Post on 19-Jun-2015
description
1 … 2011 2012 2013 2014 2015 …
ACTIVITEITENVERSLAG
een momentopname…
BELGISCH ONTWIKKELINGSAGENTSCHAP
Als overheidsagentschap voert BTC ontwikkelingsprojecten uit voor rekening van de Belgische regering en andere opdrachtgevers. Op die manier draagt het bij aan de inspanningen van de internationale gemeenschap om de armoede uit de wereld te helpen.
2
BTC IN 2013
INHOUDSTAFEL
3
SECTOREN EN PROJECTEN Landbouw - 17 NV van publiek recht - 4
1 zetel, 18 landenkantoren - 5
Meer dan 1600 medewerkers - 6
Complementaire opdrachten - 7
Uitvoerder van de gouvernementele samenwerking - 8
Interventies voor andere opdrachtgevers - 9
BTC in België - 10
Wet over de Belgische ontwikkelingssamenwerking - 11
Sectoren en thema's - 12
Landen met een gemiddeld inkomen - 14
Fragiele staten - 15
Gezondheidszorg - 23
Onderwijs - 26
Governance - 29
Infrastructuur - 32
NAAMLOZE VENNOOTSCHAP MET SOCIAAL OOGMERK
237 255 253
229 235
0
50
100
150
200
250
300
2009 2010 2011 2012 2013
De enige aandeelhouder van BTC is
de Belgische staat, vertegenwoordigd
in de Algemene Vergadering door de
minister van Ontwikkelingssamen-
werking.
De relaties tussen BTC en de
Belgische staat zijn vastgelegd in een
beheerscontract.
In 2013 bedraagt de totale
activiteitenportefeuille van BTC
235.615.401 euro.
Figuur: Evolutie van de portefeuille (miljoenen euro's)
BTC is een naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk, opgericht bij de wet van 21 december 1998.
4
1 ZETEL, 18 LANDENKANTOREN
Het hoofdkantoor van BTC is gevestigd in Brussel. Daarnaast heeft het agentschap een landenkantoor in de belangrijkste stad van ieder van de 18 partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
5
• Ecuador
• Peru
• Bolivia
Palestijns
gebied
Vietnam
• Algerije
• Marokko
• Senegal
• Mali
• Niger
• Benin
• Congo (dem.rep.)
• Oeganda
• Rwanda
• Burundi
• Tanzania
• Mozambique
• Zuid-Afrika
België
MEER DAN 1600 MEDEWERKERS
BTC voert een transparant en modern personeelsbeleid, met aandacht voor een evenwichtige afstemming tussen privé- en beroepsleven (telewerk), uitgebreide opleidingskansen, interne mobiliteit...
6
Personeel 2013 % m/v
Medewerkers in Brussel 187 45/55
Internationale experts 185 81/19
Junior assistenten 66 33/67
Lokaal personeel in de landenkantoren 179 60/40
Lokaal personeel in de interventies 1014 77/23
Totaal 1631 60/40
Lokale personeelswerving
BTC wil zoveel mogelijk werken met
lokale medewerkers om zijn opdracht
uit te voeren. Door de lokale
medewerkers te coachen en de kans te
geven om opleidingen te volgen, wil
BTC ook de lokale capaciteiten in de
partnerlanden versterken.
In ieder land wordt gewerkt met
objectieve, transparante en open
rekruteringsprocedures. Lokale
medewerkers ondertekenen een
arbeidsovereenkomst die door
plaatselijke juristen is goedgekeurd en
die de lokale wetgeving respecteert.
COMPLEMENTAIRE OPDRACHTEN
De opdrachten van BTC zijn uiteenlopend van aard maar zeer complementair. Op die manier ontstaan natuurlijke synergieën die de strategieën alleen maar versterken.
