ATMosfeer editie 11 - december 2012

Post on 01-Apr-2016

230 views 0 download

description

De elfde editie van ons relatiemagazine!

Transcript of ATMosfeer editie 11 - december 2012

ATMOSFEERnr. 11 - december 2012

Jaegers Shipping De branche kampt momenteel met overcapaciteit

Adriënne in Kenia Een wel heel andere kijk op afval

Witteveen+Bos De neus van ATM

2 ATMOSFEER december 2012

Van de redactie

COLOFON

Klaar zijn voor de toekomst. Dat is waar we als bedrijf mee bezig zijn en daarom ook al die investeringen die de laatste jaren plaatsvinden.De scheepsreiniging bij ATM is een uiterst stabiel onder-deel, waar het service niveau hoog is. Het milieuvriende-lijk ontgassen, wat er aan zit te komen, is voor ons een signaal om ook op dit gebied een extra service aan te gaan bieden aan onze klanten. Daarom staat een forse uitbreiding van de steigercapaciteit op het programma. Dennis Hanssen van Jaegers Shipping BV, waarvan de schepen regelmatig aan onze steiger liggen, vertelt over zijn bedrijf.

De commerciële afdeling is dé schakel tussen klant en verwerking. De medewerkers die in het buitenland actief zijn blijven voor de meeste mensen buiten beeld. Zij stel-len zich voor.

Geur is een issue dat regelmatig de gemoederen blijft bezighouden. Witteveen+Bos krijgt in deze uitgave het woord. Als onafhankelijke, gecertificeerde 'snuffelaars' verrichten zij metingen bij ATM. Snuffelpalen of e-noses geplaatst op het industrieterrein zouden kunnen helpen om meer inzicht en daarmee grip op de situatie te krij-gen.

Een wel heel bijzonder onderwerp werd aangedragen door onze verslaggeefster Adriënne. Zij ging met een ge-heel ander doel naar Kenia en de redactie had haar ge-vraagd om, indien mogelijk, eens te kijken hoe daar de af-

valverwerking in zijn werk gaat. Een ontluisterend verhaal, wat duidelijk maakt dat wij hier in West Europa blij mogen zijn met de hoge organisatiegraad op dit gebied en de be-drijven die het afval verwerken. Het kost een paar centen, maar dan is het ook echt verwerkt of gerecycled.

Composteren is zo'n activiteit die veel afval in vrij korte tijd kan verwerken. Tunnelcompostering, zoals van Vliet dit gaat doen, gaat vijf keer zo snel als normaal. Een in-novatie van eigen bodem.

Ook de terugwinning van oplosmiddelen is een bezigheid die leidt tot reductie van de hoeveelheid afval. Dankzij ver-schillende destillatietechnieken kan Remat Chemie scho-ne producten leveren aan hun afnemers. Er blijft echter altijd een residu over dat als afval de deur uit gaat. Hier ligt dan ook de link met ATM.

Transport hoort bij grondsaneringen en wegwerkzaamhe-den. Zo is de firma Westdijk hier kind aan huis geworden. Vanuit mijn kantoor zie ik groene wagens van Westdijk de gehele dag af- en aanrijden.

Beelden zeggen vaak meer dan duizend woorden. In het midden treft U deze keer een overzichtsfoto aan van ons terrein. De begeleidende tekst zegt genoeg. Namens de redactie,

Arno Nijssen

2 Van de redactie 3 Van de directie 4 Jaegers Shipping 6 Onze commerciële mensen in het buitenland 9 Geurmetingen Witteveen+Bos

12 Compostering door Van Vliet Recycling 16 Remat Chemie 18 Kenia 24 Westdijk Transport 26 Nieuwsflits

Eindredactie:Jacques de JongArno NijssenPiet Rolloos

Tel: 0168-389225Fax: 0168-389270E-mail: info@atmmoerdijk.nl

Interviews:Michel van StratenAdriënne Nijssen

Vormgeving:Artfull Mediawww.artfullmedia.nlinfo@artfullmedia.nl

Druk:Drukkerij Van der Louw, Berkel & Rodenrijs

ATMosfeer is een uitgave van: ATMAfvalstoffen Terminal Moerdijk B.V.

INHOUD

3

ATM blijft in beweging. We blijven investeren om klaar te zijn voor de toekomst. De realisatie van 2 nieuwe slibontvangstplaatsen is in de afrondende fase. We zijn bezig met de bouw van onze nieuwe opslagloods voor vervuilde grond en TAG, waarvan de contouren bin-nenkort zichtbaar zullen gaan worden. We leggen de laatste hand aan de plannen en vergunningen voor de bouw van een nieuwe vatenloods en vernieuwde blus-voorzieningen voor het tankenpark. Daarnaast zijn we bezig met plannen om een gedeelte van de activiteiten van Jaartsveld te verplaatsen naar Moerdijk. De komende 12 maanden zullen er dus nog veel bouw-activiteiten plaatsvinden.

Ook Shanks Nederland is volop in beweging. Afgelo-pen zomer is er een nieuwe organisatiestructuur ge-introduceerd. ATM en Jaartsveld vormen samen met Reym de nieuwe divisie 'Hazourdous Waste', naast de divisies Organic Waste en Solid Waste. De samenwerking binnen de divisies, maar ook tussen de divisies zal worden geïntensiveerd. Vertrouwen en communicatie zijn hierbij de kernbegrippen. Want sa-men kunnen we onze klanten nog beter van dienst zijn. Een goed voorbeeld hiervan is ons Total Care Concept: cleaning, inzameling, transport en verwerking van af-valstoffen wordt als één pakket aan de klant aange-boden.

De reorganisatie en haar mogelijke gevolgen waren onderwerp van gesprek op de tweejaarlijkse Shanks Management Conferentie. ATM wil blijven verbeteren, zowel als bedrijf, organisatie en in de relatie met haar omgeving. Dit betekent onder meer: de juiste mensen op de juiste plaats, open communicatie in en tussen alle geledingen binnen ATM en daarbuiten.

Voor gezondheid en veiligheid was bij de conferentie een aparte plaats ingeruimd. Het thema 'We doen het veilig of we doen het niet' sluit aan bij wat we al langer doen. Weet waar je mee bezig bent, durf te corrigeren en ben aanspreekbaar op veiligheid. Het motto hiervan is: "Kijk jij naar mij, dan kijk ik naar jou!".

Het onderwerp veiligheid is verder uitgediept tijdens het Shanks Safety Event in september 2012. Vanuit ATM en Jaartsveld hebben van diverse afdelingen één of meer medewerkers aan deze bijeenkomst deelgeno-

men. Veiligheid, ge-zondheid en welzijn blijven voor ons be-langrijke pijlers voor de bedrijfsvoering. De RAS-systematiek (wijze van omgaan met (bijna-)incidenten om herhaling te voorkomen), zoals die binnen Shanks gehanteerd wordt, helpt hierbij om onze doelen op dit gebied te verwezenlijken. Het doet ons grote deugd dat de grote jaarlijkse onderhoudstop waarbij met ongeveer 200 extra mensen negen dagen rond de klok is gewerkt zonder noemenswaardige incidenten is verlopen.

De economische ontwikkelingen in Nederland en Eu-ropa spelen ons natuurlijk ook parten. Minder bouwen betekent minder vervuilde grond, die gereinigd moet worden. Minder industriële activiteiten betekent min-der verontreinigd water, dat gezuiverd moet worden. Voor onze bedrijfstak is daarom een lange termijn visie nodig om vooruitgang te blijven boeken. Niet alleen in omzetgroei, maar ook in mens, milieu, gezondheid en veiligheid.

Maatschappelijk verantwoord Ondernemen is belang-rijk binnen onze samenleving. Openheid naar en com-municatie met iedereen, die bij ons betrokken is (klan-ten, overheden, buurtbewoners en politiek) is hierbij van essentieel belang. Aan de oproep aan alle betrokkenen om ook eens een bezoek aan ATM te brengen is in groten getale gehoor gegeven. Wij hebben intussen oudere streekbewoners en jongeren van diverse scholen mogen ontvangen als bezoekers. Onze uitnodiging blijft staan. Mocht u ons willen bezoeken dan is een afspraak snel gemaakt: michèle.urmetzer@atmmoerdijk.nl.

Jonny Kappen

Van de directie

"ATM wil blijven verbeteren

zowel als bedrijf, organisatie

en in de relatie met haar

omgeving."

4 ATMOSFEER december 2012

Op het kantoor van Jaegers Shipping B.V. aan de Van Vollenhovenstraat in Rotterdam vertelt het bordje Chemgas nog iets van de geschiedenis van het be-drijf die teruggaat tot 1919. De onderneming die Josef Jaegers in Frankfurt begon, legde zich aan het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw geheel toe op de tankvaart. En met succes. In Europa groeide het bedrijf uit tot marktleider op het gebied van de binnen-tankvaart. Een vloot van zo'n 220 schepen, waarvan zeventig procent in eigendom, is daar getuige van. Met ongeveer 500 werknemers is het Duitse bedrijf ook een belangrijke werkgever in de maritieme wereld. Zes van hen werken onder leiding van Dennis Hanssen (42) op het kantoor in het Rotterdamse Scheepvaartkwartier."Na de overname van Chemgas in 2003 konden we onze klanten wat tankvaart betreft een totaalpakket aanbieden," legt directeur Dennis Hanssen uit. "Tot die tijd vervoerden we louter minerale oliën, chemicaliën en de zogenaamde zwarte producten zoals zware stook-olie. Belangrijke verladers moesten we voor 2003 nee verkopen, wanneer het om het tanktransport van gas-sen ging."

Aanvankelijk afficheerde de onderneming zich, afhan-kelijk van de productgroepen, als Jaegers Combitank B.V. en Rederij Jaegers B.V., maar sinds 1 juli 2009 gaat alles onder de vlag van Jaegers Shipping B.V.

