Projectgroep:

Nynke Bakering, Coen Poot,

Selina Vlieger & Leon Wils

Cursus:

Onderwijs Innovatie Project

Opdrachtgever:

Marit Praagman

Datum:08-04-2015

Eindrapport

Digitale Leeromgeving Onderzoeksvaardigheden

Samenvatting

Inleiding: de HBO-master Docent Hoger Gezondheidsonderwijs (HGZO) is een tweejarige master

binnen EXPOSZ. Één van de competenties van deze master is de competentie ‘Onderzoeken’. Hierbij

voeren de docenten in opleiding (dio’s) een zorginhoudelijk onderzoek uit. Parallel aan deze

‘onderzoeksstage’, vindt onderwijs plaats. Daarnaast hebben de dio’s een begeleider vanuit de

opleiding die veel individuele begeleiding geeft. Ervaring van de begeleiders vanuit EXPOSZ heeft

uitgewezen dat hier erg veel tijd in gaat zitten.

Doel: vanuit EXPOSZ is de vraag gekomen om een digitale leeromgeving te ontwerpen met

aanvullende informatie op de lesstof om zo de begeleidingstijd aanzienlijk te verminderen. Hierbij

staat de volgende vraag centraal: ‘Hoe wordt een interactieve en informatieve leeromgeving

ingericht voor de competentie onderzoeken van de HBO-master Docent HGZO die docenttijd

bespaard?’ Hierbij komt de nadruk te liggen op een interactieve leeromgeving tussen de dio’s om de

begeleidingstijd vanuit EXPOSZ te verminderen.

Methode: door middel van literatuuronderzoek en de feedback van verschillende

kwaliteitszorginstrumenten (docententeam/dio’s van de opleiding HBO-master Docent HGZO en

medestudenten/begeleider docentenopleiding FBW) wordt bepaald welke onderwerpen aan bod

moeten komen op de digitale leeromgeving en hoe deze leeromgeving op een juiste manier

interactief kan worden gemaakt.

Resultaten: door de kennis vanuit de literatuur en de feedback van de kwaliteitszorginstrumenten is

er uiteindelijk een didactisch verantwoorde en efficiënte digitale leeromgeving gekomen. Hierbij zal

veel informatie aangeboden worden in de vorm van kennisclips en de digitale leeromgeving is

interactief gemaakt door middel van het feedbacksysteem en het discussieforum. Hierdoor zal er

veel docenttijd worden bespaard.

Conclusie/discussie: de uiteindelijke evaluatie van de digitale leeromgeving kan pas plaatsvinden als

deze daadwerkelijk in gebruik is genomen. Daarom wordt aangeraden om deze evaluatie enige tijd

na het in gebruik nemen van de leeromgeving uit te voeren. Verder wordt ook aangeraden om het

discussieforum in de gaten te houden. Als er veel vragen over hetzelfde onderwerp komen kan dit

betekenen dat de informatie over dit onderwerp op de digitale leeromgeving mogelijk moet worden

uitgebreid.

1

Inhoudsopgave

Samenvatting.........................................................................................................................................................2

Inleiding..................................................................................................................................................................4

Methode................................................................................................................................................................6

Doelgroep..........................................................................................................................................................6

Kenmerken waaraan de digitale leeromgeving moet voldoen...........................................................................6

Onderwerpen die aan bod moeten komen in de digitale leeromgeving.............................................................6

Eisen waaraan een kennisclip moet voldoen......................................................................................................7

Onderwerpen die een kennisclip vereisen..........................................................................................................7

Eisen waaraan een feedbacksysteem moet voldoen..........................................................................................7

Kiezen van het feedbacksysteem........................................................................................................................7

Het indelen van de FAQ......................................................................................................................................7

Resultaten..............................................................................................................................................................7

Kenmerken waaraan de digitale leeromgeving moet voldoen...........................................................................7

Onderwerpen die aan bod moeten komen in de digitale leeromgeving.............................................................9

Eisen waaraan een kennisclip moet voldoen....................................................................................................10

Onderwerpen die een kennisclip vereisen........................................................................................................11

Eisen waaraan een feedbacksysteem moet voldoen........................................................................................11

Kiezen van het feedbacksysteem......................................................................................................................12

Het indelen van de FAQ....................................................................................................................................13

Discussie...............................................................................................................................................................13

Conclusie..............................................................................................................................................................15

Referenties...........................................................................................................................................................16

Bijlage 1 Eerste opzet onderwerpenlijst...............................................................................................................18

Bijlage 2 Feedback en aanpassingen....................................................................................................................19

Bijlage 3 Email + vragenlijst dio’s..........................................................................................................................20

Bijlage 4 Definitieve onderwerpenlijst.................................................................................................................21

Bijlage 5 Indeling niveaus.....................................................................................................................................22

Bijlage 6 Overzicht kennisclips..............................................................................................................................23

Bijlage 7 Individuele bijdrage groepsleden...........................................................................................................25

Bijlage 8 Beoordelingsformulieren.......................................................................................................................26

Bijlage 9 Algemene gegevens...............................................................................................................................31

Bijlage 10 Contactpersonen.................................................................................................................................32

Bijlage 11 Activiteitenlogboek..............................................................................................................................33

2

Inleiding

Sinds september 2011 is EXPOSZ gestart met de HBO-master Docent HGZO. EXPOSZ is een zelfstandig

universitair opleidings- en adviescentrum binnen de Faculteit der Bewegingswetenschappen (FBW)

van de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam. Het centrum draagt zorg voor het opleiden van docenten,

praktijkbegeleiders en coaches die werkzaam zijn binnen sport- en zorgonderwijs. Ze spelen hierbij in

op de groeiende vraag naar professionals in het onderwijs. De HBO-master Docent HGZO is een

tweejarige master voor medici, verpleegkundigen, verloskundigen en ondersteunend medisch

personeel. Een van de competenties van deze master is de competentie ‘Onderzoeken’. Binnen de

leervraag ‘Hoe verricht ik praktijkgericht zorginhoudelijk onderzoek?’ voeren de docenten in

opleiding (dio’s) in tweetallen een eigen zorginhoudelijk onderzoek uit. Parallel aan deze

‘onderzoeksstage’, vindt onderwijs plaats waarin methodologie en intervisie aan bod komt.

Daarnaast hebben de dio’s een begeleider vanuit de opleiding die individuele begeleiding geeft.

Ervaring van de begeleiders vanuit EXPOSZ heeft uitgewezen dat hier erg veel tijd in gaat zitten.

Het onderzoek dat de dio’s uitvoeren is doorgaans gerelateerd aan hun eigen vakgebied, waardoor

de onderzoeken onderling erg verschillen in design en in de bijbehorende statistische methoden. In

het onderwijs leren de dio’s basale statistische methoden, maar voor hun eigen onderzoek moeten

ze zich vaak nog verder verdiepen in een specifieke methode. Dit gebeurt onder begeleiding van de

algemeen begeleider. De opleiding heeft als opdracht gekregen het onderwijs te extensiveren.

Wanneer minder individuele begeleiding nodig zou zijn bij de onderzoeksprojecten zou dit docenttijd

kunnen besparen. Verder moet er rekening gehouden worden met de verschillende beginniveaus van

de dio’s. De dio’s zijn allemaal in het bezit van een HBO bachelor, maar de ervaring vanuit EXPOSZ

heeft uitgewezen dat het beginniveau met betrekking tot onderzoek vaardigheden erg divers is.

Daarom wil de opleiding een digitale leeromgeving ontwerpen waar de dio’s terecht kunnen voor

informatie en bepaalde vragen over onderzoeksmethoden en statistiek waar ze anders mee naar de

docent waren gegaan. Deze digitale leeromgeving wordt een aanvullende leeromgeving met extra

informatie over het uitvoeren van onderzoek. Het is dus niet de daadwerkelijke digitale leeromgeving

van de cursus. Deze manier van onderwijs komt overeen met het ‘blended learning multimodal

model’ volgens Picciano (2009). In het algemeen biedt een digitale leeromgeving vele voordelen,

waar het variërende beginniveau van de dio’s geen probleem hoeft te zijn (van Gennip & Eerkens,

2008; Koolstra, 2002; Rivera & Rice, 2002; Simons, 2002). Om zowel door docenten als studenten een

goede aanvulling voor het onderwijs te zien moet een digitale leeromgeving aan een aantal criteria

voldoen, bijvoorbeeld overzichtelijkheid (Jansen, 2011; Rivera & Rice, 2002; Wieland, 2003). De

3

randvoorwaarden die de opdrachtgever heeft opgesteld zijn: geen extra kosten, kennisclips

toegevoegd, een geïntegreerd feedbacksysteem en een ‘frequently asked questions’ (FAQ).