7
Opdracht Omzet*
Gouvernementele samenwerking 216
Infocyclus, Kleur Bekennen, Annoncer la
Couleur, Trade for Development, noodhulp,
rehabilitatiehulp…
7,5
Opdrachten voor derden (Europese Unie,
Wereldbank, DFID enz…) 9
Junior-programma 2,5
Totaal 235
* x 1.000.000 €
92%
3% 4% 1%
Gouvernementele samenwerking
Infocyclus, KLB/ALC, Trade for Development, noodhulp, rehabilitatiehulp…
Opdrachten voor derden
Junior-programma
54%
25%
9%
7% 5% Centraal-Afrika
(RDC+BDI+RWA)
N&W-Afrika + Midden-Oosten
O&Z-Afrika
Latijns-Amerika
Azië
UITVOERDER VAN DE GOUVERNEMENTELE SAMENWERKING
De interventies van BTC in Centraal-Afrika (Congo, Burundi, Rwanda) vertegenwoordigen 54% van de activiteitenportefeuille.
8
BTC is het Belgisch ontwikkelings-
agentschap. De kerntaak van BTC is
de uitvoering van de Belgische
gouvernementele samenwerking in de
18 partnerlanden.
In 2013 belopen de uitgaven voor de
gouvernementele samenwerking ruim
216 miljoen euro.
De belangrijkste regio's van de
gouvernementele samenwerking zijn
Centraal-Afrika (54% van de uitgaven)
en Noord- & West-Afrika en het
Midden-Oosten (25% van de uitgaven).
Figuur: Geografische uitsplitsing van de uitgaven 2013
INTERVENTIES VOOR ANDERE OPDRACHTGEVERS
9
In 2013 voert BTC projecten uit in
opdracht van andere donoren in tien
landen.
In termen van volume bevinden de
activiteiten van IS zich hoofdzakelijk in
Benin, Congo, Rwanda en Tanzania.
De Europese Unie (EU) vertegen-
woordigt 41% van het activiteiten-
volume van IS in 2013, gevolgd door
het Frans ontwikkelingsagentschap
AFD, dat goed is voor 30% van de
portefeuille.
Via zijn departement International Services (IS) voert BTC interventies uit voor rekening van andere opdrachtgevers, zoals de Europese Commissie, de Wereldbank enz.
Deze interventies gebeuren vaak in
cofinanciering met andere donoren
(landen of organisaties), wat het
mogelijk maakt schaalvoordelen te
realiseren en de impact van de
interventies te vergroten.
Dankzij deze vorm van samenwerking kan BTC de kwaliteit van zijn activiteiten aftoetsen aan die van andere organisaties (benchmark).
BTC IN BELGIË
Infocyclus
Een opleiding om de internationale
solidariteit beter te begrijpen. Meer dan
1000 deelnemers per jaar.
Trade for development
Hulp aan organisaties van producenten
in het Zuiden en promotie van duur-
zame en eerlijke handel.
10
BTC is ook in België actief via een aantal specifieke programma's: opleiding over ontwikkelingssamenwerking, sensibilisering van jongeren, een coördinatiecentrum voor de eerlijke handel en een programma voor jonge 'coöperanten'.
Kleur Bekennen
Sensibilisering van jongeren tussen 3
en 18 jaar over actief wereldburger-
schap.
Junior-programma
Sinds 2006 hebben al meer dan 300
jongeren een eerste werkervaring in de
ontwikkelingssamenwerking genoten.
WET OVER DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
De algemene doelstelling van de Belgische ontwikkelingssamenwerking is bijdragen tot duurzame menselijke ontwikkeling.
11
De acties van België moeten duurzame
en inclusieve economische groei
bevorderen, om de levensomstandig-
heden van de mensen in de ontwikke-
lingslanden te verbeteren en armoede,
uitsluiting en ongelijkheid uit te roeien.
Daarbij wordt voorrang gegeven aan
het lokale ondernemerschap, de
sociale economie en waardig werk.
De Belgische ontwikkelingssamen-
werking wil in dat kader de landen
sterker maken
(capaciteitsversterking) zodat zij hun
ontwikkeling in eigen handen kunnen
nemen.
België wil met zijn interventies
bijdragen tot de versterking van de
democratie en van de rechtsstaat, met
inbegrip van goed bestuur, alsook tot
het respecteren van de menselijke
waardigheid, van de rechten van de
mens en van de fundamentele
vrijheden, inclusief seksuele en
reproductieve rechten, met bijzondere
aandacht voor het bestrijden van
iedere vorm van discriminatie.