Performance Dat de wereldeconomie hapert, merkt ook Jaegers Shipping. "Het zijn moeilijke tijden voor de scheep-vaart," bekent Hanssen. "Ik ben ook zeer benieuwd hoe de branche zich de komende twee, drie jaar houdt,

Jaegers Shipping B.V. heeft een uitstekende performance

Schepen van Jaegers liggen geregeld bij ATM aan de kade. Is het niet voor de afgifte van slobs, dan is het wel voor een schoonmaakbeurt. Het kan de grondi-ge reiniging van een stookolietanker zijn of een tanker die na het vervoeren van bijvoorbeeld chemicaliën gewassen moet worden. Het is een relatie die Dennis Hanssen van genoemde rederij als 'optimaal' beschrijft. "Zowel qua planning als aan de steiger is veel mogelijk," stelt Hanssen. "De lijnen zijn kort, zodat er altijd snel gehandeld kan worden. En zitten we met vragen over bepaalde pro-ducten, dan komt ATM altijd met een oplossing, want er is veel specialistische kennis in huis."

Door Michel van Straten

Dennis Hanssen: 'De branche kampt momenteel met overcapaciteit'

5

want er zijn diverse factoren die voor een neerwaartse spiraal zorgen. Zo is er binnen de tankbinnenvaart sprake van overcapaciteit, waardoor men genegen is om lading voor lagere prijzen te transporteren. Tel daar de hoge prijs van gasolie bij op en iedereen kan het sommetje maken.""Gelukkig zijn de volumes die wij vervoeren redelijk stabiel gebleven, maar daar moeten we wel hard voor werken," vertelt de Barendrechter. "We begeven ons nog intensiever op een markt, waar hevig geconcur-reerd wordt. Maar ook op een markt, waar eigenlijk weinig klanten zijn te vinden die we nog niet kennen. Natuurlijk werkt bij ons ook het prijsmechanisme, maar we kunnen gelukkig ook profiteren van onze uitsteken-de performance; de klanten weten wat ze van Jaegers kunnen verwachten. Wij profileren ons als Rijnspecia-list en kunnen service op maat bieden. Denk aan trans-port bij extreem lage waterstanden. Wij kunnen lading desnoods snel over drie, vier schepen verdelen, zodat de producten toch tijdig op de plaats van bestemming aan kunnen komen. Daarnaast zijn wij ook op steeds grotere schaal in het ARA-gebied (Amsterdam-Rotter-dam-Antwerpen) actief."

OvercapaciteitHanssen komt nog even terug op de overcapaciteit binnen de branche. "Eigenlijk zou er gesaneerd moe-ten worden, maar het fenomeen overcapaciteit is door de overheid eigenlijk nooit erkend, waardoor het potje geld in Brussel onaangesproken is gebleven. Ieder-een mag raden wat met het huidige economische tij een enkelwandige tanker nog in de verkoop opbrengt, zeker wanneer je bedenkt dat in de branche dubbel-wandige tankers de standaard zijn geworden. Geluk-kig gaan ook dit jaar weer een stuk of tien van onze enkelwandige tankers nog aan een tweede leven begin-nen in den vreemde. In landen als Servië, Roemenië en Nigeria is nog belangstelling voor dit soort schepen."

RegelgevingEen ander punt van zorg is de steeds strakker wor-dende regelgeving rondom het ontgassen van tankers. Het ontgassen van benzine in de open lucht is al ver-boden, maar onder bepaalde condities (niet te dicht bij

een woonkern bijvoorbeeld) mogen andere stoffen nog wel worden geventileerd. Met Duitsland voorop, zullen verboden in de toekomst voor steeds meer producten gaan gelden.

"Iedereen is het erover eens dat je uit milieuoogpunt hier iets mee moet, maar dan wel graag onder een eenduidige Europese regelgeving," vindt Dennis Hans-sen. "Bijkomend probleem is dat milieuvriendelijk ont-gassen nogal wat kost en eigenlijk niemand bereid is daarvoor te betalen. De huidige capaciteit is in Neder-land trouwens onvoldoende. Er wordt wel naar oplos-singen gezocht. Zo is er gedacht aan mobiele ontgas-singsinstallaties of aan een ontgassingsinstallatie aan boord van een schip. Je praat dan echter over tonnen aan euro's aan investeringen. De beste oplossing is nog het varen met zogenaamde dedicated schepen. Dat zijn schepen die altijd hetzelfde product vervoeren en daardoor niet ontgast hoeven te worden. Maar ja, dan moet er wel met regelmaat van een vast aanbod sprake zijn."

ATM onderzoekt momenteel de mogelijkheid om ge-controleerd te ontgassen via de navelbrander van de grondreiniger en zo hiervoor een oplossing te bieden.

"Met Duitsland voorop, zullen

verboden in de toekomst voor

steeds meer producten gaan

gelden."

6 ATMOSFEER december 2012

Onze commerciële mensen in het buitenland

Het gezicht van ons bedrijf wordt voor een groot deel bepaald door de mensen van de commerci-ele afdeling. Daarom laten we ook de lezer ken-nis maken met deze onmisbare schakels tussen klant en ATM. In deze aflevering de mensen die in het buitenland actief zijn. Wat opvalt is dat de meeste mensen al vele jaren werkzaam zijn voor ATM, maar ook dat werkge-bieden elkaar overlappen afhankelijk van de in-stallaties waar men aan gelieerd is.Wat ook typisch is, is het feit dat deze mensen ondanks hun commerciële kwaliteiten niet altijd graag vertellen over zichzelf. Wat hen als mens bezighoudt. Toch hebben wij ze aan het praten gekregen.

Duitsland – Zwitserland – Italië en de rest van EuropaHet werkgebied van Martin Hennes en Klaus Somke is zeker niet klein te noemen. Zij bestrijken vanuit Mön-chengladbach, waar ons kan-toor is gevestigd, voornamelijk het gebied: Duitsland, Zwit-serland en Italië, maar indien nodig pakken zij ook projecten op in Scandinavië en de rest van Europa, behalve Engeland en Ierland die worden vanuit Moerdijk bezocht.

De tweetalig opgevoede Klaus is meer dan 20 jaar ge-leden bij ATM begonnen om projecten in Duitsland te begeleiden. Inmiddels is hij doorgegroeid tot Manager International Sales. Tot zijn takenpakket behoort de aansturing van de vestigingen in Duitland, België en Spanje.Als echte levensgenieter houdt hij van koken, sport (voetbal, fietsen) en muziek.De 52 jarige Martin is na zijn opleiding tot chemisch ingenieur als ambtenaar in Düsseldorf zijn werkzame leven begonnen. Dat trok hem niet zo en is na ruim een jaar overgestapt naar Trienekens. Daar zijn de eerste contacten met ATM ontstaan en sinds 1998 bestiert hij het kantoor in Duitsland. Martin houdt zich o.a. bezig met aanvragen van klanten, in- en exportvergunningen en met alles wat daarbij hoort, transport en de afzet van reststoffen. Maar gelukkig blijft er nog tijd over voor wandelen, vrienden, vrouw, hond en een goed glas bier of wijn.

België en FrankrijkBelgië, onze oudste vestiging in het buitenland, heeft vier werknemers. Dit is deels vanuit het verleden zo gegroeid ten tijde van Ocean Combution Service, maar ook omdat de regelgeving in België ronduit complex is. Ons kantoor is gevestigd in Antwerpen.Om te beginnen zijn daar Gise en Marian die het kantoor draai-ende houden.

Gise van Mirlo is al sinds men-senheugenis werkzaam bij OCS."Mijn functie is lastig te omschrij-ven (ik hou trouwens ook niet van vakjes). In mijn functieom-schrijving staat: verantwoordelijk voor administratie en lopende zaken kantoor. Sinds de komst van Marjan (vooral voor com-merciële ondersteuning), hou ik mij hoofdzakelijk bezig met vergunningsaanvragen in twee talen: Nederlands en Frans. Ver-der indien nodig meldingen van transporten over algemene OCS vergunningen en tevens de officiële administratieve verplichtingen van OCS (o.a. afvalstoffenregister).

Daarbij sta ik ook in voor de huishoudelijke zaken zo-als bank, post, kas, aankoop kantoorbenodigdheden, bevoorrading keuken, contact met eigenaar, contact bij OVAM mbt controles, enz.). Kort gezegd is het een dynamische aangelegenheid hier, waarbij af en toe nog wat gelegenheid is voor mijn andere interesses: boe-ken, kunst en cultuur, en reizen."

Marian Willekes is commercieel medewerkster binnen-dienst. "Eerder heb ik gewerkt bij AWS (nu Bioterra) te Bornhem en te Sint Katelijne Waver. Ik heb eigenlijk altijd in de koerier/transport/logistiek gezeten, daar-van ben ik overgegaan naar de overheid (secretariaten scholen enz.) en zo eigenlijk aanvullende ervaring op-gedaan in de beton - bouwafval sector en zo verder in de grondreiniging terecht gekomen. Van daaruit ben ik dus bij ATM terecht gekomen. Het kan raar lopen.Van opleiding ben ik opvoeder in de bijzondere jeugd-zorg en gehandicapten zorg, dus een heel andere sec-tor. Deze job is heel afwisselend - wat leuk is – en ik leer elke dag bij. Zo zijn geen 2 dagen dezelfde, en ga ik ook bewuster om met wat ik thuis in de vuilnisbak gooi of wat gerecycleerd kan worden. De rode draad in mijn job is voorregistraties maken, offertes maken in overleg met Rob en Michel, afvalstromen aanmaken, vergunningen voorbereiden, meldingen doen, klanten helpen enzovoort.Ik heb 2 zonen van 11 en 9 jaar, Thibaut en Arnaud. (dus ben veel scheidsrechter tussen de oorlogen die worden uitgevochten) Mijn hobby's zijn tennis, lopen, koken, bakken en lekker eten."