Kennisclips zijn korte slidecasts of filmpjes waarin in dit geval uitleg zal worden gegeven over diverse

onderwerpen uit de onderzoeksmethodologie en statistiek. Kennisclips kunnen worden gebruikt als

een sterke educatieve en motiverende manier voor het overbrengen van informatie van docent naar

student. Door middel van deze kennisclips kan informatie efficiënt worden overgebracht en kunnen

leerdoelen sneller worden bereikt (Remenyi, 2007).

Één van de eisen vanuit EXPOSZ is om de begeleidingstijd vanuit de algemeen begeleider te

verminderen. Daarom wordt er gefocust op een feedbacksysteem waarbij de begeleidingstijd wordt

verminderd, maar waarbij ook correcte feedback kan worden gegeven op de producten die de

studenten inleveren. Dit kan door middel van een ‘peer feedback’ systeem. Peer feedback houdt in

dat studenten elkaars product beoordelen door middel van het geven van feedback. Peer feedback

zorgt voor de mogelijkheid om de begeleidingstijd te verminderen van de begeleider, maar is ook een

onderwijsvorm die past binnen de academische cultuur waar intercollegiale beoordelingen

gebruikelijk zijn (Billet, 2002; Eraut, 2004). Studenten kunnen elkaar zinvolle feedback geven ook al

zijn de studenten geen expert op het bepaalde vakgebied. Tijdens de peer feedback oefenen de

studenten tegelijkertijd academische vaardigheden, zoals kritisch oordelen, het actief toepassen van

de criteria voor het product en tegelijkertijd ook op didactisch vlak juiste feedback te geven (van den

Berg et al, 2006a, 2006b).

Het eindproduct zal de vorm hebben van een opzet van een ingerichte digitale leeromgeving.

Daarnaast zal er in dit verslag een beschrijving gegeven worden van alle activiteiten die uitgevoerd

zijn om tot deze digitale leeromgeving te komen. Om tot een geschikte digitale leeromgeving te

komen staat de volgende vraag centraal: ‘Hoe wordt een interactieve en informatieve leeromgeving

ingericht voor de competentie onderzoeken van de HBO-master Docent HGZO die docenttijd

bespaard?’. Om de hoofdvraag te beantwoorden worden de volgende subvragen gebruikt:

o Aan welke kenmerken moet een goede digitale leeromgeving voldoen?

o Welke onderwerpen moeten in ieder geval aan bod komen in de digitale leeromgeving voor

de opleiding HBO-master Docent HGZO?

o Aan welke eisen moeten kennisclips voldoen?

o Welke onderwerpen vereisen kennisclips als toevoeging op de lesstof?

o Aan welke eisen moet een peer feedbacksysteem voldoen?

o Welk peer feedbacksysteem kan het beste geïntegreerd worden in de digitale leeromgeving

van de opleiding HBO-master Docent HGZO?

4

o Welke onderwerpen zijn geschikt voor een FAQ en hoe kan dit het beste geïntegreerd

worden in de digitale leeromgeving?

Methode

Doelgroep

De uiteindelijke digitale leeromgeving wordt ingericht voor de dio’s als ondersteuning voor de

competentie ‘onderzoeken’ van de opleiding HBO-master Docent HGZO.

Kenmerken waaraan de digitale leeromgeving moet voldoen

Om de kenmerken van een geschikte digitale leeromgeving te vinden wordt er eerst in de literatuur

kennis opgedaan over de eisen waaraan een goede digitale leeromgeving voldoet. Vervolgens wordt

er aan de hand van kwaliteitszorginstrumenten feedback verzameld die verwerkt wordt, om zo tot

een geschikte digitale leeromgeving te komen. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de eisen

van de opdrachtgever (zie inleiding). Om de kenmerken van een onderwijskundig geschikte digitale

leeromgeving in kaart te brengen wordt er literatuuronderzoek uitgevoerd. Hierbij is literatuur

gezocht met behulp van de volgende termen: ‘blended learning’, ‘digitale leeromgeving’, ‘electronic

learning environment’, ‘electronic learning platform’, ‘elektronische leeromgeving’, ‘learning

behavior’ en ‘leergedrag’. Als de eisen waaraan de leeromgeving moet voldoen duidelijk zijn, wordt

er gekeken of het huidige systeem (Blackboard) hier aan voldoet of dat er gekozen moet worden

voor een ander systeem om de digitale leeromgeving in te ontwerpen.

Onderwerpen die aan bod moeten komen in de digitale leeromgeving

Het cursusmateriaal wordt verkend om er achter te komen hoe de competentie onderzoeken op dit

moment behaald wordt op de opleiding HBO-master Docent HGZO. De gebruikte bronnen hiervoor

zijn: het huidige deficiëntieprogramma in Blackboard, studiehandleidingen en informatie van de

opdrachtgever vanuit EXPOSZ Marit Praagman. Vervolgens wordt er een eerste opzet gemaakt met

de onderwerpen die aan bod moeten komen in de digitale leeromgeving (zie bijlage 1). Deze opzet

wordt voorgelegd aan het docententeam van de cursus ‘Onderzoeken’ van de HBO-master Docent

HGZO zodat hier feedback op gegeven kan worden en/of aanpassingen. Ook wordt er feedback

verkregen van de medestudenten en de begeleider vanuit de docentenopleiding. Deze feedback

wordt verwerkt in de onderwerpen op de digitale leeromgeving. Als laatste wordt er een vragenlijst

verstuurd naar de dio’s (zie bijlage 3) met verschillende vragen over de bijgewerkte digitale

leeromgeving. De verkregen feedback van de dio’s wordt ook verwerkt om tot de uiteindelijke

indeling voor de digitale leeromgeving te komen. Bij de ingevulde vragenlijsten van de dio’s moet

5

rekening gehouden worden met de verschillen in feedback vanwege het variërende beginniveau van

de dio’s.

Eisen waaraan een kennisclip moet voldoen

Aan de hand van literatuur wordt bepaald aan welke eisen een kennisclip moet voldoen. Dit wordt

gedaan met behulp van de volgende zoektermen: ‘educational video’, ‘higher education’ en ‘video

technology’. Vervolgens wordt er aan de dio’s gevraagd of de kennisclips aan de eisen voldoen.

Onderwerpen die een kennisclip vereisen

Aan de hand van de gemaakte lijst met onderwerpen wordt bepaald welke onderwerpen extra

informatie vereisen door middel van een kennisclip. Dit wordt besproken met de opdrachtgever en

eventueel aangepast aan haar wensen. Vervolgens wordt bij deze onderwerpen een kennisclip

gezocht die voldoet aan de opgezochte eisen.

Eisen waaraan een feedbacksysteem moet voldoen

Aan de hand van literatuur wordt bepaald aan welke eisen een feedbacksysteem moet voldoen. Dit

wordt gedaan met behulp van de volgende zoektermen: ‘digital feedbacksystem’, ‘higher education’,

‘peer assessment’ en ‘peer feedbacksystem’.

Kiezen van het feedbacksysteem

Wanneer duidelijk is waar een feedbacksysteem allemaal aan moet voldoen, wordt er een keuze

gemaakt tussen de verschillende feedbacksystemen. Een voorwaarde hiervoor is dat het

feedbacksysteem geïntegreerd kan worden in de gekozen digitale leeromgeving.

Het indelen van de FAQ

Aan de hand van de gemaakt lijst met onderwerpen en in overleg met de opdrachtgever wordt

bepaald welke vragen aan bod moeten komen in de FAQ. Aan de dio’s wordt gevraagd of zij nog

onderwerpen willen toevoegen aan de FAQ. Vervolgens wordt bepaald in welke vorm dit het beste

geïntegreerd kan worden in de digitale leeromgeving.

6

Resultaten

Kenmerken waaraan de digitale leeromgeving moet voldoen

Met behulp van literatuur zijn een aantal grote voordelen gevonden die een digitale leeromgeving

kan bieden. Hieronder zullen kort de algemene voordelen van een digitale leeromgeving besproken

worden (Van Gennip & Eerkens, 2008; Koolstra, 2002; Rivera & Rice, 2002; Simons, 2002).

