17,9%) • Ambachtelijk, specialistische

beroepen (17,9%) • Scheepsbouw (15,6%) • Kwaliteitscontrole, testen

(16,8%) • Constructie/bankwerken

(18,4%) • Overige beroepen technisch

(17,8%) • Inkoop/verkoop uitvoerend

(17,3%)

e uitstroom van directie/management en (meewerkend) leidinggevenden blijft een Dspeciaal aandachtspunt in de pensioneringsproblematiek vormen. Dit mede in verband met leidinggeven/management en opvolging en instandhouding van bedrijvigheid in de toekomst.

28 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 29: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

BIJLAGE 1

Verantwoording en definities De gegevens in deze rapportage zijn afkomstig van Mn Services (pensioenfonds). Het betreft standcijfers met betrekking op de peildatum 1 januari van de jaren 1994, 1999, 2003, 2004, 2005 en 2006. De nadruk ligt in de rapportage op de jaren 2005-2006. Voor wat betreft ontwikkelin-gen wordt tevens gekeken naar voorgaande jaren. In de bestanden van Mn Services zijn de zelfstandigen zonder personeel - de zgn. zzp-ers - niet opgenomen. Deze zijn dan ook buiten beschouwing gelaten. Omdat zzp-ers wel bij OOM geregistreerd zijn, bestaat enige discrepantie tussen gepre-senteerde gegevens en gegevens uit de OOM-administratie. Verder dient te worden opgemerkt dat een kleine groep werknemers meerdere dienst-verbanden heeft, bijvoorbeeld doordat zij bij twee verschillende bedrijven werken. Op 1 januari 2006 betreft dit 514 werknemers (0,4%). Wanneer in het rapport over de werk-nemers wordt gesproken, wordt dus gedoeld op de werkgelegenheid, het aantal banen. eroepen

beroepenclusters zijn geanalyseerd op basis van de functie waarmee werk-

lgemene medewerkers’, ‘schoonma-

leine en grote bedrijven

onderscheid gemaakt tussen kleine en grote bedrijven. On-

B

Beroepen ennemers staan ingeschreven bij Mn Services. De technische functies zijn geclusterd over-eenkomstig de structuur van het Handboek Beroepsprofielen Metaal van A+O/OOM van 2001 en zullen dus waarschijnlijk aansluiten bij de nieuwe Kwalificatiestructuur Metaal, die onder meer wordt gebaseerd op het Handboek. In de categorie ‘overige beroepen’ bevinden zich ‘akers’ en dergelijke. K

In de rapportage wordt soms der kleine bedrijven wordt verstaan bedrijven tot en met 15 werknemers. Grote bedrij-ven hebben meer dan 15 werknemers in dienst.

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 29

Page 30: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Regio

Op onderdelen worden soms vergelijkingen en overzichten gegeven naar regio. Dit be-treft de tien regio’s die OOM hanteert. Instroom, uitstroom, snelle uitstroom

Onder instroom wordt verstaan: werknemers die op 1 januari van een betreffend jaar bij Mn Services staan ingeschreven en op 1 januari van het voorgaande jaar niet. De analyses hebben uitsluitend betrekking op werknemers die zijn ingestroomd tussen de peildata:

• 1 januari 2004 en 1 januari 2005 ( = instroom 2004) • 1 januari 2005 en 1 januari 2006 ( = instroom 2005)

Onder uitstroom wordt verstaan: werknemers die op 1 januari van een betreffend jaar bij Mn Services staan ingeschreven en 1 januari op het daaropvolgende jaar niet meer. De gegevens hebben dus niet betrekking op werknemers die tussen twee peildata in de branche zijn gaan werken én ook weer uit de branche zijn gestroomd De analyses hebben uitsluitend betrekking op werknemers die zijn uitgestroomd tussen de peildata:

• 1 januari 2004 en 1 januari 2005 ( = uitstroom 2004) • 1 januari 2005 en 1 januari 2006 ( = uitstroom 2005)

Snelle uitstroom betreft de groep die op 1 januari van het uitstroomjaar minder dan 12 maanden in de branche werkzaam is geweest. Deze groep heeft dus maximaal twee jaar in de metaalbewerking gewerkt. Pensionering: de berekeningen zijn gebaseerd op een gemiddelde pensioengerechtigde leeftijd van 61 jaar. Leeswijzer tabellen en figuren

• In de tabellen en figuren tellen door afrondingen de totalen niet altijd op tot 100%.

• Daar waar binnen deze rapportage over ‘bedrijven’ geschreven wordt dient de lezer in acht te nemen dat het louter om OOM-bedrijven gaat.