BelgiëRob van Zundert, die onlangs zijn 25 jarig jubileum vierde is sinds een aantal jaren actief in België. Van binnendienst-medewerker naar buitendienstmede-werker in het buitenland vereist een behoorlijke omschakeling. "Je moet op de hoogte zijn van de gebruiken," aldus

Rob. "Nederlanders hebben in België al snel de naam dat ze arrogant zijn, dat moet dus worden vermeden. Je moet ook altijd je afspraken nakomen. Een man een man, een woord een woord. In België wordt dat ten zeerste op prijs gesteld. Eenmaal een afspraak niet na-gekomen, is het haast onmogelijk om je relatie nog te herstellen. Je moet op de hoogte zijn van de wetge-ving, zodat je in discussie kunt gaan als er problemen zijn. Je moet weten wie je concurrenten zijn en wat ze kunnen. Probeer altijd een totaal oplossing te bieden. Als een klant of een potentiële klant een probleem heeft pro-beer dan mee te denken om gezamenlijk tot een op-lossing te komen. Dit wordt heel erg gewaardeerd en leidt tot een goede relatie. Het is nooit alleen maar de prijs die geldt, men moet je ook het een en ander gunnen. Een bezoek gaat nooit enkel over alleen maar het werk. Zorg dat je op de hoogte bent van de marktontwikkelingen, de posities in de markt, de knelpunten en weet wie de belangrijkste spelers zijn binnen het marktsegment en probeer voor je klant van toegevoegde waarde te zijn. En bovenal transparant te werk gaan."

FrankrijkMichel Housmans, 54 jaar en sinds 2005 opnieuw bij ATM. Inderdaad, na een eerste OCS-leven, ten tijde van de verbranding op zee van koolwaterstoffen in de jaren 80, is een tweede OCS-leven begonnen in het begin van de jaren 90. De taken bestonden toen uit het ontwikkelen van de markt in België, Frankrijk en Spanje, voor de activiteiten van ATM, voor zowel de verwerking van verfafval als van verontreinigde grond grond.

In 1997 ben ik vertrokken naar Frankrijk om voor het franse bodemsaneringsbedrijf (Apinor) te gaan werken, daarna heb ik nog bij een afvalverwerkingsbedrijf (ARF) gewerkt, om uiteindelijk weer bij ATM terug te komen.

7

8 ATMOSFEER december 2012

Nu ben ik verantwoordelijk voor de Franse markt ivm de grondreinigingsactiveiten van ATM. Ik ben, net zo-als alle andere collega's, bijna constant onderweg. In mijn geval van Lille naar Marseille, of van Strasbourg naar Bayonne. De vele meetings in Parijs vinden he-laas nooit plaats op de Eiffeltoren maar op industrie-terreinen. De afvoeren van grond uit exotische steden als Saint Malo of Cannes gebeurt helaas ook steeds in winter of naherfst-periode.

Aan mijn baas heb ik weleens voorgesteld om voortaan met mijn bootje via kanalen en rivieren naar klanten te gaan, maar een reistijd van telkens zo'n 3 weken leek hem een beetje veel … Kan ik begrijpen, hoewel het me wat meer tijd zou kunnen opleveren voor andere aangename activiteiten zoals lezen, denken en schrij-ven … zijn de huidige denkmethodes in onze maat-schappij niet gegroeid uit oude denksferen van filosofie en wijsbegeerte? Effe over nadenken . Grondig, na reiniging .

Spanje – Portugal – Zuid Amerika en de rest van de wereldVanuit Spanje zijn het Angels Castellnou en Gabriël Chifflier die samen een rondreizend gezelschap vor-men. De aardbol is hun thuis, zo lijkt het wel. Buiten Spanje en Portugal vertoeven zij met de regelmaat van de klok in Noord Afrika, Zuid Amerika en zelfs op de Filipijnen.

Om dit allemaal te kunnen doen heb je een talenwonder nodig, die ook nog eens graag reist. Gabriël, geboren in 1975 uit een Spaanse moeder en een Franse vader spreekt dan ook zes talen vloeiend, waaronder Ne-derlands. Sinds 1998 werkzaam voor ATM en steeds proberend om klanten er van te overtuigen dat gevaar-lijk afval netjes verwerkt moet worden. Veelal lopen de contacten via inzamelaars van dit afval. Ondanks de goede back-up vanuit Nederland moet er toch veel ge-

regeld worden voordat afval naar Moerdijk getranspor-teerd kan/mag worden. Je moet wel behept zijn met een flinke dosis geduld en volhardendheid, want het gaat hier meestal over langdurige trajecten. Vaak willen klanten ook zien wat er met hun afval gebeurt, wat dan weer reden is voor een bezoek aan ATM."Het is een baan die nooit verveeld en waarbij je in aanraking komt met diverse culturen, mensen, kunst en geschiedenis. Zaken die mij heel erg interesseren," aldus Gabriël.Een andere passie is basketbal: ik speel op een rede-lijk hoog niveau en ben vice voorzitter van de club. "Ik ben de trotse vader van drie prachtige kinderen (13, 11 en 5) en ook zij spelen basketbal in de regio van Barcelona."

Angels Castellnou heeft een graad behaald als Che-mical Engineer en heeft daarnaast nog haar masters gehaald in de mi-lieuchemie aan de universiteit van Barcelona. Sinds 2008 maakt zij als sales me-dewerker deel uit van het interna-tionale team van ATM. Daarvoor heeft ze o.a gewerkt bij Grecat, de grote publieke verbandingsinstallatie van Catalonië en ook als labmanager in Frankrijk."Op dit moment werk ik hard om vooral in Frankrijk onze Pyrolyseplant meer bekendheid te geven, omdat door de crisis in Spanje, het in stand houden van de contacten daar momenteel voldoende is," zo weet An-gels te melden."Naast mijn werk heb ik altijd een binding gehad met het onderwijs. In verband met het afval waar wij mee in aanraking komen heb ik een bevoegdheid in risicoana-lyse. Ook mag ik als auditor van milieumanagement systemen werkzaam zijn. Deze twee bevoegdheden zorgen ervoor dat ik bij diverse instellingen hier op vrij-willige basis gastlessen verzorg in de milieuaspecten van gevaarlijk afval.Ook ga ik regelmatig met Gabriël mee naar Latijns Amerika en Canada om de afvalwereld daar te verken-nen. Ik heb twee schatten van dochters, Teresa, 11 jaar en Eulàlia, 7 jaar. Ik hou er van om met hen en mijn vrienden de tijd door te brengen op de mooiste plek van de wereld; de Pyreneeën."

99

Witteveen+Bos fungeert als 'de neus' van ATM

Het is een open deur, maar op plaatsen waar afval verwerkt wordt of grond wordt gereinigd, komen al snel vervelende geuren vrij. Daarom steekt ATM veel energie in het voorkomen van geuroverlast in de omgeving van Moerdijk. ATM maakt hierbij sinds 2007 gebruik van de diensten van ingenieursbureau Witteveen+Bos. André van Boheemen van het in Deventer gevestigde bureau is dan ook geregeld in Moerdijk voor overleg met Jacques de Jong, die bij ATM 'kwaliteit, veiligheid en milieu' in zijn portefeuille heeft.

Door Michel van Straten

"Er waren al verkennende gesprekken met ATM voor 2007," herinnert André van Boheemen (43) zich. "Maar juist in 2007 waren er een flink aantal geurklachten in Moerdijk en toen hebben we elkaar uiteindelijk snel gevonden." Na die piek van geuroverlast verzorgt Van Boheemen, als hoofd van de adviesgroep luchtonder-zoek, metingen en onderzoeken, waar gegevens en adviezen uit voortkomen, waarmee ATM zijn voordeel kan doen. Van Boheemen: "Bij die eerste klus kregen we de opdracht objectief naar de klachten te kijken en te analyseren wat de geurbronnen waren. Later zijn we gaan meten en hebben we ook rapportages ver-zorgd bij de aanvraag van nieuwe vergunningen. De geurbronnen pakken wij niet in technische zin aan. Wij meten, rapporteren, geven aanbevelingen, maar ATM heeft zelf voldoende kennis in huis om maatrege-len door te voeren."ATM is overigens niet het enige Shanks-bedrijf dat Witteveen+Bos hiervoor inschakelt. Ook Orgaworld is een relatie van het Deventer bureau.

Het ingenieursbureau Witteveen+Bos ontstond in 1946. Ingenieur W.G. Witteveen (1891-1979) en pro-fessor ingenieur ir. G.S. Bos (1908-2004) ontmoetten elkaar toen en hadden meteen een klik. Witteveen had als stedenbouwer naam gemaakt in Rotterdam. Bos was als civiel ingenieur werkzaam geweest in Amster-dam en Enschede. Na een lunch hadden ze aan een

uurtje voldoende om de plannen voor een maatschap op een A4'tje te zetten. 'Stedebouwkundig advies- en ingenieursbureau Witteveen en Bos c.i.' was geboren. Eén van de eerste klussen was de bouw van de Prins Bernhardsluis (1946) in Deventer. In de naoorlogse ja-ren was er een grote schaarste aan materialen, maar mede dankzij de toepassing van rest- en sloopmateri-aal kon de sluis, die anno 2012 nog steeds naar beho-ren functioneert, toch gebouwd worden.

Onze krachtHet bleef niet bij het bouwen van een sluis. Water, in-frastructuur, milieu en bouw zijn de werkgebieden, waarop het ingenieursbureau zich momenteel richt. "Onze kracht is dat we veel verschillende disciplines in huis hebben. Moet er bijvoorbeeld een waterzuivering worden gebouwd, dan kunnen wij niet alleen de kennis leveren van het proces, maar ook het gebouw ontwer-pen, milieu- en ecologisch onderzoek doen, de ver-gunning aanvragen enzovoorts. Overigens hebben wij bewust geen specialisme op onze visitekaatjes staan. We hebben gewoon mensen met een 'goede kop' in huis, die breed inzetbaar zijn. Daarom kunnen we met de markt meebewegen en krijgen de medewerkers voldoende uitdaging," aldus van Boheemen.

