131003 psychologie en projectmanagement ss
-
Upload
gerwin-woelders -
Category
Business
-
view
533 -
download
2
description
Transcript of 131003 psychologie en projectmanagement ss
0
Gerwin Woelders
© Peter van Straaten
Psychologie van project-
management
1
Persoonlijkheden…
2
3
▪ Geschiedenis
▪ Psycholigie van projectmanagement
▪ Modellenparade
Inhoud
Freud, Jung en Adler
4
1856 -1939 1875-1961 1870-1937
Sigmund Freud
5
Sigmund Freud
6
• De ontdekking dat psychisch ≠ bewust
• De ontdekking dat psychisch ≠ rationeel
“De mens is geen rationeel maar rationaliserend wezen”
• De ontdekking dat we veelal gevangenen zijn van dierlijke
driften en van ons verleden
“De beste voorspeller van ons gedrag vandaag is nog altijd
ons gedrag gisteren”
Sigmund Freud
7
Reflectie
• Niet alleen een proces van reguleren van bewustzijn maar
ook van het onbewuste
• De cruciale psychologische, creatieve rol van reflectieve
„time-outs‟ (Jack Welch: Work-outs)
• Reflectie voorwaarde voor relativering (= nieuwe
verhouding tot …)
Maar zijn grootste prestatie?
Het cruciale belang van zelfanalyse
(vandaar psycho-‟analyse‟) („examine yourself‟)
Reflectie is uniek menselijk, moeizaam, energie-eisend en
uniek bevorderlijk
Pennebaker et. al (1998, ev)
8
Aan gezonde vrijwilligers werd gevraagd 20 minuten per
dag op 4 opeenvolgende dagen te schrijven over ofwel:
a. Traumatische ervaringen:
b. Oppervlakkige onderwerpen:
Meting van gezondheidstoestand en doktersbezoek
Pennebaker et. al (1998, ev)
9
15 weeks
before study
15 weeks
into study
Illn
ess
Vis
its
Oefening - ken jezelf = ken jouw afweermechanismen
10
• Repressie (verdringing): Het buiten het bewustzijn of uitdrukking houden van een
bedreigend idee, herinnering, gevoel.
• Projectie: Het toeschrijven van eigen onaanvaardbare gevoelens en impulsen aan
iemand anders.
• Verplaatsing: Het richten van eigen emoties, met name boosheid, op dingen, dieren of
andere mensen die niet het werkelijke object van die gevoelens zijn.
• Sublimatie:Een speciaal geval van verplaatsing waarbij de verplaatsing van emoties een
hoger cultureel of sociaal nuttig doel dient, zoals in de schepping van kunst of
uitvindingen of maatschappelijke bewegingen.
• Reactie formatie: Het omzetten in het bewustzijn van angst-oproepende gedachten of
gevoelens in het tegenovergestelde.
• Regressie: Het terugkeren naar primitievere gedragspatronen om angst of frustratie af te
weren.
• Ontkenning: Weigeren toe te geven dat er iets onprettigs gebeurt of ervaren wordt, of
dat een verboden emotie wordt gevoeld. Ontkenning blokkeert of verwringt de
waarneming. Repressie blokkeert of verwringt herinnering.
Oefening - verdedigingsmechanismen
11
• Ken je zelve is vooral: ken jouw
verdedigingsmechanismen
• Ken onze organisatie is vooral: ken haar
verdedigingsmechanismen.
