Transcript of Twintigste les finaal
- 1. Welkom in de twintigste les!
- 2. OPGELET! 1. hoeven enkel in negatieve of restrictieve zin Ik
hoef vandaag niets te doen. negatief Ik hoef maar 2 artikels te
lezen. restrictief 2. scheidbare werkwoorden met te Je hoefde me
niet op te bellen. Jennifer hoeft geen briefje van 500 euro. Dat
hoeft niet. Ze hoeft niet achteraan te zitten. Ik hoef toch geen
Italiaans te leren. Voor mij hoef je niet op te houden. Hoeven (+
te + infinitief)
- 3. Wat voor (een) + substantief Wat voor een kapsel wilt u?
enkelvoud Wat voor taart wilt u, mevrouw? telbaar Wat voor haar
heeft Els? enkelvoud Wat voor vlees eet u graag? ontelbaar Wat voor
producten verkoopt de kapper? meervoud Wat voor tijdschriften
liggen er bij de kapper? OPGELET! 1. wat voor kan altijd! 2. wat
voor een kan alleen voor een telbaar substantief enkelvoud
- 4. Zon, zulk, zulke + substantief Els heeft een mooi kapsel.
enkelvoud Ik wil ook zon kapsel. telbaar De kapper verkoopt
verzorgende producten. meervoud Ik wil ook zulke producten. telbaar
Dat is mooie wol. de- woord Waar heb je zulke wol gevonden?
ontelbaar Paolo drinkt graag dit bier. het- woord Ik drink ook
graag zulk bier. ontelbaar OPGELET! 1. zon voor een telbaar
substantief enkelvoud, anders zulk(e) 2. zulke voor een de-woord,
zulk voor een het-woord
- 5. Terwijl hij een boek aan het lezen was Wat gebeurde er
toen?