Flexibiliteit: een van de grootste voordelen van een digitale leeromgeving is de flexibiliteit die deze

vorm van onderwijs aanbied. Bij klassikale lessen wordt de lesstof aangeboden in een vast tempo en

daardoor zijn studenten ook genoodzaakt de stof op te nemen in dit tempo, ongeacht of ze deze stof

al begrijpen of niet. Bij een digitale leeromgeving kunnen de studenten de stof opnemen in hun eigen

tempo. Studenten kunnen het leermateriaal bekijken wanneer ze willen en waar ze willen. De

studenten kunnen kiezen aan welk onderdeel ze meer aandacht willen besteden omdat ze hiermee

moeite hebben en waar ze minder tijd aan willen besteden omdat dit onderdeel ze gemakkelijker af

gaat.

Didactische voordelen: er kan in een digitale leeromgeving veel uitgebreider op onderwerpen worden

ingegaan dan tijdens klassikale lessen. Er kan bijvoorbeeld veel makkelijker een koppeling gemaakt

worden naar bronnen en experts. Het inleveren van verschillende producten kan ook via de

elektronische leeromgeving geregeld worden (zie ‘Feedbacksysteem’). Daarnaast kan het via een

digitale leeromgeving mogelijk gemaakt worden om te leren volgens verschillende leerstijlen en

verschillende beginniveaus zoals bij de dio’s het geval is. Door deze digitale leeromgeving aan te

bieden als toevoeging op de lessen, kan er veel meer informatie aan de dio’s aangeboden worden

dan enkel tijdens de lesuren.

Studenthoeveelheid: met een digitale leeromgeving kunnen er meer studenten bereikt worden,

gezien het simpele feit dat deze studenten niet allemaal bij elkaar hoeven te komen in één ruimte.

Door veel informatie aan te bieden op de digitale leeromgeving kunnen er meer studenten bereikt

worden met één docent.

Docenten: naast voordelen voor studenten en het leerproces heeft de digitale leeromgeving ook

verschillende voordelen voor docenten. Volgens Simons (2002) heeft het gebruik van een digitale

leeromgeving een gunstige invloed op de professionalisering van docenten doordat de verschillende

praktijk ervaringen en theorievormingen van docenten samenkomen bij het maken van deze

omgeving. Daarnaast neemt zoals eerder al aangegeven de werkdruk door deze digitale

7

leeromgeving af, doordat de dio’s de docenten minder snel zullen benaderen met vragen. Deze

vragen en de bijbehorende informatie zal terug te vinden zijn op de digitale leeromgeving.

Om zowel door docenten als studenten een goede aanvulling voor het onderwijs te zien moet een

digitale leeromgeving aan een aantal criteria voldoen volgens Van Gennip & Eerkens (2008), Jansen

(2011), Koolstra (2008), Rivera & Rice (2002) en Wieland (2003):

Overzichtelijk: een digitale leeromgeving wordt overzichtelijk door de benodigde documenten op

logische plaatsen neer te zetten. Het is belangrijk om op elke pagina dezelfde lay-out en

indelingsvorm aan te houden. Zorg dat de titel van het mapje duidelijk aangeeft wat hierin te vinden

is. Er kan gekozen worden voor een indeling per onderwerp of een chronologische indeling per

lesweek. Bij de keuze van de manier van indelen is het belangrijk dat deze consistent wordt

aangehouden bij het inrichten van de digitale leeromgeving. Mappen en andere onderdelen die niet

gebruikt worden kunnen vaak uitgezet worden. Het is aan te raden om dit te doen om verwarring bij

de studenten te voorkomen. Geef daarnaast via een mededeling aan als er nieuwe documenten zijn

toegevoegd in de digitale leeromgeving en vertel hierbij waar dit te vinden is. Wanneer dit bericht

niet meer actueel is dient het verwijderd te worden.

Studiemateriaal is makkelijk te verkrijgen: zorg voor werkende links van de beschikbare lesstof.

Daarnaast is het belangrijk om per bestand aan te geven welke informatie erin staat en waarvoor de

studenten dit nodig hebben. Naast de artikelen moeten op de college sheets/hand-outs beschikbaar

zijn. Er dient gecommuniceerd te worden of de sheets/hand-outs voor of na het college beschikbaar

zijn op de digitale leeromgeving. Dit scheelt de studenten veel zoekwerk.

Overzicht cursus: voordat de cursus begonnen is kan op de digitale leeromgeving een duidelijk

overzicht komen over de organisatie van het vak. Daarnaast kan op de daarvoor bedoelde plaats

informatie gegeven worden over de betrokken docenten, hun vakgebieden en bereikbaarheid. De

docenten kunnen ervoor kiezen om vragen via het discussieforum op de digitale leeromgeving in

plaats van via e-mail te beantwoorden zodat andere studenten er ook van kunnen leren.

Binnen EXPOSZ wordt al gebruik gemaakt van Blackboard. Een nieuwe Blackboard pagina aanmaken

voor een nieuwe groep studenten geeft geen extra kosten. Daarnaast kan er een feedbacksysteem

als Turnitin® of Peermark® geïntegreerd worden binnen Blackboard en zijn de studenten al gewend

om te werken met Blackboard. Blackboard biedt ook vele voordelen, zoals een geïntegreerde

plagiaat check, een cijferweergave, een geïntegreerd lesrooster, de mogelijkheid tot het afnemen

van kleine toetsen en de mogelijkheid tot het creëren van een interactieve omgeving. Gezien alle

eisen is er gekozen om Blackboard te blijven gebruiken als systeem voor de digitale leeromgeving.

8

Onderwerpen die aan bod moeten komen in de digitale leeromgeving

De eerste opzet van de lijst met onderwerpen die aan bod moeten komen in de digitale

leeromgeving is te zien in bijlage 1. De feedback van het docententeam, vanuit de docentenopleiding

en de daaropvolgende aanpassingen zijn te zien in bijlage 2.

Na het verwerken van deze feedback is er naar aanleiding van de vragenlijst aan de dio’s (zie bijlage

3) alleen nog positieve feedback bijgekomen. De reacties van de dio’s waren schaars, maar misschien

dachten de dio’s niet te hoeven reageren als ze geen verbeterpunten aan konden dragen. Alle

feedback is verwerkt en de definitieve versie van de lijst met onderwerpen in de digitale

leeromgeving is te zien in bijlage 4.

Gezien de verschillende beginniveaus van de dio’s is er voor gekozen om de onderwerpen op de

digitale leeromgeving te verdelen in drie verschillende niveaus, namelijk: basiskennis, lesstof en

verrijking door middel van de kleuren rood, oranje en groen. Zie voor een uitgebreidere uitleg bijlage

5.

Eisen waaraan een kennisclip moet voldoen

Het is van belang dat het videomateriaal in de kennisclips goed aansluit op de leersituatie, weinig

mentale inspanning vergt en geen onnodige informatie en beelden bevat (Remenyi, 2007). Een groot

voordeel van kennisclips is dat het, in plaats van kostbare lestijd in te nemen, buiten de les om kan

worden bestudeerd. Daarnaast kan dit zo vaak als voor een specifieke student nodig is. Zo kan er

tijdens de les tijd worden besteed aan intensievere aspecten zoals groepswerk en presentaties

(Conway, 2006). Gebruik van kennisclips kan helpen bij het dieper analyseren van een probleem en

leidt tot een hogere orde van denken, maar om effectief te zijn moet de kennisclip zo zijn

opgebouwd dat de kijkers de relevante informatie meekrijgen zonder te worden overweldigd door

onnodige stimuli (Brunvand, 2010). Naast de randvoorwaarde van de opdrachtgever dat de

kennisclips bij voorkeur Nederlands zijn, zijn er verschillende aspecten waaraan moet worden

gedacht tijdens het kiezen van een kennisclip voor de digitale leeromgeving zijn (Brunvand, 2010):

o De informatie die uit de kennisclip moet worden gehaald moet expliciet naar voren komen.

Dit kan door de informatie niet alleen mondeling over te brengen, maar ook (beknopt) als

tekst weer te geven in de kennisclip. Wanneer de kennisclip uit meerdere onderwerpen

bestaat kan het handig zijn om de verschillende onderwerpen als hoofdstukken te

behandelen met een duidelijke mondelinge en tekstuele inleiding. Daarnaast kan extra tekst

de context van het behandelde onderwerp aangeven.