Witteveen+Bos dat ruim 900 medewerkers telt, heeft naast de hoofdvestiging in Deventer, ook vestigingen in Almere, Amsterdam, Breda, Den Haag, Heerenveen,

'Ingenieursbureau is van alle markten thuis'

10 ATMOSFEER december 2012

Maastricht en Rotterdam. "Nederland is nog steeds ons voornaamste werkgebied," vult Van Boheemen aan. "Maar het streven is om op z'n minst een kwart van de omzet op de buitenlandse markt te genereren." Van Boheemen somt op: "België, Indonesië, Kazach-stan, Letland, Rusland en sinds kort Vietnam. Onze activiteiten in dat laatste land zijn ontstaan, nadat een werknemer er ging wonen. Hij zag daar mogelijkheden om ook met ingenieurs- en advieswerk aan de slag te gaan, en kreeg ondersteuning van Witteveen+Bos. Dit typeert ook wel de bedrijfsfilosofie: je krijgt het ver-trouwen om voor kansen en mogelijkheden te gaan."

Jaren '80De 'geuractiviteiten' van Witteveen+Bos gaan terug naar de jaren '80 van de vorige eeuw, toen er van over-heidswege publicaties kwamen met daarin doelstellin-gen om geurhinder te verminderen. Van Boheemen: "Er zijn diverse manieren om luchtverontreiniging te meten, zelfs meetapparatuur waarmee je een chemische scan van de lucht kunt maken zodat je precies weet wat er in zit. Maar dat zegt nog niets over de geur of het ervaren van hinder. Voor geur is de menselijke neus het enige beschikbare meetinstrument. De waarneming en de uitspraak van één persoon zijn echter subjectief, vandaar dat wij meer mensen, een panel bijvoorbeeld, uitspraken laten te doen."Van Boheemen vervolgt: "Vaak worden we ingescha-keld als er geurklachten zijn. Om na te gaan hoe groot de overlast in een bepaald gebied is, kunnen we een telefonisch leefsituatieonderzoek uitvoeren. We vra-gen dan niet: 'Heeft u last van fabriek A?'. Nee, de

geënquêteerde krijgt eerst vragen over zijn wijk, de voorzieningen en dergelijke en dan zit er een vraag tussen over wat men als negatief ervaart. Komt men dan op geuro-verlast, dan kunnen we gericht ver-der vragen. Is er sprake van geuro-verlast, dan is het zaak de bron te traceren. Is er één duidelijke geur-bron dan noem je dat een puntbron. Maar veelal is het ingewikkelder. Denk aan een opslagterrein met meerdere stoffen of een havenge-bied. In het laatste geval spreek je over een diffuse of complexe bron. ATM is op zichzelf al zo'n bron. Om te achterhalen waar op het terrein de geur vrijkomt kunnen metingen worden uitgevoerd."

Geurlaboratorium"Afhankelijk van de geurbron ge-

bruiken we verschillende technieken om luchtmonsters te nemen," legt Van Boheemen uit. "Deze geurmon-sters gaan naar ons geurlaboratorium in Deventer. Hier wordt de 'gevangen lucht' in verschillende concen-traties (van sterk verdund naar meer geconcentreerd) aangeboden aan gecertificeerde panelleden. Deze hebben allemaal een vergelijkbaar reukvermogen en zijn daarom uitwisselbaar. Ze bepalen hoe vaak een geur moet worden verdund om nog nét waarneem-baar te zijn. Dit is een maat voor de sterkte: moet een geur 100 keer verdund worden om de waar-neembaarheidsdrempel te bereiken, dan zit er 100 odour-units in 1 kubieke meter lucht. Ook kunnen de panelleden aangeven of ze de geur aangenaam of onaangenaam vinden, wat weer een maat is voor de hinderlijkheid. Iedere geur wordt vervelend, als je hem maar sterk genoeg maakt. Bij de ene geur gebeurt dit echter bij een lagere concentratie dan bij de andere.

Geurcirkel ATM

Geurpanel aan het werk

11

Deze analysemethode wordt olfactometrie genoemd en is in normen vastgelegd. Witteveen+Bos is officieel voor de uitvoering hiervan erkend." (geaccrediteerd)Aan de hand van de meetresultaten kan een geur-contour worden berekend, waarbinnen een bepaalde geurbelasting optreedt. In vergunningen is deze vaak gekoppeld aan een percentage van de tijd. "Soms is de geur buiten de contour waarneembaar," weet Van Boheemen. "Hoe ver de geur komt, is afhankelijk van het weer. Over het algemeen wordt het acceptabel geacht dat de geur van een bedrijf af en toe bij de woonbebouwing te ruiken is. De resultaten van deze berekeningen kunnen we overigens weer controleren met waarnemers in het veld, de zogenaamde snuffel-ploeg."

Complex"Niet altijd is de relatie tussen bedrijfsvoering, weers-omstandigheden en geursituatie in de omgeving even duidelijk. Op het industrieterrein van Moerdijk en het Hollands diep zijn immers meerdere bronnen aanwezig, waardoor er sprake kan zijn van cumulatie (vermenging van verschillende geuren). Ook kunnen er onverwachte effecten optreden. Het is bijvoorbeeld opgevallen dat er in september/oktober vaak betrekkelijk veel geur-klachten worden ontvangen. Dit jaar begon de piek nét voordat ATM wegens onderhoud op lagere capaciteit ging draaien. De Regionale Milieu Dienst heeft de geur van ATM in de omgeving vastgesteld, maar kan op het terrein niets bijzonders vinden. De indruk is nu dat de geur in het rioolstelsel ontstaat, en bij overstorten en gemalen vrijkomt. Dit geeft weer een geheel nieuwe dimensie aan het lopende onderzoek." E-noses"Snuffelpalen of e-noses zouden kunnen helpen om meer inzicht en daarmee grip op de situatie te krijgen," besluit Van Boheemen. "Dit zijn apparaatjes met een aantal sensoren, die 24 uur per dag de aanwezigheid van verschillende stoffen in de lucht kunnen detecte-ren. De combinatie van signalen is vaak specifiek voor een bepaalde geur. Daarom kunnen de apparaatjes als het ware getraind worden om geuren te herkennen en te onderscheiden. Een flink aantal e-noses verspreid over het industrieterrein zou enorm veel extra informa-tie kunnen opleveren. De installatie, het onderhoud, het trainen en het uitwerken van de resultaten. Dat is echter een kostbare zaak. ATM heeft Witteveen+Bos gevraagd de mogelijkheden te onderzoeken en bud-get beschikbaar gesteld, maar voor een uitgebreid onderzoek is medewerking van meerdere partijen no-dig. Hiervoor is inmiddels een werkgroep in het leven geroepen, waar zowel overheden als bedrijfsleven aan deelnemen."

Olfactometer

Accreditatie E-nose

12 ATMOSFEER december 2012

Van Vliet Recycling kan vooruitkijken

Voor wie er niet bekend is, is het even zoeken om de toegangsweg tot het complex van Van Vliet Recycling te vinden. Het adres 'Hoek van Holland, Nieuw Oranjekanaal 45' is keurig in het autonavigatiesysteem ingevoerd, maar recent aangelegde ontsluitingswegen gooien dan roet in het eten. Een voorbijrijdende vrachtwagencombinatie met de naam Van Vliet erop brengt echter uitkomst. De wagen gevolgd en het bedrijfsterrein komt al snel in zicht. Rechts van de toegangsweg stak de hagelwitte kunst-stof overkapping van de nieuwe bedrijfshal scherp af tegen de blauwe lucht. Hierna kwamen het kantoorgebouw en de weeginstallatie in beeld. Beide fraai van architectuur en net als de bedrijfshal een bewijs van recente investeringen. Links van de toegangsweg zag je de fietsers voorbijgaan op de dijk langs de Nieuwe Waterweg. Keek je goed, dan zag je nog een deel van de Maeslantkering.

Door Michel van Straten

Van Vliet Recycling bestaat onder die naam sinds 2001 en is in wezen een voortzetting van het in 1986 ge-starte Composteringsbedrijf Zuid-Holland, een initiatief van de Stichting Verwerking Tuinbouwafval Westland (SVTW). De dagelijkse leiding berust bij Peter van der Water (43), die bij Van Vliet de kans kreeg om 'als man van de praktijk' in zijn rol als bedrijfsleider te groeien. Los van de aan en af rijdende chauffeurs zijn er door-gaans een tiental mensen op het complex werkzaam. Tijdens de piektijd van half oktober tot half december, wanneer de tuinders in verband met de teeltwisseling hun kassen schonen, worden er extra mensen inge-zet om alle aanbod te verwerken. Het ingenomen tuin-bouwafval wordt overigens bij inname gekwalificeerd. De mate van vervuiling (laag, middel, hoog) is bepalend voor de verwerkingsprijs. Foto's dienen daarbij als be-wijs voor klanten die eventueel bezwaar maken tegen de gehanteerde kwalificatie.

Tunnelcompostering Peter van der Water laat met trots het bedrijf zien, waar nog de laatste hand wordt gelegd aan de nieuwe be-drijfsruimten, waarin straks wordt overgegaan tot zo-genaamde tunnelcompostering. Zestien betonnen tun-nels van 45 meter lang, negen meter breed en zes me-ter hoog moeten straks het composteringsproces van

'Tunnelcompostering versnelt proces met meer dan een jaar'

13

het tuinbouwafval terugbrengen van zestien tot drie maanden. Op de eerste verdieping van de hal, onder het doorschijnende kunststof dak, staat de machinerie voor de luchtbehandeling."Er is hier gekozen voor het beste wat er is op de markt," verduidelijkt Van der Water. "We willen niet binnen de kortste keren met corrosie te maken hebben. En wees niet bang voor dat dak. Het bestaat uit een folie die heel wat kan hebben. Een enorme hagelbui of een flink pak sneeuw is geen enkel probleem."Het gestuurde proces zorgt ervoor dat het tuinbouw-afval in een week of twee de tunnel 'doorloopt' en na een narijpingsproces van twee maanden klaar is voor de laatste verwerking. Oftewel, dan kunnen de onge-rechtigheden (plastic clips, bindtouw en -draad) uit het gecomposteerde afval gehaald worden. Hierna gaat de compost naar de klant. De bollensector is een be-langrijke afnemer. Maar het eindproduct vindt ook zijn weg naar de glastuinbouw, landbouwbedrijven, hove-niersbedrijven en recreatie- en natuurterreinen.