• In sommige tabellen en figuren worden gegevens afgezet tegen de jaren 1994, 1999, 2003, 2004 en 2005. De lezer dient hierbij in acht te nemen dat de tijds-intervallen verschillen. Dit kan een enigszins ‘vertekend’ beeld geven in figuren. De jaren 1994 en 1999 zijn met name opgenomen om ontwikkelingen en trends te signaleren en te duiden.

30 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 31: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Bijlage 2

Achtergrondgegevens Bedrijvigheid regionaal

Tabel 6 Bedrijven naar regio 2005 en 2006

2005 2006 Regio

Aantal % Aantal %

Groningen, Friesland, Drenthe 1.274 10,6% 1.249 10,4%

Overijssel, Noord-Oostpolder 1.203 10,0% 1.218 10,2%

Utrecht, Gooi, Flevoland, Veluwe 1.175 9,8% 1.171 9,8%

Gelderland 1.148 9,6% 1.157 9,7%

Limburg 1.160 9,7% 1.153 9,6%

Midden- en Oost-Brabant 1.306 10,9% 1.318 11,0%

Zeeland, West-Brabant 1.304 10,9% 1.280 10,7%

Rijnmond 1.172 9,8% 1.176 9,8%

Rijnstreek en Haaglanden 1.077 9,0% 1.089 9,1%

Noord-Holland 1.168 9,7% 1.155 9,7%

Onbekend 1 0,0% 6 0,1%

Nederland 11.988 100% 11.972 100%

Overzicht 3 Groei en afname bedrijvigheid naar regio 2005-2006

Groei bedrijvigheid Afname bedrijvigheid

• Overijssel, Noord-Oostpolder (+1,2%) • Rijnstreek en Haaglanden (+1,1%) • Midden- en Oost-Brabant (+0,9%) • Gelderland (+0,8%) • Rijnmond (+0,3%)

• Groningen, Friesland, Drenthe (-2,0%) • Zeeland/West-Brabant (-1,8%) • Noord-Holland (-1,1%) • Limburg (-0,6%) • Utrecht, Gooi, Flevoland, Veluwe (-0,3%)

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 31

Page 32: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Overzicht 4 Regio’s met een bovengemiddelde aandeel kleine/grote bedrijven 2006

Bovengemiddeld aandeel kleine bedrijven (t/m 15 werknemers)

Bovengemiddeld aandeel grote bedrijven (>15 werknemers)

• Groningen, Friesland, Drenthe • Utrecht, Gooi, Flevoland, Veluwe • Rijnmond • Noord-Holland • Rijnstreek,Haaglanden

• Limburg • Overijssel, Noord-Oostpolder • Gelderland • Midden- en Oost-Brabant • Zeeland en West-Brabant

Werkgelegenheid regionaal Tabel 7 Werknemers naar regio 2005 en 2006

2005 2006 Toe-/afname Regio

Aantal % Aantal % Aantal

Groningen, Friesland, Drenthe 13.179 9,5% 12.795 9,2% -384

Overijssel, Noord-Oostpolder 16.102 11,6% 16.152 11,6% +50

Utrecht, Gooi, Flevoland, Veluwe 12.223 8,8% 12.502 9,0% +279

Gelderland 13.858 10,0% 14.028 10,1% +170

Limburg 15.966 11,5% 15.756 11,3% -210

Midden- en Oost-Brabant 16.125 11,6% 16.276 11,7% +151

Zeeland, West-Brabant 14.834 10,7% 14.574 10,5% -260

Rijnmond 12.573 9,1% 12.798 9,2% +225

Rijnstreek en Haaglanden 11.183 8,1% 11.450 8,2% +267

Noord-Holland 12.694 9,1% 12.636 9,1% -58

Onbekend 6 0,0% 42 0,0% Nvt

Nederland 138.743 100% 139.009 100% +266

32 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 33: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Tabel 8 Relatieve groei werknemers 2004-2006 naar regio