9

o Het is belangrijk dat het aantal stimuli vanuit de kennisclip minimaal is. Studenten kunnen

maar een bepaalde hoeveelheid stimuli per tijdseenheid verwerken, en om ervoor te zorgen

dat alle leerdoelen worden behaald moeten er zo min mogelijk extra stimuli zijn.

o Het is belangrijk dat het duidelijk is hoe de kennisclip zich verhoudt tot de rest van de

kennisclips en opleiding. Dit kan gedaan worden door aan te geven binnen welk geheel de

kennisclip past en door in de video links te plaatsen naar relevante (achtergrond) informatie

met betrekking tot de kennisclip.

Onderwerpen die een kennisclip vereisen

De kennisclips zijn via Youtube verzameld. In eerste instantie is er geprobeerd om voor elk

onderwerp een Nederlandse kennisclip te vinden dat aan de eisen voldoet. Wanneer dit niet mogelijk

was, is er verder gezocht naar een Engelse kennisclip. Als zoekterm is telkens het onderwerp plus de

term ‘spss’ in de zoekbalk van Youtube ingevoerd (bijvoorbeeld: ‘chi-square spss’). Daarna zijn de

resultaten op de eerste zoekpagina gescreend via de algemene omschrijving. Wanneer de video

geschikt werd geacht op basis van de beschrijving, is deze bekeken. De video die daarvan het meest

voldoet aan de eisen is toegevoegd aan de digitale leeromgeving. Uiteindelijk zijn er aan de digitale

leeromgeving in totaal 19 kennisclips toegevoegd. Hierbij is gelet op de verschillende aspecten

waaraan een dergelijk kennisclip moet voldoen. Er zijn kennisclips toegevoegd over alle genoemde

statistische testen (zie onderwerpenlijst bijlage 4), hoe een juiste toets te kiezen en het testen van de

normaalverdeling. Verder zijn er nog een aantal links toegevoegd die verwijzen naar websites met

kennisclips. In bijlage 6 is een overzicht gegeven van de gevonden kennisclips. Wanneer er een

bruikbare kennisclip is gevonden in het Nederlands, is er niet verder gekeken naar kennisclips in het

Engels. Ook staat aangegeven aan welke criteria de kennisclips voldoen en is de link naar de

gebruikte kennisclip vermeld. Bij sommige kennisclips staan twee links vermeld, omdat de gebruikte

kennisclip in dat geval bestaat uit een samenvoeging van een kennisclip met betrekking tot input en

een kennisclip met betrekking tot output. Deze kennisclips zijn via Kaltura geïntegreerd in de digitale

leeromgeving in verband met het auteursrecht zijn ook de links naar deze kennisclips vermeld.

In de literatuur is een tegenstrijdigheid te vinden wat betreft de effectiviteit van verwerkingsvragen

in de kennisclips. Soms blijkt dat kennisclips waarin verwerkingsvragen zijn geïntegreerd effectiever

kunnen zijn dan kennisclips zonder verwerkingsvragen (Blok et al, 2009). Echter, het komt ook voor

dat het verschil tussen kennisclips met of zonder verwerkingsvragen niet significant is (Spanjers et al,

2014). Op deze digitale leeromgeving zijn enkel kennisclips toegevoegd zonder verwerkingsvragen,

aangezien de dio’s de kennisclips alleen bekijken als ze deze nodig hebben voor hun eigen

onderzoek. Hierdoor bekijken ze de kennisclips al met een specifieke vraag in hun achterhoofd.

10

Eisen waaraan een feedbacksysteem moet voldoen

Om een geschikt peer feedbacksysteem te kiezen moet er duidelijkheid zijn over een aantal

onderdelen (Van der Pol, 2012):

o Procedure en planning van het proces: wanneer wordt een peerfeedback gegeven? Het is

belangrijk om te overwegen of er een beoordeling wordt gedaan over een eindproduct of

een tussentijdse beoordeling. Wanneer er een beoordeling wordt gedaan over het

eindproduct bestaat de kans dat er geen structurele veranderingen plaatsvinden. Om dit

probleem te vermijden kan er gekozen worden voor een tussentijdse beoordeling. Dit kan er

als volgt uit komen te zien:

Tabel 1 Voorbeeld van een planning (aangepast naar Van der Pol, 2012)

Week 1-2 Week 3-4 Week 5 Week 6 Week 7 Week 8

Uitleg eisen/

criteria product

& feedback

Maken proposal Geven van peer

feedback op

proposal

Herzien

proposal

Feedback van

docent op

proposal

Start onderzoek

o Eisen en criteria voor het product: voor de student moet het duidelijk zijn wat de opdracht is,

omdat de studenten zich zeker genoeg moeten voelen om de producten van hun peers te

beoordelen. Deze criteria moeten dan ook vooraf besproken zijn (bijvoorbeeld in de les),

zodat het helder is en wanneer er nog vragen zijn deze ook besproken kunnen worden.

o Eisen en criteria voor de peer feedback: de ene student is waarschijnlijk actiever in het

feedback geven, dan een andere student. Om te voorkomen dat de ene student minder of

slechte feedback krijgt, kunnen een aantal maatregelen gekozen worden. Ten eerste kan een

minimale eis gesteld worden van bijvoorbeeld minstens 3 feedbackreacties. Daarnaast kan er

ook gekozen worden om de feedback te laten waarderen, om de kwaliteit van de feedback te

verhogen. Dit kan door middel van de drie fasen feedback (Baeten, 2009); gewenning,

verdieping en verrijking. Hierbij kan er gekozen worden dat minstens 1 feedback reactie op

het niveau verrijking beoordeeld moet worden.

o Begeleiding algemeen begeleider: het is belangrijk om de rol van de algemeen begeleider

duidelijk te beschrijven en dit ook te benoemen in de les. Wanneer kunnen de studenten bij

de docent terecht als ze vragen hebben wat betreft de feedback?

o Beoordeling eindproduct: net als de eisen en criteria, moet ook de beoordeling van het

eindproduct duidelijk zijn. In de beoordeling van het eindproduct moet ook de

feedbackbeoordeling meegenomen.

11

Kiezen van het feedbacksysteem

Gezien de voorwaarden waar een feedbacksysteem aan moet voldoen en om kosten te besparen is

er gekozen voor het feedbacksysteem dat door EXPOSZ en de Vrije Universiteit Amsterdam al

gebruikt wordt. Dit is een speciaal voor peer feedback ontworpen computersysteem, namelijk

Turnitin®. In Turnitin® kan de gegeven opdracht ingeleverd worden en daarna gelijk gecheckt worden

op plagiaat. Turnitin® verspreidt daarna de ingeleverde stukken over de deelnemende studenten en

vervolgens kan er beoordeeld worden. De auteur van het stuk kan daarna de ontvangen feedback

weer vinden in Turnitin®. Daarnaast zijn er op de digitale leeromgeving voorwaarden toegevoegd

waaraan de feedback die studenten aan elkaar geven moet voldoen (Baeten, 2009).

Het indelen van de FAQ

Op de digitale leeromgeving is in overleg met de opdrachtgever de ‘FAQ’ veranderd in het kopje

‘Vragen’. Gezien het doel vanuit EXPOSZ om de docenttijd te verminderen krijgt het kopje ‘Vragen’

de vorm van een discussieforum (Maier & Uffink, 2009; Van de Ven, 2005). Dit discussieforum is

verdeeld in de onderwerpen ‘statistiek’, ‘literatuur zoeken’, ‘wetenschappelijke rapportage’ en

‘onderzoeksproject’. De dio’s kunnen hier per onderwerp een vraag stellen die vervolgens

beantwoord kan worden door de andere dio’s en/of de docent. Als er een nieuwe vraag wordt

gesteld binnen een forum van één van de onderwerpen zal dit zichtbaar zijn onder ‘Unread Posts’. De

vragen en alle antwoorden zijn zichtbaar voor alle dio’s waardoor dio’s met dezelfde vragen niet

beide een mail hoeven te sturen naar een docent, maar het antwoord kunnen vinden op het

discussieforum. Ook het beantwoorden van de vragen door mede-dio’s zorgt ervoor dat er docenttijd

bespaard gaat worden. Aan het begin van de cursus wordt benadrukt dat het discussieforum de

enige manier is om vragen te stellen. Wanneer er vragen op het discussieforum komen waarvan de

docent denkt dat deze voor alle dio’s relevant zijn, kan de docent een algemene mededeling plaatsen

dat de dio’s het discussieforum moeten bekijken.