Eisen"De hele vernieuwingsoperatie heeft een investering van 13 miljoen euro gevraagd," vertelt Van der Water. "En natuurlijk een jarenlang overleg met overheden en instanties om alles rond te krijgen met vergunningen en bestemmingsplannen. Hier hadden we niet alleen te maken met de deelgemeente (Hoek van Holland is een deelgemeente van Rotterdam, red.), maar ook met de gemeente Rotterdam zelf, de provincie Zuid-Holland en daarnaast natuurlijk ook de Milieudienst Rijnmond (DCMR)."Van der Water vervolgt: "Aan de ene kant moesten we dus wel vernieuwen, want de emissie-eisen die aan vrijkomende geuren worden gesteld, zijn steeds strenger geworden, zeker in het Rijnmondgebied. Aan de andere kant biedt het nieuwe commerciële moge-lijkheden. De verwerkingscapaciteit is veel groter. De tunnelcompostering biedt de mogelijkheid om het hui-dige aanbod (100.000 ton, red.) te verdubbelen. En er komt ruimte vrij op het zestien hectare grote terrein. We spelen met het idee om in 2013 met de bouw van een biovergistingsinstallatie te starten. Ook participe-ren we in een project om in de buurt van de Mainport (havengebied) met ons complex een rol te gaan spelen als Greenport. In de haven komen immers ook tal van rest- en afvalstoffen vrij. Mogelijk kunnen we iets voor elkaar betekenen."

ServicePeter van der Water is ervan overtuigd dat de klanten ook in de toekomst de weg naar Van Vliet Recycling zullen weten te vinden. "Onze service is onovertroffen. Tuinders letten bij alles op de prijs, maar weten inmid-dels dat service ook heel wat waard is. Mede door de samenwerking met de andere Van Vliet-dochters be-schikken we over voldoende materiaal om snel op de vraag van een klant in te kunnen spelen. Wanneer er een tuinder belt, dan kan er zo nodig binnen een half uur een auto van ons op de stoep staan."

Van Vliet is veelzijdigVan Vliet Recycling maakt onderdeel uit van het in de oorlogsjaren (1944) gestarte Transportbe-drijf Van Vliet dat zijn hoofdkantoor in Waterin-gen heeft. Het bedrijf, inmiddels ook onderdeel van de Shanks Group, ontwikkelde zich tot een belangrijke speler op het gebied van afvalinza-meling en -verwerking in Zuid-Holland en Zee-land. Andere dochterondernemingen zijn onder meer Van Vliet Contrans, Milieu Express en De Zwart Containers. Van Vliet Recycling is lid van de Branche Vereni-ging Organische Reststoffen (BVOR). Van deze branchevereniging zijn ook de Shanks-bedrijven Orgaworld en Smink lid.

Wij blijven investeren in de toekomst.Volgend jaar ziet het plaatje er weer heel anders uit!

16 ATMOSFEER december 2012

Ooit een wasserij, nu een destilleerderij

Terwijl Nederland zich opmaakt voor een tropisch weekend en de wegen overvol zijn van het thuiskomend vakantieverkeer, rij ik naar Helmond voor een gesprek met Michiel Hoenderkamp en Ben van Boekel, eigenaren van Remat Chemie BV.Ruim voor de afgesproken tijd parkeer ik mijn auto voor het bedrijf en bereid me voor op een receptioniste of secretaresse die me van een kop koffie zal voorzien terwijl ik op de heren wacht. Maar niets is minder waar, na een stevige druk op de bel wordt de deur geopend door Michiel zelf.Vanwege organisatorische reden bezichtigen we als eerste het bedrijf. Met

Ben en Michiel loop ik door een klein, maar goed uitgerust, laboratorium de grote hallen in waar het productieproces plaatsvindt.

Door Adriënne Nijssen

Machines die draaien, vaten met verwerkte

producten, vaten met nog te verwerken producten en ja, ook lege vaten. In soorten, kleuren en maten, een prachtig gezicht. Personeel zie ik niet maar dat blijkt ook niet zo verwonderlijk, het meeste werk wordt door machines gedaan, procesoperators houden alles in de gaten. Het hele bedrijf telt slechts twaalf werknemers. Vier mensen op kantoor, acht mensen in de fabriek De vraag of Michiel en Ben alle werknemers kennen is dus overbodig. "Zelfs de vrouwen en de kinderen," lacht Michiel. "Maar we groeien hard, dus eind van het jaar komen er een of twee mensen bij," vult Ben aan.Hoewel ik me had ingelezen merk ik dat het lastig is een bedrijf te bekijken zonder dat daar een verhaal aan vooraf gegaan is, ik ben in eerste instantie alleen ge-imponeerd. Vervolgens formuleren zich wat vragen in mijn hoofd die later, terug in het kantoor van Michiel, gelukkig allemaal aan de orde komen.Na een kopje koffie is een klein stukje geschiedenis op zijn plaats. Remat Chemie is in 1948 ontstaan, al had het toen nog een andere naam. Een wasserette met de fraaie naam Wilhelmina deed destijds al aan recycling. Niet dat hergebruik in die tijd veel aandacht kreeg, het was pure noodzaak om perchloorethyleen en trichloor-ethyleen door middel van destillatie terug te winnen uit

waswaters. Om oliën en vetten uit de aangeboden kle-ding en overalls te halen werd gebruikt gemaakt van perchloorethyleen en trichloorethyleen. Dit oplosmid-del werd verdampt, de oliën en vetten bleven achter waardoor men weer zuivere perchloorethyleen en tri-chloorethyleen had die opnieuw voor het wasproces gebruikt konden worden. In eerste instantie stond het recyclingbedrijf geheel ten dienste van de wasserij. Het bedrijf was ook aan de wasserij verbonden. Maar de associatie wasserij en chemisch bedrijf werd allengs een vreemdere combinatie. De twee bedrijven werden gesplitst en Wilhelmina-recycling was een feit.In 1979 is de naam gewijzigd in Remat Chemie BV, vernoemt naar de drie eigenaren op dat moment Riny, Martijn en Thijs Heerkens. Van 1990 tot 2000 was de heer van Zadelhoff eigenaar van Remat Chemie BV. In deze tien jaren vonden er grote veranderingen/uitbrei-dingen plaats.

17

Het recyclingbedrijf werkte inmiddels al lang niet meer alleen voor de wasserij maar ook voor andere bedrij-ven. Alcoholen, ketonen, esters, aromatische en alifati-sche koolwaterstoffen, gechloreerde koolwaterstoffen, acetaten en styrenen worden gescheiden van andere stoffen en gaan voor zeventig procent terug naar de eigenaar voor hergebruik. Het scheiden van de stoffen vindt plaats door filmverdamping en fractionatie. Het verschil zit hem vooral in het feit dat bij filmverdamping alleen het vuil van het schoon gescheiden wordt. Het mengsel blijft verder zoals de klant het aanbiedt. Bij fractionatie worden de mengsels in hun componenten gescheiden. "Dat kan bijvoorbeeld door moleculaire splitsing," legt Michiel uit. De klant biedt een mengsel van ethylacetaat met aceton en water aan en krijgt al-leen ethylacetaat terug. Daar zijn wij heel sterk in."Voor een leek als ik, is het vrij onduidelijk waarom al dit reinigen gebeurt. Michiel legt het graag uit. "Heel

veel klanten hebben producten om leidingen te spoe-len, een verffabriek bijvoorbeeld. Het vervuilde product komt naar ons, wij halen alleen de pigmenten eruit en het schone oplosmiddel kan weer gebruikt worden. Er hoeft dus geen nieuw product gekocht te worden."Per jaar worden zo tussen de negen en tien miljoen liter vloeistof verwerkt. "Dat is zo'n beetje 380 grote tankwagens," rekent Michiel snel uit. "Maar er zijn ook kleinere tankauto's, op sommige dagen gaan er hier wel elf de deur in en/of uit."De producten die niet teruggaan naar de oorspron-kelijke klant worden verhandeld. Ze worden gekocht door bedrijven die er mee kunnen werken. De residuen gaan naar afvalverwerkende bedrijven. En daar komt ATM om de hoek kijken. Remat Chemie en ATM wer-ken al jaren samen. "En dat gaat hartstikke goed," zegt Michiel. "We melden aan, spreken een datum af en kunnen dan aanleveren. Er is een wisselwerking. ATM biedt ons ook producten aan die nog gerecycled kun-nen worden. Het is een prettige samenwerking waar we allemaal beter van worden. Er hoeft niet opnieuw geproduceerd te worden. Oplosmiddelen worden im-mers grotendeels uit aardolie gemaakt en die wordt schaars."Zowel Ben als Michiel weten zeker dat ze bijdragen