Sigmund Freud
12
Sigmund Freud
13
• Karakter of persoonlijkheid is in belangrijke
mate een complex patroon van omgaan
met angst en streven naar veiligheid
• Ook partnerrelaties, gezinnen en
organisaties hebben een karakter, een
persoonlijkheid
Vandaar het bestaan van:
14
• Narcistische relaties/gezinnen/organisaties
• Paranoïde relaties/gezinnen/organisaties
• Schizoïde relaties/gezinnen/organisaties
• Vermijdende relaties/gezinnen/organisaties
• Dwangmatige relaties/gezinnen/organisaties
• Depressieve relaties/gezinnen/organisaties
Alfred Alder
15
Alfred Adler
16
Adler’s centrale thema’s
• Alle belangrijke problemen en waarden zijn sociaal
(„to be is to be related‟)
• Niet zozeer seksualiteit, maar macht is centrale drijfveer
• Gemeenschappelijk aan alle mensen vanwege essentiële
minderwaardigheid bij levensaanvang, in kinderjaren
• Compensatiemechanisme leidt tot machts-/superioriteits-
streven, perfectionisme i.v.m.!
("Social interest is the true and inevitable compensation for
the natural weakness of individual human beings." )
• Mens is eerder toekomst-dan verleden-gericht. Stelt
onbewust al vroeg „Leitlinie‟, levensplan op
Alfred Adler: 4 typen
17
• Het gezonde, door sociaal gevoel gemotiveerde type
• Het vermijdende type
• Het „nemende‟ type
• Het heersende type
“Iedere organisatie die de eigen doelstellingen hoog in het
vaandel heeft, zo min mogelijk fouten of catastrofes wil
meemaken en de talenten van werknemers zo goed mogelijk
wil benutten, moet de beschikbare macht niet verdelen op
basis van prestaties maar op basis van een zo evenwichtig
mogelijk spreiding ervan over werknemers.”
Alfred Adler
18
Stel u zelf eens de vraag:
• In welke mate wordt u zelf, worden uw ouders, partner,
kinderen, vrienden, collega's of bazen gedreven door
machtstreven?
• Hoe vaak wilt u superieur zijn of lijken of heeft u dat in het
verleden nagestreefd?
• Kent u uit persoonlijke ervaring gevoelens van
minderwaardigheid en wat hebt u gedaan, of doet u, om
die te verminderen, op te heffen, weg te dringen?
• Hoeveel van Machiavelli huist er in u?
Carl Jung
19
Het onbewuste als collectief gegeven
20
Universaliteit van psychische patronen: archetypen
• Archetype van de Persona (het masker dat we
dragen en waar doorheen we communiceren)
• Archetype van de schaduw (persoonlijk
onbewuste en verbodene): “het belang van
ontmoeting met de schaduw”
(Stevenson: Mr. Jekyll en Mr. Hyde)
• Archetype van het zelf (streven naar innerlijk
evenwicht, een wezen dat delen of
tegenstellingen aanvaardt, samenbrengt, zingeeft
en dus opheft)
Consequenties Jung
21
• Psychische ontwikkeling evenzeer een kwestie van naar
binnen als van naar buiten richten
• Het zoeken naar zelf gaat vooraf aan het zoeken naar zin
• Kennis van persoonlijkheid (persona, het patroon dat van
binnen naar buiten wordt gericht) daarom cruciaal
• Evolutie streeft naar diversiteit, ook naar diversiteit van
persoonlijkheden en dus is persoonlijkheid deel genetisch
bepaald
• Het zoeken naar zin betekent doorgaans het zoeken naar
de beste match tussen persoonlijkheid en context
• Voor relatie-,gezins-, groeps-en organisatie ontwikkeling is
diversiteit daarom eveneens van evolutionair =
overlevingsbelang
Big Five - Vijf basisdimensies
22