12

Discussie

Uit literatuur blijkt dat gemiddeld genomen het gebruik van een digitale leeromgeving in het

onderwijs iets effectiever is dan het traditionele onderwijs (Spanjers et al, 2014). Echter volgens een

metastudie (Spanjers et al, 2014) zijn er in de studies, waarin een positief effect is gevonden,

tegelijkertijd instructiematerialen en leeractiviteiten herzien en verbeterd. De vraag is daarom of de

gevonden positieve effecten van een digitale leeromgeving daadwerkelijk te wijten zijn aan de

digitale leeromgeving zelf of aan het verbeterde onderwijs.

Gezien de randvoorwaarden van de opdrachtgever (geen extra kosten, invoegen kennisclips,

geïntegreerd feedbacksysteem en een FAQ) is er voor de huidige digitale leeromgeving in Blackboard

gekozen. Indien er geld beschikbaar zou zijn geweest voor een digitale leeromgeving had er ook

gekozen kunnen worden voor een ander systeem zoals Sakai, Sharepoint, Moodle, N@Tschool of

Itslearning (Jansen, 2011). Hetzelfde geld voor het feedbacksysteem Turnitin® dat gemakkelijk

geïntegreerd kan worden in Blackboard. Bij een ander systeem had er ook voor een ander

feedbacksysteem gekozen kunnen worden zoals Criterion (Burstein et al, 2003), EON (Bullock, 2003)

of OFES (Hatziapostolou, 2010). Echter voldoet Blackboard aan alle randvoorwaarden van de

opdrachtgever en de eisen vanuit de literatuur waardoor er voor dit systeem is gekozen.

Het probleem van deze eerste versie van de digitale leeromgeving, is dat deze nog niet definitief in

gebruik is door de dio’s. Dit zal in de toekomst pas gaan gebeuren, waardoor het evalueren van deze

eerste versie een lastige taak is. Dit is nu gedaan door de eerste versie door te sturen naar de huidige

dio’s met een vragenlijst bijgevoegd (zie bijlage 3). Met deze vragenlijst kan al een schatting gemaakt

worden van de verbeterpunten die nodig zijn aan de digitale leeromgeving, maar een echte evaluatie

kan pas gedaan worden als de digitale leeromgeving daadwerkelijk in gebruik is genomen door de

dio’s. Aanbevolen wordt daarom om de digitale leeromgeving opnieuw te evalueren als de digitale

leeromgeving al enige tijd in gebruik is. Het studiemateriaal op de digitale leeromgeving kan helpen

bij deze evaluatie. Op Blackboard is er de mogelijkheid om te zien hoe vaak het studiemateriaal

bekeken is. Hierdoor kan de docent bekijken met welke onderwerpen de dio’s meer moeite hebben

en welke onderwerpen gemakkelijker zijn. Aangeraden wordt daarom om deze functie aan te zetten

en dit in de gaten te houden wanneer de digitale leeromgeving in gebruik is. Bij de ‘moeilijkere’

onderwerpen kan vervolgens gekozen worden om extra informatie toe te voegen aan de digitale

leeromgeving.

Het feedbacksysteem is geïntegreerd in deze eerste versie van de aanvullende informatieve digitale

leeromgeving en niet in de digitale leeromgeving van de cursus. Het voordeel hiervan is dat het

13

feedbacksysteem op dezelfde omgeving staat als alle informatie over het schrijven van een

onderzoeksrapport. Het nadeel hiervan is dat het feedbacksysteem niet in dezelfde digitale

leeromgeving staat als de beoordelingslijsten, waardoor dit misschien verwarring kan geven bij de

dio’s. Aanbevolen wordt daarom om dit punt ook mee te nemen in de evaluatie die hiervoor

genoemd is.

Het is lastig gebleken om literatuur te vinden waarin beschreven wordt waar een digitale

leeromgeving qua voorwaarden aan moet voldoen. Daarnaast zijn er geen onderzoeken gevonden

waarin verschillende inrichtingen van digitale leeromgevingen met elkaar worden vergeleken.

Aanbevolen wordt daarom om de inrichting van de digitale leeromgeving niet zozeer af te laten

hangen van de literatuur, maar vooral uit te gaan van de ervaringen van de dio’s. De dio’s moeten

met de digitale leeromgeving werken dus daarom is dit het belangrijkste kwaliteitszorginstrument.

Uiteindelijk is ervoor gekozen of de FAQ de vorm van een discussieforum te geven. Hierdoor wordt

de digitale leeromgeving een stuk interactiever en wordt er docenttijd bespaard. Wel wordt

aanbevolen om dit discussieforum dit in de gaten te houden. Dit kan namelijk ook al gebruikt worden

als een evaluatiemethode. Als er veel vragen over eenzelfde onderwerp komt, kan dit betekenen dat

de informatie over dit onderwerp op de digitale leeromgeving niet voldoende is. Vervolgens kan

ervoor gekozen worden om de informatie over dit onderwerp bij te werken of om meer informatie

toe te voegen.

14

Conclusie

Aan de hand van literatuuronderzoek en de feedback van verschillende kwaliteitszorginstrumenten

(docententeam/dio’s van de opleiding HBO-master Docent HGZO en medestudenten/begeleider

docentenopleiding FBW) is er uiteindelijk een opzet van een digitale leeromgeving gekomen. Deze

omgeving moet nog aangevuld worden met extra informatie door het docententeam van de cursus.

De digitale leeromgeving kan bereikt worden via de onderstaande link:

https://bb.vu.nl/webapps/portal/frameset.jsp?tab_group=courses&url=%2Fwebapps%2Fblackboard

%2Fexecute%2FcourseMain%3Fcourse_id%3D_104283_1

Deze digitale leeromgeving is een didactisch verantwoorde en efficiënte informatieomgeving

geworden die interactief is gemaakt door middel van het feedbacksysteem (Turnitin®) en het

discussieforum waarin de dio’s vragen kunnen stellen en deze vragen zelf kunnen beantwoorden.

Hiermee wordt veel docenttijd bespaard en door deze digitale leeromgeving te ontwerpen in

Blackboard zijn er tevens geen extra kosten aan verbonden (eisen vanuit de opleiding HBO-master

Docent HGZO). Naast tekstbestanden zijn er op de digitale leeromgeving ook vele kennisclips te

vinden als ondersteuning op de lesstof. In de presentatie van 10-04-2015 zal het eindrapport verder

worden toegelicht. De structuur van de presentatie zal overeenkomen met het eindrapport, maar er

zal tevens een interactieve opdracht gegeven worden.

15

Referenties

- Baeten, J.J.M. (2009). Virtual Action Learning. Breda, Citowoz p.51

- Berg, van den, I., Admiraal, W. & Pilot, A. (2006). Design principles and outcomes of peer

assessment in higher education. Studies in Higher Education, 31(3), 341-356.

- Berg, van den, I., Admiraal, W. & Pilot, A. (2006). Designing student peer assessment in higher

education: Analysis of written and oral peer feedback. Teaching in Higher Education, 11(2), 135-

147.

- Blok, R. & Godsk, M. (2009). Podcasts in Higher Education: What Students Want, What They

Really Need, and How This Might be Supported. In T. Bastiaens et al. (Eds.), Proceedings of World

Conference on E-Learning in Corporate, Government, Healthcare and Higher Education, 117-128.

- Billet, S. (2002). Critiquing workplace learning discourses: Participation and continuity at work.

Studies in the Education of Adults, 34(1), 56–68.

- Brunvand, S. (2010). Best practices for producing video content for teacher education.

Contemporary Issues in Technology and Teacher Education, 10(1), 247–256. Retrieved from

http://www2.cnipa.gov.it/site/_files/cnipa_quad_32.pdf

- Bullock, C. D. (2003). Online Collection of Midterm Student Feedback. New Directions for

Feedback and Learning, no. 96.

- Burstein, J., Chodorow, M. & Leacock, C. (2003). Criterion online essay evaluation: an application

for automated evaluation of student essays. American Association for Artificial Intelligence.