SECTOREN EN THEMA'S
De gouvernementele samenwerking is geconcentreerd op maximaal drie sectoren per partnerland. De keuze van de sectoren gebeurt op basis van de beleidsprioriteiten van het partnerland.
12
Sectoren
De vier kernsectoren zijn de volgende:
• gezondheidszorg, inclusief
toegang tot gezondheidszorg voor
allen, de reproductieve gezondheid
en de strijd tegen de grote
endemieën, met inbegrip van
hiv/aids als transversaal thema;
• onderwijs en vorming;
• landbouw en voedselzekerheid;
• basisinfrastructuur.
Prioritaire thema's
De prioritaire thema's van de Belgische
ontwikkelingssamenwerking zijn:
• de mensenrechten, met inbegrip
van de rechten van het kind;
• waardig en duurzaam werk;
• maatschappijopbouw.
Transversale thema's
In al zijn interventies op het vlak van
ontwikkelingssamenwerking integreert
België:
• de genderdimensie, die de
empowerment van vrouwen en de
gelijkheid tussen mannen en
vrouwen in de samenleving beoogt;
• de bescherming van het leefmilieu
en van de natuurlijke rijkdommen,
met inbegrip van de strijd tegen de
klimaatverandering, droogte en
wereldwijde ontbossing.
SECTOREN EN THEMA'S
De klassieke sectoren - gezondheidszorg, landbouw en onderwijs - blijven de belangrijkste actieterreinen van de gouvernementele samenwerking.
13
Gezondheidszorg
Landbouw
Onderwijs
Overheidsbestuur
Water en sanering
Transport en opslag
Multisectoraal
Energie
Milieuzorg
0 5 10 15 20 25 30
Figuur: Procentueel aandeel per sector in de portefeuille van BTC
Capaciteitsontwikkeling
Capaciteitsontwikkeling is veel meer
dan het verbeteren van de kennis en
de vaardigheden van individuen. Het
gaat ook om goed bestuur
(governance) en heeft dus te maken
met organisatorische en institutionele
versterking.
België volgt de aanbeveling van de
OESO en integreert capaciteits-
ontwikkeling automatisch in alle
programma's van zijn gouvernementele
samenwerking.
GEDIFFERENTIEERDE AANPAK VOOR VERSCHILLENDE LANDEN
Landen met een gemiddeld inkomen
De partnerlanden van de Belgische
ontwikkelingssamenwerking met een
gemiddeld inkomen zijn:
• Algerije
• Bolivia
• Ecuador
• Marokko
• Palestijns gebied
• Peru
• Senegal
• Vietnam
• Zuid-Afrika
14
De Belgische ontwikkelingssamenwerking hanteert een benadering die verschilt naargelang de politieke, economische en sociaal-culturele context van de partnerlanden.
Strategie
De strategie van de Belgische
ontwikkelingssamenwerking in de
Middle Income Countries is gericht op
overdracht van kennis, technologie
en knowhow.
Op termijn moet de ontwikkelings-
samenwerking plaats maken voor
bredere bilaterale betrekkingen tussen
België en deze landen.
De partnerlanden met een gemiddeld inkomen vertegenwoordigen 26% van de activiteitenportefeuille van BTC.
FRAGIELE STATEN VERTEGENWOORDIGEN 56%
VAN DE BTC-PORTEFEUILLE
15
Volgens de OESO is een staat 'fragiel'
wanneer de regering en de overheids-
instanties niet over de middelen
beschikken of niet de politieke wil
hebben om hun burgers te beschermen
en hun veiligheid te garanderen,
wanneer ze de bestuurszaken niet op
doeltreffende wijze kunnen beheren en
de armoede niet kunnen bestrijden.
Op basis van een rangschikking van de
OESO (2014) zijn er 51 landen in de
wereld fragiel; er wonen in totaal meer
dan 1,5 miljard mensen. De
internationale hulp aan fragiele staten
is de afgelopen jaren stelselmatig
gedaald.
Weerbaarheid (resilience) is een
begrip dat werd bedacht als
tegenhanger van het begrip 'fragiele
staat'.