Big Five Pool Tegenpool
EXTRAVERSIE INTROVERSIE
NAUWGEZETHEID NONCHALANCE
GOEDMOEDIGHEID KOPPIGHEID
EMOTIONELE STABILITEIT EMOTIONELE
INSTABILITEIT
INTELLECTUELE OPENHEID CONSERVATISME
Big Five - Onderliggende facetten
23
Big V Onderliggend
INTROVERSIE Innerlijke gerichtheid
Ontvankelijkheid/passiviteit
Behoefte om te absorberen
NONCHALANCE Niet op alle slakken zoutleggend
Vergevingsgezind
Snel aanpassend
KOPPIGHEID Vasthoudend
Strijdvaardig
Assertief
EMOTIONELE INSTABILITEIT
(ANGSTIGHEID)
Gevoelig
Opmerkzaam
Meelevend
CONSERVATISME Hecht aan tradities
Niet mode-gevoelig
Voorspelbaar
Big FIVE - Vervormingen
24
Big V Onderliggend
EXTRAVERSIE
Opdringerigheid
Hyperactiviteit
Machtsdrang
GEWETENSVOLHEID Perfectionisme
Schuldgevoelens
Stress
VRIENDELIJKHEID Gemaakt opgewekt
Bemoeiziek
Te toegeeflijk
EMOTIONELE STABILITEIT Onverschilligheid
Pretentie
Weinig empathisch
INTELLECTUELE OPENHEID Wispelturig
Chaotisch
Rusteloos
CONSERVATISME Hecht aan tradities
Niet mode-gevoelig
Voorspelbaar
BIG FIVE: Vervormingen
25
Big V
EXTRAVERSIE
“black triangle” =
combinatie van
psychopathie,
machiavellisme
en narcisme
NONCHALANCE
KOPPIGHEID
EMOTIONELE STABILITEIT
(onbewogenheid)
26
Catwalk
27
Caluwé veranderkleuren
Edward de Bono creativiteitskleuren
Hofstede cultuurmodel
Tuckman groepsontwikkeling
Belbin groepsrollen
Thomas Killman (TKI) conflicthantering
GROW coaching
Hersey-Blanchard leiderschapstijlen
Jim Collins leiderschapstijl
Human Dynamics gedrag
Insight Discovery gedrag
Spiral Dynamics gedrag
Caluwé veranderkleuren
28
Edward de Bono
29
Feiten en cijfers
Emotie en intuïtie
Scherp en
waarom niet Positief en hoopvol
Creatief denken
Ordent Lateraal denken
ZES DENKHOEDEN
Hofstede, cultuur dimensies
Voorbeeld
Masculiniteit: assertief, hard, dominant, macht en
prestatiegericht
Femininiteit: bescheiden, zacht, tederheid, zorg en
troost
em. prof. Geert Hofstede
1928, Haarlem,
organisatiepsycholoog
Kleine machtsafstand Grote machtsafstand
Individualisme Collectivisme
Vrouwelijkheid Mannelijkheid
Gestructureerde situaties Ongestructureerde situaties
Lange termijn denken Korte termijn denken
Tuckman - teamwerk
33
3. Norming O
nd
ers
teu
nin
g
Sturing
2. Storming
4. Performing 1. Forming
Tuckman - teamwerk
34
Ontwikkelingsstadia Kenmerken Interventies
Forming Doelstellingen Planning, tijdsbewaking Taakuitvoering, verwachtingen Leid het team
Verzameling individuen proberen
groep te vormen. Manier waarop
gesproken wordt (interacties) is
belangrijker dan inhoud.
Team samen plan van aanpak laten
schrijven.
Aftrapsessie met het team.
Gebruik interactieve werkvormen
(discussie tussen teamleden)
Storming Betrek team bij overleg Maak operationele afspraken Coach team door moeilijke kwesties
Groepsleden tasten elkaar af. Nog
geen echte samenwerking.
Taakverdeling en
persoonlijkheidsverschillen worden
duidelijker.
Doe een teamoefening over feedback.
Vergroot bewustwording van
verschillende taken en rollen in het
team.
Norming Deel informatie, Wederzijdse feedback Onderhandel over kwesties Faciliteer team
Groepsleden gaan samenwerken en
vullen elkaar aan. Acceptatie van
verschillen en gewoonten.
Positief over de omgeving praten.
In het teamoverleg de omgeving
bespreken.
Belanghebbende in projectoverleg
vragen.