- Conway, C. (2006). YouTube and the Cultural Studies Classroom. Inside Higher Education, 1.

Retrieved from https://www.insidehighered.com/views/2006/11/13/conway

- ECEL (2007): 6th European Conference on E-Learning: Copenhagen Business School, Denmark.

Retrieved from https://books.google.com/books?hl=nl&lr=&id=spo9X16qn30C&pgis=1

- Eraut, M. (2004). Informal learning in the workplace. Studies in Continuing Education, 26(2), 247–

273.

- Gennip, van, H. & Eerkens, F. (2008). Met een elektronische leeromgeving méér baas over eigen

onderwijs. Implementatiewijzer. Nijmegen: ITS. http://its.ruhosting.nl/publicaties/pdf/r1736.pdf

- Hatziapostolou, T. & Paraskakis, I. (2010) “Enhancing the Impact of Formative Feedback on

Student Learning through an Online Feedback System”. Electronic Journal of e-Learning, 8 (2),

111 – 122.

- Jansen, M. (2011). Digitale leeromgevingen-DLO’s.

http://www.21edingen.nl/eding-16-digitale-leeromgevingen-dlos/

- Koolstra, G. (2002). Digitale Leeromgevingen: een kritische verkenning. Nieuwe Wiskrant, 22 (1).

16

- Maier, H. & Uffink, T. (2009) Hoe maak je een interactieve beeldscherminstructie? Avans

Hogeschool: Leer- & Innovatiecentrum, Academie voor Bouw & Infra.

http://www.digitaledidactiek.nl/wp/?cat=4

- Picciano, A.G. (2009). Blending with purpose: The multimodal model. Journal of Asynchronous

Learning Networks, 13(1), 7-18.

- Pol, van der, J. (2012). Het succesvol inzetten van peerfeedback.

http://www.annotationtool.com/vanderpol/Het%20succesvol%20inzetten%20van%20Peer

%20Feedback.pdf

- Rivera, J. C. & Rice, M. L. (2002). A comparison of student outcomes & satisfaction between

traditional & web based course offerings. Online Journal of Distance Learning Administration,

5(3).

- Simons, P. R. J. (2002). Digitale didactiek: hoe (kunnen) academici leren ICT te gebruiken in hun

onderwijs. Inaugurele rede Universiteit Utrecht.

- Spanjers, I. A. E, Könings, K. D., Leppink, J. & van Merriënboer, J. J. G. (2014) Blended leren: Hype

of verrijking van het onderwijs? Maastricht University

- Ven, van de, M. (2005). Elektronisch discussiëren. Online werkvormen.

http://www.digitaledidactiek.nl/wp/?p=945

- Wieland, A. (2003). Inrichten van een digitale leeromgeving. Risbo, Erasmus Universiteit

Rotterdam. http://www1.eur.nl/digitaledidactiek/wp/?p=331

17

Bijlage 1 Eerste opzet onderwerpenlijst

(de volgende onderwerpen komen aan de linkerkant als kopjes in het menu van Blackboard)

Mededelingen(hier kunnen belangrijke mededelingen geplaatst worden)

InleidingSlidecasts:

- Wat is statistische toetsing?- Hoe kies je de juiste statistische toets?

Statistische toetsen(elk onderwerp een apart mapje met aanvullende info op het boek zoals filmpjes, literatuur etc…)

- Kruistabellen- Chi- kwadraat- T-toets- One-way ANOVA- Correlatie- Lineaire regressie- Odds ratio & Risk ratio- McNemar toets- ANOVA RM- Logistische regressie

Literatuur zoeken(elk onderwerp een apart mapje met aanvullende info op het boek zoals filmpjes, literatuur etc…)

- Zoektermen formuleren- Werken met PubMed- Sneeuwbalmethode

Wetenschappelijke rapportage(elk onderwerp een apart mapje met aanvullende info op het boek zoals filmpjes, literatuur. In dit geval worden er in elk mapje ook goede en foute voorbeelden gegeven)

- Samenvatting- Inleiding- Methode- Resultaten- Discussie- Conclusie- Opmaak (opmaak figuren/tabellen, verwijzingen literatuur, opbouw alinea’s)

FAQ(veel gestelde vragen)

Feedback(hier kunnen de studenten hun document uploaden en kunnen de andere studenten feedback geven op het document turnitin? Peermark?)

Contacten(contactgegevens van de docenten/belangrijke contactpersonen)

18

Bijlage 2 Feedback en aanpassingenFeedback docententeam met aanpassingen

Feedback Aanpassing

Zorg ervoor dat er een logische volgorde zit in de

onderwerpen onder het kopje ‘Statistische toetsen’

Onderwerpen ingedeeld naar moeilijkheidsgraad en

verdeeld in drie niveaus (basisstof, lesstof en

verrijking).

Gebruik meerdere databanken naast PubMed Aangevuld met de databanken ‘Cochrane library’ en

‘Web of Science’.

Voeg een kopje toe over de ethische dilemma’s bij

wetenschappelijk onderzoek

Mapje ‘Ethiek’ toegevoegd onder ‘Wetenschappelijke

rapportage’.

Feedback vanuit docentenopleiding met aanpassingen

Feedback Aanpassing

Verplaats de kennisclips naar ‘Statistische toetsen’ en

hou de inleiding algemener.

In de inleiding enkel een stukje tekst met algemene

informatie.

Uit ervaring van de begeleider hebben de dio’s moeite

de vertaalslag van andere beroepsgroepen naar hun

eigen onderzoek, dus zorg ervoor dat er relevante

voorbeelden op de digitale leeromgeving komen.

Er zijn zoveel mogelijk kennisclips gekozen waar veel

praktische voorbeelden worden gegeven.

Verwerk een bepaalde toetsvorm in de digitale

leeromgeving zodat de dio’s kunnen testen of ze aan

het betreffende niveau voldoen.

Aangezien de dio’s de digitale leeromgeving vooral

gebruiken als ondersteuning op hun eigen onderzoek,

zullen niet alle dio’s kennis over dezelfde

onderwerpen nodig hebben en vooral kennis vergaren

die voor het eigen onderzoek relevant is. Dit betekent

dat het lastig wordt om een test te maken voor de

dio’s die alle onderwerpen van een niveau test, terwijl

veel dio’s over bepaalde onderwerpen geen kennis

hebben opgedaan. Dit testsysteem wordt daarom als

irrelevant gezien en is daarom ook uit de digitale

leeromgeving gelaten

19

Bijlage 3 Email + vragenlijst dio’s

Email: “Hallo docenten in opleiding en inmiddels afgestudeerde docenten,Wij zijn zoals jullie weten bezig met het ontwikkelen van een blackboard omgeving als ondersteuning van de vakken onderzoeksvaardigheden 1 en 2. Naast de onderwerpen belangrijk vinden, vinden we het ook belangrijk om te weten welke onderwerpen jullie graag op deze blackboard pagina terug willen zien. Daarnaast willen we graag weten wat jullie van de omgeving, zoals hij er nu is, vinden.In de bijlagen staat een document met onderwerpen die nu al op de blackboard omgeving te vinden zijn. Willen jullie deze doornemen en doorgeven of je nog onderwerpen mist en zo ja aangeven welke dit zijn? Daarnaast staat er in de bijlage een beoordelingsformulier over de vormgeving en de gebruiksvriendelijkheid van de blackboard pagina zoals die nu is. Willen jullie deze invullen en ook naar ons opsturen?De blackboard omgeving is te vinden op de onderstaande link:https://bb.vu.nl/webapps/portal/frameset.jsp?tab_group=courses&url=%2Fwebapps%2Fblackboard%2Fexecute%2FcourseMain%3Fcourse_id%3D_104283_1 Om hierbij te kunnen moet je inloggen met je eigen blackboard naam en wachtwoord.Graag zien wij voor 29 maart jullie reactie tegemoed. Alvast bedankt!Groetjes Selina, Coen, Leon en Nynke”

Vragenlijst:Beoordeling gebruiksvriendelijkheid en vormgeving blackboard omgeving

Gebruiksvriendelijkheid Feedback

De digitale leeromgeving is overzichtelijk en makkelijk in gebruik.

Onderwerpen zijn gemakkelijk te vinden in de digitale leeromgeving

De mogelijkheid tot vragen is overzichtelijk en makkelijk in gebruik.