Weerbare staten zijn in staat om
schokken en hervormingen op te
vangen, om radicale veranderingen en
uitdagingen in goede banen te leiden,
terwijl ze erop toezien dat de politieke
stabiliteit wordt gehandhaafd en ze hun
inspanningen toespitsen op
geweldpreventie. Weerbare staten
bewijzen dat ze de capaciteit en de
legitimiteit hebben om hun bevolking
en hun grondgebied te besturen.
De 'fragiele' partnerlanden van de Belgische ontwikkelings-samenwerking zijn: Burundi, de Democratische republiek Congo, Mali, Niger, Oeganda en Palestijns gebied.
De strategie van de Belgische
ontwikkelingssamenwerking in fragiele
staten is erop gericht de economische
en sociale reguleringscapaciteit van de
staat te ontwikkelen en te versterken,
op uiteenlopende gebieden zoals
arbeidsrechten, gezondheidszorg,
onderwijs, economische ontwikkeling.
Het doel is om die partnerlanden
weerbaar te maken.
De Belgische overheidsdiensten beschikken over zeer waardevolle expertise voor de gouvernementele samenwerking. BTC heeft al akkoorden gesloten met een aantal overheidsdiensten, zoals de federale politie, justitie en de sociale zekerheid, zodat wij hun deskundigen kunnen inzetten voor de ontwikkeling van onze partnerlanden. Carl Michiels Voorzitter van het directiecomité
« «
16
17
LANDBOUW
LANDBOUW
België ondersteunt de duurzame, familiale landbouw. Daarmee wil het de voedselzekerheid verbeteren en bijdragen tot duurzame economische groei. De strategie berust op vier pijlers.
18
Meer en duurzaam produceren
In de eerste plaats is het de bedoeling
dat de landbouwers meer en duurzaam
gaan produceren. Daarom is de hulp
van België erop gericht de toegang tot
productiefactoren te verbeteren:
zaaigoed, water, informatie en
innovatie, financiële diensten…
Producten commercialiseren
Een tweede pijler is de commercia-
lisering van de landbouwproducten.
Daarvoor is een gemakkelijke toegang
tot de markt noodzakelijk, een goede
transportinfrastructuur, efficiënte
informatie- en communicatiediensten,
en goed werkende producenten-
organisaties.
Capaciteiten versterken
Ten derde is de begeleiding van België
gericht op de capaciteitsversterking
van de ministeries, de overheids-
diensten, de civiele maatschappij en de
landbouworganisaties. Het doel is om
de beleidsvoering te verbeteren en
ervoor te zorgen dat de coördinatie
tussen de verschillende spelers
(landbouworganisaties, privésector,
lokale overheden) vlot verloopt.
Positie van de vrouw versterken
De vierde pijler is het versterken van
de positie van de vrouw. Vrouwen
hebben het nog altijd moeilijker om
toegang te krijgen tot land, tot markten,
tot informatie… terwijl ze wel een
cruciale rol spelen in de productie, de
verwerking en de vermarkting van
levensmiddelen.
De Belgische ontwikkelingssamen-
werking leidt in verschillende
partnerlanden de groep van donoren in
hun onderling overleg en in de
contacten met het partnerministerie: in
Benin voor de landbouw, in Niger en
Mali voor de veeteelt.
PLATTELANDSONTWIKKELING IN ECUADOR
Een duwtje voor 12.000 mensen
Kleine producenten worden aange-
moedigd en begeleid om zich te
verenigen. Ze krijgen steun om nieuwe
initiatieven te nemen, om hun productie
te verhogen en te diversifiëren. Ook de
distributie en de commercialisering van
de producten wordt aangepakt.
In totaal worden zo meer dan 80
projecten gesteund in het gemeen-
schapstoerisme, de visserij, de
kleinveeteelt, de cacao-, koffie-, fruit-
en groententeelt…
19
PDRN (2007-2014)
Het programma voor plattelands-
ontwikkeling in het Noorden van
Ecuador (PDRN) helpt de lokale
besturen van vijf provincies* om de
economie op het platteland te
stimuleren. Op die manier is het de
bedoeling om de arbeidskansen en de
levensomstandigheden van de armste
inwoners te verbeteren. Het totale
budget bedraagt 14 miljoen euro.