Performing Continue verbetering taken en relaties Vier successen Focus op doel en onderlinge relaties
De teamleden kennen en accepteren
elkaars sterke en zwakke kanten.
Problemen worden constructief
opgelost.
Belbin - groepsrollen
35
Type Typische
kenmerken
Positieve
Kwaliteiten
Toelaatbare
zwakheden
Bedrijfsman
(Uitvoeringsgerichte
projecten)
Behoudend,
plichtsgetrouw,
voorspelbaar
Organisatietalent, gezond
verstand, praktisch, harde
werker, zelfdiscipline ,
oprechtheid, integriteit,
vertrouwen in collega’s,
raakt niet snel ontmoedigd
Gebrek aan flexibiliteit,
niet ontvankelijk voor
ideeën die hun waarde nog
niet hebben bewezen
Voorzitter
(Mensgerichte projecten)
Kalm, beheerst, veel
zelfvertrouwen
Doelgericht, houdt
overzicht, gedisciplineerd,
natuurlijk overwicht, kan
goed luisteren, rustige
zelfbewuste manier, geeft
anderen de ruimte, kan
bruggen slaan, baseert
besluiten op consensus
Geen uitblinker in intellect
of creatieve aanleg
Vormer
(Uitvoeringsgerichte
projecten)
Veel energie, extravert,
dynamisch
Vlot, gedreven, hartelijk,
impulsief, kan uidagingen
goed aan, sterke focus op
actie en denkwijzen
gericht op zaak/taak
Ongeduldig, snel
geïrriteerd, geneigd tot
bruuskeren
Plant
(Innovatieve projecten)
Individualistisch, creatief,
onorthodox
Genialiteit, fantasie,
intellect, kennis, creatief,
ideeën generator,
verbeeldingskracht
In ivoren toren, geneigd
onpraktische details of
protocol te
veronachtzamen
Belbin – groepsrollen vervolg
36
Type Typische
kenmerken
Positieve kwaliteiten Toelaatbare
zwakheden
Brononderzoeker
(Innovatieve projecten)
Extravert,
enthousiast,
nieuwsgierig,
communicatief
Ontspannen, sociaal in omgang,
snel positief en enthousiast, goed
in het leggen van contacten en het
exploreren van nieuwe
ontwikkelingen, reageert goed op
uitdagingen
Verliest snel interesse
wanneer het eerste
enthousiasme over is
Waarschuwer
(Beheersinggerichte
projecten)
Nuchter, weinig
emoties,
voorzichtig
Ernstig zorgt niet snel voor
opwinding, kundig, zakelijk, goed
beoordelingsvermogen, kritisch
Mist inspiratie en het
vermogen anderen te
inspireren
Groepswerker
(Mensgerichte projecten)
Sociaal gericht,
mild en gevoelig
Kan en mag graag luisteren,
sympathiek, vriendelijk, begripvol,
loyaal en ondersteunend, creëert
sfeer, bevordert de teamgeest
Besluiteloos ten tijde van
crisis
Zorgdrager
(Beheersinggerichte
projecten)
Nauwgezet,
ordelijk,
gewetensvol,
gespannen
Kan dingen goed afmaken,
perfectionist, sterk karakter, orde
en netheid, afspraken nakomen.