Regio Relatieve groei ’04 -‘05 Relatieve groei ’05-‘06

Groningen, Friesland, Drenthe -3,0% -2,9%

Overijssel, Noord-Oostpolder -0,3% +0,3%

Utrecht, Gooi, Flevoland, Veluwe -0,6% +2,3%

Gelderland -3,2% +1,2%

Limburg -0,7% -1,3%

Midden –en Oost-Brabant +1,0% +0.9%

Zeeland, West-Brabant -2,3% -1,8%

Rijnmond -0,5% +1,8%

Rijnstreek en Haaglanden -2,5% +2,4%

Noord-Holland +0,1% -0,5%

Nederland -1,2% +0,2%

Tabel 9 Aantal werknemers naar beroepen 2003-2006

2003 2004 2005 2006 Beroepencluster

Aantal % Aantal % Aantal % Aantal %

Directie en (technisch) manage-ment

6.035 4,2% 5.793 4,1% 5.812 4,2% 5.906 4,2%

Ondersteuning algemene be-drijfsvoering

15.752 10,9% 15.351 10,9% 15.184 10,9% 15.187 10,9%

(Meewerkend) leidinggevenden 4.862 3,4% 4.609 3,3% 4.435 3,2% 4.324 3,1%

Verspaning 6.244 4,3% 5.941 4,2% 6.088 4,4% 6.096 4,4%

Constructie 19.731 13,6% 18.955 13,5 18.384 13,3% 18.110 13,0%

Algemene productietechniek, machinebediening

32.979 22,8% 31.767 22,6% 31.377 22,6% 31.263 22,5%

Machinebouw, samenbouw en installatie

24.540 16,9% 23.863 17,0% 23.608 17,0% 23.964 17,2%

Storing en onderhoud 4.236 2,9% 4.241 3,0% 4.122 3,0% 4.199 3,0%

Engineering 7.588 5,2% 7.477 5,3% 7.620 5,5% 7.649 5,5%

Kwaliteitscontrole en testen 963 0,7% 959 0,7% 983 0,7% 728 0,5%

Automatisering en ICT 876 0,6% 907 0,6% 920 0,7% 938 0,7%

Logistiek 4.707 3,2% 4.562 3,2% 4.564 3,3% 4.645 3,3%

Commercieel, inkoop en verkoop 5.888 4,1% 5.821 4,1% 5.900 4,3% 5.943 4,3%

Ambachtelijke, specialistische beroepen

371 0,3% 346 0,2% 331 0,2% 319 0,2%

Overig 10.160 7% 9.780 7,0% 9.412 6,8% 9.642 6,9%

Onbekend 11 0,0% 7 0,0% 3 0,0% 96 0,1%

Totaal 144.943 100% 140.379 100% 138.743 100% 139.009 100%

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 33

Page 34: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Tabel 10 Huidig aantal werknemers per functiecategorie en groei 1999-2006

Aantal Groei in indexcijfers 1999 = 100

Beroepencategorieën

2006 2004 2005 2006 Groei ’04-05

Groei ’05-06

Directie en (technisch) management 5.906 111 112 113 + +

Ondersteuning algemene bedrijfsvoering 15.187 110 109 109 - +/-

(Meewerkend) leidinggevenden (technisch) 4.324 95 91 89 - --

Verspaning 6.096 94 96 97 + +

Constructie 18.110 93 90 89 - -

Algemene productietechniek, machinebediening 31.263 88 87 87 - +/-

Machinebouw, samenbouw en installatie 23.964 113 112 114 - +

Storing en onderhoud 4.199 117 114 116 - +

Engineering 7.649 118 120 121 + +

Kwaliteitscontrole en testen 728 89 92 68 + --

Automatisering en ICT 938 127 129 131 + +

Logistiek 4.645 109 109 111 +/- +

Commercieel, inkoop en verkoop 5.943 114 116 117 + +

Ambachtelijke, specialistische beroepen 319 80 76 76 -- +/-

Overig 9.642

177 170 174 -- +

Overzicht 5 Bovengemiddeld aandeel werknemers in functies 2006

Kleine bedrijven (t/m 15 werknemers) Grote bedrijven (>15 werknemers)

• Machinebouw, samenbouw, installatie • Ambachtelijke, specialistische beroepen • Overige beroepen (met name algemeen medewer-

kers, zaterdaghulpen/vakantiekrachten)

• (Meewerkend) leidinggevenden • Engineering (werkvoorbereiding, tekenen, ontwer-

pen) • Kwaliteitscontrole, testen • Commercieel, inkoop, verkoop • Automatisering/ICT • Logistiek

34 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 35: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Figuur 19 Ontwikkeling aantal mannen en vrouwen in de metaalbewerking 1994-2006

121.119(+0,3%)

120.789(-1,1%)

122.085(-3,1%)

126.029(+6,2%)

118.620(+17,1%)

101.284

17.890-0,4%13.106

17.954(-1,9%)

18.294(-3,2%)

18.914(+16,7%)

16.202(+23,6%)

0

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

1994 1999 2003 2004 2005 2006

Mannen Vrouwen

Leeftijdsopbouw werknemers regionaal Overzicht 6 Bovengemiddeld aandeel jongeren en ouderen naar regio 2006

Bovengemiddeld aandeel jongeren (<25)

Bovengemiddeld aandeel ouderen (55+)

Bovengemiddelde leeftijd (gem=38,6)

• Utrecht, Gooi, Flevoland, Veluwe • Rijnstreek, Haaglanden • Zeeland, West-Brabant • Midden- en Oost-Brabant

• Rijnmond • Noord-Holland

• Rijnmond (39,9) • Noord-Holland (39,3) • Limburg (39,2)

Beroepenstructuur en leeftijd werknemers Overzicht 7 Bovengemiddeld aandeel werknemers in beroepencategorieën 2006