De kennisclips zijn duidelijk en op gemakkelijke manier af te spelen

Vormgeving

De digitale leeromgeving ziet er aantrekkelijk uit.

De kennisclips zien er aantrekkelijk uit.

Op of aanmerkingen:

Cijfer algemene indruk:

20

Bijlage 4 Definitieve onderwerpenlijst

(de volgende onderwerpen komen aan de linkerkant als kopjes in het menu van BlackBoard)

Algemene informatie(algemene informatie over de inhoud en het gebruik van de digitale leeromgeving)

Mededelingen(belangrijke mededelingen kunnen hier geplaatst worden)

Statistiek- Belangrijke statistische termen- Statistische toetsen

o Kruistabelleno Chi-kwadraato T-toetseno Factoriële ANOVA (One-Way & Two-Way)o Correlatieo Lineaire regressieo Odds ratio & risk ratioo McNemar toetso Repeated measures ANOVAo Logistische regressieo Mixed design ANOVA

- Statistische toets kiezen- Statistiek in Excel

Literatuur zoeken- Zoektermen formuleren- Werken met PubMed- Sneeuwbalmethode

Wetenschappelijke rapportage- Wetenschappelijk schrijven- Ethiek- Opmaak- Literatuurlijst/referenties

Onderzoeksproject- Voorwaarden feedback- Feedbacksysteem Turnitin®

Vragen(discussieforum)

Contacten(contactgegevens van de docenten/belangrijke contactpersonen)

21

Bijlage 5 Indeling niveaus

Basiskennis: De mapjes met basiskennis krijgen een beschrijving in de kleur rood (kleurcode: Red). De

basiskennis is de kennis die de dio’s als het goed is al bezitten wanneer ze aan de opleiding beginnen.

Tijdens de opleiding wordt er ook vanuit gegaan dat de dio’s deze kennis beheersen. Als de dio’s

merken dat ze nog moeite hebben met deze kennis kunnen ze dit dus in de digitale leeromgeving

opfrissen met behulp van de informatie in deze mapjes.

Lesstof: De lesstof zal worden ondergebracht in mapjes met een beschrijving in de kleur oranje

(kleurcode: Amber). In deze mapjes zal alle informatie komen te staan die de dio’s tijdens de

reguliere lessen aangeboden krijgen. Mocht een student bijvoorbeeld een les missen, kan hij of zij de

informatie en lesstof van deze les terugvinden in deze mapjes.

Verrijking: Als laatste zijn er nog mapjes met een beschrijving in de kleur groen (kleurcode: 99CC00),

waarin de verrijkende informatie wat betreft onderzoeksvaardigheden wordt aangeboden. Mochten

de dio’s voor hun onderzoek meer informatie nodig hebben dan dat er tijdens de lessen wordt

aangeboden, kunnen ze dit terugvinden in deze mapjes (zie figuur 1).

In deze digitale leeromgeving is gekozen voor een indeling per onderwerp, aangezien de dio’s tijdens

het onderzoek op verschillende momenten de verschillende informatie uit de digitale leeromgeving

nodig zullen hebben.

22Figuur 1 Voorbeeld van de verschillende kleuren die gebruikt zijn op de digitale leeromgeving

Bijlage 6 Overzicht kennisclips

Onderwerp Aantal

bekeken

(NL)

Aantal

bekeken

(EN)

Voldoet

aan

criteria?

Link(s)

Kruistabellen 4 - Ja https://www.youtube.com/

watch?v=SZL2sLLm918

Chi-kwadraat 3 - Ja https://www.youtube.com/

watch?v=nJkCdfgUqxk

Afhankelijke t-test 3 - Ja https://www.youtube.com/

watch?v=IkAZb-1MSTk

Onafhankelijke t-test 3 - Ja https://www.youtube.com/

watch?v=FTUnIA3vMII

One-way factoriële ANOVA 1 - Ja https://www.youtube.com/

watch?v=EpeSe9yobU0

https://www.youtube.com/w

atch?v=fwJug18SXGU

Two-way factoriële ANOVA - 6 Ja https://www.youtube.com/

watch?v=g7yvBYzAIho

Pearson’s correlatie - 13 Ja https://www.youtube.com/

watch?v=VOI5IlHfZVE

Spearman’s correlatie - 9 Ja https://www.youtube.com/

watch?v=Kc0dRO7bYlk

Kendall’s correlatie - 3 Ja https://www.youtube.com/

watch?v=ZJpAf5JOtmU

Lineaire regressie 1 7 Ja https://www.youtube.com/

watch?v=vnQIW5ts3eM

Odds & Risk ratio - 4 Ja https://www.youtube.com/

watch?v=obeQIpB33Gg

McNemar toets - 6 Ja https://www.youtube.com/

watch?v=3JNGOtKR28I

One-way repeated measures

ANOVA

- 7 Ja https://www.youtube.com/

watch?v=6T6dvrwDe_U

Two-way repeated measures

ANOVA

- 4 Ja https://www.youtube.com/

watch?v=9TDvejlOP0Q

Logistische regressie - 7 Ja https://www.youtube.com/

watch?v=OvQShzJ7Sns

https://www.youtube.com/w

23

atch?v=zdJhydkcqv4

Multivariate ANOVA - 5 Ja https://www.youtube.com/

watch?v=I3d5JmK8YHw

De juiste toets kiezen 3 - Ja https://www.youtube.com/

watch?v=iG-H3exARtU

Formule invullen in word 2 - Ja https://www.youtube.com/

watch?v=xu205NZraMs

Testen normaalverdeling 1 12 Ja https://www.youtube.com/

watch?v=NSh5rL4De3k

Bijlage 7 Individuele bijdrage groepsleden

Gezamenlijk

In het ontwikkelen van een Blackboard omgeving hebben we in de eerste vergadering gebrainstormd

24

over de indeling van de Blackboard omgeving. Hierna is er een verdeling gemaakt voor welk

onderdeel in het project iemand verantwoordelijk was. Dit werd daarna gecontroleerd door de

andere groepsgenoten. Dit werd gedaan door een gezamenlijke vergadering waarin in ideeën

werden uitgewisseld. Wanneer het niet dit mogelijk was, werd er door middel van comments

feedback gegeven.

Coen

In het ontwikkelen van een Blackboard omgeving was Coen verantwoordelijk voor hoe een digitale

leeromgeving het best ingericht kan worden. Dit is in samenwerking met Nynke gedaan. Daarnaast

heeft Coen de verantwoordelijkheid over het verslag gehad.

Nynke

Nynke was samen met Coen verantwoordelijk voor de inrichting van de leeromgeving. De focus bij

Nynke was meer gericht op de indeling op Blackboard en heeft dit dan ook ingericht. Daarnaast was

Nynke verantwoordelijk voor informatie toevoegen aan de verschillende onderdelen op Blackboard.

Leon

Leon was verantwoordelijk voor de voorwaarden waaraan de kennisclips moesten voldoen en

daarnaast het zoeken van de verschillende kennisclips. Deze heeft hij in Blackboard toegevoegd en

rekening gehouden met de aspecten van auteursrechten

Selina

In het ontwikkelen van de Blackboard omgeving was Selina verantwoordelijk voor het feedback

systeem. Hierin is een onderdeel Peer feedback toegevoegd op Blackboard op Turnitin. Hiervoor zijn

regels opgesteld waaraan de feedback aan moet voldoen. Selina heeft verder Nynke geholpen met

de invulling van informatie op de digitale leeromgeving.

Bijlage 8 Beoordelingsformulieren

Beoordeling eindproduct opdrachtgever

25

Inhoudelijk Toelichting

De digitale leeromgeving is onderwijskundig correct ingericht.

0 1 2 3 4

Er is een mogelijkheid voor de student om vragen te stellen in de digitale leeromgeving

0 1 2 3 4

Met behulp van kennisclips en informatie is er (ondersteunende) informatie beschikbaar

0 1 2 3 4

De studenten kunnen a.h.v. de digitale leeromgeving bepalen op welk niveau ze zitten

0 1 2 3 4

Het geïntegreerde feedback systeem is onderwijskundig op een juiste manier ontwikkeld.

0 1 2 3 4

Gebruiksvriendelijkheid

De digitale leeromgeving is overzichtelijk en makkelijk in gebruik.

0 1 2 3 4

Onderwerpen zijn gemakkelijk te vinden in de digitale leeromgeving

0 1 2 3 4

De mogelijkheid tot vragen is overzichtelijk en makkelijk in gebruik.