Heeft de neiging zich veel
zorgen te maken over
kleine dingen, niet los
kunnen laten
Specialist
(Specialistische projecten)
Solist, deskundig,
toegewijd en
bekwaam
Stil en standvastig, solist, focust op
vakbekwaam en geconcentreerd
uitvoeren van taak
Defensief en eenzijdig
teruggetrokken op eigen
vakgebied
Thomas Killman (TKI) - Conflictstijlen
37
Zorg voor andermans belang
Zo
rg v
oo
r d
e e
igen
bela
ng
vermijden
doordrukken
toegeven
samenwerken
Zorg voor (conflict)stijlflexibiliteit
compromis
Fasen
– nul-start
– rationeel
– emotioneel
– strijd
38
Thomas Killman (TKI) - Conflictstijlen
Stijlen Toepassing
Doordrukken •Noodsituaties
•Impopulaire beslissingen
•Vitale onderwerpen
Toegeven •Beter voorstel een kans geven
•Leren van anderen
•Voorkomen van gezichtsverlies
Vermijden •Triviaal onderwerp
•Frustaties ontlopen
•Ontbreken van macht
Samenwerken •Beider belang groot
•Samenbrengen van inzichten
•Sociaal-emotioneel conflict
•Probleem is niet urgent
Compromis sluiten •Doel matig belangrijk, scheuring moet
voorkomen worden
•Partijen gelijke macht
•Weinig tijd en/of emotie
GROW
39
Hersey-Blanchard – situationeel leidinggeven
40
Rela
tiegeri
ch
t
Taakgericht
S3 S2
S4 S1
(sturing)
(on
ders
teu
nin
g) Overleggen Overtuigen
Dirigeren Delegeren
veel
we
inig
weinig veel
C1 Niet
bereidwillig
Onbekwaam
C2 Bereidwillig
Onbekwaam
C3 Niet
bereidwillig
Bekwaam
C4 Bereidwillig
Bekwaam
Jim Collins
41
Level 5+
Good to great
team
Level 4
Een leider met vele
helpers
Level 5 leiders
-Uit het eigen bedrijf
-Bescheiden
-Zorgen voor de juiste mensen
-Luisteren
-Successen toedelen
-Kritisch over eigen rol
Level 4 leiders
Eerst wie
-Zorg voor de juiste mensen
-Bouw een superieur team
Eerst wat
Dan wat en hoe
-Wat en hoe samen met team
-Geef ruimte voor inbreng
Dan wie
Zie de harde feiten onder ogen
-Blijvend aandacht hier & nu
-Vragen stellen ipv antwoorden
-Dialoog voeren
-Zoeken naar oorzaken
Passie
Talent Economisch
principe
Sandra Seagal en David Horne - Human Dynamics (1979)
42
Interne mechaniek waarmee je geboren wordt en dat altijd aanwezig
blijft, onafhankelijk van geslacht, cultuur en leeftijd, en fundamenteler
dan aangeleerde gewoonten, stijlen en rollen.
The Fifth Discipline
Insight Discovery
43
Andrew en Andy Lothian
Begin jaren ‘90
vragenlijst met 25 vragen
Don Beck (Clare Graves) - Spiral Dynamics
44
Emergent Cyclic Levels of Existence Theory
Maslov - motivatiemodel
45
Zelf-
ontplooiing
Waardering
Erkenning
Sociale behoeften
Erbij horen
Veiligheid
Zekerheid
Fysiologische behoeften
eten, drinken, slapen, warmte, e.d.
On
twik
kelin
g
Spiral Dynamics – niveaus van complexiteit en ontwikkeling
46
Niv
ea
u v
an
on
twik
kelin
g o
ver
tijd
Myer Briggs Type Indicator (MBTI)
47
Doel
48
▪ Geeft zelfinzicht en legt uit hoe u past binnen een
raamwerk dat op een positieve en constructieve
wijze persoonlijkheidsverschillen beschrijft.
▪ Geeft inzicht in belangrijke verschillen tussen
mensen en geeft aan hoe de verschillende typen op
constructieve wijze kunnen samenwerken.
Toepassingen
49
▪ Waarderen van verschillen
▪ Verbeteren van privé- en werkrelaties
▪ Ontwikkelen van leiderschaps- en managementstijl
▪ Verbeteren van communicatie
▪ Verbeteren van probleemoplossingsstrategieën
▪ Ondersteunen van veranderingsprocessen
Geschiedenis
50 50
Carl Gustav Jung 26 juli 1875 –
6 juni 1961
Katrina Cook Briggs 3 januari1875 –
1968
Isabel Briggs Myers 18 oktober 1897 –
5 mei 1980
INFP
Psychological Types -1921
Onderzoek
51
▪ Aan de 1ste publicatie van de vragenlijst is >20 jaren
onderzoek voorafgegaan.