<25 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55+

• Constructie • Algemene produc-

tie-techniek, ma-chine-bediening

• Machinebouw, samenbouw, in-stallatie

• Overige beroepen

• Machinebouw, samenbouw, in-stallatie

• Storing & onder-houd

• Engineering • Automatisering/

ICT

• Directie, manage-ment

• Ondersteuning algemene bedrijfs-voering

• (Meewerkend) leidinggevenden

• Engineering • Kwaliteits-

controle, testen • Commercieel/in-

en verkoop • Automatisering/

ICT

• Directie, manage-ment

• Ondersteuning algemene bedrijfs-voering

• (Meewerkend) leidinggevenden

• Verspaning • Logistiek • Kwaliteits-

controle, testen

• Directie, manage-ment

• (Meewerkend) leidinggevenden

• Verspaning • Constructie • Logistiek • Commercieel/in-

en verkoop

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 35

Page 36: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Parttimers

Het aandeel parttimers in de branche is hoger dan in de metalektro2 (11%) en de instal-latie3 (12%). In de industrie als geheel werkt echter 23% parttime.4

Vrouwen werken iets vaker parttime dan in 2005 (71%), bij mannen is er wat dit betreft niets veranderd.

In 2006 werkt 19,1% van alle werknemers parttime.1 Het aandeel parttimers is sinds 1994 steeds verder toegenomen. In 1994 werkte 10,3% van alle werknemers in de bran-che parttime.

• Vrouwen in de branche werken bij uitstek parttime: 72% heeft een parttime baan. Van alle mannen werkt bijna 11% parttime.

• Naar verhouding werken er meer parttimers bij kleine bedrijven. Van alle werk-nemers bij kleine bedrijven werkt 24% parttime tegenover 17% van de werkne-mers bij grote bedrijven.

• Verder werken met name jongeren (<25) en 55+ers parttime. Van deze twee leeftijdscategorieën werkt respectievelijk 31% en 27% parttime. Jongeren werken vaker parttime dan in 2005 (29%), ouderen werken even vaak parttime als vorig jaar.

Samenstelling functie- en beroepenstructuur instroom en uitstroom Figuur 20 Functie- en beroepenstructuur instromers in 2005

63,2%

18,9%

11,2%

4,2%

2,5%

Directie/ management

Ondersteuning algemene

bedrijfsvoering

Technisch uitvoerend

(Meewerkend) leidinggevend

Overig

1 Parttime wordt in dit rapport gezien als alles onder 38 uur. 10% van alle werknemers werkt minder dan 20 uur en 18% werkt minder dan 35 uur. 2 Arbeidsmarktmonitor Metalektro 2004, ROA, juni 2005. 3 MarktMonitor, Arbeidsmarkt Installatietechniek 2003-2004 (oktober 2003). 4 CBS, Statline (Arbeidsrekeningen 2004).

36 DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006

Page 37: Brochure Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2005Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en trends 2005 - peildatum 1 januari 2006- drs E. Boorsma drs F.A.P.M. Heere Amsterdam, maart 2006 drs

Figuur 21 Functie- en beroepenstructuur uitstromers in 2005

64,6%

18,3%

9,4%

4,3%

3,4%

Directie/ management

Ondersteuning algemene

bedrijfsvoering

Technisch uitvoerend

(Meewerkend) leidinggevend

Overig

Figuur 22 Aandeel personeelsbezetting dat over 10 jaar door pensionering de branche

heeft verlaten naar functiegroepen 2004, 2005 en 2006 (raming)

30,8%

29,5% 29,6% 26,9%

26,0% 26,1%

18,6%

17,2%17,7%

15,7%

15,9%

14,3%14,8%

14,4%15,5%

Directie, management

Ondersteunend Technisch (Meewerkend) uitvoerend leidinggevende

Overig

2003

2004

2005

Tabel 22 Meest genoemde vertrekredenen vrijwillige snelle uitstromers (meerdere ant-

woorden mogelijk)1

Vertrekredenen

Jongere technici (n=162)

Alle technici (n=308)

Alle vrijwillige uitstromers

(n=394) • Bedrijfsmatige redenen (gemiddeld)

- Arbeidsvoorwaarden - Arbeidsinhoud - Arbeidsverhoudingen/sfeer - Arbeidsomstandigheden

• Persoonlijke redenen (gemiddeld) • Overige redenen (gemiddeld)

63% 25% 20% 20% 12% 44% 9%

69% 24% 20% 27% 14% 37% 9%

67% 23% 20% 27% 12% 40% 9%

1 Uit: Achtergronden en motieven snelle uitstroom Metaalbewerking 2004, DIJK12 Beleidsonderzoek, de-cember 2005.

DIJK12 Beleidsonderzoek- maart 2006 37