aan een betere wereld. "Wij staan hoog op de ladder van Lansink, wij zijn een heel gezond bedrijf wat zich op de kaart heeft weten te zetten."Ben begon al jong bij Remat Chemie. Hij begon als des-tillateur, daarna operator, bedrijfsleider en per 1 januari 2000 werd hij algemeen directeur. Met zijn opleidingen elektrotechniek, procestechniek, middelmanagement en chemisch vakman kende hij inmiddels het klappen van de zweep. Zijn horecaopleidingen middenstand horeca en sociale hygiëne waren een prima aanvulling. Negenendertig jaar werkt hij nu bij Remat en hij is het nog lang niet beu. "Ik draag zorg voor de engineering van nieuwe installaties, dit doen wij namelijk zelf, de installaties zijn in eigen beheer ontwikkeld. Verder zorg ik voor vergunningen, ISO 14001, veiligheid en perso-neelzaken. Automatisering en ontwikkelingen daarvan zijn ook enkele van mijn werkzaamheden."Inmiddels is Ben 55 jaar en al bijna 36 jaar getrouwd. Hij heeft twee kinderen, een dochter van 26 jaar en een zoon van 28 jaar. "Onze zoon werkt ook al elf jaar bij Remat," vertelt hij. Verder is hij trots op zijn lieve kleinkinderen.Michiel is 46 jaar en komt uit de commerciële wereld. Samen met zijn partner heeft hij drie kinderen. "Via via was het bedrijf in 1993 op zoek naar een commerci-ele man. Die hadden ze niet. Zo ben ik hier terecht gekomen. De vorige eigenaar heeft me ingewijd in de geheimen van het bedrijf. Ik ben toen een commercieel systeem gaan opzetten."Op 1 januari 2000 namen Michiel en Ben het recycling-bedrijf over en zijn vanaf dat moment samen eigenaar. Terwijl Ben van watersport zoals speedboot varen en waterskiën, darten en het voetbal volgen houdt, is voor Michiel golf en lekker eten het summum. "In onze vrije tijd hebben we niet zoveel gemeen," lachen ze. "Maar dat hoeft ook niet. De relatie is echt zakelijk maar wel heel goed. De laatste twintig jaar hebben we er samen voor gezorgd dat het bedrijf een behoorlijke naam in Europa heeft gekregen. Zelfs in Israel halen we pro-ducten weg. De producten die niet terug gaan naar de klant, worden over de hele wereld verkocht. Wij hebben ons met onze diverse destillatietechnieken ontwikkeld tot een gerenommeerde destillateur op de nationale en internationale markt."

18 ATMOSFEER december 2012

Een wel heel andere kijk op afvalIn mei, juni en juli van dit jaar was ik in Kenia voor vrijwilligerswerk. Zo lang-zamerhand begin ik goed in te burgeren in de afvalmaterie. Met eigen ogen te zien hoe één en ander in Kenia geregeld is, stond daarom hoog op mijn verlanglijstje. Een onthutsende en schokkende ervaring waarvan ik jullie graag deelgenoot maak.

Door Adriënne Nijssen

In notabene de Oegandese ambassade ontmoet ik Jo-nathan Mwangi Karanja, mijn gids op mijn tocht naar Dandora, de grootste dumpingsite van Nairobi, een paar recyclingbedrijven en Kibera, de grootste slop-penwijk van Nairobi. Hij is geen specialist maar ziet als een van de weinigen het immense afvalprobleem van Kenia. Hij werkt in de toeristenindustrie en hoorde vooral zijn Europese klanten vaak opmerkingen maken over de grote hoeveelheid afval in de stad en het land. Hij ging met Europese ogen kijken en raakte geïnteres-seerd, werd vervolgens bezorgd en probeert elke dag als eenling de strijd tegen het afval aan te gaan."Noem me maar Talis," is het eerste dat hij me zegt. "Onder die naam ben ik bij velen bekend." Nauwkeurig bekijkt hij mijn kleding en vraagt me of ik wel weet dat ik er tegen de avond heel anders uit zal zien. "Misschien kun je je schoenen hierna nooit meer gebruiken." Niet erg, daar had ik al op gerekend. Op zijn vraag of ik ook knijpers bij me heb moet ik ontkennend antwoorden. Later op de dag zal blijken waarom ik ze beter wel mee had kunnen nemen.Als eerste passeren, bij een kop koffie, de regels voor afval in Kenia de revue. We zijn snel uitgepraat, er is maar één regel: het is verboden afval op straat te gooien. In het centrum van Nairobi, Mombassa en Kisumu, de drie grootste steden van Kenia, wordt dat beleid streng toegepast, in buitenwijken en dorpen kijkt niemand er naar. "Ooit was er wel een re-gel om het gebruik van plastic tassen terug te dringen. Iemand die een plastic tasje bij zich had kon zelfs gear-resteerd worden, maar die regel schijnt vergeten," zegt

Talis. Hij weet niet wat hij hoort als ik vertel dat ik thuis wel vijf afvalbakken heb en mijn afval sorteer. "Nee, aan afvalscheiding doen wij in Kenia niet, een begrip als re-cycling begint hier pas de laatste jaren door te dringen. Op de dumpingsite wordt wel iets gesorteerd, daar ga ik je wel op wijzen als we er zijn."Het liefst wil hij gewoon vertrekken omdat hij het ge-makkelijker vindt om aanschouwelijke uitleg te geven. Als mijn koffie op is gaan we dan ook naar buiten. Een busje met zes mannen staat op ons te wachten, mijn security-team voor vandaag. Het is onverantwoord om in deze miljoenenstad alleen met een chauffeur op weg te gaan naar plaatsen als de dumpingsite en de

sloppenwijk. Er worden handen geschud en namen gemompeld. Ongeloof op de gezichten van de man-nen. Ze begrijpen niet dat ik deze tocht wil maken. Te-gelijkertijd zijn ze ook blij, zij gaan vandaag immers iets

verdienen en dat is niet voor elke inwoner van Nairobi weggelegd.In het centrum van de stad zie ik inderdaad hier en daar een vuilniswagens rijden, in de buitenwijken kom ik er niet één meer tegen. Daar ligt het afval overal, vooral op straathoeken. Talis vertelt dat er wel mensen zijn die zich enorm aan het afval storen. Vrijwillig halen deze mensen het afval op en verbranden het daarna.

"Van de regen in de drup dus," zegt hij. "Het probleem afval wordt daarmee het probleem luchtvervuiling. Bo-vendien blijven de asresten gewoon liggen."Bij Dandora aangekomen, wordt meteen duidelijk dat mijn security-team geen overbodige luxe is. Ik word binnen een halve minuut omringt door Kenianen, van jong tot oud. In dit deel van de stad komen haast geen blanken. Voor de meeste inwoners van deze wijk ben ik de eerste blanke in hun leven. Blank staat in Kenia sy-noniem aan rijk, dus in de hoop dat ik iets kan bijdragen aan een beter leven word ik overspoeld met vragen die ik niet of nauwelijks kan beantwoorden. Meteen komt mijn team in actie en word ik de laatste meters, die we te voet moeten afleggen, omringd door de zes man-nen. Een klein heuveltje op en dan: Dandora. Zo ver ik kijken kan, kilometers ver, alleen maar heuvels afval, maraboes die over me heen scheren en een paar me-ter verder neerduiken om wellicht iets eetbaars te vin-

den. Hier en daar groepjes mensen, een vuilniswagen die zijn lading komt brengen, een flatgebouw en een school aan de rand van de stortplaats, veel schamele onderkomens van golfplaten, overal rook en een stank die niet te harden is. Vooral de huizen en de school val-len me op. Dat kan toch niet gezond zijn.Het lijkt er op dat Talis mijn gedachten leest. "De dum-pingsite wordt steeds verplaatst omdat het inwoner-aantal van Nairobi voortdurend uitbreid," vertelt hij ongevraagd. "Er wordt echt niet gekeken of het afval dan niet te dicht bij de huizen terecht komt. Je snapt dat heel veel mensen hier klachten hebben, vooral ademhalingsproblemen. De kindersterfte in dit gebied is hoog."Lang tijd om daar over na te denken heb ik niet. Het ontvangstcomité staat klaar, ik word in het kantoor van Dandora verwacht. Een klein houten gebouwtje, één raam met tralies ervoor, een bureau, een computer uit de jaren tachtig en dozen vol mappen. De man achter het bureau is de enige werknemer van de dumpingsite

19

20 ATMOSFEER december 2012

die betaald wordt door de regering. Zijn taak is te note-ren hoeveel afval per dag wordt afgeleverd en hoeveel mensen 'vrijwillig' op de stortplaats aan het werk zijn. Wat er met die getallen gebeurd? Hij heeft geen idee! Tweeduizend ton afval wordt dagelijks gebracht door vuilniswagens en particulieren."Ongeveer tachtig werknemers zijn hier zeven dagen per week aan het werk," vertaalt Talis. "De meeste van hen werken hier één tot twee jaar. Niet langer omdat ze na die tijd simpelweg op zijn. Een groot aantal van hen sterft binnen anderhalf jaar doordat voordurend afval wordt verbrand om plaats te maken voor nieuw afval. De rook die daarbij vrij komt is rijk aan dioxine, lood,

cadmium en furanen, die onherstelbare schade ver-oorzaken aan het immuunsysteem, het zenuwstelsel en het endocriene systeem waarvan o.a. de nieren en de schildklier deel uit maken. Van enige beschermende kleding of mondkapjes is geen sprake. De mensen die hier werken doen dat op eigen risico. Zij sorteren een gedeelte van het afval voor fabrikanten en worden door de fabrikanten betaald. Ze proberen in korte tijd zoveel mogelijk te verdienen zodat hun gezin er een paar jaar van kan leven." Na deze uitleg wordt het tijd de 'berg' op te gaan. Letterlijk voetje voor voetje ga ik, geholpen door mijn team, naar het hoogste punt van de afvalberg. Iedere

stap kan betekenen dat je meters in het afval zakt, het wegzetten van je voeten vereist opper-ste concentratie.Eenmaal boven aange-komen spreek ik met wat arbeiders. Twee mannen verzamelen flesjes, die de fabrikant na reiniging weer hergebruikt. Ze worden per flesje betaald en ze zijn mateloos trots op hun werk, net als de vrouwen die een eindje verderop plastic verza-melen voor Ecopost, het recyclingbedrijf dat ik la-ter die dag zal bezoeken.