▪ Validiteit en betrouwbaarheid is in meer dan 5.000
internationale wetenschappelijke studies
aangetoond.
▪ De MBTI-vragenlijst wordt steeds geactualiseerd en
verfijnd, er zijn cultuur sensitieve versies
verschenen. In Europa is de vragenlijst in 11 talen
beschikbaar.
▪ Er zijn veel goede en praktische publicaties door
auteurs met uiteenlopende achtergronden
geschreven.
▪ Gebruik o.a. bij McKinsey & Company, &samhoud,
Achmea, HofP, RAF, PostNL, TSS, etc.
Voorkeuroefening
52 52
Basisveronderstellingen
53
▪ Achterhaald voorkeuren voor 4 manieren of stijlen.
▪ Voorkeuren zijn niet absoluut, iedereen gebruikt alle 8.
▪ Beschrijft persoonlijkheidsverschillen positief.
▪ Alle voorkeuren even waardevol, elk type heeft
sterkere en mogelijk zwakkere kanten.
▪ Niet hetzelfde als capaciteiten, talenten of
vaardigheden.
▪ Zelf in te schatten, indicator en geen test.
Ethisch gebruik
54
▪ Mag alleen gebruikt worden voor persoonlijke
ontwikkeling. Geen selectie, omdat het niets over
vaardigheden zegt.
▪ Jij bent eigenaar van je type en bepaald met wie en of
je deze deelt.
▪ Je type mag alleen door een OPP in Europa (of CPP
in Amerika’s) gekwalificeerde worden bepaald.
55
▪ Wat is en kan ik met MBTI ®?
▪ Jouw omgang met veranderingen
▪ Korte inschatting van je eigen type
Inhoud
4 MBTI-dichotomieën
56
Waar richt u uw
aandacht op? Wat
geeft u energie?
Hoe verwerkt u
informatie en hoe
neemt u beslissingen?
Aan welk soort
informatie besteed u
aandacht?
Aan welke levensstijl
geeft u de voorkeur?
Jouw voorkeuren?
57
Introversion (I) Extraversion (E)
▪ Energie krijgen van de interacties met de wereld
om je heen
▪ Plezier hebben in het verbinding maken met
nieuwe mensen, dit gemakkelijk kunnen doen
▪ Energie krijgen van focus op de innerlijke wereld
▪ Neiging om meer gereserveerd en privé te zijn
____
Sensing (S) Intuition (N)
▪ Focus op concrete feiten en gegevens
▪ Interesse in praktische toepasbaarheid en
haalbaarheid
▪ Focus op nieuwe ideeen, verandering, en
mogelijkheden
▪ Interesse in het grote plaatje en dingen die nog
niet bekend zijn
____ ____
Feeling (F)
▪ Gebruik van logische analyse van oorzaak en
gevolg voor het maken van beslissingen
▪ Vertrouwen op feitelijk perspectief en niet-
persoonlijke waarden
▪ Gebruik van effect op mensen en waarden als
basis voor het maken van beslissingen
▪ Waardering voor harmonie en samenwerking
Judging (J)
____
▪ Voorkeur voor eindigheid, zekerheid, afsluiting
▪ Voorkeur om georganiseerd te zijn, systematisch,
efficiënt en praktisch
▪ Voorkeur om mogelijkheden open te houden, en
flexibel en adaptief te zijn
▪ Plezier vinden in het onverwachte, spontaniteit,
en verandering
Thinking (T)
Percieving (P)
Extraversion: Project Mgmt Style
• Brainstorm and present ideas off the top
of their head
• Communicate regularly with other team
members to discuss ideas and check on
status
• Prefer verbal to written communication
Extraversion: Conflict Sources
• May spend more time communicating
about tasks than working on them
• Risk scope creep by verbalizing impulsive
ideas that sound like decisions
• To avoid conflict, ask, “Will this
discussion move the project forward?”