*Imbabura, Carchi, Esmeraldas, Manabí, Pichincha
Manabi
Esmeraldas
Carchi
Imbabura
Quito
Pichincha
PLATTELANDSONTWIKKELING IN ECUADOR
Een hogere melkproductie heeft in de provincie Pichincha de plattelandsvlucht een halt toegeroepen.
20
In Pedro Moncayo en Cayambe
(provincie Pichincha), op slechts twee
uur van Quito, hebben meer dan 2000
melkveehouders zich verenigd in het
bedrijf Campinorte. Met de steun van
het Programma voor plattelands-
ontwikkeling (PDRN) en het
provinciebestuur van Pichincha zijn ze
erin geslaagd hun melkproductie
aanzienlijk te verhogen.
Zo konden ze de prijzen en de verkoop
van melkproducten stabiel houden, en
die zekerheid heeft ook een impact op
het gedrag van de jongeren in de regio.
"Vroeger dacht ik dat de toekomst in de
stad lag. Wij hadden geen geld, ik kon
niet gaan studeren. Maar de tijden zijn
veranderd en wij beseffen dat we hier
een heel groot potentieel hebben
waarin we kunnen investeren en
waarmee we kunnen werken," vertelt
Gonzalo Ramírez, voorzitter van
Campinorte.
Laura Guatemal, die een inzamel-
centrum voor melk leidt, bevestigt:
"Terwijl de jongeren vroeger naar de
stad wegtrokken door de zeer beperkte
mogelijkheden op het platteland, keert
de overgrote meerderheid nu, na zijn
studies, wel terug naar het thuisfront.
Zo worden de gezinnen herenigd."
SPAT II (2010-2016)*
Het strategisch programma voor de
hervorming van de landbouw wil ervoor
zorgen dat de Rwandese boeren een
beroep kunnen doen op efficiënte
overheidsbegeleiding en professioneel
advies op maat, dat ze toegang
hebben tot kwalitatief zaaigoed om
beter en duurzaam te produceren. Het
totale budget van dit grootschalige
programma bedraagt 18 miljoen euro.
*Strategic Plan for Agricultural Transformation
Opleiding op het veld
De meeste Rwandese boeren
beschikken slechts over een klein lapje
grond en moeten er dus het maximum
uithalen. Daarom willen ze maar wat
graag praktijken aanleren die hun
productiviteit en inkomen verhogen.
In een Farmer Field School (FFS)
krijgen de boeren gedurende een heel
seizoen les op het veld, maar niet op
de klassieke manier. Ze worden
begeleid om zelf beslissingen te
nemen op basis van wat ze op het veld
observeren en uitproberen.
Inkomen meer dan verdubbeld
Maar liefst 92% van de 2900 FFS-
groepen haalde 50% meer oogst
binnen. Het gemiddelde inkomen van
de boeren is meer dan verdubbeld
(+164 %).
Bovendien gebruiken de FFS-boeren
minder bestrijdingsmiddelen en houden
ze de lokale genetische rijkdom in
stand.
190.000 TEVREDEN RWANDESE BOEREN
21
Het succes van de Farmer Field Schools is dat ze de boeren leren zelf oplossingen te zoeken en zelf beslissingen te nemen. Op die manier voelen ze zich sterker om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien.
"We konden onze ogen niet geloven
toen we maniok oogstten in de FFS-
veldjes. We hadden nog nooit zo'n
grote knollen gezien. Ik denk dat ze wel
zes of zeven keer groter waren dan
gewoonlijk!" vertelt maniokboer Ernest
Kabeja. "En gelukkig smaken de grote
knollen ook lekker!"
190.000 TEVREDEN RWANDESE BOEREN
22
"We hebben geleerd welke insecten onze
planten aanvallen en welke niet. Ik ben
ervan overtuigd dat we nu beter
gewapend zijn om de toekomstige
uitdagingen het hoofd te bieden. En als
we zelf geen oplossing kunnen
bedenken, kunnen we nog altijd een
beroep doen op onze lesgever," vertelt
Aimable Gatambire, die zich in 2011 bij
een FFS-groep heeft gevoegd.
23
GEZONDHEIDSZORG
GEZONDHEIDSZORG
De gezondheidssector is traditioneel zeer belangrijk voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Gezonde mensen zijn beter in staat om deel te nemen aan het productieve leven en zo bij te dragen tot de ontwikkeling van een land.