Ik praat met men-sen die papier verzamelen en met mensen die lompen sorteren en drogen. Zowel papier als lompen worden per kilo verkocht aan fa-brikanten.Midden op de berg, onder een afdak, staat een oud poolbiljart. Uit de grond ko-men twee rubbe-ren slangen waar tamelijk helder water uitkomt en waar de werkne-mers gretig van drinken. Hier en

21

daar een plastic zak, die dient als stoel. De openlucht-kantine van het personeel. We lopen naar de rand van de stortplaats voor een

bezoek aan de Mukuru Brotherhood. Een groep men-sen die gebruik maakt van het afval. Ze bouwden var-kensstallen die ze telkens naar een andere plaats van de afvalberg slepen. In de stallen jonge biggen die in het afval naar eten zoeken en vrijwel zonder kosten opgroeien tot stevige zeugen of beren die vervolgens verkocht worden. Van het geld worden nieuwe biggen gekocht en van de winst kan een flink aantal gezinnen voor Keniaanse begrippen een goed leven leiden. Je moet jezelf maar niet afvragen welke kwaliteit het vlees

heeft. Ik ben in ieder geval blij dat ik vegetariër ben. Zeker hier in Nairobi.Ietsje verderop is Ecopost gevestigd. Het bedrijf werd twee jaar geleden opgericht. Talis is trots, hij speelde een grote rol bij de totstandkoming van de fabriek. Hier maakt men palen uit plastic. Deze palen worden verwerkt tot tuinafrasteringen, picknicktafels, banken, kozijnen en eigenlijk alles wat je kunt bedenken wat normaliter van hout gemaakt wordt. De producten zien er ook uit alsof ze van hout gemaakt zijn.In grote ovens wordt het plastic gesmolten, daarna

gaat de massa in een silo die aangesloten is op bui-zen. Aan het eind van de buizen bevinden zich ronde of vierkante mallen die onder hoge druk volgespoten worden met plastic. Als het plastic hard is, verwijdert men de mal. Wat overblijft zijn ronde of vierkante pa-len die eerst op de juiste lengte gezaagd worden en vervolgens tot het gewenste product verwerkt worden. Stapels picknicktafels staan te wachten om naar Ame-rika verscheept te worden. Tot dusver is de U.S.A. de grootste afnemer van de producten van Ecopost. De werknemers zijn heel trots op hun product, ik kan er wel uren blijven, zo enthousiast vertellen ze. Maar een tocht naar Kibera, de grootste sloppenwijk van Afrika, wacht.Na een half uur rijden stap ik vanuit het busje in een wereld die ik alleen van horen zeggen en afbeeldingen ken. Er werkelijk te staan is een ervaring die ik nauwe-lijks onder woorden kan brengen. Kibera is slechts vier vierkante kilometer groot. Naar schatting woont hier één miljoen mensen, een kwart van de bevolking van Nairobi! Het gemiddelde 'huis' in Kibera is drie bij drie meter. Slechts een enkel huis heeft twee verdiepingen. In één huis wonen gemiddeld vijf mensen, meestal in één kamer, met een aarden vloer en zonder ramen. Normale voorzieningen als water uit de kraan en een toilet ontbreken. Omdat er ook nagenoeg geen riole-ring is zijn ziektes als malaria, cholera en tyfus schering en inslag. Slechts een handjevol van de sloppenwo-ningen heeft stromend water. De overige bewoners

kunnen water kopen bij kiosken, vaak in handen van gelukkigen met water thuis. Gemiddeld leven mensen in Kibera van één euro per dag, het water kost dertig cent voor twintig liter. Te duur voor velen en dus halen mensen water uit de vuile stroompjes.

De zeldzame riolen zitten vaak verstopt. Afval wordt nooit opgehaald. De knijpers, ze waren hier goed van pas gekomen. De doordringende stank is de geur van ziekte en dood. Malariamuggen feesten in het vuile wa-ter, spelende kinderen vallen ten prooi aan ziekten die zich verspreiden via contact met dit water en afval. Di-arree en wormen zijn maar een paar van de gevolgen. Een op de vijf kinderen in Kibera wordt nooit vijf jaar.Zeker hier ben ik blij met mijn gidsen. Een doolhof van kleine straatjes. Honderden kinderen op blote voetjes die me een hand komen geven. 'How are you?' vragen ze. Het enige Engels dat ze kennen. De stank van uit-werpselen overheerst en overal ligt afval te verrotten. Voorzichtig loop ik door de smalle modderige straatjes en probeer mijn evenwicht te bewaren bij het ontwijken van plassen en vuilnis. En dat is niet het enige, ik moet eigenlijk ook voortdurend naar boven kijken. Mijn gid-sen waarschuwden me voor 'vliegende toiletten'. De meeste bewoners gebruiken plastic zakken als toilet. Nadat ze hun behoeften gedaan hebben worden die zakken vervolgens dichtgeknoopt en zo ver mogelijk weggeworpen. Dagelijks ploffen duizenden van deze 'vliegende toiletten' neer in de krottenwijk. Je kunt je voorstellen welke enorme gezondheidsrisico's dat met zich meebrengt.

22 ATMOSFEER december 2012

23

Na een kwartier klimmen, arriveren we bij Joyce Mum-bua die mij wel wilde ontvangen. Ze kwam zeven jaar geleden naar Nairobi op zoek naar werk. Haar handen iets lichter dan de rest van haar huid. Littekens van jarenlang wassen, schrobben en boenen. Een brand-merk van de armoede.Met verbazing kijk ik rond in haar kleine huisje. De mu-ren zijn gemaakt van modder, net als de grond. Het bestaat slechts uit één vertrek van ongeveer drie bij drie meter waarin een bed, een bank, een tafel en wat spulletjes om op te koken staan. Het is er donker want er zijn geen ramen en voor de deur hangt een lap stof. Het is er bedompt en slecht geventileerd. Ze woont hier met haar zoontje. Waar haar man gebleven is? Ze heeft geen idee! Op een dag kwam hij gewoon niet meer naar huis. En zij kon niet meer naar de rijken om hun huizen te poetsen. Nu verdient ze met het maken van sieraden gemiddeld zeventig cent per dag. Terwijl ze alleen al voor de huur 15 euro per maand betaalt."Hier in Kibera delen we met een hele buurt één wc, daar moet je voor betalen," vertelt ze. "Wat zou jij doen als je op een dag maar tien cent hebt verdiend? Naar een smerig toilet gaan of eten kopen voor jezelf en je kind zodat je kunt overleven? Het plastic zakje wordt dan mijn toilet," zegt ze openhartig. Het is duidelijk dat ze niet aan een toekomst denkt. Niet kan denken ook.

Kibera is niet leven, maar overleven. Soms heeft ze een beetje geld en soms wat eten. Maar vaak gaan er dagen voorbij zonder dat ze iets te eten heeft.Joyce vraagt dan ook of ik wat eten voor haar kan kopen en wat petroleum om op te koken. Bij de lokale winkel haal ik voor tien euro onder andere rijst, maïsmeel, suiker, thee, melk, olie en petroleum. Als ik terug-kom, maakt Joyce thee. Terwijl ze bezig is zie ik een paar ratten onder de tafel door-schieten. Het lukt me niet te gillen en een andere kant op te kijken. Om Joyce niet te beledigen drink ik twee slokjes van de aan-geboden thee, de rest geef ik aan haar zoon-tje. De gretigheid waarmee het kleine man-netje drinkt, is schokkend. Dit kind heeft heel veel honger. Ik laat wat kleingeld achter voor groente. De dankbaarheid van Joyce staat niet in verhouding tot het beetje eten wat ik voor haar heb gekocht. Natuurlijk ben ik blij dat ik haar kan helpen, maar wie helpt haar wanneer het op is?Het verhaal van Joyce is het verhaal van veel moeders in Kibera. Deze meestal jonge vrouwen staan er alleen voor. De regering is wel gestart met het VN-programma Habitat. In 2020 moet de sloppenwijk plaatsgemaakt

hebben voor woonkazernes, waarvan de flats ver-huurd worden aan de bewoners van de wijk. De eerste sloppenbewoners verhuisden in 2010 naar tijdelijke blokken net buiten de wijk. Binnen een jaar waren ze echter terug in Kibera. Ze konden de huur van de flat met twee of drie kamers niet ophoesten en moesten ze daarom delen met andere families, of de flats verlaten. Maar vooral misten ze het nabuurschap van Kibera waar mensen elkaar kennen en helpen.Het bezoek aan Kibera liet mij niet los. Op mijn voorlaat-ste dag belde ik met Talis die mij in contact bracht met Medina Abubakar, een jonge vrouw uit de sloppenwijk die als een van de weinige bewoners gestudeerd heeft. Samen met Medina heb ik een stichting opgezet om vrouwen als Joyce te helpen, door sieraden, die nu aan een handjevol toeristen verkocht worden, in Nederland te gaan verkopen. We noemen het project 'Har-AM-bee', Kiswahil voor saamhorigheid. De eerste siera-den zijn in Nederland en rond 1 januari 2013 gaat de website www.har-am-bee.com de lucht in. Wil je ons helpen dan is je bijdrage welkom op rekeningnummer 5441675 tnv ACL Nijssen, Amersfoort. Vermeld erbij dat het om Har-AM-bee gaat. Wil je eerst iets meer weten? Je mag me ook bellen via 06-21808863.

24 ATMOSFEER december 2012

Doe maar gewoon, dat is gek genoeg!