Introversion: Project Mgmt Style
• Consider their ideas carefully before
discussing them with the group
• Focus their time and energy on
completing their tasks as individual
contributors
• Prefer written to verbal communication
Introversion: Conflict Sources
• Fail to adequately communicate decisions
and delays to the entire team
• Take action without considering the effect
on the team
• To avoid conflict, ask, “Do I need to
discuss this with anyone first?”
62
Extraversion and Introversion on Projects
Preference Signs of Preference & Possible Overuse
Extraversion • May be more open to reaching out to external stakeholder
groups to get more data or test decisions.
• May spend lots of time in meetings – with possible
confusion between discussion and action.
• May have more difficulty with expectations management –
both internally and externally.
• Risk: Over-communication, wasting resources.
Introversion • Project team may like to have things “figured out” before
sharing with those outside program.
• May have more structured and limited communication by
e-mail and other written communication tools.
• Functional areas may be more silo-ed, with people
“assuming” that others know what’s going on.
• Risk: Under-communication, risking “assumed buy-in”
Sensation: Project Mgmt Style
• Think in terms of present needs and the
practical benefits of the product
• Rely on past successes to build
approaches to future projects
• Break projects down into an assortment
of small tasks
Sensation: Conflict Sources
• View tasks at such a granular level that
they overlook opportunities to combine
them
• Fail to develop an overall vision that they
can succinctly articulate to management
• To avoid conflict, ask “What are the
implications? What patterns are
emerging?”
Intuition: Project Mgmt Style
• Take a long-term view and consider how
current changes will affect future
iterations
• Innovate new and better ways of
approaching the project
• View the project from a high level and fill
in the details as the need arises
Intuition: Conflict Sources
• Underestimate needed resources
because they haven’t documented all
tasks involved
• Fail to articulate specific benefits to
management and customers
• To avoid conflict, ask, “Does this solution
address today’s practical needs?”
67
Sensing and Intuition on Projects
Preference Signs of Preference & Possible Overuse
Sensing • May have clear set of performance measures that define
success, and actually measure progress against them.
• May break scope into such a fine detail that coordination of
“inch-stone” schedule becomes a project unto itself.
• May build requirements from the ground up, and struggle
with succinctly stating the project’s overarching vision.
• Risk: Too much “here & now” - may miss new opportunities
Intuition • May craft a project that solves tomorrow’s possible problem
– and – by coincidence - eliminates today’s practical one.
• May rely on set of general “signs” of progress and not be
able to point to clear tactical outcomes or products.
• May under-estimate effort involved in individual “packets of
work” and over-conceptualize scope rather than delivering
it.
• Risk: Too much theory – not enough action.
68
Thinking and Feeling on Projects
Preference Signs of Preference & Possible Overuse
Thinking • May have clear set of objective criteria for decision-making and
trade-offs in scope, budget and schedule.
• May engage in logical cause-and-effect analysis with formal decision
tools, and “manage by risk” approaches.
• May miss need to “emotionally sell” to audiences/users, and may
miss the impacts of change on the ultimate customers.
• May over-objectify “users” into one faceless group.
• Risk: Too much product focus may leave the people behind.
Feeling • May guide decision-making by the premise that the project is
unsuccessful if the sponsors and users aren’t happy.
• May consider team cohesion to be a measure of project success
overall; may discourage dissent – even if it may yield better
outcomes.
• May use prefer consensus decision techniques, which can add time.
• May deliver against the desires of a representative user, rather than
objective specifications driven by scope & resources
• Risk: Too much people focus may bury tough tradeoffs.