0 1 2 3 4

De kennisclips zijn duidelijk en op gemakkelijke manier af te spelen

0 1 2 3 4

Vormgeving

De digitale leeromgeving ziet er aantrekkelijk uit. 0 1 2 3 4

De kennisclips zien er aantrekkelijk uit. 0 1 2 3 4

Cijfer:

0= nooit

1= (bijna) niet

2= soms

3= voldoende

4= zeer goed

>3 punten = 1

3 – 7 punten = 2

8 – 12 punten = 3

13-17 punten = 4

18-22 punten = 5

23-27 punten = 6

28-32 punten = 7

33-37 punten = 8

38-42 punten = 9

43/44punten = 10

Beoordeling eindproduct de onafhankelijke beoordelaar

In te vullen door de onafhankelijke beoordelaar en de opdrachtgever

26

Naam projectgroep: ………………………………………………………………………….

Beoordelaar: …………………………………………………………………………………

Voorwaardelijke aspecten

Opbouw van het verslag Toelichting

Het verslag is correct ingedeeld en bevat inhoudsopgave, inleiding, methode, resultaten, conclusie en discussie. De hoofdstukindeling is logisch en eventuele bijlagen zijn functioneel en volledig.

0 voldaan

0 niet voldaan

Leesbaarheid

Het verslag is goed leesbaar en er is sprake van correct en zakelijk taalgebruik.

0 voldaan

0 niet voldaan

Consistent betoog

Het verslag kenmerkt zich door een coherente gedachtegang, waarbij gedachtesprongen alsmede losstaande beweringen zijn vermeden.

0 voldaan

0 niet voldaan

Vormgeving

Het verslag is verzorgd uitgevoerd. De pagina-indeling is overzichtelijk, bladzijden zijn correct genummerd, verwijzingen zijn consequent en systematisch opgenomen. De gekozen lay-out is ondersteunend voor de leesbaarheid.

0 voldaan

0 niet voldaan

Overzicht individuele bijdrage project

Bij het verslag is een aparte bijdrage toegevoegd waarin duidelijk gemaakt wordt op welke wijze de afzonderlijke projectgroepleden hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het rapport.

0 voldaan

0 niet voldaan

Inhoudelijke aspecten

27

Inleiding Toelichting

In de aanleiding wordt verwezen naar actuele en relevante bronnen. De vraagstelling van het project volgt logisch uit de aanleiding.

1 2 3 4

De vraagstelling is eenduidig geformuleerd en fungeert als basis voor de inhoud van het rapport. De lezer wordt goed voorbereid op wat komen gaat.

1 2 3 4

Methode

De gekozen werkwijze wordt stapsgewijs beschreven, passend bij de vraagstelling en er wordt gebruik gemaakt van de juiste instrumenten (waaronder kwaliteitszorginstrumenten).

1 2 3 4

Resultaten

Per fase worden de resultaten overzichtelijk weergegeven.

1 2 3 4

Conclusie en discussie

De conclusie en aanbevelingen zijn een logisch antwoord op de vraag en volgen uit de gevonden resultaten.

1 2 3 4

De waarde van de conclusies wordt aangegeven. 1 2 3 4

Inhoudelijke stellingnames zijn inzichtelijk beargumenteerd en stoelen waar mogelijk op externe en actuele bronnen (literatuur, artikelen, gegevens via opdrachtgever verkregen e.d.).

1 2 3 4

Inhoudelijke kwaliteit

Het verslag kenmerkt zich door een inhoudelijke diepgang, waarbij achterliggende redeneringen en theoretische principes verhelderd worden.

Het gebruik van vakjargon is daarbij zorgvuldig en functioneel.

1 2 3 4

Het eindproduct is tot stand gekomen vanuit een brede en gedegen aanpak, waarbij goed met de te besteden tijd is omgegaan.

1 2 3 4

Totaal: (min. 10, maximaal 40 punten) Cijfer:

28

1= (bijna) niet

2= soms

3= voldoende

4= zeer goed

≤ 16 punten = 4

17-19 punten = 5

20-23 punten = 6

24-27 punten = 7

28-30 punten = 8

31-34 punten = 9

35/36punten = 10

Voldoende bij 26 punten en meer en aan alle voorwaardelijke aspecten voldaan is.

Beoordeling groepsproces, samenwerking en bijdrage aan de onderwijsinnovatie

29

Ontwikkelen van onderwijs Toelichting

Er wordt een koppeling gelegd tussen de onderwijsvisie van de opleiding en inrichting van de leeromgeving.

1 2 3 4

Gemaakte keuzes t.a.v. de leeromgeving zijn onderwijskundig verantwoord waarbij gebruik is gemaakt van evaluatie gegevens.

1 2 3 4

Professionaliseren van handelen

Er is op een juiste manier omgegaan met feedback van de begeleiders.

1 2 3 4

De groepsleden hebben initiatief getoond en leverden een positieve bijdrage aan de gesprekken met de begeleider.

1 2 3 4

Samenwerken in een team

De groepsleden werken functioneel samen. 1 2 3 4

De groepsleden beheersen de basis communicatieve vaardigheden.

1 2 3 4

Signaleren en integreren van ontwikkelingen

De groepsleden integreren ontwikkelingen die optreden tijdens het uitvoeren van dit project, op vakinhoudelijk, beroep en didactisch vlak.

1 2 3 4

30

Bijlage 9 Algemene gegevens

Opdrachtgever

Marit Praagman

EXPOSZ opleiden in sport & zorg

Faculteit der Bewegingswetenschappen

Vrije Universiteit Amsterdam

Telefoon: 020 – 5988624

E-mailadres: m.praagman@vu.nl

Studenten

Leon Wils l.wils@student.vu.nl 0621524305

Coen Poot c.poot@student.vu.nl 0634256765

Nynke Bakering n.bakering@student.vu.nl 0621558487

Selina Vlieger s.vlieger@student.vu.nl 0683602345

31

Bijlage 10 Contactpersonen

Mw. dr. M. Praagman (Marit):

Specialisatie: Onderzoeksvaardigheden, projectonderzoek en didactiek.

Taak: Adviseur, docent, onderzoeker

Kamer: H-631

Telefoon: 020 - 5988624

E-mailadres: m.praagman@vu.nl

Dr. J.R. Pijpers (Rob):

Specialisatie: Sportpsychologie (m.n., ‘de invloed van angst op perceptueel-motorisch gedrag’,

‘trainen onder druk’), vragenlijstonderzoek, onderzoeksmethodologie

Taak: Coördinator Postacademische Opleiding tot Praktijksportpsycholoog, docent,

onderzoeker

Kamer: H-639

Telefoon: 020 - 5988453

E-mailadres: j.r.pijpers@vu.nl

32

Bijlage 11 Activiteitenlogboek

Omschrijving activiteit Voorzitter

Notulist

Datum/Deadline

Start Project Selina Nynke 14-11-2014Beantwoording vragen Marit Coen Selina 21-11-2014Afspraak Marit met Leon (skype)PvA Nynke Leon 27-11-2014PvA inleveren 05-12-2014Feedback PvA + Probleem Nika Leon Coen 19-12-2014Literatuur per onderdeel (onderbouwing) 05-01-2015Bespreking BB indeling + gemaakte werk Coen Selina 05-01-2015Toegang BB 06-01-2015Bespreking BB indeling Selina Nynke 07-01-2015Invulling Blackboard info + kennisclips 14-01-2015Stand van zaken (indeling BB) met Marit 14-01-2015Aanpassingen n.a.v. 14-01 Leon Coen 21-01-2015Aanpassingen toepassen 28-01-2015Stand van zaken met Marit 28-01-2015Bespreking na reflectiemoment Selina Leon 06-02-2015Veranderingen reflectiemoment (Marit) 18-02-2015Stand van zaken Marit 11-03-2015Stand van zaken Marit 24-03-2015Laatste aanpassingen bespreken Coen Nynke 25-03-2015Aanpassingen toepassen (vanuit vergaderingen) + Controle verslag

01-04-2015

Gezamenlijke bespreking verslag + presentatie

Leon Coen 01-04-2015

Inleveren verslag diagnostische beoordeling

03-04-2015

Verbeteren verslag n.a.v. diagnostische beoordeling + bespreken presentatie

08-04-2015

Presentatie 10-04-2015

33

34