Welkom in de tweede les!

Welkom in de twaalfde les!

Slaatjes (vooral met geitenkaas)MosselenBiefstuk met frietWitloof in kaassausPastaScampisKipVisgerechtenSpaghetti bolognaiseSchaap- of lamgerechten

3,2%2,1%7,2%3,3%9,3%3,0%3,1%5,9%4,2%2,0%Lievelingsgerechten van de Belg

Werkwoorden van beweging met richting

Ik ben naar de bakker gelopen.Hij ben tot aan de brug gefietst en op de brug moest ik te voet gaan.We zijn naar de overkant gezwommen.We zijn naar Parijs gereden.

Werkwoorden als vertrekken, beginnen, gebeuren, blijven, gaan, komen, ontstaan, opstaan, worden, vallen en zijn

Hij is om zeven uur gekomen.Zij is om zes uur opgestaan.Vera is op tijd thuisgekomen.

Perfectum met zijn

Werkwoorden van beweging zonder richting

Ik heb de hele weg gelopen.Hij heeft veel gereisd.We hebben de hele dag gefietst.

Werkwoorden met een direct object

Ik heb de deur gesloten.We hebben ons huiswerk gemaakt.

Reflexieve werkwoorden

Ik heb me gewassen.Ik heb me voorgesteld.

Perfectum met hebben

Werkwoord veranderen

Ria is veranderd.Paolo heeft zijn kamer veranderd.

Werkwoord vergeten

Ik ben zijn naam vergeten. (= ik weet het niet meer)Ik heb/ben mijn tas vergeten.

Werkwoord verliezen

Hij heeft zijn boek verloren.Hij is zijn boek verloren.

Perfectum met zijn of hebben

VUUR

Wij zijn naar China gevlogen!Wat zijn we moe We hebben acht uur gevlogen!