24
Gezonde beleidsvoering
Ook in de ontwikkelingslanden is de
overheid verantwoordelijk voor het
beleid en de organisatie van de
gezondheidszorg. BTC helpt die
overheid door haar ministeries te
versterken en een efficiënt netwerk van
gezondheidsdiensten op te zetten.
Daarnaast is een goed ziekteverze-
keringssysteem evenzeer belangrijk
om ervoor te zorgen dat de bevolking
toegang krijgt tot de gezondheidszorg.
Getuige van de realiteit
BTC onderscheidt zich omdat het
agentschap actief is op het centrale
beleidsniveau én op het lokale niveau
van de gezondheidsdiensten.
Voor de Belgische ontwikkelings-
samenwerking is die lokale
aanwezigheid een bewuste keuze,
zodat ze getuige kan zijn van de
realiteit. Dat is noodzakelijk om een
geloofwaardige dialoog aan te gaan
met de gezondheidsinstellingen van
het partnerland.
Partnerschap
Partnerschap is geen loos begrip. Alle
stakeholders worden expliciet
betrokken bij de interventies in de
gezondheidssector: het ministerie van
volksgezondheid, de burgerbevolking,
het gezondheidspersoneel, de
ambtenaren, geloofsgemeenschappen
en andere organisaties die actief zijn in
de gezondheidssector. In dat opzicht
kan ontwikkelingssamenwerking als
bemiddelaar optreden om de
verschillende groepen met elkaar in
overleg te doen treden om een
gemeenschappelijk doel te bereiken.
MINDER KINDERSTERFTE IN NIGER
Minder dan 50 % van de
Nigerese vrouwen geniet
prenatale zorg en slechts 29%
wordt bij de bevalling
geholpen door bekwaam
personeel. Via een nationaal
plan wil het Nigerese
ministerie van
Volksgezondheid daar wat
aan doen.
25
PFAS (2010-2014)
Het programma voor de voortgezette
opleiding van de gezondheidswerkers
in Niger (PFAS) wil de technische
vaardigheden van het gezondheids-
personeel versterken om de kwaliteit
van de zorgverstrekking te verbeteren.
Samen met twee andere interventies
steunt België zo het nationale plan voor
de ontwikkeling van de gezondheids-
sector in Niger. Het budget van dit
opleidingsprogramma bedraagt 3,8
miljoen euro.
De meest kwetsbaren eerst
Het doel is om de gezondheidszorg
voor iedereen - en vooral voor de
meest kwetsbare bevolkingsgroepen -
toegankelijk te maken.
Via het PFAS worden 53 verpleeg-
kundigen opgeleid in anesthesie,
chirurgie-gynaecologie of radiologie. 23
artsen worden opgeleid in de
basischirurgie.
Alle acht districtsziekenhuizen in het
land moeten beschikken over een
chirurgisch team en een functioneel
operatiekwartier, om zo de
kindersterfte terug te dringen.
26
ONDERWIJS
ONDERWIJS
In de onderwijssector zijn de interventies van de Belgische gouvernementele samenwerking gericht op het basisonderwijs, het technisch en beroepsonderwijs, op de toegang tot en de kwaliteit van het onderwijs.
27
Basisonderwijs
De kwaliteit van het basisonderwijs is
een prioriteit voor de Belgische
ontwikkelingssamenwerking. De steun
van ons land verloopt via projecten, via
de onderwijsbegroting van de partner-
landen of via fondsen die samen met
andere donoren worden gespijsd, zoals
het mondiaal partnerschap voor
onderwijs*.
* www.globalpartnership.org
Technisch en beroepsonderwijs
Het technisch en beroepsonderwijs
moet aansluiten bij de behoeften van
de arbeidsmarkt. Samenwerking met
het bedrijfsleven en de civiele
maatschappij is dan ook belangrijk om
jongeren op weg te helpen naar een
baan of een eigen bedrijf, bijvoorbeeld
via stages of alternerend leren.
België besteedt ook specifiek aandacht
aan de onderwijskansen voor meisjes,
aan milieuzorg en uitzicht op waardig
werk.