Van huis uit is Willem chauffeur. Hij werkte voor een bedrijf in de buurt. "Het was een bedrijf waar je in de winter, zeker als die lang duurde, je ontslag kreeg. Je ging WW halen en in het voorjaar kon je weer terug komen. Het bedrijf had één auto bij Westdijk in de ver-huur en omdat ik die auto reed kende ik Nico Westdijk al een poosje. Tijdens zo'n winterperiode vroeg hij me dan ook of ik niet voor hem wilde werken. Ik heb er niet lang over na hoeven denken, ging meteen op een kipper rijden en bleef dat doen. Groot transport is mijn lust en mijn leven. Binnen het bedrijf werkte ik ook in de garage, reparaties 's avonds en op zaterdag."De historie van het bedrijf gaat terug naar het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw. De broers Nico en Teun startten toen met een machine voor grondverzet hun eigen bedrijf. Twee jaar later kwam ook Tom, een derde broer, in het bedrijf. Toen in 1978 de hydraulische kranen plaatsmaakten voor de eerste dieplader - en men van het 'verzetten van grond' over-ging op het verzetten van machines - werd de basis gelegd voor de huidige ondernemingen. Vanaf dat jaar breidde het bedrijf steeds verder uit. Dat leidde circa twintig jaar geleden tot de verhuizing van de boerderij in Hazerswoude naar de werf op het industrieterrein in Alphen aan den Rijn, met maar liefst 10.000 vierkante meter grond. Dat werd dan ook de thuisbasis voor alle auto's van Westdijk. Tenslotte is de ligging ten opzichte van Rotterdam, Amsterdam en het achterland uiterst gunstig.Als het aan Willem had gelegen was hij voor de rest van zijn leven chauffeur gebleven. Maar het lot besliste an-ders. In 2003 kwamen zowel het bedrijf als Willem een aantal obstakels op hun weg tegen. Willem kreeg hart-klachten en mocht beroepsmatig niet meer rijden. In

diezelfde tijd liep de aanleg van de HSL-lijn op zijn einde. Een project waar West-dijk heel veel werk van had. "Ik wilde wel achter nieuw werk aan voor de firma," vertelt Willem. Nico Westdijk gaf hem die kans. Willem mocht op papier zetten wat een transport van A naar B kostte en kreeg drie maanden de tijd om nieuwe klanten binnen te halen. "Ik wisselde van kleding en deed mijn oorbellen uit," lacht Willem. In het verleden had hij als chauffeur veel mensen leren kennen die binnen een bedrijf opgeklommen waren. Die werden als eerste gebeld. Willem had haast, want als hij binnen drie maanden geen resultaat had moest hij er mee stoppen. Hij werd in het diepe gegooid maar al snel bleek dat hij redelijk kon zwemmen. Mocht hij de vrachtwagen in het begin nog missen, na een paar maanden kreeg hij de smaak te pakken.En zo groeide Willem door van chauffeur tot bedrijfslei-der en verkoper-acquisiteur en werd verantwoordelijk

Door Adriënne Nijssen

Westdijk Transport BV in Alphen aan den Rijn is gemakkelijk te vin-den en ruim voor tijd arriveer ik dan ook bij het bedrijf. Ik word met-een voorgesteld aan Willem van Hout. Voor ik nog maar de kans krijg om iets te zeggen informeert hij naar mijn reis naar Kenia. Onze af-spraak is immers tot stand gekomen terwijl ik daar voor lange tijd verbleef.

25

voor Westdijk Transport BV. De kippers, zoals hij de kippertrailers liefdevol noemt, zijn zijn kinderen. "Ik ben niet alleen verantwoordelijk voor de afdeling, ik voel dat ook zo. Er moeten gezinnen van leven, ik heb zelf ook een gezin, ik weet hoe dat voelt. De chauffeurs van de kippers, ik ken ze dan ook allemaal, ik zit hier bijna 25 jaar."En lange dagen begrijp ik, want Willems' werk is zijn grootste hobby. Vakantie vindt hij maar niks. Dagen van 's morgens tussen zeven en acht beginnen tot 's avonds half zeven, kwart voor zeven zijn geen uitzon-dering. Toch heeft hij nog tijd om te sporten, een paar keer in de week doet hij aan cardiofitness. En hij heeft een motor. "Met kameraden een stukje toeren vind ik fantastisch. En als je op zo'n ding zit moet je er ook een beetje naar gekleed zijn," vindt hij.Naast de hoofdvestiging in Alphen aan den Rijn heeft

Wes td i j k ook vesti-gingen in

Frankrijk, Polen en Zweden. En een kantoor op het terrein van Rit-chie Bros in Moerdijk. "Dat bedrijf veilt machines en wij zitten er boven op om die eventu-eel te transporteren," legt Willem uit. Het kantoor is er al heel lang. Toch antwoord hij ontkennend als ik vraag of de samenwerking met ATM al even lang bestaat."Nee, die samenwerking is er pas sinds 2004. Ik had een opdracht voor een stratenmaker uit Alphen die in Scheveningen voor een duinwaterbedrijf fietspaden moest verwijderen. Er zat teer aan het asfalt en in mijn rol van acquisiteur vroeg ik her en der prijzen op. Zo kwam ik in contact met Kees de Ridder van ATM. Alles valt en staat natuurlijk met de prijs. Kees kwam kijken hoe ons bedrijf er uit zag. Zo is het contact ontstaan en het is nooit meer overgegaan. We werken heel prettig samen. Waar ik ook teerhoudend asfalt inneem, het gaat allemaal naar Moerdijk."Het wordt tijd om naar buiten te gaan en het materieel te bekijken. De kippers natuurlijk, maar ik wordt voor-al geïmponeerd door de vele mogelijkheden om een truck samen te stellen voor speciaal vervoer. Die horen bij Westdijk Exceptioneel transport BV, een ander be-

drijf van de broers. Hoewel Willem weinig contact met die afdeling heeft weet hij me toch precies te vertellen hoe met dit modulaire systeem de juiste trailer voor het juiste vervoer samengesteld wordt. Mocht ik voortaan weer eens achter zo'n exceptioneel transport komen, dan zal ik nooit meer mopperen maar denken aan de lading die niet mag gaan schuiven, aan de chauffeur die gewoon zijn werk doet en aan al het werk dat er aan vooraf gegaan is. Zoals het vooraf rijden van de route waardoor exact bekend is welke verkeerslich-

ten, verkeersborden en andere obstakels weg-gehaald moeten worden. En alle vergunningen die daarvoor bij de diverse gemeentes aangevraagd moeten worden. Er komt meer bij kijken dan je als leek zo op het eerste ge-zicht denkt.Als laatste laat Willem me de werkplaats, de wasstraat en de laad- en losmogelijkheden op het

terrein bij het hoofdkantoor zien. Bij de eigen pomp tankt een auto, gedreven vaklui zijn aan het werk in de garage. Trots worden me de eigen serviceauto en de busjes die het exceptioneel transport begeleiden getoond. Het is duidelijk dat Westdijk een (h)echt fa-miliebedrijf is. Chauffeurs, monteurs, planners, admini-stratieve medewerkers, ze denken allemaal als Willem. "Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg."

26 ATMOSFEER december 2012

NieuwsflitsDe scholieren van nu zijn het personeel van de toekomst

De gemeente Moerdijk, de Provincie Noord-Brabant en Havenschap Moerdijk zetten zich met het project 'Verrassend Leerzaam' in om de jongeren van nu te interesseren voor techniek, chemie en haven. Samen met vijf bedrijven hielden zij gastlessen en verzorgden zij werkbezoeken voor leerlingen van het Marklandcol-lege.

Leerlingen van het Marklandcollege uit Zevenbergen brachten, nadat eerst een gastcollege was gegeven, een bezoek aan ATM in het kader van dit project.Heidy van Dijck, van ons laboratorium en Kees de Rid-der, van de afdeling sales hebben de kinderen wegwijs gemaakt in de vele facetten die binnen een bedrijf als het onze allemaal spelen.

Ferdinand van den Oever, directeur Havenschap Moer-dijk: "Door scholieren op deze leeftijd kennis te laten maken met verschillende werelden binnen de techniek hopen we dat ze later ook een studie in een technische richting kiezen. Het Havenschap merkt dat de bedrij-ven op het industrieterrein enthousiast zijn om mee te doen aan het project."

Volgens wethouder Ada Grootenboer staan de leerlin-gen aan de vooravond van belangrijke beslissingen in onderwijs en beroepskeuze. "Belangrijke vragen zijn dan: Wat kun je later allemaal worden? Wat wil je later worden? En hoe kun je dat dan worden? Het Haven-schap Moerdijk biedt met haar vele bedrijven een enor-me verscheidenheid aan beroepen. Door middel van deze gastlessen en werkbezoeken willen we de leerlin-gen bij het maken van hun keuzes op weg helpen.

27

Eds cottage behoort tot het verleden, het nieuwe bemonsteringstation heet Château Gerard!

Met de bouw van de nieuwe grondloods hebben we ook tegelijk de rijroute veranderd. Deze is zo kort mogelijk ge-maakt, zodat maar een klein deel van ons terrein vervuild kan raken. Dat scheelt veel werk voor de schoonmaak-ploeg en de veegwagen. Door het veranderen van de route moest er ook een nieuw bemonsteringsstation voor verontreinigde grond worden gebouwd. Dit is inmiddels gebeurd en Gerard heeft zijn intrek genomen. Grondwa-gens worden hier bemonsterd en direct geanalyseerd.

Meer tonnen uit Sicilië

Er komen meer tonnen uit het project Sicilië dan aanvanke-lijk was verwacht. Het m.s. Meridiaan, hier in aantocht over het Hollands Diep, gaat 5 extra reizen maken, wat neer komt op circa 40.000 ton.

Grondloods in aanbouw

We zijn begonnen met de bouw van de nieuwe grondloods. Weer een giga project. Omdat hij op de bestaande plek van de oude grondloods komt, die we tijdens de bouw van de nieuwe blijven gebruiken, is het een heel logistiek gepuzzel om dit in goede banen te leiden. Ad Jochems en Lauran Willemsen, de loodsbaas en de bouwer van de nieuwe loods, hebben hierover regelmatig overleg. Tijdens de bouw hebben we ook nog een grote stop van de thermi-sche grondreiniger. Op de foto is te zien dat de trans-portbanden worden vernieuwd.

Nieuwsflits

Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152Vlasweg 12, 4782 PW MoerdijkPostbus 30, 4780 AA Moerdijk

Nederland

Tel.: +31 (0)168 389289Fax: +31 (0)168 389270

E-mail: info@atmmoerdijk.nlInternet: www.atmmoerdijk.nl