Thinking: Project Mgmt Style
• Focus on an objective set of criteria
• Consider problems before people
• Challenge statements made by others,
looking for holes and opportunities for
improvement
Thinking: Conflict Sources
• Assign tasks without considering needs of
team members, leading to alienation
• Risk failure by developing a product that
meets specs but that no one wants to buy
• To avoid conflict, ask “What would
customers and stakeholders think about
this?”
Feeling: Project Mgmt Style
• Focus on pleasing customers and
stakeholders
• Assign tasks based on the skills and
preferences of the individual
• Encourage a team spirit and praise
individual contributions, stating
disagreement indirectly
Feeling: Conflict Sources
• Maintain harmony by leaving tasks
unassigned or not pointing out when
deliverables are late
• Discourage debate that could lead to hurt
feelings but also better solutions
• To avoid conflict, ask, “What would I do if
I weren’t worried about people’s
feelings?”
73
Judging and Perceiving on Projects
Preference Signs of Preference & Possible Overuse
Judging • May use the work breakdown schedule as a central
management tool, and define incremental progress in binary
terms.
• May mistake project management as an end unto itself.
• May discourage innovation (intentionally or not) by over-
emphasizing schedule performance.
• Risk: May resist tasks that add time now, but save time later.
Perceiving • May be better at responding and adjusting to shifting market
needs and evolving requirements.
• May use schedule as a guide, but more likely to react to
emerging needs rather than executing against a fixed plan.
• May see the process of the project as important as its outcome,
and may act on decisions without overly stating them
• Risk: May risk future completion by exploring new options now.
Judgment: Project Mgmt Style
• Measure progress based on whether
tasks are completed
• Organize meetings according to an
agenda and stick to it
• Avoid scope creep, which could place the
deadline at risk
Judgment: Conflict Sources
• Focus more on project management than
on the end product
• Appear inflexible to customers,
stakeholders, and other team members
• To avoid conflict, ask, “Can I adapt the
schedule to accommodate new
information?”
Perception: Project Mgmt Style
• Recognize that conditions evolve, so they
focus on the ultimate goal rather than a
schedule
• Work intensely as the deadline
approaches rather than steadily
throughout the project
• Develop informal projects when gaps are
identified in existing projects or product
offerings
Perception: Conflict Sources
• Take action without getting buy-in,
leading to questions of who agreed to
what
• Focus more on the learning process than
on completing tasks on time
• To avoid conflict, ask, “Will exploring this
option place the deadline at risk?”
ESTJ Questions
• “Will this discussion move the project
forward?”
• “What are the implications? What
patterns are emerging?”
• “What would customers and stakeholders
think about this?”
• “Can I adapt the schedule to
accommodate new information?”
INFP Questions
• “Do I need to discuss this with anyone
first?”
• “Does this solution address today’s
practical needs?”
• “What would I do if I weren’t worried
about people’s feelings?”
• “Will exploring this option place the
deadline at risk?”
Let wel…
80
▪ Extraversion en Introversion zeggen niets over
sociale vaardigheden en zelfvertrouwen.
▪ Sensing ≠‘sensitief’.
▪ iNtuition ≠ ‘intuïtie’ of ‘onderbuikgevoel’.
▪ Thinking heeft evenveel emoties en gevoelens.
▪ Feeling is even rationeel en nadenkend en ≠ emotie.
▪ Judging ≠ ‘ver- of beoordelen’.
▪ Perceiving ≠ ‘scherpzinnig’.
81
▪ Wat is en kan ik met MBTI ®?
▪ Hoe ga je om met verandering?
▪ Korte inschatting van je eigen type
Inhoud
Verandering
82 82
IN
EN ES
IS
Energie en wil
Klopt het
Praktisch
Borging
83
“Whatever the circumstances of your
life, the understanding of type can
make your perceptions clearer, your
judgments sounder, and your life
closer to your heart’s desire.”
Isabel Briggs Myers