Pedagogische vernieuwing
De kwaliteit van het onderwijs wordt
verbeterd door de lerarenopleiding te
versterken, door pedagogische
vernieuwing (e-learning) en door een
studentgerichte aanpak die van de
leerling een actieve speler maakt in het
leerproces.
Bij het ontwerp van nieuwe school-
gebouwen wordt ervoor gezorgd dat ze
kindvriendelijk én milieuvriendelijk zijn.
BEROEPSONDERWIJS IN BURUNDI
Toegesneden op de arbeidsmarkt
De schooldirecties en het personeel
krijgen opleiding om het administra-
tieve, financiële en logistieke beheer
van de scholen te verbeteren. Ook de
lesgevers krijgen bijscholing, zodat de
inhoudelijke en pedagogische kwaliteit
van hun lessen erop vooruit gaat.
Het opleidingsaanbod wordt gediver-
sifieerd en aangevuld met nieuwe
richtingen, zoals horeca en voeding,
zodat het onderwijs beter aansluit bij
de behoeften van de arbeidsmarkt en
de afgestudeerden vlotter werk vinden.
28
AEPT (2011-2017)
België ondersteunt het onderwijs in
Burundi al meer dan tien jaar. Het
project ter ondersteuning van het
technisch en het beroepsonderwijs
(AEPT) wil het beheer van 50
technische en beroepsscholen
verbeteren. Verder is het de bedoeling
om het technisch en beroepsonderwijs
geloofwaardiger en aantrekkelijker te
maken door het opleidingsaanbod te
promoten. Het budget van het project
bedraagt 7 miljoen euro.
Bemoedigende resultaten
In de meeste scholen is het school-
bezoek verdubbeld. Dat wijst erop dat
de scholen een betere reputatie
genieten bij de bevolking als gevolg
van een betere kwaliteit van het
onderwijs.
Het Burundese ministerie van
Onderwijs heeft beslist om de nieuwe
methode voor schoolbeheer toe te
passen in alle technische en
beroepsscholen in heel het land.
29
GOVERNANCE
De principes van goed bestuur
Gelijkheid: ongelijkheid tegengaan.
Betrokkenheid/participatie: de burger
neemt deel aan de besluitvorming.
Afrekenbaarheid: de regering doet
wat ze zegt en zegt wat ze doet.
Rechtsstaat: billijke en transparante
wetten, regels en normen.
Transparantie: beslissingen en acties
van de regering kunnen gecontroleerd
worden.
Integriteit: om de waardigheid, de
betrouwbaarheid, de oprechtheid en de
eerlijkheid te garanderen.
30
Waarom 'Goed bestuur' ?
Goed bestuur is de capaciteit van een
staat om diensten te verlenen aan zijn
inwoners. Het gaat om de regelgeving,
de processen en de gedragingen die
bepalen hoe de belangen behartigd
worden, de rijkdommen beheer worden
en de macht in de maatschappij
uitgeoefend wordt. Goed bestuur is een
fundamentele maatstaf voor de
stabiliteit en de sterkte van een
samenleving.
GOVERNANCE
“Goed bestuur is wellicht het allerbelangrijkste instrument om armoede te bestrijden en ontwikkeling te bevorderen.” (voormalig secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan)
Vraag en aanbod
Het werk van BTC is erop gericht de
rechtsstaat te versterken, alsook de
rechtspraak, de openbare dienstver-
lening, het ambtenarenapparaat en het
beheer van de overheidsfinanciën,
decentralisatie en lokaal bestuur. Dat is
de aanbodzijde van goed bestuur.
In sectorale programma's (goed
bestuur in het onderwijs, in de
gezondheidszorg, in de landbouw….)
werkt BTC ook samen met spelers die
aan de vraagzijde hervormingen willen
(civiele maatschappij, controle-
organen…), door bruggen tussen hen
te slaan en consensus na te streven.
JUSTITIE IN BURUNDI
De resultaten
In drie jaar tijd zijn significante
resultaten geboekt in de pilootprovincie
Muramvya. Het gebouw van de
rechtbank van eerste aanleg is
opgeknapt en de werking van de
verschillende gerechtelijke diensten is
verbeterd.
Het aantal gedetineerden in de gevan-
genis van Muramvya is met 30%
gedaald. De wachttijd tussen aanhou-
ding en vonnis is met 17% gedaald.
Het aantal preventieve aanhoudingen
is spectaculair achteruit gegaan.
31
Justitieprogramma (2008-2016)
Deze interventie moet het strafrecht in
Burundi eerlijker, geloofwaardiger en
efficiënter maken, zowel door en voor
de gerechtelijke en de penitentiaire
instellingen als voor de gedaagden, de
gevangenen en de minderjarigen. Het
totale budget is 15 miljoen euro.
De problemen
Door onjuiste toepassing van de wetten
en procedures zijn er heel wat onwettige
aanhoudingen en opsluitingen, vaak in
slechte omstandigheden en waarbij de
wettelijke termijnen worden
overschreden. Door een gebrekkige
organisatie verloopt de behandeling van
dossiers tussen de aanhouding en de
uitspraak van het vonnis zeer langzaam.
Het was dus nodig om de procedures en
de middelen in de rechtsgebieden te
moderniseren, het justitiepersoneel op
te leiden en de werkwijzen te
verbeteren.
INFRASTRUCTUUR
32
INFRASTRUCTUUR
Water en sanitaire voorzieningen
Tegen 2020 wil de Rwandese regering
heel de bevolking van drinkwater
voorzien. Ook wil ze de nodige
individuele en collectieve sanitaire
voorzieningen installeren in het hele
land.
De Belgische ontwikkelingssamen-
werking steunde die ambities en
voerde van 2005 tot 2013 een water-
en sanitatieproject uit in de Zuidelijke
Provincie, in drie overwegend
landelijke districten (Nyaruguru, Huye
en Gisagara).
33
Belangrijkste resultaten
• 200.000 mensen krijgen toegang tot
drinkwater.
• 30% minder watergerelateerde
ziektes.
• 600 km drinkwaterleidingen.
• ecologische latrines voor 75.000
leerlingen.
• 55.000 gezinnen gesensibiliseerd
over basishygiëne.
DRINKWATER VOOR 200.000 MENSEN IN ZUID-RWANDA
PEPAPS (2005-2013)
Het Drinkwater- en sanitatieproject in
de Zuidelijke Provincie (PEPAPS) was
een gezamenlijke inspanning van
Rwanda (1,3 miljoen euro), België
(17,9 miljoen euro) en de Europese
Commissie (4,3 miljoen euro), voor een
totaalbudget van 23,5 miljoen euro.
Arbeidsintensieve methode
Het plaveien van de straten en de
bijbehorende rioleringswerken worden
uitgevoerd via een arbeidsintensieve
methode (HIMO).
Het bestratingsproject heeft een
nieuwe, sociale methode ontwikkeld,
waarbij de arbeiders tijdens en ook na
de werken begeleid worden aan de
hand van sociale opleidingen
(gezinsplanning, burgerzin, hygiëne)
en beroepsopleidingen.
34
Opleiding en inschakeling
4500 inwoners van de drie gemeenten
kunnen dankzij het project werken en
tegelijkertijd een vak leren, met als doel
een sociale herstructurering en
verzoening tot stand te brengen tussen
de verschillende bevolkingsgroepen.
De arbeiders worden niet gezien als
werkkrachten, maar wel als leerlingen.
De inschakeling op de arbeidsmarkt
wordt aangemoedigd door iedere
leerling de kans te geven een
professionele activiteit op te zetten.
Bestratingsproject (2009-2014)
Het bestratingsproject omvat de aanleg
van 36 kilometer kasseistraten in drie
gemeenten in het noorden van de
hoofdstad Bujumbura. Daarnaast moet
het project ook bijdragen aan de
economische en sociale ontwikkeling
van die gemeenten. Het totale budget
bedraagt 16 miljoen euro.
SOCIALE BESTRATING IN BURUNDI
35
BELGISCH ONTWIKKELINGSAGENTSCHAP
Op de website WWW.BTCCTB.ORG vind je meer projectnieuws, casestudy's, publicaties, jobs, opleidingen, overheidsopdrachten… En je kunt ons ook altijd volgen via het elektronische magazine Scoop.it, via Twitter, LinkedIn en Facebook.
36